17.11.2012 Views

chirurgie - Europa Ziekenhuizen

chirurgie - Europa Ziekenhuizen

chirurgie - Europa Ziekenhuizen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN<br />

Site St-Elisabeth<br />

| www.europaziekenhuizen.be • euroscoop@europaziekenhuizen.be |<br />

Site St-Michel<br />

N r 12 • December 2008<br />

AFGIFTEKANTOOR: BRUSSEL X<br />

HARTCHIRURGIE<br />

Site 2 Alice


INHOUD<br />

EDITO 04<br />

E. NEWS<br />

- Nieuwe medewerkers 05<br />

- Centrum voor In Vitro Fertilisatie van St-Elisabeth 05<br />

- De Stone Clinic 06<br />

- Mimi’s regenboog van St-Michel 13<br />

- Colorectale <strong>chirurgie</strong> 14<br />

- Optimale lichaamsbeweging 16<br />

- Overlijden van de Heer André de Neve de Roden 16<br />

DOSSIER: HARTCHIRURGIE 16<br />

- De pioniers van hart<strong>chirurgie</strong> Prof. Raphaël SUY 18<br />

- Een brug over the River… of life Dr Jean-Christophe FUNKEN 23<br />

- Chirurgische behandeling valvulopathieën Dr Jean-Marie VAN CASTER 26<br />

Richtlijnen<br />

- Met open hart Dr Jean-Christophe FUNKEN 29<br />

- Hart<strong>chirurgie</strong> en intensieve zorgen Dr Didier DELMARCELLE 31<br />

- De hartrevalidatie Dr Martine DETHY 32<br />

- Hart<strong>chirurgie</strong> en atriumfi brillatie Dr Bernard DERUYTER 34<br />

- Klinische Paden Mevr. Anne-Bérengère 36<br />

VANDAMME<br />

Mevr. Sylvie MICHOTTE<br />

Dr Jim ILUNGA<br />

WAARVOOR DIENT DEZE TECHNIEK?<br />

- ECC Dr Jean-Christophe FUNKEN 38<br />

IN ELECTRO VERITAS<br />

- Atriumfi brillatie Dr Bernard DERUYTER 40<br />

VOEL JE GOED IN JE VEL<br />

- Keloïden en hypertrofi sche littekens Dr Francis AUPAIX 42<br />

IN PRAKTIJK<br />

- Behandeling van darmocclusie bij het levenseinde Dr Michel STROOBANT 44<br />

EVENEMENTEN<br />

- “OPENDEURDAG” spoedgevallen mei 2008 Dr Guy AUSSEMS 46<br />

VOLGEND NUMMER<br />

- Pediatrie 47<br />

St-Elisabeth<br />

De Frélaan 206, 1180 Brussel<br />

Tel.: 02 373 16 11 - Fax: 02 373 18 96<br />

Spoedgevallen 24 u/24 - Tel.: 02 373 16 00<br />

St-Michel<br />

Linthoutstraat 150, 1040 Brussel<br />

Tel.: 02 737 80 00 - Fax: 02 737 80 01<br />

Spoedgevallen 24 u/24 - Tel.: 02 737 89 00<br />

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER<br />

Dr Marc Van Campenhoudt<br />

HOOFDREDACTEURS<br />

Dr Roxane Audistère<br />

Dr Pierre Nys<br />

REDACTIE ASSISTENTE<br />

Mevr. Jacqueline Snoeck<br />

COORDINATIE<br />

Dr Roxane Audistère<br />

Mevr. Chantal Dekempeneer<br />

REDACTIERAAD<br />

Dr Dorothée Berben<br />

Dr Leopold Ghijselings<br />

Dr Frédéric Haven<br />

Dr Daniel Hublet<br />

Dr Luca Leone<br />

Dr Carl Salembier<br />

Dr Jean-Marie van Caster<br />

Dr Guy Vielle<br />

GRAFISCHE VORMGEVING & DRUK<br />

Maca-Cloetens<br />

Illustraties: P. Maka<br />

REDACTIE ADRES<br />

Euroscoop<br />

Site St-Elisabeth<br />

De Frélaan 206<br />

1180 Brussel<br />

Tel.: 02 373 16 89<br />

Fax: 02 373 18 96<br />

E-mail: euroscoop@europaziekenhuizen.be<br />

Tijdschrift voor het medisch korps.<br />

Geneesheren die Euroscoop wensen<br />

te ontvangen mogen contact opnemen<br />

met de redactie.<br />

De inhoud van de artikels valt onder de exclusieve<br />

verantwoordelijkheid van de auteurs.<br />

Alle rechten voorbehouden, met inbegrip van vertalingen.<br />

2 Alice<br />

Groeselenberg 57, 1180 Brussel<br />

Tel.: 02 373 45 11 - Fax: 02 373 46 86<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 03


EDITO<br />

50 jaar geleden waagden twee jonge mensen zich om, met een kloppend hart in de keel, elkaar het jawoord te geven en elkaar<br />

voor eeuwig hun hart te schenken…<br />

50 jaar geleden was er ook een jonge waaghals, Jean Buisseret, die met een klein hartje de allereerste hart<strong>chirurgie</strong> onder systemische<br />

hypothermie uitvoerde in het St-Elisabeth ziekenhuis in Ukkel!<br />

Zodra de eerste passie gekoeld is, denkt het jonge koppel al af en toe eens na over de toekomst en zo begint dan pas een allerminst<br />

gemakkelijk verhaal…<br />

Beide partners werken aan hun relatie, voortdurend proberen ze zich te verbeteren... er wordt gemopperd, gehuild, enthousiaste en<br />

gespannen momenten volgen elkaar op… ze groeien naar elkaar toe, er volgt hereniging, maar dan opnieuw… wordt er gefoeterd,<br />

geschreeuwd,… er volgt verzoening… dat is leven!<br />

Rare alchemie, een eigenaardige mengeling van enthousiasme en creativiteit waar soms een zweem van teleurstelling of ontmoediging<br />

de kop opsteekt. De doemdenkers zullen de nadruk leggen op “wat niet gaat in de relatie” en zien dikwijls de splinters in het oog van de<br />

ander, maar niet de balk in hun eigen! De warmhartigen zullen zich afvragen hoe het zit met hun eigen persoonlijke bijdrage maar zullen<br />

zich ook vragen stellen over hun respectievelijke verantwoordelijkheden. Zo vergaat het elke menselijke relatie… Het ziekenhuis ontsnapt<br />

niet aan deze regel: altijd ten dienste van de geneeskunde en voortdurend op ontdekkingstocht naar nieuwe aspecten, met als enig doel om<br />

van deze humane wetenschap… de “minst onexact mogelijke wetenschap” te maken…<br />

Deze Euroscoop staat vol met krachttoeren op microscopische schaal. Laat de uitvoerders ervan gerust de exclusiviteit van het<br />

gebruik van de 8/0 draden! Pagina na pagina zult u hier hun boeiende heldendaden ontdekken.<br />

Maar laat ons niet vergeten om ons te concentreren op de “kleine dingen van menselijke afmeting”, dingen die ons de richting aangeven<br />

en die ons leiden in onze <strong>Ziekenhuizen</strong>.<br />

Ik wil het hier graag hebben over de lange ontwikkeling van het project Klinische Paden en meer bepaald het klinisch pad van de<br />

hart<strong>chirurgie</strong>, over de vastberadenheid van alle protagonisten in het concept van volledige en optimale opvang van de geopereerde<br />

hartpatiënt,… over het succes van dit model dat nu uitgroeit tot een referentiemodel voor alle verzorgingsinstellingen in België.<br />

Ik wilde u ook de Kunst van het Luisteren laten ontdekken die georganiseerd wordt voor het personeel en gesubsidieerd door onze Directie.<br />

Nursingpersoneel, brancardiers, leden van de pastorale dienst, artsen e.a. ontmoeten er elkaar om samen de kwaliteit van de relatie met<br />

de patiënt te verbeteren. Het aanleren van de techniek van het luisteren wordt afgewisseld met het delen van de emotionele momenten na<br />

een bijzondere ervaring met een zieke.<br />

Laat ons de groep voor Kwaliteitsbevordering niet vergeten die huisartsen en specialisten samenbrengt rond dezelfde tafel om na te<br />

denken over de praktische modaliteiten ter verbetering van de kwaliteit van de verzorging.<br />

Het is moeilijk en zelfs illusoir om u hier een volledige lijst te geven van alle initiatieven die het licht zien in onze diensten.<br />

Ik hoop dat al diegenen, waarvan ik het enthousiasme en de inzet niet vermeld heb, zich niet gekwetst voelen….<br />

Ik hoop dat zij die vinden dat “we ter plaatse blijven trappelen” mild zullen zijn… we gaan vooruit… stap voor stap…<br />

50 jaar later hebben onze twee jonge waaghalzen beiden met succes een bypass-operatie ondergaan in onze <strong>Ziekenhuizen</strong>…<br />

50 jaar later geeft iedereen – wat die ook doet in ons ziekenhuis – nog steeds het beste van zichzelf en probeert ten dienste te staan van de<br />

patiënten om ze te helpen bij hun genezing… kortom om ze met hart en ziel bij te staan in hun revalidatie.<br />

Is dit niet simpelweg een ziekenhuis met een hart?<br />

Dr Roxane Audistère<br />

Hoofdredacteur<br />

04 | N r 12 - DECEMBER 2008


Nieuwe medewerkers<br />

Gynaecologie Gynaecologie - - Obstetrica<br />

Obstetrica<br />

Dr DE BRAEKELAER Stéphane<br />

UCL 1999<br />

Gynaecologie - Obstetrica<br />

Site St-Michel<br />

Anatomo-Pathologie<br />

Dr LEGRAND Laetitia<br />

UCL 2008<br />

Anatomo-Pathologie<br />

Site St-Elisabeth<br />

Radiologie<br />

Dr VAN DAMME Stijn<br />

KUL 2003<br />

Radiologie<br />

Site St-Michel<br />

Neurologie<br />

Dr RUTGERS Matthieu<br />

UCL 2002<br />

Neurologie<br />

Interesse:<br />

Vasculaire neurologie<br />

Sites St-Elisabeth – 2 Alice<br />

Geriatrie<br />

Dr ALMPANIS Carole<br />

UCL 2002<br />

Geriatrie<br />

Sites St-Elisabeth – 2Alice – St-Michel<br />

E. NEWS<br />

Cervico-faciale heelkunde<br />

heelkunde<br />

Dr VAN GEEM Christophe<br />

UCL 2003<br />

NKO<br />

Interesse:<br />

Cervico-faciale heelkunde<br />

Site St-Michel<br />

Centrum voor In Vitro Fertilisatie<br />

van St-Elisabeth<br />

De equipe van het centrum voor In Vitro Fertilisatie van de<br />

<strong>Europa</strong> <strong>Ziekenhuizen</strong> (site St-Elisabeth) wordt uitgebreid. De<br />

reeds bestaande samenwerking met het I.V.F. centrum van<br />

U.C.L. St-Luc wordt eveneens uitgebreid naar het I.V.F. centrum<br />

K.U.L. Gasthuisberg.<br />

Dr Brigitte Schrurs (2),<br />

Gynaecologe gespecialiseerd in infertiliteit en andrologie<br />

Dr Inge Van der Heyden (3),<br />

Gynaecologe gespecialiseerd in infertiliteit en fertiliteits<strong>chirurgie</strong><br />

Mme Stéphanie Vandermeersch (4),<br />

Infertiliteitsverpleegkundige – patiëntenbegeleiding<br />

Mme Sofi e Van Driessche (1),<br />

Verpleegkundige-vroedvrouw –<br />

patiëntenbegeleiding en bloedafnames<br />

AFSPRAKEN<br />

Tel.: 02/373 17 30/31<br />

Fax: 02/373 17 35<br />

E-mail: s.vandermeersch@europaziekenhuizen.be<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 05


E. NEWS<br />

De STONE CLINIC van de sites<br />

St-Elisabeth en St-Michel<br />

1. INLEIDING<br />

In de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen werd een STONE CLINIC geopend,<br />

op de sites St-Elisabeth en St-Michel. Waarom?<br />

De prevalentie (ongeveer 9 %) en de incidentie van nierstenen<br />

zijn de laatste decennia toegenomen o.a. omwille van het<br />

obesitas-fenomeen en een verandering in de eetgewoonten.<br />

De huisartsen worden steeds vaker geconfronteerd<br />

met patiënten die koliekpijnen vertonen. Wanneer de<br />

thuisbehandeling niet echt helpt of wanneer het een<br />

gecompliceerde niersteenkoliek is, zal een hospitalisatie in<br />

de dienst UROLOGIE nodig zijn om de steen te elimineren.<br />

In geval van recidiverende stenen zal in de dienst<br />

NEFROLOGIE een metabool bilan worden opgemaakt,<br />

met de bedoeling de oorzaak van de steen te identifi ceren<br />

en recidief te voorkomen.<br />

Indien de oorzaak te vinden is in de voeding of wanneer<br />

een specifi ek dieet aangeraden is, zal de patiënt een<br />

gespecialiseerde DIËTIST(E) raadplegen, die hem<br />

een aangepast dieet zal voorstellen in functie van de<br />

aard van de niersteen.<br />

Een snelle en multidisciplinaire aanpak van lithiasepatiënten<br />

maakt het dikwijls mogelijk om ernstige complicaties<br />

(urosepsis, nierinsuffi ciëntie) te vermijden, maar<br />

ook om pijnlijke recidief voor de patiënt te voorkomen en<br />

ook het kostenplaatje voor de maatschappij te drukken.<br />

2. OPNAME IN DE DIENST UROLOGIE<br />

Een crisis van niersteenkolieken<br />

Een crisis van niersteenkolieken wordt veroorzaakt door een<br />

bruuske verhoging van de druk en een dilatatie van pyeloureterale<br />

kelk als gevolg van een ureterobstakel. Dit geeft<br />

aanleiding tot kenmerkende koliekpijnen.<br />

1. Anamnese<br />

Over het algemeen beschrijft de patiënt een brutale, heftige<br />

en krampachtige abdominale pijn. Hij is onrustig en vindt geen<br />

kalmerende positie. De pijnen doen zich vooral in de fl ank voor<br />

en stralen uit naar de darmbeenholte en/of naar de externe<br />

genitale organen. Dit kan gepaard gaan met irriterende<br />

06 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

mictiepijnen wanneer de niersteen zich dicht bij de blaas<br />

bevindt. Ook gaat dit dikwijls samen met nausea en braken.<br />

De klachten zijn ook soms atypisch, wat de diagnose moeilijk<br />

maakt. Men zal dan moeten zoeken naar een persoonlijke<br />

voorgeschiedenis of familiale lithiase antecedenten.<br />

De patiënt heeft soms antecedenten van darmziekten,<br />

immobilisatieproblemen of deshydratatie.<br />

2. Klinisch onderzoek<br />

De patiënt heeft geen koorts, behalve indien er associatie is<br />

met een urinewegeninfectie. In dat geval is een dringende<br />

hospitalisatie nodig. Aan de kant waar de lithiase zich voordoet,<br />

zijn er dikwijls lumbaire schokken. De patiënt vertoont ook<br />

soms een pijn bij palpatie van de darmbeenholte wanneer<br />

de niersteen zich bevindt in de pelvisureter. Er kan zich ook<br />

een verlammende darmafsluiting voordoen zonder echte<br />

peritoneale tekenen.<br />

3. Bijkomend onderzoek<br />

Het onderzoek van de urine toont dikwijls een microhematurie.<br />

Wanneer deze geassocieerd is met een pyurie en<br />

een bacteriurie dient gevreesd voor een geïnfecteerde lithiase.<br />

Het bloedonderzoek kan een licht infl ammatoir syndroom<br />

vertonen en een lichte nierinsuffi ciëntie.<br />

De medische beeldvorming<br />

In het verleden werd de IVU (intraveneuze urografi e) beschouwd<br />

als de “gold standard” van de diagnosetechnieken<br />

voor een crisis van niersteenkolieken.<br />

Sinds enkele jaren wordt de CTscan à blanc van het<br />

abdomen als alternatief gebruikt. Het voordeel van dit<br />

onderzoek is dat het snel kan worden uitgevoerd zonder<br />

contrastvloeistof. Te meer, het laat niet enkel toe om de<br />

plek en de grootte van de niersteen te bepalen, maar ook<br />

de densiteit ervan (en dus de chemische samenstelling).


1 2<br />

Dit onderzoek maakt het ook mogelijk om andere diagnoses<br />

uit te sluiten - urologische en niet urologische - en is dus<br />

als onderzoek de eerste keuze wanneer er een crisis van<br />

niersteenkolieken wordt vermoed.<br />

Een alternatieve methode om de patiënten, die een acute<br />

pijn in de fl ank vertonen, te evalueren, is de combinatie<br />

van een ureter onderzoek en een echografi e van de<br />

urinewegen. Men kan misschien de uitstralingspijnen van<br />

de patiënt verminderen, maar het is niet altijd evident om<br />

een niersteen aan te tonen.<br />

4. Behandeling<br />

Het belangrijkste is de patiënt zo snel mogelijk te verlichten.<br />

De NSAI hebben duidelijk hun therapeutische superioriteit<br />

getoond tov de antispasmodica (Buscopan®, Spasfon®). Over<br />

het algemeen begint men met 50 mg diclofenac, 3 x per dag.<br />

Indien de pijn aanhoudt, kan men er paracétamol of<br />

tramadol aan toevoegen. In geval van zware crisis is het soms<br />

nodig om te behandelen met narcotische analgetica.<br />

Wanneer het radiologisch onderzoek aantoont dat de steen<br />

zich bevindt in de distale ureter, wordt een alfa-blokkerende<br />

behandeling toegediend met Tamsulosine HCl® 0,4 mg/dag.<br />

Deze behandeling ontspant niet enkel de gladde spiervezels<br />

van de blaashals, maar ook die van de distale intra-murale ureter<br />

en vergemakkelijkt de doorgang van de distale nierstenen<br />

Men zal aan de patiënt vragen om de urine te fi lteren bij elke<br />

mictie. Dit kan gebeuren met een koffi efi lter, een zeef of een<br />

“Calcu-catch”, die speciaal daarvoor werd ontwikkeld in de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen.<br />

Het is inderdaad belangrijk om de niersteen<br />

op te vangen, niet enkel om een bevestiging te krijgen van zijn<br />

uitstoot, maar ook om nadien deze te kunnen analyseren.<br />

De grootte, de lokalisatie en de vorm van de niersteen maar<br />

ook de ernst van de klachten beïnvloeden de beslissing<br />

op het eventueel weghalen van de niersteen. Indien de<br />

niersteen kleiner of gelijk is aan 4 mm, heeft de patiënt 80 %<br />

kans om hem uit te stoten. Voor nierstenen van meer dan<br />

6 mm zijn de spontane eliminatiekansen heel miniem.<br />

De kansen op spontane eliminatie bedragen +/- 25 % voor<br />

de nierstenen van de proximale ureter, en +/- 45 % voor de<br />

nierstenen van de middelureter en +/- 70 % voor nierstenen<br />

in de distale ureter.<br />

Tabel 1. Wanneer moet men de patiënt doorverwijzen<br />

naar de dienst spoedgevallen?<br />

- Koorts - rillingen - verslechtering van de algemene toestand = spoed!<br />

- Pyurie - bacteriurie<br />

- Anurie<br />

- Pijn zonder respons op orale behandeling<br />

- Persistent braken > 24 uur<br />

- Risicopatiënt (één nier, diabetes, anticoagulantia, …)<br />

- Grote, complexe of multipele niersteen (> 6 mm)<br />

Extra-corporele lithotripsie<br />

Dr Pierre De Groote, Uroloog<br />

1. Principe van de extracorporele Lithotripsie (ECL)<br />

Deze techniek maakt het mogelijk om, via extracorporele<br />

weg, de steen te fragmenteren met akoestische schokgolven<br />

(ultrasonen). De generator van schokgolven varieert volgens<br />

het gebruikte toestel (electromagnetisch, electro-hydraulisch<br />

of piëzo-elektrisch). Deze generator heeft een komvormig<br />

refl ectorsysteem dat de energie kan bundelen en concentreren<br />

op een focaal punt. De schokgolf wordt naar het lichaam<br />

overgebracht via waterig milieu. De niersteen wordt ofwel via<br />

echografi e, ofwel via fl uoroscopie opgespoord; de bedoeling<br />

is om het focaal punt te laten samenvallen met de niersteen<br />

die men wenst te behandelen. De herhaling van de impact<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 07


