13.07.2015 Views

"Het geheim van de blauwe broer". - Radboud Universiteit

"Het geheim van de blauwe broer". - Radboud Universiteit

"Het geheim van de blauwe broer". - Radboud Universiteit

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broerEindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie Klassieke Talenon<strong>de</strong>r voorzitterschap <strong>van</strong>:prof. dr Caroline Kroonprof. dr Ineke Sluiter


<strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broerEindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie Klassieke Talenon<strong>de</strong>r voorzitterschap <strong>van</strong>:prof. dr. Caroline Kroonprof. dr. Ineke Sluiterjuli 2010


<strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broerEindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie Klassieke TalenCaroline Kroon, Ineke Sluiter2010SLOLei<strong>de</strong>n / Ensche<strong>de</strong>In opdracht <strong>van</strong>: Ministerie <strong>van</strong> On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en WetenschapIsbn 928-90-865-9489-4Vormgeving en druk: UFB / Grafimedia, Lei<strong>de</strong>n2InformatieSLOSecretariaat twee<strong>de</strong> fasePostbus 2041, 7500 CA Ensche<strong>de</strong>Telefoon: (053) 48 40 661Internet: www.slo.nlE-mail: twee<strong>de</strong>fase@slo.nlDe illustraties op pag. 15 en 17 zijn afkomstig uit <strong>de</strong> collectie <strong>van</strong> het Allard Pierson Museum, Amsterdam.We danken het ICLON (<strong>Universiteit</strong> Lei<strong>de</strong>n) voor het ter beschikking stellen <strong>van</strong> twee foto’s <strong>van</strong> klassensituaties. Een speciale dankaan <strong>de</strong> leerlingen <strong>van</strong> het Spinoza Lyceum (Amsterdam) en OSG West-Friesland (Hoorn) die op veel foto’s zijn afgebeeld.


Ten gelei<strong>de</strong>Voor u ligt het eindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> VerkenningscommissieKlassieke Talen. Deze commissie werd in januari 2009 door <strong>de</strong>Staatssecretaris <strong>van</strong> OCW ingesteld om een analyse te maken <strong>van</strong><strong>de</strong> situatie <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen op het vwo enom aanbevelingen te doen voor het oplossen <strong>van</strong> al langere tijdgeconstateer<strong>de</strong> problemen.De meeste docenten Klassieke Talen zijn doordrongen <strong>van</strong> <strong>de</strong>noodzaak dat er iets moet gebeuren, maar zijn <strong>van</strong>af dat puntheel ver<strong>de</strong>eld. Ook binnen <strong>de</strong> Verkenningscommissie zelf zijnzeer uiteenlopen<strong>de</strong> visies <strong>de</strong> revue gepasseerd. De commissieheeft uitein<strong>de</strong>lijk een dui<strong>de</strong>lijke visie op het vak en <strong>de</strong> doelstellingener<strong>van</strong> geformuleerd, waarvoor op breed draagvlak magwor<strong>de</strong>n gerekend. Van daaruit is zij gekomen tot een coherentadvies en een serie <strong>van</strong> aanbevelingen aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>n.<strong>Het</strong> resultaat is neergelegd in dit rapport, waarmee<strong>de</strong> commissie zich richt tot <strong>de</strong> Staatssecretaris en het veld inruime zin. Met het oog op verschillen<strong>de</strong> groepen lezers is <strong>de</strong> tekstop een specifieke manier vormgegeven. Zo is meer technischeinformatie in een kleiner lettertype afgedrukt. Ook zijn voor <strong>de</strong>‘snelle’ lezer <strong>de</strong> aanbevelingen in <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> tekst steeds <strong>van</strong> eendrietand voorzien.De titel <strong>van</strong> dit rapport is ‘<strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer’. ‘De<strong>blauwe</strong> broer’ is <strong>de</strong> even simpele als raadselachtige vertaling <strong>van</strong>twee Latijnse woor<strong>de</strong>n: caeruleus frater. Wat is het <strong>geheim</strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer? Die vraag zelf leidt tot <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> <strong>de</strong> visie <strong>van</strong><strong>de</strong> Verkenningscommissie op belang en inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen. We vertalen het Latijn, maar daarmee zijn we er niet. Dezetekst roept allerlei vragen op. Wat is een <strong>blauwe</strong> broer? Wie is<strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer? Hoe kun je zeggen dat een broer blauw is? Inwat voor verhalen en in wat voor wereld hoort die <strong>blauwe</strong> broerthuis? Hoe verhoudt die wereld zich tot die <strong>van</strong> ons? <strong>Het</strong> <strong>geheim</strong><strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer is meteen <strong>de</strong> aantrekkingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong>Klassieke Talen. Voor <strong>de</strong> Verkenningscommissie is het <strong>geheim</strong><strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer en <strong>van</strong> elke an<strong>de</strong>re antieke tekst in elk gevalóók het feit dat zulke teksten vragen oproepen die ver<strong>de</strong>r gaandan <strong>de</strong> vertaling alleen: ie<strong>de</strong>reen wil wel weten wat er met die<strong>blauwe</strong> broer bedoeld wordt.Tij<strong>de</strong>ns haar verkenningen heeft <strong>de</strong> commissie gebruik kunnenmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> expertise en adviezen <strong>van</strong> een groot aantalinstanties en personen binnen en buiten het vakgebied, waarvoorwij hen allen zeer erkentelijk zijn. In het bijzon<strong>de</strong>r willen wijGerard Boter, Mannus Goris, Ton <strong>van</strong> Haaften, Stans Jeurissen,Judith Pollmann, Paula Rose, Kees Schuyt en Liesbeth <strong>van</strong>Welie bedanken voor hun hulp in verschillen<strong>de</strong> stadia <strong>van</strong> het totstand komen <strong>van</strong> dit rapport. Ook Ameling Algra, Alwies Cocken <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> het bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rland(VCN), Freya Martin, Wim Oehlen, Harm Pinkster, Frans Tielens,<strong>de</strong> vakdidactici Klassieke Talen en <strong>de</strong> docenten en schoollei<strong>de</strong>rsdie aanwezig waren op <strong>de</strong> regiobijeenkomsten zijn wijzeer erkentelijk, evenals <strong>de</strong> talloze docenten en vaksecties, maarook ou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> leerlingen, die ons schriftelijk of mon<strong>de</strong>ling <strong>van</strong>feedback hebben voorzien. Ver<strong>de</strong>r danken wij alle bezoekers <strong>van</strong><strong>de</strong> jaarverga<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN met wie wij op 13 maart 2010<strong>van</strong> gedachten hebben gewisseld naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten<strong>van</strong> <strong>de</strong> veldraadpleging. Een speciaal woord <strong>van</strong> dank is erook voor alle leerlingen met wie wij op 4 februari 2010 uitvoeriggesproken hebben in Amersfoort. Roel En<strong>de</strong>rt, Ingrid Har<strong>de</strong>bolen Roelco Offerein willen wij ten zeerste bedanken voor huninhou<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong>uit het Ministerie <strong>van</strong> OCW.Josephine <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Graven (SLO) bedanken wij voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuninggeduren<strong>de</strong> het traject, Geja Goris (SLO) en MachteldReuser (ICLON) voor <strong>de</strong> assistentie tij<strong>de</strong>ns het ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong>publicatie en <strong>de</strong> correctie <strong>van</strong> <strong>de</strong> drukproeven.3


InhoudExecutive Summary .................................................................................................................................................................................. 81. Inleiding ............................................................................................................................................................................................ 132. Werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie en structuur <strong>van</strong> het eindrapport ............................................................................... 143. Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo en verhouding taal en cultuur ........................................................................ 163.1 wettelijk ka<strong>de</strong>r ............................................................................................................................................................................ 163.2 <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vwo ................................................................................... 163.3 visies op het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen door <strong>de</strong> jaren heen .............................................................................................. 163.4 vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijspraktijk: eindtermen ................................................................................. 173.5 doelstellingen en eindtermen herbevestigd .............................................................................................................................. 183.6 discrepantie tussen theorie en praktijk ..................................................................................................................................... 183.7 verhouding taal en cultuur ........................................................................................................................................................ 183.8 <strong>de</strong> doelstellingen: herbezinning ................................................................................................................................................ 1954. Diagnose <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek ........................................................................................................................................................ 204.1 <strong>de</strong> maatschappij ......................................................................................................................................................................... 204.2 <strong>de</strong> scholen ................................................................................................................................................................................... 204.3 <strong>de</strong> docent .................................................................................................................................................................................... 214.4 <strong>de</strong> leerling ................................................................................................................................................................................... 214.5 het curriculum ........................................................................................................................................................................... 224.6 het examen ................................................................................................................................................................................. 224.7 focus <strong>van</strong> dit rapport ................................................................................................................................................................. 225. Wat is er mis met <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten? .................................................................................................................................. 245.1 het centraal examen .................................................................................................................................................................. 245.2 <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling ....................................................................................................................................................... 245.3 <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling gecamoufleerd ................................................................................................................. 255.4 misvattingen en realiteit ............................................................................................................................................................ 265.4.1 scholengemeenschap of zelfstandig gymnasium? .............................................................................................................. 265.4.2 selectie <strong>van</strong> leerlingen? ...................................................................................................................................................... 265.4.3 zeer laag scoren<strong>de</strong>n ........................................................................................................................................................... 265.4.4 er is wel een probleem, maar niet bij ons .......................................................................................................................... 27


5.5 vertalen, proefvertalen en <strong>de</strong> symbolische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling ............................................................................... 275.5.1 vertalen ............................................................................................................................................................................. 285.5.2 proefvertalen ..................................................................................................................................................................... 285.5.3 <strong>de</strong> symbolische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling ................................................................................................................... 295.6 een goed examen is een fair examen ......................................................................................................................................... 305.7 <strong>de</strong> examens <strong>van</strong> 2005 en 2010 ................................................................................................................................................... 305.8 quousque tan<strong>de</strong>m? ...................................................................................................................................................................... 316. Naar een oplossing .............................................................................................................................................................................. 326.1 niets doen is geen optie .............................................................................................................................................................. 326.2 <strong>de</strong> suggesties <strong>van</strong> het Vakdossier ................................................................................................................................................ 326.3 een an<strong>de</strong>r aggregatieniveau ........................................................................................................................................................ 326.4 kortom......................................................................................................................................................................................... 327. Visie en keuzes ..................................................................................................................................................................................... 337.1 oplossingen <strong>van</strong>uit een visie ....................................................................................................................................................... 337.2 keuzes .......................................................................................................................................................................................... 337.3 kern <strong>van</strong> het advies ..................................................................................................................................................................... 3368. Varen op <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid ............................................................................................................................... 358.1 het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Waslan<strong>de</strong>r, Barkmeijer en Holwerda (2009) .............................................................................................. 358.2 implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid ...................................................................................................... 358.3 <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ voor gymnasiumopleidingen ................................................................................................................ 359. Een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuur ............................................................................................................................................. 379.1 kwalitatieve en kwantitatieve versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakinhoud ................................................................................................... 379.2 ruimte voor <strong>de</strong> docent ................................................................................................................................................................ 379.3 twee nieuwe vakken: Griekse Taal en Cultuur en Latijnse Taal en Cultuur ............................................................................. 379.4 <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw ............................................................................................................................................................................. 389.4.1 taalon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw .......................................................................................................................................... 389.4.2 cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw .................................................................................................................................... 399.4.3 samenvatting visie en aanbevelingen on<strong>de</strong>rbouw .............................................................................................................. 409.5 <strong>de</strong> bovenbouw ............................................................................................................................................................................. 409.5.1 hoofddoel in <strong>de</strong> bovenbouw: tekstbegrip en tekstreflectie ................................................................................................... 419.5.2 werken met vertalingen in <strong>de</strong> bovenbouw .......................................................................................................................... 419.5.3 KCV en <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurhistorische component in <strong>de</strong> bovenbouw ....................................................................... 439.5.4 receptie en actualisatie ....................................................................................................................................................... 449.5.5 samenvatting visie en aanbevelingen bovenbouw .............................................................................................................. 459.6 positie <strong>van</strong> het Grieks ................................................................................................................................................................. 459.7 eindtermen en ein<strong>de</strong>xamen........................................................................................................................................................ 469.7.1 naar een nieuw examenprogramma .................................................................................................................................. 46


9.7.2 naar een nieuw examen: het CE ........................................................................................................................................ 469.7.3 naar een nieuw examen: het SE ......................................................................................................................................... 479.7.4 naar een nieuw examen: twijfels en obstakels .................................................................................................................... 479.8 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten ................................................................................................................................................. 489.8.1 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> onbevoeg<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>rsbevoeg<strong>de</strong> docenten ............................................................................................ 489.8.2 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> beginnen<strong>de</strong> docenten ........................................................................................................................... 499.8.3 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> ervaren docenten ................................................................................................................................. 4910. Aanbevelingen ................................................................................................................................................................................... 5110.1 aanbevelingen op thema .......................................................................................................................................................... 5110.2 aanbevelingen per stakehol<strong>de</strong>r .................................................................................................................................................. 5411. Literatuur ........................................................................................................................................................................................... 5712. Bijlagen .............................................................................................................................................................................................. 59Bijlage I Opdracht aan <strong>de</strong> Verkenningscommissie .......................................................................................................................... 59Bijlage II Samenstelling Verkenningscommissie ............................................................................................................................. 60Bijlage III Werkwijze Verkenningscommissie ................................................................................................................................. 61Bijlage IV Cijfers ............................................................................................................................................................................... 63Bijlage V Afkortingen ....................................................................................................................................................................... 657Noten ....................................................................................................................................................................................................... 66


