24.11.2012 Views

Stormachtig weer in de Lage Landen tussen - Vlaams Instituut voor ...

Stormachtig weer in de Lage Landen tussen - Vlaams Instituut voor ...

Stormachtig weer in de Lage Landen tussen - Vlaams Instituut voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Stormachtig</strong> <strong>weer</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n <strong>tussen</strong><br />

Reconstructie van stormen langs <strong>de</strong> zuidoostelijke Noord-<br />

zeekust, <strong>de</strong> wijze waarop hun <strong>in</strong>vloed wordt bepaald en<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het stormpatroon<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

61 &t n!-il.bt:/ ?~/o;.di ~'i!l~too:~fi' hof <strong>de</strong> /jljctlzd VC;, stor.r.gcgew:ls //i'i- d~7<br />

pci"i~~!e ijlz;q voo;, fik ;!e<strong>in</strong>st!.r:;:.le;~:;.;/c zc/nd:.irenzi>~xer~, sioi.rrzio/:tr.on~ krl~r;z:~:q<br />

. .<br />

woi.~~e~~~rp;~eco:zst?ueci.fi< &?:7a;ilt il/?,V st~?;.:~d~hi~itf.it /$~sL?IP)~;? te !lj~?2ge;r ??Lei<br />

. ,<br />

klir?rfiajsverw:~d21i;?g. ./:>it blq,+t ?;it .<strong>de</strong> ~zccrns,tr~i:ci?~~ .ztoFJ:?spa%o:~;.,E ri;sxri<br />

i 40.3 pn 1625 z:utai<strong>in</strong> zf.r scho:z,i?e~ivgt~~ tiro;.d~fi on<strong>de</strong>~.sc/~zi<strong>de</strong>:z. Dcze VZ!-<br />

,500a~/i~ s~o.ol.mact;viteit o,c!t oiik te ~c/oi~?~nn;n<br />

' ' I<br />

/gcilt~,t;.o~;~~iizg. i!nzfb;t kli'~nr~~tsve:~~d~:~iz~<br />

i7;/71 !~z~PI? tot eion taetlanzf v~itz<br />

stor~:~fictivi;~*iz; eil S{jgeil3{? oo.4 tot sri~fici'e, .is cit~~:'i.u.zoz,$ ,:,?a;- jii7rn?cjctiaite?'t<br />

z;it hei ve<strong>de</strong>dtil ~clevsizt 7i;t op hedkz .5.'jl~ arzd2, :zo~:As:;70ge/~j/i,~3e<strong>de</strong>;z uooi. (1'.<br />

<strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n ,mg te z:x<strong>in</strong>i:p oooi, ldit doei be~i~/t.<br />

a,q;l <strong>de</strong> n::id dc i\ho,~I-~/it!ar~tisc/~!~<br />

Adriaan M.J. <strong>de</strong> Kraker<br />

lnstituut <strong>voor</strong> Geo- en Bioarcheologie, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

e-mail: adriaan.<strong>de</strong>.kraker@faIw.vu.nl<br />

In dit artikel wordt uitgelegd hoe stormen uit <strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>de</strong><br />

systematische w<strong>in</strong>dobservaties wor<strong>de</strong>n gereconstrueerd en hoe over een langere<br />

perio<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stormpatronen kunnen wor<strong>de</strong>n vastgesteld.' Drie<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvragen staan hierbij centraal. De eerste is hoe <strong>de</strong>ze kennis kan<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt om ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwetsbaarheid van ons toenmalige<br />

woongebied te vergroten. Gelet op <strong>de</strong> sterke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen waaraan ons<br />

klimaat nu on<strong>de</strong>rhevig is, is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraag daarom: hoe kan <strong>de</strong>ze kennis<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>de</strong> huidige klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g beter te begrijpen? Daar<br />

toename van stormactiviteit steeds meer wordt beschouwd als een kenmerk<br />

van klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, is <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vraag: hoe kan <strong>de</strong> kennis van stormac-<br />

tiviteit uit <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e IJstijd (1400-1625) het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong><br />

het toekomstige klimaatsverloop vergroten?<br />

Eerst zal een algemeen beeld van <strong>de</strong> klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n geschetst.<br />

Daarbij wordt ook <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> bijdrage die <strong>de</strong> historische klimatologie<br />

levert om ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n te vergroten. Tevens wordt <strong>in</strong>gegaan


op <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> bronnen die wor<strong>de</strong>n gebruikt om stormactiviteit te recon-<br />

strueren. Vervolgens wordt aangegeven hoe het bronnenmateriaal wordt<br />

verwerkt, waarbij na<strong>de</strong>r wordt <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> specifieke metho<strong>de</strong> die is<br />

ontworpen om <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van stormen te kunnen meten. Daarna wordt het<br />

beeld van <strong>de</strong> stormactiviteit <strong>tussen</strong> 1400 en 1625 toegelicht en vergeleken met<br />

<strong>de</strong> stormactiviteit van <strong>de</strong> laatste an<strong>de</strong>rhalve eeuw. Daarbij wordt tevens naar<br />

mogelijke oorzaken van het veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> stormbeeld gezocht en bekeken<br />

wat <strong>de</strong> verkregen resultaten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst betekenen. Tenslotte wor<strong>de</strong>n<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek verkend en enkele conclusies getrokken.<br />

Veran<strong>de</strong>rend klimaat en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> historische klimatologie<br />

Er zijn zoveel <strong>in</strong>dicaties <strong>voor</strong> een klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het <strong>weer</strong><br />

van <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia dat waarschijnlijk nog slechts we<strong>in</strong>igen twijfelen<br />

aan een <strong>de</strong>rgelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> temperatuur is wereldwijd<br />

gestegen van 13,7" C tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1856-1899 tot 14,6" C <strong>in</strong> 1998<br />

met alleen a1 <strong>in</strong> <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw een stijg<strong>in</strong>g van 0,74" C (IPCC 2007).<br />

Voor Ne<strong>de</strong>rland ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> temperatuur tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

afgelopen eeuw zelfs op 1,2" C. Daarnaast is er een forse toename <strong>in</strong> neerslag<br />

te noteren, met uitschieters <strong>in</strong> 1998 en 2006. Zo werd <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong><br />

1998 het neerslagrecord gebroken en registreer<strong>de</strong> het KNMI 1.240 mm.<br />

In Belgie vie1 <strong>in</strong> augustus 2006 alleen a1 202,3 mm neerslag2 Dit leid<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland en Vlaan<strong>de</strong>ren geregeld tot wateroverlast. De reeks overstrom<strong>in</strong>gen<br />

van rivieren lijkt niet alleen schier e<strong>in</strong><strong>de</strong>loos, maar lijkt ook alle <strong>de</strong>len van<br />

Europa te treffen. Buiten <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n (1993 en 1995) wer<strong>de</strong>n bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld Duitsland en Polen (2002), Engeland (2005), Roemenie, Zwitserland<br />

en Spanje (2007) getroffen.<br />

De verwacht<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eenentw<strong>in</strong>tigste eeuw is dat <strong>de</strong>ze ten<strong>de</strong>ns zich<br />

<strong>voor</strong>tzet, a1 zijn er vele onzekerhe<strong>de</strong>n. Het IPCC (2007) <strong>voor</strong>ziet een tempe-<br />

ratuurstijg<strong>in</strong>g van 1,1° C tot 6,4" C. Behalve <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ters wor<strong>de</strong>n ook <strong>in</strong><br />

an<strong>de</strong>re seizoenen meer neerslagextremen verwacht. Over <strong>de</strong> vraag hoeveel<br />

meer jaarlijkse neerslag dit zal brengen, laat bij<strong>voor</strong>beeld het KNMI zich niet<br />

uit. Wat <strong>de</strong> effecten van a1 <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn, is eveneens onzeker, maar<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk zullen ijskappen en gletsjers sneller smelten. Het KNMI <strong>voor</strong>ziet<br />

een zeespiegelstijg<strong>in</strong>g van 18 tot 59 cm <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze eeuw, <strong>de</strong> Commissie-Veerman<br />

zelfs van 65 tot 130 cm. Concrete <strong>voor</strong>spell<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> stormactiviteit zijn er<br />

niet, maar het ligt <strong>in</strong> <strong>de</strong> lijn <strong>de</strong>r verwacht<strong>in</strong>g dat er ook meer storm<strong>de</strong>pressies<br />

zullen komen. Het valt eveneens te verwachten dat er grotere economische<br />

en maatschappelijke scha<strong>de</strong> zal ontstaan. Het is om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n belangrijk<br />

dat er meer en betere kennis komt over <strong>de</strong>ze <strong>weer</strong>spatronen.


Omdat het verle<strong>de</strong>n hierbij het meest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> aanknop<strong>in</strong>gspunt<br />

is, is <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van stormpatronen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bije eeuwen van<br />

groot belang. Dit belang wordt nog groter <strong>in</strong>dien we <strong>de</strong> aandacht vestigen op<br />

een perio<strong>de</strong> die ook aan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rhevig was, namelijk <strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e<br />

IJstijd. Deze perio<strong>de</strong>, die groten<strong>de</strong>els <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw<br />

omvat, is er een die echter we<strong>in</strong>ig directe en geobserveer<strong>de</strong> gegevens over stormen<br />

oplevert, maar we1 veel <strong>in</strong>formatie die daar niet rechtstreeks op wijst. Het zijn<br />

dit soort gegevens of 'proxy data', waarmee een nog vrij jonge on<strong>de</strong>rzoeksdis-<br />

cipl<strong>in</strong>e werkt. Dit on<strong>de</strong>rzoeksveld, dat zich op het breukvlak van geschie<strong>de</strong>nis,<br />

geografie, ecologie en klimatologie beweegt, is <strong>de</strong> historische klimatologie (De<br />

Kraker 2006a). Enerzijds werkt <strong>de</strong> historische klimatologie met geschreven<br />

bronnen en archiefmateriaal en beperkt ze zich tot <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> mens<br />

<strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante factor is gewor<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rzijds bestu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> historische klima-<br />

tologie een <strong>de</strong>eldome<strong>in</strong> van het natuurlijk systeem en past daarbij werkwijzen<br />

toe, die dicht bij die van <strong>de</strong> aardwetenschappen staan. Ver<strong>de</strong>r bestu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong><br />

historische klimatologie het bronnenmateriaal niet alleen om <strong>in</strong>zicht te krijgen<br />

<strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>, maar <strong>voor</strong>al om <strong>de</strong> resultaten daarvan te vergelijken<br />

met wat nu gebeurt en daaruit lessen te leren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst.<br />

Het spreekt ten slotte <strong>voor</strong> zich dat uit <strong>de</strong> reconstructie van afzon<strong>de</strong>rlijke<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het klimaat, zoals van <strong>de</strong> temperatuur, neerslag of van<br />

<strong>de</strong> stormen, automatisch alle extremen <strong>in</strong> beeld komen. Immers, extreme<br />

droogten, hevige regenval, lengte van <strong>de</strong> vorstperio<strong>de</strong> en zware stormvloe<strong>de</strong>n<br />

bepalen allemaal het verloop van het neerslag-, temperatuur- en stormpatroon,<br />

maar ze kunnen ook als afzon<strong>de</strong>rlijke <strong>weer</strong>sextremen wor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Een stap ver<strong>de</strong>r gaat <strong>de</strong> studie naar <strong>de</strong> impact van die extremen op <strong>de</strong><br />

toenmalige samenlev<strong>in</strong>g. Aspecten als omvang en hoogte van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>,<br />

uitgedrukt <strong>in</strong> aantallen slachtoffers, <strong>in</strong> geld of an<strong>de</strong>rsoortige omschrij-<br />

v<strong>in</strong>gen, zijn hierbij van belang. Impact studies richten zich ook op <strong>de</strong> wijze<br />

waarop <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g op extremen reageert, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r op het soort<br />

maatregelen die door overhe<strong>de</strong>n zijn genomen <strong>in</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke gevallen en<br />

hoe het <strong>in</strong>strumentarium is aangepast om beter op toekomstige extremen te<br />

kunnen reageren.<br />

Een laatste aspect waarmee <strong>de</strong> historische klimatologie zich bezighoudt, is <strong>de</strong><br />

studie van <strong>de</strong> wijze waarop vroegere samenlev<strong>in</strong>gen tegen bepaal<strong>de</strong> <strong>weer</strong>sex-<br />

tremen aankeken. De perceptie van <strong>weer</strong>sextremen lijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd<br />

een zekere veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te hebben doorgemaakt. Maar geen enkele ramp van<br />

enige belang lijkt volledig 10s te staan van emotie en godsdienst (Allemeyer<br />

2006: 293-344; Rohr 2007: 50-69). Zowel <strong>de</strong> studies naar impact als naar<br />

perceptie kunnen antwoor<strong>de</strong>n geven op <strong>de</strong> vraag hoe wij nu en <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst<br />

met <strong>de</strong> extremen dienen om te gaan.


<strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n stormgevoelig<br />

Gebie<strong>de</strong>n rondom <strong>de</strong> Noordzee zijn erg gevoelig <strong>voor</strong> stormen. De over-<br />

heersen<strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g is westelijk, waarvan <strong>de</strong> noordwestelijke variant<br />

het gevaarlijkst kan zijn. Vooral gebie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Noordzee<br />

hebben daarmee te maken. Dit zijn <strong>de</strong> kuststreken van Belgie en Ne<strong>de</strong>rland,<br />

die laaggelegen zijn en op verschillen<strong>de</strong> plaatsen grote <strong>in</strong>hammen hebben<br />

die <strong>in</strong> her verle<strong>de</strong>n talrijker <strong>in</strong> aantal waren en dieper land<strong>in</strong>waarts liepen.<br />

Het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kustgebie<strong>de</strong>n wordt met broze zeewerken tegen<br />

het zeewater beschermd. Zelfs het du<strong>in</strong> is op menige plaats onstabiel en<br />

kan zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>grijpen niet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n (Beekman<br />

2007: 98-107). Realiseren we ons tenslotte dat <strong>de</strong> eenmaal bedijkte lan<strong>de</strong>n<br />

door langdurige exploiratie lager zijn komen te liggen ten opzichte van het<br />

zeeniveau, dan wordt dui<strong>de</strong>lijk dat opstuw<strong>in</strong>g van zeewater tij<strong>de</strong>ns storm<br />

grote scha<strong>de</strong> kon aanrichten.<br />

Bijzon<strong>de</strong>r kwetsbaar <strong>in</strong> dit kustlandschap zijn <strong>de</strong> estuaria <strong>in</strong> het noor<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> zuidwestelijke <strong>de</strong>lta op <strong>de</strong> grens van Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />

Zeeland, Noord-Brabant en het zui<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el van Holland. Niet alleen het<br />

ontstaan van <strong>in</strong>hammen aldaar, maar ook <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitschur<strong>in</strong>g daarvan<br />

heeft te maken met <strong>de</strong> getij<strong>de</strong>namplitu<strong>de</strong> van het Noordzeewater. Zowel <strong>in</strong><br />

het noor<strong>de</strong>n als het zui<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> vloedstan<strong>de</strong>n het hoogst, <strong>voor</strong>al tij<strong>de</strong>ns<br />

spr<strong>in</strong>gtij. In <strong>de</strong> zuidwestelijke <strong>de</strong>lta kunnen <strong>de</strong>ze spr<strong>in</strong>gvloe<strong>de</strong>n extra hoog zijn<br />

door <strong>de</strong> trechtermondvan <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke Noordzee. In <strong>de</strong> estuariavan Ooster-<br />

en Westerschel<strong>de</strong> wordt het extra oplopen van het tij nog eens versterkt. Juist<br />

vanwege <strong>de</strong>ze grote amplitu<strong>de</strong> liggen hier <strong>de</strong> landschappen die zich het best<br />

lenen <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rzoek naar stormgevoeligheid. Ondanks het feit dat ook<br />

<strong>de</strong> stuw<strong>in</strong>g van het zeewater <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige Zui<strong>de</strong>rzee bij spr<strong>in</strong>gtij verge-<br />

lijkbaar is, is dat hier toch net wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> zuidwestelijke <strong>de</strong>lta.<br />

De stormvloed van 27 februari 1990 vormt een goe<strong>de</strong> illustratie van <strong>de</strong><br />

verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> warerhoogtes tij<strong>de</strong>ns vloed. In Harl<strong>in</strong>gen werd een hoogre<br />

bereikt van 3.66 m + NAP, <strong>in</strong> Vliss<strong>in</strong>gen van 3.84 m +NAP en achter <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Westerschel<strong>de</strong> bij Bath was dir 5.04 m + NAP.3 De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> getij<strong>de</strong>nam-<br />

plitu<strong>de</strong>s op genoem<strong>de</strong> plaatsen zijn respectievelijk 2.50 tot 3.00 meter, 3.00<br />

meter tot 3.50 en 3.50 tot 4.00 meter.<br />

Naast <strong>de</strong> kwetsbaarheid van het kustlandschap speelt ook <strong>de</strong> overheersen<strong>de</strong><br />

luchtstrom<strong>in</strong>g een rol van betekenis. Aanvoer van maritieme lucht vanuit het<br />

westen, noord- en zuidwesten drukt zijn stempel op zachr en vaak regenachtig<br />

<strong>weer</strong> geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter en <strong>de</strong> zomer. Aanvoer van lucht uir het zui<strong>de</strong>n en<br />

oosten drukt zijn stempel op droog warm enlof koud <strong>weer</strong> geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> zomer<br />

en <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter. Voor ons gebied is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Noord-Atlantische Luchtstrom<strong>in</strong>g<br />

('North Atlantic Oscillation', NAO) van belang (Davies e.a. 1997: 26-28).


Deze bepaalt het <strong>weer</strong> <strong>in</strong> het Noord-Atlantische gebied dat balanceert <strong>tussen</strong><br />

het subtropische hogedrukgebied en het polaire lagedr~k~ebied. Slaat <strong>de</strong><br />

balans door ten gunste van <strong>de</strong> subttopische hoge druk, dan overheersen <strong>in</strong><br />

het Noordzeegebied meer en sterkere w<strong>in</strong><strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns het w<strong>in</strong>terseizoen. Dit<br />

leidt tot overwegend zachte en natte w<strong>in</strong>ters. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n is<br />

er sprake van een positieve NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x. Wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> subtropische<br />

hoge druk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, dan waaien er <strong>in</strong> het Noordzeegebied m<strong>in</strong><strong>de</strong>r stormen die<br />

ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r krachtig zijn en is er een kou<strong>de</strong>re luchtstrom<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong>rgelijke<br />

omstandighe<strong>de</strong>n spreekt men van een negatieve NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x. Dit was het<br />

geval tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter 1962-1963 (Davies e.a. 1997: 27). Bei<strong>de</strong> typen NOA<br />

kunnen enkele jaren lang <strong>de</strong> luchtstrom<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Noord-Atlantische Oceaan<br />

bepalen. Bij het reconstrueren van <strong>de</strong> historische stormgegevens zal <strong>de</strong>ze<br />

periodiciteit goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten moeten wor<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong>ze zo'n grote<br />

<strong>in</strong>vloed heeft op zowel <strong>de</strong> temperatuur, neerslag als op <strong>de</strong> stormen. Immers,<br />

<strong>de</strong> luchtsttom<strong>in</strong>gen zijn hier <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante factor, althans <strong>in</strong> zoverre het om<br />

het w<strong>in</strong>ter<strong>weer</strong> gaat.<br />

Stormen en stormvloe<strong>de</strong>n die tot zware scha<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>vorm van ovetstro-<br />

m<strong>in</strong>gen, an<strong>de</strong>re materiele scha<strong>de</strong> en zelfs menselijke slachtoffers kunnen veel<br />

kosten met zich meebrengen. Dit kan uiteenlopen van hon<strong>de</strong>rd miljoen euro<br />

bij een zware noordwesterstorm tot vele miljar<strong>de</strong>n bij een grootschalige over-<br />

strom<strong>in</strong>g. Hoewel <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> dient te wor<strong>de</strong>n hersteld, zal <strong>in</strong><br />

het laatste geval <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> nog jatenlang doorwerken <strong>in</strong> lagere opbrengsten van<br />

het land en zullen <strong>voor</strong> zulke astronomische bedragen maatregelen getroffen<br />

moeten wor<strong>de</strong>n om een <strong>de</strong>rgelijke toekomstige tamp het hoofd te kunnen<br />

bie<strong>de</strong>n. De overstrom<strong>in</strong>gsramp van 1953, met als gevolg daarvan <strong>de</strong> realisatie<br />

van <strong>de</strong> Deltawerken, hebben <strong>de</strong>cennialang <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

economie gehad. Tetugkijkend hebben <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> stormvloed <strong>in</strong><br />

1530 <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang betekend <strong>voor</strong> grote <strong>de</strong>len van Zuid-Beveland en <strong>de</strong><br />

welvaren<strong>de</strong> stad Reimerswaal (Gottschalk 1975: 446-452; Dekker 1988; De<br />

Kraker 2006b), terwijl <strong>de</strong> Kerstvloed van 1717 <strong>de</strong> Noord-Duitse economie<br />

jarenlang <strong>in</strong> een negatieve spiraal heeft gebracht (Jacubowski-Tiessen 1992:<br />

148-201; Jacubowski-Tiessen, 2006). De stormscha<strong>de</strong> <strong>in</strong> Zuidwest-Ne<strong>de</strong>rland<br />

van <strong>de</strong> afgelopen jaren aan huizen en boer<strong>de</strong>rijen bedroeg gemid<strong>de</strong>ld zo'n<br />

6,5% van <strong>de</strong> totale jaarlijkse scha<strong>de</strong>, maar liep <strong>in</strong> 2002 op tot 11,7%, terwijl<br />

<strong>de</strong>ze <strong>in</strong> 2006 ook boven het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> uitkwam.* Niettem<strong>in</strong> blijft 1990<br />

bovenaan <strong>de</strong> stormscha<strong>de</strong>top van <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>gen staan. Dit alles on<strong>de</strong>r-<br />

streept nogmaals het economisch-maatschappelijke belang van <strong>de</strong> studie van<br />

stormen en stormvloe<strong>de</strong>n.


I ier bronnenmateriaal<br />

.Alge.rrzeen<br />

%I<br />

Reeds vanaf het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw zijn er op vaste plaatsen dagelijkse<br />

waarnem<strong>in</strong>gen verricht van bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het <strong>weer</strong> met behulp<br />

van <strong>in</strong>strumenten. Dit soort bronnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>strumentele klimaatsbronnen<br />

genoemd. Omdat <strong>in</strong> die tijd het <strong>in</strong>strumentarium nog betrekkelijk eenvoudig<br />

was en veel afwijk<strong>in</strong>gen vertoon<strong>de</strong>, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong><br />

eeuw tot circa 1850 vroeg-<strong>in</strong>strumentele waarnem<strong>in</strong>gen ('Early Instrumental<br />

Observations') genoemd (De Kraker 2006a: 312-314).<br />

Drie vormen van waarnem<strong>in</strong>gen zijn van belang. In <strong>de</strong> eerste plaats waren er<br />

<strong>de</strong> w<strong>in</strong>dwaarnem<strong>in</strong>gen te Bil<strong>de</strong>rdam en Zwammerdam door het waterschap<br />

Rijnland. Dit had er alle belang bij <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> w<strong>in</strong><strong>de</strong>n te krijgen<br />

en hield bovendien <strong>de</strong> bereikte waterhoogten nauwkeurig bij. Zo begon men<br />

<strong>in</strong> 1701 te Bil<strong>de</strong>rdam met het dagelijks observeren van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g, maar<br />

pas vanaf 1707 zijn ze bewaard gebleven (Geurts e.a. 1992: 8-12). Aanvankelijk<br />

g<strong>in</strong>g het om twee waarnem<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong>n per 12 uur, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong><br />

eeuw werd dit aantal per dag uitgebreid. De maandstaten van <strong>de</strong> dagelijkse<br />

w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g zijn bewaard gebleven en geven een beeld van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g (zie figuur I).<br />

Gelijktijdig werd ook nog op een an<strong>de</strong>re wijze <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g en zo mogelijk<br />

<strong>de</strong> w<strong>in</strong>dkracht geobserveerd. Dit gebeur<strong>de</strong> door molenaars. Voor het malen<br />

was kennis van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d en <strong>weer</strong>systemen van groot belang. Bij een na<strong>de</strong>rend<br />

on<strong>weer</strong>sfront werd <strong>de</strong> molen onherroepelijk stilgelegd, immers <strong>de</strong> molenaar<br />

(pachter of eigenaar) was zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong><br />

molen. Bij niet tijdig <strong>in</strong>grijpen, sloeg <strong>de</strong>ze op hol en kon vervolgens <strong>in</strong> brand<br />

vliegen. Bij bliksem<strong>in</strong>slag vie1 <strong>de</strong> molenaar echter niets te verwijten (De<br />

Kraker & Weemaes 1995: 44). Uit <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw dateert <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dmolenschaal<br />

van Jan Noppen, waar <strong>de</strong> categorie 'slappe koelte' Beaufort 2 aangeeft en<br />

'har<strong>de</strong> koelte' Beaufort 5, terwijl er bij 'storm' of Beaufort 8 zon<strong>de</strong>r enig zeil<br />

gemalen kon wor<strong>de</strong>n (Van Engelen & Geurts 1985: 42; Buisman 1996: 58).<br />

- Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d werd geobserveerd, was op schepen.<br />

Zeilschepen wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgestuwd door <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> zeilen, daarom was<br />

kennis van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d en w<strong>in</strong>dsystemen <strong>voor</strong> schippers van groot belang. Zowel<br />

kle<strong>in</strong>e zeilschepen op b<strong>in</strong>nenwateren als <strong>de</strong> grotere zeegaan<strong>de</strong> schepen naar<br />

Oost-Indie kon<strong>de</strong>n gemakkelijk speelbal van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d wor<strong>de</strong>n. Aan boord<br />

van - met name VOC-schepen - werd praktisch altijd een scheepsjournaal<br />

bijgehou<strong>de</strong>n (De Kraker 2000a; Buisman 1996: 66-67; Woodruff e.a. 2005).<br />

Aan boord lag <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong> dagelijkse registratie van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g


Figliur 1. Observadc varr <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>y te Bil<strong>de</strong>rdstm f<strong>in</strong> dt? re~isrratie<br />

van <strong>de</strong> wa-<br />

terhougtcn, jantiari 1717. (Archleivan het Rijnlnfld, OAR no. 974-975. VergI.<br />

Geurts e.a.1992: 8-12).


en -kracht, terwijl daarnaast ook vaak bijkomen<strong>de</strong> <strong>weer</strong>s~mstandi~he<strong>de</strong>n<br />

wer<strong>de</strong>n vermeld. Het grote belang van scheepsjournalen <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rzoek<br />

van storm<strong>weer</strong> ligt ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het feit dat schippers <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen een<br />

systeem van vaktermen hebben ontwikkeld om niet alleen <strong>de</strong> aard, maar<br />

<strong>voor</strong>al ook <strong>de</strong> kracht van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d <strong>weer</strong> te geven. Op <strong>de</strong>ze wijze ontstond er<br />

een soort classificatie gebaseerd op een vaste term<strong>in</strong>ologie (Geurts e.a. 1992:<br />

21). Dit soort vaktermen was bij alle zeevaren<strong>de</strong> Europese naties <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> gebruik en kennelijk ook goed uitwisselbaar (Wheeler 2005).<br />

De w<strong>in</strong>dobservaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> scheepsjournalen hebben echter <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rzoek<br />

van stormen <strong>in</strong> vroeger eeuwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n ttn groot na<strong>de</strong>el: schepen<br />

bewegen en kunnen per dag een fl<strong>in</strong>ke afstand afleggen. De dagelijkse<br />

waarnem<strong>in</strong>g van het <strong>weer</strong> is dus steeds op een an<strong>de</strong>re plaats. Slechts enkele<br />

<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van cont<strong>in</strong>ue observaties tij<strong>de</strong>ns het <strong>voor</strong> anker liggen zijn bekend,<br />

namelijkvan enkele schepen die <strong>in</strong> 1598-1599 aan <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Schipvaart naar<br />

Oost-Indie <strong>de</strong>elnamen. We1 goed bruikbaar zijn <strong>de</strong> observaties geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> eerste twee dagen dat schepen Ne<strong>de</strong>rland verlieten of juist <strong>de</strong> laatste twee<br />

dagen van hun tocht huiswaarts. Die observaties hebben immers betrekk<strong>in</strong>g<br />

op het <strong>weer</strong> op <strong>de</strong> Noordzee of <strong>in</strong> Het Kanaal.<br />

.. .<br />

Kwali tei tsbrortnea stsrrnacttw tert<br />

Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> stormen en het stormachtige <strong>weer</strong> <strong>in</strong> her<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse kustgebied zijn bronnen nodig die betrekk<strong>in</strong>g hebben op<br />

bepaal<strong>de</strong> landschapselementen of activiteiten <strong>in</strong> het kustgebied - die sterk zijn<br />

blootgesteld .aan stormen en daardoor fl<strong>in</strong>ke economische scha<strong>de</strong> kunnen<br />

oplopen. Dit zijn du<strong>in</strong>en, zeedijken en havenwerken en - waar mogelijk - ook<br />

scheepvaartactiviteiten. Het bronnenmateriaal dat daarop betrekk<strong>in</strong>g heeft,<br />

bestaat uit reken<strong>in</strong>gen van on<strong>de</strong>rhoud aan dijken, du<strong>in</strong>en en van havenwerken.<br />

Deze laatste uitgaven vormen vaak een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>gen van<br />

havenste<strong>de</strong>n. Is het echter mogelijk om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> stormactiviteit<br />

en <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit patroon <strong>voor</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1400 tot 1650) Van welke<br />

kustgebie<strong>de</strong>n gaat het bronnenmateriaal zo ver terug? Indien reken<strong>in</strong>g wordt<br />

gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> landschappelijke kenmerken en <strong>de</strong> tijdsfactor,<br />

dan zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong> figuur 2 genoem<strong>de</strong> plaatsen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g kunnen komen.


