Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van ... - Rijksoverheid.nl
Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van ... - Rijksoverheid.nl
Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van ... - Rijksoverheid.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
jongere leeftijd en bij geringe lengte <strong>voor</strong>tplanten (zieook 2.2.4). 91• De garnalenvisserij gaat gepaard met aanzie<strong>nl</strong>ijkebij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> ondermaatse garnaal en vis. 92 Deze visserijvormwordt ook uitgeoefend in Natura 2000-gebiede<strong>nl</strong>angs de kust, die zijn beschermd <strong>van</strong>wege de bodemhabitats.• Overmatige onttrekking <strong>van</strong> bepaalde vissoorten leidt totveranderingen in de voedselwebben <strong>van</strong> <strong>het</strong> ecosysteem.Vermindering <strong>van</strong> de bestanden <strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld zandspiering,noorse kever, sprot en jonge haring, betekenteen geringer voedselaanbod <strong>voor</strong> toppredatoren zoalsgrote vissen, sterns en alkachtigen. 93.94.95 Op <strong>het</strong> gebied<strong>van</strong> de voedselecologie zijn echter nog veel kennisleemten.Zo is nog weinig bekend over de effecten <strong>van</strong>veranderende voedselwebben op <strong>het</strong> voedselaanbod <strong>voor</strong>zeezoogdieren. Zeehonden eten veel soorten vis, maarbij <strong>voor</strong>keur platvissen. 96 Bruinvissen zijn in hun visdieetgeneralisten, maar in de <strong>Nederlandse</strong> kustwateren etenzij <strong>voor</strong>namelijk grondels en sprot. Indirecte effecten <strong>van</strong>visserij op zeezoogdieren via de voedselwebben zijn in <strong>het</strong><strong>Nederlandse</strong> <strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Noordzee nog niet gevonden. In<strong>het</strong> Bruinvisbeschermingsplan is de voedselecologie welals een <strong>van</strong> de belangrijkste kennishiaten opgenomenin de kennisagenda <strong>voor</strong> de toekomst. 97 De gunstigestaat <strong>van</strong> pelagische opportunistische vogelsoorten zoalsmeeuwen en noordse stormvogels (zie 2.2.5) kan <strong>deel</strong>sworden verklaard door de mate waarin zij leven <strong>van</strong> deteruggegooide vis en andere discards <strong>van</strong>af vissersschepen.De spreiding <strong>van</strong> visserij is dan ook vaak sturend <strong>voor</strong> despreiding <strong>van</strong> deze zeevogels op zee. 98• Het is bekend dat duikende watervogels en zeezoogdierenzoals bruinvissen verdrinken in staandwantnetten metgrote mazen. Bij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> vogels en zoogdierenworden echter niet systematisch gerapporteerd. Medehierdoor valt geen harde uitspraak te doen over de matewaarin de staandwantvisserij een gevaar vormt <strong>voor</strong>populaties zeevogels en zeezoogdieren. Indicaties overde bruinvis geven echter reden tot zorg. In de zuidelijkeNoordzee is de afgelopen jaren mogelijk ongeveer dehelft <strong>van</strong> de gestrande bruinvissen om <strong>het</strong> leven gekomendoor toedoen <strong>van</strong> staandwantnetten. 99Beschadiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> bodemlevenDe traditionele boomkorvisserij veroorzaakt verstoring<strong>van</strong> <strong>het</strong> bodemleven. Uit analyse <strong>van</strong> sleepsporen blijkt dat<strong>het</strong> passeren <strong>van</strong> een boomkor tot hoge sterfte onder debodemfauna leidt. De herhaaldelijke bodemberoering metde traditionele boomkor heeft een aantal gevolgen <strong>voor</strong> <strong>het</strong>bodemecosysteem: structuurverarming (onder meer doorafname <strong>van</strong> structuurvormende wormen), veranderendesamenstelling <strong>van</strong> de bodemfauna, met meer opportunistischeen aasetende soorten, en verlies <strong>van</strong> kwetsbare soortenzoals de noordkromp.De snelheid waarmee de bodemfauna herstelt, hangt af<strong>van</strong> de aard en dynamiek <strong>van</strong> de oorspronkelijke bodemfauna,<strong>het</strong> substraat en de intensiteit en frequentie <strong>van</strong> deberoering. 