Executive Summary8De Verkenningscommissie Klassieke Talen heeft een analysegemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo in hetlicht <strong>van</strong> reeds lang geconstateer<strong>de</strong> problemen en doet aanbevelingentot verbetering. Zij heeft daarbij <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>Klassieke Talen richtinggevend laten zijn.Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke TalenOver <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen bestaat in het vel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Verkenningscommissie grote eensgezindheid (hoofdstuk3). <strong>Het</strong> terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen is <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> <strong>de</strong> talenGrieks en Latijn, <strong>de</strong> in die talen gestel<strong>de</strong> teksten, <strong>de</strong> cultuur <strong>van</strong><strong>de</strong> Grieks-Romeinse oudheid en <strong>de</strong> doorwerking <strong>van</strong> die cultuurin latere perio<strong>de</strong>n en onze eigen tijd. Centrale opgave <strong>van</strong><strong>de</strong> Klassieke Talen is <strong>de</strong> reflectie op het eigene en het vreem<strong>de</strong>.Doelstellingen en eindtermen omvatten taalkennis, tekstbegrip,en reflectie op taal en tekst aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> originele tekst in hetGrieks en Latijn. Tevens moet <strong>de</strong> leerling blijk geven <strong>van</strong> kennis<strong>van</strong> en inzicht in <strong>de</strong> culturele context waarin die tekst thuishoorten in staat zijn relaties te leggen tussen <strong>de</strong> originele teksten en tekstenuit latere perio<strong>de</strong>n en tussen <strong>de</strong> problematiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstenen die <strong>van</strong> onze contemporaine cultuur. Ook moet <strong>de</strong> leerlingkennis hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke (niet-tekstuele) cultuur en <strong>de</strong> traditieen receptie daar<strong>van</strong> in West-Europa, met speciale aandachtvoor <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> eigen tijd (actualisatie). De Klassieke Talenbie<strong>de</strong>n tenslotte een curriculum <strong>van</strong> aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n:nauwkeurig lezen, precieze analyse, doorzettingsvermogen.<strong>Het</strong> is dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong>ze doelstellingen zeer ambitieus zijn,wat passend is voor <strong>de</strong> vwo+-leerlingen die <strong>de</strong> doelgroep zijn.Vanzelfsprekend is bij <strong>de</strong> omzetting in <strong>de</strong> praktijk een realistischeafweging <strong>van</strong> ambities en mogelijkhe<strong>de</strong>n noodzakelijk. Een gymnasiastis geen volleer<strong>de</strong> classicus, maar moet wel in voldoen<strong>de</strong>mate en tenminste exemplarisch met alle genoem<strong>de</strong> facetten inaanraking zijn gekomen.De Verkenningscommissie stelt vast dat <strong>de</strong>ze doelstellingen nietnieuw zijn: bij herhaling zijn in <strong>de</strong> afgelopen veertig jaar ambitieuzeen aantrekkelijke doelstellingen geformuleerd en door hetveld omarmd, maar keer op keer werd verzuimd <strong>de</strong> volledigeconsequenties <strong>van</strong> die inzichten te trekken voor les- en examenpraktijk.De Verkenningscommissie heeft bij <strong>de</strong> veldraadplegingkunnen constateren dat <strong>de</strong>ze (ou<strong>de</strong>) doelstellingen nog steedseen breed draagvlak in het veld hebben, en dat alom <strong>de</strong> overtuigingleeft dat ‘niets doen geen optie is’. Gezien <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nisis dui<strong>de</strong>lijk dat in het vervolgtraject <strong>van</strong> dit eindrapportveel aandacht zal moeten wor<strong>de</strong>n besteed aan het begelei<strong>de</strong>n enimplementeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste aanpassingen.Verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuurEen belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie is <strong>de</strong>verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur. Die maakt <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong>doelstellingen, en wordt gesteund door het veld.Probleemanalyse en kernvragenDe problematiek waarmee <strong>de</strong> Klassieke Talen op scholen geconfronteerdwor<strong>de</strong>n is complex. In hoofdstuk 4 wordt een korteschets gebo<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> aspecten. Kernvragen zijn:1. Maatschappij: welke positie kunnen <strong>de</strong> gymnasiumopleidingenen <strong>de</strong> Klassieke Talen innemen in <strong>de</strong> huidigemaatschappij?2. Scholen: hoe kan vorm gegeven wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid<strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen binnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding?Hoe kan een holistische visie op gymnasialevorming gestalte krijgen?3. Docenten: hoe kan het lerarentekort wor<strong>de</strong>n aangepakt?Hoe kan <strong>de</strong> didactische en vakinhou<strong>de</strong>lijke toerusting<strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten geoptimaliseerd wor<strong>de</strong>n?4. Leerlingen: hoe kan <strong>de</strong> vicieuze cirkel <strong>van</strong> <strong>de</strong>motivatie enkennisgebrek bij <strong>de</strong> leerlingen wor<strong>de</strong>n doorbroken?


5. Curriculum: hoe moet het curriculum eruit zien, gegeven<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak?6. Examen: hoe kunnen examens, exameneisen en examenresultatenoptimaal in overeenstemming wor<strong>de</strong>ngebracht met <strong>de</strong> rol en doelstellingen <strong>van</strong> het vak in <strong>de</strong>maatschappij en het vwo?Aanleiding tot het rapport: ein<strong>de</strong>xamenresultatenVan al <strong>de</strong>ze probleemvel<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten <strong>de</strong>directe aanleiding voor <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie.In hoofdstuk 5 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> examenresultaten <strong>van</strong> het CE(Centraal Examen) na<strong>de</strong>r geanalyseerd. De slechte resultaten <strong>van</strong>het CE blijken voor een belangrijk <strong>de</strong>el te wijten aan een bepaal<strong>de</strong>toetsvorm die in het CE gebruikt wordt om <strong>de</strong> taalvaardighei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> omgang met niet eer<strong>de</strong>r klassikaal bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> origineletekst te toetsen: <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> proefvertaling. Deze toetsvormheeft een zware symboolwaar<strong>de</strong> gekregen als ‘meesterproef’.De proefvertaling wordt in het <strong>de</strong>bat gezien als symbool voor<strong>de</strong> centrale rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen Grieks en Latijn en het belang <strong>van</strong><strong>de</strong> teksten in het on<strong>de</strong>rwijs. Zij staat symbool voor het vermogen<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling om ‘zelfstandig’ Griekse en Latijnse tekstente kunnen verwerken. En zij staat symbool voor <strong>de</strong> klassiekeBildung tout court. Over waar<strong>de</strong> en wenselijkheid <strong>van</strong> al <strong>de</strong>zeaspecten bestaat er geen verschil <strong>van</strong> inzicht tussen <strong>de</strong> Verkenningscommissieen het veld.De Verkenningscommissie erkent dus volmondig het belang<strong>van</strong> <strong>de</strong> centrale rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen Grieks en Latijn, het belang <strong>van</strong>originele teksten in het on<strong>de</strong>rwijs, het vermogen <strong>van</strong> leerlingenom ‘zelfstandig’ Griekse en Latijnse teksten te kunnen verwerkenen het belang <strong>van</strong> klassieke Bildung. Maar zij betwijfelt of proefvertalenrecht doet aan <strong>de</strong>ze centrale waar<strong>de</strong>n. Een toets over eenniet eer<strong>de</strong>r klassikaal bestu<strong>de</strong>erd tekstge<strong>de</strong>elte moet ook volgens<strong>de</strong> Verkenningscommissie <strong>de</strong>el blijven uitmaken <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen.Maar uit een vertaling kan vaak niet wor<strong>de</strong>n afgelezen wat<strong>de</strong> examinator wil weten. De leerlingen moeten in staat wor<strong>de</strong>ngeacht om (op ein<strong>de</strong>xamenniveau, dus niet als volleer<strong>de</strong> classici)blijk te geven <strong>van</strong> hun inzicht in en kennis <strong>van</strong> taal, tekst, betekenisen wij<strong>de</strong>re samenhang <strong>van</strong> originele teksten die aan henwor<strong>de</strong>n voorgelegd. Maar dat moet ze dan wel gevraagd wor<strong>de</strong>n.Daarnaast en ermee verweven zijn er ook vragen naar cultuur,receptie en actualisatie, waarmee <strong>de</strong> leerlingen eveneens kunnenlaten zien wat ze kunnen: voor die vragen is op dit moment stelselmatigte weinig aandacht in on<strong>de</strong>rwijspraktijk en toetsing. DeVerkenningscommissie is <strong>van</strong> mening dat met het invoeren <strong>van</strong>alternatieve toetsvormen meer recht kan wor<strong>de</strong>n gedaan aan <strong>de</strong>centrale waar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het vak dan thans het geval is.Er is een vicieuze cirkel ontstaan waarbij het vooruitzicht <strong>van</strong><strong>de</strong> CE-proefvertaling in <strong>de</strong> lespraktijk beperkingen oplegt aanhet werken aan an<strong>de</strong>re doelen dan taalbeheersing, terwijl dielespraktijk zelf <strong>de</strong> toetsvorm lijkt te legitimeren. Die toetsvormwerkt echter toch vaak niet goed omdat hij niet precies genoeglaat vaststellen wat een leerling grammaticaal en inhou<strong>de</strong>lijkbegrepen heeft. Intussen wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re met <strong>de</strong> mond bele<strong>de</strong>ndoelen stilzwijgend weggelaten bij het examen. Ingrijpen op hetpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling als knooppunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiekdient zich aan als <strong>de</strong> effectiefste manier om met instandhouding<strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak en bewaking <strong>van</strong> het eindniveau<strong>de</strong>ze vicieuze cirkel te doorbreken.Een tweeledig plan <strong>van</strong> aanpakIn hoofdstuk 6 stelt <strong>de</strong> Verkenningscommissie vast dat nietsdoen geen optie is. Dit wordt zeer breed on<strong>de</strong>rschreven door hetveld. In hoofdstuk 7 volgt een uiteenzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> visie en <strong>de</strong>keuzes <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie. Op die basis formuleert <strong>de</strong>commissie een tweeledig plan. Dat kan wor<strong>de</strong>n samengevat in <strong>de</strong>slogans ‘De kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ en ‘Een on<strong>de</strong>rdompelingin taal en cultuur’.‘De kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ heeft te maken met <strong>de</strong>positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in <strong>de</strong> gymnasiumopleiding en met<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> die verwacht mag wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> schoolleiding, leraren,leerlingen en ou<strong>de</strong>rs tegenover <strong>de</strong> gymnasiumopleiding, <strong>de</strong>Klassieke Talen en <strong>de</strong> notie <strong>van</strong> Bildung. De Klassieke Talen zijnprofilerend en i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend voor <strong>de</strong> gymnasiumopleiding.Dit houdt in dat scholen die een <strong>de</strong>rgelijke opleiding aanbie<strong>de</strong>ngehou<strong>de</strong>n zijn aan een noblesse oblige, niet in sociale, maar inintellectuele zin. Daarbij hoort dat zij <strong>de</strong> vakken goed faciliteren;claims waarmaken; hel<strong>de</strong>re voorlichting bie<strong>de</strong>n aan kin<strong>de</strong>ren en9


ou<strong>de</strong>rs en dui<strong>de</strong>lijk zijn over <strong>de</strong> te stellen eisen. De gymnasiumopleidingricht zich op een specifiek segment <strong>van</strong> <strong>de</strong> vwo+-markten profileert zich met humaniora (Klassieke Talen) voor alleleerlingen die <strong>de</strong>ze vorm <strong>van</strong> intellectuele uitdaging zoeken enaankunnen. Deze leerlingen krijgen een bre<strong>de</strong> vorming die henuitstekend voorbereidt op een actieve rol in onze maatschappij.10‘Een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuur’ is het recept voor <strong>de</strong>inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding: <strong>de</strong> frase doelt op een rijkeinvulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken met een goe<strong>de</strong> mix<strong>van</strong> taal, tekst, cultuur en actualisering; het zoveel mogelijk geïntegreerdaanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> taal en cultuur; kwaliteitsbewaking in hethele curriculum; goe<strong>de</strong> didactische toerusting en on<strong>de</strong>rsteuning<strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten; en een examen <strong>van</strong> niveau dat recht doet aan<strong>de</strong> doelstellingen.‘De kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ is het ka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong>kernvragen 1 en 2, zoals hierboven geformuleerd. ‘Een on<strong>de</strong>rdompelingin taal en cultuur’ is het ka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> kernvragen 5en 6. Bei<strong>de</strong> aspecten spelen een rol bij <strong>de</strong> beantwoording <strong>van</strong> <strong>de</strong>vragen 3 en 4.De kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid: invoering <strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>nstandaard’Ter bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemeen wenselijk geachte ‘kracht <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ <strong>de</strong>nkt <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> introductie<strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’, die <strong>de</strong> scholen helpt hun specifiekeprestaties als gymnasiumopleiding te monitoren. Die standaardkan betrekking hebben op (hoofdstuk 8):• voorlichting;• integratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het gehelecurriculum;• aansturing, coördinatie en facilitering hier<strong>van</strong> door <strong>de</strong>schoolleiding;• urentabel;• overgangsnormen;• bijscholing en kwalificatie <strong>van</strong> het docentenkorps.Een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuur: kwalitatieve enkwantitatieve versterkingVoor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke inrichting <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> KlassiekeTalen pleit <strong>de</strong> commissie na overleg met het veld voor(hoofdstuk 9):• kwalitatieve en kwantitatieve versterking <strong>van</strong> vakinhoud;• ruimte voor <strong>de</strong> docent;• <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken GTC en LTC (Griekse Taalen Cultuur; Latijnse Taal en Cultuur), waarbij <strong>de</strong> nieuwenaamgeving niet wijst op een totaal nieuwe structuur <strong>van</strong><strong>de</strong> vakken, maar als een opdracht mag wor<strong>de</strong>n gezien omernst te maken met <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> doelen;• on<strong>de</strong>rbrengen <strong>van</strong> KCV binnen <strong>de</strong> vakken GTC en LTC;• doorlopen<strong>de</strong> leerlijnen;• mo<strong>de</strong>rnisering <strong>van</strong> het taalon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw;• een ‘culturele minimumlijst’ voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw;• nadruk op tekstbegrip en tekstreflectie in <strong>de</strong> bovenbouw;• uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid te bestu<strong>de</strong>ren tekst doorook een verstandig gebruik te maken <strong>van</strong> tweetaligeedities en vertalingen;• geïntegreerd aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> taal en cultuur waar mogelijk,maar zon<strong>de</strong>r daardoor een rijk cultuuraanbodkunstmatig in te perken;• in stand hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> vormen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> hetcultuuron<strong>de</strong>rwijs;


• aandacht voor receptie en actualisatie, zowel in <strong>de</strong> les- alsin <strong>de</strong> examenpraktijk;• adaptatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het examenprogramma metinstandhouding <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het CEprogramma(in examenauteur en genre);• continuering <strong>van</strong> toetsing in het CE <strong>van</strong> een niet <strong>van</strong>tevoren klassikaal bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> originele tekstpassage;• inrichting <strong>van</strong> een a<strong>de</strong>quatere toetsvorm voor taalbeheersingen tekstbegrip in het CE dan <strong>de</strong> proefvertaling;• opnemen <strong>van</strong> actualisatie en receptie in <strong>de</strong> toetsing;• in het SE (schoolexamen) een toetsing <strong>van</strong> alle doelstellingen;• on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten door het ontwikkelen<strong>van</strong> een geactualiseerd en uitgebreid nascholingsprogramma,en door <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> nieuw didactischmateriaal.Antwoor<strong>de</strong>nDaarmee is voor alle kernvragen een antwoord geformuleerd datvoortkomt uit een coherente visie en uit hel<strong>de</strong>re keuzes.1. Maatschappij: <strong>de</strong> gymnasiumopleiding richt zich op eenspecifiek segment <strong>van</strong> <strong>de</strong> vwo+-markt en profileert zichmet humaniora (Klassieke Talen) voor alle leerlingendie <strong>de</strong>ze vorm <strong>van</strong> intellectuele uitdaging zoeken enaankunnen. Deze leerlingen krijgen een bre<strong>de</strong> vormingdie hen uitstekend voorbereidt op een actieve rol in onzemaatschappij.2. Scholen: <strong>de</strong> Verkenningscommissie adviseert scholenom vorm te geven aan <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>Klassieke Talen binnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding door tevoldoen aan <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.3. Docenten: een coherente visie op <strong>de</strong> gymnasiumopleidingen <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen daarbinnen zal<strong>de</strong> aantrekkelijkheid <strong>van</strong> het leraarschap vergroten. Een‘gou<strong>de</strong>n standaard’ en <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> vakinrichting enhet gewenste nieuwe examenprogramma stellen, makenhet noodzakelijk dat er veel aandacht komt voor on<strong>de</strong>rsteuning,kwalificatie en nascholing <strong>van</strong> docenten. Meeralgemene factoren die bijdragen tot het lerarentekortonttrekken zich <strong>van</strong>zelfsprekend aan <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> eenVerkenningscommissie.4. Leerlingen: leerlingen verdienen een goed en uitdagendlesprogramma in een goe<strong>de</strong> en uitdagen<strong>de</strong> leeromgeving.Tegelijk dienen scholen en docenten dui<strong>de</strong>lijk te zijn overwat er <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen verwacht wordt en eisen te stellen.Wie een gymnasiumopleiding wil, kiest klassiek.5. Curriculum: gezien <strong>de</strong> doelstellingen adviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissieom het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen in te richten volgens <strong>de</strong> principes <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘on<strong>de</strong>rdompelingin taal en cultuur’; dat houdt een kwantitatieveen kwalitatieve versterking in. De vakken Griekse Taalen Cultuur en Latijnse Taal en Cultuur vormen het ka<strong>de</strong>rvoor een mo<strong>de</strong>rnisering <strong>van</strong> het examenprogramma.6. Examens: om examens te garan<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> hoog niveaudie recht doen aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vakadviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissie het examenprogrammaaan te passen; gezien <strong>de</strong> reacties <strong>van</strong> het veldkan <strong>de</strong> gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> het CE-programma (inexamenauteur en genre) daarbij overeind blijven; opbasis <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyses in dit rapport en <strong>de</strong> reacties uit hetveld adviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissie om in het CEtoetsing <strong>van</strong> een niet <strong>van</strong> tevoren klassikaal bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>originele tekstpassage te continueren, maar <strong>de</strong> huidigetoetsvorm te ver<strong>van</strong>gen door een a<strong>de</strong>quatere manier omtaalbeheersing en tekstbegrip vast te stellen. Voorts adviseert<strong>de</strong> Verkenningscommissie opname <strong>van</strong> actualisatieen receptie in het CE. In het SE dienen alle doelstellingente wor<strong>de</strong>n getoetst.<strong>Het</strong> vervolgDe commissie adviseert <strong>de</strong> Staatssecretaris om in plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong>vakken Grieks, Latijn en KCV twee nieuwe vakken in te richten:Griekse Taal en Cultuur en Latijnse Taal en Cultuur, met in <strong>de</strong>bovenbouw voor elk <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> een studielast <strong>van</strong> 760 uur. Deom<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> studielast valt te rechtvaardigen op grond <strong>van</strong> hetprofileren<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vakken voor <strong>de</strong> gymnasiumopleiding,en <strong>van</strong> <strong>de</strong> integratie in <strong>de</strong>ze vakken <strong>van</strong> KCV, dat als apartverplicht vak komt te vervallen.11


