18.11.2014 Views

DOMO - Zuivelhistorie Nederland

DOMO - Zuivelhistorie Nederland

DOMO - Zuivelhistorie Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De commissie wilde vóór alles voorkomen dat de boer t.z.t. Iets „van bovenaf” kreeg opgedrongen.<br />

Hij moest bovenal overtuigd worden van de belangrijkheid van het voorliggende probleem.<br />

Daarom werd, voordat de commissie tot eindconclusies kwam, het vraagstuk in al zijn grootheid<br />

voorgelegd aan de fabrieksbesturen in een 10-tal vergaderingen nl. in Assen, Havelte, De Wijk,<br />

Emmen, Coevorden, Peize, Dieverbrug, Beilen, Gieten en Oosterhesselen. De boeren groeiden<br />

dus mee met het tot oplossing brengen van het probleem. Het [34] grote voordeel van deze echt<br />

Drentse gang van zaken, het werken van onderen op, zou later duidelijk blijken.<br />

Op 30 maart 1946 werd het rapport aan het D.O.M.O.-bestuur uitgebracht. Het rapport, dat de<br />

basis werd van wat er thans in Beilen staat.<br />

De conclusies van de commissie kwamen in het kort neer op het volgende:<br />

1. In de toekomst zal niet alle ondermelk op de boerderij rendabel kunnen worden gemaakt.<br />

Gezien de bijzondere tijdsomstandigheden waren de commissieleden het niet eens over de<br />

mate waarin dit het geval zou zijn.<br />

2. Het tot verwerking van de overtollige ondermelk inrichten van elke fabriek is economisch<br />

onverantwoord.<br />

3. Verkoop aan bestaande produktenfabrieken is, gezien de ervaringen van vóór de oorlog,<br />

niet de oplossing.<br />

4. Als oplossing ziet de commissie het stichten van een centraal melkproduktenbedrijf.<br />

Het hoge woord was er dus uit. Er moest een centraal bedrijf komen. Als minimum kwantum te<br />

verwerken melk moest volgens de commissie minstens 25 miljoen kg door de fabrieken worden<br />

beschikbaar gesteld, verdeeld over het gehele jaar.<br />

Voor het eerst werd door deze commissie de mogelijkheid uitgesproken om naast ondermelk ook<br />

melk met vet te leveren aan het centrale bedrijf om daar te worden verwerkt tot andere produkten<br />

dan boter en kaas.<br />

De ledenvergadering nam het rapport over en machtigde het bestuur om een plan voor een centrale<br />

fabriek te laten opstellen. Er kwam een technische commissie, bestaande uit de heren:<br />

ir. H. J. ter Veer, rijkszuivelconsulent, voorzitter<br />

Tj. Boijenga, sekretaris zuivelbond, sekretaris<br />

H. Dekker, voorzitter D.O.M.O.<br />

J. A. Geluk, sekretaris F.N.Z.<br />

S. Hepkema, direkteur coöp. Condensfabriek _Friesland<br />

G. J. Wilms, veehouder<br />

J. Homan, direkteur Drentex<br />

ir. H. J. v. d. Grijp, hoofdingenieur F.N.Z.<br />

J. Boelens Kzn, architect<br />

A. Ybema, sekretaris D.O.M.O.<br />

Heruitgave zuivelhistorienederland.nl<br />

31<br />

© <strong>DOMO</strong> auteur Tj. BOIJENGA

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!