07.03.2015 Views

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Umcg - Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong><br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong><br />

<strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> &<strong>Volksgezondheid</strong><br />

Faculteit der Gedrags<strong>en</strong><br />

Maatschappijwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

Vakgroep Sociologie<br />

Eerste Hulp Vaker ter Plaatse:<br />

E<strong>en</strong> onderzoek naar de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse<br />

(EHTP) ritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg<br />

April, 2009<br />

Vera Verhage


© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 1


Colofon<br />

Vraagnummer: GV 189<br />

Titel:<br />

Auteur:<br />

Begeleiding:<br />

Vraagindi<strong>en</strong>er:<br />

Uitgave:<br />

Eerste Hulp vaker ter plaatse: E<strong>en</strong> onderzoek naar de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP)<br />

ritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg.<br />

Vera Verhage<br />

Dr. J. Bouma, coördinator <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong>, FMW, UMCG.<br />

Dr. D.E.M.C. Jans<strong>en</strong>, Sociale <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> UMCG/ Fculteit Gedrags <strong>en</strong> Maatschappijwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> RuG,<br />

medische sociologie.<br />

UMCG Ambulancezorg<br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong><br />

Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum Groning<strong>en</strong><br />

Adres: Postbus 196<br />

9700 AD Groning<strong>en</strong><br />

Telefoon: 050-3633109<br />

Email:<br />

j.bouma@med.umcg.nl<br />

Datum: april 2009<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 2


Voorwoord<br />

Voor u ligt e<strong>en</strong> scriptie waarin verslag wordt gedaan van e<strong>en</strong> onderzoek naar de mogelijke<br />

oorzak<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> specifiek soort ambulanceritt<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> sterk is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de<br />

zog<strong>en</strong>aamde Eerste Hulp ter Plaatse- ritt<strong>en</strong>. Deze ambulanceritt<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich doordat de<br />

patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis wordt vervoerd omdat e<strong>en</strong> behandeling ter plaatse voldoet of<br />

omdat er ge<strong>en</strong> behandeling noodzakelijk is. Deze gesignaleerde to<strong>en</strong>ame sluit aan bij de<br />

algem<strong>en</strong>e to<strong>en</strong>ame in het gebruik <strong>en</strong> de vraag naar spoedzorg. De scriptie is geschrev<strong>en</strong> als<br />

afronding van mijn studie sociologie aan de Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>. Aan het begin van mijn<br />

afstudeerperiode b<strong>en</strong> ik op zoek gegaan naar e<strong>en</strong> plek waar ik mijn scriptie aan e<strong>en</strong> stage zou<br />

kunn<strong>en</strong> koppel<strong>en</strong>, dit in de hoop dat mijn scriptie e<strong>en</strong> praktische relevantie zou hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik<br />

meer inzicht zou ontwikkel<strong>en</strong> in mijn mogelijk toekomstige werkveld. Bij de<br />

<strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> van het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum<br />

Groning<strong>en</strong> heeft Jelte Bouma mij doorverwez<strong>en</strong> naar de afdeling Toegepast<br />

Gezondheidsonderzoek waar net e<strong>en</strong> onderzoek was binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> met de praktische<br />

relevantie die ik zocht. Voor deze doorverwijzing wil ik Jelte Bouma zeer bedank<strong>en</strong>.<br />

Na e<strong>en</strong> periode van hard werk<strong>en</strong> is er nu, maart 2009, e<strong>en</strong> einde gekom<strong>en</strong> aan mijn<br />

afstudeerproject. Dit resultaat had ik niet kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> zonder de steun <strong>en</strong> begeleiding van<br />

e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ik graag op deze manier wil bedank<strong>en</strong>. Allereerst mijn begeleiders Dr. J.<br />

Bouma <strong>en</strong> Dr. R. Bakker. Mijn scriptie begeleider Dr. J Bouma wil ik bedank<strong>en</strong> voor de<br />

gesprekk<strong>en</strong> waarin hij zijn (onderzoeks-) ervaring met mij deelde <strong>en</strong> me zo kon help<strong>en</strong> met de<br />

opzet van mijn scriptie <strong>en</strong> met het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal lastige keuz<strong>en</strong>. Vanuit de afdeling<br />

Toegepast Gezondheids Onderzoek heeft Dr. R. Bakker mij zowel tijd<strong>en</strong>s mijn stage, als bij het<br />

schrijv<strong>en</strong> van mijn scriptie erg goed geholp<strong>en</strong>. Mede dankzij zijn <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> positieve instelling<br />

heb ik, altijd met plezier gewerkt aan het onderzoek. Beide begeleiders wil ik bedank<strong>en</strong> voor het<br />

doorlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong> van eerdere versies <strong>en</strong> uitprobeersels. Dank gaat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s uit<br />

naar Dr. D.E.M.C. Jans<strong>en</strong> voor haar adviser<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> van deze<br />

scriptie. Ook de nam<strong>en</strong> van mevr. H. Holt <strong>en</strong> dhr. J. Muskee van UMCG Ambulancezorg wil ik<br />

niet onvermeld lat<strong>en</strong>, zij hebb<strong>en</strong> het mogelijk gemaakt dat de data voor deze scriptie verzameld<br />

kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Tot slot heb ik tijd<strong>en</strong>s mijn afstudeerperiode veel gehad aan de steun <strong>en</strong><br />

medewerking van e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar wie ik dan ook mijn dank wil uitsprek<strong>en</strong>; mijn<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 3


studieg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan met name Kim met wie ik vele kopjes koffie heb gedronk<strong>en</strong>, mijn<br />

kamerg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> Martin <strong>en</strong> Mark, mijn huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> Mirjam <strong>en</strong> Janneke <strong>en</strong> tot slot mijn ouders die<br />

mij tijd<strong>en</strong>s mijn afstudeerperiode altijd ondersteund hebb<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 4


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Doel van dit onderzoek was achter de oorzak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the. Hiervoor is de volg<strong>en</strong>de<br />

onderzoeksvraag opgesteld:<br />

Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp ter Plaatse (EHTP)- ritt<strong>en</strong> in de<br />

provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?<br />

Om op deze vraag e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> is in eerste instantie e<strong>en</strong><br />

literatuuronderzoek verricht naar de spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg in Nederland. Daarnaast<br />

zijn gegev<strong>en</strong>s van EHTP-ritt<strong>en</strong> (aangeleverd door UMCG Ambulancezorg) geanalyseerd.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is er e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst opgesteld die is uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit in Dr<strong>en</strong>the. Bij het zoek<strong>en</strong> naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gebruik gemaakt van het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (1973).<br />

Hier kwam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> in naar vor<strong>en</strong> waarvan verwacht wordt dat ze van invloed zijn<br />

op deze to<strong>en</strong>ame. Tot slot zijn er interviews gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

spoedzorg in Dr<strong>en</strong>the.<br />

In hoofdstuk twee wordt via e<strong>en</strong> literatuuronderzoek bekek<strong>en</strong> wat er geschrev<strong>en</strong> is over de<br />

spoedzorg in Nederland. Uit het literatuuronderzoek kwam naar vor<strong>en</strong> dat in Nederlandse<br />

rapport<strong>en</strong> vooral veel geschrev<strong>en</strong> is over het stimuler<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de aanbieders van spoedzorg. Vooral buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig<br />

tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regionale<br />

ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat ook in<br />

andere land<strong>en</strong> het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd to<strong>en</strong>eemt. Uit<br />

de artikel<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> aantal patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> die van invloed zijn op onterecht<br />

ambulancegebruik namelijk: leeftijd, het ontbrek<strong>en</strong> van alternatief vervoer, het type<br />

zorgverzekering van de patiënt <strong>en</strong> het woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis.<br />

Met behulp van ritgegev<strong>en</strong>s die zijn aangeleverd door UMCG Ambulancezorg is in hoofdstuk<br />

drie gekek<strong>en</strong> naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> gered<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. De ritgegev<strong>en</strong>s liet<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> ’s middags <strong>en</strong> ’s avonds plaats hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Daarnaast wordt het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 5


mer<strong>en</strong>deel van de ritt<strong>en</strong> aangevraagd door burgers <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> er relatief meer ritt<strong>en</strong><br />

doordeweeks plaats dan in het week<strong>en</strong>d. Tot slot bleek ongeveer e<strong>en</strong> derde van de EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

te zijn gered<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de 64 jaar.<br />

In hoofdstuk vier wordt gekek<strong>en</strong> naar de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>. Uit het theoretisch model zijn e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> waarvan<br />

verwacht werd dat ze van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. De factor<strong>en</strong><br />

zijn in drie groep<strong>en</strong> verdeeld; de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> (leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat),<br />

faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> (06-bezit <strong>en</strong> woonregio) <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong> (chronische aando<strong>en</strong>ing). Op<br />

de vraagstelling<strong>en</strong> die zijn ontstaan vanuit het theoretisch model van Anders<strong>en</strong> is niet altijd e<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>duidig antwoord te formuler<strong>en</strong>. Alle onderzochte mogelijke oorzak<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> afzonderlijk<br />

ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring maar dit hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze helemaal niet van<br />

invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Tezam<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze mogelijk wel e<strong>en</strong> stijging hebb<strong>en</strong> veroorzaakt.<br />

De belangrijkste mogelijke oorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd<br />

word<strong>en</strong> door de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> zijn: e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering van de<br />

patiënt<strong>en</strong>, de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (slechte (telefonische) bereikbaarheid, te groot<br />

werkingsgebied voor de visitearts <strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> anonimiteit) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet toereik<strong>en</strong>de of slecht<br />

uitgevoerde triage (zowel op de c<strong>en</strong>trale meldkamer als op de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 6


Inhoudsopgave<br />

1 INLEIDING ...................................................................................................................................................... 8<br />

1.1 ACHTERGROND ........................................................................................................................... 8<br />

1.2 ALGEMENE ONDERZOEKSVRAAG.............................................................................................. 11<br />

1.3 MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE............................................................................................. 13<br />

1.4 OPBOUW SCRIPTIE ..................................................................................................................... 14<br />

2 WAT IS ER BEKEND OVER DE SPOEDZORG IN NEDERLAND?................................................... 15<br />

2.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 15<br />

2.2 METHODE .................................................................................................................................. 16<br />

2.3 RESULTATEN.............................................................................................................................. 18<br />

2.3.1 Spoedzorg .............................................................................................................................. 18<br />

2.3.2 Ambulancezorg ..................................................................................................................... 23<br />

3 WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN DE EHTP-RITTEN IN DRENTHE? .......................................... 33<br />

3.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 33<br />

3.2 METHODE .................................................................................................................................. 34<br />

3.3 RESULTATEN.............................................................................................................................. 37<br />

4 WAT ZIJN DE MOGELIJKE OORZAKEN VAN DE TOENAME? ..................................................... 42<br />

4.1 INLEIDING.................................................................................................................................. 42<br />

4.2 THEORETISCH MODEL................................................................................................................ 43<br />

4.2.1 Socio-behavioral model.......................................................................................................... 43<br />

4.2.2 Model toegepast op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>................................................ 46<br />

4.2.3 Factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model ........................................................................................ 47<br />

4.3 METHODE .................................................................................................................................. 56<br />

4.3.1 Vrag<strong>en</strong>lijst............................................................................................................................. 56<br />

4.3.2 Interviews sleutelfigur<strong>en</strong>....................................................................................................... 62<br />

4.4 RESULTATEN.............................................................................................................................. 64<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model ....................................................................... 65<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong>..................................................................................... 80<br />

5 CONCLUSIES ................................................................................................................................................ 91<br />

6 BESCHOUWING & AANBEVELINGEN ................................................................................................. 95<br />

6.1 GELDIGHEID VAN DE DATA....................................................................................................... 95<br />

6.2 SUGGESTIES VOOR VERVOLGONDERZOEK................................................................................. 96<br />

6.3 AANBEVELINGEN VOOR HET TERUGDRINGEN VAN HET AANTAL EHTP-RITTEN ................... 97<br />

7 LITERATUURLIJST...................................................................................................................................... 99<br />

BIJLAGEN .............................................................................................................................................................. 108<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 7


1 Inleiding<br />

1.1 Achtergrond<br />

Bij de afdeling Toegepast GezondheidsOnderzoek (TGO) van het UMCG is er vanuit UMCG<br />

Ambulancezorg 1 <strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> vraag binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> voor het verricht<strong>en</strong> van<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek. De aanleiding voor deze vraag naar onderzoek is dat bij beide instelling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame te signaler<strong>en</strong> is in het aantal melding<strong>en</strong> voor spoedeis<strong>en</strong>de hulp. UMCG Ambulancezorg ziet<br />

vooral e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in e<strong>en</strong> bepaalde categorie ritt<strong>en</strong>, de Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP-) ritt<strong>en</strong>. Bij deze<br />

ritt<strong>en</strong> gaat de ambulance naar e<strong>en</strong> patiënt toe maar vervoert deze niet naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

(Ambulancezorg Nederland, 2007). De nadruk van dit onderzoek ligt op deze categorie ritt<strong>en</strong>.<br />

De verwachting is dat de vraag naar spoedzorg de kom<strong>en</strong>de eeuw substantieel zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn onder andere de vergrijz<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de huidige babyboom<br />

g<strong>en</strong>eratie die e<strong>en</strong> steeds groter beroep doet op de spoedzorg (McConnel <strong>en</strong> Wilson, 1998;<br />

Schumaker <strong>en</strong> Hill, 2006). De groei<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

(Anders<strong>en</strong>, 1995: Schumacher et al., 2006) <strong>en</strong> in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk (McConnel et al., 1998;<br />

Wrigley et al., 2002) zal zich naar verwachting ook in Nederland manifester<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong><br />

Schrijvers 2005; Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005). Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat onderzoek in het Ver<strong>en</strong>igd<br />

Koninkrijk heeft aangetoond dat deze groei maar weinig wordt veroorzaakt door verander<strong>en</strong>de<br />

ziektepatron<strong>en</strong> of verwonding<strong>en</strong> (Snooks, William <strong>en</strong> Crouch, 2002).<br />

Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat de to<strong>en</strong>ame van medische problematiek met e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d<br />

karakter e<strong>en</strong> landelijke t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s is in Nederland. Deze to<strong>en</strong>ame wordt namelijk zowel binn<strong>en</strong> de<br />

ambulancezorg, als binn<strong>en</strong> de SEH-afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zorg via de<br />

Huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> gemeld. Het Rijks Instituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu (RIVM) heeft op<br />

haar website <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> over de spoedeis<strong>en</strong>de zorg vermeld. Zo is het totaal aantal<br />

ambulanceritt<strong>en</strong> in de periode 2001-2006 met gemiddeld 3,1% per jaar toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Kommer,<br />

2007). Het aantal spoedritt<strong>en</strong> (A1 <strong>en</strong> A2) is met gemiddeld 3,4% per jaar gesteg<strong>en</strong>, dit is iets<br />

meer dan het aantal B-ritt<strong>en</strong> (Besteld-vervoer) dat met 2,3% is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De vraag is echter<br />

wel of deze to<strong>en</strong>ame valt toe te schrijv<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> daadwerkelijke stijging van medische<br />

1<br />

Specifieke achtergrond informatie van UMCG Ambulancezorg is te vind<strong>en</strong> in Bijlage 1.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 8


problematiek met e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d karakter of dat hier andere t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> laagdrempeligheid van instanties die spoedeis<strong>en</strong>de medische zorg<br />

aanbied<strong>en</strong>, waardoor <strong>en</strong>erzijds daadwerkelijke spoedeis<strong>en</strong>de problematiek efficiënter bij de<br />

juiste lokett<strong>en</strong> terecht komt (waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vroeger wellicht niet durfd<strong>en</strong> te bell<strong>en</strong>), maar<br />

anderzijds het risico dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op ‘oneig<strong>en</strong>lijke’ grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de acute zorgket<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt.<br />

Behalve dat demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (de vergrijzing) invloed hebb<strong>en</strong> op de vraag<br />

naar spoedzorg lijkt het erop dat de groei in deze vraag ook wordt veroorzaakt door<br />

maatschappelijke factor<strong>en</strong> (Snooks, 2002). Hierbij kan onder andere word<strong>en</strong> gedacht aan e<strong>en</strong><br />

mogelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering onder de bevolking <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in de wijze waarop de<br />

(spoed-)zorg is georganiseerd (Kreukels <strong>en</strong> Simonis, 1988; Kool, 1995; Grit <strong>en</strong> de Bont, 2005).<br />

Ook Schrijvers (2008) verwacht dat de vraag naar spoedzorg de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> sterk zal<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> door onder andere patiënt<strong>en</strong> die steeds veeleis<strong>en</strong>der word<strong>en</strong>.<br />

In Nederland merk<strong>en</strong> zowel de ambulancezorg als de spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling<strong>en</strong> van<br />

ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> dat de vraag naar spoedzorg buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong> is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004). Daarbij rijst de vraag of deze to<strong>en</strong>ame te wijt<strong>en</strong> is<br />

aan het feit dat er de laatste jar<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> daadwerkelijke stijging van het aantal<br />

spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> of dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, ongeacht het al<br />

of niet spoedeis<strong>en</strong>d karakter van de klacht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ondersteuning voor de laatste theorie is het<br />

feit dat er bij de drie aanbieders van spoedzorg (spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling, huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong><br />

ambulancezorg) ontwikkeling<strong>en</strong> gaande zijn die er op wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, al dan niet buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong>. Bij de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> steeds vaker m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met klacht<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> medische spoed betreff<strong>en</strong><br />

(Gies<strong>en</strong>, 2004) <strong>en</strong> niet-spoedeis<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als één van de grootste bijdragers<br />

aan het probleem van overcrowding op de SEH (Fatovich, 2002). Veertig proc<strong>en</strong>t van deze<br />

patiënt<strong>en</strong> zou in werkelijkheid geholp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> huisarts. Tot slot neemt het<br />

perc<strong>en</strong>tage ritt<strong>en</strong> bij de ambulancezorg waarbij de patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis wordt<br />

vervoerd de laatste jar<strong>en</strong> toe. Deze ontwikkeling<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> er mogelijk op dat er oneig<strong>en</strong>lijk<br />

gebruik plaatsvindt. Alle bov<strong>en</strong>geschetste ontwikkeling<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> erop te wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> steeds<br />

eerder e<strong>en</strong> beroep doet op de spoedzorg zonder dat er sprake is van e<strong>en</strong> daadwerkelijke<br />

spoedeis<strong>en</strong>de situatie.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 9


Er zull<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verklaring voor deze<br />

to<strong>en</strong>ame te vind<strong>en</strong>. Zo zal er onder andere e<strong>en</strong> literatuuronderzoek verricht word<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst onder betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgereikt <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> interviews gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

met bij de spoedzorg betrokk<strong>en</strong> sleutelfigur<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 10


1.2 Algem<strong>en</strong>e onderzoeksvraag<br />

Bij UMCG Ambulancezorg vertaalt de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de zorgvraag zich onder andere in e<strong>en</strong> (sterke)<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Deze to<strong>en</strong>ame staat in dit onderzoek c<strong>en</strong>traal. De c<strong>en</strong>trale<br />

vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt:<br />

Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP) -ritt<strong>en</strong> in<br />

de provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?<br />

Het onderzoek bestaat uit drie deelonderzoek<strong>en</strong>. De hoofdstukk<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> drie gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

beschrijv<strong>en</strong>d beeld van de aard <strong>en</strong> omvang van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. In hoofdstuk twee<br />

wordt aan de hand van e<strong>en</strong> literatuuronderzoek antwoord gezocht op de volg<strong>en</strong>de<br />

onderzoeksvrag<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland?<br />

Vraagstelling 2: Wat is er in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over (de to<strong>en</strong>ame van)<br />

het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

Met behulp van e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s dat aangeleverd is door UMCG Ambulancezorg wordt in<br />

hoofdstuk drie e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. De onderzoeksvraag<br />

die hierbij hoort staat hieronder geformuleerd;<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the?<br />

In hoofdstuk vier wordt specifiek gezocht naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. Aan de hand van het theoretisch model zijn de volg<strong>en</strong>de<br />

vraagstelling<strong>en</strong> opgesteld.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 11


Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

ander<strong>en</strong>?<br />

Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele telefoon?<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong> plaats dan<br />

in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst?<br />

Vraagstelling 11: Zijn er meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 12


1.3 Maatschappelijke relevantie<br />

De EHTP-rit is e<strong>en</strong> relatief nieuwe categorie ritt<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> de ambulancezorg wordt<br />

onderscheid<strong>en</strong>. Omdat er nog maar weinig bek<strong>en</strong>d is over de aard <strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

is het interessant om te kijk<strong>en</strong> naar wat de mogelijke oorzak<strong>en</strong> daarvoor kunn<strong>en</strong> zijn. Dit<br />

onderzoek zal er toe bijdrag<strong>en</strong> dat er meer inzicht ontstaat in de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van<br />

de vraag naar ambulancezorg. E<strong>en</strong> ambulancerit waarbij de patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

wordt vervoerd zijn kostbare <strong>en</strong> dure ritt<strong>en</strong>. Door inzicht te ontwikkel<strong>en</strong> in de factor<strong>en</strong> die deze<br />

ritt<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> kan beleid ontwikkeld word<strong>en</strong> dat ervoor zorgt dat de beschikbare schaarse<br />

middel<strong>en</strong> adequaat kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet. Daarnaast heeft het onderzoek e<strong>en</strong> praktische<br />

relevantie voor UMCG Ambulancezorg. Door middel van het onderzoek ontstaat mogelijk zicht<br />

op de verwachting<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van de ambulancezorg <strong>en</strong> hoe aan hun behoeft<strong>en</strong><br />

tegemoet gekom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. UMCG Ambulancezorg kan dan het beleid afstemm<strong>en</strong> op basis<br />

van de bevinding<strong>en</strong> van het onderzoek.<br />

Tot slot is er niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de vraag naar ambulancezorg te signaler<strong>en</strong>, ook<br />

andere spoedzorg aanbieders (spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>)<br />

hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag. Aanbieders van gezondheidszorg <strong>en</strong><br />

beleidsmakers moet<strong>en</strong> aandacht sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan deze tr<strong>en</strong>d (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg)<br />

wanneer zij plann<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> voor de toekomstige verdeling van de gezondheidszorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Door inzicht te ontwikkel<strong>en</strong> in de factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> ontstaat wellicht ook inzicht in de factor<strong>en</strong> die de to<strong>en</strong>ame naar<br />

spoedzorg in het algeme<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 13


1.4 Opbouw scriptie<br />

In hoofdstuk twee zal aan de hand van e<strong>en</strong> literatuurstudie word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar wat er bek<strong>en</strong>d<br />

is over de spoedzorg in Nederland. Daarnaast zal gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar wat er is geschrev<strong>en</strong> in<br />

internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> over ambulancevervoer waarbij de patiënt niet<br />

vervoerd wordt. Hoofdstuk drie geeft e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>d beeld van de aard <strong>en</strong> omvang van de<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the. In hoofdstuk vier wordt gekek<strong>en</strong> wat de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de<br />

to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the kunn<strong>en</strong> zijn. Aan de hand van e<strong>en</strong> theoretisch<br />

model wordt gezocht naar factor<strong>en</strong> die mogelijk van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Daarnaast<br />

wordt in dit hoofdstuk e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van de interviews met verschill<strong>en</strong>de<br />

sleutelfigur<strong>en</strong>. In hoofdstuk vijf wordt de conclusie met betrekking tot de hoofdvraagstelling<br />

van het onderzoek geformuleerd. Hoofdstuk zev<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> beschouwing van de methode van<br />

onderzoek <strong>en</strong> beschrijft de geldigheid <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van de gevond<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s. Tev<strong>en</strong>s<br />

word<strong>en</strong> in dit hoofdstuk de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> breder perspectief geplaatst. T<strong>en</strong>slotte<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanbeveling<strong>en</strong> voor de praktijk – met name met betrekking tot het terugdring<strong>en</strong><br />

van EHTP –ritt<strong>en</strong> – <strong>en</strong> voor vervolgonderzoek gedaan.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 14


2 Wat is er bek<strong>en</strong>d over de spoedzorg in Nederland?<br />

2.1 Inleiding<br />

In kom<strong>en</strong>d hoofdstuk wordt e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van het literatuuronderzoek. Er wordt<br />

gekek<strong>en</strong> wat er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> is over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland.<br />

Daarnaast word<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt<br />

vervoerd. De vraagstelling<strong>en</strong> die bij dit hoofdstuk hor<strong>en</strong> staan hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in Nederland?<br />

Vraagstelling 2: Wat is er in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over (de to<strong>en</strong>ame van)<br />

het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

In 2.2 wordt eerst de methode van het literatuuronderzoek beschrev<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in<br />

2.3 de resultat<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 15


2.2 Methode<br />

Voor het literatuuronderzoek is zowel naar nationale beleidsstukk<strong>en</strong> als naar nationale <strong>en</strong><br />

internationale gepubliceerde wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> gezocht. Er zijn verschill<strong>en</strong>de<br />

zoekmachines gebruikt zoals de online Universiteitscatalogus Picarta, PubMed, EBSCO-host <strong>en</strong><br />

Google scholar. Naast de online gezochte artikel<strong>en</strong> is er ook grijze literatuur bestudeerd, zoals<br />

de jaarverslag<strong>en</strong> van UMCG Ambulancezorg. Gebruikte zoekterm<strong>en</strong> zijn: ambulancezorg –<br />

di<strong>en</strong>st, spoedzorg, acute zorg, spoedeis<strong>en</strong>de zorg, geschied<strong>en</strong>is ambulancezorg, eerste hulp ge<strong>en</strong><br />

vervoer, eerste hulp ter plaatse, triage, emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>t, emerg<strong>en</strong>cy-medical services<br />

utilization, pre-hospital care, unnecessary ambulance calls / use, predictors of health care<br />

utilization / ambulance use. Het zoek<strong>en</strong> naar literatuur heeft plaatsgevond<strong>en</strong> van maart tot<br />

september 2008.<br />

Na e<strong>en</strong> eerste literatuurverk<strong>en</strong>ning blijkt dat het begrip ‘EHTP-rit’ e<strong>en</strong> redelijk nieuwe<br />

term is. Er zijn weinig Nederlandse wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> waarin deze term wordt<br />

gebruikt. Om die red<strong>en</strong> is vervolg<strong>en</strong>s voor meer algem<strong>en</strong>e zoekterm<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> is er gezocht<br />

naar wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> die de gesignaleerde to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg beschrijv<strong>en</strong><br />

(Grit <strong>en</strong> Dolfsma, 2002; Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005; Grit <strong>en</strong> de Bont, 2007; Grol <strong>en</strong> Schrijvers,<br />

2005; Grint<strong>en</strong> et al, 2008). Niet alle<strong>en</strong> bij de ambulancezorg maar ook bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp<br />

afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (SEH’s) <strong>en</strong> bij huisarts<strong>en</strong>(post<strong>en</strong>) (HAP’s) is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te<br />

signaler<strong>en</strong> van de spoedzorg. De artikel<strong>en</strong> die de gehele spoedzorg in Nederland beschrijv<strong>en</strong><br />

gaan ook in op verschill<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> die de aanbieders van spoedzorg<br />

(ambulancezorg, SEH <strong>en</strong> HAP) kunn<strong>en</strong> aangaan (AVVV, 2005; Huijsman-Rubingh, Spiers,<br />

Hazelzet-Crans, Evers <strong>en</strong> Verver, 2005; Gies<strong>en</strong>, 2004). De meer algem<strong>en</strong>e zoekactie naar<br />

Nederlandse artikel<strong>en</strong> die de spoedzorg beschrijv<strong>en</strong> leverde verschill<strong>en</strong>de Nederlandse<br />

beleidsstukk<strong>en</strong> op. Daarnaast is gezocht naar internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> over<br />

ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet vervoerd wordt naar het ziek<strong>en</strong>huis. Dit leverde<br />

verschill<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong> op die patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> dergelijke rit. Vooral Snooks (1998; 2000; 2002; 2004 <strong>en</strong> 2005) heeft veel gepubliceerd over<br />

ambulancegebruik door patiënt<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is er gezocht naar e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> theoretisch model met daarin determinant<strong>en</strong> die<br />

het zorggebruik kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong> dan wel verklar<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> dergelijk model kan het Socio-<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 16


ehavioral model van Anders<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong> <strong>en</strong> Newman 1973; Aday <strong>en</strong> Anders<strong>en</strong>, 1974;<br />

Anders<strong>en</strong>, 1995) di<strong>en</strong><strong>en</strong>. In dit rapport zal het model van Anders<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> om naar de<br />

invloed te kijk<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> op het (spoed-) zorggebruik (ambulancezorg). In het<br />

hoofdstuk na het literatuuronderzoek zal dit model besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal het aangepast<br />

word<strong>en</strong> zodat de factor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het model mogelijk de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

verklar<strong>en</strong> dan wel voorspell<strong>en</strong>. Daarnaast zijn onderdel<strong>en</strong> van het model gebruikt bij het<br />

opstell<strong>en</strong> van de patiënt<strong>en</strong>vrag<strong>en</strong>lijst. Zo is er gevraagd naar verschill<strong>en</strong>de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

die ook in het model van Anders<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> als mogelijke<br />

determinant<strong>en</strong> van zorggebruik <strong>en</strong> is er geïnformeerd naar de chronische ziekteachtergrond van<br />

de patiënt.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 17


2.3 Resultat<strong>en</strong><br />

De belangrijkste bevinding<strong>en</strong> van het literatuuronderzoek word<strong>en</strong> hieronder besprok<strong>en</strong>. In de<br />

eerste paragraaf wordt de spoedzorg in Nederland beschrev<strong>en</strong>. In de tweede paragraaf wordt<br />

eerst specifiek ingegaan op de ambulancezorg in Nederland. Vervolg<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> wat er<br />

in andere land<strong>en</strong> is geschrev<strong>en</strong> over de to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de<br />

patiënt niet wordt vervoerd naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

2.3.1 Spoedzorg<br />

In de kom<strong>en</strong>de paragraaf zal eerst e<strong>en</strong> definitie van spoedzorg gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

kom<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong>de aanbieders in de spoedzorg naar vor<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt de mogelijke<br />

sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> deze aanbieders besprok<strong>en</strong>. Daarna komt de triage in de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

zorg aan bod. Tot slot wordt de ontwikkeling van de spoedzorg in Nederland besprok<strong>en</strong>.<br />

Spoedzorg in Nederland<br />

Spoedzorg k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de definities. E<strong>en</strong> voorbeeld is ‘alle directe actie vereis<strong>en</strong>de zorg in<br />

verband met pot<strong>en</strong>tieel ernstige consequ<strong>en</strong>ties voor welzijn functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of lev<strong>en</strong>sverwachting<strong>en</strong> van<br />

de patiënt’ (Grol <strong>en</strong> Schijvers, 2005). Spoedzorg zou in meer algem<strong>en</strong>e term<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als alle urg<strong>en</strong>te <strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de zorg. Dring<strong>en</strong>de zorg kan dan gedefinieerd<br />

word<strong>en</strong> als: ‘alle medische vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing dan wel ongeval, waarvan<br />

behandeling of beoordeling niet langer dan <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dag uitstelbaar is om overlijd<strong>en</strong> of<br />

ernstige gezondheidsschade te voorkom<strong>en</strong>’ (Van Baar, Gies<strong>en</strong>, Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2007).<br />

Naast de term spoedzorg word<strong>en</strong> ook regelmatig de term<strong>en</strong> ‘acute’ of ‘urg<strong>en</strong>te’ zorg<br />

gebruikt. De Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg (RVZ, 2003) geeft de volg<strong>en</strong>de definitie<br />

van e<strong>en</strong> acute zorgvraag: ‘e<strong>en</strong> acute zorgvraag is e<strong>en</strong> situatie waarbij e<strong>en</strong> patiënt of omstander om<br />

onmiddellijke hulp vraagt in verband met e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> of geobserveerd ernstig of e<strong>en</strong> op korte termijn<br />

lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie als gevolg van e<strong>en</strong> gezondheidsprobleem of letsel dat plotseling is ontstaan of<br />

verergert’. Onderzoek van het Julius C<strong>en</strong>trum geeft de volg<strong>en</strong>de definitie van acute zorg:<br />

‘wanneer zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>, zorg verle<strong>en</strong>d<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 18


moet word<strong>en</strong> om overlijd<strong>en</strong> of irreversibele gezondheidsschade als gevolg van e<strong>en</strong> acute lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de<br />

aando<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> ongeval te voorkom<strong>en</strong>’ (Van Baar et al., 2007). In het rapport ‘Vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

van acute zorg in de regio Utrecht’ (Meier, Baar van, Schothorst, Bie- de Waal <strong>en</strong> Schrijvers,<br />

2005) wordt acute zorg omschrev<strong>en</strong> als: ‘e<strong>en</strong> situatie waarbij er zo spoedig mogelijk, maar in ieder<br />

geval binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>, zorg verle<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> om overlijd<strong>en</strong> of onomkeerbare<br />

gezondheidsschade als gevolg van e<strong>en</strong> acute lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> ongeval te voorkom<strong>en</strong>’<br />

(Meier et al., 2005). Deze definities hebb<strong>en</strong> met de voorgaande definitie van spoedzorg geme<strong>en</strong><br />

dat het om zorg gaat die zo snel mogelijk verle<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> om gezondheidsschade van de<br />

patiënt te voorkom<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de term<strong>en</strong> ‘acute-’ ‘urg<strong>en</strong>te-’ <strong>en</strong> ‘spoedeis<strong>en</strong>de<br />

zorg’ in dit rapport als synoniem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Spoedzorg wordt door verschill<strong>en</strong>de organisatie verle<strong>en</strong>d, namelijk door huisarts<strong>en</strong>,<br />

regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, spoedeis<strong>en</strong>de hulpafdeling<strong>en</strong>, verloskundig<strong>en</strong>, acute GGZ<br />

<strong>en</strong> mobiel medische teams van traumac<strong>en</strong>tra (Van der Grint<strong>en</strong> et al., 2008). Wanneer er echter in<br />

deze scriptie over spoedzorg gesprok<strong>en</strong> wordt betreft dit alle<strong>en</strong> de zorg van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de spoedeis<strong>en</strong>de hulp <strong>en</strong> de ambulancezorg. Er is voor gekoz<strong>en</strong> de andere<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp organisaties zoals de acute GGZ <strong>en</strong> verloskundig<strong>en</strong>zorg buit<strong>en</strong> het bestek<br />

van dit onderzoek te houd<strong>en</strong> omdat deze organisaties e<strong>en</strong> meer specifiek taakgebied hebb<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>werkingsvorm<strong>en</strong> in de spoedzorg<br />

Er zijn verschill<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over de spoedzorg in Nederland. In de beleidsvisie<br />

acute zorg van het ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Sport (MiVWS, 2003) vermeldt<br />

het ministerie dat het vindt dat acute zorg altijd <strong>en</strong> snel beschikbaar moet zijn. Hiervoor moet<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de spoedzorgaanbieders beter op elkaar afgestemd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />

patiënt<strong>en</strong>strom<strong>en</strong> beter geleid word<strong>en</strong>, de zog<strong>en</strong>aamde ket<strong>en</strong>zorg. De term ket<strong>en</strong>zorg is vooral<br />

ontstaan om meer sam<strong>en</strong>hang in de zorg te introducer<strong>en</strong> in situaties waarbij diverse disciplines<br />

moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om optimale zorg te kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>hang staat daarbij t<strong>en</strong> eerste<br />

voor zorginhoudelijke afstemming rond het primaire proces <strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede voor<br />

organisatorische sam<strong>en</strong>werking of schaalvergroting (IGZ, 1994). Afstemming tuss<strong>en</strong> de<br />

ket<strong>en</strong>partners in de spoedzorg is nodig om zo de effici<strong>en</strong>cy, continuïteit <strong>en</strong> de veiligheid te<br />

vergrot<strong>en</strong>. Het Nederlands Huisarts<strong>en</strong> G<strong>en</strong>ootschap (Huijsman-Rubingh et al., 2005) is van<br />

m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de zorgket<strong>en</strong> op het terrein van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg cruciaal<br />

is. Deze ket<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t dan in term<strong>en</strong> van functies te word<strong>en</strong> geformuleerd in plaats van in term<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 19


van instanties. Nu hebb<strong>en</strong> zowel de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (HAP) <strong>en</strong> de regionale ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

(RAV) regelmatig te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ontoereik<strong>en</strong>de beschikbaarheid <strong>en</strong> paraatheid. Dit leidt<br />

ertoe dat de acute zorgvraag van de patiënt niet altijd binn<strong>en</strong> 15 minut<strong>en</strong> na de melding<br />

gehonoreerd kan word<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005). Wanneer de zorgverl<strong>en</strong>ing tuss<strong>en</strong> deze<br />

partners beter op elkaar zal word<strong>en</strong> afgestemd kan dat er toe bijdrag<strong>en</strong> dat de<br />

beschikbaarheidproblem<strong>en</strong> van beide partners verminder<strong>en</strong>. De zorgvrager zal uiteindelijk het<br />

meeste baat hebb<strong>en</strong> bij de regionale sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, regionale<br />

ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Ket<strong>en</strong>zorg is er vooral op gericht sam<strong>en</strong>werking<br />

tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de partners in de spoedeis<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing te stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> op elkaar af<br />

te stemm<strong>en</strong>.<br />

Ook de Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg (RVZ, 2003) <strong>en</strong> het College voor<br />

Zorgverzekeraars (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005) vind<strong>en</strong> dat de organisatie van de spoedzorg<br />

verbeterd moet word<strong>en</strong>. Met name de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling<strong>en</strong> van<br />

ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (2004)<br />

stelt dat de sam<strong>en</strong>hang binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de zorgket<strong>en</strong> wel verbeterd is maar dat er ook nog<br />

veel moet gebeur<strong>en</strong>. In de spoedeis<strong>en</strong>de zorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig<br />

tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de eerste hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (SEH) <strong>en</strong><br />

de regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (RVZ, 2003; MiVWS, 2004). Nu in Nederland in<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate de Regionale Ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing (RAV), de huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Spoedeis<strong>en</strong>de Hulpafdeling<strong>en</strong> (SEH) gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> in de spoedzorg (-ket<strong>en</strong>), wordt het<br />

steeds belangrijker dat deze organisaties dezelfde taal sprek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het bijzonder dat dezelfde<br />

definities gehanteerd word<strong>en</strong> voor dezelfde begripp<strong>en</strong>. De communicatie tuss<strong>en</strong> de<br />

ket<strong>en</strong>partners kan door het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig begripp<strong>en</strong>kader verbeter<strong>en</strong><br />

waardoor in het verl<strong>en</strong>gde daarvan ook de zorg voor de patiënt met e<strong>en</strong> acute hulpvraag kan<br />

verbeter<strong>en</strong> (Grol <strong>en</strong> Schrijvers, 2005). Wanneer alle rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> nota’s over spoedzorg word<strong>en</strong><br />

vergelek<strong>en</strong> valt op dat gebruikte begripp<strong>en</strong> zoals ‘triage’ <strong>en</strong> ‘vraaggerichtheid’ zeld<strong>en</strong> gedefinieerd<br />

word<strong>en</strong>. Ook verwijz<strong>en</strong> de rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> nota’s nauwelijks naar elkaar. Hierdoor ontstaat het<br />

risico dat met hetzelfde begrip verschill<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedoeld of dat verschill<strong>en</strong>de<br />

begripp<strong>en</strong> juist naar hetzelfde verwijz<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 20