12Tevens adviseert zij <strong>de</strong> Staatssecretaris om een Vernieuwingscommissiein te stellen om voor <strong>de</strong>ze vakken een nieuw examenprogrammate ontwikkelen op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong>Verkenningscommissie. In <strong>de</strong> afgelopen twintig jaar zijn geregeldvergelijkbare adviezen gegeven die in theorie aansloten bij breedgedragen i<strong>de</strong>eën in het veld, maar in <strong>de</strong> praktijk vaak gebrekkiggeïmplementeerd wer<strong>de</strong>n. Ook die adviezen had<strong>de</strong>n betrekkingop <strong>de</strong> noodzaak en wenselijkheid <strong>van</strong> bre<strong>de</strong>re doelstellingendan alleen vertalen. Ze wezen ver<strong>de</strong>r op het belang <strong>van</strong> receptieen actualisatie en op <strong>de</strong> problematiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling.Hoewel het huidige examenprogramma bij <strong>de</strong> invoering er<strong>van</strong>in 1991 een dui<strong>de</strong>lijke verbetering was, is een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> daarbijdoorgevoer<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring stilzwijgend teruggedraaid (receptieen actualisatie). Voorgestel<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen met betrekking tot<strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> ongelezen tekst zijn nooit geïmplementeerd. Methet oog op <strong>de</strong>ze voorgeschie<strong>de</strong>nis adviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissieom in het vervolgtraject ditmaal speciaal aandacht tebeste<strong>de</strong>n aan implementatie- en veran<strong>de</strong>rmanagement. In <strong>de</strong>Vernieuwingscommissie dient expertise op dit terrein aanwezigte zijn. <strong>Het</strong> opstellen en bij <strong>de</strong> Staatssecretaris indienen <strong>van</strong> eenagenda voor implementatie maakt <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> taakstelling<strong>van</strong> <strong>de</strong> Vernieuwingscommissie.


1. InleidingDe Griekse en Romeinse cultuur hebben een eigen plaats in <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving. Net als in an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n zijnonze geschie<strong>de</strong>nis en cultuur me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong> klassieke erfenis.Verwijzingen naar algemeen beken<strong>de</strong> klassieke gebeurtenissen,personen en gezeg<strong>de</strong>s doorspekken nog altijd het publieke<strong>de</strong>bat. Er verschijnt een onophou<strong>de</strong>lijke stroom aan vertalingen<strong>van</strong> klassieke auteurs, waarvoor dui<strong>de</strong>lijk een markt aanwezig is,en elk jaar zijn er theaterproducties <strong>van</strong> klassieke tragedies. VeleNe<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs nemen <strong>de</strong> moeite zelf kennis te gaan maken met <strong>de</strong>resten <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke cultuur in Griekenland en Italië.De gymnasiumopleiding is <strong>de</strong> plaats waar het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>Griekse en Latijnse taal en cultuur formeel gestalte krijgt, en daarconstateert <strong>de</strong> commissie een paradox. Enerzijds bloeit <strong>de</strong> gymnasiumopleidingals een schoolvorm die onze intellectueel meestgetalenteer<strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> grootste uitdagingen kan bie<strong>de</strong>n en ishet aantal leerlingen dat examen in Grieks en/of Latijn doet <strong>de</strong>laatste jaren sterk gestegen. Maar an<strong>de</strong>rzijds staat toch <strong>de</strong> positie<strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn veelvuldig ter discussie. Directeaanleiding tot die discussie zijn veelal <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamen resultatenen motivatieproblemen bij <strong>de</strong> leerlingen.13Voor <strong>de</strong> Staatssecretaris waren die laatste signalen aanleiding omeen Verkenningscommissie in te stellen, met als opdracht eenanalyse te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> feitelijke situatie in het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>Klassieke Talen en <strong>de</strong> maatschappelijke context daar<strong>van</strong>, die situatiete beoor<strong>de</strong>len en aanbevelingen te doen voor <strong>de</strong> toekomst. 1


2. Werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie 2 enstructuur <strong>van</strong> het eindrapport14De Verkenningscommissie kon werken met een schat aan materiaal.De problemen rond <strong>de</strong> Klassieke Talen zijn zeer uitgebreidgeïnventariseerd, waarbij vooral het SLO-Vakdossier <strong>van</strong> <strong>de</strong> hand<strong>van</strong> Mannus Goris uit 2007 vermelding verdient. Ook tal <strong>van</strong>bijdragen in het bulletin <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rland(VCN) getuigen <strong>van</strong> ge<strong>de</strong>tailleerd inzicht in <strong>de</strong> problematiek en<strong>van</strong> <strong>de</strong> vele creatieve pogingen om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daar<strong>van</strong> aan tepakken. De Verkenningscommissie heeft <strong>de</strong> analyses bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n besproken. Daarbij constateer<strong>de</strong> <strong>de</strong> commissie dat er een hobbellag bij het stadium ná <strong>de</strong> inventarisatie: bestaan<strong>de</strong> analyseswaren niet gefocust op het aanbrengen <strong>van</strong> een hiërarchie in<strong>de</strong> problemen of op het samenbrengen <strong>van</strong> het materiaal opeen hoger niveau. Daarom bleek het in <strong>de</strong> praktijk moeilijk omproblemen an<strong>de</strong>rs dan per probleem aan te pakken. Criteria omte kiezen tussen oplossingsrichtingen ontbraken.De volgen<strong>de</strong> stap <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie was dan ook het besluit omaan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant te beginnen: wat is eigenlijk <strong>de</strong> doelstelling<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen? Hoe verhoudt die zichtot <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> wet stelt aan het vwo? En, eveneens een vraagdie <strong>de</strong> commissie bewust als vóórvraag heeft willen stellen enbeantwoor<strong>de</strong>n: hoe moet <strong>de</strong> verhouding gezien wor<strong>de</strong>n tussentaal en cultuur? De commissie heeft in <strong>de</strong>ze principiële kwestiesbewust stevige standpunten ingenomen. Zij voel<strong>de</strong> zich daarbijgesteund door voortschrij<strong>de</strong>nd kritisch inzicht met betrekkingtot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsontwikkelingen in <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong>, vooraltoegespitst op <strong>de</strong> zwakke plekken in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase, en eenterugkerend besef in <strong>de</strong> maatschappij dat het on<strong>de</strong>rwijs gebaatkan zijn bij hogere eisen aan kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>s.Steviger inzet op kwalitatief en kwantitatief goed on<strong>de</strong>rwijs hoeftdaarbij geenszins mo<strong>de</strong>rnisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> lesinhoud en didactiekin <strong>de</strong> weg te staan. Overigens realiseert <strong>de</strong> commissie zich ter<strong>de</strong>gedat er altijd een zekere slingerbeweging zal zijn in het <strong>de</strong>nkenover het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs tussen het ‘ontwikkelperspectief’en het ‘prestatieperspectief’. 3 De Klassieke Talen hebben bij bei<strong>de</strong>uitgangspunten veel te bie<strong>de</strong>n, maar een goe<strong>de</strong> balans tussen<strong>de</strong>ze uitgangspunten is noodzakelijk om <strong>de</strong> ambitieuze doelstellingen<strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken te realiseren.Op basis <strong>van</strong> haar discussies en standpunten over doelstellingenen <strong>de</strong> verhouding tussen taal en cultuur heeft <strong>de</strong> commissievervolgens or<strong>de</strong>ning aangebracht in <strong>de</strong> probleemanalyse envastgesteld dat niets doen geen optie is. De volgen<strong>de</strong> stap washet formuleren <strong>van</strong> een hel<strong>de</strong>re visie op het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>Klassieke Talen. Die visie heeft twee aspecten: het eerste heeft temaken met <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong>het gymnasium en met <strong>de</strong> daaruit voortvloeien<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> tenopzichte <strong>van</strong> die vakken. <strong>Het</strong> twee<strong>de</strong> aspect heeft te maken met<strong>de</strong> inhoud en organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken.De bevindingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie zijn in <strong>de</strong> herfst <strong>van</strong> 2009aan het veld voorgelegd in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een tussenrapport, datook in <strong>de</strong> media veel aandacht bleek te genereren. Op basis <strong>van</strong><strong>de</strong> discussie met het veld heeft <strong>de</strong> commissie geconstateerd dater, ondanks al het reeds voorhan<strong>de</strong>n materiaal, in bre<strong>de</strong> kringonvoldoen<strong>de</strong> inzicht bestaat in <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek metbetrekking tot <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamens. Daarom besteedt dit eindrapporthieraan meer aandacht. Uit <strong>de</strong> raadpleging <strong>van</strong> het veldbleek ver<strong>de</strong>r dat er voldoen<strong>de</strong> tot breed draagvlak bestaat voor<strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie, voor <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak en voor <strong>de</strong> verhouding tussentaal en cultuur. De concrete uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissiestuitte op meer bezwaren en is in dit eindrapport dan ookzodanig aangepast dat het veld er gemakkelijker mee zou moetenkunnen werken zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> uitgangspunten verloochendwor<strong>de</strong>n. 4


In het vervolg <strong>van</strong> dit rapport bespreken we allereerst <strong>de</strong> doelstellingen<strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo en <strong>de</strong> verhoudingtussen taal en cultuur (hoofdstuk 3). Daarna volgt een diagnose<strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek geor<strong>de</strong>nd naar verschillen<strong>de</strong> probleemvel<strong>de</strong>n(hoofdstuk 4), waarna in hoofdstuk 5 apart wordt stilgestaanbij <strong>de</strong> problematiek <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen. Na een tussentijdseconclusie in hoofdstuk 6 presenteert <strong>de</strong> commissie haar visie en<strong>de</strong> consequenties daar<strong>van</strong> in <strong>de</strong> hoofdstukken 7, 8 en 9. <strong>Het</strong> rapporteindigt met een serie aanbevelingen (hoofdstuk 10).15


3. Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo enverhouding taal en cultuur163.1 wettelijk ka<strong>de</strong>rVolgens het gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wettelijk ka<strong>de</strong>r heeft het vwo als geheeltot doel bij te dragen tot <strong>de</strong> algemene maatschappelijke voorbereiding<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen en tot hun persoonlijke vorming; 5 hetmoet voorberei<strong>de</strong>n op het Hoger On<strong>de</strong>rwijs in het algemeen enook bijzon<strong>de</strong>re voorbereiding (op specifieke vakken) bie<strong>de</strong>n.Daarnaast plaatst <strong>de</strong> wet dit on<strong>de</strong>rwijs in een pluriforme samenleving,me<strong>de</strong> als voorbereiding op actief burgerschap en socialeintegratie en me<strong>de</strong> gericht op kennismaking met verschillen<strong>de</strong>achtergron<strong>de</strong>n en culturen <strong>van</strong> leeftijdgenoten. 63.2 <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen aan <strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vwoDe bijzon<strong>de</strong>re bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen aan het vervullen<strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vwo ligt op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> terreinen:• bijdragen aan i<strong>de</strong>ntiteit en zelfontplooiing;• na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> verhouding tussen individu en gemeenschap;• reflecteren op <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> burgerschap;• na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> Europese geschie<strong>de</strong>nis en <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnetijd <strong>van</strong>uit een historisch besef;• reflectie op klassieke teksten;• reflectie op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en <strong>de</strong>latere Europese cultuur;• zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming.Daarnaast bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vakken een curriculum <strong>van</strong> aca<strong>de</strong>mischevaardighe<strong>de</strong>n: nauwkeurig lezen, precieze analyse, doorzettingsvermogen.Wat <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re voorbereiding op specifieke vakken betreft:het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen richt zich in het bijzon<strong>de</strong>rop <strong>de</strong> verwevenheid tussen taal en cultuur, en op het besef <strong>van</strong>taal als historisch object. <strong>Het</strong> leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen Grieks en Latijngeeft <strong>de</strong> leerlingen een zeer directe toegang tot een groep tekstendie een grote rol hebben gespeeld in <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> onzecultuur. In <strong>de</strong> praktijk houdt dit in dat <strong>de</strong> docenten met hunleerlingen teksten lezen (zowel in het origineel als in vertaling).3.3 visies op het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen door <strong>de</strong> jaren heenDe formulering <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie Sicking (1971) <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofddoelstelling<strong>van</strong> het vak was <strong>de</strong> ‘confrontatie <strong>van</strong> het eigene enhet vreem<strong>de</strong>’. Die paste toen in recente maatschappelijke enwetenschappelijke ontwikkelingen. De oudheid was <strong>van</strong>af <strong>de</strong>Renaissance als bij uitstek ‘eigen’ beleefd, maar on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> invloed<strong>van</strong> het Franse structuralisme werd in <strong>de</strong> jaren 70 en 80 <strong>van</strong> <strong>de</strong>vorige eeuw met een nieuwe, antropologische blik naar <strong>de</strong> oudheidgekeken. Opeens was er veel oog voor ‘het vreem<strong>de</strong>’. Dat hadook te maken met maatschappelijke bewegingen: emancipatie<strong>van</strong> vrouwen en <strong>van</strong> min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (qua ras en seksuele geaardheid)open<strong>de</strong> <strong>de</strong> blik voor wat er an<strong>de</strong>rs was aan <strong>de</strong> antiekewereld, met zijn burgerschap alleen voor mannen en met zijnslavernij.Tegenwoordig, na het postmo<strong>de</strong>rnisme, is niet ‘het vreem<strong>de</strong>’ hetprobleem, maar het ‘eigene’: wat is dat eigenlijk? Wat is i<strong>de</strong>ntiteiten hoe komt die tot stand? Hoe functioneert een individu in verschillen<strong>de</strong>rollen? Hoe werkt groepsvorming en wat is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong>het (groeps)verle<strong>de</strong>n daarin? Hoe werkt culturele herinnering?Zo’n slingerbeweging in het mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>nken over i<strong>de</strong>ntiteit enan<strong>de</strong>rs-zijn maakt in feite geen verschil voor het nut <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring<strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke wereld: met <strong>de</strong> thematiek kunnen classicihoe dan ook prima uit <strong>de</strong> voeten. De centrale opgave blijft:reflectie op het eigene en het vreem<strong>de</strong>. De unieke bijdrage <strong>van</strong><strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo-curriculum is daarbij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:mensen blijken niet gemakkelijk in abstracto over dit soort groteproblemen te <strong>de</strong>nken. We re<strong>de</strong>neren en argumenteren bij voor-


