07.03.2015 Views

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong><br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong><br />

<strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> &<strong>Volksgezondheid</strong><br />

Faculteit der Gedrags<strong>en</strong><br />

Maatschappijwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

Vakgroep Sociologie<br />

Eerste Hulp Vaker ter Plaatse:<br />

E<strong>en</strong> onderzoek naar de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse<br />

(EHTP) ritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg<br />

April, 2009<br />

Vera Verhage


© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 1


Colofon<br />

Vraagnummer: GV 189<br />

Titel:<br />

Auteur:<br />

Begeleiding:<br />

Vraagindi<strong>en</strong>er:<br />

Uitgave:<br />

Eerste Hulp vaker ter plaatse: E<strong>en</strong> onderzoek naar de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP)<br />

ritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg.<br />

Vera Verhage<br />

Dr. J. Bouma, coördinator <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong>, FMW, UMCG.<br />

Dr. D.E.M.C. Jans<strong>en</strong>, Sociale <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> UMCG/ Fculteit Gedrags <strong>en</strong> Maatschappijwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> RuG,<br />

medische sociologie.<br />

UMCG Ambulancezorg<br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong><br />

Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum Groning<strong>en</strong><br />

Adres: Postbus 196<br />

9700 AD Groning<strong>en</strong><br />

Telefoon: 050-3633109<br />

Email:<br />

j.bouma@med.umcg.nl<br />

Datum: april 2009<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 2


Voorwoord<br />

Voor u ligt e<strong>en</strong> scriptie waarin verslag wordt gedaan van e<strong>en</strong> onderzoek naar de mogelijke<br />

oorzak<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> specifiek soort ambulanceritt<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> sterk is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de<br />

zog<strong>en</strong>aamde Eerste Hulp ter Plaatse- ritt<strong>en</strong>. Deze ambulanceritt<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich doordat de<br />

patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis wordt vervoerd omdat e<strong>en</strong> behandeling ter plaatse voldoet of<br />

omdat er ge<strong>en</strong> behandeling noodzakelijk is. Deze gesignaleerde to<strong>en</strong>ame sluit aan bij de<br />

algem<strong>en</strong>e to<strong>en</strong>ame in het gebruik <strong>en</strong> de vraag naar spoedzorg. De scriptie is geschrev<strong>en</strong> als<br />

afronding van mijn studie sociologie aan de Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>. Aan het begin van mijn<br />

afstudeerperiode b<strong>en</strong> ik op zoek gegaan naar e<strong>en</strong> plek waar ik mijn scriptie aan e<strong>en</strong> stage zou<br />

kunn<strong>en</strong> koppel<strong>en</strong>, dit in de hoop dat mijn scriptie e<strong>en</strong> praktische relevantie zou hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik<br />

meer inzicht zou ontwikkel<strong>en</strong> in mijn mogelijk toekomstige werkveld. Bij de<br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> van het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum<br />

Groning<strong>en</strong> heeft Jelte Bouma mij doorverwez<strong>en</strong> naar de afdeling Toegepast<br />

Gezondheidsonderzoek waar net e<strong>en</strong> onderzoek was binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> met de praktische<br />

relevantie die ik zocht. Voor deze doorverwijzing wil ik Jelte Bouma zeer bedank<strong>en</strong>.<br />

Na e<strong>en</strong> periode van hard werk<strong>en</strong> is er nu, maart 2009, e<strong>en</strong> einde gekom<strong>en</strong> aan mijn<br />

afstudeerproject. Dit resultaat had ik niet kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> zonder de steun <strong>en</strong> begeleiding van<br />

e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ik graag op deze manier wil bedank<strong>en</strong>. Allereerst mijn begeleiders Dr. J.<br />

Bouma <strong>en</strong> Dr. R. Bakker. Mijn scriptie begeleider Dr. J Bouma wil ik bedank<strong>en</strong> voor de<br />

gesprekk<strong>en</strong> waarin hij zijn (onderzoeks-) ervaring met mij deelde <strong>en</strong> me zo kon help<strong>en</strong> met de<br />

opzet van mijn scriptie <strong>en</strong> met het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal lastige keuz<strong>en</strong>. Vanuit de afdeling<br />

Toegepast Gezondheids Onderzoek heeft Dr. R. Bakker mij zowel tijd<strong>en</strong>s mijn stage, als bij het<br />

schrijv<strong>en</strong> van mijn scriptie erg goed geholp<strong>en</strong>. Mede dankzij zijn <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> positieve instelling<br />

heb ik, altijd met plezier gewerkt aan het onderzoek. Beide begeleiders wil ik bedank<strong>en</strong> voor het<br />

doorlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong> van eerdere versies <strong>en</strong> uitprobeersels. Dank gaat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s uit<br />

naar Dr. D.E.M.C. Jans<strong>en</strong> voor haar adviser<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> van deze<br />

scriptie. Ook de nam<strong>en</strong> van mevr. H. Holt <strong>en</strong> dhr. J. Muskee van UMCG Ambulancezorg wil ik<br />

niet onvermeld lat<strong>en</strong>, zij hebb<strong>en</strong> het mogelijk gemaakt dat de data voor deze scriptie verzameld<br />

kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Tot slot heb ik tijd<strong>en</strong>s mijn afstudeerperiode veel gehad aan de steun <strong>en</strong><br />

medewerking van e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar wie ik dan ook mijn dank wil uitsprek<strong>en</strong>; mijn<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 3


studieg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan met name Kim met wie ik vele kopjes koffie heb gedronk<strong>en</strong>, mijn<br />

kamerg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> Martin <strong>en</strong> Mark, mijn huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> Mirjam <strong>en</strong> Janneke <strong>en</strong> tot slot mijn ouders die<br />

mij tijd<strong>en</strong>s mijn afstudeerperiode altijd ondersteund hebb<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 4


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Doel van dit onderzoek was achter de oorzak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the. Hiervoor is de volg<strong>en</strong>de<br />

onderzoeksvraag opgesteld:<br />

Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp ter Plaatse (EHTP)- ritt<strong>en</strong> in de<br />

provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?<br />

Om op deze vraag e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> is in eerste instantie e<strong>en</strong><br />

literatuuronderzoek verricht naar de spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg in Nederland. Daarnaast<br />

zijn gegev<strong>en</strong>s van EHTP-ritt<strong>en</strong> (aangeleverd door UMCG Ambulancezorg) geanalyseerd.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is er e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst opgesteld die is uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit in Dr<strong>en</strong>the. Bij het zoek<strong>en</strong> naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gebruik gemaakt van het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (1973).<br />

Hier kwam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> in naar vor<strong>en</strong> waarvan verwacht wordt dat ze van invloed zijn<br />

op deze to<strong>en</strong>ame. Tot slot zijn er interviews gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

spoedzorg in Dr<strong>en</strong>the.<br />

In hoofdstuk twee wordt via e<strong>en</strong> literatuuronderzoek bekek<strong>en</strong> wat er geschrev<strong>en</strong> is over de<br />

spoedzorg in Nederland. Uit het literatuuronderzoek kwam naar vor<strong>en</strong> dat in Nederlandse<br />

rapport<strong>en</strong> vooral veel geschrev<strong>en</strong> is over het stimuler<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de aanbieders van spoedzorg. Vooral buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig<br />

tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regionale<br />

ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat ook in<br />

andere land<strong>en</strong> het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd to<strong>en</strong>eemt. Uit<br />

de artikel<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> aantal patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> die van invloed zijn op onterecht<br />

ambulancegebruik namelijk: leeftijd, het ontbrek<strong>en</strong> van alternatief vervoer, het type<br />

zorgverzekering van de patiënt <strong>en</strong> het woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis.<br />

Met behulp van ritgegev<strong>en</strong>s die zijn aangeleverd door UMCG Ambulancezorg is in hoofdstuk<br />

drie gekek<strong>en</strong> naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> gered<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. De ritgegev<strong>en</strong>s liet<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> ’s middags <strong>en</strong> ’s avonds plaats hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Daarnaast wordt het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 5


mer<strong>en</strong>deel van de ritt<strong>en</strong> aangevraagd door burgers <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> er relatief meer ritt<strong>en</strong><br />

doordeweeks plaats dan in het week<strong>en</strong>d. Tot slot bleek ongeveer e<strong>en</strong> derde van de EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

te zijn gered<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de 64 jaar.<br />

In hoofdstuk vier wordt gekek<strong>en</strong> naar de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>. Uit het theoretisch model zijn e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> waarvan<br />

verwacht werd dat ze van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. De factor<strong>en</strong><br />

zijn in drie groep<strong>en</strong> verdeeld; de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> (leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat),<br />

faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> (06-bezit <strong>en</strong> woonregio) <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong> (chronische aando<strong>en</strong>ing). Op<br />

de vraagstelling<strong>en</strong> die zijn ontstaan vanuit het theoretisch model van Anders<strong>en</strong> is niet altijd e<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>duidig antwoord te formuler<strong>en</strong>. Alle onderzochte mogelijke oorzak<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> afzonderlijk<br />

ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring maar dit hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze helemaal niet van<br />

invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Tezam<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze mogelijk wel e<strong>en</strong> stijging hebb<strong>en</strong> veroorzaakt.<br />

De belangrijkste mogelijke oorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd<br />

word<strong>en</strong> door de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> zijn: e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering van de<br />

patiënt<strong>en</strong>, de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (slechte (telefonische) bereikbaarheid, te groot<br />

werkingsgebied voor de visitearts <strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> anonimiteit) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet toereik<strong>en</strong>de of slecht<br />

uitgevoerde triage (zowel op de c<strong>en</strong>trale meldkamer als op de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 6


Inhoudsopgave<br />

1 INLEIDING ...................................................................................................................................................... 8<br />

1.1 ACHTERGROND ........................................................................................................................... 8<br />

1.2 ALGEMENE ONDERZOEKSVRAAG.............................................................................................. 11<br />

1.3 MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE............................................................................................. 13<br />

1.4 OPBOUW SCRIPTIE ..................................................................................................................... 14<br />

2 WAT IS ER BEKEND OVER DE SPOEDZORG IN NEDERLAND?................................................... 15<br />

2.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 15<br />

2.2 METHODE .................................................................................................................................. 16<br />

2.3 RESULTATEN.............................................................................................................................. 18<br />

2.3.1 Spoedzorg .............................................................................................................................. 18<br />

2.3.2 Ambulancezorg ..................................................................................................................... 23<br />

3 WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN DE EHTP-RITTEN IN DRENTHE? .......................................... 33<br />

3.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 33<br />

3.2 METHODE .................................................................................................................................. 34<br />

3.3 RESULTATEN.............................................................................................................................. 37<br />

4 WAT ZIJN DE MOGELIJKE OORZAKEN VAN DE TOENAME? ..................................................... 42<br />

4.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 42<br />

4.2 THEORETISCH MODEL................................................................................................................ 43<br />

4.2.1 Socio-behavioral model.......................................................................................................... 43<br />

4.2.2 Model toegepast op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>................................................ 46<br />

4.2.3 Factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model ........................................................................................ 47<br />

4.3 METHODE .................................................................................................................................. 56<br />

4.3.1 Vrag<strong>en</strong>lijst............................................................................................................................. 56<br />

4.3.2 Interviews sleutelfigur<strong>en</strong>....................................................................................................... 62<br />

4.4 RESULTATEN.............................................................................................................................. 64<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model ....................................................................... 65<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong>..................................................................................... 80<br />

5 CONCLUSIES ................................................................................................................................................ 91<br />

6 BESCHOUWING & AANBEVELINGEN ................................................................................................. 95<br />

6.1 GELDIGHEID VAN DE DATA....................................................................................................... 95<br />

6.2 SUGGESTIES VOOR VERVOLGONDERZOEK................................................................................. 96<br />

6.3 AANBEVELINGEN VOOR HET TERUGDRINGEN VAN HET AANTAL EHTP-RITTEN ................... 97<br />

7 LITERATUURLIJST...................................................................................................................................... 99<br />

BIJLAGEN .............................................................................................................................................................. 108<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 7


1 Inleiding<br />

1.1 Achtergrond<br />

Bij de afdeling Toegepast GezondheidsOnderzoek (TGO) van het UMCG is er vanuit UMCG<br />

Ambulancezorg 1 <strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> vraag binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> voor het verricht<strong>en</strong> van<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek. De aanleiding voor deze vraag naar onderzoek is dat bij beide instelling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame te signaler<strong>en</strong> is in het aantal melding<strong>en</strong> voor spoedeis<strong>en</strong>de hulp. UMCG Ambulancezorg ziet<br />

vooral e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in e<strong>en</strong> bepaalde categorie ritt<strong>en</strong>, de Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP-) ritt<strong>en</strong>. Bij deze<br />

ritt<strong>en</strong> gaat de ambulance naar e<strong>en</strong> patiënt toe maar vervoert deze niet naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

(Ambulancezorg Nederland, 2007). De nadruk van dit onderzoek ligt op deze categorie ritt<strong>en</strong>.<br />

De verwachting is dat de vraag naar spoedzorg de kom<strong>en</strong>de eeuw substantieel zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn onder andere de vergrijz<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de huidige babyboom<br />

g<strong>en</strong>eratie die e<strong>en</strong> steeds groter beroep doet op de spoedzorg (McConnel <strong>en</strong> Wilson, 1998;<br />

Schumaker <strong>en</strong> Hill, 2006). De groei<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

(Anders<strong>en</strong>, 1995: Schumacher et al., 2006) <strong>en</strong> in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk (McConnel et al., 1998;<br />

Wrigley et al., 2002) zal zich naar verwachting ook in Nederland manifester<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong><br />

Schrijvers 2005; Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005). Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat onderzoek in het Ver<strong>en</strong>igd<br />

Koninkrijk heeft aangetoond dat deze groei maar weinig wordt veroorzaakt door verander<strong>en</strong>de<br />

ziektepatron<strong>en</strong> of verwonding<strong>en</strong> (Snooks, William <strong>en</strong> Crouch, 2002).<br />

Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat de to<strong>en</strong>ame van medische problematiek met e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d<br />

karakter e<strong>en</strong> landelijke t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s is in Nederland. Deze to<strong>en</strong>ame wordt namelijk zowel binn<strong>en</strong> de<br />

ambulancezorg, als binn<strong>en</strong> de SEH-afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zorg via de<br />

Huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> gemeld. Het Rijks Instituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu (RIVM) heeft op<br />

haar website <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> over de spoedeis<strong>en</strong>de zorg vermeld. Zo is het totaal aantal<br />

ambulanceritt<strong>en</strong> in de periode 2001-2006 met gemiddeld 3,1% per jaar toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Kommer,<br />

2007). Het aantal spoedritt<strong>en</strong> (A1 <strong>en</strong> A2) is met gemiddeld 3,4% per jaar gesteg<strong>en</strong>, dit is iets<br />

meer dan het aantal B-ritt<strong>en</strong> (Besteld-vervoer) dat met 2,3% is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De vraag is echter<br />

wel of deze to<strong>en</strong>ame valt toe te schrijv<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> daadwerkelijke stijging van medische<br />

1<br />

Specifieke achtergrond informatie van UMCG Ambulancezorg is te vind<strong>en</strong> in Bijlage 1.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 8


problematiek met e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d karakter of dat hier andere t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> laagdrempeligheid van instanties die spoedeis<strong>en</strong>de medische zorg<br />

aanbied<strong>en</strong>, waardoor <strong>en</strong>erzijds daadwerkelijke spoedeis<strong>en</strong>de problematiek efficiënter bij de<br />

juiste lokett<strong>en</strong> terecht komt (waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vroeger wellicht niet durfd<strong>en</strong> te bell<strong>en</strong>), maar<br />

anderzijds het risico dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op ‘oneig<strong>en</strong>lijke’ grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de acute zorgket<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt.<br />

Behalve dat demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (de vergrijzing) invloed hebb<strong>en</strong> op de vraag<br />

naar spoedzorg lijkt het erop dat de groei in deze vraag ook wordt veroorzaakt door<br />

maatschappelijke factor<strong>en</strong> (Snooks, 2002). Hierbij kan onder andere word<strong>en</strong> gedacht aan e<strong>en</strong><br />

mogelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering onder de bevolking <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in de wijze waarop de<br />

(spoed-)zorg is georganiseerd (Kreukels <strong>en</strong> Simonis, 1988; Kool, 1995; Grit <strong>en</strong> de Bont, 2005).<br />

Ook Schrijvers (2008) verwacht dat de vraag naar spoedzorg de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> sterk zal<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> door onder andere patiënt<strong>en</strong> die steeds veeleis<strong>en</strong>der word<strong>en</strong>.<br />

In Nederland merk<strong>en</strong> zowel de ambulancezorg als de spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling<strong>en</strong> van<br />

ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> dat de vraag naar spoedzorg buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong> is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004). Daarbij rijst de vraag of deze to<strong>en</strong>ame te wijt<strong>en</strong> is<br />

aan het feit dat er de laatste jar<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> daadwerkelijke stijging van het aantal<br />

spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> of dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, ongeacht het al<br />

of niet spoedeis<strong>en</strong>d karakter van de klacht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ondersteuning voor de laatste theorie is het<br />

feit dat er bij de drie aanbieders van spoedzorg (spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling, huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong><br />

ambulancezorg) ontwikkeling<strong>en</strong> gaande zijn die er op wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, al dan niet buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong>. Bij de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> steeds vaker m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met klacht<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> medische spoed betreff<strong>en</strong><br />

(Gies<strong>en</strong>, 2004) <strong>en</strong> niet-spoedeis<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als één van de grootste bijdragers<br />

aan het probleem van overcrowding op de SEH (Fatovich, 2002). Veertig proc<strong>en</strong>t van deze<br />

patiënt<strong>en</strong> zou in werkelijkheid geholp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> huisarts. Tot slot neemt het<br />

perc<strong>en</strong>tage ritt<strong>en</strong> bij de ambulancezorg waarbij de patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis wordt<br />

vervoerd de laatste jar<strong>en</strong> toe. Deze ontwikkeling<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> er mogelijk op dat er oneig<strong>en</strong>lijk<br />

gebruik plaatsvindt. Alle bov<strong>en</strong>geschetste ontwikkeling<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> erop te wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> steeds<br />

eerder e<strong>en</strong> beroep doet op de spoedzorg zonder dat er sprake is van e<strong>en</strong> daadwerkelijke<br />

spoedeis<strong>en</strong>de situatie.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 9


Er zull<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verklaring voor deze<br />

to<strong>en</strong>ame te vind<strong>en</strong>. Zo zal er onder andere e<strong>en</strong> literatuuronderzoek verricht word<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst onder betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgereikt <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> interviews gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

met bij de spoedzorg betrokk<strong>en</strong> sleutelfigur<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 10


1.2 Algem<strong>en</strong>e onderzoeksvraag<br />

Bij UMCG Ambulancezorg vertaalt de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de zorgvraag zich onder andere in e<strong>en</strong> (sterke)<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Deze to<strong>en</strong>ame staat in dit onderzoek c<strong>en</strong>traal. De c<strong>en</strong>trale<br />

vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt:<br />

Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP) -ritt<strong>en</strong> in<br />

de provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?<br />

Het onderzoek bestaat uit drie deelonderzoek<strong>en</strong>. De hoofdstukk<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> drie gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

beschrijv<strong>en</strong>d beeld van de aard <strong>en</strong> omvang van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. In hoofdstuk twee<br />

wordt aan de hand van e<strong>en</strong> literatuuronderzoek antwoord gezocht op de volg<strong>en</strong>de<br />

onderzoeksvrag<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland?<br />

Vraagstelling 2: Wat is er in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over (de to<strong>en</strong>ame van)<br />

het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

Met behulp van e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s dat aangeleverd is door UMCG Ambulancezorg wordt in<br />

hoofdstuk drie e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. De onderzoeksvraag<br />

die hierbij hoort staat hieronder geformuleerd;<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the?<br />

In hoofdstuk vier wordt specifiek gezocht naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. Aan de hand van het theoretisch model zijn de volg<strong>en</strong>de<br />

vraagstelling<strong>en</strong> opgesteld.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 11


Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

ander<strong>en</strong>?<br />

Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele telefoon?<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong> plaats dan<br />

in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst?<br />

Vraagstelling 11: Zijn er meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 12


1.3 Maatschappelijke relevantie<br />

De EHTP-rit is e<strong>en</strong> relatief nieuwe categorie ritt<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> de ambulancezorg wordt<br />

onderscheid<strong>en</strong>. Omdat er nog maar weinig bek<strong>en</strong>d is over de aard <strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

is het interessant om te kijk<strong>en</strong> naar wat de mogelijke oorzak<strong>en</strong> daarvoor kunn<strong>en</strong> zijn. Dit<br />

onderzoek zal er toe bijdrag<strong>en</strong> dat er meer inzicht ontstaat in de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van<br />

de vraag naar ambulancezorg. E<strong>en</strong> ambulancerit waarbij de patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

wordt vervoerd zijn kostbare <strong>en</strong> dure ritt<strong>en</strong>. Door inzicht te ontwikkel<strong>en</strong> in de factor<strong>en</strong> die deze<br />

ritt<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> kan beleid ontwikkeld word<strong>en</strong> dat ervoor zorgt dat de beschikbare schaarse<br />

middel<strong>en</strong> adequaat kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet. Daarnaast heeft het onderzoek e<strong>en</strong> praktische<br />

relevantie voor UMCG Ambulancezorg. Door middel van het onderzoek ontstaat mogelijk zicht<br />

op de verwachting<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van de ambulancezorg <strong>en</strong> hoe aan hun behoeft<strong>en</strong><br />

tegemoet gekom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. UMCG Ambulancezorg kan dan het beleid afstemm<strong>en</strong> op basis<br />

van de bevinding<strong>en</strong> van het onderzoek.<br />

Tot slot is er niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de vraag naar ambulancezorg te signaler<strong>en</strong>, ook<br />

andere spoedzorg aanbieders (spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>)<br />

hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag. Aanbieders van gezondheidszorg <strong>en</strong><br />

beleidsmakers moet<strong>en</strong> aandacht sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan deze tr<strong>en</strong>d (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg)<br />

wanneer zij plann<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> voor de toekomstige verdeling van de gezondheidszorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Door inzicht te ontwikkel<strong>en</strong> in de factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> ontstaat wellicht ook inzicht in de factor<strong>en</strong> die de to<strong>en</strong>ame naar<br />

spoedzorg in het algeme<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 13


1.4 Opbouw scriptie<br />

In hoofdstuk twee zal aan de hand van e<strong>en</strong> literatuurstudie word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar wat er bek<strong>en</strong>d<br />

is over de spoedzorg in Nederland. Daarnaast zal gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar wat er is geschrev<strong>en</strong> in<br />

internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> over ambulancevervoer waarbij de patiënt niet<br />

vervoerd wordt. Hoofdstuk drie geeft e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>d beeld van de aard <strong>en</strong> omvang van de<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. In hoofdstuk vier wordt gekek<strong>en</strong> wat de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de<br />

to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the kunn<strong>en</strong> zijn. Aan de hand van e<strong>en</strong> theoretisch<br />

model wordt gezocht naar factor<strong>en</strong> die mogelijk van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Daarnaast<br />

wordt in dit hoofdstuk e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van de interviews met verschill<strong>en</strong>de<br />

sleutelfigur<strong>en</strong>. In hoofdstuk vijf wordt de conclusie met betrekking tot de hoofdvraagstelling<br />

van het onderzoek geformuleerd. Hoofdstuk zev<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> beschouwing van de methode van<br />

onderzoek <strong>en</strong> beschrijft de geldigheid <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van de gevond<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s. Tev<strong>en</strong>s<br />

word<strong>en</strong> in dit hoofdstuk de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> breder perspectief geplaatst. T<strong>en</strong>slotte<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanbeveling<strong>en</strong> voor de praktijk – met name met betrekking tot het terugdring<strong>en</strong><br />

van EHTP –ritt<strong>en</strong> – <strong>en</strong> voor vervolgonderzoek gedaan.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 14


2 Wat is er bek<strong>en</strong>d over de spoedzorg in Nederland?<br />

2.1 Inleiding<br />

In kom<strong>en</strong>d hoofdstuk wordt e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van het literatuuronderzoek. Er wordt<br />

gekek<strong>en</strong> wat er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> is over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland.<br />

Daarnaast word<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt<br />

vervoerd. De vraagstelling<strong>en</strong> die bij dit hoofdstuk hor<strong>en</strong> staan hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland?<br />

Vraagstelling 2: Wat is er in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over (de to<strong>en</strong>ame van)<br />

het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

In 2.2 wordt eerst de methode van het literatuuronderzoek beschrev<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in<br />

2.3 de resultat<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 15


2.2 Methode<br />

Voor het literatuuronderzoek is zowel naar nationale beleidsstukk<strong>en</strong> als naar nationale <strong>en</strong><br />

internationale gepubliceerde wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> gezocht. Er zijn verschill<strong>en</strong>de<br />

zoekmachines gebruikt zoals de online Universiteitscatalogus Picarta, PubMed, EBSCO-host <strong>en</strong><br />

Google scholar. Naast de online gezochte artikel<strong>en</strong> is er ook grijze literatuur bestudeerd, zoals<br />

de jaarverslag<strong>en</strong> van UMCG Ambulancezorg. Gebruikte zoekterm<strong>en</strong> zijn: ambulancezorg –<br />

di<strong>en</strong>st, spoedzorg, acute zorg, spoedeis<strong>en</strong>de zorg, geschied<strong>en</strong>is ambulancezorg, eerste hulp ge<strong>en</strong><br />

vervoer, eerste hulp ter plaatse, triage, emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>t, emerg<strong>en</strong>cy-medical services<br />

utilization, pre-hospital care, unnecessary ambulance calls / use, predictors of health care<br />

utilization / ambulance use. Het zoek<strong>en</strong> naar literatuur heeft plaatsgevond<strong>en</strong> van maart tot<br />

september 2008.<br />

Na e<strong>en</strong> eerste literatuurverk<strong>en</strong>ning blijkt dat het begrip ‘EHTP-rit’ e<strong>en</strong> redelijk nieuwe<br />

term is. Er zijn weinig Nederlandse wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> waarin deze term wordt<br />

gebruikt. Om die red<strong>en</strong> is vervolg<strong>en</strong>s voor meer algem<strong>en</strong>e zoekterm<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> is er gezocht<br />

naar wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> die de gesignaleerde to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg beschrijv<strong>en</strong><br />

(Grit <strong>en</strong> Dolfsma, 2002; Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005; Grit <strong>en</strong> de Bont, 2007; Grol <strong>en</strong> Schrijvers,<br />

2005; Grint<strong>en</strong> et al, 2008). Niet alle<strong>en</strong> bij de ambulancezorg maar ook bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp<br />

afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (SEH’s) <strong>en</strong> bij huisarts<strong>en</strong>(post<strong>en</strong>) (HAP’s) is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te<br />

signaler<strong>en</strong> van de spoedzorg. De artikel<strong>en</strong> die de gehele spoedzorg in Nederland beschrijv<strong>en</strong><br />

gaan ook in op verschill<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> die de aanbieders van spoedzorg<br />

(ambulancezorg, SEH <strong>en</strong> HAP) kunn<strong>en</strong> aangaan (AVVV, 2005; Huijsman-Rubingh, Spiers,<br />

Hazelzet-Crans, Evers <strong>en</strong> Verver, 2005; Gies<strong>en</strong>, 2004). De meer algem<strong>en</strong>e zoekactie naar<br />

Nederlandse artikel<strong>en</strong> die de spoedzorg beschrijv<strong>en</strong> leverde verschill<strong>en</strong>de Nederlandse<br />

beleidsstukk<strong>en</strong> op. Daarnaast is gezocht naar internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> over<br />

ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet vervoerd wordt naar het ziek<strong>en</strong>huis. Dit leverde<br />

verschill<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong> op die patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> dergelijke rit. Vooral Snooks (1998; 2000; 2002; 2004 <strong>en</strong> 2005) heeft veel gepubliceerd over<br />

ambulancegebruik door patiënt<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is er gezocht naar e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> theoretisch model met daarin determinant<strong>en</strong> die<br />

het zorggebruik kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong> dan wel verklar<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> dergelijk model kan het Socio-<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 16


ehavioral model van Anders<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong> <strong>en</strong> Newman 1973; Aday <strong>en</strong> Anders<strong>en</strong>, 1974;<br />

Anders<strong>en</strong>, 1995) di<strong>en</strong><strong>en</strong>. In dit rapport zal het model van Anders<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> om naar de<br />

invloed te kijk<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> op het (spoed-) zorggebruik (ambulancezorg). In het<br />

hoofdstuk na het literatuuronderzoek zal dit model besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal het aangepast<br />

word<strong>en</strong> zodat de factor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het model mogelijk de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

verklar<strong>en</strong> dan wel voorspell<strong>en</strong>. Daarnaast zijn onderdel<strong>en</strong> van het model gebruikt bij het<br />

opstell<strong>en</strong> van de patiënt<strong>en</strong>vrag<strong>en</strong>lijst. Zo is er gevraagd naar verschill<strong>en</strong>de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

die ook in het model van Anders<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> als mogelijke<br />

determinant<strong>en</strong> van zorggebruik <strong>en</strong> is er geïnformeerd naar de chronische ziekteachtergrond van<br />

de patiënt.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 17


2.3 Resultat<strong>en</strong><br />

De belangrijkste bevinding<strong>en</strong> van het literatuuronderzoek word<strong>en</strong> hieronder besprok<strong>en</strong>. In de<br />

eerste paragraaf wordt de spoedzorg in Nederland beschrev<strong>en</strong>. In de tweede paragraaf wordt<br />

eerst specifiek ingegaan op de ambulancezorg in Nederland. Vervolg<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> wat er<br />

in andere land<strong>en</strong> is geschrev<strong>en</strong> over de to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de<br />

patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

2.3.1 Spoedzorg<br />

In de kom<strong>en</strong>de paragraaf zal eerst e<strong>en</strong> definitie van spoedzorg gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

kom<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong>de aanbieders in de spoedzorg naar vor<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt de mogelijke<br />

sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> deze aanbieders besprok<strong>en</strong>. Daarna komt de triage in de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

zorg aan bod. Tot slot wordt de ontwikkeling van de spoedzorg in Nederland besprok<strong>en</strong>.<br />

Spoedzorg in Nederland<br />

Spoedzorg k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de definities. E<strong>en</strong> voorbeeld is ‘alle directe actie vereis<strong>en</strong>de zorg in<br />

verband met pot<strong>en</strong>tieel ernstige consequ<strong>en</strong>ties voor welzijn functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of lev<strong>en</strong>sverwachting<strong>en</strong> van<br />

de patiënt’ (Grol <strong>en</strong> Schijvers, 2005). Spoedzorg zou in meer algem<strong>en</strong>e term<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als alle urg<strong>en</strong>te <strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de zorg. Dring<strong>en</strong>de zorg kan dan gedefinieerd<br />

word<strong>en</strong> als: ‘alle medische vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing dan wel ongeval, waarvan<br />

behandeling of beoordeling niet langer dan <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dag uitstelbaar is om overlijd<strong>en</strong> of<br />

ernstige gezondheidsschade te voorkom<strong>en</strong>’ (Van Baar, Gies<strong>en</strong>, Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2007).<br />

Naast de term spoedzorg word<strong>en</strong> ook regelmatig de term<strong>en</strong> ‘acute’ of ‘urg<strong>en</strong>te’ zorg<br />

gebruikt. De Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg (RVZ, 2003) geeft de volg<strong>en</strong>de definitie<br />

van e<strong>en</strong> acute zorgvraag: ‘e<strong>en</strong> acute zorgvraag is e<strong>en</strong> situatie waarbij e<strong>en</strong> patiënt of omstander om<br />

onmiddellijke hulp vraagt in verband met e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> of geobserveerd ernstig of e<strong>en</strong> op korte termijn<br />

lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie als gevolg van e<strong>en</strong> gezondheidsprobleem of letsel dat plotseling is ontstaan of<br />

verergert’. Onderzoek van het Julius C<strong>en</strong>trum geeft de volg<strong>en</strong>de definitie van acute zorg:<br />

‘wanneer zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>, zorg verle<strong>en</strong>d<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 18


moet word<strong>en</strong> om overlijd<strong>en</strong> of irreversibele gezondheidsschade als gevolg van e<strong>en</strong> acute lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de<br />

aando<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> ongeval te voorkom<strong>en</strong>’ (Van Baar et al., 2007). In het rapport ‘Vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

van acute zorg in de regio Utrecht’ (Meier, Baar van, Schothorst, Bie- de Waal <strong>en</strong> Schrijvers,<br />

2005) wordt acute zorg omschrev<strong>en</strong> als: ‘e<strong>en</strong> situatie waarbij er zo spoedig mogelijk, maar in ieder<br />

geval binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>, zorg verle<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> om overlijd<strong>en</strong> of onomkeerbare<br />

gezondheidsschade als gevolg van e<strong>en</strong> acute lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> ongeval te voorkom<strong>en</strong>’<br />

(Meier et al., 2005). Deze definities hebb<strong>en</strong> met de voorgaande definitie van spoedzorg geme<strong>en</strong><br />

dat het om zorg gaat die zo snel mogelijk verle<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> om gezondheidsschade van de<br />

patiënt te voorkom<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de term<strong>en</strong> ‘acute-’ ‘urg<strong>en</strong>te-’ <strong>en</strong> ‘spoedeis<strong>en</strong>de<br />

zorg’ in dit rapport als synoniem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Spoedzorg wordt door verschill<strong>en</strong>de organisatie verle<strong>en</strong>d, namelijk door huisarts<strong>en</strong>,<br />

regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, spoedeis<strong>en</strong>de hulpafdeling<strong>en</strong>, verloskundig<strong>en</strong>, acute GGZ<br />

<strong>en</strong> mobiel medische teams van traumac<strong>en</strong>tra (Van der Grint<strong>en</strong> et al., 2008). Wanneer er echter in<br />

deze scriptie over spoedzorg gesprok<strong>en</strong> wordt betreft dit alle<strong>en</strong> de zorg van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de spoedeis<strong>en</strong>de hulp <strong>en</strong> de ambulancezorg. Er is voor gekoz<strong>en</strong> de andere<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp organisaties zoals de acute GGZ <strong>en</strong> verloskundig<strong>en</strong>zorg buit<strong>en</strong> het bestek<br />

van dit onderzoek te houd<strong>en</strong> omdat deze organisaties e<strong>en</strong> meer specifiek taakgebied hebb<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>werkingsvorm<strong>en</strong> in de spoedzorg<br />

Er zijn verschill<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over de spoedzorg in Nederland. In de beleidsvisie<br />

acute zorg van het ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Sport (MiVWS, 2003) vermeldt<br />

het ministerie dat het vindt dat acute zorg altijd <strong>en</strong> snel beschikbaar moet zijn. Hiervoor moet<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de spoedzorgaanbieders beter op elkaar afgestemd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />

patiënt<strong>en</strong>strom<strong>en</strong> beter geleid word<strong>en</strong>, de zog<strong>en</strong>aamde ket<strong>en</strong>zorg. De term ket<strong>en</strong>zorg is vooral<br />

ontstaan om meer sam<strong>en</strong>hang in de zorg te introducer<strong>en</strong> in situaties waarbij diverse disciplines<br />

moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om optimale zorg te kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>hang staat daarbij t<strong>en</strong> eerste<br />

voor zorginhoudelijke afstemming rond het primaire proces <strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede voor<br />

organisatorische sam<strong>en</strong>werking of schaalvergroting (IGZ, 1994). Afstemming tuss<strong>en</strong> de<br />

ket<strong>en</strong>partners in de spoedzorg is nodig om zo de effici<strong>en</strong>cy, continuïteit <strong>en</strong> de veiligheid te<br />

vergrot<strong>en</strong>. Het Nederlands Huisarts<strong>en</strong> G<strong>en</strong>ootschap (Huijsman-Rubingh et al., 2005) is van<br />

m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de zorgket<strong>en</strong> op het terrein van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg cruciaal<br />

is. Deze ket<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t dan in term<strong>en</strong> van functies te word<strong>en</strong> geformuleerd in plaats van in term<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 19


van instanties. Nu hebb<strong>en</strong> zowel de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (HAP) <strong>en</strong> de regionale ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

(RAV) regelmatig te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ontoereik<strong>en</strong>de beschikbaarheid <strong>en</strong> paraatheid. Dit leidt<br />

ertoe dat de acute zorgvraag van de patiënt niet altijd binn<strong>en</strong> 15 minut<strong>en</strong> na de melding<br />

gehonoreerd kan word<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005). Wanneer de zorgverl<strong>en</strong>ing tuss<strong>en</strong> deze<br />

partners beter op elkaar zal word<strong>en</strong> afgestemd kan dat er toe bijdrag<strong>en</strong> dat de<br />

beschikbaarheidproblem<strong>en</strong> van beide partners verminder<strong>en</strong>. De zorgvrager zal uiteindelijk het<br />

meeste baat hebb<strong>en</strong> bij de regionale sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, regionale<br />

ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Ket<strong>en</strong>zorg is er vooral op gericht sam<strong>en</strong>werking<br />

tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de partners in de spoedeis<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing te stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> op elkaar af<br />

te stemm<strong>en</strong>.<br />

Ook de Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg (RVZ, 2003) <strong>en</strong> het College voor<br />

Zorgverzekeraars (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005) vind<strong>en</strong> dat de organisatie van de spoedzorg<br />

verbeterd moet word<strong>en</strong>. Met name de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling<strong>en</strong> van<br />

ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (2004)<br />

stelt dat de sam<strong>en</strong>hang binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de zorgket<strong>en</strong> wel verbeterd is maar dat er ook nog<br />

veel moet gebeur<strong>en</strong>. In de spoedeis<strong>en</strong>de zorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig<br />

tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de eerste hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (SEH) <strong>en</strong><br />

de regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (RVZ, 2003; MiVWS, 2004). Nu in Nederland in<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate de Regionale Ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing (RAV), de huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Spoedeis<strong>en</strong>de Hulpafdeling<strong>en</strong> (SEH) gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> in de spoedzorg (-ket<strong>en</strong>), wordt het<br />

steeds belangrijker dat deze organisaties dezelfde taal sprek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het bijzonder dat dezelfde<br />

definities gehanteerd word<strong>en</strong> voor dezelfde begripp<strong>en</strong>. De communicatie tuss<strong>en</strong> de<br />

ket<strong>en</strong>partners kan door het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig begripp<strong>en</strong>kader verbeter<strong>en</strong><br />

waardoor in het verl<strong>en</strong>gde daarvan ook de zorg voor de patiënt met e<strong>en</strong> acute hulpvraag kan<br />

verbeter<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005). Wanneer alle rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> nota’s over spoedzorg word<strong>en</strong><br />

vergelek<strong>en</strong> valt op dat gebruikte begripp<strong>en</strong> zoals ‘triage’ <strong>en</strong> ‘vraaggerichtheid’ zeld<strong>en</strong> gedefinieerd<br />

word<strong>en</strong>. Ook verwijz<strong>en</strong> de rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> nota’s nauwelijks naar elkaar. Hierdoor ontstaat het<br />

risico dat met hetzelfde begrip verschill<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedoeld of dat verschill<strong>en</strong>de<br />

begripp<strong>en</strong> juist naar hetzelfde verwijz<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 20


Verschill<strong>en</strong>de triageprotocoll<strong>en</strong> in de spoedzorg<br />

E<strong>en</strong> belangrijk punt waarop de aanbieders in de spoedzorg van elkaar verschill<strong>en</strong> is het<br />

triageprotocol dat ze hanter<strong>en</strong>. Nu zal in eerste instantie uitgelegd word<strong>en</strong> wat onder triage<br />

wordt verstaan.<br />

Niet in alle rapport<strong>en</strong> wordt de term ‘triage’ expliciet gedefinieerd, waardoor het soms<br />

onduidelijk is wat er nu precies mee bedoeld wordt. Triage is het Franse woord voor verdel<strong>en</strong> of<br />

schift<strong>en</strong>. In het rapport Richtlijn Triage (NVSHV, 2004) wordt triage als e<strong>en</strong> dynamisch<br />

beslisproces gedefinieerd waarin de zorgbehoefte van de patiënt wordt geprioriteerd. De door<br />

e<strong>en</strong> professional vastgestelde zorgbehoefte vormt het vertrekpunt van de inrichting van de<br />

acute zorgket<strong>en</strong> (Richtlijn Triage, 2004). De triage start al zonder dat de patiënt gezi<strong>en</strong> is, er kan<br />

namelijk al van triage gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer er naar de huisarts of de meldkamer<br />

ambulancezorg gebeld wordt door e<strong>en</strong> burger met e<strong>en</strong> acute zorgvraag. Vervolg<strong>en</strong>s volgt de<br />

fysieke triage door de hulpverl<strong>en</strong>er die de patiënt als eerste ziet. Dit kan zowel de huisarts zijn<br />

als de doktersassist<strong>en</strong>t, e<strong>en</strong> ambulanceverpleegkundige of e<strong>en</strong> verpleegkundige op de SEH. De<br />

person<strong>en</strong> die de triage uitvoer<strong>en</strong>, de triagist<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> geautoriseerd te zijn om e<strong>en</strong><br />

zelfzorgadvies te gev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als om te verwijz<strong>en</strong> naar ket<strong>en</strong>partners.<br />

Bij de ambulancezorg wordt getriageerd door c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> met behulp van het Landelijk<br />

Protocol Ambulancezorg (LPA). De opdracht<strong>en</strong> voor de ambulanceritt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />

vanuit de meldkamer, waar ook de 1-1-2 melding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Melding<strong>en</strong> die van e<strong>en</strong><br />

mobiel nummer afkomstig zijn kom<strong>en</strong> terecht bij e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer in Drieberg<strong>en</strong>. Daar<br />

vraagt de c<strong>en</strong>tralist (triagist) aan de beller waar deze zich bevindt <strong>en</strong> verwijst deze vervolg<strong>en</strong>s<br />

door naar de juiste provincie <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingsinstantie (politie, brandweer of ambulancezorg).<br />

Melding<strong>en</strong> die vanaf e<strong>en</strong> vast telefoonnummer afkomstig zijn word<strong>en</strong> direct naar de meldkamer<br />

in de juiste provincie doorgeschakeld. E<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist die de bellers te woord staat moet zo snel<br />

mogelijk aan de telefoon de noodzakelijke informatie verzamel<strong>en</strong> (indicer<strong>en</strong>), analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarna doorspel<strong>en</strong> (zorgtoewijzing). De meeste c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verpleegkundige<br />

opleiding als achtergrond maar er zijn ook niet-verpleegkundige c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>. Op de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> wordt echter aan de telefoon getriageerd door doktersassist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met behulp<br />

van de Nederlands Huisarts<strong>en</strong> G<strong>en</strong>ootschap (NHG-) standaard. De spoedeis<strong>en</strong>dehulp<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 21


afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> het LandelijkProtocol SpoedEis<strong>en</strong>deHulp (LPSEH). Dit<br />

laatste protocol is wel gemaakt in afstemming met het LPA-protocol voor de ambulancezorg. 2<br />

Het blijkt dat er mom<strong>en</strong>teel binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de ket<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig(e) triage(-<br />

protocol) bestaat. De zorgaanbieders hanter<strong>en</strong> elk eig<strong>en</strong> criteria <strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong> die niet volledig<br />

op elkaar zijn afgestemd <strong>en</strong> op sommige onderdel<strong>en</strong> overlap verton<strong>en</strong>. Het triagesysteem is e<strong>en</strong><br />

belangrijk middel om te communicer<strong>en</strong>. Wanneer de verschill<strong>en</strong>de zorgaanbieders echter<br />

verschill<strong>en</strong>de triageprotocoll<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> wordt dit communicer<strong>en</strong> bemoeilijkt. Daarnaast<br />

bestaat er nog nauwelijks de neiging te verwijz<strong>en</strong> naar andere lokett<strong>en</strong>, die meer aansluit<strong>en</strong> bij<br />

de zorgvraag. Vooral bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp word<strong>en</strong> er maar zeer zeld<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong><br />

doorverwez<strong>en</strong> naar bijvoorbeeld de huisarts<strong>en</strong>post (Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005). Er ontbreekt<br />

nog e<strong>en</strong> continue registratiesysteem dat disciplineoverstijg<strong>en</strong>d is. E<strong>en</strong> dergelijk systeem kan<br />

inzicht gev<strong>en</strong> in de patiënt<strong>en</strong>strom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gehele ket<strong>en</strong> van spoedzorg. Het ministerie van<br />

<strong>Volksgezondheid</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Sport heeft opdracht gegev<strong>en</strong> tot het project ‘De ontwikkeling van<br />

e<strong>en</strong> systeem tot e<strong>en</strong>duidige triage’. Het Huisarts<strong>en</strong>g<strong>en</strong>ootschap, de ambulancezorg Nederland<br />

<strong>en</strong> de Nederlandse ver<strong>en</strong>iging spoedeis<strong>en</strong>de hulp verpleegkundig<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> welke<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> er zijn om uniformiteit <strong>en</strong> transparantie te creër<strong>en</strong>.<br />

Ontwikkeling spoedzorg<br />

Het blijkt dat in de periode 2004-2008 de spoedzorg is gegroeid met 6.8% per jaar (Schrijvers,<br />

2008). Dit is gemet<strong>en</strong> aan de hand van het aantal contact<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>,<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulpafdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Deze to<strong>en</strong>ame is<br />

aanzi<strong>en</strong>lijk hoger dan de groei van 2% per jaar van de overige zorg. Het aantal<br />

spoedzorgcontact<strong>en</strong> in verband met ongevall<strong>en</strong> in het verkeer, bij sport, in bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de<br />

thuissituatie verminderde de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Schrijvers stelt dat de groei in spoedzorg voor<br />

1,2% verklaarbaar is door demografische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overige 5,6% zou tr<strong>en</strong>dmatig<br />

zijn. Hoe precies is onderzocht dat deze groei van de spoedzorg valt toe te schrijv<strong>en</strong> aan deze<br />

factor<strong>en</strong> is echter onduidelijk. De invloed van e<strong>en</strong> bepaalde factor kan immers lastig afzonderlijk<br />

gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zonder ook de invloed van andere mogelijke factor<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong>. Bij dit<br />

soort uitsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daarom vraagtek<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> geplaatst.<br />

2 http://www.lpseh.nl/. Geraadpleegd op: 19-03-09.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 22


Invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de uitvoering van spoedeis<strong>en</strong>de zorg is de<br />

invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>. Rond het mill<strong>en</strong>nium zijn er in Nederland huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

opgericht naar voorbeeld van D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Groot-Brittannië (Moll van Charante et al., 2006).<br />

Hier zijn verschill<strong>en</strong>de huisarts<strong>en</strong> bij aangeslot<strong>en</strong> welke buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>zorg<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. De organisatie <strong>en</strong> positionering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> in Nederland is met name het<br />

resultaat van lokale voorkeur<strong>en</strong> (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004).<br />

Het blijkt dat na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschuiving heeft plaats<br />

gevond<strong>en</strong>, van de dichtst bijzijnde bek<strong>en</strong>de huisarts naar de verder geleg<strong>en</strong> huisartscoöperatie<br />

met onbek<strong>en</strong>de huisarts (Moll van Charante et al., 2006). Ook Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder (2004)<br />

hebb<strong>en</strong> in Nederland onderzocht of het gebruik van de spoedzorg is veranderd na de invoering<br />

van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> in 2000. Het blijkt dat na de invoering de vraag naar zorg buit<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Verder was er e<strong>en</strong> verschuiving te signaler<strong>en</strong> in het<br />

patiënt<strong>en</strong>contact van de spoedeis<strong>en</strong>de hulp (SEH) naar de huisarts<strong>en</strong>post. Zo was er 10% meer<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong>, 9% minder spoedzorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het aantal<br />

zelfverwijzers op de SEH afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met 4%. De reorganisatie (invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>)<br />

heeft dus voor verminderd gebruik van de spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling voor het ziek<strong>en</strong>huis<br />

gezorgd <strong>en</strong> voor verhoogd gebruik van huisarts<strong>en</strong>zorg (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004).<br />

2.3.2 Ambulancezorg<br />

De vorige paragraaf beschreef de spoedzorg in het algeme<strong>en</strong>. In kom<strong>en</strong>de paragraaf zal<br />

specifiek gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de ambulancezorg. Eerst wordt algeme<strong>en</strong> de ambulancezorg in<br />

Nederland beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de soort<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />

verder ingegaan op het oneig<strong>en</strong>lijk dan wel onterecht ambulancegebruik. Daarna wordt<br />

gekek<strong>en</strong> naar ambulanceritt<strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet vervoerd wordt naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis. Tot slot word<strong>en</strong> de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> die wel bezocht word<strong>en</strong><br />

door de ambulance maar niet vervoerd zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis besprok<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 23


Soort<strong>en</strong> ambulanceritt<strong>en</strong><br />

Binn<strong>en</strong> de ambulancezorg word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de ritt<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. De spoedeis<strong>en</strong>de<br />

ambulancezorg bestaat uit A1- <strong>en</strong> A2-ritt<strong>en</strong>. Bij ritt<strong>en</strong> met de urg<strong>en</strong>tiecode A1 bestaat gevaar<br />

voor het lev<strong>en</strong> of blijv<strong>en</strong>de invaliditeit van de patiënt of kan dergelijk gevaar bij de melding niet<br />

uitgeslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De ambulance di<strong>en</strong>t dan zo spoedig mogelijk <strong>en</strong> maximaal binn<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong><br />

minut<strong>en</strong> bij de patiënt ter plaatse te zijn. Hierbij wordt met derti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> netto reistijd <strong>en</strong><br />

twee minut<strong>en</strong> voor ontvangst van de aanvraag <strong>en</strong> het verstrekk<strong>en</strong> van de ritopdracht rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> A2-rit bestaat er ge<strong>en</strong> direct lev<strong>en</strong>sgevaar maar is snelle hulp wel w<strong>en</strong>selijk.<br />

De ambulance wordt geacht binn<strong>en</strong> uiterlijk 30 minut<strong>en</strong> ter plaatse te zijn om ernstige<br />

gezondheidsschade te voorkom<strong>en</strong>. Naast deze spoedritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg is er nog e<strong>en</strong><br />

andere categorie ritt<strong>en</strong>, namelijk besteld vervoer (B-ritt<strong>en</strong>). Deze ontstaan wanneer er ge<strong>en</strong><br />

spoedindicatie is, bijvoorbeeld indi<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee verschill<strong>en</strong>de ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />

vervoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Zowel e<strong>en</strong> A1 als e<strong>en</strong> A2 rit kan uiteindelijk in e<strong>en</strong> EHTP-rit eindig<strong>en</strong>. Er kunn<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de EHTP-ritt<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

• de patiënt wordt ter plaatse behandeld;<br />

• de patiënt blijkt ge<strong>en</strong> behandeling nodig te hebb<strong>en</strong>;<br />

• de patiënt heeft wel behandeling nodig maar weigert deze;<br />

• de ambulance is opgeroep<strong>en</strong> om de eerst gearriveerde ambulance te assister<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

ongeval, e<strong>en</strong> reanimatie of bij het till<strong>en</strong>;<br />

• bij het arriver<strong>en</strong> van de ambulance blijkt de patiënt reeds overled<strong>en</strong> te zijn;<br />

• de ambulance vervoert e<strong>en</strong> specialist, bijvoorbeeld indi<strong>en</strong> dat nodig is bij e<strong>en</strong> bepaald<br />

ongeval<br />

Bij e<strong>en</strong> EHTP-rit wordt de patiënt dus uiteindelijk niet vervoerd door de ambulance maar de rit<br />

wordt in eerste instantie wel uitgevoerd met de int<strong>en</strong>tie tot hulpverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>/ of vervoer. E<strong>en</strong><br />

EHTP-rit verschilt van e<strong>en</strong> ‘loze-rit’. Bij e<strong>en</strong> loze-rit wordt namelijk ge<strong>en</strong> patiënt aangetroff<strong>en</strong><br />

wanneer de ambulance ter plaatse komt. Echter, ook wanneer de rit wordt afgebrok<strong>en</strong> door de<br />

c<strong>en</strong>tralist terwijl de ambulance al onderweg is of wanneer de ambulance e<strong>en</strong> andere ritopdracht<br />

krijgt wordt gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> loze-rit (Berkel, Leerkes, Reumer <strong>en</strong> Rhijn, 2006). De<br />

ambulancezorg heeft voor e<strong>en</strong> deel al ingespeeld op de to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> door<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 24


het invoer<strong>en</strong> van SOLO-ambulances. SOLO-ambulances word<strong>en</strong> ingezet van acht uur ’s<br />

ocht<strong>en</strong>ds tot vijf uur ’s middags <strong>en</strong> vooral gebruikt bij niet lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situaties <strong>en</strong> als<br />

assist<strong>en</strong>tie bij reanimatie. Wanneer er bij de c<strong>en</strong>trale meldkamer e<strong>en</strong> ‘reanimatie’ melding<br />

binn<strong>en</strong>komt wordt er zowel e<strong>en</strong> team (ambulanceverpleegkundige <strong>en</strong> chauffeur) als e<strong>en</strong> SOLOambulance<br />

gestuurd (ambulanceverpleegkundige). Dit omdat er bij e<strong>en</strong> reanimatie minst<strong>en</strong>s<br />

drie m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nodig zijn. Deze ambulances hebb<strong>en</strong> het formaat van e<strong>en</strong> gewone person<strong>en</strong>auto<br />

(wel de vel gekleurde buit<strong>en</strong>kant) <strong>en</strong> hier kan dus ge<strong>en</strong> patiënt mee vervoerd word<strong>en</strong>. De<br />

verpleegkundige rijdt alle<strong>en</strong> in deze auto <strong>en</strong> kan ter plaatse hulp verl<strong>en</strong><strong>en</strong> maar de patiënt niet<br />

vervoer<strong>en</strong>. Wanneer blijkt dat dit wel nodig is kan er e<strong>en</strong> volledig uitgeruste ambulance<br />

opgeroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die de patiënt naar het ziek<strong>en</strong>huis kan vervoer<strong>en</strong>. De introductie van de<br />

SOLO-ambulances is e<strong>en</strong> vrij rec<strong>en</strong>te ontwikkeling.<br />

Oneig<strong>en</strong>lijk of onterecht ambulancegebruik<br />

‘Ambulancezorg is de zorg die in opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA)<br />

beroepsmatig of bedrijfsmatig wordt verle<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> zieke of slachtoffer binn<strong>en</strong> het kader van<br />

zijn aando<strong>en</strong>ing of letsel hulp te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> waar nodig adequaat te vervoer<strong>en</strong> met<br />

inachtneming van datg<strong>en</strong>e wat op grond van algeme<strong>en</strong> beschikbare medische <strong>en</strong><br />

verpleegkundige k<strong>en</strong>nis noodzakelijk is’ (BVA & AZN, 2003). In Nederland wordt<br />

ambulancezorg verle<strong>en</strong>d door ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> meldkamers ambulancezorg. Hoofddoel<br />

van de ambulancezorg is om individuele gezondheidswinst te behal<strong>en</strong> op basis van de<br />

zorgbehoefte van de patiënt. Ambulancezorg begint bij de melding van e<strong>en</strong> patiënt aan de MKA<br />

<strong>en</strong> eindigt na di<strong>en</strong>s overdracht naar e<strong>en</strong> andere zorginstelling of na behandeling ter plaatse als<br />

er ge<strong>en</strong> verdere doorverwijzing of vervoer naar e<strong>en</strong> zorginstelling noodzakelijk is. Daarmee is<br />

ambulancezorg e<strong>en</strong> belangrijke schakel in de spoedeis<strong>en</strong>de medische hulpverl<strong>en</strong>ing. Er rijd<strong>en</strong><br />

ongeveer 650 ambulances in Nederland, welke zijn verspreid over 35 ambulancepost<strong>en</strong> met 208<br />

standplaats<strong>en</strong> (Kostalova, 2008). Het macrobudget van de gehele ambulancezorg ligt rond de<br />

341 miljo<strong>en</strong> euro. 3<br />

3 www.ambulancezorgnederland.nl/publiek/k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>.htm. Geraadpleegd op 12-11-08.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 25


Financiële omgeving ambulancezorg<br />

De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is de financieringsstructuur van de ambulancezorg sterk gewijzigd. Als<br />

belangrijkste argum<strong>en</strong>t daarvoor wordt g<strong>en</strong>oemd dat de kost<strong>en</strong> beter beheerst kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(Ve<strong>en</strong>, Zwakhals, Hazelret-Crans <strong>en</strong> Man<strong>en</strong> van, 2001). De voornaamste verandering van de<br />

afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> overgang van e<strong>en</strong> model van nag<strong>en</strong>oeg volledige nacalculatie op<br />

gerealiseerde ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> (op<strong>en</strong>-einde-model) naar e<strong>en</strong> normatief budgetmodel gebaseerd<br />

op vooraf vastgestelde productieafsprak<strong>en</strong>. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> de meldkamer krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

budget dat gebaseerd is op het te verwacht<strong>en</strong> aantal gered<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong>. Het landelijk budget voor de<br />

ambulancesector wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Het College Tariev<strong>en</strong><br />

Gezondheidszorg (CTG) verdeelt het landelijk budget via speciale rek<strong>en</strong>regels <strong>en</strong> stelt het tarief<br />

vast. Sinds vanaf 1 januari 2000 het budgetmodel van kracht is moet<strong>en</strong> ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> nu<br />

de kost<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> af te stemm<strong>en</strong> op het toegek<strong>en</strong>de budget (MiBzK, 1997). Gevolg van deze<br />

verandering is dat de ambulanceorganisaties nu in eerste instantie de kost<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong><br />

in overe<strong>en</strong>stemming met het vooraf vastgestelde budget. Ambulanceorganisaties krijg<strong>en</strong> niet<br />

langer de kost<strong>en</strong> voor de productie via nacalculatie vergoed maar moet<strong>en</strong> nu de<br />

productiekost<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het productiebudget zi<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> (Ve<strong>en</strong> et al., 2001).<br />

Regelgeving ambulancesector<br />

In 2000 pleitte het ministerie van VWS voor schaalvergroting in de vorm van Regionale<br />

Ambulance Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (RAV’s) (Ministerie van VWS & BzK, 2000). Met de invoering van de<br />

RAV’s is getracht e<strong>en</strong> betere regionale spreiding <strong>en</strong> paraatheid te bewerkstelling<strong>en</strong> met als<br />

gevolg e<strong>en</strong> betere <strong>en</strong> efficiëntere ambulancezorg. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> de MKA vorm<strong>en</strong><br />

sinds die tijd dan ook e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband in de vorm van zo’n Regionale Ambulance<br />

Voorzi<strong>en</strong>ing.<br />

De Wet Ambulancevervoer (WAV) stamt uit 1971 <strong>en</strong> is in 2008 is vervang<strong>en</strong>. Tot voor<br />

kort regelde deze wet de toegang tot <strong>en</strong> de financiering van de ambulancezorg. Deze wet<br />

scheidde de bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van het Rijk, de provincie <strong>en</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>te. Het Rijk stelt eis<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de kwaliteit van zorg <strong>en</strong> de provincie is nu belast<br />

met de planning <strong>en</strong> spreiding van het aantal ambulances <strong>en</strong> de mate waarin deze paraat staan.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke taak van de geme<strong>en</strong>te is de inrichting <strong>en</strong> instandhouding van de C<strong>en</strong>trale Post<br />

Ambulancevervoer (CPA). Veel CPA’s zijn in aanloop naar de nieuwe wet Ambulancezorg al<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 26


vervang<strong>en</strong> door Meldkamers Ambulances (MKA’s). In de nieuwe wet ambulancevervoer krijg<strong>en</strong><br />

zorgverzekeraars e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale rol. Het VWS gaat vergunning<strong>en</strong> afgev<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zwaarweg<strong>en</strong>d<br />

advies van de zorgverzekeraars. Tev<strong>en</strong>s wordt de ambulancezorg regionaal georganiseerd,<br />

waarmee er meer helderheid kan ontstaan in de aansturing <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. De rol<br />

van vergunningverstrekker door de provincie wordt vervang<strong>en</strong> door de minister. De minister<br />

bepaalt tev<strong>en</strong>s de spreiding <strong>en</strong> beschikbaarheid <strong>en</strong> stelt het macro <strong>en</strong> regionaal budget vast.<br />

Hierdoor wordt de afstand tuss<strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> betal<strong>en</strong> van de ambulancezorg kleiner.<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong><br />

Ondanks duidelijke verschill<strong>en</strong> in de organisatie van de spoedgezondheidszorg <strong>en</strong> de<br />

financiering daarvan tuss<strong>en</strong> Groot Brittannië <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> zijn de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

rondom de spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg opvall<strong>en</strong>d soortgelijk (Snooks et al., 2004). De vraag<br />

naar ambulancezorg neemt de laatste jar<strong>en</strong> in Groot Brittannië met 4% toe per jaar (Fisher,<br />

O’Halloran, Littlejohns, K<strong>en</strong>nedy <strong>en</strong> Butson, 2000). In Australië nam<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van de<br />

ambulancezorg over e<strong>en</strong> periode van vijf jaar toe van 393 miljo<strong>en</strong> naar 523 miljo<strong>en</strong> dollar (Clark,<br />

Purdie, FitzGerald, Bischoff <strong>en</strong> O’Rourke, 1999). Naast dat de vraag naar spoedzorg in het<br />

algeme<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> nog steeds to<strong>en</strong>eemt, komt in verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> naar<br />

vor<strong>en</strong> dat er ook meer op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de ambulancezorg wordt gedaan.<br />

Bij de London ambulance service had 40% van de ambulance oproep<strong>en</strong> afgehandeld kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> huisarts, GGD of sociale di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing (Victor, Peacock <strong>en</strong> Chazot, 1999).<br />

Van alle oproep<strong>en</strong> werd uiteindelijk 20% tot 30% van de patiënt<strong>en</strong> niet vervoerd naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis door e<strong>en</strong> ambulance (Departm<strong>en</strong>t of Health Governm<strong>en</strong>t Statistical Service, 1999). In<br />

Taiwan wordt 32% van alle patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij de ambulancezorg niet vervoerd (Ch<strong>en</strong>,<br />

Bullard <strong>en</strong> Liaw, 1996). De to<strong>en</strong>ame van e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk beroep op de spoedzorg is daarmee e<strong>en</strong><br />

internationaal probleem <strong>en</strong> beperkt zich niet tot ons land alle<strong>en</strong>.<br />

Het is vrij opvall<strong>en</strong>d dat internationaal gezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot perc<strong>en</strong>tage patiënt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

ambulance belt uiteindelijk niet vervoerd wordt. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Groot-Brittannië<br />

kond<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het protocol namelijk alle<strong>en</strong> thuis achtergelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer de<br />

patiënt zelf weigert vervoerd te word<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Tot voor kort war<strong>en</strong> er maar<br />

weinig ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> protocol hanteerd<strong>en</strong> dat het ambulancepersoneel toestaat de<br />

patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong> (Jaslow, Barbera, Johnson <strong>en</strong> Moore, 1998).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 27


Teg<strong>en</strong>woordig wordt er steeds meer de nadruk gelegd op het vernieuw<strong>en</strong> van de protocoll<strong>en</strong><br />

van ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zodat patiënt<strong>en</strong> ook ev<strong>en</strong>tueel thuis gelat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit omdat<br />

de ambulancezorg steeds meer te mak<strong>en</strong> krijgt met verschill<strong>en</strong>de (klinische) behoeft<strong>en</strong> van<br />

patiënt<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Er is nog ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de bewijs dat er e<strong>en</strong> klinisch veilige<br />

methode is om patiënt<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ambulance maar die niet naar de<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp vervoerd hoev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Toch besluit het<br />

ambulancepersoneel in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Groot-Brittannië steeds vaker e<strong>en</strong> patiënt ter<br />

plaatste te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet te vervoer<strong>en</strong>, terwijl ze hier niet voor opgeleid zijn <strong>en</strong> ook niet van ze<br />

verwacht wordt dat ze e<strong>en</strong> patiënt achterlat<strong>en</strong> t<strong>en</strong>zij de patiënt zelf vervoer weigert (Snooks et<br />

al., 2005). Daarnaast is er maar weinig bek<strong>en</strong>d over hoe ambulancepersoneel de beslissing maakt<br />

om e<strong>en</strong> patiënt naar de eerste hulp te vervoer<strong>en</strong> of ter plaatse te lat<strong>en</strong>.<br />

Oneig<strong>en</strong>lijk of onterecht ambulancegebruik<br />

Wanneer er 1-1-2 is gebeld voor e<strong>en</strong> patiënt <strong>en</strong> er wordt e<strong>en</strong> ambulance gestuurd terwijl<br />

vervolg<strong>en</strong>s blijkt dat vervoer niet noodzakelijk is spreekt m<strong>en</strong> – zoals reeds aangegev<strong>en</strong> – in de<br />

Nederlandse ambulancezorg van e<strong>en</strong> Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP-) rit of van e<strong>en</strong> Eerste Hulp<br />

Bij Ongelukk<strong>en</strong> Ge<strong>en</strong> Vervoer (EHBO GV-) rit. Bij e<strong>en</strong> EHTP-rit is er niet per definitie sprake<br />

van e<strong>en</strong> onterechte of oneig<strong>en</strong>lijke rit of hulpvraag. Maar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onterecht e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong><br />

op de ambulancezorg (vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klinische noodzaak) zijn hoogst<br />

waarschijnlijk wel eerder bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong>.<br />

De term<strong>en</strong> ‘onterechte hulpvraag’ <strong>en</strong> ‘oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de spoedzorg’ word<strong>en</strong> in de<br />

internationale literatuur gebruikt. Zo wordt in wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> uit andere land<strong>en</strong><br />

(Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk <strong>en</strong> Australië) gesprok<strong>en</strong> over ‘(medically-) unnecesarry<br />

use’ (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980) ‘non-urg<strong>en</strong>t conditions’ (Snooks, William <strong>en</strong> Crouch, 2002; Snooks,<br />

Kearsley, Dale, Halter, Redhead <strong>en</strong> Foster, 2005) of ‘inappropriate use’ (Ting, 2006; Jacob, Jocoby,<br />

Heller <strong>en</strong> Stoltzfus, 2008). Maar wanneer is nu precies sprake van onnodig, ongepast of<br />

onterecht gebruik van de ambulancezorg? Gibson (1977) heeft e<strong>en</strong> definitie geformuleerd voor<br />

ongepast gebruik van de ambulancezorg, namelijk ‘het perc<strong>en</strong>tage van alle patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

bij de ambulance dat ge<strong>en</strong> behoefte had aan zorg’. Moeilijk is echter om vast te stell<strong>en</strong> wat er<br />

hier onder ‘behoefte’ wordt verstaan. Er kan weliswaar ge<strong>en</strong> sprake zijn van e<strong>en</strong> klinische<br />

behoefte maar veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> ambulance bell<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> zorgbehoefte, al<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 28


is het alle<strong>en</strong> maar één ter geruststelling. Dit geeft aan dat het moeilijk is om ‘gepast gebruik’ van<br />

de ambulancezorg te definiër<strong>en</strong>. De mate van onterecht gebruik is daarnaast nogal variabel<br />

(Brown <strong>en</strong> Sindelar, 1993). De klinische conditie van de patiënt is maar één factor die de spoed,<br />

ernst <strong>en</strong> gepastheid van de zorg weergeeft. Als de patiënt zelf of e<strong>en</strong> omstander de situatie niet<br />

goed inschat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance belt is daarmee nog ge<strong>en</strong> sprake van ongepast gebruik. Om te<br />

kijk<strong>en</strong> of het stur<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ambulance gerechtvaardigd was zou daarom niet alle<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de uiteindelijke diagnose maar ook naar de leeftijd <strong>en</strong> sociale situatie van<br />

de patiënt (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980).<br />

In het algeme<strong>en</strong> zou er van onterecht gebruik gesprok<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer<br />

behandeling niet bij de betreff<strong>en</strong>de zorgaanbieder (ambulancedi<strong>en</strong>st) had moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Het gaat dan om patiënt<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s de zorgverl<strong>en</strong>er (ambulanceverpleegkundige) naar e<strong>en</strong><br />

andere zorgverl<strong>en</strong>er hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gaan. Deze groep bevat dus ook de patiënt<strong>en</strong> die fysiek<br />

gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er om tot e<strong>en</strong> goede triage te kom<strong>en</strong> (Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix,<br />

2005). Telefonisch contact, met bijvoorbeeld de c<strong>en</strong>trale meldkamer, dat tot e<strong>en</strong> doorverwijzing<br />

leidt (naar bijvoorbeeld de huisarts<strong>en</strong>post) wordt niet als onterechte vraag gek<strong>en</strong>merkt omdat<br />

het hier niet om e<strong>en</strong> bezoek gaat maar om telefonische raadpleging. Wanneer er hierna<br />

gesprok<strong>en</strong> wordt over onnodig of onterecht gebruik van de ambulancezorg wordt daarmee<br />

bedoeld dat de klinische noodzaak voor ambulancevervoer ontbreekt. En het blijkt dat dit<br />

klinisch onnoodzakelijk ambulancetransport de laatste jar<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Ting, 2006).<br />

Tot slot zijn er verschill<strong>en</strong>de nadelige gevolg<strong>en</strong> van onnodig ambulancegebruik. In eerste<br />

instantie is ambulancezorg dure zorg omdat de organisatie <strong>en</strong> de bem<strong>en</strong>sing wel beschikbaar<br />

moet zijn maar niet continue b<strong>en</strong>ut wordt. De ambulances van nu zijn daarnaast <strong>en</strong>orm<br />

geavanceerd <strong>en</strong> uitgerust met verschill<strong>en</strong>de specialistische medische toepassing<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong><br />

onnodige ambulancerit word<strong>en</strong> deze middel<strong>en</strong> ingezet maar niet optimaal b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> doet het de<br />

financiële kost<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>. Verder br<strong>en</strong>gt het gebruik van zwaailicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> sir<strong>en</strong>e voor het grote<br />

publiek, de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ambulancepersoneel risico’s met zich mee op aanrijding<strong>en</strong><br />

(Clawson et al., 1994).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 29


Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

Inzicht in de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijdrage<br />

kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan het terugdring<strong>en</strong> van deze ritt<strong>en</strong>. Begrijp<strong>en</strong> voor wie, wanneer <strong>en</strong> waarvoor<br />

e<strong>en</strong> ambulance wordt ingezet zal help<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mechanisme te ontwikkel<strong>en</strong> voor het verminder<strong>en</strong><br />

van klinisch onnodig patiënt<strong>en</strong>transport (Ting, 2006). In Japan (Yokohama) is er gekek<strong>en</strong> naar<br />

de sociaal-economische karakteristiek<strong>en</strong> van niet vervoerde patiënt<strong>en</strong> (Kawakami, Oshige,<br />

Kubota <strong>en</strong> Tochikubo, 2007). Hieruit bleek dat socio-economische factor<strong>en</strong> de keus beïnvloed<strong>en</strong><br />

om in niet-spoedeis<strong>en</strong>de situaties de ambulance te bell<strong>en</strong>. Kawakami et al. (2007) hebb<strong>en</strong><br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal sc<strong>en</strong>ario’s voorgelegd waarin e<strong>en</strong> niet-spoedeis<strong>en</strong>de situatie uite<strong>en</strong><br />

wordt gezet. Aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt gevraagd hoe ze in de verschill<strong>en</strong>de situaties zoud<strong>en</strong><br />

handel<strong>en</strong>. Na het voorlegg<strong>en</strong> van de sc<strong>en</strong>ario’s blek<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>, ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong><br />

eerder e<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong> op de ambulancezorg zonder dat ze vervoerd word<strong>en</strong>.<br />

In het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk is er één categorie patiënt<strong>en</strong> die verantwoordelijk zijn voor<br />

e<strong>en</strong> groot perc<strong>en</strong>tage EHTP-ritt<strong>en</strong>. Deze categorie bestaat uit patiënt<strong>en</strong> die gevall<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong><br />

neemt van het totale aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> 34% voor zijn rek<strong>en</strong>ing. Hiervan was e<strong>en</strong> grote groep<br />

ouder dan zev<strong>en</strong>tig jaar. Daarnaast zorg<strong>en</strong> ook alcohol intoxicaties <strong>en</strong> straatongevall<strong>en</strong> voor veel<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> (Marks, Daniel, Afolabi, Spiers <strong>en</strong> Nguy<strong>en</strong>- Van Tam, 2002).<br />

Ook is er onderzoek gedaan naar de mate van onnodig ambulancetransport. Hierbij kan de<br />

patiënt dus wel vervoerd zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis maar ontbreekt de (klinische-)noodzaak.<br />

Brown <strong>en</strong> Sindelar (1993) hebb<strong>en</strong> de mate van onnodig ambulancegebruik onderzocht bij e<strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong>- (community) ziek<strong>en</strong>huis in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Er was sprake van onnodig<br />

ambulancevervoer als de klacht van de patiënt niet-spoedeis<strong>en</strong>d was, als de patiënt ambulant<br />

(niet bedlegerig) was <strong>en</strong> als de patiënt uiteindelijk niet werd opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het ziek<strong>en</strong>huis. Zij<br />

hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> dat onnodig ambulance gebruik afhankelijk is van type zorgverzekering <strong>en</strong><br />

dat ongeveer 20% van de onnodige ritt<strong>en</strong> veroorzaakt wordt door alcohol intoxicatie (Brown <strong>en</strong><br />

Sindelar, 1993). Verzekeringstype, woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis <strong>en</strong> zelf ge<strong>en</strong> beschikking<br />

hebb<strong>en</strong> over ander vervoer hebb<strong>en</strong> ook all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed op ongepast ambulance<br />

gebruik. E<strong>en</strong> ander onderzoek wees uit dat het onnodig gebruik van de ambulancezorg vooral<br />

wordt veroorzaakt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die verzekerd zijn (Billitier, Moscati, Janicke, Lerner, Seymour<br />

<strong>en</strong> Olson, 1996).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 30


Onderzoek in Zwed<strong>en</strong> (Hjälte, Susered, Herlitz <strong>en</strong> Karlberg, 2007) heeft gevond<strong>en</strong> dat<br />

wanneer de patiënt zelf belt naar het alarmnummer de helft van de oproep<strong>en</strong> onnodig is volg<strong>en</strong>s<br />

het ambulancepersoneel. E<strong>en</strong> redelijk groot aandeel van het onnodig ambulancevervoer werd<br />

ook aangevraagd door medisch personeel. Van deze oproep<strong>en</strong> bleek 64% van de patiënt<strong>en</strong><br />

daadwerkelijk ambulancevervoer nodig te hebb<strong>en</strong> (Hjälte et al., 2007).<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d:<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in<br />

Nederland?<br />

In het literatuuronderzoek zijn verschill<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> over de to<strong>en</strong>ame in de<br />

spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg. In eerste instantie bleek dat er in Nederlandse rapport<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> voor de spoedzorg word<strong>en</strong> gebruikt. Daarnaast is er vooral veel<br />

geschrev<strong>en</strong> over de mogelijkhed<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de aanbieders van<br />

spoedzorg in de spoedzorgket<strong>en</strong>. Hieruit kwam de term ‘ket<strong>en</strong>zorg’ naar vor<strong>en</strong>. Deze term is<br />

vooral ontstaan om meer sam<strong>en</strong>hang in de zorg te introducer<strong>en</strong> in situaties waarbij diverse<br />

disciplines moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om optimale zorg te kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vooral buit<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Om meer afstemming te krijg<strong>en</strong><br />

is het belangrijk dat er e<strong>en</strong> sectoroverstijg<strong>en</strong>d triageprotocol komt. Mom<strong>en</strong>teel hanter<strong>en</strong> de<br />

spoedzorgaanbieders elk eig<strong>en</strong> criteria <strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong> die niet volledig op elkaar zijn afgestemd.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de spoedeis<strong>en</strong>dezorg is de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> rond het mill<strong>en</strong>nium. Deze invoering heeft voor verminderd gebruik van de<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling voor het ziek<strong>en</strong>huis gezorgd <strong>en</strong> voor verhoogd gebruik van<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg.<br />

