13.07.2015 Views

Plan van Aanpak - Gemeente Boxtel

Plan van Aanpak - Gemeente Boxtel

Plan van Aanpak - Gemeente Boxtel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dêççíëÅÜ~äáÖÉ=fåÑê~ëíêìÅíììê=_çñíÉä=2006NB085<strong>Plan</strong> <strong>van</strong> <strong>Aanpak</strong><strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong>maart 2007açÅìãÉåíåìããÉêW2006NB085 PvApí~íìëW=definitiefoÉîáëáÉW=3léëíÉääÉêW=H. Looijenhï~äáíÉáíëÅçåíêçäÉìêW=H. LooijenmêçàÉÅíäÉáÇÉêW=H. Looijen


INHOUDSOPGAVEINLEIDING 2Afbakening 2Doelstelling 21. HUIDIGE STAND VAN ZAKEN 41.1 Sanering spoorwegovergangen 41.1.1 Regionale studie Sanering Spoorwegovergangen De Meierij 41.1.2 Aanvullende studie Tongeresestraat 51.2 Noordelijke Ontsluiting 51.2.1 Vraagstelling 62. Conclusies 72.1 Sanering spoorwegovergangen 72.1.1 Algemeen 72.1.2 SWO Essche Heike en Leenhoflaan 72.1.3 SWO Tongeresestraat 82.2 Noordelijke ontsluiting 92.2.1 Ruimtelijke Ordening 92.2.2 Verkeer en vervoer 103. VERVOLGSTAPPEN 123.1 Sanering spoorwegovergangen 123.2 Noordelijke ontsluiting 14Pagina 1


INLEIDINGDe discussie rondom de spoorwegovergangen (hierna: swo’s) en de verkeersstructuur <strong>van</strong> <strong>Boxtel</strong>,speelt concreet <strong>van</strong>af 1998. Vanwege de <strong>van</strong>af dat moment genomen diverse besluiten enstandpunten, wordt in dit document teruggekeken tot de afgelopen 2 jaar. In die periode hebbende voor de huidige actualiteit belangrijke besluiten en ontwikkelingen plaatsgevonden.Het aanpassen <strong>van</strong> de swo’s (zoals wordt voorgesteld in het rapport Beter Bereikbaar Brabant) ende noordelijke ontsluiting (hierna: N.O.)vormen gezamenlijk de kern <strong>van</strong> dit document. In deslipstream <strong>van</strong> de discussie omtrent beide onderwerpen, speelt de discussie over de volgendeonderwerpen een nadrukkelijke rol:- inpassing Colenhoef – Mezenlaan over gebied Bolle Akkers;- keuze voor ongelijkvloerse swo Essche Heike of Leenhoflaan;- keuze voor de aan te passen swo’s , in overleg met fietsersbond, hulpdiensten,landbouwverkeer etc.Dit PvA is opgedeeld in 2 onderdelen: de spoorwegovergangen en de Noordelijke Ontsluiting. Elkmet een separate benadering maar beide in nauwe relatie met elkaar.AFBAKENINGDit PvA “beperkt” zich tot het in beeld brengen <strong>van</strong> de nog te nemen stappen en bevat niet deinhoudelijke uitwerking <strong>van</strong> deze stappen. Dit <strong>van</strong>wege het feit dat de gemeenteraad zich uit dientte spreken over deze stappen, voordat zij geconfronteerd wordt met de uitkomst <strong>van</strong> deze stappen.Tevens dient dit rapport niet gezien te worden als een nieuw onderzoek, maar als eenoverkoepelend geheel <strong>van</strong> alles wat in het verleden is onderzocht en besloten en vormt in diehoedanigheid een samenvatting, maar vooral een stappenplan voor de nabije toekomst.Daarnaast dient opgemerkt te worden dat de gemeente <strong>Boxtel</strong> binnen haar gemeentegrenzendiverse swo’s heeft. Voor dit PvA wordt enkel gekeken naar de swo’s die een zeer nadrukkelijkerelatie hebben met de N.O. en dientengevolge met de complete verkeersstructuur <strong>van</strong> het stedelijkegebied. Tevens geldt het rapport Beter Bereikbaar Brabant als uitgangspunt voor dit PvA.Een nadrukkelijk door de gemeente <strong>Boxtel</strong> in haar opdrachtformulering meegegevenrandvoorwaarde/uitgangspunt, is dat er géén nieuwe stedenbouwkundige visie wordt ontwikkeld.Uitgangspunt is en blijft de besluitvorming door de raad en de daaruit voorvloeiendebestuursopdracht(en). Er is dus ook níet gekeken naar mogelijke (nieuwe) alternatieven voor de N.O.DOELSTELLINGDit <strong>Plan</strong> <strong>van</strong> <strong>Aanpak</strong> zal uiteindelijk de opmaat moeten vormen voor de realisatie <strong>van</strong> de N.O. en hetaanpassen <strong>van</strong> swo’s binnen de gemeente <strong>Boxtel</strong>, waarbij een zeer grote rol is weggelegd voor delandschappelijke component. Het doel <strong>van</strong> dit PvA is echter vooralsnog dat de gemeenteraad eenPagina 2


goede basis voor besluitvorming heeft, zodat zij zich kan uitspreken over de aan te passen swo’s entevens een definitief oordeel kan vormen over de wenselijkheid en haalbaarheid, maar vooral deinpassingen <strong>van</strong> het tracé <strong>van</strong> de N.O.. De basis voor deze besluitvorming zal derhalve wordengevormd door het inzichtelijk maken <strong>van</strong> alle, nog benodigde stappen, om te komen totdaadwerkelijke uitvoering. Ergo, dit document is voor de genoemde onderwerpen een GO-NO GOdocument.Han LooijenAkertech Beheer BVmaart 2007Pagina 3