keur aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> saillante voorbeel<strong>de</strong>n: dus geen abstractegedachten over vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting, gewetensvrijheid enrelatie tussen individu en staat, maar reflectie op het optre<strong>de</strong>n<strong>van</strong> Antigone, <strong>van</strong> Socrates, <strong>van</strong> Cicero, en <strong>de</strong> overeenkomstenen verschillen tussen hun situatie en mo<strong>de</strong>rne contexten. DeKlassieke Talen zijn in het vwo <strong>de</strong> ‘hoe<strong>de</strong>rs’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen die<strong>de</strong> gemeenschappelijke voorraad aan voorbeel<strong>de</strong>n lever<strong>de</strong>n voor<strong>de</strong> West-Europese reflectie door <strong>de</strong> eeuwen heen op <strong>de</strong>ze thema’s.Die voorbeel<strong>de</strong>n zijn in<strong>de</strong>rdaad geschikt om reflectie op <strong>de</strong> grotethema’s te dragen of te initiëren. Maar bovendien geldt dat alswij aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> diezelf<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n reflecteren op <strong>de</strong>zethema’s, wij ons <strong>de</strong>nken in een Europese traditie plaatsen.<strong>Het</strong> nieuwe belang <strong>van</strong> ‘Europa’ versterkt <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> kennisnemen<strong>van</strong> <strong>de</strong> gezamenlijke voorgeschie<strong>de</strong>nis en <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurdie door alle Europese lan<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> bakermat <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigenbeschaving wordt gezien. <strong>Het</strong> resultaat daar<strong>van</strong> kan trouwensnet zo goed een pro-Europees als een eurosceptisch standpuntopleveren. Behalve kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezamenlijke voorgeschie<strong>de</strong>nis<strong>van</strong> Europa, schuilt ook in het leren <strong>van</strong> vooral <strong>de</strong> taal Latijn eeneenheidsscheppend element: het is een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> ervaring <strong>van</strong>vele leerlingen in Europa die zich voorberei<strong>de</strong>n op een universitairestudie. Dat herkenningseffect valt met vertalingen niet tebewerkstelligen en mogelijk ook niet op enige an<strong>de</strong>re manier.De commissie sluit zich aan bij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> Derek Bok, presi<strong>de</strong>nt<strong>van</strong> Harvard University, die in zijn presi<strong>de</strong>ntial address <strong>van</strong>2007 het volgen<strong>de</strong> over <strong>de</strong> humanities zei:Deze visie op het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Geesteswetenschappen, <strong>van</strong>cultivating humanity, om met Martha Nussbaum te spreken, 8on<strong>de</strong>rschrijft <strong>de</strong> commissie en ziet zij als <strong>de</strong> ultieme rationale<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen en antieke cultuur in <strong>de</strong>gymnasiumopleiding.3.4 vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen naar <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijspraktijk: eindtermenIn 1990 en 1991 is een aanpassing doorgevoerd in het centraalexamen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen om recht te doen aan <strong>de</strong> algemeenon<strong>de</strong>rschreven verbreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> hetvak: <strong>van</strong> louter vertalen ging het vak ook <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstenomvatten, <strong>de</strong> culturele context en <strong>de</strong> receptie. <strong>Het</strong> examineren<strong>van</strong> (klassikaal) gelezen stof ging <strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong> het CE.De in 1991 ingevoer<strong>de</strong> eindtermen zijn in 2007 veralgemeniseerdtot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vijf domeinen: 9A. Reflectie op klassieke teksten.B. Reflectie op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en <strong>de</strong>latere Europese cultuur.C. Zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming.D. Oriëntatie op studie en beroep.E. Informatievaardighe<strong>de</strong>n.17The new ad<strong>van</strong>ces in sciences offer the possibility ofprolonging human life, <strong>de</strong>stroying human life, transforminghuman life artificially in ways that challenge thevery meaning of what it is to be human. In the face ofsuch prospects, the traditional focus of the humanitieson questions of value, of meaning, of ethics, are moreimportant than ever before. Such questions are extremelydifficult. They do not lend themselves to testable theoriesor to empirically verified results. But they are no less essentialif we are to make sense of the changes that sciencethrusts upon us and create a society in which we all canlive fulfilling lives. 7


18Volgens het examenprogramma <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijnmoeten alle domeinen aan bod komen in het SE, domein A, Ben C moeten terugkomen in het CE. Domein A omvat wat menvroeger on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> in taalreflectie en tekstreflectie. Domein Bcorrespon<strong>de</strong>ert met cultuurreflectie.3.5 doelstellingen en eindtermen herbevestigdDe in 3.2 genoem<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong>eindtermen bestaan dus al twintig jaar, en blijkens <strong>de</strong> enquête die<strong>de</strong>el uitmaakte <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het najaar <strong>van</strong> 2009 gehou<strong>de</strong>n veldraadplegingis er een breed draagvlak voor. Ook <strong>de</strong> Verkenningscommissieis <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> in 1991 ingevoer<strong>de</strong> eindtermen <strong>van</strong>het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen nog steeds een goe<strong>de</strong> vertalingvormen <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke en aca<strong>de</strong>mische doelstellingendie met dit on<strong>de</strong>rwijs beoogd wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> enquête was <strong>de</strong> weging<strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> doelstellingen niet geëxpliciteerd. Uit <strong>de</strong> velereacties en gevoer<strong>de</strong> gesprekken is echter naar voren gekomen hoezeerhet leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen en het lezen (‘vertalen’) <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstenals <strong>de</strong> kernactiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> lessen in <strong>de</strong> Klassieke Talen wor<strong>de</strong>nbeschouwd. Deze opvatting <strong>van</strong> het veld laat zich goed verenigenmet <strong>de</strong> in dit rapport geformuleer<strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie. Wat<strong>de</strong> commissie echter wil benadrukken is dat het curriculum zichniet tot het leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal en het vertalen mag beperken.3.6 discrepantie tussen theorie en praktijkDe vele on<strong>de</strong>rwijsontwikkelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren en <strong>de</strong>steeds moeilijker condities waaron<strong>de</strong>r het on<strong>de</strong>rwijs gegevenmoet wor<strong>de</strong>n, hebben ertoe geleid dat <strong>de</strong> wenselijke en breedgedragen doelstellingen geregeld uit het oog verloren zijn: algemeenwordt erkend dat <strong>de</strong> les- en toetspraktijk zich slechts richtop een beperkt <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelstellingen. 10 Door <strong>de</strong> verwoe<strong>de</strong>pogingen om het ‘zelfstandig lezen’ te realiseren en het niet ofnauwelijks terugkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> domeinen B en C in het CE, heeftéén (belangrijk) <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het vak, <strong>de</strong> taalbeheersing, vrijwel al hetan<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> klas (teaching to the test) verdrongen.Hoofdstuk 5 gaat hier uitvoerig op in. Bovendien werd (enwordt) een onevenredig groot gewicht toegekend aan wat menals enig mogelijke toetsvorm <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vaardigheid beschouw<strong>de</strong>:het maken <strong>van</strong> een proefvertaling <strong>van</strong> een niet eer<strong>de</strong>r bestu<strong>de</strong>erdtekstge<strong>de</strong>elte.Vooral doordat men geen afstand kon nemen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze toetsvormwerd het onmogelijk goed vast te stellen in hoeverre leerlingenin staat zijn om na vijf of zes jaar on<strong>de</strong>rwijs in een klassieke taaleen niet eer<strong>de</strong>r gelezen tekst grammaticaal en inhou<strong>de</strong>lijk tebegrijpen – een eindterm waar<strong>van</strong> het belang in <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong>commissie voorop staat, maar die inmid<strong>de</strong>ls wel na<strong>de</strong>re expliciteringnodig heeft. Opvallend en veelbetekenend is hierbij datzelfstandig lezen, althans voor zover blijkend uit een proefvertaling,ook vóór 1990 al niet lukte. 113.7 verhouding taal en cultuurOm <strong>de</strong> doelstellingen te kunnen realiseren, is het <strong>van</strong> belang eenhel<strong>de</strong>r beeld te hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> relatie en <strong>de</strong> samenhang tussen hettaal<strong>de</strong>el en het cultuur<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen.Deze discussie neemt al gauw abusievelijk <strong>de</strong> vorm aan <strong>van</strong>een zero-sum game: het lijkt dan alsof <strong>de</strong> tijd die er aan taal wordtbesteed afgaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur en an<strong>de</strong>rsom. Hoe makkelijk datgebeurt werd nog eens bevestigd door <strong>de</strong> discussie in <strong>de</strong> medianaar aanleiding <strong>van</strong> het verschijnen <strong>van</strong> het tussenrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong>commissie, een discussie die in<strong>de</strong>rdaad geheel volgens dit format<strong>van</strong> <strong>de</strong> zero-sum game verliep. Maar in feite bie<strong>de</strong>n juist <strong>de</strong> KlassiekeTalen een unieke kans om te <strong>de</strong>monstreren dat <strong>de</strong> studie<strong>van</strong> taal en cultuur hand in hand behoren te gaan en elkaar danversterken: taal is natuurlijk een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een cultuur. Bestu<strong>de</strong>ring<strong>van</strong> <strong>de</strong> taal en <strong>de</strong> in die taal geschreven teksten leidt toteen beter begrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur als geheel (taal als entree voor <strong>de</strong>cultuur). Bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur als geheel hoort <strong>de</strong> omgangmet <strong>de</strong> teksten te vergemakkelijken (taal als aspect <strong>van</strong> een cultuur).In het vwo-curriculum is bovendien alleen bij <strong>de</strong> KlassiekeTalen evi<strong>de</strong>nt ook <strong>de</strong> taal zélf een historisch object: 12 <strong>de</strong>ze do<strong>de</strong>talen laten zien dat elke taal, ook die <strong>van</strong> onszelf, in een bepaal<strong>de</strong>historische en culturele context thuishoort. Zo is het besef <strong>van</strong> <strong>de</strong>verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur een belangrijk leerdoel, dat ooktot een bewustere omgang met <strong>de</strong> eigen taal zou moeten lei<strong>de</strong>n.Naar het oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie geldt dit in principe zowelvoor het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw als in <strong>de</strong> bovenbouw.


Verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur: een voorbeeld<strong>Het</strong> Latijnse amicitia vertalen we met ‘vriendschap’. Maar onzemo<strong>de</strong>rne i<strong>de</strong>eën over ‘vriendschap’ bevatten aspecten dievreemd zijn aan amicitia, terwijl wij tegenwoordig <strong>de</strong> opportunistischepolitieke allianties die in het Latijn amicitia hetenniet snel zon<strong>de</strong>r meer als vriendschap zou<strong>de</strong>n classificeren. Eris veel te zeggen voor het werken met vertalingen, omdat diehet mogelijk maken langere teksten te lezen; maar met <strong>de</strong> oorspronkelijketekst ernaast kan het begrip aanzienlijk verdieptwor<strong>de</strong>n, omdat dui<strong>de</strong>lijk wordt dat hetzelf<strong>de</strong> Latijnse begripin het Ne<strong>de</strong>rlands vaak verschillen<strong>de</strong> vertalingen blijkt tebehoeven, terwijl an<strong>de</strong>rzijds er meer<strong>de</strong>re Latijnse alternatievenblijken te zijn die wij allemaal met bijvoorbeeld ‘moed’ ofmet ‘woe<strong>de</strong>’ vertalen. <strong>Het</strong> feit dat vertalingen gedateerd rakenwijst er bovendien op dat hetzelf<strong>de</strong> woord ook in verschillen<strong>de</strong>perio<strong>de</strong>s verschillend vertaald zal wor<strong>de</strong>n. Is er een verschiltussen <strong>de</strong> originele termen? En wat zegt dat dan over <strong>de</strong> interpretatie<strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst en over <strong>de</strong> culturele context?In <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie verdienen taal en cultuur dus bei<strong>de</strong>aandacht, en bij voorkeur in samenhang. Deze visie sluit geheelaan bij <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelen en eindtermen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in<strong>de</strong> Klassieke Talen. De problemen liggen vooral in <strong>de</strong> praktischeomzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelen in het curriculum (zie 3.6). Dit probleemis al <strong>van</strong>af <strong>de</strong> jaren negentig <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw gesignaleerd,maar dat heeft tot op he<strong>de</strong>n niet tot een systematische enfundamentele aanpak <strong>van</strong> het probleem geleid.3.8 <strong>de</strong> doelstellingen: herbezinningCommissie en veld lijken het eens over <strong>de</strong> centrale opgave <strong>van</strong>het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen: reflectie op het eigene en hetvreem<strong>de</strong>. Dit on<strong>de</strong>rwijs richt zich er concreet op dat <strong>de</strong> leerlinguitein<strong>de</strong>lijk in staat is blijk te geven <strong>van</strong> taalkennis, tekstbegrip,en reflectie op taal en tekst aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> originele tekst.Tevens moet <strong>de</strong> leerling blijk geven <strong>van</strong> kennis <strong>van</strong> en inzichtin <strong>de</strong> culturele context waarin die tekst thuishoort, en in staatzijn relaties te leggen tussen <strong>de</strong> originele teksten en teksten uitlatere perio<strong>de</strong>n en tussen <strong>de</strong> problematiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> teksten en die<strong>van</strong> onze contemporaine cultuur. Ook moet <strong>de</strong> leerling kennishebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke (niet-tekstuele) cultuur en <strong>de</strong> traditie enreceptie daar<strong>van</strong> in West-Europa, met speciale aandacht voor <strong>de</strong>relatie met <strong>de</strong> eigen tijd.Bij het geïntegreerd aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> taal en cultuur zoals dat <strong>de</strong>commissie voor ogen staat (zie 3.7) is het niet heel zinvol en ookniet doenlijk om <strong>de</strong> tijdsbesteding aan <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke componentenuit te splitsen. Dat zullen we hier dan ook niet doen.Belangrijk is dat taal en cultuur bei<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar zijn alsprofielbepalen<strong>de</strong> elementen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> KlassiekeTalen, waarbij <strong>de</strong> commissie zich ter<strong>de</strong>ge realiseert dat het leren<strong>van</strong> een taal een zeer substantiële tijdsinvestering vraagt. Bij <strong>de</strong>veldraadpleging werd ook dui<strong>de</strong>lijk dat het veld weliswaar <strong>de</strong>integratie <strong>van</strong> taal en cultuur on<strong>de</strong>rschrijft, maar relatief veelwaar<strong>de</strong> toekent aan <strong>de</strong> omgang met <strong>de</strong> talen en <strong>de</strong> origineleteksten. Dit zal zijn weerslag hou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> lespraktijk, maarmag niet ten koste gaan <strong>van</strong> het uitgangspunt. <strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer vraagt om meer dan vertaling alleen. De groteambities in breedte en diepte <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen moeten<strong>van</strong>zelfsprekend wel op realistische wijze afgezet wor<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong>praktische mogelijkhe<strong>de</strong>n: een succesvolle ein<strong>de</strong>xamenkandidaatin <strong>de</strong> Klassieke Talen is geen volleer<strong>de</strong> classicus.<strong>Het</strong> is noodzakelijk dat het veld opnieuw <strong>de</strong> eigen doelstellingenomarmt en daardoor ook het examenprogramma en <strong>de</strong>didactische (toets)praktijk kritisch herbeziet.19