Vraagstelling 2: Wat is er (in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong>) geschrev<strong>en</strong> over de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd<br />

naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

De ambulancezorg is e<strong>en</strong> belangrijke schakel in de spoedeis<strong>en</strong>de medische hulp verl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />

deze schakel werd beschrev<strong>en</strong> in het tweede gedeelte van het literatuuronderzoek.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 31


Uit verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> bleek dat er in andere land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s te signaler<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong><br />

groot perc<strong>en</strong>tage patiënt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ambulance belt uiteindelijk niet vervoerd wordt. Daarnaast<br />

wordt er meer op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep gedaan op de ambulancezorg. Dit onterechte<br />

gebruik is echter lastig te definiër<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> kan er van onterecht gebruik gesprok<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> wanneer de behandeling niet bij de betreff<strong>en</strong>de zorgaanbieder had moet<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong>. Hier moet bij gezegd word<strong>en</strong> dat onterecht gebruik van de ambulancezorg niet<br />

hetzelfde is als e<strong>en</strong> EHTP-rit. Maar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onterecht e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de ambulancezorg<br />

(vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klinische noodzaak) lop<strong>en</strong> wel eerder het risico bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

betrokk<strong>en</strong> te zijn. In de laatste paragraaf is daarom ook gekek<strong>en</strong> naar de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

van patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Onnodig ambulance<br />

gebruik is vooral afhankelijk van type zorgverzekering, leeftijd, het ontbrek<strong>en</strong> van alternatief<br />

vervoer <strong>en</strong> het woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 32


3 Wat zijn de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the?<br />

3.1 Inleiding<br />

Om e<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van de aard <strong>en</strong> omvang van de Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP) ritt<strong>en</strong><br />

zijn de gegev<strong>en</strong>s van deze ritt<strong>en</strong> geanalyseerd. De vraagstelling die bij dit subonderzoek hoort<br />

staat hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the?<br />

In 3.2 zal eerst de methode van data verzamel<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in 3.3<br />

de resultat<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 33


3.2 Methode<br />

E<strong>en</strong> deel van de ritgegev<strong>en</strong>s kon digitaal aangeleverd word<strong>en</strong> door UMCG Ambulancezorg in<br />

e<strong>en</strong> Excel bestand. Deze data bevatt<strong>en</strong> de datum waarop de rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, de<br />

urg<strong>en</strong>tiecode waarmee de ambulance is uitgestuurd (A1 of A2; de B-ritt<strong>en</strong> zijn geëxcludeerd,<br />

omdat deze maar zeer zeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit eindig<strong>en</strong>), de meldingstijd, het geslacht <strong>en</strong> de<br />

leeftijd van de patiënt (n= 790).<br />

In aanvulling op de digitale gegev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> steekproef g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

uit april <strong>en</strong> november 2007 waarvan de ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ritdetailformulier<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong><br />

zijn. Van (ongeveer) honderd ritt<strong>en</strong> uit april 2007 <strong>en</strong> honderd ritt<strong>en</strong> uit november 2007 zijn de<br />

ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ritdetailformulier<strong>en</strong> geanalyseerd. De ritformulier<strong>en</strong> zijn de door de<br />

verpleegkundige geschrev<strong>en</strong> formulier<strong>en</strong> die vanuit de ambulance word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De<br />

ritdetailformulier<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, nadat de rit is afgeslot<strong>en</strong>, door de verpleegkundige ingevuld voor<br />

uiteindelijke facturering etc. De gegev<strong>en</strong>s van de formulier<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gevoegd in e<strong>en</strong> SPSSbestand<br />

sam<strong>en</strong> met de reeds aanwezige digitale gegev<strong>en</strong>s. Er is voor de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong><br />

november gekoz<strong>en</strong> omdat deze over het algeme<strong>en</strong> qua frequ<strong>en</strong>tie van ritt<strong>en</strong> weinig piek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dal<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. Verder is gekoz<strong>en</strong> voor formulier<strong>en</strong> uit 2007 omdat dit de meest rec<strong>en</strong>te<br />

gegev<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> waarover beschikt kon word<strong>en</strong>. Gegev<strong>en</strong>s die op de ritdetailformulier<strong>en</strong><br />

vermeld staan <strong>en</strong> die toegevoegd zijn aan het SPSS-bestand zijn: bijzonderhed<strong>en</strong>, aantal gered<strong>en</strong><br />

kilometers <strong>en</strong> de verrichte handeling<strong>en</strong>. Tot slot zijn gegev<strong>en</strong>s gebruikt afkomstig van de<br />

ritformulier<strong>en</strong>. Hierop staan vermeld: red<strong>en</strong> annulering, red<strong>en</strong> vertraging, melding CPA (e<strong>en</strong><br />

code die de c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer doorgeeft aan het ambulancepersoneel), reeds<br />

uitgevoerde handeling<strong>en</strong>, toelichting lichamelijk onderzoek, werkdiagnose, soort ongeval, soort<br />

patiënt, of er e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er (bijvoorbeeld politie) ter plaatse is, <strong>en</strong> of er sprake is van e<strong>en</strong><br />

high-<strong>en</strong>ergy letsel of niet. Niet alle categorieën op beide formulier<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong> nauwkeurig<br />

ingevuld. Zo overlapt de informatie van de ritdetailformulier<strong>en</strong> bij ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’ met die van<br />

de ritformulier<strong>en</strong> bij ‘toelichting lichamelijk onderzoek’ <strong>en</strong> ‘toelichting anamnese’ <strong>en</strong><br />

‘werkdiagnose’. Daarom is ervoor gekoz<strong>en</strong> deze informatie onder één variabele in het SPSSbestand<br />

te zett<strong>en</strong>, namelijk onder ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’. In eerste instantie zijn er acht nieuwe<br />

variabel<strong>en</strong> toegevoegd aan het digitale bestand dat was aangeleverd door UMCG-<br />

Ambulancezorg. De gegev<strong>en</strong>s van deze variabel<strong>en</strong> zijn afkomstig van de ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 34


itdetailformulier<strong>en</strong>. De variabel<strong>en</strong> die zijn toegevoegd zijn: ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’, ‘red<strong>en</strong><br />

annulering’ <strong>en</strong> ‘CPA melding’. Na het toevoeg<strong>en</strong> van de gegev<strong>en</strong>s op de ritdetailformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de ritformulier<strong>en</strong> bestond het databestand uiteindelijk uit de gegev<strong>en</strong>s van 789 ritt<strong>en</strong> waarvan<br />

bij 218 ritt<strong>en</strong> nog aanvull<strong>en</strong>de informatie van de formulier<strong>en</strong> toegevoegd is. In totaal zijn er 25<br />

ambulances betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit waarvan de ritformulier<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> zijn.<br />

Hiervan zijn er ook twee SOLO- ambulances. In deze ondersteun<strong>en</strong>de ambulances wordt de<br />

patiënt per definitie niet vervoerd. Deze SOLO-ambulances hebb<strong>en</strong> in totaal sam<strong>en</strong> 15 ritt<strong>en</strong><br />

gered<strong>en</strong> van de in totaal 218 EHTP-ritt<strong>en</strong> (ongeveer 7%). Omdat dit maar e<strong>en</strong> relatief klein<br />

perc<strong>en</strong>tage is, word<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong> in de resultat<strong>en</strong> paragraaf ook de gegev<strong>en</strong>s van de SOLOambulances<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is door UMCG Ambulancezorg e<strong>en</strong> Excel bestand aangeleverd (n=3701) met<br />

daarin informatie over de meldingstijd waarop de meeste ritt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanvrager<br />

van de EHTP-rit (deg<strong>en</strong>e die 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance heeft gebeld). De meldingstijd betreft het<br />

tijdstip waarop de melding voor de EHTP-rit binn<strong>en</strong> kwam op de c<strong>en</strong>trale meldkamer. De<br />

meldingstijd is vervolg<strong>en</strong>s in vier categorieën onderverdeeld: ’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00 tot 12.00 uur), ’s<br />

middags (12.00 tot 17.00 uur), ’s avonds (17.00 tot 24.00 uur) <strong>en</strong> ’s nachts (24.00 tot 06.00 uur).<br />

Ook wordt digitaal bijgehoud<strong>en</strong> wie de aanvrager van de rit is geweest. Hiervoor word<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de categorieën gehanteerd. Voor de volledigheid zull<strong>en</strong> deze categorieën kort<br />

besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De 1 e ambulance wordt e<strong>en</strong> aanvrager van e<strong>en</strong> EHTP-rit wanneer deze<br />

bijvoorbeeld om assist<strong>en</strong>tie vraagt bij grootschalige ongelukk<strong>en</strong>. Niet in alle ambulances wordt<br />

dan e<strong>en</strong> patiënt vervoerd. Ook komt het voor dat de ambulance die dan het eerst ter plaatse is<br />

alles regelt <strong>en</strong> organiseert <strong>en</strong> zelf dus ge<strong>en</strong> patiënt vervoert. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan bij grootschalige<br />

ongevall<strong>en</strong> de CPA (c<strong>en</strong>trale meldkamer) de aanvrager zijn. Deze situatie ontstaat wanneer zij<br />

van e<strong>en</strong> burger e<strong>en</strong> melding van e<strong>en</strong> ongeval hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, waarna de meldkamer besluit<br />

meerdere ambulances te stur<strong>en</strong>. De brandweer is verantwoordelijk voor 0,7% van de aanvrag<strong>en</strong>,<br />

dit is maar e<strong>en</strong> klein aandeel. Ongeveer 4% van de aanvrag<strong>en</strong> is afkomstig van de politie. Deze<br />

aanvrag<strong>en</strong> ontstaan onder andere bij straatongevall<strong>en</strong> wanneer de politie de c<strong>en</strong>trale meldkamer<br />

belt voor e<strong>en</strong> ambulance. Het komt niet vaak voor dat e<strong>en</strong> (zorg-) instelling (verpleeghuiz<strong>en</strong>,<br />

psychiatrische inrichting<strong>en</strong>, dagc<strong>en</strong>trums <strong>en</strong>zovoort) de aanvrager is; dit betreft nog ge<strong>en</strong> 2%<br />

van alle gevall<strong>en</strong>. De afkorting ‘OvdG’ staat voor Officier van di<strong>en</strong>st G<strong>en</strong>eeskundig. Dit is de<br />

persoon die bij grootschalige ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing coördineert; dit soort<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 35


aanvrag<strong>en</strong> komt, zo blijkt uit bov<strong>en</strong>staande tabel, maar zeer zeld<strong>en</strong> voor. Tot slot is er e<strong>en</strong><br />

categorie ‘overig’. Aanvragers die in deze categorie zijn ondergebracht zijn onder andere:<br />

melders die binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale meldkamer, maar waarvan de c<strong>en</strong>tralist niet precies<br />

weet welke functie deg<strong>en</strong>e heeft. Ook kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld verloskundig<strong>en</strong> onder deze categorie<br />

vall<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 36


3.3 Resultat<strong>en</strong><br />

In deze paragraaf zull<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de analyses van de ritformulier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

Er zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal beschrijv<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>. Deze gev<strong>en</strong> informatie over<br />

verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-rit. In eerste instantie zal de informatie van de<br />

ritformulier<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s gepres<strong>en</strong>teerd over de meldingstijd<br />

<strong>en</strong> de aanvrager van de EHTP-rit. Deze gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> digitaal verzameld door UMCG<br />

Ambulancezorg. De resultat<strong>en</strong> in kom<strong>en</strong>de paragraaf zijn vooral beschrijv<strong>en</strong>d van aard <strong>en</strong><br />

tracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de vraagstelling:<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the?<br />

Uit de ritgegev<strong>en</strong>s komt naar vor<strong>en</strong> dat de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgestuurd met e<strong>en</strong> A1<br />

urg<strong>en</strong>tie. Ongeveer 92% van de EHTP-ritt<strong>en</strong> reed uit met e<strong>en</strong> A1-code, de overige acht proc<strong>en</strong>t is<br />

uitgered<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> A2-code.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> naar welke melding er van de c<strong>en</strong>trale meldkamer aan de<br />

ambulance werd doorgegev<strong>en</strong>. Hierbij wordt vaak met CPA- (C<strong>en</strong>trale Post Ambulance-) codes<br />

gewerkt. In tabel 1 staan de codes die het meest voorkwam<strong>en</strong>.<br />

Tabel 1 ‘Meest voorkom<strong>en</strong>de CPA-code’ (n= 159)<br />

CPA-melding (code) n (%)<br />

Onwelwording (570) 52 23,9<br />

Straatongeval (520) 21 9,6<br />

Angina pectoris (318) 15 6,9<br />

Huisongeval (540) 10 4,6<br />

Ademhalingsmoeilijkhed<strong>en</strong> (327) 9 4,1<br />

Hypo (335a) 9 4,1<br />

Epilepsie (341) 9 4,1<br />

Onbek<strong>en</strong>d 34 16,6<br />

Totaal 159 73,9<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 37


Tabel 1 laat zi<strong>en</strong> dat ‘onwelwording<strong>en</strong>’ (code 570) de grootste categorie is (nag<strong>en</strong>oeg e<strong>en</strong> kwart).<br />

Daarna volgt de melding ‘onbek<strong>en</strong>d’ (16%). De derde grootste categorie is de melding<br />

‘straatongeval’ (10%).<br />

Tabel 2 laat zi<strong>en</strong> wat volg<strong>en</strong>s het ambulancepersoneel de red<strong>en</strong> was om de patiënt niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong>.<br />

Tabel 2<br />

‘Red<strong>en</strong> annulering’ (n=218)<br />

n (%)<br />

Ter plaatse behandeld 45 (20,6)<br />

Ge<strong>en</strong> behandeling nodig 58 (26,6)<br />

Patiënt wil ge<strong>en</strong> behandeling 5 (2,3)<br />

Assist<strong>en</strong>tie reanimatie 1 (0,5)<br />

Reanimatie gestaakt 2 (0,9)<br />

Vervoer Mobiel Medisch Team (MMT) 3 (1,4)<br />

Andere opdracht van uit de c<strong>en</strong>trale meldkamer (MKA) 1 (0,5)<br />

Niemand aangetroff<strong>en</strong> 1 (0,5)<br />

Patiënt naar huis vervoerd 1 (0,5)<br />

Assist<strong>en</strong>tie ongeval 1 (0,5)<br />

Ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> 9 (45)<br />

Totaal 218 (100)<br />

Het eerste dat opvalt in tabel 2 is dat de red<strong>en</strong> van annulering van de rit vaak niet of niet goed is<br />

ingevuld op het ritformulier (45%). Dit betek<strong>en</strong>t dat de ambulanceverpleegkundige in die<br />

gevall<strong>en</strong> niet op het ritformulier heeft aangegev<strong>en</strong> wat de red<strong>en</strong> van het uitblijv<strong>en</strong> van vervoer<br />

was. De twee red<strong>en</strong><strong>en</strong> die daarna het meest voorkwam<strong>en</strong> zijn ‘ter plaatse behandeld’ (ruim e<strong>en</strong><br />

vijfde) <strong>en</strong> ‘ge<strong>en</strong> behandeling nodig’ (ruim e<strong>en</strong> kwart). De rest van de categorieën is nauwelijks<br />

als red<strong>en</strong> opgevoerd.<br />

Van de ritformulier<strong>en</strong> is er ook nog bekek<strong>en</strong> of er, behalve e<strong>en</strong> ambulance, ook nog andere<br />

hulpverl<strong>en</strong>ers ter plaatse war<strong>en</strong> of zijn ingelicht. Deze vraag op het ritformulier is ook niet altijd<br />

of niet goed ingevuld door het ambulancepersoneel. Van de 218 ritt<strong>en</strong> is deze vraag bij 159 ritt<strong>en</strong><br />

niet ingevuld. Van de ritt<strong>en</strong> waarbij deze vraag wel is ingevuld was er in 38 gevall<strong>en</strong> al politie<br />

aanwezig. In 7,3% van de gevall<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> huisarts bij de patiënt aanwezig wanneer de<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 38


ambulance aankwam. Dit komt bijvoorbeeld voor wanneer e<strong>en</strong> patiënt reeds ziek thuis was. Bij<br />

verergering van de klacht<strong>en</strong> wordt dan beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>.<br />

Voorgaande gegev<strong>en</strong>s zijn afkomstig van de bekek<strong>en</strong> ritformulier<strong>en</strong>. Hieronder zal dieper<br />

ingegaan word<strong>en</strong> op wie de EHTP-rit heeft aangevraagd. Hiervoor zijn digitale gegev<strong>en</strong>s van<br />

UMCG Ambulancezorg bekek<strong>en</strong>. Van januari tot <strong>en</strong> met augustus 2008 is door de<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st bijgehoud<strong>en</strong> wie de aanvrager van de EHTP-rit was. In de volg<strong>en</strong>de tabel staat<br />

weergegev<strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> van welke aanvrager afkomstig zijn.<br />

Tabel 3<br />

‘Aanvrager van de EHTP-rit in categorieën’ (n=3656)<br />

1e ambulance<br />

Overige CPA<br />

Brandweer<br />

Burger<br />

Huisarts<br />

Instellinge<br />

OvdG<br />

Politie<br />

Overig<br />

Totaal<br />

Januari 15 16 2 305 60 7 1 21 17 444<br />

Februari 12 13 3 282 46 17 21 5 399<br />

Maart 7 14 4 312 71 4 18 10 440<br />

April 21 21 5 293 63 3 1 20 12 439<br />

Mei 32 16 2 330 65 2 10 18 475<br />

Juni 14 14 6 348 58 9 19 13 481<br />

Juli 11 6 3 287 46 6 14 15 388<br />

Augustus 23 11 1 282 50 7 14 5 393<br />

September 9 4 - 141 30 3 7 3 197<br />

Totaal 144 115 26 2580 489 58 2 144 98 3.656<br />

Perc<strong>en</strong>tage 3,9% 3,1% 0,7% 70,6% 13,4% 1,6% 0,1% 3,9% 2,7% 100%<br />

In tabel 3 is te zi<strong>en</strong> dat de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> door de burger zijn aangevraagd (ca. 70%). Dit<br />

kan zowel de patiënt zelf zijn die de hulp van de ambulance inschakelt als ook omstanders,<br />

familie of vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de patiënt. De tweede grootste categorie is de huisarts, die<br />

verantwoordelijk is voor de aanvraag van ongeveer 13% van de EHTP-ritt<strong>en</strong>. Alle andere<br />

categorieën nem<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> klein deel van het totaal van de aanvrag<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is bekek<strong>en</strong> op welk tijdstip de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong>. De meldingstijd is<br />

in tabel 4 in vier categorieën weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 39


Tabel 4<br />

‘Meldingstijd in categorieën’ (n=790)<br />

Tijdstip n (%)<br />

’s nachts (24.00 – 06.00) 103 (13)<br />

’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00-12.00) 198 (25)<br />

’s middags (12.00 – 18.00) 280 (35,4)<br />

’s avonds (18.00 – 24.00) 209 (26,5)<br />

Totaal 790 (100)<br />

De meeste van de EHTP-ritt<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> ’s middags plaats. Verder vond<strong>en</strong> veel ritt<strong>en</strong> ’s avonds<br />

plaats <strong>en</strong> ’s ocht<strong>en</strong>ds plaats, respectievelijk 27% <strong>en</strong> 25%. De minste ritt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ’s nachts<br />

gered<strong>en</strong> (13%).<br />

In aanvulling van voorgaande gegev<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> of de ritt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s kantoorur<strong>en</strong> zijn<br />

aangevraagd of tijd<strong>en</strong>s ANW- (Avond Nacht <strong>en</strong> Week<strong>en</strong>d-) ur<strong>en</strong>. In onderstaande staafdiagram<br />

is de verdeling te zi<strong>en</strong> van het aantal aanvrag<strong>en</strong> per dag per aanvrager. Er is e<strong>en</strong> onderscheid<br />

gemaakt tuss<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> acht uur ’s ocht<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> vijf uur ’s middags<br />

(kantoortijd), van vijf uur tot acht uur ’s ocht<strong>en</strong>d de volg<strong>en</strong>de dag (buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

zaterdag <strong>en</strong> zondag<strong>en</strong> (week<strong>en</strong>d).<br />

10,50<br />

10,00<br />

9,50<br />

9,00<br />

8,50<br />

Week<strong>en</strong>d<br />

Werkdag<strong>en</strong> 8-17<br />

Werkdag<strong>en</strong> 17-8<br />

8,00<br />

7,50<br />

7,00<br />

6,50<br />

6,00<br />

5,50<br />

5,00<br />

4,50<br />

4,00<br />

3,50<br />

3,00<br />

2,50<br />

2,00<br />

1,50<br />

1,00<br />

0,50<br />

0,00<br />

1e Ambu CPA Brandweer Burger Huisarts instelling Ovdg Politie Overig<br />

Figuur 1: Aantal aanvrag<strong>en</strong> per dag per soort aanvrager (n = 3701)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 40


In bov<strong>en</strong>staande figuur is af te lez<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> (9<br />

tot 17 uur) plaatsvond<strong>en</strong> <strong>en</strong> het minst in het week<strong>en</strong>d. In bov<strong>en</strong>staande grafiek kan e<strong>en</strong><br />

onderscheid gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> aanvrag<strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> die van de huisarts,<br />

omdat de aanvrag<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Aanvrag<strong>en</strong> van<br />

de huisarts buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> zijn vanzelfsprek<strong>en</strong>d afkomstig van de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> die<br />

binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> huisarts. 4<br />

De grafiek geeft het absolute aantal ritt<strong>en</strong> weer. In de volg<strong>en</strong>de tabel wordt gekek<strong>en</strong> naar<br />

het gemiddeld aantal ritt<strong>en</strong> per dag (week<strong>en</strong>d, werkdag<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong>).<br />

Tabel 5 ‘Gemiddeld aantal aanvrag<strong>en</strong> per dagdeel’ (n=3701 )<br />

1 e ambulance CPA Burger Huisarts Instelling Politie Overig<br />

Werkdag<strong>en</strong><br />

0,3 0,2 4,4 1,0 0 0,2 0,1<br />

17-8<br />

Werkdag<strong>en</strong> 8-<br />

0,3 0,4 9,8 2,0 0,1 0,8 0,8<br />

17<br />

Zat-zondag<strong>en</strong> 0,6 0,3 5,6 0,8 0,2 0,3 0,3<br />

Burgers hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> werkdag buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer vier ritt<strong>en</strong> per dag<br />

aangevraagd, binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is dat ongeveer 10 ritt<strong>en</strong> per dag. De huisarts heeft tijd<strong>en</strong>s<br />

ANW- (Avond Nacht <strong>en</strong> Week<strong>en</strong>d-) ur<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> per dag gemiddeld één rit aan <strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> gemiddeld twee ritt<strong>en</strong> aangevraagd. Absoluut gezi<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> er dus meer<br />

ritt<strong>en</strong> overdag plaats.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Uit de ritformulier<strong>en</strong> blijkt dat de meeste ritt<strong>en</strong> ’s middags <strong>en</strong> ’s avonds hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />

Uit de digitale gegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg kwam verder naar vor<strong>en</strong> dat de meeste<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> doordeweeks hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangevraagd werd<strong>en</strong> door burgers.<br />

4 In Bijlage 4 staan de gegev<strong>en</strong>s nog weergegev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tabel met de absolute aantall<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 41


4 Wat zijn de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame?<br />

4.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk zal naar e<strong>en</strong> aantal mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

in Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>. In 4.2 wordt begonn<strong>en</strong> met het Socio-behavioral model van<br />

Anders<strong>en</strong> (1973). Dit model bestaat uit e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> die de vraag naar zorg tracht te<br />

voorspell<strong>en</strong> dan wel te verklar<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> aantal van deze factor<strong>en</strong> wordt verwacht dat ze van<br />

invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame van de EHTP-ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn in het theoretisch model geplaatst.<br />

De methode van onderzoek wordt besprok<strong>en</strong> in 4.3. Hier komt zowel de opzet van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst aan de orde als ook hoe de interviews met sleutelfigur<strong>en</strong> tot stand zijn gekom<strong>en</strong>. Tot<br />

slot word<strong>en</strong> in de laatste paragraaf de resultat<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 42


4.2 Theoretisch model<br />

In het kom<strong>en</strong>de hoofdstuk zal gezocht word<strong>en</strong> naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> gesignaleerd door UMCG Ambulancezorg. Aan de hand van het Sociobehavioral<br />

model van Anders<strong>en</strong> (1960) <strong>en</strong> de hiervoor besprok<strong>en</strong> internationale onderzoek<strong>en</strong>,<br />

zal gezocht word<strong>en</strong> naar determinant<strong>en</strong> die het zorggebruik kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. Eerst zal dit<br />

gedragsmodel dat zorggebruik tracht te voorspell<strong>en</strong> dan wel te verklar<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s zal dit model, met behulp van andere bronn<strong>en</strong>, toegepast word<strong>en</strong> op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Hieruit volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal vraagstelling<strong>en</strong> waarop in de resultat<strong>en</strong><br />

paragraaf getracht wordt e<strong>en</strong> antwoord te formuler<strong>en</strong>.<br />

4.2.1 Socio-behavioral model<br />

Anders<strong>en</strong> (1973) heeft e<strong>en</strong> gedragsmodel ontwikkeld waarmee het zorggebruik in het algeme<strong>en</strong><br />

voorspeld kan word<strong>en</strong>. Del<strong>en</strong> van dit model kunn<strong>en</strong> mogelijk gebruikt word<strong>en</strong> om de vraag<br />

naar spoedzorg <strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gesimplificeerde versie van het model staat<br />

hieronder weergegev<strong>en</strong>.<br />

Predisposing Enabling Need Use of<br />

Characteristics Resources factors Health services<br />

Demographic Personal/ family Perceived<br />

&<br />

Social Structure Community Evaluated<br />

Health beliefs<br />

Figuur 2: The initial behavior model Anders<strong>en</strong> (1960)<br />

Het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong> & Newman 1973; Aday & Anders<strong>en</strong>, 1974;<br />

Anders<strong>en</strong>, 1995) is vanaf 1960 regelmatig aangepast <strong>en</strong> aangevuld (zie bijlage 2 voor de meest<br />

rec<strong>en</strong>te versie). Het eerste model is ontwikkeld om het gebruik van gezondheidszorg van<br />

gezinn<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>. Omdat het te ingewikkeld werd rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de<br />

heterog<strong>en</strong>iteit die er bestaat tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de familieled<strong>en</strong> is het individu nu gekoz<strong>en</strong> als<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 43


onderzoekse<strong>en</strong>heid. Het model is in de loop der jar<strong>en</strong> echter niet vaak verklar<strong>en</strong>d gebruikt maar<br />

is vooral als determinant<strong>en</strong> model gebruikt, om gebruik van de gezondheidszorg te kunn<strong>en</strong><br />

voorspell<strong>en</strong> (Vingilis, Wade <strong>en</strong> Seeley, 2007; MacKian, Bedri <strong>en</strong> Lovel, 2004; Enk van, 2002).<br />

To<strong>en</strong> het model in 1960 werd ontwikkeld was e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het gebruik van<br />

gezondheidszorg e<strong>en</strong> belangrijk beleidsdoel (de kost<strong>en</strong> van de gezondheidszorg war<strong>en</strong> op dat<br />

mom<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> issue zoals nu het geval is). Toch di<strong>en</strong>t het model ge<strong>en</strong> normatief doel. Het doel<br />

van het model is condities te ontdekk<strong>en</strong> die gebruik van zorg faciliter<strong>en</strong> dan wel belemmer<strong>en</strong>.<br />

Het model van Anders<strong>en</strong> heeft drie basis categorieën: predisponer<strong>en</strong>de karakteristiek<strong>en</strong><br />

(predisposing characteristics), faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> (<strong>en</strong>abling resources) <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong><br />

(need factors).<br />

De eerste categorie bestaat uit karakteristiek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu die invloed hebb<strong>en</strong> op<br />

het gebruik van gezondheidszorg (predisposing factors). Dit zijn persoonlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die<br />

mede bepal<strong>en</strong> of iemand gebruik maakt van de gezondheidszorg of niet (Volkers, Bus, <strong>en</strong> Uiters,<br />

2007). Deze zog<strong>en</strong>aamde predisponer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> bestaan onder meer uit demografische<br />

factor<strong>en</strong> zoals geslacht, leeftijd <strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> sociaal structurele factor<strong>en</strong> zoals opleiding,<br />

beroep <strong>en</strong> etniciteit.<br />

De tweede compon<strong>en</strong>t bestaat uit faciliter<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> (<strong>en</strong>abling resources), welke het<br />

ontvang<strong>en</strong> van gezondheidszorg mogelijk mak<strong>en</strong>. Dit zijn factor<strong>en</strong> die de toegang tot de zorg<br />

vergemakkelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoeveelheid ontvang<strong>en</strong> zorg bepal<strong>en</strong>. Hier gaat het er ondermeer om<br />

dat patiënt<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>.<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> zijn onder andere: inkom<strong>en</strong>, zorgverzekering <strong>en</strong> sociale relaties.<br />

Pot<strong>en</strong>tiële toegang tot de gezondheidszorg wordt gedefinieerd als het aanwezig zijn van<br />

voldo<strong>en</strong>de faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> meer faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> ter beschikking staan neemt<br />

de kans om zorg te gebruik<strong>en</strong> toe. De toegang tot de zorg of patiënttevred<strong>en</strong>heid zijn hier<br />

overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> onderwerp van studie.<br />

Er wordt in dit onderzoek vanuit gegaan dat iedere<strong>en</strong> in Nederland gelijke toegang tot<br />

ambulancezorg heeft. Omdat in Nederland iedere<strong>en</strong> verplicht voor zorg verzekerd is <strong>en</strong><br />

inkom<strong>en</strong> naar verwachting ge<strong>en</strong> grote rol speelt in de overweging die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong> of niet (in verband met de spoed, <strong>en</strong> de stress die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op dat<br />

mom<strong>en</strong>t ervar<strong>en</strong>), zal er niet naar de invloed van inkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> in dit model.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 44


De derde <strong>en</strong> laatste compon<strong>en</strong>t bestaat uit behoefte factor<strong>en</strong> (need factors). Behoefte aan<br />

zorg is afhankelijk van de aard <strong>en</strong> de ernst van de ziekte. Het model houdt rek<strong>en</strong>ing met de<br />

wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de behoefte waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe symptom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. De ernst van<br />

de aando<strong>en</strong>ing is de meest directe oorzaak van gezondheidszorg gebruik (Anders<strong>en</strong> &<br />

Newman, 1973). Patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> acute aando<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> tijd om te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

bepaalde dokter of ziek<strong>en</strong>huis. Ze moet<strong>en</strong> zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde ziek<strong>en</strong>huis<br />

<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ervoor kiez<strong>en</strong> of ze met eig<strong>en</strong> vervoer gaan of dat ze 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

ambulance. In het ziek<strong>en</strong>huis zi<strong>en</strong> ze dan wel welke arts er di<strong>en</strong>st heeft. Omdat tijd e<strong>en</strong> cruciale<br />

factor is, is de eerste keuze hier simpelweg de beste (Slob, 2006). De behoefte compon<strong>en</strong>t wordt<br />

gezi<strong>en</strong> als de meest rechtstreekse oorzaak van zorggebruik <strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

behoefte door de patiënt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geëvalueerde behoefte door de professional (bijvoorbeeld de<br />

ambulanceverpleegkundige). De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zorgbehoefte wordt vastgesteld door te met<strong>en</strong><br />

hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> gezondheid <strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Deze waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (verwachte)<br />

zorgbehoefte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de daadwerkelijke objectieve<br />

zorgbehoefte maar ook van bijvoorbeeld voorlichting <strong>en</strong> financiële prikkels. De geëvalueerde<br />

behoefte repres<strong>en</strong>teert de professionele beoordeling over iemands gezondheidsstatus <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s<br />

behoefte aan medische zorg. Wanneer de patiënt aandringt op medische spoedeis<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong><br />

er sprake is van e<strong>en</strong> discrepantie tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte van de patiënt <strong>en</strong> de<br />

geëvalueerde behoefte door de professional, is er wellicht op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep<br />

gedaan op de ambulancezorg. Deze onterechte vraag van de patiënt kan zich vertal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit bij de ambulancezorg. Daarom zou het interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of deze twee<br />

vorm<strong>en</strong> van behoefte (waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> geëvalueerde) ook daadwerkelijk van elkaar verschill<strong>en</strong><br />

bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Er zijn verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> die zorggebruik tracht<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong> dan wel te<br />

verklar<strong>en</strong>. Deze modell<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> altijd echter naar zorggebruik in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet specifiek<br />

naar spoed-zorggebruik. Er is voor het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> omdat<br />

het e<strong>en</strong> veelgebruikt model is <strong>en</strong> alles omvatt<strong>en</strong>d is. Ook het model van Anders<strong>en</strong> kijkt niet<br />

specifiek naar spoedzorg maar doordat het e<strong>en</strong> zeer uitgebreid model is kan het toegepast<br />

word<strong>en</strong> op de spoedzorg. De factor<strong>en</strong> die naar verwachting e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de invloed op de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de paragraaf besprok<strong>en</strong>. De<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> zijn rechtstreeks afkomstig uit het model van Anders<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 45


echter ook twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die specifiek gericht zijn op de to<strong>en</strong>ame van<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

4.2.2 Model toegepast op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Hieronder zal het model van Anders<strong>en</strong> aangepast word<strong>en</strong> zodat gekek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> naar de<br />

invloed van e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> op de vraag naar spoedzorg dan wel op het aantal gered<strong>en</strong><br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

De patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> die in het theoretisch model zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn<br />

leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat. De faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> die in het model word<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn 06-bezit <strong>en</strong> regio. Tot slot wordt er bij de behoefte factor<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar<br />

bepaalde (chronische) klacht<strong>en</strong> die voorkom<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit. In het model van Anders<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> invloed op de<br />

faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op hun beurt weer invloed op de<br />

behoefte factor<strong>en</strong>. Naar deze relaties zal in het theoretisch model niet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De drie<br />

compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (patiëntkarakteristiek<strong>en</strong>, faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong>) staan in het<br />

theoretisch model dus niet naast elkaar maar onder elkaar. Het theoretisch model staat op de<br />

volg<strong>en</strong>de pagina weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 46


Theoretisch model:<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

• Leeftijd<br />

• Geslacht<br />

• Burgerlijke staat<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

• 06-bezit<br />

• Regio<br />

Aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

• Bepaalde klacht<strong>en</strong><br />

(chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)<br />

Figuur 3:<br />

Theoretisch model<br />

De verwachte invloed die de factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model hebb<strong>en</strong> op de to<strong>en</strong>ame van het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt hierna besprok<strong>en</strong>. Aan het eind van elke bespreking wordt e<strong>en</strong><br />

vraagstelling geformuleerd.<br />

4.2.3 Factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

Leeftijd<br />

Aan de patiëntkarakteristiek ‘leeftijd’ word<strong>en</strong> twee vraagstelling<strong>en</strong> gekoppeld. De eerste<br />

vraagstelling gaat in op de verwachting dat door het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantal ouder<strong>en</strong> (vergrijzing) in<br />

Nederland <strong>en</strong> met name ook in Dr<strong>en</strong>the (De Beer <strong>en</strong> Verweij, 2007) e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

tot gevolg kan hebb<strong>en</strong>. De tweede vraagstelling formuleert juist de vraag of er meer<br />

jonger<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit wat mogelijk kan wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 47


Nu zal eerst gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke invloed de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the op het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>. Uit vele onderzoek<strong>en</strong> blijkt dat ouder<strong>en</strong> relatief e<strong>en</strong> groter beroep do<strong>en</strong><br />

op de zorg dan jonger<strong>en</strong> (RIVM, 2002; 2005). Ouder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans op het krijg<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing, beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gevolg daarvan is e<strong>en</strong> verhoogd gebruik van<br />

zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (Lindert van, & Kerkstra, 2003). Sinds 2000 is het volume van de<br />

ouder<strong>en</strong>zorg jaarlijks met gemiddeld 4% gegroeid. De groei van de ouder<strong>en</strong>zorg sluit aan bij de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing. Op 1 januari 2001 telde Nederland 2,17 miljo<strong>en</strong> 65-plussers, op 1<br />

januari 2007 war<strong>en</strong> dat er al 2,37 miljo<strong>en</strong> (CBS, 2007). De sterkst vergrijsde provincies zijn<br />

Zeeland, Limburg <strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the (CBS, 2006). In het ‘Regionaal Ambulance Plan 2008-2011’ van de<br />

Regionale Ambulance Voorzi<strong>en</strong>ing Fryslân word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de epidemiologische<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie noordelijke provincies (Groning<strong>en</strong>, Friesland, Dr<strong>en</strong>the)<br />

vergelek<strong>en</strong>, waaronder de leeftijdsopbouw. Hierin is te lez<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> opzichte van het<br />

Nederlands gemiddelde meer 65 t/m 74 jarige in Dr<strong>en</strong>the won<strong>en</strong> namelijk; 8.4% teg<strong>en</strong>over 7,9%.<br />

Dit geldt ook voor de 75-plussers, 7,2% teg<strong>en</strong>over 6,6%. En van de drie noordelijke provincies<br />

heeft Dr<strong>en</strong>the bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de meeste 65 t/m 74-jarige <strong>en</strong> 75-plussers, respectievelijk 9,1 <strong>en</strong> 7,5%.<br />