E. NEWS<br />

van de schokgolf op de niersteen (1000 tot 3500 inslagen<br />

gemiddeld per sessie) heeft de progressieve vernietiging van<br />

de steen tot gevolg.<br />

Sinds de eerste commercialisering van de lithotriptor in 1983<br />

werden belangrijke technische vooruitgangen gerealiseerd.<br />

In het begin werden de patiënten ondergedompeld in<br />

een badkuip gevuld met water en moesten ze worden<br />

verdoofd… Dankzij de toestellen van de laatste generatie<br />

worden de schokgolven veel preciezer gericht met behulp<br />

van een “klein waterkussen” dat op de huid van de patiënt<br />

wordt aangebracht. Het is ook mogelijk om de focalisatie, de<br />

frequentie en de intensiteit van de schokgolven te wijzigen.<br />

In de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen gebruiken wij een lithotriptor van<br />

de laatste generatie, de “PIEZOLITH 3000” van de fi rma Wolf.<br />

De verbeteringen die aan deze lithotriptor werden aangebracht<br />

hebben de verbrijzelresultaten van de stenen aanzienlijk<br />

verbeterd en maken de behandeling vrijwel pijnloos.<br />

Voor deze behandeling is geen specifi eke voorbereiding<br />

nodig, het is een ambulante behandeling en er is geen<br />

anesthesie.<br />

2. Indicatie en resultaten van de ELC<br />

ELC is waarschijnlijk de beste therapeutische benadering voor de<br />

meeste nierstenen. Voor wat betreft de ureterstenen is ELC complementair<br />

t.o.v. de medische en chirurgische behandelingen.<br />

De techniek is verleidelijk en elegant maar moet oordeelkundig<br />

worden toegepast. De grootte, de localisatie en de vermoedelijke<br />

of gekende aard van de steen en of deze een obstructie<br />

veroorzaakt of niet, zijn evenveel elementen die de therapeut<br />

helpen bij de indicatie. De patiënten moeten ook geschikt zijn.<br />

Obesitas-patiënten maken het opsporen van bepaalde stenen<br />

soms moeilijk en verzwakken de kracht van de schokgolf.<br />

Wanneer de verbrijzeling niet lukt, of wanneer er slechts gedeeltelijk<br />

is vergruisd, kunnen een of meer bijkomende behandelingen<br />

worden voorgesteld. Behoudens noodgeval wordt<br />

over het algemeen 15 dagen tussen de sessies genomen om<br />

parenchymschade te voorkomen. Behalve uitzondering, zullen<br />

er maximum 3 sessies op een zelfde steen worden voorgesteld.<br />

Welke ook de soort of aard van de steen is, met ELC bereikt<br />

men een vergruispercentage van 75 %.<br />

3. Contra-indicaties en complicaties van ELC<br />

Zwangerschap, urinewegeninfectie, hemostaseproblemen<br />

en anticoagulantia zijn contra-indicaties voor ELC.<br />

Ernstige complicaties na extracorporele lithotripsie zijn heel<br />

zeldzaam maar mogen nooit uitgesloten worden. Meestal<br />

gaat het over septische problemen en de evacuatie van het<br />

steengruis kan soms een niersteenkoliek tot gevolg hebben.<br />

Het risico is evenredig met de grootte van de steen. Voor stenen<br />

waarvan de grootte 1 cm overschrijdt, zal voorafgaandelijk<br />

een Double J ureterstent worden geplaatst. Meestal volgt<br />

binnen de 24 tot 48 uur een macroscopische hematurie. Deze<br />

is banaal, maar de patiënt dient wel gewaarschuwd.<br />

Drs Sylvain Nesa en Jan Benijts, Urologen<br />

08 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

3<br />

Ureteroscopie<br />

Sinds het begin van de jaren 80 is ureteroscopie de meest<br />

courante indicatie voor behandeling van lithiase van de bovenste<br />

urinewegen.<br />

Deze chirurgische techniek bestaat uit het introduceren van een<br />

endoscoop in de ureter, via de urethra. Deze procedure, die in<br />

85% van de gevallen ambulant verloopt, gebeurt meestal onder<br />

algemene verdoving, zeldzamer onder locoregionale verdoving.<br />

De voortgang van de ureteroscoop en de manipulaties gebeuren<br />

onder voortdurende video-assistentie en fl uoroscopische<br />

controle. De irrigatievloeistof (fysiologisch serum) wordt onder<br />

druk ingespoten om een optimale zichtbaarheid te garanderen.<br />

Alle ureteroscopen beschikken over een kanaal waardoor diverse<br />

instrumenten kunnen worden ingebracht. Zodra men de steen<br />

bereikt, kan men hem in een keer verwijderen, als zijn grootte<br />

dat toelaat. Dikwijls wordt daarvoor een korf of basketsonde gebruikt<br />

(Dormia), ofwel een paktang. Toch is het soms nodig om de<br />

steen te verbrijzelen. De laatste tien jaar gebruikt men vooral de<br />

Holmium-Yag laser. Dit is nu dé referentie voor endocorperele<br />

lithiasevergruizing. Dit toestel beschikt over uitzonderlijke kenmerken,<br />

wat ook de aard en de hardheid van de steen is. Zijn beperkte<br />

penetratie (0,5mm) beperkt eveneens het risico op weefselletsels.<br />

De silicium laservezels zijn soepel en - volgens de behoeften -<br />

beschikbaar in verschillende diameters (200, 365 en 500 microns).<br />

Deze laser maakt het ook mogelijk om letsels te behandelen zoals<br />

stenosen en tumoren, die daarna worden uitgescheiden.<br />

Ondanks de zeer dunne diameter is het toch niet altijd mogelijk<br />

om de proximale ureter of de nier te bereiken. In dat geval worden<br />

een DJ ureterale stent ingebracht (fi jne catheter met één uiteinde<br />

in de nier en het andere einde in de blaas). Dit veroorzaakt een<br />

passieve dilatatie van de ureter en vergemakkelijkt het glijden van<br />

de ureteroscoop na een of twee weken.<br />

Na de procedure blijft deze double J stent veelal zitten. Dit vermijdt<br />

de post-operatieve pijnen van een ureterale ontsteking en heeft<br />

een gunstige invloed op de cicatrisatie van de ureter.<br />

Er bestaan twee soorten ureteroscopen:<br />

De semi-rigide ureteroscopen: zij beschikken over een zekere<br />

fl exibiliteit maar die is beperkt tot een paar graden. Ze zijn de<br />

instrumenten bij uitstek voor ureterale exploratie (meer bepaald<br />

voor de distale ureter). De toegang tot de proximale ureter is soms<br />

moeilijk, zelfs onmogelijk en gevaarlijk. Dit type heeft een beperkte


4<br />

toegangsmogelijkheid tot de nieren. De exploratie van het nierbekken<br />

(voor zover dit mogelijk is) kan slechts gedeeltelijk gebeuren. De<br />

exploratie mid-calix en de onderste urinewegen is onmogelijk.<br />

De soepele ureteroscopen kunnen, dankzij een distale defl exie<br />

van 180°, alle hogere urinewegen exploreren. De ureteroscopen<br />

van de eerste generatie zijn fi broscopen (samengesteld uit optische<br />

vezels). Hun optische resolutie is voldoende, maar beperkt.<br />

Recenter, werd een geminiaturiseerde digitale videocamera (1 mm)<br />

geplaatst op het uiteinde van een endoscoop: dit is de generatie<br />

van de video-ureteroscopen. Dit type ureteroscoop werd<br />

ontwikkeld door de onderneming GYRUS ACMI en deze gebruiken<br />

wij nu al ongeveer een jaar (Invisio Flexible Cystonephroscope).<br />

Door deze technische vooruitgang heeft men de beeldkwaliteit en<br />

de gebruiksvriendelijkheid van het instrument gevoelig kunnen<br />

verbeteren, een conditio sine qua non voor het goede verloop<br />

van de interventie. Deze laatste technologische innovaties,<br />

gecombineerd met de verbeteringen aangebracht aan de<br />

geminiaturiseerde fl exibele instrumenten (toegangsbuisjes,<br />

korfsonde, enz.) zorgen er voor dat de soepele ureteroscoop<br />

een optimaal diagnose- en therapeutisch instrument is<br />

geworden bij de behandeling van nierlithiasen. De indicaties<br />

voor dit toestel zijn uitgebreid. Deze verontwikkelde techniek kan<br />

nu worden gezien als een effi ciënt en weinig traumatisch alternatief<br />

op andere, zwaardere, operatieve technieken.<br />

Ureteroscopie wordt voorgesteld als een weinig invasieve procedure,<br />

maar het blijft toch altijd een delicate chirurgische interventie.<br />

De peroperatieve (ureterwonde of –scheur, bloedingen, ureteravulsie)<br />

en postoperatieve (secundaire ureterstenose) complicaties zijn<br />

zeldzaam maar niet te onderschatten. Het respect van een strikte<br />

chirurgische techniek en het gebruik van geperfectioneerd materiaal<br />

maken het mogelijk om eventuele complicaties te beperken. De<br />

keuze van de procedure dient altijd overlegd met de patiënt.<br />

Percutane nefrolitotomie<br />

Dr Sylvain Nesa, Uroloog<br />

Deze techniek is voorbehouden aan meer complexe nierstenen<br />

(bijvoorbeeld koraalvormige) van meer dan 15 tot 20 mm over hun<br />

grote as, of na het mislukken van de behandeling met schokgolven<br />

of via fl exibele ureteroscopie (Fig. 7).<br />

5<br />

6<br />

7<br />

4. Rigide ureteroscoop. 5. Soepele ureteroscoop.<br />

6. Video-ureteroscoop en soepele ureteroscopie.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 09


8<br />

E. NEWS<br />

Het principe is het volgende: de nierholtes worden rechtstreeks<br />

percutaan gepuncteerd, onder echografi sche en radioscopische<br />

controle.<br />

Het punctietraject wordt gedilateerd met een ballonnetje<br />

en er wordt een camera geïntroduceerd in het operatiekanaal<br />

van +/- 10 mm diameter.<br />

De niersteen(en) wordt(en) geïdentifi ceerd en verbrijzeld met<br />

een pneumatische en/of ultrasone intra-corporele lithotriptor.<br />

De overblijfselen worden via het operatiekanaal verwijderd.<br />

Er wordt een nefrostomiesonde achtergelaten in de nierholtes<br />

gedurende 48 uur na de interventie (Fig. 8).<br />

10 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Dr Pierre De Groote, Uroloog<br />

3. BIJDRAGE VAN HET LABORATORIUM<br />

IN HET METABOLISCH BILAN<br />

Dit zijn de technieken die ontwikkeld zijn sinds de oprichting<br />

van de Stone Clinic:<br />

Urine pH op 3 punten<br />

De pH van de urine wordt gemeten met een pH-strip met een<br />

precisie van 0.5 pH-eenheden. Dit is evenwel te breed om een<br />

precieze diagnose te stellen in het kader van de kristallogenese.<br />

Om dit op te sporen kan het laboratorium de pH van de urine<br />

meten met een precisie van 0.05 pH-eenheden. Er bestaat<br />

inderdaad een duidelijk verband tussen de pH van de urine en<br />

het soort kristallen dat we erin terugvinden.<br />

De meting van de pH in de urine is een relatief betrouwbare<br />

analyse indien de bewaringstijd van de urine bij kamertemperatuur<br />

niet meer dan twee tot drie uur bedraagt.<br />

Kristallurie<br />

Met het doel op het evalueren van het risico op herval bij<br />

lithiase-patiënten, kunnen wij de aanwezigheid van kristallen<br />

controleren in de ochtendurine. Het is aangewezen om de<br />

eerste ochtendurinestalen te gebruiken omdat dit een<br />

grotere concentratie bevat van ionen en kristallen. Het urinestaal<br />

moet worden geanalyseerd binnen de twee uren na mictie. Een<br />

frequente kristallurie (gedefi nieerd als “minstens de helft van<br />

de ochtendurinestalen is positief”) is de meest betrouwbare<br />

indicator voor het risico op een nieuwe productie van nierstenen<br />

bij de producenten van calciumoxalaatstenen. Deze patiënten<br />

krijgen een aantal instructies om beter de waterinname te<br />

verdelen over een etmaal. Een deel van de waterconsumptie<br />

moet ’s avonds vóór het slapen gaan worden ingenomen.<br />

De patiënt dient op de hoogte te zijn van het belang van de<br />

transporttijd van het staal naar het laboratorium (indien dit<br />

problemen stelt, is het beter om het staal ter plaatse te produceren).<br />

Dhr. Franck Vanneste, Apotheker-bioloog<br />

4. DE CONSULTATIE IN NEFROLOGIE, NUT?<br />

Doel?<br />

Het doel van de consultatie in nefrologie is het bepalen van de<br />

etiologie en de bevorderende factoren voor steenvorming om<br />

herval te voorkomen. Om tot dit doel te komen, zal het metabool<br />

profi el worden bestudeerd. In 90% van het metabool bilan bij<br />

recidiverende patiënten wordt een reversibele anomalie<br />

vastgesteld.<br />

Waaruit bestaat dit metabool bilan?<br />

Het metabool bilan bestaat uit een morfologische en<br />

constitutionele analyse van de niersteen (in het geval een<br />

niersteen kon worden gerecupereerd), een bloedonderzoek,<br />

urinedebiet van 24 u om de steenbevorderende factoren op<br />

te sporen en een urinesediment met pH en kristallurie. Soms<br />

wordt een RX à blanc van het abdomen toegevoegd om het<br />

radio-opake karakter van de steen te identifi ceren (calciumlithiase)<br />

of het radio-transparante karakter (urinezuur-steen) van de steen,<br />

wanneer de analyse van de niersteen niet kon gebeuren.<br />

De etiologie van de steen kan vooral worden vastgelegd door<br />

de morfologische en constitutionele analyse van de niersteen.<br />

De niersteen, die via fi ltering van de urine werd opgevangen,<br />

wordt dan naar ons laboratorium gestuurd voor een microscopisch<br />

onderzoek (klassifi catie van Daudon) en een een infrarood<br />

spectrometrie (SPIR) waardoor heel precies de samenstelling<br />

van de verschillende lagen van de niersteen kunnen<br />

worden geïdentifi ceerd, van de kern tot de buitenste laag. De<br />

SPIR-analyse is veel effi ciënter dan de chemische analyse van de<br />

niersteen, dewelke weinig betrouwbaar is.<br />

Zorg er dus voor om samen te werken met een laboratorium<br />

dat u een infrarood analyse kan aanbieden!<br />

Wanneer de niersteen niet kon worden opgevangen, geven de<br />

andere resultaten van de balans meestal de mogelijkheid om<br />

de aard van de steen en de steenbevorderende factoren van de<br />

patiënt te identifi ceren.


Het bilan zal minstens één maand na een episode van<br />

niersteenkolieken, van steenvergruizeling of van een endourologische<br />

ingreep worden uitgevoerd.<br />

Is het nodig om bij elke patiënt<br />

een metabool bilan te realiseren?<br />

Van bij de eerste crisis is het wenselijk om een eerstelijns<br />

bilan te maken in de huisartsenpraktijk om de creatinine<br />

en de bloedcalcemie te meten. De analyse van de<br />

nierstenen VAN DE EERSTE CRISIS maakt eveneens deel<br />

uit van de aanbevelingen van de Europese Vereniging voor<br />

Urologie. De meest frequente niersteen is samengesteld uit<br />

monogehydrateerd calciumoxalaat (type 1a volgens Daudon).<br />

Dankzij de systematische analyse van de eerste steen via de<br />

morfologische en constitutionele analyse met SPIR, kunnen<br />

meer zeldzame maar wel ernstige niersteenbevorderende<br />

genetische ziekten worden opgespoord vooraleer ze het<br />

stadium van ernstige nierinsuffi ciëntie bereiken (bv. Cystinurie<br />

met cystinestenen).<br />

Er moet niet bij elke patiënt in nefrologische consultatie een<br />

metabool bilan worden voorgeschreven. Dit bilan is enkel voor<br />

jonge patiënten (< 25 jaar) met recidiverende nierstenen, voor<br />

patiënten met nierinsuffi ciëntie of voor patiënten waarvan<br />

de steen afwijkt van de “klassieke” monogehydrateerde<br />

calciumoxalaat steen.<br />

Tabel 2. Indicaties voor metabool bilan in nefrologie<br />

- Vanaf de eerste steen indien leeftijd < 25 jaar<br />

- Vanaf de eerste steen bij patiënt met nierinsuffi ciëntie<br />

- Bij recidiverende stenen (minstens 2 in minder dan 4 jaar, of > 2)<br />

- Patiënten met nierstenen waarvan de infrarode analyse<br />

van de niersteen andere karakteristieken vertoont dan het type<br />

monogehydrateerd calciumoxalaat (Whewellite)<br />

De behandeling zal worden geïndividualiseerd op basis van de<br />

aard van de steen en de niersteenbevorderende factoren.<br />

Bij calciumlithiases (radio-ondoorschijnend bij RX AAB) zal<br />

het metabool bilan regelmatig een hypercalciurie<br />

vertonen, meer zeldzaam een hyperoxalurie. Andere steenbevorendende<br />

factoren zoals oligodipsie, excessieve<br />

natrium- of/en eiwitinname, een hyperuricurie of een<br />

hypocitraturie. De eerstelijnsbehandeling zal gebeuren via<br />

een dieet: voldoende waterinname en een dieet aangepast<br />

aan de steenbevorderdende factoren. De farmacologische<br />

behandelingen (thiazides, kaliumcitraat,…) zijn voorbehouden<br />

voor patiënten die geen succes behaalden met het dieet. Voor<br />

nierstenen van 7 mm of meer, wordt een actieve urologische<br />

behandeling voorgesteld om de niersteen weg te halen.<br />

Bij urinezuur-stenen (zichtbaar met echografi e maar niet met<br />

RX AAB) bestaat de behandeling over het algemeen uit een<br />

medische behandeling: alkanisatie van de urine (kaliumcitraat<br />

of natriumbicarbonaat), hyperhydratatie van minstens 2 liter per<br />

dag, dieet arm aan urinezuur en soms met meer allopurinol. Het<br />

metabool bilan gaat dikwijls de volgende factoren aantonen:<br />

oligodipsie, hyperuricurie, zure pH in de urine.<br />

De actieve urologische behandeling is voorbehouden aan<br />

nierstenen van 7 mm of meer die weerstand bieden t.o.v. de<br />

medische behandeling, of aan de obstructieve stenen. In dit<br />

laatste geval zal de medische behandeling de plaatsing van de<br />

double J stent volgen.<br />

Dr Gaëtan Clerbaux, Nefroloog<br />

5. ROL VAN DE DIEETCONSULTATIE<br />

Waartoe dient de dieetleer bij de behandeling van<br />

lithiasepatiënten?<br />

Sommige niersteenbevorderende factoren hebben te maken<br />

met de voeding (milieufactoren). Dit is het geval voor:<br />

1. een zoutrijke of eiwitrijke voeding of voor alle stoornissen<br />

in het voedingsevenwicht (overmatige consumptie van<br />

suikergoed, …),<br />

2. beroepen die blootgesteld zijn aan deshydratatie,<br />

3. weinig drinken geeft aanleiding tot een beperkte diurese<br />

met geconcentreerde urine, verzadigd met kristalliseerbare<br />

substanties, wat de lithogenese bevordert. Zelfs als er<br />

voldoende vloeistofi nname is van minstens 2 liter per dag,<br />

moet het worden verdeeld over de dag, wetende dat de urine<br />

zich concentreert tijdens de nacht.<br />

Zodra de steen is geïdentifi ceerd moet de absorptie van<br />

sommige voedingsstoffen opnieuw van dichterbij worden<br />

geëvalueerd!<br />

Al naargelang het type steen kan het gaan om calcium,<br />

proteïnen, zout, oxalaten, urinezuur…<br />

De diëtist is de ideale persoon om de nutritionele boodschap<br />

over te maken. Inderdaad, de diëtist is een gezondheidsexpert<br />

in voeding. Hij moet het medische voorschrift tot dieet<br />

vertalen in voedingsmiddelen. Tijdens de consultaties geeft<br />

hij geïndividualiseerde voedingsadvies en zorgt hij voor een<br />

optimale alimentaire opvoeding.<br />

De consultatie bij de diëtist<br />

Bij nierstenen moet de dieetconsultatie worden voorgeschreven<br />

door de nefroloog en is slechts mogelijk wanneer er een<br />

nefrologisch verslag is waarin de etiologie van de steen, de<br />

steenbevorderende factoren en het dieet wordt beschreven.<br />

De objectieven van deze consultatie zijn:<br />

1. het aanpassen van de voeding van de patiënt aan een<br />

specifi eke situatie (hier de niersteen), rekening houdend met<br />

zijn gewoontes en zijn wensen.<br />

2. het in evenwicht brengen van de voeding van de patiënt<br />

met de bedoeling om zijn noden in proteïnen, lipiden,<br />

koolhydraten, vitamines en mineralen te dekken.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 11


E. NEWS<br />

Specifi eke diëten<br />

1. De calciumlithiase (calciumoxalaat of calciumfosfaat)<br />

Deze vertegenwoordigt 85 % van de stenen. De hypercalciurie<br />

is een calciumexcretie van > 0.1 mmol/kg /d (> 4 mg/kg/dag).<br />

Het aanbevolen dieet is: hydratatie > 2 l/d met 0.5 l voor het<br />

slapen gaan, natriuminname van 7 tot 9 g/dag en 1 g/kg/d<br />

proteïnen, calciuminname van 800 tot 1000 mg/dag, een<br />

beperking van de oxalaatconsumptie, vermijden van vitamine C<br />

supplementen.<br />

Op dit ogenblik vermijdt men diëten die te restrictief zijn aan<br />

calcium omdat deze aan de oorsprong liggen van de recidiven<br />

van steenvorming door een verhoging van de urinaire excretie<br />

van oxalaat en omdat zij het risico verhogen op vermindering<br />

van de botdensiteit of osteoporose.<br />

2. De urinezuur-steen<br />

De voeding dient rijk te zijn aan koolhydraten, gematigd<br />

aan proteïnes, beperkt in vetten (30 tot 35 % van de totale<br />

energiebijdrage), arm aan purines en alcohol maar rijk aan<br />

vloeistoffen.<br />

3. De blaassteen<br />

Dit is een zeldzame vorm van niersteen die een specifi eke<br />

follow-up vereist door de diëtist.<br />

Bijdrage van de voedingsleer: besluiten<br />

Het is duidelijk dat de voeding belangrijk is bij elk steentype.<br />

Het is ook nodig om goede voedingsgewoonten aan te nemen<br />

en een betere levenshygiëne te beogen voor de patiënt met<br />

nierstenen, die andere complicaties kan ontwikkelen, zoals<br />

obesitas, diabetes, …<br />

6. SAMENGEVAT<br />

12 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Mevr. Nadia Stevens, Diëtiste<br />

De huisarts wordt regelmatig geconfronteerd met patiënten<br />

die koliekpijnen vertonen.<br />

Er zal bij ALLE patiënten, vanaf hun eerste steen, een<br />

urinefi ltering moeten gebeuren met de bedoeling om de<br />

niersteen op te vangen en die te laten analyseren via infrarood<br />

spectrofotometrie.<br />

Sommige patiënten met een crisis van niersteenkolieken zullen<br />

geholpen zijn met een thuisbehandeling en de niersteen zal<br />

spontaan geëlimineerd worden; bij anderen (zie tabel 1) is er<br />

een UROLOGISCHE behandeling aanbevolen. Bij een kleinere<br />

groep van patiënten is een NEFROLOGISCHE metabool bilan<br />

aangewezen (zie tabel 2). Deze tabel zal het mogelijk maken om<br />

in 90 % van de gevallen een reversibele anomalie te identifi ceren.<br />

Indien de oorsprong van de steen voedingsgebonden is, of<br />

wanneer een specifi ek dieet is aanbevolen, zal de patiënt een<br />

gespecialiseerde DIETIST(E) kunnen raadplegen die hem een<br />

dieet zal voorstellen dat aan zijn steen aangepast is.<br />

Patiënten die voor niersteenkolieken naar een ziekenhuis<br />

moeten worden doorverwezen zullen altijd worden<br />

ontvangen door een uroloog. Het metabool bilan en de<br />

consultatie bij de diëtist zijn voorbehouden aan een kleiner<br />

aantal patiënten en gebeurt in een tweede fase, een zekere<br />

tijd na de steenverwijdering of urologische ingreep. Het wordt<br />

de huisartsen aanbevolen om een jaar na de steen een RX AAB<br />

uit te voeren (voor de radio-ondoorschijnende stenen) of een<br />

echografi e van de urinewegen (voor de radio-doorschijnende<br />

stenen) om een eventueel herval op te sporen.<br />

Hoe een patiënt met een niersteen doorverwijzen<br />

naar St-Elisabeth?<br />

- Indien er een urgente behandeling nodig is (< 24 u):<br />

spoeddiensten 02/373 16 00<br />

- Niet urgente urologische behandeling (Dr Nesa):<br />

02/373 17 40<br />

- Nefrologisch metabolisch bilan (Dr Clerbaux):<br />

02/373 17 40<br />

In elk geval dient het te worden vermeld dat het een<br />

patiënt is voor de STONE CLINIC<br />

Hoe een patiënt doorverwijzen<br />

naar St-Michel?<br />

- Indien er een urgente behandeling nodig is (< 24 u):<br />

spoeddiensten: 02/737 89 00<br />

- Niet urgente urologische behandeling (Dr De Groote):<br />

02/737 84 49<br />

- Nefrologisch metabolisch bilan (Dr Clerbaux):<br />

02/737 84 49/30<br />

In elk geval dient het te worden vermeld dat het een<br />

patiënt is voor de STONE CLINIC<br />

CONCLUSIES<br />

De STONE CLINIC is een interdisciplinaire structuur<br />

die een synergie creëert tussen de patiënt en de<br />

huisarts.<br />

Dr Pierre De Groote (Urologie St-Michel),<br />

Dr Sylvain Nesa (Urologie St-Elisabeth - 2 Alice),<br />

Dr Jan Benijts (Urologie St-Elisabeth - 2 Alice),<br />

Dr Gaëtan Clerbaux (Nefrologie St-Elisabeth - 2 Alice - St-Michel),<br />

Mr Frank Vanneste (Laboratorium St-Elisabeth - St-Michel),<br />

Mevr. Nadia Stevens (Diëtiste St-Elisabeth - 2 Alice - St-Michel),<br />

Mevr. Laurence Norkiewicz (Diëtiste St-Michel)


