26.04.2015 Views

STIGA VILLA

STIGA VILLA

STIGA VILLA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>STIGA</strong> <strong>VILLA</strong><br />

PRESIDENT<br />

SENATOR<br />

2000<br />

CLASSIC<br />

8211-0210-07


Typ 1<br />

1. 5. Villa Senator - President<br />

Typ 1<br />

2.<br />

6.<br />

Typ 2<br />

3. 7.<br />

Typ 2<br />

4. 8.


11. 15.<br />

12. Villa President<br />

16.<br />

J<br />

I<br />

13. 17.<br />

14. 18.


19A. Villa Classic - 2000 - Senator 21A. Villa Classic - 2000 - Senator<br />

19B. Villa President 21B. Villa President<br />

20A. Villa Classic - 2000 - Senator 22.<br />

20B. Villa President 23.


24. Villa President<br />

25. Villa President<br />

26. Villa Classic - 2000 - Senator<br />

27. Villa Senator - President


8<br />

7<br />

12<br />

1<br />

2<br />

11<br />

9A. Villa Classic - 2000 - Senator<br />

9<br />

7<br />

12<br />

11<br />

1<br />

3<br />

10<br />

9B. Villa President<br />

7<br />

4<br />

6<br />

5<br />

10.


NL<br />

NEDERLANDS<br />

ALGEMEEN<br />

Dit symbool betekent WAARSCHU-<br />

WING. Als u de instructies niet nauwkeurig<br />

volgt, kunt u verwondingen oplopen<br />

of kan dit tot materiële schade leiden.<br />

SYMBOLEN<br />

De volgende symbolen staan op de machine om u<br />

eraan te herinnern dat voorzichtigheid en oplettendheid<br />

bij gebruik vereist zijn.<br />

De symbolen betekenen:<br />

Waarschuwing!<br />

Lees vóór gebruik van de machine eerst<br />

het instructieboek en de veiligheidsvoorschriften.<br />

Waarschuwing!<br />

Pas op voor het uitwerpen van voorwerpen.<br />

Houd omstanders op afstand.<br />

Waarschuwing!<br />

Draag altijd gehoorbeschermers.<br />

Waarschuwing!<br />

Deze machine is niet bedoeld voor rijden<br />

op de openbare weg.<br />

MONTAGE<br />

Om persoonlijke verwondingen en beschadigingen<br />

van eigendom te voorkomen,<br />

mag u niet proberen de motor te<br />

starten voor u alle maatregelen onder AS-<br />

SEMBLAGE heeft uitgevoerd.<br />

ACCESSOIRESZAK<br />

Bij de machine wordt een plastic zak geleverd die het<br />

volgende bevat:<br />

Pos. Aan Benaming Dimensie<br />

AC 1 Bougiebus<br />

AD 1 Draaipen voor bougiebus<br />

AF 2 Aanpasstuk voor zitje<br />

AG 2 Vergrendelknop<br />

AH 4 Schroef 5/16" x 16<br />

AI 2 Wagenbout 8 x 20<br />

AJ 2 Platte ring 8.4 x 22 x 1.5<br />

AK 1 Spanpen 6 x 36<br />

AL 1 Pasring 16 x 38 x 0.5<br />

AM 1 Pasring 16 x 38 x 1.0<br />

AN 1 Afstelknop (President)<br />

AP 1 Trekmechanisme (Senator, President)<br />

ZITJE<br />

Schroef de beide aanpasstukken voor het zitje AF op<br />

de onderkant van het zitje vast met behulp van de<br />

schroeven AH. Vergeet niet om eerst de wagenbouten<br />

AI in de vierkante centrumgaten te plaatsen<br />

(afb 1, 3).<br />

Afhankelijk van het gebruikte zittype, moeten de aanpasstukken<br />

zo gedraaid worden dat de afstand tussen<br />

de wagenbouten altijd 207 mm bedraagt (afb 2, 4).<br />

Schroef het zitje vast op de machine met behulp van<br />

de platte ringen AJ en de vergrendelknoppen AG.<br />

AFSTELKNOP (President)<br />

Druk de afstelknop AN vast op de aandrijfhendel<br />

(afb 5).<br />

STUUR<br />

Om een eventuele axiale speling te compenseren,<br />

moeten de pasringen AL en/of AM gebruikt worden<br />

tussen de bovenste en onderste stuurstang (afb 6).<br />

Controleer voor u de spanpen monteert hoeveel ringen<br />

u nodig heeft.<br />

Het stuurwiel moet zo worden gemonteerd dat de<br />

wielknop in de stand "10 uur" komt (zie afb 5),<br />

(Senator, President).<br />

Monteer het stuur op de stuurstang met behulp van<br />

spanpen AK (afb 6).<br />

TREKMECHANISME (Senator -<br />

President)<br />

Monteer trekmechanisme AP onder de geluiddemper.<br />

Gebruik de aanwezige schroef waarmee de geluiddemper<br />

vastzit (afb 27).


