12.07.2015 Views

JJ AA AA RR VV EE RR SS LL AA GG 22 00 00 44 - CBF

JJ AA AA RR VV EE RR SS LL AA GG 22 00 00 44 - CBF

JJ AA AA RR VV EE RR SS LL AA GG 22 00 00 44 - CBF

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

J<strong>AA</strong>RVERSLAG 2<strong>00</strong>4


INHOUDSOPGAVEjaarverslag 2<strong>00</strong>4Voorwoord 5Positie van het <strong>CBF</strong> 7Doelstelling 7Centrale Taak 7Beoordelingen door het <strong>CBF</strong> 7Stand van zaken en verwachtingen 7Ontwikkelingen van het <strong>CBF</strong> 8Kansspelbegunstigden 8Kwaliteitscontrole 8De gever 8Lokale werving en besteding 9Rijkssubsidie en de relatie met de rijksoverheid 9Informatie en communicatie 9Publiciteit 10Financiën 10Omgeving van het <strong>CBF</strong> 10Contacten 10Fondsenwervingsresultaten 11Organen van het <strong>CBF</strong> 12Bestuur 12Commissie Keurmerk 12College van Deskundigen 12College van Beroep 12Het bureau van het <strong>CBF</strong> 12Verkorte jaarrekening 13Balans per 31 december 2<strong>00</strong>4 13Staat van baten en lasten 2<strong>00</strong>4 14Accountantsverklaring 15Bestuur en medewerkers 16Bestuur 16Medewerkers 16Commissies en colleges 17Commissie Keurmerk 17College van Deskundigen 17College van Beroep 17Overzicht publicaties <strong>CBF</strong> 183


VOORWOORDjaarverslag 2<strong>00</strong>4Voor het <strong>CBF</strong> is 2<strong>00</strong>4 zowel operationeel als beleidsmatig een boeiend jaar geweest.Voor de continuïteit in de bedrijfsvoering was daarbij vooral van belang dat, na enigetijd van onzekerheid, eind 2<strong>00</strong>3 kwam vast te staan dat de rijkssubsidie zou wordenvoortgezet, een tastbare vertaling en erkenning van de publieke functie die het <strong>CBF</strong>vervult.Ik stel vast dat het <strong>CBF</strong>-Keur in 10 jaar tijd een gevestigd begrip is geworden. Dit blijktniet alleen uit het aantal keurmerken dat in die periode is verstrekt: eind 2<strong>00</strong>4 werd de2<strong>00</strong>-grens gepasseerd. De maatschappelijke verankering komt ook tot uiting in het feitdat intussen al meer dan 40 procent van de Nederlanders op de hoogte is van hetbestaan van het <strong>CBF</strong>-Keur. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de medewerkingvan die keurmerkhoudende instellingen die zich de moeite getroosten om hetbeeld van het <strong>CBF</strong>-Keur uit te dragen in hun werving en informatieverstrekking. Op talvan manieren blijkt de maatschappelijke erkenning van het <strong>CBF</strong> en het <strong>CBF</strong>-Keur enontvangt het bureau signalen dat de beoordelingen van het <strong>CBF</strong> gewaardeerd wordenen onder meer betrokken worden bij besluitvorming inzake subsidieverlening en sponsoring.In 2<strong>00</strong>4 zijn voor de eerste maal ook goede doelenorganisaties gecertificeerd die nietzelf fondsen werven maar gelden ontvangen van kansspelorganisaties. Daarmee heefthet <strong>CBF</strong> gevolg gegeven aan een uitdrukkelijke wens van de minister van Justitie. Bijde uitreiking van het tweehonderdste keurmerk aan een van de organisaties uit dezecategorie, heb ik persoonlijk de waardering van die zijde kunnen constateren voor degrondigheid van de beoordeling en de zorgvuldige begeleiding van de kant van hetbureau tijdens dit proces.Deze waardering wordt door het bestuur gedeeld. Ze is een waardevolle aanmoedigingom op de ingeslagen weg voort te gaan. Deze weg zal in 2<strong>00</strong>5 leiden tot eenkwaliteitsverdieping van het <strong>CBF</strong>-Keur die uniek is in de wereld van het goede doel.Namens het bestuur wens ik directie en medewerkers daarbij veel succes.mr. H.E. Koning, voorzitter5


