Rapportage onderdeel perceel - Clm
Rapportage onderdeel perceel - Clm
Rapportage onderdeel perceel - Clm
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.2 Verminderen emissie nutrienten<br />
I. Opstellen bemestingsplan<br />
Een bemestingsplan geeft veehouders een goed inzicht in de nutriëntenvoorziening<br />
binnen hun bedrijf en laat zien of ze aan de eisen van de wetgeving kunnen voldoen.<br />
Bij het opstellen van een bemestingsplan komen knelpunten vanzelf naar<br />
voren, zodat al vóór de teelt weloverwogen keuzes gemaakt kunnen worden.<br />
Tijdens het maken van het plan schatten veehouders de nutriëntenbehoefte en de<br />
hoeveelheid extra nutriëntenlevering uit de bodem in. Met maatregelen die net vóór<br />
of tijdens de teelt worden genomen, wordt ingespeeld op de<br />
actuele situatie van de percelen op het moment van bemesting. Tot deze maatregelen<br />
behoren meststoffenkeuze en wijze van toedienen, maar ook het vaststellen<br />
van de hoogte van de bijmestgift. Het exacte niveau van bemesting en tijdstip van<br />
toediening zijn vooraf niet precies vast te stellen. Wel kan een schatting worden<br />
gemaakt op basis van ervaringen en registraties uit het verleden.<br />
Een bemestingsplan is niet innovatief op zich. Een bemestingsplan die rekening<br />
houdt met voorvrucht, groenbemesters en nawerking drijfmest is dat wel. Het gaat<br />
er dus om mineralen uit het voorgaande jaar ook bij te betrekken. In de discussie<br />
met de teler geeft de teler voorafgaand aan de teelt een beeld van de capaciteit en<br />
mogelijke bemestings- (N)toevoer van dat teeltjaar.<br />
Emissiereductie<br />
Door inzichtelijk te krijgen hoe de geplande bemesting effect heeft op de beschikbare<br />
ruimte en totale N-gift kunnen telers efficiënter en minder mest aanvoeren.<br />
Door het opstellen van een goed bemestingsplan kan een teler ongeveer 10 – 25%<br />
minder stikstof gebruiken.<br />
De N die in de mest zit bestaat uit organische N en minerale N. In de praktijk ligt<br />
deze verhouding meestal rond de 50 – 50%. In de vorm van ammoniak kan N op<br />
een eenvoudige manier vervluchtigen. Er zijn mogelijkheden om deze vervluchtiging<br />
te verminderen. Dit kan door middel van de manier van aanbrengen, type<br />
stalvloer en toevoegmiddelen in de mest en/of voer.<br />
Ter kennisneming<br />
Manier van aanbrengen op het land. Dit wordt meegenomen in de BEA (Bedrijsspecifieke<br />
Emissie Ammoniak). Momenteel zijn de deelnemers van Koeien en Kansen<br />
(www.koeienenkanssen.nl) aan het monitoren hoe zij hier het beste mee om kunnen<br />
gaan. In de praktijk wordt dit nog niet toegepast.<br />
Emissiereductie broeikasgassen<br />
In een bemestingplan wordt er ook bepaald wat de manier van aanwenden is. Er<br />
zijn verschillende manieren van aanwenden, bij DLV Dier worden de volgende aanwendmethoden<br />
besproken met daarbij behorende werkingscoëfficiënt. Hieronder<br />
zijn diverse werkingscoëfficiënten weergegeven, er is onderscheidt gemaakt in organische<br />
N en mineralen N (Handboek melkveehouderij, 2006).<br />
25