Mimi’s regenboog<br />

van 30 september 2008<br />

In de hal van de kliniek St-Michel is het druk, patiënten<br />

zoeken de weg naar hun consultatie.<br />

Buiten is het druilerig, grijs en regenachtig. Het zijn de<br />

typische ingrediënten voor een banale herfstdag…<br />

maar… duizend zonnetjes komen te voorschijn in de<br />

glimlach van Dokter Myriam De Bie, onze algemeen<br />

directrice en Mevrouw Myriam Ullens de Schooten,<br />

Voorzitster van de Stichting Mimi, die het tweede<br />

centrum van de Stichting in de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen<br />

komen inhuldigen.<br />

Dit initiatief, dat vier jaar geleden het licht zag op de site<br />

van 2 Alice, wil “het zonnetje binnenbrengen” in het leven<br />

van de kankerpatiënten en tijdens de hele periode van hun<br />

chemotherapie.<br />

In het oncologisch dagziekenhuis vindt men een multidisciplinair<br />

team dat is samengesteld uit een psychologe, een schoonheidsspecialiste<br />

en een pruikenmaakster. Het ziekenhuis biedt<br />

een rustige en gezellige omgeving en is smaakvol ingericht.<br />

De zo belangrijke psychologische opvang en specifi eke<br />

verzorging in deze uiterst moeilijke periode wordt hier<br />

aangeboden door gulle schenkers. De prioriteit gaat naar<br />

patiënten die over beperkte fi nanciële middelen beschikken<br />

waardoor ze niet kunnen genieten van dat “klein beetje meer”<br />

dat zo belangrijk is om opnieuw de moed te vatten en een<br />

ondersteuning biedt tijdens de hele duur van de behandeling.<br />

Verscheidene prominenten uit het Brusselse Gewest, de heren<br />

ministers Benoit Cerexhe en Jos Chabert voorop, hebben deze<br />

inhuldiging met hun aanwezigheid vereerd. De inrichting<br />

van dit centrum is het bewijs van onze vastberadenheid en<br />

de cohesie die bestaat op alle verzorgingsniveaus van de<br />

<strong>Europa</strong>ziekenhuizen. Alles diensten werken onophoudelijk aan<br />

de verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening maar ook<br />

specifi ek en doelgericht aan de begeleiding van deze groep<br />

uiterst kwetsbare patiënten.<br />

Dezelfde dag nog opende de Stichting een verzorgingscentrum<br />

“Beter-zijn” in Gasthuisberg in Leuven. De Stichting is vast van<br />

plan om tegen 2010 andere centra te openen in België en<br />

droomt zelfs van een verdere uitbreiding van dit concept naar<br />

het buitenland, eerst in Frankrijk, Zwitserland en Nederland.<br />

Dr Roxane Audistère<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 13


E. NEWS<br />

Colorectale <strong>chirurgie</strong><br />

in de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen: in<br />

Het comfort van een snelle revalidatie<br />

Colorectale <strong>chirurgie</strong> gaat gepaard met een darmparalyse. De<br />

functies hernemen slechts na een 4 tot 5 tal dagen. De patient<br />

heeft dan ook dikwijls een opgezette buik en bovendien irritatie<br />

in de keel (door de maagsonde). Comfortabel is dit zeker niet.<br />

Dankzij de technische vooruitgang van de laatste jaren kan men<br />

de duur van de darmparalyse verminderen en daardoor het<br />

comfort voor de patiënt verhogen.<br />

• Pre-operatieve darmreiniging met laxativa wordt nu<br />

meestal achterwege gelaten;<br />

• Er wordt geen maagsonde meer gebruikt;<br />

• De patiënt gaat al snel op gewone voeding over, meestal<br />

al de volgende dag;<br />

• Kinesitherapie met het oog op mobilisatie en de patient<br />

mag rechtopzitten vanaf de volgende dag;<br />

• Geindividualiseerde post-operatieve pijnstilling<br />

“on demand” via een pompje.<br />

• Door laparoscopie vermijdt men de grote incisies uit het<br />

verleden.<br />

Onze dienst past deze maatregelen al 10 jaar toe. Het comfort<br />

van de patiënten is hierdoor spectaculair verbeterd. De<br />

hospitalisatieduur is met de helft verminderd en bedraagt<br />

zelden meer dan één week.<br />

Rectumkanker:<br />

naar een meer radicale en minder mutilerende <strong>chirurgie</strong><br />

Rectumkanker<strong>chirurgie</strong> kende een grote vooruitgang. De<br />

genezingskans is sterk verbeterd en de ingreep is een stuk<br />

minder mutilerend.<br />

• Een precieze preoperatieve balans, met echo-endoscopie<br />

en magnetische resonantie, biedt de mogelijkheid om<br />

de oppervlakkige tumoren te selecteren. Zij kunnen<br />

gemakkelijk via anale weg worden weggenomen.<br />

De meer geëvolueerde tumoren vereisen radiochemotherapie<br />

vóór de operatie (Fig. 1 en 2) en worden<br />

operatief weggenomen;<br />

• De meer geëvolueerde tumoren worden gedurende<br />

5 weken behandeld met radio-chemotherapie.<br />

Dit gebeurt 4 tot 6 weken voor de chirurgische ingreep.<br />

Dit maakt de ingreep gemakkelijker en beperkt<br />

de kansen op herval.<br />

14 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

1<br />

3<br />

• Door het nauwkeurig weghalen van alle celvet rond het<br />

rectum beperkt men op signifi cante wijze de herval op<br />

rectumkanker (Fig. 3);<br />

• Deze techniek is conservatief voor de zenuwen die<br />

de seksuele en urinaire functies bedienen, op deze<br />

manier vermijdt men permanente seksuele en urinaire<br />

incompetentie (Fig. 4);<br />

• Met de huidige chirurgische technieken blijft de gastrointestinale<br />

tractus intact, zelfs bij tumoren die zich heel<br />

dicht bij de anus bevinden. Op deze manier vermijdt men<br />

een defi nitief en weinig comfortabel stoma.<br />

1. NMR: oppervlakkige rectumtumor maar met klierinvasie in het mesorectum.<br />

2. NMR: overwoekerende tumor in het mesorectum anterior.<br />

2


volle evolutie!<br />

Behoud van de sfi ncter bij alle rectumkankers:<br />

we maken komaf met de regel van de twee centimeter<br />

Tot in 1980 leidde elke tumor van het rectum die voelbaar<br />

was bij rectaal toucher (op minder dan 7-8 cm van de anale<br />

marge) onvermijdelijk tot en abdominoperineale amputatie<br />

met resectie van de sfi ncters en een defi nitieve colostomie.<br />

Een meerderheid van de chirurgen opteert vandaag voor<br />

sfi ncterbehoud indien er een marge van 2 cm bestaat tussen<br />

het laagste gedeelte van de tumor en de anussfi ncter, m.a.w.<br />

tumoren die zich bevinden op 5 cm van de anale marge.<br />

Onze dienst maakt nu deel uit van het kleine aantal centra in<br />

de wereld die het behoud van de sfi ncter voorstellen, zelfs<br />

voor ultra laag gepositioneerde tumoren, op minder dan<br />

3. Dwarse doorsnede: rectum omgeven door zijn mesorectum.<br />

4. Chirurgie van rectumkanker: behoud van zenuwen.<br />

5. Intersfi ncterresectieplan voor ultra lage tumoren.<br />

4 5<br />

5 cm van de anale marge. Deze nieuwe benadering wordt<br />

intersfi ncterresectie genoemd. Deze ingreep bestaat uit het<br />

in blok weghalen van het rectum en de interne anussfi ncter,<br />

terwijl de externe anussfi ncter blijft behouden en daardoor<br />

continentie wordt verzekerd (Fig. 5).<br />

De enige oncologische voorwaarde is dat de tumor de externe<br />

sfi ncter niet heeft geinvadeerd. Dit kan worden vastgesteld<br />

tijdens de echo-endoscopie en de magnetische resonantie.<br />

De oncologische resultaten van deze nieuwe benadering<br />

evenaren deze van de abdominoperineale amputatie. Op<br />

functioneel vlak is een goede sfi nctertonus nodig vóór de<br />

operatie. Indien aan deze voorwaarde is voldaan, krijgt men<br />

een bevredigende continentie bij 75% van de patiënten 1 .<br />

De robot:<br />

een nieuwe technologie in St-Elisabeth<br />

Sinds enkele maanden beschikken de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen over<br />

een robot da Vinci S “high defi nition” van de laatste generatie,<br />

met een verbluffende driedimensionale beeldkwaliteit (Fig. 6).<br />

Wij hebben het privilege gehad om in België de eerste te zijn<br />

om deze uitzonderlijke technologie te gebruiken voor een<br />

rectumresectie.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 15


6<br />

E. NEWS<br />

6. Robot da Vinci. Door:<br />

- Anne-Marie POLIART, sportkiné<br />

- Chris BUEDTS, orthopedisch chirurg<br />

- Peter VANDERGOTEN, cardioloog<br />

De eerste experimenten zijn veelbelovend: de robot<br />

kan een veel preciezere en gemakkelijkere dissectie<br />

uitvoeren in moeilijk toegankelijke regio’s zoals<br />

het kleine bekken. Dankzij de perfect anatomische<br />

dissectie wordt er minder schade toegebracht aan<br />

de zenuwen, worden de risico’s op accidentele<br />

perforatie beperkt en reduceert men het peroperatief<br />

bloedverlies.<br />

Diverticulaire peritonitis:<br />

onze dienst ontwikkelde een innoverende<br />

strategie<br />

Colondivertikels zijn heel frequent en komen voor bij<br />

één op twee patiënten van meer dan 60 jaar. Bij een<br />

kwart van de patiënten doen zich complicaties voor,<br />

gaande van gewone buikpijn tot een veralgemeende<br />

peritonitis.<br />

Peritonitis vereist een dringende chirurgische<br />

interventie. Tot voor kort bestond deze uit het<br />

wegnemen van het zieke darmsegment gevolgd door<br />

een systematische opbouw van een colostoma, die<br />

werd aangelegd voor 3 tot 8 maanden.<br />

Het herstellen van de darmcontinuïteit vereiste een<br />

tweede operatie en dus opnieuw een hospitalisatie<br />

van ongeveer 10 dagen.<br />

Onze dienst heeft ongeveer 10 jaar geleden een<br />

operatiestrategie ontwikkeld, die risicoloos is voor<br />

de patiënt en die alles in één tijd 2 doet verlopen.<br />

Deze aanpak vermijdt het aanleggen van een<br />

colostoma en een tweede chirurgische interventie. De<br />

hospitalisatieduur vermindert daardoor aanzienlijk.<br />

Ook het kostenplaatje en de invaliditeitsduur van de<br />

patiënt kent hierdoor een positieve evolutie. Sindsdien<br />

hebben vele centra ons voorbeeld gevolgd.<br />

1. Chamlou et al. Long-term results of intersphincteric resection for low<br />

rectal cancer. Ann Surg. 2007 Dec; 246(6) : 916-21; discussion 921-2.<br />

2. Landen et al. Primary anastomosis and diverting colostomy in diffuse<br />

diverticular peritonitis. Acta Chir Belg. 2002 Feb; 102(1) : 24-9.<br />

16 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Optimale licha<br />

NIEUW op de dienst Cardiologie/Inwendige Ziekten<br />

van de site St-Michel. Raadpleging “optimale<br />

lichaamsbeweging” gericht op de noden/doelen<br />

van de individuele sporter.<br />

CONCEPT<br />

Individuele trainingsprogramma’s<br />

voor amateursporters<br />

Aangepaste sportprogramma’s voor senioren<br />

Optimale vetverbranding en fi guurtraining (samen<br />

met het MULTISLIM-programma van de site St-Michel)<br />

Sportbegeleiding voor mensen met hart/vaat-ziekte<br />

(samen met de dienst Hartrevalidatie<br />

van de site St-Michel)<br />

Overlijden van<br />

Dokter André de Neve de Roden is dinsdag<br />

26 augustus om 22 uur plots overleden<br />

tijdens een familiediner, omringd door zijn<br />

echtgenote en drie van zijn vier kinderen.<br />

Onze confrater hield van feesten en dit<br />

diner met zijn naasten was één van de<br />

levensgenoegens waar hij regelmatig aan<br />

deelnam. Soms hield hij zich zelfs bezig met<br />

de samenstelling van het menu. Tafelen was<br />

voor hem een echt plezier en vaak stond hij<br />

ook zelf achter het fornuis.


amsbeweging<br />

MOGELIJKE TESTS<br />

Ergospirometrie<br />

Basistest met nauwkeurige bepaling van<br />

- maximaal zuurstof verbruik (VO2Max)<br />

- maximaal aeroob vermogen (PMA)<br />

- maximale aerobe snelheid (VMA)<br />

Analyse van de gasuitwisseling met bepaling van de ventilatoire<br />

drempels (SV1 en SV2) en/of opsporen van oorzaken van<br />

inspanningsdyspneu.<br />

Lactaatbepalingen tijdens inspanning<br />

Met preciese bepaling van de verschillende drempels.<br />

Tests op de loopband<br />

“6 minutes-walk” test en Strandness test.<br />

Nadien worden alle resultaten besproken met de sporter en er<br />

wordt een aangepast trainingsprogramma opgesteld.<br />

Info & Afspraken<br />

www.fi tzone.be<br />

info@fi tzone.be<br />

Tel.: 02/737 84 30<br />

De <strong>Europa</strong>ziekenhuizen & Fitzone.be nodigen u graag uit op<br />

hun symposium<br />

RUNNINGSYMPOSIUM<br />

ATOMIUM, BRUSSEL, 21 maart 2009 van 9 tot 13 u.<br />

Programma:<br />

- Kwetsuren<br />

Jean Michel ANNAERTS, sportarts, ULB<br />

- Eten & drinken<br />

Serge PIETERS, voedingsdeskundige, UCL<br />

- Ergospirometrie bij lopers (live case!)<br />

Anne-Marie POLIART, sportkiné, <strong>Europa</strong>ziekenhuizen<br />

- Lactaattesten/trainingsschema’s<br />

Guido VAN GENT, sportarts<br />

Info & inschrijvingen:<br />

www.fi tzone.be info@fi tzone.be<br />

Accreditering is aangevraagd.<br />

de Heer André de Neve de Roden<br />

Op 30 juni, kort na de viering van zijn 65 ste verjaardag, verliet dokter<br />

de Neve de Roden de dienst <strong>chirurgie</strong>. Niets deed vermoeden dat<br />

- nu hij kon genieten van een welverdiende rust - hier zo snel een<br />

tragisch einde aan zou komen.<br />

Hij was tevreden om een punt te kunnen zetten achter zijn<br />

chirurgische loopbaan en zich eindelijk volledig te kunnen bezig<br />

houden met zijn kinderen en vooral met zijn kleinkinderen.<br />

Dokter de Neve de Roden is relatief laat bij ons komen werken, zeven<br />

jaar voor zijn pensioen. In die jaren heeft hij de dienst abdominale<br />

<strong>chirurgie</strong> met veel wijsheid en ervaring geleid. Hij verliet het ziekenhuis<br />

van Jolimont en het Hôpital français omdat de ideeën van het<br />

management niet echt strookten met zijn persoonlijke overtuigingen.<br />

Hij apprecieerde onze eerlijke, duidelijke en professionele benadering.<br />

Dokter de Neve de Roden was niet enkel een nauwgezet en<br />

toegewijd medewerker, hij was ook eerlijk en talentvol.<br />

Hij was een “grootvader voor iedereen”, kalm en rustgevend en gaf<br />

de patiënten veel vertrouwen.<br />

Velen vonden het jammer dat hij met pensioen ging. We zullen hem<br />

herinneren als een beminnelijke en hoffelijke kameraad die steeds<br />

bereid was om te luisteren naar de problemen van anderen. Hij was<br />

een man van een zeer grote eenvoud, zowel in zijn professioneel<br />

leven als in zijn benadering van de <strong>chirurgie</strong>.<br />

Dr Guy Vielle<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 17


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

De pioniers van hart<strong>chirurgie</strong><br />

Geschiedenis van de Hart<strong>chirurgie</strong> in België<br />

Dr Raphael Suy<br />

Chirurg op rust<br />

Em. Hoogleraar K.U.Leuven<br />

De Professer Raphaël Suy heeft ons de eer gedaan<br />

om een zeer mooi artikel te schrijven voor dit<br />

nummer gewijd aan de hart<strong>chirurgie</strong>. In naam van de<br />

redactieraad, hebben wij het genoegen om hem onze<br />

welgemeende dank te betuigen.<br />

Mitralisklep comissurotomie met de vinger en met behulp van een dilatator.<br />

18 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Hart<strong>chirurgie</strong> is het jongste heelkundige deelspecialisme.<br />

Het begin bevindt zich ergens in het interbellum, indien<br />

men althans enkele sporadische bravourestukjes van onze<br />

verre voorgangers achterwege laat. De stelling van Theodoor<br />

Billroth, de befaamdste chirurg uit de tweede helft van de<br />

19de eeuw, dat “een chirurg die de waardering van zijn<br />

collega’s op prijs stelt, nooit een hechting op het hart<br />

zal uitvoeren” was wel al enkele decennia achterhaald, maar<br />

de start van de hart<strong>chirurgie</strong> is wel een verhaal van vallen en<br />

opstaan.<br />

Kort na de tweede wereldoorlog werden de nieuwe<br />

technieken vanuit de USA in West-<strong>Europa</strong> overgenomen. De<br />

ontwikkeling van de hart<strong>chirurgie</strong> heeft ook in België zweet,<br />

bloed en tranen heeft gekost. Adelbert van Bogaert, befaamd<br />

cardioloog verbonden aan het Antwerps Bunge instituut,<br />

verzuchtte in 1960 dat “Pour être <strong>chirurgie</strong>n (cardiaque), il<br />

faut être amnésique, ignorant et inconscient”. Twijfelaars<br />

stelden zich bij het begin vragen over het nut van al die, soms<br />

vruchtloze, chirurgische inspanningen. Het was een avontuur<br />

dat alleen maar tot stand kon komen door het niet afl atend<br />

doorzettingsvermogen van enkele pioniers, maar het werd<br />

een succes: één generatie later worden er in België, een landje<br />

van amper 10 miljoen inwoners, door ongeveer 100 chirurgen<br />

jaarlijks 14.000 hartoperaties verricht in 30 ziekenhuizen. En<br />

daarmee zijn we nu koplopers geworden van het Europees<br />

peloton.<br />

Het is de bedoeling van deze bijdrage de sluier rond het begin<br />

van de Belgische hart<strong>chirurgie</strong> op te lichten, althans voor zover<br />

dit nog mogelijk is, want veel is in de mist van de tijd verloren<br />

gegaan. De meeste betrokken ziekenhuizen zijn grondig<br />

omvormd, verplaatst of zelfs afgebroken. Nieuwe directies<br />

hebben vaak alles opgeruimd, daarbij gerugsteund door een<br />

beslissing van hogerop dat patiëntengegevens maar 30 jaar<br />

moeten bewaard worden. Gelukkig waren de meeste pioniers<br />

ijverig met de pen in de toenmalige Acta Chirurgica Belgica en<br />

Revues de Médecine, en zijn de nog levende pioniers uitvoerig<br />

met hun commentaar, waarvoor mijn welgemeende dank.<br />

Hoe begon de hart<strong>chirurgie</strong> in België?<br />

In België kwam de hart<strong>chirurgie</strong> laat en langzaam uit de<br />

startblokken in de tweede helft van de veertiger jaren van de<br />

vorige eeuw. Er was, zelfs ten opzichte van onze buurlanden,<br />

enige achterstand door ons gebrek aan volwaardige<br />

anesthesisten. In 1946 werden de eerste pericardectomies<br />

voor behandeling van het pantserhart nog onder plaatselijke<br />

verdoving verricht door René Appelmans in het Leuvens<br />

Universitair St. Rafaelsziekenhuis. Vanzelfsprekend met


Van het prille begin tot 1963<br />

de nodige narigheden door het accidenteel openen van<br />

de pleura, maar de patiënten hebben het wel overleefd.<br />

Ondertussen waren er enkele jonge geneesheren uitgestuurd<br />

naar het buitenland om zich te bekwamen in de anesthesie<br />

met curarisatie, intubatie en beademing, en van bij hun<br />

terugkomst in 1947 kon men ook alhier beginnen met de<br />

open thorax<strong>chirurgie</strong>.<br />

Voor de doorsnee Belg kwam de doorbraak van de<br />

hart<strong>chirurgie</strong> er op 12 december 1948 met een geslaagde<br />

Subclavia-Aorta shuntoperatie volgens Blalock bij een<br />

tienjarig ventje uit Moorsel, uitgevoerd door Jean Cuvelier in<br />

het Onze-Lieve-Vrouw Ziekenhuis van Aalst. De ingreep werd<br />

pro Deo uitgevoerd en ook het verblijf in het ziekenhuis was<br />

kosteloos want de arme familie was niet aangesloten bij een<br />

ziekenfonds. Het Rode Kruis, toen soms de redder in nood, had<br />

elke fi nanciële steun geweigerd voor die “in België”onverant<br />

woorde ingreep’. Het nieuws, verspreid via een verpleegster,<br />

haalde de kranten in binnen- en buitenland. De chirurg kreeg<br />

dan ook van de Orde van Geneesheren een vermaning voor<br />

ongeoorloofde publiciteit!<br />

Kort daarop verrichtte Albert Lacquet, kliniekhoofdheelkunde<br />

in het Leuvens Universitair St. Pietersziekenhuis,<br />

een gelijkaardige ingreep bij een vijfjarig patiëntje met een<br />

monoventrikel. Deze patiënte is nog steeds in leven, weliswaar<br />

dank zij een formidabele collaterale longcirculatie want de<br />

shunt is al lang verstopt. De pulmonalis-aorta anastomose<br />

volgens Potts, een technisch wat moeilijkere shunt-variante,<br />

werd in België op 4 november 1949 geïntroduceerd door<br />

Louis Christophe in het Luiks Universitair Bavière ziekenhuis.<br />

Reeds in 1951 werden op het jaarlijks congres van het Belgisch<br />

Genootschap voor Heelkunde de resultaten van 22 “Belgische”<br />

shuntoperaties voorgesteld. De perioperatieve mortaliteit<br />

bedroeg slechts 13 % (3/22). Enige rivaliteit tussen de pioniers<br />

was nooit veraf. Zo beweerde Christophe dat hij de eerste<br />

Belgische Blalock operatie verricht had op dezelfde dag als<br />

Jean Cuvelier in Aalst! Een beetje zielig want iedereen wist<br />

dat het niet waar was. En in het vermelde overzicht van de<br />

congenitale hart<strong>chirurgie</strong> in België was de ervaring van Lacquet<br />