Verschill<strong>en</strong>de triageprotocoll<strong>en</strong> in de spoedzorg<br />

E<strong>en</strong> belangrijk punt waarop de aanbieders in de spoedzorg van elkaar verschill<strong>en</strong> is het<br />

triageprotocol dat ze hanter<strong>en</strong>. Nu zal in eerste instantie uitgelegd word<strong>en</strong> wat onder triage<br />

wordt verstaan.<br />

Niet in alle rapport<strong>en</strong> wordt de term ‘triage’ expliciet gedefinieerd, waardoor het soms<br />

onduidelijk is wat er nu precies mee bedoeld wordt. Triage is het Franse woord voor verdel<strong>en</strong> of<br />

schift<strong>en</strong>. In het rapport Richtlijn Triage (NVSHV, 2004) wordt triage als e<strong>en</strong> dynamisch<br />

beslisproces gedefinieerd waarin de zorgbehoefte van de patiënt wordt geprioriteerd. De door<br />

e<strong>en</strong> professional vastgestelde zorgbehoefte vormt het vertrekpunt van de inrichting van de<br />

acute zorgket<strong>en</strong> (Richtlijn Triage, 2004). De triage start al zonder dat de patiënt gezi<strong>en</strong> is, er kan<br />

namelijk al van triage gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer er naar de huisarts of de meldkamer<br />

ambulancezorg gebeld wordt door e<strong>en</strong> burger met e<strong>en</strong> acute zorgvraag. Vervolg<strong>en</strong>s volgt de<br />

fysieke triage door de hulpverl<strong>en</strong>er die de patiënt als eerste ziet. Dit kan zowel de huisarts zijn<br />

als de doktersassist<strong>en</strong>t, e<strong>en</strong> ambulanceverpleegkundige of e<strong>en</strong> verpleegkundige op de SEH. De<br />

person<strong>en</strong> die de triage uitvoer<strong>en</strong>, de triagist<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> geautoriseerd te zijn om e<strong>en</strong><br />

zelfzorgadvies te gev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als om te verwijz<strong>en</strong> naar ket<strong>en</strong>partners.<br />

Bij de ambulancezorg wordt getriageerd door c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> met behulp van het Landelijk<br />

Protocol Ambulancezorg (LPA). De opdracht<strong>en</strong> voor de ambulanceritt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />

vanuit de meldkamer, waar ook de 1-1-2 melding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Melding<strong>en</strong> die van e<strong>en</strong><br />

mobiel nummer afkomstig zijn kom<strong>en</strong> terecht bij e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer in Drieberg<strong>en</strong>. Daar<br />

vraagt de c<strong>en</strong>tralist (triagist) aan de beller waar deze zich bevindt <strong>en</strong> verwijst deze vervolg<strong>en</strong>s<br />

door naar de juiste provincie <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingsinstantie (politie, brandweer of ambulancezorg).<br />

Melding<strong>en</strong> die vanaf e<strong>en</strong> vast telefoonnummer afkomstig zijn word<strong>en</strong> direct naar de meldkamer<br />

in de juiste provincie doorgeschakeld. E<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist die de bellers te woord staat moet zo snel<br />

mogelijk aan de telefoon de noodzakelijke informatie verzamel<strong>en</strong> (indicer<strong>en</strong>), analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarna doorspel<strong>en</strong> (zorgtoewijzing). De meeste c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verpleegkundige<br />

opleiding als achtergrond maar er zijn ook niet-verpleegkundige c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>. Op de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> wordt echter aan de telefoon getriageerd door doktersassist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met behulp<br />

van de Nederlands Huisarts<strong>en</strong> G<strong>en</strong>ootschap (NHG-) standaard. De spoedeis<strong>en</strong>dehulp<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 21


afdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> het LandelijkProtocol SpoedEis<strong>en</strong>deHulp (LPSEH). Dit<br />

laatste protocol is wel gemaakt in afstemming met het LPA-protocol voor de ambulancezorg. 2<br />

Het blijkt dat er mom<strong>en</strong>teel binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de ket<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig(e) triage(-<br />

protocol) bestaat. De zorgaanbieders hanter<strong>en</strong> elk eig<strong>en</strong> criteria <strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong> die niet volledig<br />

op elkaar zijn afgestemd <strong>en</strong> op sommige onderdel<strong>en</strong> overlap verton<strong>en</strong>. Het triagesysteem is e<strong>en</strong><br />

belangrijk middel om te communicer<strong>en</strong>. Wanneer de verschill<strong>en</strong>de zorgaanbieders echter<br />

verschill<strong>en</strong>de triageprotocoll<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> wordt dit communicer<strong>en</strong> bemoeilijkt. Daarnaast<br />

bestaat er nog nauwelijks de neiging te verwijz<strong>en</strong> naar andere lokett<strong>en</strong>, die meer aansluit<strong>en</strong> bij<br />

de zorgvraag. Vooral bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp word<strong>en</strong> er maar zeer zeld<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong><br />

doorverwez<strong>en</strong> naar bijvoorbeeld de huisarts<strong>en</strong>post (Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix, 2005). Er ontbreekt<br />

nog e<strong>en</strong> continue registratiesysteem dat disciplineoverstijg<strong>en</strong>d is. E<strong>en</strong> dergelijk systeem kan<br />

inzicht gev<strong>en</strong> in de patiënt<strong>en</strong>strom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gehele ket<strong>en</strong> van spoedzorg. Het ministerie van<br />

<strong>Volksgezondheid</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Sport heeft opdracht gegev<strong>en</strong> tot het project ‘De ontwikkeling van<br />

e<strong>en</strong> systeem tot e<strong>en</strong>duidige triage’. Het Huisarts<strong>en</strong>g<strong>en</strong>ootschap, de ambulancezorg Nederland<br />

<strong>en</strong> de Nederlandse ver<strong>en</strong>iging spoedeis<strong>en</strong>de hulp verpleegkundig<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> welke<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> er zijn om uniformiteit <strong>en</strong> transparantie te creër<strong>en</strong>.<br />

Ontwikkeling spoedzorg<br />

Het blijkt dat in de periode 2004-2008 de spoedzorg is gegroeid met 6.8% per jaar (Schrijvers,<br />

2008). Dit is gemet<strong>en</strong> aan de hand van het aantal contact<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>,<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de hulpafdeling<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Deze to<strong>en</strong>ame is<br />

aanzi<strong>en</strong>lijk hoger dan de groei van 2% per jaar van de overige zorg. Het aantal<br />

spoedzorgcontact<strong>en</strong> in verband met ongevall<strong>en</strong> in het verkeer, bij sport, in bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de<br />

thuissituatie verminderde de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Schrijvers stelt dat de groei in spoedzorg voor<br />

1,2% verklaarbaar is door demografische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overige 5,6% zou tr<strong>en</strong>dmatig<br />

zijn. Hoe precies is onderzocht dat deze groei van de spoedzorg valt toe te schrijv<strong>en</strong> aan deze<br />

factor<strong>en</strong> is echter onduidelijk. De invloed van e<strong>en</strong> bepaalde factor kan immers lastig afzonderlijk<br />

gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zonder ook de invloed van andere mogelijke factor<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong>. Bij dit<br />

soort uitsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daarom vraagtek<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> geplaatst.<br />

2 http://www.lpseh.nl/. Geraadpleegd op: 19-03-09.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 22


Invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de uitvoering van spoedeis<strong>en</strong>de zorg is de<br />

invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>. Rond het mill<strong>en</strong>nium zijn er in Nederland huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

opgericht naar voorbeeld van D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Groot-Brittannië (Moll van Charante et al., 2006).<br />

Hier zijn verschill<strong>en</strong>de huisarts<strong>en</strong> bij aangeslot<strong>en</strong> welke buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>zorg<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. De organisatie <strong>en</strong> positionering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> in Nederland is met name het<br />

resultaat van lokale voorkeur<strong>en</strong> (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004).<br />

Het blijkt dat na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschuiving heeft plaats<br />

gevond<strong>en</strong>, van de dichtst bijzijnde bek<strong>en</strong>de huisarts naar de verder geleg<strong>en</strong> huisartscoöperatie<br />

met onbek<strong>en</strong>de huisarts (Moll van Charante et al., 2006). Ook Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder (2004)<br />

hebb<strong>en</strong> in Nederland onderzocht of het gebruik van de spoedzorg is veranderd na de invoering<br />

van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> in 2000. Het blijkt dat na de invoering de vraag naar zorg buit<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Verder was er e<strong>en</strong> verschuiving te signaler<strong>en</strong> in het<br />

patiënt<strong>en</strong>contact van de spoedeis<strong>en</strong>de hulp (SEH) naar de huisarts<strong>en</strong>post. Zo was er 10% meer<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong>, 9% minder spoedzorg buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het aantal<br />

zelfverwijzers op de SEH afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met 4%. De reorganisatie (invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>)<br />

heeft dus voor verminderd gebruik van de spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling voor het ziek<strong>en</strong>huis<br />

gezorgd <strong>en</strong> voor verhoogd gebruik van huisarts<strong>en</strong>zorg (Van Ud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Crebolder, 2004).<br />

2.3.2 Ambulancezorg<br />

De vorige paragraaf beschreef de spoedzorg in het algeme<strong>en</strong>. In kom<strong>en</strong>de paragraaf zal<br />

specifiek gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de ambulancezorg. Eerst wordt algeme<strong>en</strong> de ambulancezorg in<br />

Nederland beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de soort<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />

verder ingegaan op het oneig<strong>en</strong>lijk dan wel onterecht ambulancegebruik. Daarna wordt<br />

gekek<strong>en</strong> naar ambulanceritt<strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet vervoerd wordt naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis. Tot slot word<strong>en</strong> de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> die wel bezocht word<strong>en</strong><br />

door de ambulance maar niet vervoerd zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis besprok<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 23


Soort<strong>en</strong> ambulanceritt<strong>en</strong><br />

Binn<strong>en</strong> de ambulancezorg word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de ritt<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. De spoedeis<strong>en</strong>de<br />

ambulancezorg bestaat uit A1- <strong>en</strong> A2-ritt<strong>en</strong>. Bij ritt<strong>en</strong> met de urg<strong>en</strong>tiecode A1 bestaat gevaar<br />

voor het lev<strong>en</strong> of blijv<strong>en</strong>de invaliditeit van de patiënt of kan dergelijk gevaar bij de melding niet<br />

uitgeslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De ambulance di<strong>en</strong>t dan zo spoedig mogelijk <strong>en</strong> maximaal binn<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong><br />

minut<strong>en</strong> bij de patiënt ter plaatse te zijn. Hierbij wordt met derti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> netto reistijd <strong>en</strong><br />

twee minut<strong>en</strong> voor ontvangst van de aanvraag <strong>en</strong> het verstrekk<strong>en</strong> van de ritopdracht rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> A2-rit bestaat er ge<strong>en</strong> direct lev<strong>en</strong>sgevaar maar is snelle hulp wel w<strong>en</strong>selijk.<br />

De ambulance wordt geacht binn<strong>en</strong> uiterlijk 30 minut<strong>en</strong> ter plaatse te zijn om ernstige<br />

gezondheidsschade te voorkom<strong>en</strong>. Naast deze spoedritt<strong>en</strong> van de ambulancezorg is er nog e<strong>en</strong><br />

andere categorie ritt<strong>en</strong>, namelijk besteld vervoer (B-ritt<strong>en</strong>). Deze ontstaan wanneer er ge<strong>en</strong><br />

spoedindicatie is, bijvoorbeeld indi<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee verschill<strong>en</strong>de ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />

vervoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Zowel e<strong>en</strong> A1 als e<strong>en</strong> A2 rit kan uiteindelijk in e<strong>en</strong> EHTP-rit eindig<strong>en</strong>. Er kunn<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de EHTP-ritt<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

• de patiënt wordt ter plaatse behandeld;<br />

• de patiënt blijkt ge<strong>en</strong> behandeling nodig te hebb<strong>en</strong>;<br />

• de patiënt heeft wel behandeling nodig maar weigert deze;<br />

• de ambulance is opgeroep<strong>en</strong> om de eerst gearriveerde ambulance te assister<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

ongeval, e<strong>en</strong> reanimatie of bij het till<strong>en</strong>;<br />

• bij het arriver<strong>en</strong> van de ambulance blijkt de patiënt reeds overled<strong>en</strong> te zijn;<br />

• de ambulance vervoert e<strong>en</strong> specialist, bijvoorbeeld indi<strong>en</strong> dat nodig is bij e<strong>en</strong> bepaald<br />

ongeval<br />

Bij e<strong>en</strong> EHTP-rit wordt de patiënt dus uiteindelijk niet vervoerd door de ambulance maar de rit<br />

wordt in eerste instantie wel uitgevoerd met de int<strong>en</strong>tie tot hulpverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>/ of vervoer. E<strong>en</strong><br />

EHTP-rit verschilt van e<strong>en</strong> ‘loze-rit’. Bij e<strong>en</strong> loze-rit wordt namelijk ge<strong>en</strong> patiënt aangetroff<strong>en</strong><br />

wanneer de ambulance ter plaatse komt. Echter, ook wanneer de rit wordt afgebrok<strong>en</strong> door de<br />

c<strong>en</strong>tralist terwijl de ambulance al onderweg is of wanneer de ambulance e<strong>en</strong> andere ritopdracht<br />

krijgt wordt gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> loze-rit (Berkel, Leerkes, Reumer <strong>en</strong> Rhijn, 2006). De<br />

ambulancezorg heeft voor e<strong>en</strong> deel al ingespeeld op de to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> door<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 24


het invoer<strong>en</strong> van SOLO-ambulances. SOLO-ambulances word<strong>en</strong> ingezet van acht uur ’s<br />

ocht<strong>en</strong>ds tot vijf uur ’s middags <strong>en</strong> vooral gebruikt bij niet lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situaties <strong>en</strong> als<br />

assist<strong>en</strong>tie bij reanimatie. Wanneer er bij de c<strong>en</strong>trale meldkamer e<strong>en</strong> ‘reanimatie’ melding<br />

binn<strong>en</strong>komt wordt er zowel e<strong>en</strong> team (ambulanceverpleegkundige <strong>en</strong> chauffeur) als e<strong>en</strong> SOLOambulance<br />

gestuurd (ambulanceverpleegkundige). Dit omdat er bij e<strong>en</strong> reanimatie minst<strong>en</strong>s<br />

drie m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nodig zijn. Deze ambulances hebb<strong>en</strong> het formaat van e<strong>en</strong> gewone person<strong>en</strong>auto<br />

(wel de vel gekleurde buit<strong>en</strong>kant) <strong>en</strong> hier kan dus ge<strong>en</strong> patiënt mee vervoerd word<strong>en</strong>. De<br />

verpleegkundige rijdt alle<strong>en</strong> in deze auto <strong>en</strong> kan ter plaatse hulp verl<strong>en</strong><strong>en</strong> maar de patiënt niet<br />

vervoer<strong>en</strong>. Wanneer blijkt dat dit wel nodig is kan er e<strong>en</strong> volledig uitgeruste ambulance<br />

opgeroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die de patiënt naar het ziek<strong>en</strong>huis kan vervoer<strong>en</strong>. De introductie van de<br />

SOLO-ambulances is e<strong>en</strong> vrij rec<strong>en</strong>te ontwikkeling.<br />

Oneig<strong>en</strong>lijk of onterecht ambulancegebruik<br />

‘Ambulancezorg is de zorg die in opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA)<br />

beroepsmatig of bedrijfsmatig wordt verle<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> zieke of slachtoffer binn<strong>en</strong> het kader van<br />

zijn aando<strong>en</strong>ing of letsel hulp te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> waar nodig adequaat te vervoer<strong>en</strong> met<br />

inachtneming van datg<strong>en</strong>e wat op grond van algeme<strong>en</strong> beschikbare medische <strong>en</strong><br />

verpleegkundige k<strong>en</strong>nis noodzakelijk is’ (BVA & AZN, 2003). In Nederland wordt<br />

ambulancezorg verle<strong>en</strong>d door ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> meldkamers ambulancezorg. Hoofddoel<br />

van de ambulancezorg is om individuele gezondheidswinst te behal<strong>en</strong> op basis van de<br />

zorgbehoefte van de patiënt. Ambulancezorg begint bij de melding van e<strong>en</strong> patiënt aan de MKA<br />

<strong>en</strong> eindigt na di<strong>en</strong>s overdracht naar e<strong>en</strong> andere zorginstelling of na behandeling ter plaatse als<br />

er ge<strong>en</strong> verdere doorverwijzing of vervoer naar e<strong>en</strong> zorginstelling noodzakelijk is. Daarmee is<br />

ambulancezorg e<strong>en</strong> belangrijke schakel in de spoedeis<strong>en</strong>de medische hulpverl<strong>en</strong>ing. Er rijd<strong>en</strong><br />

ongeveer 650 ambulances in Nederland, welke zijn verspreid over 35 ambulancepost<strong>en</strong> met 208<br />

standplaats<strong>en</strong> (Kostalova, 2008). Het macrobudget van de gehele ambulancezorg ligt rond de<br />

341 miljo<strong>en</strong> euro. 3<br />

3 www.ambulancezorgnederland.nl/publiek/k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>.htm. Geraadpleegd op 12-11-08.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 25


Financiële omgeving ambulancezorg<br />

De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is de financieringsstructuur van de ambulancezorg sterk gewijzigd. Als<br />

belangrijkste argum<strong>en</strong>t daarvoor wordt g<strong>en</strong>oemd dat de kost<strong>en</strong> beter beheerst kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(Ve<strong>en</strong>, Zwakhals, Hazelret-Crans <strong>en</strong> Man<strong>en</strong> van, 2001). De voornaamste verandering van de<br />

afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> overgang van e<strong>en</strong> model van nag<strong>en</strong>oeg volledige nacalculatie op<br />

gerealiseerde ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> (op<strong>en</strong>-einde-model) naar e<strong>en</strong> normatief budgetmodel gebaseerd<br />

op vooraf vastgestelde productieafsprak<strong>en</strong>. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> de meldkamer krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

budget dat gebaseerd is op het te verwacht<strong>en</strong> aantal gered<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong>. Het landelijk budget voor de<br />

ambulancesector wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Het College Tariev<strong>en</strong><br />

Gezondheidszorg (CTG) verdeelt het landelijk budget via speciale rek<strong>en</strong>regels <strong>en</strong> stelt het tarief<br />

vast. Sinds vanaf 1 januari 2000 het budgetmodel van kracht is moet<strong>en</strong> ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> nu<br />

de kost<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> af te stemm<strong>en</strong> op het toegek<strong>en</strong>de budget (MiBzK, 1997). Gevolg van deze<br />

verandering is dat de ambulanceorganisaties nu in eerste instantie de kost<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong><br />

in overe<strong>en</strong>stemming met het vooraf vastgestelde budget. Ambulanceorganisaties krijg<strong>en</strong> niet<br />

langer de kost<strong>en</strong> voor de productie via nacalculatie vergoed maar moet<strong>en</strong> nu de<br />

productiekost<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het productiebudget zi<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> (Ve<strong>en</strong> et al., 2001).<br />

Regelgeving ambulancesector<br />

In 2000 pleitte het ministerie van VWS voor schaalvergroting in de vorm van Regionale<br />

Ambulance Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (RAV’s) (Ministerie van VWS & BzK, 2000). Met de invoering van de<br />

RAV’s is getracht e<strong>en</strong> betere regionale spreiding <strong>en</strong> paraatheid te bewerkstelling<strong>en</strong> met als<br />

gevolg e<strong>en</strong> betere <strong>en</strong> efficiëntere ambulancezorg. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> de MKA vorm<strong>en</strong><br />

sinds die tijd dan ook e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband in de vorm van zo’n Regionale Ambulance<br />

Voorzi<strong>en</strong>ing.<br />

De Wet Ambulancevervoer (WAV) stamt uit 1971 <strong>en</strong> is in 2008 is vervang<strong>en</strong>. Tot voor<br />

kort regelde deze wet de toegang tot <strong>en</strong> de financiering van de ambulancezorg. Deze wet<br />

scheidde de bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van het Rijk, de provincie <strong>en</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>te. Het Rijk stelt eis<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de kwaliteit van zorg <strong>en</strong> de provincie is nu belast<br />

met de planning <strong>en</strong> spreiding van het aantal ambulances <strong>en</strong> de mate waarin deze paraat staan.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke taak van de geme<strong>en</strong>te is de inrichting <strong>en</strong> instandhouding van de C<strong>en</strong>trale Post<br />

Ambulancevervoer (CPA). Veel CPA’s zijn in aanloop naar de nieuwe wet Ambulancezorg al<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 26


vervang<strong>en</strong> door Meldkamers Ambulances (MKA’s). In de nieuwe wet ambulancevervoer krijg<strong>en</strong><br />

zorgverzekeraars e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale rol. Het VWS gaat vergunning<strong>en</strong> afgev<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zwaarweg<strong>en</strong>d<br />

advies van de zorgverzekeraars. Tev<strong>en</strong>s wordt de ambulancezorg regionaal georganiseerd,<br />

waarmee er meer helderheid kan ontstaan in de aansturing <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. De rol<br />

van vergunningverstrekker door de provincie wordt vervang<strong>en</strong> door de minister. De minister<br />

bepaalt tev<strong>en</strong>s de spreiding <strong>en</strong> beschikbaarheid <strong>en</strong> stelt het macro <strong>en</strong> regionaal budget vast.<br />

Hierdoor wordt de afstand tuss<strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> betal<strong>en</strong> van de ambulancezorg kleiner.<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong><br />

Ondanks duidelijke verschill<strong>en</strong> in de organisatie van de spoedgezondheidszorg <strong>en</strong> de<br />

financiering daarvan tuss<strong>en</strong> Groot Brittannië <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> zijn de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

rondom de spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg opvall<strong>en</strong>d soortgelijk (Snooks et al., 2004). De vraag<br />

naar ambulancezorg neemt de laatste jar<strong>en</strong> in Groot Brittannië met 4% toe per jaar (Fisher,<br />

O’Halloran, Littlejohns, K<strong>en</strong>nedy <strong>en</strong> Butson, 2000). In Australië nam<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van de<br />

ambulancezorg over e<strong>en</strong> periode van vijf jaar toe van 393 miljo<strong>en</strong> naar 523 miljo<strong>en</strong> dollar (Clark,<br />

Purdie, FitzGerald, Bischoff <strong>en</strong> O’Rourke, 1999). Naast dat de vraag naar spoedzorg in het<br />

algeme<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> nog steeds to<strong>en</strong>eemt, komt in verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> naar<br />

vor<strong>en</strong> dat er ook meer op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de ambulancezorg wordt gedaan.<br />

Bij de London ambulance service had 40% van de ambulance oproep<strong>en</strong> afgehandeld kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> huisarts, GGD of sociale di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing (Victor, Peacock <strong>en</strong> Chazot, 1999).<br />

Van alle oproep<strong>en</strong> werd uiteindelijk 20% tot 30% van de patiënt<strong>en</strong> niet vervoerd naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis door e<strong>en</strong> ambulance (Departm<strong>en</strong>t of Health Governm<strong>en</strong>t Statistical Service, 1999). In<br />

Taiwan wordt 32% van alle patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij de ambulancezorg niet vervoerd (Ch<strong>en</strong>,<br />

Bullard <strong>en</strong> Liaw, 1996). De to<strong>en</strong>ame van e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk beroep op de spoedzorg is daarmee e<strong>en</strong><br />

internationaal probleem <strong>en</strong> beperkt zich niet tot ons land alle<strong>en</strong>.<br />

Het is vrij opvall<strong>en</strong>d dat internationaal gezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot perc<strong>en</strong>tage patiënt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

ambulance belt uiteindelijk niet vervoerd wordt. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Groot-Brittannië<br />

kond<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het protocol namelijk alle<strong>en</strong> thuis achtergelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer de<br />

patiënt zelf weigert vervoerd te word<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Tot voor kort war<strong>en</strong> er maar<br />

weinig ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> protocol hanteerd<strong>en</strong> dat het ambulancepersoneel toestaat de<br />

patiënt niet naar het ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong> (Jaslow, Barbera, Johnson <strong>en</strong> Moore, 1998).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 27


Teg<strong>en</strong>woordig wordt er steeds meer de nadruk gelegd op het vernieuw<strong>en</strong> van de protocoll<strong>en</strong><br />

van ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zodat patiënt<strong>en</strong> ook ev<strong>en</strong>tueel thuis gelat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit omdat<br />

de ambulancezorg steeds meer te mak<strong>en</strong> krijgt met verschill<strong>en</strong>de (klinische) behoeft<strong>en</strong> van<br />

patiënt<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Er is nog ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de bewijs dat er e<strong>en</strong> klinisch veilige<br />

methode is om patiënt<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> die bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ambulance maar die niet naar de<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp vervoerd hoev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Snooks et al., 2004). Toch besluit het<br />

ambulancepersoneel in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Groot-Brittannië steeds vaker e<strong>en</strong> patiënt ter<br />

plaatste te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet te vervoer<strong>en</strong>, terwijl ze hier niet voor opgeleid zijn <strong>en</strong> ook niet van ze<br />

verwacht wordt dat ze e<strong>en</strong> patiënt achterlat<strong>en</strong> t<strong>en</strong>zij de patiënt zelf vervoer weigert (Snooks et<br />

al., 2005). Daarnaast is er maar weinig bek<strong>en</strong>d over hoe ambulancepersoneel de beslissing maakt<br />

om e<strong>en</strong> patiënt naar de eerste hulp te vervoer<strong>en</strong> of ter plaatse te lat<strong>en</strong>.<br />

Oneig<strong>en</strong>lijk of onterecht ambulancegebruik<br />

Wanneer er 1-1-2 is gebeld voor e<strong>en</strong> patiënt <strong>en</strong> er wordt e<strong>en</strong> ambulance gestuurd terwijl<br />

vervolg<strong>en</strong>s blijkt dat vervoer niet noodzakelijk is spreekt m<strong>en</strong> – zoals reeds aangegev<strong>en</strong> – in de<br />

Nederlandse ambulancezorg van e<strong>en</strong> Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP-) rit of van e<strong>en</strong> Eerste Hulp<br />

Bij Ongelukk<strong>en</strong> Ge<strong>en</strong> Vervoer (EHBO GV-) rit. Bij e<strong>en</strong> EHTP-rit is er niet per definitie sprake<br />

van e<strong>en</strong> onterechte of oneig<strong>en</strong>lijke rit of hulpvraag. Maar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onterecht e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong><br />

op de ambulancezorg (vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klinische noodzaak) zijn hoogst<br />

waarschijnlijk wel eerder bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong>.<br />

De term<strong>en</strong> ‘onterechte hulpvraag’ <strong>en</strong> ‘oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de spoedzorg’ word<strong>en</strong> in de<br />

internationale literatuur gebruikt. Zo wordt in wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> uit andere land<strong>en</strong><br />

(Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk <strong>en</strong> Australië) gesprok<strong>en</strong> over ‘(medically-) unnecesarry<br />

use’ (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980) ‘non-urg<strong>en</strong>t conditions’ (Snooks, William <strong>en</strong> Crouch, 2002; Snooks,<br />

Kearsley, Dale, Halter, Redhead <strong>en</strong> Foster, 2005) of ‘inappropriate use’ (Ting, 2006; Jacob, Jocoby,<br />

Heller <strong>en</strong> Stoltzfus, 2008). Maar wanneer is nu precies sprake van onnodig, ongepast of<br />

onterecht gebruik van de ambulancezorg? Gibson (1977) heeft e<strong>en</strong> definitie geformuleerd voor<br />

ongepast gebruik van de ambulancezorg, namelijk ‘het perc<strong>en</strong>tage van alle patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

bij de ambulance dat ge<strong>en</strong> behoefte had aan zorg’. Moeilijk is echter om vast te stell<strong>en</strong> wat er<br />

hier onder ‘behoefte’ wordt verstaan. Er kan weliswaar ge<strong>en</strong> sprake zijn van e<strong>en</strong> klinische<br />

behoefte maar veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> ambulance bell<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> zorgbehoefte, al<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 28


is het alle<strong>en</strong> maar één ter geruststelling. Dit geeft aan dat het moeilijk is om ‘gepast gebruik’ van<br />

de ambulancezorg te definiër<strong>en</strong>. De mate van onterecht gebruik is daarnaast nogal variabel<br />

(Brown <strong>en</strong> Sindelar, 1993). De klinische conditie van de patiënt is maar één factor die de spoed,<br />

ernst <strong>en</strong> gepastheid van de zorg weergeeft. Als de patiënt zelf of e<strong>en</strong> omstander de situatie niet<br />

goed inschat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance belt is daarmee nog ge<strong>en</strong> sprake van ongepast gebruik. Om te<br />

kijk<strong>en</strong> of het stur<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ambulance gerechtvaardigd was zou daarom niet alle<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de uiteindelijke diagnose maar ook naar de leeftijd <strong>en</strong> sociale situatie van<br />

de patiënt (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980).<br />

In het algeme<strong>en</strong> zou er van onterecht gebruik gesprok<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer<br />

behandeling niet bij de betreff<strong>en</strong>de zorgaanbieder (ambulancedi<strong>en</strong>st) had moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Het gaat dan om patiënt<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s de zorgverl<strong>en</strong>er (ambulanceverpleegkundige) naar e<strong>en</strong><br />

andere zorgverl<strong>en</strong>er hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gaan. Deze groep bevat dus ook de patiënt<strong>en</strong> die fysiek<br />

gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er om tot e<strong>en</strong> goede triage te kom<strong>en</strong> (Foekema <strong>en</strong> H<strong>en</strong>drix,<br />

2005). Telefonisch contact, met bijvoorbeeld de c<strong>en</strong>trale meldkamer, dat tot e<strong>en</strong> doorverwijzing<br />

leidt (naar bijvoorbeeld de huisarts<strong>en</strong>post) wordt niet als onterechte vraag gek<strong>en</strong>merkt omdat<br />

het hier niet om e<strong>en</strong> bezoek gaat maar om telefonische raadpleging. Wanneer er hierna<br />

gesprok<strong>en</strong> wordt over onnodig of onterecht gebruik van de ambulancezorg wordt daarmee<br />

bedoeld dat de klinische noodzaak voor ambulancevervoer ontbreekt. En het blijkt dat dit<br />

klinisch onnoodzakelijk ambulancetransport de laatste jar<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Ting, 2006).<br />

Tot slot zijn er verschill<strong>en</strong>de nadelige gevolg<strong>en</strong> van onnodig ambulancegebruik. In eerste<br />

instantie is ambulancezorg dure zorg omdat de organisatie <strong>en</strong> de bem<strong>en</strong>sing wel beschikbaar<br />

moet zijn maar niet continue b<strong>en</strong>ut wordt. De ambulances van nu zijn daarnaast <strong>en</strong>orm<br />

geavanceerd <strong>en</strong> uitgerust met verschill<strong>en</strong>de specialistische medische toepassing<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong><br />

onnodige ambulancerit word<strong>en</strong> deze middel<strong>en</strong> ingezet maar niet optimaal b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> doet het de<br />

financiële kost<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>. Verder br<strong>en</strong>gt het gebruik van zwaailicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> sir<strong>en</strong>e voor het grote<br />

publiek, de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ambulancepersoneel risico’s met zich mee op aanrijding<strong>en</strong><br />

(Clawson et al., 1994).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 29


Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

Inzicht in de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijdrage<br />

kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan het terugdring<strong>en</strong> van deze ritt<strong>en</strong>. Begrijp<strong>en</strong> voor wie, wanneer <strong>en</strong> waarvoor<br />

e<strong>en</strong> ambulance wordt ingezet zal help<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mechanisme te ontwikkel<strong>en</strong> voor het verminder<strong>en</strong><br />

van klinisch onnodig patiënt<strong>en</strong>transport (Ting, 2006). In Japan (Yokohama) is er gekek<strong>en</strong> naar<br />

de sociaal-economische karakteristiek<strong>en</strong> van niet vervoerde patiënt<strong>en</strong> (Kawakami, Oshige,<br />

Kubota <strong>en</strong> Tochikubo, 2007). Hieruit bleek dat socio-economische factor<strong>en</strong> de keus beïnvloed<strong>en</strong><br />

om in niet-spoedeis<strong>en</strong>de situaties de ambulance te bell<strong>en</strong>. Kawakami et al. (2007) hebb<strong>en</strong><br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal sc<strong>en</strong>ario’s voorgelegd waarin e<strong>en</strong> niet-spoedeis<strong>en</strong>de situatie uite<strong>en</strong><br />

wordt gezet. Aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt gevraagd hoe ze in de verschill<strong>en</strong>de situaties zoud<strong>en</strong><br />

handel<strong>en</strong>. Na het voorlegg<strong>en</strong> van de sc<strong>en</strong>ario’s blek<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>, ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong><br />

eerder e<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong> op de ambulancezorg zonder dat ze vervoerd word<strong>en</strong>.<br />

In het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk is er één categorie patiënt<strong>en</strong> die verantwoordelijk zijn voor<br />

e<strong>en</strong> groot perc<strong>en</strong>tage EHTP-ritt<strong>en</strong>. Deze categorie bestaat uit patiënt<strong>en</strong> die gevall<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong><br />

neemt van het totale aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> 34% voor zijn rek<strong>en</strong>ing. Hiervan was e<strong>en</strong> grote groep<br />

ouder dan zev<strong>en</strong>tig jaar. Daarnaast zorg<strong>en</strong> ook alcohol intoxicaties <strong>en</strong> straatongevall<strong>en</strong> voor veel<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> (Marks, Daniel, Afolabi, Spiers <strong>en</strong> Nguy<strong>en</strong>- Van Tam, 2002).<br />

Ook is er onderzoek gedaan naar de mate van onnodig ambulancetransport. Hierbij kan de<br />

patiënt dus wel vervoerd zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis maar ontbreekt de (klinische-)noodzaak.<br />

Brown <strong>en</strong> Sindelar (1993) hebb<strong>en</strong> de mate van onnodig ambulancegebruik onderzocht bij e<strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong>- (community) ziek<strong>en</strong>huis in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Er was sprake van onnodig<br />

ambulancevervoer als de klacht van de patiënt niet-spoedeis<strong>en</strong>d was, als de patiënt ambulant<br />

(niet bedlegerig) was <strong>en</strong> als de patiënt uiteindelijk niet werd opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het ziek<strong>en</strong>huis. Zij<br />

hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> dat onnodig ambulance gebruik afhankelijk is van type zorgverzekering <strong>en</strong><br />

dat ongeveer 20% van de onnodige ritt<strong>en</strong> veroorzaakt wordt door alcohol intoxicatie (Brown <strong>en</strong><br />

Sindelar, 1993). Verzekeringstype, woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis <strong>en</strong> zelf ge<strong>en</strong> beschikking<br />

hebb<strong>en</strong> over ander vervoer hebb<strong>en</strong> ook all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed op ongepast ambulance<br />

gebruik. E<strong>en</strong> ander onderzoek wees uit dat het onnodig gebruik van de ambulancezorg vooral<br />

wordt veroorzaakt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die verzekerd zijn (Billitier, Moscati, Janicke, Lerner, Seymour<br />

<strong>en</strong> Olson, 1996).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 30


Onderzoek in Zwed<strong>en</strong> (Hjälte, Susered, Herlitz <strong>en</strong> Karlberg, 2007) heeft gevond<strong>en</strong> dat<br />

wanneer de patiënt zelf belt naar het alarmnummer de helft van de oproep<strong>en</strong> onnodig is volg<strong>en</strong>s<br />

het ambulancepersoneel. E<strong>en</strong> redelijk groot aandeel van het onnodig ambulancevervoer werd<br />

ook aangevraagd door medisch personeel. Van deze oproep<strong>en</strong> bleek 64% van de patiënt<strong>en</strong><br />

daadwerkelijk ambulancevervoer nodig te hebb<strong>en</strong> (Hjälte et al., 2007).<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d:<br />

Vraagstelling 1: Wat is er bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg in<br />

Nederland?<br />

In het literatuuronderzoek zijn verschill<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> over de to<strong>en</strong>ame in de<br />

spoedzorg <strong>en</strong> de ambulancezorg. In eerste instantie bleek dat er in Nederlandse rapport<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> voor de spoedzorg word<strong>en</strong> gebruikt. Daarnaast is er vooral veel<br />

geschrev<strong>en</strong> over de mogelijkhed<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de aanbieders van<br />

spoedzorg in de spoedzorgket<strong>en</strong>. Hieruit kwam de term ‘ket<strong>en</strong>zorg’ naar vor<strong>en</strong>. Deze term is<br />

vooral ontstaan om meer sam<strong>en</strong>hang in de zorg te introducer<strong>en</strong> in situaties waarbij diverse<br />

disciplines moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om optimale zorg te kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vooral buit<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong> is meer afstemming nodig tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>, de afdeling<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulp in ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regionale ambulancevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Om meer afstemming te krijg<strong>en</strong><br />

is het belangrijk dat er e<strong>en</strong> sectoroverstijg<strong>en</strong>d triageprotocol komt. Mom<strong>en</strong>teel hanter<strong>en</strong> de<br />

spoedzorgaanbieders elk eig<strong>en</strong> criteria <strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong> die niet volledig op elkaar zijn afgestemd.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de spoedeis<strong>en</strong>dezorg is de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> rond het mill<strong>en</strong>nium. Deze invoering heeft voor verminderd gebruik van de<br />

spoedeis<strong>en</strong>de hulp afdeling voor het ziek<strong>en</strong>huis gezorgd <strong>en</strong> voor verhoogd gebruik van<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg.<br />

Vraagstelling 2: Wat is er (in internationale wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong>) geschrev<strong>en</strong> over de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal ambulanceritt<strong>en</strong> waarbij de patiënt niet wordt vervoerd<br />

naar het ziek<strong>en</strong>huis?<br />

De ambulancezorg is e<strong>en</strong> belangrijke schakel in de spoedeis<strong>en</strong>de medische hulp verl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />

deze schakel werd beschrev<strong>en</strong> in het tweede gedeelte van het literatuuronderzoek.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 31


Uit verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> bleek dat er in andere land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s te signaler<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong><br />

groot perc<strong>en</strong>tage patiënt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ambulance belt uiteindelijk niet vervoerd wordt. Daarnaast<br />

wordt er meer op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep gedaan op de ambulancezorg. Dit onterechte<br />

gebruik is echter lastig te definiër<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> kan er van onterecht gebruik gesprok<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> wanneer de behandeling niet bij de betreff<strong>en</strong>de zorgaanbieder had moet<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong>. Hier moet bij gezegd word<strong>en</strong> dat onterecht gebruik van de ambulancezorg niet<br />

hetzelfde is als e<strong>en</strong> EHTP-rit. Maar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onterecht e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de ambulancezorg<br />

(vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klinische noodzaak) lop<strong>en</strong> wel eerder het risico bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

betrokk<strong>en</strong> te zijn. In de laatste paragraaf is daarom ook gekek<strong>en</strong> naar de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

van patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Onnodig ambulance<br />

gebruik is vooral afhankelijk van type zorgverzekering, leeftijd, het ontbrek<strong>en</strong> van alternatief<br />

vervoer <strong>en</strong> het woonachtig zijn in e<strong>en</strong> verpleeghuis.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 32


3 Wat zijn de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the?<br />

3.1 Inleiding<br />

Om e<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van de aard <strong>en</strong> omvang van de Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP) ritt<strong>en</strong><br />

zijn de gegev<strong>en</strong>s van deze ritt<strong>en</strong> geanalyseerd. De vraagstelling die bij dit subonderzoek hoort<br />

staat hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the?<br />

In 3.2 zal eerst de methode van data verzamel<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in 3.3<br />

de resultat<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 33


3.2 Methode<br />

E<strong>en</strong> deel van de ritgegev<strong>en</strong>s kon digitaal aangeleverd word<strong>en</strong> door UMCG Ambulancezorg in<br />

e<strong>en</strong> Excel bestand. Deze data bevatt<strong>en</strong> de datum waarop de rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, de<br />

urg<strong>en</strong>tiecode waarmee de ambulance is uitgestuurd (A1 of A2; de B-ritt<strong>en</strong> zijn geëxcludeerd,<br />

omdat deze maar zeer zeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit eindig<strong>en</strong>), de meldingstijd, het geslacht <strong>en</strong> de<br />

leeftijd van de patiënt (n= 790).<br />

In aanvulling op de digitale gegev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> steekproef g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

uit april <strong>en</strong> november 2007 waarvan de ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ritdetailformulier<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong><br />

zijn. Van (ongeveer) honderd ritt<strong>en</strong> uit april 2007 <strong>en</strong> honderd ritt<strong>en</strong> uit november 2007 zijn de<br />

ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ritdetailformulier<strong>en</strong> geanalyseerd. De ritformulier<strong>en</strong> zijn de door de<br />

verpleegkundige geschrev<strong>en</strong> formulier<strong>en</strong> die vanuit de ambulance word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De<br />

ritdetailformulier<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, nadat de rit is afgeslot<strong>en</strong>, door de verpleegkundige ingevuld voor<br />

uiteindelijke facturering etc. De gegev<strong>en</strong>s van de formulier<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gevoegd in e<strong>en</strong> SPSSbestand<br />

sam<strong>en</strong> met de reeds aanwezige digitale gegev<strong>en</strong>s. Er is voor de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong><br />

november gekoz<strong>en</strong> omdat deze over het algeme<strong>en</strong> qua frequ<strong>en</strong>tie van ritt<strong>en</strong> weinig piek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dal<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. Verder is gekoz<strong>en</strong> voor formulier<strong>en</strong> uit 2007 omdat dit de meest rec<strong>en</strong>te<br />

gegev<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> waarover beschikt kon word<strong>en</strong>. Gegev<strong>en</strong>s die op de ritdetailformulier<strong>en</strong><br />

vermeld staan <strong>en</strong> die toegevoegd zijn aan het SPSS-bestand zijn: bijzonderhed<strong>en</strong>, aantal gered<strong>en</strong><br />

kilometers <strong>en</strong> de verrichte handeling<strong>en</strong>. Tot slot zijn gegev<strong>en</strong>s gebruikt afkomstig van de<br />

ritformulier<strong>en</strong>. Hierop staan vermeld: red<strong>en</strong> annulering, red<strong>en</strong> vertraging, melding CPA (e<strong>en</strong><br />

code die de c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer doorgeeft aan het ambulancepersoneel), reeds<br />

uitgevoerde handeling<strong>en</strong>, toelichting lichamelijk onderzoek, werkdiagnose, soort ongeval, soort<br />

patiënt, of er e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er (bijvoorbeeld politie) ter plaatse is, <strong>en</strong> of er sprake is van e<strong>en</strong><br />

high-<strong>en</strong>ergy letsel of niet. Niet alle categorieën op beide formulier<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong> nauwkeurig<br />

ingevuld. Zo overlapt de informatie van de ritdetailformulier<strong>en</strong> bij ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’ met die van<br />

de ritformulier<strong>en</strong> bij ‘toelichting lichamelijk onderzoek’ <strong>en</strong> ‘toelichting anamnese’ <strong>en</strong><br />

‘werkdiagnose’. Daarom is ervoor gekoz<strong>en</strong> deze informatie onder één variabele in het SPSSbestand<br />

te zett<strong>en</strong>, namelijk onder ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’. In eerste instantie zijn er acht nieuwe<br />

variabel<strong>en</strong> toegevoegd aan het digitale bestand dat was aangeleverd door UMCG-<br />

Ambulancezorg. De gegev<strong>en</strong>s van deze variabel<strong>en</strong> zijn afkomstig van de ritformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 34


itdetailformulier<strong>en</strong>. De variabel<strong>en</strong> die zijn toegevoegd zijn: ‘bijzonderhed<strong>en</strong>’, ‘red<strong>en</strong><br />

annulering’ <strong>en</strong> ‘CPA melding’. Na het toevoeg<strong>en</strong> van de gegev<strong>en</strong>s op de ritdetailformulier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de ritformulier<strong>en</strong> bestond het databestand uiteindelijk uit de gegev<strong>en</strong>s van 789 ritt<strong>en</strong> waarvan<br />

bij 218 ritt<strong>en</strong> nog aanvull<strong>en</strong>de informatie van de formulier<strong>en</strong> toegevoegd is. In totaal zijn er 25<br />

ambulances betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit waarvan de ritformulier<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> zijn.<br />

Hiervan zijn er ook twee SOLO- ambulances. In deze ondersteun<strong>en</strong>de ambulances wordt de<br />

patiënt per definitie niet vervoerd. Deze SOLO-ambulances hebb<strong>en</strong> in totaal sam<strong>en</strong> 15 ritt<strong>en</strong><br />

gered<strong>en</strong> van de in totaal 218 EHTP-ritt<strong>en</strong> (ongeveer 7%). Omdat dit maar e<strong>en</strong> relatief klein<br />

perc<strong>en</strong>tage is, word<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong> in de resultat<strong>en</strong> paragraaf ook de gegev<strong>en</strong>s van de SOLOambulances<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is door UMCG Ambulancezorg e<strong>en</strong> Excel bestand aangeleverd (n=3701) met<br />

daarin informatie over de meldingstijd waarop de meeste ritt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanvrager<br />

van de EHTP-rit (deg<strong>en</strong>e die 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance heeft gebeld). De meldingstijd betreft het<br />

tijdstip waarop de melding voor de EHTP-rit binn<strong>en</strong> kwam op de c<strong>en</strong>trale meldkamer. De<br />

meldingstijd is vervolg<strong>en</strong>s in vier categorieën onderverdeeld: ’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00 tot 12.00 uur), ’s<br />

middags (12.00 tot 17.00 uur), ’s avonds (17.00 tot 24.00 uur) <strong>en</strong> ’s nachts (24.00 tot 06.00 uur).<br />

Ook wordt digitaal bijgehoud<strong>en</strong> wie de aanvrager van de rit is geweest. Hiervoor word<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de categorieën gehanteerd. Voor de volledigheid zull<strong>en</strong> deze categorieën kort<br />

besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De 1 e ambulance wordt e<strong>en</strong> aanvrager van e<strong>en</strong> EHTP-rit wanneer deze<br />

bijvoorbeeld om assist<strong>en</strong>tie vraagt bij grootschalige ongelukk<strong>en</strong>. Niet in alle ambulances wordt<br />

dan e<strong>en</strong> patiënt vervoerd. Ook komt het voor dat de ambulance die dan het eerst ter plaatse is<br />

alles regelt <strong>en</strong> organiseert <strong>en</strong> zelf dus ge<strong>en</strong> patiënt vervoert. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan bij grootschalige<br />

ongevall<strong>en</strong> de CPA (c<strong>en</strong>trale meldkamer) de aanvrager zijn. Deze situatie ontstaat wanneer zij<br />

van e<strong>en</strong> burger e<strong>en</strong> melding van e<strong>en</strong> ongeval hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, waarna de meldkamer besluit<br />

meerdere ambulances te stur<strong>en</strong>. De brandweer is verantwoordelijk voor 0,7% van de aanvrag<strong>en</strong>,<br />

dit is maar e<strong>en</strong> klein aandeel. Ongeveer 4% van de aanvrag<strong>en</strong> is afkomstig van de politie. Deze<br />

aanvrag<strong>en</strong> ontstaan onder andere bij straatongevall<strong>en</strong> wanneer de politie de c<strong>en</strong>trale meldkamer<br />

belt voor e<strong>en</strong> ambulance. Het komt niet vaak voor dat e<strong>en</strong> (zorg-) instelling (verpleeghuiz<strong>en</strong>,<br />

psychiatrische inrichting<strong>en</strong>, dagc<strong>en</strong>trums <strong>en</strong>zovoort) de aanvrager is; dit betreft nog ge<strong>en</strong> 2%<br />

van alle gevall<strong>en</strong>. De afkorting ‘OvdG’ staat voor Officier van di<strong>en</strong>st G<strong>en</strong>eeskundig. Dit is de<br />

persoon die bij grootschalige ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing coördineert; dit soort<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 35


aanvrag<strong>en</strong> komt, zo blijkt uit bov<strong>en</strong>staande tabel, maar zeer zeld<strong>en</strong> voor. Tot slot is er e<strong>en</strong><br />

categorie ‘overig’. Aanvragers die in deze categorie zijn ondergebracht zijn onder andere:<br />

melders die binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale meldkamer, maar waarvan de c<strong>en</strong>tralist niet precies<br />

weet welke functie deg<strong>en</strong>e heeft. Ook kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld verloskundig<strong>en</strong> onder deze categorie<br />

vall<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 36


3.3 Resultat<strong>en</strong><br />

In deze paragraaf zull<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de analyses van de ritformulier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

Er zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal beschrijv<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>. Deze gev<strong>en</strong> informatie over<br />

verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de EHTP-rit. In eerste instantie zal de informatie van de<br />

ritformulier<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s gepres<strong>en</strong>teerd over de meldingstijd<br />

<strong>en</strong> de aanvrager van de EHTP-rit. Deze gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> digitaal verzameld door UMCG<br />

Ambulancezorg. De resultat<strong>en</strong> in kom<strong>en</strong>de paragraaf zijn vooral beschrijv<strong>en</strong>d van aard <strong>en</strong><br />

tracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de vraagstelling:<br />

Vraagstelling 3: Wat zijn de feitelijke gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the?<br />

Uit de ritgegev<strong>en</strong>s komt naar vor<strong>en</strong> dat de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgestuurd met e<strong>en</strong> A1<br />

urg<strong>en</strong>tie. Ongeveer 92% van de EHTP-ritt<strong>en</strong> reed uit met e<strong>en</strong> A1-code, de overige acht proc<strong>en</strong>t is<br />

uitgered<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> A2-code.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> naar welke melding er van de c<strong>en</strong>trale meldkamer aan de<br />

ambulance werd doorgegev<strong>en</strong>. Hierbij wordt vaak met CPA- (C<strong>en</strong>trale Post Ambulance-) codes<br />

gewerkt. In tabel 1 staan de codes die het meest voorkwam<strong>en</strong>.<br />

Tabel 1 ‘Meest voorkom<strong>en</strong>de CPA-code’ (n= 159)<br />

CPA-melding (code) n (%)<br />

Onwelwording (570) 52 23,9<br />

Straatongeval (520) 21 9,6<br />

Angina pectoris (318) 15 6,9<br />

Huisongeval (540) 10 4,6<br />

Ademhalingsmoeilijkhed<strong>en</strong> (327) 9 4,1<br />

Hypo (335a) 9 4,1<br />

Epilepsie (341) 9 4,1<br />

Onbek<strong>en</strong>d 34 16,6<br />

Totaal 159 73,9<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 37


Tabel 1 laat zi<strong>en</strong> dat ‘onwelwording<strong>en</strong>’ (code 570) de grootste categorie is (nag<strong>en</strong>oeg e<strong>en</strong> kwart).<br />

Daarna volgt de melding ‘onbek<strong>en</strong>d’ (16%). De derde grootste categorie is de melding<br />

‘straatongeval’ (10%).<br />

Tabel 2 laat zi<strong>en</strong> wat volg<strong>en</strong>s het ambulancepersoneel de red<strong>en</strong> was om de patiënt niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong>.<br />

Tabel 2<br />

‘Red<strong>en</strong> annulering’ (n=218)<br />

n (%)<br />

Ter plaatse behandeld 45 (20,6)<br />

Ge<strong>en</strong> behandeling nodig 58 (26,6)<br />

Patiënt wil ge<strong>en</strong> behandeling 5 (2,3)<br />

Assist<strong>en</strong>tie reanimatie 1 (0,5)<br />

Reanimatie gestaakt 2 (0,9)<br />

Vervoer Mobiel Medisch Team (MMT) 3 (1,4)<br />

Andere opdracht van uit de c<strong>en</strong>trale meldkamer (MKA) 1 (0,5)<br />

Niemand aangetroff<strong>en</strong> 1 (0,5)<br />

Patiënt naar huis vervoerd 1 (0,5)<br />

Assist<strong>en</strong>tie ongeval 1 (0,5)<br />

Ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> 9 (45)<br />

Totaal 218 (100)<br />

Het eerste dat opvalt in tabel 2 is dat de red<strong>en</strong> van annulering van de rit vaak niet of niet goed is<br />

ingevuld op het ritformulier (45%). Dit betek<strong>en</strong>t dat de ambulanceverpleegkundige in die<br />

gevall<strong>en</strong> niet op het ritformulier heeft aangegev<strong>en</strong> wat de red<strong>en</strong> van het uitblijv<strong>en</strong> van vervoer<br />

was. De twee red<strong>en</strong><strong>en</strong> die daarna het meest voorkwam<strong>en</strong> zijn ‘ter plaatse behandeld’ (ruim e<strong>en</strong><br />

vijfde) <strong>en</strong> ‘ge<strong>en</strong> behandeling nodig’ (ruim e<strong>en</strong> kwart). De rest van de categorieën is nauwelijks<br />

als red<strong>en</strong> opgevoerd.<br />

Van de ritformulier<strong>en</strong> is er ook nog bekek<strong>en</strong> of er, behalve e<strong>en</strong> ambulance, ook nog andere<br />

hulpverl<strong>en</strong>ers ter plaatse war<strong>en</strong> of zijn ingelicht. Deze vraag op het ritformulier is ook niet altijd<br />

of niet goed ingevuld door het ambulancepersoneel. Van de 218 ritt<strong>en</strong> is deze vraag bij 159 ritt<strong>en</strong><br />

niet ingevuld. Van de ritt<strong>en</strong> waarbij deze vraag wel is ingevuld was er in 38 gevall<strong>en</strong> al politie<br />

aanwezig. In 7,3% van de gevall<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> huisarts bij de patiënt aanwezig wanneer de<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 38


ambulance aankwam. Dit komt bijvoorbeeld voor wanneer e<strong>en</strong> patiënt reeds ziek thuis was. Bij<br />

verergering van de klacht<strong>en</strong> wordt dan beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>.<br />

Voorgaande gegev<strong>en</strong>s zijn afkomstig van de bekek<strong>en</strong> ritformulier<strong>en</strong>. Hieronder zal dieper<br />

ingegaan word<strong>en</strong> op wie de EHTP-rit heeft aangevraagd. Hiervoor zijn digitale gegev<strong>en</strong>s van<br />

UMCG Ambulancezorg bekek<strong>en</strong>. Van januari tot <strong>en</strong> met augustus 2008 is door de<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st bijgehoud<strong>en</strong> wie de aanvrager van de EHTP-rit was. In de volg<strong>en</strong>de tabel staat<br />

weergegev<strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> van welke aanvrager afkomstig zijn.<br />

Tabel 3<br />

‘Aanvrager van de EHTP-rit in categorieën’ (n=3656)<br />

1e ambulance<br />

Overige CPA<br />

Brandweer<br />

Burger<br />

Huisarts<br />

Instellinge<br />

OvdG<br />

Politie<br />

Overig<br />

Totaal<br />

Januari 15 16 2 305 60 7 1 21 17 444<br />

Februari 12 13 3 282 46 17 21 5 399<br />

Maart 7 14 4 312 71 4 18 10 440<br />

April 21 21 5 293 63 3 1 20 12 439<br />

Mei 32 16 2 330 65 2 10 18 475<br />

Juni 14 14 6 348 58 9 19 13 481<br />

Juli 11 6 3 287 46 6 14 15 388<br />

Augustus 23 11 1 282 50 7 14 5 393<br />

September 9 4 - 141 30 3 7 3 197<br />

Totaal 144 115 26 2580 489 58 2 144 98 3.656<br />

Perc<strong>en</strong>tage 3,9% 3,1% 0,7% 70,6% 13,4% 1,6% 0,1% 3,9% 2,7% 100%<br />

In tabel 3 is te zi<strong>en</strong> dat de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> door de burger zijn aangevraagd (ca. 70%). Dit<br />

kan zowel de patiënt zelf zijn die de hulp van de ambulance inschakelt als ook omstanders,<br />

familie of vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de patiënt. De tweede grootste categorie is de huisarts, die<br />

verantwoordelijk is voor de aanvraag van ongeveer 13% van de EHTP-ritt<strong>en</strong>. Alle andere<br />

categorieën nem<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> klein deel van het totaal van de aanvrag<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is bekek<strong>en</strong> op welk tijdstip de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong>. De meldingstijd is<br />

in tabel 4 in vier categorieën weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 39


Tabel 4<br />

‘Meldingstijd in categorieën’ (n=790)<br />

Tijdstip n (%)<br />

’s nachts (24.00 – 06.00) 103 (13)<br />

’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00-12.00) 198 (25)<br />

’s middags (12.00 – 18.00) 280 (35,4)<br />

’s avonds (18.00 – 24.00) 209 (26,5)<br />

Totaal 790 (100)<br />

De meeste van de EHTP-ritt<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> ’s middags plaats. Verder vond<strong>en</strong> veel ritt<strong>en</strong> ’s avonds<br />

plaats <strong>en</strong> ’s ocht<strong>en</strong>ds plaats, respectievelijk 27% <strong>en</strong> 25%. De minste ritt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ’s nachts<br />

gered<strong>en</strong> (13%).<br />

In aanvulling van voorgaande gegev<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> of de ritt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s kantoorur<strong>en</strong> zijn<br />

aangevraagd of tijd<strong>en</strong>s ANW- (Avond Nacht <strong>en</strong> Week<strong>en</strong>d-) ur<strong>en</strong>. In onderstaande staafdiagram<br />

is de verdeling te zi<strong>en</strong> van het aantal aanvrag<strong>en</strong> per dag per aanvrager. Er is e<strong>en</strong> onderscheid<br />

gemaakt tuss<strong>en</strong> ritt<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> acht uur ’s ocht<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> vijf uur ’s middags<br />

(kantoortijd), van vijf uur tot acht uur ’s ocht<strong>en</strong>d de volg<strong>en</strong>de dag (buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

zaterdag <strong>en</strong> zondag<strong>en</strong> (week<strong>en</strong>d).<br />

10,50<br />

10,00<br />

9,50<br />

9,00<br />

8,50<br />

Week<strong>en</strong>d<br />

Werkdag<strong>en</strong> 8-17<br />

Werkdag<strong>en</strong> 17-8<br />

8,00<br />

7,50<br />

7,00<br />

6,50<br />

6,00<br />

5,50<br />

5,00<br />

4,50<br />

4,00<br />

3,50<br />

3,00<br />

2,50<br />

2,00<br />

1,50<br />

1,00<br />

0,50<br />

0,00<br />

1e Ambu CPA Brandweer Burger Huisarts instelling Ovdg Politie Overig<br />

Figuur 1: Aantal aanvrag<strong>en</strong> per dag per soort aanvrager (n = 3701)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 40


In bov<strong>en</strong>staande figuur is af te lez<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> (9<br />

tot 17 uur) plaatsvond<strong>en</strong> <strong>en</strong> het minst in het week<strong>en</strong>d. In bov<strong>en</strong>staande grafiek kan e<strong>en</strong><br />

onderscheid gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> aanvrag<strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> die van de huisarts,<br />

omdat de aanvrag<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Aanvrag<strong>en</strong> van<br />

de huisarts buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> zijn vanzelfsprek<strong>en</strong>d afkomstig van de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> die<br />

binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> huisarts. 4<br />

De grafiek geeft het absolute aantal ritt<strong>en</strong> weer. In de volg<strong>en</strong>de tabel wordt gekek<strong>en</strong> naar<br />

het gemiddeld aantal ritt<strong>en</strong> per dag (week<strong>en</strong>d, werkdag<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

kantoorur<strong>en</strong>).<br />

Tabel 5 ‘Gemiddeld aantal aanvrag<strong>en</strong> per dagdeel’ (n=3701 )<br />

1 e ambulance CPA Burger Huisarts Instelling Politie Overig<br />

Werkdag<strong>en</strong><br />

0,3 0,2 4,4 1,0 0 0,2 0,1<br />

17-8<br />

Werkdag<strong>en</strong> 8-<br />

0,3 0,4 9,8 2,0 0,1 0,8 0,8<br />

17<br />

Zat-zondag<strong>en</strong> 0,6 0,3 5,6 0,8 0,2 0,3 0,3<br />

Burgers hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> werkdag buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer vier ritt<strong>en</strong> per dag<br />

aangevraagd, binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> is dat ongeveer 10 ritt<strong>en</strong> per dag. De huisarts heeft tijd<strong>en</strong>s<br />

ANW- (Avond Nacht <strong>en</strong> Week<strong>en</strong>d-) ur<strong>en</strong> op werkdag<strong>en</strong> per dag gemiddeld één rit aan <strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> gemiddeld twee ritt<strong>en</strong> aangevraagd. Absoluut gezi<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> er dus meer<br />

ritt<strong>en</strong> overdag plaats.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Uit de ritformulier<strong>en</strong> blijkt dat de meeste ritt<strong>en</strong> ’s middags <strong>en</strong> ’s avonds hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />

Uit de digitale gegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg kwam verder naar vor<strong>en</strong> dat de meeste<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> doordeweeks hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangevraagd werd<strong>en</strong> door burgers.<br />

4 In Bijlage 4 staan de gegev<strong>en</strong>s nog weergegev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tabel met de absolute aantall<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 41


4 Wat zijn de mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame?<br />

4.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk zal naar e<strong>en</strong> aantal mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

in Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>. In 4.2 wordt begonn<strong>en</strong> met het Socio-behavioral model van<br />

Anders<strong>en</strong> (1973). Dit model bestaat uit e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> die de vraag naar zorg tracht te<br />

voorspell<strong>en</strong> dan wel te verklar<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> aantal van deze factor<strong>en</strong> wordt verwacht dat ze van<br />

invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame van de EHTP-ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn in het theoretisch model geplaatst.<br />

De methode van onderzoek wordt besprok<strong>en</strong> in 4.3. Hier komt zowel de opzet van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst aan de orde als ook hoe de interviews met sleutelfigur<strong>en</strong> tot stand zijn gekom<strong>en</strong>. Tot<br />

slot word<strong>en</strong> in de laatste paragraaf de resultat<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 42


4.2 Theoretisch model<br />

In het kom<strong>en</strong>de hoofdstuk zal gezocht word<strong>en</strong> naar mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> gesignaleerd door UMCG Ambulancezorg. Aan de hand van het Sociobehavioral<br />

model van Anders<strong>en</strong> (1960) <strong>en</strong> de hiervoor besprok<strong>en</strong> internationale onderzoek<strong>en</strong>,<br />

zal gezocht word<strong>en</strong> naar determinant<strong>en</strong> die het zorggebruik kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. Eerst zal dit<br />

gedragsmodel dat zorggebruik tracht te voorspell<strong>en</strong> dan wel te verklar<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s zal dit model, met behulp van andere bronn<strong>en</strong>, toegepast word<strong>en</strong> op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Hieruit volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal vraagstelling<strong>en</strong> waarop in de resultat<strong>en</strong><br />

paragraaf getracht wordt e<strong>en</strong> antwoord te formuler<strong>en</strong>.<br />

4.2.1 Socio-behavioral model<br />

Anders<strong>en</strong> (1973) heeft e<strong>en</strong> gedragsmodel ontwikkeld waarmee het zorggebruik in het algeme<strong>en</strong><br />

voorspeld kan word<strong>en</strong>. Del<strong>en</strong> van dit model kunn<strong>en</strong> mogelijk gebruikt word<strong>en</strong> om de vraag<br />

naar spoedzorg <strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gesimplificeerde versie van het model staat<br />

hieronder weergegev<strong>en</strong>.<br />

Predisposing Enabling Need Use of<br />

Characteristics Resources factors Health services<br />

Demographic Personal/ family Perceived<br />

&<br />

Social Structure Community Evaluated<br />

Health beliefs<br />

Figuur 2: The initial behavior model Anders<strong>en</strong> (1960)<br />

Het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong> & Newman 1973; Aday & Anders<strong>en</strong>, 1974;<br />

Anders<strong>en</strong>, 1995) is vanaf 1960 regelmatig aangepast <strong>en</strong> aangevuld (zie bijlage 2 voor de meest<br />

rec<strong>en</strong>te versie). Het eerste model is ontwikkeld om het gebruik van gezondheidszorg van<br />

gezinn<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>. Omdat het te ingewikkeld werd rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de<br />

heterog<strong>en</strong>iteit die er bestaat tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de familieled<strong>en</strong> is het individu nu gekoz<strong>en</strong> als<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 43


onderzoekse<strong>en</strong>heid. Het model is in de loop der jar<strong>en</strong> echter niet vaak verklar<strong>en</strong>d gebruikt maar<br />

is vooral als determinant<strong>en</strong> model gebruikt, om gebruik van de gezondheidszorg te kunn<strong>en</strong><br />

voorspell<strong>en</strong> (Vingilis, Wade <strong>en</strong> Seeley, 2007; MacKian, Bedri <strong>en</strong> Lovel, 2004; Enk van, 2002).<br />

To<strong>en</strong> het model in 1960 werd ontwikkeld was e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het gebruik van<br />

gezondheidszorg e<strong>en</strong> belangrijk beleidsdoel (de kost<strong>en</strong> van de gezondheidszorg war<strong>en</strong> op dat<br />

mom<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> issue zoals nu het geval is). Toch di<strong>en</strong>t het model ge<strong>en</strong> normatief doel. Het doel<br />

van het model is condities te ontdekk<strong>en</strong> die gebruik van zorg faciliter<strong>en</strong> dan wel belemmer<strong>en</strong>.<br />

Het model van Anders<strong>en</strong> heeft drie basis categorieën: predisponer<strong>en</strong>de karakteristiek<strong>en</strong><br />

(predisposing characteristics), faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> (<strong>en</strong>abling resources) <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong><br />

(need factors).<br />

De eerste categorie bestaat uit karakteristiek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu die invloed hebb<strong>en</strong> op<br />

het gebruik van gezondheidszorg (predisposing factors). Dit zijn persoonlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die<br />

mede bepal<strong>en</strong> of iemand gebruik maakt van de gezondheidszorg of niet (Volkers, Bus, <strong>en</strong> Uiters,<br />

2007). Deze zog<strong>en</strong>aamde predisponer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> bestaan onder meer uit demografische<br />

factor<strong>en</strong> zoals geslacht, leeftijd <strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> sociaal structurele factor<strong>en</strong> zoals opleiding,<br />

beroep <strong>en</strong> etniciteit.<br />

De tweede compon<strong>en</strong>t bestaat uit faciliter<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> (<strong>en</strong>abling resources), welke het<br />

ontvang<strong>en</strong> van gezondheidszorg mogelijk mak<strong>en</strong>. Dit zijn factor<strong>en</strong> die de toegang tot de zorg<br />

vergemakkelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoeveelheid ontvang<strong>en</strong> zorg bepal<strong>en</strong>. Hier gaat het er ondermeer om<br />

dat patiënt<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>.<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> zijn onder andere: inkom<strong>en</strong>, zorgverzekering <strong>en</strong> sociale relaties.<br />

Pot<strong>en</strong>tiële toegang tot de gezondheidszorg wordt gedefinieerd als het aanwezig zijn van<br />

voldo<strong>en</strong>de faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> meer faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> ter beschikking staan neemt<br />

de kans om zorg te gebruik<strong>en</strong> toe. De toegang tot de zorg of patiënttevred<strong>en</strong>heid zijn hier<br />

overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> onderwerp van studie.<br />

Er wordt in dit onderzoek vanuit gegaan dat iedere<strong>en</strong> in Nederland gelijke toegang tot<br />

ambulancezorg heeft. Omdat in Nederland iedere<strong>en</strong> verplicht voor zorg verzekerd is <strong>en</strong><br />

inkom<strong>en</strong> naar verwachting ge<strong>en</strong> grote rol speelt in de overweging die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong> of niet (in verband met de spoed, <strong>en</strong> de stress die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op dat<br />

mom<strong>en</strong>t ervar<strong>en</strong>), zal er niet naar de invloed van inkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> in dit model.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 44


De derde <strong>en</strong> laatste compon<strong>en</strong>t bestaat uit behoefte factor<strong>en</strong> (need factors). Behoefte aan<br />

zorg is afhankelijk van de aard <strong>en</strong> de ernst van de ziekte. Het model houdt rek<strong>en</strong>ing met de<br />

wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de behoefte waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe symptom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. De ernst van<br />

de aando<strong>en</strong>ing is de meest directe oorzaak van gezondheidszorg gebruik (Anders<strong>en</strong> &<br />

Newman, 1973). Patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> acute aando<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> tijd om te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

bepaalde dokter of ziek<strong>en</strong>huis. Ze moet<strong>en</strong> zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde ziek<strong>en</strong>huis<br />

<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ervoor kiez<strong>en</strong> of ze met eig<strong>en</strong> vervoer gaan of dat ze 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

ambulance. In het ziek<strong>en</strong>huis zi<strong>en</strong> ze dan wel welke arts er di<strong>en</strong>st heeft. Omdat tijd e<strong>en</strong> cruciale<br />

factor is, is de eerste keuze hier simpelweg de beste (Slob, 2006). De behoefte compon<strong>en</strong>t wordt<br />

gezi<strong>en</strong> als de meest rechtstreekse oorzaak van zorggebruik <strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

behoefte door de patiënt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geëvalueerde behoefte door de professional (bijvoorbeeld de<br />

ambulanceverpleegkundige). De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zorgbehoefte wordt vastgesteld door te met<strong>en</strong><br />

hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> gezondheid <strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Deze waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (verwachte)<br />

zorgbehoefte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de daadwerkelijke objectieve<br />

zorgbehoefte maar ook van bijvoorbeeld voorlichting <strong>en</strong> financiële prikkels. De geëvalueerde<br />

behoefte repres<strong>en</strong>teert de professionele beoordeling over iemands gezondheidsstatus <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s<br />

behoefte aan medische zorg. Wanneer de patiënt aandringt op medische spoedeis<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong><br />

er sprake is van e<strong>en</strong> discrepantie tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte van de patiënt <strong>en</strong> de<br />

geëvalueerde behoefte door de professional, is er wellicht op onterechte grond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep<br />

gedaan op de ambulancezorg. Deze onterechte vraag van de patiënt kan zich vertal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit bij de ambulancezorg. Daarom zou het interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of deze twee<br />

vorm<strong>en</strong> van behoefte (waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> geëvalueerde) ook daadwerkelijk van elkaar verschill<strong>en</strong><br />

bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Er zijn verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> die zorggebruik tracht<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong> dan wel te<br />

verklar<strong>en</strong>. Deze modell<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> altijd echter naar zorggebruik in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet specifiek<br />

naar spoed-zorggebruik. Er is voor het Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> omdat<br />

het e<strong>en</strong> veelgebruikt model is <strong>en</strong> alles omvatt<strong>en</strong>d is. Ook het model van Anders<strong>en</strong> kijkt niet<br />

specifiek naar spoedzorg maar doordat het e<strong>en</strong> zeer uitgebreid model is kan het toegepast<br />

word<strong>en</strong> op de spoedzorg. De factor<strong>en</strong> die naar verwachting e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>de invloed op de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de paragraaf besprok<strong>en</strong>. De<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> zijn rechtstreeks afkomstig uit het model van Anders<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 45


echter ook twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die specifiek gericht zijn op de to<strong>en</strong>ame van<br />

het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

4.2.2 Model toegepast op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Hieronder zal het model van Anders<strong>en</strong> aangepast word<strong>en</strong> zodat gekek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> naar de<br />

invloed van e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> op de vraag naar spoedzorg dan wel op het aantal gered<strong>en</strong><br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

De patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> die in het theoretisch model zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn<br />

leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat. De faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> die in het model word<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn 06-bezit <strong>en</strong> regio. Tot slot wordt er bij de behoefte factor<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar<br />

bepaalde (chronische) klacht<strong>en</strong> die voorkom<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit. In het model van Anders<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> invloed op de<br />

faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op hun beurt weer invloed op de<br />

behoefte factor<strong>en</strong>. Naar deze relaties zal in het theoretisch model niet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De drie<br />

compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (patiëntkarakteristiek<strong>en</strong>, faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoefte factor<strong>en</strong>) staan in het<br />

theoretisch model dus niet naast elkaar maar onder elkaar. Het theoretisch model staat op de<br />

volg<strong>en</strong>de pagina weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 46


Theoretisch model:<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

• Leeftijd<br />

• Geslacht<br />

• Burgerlijke staat<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

• 06-bezit<br />

• Regio<br />

Aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

• Bepaalde klacht<strong>en</strong><br />

(chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)<br />

Figuur 3:<br />

Theoretisch model<br />

De verwachte invloed die de factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model hebb<strong>en</strong> op de to<strong>en</strong>ame van het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt hierna besprok<strong>en</strong>. Aan het eind van elke bespreking wordt e<strong>en</strong><br />

vraagstelling geformuleerd.<br />

4.2.3 Factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

Leeftijd<br />

Aan de patiëntkarakteristiek ‘leeftijd’ word<strong>en</strong> twee vraagstelling<strong>en</strong> gekoppeld. De eerste<br />

vraagstelling gaat in op de verwachting dat door het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantal ouder<strong>en</strong> (vergrijzing) in<br />

Nederland <strong>en</strong> met name ook in Dr<strong>en</strong>the (De Beer <strong>en</strong> Verweij, 2007) e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

tot gevolg kan hebb<strong>en</strong>. De tweede vraagstelling formuleert juist de vraag of er meer<br />

jonger<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit wat mogelijk kan wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 47


Nu zal eerst gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke invloed de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the op het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>. Uit vele onderzoek<strong>en</strong> blijkt dat ouder<strong>en</strong> relatief e<strong>en</strong> groter beroep do<strong>en</strong><br />

op de zorg dan jonger<strong>en</strong> (RIVM, 2002; 2005). Ouder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans op het krijg<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing, beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gevolg daarvan is e<strong>en</strong> verhoogd gebruik van<br />

zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (Lindert van, & Kerkstra, 2003). Sinds 2000 is het volume van de<br />

ouder<strong>en</strong>zorg jaarlijks met gemiddeld 4% gegroeid. De groei van de ouder<strong>en</strong>zorg sluit aan bij de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing. Op 1 januari 2001 telde Nederland 2,17 miljo<strong>en</strong> 65-plussers, op 1<br />

januari 2007 war<strong>en</strong> dat er al 2,37 miljo<strong>en</strong> (CBS, 2007). De sterkst vergrijsde provincies zijn<br />

Zeeland, Limburg <strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the (CBS, 2006). In het ‘Regionaal Ambulance Plan 2008-2011’ van de<br />

Regionale Ambulance Voorzi<strong>en</strong>ing Fryslân word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de epidemiologische<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie noordelijke provincies (Groning<strong>en</strong>, Friesland, Dr<strong>en</strong>the)<br />

vergelek<strong>en</strong>, waaronder de leeftijdsopbouw. Hierin is te lez<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> opzichte van het<br />

Nederlands gemiddelde meer 65 t/m 74 jarige in Dr<strong>en</strong>the won<strong>en</strong> namelijk; 8.4% teg<strong>en</strong>over 7,9%.<br />

Dit geldt ook voor de 75-plussers, 7,2% teg<strong>en</strong>over 6,6%. En van de drie noordelijke provincies<br />

heeft Dr<strong>en</strong>the bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de meeste 65 t/m 74-jarige <strong>en</strong> 75-plussers, respectievelijk 9,1 <strong>en</strong> 7,5%.<br />

Hierbij is het belangrijk te vermeld<strong>en</strong> dat voor de ambulancezorg geldt dat 65-plussers ongeveer<br />

45% van de zorguitgav<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>. De verwachting voor Dr<strong>en</strong>the is dat in 2010<br />

16,6% van de totale bevolking dan 65 jaar of ouder is <strong>en</strong> in 2020 zal dit perc<strong>en</strong>tage zelfs gesteg<strong>en</strong><br />

zijn naar 19,8% (ABF Primos in Regionaal Ambulance Plan 2008-2011). Mogelijke oorzaak van<br />

deze vergrijzing is dat financieel draagkrachtige gep<strong>en</strong>sioneerd<strong>en</strong> naar Dr<strong>en</strong>the verhuiz<strong>en</strong> om<br />

nog te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de bosrijke <strong>en</strong> rustige omgeving (Fokkema, 2003). Voor deze ontwikkeling is<br />

e<strong>en</strong> speciale term in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> namelijk ‘Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ier<strong>en</strong>’.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 48


Vanwege de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de daardoor to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag die op de<br />

zorg wordt gedaan kan dan verwacht word<strong>en</strong> dat door e<strong>en</strong> stijging van het aantal ouder<strong>en</strong> het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Naar aanleiding van bov<strong>en</strong>staande informatie is de vierde<br />

vraagstelling geformuleerd.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

In het onderzoek van Billittier et al. (1996) kwam echter naar vor<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> jonger dan 40<br />

jaar eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de ambulancezorg op onterechte grond<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van<br />

alternatief vervoer wordt g<strong>en</strong>oemd als de meest voorkom<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> voor ambulancetransport.<br />

In het onderzoek komt naar vor<strong>en</strong> dat onder de 40 jaar meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij onterecht<br />

ambulancevervoer betrokk<strong>en</strong> zijn. De red<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> dan niet over eig<strong>en</strong> vervoer beschikt <strong>en</strong><br />

daarvoor eerder onterecht e<strong>en</strong> ambulance inschakelt lijkt dan niet meer voldo<strong>en</strong>de oorzaak.<br />