4. Diagnose <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek20Ook naar <strong>de</strong> ervaringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepsgroep verloopt het uitwerken<strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen in <strong>de</strong> praktijk niet vlekkeloos. Zoalsal opgemerkt, kon <strong>de</strong> Verkenningscommissie beschikken over albestaan<strong>de</strong> uitvoerige probleemanalyses. Vooral het Vakdossier(Goris, 2007) verdient hier vermelding en <strong>de</strong> commissie verwijstgraag naar <strong>de</strong> uitputten<strong>de</strong> opsomming <strong>van</strong> problemen aldaar.Hier volgen <strong>de</strong> voornaamste probleemvel<strong>de</strong>n, met telkens eenkorte bespreking en het vaststellen per veld <strong>van</strong> een kernprobleemof kernvraag.1. De maatschappij2. De scholen3. De docent4. De leerling5. <strong>Het</strong> curriculum6. <strong>Het</strong> examen4.1 <strong>de</strong> maatschappijMaatschappelijk gesproken doen zich twee fenomenen voordie aandacht verdienen. In <strong>de</strong> eerste plaats slagen <strong>de</strong> classici erkennelijk niet steeds in <strong>de</strong> maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> hunvak dui<strong>de</strong>lijk uit te leggen – een lot dat zij lijken te <strong>de</strong>len met <strong>de</strong>universitaire Geesteswetenschappen. 13 Maar belangrijker is dat<strong>de</strong> maatschappelijke rol <strong>van</strong> het gymnasium veran<strong>de</strong>rd is. Aan <strong>de</strong>ene kant groeien <strong>de</strong> zelfstandige gymnasia en is er een dui<strong>de</strong>lijkebehoefte aan een vwo+ -markt, waar leerlingen vroeg uitgedaagdwor<strong>de</strong>n en kunnen excelleren. Maar an<strong>de</strong>rzijds dankt het gymnasiumzijn populariteit ook en misschien vooral aan sociologischefactoren. 14 <strong>Het</strong> gymnasiumdiploma heeft en geeft status. Maar alsdat ook zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Klassieke Talen zou kunnen, zou dat voor veelou<strong>de</strong>rs wellicht ook prima zijn.Kern: welke positie kunnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding en<strong>de</strong> Klassieke Talen innemen in <strong>de</strong> huidige maatschappij?4.2 <strong>de</strong> scholenBij <strong>de</strong> scholen geldt dat <strong>de</strong> problemen op scholengemeenschappenen op zelfstandige gymnasia verschillend en soms tegengesteldzijn. Op zelfstandige gymnasia zijn <strong>de</strong> klassen grooten intellectueel heterogeen, terwijl op scholengemeenschappensoms jaarklassen wor<strong>de</strong>n samengevoegd om een re<strong>de</strong>lijkegroepsgrootte te verkrijgen; ook dat leidt tot heterogeniteit. Opschool wor<strong>de</strong>n leerlijnen en leerdoelen meestal binnen vakkenen niet tussen vakken geformuleerd. Daarmee verliest men oogvoor <strong>de</strong> complementariteit <strong>van</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> vakken aan het vwo-diploma kunnen bijdragen.Op veel scholen met een gymnasiumopleiding ontbreekt wathet rapport Waslan<strong>de</strong>r-Barkmeijer-Holwerda (2009) ‘<strong>de</strong> kracht<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ heeft genoemd. 15 Op scholen waar<strong>de</strong> Klassieke Talen een vak on<strong>de</strong>r alle vakken zijn, een vak datook weggelaten kan wor<strong>de</strong>n uit het curriculum als geheel, is nietveel begrip voor <strong>de</strong> grotere hoeveelheid uren en inspanning die<strong>de</strong>ze vakken kosten. Waar <strong>de</strong> Klassieke Talen gezien wor<strong>de</strong>n alseen essentieel element <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding en zodoen<strong>de</strong>i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend zijn, is er een positieve correlatie met ein<strong>de</strong>xamenresultaten,motivatie en inzet <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs en leerlingen,<strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het vak en het welbevin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten. <strong>Het</strong>veld acht inzetten op <strong>de</strong>ze ‘<strong>van</strong>zelfsprekendheid’ zeer wenselijk,maar vraagt zich af hoe die het beste gerealiseerd kan wor<strong>de</strong>n.Overigens lijkt er in <strong>de</strong> context <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘<strong>van</strong>zelfsprekendheid’ ookeen kans te liggen in verband met <strong>de</strong> algemene maatschappelijketrend om een leerklimaat te beogen dat meer waar<strong>de</strong> hecht aan<strong>de</strong> algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> discipline, doorzettingsvermogenen precisie.Kern: hoe kan vorm gegeven wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid<strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen binnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding?Hoe kan een holistische visie op gymnasialevorming gestalte krijgen?


4.3 <strong>de</strong> docentGoed docentschap is een voorwaar<strong>de</strong> voor goed on<strong>de</strong>rwijs inelk vak en dat geldt zeker ook voor <strong>de</strong> Klassieke Talen. 16 <strong>Het</strong>docentenkorps <strong>van</strong> <strong>de</strong> classici is over het algemeen zeer betrokkenen actief. In die zin liggen er bij <strong>de</strong> docenten eer<strong>de</strong>r kansendan bedreigingen. De commissie heeft veel materiaal gezienwaaruit blijkt dat <strong>de</strong> docenten zich bewust zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elproblemenen tal <strong>van</strong> pogingen in het werk stellen om die zelf opte lossen, bijvoorbeeld door het maken <strong>van</strong> lesmateriaal. Uit <strong>de</strong>vele reacties uit het veld en uit gesprekken met <strong>de</strong> vakdidacticibleek echter dat er over <strong>de</strong> hele linie ook grote problemen zijn,die vragen om een aanpak die ver<strong>de</strong>r gaat dan inci<strong>de</strong>ntele en individueleinitiatieven. Zo is er grote behoefte aan nascholing ophet gebied <strong>van</strong> taaldidactiek, het werken met vertalingen en <strong>de</strong>geïntegreer<strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> taal en cultuur. De commissie is zich erzeer <strong>van</strong> bewust dat <strong>de</strong>ze gemotiveer<strong>de</strong> beroepsgroep op dit punteen steun in <strong>de</strong> rug verdient.Een belangrijk probleem is dat er te weinig docenten KlassiekeTalen zijn en dat er dus relatief veel lessen ofwel niet gegevenkunnen wor<strong>de</strong>n, ofwel gegeven moeten wor<strong>de</strong>n door onbevoeg<strong>de</strong>docenten. Dat probleem lijkt bij <strong>de</strong> Klassieke Talen zelfsnog klemmen<strong>de</strong>r dan bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vakken. Bij een on<strong>de</strong>rzoekuit 2009 bleek dat op 116 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 202 geënquêteer<strong>de</strong> scholen(57%) niet alle docenten Latijn en/of Grieks bevoegd zijn. 17 Demeeste onbevoegd gegeven lessen hebben betrekking op Latijn.In <strong>de</strong> leerjaren 2 en 3 wor<strong>de</strong>n voor dat vak meer lessen door nietbevoeg<strong>de</strong> leraren gegeven dan door bevoeg<strong>de</strong> leraren: 59% nietbevoegd in leerjaar 2, 56% niet bevoegd in leerjaar 3. Gezien hetgrote aantal scholen dat bij het on<strong>de</strong>rzoek betrokken was, kanwor<strong>de</strong>n aangenomen dat <strong>de</strong>ze cijfers een goed beeld vormen <strong>van</strong><strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke situatie.Een twee<strong>de</strong> punt is dat het momenteel beschikbare didactischearsenaal niet goed aansluit bij het realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen<strong>van</strong> het vak zoals die in 3.2 en in 3.8 zijn geformuleerd en dater dus ook steun nodig is bij het uitbrei<strong>de</strong>n en verdiepen <strong>van</strong>didactische bekwaamhe<strong>de</strong>n.Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> afkalving <strong>van</strong> het aantal urendat aan <strong>de</strong> universiteit ter beschikking is voor <strong>de</strong> vakinhoud ertoegeleid dat veel beginnen<strong>de</strong> docenten het vaktechnisch moeilijkhebben. 18 Zij hebben min<strong>de</strong>r tijd aan <strong>de</strong> talen besteed zon<strong>de</strong>r datdat ten goe<strong>de</strong> kwam aan <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurvakken;ze hebben zelf nog steeds relatief weinig ervaring met zelfstandiglezen, maar wor<strong>de</strong>n geacht toch een curriculum met bre<strong>de</strong> doelenen inzicht in verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur te verzorgen. Dat <strong>de</strong>nadruk daardoor vaak vrij eenzijdig komt te liggen op het vertalenmet <strong>de</strong> klas valt <strong>de</strong>ze beginnen<strong>de</strong> leraren niet kwalijk te nemen.Kern: hoe kan het lerarentekort wor<strong>de</strong>n aangepakt? Hoekan <strong>de</strong> didactische en vakinhou<strong>de</strong>lijke toerusting <strong>van</strong>docenten geoptimaliseerd wor<strong>de</strong>n?4.4 <strong>de</strong> leerlingVanzelfsprekend liggen er ook bij <strong>de</strong> leerlingen eer<strong>de</strong>r kansendan bedreigingen. Leerlingen die Klassieke Talen kiezen, behorentot <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>misch meest getalenteer<strong>de</strong>n. Toch zijn ook hiermoeilijkhe<strong>de</strong>n aan te wijzen, <strong>de</strong>els dusdanig <strong>van</strong> aard dat zij zichaan <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> een Verkenningscommissie onttrekken. <strong>Het</strong>zal dus zaak zijn aandacht te beste<strong>de</strong>n aan die problemen waaropre<strong>de</strong>lijkerwijs invloed kan wor<strong>de</strong>n uitgeoefend.De leerlingen zitten vaak niet op het zelfstandige gymnasium<strong>van</strong>wege <strong>de</strong> Klassieke Talen, en bij scholengemeenschappen is <strong>de</strong>kans op uitstroom na <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw groot – het gemak waarmeedat gebeurt lijkt verband te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> motivatieproblemenwaar veel leerlingen mee kampen. De vakken staan bekend alsmoeilijk en ze vereisen huiswerk. De doelstellingen <strong>van</strong> het vakzijn <strong>de</strong> leerlingen vaak onvoldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk, en dat geldt ookvoor <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken binnen <strong>de</strong> gymnasiale opleidingals geheel. Men lijkt vaak te wachten op het moment dat men <strong>de</strong>vakken kan laten vallen. Alternatieven als <strong>de</strong> ‘Groningenroute’ 19 ,evenals allerlei compensatiemechanismen, resulteren bij een tegroot aantal leerlingen in minimale inspanningen bij <strong>de</strong> KlassiekeTalen; in elk geval geduren<strong>de</strong> enige jaren hebben die vooral bijLatijn geleid tot een groep extreem laag scoren<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenkandidatenmet een onevenredig grote (negatieve) invloed op gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>nen slagingspercentages (zie ook 5.4.3 hieron<strong>de</strong>r). Deveran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> situatie in het (primair) on<strong>de</strong>rwijs maakt bovendiendat veel elementaire kennis, bijvoorbeeld over grammatica, nietis aangelegd. Ook dit kan lei<strong>de</strong>n tot een gebrek aan motivatie.21


22Er is mogelijk ook sprake <strong>van</strong> cultuur- en attitu<strong>de</strong>veran<strong>de</strong>ringenon<strong>de</strong>r jongeren. Met betrekking tot <strong>de</strong> leerling geldt eveneensdat <strong>de</strong> omslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke opinie over het gewensteleerklimaat kansen biedt: dat klimaat laat meer ruimte voor <strong>de</strong>algemene aca<strong>de</strong>mische eisen die <strong>de</strong> Klassieke Talen stellen.Kern: hoe kan <strong>de</strong> vicieuze cirkel <strong>van</strong> <strong>de</strong>motivatie en kennisgebrekbij <strong>de</strong> leerlingen wor<strong>de</strong>n doorbroken?4.5 het curriculumHoewel er heel veel tijd en moeite wordt gestoken in het vervaardigen<strong>van</strong> leermid<strong>de</strong>len en examenbun<strong>de</strong>ls, zijn er in het gestaltegeven aan <strong>de</strong> vakinhoud dui<strong>de</strong>lijke spanningen. Die hebben temaken met onhel<strong>de</strong>re posities over <strong>de</strong> relatie tussen het taal- encultuuron<strong>de</strong>rwijs (waarbij KCV zich in toenemen<strong>de</strong> mate inhou<strong>de</strong>lijken organisatorisch lijkt te hebben losgezongen <strong>van</strong> hettaalon<strong>de</strong>rwijs); <strong>de</strong> taalvaardigheid; het Bildungsi<strong>de</strong>aal; het doel<strong>van</strong> het vak en <strong>de</strong> vraag ‘wat is eigenlijk een gymnasium?’. Eenhel<strong>de</strong>re stellingname ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze punten moet dui<strong>de</strong>lijkheidgeven over <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het vak en hoe we er in <strong>de</strong> praktijkook daadwerkelijk gestalte aan geven. Over het probleem <strong>van</strong> hetomzetten <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen in <strong>de</strong> praktijk is al in 3.6 gesproken.Een meer specifiek en al veel langer bestaand probleem is <strong>de</strong>kloof tussen taalverwerving en het ontwikkelen <strong>van</strong> leesvaardigheid.De investering in <strong>de</strong> taalverwerving in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw heeftonvoldoen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>ment bij <strong>de</strong> lectuur in <strong>de</strong> bovenbouw.Kern: hoe moet het curriculum er uitzien, gegeven <strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak?4.6 het examenMet uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> 2010 viel <strong>de</strong> afgelopen jaren, ook bij eenhoge N-term, een groot percentage onvoldoen<strong>de</strong>s bij het CELatijn. 20 De slechte resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren werkenuiteraard <strong>de</strong>motiverend en hebben een negatieve invloed op <strong>de</strong>vakkeuze door leerlingen die bijvoorbeeld moeten inloten voor<strong>de</strong> studie geneeskun<strong>de</strong> en een hoog gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> nodig hebben.Voor Grieks gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze problemen overigens niet of min<strong>de</strong>r,wat <strong>de</strong>els verklaard kan wor<strong>de</strong>n door het feit dat Latijn veelal <strong>de</strong><strong>de</strong>fault-keuze is; bij Grieks zijn er kleinere en naar <strong>de</strong> algemeneovertuiging <strong>van</strong> het docentenkorps ook gemotiveer<strong>de</strong>re groepen.<strong>Het</strong> huidige CE als geheel is technisch gezien een betrouwbaarexamen, in die zin dat sterkere leerlingen hoger scoren enzwakkere leerlingen laag. De vernieuwingen <strong>van</strong> 1990/1 hebbenbovendien geleid tot interessantere examens, doordat <strong>de</strong> leerlingensindsdien naast een proefvertaling ook vragen krijgen overbehoorlijk lange passages uit klassikaal bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> originele tekstenen teksten in vertaling. Dat neemt niet weg dat belangrijkeleerdoelen <strong>van</strong> zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming, cultuurreflectie,receptie en actualisering onvoldoen<strong>de</strong> gereflecteerd wor<strong>de</strong>n inhet huidige CE, en dat het CE op dit moment geen toetsvormbevat die leerlingen op a<strong>de</strong>quate wijze en in overeenstemmingmet <strong>de</strong> doelstellingen laat <strong>de</strong>monstreren hoe zij omgaan met eenongeziene originele tekst.Een bijkomend probleem is dat niet alleen in het CE maar,waarschijnlijk <strong>de</strong>els als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het CE, ook in hetSE het soort <strong>van</strong> tekstbegrip dat getoetst wordt niet optimaal <strong>de</strong>wenselijke doelstellingen <strong>van</strong> het vak weerspiegelt. 21 Dus ook inhet SE zijn <strong>de</strong> wenselijke doelen te weinig zichtbaar.Al met al zijn, over een langere tijd gemeten, <strong>de</strong> examenresultatenniet goed en is tegelijk het examen mogelijk niet (op <strong>de</strong> juistepunten) uitdagend genoeg of voldoen<strong>de</strong> representatief voor <strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak. <strong>Het</strong> test niet per se het juiste, maardrukt an<strong>de</strong>rzijds wel een stempel op <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het curriculumin <strong>de</strong> praktijk.Kern: hoe kunnen examens, exameneisen en examenresultatenoptimaal in overeenstemming wor<strong>de</strong>n gebrachtmet <strong>de</strong> rol en doelstellingen <strong>van</strong> het vak in <strong>de</strong> maatschappijen het vwo?4.7 focus <strong>van</strong> dit rapportSommige <strong>van</strong> <strong>de</strong> hierboven beschreven problemen lenen zichmin<strong>de</strong>r voor aanpak via een Verkenningscommissie KlassiekeTalen dan an<strong>de</strong>re. Algemene sociologische ontwikkelingen onttrekkenzich aan <strong>de</strong> invloedssfeer <strong>van</strong> een Verkenningscommissie.De commissie heeft ervoor gekozen om zich te concentreren ophoofdlijnen en op problemen die in samenhang vakspecifiekaan te pakken lijken. Zaken als het lerarentekort, inclusief <strong>de</strong>vraag naar alternatieve lesbevoegdhe<strong>de</strong>n of beroepsregisters voor