Hierbij is het belangrijk te vermeld<strong>en</strong> dat voor de ambulancezorg geldt dat 65-plussers ongeveer<br />

45% van de zorguitgav<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>. De verwachting voor Dr<strong>en</strong>the is dat in 2010<br />

16,6% van de totale bevolking dan 65 jaar of ouder is <strong>en</strong> in 2020 zal dit perc<strong>en</strong>tage zelfs gesteg<strong>en</strong><br />

zijn naar 19,8% (ABF Primos in Regionaal Ambulance Plan 2008-2011). Mogelijke oorzaak van<br />

deze vergrijzing is dat financieel draagkrachtige gep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong> naar Dr<strong>en</strong>the verhuiz<strong>en</strong> om<br />

nog te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de bosrijke <strong>en</strong> rustige omgeving (Fokkema, 2003). Voor deze ontwikkeling is<br />

e<strong>en</strong> speciale term in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> namelijk ‘Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ier<strong>en</strong>’.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 48


Vanwege de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de daardoor to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag die op de<br />

zorg wordt gedaan kan dan verwacht word<strong>en</strong> dat door e<strong>en</strong> stijging van het aantal ouder<strong>en</strong> het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Naar aanleiding van bov<strong>en</strong>staande informatie is de vierde<br />

vraagstelling geformuleerd.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

In het onderzoek van Billittier et al. (1996) kwam echter naar vor<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> jonger dan 40<br />

jaar eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de ambulancezorg op onterechte grond<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van<br />

alternatief vervoer wordt g<strong>en</strong>oemd als de meest voorkom<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> voor ambulancetransport.<br />

In het onderzoek komt naar vor<strong>en</strong> dat onder de 40 jaar meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij onterecht<br />

ambulancevervoer betrokk<strong>en</strong> zijn. De red<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> dan niet over eig<strong>en</strong> vervoer beschikt <strong>en</strong><br />

daarvoor eerder onterecht e<strong>en</strong> ambulance inschakelt lijkt dan niet meer voldo<strong>en</strong>de oorzaak.<br />

Mogelijk is er nog iets anders aan de hand. Bijvoorbeeld dat (jongere) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder hulp<br />

zoek<strong>en</strong> voor minder serieuze klacht<strong>en</strong>. Mogelijk is er e<strong>en</strong> zekere m<strong>en</strong>taliteitsverandering aan de<br />

gang waardoor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, ook bij niet spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong>. Juist bij EHTP-ritt<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> dergelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering zich kunn<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>.<br />

Aan de telefoon klink<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> van de patiënt ernstig, echter wanneer het<br />

ambulancepersoneel de patiënt lichamelijk heeft onderzocht blijkt vervoer naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

niet nodig. De verwachting is dat als er daadwerkelijk sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

deze het eerst te signaler<strong>en</strong> is onder jonger<strong>en</strong>. Dit resulteert in de volg<strong>en</strong>de vraagstelling:<br />

Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 49


Geslacht<br />

De tweede patiënt karakteristiek die in het theoretisch model opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt is ‘geslacht’. Dit<br />

omdat blijkt dat vrouw<strong>en</strong> meer gebruik mak<strong>en</strong> van zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> (Lindert<br />

van, Droomers <strong>en</strong> Westert, 2004). De belangrijkste red<strong>en</strong> hiervoor is dat vrouw<strong>en</strong> gemiddeld<br />

ouder word<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> (Wong, Kommer <strong>en</strong> Polder, 2008). Vooral op oudere leeftijd neemt<br />

het zorggebruik van vrouw<strong>en</strong> sterk toe. Door de lange(re) lev<strong>en</strong>sduur van vrouw<strong>en</strong> zijn oudere<br />

vrouw<strong>en</strong> vaker alle<strong>en</strong>staand <strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> partner die mantelzorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, waardoor ze<br />

vaker e<strong>en</strong> beroep moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op de formele zorg. Naar de invloed van leeftijd wordt al<br />

gekek<strong>en</strong> bij de vorige vraagstelling<strong>en</strong>. Maar het blijkt ook dat mann<strong>en</strong> minder acute klacht<strong>en</strong><br />

over gezondheidsproblem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> (NIVEL/RIVM, 2004). Het zou kunn<strong>en</strong> dat<br />

vrouw<strong>en</strong> dus eerder hun klacht<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> <strong>en</strong> actie ondernem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor eerder bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn. De vraagstelling die bij deze verwachting hoort staat hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

Burgerlijke staat<br />

De derde <strong>en</strong> laatste patiëntkarakteristiek die in het model wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is de ‘burgerlijke<br />

staat’ van de patiënt. In het rapport ‘Sociale verschill<strong>en</strong> in zorggebruik <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong> in<br />

Nederland 2003’ van het RIVM (2007) in sam<strong>en</strong>werking met het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum<br />

Rotterdam komt naar vor<strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>levingsvorm invloed heeft op het zorggebruik (Kunst,<br />

Meerding, Var<strong>en</strong>ik, Polder <strong>en</strong> Mack<strong>en</strong>bach, 2007). Zo wordt aangegev<strong>en</strong> dat er meer zorg<br />

g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> wordt door gescheid<strong>en</strong> of verweduwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong>persoonshuishoud<strong>en</strong>s. Bij ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele onderzochte zorgvoorzi<strong>en</strong>ing wordt meer<br />

zorggebruik gesignaleerd bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die gehuwd zijn <strong>en</strong>/of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>. Feit is wel dat hier<br />

niet gekek<strong>en</strong> is naar ambulancezorg als zorgvoorzi<strong>en</strong>ing. Zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die wel in het<br />

onderzoek zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn onder andere: RIAGG, GGZ, ziek<strong>en</strong>huisovernachting,<br />

wijkverpleging, alternatieve g<strong>en</strong>eeswijz<strong>en</strong>, huisarts, tandarts <strong>en</strong> fysiotherapie. Wanneer deze<br />

patron<strong>en</strong> van zorggebruik ook geld<strong>en</strong> voor het gebruik van EHTP-ritt<strong>en</strong> kan verwacht word<strong>en</strong><br />

dat er relatief veel verweduwd<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. Dit omdat ze<br />

niet iemand hebb<strong>en</strong> die (mantel-) zorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong> maar op zichzelf zijn aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarom eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op professionele zorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 50


De ambulancezorg heeft echter wel e<strong>en</strong> volledig ander karakter dan zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

als de huisarts, tandarts <strong>en</strong> fysiotherapie. Bij de ambulancezorg komt bij de patiënt (<strong>en</strong> ook bij<br />

omstanders <strong>en</strong> familieled<strong>en</strong>) meer stress kijk<strong>en</strong> omdat er e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d gezondheidsprobleem<br />

zich voordoet. De keuze voor e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er moet dan snel gemaakt word<strong>en</strong>. Door dit andere<br />

karakter van zorg kan juist ook verwacht word<strong>en</strong> dat getrouwde <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

meer betrokk<strong>en</strong> zijn bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. Dit omdat partners <strong>en</strong> familieled<strong>en</strong> wellicht eerder in<br />

paniek rak<strong>en</strong> wanneer ze het idee hebb<strong>en</strong> dat het niet goed gaat met de gezondheid van hun<br />

partner. Vanwege de twee bov<strong>en</strong>staande verwachting<strong>en</strong> zal er algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> of<br />

person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker bij EHTP-ritt<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>. Naar<br />

verwachting kunn<strong>en</strong> dit zowel getrouwde als sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn als alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verweduwd<strong>en</strong>. De vraagstelling die hier bij hoort staat hieronder weergegev<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

dan ander<strong>en</strong>?<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

In het theoretisch model word<strong>en</strong> twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (06-bezit <strong>en</strong> regio). De<br />

eerste die besprok<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> is het 06-bezit.<br />

Gebruik mobiele telefonie<br />

E<strong>en</strong> mogelijk voor de hand ligg<strong>en</strong>de oorzaak waarom het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> zo sterk is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> is dat meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele<br />

telefoon <strong>en</strong> ze dus makkelijker 1-1-2 kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> ongeacht de plek waar ze zich bevind<strong>en</strong>.<br />

Omdat er juist in de laatste jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> UMCG<br />

Ambulancezorg zichtbaar is wodt verwacht dat ook het aantal mobiele telefoongebruikers<br />

ev<strong>en</strong>redig sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet zijn in dit tijdsbestek. E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling daarbij is<br />

dat steeds meer Nederlanders hun vaste lijn opzegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mobiel<br />

nummer. Dit blijkt uit de ICT Consumer Monitor, e<strong>en</strong> onderzoek onder 1700 huishoud<strong>en</strong>s. 5 Of<br />

het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de 06-bezit ook daadwerkelijk e<strong>en</strong> oorzaak kan zijn van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt onderzocht met de volg<strong>en</strong>de vraagstelling.<br />

5 http://www.telecomwereld.nl/n0001179.htm Geraadpleegd op: 03-04-2008<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 51


Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele<br />

telefoon?<br />

Regio<br />

De andere faciliter<strong>en</strong>de bron die in het theoretisch model wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is de ‘regio’ waar<br />

de betrokk<strong>en</strong>e van e<strong>en</strong> EHTP-rit woont. Er is voor gekoz<strong>en</strong> regio als faciliter<strong>en</strong>de bron aan te<br />

merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet als patiëntkarakteristiek omdat het binn<strong>en</strong> dit onderzoek gaat om de groep<br />

bewoners in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong> individuele eig<strong>en</strong>schap is.<br />

Er bestaan in Nederland aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> in gezondheid naar Sociaal-<br />

Economische Status (SES). SES wordt vaak bepaald aan de hand van opleiding, inkom<strong>en</strong> of<br />

beroepsniveau. Lager opgeleid<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gemiddeld respectievelijk 4,9 jaar<br />

<strong>en</strong> 2,6 jaar korter dan hoog opgeleid<strong>en</strong>. Het gemiddelde verschil in het aantal jar<strong>en</strong> dat in<br />

minder goede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs ongeveer ti<strong>en</strong> jaar (Van der Lucht, 2006).<br />

Niet alle<strong>en</strong> in Nederland maar ook binn<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the blijk<strong>en</strong> er verschill<strong>en</strong> in SES te zijn. Met<br />

betrekking tot de sociaal economische status is er in Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> geografische verschil te zi<strong>en</strong>: in<br />

Noord Dr<strong>en</strong>the is het perc<strong>en</strong>tage laag opgeleid<strong>en</strong> het laagst <strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the het hoogst.<br />

Daarnaast is het perc<strong>en</strong>tage hoog opgeleid<strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the het laagst. Midd<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the<br />

neemt e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>positie in (Kooi van der et al, 2008). Het blijkt dat in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the de<br />

bevolking niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief lage opleiding heeft, maar ook het inkom<strong>en</strong> er relatief lager is<br />

<strong>en</strong> de werkloosheid relatief hoog (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2004). Ook komt in verschill<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong><br />

over gezondheidsverschill<strong>en</strong> de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the minder goed uit de bus dan de rest van<br />

de provincie (Witt de, et al., 2008). Zo zijn in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the relatief gezi<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

mann<strong>en</strong> met overgewicht dan in de rest van Dr<strong>en</strong>the (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2006). Verder ligt de sterfte<br />

aan hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the bij mann<strong>en</strong> ruim 20% bov<strong>en</strong> het landelijk<br />

gemiddelde <strong>en</strong> bij vrouw<strong>en</strong> 2% bov<strong>en</strong> het landelijk gemiddelde (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2006). In<br />

vergelijking met de andere twee regio’s in Dr<strong>en</strong>the overlijd<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the<br />

ook vaker aan hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> (Witt de, 2008).<br />

Het effect van SES op het gebruik van zorg is tweeledig. Enerzijds leidt e<strong>en</strong> hogere SES<br />

tot e<strong>en</strong> betere gezondheidstoestand, waardoor minder zorggebruik nodig is. Anderzijds leidt,<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 52


volg<strong>en</strong>s sommige studies, e<strong>en</strong> hogere SES tot meer vraag naar specialistische zorg, bij e<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> gezondheidsstatus (Sadiraj & Groot, 2006). Oftewel: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage SES gaan<br />

vaker naar de huisarts, terwijl m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge SES vaker naar de specialist gaan. Dit komt<br />

ook in onderzoek van het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek naar vor<strong>en</strong> dat ook het contact met<br />

de huisarts in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the hoger dan in de rest van Nederland (CBS, 2001). Per<br />

saldo resulteert desalniettemin e<strong>en</strong> lager zorggebruik bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere SES.<br />

De verwachting is dat er in de regio Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong><br />

vanwege de lagere sociaal economische status van de inwoners <strong>en</strong> het verhoogde zorggebruik<br />

wat daar mee sam<strong>en</strong>hangt. De vraagstelling die hierbij geformuleerd is staat hieronder:<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

plaats dan in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

Aan de behoefte factor in het theoretisch model zull<strong>en</strong> twee vraagstelling<strong>en</strong> gekoppeld word<strong>en</strong>.<br />

De eerste gaat na of er verschil is tuss<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> die de professional heeft gerapporteerd op<br />

de ritgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft gerapporteerd op de vrag<strong>en</strong>lijst. De tweede<br />

vraagstelling bekijkt of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische ziektegeschied<strong>en</strong>is meer betrokk<strong>en</strong> zijn bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Discrepantie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (patiënt) <strong>en</strong> geëvalueerde (ambulanceverpleegkundige)<br />

zorgbehoefte<br />

Anders<strong>en</strong> stelt dat de ernst van de aando<strong>en</strong>ing de meest directe oorzaak is van gezondheidszorg<br />

gebruik (Anders<strong>en</strong> <strong>en</strong> Newman, 1973). De behoeftecompon<strong>en</strong>t wordt daarmee gezi<strong>en</strong> als de<br />

meest rechtstreekse oorzaak van zorggebruik <strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de<br />

patiënt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geëvalueerde behoefte door de professional (de ambulance verpleegkundige). De<br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zorgbehoefte wordt vastgesteld door te met<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> gezondheid<br />

<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de patiënt is vooral e<strong>en</strong> sociaal f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>.<br />

Deze waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (verwachte) zorgbehoefte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de<br />

daadwerkelijke objectieve zorgbehoefte maar ook van bijvoorbeeld voorlichting <strong>en</strong> financiële<br />

prikkels. De geëvalueerde behoefte repres<strong>en</strong>teert de professionele beoordeling over iemands<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 53


gezondheidsstatus <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s behoefte aan medische zorg. Deze geëvalueerde behoefte is<br />

daardoor ook sterk afhankelijk van onder andere de training <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties van de<br />

professional (de ambulanceverpleegkundige). Wanneer de patiënt aandringt op medische<br />

spoedeis<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong> er sprake is van e<strong>en</strong> discrepantie tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte van de<br />

patiënt <strong>en</strong> de geëvalueerde behoefte door de professional, is er wellicht op onterechte grond<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> beroep gedaan op de ambulancezorg. Deze onterechte vraag van de patiënt kan zich<br />

vertal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit bij de ambulancezorg. Daarom zou het interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of<br />

deze twee vorm<strong>en</strong> van behoefte (waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> geëvalueerde) ook daadwerkelijk van elkaar<br />

verschill<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. De verwachting is dat bij e<strong>en</strong> EHTP-rit de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte<br />

door de patiënt niet overe<strong>en</strong>komt met de geëvalueerde behoefte door de professional. De<br />

assumptie die hier bij gemaakt wordt is dat de patiënt 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance belde met het<br />

idee vervoerd te word<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis. De ambulanceverpleegkundige heeft bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit echter beslist dat vervoer naar het ziek<strong>en</strong>huis niet noodzakelijk is. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

behoefte door de patiënt komt op dat mom<strong>en</strong>t niet overe<strong>en</strong> met de geëvalueerde behoefte door<br />

de ambulanceverpleegkundige. De verwachting is dat de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft<br />

aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst niet overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de gerapporteerde klacht<strong>en</strong> door de<br />

ambulanceverpleegkundige op het ritformulier. Om dit te onderzoek<strong>en</strong> zal er gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

of er bepaalde klacht<strong>en</strong> zijn die bij betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> EHTP-rit vaak voor kom<strong>en</strong>.<br />

Hiervoor is de volg<strong>en</strong>de vraagstelling opgesteld:<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

De tweede vraagstelling die gekoppeld is aan de behoefte factor gaat in op het wel of niet<br />

voorkom<strong>en</strong> van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onder patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit.<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die gezondheidsproblem<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> zijn het meest<br />

g<strong>en</strong>eigd gebruik te mak<strong>en</strong> van de gezondheidszorg in de toekomst (Anders<strong>en</strong> & Newman,<br />

2005). E<strong>en</strong> slechtere gezondheidsstatus heeft e<strong>en</strong> direct positief effect op het gebruik dat<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 54


gemaakt wordt van allerlei gezondheidszorg voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong>, 1973; Hershey, Luft <strong>en</strong><br />

Gianaris, 1975; Hulka <strong>en</strong> Wheath, 1985). Vooral m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met meerdere chronische ziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ouder<strong>en</strong> met meerdere chronische condities <strong>en</strong> gebrek<strong>en</strong> do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot beroep op de zorg<br />

(Johans<strong>en</strong>, Nair <strong>en</strong> Bond, 1994). Het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing in<br />

Nederland neemt toe, één van de oorzak<strong>en</strong> hiervan is de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing. Met de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing <strong>en</strong> het steeds ouder word<strong>en</strong> van de Nederlandse bevolking neemt het<br />

aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing ook steeds toe. De verwachting is daarom dat<br />

patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing relatief vaak betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Vraagstelling 11: Zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing vaker betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing?<br />

Concluder<strong>en</strong>d: Naar verwachting zorg<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>:<br />

- leeftijd<br />

- geslacht<br />

- burgerlijke staat<br />

- 06-bezit<br />

- regio (Zuidoost Dr<strong>en</strong>the)<br />

- discrepantie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte (patiënt) <strong>en</strong> geëvalueerde behoefte (professional)<br />

- ziektegeschied<strong>en</strong>is (chronische aando<strong>en</strong>ing)<br />

In de resultat<strong>en</strong> paragraaf waar de vraagstelling<strong>en</strong> behandeld word<strong>en</strong> zal gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of er<br />

aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat bov<strong>en</strong>staande factor<strong>en</strong> ook daadwerkelijk van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 55


4.3 Methode<br />

In de kom<strong>en</strong>de paragraaf wordt eerst de opzet van de vrag<strong>en</strong>lijst besprok<strong>en</strong>. Naast de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn er ook andere bronn<strong>en</strong> gebruikt bij het beantwoord<strong>en</strong> van de vraagstelling<strong>en</strong> uit<br />

het theoretisch model. De verschill<strong>en</strong>de databronn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eerst besprok<strong>en</strong> waarna<br />

vervolg<strong>en</strong>s per vraagstelling de methode van onderzoek kort uite<strong>en</strong>gezet wordt. Tot slot wordt<br />

de opzet van de interviews met de sleutelfigur<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

4.3.1 Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Met behulp van de k<strong>en</strong>nis die is opgedaan aan de hand van het literatuuronderzoek <strong>en</strong> de<br />

verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de analyse van de digitale gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de formulier<strong>en</strong> over de EHTP-ritt<strong>en</strong>, is – in<br />

sam<strong>en</strong>werking met e<strong>en</strong> onderzoeker van het onderzoeksbureau Toegepast Gezondheids-<br />

Onderzoek (TGO) – e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst opgesteld. Het doel van de vrag<strong>en</strong>lijst was om onder andere<br />

inzicht te krijg<strong>en</strong> in de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Daarnaast<br />

verschafte de vrag<strong>en</strong>lijst inzicht in de situaties waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ambulance<br />

<strong>en</strong> waarom ze uiteindelijk toch niet naar het ziek<strong>en</strong>huis zijn vervoerd.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst is verspreid onder patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> Eerste Hulp Ter<br />

Plaatse (EHTP) –rit in de provincie Dr<strong>en</strong>the van eind juli tot <strong>en</strong> met begin november in 2008. De<br />

patiënt kreeg de vrag<strong>en</strong>lijst mee in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>veloppe <strong>en</strong> kon de vrag<strong>en</strong>lijst thuis invull<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

retourner<strong>en</strong> naar het onderzoeksbureau in e<strong>en</strong> bijgeleverde portvrije retour<strong>en</strong>veloppe. Bij het<br />

verdel<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> over de twaalf ambulancepost<strong>en</strong> van UMCG Ambulancezorg in<br />

Dr<strong>en</strong>the is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de gemiddelde hoeveelheid EHTP-ritt<strong>en</strong> per post. Uit<br />

gegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg blijkt dat met name Ass<strong>en</strong> <strong>en</strong> Emm<strong>en</strong> veel EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>, daarna kom<strong>en</strong> Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Meppel.<br />

Er zijn op alle ambulancepost<strong>en</strong> lijst<strong>en</strong> neergelegd waarop m<strong>en</strong> moest aangev<strong>en</strong> wat de<br />

red<strong>en</strong> was als ze de vrag<strong>en</strong>lijst niet aan e<strong>en</strong> patiënt mee hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Aan deze lijst<strong>en</strong> zou<br />

naderhand ook afgelez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hoeveel vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> er zijn uitgedeeld door het<br />

ambulancepersoneel. Hoewel het de bedoeling was dat het ambulancepersoneel hierop zou<br />

aangev<strong>en</strong> wat de red<strong>en</strong> was als ze ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> uitgereikt, is dit niet gebeurd. Deze<br />

lijst<strong>en</strong> zijn niet goed ingevuld waardoor het niet mogelijk is de respons van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> vast<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 56


te stell<strong>en</strong>. Wel beschikt UMCG Ambulancezorg zelf over gegev<strong>en</strong>s over het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

dat er in e<strong>en</strong> maand heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Gemiddeld vind<strong>en</strong> er zo’n 350 ritt<strong>en</strong> per maand<br />

plaats (digitale gegev<strong>en</strong>s UMCG Ambulancezorg, 2007). In e<strong>en</strong> periode van ongeveer drie<br />

maand<strong>en</strong> zijn er 152 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> geretourneerd. Omdat er in drie maand<strong>en</strong> gemiddeld 1050<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> gered<strong>en</strong> zijn kan dit er op duid<strong>en</strong> dat er vermoedelijk sprake is van e<strong>en</strong> lage<br />

respons.<br />

Het eerste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst bestond uit vrag<strong>en</strong> over de gegev<strong>en</strong>s van de EHTP-rit<br />

zoals het tijdstip waarop de rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plaats waar de patiënt zich<br />

to<strong>en</strong>tertijd bevond. Deel twee van de vrag<strong>en</strong>lijst bestond uit ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong>. Van de patiënt werd<br />

gevraagd per vraag het antwoord aan te kruis<strong>en</strong> dat het meest overe<strong>en</strong>komt met hun m<strong>en</strong>ing.<br />

De antwoordcategorieën zijn: helemaal mee e<strong>en</strong>s, mee e<strong>en</strong>s, niet mee e<strong>en</strong>s, helemaal niet mee<br />

e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing. De antwoordcategorieën zijn in de analyses als volgt gecodeerd: helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s (5), mee e<strong>en</strong>s (4), ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing (3), niet mee e<strong>en</strong>s (2) <strong>en</strong> helemaal niet mee e<strong>en</strong>s (1). In<br />

het derde <strong>en</strong> laatste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst is gevraagd naar achtergrondgegev<strong>en</strong>s van de<br />

patiënt, zoals leeftijd, geslacht, woonplaats, burgerlijke staat, <strong>en</strong> hoogst voltooide opleiding 6 .<br />

Gebruikte data<br />

De gegev<strong>en</strong>s van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zijn verkreg<strong>en</strong> via de vrag<strong>en</strong>lijst zijn ingevoerd met het<br />

statistische programma SPSS. Bij de bespreking van de vraagstelling<strong>en</strong> die zijn opgesteld aan de<br />

hand van het theoretisch model (vraagstelling 4 tot <strong>en</strong> met 11) word<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s<br />

welke afkomstig zijn uit de vrag<strong>en</strong>lijst gebruikt maar ook andere databronn<strong>en</strong>. Voor de<br />

duidelijkheid wordt hier nog kort besprok<strong>en</strong> van welke data gebruik is gemaakt.<br />

de rit(detail) formulier<strong>en</strong> (zie ook vorige paragraaf), die zijn ingevuld door<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> na afloop van e<strong>en</strong> EHTP-rit. Deze gegev<strong>en</strong>s van de maand<strong>en</strong><br />

november <strong>en</strong> april 2007 zijn handmatig ingevuld in SPSS (n=218),<br />

<br />

e<strong>en</strong> digitaal bestand met daarin de algem<strong>en</strong>e gegev<strong>en</strong>s over de EHTP-rit (deels<br />

overe<strong>en</strong>komstig met de ritformulier<strong>en</strong>) (n=790),<br />

<br />

gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> digitaal Excel bestand aangeleverd door UMCG Ambulancezorg met<br />

daarin onder andere wie de aanvrager van de EHTP-rit was (n=3701). Deze gegev<strong>en</strong>s zijn uit<br />

de periode van 1 januari tot <strong>en</strong> met 23 september 2008. De aantall<strong>en</strong> die in de tabel staan<br />

6 De gehele vrag<strong>en</strong>lijst (inclusief de toelichting) staat weergegev<strong>en</strong> in bijlage 2.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 57


weergegev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. Dit omdat er soms bepaalde gegev<strong>en</strong>s ontbrek<strong>en</strong>.<br />

Wanneer er gegev<strong>en</strong>s uit dit bestand zijn gebruikt staat er aangegev<strong>en</strong> uit welke periode de<br />

gegev<strong>en</strong>s zijn <strong>en</strong> hoe groot de ‘n’ is <strong>en</strong> tot slot,<br />

<br />

gegev<strong>en</strong>s afkomstig uit de vrag<strong>en</strong>lijst (n=152) die is uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit in Dr<strong>en</strong>the gedur<strong>en</strong>de eind juli tot <strong>en</strong> met half oktober in 2008.<br />

Bij het beantwoord<strong>en</strong> van de vraagstelling<strong>en</strong> wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van<br />

gegev<strong>en</strong>s afkomstig van de ritformulier<strong>en</strong>. Hier is voor gekoz<strong>en</strong> omdat deze gegev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

grotere steekproef betreft (n=218) <strong>en</strong> voor sommige gegev<strong>en</strong>s 790 person<strong>en</strong> terwijl de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

e<strong>en</strong> steekproef betreft van n=152. Hieronder wordt de methode kort per vraagstelling<br />

besprok<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere inwoners<br />

in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Deze groei is berek<strong>en</strong>d door in eerste instantie het verschil tuss<strong>en</strong> het aantal lev<strong>en</strong>dgebor<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het aantal overled<strong>en</strong><strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>, ook wel het geboorteoverschot, of de natuurlijke groei van<br />

de bevolking g<strong>en</strong>oemd. T<strong>en</strong> tweede is het verschil bepaald tuss<strong>en</strong> het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat zich in<br />

Dr<strong>en</strong>the heeft gevestigd <strong>en</strong> het aantal person<strong>en</strong> dat het gebied heeft verlat<strong>en</strong>, ook wel het<br />

migratiesaldo g<strong>en</strong>oemd. De som van het geboorteoverschot <strong>en</strong> het migratiesaldo vormt de totale<br />

groei van de bevolking (CBS, begripp<strong>en</strong>site). 7<br />

Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

Bij de bespreking van deze vraagstelling wordt eerst naar de leeftijd gekek<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong><br />

patiënt<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Hiervoor zijn zowel de digitale gegev<strong>en</strong>s van UMCG<br />

Ambulancezorg (n= 790) gebruikt als ook de vrag<strong>en</strong>lijst (n=152). Vervolg<strong>en</strong>s is bekek<strong>en</strong> of<br />

jonger<strong>en</strong> anders hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling dan ouder<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

situatie aan de respond<strong>en</strong>t voorgelegd waarin de respond<strong>en</strong>t moet aangev<strong>en</strong> of hij of zij in die<br />

situatie e<strong>en</strong> beroep zal do<strong>en</strong> op de zorg. De antwoordcategorieën van de stelling<strong>en</strong> zijn zo<br />

gecodeerd dat hoe hoger de score op de stelling des te meer m<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s is met de stelling.<br />

Wanneer bijvoorbeeld wordt gekek<strong>en</strong> naar de stelling ‘M<strong>en</strong> kan ook voor niet spoedeis<strong>en</strong>de<br />

problem<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post terecht’ wordt verwacht dat jonger<strong>en</strong> het eerder met deze<br />

7 http://www.cbs.nl/nl-NL/m<strong>en</strong>u/method<strong>en</strong>/begripp<strong>en</strong>/default.htm?Start=b Geraadpleegd op: 12-12-08.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 58


stelling e<strong>en</strong>s zijn dan ouder<strong>en</strong>. Om te kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> anders hebb<strong>en</strong> geantwoord<br />

op de stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst dan ouder<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> correlatiematrix opgesteld.<br />

Om te kijk<strong>en</strong> of er daadwerkelijk sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering is door<br />

middel van e<strong>en</strong> Pearson’s correlatie gekek<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> significant anders hebb<strong>en</strong> geantwoord<br />

op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. Belangrijk is nog om hier te vermeld<strong>en</strong> dat niet alle vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong><br />

in deze analyse zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij vijfti<strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> (jong) kind betrokk<strong>en</strong>, deze<br />

vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> zijn ingevuld door e<strong>en</strong> ouder. Naar de leeftijd van de ouders is niet gevraagd <strong>en</strong><br />

daarom zijn deze buit<strong>en</strong> de analyse gehoud<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit?<br />

Voor deze vraagstelling is bekek<strong>en</strong> hoeveel mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> er betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s (n=790). Er is Chi²-toets uitgevoerd om te kijk<strong>en</strong> of<br />

er hier sprake is van e<strong>en</strong> significant verschil. Om te kijk<strong>en</strong> of er voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

significant verschil te vind<strong>en</strong> is tuss<strong>en</strong> bepaalde leeftijdscategorieën is er e<strong>en</strong> kruistabel gemaakt<br />

met de drie leeftijdscategorieën. Om in alle categorieën voldo<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> is ervoor<br />

gekoz<strong>en</strong> drie leeftijdsgroep<strong>en</strong> te hanter<strong>en</strong> (0-25 jaar, 26-65 jaar <strong>en</strong> 65 <strong>en</strong> ouder).<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

ander<strong>en</strong>?<br />

Via de vrag<strong>en</strong>lijst is aan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd wat hun burgerlijke staat is (n=150). Er is<br />

gekek<strong>en</strong> hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> getrouwd, alle<strong>en</strong>staand, verweduwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d zijn. Hier<br />

moet bij vermeld word<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij de EHTP-rit <strong>en</strong> waarvan de<br />

ouders de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> ingevuld aangemerkt zijn als alle<strong>en</strong>staand. Om te kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of<br />

er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere burgerlijke staat is vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt met de<br />

gegev<strong>en</strong>s over de burgerlijke staat van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the op basis van gegev<strong>en</strong>s van het<br />

C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (CBS) <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s afkomstig uit de vrag<strong>en</strong>lijst. In de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn iets andere categorieën gehanteerd dan bij het CBS. Zo is in de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

gevraagd of iemand alle<strong>en</strong>staand is terwijl bij het CBS de categorie ongehuwd wordt<br />

gehanteerd. Deze categorieën zijn niet exact hetzelfde, zo kunn<strong>en</strong> onder de ongehuwd<strong>en</strong> van het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 59


CBS ook sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. De tabell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter in grote lijn<strong>en</strong> wel met<br />

elkaar vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiel<br />

telefoonnummer?<br />

Om deze vraagstelling te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> moet vastgesteld word<strong>en</strong> of in de laatste jar<strong>en</strong><br />

het gebruik van mobiele telefoons nog steeds is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Hiervoor zijn gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de<br />

het mobiele telefoongebruik van de laatste jar<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> over het<br />

gebruik van mobiele telefonie geraadpleegd, onder andere van het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de<br />

Statistiek <strong>en</strong> van de Europese Commissie.<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio rondom Emm<strong>en</strong> (Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the) verhoudingsgewijs meer<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> plaats van in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Om op deze vraagstelling e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> is de plaats waar de patiënt was<br />

to<strong>en</strong> de EHTP-rit plaatsvond gecategoriseerd aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s (n=790). Via de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst is patiënt<strong>en</strong> zowel naar hun woonplaats gevraagd als naar de plek waar ze war<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

tijde van de EHTP-rit. Er is echter voor gekoz<strong>en</strong> de ritgegev<strong>en</strong>s te gebruik<strong>en</strong> voor deze<br />

vraagstelling omdat die gebaseerd zijn op grotere aantall<strong>en</strong>. Omdat veel ambulanceritt<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong> in de woonplaats of in de buurt van de woonplaats van de patiënt ligg<strong>en</strong> de plaats<br />

waar de patiënt was t<strong>en</strong> tijde van de EHTP-rit <strong>en</strong> de woonplaats naar verwachting niet ver uit<br />

elkaar.<br />

In eerste instantie is gekek<strong>en</strong> in welke geme<strong>en</strong>te in de provincie Dr<strong>en</strong>the de rit heeft<br />

plaatsgevond<strong>en</strong>. Omdat het ook voorkomt dat UMCG Ambulancezorg naar e<strong>en</strong> patiënt gaat<br />

buit<strong>en</strong> de provincie zijn deze ritt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> derti<strong>en</strong>de categorie geplaatst g<strong>en</strong>aamd ‘niet in<br />

Dr<strong>en</strong>the’. Omdat elke geme<strong>en</strong>te maar door e<strong>en</strong> paar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is verteg<strong>en</strong>woordigd is<br />

ervoor gekoz<strong>en</strong> de Provincie op te del<strong>en</strong> in drie regio’s. Deze opdeling vond plaats aan de hand<br />

van rapport<strong>en</strong> van de Provincie Dr<strong>en</strong>the (De Witt, Parker Brady, Schonewille <strong>en</strong> Tuinstra, 2008).<br />

De regio’s in de Provincie Dr<strong>en</strong>the zijn als volgt opgedeeld:<br />

<br />

<br />

Noord-Dr<strong>en</strong>the: Aa <strong>en</strong> Hunze, Ass<strong>en</strong>, Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the, Noord<strong>en</strong>veld <strong>en</strong> Tynaarlo,<br />

Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the: Borger-Odoorn, Coevord<strong>en</strong> <strong>en</strong> Emm<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 60


Zuidwest-Dr<strong>en</strong>the: De Wold<strong>en</strong>, Hoogeve<strong>en</strong>, Meppel <strong>en</strong> Westerveld.<br />

Het (absolute) aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gerelateerd aan het aantal inwoners per regio. De<br />

inwonersaantall<strong>en</strong> zijn afkomstig van cijfers van het CBS (2008). De berek<strong>en</strong>ing die gemaakt is<br />

zal e<strong>en</strong> ruwe schatting zijn omdat niet alle precieze gegev<strong>en</strong>s aanwezig zijn. Zo ontbrek<strong>en</strong> er<br />

gegev<strong>en</strong>s over hoeveel EHTP-ritt<strong>en</strong> er maandelijks per regio plaatsvind<strong>en</strong>. Omdat de<br />

ritgegev<strong>en</strong>s (n=790) zijn verzameld over twee maand<strong>en</strong> is dit getal gedeeld door twee zodat er<br />

e<strong>en</strong> schatting ontstaat van het absoluut aantal ritt<strong>en</strong> per maand.<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het ritformulier<br />

overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Bij de analyse van de ritgegev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> tabel gegev<strong>en</strong> van de meest voorkom<strong>en</strong>de CPA codes<br />

die c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer heeft doorgegev<strong>en</strong> aan het ambulancepersoneel. Hier bleek uit<br />

dat deze code vaak niet goed is ingevuld op het ritformulier. De meeste informatie was af te<br />

lez<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> die door de ambulanceverpleegkundige ingevuld zijn (n=218). Dit is<br />

niet alle<strong>en</strong> de CPA-code maar ook andere bijzonderhed<strong>en</strong> van de patiënt. Uit deze gegev<strong>en</strong>s kan<br />

vaak de oorzaak van de klacht<strong>en</strong> van de patiënt gehaald word<strong>en</strong>. Deze gegev<strong>en</strong>s zijn gebruikt<br />

om te kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> wat nu de belangrijkste klacht van de patiënt was waardoor is beslot<strong>en</strong><br />

1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>. Deze ritgegev<strong>en</strong>s zijn ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan doordoor word<strong>en</strong> beschouwd als de geëvalueerde<br />

zorgbehoefte door de verpleegkundige. Weinig voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zijn onder de categorie<br />

‘overige’ ondergebracht (bijvoorbeeld: patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> blaasontsteking of kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

koortsstuip). Ook wanneer de ambulanceverpleegkundige weinig aanvull<strong>en</strong>de informatie op het<br />

ritformulier heeft ingevuld is dit onder de categorie ‘overig’ geplaatst, omdat in dat geval<br />

informatie over de aard van de klacht<strong>en</strong> van de patiënt ontbrak.<br />

Ook is via de vrag<strong>en</strong>lijst aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd wat de oorzaak van hun<br />

klacht<strong>en</strong> was (n= 152). De gegev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op de op<strong>en</strong> vraag ‘Kunt u aangev<strong>en</strong> wat de<br />

uiteindelijke oorzaak van uw klacht<strong>en</strong> was’ zijn ook gebruikt voor beantwoording van de derde<br />

vraagstelling. Verschill<strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst aangegev<strong>en</strong> dat meerdere<br />

medische klacht<strong>en</strong> ervoor zorgd<strong>en</strong> dat de ambulance werd gebeld. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is dat<br />

e<strong>en</strong> patiënt noemde dat hij/zij stress had én net e<strong>en</strong> operatie achter de rug had. Bij dergelijke<br />

klacht<strong>en</strong> is ervoor gekoz<strong>en</strong> deze onder de categorie ‘combinatie van factor<strong>en</strong>’ te plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 61


