13.07.2015 Views

Charitas: tussen ratio en emotie - CBF

Charitas: tussen ratio en emotie - CBF

Charitas: tussen ratio en emotie - CBF

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Charitas</strong>: <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>ratio</strong> <strong>en</strong> <strong>emotie</strong>Auteurs: Judith van Male <strong>en</strong> Gerb<strong>en</strong> BruinsEr gaat heel veel geld om in de charitatieve sector. Jaarlijks doner<strong>en</strong> Nederlandersmiljard<strong>en</strong> euro’s aan goede doel<strong>en</strong> (ww.cbf.nl 2009). Die zijn er dan ook in alle soort<strong>en</strong><strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Allemaal do<strong>en</strong> ze hun uiterste best om de donateur voor zich te winn<strong>en</strong>.Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op allerlei manier<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd met het verzoek om te doner<strong>en</strong>:straatwerving, massamediale campagnes, programma’s op tv <strong>en</strong> mailings op de deurmatof in de mailbox. Steeds weer word<strong>en</strong> nieuwe methodes ontwikkeld om geld<strong>en</strong> in tezamel<strong>en</strong>.Nederlanders zijn graag bereid aan goede doel<strong>en</strong> te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar er is natuurlijk e<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s aan hun goedgevigheid. De totale pot aan donatiegeld<strong>en</strong> zal niet veel grotermeer word<strong>en</strong>, zeker niet in tijd<strong>en</strong> van economische teruggang. Dat betek<strong>en</strong>t dat hetvoor e<strong>en</strong> charitatieve instelling van lev<strong>en</strong>sbelang is om haar eig<strong>en</strong> aandeel in die totalepot zeker te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> liefst te vergrot<strong>en</strong>, wet<strong>en</strong>de dat dat t<strong>en</strong> koste zal gaan van anderegoede doel<strong>en</strong>. De concurr<strong>en</strong>tie <strong>tuss<strong>en</strong></strong> goede doel<strong>en</strong> is dan ook groot. Goede doel<strong>en</strong>ontkom<strong>en</strong> er niet aan om voortdur<strong>en</strong>d inspanning<strong>en</strong> te verricht<strong>en</strong> om de aandacht opzich te vestig<strong>en</strong>.Tegelijkertijd is er bij consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de irritatie bespeurbaar over devloedgolf van verzoek<strong>en</strong> om goede doel<strong>en</strong> te steun<strong>en</strong>. Over het algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veelcharitatieve instelling<strong>en</strong> als opdringerig ervar<strong>en</strong>. Die instelling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> echter deervaring dat opdringerigheid werkt: verhoogde inspanning om geld<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>vrijwel altijd tot e<strong>en</strong>, zij het tijdelijke, verhoging van de inkomst<strong>en</strong>.Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stor<strong>en</strong> zich blijkbaar wel aan die voortdur<strong>en</strong>de verzoek<strong>en</strong> om meer, maarblijv<strong>en</strong> deze k<strong>en</strong>nelijk toch inwillig<strong>en</strong>. Uit kwalitatief onderzoek voor charitatieveorganisaties blijkt dat donateurs vaak bezwijk<strong>en</strong> voor het emotionele appel: het leed datop h<strong>en</strong> afkomt contrasteert scherp met hun eig<strong>en</strong> veel rooskleuriger situatie <strong>en</strong> dit leidttot schuldgevoel<strong>en</strong>s. M<strong>en</strong> doneert in de hoop de nood <strong>en</strong>igszins te l<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo e<strong>en</strong>bijdrage te lever<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> betere wereld.In het schijnbaar succesvolle emotionele appel schuilt echter ook e<strong>en</strong> gevaar. Deconstante stroom aan boodschapp<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> op hun schuldgevoel <strong>en</strong>medelijd<strong>en</strong>, leidt tot afstomping bij donateurs. Ze sluit<strong>en</strong> zich voor de boodschap vanhet goede doel af <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> minder of niet meer doner<strong>en</strong>. Charitatieve instelling<strong>en</strong>realiser<strong>en</strong> zich terdege dat appeller<strong>en</strong> aan de <strong>emotie</strong> <strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> op ‘volume’ van decommunicatie alle<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de is. Ze zijn zich er doorgaans van bewust dat betergestreefd kan word<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> sterkere binding met de donateur. E<strong>en</strong> donateur die metzijn gevoel én verstand voor e<strong>en</strong> goed doel gekoz<strong>en</strong> heeft, zal e<strong>en</strong> sterkere bindingvoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer g<strong>en</strong>eigd zijn dat doel structureel te steun<strong>en</strong>. Charitatieve instelling<strong>en</strong>


