11.07.2015 Views

Schetsboek ruimte voor olympische spelen - Sport Knowhow XL

Schetsboek ruimte voor olympische spelen - Sport Knowhow XL

Schetsboek ruimte voor olympische spelen - Sport Knowhow XL

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SCHETSBOEKRUIMTE VOOR OLYMPISCHE PLANNENRuimtelijke verkenningen van het Ministerie van VROM in samenwerking met NOC*NSF, Twynstra Gudde & Nieuwe Gracht


2schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


1. VOORAF1.1 OPGAVEOlympisch Plan 2028Dit <strong>Schetsboek</strong> doet verslag van <strong>ruimte</strong>lijke verkenningen naarde mogelijkheden <strong>voor</strong> grootschalige sportevenementen inNederland. De Olympische Spelen zijn daarvan de grootste enhebben dan ook gefungeerd als motor en perspectief <strong>voor</strong> dieverkenningen. Ze werden in opdracht van het Ministerie vanVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)verricht in de periode van december 2007 tot en met april 2008.De aanleiding er<strong>voor</strong> werd gevormd door het Olympisch Plan2028 van NOC*NSF. In dat plan wordt een gefaseerde strategieontvouwd om Nederland in veel facetten met behulp van sportop Olympisch niveau te tillen. Het gaat dan bij<strong>voor</strong>beeld om derelatie tussen sportparticipatie en gezondheid, de economischeen de sociale impact van sport. Een essentiële <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong>het plan is een goed netwerk van infrastructuur en accommodatiesdie het mogelijk moet maken om in Nederland grootschalige(sport)evenementen te organiseren. Dat moet rond 2016 leidentot een (sport)klimaat dat ons land ook in de positie brengt eengooi te doen naar het organiseren van de Olympische Spelen inschetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen2028. Het op Olympisch niveau brengen van Nederland is echterhet hoofddoel van de strategie en het organiseren van de OlympischeSpelen een mogelijk sluitstuk ervan.Andersom kan het nadenken over het organiseren van een grootevenement als de Olympische Spelen nieuw zicht bieden op fysiekeen organisatorische middelen die nodig zijn om een sportklimaatop Olympisch niveau te creëren. Het jaar 2028 is daarbijvan symbolische betekenis: het is dan exact 100 jaar geleden datAmsterdam de Olympische Spelen organiseerde.Het daadwerkelijk opzetten en uitvoeren van de strategie wordt<strong>voor</strong>afgegaan door een (haalbaarheids)onderzoek dat moet uitmondenin een businessplan. Deze onderzoeksfase moet in 2008worden afgerond. Onderzoek naar <strong>ruimte</strong>lijke concepten, <strong>ruimte</strong>beslagen de effecten van sportevenementen als de OlympischeSpelen behoort daartoe en het NOC*NSF heeft het DG Ruimtevan het Ministerie van VROM, als belangrijkste stakeholder opdit terrein, gevraagd dat onderzoek <strong>voor</strong> zijn rekening te nemen.OpdrachtGrootschalige evenementen als de Olympische Spelen zullenzowel direct (sportaccommodaties en onderkomens <strong>voor</strong> deatleten) als indirect (infrastructuur, hospitality <strong>voor</strong> bezoekersen toeristen) invloed hebben op de <strong>ruimte</strong> in Nederland. Dan zalnatuurlijk positieve kanten hebben, zoals het creëren van nieuweleisurelandschappen, nieuwe natuur, verbeterde bereikbaarheidof beter geoutilleerde steden. Het kan ook negatieve effectenhebben, bij<strong>voor</strong>beeld wanneer landschappen of stedelijkegemeenschappen worden aangetast, of wanneer het nodig isbestaande bebouwing te amoveren.3Fasering Olympisch Plan ( NOC*NSF, 2006)Het investeren in grootschalige sportevenementen kan <strong>voor</strong>tsversnellingen teweegbrengen in investeringen (of innovaties)die om andere redenen al nodig waren, zoals investeringen (of


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen4innovaties) in infrastructuur, stedelijke vernieuwing, stadsuitbreiding,recreatie & toerisme, waterbeheer en/of klimaatbestendigbouwen. Voorts hebben evenementen als de Olympische Spelenaltijd een nalatenschap (legacy) in termen van nieuwe imago’s,her te gebruiken vastgoed, sportaccommodaties, economischeimpulsen, organisatorisch vermogen en een verbeterd (top)-sportklimaat.Om inzicht te krijgen in <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden <strong>voor</strong> het organiserenvan een evenement als de Olympische Spelen in Nederland(en in nalatenschap ervan), heeft het DG Ruimte aan TwynstraGudde en Nieuwe Gracht de opdracht gegeven een serieateliers te faciliteren. Deze ateliers zijn vervolgens georganiseerdin de periode van december 2007 tot en met april 2008.In de verschillende ateliers werden experts uit de wereld vansport en (sport)evenementen samengebracht met <strong>ruimte</strong>lijkeontwerpers en deskundigen op gebieden als <strong>ruimte</strong>lijke ordening,mobiliteit, economie en vastgoed. De gehele serie ateliersis begeleid door een Q-team dat de kwaliteit van de resultatenkritisch moest volgen. Het Q-team bestond uit gezaghebbendepersonen op het terrein van maatschappelijke trends, vrije tijd,sportmanagement, vastgoedmarkten, <strong>ruimte</strong>lijk beleid en gebiedsontwikkeling.De ateliers hadden een bij uitstek verkennend karakter en datgeldt natuurlijk ook <strong>voor</strong> de resultaten. Ze schetsen beeldenvan manieren waarop de Olympische Spelen in de <strong>ruimte</strong> vanNederland georganiseerd zouden kunnen worden, beschrijvenmeerwaarden die dat kan hebben en wijzen op begeleidendemaatregelen die daar<strong>voor</strong> nodig kunnen zijn. De ateliers leverendaarmee gefundeerde beginpunten <strong>voor</strong> <strong>ruimte</strong>lijke debattenover de Olympische Spelen in Nederland, maar geen voldoendegrondslagen <strong>voor</strong> concrete keuzen en beslissingen1.2 PROCESAtelierserieGestart is met een vrij grondige verkenning vanalle (<strong>ruimte</strong>lijke) aspecten die aan het organiserenvan grootschalige sportevenementen zoalte pas komen. De ingangen daar<strong>voor</strong> werden inhoge mate geleverd door desk research naarlessen van eerdere Olympische Spelen. In heteerste atelier (<strong>ruimte</strong>behoeften en configuraties)probeerden we gevoel te krijgen <strong>voor</strong> de (enorme)<strong>ruimte</strong>lijke impact die de Olympische Spelen<strong>voor</strong> Nederland kunnen hebben en zijn we opzoek gegaan naar de mogelijkheden om dat te optimaliseren.In het tweede atelier (investeringenen combinaties) stonden investeringen in accommodatiesen flankerende maatregelen centraal.We gingen daarbij ook op zoek naar combinatiesvan die investeringen met <strong>ruimte</strong>lijke investeringendie zo rond 2028 op stapel kunnen staan enprobeerden zicht te krijgen op samenhangendeinvesteringsstrategieën. Het derde atelier (markttrendsen legacies) richtte zich op de gebruikswaardenvan accommodaties en infrastructuurin de periode na de Olympische Spelen. Ditwas ook het atelier waarin de maatschappelijkedoelen van investeringen aan de orde kwamen,evenals thema’s <strong>voor</strong> het “in de markt zetten” vanHollandse Spelen.De resultaten van deze (vakmatig verkennende) ateliers zijn gebundeldin een Werkboek. Het is een naslagwerk dat een stevigeinhoudelijke basis moest leggen <strong>voor</strong> de ontwerpende verkenningenvan de tweede fase van de atelierserie. Het Werkboek maaktOpzet van de Atelierserie(Twynstra Gudde &Nieuwe Gracht, 2007)


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannengeen deel uit van de rapportage over die verkenningen, maar welis in de vorm van een CD als bijlage bij dit <strong>Schetsboek</strong> gevoegd.In het vierde atelier werd ontwerpend onderzoek ingezet omeen eerste zicht te verkrijgen op de <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden<strong>voor</strong> Olympische Spelen in Nederland. Als inspiratiebron daar<strong>voor</strong>fungeerde een viertal thema’s die waren ontleend aan(combinaties van) verschillende doelen die aan het organiserendaarvan meegegeven kunnen worden. Het leidde tot een flinkebandbreedte aan creatieve ingangen en beelden. De resultatendaarvan zijn vervolgens door Twynstra Gudde en Nieuwe Gracht(in samenwerking met enkele ontwerpers die aan het atelierhadden deelgenomen) opgewerkt naar meer evenwichtige enpresentabele modellen. Ook werd een nadere onderverdelingaangebracht naar <strong>ruimte</strong>lijke principes.5Ontwerpend verkennen in Atelier 4De resultaten daar weer van zijn in het vijfde atelier nog eensgrondig onder de loep genomen. Ze werden daarbij onder anderegetest op hun vakmatige robuustheid, financiële evenwichtigheiden haalbaarheid in de tijd. Voorts werden ze geanalyseerdop hun sterke en zwakke punten waar het gaat om hun bijdragenaan verbetering van <strong>ruimte</strong>lijke kwaliteit, bereikbaarheid, duurzaamheiden (top)sportklimaat in Nederland. Uiteraard leidde dattot verdere verbeteringen en optimalisaties.ResultatenDe oogst van de beide ontwerpende ateliers is in dit <strong>Schetsboek</strong>ondergebracht. Het <strong>Schetsboek</strong> begint echter (in hoofdstuk 2)met een weergave van de lessen die uit recente Spelen kunnenworden getrokken. De bron daar<strong>voor</strong> is het Werkboek. De lessenzijn toegespitst op de elementen die van belang zijn <strong>voor</strong> deontwerpende verkenningen.In hoofdstuk 3 worden die lessen uitgewerkt naar <strong>ruimte</strong>lijke


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen6principes die volgens ons aan de orde zijn bij het ontwerpen vanmogelijkheden <strong>voor</strong> de Olympische Spelen in Nederland.Hoofdstuk 4 geeft vervolgens de volle breedte van de modellendie de atelierserie heeft <strong>voor</strong>tgebracht. Deze worden telkensbeschreven op hun achtergronden, infrastructurele dragers, matevan concentratie, <strong>ruimte</strong>lijke meerwaarden en zwakke punten.In hoofdstuk 5 vindt een nabeschouwing over de modellen plaats.Dat leidt tot conclusies over de belangrijkste <strong>ruimte</strong>lijke keuzendie eruit naar voren komen, het tijdspad dat daarbij gehanteerdzou moeten worden en tot enkele basisingrediënten <strong>voor</strong> eenvervolgproces. Het <strong>Schetsboek</strong> sluit af met de acht belangrijksteconclusies uit de <strong>ruimte</strong>lijke verkenningen.Bijlage A geeft de lijst van deelnemers aan de atelierserie en desamenstelling van het Q-team. Bijlage B geeft een overzicht vande literatuur die zowel in het Werkboek als in dit <strong>Schetsboek</strong> isverwerkt. Bijlage C omvat het Werkboek in de vorm van een CD.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen2. DE SPELEN VERKEND2.1 ALGEMEENBezoekersaantalenAan de Olympische Spelen wordt deelgenomen door zo’n 200landen die gezamenlijk ongeveer 10.500 atleten, 5.500 begeleidersen 3.000 officials afvaardigen. Zij worden vergezeld door15.000 niet-geaccrediteerde (door de Olympische organisatie uitgenodigde)begeleiders en familie. De media sturen zo’n 35.000vertegenwoordigers, waarvan 25.000 geaccrediteerd. De Spelenzelf worden <strong>voor</strong>ts draaiende gehouden door ongeveer 45.000vrijwilligers. Recentelijk gehouden Olympische Spelen buitenEuropa (Atlanta, Sydney) trokken 6,7 respectievelijk 8,5 miljoentoeschouwers. De Spelen die in Europa georganiseerd werden(Barcelona, Athene) trokken rond de4 miljoen toeschouwers, verdeeldover 300 wedstrijden.Het achterland van deze beide “EuropeseSpelen” is aanzienlijk minderdichtbevolkt dan dat het achterlandvan de Olympische Spelen in Nederlandzal zijn. Dat strekt zich bij<strong>voor</strong>beelduit over (bijna) metropolitaneregio’s als het Ruhrgebied, de VlaamseStedenruit, Hamburg en Bremen,en kent uitlopers naar Parijs enZuidoost-Engeland. Voor de OlympischeSpelen in Nederland magdaarom (volgens Deloitte en Touchein hun analyses <strong>voor</strong> België) rekeninggehouden worden met aantallen tot6 miljoen bezoekers.RuimtebehoeftenAls alles nieuw wordt aangelegd, dan bedraagt de behoefte aan<strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> sportaccommodaties 500 tot 550 hectaren. Dat isongeveer de omvang van de grachtengordel in Amsterdam.Die <strong>ruimte</strong>behoefte kan natuurlijk beperkt worden door gebruikte maken van (aangepaste) bestaande accommodaties (stadionsof hallen).De behoefte aan <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> een volledig nieuw Olympisch Dorpbedraagt 50 tot 100 hectaren (een flinke woonwijk), afhankelijkvan de bebouwingsdichtheden en het programma. Ook hier kanhet <strong>ruimte</strong>beslag beperkt worden door (tijdelijk) gebruik te makenvan bestaande accommodaties.Als we uitgaan van 6 miljoen bezoekers aan de OlympischeSpelen in Nederland, dan betekent dat op topdagen een vervoersbehoeftevan 600.000 personen. In de piekuren daarvanmoet de infrastructuur dan 60.000 personen kunnen vervoeren(doorgaans naar meerdere plekken). De parkeerbehoefte bedraagtnaar alle waarschijnlijkheid meer dan 20.000 plaatsen(waaronder wel veel tijdelijke). Ook betekent 6 miljoen bezoekerseen behoefte aan logies, die kan oplopen tot 140.000 bedden.InvesteringenDe investeringen in Olympische Spelen zijn opgebouwd uit dekosten van de organisatie van de Spelen en de investeringenin sportaccommodatie, huisvesting en infrastructuur. Bij elkaarkennen ze een flinke bandbreedte. Zo bedroeg het totale budget<strong>voor</strong> Atlanta (1996) en Sydney (2000) in huidige bedragen“slechts” US $ 6,5 mld respectievelijk US $4,5 mld, terwijl die <strong>voor</strong>Barcelona, Beijing en Londen (in huidige bedragen) oplopen totUS $ 18 mld. De kosten <strong>voor</strong> de organisatie zelf bewegen zich7


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannendaarbij vrij stabiel rond de US $ 2,5 mld zodat de grote verschillenworden gemaakt door de investeringen in infrastructuur,sportaccommodaties en overig vastgoed. Nevenstaande grafiekgeeft een overzicht.8In Atlanta en Sydney lagen die investeringen op een relatief laagniveau. Dat heeft te maken met de mate waarin bij die Spelengebruik is gemaakt van bestaande accommodaties en tijdelijkevervoers<strong>voor</strong>zieningen, maar minstens zoveel met de cultuur inde VS en Australië waar grote investeringen <strong>voor</strong>al via de marktverlopen.In de Europese landen en in Beijing blijken de investeringen ininfrastructuur uit te komen rond bedragen van US $ 15 mld. Voorhet overgrote deel (al gauw 70% tot zelfs 80%) gaat het daarbijom investeringen in infrastructuur en milieumaatregelen die omandere redenen al noodzakelijk waren. Dat maakt dat het toerekenenvan deze investeringen aan de Olympische Spelen nogaleen boekhoudkundige kwestie is, die waarschijnlijk <strong>voor</strong>al tendoel heeft het IOC duidelijk te maken hoe goed de OlympischeSpelen gefaciliteerd zullen gaan worden. En natuurlijk dat bestaande(bereikbaarheids)problemen zullen worden opgelost.Maar je kunt dat natuurlijk ook omdraaien: de omvang van deinvesteringen in het faciliteren van Olympische Spelen is erg afhankelijkvan de mate waarin de bestaande infrastructuur en hetmilieu op orde zijn. En als er toch in geïnvesteerd moet worden,dan is het verstandig om dat niet louter en alleen ten behoevevan Olympisch gebruik te doen. De Olympische Spelen beïnvloedenin dat geval <strong>voor</strong>al het moment van investeren, niet zozeerde omvang ervan. Als we daar van uitgaan, dan komen de investeringenin strikt de Olympische Spelen uit op bedragen van 4 mldtot 6 mld US $. Dat kúnnen grotendeels (risicodragende) <strong>voor</strong>investeringenzijn, want de kosten van het organiseren zelf kunnenInvesteringen in Olympische Spelen (prijspeil is het jaar van organisatie)via de Olympische Spelen terugverdiend worden (zie paragraaf2.2), terwijl investeringen in sportaccommodaties en overig vastgoedna de Spelen (als ze goed gelegen zijn) via de markt kunnenworden geëxploiteerd of afgezet.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenSTADIONS & HALLEN12sehallen (10.000 tot 20.000 toeschouwers) en minstens zevenkleinere stadions <strong>voor</strong> hockey, beachvolleybal, honkbal en de<strong>voor</strong>ronden van het voetbal (15.000 tot 20.000 toeschouwers).Voorts moet <strong>voor</strong>zien worden in een Olympisch zwembad(15.000-20.000 toeschouwers), een Velodrome (10.000 toeschouwers),schietbanen (7.000 toeschouwers), een tenniscomplex(10.000 toeschouwers), en faciliteiten <strong>voor</strong> wildwatervaren(5.000 toeschouwers), roeien en kanoën (20.000 toeschouwers),zeilen (10.000 toeschouwers), marathon en de veel (groene)<strong>ruimte</strong> eisende buitensporten zoals cross country, zeilen enroeien (10.000 tot 30.000 toeschouwers).De omvang van de wedstrijdaccommodaties wordt eigenlijk<strong>voor</strong>al bepaald door de eisen die het IOC stelt aan de aantallentoeschouwers. In Nederland bestaan maar weinig sportaccommodatiesdie zonder aanpassingen aan dit soort eisen voldoen(en dan <strong>voor</strong>namelijk in het “kleinere segment”).BEACH VOLLEYBALL, OLYMPIC STADIUM, TENNIS STADIUM, SYDNEYCROKE PARK, DUBLINKosten en kostendragersInvesteringen in sportaccommodaties kunnen slechts <strong>voor</strong> eenheel klein deel (zie paragraaf 2.2) gefinancierd worden uit de inkomstenvan de Olympische Spelen. Er zijn daarom altijd veel extrainvesteringen nodig die (als we afgaan op recente Spelen) intotaal kunnen oplopen tot US $ 2 mld. Doorgaans worden sportaccommodatiesoverwegend met geld van (de lokale) overhedengerealiseerd. Als het gaat om grote, landelijk populaire sporten,gebeurt dat omdat steden het belangrijk vinden om zich te profilerenvia clubs die aan (inter)nationale competities meedoen. Alshet gaat om kleine zalen, dan investeren overheden veelal om devolksgezondheid of de sociale cohesie in een wijk te bevorderen.Zulke zalen kennen doorgaans echter te weinig toeschouwerscapaciteitom als wedstrijd<strong>voor</strong>ziening te kunnen fungeren. Welzouden ze inzetbaar zijn als trainingsfaciliteit.FACILITIES BARCELONA, ATLANTA, SYDNEY, ATHENSSTADE DE FRANCE, PARISSADARVUGA SPORTHAL, TSJECHIEZWART&JANSMA LOTUS BERCY, PARIS TELSTRA DOME, MELBOURNE