POSITIEvan het <strong>CBF</strong>DoelstellingHet doel van het Centraal Bureau Fondsenwerving(<strong>CBF</strong>) is te bevorderen dat in Nederland fondsenwervingen -besteding door en voor het goede doelop een verantwoorde manier gebeurt.Fondsenwervende instellingen worden op huneigen verzoek getoetst aan de hand van een aantalbeoordelingscriteria. Dit proces is gericht op hetverstrekken van een <strong>CBF</strong>-Keur dan wel eenVerklaring van geen bezwaar (voor kleine en startendeinstellingen), of een specifieke beoordelingbetreffende instellingen die kleding inzamelen voorhet goede doel. Sinds 2<strong>00</strong>3 is hieraan, op verzoekvan de minister van Justitie, de keurmerkverstrekkingaan “kansspelbegunstigden” toegevoegd. Ditbetreft het algemeen nut dienende organisaties diemiddelen van kansspelorganisaties ontvangen engeen inkomsten uit fondsenwerving hebben. Voortsheeft het <strong>CBF</strong> een taak bij de ordening van hetcollecteren, in de vorm van het vaststellen van hetzogeheten collecterooster. Daarnaast verzamelt enverzorgt het <strong>CBF</strong> documentatie inzake goededoeleninstellingen, waarover aan overheden,publiek en pers informatie wordt verstrekt.Centrale taakDe kerntaak van het <strong>CBF</strong> is het beoordelen vanfondsenwervende goede doelen(-organisaties), metname in het kader van het <strong>CBF</strong>-Keur. Dit keurmerklevert de gever een houvast bij zijn of haar intentieom geld of goederen aan een goed doel te schenken.Ook voor de gemeenten is het <strong>CBF</strong>-Keur,evenals de Verklaring van geen bezwaar en debeoordeling van kledinginzamelaars, van betekenis,met name bij de beslissing omtrent het afgeven vanvergunningen.De certificatiebevoegdheid ontleent het <strong>CBF</strong> aan deRaad voor Accreditatie, een tripartiet orgaan metvertegenwoordigers van werkgevers, werknemersen de overheid. Deze Raad beoordeelt jaarlijks deorganisatie en werkwijze van instellingen die keurmerkenverstrekken. De accreditatie van het <strong>CBF</strong> isdoor de Raad verlengd tot april 2<strong>00</strong>6.BEOORDELINGENdoor het <strong>CBF</strong>Stand van zaken en verwachtingenIn het verslagjaar verkreeg een recordaantal van42 organisaties het keurmerk van het <strong>CBF</strong>, waardoorhet aantal keurmerkhouders op 215 kwam. Het<strong>CBF</strong>-Keur wordt afgegeven voor 5 jaar, maar ervindt jaarlijks een beoordeling plaats aan de handvan diverse onderdelen van de keurmerkcriteria.Deze periodieke beoordeling werd uitgevoerd op173 instellingen, terwijl daarnaast aan 30 goededoelen voor een tweede periode van 5 jaar hetkeurmerk werd verleend. De aanhoudende belangstellingvoor het <strong>CBF</strong>-Keur, ook van de kant vanminder grote organisaties, doet verwachten dat hetaantal keurmerkhouders zal blijven stijgen en overenkele jaren in de buurt van de 3<strong>00</strong> zal liggen. Meeralgemene informatie over het <strong>CBF</strong>, het <strong>CBF</strong>-Keuren de beoordeelde instellingen is te vinden op dewebsite van het <strong>CBF</strong> (www.cbf.nl).Eind 2<strong>00</strong>4 bezaten 73 organisaties een Verklaringvan geen bezwaar, een toetsing met een geldigheidsduurvan 1 1 /2 jaar. Er werden in dat jaar46 Verklaringen afgegeven, waarbij het om16 nieuwe aanvragen en 30 herbeoordelingen ging.Het aantal aanvragen bleef achter bij de overigenszeer tentatieve planning (55), wat verband kanhouden met de versobering van de tot dusverrebestaande financieringsfaciliteit. Vanaf begin 2<strong>00</strong>4geldt namelijk nog slechts de mogelijkheid van eenterugstorting van de betaalde toetsingskosten ingevalde Verklaring voor de eerste maal is aangevraagd.Dit is uitvloeisel van de aangescherptevoorwaarden waaronder het <strong>CBF</strong> zelf op dit puntfinanciële middelen ontvangt van een bijdrageverstrekker.De Verklaring van geen bezwaar volgtin grote lijnen de aanpak van het <strong>CBF</strong>-Keur, maargaat minder ver. Ze is bestemd voor kleine en startendeinstellingen. Het <strong>CBF</strong> gaat voor de komendetijd voorshands uit van een verdere groei in hetaantal af te geven Verklaringen, de resultante van teverwachten nieuwe belangstelling voor deVerklaring en de overgang van sommige organisatiesvan de Verklaring naar het <strong>CBF</strong>-Keur, wat in2<strong>00</strong>4 bij 6 organisaties het geval was. Op middellangetermijn kan een doorgaande groei wordenverwacht, voorzover op lokaal vlak dit beoordelingsinstrumentmeer ingang zou vinden. Zie hiervoorook de paragraaf “lokale werving en besteding”.Op de <strong>CBF</strong>-website en in de <strong>CBF</strong>-brochure“Doel en Taken” is meer informatie over deVerklaring van geen bezwaar te vinden.Voorts zijn 13 instellingen beoordeeld die kledinginzamelen voor het goede doel, op basis van eengemeentelijke vergunning. Er zijn bovendien7 keurmerkhouders die (ook) kleding inzamelen.De gemeenten ontvangen van het <strong>CBF</strong> jaarlijks eenoverzicht van de desbetreffende beoordelingen.Voorts wordt eens per jaar een informatiebrochuremet enige marktinformatie opgesteld (“De kledingmededelingen”).Het aantal in dit verband beoordeeldeorganisaties neemt van jaar tot jaar af, eenweerspiegeling van het dalend aantal kledinginzamelaars,mede onder invloed van de gedaalde enverder dalende marktprijs voor tweedehandskleding.7