1. HUIDIGE STAND VAN ZAKEN1.1 SANERING SPOORWEGOVERGANGENDe aanleiding voor het opheffen <strong>van</strong> de swo’s is dat ProRail in het kader <strong>van</strong> het PVVO (ProgrammaVerbeteren Veiligheid <strong>van</strong> Overwegen en kan bestempeld worden als opdracht <strong>van</strong> het ministerie<strong>van</strong> V&W aan ProRail), een subsidie beschikbaar heeft gesteld voor het verbeteren <strong>van</strong> de veiligheidop de swo’s door deze te saneren of ongelijkvloers te maken.ProRail heeft besloten om de swo’s in de Meierij niet separaat te benaderen, maar binnen regionaalverband. Dientengevolge is er met de betrokken gemeenten (Vught, <strong>Boxtel</strong>, Haaren, Oisterwijk enTilburg), de Provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat Directie Noord-Brabant in 2004 eenintentieovereenkomst gesloten. Deze intentieovereenkomst had tot doel dat er in gezamenlijkheidonderzocht zou worden wat de gevolgen zouden zijn indien de 52 aanwezige swo’s gesaneerd,gehandhaafd of gedeeltelijk gesaneerd zouden worden. E.e.a. zou moeten resulteren in een dooralle partijen onderschreven voorstel voor de regio, waaruit vervolgens per gemeente eenuitvoeringsplan zou moeten voortvloeien. Op basis <strong>van</strong> deze uitvoeringsplannen wordt <strong>van</strong>uit hetPVVO een maximale bijdrage per gemeente / uitvoeringsplan ter beschikking gesteld.Echter, de intentieovereenkomst en de onderzoeken daaruitvolgend, hebben tot op heden nog nietmogen resulteren in samenwerkingsovereenkomsten met de diverse partijen, incluis de gemeente<strong>Boxtel</strong>. Een dergelijke samenwerkingsovereenkomst is ook nog niet aan de orde, gezien het feit dater nog geen (bestuurlijke) vaststelling <strong>van</strong> de regionale studie heeft plaatsgevonden. Hierbij dient teworden opgemerkt dat een dergelijke bestuurlijke vaststelling ook niet op korte termijn wordtvoorzien.ProRail heeft uitgesproken dat de vertraging <strong>van</strong> de regionale studie geen nadelige consequentiesvoor <strong>Boxtel</strong> heeft voor de eerdere subsidiebronnen, omdat het PVVO in het leven is geroepen om deveiligheidsdoelstelling in 2010 te halen. Deze doelstelling is echter landelijk reeds in 2004 behaald.Daardoor is de ministeriële goedkeuring op basis <strong>van</strong> het PVVO, voor het plan <strong>van</strong> <strong>Boxtel</strong> niet meergegarandeerd. Bovendien is het totaal beschikbare geld in het PVVO absoluut ontoereikend omlandelijk alle maatregelen te treffen die nog in de planning staan. Derhalve zullen projecten die na1-1-2007 worden ingediend niet met een PVVO-bril worden beoordeeld, maar op een integralerewijze. Hierbij staan vooral de thema’s bereikbaarheid en leefbaarheid voorop.Tijdens diverse gesprekken heeft ProRail toegezegd dat zij zich hard zal maken bij de Minister voorde maatregelen die de gemeente <strong>Boxtel</strong> wenst te treffen, al dan niet in Regionaal verband.1.1.1 Regionale studie Sanering Spoorwegovergangen De MeierijZoals gememoreerd, is getracht een synergie te zoeken in de diverse swo’s binnen de driehoek DeMeierij. Hierbij is met name gefocust op het aanpassen <strong>van</strong> bestaande gelijkvloerse overgangen,waarbij er een goede regionale bereikbaarheid en doorstroming wordt nagestreefd.Pagina 4


