Inrichting 1968-1978 - Zuivelhistorie Nederland
Inrichting 1968-1978 - Zuivelhistorie Nederland
Inrichting 1968-1978 - Zuivelhistorie Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
In de kaas- en boterbedrijven kennen wij nog geen per afdeling centraal geregelde apparatuur<br />
en zeker geen situatie waarin de apparatuur van verschillende afdelingen centraal wordt geregeld.<br />
In hoeverre we een dergelijke ontwikkeling zouden moeten toejuichen, is moeilijk te beoordelen.<br />
De heer Zwaginga had de neiging er vooralsnog de voorkeur aan te geven dat de<br />
controle in zoverre gedecentraliseerd blijft dat afdelingen die een logische werkeenheid vormen<br />
een eigen controlesysteem houden en worden bemand met een operator. Zolang de procesfactoren<br />
nog niet kwantitatief bekend zijn, kan deze operator ook wel beslissen wanneer en<br />
hoe er moet worden gecorrigeerd. Het lijkt echter wel te overwegen om voor het lokaliseren<br />
en analyseren van eventuele storingen of afwijkingen van ingestelde normen een computer in<br />
te schakelen. De grote aantallen meters en lampjes die vooral voor buitenstaanders zo indrukwekkend<br />
zijn, kunnen dan verdwijnen. De kosten die met de automatisering samenhangen,<br />
zullen waarschijnlijk bij continuprocessen lager zijn dan bij discontinu-processen.<br />
We hebben tot nu toe drie punten behandeld die momenteel in de zuivel de aandacht hebben.<br />
Tevens hebben we deze punten in verband gebracht met de opvatting dat de mechanisatie van<br />
discontinu-processen een natuurlijke begrenzing heeft. Dit alles kan wel eens tot gevolg hebben<br />
dat de belangstelling voor continu-processen in de toekomst aanzienlijk zal toenemen.<br />
Het is daarom van belang de huidige stand van zaken op dit gebied eens nader te bezien.<br />
Continu-processen<br />
Bij de boterbereiding is het in ons land nog steeds niet tot een definitieve doorbraak van het<br />
continu-systeem gekomen. Dit, ondanks verbeteringen die men in de loop der jaren heeft aangebracht<br />
en die hebben geleid tot de thans beschikbare continu-vochtgehalte-indicator en tot<br />
capaciteiten van 4.000 kg boter per uur. Bij de inrichting van een volgende centrale botermakerij<br />
zullen de voor- en nadelen, gebaseerd op de dan bekende gegevens, opnieuw scherp tegen<br />
elkaar moeten worden afgewogen.<br />
In de zomer van 1972 zal een continu-machine voor de bereiding van kaas (fabrikaat Nicoma)<br />
in de proeffabriek van het NIZO in gebruik worden genomen. De capaciteit ervan zal ca.<br />
12.000 liter melk per uur bedragen. Gebleken is dat de draineercilinder en de vormpijp van<br />
deze machine een duidelijke verbetering in de vochtverdeling in een kaas teweegbrengen, terwijl<br />
ook de variatie in het gewicht van de kazen onderling aanmerkelijk geringer zal zijn dan<br />
bij de thans toegepaste werkwijze.<br />
Eenzelfde ervaring schijnt te zijn opgedaan met de Holvriekaafvulcilinder. Daar deze cilinders<br />
als het ware vragen om een continu-kaasbereidingsproces, nemen wij aan dat deze machine<br />
de belangstelling voor het continu-systeem zal doen toenemen. Andere belangrijke zaken<br />
die in de zuivelindustrie aan de orde zijn, betreffen de produktmodificatie, de produktontwikkeling<br />
en daarbij behorende processing en de pogingen die worden ondernomen om toepassingsmogelijkheden<br />
te vinden voor processen die tot dusver niet in deze industrie zijn gebruikt.<br />
Vermeldenswaard zijn bijvoorbeeld de gunstige resultaten, verkregen met het instantiseren<br />
van vol melkpoeder, de ontwikkeling van een eiwitrijke biscuit met een hoge voedingswaarde<br />
en van een soort boter met ruim 40 % vet in plaats van 82 % (waarvoor binnenkort een marktonderzoek<br />
zal plaatsvinden), het testen van de mogelijkheden van omgekeerde osmose en ultrafiltratie<br />
voor de winning van bijvoorbeeld ongedenatureerde eiwitten uit wei enz.<br />
In de toekomst zal ongetwijfeld meer aandacht worden besteed aan het fabriceren van produkten<br />
die zijn aangepast aan de eisen voor herverwerking in voedingsmiddelen; wellicht ook<br />
Heruitgave zuivelhistorienederland.nl 35