ONTWIKKELINGENvan het <strong>CBF</strong>In de afgelopen jaren heeft het <strong>CBF</strong> een beleidsstrategievoor de periode tot 2<strong>00</strong>7 ontwikkeld dieniet alleen leidt tot uitbreiding van het werkterrein(kansspelbegunstigden) en een inhoudelijke verdiepingvan het keurmerk (kwaliteitscontrole), maarook rekening wil houden met en inspelen op maatschappelijkeontwikkelingen en inzichten, voorzoverdie van invloed kunnen zijn op het keurmerk. Indeze context wordt er op gewezen dat deVereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI)in juli 2<strong>00</strong>4 een commissie heeft ingesteld, deCommissie-Wijffels, die tot taak heeft de VFI teadviseren over een Code voor Goed Bestuur voorfondsenwervende instellingen. De resultaten, dieeffect kunnen hebben op de regelgeving van het<strong>CBF</strong>-Keur, worden in de loop van 2<strong>00</strong>5 verwacht.Het <strong>CBF</strong> heeft zelf in het najaar van 2<strong>00</strong>4 een werkgroepgeformeerd die zich buigt over de principesen de praktijk van de verslaggeving, in relatie tot dezogeheten Richtlijn VerslaggevingFondsenwervende Instellingen. Ook deze werkgroepzal in 2<strong>00</strong>5 rapporteren. De regels die het<strong>CBF</strong> hanteert zijn namelijk geen statische aangelegenheid.Van tijd tot worden nieuwe elementenaan de criteria toegevoegd en worden debestaande regels op hun “houdbaarheid” tegenhet licht gehouden.Voorbeelden van nieuwe regels die in het verslagjaarwerden doorgevoerd zijn bepalingen omtrentde financiële reserves (in het kort: geen reserveszonder bestemming, met uitzondering van eenwerkvoorraad) en omtrent de contactfrequentie(de gever de gelegenheid geven aan te duiden hoevaak hij/zij benaderd wil worden).In 2<strong>00</strong>4 heeft het accent van het bureauwerk gelegenop operationele zaken. Dat betreft met namede integratie van het beoordelen van kansspelbegunstigdeorganisaties in het totaal van de werkzaamheden,naast de verdere voorbereiding, internzowel als extern, om te komen tot meer nadruk opkwaliteitscontrole in het kader van het beoordelingsproces.Daarnaast werden twee anderebelangrijke punten van beleidsontwikkeling onderde loep genomen, te weten het inspelen op degroeiende informatiebehoefte van de gever en demogelijke toezichthoudende rol van het <strong>CBF</strong> op hetvlak van werving voor en besteding door lokalegoede doelenorganisaties.KansspelbegunstigdenNa alle voorbereidingen in voorafgaande jaren, is in2<strong>00</strong>4 daadwerkelijk begonnen met het certificerenvan goede doelenorganisaties die niet zelf fondsenwerven, maar gelden ontvangen van kansspelorganisaties.Het gaat in totaal om ruim 40 instellingen.De aanvragen kwamen aanvankelijk langzaam opgang, maar in de loop van het jaar nam het aantalbeoordelingsaanvragen toch flink toe, zodat hetgeplande totaal uiteindelijk ruim gehaald werd. Deeerste kansspelbegunstigde organisatie die het<strong>CBF</strong>-Keur ontving was de Stichting Doen. Er volgdendaarna nog 17 andere, waaronder alle provincialemilieufederaties, die zich tot doel haddengesteld voor het einde van 2<strong>00</strong>4 het <strong>CBF</strong>-Keur inbezit te krijgen.KwaliteitscontroleDe voorbereidingen voor de “verdieping van hetkeurmerk”, gericht op meer kwaliteitscontrole,dateren al van begin 2<strong>00</strong>1. Toen werden, in goedoverleg met de Vereniging van FondsenwervendeInstellingen (VFI), de eerste stappen gezet teruitvoering van een breed gedragen wens onder detoenmalige keurmerkhouders om het keurmerkmeer elementen van kwaliteitscontrole te geven;een roep die ook in de maatschappij te horen was.In de aanvangsfase werd nog gesproken over“bestedingscontrole”, maar alras werd in een breedsamengestelde werkcommissie die de te nemenbeslissingen moest voorbereiden, gekozen vooreen bredere invalshoek, wat kan worden gekenschetstals kwaliteitscontrole. Dit werk heeft in2<strong>00</strong>2 geresulteerd in belangrijke aanvullingen vande keurmerkcriteria waarvan het effect voor deeerste maal in de jaarverslagen van de keurmerkhoudersover 2<strong>00</strong>4 tot uitdrukking dient te komen.Op diverse manieren is in de loop van het verslagjaarmet de in aanmerking komende organisatieshieromtrent contact onderhouden; zie hiervoor ookde paragraaf “Contacten”. Medio 2<strong>00</strong>5 zal het <strong>CBF</strong>mede op grond van deze veranderingen de beoordelingenverrichten.De geverDe media besteden naar verhouding veel aandachtaan bijzondere aspecten en al dan niet vermeendemisstanden in de charitatieve sector. Menig geverreageert op deze publicaties en gaat twijfelen aanhet bonafide karakter van het geheel of delen vande sector, of ziet zijn twijfels bevestigd. Er wordtdoor pers en publiek in dit verband dan vaak aanhet <strong>CBF</strong> om een opvatting gevraagd. Het antwoorddaarop is vaak niet eenvoudig wanneer het zakenbetreft die niet onder de werking van het keurmerkvallen. Het <strong>CBF</strong> streeft er naar duidelijk te makenwaar de bestaande grenzen van het keurmerkliggen. Dit stuit overigens niet zelden op onbegrip,omdat de uitleg niet, of niet geheel aansluit bij watmen van het <strong>CBF</strong> verwacht. Bekende kwesties zijnonvrede met de toonzetting van “bedelbrieven”,mailfrequentie, irritatie bij onorthodoxe wervingsmethoden,onbekendheid met een bepaalde fondsenwerver,naamsverwarring met instellingenzonder <strong>CBF</strong>-Keur, uitvoeringskosten bij werving endoelbesteding, de grootte van vermogens, dehoogte van salarissen, onvoldoende informatie endergelijke. Voor enkele van deze kwesties heeft het<strong>CBF</strong> dit jaar al nieuw beleid kunnen formuleren envastleggen in de keurmerkcriteria (financiële reser-8