zoek<strong>en</strong> dan ook voortdur<strong>en</strong>d naar manier<strong>en</strong> om de loyaliteit van hun donateurs tevergrot<strong>en</strong>.Om inzicht te krijg<strong>en</strong> hoe de loyaliteit aan het goede doel tot stand komt, is hetbelangrijk om erachter te kom<strong>en</strong> welke geefstrategieën donateurs hanter<strong>en</strong>. Wanneerbesluit m<strong>en</strong> om aan e<strong>en</strong> goed doel te gev<strong>en</strong>? Hoe komt verbond<strong>en</strong>heid met dat goededoel tot stand <strong>en</strong> welke factor<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> of verzwakk<strong>en</strong> die band?In de verschill<strong>en</strong>de kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong> die Ferro voor charitatieve instelling<strong>en</strong>gedaan heeft, komt naar vor<strong>en</strong> dat het besluit om te doner<strong>en</strong> tot stand komt op basisvan e<strong>en</strong> veelheid aan factor<strong>en</strong>, maar dat er drie randvoorwaard<strong>en</strong> zijn diedoorslaggev<strong>en</strong>d zijn in e<strong>en</strong> meer structurele relatie met het goede doel: vertrouw<strong>en</strong>,relevantie <strong>en</strong> nabijheid.Vertrouw<strong>en</strong>Vertrouw<strong>en</strong> in de integriteit van de charitatieve instelling is e<strong>en</strong> conditio sine qua nonvoor donaties. Zonder vertrouw<strong>en</strong> in de goede trouw van de organisatie, ge<strong>en</strong> donaties.Negatieve berichtgeving is daarom extra schadelijk. De donateur heeft dan het gevoeldat er misbruik van zijn vertrouw<strong>en</strong> is gemaakt <strong>en</strong> de kans is groot dat hij zijn donatieszal stopp<strong>en</strong>. En dat vertrouw<strong>en</strong> is niet snel herwonn<strong>en</strong> want zoals het spreekwoord luidt:vertrouw<strong>en</strong> komt te voet <strong>en</strong> gaat te paard.Voor vertrouw<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> van belang. De organisatie moet e<strong>en</strong> integereuitstraling hebb<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat medewerkers van de organisatie meer dan alle<strong>en</strong>werknemers moet<strong>en</strong> zijn: ze moet<strong>en</strong> de ideal<strong>en</strong> van hun organisatie liefst met passieuitdrag<strong>en</strong>. Het goede doel di<strong>en</strong>t voorop te staan. Carrièredrift <strong>en</strong> hoge inkom<strong>en</strong>svloek<strong>en</strong> met dit beeld. E<strong>en</strong> directeur met e<strong>en</strong> topsalaris <strong>en</strong> leaseauto past niet in hetplaatje. Zo kwam e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> de Nederlandse Hartstichting zwaar ondervuur te ligg<strong>en</strong> to<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d werd dat haar directeur 170.000 euro per jaar verdi<strong>en</strong>de.Verder di<strong>en</strong>t de organisatie zoveel mogelijk van de gedoneerde geld<strong>en</strong> te bested<strong>en</strong> aanhet goede doel. Hoge overheadkost<strong>en</strong> stral<strong>en</strong> in negatieve zin af op de organisatie. Bijhet inzett<strong>en</strong> van bek<strong>en</strong>de Nederlanders mag er ge<strong>en</strong> twijfel over bestaan dat die zichvoor niets voor het goede doel inzett<strong>en</strong>. Geld dat op de één of andere manier aan destrijkstok blijft hang<strong>en</strong> is vanzelfsprek<strong>en</strong>d ook uit d<strong>en</strong> boze.Ook de geloofwaardigheid van de informatie die de organisatie aan zijn donateurs geeftover het goede doel is van belang voor het vertrouw<strong>en</strong>. Als getwijfeld wordt aan hetwaarheidsgehalte van die informatie, zal dit leid<strong>en</strong> tot grote imagoschade. E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dvoorbeeld daarvan is de commotie in 2001 rond Foster Par<strong>en</strong>t Plan (inmiddels Plangehet<strong>en</strong>). Uitgangspunt van deze organisatie was dat donateurs e<strong>en</strong> pleegkind in dederde Wereld adopteerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hun donaties rechtstreeks naar de geme<strong>en</strong>schap vanhet pleegkind zoud<strong>en</strong> gaan. To<strong>en</strong> uitkwam dat dit niet altijd het geval was, leidde dit totheftige kritiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke teruggang van het aantal donateurs.NabijheidE<strong>en</strong> tweede factor die van belang is voor de geefstrategie van de donateur is nabijheid.Nabijheid geeft aan in welke mate de donateur zich verbond<strong>en</strong> voelt aan het goededoel. Er kunn<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong> van nabijheid onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: Emotionele nabijheid: dit geeft aan in welke mate het goede doel de donateuremotioneel raakt. Het leed van kinder<strong>en</strong> in de Derde wereld scoort bijvoorbeeldhoog op emotionele nabijheid bij ouders die zelf jonge kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Maar ook‘schattige aapjes’ vergrot<strong>en</strong> voor vel<strong>en</strong> de emotionele nabijheid van e<strong>en</strong> goed doel. Sociale nabijheid: dit zijn goede doel<strong>en</strong> die zeer herk<strong>en</strong>baar zijn voor de donateur inzijn eig<strong>en</strong> sociale omgeving. Bijvoorbeeld de Aidsbestrijding is e<strong>en</strong> goed doel dathoog scoorde op e<strong>en</strong> sociale nabijheid in homoseksuele kring<strong>en</strong> omdat juist in die2