één van de klacht<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong>. Om te kijk<strong>en</strong> of er verschil is tuss<strong>en</strong> de oorzaak van de klacht<strong>en</strong><br />

bij bepaalde leeftijdscategorieën is e<strong>en</strong> variantie analyse uitgevoerd.<br />

De gegev<strong>en</strong>s van de vrag<strong>en</strong>lijst (ingevuld door de patiënt) <strong>en</strong> die van de ritgegev<strong>en</strong>s<br />

(ingevuld door ambulanceverpleegkundige) zijn in grote lijn<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>. Hier<br />

moet bij vermeld word<strong>en</strong> dat de ritt<strong>en</strong> die besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst niet dezelfde<br />

ritt<strong>en</strong> zijn als waar de gegev<strong>en</strong>s van de ritgegev<strong>en</strong>s van zijn bekek<strong>en</strong>. Mogelijk is er wel e<strong>en</strong><br />

discrepantie te signaler<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> zoals door de patiënt gerapporteerd <strong>en</strong> die door de<br />

ambulanceverpleegkundige geregistreerd <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> door de patiënt aangegev<strong>en</strong> op<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst voorzichtig vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de<br />

ambulanceverpleegkundige op de ritformulier<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 11: Zijn er relatief vaak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit?<br />

Om e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> op de vraagstelling is e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

de antwoord<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de vraag ‘heeft u e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing waarvoor<br />

u onder behandeling van e<strong>en</strong> arts b<strong>en</strong>t’ <strong>en</strong> ‘zo ja, welke aando<strong>en</strong>ing’ met landelijke gegev<strong>en</strong>s<br />

van het CBS over het voorkom<strong>en</strong> van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de bevolking. Er is bekek<strong>en</strong><br />

hoeveel inwoners van Dr<strong>en</strong>the in vergelijking met Nederland e<strong>en</strong> beperking hebb<strong>en</strong>. Tot slot is<br />

bekek<strong>en</strong> of de chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die zijn g<strong>en</strong>oemd door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst in het algeme<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the (<strong>en</strong> Nederland) veel voorkom<strong>en</strong>d zijn.<br />

4.3.2 Interviews sleutelfigur<strong>en</strong><br />

Gedur<strong>en</strong>de het onderzoek zijn interviews gehoud<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

onderzoeksveld. Het doel van deze interviews was met name inzicht te krijg<strong>en</strong> in de aard <strong>en</strong><br />

omvang van de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Daarnaast hadd<strong>en</strong> de interviews als doel<br />

de perspectiev<strong>en</strong> van de professionals op de to<strong>en</strong>ame in de vraag naar spoedzorg <strong>en</strong> meer<br />

specifiek, de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>, in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Er zijn onder andere medewerkers van de UMCG Ambulancezorg, de C<strong>en</strong>trale<br />

Huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the (CHD) <strong>en</strong> medewerkers van de c<strong>en</strong>trale meldkamer in Ass<strong>en</strong><br />

geïnterviewd. Van UMCG Ambulancezorg zijn er zowel ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 62


-chauffeur, beleidsmedewerkers <strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van het managem<strong>en</strong>t geïnterviewd.<br />

Aan het begin van het onderzoek zijn er vooral oriënter<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met<br />

medewerkers van UMCG Ambulancezorg met als doel e<strong>en</strong> idee te krijg<strong>en</strong> van de ernst van de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke oorzak<strong>en</strong> waar al reeds aan gedacht is.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s zijn er verschill<strong>en</strong>de interviewvrag<strong>en</strong> opgesteld die voorgelegd zijn aan de<br />

sleutelfigur<strong>en</strong>. Er is getracht zoveel mogelijk betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de organisaties<br />

(aanbieders van spoedzorg) te interview<strong>en</strong>. Naarmate het onderzoek vorderde kond<strong>en</strong> er steeds<br />

meer gerichte vrag<strong>en</strong> gesteld word<strong>en</strong>. Bij de interviews met ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer in Ass<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de interviews met huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the zijn vooraf vrag<strong>en</strong> opgesteld. 8 De interviews bevatt<strong>en</strong> in eerste<br />

instantie vooral vrag<strong>en</strong> over hoe de ambulancezorg, huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer<br />

georganiseerd zijn. Dit zijn vrag<strong>en</strong> over bijvoorbeeld de telefonische triage <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werkingspartners. Daarna werd meer specifiek ingegaan op de to<strong>en</strong>ame van het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>. En werd de geïnterviewd<strong>en</strong> gevraagd wat zij als mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor de<br />

to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong>. In totaal zijn er veerti<strong>en</strong> interviews gehoud<strong>en</strong> waarbij vooraf vrag<strong>en</strong> zijn<br />

opgesteld specifiek gericht op de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag in de spoedzorg. Deze interviews word<strong>en</strong><br />

gerapporteerd in de resultat<strong>en</strong> paragraaf. Er zijn vier c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer<br />

geïnterviewd, vier ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>, één ambulancechauffeur, twee huisarts<strong>en</strong><br />

werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post, één huisarts werkzaam in e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur, <strong>en</strong> twee<br />

doktersassist<strong>en</strong>tes werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post.<br />

8 Deze vrag<strong>en</strong> staan weergegev<strong>en</strong> in Bijlage 5.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 63


4.4 Resultat<strong>en</strong><br />

Voordat in de volg<strong>en</strong>de paragraaf verder gegaan wordt met het nagaan van de mogelijke<br />

invloed van de factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> zal<br />

hier kort e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee factor<strong>en</strong> zoals verzameld via de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> via de ritformulier<strong>en</strong>. Zo blijkt de leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst niet zover uite<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong> met de leeftijdsverdeling die geregistreerd is via de<br />

ritformulier<strong>en</strong>. In tabel 6 is de verdeling van zowel de vrag<strong>en</strong>lijst als de ritformulier<strong>en</strong><br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 6 ‘ Leeftijd respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, vrag<strong>en</strong>lijst (n=152) & Leeftijd patiënt<strong>en</strong>, ritformulier (n= 709)’<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Ritformulier<strong>en</strong><br />

n % n %<br />

0-9 10 7 23 3<br />

10-19 16 11 69 9<br />

20-29 16 11 75 10<br />

30-39 15 10 69 9<br />

40-49 13 9 90 11<br />

50-59 16 16 93 12<br />

60-69 28 18 92 12<br />

70-79 19 12 107 14<br />

80-89 7 5 74 9<br />

90> 1 1 17 2<br />

Miss<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> 1 1 81 10<br />

Totaal 152 100 790 100<br />

In de tabel is te zi<strong>en</strong> dat de leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> die van<br />

de patiënt<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> vergelijkbaar is. De meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 64


hadd<strong>en</strong> de leeftijd tuss<strong>en</strong> 60 <strong>en</strong> 69 jaar. Bij de ritformulier<strong>en</strong> was de leeftijdscategorie van 70 tot<br />

79 jaar het grootst. 9<br />

E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d punt waar de vrag<strong>en</strong>lijst vergelek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> met de ritformulier<strong>en</strong> is de<br />

tijd waarop de respond<strong>en</strong>t betrokk<strong>en</strong> was bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Hier is te zi<strong>en</strong> dat de proc<strong>en</strong>tuele<br />

verdeling van het aantal ritt<strong>en</strong> in de categorieën ongeveer gelijk is bij de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> de<br />

ritgegev<strong>en</strong>s.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst komt dus in grote lijn<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de ritgegev<strong>en</strong>s wat betreft de leeftijd<br />

van de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het tijdstip waarop de EHTP-rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t niet dat<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst e<strong>en</strong> volledig repres<strong>en</strong>tatief beeld geeft betreft de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de<br />

betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong>. De overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter wel als indicatie di<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de<br />

gegev<strong>en</strong>s die verzameld zijn via de vrag<strong>en</strong>lijst niet volledig willekeurig zijn.<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

De kom<strong>en</strong>de vraagstelling<strong>en</strong> die besprok<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gaan in op de drie<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> namelijk leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat.<br />

Leeftijd<br />

De eerste vraagstelling<strong>en</strong> gaan in op de leeftijd van de patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

Het aantal 65- plussers in Dr<strong>en</strong>the is relatief hoger dan in de rest van Nederland. Wanneer<br />

echter gekek<strong>en</strong> wordt naar de proc<strong>en</strong>tuele groei van het aantal 65- plussers van 2006 naar 2007,<br />

dan valt deze groei erg mee. Cijfers van het CBS (Regionale kerncijfers Nederland) lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat<br />

er in 2006 12,3% van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the tuss<strong>en</strong> de 65 <strong>en</strong> 80 jaar war<strong>en</strong>, in 2007 was dat<br />

9<br />

In bijlage 4 staan in tabel 2 <strong>en</strong> 3 de absolute aantall<strong>en</strong> van beide leeftijdsverdeling<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 65


12,4%, e<strong>en</strong> groei van 0,1%. Ook het aantal inwoners van 80 jaar of ouder is met 0,1% gesteg<strong>en</strong><br />

(4,1% in 2006 <strong>en</strong> 4,2% in 2007) van 2006 naar 2007. Dit betek<strong>en</strong>t dat ook het aantal oudere<br />

inwoners in Dr<strong>en</strong>the niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> is met het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Het is ook mogelijk dat e<strong>en</strong> groei in het inwoneraantal in Dr<strong>en</strong>the deze to<strong>en</strong>ame<br />

veroorzaakt. Om te zi<strong>en</strong> of hier sprake van kan zijn, zijn provinciale demografische gegev<strong>en</strong>s uit<br />

2007 vergelek<strong>en</strong> met de geregistreerde to<strong>en</strong>ame van UMCG Ambulancedi<strong>en</strong>st in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> van 2006 naar 2007. Uit de jaarcijfers van UMCG Ambulancezorg blijkt dat er in<br />

2006 sprake was van 4001 EHTP-ritt<strong>en</strong>, terwijl dat aantal in 2007 is opgelop<strong>en</strong> tot 4858, e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame van 21,4%. De bevolkingsgroei in Dr<strong>en</strong>the wordt gedur<strong>en</strong>de de periode 2006-2007<br />

bekek<strong>en</strong>. In 2006 woond<strong>en</strong> er 48.4481 inwoners in Dr<strong>en</strong>the, in 2007 war<strong>en</strong> dat er 48.6197 dat is<br />

e<strong>en</strong> absolute groei van 1716 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>tuele groei van 0,35%. Dit is e<strong>en</strong> veel lagere<br />

proc<strong>en</strong>tuele groei dan die van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in de zelfde periode in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the. Het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the is dus niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met de<br />

bevolkingsgroei in Dr<strong>en</strong>the.<br />

De volg<strong>en</strong>de vraagstelling gaat in op de vraag of er meer jonger<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

bij de EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 5:<br />

Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

In eerste instantie wordt bij de bespreking van vraagstelling 5 vooral gekek<strong>en</strong> naar de<br />

leeftijdsverdeling van patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Daarna wordt meer<br />

ingegaan op e<strong>en</strong> mogelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering door te kijk<strong>en</strong> hoe respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de leeftijd<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Leeftijdsverdeling<br />

Naar de leeftijdsverdeling van de patiënt<strong>en</strong> is gekek<strong>en</strong> aan de hand van digitale gegev<strong>en</strong>s<br />

aangeleverd door UMCG Ambulancezorg met gegev<strong>en</strong>s over de EHTP-rit (n=790). De<br />

gemiddelde leeftijd van de patiënt<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> uit de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november in<br />

2007 was 51 jaar. Om meer precies naar de leeftijdsopbouw van de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 66


kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> wordt hieronder e<strong>en</strong> figuur gepres<strong>en</strong>teerd waarin de leeftijdscategorieën word<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>.<br />

60<br />

50<br />

Aantal<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0-4<br />

5-9<br />

10-<br />

14<br />

15-<br />

19<br />

20-<br />

24<br />

25-<br />

29<br />

30-<br />

34<br />

35-<br />

39<br />

40-<br />

44<br />

45-<br />

49<br />

50-<br />

54<br />

leeftijd in categorie<strong>en</strong><br />

55-<br />

59<br />

60-<br />

64<br />

65-<br />

69<br />

70-<br />

74<br />

75-<br />

79<br />

80-<br />

84<br />

85-<br />

89<br />

90-<br />

94<br />

95-<br />

99<br />

Figuur 4:<br />

Leeftijd van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij EHTP-rit (n=790)<br />

Het eerste dat opvalt in is dat in de figuur de groep van 15 tot <strong>en</strong> met 19 jaar relatief groot is. De<br />

hoogste piek in figuur ligt bij de 70 tot 74 jaar, daarna neemt het aantal ritt<strong>en</strong> met het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><br />

van de leeftijd ook weer af. In totaal is 33% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ouder dan 65-jaar (vanaf de<br />

categorie 60-64).<br />

Ook is het aantal ritt<strong>en</strong> gerelateerd aan de omvang van de leeftijdsgroep in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the. In de volg<strong>en</strong>de tabel staat de leeftijdsverdeling van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> die<br />

van de ritgegev<strong>en</strong>s weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7<br />

‘Leeftijdsverdeling Provincie Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de Ritgegev<strong>en</strong>s’<br />

< 20 jaar 20-65 jaar > 65 jaar<br />

Dr<strong>en</strong>the 24,0% 59,1% 17,0%<br />

Ritgegev<strong>en</strong>s * 13,4% 53,6% 33,0%<br />

Bron: CBS Statline (2008)<br />

* Ritgegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg (N = 707, maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november 2007).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 67


Uit de tabel komt naar vor<strong>en</strong> dat er minder jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit in vergelijking met gegev<strong>en</strong>s van CBS Statline. In verhouding met de<br />

leeftijdsverdeling van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the zijn het vooral veel 65-plussers die betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

M<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

E<strong>en</strong> tweetal items van de stelling<strong>en</strong> correler<strong>en</strong> significant met leeftijd <strong>en</strong> staan in tabel 8<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 8 ‘ Correlatie leeftijd – stelling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst’ (n = 137)<br />

Correlatie Stelling 1:<br />

Stelling 3:<br />

Het bell<strong>en</strong> van 1-1-2 voor e<strong>en</strong><br />

ambulance mag alle<strong>en</strong> bij ernstige<br />

spoedeis<strong>en</strong>de medische problem<strong>en</strong> die<br />

De huisarts heeft e<strong>en</strong> belangrijke taak bij<br />

de behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de<br />

medische problem<strong>en</strong>.<br />

ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong>.<br />

Leeftijd 0.238** 0,279**<br />

Pearson’s correlatie ** p = 0,01<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel zijn alle<strong>en</strong> de items van de vrag<strong>en</strong>lijst weergegev<strong>en</strong> die significant<br />

correler<strong>en</strong> met leeftijd. De significante correlatie van stelling 1 met leeftijd betek<strong>en</strong>t dat hoe<br />

hoger de leeftijd van de respond<strong>en</strong>t des te meer is m<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s dat het bell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

ambulance alle<strong>en</strong> bij ernstige spoedeis<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> mag die ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong>. De<br />

significante correlatie van stelling 3 laat zi<strong>en</strong> dat hoe ouder de respond<strong>en</strong>t is des te meer iemand<br />

het e<strong>en</strong>s is dat de huisarts e<strong>en</strong> belangrijke taak heeft bij de behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de<br />

medische problem<strong>en</strong>. 10<br />

Geslacht<br />

De kom<strong>en</strong>de vraagstelling gaat in op de vraag of er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

10<br />

In bijlage 4 staat in tabel 4 hoe de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geantwoord op alle stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 68


Vraagstelling 6:<br />

In hoeverre zijn er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

In tabel 9 staat de verdeling tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> van zowel de bekek<strong>en</strong> ritformulier<strong>en</strong><br />

als ook gemiddeld in Dr<strong>en</strong>the.<br />

Tabel 9 ‘ Man-vrouw verhouding ritformulier<strong>en</strong>’ (n=724)<br />

Geslacht Ritformulier<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the<br />

Man 55,4% (n= 401) 49,9%<br />

Vrouw 44,6% (n= 323) 50,1%<br />

Er zijn meer mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. De geobserveerde<br />

waarde (van de ritformulier<strong>en</strong>) is vergelek<strong>en</strong> met de verwachte waarde (heel Dr<strong>en</strong>the). Hier<br />

kwam e<strong>en</strong> significant verschil uit naar vor<strong>en</strong> (Chi²-toets, X² = 4,26, p


Burgerlijke staat<br />

De laatste patiëntkarakteristiek waar naar gekek<strong>en</strong> is, is de burgerlijke staat van de patiënt.<br />

Vraagstelling 7:<br />

Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

dan ander<strong>en</strong>?<br />

In tabel 10 staat de burgerlijke staat van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst weergegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

burgerlijke staat van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the in perc<strong>en</strong>tages.<br />

Tabel 10<br />

‘Burgerlijke staat van de respond<strong>en</strong>t’ (n=150)<br />

Burgerlijke staat Ritformulier<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the*<br />

20-65<br />

65+<br />

Totaal<br />

20-65 65+ totaal<br />

(n=88)<br />

(n=37)<br />

(n=150)<br />

Alle<strong>en</strong>staand 25,0% 13,5% 33,6% 30,2% 4,2% 42,0%<br />

Gehuwd 59,1% 73,0% 52,6% 60,6% 61,3% 29,5%<br />

Verweduwd - 10,8% 2,6% 1,8% 29,5 4,9<br />

Sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d 15,9 2,7 9,9 - - -<br />

* Bron: CBS Statline, bezocht op 07-01-09. Aanpassing<strong>en</strong> auteur.<br />

Van het totaal van de patiënt<strong>en</strong> bij de ritformulier<strong>en</strong> is 53% getrouwd <strong>en</strong> 37% is alle<strong>en</strong>staand.<br />

Ongeveer de helft van alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dus getrouwd t<strong>en</strong> tijde van de EHTP-rit. Wanneer<br />

e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt wordt tuss<strong>en</strong> het totaal alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> van de ritgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> die van<br />

de provincie als geheel zijn ge<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> bij de ritgegev<strong>en</strong>s zijn meer<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van 65 jaar <strong>en</strong> ouder alle<strong>en</strong>staand dan in geheel Dr<strong>en</strong>the, respectievelijk 13,5% <strong>en</strong> 4,2%.<br />

Verder zijn er bij de ritgegev<strong>en</strong>s in totaal meer getrouwde respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (52%) dan in<br />

geheel Dr<strong>en</strong>the (30%). Maar wanneer gekek<strong>en</strong> wordt naar de afzonderlijke leeftijdscategorieën is<br />

er nauwlijks verschil te zi<strong>en</strong> in het perc<strong>en</strong>tage getrouwd<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 70


Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Leeftijd<br />

Zowel de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing als de groei van het totaal aantal inwoners in Dr<strong>en</strong>the bied<strong>en</strong><br />

beide ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Wanneer aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> wordt naar de leeftijdsverdeling van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit is te zi<strong>en</strong> dat er meer ouder<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Desondanks was er ook te zi<strong>en</strong> dat veel 15 tot 19 jarig<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Om te kijk<strong>en</strong> of deze piek te verklar<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering is vervolg<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> ook significant anders hebb<strong>en</strong><br />

geantwoord op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. Bij twee van de ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> significant effect<br />

gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> het wel of niet e<strong>en</strong>s zijn met e<strong>en</strong> stelling. Daarvan duidt alle<strong>en</strong><br />

stelling één aan dat naarmate de leeftijd to<strong>en</strong>eemt m<strong>en</strong> minder snel, <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in zeer<br />

spoedeis<strong>en</strong>de situaties, e<strong>en</strong> ambulance belt. E<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering kan uit voorgaande<br />

nog niet geconcludeerd word<strong>en</strong>. Uit de ritgegev<strong>en</strong>s blijkt niet dat jonger<strong>en</strong> vaker dan ouder<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Geslacht<br />

Uit de Chi-kwadraat analyse blijkt dat er significant meer mann<strong>en</strong> bij de EHTP-ritt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest maar dit significante verschil is niet terug gevond<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

leeftijdsgroep. Uit voorgaande analyse blijkt niet dat vrouw<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan mann<strong>en</strong>.<br />

Burgerlijke staat<br />

Nadat de burgerlijke staat van de betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> is vergelek<strong>en</strong> met die van de inwoners<br />

van Dr<strong>en</strong>the in totaal leek het er eerst op dat er relatief gezi<strong>en</strong> meer getrouwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zijn. Echter wanneer naar burgerlijke staat wordt gekek<strong>en</strong> in afzonderlijke<br />

leeftijdscategorieën valt dit verschil weg. Er kan dus niet geconcludeerd word<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan andere.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 71


Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

In deze paragraaf word<strong>en</strong> de twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> uit het theoretisch model besprok<strong>en</strong>.<br />

06-Bezit<br />

De vraagstelling die hier besprok<strong>en</strong> wordt gaat in op de vraag of de to<strong>en</strong>ame van het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> valt vanwege het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 06-bezit.<br />

Vraagstelling 8:<br />

Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan<br />

het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking<br />

hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele telefoon?<br />

In Europa blijkt dat in 2005 het aantal mobiele aansluiting<strong>en</strong> het aantal vaste aansluiting<strong>en</strong> ruim<br />

overtreft (Eurostat, 2005). 12 De mobiele groei, gemet<strong>en</strong> als het aantal uitgegev<strong>en</strong> Sim-kaart<strong>en</strong> in<br />

verhouding tot de bevolkingsgrootte, is in Nederland tuss<strong>en</strong> 2002 <strong>en</strong> 2005 van ongeveer 72%<br />

naar ongeveer 100% gesteg<strong>en</strong> (OPTA, 2005). In elke (werkzame) mobiele telefoon zit e<strong>en</strong> simkaart.<br />

E<strong>en</strong> groei van 72 naar 100% komt er dus op neer dat in 2005 gemiddeld iedere inwoner<br />

over e<strong>en</strong> sim-kaart (<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> mobiele telefoon) beschikt. De Europese Commissie geeft e<strong>en</strong> iets<br />

lager cijfer, namelijk 94% (European Commission, 2005). Het perc<strong>en</strong>tage huishoud<strong>en</strong>s dat over<br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon beschikt is moeilijker in te schatt<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de Europese Commissie had<br />

in 2004 95% van de Nederlandse huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> mobiele telefoon. Sinds 2004 is er sprake van<br />

e<strong>en</strong> relatieve daling van het aantal vaste telefoonaansluiting<strong>en</strong> in Nederland; het aantal<br />

aansluiting<strong>en</strong> bedroeg in 2007 nog maar de helft van het aantal in het jaar 2000 (CBS, 2006).<br />

Anderzijds is het aantal mobiele telefoonaansluiting<strong>en</strong> in Nederland toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van 3 per 100<br />

inwoners in 1995, tot 100 in 2005. In 2005 had slechts 9% van de Nederlandse huishoud<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong><br />

mobiele telefoon. In 1989 bedroeg<strong>en</strong> de totale kost<strong>en</strong> voor mobiel bell<strong>en</strong> nog gemiddeld 78 euro<br />

per jaar per persoon, in 2005 war<strong>en</strong> die kost<strong>en</strong> al opgelop<strong>en</strong> tot 305 euro per jaar (CBS, 2006).<br />

Uit het voorgaande blijkt dat het gebruik van mobiele telefoons in e<strong>en</strong> aantal jaar sterk is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. UMCG Ambulancezorg heeft echter vooral e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

12<br />

http://epp.eurostat.cec.eu.int/pls/portal/docs/PAGE/PGP_PRD_CAT_PREREL/PGE_CAT_PREREL_YEA<br />

R_2005/PGE_CAT_PREREL_YEAR_2005_MONTH_02/4-07022005-EN-AP.PDF<br />

Geraadpleegd op: 03-04-2008.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 72


gesignaleerd in de periode van 2006-2007, terwijl er in deze periode ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme extra stijging<br />

van het gebruik van mobiele telefonie te signaler<strong>en</strong> valt. De stijging van het mobiele telefoon<br />

gebruik is daarmee dus ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring voor de sterke stijging van EHTP-ritt<strong>en</strong> in<br />

2006- 2007.<br />

Regio<br />

De tweede faciliter<strong>en</strong>de bron gaat in op de verschill<strong>en</strong>de regio’s in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> of er in e<strong>en</strong><br />

bepaalde regio in Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong> zijn gered<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 9:<br />

Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

plaats dan in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

In tabel 12 staat weergegev<strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> er in elke geme<strong>en</strong>te in Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong><br />

plaatsgevond<strong>en</strong> in de maand<strong>en</strong> november <strong>en</strong> april in 2007 aan de hand van de ritformulier<strong>en</strong>.<br />

Tabel 12<br />

‘Aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> per regio’ ( n=790)<br />

Regio n (%)<br />

Noord- Dr<strong>en</strong>the 308 39,0<br />

Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the 300 38,0<br />

Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the 144 18,3<br />

Niet in Dr<strong>en</strong>the 29 3,7<br />

Niet ingevuld 8 1,0<br />

Totaal 790 100<br />

In tabel 12 is te zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> in Noord-Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> (39%), de<br />

minste EHTP-ritt<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in Zuidwest-Dr<strong>en</strong>the. In de tabel staat het absolute aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

die in de provincie Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Deze cijfers zegg<strong>en</strong> op zichzelf echter<br />

nog niet zoveel, daarom wordt er gekek<strong>en</strong> hoeveel EHTP-ritt<strong>en</strong> er hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> in<br />

verhouding met het aantal inwoners dat er in e<strong>en</strong> regio woont. In onderstaande tabel het<br />

inwonersaantal uit 2008 per regio in Dr<strong>en</strong>the weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 13 ‘Aantal inwoners per regio’ (2008)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 73


Regio<br />

n<br />

Noord- Dr<strong>en</strong>the 187.899<br />

Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the 171.345<br />

Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the 128.891<br />

Totaal 488.135<br />

Bron: Demografische kerncijfers per geme<strong>en</strong>te, 2008 CBS.<br />

Wanneer dit aantal ritt<strong>en</strong> gebruik wordt om te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> er maandelijks per regio<br />

op 10.000 inwoners gered<strong>en</strong> wordt kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de cijfers naar vor<strong>en</strong>. In de regio Noord-<br />

Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er per maand gemiddeld ongeveer acht EHTP-ritt<strong>en</strong> per maand gered<strong>en</strong> per<br />

10.000 inwoners. In de regio Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er gemiddeld neg<strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

gered<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er gemiddeld het minst aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> per maand<br />

gered<strong>en</strong>, namelijk zes.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

06-bezit<br />

Uit de voorgaande analyse blijkt dat de groei in het gebruik van mobiele telefoons ge<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de verklaring biedt voor de (sterke) to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Regio<br />

Uit de ruwe schatting die gedaan is over het aantal ritt<strong>en</strong> per maand per 10.000 inwoners per<br />

regio komt naar vor<strong>en</strong> dat er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the gemiddeld het meest aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

zijn gered<strong>en</strong>. Wanneer er alle<strong>en</strong> naar het absoluut aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> in Noord Dr<strong>en</strong>the plaatsgevond<strong>en</strong>. Echter wanneer rek<strong>en</strong>ing<br />

wordt gehoud<strong>en</strong> met het aantal inwoners blijkt dat er in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

zijn gered<strong>en</strong> in vergelijking met de andere twee regio’s. Hier moet nog wel bij vermeld word<strong>en</strong><br />

dat het e<strong>en</strong> ruwe schatting betreft, gebaseerd op het gemiddeld aantal ritt<strong>en</strong> van twee maand<strong>en</strong>.<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 74


In de kom<strong>en</strong>de paragraaf wordt ingegaan op de behoefte factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model. De<br />

eerste vraagstelling bekijkt of er verschil is in de klacht<strong>en</strong> die de ambulanceverpleegkundige<br />

heeft gerapporteerd <strong>en</strong> die de patiënt heeft ingevuld op de vrag<strong>en</strong>lijst. De tweede vraagstelling<br />

gaat in op de vraag of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met chronische klacht<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing.<br />

Vraagstelling 10:<br />

Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst?<br />

In de tabel 14 staat de informatie van de ritformulier<strong>en</strong> die zijn ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundige na e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Tabel 14<br />

‘Bijzonderhed<strong>en</strong> ritdetailformulier’ (n=218)<br />

n (%)<br />

1. Cardiologische klacht<strong>en</strong> 26 (11,9)<br />

2. Straatongeval 37 (17,0)<br />

3. Ander ongeval 18 (8,3)<br />

4. Epileptisch insult 12 (5,5)<br />

5. Hyperv<strong>en</strong>tilatie 12 (5,5)<br />

6. Diabetisch ontregeld 11 (5,0)<br />

7. Intoxicatie 10 (4,6)<br />

8. Pulmonale klacht<strong>en</strong> 8 (3,7)<br />

9. Psychiatrie 6 (2,8)<br />

10. CVA (hers<strong>en</strong>bloeding) 3 (1,4)<br />

11. Onwelwording 47 (46 ,6)<br />

12. Brandslachtoffer 4 (1,8)<br />

13. Bloeding 2 (0,9)<br />

14. Overig 22 (10,1)<br />

Totaal 218 (100)<br />

Tabel 14 laat zi<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit vaak als klacht<br />

‘onwelwording’ hadd<strong>en</strong> (47%). Daarna volg<strong>en</strong> ‘verkeersongeval’ (17%) <strong>en</strong> ‘cardiologische<br />

klacht<strong>en</strong>’(12%). Verder valt op dat de categorie ‘overige’ ook relatief groot is (10%).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 75


De vorige gegev<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> afkomstig van de ritgegev<strong>en</strong>s. In de volg<strong>en</strong>de tabel staan de klacht<strong>en</strong><br />

die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> via de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

Tabel 15<br />

‘Oorzaak klacht<strong>en</strong>’ (n=152)<br />

n (%)<br />

1. Cardiologische klacht<strong>en</strong> 16 (10,6)<br />

2. Straatongeval 18 (11,9)<br />

3. Ander ongeval 13 (8,6)<br />

4. Epileptisch insult 9 (6,0)<br />

5. Hyperv<strong>en</strong>tilatie 10 (6,6)<br />

6. Diabetisch ontregeld 12 (7,9)<br />

7. Intoxicatie 2 (1,3)<br />

8. Bewusteloosheid 11 (7,3)<br />

9. Te lage/hoge bloeddruk 4 (2,6)<br />

10. Sportblessure 5 (3,3)<br />

11. Combinatie van factor<strong>en</strong> 29 (19,3)<br />

12. Interne klacht<strong>en</strong><br />

13. Overig<br />

11<br />

11<br />

(7,3)<br />

(7,3)<br />

Totaal 152 (100)<br />

De grootste categorie in bov<strong>en</strong>staande tabel is ‘e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong>’. Straatongevall<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> met 12% de op één na grootste categorie. De derde grootste categorie bestaat uit<br />

patiënt<strong>en</strong> met cardiale problem<strong>en</strong> (11%). Uit variantie- analyse blijkt dat er ge<strong>en</strong> significante<br />

verschill<strong>en</strong> zijn in de klacht<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën hebb<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

De volg<strong>en</strong>de <strong>en</strong> laatste vraagstelling gaat in op de vraag of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing.<br />

Vraagstelling 11:<br />

Zijn er relatief veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 76


E<strong>en</strong> groot aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst gaf aan e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te hebb<strong>en</strong><br />

(40%) waarvoor hij/zij onder behandeling van e<strong>en</strong> arts staat. Voor 23% van deze 40% was deze<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing de aanleiding om 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>. De meest<br />

g<strong>en</strong>oemde chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> betroff<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met het hart (10%), diabetes (8%) <strong>en</strong><br />

epilepsie <strong>en</strong> astma of COPD (beide 7%).<br />

Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst gaf 40% aan e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te<br />

hebb<strong>en</strong>, dit is meer dan de geregistreerde 14% van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the met e<strong>en</strong> beperking.<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t heeft namelijk, naar schatting, één op de zev<strong>en</strong> inwoners van de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> lichamelijke, verstandelijke, chronisch psychische of psychosociale beperking<br />

(Sociaal rapport Dr<strong>en</strong>the, 2008). Nu is het zo dat ouder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans hebb<strong>en</strong> op<br />

beperking<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong>. Van de 55 t/m 64 jarig<strong>en</strong> heeft ruim e<strong>en</strong> derde e<strong>en</strong> beperking. Van de<br />

75 t/m 84 jarig<strong>en</strong> heeft bijna driekwart e<strong>en</strong> beperking <strong>en</strong> van de 85-plussers ongeveer 95% (de<br />

Klerk, 2004). E<strong>en</strong> derde van de ouder<strong>en</strong> heeft last van lichamelijke beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> één op de<br />

twintig ouder<strong>en</strong> heeft last van chronisch psychische beperking<strong>en</strong>. Bij het bekijk<strong>en</strong> van de<br />

leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kwam naar vor<strong>en</strong> dat er relatief veel<br />

ouder<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zijn geweest. Mogelijk verklaart dit grote aandeel oudere<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst dat veel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> of de chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die zijn g<strong>en</strong>oemd door de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst in het algeme<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the (<strong>en</strong> Nederland) veel voorkom<strong>en</strong>d<br />

zijn.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 77


Tabel 16 ‘Aandeel person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ziekte of aando<strong>en</strong>ing’ (2001-2004)<br />

Aspect<strong>en</strong> van gezondheid <strong>en</strong> ziekt<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the % Nederland %<br />

Person<strong>en</strong> met migraine 14% 13%<br />

Person<strong>en</strong> met astma/ cara 10% 7%<br />

Person<strong>en</strong> met rugaando<strong>en</strong>ing 7% 8%<br />

Person<strong>en</strong> met gewrichtslijtage 7% 9%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, totaal 2% 3%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, type 1 0% 1%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, type 2 2% 2%<br />

Person<strong>en</strong> die ooit e<strong>en</strong> beroerte hebb<strong>en</strong> gehad 1% 2%<br />

Person<strong>en</strong> die ooit e<strong>en</strong> hartinfarct hebb<strong>en</strong> gehad 2% 2%<br />

Psychische gezondheid 8% 10%<br />

Bron: De wit et al. (2008).<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel is te zi<strong>en</strong> dat in Dr<strong>en</strong>the migraine, astma/CARA <strong>en</strong> psychische<br />

gezondheid de meest g<strong>en</strong>oemde ziekt<strong>en</strong> of aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn (SRD, 2008). Het vóórkom<strong>en</strong> van<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> verschilt nauwelijks met Nederland al komt in Dr<strong>en</strong>the wel meer astma/CARA <strong>en</strong><br />

minder gewrichtsslijtage voor dan in Nederland. Bij de vrag<strong>en</strong>lijst war<strong>en</strong> de meest g<strong>en</strong>oemde<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>; problem<strong>en</strong> met het hart (10%), diabetes (8%) <strong>en</strong> epilepsie <strong>en</strong> astma of<br />

COPD (beide 7%). Hiervan komt dus alle<strong>en</strong> astma <strong>en</strong> COPD zowel in Dr<strong>en</strong>the als bij de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst overe<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Klacht<strong>en</strong><br />

De klacht<strong>en</strong> die door de ambulanceverpleegkundige zijn gerapporteerd op het ritformulier<br />

kom<strong>en</strong> niet volledig overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt zelf heeft ingevuld op de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Wat het meest opvalt is dat op de ritformulier<strong>en</strong> de grootste categorie klacht<strong>en</strong><br />

‘onwelwording<strong>en</strong>’ war<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de vrag<strong>en</strong>lijst ‘e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong>’. Daarnaast zijn bij<br />

zowel de ritformulier<strong>en</strong> als bij de vrag<strong>en</strong>lijst de grootste categorieën straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

cardiologische klacht<strong>en</strong>. Naast deze overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> te<br />

constater<strong>en</strong> in de klacht<strong>en</strong> die de ambulanceverpleegkundige gerapporteerd heeft <strong>en</strong> die de<br />

patiënt zelf heeft aangegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 78


Chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Bij de vrag<strong>en</strong>lijst gaf 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan last te hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing. In de provincie Dr<strong>en</strong>the wordt het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking geschat op<br />

14%. Het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing is dus<br />

hoger dan geschat mag word<strong>en</strong> op basis van de provinciale schatting. E<strong>en</strong> mogelijke oorzaak<br />

voor dit hoge perc<strong>en</strong>tage chronisch ziek<strong>en</strong> bij de EHTP-ritt<strong>en</strong> is dat er meer ouder<strong>en</strong> bij deze<br />

ritt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn zoals bij de leeftijdsverdeling naar vor<strong>en</strong> kwam. In het ouder<strong>en</strong>onderzoek<br />

van Dr<strong>en</strong>the blijkt dat ongeveer 26% van de ouder<strong>en</strong> last heeft van één chronische aando<strong>en</strong>ing<br />

<strong>en</strong> 41% geeft aan twee of meer chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. De meest gerapporteerde<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kom<strong>en</strong> niet overe<strong>en</strong> met de landelijke dan wel<br />

provinciale cijfers.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 79


4.4.1 Resultat<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong><br />

De eerste paragraaf geeft informatie van de gehoud<strong>en</strong> interviews aan de hand van e<strong>en</strong> aantal<br />

onderwerp<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de interviews naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>. In de tweede paragraaf wordt e<strong>en</strong><br />

aantal suggesties voor het terug dring<strong>en</strong> van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die door de<br />

geïnterviewd<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd. Aan het eind van het hoofdstuk zull<strong>en</strong> in het kort de<br />

belangrijkste bevinding<strong>en</strong> uit de interviews gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> schema.<br />