ves en mailfrequentie), zoals in het voorgaande al isaangegeven. Andere punten blijven, al dan nietvoorlopig, buiten de reikwijdte van het keurmerk.Soms ligt een oplossing buiten het keurmerk in derede, zoals het verbeteren van de informatiebeschikbaarheid.Het <strong>CBF</strong> heeft medio decemberop zijn website (www.cbf.nl) de mogelijkheid voorhet publiek geschapen financiële gegevens vanruim 5<strong>00</strong> instellingen op te zoeken, hetgeen vlak nade start al tot vele tientallen, oplopend tot zelfshonderden, raadplegingen per dag leidde. Dit zalook verband hebben gehouden met de tsunamirampin Zuidoost-Azië.Het <strong>CBF</strong> verwelkomde andere maatschappelijkeinitiatieven om de gever goed te informeren. Zekunnen een aanvulling zijn op hetgeen het <strong>CBF</strong> opdit vlak verricht. Een bekend initiatief betreft de in2<strong>00</strong>4 opgerichte Donateursvereniging, waarmee het<strong>CBF</strong> nuttige werkcontacten onderhoudt. Voortssignaleerde het <strong>CBF</strong> diverse andere, min of meervergelijkbare initiatieven op het internet, al dan nietvan cijfermatige aard maar niet altijd even goed van(controleerbare) kwaliteit.Lokale werving en bestedingEr zijn aanwijzingen dat werving en besteding voorhet lokale goede doel naar verhouding meergewicht in de schaal gaan leggen. Dan zal ook deroep om toezicht en controle kunnen toenemen,zeker waar het structurele initiatieven boven eenbepaalde schaalgrootte betreft. Het <strong>CBF</strong> heeft inhet verslagjaar hierover op bestuursniveau meerderemalen van gedachten gewisseld. In geval vanmin of meer grootschalige wervingsactiviteiten kanzonder meer het schema van het <strong>CBF</strong>-Keur dienen,al dan niet aangevuld met bepaalde extra toetsingscriteria,mocht daaraan in de lokale contextspecifiek behoefte blijken te bestaan. Gaat het omkleinschaliger initiatieven, dan is de huidigeVerklaring van geen bezwaar een goed vertrekpunt.Ook dit instrument kan zonodig enigszins wordenaangevuld en aangepast. Het <strong>CBF</strong> beschouwt eenen ander als een belangrijk terrein van ontwikkeling,waarop in de komende jaren, naar verwachting,nadere stappen zullen worden gezet. Met hetInstituut voor Sponsoring en Fondsenwerving (ISF),dat opkomt voor de belangen van lokaal wervendeorganisaties, zijn dit jaar diverse werkcontactengeweest die er toe kunnen bijdragen dat de voornemensvan het <strong>CBF</strong> zo goed mogelijk aansluiten bijde ideeën die hieromtrent bij het ISF leven.Rijkssubsidie en de relatie met derijksoverheidHet <strong>CBF</strong> ontvangt subsidie van het ministerie vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) inverband met zijn publieke functie, wat vooralbetrekking heeft op informatieverstrekking aanpubliek, pers en overheden, terwijl recentelijk ookhet bedrijfsleven meer interesse toont. Onder dezefunctie valt ook het verstrekken van informatie overinstellingen zonder keurmerk, waartoe aanleiding isals het <strong>CBF</strong> klachten bereiken die direct of indirectverband houden met de criteria die het <strong>CBF</strong>hanteert. Voorbereidingen voor deze nieuwe activiteitzijn in een vergevorderd stadium en zullen in2<strong>00</strong>5 tot de eerste concrete stappen leiden.Voor het <strong>CBF</strong> vormt het ministerie van VWS vanoudsher, mede vanwege de subsidierelatie, hetmeest in aanmerking komende contactdepartement,al zijn in verband met reorganisatie op ditministerie de banden dit jaar minder nauw geblekendan in de afgelopen jaren. Er zijn naar verhoudingmeer contacten geweest met het ministerie vanJustitie en het ministerie van Financiën, onder meerin verband met de certificering door het <strong>CBF</strong> vankansspelbegunstigde organisaties en mogelijkeontwikkelingen op het fiscale vlak en op het terreinvan terrorismebestrijding. Het <strong>CBF</strong> wacht metbelangstelling de plannen af van het Kabinet die inde richting gaan van enigerlei vorm van certificeringvan goede doelen in het algemeen. Eind 2<strong>00</strong>4 valtnog niet te overzien welke gevolgen deze plannenvoor de werkzaamheden van het <strong>CBF</strong> kunnenhebben.Informatie en communicatieHet verschaffen van informatie aan publiek, pers,bedrijfsleven en overheden vormt een van depublieke taken van het <strong>CBF</strong>. Voor dit doel ontvangthet <strong>CBF</strong> subsidie van het ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport (VWS). Van allegemeenten in Nederland, een enkeling uitgezonderd,ontvangt het <strong>CBF</strong> ook financiële bijdragen,wat het <strong>CBF</strong> in de gelegenheid stelt de vele vragenvan de zijde van politie- en gemeenteambtenarente beantwoorden.Was voorheen vooral sprake van vrijwel alleenschriftelijke of telefonische informatie, de laatstejaren is het e-mailverkeer daar bijgekomen en vooreen deel in de plaats gekomen. Het bezoek aan dewebsite van het <strong>CBF</strong> (ruim 1<strong>00</strong>.<strong>00</strong>0 bezoekers in2<strong>00</strong>4) is zelfs een zeer dominante factor geworden.Deze ontwikkeling verklaart de over een langereperiode gezien langzaam dalende aantallen contactenper telefoon of brief, al blijven ze het favorietemedium voor de wat oudere mens.De aard van de vragen vanuit het publiek looptsterk uiteen. Soms betreft het informatie die vanpas komt bij de keuze van het favoriete goede doel.Soms is het onvrede over een bepaalde kwestie diein de publiciteit speelt, of een klacht als men onvoldoendegehoor vindt bij een bepaalde organisatie.Soms wil men alleen maar weten of een bepaaldeinstelling bij het <strong>CBF</strong> bekend is. Veelal kan er directeen bevredigend antwoord worden gegeven. Inenkele gevallen moet worden doorverwezen naarandere organisaties, of wordt uitgelegd dat devraag niet binnen de competentie van het <strong>CBF</strong> ligt.Hieruit blijkt eens te meer dat de verwachting vande vragenstellers niet altijd aansluit bij de realiteitvan het <strong>CBF</strong>-werkterrein, hetgeen de noodzaak van9