niet opgenomen, wat hoogst waarschijnlijk geen onschuldige<br />

vergetelheid was. In elk geval was dit rapport het bewijs dat<br />

heelkunde voor hartafwijkingen ook in België mogelijk was.<br />

Wie waren de pioniers?<br />

Meest actief waren ongetwijfeld Louis Christophe (1894-1959),<br />

diensthoofd-heelkunde in het Universitair Bavière Ziekenhuis<br />

van Luik, en Jean Govaerts (1903-1963) diensthoofdheelkunde<br />

Met speciale aandacht voor de bijdrage van Jean Buisseret<br />

in het Universitair Brugmann Hospitaal van Brussel. Aan<br />

de Universitaire ziekenhuizen van Gent (diensthoofd Emile<br />

Derom (1898-1967), en van Leuven (diensthoofden Georges<br />

Debaisieux (1882-1956) voor de Franstaligen, en René<br />

Appelmans (1896-1953) voor de Nederlandstaligen) heeft<br />

men van bij de aanvang geopteerd voor gespecialiseerd<br />

gastchirurgen. Na het optreden van enkele Franse topchirurgen<br />

- zelfs de wereldvermaarde Charles Dubost kwam er aan te<br />

pas - werd in 1952 de voorkeur gegeven aan Albert-Gerard<br />

Brom (1915 -2003). Brom, opgeleid bij Schaepkens van Riemst<br />

in Utrecht, was in 1951 aangesteld tot thoraxchirurg aan<br />

de Universiteit van Leiden, alwaar tussen 1954 en 1957 de<br />

Belgische chirurgen Fritz Derom en Georges Stalpaert werden<br />

opgeleid. Bij hun terugkeer naar België werden deze jonge<br />

chirurgen aangesteld aan de Universitaire ziekenhuizen van<br />

respectievelijk Gent en Leuven om er de thoracale heelkunde<br />

verder te ontwikkelen.<br />

De chirurgische activiteit voor 1956<br />

Van deze beginperiode zijn er alleen maar volledige<br />

gegevens vanuit het Brussels Brugmann ziekenhuis. Van open<br />

hart<strong>chirurgie</strong> was er nog geen sprake. De gangbare operaties<br />

waren pericardectomie, palliatieve shuntingrepen bij blauwe<br />

kinderen met een aangeboren cyanogene hartafwijking,<br />

afsluiting van een open ductus arteriosus tussen de aorta<br />

en de arteria pulmonalis, resectie van een coarctatio met<br />

herstel van de thoracale aorta en, last but not least, gesloten<br />

comissurotomie van de mitralisklep. Al deze ingrepen op het<br />

hart en op de grote bloedvaten werden weleens omschreven<br />

als “circling before landing” of “indianendans omheen de<br />

postkoets”.<br />

Het verhaal van de heelkunde voor coarctatio van de aorta<br />

verdient speciale aandacht. In 1950 verrichtte René Dumont<br />

in het Edith Cavell ziekenhuis van Ukkel met succes een arteria<br />

subclavia-distale aorta transpositie bij een volwassen patiënt<br />

met een aorta coarctatio. Fibrose omheen de coarctatio<br />

verhinderde een veilige resectie van het vernauwde<br />

aortasegment. Resectie van de coarctatio met herstel van<br />

de continuïteit door eind-aan-eind anastomose, een ingreep<br />

die reeds in 1945 door Robert Gross van Boston op punt was<br />

gesteld, werd alhier voor het eerst uitgevoerd in 1951 door<br />

Christophe. Het bleef voorlopig een zeldzame procedure<br />

waarmee zelfs Govaerts, althans volgens het Koninklijk<br />

Hof, in 1957 te weinig ervaring had om Prins Alexander te<br />

opereren. Op advies van Dubost ging Prinses Liliane met<br />

Alexander naar Boston waar Gross, die ondertussen al<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 19


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

honderden dergelijke ingrepen had uitgevoerd, de Prins<br />

opereerde op 17 september 1957. Het succes van de ingreep<br />

en het vertrouwen van prinses Liliane in Gross heeft een<br />

gunstige invloed gehad op de verdere ontwikkeling van de<br />

hart<strong>chirurgie</strong> in België, maar daarover verder meer.<br />

De introductie van matige systemische hypothermie<br />

voor open hart<strong>chirurgie</strong><br />

Bij een lichaamstemperatuur van 28 tot 30° C is het<br />

metabolisme dermate gedaald dat een circulatiestilstand van<br />

8 tot 10 minuten goed verdragen wordt. Onder systemische<br />

hypothermie kan de chirurg het hart uitschakelen door<br />

de beide venae cavae af te klemmen. Tijdens een korte<br />

tijdsspanne is een ingreep op een leeg hart mogelijk. In 1952<br />

werd deze methode voor het eerst in de kliniek gebruikt voor<br />

het sluiten van een atrium septum defect type secundum<br />

(ASD II) door Floyd John Lewis van Minneapolis (Minnesota).<br />

Een open-hart operatie onder systemische hypothermie was<br />

een omslachtige procedure. Afkoeling en opwarming in het<br />

bad inbegrepen duurde zo’n procedure ongeveer acht uur,<br />

en dit voor een ingreep op het hart van hooguit 10 minuten.<br />

De beperkingen van de systemische hypothermie voor<br />

open hart<strong>chirurgie</strong> waren de tijdslimiet en het risico op<br />

ventrikelfibrillatie bij een iets te lage temperatuur.<br />

Sinds enkele jaren waren er meerdere technieken van<br />

lichaamsafkoeling beschreven. In 1954 heeft Jacques<br />

Dalem, de jongste medewerker van Christophe, ze allemaal<br />

uitgetest in het laboratorium van het Bavière ziekenhuis<br />

in Luik. Uit zijn experimenten op 220 honden bleek dat<br />

afkoeling in een ijsbad, tijdens de ingreep onderhouden<br />

via een afgekoelde matras, de veiligste methode was. In<br />

1954 legden Dalem en Christophe met succes een Potts<br />

anastomose aan bij een cyanotisch kind dat door een<br />

hypoxemische crisis de diagnostische catheterisatie amper<br />

overleefd had. Voor het aanleggen van de anastomose<br />

werd het kind was gekoeld tot 27° C waardoor een tijdelijke<br />

afsluiting van de linker arteria pulmonalis goed verdragen<br />

werd.<br />

1 2<br />

20 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

In 1956 verrichtte Jean Buisseret (Fig. 1) in het St. Elisabeth<br />

Ziekenhuis van Ukkel onder systemische hypothermie een<br />

pulmonalisklep comissurotomie via een insnede in de<br />

hoofdstam van de arteria pulmonalis (Fig. 2). De procedure<br />

op het hart duurde 3 minuten en 30 seconden. De stilte<br />

in de operatiekamer werd alleen verstoord door Mevrouw<br />

Nicole Dumortier, de hoofd verpleegster, die met een luide<br />

stem de seconden aftelde. In januari 1957 introduceerde<br />

Buisseret open hart<strong>chirurgie</strong> met het sluiten van een<br />

ASD II onder hypothermie. Binnen twee maanden stelde hij<br />

een reeks van vier succesvolle ingrepen voor. De techniek<br />

van open hart<strong>chirurgie</strong> onder systemische hypothermie had<br />

hij overgenomen van Brom van het Academisch Ziekenhuis<br />

van Leiden.<br />

Jean Buisseret zal in het komende decennium verbazen<br />

door zijn baanbrekend werk in de hart<strong>chirurgie</strong>. Hij was<br />

ambitieus en niet bang om drastische vernieuwingen door<br />

te voeren. Na zijn studies aan de U.C.L. werd hij opgeleid bij<br />

Jean Goffaerts in Aalst (1942-44), en na een onderbreking<br />

voor het vervullen van zijn lederdienst als vrijwilliger, trok<br />

hij voor twee jaar naar Londen voor verdere opleiding bij<br />

Russel Brock en Holmes-Sellors, twee wereldbefaamde<br />

pioniers in de (thorax)heelkunde. In 1948 werd hij benoemd<br />

tot thorax- en vaatchirurg in het St. Elisabeth ziekenhuis in<br />

Ukkel, waar hij in 1954 de vaatheelkunde introduceerde<br />

met een vaatgreffe voor het Leriche Syndroom als<br />

Belgische primeur. In 1953 werd hij ook thoraxchirurg<br />

in het sanatorium van Mont-Godinne, maar zijn meeste<br />

aandacht ging naar de opkomende hart<strong>chirurgie</strong>. Met de<br />

hulp van Jacques Mercqen, assistent-pediatrie, startte hij in<br />

1954 in Ukkel met dierexperimenten waarvoor ’s avonds de<br />

zaal voor kinesitherapie ontruimd werd. In dat jaar startte<br />

met de toen gangbare operaties op en omheen het hart.<br />

Zijn bravoure stukje was ongetwijfeld het blind transatriaal<br />

sluiten van een ASD II doorheen een trechter gemonteerd<br />

op het rechter hartoortje (Fig. 3). Jammer genoeg heeft<br />

Buisseret daarover nooit iets gepubliceerd en zijn alle<br />

dossiers uit die periode spoorloos verdwenen. Natuurlijk<br />

3


was de steun en het vertrouwen van de internist-cardioloog<br />

van het St. Elisabeth ziekenhuis, Paul Gruwez, essentieel bij<br />

de opbouw van de hart<strong>chirurgie</strong>. Gruwez’ patiënten kwamen<br />

niet alleen uit de omgeving, maar ook uit de verre Kempen<br />

via een occasionele consultatie in Turnhout ten huize van<br />

kinderarts Albert Devriendt, en zelfs vanuit het Leuvens St.<br />

Pietersziekenhuis. Jean Trémouroux, assistent inwendigeziekten,<br />

was niet alleen een onmisbare medewerker bij de<br />

verdere ontwikkeling van de hart<strong>chirurgie</strong> (zie verder onder<br />

“De introductie van de hart-long machine”), maar stond ook<br />

in voor transport van patiënten van en naar Leuven.<br />

Systemische hypothermie voor het sluiten van een ASD II<br />

en voor comissurotomie bij aangeboren pulmonalisklepstenose<br />

(PS) werd onmiddellijk overgenomen door Fritz<br />

Derom, die de systemische hypothermie in Leiden mede<br />

ontwikkeld had, en door Georges Stalpaert die ook in Leiden<br />

was opgeleid. In 1963 stelden Derom en Stalpaert hun<br />

resultaten voor in een consecutieve reeks van 139 patiënten<br />

met een perioperatieve mortaliteit van 5 %. Bij zuivere<br />

PS opteerden beide chirurgen voor de veilige valvotomie<br />

onder normothermie via de hoofdstam van de longslagader.<br />

Brom en Govaerts verkozen de blinde transventriculaire<br />

mechanische dilatatie volgens Brock. Bij al deze technieken<br />

telde werkelijk elke seconde en de chirurgen moesten er<br />

maar op vertrouwen dat de preoperatieve diagnose correct<br />

was, wat in die tijd niet evident was.<br />

De introductie van de hart-long machine<br />

In 1953 verrichtte John Gibbon in Philadelphia de eerste<br />

open hartoperatie met behulp van de hart-long machine of<br />

pomp-oxygenator, ook wel kortweg “de pomp” genoemd.<br />

Gibbon’s euforie was van korte duur want voor hem het bleef<br />

bij dit ene succes. De techniek van extracorporele circulatie<br />

(ECC) met de pomp werd verder uitgebouwd door Walton<br />

Clarence Lillehei, en door John Kirklin van de Mayo Clinics<br />

(Rochester). In 1957 stelde Lillehei in Brussel zijn ervaring voor<br />

met 305 consecutief geopereerde patiënten met behulp van<br />

de pomp, waarbij de perioperatieve mortaliteit varieerde van<br />

4<br />

0 % na het sluiten van een ASD II (0/16) tot 45 % na correctie<br />

van een atrioventriculair defect (9/20).<br />

In onze buurlanden was men echte al in 1957 gestart<br />

met open hart<strong>chirurgie</strong> met behulp van de pomp. Het<br />

Belgisch antwoord kon dus niet uitblijven en iedereen die<br />

het zich veroorloven kocht een hart-long machine. In het<br />

Brugmannziekenhuis werd de voorkeur gegeven aan de<br />

Lillehei-DeWall pomp. In Gent, Leuven, Luik en Ukkel werd<br />

de Zweedse Crafoord-Senning machine (Fig. 4) aangekocht,<br />

wellicht omdat die toen reeds in Leiden door Brom in de<br />

kliniek gebruikt werd. Buisseret, die bij Crafoord en Senning<br />

in het Karolinska Instituut in Stockholm de machine had<br />

zien gebruiken, kocht er één met eigen middelen voor de<br />

prijs van 800.000 BF (de aankoopprijs van twee Volvo’s!).<br />

Ambitie heeft zijn prijs maar de familie Buisseret heeft<br />

het jaren lang aan den lijve ondervonden. Begin 1958<br />

startte Buisseret al met experimenten op proefdieren in<br />

de vertrouwde zaal van kinesitherapie. Hij werd daarbij<br />

geassisteerd door François Mahieu, een chirurg met<br />

gouden handen. Willy Colinet, verbonden aan het Medisch-<br />

Chirurgisch Centrum square Marie-Louise, was anesthesist<br />

op uitnodiging, en Jean Trémouroux moest zorgen voor<br />

de goede gang van zaken waarbij vooral aandacht werd<br />

besteed aan de perfecte oxygenatie, aan het vermijden<br />

van temperatuurschommelingen en aan het stabiliseren<br />

van de zuurtegraad (Fig. 5). Overleving was, zoals overal,<br />

een zeldzaamheid: op een reeks van dertig honden was er<br />

in Leuven één enkele overlever die prompt “de Leeuw van<br />

Vlaanderen” werd genoemd.<br />

5<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 21


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Niet iedereen was opgezet met de ontwikkeling van de<br />

hart<strong>chirurgie</strong>. Zuster Overste van het St. Elisabeth ziekenhuis<br />

in Ukkel, door de geneesheren van het ziekenhuis eerbiedig<br />

“Moeder” genoemd, voorzag dat open hart<strong>chirurgie</strong><br />

met de pomp snel een enorme financiële belasting zou<br />

worden voor het ziekenhuis. Er zou bijkomend personeel<br />

nodig voor de bediening van de pomp, voor de continue<br />

bewaking van de patiënt, voor het dag en nacht uitvoeren<br />

van bloedgasanalyses, voor aangepaste kinesitherapie,<br />

enz… Na elk gebruik moest de machine gedemonteerd,<br />

gereinigd en gesteriliseerd worden hetgeen twee volle<br />

dagen in beslag nam. Vanzelfsprekend zou de eerste<br />

pomp snel voorbij gestreefd zou zijn. En wat dan?<br />

Buisseret werd door “Moeder” verzocht er mee te stoppen,<br />

hetgeen natuurlijk uitgesloten was. Daarop verhuisde hij<br />

met zijn persoonlijk kunsthart en met François Mahieu<br />

naar de Clinique Chirurgicale de Bruxelles aan de square<br />

Marie-Louise alwaar hij de volledige steun kreeg van de<br />

hoofdchirurg Dr. Crousse, van de cardioloog Dr. Regnier, en<br />

van de anesthesist Dr Willy Colinet, zijn kompaan bij het op<br />

punt stellen van de kunsthart<strong>chirurgie</strong> in het St. Elisabeth<br />

ziekenhuis.<br />

Op het einde van 1958 (juiste datum onbekend) verrichtte<br />

Buisseret in het medisch-chirurgisch centrum square Marie-<br />

Louise met succes de eerste Belgische kunsthartoperatie: het<br />

sluiten van een ASD van het primum type (ASD I). Onder de<br />

indruk van zijn baanbrekend werk in de open hart<strong>chirurgie</strong>,<br />

werd Buisseret in 1959 benoemd tot adjunct-kliniekhoofd<br />

van de dienst Heelkunde in het St-Pietersziekenhuis te<br />

Leuven. Dit was geen gelukkige beslissing vanwege de<br />

Leuvense academische overheid want Jean Buisseret had<br />

handen en tijd te kort om die nieuwe opdracht behoorlijk<br />

te vervullen. Gelukkig voor Leuven was er aldaar een<br />

22 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Hartcentrum gevormd met, naast vele anderen, Georges<br />

Stalpaert, Charles-Henri Chalant en Robert Ponlot en Jean<br />

Trémouroux deel uitmaakten.<br />

Maar het was Jean Buisseret die het startschot gegeven, en<br />

voor het einde van 1959 waren alle in Tabel I vermelde centra,<br />

eventueel met financiële steun van het pas opgerichte<br />

Prinses Liliane Fonds, gestart met open hart<strong>chirurgie</strong> met<br />

behulp van de pomp.<br />

Klepvervanging was in 1960 op punt gesteld in verschillende<br />

centra van de USA. Reeds in 1961 ging Buisseret voor<br />

bijscholing naar Cooley en DeBakey in Houston, naar<br />

Kirklin in de Mayo Clinics, en naar Effler in Cleveland. Op<br />

2 september 1962 verrichtte hij, geassisteerd door Jean-<br />

Pierre Binet van het Hôpital Cochin in Parijs, de eerste<br />

Belgische klepvervanging. Dit was voor alle anderen het<br />

signaal om er ook aan te beginnen.<br />

In het begin waren de resultaten van onze kunsthart<strong>chirurgie</strong><br />

bedroevend, maar de rapporten uit de USA waren<br />

hoopgevend zodat de toekomst er goed uitzag, althans voor<br />

de ziekenhuizen die het konden betalen. De directies van<br />

het St. Jansziekenhuis in Brugge, van het St. Jansziekenhuis<br />

in Brussel en van het Medisch-Chirurgisch Centrum in<br />

Anderlecht konden de lokroep van dit nieuwe sensationele<br />

deelspecialisme weerstaan en richtten ook een dienst voor<br />

hart<strong>chirurgie</strong> op. Voor de privéziekenhuizen was open<br />

hart<strong>chirurgie</strong> met het kunsthart onbetaalbaar geworden en<br />

zelfs Cuvelier en Buisseret moesten uiteindelijk de handdoek<br />

in de ring werpen niettegenstaande hun gunstige initiële<br />

resultaten. En zo heeft Moeder toch gelijk gekregen.<br />

De dure en gewaagde hart<strong>chirurgie</strong> zal tijdens de<br />

komende 15 jaren vooral uitgebouwd worden in de<br />

Universitaire <strong>Ziekenhuizen</strong> die zich, bij het begin van de<br />

open hart<strong>chirurgie</strong>, goedschiks of kwaadschiks, aangepast<br />

hadden aan de noden van de tijd. Maar dat is een ander<br />

verhaal.<br />

Met het oog op het optimaliseren van de kwaliteit,<br />

is er sinds 2001 een hechte samenwerking tot stand<br />

gekomen tussen de diensten cardio<strong>chirurgie</strong> van<br />

de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen en van het Universitair<br />

Ziekenhuis St-Luc. Deze samenwerking wordt geleid<br />

door Prof. Philippe Noirhomme.


