Mts Meendering-Schuring HAS2013_1985.pdf - Hunze en Aa's

a. Het beregenen wordt uitgevoerd vanuit een hoofdwatergang, naast de percelen, kadastraalbekend gemeente Vlagtwedde, sectie P, perceelnummer 643 en sectie R, perceelnummer387.b. Een en ander als aangegeven op bovenstaande kaart.5.2.2 Beregenen en pompcapaciteita. Het beregenen wordt uitgevoerd overeenkomstig de bij de aanvraag gevoegde stukken tenzijin de aan deze watervergunning verbonden bijzondere voorschriften anders is aangegeven.b. Deze watervergunning betreft het in werking hebben van 1 pompinstallatie met eencapaciteit van ten hoogste 30 m 3 per uur per pompinstallatie.c. Door of namens de waterbeheerder kunnen met betrekking tot het beregenen aanwijzingenworden gegeven ter bescherming van de betrokken belangen. De vergunninghouder zorgtervoor dat de gegeven aanwijzingen terstond worden opgevolgd.5.2.3 Waterbeheersinga. De vergunninghouder dient maatregelen te treffen ten einde te voorkomen dat door de uit tevoeren werken wateroverlast of tekort aan water kan ontstaan. Het transport van water doorde watergang(en) mag niet worden belemmerdb. Indien het vanwege waterhuishoudkundige belangen en/of het waterkwaliteitsbelangnoodzakelijk is dat de wateronttrekking wordt beëindigd of verminderd, moetvergunninghouder op eerste aanzegging of aankondiging door of namens het dagelijksbestuur onmiddellijk of binnen een te stellen termijn de wateronttrekking staken of beperken.5.2.4 Onderhoud algemeena. De vergunninghouder moet de op grond van deze vergunning het aanwezige materieel ingoede staat onderhouden.b. Door of namens het waterschap Hunze en Aa’s kunnen met betrekking tot het onderhoud vande werken aanwijzingen worden gegeven ter bescherming van de bij de vergunningverleningbetrokken belangen. De vergunninghouder zorgt ervoor dat gegeven aanwijzingen terstondworden opgevolgd.5.2.5 Vrije doorgang onderhoudspaden waterschapa. Het waterschap dient ongehinderd doorgang te hebben over de onderhoudspaden. Er mogengeen pompen, tractoren en dergelijke binnen een afstand van 3,50 meter uit de boveninsteekvan de watergang worden opgesteld.b. Op het onderhoudspad dienen aan weerszijden van de zuigslang doelmatige voorzieningenaanwezig te zijn om met onderhoudsmaterieel over de zuigslang te kunnen rijden zonder datschade aan de zuigslang ontstaat.c. Alle te gebruiken materialen, zuigslangen e.d. dienen onmiddellijk na het beregenen teworden afgevoerd van onderhoudspaden.5.1.6 SchadeDe vergunninghouder dient zoveel mogelijk te voorkomen dat het waterschap of derden tengevolge van het gebruik van de watervergunning schade lijden.Watervergunning HAS2013_1985 6/8