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenBij alle beschouwde Olympische Spelen blijkt het een enormprobleem te zijn om de gerealiseerde (grotere) sportaccommodatiesna afloop van de Spelen zonder verliezen te exploiteren.De toeschouwerscapaciteiten die <strong>voor</strong> de Spelen vereist worden,maken namelijk dat de meeste accommodaties na afloop van deOlympische Spelen tijdens de reguliere competities maar <strong>voor</strong>een deel gevuld kunnen worden. Voor veel steden weegt deexploitatie ervan dan ook als een loden last.Voor de ter plaatse minder populaire sporten wordt doorgaansgetracht dit soort problemen te <strong>voor</strong>komen door tijdelijke accommodatieste bouwen. Deze worden na afloop van de Spelenafgebroken of gedemonteerd om elders <strong>voor</strong> andere (wel populaire)sporten te worden ingezet. Uit de kostenopgaven vanBeijing (2008) en Londen (2012) kan worden opgemaakt dat debesparingen die dat levert beperkt blijven tot maximaal 30%.Tijdens de ateliers werd naar voren gebracht dat het maar devraag is of dit type tijdelijkheid in 2028 nog een rol zal <strong>spelen</strong>.Tijdelijke sporthal in Dubai (Totalturfsolutions, 2008)Nu al leidt de groei van het aantal en de schaal van de evenementener namelijk toe dat zich een hele bedrijfstak ontwikkeltdie gespecialiseerd is in het tijdelijk oprichten van grootschaligefaciliteiten met een hoog kwaliteitsniveau. Je mag dus ook verwachtendat het rond 2028 mogelijk is om (aanzienlijk goedkoper)tijdelijke accommodatie <strong>voor</strong>al te huren.Andere oplossingen blijken te bestaan uit het tijdelijk uitbreidenvan de capaciteit van bestaande accommodaties, (voetbal)stadions tijdelijk geschikt maken <strong>voor</strong> kleinere veldsporten, detijdelijke ombouw van een stadion tot zwempaleis en de tijdelijkeherinrichting van grote (entertainment)hallen <strong>voor</strong> de sport.Voor de veel (groene) <strong>ruimte</strong> behoevende sporten als militairy,cross country en mountain biking en <strong>voor</strong> het zeilen, bestaan deinvesteringen niet zozeer uit het vinden van (tijdelijke) <strong>ruimte</strong>als wel uit het realiseren van tijdelijke tribunes en verzorgendefaciliteiten.AfzetmarktenMet uitzondering van Atlanta moest (en moet) in alle Olympischesteden permanent veel moeite worden gedaan om de groteresportaccommodaties exploiteerbaar te krijgen. De meeste Olympischesteden kennen daarom een organisatie die tot doel heeftom met een zo groot mogelijke regelmaat nieuwe internationale(sport)evenementen aan te trekken. Daarnaast wordt de oplossing<strong>voor</strong> exploitatieproblemen en investeringsrisico’s steedsvaker gezocht in multifunctionaliteit die gebruik van de stadionsen hallen <strong>voor</strong> popconcerten en ander grootschalig entertainmentmogelijk maakt en die daarmee tevens private investeringenuitlokt.Verwacht wordt dat de markt <strong>voor</strong> leisure en grootschalig entertainmentde komende decennia nog enorm zal toenemen. Degroei ervan kan een sterk fundament leveren <strong>voor</strong> multifunctio-13


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen14nele sportcomplexen met een ruim <strong>voor</strong>zieningenpakket, onderde <strong>voor</strong>waarde dat ze komen te liggen op plaatsen waar ze ookkansrijk zijn <strong>voor</strong> medegebruik door leisure en (grootschalig)entertainment. Andersom kun je ook zeggen dat bij het plannenvan leisure<strong>voor</strong>zieningen en nieuwe complexen <strong>voor</strong> (grootschalig)entertainment rekening gehouden zou kunnen worden metde mogelijkheden <strong>voor</strong> tijdelijk sportgebruik tijdens de Spelen ofandere grote sportevenementen.Hoogwaardige sportaccommodatie wordt inmiddels ook steedsvaker gekoppeld aan woningen, kantoren, hotels, leisure, congresaccommodatieen winkel<strong>voor</strong>zieningen, eveneens om de exploitatiete vergemakkelijken (ook van parkeerfaciliteiten) en omprivate investeringen aan te trekken.2.4 OLYMPISCH DORPRuimtelijk repertoireDe Residential Zone in het Olympisch Dorp dient <strong>voor</strong> de huisvestingvan de atleten en hun begeleiders. De luxe die wordt aangeboden(het aantal personen per wooneenheid) verschilt sterk.Atlanta was bij<strong>voor</strong>beeld erg sober, terwijl Athene weer erg luxewas. De omvang van de Residential Zone varieert op grond hiervantussen de 5.000 en 8.000 woningen. In of vlakbij het dorpdienen goede trainingsfaciliteiten te worden aangeboden, zoalsatletiekbanen, sportzalen, honkbalvelden, hockeyvelden, kleinesportzalen, zwembaden en groene velden. Voorts worden steedshogere eisen gesteld aan de aanwezigheid van gezondheidscentra,ontspannings- en ontmoetings<strong>ruimte</strong>n, horeca, winkels enrestaurants.Een vergelijking tussen Olympische Dorpen (A.J. Breimer, 2006)


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenDe International Zone dient <strong>voor</strong> het leggen van contacten tussenatleten, geaccrediteerde pers en familie en vrienden. Daarinof in de nabijheid van het Olympisch Dorp zijn ook het perscentrumen het internationale omroepcentrum gevestigd.In de Public Zone kan ook het grote publiek terecht. Het totalecomplex van een Olympisch Dorp kan daardoor en door demate van groene programma’s een oppervlakte bereiken van 100hectaren.Het Olympische Dorp vormt het centrale punt binnen de Spelenen moet binnen 40 minuten reistijd van de belangrijkstewedstrijdaccommodaties gelegen zijn. Waar dat niet mogelijk is,bij<strong>voor</strong>beeld bij sporten als zeilen, roeien, kanoën, cross country,veldrijden, en soms beachvolleybal, wordt nevenhuisvesting nabijde wedstrijdaccommodatie gerealiseerd.Kosten en kostendragersDe investeringen in het Olympische Dorp zelf lopen uiteen vanUS $ 1 mld tot US $ 2 mld. De omvang van deze investeringen issterk afhankelijk van de mate waarin gebruik wordt gemaakt vanbestaande huisvesting, zoals hotels en studentencampussen (Atlanta).Maar ook <strong>voor</strong> nieuwbouw geldt dat slechts een beperktdeel van de investeringen in Olympische huisvesting ook daadwerkelijkOlympisch gebruik betreft. Het overgrote deel betreftpanden die (soms na aanpassing) na afloop van de Spelen via demarkt kunnen worden afgezet. Een deel kan worden ontwikkeldals sociale woning of studentenhuisvesting (en wordt dan ook uiteindelijkvia die budgetten gefinancierd), maar het overgrote deelwordt ontwikkeld als (luxe) woningen ten behoeve van de markt.De <strong>voor</strong> de Olympisch gebruik aanwezige trainingsfaciliteiten,gezondheids<strong>voor</strong>zieningen, ontmoetings<strong>ruimte</strong>n en horeca vormendaarbij onderdeel van het woonconcept, of worden omgezetnaar ander gebruik.AfzetmarktenDoordat in één keer 5.000 tot 8.000 woningen op de marktgebracht moeten worden, kunnen problemen ontstaan met deafzet. Het risico daarvan kan enigszins beperkt worden door ookhuisvesting te realiseren op andere plekken, bij<strong>voor</strong>beeld nabijsporten die buiten de stad worden bedreven of nabij secundairesportcomplexen. De kwaliteit van de plek, de ontsluiting en deligging ervan bij grote bevolkingsconcentraties is echter doorslaggevend<strong>voor</strong> een vlotte afzetbaarheid. Voor de binnenstedelijkelocaties van Barcelona en het op een bijzondere plek gelegenDorp van Sydney vormde de afzet bij<strong>voor</strong>beeld geen grootprobleem. Sterker nog, ze leverden (uiteindelijk) winst op. VoorAthene daarentegen leveren de perifere ligging en de concurrentiemet veel mooiere locaties (<strong>voor</strong> zover bekend) nog steedsafzetproblemen op.2.5 HOTELS EN LOGIESVraag naar beddenDe vraag naar bedden wordt allereerst veroorzaakt door degenendie (al dan niet geaccrediteerd) de Olympische Spelen begeleiden.Uitgaande van de aantallen die in paragraaf 2.1 wordengenoemd levert dat een behoefte aan 72.000 bedden.Het IOC geeft daar<strong>voor</strong> de richtlijn dat geaccrediteerden(55.000 bedden) moeten worden ondergracht in hotels met(grofweg) drie tot vijf sterren binnen 45 minuten reistijd van dewedstrijden. Wat betreft de directe catchment area <strong>voor</strong> toeschouwerswordt over het algemeen drie uur reizen over de wegof met het openbaar vervoer aangehouden. Binnen die straalbevinden zich buiten Nederland metropolitane gebieden alsde Vlaamse Ruit, Groot Parijs, het Ruhrgebied en vele grote(re)15


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen16steden in Noord-Frankrijk en Noordwest-Duitsland. Spelen in Nederlandkennen daardoor een veel intensiever bewoond catchmentarea dan de Spelen in Barcelona en Athene. Verondersteldmag daarom worden dat het aantal toeschouwers nog wel eensuit zou kunnen komen op ruim 6 miljoen in plaats van de 4 miljoenvan Barcelona en Athene. Deloitte en Touche gaan er in hunonderzoek <strong>voor</strong> een bid van België vervolgens van uit dat 10%tot 15% daarvan ook overnacht en dat de gemiddelde verblijfstijdtwee dagen is. Dat zou een behoefte aan 68.000 bedden opleveren,waardoor de totale behoefte aan bedden (exclusief atletenen begeleiders) uitkomt op 140.000.Buitenlandse bezoekers in de pré- en post<strong>olympische</strong> perioden (ETOA, 2008)Ontwikkelingen rond het NFL-statdion in San Fransisco (Socketsite, 2008)Aanbod aan beddenDuidelijk is dat de Olympische Spelen een groot beslag zullenleggen op de hotelcapaciteit in het organiserende land. Aan deandere kant komt de European Tour Operators Association ooktot de conclusie dat reguliere toeristen de Olympische gebiedentijdens de Spelen mijden omdat de drukte hen niet aanstaat enomdat de prijzen in die periode flink stijgen. Voorts ontstaat gedurendede Olympische Spelen een “spontaan tijdelijk aanbod”van mensen die kamers gaan verhuren en pension gaan houden.Vooralsnog is daarom niet duidelijk in welke mate het verstandigis om ten behoeve van de Olympische Spelen extra nieuweovernachtinggelegenheid te bouwen. Uit het onderzoek van deEuropean Toer Operators Association kan namelijk ook geconcludeerdworden dat het reguliere toerisme de neiging blijkt te hebbenin de jaren na de Spelen terug te lopen. Zo duurde het (zelfs)


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenin Barcelona tien jaar <strong>voor</strong>dat de met het oog op de OlympischeSpelen gerealiseerde capaciteit aan bedden acceptabele bezettingsgradenkenden.Dergelijke risico’s kunnen worden beperkt door studentenwoningenin te zetten (het is tenslotte vakantie), door tijdelijke accommodatieste realiseren en/of door (luxe) cruiseschepen in tehuren. Sydney deed dat laatste bij<strong>voor</strong>beeld met het oog op eenverwacht tekort aan betere hotels. Maar als er al geïnvesteerdwordt in extra logies, dan is het verstandig dat te beperken totgebieden die (ook zonder de Spelen) toeristisch aantrekkelijkzijn.Cruiseschepen als tijdelijke hotels in Sydney (Gregory Gulik, 2000)2.6 INFRASTRUCTUURVervoerbehoeftenErvan uitgaande dat de Nederlandse Spelen meer dan 6 mlnbezoekers zullen trekken, dan kan op piekdagen een vervoersbehoefteontstaan van in totaal 600.000 personen, waarvanongeveer 10% behoort tot de Olympische familie (geaccrediteerdenplus vrijwilligers, niet-geaccrediteerde pers, gasten vansponsoren en dergelijke). Als die allemaal naar dezelfde plek zoudenmoeten (zoals bij de Londense Spelen in 2012 goeddeels hetgeval zal zijn), dan leidt dat in de piekuren tot een aanvoer vanmeer dan 60.000 personen per uur. Dat zou neerkomen op bijnaelke minuut een trein of metro <strong>voor</strong> 1.000 passagiers, of elketwintig seconden een tram met 300 passagiers, of elke vijf secondeneen bus, of veertien extra rijstroken <strong>voor</strong> de auto. Maar devervoersbehoefte spreidt zich natuurlijk over de verschillendemodaliteiten en bovendien brengen de wedstrijdschema’s metzich mee dat ook niet alle deelnemers en toeschouwers tegelijknaar dezelfde plek moeten. Maar dat neemt niet weg dat er, ookbij gespreide Spelen, een flinke druk op de infrastructuur wordtuitgeoefend.Investeringen en kostendragersHet is natuurlijk zinloos veel in infrastructuur te investeren om alleenin de grote vervoersvraag gedurende de Olympische Spelente kunnen <strong>voor</strong>zien. Als er in infrastructuur wordt geïnvesteerd,dan wordt dat gedaan om de bereikbaarheid van de stad ofregio te verbeteren, met als hoofddoel aantrekkelijker te zijn<strong>voor</strong> nieuwe bedrijven, culturele evenementen en toeristischebestemmingen. Daarnaast dragen een hoger gebruik van (milieuvriendelijker)openbaar vervoer en een vlottere doorstroming opde wegen ook bij aan verbetering van het leefmilieu. Vanwege dit17


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen18de bid van Vlaanderen ten behoeve van de Olympische Spelenin 2016. Zij zonderen de investeringen in bereikbaarheid van deOlympische Spelen af van de investeringen die de Belgischeoverheid al van plan was te doen. Ervan uitgaande dat Spelenin Vlaanderen 6 miljoen bezoekers zullen trekken, concluderenze vervolgens dat er met goed verkeersmanagement <strong>voor</strong> deSpelen sec eigenlijk maar weinig in nieuwe verkeersinfrastructuurgeïnvesteerd hoeft te worden. De mobiliteit zou gedurendede Spelen gefaciliteerd kunnen worden met 60 hectaren extra(tijdelijke) parkeeraccommodatie, tien busstations en één à tweetijdelijke spoorstations en met investeringen in de verkeersdoorstromingop een beperkt aantal opritten en knooppunten. Vooreen belangrijk deel gaat het hierbij ook nog om investeringen dieheel goed privaat te financieren zouden zijn.Vervoersmainframe Barcelona 1992soort doelen en vanwege de omvang van die investeringen (US $4 mld tot US $ 12 mld) neemt de (nationale) overheid doorgaanshet leeuwendeel <strong>voor</strong> haar rekening. Afhankelijk van de mate vanprivatisering komen <strong>voor</strong>zieningen aan vliegvelden en spoorwegenoverigens <strong>voor</strong> een steeds groter deel <strong>voor</strong> rekening van debetreffende private maatschappijen. In Atlanta werd de infrastructuurzelfs vrijwel geheel privaat gefinancierd.Maar hoe dan ook gefinancierd, de investeringen in bereikbaarheidvan de Olympische Spelen vormen zelf eigenlijk de kers opde taart van investeringen in infrastructuur die om geheel andereredenen al noodzakelijk zijn. Wat dat betreft geven de organiserendesteden in hun boekhoudingen een vertekend beeld doordie investeringen allemaal te boeken op het conto van de Spelen.Illustratief daar<strong>voor</strong> zijn de analyses van Deloitte en Touche <strong>voor</strong>2.7 DUURZAAMHEIDGroene SpelenSinds de enorme protesten tegen de milieueffecten van dewinter<strong>spelen</strong> in Lillehammer (1994) hecht het IOC grote waardeaan een groen imago van de Olympische Spelen. Voor Sydneyvormde dat de reden om de Spelen in 2000 te organiserenonder het motto Green Games en daarbij de lat zelfs hogerte leggen dan het IOC in eerste instantie noodzakelijk achtte.Ook Athene stak aanvankelijk in op het organiseren van ‘GreenGames’. Het treffen van zeer verreikende milieumaatregelen is<strong>voor</strong> Beijing zelfs noodzakelijk om omstandigheden te scheppenwaarin gesport kan worden zonder gevaar <strong>voor</strong> de gezondheidvan de deelnemers en toeschouwers. Voor alledrie de stedengold in wisselende mate dat ze naar aanleiding van de Spelen<strong>voor</strong> het eerst in aanraking kwamen met milieudoelen en normen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen<strong>voor</strong> een gezonde leefomgeving. En vervolgens dat de exposurevan de Spelen weer de motor vormde <strong>voor</strong> het ontwikkelen entoepassen van state of the art-technologieën om die nieuwedoelen en normen ook (zoveel mogelijk) te halen. Het lukt nietaltijd even goed (zie Athene en eigenlijk ook Beijing), maar tochmogen nieuwe ambities op het gebied van milieubeleid tot het(nationale) erfgoed van de Olympische Spelen gerekend worden.Dat geldt evenzeer <strong>voor</strong> nieuwe technologieën en infrastructuur<strong>voor</strong> energiebezuiniging en duurzame energie, watermanagementen afvalwaterzuivering, openbaar vervoer en milieuvriendelijkevervoerswijzen, afvalverwerking, bodemsanering, hergebruik vanbouwmaterialen en de toepassing van duurzame materialen.19Het is gebruikelijk is dat <strong>voor</strong>al overheden investeren in deontwikkeling van nieuw beleid en het stimuleren van nieuwetechnologieën, maar dat hoeft niet per se. In Atlanta bood hetpublicitaire momentum van de Olympische Spelen <strong>voor</strong> veelbedrijven een mooie mogelijkheid om exposure te krijgen <strong>voor</strong>hun milieuvriendelijke intenties en een fantastisch podium <strong>voor</strong>gespecialiseerde bedrijven om hun technologisch kunnen aan dewereld uit te venten.SchalenVolgens vele deelnemers aan de ateliers, mag je veronderstellendat, tegen de achtergrond van klimaatverandering, ontbossingenen de eindigheid van de <strong>voor</strong>raden fossiele brandstoffen en natuurlijkehulpbronnen, rond 2028 het gebruik van duurzame materialen,toepassing van duurzame energie en duurzaam waterbeheergemeengoed zullen zijn. Dat geldt dan ook <strong>voor</strong> de filosofievan cradle to cradle, waarbij gestreefd wordt naar het zolangmogelijk in de bouwcyclus houden van materialen of componenten,gesloten grondbalansen en zoveel mogelijk zelf<strong>voor</strong>zieningop het gebied van energie en schoon water. De Olympische Spe-


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen20len zouden <strong>voor</strong> Nederland aanleiding kunnen zijn om (net alsSydney deed) te pogen op deze terreinen een nieuwe standaardte zetten. Echt Hollandse aangrijpingspunten daar<strong>voor</strong> liggen opterreinen als waterbeheer en veiligheid, klimaatbestendig (water)wonen, duurzame logistiek en de winning van energie uit wind,getijdenverschillen en zoet-zoutgradiënten.De keuze <strong>voor</strong> de locaties waar de Olympische Spelen gehoudenkan daar goede of minder goede <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> scheppen.De echte ambities op het terrein van duurzaamheid zullenevenwel <strong>voor</strong>al tot uiting moeten komen bij de inrichting van dielocaties zelf en de bouw van accommodaties op die locaties.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen3. RUIMTELIJKE PRINCIPES3.1 STRATEGISCHE POSITIESKatalysator en impulsDe keuze <strong>voor</strong> locaties en de <strong>ruimte</strong>lijke organisatie van OlympischeSpelen kennen een aantal (vaak samenhangende) dilemma’s.Het meest strategische dilemma is verbonden met de vraag watde Olympische Spelen moeten doen. Moeten ze bestaande economischeontwikkelingen versterken of moeten ze juist fungerenals impuls <strong>voor</strong> nieuwe ontwikkelingen?21Bij de eerste insteek fungeren de Spelen als katalysator <strong>voor</strong> stedelijkeen economische ontwikkelingen die zich zonder de Spelenook al zouden voltrekken. De Spelen versnellen die dan als hetware, ook omdat ze er een extra (wereldwijd) podium <strong>voor</strong> leveren.De investeringen in het strikt Olympische gebruik van metname verblijfsaccommodatie en ontsluitende infrastructuur zijnhierbij doorgaans beperkt, terwijl afzet of (her)gebruik ervan nade Spelen meelift op al lopende en veel bredere ontwikkelingen.Uit verschillende analyses in hoofdstuk 2, maar zeker uit die vanHolger Preuss naar de economische effecten van de OlympischeSpelen (zie paragraaf 2.1), komt zeer navrant de conclusie naarvoren dat dit <strong>voor</strong> een duurzame nalatenschap (legacy) de meestsuccesvolle strategie is gebleken. Het is ook de strategie die hetgemakkelijkste aansluiting vindt bij private investeringen.De maximale dynamiek verbeeld (NMP, 2007)Dat neemt niet weg dat het organiseren van de Olympische Spelenook ingezet kan worden als impuls <strong>voor</strong> wegkwijnende regio’s.De winter<strong>spelen</strong> van Torino zijn bij<strong>voor</strong>beeld mede georganiseerdals impuls om de noodlijdende wintersportgebieden vanNoord-Italië weer op de kaart te zetten. Naarmate de impulsenechter meer beogen een regio van echt nieuwe economische oftoeristische impulsen te <strong>voor</strong>zien, nemen ook de investeringen in