100 De invloed <strong>van</strong> bodemberoerende visserij is<strong>het</strong> kleinst op de dynamische zandbodems in <strong>het</strong> zuiden e<strong>nl</strong>angs de kust. In die gebieden is immers ook al veel effect<strong>van</strong> natuurlijke dynamiek op <strong>het</strong> bodemleven. Groter is deinvloed <strong>van</strong> de boomkorvisserij op de <strong>van</strong> nature minderdynamische, slibrijkere, diepere delen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Nederlandse</strong><strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Noordzee (Friese front, Oestergronden). Hetgrootst is de invloed op organismen op grindbodems(Klaverbank). 101De visserijintensiteit in de verschillende gebieden <strong>van</strong> <strong>het</strong><strong>Nederlandse</strong> <strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Noordzee varieert aanzie<strong>nl</strong>ijk.Analyses geven aan dat in de acht meest beviste ICESkwadranten(oppervlakte per kwadrant is ongeveer 1800km 2 ) in <strong>het</strong> westelijk <strong>deel</strong> en boven de Waddeneilanden 85procent <strong>van</strong> <strong>het</strong> bodemoppervlak minstens éénmaal per jaarwordt bevist. 102 Daarbij moet worden aangetekend dat devisserijdruk na publicatie <strong>van</strong> deze analyses (1998) aanzie<strong>nl</strong>ijkis afgenomen, als gevolg <strong>van</strong> inkrimping <strong>van</strong> de vloot(zie tekstbox) en <strong>deel</strong>s als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> experimenteeltoepassen <strong>van</strong> minder bodemberoerende visserijtechnieken(zie hierna).Het bodemecosysteem is door <strong>voor</strong>tdurende visserijdruksinds <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de vorige eeuw gewijzigd <strong>van</strong> eensysteem met hoge biodiversiteit en relatief veel oudeexemplaren <strong>van</strong> bepaalde soorten in een relatief verarmdsysteem met een onnatuurlijke leeftijdsopbouw. 103OnderzoekMet <strong>het</strong> oog op de beschadiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> bodemleven laat<strong>het</strong> Rijk in de beschermde gebieden met <strong>het</strong> oog op aanpassing<strong>van</strong> de beheersplannen onderzoeken in hoeverrebestaand gebruik nog doorgang kan vinden en in welkemate. Indien nodig worden de beheersplannen aangepast.Dit is een vorm <strong>van</strong> adaptief management zoals ook de<strong>Mariene</strong> <strong>Strategie</strong> dit <strong>voor</strong>staat. Naast deze onderzoekennaar de beschadiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> bodemleven richt <strong>het</strong> Rijk zichook op vernieuwing <strong>van</strong> de vismethoden door innovatiete stimuleren o.a. via <strong>het</strong> Europese Visserij Fonds. Deinnovatie richt zich op alternatieven <strong>voor</strong> de boomkor metzware wekkerkettingen. Er worden diverse alternatievenonderzocht en in de praktijk reeds uitgeprobeerd zoals, dehydrorig en de pulsvisserij.Effectiviteit <strong>van</strong> beleidIn de periode 2002-2012 is een groot aantal stappen gezetom de visserij te verduurzamen, met soms grote gevolgen<strong>voor</strong> de <strong>Nederlandse</strong> visserijsector. Het GemeenschappelijkVisserijbeleid (GVB) uit 2002 is gericht op duurzameexploitatie <strong>van</strong> aquatische hulpbronnen, met inachtneming<strong>Mariene</strong> <strong>Strategie</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Noordzee 2012-2020, Deel I | 49