Een brug<br />

over the River… of life<br />

Dr Jean-Christophe Funken<br />

Hart<strong>chirurgie</strong><br />

Site St-Elisabeth<br />

Inleiding<br />

Kransslagaderaandoeningen zijn één van de eerste<br />

oorzaken van mortaliteit in onze geïndustrialiseerde<br />

landen. De laatste decennia heeft zowel de <strong>chirurgie</strong> als<br />

de interventionele cardiologie nochtans een belangrijke<br />

stap voorwaarts gezet. Het risicoprofi el van onze<br />

patiënten wordt steeds zwaarder, maar de evolutie in<br />

de wetenschap heeft niet enkel de levenskwaliteit maar<br />

ook de overlevingskansen drastisch verhoogd.<br />

Hart<strong>chirurgie</strong> met revascularisatie of CABG (coronary artery<br />

bypass grafting) is een van de meest uitgevoerde interventies<br />

(15.856 interventies in België in het jaar 2000). Deze chirurgische<br />

ingreep kende noodgedwongen een lange voorgeschiedenis.<br />

Vele illustere chirurgen hebben hun steentje bijgedragen en<br />

het is tevens een van de meest bestudeerde technieken in de<br />

wereld.<br />

Deze techniek is bijzonder effi ciënt om de klachten van de<br />

patiënten te verlichten, maar ook om hun overlevingskansen te<br />

vergroten.<br />

INDICATIES<br />

De resultaten van een therapeutische techniek kunnen op verschillende<br />

manieren worden geëvalueerd. Hart<strong>chirurgie</strong> werd<br />

historisch gemeten in termen van morbiditeit en mortaliteit.<br />

Sindsdien is het begrip levenskwaliteit van groter belang<br />

geworden. De indicaties voor myocardrevascularisatie hangen<br />

af van verschillende criteria. De bedoeling is om de symptomen<br />

van angor te verbeteren (wanneer deze niet beantwoordt aan<br />

de klassieke behandelingen, al dan niet invasief), om de nadelige<br />

gevolgen ervan te vermijden (recurrente angor, infarct) en om<br />

de overlevingskansen van de patiënten te verbeteren.<br />

In de loop der jaren hebben verschillende studies ons in staat<br />

gesteld om de absolute indicaties voor CABG te inventariseren:<br />

Coronaire bloedvaten.<br />

1. ziekten van de truncus comunis<br />

2. signifi cante stenoses van het proximale deel van de linker<br />

anterior dalende arterie (LAD)<br />

3. pathologie van de drie coronaire arteries<br />

4. slechte hartfuncties<br />

Andere relatieve indicaties zijn toestanden die soms gerelateerd<br />

zijn aan de kransslagaderanatomie, soms aan geassocieerde<br />

pathologieën of aan de comorbiditeit:<br />

1. kransslagaderaandoening van een of twee bloedvaten<br />

ontoegankelijk met angioplastie<br />

2. kransslagaderaandoening, geassocieerd met een<br />

kleppathologie met chirurgische indicatie<br />

3. comorbiditeit: bijvoorbeeld diabetes<br />

CHIRURGIE<br />

De transplantaten<br />

Deze resultaten, in termen van symptomatologie en overlevingskansen,<br />

geven inderdaad een beeld van de permeabiliteit<br />

van de transplantaten en hoe moeilijk het is om hierin een<br />

keuze te maken. Bij de keuze van het transplantaat spreekt men<br />

dikwijls over de “fi losofi e” van de keuze van transplantaat waar<br />

de voor en nadelen van elk type worden bekeken.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 23


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Recentere studies hebben daarnaast de heilzame rol aangetoond<br />

van het gebruik van de linker arteria mammaria interna<br />

die het coronaire anterior territorium vervangt en in mindere<br />

mate, de rol die de verschillende enten spelen geassocieerd<br />

met een volledige revascularisatie, om de overlevingskansen<br />

te verbeteren, latere hartproblemen te beperken en het aantal<br />

nieuwe interventies te reduceren.<br />

Een volledige revascularisatie gebeurt noodzakelijkerwijze via<br />

het gebruik van inplantaten van verschillende oorsprong.<br />

Sommige zullen in situ worden gebruikt of met gesteelde<br />

fl appen (de mammaire arteries of de rechter gastro-epiploïca),<br />

de andere zullen “vrij” worden gerealiseerd en ingeplant in de<br />

aorta of in een andere vervangingsgeleiding (de radialis, de vena<br />

saphena interna).<br />

De verschillende anatomische kenmerken van deze inplantaten<br />

levert ook verschillende resultaten op wanneer men een evaluatie<br />

maakt van hun permeabiliteit na verloop van tijd. Het is evident<br />

dat de aard van het bloedvat niet betekent dat het voorbestemd<br />

is om gemakkelijk een nieuwe functie te tolereren in een arterieel<br />

systeem met hoge druk. 10 jaar later merken we dat slechts de<br />

helft van de venen geen laesies hebben opgelopen, terwijl meer<br />

dan 90 % van de linker arteria mammaria interna (LIMA) perfect<br />

permeabel zijn.<br />

Het is trouwens aan deze linker mammaire arterie dat men de<br />

verhoging van de overlevingskansen en de vermindering van de<br />

latere hartproblemen bij patiënten na CABG te danken hebben.<br />

Dit had het einde van het gebruik van de venae moeten inluiden…<br />

en toch… deze worden vandaag nog vaak gebruikt. En met<br />

reden… ze kunnen niet concurreren met linker arteria mammaria<br />

interna maar ze zijn wel een interessant alternatief voor andere<br />

arteriële inplantaten. En zeker bij oudere mensen (meer dan<br />

75 jaar) die een comorbiditeit hebben die contra-geïndiceerd is<br />

voor het gebruik van een arterie (diabetes, obesitas, chronische<br />

respiratoire insuffi ciëntie,… ).<br />

Het beste transplantaat is het implantaat dat op lange<br />

termijn de beste permeabiliteit biedt en dat het minste<br />

problemen stelt bij het preleveren ervan.<br />

Op basis van deze criteria krijgt men een lijst van beschikbare<br />

implantaten, in orde van belangrijkheid:<br />

1. de linker arteria mammaria interna<br />

2. de rechter arteria mammaria interna (Fig. 1)<br />

3. de rechter arteria gastro-epiploïca (Fig. 2)<br />

4. de arteria radialis (Fig. 3)<br />

5. de vena saphena interna (Fig. 4)<br />

De incisieplaatsen<br />

De klassieke incisieplaats blijft de mediane sternotomie. Dit laat<br />

zowel het preleveren van de transplantaten toe als een globale<br />

aanpak van het doelorgaan. Het is de enige incisieplek waarmee<br />

we de verschillende zijden van het hart kunnen bereiken en dus de<br />

concommiterende intramyocard pathologieën behandelen (Fig. 5).<br />

24 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Dit is uiteraard een invasieve behandeling maar biedt wel<br />

degelijk een heel veilige benaderingsmethode die door de<br />

patiënt goed wordt verdragen en goede resultaten vertoont op<br />

het vlak van de littekenvorming en de eventuele pijn.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1. Nervus phrenicus; 2. aorta; 3. arteria mammaria interna;<br />

4. vena mammaria interna.<br />

1. Arteria/vena radialis; 2. nervus radialis; 3. nervus ulnaris.


De evolutie van de technologieën geeft ons sinds kort de<br />

mogelijkheid om bij welbepaalde indicaties (anterior) een<br />

beroep te doen op minder invasieve incisies (intercostaal of minithoracotomieën)<br />

(Fig. 6).<br />

4<br />

5<br />

6<br />

1. Vena saphena interna; 2. nervus saphenus.<br />

De extracorporele circulatie (ECC)<br />

De kennis van het myocard en nadien de verbetering van de<br />

chirurgische technieken ter bescherming ervan, liggen aan de basis<br />

van de hart<strong>chirurgie</strong>. Dankzij deze progressie werden de operaties<br />

veiliger en slaagde men erin om meer complexe pathologieën te<br />

behandelen.<br />

Dit “vreemde lichaam” is een belangrijke oorzaak van infecties<br />

en is ook verantwoordelijk voor de nadelige effecten op<br />

sommige doelorganen (hersenen, longen, nieren, enz.) of voor de<br />

consequenties in bepaalde omstandigheden (neoplasie).<br />

De technologische evolutie van de <strong>chirurgie</strong> met kloppend hart<br />

geeft ons sinds enkele jaren de mogelijkheid om de resultaten te<br />

herproduceren die werden bereikt in de conventionele <strong>chirurgie</strong><br />

en met ECC. Maar het is wel moeilijk om de echte voordelen van<br />

deze techniek in alle situaties te bewijzen, dat is waarschijnlijk de<br />

reden van de zeer bescheiden penetratie van deze techniek over<br />

de wereld (25 %). De chirurgische gemeenschap – omwille van haar<br />

conservatieve attitude – reserveert deze procedure voor sommige<br />

doelpopulaties : de patiënten die een hoge comorbiditeit hebben<br />

op respiratoir, renaal of cerebraal niveau, patiënten die lijden aan<br />

een hemopathie, een atheromateuse aorta, of die een neoplasie<br />

probeem vertonen.<br />

De <strong>chirurgie</strong> met kloppend hart (OPCABG: Off Pump CABG), is in ieder<br />

geval de verplichte link tussen de conventionele hart<strong>chirurgie</strong> en de<br />

technieken van de toekomst, zoals de “TECABG” (Totally Endoscopic<br />

CABG) en opent waarschijnlijk totaal nieuwe mogelijkheden met<br />

veel nieuwe kennis en vol van verrassingen. De hart<strong>chirurgie</strong> heeft<br />

maar matig gereageerd op de sirenezang van de endoscopie, maar<br />

de komst van de robotisering heeft wel gevoelens los gemaakt.<br />

Deze nieuwe techniek betekent een grote vooruitgang, een<br />

ommekeer, en levert de patiënten het voordeel van een minder<br />

invasieve <strong>chirurgie</strong>. In de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen zijn wij overtuigd van<br />

de voordelen ervan. Wij hebben dan ook beslist om deze nieuwe<br />

pagina van onze boeiende medische geschiedenis om te slaan.<br />

Referenties<br />

1. Risk factor awareness and secondary prevention of coronary artery disease : are we<br />

doing enough? Shishir Karthik, Nasim Tahir, Bibhuti Thakur and Unnikrishnan Nair.<br />

2. Outcomes of coronary artery bypass graft surgery. Anna Louise Hawkes,<br />

Madeleine Nowak, Benjamin Bidstrup, and Richard Speare.<br />

3. Grover FL, Hammermeister KE, Burchfi el C. Initial report of the Veterans<br />

Administration Preoperative Risk Assessment Study for Cardiac Surgery. Ann<br />

Thorac Surg. 1990; 50 : 12–26. discussion 27–18.<br />

4. European Coronary Surgery Study Group. European Coronary Surgery Study<br />

Group : Long-term results of prospective randomised study of coronary<br />

artery bypass surgery in stable angina pectoris. Lancet. 1982; 2 : 1173–80.<br />

5. Coronary Artery Surgery Study (CASS) Principle Investigators. Coronary<br />

artery surgery study (CASS) : a randomized trial of coronary artery bypass<br />

surgery. Quality of life in patients randomly assigned to treatment groups.<br />

Circulation. 1983; 68 : 951–60.<br />

6. Dion R, Glineur D, Derouck D, et al. Long-term and angiographic follow up of<br />

sequential internal thoracic artery grafting. Eur J Cardiothorac Surg. 2000; 17 :<br />

407–14.<br />

7. Fitzgibbon GM, Kafka HA, Leach HA. Coronary bypass graft fate and patient<br />

outcome : angiographic follow-up of 5,065 grafts related to survival in<br />

reoperation in 1,388 patients during 25 years. J Am Coll Cardiol. 1996; 28 : 616–26.<br />

8. Damgaard S, Steinbruchel DA, Kjaergard HK. An update on internal mammary<br />

artery grafting for coronary artery disease. Curr Opin Cardiol. 2005; 20 : 521–4.<br />

9. Lytle BW, Blackstone EH, Loop FD, et al. Two internal thoracic artery grafts<br />

are better than one. J Thorac Cardiovasc Surg. 1999; 117 : 885–72.<br />

10. EMC Thoracale Chirurgie.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 25


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Chirurgische behandeling<br />

Richtlijnen en Technieken<br />

Dr Jean-Marie van Caster<br />

Hart<strong>chirurgie</strong><br />

Site St-Elisabeth<br />

De uitstekende resultaten van het herstel van de kleppen<br />

hebben een revolutie teweeg gebracht in de behandelingstrategie<br />

van cardiale valvulopathieën. Als <strong>chirurgie</strong><br />

“tijdig” wordt toegepast is de impact ervan des te groter.<br />

De plastieën hebben, vooral voor klepregurgitatie, de plaats<br />

van de protheses ingenomen.<br />

Er bestaat dus een totaal nieuwe therapeutische benadering<br />

die bestaat uit het herstellen van signifi cante valvulopathieën<br />

vóór deze symptomatisch worden.<br />

Hierna een kort overzicht van de belangrijkste kleppathologieën,<br />

hun indicaties en de chirurgische technieken.<br />

Europese incidenties van valvulopathieën<br />

43 % Aortastenoses<br />

32 % Mitraalregurgitatie<br />

13 % Aortaregurgitaties<br />

12 % Aortastenoses<br />

1. AORTASTENOSES<br />

“The silent killer!”<br />

Etiologie en prevalentie<br />

- fi brose en calcifi catie van de klep omwille van de<br />

“veroudering”<br />

- ARR<br />

- bicuspidie<br />

2 % van de bevolking van meer dan 65 jaar<br />

3 % van de bevolking van meer dan 75 jaar<br />

4 % van de bevolking van meer dan 85 jaar<br />

26 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Symptomatologie en prognose<br />

- hartdecompensatie (mortaliteit op 2 jaar: 50 %)<br />

- syncope (mortaliteit op 3 jaar: 50 %)<br />

- ischemische pijn (mortaliteit op 5 jaar: 50 %)<br />

- angiodysplasie van het colon<br />

Diagnose<br />

- klinische tekenen: ruitvormig verloop van hartruis, Pulsus Parvus<br />

- ECG: linkerventrikelhypertrofi e<br />

- hartcatheterisme: gradiënt van klepdruk en -mobiliteit<br />

- echocardiografi e: drukgradiënt - valvulaire oppervlakte -<br />

anatomie van de kleppen en de aorta ascendens.<br />

Chirurgische indicaties<br />

- drukgradiënt: hoger dan 40 mm Hg van de gemiddelde gradiënt<br />

- klepoppervlakte: minder dan 1 cm2 - anatomie van de kleppen: congenitale stenose<br />

- dilatatie van de aorta ascendens: van 50 mm of op 45 mm in<br />

geval van Marfanziekte<br />

- symptomatische aortastenose<br />

- aortastenose met gemiddelde gradiënt (klepoppervlakte<br />

tussen 1 en 1,5 cm2 ) of asymptomatische stenose,<br />

indien een van de toestanden gepaard gaat met:<br />

- abnormale resultaten oefening met<br />

krachtinspanning,<br />

- linkerventrikeldisfunctie,<br />

- <strong>chirurgie</strong> van de aorta ascendens, van de coronairen<br />

of van een andere klep.<br />

BELANG VAN DE CHIRURGISCHE<br />

BEHANDELING WANT RISICO OP PLOTSE<br />

DOOD!<br />

Therapeutische strategie van de aortastenose<br />

De beslissing om te opereren gebeurt multidisciplinair; de<br />

prognose voor de patiënt staat in correlatie met de ernst<br />

en de gevolgen van de valvulopathie, maar ook met het<br />

interventierisico en de wens van de patiënt.<br />

Het operatierisico kan via Euro Score worden geobjectiveerd<br />

(geheel van morbiditeitsparameters die het risico op mortaliteit<br />

objectiveren).


van valvulopathieën<br />

1 2<br />

Tabel 1: Aortaklepstenose:<br />

benadering van de ernstige aortaklepstenose<br />

Ernstige aortaklepstenose (


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Klassifi catie<br />

Type 1: normale klepmobiliteit - ringvormige dilatatie<br />

Type 2: excessieve klepmobiliteit - prolaps<br />

Type 3: beperkte klepmobiliteit - restrictieve klep (ischemie)<br />

Ernst van de mitraalinsuffi ciëntie<br />

Het wordt gemeten op basis van de breuk, geëvalueerd in %<br />

van het ejectievolume van het linkerventrikel dat regurgiteert<br />

in de linkerkamer.<br />

< 20 %: licht<br />

20 à 40 %: gematigd<br />

40 à 60 %: gematigd tot ernstig<br />

> 60 %: ernstig<br />

Indicaties van de chirurgische behandeling<br />

- Acute mitraalinsuffi ciëntie (breuk van de chordae tendineae) :<br />

chirurgische behandeling<br />

- Chirurgische indicaties voor chronische mitraalinsuffi ciëntie<br />

Tabel 2: Ernstige mitralis insuffi cientie:<br />

indicaties voor heelkunde<br />

Patiënten met symptomen met Linker Ventrikel Ejectie Fractie<br />

(LVEF) > 30 % en ESD (Eindsystolische diameter) < 55 mm*.<br />

Patiënten zonder symptomen maar met dysfunctie van linker<br />

ventrikel (ESD > 45 mm* en/of LVEF 60 %).<br />

Patiënten met symptomen maar met bewaarde linker ventrikel<br />

functie en voorkamer fi brillatie of pulmonale hypertentie<br />

(PAP > 50 mmHg in rust).<br />

Patiënten met ernstige linker ventrikel dysfunctie (LVEF < 30 %<br />

en/of ESD > 55 mm*) refractaire aan medicamenteuse therapie,<br />

waarbij klepplastie mogelijk is en een lage comorbiditeit bestaat.<br />

Asymptomatische patiënten met bewaarde linker ventrikel functie,<br />

waarbij klepplastie mogelijk is en een laag operatief risico bestaat.<br />

Patiënten met ernstige linker ventrikel dysfunctie (LVEF < 30 % en/<br />

of ESD > 55 mm*) refractaire aan medicamenteuse therapie, waarbij<br />

klepplastie weinig waarschijnlijk is en een lage comorbiditeit<br />

bestaat.<br />

* Kleinere diameters moeten overwogen worden bij patiënten met kleine gestalte.<br />

Volgens Vahanian, EHJ, 2007, 18, 230-268.<br />

Chirurgische technieken<br />

De pionierswerken van Prof. Alain Carpentier in Parijs hebben<br />

het mogelijk gemaakt om herproduceerbare en effi ciëntie<br />

standaardtechnieken te ontwikkelen voor het herstel van de<br />

mitralisklep. Een herstelling die tot dan hoofdzakelijk werd<br />

uitgevoerd via klepvervanging.<br />

Deze technieken omvatten:<br />

- de tetragonale resectie van het middelste gedeelte van het<br />

achterste klepblad, met of zonder “gliding”plastie (Fig. 3)<br />

- de resectie van de restrictieve chordae tendineae en de<br />

verlenging van de papillaire spieren<br />

28 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

- de vervanging van de chordae tendineae door artifi ciële draden<br />

in Gore Tex<br />

- annuloplastie met de ring van Carpentier (Fig. 4)<br />

- de complexe resectie van de klepbladen en het herstel<br />

ervan via de pericardpatches of een gedeelte van de<br />

tricuspidalisklep. Deze technieken worden vooral gebruikt<br />

voor het herstel van endocarditisletsels<br />

- de hechting van het coaptatiecentrum van de twee<br />

klepbladen: “de Alfi eri-steek”<br />

Daarnaast bestaan ook nieuwe percutane mitralis herstel<br />

technieken:<br />

- Mitraclip (zelfde actie als Alfi eri-steek)<br />

- Monarc en Carillon: versterking van de mitralisannulus posterior<br />

door inbrengen van een cordon in de coronaire sinus<br />

De voordelen van het mitralis herstel t.o.v. klepvervanging zijn:<br />

- een beter behoud van de myocardfunctie<br />

- een vermindering van het risico op endocarditis<br />

- een vermindering van het risico op thrombo-embolische<br />

ongelukken<br />

- een beperking van de anticoagulatie op 6 weken postoperatief,<br />

behalve bij AF<br />

3. AORTAINSUFFICIËNTIE<br />

Chirurgische indicaties<br />

- regurgitatie graad 2<br />

- linkerventrikeldilatatie<br />

- endocarditis<br />

Chirurgische technieken<br />

- bij annulusdilatatie: commissuroplastie<br />

3


- bij klepprolaps:<br />

- commissuroplastie<br />

- driehoekige resectie van de vrije rand en hechting<br />

- versterking van de vrije randen door een Gore Tex<br />

overhandse hechting<br />

- wegnemen van de verkalkte randen<br />

van de klepbladen<br />

- bij endocarditis: resectie van de laesies en herstelling<br />

met pericardpatchs<br />

- bij dilatatie van de sinotubulaire junctie: vervanging<br />

van de aorta ascendens en fi xatie aan de prothese<br />

(techniek van Tirone David)<br />

4. MITRALISSTENOSE<br />

Sinds het quasi verdwijnen van acute reuma uit onze contreien<br />

doet mitraalstenose zich gelukkig steeds minder voor.<br />

Klinisch merkt men dyspneu die gepaard gaat met een diastolische<br />

roffel.<br />

Mitralisstenose moet van dichtbij worden gevolgd en - net zoals<br />

alle valvulopathieën - bij voorkeur “op tijd” geopereerd, voor er<br />

zich complicaties voordoen, zoals acuut longoedeem, pulmonale<br />

hypertensie of atriumfi brillatie.<br />

CONCLUSIES<br />

Klepherstellingen worden steeds vaker uitgevoerd en<br />

halen een successcore die in niets vergelijkbaar is met<br />

het vorige decennium… tot grote tevredenheid van de<br />

medische en chirurgische teams.<br />

Als ze op tijd worden uitgevoerd, verhoogt men de<br />

levenskansen en verbetert men de levenskwaliteit van<br />

de patiënten.<br />

4<br />

Met open<br />

hart<br />

Dr Jean-Christophe Funken<br />

Hart<strong>chirurgie</strong><br />

Site St-Elisabeth<br />

Echte kennis is herinnering (Aristoteles)<br />

Creëren is zich herinneren (Victor Hugo)<br />

De mooiste verhalen beginnen altijd met: “Er was<br />

eens…”, wat verwijst naar een oeroud verleden dat<br />

niemand zich nog herinnert.<br />

Dezelfde regel is van toepassing op de geschiedenis<br />

van de hart<strong>chirurgie</strong>. Talloze namen duiken er in op, de<br />

ene al prestigieuzer dan de andere.<br />

Tot in de jaren 50 behoorde de hart<strong>chirurgie</strong> nochtans<br />

enkel tot de droomwereld. In het begin van de 20 ste<br />

eeuw zou niemand zich aan het hart hebben gewaagd.<br />

“Elke chirurg die een hartoperatie zou uitvoeren, zou<br />

onmiddellijk het respect van zijn collega’s verliezen” zei<br />

Billroth, en zijn woorden klonken nog lang na. Hoe kan<br />

men inderdaad ingrijpen op een mobiele structuur die,<br />

als ze haar mobiliteit verliest, de dood van de patiënt tot<br />

gevolg heeft?<br />

Zo wordt nochtans de geschiedenis geschreven. De Heilige<br />

Graal ligt niet binnen handbereik en dus probeert men<br />

eerst op para-cardiologische structuren, die natuurlijk ook<br />

levensbelangrijk zijn, maar die men kan opereren zonder<br />

hartstilstand of opening van de hartholtes.<br />

De eerste structuur die werd aangepakt was het<br />

pericard, het “hartzakje” dat, wanneer het krimpt,<br />

ernstige problemen kan opleveren en uiteindelijk de<br />

dood tot gevolg heeft. In 1921 realiseerde Schmieder,<br />

een Duitse chirurg, als eerste een pericardectomie voor<br />

een constrictieve pericarditis.<br />

In 1938 heeft Gross, een jonge Amerikaanse chirurg,<br />

de eerste ligatuur van het permeabele arteriële kanaal<br />

uitgevoerd. Destijds was Gross 33 jaar en senior<br />

assistent van professor Ladd. Deze primeur behaalde<br />

hij tijdens de afwezigheid van zijn leermeester.<br />

Tijdens dezelfde periode hebben andere chirurgen, na<br />

jaren van observatie, geprobeerd om een rechtstreekse<br />

oplossing te vinden voor kransslagaderaandoeningen.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 29


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Maar door het gebrek aan een techniek om het hart stil te<br />

leggen, waren het in een beginperiode enkel onrechtstreekse<br />

benaderingen. Claude S. Beck, chirurg in de Western Reserve<br />

University en in de Cleveland Clinic, heeft in 1930 de eerste<br />

observaties gedaan die zijn briljante loopbaan zouden lanceren. Hij<br />

beschreef verschillende procedures die vasculaire neo-anastomoses<br />

ontwikkelden tussen het myocard en de aangrenzende weefsels.<br />

Deze procedures, die cardiopericardiopexieën of pericardial poudrage<br />

werden in 1935 al in de literatuur besproken. In datzelfde jaar<br />

ontwikkelde hij andere technieken, eerst bij het dier, nadien bij<br />

de mens. Deze nieuwe technieken maakten het mogelijk om de<br />

hartspier te revasculariseren. Een van zijn pogingen was de cardiomyopexie:<br />

na het realiseren van een myocardabrasie, werd een grote<br />

pectorale fl ap op de hartspier aangebracht en ter plaatse gesutureerd.<br />

In zijn zoektocht naar revasculariserende weefsels, werden er ook<br />

andere tests uitgevoerd met pericardvet of het grote epiploön.<br />

Op basis van deze werkzaamheden, beschreef O’Shaughnessy<br />

in 1937, volgens hetzelfde principe, de cardio-omentopexie,<br />

gebruik makend van het grote epiploön, daar waar anderen<br />

de long gebruikten (“cardiopneumopexie”), het jejunum<br />

(“cardiojejunopexie”), de maag (“cardiogastropexie”), of de mild<br />

(“cardiolienopexie”). In de literatuur vinden we deze technieken<br />

terug tot in de jaren 50. Dit illustreert de populariteit en de<br />

aanvaarding van deze technieken in de wereld van de <strong>chirurgie</strong>.<br />