NEDERLANDS<br />

NL<br />

MOTORKAP<br />

Mak de schroef los waarmee het voorste gedeelte van<br />

de motorkap aan het chassis bevestigd is.<br />

Haak daarna de drie rubberen lussen D en E los<br />

(afb 7).<br />

Verwijder de motorkap schuin omhoog/naar achteren.<br />

Voor gebruik - monteer de zwarte motorplaat op de<br />

motorkap.<br />

De machine mag uitsluitend worden gebruikt<br />

wanneer de motorkap is gemonteerd.<br />

Er bestaat anders risico op letsel<br />

door brand of beklemming.<br />

ACCU<br />

De accu is droog geladen, hetgeen betekent dat de<br />

accu met accuzur gevuld moet worden voor hij gebruikt<br />

wordt.<br />

Het vullen van accuzuur moet op een<br />

goed verlichtte plaats gebeuren en waar<br />

men rijkelijk met spoelwater ter beschikking<br />

heeft. Het zuur is vretend. Gebruik<br />

rubber handschoenen en hanteer het<br />

zuur met grote voorzichtigheid zonder te<br />

morsen. Het zuur kan invreten op de huid<br />

en kleren en ander materiaal waarmee<br />

het in contact komt, vernielen.<br />

Het gebruik van een beschermingsbrill<br />

voor het voorkomen van ogenbeschadiging<br />

wordt sterk aanbevolen. De Zuurdampen<br />

niet inademen.<br />

Neem voorzichtig de zuurflessen uit het carton. Vul<br />

de accu met het zuur. Het peil moet tussen "UPPER"<br />

en "LOWER" liggen (afb 8).<br />

Na het bijvullen kan het niveau van het accuzuur<br />

wat dalen. Wacht daarom twintig minuten om het<br />

niveau in iedere cel te controleren. Vul waar nodig<br />

zuur bij.<br />

Laat de accu vervolgens twee uur staan voordat<br />

deze wordt gebruikt.<br />

Veroorzaak geen kortsluiting tussen de<br />

polen van de accu. Er kunnen vonken<br />

ontstaan die brand kunnen veroorzaken.<br />

Draag geen metalen sieraden die in<br />

contact kunnen komen met de accupolen.<br />

LET OP! Om beschadiging van motor en accu te<br />

voorkomen altijd eerst de pluskabel (+) op de accu<br />

aansluiten.<br />

De motor niet zonder accu laten lopen.<br />

BANDENDRUK<br />

Controleer de luchtdruk in de banden. De juiste<br />

luchtdruk:<br />

Vooraan: 0,4 bar (6 psi)<br />

Achteraan: 1,2 bar (17 psi)<br />

ACCESSOIRES<br />

Voor montage van het maai-aggregaat/accessoires,<br />

zie afzonderlijke montage-instructies die bij het<br />

accessoire in kwestie worden meegeleverd.<br />

Zie afb. 9 - 10.<br />

HENDELS<br />

1. GEREEDSCHAPSLIFT<br />

Hendel om frontgemonteerde accessoires omhoog<br />

in de transportstand te brengen.<br />

2. BEDRIJFSREM/KOPPELING<br />

(Classic - 2000 - Senator)<br />

Pedaal dat de bedrijfsrem en de koppeling combineert.<br />

Drie posities:<br />

1. Pedaal omhoog - vooraandrijving<br />

ingeschakeld. De machine<br />

beweegt wanneer er een<br />

versnelling ingeschakeld is. De<br />

bedrijfsrem is niet geactiveerd.<br />

2. Pedaal voor de helft ingedrukt<br />

- vooraandrijving ontkoppeld,<br />

er kan geschakeld<br />

worden. De bedrijfsrem is niet<br />

geactiveerd.<br />

3. Pedaal volledig ingedrukt -<br />

vooraandrijving ontkoppeld.<br />

Bedrijfsrem volledig geactiveerd.<br />

3. KOPPELINGSPEDAAL (President)<br />

Voetpedaal dat de transmissie ontkoppelt. Twee<br />

standen:


NL<br />

NEDERLANDS<br />

1. Het pedaal omhoog - aandrijving<br />

gekoppeld. De machine<br />

beweegt als de aandrijfhendel<br />

wordt verplaatst. De parkeerrem<br />

kan niet worden geactiveerd.<br />

2. Het pedaal geheel ingedrukt<br />

- aandrijving ontkoppeld. De<br />

parkeerrem kan worden geactiveerd.<br />

Het pedaal is geen bedrijfsrem. Gebruik<br />

het pedaal niet onder het rijden,<br />

maar alleen bij parkeren en starten.<br />

Bedrijfsrem - zie punt 9 "AANDRIJFHENDEL"<br />

hieronder.<br />

4. PARKEERREM<br />

Hendel om de mechanische parkeerrem te activeren.<br />

Trap het koppelingspedaal tot op de bodem.<br />

Breng de parkeerrem naar rechts en<br />

laat daarna het pedaal los.<br />

De parkeerrem wordt ontkoppeld door licht op het<br />

koppelingspedaal te drukken. De geveerde remhendel<br />

gaat dan automatisch zijwaarts.<br />

5. KRACHTAFNEMER (IN)<br />

Hendel voor inschakelen van de krachtafnemer<br />

voor aandrijving van frontgemonteerde accessoires.<br />

Twee posities:<br />

1. Hendel in de onderste positie - krachtafnemer<br />

uitgeschakeld.<br />

2. Hendel in de bovenste positie - krachtafnemer<br />

ingeschakeld. De hendel wordt in<br />

deze positie vergrendeld als een persoon<br />

die meer dan 30 kg weegt, op het zitje gaat<br />

zitten.<br />

6. KRACHTAFNEMER (UIT)<br />

Hendel met veerbelasting om de krachtafnemer uit<br />

te schakelen.<br />

Druk de knop in om de krachtafnemer uit<br />

te schakelen.<br />

7. VERING VAN HET ZITJE<br />

Draaiknop voor traploos instellen van de vering<br />

van het zitje. Wordt aangepast aan het gewicht van<br />

de chauffeur.<br />

1. Naar links draaien - de vering<br />

wordt zachter.<br />

2. Naar rechts draaien - de vering<br />

wordt harder.<br />

Een te hard aangehaalde vering kan ertoe leiden<br />

dat de hendel voor het inschakelen van de krachtafnemer<br />

(5) niet in de bovenste positie vergrendeld<br />

kan worden.<br />

Opm. De boutverbindingen in de zittingvering<br />

mogen nooit zo strak worden aangehaald, dat<br />

de beweegbaarheid van de werking verloren<br />

gaat.<br />

8. VERSNELLINGSPOOK (Classic -<br />

2000 - Senator)<br />

Pook om één van de vijf versnellingen vooruit (1-<br />

2-3-4-5), neutraal (N) of achteruit (R) te kiezen.<br />

Bij het schakelen vanuit de neutrale stand naar<br />

vooruit alt. achteruit moet de versnellingshefboom<br />

opgelicht worden.<br />

Het pedaal moet ingedrukt zijn tijdens het schakelen.<br />

N.B.! Zorg ervoor dat de machine volledig stilstaat<br />

voor u van de achteruit in zijn vooruit schakelt of<br />

omgekeerd. Als u niet meteen in een bepaalde versnelling<br />

kunt schakelen, laat het pedaal dan omhoog<br />

komen en druk het opnieuw in. Probeer<br />

opnieuw in de gewenste versnelling te schakelen.<br />

Forceer nooit bij het schakelen!<br />

9. AANDRIJFHENDEL/BEDRIJFS-<br />

REM (President)<br />

Een met de hand bediende hendel die werkt op de<br />

traploze transmissie. De hendel heeft drie functies:<br />

1. Aandrijving.<br />

Regelt de rijrichting en de snelheid van de<br />

machine. Breng de hendel naar voren (F) -<br />

de machine beweegt in voorwaartse richting.<br />

Hoe verder de hendel naar voren<br />

wordt bewogen, hoe sneller de machine<br />

rijdt.<br />

Met de hendel in de aangegeven neutrale<br />

stand (N) - de machine staat stil. (Zo niet,<br />

zie "AFSTELLEN VAN DE NEUTRALE<br />

STAND" hieronder).<br />

Breng de hendel eerst zijwaarts vanuit de<br />

neutrale stand en vervolgens naar achteren<br />

(R) - de machine rijdt achteruit.