In de regionale studie heeft een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden (met en door debetrokken gemeenten) naar de bestaande routestructuren; voor auto’s, hulpdiensten, openbaarvervoer, agrarisch verkeer, langzaam verkeer etc etc. Dit zowel utilitair als ook recreatief. Voor dezeinventarisatie wordt kortheidshalve verwezen naar het concept-rapport “Beter Bereikbaar Brabant”.Op deze uitgebreide inventarisatie is een voorstel <strong>van</strong> maatregelen gebaseerd: Welke swo’s dienengesloten te worden, welke swo’s dienen ongelijkvloers gemaakt te worden en welke nieuweongelijkvloerse swo’s dienen aangelegd te worden?Omdat een complete onderbouwing <strong>van</strong> deze maatregelen reeds in het eerder genoemde rapportvernoemd zijn, wordt in dit PvA hier niet verder op ingegaan. Wel is hiernavolgend een opsomminggemaakt <strong>van</strong> de stappen die doorlopen dienen te worden om te komen tot uitvoering <strong>van</strong> degenoemde maatregelen.1.1.2 Aanvullende studie TongeresestraatO.a. de gemeente <strong>Boxtel</strong> heeft ProRail verzocht om een aanvullende studie te verrichten naar deligging <strong>van</strong> een nieuwe swo ten behoeve <strong>van</strong> de N.O. en de inpasbaarheid <strong>van</strong> een fietshulpdienstentunnelop de locatie <strong>van</strong> de dubbele overweg (Tongeresestraat). In afwijking <strong>van</strong> devariant autoluw, zit in de regionale rapportage een ongelijkvloerse overgang op de Leenhoflaanvoor alle verkeer in plaats <strong>van</strong> Essche Heike. De overgang bij Essche Heike wordt dan vollediggesaneerd. Verder is bij de dubbele overweg een route voor voertuigen <strong>van</strong> eerstelijns hulpdienstenbeschikbaar en een doorgang voor fietsverkeer. De overige maatregelen komen echter welgrotendeels overeen met de door de gemeenteraad vastgestelde voorkeursvariant “CentrumAutoluw”. Overigens dient te worden opgemerkt dat de N.O. aanvullend op de variant CentrumAutoluw wél is opgenomen in de regionale studie <strong>van</strong> ProRail.1.2 NOORDELIJKE ONTSLUITINGDe gemeenteraad heeft op 16 december 2004 het beleidsdocument “Hoofdwegenstructuur <strong>Boxtel</strong>,Structuur in Sanering” ter kennisgeving aangenomen.Tevens heeft de raad expliciet uitgesproken dat de N.O. weliswaar een extra ontsluiting vormt voorBT Ladonk, maar dat deze echter beperkt toegankelijk dient te zijn, in casu niet bestemd voorvrachtverkeer <strong>van</strong> en naar de A2 (aansluiting Esch / <strong>Boxtel</strong>-Noord). Verderop in de PvA wordt naderingegaan op de consequenties <strong>van</strong> deze uitspraak.Vanwege de vervlechting met de aan te passen swo’s , is deze opdracht opgenomen in de studie<strong>van</strong> ProRail, zoals eerder gemeld. De vertaling <strong>van</strong> deze opdracht is door ProRail verwerkt in hetaanvullende rapport <strong>van</strong> Arcadis “Verkenning ongelijkvloerse spoorkruising Esch (Gestelseweg)”,d.d. 3-11-2006. Tevens is de N.O. opgenomen in het nieuwe regionale verkeersmodel, zoals datdoor Goudappel&Coffeng wordt vervaardigd.Andere planvorming dan deze, heeft er niet plaatsgevonden, waarbij wel opgemerkt dient teworden dat in alle ruimtelijke plannen binnen de gemeente <strong>Boxtel</strong> het raadsbesluit – en de gevolgener<strong>van</strong> – wel rekening is gehouden met een N.O..Pagina 5


Gesteld kan dan ook worden dat dit <strong>Plan</strong> <strong>van</strong> <strong>Aanpak</strong> de eerste inhoudelijke stap is na hetraadsbesluit.1.2.1 VraagstellingBij raadsbesluit <strong>van</strong> 7 juli 2005 heeft de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Boxtel</strong> het College <strong>van</strong> Burgemeester enWethouders onder andere het volgende opgedragen:“… het uitwerken <strong>van</strong> een N.O. volgens variant 1 in samenhang met realisering <strong>van</strong> eenrobuuste ecologische verbindingszone tussen Sparrenrijk en De Kampina; de voorgestelderoute vormt via de Esschebaan het uitgangspunt voor het ontwikkelingsplan Esschebaan;”De in het raadsbesluit bedoelde variant 1 (hierna te noemen Raadstracé, afgekort Rt) is een 60-km.tracé <strong>van</strong>af de Esschebaan over de gemeentegrens met de gemeente Haaren naar deRunsdijk/Esscheweg (routedeel B). Het Raadstracé begint evenwel reeds op bedrijventerrein Ladonk<strong>van</strong>af de Colenhoef met aansluiting op en doortrekking <strong>van</strong> de Loxvenseweg in noordelijke richting,waar aansluiting wordt gevonden op de Mezenlaan (routedeel A).Verwezen wordt naar het rode tracé op kaart 1 <strong>van</strong> het Kaartenrapport.De landschapstoets heeft zich geconcentreerd op een geheel nieuw wegvak dat in deze variantaangelegd zou moeten worden lopend tussen de Esschebaan en de Runsdijk (routedeel B).Aangezien het exacte tracé in de onderzoekperiode nog niet vastgesteld was, is dit voorzienewegvak met stippellijnen als wegzône ingetekend.Pagina 6