Voor kransslagaderaandoeningen waren er nochtans al interessante<br />

werken gepubliceerd in het tweede decennium van de eeuw<br />

door Alexis Carrel, die de basis heeft gelegd voor de moderne<br />

hartrevascularisatie. Tijdens zijn experimenten had hij de innominatus<br />

van een hond geanastomoseerd in de distale coronairen van een<br />

andere hond. Bij andere dieren had hij coronaire arteria gedevieerd<br />

door het hechten van een gelijkaardige vrije carotis tussen de<br />

thoracale aorta descendans en de linker coronairen. Jammer<br />

genoeg stierven de dieren snel, maar deze procedures kunnen wel<br />

beschouwd worden als de voorouders van de hedendaagse<br />

mammaire revascularisaties. Hij voerde ook de eerste arteriële greffe<br />

uit van de arteriële truncus door een adersegment in een aorta van een<br />

hond te plaatsen. Dit werk was de voorbode van het huidig procédé<br />

voor de revascularisatie van de saphena. We moesten weliswaar<br />

wachten tot de jaren 60 met Kolesov en de jaren 70 met Favaloro om<br />

een systematisering van deze technieken waar te nemen.<br />

In 1946 werd een andere belangrijke stap gezet door Arthur<br />

Vineberg (Mc Gill University). Hij plantte, eerst op een dierlijk<br />

model, nadien bij de mens, interne mammaire arteria rechtstreeks<br />

in het hartventrikel om de doorbloeding ervan te bevorderen. Dit<br />

meestal relevante procédé verlichtte de angina pectoris en werd<br />

gebruikt tot in het begin van de jaren 70. Mason Sones zal later de<br />

verdienste van het Vineberg procédé aantonen, in 1962, wanneer<br />

hij met een angiografi e aantoont dat er connecties bestaan tussen<br />

het mammair inplant en de myocardvenen bij de mens.<br />

In die periode had men nog geen toegang tot de hedendaagse<br />

hart<strong>chirurgie</strong>, met veiliger, langere interventies en met de<br />

aanpak van nieuwe, meer complexe pathologieën, of ook nog de<br />

behandeling van oudere patiënten.<br />

30 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Nochtans is het in die periode dat de zaken een hele omwenteling<br />

zullen kennen. Gibbon, met zijn eerste extracorporele circulatie,<br />

opent de deuren tot de moderne hart<strong>chirurgie</strong>. Zijn eerste<br />

openhartoperatie onder ECC was een succes en maakte hem tot<br />

de vader van de hart<strong>chirurgie</strong>. Dit neemt niet weg dat hij nadien<br />

verschillende tegenslagen ondervond die hem vroegtijdig uit de<br />

OK’s weerden. Maar de stap was gezet en vele andere volgden hem<br />

met succes: Lillehei, Varco, Bjork, Starr, Ross, Hancock, Carpentier,<br />

Effl er, Favaloro, Barnard of dichter bij ons Primo, Chaland en Ponlot.<br />

Dit zijn maar enkele namen die opduiken in de geschiedenis van<br />

deze “success story”.<br />

Deze mooie geschiedenis blijft verder duren, want steeds opnieuw<br />

worden blanco pagina’s volgeschreven met nieuwe technieken.<br />

Men baseert zich op de verworvenheden uit het verleden, soms<br />

zelf houdt men tabula rasa, maar altijd probeert men te denken<br />

aan de voordelen voor de patiënt.<br />

De evolutie van de laatste jaren illustreert perfect de afgelegde weg.<br />

De interventies met kloppend hart en de daaropvolgende “minimaal<br />

invasieve” <strong>chirurgie</strong>, zijn voorbeelden van een voortdurende<br />

beweging die de therapeutische waaier van de hart<strong>chirurgie</strong> verder<br />

aandikt. Daardoor kunnen de risico’s van de extracorporele circulatie<br />

en de extensieve incisies worden beperkt en kan er een oplossing<br />

worden gevonden voor fragiele patiënten, het soort patiënten<br />

waarmee we steeds meer geconfronteerd worden.<br />

Deze ervaring rijker, gaan we de toekomst met vertrouwen tegemoet.<br />

Een toekomst die al is begonnen. Die zich, zoals het hoort,<br />

baseert op het verleden en die nieuwe perspectieven opent. Het<br />

gebruik van een robot zal misschien de volgende bladzijde van deze<br />

geschiedenis zijn, maar deze pagina dient nog geschreven…<br />

Zodra men van de toekomst heeft geproefd, kan men geen stap<br />

meer terug. (Paul Auster)


Hart<strong>chirurgie</strong> en intensieve<br />

zorgen<br />

Dr Didier Delmarcelle<br />

Intensieve zorgen<br />

Site St-Elisabeth<br />

De post-operatieve follow-up van geopereerde<br />

hartpatiënten vereist een intensieve monitoring, een<br />

effi ciënte pijncontrole, een vroegtijdige mobilisatie en<br />

een omvangrijke respiratoire verzorging.<br />

De operatie van de hartklep, van de kransslagader of van<br />

beide samen, gaat, omwille van de specifi citeit, gepaard met<br />

wijzigingen in de nieren, het centrale zenuwstelsel, de hartspier<br />

en met gastro-intestinale, pulmonaire en metabole modifi caties.<br />

Verschillende mechanismen spelen hier een rol: ischemieperfusie,<br />

embolie, infl ammatoire reactie op de extra corporele<br />

circulatie, enz.<br />

Tijdens aortocoronaire bypass, gerealiseerd met kloppend hart,<br />

zijn er, gezien de afwezigheid van extra corporele circulatie,<br />

minder frequent complicaties maar ze zijn toch nog sterk<br />

aanwezig.<br />

Post-operatieve complicaties<br />

1. bloedingen<br />

2. metaboolalteratie: hyperglykemie, melkzuuracidose,<br />

coagulopathie, …<br />

3. hartspieraandoeningen: infarct, stunning (“hibernerend”<br />

post-ischemisch myocard, ritmestoornissen, …<br />

4. longaandoeningen: atelectasie, pleuravocht,<br />

post-operatieve pneumonie, …<br />

5. gastro-intestinale aandoeningen: cholecystectomie,<br />

pancreatitis, hyperbilirubinemie, …<br />

6. nieraandoeningen (8-15 % van de gevallen volgens<br />

de studies)<br />

7. aandoeningen van het centraal zenuwstelsel:<br />

encefalopathie, CVA, cognitieve stoornissen, …<br />

De objectieven voor intensieve zorgen na hart<strong>chirurgie</strong> zijn:<br />

- de hemodynamische stabiliteit,<br />

- de post-anesthetische recovery (homeostasie) en de<br />

ontwenning aan het beademingstoestel,<br />

- de preventie en de behandeling van de post-operatieve<br />

complicaties.<br />

Alle ressources worden aangewend dankzij een multidisciplinaire<br />

benadering in aanwezigheid van een getitulariseerde reanimatiearts<br />

die 24/24 u aanwezig is, een gespecialiseerd nursingteam<br />

(1 “FTE” voor 2 patiënten tijdens de dag, 1 voor 3 tijdens de nacht),<br />

gediplomeerde kinesitherapeuten voor respiratoire intensieve<br />

zorgen en de nodige gespecialiseerde uitrusting bij respiratoir,<br />

hemodynamisch en renaal falen.<br />

Wanneer de patiënt aankomt op de eenheid intensieve zorgen is<br />

hij begeleid door een anesthesist, een perfusionist (indien men<br />

een beroep heeft gedaan op een extra corporele circulatie) en de<br />

verpleger(ster) van de operatiezaal.<br />

Hij wordt onthaald door de intensivist en de 3 verpleegsters van<br />

het team om zo snel mogelijk aan het beademingstoestel en aan<br />

de monitoring te worden gelegd, volgens een vooraf opgesteld<br />

protocol.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 31


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Na het operatieverslag wordt de behandeling opgesteld<br />

in functie van de antecedenten van de patiënt en de<br />

verkregen hemodynamische gegevens van de patiënt.<br />

Opvang van de patiënt<br />

Het toezicht gebeurt om de 15 minuten gedurende<br />

2 u, nadien om de 30 minuten gedurende 2 u en<br />

uiteindelijk om de 2 u tot wanneer de patiënt terug<br />

naar zijn kamer gaat.<br />

Bij een hemodynamische stabiele toestand en<br />

wanneer er geen complicaties zijn (bv. bloedingen),<br />

gaat men snel over – met controle van de analgesie<br />

– tot ontwenning van het beademingstoestel<br />

zodat vroegtijdig kan worden geëxtubeerd (binnen<br />

de 6 u na de operatie), waardoor de verblijfsduur en<br />

de morbiditeit kan worden verminderd.<br />

Het ontwenningsprotocol wordt aangepast aan<br />

de patiënt en extubatie gebeurt enkel indien de<br />

ontwenningsobjectieven zijn bereikt.<br />

De post-operatieve analgesie wordt gerealiseerd<br />

dankzij een regelmatige opvolging van de pijn met<br />

behulp van een visuele schaal, om respiratoir comfort<br />

en coöperatie te bekomen.<br />

Een ander belangrijk element is de psychologische<br />

opvang van de patiënt bij zijn ontwaken.<br />

In de meeste gevallen, bij afwezigheid van<br />

complicaties of moeilijke of kritieke pre-operatieve<br />

situaties, wordt de patiënt na een verblijf van 24 u<br />

geëxtubeerd, in de zetel gezet, de maagsonde<br />

weggenomen (bij uitzondering van de bypass<br />

van de gastro-epiploön arterie) en de swan-ganz<br />

verwijderd.<br />

De thoracale drains worden na 24 u verwijderd, enkel<br />

als het gedraineerde volume onder een kritieke<br />

waarde is gebleven.<br />

De benadering van de geopereerde hartpatiënt,<br />

in intensieve zorgen, maakt dus deel uit van een<br />

continuüm van pre-, per- en post-operatieve zorgen.<br />

Deze benadering werd ontwikkeld in het kader van<br />

het klinisch pad dat in onze instelling werd ingevoerd.<br />

De bedoeling is de opvang van een geopereerde<br />

hartpatiënt te optimaliseren en de risico’s op<br />

morbiditeit/mortaliteit van dit soort interventies tot<br />

een minimum te beperken.<br />

32 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

De hartrevalida<br />

Het team<br />

Dr Martine Dethy<br />

Cardiologie<br />

Site St-Michel<br />

Omvat:<br />

- Een diëtiste (L. Norkiewicz) die de risicofactoren verbetert<br />

door het corrigeren van slechte eetgewoonten;<br />

- Een sociaal assistente (E. Van Belle) die de patiënt en zijn<br />

familie informeert over het herstel, de thuishulp, het vervoer<br />

voor de externe sessies, enz;<br />

- Een psychologe (N. Brancart) die de patiënt de kans biedt<br />

om zijn ervaring en zijn angsten t.o.v. het hartprobleem<br />

te uiten en die samen met hem nadenkt over hoe zijn<br />

toekomstig leven beheren, rekening houdend met de<br />

risicofactoren;<br />

- Een cardiologe gespecialiseerd in hartrevalidatie<br />

(Dr M. Dethy) ) die de toestand van de patiënt evalueert bij<br />

het begin en het einde van zijn revalidatie en die de link legt<br />

tussen de behandelende geneesheer, de cardioloog van de<br />

patiënt en het revalidatieteam;<br />

- Kinesitherapeuten (A.-M. Poliart, C. Stroobant, G. Depierreux)<br />

die de revalidatiesessies verzekeren en die aan de patiënten<br />

uitleggen hoe de inspanningen kunnen worden beheerd en de<br />

fysieke capaciteiten verbeterd en die hen opnieuw zin geven om<br />

fysieke oefeningen te doen.<br />

De fasen van de revalidatie<br />

De hartrevalidatie is de multidisciplinaire<br />

aanpak van een hartpatiënt.<br />

De revalidatie richt zich tot elke<br />

patiënt die een hartinfarct heeft gehad, een coronaire<br />

dilatatie, aortocoronaire bypass, klep<strong>chirurgie</strong> of<br />

een transplantatie heeft ondergaan of die lijdt aan<br />

hartdecompensatie.<br />

1. De acute fase tijdens de hospitalisatie<br />

Tijdens deze fase, die begint net na het hartlijden, wordt de<br />

patiënt opgevangen door verschillende interveniënten en<br />

beginnen de individuele revalidatiesessies met de kine.<br />

2. De ambulante fase zodra de patiënt weer thuis is<br />

De patiënt komt 3x per week gedurende 1u naar de cardio-


tie<br />

kine zaal waar hij wordt behandeld door kinesitherapeuten.<br />

Na enkele sessies wordt zijn toestand geëvalueerd op basis<br />

van een ergospirometrie die zijn fysieke capaciteiten meet,<br />

zijn max VO2 en zijn ademhalingsdrempel.<br />

De ergospirometrie geeft ons de mogelijkheid om de<br />

precieze oorzaak van het probleem te achterhalen:<br />

cardiologisch, respiratoir of perifeer (musculair).<br />

Elke patiënt krijgt een programma op maat.<br />

Bij elke sessie wordt het hartritme, de bloeddruk (en de<br />

eventuele aritmieën) gecontroleerd.<br />

In de kine-zaal staan 5 fi etsen, een cross-trainer, een<br />

loopband, een roeitoestel en twee fi tnesstoestellen.<br />

Na 45 sessies, die worden terugbetaald door de mutualiteit,<br />

wordt opnieuw een ergospirometrie uitgevoerd om de<br />

gunstige effecten van de oefeningen aan te tonen. De<br />

patiënt wordt aangemoedigd om zijn inspanningen verder<br />

te zetten.<br />

3. De onderhoudsfase<br />

Hierin stellen wij onze patiënt voor om:<br />

- ofwel de sessies verder te zetten in ons centrum, zonder<br />

terugbetaling van de mutualiteit,<br />

- ofwel naar de “coronary club” te gaan die wordt<br />

georganiseerd door Dr Tackels,<br />

- ofwel om zelf naar een fi tnesscentrum te trekken.<br />

De voordelen van de hartrevalidatie<br />

1. Fysiek en cardiologisch<br />

- vermindering van de symptomen van dyspneu of angor,<br />

- corrigeren van de risicofactoren door een verbetering van<br />

de bloeddruk, het lipidengehalte en de glykemie,<br />

- verbetering van de fysieke capaciteit en de inspanningstolerantie,<br />

- vermindering van de morbiditeit/mortaliteit en van het<br />

aantal coronaire re-stenosen.<br />

2. Psychologisch<br />

- opkrikken van het zelfvertrouwen,<br />

- verbetering van het welzijn,<br />

- psychologische ondersteuning van de patiënt en van zijn<br />

familie,<br />

- vermindering van de angstaanvallen en/of depressieve<br />

reacties,<br />

- hulp bij het opnieuw gaan werken,<br />

- hulp bij het stoppen met roken.<br />

3. Sociaal-economisch<br />

- verkorting van de hospitalisatieduur (post-infarct en<br />

postchirurgicaal),<br />

- vermindering van het aantal re-hospitalisaties,<br />

- vermindering van de arbeidsongeschiktheidstijd,<br />

- vermindering van de kosten voor de gezondheidszorg.<br />

Het team hartrevalidatie<br />

Site St-Michel<br />

Tel.: 02/737 84 35/36<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 33


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Hart<strong>chirurgie</strong><br />

& atriumfi brillatie<br />

Dr Bernard Deruyter<br />

Cardiologie – Ritmologie<br />

Sites St-Elisabeth – 2 Alice<br />

Atriumfibrillatie is niet enkel een van de meest<br />

voorkomende aritmieën, maar het kan zich<br />

ook voordoen in allerlei omstandigheden. Het<br />

kan voorkomen in de dagen volgend op een<br />

thorax<strong>chirurgie</strong> en meer bepaald na bypassoperatie<br />

(CABG). In dat geval zal AF de prognose verzwaren<br />

en is het een van de belangrijkste oorzaken van de<br />

verlenging van de hospitalisatietijd.<br />

De post-hartchirurgische AF heeft, zowel omwille van de perioperatieve<br />

morbi-mortaliteit als omwille van de sociaal-economische<br />

factor, het voorwerp uitgemaakt van talrijke onderzoeken en<br />

publicaties. In de literatuur worden bètablokkers en Amiodarone<br />

beschreven als het meest effi ciënte bestrijdingsmiddel, zowel<br />

voor de preventie (toegediend voor de <strong>chirurgie</strong>) als voor de postoperatieve<br />

episodes.<br />

Hierna het schema dat wordt gevolgd in de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen, dat<br />

rechtstreeks is overgenomen van de Internationale Aanbevelingen<br />

ter zake.<br />

De hierna volgende aanbevelingen, die oorspronkelijk voorzien<br />

waren voor AF, zijn identiek voor Flutters of Atriumtachycardie…<br />

zowel voor de preventieve behandeling als voor het controleren van<br />

de ventriculaire respons, de cardioversie of de anticoagulatie.*<br />

Preventie pre-op<br />

1. Hoog risico patiënten<br />

• CABG + Mitralisklep<br />

• Leeftijd > 65 jaar<br />

• Mannelijk<br />

• Aktieve roker<br />

• COBP<br />

• Arteriële hypertensie/LVH<br />

• LVEF < 50 %<br />

• Gevolg van infarct<br />

• ATCD van AF of andere SVT<br />

34 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

2. Matige risico patiënten<br />

Behandeling af post-op<br />

BISOPROLOL 2,5 tot 5 mg/dag<br />

+<br />

AMIODARONE 300 mg/dag<br />

zodra mogelijk<br />

vanaf D - 7<br />

BISOPROLOL 5 mg/dag<br />

zodra mogelijk<br />

vanaf D - 7<br />

of<br />

AMIODARONE 300 mg/dag<br />

in geval van contra-indicatie<br />

voor Bètablokkers<br />

1. Onder controle houden indien CF > 100 à 110 bpm<br />

• LANOXIN® 250 mg/dag<br />

vooral bij lage LVEF<br />

• BISOPROLOL 5 tot 10 mg/dag<br />

vooral bij ontwenning van Bêtablokkers of bij arteriële<br />

hypertensie<br />

• DILTIAZEM RETARD 200 tot 300 mg/dag<br />

vooral indien ATH en LVEF behouden


2. LONGEMBOLIE uitsluiten<br />

3. Therapeutische anticoagulatie-behandeling<br />

4. Cardioversie overwegen<br />

CARDIOVERSIE<br />

Medicamenteuze cardioversie<br />

Na 24 u indien AF aanhoudt ondanks de frequentiecontrole,<br />

toevoegen AMIODARONE 10 mg/kg/dag per os.<br />

Bij voorkeur IV voor de eerste 600 mg in 1 u met injectietoestel<br />

in geval van slechte tolerantie.<br />

Elektrische cardioversie<br />

Zodra mogelijk, in geval van slechte tolerantie<br />

of<br />

Voor ontlading<br />

na 3 dagen anti-aritmie behandeling indien symptomatisch<br />

vooral met lage LVEF<br />

of<br />

Na 1 maand effi ciënte anticoagulatie<br />

en follow up in consultatie.<br />

Behandeling bij ontslag<br />

1. In geval van persistente AF<br />

AMIODARONE 200 mg/dag tot de 1 ste follow up consultatie<br />

+ Therapeutische anticoagulatie + BISOPROLOL 5 mg/<br />

dag indien er associatie was met Amiodarone tijdens de<br />

hospitalisatie.<br />

2. Bij sinusaal ritme<br />

AMIODARONE 200 mg/dag tot de 1ste follow-up consultatie<br />

indien deze medicatie werd toegediend bij de cardioversie<br />

of<br />

BISOPROLOL 5 tot 10 mg/dag tot de 1ste follow-up<br />

consultatie indien de postoperatieve AF kort was, zich<br />

voordeed “off drug”, goed werd getolereerd of onderbroken<br />

enkel met BISOPROLOL.<br />

of<br />

SOTALEX® 2 x 1⁄2 indien postoperatieve AF zich voordeed<br />

onder Bètablokker en dat er geen Amiodarone nodig<br />

was om het te stoppen (of wanneer de voortzetting van<br />

Amiodarone gecontraïndiceerd is… bijvoorbeeld omwille<br />

van een schildklierprobleem).<br />

* In dit Euroscoop nummer “In Electro Veritas” wordt een samenvatting gegeven van<br />

de recente aanbevelingen en de thrombo-embolische complicaties van AF.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 35


HART-<br />

CHIRURGIE<br />

Het project Klinische Paden<br />

Een nieuwe benadering<br />

In een nog niet zo ver verleden was de organisatie van het<br />

ziekenhuis in handen van omnipotente mandarijnen, die<br />

dachten dat ze de verpersoonlijking van de kwaliteit waren.<br />

Nadien kwam de hyperspecialisatie die het ziekenhuis<br />

omvormde tot een cluster van technologische polen. De<br />

toegang tot de technische platforms werd dan synoniem<br />

voor kwaliteit.<br />

In een tijdperk waarin men spreekt van “zorgbekkens”,<br />

in een maatschappij die beheerst wordt door het begrip<br />

“dienstverlening”, zijn wij getuige van een nieuwe<br />

evolutie die de ervaring van de patiënt centraal stelt in het<br />

kwaliteitsdebat. Om in lijn te zijn met deze sociologische<br />

evolutie moet men dringend het ziekenhuis hertekenen en<br />

meer het accent leggen op de multidisciplinaire coördinatie<br />

en het overleg met het oog op de verbetering van het traject<br />

dat de patiënt - die in de ziekenhuiswereld terecht komt -<br />

moet volgen.<br />

De methodologie van het klinische pad berust op een<br />

waaier aan tools die werden ontleend aan de industrie en<br />

aan de operationele research. Dit alles met de bedoeling<br />

36 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Mevr. Anne-Bérengère Vandamme<br />