NEDERLANDS<br />

NL<br />

2. Snelheid vasthouden.<br />

De inertie van de hendel zorgt ervoor dat hij in elke<br />

willekeurige stand kan worden losgelaten. De hendel<br />

beweegt niet en de machine behoudt zijn ingestelde<br />

snelheid.(De inertie kan worden afgesteld,<br />

zie "AFSTELLEN VAN DE AANDRIJFHEN-<br />

DEL" hieronder).<br />

3. Bedrijfsrem.<br />

Om te remmen wanneer de machine zich voorwaarts<br />

beweegt - breng de hendel voorzichtig achteruit<br />

terug in de neutrale stand.<br />

Om te remmen wanneer de machine achteruitrijdt<br />

- breng de hendel voorzichtig voorwaarts in de<br />

neutrale stand.<br />

Gebruik niet het voetpedaal om tijdens<br />

het rijden te remmen. Het voetpedaal<br />

ontkoppelt de transmissie waardoor het<br />

remvermogen geheel verloren gaat.<br />

10. ONTKOPPELINGSHENDEL<br />

(President)<br />

Hendel om de traploze transmissie te ontkoppelen.<br />

Geeft de mogelijkheid de machine met de hand te<br />

verplaatsen zonder het gebruik van de motor. De<br />

machine mag niet achter een voertuig worden<br />

gesleept.<br />

1. Hendel naar achteren - transmissie<br />

gekoppeld voor normaal<br />

gebruik.<br />

2. Hendel naar voren - transmissie<br />

ontkoppeld. De machine<br />

kan met de hand worden verplaatst.<br />

Wanneer de ontkoppelingshendel in de<br />

voorste stand staat, is er geen remfunctie<br />

meer in de aandrijfhendel. De machine<br />

heeft dan geen rem.<br />

Denk daaraan wanneer de machine handmatig van<br />

bijv. een aanhanger of een helling wordt gerold.<br />

11. GAS-/CHOKEHENDEL<br />

Hendel om het toerental van de motor in te stellen<br />

en om de motor te choken bij koudestart.<br />

1. Stationair draaien.<br />

2. Volgas - als men de machine gebruikt,<br />

moet men altijd vol gas geven. De volgaspositie<br />

bevindt zich 1 - 1.5 cm van de onderkant<br />

van de groef.<br />

3. Choke - voor het starten van een koude<br />

motor. De chokepositie bevindt zich onderaan<br />

in de groef.<br />

12. STARTSLEUTEL<br />

Contactslot dat gebruikt wordt om de motor te starten<br />

en uit te schakelen. Drie posities:<br />

STOP 1. Stoppositie - de motor is kortgesloten.<br />

De sleutel kan verwijderd worden.<br />

2. Rijpositie (zonder symbool)<br />

START 3. Startpositie - de elektrische startmotor<br />

wordt geactiveerd wanneer de sleutel in de<br />

startpositie met veerbelasting wordt gedraaid.<br />

Laat de sleutel terug naar de rijstand<br />

gaan wanneer de motor gestart is.<br />

GEBRUIK VAN DE MACHINE<br />

TOEPASSINGSGEBIEDEN - <strong>VILLA</strong><br />

De machine mag uitsluitend worden gebruikt bij<br />

de volgende werkzaamheden met de aangegeven<br />

originele <strong>STIGA</strong>-accessoires:<br />

1. Grasmaaien<br />

Met maaiaggregaat 13-2916 (85M) of 13-2910<br />

(102M).<br />

2. Vegen<br />

Met veegmachine 13-1934. Stofbeschermer<br />

13-1937 aanbevolen.<br />

3. Sneeuwruimen<br />

Met sneeuwschuif 13-1917. Sneeuwkettingen<br />

13-1947 en wielgewichten 13-1982 aanbevolen.<br />

4. Gras en bladeren vegen<br />

Met een getrokken grasvangbak 13-1978 (30")<br />

of 13-1950 (42").<br />

5. Gras- en bladtransport<br />

Met transportkar 13-1979.<br />

6. Mest strooien<br />

Met meststrooier 13-1987. Tevens te gebruiken<br />

voor het strooien van graszaad, zand of zout. Bij


NL<br />

NEDERLANDS<br />

gebruik in de winter worden sneeuwkettingen<br />

13-1947 aanbevolen.<br />

Het trekmechanisme mag worden belast met een<br />

verticale kracht van maximaal 100 N.<br />

De duwkracht van getrokken accessoires mag, in<br />

het trekmechanisme, niet groter zijn dan 500 N.<br />

VOOR HET STARTEN<br />

Voor u de machine in gebruik neemt,<br />

moet u deze gebruiksaanwijzing en de<br />

meegeleverde "VEILIGHEIDSVOOR-<br />

SCHRIFTEN" grondig doornemen.<br />

TANKVULLING<br />

Gebruik normaal benzine, indien voorradig<br />

loodvrij. Gebruik nooit tweetakt.<br />

N.B.! Vergeet niet dat benzine slecht kan worden,<br />

koop nooit meer benzine dan u binnen de 30 dagen<br />

gebruikt.<br />

Benzine is erg brandbaar. Bewaar de<br />

benzine in een speciaal daarvoor bestemde<br />

tank o.d.<br />

Vul alleen benzine bij in open lucht en<br />

rook niet tijdens het bijvullen. Verwijder<br />

nooit de vuldop of vul nooit benzine<br />

bij wanneer de motor draait of nog<br />

warm is.<br />

OLIEPEIL VAN DE MOTOR CONTRO-<br />

LEREN<br />

Het carter is bij aflevering altijd met olie SAE 30<br />

gevuld.<br />

Controleer voor elk gebruik of het oliepeil correct<br />

is. De machine moet op een vlak oppervlak<br />

staan.<br />

Maak de oliepeilstok los en droog hem af.<br />

Weer geheel neersteken en vastschroeven.<br />

Daarna losschroeven en optrekken. Het oliepeil aflezen.<br />

Olie bijvullen tot de “FULL” streep, als het<br />