2. CONCLUSIES2.1 SANERING SPOORWEGOVERGANGEN2.1.1 AlgemeenHet saneringsvoorstel zoals dat door ProRail regionaal is opgesteld zal op een groot aantalonderdelen een positief effect hebben op de verkeersveiligheid (verlaagde ongeval-kans op swo’s ),doorstroming (geen wachttijden bij dichte swo’s ) en leefbaarheid (minder verkeer doorBaroniestraat –gedeeltelijk-). Ontegenzeggelijk wordt de bereikbaarheid <strong>van</strong> sommige gebieden“lastiger” omdat de weggebruiker geconfronteerd gaat worden met een “omrijfactor”. Dezeomrijfactor is moeilijk te definieren <strong>van</strong>wege het feit dat niet bekend is <strong>van</strong> waar mensen naar toegaan en welke route ze straks moeten gaan nemen. Dit is dermate individueel afhankelijk dat eenonderzoek daar naar zeer intensief is. Daarbij rijst ook de vraag of individuele situaties bepalendkunnen of mogen zijn voor een gemeentelijk (of zelfs regionaal) beleid.Omdat verkeer toch zijn weg zal zoeken, betekent het verlagen <strong>van</strong> de pijn voor het ene individuvaak verhoging <strong>van</strong> de pijn voor het andere. Nogmaals, hierbij dient het beleidsmatige principeleading te zijn en niet het individuele.2.1.2 SWO Essche Heike en LeenhoflaanHoewel het regionale voorstel voor het overgrote deel positief genoemd kan worden, zijn er 2punten die haaks op het gemeentelijk beleid staan en derhalve worden afgeraden (en aangepastdienen te worden).Het betreft hier de swo Leenhoflaan (nr. 52) en Essche Heike (nr. 51).Voor nr. 52 stelt ProRail dat deze swo ver<strong>van</strong>gen dient te worden door een ongelijkvloerse kruisingvoor alle verkeer, terwijl nr. 51 gesaneerd moet worden. Om het ontwikkelingsplan Esschebaan e.o.op de juiste manier te respecteren (met name daar waar het om de ontsluiting <strong>van</strong> het gebied gaat)is het <strong>van</strong> groot belang om juist de swo Essche Heike ongelijkvloers uit te voeren voor alle verkeer,met uitzondering <strong>van</strong> vrachtverkeer. Dit wordt tevens ingegeven <strong>van</strong>uit het standpunt dat dedubbele swo Tongeresestraat ongelijkvloers wordt uitgevoerd voor enkel langzaam verkeer enhulpdiensten. Hierdoor zou het verkeer <strong>van</strong>uit westelijke richting via de Leenhoflaan richtingcentrum gaan rijden, terwijl juist de Essche Heike als ontsluiting is aangeduid; ook in hetRaadsbesluit <strong>van</strong> 16 december 2004. Rekening houdend met de bestaande infrastructuur, kan zekerook gesteld worden dat de Leenhoflaan en aanliggende bebouwing/infrastructuur niet berekend isom de extra hoeveelheid mvt/etmaal, tengevolge <strong>van</strong> de sanering swo Tongeresestraat, teverwerken.Er zal overigens in het Ontwikkelingsplan Esschebaan e.o. wel rekening worden gehouden met een“overkluizing” voor langzaam verkeer over de spoorlijn, maar staat echter los <strong>van</strong> de nubeleidsmatige keuze.Pagina 7


Hoewel door ProRail in haar regionale voorstel anders is voorgesteld, is er zeker ruimte vooraanpassing. Het belangrijkste voor ProRail is dat 1 <strong>van</strong> de twee swo’s gesaneerd gaat worden. Voorde regionale doorstroming en bereikbaarheid is de keuze voor 51 of 52 niet zo heel erg rele<strong>van</strong>t.2.1.3 SWO TongeresestraatHet aanpassen <strong>van</strong> de dubbele swo aan de Tongeresestraat en deze te ver<strong>van</strong>gen door eenongelijkvloerse kruising welke enkel voor langzaam verkeer en hulpdiensten geschikt is, voldoet aande het Raadsbesluit 0410689:“Het College wordt opgedragen…tussen de Tongeresestraat en het NS-station een tunnel terealiseren die geschikt is voor fietsverkeer, hulpdiensten en beperkt autoverkeer.”Hoewel de voorgestelde oplossing voldoet aan het Raadsbesluit, is er 1 kanttekening te maken.In het Raadsbesluit wordt gesproken over “geschikt voor…beperkt autoverkeer”. Uitvoering <strong>van</strong>deze restrictie is in de praktijk zeer lastig. Impliciet wordt gesproken over geschiktheid voorbestemmingsverkeer. Dit resulteert in een oplossing waarbij gewerkt moet worden met dureoplossingen zoals pasjessystemen, sensoren e.d. De vraag kan hierbij gesteld worden of het middeldan boven het gestelde doel uitstijgt.Effectiever is het maken <strong>van</strong> een selectieve ingang, waarbij enkel hulpverleningsvoertuigen(eerstelijns) worden toegelaten. Een dergelijke selectieve ingang kan op afstand worden bediend enworden aangesloten op bestaande systemen.Om in de lijn <strong>van</strong> het Raadsbesluit een goede oplossing te zoeken, heeft Arcadis in opdracht <strong>van</strong>ProRail onderzoek gedaan naar de inpasbaarheid <strong>van</strong> een nieuwe ongelijkvloerse kruising vooralleen langzaam verkeer en (eerstelijns) hulpdiensten.Ondanks de aandachtspunten die er naar aanleiding <strong>van</strong> het onderzoek naar voren zijn gekomen,lijkt er voldoende aanleiding om te stellen dat de voorgestelde oplossing voldoet aan het gestelde<strong>van</strong> de Raad en bijdraagt aan een positief verkeersbeeld in de Tongeresestraat en Baroniestraat.Overigens voldoet de voorgestelde oplossing wél aan het Beleidsprogramma 2006 - 2010 “Samenleven, ruimte geven”. In 4.5. <strong>van</strong> dit programma wordt het volgende gesteld:“Indien sanering <strong>van</strong> de spoorwegovergangen rijksbeleid blijft en een beperkte noordelijkeontsluiting haalbaar blijkt, wordt er geen Centrumtunnel gerealiseerd voor auto’s in debuurt <strong>van</strong> de dubbele overweg.”Bovenstaande in ogenschouw nemende, kan gesteld worden dat het regionale voorstel voldoet aande uitgangspunten <strong>van</strong> de gemeente <strong>Boxtel</strong>, met dien verstande dat swo nr. 51 ongelijkvloers vooralle verkeer dient te worden en dat nr. 52 compleet gesaneerd dient te worden. Tevens kan gesteldworden dat het nader uitgevoerde onderzoek voor de ongelijkvloerse kruising bij de Tongeresestraatvoldoende aanknopingspunten biedt om verder uit te werken.Pagina 8