Onderwerp<strong>en</strong> interviews<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews is e<strong>en</strong> aantal onderwerp<strong>en</strong> aan de orde gekom<strong>en</strong>; deze zull<strong>en</strong> in deze<br />

paragraaf stuk voor stuk besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Knelpunt<strong>en</strong> in de organisatie van de spoedzorg<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat zowel e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> als<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer vindt dat de spoedzorg onoverzichtelijk georganiseerd is. E<strong>en</strong><br />

gevolg daarvan is dat de patiënt niet weet met welke klacht<strong>en</strong> hij waar terecht kan. Vroeger<br />

war<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> vooral gericht op vervoer van de patiënt naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zijn nu steeds meer gericht op zorg <strong>en</strong> de gezondheid van de<br />

patiënt. Hierdoor komt er ook steeds hoger geschoold personeel op de ambulance te werk<strong>en</strong>;<br />

zowel het niveau van de verpleegkundig<strong>en</strong> als van de chauffeurs gaat nog steeds omhoog. Er<br />

wordt daardoor ook steeds meer van het ambulancepersoneel verwacht. E<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundige zei in dat verband; “ik b<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> verpleegkundige <strong>en</strong> ik wil niet<br />

al de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van de huisarts op me nem<strong>en</strong>”. In ongeveer 50% van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

wordt dan ook overlegd met de huisarts of de patiënt thuisgelat<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Het<br />

advies van de huisarts wordt bijna altijd opgevolgd door het ambulancepersoneel. Bij de EHTPritt<strong>en</strong><br />

valt de kerntaak – het vervoer<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> – helemaal weg. Uit de interviews blijkt dat<br />

de meeste verpleegkundig<strong>en</strong> deze taakverdieping als positief ervar<strong>en</strong>. Echter e<strong>en</strong> deel blijft<br />

huiverig voor de groei<strong>en</strong>de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> die daar mee sam<strong>en</strong>gaan.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> huisarts van de huisarts<strong>en</strong>post wordt de huisarts nu ook eerder ‘buit<strong>en</strong>spel’<br />

geplaatst door de taakverbreding van de ambulancezorg. Vroeger was het bij spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> altijd eerst de huisarts die werd gebeld bij spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>. De huisarts<br />

schakelde vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ambulance in wanneer dit nodig was. Nu wordt de huisarts niet door<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 80


de ambulanceverpleegkundige op de hoogte gesteld wanneer de patiënt naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

wordt vervoerd. Echter bij e<strong>en</strong> EHTP-rit, waarbij de patiënt niet vervoerd wordt, vind vaak wel<br />

overleg plaats met de huisarts zodat de verpleegkundige de verantwoordelijkheid kan<br />

overdrag<strong>en</strong>.<br />

Invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

Bijna alle sleutelfigur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het idee dat er iets veranderd is na de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (HAP). C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemerkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het telefoonnummer van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post vaak te ingewikkeld of te lang vind<strong>en</strong>. Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 1-1-2 als<br />

alarmnummer, maar veel minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn bek<strong>en</strong>d met het nummer van de huisarts<strong>en</strong>post.<br />

Dit moet vaak eerst opgezocht word<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> tijd kost. In Ass<strong>en</strong> is het nummer van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post bijvoorbeeld 0900-1120112. Vooral voor ouder<strong>en</strong> is dit lastig te onthoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wanneer m<strong>en</strong> vergeet er 0900 voor te draai<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> gelijk de meldkamer aan de telefoon.<br />

E<strong>en</strong> ander knelpunt is dat de automatische telefoonbeantwoorders van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> niet<br />

uniform zijn. Zo wordt er op de band soms wel <strong>en</strong> soms niet naar 1-1-2 verwez<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

merk<strong>en</strong> daarnaast dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet altijd het geduld hebb<strong>en</strong> om de bandjes af te luister<strong>en</strong>; ze<br />

will<strong>en</strong> gelijk zorg <strong>en</strong> wanneer het ze te lang duurt bell<strong>en</strong> ze 1-1-2. Het bell<strong>en</strong> naar<br />

telefoonnummers van de HAP kost bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geld. De c<strong>en</strong>trale meldkamer (1-1-2) kan daarbij<br />

altijd gebeld word<strong>en</strong>, ook zonder beltegoed, de HAP niet. Gevolg kan zijn dat er eerst e<strong>en</strong><br />

ambulance ter plaatse komt. Wanneer e<strong>en</strong>maal aangekom<strong>en</strong> blijkt dat het huisarts<strong>en</strong>zorg betreft,<br />

belt het ambulancepersoneel alsnog de huisarts. Het ambulancepersoneel kan de huisarts of de<br />

HAP bell<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> speciale spoedlijn. De huisarts komt vervolg<strong>en</strong>s ter plaatse <strong>en</strong> de ambulance<br />

rijdt weer leeg terug naar zijn post (of heeft e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de rit), met als gevolg dat dit uitmondt in<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit voor de ambulancedi<strong>en</strong>st. Ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> chauffeur vermeldd<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de interviews wel dat de huisarts<strong>en</strong> vroeger overdag (voor de introductie van de HAP’s)<br />

ook slecht bereikbaar war<strong>en</strong>. Het kwam dan regelmatig voor dat ze in gesprek war<strong>en</strong> wanneer<br />

er gebeld werd. E<strong>en</strong> patiënt rest dan niet veel meer dan wacht<strong>en</strong> totdat er is opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

regelmatig opnieuw prober<strong>en</strong>. Wanneer dit vroeger gebeurde red<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder zelf naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Niet alle<strong>en</strong> de telefonische maar ook de fysieke bereikbaarheid van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

laat soms te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>. Inwoners van dorp<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 81


won<strong>en</strong> vaak te ver van de HAP <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vaak zelf van alles regel<strong>en</strong> om er te kom<strong>en</strong> om er dan<br />

vervolg<strong>en</strong>s achter te kom<strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>ige huisarts die di<strong>en</strong>st heeft afwezig is. E<strong>en</strong> hieraan<br />

gelieerd knelpunt is dat er door de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot werkingsgebied<br />

voor de di<strong>en</strong>stdo<strong>en</strong>de huisarts is ontstaan. Dit meld<strong>en</strong> zowel de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong><br />

als ook de c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke capaciteit is daardoor afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit merk<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> omdat zij door de meldkamer naar patiënt<strong>en</strong> gestuurd word<strong>en</strong><br />

waar in eerste instantie de visitearts van de huisarts<strong>en</strong>post he<strong>en</strong> zou gaan. Hieruit concludereert<br />

e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> dat veel EHTP-ritt<strong>en</strong> in feite huisarts<strong>en</strong>zorg betreft.<br />

E<strong>en</strong> ander gevolg van de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> is dat de huisarts niet meer<br />

‘de wind van vor<strong>en</strong>’ kan gev<strong>en</strong> bij onterechte telefoontjes van patiënt<strong>en</strong>. Dit punt werd<br />

g<strong>en</strong>oemd door e<strong>en</strong> huisarts werkzaam in e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur <strong>en</strong> door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>. Voor de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> moest m<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong><br />

huisarts bell<strong>en</strong>, deze k<strong>en</strong>de de patiënt <strong>en</strong> wanneer deze te vaak onterecht belde kreeg de patiënt<br />

dat te hor<strong>en</strong>. Door de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> is zowel de patiënt als de huisarts meer<br />

anoniem geword<strong>en</strong>. Patiënt<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> daardoor wellicht makkelijker buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> naar de<br />

huisarts<strong>en</strong>post. Naast dat patiënt<strong>en</strong> eerder naar de huisarts<strong>en</strong>post bell<strong>en</strong> vanwege de<br />

anonimiteit is het naar het oordeel van <strong>en</strong>kele sleutelperson<strong>en</strong> voor huisarts<strong>en</strong> die overdag e<strong>en</strong><br />

druk spreekuur hebb<strong>en</strong> ook makkelijker e<strong>en</strong> patiënt door te verwijz<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post<br />

wanneer de klacht<strong>en</strong> ’s avond aanhoud<strong>en</strong> of vererger<strong>en</strong>. Er kond<strong>en</strong> door de geïnterviewd<strong>en</strong><br />

echter ge<strong>en</strong> directe voorbeeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> van huisarts<strong>en</strong> die daadwerkelijk patiënt<strong>en</strong><br />

doorverwijz<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post omdat ze het te druk hadd<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is e<strong>en</strong> mogelijk directe oorzaak van de stijging in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>, verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>t geleg<strong>en</strong> in het feit dat de<br />

huisarts<strong>en</strong>post patiënt<strong>en</strong> met cardiale klacht<strong>en</strong> of klacht<strong>en</strong> die daar op lijk<strong>en</strong> gelijk<br />

doorverwijz<strong>en</strong> naar de ambulancezorg. Deze klacht<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> echter niet altijd te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat<br />

er daadwerkelijk sprake is van hartproblem<strong>en</strong>. In dit soort gevall<strong>en</strong> komt het voor dat de A1-rit<br />

waarmee e<strong>en</strong> ambulance is uitgestuurd uiteindelijk eindigt in e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Voorgaande gevolg<strong>en</strong> van de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral<br />

g<strong>en</strong>oemd door medewerkers van de ambulancezorg (c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> <strong>en</strong> verpleegkundig<strong>en</strong>). De<br />

huisarts<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> echter ook e<strong>en</strong> andere beweging. Er zijn twee hoofdred<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> zijn opgericht. De eerste is omdat de huisarts<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te hoge werkdruk<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 82


ervoer<strong>en</strong>, met name in de avond- nacht- <strong>en</strong> week<strong>en</strong>dur<strong>en</strong>. De tweede red<strong>en</strong>, die hangt sam<strong>en</strong><br />

met de eerste, is omdat het steeds drukker werd in de huisartspraktijk<strong>en</strong>. Deze toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

drukte is na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> echter alle<strong>en</strong> maar sterker geword<strong>en</strong>. Het zijn<br />

vooral ongeruste ouders met jonge kinder<strong>en</strong> die de HAP bezoek<strong>en</strong>. De huisarts<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het<br />

idee dat ze e<strong>en</strong> groot deel van de patiënt<strong>en</strong> die zich voorhe<strong>en</strong> bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp van het<br />

ziek<strong>en</strong>huis meld hebb<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het daardoor ook rustiger is geword<strong>en</strong> op de<br />

SEH’s.<br />

Verandering van m<strong>en</strong>taliteit onder patiënt<strong>en</strong><br />

Zowel de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>, de c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer <strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post merk<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong> steeds mondiger word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de<br />

m<strong>en</strong>taliteit van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verandert. Vroeger zou er minder sprake zijn van e<strong>en</strong> ik-cultuur <strong>en</strong><br />

meer solidariteit bestaan. “Als iemand ziek was dan bekommerde je je daar om, nu wordt er<br />

eerder e<strong>en</strong> beroep gedaan op professionele zorg”, aldus e<strong>en</strong> ambulanceverpleegkundige.<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds claim<strong>en</strong>der, “ik betaal premie <strong>en</strong> heb dus recht op zorg”. Daarnaast is er<br />

meer ‘shopgedrag’; m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> eerst de huisarts, dan de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2<br />

wanneer ze vind<strong>en</strong> dat ze niet voldo<strong>en</strong>de geholp<strong>en</strong> zijn. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaak wel waar ze met welke klacht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

zijn maar wordt m<strong>en</strong> steeds makkelijker. Deze m<strong>en</strong>taliteitsomslag schijnt in het west<strong>en</strong> nog<br />

duidelijker zichtbaar te zijn dan in Dr<strong>en</strong>the. Daar eindigt naar zegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundige ongeveer 60% van de A1 ritt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit omdat vanwege<br />

‘onzin klacht<strong>en</strong>’ wordt gebeld. De geïnterviewde verpleegkundig<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat melders<br />

teg<strong>en</strong>woordig precies wet<strong>en</strong> wat ze moet<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> opdat er e<strong>en</strong> ambulance komt. Ze mak<strong>en</strong><br />

vaak moedwillig het verhaal erger dan het is <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> bijvoorbeeld dat de patiënt wegvalt of<br />

‘dood bloedt’. Dan wordt het voor e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist wel erg moeilijk om ge<strong>en</strong> ambulance te stur<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal geïnterviewd<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> televisieprogramma’s over de spoedeis<strong>en</strong>de hulp bij<br />

aan de beeldvorming van patiënt<strong>en</strong>. In deze series komt het regelmatig voor dat er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met<br />

weinig spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zich bij de eerste hulpafdeling meld<strong>en</strong>. Gevolg is dat er ook in<br />

werkelijkheid meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> 1-1-2 bell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de<br />

huisarts<strong>en</strong>post steeds meer wordt gebruikt voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de kwaaltjes. “Wij vind<strong>en</strong> het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 83


ge<strong>en</strong> spoed maar de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wel”, aldus e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>te. “M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> om 5 over 5 met<br />

zog<strong>en</strong>aamd spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> waar, zo blijkt, ze al twee wek<strong>en</strong> last van hebb<strong>en</strong>”.<br />

Niet alle<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>taliteit van de betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> verandert, maar ook de m<strong>en</strong>taliteit<br />

van omstanders <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> familieled<strong>en</strong> lijkt te verander<strong>en</strong>. Zo bell<strong>en</strong> omstanders steeds<br />

eerder 1-1-2 zonder dat er iets aan de hand hoeft te zijn. Deze omstanders hebb<strong>en</strong> dan vaak ge<strong>en</strong><br />

zin of tijd om goed te gaan kijk<strong>en</strong> wat er precies aan de hand is. Dit gebeurt vooral bij<br />

straatongevall<strong>en</strong>. Omstanders zi<strong>en</strong> dat twee auto’s hebb<strong>en</strong> gebotst of zi<strong>en</strong> iemand van zijn fiets<br />

vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> bell<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance zonder zelf eerst polshoogte te hebb<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wel zijn omstanders vaak reëler aan de telefoon dan de patiënt zelf. Familieled<strong>en</strong> die<br />

1-1-2 bell<strong>en</strong> overdrijv<strong>en</strong> het meest aan de telefoon, vaak nog erger dan de patiënt zelf. Deze zijn<br />

dan vaak bang om hun dierbare te miss<strong>en</strong>. Voor ouder<strong>en</strong> ligt de drempel om 1-1-2 te bell<strong>en</strong> nog<br />

steeds hoog, ook al zijn de klacht<strong>en</strong> ernstig. Wel neemt bij ouder<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>zaamheid toe <strong>en</strong> is er<br />

e<strong>en</strong> afname van mantelzorg, daardoor is er eerder vraag naar reguliere zorg. Ouder<strong>en</strong><br />

veroorzak<strong>en</strong> nog wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> EHTP-rit doordat er niet gereageerd wordt op de alarmknop die<br />

ze indrukk<strong>en</strong> of het alarmkoord waar ze aan trekk<strong>en</strong>. Wanneer ze vind<strong>en</strong> dat het te lang duurt<br />

voordat er hulp komt bell<strong>en</strong> ze maar 1-1-2.<br />

Triage in de spoedzorg (op de HAP <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer)<br />

Het eerste dat opvalt bij de triage in de spoedzorg is dat de triageprotocoll<strong>en</strong> van de<br />

ambulancezorg <strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post van elkaar verschill<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>te<br />

zorgt dit voor verschill<strong>en</strong>de behandeling van mogelijk dezelfde klacht<strong>en</strong>. Daarnaast vraagt de<br />

doktersassist<strong>en</strong>te zich af of de triage op de meldkamer niet e<strong>en</strong> stuk kan verbeter<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong><br />

aantal geïnterviewde ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> plaatst kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de huidige<br />

uitvoering van de telefonische triage op de c<strong>en</strong>trale meldkamer. Binn<strong>en</strong> twee minut<strong>en</strong> moet er<br />

door de c<strong>en</strong>tralist uitgevraagd word<strong>en</strong> aan de telefoon <strong>en</strong> moet er e<strong>en</strong> koppeling plaatsvind<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> ambulance te stur<strong>en</strong>. Deze twee minut<strong>en</strong> norm is nu ongeveer e<strong>en</strong> jaar in werking <strong>en</strong><br />

zorgt ervoor dat de c<strong>en</strong>tralist onder tijdsdruk e<strong>en</strong> beslissing moet mak<strong>en</strong>. Deze twee minut<strong>en</strong><br />

norm maakt volg<strong>en</strong>s de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> dat de c<strong>en</strong>tralist te snel e<strong>en</strong> ambulance<br />

stuurt <strong>en</strong> zij vind<strong>en</strong> de triage van de meldkamer daarom niet altijd goed uitgevoerd. E<strong>en</strong><br />

mogelijke red<strong>en</strong> waardoor c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> te snel e<strong>en</strong> ambulance instur<strong>en</strong> is dat ze bang zijn voor<br />

de gevolg<strong>en</strong>. De juridisering van de zorg maakt dat c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> uit angst voor schadeclaims (te)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 84


snel e<strong>en</strong> ambulance stur<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er daarom nu ook eerder<br />

ambulances gestuurd naar melding<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong>lijk voor de huisarts bestemd zijn. Daarnaast<br />

vindt e<strong>en</strong> aantal verpleegkundig<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist niet verantwoordelijk gehoud<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> voor het teveel stur<strong>en</strong> van ambulances. Deze moet immers in korte tijd (twee minut<strong>en</strong>)<br />

aan de telefoon triër<strong>en</strong> waarbij de c<strong>en</strong>tralist vooral afgaat op de melder, hierdoor is het moeilijk<br />

de situatie helemaal goed in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> huisarts beschrijft de moeilijkheid van<br />

e<strong>en</strong> goede telefonische triage door de dokterassist<strong>en</strong>t: “Wanneer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bloed zi<strong>en</strong> vanwege<br />

e<strong>en</strong> wond is er altijd paniek. Aan de telefoon kan dan moeilijk vastgesteld word<strong>en</strong> hoe ernstig<br />

de situatie is. Wanneer ik als huisarts de patiënt heb gezi<strong>en</strong> kan pas geconstateerd word<strong>en</strong> dat<br />

het ‘onzin’ is. Daarnaast wordt je als spoeddi<strong>en</strong>st afgestraft als je te laat b<strong>en</strong>t. De kwetsbaarheid<br />

van de triage zit dus in de risico’s die de triagist (doktersasisst<strong>en</strong>t) durft te nem<strong>en</strong>.”<br />

To<strong>en</strong>ame mobiele telefonie<br />

De stijging van het 06-bezit beschouw<strong>en</strong> zowel c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer als<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> waardoor het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Omstanders bell<strong>en</strong> 1-1-2 wanneer ze e<strong>en</strong> ongeluk zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> maar rijd<strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s gewoon door zonder polshoogte te nem<strong>en</strong>. De melder heeft daardoor de situatie<br />

vaak niet ingeschat, terwijl e<strong>en</strong> ambulance niet noodzakelijk was bij het ongeluk. Daarnaast<br />

kom<strong>en</strong> er in het algeme<strong>en</strong> meer melding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bij de c<strong>en</strong>trale meldkamer maar dit hoeft niet<br />

per se te leid<strong>en</strong> tot meer ritt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> red<strong>en</strong> hiervoor kan zijn dat er meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> voor<br />

hetzelfde ongeluk. Dat meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mobiele telefoon gebruik<strong>en</strong> bij ongelukk<strong>en</strong> is ook te<br />

zi<strong>en</strong> aan het verminderde gebruik van praatpal<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong> verder wanneer ze e<strong>en</strong><br />

ongeluk gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> bell<strong>en</strong> in de auto 1-1-2.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

De belangrijkste mogelijke oorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd<br />

word<strong>en</strong> door de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> zijn:<br />

- m<strong>en</strong>taliteitsverandering van de patiënt<strong>en</strong><br />

- invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (slechte (telefonische) bereikbaarheid, groot<br />

werkingsgebied van de visitearts, toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> anonimiteit)<br />

- niet toereik<strong>en</strong>de of slecht uitgevoerde triage<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 85


Suggesties van de sleutelfigur<strong>en</strong><br />

Er is e<strong>en</strong> aantal suggesties door sleutelfigur<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Zo is door verschill<strong>en</strong>de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> dat de bereikbaarheid van de spoed<br />

(visite-) arts van de huisarts<strong>en</strong>post verbeterd moet word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur van de huisarts<strong>en</strong>post in de avondur<strong>en</strong>. Ook zoud<strong>en</strong> er meer huisarts<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de HAP, omdat deze nu onderbezet is. E<strong>en</strong> andere suggestie die vaak<br />

g<strong>en</strong>oemd werd is dat er betere voorlichting naar de burger moet kom<strong>en</strong>. Met name moet<br />

duidelijk gemaakt word<strong>en</strong> wat wel <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> spoedindicatie is. Daarvoor is betere voorlichting<br />

over het gebruik van 1-1-2 noodzakelijk. M<strong>en</strong> moet wet<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> terecht kan met welke<br />

klacht<strong>en</strong>. Deze voorlichting zou bijvoorbeeld met spotjes op televisie <strong>en</strong> advert<strong>en</strong>ties in krant<strong>en</strong><br />

vorm kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> huisarts werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post wijst erop dat het belangrijk is patiënt<strong>en</strong><br />

die onterecht e<strong>en</strong> beroep hebb<strong>en</strong> gedaan op de huisarts<strong>en</strong>post deze hier wel op te wijz<strong>en</strong>. De<br />

huisarts op de huisarts<strong>en</strong>post moet teg<strong>en</strong> elke patiënt die hij/ zij gezi<strong>en</strong> heeft zegg<strong>en</strong>; “ik heb u<br />

nu behandeld, maar deze klacht is ge<strong>en</strong> spoed, de volg<strong>en</strong>de keer kunt u met deze klacht<strong>en</strong> dus<br />

niet meer naar de huisarts<strong>en</strong>post kom<strong>en</strong>”. Daarnaast zou er, volg<strong>en</strong>s huisarts <strong>en</strong> assist<strong>en</strong>te, e<strong>en</strong><br />

hardere lijn getrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wat betek<strong>en</strong>d dat er patiënt<strong>en</strong> op de huisarts<strong>en</strong>post<br />

geweigerd zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Verder zou de naam ‘Huisarts<strong>en</strong>post’ eig<strong>en</strong>lijk weg moet<strong>en</strong>.<br />

Dit suggereert dat het e<strong>en</strong> post is die dag <strong>en</strong> nacht wordt <strong>en</strong> hierdoor krijgt het de status van<br />

EHBO-post <strong>en</strong> zo wordt hij dan ook door de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruikt. E<strong>en</strong> betere naam zou zijn<br />

‘Huisarts<strong>en</strong> Spoedpost’. Vooral door de term ‘spoed’ te gebruik<strong>en</strong> moet het m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> minder vrij<br />

lat<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> met het minste of geringste te kom<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte kwam naar vor<strong>en</strong> dat verschill<strong>en</strong>de sleutelfigur<strong>en</strong> wel iets zi<strong>en</strong> in één<br />

geïntegreerde meldkamer van zowel de huisarts<strong>en</strong>post als de huidige c<strong>en</strong>trale meldkamer. Als<br />

voordeel van e<strong>en</strong> dergelijke geïntegreerde meldkamer wordt g<strong>en</strong>oemd dat m<strong>en</strong> ook makkelijker<br />

zicht heeft op waar di<strong>en</strong>stdo<strong>en</strong>de huisarts<strong>en</strong> zich bevind<strong>en</strong>. Vooral personeel van de<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale meldkamer zi<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geïntegreerde<br />

meldkamer. Huisarts<strong>en</strong> zijn niet echt voorstander van e<strong>en</strong> dergelijke meldkamer. Zo vertelde<br />

e<strong>en</strong> huisarts dat veel (andere) huisarts<strong>en</strong> bang zijn om in e<strong>en</strong> dergelijk systeem hun autonomie<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 86


te verliez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke geïntegreerde meldkamer is echter al e<strong>en</strong>s gerealiseerd maar daar<br />

werd to<strong>en</strong> door de inspectie e<strong>en</strong> stokje voor gestok<strong>en</strong>.<br />

In kom<strong>en</strong>de tabel staat nog e<strong>en</strong> schematische weergave van de problem<strong>en</strong>, oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

oplossing<strong>en</strong> die de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> in de spoedzorg. Deze staan per<br />

subgroep weergegev<strong>en</strong>. Niet alle sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dezelfde subgroep hebb<strong>en</strong> exact<br />

hetzelfde gezegd. Wel is er e<strong>en</strong> zekere overe<strong>en</strong>komst te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit algem<strong>en</strong>e beeld wordt<br />

weergegev<strong>en</strong> in het schema.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 87


Tabel 17: Schematische weergave van de interviews<br />

Geïnterviewd<strong>en</strong> Problem<strong>en</strong> Oorzak<strong>en</strong> Oplossing<strong>en</strong><br />

C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

Ambulancemedewerkers<br />

- Slechte bereikbaarheid van de<br />

huisarts (daardoor wordt<br />

ambulance gestuurd welke eindigt<br />

in EHTP-rit)<br />

- Moeilijk om via telefonische triage<br />

vast te stell<strong>en</strong> hoe ernstig de<br />

klacht<strong>en</strong> zijn<br />

- De drempel om 1-1-2 te bell<strong>en</strong> is<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lager geword<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> makkelijker 1-1-2 <strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep op de HAP<br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die eerst de HAP<br />

b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2<br />

- C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> (te) snel e<strong>en</strong><br />

ambulance<br />

- E<strong>en</strong> hoop van de EHTP-ritt<strong>en</strong> is<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg<br />

- De nummers van de HAP zijn te lang <strong>en</strong> te<br />

duur (1-1-2 kun je altijd bell<strong>en</strong> ook zonder<br />

beltegoed) daarnaast heeft de visitearts e<strong>en</strong><br />

te groot werkingsgebied, daardoor neemt<br />

de capaciteit af <strong>en</strong> wordt vaker e<strong>en</strong><br />

ambulance gestuurd<br />

- Twee minut<strong>en</strong> norm is soms te kort, ivm<br />

juridisering wordt dan e<strong>en</strong> ambulance<br />

gestuurd om het zekere voor het onzekere<br />

te nem<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> mondiger<br />

(m<strong>en</strong>taliteitsverandering)<br />

- M<strong>en</strong>taliteitsverandering <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d 06-<br />

bezit<br />

- Slechte telefonische bereikbaarheid van de<br />

HAP<br />

- Niet goed kunn<strong>en</strong> uitvrag<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale<br />

meldkamer door 2-minut<strong>en</strong> norm <strong>en</strong> angst<br />

voor klacht<strong>en</strong>procedures (juridisering)<br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance omdat ze<br />

wet<strong>en</strong> dat die sneller ter plaatse is dan de<br />

huisarts<br />

- Verbetering telefonische<br />

bereikbaarheid van de HAP<br />

(uniformisering van de telefonische<br />

telefoonbeantwoord-ers van de<br />

verschill<strong>en</strong>de post<strong>en</strong>)<br />

- Betere voorlichting over het gebruik<br />

van 1-1-2<br />

- Betere voorlichting naar de<br />

bevolking<br />

- Één geïntegreerde c<strong>en</strong>trale<br />

meldkamer voor spoedzorg<br />

- Verruiming van de uitvraagtijd voor<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

- Ambulancezorg moet zich aanpass<strong>en</strong><br />

aan de verander<strong>en</strong>de zorgvraag<br />

(bijvoorbeeld door de inzet van<br />

SOLO-ambulances)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 88


Huisarts<strong>en</strong> (HAP)<br />

- De werkdruk op de HAP’s wordt<br />

steeds hoger<br />

- De huisarts verliest zicht op de<br />

zorg die de patiënt vraagt/ heeft<br />

gekreg<strong>en</strong><br />

- Telefonische triage is lastig<br />

- Zorgverl<strong>en</strong>ers gev<strong>en</strong> te vaak <strong>en</strong> te<br />

snel onnodige hulp<br />

- HAP nodigt uit dat patiënt<strong>en</strong> sneller<br />

langskom<strong>en</strong> (vooral ouders met kinder<strong>en</strong>).<br />

De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn daarnaast gemakzuchtiger<br />

<strong>en</strong> veeleis<strong>en</strong>de geword<strong>en</strong><br />

(m<strong>en</strong>taliteitsveran-dering)<br />

- Er vind ge<strong>en</strong> terugkoppeling naar de<br />

huisarts plaats wanneer e<strong>en</strong> patiënt<br />

vervoerd is naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

- Via de telefoon kan moeilijk ingeschat<br />

word<strong>en</strong> hoe ernstig de klacht<strong>en</strong> zijn<br />

- De protocoll<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te strikt gevolgd<br />

(‘het protocol vervangt het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’)<br />

- Patiënt<strong>en</strong> op de HAP die gekom<strong>en</strong><br />

zijn met niet-spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> erop wijz<strong>en</strong> dat de HAP<br />

er niet is voor de behandeling van<br />

die klacht<strong>en</strong><br />

- Geïntegreerde meldkamer van<br />

HAP <strong>en</strong> ambulancezorg<br />

- Er moet e<strong>en</strong> hardere lijn uitgezet<br />

word<strong>en</strong> wat betek<strong>en</strong>d dat er ook<br />

patiënt<strong>en</strong> bij de HAP geweigerd<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

Huisarts(di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur)<br />

- Ambulance wordt (vaak)<br />

ingeschakeld door HAP<br />

- (Te) groot aantal patiënt<strong>en</strong> op HAP<br />

- Te groot werkingsgebied voor de visitearts<br />

van de HAP <strong>en</strong> daardoor kan de visiteauto<br />

van de HAP vaak niet binn<strong>en</strong> 15 min bij de<br />

patiënt aanwezig zijn<br />

- Huisarts die het overdag te druk heeft<br />

gehad verwijst patiënt door naar HAP<br />

- Introductie van<br />

huisarts<strong>en</strong>praktijk<strong>en</strong> die overdag<br />

e<strong>en</strong> spoedservice hebb<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 89


Doktersassist<strong>en</strong>t-<strong>en</strong> (HAP)<br />

- Onduidelijk waar patiënt<strong>en</strong> terecht<br />

moet<strong>en</strong> met welke klacht<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> de HAP niet als<br />

spoed- hulp<br />

- Door de meldkamer wordt te snel<br />

e<strong>en</strong> ambulance naar e<strong>en</strong> patiënt<br />

gestuurd, e<strong>en</strong>maal aangekom<strong>en</strong><br />

blijk<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> niet heel ernstig<br />

<strong>en</strong> wordt contact opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met<br />

de huisarts van de HAP<br />

- Veel ouders met kinder<strong>en</strong> op de<br />

HAP<br />

- Twee verschill<strong>en</strong>de triage protocoll<strong>en</strong> in de<br />

spoedzorg (NTS <strong>en</strong> NHG)<br />

- De naam ‘Huisarts<strong>en</strong>post’ suggereert dat<br />

het e<strong>en</strong> post is waar m<strong>en</strong> dag <strong>en</strong> nacht<br />

terecht kan<br />

- De c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer vraagt niet<br />

goed uit aan de telefoon<br />

- Ouders kom<strong>en</strong> van hun werk <strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />

voor de zekerheid nog naar de huisarts met<br />

hun kind<br />

- Introducer<strong>en</strong> van één<br />

triageprotocol, of e<strong>en</strong> speciaal<br />

protocol voor de HAP(protocol<br />

wat nu gebruikt wordt is voor<br />

overdag)<br />

- HAP voortaan ‘Huisarts<strong>en</strong><br />

Spoedpost’ noem<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

zich minder vrij voel<strong>en</strong> bij het<br />

minste of geringste te kom<strong>en</strong> plus<br />

e<strong>en</strong> betere voorlichting naar de<br />

patiënt<strong>en</strong><br />

- Betere <strong>en</strong> langere<br />

uitvraagmethod<strong>en</strong> op de<br />

meldkamer<br />

- E<strong>en</strong> ECG-apparaat in de visiteauto<br />

van de HAP zodat de huisarts zelf<br />

e<strong>en</strong> hartfilmpje kan mak<strong>en</strong> (heeft<br />

de HAP Emm<strong>en</strong> reeds)<br />

- De huisarts<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur van 17 tot 18uur<br />

moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 90


5 Conclusies<br />

In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste resultat<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet. De bespreking vindt plaats aan de<br />

hand van de algem<strong>en</strong>e onderzoeksvraag ‘Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste<br />

Hulp Ter Plaatse (EHTP) –ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?’. De drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit<br />

het theoretisch model di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als leidraad voor het schrijv<strong>en</strong> van de conclusies.<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

Bij de bespreking van de vierde vraagstelling is naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat zowel de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the als ook het groei<strong>en</strong>d aantal inwoners beide ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />

verklaring bied<strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Zowel het totaal aantal inwoners<br />

als ook het aantal 65-plussers is niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met de groei van het aantal EHTPritt<strong>en</strong>.<br />

Wel is in het literatuuronderzoek naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat één van de<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> die van invloed is op het wel of niet voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> EHTP-rit de<br />

leeftijd van e<strong>en</strong> patiënt is. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere leeftijd zijn eerder bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong><br />

dan person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagere leeftijd. Bij de ritgegev<strong>en</strong>s bleek ongeveer e<strong>en</strong> derde van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

te zijn gered<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de 64 jaar. Wanneer naar de leeftijdsverdeling van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de ritgegev<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> is te zi<strong>en</strong> dat de leeftijdscategorie van 70 tot 74<br />

jaar van alle categorieën het grootst is. Verder is er e<strong>en</strong> piek te signaler<strong>en</strong> in de leeftijdscategorie<br />

van 15 tot 19 jaar.<br />

Aan de hand van de theorie van Anders<strong>en</strong> werd verwacht dat vrouw<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit, aangezi<strong>en</strong> ze over het algeme<strong>en</strong> meer zorg vrag<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />

Ook werd er verwacht dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat (verweduwd<strong>en</strong>,<br />

alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>) vaker bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn. Bij de beantwoording van de<br />

vraagstelling<strong>en</strong> kwam naar vor<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> niet significant vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan mann<strong>en</strong>. Ook is er niet e<strong>en</strong> bepaalde sam<strong>en</strong>levingsvorm die vaker betrokk<strong>en</strong><br />

is geweest bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. De verwachting dat alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit wordt niet bevestigd. Uit het vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek komt naar vor<strong>en</strong> dat er juist<br />

meer getrouwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 91


Bij de vijfde vraagstelling is onderzocht of jonger<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>. Wanneer dit daadwerkelijk het geval is duidt het mogelijk op e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering. Bij de stelling<strong>en</strong> kwam echter niet naar vor<strong>en</strong> dat jonger<strong>en</strong> significant<br />

anders hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere verklaring voor de piek bij<br />

het aantal 15-19 jarige werd gegev<strong>en</strong> door de geïnterviewd<strong>en</strong>. Zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat deze piek wordt<br />

veroorzaakt door dronk<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> die in het week<strong>en</strong>d uitgaan <strong>en</strong> waarvoor e<strong>en</strong> ambulance<br />

wordt gebeld. Hier is bij de gegev<strong>en</strong>s van de vrag<strong>en</strong>lijst ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ondersteuning voor<br />

gevond<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk twee is gekek<strong>en</strong> naar de spoedzorg in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de<br />

verandering<strong>en</strong> in de organisatie ervan. Het bleek dat na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

de zorg buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit duidt er mogelijk op dat de zorgvraag van de<br />

patiënt groter wordt <strong>en</strong> dat ze geholp<strong>en</strong> will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer h<strong>en</strong> dat uitkomt. Tot slot is<br />

door de geïnterviewde aangev<strong>en</strong> dat zij wel e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering onder de patiënt<strong>en</strong><br />

signaler<strong>en</strong>. Zij krijg<strong>en</strong> het idee dat de patiënt wel degelijk weet waar die zich moet meld<strong>en</strong> met<br />

welke klacht<strong>en</strong> (huisarts(<strong>en</strong>post), spoedeis<strong>en</strong>dehulp of ambulancezorg) maar dat de patiënt<br />

steeds meer zorg vraagt voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>.<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

Bij vraagstelling 10 is gekek<strong>en</strong> of er sprake van e<strong>en</strong> discrepantie is tuss<strong>en</strong> de<br />

zorgbehoefte zoals geformuleerd door de patiënt <strong>en</strong> die geformuleerd door de professional. Dit<br />

om te bekijk<strong>en</strong> of de patiënt over het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere zorgbehoefte ervaart dan de<br />

professional. Dit kwam echter niet naar vor<strong>en</strong>. De klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de patiënt op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst verschild<strong>en</strong> niet sterk van die gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op<br />

het ritformulier. E<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de patiënt <strong>en</strong> de<br />

geëvalueerde zorgbehoefte door de professionele is aan de hand van deze gegev<strong>en</strong>s niet<br />

gevond<strong>en</strong>.<br />

De meest g<strong>en</strong>oemde klacht<strong>en</strong> bij de ritformulier<strong>en</strong> zijn onwelwording, straatongeval <strong>en</strong><br />

cardiologische klacht<strong>en</strong>. Dat onwelwording<strong>en</strong> de grootste categorie betreft duidt er mogelijk op<br />

dat dit als e<strong>en</strong> containerbegrip gebruikt wordt wanneer niet duidelijk is wat er precies aan de<br />

hand is met de patiënt. Via de vrag<strong>en</strong>lijst is ook gevraagd aan de respond<strong>en</strong>t wat de oorzaak<br />

van de klacht<strong>en</strong> was waarvoor 1-1-2 is gebeld. Bij de vrag<strong>en</strong>lijst werd bij deze vraag ook ge<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 92


categorieën gehanteerd, maar betreft het e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> antwoord op<br />

kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>. Hierdoor zijn de antwoord<strong>en</strong> niet altijd medisch van aard, maar spel<strong>en</strong><br />

emoties <strong>en</strong> omgevingsfactor<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grote rol. Het achteraf categoriser<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong><br />

kan dus ook hier e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld hebb<strong>en</strong> opgeleverd wat zich onder andere uit in de grote<br />

categorie ‘combinatie van factor<strong>en</strong>’. Het lijkt erop dat deze indeling ongeveer hetzelfde tot stand<br />

is gekom<strong>en</strong> als bij de ritgegev<strong>en</strong>s.<br />

De klacht<strong>en</strong> die naast onwelwording<strong>en</strong> (bij de ritgegev<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> combinatie van<br />

factor<strong>en</strong> de meest voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zijn (bij zowel de ritformulier<strong>en</strong> als ook bij de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst) straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> cardiologische klacht<strong>en</strong>. Hier kan dus voorzichtig<br />

geconcludeerd word<strong>en</strong> dat onwelwording<strong>en</strong>, straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> cardiologische klacht<strong>en</strong> de<br />

meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

Naast e<strong>en</strong> analyse van de meest voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> is via de vrag<strong>en</strong>lijst ook aan de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd of ze e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> of dit de red<strong>en</strong> was waarom<br />

ze 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance hebb<strong>en</strong> gebeld (vraagstelling 11). Hieruit bleek dat, in verhouding<br />

tot het perc<strong>en</strong>tage van de totale Dr<strong>en</strong>tse bevolking met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing, er relatief<br />

veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Zo’n 40%<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst rapporteerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te hebb<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> het verband tuss<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge leeftijd zal<br />

het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met chronische aando<strong>en</strong>ing door de vergrijzing to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. En aangezi<strong>en</strong> de<br />

vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the naar verwachting nog sterker zal zijn dat in de rest van Nederland is de<br />

verwachting dat de zorgvraag (naar ambulancezorg) alle<strong>en</strong> maar sterker zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> de to<strong>en</strong>ame van het 06-<br />

bezit als mogelijke oorzaak van de to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> ziet. C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> merk<strong>en</strong><br />

dat er meerdere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor hetzelfde ongeluk. Ook zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die 1-1-2<br />

bell<strong>en</strong> die zelf niet wild<strong>en</strong> of durfd<strong>en</strong> te gaan kijk<strong>en</strong> maar die wel ‘het idee’ hadd<strong>en</strong> dat er iets<br />

ernstigs aan de hand was. Nadere analyse liet zi<strong>en</strong> dat de groei van het mobiele telefoongebruik<br />

echter ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring biedt voor de to<strong>en</strong>ame in het aantal ritt<strong>en</strong>. Wel kan het e<strong>en</strong><br />

verklaring zijn waardoor omstanders eerder naar 1-1-2 bell<strong>en</strong>. Immers, to<strong>en</strong> nog niet iedere<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon tot zijn beschikking had, moest m<strong>en</strong> in geval van e<strong>en</strong> ongeluk op straat<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 93


eerst op zoek naar e<strong>en</strong> vaste telefoon. Er ging to<strong>en</strong> meer tijd overhe<strong>en</strong> voordat er gebeld kon<br />

word<strong>en</strong>, zodat soms in die tijd al duidelijk werd dat e<strong>en</strong> ambulance niet meer noodzakelijk<br />

bleek.<br />

De tweede faciliter<strong>en</strong>de bron die in het theoretisch model is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is ‘regio’.<br />