oliepeil daar onder ligt (afb 11).<br />

OLIEPEIL VAN DE TRANSMISSIE<br />

CONTROLEREN (President)<br />

De transmissie is bij levering gevuld met olie SAE<br />

20W-50.<br />

Controleer steeds voor het gebruik of het oliepeil<br />

nog klopt. De machine moet vlak staan.<br />

Lees het oliepeil op de houder af. Het peil dient<br />

even hoog te liggen als de markering (afb 12).<br />

Eventueel bijvullen. Gebruik olie SAE 20W-50<br />

(serviceklasse SE, SF of SG).<br />

Properheid is erg belangrijk bij de hantering<br />

van olie voor de transmissie. Er<br />

mogen geen vuildeeltjes in het systeem<br />

terechtkomen. Vuil kan de transmissie<br />

vernielen.<br />

De houder bevat een oliefilter die de olie zuivert<br />

van grovere deeltjes. Het filter hoeft niet te worden<br />

vervangen.<br />

VEILIGHEIDSSYSTEEM<br />

Deze machine is uitgerust met een veiligheidssysteem<br />

dat bestaat uit:<br />

- een stroomonderbreker op de drijfwerkkast<br />

(Classic - 2000 - Senator).<br />

- een stroomonderbreker bij de spanarm voor de<br />

transmissie (President).<br />

- een stroomonderbreker in de stoelbevestiging<br />

- een stroomonderbreker bij de inschakelhendel<br />

van de krachtafnemer (alleen voor<br />

USA en Canada)<br />

- een vervangbare, elektronische veiligheidsmodule<br />

die het systeem stuurt<br />

Om de machine te starten moet:<br />

- de versnellingspook in de vrijloop staan<br />

(Classic - 2000 - Senator)<br />

- dat het koppelingspedaal geheel is ingetrapt<br />

(President)<br />

- de bestuurder op de stoel zitten<br />

- de inschakelhendel van de krachtafnemer<br />

zich in de onderste stand bevinden (= de<br />

krachtafnemer is uitgeschakeld)<br />

Voor ieder gebruik moet de werking<br />

van het veiligheidssysteem worden gecontroleerd!<br />

Controleer dit op de volgende wijze:<br />

- start de motor, ga op de stoel zitten, zet de<br />

versnellingspook in de eerste versnelling, til<br />

uw lichaam even op van de stoel - de motor<br />

moet stoppen (Classic - 2000 - Senator)<br />

- start de motor, ga op de stoel zitten, til uw<br />

lichaam even op van de stoel - de motor moet<br />

stoppen (President)<br />

- start de motor opnieuw, ga op de stoel zitten,<br />

schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam<br />

even op van de stoel - de krachtafnemer moet<br />

worden uitgeschakeld<br />

- start de motor, neem plaats op de zitting, trap


NEDERLANDS<br />

NL<br />

het voetpedaal in, activeer de parkeerrem, klim<br />

van de machine - de motor mag niet afslaan<br />

(President).<br />

Als het veiligheidssysteem niet werkt,<br />

mag de machine niet worden gebruikt!<br />

Breng de machine voor controle naar<br />

een servicewerkplaats.<br />

STARTEN VAN DE MOTOR<br />

1. Open de benzinekraan (afb 13).<br />

2. Controleer dat de bougiekabel op zijn plaats zit.<br />

3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld<br />

is.<br />

4a. Classic - 2000 - Senator:<br />

Zet de versnellingspook in de neutrale stand.<br />

4b. President:<br />

Zet de aandrijfhendel in de neutrale stand.<br />

5. Koudestart - zet de gashendel in de chokestand.<br />

Warme start - zet de gashendel in volgas (1 - 1,5<br />

cm boven de chokestand).<br />

6. Trap het pedaal tot op de bodem in.<br />

7. Draai de startsleutel om en start de motor.<br />

8. Wanneer de motor gestart is, duw de gashendel<br />

dan geleidelijk naar volgas als u de choke gebruikt<br />

heeft.<br />

9. Belast bij een koude start de machine niet onmiddellijk<br />

na het starten maar laat de motor een<br />

paar minuten draaien. Dan wordt de olie opgewarmd.<br />

STOPPEN<br />

Zet de krachtaansluiting vrij. Trek de parkeerrem<br />

aan. Laat de motor 1 - 2 minuten stationnair lopen.<br />

De motor afzetten door de startsleutel om te<br />

draaien.<br />

Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk<br />

wanneer de machine op b.v. een aanhanger wordt<br />

vervoerd.<br />

Als u de machine onbeheerd achterlaat,<br />

moet u de bougiekabel losmaken van de<br />

bougie. Neem ook de sleutel uit het<br />

startslot.<br />

Na het maaien is de motor erg warm.<br />

Raak de geluiddemper, de cylinders of<br />

de koelribben niet aan. Anders kunt u<br />

brandwonden oplopen.<br />

RIJDEN<br />

Zorg er altijd voor dat er voldoende olie in de motor<br />

is bij het rijden van hellingen (oliepeil op<br />

“FULL”).<br />

Wees voorzichtig op hellingen. Stop of<br />

start niet plotseling wanneer u een helling<br />

op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over<br />

een helling. Rijd van boven naar beneden<br />

en beneden naar boven.<br />

Bij het naar beneden rijden langs een<br />

helling met een hoek groter dan 20°<br />

kunnen de achterwielen van de grond<br />