Ook wordt aanbevolen om de verdere uitwerking (schetsontwerpniveau) in eigen beheer verder in tezetten, op basis waar<strong>van</strong> projectovereenkomsten met ProRail gesloten kunnen worden. Hierbij is erwel sprake <strong>van</strong> een regionale samenhang (de projecten en oplossingen zijn immers conform hetregionale voorstel) maar is de afhankelijkheid <strong>van</strong> andere partijen binnen de regio niet meeraanwezig.2.2 NOORDELIJKE ONTSLUITING2.2.1 Ruimtelijke OrdeningHet Raadstracé voor de noordelijke ontsluiting <strong>van</strong> <strong>Boxtel</strong> is marginaal getoetst op zijnlandschappelijke merites op gemeentelijke en provinciale schaal. Daartoe is het tracé opgedeeld intwee trajecten: RtA en RtB.Voor het gehele tracé geldt dat het een trendbreuk met het gemeentelijk landschapsbeleid <strong>van</strong> deafgelopen jaren betekent.Sinds enige jaren is door de gemeente <strong>Boxtel</strong> een consistent beleid ontwikkeld ten aanzien <strong>van</strong> hetbehoud en de versterking <strong>van</strong> natuurlijke en landschappelijke waarden in het buitengebied.Vaststaat dat het Raadstracé slechts voor het gedeelte Esschebaan voortborduurt op dit consistentebeleid. Het onlangs door de Raad vastgestelde nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied heeft voorhet Raadstracé de nodige beperkingen te hebben. Dit <strong>van</strong>wege het feit dat het BestemmingsplanBuitengebied zich richt op de versterking <strong>van</strong> de gebiedskwaliteiten en op de versterking <strong>van</strong> dekernkwaliteiten* <strong>van</strong> het Nationaal Landschap Het Groene Woud* De kernkwaliteiten <strong>van</strong> het Groene Woud zijn het groene karakter, de kleinschalige openheid en hetsamenhangend complex <strong>van</strong> beken, open en bolle akkers, kampen, bossen en heides.Het vigerende Streekplan <strong>van</strong> Noord-Brabant, alsmede de planuitwerking voor onder meer degemeente <strong>Boxtel</strong>, biedt evenwel voor de oplossing N.O. expliciet ruimte voor het opzoeken <strong>van</strong> degrenzen aan landschappelijke normen en ecologische waarden. Met name het oversteken <strong>van</strong> hetSparrenrijk kan de grenzen <strong>van</strong> deze waarden echter overschrijden. De landschappelijke inpassing,gericht op het versterken <strong>van</strong> de gebiedswaarden is de enige mogelijkheid om de realisatie <strong>van</strong> deN.O. enige kans <strong>van</strong> slagen te geven, hoewel de restricties in het Bestemmingsplan Buitengebiedzéér duidelijk hierover zijn.De vraag in hoeverre het Raadstracé conflicteert met natuur, landschap en milieu kan slechtsbeantwoord worden door het de procedure <strong>van</strong> een Natuurtoets te laten doorlopen en hettegelijkertijd te spiegelen aan het nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied. Daartoe zouden devolgende stappen moeten worden doorlopen:1. Het nader specificeren en projecteren <strong>van</strong> die tracégedeelten die nieuw aangelegdzouden moeten worden, d.w.z. geen gebruik maken <strong>van</strong> reeds bestaandewegeninfrastructuur.Pagina 9