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen22het aantal nieuwe accommodaties en in nieuwe infrastructurelemaatregelen toe. Ook vormen dan de afzet en het (her)gebruikervan na de Spelen een steeds risicovollere onderneming. Als erdus al een impuls moet worden uitgedeeld, dan blijkt dat overwegendmet overheidsgelden te geschieden, en dan nog zal die zichmoeten richten op gebieden waar het economische en en/of toeristischedraagvlak aan een vernieuwingsslag toe is. Torino is daareen vrij succesvol <strong>voor</strong>beeld van. De Spelen inzetten als impulsin gebieden die van zichzelf niet over zo’n draagvlak beschikken,blijkt alleen maar te leiden tot “witte olifanten”. Recentelijk boodAthene daar enkele <strong>voor</strong>beelden van.Voor de Nederlandse situatie wijst het <strong>voor</strong>gaande in de richtingvan de Randstad , Brabant en Arnhem/Nijmegen (de “centralestedenring”) als economisch sterke en dynamische gebieden diegoede <strong>voor</strong>waarden kunnen bieden <strong>voor</strong> beperkte afzetrisico’sen een duurzame legacy. Meer perifere en dunbevolkte gebiedenin Nederland leveren naar verwachting in ieder geval aanzienlijkhogere investeringsrisico’s. Verbonden met een hart van deOlympische Spelen ergens in de dynamische gebieden, zoudenkleinere (extra) impulsen zich (desgewenst) kunnen richten opde Stedendriehoek, Twentestad en wellicht Groningen/Assen enHeerlen/Maastricht.Bundelen en spreidenAls alle accommodaties nieuw zou worden gerealiseerd, dan zouhet 500 tot 600 hectaren vergen om de Olympische Spelenonder te brengen. Het is echter nog nooit vertoond dat die opéén locatie zijn ondergebracht. Omdat de Olympische stedenlang niet altijd aan (zeil)water gelegen zijn, vindt het zeilen omte beginnen meestal op afstand van de stad plaats. Bij Münchenbij<strong>voor</strong>beeld op 900 kilometer afstand in Kiel; in Beijingbedraagt de afstand zelfs 1.100 kilometer. Ook de greenfieldsRUIMTEVRAAG ENSEMBLES OLYMPISCHE OP SCHAAL SPELENOP DE SCHAAL VAN MAASTRICHTABCDEFGHIJKLMNOlympischstadion8 ha.Olympischehal6 ha.multihal4 ha.plein2 ha.training2 ha.verkeer &parkeer 6 haMULTIPURPOSEgrotehal4 ha.Olympischplein10 ha.stationOV5 ha.verkeer&parkeren15 ha.OLYMPISCHE SITE 40-45 HA.OV1 haplein 1 ha.verkeer& parkeer5 haOV 1 haGROTE HAL 8-10 HAkleinehal2 haplein0,5 haOV0,5 haverkeer&parkeer6 haKLEINE HALBESTAANDkleinstadion4 ha.OV 0,5 ha4-6 HA.plein2 ha.Everkeer& parkeer4 haKLEIN STADIONmultihal4 ha.plein2 ha.verkeer &parkeer 5 haOV1 haOLYMPISCH ZWEMOV 0,5 haplein2 ha.verkeer& parkeer3-4 haVELODROMEkleine verkeerhal&2,5 ha parkeerOV 3 ha0,5 haSCHIETBAANplein1 ha.7 HA.verkeer &parkeer 6 haHONKBALSTADIONhal &stallingplein2 ha.OV1 haplein2 ha.HAL 10-13 HA8-10 HABAD 9-12 HA8-10 HA10-13 HAOV1 ha7 ha. verkeer &parkeer5 haDPAARDEN INDOORhonkbalstadion4 ha.banencomplex5 ha.3 haOV 0,5 haTENNIS CENTREwild waterbaan 6 ha.BESTAANDplein1 ha.verkeer& parkeerroeibaan60 ha.BESTAAND?8-10 HACkleinehal2 hagrotehal4 ha.plein 1 ha.verkeer& parkeer5 haOV 1 haGROTE HAL 8-10 HAplein0,5 haOV0,5 haBESTAAND12-15 HAFJverkeer&parkeer6 haKLEINE HALkleinstadion4 ha.OV 0,5 haE4-6 HA.DCkleinehal2 haBESTAANDplein2 ha.verkeer& parkeer4 haKLEIN STADIONhousing 18.000voetbalstadionca. 12 havelodrome200 m baan4 ha.honkbalstadion4 ha.plein2 ha.OV1 haverkeer &parkeer 6 haHONKBALSTADION8-10 HA10-13 HAplein0,5 haOV0,5 haplein 1 ha.grotehal4 ha.verkeer& parkeer5 haOV 1 haGROTE HAL 8-10 HAverkeer&parkeer6 haKLEINE HALFE4-6 HA.voetbalstadionca. 12 havoetbalstadionca. 12 havoetbalstadionca. 12 haBESTAANDkleinstadion4 ha.OV 0,5 haRESIDENTIAL ZONE 40 HAmedia landen sponsorsINTERNATIONAL ZONE 25 HAPUBLIC ZONE (PARK) 25 HADplein2 ha.verkeer& parkeer4 hakleinehal2 haKLEIN STADION6 ha. zeilaccommodatie<strong>voor</strong>zieningentrainingparkOV & VERKEER & PARKEREN 10 HAOLYMPISCH DORP 100 HAGREENFIELDS100 HA.8-10 HAplein0,5 haOV0,5 haverkeer&parkeer6 haKLEINE HAL4-6 HA.D0 100 m. 500 m. 1 km.kleinehal2 haplein0,5 haOV0,5 haverkeer&parkeer6 haKLEINE HAL4-6 HA.Dkleinehal2 haHAL(MECC MAASTRICHT)OLYMPISCH DORP(ATHENE)plein0,5 haOV0,5 haverkeer&parkeer6 haKLEINE HAL4-6 HA.GREENFIELD(BOEKELO)OLYMPISCHE SITE(ATHENE)OLYMPISCHE STADION(STADE DE FRANCE PARIS)OLYMPISCHE HAL(BERCY PARIS)GROTE HAL(RAI AMSTERDAM)GROOT STADION(KUIP ROTTERDAM)KLEIN STADION(NAC BREDA)KLEINE HAL(MARTINI)TRAINING(HAARLEM)OV0,5 haverkeer &parkeer 4 haZEILEN 10 HA + OPEN WATER


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen(grote groene buiten<strong>ruimte</strong>n) ten behoeve van sporten als crosscountry en mountain biking en de banen <strong>voor</strong> roeien en wildwatervarenliggen om praktische redenen veelal buiten de stad. Alsde afstand tot het Olympische Dorp te groot wordt (meer dan40 minuten reizen), dan wordt in de nabijheid ervan verblijfsaccommodatiegerealiseerd. Voorts moeten de Spelen <strong>voor</strong>zienin sporthallen en stadions ten behoeve van sporten met lagereaantallen toeschouwers of <strong>voor</strong>ronden, waar<strong>voor</strong> vaak (al danniet met aanpassingen) gebruikgemaakt wordt van bestaandesportaccommodaties of grote hallen. Vergeleken met de ontwikkelingvan Lower Lea Valley <strong>voor</strong> de Spelen van Londen in 2012,spitst bundeling van Olympische accommodaties zich dan ookmet name toe op het <strong>ruimte</strong>lijk combineren van:- Olympisch Stadion- Olympische Hal- Olympisch Dorp- zwemstadion- grote hallen- Velodrome.23De mate waarin bundeling daarvan mogelijk is, wordt natuurlijkbepaald door de <strong>ruimte</strong> die beschikbaar is, maar <strong>voor</strong>al ookdoor twee andere factoren. De eerste daarvan is de ontsluitingdie in staat moet zijn grote aantallen bezoekers te verwerken.De aansluiting op (inter)nationale spoorwegen moet goed zijn,terwijl eveneens beschikt moet worden over een stevig net vanhoogwaardig stedelijk openbaar vervoer naar de sportaccommodaties.Deze <strong>voor</strong>waarden wijzen in de richting van Amsterdam,Rotterdam en Den Haag als steden waar om die redenen dehoogste mate van bundeling mogelijk zal zijn.De tweede factor bestaat uit het hergebruik van de sportaccommodatiesna de Olympische Spelen. Het Olympisch Stadionzal minstens 60.000 zitplaatsen en een atletiekbaan moeten


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen24omvatten. Met name de atletiek<strong>voor</strong>zieningen vereisen vaak dater <strong>voor</strong> de Spelen een nieuw stadion gebouwd moet worden.Meestal is het stadion overigens ook het icoon van de Spelen.Maar om zo’n stadion na de Spelen nog exploitabel te houden,zal het moeten liggen op een plek waar een grote (voetbal)cluber gebruik van kan maken. In Nederland moet je dan denken aanvoetbalsteden als Eindhoven, Amsterdam en Rotterdam.Een ander afzetprobleem kan gevormd worden door de Olympischehal en de andere grote hallen. Nederland kent geen zaalsportendie in staat zijn om 15.000 tot 20.000 toeschouwers tetrekken (behalve wellicht als het gaat om schaatsen in een overdektehal). De exploitatie van zulke hallen moet daarom doorgaansgevonden worden in multifunctioneel gebruik, waar<strong>voor</strong>entertainment de belangrijkste gegadigde is. Dat kan dat echterook weer niet ongelimiteerd. Volgens deskundigen zou er in Nederlandbij<strong>voor</strong>beeld slechts een markt zijn <strong>voor</strong> drie, maximaalvier grote entertainmenthallen. Twee ervan zouden (verspreid) inde Randstad kunnen liggen, de andere twee elders op de stedenring(mits goed ontsloten op het (inter)nationale spoorwegennet).Als we dat samenbrengen met de praktische noodzaak om ookgebruik te maken van bestaande sportaccommodaties en grotehallen, dan kan geconcludeerd worden dat bundeling van Olympischeaccommodaties in Nederland altijd gepaard zal gaan meteen zekere mate van spreiding. Dat is trouwens bij alle recenteSpelen het geval geweest.Daarbij komt, dat wat wij op de schaal van ons land “spreiding”noemen, in vergelijking met andere <strong>spelen</strong> nog steeds “compact”genoemd kan worden. Belangrijk <strong>voor</strong> de <strong>ruimte</strong>lijke organisatievan het geheel is wel, dat het Olympische Dorp binnen 40 minutenreistijd van de wedstrijdaccommodaties moet liggen. Als datergens op de “centrale stedenring” ligt (zie Katalysator of Impuls),dan bieden Noord- en Zuidwest-Nederland eigenlijk alleen perspectieven<strong>voor</strong> het onderbrengen van grote buitensporten, ende (tijdelijke) verblijfsaccommodatie die daar bij hoort.Nieuw, bestaand en tijdelijkDe wens om in nieuwe accommodatie te investeren komt doorgaans<strong>voor</strong>t uit de ambitie om door middel van architectuur, ambianceen vormentaal een spectaculair profiel van de organiserendestad te tonen. Veelal spitst dat zich toe op het OlympischStadion, de Olympische Hal en het Olympische Dorp (al dan nietsamengebracht in een Olympisch Park). De bereidheid van demarkt om daarin te investeren komt natuurlijk veel meer <strong>voor</strong>tuit de mogelijkheden om de accommodaties na de Spelen viade markt af te kunnen zetten of te kunnen exploiteren. Zoals alStadion van Londen met demontabele bovenste ring


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenopgemerkt, liggen de meest potentievolle gebieden in Nederlanddaar<strong>voor</strong> op de “centrale stedenring”. Dat neemt natuurlijk nietweg dat kleinere nieuwe sportaccommodaties ook in de stedelijkeregio’s daarbuiten (binnen 40 minuten van het OlympischDorp) draagvlak zouden kunnen hebben.Uit de verschillende analyses van recente Olympische Spelenkan opgemaakt worden dat het verstandig is om nieuwbouwte beperken tot die accommodaties en <strong>voor</strong>zieningen waarvande afzet of exploitatie na de Spelen via de markt verzekerd is.Naarmate dat minder het geval is, zal meer gebruikgemaaktmoeten worden bestaande accommodaties. Soms worden daar<strong>voor</strong>(tijdelijk) extra tribunes gebouwd om de vereiste aantallentoeschouwers onder te kunnen brengen. Of soms wordt gekozen<strong>voor</strong> bestaande <strong>voor</strong>zieningen met voldoende toeschouwerscapaciteiten wordt het gebruik tijdelijk aangepast, zoals hockeyenin een voetbalstadion of de (tijdelijke) ombouw van een stadionof hal naar zwemstadion.Ook kan <strong>voor</strong> de binnensporten worden uitgeweken naar eengrote (entertainment)hal. Atlanta bouwde niet eens een OlympischeHal maar zette een breed assortiment aan (bestaande)kleinere hallen in. De aangrijpingspunten die bij zo’n strategie inNederland benut zouden kunnen worden, staan op de hier<strong>voor</strong>op pagina 23 afgebeelde kaart.Vooral <strong>voor</strong> kleinere sporten die in het organiserende landminder populair zijn, wordt vaak gekozen <strong>voor</strong> tijdelijkheid. Debesparingen ervan zijn echter betrekkelijk gering (maximaal30%). Het is daardoor <strong>voor</strong>al een optie als er geen bestaandeaccommodatie kan worden aangepast, of als er geen tijdelijkeaccommodatie tegen beperkte kosten gehuurd kan worden. Deligging ervan kan overal zijn, mits binnen 40 minuten reizen vanhet Olympisch Dorp en natuurlijk goed toegankelijk <strong>voor</strong> toeschouwers.VerblijfsaccommodatieAfhankelijk van de dichtheden en de geboden luxe heeft hetOlympisch Dorp heeft omvang van 5.000 tot 8.000 woningen dieals nieuwe wijk of bijzonder woonconcept één keer op de marktkomen. Dat kan alleen maar als ze goed aansluiten op de woningvraagen <strong>voor</strong>al als ze een zeer bijzondere ligging hebben.Wat de vraag betreft is de verwachting dat rond 2030 vergrijzing,ontgroening, stagnerende bevolkingsgroei en individualiseringertoe geleid zullen hebben dat de woningbehoeften zich toespitstenop zowel ruime appartementen nabij <strong>voor</strong>zieningen encultureel vermaak als op ruim groen wonen in het landschap. Hetmiddensegment van de typisch Hollandse grondgebonden woningenis tegen die tijd onderhevig aan een teruglopende vraagen <strong>voor</strong>al aan een toenemend aanbod van bestaande woningen.De afzet van nieuwe woningen zal zich waarschijnlijk rond 2030dus <strong>voor</strong>al richten op de extremen van zeer intensief stedelijk ènzeer ruim groen wonen.Wat het type <strong>ruimte</strong> betreft, wordt verwacht dat herstructureringvan de woonwijken uit de jaren zestig en zeventig rond 2030al jaren is afgerond, terwijl grootschalige herstructurering vanwijken uit perioden daarna gecompliceerd is vanwege het groteaandeel van eigen woningen in het bestand. De transformatie vanverouderde bedrijventerreinen wordt wel kansvol geacht als plek<strong>voor</strong> een Olympisch Dorp. Voorwaarde <strong>voor</strong> een vlotte afzet isdat het om goed ontsloten en bijzondere locaties gaat, bij<strong>voor</strong>beeldnabij een stadscentrum of aan oude havens, rivieroeversen meren. De Stadshavens in Rotterdam zijn daar een <strong>voor</strong>beeldvan, evenals de IJ-oevers van Amsterdam en de Merwedezoneen de Cartesiusdriehoek in Utrecht.25


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen26Behalve door aansluiting te vinden bij stedelijke transformatieprocessen,kan het Dorp natuurlijk evenzeer gerealiseerdworden op bijzondere plekken buiten de steden. Voorbeeldendaarvan zijn de kustzone (duinen of eilandjes <strong>voor</strong> de kust),waarbij meegelift wordt op versterking van zwakke schakels in dekustverdediging of eilandjes (dan wel drijvende woningen) in deRandmeren, waarbij meegelift wordt op de gewenste realiseringvan de IJmeerlijn als drager <strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling vande Amsterdamse metropolitane regio en de uitgroei van Almeretot vierde stad van Nederland. Maar hoe dan ook is afzetbaarheidgebaat bij een situering van het dorp nabij grootstedelijkegebieden.Het risico van veel woningen die in één keer op de markt gezetmoeten worden, kan ook beperkt worden door het OlympischDorp uit te voeren als mobiele huisvesting. Deze kan na afloopvan de Spelen elders worden benut als (tijdelijke) studentenhuisvestingof als aanvulling op de goedkope woning<strong>voor</strong>raad. Drijvendewoningen kunnen - als het afzetrisico groot blijkt - wordenweggevaren naar andere delen van het land waar de afzet welverzekerd is.Hotels en recreatiewoningen in Nederland (CBS, 2008)Zoals in paragraaf 2.5 becijferd, bedraagt de behoefte aan logiesal gauw zo’n 140.000 bedden. In 2006 bedroeg de capaciteit inde Nederlandse hotels en pensions 192.000 bedden, waarvanongeveer 90.000 in de Randstad. De groei in het aantal beddenbedroeg over de periode 1998-2006 ruim 13%. Als we dat heel<strong>voor</strong>zichtig extrapoleren, dan zou het aanbod aan bedden rond2028 ongeveer 230.000 bedragen, waarvan een kleine 110.000 inde Randstad.De concentratie van hotel<strong>voor</strong>zieningen wijst opnieuw in derichting van de Randstad als dat deel van Nederland dat beschiktover een goede startpositie <strong>voor</strong> de ontvangst van de OlympischeSpelen. Als die daar zouden plaatsvinden dan zou <strong>voor</strong> hetonderbrengen van geaccrediteerden en niet-geaccrediteerden(72.000 bedden) al bijna 70% van capaciteit bezet zijn. Voor hetonderdak verlenen aan alle toeschouwers en bezoekers in hotelskomt de Randstad dan 30.000 bedden tekort. Dus zelfs als deSpelen in de Randstad zouden plaatsvinden, zal nog steeds eenbelangrijk deel van de bezoekers elders in het land aan een hotelgeholpen moeten worden. Vooral het aanbieden van vijfsterrenhotelslijkt daarbij een groot probleem.Nu zullen lang niet alle bezoekers in een hotel willen overnachten.Aan de andere kant mag ook weer niet verwacht worden ertijdens de Spelen geen vraag naar bedden is om andere redenen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannendan de Olympische Spelen, ondanks dat de ETAO concludeertdat tijdens de Spelen het reguliere toerisme sterk terugvalt. Maarnatuurlijk kan ook uitgeweken worden naar slaapplaatsen diegeboden worden door de concentratie van pensions, kampeerterreinenen groepsaccommodaties in de Randstad.Zou de overnachtingsbehoefte van alle bezoekers per se inhotels moeten plaatsvinden, dan zou dat 60% van de Nederlandsecapaciteit in beslag nemen. Ook dan zou de behoefte aanbedden deels opgevangen moeten worden op kampeerterreinen,huisjesterreinen en groepsaccommodaties (ruim 1 mln slaapplaatsen).Waar de Spelen ook georganiseerd zouden worden, <strong>voor</strong>logies en overnachting zal gebruikgemaakt moeten worden vanhet aanbod in veel grotere delen van ons land.3.2 KRISTALLISATIEPUNTENVervoerconceptZoals in paragraaf 2.6 is becijferd, zullen bij 6 mln. bezoekers inpiekuren meer dan 60.000 personen per uur vervoerd moetenworden. Die zullen bij de Olympische Spelen in Nederland zekerniet allemaal naar één bestemming vervoerd moeten worden, enzich daarom spreiden over meer delen van de infrastructurelenetwerken. Dat leidt tot belastingen die vergeleken kunnen wordenmet zeer goed bezochte Koninginnedagen, ook omdat vanwegede vakantie het woon-werkverkeer, het sociale verkeer enzelfs het recreatieve verkeer minder zal zijn dan tijdens normaleperioden. We weten daarvan dat goed vervoersmanagement veelvan de ongemakken van zeer zware belasting van de wegen enspoorwegen kan verhelpen. Echter, niet àlle ongemakken, en drieweken is een lange tijd. Bovendien ligt (ondanks de vakanties)27


