Arme werkgevers ! Hebben jullie gehoord wat ze hebben ... - Aclvb

2
a c t u a l i t e i t
Bespreking jaarinformatie in de Ondernemingsraad
DE ECONOMISCHE EN
FINANCIËLE INFORMATIE (EFI)
Binnenkort zal de jaarinformatie worden besproken op de Ondernemingsraad.
Dat gebeurt op een speciale vergadering waar geen andere punten dan de economische
en financiële informatie mogen worden besproken en waarvoor minstens
acht uren zijn voorzien. Dit betekent niet dat er effectief acht uren moeten
worden besteed aan de bespreking. Bedoeling is dat de informatie volledig wordt
behandeld en dat er voldoende tijd wordt gegeven voor vraag en antwoord.
De jaarinformatie moet verstrekt en besproken
worden binnen de drie maanden na het afsluiten
van het boekjaar. In de meeste ondernemingen
wordt het boekjaar afgesloten op 31 december
zodat de jaarlijkse informatie moet worden verstrekt
en besproken ten laatste op 31 maart van
het daaropvolgende jaar.
Voor de kapitaalsvennootschappen (nv, bvba, cvba,
enz.) moet de vergadering van de Ondernemingsraad
plaatsvinden vóór de algemene vergadering van de
aandeelhouders. Aangezien bijvoorbeeld in de naamloze
vennootschappen de algemene vergadering van
de aandeelhouders meestal meer dan drie maanden
na de afsluiting van het boekjaar gebeurt, zal de
bespreking in de Ondernemingsraad dikwijls ook
meer dan drie maanden na de afsluiting van het
boekjaar plaatsvinden.
De informatie moet ten minste vijftien dagen vóór
de bespreking worden overhandigd aan de leden
van de Ondernemingsraad.
De jaarinformatie bestaat uit het volgende :
3 een bijwerking van de basisinformatie
3 de jaarrekening (balans, resultatenrekening,
toelichting en sociale balans)
3 verslag van de Raad van Bestuur
De bedrijfsrevisor moet de getrouwheid en de volledigheid
van deze informatie certificeren alsook
verklaren en ontleden.
De revisor moet eveneens schriftelijk verslag uitbrengen
over de jaarrekening en het verslag van
de Raad van Bestuur.
Als de revisor oordeelt dat hij de economische en
financiële inlichtingen niet kan certificeren of
wanneer hij daarin leemten vaststelt, moet hij het
ondernemingshoofd daarvan op de hoogte brengen.
Binnen de maand na de kennisgeving moet
aan zijn bezwaren zijn verholpen, zoniet moet de
bedrijfsrevisor de Ondernemingsraad hiervan op
de hoogte brengen.
De bedrijfsrevisor moet aanwezig zijn op de vergadering
waarop de jaarinformatie wordt besproken.
De jaarinformatie moet de Ondernemingsraad een
inzicht geven in de resultaten en de evolutie tijdens
het voorbije jaar. Verder moeten de vooruitzichten
voor het volgende jaar en de komende
jaren eveneens worden meegedeeld.
Er moet eveneens informatie worden gegeven over
de tewerkstelling, de evolutie en de vooruitzichten.
ACLVB begeleidt afgevaardigden
bij analyse
Het is belangrijk dat de werknemersafgevaardigden
in de Ondernemingsraad deze informatie
grondig bekijken.
ACLVB organiseert vormingen voor de verkozenen
van de OR, zodat de afgevaardigden in staat zijn
om zelf een analyse van de economische en financiële
informatie te maken.
De afgevaardigden in de OR kunnen voor een
begeleiding bij deze analyse een beroep doen op
hun Bestendig Secretaris.
In bepaalde gevallen kan de economische en
financiële informatie onderzocht worden door onze
EFI-deskundige Marc Schepens.
Een analysedossier samen met eventueel vragen
om in te dienen bij de bespreking van de jaarinformatie
worden dan aan de afgevaardigden in de
OR overgemaakt.
Onze afgevaardigden kunnen zich ook op de speciale
Ondernemingsraad laten bijstaan door onze
deskundige. Hiervoor moet dan wel de toestemming
gevraagd worden aan de werkgever.
Er kan ook een voorbereidende vergadering worden
georganiseerd waarop de jaarinformatie door onze
deskundige wordt toegelicht aan en besproken
met de afgevaardigden.
Via de Bestendig Secretaris moet hiervoor een
aanvraag worden ingediend bij de Dienst
Bedrijfsondersteuning, ter attentie van Marc
Schepens, zodat het dossier in de planning kan
worden opgenomen.
Omwille van het grote aantal dossiers in een zelfde
periode moet er wel een keuze worden gemaakt
tussen deze opties.
Het spreekt voor zich dat niet voor elk dossier een
aanwezigheid van de EFI-deskundige kan worden
gevraagd.
De aanvraag moet gerechtvaardigd zijn door de
omstandigheden en in overleg met de Bestendig
Secretaris.
Yves VERGEYLEN
ALSOF DUURDERE DIENSTENCHEQUES HET TEKORT IN DE
SOCIALE ZEKERHEID ZULLEN OPLOSSEN
Naar aanleiding van het essay van Frank Vandenbroucke werd in de pers de indruk gewekt dat met het optrekken
van de prijs van de dienstencheques de financiële problemen van onze sociale zekerheid worden opgelost.
Onze sociale zekerheid verdient meer respect en een ernstiger debat.
Minister Onkelinx roept ondertussen op tot een nieuw sociaal pact.
Voor ACLVB is het klaar en duidelijk dat het huidig niveau van sociale
bescherming gegarandeerd moet blijven en in vele gevallen zelfs versterkt
moet worden.
Reeds lang stelt de ACLVB dat hiertoe een ernstig debat rond de financiering
nodig is zonder taboes.
Wat de inkomsten betreft, heeft de ACLVB al vaker gesteld dat er alternatieve
inkomstenbronnen nodig zijn. Een correcte fiscale controle en het
opvoeren van de strijd tegen fiscale fraude is een van de pistes die moeten
bewandeld worden. Verder dienen alle inkomsten volgens draagkracht
bij te dragen, niet enkel die uit arbeid. Een grondig herbekijken van de
alternatieve financiering voor ons stelsel dringt zich op, waarbij een vermogensbelasting
en taksen op financiële transacties in het debat thuishoren.
Het optrekken van de prijs van dienstencheques als losse maatregel is
ondoordacht en niet ernstig. ACLVB wijst erop dat dienstencheques bijdragen
tot een betere combinatie tussen werk en familiaal leven. Het
duurder maken ervan zal weer vooral de werknemers treffen, wat onaanvaardbaar
is.
Bovendien herhaalt ACLVB dat alles moet ingezet worden op investeren in
tewerkstelling. Dat blijft de beste waarborg voor een solide financiering
van de sociale zekerheid.
V R I J U I T / F E B R U A R I 2 0 1 0