kring<strong>en</strong> de ziekte veel voorkwam. Ook KWF Kankerbestrijding scoort hoog op dezefactor. Bijna iedere Nederlander is in zijn omgeving wel e<strong>en</strong>s met kankergeconfronteerd <strong>en</strong> weet hoe ingrijp<strong>en</strong>d deze ziekte is. Geografische nabijheid: dit zijn de goede doel<strong>en</strong> die letterlijk dicht bij huis zijn.Voorbeeld<strong>en</strong> van goede doel<strong>en</strong> die geografisch zeer nabij zijn, zijn Jantje Beton <strong>en</strong>de Dier<strong>en</strong>bescherming.E<strong>en</strong> hoge score op nabijheid vergroot de bereidheid om te doner<strong>en</strong>. Het is voor iederecharitatieve instelling dus van belang om de nabijheid van haar goede doel te vergrot<strong>en</strong>.De drie vorm<strong>en</strong> van nabijheid kunn<strong>en</strong> elkaar versterk<strong>en</strong> of comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>: zo scoort deKWF Kankerbestrijding op alle drie hoog. Goede doel<strong>en</strong> die zich richt<strong>en</strong> opontwikkelingshulp in de Derde Wereld zijn echter zowel sociaal als geografisch ver weg.Voor h<strong>en</strong> is het van belang meer in te zett<strong>en</strong> op emotionele nabijheid. Overig<strong>en</strong>s is hetook voor h<strong>en</strong> mogelijk om de andere vorm<strong>en</strong> van nabijheid te vergrot<strong>en</strong>. Bijvoorbeelddoor donateurs het idee te gev<strong>en</strong> direct contact te hebb<strong>en</strong> met de door hun gesteundegeme<strong>en</strong>schap.RelevantieRelevantie is de derde factor die bepal<strong>en</strong>d is voor de geefint<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> heeft direct temak<strong>en</strong> met het handel<strong>en</strong>de karakter van e<strong>en</strong> donatie. Doner<strong>en</strong> is niet puur emotioneel.Integ<strong>en</strong>deel, voor veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> manier om daadwerkelijk iets tebewerkstellig<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong> aan de oplossing van e<strong>en</strong> probleem,waaraan je als individu niets kan do<strong>en</strong>. Relevantie heeft dan ook betrekking op hetverhaal achter het goede doel. Het gaat om de vrag<strong>en</strong> ‘wat is het effect van mijndonatie?’ <strong>en</strong> ‘sta ik achter de filosofie van het goede doel <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> die zijinzett<strong>en</strong>?’De donateur wil het gevoel hebb<strong>en</strong> dat hij met zijn donaties bijdraagt aan e<strong>en</strong> beterewereld. Dat ideaal van e<strong>en</strong> betere wereld ziet er niet voor iedere<strong>en</strong> hetzelfde uit. Hetwordt bepaald door de kernwaard<strong>en</strong> die in het lev<strong>en</strong> van de donateur c<strong>en</strong>traal staan.Donateurs die solidariteit als e<strong>en</strong> belangrijke kernwaarde zi<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> anderideaalbeeld dan donateurs waarvoor liberale kernwaard<strong>en</strong> zoals vrijheid <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>verantwoordelijkheid c<strong>en</strong>traal staan. Het verhaal van het goede doel moet aansluit<strong>en</strong> bijde manier waarop de donateur teg<strong>en</strong> de wereld aankijkt <strong>en</strong> de kernwaard<strong>en</strong> die daarbije<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>.Ook de haalbaarheid van de gestelde doel<strong>en</strong> van de instelling zijn van belang voor derelevantie. Hierbij staat de vraag c<strong>en</strong>traal of je donatie überhaupt iets uithaalt <strong>en</strong> ookdaadwerkelijk bijdraagt aan de gew<strong>en</strong>ste verbetering<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> prettig gevoel datdoor jouw donatie e<strong>en</strong> Afrikaans kind van de hongerdood gered wordt. Als dat kindvervolg<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> toekomst heeft, dan dringt de vraag zich op in welke mate de donatiezinvol is geweest. Daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d di<strong>en</strong><strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> ook zichtbaar gemaakt teword<strong>en</strong>. Pas dan ontstaat bij de donateur het gevoel dat zijn donatie zin heeft gehad.E<strong>en</strong> derde factor die van belang is voor relevantie is de manier waarop de charitatieveinstelling resultat<strong>en</strong> tracht te bereik<strong>en</strong>. Het gaat hier om de vraag of het doel demiddel<strong>en</strong> heiligt. E<strong>en</strong> organisatie als Gre<strong>en</strong>peace met e<strong>en</strong> activistisch imago zal e<strong>en</strong>andere doelgroep aansprek<strong>en</strong> dan het WNF die veel minder de polarisatie opzoekt. Ookgeloof in de effectiviteit van de gebruikte middel<strong>en</strong> speelt hier e<strong>en</strong> rol. Donateurs diegelov<strong>en</strong> dat activisme de <strong>en</strong>ige manier is om iets aan het probleem te do<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong>andere goede doel<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> dan donateurs die meer gelov<strong>en</strong> in diplomatie <strong>en</strong> overleg.Consequ<strong>en</strong>tiesCharitatieve instelling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> het liefst zo breed mogelijk aandacht voor hun goededoel g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. Hamer<strong>en</strong> op (sociale <strong>en</strong> emotionele) nabijheid lijkt daarvoor de bestestrategie. Het effect van deze strategie is echter kortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong> leidt niet tot e<strong>en</strong> groterebinding van donateurs met het goede doel. Hiervoor moet<strong>en</strong> donateurs ervan overtuigd3


