10<strong>dwars</strong>Toegegeven, het station van Leuvenblinkt aanlokkelijk onder een mild grijzehemel. Al snel borrelt echter een geutheimwee naar boven en mis ik de Antwerpsedieren die me dagelijks vanuithun kooi groeten. Eenmaal de winkelzakjesin het vizier, snellen mijn kooplustigebenen naar de Bondgenotenlaan.Met nieuwe, stoute schoenen aan vraagik een student me wegwijs te maken naarde universitaire bibliotheek. Zijn piekhaarkijkt verrast op me neer. Of ik hétLadeuzeplein niet ken, ofwa? Ik zou wil-Het Leuven zoals het is: KULTekst:“Onze universiteit is veel moeilijkerdan die van <strong>Antwerpen</strong>, reldstad is, dat Leuven maar één straatlen sneren dat <strong>Antwerpen</strong> pas een we-op het Monopoly-bord heeft staan en datdat weet het kleinste kind.” Eenik, hoewel buitenstaander en vrouw, meLeuvense studente staart me met best kan oriënteren in dit omhooggevallenprovinciestadje. Zonder zijn hulp be-gifgroene ogen aan. Uit haarmond klettert een hagelvlaag reik ik hét plein en dé bib. Wat ik daarvan holle vooroordelen. Zulk geraaskalkan je lachend wegwim-zie, valt met geen pen te beschrijven, ookniet als deze een UA-logo heeft, geheelvolgens de nieuwe huisstijl. Bustes vanpelen, herkauwen, terugkaatsen. prominente figuren, naar geschiedenisOf je schrijft er een artikel over. ruikende boeken, Middeleeuwse wenteltrappen,rondtollende wereldbollen; deOm zelf niet in onzinnige prietpraatte vervallen, zet ik koers hele kosmos kijkt een beetje mee naar hethandjevol lezers op de zandkleurige banken.Een Leuvense studente vertelt menaar deze “enige echte studentenstad”aan de Dijle, in de hoop met pretoogjes dat deze zaal zich tijdensde waarheid te achterhalen. Het de blok ontpopt tot een waar liefdesnest.wordt een vogelvlucht langs fakbars,fiere kotbewoners, aula’s en deze praktijken kent de Antwerpse bibEerste geniepige wenken en knipoogjes,ook. Nu is het ernstig stil. Zelfs het opgefoktegekir van de marktkramers buitenAlma’s. Dit alles met één nobeldoel voor ogen: de gekrenkte eer botst tegen een dove, imposante muur.van <strong>Antwerpen</strong> herstellen.Om de benijdenswaardige pracht vandit culturele pareltje te verteren, begeefik me naar Alma 2, het net vernieuwdestudentenrestaurant. Met zijn rode wandenen lampen en metaalachtige toonbankenoogt deze eetplek bijzonder fris.Mijn spijsverteringsstelsel pruttelt echtertegen. Waar je je wel op kan verlekkeren,zijn Alma’s blitse concerten en verjaardagsfeestjes,met gourmet, BBQ of dessertenbuffet.Dat alles in Leuven op destudent is gericht, blijkt ook uit de verenigingVELO, waar je een goedkope fietskan huren. Bovendien hoeven studentenniet te betalen voor het lokaal openbaarKirsten CornelissenFoto’s: Rudina Corajvervoer. Een UA-minnende ziel zou nuopperen dat dit normaal is voor een stadmet ruim 30 000 studenten en dat dit aantalook enkele nadelen inhoudt. Meer danin <strong>Antwerpen</strong> wordt het feestgedruis inLeuven streng bewaakt door de politie.De huidige politieke aanpak maakt vanLeuven een “truttige stad, waar één centimeterte schuin lopen bestraft wordt”,aldus een redactielid van het Leuvensestudentenblad Veto. <strong>Antwerpen</strong> bruistook zonder haar 10 000 studenten. Zeswingt haar bezoekers van kroeg naarkater, van pint naar pot, elk weekendweer.<strong>Antwerpen</strong> heeft geen rockfestival nodigom toeristen te lokken. Bij het betredenvan de Oude Markt, voel ik weer dieplakkerige massa met haar stouwendeen stampende ledematen. Ze liet me werkelijkal elke uithoek van dit marktpleinzien, dus besluit ik me aan het serieuzedeel van mijn missie te wijden. Gedrevenga ik op zoek naar andere redenen vande verbeten Leuven-liefde. Steeds weerwijzen studenten me op het knusse kotlevenin hun stad. “In <strong>Antwerpen</strong> en Gentwordt er meer gependeld. Hier kunnende meesten ’s nachts blijven feesten en zogroeit er een sterkere band tussen medestudenten.”Dit fiere gekraai klinkt verleidelijkoprecht, maar de cijfers zien erminder fraai uit. De laatste jaren zit hetkotleven in een dalletje. Het percentage