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen28Nederland gedurende de Olympische Spelen ook weer niet volledigstil.Om zo’n enorm en langdurig evenement als de Olympische Spelente kunnen ontvangen, zal dus het mainframe van vervoers<strong>voor</strong>zieningenin Nederland tip top in orde moeten zijn. Omdatde wedstrijden plaatsvinden op plekken waar de verwerkingscapaciteitvan autoverkeer gering is, wordt de ruggengraat daarvangevormd door de openbaarvervoers<strong>voor</strong>zieningen. Een hogeinzet op hoogwaardig openbaar vervoer hóórt natuurlijk ook bijhet streven naar duurzame Spelen.De hoge snelheidlijnen (de HSL Zuid en een HSL Oost) zullendaarbij <strong>voor</strong>al buitenlandse bezoekers vervoeren, en verbindenSchiphol en de grote nationale stations rechtreeks met elkaar. Denationale spoorwegen nemen daarentegen het massatransport<strong>voor</strong> hun rekening. Zij moeten vanwege het grote aanbod aan reizigers(in ieder geval gedurende de Spelen) grotendeels fungerenals een metro-achtig net met een hoge frequentie en capaciteit.In het uitgedokterde <strong>voor</strong>beeld van zo’n vervoersconcept is uitgegaanvan de spoorcorridors uit de Landelijke Markt- en CapaciteitsAnalyse (LMCA) waar geïnvesteerd wordt in uitbreidingvan de capaciteit om te komen tot frequenties van tien minuten:- Alkmaar–Amsterdam–Utrecht-Eindhoven (-Maastricht–Luik)- Den Haag–Schiphol–Almere–Lelystad (-Zwolle–Groningen)- Schiphol–Utrecht–Arnhem–Nijmegen- Den Haag–Rotterdam–Breda–Eindhoven.Op die plaatsen waar Olympische (wedstrijd)accommodatiesgerealiseerd gaan worden, zal ook het stedelijk regionale hoogwaardigopenbaar vervoer in orde moeten zijn. Of, andersomgeredeneerd, het realiseren van grootschalige wedstrijdaccom-


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenmodaties verhoogt de druk op het tijdig gereed zijn van nieuwestedelijke lijnen die om andere redenen al op de agenda stonden.Voor de steden die (volgens de bevindingen in paragraaf 3.1) potentiehebben <strong>voor</strong> het vestigen van Olympische accommodatieszijn deze lijnen ingetekend. Dat betekent nog niet dat die er tenbehoeve de Spelen ook allemaal zullen moeten zijn. Of dat zo is,is uiteraard afhankelijk van het ook daadwerkelijk realiseren vanOlympische accommodaties.KnooppuntenOm het gebruik van het openbaar vervoer te bevorderen (enom overbelasting van de nationale en stadsregionale wegente <strong>voor</strong>komen), zal <strong>voor</strong>zien moeten worden in park-and-ride<strong>voor</strong>zieningendie een vlotte overstap van auto naar openbaarvervoer moeten faciliteren. Deze liggen buiten de steden opknooppunten tussen het (inter)nationale wegennet en de opbaarvervoerslijnenvan het concept. Dat zijn ook de plekken waargedurende de Olympische Spelen veel tijdelijke parkeerplaatsengerealiseerd zullen moeten worden. Op deze park-and-ride<strong>voor</strong>zieningenen op de vliegvelden en grote stations vindt <strong>voor</strong>tsde ontvangst van (buitenlandse) bezoekers plaats. Een goed envriendelijk verloop daarvan vergt faciliteiten die de bezoekersdoor middel van routebegeleiding wegwijs maken binnen deOlympische Spelen, zonodig helpen bij het vinden van onderdaken ook op andere manieren een goed geoutilleerd rustpunt bieden<strong>voor</strong> de onzekere reiziger.De verknopingen tussen de lijnen van openbaar vervoer biedenbinnen het vervoersconcept de beste kristallisatiepunten <strong>voor</strong>het realiseren van Olympische programma’s. Naarmate er meerlijnen en hoogwaardigere lijnen in die knooppunten bij elkaarkomen, nemen ook de potenties toe om die te bundelen totgrotere complexen. Dat wil nog niet zeggen dat die bundeling inzijn geheel rond zo’n knooppunt zou moeten liggen; ook de lijnendie in zo’n knooppunt bij elkaar komen kunnen de bundel vanaccommodaties dragen. Die accommodaties zelf fungeren dan alskatalysator <strong>voor</strong> stedelijke transformaties langs bestaande lijnenof als (mede) drager en katalysator van stedelijke transformatiesen uitbreidingen waarop nieuwe lijnen geënt kunnen worden.<strong>Sport</strong>stedenOm de deelname aan sport te stimuleren, maar zeker ook alsextra middel om zich op het Europese en wereldtoneel goed teprofileren, zetten veel grotere steden in op een ontwikkeling tot(top)sportstad. Deze steden kennen al een of meer (inter)nationalesportclubs en beschikken dus ook over accommodaties <strong>voor</strong>(tenminste) Europese competities. Een ontwikkeling tot (top)sportstad betekent echter dat daar nog een schepje bovenopmoet. Zo zou bij<strong>voor</strong>beeld nieuwe accommodatie gerealiseerdmoeten worden <strong>voor</strong> wereldtoernooien en <strong>voor</strong> wedstrijden vannationale teams. Voorts zou rondom die accommodatie ook eenbrandpunt moeten ontstaan <strong>voor</strong> de clustering van hoogwaardigefaciliteiten <strong>voor</strong> training, coaching en begeleiding in de betreffendesport(en).Het streven naar scherp geprofileerde sportsteden sluit aan bijhet streven van het NOC*NSF en VWS om te komen tot enkeleCentra <strong>voor</strong> Topsport en Onderwijs (CTO ‘s, <strong>Sport</strong>agenda 2012).Deze hebben ten doel het klimaat en de faciliteiten <strong>voor</strong> debeoefening van topsport te verbeteren en daarmee ook de sportals geheel beter in de samenleving te verankeren. In deze CTO ’smoet eveneens clustering plaatsvinden van top trainingsaccommodatiemet gespecialiseerde faciliteiten <strong>voor</strong> kennisontwikkeling,topcoaching, training, gezondheidszorg en begeleiding.Het lijkt logisch om een verband aan te brengen tussen deaanwijzingen tot CTO en de plekken waar Olympische locaties29


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen30gaan komen. Andersom bieden stedelijke ambities op dit puntmaar ook de aanwezigheid van accommodatie <strong>voor</strong> topwedstrijdenaanknopingspunten <strong>voor</strong> het toedelen van het Olympischeprogramma bij het ontwerpen.Zo’n toedeling heeft dan als extra sterk punt dat het de ontwikkelingtot (top)sportstad verder kan bevorderen. Zonder daarin uiteraardposities in te nemen, geeft kaart hiernaast een overzichtvan de op dit moment aanwezige accommodatie <strong>voor</strong> topsport(exclusief voetbal).


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen4. NEDERLAND VERKEND4.1 WERKWIJZEThematisch verkennenHet denken over de <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden die Nederland<strong>voor</strong> het houden van Olympische Spelen kan bieden, is niet eentechnische oefening, waarbij op basis van enkelvoudige vestigingsfactorenhet totale benodigde programma aan de besteplekken kan worden toegedeeld. Technisch vereiste is natuurlijkwel dat het totaal van de <strong>ruimte</strong>lijke organisatie goed moetkunnen functioneren, maar <strong>voor</strong> het overige blijkt uit de verkenningenvan recente Spelen dat de organisatie ervan doelen kentdie de inhoud van wat goede of slechte plekken zijn in hoge matemede bepalen. De belangrijkste daarvan is dat de OlympischeSpelen iets van een stad of land over het voetlicht moet brengen,dat leidt duurzame economische spin offs. Versterking van hetinternationale toerisme is een vast onderdeel van het repertoireaan doelen; <strong>voor</strong> het overige gaat het om versterking van economischesectoren waarmee internationaal gescoord kan worden.Steden als Athene en Barcelona legden daarbij een zwaar accentop hun specifieke positie binnen zich ontwikkelende internationalenetwerken en de unieke kwaliteiten van hun regionale culturen.Londen en Beijing hebben daarentegen meer de neigingzich te profileren als internationale high tech metropolen diedeel uitmaken van mondiale netwerken. Binnen deze beide typenlangere termijn doelen fungeren echter ook doelen die meer metde korte termijn, het momentum van de Spelen zelf te makenhebben. Uit de Spelen van Sydney sprak bij<strong>voor</strong>beeld een warmfeest van vriendschap en verbroedering. Voorronden of finales,de stadions zaten altijd vol en alle deelnemers, ongeacht hunnationaliteit of kwaliteiten, werden aangemoedigd en toegejuicht.Culturele programma’s en evenementen stonden meer dan waarook in het teken van de uitwisseling tussen culturen. Ook Atlantaliep natuurlijk niet weg <strong>voor</strong> een feestje, maar de gehele opzetvan de Spelen was daar toch <strong>voor</strong>al gericht op het behalen vancommerciële winst.Olympische Spelen in Nederland zullen eveneens zulke doelenkennen, alleen weten we nog niet in welke samenstelling.Bovendien zal het zo zijn dat de <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden dieNederland kan bieden (en het draagvlak dat er<strong>voor</strong> is) in hogemate mede bepalen welke samenstellingen reëel zijn. Om op dieThema’s als startpunt <strong>voor</strong> ontwerpend verkennen31


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen32wisselwerking zicht te krijgen, is het verstandig om de verkenningennaar die mogelijkheden te starten vanuit een zo breedmogelijk perspectief. De verschillende doelen zijn daartoe watextremer gemaakt en tegenover elkaar gezet. Versterking van hetbestaande regionale (Hollandse) profiel staat daarbij tegenoververnieuwing van het internationale imago, en het behalen vanhoge economische rendementen uit de Spelen tegenover het organiserenvan de Spelen als een spetterend feest <strong>voor</strong> iedereen.Binnen de kwadranten die ontstaan door die doelen zo scherptegenover elkaar te zetten, zijn vervolgens thema’s bedacht diemoesten dienen als startpunt <strong>voor</strong> toepassing van de <strong>ruimte</strong>lijkeprincipes (zie hoofdstuk 3) in ontwerpende verkenningen.Vakmatig verfijnenDe schetsen die de eerste ontwerpende verkenningen <strong>voor</strong>tbrachten,verschilden natuurlijk sterk in breedte en diepgang,maar leverden een wereld van ideeën en inspiraties op <strong>voor</strong> modellendie de <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden <strong>voor</strong> Olympische Spelenin Nederland goed zouden verbeelden. In een korte tussenstapzijn die ideeën en inspiraties geagendeerd en vervolgens net alsde schetsen vakmatig opgewerkt naar modellen op eenzelfdeniveau van uitwerking en programmatische evenwichtigheid.Resultaten atelier 4Het resultaat daarvan is in een volgende ontwerpsessie onderworpenaan enkele test. Zo werd nagegaan:1. welke bijdragen een model zou kunnen leveren aan versterkingof versnelling van (welke) <strong>ruimte</strong>lijke kwaliteiten;2. welke bijdrage zou kunnen worden geleverd aan verbeteringvan de bereikbaarheid van de steden en regio’s waar het modelspeelt of welke infrastructurele versnellingen het model daarteweeg kan brengen;3. welke <strong>voor</strong>waarden een model schept <strong>voor</strong> duurzame ontwikkelingen;4. welke startpunten er zijn <strong>voor</strong> een verbetering van het sportklimaat.Parallel daaraan werden de modellen bekeken op hun financieelstrategischesoliditeit en op de <strong>voor</strong>waarden die ze leveren <strong>voor</strong>het creëren van draagvlak onder de Nederlandse bevolking.Uiteraard leidde deze tests tot verdere aanscherpingen en verbeteringen.De eerste ontwerpende verkenningen in structuur gebracht


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenDe oogst hiervan tref je aan in het volgende hoofdstuk. Deverkennende modellen worden daar in hun volle breedte getoond.Dat betekent dat er soms inconsequenties <strong>voor</strong>komen tenopzichte van de <strong>ruimte</strong>lijke principes van hoofdstuk 3 of dat hetmodel leunt op dragers waarvan het vrij zeker is dat ze niet vóór2028 gerealiseerd zullen zijn. Deze staan dan genoteerd als eenzwak punt van het betreffende model. Daar staat altijd tegenoverdat het model ook hele sterke punten kent, waarvan het zondezou zijn om die uit het zicht te laten verdwijnen.LegendaHet hanteren van thematische invalshoeken (in plaats van eenstandaard planologische invalshoek) tijdens het vierde atelierleverde een brede baaierd aan <strong>ruimte</strong>lijke modellen en opties op<strong>voor</strong> het organiseren van de Olympische Spelen in Nederland.Met vaak verrassende en inspirerende uitkomsten en nieuweinzichten die waardevol kunnen zijn bij het verder uitwerken envormgeven van de Olympische Spelen in de lage landen. Daarbijmoeten wel twee kanttekeningen gemaakt worden:1. De toen gepresenteerde modellen verschilden onderling behoorlijkin gedetailleerdheid en volledigheid2. We hadden ook absoluut niet het idee dat met deze set modellende gehele breedte van mogelijke <strong>ruimte</strong>lijke oplossingen<strong>voor</strong> het organiseren van Olympische Spelen in Nederland isgetackeld. Wat ook nooit de bedoeling is geweest.Het bleek dus nodig om de resultaten uit atelier 4 te kantelenen - gebruik makend van de kennis die in de <strong>voor</strong>gaande atelierswas opgedaan over accommodaties, investeringen, legacy endraagvlak – een beperkt aantal zinvolle en haalbare <strong>ruimte</strong>lijkemodellen te (re)construeren die de breedte van realistische<strong>ruimte</strong>lijke opties bestrijken en die bij de verdere uitwerking vanhet Olympisch plan de komende jaren een rol kunnen <strong>spelen</strong> als<strong>voor</strong>beeldmodellen <strong>voor</strong> de mogelijke <strong>ruimte</strong>lijke organisatie vanOlympische Spelen in Nederland.Het gaat dan om modellen op een redelijk hoog schaal- en abstractieniveau.Niet elk onderdeel hoeft nu al tot in detail uitgewerktte zijn. Wel moeten deze modellen de cruciale en noodzakelijke<strong>ruimte</strong>lijke <strong>voor</strong>waarden duidelijk in beeld brengen: waarkomen de belangrijke accommodaties, hoe is het transport geregeld,waar ligt het lympisch Dorp, hoe zijn logies en het cultureelprogramma geregeld en - misschien wel het belangrijkste - wat isreeds bestaand (in 2028 althans) en wat moet nieuw gerealiseerdworden en hoe staat het dan met de legacy?Uit de vorige paragraaf kunnen we afleiden dat er een beperktaantal gebieden is waarbinnen het kansrijk is om Olympischeaccommodaties en andere faciliteiten te realiseren. Gedragendoor verschillende vervoersnetwerken kunnen <strong>voor</strong> die gebieden<strong>voor</strong>beeldmodellen met daarbinnen soms enkele varianten (enuiteraard op een lager schaalniveau nog een hele serie specifiekeuitwerkingsopties) om de Olympische Spelen in Nederland tekunnen organiseren. Realistische kristallisatiepunten en de stevigheidvan het vervoersnetwerk zijn hierin bepalend. We gaanoverigens nog even <strong>voor</strong>bij aan de kwestie dat het IOC de <strong>spelen</strong>graag koppelt aan de naam van een (grote) stad.Besloten is de verschillende modellen te groeperen rond eendrietal thema’s die wat betreft aanleiding, <strong>ruimte</strong>lijke constellatie(en daarmee het vervoersconcept) en sturend principe duidelijkverschillen. Let wel, het gaat nog steeds om <strong>voor</strong>beeldmodellenwaarmee de bandbreedte van de mogelijkheden is verkend. Inhet vervolg zijn gewijzigde en nieuwe constellaties nog steedszeer wel denkbaar.33


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen341. Bundelen.Het overgrote deel van de Olympische accommodaties wordtgeconcentreerd in een gebied met een relatief beperkte omvang,vaak in één organiserende stad met ondersteuning uit eenbeperkt aantal omringende gemeenten. Vanwege de eisen diedit stelt aan het vervoerssysteem (en de legacy van eventuelenieuwe verbindingen) komen primair de grote steden van deRandstad hier<strong>voor</strong> in aanmerking. Maar daarbinnen zijn nog diverseopties denkbaar, waarvan er op basis van het vierde ateliereen viertal is uitgewerkt:Amsterdamse MetropoolWaterrijk AmsterdamRotterdamse RivierfrontenWereldhaven Rotterdam2. VerdelenLeidt bundelen bijna automatisch tot keuzes <strong>voor</strong> de Randstad,dit thema legt de nadruk op het meedoen van veel meer stedenaan het Olympisch festijn, hoewel ook dan het vervoerssysteemeen zeer grote stem in het kapittel heeft bij het zoeken van meergespreide <strong>ruimte</strong>lijke constellaties van de accommodaties. Onderdit thema zijn vier prototypische modellen gegroepeerd:Olympische Stedenring<strong>Sport</strong>ief VoorlandOneindig LaaglandHollands Reliëf3. Verre horizontenSluiten de modellen uit de twee <strong>voor</strong>gaande thema’s nog zoveelmogelijk aan op bestaande en reeds geplande <strong>ruimte</strong>lijke envervoersconcepten (waarbij de Olympische Spelen hoogstensals versnelling of prioritering van lopende programma’s dienen),de laatste groep betekent dat de Spelen een geheel nieuwe kansaanboren of nieuwe perspectieven openen die zonder de Spelenniet van de grond zouden zijn gekomen. Zoals de stijgende zeespiegelaanleiding is <strong>voor</strong> geheel nieuwe ontwikkelingsperspectieven<strong>voor</strong> de Hollandse kustzone, zo zouden de Spelen ookstagnerende besluitvorming over complexe <strong>ruimte</strong>lijke keuzenkunnen reactiveren en de doorslag er<strong>voor</strong> kunnen geven: deOlympische Spelen als katalysator <strong>voor</strong> een doorbraak of geheelnieuw ontwikkelingsperspectief. We hebben er twee genomenwaarover de discussie over nut en noodzaak regelmatig oplaaiten waar<strong>voor</strong> de Spelen weliswaar niet de reden, maar wel katalysatorzou kunnen zijn <strong>voor</strong> een besluit:Schiphol naar ZeeRondje RandstadOverige - <strong>voor</strong> de hand liggende – suggesties <strong>voor</strong> het aanborenvan nieuwe kansen of perspectieven, veelal bedoeld als economischeimpuls in het achterland, zijn (<strong>voor</strong>lopig) niet gehonoreerd.We hebben hier<strong>voor</strong> twee redenen:- het vervoernetwerk naar en op dergelijke plekken is ver benedende maat en het zal miljarden vergen om dit op peil tekrijgen;- er wordt ernstig getwijfeld aan de legacy van accommodatiesen infrastructuur, gesteund door de literatuur over de economischespin off van de Spelen.Er is <strong>voor</strong> het verbeelden van de modellen behoefte aan een relatiefsimpele legenda die <strong>voor</strong> alle gelijk moest zijn. Dit vanwegede eis van onderlinge vergelijkbaarheid van de modellen.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenHiernaast is de opbouw van deze legenda weergegeven: eenlegenda <strong>voor</strong> de diverse Olympische faciliteiten en <strong>voor</strong>zieningenen vervolgens een legenda <strong>voor</strong> het onderliggende vervoerssysteem.In de kolom met de Olympische faciliteiten staat links de bestaandesituatie en rechts de nieuw te realiseren faciliteiten.Bovenin staan de drie soorten <strong>ruimte</strong>s die een plek in het modelkunnen krijgen: het Olympische Park (als tenminste een substantieeldeel van de accommodaties in een park terechtkomt), degreen fields <strong>voor</strong> de buitensporten en het grote open water <strong>voor</strong>het zeilen. Daaronder staan de stadions en hallen in twee maten(groter of kleiner dan 50.000 respectievelijk 10.000 zitplaatsen).In het <strong>ruimte</strong>lijk systeem is het niet van belang welke sportenwaar plaatsvinden, maar is de capaciteit van de hal of het stadiondoorslaggevend. Enkele Olympische sporten vereisen wel eenspecifieke plek met een eigen inrichting, dus die staan apart in delegenda benoemd. Grote <strong>ruimte</strong>vrager, maar zeker ook cruciaalin het vervoerssysteem en <strong>voor</strong> de legacy, is het Olympisch Dorpmet de drie zones. De zones worden alledrie apart aangegevenomdat er situaties denkbaar zijn dat atleten, media en de internationalezone <strong>ruimte</strong>lijk van elkaar gescheiden zijn.(Voldoende) logies <strong>voor</strong> de (buitenlandse) bezoekers is vangroot belang. In dit stadium is dit nog moeilijk te duiden <strong>voor</strong> watbetreft omvang en situering. Met symbooltjes kan wel aangegevenworden of in de nabijheid van de Olympische concentratiesgoed bereikbare verblijfsmogelijkheden aanwezig of te realiserenzijn. Het eerste legendablok eindigt met routes over weg, wateren rail en worden symbolen gegeven <strong>voor</strong> de belangrijksteaanvoerpunten en transferia <strong>voor</strong> weg-, rail- en luchtvervoer. Ditin gedekte kleuren als netwerk-onderlegger <strong>voor</strong> de <strong>ruimte</strong>lijkesituering van accommodaties en verblijf.Vanwege het grote belang van het vervoersnetwerk (niet alleen<strong>voor</strong> een soepel lopend transport tijdens de Spelen, maar ook35


