Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Stuk 8 (2001-2002) – Nr. 1 6<br />
ting, de huisarts en de specialist ; in de rechtsbijstand<br />
naar juridische informatie in het algemeen,<br />
de eerstelijnsrechtshulpdienst zoals een wetswinkel<br />
en de procesbijstand van de advocaat. In de jaren<br />
negentig is het besef gegroeid dat ook de <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid in haar dienstverlening aan de burgers op<br />
drie lijnen contact met hen moet houden :<br />
informatieverstrekking en communicatie als nulde<br />
lijn, het klachtenmanagement als eerste lijn en de<br />
ombudsfunctie als tweede lijn.<br />
3.1. De informatieverstrekking en communicatie<br />
als nulde lijn<br />
De gebruiker van de <strong>Vlaams</strong>e overheidsdiensten<br />
heeft behoefte aan informatie over zijn rechten en<br />
plichten, over subsidies en vergunningen, over belastingen<br />
en tarieven. Het is daarom belangrijk dat<br />
de <strong>Vlaams</strong>e overheid zich niet alleen beperkt tot<br />
haar inhoudelijke kerntaken. Ze moet ook de nuldelijnsfunctie<br />
in haar dienstverlening ter harte<br />
nemen en aan actieve informatieverstrekking en<br />
behoorlijke communicatie doen. Het begrip communicatie<br />
verwijst dan vooral naar de inspanningen<br />
om de informatie ook daadwerkelijk te laten<br />
doorwerken bij de doelgroep.<br />
In dit verband moeten we even wijzen op het onderscheid<br />
tussen passieve en actieve openbaarheid.<br />
"Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te<br />
raadplegen en er een afschrift van te krijgen", luidt<br />
artikel 32 van de Belgische Grondwet. Dat is de<br />
passieve openbaarheid. De actieve openbaarheid<br />
heeft te maken met de verplichting van de overheid<br />
om "actief" voorlichting en informatie te<br />
geven. Voor een deel wordt die moeilijke informatieopdracht<br />
op <strong>Vlaams</strong> niveau geregeld in het decreet<br />
van 18 mei 1999 betreffende de openbaarheid<br />
van bestuur. De <strong>Vlaams</strong>e overheid kwijt zich van<br />
die actieve openbaarheidstaak met haar infozuilen,<br />
de vermelding van de behandelende ambtenaar op<br />
briefwisseling, het opzetten van een voorlichtingsbeleid<br />
door een voorlichtingsambtenaar, een jaarverslag<br />
van die voorlichtingsambtenaar, enzovoort.<br />
In die actieve openbaarheid is er een sleutelrol<br />
weggelegd voor de <strong>Vlaams</strong>e Infolijn, die, net als de<br />
<strong>Vlaams</strong>e Ombudsdienst, op 1 maart 1999 van start<br />
is gegaan.<br />
3.2. Het klachtenmanagement als eerste lijn<br />
Een behoorlijke dienstverlening door de <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid veronderstelt ook een goed uitgebouwde<br />
interne klachtenbehandeling. Zowel in het ministerie<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap als in de <strong>Vlaams</strong>e<br />
Openbare Instellingen moeten er voldoende<br />
aanspreekpunten voor de burger zijn, als zijn contact<br />
met de <strong>Vlaams</strong>e overheid fout is gelopen.<br />
De burger heeft er belang bij dat de klachtendiensten<br />
op een eenvormige, gestructureerde en onafhankelijke<br />
wijze kunnen werken. Daarom is de<br />
goedkeuring door het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> op 15 mei<br />
2001 van het klachtendecreet een fundamentele<br />
stap vooruit in de eerstelijnsklachtenbehanding.<br />
Het decreet is afgekondigd door de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
op 1 juni 2001 en gepubliceerd in het Belgisch<br />
Staatsblad van 17 juli 2001. Het treedt in werking<br />
vanaf 1 januari 2002. Deze invoering van het<br />
klachtrecht op de eerste lijn is voor de burger een<br />
signaal dat de <strong>Vlaams</strong>e overheid de kwaliteitsbewaking<br />
van haar dienstverlening ernstig neemt.<br />
Een aantal overheidsdiensten en -instellingen beschikte<br />
al voor het klachtendecreet over een klachtenvoorziening,<br />
maar die waren niet uniform en<br />
niet altijd optimaal georganiseerd. Dat kwam de<br />
toegankelijkheid voor de burger niet ten goede.<br />
Het klachtendecreet van 1 juni 2001 bevat bepalingen<br />
voor een kwaliteitsvolle en onafhankelijke eerstelijnsklachtenbehandeling<br />
door de <strong>Vlaams</strong>e bestuursinstellingen.<br />
– De bestuursinstelling draagt zorg voor een behoorlijke<br />
behandeling van de mondelinge en<br />
schriftelijke klachten over haar handelingen en<br />
werking. De bestuursinstelling zet daartoe een<br />
klachtenvoorziening op. (artikel 4)<br />
– Een bestuursinstelling is verplicht een klacht te<br />
behandelen als de identiteit en het adres van de<br />
klager bekend zijn en als de klacht een omschrijving<br />
bevat van de feiten waartegen ze gericht<br />
is. (artikel 5)<br />
– De bestuursinstelling bevestigt de ontvangst van<br />
de klacht schriftelijk binnen 10 dagen na ontvangst<br />
van de klacht. (artikel 7)<br />
– De klacht wordt behandeld door een persoon<br />
die niet bij de feiten waarop de klacht betrekking<br />
heeft, betrokken is geweest. De persoon<br />
die de klacht behandelt, is verplicht het beroepsgeheim<br />
te respecteren en een strikte neutraliteit<br />
in acht te nemen. Aan de klachtenbehandelaar<br />
kunnen geen instructies worden gegeven<br />
over de wijze waarop de klacht inhoudelijk<br />
behandeld wordt. (artikel 8)<br />
– De bestuursinstelling handelt de klacht af binnen<br />
45 dagen na ontvangst van de klacht. (artikel<br />
10)