Doormiddel van e<strong>en</strong> ruwe schatting kan voorzichtig geconcludeerd word<strong>en</strong> dat er in de regio<br />

Zuidoost Dr<strong>en</strong>the meer ritt<strong>en</strong> per 10.000 inwoners plaatsvind<strong>en</strong> dan in de andere twee regio’s.<br />

Alle onderzochte mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de stijging in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />

afzonderlijk ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring. Dit hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze helemaal niet<br />

van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Helaas zijn hier ge<strong>en</strong> rechtstreeks aanwijsbare oorzak<strong>en</strong> maar er<br />

kan wel e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />

aanbeveling<strong>en</strong> gedaan word<strong>en</strong> voor vervolgonderzoek.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 94


6 Beschouwing & Aanbeveling<strong>en</strong><br />

6.1 Geldigheid van de data<br />

Voor dit onderzoek zijn verschill<strong>en</strong>de databronn<strong>en</strong> gebruikt. Dit heeft verschill<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> deel van de gegev<strong>en</strong>s kon de ambulancezorg digitaal aanlever<strong>en</strong> kon voor e<strong>en</strong> groot deel<br />

automatisch via e<strong>en</strong> digitaal systeem verzameld word<strong>en</strong>. Wel is voor de analyse van ritgegev<strong>en</strong>s<br />

ervoor gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steekproef te nem<strong>en</strong>, hier zijn de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november uit 2007<br />

gekoz<strong>en</strong> met daarbij de onderbouwing dat in deze maand<strong>en</strong> de minste uitschieters zitt<strong>en</strong> (in<br />

december <strong>en</strong> januari heb je bijvoorbeeld de feestdag<strong>en</strong> met onder andere vuurwerkslachtoffers<br />

<strong>en</strong> in de zomermaand<strong>en</strong> heb je in Dr<strong>en</strong>the veel vakantiegangers).<br />

Bij het uitzett<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst moet met e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Zo is er mogelijk sprake van selectiebias, het uitdel<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst door het<br />

ambulancepersoneel zorgt voor vertek<strong>en</strong>ing. Zo is er ge<strong>en</strong> zicht op aan welke patiënt<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> uitgereikt <strong>en</strong> wanneer niet. Er zijn t<strong>en</strong> tijde van het onderzoek lijst<strong>en</strong> op de<br />

ambulancepost<strong>en</strong> uitgedeeld waarop het ambulancepersoneel moest aangev<strong>en</strong> wanneer zij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit hebb<strong>en</strong> gehad <strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst aan de patiënt hebb<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> als ze dit<br />

niet hebb<strong>en</strong> gedaan wat dan de red<strong>en</strong> is geweest. Helaas zijn deze formulier<strong>en</strong> niet goed<br />

ingevuld. Hierdoor kan zowel niet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom er ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

is uitgedeeld maar ook is het niet mogelijk (omdat onbek<strong>en</strong>d is hoeveel vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> er zijn<br />

uitgedeeld) de respons te bepal<strong>en</strong>. Weg<strong>en</strong>s privacyred<strong>en</strong><strong>en</strong> is het verder ook niet mogelijk<br />

geweest patiënt<strong>en</strong> telefonisch of per brief te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> om te vrag<strong>en</strong> of ze de vrag<strong>en</strong>lijst alsnog<br />

will<strong>en</strong> retourner<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>maal de vrag<strong>en</strong>lijst uitgegev<strong>en</strong> kon er niets meer ondernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

om de patiënt<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, maar deze niet hebb<strong>en</strong> teruggestuurd,<br />

zover te krijg<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst wel te retourner<strong>en</strong>. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de<br />

geretourneerde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> vermoedelijk afkomstig zijn van de meest betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong>, dit<br />

kunn<strong>en</strong> zowel zeer tevred<strong>en</strong> maar ook de meest ontevred<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> zijn. Verder blijkt dat de<br />

meeste vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> voornamelijk zijn geretourneerd door patiënt<strong>en</strong> die zich in de thuissituatie<br />

bevond<strong>en</strong>. Vooral patiënt<strong>en</strong> die vanwege bijvoorbeeld dronk<strong>en</strong>schap of drugsgebruik betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit ontbrek<strong>en</strong>. Deze ritt<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> vaak ’s nachts <strong>en</strong> in de week<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

plaats <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> groter risico dat de patiënt<strong>en</strong> die hierbij betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij thuiskomst de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst kwijtgeraakt zijn of helemaal niet meer wet<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 95


Hierdoor ontbreekt e<strong>en</strong> groep patiënt<strong>en</strong> die waarschijnlijk verantwoordelijk is voor e<strong>en</strong> groot<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is er e<strong>en</strong> reëel gevaar dat zowel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst maar ook<br />

geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> sociaal w<strong>en</strong>selijke antwoord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> in de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn zo algeme<strong>en</strong> mogelijk gesteld <strong>en</strong> getracht is de vrag<strong>en</strong> zo min mogelijk stur<strong>en</strong>d<br />

op te stell<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld op de vrag<strong>en</strong>lijst aangev<strong>en</strong> dat de huisarts<strong>en</strong>post er<br />

niet is voor e<strong>en</strong> second opinion maar in de praktijk er wel op zo’n manier gebruik van mak<strong>en</strong>.<br />

Bij de interviews zijn zowel medewerkers van de ambulancezorg, de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong><br />

van de c<strong>en</strong>trale meldkamer in Ass<strong>en</strong> geïnterviewd. Hier ontbrek<strong>en</strong> interviews met medewerkers<br />

van de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulpafdeling van het ziek<strong>en</strong>huis. 13 Wanneer ook hier interviews gehoud<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> zijn werd<strong>en</strong> alle aanbieders van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg in Dr<strong>en</strong>the in het onderzoek<br />

betrokk<strong>en</strong>.<br />

6.2 Suggesties voor vervolgonderzoek<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst is alle<strong>en</strong> uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die daadwerkelijk betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit. Dit maakt het onmogelijk om te kijk<strong>en</strong> naar mogelijke causale relaties tuss<strong>en</strong> bepaalde<br />

karakteristiek<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> die invloed die deze hebb<strong>en</strong> op de kans dat er e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

plaatsvindt. Hierdoor kan het Socio-behavior model van Anders<strong>en</strong> (1960) maar beperkt<br />

toegepast word<strong>en</strong>. Het zou interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of dit model ook de vraag naar<br />

spoedzorg (ambulancezorg) kan voorspell<strong>en</strong>. Om dit te onderzoek<strong>en</strong> zou bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />

onderzoek onder de Nederlandse (of Dr<strong>en</strong>tse) bevolking gehoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarin<br />

onderzocht wordt in welke situaties m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> verwacht dat het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gesteg<strong>en</strong> vanwege het feit dat steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />

mobiele telefoon <strong>en</strong> daardoor sneller 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance bell<strong>en</strong>. Uit de analyse kwam<br />

echter niet naar vor<strong>en</strong> dat het mobiele telefoongebruik sterk is gesteg<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> dat het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> sterk steeg. Binn<strong>en</strong> het huidige onderzoek was echter ge<strong>en</strong> ruimte om te kijk<strong>en</strong> of er<br />

ook daadwerkelijk meer melding<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale meldkamer binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> 06-<br />

nummer. Om te kijk<strong>en</strong> of er ook daadwerkelijk vaker met e<strong>en</strong> mobiele telefoon wordt gebeld<br />

13<br />

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> Ambulancezorg in Dr<strong>en</strong>the, van deze<br />

organisaties zijn dus medewerkers geïnterviewd <strong>en</strong> niet van de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 96


naar 1-1-2 zull<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s van de C<strong>en</strong>trale Meldkamer Dr<strong>en</strong>the bekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is<br />

dan met name interessant om te kijk<strong>en</strong> hoeveel melding<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale meldkamer dan<br />

binn<strong>en</strong>krijgt via de meldkamer in Drieberg<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> vergelijking mogelijk te mak<strong>en</strong> zal<br />

gekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar het aantal oproep<strong>en</strong> dat via e<strong>en</strong> mobiele of vaste telefoon tot stand<br />

is gekom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij hoeveel A1 <strong>en</strong> A2 ritt<strong>en</strong> de oproep is voortgekom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> vaste dan wel met<br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon.<br />

6.3 Aanbeveling<strong>en</strong> voor het terugdring<strong>en</strong> van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Het beleid van de ambulancezorg is nu gericht op e<strong>en</strong> kleine patiënt<strong>en</strong>groep, namelijk op de<br />

groep die daadwerkelijk vervoerd wordt naar het ziek<strong>en</strong>huis. Er ontstaat echter e<strong>en</strong> steeds<br />

grotere groep patiënt<strong>en</strong> die wel de hulp van de ambulance inschakel<strong>en</strong> maar die niet<br />

noodzakelijkerwijs naar het ziek<strong>en</strong>huis vervoerd hoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Voor de ambulancesector is<br />

het daarom belangrijk om, in het kader van de vraagsturing, zicht te krijg<strong>en</strong> op de behoeft<strong>en</strong> van<br />

hun klant (de patiënt). Welke vraag hebb<strong>en</strong> deze klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat verwacht<strong>en</strong> ze van de<br />

ambulancezorg? Hier kan dan het beleid van de ambulancesector op aangepast word<strong>en</strong>. Het is<br />

daarbij vooral van belang dat patiënt<strong>en</strong> toegang krijg<strong>en</strong> tot meerdere zorgkanal<strong>en</strong>. Het<br />

onnoodzakelijk gebruik van ambulancezorg zal verminder<strong>en</strong> wanneer er alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong> (Hjälte, 2007). Deze aanbeveling sluit aan bij e<strong>en</strong> uitspraak van Snooks (2000)<br />

namelijk dat er sprake is van e<strong>en</strong> mismatch tuss<strong>en</strong> de geleverde di<strong>en</strong>st door de ambulancezorg<br />

<strong>en</strong> de behoefte van e<strong>en</strong> aantal 1-1-2 bellers met niet-spoedeis<strong>en</strong>de condities (Snooks, 2000).<br />

Coleman (2001) echter suggereert dat alternatieve faciliteit<strong>en</strong> weinig effect hebb<strong>en</strong> op het<br />

gebruik van de spoedzorg door patiënt<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>. Er zijn echter ge<strong>en</strong><br />

data die deze uitspraak ondersteun<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>de alternatieve zorgkanal<strong>en</strong> waar aan<br />

gedacht kan word<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld de mogelijkheid dat patiënt<strong>en</strong> ook de huisarts kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> telefonisch consult. Ook kan gedacht word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> uitgebreidere vorm van<br />

thuiszorg. Dat wanneer iemand met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing de situatie niet vertrouwt <strong>en</strong><br />

zich niet goed voelt e<strong>en</strong> verpleegster kan bell<strong>en</strong> die dan de patiënt onderzoekt. Verder kunn<strong>en</strong><br />

meer (solo-) ambulances ingeschakeld word<strong>en</strong> zodat aan de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag tegemoet<br />

gekom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Ook kan er gedacht word<strong>en</strong> aan nieuwe vorm<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>vervoer voor<br />

zak<strong>en</strong> waarbij minder sprake is van spoed. Daarnaast blijft het belangrijk goede voorlichting te<br />

gev<strong>en</strong> over wanneer <strong>en</strong> bij welke klacht<strong>en</strong> 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance gebeld moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 97


wanneer de huisarts gebeld moet word<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam ook naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

aantal professionals het idee hebb<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong> met welke klacht<strong>en</strong> ze waar moet<strong>en</strong><br />

zijn. In 1980 gaf Morris al aan dat voorlichting ess<strong>en</strong>tieel is om het aantal onnodige ambulance<br />

melding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> dal<strong>en</strong> (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980).<br />

Ook zal wellicht door invoering van e<strong>en</strong> standaard patiënt<strong>en</strong>bijdrage het aantal<br />

onnodige melding<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> Japanse studie (Oshige, 2005) laat zi<strong>en</strong> dat wanneer er e<strong>en</strong><br />

patiënt<strong>en</strong>bijdrage van $190,-<br />

wordt ingevoerd, het gebruik door patiënt<strong>en</strong> met nietspoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> zal do<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> zonder dat het aantal telefoontjes van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met wel<br />

spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> doet afnem<strong>en</strong>. Hier moet bijgezegd word<strong>en</strong> dat tracht<strong>en</strong> het onnodig<br />

vervoer te verlag<strong>en</strong> effect zal hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> groot deel van de patiënt<strong>en</strong>, ook op deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

wel vervoer nodig hebb<strong>en</strong>. Maar het verlag<strong>en</strong> van niet-bevredigde behoeft<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> grotere<br />

klinische impact hebb<strong>en</strong> (Jacob, 2008). Driscoll (1987) stelt dat er ge<strong>en</strong> praktische mogelijkheid is<br />

om het aantal ‘onterechte’ melding<strong>en</strong> terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder dat daarbij e<strong>en</strong> zeker risico<br />

optreed voor e<strong>en</strong> deel van de patiënt<strong>en</strong>.<br />

Tot slot zal er meer inzicht in de aard <strong>en</strong> omvang van de EHTP-ritt<strong>en</strong> ontstaan<br />

wanneer de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> de ritformulier<strong>en</strong> beter <strong>en</strong> nauwkeuriger invull<strong>en</strong>.<br />

Vooral de vraag waarom er is beslot<strong>en</strong> de patiënt niet te vervoer<strong>en</strong> zal dan beter ingevuld<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij UMCG Ambulancezorg wordt pas sinds ongeveer drie jaar de red<strong>en</strong> van<br />

ge<strong>en</strong> vervoer bijgehoud<strong>en</strong>. Voorhe<strong>en</strong> werd de categorie ‘eerste hulp- ge<strong>en</strong> vervoer’ wel<br />

gehanteerd, maar de red<strong>en</strong> van ge<strong>en</strong> vervoer werd niet onderscheid<strong>en</strong>. Het feit dat pas sinds<br />

kort de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van ge<strong>en</strong> vervoer word<strong>en</strong> geregistreerd is e<strong>en</strong> mogelijke verklaring voor de<br />

constatering dat deze red<strong>en</strong> zo slecht door de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> wordt geregistreerd<br />

op het ritformulier. Wanneer dit in het vervolg nauwkeurig wordt ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> kan er in de toekomst beter <strong>en</strong> sneller onderzoek gedaan word<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 98


7 Literatuurlijst<br />

Aday, L.A. & Anders<strong>en</strong>, R.M. (1974). A framework for the study of acces to medical care. Health<br />

Services Research, 9, 208-220.<br />

AmbulanceZorg Nederland (2007). Ambulances in-zicht, 2006. AmbulanceZorg Nederland,<br />

Zwolle.<br />

Anders<strong>en</strong>, R.& Newman, J.F. (1973). Societal and individual determinants of medical care<br />

utilization in the Unites States. Milbank Memorial Fund Quarterly, 1, 95-124.<br />

Anders<strong>en</strong>, R.M. (1995). Revisiting the behavioral model and acces to medical care: Does it<br />

matter? Journal of Health and Social Behavior, 36, 1, 1-10.<br />

AVVV (2005). Snel <strong>en</strong> goed omdat het moet: Standpunt AVVV over herinrichting acute<br />

zorgket<strong>en</strong>. Visie op acute Zorg/ Cluster Acute Zorg Algem<strong>en</strong>e Ver<strong>en</strong>iging<br />

Verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> Verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Baar van, M.E., Gies<strong>en</strong>, P., Grol, R. <strong>en</strong> Schrijvers, A.J.P. (2007). E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van het<br />

begripp<strong>en</strong>kader, wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek, meet instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, organisatiemodell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> registratiesystem<strong>en</strong> op het terrein van de spoedzorg: E<strong>en</strong> voorstudie voor het<br />

onderzoeksprogramma Spoedzorg. Gezondheidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Eerstelijnsg<strong>en</strong>eeskunde, Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum Utrecht <strong>en</strong> K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum<br />

Huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spoedeis<strong>en</strong>de zorg, afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK),<br />

Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum St. Radboud, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Beer de, J. <strong>en</strong> Verweij, A. (2007). Zijn er in Nederland verschill<strong>en</strong> naar regio? In:<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning. Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Bilthov<strong>en</strong>: RIVM.<br />

Berkel, P., Leerkes, G., Reumer, K., <strong>en</strong> Rhijn, J. (2006). Ambulances in zicht. AmbulanceZorg<br />

Nederland: Zwolle.<br />

Billittier, A.J, Moscati, R., Janicke, D., Lerner, E.B., Seymour, J. & Olsson, D. (1996). A Multisite<br />

survey of factors contributing to medically unnecessary ambulance transports. Acad<br />

Emerg Med, 3, 1046-1052.<br />

Bov<strong>en</strong>s, M., Derks<strong>en</strong>, W., Witteve<strong>en</strong>, W., Kalma, P. <strong>en</strong> Becker, F. (1995). De verplaatsing van de<br />

politiek: E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor democratische vernieuwing. Amsterdam: WBS.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 99


Brown, E. & Sindelar, J. (1993). The emerg<strong>en</strong>t problem of ambulance misuse. Ann Emerg Med, 22,<br />

646-50.<br />

BVA <strong>en</strong> AZN (2003). Nota verantwoorde ambulancezorg, 2003. Beroepsver<strong>en</strong>iging<br />

ambulancezorg (BVA), Utrecht <strong>en</strong> Ambulancezorg Nederland (AZN), Zwolle.<br />

CBS (2007). Gezondheid <strong>en</strong> zorg in cijfers 2007. C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek: Voorburg/<br />

Heerl<strong>en</strong>.<br />

CBS (2006). Bevolkingstr<strong>en</strong>ds 4 e kwartaal 2006: Demografie van Nederland. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>:<br />

C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CBS (2008). Regionale kerncijfers Nederland. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de<br />

statistiek.<br />

CBS (2006). De digitale economie 2006. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CBS (2001). Minder goede gezondheid in de vier grote sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Zuid-Limburg: Regionale<br />

gezondheidsverschill<strong>en</strong>. Voorburg/Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CEG/ RVZ (2004). Economisering van zorg <strong>en</strong> beroepsethiek. Achtergrondstudies door het<br />

C<strong>en</strong>trum voor Ethiek <strong>en</strong> Gezondheid/ Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg:<br />

Zoetermeer.<br />

Ch<strong>en</strong>, J.C., Bullard, M.J., Liaw, S.J. (1996). Ambulance use, misuse and unmet needs in a<br />

developing emerg<strong>en</strong>cy medical service system. European Journal of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 3,<br />

73-8.<br />

Clark, M.J,. Purdie, J., FitzGerald, G.J., Bischoff, N.G. & O’Rourke, P.K. (1999). Predictors of<br />

demand for emerg<strong>en</strong>cy prehospital care: An Australian study. Prehospital Disaster Med. ,<br />

14, 167-173.<br />

Clawson, J.J., Forbuss, C.R., Hauert, S.A., Hurtado, F., Kuehl, A.E., Leonard, W.H., Manigas,<br />

P.A., Ryan, J.L., & Sharpe, D.R. (1994). National Association of Emerg<strong>en</strong>cy Medical<br />

Services Physicians (NAEMSP) and the National Association of State EMS Directors<br />

(NAEMSD). Use of warning lights and sir<strong>en</strong>s in emerg<strong>en</strong>cy medical vehicle response and<br />

pati<strong>en</strong>t transport. Prehosp Disas Med, 9, 133-6.<br />

Coleman, P., Irons, R. & Nicholl, J. (2001). Will alternative immediate care services reduce<br />

demands for non-urg<strong>en</strong>t treatm<strong>en</strong>t at accid<strong>en</strong>t and emerg<strong>en</strong>cy? Emerg Med J, 18, 482-7.<br />

Departm<strong>en</strong>t of Health Governm<strong>en</strong>t Statistical Service (1999). Statistical bulletin. Ambulance<br />

services. England: 1998-9. Bulletin 1999/16. London: DOH.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 100


Driscoll, P.A., Vinc<strong>en</strong>t, C.A., <strong>en</strong> Wilkinson, M. (1987). The use of the accid<strong>en</strong>t and emerg<strong>en</strong>cy<br />

departm<strong>en</strong>t. Arch Emerg Med, 4(2), 77-82.<br />

Dunt, D., Day, S.E., Kelaher, M. & Montalto, M. (2006). The impact of standalone call c<strong>en</strong>ters and<br />

GP cooperatives on access to after hours care: A before and after study adjusted for<br />

secular tr<strong>en</strong>d. Family Practice, 23, 453-460.<br />

Enk van, J.G. (2002). Determinants of use of health care services in childhood: The literature.<br />

Dissertations Abstracts. Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>.<br />

Eurostat, (2005). Around 80 mobile subscriptions per 100 inhabitants in the EU25 in 2003.<br />

Fatovich, D.M. (2002). Emerg<strong>en</strong>cy medicine. BMJ, 324, 958-62.<br />

Fisher, A.J., O’Halloran, P., Littlejohns P., K<strong>en</strong>nedy, A., & Butson, G. (2000). Ambulance<br />

economics. J. Public Health Med, 22, 413-421.<br />

Foekema, H. & H<strong>en</strong>drix, C. (2005). Spoed moet goed: E<strong>en</strong> onderzoek naar de spoedeis<strong>en</strong>de zorg.<br />

Onderzoek TNS NIPO in opdracht van Nederlandse Patiënt<strong>en</strong> Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Federatie.<br />

Fokkema, T. (2003). Tempo vergrijzing verschilt per geme<strong>en</strong>te. Demos (NIDI).<br />

GGD Dr<strong>en</strong>the (2004). Overgewicht in Dr<strong>en</strong>the. Ass<strong>en</strong>: Geme<strong>en</strong>telijke Gezondheids Di<strong>en</strong>st<br />

Dr<strong>en</strong>the.<br />

GGD Dr<strong>en</strong>the (2006). Sterfte in Dr<strong>en</strong>the, sterfte over de periode 1999-2003. Ass<strong>en</strong>: Geme<strong>en</strong>telijke<br />

Gezondheids Di<strong>en</strong>st Dr<strong>en</strong>the.<br />

Gibson, G. (1977). Evaluative criteria for emerg<strong>en</strong>cy ambulance systems. Soc Sci Med, 7, 424-54.<br />

Gies<strong>en</strong>, P. (2004). Toekomstige sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

eerste hulp: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studie geschrev<strong>en</strong> in opdracht van het CVZ. WOK; C<strong>en</strong>tre<br />

for Quality of Care Research, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Grint<strong>en</strong> van der, T.E.D., Bakker, G.R., Berd<strong>en</strong>, H.J.J.M., Brink, P.R.G., Delnoij, D.M.J., Gies<strong>en</strong>,<br />

P.H.J., Pierik, J.H.R., Schrijvers, A.J.P. & Vugt van, C. (2008). Programma voorstel<br />

spoedzorg. De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek <strong>en</strong> zorginnovatie.<br />

ZonMW: D<strong>en</strong> Haag.<br />

Grit, K. & Bont de, A. (2007). Zorgaanbieders <strong>en</strong> de ethische aspect<strong>en</strong> van marktwerking: De<br />

praktijkopgave van het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de zorgmarkt. Instituut voor Beleid <strong>en</strong><br />

Managem<strong>en</strong>t van de Gezondheidszorg (BMG), Erasmus Medisch C<strong>en</strong>trum Rotterdam.<br />

Grit, K. & Dolfsma, W. (2002). The dynamics of the Dutch health care system: A discourse<br />

analysis. Review of Social Economy, 60, 3, 377- 401.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 101


Grit, K. & Meurs, P. (2005). Verschuiv<strong>en</strong>de verantwoordelijkhed<strong>en</strong>: Dilemma’s van zorgbestuurders.<br />

Van Gorcum, Ass<strong>en</strong>.<br />

Grol, R. & Schrijvers, A.J.P. (2005). Onderzoeksprogramma spoedzorg. C<strong>en</strong>tre for Quality of<br />

Care Research (WOK). Nijmeg<strong>en</strong>/ Utrecht.<br />

Hershey, J.C., Luft, H.S. & Gianaris, J.M. (1975). Making s<strong>en</strong>se out of utilization data. Medical<br />

Care, 13, 838-54.<br />

Hjälte, J, Susered, B.O., Herlitz, J. & Karlberg, I. (2007). Why are people without medical need<br />

transported by ambulance? A study of indications for pre-hospital care. European Journal<br />

of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 14, 151-156.<br />

Huijsman-Rubingh, R.R.R., Spiers, W.J., Hazelzet-Crans, B., Evers, C.A.M. & Verver, C.H. (2005).<br />

De ket<strong>en</strong> rammelt: Onderzoek naar de afstemming binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing. G<strong>en</strong>eeskundige Inspectie van de <strong>Volksgezondheid</strong>, 1994.<br />

Hulka, B.S. & Wheath, J.R. (1985). Patterns of utilization: The pati<strong>en</strong>t perspective. Medical Care,<br />

23, 438-60.<br />

IGZ (2004). Spoedeis<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing: Haastige spoed niet overal goed. D<strong>en</strong> Haag: Inspectie<br />

voor de Gezondheidszorg.<br />

IGZ (1994). De ket<strong>en</strong> rammelt: onderzoek naar de afstemming binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing. D<strong>en</strong> Haag: G<strong>en</strong>eeskundige Inspectie van de <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Jacob, S.L, Jacoby, J., Heller, M. & Stoltzfus, J. (2008). Pati<strong>en</strong>t and physician perspective on<br />

ambulance utilization. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 12, 2, 176-181.<br />

James, E. & Sv<strong>en</strong>son, M.D. (1999). Patterns of use if emerg<strong>en</strong>cy medical transport: A populationbased<br />

study. American Journal of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 18, 2, 130-134.<br />

Jaslow, D., Barbera, J.A., Johnson, E. <strong>en</strong> Moore, W. (1998). EMS-initiated refusals and alternative<br />

methods of transport. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 2, 19-22.<br />

Johans<strong>en</strong>, H., Nair, C., & Bond, J. (1994). Who goes to the hospital? An investigation of high<br />

users of hospital days. Health Reports, 6, 253-77.<br />

Kawakami, C., Oshige, K., Kubota, K. & Tochikubo, O. (2007). Influ<strong>en</strong>ce of socioeconomic factors<br />

on medically unnecessary ambulance calls. BMC Health Services Research, 7, 120.<br />

De Klerk, M.M.Y. (2004). Zorg voor kwetsbare ouder<strong>en</strong>: Rapportage ouder<strong>en</strong> 2004. D<strong>en</strong> Haag:<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 102


Kooi van der, J., Smedema, E., P<strong>en</strong>tury, F., Meulman, J., Gernaat, J., Vergte van de, I. <strong>en</strong> Lang<strong>en</strong>,<br />

H. (2008). Format voor de lokale nota gezondheidsbeleid 2008-2011: Geme<strong>en</strong>te xxx. Het<br />

format met basistekst<strong>en</strong> is ontwikkeld door de Dr<strong>en</strong>tse werkgroep Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – GGD.<br />

Dit in opdracht van het portefeuillehouderoverleg Zorg <strong>en</strong> Welzijn van de VDG <strong>en</strong> in<br />

afstemming met het AB van GGD Dr<strong>en</strong>the.<br />

Konkel<strong>en</strong>berg van, R., Esterman, A., & Konkel<strong>en</strong>berg van, J. (2003). Factors influ<strong>en</strong>cing use of<br />

emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>ts and characteristics of pati<strong>en</strong>ts admitted through emerg<strong>en</strong>cy<br />

departm<strong>en</strong>ts. Fresbout Consulting Pty Ltd 2003.<br />

Kool, T. (1995). Naar e<strong>en</strong> gezondheidsmarkt? Mogelijkhed<strong>en</strong> tot deregulering van<br />

g<strong>en</strong>eeskundige verzorging. Amsterdam: Thesis Publishers.<br />

Kreukels, A.M.J. & Simonis, J.B.D. (1988). Publiek domein; De verander<strong>en</strong>de balans tuss<strong>en</strong> staat<br />

<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. Uitgeverij: Boom.<br />

Kunst, A.E., Meerding, W.J., Var<strong>en</strong>ik, N., Polder, J.J., & Mack<strong>en</strong>bach, J.P. (2007). Sociale<br />

verschill<strong>en</strong> in zorggebruik <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong> in Nederland 2003: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van<br />

verschill<strong>en</strong> naar sociaal- economische positie, sam<strong>en</strong>levingsvorm <strong>en</strong> land van herkomst.<br />

RIVM/ Erasmus MC: Bilthov<strong>en</strong>/ Rotterdam.<br />

Lindert, H van. & Kerkstra A. (2003). Project: Ervar<strong>en</strong> gezondheid, morbiditeit <strong>en</strong> zorggebruik<br />

bij ouder<strong>en</strong>. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg: Utrecht.<br />

Lindert, H. van, Droomers, M. & Westert, G.P. (2004). Tweede nationale studie naar ziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verrichting<strong>en</strong> in de huisartspraktijk. E<strong>en</strong> kwestie van verschil: Verschill<strong>en</strong> in<br />

zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid <strong>en</strong> zorggebruik. NIVEL/RIVM: Utrecht/<br />

Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Lucht, F. van der & Verkleij, H. (2001). Gezondheid in de grote sted<strong>en</strong>. Achterstand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kans<strong>en</strong>. Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Lucht, F. van der (2006). Sociaaleconomische gezondheidsverschill<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat. In:<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

MacKian, S., Bedri, N., & Lovel, H. (2004). Up the gard<strong>en</strong> path and over the edge: Where might<br />

health-seeking behavior take use? Health Policy and Planning, 19, 137-146.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 103


Marks, P.J., Daniel, T.D., Afolabi, O., Spiers, G., & Nguy<strong>en</strong>-Van-Tam, J.S. (2002). Emerg<strong>en</strong>cy<br />

(999) calls to the ambulance service that do not result in the pati<strong>en</strong>t being transported to<br />

hospital: an epidemiological study. Emerg. Med. J. 19, 449-452.<br />

McConnel, C.E., & Wilson, R.W. (1998). The demand for prehospital emerg<strong>en</strong>cy services in an<br />

aging society. Soc Sci Med, 46, 8, 1027-1031.<br />

Meier, M., Baar van, M.E., Schothorst van, A., de Bie- de Waal, M.N.A. & Schrijvers, A.J.P.<br />

(2005). Julius C<strong>en</strong>trum voor Gezondheidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Eerstelijns <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong>,<br />

UMC Utrecht.<br />

MiBzK, (1997). Naar e<strong>en</strong> nieuwe structuur voor ambulancezorg, traumazorg <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eeskundige<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing bij ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong> 1 juni 1997. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van<br />

Binn<strong>en</strong>landse zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijk relaties.<br />

MiVWS (2001a). Gezondheid, zorg <strong>en</strong> stelsel. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport.<br />

MiVWS (2001). Nota ‘Vraag aan bod’. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport: D<strong>en</strong><br />

Haag.<br />

MiVWS <strong>en</strong> MiBZK (1997). Met zorg verbond<strong>en</strong>: Naar e<strong>en</strong> nieuwe structuur voor<br />

ambulancezorg, traumazorg <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eeskundige hulpverl<strong>en</strong>ing bij ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong>.<br />

Rijswijk/D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong>, Werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> Sport <strong>en</strong><br />

Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties.<br />

MiVWS (2003). Beleidsvisie acute zorg. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport: D<strong>en</strong><br />

Haag.<br />

Moll van Charante, E., Gies<strong>en</strong>, P., Mokking, H., Oort, F., Grol., R., Klazinga, N., & Bindels, P.<br />

(2006). Pati<strong>en</strong>t satisfaction with large-scale out-of-hours primary health care in The<br />

Netherlands: Developm<strong>en</strong>t of a postal questionnaire. Family Practice Advance Access.<br />

Oxford University Press.<br />

Morris, D.L., & Cross, A.B. (1980). Is the emerg<strong>en</strong>cy ambulance services abused? Britisch Medical<br />

Journal, 281, 121-123.<br />

NVSHV (2004). Rapport Richtlijn Triage. Oud<strong>en</strong>dijk: Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging Spoedeis<strong>en</strong>de<br />

Hulp Verpleegkundig<strong>en</strong>. Verantwoordelijke instanties: Hogeschool van Arnhem <strong>en</strong><br />

Nijmeg<strong>en</strong> (HAN), Lectoraat Acute Int<strong>en</strong>sieve Zorg <strong>en</strong> Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van<br />

Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp Verpleegkundig<strong>en</strong> (NVSHV), Landelijk Expertisec<strong>en</strong>trum<br />

Verpleging & Verzorging (LEVV).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 104


NVSHV (2008). Eerste herzi<strong>en</strong>ing: Richtlijn Triage op de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp (2008).<br />

Verantwoordelijke instanties: Hogeschool van Arnhem <strong>en</strong> Nijmeg<strong>en</strong> (HAN), Lectoraat<br />

Acute Int<strong>en</strong>sieve Zorg <strong>en</strong> Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp<br />

Verpleegkundig<strong>en</strong> (NVSHV), Landelijk Expertisec<strong>en</strong>trum Verpleging & Verzorging<br />

(LEVV).<br />

RAV Fryslân (2008). Regionaal Ambulance Plan 2008-2011. Leeuward<strong>en</strong>: Regionale Ambulance<br />

Voorzi<strong>en</strong>ing.<br />

RVZ (1998). Tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> overheid. Zoetermeer: Raad voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg.<br />

RVZ (2003). Van patiënt tot klant. Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg: Zoetemeer.<br />

Oshige, K., Kawakami, C., Kubota, K. & Tochikubo, O. (2005). A conting<strong>en</strong>t valuation study of<br />

the appropriate user price for ambulance service. Acad Emer Med, 12, 932-40.<br />

OPTA (2005c). De markt voor toegang <strong>en</strong> gespreksopbouw op op<strong>en</strong>bare mobiele<br />

telefoonnetwerk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Onafhankelijke Post <strong>en</strong> Telecommunicatie Autoriteit.<br />

Quist, H. & Swarte, M. (2006). Aard <strong>en</strong> omvang van de WMO doelgroep: Inv<strong>en</strong>tarisatie uit 2006<br />

op basis van literatuur als voorbereiding op de invoering van de WMO in opdracht van<br />

de VNG. D<strong>en</strong> Haag: SGBO.<br />

Kommer, G.J., Egmond van, T. (2007). Hoe groot zijn de vraag <strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> deze toe<br />

of af? In: <strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Bilthov<strong>en</strong>: RIVM.<br />

Kommer, G.J. Slobbe, L.C.J. <strong>en</strong> Polder, J.J. (2005). Risicosolidariteit <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong>. Het<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Polder, J.J., Takk<strong>en</strong>, J., Meerding, W.J., Kommer, G.J., <strong>en</strong> Stokx, L.J. (2002). Kost<strong>en</strong> van ziekt<strong>en</strong> in<br />

Nederland: De zorgeuro ontrafeld. Het Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu:<br />

Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Kostalova, B. (2008). Locaties ambulancestandplaats<strong>en</strong> april 2008. In: <strong>Volksgezondheid</strong><br />

Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationale Atlas <strong>Volksgezondheid</strong>. Het Rijksinstituut voor<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Ve<strong>en</strong> van der, A.A.(RIVM), Zwakhals, S.L.N.(RIVM), Hazelzet-Crans, B.(IGZ), Man<strong>en</strong> van,<br />

J.W.(CTG) (2001). Niet zonder zorg: E<strong>en</strong> onderzoek naar de doelmatigheid <strong>en</strong> kwaliteit<br />

van de ambulancezorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 105


Sadiraj, K. & Groot, I. (2006). Sociaal-economische status in verev<strong>en</strong>ingsmodel zorgverzekeraars:<br />