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen36vanwege de grote investeringen en het belang van de legacy) iser een aparte legenda die de benutting van bestaande vervoerssystemenop de verschillende schalen en de eventuele aanlegvan nieuwe vervoersfaciliteiten moet verduidelijken. Bij de modellenwordt dan ook telkens separaat een kaart gepresenteerdwaarop het onderliggende vervoerssysteem wordt verduidelijkt.Let wel: het gaat hier <strong>voor</strong>al om de hoofdroutes van internationaletot regionale schaal ten behoeve van de bereikbaarheid vande Olympische <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> atleten, Olympische familieen bezoekers. De precieze interne ontsluiting (dus op de lokaleschaal) speelt op dit moment nog geen doorslaggevende rol.De basis <strong>voor</strong> deze legenda is gelegd door de bevindingen in deeerste vier ateliers waar het gaat om accommodaties, logistiek enlogies, legacy, investeringsstrategieën en met name thematischeontwerpverkenningen.Een van de vragen die in het vijfde atelier beantwoord moestworden, is of deze legenda inderdaad voldoet om prototypische<strong>ruimte</strong>lijke modellen <strong>voor</strong> Olympische Spelen te kunnen benoemenen of de legenda geschikt is om de discussie over de sterkeen zwakke punten van de modellen te kunnen voeren en ze zonodigte verwerpen, aan te passen of nieuwe modellen te maken.De conclusie was dat aan de hand van deze legenda zeer goed<strong>ruimte</strong>lijke modellen op de schaal van Nederland of landsdelengeconstrueerd kunnen worden en adequaat bediscussieerd kunnenworden op hun relatieve <strong>voor</strong>- en nadelen. Uitbreiding enverdere detaillering van deze legenda is pas nodig in een stadiumdat veel verder ingezoomd moet worden op <strong>ruimte</strong>lijke, vervoerskundige,financiële en andere consequenties. Dat stadium breektaan als er een duidelijk ‘ja’ is gezegd en zodra duidelijk is welkestad (of steden) kandidaat is (zijn) <strong>voor</strong> het opstellen van hetbidbook.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen4.2 BUNDELENEssentie van deze modellen is het maximaal benutten van de internationalenaamsbekendheid (belangrijke toegevoegde waarde!),een dicht en intensief te gebruiken vervoersnetwerk (vaninternationaal tot lokaal niveau), de beschikbaarheid over eengroot aantal (middelgrote) hallen en stadions, een breed scalaaan verblijfsmogelijkheden, kansen <strong>voor</strong> cultuur in allerlei facetten,en een stedelijke setting waarin men gewend is aan grootscheepsemanifestaties en gebeurtenissen. Voor eventueel aante leggen nieuwe faciliteiten en infra is de kans op een haalbarelegacy groot.Gelet op de beschikbare infrastructuur (<strong>voor</strong>al het stedelijk-regionalenetwerk), de bestaande en geplande accommodaties ende internationale naamsbekendheid zijn bij<strong>voor</strong>beeld Rotterdam(met veel stedelijke transformatiegebieden) en Amsterdam (metnog uitleg<strong>ruimte</strong> in oostwaartse richting) potentiële kandidaten.Voor beide zijn twee varianten in een model uitgewerkt waarbijer steeds sprake is van een zekere spreiding (of beter gezegd:benutting) van bestaande faciliteiten over de andere stedelijkecentra van de Randstad, ruim binnen het 45 minutencriteriumvan het IOC. De nieuwe faciliteiten - verbonden door een snel encomfortabel vervoerssysteem – worden geconcentreerd in éénstad die daarmee ook veel van de legacy dient te schragen. Sterkpunt <strong>voor</strong> het bundelingsthema is ook het brede aanbod aan cultuur,ontspanning en feesten op goed bereikbare plekken.Amsterdamse MetropoolConcentratie van de <strong>spelen</strong> in Amsterdam (of in de Amsterdamseregio) is al op diverse manier in het verleden en recentelijk opnieuwin beeld gebracht. Daarin kwam steeds naar voren dat deOlympische Spelen in Amsterdam tevens aanleiding zijn om het(regionale) vervoersnetwerk op cruciale punten te verbeteren entransformatiegebieden <strong>voor</strong>tvarend aan te pakken. De ruggengraatbestaat uit een grotendeels nieuw aan te leggen regionalerailverbinding van grote capaciteit tussen Schiphol en Almere diebestaande en nieuwe Olympische faciliteiten aaneenrijgt, waardooreen langgerekt Olympisch park ontstaat. Nieuw zijn eenOlympisch stadion, een Olympische hal in Amsterdam en eengrote hal in Almere, met bij Almere Pampus het (deels of geheel)buitendijkse Olympische Dorp. De veldsporten zijn aan weerszijdenvan deze Olympische as te vinden: Spaarnwoude en denog niet bebouwde groene <strong>ruimte</strong>s van Almere bieden hiertoe<strong>ruimte</strong>. Voor competitie in stadions (voetbal, hockey, honkbal) enin middelgrote hallen wordt - naast benutting van de aanwezigefaciliteiten in Amsterdam zoals de RAI en diverse stadions enhallen – ook gebruikgemaakt van aanwezige en goed bereikbarefaciliteiten in de andere grote steden van de Randstad: Ahoy en(nieuwe) Kuip, de Jaarbeurs en het Stadion in Utrecht, hallenen stadions in Haarlem en Leiden, de wildwater- en roeibaan inZoetermeer. Het open water <strong>voor</strong> zeilen wordt gevonden <strong>voor</strong>Scheveningen waar de spectaculaire races door tienduizenden tevolgen zijn en de faciliteiten <strong>voor</strong> een klein zeildorp en een grootzeilfeest tussen haven en boulevard reeds aanwezig zijn.De grote zwemhal wordt (tijdelijk) ondergebracht in een vande grote hallen in de Randstad. Voor wat betreft het cultuurprogrammabiedt het model Amsterdam – naast de bekende tebenutten trekkers in de Randstad - ook de mogelijkheid <strong>voor</strong>groene rust en <strong>ruimte</strong> in Waterland/droogmakerijen en de <strong>voor</strong>-37


38schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenmalige Zuiderzeestadjes. Voor logies wordt maximaal gebruikgemaaktvan de aanwezige mogelijkheden in de Randstad en degoede bereikbaarheid via HSL. Het intercitynet zorgt er<strong>voor</strong> datook logies op grotere afstand kansrijk zijn.Kijkend naar het onderliggende vervoersconcept is de bereikbaarheidvia de lucht (Schiphol en Lelystad) en via de HSL Zuiden de HSL Oost perfect geregeld. Nieuw (en duur) is de doorgaanderegionale verbinding met hoge capaciteit tussen Schipholen Almere, waarvan het traject tussen Diemen en Pampus doorhet IJmeer nog volledig ontbreekt. De legacy van deze nieuwestedelijke verbinding (en de toegevoegde functies zoals stadion,hallen en het Olympisch Dorp) is echter zeer kansrijk, onderandere omdat deze aansluit bij plannen <strong>voor</strong> de verdere uitbouwvan de metropolitane regio Amsterdam.Waterrijk AmsterdamMet deze games zet Nederland zich prominent op de kaart alsorganisator van ”duurzame Spelen” met een zeer opvallend Hollandskarakter. Amsterdam blijft weliswaar het zwaartepunt vande Spelen (alleen al vanwege de naamsbekendheid in het buitenland)maar veel meer dan in het vorige model wordt ”duurzaamen inspirerend omgaan met water” de publiekstrekker <strong>voor</strong> deSpelen. Het in potentie zeer waardevolle maar nu degenererendeMarkermeer moet van een klotsende bak troebel water in eenzeer gedifferentieerd water- en moerasmilieu getransformeerdworden met een blijvend hoge natuur- en recreatiewaarde enonmisbaar <strong>voor</strong> het bufferen van de klimaatveranderingen. Eenserie eilanden en ondiepten in het Markermeer langs de Houtribdijken langs de Knardijk ter hoogte van Almere dragen hieraanbij. Deze serie eilanden vormt de basis <strong>voor</strong> een Olympische Archipelwaarin (<strong>voor</strong> een deel op tijdelijke basis) veel Olympischeaccommodaties en faciliteiten een plek vinden. Een deels drijvenddorp (dat na afloop versleept wordt naar elders), tijdelijke39


40schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannengrote stadions en hallen, ruige plekken <strong>voor</strong> alle buitensporten,een spuisluis naar het IJsselmeer die tevens de wildwaterbaanvan water <strong>voor</strong>ziet, nieuwe havens met logies en woonfaciliteiten.Dit alles wordt verbonden door een nieuwe raillijn tussenAmsterdam-Almere-Lelystad. Het Olympisch Dorp langs deHoutribdijk is alleen toegankelijk <strong>voor</strong> sporters, geaccrediteerdenen dienstverlening.Cultuur is deels in het Olympisch Park te vinden (met nadrukop de Hollandse water- en natuurbouw), maar in feite delen alleZuiderzeestadjes, inpolderingen en andere waterbouwkundigecultuurhistorie in het feest. Een armada van oude en nieuweschepen bevaart het water en brengt de gasten op ontspannenwijze naar allerlei bezienswaardigheden op en rond het water.Verbeteringen in het vervoerssysteem betreffen <strong>voor</strong>al de nieuweraillijn tussen Amsterdam en Lelystad. In de oorspronkelijkeschetsen, met veel meer accommodaties op de eilanden langsde Houtribdijk, waren ook een nieuwe railverbinding Lelystad-Enkhuizen en nieuwe/fors aangepaste wegverbindingen (Westfrisiaweg,de Houtribdijk, een nieuwe route om Lelystad en eenrijkswegverbinding richting Zwolle) opgenomen, maar de legacyvan deze immense investeringen is zo discutabel dat besloten isde veel publiek trekkende activiteiten te concentreren langs delijn Amsterdam-Almere-Lelystad.De legacy wordt nu gedragen door een ontwikkeling waarbijAlmere, Lelystad en Vliegveld Lelystad een belangrijk deel vande verstedelijkingsdruk op de noordvleugel van de Randstadopvangen en een tweede ontsluiting op de Amsterdamse regiodoor het IJmeer wordt getrokken . De accommodaties langs deHoutribdijk zijn deels tijdelijk, maar wat blijft staan biedt mogelijkheden<strong>voor</strong> goed bereikbare (water)sport, leisure, natuurbeleving,en uiteraard buiten wonen.41


42schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> planneningezet. Maar ook meer stroomopwaarts langs de rivier, waartransformatie van de oude industrie in de uiterwaarden aan deorde is, kan <strong>ruimte</strong> gevonden worden <strong>voor</strong> het bouwen van eennieuwe accommodatie of het tijdelijk benutten van bestaande(scheepswerf)hallen.Rotterdamse RivierfrontenHet zwaartepunt <strong>voor</strong> de <strong>spelen</strong> van de Rotterdamse Rivierfronten(die natuurlijk gefocust zijn op haven en water) komt langs derivier te liggen in het hart van de stad. De transformatie van dezone tussen de Kop van Zuid en de Waalhaven biedt <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong>het realiseren van het Olympisch Dorp (met blijvende stedelijkelegacy) en een aantal kleinere sportfaciliteiten.De Kuip en de nieuwe Kuip (= Olympisch Stadion) vormen hethart van het Olympische Park. Aan de overzijde van het wateris een nieuw zwempaleis gebouwd. Bestaande hallen (bij<strong>voor</strong>beeldAhoy) en stadions (zoals het Kasteel) in Rotterdam wordenEvenals bij het model Amsterdam wordt optimaal gebruikgemaaktvan reeds aanwezige en goed bereikbare <strong>voor</strong>zieningenin de Randstad: RAI, Arena en eventueel het Wagenaar-stadionin Amsterdam, de hallen en stadions in de andere steden, dewildwater- en roeibaan van Zoetermeer, etc. Specifiek Rotterdamsis de investering in een nieuwe zeejachthaven bij Hoekvan Holland als basis <strong>voor</strong> het zeilen. Voorne-Putten (aanwezigegroengebieden langs de Brielse Maas) en de Zuidplaspolder (terealiserengroengebieden) zijn de plekken <strong>voor</strong> de groene buitensporten.De oplossing <strong>voor</strong> het logiesvraagstuk en het cultureleprogramma vertoont overeenkomsten met dat van Amsterdam.Voor polders en Zuiderzeestadjes treden havens, Deltawerkenen de Zeeuwse/Zuidhollandse Eilanden in de plaats.Veel van de nieuwe faciliteiten bevinden zich in Rotterdam-Zuid.In het vervoersconcept komt dit tot uiting door een nieuwe oostwestmetrolijndoor Rotterdam-Zuid, die uiteindelijk Hoogvlietmet Capelle en Ridderkerk verbindt. Deze lijn wordt een belangrijkedrager <strong>voor</strong> de transformatie en nieuwe verstedelijkingop de zuidoever, waarin ook de bestaande en nieuwe hallen enstadions een rol <strong>spelen</strong>.Hoewel verder van Schiphol gelegen, doet Rotterdam, ook doorRotterdam Airport, qua internationale bereikbaarheid nauwelijksonder <strong>voor</strong> Amsterdam. De minder grote toeristische aantrekkingskrachtkan deels gecompenseerd worden door de stoerecontext van haven en groot water.Vervoer over water, ofschoon in capaciteit de mindere vanrailvervoer, wordt een beeldbepalende drager van Rotterdam43


44schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen<strong>voor</strong> de buitenwereld: een vloot van grotere en kleiner schepenmet geregelde en vrije diensten verbindt de diverse OlympicSites aan weerszijden van de rivier met elkaar. Vaartochten naarhet rivierengebied, de Delta en de haven vormen een belangrijkonderdeel van het programma.Wereldhaven RotterdamDeze variant komt <strong>voor</strong>t uit het vierde atelier en de optimalisatiein atelier 5, waar gezocht is naar de combinatie van een spetterendfeest op een spectaculaire plek (zonder overlast <strong>voor</strong> debestaande stad), een goede bereikbaarheid, tijdelijke accommodatiesomdat die na afloop toch maar tot ”witte olifanten” verworden,maar wel een zinvolle legacy <strong>voor</strong> het Olympisch Dorp.De Maasvlakte II(I), in een keer opgespoten maar pas geleidelijkgevuld met nieuwe bedrijven, biedt een uitgelezen plek <strong>voor</strong> een(tijdelijk) Olympisch Park op nog niet uitgegeven terrein met eenzeer groot (feest)strand er omheen. Het wel blijvende OlympischDorp wordt aan de andere zijde van de Nieuwe Maas gesitueerdin de Westhoek, als stevige impuls <strong>voor</strong> de transformatie van deDelflandse kust van glastuinbouw naar een nieuw woonmilieu.Bestaande sportaccommodaties in <strong>voor</strong>al de Zuidvleugel wordenuiteraard maximaal benut. Het is zeer goed denkbaar dat deA15 en de Betuwelijn een grote rol <strong>spelen</strong> in de ontsluiting vande drie weken durende Spelen, maar een opwaardering van deHoekse Lijn (met een doortrekking ervan tot Randstadrail in DenHaag) èn de aanleg van de Oranjetunnel (met opwaardering vande toeleidende wegen) vormen een belangrijk onderdeel van denieuwe legacy.Kortom, meer wereldhaven<strong>spelen</strong> dan Rotterdamse <strong>spelen</strong>, waar<strong>voor</strong>gedeeltelijk andere en kapitaalkrachtiger investeerders ensponsors gevonden zouden kunnen worden dan in de <strong>voor</strong>gaandemodellen. De wereldhaven<strong>spelen</strong> zijn namelijk van werkelijkinternationale importantie en schaal.45


46schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen4.3 VERDELENDit thema legt de nadruk op het meedoen van veel meer stedenen landsdelen aan het Olympisch festijn, hoewel ook dan hetvervoerssysteem een zeer grote stem in het kapittel heeft bijhet zoeken naar meer gespreide <strong>ruimte</strong>lijke constellaties van deaccommodaties. In feite is er dan een breed scala aan opties tebedenken, waarvan wij de meest kansrijke en aansprekende <strong>voor</strong>het voetlicht brengen.Bij de ”Olympische Stedenring” zijn weliswaar nog veel faciliteitenin de Randstad aanwezig, maar er wordt ook optimaal gebruikgemaaktvan goed bereikbare bestaande en nieuwe faciliteitenin de steden van de stedenring. Een redelijk vergaandespreiding maar gevangen in een uitstekend transportnet.Een duidelijke stap verder gaat ”<strong>Sport</strong>ief Voorland”, waarbij hetzwaartepunt juist in een van de grotere steden of stedelijkeagglomeraties buiten de Randstad wordt gelegd (met als motiefbij<strong>voor</strong>beeld een belangrijke economische impuls maar ookhet gegeven dat relatief veel Nederlandse sportkanonnen uithet <strong>voor</strong>land en niet uit de Randstad komen). De keuze <strong>voor</strong> decentrale stad en de mate van spreiding van overige faciliteitenwordt in belangrijke mate gestuurd door het vervoersnetwerk.De ”beste plek” (kristallisatiepunt en vervoer) lijkt overigensEindhoven te zijn. Als het hier niet haalbaar is, zal het naar onsoordeel op andere plekken (KAN-gebied, Twente, Zuid-Limburg,Groningen) nog moeilijker zijn om de Olympische Spelen buitende Randstad te organiseren.En dan is er nog een geheel ander principe van “verdelen” denkbaar,waarbij niet steden maar juist typisch Hollandse landschappende hoofdrol <strong>spelen</strong>. Voorbeelden hiervan zijn het model”Oneindig Laagland” <strong>voor</strong> het rivierenland, en ”Hollands Reliëf”waar<strong>voor</strong> een typerend segment van Hollandse landschappen debasis legt.Olympische StedenringIn dit model speelt de Randstad nog wel een grote rol maar er isom redenen van investeringsimpuls en draagvlak <strong>voor</strong> gekozenom het Olympisch festijn veel verder te spreiden en ook de Stedenringte laten meefeesten. Vooral het intercityrailnet- ondersteund door het wegennet - vormt de onderlegger <strong>voor</strong>de <strong>ruimte</strong>lijke organisatie van de Spelen. Het Olympisch Dorpmet bijhorende faciliteiten komt in het hart van de Olympischestedenring te liggen, in Utrecht. Daar zijn ook feestterreinen<strong>voor</strong> landenpaviljoens, optredens en prijsuitreikingsfeesten. Dereconstructie- en transformatiegebieden Lage Weide en/of het47


48schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenverouderde industriegebied langs het Merwedekanaal naast deJaarbeurshallen, bieden hier<strong>voor</strong> <strong>ruimte</strong> en zijn direct op despoorknoop aan te sluiten. In de Amstelzone van Amsterdamverrijzen het nieuwe Olympisch Stadion en de Olympische hal.Elders in de stad worden de RAI en andere bestaande hallen enstadions ingezet. Langs de lijn naar Den Haag worden de roeienwildwaterbaan en het ADO-stadion benut als Olympischeaccommodatie. Aan het einde van deze lijn is het zeilwater tevinden, zichtbaar vanaf het strand en de boulevard van Scheveningen.De lijn naar Rotterdam vervoert bezoekers naar de(nieuwe?) Kuip en Ahoy, waar eveneens diverse Olympischecompetities worden afgewerkt. De lijn naar Eindhoven verbindthet Olympisch Dorp met een nieuwe zwemaccommodatie enmet het PSV-stadion. Zo nodig kunnen ook <strong>voor</strong>rondes afgewikkeldworden in de Bossche accommodaties. De lijn naar hetKAN-gebied brengt bezoekers naar het COR ”Nieuw Papendal”op een <strong>voor</strong>malig industrieterrein aan de oevers van de Rijn (hethuidige is teruggegeven aan de Veluwse natuur), naar de bestaandestadions van Arnhem en Nijmegen en naar een nieuw evenemententerrein“De Papenwei” in het Lingeparkgebied waar metuitzondering van de military de groene buitensporten plaatsvinden.Vanwege de Olympische Spelen wordt de nieuwe regiorailArnhem-Nijmegen versneld aangelegd.Een laatste lijn verbindt Utrecht met Twente, waar een deel vande Olympische sporten zich afspeelt in de bestaande stadions enop het paardenterrein van Boekelo. Apeldoorn doet mee als stad<strong>voor</strong> het baanfietsen.Logies en culturele evenementen worden eveneens langs ditstervormige lijnennet georganiseerd: de Hanzesteden, hetKröller-Müller, de Noordwijkse stranden en het Concertgebouwzijn onderling verbonden.De HSL en Schiphol zijn de belangrijkste toegangspoorten <strong>voor</strong>internationale gasten, maar ook de regionale vliegvelden zullenzeker een rol kunnen <strong>spelen</strong> in de vervoersorganisatie van deSpelen in de Olympische Stedenring.<strong>Sport</strong>ief VoorlandDit model start vanuit de notie dat de Randstad al vol en drukgenoeg is om ook nog eens met de Olympische Spelen belastte worden en dat juist buiten de Randstad een impuls <strong>voor</strong> deregionale economie van groot belang kan zijn. Daarbij moet welbedacht worden dat het onderliggende vervoersnetwerk buitende Randstad qua capaciteit en oriëntatie minder mogelijkhedenbiedt dan de Randstad zelf. Potentiële gebieden (en hun omge-49


50schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenving), waar Olympische Spelen denkbaar zijn vanwege de stedelijkeen vervoersstructuren en het vervoersnetwerk (waaronderde internationale verbindingen en de lijn naar Schiphol), zijnonder meer Twente, het KAN-gebied en de Eindhovense regio.De Spelen over al deze locaties spreiden heeft geen zin omdathun onderlinge verbindingen daarop niet berekend zijn. Wijdenken dat Eindhoven - in het hart van de Brabantse stedenrij- van deze potentiële kandidaten zeer hoge ogen gooit <strong>voor</strong> deuitwerking van dit model. Anders gezegd: als het in Eindhovenniet haalbaar blijkt te zijn, lukt het op de andere locaties buitende Randstad nog minder.Het Olympisch Park, met het nieuwe grote stadion, de nieuweOlympische hal en een nieuw zwemparadijs komen in Eindhovente staan, tezamen met het Olympisch Dorp in al zijn facetten.Deze Olympische faciliteiten worden door een nieuwe regionaleraillijn (van vliegveld tot Geldrop) aan elkaar geregen. De legacy,bestaande uit een nieuwe stedelijke ontwikkelingsas mede opbasis van getransformeerde bedrijfsterreinen en -gebouwen, isdaardoor perspectiefvol.Oneindig LaaglandDe uitwerking van ideeën <strong>voor</strong> het organiseren van de OlympischeSpelen in het zo kenmerkende Hollandse rivierenlandschap(en nu eens niet alleen maar in de steden) baseert zich op ”Ruimte<strong>voor</strong> de rivier” en concentreert zich rond de knooppunten vande infrastructuur in en rond de rivierdelta. Er kan een ”rivierlint”gecreëerd worden vanaf Rotterdam (waar zich overigens nogwel het zwaartepunt van het Olympisch Park en het OlympischDorp bevindt) tot in Nijmegen waarbij de rivier met uiterwaardenzowel arena (<strong>voor</strong> de buiten- en watersporten, sommige hallen ende feestterreinen), tribune (dijken) als decor (<strong>voor</strong> de media) is.Langs dit lange rivierlint kunnen veel <strong>voor</strong>zieningen op, over enlangs het water geregeld worden. De stimulerende werking dievan het organiseren van de Olympische Spelen zal uitgaan, kanonder meer gebruikt worden <strong>voor</strong> het (versneld) herstructurerenvan verouderde buitendijkse industriegebieden langs het waterlintzoals in de Drechtsteden en Gorinchem. Goede en aansprekende<strong>voor</strong>beelden <strong>voor</strong> herontwikkeling en transformatie (metbehoud van het stoere karakter) zijn onder meer te vinden inhet Ruhrgebied, het NDSM-terrein, Oerol, Nieuwe HollandscheWaterlinie en Dogtroep zijn inspiratiebronnen <strong>voor</strong> een rijk enspectaculair cultureel programma in het rivierenland. Een drijvendplatform in een wiel en een houten tribune in de er omheengelegde dijk zijn de natuurlijke elementen <strong>voor</strong> een klassiekopenluchttheater.51


52schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenMaar het meest aangename en speciale vervoer wordt gebodendoor een vloot van grotere en kleinere Rijnschepen waar passagiersgeheel verzorgde arrangementen kunnen boeken <strong>voor</strong> debeleving van de Olympische Spelen tegen het prachtige decorvan het trage rivierenlandschap.De vervoerscapaciteit over de dijken is beperkt en <strong>voor</strong>namelijkgeschikt <strong>voor</strong> voetgangers en fietsers. Grootschalig vervoer vanen naar de grotere evenementen maakt gebruik van parallelleen kruisende zwaardere infrastructuur zoals A- en N-wegen enspoorlijnen en op cruciale plekken aangelegde transferia. Denkbaaris dat naast de A15 ook de Betuwelijn tijdelijk een rol vervultin het massatransport, maar mogelijk kan volstaan worden meteen opwaardering van de lijn Dordrecht-Geldermalsen-Elst (enaanvullend busvervoer) als de grootste publiekstrekkers van deSpelen geconcentreerd worden op de perfect bereikbare plekkenin Rotterdam en de Drechtsteden.Hollands ReliëfBasis <strong>voor</strong> dit model is het situeren van zoveel mogelijk verschillendeOlympische accommodaties in kenmerkende Hollandselandschappen van de kustzone tot in de diepe polders. Een tweedeuitgangspunt is de constatering dat er op de westflank van deRandstad sprake is van drie snelheden in het vervoerssysteem:een internationale, zeer snelle HSL-verbinding met slechts enkeleaansluitingen aan de binnenflank, een weliswaar minder snelvervoerssysteem (weg en rail) maar met een zeer hoge capaciteitvan nationaal belang die de belangrijke steden en economischecentra van de westflank van de Randstad onderling verbindt enaan de buitenzijde een (deels incompleet) systeem van N-wegenen regiorailverbindingen in de kustzones. Zij vormen de basis<strong>voor</strong> een globale zonering van de westflank van de Randstad:snel en grootschalig aan de binnenflank, druk, stedelijk en zeerdivers door de centrale zone en rustig, ontspannen en groen aande buitenzijde.Deze drie vervoerssystemen zijn onderling wel verbonden, maardiverse sporten in deze ladder ontbreken nog of zijn te krap gedimensioneerd.Het model “Hollands Reliëf” draagt ertoe bij ditvervoerssysteem verder te vervolmaken, de potentierijke plekkenin ontwikkeling te brengen en zodoende extra kwaliteit aandit deel van de Randstad toe te voegen.De nieuwe ontwikkelingen in de kustzone (zandbanken, eilanden,strand- en duinverbredingen) in het kader van de kustveiligheidvormen de basis <strong>voor</strong> het Olympisch Dorp en <strong>voor</strong> de groenebuitensporten. De legacy bestaat uit nieuwe groene buiten-53


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen54<strong>ruimte</strong>, buiten wonen en toerisme, instituten en congressen. Eenverdere ontwikkeling van het (regionale) transport naar en langsde kust is een belangrijke optie.Op de knooppunten van noord-zuid- en oost-westvervoerslijnenkunnen nieuwe Olympische accommodaties gemaakt wordendie dank zij de perfecte bereikbaarheid in regionaal en nationaalopzicht een goede legacy bieden. Denkbaar is zelfs dat de Schiphollijnals regiorail wordt doorgetrokken tot Noordwijk waardoorhierlangs een internationaal milieu kan ontstaan van toerisme, leisure,zakelijke contacten, congressen en instituten in een groeneen rustige omgeving.Het Olympisch Stadion wordt gesitueerd op de best bereikbareplek van de westflank: in Bezuidenhout West, waar een jaren60 wederopbouwwijk in de oksel van de Utrechtse Baan en despoorlijnen plaatsmaakt <strong>voor</strong> een nationaal sport- en entertainmentstadionnabij het Malieveld.Maar de essentie van dit model <strong>voor</strong> de bezoeker van de OlympischeSpelen is dat hij kennismaakt met alle landschappen diekenmerkend zijn <strong>voor</strong> Holland: het strand, de duinen, de geestgronden,de oude klei- en veenpolders en de jonge diepe droogmakerijenen de waterwegen die dit alles verbinden en mogelijkhebben gemaakt.4.4 VERRE HORIZONTENDe optie “Verre Horizonten” (= Nieuwe Kansen), wat wil zeggendat de Olympische Spelen <strong>voor</strong> het overgrote deel plaatsvindenop een nieuw ontwikkelde plek of langs een nieuw ontwikkeldevervoerslijn buiten de bestaande (regionale) stedelijke structuren,mag en kan niet op <strong>voor</strong>hand afgewezen worden als zijnde‘onhaalbaar’, ‘kansloos’ of ‘geld over de balk smijterij’. Er zijnbinnen dit prototypische model legitieme en economisch verdedigbarevarianten denkbaar, waarvan we er hier enkele benoemen.De ratio <strong>voor</strong> de besluitvorming over nieuw te ontwikkelenplekken (zoals eilanden in zee) of vervoerslijnen (zoals de Zuiderzeelijnof het ”Rondje Randstad”) ligt weliswaar buiten de <strong>spelen</strong>,maar ze kunnen er wel een katalysator <strong>voor</strong> zijn. Overigens moetbedacht worden dat procedure- en realiseringstijd van dergelijkemajeure projecten wel eens ver buiten die van de OlympischeSpelen kunnen uitstrekken en dat 2028 dus wel eens te vroegkan zijn om er de organisatie van de Spelen aan te koppelen.Maar als mogelijke optie (en aangrijpingspunt) <strong>voor</strong> het organiserenvan de Olympische Spelen op een later tijdstip moetendergelijke, nu nog niet te <strong>voor</strong>spellen troeven niet uitgevlaktworden. Reden om ”Schiphol naar zee” en ”Rondje Randstad” alsprototypische modellen op te nemen in het schetsboek.Schiphol naar ZeeDe ”Schiphol naar Zee” Spelen bouwt <strong>voor</strong>t op de suggestie bijde presentatie van het model “Eiland in Zee” tijdens atelier 4,dat je beter eerst het banenstelsel van Schiphol naar zee kuntverplaatsen waardoor je op het <strong>voor</strong>malige banenstelsel in hethart van de Haarlemmermeer de Spelen kunt organiseren. Voorwaarde<strong>voor</strong> deze variant is dat weliswaar alle starts en landingennu vanaf een eiland in zee plaatsvinden, maar dat in ieder geval


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen55


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen56alle activiteiten die zich vóór de douane af<strong>spelen</strong> op de huidige,zeer goed bereikbare plek in de Haarlemmermeer blijven zitten.Via een snelle, comfortabele railverbinding met een zeer grotecapaciteit worden passagiers, personeel, bagage en vracht naarde platforms en de banen op het eiland gebracht.De hierdoor vrijgekomen <strong>ruimte</strong>, ongeveer in de vorm van dehuidige 30 Ke-contour, biedt onverwachte mogelijkheden <strong>voor</strong>verstedelijking in het hart van de Noordvleugel op een perfectbereikbare plek. De kick-off <strong>voor</strong> de (her)ontwikkeling wordt dangegeven door de Olympische Spelen. Op de plek van de <strong>voor</strong>maligebanen verrijst een Olympisch Park, waarvan het dorp, demediafaciliteiten en een belangrijk deel van de stadions en halleneen tweede leven na de <strong>spelen</strong> kunnen krijgen in deze nieuweontwikkelingszone van de Noordvleugel <strong>voor</strong> wonen, werkenen leisure. Consequentie van deze investeringsimpuls is dat deinvesteringsnoodzaak aan de oostzijde van de Noordvleugel drastischvermindert. Almere groeit nauwelijks meer en ontwikkeltzich <strong>voor</strong>al als groene buitenwijk van Amsterdam. Met de aanlegvan een tweetal nieuwe regioraillijnen en enkele regionale groenzones(t.b.v. de buitensporten) wordt als legacy <strong>voor</strong> de verdereontwikkeling van de noordelijke Haarlemmermeer ook de basis<strong>voor</strong> de benodigde groen- en vervoersstructuur gelegd. Uiteindelijkzal de zone Haarlem-Amsterdam zich tot één samenhangend,dynamisch stedelijk gebied kunnen ontwikkelen, dè motor <strong>voor</strong>de economie van geheel Nederland.Rondje RandstadEen opvallende (en ware) opmerking tijdens de ontwerpatelierswas dat zoveel (nieuwe) verbindingen de steden en hetlandschap in feite onzichtbaar maken, omdat je ervan wordtafgesloten: schermen en tunnels bepalen steeds meer de gezichtseindervan auto- en treinreiziger, met name in de Randstad.Landschapsbeleving en het herkenbaar maken van historischeontwikkelingen en cultuur vereisen dat ook tijdens het reizen deblik verruimd wordt. Dit kan het beste door het platte Nederlandvanuit de lucht beleefbaar te maken. De buitenlandse bezoekerdie vanuit de lucht de waterstaatswerken, bollenvelden en oudesteden heeft gezien, moet dit na de landing meer en detail kunnenbeschouwen.Dit was aanleiding om het concept van ”het rondje Randstad” letterlijknaar boven te halen door deze nieuwe en snelle vervoerlijndie de verbinding gaat vormen tussen de dynamische ontwikkelingenaan de binnenflank van de Randstad, als railverbindingboven de grond aan te leggen.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen57


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen58Het Hollandse reliëf, de verkavelingen, de kanalen en de plassen,de verstedelijkingspatronen, de oude en nieuwe verbindingen,de dynamische ontwikkelingsgebieden en de verlaten achterkanten:alles ontrolt zich <strong>voor</strong> de ogen van de oplettende passagier.Het rondje Randstad is een nieuwe verbindende superstructuurwaarlangs de <strong>ruimte</strong>lijke organisatie van de Spelen zich bijna alsvanzelf en op zeer logische wijze kan ontwikkelen. De accommodatiesen andere artefacten van de Spelen komen op die plekkenlangs de lijn waar ze het beste in de onderliggende structuur passen.Stadions in stedelijke gebieden op kruispunten van verbindingen,de groene velden in het buitengebied, het OlympischDorp waar t.b.v. de stedelijke economie het groene buiten wonende <strong>ruimte</strong> krijgt, de transferia op plekken waar grote vervoersassenkruisen met de nieuwe cirkellijn. Het verste punt op decirkellijn is nooit verder dan een half uur reizen. De vervoerscapaciteitis zeer groot. Voor het houden van Olympische Spelenmet een optimale beleving van de Hollandse landschappen encultuur en een hoge score op duurzaamheid en een grote legacy<strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling van de Randstad is dit in feite eenideaal model. En als <strong>voor</strong>beeld van de wijze waarop de Spelen<strong>ruimte</strong>lijk georganiseerd zouden kunnen worden als er zich nogniet <strong>voor</strong>ziene kansen <strong>voor</strong>doen op het terrein van <strong>ruimte</strong> makenof nieuwe vervoersassen, is het eveneens zeer verrassend. Maarwel duur.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen4.5 EEN GLOBALE VERGELIJKINGIn het afsluitende vijfde atelier zijn de <strong>voor</strong>gaande modellen (insoms enigszins gewijzigde vorm) <strong>voor</strong>gelegd aan een panel vandeskundigen en ontwerpers. Hen is gevraagd een eerste oordeelte vellen aan de hand van een zestal invalshoeken.1. bijdrage aan versterking/versnelling van <strong>ruimte</strong>lijke kwaliteiten,2. bijdrage aan verbetering bereikbaarheid of infrastructureleversnelling,3. bijdrage aan duurzame ontwikkelingen,4. bijdrage aan verbetering van het sportklimaat,5. financieel-strategische soliditeit,6. creëren van draagvlak onder de Nederlandse bevolking.1 2 3 4 5 6Wij hebben een poging gedaan de resultaten van deze discussiesamen te vatten. Wij doen daarbij overigens onrecht aan detoen geventileerde meningen en oordelen, die veel genuanceerderen beter onderbouwd waren dan een enkel plusje of minnetjeduidelijk kan maken. Ook doen we geen recht aan de veleontwerpers en bedenkers van de modellen omdat veel van depositief-kritische opmerkingen ook kunnen leiden tot een verbeterdontwerp.Reden waarom we het toch doen is dat we met dit digitale en perdefinitie ongenuanceerde oordeel in drie klassen in ieder gevalde mogelijkerwijs zwakke en sterke punten van elk model proberenduidelijk te maken.Afsluitend kunnen we concluderen dat de ontwerpateliers erinzijn geslaagd aan te tonen dat het houden van de OlympischeSpelen in Nederland een haalbare kaart is en zelfs aantrekkelijkekanten heeft. Ook is duidelijk geworden dat er niet één <strong>ruimte</strong>lijkontwerp is dat met kop en schouders boven de andere modellenuit steekt.Bij de uiteindelijke keuze zullen <strong>ruimte</strong>lijke (rand)<strong>voor</strong>waarden enkansen vanuit het <strong>ruimte</strong>lijke systeem weliswaar altijd een groterol <strong>spelen</strong>, maar doorslaggevend (in de zin van zaligmakend) zullenze nooit zijn. Dat betekent overigens niet dat het <strong>ruimte</strong>lijkminder of niet relevant is waar en hoe de Spelen georganiseerdzouden kunnen worden. Integendeel. Al was het maar omdateens te meer duidelijk is geworden, dat het vereiste vervoersnetwerkeen harde (<strong>ruimte</strong>lijke) rand<strong>voor</strong>waarde vormt <strong>voor</strong> hetsuccesvol (kunnen) organiseren van de Olympische Spelen opwelke plek dan ook in Nederland.59SCORE1 t/m 4 # geheel nieuw perspectief (maar niet zonder risico...)+ grote bijdrage (veel nieuwe mogelijkheden met legacy)o geringe bijdrage (max. benutten bestaande mogelijkheden)5 en 6 + zeer kansrijko neutraal (of twijfels)- problematisch? discussie wordt elders beslecht


60schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen5. NABESCHOUWING5.1 GROTE BESLISSINGENRuimtelijke organisatieDe verrichte verkenningen laten vrij overtuigend zien dat Nederland(<strong>voor</strong>lopig op papier) over voldoende <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkhedenzou moeten beschikken om de Olympische Spelente kunnen huisvesten. Ze zullen waarschijnlijk nog niet eens allemogelijkheden laten zien, terwijl bovendien nog tal van variatiesop de verschillende thema’s en combinaties tussen de modellengemaakt kunnen worden. De modellen laten ook zien dat de aardvan de beslissingen die genomen zullen moeten worden, flinkuiteen kan lopen. Dat zijn dan niet eens zozeer beslissingen diemet de Olympische Spelen te maken hebben, maar veel meerbeslissingen over richtingen waarin <strong>ruimte</strong>lijke ontwikkelingenkunnen gaan.61Het meest verreikend zijn de modellen waarin het verplaatsenvan Schiphol naar Zee respectievelijk een Rondje Randstad alsankerpunten zijn gekozen <strong>voor</strong> de <strong>ruimte</strong>lijke organisatie vande Spelen. Het zijn modellen waarmee op landsdelig niveauvolstrekt nieuwe wegen worden ingeslagen. Eerdere studieshiernaar maken duidelijk dat ze enorm grote investeringen zullenvergen. Voorts blijken de <strong>ruimte</strong>lijke beslissingen die ermeegepaard gaan zo zwaarwichtig, dat niet verwacht mag worden datze nog vóór 2028 gerealiseerd kunnen worden. Mocht er ooit omheel andere redenen besloten worden om Schiphol naar Zee teverplaatsen of om een Rondje Randstad aan te leggen, dan latende modellen zien welke meerwaarde dat mede kan bieden <strong>voor</strong>het organiseren van Olympische Spelen in Nederland.Minder, maar nog steeds verreikend zijn de <strong>ruimte</strong>lijke beslissingendie ten grondslag zullen moeten liggen aan de modellenGevoel <strong>voor</strong> programma en <strong>ruimte</strong> in Atelier 1Waterrijk Amsterdam en Wereldhaven Rotterdam. Waterrijk Amsterdamvoegt een volledig nieuwe loot toe aan de Amsterdamseontwikkelingsperspectieven. De ligging van de accommodatiesop eilandjes in het Markermeer levert zeer bijzondere verblijfsmilieusen wellicht zelfs nieuwe ecologische waarden op en kandaarmee van grote waarde zijn <strong>voor</strong> het vestigingsklimaat in de


