Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
11.2.6 Flenzen en flenspakking<br />
In de leidingen mogen alleen voorlasflenzen van ten minste PN 25 zijn toegepast.<br />
Naast de uitvoering waarbij de pakking is opgesloten zijn ook flenzen met een verhoogd dichtvlak toegestaan.<br />
De toe te passen pakkingen moeten zijn vervaardigd van propaan/butaan-bestendig materiaal<br />
en moeten voldoen aan tabel 10-III.<br />
11.2.7 Afwerkingen corrosiebescherming<br />
Het leidingnet moet aan de buitenzijde doelmatig tegen corrosie zijn beschermd.<br />
Een bovengronds leidingnet is doelmatig tegen corrosie beschermd indien de leidingen zijn vervaardigd<br />
uit corrosiebestendig materiaal of door een verflaag zijn beschermd.<br />
Een ondergronds leidingnet is doelmatig tegen corrosie beschermd indien de leidingen zijn vervaardigd<br />
uit corrosiebestendig materiaal of zijn voorzien van een corrosiebeschermende bekleding.<br />
De bekleding moet zijn uitgevoerd volgens tabel 10-IV.<br />
Indien het rapport van KIWA aantoont, dat de specifieke elektrische bodemweerstand lager is dan<br />
100 Ohm.m moeten stalen leidingen tevens voorzien zijn van kathodische bescherming. (zie ook<br />
8.3.15 en 8.4.14).<br />
11.2.8 Afsluiters<br />
De toegepaste afsluiters moeten van een door de Dienst voor het Stoomwezen goedgekeurd type<br />
zijn. Voor reservoirs met een inhoud groter dan 5 m 3 moeten de afsluiters zijn vervaardigd van staal,<br />
smeedbaar gietijzer of nodulair gietijzer, mits van doelmatige kwaliteiten met een rek van ten minste<br />
10% (gemeten op 1 = 5d). Voor reservoirs met een inhoud van ten hoogste 5 m 3 mogen de afsluiters,<br />
die niet in verbinding staan met de bewaarde vloeistof, zijn vervaardigd van een koperlegering.<br />
Direct op de aansluitingen van het reservoir moeten, met uitzondering van de aansluitingen voor de<br />
veiligheidskleppen en de niveau-aanwijzing, handbedienbare afsluiters zijn aangebracht. Reservoirs<br />
die niet zijn voorzien van een mangat en zijn voorzien van een vulklep overeenkomstig 10.6.11<br />
behoeven niet te zijn voorzien van een afsluiter op de vulaansluiting. Met uitzondering van de afsluiters<br />
die zijn aangebracht op reservoirs met een inhoud van ten hoogste 5 m 3 en die niet in verbinding<br />
staan met de bewaarde vloeistof moeten deze afsluiters brandveilig (“fire safe”) zijn uitgevoerd.<br />
Toelichting:<br />
Een brandveilige afsluiter is een afsluiter, die, door constructie en/of uitwendige bescherming bij<br />
blootstelling aan brand, zijn dichtheid naar buiten en zijn afsluitende functie voldoende behoudt.<br />
De bestaande testspecificaties, die aan het begrip “fire safe” ten grondslag liggen, staan ter discussie.<br />
Nieuwe testspecificaties, geldig voor verschillende typen afsluiters, zijn in voorbereiding. Voor<br />
“soft-seated ball valves” wordt vooralsnog de norm BS 5146 Appendix A gehanteerd.<br />
In leidingen, die onder het niveau van de bewaarde vloeistof steken, moeten op zo kort mogelijke<br />
afstand van de hiervoor genoemde afsluiters op afstand bedienbare afsluiters zijn gemonteerd. De op<br />
afstand bedienbare afsluiters moeten voorzien zijn van een (open/dicht) standaanwijzer. De afsluiters<br />
moeten na bediening binnen 15 seconden sluiten.<br />
Indien over de op afstand bedienbare afsluiter een drukverschil bestaat dat gelijk is aan ten minste de<br />
beoordelingsdruk van het reservoir, moet de goede werking van de afsluiter dusdanig gewaarborgd<br />
zijn, dat deze in gesloten toestand niet lekt en op normale wijze gesloten kan worden.<br />
De afstandbediening mag niet blokkeerbaar zijn.<br />
Indien een tubelure van het reservoir geen grotere doorlaat heeft dan 2 mm 2 zijn de op afstand<br />
bedienbare afsluiters niet vereist.<br />
Afsluiters met een diameter groter dan DN 50 (2") moeten zijn van het type flensafsluiter. Afsluiters<br />
waarvan de diameter niet groter is dan DN 50 (2") mogen zijn uitgevoerd met conische schroefdraad<br />
van het type NPT, mits daarbij geen gebruik wordt gemaakt van hennep of dergelijk vezelmateriaal.<br />
<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 23 <strong>Propaan</strong> Pagina 96/127