continue communicatie en informatie bevestigt.Deze noodzaak wordt alleen maar sterker naarmatehet <strong>CBF</strong>(-Keur) als begrip, ook al is het soms eenvaag begrip, bij een groter deel van het publiekdoordringt en naarmate andere organisaties eninstanties meer naar het <strong>CBF</strong> verwijzen.In dit verslagjaar is de voorbereiding vrijwel afgerondom te komen tot een actievere informatieverstrekkingover organisaties zonder keurmerk dieminder gunstig in de publieke belangstelling staanen die in dat verband tot klachten bij en vragen aanhet <strong>CBF</strong> leiden. Het beleid is gevormd: aanknopingspuntvormt het geheel van keurmerkcriteria.De te volgen procedures zijn uitgewerkt, wat ondermeer betrekking heeft op de wijze van benaderendoor het <strong>CBF</strong> en de wijze van reageren door het<strong>CBF</strong> op al dan niet welwillende reacties van debetreffende instellingen. In 2<strong>00</strong>5 zullen, naarverwachting, de eerste concrete stappen kunnenworden ondernomen, nadat ook over regelgeving inverband met het <strong>CBF</strong>-Keur is besloten, die moetvoorkomen dat het louter en alleen aanvragen vaneen keurmerk en de daarop volgende stappen demogelijkheid van informatieverstrekking door het<strong>CBF</strong> zou blokkeren, omdat het <strong>CBF</strong> geen informatiemag geven wanneer een aanvraagprocedure loopt.PubliciteitDe bevordering van de bekendheid van het<strong>CBF</strong>-Keur bij het publiek is van wezenlijk belang alshet gaat om een effectief keurmerksysteem. In deafgelopen jaren is op dit punt al veel bereikt,ondanks de zeer beperkte middelen waarover het<strong>CBF</strong> voor dit doel kan beschikken. Uit een NIPOonderzoek,onderdeel van het project “Geven inNederland” van de Faculteit der Sociale Wetenschappenvan de Vrije Universiteit van Amsterdam,blijkt dat de algemene bekendheid met het<strong>CBF</strong>-Keur medio 2<strong>00</strong>4 is gestegen tot 43%, tegenoveriets meer dan 30% twee jaar geleden en nogniet de helft hiervan twee jaar voordien.De voor publiciteit en communicatie beschikbarefinanciële middelen zijn deels afkomstig van eenaantal kansspelorganisaties (Postcodeloterij, ALNen Staatsloterij). Mede daardoor is het <strong>CBF</strong> in staateen bescheiden, betaalde publiciteitscampagne tevoeren en de verdere randvoorwaarden te vervullendie nodig zijn voor het verkrijgen en behouden vande medewerking van de keurmerkhouders. Met hunomvangrijke en gevarieerde publiciteitsmiddelenzijn zij het allerbelangrijkste medium om de boodschapvan het <strong>CBF</strong>-Keur uit te dragen. Dat gebeurtmet name door het plaatsen van het logo van het<strong>CBF</strong>-Keur in de diverse uitingen. Ter ondersteuningverschaft het <strong>CBF</strong> folders en worden zogeheten“stopperadvertenties” verspreid die onder meer aande media worden gestuurd met het verzoek om(onbetaalde) plaatsing. In het verslagjaar is eennieuwe folder ontwikkeld, waarin meer aandachtaan de inhoud van het keurmerk wordt besteed danin de vorige folder. Bovendien is er een passage inopgenomen waarin de lezer de mogelijkheid wordtvoorgelegd zich met het <strong>CBF</strong> in verbinding te stellenals er vragen zijn over organisaties zonder keurmerk.Ook dat is nieuw.FinanciënVan de totale inkomsten is ruim e 252.<strong>00</strong>0 afkomstigvan rijkssubsidie en e 215.<strong>00</strong>0 van “aangeslotenen”,wat vooral betrekking heeft op bijdragen vangemeentelijke zijde. Dankzij deze middelen is het<strong>CBF</strong> in de gelegenheid om, naast de keurmerkwerkzaamheden,ook andere activiteiten teontplooien, zoals archivering, informatieverstrekkingen beoordelingen in het kader van deVerklaring van geen bezwaar.De inkomsten uit de beoordelingen beliepene 712.<strong>00</strong>0 tegen e 539.<strong>00</strong>0 in het voorgaande jaar,een weerspiegeling van de toename in het aantalverstrekte keurmerken. De keurmerkinkomstendienen van zodanige omvang te zijn dat het keurmerkprojectals zodanig kostendekkend is.Onveranderd blijft het beleid van het <strong>CBF</strong> er opgericht de kosten van de bureauactiviteiten diehiermee verband houden door de betrokken organisatieste laten dragen.Daarnaast droegen de Collectenplaninstellingene 48.<strong>00</strong>0 bij, wat verband houdt met de vaststellingdoor het <strong>CBF</strong> van het landelijke collecterooster ende informatieve contacten die het <strong>CBF</strong> in ditverband onderhoudt met de Nederlandse gemeenten,gericht op een ordelijk verloop van landelijkecollectes in Nederland.Voorts zijn er bijdragen, ter grootte van e 69.<strong>00</strong>0,afkomstig van de kansspelorganisaties Staatsloterij,Algemene Loterij Nederland en de Postcodeloterij,die het <strong>CBF</strong> in staat stellen bepaalde publiciteitsuitgavente verrichten. Deze bijdragen zijn voor eenperiode van 4 jaar (2<strong>00</strong>3-2<strong>00</strong>6) toegezegd.De jaarrekening vertoont een overschot vane 108.<strong>00</strong>0, met name als gevolg van een groteraantal dan begrote keurmerkverstrekkingen, eenpositief beleggingsresultaat (ongerealiseerde koerswinst)en lagere personeelskosten. Dit bedragwordt ingezet om geleidelijk een tot dusverreonvoldoende personeelsvoorziening te treffenterzake van een wachtgeldregeling.OMGEVINGvan het <strong>CBF</strong>ContactenIn dit verslagjaar heeft veel bilateraal overleg – vaakvoor de eerste keer – plaatsgevonden met kansspelbegunstigdeorganisaties, die gelden ontvangenuit de opbrengst van kansspelorganisaties.Deze contacten hebben er toe bijgedragen dat10