komen. Het maaiaggregaat verhindert<br />

echter dat de machine voorover kiept.<br />

De machine mag, met daarop originele<br />

accessoires gemonteerd, op een helling<br />

met een hoek van maximaal 10° rijden,<br />

ongeacht de richting.<br />

Rijd langzamer op hellingen en bij het<br />

nemen van een bocht om te voorkomen<br />

dat de machine kantelt of dat u controle<br />

over de machine verliest.<br />

Draai het stuurwiel niet compleet rond<br />

tijdens het rijden met hoge snelheid en<br />

vol gas. De machine kan kantelen.<br />

Houd handen en vingers uit de buurt<br />

van de ketting en de zitconsole. Anders<br />

kunnen ze beklemd raken. Gebruik de<br />

machine nooit zonder motorkap.<br />

Als u de machine gebruikt - geef altijd vol gas.<br />

ONDERHOUD<br />

Voer nooit service uit aan de machine<br />

zonder eerst:<br />

-de motor uit te schakelen<br />

-de startsleutel uit het contact te halen<br />

-de bougiekabel los te koppelen van de<br />

bougie<br />

-de parkeerrem in te schakelen<br />

-de krachtafnemer te ontkoppelen<br />

SCHOONMAKEN<br />

Om brandgevaar te voorkomen:<br />

-houd de motor, geluiddemper, accu en<br />

brandstoftank vrij van gras, blad en<br />

olie.<br />

-controleer regelmatig of de machine


NL<br />

NEDERLANDS<br />

olie en/of brandstof lekt.<br />

N.B.! Als u schoonmaakt m.b.v. een hogedrukspuit,<br />

richt de straal dan niet rechtstreeks op de<br />

transmissie.<br />

MOTOR - OLIE VERVERSEN<br />

De eerste keer olie verversen na 5 draaiuren, daarna<br />

iedere 50 draaiuren of één keer per seizoen. Olie<br />

verversen als de motor warm is.<br />

Gebruik olie van goede kwaliteit (serviceklas SE,<br />

SF of SG).<br />

Na het maaien is de motorolie erg<br />

warm. Laat de motor daarom eerst een<br />

paar minuten afkoelen voor u de olie aftapt.<br />

1. De machine naar links hellen.<br />

2. De olieaftapplug F losschroeven (afb 14). Deze<br />

zit aan de linkerzijde van de motor, (van de achterzijde<br />

van de machine gezien). Laat de olie in een<br />

bak lopen. Zorg ervoor dat er geen olie op de V-<br />

riemen komt.<br />

3. De olieplug weer monteren.<br />

4. De oliepeilstok wegnemen en nieuwe olie vullen.<br />

Hoeveelheid olie:<br />

Classic - 1,1 Liter<br />

Senator, 2000, President - 1,4 Liter<br />

Olietype zomer: SAE-30<br />

(Ook SAE 10W-30 kan gebruikt worden. In dit<br />

laatste geval kan het olieverbruik echter iets hoger<br />

liggen en moet het oliepeil iets vaker gecontroleerd<br />

worden).<br />

Olietype winter: SAE 5W-30<br />

(Ook SAE 10W-30 kan gebruikt worden).<br />

Geen toevoegsles bij de olie gebruiken.<br />

Niet te veel olie vullen. Dan kan de motor te warm<br />

worden.<br />

Het oliepeil na iedere keer bijvullen controleren.<br />

Het peil moet tot “FULL” reiken.<br />

OLIE VERVANGEN TRANSMISSIE<br />

(President)<br />

De olie in de transmissie hoeft normaal gesproken<br />

niet te worden vervangen.<br />

ONTLUCHTEN (President)<br />

Als de machine nieuw is, kunnen er zich in de olie<br />

van de transmissie luchtbellen bevinden. De olie<br />

lijkt "schuim" te bevatten.<br />

Gewoonlijk leidt dat ertoe dat de machine langzaam<br />

rijdt en slecht presteert.<br />

1. Zet de ontkoppelingshendel in de voorste stand.<br />

2. Breng de aandrijfhendel naar voren terwijl de<br />

motor loopt en de ontkoppelingspedaal omhoog<br />

staat. Houd de aandrijfhendel 5 sec. in de voorste<br />

stand.<br />

3. Breng vervolgens de aandrijfhendel in de achteruitstand<br />

en houd hem daar gedurende 5 sec.<br />

4. Herhaal de procedure 4 - 5 maal.<br />

SMERING<br />

De machine heeft drie smeernippels G op de achteras<br />

die iedere 25 uur met universeel vet gesmeerd<br />

moeten worden (afb 15 - 16).<br />

Alle kunststoflagers (achterwiel-, stuurschijf-, pedaal-<br />

en stuurstangslagers en de kabelrollen) worden<br />

een paar maal per seizoen met universeel vet<br />

gesmeerd.<br />

De draaipunten van de spanarmen van krachtaansluiting<br />

en koppeling worden een paar maal per<br />

seizoen met universeel vet gesmeerd.<br />

Vet de stuurkabel regelmatig in. Dit is belangrijk<br />

voor de levensduur van de kabel.<br />

De aandrijfketting H en de overige beweegbare<br />

draaipunten worden een paar maal per seizoen met<br />

olie gesmeerd (afb 21).<br />

De versnellingsbak (Classic, 2000, Senator) en het<br />

differentieel worden in de fabriek met vet gevuld.<br />

Als ze niet geopend worden (mag uitsluitend door<br />

een vakman gedaan worden) hoeven ze normaal<br />

niet bijgevuld te worden.<br />

ACCU<br />

Het zuurpeil regelmatig controleren.<br />

Het zuurpeil moet tussen “UPPER” en “LOWER”<br />

van de accu liggen. Gebruik uitsluitend gedestilleerd<br />

water (accuwater) om het zuurpeil te corrigeren.