kotstudenten, dat een decennium geledennog 75% bedroeg, reikt niet verdermeer dan 64%. Voor UA is dit zo’n 27%.Sommige conservatieve jongeren voelenzich aangetrokken tot de stad door haarvaste waarden, haar lange traditie als studentenoord.De KULeuven bestaat sinds1492 en is de oudste universiteit van deLage Landen. Tegenwoordig ziet oudeeik Leuven het alternatiever, linkser enhipper imago van haar Gentse concurrentemet lede ogen aan. Een beledigdestudente wrijft me dan weer onder deneus dat Leuven het beste universitaironderwijs heeft. Voor objectieve cijfergegevensheb ik echter wel een neus, juffer.Het gemiddelde slaagpercentage in eersteBachelor (voor generatiestudenten)schommelt rond 44% in <strong>Antwerpen</strong> enligt níet hoger dan dat van KULeuven,integendeel.tot mijn lego-collectie kunnen behoren,ware het niet dat cultuurpaus Jan Fabrehet brein was achter dit onmiskenbarekúnstwerk. Grote namen wikkelen allesin mooi inpakpapier. Ik drink, feest, mismenige les, en ben studente in Leuven.Bij dat laatste gaat bomma’s wenkbrauwbewonderend de hoogte in, vergetendwat eerder in het rijtje kwam. Leuvenomkranst me met haar torenhoge trots.Aan de wanden van het stadhuis prijkenlevensgrote foto’s van bruingetinte studenten.Ze schampert, laat haar pronkerigeblik over deze miezerige Antwerpsestudente dwalen. Dan haalt ze cijfersboven. Leuven heeft ongeveer 3300 buitenlandsestudenten. Deel dit aantal doorvier. Sluit uw ogen. Het getal achter uwwimpers geldt voor <strong>Antwerpen</strong>. Ik sluitmijn oren. Procentjes zeggen (nu) tochniet veel.Soms zegt een steen meer dan een redactriceen haar procentjes. Niet enkeljongeren steken lofredes af over hun geliefdestad, ook standbeelden spelen alleLeuvense troeven uit. “Fonske” weet watstudenten in hun hart dragen. Met boeken bier staat hij parmantig op zijn sokkelen doet voorbijgangers likkebaarden.Hij is het Manneke Pis van Leuven, datwordt aangekleed en alle toeristen, methun droge snakkende tong, naar StellaArtois leidt. Even verderop zit de “Kotmadam”op een bankje. Ze reikt me haarzware zwarte arm aan om me te strikkenin haar spinrag van kotlevens. Vaak zegteen steen echter niets. Hoog boven hetinmiddels gekende Ladeuzeplein wapperteen geelgroene kever, doorspiestmet een naald. Het “kunstwerk” werddoor de KULeuven aan de stad geschonkenbij de vijfhonderdste verjaardag vande universiteit. Het dier zou net zo goedNog steeds niet overtuigd van de Leuvensemeerwaarde, zoekt mijn keurendeblik enkele aula’s op. Het Talengebouw-net een kerncentrale in de jungle- toontme haar lange smalle gangen en katholiekeWC’s, zonder condoomautomaat. Degrootste aula in Leuven, Pieter De Somergenaamd, is andere koek. Studenten Sociologieen andere geluksvogels kunnenhier wegzakken in wijnrode zitjes, tussenellenlange rijen. Van de 61 academischeopleidingen in Leuven tellen Psychologie,Pedagogische Wetenschappen, Rechtenen Criminologie de meeste studenten.In <strong>Antwerpen</strong> zijn Rechten, Sociologie,TEW en Geneeskunde de trekpleisters.In het laatste refrein van hun lofzang bestoefenjongeren de kloeke kuiten vanhun universitaire alpinistenclub, diezelfs in barre winters Ardense (!) rotsentrotseren. Hun stem gaat climaxgewijsde hoogte in bij het vermelden van exstudentenals Mercator, Vesalius en Erasmus.De eindnoten bejubelen ten slotte decampagne tegen kauwgom op Leuvensegrond, alsook het interfacultair toneel opde campus. Ondanks deze redevoeringheb ik, kritische UA-studente, hongernaar meer. Mijn gastvrouw schotelt meeen waaier van feestjes voor en een bordheerlijke pasta. Enkele schemerwolkenverder zwalpen beiaardklepels heen enweer. In het vermaarde STUKcafé klinkik, temidden van Leuvense liefhebbers,op mijn nieuwe ervaringen en stiekemook op heel <strong>Antwerpen</strong>. Druppels laterwaag ik me aan een nachtje fakbarren bijde Letteren, met als excuus de drankprijzente vergelijken. Mijn harem Leuvenseknapen vertrouwt me toe dat de inkomhier normaal goedkoper is dan voor Antwerpsefeestjes. Om een vierkante meterfakbar in te palmen moet je inderdaadniets betalen, maar uiteindelijk is zo’n barook niet meer dan een eenvoudig café.Het is vrijdag. Koffers rollen weg als Leuvenser’en en laten een troosteloze leemteachter. Om afscheidstranen te voorkomen,besluit ik het spel hard te spelen.De ramptoerist in me teert op Leuvenszwakste punt: de nachtelijke geluidshinder.Met een arendsoog zoek ik verbitterdeoudjes op. “Soms is het zwaar. Dankrijgt ge geen oog dicht. Weet ge dat destudenten ’s nachts hun vuil goed buitenhangen en dat de wasdraad tot den anderekant van ‘t straat reikt?”, waarop eenluistervink inpikt: “Allez, waar gaan wenaartoe? Laat ze toch student zijn, laat zetoch leven” en bevestiging zoekend, kijktze mijn jeugdige ogen in. Ik knik, en gafeesten. Maar dan wel in <strong>Antwerpen</strong>.11<strong>dwars</strong>