FFP-MAG-1-2014-def

Kennis delen is een belangrijk aandachtspunt voor de FFP. In FFP Magazine gaan leden daarom
dieper in op actuele en uiteenlopende praktijkcases. In deze uitgave praat FFP-lid Marc Janson
over de invloed van de participatiesamenleving op financiële planning.
UIT DE PRAKTIJK
Financiële planning is
randvoorwaarde voor
PARTICIPATIE
SAMENLEVING
Een nieuwe term deed tijdens de eerste Troonrede van
koning Willem-Alexander zijn intrede in de Nederlandse
taal: participatiesamenleving. Een prachtig
woord, want wie wil er nu niet participeren Nietparticiperen
betekent immers langs de zijlijn staan.
Maar wie verder kijkt dan het woord alleen, ziet dat er
een andere wereld dan de huidige achter schuilgaat.
En geen wereld met louter voordelen...
Financieel gunstig
De uitkomst was opvallend. “Want wat bleek Onder de
bestaande omstandigheden was het financieel gunstig
om oma in huis te nemen. Ze wordt vanaf volgend jaar
wel gekort op haar AOW en verliest haar huurtoeslag,
maar daar staan flinke besparingen tegenover. Zo hoeft
oma geen huur en energie meer te betalen. Verder
behoudt zij haar zorgtoeslag en zal het gezin in de nieuwe
samenstelling een schaalvoordeel hebben bij het doen
van de boodschappen. Er is geen sprake is van fiscaal
partnerschap, waardoor er voor de inkomstenbelasting
niets verandert.”
“Dat de overheid zich steeds verder terugtrekt uit de samenleving,
is niet nieuw”, zegt Marc Janson, onafhankelijk
financieel planner bij zijn eigen bedrijf MJ Financial
Consultancy. “De participatiesamenleving gaat echter
weer een paar stappen verder. Want nu er voor ouderen
steeds minder plaats is in verzorgings- of verpleegtehuizen,
neemt de druk op (klein)kinderen toe. Dat hoeft
anno 2014 nog geen probleem te zijn, maar kan dat met
tien, vijftien jaar wel worden.”
Hij wijst op de casus die door de FFP is behandeld in het
EO-programma ‘Dit is de Dag’. “Een van de redacteuren
van het programma besloot haar oma in huis te nemen.
De programmamakers vroegen zich af wat de financiële
consequenties hiervan op korte en middellange termijn
zouden zijn en vroegen de FFP dit door te rekenen.”
“Wel stijgen de kosten van de kleindochter iets, al was het
maar omdat de verwarming hoger moet en er in de nieuwe
situatie meer water en elektriciteit worden gebruikt. Maar
die extra kosten vallen veel lager uit dan de besparing die
oma heeft. Uiteraard zouden ze kunnen afspreken dat
oma een bedrag betaalt voor kost en inwoning. En als
oma over een substantieel eigen vermogen beschikt en
haar kleindochter een belangrijke erfgenaam is, heeft dat
op de middellange termijn fiscaal voordeel. Omdat oma
inwoont, geldt voor de kleindochter namelijk een veel
hogere vrijstelling voor de erfbelasting.”
Sociale component
Totzover de voordelen. Janson:“Want er is ook een andere
kant van de medaille. Het eerste wat ik mij bedacht bij
deze casus was:‘Wat zou de impact op mijn leven zijn als
F F P M a g a z i n e 20 M e i 2 0 1 4