Mogelijk is er nog iets anders aan de hand. Bijvoorbeeld dat (jongere) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder hulp<br />

zoek<strong>en</strong> voor minder serieuze klacht<strong>en</strong>. Mogelijk is er e<strong>en</strong> zekere m<strong>en</strong>taliteitsverandering aan de<br />

gang waardoor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg, ook bij niet spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong>. Juist bij EHTP-ritt<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> dergelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering zich kunn<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>.<br />

Aan de telefoon klink<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> van de patiënt ernstig, echter wanneer het<br />

ambulancepersoneel de patiënt lichamelijk heeft onderzocht blijkt vervoer naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

niet nodig. De verwachting is dat als er daadwerkelijk sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

deze het eerst te signaler<strong>en</strong> is onder jonger<strong>en</strong>. Dit resulteert in de volg<strong>en</strong>de vraagstelling:<br />

Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 49


Geslacht<br />

De tweede patiënt karakteristiek die in het theoretisch model opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt is ‘geslacht’. Dit<br />

omdat blijkt dat vrouw<strong>en</strong> meer gebruik mak<strong>en</strong> van zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> (Lindert<br />

van, Droomers <strong>en</strong> Westert, 2004). De belangrijkste red<strong>en</strong> hiervoor is dat vrouw<strong>en</strong> gemiddeld<br />

ouder word<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> (Wong, Kommer <strong>en</strong> Polder, 2008). Vooral op oudere leeftijd neemt<br />

het zorggebruik van vrouw<strong>en</strong> sterk toe. Door de lange(re) lev<strong>en</strong>sduur van vrouw<strong>en</strong> zijn oudere<br />

vrouw<strong>en</strong> vaker alle<strong>en</strong>staand <strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> partner die mantelzorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, waardoor ze<br />

vaker e<strong>en</strong> beroep moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op de formele zorg. Naar de invloed van leeftijd wordt al<br />

gekek<strong>en</strong> bij de vorige vraagstelling<strong>en</strong>. Maar het blijkt ook dat mann<strong>en</strong> minder acute klacht<strong>en</strong><br />

over gezondheidsproblem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> (NIVEL/RIVM, 2004). Het zou kunn<strong>en</strong> dat<br />

vrouw<strong>en</strong> dus eerder hun klacht<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> <strong>en</strong> actie ondernem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor eerder bij e<strong>en</strong> EHTPrit<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn. De vraagstelling die bij deze verwachting hoort staat hieronder geformuleerd.<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

Burgerlijke staat<br />

De derde <strong>en</strong> laatste patiëntkarakteristiek die in het model wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is de ‘burgerlijke<br />

staat’ van de patiënt. In het rapport ‘Sociale verschill<strong>en</strong> in zorggebruik <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong> in<br />

Nederland 2003’ van het RIVM (2007) in sam<strong>en</strong>werking met het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum<br />

Rotterdam komt naar vor<strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>levingsvorm invloed heeft op het zorggebruik (Kunst,<br />

Meerding, Var<strong>en</strong>ik, Polder <strong>en</strong> Mack<strong>en</strong>bach, 2007). Zo wordt aangegev<strong>en</strong> dat er meer zorg<br />

g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> wordt door gescheid<strong>en</strong> of verweduwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong>persoonshuishoud<strong>en</strong>s. Bij ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele onderzochte zorgvoorzi<strong>en</strong>ing wordt meer<br />

zorggebruik gesignaleerd bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die gehuwd zijn <strong>en</strong>/of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>. Feit is wel dat hier<br />

niet gekek<strong>en</strong> is naar ambulancezorg als zorgvoorzi<strong>en</strong>ing. Zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die wel in het<br />

onderzoek zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn onder andere: RIAGG, GGZ, ziek<strong>en</strong>huisovernachting,<br />

wijkverpleging, alternatieve g<strong>en</strong>eeswijz<strong>en</strong>, huisarts, tandarts <strong>en</strong> fysiotherapie. Wanneer deze<br />

patron<strong>en</strong> van zorggebruik ook geld<strong>en</strong> voor het gebruik van EHTP-ritt<strong>en</strong> kan verwacht word<strong>en</strong><br />

dat er relatief veel verweduwd<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. Dit omdat ze<br />

niet iemand hebb<strong>en</strong> die (mantel-) zorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong> maar op zichzelf zijn aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarom eerder e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op professionele zorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 50


De ambulancezorg heeft echter wel e<strong>en</strong> volledig ander karakter dan zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

als de huisarts, tandarts <strong>en</strong> fysiotherapie. Bij de ambulancezorg komt bij de patiënt (<strong>en</strong> ook bij<br />

omstanders <strong>en</strong> familieled<strong>en</strong>) meer stress kijk<strong>en</strong> omdat er e<strong>en</strong> spoedeis<strong>en</strong>d gezondheidsprobleem<br />

zich voordoet. De keuze voor e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er moet dan snel gemaakt word<strong>en</strong>. Door dit andere<br />

karakter van zorg kan juist ook verwacht word<strong>en</strong> dat getrouwde <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

meer betrokk<strong>en</strong> zijn bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. Dit omdat partners <strong>en</strong> familieled<strong>en</strong> wellicht eerder in<br />

paniek rak<strong>en</strong> wanneer ze het idee hebb<strong>en</strong> dat het niet goed gaat met de gezondheid van hun<br />

partner. Vanwege de twee bov<strong>en</strong>staande verwachting<strong>en</strong> zal er algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> of<br />

person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker bij EHTP-ritt<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>. Naar<br />

verwachting kunn<strong>en</strong> dit zowel getrouwde als sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn als alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verweduwd<strong>en</strong>. De vraagstelling die hier bij hoort staat hieronder weergegev<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

dan ander<strong>en</strong>?<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

In het theoretisch model word<strong>en</strong> twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (06-bezit <strong>en</strong> regio). De<br />

eerste die besprok<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> is het 06-bezit.<br />

Gebruik mobiele telefonie<br />

E<strong>en</strong> mogelijk voor de hand ligg<strong>en</strong>de oorzaak waarom het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> zo sterk is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> is dat meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele<br />

telefoon <strong>en</strong> ze dus makkelijker 1-1-2 kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> ongeacht de plek waar ze zich bevind<strong>en</strong>.<br />

Omdat er juist in de laatste jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> UMCG<br />

Ambulancezorg zichtbaar is wodt verwacht dat ook het aantal mobiele telefoongebruikers<br />

ev<strong>en</strong>redig sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet zijn in dit tijdsbestek. E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling daarbij is<br />

dat steeds meer Nederlanders hun vaste lijn opzegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mobiel<br />

nummer. Dit blijkt uit de ICT Consumer Monitor, e<strong>en</strong> onderzoek onder 1700 huishoud<strong>en</strong>s. 5 Of<br />

het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de 06-bezit ook daadwerkelijk e<strong>en</strong> oorzaak kan zijn van de to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt onderzocht met de volg<strong>en</strong>de vraagstelling.<br />

5 http://www.telecomwereld.nl/n0001179.htm Geraadpleegd op: 03-04-2008<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 51


Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele<br />

telefoon?<br />

Regio<br />

De andere faciliter<strong>en</strong>de bron die in het theoretisch model wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is de ‘regio’ waar<br />

de betrokk<strong>en</strong>e van e<strong>en</strong> EHTP-rit woont. Er is voor gekoz<strong>en</strong> regio als faciliter<strong>en</strong>de bron aan te<br />

merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet als patiëntkarakteristiek omdat het binn<strong>en</strong> dit onderzoek gaat om de groep<br />

bewoners in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong> individuele eig<strong>en</strong>schap is.<br />

Er bestaan in Nederland aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> in gezondheid naar Sociaal-<br />

Economische Status (SES). SES wordt vaak bepaald aan de hand van opleiding, inkom<strong>en</strong> of<br />

beroepsniveau. Lager opgeleid<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gemiddeld respectievelijk 4,9 jaar<br />

<strong>en</strong> 2,6 jaar korter dan hoog opgeleid<strong>en</strong>. Het gemiddelde verschil in het aantal jar<strong>en</strong> dat in<br />

minder goede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs ongeveer ti<strong>en</strong> jaar (Van der Lucht, 2006).<br />

Niet alle<strong>en</strong> in Nederland maar ook binn<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the blijk<strong>en</strong> er verschill<strong>en</strong> in SES te zijn. Met<br />

betrekking tot de sociaal economische status is er in Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> geografische verschil te zi<strong>en</strong>: in<br />

Noord Dr<strong>en</strong>the is het perc<strong>en</strong>tage laag opgeleid<strong>en</strong> het laagst <strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the het hoogst.<br />

Daarnaast is het perc<strong>en</strong>tage hoog opgeleid<strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the het laagst. Midd<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the<br />

neemt e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>positie in (Kooi van der et al, 2008). Het blijkt dat in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the de<br />

bevolking niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief lage opleiding heeft, maar ook het inkom<strong>en</strong> er relatief lager is<br />

<strong>en</strong> de werkloosheid relatief hoog (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2004). Ook komt in verschill<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong><br />

over gezondheidsverschill<strong>en</strong> de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the minder goed uit de bus dan de rest van<br />

de provincie (Witt de, et al., 2008). Zo zijn in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the relatief gezi<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

mann<strong>en</strong> met overgewicht dan in de rest van Dr<strong>en</strong>the (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2006). Verder ligt de sterfte<br />

aan hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the bij mann<strong>en</strong> ruim 20% bov<strong>en</strong> het landelijk<br />

gemiddelde <strong>en</strong> bij vrouw<strong>en</strong> 2% bov<strong>en</strong> het landelijk gemiddelde (GGD Dr<strong>en</strong>the, 2006). In<br />

vergelijking met de andere twee regio’s in Dr<strong>en</strong>the overlijd<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the<br />

ook vaker aan hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> (Witt de, 2008).<br />

Het effect van SES op het gebruik van zorg is tweeledig. Enerzijds leidt e<strong>en</strong> hogere SES<br />

tot e<strong>en</strong> betere gezondheidstoestand, waardoor minder zorggebruik nodig is. Anderzijds leidt,<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 52


volg<strong>en</strong>s sommige studies, e<strong>en</strong> hogere SES tot meer vraag naar specialistische zorg, bij e<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> gezondheidsstatus (Sadiraj & Groot, 2006). Oftewel: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage SES gaan<br />

vaker naar de huisarts, terwijl m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge SES vaker naar de specialist gaan. Dit komt<br />

ook in onderzoek van het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek naar vor<strong>en</strong> dat ook het contact met<br />

de huisarts in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the hoger dan in de rest van Nederland (CBS, 2001). Per<br />

saldo resulteert desalniettemin e<strong>en</strong> lager zorggebruik bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere SES.<br />

De verwachting is dat er in de regio Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong><br />

vanwege de lagere sociaal economische status van de inwoners <strong>en</strong> het verhoogde zorggebruik<br />

wat daar mee sam<strong>en</strong>hangt. De vraagstelling die hierbij geformuleerd is staat hieronder:<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

plaats dan in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

Aan de behoefte factor in het theoretisch model zull<strong>en</strong> twee vraagstelling<strong>en</strong> gekoppeld word<strong>en</strong>.<br />

De eerste gaat na of er verschil is tuss<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> die de professional heeft gerapporteerd op<br />

de ritgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft gerapporteerd op de vrag<strong>en</strong>lijst. De tweede<br />

vraagstelling bekijkt of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische ziektegeschied<strong>en</strong>is meer betrokk<strong>en</strong> zijn bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Discrepantie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (patiënt) <strong>en</strong> geëvalueerde (ambulanceverpleegkundige)<br />

zorgbehoefte<br />

Anders<strong>en</strong> stelt dat de ernst van de aando<strong>en</strong>ing de meest directe oorzaak is van gezondheidszorg<br />

gebruik (Anders<strong>en</strong> <strong>en</strong> Newman, 1973). De behoeftecompon<strong>en</strong>t wordt daarmee gezi<strong>en</strong> als de<br />

meest rechtstreekse oorzaak van zorggebruik <strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de<br />

patiënt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geëvalueerde behoefte door de professional (de ambulance verpleegkundige). De<br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zorgbehoefte wordt vastgesteld door te met<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> gezondheid<br />

<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de patiënt is vooral e<strong>en</strong> sociaal f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>.<br />

Deze waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (verwachte) zorgbehoefte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de<br />

daadwerkelijke objectieve zorgbehoefte maar ook van bijvoorbeeld voorlichting <strong>en</strong> financiële<br />

prikkels. De geëvalueerde behoefte repres<strong>en</strong>teert de professionele beoordeling over iemands<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 53


gezondheidsstatus <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s behoefte aan medische zorg. Deze geëvalueerde behoefte is<br />

daardoor ook sterk afhankelijk van onder andere de training <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties van de<br />

professional (de ambulanceverpleegkundige). Wanneer de patiënt aandringt op medische<br />

spoedeis<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong> er sprake is van e<strong>en</strong> discrepantie tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte van de<br />

patiënt <strong>en</strong> de geëvalueerde behoefte door de professional, is er wellicht op onterechte grond<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> beroep gedaan op de ambulancezorg. Deze onterechte vraag van de patiënt kan zich<br />

vertal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit bij de ambulancezorg. Daarom zou het interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of<br />

deze twee vorm<strong>en</strong> van behoefte (waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> geëvalueerde) ook daadwerkelijk van elkaar<br />

verschill<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. De verwachting is dat bij e<strong>en</strong> EHTP-rit de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte<br />

door de patiënt niet overe<strong>en</strong>komt met de geëvalueerde behoefte door de professional. De<br />

assumptie die hier bij gemaakt wordt is dat de patiënt 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance belde met het<br />

idee vervoerd te word<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis. De ambulanceverpleegkundige heeft bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit echter beslist dat vervoer naar het ziek<strong>en</strong>huis niet noodzakelijk is. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

behoefte door de patiënt komt op dat mom<strong>en</strong>t niet overe<strong>en</strong> met de geëvalueerde behoefte door<br />

de ambulanceverpleegkundige. De verwachting is dat de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft<br />

aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst niet overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de gerapporteerde klacht<strong>en</strong> door de<br />

ambulanceverpleegkundige op het ritformulier. Om dit te onderzoek<strong>en</strong> zal er gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

of er bepaalde klacht<strong>en</strong> zijn die bij betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> EHTP-rit vaak voor kom<strong>en</strong>.<br />

Hiervoor is de volg<strong>en</strong>de vraagstelling opgesteld:<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

De tweede vraagstelling die gekoppeld is aan de behoefte factor gaat in op het wel of niet<br />

voorkom<strong>en</strong> van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onder patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit.<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die gezondheidsproblem<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> zijn het meest<br />

g<strong>en</strong>eigd gebruik te mak<strong>en</strong> van de gezondheidszorg in de toekomst (Anders<strong>en</strong> & Newman,<br />

2005). E<strong>en</strong> slechtere gezondheidsstatus heeft e<strong>en</strong> direct positief effect op het gebruik dat<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 54


gemaakt wordt van allerlei gezondheidszorg voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (Anders<strong>en</strong>, 1973; Hershey, Luft <strong>en</strong><br />

Gianaris, 1975; Hulka <strong>en</strong> Wheath, 1985). Vooral m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met meerdere chronische ziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ouder<strong>en</strong> met meerdere chronische condities <strong>en</strong> gebrek<strong>en</strong> do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot beroep op de zorg<br />

(Johans<strong>en</strong>, Nair <strong>en</strong> Bond, 1994). Het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing in<br />

Nederland neemt toe, één van de oorzak<strong>en</strong> hiervan is de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing. Met de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing <strong>en</strong> het steeds ouder word<strong>en</strong> van de Nederlandse bevolking neemt het<br />

aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing ook steeds toe. De verwachting is daarom dat<br />

patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing relatief vaak betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Vraagstelling 11: Zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing vaker betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing?<br />

Concluder<strong>en</strong>d: Naar verwachting zorg<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>:<br />

- leeftijd<br />

- geslacht<br />

- burgerlijke staat<br />

- 06-bezit<br />

- regio (Zuidoost Dr<strong>en</strong>the)<br />

- discrepantie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte (patiënt) <strong>en</strong> geëvalueerde behoefte (professional)<br />

- ziektegeschied<strong>en</strong>is (chronische aando<strong>en</strong>ing)<br />

In de resultat<strong>en</strong> paragraaf waar de vraagstelling<strong>en</strong> behandeld word<strong>en</strong> zal gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of er<br />

aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat bov<strong>en</strong>staande factor<strong>en</strong> ook daadwerkelijk van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 55


4.3 Methode<br />

In de kom<strong>en</strong>de paragraaf wordt eerst de opzet van de vrag<strong>en</strong>lijst besprok<strong>en</strong>. Naast de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn er ook andere bronn<strong>en</strong> gebruikt bij het beantwoord<strong>en</strong> van de vraagstelling<strong>en</strong> uit<br />

het theoretisch model. De verschill<strong>en</strong>de databronn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eerst besprok<strong>en</strong> waarna<br />

vervolg<strong>en</strong>s per vraagstelling de methode van onderzoek kort uite<strong>en</strong>gezet wordt. Tot slot wordt<br />

de opzet van de interviews met de sleutelfigur<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

4.3.1 Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Met behulp van de k<strong>en</strong>nis die is opgedaan aan de hand van het literatuuronderzoek <strong>en</strong> de<br />

verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de analyse van de digitale gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de formulier<strong>en</strong> over de EHTP-ritt<strong>en</strong>, is – in<br />

sam<strong>en</strong>werking met e<strong>en</strong> onderzoeker van het onderzoeksbureau Toegepast Gezondheids-<br />

Onderzoek (TGO) – e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst opgesteld. Het doel van de vrag<strong>en</strong>lijst was om onder andere<br />

inzicht te krijg<strong>en</strong> in de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Daarnaast<br />

verschafte de vrag<strong>en</strong>lijst inzicht in de situaties waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ambulance<br />

<strong>en</strong> waarom ze uiteindelijk toch niet naar het ziek<strong>en</strong>huis zijn vervoerd.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst is verspreid onder patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> Eerste Hulp Ter<br />

Plaatse (EHTP) –rit in de provincie Dr<strong>en</strong>the van eind juli tot <strong>en</strong> met begin november in 2008. De<br />

patiënt kreeg de vrag<strong>en</strong>lijst mee in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>veloppe <strong>en</strong> kon de vrag<strong>en</strong>lijst thuis invull<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

retourner<strong>en</strong> naar het onderzoeksbureau in e<strong>en</strong> bijgeleverde portvrije retour<strong>en</strong>veloppe. Bij het<br />

verdel<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> over de twaalf ambulancepost<strong>en</strong> van UMCG Ambulancezorg in<br />

Dr<strong>en</strong>the is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de gemiddelde hoeveelheid EHTP-ritt<strong>en</strong> per post. Uit<br />

gegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg blijkt dat met name Ass<strong>en</strong> <strong>en</strong> Emm<strong>en</strong> veel EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>, daarna kom<strong>en</strong> Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Meppel.<br />

Er zijn op alle ambulancepost<strong>en</strong> lijst<strong>en</strong> neergelegd waarop m<strong>en</strong> moest aangev<strong>en</strong> wat de<br />

red<strong>en</strong> was als ze de vrag<strong>en</strong>lijst niet aan e<strong>en</strong> patiënt mee hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Aan deze lijst<strong>en</strong> zou<br />

naderhand ook afgelez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hoeveel vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> er zijn uitgedeeld door het<br />

ambulancepersoneel. Hoewel het de bedoeling was dat het ambulancepersoneel hierop zou<br />

aangev<strong>en</strong> wat de red<strong>en</strong> was als ze ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> uitgereikt, is dit niet gebeurd. Deze<br />

lijst<strong>en</strong> zijn niet goed ingevuld waardoor het niet mogelijk is de respons van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> vast<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 56


te stell<strong>en</strong>. Wel beschikt UMCG Ambulancezorg zelf over gegev<strong>en</strong>s over het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

dat er in e<strong>en</strong> maand heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Gemiddeld vind<strong>en</strong> er zo’n 350 ritt<strong>en</strong> per maand<br />

plaats (digitale gegev<strong>en</strong>s UMCG Ambulancezorg, 2007). In e<strong>en</strong> periode van ongeveer drie<br />

maand<strong>en</strong> zijn er 152 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> geretourneerd. Omdat er in drie maand<strong>en</strong> gemiddeld 1050<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> gered<strong>en</strong> zijn kan dit er op duid<strong>en</strong> dat er vermoedelijk sprake is van e<strong>en</strong> lage<br />

respons.<br />

Het eerste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst bestond uit vrag<strong>en</strong> over de gegev<strong>en</strong>s van de EHTP-rit<br />

zoals het tijdstip waarop de rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plaats waar de patiënt zich<br />

to<strong>en</strong>tertijd bevond. Deel twee van de vrag<strong>en</strong>lijst bestond uit ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong>. Van de patiënt werd<br />

gevraagd per vraag het antwoord aan te kruis<strong>en</strong> dat het meest overe<strong>en</strong>komt met hun m<strong>en</strong>ing.<br />

De antwoordcategorieën zijn: helemaal mee e<strong>en</strong>s, mee e<strong>en</strong>s, niet mee e<strong>en</strong>s, helemaal niet mee<br />

e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing. De antwoordcategorieën zijn in de analyses als volgt gecodeerd: helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s (5), mee e<strong>en</strong>s (4), ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing (3), niet mee e<strong>en</strong>s (2) <strong>en</strong> helemaal niet mee e<strong>en</strong>s (1). In<br />

het derde <strong>en</strong> laatste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst is gevraagd naar achtergrondgegev<strong>en</strong>s van de<br />

patiënt, zoals leeftijd, geslacht, woonplaats, burgerlijke staat, <strong>en</strong> hoogst voltooide opleiding 6 .<br />

Gebruikte data<br />

De gegev<strong>en</strong>s van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zijn verkreg<strong>en</strong> via de vrag<strong>en</strong>lijst zijn ingevoerd met het<br />

statistische programma SPSS. Bij de bespreking van de vraagstelling<strong>en</strong> die zijn opgesteld aan de<br />

hand van het theoretisch model (vraagstelling 4 tot <strong>en</strong> met 11) word<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s<br />

welke afkomstig zijn uit de vrag<strong>en</strong>lijst gebruikt maar ook andere databronn<strong>en</strong>. Voor de<br />

duidelijkheid wordt hier nog kort besprok<strong>en</strong> van welke data gebruik is gemaakt.<br />

de rit(detail) formulier<strong>en</strong> (zie ook vorige paragraaf), die zijn ingevuld door<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> na afloop van e<strong>en</strong> EHTP-rit. Deze gegev<strong>en</strong>s van de maand<strong>en</strong><br />

november <strong>en</strong> april 2007 zijn handmatig ingevuld in SPSS (n=218),<br />

<br />

e<strong>en</strong> digitaal bestand met daarin de algem<strong>en</strong>e gegev<strong>en</strong>s over de EHTP-rit (deels<br />

overe<strong>en</strong>komstig met de ritformulier<strong>en</strong>) (n=790),<br />

<br />

gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> digitaal Excel bestand aangeleverd door UMCG Ambulancezorg met<br />

daarin onder andere wie de aanvrager van de EHTP-rit was (n=3701). Deze gegev<strong>en</strong>s zijn uit<br />

de periode van 1 januari tot <strong>en</strong> met 23 september 2008. De aantall<strong>en</strong> die in de tabel staan<br />

6 De gehele vrag<strong>en</strong>lijst (inclusief de toelichting) staat weergegev<strong>en</strong> in bijlage 2.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 57


weergegev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. Dit omdat er soms bepaalde gegev<strong>en</strong>s ontbrek<strong>en</strong>.<br />

Wanneer er gegev<strong>en</strong>s uit dit bestand zijn gebruikt staat er aangegev<strong>en</strong> uit welke periode de<br />

gegev<strong>en</strong>s zijn <strong>en</strong> hoe groot de ‘n’ is <strong>en</strong> tot slot,<br />

<br />

gegev<strong>en</strong>s afkomstig uit de vrag<strong>en</strong>lijst (n=152) die is uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit in Dr<strong>en</strong>the gedur<strong>en</strong>de eind juli tot <strong>en</strong> met half oktober in 2008.<br />

Bij het beantwoord<strong>en</strong> van de vraagstelling<strong>en</strong> wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van<br />

gegev<strong>en</strong>s afkomstig van de ritformulier<strong>en</strong>. Hier is voor gekoz<strong>en</strong> omdat deze gegev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

grotere steekproef betreft (n=218) <strong>en</strong> voor sommige gegev<strong>en</strong>s 790 person<strong>en</strong> terwijl de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

e<strong>en</strong> steekproef betreft van n=152. Hieronder wordt de methode kort per vraagstelling<br />

besprok<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere inwoners<br />

in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Deze groei is berek<strong>en</strong>d door in eerste instantie het verschil tuss<strong>en</strong> het aantal lev<strong>en</strong>dgebor<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het aantal overled<strong>en</strong><strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>, ook wel het geboorteoverschot, of de natuurlijke groei van<br />

de bevolking g<strong>en</strong>oemd. T<strong>en</strong> tweede is het verschil bepaald tuss<strong>en</strong> het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat zich in<br />

Dr<strong>en</strong>the heeft gevestigd <strong>en</strong> het aantal person<strong>en</strong> dat het gebied heeft verlat<strong>en</strong>, ook wel het<br />

migratiesaldo g<strong>en</strong>oemd. De som van het geboorteoverschot <strong>en</strong> het migratiesaldo vormt de totale<br />

groei van de bevolking (CBS, begripp<strong>en</strong>site). 7<br />

Vraagstelling 5: Zijn jonger<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

Bij de bespreking van deze vraagstelling wordt eerst naar de leeftijd gekek<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong><br />

patiënt<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Hiervoor zijn zowel de digitale gegev<strong>en</strong>s van UMCG<br />

Ambulancezorg (n= 790) gebruikt als ook de vrag<strong>en</strong>lijst (n=152). Vervolg<strong>en</strong>s is bekek<strong>en</strong> of<br />

jonger<strong>en</strong> anders hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling dan ouder<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

situatie aan de respond<strong>en</strong>t voorgelegd waarin de respond<strong>en</strong>t moet aangev<strong>en</strong> of hij of zij in die<br />

situatie e<strong>en</strong> beroep zal do<strong>en</strong> op de zorg. De antwoordcategorieën van de stelling<strong>en</strong> zijn zo<br />

gecodeerd dat hoe hoger de score op de stelling des te meer m<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s is met de stelling.<br />

Wanneer bijvoorbeeld wordt gekek<strong>en</strong> naar de stelling ‘M<strong>en</strong> kan ook voor niet spoedeis<strong>en</strong>de<br />

problem<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post terecht’ wordt verwacht dat jonger<strong>en</strong> het eerder met deze<br />

7 http://www.cbs.nl/nl-NL/m<strong>en</strong>u/method<strong>en</strong>/begripp<strong>en</strong>/default.htm?Start=b Geraadpleegd op: 12-12-08.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 58


stelling e<strong>en</strong>s zijn dan ouder<strong>en</strong>. Om te kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> anders hebb<strong>en</strong> geantwoord<br />

op de stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst dan ouder<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> correlatiematrix opgesteld.<br />

Om te kijk<strong>en</strong> of er daadwerkelijk sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering is door<br />

middel van e<strong>en</strong> Pearson’s correlatie gekek<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> significant anders hebb<strong>en</strong> geantwoord<br />

op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. Belangrijk is nog om hier te vermeld<strong>en</strong> dat niet alle vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong><br />

in deze analyse zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij vijfti<strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> (jong) kind betrokk<strong>en</strong>, deze<br />

vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> zijn ingevuld door e<strong>en</strong> ouder. Naar de leeftijd van de ouders is niet gevraagd <strong>en</strong><br />

daarom zijn deze buit<strong>en</strong> de analyse gehoud<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 6: In hoeverre zijn er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit?<br />

Voor deze vraagstelling is bekek<strong>en</strong> hoeveel mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> er betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s (n=790). Er is Chi²-toets uitgevoerd om te kijk<strong>en</strong> of<br />

er hier sprake is van e<strong>en</strong> significant verschil. Om te kijk<strong>en</strong> of er voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

significant verschil te vind<strong>en</strong> is tuss<strong>en</strong> bepaalde leeftijdscategorieën is er e<strong>en</strong> kruistabel gemaakt<br />

met de drie leeftijdscategorieën. Om in alle categorieën voldo<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> is ervoor<br />

gekoz<strong>en</strong> drie leeftijdsgroep<strong>en</strong> te hanter<strong>en</strong> (0-25 jaar, 26-65 jaar <strong>en</strong> 65 <strong>en</strong> ouder).<br />

Vraagstelling 7: Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

ander<strong>en</strong>?<br />

Via de vrag<strong>en</strong>lijst is aan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd wat hun burgerlijke staat is (n=150). Er is<br />

gekek<strong>en</strong> hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> getrouwd, alle<strong>en</strong>staand, verweduwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d zijn. Hier<br />

moet bij vermeld word<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij de EHTP-rit <strong>en</strong> waarvan de<br />

ouders de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> ingevuld aangemerkt zijn als alle<strong>en</strong>staand. Om te kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of<br />

er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere burgerlijke staat is vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt met de<br />

gegev<strong>en</strong>s over de burgerlijke staat van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the op basis van gegev<strong>en</strong>s van het<br />

C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (CBS) <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s afkomstig uit de vrag<strong>en</strong>lijst. In de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn iets andere categorieën gehanteerd dan bij het CBS. Zo is in de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

gevraagd of iemand alle<strong>en</strong>staand is terwijl bij het CBS de categorie ongehuwd wordt<br />

gehanteerd. Deze categorieën zijn niet exact hetzelfde, zo kunn<strong>en</strong> onder de ongehuwd<strong>en</strong> van het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 59


CBS ook sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. De tabell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter in grote lijn<strong>en</strong> wel met<br />

elkaar vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 8: Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiel<br />

telefoonnummer?<br />

Om deze vraagstelling te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> moet vastgesteld word<strong>en</strong> of in de laatste jar<strong>en</strong><br />

het gebruik van mobiele telefoons nog steeds is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Hiervoor zijn gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de<br />

het mobiele telefoongebruik van de laatste jar<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> over het<br />

gebruik van mobiele telefonie geraadpleegd, onder andere van het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de<br />

Statistiek <strong>en</strong> van de Europese Commissie.<br />

Vraagstelling 9: Vind<strong>en</strong> er in de regio rondom Emm<strong>en</strong> (Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the) verhoudingsgewijs meer<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> plaats van in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

Om op deze vraagstelling e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> is de plaats waar de patiënt was<br />

to<strong>en</strong> de EHTP-rit plaatsvond gecategoriseerd aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s (n=790). Via de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst is patiënt<strong>en</strong> zowel naar hun woonplaats gevraagd als naar de plek waar ze war<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

tijde van de EHTP-rit. Er is echter voor gekoz<strong>en</strong> de ritgegev<strong>en</strong>s te gebruik<strong>en</strong> voor deze<br />

vraagstelling omdat die gebaseerd zijn op grotere aantall<strong>en</strong>. Omdat veel ambulanceritt<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong> in de woonplaats of in de buurt van de woonplaats van de patiënt ligg<strong>en</strong> de plaats<br />

waar de patiënt was t<strong>en</strong> tijde van de EHTP-rit <strong>en</strong> de woonplaats naar verwachting niet ver uit<br />

elkaar.<br />

In eerste instantie is gekek<strong>en</strong> in welke geme<strong>en</strong>te in de provincie Dr<strong>en</strong>the de rit heeft<br />

plaatsgevond<strong>en</strong>. Omdat het ook voorkomt dat UMCG Ambulancezorg naar e<strong>en</strong> patiënt gaat<br />

buit<strong>en</strong> de provincie zijn deze ritt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> derti<strong>en</strong>de categorie geplaatst g<strong>en</strong>aamd ‘niet in<br />

Dr<strong>en</strong>the’. Omdat elke geme<strong>en</strong>te maar door e<strong>en</strong> paar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is verteg<strong>en</strong>woordigd is<br />

ervoor gekoz<strong>en</strong> de Provincie op te del<strong>en</strong> in drie regio’s. Deze opdeling vond plaats aan de hand<br />

van rapport<strong>en</strong> van de Provincie Dr<strong>en</strong>the (De Witt, Parker Brady, Schonewille <strong>en</strong> Tuinstra, 2008).<br />

De regio’s in de Provincie Dr<strong>en</strong>the zijn als volgt opgedeeld:<br />

<br />

<br />

Noord-Dr<strong>en</strong>the: Aa <strong>en</strong> Hunze, Ass<strong>en</strong>, Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the, Noord<strong>en</strong>veld <strong>en</strong> Tynaarlo,<br />

Zuidoost-Dr<strong>en</strong>the: Borger-Odoorn, Coevord<strong>en</strong> <strong>en</strong> Emm<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 60


Zuidwest-Dr<strong>en</strong>the: De Wold<strong>en</strong>, Hoogeve<strong>en</strong>, Meppel <strong>en</strong> Westerveld.<br />

Het (absolute) aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gerelateerd aan het aantal inwoners per regio. De<br />

inwonersaantall<strong>en</strong> zijn afkomstig van cijfers van het CBS (2008). De berek<strong>en</strong>ing die gemaakt is<br />

zal e<strong>en</strong> ruwe schatting zijn omdat niet alle precieze gegev<strong>en</strong>s aanwezig zijn. Zo ontbrek<strong>en</strong> er<br />

gegev<strong>en</strong>s over hoeveel EHTP-ritt<strong>en</strong> er maandelijks per regio plaatsvind<strong>en</strong>. Omdat de<br />

ritgegev<strong>en</strong>s (n=790) zijn verzameld over twee maand<strong>en</strong> is dit getal gedeeld door twee zodat er<br />

e<strong>en</strong> schatting ontstaat van het absoluut aantal ritt<strong>en</strong> per maand.<br />

Vraagstelling 10: Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het ritformulier<br />

overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Bij de analyse van de ritgegev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> tabel gegev<strong>en</strong> van de meest voorkom<strong>en</strong>de CPA codes<br />

die c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer heeft doorgegev<strong>en</strong> aan het ambulancepersoneel. Hier bleek uit<br />

dat deze code vaak niet goed is ingevuld op het ritformulier. De meeste informatie was af te<br />

lez<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> die door de ambulanceverpleegkundige ingevuld zijn (n=218). Dit is<br />

niet alle<strong>en</strong> de CPA-code maar ook andere bijzonderhed<strong>en</strong> van de patiënt. Uit deze gegev<strong>en</strong>s kan<br />

vaak de oorzaak van de klacht<strong>en</strong> van de patiënt gehaald word<strong>en</strong>. Deze gegev<strong>en</strong>s zijn gebruikt<br />

om te kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> wat nu de belangrijkste klacht van de patiënt was waardoor is beslot<strong>en</strong><br />

1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>. Deze ritgegev<strong>en</strong>s zijn ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan doordoor word<strong>en</strong> beschouwd als de geëvalueerde<br />

zorgbehoefte door de verpleegkundige. Weinig voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zijn onder de categorie<br />

‘overige’ ondergebracht (bijvoorbeeld: patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> blaasontsteking of kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

koortsstuip). Ook wanneer de ambulanceverpleegkundige weinig aanvull<strong>en</strong>de informatie op het<br />

ritformulier heeft ingevuld is dit onder de categorie ‘overig’ geplaatst, omdat in dat geval<br />

informatie over de aard van de klacht<strong>en</strong> van de patiënt ontbrak.<br />

Ook is via de vrag<strong>en</strong>lijst aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd wat de oorzaak van hun<br />

klacht<strong>en</strong> was (n= 152). De gegev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op de op<strong>en</strong> vraag ‘Kunt u aangev<strong>en</strong> wat de<br />

uiteindelijke oorzaak van uw klacht<strong>en</strong> was’ zijn ook gebruikt voor beantwoording van de derde<br />

vraagstelling. Verschill<strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong>lijst aangegev<strong>en</strong> dat meerdere<br />

medische klacht<strong>en</strong> ervoor zorgd<strong>en</strong> dat de ambulance werd gebeld. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is dat<br />

e<strong>en</strong> patiënt noemde dat hij/zij stress had én net e<strong>en</strong> operatie achter de rug had. Bij dergelijke<br />

klacht<strong>en</strong> is ervoor gekoz<strong>en</strong> deze onder de categorie ‘combinatie van factor<strong>en</strong>’ te plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 61


één van de klacht<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong>. Om te kijk<strong>en</strong> of er verschil is tuss<strong>en</strong> de oorzaak van de klacht<strong>en</strong><br />

bij bepaalde leeftijdscategorieën is e<strong>en</strong> variantie analyse uitgevoerd.<br />

De gegev<strong>en</strong>s van de vrag<strong>en</strong>lijst (ingevuld door de patiënt) <strong>en</strong> die van de ritgegev<strong>en</strong>s<br />

(ingevuld door ambulanceverpleegkundige) zijn in grote lijn<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>. Hier<br />

moet bij vermeld word<strong>en</strong> dat de ritt<strong>en</strong> die besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst niet dezelfde<br />

ritt<strong>en</strong> zijn als waar de gegev<strong>en</strong>s van de ritgegev<strong>en</strong>s van zijn bekek<strong>en</strong>. Mogelijk is er wel e<strong>en</strong><br />

discrepantie te signaler<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> zoals door de patiënt gerapporteerd <strong>en</strong> die door de<br />

ambulanceverpleegkundige geregistreerd <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> door de patiënt aangegev<strong>en</strong> op<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst voorzichtig vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de<br />

ambulanceverpleegkundige op de ritformulier<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 11: Zijn er relatief vaak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit?<br />

Om e<strong>en</strong> antwoord te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> op de vraagstelling is e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

de antwoord<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de vraag ‘heeft u e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing waarvoor<br />

u onder behandeling van e<strong>en</strong> arts b<strong>en</strong>t’ <strong>en</strong> ‘zo ja, welke aando<strong>en</strong>ing’ met landelijke gegev<strong>en</strong>s<br />

van het CBS over het voorkom<strong>en</strong> van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de bevolking. Er is bekek<strong>en</strong><br />

hoeveel inwoners van Dr<strong>en</strong>the in vergelijking met Nederland e<strong>en</strong> beperking hebb<strong>en</strong>. Tot slot is<br />

bekek<strong>en</strong> of de chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die zijn g<strong>en</strong>oemd door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst in het algeme<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the (<strong>en</strong> Nederland) veel voorkom<strong>en</strong>d zijn.<br />

4.3.2 Interviews sleutelfigur<strong>en</strong><br />

Gedur<strong>en</strong>de het onderzoek zijn interviews gehoud<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

onderzoeksveld. Het doel van deze interviews was met name inzicht te krijg<strong>en</strong> in de aard <strong>en</strong><br />

omvang van de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Daarnaast hadd<strong>en</strong> de interviews als doel<br />

de perspectiev<strong>en</strong> van de professionals op de to<strong>en</strong>ame in de vraag naar spoedzorg <strong>en</strong> meer<br />

specifiek, de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>, in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Er zijn onder andere medewerkers van de UMCG Ambulancezorg, de C<strong>en</strong>trale<br />

Huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the (CHD) <strong>en</strong> medewerkers van de c<strong>en</strong>trale meldkamer in Ass<strong>en</strong><br />

geïnterviewd. Van UMCG Ambulancezorg zijn er zowel ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 62


-chauffeur, beleidsmedewerkers <strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van het managem<strong>en</strong>t geïnterviewd.<br />

Aan het begin van het onderzoek zijn er vooral oriënter<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met<br />

medewerkers van UMCG Ambulancezorg met als doel e<strong>en</strong> idee te krijg<strong>en</strong> van de ernst van de<br />

to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke oorzak<strong>en</strong> waar al reeds aan gedacht is.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s zijn er verschill<strong>en</strong>de interviewvrag<strong>en</strong> opgesteld die voorgelegd zijn aan de<br />

sleutelfigur<strong>en</strong>. Er is getracht zoveel mogelijk betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de organisaties<br />

(aanbieders van spoedzorg) te interview<strong>en</strong>. Naarmate het onderzoek vorderde kond<strong>en</strong> er steeds<br />

meer gerichte vrag<strong>en</strong> gesteld word<strong>en</strong>. Bij de interviews met ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer in Ass<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de interviews met huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the zijn vooraf vrag<strong>en</strong> opgesteld. 8 De interviews bevatt<strong>en</strong> in eerste<br />

instantie vooral vrag<strong>en</strong> over hoe de ambulancezorg, huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer<br />

georganiseerd zijn. Dit zijn vrag<strong>en</strong> over bijvoorbeeld de telefonische triage <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werkingspartners. Daarna werd meer specifiek ingegaan op de to<strong>en</strong>ame van het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong>. En werd de geïnterviewd<strong>en</strong> gevraagd wat zij als mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor de<br />

to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong>. In totaal zijn er veerti<strong>en</strong> interviews gehoud<strong>en</strong> waarbij vooraf vrag<strong>en</strong> zijn<br />

opgesteld specifiek gericht op de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag in de spoedzorg. Deze interviews word<strong>en</strong><br />

gerapporteerd in de resultat<strong>en</strong> paragraaf. Er zijn vier c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer<br />

geïnterviewd, vier ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>, één ambulancechauffeur, twee huisarts<strong>en</strong><br />

werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post, één huisarts werkzaam in e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur, <strong>en</strong> twee<br />

doktersassist<strong>en</strong>tes werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post.<br />

8 Deze vrag<strong>en</strong> staan weergegev<strong>en</strong> in Bijlage 5.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 63


4.4 Resultat<strong>en</strong><br />

Voordat in de volg<strong>en</strong>de paragraaf verder gegaan wordt met het nagaan van de mogelijke<br />

invloed van de factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model op de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> zal<br />

hier kort e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee factor<strong>en</strong> zoals verzameld via de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> via de ritformulier<strong>en</strong>. Zo blijkt de leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst niet zover uite<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong> met de leeftijdsverdeling die geregistreerd is via de<br />

ritformulier<strong>en</strong>. In tabel 6 is de verdeling van zowel de vrag<strong>en</strong>lijst als de ritformulier<strong>en</strong><br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 6 ‘ Leeftijd respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, vrag<strong>en</strong>lijst (n=152) & Leeftijd patiënt<strong>en</strong>, ritformulier (n= 709)’<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Ritformulier<strong>en</strong><br />

n % n %<br />

0-9 10 7 23 3<br />

10-19 16 11 69 9<br />

20-29 16 11 75 10<br />

30-39 15 10 69 9<br />

40-49 13 9 90 11<br />

50-59 16 16 93 12<br />

60-69 28 18 92 12<br />

70-79 19 12 107 14<br />

80-89 7 5 74 9<br />

90> 1 1 17 2<br />

Miss<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> 1 1 81 10<br />

Totaal 152 100 790 100<br />

In de tabel is te zi<strong>en</strong> dat de leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> die van<br />

de patiënt<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> vergelijkbaar is. De meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 64


hadd<strong>en</strong> de leeftijd tuss<strong>en</strong> 60 <strong>en</strong> 69 jaar. Bij de ritformulier<strong>en</strong> was de leeftijdscategorie van 70 tot<br />

79 jaar het grootst. 9<br />

E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d punt waar de vrag<strong>en</strong>lijst vergelek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> met de ritformulier<strong>en</strong> is de<br />

tijd waarop de respond<strong>en</strong>t betrokk<strong>en</strong> was bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Hier is te zi<strong>en</strong> dat de proc<strong>en</strong>tuele<br />

verdeling van het aantal ritt<strong>en</strong> in de categorieën ongeveer gelijk is bij de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> de<br />

ritgegev<strong>en</strong>s.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst komt dus in grote lijn<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de ritgegev<strong>en</strong>s wat betreft de leeftijd<br />

van de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het tijdstip waarop de EHTP-rit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t niet dat<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst e<strong>en</strong> volledig repres<strong>en</strong>tatief beeld geeft betreft de EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de<br />

betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong>. De overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter wel als indicatie di<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de<br />

gegev<strong>en</strong>s die verzameld zijn via de vrag<strong>en</strong>lijst niet volledig willekeurig zijn.<br />

4.4.1 Resultat<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

De kom<strong>en</strong>de vraagstelling<strong>en</strong> die besprok<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gaan in op de drie<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> namelijk leeftijd, geslacht <strong>en</strong> burgerlijke staat.<br />

Leeftijd<br />

De eerste vraagstelling<strong>en</strong> gaan in op de leeftijd van de patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Vraagstelling 4: Is het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met het aantal oudere<br />

inwoners?<br />

Het aantal 65- plussers in Dr<strong>en</strong>the is relatief hoger dan in de rest van Nederland. Wanneer<br />

echter gekek<strong>en</strong> wordt naar de proc<strong>en</strong>tuele groei van het aantal 65- plussers van 2006 naar 2007,<br />

dan valt deze groei erg mee. Cijfers van het CBS (Regionale kerncijfers Nederland) lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat<br />

er in 2006 12,3% van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the tuss<strong>en</strong> de 65 <strong>en</strong> 80 jaar war<strong>en</strong>, in 2007 was dat<br />

9<br />

In bijlage 4 staan in tabel 2 <strong>en</strong> 3 de absolute aantall<strong>en</strong> van beide leeftijdsverdeling<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 65


12,4%, e<strong>en</strong> groei van 0,1%. Ook het aantal inwoners van 80 jaar of ouder is met 0,1% gesteg<strong>en</strong><br />

(4,1% in 2006 <strong>en</strong> 4,2% in 2007) van 2006 naar 2007. Dit betek<strong>en</strong>t dat ook het aantal oudere<br />

inwoners in Dr<strong>en</strong>the niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> is met het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Het is ook mogelijk dat e<strong>en</strong> groei in het inwoneraantal in Dr<strong>en</strong>the deze to<strong>en</strong>ame<br />

veroorzaakt. Om te zi<strong>en</strong> of hier sprake van kan zijn, zijn provinciale demografische gegev<strong>en</strong>s uit<br />

2007 vergelek<strong>en</strong> met de geregistreerde to<strong>en</strong>ame van UMCG Ambulancedi<strong>en</strong>st in het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> van 2006 naar 2007. Uit de jaarcijfers van UMCG Ambulancezorg blijkt dat er in<br />

2006 sprake was van 4001 EHTP-ritt<strong>en</strong>, terwijl dat aantal in 2007 is opgelop<strong>en</strong> tot 4858, e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame van 21,4%. De bevolkingsgroei in Dr<strong>en</strong>the wordt gedur<strong>en</strong>de de periode 2006-2007<br />

bekek<strong>en</strong>. In 2006 woond<strong>en</strong> er 48.4481 inwoners in Dr<strong>en</strong>the, in 2007 war<strong>en</strong> dat er 48.6197 dat is<br />

e<strong>en</strong> absolute groei van 1716 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>tuele groei van 0,35%. Dit is e<strong>en</strong> veel lagere<br />

proc<strong>en</strong>tuele groei dan die van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in de zelfde periode in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the. Het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the is dus niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met de<br />

bevolkingsgroei in Dr<strong>en</strong>the.<br />

De volg<strong>en</strong>de vraagstelling gaat in op de vraag of er meer jonger<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

bij de EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 5:<br />

Zijn jonger<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>?<br />

In eerste instantie wordt bij de bespreking van vraagstelling 5 vooral gekek<strong>en</strong> naar de<br />

leeftijdsverdeling van patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Daarna wordt meer<br />

ingegaan op e<strong>en</strong> mogelijke m<strong>en</strong>taliteitsverandering door te kijk<strong>en</strong> hoe respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de leeftijd<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Leeftijdsverdeling<br />

Naar de leeftijdsverdeling van de patiënt<strong>en</strong> is gekek<strong>en</strong> aan de hand van digitale gegev<strong>en</strong>s<br />

aangeleverd door UMCG Ambulancezorg met gegev<strong>en</strong>s over de EHTP-rit (n=790). De<br />

gemiddelde leeftijd van de patiënt<strong>en</strong> van de ritformulier<strong>en</strong> uit de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november in<br />

2007 was 51 jaar. Om meer precies naar de leeftijdsopbouw van de patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 66


kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> wordt hieronder e<strong>en</strong> figuur gepres<strong>en</strong>teerd waarin de leeftijdscategorieën word<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>.<br />

60<br />

50<br />

Aantal<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0-4<br />

5-9<br />

10-<br />

14<br />

15-<br />

19<br />

20-<br />

24<br />

25-<br />

29<br />

30-<br />

34<br />

35-<br />

39<br />

40-<br />

44<br />

45-<br />

49<br />

50-<br />

54<br />

leeftijd in categorie<strong>en</strong><br />

55-<br />

59<br />

60-<br />

64<br />

65-<br />

69<br />

70-<br />

74<br />

75-<br />

79<br />

80-<br />

84<br />

85-<br />

89<br />

90-<br />

94<br />

95-<br />

99<br />

Figuur 4:<br />

Leeftijd van patiënt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij EHTP-rit (n=790)<br />

Het eerste dat opvalt in is dat in de figuur de groep van 15 tot <strong>en</strong> met 19 jaar relatief groot is. De<br />

hoogste piek in figuur ligt bij de 70 tot 74 jaar, daarna neemt het aantal ritt<strong>en</strong> met het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><br />

van de leeftijd ook weer af. In totaal is 33% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ouder dan 65-jaar (vanaf de<br />

categorie 60-64).<br />

Ook is het aantal ritt<strong>en</strong> gerelateerd aan de omvang van de leeftijdsgroep in de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the. In de volg<strong>en</strong>de tabel staat de leeftijdsverdeling van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> die<br />

van de ritgegev<strong>en</strong>s weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7<br />

‘Leeftijdsverdeling Provincie Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> de Ritgegev<strong>en</strong>s’<br />

< 20 jaar 20-65 jaar > 65 jaar<br />

Dr<strong>en</strong>the 24,0% 59,1% 17,0%<br />

Ritgegev<strong>en</strong>s * 13,4% 53,6% 33,0%<br />

Bron: CBS Statline (2008)<br />

* Ritgegev<strong>en</strong>s van UMCG Ambulancezorg (N = 707, maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november 2007).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 67


Uit de tabel komt naar vor<strong>en</strong> dat er minder jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer ouder<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit in vergelijking met gegev<strong>en</strong>s van CBS Statline. In verhouding met de<br />

leeftijdsverdeling van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the zijn het vooral veel 65-plussers die betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

M<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

E<strong>en</strong> tweetal items van de stelling<strong>en</strong> correler<strong>en</strong> significant met leeftijd <strong>en</strong> staan in tabel 8<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 8 ‘ Correlatie leeftijd – stelling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst’ (n = 137)<br />

Correlatie Stelling 1:<br />

Stelling 3:<br />

Het bell<strong>en</strong> van 1-1-2 voor e<strong>en</strong><br />

ambulance mag alle<strong>en</strong> bij ernstige<br />

spoedeis<strong>en</strong>de medische problem<strong>en</strong> die<br />

De huisarts heeft e<strong>en</strong> belangrijke taak bij<br />

de behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de<br />

medische problem<strong>en</strong>.<br />

ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong>.<br />

Leeftijd 0.238** 0,279**<br />

Pearson’s correlatie ** p = 0,01<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel zijn alle<strong>en</strong> de items van de vrag<strong>en</strong>lijst weergegev<strong>en</strong> die significant<br />

correler<strong>en</strong> met leeftijd. De significante correlatie van stelling 1 met leeftijd betek<strong>en</strong>t dat hoe<br />

hoger de leeftijd van de respond<strong>en</strong>t des te meer is m<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s dat het bell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

ambulance alle<strong>en</strong> bij ernstige spoedeis<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> mag die ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong>. De<br />

significante correlatie van stelling 3 laat zi<strong>en</strong> dat hoe ouder de respond<strong>en</strong>t is des te meer iemand<br />

het e<strong>en</strong>s is dat de huisarts e<strong>en</strong> belangrijke taak heeft bij de behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de<br />

medische problem<strong>en</strong>. 10<br />

Geslacht<br />

De kom<strong>en</strong>de vraagstelling gaat in op de vraag of er meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

10<br />

In bijlage 4 staat in tabel 4 hoe de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geantwoord op alle stelling<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 68


Vraagstelling 6:<br />

In hoeverre zijn er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

In tabel 9 staat de verdeling tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> van zowel de bekek<strong>en</strong> ritformulier<strong>en</strong><br />

als ook gemiddeld in Dr<strong>en</strong>the.<br />

Tabel 9 ‘ Man-vrouw verhouding ritformulier<strong>en</strong>’ (n=724)<br />

Geslacht Ritformulier<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the<br />

Man 55,4% (n= 401) 49,9%<br />

Vrouw 44,6% (n= 323) 50,1%<br />

Er zijn meer mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. De geobserveerde<br />

waarde (van de ritformulier<strong>en</strong>) is vergelek<strong>en</strong> met de verwachte waarde (heel Dr<strong>en</strong>the). Hier<br />

kwam e<strong>en</strong> significant verschil uit naar vor<strong>en</strong> (Chi²-toets, X² = 4,26, p


Burgerlijke staat<br />

De laatste patiëntkarakteristiek waar naar gekek<strong>en</strong> is, is de burgerlijke staat van de patiënt.<br />

Vraagstelling 7:<br />

Zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

dan ander<strong>en</strong>?<br />

In tabel 10 staat de burgerlijke staat van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst weergegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

burgerlijke staat van alle inwoners van Dr<strong>en</strong>the in perc<strong>en</strong>tages.<br />

Tabel 10<br />

‘Burgerlijke staat van de respond<strong>en</strong>t’ (n=150)<br />

Burgerlijke staat Ritformulier<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the*<br />

20-65<br />

65+<br />

Totaal<br />

20-65 65+ totaal<br />

(n=88)<br />

(n=37)<br />

(n=150)<br />

Alle<strong>en</strong>staand 25,0% 13,5% 33,6% 30,2% 4,2% 42,0%<br />

Gehuwd 59,1% 73,0% 52,6% 60,6% 61,3% 29,5%<br />

Verweduwd - 10,8% 2,6% 1,8% 29,5 4,9<br />

Sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d 15,9 2,7 9,9 - - -<br />

* Bron: CBS Statline, bezocht op 07-01-09. Aanpassing<strong>en</strong> auteur.<br />

Van het totaal van de patiënt<strong>en</strong> bij de ritformulier<strong>en</strong> is 53% getrouwd <strong>en</strong> 37% is alle<strong>en</strong>staand.<br />

Ongeveer de helft van alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dus getrouwd t<strong>en</strong> tijde van de EHTP-rit. Wanneer<br />

e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt wordt tuss<strong>en</strong> het totaal alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> van de ritgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> die van<br />

de provincie als geheel zijn ge<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> bij de ritgegev<strong>en</strong>s zijn meer<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van 65 jaar <strong>en</strong> ouder alle<strong>en</strong>staand dan in geheel Dr<strong>en</strong>the, respectievelijk 13,5% <strong>en</strong> 4,2%.<br />

Verder zijn er bij de ritgegev<strong>en</strong>s in totaal meer getrouwde respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (52%) dan in<br />

geheel Dr<strong>en</strong>the (30%). Maar wanneer gekek<strong>en</strong> wordt naar de afzonderlijke leeftijdscategorieën is<br />

er nauwlijks verschil te zi<strong>en</strong> in het perc<strong>en</strong>tage getrouwd<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 70


Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Leeftijd<br />

Zowel de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing als de groei van het totaal aantal inwoners in Dr<strong>en</strong>the bied<strong>en</strong><br />

beide ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Wanneer aan de hand van de ritgegev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> wordt naar de leeftijdsverdeling van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

die betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit is te zi<strong>en</strong> dat er meer ouder<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Desondanks was er ook te zi<strong>en</strong> dat veel 15 tot 19 jarig<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Om te kijk<strong>en</strong> of deze piek te verklar<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering is vervolg<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> of jonger<strong>en</strong> ook significant anders hebb<strong>en</strong><br />

geantwoord op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. Bij twee van de ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> significant effect<br />

gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> het wel of niet e<strong>en</strong>s zijn met e<strong>en</strong> stelling. Daarvan duidt alle<strong>en</strong><br />

stelling één aan dat naarmate de leeftijd to<strong>en</strong>eemt m<strong>en</strong> minder snel, <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in zeer<br />

spoedeis<strong>en</strong>de situaties, e<strong>en</strong> ambulance belt. E<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering kan uit voorgaande<br />

nog niet geconcludeerd word<strong>en</strong>. Uit de ritgegev<strong>en</strong>s blijkt niet dat jonger<strong>en</strong> vaker dan ouder<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Geslacht<br />

Uit de Chi-kwadraat analyse blijkt dat er significant meer mann<strong>en</strong> bij de EHTP-ritt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest maar dit significante verschil is niet terug gevond<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

leeftijdsgroep. Uit voorgaande analyse blijkt niet dat vrouw<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan mann<strong>en</strong>.<br />

Burgerlijke staat<br />

Nadat de burgerlijke staat van de betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> is vergelek<strong>en</strong> met die van de inwoners<br />

van Dr<strong>en</strong>the in totaal leek het er eerst op dat er relatief gezi<strong>en</strong> meer getrouwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zijn. Echter wanneer naar burgerlijke staat wordt gekek<strong>en</strong> in afzonderlijke<br />

leeftijdscategorieën valt dit verschil weg. Er kan dus niet geconcludeerd word<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit dan andere.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 71


Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

In deze paragraaf word<strong>en</strong> de twee faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> uit het theoretisch model besprok<strong>en</strong>.<br />

06-Bezit<br />

De vraagstelling die hier besprok<strong>en</strong> wordt gaat in op de vraag of de to<strong>en</strong>ame van het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> valt vanwege het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 06-bezit.<br />

Vraagstelling 8:<br />

Valt de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> aan<br />

het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder (kunn<strong>en</strong>) bell<strong>en</strong> omdat ze de beschikking<br />

hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> mobiele telefoon?<br />

In Europa blijkt dat in 2005 het aantal mobiele aansluiting<strong>en</strong> het aantal vaste aansluiting<strong>en</strong> ruim<br />

overtreft (Eurostat, 2005). 12 De mobiele groei, gemet<strong>en</strong> als het aantal uitgegev<strong>en</strong> Sim-kaart<strong>en</strong> in<br />

verhouding tot de bevolkingsgrootte, is in Nederland tuss<strong>en</strong> 2002 <strong>en</strong> 2005 van ongeveer 72%<br />

naar ongeveer 100% gesteg<strong>en</strong> (OPTA, 2005). In elke (werkzame) mobiele telefoon zit e<strong>en</strong> simkaart.<br />

E<strong>en</strong> groei van 72 naar 100% komt er dus op neer dat in 2005 gemiddeld iedere inwoner<br />

over e<strong>en</strong> sim-kaart (<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> mobiele telefoon) beschikt. De Europese Commissie geeft e<strong>en</strong> iets<br />

lager cijfer, namelijk 94% (European Commission, 2005). Het perc<strong>en</strong>tage huishoud<strong>en</strong>s dat over<br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon beschikt is moeilijker in te schatt<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de Europese Commissie had<br />

in 2004 95% van de Nederlandse huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> mobiele telefoon. Sinds 2004 is er sprake van<br />

e<strong>en</strong> relatieve daling van het aantal vaste telefoonaansluiting<strong>en</strong> in Nederland; het aantal<br />

aansluiting<strong>en</strong> bedroeg in 2007 nog maar de helft van het aantal in het jaar 2000 (CBS, 2006).<br />

Anderzijds is het aantal mobiele telefoonaansluiting<strong>en</strong> in Nederland toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van 3 per 100<br />

inwoners in 1995, tot 100 in 2005. In 2005 had slechts 9% van de Nederlandse huishoud<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong><br />

mobiele telefoon. In 1989 bedroeg<strong>en</strong> de totale kost<strong>en</strong> voor mobiel bell<strong>en</strong> nog gemiddeld 78 euro<br />

per jaar per persoon, in 2005 war<strong>en</strong> die kost<strong>en</strong> al opgelop<strong>en</strong> tot 305 euro per jaar (CBS, 2006).<br />

Uit het voorgaande blijkt dat het gebruik van mobiele telefoons in e<strong>en</strong> aantal jaar sterk is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. UMCG Ambulancezorg heeft echter vooral e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

12<br />

http://epp.eurostat.cec.eu.int/pls/portal/docs/PAGE/PGP_PRD_CAT_PREREL/PGE_CAT_PREREL_YEA<br />

R_2005/PGE_CAT_PREREL_YEAR_2005_MONTH_02/4-07022005-EN-AP.PDF<br />

Geraadpleegd op: 03-04-2008.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 72


gesignaleerd in de periode van 2006-2007, terwijl er in deze periode ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme extra stijging<br />

van het gebruik van mobiele telefonie te signaler<strong>en</strong> valt. De stijging van het mobiele telefoon<br />

gebruik is daarmee dus ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring voor de sterke stijging van EHTP-ritt<strong>en</strong> in<br />

2006- 2007.<br />

Regio<br />

De tweede faciliter<strong>en</strong>de bron gaat in op de verschill<strong>en</strong>de regio’s in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> of er in e<strong>en</strong><br />

bepaalde regio in Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong> zijn gered<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling 9:<br />

Vind<strong>en</strong> er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the verhoudingsgewijs meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

plaats dan in de overige regio’s in Dr<strong>en</strong>the?<br />

In tabel 12 staat weergegev<strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> er in elke geme<strong>en</strong>te in Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong><br />

plaatsgevond<strong>en</strong> in de maand<strong>en</strong> november <strong>en</strong> april in 2007 aan de hand van de ritformulier<strong>en</strong>.<br />

Tabel 12<br />

‘Aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> per regio’ ( n=790)<br />

Regio n (%)<br />

Noord- Dr<strong>en</strong>the 308 39,0<br />

Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the 300 38,0<br />

Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the 144 18,3<br />

Niet in Dr<strong>en</strong>the 29 3,7<br />

Niet ingevuld 8 1,0<br />

Totaal 790 100<br />

In tabel 12 is te zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> in Noord-Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> (39%), de<br />

minste EHTP-ritt<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in Zuidwest-Dr<strong>en</strong>the. In de tabel staat het absolute aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

die in de provincie Dr<strong>en</strong>the hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Deze cijfers zegg<strong>en</strong> op zichzelf echter<br />

nog niet zoveel, daarom wordt er gekek<strong>en</strong> hoeveel EHTP-ritt<strong>en</strong> er hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> in<br />

verhouding met het aantal inwoners dat er in e<strong>en</strong> regio woont. In onderstaande tabel het<br />

inwonersaantal uit 2008 per regio in Dr<strong>en</strong>the weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 13 ‘Aantal inwoners per regio’ (2008)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 73


Regio<br />

n<br />

Noord- Dr<strong>en</strong>the 187.899<br />

Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the 171.345<br />

Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the 128.891<br />

Totaal 488.135<br />

Bron: Demografische kerncijfers per geme<strong>en</strong>te, 2008 CBS.<br />

Wanneer dit aantal ritt<strong>en</strong> gebruik wordt om te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoeveel ritt<strong>en</strong> er maandelijks per regio<br />

op 10.000 inwoners gered<strong>en</strong> wordt kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de cijfers naar vor<strong>en</strong>. In de regio Noord-<br />

Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er per maand gemiddeld ongeveer acht EHTP-ritt<strong>en</strong> per maand gered<strong>en</strong> per<br />

10.000 inwoners. In de regio Zuidoost- Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er gemiddeld neg<strong>en</strong> EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

gered<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Zuidwest- Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> er gemiddeld het minst aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> per maand<br />

gered<strong>en</strong>, namelijk zes.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

06-bezit<br />

Uit de voorgaande analyse blijkt dat de groei in het gebruik van mobiele telefoons ge<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de verklaring biedt voor de (sterke) to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Regio<br />

Uit de ruwe schatting die gedaan is over het aantal ritt<strong>en</strong> per maand per 10.000 inwoners per<br />

regio komt naar vor<strong>en</strong> dat er in de regio Zuidoost Dr<strong>en</strong>the gemiddeld het meest aantal EHTPritt<strong>en</strong><br />

zijn gered<strong>en</strong>. Wanneer er alle<strong>en</strong> naar het absoluut aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> in Noord Dr<strong>en</strong>the plaatsgevond<strong>en</strong>. Echter wanneer rek<strong>en</strong>ing<br />

wordt gehoud<strong>en</strong> met het aantal inwoners blijkt dat er in Zuidoost Dr<strong>en</strong>the meer EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

zijn gered<strong>en</strong> in vergelijking met de andere twee regio’s. Hier moet nog wel bij vermeld word<strong>en</strong><br />

dat het e<strong>en</strong> ruwe schatting betreft, gebaseerd op het gemiddeld aantal ritt<strong>en</strong> van twee maand<strong>en</strong>.<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 74


In de kom<strong>en</strong>de paragraaf wordt ingegaan op de behoefte factor<strong>en</strong> uit het theoretisch model. De<br />

eerste vraagstelling bekijkt of er verschil is in de klacht<strong>en</strong> die de ambulanceverpleegkundige<br />

heeft gerapporteerd <strong>en</strong> die de patiënt heeft ingevuld op de vrag<strong>en</strong>lijst. De tweede vraagstelling<br />

gaat in op de vraag of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met chronische klacht<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing.<br />

Vraagstelling 10:<br />

Kom<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op het<br />

ritformulier overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt heeft aangegev<strong>en</strong> op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst?<br />

In de tabel 14 staat de informatie van de ritformulier<strong>en</strong> die zijn ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundige na e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Tabel 14<br />

‘Bijzonderhed<strong>en</strong> ritdetailformulier’ (n=218)<br />

n (%)<br />

1. Cardiologische klacht<strong>en</strong> 26 (11,9)<br />

2. Straatongeval 37 (17,0)<br />

3. Ander ongeval 18 (8,3)<br />

4. Epileptisch insult 12 (5,5)<br />

5. Hyperv<strong>en</strong>tilatie 12 (5,5)<br />

6. Diabetisch ontregeld 11 (5,0)<br />

7. Intoxicatie 10 (4,6)<br />

8. Pulmonale klacht<strong>en</strong> 8 (3,7)<br />

9. Psychiatrie 6 (2,8)<br />

10. CVA (hers<strong>en</strong>bloeding) 3 (1,4)<br />

11. Onwelwording 47 (46 ,6)<br />

12. Brandslachtoffer 4 (1,8)<br />

13. Bloeding 2 (0,9)<br />

14. Overig 22 (10,1)<br />

Totaal 218 (100)<br />

Tabel 14 laat zi<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit vaak als klacht<br />

‘onwelwording’ hadd<strong>en</strong> (47%). Daarna volg<strong>en</strong> ‘verkeersongeval’ (17%) <strong>en</strong> ‘cardiologische<br />

klacht<strong>en</strong>’(12%). Verder valt op dat de categorie ‘overige’ ook relatief groot is (10%).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 75


De vorige gegev<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> afkomstig van de ritgegev<strong>en</strong>s. In de volg<strong>en</strong>de tabel staan de klacht<strong>en</strong><br />

die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> via de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

Tabel 15<br />

‘Oorzaak klacht<strong>en</strong>’ (n=152)<br />

n (%)<br />

1. Cardiologische klacht<strong>en</strong> 16 (10,6)<br />

2. Straatongeval 18 (11,9)<br />

3. Ander ongeval 13 (8,6)<br />

4. Epileptisch insult 9 (6,0)<br />

5. Hyperv<strong>en</strong>tilatie 10 (6,6)<br />

6. Diabetisch ontregeld 12 (7,9)<br />

7. Intoxicatie 2 (1,3)<br />

8. Bewusteloosheid 11 (7,3)<br />

9. Te lage/hoge bloeddruk 4 (2,6)<br />

10. Sportblessure 5 (3,3)<br />

11. Combinatie van factor<strong>en</strong> 29 (19,3)<br />

12. Interne klacht<strong>en</strong><br />

13. Overig<br />

11<br />

11<br />

(7,3)<br />

(7,3)<br />

Totaal 152 (100)<br />

De grootste categorie in bov<strong>en</strong>staande tabel is ‘e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong>’. Straatongevall<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> met 12% de op één na grootste categorie. De derde grootste categorie bestaat uit<br />

patiënt<strong>en</strong> met cardiale problem<strong>en</strong> (11%). Uit variantie- analyse blijkt dat er ge<strong>en</strong> significante<br />

verschill<strong>en</strong> zijn in de klacht<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën hebb<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

De volg<strong>en</strong>de <strong>en</strong> laatste vraagstelling gaat in op de vraag of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing.<br />

Vraagstelling 11:<br />

Zijn er relatief veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 76


E<strong>en</strong> groot aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst gaf aan e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te hebb<strong>en</strong><br />

(40%) waarvoor hij/zij onder behandeling van e<strong>en</strong> arts staat. Voor 23% van deze 40% was deze<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing de aanleiding om 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance te bell<strong>en</strong>. De meest<br />

g<strong>en</strong>oemde chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> betroff<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met het hart (10%), diabetes (8%) <strong>en</strong><br />

epilepsie <strong>en</strong> astma of COPD (beide 7%).<br />

Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst gaf 40% aan e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te<br />

hebb<strong>en</strong>, dit is meer dan de geregistreerde 14% van de inwoners van Dr<strong>en</strong>the met e<strong>en</strong> beperking.<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t heeft namelijk, naar schatting, één op de zev<strong>en</strong> inwoners van de provincie<br />

Dr<strong>en</strong>the e<strong>en</strong> lichamelijke, verstandelijke, chronisch psychische of psychosociale beperking<br />

(Sociaal rapport Dr<strong>en</strong>the, 2008). Nu is het zo dat ouder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans hebb<strong>en</strong> op<br />

beperking<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong>. Van de 55 t/m 64 jarig<strong>en</strong> heeft ruim e<strong>en</strong> derde e<strong>en</strong> beperking. Van de<br />

75 t/m 84 jarig<strong>en</strong> heeft bijna driekwart e<strong>en</strong> beperking <strong>en</strong> van de 85-plussers ongeveer 95% (de<br />

Klerk, 2004). E<strong>en</strong> derde van de ouder<strong>en</strong> heeft last van lichamelijke beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> één op de<br />

twintig ouder<strong>en</strong> heeft last van chronisch psychische beperking<strong>en</strong>. Bij het bekijk<strong>en</strong> van de<br />

leeftijdsverdeling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kwam naar vor<strong>en</strong> dat er relatief veel<br />

ouder<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zijn geweest. Mogelijk verklaart dit grote aandeel oudere<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst dat veel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is gekek<strong>en</strong> of de chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die zijn g<strong>en</strong>oemd door de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst in het algeme<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the (<strong>en</strong> Nederland) veel voorkom<strong>en</strong>d<br />

zijn.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 77


Tabel 16 ‘Aandeel person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ziekte of aando<strong>en</strong>ing’ (2001-2004)<br />

Aspect<strong>en</strong> van gezondheid <strong>en</strong> ziekt<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the % Nederland %<br />

Person<strong>en</strong> met migraine 14% 13%<br />

Person<strong>en</strong> met astma/ cara 10% 7%<br />

Person<strong>en</strong> met rugaando<strong>en</strong>ing 7% 8%<br />

Person<strong>en</strong> met gewrichtslijtage 7% 9%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, totaal 2% 3%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, type 1 0% 1%<br />

Person<strong>en</strong> met suikerziekte, type 2 2% 2%<br />

Person<strong>en</strong> die ooit e<strong>en</strong> beroerte hebb<strong>en</strong> gehad 1% 2%<br />

Person<strong>en</strong> die ooit e<strong>en</strong> hartinfarct hebb<strong>en</strong> gehad 2% 2%<br />

Psychische gezondheid 8% 10%<br />

Bron: De wit et al. (2008).<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel is te zi<strong>en</strong> dat in Dr<strong>en</strong>the migraine, astma/CARA <strong>en</strong> psychische<br />

gezondheid de meest g<strong>en</strong>oemde ziekt<strong>en</strong> of aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn (SRD, 2008). Het vóórkom<strong>en</strong> van<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> verschilt nauwelijks met Nederland al komt in Dr<strong>en</strong>the wel meer astma/CARA <strong>en</strong><br />

minder gewrichtsslijtage voor dan in Nederland. Bij de vrag<strong>en</strong>lijst war<strong>en</strong> de meest g<strong>en</strong>oemde<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>; problem<strong>en</strong> met het hart (10%), diabetes (8%) <strong>en</strong> epilepsie <strong>en</strong> astma of<br />

COPD (beide 7%). Hiervan komt dus alle<strong>en</strong> astma <strong>en</strong> COPD zowel in Dr<strong>en</strong>the als bij de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst overe<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

Klacht<strong>en</strong><br />

De klacht<strong>en</strong> die door de ambulanceverpleegkundige zijn gerapporteerd op het ritformulier<br />

kom<strong>en</strong> niet volledig overe<strong>en</strong> met de klacht<strong>en</strong> die de patiënt zelf heeft ingevuld op de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Wat het meest opvalt is dat op de ritformulier<strong>en</strong> de grootste categorie klacht<strong>en</strong><br />

‘onwelwording<strong>en</strong>’ war<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de vrag<strong>en</strong>lijst ‘e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong>’. Daarnaast zijn bij<br />

zowel de ritformulier<strong>en</strong> als bij de vrag<strong>en</strong>lijst de grootste categorieën straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

cardiologische klacht<strong>en</strong>. Naast deze overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> te<br />

constater<strong>en</strong> in de klacht<strong>en</strong> die de ambulanceverpleegkundige gerapporteerd heeft <strong>en</strong> die de<br />

patiënt zelf heeft aangegev<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 78


Chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Bij de vrag<strong>en</strong>lijst gaf 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan last te hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing. In de provincie Dr<strong>en</strong>the wordt het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking geschat op<br />

14%. Het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> EHTP-rit met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing is dus<br />

hoger dan geschat mag word<strong>en</strong> op basis van de provinciale schatting. E<strong>en</strong> mogelijke oorzaak<br />

voor dit hoge perc<strong>en</strong>tage chronisch ziek<strong>en</strong> bij de EHTP-ritt<strong>en</strong> is dat er meer ouder<strong>en</strong> bij deze<br />

ritt<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn zoals bij de leeftijdsverdeling naar vor<strong>en</strong> kwam. In het ouder<strong>en</strong>onderzoek<br />

van Dr<strong>en</strong>the blijkt dat ongeveer 26% van de ouder<strong>en</strong> last heeft van één chronische aando<strong>en</strong>ing<br />

<strong>en</strong> 41% geeft aan twee of meer chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. De meest gerapporteerde<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kom<strong>en</strong> niet overe<strong>en</strong> met de landelijke dan wel<br />

provinciale cijfers.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 79


4.4.1 Resultat<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong><br />

De eerste paragraaf geeft informatie van de gehoud<strong>en</strong> interviews aan de hand van e<strong>en</strong> aantal<br />

onderwerp<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de interviews naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>. In de tweede paragraaf wordt e<strong>en</strong><br />

aantal suggesties voor het terug dring<strong>en</strong> van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die door de<br />

geïnterviewd<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd. Aan het eind van het hoofdstuk zull<strong>en</strong> in het kort de<br />

belangrijkste bevinding<strong>en</strong> uit de interviews gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> schema.<br />

Onderwerp<strong>en</strong> interviews<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews is e<strong>en</strong> aantal onderwerp<strong>en</strong> aan de orde gekom<strong>en</strong>; deze zull<strong>en</strong> in deze<br />

paragraaf stuk voor stuk besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Knelpunt<strong>en</strong> in de organisatie van de spoedzorg<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat zowel e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> als<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer vindt dat de spoedzorg onoverzichtelijk georganiseerd is. E<strong>en</strong><br />

gevolg daarvan is dat de patiënt niet weet met welke klacht<strong>en</strong> hij waar terecht kan. Vroeger<br />

war<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> vooral gericht op vervoer van de patiënt naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis. De ambulancedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zijn nu steeds meer gericht op zorg <strong>en</strong> de gezondheid van de<br />

patiënt. Hierdoor komt er ook steeds hoger geschoold personeel op de ambulance te werk<strong>en</strong>;<br />

zowel het niveau van de verpleegkundig<strong>en</strong> als van de chauffeurs gaat nog steeds omhoog. Er<br />

wordt daardoor ook steeds meer van het ambulancepersoneel verwacht. E<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundige zei in dat verband; “ik b<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> verpleegkundige <strong>en</strong> ik wil niet<br />

al de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van de huisarts op me nem<strong>en</strong>”. In ongeveer 50% van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

wordt dan ook overlegd met de huisarts of de patiënt thuisgelat<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Het<br />

advies van de huisarts wordt bijna altijd opgevolgd door het ambulancepersoneel. Bij de EHTPritt<strong>en</strong><br />

valt de kerntaak – het vervoer<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> – helemaal weg. Uit de interviews blijkt dat<br />

de meeste verpleegkundig<strong>en</strong> deze taakverdieping als positief ervar<strong>en</strong>. Echter e<strong>en</strong> deel blijft<br />

huiverig voor de groei<strong>en</strong>de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> die daar mee sam<strong>en</strong>gaan.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> huisarts van de huisarts<strong>en</strong>post wordt de huisarts nu ook eerder ‘buit<strong>en</strong>spel’<br />

geplaatst door de taakverbreding van de ambulancezorg. Vroeger was het bij spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> altijd eerst de huisarts die werd gebeld bij spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>. De huisarts<br />

schakelde vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ambulance in wanneer dit nodig was. Nu wordt de huisarts niet door<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 80


de ambulanceverpleegkundige op de hoogte gesteld wanneer de patiënt naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

wordt vervoerd. Echter bij e<strong>en</strong> EHTP-rit, waarbij de patiënt niet vervoerd wordt, vind vaak wel<br />

overleg plaats met de huisarts zodat de verpleegkundige de verantwoordelijkheid kan<br />

overdrag<strong>en</strong>.<br />

Invoering huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

Bijna alle sleutelfigur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het idee dat er iets veranderd is na de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (HAP). C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemerkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het telefoonnummer van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post vaak te ingewikkeld of te lang vind<strong>en</strong>. Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 1-1-2 als<br />

alarmnummer, maar veel minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn bek<strong>en</strong>d met het nummer van de huisarts<strong>en</strong>post.<br />