2. Het uitvoeren <strong>van</strong> een Natuurtoets ter vaststelling <strong>van</strong> mogelijke schadelijke(omgevings)effecten op flora, fauna en habitats en <strong>van</strong> eventuele mitigerende,versterkende en compenserende maatregelen die hieruit zouden (moeten) voortvloeien.3. Het – los <strong>van</strong> voorgaande toets – op harmonisatie verifiëren <strong>van</strong> het Raadstracé aan hetnieuwe Bestemmingsplan Buitengebied. Dit zou overigens in de vorm <strong>van</strong> eenStrategische Milieubeoordeling (SMB) kunnen worden gegoten.4. Het resultaat <strong>van</strong> vorengenoemde studies aan de Raad voor te leggen.Aanbevolen wordt om reeds in fase 1 ruggespraak te organiseren met de Provincie Noord-Brabant.Weliswaar heeft deze het initiatief voor nadere infrastructurele oplossingen in het ‘Uitwerkingsplan<strong>Boxtel</strong> – Haaren – Sint-Michielsgestel’ bij de gemeente gelegd, dit neemt niet weg dat <strong>van</strong> zowelecologische zijde als <strong>van</strong> verkeerskundige zijde een ambtelijke ruggespraak voor snelheid eneffectiviteit in het nadere uitvoeringsproces kan zorgen.2.2.2 Verkeer en vervoerHet realiseren <strong>van</strong> een N.O., heeft tot gevolg dat er op de Essche Heike een toename <strong>van</strong> het aantalmvt/etmaal plaatsvindt <strong>van</strong> ca. 10% t.o.v. de situatie 2020 zonder N.O. (maar met inbegrip <strong>van</strong> hetsaneringsplan <strong>van</strong> ProRail). De toename in deze situatie op de Halderheiweg en deBaandervrouwenlaan is lager dan 10% en kan dan ook als autonome groei worden gezien.De N.O. zelf krijgt tussen de 5300 en 5900 mvt/etmaal te verwerken, hetgeen een normalehoeveelheid is voor een Gebiedsontsluitingsweg.De Esschebaan krijgt te maken met een toename <strong>van</strong> het aantal mvt/etmaal <strong>van</strong> ca. 30%. Hoewelhet hier bestaande infrastructuur betreft, zal in een latere fase <strong>van</strong> planvoorbereiding gekekenmoeten naar mogelijke aanpassingen <strong>van</strong> deze weg, hoewel dat op voorhand niet directnoodzakelijk geacht wordt. Dit laatste geldt overigens enkel voor de dimensionering <strong>van</strong> de weg.Mogelijkerwijs is het wel wenselijk om snelheidsverlagende maatregelen te treffen.De aanleg <strong>van</strong> een N.O. heeft geen positief effect op de hoeveelheid verkeer op de Essche Heike /Halderheiweg / Baandervrouwenlaan en draagt derhalve weinig bij aan de “verkeersluwe” situatiezoals de gemeente <strong>Boxtel</strong> dat voor ogen heeft.Het afsluiten <strong>van</strong> de huidige dubbele swo bij de Tongeresestraat heeft dit ontegenzeggelijk wel,maar de N.O. draagt hier niet verder aan bij.Het verkeer dat tengevolge <strong>van</strong> de sanering <strong>van</strong> de bestaande dubbele swo “zijn weg elders dient tevervolgen” zoekt zijn heil via de Essche Heike e.v.Dit zou tegengegaan kunnen worden door de swo op de Essche Heike eveneens te saneren, maardat is <strong>van</strong>uit de ontwikkeling in de Oksel een absoluut onwenselijke maatregel.Daarnaast is het scenario dat dan de N.O. weer te veel verkeer te verwerken krijgt, hetgeen niet pastbij een weg door een landschappelijk hoogwaardig gebied, zeer wel denkbaar.Het aanleggen <strong>van</strong> het gedeelte RtA kan contrair zijn met het streven om het vrachtverkeer <strong>van</strong>af BTLadonk via de Keulsebaan richting A2 af te wikkelen. Zeker het vrachtverkeer dat richting Den BoschPagina 10


e.v. moet, zal dan via de doortrekking <strong>van</strong> Colenhoef / Esschebaan via Esch (Runsdijk/Gestelsedijk)zijn weg zoeken naar de A2.Wordt ook gedeelte RtB aangelegd, dan zal het verkeer <strong>van</strong>af de Esschebaan verder via het tracéRtB richting A2 rijden. Ook hierbij is het scenario dat dan de N.O. weer te veel (en te zwaar) verkeerte verwerken krijgt, zeer wel denkbaar.Geadviseerd wordt om het vrachtverkeer <strong>van</strong>af het BT Ladonk een verplichte rijrichting te geven viade Keulsebaan. Vrachtverkeer komende <strong>van</strong>af de Kapelweg (<strong>van</strong>uit richting Haaren) kan dan wel“rechtsaf” het BT op, maar niet “linksaf” (m.u.v. Bestemmingsverkeer) via de Mezenlaan richtingEsschebaan. Ook het gesloten verklaren voor vrachtverkeer <strong>van</strong> tracé RtB wordt aanbevolen. Delandschappelijke inbreuk is bij dit tracé al zeer groot, waardoor het “beperken <strong>van</strong> de pijn” d.m.v.het weren <strong>van</strong> vrachtverkeer zeker op zijn plaats is. Tot slot kan binnen dit kader de opmerkinggemaakt worden dat de Keulsebaan reeds een dergelijke ontsluitende functie heeft en er derhalvevoor “uitgerust” is.Pagina 11