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen62Amsterdamse regio. Vanwege diezelfde ligging zal het echterwaarschijnlijk niet onmiddellijk hoeven te rekenen op een grootmaatschappelijk draagvlak. Voorts vergt het nogal wat infrastructurele<strong>voor</strong>zieningen, waaronder in ieder geval een IJmeerlijn envervolgens òf een nieuwe spoorlijn tussen Lelystad en Enkhuizenòf een nieuw concept <strong>voor</strong> vervoer over water. Het is een modeldat eigenlijk pas aan de orde is na aanleg van de IJmeerlijn enhet benutten van alle <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden die daarop geëntkunnen worden. De aanleg van een IJmeerlijn en het benuttendaarvan <strong>voor</strong> verstedelijking behoren tot de plannen <strong>voor</strong> deverdere ontwikkeling van de Amsterdamse regio na 2020 en deuitgroei van Almere tot vierde stad van Nederland.Iets vergelijkbaars geldt <strong>voor</strong> het model Wereldhaven Rotterdam.De meest belangrijke <strong>ruimte</strong>lijke meerwaarde daarvan ligt in deaanleg van de nieuwe Oranjetunnel die het Westland beter aansluitop de havens en die de havens ook via de A20 bereikbaarmaakt. Vooral dat laatste is belangrijk omdat het Rotterdamsewegensysteem daardoor minder gevoelig wordt <strong>voor</strong> verstoringen,ook omdat het vrachtverkeer zich beter over het wegensysteemkan verdelen. De aanleg van deze peperdure tunnel onderde stormvloedkering en delen van de Botlek door kan eigenlijkalleen gerechtvaardigd worden door nog verdere toename vanhavenactiviteiten op de Maasvlakte. Wereldhaven Rotterdam isdaarmee een model dat volgt op het vol raken van Maasvlakte IIen het besluit om die verder uit te breiden.Van een heel andere orde zijn de besluiten die genomen moetenworden <strong>voor</strong> de modellen Oneindig Laagland en Hollands Reliëf.Beide modellen hebben het vermogen de rustgevende prachtvan onze Hollandse landschappen aan de wereld te tonen. HollandsReliëf toont daarbij ook nog eens de meerwaarden die hetkan hebben om het westelijke deel van de Randstad te ontvlech-Een selectie van de posters <strong>voor</strong> Atelier 1


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenten in een ontspannen en een dynamische zone. De paradox vandeze modellen is dat juist het tonen van Hollandse pracht ook demaatschappelijke gevoeligheid <strong>voor</strong> verstoring daarvan zal prikkelen.Besluiten daarover zullen daarom bij uitstek gelegitimeerdmoeten worden vanuit de noodzaak landschap en natuur te verbeteren.Bij het model Hollands Reliëf zou dat gekoppeld kunnenzijn aan een veel ruimere versterking van zwakke schakels danvanuit een oogpunt van kustveiligheid noodzakelijk zou zijn. Bijhet model Oneindig Laagland zou de koppeling gemaakt kunnenworden met het opruimen van verrommelde plekken langs derivieren. Voor beide modellen geldt vervolgens dat de Olympischeprogramma’s (vanwege de landschappelijke en ecologischewaarden) eigenlijk geen permanent grootschalig en intensiefgebruik zouden mogen uitlokken.63Mocht ingezet worden op de Olympische Spelen als etalage <strong>voor</strong>het Hollandse landschap, dan vergt het model Hollands Reliëfeen besluit over de aanleg van de Westlandlijn (daar wordt aljaren over nagedacht), terwijl het model Oneindig Laagland bij<strong>voor</strong>beeldmede gedragen zal moeten worden door dubbelsporigheidop de lijn Dordrecht–Geldermalsen–Tiel–Arnhem.De modellen Amsterdamse Metropool, Rotterdamse Rivierfronten,Olympische Stedenring en <strong>Sport</strong>ief Voorland liften alle inmeer of soms iets mindere mate mee op <strong>ruimte</strong>lijke plannen dieal enkele jaren op de agenda staan. Tijdige realisering ligt omdie reden meer <strong>voor</strong> de hand dan bij de andere modellen. Debelangrijkste (vervolg)beslissing die <strong>voor</strong> deze modellen genomenmoet worden is het labelen van een stad of regio als “OlympischeStad” en vervolgens het versnellen van de besluitvormingover met name het stadsregionale openbaar vervoerssysteemdat de verbindingen tussen accommodaties moet dragen.Inzicht in investeringen en strategie in Atelier 2De verkenningen laten evenwel ook vrij duidelijk zien dat dragendeinfrastructuur niet alleen afhangt van de plaats van de Spelen,maar evenzeer van de mate waarin accommodatie gebundeld kan(of mag) worden.


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen64Olympische stedenUit de verrichte verkenningen komt ook naar voren dat zelfs bijde maximale bundeling van Olympische accommodatie er nogsteeds gezocht zal moeten worden naar <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> accommodatieelders. Dat komt allereerst omdat in Nederland geenenkele stad groot genoeg is om draagvlak te leveren <strong>voor</strong> deafzet of verantwoorde exploitatie van alle (sport)<strong>voor</strong>zieningenna afloop van de Spelen. Met name <strong>voor</strong> grote sporthallen speeltdat vrij nadrukkelijk. Voorts is het bij eerdere Spelen verstandiggebleken om nieuwbouw te beperken tot accommodatie waarvande afzet en exploitatie verzekerd zijn. Daardoor zal behalve vande bestaande <strong>voor</strong>zieningen in de organiserende stad, ook altijdgebruikgemaakt moeten worden van (al dan niet aangepaste)accommodatie elders. Dat kan gelden <strong>voor</strong> stadions ten behoevevan de kleinere veldsporten, maar ook <strong>voor</strong> het gebruik vanbestaande grote hallen en zeker <strong>voor</strong> het realiseren van hotelaccommodatie.Voorts kennen de Olympische Spelen natuurlijkbuitensporten en watersporten, waar<strong>voor</strong> de grootschalige<strong>ruimte</strong> nu eenmaal buiten de stad gezocht moet worden.Bundeling van accommodatie in welke Olympische stad of regiodan ook, gaat dus in Nederland altijd gepaard met het bouwenvan nieuwe of het gebruik van bestaande accommodaties eldersin het land. Op de schaal van onze steden mag dat lijkenop spreiding, maar als je het vergelijkt met de <strong>ruimte</strong>lijke schaalvan eerdere Spelen dan zijn zelfs gespreide opties nog steedscompact te noemen.Ruimtelijk gezien gaat het besluit over welke stad straks hetlabel “Olympisch” krijgt uitgereikt daarmee <strong>voor</strong>al over de plaatswaar het hart van de Spelen zal moeten liggen. Minimaal is datopgebouwd uit het Olympisch Stadion, de Olympische Hal, hetEen selectie van de posters <strong>voor</strong> Atelier 2


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenPerscentrum en een grote publieke <strong>ruimte</strong>. Naarmate er meersport<strong>voor</strong>zieningen aan kunnen worden toegevoegd, wordt hetsteeds logischer om te besluiten ook het Olympisch Dorp in denabijheid ervan te realiseren. Maar nog steeds zal het nodig zijnom ook elders accommodatie te realiseren. De actieradius waarindan gezocht moet worden, bestrijkt een gebied waarbinnen hetmogelijk is om binnen 40 minuten van het dorp naar de wedstrijdlocatiete reizen. Zijn daarbinnen niet voldoende mogelijkhedenaanwezig om het <strong>ruimte</strong>lijke programma onder te brengen,dan moet op grotere afstand gezocht gaan worden. Consequentiedaarvan is wel dat ook de plek van het Olympisch Dorp gaatverschuiven. De vereiste reistijd van maximaal 40 minuten kanuiteindelijk zelfs betekenen dat het Olympisch Dorp niet in deorganiserende stad of regio komt te liggen, maar op grotereafstand ervan, centraal ten opzichte van de andere steden waarwedstrijden worden gehouden. Feitelijk gaat het hier om eenoptimaliseringsproces dat inhoudt, dat een besluit over de stadwiens naam een Olympisch bod zal gaan dragen, <strong>voor</strong>al eenmarketingsvraagstuk is en niet zozeer een <strong>ruimte</strong>lijk vraagstuk. Inons land zal het simpelweg niet gaan zonder een pact met anderesteden of regio’s die aan de ontwikkeling van de plannen daar<strong>voor</strong>mee willen werkenBereikbaarheidDe verkenningen hebben geen enkele optie opgeleverd <strong>voor</strong>Olympische Spelen die volledig met de bestaande infrastructuurbedropen kunnen worden. Dat is natuurlijk ook geen wondermet bezoekersaantallen van 600.000 personen per dag. Gelukkighoeven die niet allemaal op hetzelfde tijdstip naar dezelfdewedstrijd, maar nog steeds mogen piekaanvoeren verwachtworden die flinke verbeteringen aan <strong>voor</strong>al het openbaar vervoernoodzakelijk zullen maken. Speerpunt daarbij zijn de stadsregionalesystemen in de steden waar wedstrijden plaatsvinden dieIdeevorming over toekomstige markten in Atelier 3veel toeschouwers zullen trekken. Sterker nog: wij denken dat hetkritische pad <strong>voor</strong> het tijdstip waarop het zinnig is om een gooi tedoen naar het organiseren van Olympische Spelen verloopt viahet tijdig gereed hebben van de veelal kapitaalintensieve en somszelfs gecompliceerde stadsregionale openbaar vervoerslijnen.65


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen66Met de keuze <strong>voor</strong> de stad of regio die het hart van de OlympischeSpelen moet gaan vormen, wordt in onze ogen dan ooktegelijk de allerbelangrijkste (overheids)beslissing genomen,namelijk de bereidheid om te investeren in de openbaar vervoerssystemenvan die stad of regio en om de benodigde reserveringendaar<strong>voor</strong> gedurende een periode van meer dan vijftienjaar een onaantastbare prioriteit te geven. Wij denken dat zoietsalleen maar kan als er sprake is van een nationaal project.Investeren in de stadsregionale netwerken heeft <strong>voor</strong>al met hetoog op de Olympische Spelen echter pas echt rendement alsook de nationale netwerken in orde zijn. De belangrijkste beslissingdie daar<strong>voor</strong> genomen moet worden richt zich volgens onsop (tactische) uitbouw van de nationale spoorwegen. Dat moethet mogelijk maken om in ieder geval gedurende kortere periodentreinen met een bijna metroachtige frequentie naar deverschillende grote brandpunten van de Spelen te laten rijden.Wellicht gaan de investeringen daarin <strong>voor</strong>al zitten in materieelen veiligheidssystemen. Het kan ook zijn dat <strong>voor</strong> zo’n frequentiein de drukkere delen van ons land (bij<strong>voor</strong>beeld de Randstad)volledige spoorverdubbeling nodig is. Niet onbelangrijk is <strong>voor</strong>tshet realiseren van de HSL Oost <strong>voor</strong> het vervoer van bezoekersvanuit Duitsland. Hoe dan ook, als we een serieuze gooi naar deOlympische Spelen in 2028 willen doen, dan lijkt het in ieder gevalzaak de maatregelen uit de LMCA (zie paragraaf 3.2) tijdig uitte voeren en (afhankelijk van de keuze <strong>voor</strong> de plekken) zonodiguit te bouwen.Een selectie van de posters <strong>voor</strong> Atelier 3


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen5.2 VERVOLGSTAPPENTijdpadDe Olympische Spelen kunnen opgevat worden als een langeketen van samenhangende grote projecten. Het kritische paddaar<strong>voor</strong> verloopt via de echt grote werken zoals de stadsregionaleinfrastructuur, het Olympisch Stadion en het OlympischDorp. Zeker als er transformatie van gebieden aan de orde is,moet er rekening gehouden worden met bouwtijden van minstensdrie tot vijf jaar. Bij de aanleg van (stadsregionale) openbaarvervoerslijnen moet er, als het een beetje gecompliceerdis, rekening gehouden worden met realiseringstijden van zelfsminstens vijf tot zeven jaar (vergelijk de aanleg van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam). Als je daarmee vanuit 2028 terugrekent,wordt duidelijk dat bij het uitbrengen van het bid in 2021 eigenlijkreeds alle benodigde procedures doorlopen moeten zijn (opdatde bouw onmiddellijk na de toewijzing van de Spelen ook kanbeginnen). Dat klinkt nog ver weg maar volgens de WRR bedraagtde gemiddelde doorlooptijd van grote projecten in Nederland algauw tien tot vijftien jaar.67Wil 2021 dan nog gehaald kunnen worden, dan zullen we de doorminister Eurlings <strong>voor</strong>genomen verkorting van de procedures noghard nodig hebben. Maar waarschijnlijk is het verstandig om bijde plan<strong>voor</strong>bereiding van meet af aan in te zetten op het kwekenvan een breed draagvlak onder de Nederlandse bevolking. Ervanuitgaande dat beide ertoe leiden dat de plan<strong>voor</strong>bereiding enhet doorlopen van procedures in tien jaar tijd hun beslag kunnenhebben, dan zal uiterlijk in 2011 een pact tussen de organiserendesteden en regio’s gesloten moeten zijn. Ook zal dan bekend moetenzijn welke stad haar naam aan het bid <strong>voor</strong> de OlympischeSpelen gaat verbinden. Dat kan natuurlijk ook wel eerder, maarOntwerpen van <strong>ruimte</strong>lijke modellen in Atelier 4(uitgaande van deze verkenningen) is het een beetje lastig om tebepalen op welke gronden dat zou moeten gebeuren.De verkenningen wijzen in dit verband op de steden die (somsafhankelijk van het model) bij de vorming van zo’n pact een rolkunnen <strong>spelen</strong>. Die steden benaderen en op een lijn krijgen zouwel eens gebaat kunnen zijn bij een regisseur die “boven de


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen68partijen” staat. Een centrale rol van het Rijk ligt vanuit <strong>ruimte</strong>lijkperspectief alleen al om die reden <strong>voor</strong> de hand. Maar belangrijkeris wellicht dat het zou benadrukken dat het bij de organisatievan de Olympische Spelen om een nationaal project gaat (ziedaarover paragraaf 5.1). Daarnaast is het Rijk natuurlijk belangrijkals (mede)financier van de benodigde infrastructurele werken.StakeholdersDe ervaringen met eerdere Olympische Spelen wijzen uit dat het<strong>voor</strong> een rendabele organisatie en een duurzame legacy uitermateverstandig is om de markt van meet af aan bij de planontwikkelingte betrekken. Welke marktpartijen daar<strong>voor</strong> interessantzijn, kan per planfase verschillen.In de fase waarin nog onderzocht wordt welke <strong>ruimte</strong>lijke organisatiede beste <strong>voor</strong>waarden kan bieden <strong>voor</strong> goed verlopende enrendabele Spelen, is het <strong>voor</strong>al zaak om (inter)nationale beleggersin vastgoed en infrastructuur aan tafel te krijgen. Hun marktkenniskan <strong>voor</strong>komen dat er werken worden gerealiseerd die naafloop van de Spelen niet afzetbaar blijken te zijn. Voorts kan hunbetrokkenheid er al in dat stadium <strong>voor</strong> zorgen dat de noodzakelijkeinvesterende vermogens tijdig gemobiliseerd kunnen worden.In met name atelier 3 kwam naar voren dat het bij het rekruterenvan zulke beleggers en investeerders zaak is om rekeningte houden met een zich ontwikkelende “nieuwe economie”. Voorzover we dat nu kunnen overzien, betekent dat in ieder gevalbetrokkenheid van (inter)nationaal opererende investeerders innieuwe media, entertainment, leisure en duurzame technologie.Voorts zou gebruik gemaakt kunnen worden van de organisatorischetalenten van bedrijven die in die sectoren opereren.In de fase waarin gewerkt wordt aan verkeersplannen, stedenbouwkundigeplannen en architectonische vormgeving, verschuiftde betrokkenheid uiteraard naar de marktpartijen de concretelocatieontwikkelingen zullen moeten dragen.Een selectie van de posters <strong>voor</strong> Atelier 4


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenDe verkenningen laten ook goed zien dat Olympische Spelenvan een schaal en een impact zijn die vrijwel elke Nederlanderraakt. Zeker gedurende de Spelen is dat het geval en veelal ookbij de uitvoering van werken ten behoeve van die Spelen. Als erdus in Nederland Olympische Spelen georganiseerd zouden gaanworden, dan moeten de Spelen eigenlijk van iedereen zijn. En alswe dat willen, dan moet de Nederlandse bevolking er ook vanmeet af aan bij betrokken worden. Nog een argument dus om vanOlympische Spelen een nationaal project te maken. Ook hierbijkan per fase verschil bestaan in de schaal waarop dat gebeurt.69Zo zou die betrokkenheid zich in de fase waarin nog onderzoekverricht wordt naar de beste <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden, kunnenrichten op een permanente communicatie met landelijk opererendebelangengroepen. De resultaten van die fase zoudenvervolgens in nationale debatten ingebracht kunnen worden omde Spelen dicht bij iedereen te brengen. En dan niet alleen viainternet en televisie, maar ook op plaatsen waar de belangrijkste<strong>ruimte</strong>lijke beslissingen <strong>spelen</strong>.In de fase waarin de <strong>ruimte</strong>lijke beslissingen zijn genomen endeze worden uitgewerkt in concrete verkeerplannen, stedenbouwkundigeplannen en architectonische ontwerpen, zou debetrokkenheid zich meer moeten richten op regionale en <strong>voor</strong>allokale belangengroepen. Ook over de resultaten daar weervan zouden nationale debatten gehouden moeten worden. DeOlympische Spelen moeten wortelschieten in de samenleving endat kan alleen maar als iedereen de gelegenheid heeft en de tijdkrijgt zich het gedachtegoed steeds weer eigen te maken. Datlaatste kan zelfs betekenen dat tijdens de uitvoering van de werkensamenspraak met betrokkenen plaatsvindt, evenals over deconcrete maatregelen die tijdens de Spelen noodzakelijk wordengeacht.Bespreken en beoordelen in Atelier 5Al in paragraaf 5.1 werd gewezen op de waarschijnlijke noodzaakvan een pact tussen steden die een rol moeten gaan <strong>spelen</strong> bijhet realiseren van Olympische accommodaties. Dat het daarbijover verschillende steden (of regio’s) gaat is typisch Nederlands,omdat we nu eenmaal in een klein land leven zonder echte


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen70metropolen. Maar het feit dat er ten behoeve van de OlympischeSpelen pacten tussen steden gesloten moeten worden, isweer niet uniek <strong>voor</strong> Nederland. Doorgaans hebben de nationaleoverheden daarbij een centrale regisserende rol en al eerder indit <strong>Schetsboek</strong> is <strong>voor</strong>gesteld om dat ook in Nederland te doen.Voorts blijkt samenwerking tussen met name de verschillendeoverheidslagen van doorslaggevend belang <strong>voor</strong> de ontwikkelingvan efficiënte slagkracht. Daarbij gaat het allereerst om het opelkaar afstemmen van investeringsprogramma’s. Het Rijk, steden,regio’s en provincies <strong>spelen</strong> immers alle binnen hun beleidsdomeineneen (grotere of kleinere) rol als investerende partij ininfrastructuur en vaak ook als mede-investeerder in sportaccommodatiesen <strong>voor</strong>investeerder in locatieontwikkeling. Enlast but not least blijkt uit de ervaring van recente Spelen datsamenwerking tussen overheden van doorslaggevend belang kanzijn <strong>voor</strong> het halen van de tijdschema’s. Daarbij gaat het <strong>voor</strong>alom de beleidscoördinatie, het afstemmen van procedures en hetverkorten van proceduretijden.KanttekeningenHet afgelopen half jaar is rondom de <strong>ruimte</strong>lijke verkenningenveel over de Olympische Spelen op een rij gezet. De desk researchwas <strong>voor</strong> elk atelier zeer uitgebreid (zie bijlage B), terwijltijdens de ateliers tal van deskundigen en ontwerpers er weerhun kennis en inzichten aan toevoegden. Bijlage A geeft eenoverzicht van degenen die een bijdrage hebben geleverd. BijlageC laat zien welke kennis in de loop van het proces is opgedaan.Wij denken dat dit <strong>Schetsboek</strong> een solide beeld geeft van de<strong>ruimte</strong>lijke mogelijkheden die Nederland in grote lijnen heeft omOlympische Spelen te organiseren. Een drietal onderwerpen isechter niet voldoende uitgediept om in dit <strong>Schetsboek</strong> opgenomente kunnen worden; ook niet omdat het proces zich richtteop een <strong>ruimte</strong>lijke verkenning op de schaal van heel Nederland.Een selectie van de posters <strong>voor</strong> Atelier 5