leraren, zijn niet specifiek voor <strong>de</strong> Klassieke Talen, maar lenenzich soms wel voor een specifieke oplossing en zullen in dat gevaldan ook terugkeren in het vervolg <strong>van</strong> dit rapport. De problematiek<strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen en <strong>de</strong> examenresultaten is daarentegengroten<strong>de</strong>els vakspecifiek en gezien <strong>de</strong> complexiteit er<strong>van</strong> zal hetvolgen<strong>de</strong> hoofdstuk apart aandacht hieraan schenken.23


5. Wat is er mis met <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten?245.1 het centraal examen<strong>Het</strong> ein<strong>de</strong>xamencijfer komt tot stand door het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong>schoolexamen (SE) en centraal examen (CE) te nemen. <strong>Het</strong>centraal examen bestaat <strong>de</strong> laatste jaren uit twee <strong>de</strong>len: 50%<strong>van</strong> het cijfer kan verdiend wor<strong>de</strong>n met het beantwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong>vragen over <strong>van</strong> tevoren bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> teksten <strong>van</strong> <strong>de</strong> examenauteuren bijbehoren<strong>de</strong> schaduwauteur; 50% wordt bepaald door<strong>de</strong> proefvertaling, een niet <strong>van</strong> tevoren geziene passage uit hetoeuvre <strong>van</strong> <strong>de</strong> examenauteur (of een auteur uit hetzelf<strong>de</strong> genre)die zo nauwkeurig mogelijk in het Ne<strong>de</strong>rlands moet wor<strong>de</strong>nomgezet. Deze tekst is voorzien <strong>van</strong> een korte inleiding en enigeaantekeningen. <strong>Het</strong> gaat om een passage <strong>van</strong> circa 120 woor<strong>de</strong>n.Figuur 1 bevat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten <strong>van</strong> het vakLatijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen 9 jaar.5.2 <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertalingDe problemen met <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamencijfers spitsen zich toe op hetCE bij Latijn. 22 Tussen 2005 en 2009 ligt het percentage onvoldoen<strong>de</strong>stussen <strong>de</strong> 37 en 46%: een onacceptabel percentage. Degemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfers <strong>van</strong> 2006, 2007 en 2008 liggen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 6 (zieFiguur 1).Op het cijfer <strong>van</strong> het CE wordt een correctiefactor toegepast, <strong>de</strong>zogenaam<strong>de</strong> ‘N-term’. De basiswaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> N is 1. Dat wil zeggendat <strong>de</strong> leerlingen voor alle vragen samen maximaal 9 <strong>van</strong> <strong>de</strong>10 punten kunnen halen, waarbij N=1 wordt opgeteld om tothet eindcijfer <strong>van</strong> het CE te komen. 23 Als <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad<strong>van</strong> het examen te hoog blijkt (en <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> cijfers dus invergelijking met an<strong>de</strong>re jaren met vergelijkbare examenopgavente laag), dan gaat <strong>de</strong> N-term omhoog; als <strong>de</strong> moeilijkheidsgraadte laag blijkt, gaat ook <strong>de</strong> N-term omlaag. In <strong>de</strong> jaren 2006, 2007en 2008 is het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> resultaat tot stand gekomen door eenN-term <strong>van</strong> 1.7 of 1.8; globaal gesproken komt dat erop neerdat 0.7 of 0.8 cijferpunt bij <strong>de</strong> feitelijk gescoor<strong>de</strong> punten <strong>van</strong>ie<strong>de</strong>re leerling werd opgeteld. 24 Desalniettemin liggen <strong>de</strong> cijfersvoor het CE in <strong>de</strong>ze jaren gemid<strong>de</strong>ld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 6. Een kleinezevenduizend leerlingen kwamen dus gemid<strong>de</strong>ld tot een fikseonvoldoen<strong>de</strong>, na vijf of zes jaar on<strong>de</strong>rwijs in het Latijn. 25Van belang voor <strong>de</strong> normering <strong>van</strong> <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamens is voorts <strong>de</strong>notie <strong>van</strong> het ‘referentie-examen’: om rechtsongelijkheid te voorkomenis het <strong>van</strong> belang dat het CE een <strong>van</strong> jaar tot jaar vergelijkbaremoeilijkheidsgraad heeft. Men gaat er<strong>van</strong> uit dat <strong>de</strong> populatie<strong>van</strong> leerlingen niet opeens veel beter of slechter gaat scoren. Datbetekent dat het percentage onvoldoen<strong>de</strong>s geen grote schommelingenmag vertonen tussen vergelijkbare examens. <strong>Het</strong> CE <strong>van</strong> 2009ging over Ovidius. <strong>Het</strong> referentie-examen was het Ovidius-examen<strong>van</strong> 2005. De percentages onvoldoen<strong>de</strong>s zijn met respectievelijk37% en 39% vergelijkbaar. Maar om dat te bewerkstelligen moest<strong>de</strong> N-term in 2009 op 1 wor<strong>de</strong>n gesteld, waar die in 2005 nog 1.7was. Voor een herijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten moet een aanleiding zijnop populatieniveau. Tussen 2004 en 2005 zag het CvE aanleidingom <strong>de</strong> normering strenger te maken. Ook tussen 2009 en 2010 iseen cesuur zichtbaar. Wij komen daarop terug in 5.7.Figuur 1 Examenresultaten Latijn (CE) 2010-2002 262010Cicero2009Ovid.2008Seneca2007Verg.2006Livius2005Ovid.2004Cicero2003Liviusgem. cijfer 6.4 6 5.8 5.9 5.7 6 6.5 6.1 6.5% onv. 29% 37% 41% 39% 46% 39% 26% 33% 28%N-term 0.9 1 1.7 1.7 1.8 1.7 1.5 1.5 1.12002Ovid.


Figuur 2 Examenresultaten Latijn (CE) 2010-2002: <strong>de</strong> proefvertaling 272010Cicero2009Ovid.2008Seneca2007Verg.2006Livius2005Ovid.2004Cicero2003Liviusgem. cijfer 6.4 6 5.8 5.9 5.7 6 6.5 6.1 6.5gem. cijfer vragen 6.9 7 7.1 6.8 6.4 6.6 6.7 6.9 7.0gem. cijfer proefvertaling5.8 28 5.1 4.4 5.1 5.1 5.4 6.3 5.4 6.0verschil vragenproefvertaling1.2 2.0 2.7 1.7 1.3 1.2 0.5 1.5 1.02002Ovid.Zoals uit Figuur 2 blijkt, is het speciaal <strong>de</strong> proefvertaling diehier het probleem vormt (zie 5.7 voor een bespreking <strong>van</strong><strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> 2010). De leerlingen blijken massaal groteproblemen te hebben met het zelfstandig vertalen <strong>van</strong> eenonbeken<strong>de</strong> passage.Dit is geen nieuws: het Vakdossier documenteert <strong>de</strong> slechte resultatenuitvoerig en laat bovendien zien dat <strong>de</strong>ze problemenniet pas begonnen met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase, zij hetdat <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase <strong>de</strong> moeilijkhe<strong>de</strong>n wel vergroot heeft. 30 Infeite zijn er al zorgen over <strong>de</strong> proefvertaling <strong>van</strong>af <strong>de</strong> invoering<strong>van</strong> <strong>de</strong> Mammoetwet in 1968, toen het urenaantal voor<strong>de</strong> Klassieke Talen voor <strong>de</strong> eerste maal fors werd gereduceerd.De commissie WEKT adviseer<strong>de</strong> in 1985 met goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> proefvertaling uit het CE te halen, maar stuitte op grootverzet. 31 In 1996 schrijft <strong>de</strong> hoogleraar Sicking dat <strong>de</strong> discussieover <strong>de</strong> proefvertaling op dat moment al <strong>de</strong>rtig jaar gaan<strong>de</strong>is. 32 Ook <strong>de</strong> huidige docenten weten maar al te goed wat eraan <strong>de</strong> hand is. In 2003 wijst een enquête uit dat op 72% <strong>van</strong><strong>de</strong> scholen (blijkens <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten) hetzelfstandig vertalen <strong>van</strong> teksten voor <strong>de</strong> helft of meer <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen te moeilijk is. 33 In<strong>de</strong>rdaad blijkt dit overdui<strong>de</strong>lijkuit <strong>de</strong> examenresultaten. Overigens doen Cito en het College<strong>van</strong> Examens (CvE, voorheen CEVO) op verdienstelijke wijzemoeite om relatief eenvoudige (maar daardoor ook niet zeerrepresentatieve) passages uit <strong>de</strong> examenauteurs te kiezen. In5.5 en 5.6 zullen we zien dat het probleem in <strong>de</strong> toetsvorm zelfzit.5.3 <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertalinggecamoufleerdDe zeer slechte resultaten <strong>van</strong> speciaal <strong>de</strong> proefvertaling wor<strong>de</strong>nop drie manieren verhuld:1. Binnen het CE zelf wordt het slechte proefvertalingcijfergecompenseerd door het steevast beter gemaakte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elvragen. 342. <strong>Het</strong> dan nog steeds gemid<strong>de</strong>ld onvoldoen<strong>de</strong> resultaat kanwor<strong>de</strong>n gecompenseerd door een hoge correctiefactor.In 2006, 2007 en 2008 kwam men zelfs daarmee nogmaar aan een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> 5.7-5.9 (met rond <strong>de</strong> 40%onvoldoen<strong>de</strong>s).3. De zwakke vertaling wordt ook nog gemaskeerd door compensatiemet het cijfer <strong>van</strong> het schoolexamen. Veel scholenvertonen een aanzienlijk verschil tussen <strong>de</strong> cijfers <strong>van</strong> het CEen het SE. Bij 25% <strong>van</strong> alle scholen wijken het CE- en SEcijfermeer dan 0.5 <strong>van</strong> elkaar af. Dit is geen goed signaal. 35Door al <strong>de</strong>ze compensatorische mechanismen kwam het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>lan<strong>de</strong>lijke eindcijfer Latijn in 2008 toch nog op 6.26 uit(CE gemid<strong>de</strong>ld 5.8 met 40% onvoldoen<strong>de</strong>s). 36Ten slotte moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>van</strong>af schooljaar 2009-2010 <strong>de</strong> totale eindcijfers voor <strong>de</strong> Klassieke Talen niet meer goedvergelijkbaar zijn. <strong>Het</strong> eindcijfer <strong>van</strong> KCV (dat afgesloten wordtin <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> of vijf<strong>de</strong> klas) mag meegewogen wor<strong>de</strong>n bij hetAlgemene Deel (het zogenaam<strong>de</strong> ‘combinatiecijfer’), maar ookverdisconteerd wor<strong>de</strong>n in het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen.De scholen maken hierin hun eigen keuze. Aan te nemen valt dathet KCV-cijfer, voor zover meegeteld bij <strong>de</strong> Klassieke Talen, nogeen vier<strong>de</strong> compensatiemechanisme zal vormen. 3725