Bierv Net Zeehaven (visserij en rout) Stomn~en<br />

Blankenberga Dorp <strong>in</strong> het dulu<strong>in</strong> (visseri]) Stwmw<br />

Brugge Intarnationale handdaisstad Stornien<br />

Dsrnme Klei1-1~ han<strong>de</strong>ls stad<br />

Diksmui<strong>de</strong> Kia<strong>in</strong>a slad achter <strong>de</strong> dumn<br />

Vc- urne Kle<strong>in</strong>e stai achler <strong>de</strong> dutnen<br />

Monnlkere<strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e stad langs het Darns kanaal<br />

St.-Anna-ter-Mui<strong>de</strong>r-r krn<br />

Nieuwpaorf<br />

00s t en<strong>de</strong><br />

-<br />

I.,. ,- U<br />

Zee ha1<br />

Zee ha!<br />

Klo<strong>in</strong>e I<br />

an het &;<strong>in</strong><br />

Stort<br />

Storr<br />

wen (visserij) mien<br />

stad achisr <strong>de</strong> duhen Slonnen<br />

- -.. - - -<br />

Maar het bronnenmateriaal moet nog aan een aantal extra eisen voldoen. Zo<br />

heeft het we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> om met gegevens te werken van slechts enkele jaren of<br />

met gegevens uit jaren die ver uit elkaar liggen. Evenm<strong>in</strong> heeft het veel nut<br />

gegevens van stormen uit bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g van Bremen <strong>in</strong> verband<br />

te brengen met die uit het kustgebied van Oosten<strong>de</strong>. Ook is het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

wenselijk om gegevens te comb<strong>in</strong>eren afkomstig uit totaal verschillen<strong>de</strong><br />

bronnen. Daarom moeten bronnen specifieke <strong>weer</strong>sgegevens verschaffen<br />

over een lange reeks van jaren, enkele <strong>de</strong>cennia of meer. Bovendien moeten<br />

bronnenreeksen doorlopend zijn en geen hiaten van betekenis vertonen: <strong>voor</strong><br />

elk jaar dient een bron <strong>in</strong>formatie over stormen te verschaffen.<br />

Een lange reeks reken<strong>in</strong>gen van dijkon<strong>de</strong>rhoud voldoet aan <strong>de</strong>ze eisen, omdat<br />

er jaarlijks tweemaal on<strong>de</strong>rhoud aan <strong>de</strong> zeedijken plaatsvond. Hogere uitgaven<br />

<strong>in</strong> een jaarreken<strong>in</strong>g kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n veroorzaakt door ontstane scha<strong>de</strong>. Om<br />

<strong>de</strong>rgelijke extra uitgaven te verantwoor<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n bewijsstukken overlegd.<br />

Veelal wer<strong>de</strong>n die letterlijk als uitgavenpost opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g.<br />

Lever<strong>de</strong>n <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>gen geduren<strong>de</strong> een aantal jaren geen scha<strong>de</strong>gegevens<br />

op, dan kan men aannemen dat er zich geen stormen hebben <strong>voor</strong>gedaan<br />

die scha<strong>de</strong> van enige betekenis hebben aangericht. Ook <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g van<br />

een havenstad voldoet aan <strong>de</strong> gewenste eisen, omdat elke stad jaarlijks een<br />

reken<strong>in</strong>g moest overleggen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgaven <strong>voor</strong> openbare werken, dus ook<br />

<strong>de</strong> havenwerken, ter~~keer<strong>de</strong>n. Zie <strong>voor</strong> een overzicht van stadsreken<strong>in</strong>gen<br />

betreffen<strong>de</strong> stormen figuur 3.<br />

-


a,<br />

Q<br />

Dekk<strong>in</strong>gsgraad stadsreken<strong>in</strong>g m.b.t. stormen, 1400-1700<br />

!<br />

I<br />

90 i<br />

70-<br />

1<br />

I<br />

-.-I ---- --+.,.-- " -....------------...- ------- "- 1<br />

Het twee<strong>de</strong> criterium is, dat het bronnenmateriaal homogeen moet zijn <strong>in</strong><br />

het <strong>weer</strong>geven van een signaal. Dit wil zeggen dat het stormgegeven steeds<br />

op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats(en) moet zijn waargenomen en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> omstan-<br />

dighe<strong>de</strong>n. Zo zullen stormen achter<strong>in</strong> zeearmen meer scha<strong>de</strong> aanrichten dan<br />

<strong>voor</strong><strong>in</strong>, omdat <strong>de</strong> vloedhoogten dieper land<strong>in</strong>waarts oplopen. Zo maakt het<br />

eveneens uit of het gaat om scha<strong>de</strong> aangericht aan dijken die eerst veertien<br />

voet hoog waren en met een dubbele rijsmat wer<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd of om zeedijken<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren tot achttien voet wer<strong>de</strong>n opgetrokken met een bre<strong>de</strong>re<br />

basis en een steenglooi<strong>in</strong>g. Een pas aangeleg<strong>de</strong> zeedijk (verse dijk) zal bij storm<br />

eer<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> oplopen dan een ou<strong>de</strong> (groene) zeedijk.<br />

Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdcriterium is dat van uniformiteit. Hierbij gaat het om <strong>de</strong><br />

wijze waarop het gegeven tot stand komt. Bij het gebruik van geschreven<br />

adm<strong>in</strong>istratieve bronnen is het van belang dat <strong>de</strong> wijze van adm<strong>in</strong>istreren<br />

nagenoeg ongewijzigd blijft. In veel reken<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw zijn <strong>de</strong><br />

posten veelal i<strong>de</strong>ntiek aan <strong>de</strong> bewijsstukken ('acquits') <strong>in</strong> die z<strong>in</strong>, dat daar<strong>in</strong><br />

alle <strong>de</strong>tails staan vermeld en zo letterlijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g zijn overgebracht.<br />

Als dit veran<strong>de</strong>rt of wanneer <strong>de</strong> klerk bij<strong>voor</strong>beeld een an<strong>de</strong>r woordgebruik<br />

gaat bezigen, komt die uniformiteit van het gegeven <strong>in</strong> gevaar en moet uit <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>re context wor<strong>de</strong>n afgeleid wat <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> nieuwe term precies is.<br />

Tenslotte is er nog een vier<strong>de</strong> criterium, namelijk <strong>de</strong> beschikbaarheid van<br />

meer<strong>de</strong>re parallelle reeksen om <strong>de</strong> gegevens te kunnen verifieren. Op <strong>de</strong>ze<br />

<strong>in</strong>terne 'data control' wordt later nog na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan.<br />

Wat <strong>de</strong> extra eisen betreft waaraan het bronnenmateriaal moet voldoen, is<br />

<strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> historische klimatologie vergelijkbaar met die van het<br />

<strong>de</strong>ndroklimatologische on<strong>de</strong>rzoek (Briffa e.a. 2002). Ook hier wor<strong>de</strong>n eisen<br />

aan <strong>de</strong> data gesteld: bomen moeten een re<strong>de</strong>lijke ou<strong>de</strong>rdom hebben, afkomstig<br />

I


uit een en hetzelf<strong>de</strong> gebied waar ze steeds on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

hebben kunnen groeien. Bovendien is het zeer gewenst dat er verschei<strong>de</strong>ne<br />

reeksen boomr<strong>in</strong>gen uit hetzelf<strong>de</strong> gebied zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nodige 'data control'.<br />

De stormgegevens<br />

Nadat <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> bronnen (zie figuur 2) op grond van bovenstaan<strong>de</strong><br />

criteria zijn geselecteerd, kunnen we <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf bespreken wat <strong>voor</strong><br />

soort <strong>in</strong>formatie <strong>de</strong>ze verschaffen.<br />

De stadsreken<strong>in</strong>gen van Nieuwpoort en Oosten<strong>de</strong> (zie figuur 4) lijken qua<br />

opzet en <strong>in</strong>houd sterk op elkaar.' Bei<strong>de</strong> kustste<strong>de</strong>n leef<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>namelijkvan <strong>de</strong><br />

har<strong>in</strong>gvisserij. De vloot har<strong>in</strong>gbuizen werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> stadshaven geaccommo<strong>de</strong>erd.<br />

Deze bestond uit een havenkom, een soort ka<strong>de</strong> en havenhoof<strong>de</strong>n. Daarnaast<br />

was er een vuurtoren (vierboete). Aan <strong>weer</strong>szij<strong>de</strong>n van bei<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n strekte<br />

zich het du<strong>in</strong> uit. Terwijl Oosten<strong>de</strong> rond 1400 veel gelijkenis vertoon<strong>de</strong> met<br />

een dorp, was Nieuwpoort een ommuur<strong>de</strong> stad met veel torens.<br />

Het soort uitgaven dat we <strong>in</strong> <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> twee ste<strong>de</strong>n aantreffen,<br />

heeft betrekk<strong>in</strong>g op het jaarlijkse on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> kunstwerken van <strong>de</strong> haven<br />

en het op zijn plaats hou<strong>de</strong>n van het du<strong>in</strong>zand. Voor wat <strong>de</strong> havenwerken<br />

betreft, staan er uitgaven van arbei<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>. Deze zijn per week genoteerd, veelal<br />

met <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs erbij. Ook zijn <strong>de</strong> uitgaven <strong>voor</strong> materialen<br />

genoteerd, zoals rijshout ('gleuij, gaar<strong>de</strong>n, z<strong>in</strong>crijse, riet', etc.). Dit soort<br />

materialen werd <strong>voor</strong>namelijk <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> havenhoof<strong>de</strong>n<br />

gebruikt. Voor het werk aan het du<strong>in</strong> g<strong>in</strong>g het om bezod<strong>in</strong>gen, het leggen<br />

van rijshouten constructies en het versprei<strong>de</strong>n van vele karren mest om het<br />

zand vast te hou<strong>de</strong>n of om gaten te dichten. Zo staat <strong>in</strong> <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van<br />

Oosten<strong>de</strong> uit 1430-1431 'Dit zijn costen van brome die ghepoot es op<strong>de</strong>n<br />

zeedijcke tueghen <strong>de</strong> vlucht van<strong>de</strong>n zan<strong>de</strong>.. ."<br />

Hoe groter <strong>de</strong> stormactiviteit op <strong>de</strong> kust, <strong>de</strong>s te meer on<strong>de</strong>rhoud nodig was en<br />

<strong>de</strong>s te sterker <strong>de</strong> uitgaven <strong>voor</strong> materialen stegen. In <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>gen staan<br />

<strong>de</strong> uitgaven <strong>in</strong> geld <strong>voor</strong> <strong>de</strong>sbetreffend on<strong>de</strong>rhoud en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n<br />

benodig<strong>de</strong> materialen. De geldbedragen zijn niet het beste criterium om <strong>de</strong><br />

ernst van <strong>weer</strong>sextremen te meten, want <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van nood stijgen <strong>de</strong> prijzen<br />

<strong>voor</strong> dijkmaterialen - en soms ook lonen van arbei<strong>de</strong>rs - doorgaans fors, terwijl<br />

over <strong>de</strong> lange termijn gezien geld aan <strong>in</strong>flatie on<strong>de</strong>rhevig is. De verschillen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> verbruikte hoeveelhe<strong>de</strong>n materialen <strong>voor</strong> kustver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong>s te<br />

relevanter. Zij kunnen een mogelijk globaal verloop van scha<strong>de</strong> <strong>weer</strong>geven.<br />

Maar <strong>voor</strong>zichtigheid is gebo<strong>de</strong>n. Zolang niet is vastgesteld of het gaat om<br />

vervang<strong>in</strong>g op termijn of om extra werken <strong>in</strong> verband met uitbreid<strong>in</strong>g van<br />

du<strong>in</strong> of havenwerken <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r, kan het verloop van <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n<br />

niet zon<strong>de</strong>r meer aan toe- of afname van stormactiviteit wor<strong>de</strong>n gekoppeld.


