17.05.2015 Views

Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Propaan - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

11.2.9 Doorstroombegrenzers en terugslagkleppen<br />

Doorstroombegrenzers en terugslagkleppen moeten van een door de Dienst voor het Stoomwezen<br />

goedgekeurd type zijn.<br />

Een doorstroombegrenzer mag ingesloten stand geen grotere doorlaat hebben dan 2 mm 2 .<br />

11.2.10 Ontlastkleppen<br />

In vloeistofleidingen moeten de leidinggedeelten tussen twee afsluiters, door middel van een ontlastklep,<br />

beschermd zijn tegen een ontoelaatbare drukstijging. Deze ontlastkleppen, die direct op de leiding<br />

moeten zijn aangesloten, dienen geschikt te zijn voor propaan/butaan en voorzien te zijn van een<br />

type goedkeuring van de Dienst voor het Stoomwezen.<br />

De ontlastkleppen moeten voldoende capaciteit – berekend op de uitzetting van de ingeblokte vloeistofhoeveelheid<br />

– hebben. De ontlastkleppen in de perszijde van de propaan/butaan-pomp moeten<br />

zijn ingesteld op een druk die ten minste 100 kPa (1 bar) hoger is dan de beoordelingsdruk van het<br />

reservoir vermeerderd met de druk waarbij de overstortklep van de pomp opent. Het afblazen van de<br />

ontlastkleppen dient te geschieden op een veilige plaats waar voldoende natuurlijke ventilatie is.<br />

Eventuele afvoerleidingen moeten niet afgesloten kunnen worden en moeten beschermd zijn tegen<br />

regeninslag.<br />

11.2.11 Pomp<br />

11.2.11.1 Algemeen<br />

De pomp voor het vullen van flessen moet:<br />

• zijn geconstrueerd voor het verpompen van propaan/butaan;<br />

• de goedkeuring hebben van de Dienst voor het Stoomwezen;<br />

• zijn voorzien van een doelmatig ingestelde overstort met een afvoer naar het reservoir waaruit de<br />

pomp afzuigt. Deze overstortklep moet de capaciteit van de pomp bij de ingestelde druk kunnen<br />

verwerken. Bij tanks met een inhoud tot 8 m 3 is het niet noodzakelijk dat de overstort wordt voorzien<br />

van een afvoer naar de tank.<br />

(Toelichting: op kleine tanks is vaak geen tubelure voor de overstortaansluiting beschikbaar. De<br />

levensduur van de pomp kan in die gevallen geringer zijn.)<br />

• aan de perszijde zijn beschermd door middel van een ontlastklep van voldoende capaciteit, berekend<br />

op de uitzetting van de eventuele ingeblokte vloeistof.<br />

De aansluiting van een leiding aan de pomp moet zodanig zijn uitgevoerd dat in het pomplichaam<br />

geen ontoelaatbare mechanische spanningen kunnen optreden.<br />

11.2.11.2 Dompelpomp<br />

Indien een dompelpomp wordt toegepast moet zijn voldaan aan het volgende.<br />

a. De constructie moet zodanig zijn dat daardoor geen ontoelaatbare belastingen op het reservoir veroorzaakt<br />

worden. Daarbij moet niet alleen aan het gewicht van de onderdelen gedacht worden<br />

maar ook aan extra mechanische belastingen door het bedrijf, starten of stoppen van de pomp alsook<br />

aan mogelijke trillingen.<br />

b. Dompelpompen moeten gemonteerd en gedemonteerd kunnen worden ook bij een gevuld reservoir<br />

(zie bijlage V).<br />

(Dat houdt in principe in dat de pomp in een schacht geplaatst is die van het reservoir kan worden<br />

afgesloten en waarvan de afdichtflens bij een gevuld reservoir kan worden verwijderd). Op de<br />

schacht, of in verbinding daarmee, moet een aansluiting voor de toevoer van stikstof zijn aangebracht.<br />

De aansluitingen mogen geen grotere doorlaat hebben dan 2 mm 2 . De op het schachtdeksel<br />

aangesloten leidingen mogen het verwijderen van het deksel niet belemmeren.<br />

c. Alle leidingaansluitingen, uitgezonderd de doorvoeringen volgens e., op de afdichtflens van de<br />

schacht met een doorlaat groter dan 2 mm 2 moeten in de tank voorzien zijn van een doorstroombegrenzer<br />

die afgesteld is op ten hoogste 1,5 maal de grootste tijdens normaal bedrijf optredende<br />

stromingen voor de pomp op ten hoogste 125 liter per minuut.<br />

d. Er moeten voorzieningen getroffen zijn om te zorgen dat bij demontage van de pomp uit een gevuld<br />

reservoir slechts geringe hoeveelheden butaan/propaan vrij kunnen komen.<br />

(In principe houdt dit in dat in de pomp en de schacht aanwezig vloeibaar butaan/propaan met<br />

behulp van stikstof naar het reservoir teruggedrukt wordt, en dat gecontroleerd wordt dat de afslui-<br />

<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 23 <strong>Propaan</strong> Pagina 97/127

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!