Figuur 3 Resultaten CE Latijn scholengemeenschappen en zelfstandige gymnasia 2010-2005 382010s.g.2010gymn.2009s.g.2009gymn.2008s.g.2008gymn.2007s.g.2007gymn.2006s.g.2006gymn.Gem. cijfer 6.4 6.4 6 6.2 5.8 5.6 5.9 6 5.8 5.8 6 6% Onv. 29% 29% 37% 36% 40% 45% 39% 35% 46% 45% 40% 36%2005s.g.2005gymn.265.4 misvattingen en realiteitUit <strong>de</strong> reacties aan <strong>de</strong> commissie blijkt dat er verschillen<strong>de</strong> onjuisteopvattingen circuleren die aannemelijk moeten maken dat<strong>de</strong>ze slechte resultaten in feite geen probleem zijn.5.4.1 scholengemeenschap of zelfstandig gymnasium?Scholengemeenschappen <strong>de</strong>nken veelal dat <strong>de</strong> slechte resultatente wijten zijn aan <strong>de</strong> zelfstandige gymnasia en an<strong>de</strong>rsom. Geen<strong>van</strong> bei<strong>de</strong> aannames is waar, zoals we kunnen zien in Figuur 3.De uitslagen ontlopen elkaar niet veel: in het ene jaar scoren <strong>de</strong>scholengemeenschappen wat beter en in het an<strong>de</strong>re jaar <strong>de</strong> zelfstandigegymnasia. In bei<strong>de</strong> gevallen scoort ongeveer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><strong>van</strong> <strong>de</strong> scholen gemid<strong>de</strong>ld onvoldoen<strong>de</strong>. <strong>Het</strong> probleem wordt dusdoor het gehele veld ge<strong>de</strong>eld, hoewel er bij verschillen<strong>de</strong> scholenverschillen<strong>de</strong> oorzaken aan ten grondslag kunnen liggen.5.4.2 selectie <strong>van</strong> leerlingen?Een twee<strong>de</strong> misvatting is dat <strong>de</strong> forse toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingendie een gymnasiumopleiding volgen het gevolg is <strong>van</strong> gebrekkigeselectie <strong>van</strong> leerlingen: er zou<strong>de</strong>n te veel leerlingen wor<strong>de</strong>n toegelaten(en tot het ein<strong>de</strong>xamen gebracht) die dit schooltype in feiteniet aankunnen.In<strong>de</strong>rdaad is het aantal ein<strong>de</strong>xamenkandidaten bij <strong>de</strong> KlassiekeTalen sterk toegenomen, vooral bij Latijn (zie Figuur 4). In vijfjaar tijd is er bij Latijn een toename geweest <strong>van</strong> ruim 20% (<strong>van</strong>6038 naar 7333); bij Grieks <strong>van</strong> ruim 16% (<strong>van</strong> 2239 naar 2616).Figuur 4 Aantallen ein<strong>de</strong>xamenkandidaten Grieks/Latijn 39Jaar: 2010 2009 2008 2007 2006Grieks 2616 2578 2613 2585 2239Latijn 7333 6967 6598 6323 6038Maar in feite blijken gymnasiumopleidingen nog steeds <strong>de</strong> sterksteleerlingen aan te trekken. Uit cijfers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Inspectie blijkt datleerlingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleidingen (dit geldt gelijkelijkvoor zelfstandige gymnasia en scholengemeenschappen) gemid<strong>de</strong>ld0.3 tot ruim 0.6 cijferpunt hoger scoren voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>reschoolvakken dan <strong>de</strong> overige vwo-leerlingen. In Figuur 5 zijnbij wijze <strong>van</strong> voorbeeld <strong>de</strong> cijfers opgenomen voor Ne<strong>de</strong>rlands,Engels en Wiskun<strong>de</strong> B1.Figuur 5 Eindcijfers gymnasiumopleiding vergeleken met overigvwo 2008 40zelfst.gymnasiumgymnasialeaf<strong>de</strong>linggemid<strong>de</strong>ldgymnasiumNe<strong>de</strong>rlandsEngels Wisk B1 Latijn6.94 7.11 6.73 6.236.98 7.11 6.77 6.326.96 7.11 6.74 6.25 41overig vwo 6.57 6.50 6.30verschil 0.39 0.61 0.44De conclusie moet zijn dat het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> slechte CEresultatenLatijn niet aan <strong>de</strong> leerlingenpopulatie ligt.5.4.3 zeer laag scoren<strong>de</strong>nEen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> veel gehoor<strong>de</strong> verklaring, veelal gebruikt als argumentom niets aan <strong>de</strong> examens te veran<strong>de</strong>ren, is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>: bij <strong>de</strong>examens Latijn zou er een groep zijn <strong>van</strong> ongeveer 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong>ein<strong>de</strong>xamenkandidaten die extreem laag scoren en die kennelijkniet <strong>de</strong> moeite hebben genomen het examen serieus te maken.


Die zou<strong>de</strong>n het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfer en het percentage onvoldoen<strong>de</strong>svertekenen. Zon<strong>de</strong>r die groep zou Latijn scores hebben dievergelijkbaar zijn met Grieks of met an<strong>de</strong>re schoolvakken.Deze re<strong>de</strong>nering houdt evenwel geen stand. In<strong>de</strong>rdaad is <strong>de</strong>zegroep een aantal jaren zichtbaar geweest, tussen 2005 en 2008.Maar in 2009 was er geen statistisch significante groep <strong>van</strong> extreemlaag scoren<strong>de</strong>n; <strong>de</strong>sondanks was er ook in dat jaar slechtseen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> 6 en een percentage onvoldoen<strong>de</strong>s <strong>van</strong>37%. 42 In 2010 was er evenmin zo’n groep. De laag scoren<strong>de</strong>nkunnen dus niet <strong>de</strong> gehele verklaring zijn. En zelfs als er zo’ngroep laag scoren<strong>de</strong>n zichtbaar is, dan is dat een probleem datzich alleen bij Latijn voordoet: bij an<strong>de</strong>re vakken weten <strong>de</strong>ze leerlingenkennelijk wel een normale, of een normaal-slechte score tehalen. <strong>Het</strong> feit dat aan <strong>de</strong>ze slechte cijfers ongetwijfeld weer eenan<strong>de</strong>re problematiek ten grondslag ligt dan aan sommige an<strong>de</strong>reslechte cijfers bij Latijn doet niets af aan het feit dat het specifiekLatijn betreft en dat het dus tot <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> hetveld behoort om te trachten er iets aan te doen. Slechte resultatenkomen nu eenmaal zowel voor bij leerlingen die niet willen als bijleerlingen die niet kunnen. Een slechte score op het CE kan eensymptoom zijn <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> problemen, diegeen <strong>van</strong> alle genegeerd mogen wor<strong>de</strong>n.5.4.4 er is wel een probleem, maar niet bij onsDe commissie heeft verschillen<strong>de</strong> malen te horen gekregen datindividuele scholen en docenten zich niet herkennen in <strong>de</strong>zeproblematiek. Bij <strong>de</strong>ze scholen behalen <strong>de</strong> leerlingen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>en voldoen<strong>de</strong> voor het CE en <strong>de</strong> proefvertaling wordt re<strong>de</strong>lijkgemaakt.In<strong>de</strong>rdaad is het een feit dat <strong>de</strong> verschillen tussen scholen on<strong>de</strong>rlingzeer groot zijn. 43 Er zijn scholen, zowel scholengemeenschappenals zelfstandige gymnasia, die het consistent goeddoen. Maar dat neemt niet weg dat <strong>de</strong> problemen inmid<strong>de</strong>ls zolang aanhou<strong>de</strong>n en een zo groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het veld betreffen, datniemand zich meer kan permitteren om <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant uit tekijken. Wel is <strong>van</strong>zelfsprekend <strong>van</strong> belang om te inventariserenhoe <strong>de</strong> betere resultaten tot stand zijn gekomen, zodat <strong>van</strong> <strong>de</strong>good practices geleerd kan wor<strong>de</strong>n. Hierbij moet wel bedachtwor<strong>de</strong>n dat niet alle didactische metho<strong>de</strong>n die lei<strong>de</strong>n tot eenvoldoen<strong>de</strong> voor het CE automatisch als good practice kunnenwor<strong>de</strong>n aangemerkt. Soms lei<strong>de</strong>n zij bijvoorbeeld tot een sterkfragmentariseren<strong>de</strong> omgang met teksten, die aanvaardbare vertalingenopleveren, maar niet noodzakelijkerwijs tekstbegrip.Zij berei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerlingen dus specifiek voor op het proefvertalen,maar doen daarmee niet automatisch recht aan <strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak. De dramatische terugloop in urenten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase, waarover later meer, heeft nietvoldoen<strong>de</strong> geleid tot aanpassingen in <strong>de</strong> didactiek en <strong>de</strong> feitelijkeomgang met <strong>de</strong> Klassieke Talen in <strong>de</strong> klas. In het Vakdossierwordt opgemerkt dat 73.1% <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaksecties <strong>van</strong> meningis dat in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase weinig gelegenheid is om aandacht aan<strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> teksten te beste<strong>de</strong>n. 44 Alle aandacht gaat in<strong>de</strong> les dus uit naar het vertalen. Maar <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultatensuggereren dat juist daar over het algemeen te weinig kwaliteitwordt geleverd, als <strong>de</strong> proefvertaling daarvoor althans <strong>de</strong> juistemaatstaf zou zijn. Daarmee raken wij aan een dieper liggendprobleem: dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijke mismatch tussen <strong>de</strong> doelstellingen<strong>van</strong> het vak en <strong>de</strong> gekozen toetsvorm.5.5 vertalen, proefvertalen en <strong>de</strong> symbolischewaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertalingOndanks het feit dat <strong>de</strong> cijfers al jaren op tafel liggen, dat rapportna rapport op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> problematiek en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> diagnose wijst, 45en dat <strong>de</strong> docenten zeer goed weten dat er een probleem is, zijnpogingen om iets te doen aan <strong>de</strong> toetsvorm proefvertaling in hetCE altijd op geharnast verzet gestuit. Dat verzet komt voort uit<strong>de</strong> breed (ook door <strong>de</strong> Verkenningscommissie) ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> overtuigingdat vertalen tot <strong>de</strong> core-business <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen behoort.Maar <strong>de</strong> koppeling tussen die overtuiging en <strong>de</strong> noodzaak<strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling in het CE is gebaseerd op een misverstand.Dat misverstand lijkt samen te hangen met een begripsverwarring<strong>van</strong> ‘vertalen’ en ‘proefvertalen’: <strong>de</strong> termen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>wan<strong>de</strong>lgangen zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid gebruikt, maar in <strong>de</strong> context<strong>van</strong> dit rapport is het <strong>van</strong> belang ze hel<strong>de</strong>r uit elkaar te hou<strong>de</strong>n.Een twee<strong>de</strong> bron <strong>van</strong> verwarring is <strong>de</strong> symbolische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> proefvertaling.27


285.5.1 vertalenIn<strong>de</strong>rdaad is het een wezenlijk kenmerk <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talendat originele teksten centraal staan in <strong>de</strong> lespraktijk. De leerlingenmoeten <strong>de</strong> talen leren om in staat te zijn die teksten inhun oorspronkelijke taal te lezen en te begrijpen. ‘Vertalen’ is <strong>de</strong>vaardigheid om een (Griekse of Latijnse) tekst om te zetten in begrijpelijkNe<strong>de</strong>rlands en daarmee op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst kennis opte doen over <strong>de</strong> taal en <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> die tekst. In <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong><strong>de</strong> klas komt dit erop neer dat <strong>de</strong> docenten met hun leerlingen <strong>de</strong>tekst lezen, of dat leerlingen, begeleid door hun docent, samen <strong>de</strong>tekst lezen. De docent biedt hulp en stuurt bij. Zoals bleek uit <strong>de</strong>gesprekken die <strong>de</strong> Verkenningscommissie gevoerd heeft, wordt‘vertalen’ (in <strong>de</strong>ze zin <strong>van</strong> ‘samen lezen’) als activiteit niet alleendoor docenten, maar ook door leerlingen hogelijk gewaar<strong>de</strong>erd ener is ook op inhou<strong>de</strong>lijke gron<strong>de</strong>n alle aanleiding om ermee doorte gaan. Maar dat is iets an<strong>de</strong>rs dan zelfstandig lezen. De hoeveelheidtijd die aan het gezamenlijk ‘vertalen’ (lezen) besteed kanwor<strong>de</strong>n is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huidige condities noodzakelijkerwijs beperkten in die tijd moeten ook nog an<strong>de</strong>re doelstellingen gerealiseerdwor<strong>de</strong>n. ‘Vertalen’ wil dus wel zeggen dat <strong>de</strong> leerling trainingkrijgt die uitein<strong>de</strong>lijk zou kunnen lei<strong>de</strong>n tot het vermogen omgeheel zelfstandig originele teksten te lezen, maar ‘(geheel) zelfstandigteksten lezen’ is niet wat er werkelijk in <strong>de</strong> klas gebeurt.<strong>Het</strong> doel wordt dan ook niet gerealiseerd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gymnasiumopleiding,is in feite sinds <strong>de</strong> Mammoetwet niet meer in <strong>de</strong>zevorm gerealiseerd, en behoeft ook niet gerealiseerd te wor<strong>de</strong>n.5.5.2 proefvertalen‘Proefvertalen’ is iets an<strong>de</strong>rs dan ‘vertalen’: ‘proefvertalen’ is eentoetsvorm, één <strong>van</strong> <strong>de</strong> manieren om te laten zien of een leerlinggeheel zelfstandig een tekst grammaticaal en – i<strong>de</strong>aliter – inhou<strong>de</strong>lijkaankan. De leerling mag daarbij een woor<strong>de</strong>nboekgebruiken, maar kan niet zijn of haar toevlucht zoeken bij an<strong>de</strong>rehulpmid<strong>de</strong>len (die een professionele classicus gewoonlijk wélzal gebruiken: commentaren, vertalingen, grammatica’s). <strong>Het</strong>is bovendien een heel specifieke toetsvorm: het is mogelijk eentechnisch acceptabele proefvertaling af te leveren zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>tekst begrepen te hebben, en het is mogelijk een tekst begrepente hebben (blijkend uit bijvoorbeeld een parafrase) zon<strong>de</strong>r dat<strong>de</strong> proefvertaling technisch zodanig is uitgevoerd dat het eenvoldoen<strong>de</strong> oplevert. Ook dit is een aspect <strong>van</strong> ‘het <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>blauwe</strong> broer’. 46 Bij proefvertalen is een fout snel gemaakt en hijkan niet meer gecorrigeerd wor<strong>de</strong>n. Een kleine misvatting aanhet begin <strong>van</strong> een proefvertaling kan <strong>de</strong> leerling dusdanig op hetverkeer<strong>de</strong> been zetten dat <strong>de</strong> hele toets mislukt.Proefvertalen is een geschikte toetsvorm in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw, wanneer<strong>de</strong> teksten nog simpel zijn. In <strong>de</strong> bovenbouw is <strong>de</strong> toetsvormeveneens <strong>de</strong>nkbaar, maar alleen on<strong>de</strong>r specifieke condities die <strong>de</strong>inherente zwakten <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetsvorm on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen: <strong>de</strong> docent dientzeker te weten dat <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> proefvertaling zo nauw aansluit bijhetgeen in <strong>de</strong> klas is behan<strong>de</strong>ld dat <strong>de</strong> vertaalopdracht met behulp<strong>van</strong> annotaties en an<strong>de</strong>re hulpmid<strong>de</strong>len (woor<strong>de</strong>nboek) uitvoerbaaris. I<strong>de</strong>aliter combineert <strong>de</strong> docent <strong>de</strong> proefvertaling metvragen en an<strong>de</strong>re opdrachten: dat geeft <strong>de</strong> mogelijkheid om te differentiërentussen grammaticale beheersing, tekstbegrip en echtevertaalvaaardigheid, waarbij ook <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandseproduct een rol speelt. Ook bij het ein<strong>de</strong>xamenprogramma kan <strong>de</strong>proefvertaling een rol spelen, maar niet bij het CE: het is een illusiete <strong>de</strong>nken dat een leerling werkelijk zelfstandig Cicero kan lezen opbasis <strong>van</strong> <strong>de</strong> weinige bladzij<strong>de</strong> originele tekst die het ein<strong>de</strong>xamenpensumvormen, en het ontbreken <strong>van</strong> elke vorm <strong>van</strong> toelichtingop <strong>de</strong> geproduceer<strong>de</strong> vertaling maakt dat het on<strong>de</strong>rscheid tussengrammaticale beheersing, tekstbegrip en vertaalvaardigheid bij <strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>ling niet gemaakt kan wor<strong>de</strong>n. In het SE zou gedacht kunnenwor<strong>de</strong>n aan een mon<strong>de</strong>linge toetsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling,die aan <strong>de</strong>ze problemen tegemoet komt: <strong>de</strong> leerling krijgt dan eenniet eer<strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>ld tekstge<strong>de</strong>elte voorgelegd, krijgt tijd om <strong>de</strong>tekst te bestu<strong>de</strong>ren, waarop <strong>de</strong> toets mon<strong>de</strong>ling wordt afgenomen.Overigens is het <strong>van</strong> belang zich te realiseren dat voor <strong>de</strong> Mammoetweter geen CE bestond: <strong>de</strong> vertaaltoetsen wer<strong>de</strong>n in dietijd dus altijd afgenomen door <strong>de</strong> eigen leraar, die wist wat hijof zij met zijn/haar leerlingen gelezen en bestu<strong>de</strong>erd had. Voorzover het examen mon<strong>de</strong>ling werd afgenomen, kon <strong>de</strong> docentook enige sturing geven. Objectiviteit werd bewaakt door <strong>de</strong> aanwezigheid<strong>van</strong> een gecommitteer<strong>de</strong>. Proefvertalen was toen eentoetsvorm die geheel correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong> met <strong>de</strong> veel beperktere,uitsluitend op vertalen gerichte doelstellingen <strong>van</strong> het vak uit dietijd; <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> toetsvorm werd ook bij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne vreem<strong>de</strong> talengebruikt. Ons proefvertalen is in feite een fossiel en <strong>de</strong> cultstatuser<strong>van</strong> heeft veel te maken met nostalgie.