0<br />

-<br />

250000<br />

a 150000 -<br />

m<br />

I -<br />

-- - - -- - - --* - - -" -<br />

i<br />

i<br />

1420 1445 1470 1495 1520 1545 1570<br />

- . - - - - - - - - - . - - - - -<br />

- N~euwpoort - Oosten<strong>de</strong> I<br />

Zo valt er <strong>voor</strong> Oosten<strong>de</strong> een sterke groei waar te nemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgaven <strong>voor</strong><br />

dijkmaterialen vanaf <strong>de</strong> jaren vijftig van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. Die stijg<strong>in</strong>g hield<br />

verband met <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> haven. Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> materialen om<br />

het du<strong>in</strong>zand vast te leggen en <strong>de</strong> dijkstukken te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> jaren steeds opnieuw uitgaven verantwoord <strong>voor</strong> materialen <strong>voor</strong><br />

havenwerken. Dit betekent dat <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van Oosten<strong>de</strong> vanaf die tijd<br />

<strong>voor</strong> het stormon<strong>de</strong>rzoek belangrijker is gewor<strong>de</strong>n, want ook die havenwerken<br />

waren erg gevoelig <strong>voor</strong> storm.<br />

Figuur 5. Aantnllen vserkdayen itrsake het i~ygcn<br />

of herstelfen van dakan van riet en<br />

stro te %ienp,vpoort, 1450 - 4680.


Voor een wat kortere perio<strong>de</strong> verschaft <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van Nieuwpoort<br />

nog gegevens over <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n stro en riet die stro<strong>de</strong>kkers verwerkten<br />

(zie figuur 5). Rietdaken zijn zeer gevoelig <strong>voor</strong> storm, daarom kunnen ook<br />

dit soort gegevens <strong>in</strong>dicatief <strong>voor</strong> stormen zijn. Zo vallen <strong>de</strong> stormvloedjaren<br />

1530, 1532 en 1553 direct op door <strong>de</strong> hoge uitgaven <strong>voor</strong> riet en stro. Maar<br />

opnieuw is vo~rzichti~heid gebo<strong>de</strong>n, want <strong>de</strong> trend laat wellicht <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

grote bouwactiviteit te Nieuwpoort zien van <strong>de</strong> jaren 1520-1550. De stad<br />

maakte een sterke bloei door, die a1 mid<strong>de</strong>n vijftien<strong>de</strong> eeuw was <strong>in</strong>gezet<br />

(Degryse 1994: 106-109). Er zijn daarom nauwkeuriger gegevens uit <strong>de</strong><br />

reken<strong>in</strong>g nodig. Dit zijn <strong>de</strong> specifieke vermeld<strong>in</strong>gen van stormen, hoge<br />

zeeen, vloe<strong>de</strong>n, tempeesten en alle mogelijke varianten die <strong>de</strong> tijdgenoot<br />

wist te be<strong>de</strong>nken om omstandighe<strong>de</strong>n te verwoor<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> aan<br />

<strong>de</strong> kustver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gswerken werd aangericht. Uiteraard is er tweemaal per<br />

maand een hoge zee, namelijk spr<strong>in</strong>gvloed, maar een hoge zee vermeld <strong>in</strong> een<br />

document, suggereert een spr<strong>in</strong>gvloed die gepaard is gegaan met storm en<br />

daarom scha<strong>de</strong> heeft aangericht. Dus ook termen die <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> omschrijven,<br />

zijn veelal voldoen<strong>de</strong> aanwijz<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> stormen en hoge zeeen. Een van <strong>de</strong> meest<br />

<strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> omschrijv<strong>in</strong>gen is: 'groot gat'. Geen gat ontstaat zomaar of het<br />

moet er een zijn die het karakter van een pondval ('brexem') heeft. Omdat <strong>de</strong><br />

stadsreken<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n per week vermel<strong>de</strong>n met alle bijkomen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>tails, kan ook het <strong>weer</strong>sevenement vrij nauwkeurig wor<strong>de</strong>n gedateerd. Veelal<br />

wordt <strong>de</strong> dag met name genoemd. Hier hebben we <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van alle<br />

benodig<strong>de</strong> gegevens, namelijk <strong>de</strong> vermeld<strong>in</strong>g van een storm, doorgaans ook<br />

<strong>de</strong> datum en <strong>de</strong> daaruit <strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>.<br />

Zo wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van Nieuwpoort over <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

week van 17 november 1404 vermeld: 'Delvers an <strong>de</strong> dijc <strong>voor</strong> Gillien filius<br />

Boud<strong>in</strong>s zoutkeete alz <strong>de</strong> grote vloed was.. ." In <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g van 1417-1418<br />

luid<strong>de</strong> het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> week van 26 <strong>de</strong>cember 1417 '. . .<strong>de</strong>lvers an <strong>de</strong>n zeedijc en<strong>de</strong><br />

hoge dunen omme cause van <strong>de</strong>n storme die gheweist had<strong>de</strong>.. .'?<br />

Helaas boet <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van Nieuwpoort aan belang <strong>in</strong> vanaf het jaar dat<br />

<strong>de</strong> posten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> uitgaven van openbare werken niet meer per week wor<strong>de</strong>n<br />

geregistreerd, maar slechts met enkele samengestel<strong>de</strong> posten (vergelijk immers<br />

criterium 3, uniformiteit).I0 Gelukkig - wordt dit verlies aan storm<strong>in</strong>formatie<br />

op an<strong>de</strong>re wijze gecompenseerd, namelijk met gegevens uit an<strong>de</strong>re reeksen<br />

stadsreken<strong>in</strong>gen.<br />

De stadsreken<strong>in</strong>g van Biervliet toont grote gelijkenis met die van Oosten<strong>de</strong><br />

en Nieuwpoort. Ook hier treffen we gegevens aan over dijkon<strong>de</strong>rhoud en<br />

dijkherstel na storm. Maar tevens bevat <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong><br />

zoutzie<strong>de</strong>rij, waarvan ttn aspect <strong>voor</strong> het stormon<strong>de</strong>rzoek van groot belang<br />

is. Dit is het waken bij <strong>de</strong> 'vieren'. Een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het zoutzie<strong>de</strong>n<br />

was het <strong>in</strong>dampen van as van verzilt veen <strong>in</strong> pannen met zeewater (De Kraker<br />

e.a. 2008). Daar<strong>voor</strong> was vuur nodig dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zoutpannen werd gestookt


die <strong>in</strong> <strong>de</strong> zoutketen ston<strong>de</strong>n opgesteld. Omdat <strong>de</strong> zoutketen dicht op elkaar<br />

ston<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>els ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad, was on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> <strong>weer</strong>somstandighe<strong>de</strong>n<br />

grote <strong>voor</strong>zichtigheid gebo<strong>de</strong>n. Indien het lange tijd droog was geweest of er<br />

veel w<strong>in</strong>d stond, werd er bij <strong>de</strong> vuren gewaakt, zelfs 's nachts. De magistraat<br />

zag daarop toe en <strong>in</strong> <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n jarenlang <strong>de</strong> dagen vermeld<br />

waarop bij <strong>de</strong> vuren werd gewaakt en door hoeveel man. Slechts twee dagen<br />

mocht er een soort vreug<strong>de</strong>vuur wor<strong>de</strong>n ontstoken, namelijk op S<strong>in</strong>t-Jansdag<br />

en op S<strong>in</strong>t-Pietersdag. De overige waakdagen dui<strong>de</strong>n dus op droog <strong>weer</strong>,<br />

zoals op 20 <strong>de</strong>cember 1407 'mids <strong>de</strong> groten droeghte van<strong>de</strong> vorst'" of een<br />

comb<strong>in</strong>atie van bei<strong>de</strong>n zoals op 10, 11 en 2 maart 1451 'mids <strong>de</strong>r groter<br />

drochte en<strong>de</strong> schaerpe w<strong>in</strong><strong>de</strong>n.. ..'I2<br />

Als a1 <strong>de</strong>ze gegevens per jaar wor<strong>de</strong>n gekwantificeerd, krijgen we <strong>voor</strong> Biervliet<br />

het <strong>in</strong> figuur 6 geschetste beeld.<br />

Figuur 6. Jaarlijks aantal dagen met stormachtig, warm en droog <strong>weer</strong> te Biervliet,<br />

1400-1 500.<br />

Hoewel niet altijd dui<strong>de</strong>lijk wordt of het alleen gaat om dagen van droogte<br />

of om <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van droog <strong>weer</strong> met w<strong>in</strong>d, is het waarschijnlijk dat dit<br />

laatste veelal het meeste gevaar zal hebben opgeleverd. Het fluctueren<strong>de</strong><br />

beeld van <strong>de</strong> waakdagen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw te Biervliet geeft daarom<br />

een <strong>in</strong>dicatie van <strong>weer</strong>somstandighe<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> stormactiviteit een aan<strong>de</strong>el<br />

moet hebben gehad.<br />

Tenslotte komen we bij <strong>de</strong> reeksen reken<strong>in</strong>gen van dijkherstel van <strong>de</strong> vele<br />

pol<strong>de</strong>rs en water<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gebied van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige Vier Ambachten, nu<br />

ruwweg oostelijk Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> <strong>Vlaams</strong>e gemeenten Wachtebeke,<br />

Zdzate en Assene<strong>de</strong> omvattend. Vanwege <strong>de</strong> grote <strong>in</strong>vloed van diverse grote


abdijen en door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> landsheer (c.q. centrale reger<strong>in</strong>g<br />

te Brussel) langs <strong>de</strong> Hontekust en zijn <strong>in</strong>hammen, zijn meer<strong>de</strong>re reeksen<br />

dijkreken<strong>in</strong>gen bewaard gebleven (De Kraker 1997: 261-281). Scha<strong>de</strong> aan<br />

<strong>de</strong> dijken kon wor<strong>de</strong>n aangericht door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rmijnen<strong>de</strong> strom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

Honte, maar ook tij<strong>de</strong>ns storm<strong>weer</strong> en door ijsgang. Niet alleen grondvallen<br />

('brexems') maar ook scha<strong>de</strong> aangericht door kruiend ijs wor<strong>de</strong>n altijd bij name<br />

genoemd. De scha<strong>de</strong> door storm veroorzaakt, wordt aangeduid met eenzelf<strong>de</strong><br />

soort termen als hier<strong>voor</strong> a1 is aangestipt. Een lange reeks dijkreken<strong>in</strong>gen heeft<br />

betrekk<strong>in</strong>g op het dijkon<strong>de</strong>rhoud van het Land van Saeft<strong>in</strong>ghe en rondom<br />

Terneuzen. Bei<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n waten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het vorstelijke dome<strong>in</strong> 'De<br />

Pol<strong>de</strong>r van Namen en Tr<strong>in</strong>iteyt'. De reeks loopt van 1466 tot 1584, toen het<br />

Land van Saeft<strong>in</strong>ghe werd gei'nun<strong>de</strong>erd om Antwerpen te behou<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong><br />

reken<strong>in</strong>g van 1467-1468 werd <strong>de</strong> 'tempeste <strong>de</strong> mer qui avait ler XXe jour<br />

d'octobre anno LVIII' vermeld, die <strong>de</strong> dijken fl<strong>in</strong>k had toegetakeld.13<br />

Venverk<strong>in</strong>g en discussie van <strong>de</strong> storrngegevens<br />

Bij het samenstellen van haar stormvloedrepertorium paste Gottschalk<br />

(1971-1977) <strong>de</strong> nodige historische kritiek toe en slaag<strong>de</strong> er zo <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rscheid<br />

te maken <strong>tussen</strong> stormvloe<strong>de</strong>n als feit of als fictie. Dit was een forse stap<br />

<strong>voor</strong>uit <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rzoek naar stormvloe<strong>de</strong>n, maar omdat zij enkel kronieken<br />

raadpleeg<strong>de</strong>, die bovendien een vrij groot gebied bestreken, achtte zij het<br />

onmogelijk een patroon <strong>in</strong> <strong>de</strong> stormvloe<strong>de</strong>n te kunnen waarnemen. Evenm<strong>in</strong><br />

dacht ze dat het mogelijk was die op een of an<strong>de</strong>re wijze te kwantificeren.I4<br />

Op grond van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie van historische stormen, hoge vloe<strong>de</strong>n en storm-<br />

vloe<strong>de</strong>n die uit het archiefmateriaal van <strong>de</strong> besproken dijk- en stadsreken<strong>in</strong>gen<br />

komt en <strong>in</strong> acht genomen <strong>de</strong> strenge criteria waaraan dit materiaal moet<br />

voldoen, is het we1 mogelijk tot een kwantificer<strong>in</strong>g van stormen te komen.<br />

Dit wordt hierna ver<strong>de</strong>r toegelicht.<br />

De belangrijkste <strong>in</strong>formatie die het archiefmateriaal oplevert, is een<br />

aanduid<strong>in</strong>g die met storm <strong>in</strong> verband kan wor<strong>de</strong>n gebracht tn <strong>de</strong> datum. Alle<br />

an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> termen van scha<strong>de</strong> is me<strong>de</strong> van belang om te kunnen<br />

beoor<strong>de</strong>len hoe ernstig <strong>de</strong> storm was. Daarnaast is het van belang om over<br />

meer<strong>de</strong>re, gelijktijdig lopen<strong>de</strong> reeksen van bronnen te beschikken. Een<br />

stormgegeven uit ttn bron kan op die manier direct op zijn betrouwbaar-<br />

heid wor<strong>de</strong>n getoetst. Bovendien kan vermeld<strong>in</strong>g van een gegeven <strong>in</strong> vrijwel<br />

alle bronnen erop dui<strong>de</strong>n, dat we met een storm van bovenlokaal belang te<br />

maken hebben. Zo wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>gvan Biervliet een kerststorm <strong>in</strong> 1417<br />

vermeld.l5 Deze wordt bevestigd <strong>in</strong> <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>g van Nieuwpoort als '<strong>de</strong>n<br />

storme'. Tussen 1479 en 1480 blijkt er te Saeft<strong>in</strong>ghe, <strong>in</strong> Biervliet, Nieuwpoort<br />

en <strong>in</strong> Oosten<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>re malen fl<strong>in</strong>ke scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> dijken en havenwerken<br />

te zijn aangericht. Het gaat hier dus om enkele opeenvolgen<strong>de</strong> stormen.