eeds aan 25 kansspelbegunstigden het keurmerkkon worden verleend op een totaal van ongeveer 40in aanmerking komende organisaties. Van belangwas ook een door de Vereniging van FondsenwervendeInstellingen georganiseerde bijeenkomstwaarop kwesties met betrekking tot de uitbreidingvan de keurmerkcriteria (kwaliteitscontrole) aan deorde konden worden gesteld. Het <strong>CBF</strong> heeft debetrokken instellingen ook zelf in de gelegenheidgesteld met vragen te komen, waarvan door eenbeperkt aantal instellingen gebruik gemaakt is.Het <strong>CBF</strong>-bureau was goed vertegenwoordigd ophet jaarlijkse Civil Society Congres. Dit wordt georganiseerddoor de VFI. De <strong>CBF</strong>-medewerkerskonden er vele contacten met fondsenwervendeinstellingen leggen of verstevigen. Dit was ook hetgeval bij de jaarlijkse presentatie door het <strong>CBF</strong> vande resultaten van de fondsenwerving in Nederland,waar ruim 2<strong>00</strong> personen acte de présence gaven.De periodieke digitale informatiebrieven bewijzenintussen hun nut als laagdrempelig medium, ondermeer omdat daardoor ook actualiteiten aan debetrokken organisaties kunnen worden doorgegeven.De periodieke informatie die het <strong>CBF</strong> door middelvan de “<strong>CBF</strong>-Mededelingen” verstrekt is ditverslagjaar op een iets andere leest geschoeid,zowel qua verspreidingsfrequentie als qua doelgroep.In principe verschijnt dit mededelingenbladvoortaan twee maal per jaar en wordt het geheelgericht op de gemeenten in Nederland. Daarnaastwordt eenmaal een editie uitgebracht inzake collectegegevensdie gemeenten aan het <strong>CBF</strong> verstrekkenen wordt eenmaal een speciale editie gewijdaan de resultaten van de kledinginzamelingen voorhet goede doel. Door bijzondere omstandighedenzijn deze speciale edities pas begin 2<strong>00</strong>5 verschenen.Naast al deze contactvormen is natuurlijk ooksprake van de brieven en e-mails met betrokkenorganisaties en instanties. In tegenstelling tot vorigejaren nam het aantal zakelijke brieven met circa10% toe tot circa 3<strong>00</strong>0 en bleef het aantal zakelijkee-mails op hetzelfde niveau van ongeveer 15<strong>00</strong>.Ook dit jaar onderhield het <strong>CBF</strong> zowel bestuurlijk alsop bureauniveau nauwe relaties met de brancheorganisatieVFI en waren er werkcontacten met hetNederlands Genootschap voor Fondsenwervers(NGF) en de Vereniging van Fondsen In Nederland(FIN). Er was bovendien een eerste werkcontact metde vereniging Partos, de in dit jaar opgerichte brancheorganisatievoor particuliere internationalesamenwerking in Nederland. Zoals gebruikelijkonderhield het <strong>CBF</strong> weer goede relaties met destichting Socutera, die zendtijd verdeelt voor voorlichtingen fondsenwerving ten behoeve van maatschappelijkwerkzame organisaties. Ook de contactenmet de stichting Collectenplan, het platform vanlandelijk collecterende goede doelenorganisaties,dienen vermelding. Het <strong>CBF</strong> zorgt voor de vaststellingvan het jaarlijkse collecterooster, nadat dit roosterdoor de stichting Collectenplan is opgesteld. Het<strong>CBF</strong> verzorgt de publicatie en verspreiding van ditplan, onder meer onder de Nederlandse gemeenten.Elders in dit verslag werd reeds ingegaan op derelatie met een aantal andere belangrijke instituten,te weten de ministeries van VWS, Justitie enFinanciën, de Donateursvereniging en het Instituutvoor Sponsoring en Fondsenwerving. Ze mogen opdeze plek zeker niet onvermeld blijven. Dat geldtook voor het lidmaatschap van het <strong>CBF</strong> van hetInternational Committee on FundraisingOrganizations (ICFO). In deze overkoepelende organisatiezijn organisaties vertegenwoordigd die opmin of meer vergelijkbare wijze als het <strong>CBF</strong> eencontrolerende functie vervullen voor goede doelenorganisaties.Er wordt informatie uitgewisseld overtal van zaken die verband houden met vormen vantoezicht in het kader van zelfregulering. Organisatiesuit de volgende landen zijn hierbij betrokken:Canada, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Nederland,Noorwegen, Oostenrijk, de Verenigde Staten,Zweden en Zwitserland. De interesse die in anderelanden, met name in Midden-Europa, bestaat voorhet opstarten van vergelijkbare “monitoring agencies”,heeft in het verslagjaar nog niet tot concreteresultaten geleid en dus ook nog niet tot uitbreidingvan het aantal ICFO-deelnemers.FondsenwervingsresultatenEen van de taken van het <strong>CBF</strong> is het verzamelen,analyseren en publiceren van de resultaten vanfondsenwerving voor het goede doel in Nederland.Het <strong>CBF</strong> is daartoe in staat dankzij de medewerkingvan vele honderden organisaties die voor ditdoel jaarlijks een vragenlijst invullen. De cijfermatigevragen hebben betrekking op gegevens die corresponderenmet controleerbare openbare data uit derespectieve jaarverslagen. Het resultaat biedtinzicht in het totaal van de fondsenwerving opnationale schaal in Nederland.De inkomsten uit eigen fondsenwerving bedroegenin 2<strong>00</strong>3, het laatste jaar waarover gegevensbeschikbaar zijn, e 890 miljoen. Dat was 2% lagerdan het voorgaande jaar, voornamelijk door minderopbrengst uit nalatenschappen. De wervingskostenbleven vrijwel stabiel. Toch stegen de totale bestedingendoor goede doelenorganisaties. Dit wordtverklaard door een verdere groei van inkomstenbuiten de fondsenwerving, vooral overheidssubsidiesaan enkele grote medefinancieringsorganisaties(hulp aan de Derde Wereld). Verder speelt eenpositief resultaat bij de financiële reserves een rol.Deze en andere gegevens zijn te vinden op dewebsite van het <strong>CBF</strong> (zie “persberichten”).Zoals elders in dit verslag vermeld is op dezewebsite van het <strong>CBF</strong> sinds december 2<strong>00</strong>4 ookinformatie van de individuele instellingen weergegeven,onder “Cijfers”. Eind van het jaar werden delaatste voorbereidingen getroffen om hieraan ookde collectegegevens toe te voegen die vangemeentewege worden verstrekt.11