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenHet eerste daarvan zijn de kosten die het met zich mee zoubrengen om in ons land Olympische Spelen te organiseren. Naaraanleiding van eerdere Spelen kan geconcludeerd worden (zieparagraaf 2.1) dat de organisatiekosten plus de investeringen inaccommodaties zich in totaal bewegen tussen de € 2 mld en €3,5 mld. Voorts laten die lessen zien dat de organisatiekostengoeddeels via die organisatie terugverdiend kunnen worden,terwijl de afzet van nieuwbouw <strong>voor</strong> een belangrijk deel via demarkt terugverdiend kunnen worden. De ontworpen modellenzijn echter <strong>voor</strong>al getoetst op hoge investeringskosten en mogelijkemarktposities, maar ze zijn verder niet doorgerekend.Infrastructuur en milieumaatregelen zijn in dit stadium eveneensnog niet echt financieel doorgerekend. Voor een belangrijkdeel niet omdat het bij veel modellen gaat om investeringendie - vanwege de <strong>ruimte</strong>lijke ontwikkelingen waarop meegeliftwordt - toch al gedaan zouden moeten worden. De OlympischeSpelen versnellen daarbij het moment waarop die investeringengedaan moeten worden, maar ze mogen er strikt genomen nietaan toegerekend worden. Dat neemt niet weg dat het uiteraardwel om noodzakelijke investeringen gaat en dat daar bovenop investeringengedaan moeten worden in het tijdelijke Olympischegebruik. Mocht dit <strong>Schetsboek</strong> gebruikt worden als ingang <strong>voor</strong>vervolgstappen, dan is het opstellen van investeringsprogramma’s<strong>voor</strong> de meest relevant geachte (combinatie van) modellen eenvan de eerste dingen die zouden moeten gebeuren (tekenen ènrekenen).Een van de reden waarom het ook niet mógelijk was om betrouwbarefinanciële berekeningen te maken, vloeit <strong>voor</strong>t uithet detailniveau van deze verkenningen. Bij het toedelen vanaccommodatie aan de plekken is weliswaar gebruik gemaakt vanlokale gebiedskennis en gedetailleerdere kaarten, maar van echtontwerp op het niveau van locaties was natuurlijk geen sprake.Dit is het tweede onderwerp dat uitgediept zal moeten worden.Vervolgstappen zullen naar onze mening dan ook een aanzienlijkdieper niveau van detaillering en uitwerking moeten kennendan nu het geval is. De verkenningen geven weliswaar een breedbeeld van waar het bij <strong>ruimte</strong>lijke debatten over het organiserenvan Olympische Spelen in grote lijnen om gaat, maar de echtetesten moeten in vervolgstappen worden gedaan. Dan pas krijgenwe trouwens ook een beter beeld van de concrete <strong>ruimte</strong>lijkekwaliteiten die Olympische Spelen aan ons land kunnen toevoegen.Om zicht te krijgen op de belasting van vervoersnetwerken(het derde uit te diepen onderwerp) tijdens de Spelen zijn eenpaar keer handmatige berekeningen gemaakt. Daarbij werdeneerst veronderstellingen gedaan ten aanzien van de “autonome”belasting ervan in de vakantieperiode. Afhankelijk van de matevan bundeling of spreiding van de accommodaties werd vervolgensde verwachte Olympische vervoersvraag op verschillendemanieren over de netwerken verdeeld. Deze exercities warende aanleiding om een vervoersconcept te gaan ontwerpen (zieparagraaf 3.2) en ze gaven gevoel <strong>voor</strong> de houdbaarheid van detoevoegingen in de verschillende modellen. Maar beslissendeverkeersberekeningen mag je ze uiteraard niet noemen. Ook datis dus iets dat in eventuele vervolgstappen veel beter gedaan zalmoeten worden, en dan op basis van echte verkeersmodellen.71


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen725.3 BELANGRIJKE CONCLUSIESHet kán in NederlandNederland beschikt over voldoende <strong>ruimte</strong>lijke mogelijkhedenom grootschalige (sport)evenementen zoals de OlympischeSpelen te organiseren. De verkenningen en modellen laten ditzien. Er zal onmiskenbaar grote <strong>ruimte</strong>druk uitgaan van de eisenvan mobiliteit en huisvesting/accommodaties. Dit zal grote, maarhaalbare inspanningen vergen die tegelijkertijd grote kansenbieden.Het is nuttig <strong>voor</strong> NederlandDe Olympische Spelen kunnen <strong>voor</strong>delen genereren <strong>voor</strong> eenreeks van (<strong>ruimte</strong>lijke) vraagstukken. De organisatie van de Spelenstelt namelijk eisen die vanuit zichzelf al van belang zijn <strong>voor</strong>de inrichting van Nederland. Dit kan katalyserend werken bij:- verbeteren bereikbaarheid,- nieuwe kwaliteiten <strong>voor</strong> stad en landschap,- duurzaamheidconcepten en –technologieën,- bijzonder vastgoed (ambiance, architectuur),- economische spin off en extra toerisme,- organiserend vermogen grote evenementen, entertainmentindustrie,- accommodaties <strong>voor</strong> topsport en evenementen.De legacy kan daarmee in <strong>ruimte</strong>lijk opzicht minstens zo belangrijkzijn als de Spelen zelf.Plannen met een harde deadlineDe katalyserende werking van de Spelen zit niet alleen in deinhoudelijke versterking van thema’s. Ook de besluitvorming enbestuurlijke/strategische discussie is gebaat met het plannen volgenseen gemeenschappelijk doel én met een keiharde deadline,namelijk de opening van het sportevenement.Gedragen door het hele landDe organisatie van de Spelen is een onderneming <strong>voor</strong> Nederlandals geheel. Nederlandse steden zijn in omvang te kleinom de schaal van de Spelen op te vangen. Overigens zou deorganisatie van de Spelen verspreid over heel Nederland nogsteeds voldoen aan het concept compacte <strong>spelen</strong>. Toch ligt eenzwaartepunt in relatief stedelijk ontwikkelde regio’s <strong>voor</strong> de handvanwege de afzet van de infrastructuur na de Spelen.De Spelen vragen inzet van heel Nederland, niet alleen van steden,maar ook van veel andere partijen. Dat geldt met name <strong>voor</strong>de zorg <strong>voor</strong> een duurzame legacy. Bij grote investeringen <strong>voor</strong>de lange termijn zijn er immers vele belangen. Spelen hebbendaarom draagvlak nodig.Bereikbaarheid draagt en stuurt; hoe ziet ons vervoerssysteemeruit?Het verplaatsen van 6 miljoen bezoekers in korte tijd vraagt veelvan een vervoersysteem. Verbetering van deze infrastructuur iscruciaal om aan de <strong>voor</strong>waarden van de Spelen te kunnen voldoen.Zo stelt het IOC als eis dat atleten binnen 45 minuten vanOlympisch Dorp naar de belangrijkste venues vervoerd moetenkunnen worden. Dit werkt twee kanten op: de Spelen zullen helpenbij het verbeteren van die infrastructuur, maar de bepalingvan de locatie(s) ervan zal in sterke mate afhangen van de nu alaanwezige infrastructuur.Het bedrijfsleven draagt en stuurt; waar verdienen we ons geldmee in 2028?Toerisme uit Azië, entertainment industrie, leisure en well-beingzijn verwachte groeimarkten. Met de organisatie van grootscha-


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenlige (sport)evenementen zoals de Olympische Spelen kan hieropworden ingespeeld. De economische structuur en vestigingsbeleid<strong>voor</strong> deze ontwikkelingen lopen <strong>voor</strong> een belangrijk deel parallelmet die van de Spelen: hotels/logies, grote entertainmenthallen/terreinen, internationale ambiance/uitstraling.De sport draagt en stuurt; waar welke sport?Op dit moment voldoet vrijwel geen enkele sportaccommodatieaan de eisen van het IOC. Er ligt dus nog een grote bouwopgave.De sport werkt aan een toekomstige traditie in Nederland tenaanzien van de organisatie van EK’s en WK’s. De bijbehorendeaccommodaties en locaties verzorgen mede de inrichting van het<strong>ruimte</strong>lijke programma rond de OS.73Procedureel (en <strong>ruimte</strong>lijk) gezien is 2028 nú.Gelet op de doorlooptijd (10-15 jaar) van de procedures <strong>voor</strong>grote <strong>ruimte</strong>lijke en infrastructurele vereisten, is er een groteurgentie om nu aan de slag te gaan. In feite moeten alle proceduresin 2021 (het jaar van een eventueel bid) zijn doorlopen. Omde Spelen in 2028 mogelijk te maken, moet men nu al starten meteen preciezere en lokale invulling van het <strong>ruimte</strong>lijk programmavan eisen.Impressie van de activiteiten door de ateliers heen.


74schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenBIJLAGE A.LIJST VAN DEELNEMERS AAN DE ATELIERSAnton WubbenArjen KamphuisArjen van der BurgArno BouwmanBas GoversDouwe Jan JoustraElize de KockElvira Vreeswijk DROEmiel ReidingErik van den EijndenErik VerroenEva LimonardFrank Ten HaveFred BarendseGerben BaaijGuus HulshofHans MommaasHein TrebbeHeleen GrootHenk HoogmoedHenk OvinkHugo van der PoelIne Groen-WaterreusIngelien VeldkampJan Hein BoersmaJan VlasblomKoen BreedveldLeo PolsLeon RamakersMarijn van der WagtMVRDVGemeente RotterdamMinisterie van VROMMinisterie van VROMGoudappel CoffengSenterNovemMinisterie van VromAmsterdamMinisterie V en WMinisterie van VROMTwynstra GuddeTwynstra GuddeDeloitteGemeente RotterdamGemeente EindhovenUvTLivingcityMinisterie van V en WTwynstra GuddeMinisterie van VROMUvTTwynstra GuddeTwynstra GuddeNieuwe GrachtNOC*NSFMulierinstituutRPBMojoMinisterie van VROMMark MonsmaMark van den HeuvelMartin GuitMaurits de HoogMenno MaasMichiel van DongenNelleke PenninxsNicola KörnigPaul BeckPaul RijnaartsPiet van RulerPieter JanninkPieter VerhoogtRemon RooijRenée HoogendoornRiek BakkerRobert van LeusdenSan VerschuurenSaskia van SteinSusanne VleeshouwersSydney Mc GillavryThijs KraassenbergTies JoostenTon NelissenWienke BodewesWilly BruinsmaWim de RidderWim DerksenWim KeijsersNOC*NSFMulierinstituutGemeente RotterdamDRO AmsterdamING Real EstateMinisterie van VROMDRO AmsterdamGemeente Den HaagFloriadeIFHPTwynstra GuddeMust<strong>Sport</strong>2BTU DelftAMRiek Bakker AdviesGoudappel CoffengDRO AmsterdamNAiMinisterie van VROMTwynstra GuddeTwynstra GuddeIsa-<strong>Sport</strong>NOC*NSFAmvestMinisterie van EZFuturesstudiesMinisterie van VROMNieuwe Gracht75


76schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen


BIJLAGE B.GERAADPLEEGDE LITERATUURschetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenAnna Anastasaki, Demetrios Panayiotakopoulos “A transport model forthe Athens Olympic Games 2004“ (Attiko Metro S.A.,2002)Australian Water Association “Integrated urban water management , areview of current Australian practice” (AWA, 2005)Australian Bureau of Statistics “The Sydney Games” (Tourism Indicators,2000)J.F.A. van Beek “Barcelona: a post-Olympic planning culture?” (RadboutUniversity Nijmegen, 2007)Berlage Institute “ The Bid; the dream of a sportive and healthy city inthe Netherlands” Report no 13 (Rotterdam, 2007)Veerle de Bosscher e.a. “De prestatiebepalende factoren van topsport;een internationale vergelijking” (2007)J.A.M. Borsboom-van Beurden, W.T. Boersma, A.A. Bouwman, L.E.M.Crommentuijn, J.E.C. Dekkers, E. Koomen “Ruimtelijke beelden, visualisatievan een veranderd Nederland in 2030” (RIVM, 2005)Ph. H. Bovy “High performance public transport: a must for very largeevents” (Public Transport International, 2004)Ph. H. Bovy “Solving outstanding mega-event transport challenges: theOlympic experience” (Public Transport International, 2006)A.J. Breimer “Let the games be ... Dutch” (TU Delft 2006)Ferran Brunet “An economic analysis of the Barcelona ’92 OlympicGames: resources, financing and Impacts” (Centre d’Estudis OlimpicsBarcelona, 1995)Ferran Brunet “The economic impact of the Barcelona Olympic Games,1986-2004” (Centre d’Estudis Olimpics Barcelona, 2002)Richard Cashman “Impact of the Games on Olympic host cities” (Centred’Estudis Olimpics Barcelona, 2002)G.A. Davio “Het organiseren van internationale multisportevenementenin Nederland” ( RuG en Cap Gemini, 2003)Deloitte & Touche “Haalbaarheidsstudie Olympische Spelen 2016 (RegeringVlaanderen, 2004)I. van Duren & T. Knipping “We moeten een beetje de underdog blijven”, VI 47, 2007Pere Duran “The impact of the Olympic Games on tourism, Barcelona:the legacy of the Games 1992-2002” (Centre d’Estudis Olimpics Barcelona,2002)Pere Duran Vall-llosera “The recipe for success (ACCI office, 2004)Stephen Essex & Brian Chalkey “Urban transformation from hosting theOlympic Games” (Centre d’Estudis Olimpics Barcelona, 2003)European Toer Operators Association “European report” (ETOA, 2008)Franklin + Andrews “Economic impact of Olympic and ParalympicGames (2012 Bulletin, 2005)Marco Frey, Fabio Iraldo and Michela Melis “The impact of wide-scalesport events on local development: an assessment of the Xxth TorinoOlympics through the sustainability report” (RSA, REGION IN FOCUS?International Conference - Lisbon, Portugal, 2nd – 5th April 2007)77


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannen78John & Margaret Gold “Olympic Cities: urban planning, city agendasand the world games 1896 to the present (Routledge, 2007)P. De Groote “Economic an tourism aspects of the Olympic Games(Tourism Review, 2005Sarah Herbert “Going for gold” (2005)Anron van Hoorn, Willemieke Hornis & Marijn van der Wagt “DutchDelta Games, pleidooi <strong>voor</strong> Olympische Spelen in de Randstad” (RuimtelijkPlanbureau, 2007`)Jeffrey Humphreys en Michael Plummer “The Economic Impact of Hostingthe 1996 Summer Olympics”House of Commons, Transport Committee “Transport for the London2012 Olympic and Paralympic Games: The Draft Transport Plan (ThirdReport of Session 2006–07)Huysmans “De <strong>olympische</strong> <strong>spelen</strong> in de deltametropool” (TUD 2007)Bas van den IJssel “Stadions, de toegevoegde waarde van stadions <strong>voor</strong>vastgoedontwikkelingen” (Bussum, 31 juli 2002)Koolma & Veldman “Olympic Games 2016, Rotterdam” (Archiprix 2003)Rienk Kuiper, Judith Borsboom, Arno Bouwman, Marianne Kuijpers-Linde en Willem Loonen “Waarheen met Nederland? Ruimtelijk beeldtrendscenario 2040” (Nova Terra 2006)London Delevery Authority “Transport plan for the London Olympicand Paralympic Games” (2007)John R. Madden “The economic consequences of the Sydney Olympics:the CREA/Arthur Anderson Study” (Current Issues on Tourism, 2002)Alfred van der Meer “The big challenge – Olympic Games of 2004”Metrix Group “Planning for major events” (Nye Bevan House, 2003)London East Research Institute “A lasting legacy for London? Assessingthe legacy of the Olympic Games” (2007)Triantafyllos Michailidis “ Mega-events, spatial planning and their impactupon lesser metropolises, in theprocess of constructing a brand newimage” (Universiteit van Leuven, 2007)Francesc Munoz “Historic evolution an urban planning typology ofOlympic villages” (Centre d’Estudis Olimpics Barcelona, 1997)Francesc Munosz “Olympic Urbanism an Olympic Villages; planningstrategies in olympic host cities, London 1908 to Londen 2012 (Centred’Estudis Olimpics Barcelona, 2006)National Technical University of Athens “The Athens legacy” (TechnicalChamber of Greece, 2006)Natural Heritage “Special green Games edition” (Journal of the NaturalHeritage Trust, 2000)Natuur&Milieu Planbureau “Nederland later; Tweede duurzaamheidsverkenning”,deel fysieke leefomgeving (2007)NOC*NSF “Olympisch Plan 2028” (2006)NOC*NSF “Ruimte <strong>voor</strong> sport in Nederland tot 2020, cijfers en kansen”(2005)


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenNOC*NSF “<strong>Sport</strong> groeit, sportagenda 2012” (2007)NOC*NSF “Van vonk naar vlam, onzekerheidsanalyse <strong>voor</strong> bouwsteenstrategie”(2007)Onbekende auteur “Tourism and retail” (Internet)Oriol Nel’lo “Olympic Games as a tool for urban renewal; the experienceBarcelona ’92 Olympic village” (1997)Jeffrey G. Owen “Estimating the cost and benefitsw of hosting theGamens: what can Beijing expect from its 2008 Games?” (The industrialGeographer, 2005)J.Peters & M.Jaspers “2028 Olympic Games Rotterdam” (2007)PricewaterhouseCoopers “Olympic Games Impact Study, Final Report”(2005)Holger Preuss “The economics of staging the olympics, a comparison ofthe Games 1972-2008” (Edward Elgar Publishing, 2004)Holger Preuss “Economic dimension of the Olympic Games” (Centred’Estudis Olimpics Barcelona, 2002)Josep Maria Puig “Olympic marketing: a historical overview” (Centred’Estudis Olimpics Barcelona, 2004)Nacy K. Rivenburgh “The Olympic Games, media, and the challenges ofglobal image making” (Centre d’Estudis Olimpics Barcelona, 2004)RPB/MNP “Ruimtelijke vraagstukken van de toekomst <strong>voor</strong> de beleidsagendavan nu” (2007)RPB/MNP “Samenvatting Welvaart en Leefomgeving 2040” (2007)Elmer Sterken “Macro economische gevolgen mega sportevenementen”(2006)M. Sturkenboom “Nederland in 2016 op Olympisch niveau” (Lezing2006)G. Tziralis, I. Tolis, I. Tatsiopoulos en K. Aravossis “Economic Aspectsand Sustainability Impact of the Athens 2004 Olympic Games” (2006)Verhagen “Let the games be integrated” (TUD 2007)T. van Vrijaldenhoven “Reaching byond the gold” (TUD, 2007)The Olympic Image, Quon Books, 1996Wikipedia en diverse andere InternetsitesEvaluatie Barcelona 1992Evaluatie Atlanta 1996Evaluatie Sydney 2000Evaluatie Athene 2004Bidbook en homepage Beijing 2008Bidbook en homepage Londen 201279


schetsboek <strong>ruimte</strong> <strong>voor</strong> <strong>olympische</strong> plannenCOLOFON80OpdrachtgeverHet Ministerie van VROM, Den Haag,in nauwe samenwerking met NOC*NSF, ArnhemOpdrachtnemersTwynstra Gudde, AmersfoortNieuwe Gracht stad-milieu-landschap, UtrechtOpstellers rapportenJan Hein BoersmaWim KeijsersBureau Nieuwe GrachtNieuwe Gracht 253512 LC Utrecht030-2310200www.nieuwegracht.nlDatumUtrecht, mei 2008AuteursrechtenAlles uit dit boek met bijlagen mag gebruikt worden<strong>voor</strong> studie en onderzoek, mits met bronvermelding.De auteurs hebben hun uiterste best gedaan de juistebronnen te vermelden en de auteursrechten bij hetgebruik van teksten en beelden van derden te respecteren.Mochten hierom toch problemen ontstaanof rechten geschonden zijn, dan wordt u verzochtcontact op te nemen met de auteurs.Openingsceremonie Amsterdam 1928 (Parool, april 2008)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!