3. VERVOLGSTAPPEN3.1 SANERING SPOORWEGOVERGANGENZoals verwoord in het rapport “Beter Bereikbaar Brabant” kent het voorstel <strong>van</strong> (en voor) de regionog een aantal onzekerheden. Dit <strong>van</strong>wege het verkennend karakter <strong>van</strong> de studie.Deze onzekerheden dienen in de verdere planvorming nader aan het licht te komen en bepalen inzekere zin ook de haalbaarheid <strong>van</strong> de maatregelen. Voornamelijk dient hierbij gedacht te wordenaan de ruimtelijke inpasbaarheid (voor <strong>Boxtel</strong> is dit met name <strong>van</strong> toepassing op de ongelijkvloersekruising Tongeresestraat) en de financiële haalbaarheid <strong>van</strong> de maatregelen.De verdere planvorming zal niet op regionaal niveau plaatsvinden, maar per gemeente. Hiervoorzullen de, in het begin reeds genoemde, separate projectovereenkomsten gesloten worden. Dekosten die gemoeid zijn met de verdere planvorming, zullen in deze overeenkomsten wordenopgenomen.Het door het College en de gemeenteraad in te nemen standpunt over de te treffen maatregelen,vormt de basis voor een verdere uitwerking <strong>van</strong> de betreffende maatregelen. De uitwerking <strong>van</strong>deze maatregelen zal vooralsnog op schetsontwerpniveau plaatsvinden. Op basis daar<strong>van</strong> kunnende financiële gevolgen in kaart gebracht worden en de opmaat vormen voor separateprojectovereenkomsten met ProRail. Gezien de moeizame voortgang qua tijd <strong>van</strong> het regionaleproject, is het raadzaam om deze nadere uitwerking in eigen beheer uit te voeren, d.w.z. inopdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Boxtel</strong>. De kosten die met een dergelijke uitwerking gepaard gaan zullenin de projectovereenkomsten opgenomen worden.Zoals ProRail onlangs de gemeente <strong>Boxtel</strong> heeft medegedeeld, kan op basis <strong>van</strong> de verdereuitwerking een verzoek tot ontrekking ingediend worden bij de Minister. Hoewel het in een eerderstadium wenselijk was om dit met het regionale maatregelenpakket te doen, heeft ProRail verklaarddat zij een “<strong>Boxtel</strong>s maatregelenpakket” zal willen verdedigen bij de Minister, los <strong>van</strong> de regio. Blijktin de praktijk dat <strong>Boxtel</strong> sneller tot verdere uitwerking <strong>van</strong> de maatregelen komt, dan zullen dezevervolgens weer opgenomen worden in de regionale aanpak.Het standpunt en het besluit <strong>van</strong> de Minister zal eveneens verwerkt dienen te worden in deprojectovereenkomsten. Immers, dit bepaalt voor een zeer groot gedeelte het financiële beeld <strong>van</strong>de projecten.Bij dit laatste dient het volgende opgemerkt te worden. Elke swo vertegenwoordigt in het PVVO eenmaximale waarde. Deze waarde is o.a. gebaseerd op de prioriteit <strong>van</strong> de betreffende spoorlijn. Definanciële bijdrage <strong>van</strong> ProRail/Rijk <strong>van</strong>uit het PVVO staat dan ook min of meer vast op basis <strong>van</strong> diebetreffende waarde en is bedoeld als cofinanciering voor maatregelen t.g.v. de sanering; echterenkel het kunstwerk. Eventuele aanpalende infrastructuur dient gefinancierd te worden door dewegbeheerder.Echter, zoals eerder in dit PvA is gememoreerd, worden de voorstellen na 1-1-2007 niet meer meteen PVVO-bril beoordeeld, maar wordt een integrale benadering nagestreefd. Dit houdt in dat ookde financieringsbron anders zal zijn en dat er gekeken en beoordeeld zal worden op basis <strong>van</strong> hetPagina 12


totale kostenplaatje, dus inclusief aanpalende maatregelen, en niet meer op basis <strong>van</strong> het“betonnen kunstwerk” an sich.Naar het zich nu laat aanzien is het aanvragen <strong>van</strong> een onttrekkingsbesluit bij de Minister mogelijkin de tweede helft <strong>van</strong> 2007.Het door de Minister te nemen onttrekkingsbesluit zal opgevolgd moeten worden door een verdere(technische) uitwerking <strong>van</strong> de schetsontwerpen en het opstarten <strong>van</strong> de gewenstebestemmingsplanprocedures, inclusief eventueel bijbehorende nadere onderzoeken in het kader <strong>van</strong>ruimtelijke ordening, flora&fauna, etc etc.Ten overvloede wordt hierbij aangetekend dat er een zeer duidelijke communicatie dient te zijn metburgers en belangengroepen. Het wordt dan ook aanbevolen om een goede en transparantecommunicatiestrategie op te zetten, waarbij niet alleen gekeken wordt naar de wettelijk verplichtecommunicatie (inspraak e.d.).Samenvattend• Besluitvorming College <strong>van</strong> B&W m.b.t. voorgestelde lijn <strong>van</strong> maatregelen;o periode: maart 2007;• Besluitvorming <strong>Gemeente</strong>raad m.b.t. voorgestelde lijn <strong>van</strong> maatregelen;o periode: april 2007;• Opstellen Communicatiestrategie;o duur: ca. 6 wkn;• Vervaardigen Schetsontwerpen swo’s ;o duur: ca. 16 wkn;• Indienen verzoek tot nemen <strong>van</strong> ontrekkingsbesluit Minister;o duur: ca. 26 wkn;• Opstellen separate projectovereenkomsten;o duur: ca. 8 wkn;• Uitvoeren nadere onderzoeken (m.n. nieuwe voorzieningen) t.b.v.bestemmingsplanprocedure;o duur: ca. 26 wkn (is o.a. afhankelijk <strong>van</strong> moment <strong>van</strong> starten);• Opstarten noodzakelijke bestemmingsplanprocedures;o duur: ca. 6 wkn.• Doorlopen noodzakelijke bestemmingplanprocedures (uitgangspunt: art 19 lid op basis <strong>van</strong>huidige WRO);o duur: 36 wkn (maximale periode <strong>van</strong>af indienen verzoek om vrijstelling tot besluitgemeente; excl. periode <strong>van</strong> bezwaar na besluit gemeente)Pagina 13