word<strong>en</strong> dat hun donaties daadwerkelijk e<strong>en</strong> bijdrage lever<strong>en</strong> aan die betere wereld diezij voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ess<strong>en</strong>tieel in het vergrot<strong>en</strong> van de binding met het goede doel isdus ‘relevantie’.Het versterk<strong>en</strong> van relevantie staat op gespann<strong>en</strong> voet met het strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> zobreed mogelijke doelgroep. Immers, relevantie houdt in dat de de charitatieve instellingzich in de communicatie verbindt met specifieke kernwaard<strong>en</strong> die door e<strong>en</strong> specifiekegroep donateurs gedeeld word<strong>en</strong>. Als donateurs zich echter herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in diekernwaard<strong>en</strong>, zal de binding met het goede doel veel groter zijn. Zijn relatie met hetgoede doel zal langduriger zijn <strong>en</strong> zijn bereidheid om structureel te doner<strong>en</strong> groter.E<strong>en</strong> goed voorbeeld van e<strong>en</strong> goed doel dat relevantie sterk verankerd heeft in haarbeleid <strong>en</strong> communicatie is Oikocredit. De kernboodschap van Oikocredit is het geloofdat ook arme m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heel goed in staat zijn zelf e<strong>en</strong> beter bestaan op te bouw<strong>en</strong>. Doorhet gev<strong>en</strong> van microkrediet kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bedrijfje opzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong>inkom<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong>. Deze aanpak draagt niet alle<strong>en</strong> bij aan e<strong>en</strong> betere inkom<strong>en</strong>spositievan de kleine ondernemer maar levert uiteindelijk ook e<strong>en</strong> bijdrage aan de plaatselijkeeconomie. Deze boodschap heeft als kernwaard<strong>en</strong> zelfredzaamheid <strong>en</strong>gelijkwaardigheid, sterke kernwaard<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zeer specifieke doelgroep aan zull<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong>.De vraag is of charitatieve instelling<strong>en</strong> er niet verstandiger aan do<strong>en</strong> zich duidelijker tepositioner<strong>en</strong> op relevantie <strong>en</strong> meer nog dan nu aansluiting te zoek<strong>en</strong> op dekernwaard<strong>en</strong> van hun doelgroep. Als m<strong>en</strong> blijft inzett<strong>en</strong> op het emotionele appel zaldoor de grote concurr<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de strijd om de eig<strong>en</strong> positie geleverdmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Deze vergt e<strong>en</strong> grote investering in de communicatie maar kan ookleid<strong>en</strong> tot imagoschade omdat donateurs zich gaan erger<strong>en</strong> aan de voortdur<strong>en</strong>deverzoek<strong>en</strong> om te gev<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> charitatieve instelling zich meer op relevantie profileert,zal de loyaliteit van donateurs aan het goede doel groter word<strong>en</strong>. Daarmee wordt hetaandeel in de charitatieve geld<strong>en</strong> zekerder dan nu het geval is. Donateurs die zich meerbetrokk<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ook eerder bereid zijn om zich op andere manier<strong>en</strong> in te zett<strong>en</strong>voor het goede doel.4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!