6763 VHZ Audcom 02 - Fenac
6763 VHZ Audcom 02 - Fenac
6763 VHZ Audcom 02 - Fenac
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BUITEN LANDSE TIJDSCHRIFTEN<br />
Articulatietherapie<br />
Logopedie en Foniatrie van maart 2005<br />
wijdt twee artikelen aan dit onderwerp.<br />
Raaijmakers en van der Meulen bespreken<br />
de methode ‘Prompt’: een therapie vanuit<br />
tactiel-kinesthetische input. Het motorische<br />
probleem staat centraal bij deze<br />
methode, die wordt gekenmerkt door<br />
input van de logopedist die met beide<br />
handen tactiel-kinesthetische ‘prompts’<br />
geeft aan de patiënt waardoor deze kan<br />
ervaren hoe de gewenste klanken worden<br />
gemaakt. De functie van kaak, lippen<br />
en tong tijdens de productie van spraakklanken<br />
is uitgewerkt in drie ‘planes of<br />
movement’ (taakspecifieke bewegingspatronen).<br />
De therapie baseert zich op<br />
het werk van o.a. Bobath en Ayres, waarbij<br />
in de uitwerking ook inzichten uit de<br />
neurobiologie en neurolinguïstiek zijn<br />
geïntegreerd. In het artikel worden doel<br />
en inhoud van deze therapie beschreven,<br />
met uitgewerkte casuïstiek ter illustratie.<br />
Günther en Kessels-de Beer verrichtten een<br />
onderzoek naar de effectiviteit van de<br />
klassieke articulatietherapie van Van Riper.<br />
Zij vergeleken drie groepen patiënten:<br />
kinderen met een fonetische spraakstoornis<br />
(n=5), kinderen met een fonologische<br />
ontwikkelingsstoornis (n=5; beide groepen<br />
kregen gedurende 4-6 weken logopedische<br />
behandeling volgens de methode Van<br />
Riper) en een controlegroep: kinderen<br />
met een fonetische spraakstoornis die geen<br />
therapie kregen gedurende deze periode<br />
van 6 weken (n=5). De kinderen uit de<br />
fonetische groep die therapie kregen<br />
toonden voor 75% verbetering, kinderen<br />
uit de fonologische groep voor 18.8% en<br />
kinderen uit de controlegroep verbeterden<br />
niet. Hoewel de aantallen onderzochte<br />
kinderen klein zijn, lijkt de trend duidelijk:<br />
de traditionele articulatietherapie is<br />
het meest geschikt voor kinderen met<br />
fonetische articulatieproblemen. In het<br />
artikel komen in de discussie diverse<br />
interessante overwegingen aan bod naar<br />
aanleiding van dit onderzoek. Het lijkt<br />
in elk geval haalbaar voor de logopedist<br />
om aan de hand van een model te onderzoeken<br />
en te behandelen; het zorgvuldig<br />
volgen van bereikte effecten van therapie<br />
blijkt ook mogelijk.<br />
Applied Psycholinguistics, 26, 2005<br />
'Designing measures for profiling and genotype/phenotype<br />
studies of individuals with<br />
genetic syndroms or developmental language<br />
disorders' is de titel van het artikel van<br />
Carolyn Mervis (University of Louisville) and<br />
Byron Robinson (Georgia State University).<br />
Zij stellen dat het accuraat beschrijven van<br />
een fenotype essentieel is willen studies naar<br />
de genetische basis van taalontwikkelingsstoornissen<br />
succesvol zijn. Een belangrijk<br />
doel van een fenotypebeschrijving is om te<br />
differentiëren tussen de verschillende taalen<br />
cognitieve profielen van syndromen. In dit<br />
artikel wordt ingegaan op zes methodologische<br />
kwesties, die relevant zijn voor zogeheten<br />
genotype/fenotype onderzoek, namelijk<br />
wat is de doelpopulatie, wat is de 'ideale'<br />
maat van een aspect van taalvaardigheid, wat<br />
is de 'ideale' maat om een taalprofiel voor een<br />
bepaald syndroom te kwantificeren, wat zijn<br />
speciale meetvraagstukken bij jonge kinderen,<br />
hoe kan een taal en cognitieprofiel ontwikkeld<br />
worden en tot slot welke vraagstukken<br />
zijn tot op heden onbeantwoord.<br />
Mabel Rice, Steven Warren en Stacy Betz<br />
(University of Kansas) tekenen in hetzelfde<br />
tijdschrift voor het artikel 'Language symptoms<br />
of developmental<br />
language disorders: an<br />
overview of autism,<br />
Down Syndrome,<br />
Fragile X, specific<br />
language impairment,<br />
and Williams Syndrome'. In dit artikel worden<br />
de specifieke patronen van taalproblemen<br />
besproken die geassocieerd zijn met alle stoornissen<br />
die in de titel genoemd zijn. De auteurs<br />
gaan met name in op spraakproductie, semantische<br />
en syntactische taalvaardigheid en op de<br />
relatie tussen cognitieve en taalvaardigheden.<br />
Ook bespreken ze of er bij een bepaalde<br />
stoornis een afwijkend dan wel een vertraagd<br />
ontwikkelingspatroon gevonden is.<br />
Onderzoeksbevindingen worden samengebracht<br />
om te komen tot een voorlopige<br />
vergelijking van taalprofielen tussen de<br />
verschillende stoornissen. De auteurs wijzen<br />
er echter op dat het volledige beeld nog<br />
incompleet is, omdat veel van het huidige<br />
onderzoek zich op een te smalle range van<br />
taalfenomenen richt. Naar de mening van de<br />
auteurs is er dringend behoefte aan onderzoek<br />
waarin systematisch taalstoornissen met elkaar<br />
vergeleken worden, hetgeen moet leiden tot<br />
gedetailleerde beschrijvingen van linguïstische<br />
fenotypes voor iedere stoornis.<br />
Journal of Speech, Language and Hearing Research,<br />
vol. 47, 1411-1423, december 2004.<br />
In dit tijdschrift wordt door ons redactielid John van Daal en zijn collega's Ludo Verhoeven<br />
en Hans van Balkom van de Radboud Universiteit Nijmegen verslag gedaan van het classificatieonderzoek<br />
bij kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden in ons land. Het artikel<br />
heet 'Subtypes of severe speech and language impairments: psychometric evidence from<br />
4-year-old children in the Netherlands'. Het onderzoek beoogt om het bestaan van subtypes<br />
van taalstoornissen op basis van cross linguïstische data te<br />
onderbouwen. Een omvangrijke batterij spraaktaaltests is<br />
afgenomen bij 110 4-jarige Nederlandse kinderen. Deze<br />
kinderen waren eerder gediagnosticeerd als kinderen met<br />
ernstige spraaktaalmoeilijkheden. Uit de analyse van de<br />
onderzoeksdata is gebleken dat de problemen, die deze<br />
kinderen in de taalverwerving ondervinden, verdeeld<br />
kunnen worden in 4 subtypes, te weten lexicaalsemantische<br />
problematiek, problematiek op het vlak<br />
van spraakproductie, problematiek op syntactischsequentieel<br />
terrein en problemen met de auditieve<br />
perceptie. De resultaten van het onderzoek van Van Daal<br />
en collega's zijn in lijn met eerder werk van Bishop en<br />
van Conti-Ramsden in Groot-Brittannië.<br />
Harry Knoors, lid van de redactie<br />
<strong>VHZ</strong> APRIL 2005 5