Ziekenhuishygiëne – Klinisch pad<br />

Mevr. Sylvie Michotte<br />

Klinisch pad<br />

Dr Jim Ilunga<br />

Adjunct medisch directeur<br />

De kwaliteit van de zorgverlening was altijd een van de<br />

dagelijkse bekommernissen van de gezondheidverstrekkers.<br />

De jongste decennia is het concept kwaliteit wel<br />

degelijk aanzienlijk geëvolueerd en is het verrijkt met de<br />

verwachtingen van alle betrokken spelers. Deze evolutie<br />

is in 3 fasen gebeurd.<br />

om de ziekenhuisorganisatie te optimaliseren. De focus is<br />

gericht op de coördinatie van de taken die moeten worden<br />

vervuld door opeenvolgende spelers en dit om vooraf<br />

vastgelegde en meetbare objectieven te bereiken met<br />

behulp van gevalideerde indicatoren (klinische performance<br />

indicatoren, service indicatoren, patiënt tevredenheid<br />

indicatoren, …).<br />

Een stijgend aantal Europese ziekenhuizen gebruikt deze<br />

methodologie als een strategische hefboom om de kwaliteit<br />

van de zorgverlening te verbeteren. In België is er het<br />

Franstalige netwerk voor klinische paden (réseau itinéraire<br />

clinique francophone (RIC)) en het Nederlandstalige netwerk<br />

(NKP, Netwerk Klinische Paden) die gaan samenwerken zijn<br />

om de methodologie te promoten en de verbreiding ervan<br />

te vergemakkelijken.<br />

De nieuwe kwaliteitsbenadering van de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen<br />

volgt volledig deze dynamiek. Ze baseert zich op het overleg<br />

tussen de verschillende zorgverstrekkers die de zieke moeten<br />

bijstaan en associeert ook de huisarts, want hij kent zowel de<br />

geschiedenis van de patiënt als zijn leefomgeving.


in de hart<strong>chirurgie</strong><br />

van de kwaliteit<br />

Sinds twee jaar ontwikkelt een multidisciplinair team een<br />

project voor een klinisch pad in hart<strong>chirurgie</strong>. Het objectief is<br />

het parcours in het ziekenhuis voor deze patiëntenpopulatie<br />

te “hertekenen”, te updaten en rekening te houden met de<br />

nieuwe organisatorische belemmeringen, aanbevelingen<br />

voor good practices en de evolutie van de verwachtingen<br />

van de betrokken spelers (patiënt, familie, nursing, …). Het<br />

project is uniek en nog nooit vertoond, zowel in België als<br />

in de rest van <strong>Europa</strong>. Het is inderdaad het eerste project<br />

van klinisch pad dat alle fasen van het parcours van de<br />

hartpatiënten omvat, van de eerste indicatie en de beslissing<br />

van coronografie tot de verzorging door de behandelende<br />

arts na hart<strong>chirurgie</strong>.<br />

De daaropvolgende methodologische aanpak kan als volgt<br />

worden samengevat: het ontwikkelingsproces van het<br />

klinisch pad is zeker even belangrijk als het product dat<br />

eruit voortvloeit want dit vergt, bij de eerste toepassing<br />

ervan, het volledig opnieuw in vraag stellen van de<br />

ziekenhuisorganisatie en de rol van elke interveniënt in de<br />

behandeling van de patiënt.<br />

In een eerste fase wordt het pad van de patiënt doorheen<br />

de instelling opgesplitst in 7 modules. Elk van deze modules<br />

werd toevertrouwd aan een multidisciplinaire werkgroep die<br />

ze moet uitpluizen, analyseren, de disfuncties identificeren,<br />

ze klasseren volgens belangrijkheid, voorstellen formuleren<br />

en nadien ook kwaliteitsobjectieven vastleggen die<br />

overeenkomen met elk van de 7 fasen van het ziekenhuispad<br />

van de patiënt.<br />

De kwaliteitsobjectieven die op deze manier door de<br />

groepen werden vooropgesteld, dienen als werkbasis voor<br />

het opstellen van een “ideaal pad” voor hartpatiënten in<br />

onze instelling.<br />

Elke fase van dit pad werd herbekeken en herbesproken<br />

in de multidisciplinaire consensusvergaderingen. Via deze<br />

benaderingsmethode kon men een reeks van expliciete<br />

protocols opmaken, die met veel precisie, al naargelang de<br />

interveniënt, de verzorging en de acties vastleggen die in de<br />

verschillende fasen van de hospitalisatie dienen gevolgd.<br />

De <strong>Europa</strong>ziekenhuizen hebben op deze manier de<br />

dienstverlening en het kwaliteitslabel gedefinieerd waarvoor<br />

zij zich engageerden t.o.v. de hartpatiënten en op basis<br />

van de aanbevelingen van de verschillende werkgroepen,<br />

hebben wij ook een nieuw “patiëntendossier” opgesteld dat<br />

zich beter leent tot een multidisciplinaire benadering, beter<br />

kan worden beschreven in informatiebrochures en in de<br />

bundels met alle gedetailleerde procedures.<br />

Vanaf nu leidt de hospitalisatie van een patiënt voor<br />

hartcatheterisatie of hart<strong>chirurgie</strong> automatisch tot de<br />

opening van een gemeenschappelijk multidisciplinair<br />

dossier.<br />

Anderzijds weet elke interveniënt dat het multidisciplinaire<br />

team van hem verwacht en wat hij kan verwachten van de<br />

andere zorgverstrekkers in elke fase van het ziekenhuispad<br />

van de patiënt.<br />

Om het nieuwe klinische pad van de instelling kenbaar te<br />

maken binnen de instelling zelf en om de huidige praktijken<br />

te wijzigen, animeren de projectcoördinatrices, bijgestaan<br />

door de vertegenwoordigers van elke betrokken discipline<br />

in de behandeling van de hartpatiënten, opleiding- en<br />

informatiesessies op alle betrokken sites.<br />

Er werd ook een opvolgingscomité opgericht met<br />

als opdracht het begeleiden van de verandering, het<br />

regelmatig evalueren van het project en van de evolutie<br />

van de indicatoren, het analyseren van de compliance van<br />

de interveniënten aan de protocollen, het verbeteren en<br />

evalueren van de zorgverlening, de tevredenheid van de<br />

patiënten en van het personeel.<br />

In de <strong>Europa</strong>ziekenhuizen werden verschillende klinische<br />

paden ontwikkeld en andere zijn in een eindfase: prothetische<br />

heup<strong>chirurgie</strong>, prothetische knie<strong>chirurgie</strong>, hand<strong>chirurgie</strong>, de<br />

patiënt in oncologie.<br />

Deze projecten maken het mogelijk om een nieuwe<br />

benadering te krijgen van de kwaliteit waar het begrip<br />

“dienstenmaatschappij” de mogelijkheid biedt om de ervaring<br />

van de mandarijnen aan te vullen met technologische<br />

innovatie.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 37


WAARVOOR DIENT<br />

DEZE TECHNIEK<br />

ECC, heb ik goed gehoord: ECC?<br />

Dr Jean-Christophe Funken<br />

Hart<strong>chirurgie</strong><br />

Site St-Elisabeth<br />

De hart<strong>chirurgie</strong> kende een belangrijke<br />

evolutie. De interventies zijn nu<br />

veiliger, waardoor nieuwe pathologieën<br />

kunnen worden behandeld. De<br />

interventies kunnen daardoor ook langer duren en dat<br />

maakt het mogelijk om ook meer oudere patiënten te<br />

behandelen en dit dankzij de enorme verbeteringen in<br />

de beschermingstechnieken van de hartspier.<br />

Het hart beter beschermen ging niet zonder grondig studiewerk.<br />

De kennis heeft bijgedragen tot het begrip van de multipele<br />

processen, van infarct tot reperfusie via het conserveren van<br />

organen met het oog op transplantatie.<br />

Door het verzekeren van een weefselperfusie en –oxygenatie<br />

bij afwezigheid van hartactiviteit, maakt de extra-corporele<br />

circulatie (ECC) het mogelijk om de meeste hart- en grote<br />

aderlaesies te corrigeren. Op basis van het werk van Gibbon<br />

dat ontstond begin van de jaren veertig, werd een eerste<br />

38 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

interventie onder ECC gerealiseerd (sluiten van de transatriale<br />

communicatie). Sinds dit pionierstijdperk is de artifi ciële<br />

perfusietechniek voortdurend verbeterd en is vandaag een<br />

performant middel tegen uitdroging van de hartcaviteiten.<br />

De bedoeling van deze kunstmatige “hartlong” is het tijdelijk<br />

overnemen van de circulatie en de hematose van de patiënt.<br />

Daardoor wordt het openen van de hartholten mogelijk en kan<br />

epicardische chirugie worden uitgevoerd op een bloedloos en<br />

stabiel hart.<br />

In deze benadering zijn er drie fundamentele elementen:<br />

- De zogenoemde arteriële pomp vervangt de functie van<br />

het linkerventrikel.<br />

- De “oxygenator” verzekert de gaswisselingen en vervangt<br />

de longfunctie.<br />

- De drainage pijpjes of lijnen en het re-infuus worden<br />

geplaatst tussen de grote arteries en de oxygenator vervangt<br />

op deze manier de vasculaire functie.<br />

De grootste machinedelen worden op een mobiele console<br />

geplaatst en aangevuld met een of verschillende bijkomende<br />

lijnen of pompen die de bloedingen van de perifere zone


moeten recupereren alsook de inhoud van hartcaviteiten tijdens<br />

sommige fasen van de interventie.<br />

De eerste fase van een “open hart” operatie bestaat uit het<br />

plaatsen van de canules. Dit moet met veel zorg worden<br />

uitgevoerd volgens de regels van de kunst en op die manier<br />

een totale garantie bieden voor de interventies die later<br />

nodig zijn.<br />

De meest frequente ECC is de “cavale aorta”. De re-infusie<br />

canule wordt geplaatst in de aorta ascendans, terwijl de<br />

20 Anterograde cardioplegie.<br />

drainagecanule het bloed opvangt die van het cavale<br />

veineuze stelsel afkomstig is. Dit gebeurt ofwel rechtstreeks<br />

ofwel via de rechterboezem. Dit basiscircuit wordt aangevuld<br />

met “supplementaire” lijnen die het mogelijk maken om een<br />

cardioplegie toe te passen, om de caviteiten te ledigen of om<br />

het uitvloeiende bloed te recupereren.<br />

Vroeger vormden congenitale hartpathologieën de perfecte<br />

indicatie, maar deze techniek heeft zich al heel snel verspreid<br />

voor de behandeling van verworven hartpathologieën,<br />

zowel valvulaire als coronaire als aandoeningen van de aorta<br />

thoracalis.<br />

En meer nog: de perfusie werd steeds frequenter gebruikt, in<br />

heel gevarieerde domeinen die veraf liggen van haar cardiovasculaire<br />

origines. Men vindt deze techniek bijvoorbeeld terug<br />

in de neurologie voor resectie van hersenaneurysma’s en in de<br />

abdominale <strong>chirurgie</strong> voor de resectie van volumineuze massa’s<br />

of in de toediening van hyperthermische interperitonale<br />

chemotherapie (HIPC), of nog in de orthopedie voor de<br />

hyperthermische therapie van melanomen.<br />

Uiteindelijk is het deze techniek die aan de oorsprong ligt van<br />

de ontwikkeling van een totaal ander luik van hart<strong>chirurgie</strong>: de<br />

circulatoire assistentie en de andere artifi ciële harten.<br />

De ECC is de reisgezel van de hartchirurg, maar de extracorporele<br />

circulatie heeft veel meer gedaan voor de <strong>chirurgie</strong>,<br />

ze heeft letterlijk de “heroïsche” <strong>chirurgie</strong> van de beginperiode<br />

omgevormd tot een excellente therapeutische tool.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 39


IN ELECTRO<br />

V E R I T A S<br />

Atriumfi brillatie<br />

Dr Bernard Deruyter<br />

Cardiologie – Ritmologie<br />

Sites St-Elisabeth – 2 Alice<br />

Een groeiend probleem voor de volksgezondheid<br />

In een recente publicatie beschreef een deskundige AF als een<br />

“snel groeiend probleem voor de volksgezondheid” en geeft<br />

een aantal cijfers:<br />

“Met een derde van de hospitalisaties voor ritmepathologie, is<br />

AF de meest frequente aritmie in de cardiologische praktijk.<br />

Bovendien groeit de incidentie ervan met de tijd (+ 66 %<br />

hospitalisaties voor AF in de laatste 10 tot 20 jaar), gelijklopend<br />

met de veroudering van de bevolking.<br />

De prevalentie ervan situeert zich globaal rond 7 % boven de<br />

75 jaar en houdt verband met de leeftijd (0,5 % tussen 50 en<br />

60 jaar, 9 % tussen 80 en 90 jaar!) en is hoger bij mannen.<br />

Men schat dat de jaarlijkse kost per patiënt ongeveer 3000 euro<br />

bedraagt, waarvan de helft voor hospitalisaties en een kwart voor<br />

geneesmiddelen (RACE en COCAF studies).” (J.-C. Deharo, Marseille)<br />

BEHANDELING – WANNEER?<br />

Een steeds bredere waaier van behandelingsmethodes<br />

met specifi eke indicaties, voordelen en nadelen,<br />

met voor elke keuze hoop en ontgoocheling…<br />

Naast het in beschouwing nemen van de risicofactoren en<br />

oorzaken (cf. tabel 1) en het preventieve beheer van de meest<br />

Atrial Fibrillation<br />

Cardiac Causes<br />

• Hypertensive heart disease<br />

• Ischemic heart disease<br />

• Valvular heart disease<br />

Rheumatic: mitral stenosis<br />

Non rheumatic: aortic stenosis,<br />

mitral regurgit<br />

• Pericarditis<br />

• Cardiac tumors: atrial myxoma<br />

• Sick sinus syndrome<br />

• Cardiomyopathy hypertrophic or<br />

idiopathic dilated<br />

• Post-coronary bypass surgery<br />

40 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Atrial Fibrillation<br />

Non Cardiac Causes<br />

gunstige omstandigheden (cf. artikel “AF en hart<strong>chirurgie</strong>”),<br />

is en blijft de anti-aritmie medicatie dé hoeksteen van de<br />

behandeling van de atriumfi brillatie.<br />

Anti-aritmie geneesmiddelen, remodeling en anti-aritmie<br />

kenmerken van ACE-inhibitoren, Sartanen, Statines, ablatio<br />

via radiofrequentie, elektrische cardioversie, hartstimulatoren,<br />

hybride behandeling,… de keuze neemt toe en de moeilijkheid<br />

bestaat in de timing van de therapeutische optie.<br />

“Behandelen wij te laat?”, vroeg dezelfde deskundige zich af…<br />

Tot wanneer kan men wachten, of niet wachten op de natuurlijke<br />

evolutie van de ziekte?<br />

Moeten we gretig terugvallen op zware medicamenteuze<br />

behandelingen of invasieve technieken of moeten we ze weren<br />

en de deur open laten voor een stilzwijgende pro-aritmogene<br />

remodeling die dezelfde – ondertussen onontbeerlijke –<br />

geneesmiddelen en technieken minder effi ciënt maken?<br />

BEHANDELING – HOEVER?<br />

• Pulmonary<br />

• COPD<br />

• Pneumonia<br />

• Pulmonary embolism<br />

• Metabolic<br />

• Thyroid disease: hyperthyroidism<br />

• Electrolyte disorder<br />

• Toxic: alcohol (“ holiday heart ” syndrome)<br />

RATE vs RYTHM CONTROL (Etude AFFIRM, enz.)<br />

AFFIRM is een studie die heel wat inkt heeft doen vloeien…<br />

en dus hebben sommigen gezegd “zie je wel, dit is het<br />

bewijs dat het nutteloos is om systematisch de patiënten<br />

in sinusaal ritme te brengen… AF of sinusaal ritme, dat is<br />

precies hetzelfde…” Bij het begin dekte Affirm een duidelijk<br />

afgebakende populatie (> 65 jaar, behoud van hartfunctie,<br />

asymptomatische AF, enz.) maar de echte boodschap is de<br />

volgende:<br />

Het is beter om een sinusaal ritme te hebben dan AF,<br />

maar de anti-aritmiebehandeling die nodig is om het<br />

sinusaal ritme te behouden kan even schadelijk zijn als<br />

chronische aritmie.<br />

“Lone”<br />

Atrial Fibrillation<br />

• Absence of identifi able cardiovascular,<br />

pulmonary, or associated systemic disease<br />

• Approximately 0.8 - 2.0 % of patients with<br />

atrial fi brillation (Framingham Study)<br />

• In one series of patients undergoing<br />

electrical cardioversion, 10 % had lone AF


BEHANDELING – EINDELIJK! - ABLATIO<br />

Waar men begint te praten over longvenen<br />

Jaren geleden zijn de elektrofysiologen erin geslaagd, met<br />

min of meer moeite en met wisselend succes, om de meeste<br />

hartaritmieën te behandelen en zelfs soms te eradiceren door<br />

doelgericht de verantwoordelijke substraten of de elementen<br />

die nodig zijn voor de verderzetting van deze aritmieën aan<br />

te pakken. Enkel AF bood weerstand op de radiofrequentie<br />

aanvallen of andere ablatieve energieën… en doet dat nog<br />

altijd en voor een goede en simpele reden: de afwezigheid van<br />

een “gekend substraat”, een identifi ceerbare duidelijk en stabiel<br />

doel om de catheters naartoe te leiden.<br />

Vandaar de frequente frustratie t.o.v. deze aritmie, die nochtans<br />

de meest frequente is en waarvan de incidentie crescendo gaat.<br />

De identifi catie – ter hoogte van de longvenen - van de<br />

verantwoordelijke haarden voor het ontketenen van de meeste<br />

vormen van AF (namelijk in het begin van de ziekte, nog in<br />

paroxytische vorm) bood eindelijk een ablatiedoel en kondigde<br />

een nieuw tijdperk aan dat nog elke dag verandert en een<br />

aanmoedigende evolutie kent.<br />

PREVENTIE<br />

VAN THROMBO-EMBOLISCHE COMPLICATIES<br />

Welke ook de weerhouden therapeutische optie is, of AF<br />

nu wordt “getolereerd” of “bestreden”, aangevoeld of niet,<br />

ablatio of vertraging, cardioversie of niet, via interne of<br />

externe schok, per IV medicatie of per os, “pill in the pocket” of<br />

niet… er blijft een probleem, met zware gevolgen en op zich<br />

alleen verantwoordelijk voor een groot deel van het sociaaleconomisch<br />

gewicht van de atriumfi brillatie: de preventie<br />

van thrombo-embolische complicaties dat reeds lange<br />

tijd – en dat nog lang zal blijven – een prioritaire zorg<br />

blijft in de behandeling van AF.<br />

De anticoagulatie via anti-Vit. K (Sintrom®, Marcoumar®,<br />

Marevan®) tegen een voldoende dosis om de INR<br />

onder de 2 te brengen (ideaal tussen 2 en 3) biedt<br />

de beste preventie tegen TEC (Thrombo-Embolische<br />

Complicaties).<br />

Tot recentelijk was de regel om te anticoaguleren bij INR > 2<br />

voor alle patiënten in AF, indien de AF meer dan 48 uur duurde,<br />

chronisch was, of intermittent maar niet gevoeld door de<br />

patiënt, of indien men ze niet met zekerheid kon dateren of nog<br />

indien de recidiven zo frequent waren dat het praktischer was<br />

om de patiënt permanent Sintrom® te laten nemen…<br />

Een man van 50 jaar met regelmatige symptomatische vagotonische<br />

AF aanvallen zonder onderliggende cardiopathie, werd<br />

zonder aarzeling geanticoaguleerd anderzijds stond men nogal<br />

“huiverig” tegenover een oudere diabetespatiënte met hypertensie,<br />

die riskeert te vallen, van zich te vergissen in de innamedosis<br />

van Sintrom®… maar het risico op thrombo-embolische<br />

complicatie is nochtans veel hoger bij deze tweede categorie!<br />

CHADS2 SCORE<br />

Anticoaguleren van patiënten in functie van het risico<br />

op embolie en niet meer de aritmieën in functie van<br />

hun duur of hun klinische voorstelling<br />

Behalve voor de AF omwille van kleppathologie (waar<br />

anticoagulatie altijd van toepassing is) zal de CHADS2 Score<br />

(tabel 2) moeten worden berekend voor elke patiënt met AF<br />

(of een Flutter, waarvan het risico op embolie identiek is!). Deze<br />

score geeft het risico op embolie en geeft ons de mogelijkheid<br />

om de noodzaak aan anticoagulatie in te schatten.<br />

Regels:<br />

- AF en Flutter: zelfde risico op embolie;<br />

- Of AF nu paroxystisch of chronisch is, persistent of<br />

permanent, snel of traag, aangevoeld of niet,… het risico op<br />

embolie is identiek;<br />

- Vóór elektrische cardioversie: altijd anticoaguleren bij<br />

INR > 2 (of uitsluiting van intracardiaal thrombus via<br />

trans-oesophagaal echocardiogram);<br />

- Er moet worden geanticoaguleerd, niet de AF, maar de<br />

patiënt in functie van zijn CHADS2 score.<br />

CHADS2: evaluatie van het risico op CVA bij patiënten<br />

met niet-valvulaire AF zonder coagulatie<br />

Risicocriteria CHADS2 Score<br />

CVA of tijdelijk ischemisch hartlijden<br />

(antecedenten)<br />

2<br />

Leeftijd > 75 jaar 1<br />

Hypertensie 1<br />

Diabetes 1<br />

Hartinsuffi ciëntie 1<br />

• CHADS2 SCORE = 0 punt<br />

Heel laag risico, geen enkele bescherming noodzakelijke,<br />

noch Aspirine noch anti-Vit. K, behalve indien er elektrische<br />

cardioversie is voorzien voor een AF van meer dan 48 uur.<br />

• CHADS2 SCORE = 1 punt<br />

Sintrom® en Aspirine® (80 tot 300 mg per dag) met hetzelfde<br />

“risico/opbrengst” profi el.<br />

• CHADS2 SCORE = 2 punten of meer<br />

Het risico op embolie is heel hoog en de anticoagulatie met Sintrom®<br />

voor INR > 2 kent, behalve contra-indicatie, een levenslange indicatie.<br />

Sommige risicofactoren zijn minder gevalideerd maar kunnen<br />

wel in aanmerking komen bij “CHADS borderline”:<br />

- Vrouw<br />

- Leeftijd tussen 65 – 74 jaar<br />

- Coronaire ziekte<br />

- Thyreotoxicose<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 41


VOEL JE GOED<br />

I N J E V E L<br />

Keloïden en<br />

hypertrofische littekens<br />

Dr Francis Aupaix<br />

Dermatologie<br />

Site St-Elisabeth<br />

De littekenvorming van de huid is een ingewikkeld<br />

proces waar een groot aantal celsoorten aan<br />

deelnemen en waarvan de interacties zijn<br />

geregeld door cytokines, extracellulaire matrix en<br />

metalloproteïnasen.<br />

De littekenvorming gebeurt in verschillende fasen:<br />

- hemostase door bloedplaatjes aggregatie<br />

- vorming van het stolsel<br />

- het toestromen van infl ammatoire cellen onder invloed van<br />

de cytokines<br />

- weefsel herstel ter hoogte van dermis en epidermis<br />

- epithelialisatie van de wonde<br />

- remodeling van de extracellulaire matrix<br />

- littekenrijping.<br />

Bij de fœtus gebeurt de littekenvorming snel. Bij de oudere patiënt<br />

is het proces trager. Hoe ouder het individu, hoe slechter de<br />

kwaliteit van het litteken; maar met een beter esthetisch resultaat.<br />

Anomalieën in de littekenvorming hebben als gevolg:<br />

- bij een excessief proces: botryomycoom, hypertrofi sch<br />

litteken, keloïd<br />

- bij een proces van slechte kwaliteit: ingetrokken littekens<br />

- bij een defi citair proces: chronische wonden (ulcera,<br />

doorligwonden).<br />

Hart<strong>chirurgie</strong> via mediane sternotomie kan volgende complicaties<br />

opleveren:<br />

- een vertraging van de littekenvorming op een vatbaar terrein<br />

(diabetes, …) en bij coronaire <strong>chirurgie</strong> met gebruik van 1 of<br />