Dit moet vaak eerst opgezocht word<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> tijd kost. In Ass<strong>en</strong> is het nummer van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post bijvoorbeeld 0900-1120112. Vooral voor ouder<strong>en</strong> is dit lastig te onthoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wanneer m<strong>en</strong> vergeet er 0900 voor te draai<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> gelijk de meldkamer aan de telefoon.<br />

E<strong>en</strong> ander knelpunt is dat de automatische telefoonbeantwoorders van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> niet<br />

uniform zijn. Zo wordt er op de band soms wel <strong>en</strong> soms niet naar 1-1-2 verwez<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

merk<strong>en</strong> daarnaast dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet altijd het geduld hebb<strong>en</strong> om de bandjes af te luister<strong>en</strong>; ze<br />

will<strong>en</strong> gelijk zorg <strong>en</strong> wanneer het ze te lang duurt bell<strong>en</strong> ze 1-1-2. Het bell<strong>en</strong> naar<br />

telefoonnummers van de HAP kost bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geld. De c<strong>en</strong>trale meldkamer (1-1-2) kan daarbij<br />

altijd gebeld word<strong>en</strong>, ook zonder beltegoed, de HAP niet. Gevolg kan zijn dat er eerst e<strong>en</strong><br />

ambulance ter plaatse komt. Wanneer e<strong>en</strong>maal aangekom<strong>en</strong> blijkt dat het huisarts<strong>en</strong>zorg betreft,<br />

belt het ambulancepersoneel alsnog de huisarts. Het ambulancepersoneel kan de huisarts of de<br />

HAP bell<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> speciale spoedlijn. De huisarts komt vervolg<strong>en</strong>s ter plaatse <strong>en</strong> de ambulance<br />

rijdt weer leeg terug naar zijn post (of heeft e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de rit), met als gevolg dat dit uitmondt in<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit voor de ambulancedi<strong>en</strong>st. Ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> chauffeur vermeldd<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de interviews wel dat de huisarts<strong>en</strong> vroeger overdag (voor de introductie van de HAP’s)<br />

ook slecht bereikbaar war<strong>en</strong>. Het kwam dan regelmatig voor dat ze in gesprek war<strong>en</strong> wanneer<br />

er gebeld werd. E<strong>en</strong> patiënt rest dan niet veel meer dan wacht<strong>en</strong> totdat er is opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

regelmatig opnieuw prober<strong>en</strong>. Wanneer dit vroeger gebeurde red<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder zelf naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Niet alle<strong>en</strong> de telefonische maar ook de fysieke bereikbaarheid van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

laat soms te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>. Inwoners van dorp<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 81


won<strong>en</strong> vaak te ver van de HAP <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vaak zelf van alles regel<strong>en</strong> om er te kom<strong>en</strong> om er dan<br />

vervolg<strong>en</strong>s achter te kom<strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>ige huisarts die di<strong>en</strong>st heeft afwezig is. E<strong>en</strong> hieraan<br />

gelieerd knelpunt is dat er door de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot werkingsgebied<br />

voor de di<strong>en</strong>stdo<strong>en</strong>de huisarts is ontstaan. Dit meld<strong>en</strong> zowel de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong><br />

als ook de c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke capaciteit is daardoor afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit merk<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> omdat zij door de meldkamer naar patiënt<strong>en</strong> gestuurd word<strong>en</strong><br />

waar in eerste instantie de visitearts van de huisarts<strong>en</strong>post he<strong>en</strong> zou gaan. Hieruit concludereert<br />

e<strong>en</strong> aantal ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> dat veel EHTP-ritt<strong>en</strong> in feite huisarts<strong>en</strong>zorg betreft.<br />

E<strong>en</strong> ander gevolg van de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> is dat de huisarts niet meer<br />

‘de wind van vor<strong>en</strong>’ kan gev<strong>en</strong> bij onterechte telefoontjes van patiënt<strong>en</strong>. Dit punt werd<br />

g<strong>en</strong>oemd door e<strong>en</strong> huisarts werkzaam in e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur <strong>en</strong> door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>. Voor de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> moest m<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong><br />

huisarts bell<strong>en</strong>, deze k<strong>en</strong>de de patiënt <strong>en</strong> wanneer deze te vaak onterecht belde kreeg de patiënt<br />

dat te hor<strong>en</strong>. Door de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> is zowel de patiënt als de huisarts meer<br />

anoniem geword<strong>en</strong>. Patiënt<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> daardoor wellicht makkelijker buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> naar de<br />

huisarts<strong>en</strong>post. Naast dat patiënt<strong>en</strong> eerder naar de huisarts<strong>en</strong>post bell<strong>en</strong> vanwege de<br />

anonimiteit is het naar het oordeel van <strong>en</strong>kele sleutelperson<strong>en</strong> voor huisarts<strong>en</strong> die overdag e<strong>en</strong><br />

druk spreekuur hebb<strong>en</strong> ook makkelijker e<strong>en</strong> patiënt door te verwijz<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post<br />

wanneer de klacht<strong>en</strong> ’s avond aanhoud<strong>en</strong> of vererger<strong>en</strong>. Er kond<strong>en</strong> door de geïnterviewd<strong>en</strong><br />

echter ge<strong>en</strong> directe voorbeeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> van huisarts<strong>en</strong> die daadwerkelijk patiënt<strong>en</strong><br />

doorverwijz<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post omdat ze het te druk hadd<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is e<strong>en</strong> mogelijk directe oorzaak van de stijging in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong>, verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>t geleg<strong>en</strong> in het feit dat de<br />

huisarts<strong>en</strong>post patiënt<strong>en</strong> met cardiale klacht<strong>en</strong> of klacht<strong>en</strong> die daar op lijk<strong>en</strong> gelijk<br />

doorverwijz<strong>en</strong> naar de ambulancezorg. Deze klacht<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> echter niet altijd te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat<br />

er daadwerkelijk sprake is van hartproblem<strong>en</strong>. In dit soort gevall<strong>en</strong> komt het voor dat de A1-rit<br />

waarmee e<strong>en</strong> ambulance is uitgestuurd uiteindelijk eindigt in e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

Voorgaande gevolg<strong>en</strong> van de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral<br />

g<strong>en</strong>oemd door medewerkers van de ambulancezorg (c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> <strong>en</strong> verpleegkundig<strong>en</strong>). De<br />

huisarts<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> echter ook e<strong>en</strong> andere beweging. Er zijn twee hoofdred<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> zijn opgericht. De eerste is omdat de huisarts<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te hoge werkdruk<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 82


ervoer<strong>en</strong>, met name in de avond- nacht- <strong>en</strong> week<strong>en</strong>dur<strong>en</strong>. De tweede red<strong>en</strong>, die hangt sam<strong>en</strong><br />

met de eerste, is omdat het steeds drukker werd in de huisartspraktijk<strong>en</strong>. Deze toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

drukte is na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> echter alle<strong>en</strong> maar sterker geword<strong>en</strong>. Het zijn<br />

vooral ongeruste ouders met jonge kinder<strong>en</strong> die de HAP bezoek<strong>en</strong>. De huisarts<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het<br />

idee dat ze e<strong>en</strong> groot deel van de patiënt<strong>en</strong> die zich voorhe<strong>en</strong> bij de spoedeis<strong>en</strong>de hulp van het<br />

ziek<strong>en</strong>huis meld hebb<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het daardoor ook rustiger is geword<strong>en</strong> op de<br />

SEH’s.<br />

Verandering van m<strong>en</strong>taliteit onder patiënt<strong>en</strong><br />

Zowel de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>, de c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer <strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post merk<strong>en</strong> dat patiënt<strong>en</strong> steeds mondiger word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de<br />

m<strong>en</strong>taliteit van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verandert. Vroeger zou er minder sprake zijn van e<strong>en</strong> ik-cultuur <strong>en</strong><br />

meer solidariteit bestaan. “Als iemand ziek was dan bekommerde je je daar om, nu wordt er<br />

eerder e<strong>en</strong> beroep gedaan op professionele zorg”, aldus e<strong>en</strong> ambulanceverpleegkundige.<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds claim<strong>en</strong>der, “ik betaal premie <strong>en</strong> heb dus recht op zorg”. Daarnaast is er<br />

meer ‘shopgedrag’; m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> eerst de huisarts, dan de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2<br />

wanneer ze vind<strong>en</strong> dat ze niet voldo<strong>en</strong>de geholp<strong>en</strong> zijn. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaak wel waar ze met welke klacht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

zijn maar wordt m<strong>en</strong> steeds makkelijker. Deze m<strong>en</strong>taliteitsomslag schijnt in het west<strong>en</strong> nog<br />

duidelijker zichtbaar te zijn dan in Dr<strong>en</strong>the. Daar eindigt naar zegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

ambulanceverpleegkundige ongeveer 60% van de A1 ritt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> EHTP-rit omdat vanwege<br />

‘onzin klacht<strong>en</strong>’ wordt gebeld. De geïnterviewde verpleegkundig<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat melders<br />

teg<strong>en</strong>woordig precies wet<strong>en</strong> wat ze moet<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> opdat er e<strong>en</strong> ambulance komt. Ze mak<strong>en</strong><br />

vaak moedwillig het verhaal erger dan het is <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> bijvoorbeeld dat de patiënt wegvalt of<br />

‘dood bloedt’. Dan wordt het voor e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist wel erg moeilijk om ge<strong>en</strong> ambulance te stur<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal geïnterviewd<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> televisieprogramma’s over de spoedeis<strong>en</strong>de hulp bij<br />

aan de beeldvorming van patiënt<strong>en</strong>. In deze series komt het regelmatig voor dat er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met<br />

weinig spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zich bij de eerste hulpafdeling meld<strong>en</strong>. Gevolg is dat er ook in<br />

werkelijkheid meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> 1-1-2 bell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de<br />

huisarts<strong>en</strong>post steeds meer wordt gebruikt voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de kwaaltjes. “Wij vind<strong>en</strong> het<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 83


ge<strong>en</strong> spoed maar de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wel”, aldus e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>te. “M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> om 5 over 5 met<br />

zog<strong>en</strong>aamd spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> waar, zo blijkt, ze al twee wek<strong>en</strong> last van hebb<strong>en</strong>”.<br />

Niet alle<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>taliteit van de betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> verandert, maar ook de m<strong>en</strong>taliteit<br />

van omstanders <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> familieled<strong>en</strong> lijkt te verander<strong>en</strong>. Zo bell<strong>en</strong> omstanders steeds<br />

eerder 1-1-2 zonder dat er iets aan de hand hoeft te zijn. Deze omstanders hebb<strong>en</strong> dan vaak ge<strong>en</strong><br />

zin of tijd om goed te gaan kijk<strong>en</strong> wat er precies aan de hand is. Dit gebeurt vooral bij<br />

straatongevall<strong>en</strong>. Omstanders zi<strong>en</strong> dat twee auto’s hebb<strong>en</strong> gebotst of zi<strong>en</strong> iemand van zijn fiets<br />

vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> bell<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance zonder zelf eerst polshoogte te hebb<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wel zijn omstanders vaak reëler aan de telefoon dan de patiënt zelf. Familieled<strong>en</strong> die<br />

1-1-2 bell<strong>en</strong> overdrijv<strong>en</strong> het meest aan de telefoon, vaak nog erger dan de patiënt zelf. Deze zijn<br />

dan vaak bang om hun dierbare te miss<strong>en</strong>. Voor ouder<strong>en</strong> ligt de drempel om 1-1-2 te bell<strong>en</strong> nog<br />

steeds hoog, ook al zijn de klacht<strong>en</strong> ernstig. Wel neemt bij ouder<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>zaamheid toe <strong>en</strong> is er<br />

e<strong>en</strong> afname van mantelzorg, daardoor is er eerder vraag naar reguliere zorg. Ouder<strong>en</strong><br />

veroorzak<strong>en</strong> nog wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> EHTP-rit doordat er niet gereageerd wordt op de alarmknop die<br />

ze indrukk<strong>en</strong> of het alarmkoord waar ze aan trekk<strong>en</strong>. Wanneer ze vind<strong>en</strong> dat het te lang duurt<br />

voordat er hulp komt bell<strong>en</strong> ze maar 1-1-2.<br />

Triage in de spoedzorg (op de HAP <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale meldkamer)<br />

Het eerste dat opvalt bij de triage in de spoedzorg is dat de triageprotocoll<strong>en</strong> van de<br />

ambulancezorg <strong>en</strong> van de huisarts<strong>en</strong>post van elkaar verschill<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>te<br />

zorgt dit voor verschill<strong>en</strong>de behandeling van mogelijk dezelfde klacht<strong>en</strong>. Daarnaast vraagt de<br />

doktersassist<strong>en</strong>te zich af of de triage op de meldkamer niet e<strong>en</strong> stuk kan verbeter<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong><br />

aantal geïnterviewde ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> plaatst kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de huidige<br />

uitvoering van de telefonische triage op de c<strong>en</strong>trale meldkamer. Binn<strong>en</strong> twee minut<strong>en</strong> moet er<br />

door de c<strong>en</strong>tralist uitgevraagd word<strong>en</strong> aan de telefoon <strong>en</strong> moet er e<strong>en</strong> koppeling plaatsvind<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> ambulance te stur<strong>en</strong>. Deze twee minut<strong>en</strong> norm is nu ongeveer e<strong>en</strong> jaar in werking <strong>en</strong><br />

zorgt ervoor dat de c<strong>en</strong>tralist onder tijdsdruk e<strong>en</strong> beslissing moet mak<strong>en</strong>. Deze twee minut<strong>en</strong><br />

norm maakt volg<strong>en</strong>s de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> dat de c<strong>en</strong>tralist te snel e<strong>en</strong> ambulance<br />

stuurt <strong>en</strong> zij vind<strong>en</strong> de triage van de meldkamer daarom niet altijd goed uitgevoerd. E<strong>en</strong><br />

mogelijke red<strong>en</strong> waardoor c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> te snel e<strong>en</strong> ambulance instur<strong>en</strong> is dat ze bang zijn voor<br />

de gevolg<strong>en</strong>. De juridisering van de zorg maakt dat c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> uit angst voor schadeclaims (te)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 84


snel e<strong>en</strong> ambulance stur<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er daarom nu ook eerder<br />

ambulances gestuurd naar melding<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong>lijk voor de huisarts bestemd zijn. Daarnaast<br />

vindt e<strong>en</strong> aantal verpleegkundig<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist niet verantwoordelijk gehoud<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> voor het teveel stur<strong>en</strong> van ambulances. Deze moet immers in korte tijd (twee minut<strong>en</strong>)<br />

aan de telefoon triër<strong>en</strong> waarbij de c<strong>en</strong>tralist vooral afgaat op de melder, hierdoor is het moeilijk<br />

de situatie helemaal goed in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> huisarts beschrijft de moeilijkheid van<br />

e<strong>en</strong> goede telefonische triage door de dokterassist<strong>en</strong>t: “Wanneer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bloed zi<strong>en</strong> vanwege<br />

e<strong>en</strong> wond is er altijd paniek. Aan de telefoon kan dan moeilijk vastgesteld word<strong>en</strong> hoe ernstig<br />

de situatie is. Wanneer ik als huisarts de patiënt heb gezi<strong>en</strong> kan pas geconstateerd word<strong>en</strong> dat<br />

het ‘onzin’ is. Daarnaast wordt je als spoeddi<strong>en</strong>st afgestraft als je te laat b<strong>en</strong>t. De kwetsbaarheid<br />

van de triage zit dus in de risico’s die de triagist (doktersasisst<strong>en</strong>t) durft te nem<strong>en</strong>.”<br />

To<strong>en</strong>ame mobiele telefonie<br />

De stijging van het 06-bezit beschouw<strong>en</strong> zowel c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> van de meldkamer als<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> waardoor het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Omstanders bell<strong>en</strong> 1-1-2 wanneer ze e<strong>en</strong> ongeluk zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> maar rijd<strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s gewoon door zonder polshoogte te nem<strong>en</strong>. De melder heeft daardoor de situatie<br />

vaak niet ingeschat, terwijl e<strong>en</strong> ambulance niet noodzakelijk was bij het ongeluk. Daarnaast<br />

kom<strong>en</strong> er in het algeme<strong>en</strong> meer melding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bij de c<strong>en</strong>trale meldkamer maar dit hoeft niet<br />

per se te leid<strong>en</strong> tot meer ritt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> red<strong>en</strong> hiervoor kan zijn dat er meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> voor<br />

hetzelfde ongeluk. Dat meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mobiele telefoon gebruik<strong>en</strong> bij ongelukk<strong>en</strong> is ook te<br />

zi<strong>en</strong> aan het verminderde gebruik van praatpal<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong> verder wanneer ze e<strong>en</strong><br />

ongeluk gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> bell<strong>en</strong> in de auto 1-1-2.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat:<br />

De belangrijkste mogelijke oorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd<br />

word<strong>en</strong> door de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> zijn:<br />

- m<strong>en</strong>taliteitsverandering van de patiënt<strong>en</strong><br />

- invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> (slechte (telefonische) bereikbaarheid, groot<br />

werkingsgebied van de visitearts, toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> anonimiteit)<br />

- niet toereik<strong>en</strong>de of slecht uitgevoerde triage<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 85


Suggesties van de sleutelfigur<strong>en</strong><br />

Er is e<strong>en</strong> aantal suggesties door sleutelfigur<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Zo is door verschill<strong>en</strong>de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> dat de bereikbaarheid van de spoed<br />

(visite-) arts van de huisarts<strong>en</strong>post verbeterd moet word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur van de huisarts<strong>en</strong>post in de avondur<strong>en</strong>. Ook zoud<strong>en</strong> er meer huisarts<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de HAP, omdat deze nu onderbezet is. E<strong>en</strong> andere suggestie die vaak<br />

g<strong>en</strong>oemd werd is dat er betere voorlichting naar de burger moet kom<strong>en</strong>. Met name moet<br />

duidelijk gemaakt word<strong>en</strong> wat wel <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> spoedindicatie is. Daarvoor is betere voorlichting<br />

over het gebruik van 1-1-2 noodzakelijk. M<strong>en</strong> moet wet<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> terecht kan met welke<br />

klacht<strong>en</strong>. Deze voorlichting zou bijvoorbeeld met spotjes op televisie <strong>en</strong> advert<strong>en</strong>ties in krant<strong>en</strong><br />

vorm kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> huisarts werkzaam op e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post wijst erop dat het belangrijk is patiënt<strong>en</strong><br />

die onterecht e<strong>en</strong> beroep hebb<strong>en</strong> gedaan op de huisarts<strong>en</strong>post deze hier wel op te wijz<strong>en</strong>. De<br />

huisarts op de huisarts<strong>en</strong>post moet teg<strong>en</strong> elke patiënt die hij/ zij gezi<strong>en</strong> heeft zegg<strong>en</strong>; “ik heb u<br />

nu behandeld, maar deze klacht is ge<strong>en</strong> spoed, de volg<strong>en</strong>de keer kunt u met deze klacht<strong>en</strong> dus<br />

niet meer naar de huisarts<strong>en</strong>post kom<strong>en</strong>”. Daarnaast zou er, volg<strong>en</strong>s huisarts <strong>en</strong> assist<strong>en</strong>te, e<strong>en</strong><br />

hardere lijn getrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wat betek<strong>en</strong>d dat er patiënt<strong>en</strong> op de huisarts<strong>en</strong>post<br />

geweigerd zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Verder zou de naam ‘Huisarts<strong>en</strong>post’ eig<strong>en</strong>lijk weg moet<strong>en</strong>.<br />

Dit suggereert dat het e<strong>en</strong> post is die dag <strong>en</strong> nacht wordt <strong>en</strong> hierdoor krijgt het de status van<br />

EHBO-post <strong>en</strong> zo wordt hij dan ook door de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruikt. E<strong>en</strong> betere naam zou zijn<br />

‘Huisarts<strong>en</strong> Spoedpost’. Vooral door de term ‘spoed’ te gebruik<strong>en</strong> moet het m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> minder vrij<br />

lat<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> met het minste of geringste te kom<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte kwam naar vor<strong>en</strong> dat verschill<strong>en</strong>de sleutelfigur<strong>en</strong> wel iets zi<strong>en</strong> in één<br />

geïntegreerde meldkamer van zowel de huisarts<strong>en</strong>post als de huidige c<strong>en</strong>trale meldkamer. Als<br />

voordeel van e<strong>en</strong> dergelijke geïntegreerde meldkamer wordt g<strong>en</strong>oemd dat m<strong>en</strong> ook makkelijker<br />

zicht heeft op waar di<strong>en</strong>stdo<strong>en</strong>de huisarts<strong>en</strong> zich bevind<strong>en</strong>. Vooral personeel van de<br />

ambulancedi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale meldkamer zi<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geïntegreerde<br />

meldkamer. Huisarts<strong>en</strong> zijn niet echt voorstander van e<strong>en</strong> dergelijke meldkamer. Zo vertelde<br />

e<strong>en</strong> huisarts dat veel (andere) huisarts<strong>en</strong> bang zijn om in e<strong>en</strong> dergelijk systeem hun autonomie<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 86


te verliez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke geïntegreerde meldkamer is echter al e<strong>en</strong>s gerealiseerd maar daar<br />

werd to<strong>en</strong> door de inspectie e<strong>en</strong> stokje voor gestok<strong>en</strong>.<br />

In kom<strong>en</strong>de tabel staat nog e<strong>en</strong> schematische weergave van de problem<strong>en</strong>, oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

oplossing<strong>en</strong> die de geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> in de spoedzorg. Deze staan per<br />

subgroep weergegev<strong>en</strong>. Niet alle sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dezelfde subgroep hebb<strong>en</strong> exact<br />

hetzelfde gezegd. Wel is er e<strong>en</strong> zekere overe<strong>en</strong>komst te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit algem<strong>en</strong>e beeld wordt<br />

weergegev<strong>en</strong> in het schema.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 87


Tabel 17: Schematische weergave van de interviews<br />

Geïnterviewd<strong>en</strong> Problem<strong>en</strong> Oorzak<strong>en</strong> Oplossing<strong>en</strong><br />

C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

Ambulancemedewerkers<br />

- Slechte bereikbaarheid van de<br />

huisarts (daardoor wordt<br />

ambulance gestuurd welke eindigt<br />

in EHTP-rit)<br />

- Moeilijk om via telefonische triage<br />

vast te stell<strong>en</strong> hoe ernstig de<br />

klacht<strong>en</strong> zijn<br />

- De drempel om 1-1-2 te bell<strong>en</strong> is<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lager geword<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> makkelijker 1-1-2 <strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beroep op de HAP<br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die eerst de HAP<br />

b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1-1-2<br />

- C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> (te) snel e<strong>en</strong><br />

ambulance<br />

- E<strong>en</strong> hoop van de EHTP-ritt<strong>en</strong> is<br />

huisarts<strong>en</strong>zorg<br />

- De nummers van de HAP zijn te lang <strong>en</strong> te<br />

duur (1-1-2 kun je altijd bell<strong>en</strong> ook zonder<br />

beltegoed) daarnaast heeft de visitearts e<strong>en</strong><br />

te groot werkingsgebied, daardoor neemt<br />

de capaciteit af <strong>en</strong> wordt vaker e<strong>en</strong><br />

ambulance gestuurd<br />

- Twee minut<strong>en</strong> norm is soms te kort, ivm<br />

juridisering wordt dan e<strong>en</strong> ambulance<br />

gestuurd om het zekere voor het onzekere<br />

te nem<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> mondiger<br />

(m<strong>en</strong>taliteitsverandering)<br />

- M<strong>en</strong>taliteitsverandering <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d 06-<br />

bezit<br />

- Slechte telefonische bereikbaarheid van de<br />

HAP<br />

- Niet goed kunn<strong>en</strong> uitvrag<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale<br />

meldkamer door 2-minut<strong>en</strong> norm <strong>en</strong> angst<br />

voor klacht<strong>en</strong>procedures (juridisering)<br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ambulance omdat ze<br />

wet<strong>en</strong> dat die sneller ter plaatse is dan de<br />

huisarts<br />

- Verbetering telefonische<br />

bereikbaarheid van de HAP<br />

(uniformisering van de telefonische<br />

telefoonbeantwoord-ers van de<br />

verschill<strong>en</strong>de post<strong>en</strong>)<br />

- Betere voorlichting over het gebruik<br />

van 1-1-2<br />

- Betere voorlichting naar de<br />

bevolking<br />

- Één geïntegreerde c<strong>en</strong>trale<br />

meldkamer voor spoedzorg<br />

- Verruiming van de uitvraagtijd voor<br />

c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

- Ambulancezorg moet zich aanpass<strong>en</strong><br />

aan de verander<strong>en</strong>de zorgvraag<br />

(bijvoorbeeld door de inzet van<br />

SOLO-ambulances)<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 88


Huisarts<strong>en</strong> (HAP)<br />

- De werkdruk op de HAP’s wordt<br />

steeds hoger<br />

- De huisarts verliest zicht op de<br />

zorg die de patiënt vraagt/ heeft<br />

gekreg<strong>en</strong><br />

- Telefonische triage is lastig<br />

- Zorgverl<strong>en</strong>ers gev<strong>en</strong> te vaak <strong>en</strong> te<br />

snel onnodige hulp<br />

- HAP nodigt uit dat patiënt<strong>en</strong> sneller<br />

langskom<strong>en</strong> (vooral ouders met kinder<strong>en</strong>).<br />

De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn daarnaast gemakzuchtiger<br />

<strong>en</strong> veeleis<strong>en</strong>de geword<strong>en</strong><br />

(m<strong>en</strong>taliteitsveran-dering)<br />

- Er vind ge<strong>en</strong> terugkoppeling naar de<br />

huisarts plaats wanneer e<strong>en</strong> patiënt<br />

vervoerd is naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

- Via de telefoon kan moeilijk ingeschat<br />

word<strong>en</strong> hoe ernstig de klacht<strong>en</strong> zijn<br />

- De protocoll<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te strikt gevolgd<br />

(‘het protocol vervangt het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’)<br />

- Patiënt<strong>en</strong> op de HAP die gekom<strong>en</strong><br />

zijn met niet-spoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> erop wijz<strong>en</strong> dat de HAP<br />

er niet is voor de behandeling van<br />

die klacht<strong>en</strong><br />

- Geïntegreerde meldkamer van<br />

HAP <strong>en</strong> ambulancezorg<br />

- Er moet e<strong>en</strong> hardere lijn uitgezet<br />

word<strong>en</strong> wat betek<strong>en</strong>d dat er ook<br />

patiënt<strong>en</strong> bij de HAP geweigerd<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

Huisarts(di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>structuur)<br />

- Ambulance wordt (vaak)<br />

ingeschakeld door HAP<br />

- (Te) groot aantal patiënt<strong>en</strong> op HAP<br />

- Te groot werkingsgebied voor de visitearts<br />

van de HAP <strong>en</strong> daardoor kan de visiteauto<br />

van de HAP vaak niet binn<strong>en</strong> 15 min bij de<br />

patiënt aanwezig zijn<br />

- Huisarts die het overdag te druk heeft<br />

gehad verwijst patiënt door naar HAP<br />

- Introductie van<br />

huisarts<strong>en</strong>praktijk<strong>en</strong> die overdag<br />

e<strong>en</strong> spoedservice hebb<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 89


Doktersassist<strong>en</strong>t-<strong>en</strong> (HAP)<br />

- Onduidelijk waar patiënt<strong>en</strong> terecht<br />

moet<strong>en</strong> met welke klacht<strong>en</strong><br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> de HAP niet als<br />

spoed- hulp<br />

- Door de meldkamer wordt te snel<br />

e<strong>en</strong> ambulance naar e<strong>en</strong> patiënt<br />

gestuurd, e<strong>en</strong>maal aangekom<strong>en</strong><br />

blijk<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> niet heel ernstig<br />

<strong>en</strong> wordt contact opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met<br />

de huisarts van de HAP<br />

- Veel ouders met kinder<strong>en</strong> op de<br />

HAP<br />

- Twee verschill<strong>en</strong>de triage protocoll<strong>en</strong> in de<br />

spoedzorg (NTS <strong>en</strong> NHG)<br />

- De naam ‘Huisarts<strong>en</strong>post’ suggereert dat<br />

het e<strong>en</strong> post is waar m<strong>en</strong> dag <strong>en</strong> nacht<br />

terecht kan<br />

- De c<strong>en</strong>tralist van de meldkamer vraagt niet<br />

goed uit aan de telefoon<br />

- Ouders kom<strong>en</strong> van hun werk <strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />

voor de zekerheid nog naar de huisarts met<br />

hun kind<br />

- Introducer<strong>en</strong> van één<br />

triageprotocol, of e<strong>en</strong> speciaal<br />

protocol voor de HAP(protocol<br />

wat nu gebruikt wordt is voor<br />

overdag)<br />

- HAP voortaan ‘Huisarts<strong>en</strong><br />

Spoedpost’ noem<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

zich minder vrij voel<strong>en</strong> bij het<br />

minste of geringste te kom<strong>en</strong> plus<br />

e<strong>en</strong> betere voorlichting naar de<br />

patiënt<strong>en</strong><br />

- Betere <strong>en</strong> langere<br />

uitvraagmethod<strong>en</strong> op de<br />

meldkamer<br />

- E<strong>en</strong> ECG-apparaat in de visiteauto<br />

van de HAP zodat de huisarts zelf<br />

e<strong>en</strong> hartfilmpje kan mak<strong>en</strong> (heeft<br />

de HAP Emm<strong>en</strong> reeds)<br />

- De huisarts<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur van 17 tot 18uur<br />

moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 90


5 Conclusies<br />

In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste resultat<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet. De bespreking vindt plaats aan de<br />

hand van de algem<strong>en</strong>e onderzoeksvraag ‘Welke oorzak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan de to<strong>en</strong>ame van het aantal Eerste<br />

Hulp Ter Plaatse (EHTP) –ritt<strong>en</strong> in de provincie Dr<strong>en</strong>the t<strong>en</strong> grondslag?’. De drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit<br />

het theoretisch model di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als leidraad voor het schrijv<strong>en</strong> van de conclusies.<br />

Patiëntkarakteristiek<strong>en</strong><br />

Bij de bespreking van de vierde vraagstelling is naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat zowel de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the als ook het groei<strong>en</strong>d aantal inwoners beide ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />

verklaring bied<strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>. Zowel het totaal aantal inwoners<br />

als ook het aantal 65-plussers is niet ev<strong>en</strong>redig gesteg<strong>en</strong> met de groei van het aantal EHTPritt<strong>en</strong>.<br />

Wel is in het literatuuronderzoek naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat één van de<br />

patiëntkarakteristiek<strong>en</strong> die van invloed is op het wel of niet voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> EHTP-rit de<br />

leeftijd van e<strong>en</strong> patiënt is. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere leeftijd zijn eerder bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong><br />

dan person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagere leeftijd. Bij de ritgegev<strong>en</strong>s bleek ongeveer e<strong>en</strong> derde van de EHTPritt<strong>en</strong><br />

te zijn gered<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de 64 jaar. Wanneer naar de leeftijdsverdeling van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de ritgegev<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> is te zi<strong>en</strong> dat de leeftijdscategorie van 70 tot 74<br />

jaar van alle categorieën het grootst is. Verder is er e<strong>en</strong> piek te signaler<strong>en</strong> in de leeftijdscategorie<br />

van 15 tot 19 jaar.<br />

Aan de hand van de theorie van Anders<strong>en</strong> werd verwacht dat vrouw<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong> EHTP-rit, aangezi<strong>en</strong> ze over het algeme<strong>en</strong> meer zorg vrag<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />

Ook werd er verwacht dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde burgerlijke staat (verweduwd<strong>en</strong>,<br />

alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>) vaker bij e<strong>en</strong> EHTP-rit betrokk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn. Bij de beantwoording van de<br />

vraagstelling<strong>en</strong> kwam naar vor<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> niet significant vaker betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit dan mann<strong>en</strong>. Ook is er niet e<strong>en</strong> bepaalde sam<strong>en</strong>levingsvorm die vaker betrokk<strong>en</strong><br />

is geweest bij EHTP-ritt<strong>en</strong>. De verwachting dat alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> vaker betrokk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn bij<br />

e<strong>en</strong> EHTP-rit wordt niet bevestigd. Uit het vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek komt naar vor<strong>en</strong> dat er juist<br />

meer getrouwde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 91


Bij de vijfde vraagstelling is onderzocht of jonger<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate betrokk<strong>en</strong> zijn bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit dan ouder<strong>en</strong>. Wanneer dit daadwerkelijk het geval is duidt het mogelijk op e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering. Bij de stelling<strong>en</strong> kwam echter niet naar vor<strong>en</strong> dat jonger<strong>en</strong> significant<br />

anders hebb<strong>en</strong> geantwoord op de stelling<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere verklaring voor de piek bij<br />

het aantal 15-19 jarige werd gegev<strong>en</strong> door de geïnterviewd<strong>en</strong>. Zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat deze piek wordt<br />

veroorzaakt door dronk<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> die in het week<strong>en</strong>d uitgaan <strong>en</strong> waarvoor e<strong>en</strong> ambulance<br />

wordt gebeld. Hier is bij de gegev<strong>en</strong>s van de vrag<strong>en</strong>lijst ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ondersteuning voor<br />

gevond<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk twee is gekek<strong>en</strong> naar de spoedzorg in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de<br />

verandering<strong>en</strong> in de organisatie ervan. Het bleek dat na de invoering van de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong><br />

de zorg buit<strong>en</strong> kantoortijd<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit duidt er mogelijk op dat de zorgvraag van de<br />

patiënt groter wordt <strong>en</strong> dat ze geholp<strong>en</strong> will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer h<strong>en</strong> dat uitkomt. Tot slot is<br />

door de geïnterviewde aangev<strong>en</strong> dat zij wel e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering onder de patiënt<strong>en</strong><br />

signaler<strong>en</strong>. Zij krijg<strong>en</strong> het idee dat de patiënt wel degelijk weet waar die zich moet meld<strong>en</strong> met<br />

welke klacht<strong>en</strong> (huisarts(<strong>en</strong>post), spoedeis<strong>en</strong>dehulp of ambulancezorg) maar dat de patiënt<br />

steeds meer zorg vraagt voor niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>.<br />

Behoefte factor<strong>en</strong><br />

Bij vraagstelling 10 is gekek<strong>en</strong> of er sprake van e<strong>en</strong> discrepantie is tuss<strong>en</strong> de<br />

zorgbehoefte zoals geformuleerd door de patiënt <strong>en</strong> die geformuleerd door de professional. Dit<br />

om te bekijk<strong>en</strong> of de patiënt over het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere zorgbehoefte ervaart dan de<br />

professional. Dit kwam echter niet naar vor<strong>en</strong>. De klacht<strong>en</strong> gerapporteerd door de patiënt op de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst verschild<strong>en</strong> niet sterk van die gerapporteerd door de ambulanceverpleegkundige op<br />

het ritformulier. E<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoefte door de patiënt <strong>en</strong> de<br />

geëvalueerde zorgbehoefte door de professionele is aan de hand van deze gegev<strong>en</strong>s niet<br />

gevond<strong>en</strong>.<br />

De meest g<strong>en</strong>oemde klacht<strong>en</strong> bij de ritformulier<strong>en</strong> zijn onwelwording, straatongeval <strong>en</strong><br />

cardiologische klacht<strong>en</strong>. Dat onwelwording<strong>en</strong> de grootste categorie betreft duidt er mogelijk op<br />

dat dit als e<strong>en</strong> containerbegrip gebruikt wordt wanneer niet duidelijk is wat er precies aan de<br />

hand is met de patiënt. Via de vrag<strong>en</strong>lijst is ook gevraagd aan de respond<strong>en</strong>t wat de oorzaak<br />

van de klacht<strong>en</strong> was waarvoor 1-1-2 is gebeld. Bij de vrag<strong>en</strong>lijst werd bij deze vraag ook ge<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 92


categorieën gehanteerd, maar betreft het e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> antwoord op<br />

kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>. Hierdoor zijn de antwoord<strong>en</strong> niet altijd medisch van aard, maar spel<strong>en</strong><br />

emoties <strong>en</strong> omgevingsfactor<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grote rol. Het achteraf categoriser<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong><br />

kan dus ook hier e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld hebb<strong>en</strong> opgeleverd wat zich onder andere uit in de grote<br />

categorie ‘combinatie van factor<strong>en</strong>’. Het lijkt erop dat deze indeling ongeveer hetzelfde tot stand<br />

is gekom<strong>en</strong> als bij de ritgegev<strong>en</strong>s.<br />

De klacht<strong>en</strong> die naast onwelwording<strong>en</strong> (bij de ritgegev<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> combinatie van<br />

factor<strong>en</strong> de meest voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> zijn (bij zowel de ritformulier<strong>en</strong> als ook bij de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst) straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> cardiologische klacht<strong>en</strong>. Hier kan dus voorzichtig<br />

geconcludeerd word<strong>en</strong> dat onwelwording<strong>en</strong>, straatongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> cardiologische klacht<strong>en</strong> de<br />

meeste EHTP-ritt<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

Naast e<strong>en</strong> analyse van de meest voorkom<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> is via de vrag<strong>en</strong>lijst ook aan de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd of ze e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> of dit de red<strong>en</strong> was waarom<br />

ze 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance hebb<strong>en</strong> gebeld (vraagstelling 11). Hieruit bleek dat, in verhouding<br />

tot het perc<strong>en</strong>tage van de totale Dr<strong>en</strong>tse bevolking met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing, er relatief<br />

veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit. Zo’n 40%<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst rapporteerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing te hebb<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> het verband tuss<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge leeftijd zal<br />

het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met chronische aando<strong>en</strong>ing door de vergrijzing to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. En aangezi<strong>en</strong> de<br />

vergrijzing in Dr<strong>en</strong>the naar verwachting nog sterker zal zijn dat in de rest van Nederland is de<br />

verwachting dat de zorgvraag (naar ambulancezorg) alle<strong>en</strong> maar sterker zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Faciliter<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong><br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> de to<strong>en</strong>ame van het 06-<br />

bezit als mogelijke oorzaak van de to<strong>en</strong>ame in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> ziet. C<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong> merk<strong>en</strong><br />

dat er meerdere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar 1-1-2 bell<strong>en</strong> voor hetzelfde ongeluk. Ook zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die 1-1-2<br />

bell<strong>en</strong> die zelf niet wild<strong>en</strong> of durfd<strong>en</strong> te gaan kijk<strong>en</strong> maar die wel ‘het idee’ hadd<strong>en</strong> dat er iets<br />

ernstigs aan de hand was. Nadere analyse liet zi<strong>en</strong> dat de groei van het mobiele telefoongebruik<br />

echter ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring biedt voor de to<strong>en</strong>ame in het aantal ritt<strong>en</strong>. Wel kan het e<strong>en</strong><br />

verklaring zijn waardoor omstanders eerder naar 1-1-2 bell<strong>en</strong>. Immers, to<strong>en</strong> nog niet iedere<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon tot zijn beschikking had, moest m<strong>en</strong> in geval van e<strong>en</strong> ongeluk op straat<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 93


eerst op zoek naar e<strong>en</strong> vaste telefoon. Er ging to<strong>en</strong> meer tijd overhe<strong>en</strong> voordat er gebeld kon<br />

word<strong>en</strong>, zodat soms in die tijd al duidelijk werd dat e<strong>en</strong> ambulance niet meer noodzakelijk<br />

bleek.<br />

De tweede faciliter<strong>en</strong>de bron die in het theoretisch model is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is ‘regio’.<br />