Nadat er van een storm of van een stormgerelateer<strong>de</strong> gebeurtenis is vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong>ze daadwerkelijk heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n en waar, moet een metho<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n om een beeld te krijgen van <strong>de</strong> stormactiviteit geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> 1400 tot 1600. Dit kan eenvoudig door het aantal gebeur-<br />

tenissen te tellen. Het resultaat van een numerieke verwerk<strong>in</strong>g met een<br />

elfjaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> is <strong>in</strong> figuur 7 <strong>weer</strong>gegeven.<br />

Hoewel ook een zeven- of negenjaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> had kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gekozen, is hier <strong>voor</strong> een elfjaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gekozen, dat - <strong>voor</strong> alle<br />

dui<strong>de</strong>lijkheid - niets met <strong>de</strong> zonnecyclus te maken heeft. Echter, alleen<br />

tellen doet geen recht aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensiteit van elk van die gebeurtenissen. Niet<br />

elke storm heeft w<strong>in</strong>dkracht 8 of 10 en niet elke storm is van bovenlokaal<br />

belang. Daarom is het nodig criteria op te stellen die ons <strong>in</strong> staat stellen van<br />

elk fenomeen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> te kunnen bepalen. Deze criteria wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r<br />

besproken.<br />

Hierbij wordt er vanuit gegaan dat elke genoteer<strong>de</strong> gebeuttenis er zon<strong>de</strong>r meer<br />

een was die scha<strong>de</strong> heeft berokkend en daardoor ernstig was. Tegenwoordig<br />

volgt a1 een stormwaarschuw<strong>in</strong>g als er een beg<strong>in</strong> van scha<strong>de</strong> optreedt. Dit is<br />

a1 vanaf w<strong>in</strong>dkracht 8 en bij toenemen<strong>de</strong> w<strong>in</strong>d wordt <strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> alleen maar<br />

groter. Nemen we hierbij <strong>in</strong> ogenschouw hoe w<strong>in</strong>dgevoelig het du<strong>in</strong>zand tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> en zestien<strong>de</strong> eeuw was en <strong>de</strong> broosheid van het materiaal waarmee<br />

du<strong>in</strong> en dijken werd vet<strong>de</strong>digd, dan moet bij Beaufort 7 B 8 a1 fl<strong>in</strong>ke scha<strong>de</strong> zijn<br />

opgetre<strong>de</strong>n, zeker <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met vethoog<strong>de</strong> golfslag. Tenvijl w<strong>in</strong>dmolens bij


Beaufort 8 zon<strong>de</strong>r zeilen maal<strong>de</strong>n, moest het malen ergens <strong>tussen</strong> 8 en 10 Bft.<br />

wor<strong>de</strong>n gestaakt. Een eerste criterium is daarom <strong>de</strong> stormkracht die tot uit<strong>in</strong>g<br />

komt <strong>in</strong> <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die wordt aangericht (Lamb e.a. 1991: 7-8). Hoe groter <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>, hoe sterker <strong>de</strong> storm moet zijn geweest. Op dit punt is het bronnen-<br />

materiaal tamelijk uitvoerig, want scha<strong>de</strong> wordt niet alleen <strong>in</strong> geld omschreven<br />

maar ook <strong>in</strong> soorten en hoeveelhe<strong>de</strong>n verwerkte materialen.<br />

Een twee<strong>de</strong> criterium dat daar direct op aansluit, is <strong>de</strong> schaal waarop <strong>de</strong> storm<br />

heeft toegeslagen. Hoe groot is het gebied waar<strong>in</strong> scha<strong>de</strong> is aangebracht? Ook<br />

om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n is het van belang gelijktijdige bronnenseries van meer<strong>de</strong>re<br />

locaties <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> regio te bestu<strong>de</strong>ren. Bij vermeld<strong>in</strong>g op slechts dtn<br />

plaats van een storm of eventuele scha<strong>de</strong>, gaat het om een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijke<br />

storm. Wordt <strong>de</strong>ze op alle plaatsen vermeld, dan gaat het om een aanzienlijke<br />

storm, bij<strong>voor</strong>beeld om een stormvloed.<br />

Ver<strong>de</strong>r zijn gegevens over <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> storm en <strong>de</strong> w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g van<br />

belang. Een storm die langer dan twaalf uur woedt, jaagt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vloed<br />

hoger op dan <strong>de</strong> eerste en richt alleen a1 om die re<strong>de</strong>n grotere scha<strong>de</strong> aan.<br />

Stormvloe<strong>de</strong>n die bijna drie dagen duren, richten <strong>de</strong> zwaarste scha<strong>de</strong> aan<br />

(De Kraker 2006b).<br />

Soms wordt er ook iets vermeld over <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> stormen en wordt door <strong>de</strong><br />

tijdgenoot een vergelijk<strong>in</strong>g getrokken. Deze vergelijk<strong>in</strong>g gaat vaak over <strong>de</strong><br />

bereikte hoogte van het water.<br />

Ten slotte is <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> bronnen gebezig<strong>de</strong> term<strong>in</strong>ologie relevant. Immers, <strong>in</strong>dien<br />

er wordt gesproken over een hoge zee dan gaat het om een scha<strong>de</strong>geval tij<strong>de</strong>ns<br />

storm, maar wordt gesproken over een ternpeest, grote vloed of iets <strong>de</strong>rgelijks<br />

dan is dat een veel ernstiger gebeurtenis. Zelfs adm<strong>in</strong>istratieve bronnen, dus<br />

ook <strong>de</strong> stadsreken<strong>in</strong>gen, maken dit on<strong>de</strong>rscheid.<br />

jecn noamzwaardige scha<strong>de</strong>, cenmallge \~e~-n-:old<strong>in</strong>g<br />

rell~cht een stormgersIateerd verschilnsal<br />

7 Hoge . .,-, Scha<strong>de</strong> aangerict rt tij<strong>de</strong>ns hoge vloed mat storln<br />

Storm Scha<strong>de</strong> op versci-~ildando plaatsen en aui<strong>de</strong>lljk sprake van storm<br />

Z\~are storm Grotsre scha<strong>de</strong> op meer<strong>de</strong>re plaaisen<br />

5 Zwclre staim Zware scha<strong>de</strong> met overst rom<strong>in</strong>gen op een of meerl<strong>de</strong>re piaat~en<br />

6 Stormvloed Zware scha<strong>de</strong> en ove:strom<strong>in</strong>gen isamen\!ailend met sprit7gtij)<br />

<strong>in</strong>orms verwoest<strong>in</strong>~en en o\terstram:ngen <strong>in</strong> bepaalda<br />

leb~o<strong>de</strong>n, samenvallend ri7~t spr<strong>in</strong>gtij<br />

8 S t ~ r r n ~ ,Male , ~ ~ verwoest<strong>in</strong>g ~ met overstro<strong>in</strong><strong>in</strong>geii op zeer grote schaal<br />

(samenvallend met spr~ngtij)<br />

Figuur 8. Inschal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kracht rarr hoge vlot:dt;.cl, starmen en stctrtrrvloarfen.


Op grond van <strong>de</strong> criteria (<strong>de</strong> gevolgen uitgedrukt <strong>in</strong> scha<strong>de</strong> en <strong>de</strong> schaal) uit<br />

figuur 8 kan aan elke stormgebeurtenis een waar<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n toegekend, die<br />

uiteenloopt van 1 tot 8. Etn punt wordt toegekend als het fenomeen slechts een<br />

enkele vermeld<strong>in</strong>g op een plaats heeft gekregen, waarbij eventuele scha<strong>de</strong> niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk wordt. Omdat tijdgenoten van <strong>de</strong> <strong>weer</strong>sgebeurtenissen doorgaans<br />

niet <strong>in</strong> het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>weer</strong> zijn gei'nteresseerd, is louter een expliciete<br />

vermeld<strong>in</strong>g a1 een <strong>in</strong>dicatie dat er een storm moet hebben gewoed. Zodra<br />

zo'n 'event' we1 scha<strong>de</strong> aanrichtte, krijgt het twee punten en zit dan a1 tegen<br />

Beaufort 8. Naarmate <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> groter wordt en ook op meer<strong>de</strong>re plaatsen<br />

wordt aangericht, krijgt een 'storm-event' een hogere waar<strong>de</strong> toegekend.<br />

Bij 8 punten gaat het om een algemene stormvloed die <strong>in</strong> het hele gebied<br />

grote overstrom<strong>in</strong>gen heeft veroorzaakt. De kracht van dit soort stormen is<br />

orkaankracht, oplopend tot soms boven Beaufort 11.<br />

Het mag dui<strong>de</strong>lijk zijn dat het gebruik van meet<strong>de</strong>re bronnenreeksen die<br />

parallel <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd lopen van groot belang zijn om een stormgebeurtenis <strong>in</strong><br />

te schalen. Een hoge vloed bij Nieuwpoort kan namelijk tot grote scha<strong>de</strong><br />

lei<strong>de</strong>n achter <strong>in</strong> het estuarium van <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong> bij Saeft<strong>in</strong>ghe. In dit<br />

geval is het een storm van enige importantie die 3 of 4 wordt <strong>in</strong>geschaald.<br />

Een 'tempeest' die <strong>in</strong> vrijwel alle bronnen vermeld wordt, is er zeker een die<br />

scha<strong>de</strong> heeft toegebracht op alle plaatsen en die wellicht tot <strong>in</strong>undatie heeft<br />

geleid, en moet <strong>tussen</strong> 6 en 7 wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geschaald. Een zware stormvloed<br />

met grootschalige scha<strong>de</strong> en <strong>in</strong>undaties moet op 8 wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geschaald. Het<br />

gebruik van parallelle reeksen leidt dus niet alleen tot <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>terne 'data<br />

control', maar ook tot het beter <strong>in</strong>schalen van <strong>de</strong> stormgebeurtenissen.<br />

Door op <strong>de</strong>ze wijze <strong>de</strong> stormgebeurtenissen <strong>in</strong> te schalen, ontstaat een beeld<br />

van <strong>de</strong> stormactiviteit over <strong>de</strong> jaren 1400 tot 1625. Om <strong>in</strong> dit tijdvak nog<br />

kortere perio<strong>de</strong>n van verhevig<strong>de</strong> of verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> stormactiviteit te kunnen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, is als een soort extra filter steeds een elfjaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

berekend. In figuur 9 is <strong>de</strong> stormfrequentie <strong>weer</strong>gegeven met een elfjaarlijks<br />

<strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>.


$<br />

.- 0<br />

u<br />

.- s<br />

1400 1425 1450 1475 1500 1525 1550 1575 1600 1635<br />

- jaarlljkse lndlces - elfjaarlljkse <strong>voor</strong>tschr. gem~dd.<br />

Figuur 9. Storrnfrsquentiu Sangs <strong>de</strong> Be!gische kust en <strong>in</strong> hct VJesterschelzfegebied,<br />

i 400-<br />

i 6'25.<br />

Naarmate er meer stormen <strong>in</strong> een jaar <strong>voor</strong>komen, kan <strong>de</strong> jaarwaar<strong>de</strong> oplopen<br />

tot boven 8. Dit is het geval <strong>in</strong> 1509,1515-1516,1530,1552 en 1570. Het zijn<br />

<strong>in</strong> die jaren niet alleen <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> stormvloe<strong>de</strong>n die tot een hoge score lei<strong>de</strong>n,<br />

maar daar<strong>voor</strong> zijn ook <strong>in</strong> hoge mate <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> stormen verantwoor<strong>de</strong>lijk.<br />

In 1570 waren er stormen op 10 en 11 maart, een stormvloed op 2 november<br />

en nog een storm e<strong>in</strong>d november, toen een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> herstelwerken aan<br />

dijken te Saeft<strong>in</strong>ghe alsnog verloren g<strong>in</strong>g.<br />

Uiteraard zou men kunnen tegenwerpen of er we1 acht categorieen nodig<br />

zijn om <strong>de</strong> stormfenomenen te meten. Naarmate het aantal stormgegevens<br />

toeneemt, is een <strong>de</strong>rgelijke verfijn<strong>in</strong>g noodzakelijk. Maar ook a1 zou<strong>de</strong>n er<br />

vier categorieen wor<strong>de</strong>n gebruikt, dan nog krijgen we hetzelf<strong>de</strong> beeld.


Besprek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stormgegevens<br />

20<br />

Wanneer <strong>de</strong> hierboven gepresenteer<strong>de</strong> gegevens wor<strong>de</strong>n samengenomen, komt<br />

naar voren dat er zes perio<strong>de</strong>n van verhoog<strong>de</strong> storrnactiviteit zijn geweest.<br />

De eerste perio<strong>de</strong> van verhoog<strong>de</strong> storrnactiviteit tekent zich af tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

eerste twee <strong>de</strong>cennia van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. De verhoog<strong>de</strong> stormactiviteit valt<br />

groten<strong>de</strong>els samen met <strong>de</strong> vele dagen dat er <strong>in</strong> Biervliet bij <strong>de</strong> vuren gewaakt<br />

moest wor<strong>de</strong>n. Een twee<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van forse toename van storrnactiviteit<br />

tekent zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1450 tot 1480 af. Deze toename kan niet uitsluitend<br />

wor<strong>de</strong>n toegeschreven aan het bronnenmateriaal, maar ook aan het feit dat<br />

het on<strong>de</strong>rhoudvan <strong>de</strong> Oostendse havenwerken er toen als stormbron bijkwam,<br />

waardoor er meer <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> bron te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n is. In alle geraadpleeg<strong>de</strong><br />

reeksen is een toename van stormen te bespeuren. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> korte perio<strong>de</strong><br />

van toegenomen storrnactiviteit is het laatste <strong>de</strong>cennium van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong><br />

eeuw. Ook <strong>tussen</strong> 1506 en 1516 is er opnieuw een versterkte storrnactiviteit.<br />

Deze is toe te schrijven aan enkele stormvloe<strong>de</strong>n uit 1509, 1511 en zware<br />

stormen <strong>in</strong> 1515-1516. Een vijf<strong>de</strong> opmerkelijke toename van storrnactiviteit<br />

v<strong>in</strong>dt plaats vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en duurt tot circa 1575.<br />

De zes<strong>de</strong> en laatste perio<strong>de</strong> van toegenomen storrnactiviteit valt tij<strong>de</strong>ns<br />

het eerste <strong>de</strong>cennium van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw en wordt eigenlijk volledig<br />

bepaald door <strong>de</strong> stormvloed op Twee<strong>de</strong> Paasdag 1606 en nog een twee<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