2 interne thoracale arteries<br />

- hypertrofi sche littekens en keloïden. Deze zullen in dit artikel<br />

worden behandeld.<br />

42 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Kéloïd van de schouder ten gevolge van een pokstof en een cyste.<br />

Klinisch<br />

Hypertrofi sche littekens en keloïden zijn exuberante vezelachtige<br />

intra-dermale pseudo huidtumoren waarvan de kenmerken<br />

worden opgesomd in de volgende tabel:<br />

Hypertrofi sch litteken Keloïden<br />

- vroegtijdige verschijning,<br />

na 1 maand<br />

- beperkt tot de incisie,<br />

zonder overloop<br />

- niet extensief in de gezonde<br />

weefsels<br />

- regressief,<br />

of tenminste gedeeltelijk<br />

- laattijdige verschijning,<br />

na 3 tot 6 maand<br />

- loopt verder dan de incisielijn<br />

in vorm van “krabbenpoot”<br />

- extensief<br />

in de gezonde weefsels<br />

- defi nitief<br />

- geen tendens tot recidief - tendens tot recidief<br />

Factoren die de verschijning van keloïden bevorderen:<br />

- sommige topografi eën: - presternale regio<br />

- oorlel<br />

- deltoïdeus regio<br />

- hals<br />

- spanningslijnen<br />

- etnische vatbaarheid: volkeren met zwarte huid<br />

- brandwonden<br />

- sommige infl ammatoire reacties (acné conglobata)<br />

- reacties op vreemde lichamen


Secundaire keloïden na twee piercings boven de eerste laesies op de oorlel. Voor en na curietherapie.<br />

- associatie met de HLA groepen: B14, B21, BW16, BW35, DR5,<br />

DaW3<br />

De diagnose wordt gesteld op een litteken in reliëf, erytheemachtig<br />

en dikwijls vergezeld van jeuk.<br />

De differentiële diagnose gebeurt met<br />

- sarcoïdose die heel gelijkaardige letsels kan vertonen<br />

(“Scar-Sarcoïdosis”) maar vaak zonder jeuk<br />

- zeldzame sarcomen (dermatofi brosarcoom).<br />

Pathogenie<br />

Verschillende factoren zijn van belang:<br />

- de celactiviteit en de -proliferatie zijn groter bij keloïden dan<br />

bij hypertrofi sche littekens<br />

- de fi broblasten activiteit is verhoogd bij keloïden, dit brengt<br />

een excessieve collageen- en hyaluronzuurproductie en een<br />

overmatige productie van extracellulaire matrix teweeg,<br />

echter met weinig cellulaire productie.<br />

- Naast deze toegenomen productie stellen we ook een<br />

anomalie vast bij de collageenafbraak (fi brinolysedefect),<br />

waardoor er collageen wordt opgeslagen.<br />

- Bij onderzoek in vitro werd vastgesteld dat de fi broblasten<br />

die voortkomen uit keloïden een abnormale respons op de<br />

stimulatie door TGF-b1 hebben, en dit in vergelijking tot de<br />

fi broblasten die voortvloeien uit de normale dermis of uit de<br />

hypertrofi sche littekens.<br />

- In de myofi broblasten van de keloïden manifesteert zich<br />

een infl ammatoire reactie door de degranulatie van de<br />

mastocyten en de dilatatie van het endoplasmatisch<br />

reticulum.<br />

- In de dermis en de epidermis worden er op het niveau<br />

van de keloïden verschillende apoptotische cellen<br />

waargenomen.<br />

Behandeling<br />

Bij gebrek aan gecontroleerde studies, kunnen we enkel de<br />

verschillende gebruikte technieken citeren:<br />

- corticoïden (frequent gebruikt)<br />

• lokale toediening of intralesionele injectie (met naald<br />

of met Dermojet), verschillende keren te herhalen<br />

• alleen of in associatie met andere methodes (vooral<br />

cryotherapie)<br />

- radiotherapie, volgens Dr Carl Salembier (sites 2 Alice -<br />

St-Michel) bij voorkeur via brachytherapie (curietherapie)<br />

of eventueel via oppervlakkige externe radiotherapie<br />

(electronen-therapie) na chirurgische excisie van het keloïd.<br />

Dit wordt voorbehouden voor ernstige, refractaire en<br />

invaliderende keloïden.<br />

Na exerese van het keloid wordt een holle katheter aangelegd<br />

in het resectiebed. De huid wordt gehecht boven de katheter.<br />

Er wordt onmiddellijk na <strong>chirurgie</strong> een eerste bestraling uitgevoerd<br />

(binnen de twee uren post-interventie), de volgende dag<br />

wordt een tweede fractie toegediend.<br />

De resectiezone wordt gedurende enkele minuten bestraald<br />

(dosis 5 Gy per fractie – 2 fracties) met een afterloader van<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 43


IN<br />

P R A K T I J K<br />

het type HDR (High Dose Rate). Na de tweede bestraling<br />

wordt de katheter weggehaald. In de drie<br />

tot vier weken volgend op deze multidisciplinaire<br />

behandeling wordt een “normale” littekenvorming<br />

waargenomen.<br />

Deze behandeling gebeurt volledig ambulant, er is<br />

nooit hospitalisatie nodig. Dit in tegenstelling tot de<br />

verouderde techniek van brachytherapie (low dose<br />

rate), die bestond uit het inbrengen van een radioactieve<br />

(Iridium-) draad. Gezien de dosis over meerdere<br />

dagen werd toegediend, was een verblijf in een specifi<br />

eke loodkamer noodzakelijk.<br />

Een hele waaier aan wetenschappelijke studies heeft<br />

de grote effi ciëntie van deze adjuvante brachytherapie<br />

na chirurgische resectie aangetoond.<br />

- de compressie<br />

• wanneer deze technisch mogelijk is<br />

• met verband of aangepaste kleding<br />

• zou kunnen interageren met<br />

de productie van MMP-9 en de apoptose<br />

van myofi broblasten bevorderen<br />

bij hypertrofi sche littekens.<br />

- siliconetoepassingen onder occlusie (crème,<br />

gel of fi lms) die een gunstig effect kunnen hebben<br />

zowel op de keloïden als op de hypertrofi sche<br />

littekens. De toevoeging van vitamine E aan<br />

het silicone zou de effi ciëntie ervan kunnen<br />

verhogen.<br />

- lasers alleen leveren matige resultaten op,<br />

behalve dan de pulslaser met kleuren (585 nm)<br />

die goede resultaten opleverde voor keloïden bij<br />

sternotomie.<br />

- endermologie: specifi eke kinesitherapeutische<br />

techniek die bestaat uit het “kneden” van het<br />

litteken.<br />

- intralesionele injecties van interferon en of van<br />

TGF� analoga.<br />

- dagelijkse toepassing van retinoïnezuur.<br />

N.B.: ter preventie raden sommige studies het gebruik<br />

van monofi lamente draden voor (type Monocryl®)<br />

boven multifi lamente draden (van het type Vicryl®).<br />

Tevens proberen om excessieve trekkrachten en infecties<br />

te vermijden waardoor het risico op het optreden<br />

van hypertrofi sche littekens kan verminderen.<br />

CONCLUSIE<br />

Als conclusie kunnen we stellen dat de<br />

combinatie van de verschillende methodes<br />

vaak het beste resultaat oplevert.<br />

44 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

Behandeling<br />

bij het levens<br />

Dr Michel Stroobant<br />

Palliatieve zorgen<br />

Site 2 Alice<br />

In het vorige nummer beschreven<br />

wij het noodprotocol voor de spoeddiensten<br />

in geval van interventies bij<br />

het levenseinde.<br />

Wij zullen hier het specifi eke probleem van de<br />

darmocclusie behandelen op basis van een<br />

beschrijving van de symptomatologie, de fysiopathologie<br />

maar vooral de middelen waarover we<br />

beschikken om zo veel mogelijk de zieke te verlichten,<br />

zowel in een ziekenhuisomgeving als bij hem thuis.<br />

Symptomatologie, diagnose en incidentie<br />

De symptomatologie die een darmocclusie doet vermoeden<br />

is gekend: transitblokkade, min of meer vroege en volumineus<br />

braken dat alimentair, biliair of faecaloïde (meestal) kan zijn,<br />

in functie van de plek, hoog of laag, waar het obstakel zich<br />

bevindt. De pijn is van variabele intensiteit, onder de vorm<br />

van koliekencrisis die zich voordoen tijdens een permanente<br />

pijnlijke toestand.<br />

De diagnose stelt over het algemeen geen probleem:<br />

• Het klinisch onderzoek met palpatie en percussie<br />

brengt soms peritoneale carcinomatosemassa’s,<br />

meteorisme en een abdominale distensie van<br />

variabele omvang aan het licht;<br />

• De auscultatie zal de afwezigheid van peristaltisme<br />

of zeldzame metallische geluiden bevestigen. Het<br />

dient opgemerkt dat in een heel vroege fase men<br />

een versterking van de peristaltische bewegingen zal<br />

opmerken, die aanleiding geven tot krampachtige<br />

pijnen;<br />

• Een rectaal toucher maakt het mogelijk om een<br />

faecaloom uit te sluiten;<br />

• Een ct-scan à blanc van het abdomen abdomen die<br />

vloeibare segmenten aantoont, zal de doorslag geven<br />

in geval van twijfel, maar dikwijls zal dit niet nodig zijn<br />

wanneer de patiënt thuis verblijft.


van darmocclusie<br />

einde<br />

De incidentie: in de afdeling werden 100 gevallen van tumorale<br />

darmocclusie gediagnosticeerd over een periode van ongeveer<br />

acht jaar:<br />

28 %: eierstokkanker<br />

25 %: colon en rectum<br />

13 %: pancreas<br />

12 %: slokdarm en maag<br />

10 %: blaas<br />

3 %: borst, melanoom, endometrium<br />

1 %: galwegen, prostaatwegen, bronchiën<br />

Fysiopathologie van de occlusie<br />

Gemodifi eerde transit<br />

Distensie<br />

Ontsteking<br />

Zwelling<br />

Vrijstelling van<br />

nociceptieve mediatoren<br />

Hoe een occlusie beheren?<br />

- Neusmaagsonde voor ontlasting “JA/NEEN”<br />

Wanneer het braken beperkt is in volume (lage occlusie),<br />

verkiezen de zieken om geen sonde te hebben en zullen ze<br />

liever 2 tot 3 keer/dag braken.<br />

- Rehydratatie: in functie van de toestand van de zieke en het<br />

stadium van de ziekte.<br />

- Braakwerende middelen<br />

Fysiopathologie van de occlusie<br />

Volume inhoud<br />

Epitheliale oppervlak<br />

Intestinale afscheiding<br />

Peristaltisme<br />

CONTINUE PIJN BRAKEN KRAMPEN<br />

Men moet onmiddellijk de gastrokinetische middelen van<br />

het type Primpéran® of Motilium® weren want ze zullen de<br />

pijnen versterken.<br />

Men dient een beroep te doen op Haldol® of op Litican®<br />

en zelfs op antihistaminica type Paranausine forte® in<br />

zetpilvorm (actie op het braakcentrum) indien de twee<br />

voorvermelde niet voldoende zijn.<br />

Haldol® en Litican® kunnen worden toegediend via een infuuspomp.<br />

Eén van beide geneesmiddelen dient te worden<br />

gekozen, omwille van het mogelijk risico op extrapiramidaal<br />

syndroom. De gewone doses bedragen voor Haldol® 1 tot<br />

2 amp./24 u, en voor Litican® 3 tot 6 amp./24 u.<br />

Paranausine forte® in zetpil wordt 2 x/dag toegediend.<br />

- Analgetica: klasse III type morfi ne, Durogesic®, zelfs<br />

Transtec®. Men wil natuurlijk een inhibitie van de<br />

peristaltische spieren. De morfi ne zal eveneens worden<br />

toegediend via een infuuspomp!<br />

- Corticoïden: ofwel methylprednisolone tegen een dosis<br />

van 1 tot 4 mg/kg, ofwel dexamethasone tegen een<br />

aanvalsdosis van 20 à 30 mg/dag.<br />

Dexamethasone wordt toegediend in één enkele dosis,<br />

‘s morgens (halfl even = 56 u) IM.<br />

Incompatibiliteit met Haldol® in de infuuspomp!<br />

Men reduceert gewoonlijk de dosis na 5 tot 10 dagen.<br />

Men denkt dat de juiste toediening van corticoïden, die het<br />

oedeem en de compressieve verschijnselen verminderen,<br />

opnieuw een doorgang zal kunnen creëren bij 20 tot 25 %<br />

van de gevallen, voor hoelang weet men niet, maar het kan<br />

wel voor lange tijd zijn.<br />

- Antisecretoir geneesmiddelen<br />

Hier dient een keuze gemaakt tussen:<br />

• De klassieke antispasmolytica zoals Buscopan® of<br />

Scopolamine® in een infuuspomp gemengd met<br />

morfi ne en anti-emetica en dit tegen doses van 3 tot<br />

6 amp./24 u.<br />

De anticholinergica hebben naast een antispasmodisch<br />

effect ook een rechtstreekse actie op<br />

het braakcentrum (hersenstam).<br />

of<br />

• De somatostatine-analoga Sandostatine® of<br />

Somatuline®.<br />

Meestal begint men met een testdosis van 0,1 mg<br />

SC Sandostatine® om nadien over te gaan tot een<br />

dagelijkse dosis van ongeveer 1,2 mg tot 1,5 mg,<br />

ofwel continu (infuuspomp), ofwel discontinu:<br />

3 injecties/dag.<br />

Indien het antisecretoir resultaat gunstig is kan<br />

men overgaan tot de retard vorm, ofwel 20 tot<br />

30 mg Sandostatine LAR®, ofwel 60 tot 90 mg<br />

Somatuline autogel® (1 maand).<br />

De retard vormen worden IM toegediend.<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 45


EVENEMENTEN<br />

“OPENDEURDAG” in de Spoed<br />

De staf van de Spoeddienst heeft een “opendeurdag”<br />

georganiseerd, bestemd voor huisartsen, met als doel<br />

de coördinatie en de continuïteit van de zorgverlening te<br />

optimaliseren.<br />

Men wou tonen hoe de dienst functioneert, zowel intra<br />

muros als daarbuiten, of tijdens de interventies van de<br />

brandweer en het Rode Kruis. Ook de interventies van<br />

onze MUG-dienst kwamen aan bod.<br />

Om de vergadering leuk en “ludiek” te houden, hebben<br />

wij de ochtend opgesplitst in een theoretisch en een<br />

praktisch gedeelte.<br />

Na het onthaal van onze genodigden en een uitgebreid<br />

ontbijt werd de groep van zestig huisartsen opgesplitst in<br />

drie groepen, twee Franstalige en één Nederlandstalige.<br />

DE THEORIE<br />

Hoe werkt de dienst 100<br />

1. de operator-dispatcher van de dienst 100 stuurt na een<br />

oproep in eerste instantie een gewone ziekenwagen, maar<br />

kan ook een MUG uitsturen, wanneer hij/zij tijdens het<br />

gesprek vermoedt dat het een ernstige pathologie betreft.<br />

2. de ambulanciers kunnen trouwens ter plaatse ook zélf<br />

beslissen -in functie van de vitale parameters en de<br />

anamnese- of ze een MUG oproepen, en dit zelfs indien<br />

de huisarts reeds het licht op groen heeft gezet voor het<br />

vervoer van de patiënt.<br />

3. de ambulanciers kunnen zorgwekkende gevallen vervoeren<br />

als de huisarts, die ter plaatse is, ze vergezelt.<br />

DE OPVANG VAN 4 SOORTEN URGENTIES<br />

Het acuut coronair syndroom<br />

Classifi catie ECG<br />

• STEMI: acuut myocardinfarct met ST-segment stijging<br />

• NSTEM: acuut myocardinfarct zonder ST-segment stijging<br />

• Onstabiele angor (IAP)<br />

Belang van de TIMI score bij NSTEMI en IAP<br />

• Leeftijd > 65 jaar<br />

• 3 cardiovasculaire risicofactoren<br />

• antecedenten van coronarografi e met stenose > 50 %,<br />

AMI, PTCA of PCA<br />

• Inname van acetylsalicylzuur tijdens de laatste 7 dagen<br />

46 | N r 12 - DECEMBER 2008<br />

• Symptomen van ernstige angor ( 2 episodes binnen de 24 h)<br />

• ST-afwijking ( 0.5 mm)<br />

• Verhoogde hartenzymen<br />

Totaal risico = totaal van de punten (0 - 7)<br />

Respiratoire problemen<br />

• De verschillende mogelijke oorzaken van dyspneu<br />

herkennen (respiratoir of cardiaal), in- of expiratorische<br />

dyspneu, Kussmaul of Cheyne-Stokes ademhaling<br />

• De verschillende middelen om de dyspneu te<br />

kwantifi ceren in de huisartspraktijk via het gebruik van<br />

de oxymeter en de peak-fl ow<br />

• De verschillende therapeutische mogelijkheden met de<br />

nadruk op het belang van de Boussignac-klep (CPAP:<br />

Continuous Positive Airway pressure) extra-muros en de<br />

BIPAP (Bilevel Positive Airway Pressure) intra muros.<br />

De trauma patiënt<br />

Defi nitie: patiënt met een letsel dat een bedreiging vormt voor de<br />

vitale of functionele prognose, of bij wie het traumamechanisme<br />

doet veronderstellen dat dergelijke letsels aanwezig kunnen<br />

zijn. Er werd in dit gedeelte van de uiteenzettingen niet verder<br />

ingegaan op een patiënt met talrijke breuken of verwondingen.<br />

Behandeling van de patiënt op basis van het ABCD-schema<br />

• Airway: belang van het vrijmaken van de ademhalingswegen<br />

• Breathing: belang van de ademhaling<br />

• Circulation: belang van de bloedsomloop<br />

• Disability: belang van de neurologische toestand van de<br />

patiënt (Glasgow-schaal)


dienst van St-Elisabeth<br />

De patiënt met bewustzijnsverlies<br />

Defi nitie: totale of partiële verstoring van de bewustzijnstoestand<br />

van de patiënt, geassocieerd met bewustzijnsverlies,<br />

verlies van mobiliteit en/of sensibiliteit maar met behoud van<br />

het respiratoire en circulatoire systeem.<br />

ARCA (Cardio-Respiratoir falen) valt niet onder deze<br />

presentatie.<br />

Om de bewustzijnsvermindering te kunnen kwantifi ceren, wordt<br />

de schaal van Glasgow gebruikt. Deze werd oorspronkelijke<br />

ontwikkeld voor schedeltrauma’s, maar wordt nu gebruikt ter<br />

evaluatie van alle neurologische aandoeningen.<br />

Opening van de ogen Y Motorische respons M Verbale respons V<br />

• Spontaan: 4<br />

• Op bevel: 3<br />

• Bij pijn: 2<br />

• Geen: 1<br />

Tijdens deze presentaties stelden de deelnemers talrijke vragen,<br />

vooral over de werking van de 100 Centrale, maar ook vragen over<br />

de praktische sessies van CPR (Cardio-Pulmonaire Reanimatie).<br />

VOLGEND<br />

NUMMER<br />

DE PRAKTIJK<br />

• Gehoorzaam: 6<br />

• Gelokaliseerd: 5<br />

• Uitwijkbeweging: 4<br />

• Abnormale fl exie(3 x terugtrekken = decorticatie): 3<br />

• Respons met strekbeweging(= decerebratie): 2<br />

• Geen: 1<br />

Comascore = Y + M + V<br />

Minimum: 3 Maximum: 15<br />

De huisartsen kregen de kans om de Spoeddienst te bezoeken<br />

en deel te nemen aan de opvang van kritieke gevallen in de twee<br />

reanimatieboxen, en in de andere boxen zoals de chirurgische<br />

en pediatrische.<br />

Ook onze twee voertuigen werden uitvoerig voorgesteld en dat<br />

was eveneens een groot succes. De ochtend werd afgerond met<br />

een walking lunch tijdens dewelke iedereen de kans kreeg om de<br />

verschillende stands te bezoeken. We kunnen deze voormiddag<br />

gerust een groot succes noemen en danken heel hartelijk de<br />

deelnemers die zo talrijk zijn opgekomen en natuurlijk eenieder<br />

die zich heeft ingezet om dit evenement te doen slagen.<br />

• Georiënteerd: 5<br />

• Verward: 4<br />

• Onaangepast: 3<br />

• Onbegrijpelijk: 2<br />

• Geen: 1<br />

PEDIATRIE<br />

TIJDSCHRIFT VAN DE EUROPA ZIEKENHUIZEN | 47


T O M O R R O W B E L O N G S T O T H O S E<br />

W H O A R E C O M M I T T E D T O I T T O D AY.<br />

Experience from the past. A firm hand on the present. An eye to the future. It’s created<br />

who you are today. And where you’re going tomorrow. Join us as we forge new worlds in<br />

heart valve surgery. Together, we’re in it for life.<br />

Edwards Lifesciences BVBA – SPRL · Pontbeekstraat 2 · 1702 Groot-Bijgaarden · Belgium · Tel: +32 2 481 30 50 · www.edwards.com/Europe<br />

Edwards Lifesciences SA - Ch. Glapin 6 - 1162 St-Prex - Switzerland - Tel: +41 21 823 43 00<br />

Edwards is a trademark of Edwards Lifesciences Corporation. Edwards Lifesciences and the stylized E logo are trademarks of Edwards Lifesciences Corporation and are registered<br />

in the United States Patent and Trademark Office. ©2008 Edwards Lifesciences SA All rights reserved. E1032/09-08/HVT

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!