ORGANENvan het <strong>CBF</strong>BestuurHet bestuur van het <strong>CBF</strong> bestaat uit acht personen.Het bestuur is het beleidsbepalend orgaan van het<strong>CBF</strong>; het bureau, onder leiding van de directeur,zorgt voor de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoeringen informatievoorziening in dit verband. Driebestuursleden zijn benoemd op persoonlijke titel,drie op voordracht van de Vereniging van NederlandseGemeenten (VNG) en twee op voordrachtvan de Vereniging van FondsenwervendeInstellingen (VFI). De ministeries van VWS enJustitie kunnen zich beide laten vertegenwoordigendoor een adviseur.In het verslagjaar heeft het bestuur 4 keer vergaderd.Afscheid werd genomen van mevrouw vander Most, voormalig burgemeester van degemeente Abcoude, die sinds 1996 deel uitmaaktevan het bestuur. Het <strong>CBF</strong> is haar veel dankverschuldigd vanwege haar inbreng in de beraadslagingenen besluitvorming, mede gebaseerd ophaar grote ervaring op het bestuurlijke vlak. Zij wassinds 2<strong>00</strong>1 voorzitter van de Commissie Keurmerk.Op voordracht van de Vereniging van NederlandseGemeenten is de heer J.R.A. Nawijn, burgemeestervan de gemeente Ouder-Amstel, tot haar opvolgerbenoemd. Voorts werd afscheid genomen van deheer B.A.C. Brouwer, adviseur namens het ministerievan VWS. Ook hem is het bestuur veel dankverschuldigd, vanwege zijn jarenlange, waardevollebijdragen aan de discussie in het bestuur en hetonderhouden van de relatie vanuit het ministerie.Aan het eind van het verslagjaar was nog geenopvolger aangewezen voor de heer Brouwer.Commissie KeurmerkDe Commissie Keurmerk is het orgaan binnen hetbestuur van het <strong>CBF</strong> dat, op voorstel van hetbureau, onder meer beslist over het toekennen ofintrekken van het <strong>CBF</strong>-Keur. Deze commissiebestaat uit de drie burgemeesters uit het bestuurvan het <strong>CBF</strong>. De Commissie Keurmerk heeft in hetverslagjaar 4 keer vergaderd en heeft daarbij42 nieuwe keurmerken verstrekt. Ook is aan30 keurmerkhoudende organisaties opnieuw hetkeurmerk verleend, voor een tweede periode van5 jaar. Voorts wordt door het bureau aan deCommissie gerapporteerd over de jaarlijkse toetsingenbetreffende alle keurmerkhouders.College van DeskundigenHet College van Deskundigen, bijgestaan door hetbureau, adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagdomtrent alle zaken die met het keurmerkverband houden, wanneer dit naar het oordeel vanhet College nodig is voor het goed functioneren vanhet <strong>CBF</strong>-Keur. Zonder advies van dit Collegekunnen geen wijzigingen in het keurmerksysteemworden aangebracht. De samenstelling van hetCollege vormt een weerspiegeling van de verschillendeinvalshoeken die zich bij het keurmerkproceskunnen voordoen: onafhankelijke deskundigheid,consumenten, gemeenten en fondsenwervendeinstellingen. Het College heeft in het verslagjaar2 maal vergaderd. De heer van J.F. van Nassau,voormalig directeur van de Brandwondenstichting,trad in 2<strong>00</strong>3 terug. Hij was sinds 1997 lid van hetCollege. Hij werd in het verslagjaar opgevolgd doorde heer J. Zoun, directeur van het Astmafonds.College van BeroepEr was, evenmin als in de twee voorgaande jaren,aanleiding voor het bijeenroepen van het Collegevan Beroep. Het College van Beroep verstrektbindend advies aan het bestuur van het <strong>CBF</strong>wanneer zich een houder of aanvrager van eenkeurmerk tot het College wendt in verband met eengeschil dat voortvloeit uit beslissingen van het <strong>CBF</strong>inzake het <strong>CBF</strong>-Keur, voor zover het de keurmerkhouderof aanvrager betreft.HET BUREAUvan het <strong>CBF</strong>Het bureau van het <strong>CBF</strong> kende eind 2<strong>00</strong>4/begin2<strong>00</strong>5 19 formatieplaatsen (17,7 fte’s). Medio augustusis de heer Adri Kemps in dienst getreden alsadjunct-directeur en hoofd van de afdelingBeoordelingen. Tot 1 juli heeft de heer Peter Inklaarop interimbasis deze functie bekleed. De heerInklaar heeft bovendien als plaatsvervanger van dedirecteur opgetreden in verband met diens slechtsgedeeltelijke inzetbaarheid gedurende het eerstehalfjaar. Het <strong>CBF</strong> is hem daar zeer erkentelijk voor.Eind 2<strong>00</strong>4 is in verband met het toegenomen ennog verder toenemend beoordelingswerk een extramedewerker, de heer Peter de Kort, aangetrokken.Wegens het vertrek van de medewerkerCommunicatie en Publiciteit werd gedurende demaanden september tot en met december gebruikgemaakt van een tijdelijke medewerker, mevrouwMap van der Wilden, die met ingang van januari2<strong>00</strong>5 in dienst is getreden. Een vacature voor dedeeltijdfunctie van secretariaatsmedewerker isvoorshands niet vervuld.De goede prestaties van de medewerkers, hungrote inzet en klantgerichtheid droegen er ook ditjaar weer in belangrijke mate toe bij dat vrijwel allegestelde doelen konden worden bereikt. Dit vormteen prima basis om ook in het bijzondere jaar 2<strong>00</strong>5,met voor de eerste keer de uitdaging van de uitgebreidekwaliteitscontrole bij het <strong>CBF</strong>-Keur, goedvoor de dag te komen en de kwaliteit te leveren dievan het <strong>CBF</strong> verwacht wordt.12


VerkorteJ<strong>AA</strong><strong>RR</strong>EKENINGa. Balans per 31 december 2<strong>00</strong>4 (in euro’s)activa 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>3 passiva 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>3materiele vaste activaeigen vermogenvastgelegde middelen:besteedbaar vermogen:aanpassingen huurpand 7.999 10.459 stichtingskapitaal 908 908inventaris 11.125 15.066 bestemmingsreservepersoneel 516.582 355.880automatisering 13.895 12.752 bestemmingsreservehuisvesting 330.615 336.542bestemmingsreserverechtsbijstand 45.474 37.474________ ________ ________ ________33.019 38.277 893.579 730.804vastgelegd vermogen:fonds activa bedrijfsvoering 33.019 38.277bestemmingsfondskansspelbegunstigden 19.516bestemmingsfonds publiciteit 21.892 21.892bestemmingsfondsbeleggingen 619.485 581.163 juridische ondersteuning 921 921________ ________55.832 80.606vlottende activavlottende passivadebiteuren 35.<strong>00</strong>3 59.580 crediteuren 125.721 161.896vooruitbetaalde gelden 28.<strong>22</strong>8 25.746 vooruitontvangen gelden 49.433 40.245liquide middelen 412.101 325.274 saldo projectterugbetalingen Vgb 3.271 16.489________ ________ ________ ________475.332 410.6<strong>00</strong> 178.425 218.630________ ________ ________ ________1.127.836 1.030.040 1.127.836 1.030.04013


. Staat van baten en lasten 2<strong>00</strong>4 (in euro’s)lasten begroting werkelijk werkelijk baten begroting werkelijk werkelijk2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>3 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>3personeelskosten 952.7<strong>00</strong> 914.101 823.261 subsidie van de overheid 242.742 252.367 277.213huisvestingskosten 102.4<strong>00</strong> 99.381 92.619 bijdragen aangeslotenen 213.5<strong>00</strong> 215.755 209.475organisatiekosten 70.<strong>00</strong>0 71.527 60.472 bijdragen kansspelorganisaties 69.2<strong>00</strong> 69.<strong>22</strong>7 69.<strong>22</strong>7specifieke kosten bijdragen abonnementshouders 2.2<strong>00</strong> 2.328 2.869en activiteiten 170.7<strong>00</strong> 157.970 305.863 bijdrage Collectenplaninstellingen 45.<strong>00</strong>0 48.029 47.172nagekomen lasten inkomsten beoordelingen 669.8<strong>00</strong> 712.304 538.675vorige jaren 1.570 5.014 overige inkomsten 7.6<strong>00</strong> 8.196 8.808beleggingsresultaat 10.<strong>00</strong>0 38.3<strong>22</strong> 29.917nagekomen baten vorige jaren 6.146 1.892overschot/tekort 35.758 -108.125 101.981_________ _________ _________ _________ _________ _________1.295.8<strong>00</strong> 1.2<strong>44</strong>.549 1.287.<strong>22</strong>9 1.295.8<strong>00</strong> 1.2<strong>44</strong>.549 1.287.<strong>22</strong>9Resultaatverwerking:begroting werkelijk werkelijk2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>4 2<strong>00</strong>3toegevoegd aan:- bestemmingsreserve personeel -96.796- bestemmingsfonds huisvesting (ongerealiseerde koerswinst) -30.845 -23.040onttrokken aan:- bestemmingsfonds kansspelbegunstigden 19.516 118.584- bestemmingsreserve huisvesting (exploitatie-tekort) 35.758 4.772- bestemmingsfonds juridische ondersteuning 1.665________ ________ ________35.758 -108.125 101.98114