1609. Ondanks het beschikbaar komen van steeds meer bronnenmateriaal<br />

<strong>voor</strong> het eerste kwart van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw, is er toch geen toename van<br />

storrnactiviteit waar te nemen.<br />

Het beeld van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> stormfrequentie is er een van golfbewe=<br />

g<strong>in</strong>gen. Hierbij spr<strong>in</strong>gen het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw en dat van <strong>de</strong><br />

zestien<strong>de</strong> eeuw het meest <strong>in</strong> het oog. Waar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze fluctuaties nu door<br />

bepaald of waarmee hangen <strong>de</strong>ze samen? Om op die vragen een antwoord<br />

te krijgen, is het nodig erop te wijzen dat naar oorzakelijke verban<strong>de</strong>n kan<br />

wor<strong>de</strong>n gezocht, maar ook naar verschijnselen die daar om niet dui<strong>de</strong>lijk<br />

verklaarbare re<strong>de</strong>nen mee samenhangen. Stormactiviteit speelt <strong>voor</strong>al een rol<br />

vanaf e<strong>in</strong>d september tot beg<strong>in</strong> april, dus geduren<strong>de</strong> het lange w<strong>in</strong>terseizoen.<br />

In dit verband is het van belang naar <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x te kijken, met name<br />

naar het sterke signaal afgegeven tij<strong>de</strong>ns w<strong>in</strong>ters met zwaar<strong>de</strong>re stormen,<br />

die overwegend ook zacht en nat zijn. Nu bestaan er ten aanzien van <strong>de</strong><br />

NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x enkele reconstructies die teruggaan tot <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

stormen die <strong>in</strong> dit artikel wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld (zie figuur 10). Die van V<strong>in</strong>ther<br />

en Cook (2002) bestrijken <strong>de</strong> volledige perio<strong>de</strong>, die van Luterbacher e.a.<br />

(2002) alleen vanaf 1500. Na<strong>de</strong>re analyse van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1400-1625 wijst<br />

uit dat <strong>de</strong> reconstructies van V<strong>in</strong>ther en Cook, herleid tot een <strong>de</strong>rtigjaarlijks<br />

<strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, niet alleen onvolledig, maar ook met elkaar <strong>in</strong><br />

strijd zijn. De reconstructie van Luterbacher van <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x komt wat<br />

dichter bij die van Cook.


-- V<strong>in</strong>ther - V<strong>in</strong>ther elfj. v gemidd. Cook - Cook elfj. v. gemidd. ,-.-.-- Luttetbacher eifj. v. gemidd. - - Lutterbacher<br />

Giguur 'JQ. Noord-Atlantische tucf'ltntrfi~n<strong>in</strong>g, f 409 3625.<br />

Rekenen we <strong>de</strong> gereconstrueer<strong>de</strong> stormfrequentie langs <strong>de</strong> <strong>Vlaams</strong>-Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

zuidkust ook om naar een <strong>de</strong>rtigjarig <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, dan is er<br />

een grote mate van overeenkomst met <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van Cook (2002). Bij<br />

een elfjaarlijks <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> is die overeenkomst met laatstge-<br />

noem<strong>de</strong> nog treffen<strong>de</strong>r, a1 lijkt het erop dat <strong>de</strong> pieken <strong>in</strong> <strong>de</strong> stormfrequentie <strong>in</strong><br />

ons studiegebied steeds enkele jaren eer<strong>de</strong>r vallen. Gelet op het feit dat onze<br />

reconstructie niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kan zijn <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld het Wad<strong>de</strong>ngebied, en<br />

<strong>de</strong> gereconstrueer<strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x van Cook (2002) meer betrekk<strong>in</strong>g heeft<br />

op het gebied rondom Schotland, is <strong>de</strong>ze afwijk<strong>in</strong>g wellicht verklaarbaar.<br />

An<strong>de</strong>r vergelijk<strong>in</strong>gsmateriaal dat teruggaat tot 1400 bestaat uit tempera-<br />

tuurreconstructies. Indien we dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> temperatuur nemen van<br />

<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n oktober tot en met maart (ONDJFM) dan zou er een verband<br />

zichtbaar moeten wor<strong>de</strong>n. De enige temperatuurreeks <strong>voor</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>termaan<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n waarover we beschikken, is die gereconstrueerd door Van<br />

Engelen e.a. (2002) en door Shabalova e.a. (2002). Het verband <strong>tussen</strong> <strong>de</strong><br />

stormactiviteit en <strong>de</strong>ze temperatuurreconstructie is <strong>weer</strong>gegeven <strong>in</strong> Figuur 11.


1400 1425 1450 1475 1500 1525 1550 1575 1600 1625<br />

-- - ... - -<br />

jrl. storm lndlces<br />

- -1 - elfjaarl. <strong>voor</strong>tschr gemldd. I<br />

1<br />

I<br />

--- jrl. w~nter ~nd~ces - elfjaarl <strong>voor</strong>tschr. gem~dd I<br />

I_ 1<br />

Figuur 11. Ttonrfrequetrtic gckoppeld aon <strong>de</strong> iildices vsrr w<strong>in</strong>ter.tarnpter3t'~11r~<br />

1 400- 1 625.<br />

De bovenste dunne lijn geeft <strong>de</strong> jaarlijkse w<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>dices <strong>weer</strong> met het elfjaar-<br />

lijks <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. De on<strong>de</strong>rste dunne lijn geeft <strong>de</strong> jaarlijkse<br />

storm<strong>in</strong>dices <strong>weer</strong> met daar<strong>in</strong> als dikke lijn het elfjaarlijks <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>.<br />

Een dui<strong>de</strong>lijk verband is niet te bespeuren.<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1400-1420 o lagere w<strong>in</strong>tertemperatuur: geen verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1455-1480 o ge<strong>de</strong>eltelijke verhog<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>terternperatuur: slecht verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1490-1495 o lichte verhog<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>tertemperatuur: goed verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1505-1516 o lichte verhog<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>tertemperatuur: verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> circa 1525 o lichte stijg<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>tertemperatuur: slecht verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1550-1575 o hogere temperatuur w<strong>in</strong>ter: verband<br />

Stormperio<strong>de</strong> 1600-1610 o lichte verhog<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>tertemperatuur: verband<br />

Uit bovenstaan<strong>de</strong> kunnen enkele conclusies wor<strong>de</strong>n getrokken. De eerste is dat<br />

het verband <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> stormactiviteit en <strong>de</strong> zachte w<strong>in</strong>tertempera-<br />

tuur lastig aantoonbaar is. Het lijkt erop dat <strong>de</strong> stormvariabiliteit veel groter is<br />

dan <strong>de</strong> schommel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>tertemperatuur. De twee<strong>de</strong> conclusie is dat<br />

<strong>de</strong> temperatuurreconstructie, zoals <strong>de</strong>ze is gebruikt, uitgaat van <strong>de</strong> gegevens<br />

van het bevriezen van Hollandse kanalen vanaf 1634 en op grond van die


'(21 snnSy arz) 0002 101 0581 apo!sad ap uen payqaSlsny<br />

ay !!~alsa~p!nz lay qn suaaaSaSusso1s ap aM uay!nsqaS sooalaea .psaasqyleyaS<br />

uaploM S~91 101 00~1 apo!sad ap I!n ualeqnsaswsols ap uauuny anop u a ~<br />

'(9L61 Y30PPa~3)<br />

Mnaa apuapuanaz ap uea uapp!ur lay 101 Snsal sly3als 1aeS syaas azap seaus<br />

'psaanasuo~asaS puelaSug IOOA Sepsaau ap s! 1aA .apo!~ad apuraouaS ap loon<br />

Sepsaau ap uaa a!1~nasuo3as uaaS 2ous1a1oo~ 1eelsaq uapua? age? ap soo~ .Sqssaau saaus uen ayesds yoo y!!lauseu sa s! ssam!M aly3az laus ~Sueyuauses<br />

ay~uanbayussols apSooysan uaa SIQ 'Selssaau ap s! 13ads-e sapue uag<br />

.ua%%!l saSoy p~appyusa2 samp ap uy uasm<br />

-esadural ap seeM 'uasapuee1A ua aqap ay!!lalsa~p!nz ap uea parqas lay JOOA<br />

ly!nsqaS uaploM uapseeM ap ~!!~sal 'snn1e1adusa1 apsaanasuo3asaS syaasp!!l<br />

uaa saao aM uayyyyxaq uap!a~-wapee~-wepsa~sur~ payqaS lay u! ualeuey<br />

ap ueh uaza!snaq lay uen suanaSaS ap uen s~seq do .urepsalsusy pa!qaS lay<br />

soon sa!33n~~su03assnn3esadusa1 uae uasapueaIA ua puepapa~-~sa~p!n~ uen<br />

suanaSa2ussols uan uajaddoy lay 1 ~p sy pMnoy3saq pa03 '(~002 .e.a y3.101~<br />

uo~) p!1 ap uy ~aaSSn~a1 sapsan lay avxrseau aS~eurualnoj asalosS spaals uaa<br />

uasamey sa!~~nasuo~assnn~asadura1 aJapue yo0 .u!!z Jeeqlan Su!salaqsan soon<br />

azap uauuny '5291 101 00~1 apo!sad ap soon lyeeusaS u!z laa~salu!~ lay<br />

uan uaSupley3s uapuosS apaoS do sa lap lay syuapuo .suaaa2aSsalu!~<br />

apuadojuaal!n uaa a~ms uaa uaa puay ap uee s! psaalo<strong>de</strong>slxaaS suanaSaS


P<br />

- %<br />

3<br />

E,<br />

0<br />

m<br />

a,<br />

cn<br />

In figuur 12 zijn per jaar <strong>de</strong> !geaccumuleer<strong>de</strong> (storm)vloedhoogten <strong>in</strong> cm<br />

boven normaal aangegeven met daar<strong>in</strong> een elfjaarlijks gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Het gaat<br />

hier om <strong>de</strong> vloedgegevens zoals die te Vliss<strong>in</strong>gen zijn waargenomen. Uit <strong>de</strong>ze<br />

reconstructie komt erg sterk een periodiciteit naar voren met een toename<br />

van hoge vloe<strong>de</strong>n en stormen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong> W<strong>de</strong> eeuw, ttn kort<br />

na 1900, en een sterke toename <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zeventig van <strong>de</strong> 20ste eeuw.<br />

1910 20 30 40 1950 60 70 80 90 2600<br />

- Jrl. geaccumul. hoogte - vijf jaarlijks gemidd.<br />

-- --- --<br />

Figir~lr 13, Stormen van 50 tot 12 BenuFofl Er N~dnrland, 19?O-20[FO (KNMI).<br />

Indien daaruit alleen <strong>de</strong> zware stormen wor<strong>de</strong>n gefilterd dan blijken <strong>voor</strong>al<br />

genoem<strong>de</strong> jaren zeventig opvallend stormachtig te zijn geweest en toont ook<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>tussen</strong> 1995 en 2000 een toename aan stormactiviteit (figuur 13).<br />

W<strong>in</strong>ter NAO <strong>in</strong><strong>de</strong>x updated to w<strong>in</strong>ter 199912000<br />

Flgur.ir. 1.1. D9 Moord-At.lanZiach@ Eu.c;ht%tromir~g, s'850-2000 !mar Ocbor-rle 2004; 200%<br />

ook ~~~p:~~www.cru~~aa.a~~.~1Id-~timbr'pr~,jpag~~In~18~~pd~tte.ht<br />

1


Een vergelijkiq met <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x wijst uit dat <strong>de</strong> stormperio<strong>de</strong>n groten<strong>de</strong>els<br />

samenvallen met een sterke NAO <strong>in</strong>vloed (zie figuur 14).<br />

Een vergelijkiq <strong>tussen</strong> <strong>de</strong> stormactiviteit uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1400 tot 1625 en<br />

die van <strong>de</strong> laatste 150 jaar wijst uit dat er <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n sprake is geweest<br />

van toegenomen en afgenomen stormactiviteit. Er is op dit punt dus we<strong>in</strong>ig<br />

verschil <strong>tussen</strong> he<strong>de</strong>n en verle<strong>de</strong>n.<br />

Toekomstig on<strong>de</strong>rzoek<br />

Hoe moet het nu ver<strong>de</strong>r met her on<strong>de</strong>rzoek naar stormen uit het verle<strong>de</strong>n?<br />

Tussen 1625 en het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentele waarnem<strong>in</strong>gen van w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>gen<br />

en stormen (1701) zit een hiaat. Dit hiaat kan wor<strong>de</strong>n overbrugd<br />

door <strong>de</strong> stormen uit die perio<strong>de</strong> te bestu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> hand van het soort<br />

bronnen waaraan <strong>in</strong> dit artikel een hoge waar<strong>de</strong> is toegekend. Daarbij ligt<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> nadruk op dijkreken<strong>in</strong>gen. Voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1600 tot circa 1850 is<br />

dit bronnenmateriaal op grote schaal beschikbaar. Bovendien v<strong>in</strong><strong>de</strong>n er <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Zeeuwse <strong>de</strong>lta en het noordwestelijke <strong>de</strong>el van Noord-Brabant op grote<br />

schaal herbedijk<strong>in</strong>gen plaats (Van Cruyn<strong>in</strong>gen 2006; De Kraker 2007), zodat<br />

het aantal reeksen ook fl<strong>in</strong>k toeneemt. Dit heeft als belangrijk pluspunt dat<br />

stormen uit alle w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd. Immers, pol<strong>de</strong>rs<br />

op <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> van eilan<strong>de</strong>n zullen overwegend last on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n van oostenw<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

Deze w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> het huidige on<strong>de</strong>rzoek nog maar we<strong>in</strong>ig<br />

gesignaleerd. An<strong>de</strong>rzijds lei<strong>de</strong>n oostenw<strong>in</strong><strong>de</strong>n juist niet tot opstuw<strong>in</strong>g van<br />

zeewater <strong>in</strong> <strong>de</strong> zeegaten, maar juist tot het omgekeer<strong>de</strong>. Daarnaast wor<strong>de</strong>n<br />

stadsreken<strong>in</strong>gen wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijk. Dit ligt <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> wijze van adm<strong>in</strong>istreren. In plaats van het noteren van alle <strong>de</strong>tails<br />