Doormiddel van e<strong>en</strong> ruwe schatting kan voorzichtig geconcludeerd word<strong>en</strong> dat er in de regio<br />

Zuidoost Dr<strong>en</strong>the meer ritt<strong>en</strong> per 10.000 inwoners plaatsvind<strong>en</strong> dan in de andere twee regio’s.<br />

Alle onderzochte mogelijke oorzak<strong>en</strong> van de stijging in het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />

afzonderlijk ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring. Dit hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze helemaal niet<br />

van invloed zijn op de to<strong>en</strong>ame. Helaas zijn hier ge<strong>en</strong> rechtstreeks aanwijsbare oorzak<strong>en</strong> maar er<br />

kan wel e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />

aanbeveling<strong>en</strong> gedaan word<strong>en</strong> voor vervolgonderzoek.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 94


6 Beschouwing & Aanbeveling<strong>en</strong><br />

6.1 Geldigheid van de data<br />

Voor dit onderzoek zijn verschill<strong>en</strong>de databronn<strong>en</strong> gebruikt. Dit heeft verschill<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> deel van de gegev<strong>en</strong>s kon de ambulancezorg digitaal aanlever<strong>en</strong> kon voor e<strong>en</strong> groot deel<br />

automatisch via e<strong>en</strong> digitaal systeem verzameld word<strong>en</strong>. Wel is voor de analyse van ritgegev<strong>en</strong>s<br />

ervoor gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steekproef te nem<strong>en</strong>, hier zijn de maand<strong>en</strong> april <strong>en</strong> november uit 2007<br />

gekoz<strong>en</strong> met daarbij de onderbouwing dat in deze maand<strong>en</strong> de minste uitschieters zitt<strong>en</strong> (in<br />

december <strong>en</strong> januari heb je bijvoorbeeld de feestdag<strong>en</strong> met onder andere vuurwerkslachtoffers<br />

<strong>en</strong> in de zomermaand<strong>en</strong> heb je in Dr<strong>en</strong>the veel vakantiegangers).<br />

Bij het uitzett<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst moet met e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Zo is er mogelijk sprake van selectiebias, het uitdel<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst door het<br />

ambulancepersoneel zorgt voor vertek<strong>en</strong>ing. Zo is er ge<strong>en</strong> zicht op aan welke patiënt<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> uitgereikt <strong>en</strong> wanneer niet. Er zijn t<strong>en</strong> tijde van het onderzoek lijst<strong>en</strong> op de<br />

ambulancepost<strong>en</strong> uitgedeeld waarop het ambulancepersoneel moest aangev<strong>en</strong> wanneer zij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit hebb<strong>en</strong> gehad <strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst aan de patiënt hebb<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> als ze dit<br />

niet hebb<strong>en</strong> gedaan wat dan de red<strong>en</strong> is geweest. Helaas zijn deze formulier<strong>en</strong> niet goed<br />

ingevuld. Hierdoor kan zowel niet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom er ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

is uitgedeeld maar ook is het niet mogelijk (omdat onbek<strong>en</strong>d is hoeveel vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> er zijn<br />

uitgedeeld) de respons te bepal<strong>en</strong>. Weg<strong>en</strong>s privacyred<strong>en</strong><strong>en</strong> is het verder ook niet mogelijk<br />

geweest patiënt<strong>en</strong> telefonisch of per brief te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> om te vrag<strong>en</strong> of ze de vrag<strong>en</strong>lijst alsnog<br />

will<strong>en</strong> retourner<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>maal de vrag<strong>en</strong>lijst uitgegev<strong>en</strong> kon er niets meer ondernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

om de patiënt<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, maar deze niet hebb<strong>en</strong> teruggestuurd,<br />

zover te krijg<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst wel te retourner<strong>en</strong>. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de<br />

geretourneerde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> vermoedelijk afkomstig zijn van de meest betrokk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong>, dit<br />

kunn<strong>en</strong> zowel zeer tevred<strong>en</strong> maar ook de meest ontevred<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> zijn. Verder blijkt dat de<br />

meeste vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> voornamelijk zijn geretourneerd door patiënt<strong>en</strong> die zich in de thuissituatie<br />

bevond<strong>en</strong>. Vooral patiënt<strong>en</strong> die vanwege bijvoorbeeld dronk<strong>en</strong>schap of drugsgebruik betrokk<strong>en</strong><br />

zijn geweest bij e<strong>en</strong> EHTP-rit ontbrek<strong>en</strong>. Deze ritt<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> vaak ’s nachts <strong>en</strong> in de week<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

plaats <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> groter risico dat de patiënt<strong>en</strong> die hierbij betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij thuiskomst de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst kwijtgeraakt zijn of helemaal niet meer wet<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 95


Hierdoor ontbreekt e<strong>en</strong> groep patiënt<strong>en</strong> die waarschijnlijk verantwoordelijk is voor e<strong>en</strong> groot<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong>.<br />

Tot slot is er e<strong>en</strong> reëel gevaar dat zowel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst maar ook<br />

geïnterviewde sleutelfigur<strong>en</strong> sociaal w<strong>en</strong>selijke antwoord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> in de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst zijn zo algeme<strong>en</strong> mogelijk gesteld <strong>en</strong> getracht is de vrag<strong>en</strong> zo min mogelijk stur<strong>en</strong>d<br />

op te stell<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld op de vrag<strong>en</strong>lijst aangev<strong>en</strong> dat de huisarts<strong>en</strong>post er<br />

niet is voor e<strong>en</strong> second opinion maar in de praktijk er wel op zo’n manier gebruik van mak<strong>en</strong>.<br />

Bij de interviews zijn zowel medewerkers van de ambulancezorg, de huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong><br />

van de c<strong>en</strong>trale meldkamer in Ass<strong>en</strong> geïnterviewd. Hier ontbrek<strong>en</strong> interviews met medewerkers<br />

van de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulpafdeling van het ziek<strong>en</strong>huis. 13 Wanneer ook hier interviews gehoud<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> zijn werd<strong>en</strong> alle aanbieders van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg in Dr<strong>en</strong>the in het onderzoek<br />

betrokk<strong>en</strong>.<br />

6.2 Suggesties voor vervolgonderzoek<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst is alle<strong>en</strong> uitgereikt aan patiënt<strong>en</strong> die daadwerkelijk betrokk<strong>en</strong> zijn geweest bij e<strong>en</strong><br />

EHTP-rit. Dit maakt het onmogelijk om te kijk<strong>en</strong> naar mogelijke causale relaties tuss<strong>en</strong> bepaalde<br />

karakteristiek<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> die invloed die deze hebb<strong>en</strong> op de kans dat er e<strong>en</strong> EHTP-rit<br />

plaatsvindt. Hierdoor kan het Socio-behavior model van Anders<strong>en</strong> (1960) maar beperkt<br />

toegepast word<strong>en</strong>. Het zou interessant zijn om te kijk<strong>en</strong> of dit model ook de vraag naar<br />

spoedzorg (ambulancezorg) kan voorspell<strong>en</strong>. Om dit te onderzoek<strong>en</strong> zou bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />

onderzoek onder de Nederlandse (of Dr<strong>en</strong>tse) bevolking gehoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarin<br />

onderzocht wordt in welke situaties m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de spoedzorg.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal sleutelfigur<strong>en</strong> verwacht dat het<br />

aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> is gesteg<strong>en</strong> vanwege het feit dat steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />

mobiele telefoon <strong>en</strong> daardoor sneller 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance bell<strong>en</strong>. Uit de analyse kwam<br />

echter niet naar vor<strong>en</strong> dat het mobiele telefoongebruik sterk is gesteg<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> dat het aantal<br />

EHTP-ritt<strong>en</strong> sterk steeg. Binn<strong>en</strong> het huidige onderzoek was echter ge<strong>en</strong> ruimte om te kijk<strong>en</strong> of er<br />

ook daadwerkelijk meer melding<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale meldkamer binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> 06-<br />

nummer. Om te kijk<strong>en</strong> of er ook daadwerkelijk vaker met e<strong>en</strong> mobiele telefoon wordt gebeld<br />

13<br />

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> Ambulancezorg in Dr<strong>en</strong>the, van deze<br />

organisaties zijn dus medewerkers geïnterviewd <strong>en</strong> niet van de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 96


naar 1-1-2 zull<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s van de C<strong>en</strong>trale Meldkamer Dr<strong>en</strong>the bekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is<br />

dan met name interessant om te kijk<strong>en</strong> hoeveel melding<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale meldkamer dan<br />

binn<strong>en</strong>krijgt via de meldkamer in Drieberg<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> vergelijking mogelijk te mak<strong>en</strong> zal<br />

gekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar het aantal oproep<strong>en</strong> dat via e<strong>en</strong> mobiele of vaste telefoon tot stand<br />

is gekom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij hoeveel A1 <strong>en</strong> A2 ritt<strong>en</strong> de oproep is voortgekom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> vaste dan wel met<br />

e<strong>en</strong> mobiele telefoon.<br />

6.3 Aanbeveling<strong>en</strong> voor het terugdring<strong>en</strong> van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong><br />

Het beleid van de ambulancezorg is nu gericht op e<strong>en</strong> kleine patiënt<strong>en</strong>groep, namelijk op de<br />

groep die daadwerkelijk vervoerd wordt naar het ziek<strong>en</strong>huis. Er ontstaat echter e<strong>en</strong> steeds<br />

grotere groep patiënt<strong>en</strong> die wel de hulp van de ambulance inschakel<strong>en</strong> maar die niet<br />

noodzakelijkerwijs naar het ziek<strong>en</strong>huis vervoerd hoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Voor de ambulancesector is<br />

het daarom belangrijk om, in het kader van de vraagsturing, zicht te krijg<strong>en</strong> op de behoeft<strong>en</strong> van<br />

hun klant (de patiënt). Welke vraag hebb<strong>en</strong> deze klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat verwacht<strong>en</strong> ze van de<br />

ambulancezorg? Hier kan dan het beleid van de ambulancesector op aangepast word<strong>en</strong>. Het is<br />

daarbij vooral van belang dat patiënt<strong>en</strong> toegang krijg<strong>en</strong> tot meerdere zorgkanal<strong>en</strong>. Het<br />

onnoodzakelijk gebruik van ambulancezorg zal verminder<strong>en</strong> wanneer er alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong> (Hjälte, 2007). Deze aanbeveling sluit aan bij e<strong>en</strong> uitspraak van Snooks (2000)<br />

namelijk dat er sprake is van e<strong>en</strong> mismatch tuss<strong>en</strong> de geleverde di<strong>en</strong>st door de ambulancezorg<br />

<strong>en</strong> de behoefte van e<strong>en</strong> aantal 1-1-2 bellers met niet-spoedeis<strong>en</strong>de condities (Snooks, 2000).<br />

Coleman (2001) echter suggereert dat alternatieve faciliteit<strong>en</strong> weinig effect hebb<strong>en</strong> op het<br />

gebruik van de spoedzorg door patiënt<strong>en</strong> met niet-spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>. Er zijn echter ge<strong>en</strong><br />

data die deze uitspraak ondersteun<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>de alternatieve zorgkanal<strong>en</strong> waar aan<br />

gedacht kan word<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld de mogelijkheid dat patiënt<strong>en</strong> ook de huisarts kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> telefonisch consult. Ook kan gedacht word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> uitgebreidere vorm van<br />

thuiszorg. Dat wanneer iemand met e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing de situatie niet vertrouwt <strong>en</strong><br />

zich niet goed voelt e<strong>en</strong> verpleegster kan bell<strong>en</strong> die dan de patiënt onderzoekt. Verder kunn<strong>en</strong><br />

meer (solo-) ambulances ingeschakeld word<strong>en</strong> zodat aan de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag tegemoet<br />

gekom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Ook kan er gedacht word<strong>en</strong> aan nieuwe vorm<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>vervoer voor<br />

zak<strong>en</strong> waarbij minder sprake is van spoed. Daarnaast blijft het belangrijk goede voorlichting te<br />

gev<strong>en</strong> over wanneer <strong>en</strong> bij welke klacht<strong>en</strong> 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance gebeld moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 97


wanneer de huisarts gebeld moet word<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de interviews kwam ook naar vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

aantal professionals het idee hebb<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong> met welke klacht<strong>en</strong> ze waar moet<strong>en</strong><br />

zijn. In 1980 gaf Morris al aan dat voorlichting ess<strong>en</strong>tieel is om het aantal onnodige ambulance<br />

melding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> dal<strong>en</strong> (Morris <strong>en</strong> Cross, 1980).<br />

Ook zal wellicht door invoering van e<strong>en</strong> standaard patiënt<strong>en</strong>bijdrage het aantal<br />

onnodige melding<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> Japanse studie (Oshige, 2005) laat zi<strong>en</strong> dat wanneer er e<strong>en</strong><br />

patiënt<strong>en</strong>bijdrage van $190,-<br />

wordt ingevoerd, het gebruik door patiënt<strong>en</strong> met nietspoedeis<strong>en</strong>de<br />

klacht<strong>en</strong> zal do<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> zonder dat het aantal telefoontjes van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met wel<br />

spoedeis<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong> doet afnem<strong>en</strong>. Hier moet bijgezegd word<strong>en</strong> dat tracht<strong>en</strong> het onnodig<br />

vervoer te verlag<strong>en</strong> effect zal hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> groot deel van de patiënt<strong>en</strong>, ook op deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

wel vervoer nodig hebb<strong>en</strong>. Maar het verlag<strong>en</strong> van niet-bevredigde behoeft<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> grotere<br />

klinische impact hebb<strong>en</strong> (Jacob, 2008). Driscoll (1987) stelt dat er ge<strong>en</strong> praktische mogelijkheid is<br />

om het aantal ‘onterechte’ melding<strong>en</strong> terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder dat daarbij e<strong>en</strong> zeker risico<br />

optreed voor e<strong>en</strong> deel van de patiënt<strong>en</strong>.<br />

Tot slot zal er meer inzicht in de aard <strong>en</strong> omvang van de EHTP-ritt<strong>en</strong> ontstaan<br />

wanneer de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> de ritformulier<strong>en</strong> beter <strong>en</strong> nauwkeuriger invull<strong>en</strong>.<br />

Vooral de vraag waarom er is beslot<strong>en</strong> de patiënt niet te vervoer<strong>en</strong> zal dan beter ingevuld<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij UMCG Ambulancezorg wordt pas sinds ongeveer drie jaar de red<strong>en</strong> van<br />

ge<strong>en</strong> vervoer bijgehoud<strong>en</strong>. Voorhe<strong>en</strong> werd de categorie ‘eerste hulp- ge<strong>en</strong> vervoer’ wel<br />

gehanteerd, maar de red<strong>en</strong> van ge<strong>en</strong> vervoer werd niet onderscheid<strong>en</strong>. Het feit dat pas sinds<br />

kort de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van ge<strong>en</strong> vervoer word<strong>en</strong> geregistreerd is e<strong>en</strong> mogelijke verklaring voor de<br />

constatering dat deze red<strong>en</strong> zo slecht door de ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> wordt geregistreerd<br />

op het ritformulier. Wanneer dit in het vervolg nauwkeurig wordt ingevuld door de<br />

ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong> kan er in de toekomst beter <strong>en</strong> sneller onderzoek gedaan word<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 98


7 Literatuurlijst<br />

Aday, L.A. & Anders<strong>en</strong>, R.M. (1974). A framework for the study of acces to medical care. Health<br />

Services Research, 9, 208-220.<br />

AmbulanceZorg Nederland (2007). Ambulances in-zicht, 2006. AmbulanceZorg Nederland,<br />

Zwolle.<br />

Anders<strong>en</strong>, R.& Newman, J.F. (1973). Societal and individual determinants of medical care<br />

utilization in the Unites States. Milbank Memorial Fund Quarterly, 1, 95-124.<br />

Anders<strong>en</strong>, R.M. (1995). Revisiting the behavioral model and acces to medical care: Does it<br />

matter? Journal of Health and Social Behavior, 36, 1, 1-10.<br />

AVVV (2005). Snel <strong>en</strong> goed omdat het moet: Standpunt AVVV over herinrichting acute<br />

zorgket<strong>en</strong>. Visie op acute Zorg/ Cluster Acute Zorg Algem<strong>en</strong>e Ver<strong>en</strong>iging<br />

Verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> Verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Baar van, M.E., Gies<strong>en</strong>, P., Grol, R. <strong>en</strong> Schrijvers, A.J.P. (2007). E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van het<br />

begripp<strong>en</strong>kader, wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek, meet instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, organisatiemodell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> registratiesystem<strong>en</strong> op het terrein van de spoedzorg: E<strong>en</strong> voorstudie voor het<br />

onderzoeksprogramma Spoedzorg. Gezondheidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Eerstelijnsg<strong>en</strong>eeskunde, Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum Utrecht <strong>en</strong> K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum<br />

Huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> <strong>en</strong> Spoedeis<strong>en</strong>de zorg, afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK),<br />

Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum St. Radboud, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Beer de, J. <strong>en</strong> Verweij, A. (2007). Zijn er in Nederland verschill<strong>en</strong> naar regio? In:<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning. Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Bilthov<strong>en</strong>: RIVM.<br />

Berkel, P., Leerkes, G., Reumer, K., <strong>en</strong> Rhijn, J. (2006). Ambulances in zicht. AmbulanceZorg<br />

Nederland: Zwolle.<br />

Billittier, A.J, Moscati, R., Janicke, D., Lerner, E.B., Seymour, J. & Olsson, D. (1996). A Multisite<br />

survey of factors contributing to medically unnecessary ambulance transports. Acad<br />

Emerg Med, 3, 1046-1052.<br />

Bov<strong>en</strong>s, M., Derks<strong>en</strong>, W., Witteve<strong>en</strong>, W., Kalma, P. <strong>en</strong> Becker, F. (1995). De verplaatsing van de<br />

politiek: E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da voor democratische vernieuwing. Amsterdam: WBS.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 99


Brown, E. & Sindelar, J. (1993). The emerg<strong>en</strong>t problem of ambulance misuse. Ann Emerg Med, 22,<br />

646-50.<br />

BVA <strong>en</strong> AZN (2003). Nota verantwoorde ambulancezorg, 2003. Beroepsver<strong>en</strong>iging<br />

ambulancezorg (BVA), Utrecht <strong>en</strong> Ambulancezorg Nederland (AZN), Zwolle.<br />

CBS (2007). Gezondheid <strong>en</strong> zorg in cijfers 2007. C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek: Voorburg/<br />

Heerl<strong>en</strong>.<br />

CBS (2006). Bevolkingstr<strong>en</strong>ds 4 e kwartaal 2006: Demografie van Nederland. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>:<br />

C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CBS (2008). Regionale kerncijfers Nederland. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de<br />

statistiek.<br />

CBS (2006). De digitale economie 2006. Voorburg/ Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CBS (2001). Minder goede gezondheid in de vier grote sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Zuid-Limburg: Regionale<br />

gezondheidsverschill<strong>en</strong>. Voorburg/Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.<br />

CEG/ RVZ (2004). Economisering van zorg <strong>en</strong> beroepsethiek. Achtergrondstudies door het<br />

C<strong>en</strong>trum voor Ethiek <strong>en</strong> Gezondheid/ Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg:<br />

Zoetermeer.<br />

Ch<strong>en</strong>, J.C., Bullard, M.J., Liaw, S.J. (1996). Ambulance use, misuse and unmet needs in a<br />

developing emerg<strong>en</strong>cy medical service system. European Journal of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 3,<br />

73-8.<br />

Clark, M.J,. Purdie, J., FitzGerald, G.J., Bischoff, N.G. & O’Rourke, P.K. (1999). Predictors of<br />

demand for emerg<strong>en</strong>cy prehospital care: An Australian study. Prehospital Disaster Med. ,<br />

14, 167-173.<br />

Clawson, J.J., Forbuss, C.R., Hauert, S.A., Hurtado, F., Kuehl, A.E., Leonard, W.H., Manigas,<br />

P.A., Ryan, J.L., & Sharpe, D.R. (1994). National Association of Emerg<strong>en</strong>cy Medical<br />

Services Physicians (NAEMSP) and the National Association of State EMS Directors<br />

(NAEMSD). Use of warning lights and sir<strong>en</strong>s in emerg<strong>en</strong>cy medical vehicle response and<br />

pati<strong>en</strong>t transport. Prehosp Disas Med, 9, 133-6.<br />

Coleman, P., Irons, R. & Nicholl, J. (2001). Will alternative immediate care services reduce<br />

demands for non-urg<strong>en</strong>t treatm<strong>en</strong>t at accid<strong>en</strong>t and emerg<strong>en</strong>cy? Emerg Med J, 18, 482-7.<br />

Departm<strong>en</strong>t of Health Governm<strong>en</strong>t Statistical Service (1999). Statistical bulletin. Ambulance<br />

services. England: 1998-9. Bulletin 1999/16. London: DOH.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 100


Driscoll, P.A., Vinc<strong>en</strong>t, C.A., <strong>en</strong> Wilkinson, M. (1987). The use of the accid<strong>en</strong>t and emerg<strong>en</strong>cy<br />

departm<strong>en</strong>t. Arch Emerg Med, 4(2), 77-82.<br />

Dunt, D., Day, S.E., Kelaher, M. & Montalto, M. (2006). The impact of standalone call c<strong>en</strong>ters and<br />

GP cooperatives on access to after hours care: A before and after study adjusted for<br />

secular tr<strong>en</strong>d. Family Practice, 23, 453-460.<br />

Enk van, J.G. (2002). Determinants of use of health care services in childhood: The literature.<br />

Dissertations Abstracts. Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>.<br />

Eurostat, (2005). Around 80 mobile subscriptions per 100 inhabitants in the EU25 in 2003.<br />

Fatovich, D.M. (2002). Emerg<strong>en</strong>cy medicine. BMJ, 324, 958-62.<br />

Fisher, A.J., O’Halloran, P., Littlejohns P., K<strong>en</strong>nedy, A., & Butson, G. (2000). Ambulance<br />

economics. J. Public Health Med, 22, 413-421.<br />

Foekema, H. & H<strong>en</strong>drix, C. (2005). Spoed moet goed: E<strong>en</strong> onderzoek naar de spoedeis<strong>en</strong>de zorg.<br />

Onderzoek TNS NIPO in opdracht van Nederlandse Patiënt<strong>en</strong> Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Federatie.<br />

Fokkema, T. (2003). Tempo vergrijzing verschilt per geme<strong>en</strong>te. Demos (NIDI).<br />

GGD Dr<strong>en</strong>the (2004). Overgewicht in Dr<strong>en</strong>the. Ass<strong>en</strong>: Geme<strong>en</strong>telijke Gezondheids Di<strong>en</strong>st<br />

Dr<strong>en</strong>the.<br />

GGD Dr<strong>en</strong>the (2006). Sterfte in Dr<strong>en</strong>the, sterfte over de periode 1999-2003. Ass<strong>en</strong>: Geme<strong>en</strong>telijke<br />

Gezondheids Di<strong>en</strong>st Dr<strong>en</strong>the.<br />

Gibson, G. (1977). Evaluative criteria for emerg<strong>en</strong>cy ambulance systems. Soc Sci Med, 7, 424-54.<br />

Gies<strong>en</strong>, P. (2004). Toekomstige sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

eerste hulp: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studie geschrev<strong>en</strong> in opdracht van het CVZ. WOK; C<strong>en</strong>tre<br />

for Quality of Care Research, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Grint<strong>en</strong> van der, T.E.D., Bakker, G.R., Berd<strong>en</strong>, H.J.J.M., Brink, P.R.G., Delnoij, D.M.J., Gies<strong>en</strong>,<br />

P.H.J., Pierik, J.H.R., Schrijvers, A.J.P. & Vugt van, C. (2008). Programma voorstel<br />

spoedzorg. De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek <strong>en</strong> zorginnovatie.<br />

ZonMW: D<strong>en</strong> Haag.<br />

Grit, K. & Bont de, A. (2007). Zorgaanbieders <strong>en</strong> de ethische aspect<strong>en</strong> van marktwerking: De<br />

praktijkopgave van het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de zorgmarkt. Instituut voor Beleid <strong>en</strong><br />

Managem<strong>en</strong>t van de Gezondheidszorg (BMG), Erasmus Medisch C<strong>en</strong>trum Rotterdam.<br />

Grit, K. & Dolfsma, W. (2002). The dynamics of the Dutch health care system: A discourse<br />

analysis. Review of Social Economy, 60, 3, 377- 401.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 101


Grit, K. & Meurs, P. (2005). Verschuiv<strong>en</strong>de verantwoordelijkhed<strong>en</strong>: Dilemma’s van zorgbestuurders.<br />

Van Gorcum, Ass<strong>en</strong>.<br />

Grol, R. & Schrijvers, A.J.P. (2005). Onderzoeksprogramma spoedzorg. C<strong>en</strong>tre for Quality of<br />

Care Research (WOK). Nijmeg<strong>en</strong>/ Utrecht.<br />

Hershey, J.C., Luft, H.S. & Gianaris, J.M. (1975). Making s<strong>en</strong>se out of utilization data. Medical<br />

Care, 13, 838-54.<br />

Hjälte, J, Susered, B.O., Herlitz, J. & Karlberg, I. (2007). Why are people without medical need<br />

transported by ambulance? A study of indications for pre-hospital care. European Journal<br />

of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 14, 151-156.<br />

Huijsman-Rubingh, R.R.R., Spiers, W.J., Hazelzet-Crans, B., Evers, C.A.M. & Verver, C.H. (2005).<br />

De ket<strong>en</strong> rammelt: Onderzoek naar de afstemming binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing. G<strong>en</strong>eeskundige Inspectie van de <strong>Volksgezondheid</strong>, 1994.<br />

Hulka, B.S. & Wheath, J.R. (1985). Patterns of utilization: The pati<strong>en</strong>t perspective. Medical Care,<br />

23, 438-60.<br />

IGZ (2004). Spoedeis<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing: Haastige spoed niet overal goed. D<strong>en</strong> Haag: Inspectie<br />

voor de Gezondheidszorg.<br />

IGZ (1994). De ket<strong>en</strong> rammelt: onderzoek naar de afstemming binn<strong>en</strong> de spoedeis<strong>en</strong>de<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing. D<strong>en</strong> Haag: G<strong>en</strong>eeskundige Inspectie van de <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Jacob, S.L, Jacoby, J., Heller, M. & Stoltzfus, J. (2008). Pati<strong>en</strong>t and physician perspective on<br />

ambulance utilization. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 12, 2, 176-181.<br />

James, E. & Sv<strong>en</strong>son, M.D. (1999). Patterns of use if emerg<strong>en</strong>cy medical transport: A populationbased<br />

study. American Journal of Emerg<strong>en</strong>cy Medicine, 18, 2, 130-134.<br />

Jaslow, D., Barbera, J.A., Johnson, E. <strong>en</strong> Moore, W. (1998). EMS-initiated refusals and alternative<br />

methods of transport. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 2, 19-22.<br />

Johans<strong>en</strong>, H., Nair, C., & Bond, J. (1994). Who goes to the hospital? An investigation of high<br />

users of hospital days. Health Reports, 6, 253-77.<br />

Kawakami, C., Oshige, K., Kubota, K. & Tochikubo, O. (2007). Influ<strong>en</strong>ce of socioeconomic factors<br />

on medically unnecessary ambulance calls. BMC Health Services Research, 7, 120.<br />

De Klerk, M.M.Y. (2004). Zorg voor kwetsbare ouder<strong>en</strong>: Rapportage ouder<strong>en</strong> 2004. D<strong>en</strong> Haag:<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 102


Kooi van der, J., Smedema, E., P<strong>en</strong>tury, F., Meulman, J., Gernaat, J., Vergte van de, I. <strong>en</strong> Lang<strong>en</strong>,<br />

H. (2008). Format voor de lokale nota gezondheidsbeleid 2008-2011: Geme<strong>en</strong>te xxx. Het<br />

format met basistekst<strong>en</strong> is ontwikkeld door de Dr<strong>en</strong>tse werkgroep Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – GGD.<br />

Dit in opdracht van het portefeuillehouderoverleg Zorg <strong>en</strong> Welzijn van de VDG <strong>en</strong> in<br />

afstemming met het AB van GGD Dr<strong>en</strong>the.<br />

Konkel<strong>en</strong>berg van, R., Esterman, A., & Konkel<strong>en</strong>berg van, J. (2003). Factors influ<strong>en</strong>cing use of<br />

emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>ts and characteristics of pati<strong>en</strong>ts admitted through emerg<strong>en</strong>cy<br />

departm<strong>en</strong>ts. Fresbout Consulting Pty Ltd 2003.<br />

Kool, T. (1995). Naar e<strong>en</strong> gezondheidsmarkt? Mogelijkhed<strong>en</strong> tot deregulering van<br />

g<strong>en</strong>eeskundige verzorging. Amsterdam: Thesis Publishers.<br />

Kreukels, A.M.J. & Simonis, J.B.D. (1988). Publiek domein; De verander<strong>en</strong>de balans tuss<strong>en</strong> staat<br />

<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. Uitgeverij: Boom.<br />

Kunst, A.E., Meerding, W.J., Var<strong>en</strong>ik, N., Polder, J.J., & Mack<strong>en</strong>bach, J.P. (2007). Sociale<br />

verschill<strong>en</strong> in zorggebruik <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong> in Nederland 2003: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van<br />

verschill<strong>en</strong> naar sociaal- economische positie, sam<strong>en</strong>levingsvorm <strong>en</strong> land van herkomst.<br />

RIVM/ Erasmus MC: Bilthov<strong>en</strong>/ Rotterdam.<br />

Lindert, H van. & Kerkstra A. (2003). Project: Ervar<strong>en</strong> gezondheid, morbiditeit <strong>en</strong> zorggebruik<br />

bij ouder<strong>en</strong>. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg: Utrecht.<br />

Lindert, H. van, Droomers, M. & Westert, G.P. (2004). Tweede nationale studie naar ziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verrichting<strong>en</strong> in de huisartspraktijk. E<strong>en</strong> kwestie van verschil: Verschill<strong>en</strong> in<br />

zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid <strong>en</strong> zorggebruik. NIVEL/RIVM: Utrecht/<br />

Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Lucht, F. van der & Verkleij, H. (2001). Gezondheid in de grote sted<strong>en</strong>. Achterstand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kans<strong>en</strong>. Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Lucht, F. van der (2006). Sociaaleconomische gezondheidsverschill<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat. In:<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

MacKian, S., Bedri, N., & Lovel, H. (2004). Up the gard<strong>en</strong> path and over the edge: Where might<br />

health-seeking behavior take use? Health Policy and Planning, 19, 137-146.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 103


Marks, P.J., Daniel, T.D., Afolabi, O., Spiers, G., & Nguy<strong>en</strong>-Van-Tam, J.S. (2002). Emerg<strong>en</strong>cy<br />

(999) calls to the ambulance service that do not result in the pati<strong>en</strong>t being transported to<br />

hospital: an epidemiological study. Emerg. Med. J. 19, 449-452.<br />

McConnel, C.E., & Wilson, R.W. (1998). The demand for prehospital emerg<strong>en</strong>cy services in an<br />

aging society. Soc Sci Med, 46, 8, 1027-1031.<br />

Meier, M., Baar van, M.E., Schothorst van, A., de Bie- de Waal, M.N.A. & Schrijvers, A.J.P.<br />

(2005). Julius C<strong>en</strong>trum voor Gezondheidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Eerstelijns <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong>,<br />

UMC Utrecht.<br />

MiBzK, (1997). Naar e<strong>en</strong> nieuwe structuur voor ambulancezorg, traumazorg <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eeskundige<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing bij ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong> 1 juni 1997. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van<br />

Binn<strong>en</strong>landse zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijk relaties.<br />

MiVWS (2001a). Gezondheid, zorg <strong>en</strong> stelsel. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport.<br />

MiVWS (2001). Nota ‘Vraag aan bod’. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport: D<strong>en</strong><br />

Haag.<br />

MiVWS <strong>en</strong> MiBZK (1997). Met zorg verbond<strong>en</strong>: Naar e<strong>en</strong> nieuwe structuur voor<br />

ambulancezorg, traumazorg <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eeskundige hulpverl<strong>en</strong>ing bij ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong>.<br />

Rijswijk/D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong>, Werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> Sport <strong>en</strong><br />

Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties.<br />

MiVWS (2003). Beleidsvisie acute zorg. Ministerie van <strong>Volksgezondheid</strong> Welzijn <strong>en</strong> Sport: D<strong>en</strong><br />

Haag.<br />

Moll van Charante, E., Gies<strong>en</strong>, P., Mokking, H., Oort, F., Grol., R., Klazinga, N., & Bindels, P.<br />

(2006). Pati<strong>en</strong>t satisfaction with large-scale out-of-hours primary health care in The<br />

Netherlands: Developm<strong>en</strong>t of a postal questionnaire. Family Practice Advance Access.<br />

Oxford University Press.<br />

Morris, D.L., & Cross, A.B. (1980). Is the emerg<strong>en</strong>cy ambulance services abused? Britisch Medical<br />

Journal, 281, 121-123.<br />

NVSHV (2004). Rapport Richtlijn Triage. Oud<strong>en</strong>dijk: Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging Spoedeis<strong>en</strong>de<br />

Hulp Verpleegkundig<strong>en</strong>. Verantwoordelijke instanties: Hogeschool van Arnhem <strong>en</strong><br />

Nijmeg<strong>en</strong> (HAN), Lectoraat Acute Int<strong>en</strong>sieve Zorg <strong>en</strong> Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van<br />

Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp Verpleegkundig<strong>en</strong> (NVSHV), Landelijk Expertisec<strong>en</strong>trum<br />

Verpleging & Verzorging (LEVV).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 104


NVSHV (2008). Eerste herzi<strong>en</strong>ing: Richtlijn Triage op de Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp (2008).<br />

Verantwoordelijke instanties: Hogeschool van Arnhem <strong>en</strong> Nijmeg<strong>en</strong> (HAN), Lectoraat<br />

Acute Int<strong>en</strong>sieve Zorg <strong>en</strong> Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van Spoedeis<strong>en</strong>de Hulp<br />

Verpleegkundig<strong>en</strong> (NVSHV), Landelijk Expertisec<strong>en</strong>trum Verpleging & Verzorging<br />

(LEVV).<br />

RAV Fryslân (2008). Regionaal Ambulance Plan 2008-2011. Leeuward<strong>en</strong>: Regionale Ambulance<br />

Voorzi<strong>en</strong>ing.<br />

RVZ (1998). Tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> overheid. Zoetermeer: Raad voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg.<br />

RVZ (2003). Van patiënt tot klant. Raad voor de <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Zorg: Zoetemeer.<br />

Oshige, K., Kawakami, C., Kubota, K. & Tochikubo, O. (2005). A conting<strong>en</strong>t valuation study of<br />

the appropriate user price for ambulance service. Acad Emer Med, 12, 932-40.<br />

OPTA (2005c). De markt voor toegang <strong>en</strong> gespreksopbouw op op<strong>en</strong>bare mobiele<br />

telefoonnetwerk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Onafhankelijke Post <strong>en</strong> Telecommunicatie Autoriteit.<br />

Quist, H. & Swarte, M. (2006). Aard <strong>en</strong> omvang van de WMO doelgroep: Inv<strong>en</strong>tarisatie uit 2006<br />

op basis van literatuur als voorbereiding op de invoering van de WMO in opdracht van<br />

de VNG. D<strong>en</strong> Haag: SGBO.<br />

Kommer, G.J., Egmond van, T. (2007). Hoe groot zijn de vraag <strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> deze toe<br />

of af? In: <strong>Volksgezondheid</strong> Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas <strong>Volksgezondheid</strong>.<br />

Bilthov<strong>en</strong>: RIVM.<br />

Kommer, G.J. Slobbe, L.C.J. <strong>en</strong> Polder, J.J. (2005). Risicosolidariteit <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong>. Het<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Polder, J.J., Takk<strong>en</strong>, J., Meerding, W.J., Kommer, G.J., <strong>en</strong> Stokx, L.J. (2002). Kost<strong>en</strong> van ziekt<strong>en</strong> in<br />

Nederland: De zorgeuro ontrafeld. Het Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu:<br />

Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Kostalova, B. (2008). Locaties ambulancestandplaats<strong>en</strong> april 2008. In: <strong>Volksgezondheid</strong><br />

Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationale Atlas <strong>Volksgezondheid</strong>. Het Rijksinstituut voor<br />

<strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Ve<strong>en</strong> van der, A.A.(RIVM), Zwakhals, S.L.N.(RIVM), Hazelzet-Crans, B.(IGZ), Man<strong>en</strong> van,<br />

J.W.(CTG) (2001). Niet zonder zorg: E<strong>en</strong> onderzoek naar de doelmatigheid <strong>en</strong> kwaliteit<br />

van de ambulancezorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 105


Sadiraj, K. & Groot, I. (2006). Sociaal-economische status in verev<strong>en</strong>ingsmodel zorgverzekeraars:<br />

Wat zijn de mogelijkhed<strong>en</strong>? Amsterdam: Onderzoek in opdracht van het ministerie van<br />

VWS.<br />

Schumaker, G. & Hill, N.S. (2006). Utilization of critical care resources is increasing- are we<br />

ready? Journal of Int<strong>en</strong>sive Care Medicine, 21, 3, 191- 193.<br />

Schrijvers, G. (2008). Atlas <strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario’s voor spoedzorg.<br />

Slob, M. (2006). Over keuzevrijheid <strong>en</strong> kiesplicht: E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van opvatting<strong>en</strong> over het<br />

keuze-ideaal in de zorg. C<strong>en</strong>trum voor Ethiek <strong>en</strong> Gezondheid: D<strong>en</strong> Haag.<br />

Snooks, H.A., Dale, J., Hertley-Sharpe, C., & Halter, M. (2004). On sc<strong>en</strong>e alternatives for<br />

emerg<strong>en</strong>cy ambulance crews att<strong>en</strong>ding pati<strong>en</strong>ts who do not need travel to the accid<strong>en</strong>t<br />

and emerg<strong>en</strong>cy departm<strong>en</strong>t: a review of the literature. Emerg Med J, 21, 212-215.<br />

Snooks, H., Kearsley, N., Dale, J. <strong>en</strong> Halter, M. (2000). New models of care for 999 callers with<br />

conditions that are neither life-threat<strong>en</strong>ing nor serious: Results of a national survey.<br />