NEDERLANDS<br />

NL<br />

Het accuzuur is erg bijtend en kan<br />

huidverwondingen veroorzaken en uw<br />

kleren beschadigen. Draag rubber<br />

handschoenen en een beschermbril.<br />

Adem de dampen niet in.<br />

Houd de accu recht zodat het accuzuur<br />

niet op uw handen en kleren kan lopen.<br />

Als dit toch gebeurt moet u overvloedig<br />

met water spoelen.<br />

Als de polen van de accu geoxideert zijn, moeten<br />

ze schoongemaakt worden. De accupolen met een<br />

staalborstel schoonmaken en met vet insmeren.<br />

LUCHTFILTER<br />

Belangrijk! Laat de motor alleen draaien wanneer<br />

het luchtfilter gemonteerd is.<br />

Reinig het voorfilter I om de 3 maanden of om de<br />

25 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toepassing<br />

is (afb 17).<br />

Reinig het papierfilter J één keer per jaar of om de<br />

100 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van<br />

toepassing is (afb 17).<br />

NB! Reinig vaker indien de machine in stoffige<br />

omstandigheden moet werken.<br />

1. Verwijder de beschermkap van de luchtfilter en<br />

de schuimplastic filter.<br />

2. Reinig de schuimplastic filter in een vloeibaar<br />

afwasmiddel en water. Wring de filter uit tot deze<br />

droog is. Giet wat olie op de filter en wrijf de olie<br />

erin.<br />

3. Draai de moer die de papieren filter vasthouden,<br />

los en verwijder ze. Haal de papieren filter eruit en<br />

maak het luchtfilthuis zorgvuldig schoon om vuil<br />

worden van de carburateur te voorkomen.<br />

4. Maak de papieren filter als volgt schoon. Klop<br />

deze licht tegen een glad oppervlak. Als de filter<br />

erg vuil is, dient deze te worden vervangen.<br />

5. Monteer in omgekeerde volgorde.<br />

Bij het schoonmaken van de papieren filter mogen<br />

geen petroleum oplosmiddelen worden gebruikt.<br />

Deze oplosmiddelen vernielen de filter.<br />

Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van<br />

de papieren filter. De papieren filter mag niet worden<br />

ingeölied.<br />

KOELLUCHTINLAAT<br />

De motor is luchtgekoeld. Als het koelsysteem<br />

verstopt is gaat de motor kapot. tenminste één maal<br />

per jaar of iedere 100 draaiuren moet de motor<br />

schoongemaakt worden.<br />

Demonteer de ventilatorkap. Maak de koelflenzen<br />

van de cylinder, de ventilator en het draaiend rooster<br />

schoon (afb 18). Vaker schoonmaken als U<br />

droog gras maait.<br />

BOUGIE<br />

Een veroliede en verroete bougie met verbrandde<br />

electroden maakt het starten van de motor moeilijk.<br />

De bougie met een metaalborsteltje (niet zandstralen)<br />

schoonmaken en de afstand van de electroden<br />

weer op 0.75 mm afstellen.<br />

Vervang de bougie als de elektroden te erg verbrand<br />

zijn. Gebruik bougiebus AC en draaipen AD<br />

uit de accessoireszak om de bougie te vervangen.<br />

De motorfabrikant beveelt het volgende aan:<br />

Champion J19LM.<br />

CARBURATOR<br />

De carburator is bij levering juist ingesteld en moet<br />

normaal niet bijgeregeld worden.<br />

Als de carburator toch bijgeregeld moet worden,<br />

neem dan contact op met een servicepunt.<br />

AFSTELLEN VAN DE KRACHTAAN-<br />

SLUITING<br />

Als de V-riem naar de dubbele riemschijf slipt<br />

wanneer de krachtaansluiting ingeschakeld is, kan<br />

de V-riem gespannen worden door de moer K op<br />

de stang van de krachtaansluiting in te schroeven<br />

(afb 19).<br />

VERWISSELEN VAN AANDRIJF-<br />

RIEMEN<br />

Altijd originele riemen voor de machine gebruiken.<br />

Ze passen precies en blijven het langst heel.<br />

Als U V-riemen verwisselt, de ene zijde van de<br />

machine oplichten (de carburateur altijd naar boven).<br />

Zet een kist of iets dergelijks onder het voorwiel.<br />

Niet vergeten het andere voorwiel te<br />

blokkeren zodat de machine niet weg kan rollen.<br />

De achterwielen in de stand voor een bocht zetten.<br />

LET OP! Als de machine meer dan 45° helt moet<br />

de accu verwijdert worden.