Wat zijn de mogelijkhed<strong>en</strong>? Amsterdam: Onderzoek in opdracht van het ministerie van<br />

VWS.<br />

Schumaker, G. & Hill, N.S. (2006). Utilization of critical care resources is increasing- are we<br />

ready? Journal of Int<strong>en</strong>sive Care Medicine, 21, 3, 191- 193.<br />

Schrijvers, G. (2008). Atlas <strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario’s voor spoedzorg.<br />

Slob, M. (2006). Over keuzevrijheid <strong>en</strong> kiesplicht: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van opvatting<strong>en</strong> over het<br />

keuze-ideaal in de zorg. C<strong>en</strong>trum voor Ethiek <strong>en</strong> Gezondheid: D<strong>en</strong> Haag.<br />

Snooks, H.A., Dale, J., Hertley-Sharpe, C., & Halter, M. (2004). On sc<strong>en</strong>e alternatives for<br />

emerg<strong>en</strong>cy ambulance crews att<strong>en</strong>ding pati<strong>en</strong>ts who do not need travel to the accid<strong>en</strong>t<br />

and emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>t: a review of the literature. Emerg Med J, 21, 212-215.<br />

Snooks, H., Kearsley, N., Dale, J. <strong>en</strong> Halter, M. (2000). New models of care for 999 callers with<br />

conditions that are neither life-threat<strong>en</strong>ing nor serious: Results of a national survey.<br />

Prehospital Immediate Care, 4, 180-2.<br />

Snooks, H.A., Kearsley, N., Dale, J., Halter, M., Redhead, J. & Foster, J. (2005). Gaps betwe<strong>en</strong><br />

policy, protocols and practice: A qualitative study of the views and practice of<br />

emerg<strong>en</strong>cy ambulance staff concerning the care of pati<strong>en</strong>ts with non-urg<strong>en</strong>t needs. Qual<br />

Saf Health Care, 14, 251-257.<br />

Snooks, H. William, S. Crouch, R., Foster, T., Hartley-Sharpe, C. & Dale, J. (2002). NHS<br />

emerg<strong>en</strong>cy response to 999 calls: alternatives for cases that are neither life-threat<strong>en</strong>ing<br />

nor serious. BMJ, 325, 330-3.<br />

Snooks, H., Wrigley, H., George, S., Thomas, E., Smith, H. & Glasper, A. (1998). Appropriat<strong>en</strong>ess<br />

of use of emerg<strong>en</strong>cy ambulances. J Accid Emerg Med, 15, 212-18.<br />

Ting, Y.S.J. (2006). Path analysis modeling indicates free transport increases ambulance use for<br />

minor indications. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 10, 4, 476-481.<br />

Ud<strong>en</strong> van, C.J.T. & Crebolder, H.F.J.M. (2004). Does setting up out of hours primary care<br />

cooperatives outside a hospital reduce demand for emerg<strong>en</strong>cy care? Emerg Med J, 21, 722-<br />

723.<br />

Victor, C.R., Peacock, J.L., Chazot, C., Walsh, S. & Holmes, D. (1999). Who calls 999 and why? A<br />

survey of the emerg<strong>en</strong>cy workload of the London Ambulance Service. J Accid Emerg Med,<br />

16, 174-8.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 106


Vinglis, E., Wade, T. & Seeley, J. (2007). Predictors of adolesc<strong>en</strong>t health care utilization. Journal of<br />

Adolesc<strong>en</strong>ce, 30, 773-800.<br />

Volkers, A. (NIVEL), Bus, A. (CBS), Uiters, E. (WODC) (2007). Ontwikkeling<strong>en</strong> in de<br />

maatschappelijke participatie van allochton<strong>en</strong>; H2. Zorggebruik in de huisartspraktijk.<br />

Boom Juridische Uitgevers.<br />

De Witt, J., Parker Brady, H.G., Schonewille, J. <strong>en</strong> Tuinstra, J. (2008). Sociaal Rapport Dr<strong>en</strong>the.<br />

Provincie Dr<strong>en</strong>the<br />

Witteve<strong>en</strong>, W.J. & Klink. B.M.J van (2002). De sociale rechtsstaat voorbij. Twee ontwerp<strong>en</strong> voor<br />

het huis van de rechtsstaat. Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor Regeringsbeleid, D<strong>en</strong> Haag.<br />

WRR (2004). Maatschappelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing: E<strong>en</strong> onderzoek naar vijf sector<strong>en</strong>.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor Regeringsbeleid.<br />

Wrigley, H., George, S., Smith, H., Snooks, H., Glasper, A.& Thomas, E. (2002). Tr<strong>en</strong>ds in<br />

demand for emerg<strong>en</strong>cy ambulance service in Wiltshire over nine years: observational<br />

study. BMJ, 324, 646-647.<br />

Wong, A., Kommer, G.J. & Polder, J.J. (2008). Lev<strong>en</strong>sloop <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong>. Zorg voor euro’s.<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 107


Bijlag<strong>en</strong><br />

Bijlage 1: Achtergrondinformatie UMCG Ambulancezorg 109<br />

Bijlage 2: De vrag<strong>en</strong>lijst 110<br />

Bijlage 3: Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (1995) 118<br />

Bijlage 4: Tabell<strong>en</strong> bij bespreking vraagstelling 4 t/m 11 119<br />

Bijlage 5: Vrag<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong> 124<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 108


Bijlage 1:<br />

UMCG Ambulancezorg<br />

UMCG Ambulancezorg is verantwoordelijk voor de ambulancezorg in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> deel<br />

van Friesland (inclusief drie Wadd<strong>en</strong>eiland<strong>en</strong>). UMCG Ambulancezorg heeft in totaal<br />

vijf<strong>en</strong>twintig ambulances waarvan nu twee SOLO-ambulances. Op 1 januari 1999 zijn in<br />

Dr<strong>en</strong>the twaalf aparte ambulancebedrijfjes sam<strong>en</strong>gevoegd tot één; e<strong>en</strong> sterke professionalisering<br />

was het gevolg. Op 1 januari 2001 is dit bedrijf overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door UMCG Ambulancezorg <strong>en</strong><br />

werd daarmee e<strong>en</strong> dochterorganisatie van het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum in Groning<strong>en</strong>. De<br />

c<strong>en</strong>trale meldkamer van de provincie Dr<strong>en</strong>the bevindt zich in Ass<strong>en</strong>. Hier kom<strong>en</strong> zowel de 1-1-2<br />

melding<strong>en</strong> van de ambulance, de politie als van de brandweer binn<strong>en</strong>.<br />

In de bedrijfsvoering is de organisatie zelfstandig <strong>en</strong> UMCG Ambulancezorg is verder<br />

niet werkzaam in de provincie Groning<strong>en</strong> (wel word<strong>en</strong> er regelmatig patiënt<strong>en</strong> naar het UMCG<br />

gebracht wanneer dit het dichtst bijzijnde ziek<strong>en</strong>huis is of wanneer de patiënt specialistische<br />

medische hulp behoeft). UMCG Ambulancezorg werkt vanuit zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> locaties, welke heel<br />

Dr<strong>en</strong>the omvatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van Friesland. In Dr<strong>en</strong>the bem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de medewerkers van UMCG<br />

Ambulancezorg ook de Meldkamer Ambulancezorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 109


Bijlage 2:<br />

De Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

TGO<br />

Toegepast<br />

Gezondheids<br />

Onderzoek<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst Eerste Hulp Ter Plaatse-ritt<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 110


TGO<br />

Toegepast<br />

Gezondheids<br />

Onderzoek<br />

Toelichting vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Onlangs b<strong>en</strong>t u betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP)-rit van de<br />

UMCG- ambulancedi<strong>en</strong>st. E<strong>en</strong> EHTP-rit is e<strong>en</strong> rit waarbij u als patiënt wel b<strong>en</strong>t gezi<strong>en</strong> (<strong>en</strong> zo nodig<br />

behandeld) door het ambulancepersoneel, maar niet b<strong>en</strong>t vervoerd naar de eerste hulp afdeling van e<strong>en</strong><br />

ziek<strong>en</strong>huis. Het is voor e<strong>en</strong> betere organisatie van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg van belang te wet<strong>en</strong> waarom u<br />

niet naar het ziek<strong>en</strong>huis b<strong>en</strong>t vervoerd. Daarom wordt dit onderzoek in opdracht van UMCGambulancedi<strong>en</strong>st<br />

uitgevoerd in sam<strong>en</strong>werking met de afdeling Toegepast onderzoek van het Universitair<br />

Medisch C<strong>en</strong>trum Groning<strong>en</strong>.<br />

De informatie die u verstrekt wordt alle<strong>en</strong> gebruikt t<strong>en</strong> behoeve van het onderzoek <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst word<strong>en</strong> volstrekt anoniem verwerkt.<br />

Instructies<br />

- Het mer<strong>en</strong>deel van de vrag<strong>en</strong>lijst betreft meerkeuzevrag<strong>en</strong>. Bij deze vrag<strong>en</strong> kruist u het antwoord<br />

aan dat (het meest) op u van toepassing is. Bij e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> is ook nog e<strong>en</strong> apart tekstveld<br />

toegevoegd. Hiervan kunt u gebruik mak<strong>en</strong> als u nog e<strong>en</strong> opmerking heeft of toelichting wilt<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

- Soms kunt u e<strong>en</strong> vraag overslaan, omdat deze niet op u van toepassing is, let u dan wel goed op<br />

naar welke vraag u wordt doorverwez<strong>en</strong>.<br />

- Het invull<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kost u ongeveer 15 minut<strong>en</strong>.<br />

Informatie over de resultat<strong>en</strong><br />

Mocht u belangstelling hebb<strong>en</strong> voor de resultat<strong>en</strong> van het onderzoek, dan kunt u uw e-mailadres aan het<br />

einde van de vrag<strong>en</strong>lijst aan ons doorgev<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dan na de afronding van het onderzoek<br />

digitaal naar u toegestuurd word<strong>en</strong>.<br />

Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 111


Deel 1 Gegev<strong>en</strong>s EHTP-rit<br />

1. Op welke datum vond de rit plaats?<br />

2. Gedur<strong>en</strong>de welk dagdeel was dit?<br />

Op …./…/……. (dag/maand/jaar)<br />

’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00 tot 12.00 uur)<br />

’s middags (12.00 tot 18.00 uur)<br />

’s avonds (18.00 tot 24.00 uur)<br />

’s nachts (24.00 tot 06.00 uur)<br />

3. Was er iemand bij u to<strong>en</strong> u zich niet goed voelde<br />

of to<strong>en</strong> u iets overkwam?<br />

4. Wie heeft de ambulance gebeld?<br />

Nee, ik was alle<strong>en</strong><br />

Ja, e<strong>en</strong> familielid<br />

Ja, e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

Ja, e<strong>en</strong> collega<br />

Ja, e<strong>en</strong> omstander<br />

Anders, nl.;………………….<br />

…………………………………<br />

ikzelf (ga door naar vraag 10)<br />

e<strong>en</strong> familielid<br />

e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

mijn bur<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> omstander<br />

anders, nl; …………………..<br />

5. Indi<strong>en</strong> u niet zelf 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance<br />

heeft gebeld, wat was daarvan dan de red<strong>en</strong>?<br />

6. Heeft deg<strong>en</strong>e die heeft gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance met u overlegd voordat deze werd<br />

ingeschakeld?<br />

7. Heeft deg<strong>en</strong>e die heeft gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance voordat deze werd ingeschakeld uw<br />

toestand ingeschat?<br />

8. Was u er op dat mom<strong>en</strong>t mee e<strong>en</strong>s dat er e<strong>en</strong><br />

ambulance voor u werd gebeld?<br />

Kunt u aangev<strong>en</strong> waarom u het er destijds wel<br />

of niet e<strong>en</strong>s mee was?<br />

ik was er niet toe in staat<br />

ik was teveel geschrokk<strong>en</strong><br />

ik kreeg nauwelijks de kans om<br />

zelf te bell<strong>en</strong><br />

ik vond e<strong>en</strong> ambulance niet nodig<br />

anders, nl.; …………………..<br />

………………………………………<br />

ja, er is met mij overlegd<br />

nee, er is niet met mij overlegd<br />

anders, nl.; …………………..<br />

ja<br />

nee<br />

ik weet het niet<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik had daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 112


………………………………………<br />

9. B<strong>en</strong>t u het, achteraf gezi<strong>en</strong>, nog met deze<br />

beslissing e<strong>en</strong>s?<br />

Kunt u aangev<strong>en</strong> waarom u het er nu wel of niet<br />

e<strong>en</strong>s mee b<strong>en</strong>t?<br />

10. Was u van m<strong>en</strong>ing dat de situatie<br />

lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>d was?<br />

11. Heeft u e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing waarvoor u<br />

onder behandeling van e<strong>en</strong> arts b<strong>en</strong>t?<br />

Indi<strong>en</strong> ja, aan welke chronische aando<strong>en</strong>ing lijdt<br />

u?<br />

12. Was deze chronische aando<strong>en</strong>ing aanleiding<br />

om de ambulance te bell<strong>en</strong>?<br />

Indi<strong>en</strong> nee, t<strong>en</strong> gevolge van welke klacht is<br />

1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance gebeld?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

ja<br />

nee (door naar 13)<br />

problem<strong>en</strong> met het hart<br />

astma of COPD<br />

hoge bloeddruk<br />

diabetes<br />

epilepsie<br />

<br />

<br />

ja<br />

nee<br />

<br />

<br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

ongeval in het verkeer<br />

ander ongeval<br />

anders, nl.: ………………………<br />

……………………………………….<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 113


13. Is er voordat 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance werd<br />

gebeld eerst naar de huisarts of huisarts<strong>en</strong>post<br />

gebeld?<br />

Indi<strong>en</strong> ja, waarom is uiteindelijk toch 1-1-2<br />

gebeld?<br />

14. Waar was u to<strong>en</strong> 1-1-2 werd gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance?<br />

In welke plaats / dorp / stad was dit?<br />

15. Heeft u zelf of het ambulancepersoneel beslot<strong>en</strong><br />

om u niet naar het ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong>?<br />

Indi<strong>en</strong> u zelf heeft beslot<strong>en</strong> om niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis te word<strong>en</strong> vervoerd, wat was<br />

daarvan dan de red<strong>en</strong>?<br />

16. Heeft het ambulancepersoneel wel iets anders<br />

voor u kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

ja, naar de huisarts<br />

ja, naar de huisarts<strong>en</strong>post<br />

nee<br />

dat weet ik niet<br />

<br />

<br />

<br />

de huisarts(<strong>en</strong>post) raadde aan<br />

1-1-2 te bell<strong>en</strong><br />

de huisarts(<strong>en</strong>post) gaf ge<strong>en</strong> gehoor<br />

anders, namelijk: …………………..<br />

……………………………………….<br />

thuis<br />

op straat als:<br />

voetganger<br />

fietser<br />

automobilist<br />

in e<strong>en</strong> winkel(c<strong>en</strong>trum)<br />

in e<strong>en</strong> horeca- of<br />

uitgaansgeleg<strong>en</strong>heid<br />

op mijn werk<br />

bij familie / vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> / k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong><br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

In: ……………………………...........<br />

ikzelf<br />

het ambulancepersoneel (door naar<br />

vraag 16)<br />

ik b<strong>en</strong> ter plekke behandeld door het<br />

ambulancepersoneel <strong>en</strong> vond<br />

vervoer niet meer nodig<br />

ik vond mijn klacht<strong>en</strong> niet ernstig<br />

g<strong>en</strong>oeg om naar het ziek<strong>en</strong>huis te<br />

gaan<br />

ik hou niet van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

ja, ik b<strong>en</strong> behandeld voor mijn<br />

klacht<strong>en</strong>, nl.: ………………………….<br />

ja, ik b<strong>en</strong> door hun naar huis<br />

vervoerd<br />

ja, ik heb van hun advies gekreg<strong>en</strong>,<br />

nl.: ……………………………………..<br />

nee, ze zijn direct weer weggegaan<br />

Indi<strong>en</strong> ja, was u tevred<strong>en</strong> over de wijze waarop<br />

zij het hebb<strong>en</strong> afgehandeld?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 114


ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

Indi<strong>en</strong> nee, was u het e<strong>en</strong>s met het feit dat zij<br />

direct weer vertrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> u niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis vervoerd<strong>en</strong>?<br />

Ev<strong>en</strong>tuele toelichting:<br />

17. Kunt u aangev<strong>en</strong> wat de uiteindelijke oorzaak<br />

van uw klacht<strong>en</strong> was?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

……………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

18. B<strong>en</strong>t u ooit eerder geholp<strong>en</strong> dan wel vervoerd<br />

door e<strong>en</strong> ambulance?<br />

Was u tevred<strong>en</strong> over de zorg die die<br />

ambulance u heeft verstrekt?<br />

ja, ……….. keer<br />

nee<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 115


Deel 2. Stelling<strong>en</strong><br />

Hieronder staat tot slot e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong>. Wilt u per vraag het antwoord aankruis<strong>en</strong> dat het<br />

meest overe<strong>en</strong>komt met uw m<strong>en</strong>ing?<br />

1. Het bell<strong>en</strong> van 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance mag<br />

alle<strong>en</strong> bij ernstige spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong><br />

2. Voor de klant / patiënt is het onvoldo<strong>en</strong>de<br />

duidelijk bij welke medische problem<strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />

terecht kan bij 1-1-2 <strong>en</strong> bij welke problem<strong>en</strong> bij<br />

de huisarts<strong>en</strong>post of de eerstehulpafdeling van<br />

het ziek<strong>en</strong>huis<br />

3. De huisarts heeft e<strong>en</strong> belangrijke taak bij de<br />

behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong><br />

4. Als iemand het overdag op het werk of thuis te<br />

druk heeft gehad om naar de huisarts te gaan,<br />

kan m<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> medisch probleem ’s avonds<br />

de huisarts<strong>en</strong>post bell<strong>en</strong><br />

5. M<strong>en</strong> kan ook voor niet spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post terecht<br />

6. Wanneer iemand het niet e<strong>en</strong>s is met e<strong>en</strong><br />

behandeling of diagnose van de eig<strong>en</strong> huisarts<br />

kan deze naar de huisarts<strong>en</strong>post gaan voor e<strong>en</strong><br />

second opinion<br />

7. De huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

8. Als ik bij spoedeis<strong>en</strong>d medisch probleem moet<br />

kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> 1-1-2 voor<br />

e<strong>en</strong> ambulance gaat mijn voorkeur uit naar e<strong>en</strong><br />

ambulance<br />

9. Ik b<strong>en</strong> er goed van op de hoogte bij welke<br />

medische problem<strong>en</strong> ik 1-1-2 voor e<strong>en</strong><br />

ambulance moet bell<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij welke de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<br />

10. Ik zou het moeilijker vind<strong>en</strong> om bij medische<br />

problem<strong>en</strong> ’s avonds, ’s nachts of in het<br />

week<strong>en</strong>d mijn eig<strong>en</strong> huisarts te moet<strong>en</strong><br />

bell<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<br />

helemaal mee e<strong>en</strong>s<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

niet mee e<strong>en</strong>s<br />

helemaal niet mee e<strong>en</strong>s<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

ge<strong>en</strong> neming<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 116


Deel 3. Achtergrondgegev<strong>en</strong>s:<br />

1. Wat is uw leeftijd?<br />

2. Wat is uw geslacht?<br />

3. In welke plaats woont u?<br />

4. Wat is uw burgerlijke staat?<br />

5 Hoogst voltooide opleiding:<br />

...... jaar<br />

man<br />

vrouw<br />

……………………………………………..<br />

alle<strong>en</strong>staand<br />

getrouwd<br />

sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<br />

weduwnaar of weduwe<br />

anders, nl.: …………………………..<br />

Ge<strong>en</strong> onderwijs g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

Lagere (basis-) school<br />

Voortgezet onderwijs<br />

Middelbaar Beroeps Onderwijs<br />

(MBO)<br />

Hoger Beroeps Onderwijs (HBO)<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderwijs<br />

Dit is het einde van de vrag<strong>en</strong>lijst. U wordt vri<strong>en</strong>delijk verzocht om na beantwoording het formulier in de<br />

antwoord<strong>en</strong>veloppe te do<strong>en</strong>, deze dicht te plakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> terug te stur<strong>en</strong>.<br />

Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />

Mocht u vrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over deze vrag<strong>en</strong>lijst of met ons in contact will<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> dan kunt u bell<strong>en</strong> met<br />

mevrouw V. Verhage, tel.: 050-3637882<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 117


Bijlage 3:<br />

Socio-behavioral model<br />

Environm<strong>en</strong>t Population Characteristics Health Outcomes<br />

Behavior<br />

Health Care<br />

System<br />

Predisposing Enabling Need<br />

Characteristics Resources<br />

Personal<br />

Health<br />

Practices<br />

Status<br />

Perceived<br />

Health<br />

Evaluated<br />

Health<br />

External<br />

Environm<strong>en</strong>t<br />

Use of<br />

Health<br />

Services<br />

Consumer<br />

Satisfaction<br />

Figuur 1: Behavioral model (Anders<strong>en</strong>, 1995):<br />

Bron: Anders<strong>en</strong>, R.M. (1995). Revisiting the behavior model and acces to medical care: Does it<br />

matter? Journal of health and social behavior, Vol 36, No 1, pp 1-10.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 118


Bijlage 4:<br />

Tabell<strong>en</strong> bij bespreking vraagstelling<strong>en</strong><br />

Tabel 1 Aantal aanvrag<strong>en</strong> per dagdeel (n=3701 )<br />

1 e CPA Burger Huisarts Instelling Politie Overig Totaal<br />

ambulance<br />

Werkdag<strong>en</strong> 58 42 818 184 8 30 25 1165<br />

17-8<br />

Werkdag<strong>en</strong> 50 46 1033 152 42 55 45 1423<br />

8-17<br />

Zatzondag<strong>en</strong><br />

44 28 781 162 8 60 30 1113<br />

Totaal 152 116 2632 498 58 145 100 3701<br />

Tabel 2 Leeftijd patiënt<strong>en</strong> in categorieën (n=790)<br />

Leeftijd Frequ<strong>en</strong>tie Perc<strong>en</strong>tage<br />

0-9 23 2,9<br />

10-19 69 8,7<br />

20-29 75 9,5<br />

30-39 69 8,7<br />

40-49 90 11,4<br />

50-59 93 11,8<br />

60-69 92 11,6<br />

70-79 107 13,5<br />

80-89 74 9,4<br />

90> 17 2,2<br />

Missing 81 10,3<br />

Totaal 790 100<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 119


Tabel 3 Leeftijd patiënt<strong>en</strong> in categorieën vrag<strong>en</strong>lijst, n=152)<br />

Leeftijd Frequ<strong>en</strong>tie Perc<strong>en</strong>tage<br />

0-9 10 6,6<br />

10-19 16 10,5<br />

20-29 16 10,5<br />

30-39 15 9,9<br />

40-49 13 8,6<br />

50-59 26 17,1<br />

60-69 28 18,4<br />

70-79 19 12,5<br />

80-89 7 4,6<br />

90> 1 0,7<br />

Missing 1 0,7<br />

Totaal 152 100<br />

Tabel 4 Antwoord<strong>en</strong> op de stelling<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tages (n = 137)<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

op de<br />

stelling<strong>en</strong><br />

Helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

Mee e<strong>en</strong>s<br />

Neutraal<br />

Niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Helemaal<br />

niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Stelling 1 47,0 33,3 2,3 15,2 2,3<br />

Stelling 2 16,4 33,4 10,2 28,9 10,2<br />

Stelling 3 24,2 50,8 6,1 14,1 4,5<br />

Stelling 4 9,8 18,2 6,1 37,1 28,8<br />

Stelling 5 12,2 29,8 8,4 26,0 23,7<br />

Stelling 6 9,8 30,3 12,1 24,2 23,5<br />

Stelling 7 12,4 28,7 17,8 24,4 14,7<br />

Stelling 8 43,8 32,3 10,8 10,0 3,1<br />

Stelling 9 25,2 48,9 3,8 20,6 1,5<br />

Stelling 10 13,1 22,3 7,7 37,7 19,2<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 120


Tabel 5<br />

Correlatiematrix<br />

Wat is uw leeftijd?<br />

Pearson Correlation<br />

Sig. (2-tailed)<br />

Wat is uw<br />

leeftijd?<br />

Correlations<br />

stelling 1 geherdodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeerd<br />

gehercodeerde stelling 2de stelling 3de stelling 4de stelling 5de stelling 6de stelling 7de stelling 8de stelling 9e stelling 10<br />

1 ,238** ,145 ,279** -,003 -,099 ,146 ,115 -,040 -,026 ,150<br />

,006 ,103 ,001 ,972 ,260 ,096 ,196 ,651 ,767 ,088<br />

N<br />

136 132 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

stelling 1 gehercodeerd Pearson Correlation,238** 1 -,051 ,165 -,216* -,072 -,119 -,084 -,077 ,146 ,043<br />

Sig. (2-tailed) ,006 ,572 ,059 ,013 ,413 ,177 ,349 ,387 ,098 ,629<br />

N<br />

132 132 127 131 131 131 131 128 129 130 129<br />

geherdodeerde stelling Pearson 2 Correlation,145 -,051 1 ,093 ,221* ,236** ,226* ,246** ,211* -,244** ,194*<br />

Sig. (2-tailed) ,103 ,572 ,296 ,012 ,008 ,010 ,005 ,018 ,005 ,029<br />

N<br />

128 127 128 128 128 127 128 127 126 128 127<br />

gehercodeerde stelling Pearson 3 Correlation,279** ,165 ,093 1 ,209* -,004 ,092 ,056 ,007 ,196* ,105<br />

Sig. (2-tailed) ,001 ,059 ,296 ,016 ,968 ,295 ,529 ,933 ,025 ,236<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 4 Correlation -,003 -,216* ,221* ,209* 1 ,440** ,366** ,404** ,265** ,008 ,278**<br />

Sig. (2-tailed) ,972 ,013 ,012 ,016 ,000 ,000 ,000 ,002 ,932 ,001<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 5 Correlation -,099 -,072 ,236** -,004 ,440** 1 ,449** ,276** ,189* -,127 ,112<br />

Sig. (2-tailed) ,260 ,413 ,008 ,968 ,000 ,000 ,002 ,032 ,151 ,208<br />

N<br />

131 131 127 131 131 131 131 128 129 130 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson 6 Correlation,146 -,119 ,226* ,092 ,366** ,449** 1 ,400** ,255** -,062 ,192*<br />

Sig. (2-tailed) ,096 ,177 ,010 ,295 ,000 ,000 ,000 ,003 ,479 ,028<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 7 Correlation,115 -,084 ,246** ,056 ,404** ,276** ,400** 1 ,167 -,241** ,099<br />

Sig. (2-tailed) ,196 ,349 ,005 ,529 ,000 ,002 ,000 ,061 ,006 ,269<br />

N<br />

129 128 127 129 129 128 129 129 127 128 127<br />

gehercodeerde stelling Pearson 8 Correlation -,040 -,077 ,211* ,007 ,265** ,189* ,255** ,167 1 ,173* ,133<br />

Sig. (2-tailed) ,651 ,387 ,018 ,933 ,002 ,032 ,003 ,061 ,050 ,133<br />

N<br />

130 129 126 130 130 129 130 127 130 129 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson 9 Correlation -,026 ,146 -,244** ,196* ,008 -,127 -,062 -,241** ,173* 1 -,001<br />

Sig. (2-tailed) ,767 ,098 ,005 ,025 ,932 ,151 ,479 ,006 ,050 ,992<br />

N<br />

131 130 128 131 131 130 131 128 129 131 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson Correlation,150 ,043 ,194* ,105 ,278** ,112 ,192* ,099 ,133 -,001 1<br />

10<br />

Sig. (2-tailed) ,088 ,629 ,029 ,236 ,001 ,208 ,028 ,269 ,133 ,992<br />

N<br />

130 129 127 130 130 129 130 127 129 129 130<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

*. Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 121


Tabel 6<br />

Antwoord<strong>en</strong> op de stelling<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tages van de ouders (n=15)<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

op de<br />

stelling<strong>en</strong><br />

(n,%)<br />

Stelling 1 7(46,7) 6(40,0) - 2(13,3) -<br />

Helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

Mee e<strong>en</strong>s<br />

Neutraal<br />

Niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Helemaal<br />

niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Stelling 2 1(6,7) 7(46,7) 1(6,7) 5(33,3) 1(6,7)<br />

Stelling 3 - 6(40,0) 2(13,2) 5(33,3) 2(13,3)<br />

Stelling 4 1(6,7) 1(6,7) 2(13,3) 7(46,7) 4(26,7)<br />

Stelling 5 1(6,7) 1(6,7) - 5(66,7) 4(20,0)<br />

Stelling 6 1(6,7) 1(6,7) - 10(66,7) 3(20,0)<br />

Stelling 7 2(13,3) 2(13,3) 4(26,7) 6(40,0) 1(6,7)<br />

Stelling 8 5(33,3) 6(40,0) 2(13,3) 2(13,3) -<br />

Stelling 9 3(20,0) 7(46,7) 1(6,7) 4(26,7) -<br />

Stelling 10 1(6,7) 3(20,0) 2(13,3) 9(60,0) -<br />

Tabel 7 Plaats van de EHTP-rit (n= 152)<br />

Geme<strong>en</strong>te n (%)<br />

Aa <strong>en</strong> Hunze 4 2,6<br />

Ass<strong>en</strong> 15 9,9<br />

Borger-Odoorn 23 15,1<br />

Coevord<strong>en</strong> 8 5,3<br />

De Wold<strong>en</strong> 3 2,0<br />

Emm<strong>en</strong> 43 28,3<br />

Hoogeve<strong>en</strong> 10 6,6<br />

Meppel 7 4,6<br />

Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the 9 5,9<br />

Noord<strong>en</strong>veld 11 7,2<br />

Tynaarlo 4 2,6<br />

Westerveld 2 1,3<br />

Niet in Dr<strong>en</strong>the 9 5,9<br />

Niet ingevuld 4 2,6<br />

Totaal 152 100<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 122


In de tabel is te zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te Emm<strong>en</strong> war<strong>en</strong> (28,3%), gevolgd door<br />

Borger-Odoorn <strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>, met respectievelijk 15,1% <strong>en</strong> 9,9% van de ritt<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 123


Bijlage 5:<br />

Vrag<strong>en</strong> interviews<br />

Vrag<strong>en</strong> die vooraf war<strong>en</strong> opgesteld managem<strong>en</strong>t UMCG ambulancezorg<br />

1. Wordt er in land<strong>en</strong> waarin sprake is van e<strong>en</strong> geïntegreerde meldkamer gebruik gemaakt<br />

van één triageprotocol?<br />

2. Wat voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> er daar aan de telefoon?<br />

3. Hoe is het verder georganiseerd: welke rol heeft de ambulancedi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> welke rol<br />

hebb<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land?<br />

4. Op welke manier wordt er sam<strong>en</strong>gewerkt met politie <strong>en</strong> brandweer?<br />

5. Welke voor <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> heb je van e<strong>en</strong> dergelijk systeem gesignaleerd?<br />

6. Is e<strong>en</strong> dergelijk systeem ook haalbaar <strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk voor Nederland?<br />

7. Is er in het buit<strong>en</strong>land ook e<strong>en</strong> vergelijkbare to<strong>en</strong>ame van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg als in<br />

Nederland c.q. Dr<strong>en</strong>the?<br />

8. Welke red<strong>en</strong><strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt u dat er aan de to<strong>en</strong>ame van spoedeis<strong>en</strong>de zorg t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>?<br />

Vrag<strong>en</strong> vooral opgesteld voor managem<strong>en</strong>t C<strong>en</strong>trale Huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the<br />

1. Wanneer moet e<strong>en</strong> patiënt naar de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> wanneer naar 1-1-2?<br />

2. Wie is er bij jullie verantwoordelijk voor de triage?<br />

3. Is er e<strong>en</strong> protocol voor doorverwijz<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1-1-2 <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post? Bij de HAP Groning<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> met pijn op de borst direct doorverwez<strong>en</strong> naar 1-1-2. Is dat bij jullie ook<br />

het geval? Verwijst 1-1-2 ook door naar de HAP?<br />

4. Met welke urg<strong>en</strong>tiecodes werk<strong>en</strong> jullie?<br />

5. Wat is uw idee van de red<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg?<br />

- 06-bezit<br />

- demografische factor<strong>en</strong><br />

- to<strong>en</strong>ame in de medische problematiek<br />

- overlap in de triages<br />

- laagdrempeligheid/ onpersoonlijkheid van de huisarts<strong>en</strong>post<br />

- huisarts<strong>en</strong>post als second opinion<br />

6. Hoeveel tijd heeft e<strong>en</strong> triagist van de huisarts<strong>en</strong>post bij e<strong>en</strong> telefonische triage? Heeft het<br />

verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van deze tijd e<strong>en</strong> betere triage tot gevolg?<br />

7. Wanneer gaat de huisarts bij de patiënt op visite <strong>en</strong> wanneer gaat e<strong>en</strong> ambulance?<br />

8. Welke gegev<strong>en</strong>s zijn digitaal aanwezig?<br />

9. Welke mogelijkheid is er om te onderzoek<strong>en</strong> of de patiënt<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post ook<br />

allemaal gezi<strong>en</strong> hun klacht<strong>en</strong>patroon bij de huisarts<strong>en</strong>post thuis hor<strong>en</strong> (versus 1-1-2 of<br />

huisarts)?<br />

10. In hoeverre kunn<strong>en</strong> we de patiënt<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> voor hun beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het bell<strong>en</strong> c.q.<br />

kom<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post?<br />

11. In hoeverre is het mogelijk om e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête te houd<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong>?<br />

- <strong>en</strong>quête aan iedere patiënt is geweest (retrospectief) of komt (prospectief)<br />

- <strong>en</strong>quête aan patiënt met oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong><br />

12. In hoeverre acht u vergelijking mogelijk tuss<strong>en</strong> witte vlekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 124


Vrag<strong>en</strong> vooraf opgesteld ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>/-chauffeur <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

1. Waaraan d<strong>en</strong>kt u (vanuit uw ervaring) dat de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> valt<br />

toe te schrijv<strong>en</strong>:<br />

a. laagdrempeligheid van de spoedzorg<br />

b. oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong> / m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

c. demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (meer ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />

d. meer ziekte <strong>en</strong> ongelukk<strong>en</strong><br />

e. stijging 06-bezit<br />

f. tekortschiet<strong>en</strong>de triage (bijvoorbeeld door te korte uitvraagtijd)<br />

g. onduidelijkheid van de spoedzorg voor de klant (naar welk loket?)<br />

2. Beslist de ambulanceverpleegkundige te all<strong>en</strong> tijde of iemand wel of niet meegaat?<br />

3. Wat gebeurt er als de patiënt absoluut toch vervoerd wil word<strong>en</strong>?<br />

4. Zi<strong>en</strong> jullie binn<strong>en</strong> alle patiënt<strong>en</strong> waarvoor jullie uitrukk<strong>en</strong>, de laatste jar<strong>en</strong><br />

verandering<strong>en</strong>?<br />

5. Krijg<strong>en</strong> jullie aanvull<strong>en</strong>de instructies vanuit de ambulancedi<strong>en</strong>st over hoe om te gaan<br />

met EHTP-ritt<strong>en</strong>?<br />

6. Vind<strong>en</strong> jullie de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zorgwekk<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zo ja<br />

waarom?<br />

7. Hebb<strong>en</strong> jullie het idee dat er iets veranderd is door de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>?<br />

8. Welke suggesties heeft u voor de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg in het algeme<strong>en</strong>?<br />

9. Hoe word<strong>en</strong> de beslissing<strong>en</strong> van verpleegkundige omtr<strong>en</strong>t EHTP-ritt<strong>en</strong> geüniformeerd?<br />

Vrag<strong>en</strong> vooraf opgesteld voor huisarts <strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>t€ van huisarts<strong>en</strong>post<br />

1. Waaraan d<strong>en</strong>kt u (vanuit uw ervaring) dat de to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg valt toe te<br />

schrijv<strong>en</strong>:<br />

a. laagdrempeligheid van de spoedzorg<br />

b. oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong> / m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

c. demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (meer ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />

d. meer ziekte <strong>en</strong> ongelukk<strong>en</strong><br />

e. stijging 06-bezit<br />

f. tekortschiet<strong>en</strong>de triage (bijvoorbeeld door te korte uitvraagtijd)<br />

g. onduidelijkheid van de spoedzorg voor de klant (naar welk loket?)<br />

2. Hebb<strong>en</strong> jullie het idee dat er iets veranderd is door de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>?<br />

3. Verwijz<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> van de HAP door naar de ambulancezorg? Zo ja, wanneer?<br />

4. Is er e<strong>en</strong> landelijke huisarts<strong>en</strong>protocol betreff<strong>en</strong>de de triage? In hoeverre wordt hier zelf<br />

invulling aan gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschilt dit per huisarts<strong>en</strong>post? Wanneer wordt de visitearts<br />

op pad gestuurd <strong>en</strong> wanneer wordt er toch e<strong>en</strong> ambulance ingeschakeld?<br />

5. Zijn er klacht<strong>en</strong> die bij huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> vaker voorkom<strong>en</strong> dan t<strong>en</strong> tijde van dat de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> nog niet war<strong>en</strong> ingevoerd?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 125


6. Wel e<strong>en</strong>s gemerkt dat e<strong>en</strong> huisarts die het overdag in de praktijk (te) druk heeft gehad<br />

doorverwijst naar de ambulancezorg?<br />

7. Welke oplossing<strong>en</strong> ziet u voor de to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg?<br />

a. Ziet u iets in e<strong>en</strong> geïntegreerde meldkamer van 1-1-2 <strong>en</strong> de HAP?<br />

b. Zo nee, waarom niet? Mogelijke andere oplossing<strong>en</strong>?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 126

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!