Het genoemde tijdsbeslag per stap is slechts indicatief en is afhankelijk <strong>van</strong> de gekozen oplossingen,derden etc etc. Pas na het vervaardigen <strong>van</strong> de schetsontwerpen is het mogelijk om een meergedetailleerde planning per onderdeel te vervaardigen.3.2 NOORDELIJKE ONTSLUITINGIn de planologische toets is nadrukkelijk naar voren gekomen dat uitvoering <strong>van</strong> het raadsbesluit opzeer grote landschappelijke problemen zal stuiten. Nuancerend kan hierbij evenwel opgemerktworden, dat elke nieuwe infrastructuur inbreuk doet aan de landschappelijke kwaliteit <strong>van</strong> hetgebied dat doorkruist wordt. Dat mag bij voorbaat geen onneembare barrière betekenen.Wat in deze echter een gecompliceerde factor vormt, is het feit dat de aanleg <strong>van</strong> een N.O., metname gedeelte RtB, op een aantal zwaarwegende onderdelen haaks staat op het door de gemeentezelf vastgestelde beleid. Hoewel het bijstellen <strong>van</strong> gemeentelijk beleid aan de gemeente zélf is, zalde uitdaging niet in de minste plaats liggen in het zoeken (en vinden) <strong>van</strong> de acceptabele grenzen<strong>van</strong> het vigerende Provinciale Streekplan.Hiervoor zullen een aantal stappen doorlopen moeten worden, gericht op het nader uitwerken <strong>van</strong>het tracé, beoordeling <strong>van</strong> de landschappelijke gevolgen en de landschappelijke inpassing.Pas nádat de resultaten <strong>van</strong> deze stappen bekend zijn, kunnen de overlappende onderdelen <strong>van</strong> deN.O. en het saneringsplan voor de swo’s in de onderhandelingen voor de swo’s met ProRailingebracht worden.Overigens worden met de overlappende onderdelen hiermee expliciet de swo Kapelseweg en denieuw te realiseren swo tussen Esch en <strong>Boxtel</strong> bedoeld. Deze zijn immers 1:1 verbonden aan de N.O.Ten overvloede wordt hierbij aangetekend dat er een zeer duidelijke communicatie dient te zijn metburgers en belangengroepen. Het wordt dan ook aanbevolen om een goede en transparantecommunicatiestrategie op te zetten, waarbij niet alleen gekeken wordt naar de wettelijk verplichtecommunicatie (inspraak e.d.).Daarnaast zal er een uitvoerige communicatielijn met de gemeente Haaren onderhouden moetenworden, zowel ambtelijk als ook bestuurlijk. Voorgesteld wordt om na elke stap (en indien gewenstook tijdens de genoemde stappen) terugkoppeling te laten plaatsvinden naar de gemeente Haaren.Samenvattend• Besluitvorming College <strong>van</strong> B&W m.b.t. voorgestelde lijn <strong>van</strong> maatregelen;o periode: maart 2007;• Besluitvorming <strong>Gemeente</strong>raad m.b.t. voorgestelde lijn <strong>van</strong> maatregelen;o periode: april 2007;• Opstellen Communicatiestrategie;o duur: ca. 6 wkn;• Vervaardigen Schetsontwerpen Rt ;o duur: ca. 12 wkn;• Uitvoeren Natuurtoets en overige onderzoeken;Pagina 14


o duur: ca. 52 wkn (is o.a. afhankelijk <strong>van</strong> moment <strong>van</strong> starten);• Voorleggen resultaten onderzoeken aan <strong>Gemeente</strong>raad ter verdere besluitvorming;Nadat de <strong>Gemeente</strong>raad de resultaten heeft kunnen vaststellen, zal het vervolgproces ingestokenkunnen worden. Hierbij valt te denken aan de noodzakelijke bestemmingsplanprocedures,vervaardigen <strong>van</strong> beeldkwaliteitsplannen, samenstellen pakket <strong>van</strong> compenserende maatregelen etcetc. In deze fase is echter geen enkele uitspraak over de duur <strong>van</strong> deze vervolgstappen te doen.Het genoemde tijdsbeslag per stap is slechts indicatief en is afhankelijk <strong>van</strong> de gekozen oplossingen,derden etc etc. Pas na het vervaardigen <strong>van</strong> de schetsontwerpen is het mogelijk om een meergedetailleerde planning per onderdeel te vervaardigen.Pagina 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!