(vijftien<strong>de</strong> en zestien<strong>de</strong> eeuw) als een hele reeks uitgavenposten, volstaat men<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en later steeds meer met verzamelposten die<br />

verwijzen naar bewijsstukken. De bewijsstukken wor<strong>de</strong>n 10s naast <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g<br />

bewaard en overlegd bij <strong>de</strong> jaarlijkse controle. Veel van <strong>de</strong>ze bewijsstukken<br />

zijn daarna verloren gegaan. Sommige ste<strong>de</strong>n, zoals Amsterdam en Zierikzee<br />

hebben het zelfs zo bont gemaakt om hele reeksen reken<strong>in</strong>gen als oud papier<br />

te verkopen of te verbran<strong>de</strong>n.<br />

Een twee<strong>de</strong> grote kans die zich geed laat benutten, is het uitbrei<strong>de</strong>n van het<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgebied naar het Z~i<strong>de</strong>rzee~ebied. Hier bevatten <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>gen (en<br />

bijlagen) van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige Zui<strong>de</strong>rzeeste<strong>de</strong>n veel gegevens over stormen. Daar<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong>, zuidzij<strong>de</strong> en westzij<strong>de</strong> met stormen en hoge zeeen<br />

wer<strong>de</strong>n geconfronteerd, kunnen uit <strong>de</strong>ze bronnen vrijwel alle 'w<strong>in</strong>dricht<strong>in</strong>gen'<br />

wor<strong>de</strong>n gehaald. Bovendien stelt een overzicht van stormen uit dit gebied ons<br />

<strong>in</strong> staat <strong>de</strong>ze met die van <strong>de</strong> <strong>Vlaams</strong>e kust en <strong>de</strong> Zeeuwse <strong>de</strong>lta te vergelijken


en op die manier een beter ruimtelijk beeld van stormen te krijgen. Het kan<br />

ons zelfs <strong>in</strong> staat stellen stormtrajecten te reconstrueren.<br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> grote kans <strong>voor</strong> het toekomstige on<strong>de</strong>rzoek zit <strong>in</strong> het toepassen<br />

van <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit artikel besproken metho<strong>de</strong> op het recente materiaal om <strong>de</strong><br />

bruikbaarheid daarvan te vergroten. Op die wijze kan ook het beeld van <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1400 tot 1625 ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n bijgesteld.<br />

In <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> plaats is er een rol weggelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vele le<strong>de</strong>n van het grote<br />

aantal heem- en oudheidkundige verenig<strong>in</strong>gen, die zich <strong>voor</strong>al richten op <strong>de</strong><br />

studie van het eigen heem. Uit het bronnenmateriaal kunnen veel historische<br />

stormen wor<strong>de</strong>n gehaald. Ook hier gaat het om bronnenmateriaal uit<br />

kuststreken. Indien dit wordt verzameld <strong>in</strong> een grote databank met daarbij per<br />

stormgegeven enkele kerngegevens, dan kan ook dit het stormon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

toekomst tot fl<strong>in</strong>ke steun zijn. Ook bijkomen<strong>de</strong> vragen als hoe <strong>de</strong> toenmalige<br />

samenlev<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong>rgelijke stormfenomenen aankeek, welke maatregelen<br />

wer<strong>de</strong>n getroffen en hoe doeltreffend die bleken te zijn, kunnen groten<strong>de</strong>els<br />

aan <strong>de</strong> hand van een studie van dit bronnenmateriaal wor<strong>de</strong>n beantwoord.<br />

Ten slotte kunnen <strong>de</strong> resultaten van het stormon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n<br />

een belangrijke bijdrage leveren om <strong>in</strong> Europees ka<strong>de</strong>r <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x ver<strong>de</strong>r<br />

terug <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd te reconstrueren. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> reconstructie van storm-<br />

trajecten kan tevens een beter beeld wor<strong>de</strong>n verkregen van het te verwachten<br />

<strong>weer</strong>beeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst, waarbij extreme regenval en stormactiviteit niet<br />

zel<strong>de</strong>n hand <strong>in</strong> hand gaan. Wat dit laatste betreft, draagt <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter 2007-2008<br />

<strong>weer</strong> belangrijke bouwstenen aan <strong>voor</strong> een positieve NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x.<br />

Afsluiten<strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>gen en conclusies<br />

Welke conclusies kunnen nu wor<strong>de</strong>n getrokken uit <strong>de</strong> hier gepresenteer<strong>de</strong><br />

reconstructie van <strong>de</strong> stormen uit <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>tijd van <strong>de</strong> Kle<strong>in</strong>e IJstijd? Om te<br />

beg<strong>in</strong>nen eerst enkele samenvatten<strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>gen. In dit artikel is <strong>in</strong>gegaan<br />

op het specifieke soort archivalia dat zich leent <strong>voor</strong> het reconstrueren van<br />

historische stormen uit een perio<strong>de</strong> dat er nog geen <strong>in</strong>strumentele waarne-<br />

m<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n verricht. Dit zijn bronnen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op gebie<strong>de</strong>n<br />

enlof objecten die erg gevoelig <strong>voor</strong> storm waren, zoals dijken, havenwerken<br />

en du<strong>in</strong>en en daardoor economische scha<strong>de</strong> opliepen. Aan dit soort bronnen<br />

moeten hoge eisen wor<strong>de</strong>n gesteld: ze moeten een lange perio<strong>de</strong> bestrijken,<br />

homogeen en uniform van karakter zijn en geen noemenswaardige hiaten<br />

vertonen. Het bronnenmateriaal levert <strong>in</strong>formatie op die uiteenloopt van<br />

meld<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong> stormen, hoge zeeen en stormvloe<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> datum<br />

waarop ze plaatsvon<strong>de</strong>n, tot allerlei vormen van scha<strong>de</strong> en omstandig-<br />

he<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r ze plaatsvon<strong>de</strong>n. Omdat steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort <strong>in</strong>formatie


terugkomt, kunnen op grond daarvan criteria wor<strong>de</strong>n geformuleerd. Aan<br />

<strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze criteria kan een stormgebeurtenis wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geschaald.<br />

Daarbij is uitgegaan van acht categorieen, zodat er een schaal van 1 tot 8<br />

punten ontstaat. Zodra srormen zijn <strong>in</strong>geschaald, ontstaat een beeld van <strong>de</strong><br />

stormactiviteit tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1400 tot 1625.<br />

Geconclu<strong>de</strong>erd kan wor<strong>de</strong>n dat er zes perio<strong>de</strong>n van ongelijke duur zijn te<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> sprake was van een verhoog<strong>de</strong> stormfrequentie. Dit<br />

betekent dat het kustgebied van <strong>de</strong> <strong>Lage</strong> Lan<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re vlakke <strong>de</strong>len met<br />

grote regelmaat <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n en soms <strong>voor</strong> langere rijd <strong>in</strong> sterkere mate<br />

kwetsbaar waren. Zon<strong>de</strong>r extra f<strong>in</strong>ancieel-economische <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g heeft<br />

<strong>de</strong> toenmalige samenlev<strong>in</strong>g die verhoog<strong>de</strong> druk moeilijk kunnen opvangen,<br />

rerwijl dit <strong>in</strong> oorlogstijd vrijwel onmogelijk moet zijn geweest. Er waren<br />

grootschalige overstrom<strong>in</strong>gen, met veel materiele scha<strong>de</strong> en veel menselijk<br />

leed. De eerste vraag hoe kennis van historische stormen ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

kwetsbaarheid van ons vroeger woongebied vergroot, kan dus positiefwor<strong>de</strong>n<br />

beantwoord.<br />

Hoewel het nog niet geheel dui<strong>de</strong>lijk is waarmee <strong>de</strong>ze verhoog<strong>de</strong> stormfre-<br />

quentie precies samenhangt, verroont zij we1 parallellen met <strong>de</strong> gelijksoortige<br />

periodiciteit die te bespeuren is <strong>in</strong> <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x. Immers, verhoog<strong>de</strong> storm-<br />

acriviteit hangt samen met een versterkte Noord-Atlantische Luchtstrom<strong>in</strong>g,<br />

met zachte en natte w<strong>in</strong>ters. Indirect is er een verband <strong>tussen</strong> verhoog<strong>de</strong><br />

stormactiviteit en hogere w<strong>in</strong>terse temperaturen. Zolang er geen metho<strong>de</strong><br />

wordt gevon<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> NAO-<strong>in</strong><strong>de</strong>x ver<strong>de</strong>r terug re reconstrueren dan het<br />

mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, blijft het bewerken van hoogwaardige<br />

archivalische bronnen echter <strong>de</strong> enige manier om mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> <strong>in</strong>schal<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

acht categorieen te komen tot <strong>de</strong> reconstructie van historische stormen en het<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van stormpatronen daar<strong>in</strong>. De twee<strong>de</strong> vraag of veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> stormactiviteit een teken van klimaatsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vroeger tij<strong>de</strong>n waren,<br />

kan ondanks het feir dat er nog veel on<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n verricht, als<br />

<strong>voor</strong>zichtig positief wor<strong>de</strong>n beantwoord.<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vraag was wat kennis van verhoog<strong>de</strong> stormactiviteit uit het verle<strong>de</strong>n<br />

bijdraagt tor het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het toekomstig klimaatsverloop. Dat <strong>de</strong>rgelijke<br />

kennis relevant is <strong>voor</strong> het he<strong>de</strong>n, wordt door <strong>de</strong> hier gepresenteer<strong>de</strong> gegevens<br />

bevestigd. Gezien het nog prille <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorzakelijke verban<strong>de</strong>n, moeten<br />

we <strong>voor</strong>alsnog <strong>voor</strong>zichtig zijn met het aan het elkaar relateren van <strong>de</strong> recenre<br />

klimatologische gebeurtenissen. We1 is het op zijn m<strong>in</strong>st opvallend dat we<br />

verhoog<strong>de</strong> stormactiviteit zien <strong>in</strong> samenhang met meer en onregelmatiger<br />

neerslag en met een sterke temperatuurssrijg<strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r historisch-klima-<br />

tologisch on<strong>de</strong>rzoek zou meer licht kunnen werpen op <strong>de</strong> precieze causale<br />

samenhang.<br />

Tenslotte, om meer <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> stormtrajecten te krijgen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> volledige<br />

perio<strong>de</strong> 1400 tot he<strong>de</strong>n, is na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek van stormen <strong>in</strong> twee kernge-<br />

bie<strong>de</strong>n van belang. Dit zijn <strong>de</strong> Zeeuwse Delta en <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rs, dijken en havens


ondom <strong>de</strong> vroegere Zui<strong>de</strong>rzee. Met <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie kan niet alleen het gat<br />

vanaf 1625 tot <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw wor<strong>de</strong>n opgevuld, maar zo kan ook een<br />

na<strong>de</strong>re ruimtelijke spreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van stormen <strong>in</strong> Noordwest-Europa<br />

wor<strong>de</strong>n verkregen. Dat het bronnenmateriaal ook nog eens veel gegevens<br />

oplevert omtrent perceptie van stormen en het soort maatregelen waarop <strong>de</strong><br />

toenmalige samenlev<strong>in</strong>g op <strong>de</strong>rgelijke <strong>weer</strong>sextremen heeft gereageerd, is een<br />

aardig maar steeds actueler wor<strong>de</strong>nd on<strong>de</strong>rzoeksterre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> historische<br />

klimatologie.


Noten<br />

1 Dit artikel is <strong>de</strong>els een bewerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>els een aanvull<strong>in</strong>g van eer<strong>de</strong>re publikaties over historische stormen<br />

(De Kraker 1999,2000,2002 en 2005). Gebruikte aflort<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit artikel zijn:<br />

KNMI Kon<strong>in</strong>klijk Ne<strong>de</strong>rlands Meteorologisch <strong>Instituut</strong><br />

NAO North Atlantic Oscillation<br />

NAP Nieuw Amsterdams Peil<br />

IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change<br />

DJFM December-januari-februari-maart temperatuur<br />

2 KMI-website (Brussel) http:l/www.meteo.be/meteo/view/nll251868-Augustus+2006.html<br />

3 Gegevens Rijkswaterstaat, M<strong>in</strong>isterie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag. Jaarstaten per meetstation,<br />

hier Vliss<strong>in</strong>gen.<br />

4 Me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van 11 maart 2009 door ZLM-verzeker<strong>in</strong>gen (Edw<strong>in</strong> Goetheer, Goes).<br />

5 NA VOC, no. GO Scheepsjournaal van <strong>de</strong> 'Amsterdam'. Het schip lag voo~ anker <strong>in</strong> <strong>de</strong> haven van Ternate<br />

van 17 mei 1599 tot mid<strong>de</strong>n augustus 1599, maar elke dag werd het <strong>weer</strong> genoteerd. Dit geldt ook <strong>voor</strong> het<br />

schip <strong>de</strong> 'Zeeland' dat <strong>in</strong> 1598 en 1599 vaak<strong>voor</strong> anker lag <strong>in</strong> een Javaanse havens, terwijl toch elke dag het<br />

<strong>weer</strong> werd genoteerd (NAVOC. no. 54) (Vergelijk De Kraker 2000a).<br />

6 Algemeen Rijksarchief Brussel (ARAB), Rekenkamer van Vlaan<strong>de</strong>ren (RK), nrs. 36706 tlm 36904<br />

(Nieuwpoort 1401 tlm 1610) en nrs. 37239 tlm 37360 (Oosten<strong>de</strong> 1403 tlm 1538).<br />

7 ARAB RK, nr. 32258 (stadsreken<strong>in</strong>g Oosten<strong>de</strong> 1430131). ,<br />

8 ARAB RK, nr. 36709 (stadsreken<strong>in</strong>g Nieuwpoort 140411405).<br />

9 ARAB RK, nr. 36720 (stadsreken<strong>in</strong>g Nieuwpoort, 1417118).<br />

10 ARAB RK, nr. 36879 (stads~eken<strong>in</strong>~ Nieuwpoort, 1584185)<br />

11 ARAB RK, nr. 32064 (stadsreken<strong>in</strong>g Biervliet, 1407108).<br />

12 ARAB RK, nr. 32090 (stadsreken<strong>in</strong>g Biervliet, 1450151).<br />

13 ARAB RK, nr. 27915 (dijkreken<strong>in</strong>g Pol<strong>de</strong>r van Namen en Tr<strong>in</strong>iteyt, 1467168).<br />