Prehospital Immediate Care, 4, 180-2.<br />

Snooks, H.A., Kearsley, N., Dale, J., Halter, M., Redhead, J. & Foster, J. (2005). Gaps betwe<strong>en</strong><br />

policy, protocols and practice: A qualitative study of the views and practice of<br />

emerg<strong>en</strong>cy ambulance staff concerning the care of pati<strong>en</strong>ts with non-urg<strong>en</strong>t needs. Qual<br />

Saf Health Care, 14, 251-257.<br />

Snooks, H. William, S. Crouch, R., Foster, T., Hartley-Sharpe, C. & Dale, J. (2002). NHS<br />

emerg<strong>en</strong>cy response to 999 calls: alternatives for cases that are neither life-threat<strong>en</strong>ing<br />

nor serious. BMJ, 325, 330-3.<br />

Snooks, H., Wrigley, H., George, S., Thomas, E., Smith, H. & Glasper, A. (1998). Appropriat<strong>en</strong>ess<br />

of use of emerg<strong>en</strong>cy ambulances. J Accid Emerg Med, 15, 212-18.<br />

Ting, Y.S.J. (2006). Path analysis modeling indicates free transport increases ambulance use for<br />

minor indications. Prehospital Emerg<strong>en</strong>cy Care, 10, 4, 476-481.<br />

Ud<strong>en</strong> van, C.J.T. & Crebolder, H.F.J.M. (2004). Does setting up out of hours primary care<br />

cooperatives outside a hospital reduce demand for emerg<strong>en</strong>cy care? Emerg Med J, 21, 722-<br />

723.<br />

Victor, C.R., Peacock, J.L., Chazot, C., Walsh, S. & Holmes, D. (1999). Who calls 999 and why? A<br />

survey of the emerg<strong>en</strong>cy workload of the London Ambulance Service. J Accid Emerg Med,<br />

16, 174-8.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 106


Vinglis, E., Wade, T. & Seeley, J. (2007). Predictors of adolesc<strong>en</strong>t health care utilization. Journal of<br />

Adolesc<strong>en</strong>ce, 30, 773-800.<br />

Volkers, A. (NIVEL), Bus, A. (CBS), Uiters, E. (WODC) (2007). Ontwikkeling<strong>en</strong> in de<br />

maatschappelijke participatie van allochton<strong>en</strong>; H2. Zorggebruik in de huisartspraktijk.<br />

Boom Juridische Uitgevers.<br />

De Witt, J., Parker Brady, H.G., Schonewille, J. <strong>en</strong> Tuinstra, J. (2008). Sociaal Rapport Dr<strong>en</strong>the.<br />

Provincie Dr<strong>en</strong>the<br />

Witteve<strong>en</strong>, W.J. & Klink. B.M.J van (2002). De sociale rechtsstaat voorbij. Twee ontwerp<strong>en</strong> voor<br />

het huis van de rechtsstaat. Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor Regeringsbeleid, D<strong>en</strong> Haag.<br />

WRR (2004). Maatschappelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing: E<strong>en</strong> onderzoek naar vijf sector<strong>en</strong>.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor Regeringsbeleid.<br />

Wrigley, H., George, S., Smith, H., Snooks, H., Glasper, A.& Thomas, E. (2002). Tr<strong>en</strong>ds in<br />

demand for emerg<strong>en</strong>cy ambulance service in Wiltshire over nine years: observational<br />

study. BMJ, 324, 646-647.<br />

Wong, A., Kommer, G.J. & Polder, J.J. (2008). Lev<strong>en</strong>sloop <strong>en</strong> zorgkost<strong>en</strong>. Zorg voor euro’s.<br />

Rijksinstituut voor <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Milieu: Bilthov<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 107


Bijlag<strong>en</strong><br />

Bijlage 1: Achtergrondinformatie UMCG Ambulancezorg 109<br />

Bijlage 2: De vrag<strong>en</strong>lijst 110<br />

Bijlage 3: Socio-behavioral model van Anders<strong>en</strong> (1995) 118<br />

Bijlage 4: Tabell<strong>en</strong> bij bespreking vraagstelling 4 t/m 11 119<br />

Bijlage 5: Vrag<strong>en</strong> interviews sleutelfigur<strong>en</strong> 124<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 108


Bijlage 1:<br />

UMCG Ambulancezorg<br />

UMCG Ambulancezorg is verantwoordelijk voor de ambulancezorg in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> deel<br />

van Friesland (inclusief drie Wadd<strong>en</strong>eiland<strong>en</strong>). UMCG Ambulancezorg heeft in totaal<br />

vijf<strong>en</strong>twintig ambulances waarvan nu twee SOLO-ambulances. Op 1 januari 1999 zijn in<br />

Dr<strong>en</strong>the twaalf aparte ambulancebedrijfjes sam<strong>en</strong>gevoegd tot één; e<strong>en</strong> sterke professionalisering<br />

was het gevolg. Op 1 januari 2001 is dit bedrijf overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door UMCG Ambulancezorg <strong>en</strong><br />

werd daarmee e<strong>en</strong> dochterorganisatie van het Universitair Medisch C<strong>en</strong>trum in Groning<strong>en</strong>. De<br />

c<strong>en</strong>trale meldkamer van de provincie Dr<strong>en</strong>the bevindt zich in Ass<strong>en</strong>. Hier kom<strong>en</strong> zowel de 1-1-2<br />

melding<strong>en</strong> van de ambulance, de politie als van de brandweer binn<strong>en</strong>.<br />

In de bedrijfsvoering is de organisatie zelfstandig <strong>en</strong> UMCG Ambulancezorg is verder<br />

niet werkzaam in de provincie Groning<strong>en</strong> (wel word<strong>en</strong> er regelmatig patiënt<strong>en</strong> naar het UMCG<br />

gebracht wanneer dit het dichtst bijzijnde ziek<strong>en</strong>huis is of wanneer de patiënt specialistische<br />

medische hulp behoeft). UMCG Ambulancezorg werkt vanuit zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> locaties, welke heel<br />

Dr<strong>en</strong>the omvatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van Friesland. In Dr<strong>en</strong>the bem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de medewerkers van UMCG<br />

Ambulancezorg ook de Meldkamer Ambulancezorg.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 109


Bijlage 2:<br />

De Vrag<strong>en</strong>lijst<br />

TGO<br />

Toegepast<br />

Gezondheids<br />

Onderzoek<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst Eerste Hulp Ter Plaatse-ritt<strong>en</strong><br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 110


TGO<br />

Toegepast<br />

Gezondheids<br />

Onderzoek<br />

Toelichting vrag<strong>en</strong>lijst<br />

Onlangs b<strong>en</strong>t u betrokk<strong>en</strong> geweest bij e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde Eerste Hulp Ter Plaatse (EHTP)-rit van de<br />

UMCG- ambulancedi<strong>en</strong>st. E<strong>en</strong> EHTP-rit is e<strong>en</strong> rit waarbij u als patiënt wel b<strong>en</strong>t gezi<strong>en</strong> (<strong>en</strong> zo nodig<br />

behandeld) door het ambulancepersoneel, maar niet b<strong>en</strong>t vervoerd naar de eerste hulp afdeling van e<strong>en</strong><br />

ziek<strong>en</strong>huis. Het is voor e<strong>en</strong> betere organisatie van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg van belang te wet<strong>en</strong> waarom u<br />

niet naar het ziek<strong>en</strong>huis b<strong>en</strong>t vervoerd. Daarom wordt dit onderzoek in opdracht van UMCGambulancedi<strong>en</strong>st<br />

uitgevoerd in sam<strong>en</strong>werking met de afdeling Toegepast onderzoek van het Universitair<br />

Medisch C<strong>en</strong>trum Groning<strong>en</strong>.<br />

De informatie die u verstrekt wordt alle<strong>en</strong> gebruikt t<strong>en</strong> behoeve van het onderzoek <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst word<strong>en</strong> volstrekt anoniem verwerkt.<br />

Instructies<br />

- Het mer<strong>en</strong>deel van de vrag<strong>en</strong>lijst betreft meerkeuzevrag<strong>en</strong>. Bij deze vrag<strong>en</strong> kruist u het antwoord<br />

aan dat (het meest) op u van toepassing is. Bij e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> is ook nog e<strong>en</strong> apart tekstveld<br />

toegevoegd. Hiervan kunt u gebruik mak<strong>en</strong> als u nog e<strong>en</strong> opmerking heeft of toelichting wilt<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

- Soms kunt u e<strong>en</strong> vraag overslaan, omdat deze niet op u van toepassing is, let u dan wel goed op<br />

naar welke vraag u wordt doorverwez<strong>en</strong>.<br />

- Het invull<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong>lijst kost u ongeveer 15 minut<strong>en</strong>.<br />

Informatie over de resultat<strong>en</strong><br />

Mocht u belangstelling hebb<strong>en</strong> voor de resultat<strong>en</strong> van het onderzoek, dan kunt u uw e-mailadres aan het<br />

einde van de vrag<strong>en</strong>lijst aan ons doorgev<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dan na de afronding van het onderzoek<br />

digitaal naar u toegestuurd word<strong>en</strong>.<br />

Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 111


Deel 1 Gegev<strong>en</strong>s EHTP-rit<br />

1. Op welke datum vond de rit plaats?<br />

2. Gedur<strong>en</strong>de welk dagdeel was dit?<br />

Op …./…/……. (dag/maand/jaar)<br />

’s ocht<strong>en</strong>ds (06.00 tot 12.00 uur)<br />

’s middags (12.00 tot 18.00 uur)<br />

’s avonds (18.00 tot 24.00 uur)<br />

’s nachts (24.00 tot 06.00 uur)<br />

3. Was er iemand bij u to<strong>en</strong> u zich niet goed voelde<br />

of to<strong>en</strong> u iets overkwam?<br />

4. Wie heeft de ambulance gebeld?<br />

Nee, ik was alle<strong>en</strong><br />

Ja, e<strong>en</strong> familielid<br />

Ja, e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

Ja, e<strong>en</strong> collega<br />

Ja, e<strong>en</strong> omstander<br />

Anders, nl.;………………….<br />

…………………………………<br />

ikzelf (ga door naar vraag 10)<br />

e<strong>en</strong> familielid<br />

e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

mijn bur<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> omstander<br />

anders, nl; …………………..<br />

5. Indi<strong>en</strong> u niet zelf 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance<br />

heeft gebeld, wat was daarvan dan de red<strong>en</strong>?<br />

6. Heeft deg<strong>en</strong>e die heeft gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance met u overlegd voordat deze werd<br />

ingeschakeld?<br />

7. Heeft deg<strong>en</strong>e die heeft gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance voordat deze werd ingeschakeld uw<br />

toestand ingeschat?<br />

8. Was u er op dat mom<strong>en</strong>t mee e<strong>en</strong>s dat er e<strong>en</strong><br />

ambulance voor u werd gebeld?<br />

Kunt u aangev<strong>en</strong> waarom u het er destijds wel<br />

of niet e<strong>en</strong>s mee was?<br />

ik was er niet toe in staat<br />

ik was teveel geschrokk<strong>en</strong><br />

ik kreeg nauwelijks de kans om<br />

zelf te bell<strong>en</strong><br />

ik vond e<strong>en</strong> ambulance niet nodig<br />

anders, nl.; …………………..<br />

………………………………………<br />

ja, er is met mij overlegd<br />

nee, er is niet met mij overlegd<br />

anders, nl.; …………………..<br />

ja<br />

nee<br />

ik weet het niet<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik had daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 112


………………………………………<br />

9. B<strong>en</strong>t u het, achteraf gezi<strong>en</strong>, nog met deze<br />

beslissing e<strong>en</strong>s?<br />

Kunt u aangev<strong>en</strong> waarom u het er nu wel of niet<br />

e<strong>en</strong>s mee b<strong>en</strong>t?<br />

10. Was u van m<strong>en</strong>ing dat de situatie<br />

lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>d was?<br />

11. Heeft u e<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing waarvoor u<br />

onder behandeling van e<strong>en</strong> arts b<strong>en</strong>t?<br />

Indi<strong>en</strong> ja, aan welke chronische aando<strong>en</strong>ing lijdt<br />

u?<br />

12. Was deze chronische aando<strong>en</strong>ing aanleiding<br />

om de ambulance te bell<strong>en</strong>?<br />

Indi<strong>en</strong> nee, t<strong>en</strong> gevolge van welke klacht is<br />

1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance gebeld?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

ja<br />

nee (door naar 13)<br />

problem<strong>en</strong> met het hart<br />

astma of COPD<br />

hoge bloeddruk<br />

diabetes<br />

epilepsie<br />

<br />

<br />

ja<br />

nee<br />

<br />

<br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

ongeval in het verkeer<br />

ander ongeval<br />

anders, nl.: ………………………<br />

……………………………………….<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 113


13. Is er voordat 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance werd<br />

gebeld eerst naar de huisarts of huisarts<strong>en</strong>post<br />

gebeld?<br />

Indi<strong>en</strong> ja, waarom is uiteindelijk toch 1-1-2<br />

gebeld?<br />

14. Waar was u to<strong>en</strong> 1-1-2 werd gebeld voor e<strong>en</strong><br />

ambulance?<br />

In welke plaats / dorp / stad was dit?<br />

15. Heeft u zelf of het ambulancepersoneel beslot<strong>en</strong><br />

om u niet naar het ziek<strong>en</strong>huis te vervoer<strong>en</strong>?<br />

Indi<strong>en</strong> u zelf heeft beslot<strong>en</strong> om niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis te word<strong>en</strong> vervoerd, wat was<br />

daarvan dan de red<strong>en</strong>?<br />

16. Heeft het ambulancepersoneel wel iets anders<br />

voor u kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

ja, naar de huisarts<br />

ja, naar de huisarts<strong>en</strong>post<br />

nee<br />

dat weet ik niet<br />

<br />

<br />

<br />

de huisarts(<strong>en</strong>post) raadde aan<br />

1-1-2 te bell<strong>en</strong><br />

de huisarts(<strong>en</strong>post) gaf ge<strong>en</strong> gehoor<br />

anders, namelijk: …………………..<br />

……………………………………….<br />

thuis<br />

op straat als:<br />

voetganger<br />

fietser<br />

automobilist<br />

in e<strong>en</strong> winkel(c<strong>en</strong>trum)<br />

in e<strong>en</strong> horeca- of<br />

uitgaansgeleg<strong>en</strong>heid<br />

op mijn werk<br />

bij familie / vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> / k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong><br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

In: ……………………………...........<br />

ikzelf<br />

het ambulancepersoneel (door naar<br />

vraag 16)<br />

ik b<strong>en</strong> ter plekke behandeld door het<br />

ambulancepersoneel <strong>en</strong> vond<br />

vervoer niet meer nodig<br />

ik vond mijn klacht<strong>en</strong> niet ernstig<br />

g<strong>en</strong>oeg om naar het ziek<strong>en</strong>huis te<br />

gaan<br />

ik hou niet van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />

<br />

anders, namelijk: …………………….<br />

………………………………………….<br />

ja, ik b<strong>en</strong> behandeld voor mijn<br />

klacht<strong>en</strong>, nl.: ………………………….<br />

ja, ik b<strong>en</strong> door hun naar huis<br />

vervoerd<br />

ja, ik heb van hun advies gekreg<strong>en</strong>,<br />

nl.: ……………………………………..<br />

nee, ze zijn direct weer weggegaan<br />

Indi<strong>en</strong> ja, was u tevred<strong>en</strong> over de wijze waarop<br />

zij het hebb<strong>en</strong> afgehandeld?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 114


ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

Indi<strong>en</strong> nee, was u het e<strong>en</strong>s met het feit dat zij<br />

direct weer vertrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> u niet naar het<br />

ziek<strong>en</strong>huis vervoerd<strong>en</strong>?<br />

Ev<strong>en</strong>tuele toelichting:<br />

17. Kunt u aangev<strong>en</strong> wat de uiteindelijke oorzaak<br />

van uw klacht<strong>en</strong> was?<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

……………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

……………………………………….<br />

………………………………............<br />

………………………………………..<br />

18. B<strong>en</strong>t u ooit eerder geholp<strong>en</strong> dan wel vervoerd<br />

door e<strong>en</strong> ambulance?<br />

Was u tevred<strong>en</strong> over de zorg die die<br />

ambulance u heeft verstrekt?<br />

ja, ……….. keer<br />

nee<br />

ja, zeer zeker<br />

ja, <strong>en</strong>igszins<br />

nee, eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

nee, zeer zeker niet<br />

ik heb daar ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 115


Deel 2. Stelling<strong>en</strong><br />

Hieronder staat tot slot e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong>. Wilt u per vraag het antwoord aankruis<strong>en</strong> dat het<br />

meest overe<strong>en</strong>komt met uw m<strong>en</strong>ing?<br />

1. Het bell<strong>en</strong> van 1-1-2 voor e<strong>en</strong> ambulance mag<br />

alle<strong>en</strong> bij ernstige spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> uitstel duld<strong>en</strong><br />

2. Voor de klant / patiënt is het onvoldo<strong>en</strong>de<br />

duidelijk bij welke medische problem<strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />

terecht kan bij 1-1-2 <strong>en</strong> bij welke problem<strong>en</strong> bij<br />

de huisarts<strong>en</strong>post of de eerstehulpafdeling van<br />

het ziek<strong>en</strong>huis<br />

3. De huisarts heeft e<strong>en</strong> belangrijke taak bij de<br />

behandeling van spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong><br />

4. Als iemand het overdag op het werk of thuis te<br />

druk heeft gehad om naar de huisarts te gaan,<br />

kan m<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> medisch probleem ’s avonds<br />

de huisarts<strong>en</strong>post bell<strong>en</strong><br />

5. M<strong>en</strong> kan ook voor niet spoedeis<strong>en</strong>de medische<br />

problem<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post terecht<br />

6. Wanneer iemand het niet e<strong>en</strong>s is met e<strong>en</strong><br />

behandeling of diagnose van de eig<strong>en</strong> huisarts<br />

kan deze naar de huisarts<strong>en</strong>post gaan voor e<strong>en</strong><br />

second opinion<br />

7. De huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />

aanloopspreekuur moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

8. Als ik bij spoedeis<strong>en</strong>d medisch probleem moet<br />

kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> 1-1-2 voor<br />

e<strong>en</strong> ambulance gaat mijn voorkeur uit naar e<strong>en</strong><br />

ambulance<br />

9. Ik b<strong>en</strong> er goed van op de hoogte bij welke<br />

medische problem<strong>en</strong> ik 1-1-2 voor e<strong>en</strong><br />

ambulance moet bell<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij welke de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<br />

10. Ik zou het moeilijker vind<strong>en</strong> om bij medische<br />

problem<strong>en</strong> ’s avonds, ’s nachts of in het<br />

week<strong>en</strong>d mijn eig<strong>en</strong> huisarts te moet<strong>en</strong><br />

bell<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post<br />

helemaal mee e<strong>en</strong>s<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

niet mee e<strong>en</strong>s<br />

helemaal niet mee e<strong>en</strong>s<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

ge<strong>en</strong> neming<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 116


Deel 3. Achtergrondgegev<strong>en</strong>s:<br />

1. Wat is uw leeftijd?<br />

2. Wat is uw geslacht?<br />

3. In welke plaats woont u?<br />

4. Wat is uw burgerlijke staat?<br />

5 Hoogst voltooide opleiding:<br />

...... jaar<br />

man<br />

vrouw<br />

……………………………………………..<br />

alle<strong>en</strong>staand<br />

getrouwd<br />

sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<br />

weduwnaar of weduwe<br />

anders, nl.: …………………………..<br />

Ge<strong>en</strong> onderwijs g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

Lagere (basis-) school<br />

Voortgezet onderwijs<br />

Middelbaar Beroeps Onderwijs<br />

(MBO)<br />

Hoger Beroeps Onderwijs (HBO)<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderwijs<br />

Dit is het einde van de vrag<strong>en</strong>lijst. U wordt vri<strong>en</strong>delijk verzocht om na beantwoording het formulier in de<br />

antwoord<strong>en</strong>veloppe te do<strong>en</strong>, deze dicht te plakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> terug te stur<strong>en</strong>.<br />

Hartelijk dank voor uw medewerking!<br />

Mocht u vrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over deze vrag<strong>en</strong>lijst of met ons in contact will<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> dan kunt u bell<strong>en</strong> met<br />

mevrouw V. Verhage, tel.: 050-3637882<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 117


Bijlage 3:<br />

Socio-behavioral model<br />

Environm<strong>en</strong>t Population Characteristics Health Outcomes<br />

Behavior<br />

Health Care<br />

System<br />

Predisposing Enabling Need<br />

Characteristics Resources<br />

Personal<br />

Health<br />

Practices<br />

Status<br />

Perceived<br />

Health<br />

Evaluated<br />

Health<br />

External<br />

Environm<strong>en</strong>t<br />

Use of<br />

Health<br />

Services<br />

Consumer<br />

Satisfaction<br />

Figuur 1: Behavioral model (Anders<strong>en</strong>, 1995):<br />

Bron: Anders<strong>en</strong>, R.M. (1995). Revisiting the behavior model and acces to medical care: Does it<br />

matter? Journal of health and social behavior, Vol 36, No 1, pp 1-10.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 118


Bijlage 4:<br />

Tabell<strong>en</strong> bij bespreking vraagstelling<strong>en</strong><br />

Tabel 1 Aantal aanvrag<strong>en</strong> per dagdeel (n=3701 )<br />

1 e CPA Burger Huisarts Instelling Politie Overig Totaal<br />

ambulance<br />

Werkdag<strong>en</strong> 58 42 818 184 8 30 25 1165<br />

17-8<br />

Werkdag<strong>en</strong> 50 46 1033 152 42 55 45 1423<br />

8-17<br />

Zatzondag<strong>en</strong><br />

44 28 781 162 8 60 30 1113<br />

Totaal 152 116 2632 498 58 145 100 3701<br />

Tabel 2 Leeftijd patiënt<strong>en</strong> in categorieën (n=790)<br />

Leeftijd Frequ<strong>en</strong>tie Perc<strong>en</strong>tage<br />

0-9 23 2,9<br />

10-19 69 8,7<br />

20-29 75 9,5<br />

30-39 69 8,7<br />

40-49 90 11,4<br />

50-59 93 11,8<br />

60-69 92 11,6<br />

70-79 107 13,5<br />

80-89 74 9,4<br />

90> 17 2,2<br />

Missing 81 10,3<br />

Totaal 790 100<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 119


Tabel 3 Leeftijd patiënt<strong>en</strong> in categorieën vrag<strong>en</strong>lijst, n=152)<br />

Leeftijd Frequ<strong>en</strong>tie Perc<strong>en</strong>tage<br />

0-9 10 6,6<br />

10-19 16 10,5<br />

20-29 16 10,5<br />

30-39 15 9,9<br />

40-49 13 8,6<br />

50-59 26 17,1<br />

60-69 28 18,4<br />

70-79 19 12,5<br />

80-89 7 4,6<br />

90> 1 0,7<br />

Missing 1 0,7<br />

Totaal 152 100<br />

Tabel 4 Antwoord<strong>en</strong> op de stelling<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tages (n = 137)<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

op de<br />

stelling<strong>en</strong><br />

Helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

Mee e<strong>en</strong>s<br />

Neutraal<br />

Niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Helemaal<br />

niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Stelling 1 47,0 33,3 2,3 15,2 2,3<br />

Stelling 2 16,4 33,4 10,2 28,9 10,2<br />

Stelling 3 24,2 50,8 6,1 14,1 4,5<br />

Stelling 4 9,8 18,2 6,1 37,1 28,8<br />

Stelling 5 12,2 29,8 8,4 26,0 23,7<br />

Stelling 6 9,8 30,3 12,1 24,2 23,5<br />

Stelling 7 12,4 28,7 17,8 24,4 14,7<br />

Stelling 8 43,8 32,3 10,8 10,0 3,1<br />

Stelling 9 25,2 48,9 3,8 20,6 1,5<br />

Stelling 10 13,1 22,3 7,7 37,7 19,2<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 120


Tabel 5<br />

Correlatiematrix<br />

Wat is uw leeftijd?<br />

Pearson Correlation<br />

Sig. (2-tailed)<br />

Wat is uw<br />

leeftijd?<br />

Correlations<br />

stelling 1 geherdodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeer gehercodeerd<br />

gehercodeerde stelling 2de stelling 3de stelling 4de stelling 5de stelling 6de stelling 7de stelling 8de stelling 9e stelling 10<br />

1 ,238** ,145 ,279** -,003 -,099 ,146 ,115 -,040 -,026 ,150<br />

,006 ,103 ,001 ,972 ,260 ,096 ,196 ,651 ,767 ,088<br />

N<br />

136 132 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

stelling 1 gehercodeerd Pearson Correlation,238** 1 -,051 ,165 -,216* -,072 -,119 -,084 -,077 ,146 ,043<br />

Sig. (2-tailed) ,006 ,572 ,059 ,013 ,413 ,177 ,349 ,387 ,098 ,629<br />

N<br />

132 132 127 131 131 131 131 128 129 130 129<br />

geherdodeerde stelling Pearson 2 Correlation,145 -,051 1 ,093 ,221* ,236** ,226* ,246** ,211* -,244** ,194*<br />

Sig. (2-tailed) ,103 ,572 ,296 ,012 ,008 ,010 ,005 ,018 ,005 ,029<br />

N<br />

128 127 128 128 128 127 128 127 126 128 127<br />

gehercodeerde stelling Pearson 3 Correlation,279** ,165 ,093 1 ,209* -,004 ,092 ,056 ,007 ,196* ,105<br />

Sig. (2-tailed) ,001 ,059 ,296 ,016 ,968 ,295 ,529 ,933 ,025 ,236<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 4 Correlation -,003 -,216* ,221* ,209* 1 ,440** ,366** ,404** ,265** ,008 ,278**<br />

Sig. (2-tailed) ,972 ,013 ,012 ,016 ,000 ,000 ,000 ,002 ,932 ,001<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 5 Correlation -,099 -,072 ,236** -,004 ,440** 1 ,449** ,276** ,189* -,127 ,112<br />

Sig. (2-tailed) ,260 ,413 ,008 ,968 ,000 ,000 ,002 ,032 ,151 ,208<br />

N<br />

131 131 127 131 131 131 131 128 129 130 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson 6 Correlation,146 -,119 ,226* ,092 ,366** ,449** 1 ,400** ,255** -,062 ,192*<br />

Sig. (2-tailed) ,096 ,177 ,010 ,295 ,000 ,000 ,000 ,003 ,479 ,028<br />

N<br />

132 131 128 132 132 131 132 129 130 131 130<br />

gehercodeerde stelling Pearson 7 Correlation,115 -,084 ,246** ,056 ,404** ,276** ,400** 1 ,167 -,241** ,099<br />

Sig. (2-tailed) ,196 ,349 ,005 ,529 ,000 ,002 ,000 ,061 ,006 ,269<br />

N<br />

129 128 127 129 129 128 129 129 127 128 127<br />

gehercodeerde stelling Pearson 8 Correlation -,040 -,077 ,211* ,007 ,265** ,189* ,255** ,167 1 ,173* ,133<br />

Sig. (2-tailed) ,651 ,387 ,018 ,933 ,002 ,032 ,003 ,061 ,050 ,133<br />

N<br />

130 129 126 130 130 129 130 127 130 129 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson 9 Correlation -,026 ,146 -,244** ,196* ,008 -,127 -,062 -,241** ,173* 1 -,001<br />

Sig. (2-tailed) ,767 ,098 ,005 ,025 ,932 ,151 ,479 ,006 ,050 ,992<br />

N<br />

131 130 128 131 131 130 131 128 129 131 129<br />

gehercodeerde stelling Pearson Correlation,150 ,043 ,194* ,105 ,278** ,112 ,192* ,099 ,133 -,001 1<br />

10<br />

Sig. (2-tailed) ,088 ,629 ,029 ,236 ,001 ,208 ,028 ,269 ,133 ,992<br />

N<br />

130 129 127 130 130 129 130 127 129 129 130<br />

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).<br />

*. Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 121


Tabel 6<br />

Antwoord<strong>en</strong> op de stelling<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tages van de ouders (n=15)<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

op de<br />

stelling<strong>en</strong><br />

(n,%)<br />

Stelling 1 7(46,7) 6(40,0) - 2(13,3) -<br />

Helemaal<br />

mee e<strong>en</strong>s<br />

Mee e<strong>en</strong>s<br />

Neutraal<br />

Niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Helemaal<br />

niet mee<br />

e<strong>en</strong>s<br />

Stelling 2 1(6,7) 7(46,7) 1(6,7) 5(33,3) 1(6,7)<br />

Stelling 3 - 6(40,0) 2(13,2) 5(33,3) 2(13,3)<br />

Stelling 4 1(6,7) 1(6,7) 2(13,3) 7(46,7) 4(26,7)<br />

Stelling 5 1(6,7) 1(6,7) - 5(66,7) 4(20,0)<br />

Stelling 6 1(6,7) 1(6,7) - 10(66,7) 3(20,0)<br />

Stelling 7 2(13,3) 2(13,3) 4(26,7) 6(40,0) 1(6,7)<br />

Stelling 8 5(33,3) 6(40,0) 2(13,3) 2(13,3) -<br />

Stelling 9 3(20,0) 7(46,7) 1(6,7) 4(26,7) -<br />

Stelling 10 1(6,7) 3(20,0) 2(13,3) 9(60,0) -<br />

Tabel 7 Plaats van de EHTP-rit (n= 152)<br />

Geme<strong>en</strong>te n (%)<br />

Aa <strong>en</strong> Hunze 4 2,6<br />

Ass<strong>en</strong> 15 9,9<br />

Borger-Odoorn 23 15,1<br />

Coevord<strong>en</strong> 8 5,3<br />

De Wold<strong>en</strong> 3 2,0<br />

Emm<strong>en</strong> 43 28,3<br />

Hoogeve<strong>en</strong> 10 6,6<br />

Meppel 7 4,6<br />

Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the 9 5,9<br />

Noord<strong>en</strong>veld 11 7,2<br />

Tynaarlo 4 2,6<br />

Westerveld 2 1,3<br />

Niet in Dr<strong>en</strong>the 9 5,9<br />

Niet ingevuld 4 2,6<br />

Totaal 152 100<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 122


In de tabel is te zi<strong>en</strong> dat de meeste ritt<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te Emm<strong>en</strong> war<strong>en</strong> (28,3%), gevolgd door<br />

Borger-Odoorn <strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>, met respectievelijk 15,1% <strong>en</strong> 9,9% van de ritt<strong>en</strong>.<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 123


Bijlage 5:<br />

Vrag<strong>en</strong> interviews<br />

Vrag<strong>en</strong> die vooraf war<strong>en</strong> opgesteld managem<strong>en</strong>t UMCG ambulancezorg<br />

1. Wordt er in land<strong>en</strong> waarin sprake is van e<strong>en</strong> geïntegreerde meldkamer gebruik gemaakt<br />

van één triageprotocol?<br />

2. Wat voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> er daar aan de telefoon?<br />

3. Hoe is het verder georganiseerd: welke rol heeft de ambulancedi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> welke rol<br />

hebb<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land?<br />

4. Op welke manier wordt er sam<strong>en</strong>gewerkt met politie <strong>en</strong> brandweer?<br />

5. Welke voor <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> heb je van e<strong>en</strong> dergelijk systeem gesignaleerd?<br />

6. Is e<strong>en</strong> dergelijk systeem ook haalbaar <strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk voor Nederland?<br />

7. Is er in het buit<strong>en</strong>land ook e<strong>en</strong> vergelijkbare to<strong>en</strong>ame van de spoedeis<strong>en</strong>de zorg als in<br />

Nederland c.q. Dr<strong>en</strong>the?<br />

8. Welke red<strong>en</strong><strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt u dat er aan de to<strong>en</strong>ame van spoedeis<strong>en</strong>de zorg t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>?<br />

Vrag<strong>en</strong> vooral opgesteld voor managem<strong>en</strong>t C<strong>en</strong>trale Huisarts<strong>en</strong>post Dr<strong>en</strong>the<br />

1. Wanneer moet e<strong>en</strong> patiënt naar de huisarts<strong>en</strong>post <strong>en</strong> wanneer naar 1-1-2?<br />

2. Wie is er bij jullie verantwoordelijk voor de triage?<br />

3. Is er e<strong>en</strong> protocol voor doorverwijz<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1-1-2 <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post? Bij de HAP Groning<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> met pijn op de borst direct doorverwez<strong>en</strong> naar 1-1-2. Is dat bij jullie ook<br />

het geval? Verwijst 1-1-2 ook door naar de HAP?<br />

4. Met welke urg<strong>en</strong>tiecodes werk<strong>en</strong> jullie?<br />

5. Wat is uw idee van de red<strong>en</strong> van de to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg?<br />

- 06-bezit<br />

- demografische factor<strong>en</strong><br />

- to<strong>en</strong>ame in de medische problematiek<br />

- overlap in de triages<br />

- laagdrempeligheid/ onpersoonlijkheid van de huisarts<strong>en</strong>post<br />

- huisarts<strong>en</strong>post als second opinion<br />

6. Hoeveel tijd heeft e<strong>en</strong> triagist van de huisarts<strong>en</strong>post bij e<strong>en</strong> telefonische triage? Heeft het<br />

verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van deze tijd e<strong>en</strong> betere triage tot gevolg?<br />

7. Wanneer gaat de huisarts bij de patiënt op visite <strong>en</strong> wanneer gaat e<strong>en</strong> ambulance?<br />

8. Welke gegev<strong>en</strong>s zijn digitaal aanwezig?<br />

9. Welke mogelijkheid is er om te onderzoek<strong>en</strong> of de patiënt<strong>en</strong> bij de huisarts<strong>en</strong>post ook<br />

allemaal gezi<strong>en</strong> hun klacht<strong>en</strong>patroon bij de huisarts<strong>en</strong>post thuis hor<strong>en</strong> (versus 1-1-2 of<br />

huisarts)?<br />

10. In hoeverre kunn<strong>en</strong> we de patiënt<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> voor hun beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het bell<strong>en</strong> c.q.<br />

kom<strong>en</strong> naar de huisarts<strong>en</strong>post?<br />

11. In hoeverre is het mogelijk om e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête te houd<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong>?<br />

- <strong>en</strong>quête aan iedere patiënt is geweest (retrospectief) of komt (prospectief)<br />

- <strong>en</strong>quête aan patiënt met oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong><br />

12. In hoeverre acht u vergelijking mogelijk tuss<strong>en</strong> witte vlekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>post?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 124


Vrag<strong>en</strong> vooraf opgesteld ambulanceverpleegkundig<strong>en</strong>/-chauffeur <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralist<strong>en</strong><br />

1. Waaraan d<strong>en</strong>kt u (vanuit uw ervaring) dat de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> valt<br />

toe te schrijv<strong>en</strong>:<br />

a. laagdrempeligheid van de spoedzorg<br />

b. oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong> / m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

c. demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (meer ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />

d. meer ziekte <strong>en</strong> ongelukk<strong>en</strong><br />

e. stijging 06-bezit<br />

f. tekortschiet<strong>en</strong>de triage (bijvoorbeeld door te korte uitvraagtijd)<br />

g. onduidelijkheid van de spoedzorg voor de klant (naar welk loket?)<br />

2. Beslist de ambulanceverpleegkundige te all<strong>en</strong> tijde of iemand wel of niet meegaat?<br />

3. Wat gebeurt er als de patiënt absoluut toch vervoerd wil word<strong>en</strong>?<br />

4. Zi<strong>en</strong> jullie binn<strong>en</strong> alle patiënt<strong>en</strong> waarvoor jullie uitrukk<strong>en</strong>, de laatste jar<strong>en</strong><br />

verandering<strong>en</strong>?<br />

5. Krijg<strong>en</strong> jullie aanvull<strong>en</strong>de instructies vanuit de ambulancedi<strong>en</strong>st over hoe om te gaan<br />

met EHTP-ritt<strong>en</strong>?<br />

6. Vind<strong>en</strong> jullie de to<strong>en</strong>ame van het aantal EHTP-ritt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zorgwekk<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zo ja<br />

waarom?<br />

7. Hebb<strong>en</strong> jullie het idee dat er iets veranderd is door de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>?<br />

8. Welke suggesties heeft u voor de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag naar spoedzorg in het algeme<strong>en</strong>?<br />

9. Hoe word<strong>en</strong> de beslissing<strong>en</strong> van verpleegkundige omtr<strong>en</strong>t EHTP-ritt<strong>en</strong> geüniformeerd?<br />

Vrag<strong>en</strong> vooraf opgesteld voor huisarts <strong>en</strong> doktersassist<strong>en</strong>t€ van huisarts<strong>en</strong>post<br />

1. Waaraan d<strong>en</strong>kt u (vanuit uw ervaring) dat de to<strong>en</strong>ame van de spoedzorg valt toe te<br />

schrijv<strong>en</strong>:<br />

a. laagdrempeligheid van de spoedzorg<br />

b. oneig<strong>en</strong>lijke grond<strong>en</strong> / m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

c. demografische ontwikkeling<strong>en</strong> (meer ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />

d. meer ziekte <strong>en</strong> ongelukk<strong>en</strong><br />

e. stijging 06-bezit<br />

f. tekortschiet<strong>en</strong>de triage (bijvoorbeeld door te korte uitvraagtijd)<br />

g. onduidelijkheid van de spoedzorg voor de klant (naar welk loket?)<br />

2. Hebb<strong>en</strong> jullie het idee dat er iets veranderd is door de invoering van de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong>?<br />

3. Verwijz<strong>en</strong> de huisarts<strong>en</strong> van de HAP door naar de ambulancezorg? Zo ja, wanneer?<br />

4. Is er e<strong>en</strong> landelijke huisarts<strong>en</strong>protocol betreff<strong>en</strong>de de triage? In hoeverre wordt hier zelf<br />

invulling aan gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschilt dit per huisarts<strong>en</strong>post? Wanneer wordt de visitearts<br />

op pad gestuurd <strong>en</strong> wanneer wordt er toch e<strong>en</strong> ambulance ingeschakeld?<br />

5. Zijn er klacht<strong>en</strong> die bij huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> vaker voorkom<strong>en</strong> dan t<strong>en</strong> tijde van dat de<br />

huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> nog niet war<strong>en</strong> ingevoerd?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 125


6. Wel e<strong>en</strong>s gemerkt dat e<strong>en</strong> huisarts die het overdag in de praktijk (te) druk heeft gehad<br />

doorverwijst naar de ambulancezorg?<br />

7. Welke oplossing<strong>en</strong> ziet u voor de to<strong>en</strong>ame in de spoedzorg?<br />

a. Ziet u iets in e<strong>en</strong> geïntegreerde meldkamer van 1-1-2 <strong>en</strong> de HAP?<br />

b. Zo nee, waarom niet? Mogelijke andere oplossing<strong>en</strong>?<br />

© <strong>Wet<strong>en</strong>schapswinkel</strong> <strong>G<strong>en</strong>eeskunde</strong> <strong>en</strong> <strong>Volksgezondheid</strong> UMCG, V. Verhage 2009 126

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!