NL<br />

NEDERLANDS<br />

AANDRIJFRIEM MOTOR - DUBBELE<br />

RIEMSCHIJF<br />

1. De riembeugel L bij de motorriemschijf losmaken<br />

en opzij draaien (afb 20).<br />

2. De riemgeleiding M bij de dubbele riemschijf<br />

losschroeven en wegnemen.<br />

3. De riemgeleiding N bij de spanrol van de krachtaansluiting<br />

losschroeven en wegnemen.<br />

4. De V-riem wegnemen.<br />

5. De nieuwe V-riem monteren met de overige delen<br />

in omgekeerde volgorde.<br />

6. De riembeugel L bij de motorriemschijf moet,<br />

wanneer de V-riem gespannen is, 3 - 5 mm van de<br />

V-riem liggen.<br />

AANDRIJFRIEM MOTOR - TRANSMISSIE<br />

1. De riembeugel L bij de motorriemschijf losmaken<br />

en opzij draaien (afb 20).<br />

2. De onderste V-riem aflichten.<br />

3. De spanrol O op de koppelingsarm losschroeven.<br />

4. De V-riem wegnemen.<br />

5. De nieuwe V-riem monteren met de andere delen<br />

in omgekeerde volgorde. Het monteren wordt<br />

vereenvoudigd als het pedaal ingedrukt is.<br />

6. De koppelingsstang bijstellen, (zie “Afstellen<br />

van de koppeling”).<br />

7. De riembeugel L bij de motorriemschijf moet,<br />

wanneer de V-riem gespannen is (de onderste), 3 -<br />

5 mm van de V-riem liggen.<br />

AFSTELLEN VAN DE KETTING<br />

Classic - 2000 - Senator:<br />

Als de ketting te slap is kan hij gespannen worden<br />

door de moer P verder op de spanschroef te schroeven.<br />

Span de ketting niet te hard (afb 21A).<br />

President:<br />

Als de ketting slap hangt, kan hij worden gespannen<br />

door schroef P los te maken.Druk het kettingwiel<br />

naar beneden om de ketting te spannen. Haal<br />

vervolgens de schroef goed aan. Span de ketting<br />

niet te hard op (afb 21B).<br />

AFSTELLEN VAN DE KOPPELING<br />

Het koppelingsstangetje moet zo afgesteld worden<br />

dat de speling in het pedaal 5 - 10 mm bedraagt.<br />

De speling van de koppeling wordt afgesteld met<br />

de moeren Q. Schroef de moeren op de koppelingsstang<br />

dan neemt de speling toe (afb 22).<br />

AFSTELLEN VAN DE STUURKABEL<br />

Na einige uren draaien moet de stuurkabel afgesteld<br />

worden<br />

Span de stuurkabel door de moer R in te schroeven<br />

(afb 23). BELANGRIJK! Het “schroefeinde”<br />

moet vastgehouden worden tijdens het afstellen.<br />

Zet een stelsleutel of iets dergelijks op de sleutelafplatting<br />

op het “schroefeinde”.<br />

De stuurkabel moet zo afgesteld worden dat alle<br />

speling weg is.<br />

VERWISSELEN VAN DE STUUR-<br />

KABEL<br />

De stuurkabel is onderhevig aan slijtage en moet<br />

indien nodig vervangen worden.<br />

1. Demonteer de kapotte stuurkabel.<br />

2. Bevestig het “moereinde” van de stuurkabel met<br />

de schroef S. De schroef niet geheel aantrekken<br />

(afb 23).<br />

3. Leg de stuurkabel in de groef van de stuurschijf<br />

en op de kabelrollen T en U.<br />

4. Wikkel de stuurkabel 1 omwenteling met de<br />

klok mee op de inwendige helft van de stuurrol<br />

(achter het gat in de stuurrol).<br />

5. Druk de vastgeklonken pen i het gat van de<br />

stuurrol.<br />

6. Rol de stuurkabel nog 1 omwenteling op de<br />

stuurrol (vóór het gat in de stuurrol).<br />

7. Leg de stuurkabel op de kabelrollen V en X.<br />

8. Leg de stuurkabel in de groef van de stuurschijf<br />

en steek het “schroefeinde” van de kabel door het<br />

gat in de opgelaste hoek op de stuurschijf.<br />

9. Monteer de veer op het uiteinde van de schroef<br />

en bevestig hem met plaatje en moer R.<br />

10. Zet de kabelhouders volgens de afbeelding en<br />

trek de schroeven aan.<br />

11. Trek de schroef S aan.<br />

12. Span de stuurkabel door de moer R in te<br />

schroeven. BELANGRIJK! Het “schroefeinde”<br />

moet vastgehouden worden tijdens het afstellen.<br />

Zet een stelsleutel of iets dergelijks op de sleutelafplatting<br />

op het “schroefeinde”. Bevestig de


NEDERLANDS<br />

NL<br />

struurkabel zodanig dat alle speling eruit is en vet<br />

de kabel in.<br />

13. Na einige uren rijden moet de kabel opnieuw<br />

afgesteld worden.<br />

14. Span de stuurkabel niet te hard. Dat veroorzaakt<br />

onnodige slijtage van de stuurkabel, rollen<br />

etc.<br />

AFSTELLEN VAN DE NEUTRALE<br />

STAND (President)<br />

Als de machine beweegt ("kruipt") wanneer de<br />

aandrijfhendel in de gemarkeerde neutrale stand<br />

staat, moet hij worden afgesteld.<br />

1. Start de motor en laat hem stationair draaien.<br />

2. Het koppelingspedaal mag niet zijn ingetrapt.<br />

(Daarvoor is vereist dat er een persoon op de zitting<br />

zit, anders stopt de motor).<br />

3. Maak de schroeven Y iets los (afb 24).<br />

4. Verplaats, met de aandrijfhendel in de neutrale<br />

stand, gelijktijdig het sperplaatje en de aandrijfhendel<br />

voorzichtig voorwaarts of achterwaarts totdat<br />

de machine helemaal stil staat.<br />

5. Haal de schroeven Y weer aan.<br />

Bij de achterste schroef zit een excentrisch afstandsstuk.<br />

Door deze te draaien kunt u afstellen<br />

hoe ver de aandrijfhendel achterwaarts kan worden<br />

bewogen, d.w.z. wat de maximumsnelheid bij het<br />

achteruitrijden mag zijn.<br />

De snelheid bij het achteruitrijden kan worden afgesteld<br />

tussen 6 - 10 km/u.<br />

Stel de snelheid voor achteruitrijden<br />

niet onnodig hoog af. De machine is dan<br />

moeilijk onder controle te houden.<br />

AFSTELLEN VAN DE AANDRIJF-<br />

HENDEL (President)<br />

De inertie van de aandrijfhendel kan worden afgesteld<br />

door de borgmoer Z in of uit te draaien (afb<br />

25).<br />

Als de functie "snelheid vasthouden"gewenst<br />

wordt, dient de moer te worden ingeschroefd. De<br />

aandrijfhendel blijft dan in de ingestelde stand<br />

staan. Om de aandrijfhendel te verplaatsen is dan<br />

meer kracht nodig.<br />

Als de moer wordt uitgeschroefd is de hendel gemakkelijker<br />

te verplaatsen. Het kan echter tot gevolg<br />

hebben dat de hendel voortdurend moet<br />

worden vastgehouden.<br />

Stel de inertie af naar uw persoonlijke wens en<br />

naar het soort gazon dat u heeft.<br />

AFSTELLEN VAN DE REM (Classic -<br />

2000 - Senator)<br />

De machine heeft een schijfrem op de versnellingsbak.<br />

Als de remwerking niet voldoende is als de pedaal<br />

ingetrapt wordt, doet men als volgt:<br />

De stelmoer A inschroeven (afb 26).<br />

BELANGRIJK! De rem niet aanliggen als de rempedaal<br />

losgelaten is.<br />

Controleer na het instellen dat de koppeling altijd<br />

geactiveerd wordt voor de rem.<br />

<strong>STIGA</strong> behoudt zich het recht voor om de produkten te wijzigen<br />

zonder voorafgaande waarschuwing.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!