14 Zij hier zij<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gs opgemerkt dat <strong>de</strong> studie van Pierre Alexandre (1987: 336-581) we<strong>in</strong>ig aan het stormon-<br />

<strong>de</strong>rzoek heeft toegevoegd, daar hij zich <strong>voor</strong>al gericht heeft op bronnen van meer <strong>in</strong>lands gelegen plaatsen<br />

van Noord-Frankrijk en nauwelijks meld<strong>in</strong>g maakt van stormen <strong>in</strong> kustgebie<strong>de</strong>n, zoals bij<strong>voor</strong>beeld Calais<br />

en Du<strong>in</strong>kerke.<br />

15 ARAB RK, nr. 32147 (stadsreken<strong>in</strong>g Biervliet 1516117).


I<br />

I 165-V.<br />

Literatuur<br />

ALEXANDRE, l? 1987: Le climat en Europe au Moyen-Age, Contribution li- historic <strong>de</strong>s variations climatiques<br />

<strong>de</strong> 1000 ~2 1425, d'aprPs les sources narratives <strong>de</strong> I'Europe occi<strong>de</strong>ntale (Paris).<br />

ALLEMEYER, M.L. 2006: 'Ke<strong>in</strong> Land ohne Deich.. .!'Xebenswelten e<strong>in</strong>er K~stengeseIIscha$ <strong>in</strong> <strong>de</strong>r Friihen<br />

Neuzeit (Gott<strong>in</strong>gen) .<br />

BEEKMAN, F. 2007: De Kop van Schouwen on<strong>de</strong>r bet mnd. Duizendjaar du<strong>in</strong>vorm<strong>in</strong>g en du<strong>in</strong>gebruik op een<br />

Zeeuws eiland (Utrecht).<br />

BRIFFA, K. R. en ~~TTHEWS, J.A. 2002: Advance-1OK: a,European contribution towards a hemisheric<br />

<strong>de</strong>ndrodimatology for the Holocene, The Holocene, jg. 121nr. 6, pp. 639-642.<br />

BUISMAN, J. en ENGELEN, A.F.V. VAN (red.) 1995-2000: Duizendjaar <strong>weer</strong>, w<strong>in</strong>d en water <strong>in</strong> <strong>de</strong> Luge Lan<strong>de</strong>n<br />

(4 <strong>de</strong>len) (Franeker).<br />

COOK, E.R, ~'ARRIGO, R.D. en MANN, M.E. 2002: A well-verified multiproxy reconstruction of the<br />

w<strong>in</strong>ter North Atlantic Oscillation In<strong>de</strong>x s<strong>in</strong>ce AD 1400, Journal of Climate, vol. 15, pp. 754-764.<br />

CRADDOCK, J.M. 1976: Annual ra<strong>in</strong>fall <strong>in</strong> England s<strong>in</strong>ce 1725, Quaternary Journal Royal Meteorological<br />

Society, vol. 102, pp. 823-840.<br />

CRUYNINGEN, l? VAN 2006: Profits and risks <strong>in</strong> dra<strong>in</strong>age projects <strong>in</strong> Staats-Vlaan<strong>de</strong>ren, c. 1590-1665,<br />

Jaarboek <strong>voor</strong> Ecologische Geschie<strong>de</strong>nis 2005/2006 Water Management, Communities, and Environment.<br />

The Low Countries <strong>in</strong> Comparative Perspective. c. I000 - c 1800, pp. 123-1 43.<br />

DAVIES, T. l? ,KELLY, M. en OSBORNE, T 1997: Expla<strong>in</strong><strong>in</strong>g the climate of the British isles, <strong>in</strong>: HULME, M.<br />

en E. BARROW (red) Climates of the British Isles, present, pat andfiture, (London en New York), pp. 11-33.<br />

DEGRYSE, R. 1994: De vroegstegeschie<strong>de</strong>nis van Nieuwpoort: een havenstad en omgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Westelijk<br />

Vhn<strong>de</strong>ren tot 1386 (Nieuwpoort).<br />

DEKKER, C. 1988: Tussen twee vloe<strong>de</strong>n. De striid tegen het water <strong>in</strong> Zeeland bewesten Schel<strong>de</strong> <strong>tussen</strong><br />

1530 en 1532, Bijdragen en Me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>kn<strong>de</strong>n, jg. 1031 nr. 4, pp.<br />

607-621.<br />

, .,<br />

ENGELEN, A.F.V. VAN en GEURTS, H.A.M. 1985: Nicolaus Cruquius (1678-1754) and his meteorological<br />

observations. Kon<strong>in</strong>klijk Ne<strong>de</strong>rlands Meteorologisch <strong>Instituut</strong> (De Bilt).<br />

ENGELEN, A.F.V. VAN, BUISLIAN, J. en IJNSEN, F. 2002: A millennium of Weather, W<strong>in</strong>ds and Water <strong>in</strong> the<br />

Low Countries, <strong>in</strong>: Jones, PD., OGILVIE, A.E.J., DAVIES, T.D. en BRIFFA, K.R. (red.) History and climate.<br />

Memories of thefiture? (New York, Boston, Dordrecht, London, Moscow) Kluwer Aca<strong>de</strong>miclPlenum<br />

Publishers, pp. 101-125.<br />

GEURTS, H.A.M. en ENGELEN, A.F.V. VAN 1992: Beschrijv<strong>in</strong>g antieke meetreeksen, KNM1 publikatie nr.<br />

I GOTTSCHALK, M.K.E. 1971-1977: Stormvloe<strong>de</strong>n en rivieroverstrom<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland 3 <strong>de</strong>len, (Assen).<br />

I<br />

JACUBOWSKI-TIESSEN,<br />

M. 1992: Sturmjut 171 7. Die Bewaltigung e<strong>in</strong>er Naturkatmophe <strong>in</strong> <strong>de</strong>r Friihen<br />

Neuzeit (Mi<strong>in</strong>chen).


Jr~cu~o~~s~~-T~~ss~~,<br />

M. 2006: Div<strong>in</strong>e Judgement 01 Incalc~~lable Risk? A natural Disaster and its<br />

Consequences, <strong>in</strong>: F. WALTER (red.) Les cultures du risque me-me ssicle). Travaux d'historie suisse, <strong>de</strong>el<br />

3 (Genive), pp. 87-98.<br />

JONES, l?D en MANN, M.E. 2004: Climate over past millennia, Review of Geophysics, 42, RG2002,<br />

doi:lO. 1029/2003RG000143.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 1997: Landschap uit balans. De <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> natuur,' <strong>de</strong> economie en <strong>de</strong>politiek op<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van bet landscbap <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ker Arnbachten en bet Land van Saef<strong>in</strong>ghe tzlssen 1488 en 1609<br />

(Utrecht).<br />

KRAKER, A.M.J. DE 1999: A method to assess the impact of high ti<strong>de</strong>s, storms and storm surges as vital<br />

elements <strong>in</strong> climatic history. The case of stormy weather and dikes <strong>in</strong> the northern part of Flan<strong>de</strong>rs, 1488<br />

to 1609, Climatic Change, vol. 43, pp. 287-303.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2000a: The ol<strong>de</strong>st Dutch ship's logs (1595-1610) their <strong>in</strong>terest for climate history<br />

<strong>in</strong> general and global climatic change <strong>in</strong> particular, <strong>in</strong>: T. M~KAMI (red.) Proceed<strong>in</strong>gs of the International<br />

Conference. Climate Change and vdriability - Past, Present and Future - Tokyo, 13-17 Sept. 1999 (Tokyo),<br />

pp. 95-101.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2000b: Storm surges, high ti<strong>de</strong>s and storms as extreme weather events, their impact on<br />

the coastal zone of the North Sea and the human response, 1350 to 2000, <strong>in</strong>: B. OBREBSKA-STARKEL (red.)<br />

Reconstructions of climate and its mo<strong>de</strong>ll<strong>in</strong>g. Millennium images and reconstructions of weather and climate<br />

over the last millennium (Cracow), pp. 85- 10 1.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2002: Historic storms <strong>in</strong> the North Sea area, an assessment of the storm data, the<br />

present position of research and the prospects for future research, <strong>in</strong>: WEFER, G, BERGER, W., BEHRE en<br />

K-E, JANSEN, E (red.) Climate Development and history of the North Atlantic Realm (Berl<strong>in</strong>), pp. 41 5-434.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2005: Reconstruction of Storm Frequency <strong>in</strong> the North Sea Area of the Pre-<strong>in</strong>dustrial<br />

Period, 1400-1625 and the Connection with Reconstructed Time Series of Temperatures, History of<br />

Meteorology, vol. 2, pp. 51-69.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2006a: Historical climatology, 1950-2006. An overview of a <strong>de</strong>velop<strong>in</strong>g science with<br />

a focus on the Low Countries, <strong>in</strong>: C. VERBRUGGEN (red.) BelGeo. Specialhsue Geoarcheology, historical<br />

geography andpaleoecology, pp. 307-339.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2006b: Flood events <strong>in</strong> the southwestern Netherlands and coastal Belgium, 1400-<br />

1953, Hydrological Sciences-Journal, jg.5 11 nr. 5, pp. 9 13-930.<br />

KRAKER, A.M.J. DE 2007: Zeeuwse zekerheid verankerd <strong>in</strong> Zeeuws-<strong>Vlaams</strong>e bo<strong>de</strong>m. Bedijk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Staats-<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren door Noord-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het landschap <strong>tussen</strong> 1600 en 1800: enkele<br />

hoofdlijnen, <strong>in</strong>: M. EBBEN en S. GROENVELD (red.) De Scheh'e<strong>de</strong>lta als verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en scheid<strong>in</strong>g <strong>tussen</strong> Noord<br />

en Zuid, 1500-1800 (Maastricht), pp. 69-91.<br />

KRAKER, A.M.J. DE en WEEMAES, F.D.M. 1995: Malen <strong>in</strong> moeilijke tij<strong>de</strong>n Degeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />

grafelijke ros-, w<strong>in</strong>d- en watermolens <strong>in</strong> Noord-Vlaan<strong>de</strong>ren en aangrenzend Zeeland twsen I450 en I610<br />

(Kloosterzan<strong>de</strong>).<br />

KRAKER, A.M.J. DE, WIELINGA, R. en KONING, D. DE 2008: Mid<strong>de</strong>leeuws proces van zoutzie<strong>de</strong>n als<br />

experiment herhaald, Westerheem, jg. 57/ nr. 4, pp. 194-209.


' I<br />

LAMB, H.H en FRYDENDAHL. K. 199 1 : Historic Storms of the North Sea, British Isles and Northwestern Europe<br />

(Cambridge).<br />

LUTERBACHER, J., XOPLAKI E, DIETNCH E, JONES, P, DAVIES T, PORTIS D, GONZALES-ROUCO J, VON STORCH<br />

H, GYAL~~TRA~ D, CASTY C en H. WANNER H. 2002: Extend<strong>in</strong>g North Atlantic Oscillation reconstructions<br />

back to 1500, Atmospheric Science Letters vol. 2, pp. 114-124, doi: I- 1-61asle.2001.0044.<br />

MOBERG, An<strong>de</strong>rs, Dmitry M. SONECHKIN, Kar<strong>in</strong> HOLMGREN, N<strong>in</strong>a M. DATSENKO en Wibjorn &KEN<br />

2005: Highly variable Northern Hemisphere temperatures reconstructed from low- and high-resolution<br />

proxy data, Nature, vol. 433, pp. 613-617.<br />

OSBORNE, T.J. 2004: Simulat<strong>in</strong>g the w<strong>in</strong>ter North Atlantic Oscillation: the roles of <strong>in</strong>ternal variability and<br />

greenhouse forc<strong>in</strong>g, Climate Dynamics, vol. 22, pp. 605-623.<br />

OSBORNE, T.J. 2006: Recent varieties <strong>in</strong> the w<strong>in</strong>ter North Atlantic Oscillation, Weather, vol. 61, pp. 353-<br />

355.<br />

ROHR, Chr. 2007: Exstreme Naturereignisse im Ostalpenraum. Naturevfahrung im Spatmittelalter und am<br />

Beg<strong>in</strong>n <strong>de</strong>r Neuzeit (Keulen-Weimar-Wenen).<br />

SHABALOVA, M.V. EN ENGELEN, A.F.V. VAN 2003: Evaluation of a reconstruction of w<strong>in</strong>ter and summer<br />

temperatures <strong>in</strong> the Low Countries, AD 764-1998, Climatic Change, nr. 58, pp. 219-242.<br />

STORCH, H. VON, ZORITA, E. JONES, J.M.DIMITNEV, Y.GonzAlez-ROUCO, F. en TETT, S.F.B. 2004:<br />

Reconstruct<strong>in</strong>g past climate from noisy data, Science, vol. 306, pp. 679-682, doi: 10.1 126/Science,<br />

1096109.<br />

VINTHER, B.M., ANDERSEN, K.K., HANSEN, A.W., SCHMITH, T. en PD. JONES 2003: Improv<strong>in</strong>g the<br />

GibralterIReykjavik NAO <strong>in</strong><strong>de</strong>x, Geophysical Research Letters, vol. 39, p. 2222 doi:10.1029/20031<br />

GL18220<br />

WEE, H. VAN DER 1963: Thegrowth of the Antwerp market and the European Economy (14h - I@ century),<br />

3 <strong>de</strong>len (Den Haag).<br />

WHEELER, D. 2005: British Navel Logbooks from the Late Seventeenth Century: New climatic<br />

<strong>in</strong>formation from old sources, History ofMeteorology, vol. 2, pp. 133-146.<br />

WOODRUFF, S. D, DIM, H.F. WORLEY, S.J. REYNOLDS, R.W. en LUBKER, S.J. 2005: Early ship observational<br />

data and icoads, Climatic Change, vol. 73, pp. 169- 194.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!