ACCOUNTANTSVERKLARINGCentraal Bureau Fondsenwerving15


MEDEWERKERSBestuur enBestuurBenoemd op persoonlijke titel:De heer mr. H.E. Koning(voorzitter)Mevrouw A. van den Berg(secretaris-penningmeester)De heer prof. dr. Th.N.M. SchuytBenoemd op voordracht van de VNG:Mevrouw A.A. van der Most-de Ridder(tot april 2<strong>00</strong>4)burgemeester gemeente AbcoudeDe heer J.R.A. Nawijn (vanaf april 2<strong>00</strong>4)burgemeester gemeente Ouder-AmstelDe heer drs. G.E.W. Prickburgemeester gemeente GroesbeekDe heer drs. J.B. Waaijerburgemeester gemeente RidderkerkBenoemd op voordracht van de VFI:De heer drs. J. de Savornin Lohmanalgemeen directeur ReumafondsMevrouw I.F.L. Sybesmadirecteur Stichting Fonds SlachtofferhulpNederlandWaarnemer namens het ministerie van Justitie:De heer drs. H.W.G. RemmeWaarnemer namens het ministerie van VWS:De heer drs. B.A.C. Brouwer (tot maart 2<strong>00</strong>4)MedewerkersDirectieDe heer drs. J.P.Th. ZwartjesdirecteurDe heer drs. P. Inklaar (tot juli 2<strong>00</strong>4)adjunct-directeur ad interimDe heer drs. A.J.J. Kemps(vanaf 15 augustus 2<strong>00</strong>4)adjunct-directeurMevrouw M.P. BictorinabureaumanagerMevrouw drs. F.L.I. Clerkx (tot september 2<strong>00</strong>4)medewerker communicatie en publiciteitMevrouw S. Gaffafmedewerker archief/communicatie en publiciteitDe heer A.H.J. Graamanbeleids- en kwaliteitsmedewerkerDe heer A.G.L. HeitzerarchivarisMevrouw Y.H. Jansen-RoelofsensecretariaatsmedewerkerMevrouw K. Jansensenior controllerMevrouw drs. H.M. de Jong-Meulemanscontroller/keurmerkbeheerderMevrouw R. JoshicontrollerDe heer drs. D. Koopmanssenior controllerDe heer J.J.C. KostercontrollerMevrouw G.M. Meijercontroller/financieel medewerkerDe heer drs. A.H.J. Meijersenior controllerMevrouw mr. A.S. SmitbureausecretarisDe heer F.C. Verhaarvoorlichter/systeembeheerderMevrouw drs. M.J. van der Wilden(vanaf 15 september 2<strong>00</strong>4)medewerker communicatie en publiciteit16


CO<strong>LL</strong>EGESCommissies enCommissie KeurmerkMevrouw A.A. van der Most-de Ridder (tot april 2<strong>00</strong>4)(voorzitter) burgemeester gemeente AbcoudeDe heer J.R.A. Nawijn (vanaf april 2<strong>00</strong>4)burgemeester gemeente Ouder-AmstelDe heer drs. G.E.W. Prickburgemeester gemeente GroesbeekDe heer drs. J.B. Waaijerburgemeester gemeente RidderkerkCollege van DeskundigenBenoemd op persoonlijke titel:De heer prof. mr. T.J. van der Ploeg(voorzitter) hoogleraar privaatrecht Vrije UniversiteitAmsterdamDe heer prof. mr. A.L.G.A. Stille(vice-voorzitter) vice-president van het Gerechtshof te’s Gravenhage, hoogleraar notariaat Universiteit Utrecht(tot september), gasthoogleraar notariaat Universiteitvan Amsterdam (vanaf september)De heer M.H.A. Bauman RAregisteraccountant PricewaterhouseCoopers N.V.Benoemd op voordracht van de VNG:De heer drs. S.P.M. de Vreezeburgemeester van TielBenoemd als vertegenwoordiger van consumentenbelangen:Mevrouw E.H.C. Salomonsombudsman gemeente AmsterdamBenoemd op voordracht van de VFI:De heer T. Doude van Troostwijkdirecteur Stichting Cliniclowns NederlandDe heer drs. J.P.M. Zoundirecteur Vereniging Nederlands Astma FondsCollege van BeroepBenoemd op persoonlijke titelMevrouw mr. E.M. Dil-Stork(voorzitter) oud vice-president rechtbank Den HaagDe heer J. Blommersvoorzitter Kamer van Koophandel en fabrieken RijnlandMevrouw mr. M.J. ten Broekadvocaat te AmsterdamDe heer mr. G.P. Hamkantonrechter te Gouda/Alphen aan de Rijn17


OVERZICHTpublicaties <strong>CBF</strong> 2<strong>00</strong>4Achtergrondinformatie (jaarlijkse uitgaven)Verslag Fondsenwerving 2<strong>00</strong>3 e 25,-*<strong>CBF</strong> jaarverslag 2<strong>00</strong>4Informatie voor gemeenten/deelgemeenten/stadsdeelraden en overige geïnteresseerdenMededelingenInformatie voor Keurmerkhouders en houdersVerklaring van geen bezwaarDigitale NieuwsbriefAlgemeenInformatiefolders voor gevers aan het goede doelRegels en reglementenBrochure Doel en Taken <strong>CBF</strong>Reglement <strong>CBF</strong>-KeurRichtlijn Verslaggeving FondsenwervendeInstellingenHandleiding <strong>CBF</strong>-Keur e 20,-** Bestelling van het Verslag Fondsenwerving 2<strong>00</strong>3of de Handleiding <strong>CBF</strong>-Keur kan door overmakingvan genoemd bedrag op giro 11 75 34 van het <strong>CBF</strong>te Amsterdam onder vermelding van naam, adresen woonplaats.18


<strong>CBF</strong>Anthony Fokkerweg 11059 CM AmsterdamTelefoon zakelijk020 - 417 <strong>00</strong> 03Telefoon infolijn09<strong>00</strong> - 202 55 92(35 eurocent p.m.)Fax020- 614 07 91Postbank11 75 34E-mailmail@cbf.nlwww.cbf.nlHet Centraal Bureau Fondsenwerving is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder nummer 41198566en in het RvA register voor certificatie-instellingen onder nummer C-130.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!