76 s & d 12 | 2010
Frans Becker <strong>Twee</strong> ‘Londense’ <strong>gedichten</strong> <strong>van</strong> J.W. <strong>Albarda</strong> lisme als een schip in stormtij, dat echter eens het socialistisch land zou bereiken.’ 3 Hij was overigens niet de enige Delftse student die socialist werd. Een belangrijke groep ingenieurs die in de ‘rode tijd’ in Delft studeerden koos voor de sdap en zou zijn sporen nalaten in de volkshuisvesting, de wetenschappelijke bedrijfsvoering en de politiek, waar zij met hun ‘ingenieurssocialisme’ bijdroegen aan de reformistische koers <strong>van</strong> de sdap. 4 <strong>Albarda</strong> werd in 1913 gekozen als lid <strong>van</strong> de <strong>Twee</strong>de Kamer en in 1915 als lid <strong>van</strong> de gemeenteraad <strong>van</strong> Den Haag. Van 1917 tot 1923 was hij wethouder ¬ in een tijd waarin de socialistische gemeentepolitiek zijn vleugels uitsloeg. Hij was verantwoordelijk voor de onderwijspolitiek in Den Haag en onderdeel <strong>van</strong> wat we tegenwoordig een breed netwerk zouden noemen. Architecten, dichters en intellectuelen maakten er deel <strong>van</strong> uit. Samen met zijn vrouw Anna Brals maakte hij <strong>van</strong> hun huis, wat Molema en Leemans noemen, ‘een sociaal-democratisch cultureel centrum’. 5 Vanaf 1923 nam het <strong>Twee</strong>de-Kamerlidmaatschap ¬ en <strong>van</strong>af 1925 het fractievoorzitterschap, inclusief het partijleiderschap ¬ al zijn politieke energie in beslag. In die tijd wist hij, soms aarzelend, soms met uitgesproken opvattingen, de sdap bijeen te houden en voorzichtig in de richting <strong>van</strong> regeringsverantwoordelijkheid te sturen, zonder directe persoonlijke ambitie op dat vlak. Hij had, aldus Knegtmans, ‘een scherp oog voor politiek talent onder de intellectuele jongeren en hij gaf hun de kans hun ideeën uit te werken in partijprogramma’s en te incorporeren in de socialistische ideologie. Sommigen, zoals M. <strong>van</strong> der Goes <strong>van</strong> Naters en <strong>Wiardi</strong> <strong>Beckman</strong>, hadden hun snelle opkomst mede aan <strong>Albarda</strong> te danken’. 6 Op die manier benutte hij zijn partijleiderschap om de weg naar vernieuwing <strong>van</strong> de sociaal-democratie in Nederland te effenen. J.W. (Willem) <strong>Albarda</strong> aan het roer, met zijn dochter Maria (1907-1983) en bij de mast zijn zoon Jan (1910- 1993). Foto uit het archief <strong>van</strong> de familie <strong>Albarda</strong>. Hij was al vroeg diep overtuigd <strong>van</strong> de grote gevaren <strong>van</strong> het nationaal-socialisme en het fascisme. Ondubbelzinnige verdediging <strong>van</strong> de democratie en uiteindelijk ook de landsverdediging vormden belangrijke bestanddelen <strong>van</strong> zijn politieke overtuiging. Hij ondervond de dreiging <strong>van</strong> het nationaal-socialisme ook persoonlijk. Hij schreef daarover: ‘Sedert 1932 en tot de dag der invasie hadden nsb-ers mij aanhoudend met bedreigingen, schriftelijk en telefonisch, bij dag en bij nacht, en meer dan eens ook met overlast vervolgd.’ De dreiging was zodanig dat de politie beschermende maatregelen nodig achtte. 7 In 1939 trad hij, samen met J. <strong>van</strong> der Tempel, toe tot het kabinet-De Geer: de eerste sociaal-democratische ministers in het door liberalen en confessionelen gedomineerde politieke landschap <strong>van</strong> het Interbellum. Hij maakte deel uit <strong>van</strong> de Nederlandse regering in ballingschap in Londen, als minister <strong>van</strong> Waterstaat en <strong>van</strong> Financiën ad interim. Na de oorlog bleef hij in de luwte <strong>van</strong> de politiek, als lid <strong>van</strong> diverse commissies <strong>van</strong> onder meer de <strong>Wiardi</strong> <strong>Beckman</strong> Stichting en als gesprekspartner <strong>van</strong> Drees. Van 1945 tot 1952 was hij lid <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State. <strong>Albarda</strong> was een gepassioneerd zeiler. In de jaren twintig leende het gezin enkele malen de boot <strong>van</strong> H.P. Berlage om de zomervakantie op door te brengen. Van 1928 tot 1935 was <strong>Albarda</strong> eigenaar <strong>van</strong> de Friese boeier Maartje ¬ een schip dat nog steeds in de vaart is en waaraan zijn zoon Jan zijn leven lang buitengewoon sterke herinneringen zou houden, zoals kleinzoon Hans mij vertelde. Het gedicht ‘Sailing ships at a glance’ verwijst ¬ althans in Hans’ herinnering ¬ naar een onder dezelfde titel verschenen fotoboek <strong>van</strong> de Amerikaan Morris Rosenfeld (1885-1968). Ook het andere gedicht dat hier staat afgedrukt, ‘Storm!’, getuigt <strong>van</strong> <strong>Albarda</strong>’s passie voor zeilen. Geschreven in 1942 getuigen de <strong>gedichten</strong> ook <strong>van</strong> zijn worsteling met de oorlogsomstandigheden en een verlangen naar het einde <strong>van</strong> de oorlog. Zij laten misschien ook 77 s & d 12 | 2010