“In mijn gymnasiumtijd had<strong>de</strong>n we zes dagen per week school,ook op zaterdag, en elke dag vertaal<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> klas. Je<strong>de</strong>ed nooit iets an<strong>de</strong>rs dan vertalen, ik kan me geen lessenherinneren over cultuur en ook over <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstenwerd eigenlijk niet gepraat. Ja, één keer zijn we naar hettheater geweest, naar <strong>de</strong> Iphigeneia in Aulis <strong>van</strong> Euripi<strong>de</strong>s,maar we hebben dat stuk niet voor- of nabesproken in <strong>de</strong> klas.Daar was geen tijd voor. Er werd trouwens niet alleen bij Latijnen Grieks vertaald: ook bij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne vreem<strong>de</strong> talen stondhet vertalen centraal. Toen ik <strong>van</strong> school kwam sprak ik geenwoord Frans, maar ik kon wel behoorlijk complex Frans prozavertalen.”Kees Schuyt (1943), socioloog, jurist, voormalig columnist <strong>van</strong><strong>de</strong> Volkskrant en sinds 2005 lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State5.5.3 <strong>de</strong> symbolische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertalingIn feite is een proefvertaling dus niets an<strong>de</strong>rs dan een bepaaldtype toets, één <strong>van</strong> <strong>de</strong> manieren om <strong>de</strong> taalvaardigheid en <strong>de</strong>omgang met originele tekst te toetsen. Deze toetsvorm heeft eenzware symboolwaar<strong>de</strong> gekregen als ‘meesterproef’, een status die<strong>de</strong> feitelijke inzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussie ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> veldraadplegingvertroebel<strong>de</strong>. De Verkenningscommissie hecht er dan ookaan om dui<strong>de</strong>lijk te maken dat over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ngeen onenigheid bestaat. De proefvertaling wordt in het <strong>de</strong>batten eerste gezien als symbool voor <strong>de</strong> centrale rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> talenGrieks en Latijn en het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> originele teksten in heton<strong>de</strong>rwijs. Ten twee<strong>de</strong> staat zij symbool voor het vermogen<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling om ‘zelfstandig’ Griekse en Latijnse teksten tekunnen verwerken. En ten slotte staat zij symbool voor <strong>de</strong> klassiekeBildung tout court. Over waar<strong>de</strong> en wenselijkheid <strong>van</strong> al<strong>de</strong>ze drie aspecten bestaat er geen verschil <strong>van</strong> inzicht tussen <strong>de</strong>Verkenningscommissie en het veld of het grotere publiek: ook <strong>de</strong>Verkenningscommissie ziet een centrale rol voor <strong>de</strong> talen Grieksen Latijn en hecht aan <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> originele teksten; ook <strong>de</strong>Verkenningscommissie wil dat <strong>de</strong> leerlingen in staat zijn omzelfstandig om te gaan met Griekse en Latijnse teksten, on<strong>de</strong>rgebruikmaking <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hulpmid<strong>de</strong>len die ook een professioneleclassicus gebruikt. Ten slotte hecht <strong>de</strong> Verkenningscom-missie aan Bildung als doel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> KlassiekeTalen. De Verkenningscommissie houdt evenwel staan<strong>de</strong> datmet het invoeren <strong>van</strong> alternatieve toetsvormen over hetzelf<strong>de</strong>materiaal aan <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>n meer recht zal wor<strong>de</strong>n gedaan danthans het geval is.Een toets over een niet eer<strong>de</strong>r klassikaal bestu<strong>de</strong>erd tekstge<strong>de</strong>eltedient <strong>de</strong>el te blijven uitmaken <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen. Maar uit eenproefvertaling kan vaak niet wor<strong>de</strong>n afgelezen wat <strong>de</strong> examinatorwil weten. En <strong>de</strong> leerlingen zijn op ein<strong>de</strong>xamenniveau geenvolleer<strong>de</strong> classici. Wel moeten zij in staat wor<strong>de</strong>n geacht om opein<strong>de</strong>xamenniveau blijk te geven <strong>van</strong> hun inzicht in en kennis<strong>van</strong> taal, tekst, betekenis en wij<strong>de</strong>re samenhang <strong>van</strong> originele tekstendie aan hen wor<strong>de</strong>n voorgelegd, ook als die niet <strong>van</strong> tevorenklassikaal zijn bestu<strong>de</strong>erd. Daarnaast en ermee verweven zijn erook vragen nodig naar cultuur, receptie en actualisatie, waarmee<strong>de</strong> leerlingen eveneens kunnen laten zien wat ze kunnen: voordie vragen is op dit moment stelselmatig te weinig aandacht inon<strong>de</strong>rwijspraktijk en toetsing.De proefvertaling in het CE biedt in feite geen goe<strong>de</strong> weerspiegeling<strong>van</strong> wat <strong>de</strong> leerlingen naar het oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> veel docenten wel<strong>de</strong>gelijk presteren in hun omgang met en begrip <strong>van</strong> origineleklassieke teksten. Regelmatig heeft <strong>de</strong> Verkenningscommissie<strong>van</strong> docenten positieve gelui<strong>de</strong>n gehoord over het vermogen <strong>van</strong>hun leerlingen om ‘zelfstandig’ met originele tekst te werken.Zulke gelui<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n steevast gevolgd door <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling: ‘ja,niet dat <strong>de</strong> proefvertaling goed gemaakt wordt …’. Bij navraagblijkt meestal bedoeld dat <strong>de</strong> leerlingen in kwestie alleen of metklasgenoten (en meestal on<strong>de</strong>r begeleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> leraar) metbehulp <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>nboek en commentaar (‘aantekeningen <strong>van</strong><strong>de</strong> leraar’) <strong>de</strong> kern en grammaticale structuren <strong>van</strong> een tekstkunnen begrijpen, en daarop ook kunnen reflecteren. Dit zijnwaar<strong>de</strong>volle competenties, die <strong>de</strong> Verkenningscommissie eens temeer sterken in haar overtuiging dat herbezinning op <strong>de</strong> toetsvormproefvertaling op haar plaats is.De Verkenningscommissie constateert een vicieuze cirkel,waarbij <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong> proefvertaling in <strong>de</strong> lespraktijk beperkingenoplegt aan het werken aan an<strong>de</strong>re doelen dan taalbeheersing,terwijl die lespraktijk zelf <strong>de</strong> toetsvorm lijkt te legitimeren.29


30Die toetsvorm werkt echter toch vaak niet goed omdat hij 5.7 <strong>de</strong> examens <strong>van</strong> 2005 en 2010niet precies genoeg vaststelt wat een leerling grammaticaal eninhou<strong>de</strong>lijk begrepen heeft. Intussen wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re met <strong>de</strong>mond bele<strong>de</strong>n doelen stilzwijgend weggelaten bij het examen.Ingrijpen op het punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling als knooppunt <strong>van</strong><strong>de</strong> problematiek dient zich aan als <strong>de</strong> effectiefste manier om metinstandhouding <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak en bewaking<strong>van</strong> het eindniveau <strong>de</strong>ze vicieuze cirkel te doorbreken. Dat moetertoe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> (psychologische) ruimte ontstaat om recht tedoen aan alle doelstellingen en zo tot verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten.5.6 een goed examen is een fair examenDe ontvlechting <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrippen ‘vertalen’ en ‘proefvertalen’ enbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> symbolische waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling maakthet mogelijk <strong>de</strong> examenproblematiek opnieuw te bezien. Eencynische beschouwer zou op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> vele compensatiemechanismenkunnen zeggen dat het CE net zo goed kan blijvenzoals het is: uitein<strong>de</strong>lijk halen <strong>de</strong> leerlingen immers gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>en voldoen<strong>de</strong>? Maar <strong>van</strong>zelfsprekend is dit een houding die uitein<strong>de</strong>lijk<strong>de</strong> leerlingen onrecht doet. Die verdienen het getoetstte wor<strong>de</strong>n op wat hen daadwerkelijk is geleerd. Wél <strong>de</strong> omgangmet originele teksten, niet het geheel zelfstandig produceren <strong>van</strong>een vertaling <strong>van</strong> een ongeziene tekst <strong>van</strong> een auteur waarmee zeonvoldoen<strong>de</strong> vertrouwd zijn gemaakt, zon<strong>de</strong>r dat ze op an<strong>de</strong>rewijze kunnen laten zien wat ze <strong>van</strong> die tekst begrepen hebben.Bij <strong>de</strong> veldraadpleging bleken 158 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 246 respon<strong>de</strong>nten(ruim 64%) het eens met <strong>de</strong> stelling dat taalbeheersing en tekstbegripook op an<strong>de</strong>re manieren getoetst kunnen wor<strong>de</strong>n danmet een proefvertaling. Maar er is meer: het CE moet recht doenaan alle doelstellingen <strong>van</strong> het vak en niet remmend werken opdocenten om daadwerkelijk aan allemaal aandacht te beste<strong>de</strong>n.Vóór alles moet daarbij gel<strong>de</strong>n: een goed examen is een fairexamen. Deze fairness geldt primair <strong>de</strong> leerlingen. Maar evenzeeris het <strong>van</strong> belang dat docenten hun vakken in <strong>de</strong> volle breedtemogen doceren, zon<strong>de</strong>r dat ze het gevoel hebben dat hun leerlingendaar<strong>van</strong> bij het CE na<strong>de</strong>el zullen on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n. De discussieover <strong>de</strong> proefvertaling dreigt het zicht te benemen op het feit datin het huidige CE grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het KlassiekeTalenon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> praktijk niet of nauwelijks getoetstwor<strong>de</strong>n. 47In Figuur 1 zitten twee opvallen<strong>de</strong> cesuren in <strong>de</strong> percentages onvoldoen<strong>de</strong>s.Tussen 2004 en 2005 liep dat percentage op <strong>van</strong> 26%naar 39%; tussen 2009 en 2010 werd het percentage teruggebracht<strong>van</strong> 37% naar 29%. In bei<strong>de</strong> gevallen zijn goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nenvoor die grote verschillen aan te wijzen. Niettemin is het <strong>van</strong>belang ons te realiseren dat het percentage onvoldoen<strong>de</strong>s uitein<strong>de</strong>lijkeen besluit is. In 2004 was een grote discrepantie geconstateerdtussen CE- en SE-cijfers. Dat leid<strong>de</strong> tot het vermoe<strong>de</strong>n datgroepen min<strong>de</strong>r goed voorberei<strong>de</strong> leerlingen wer<strong>de</strong>n toegelatentot het CE. Daarom besloot men <strong>de</strong> normering aan te scherpen.Ten gevolge daar<strong>van</strong> liep het percentage onvoldoen<strong>de</strong>s op. 48In 2010 werd tot het omgekeer<strong>de</strong> besloten. Bij Latijn was hetgemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> CE-cijfer 6.4, met een N-term <strong>van</strong> 0.9. <strong>Het</strong> percentageonvoldoen<strong>de</strong>s werd daarmee vastgelegd op 29%, in plaats<strong>van</strong> op <strong>de</strong> circa 46% die door het meest voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong>referentie-examen verwacht werd. 49Voor het besluit tot bijstelling zijn verschillen<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nenaan te wijzen. Een belangrijke factor was dat <strong>de</strong> leerlingen diein 2010 ein<strong>de</strong>xamen <strong>de</strong><strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n profiteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> urenuitbreidingvoor <strong>de</strong> Klassieke Talen in <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>fase: <strong>van</strong> 480 naar 600 uur. Ten twee<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong><strong>de</strong> Verkenningscommissie zelf alle spelers in het veld nog eensgeatten<strong>de</strong>erd op <strong>de</strong> problematiek. Cito en CvE hebben ver<strong>de</strong>reen grote inspanning geleverd om het CE, binnen het huidige


format, zo maakbaar mogelijk te maken en zijn daarin goed geslaagd.50 De passage <strong>van</strong> Cicero die als proefvertaling dien<strong>de</strong> wasbijzon<strong>de</strong>r eenvoudig – maar het was wel <strong>de</strong>gelijk een origineel,zij het niet zeer representatief, stukje Cicero. Bovendien heefthet CvE besloten om al in 2010 af te zien <strong>van</strong> het aanwijzen <strong>van</strong>een referentie-examen: vooruitlopend op <strong>de</strong> aanbevelingen <strong>van</strong><strong>de</strong> Verkenningscommissie (maar onafhankelijk daar<strong>van</strong>) achttemen <strong>de</strong> uitbreiding <strong>van</strong> het urenaantal, alsook het ge<strong>de</strong>eltelijkafsnij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘Groningenroute’, voldoen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om aante nemen dat er sprake was <strong>van</strong> een ‘an<strong>de</strong>re populatie’, die eennieuwe normering rechtvaardig<strong>de</strong>. Dit heeft geleid tot een voor<strong>de</strong> leerlingen gunstiger N-term dan te verwachten was geweestindien een referentie-examen was aangewezen. 51 Ook het veldheeft zijn grote inspanningen beloond gezien, waaraan door <strong>de</strong>vele discussies dit jaar extra urgentie werd verleend.<strong>Het</strong> zal dui<strong>de</strong>lijk zijn dat <strong>de</strong> reflectie op <strong>de</strong> examenproblematiekdie hierboven is ingezet en in <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> dit rapport zal wor<strong>de</strong>nverbreed en uitgediept, ver<strong>de</strong>r gaat dan <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> ‘maakbaarheid’of ‘haalbaarheid’ <strong>van</strong> een examen. Vanzelfsprekend isdat een belangrijk aspect, maar belangrijker is of een examendatgene toetst wat wij onze leerlingen wil<strong>de</strong>n leren en of het <strong>de</strong>leerling optimaal in staat stelt te laten zien wat hij kan en weet.Ook naar het inzicht <strong>van</strong> het CvE moet <strong>de</strong> haalbaarheid <strong>van</strong> hetexamen los gezien wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> meest gewensteinhoud <strong>van</strong> het in het CE getoetste examenprogramma. 52 Datis ook precies <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n waarom dit rapport niet begon met hetein<strong>de</strong>xamen, maar met <strong>de</strong> doelstellingen.5.8 quousque tan<strong>de</strong>m?Dit rapport heeft een lange rij illustere voorgangers. 53 Bij herhalingzijn in <strong>de</strong> afgelopen veertig jaar ambitieuze en aantrekkelijkedoelstellingen geformuleerd en door het veld omarmd, maarkeer op keer werd verzuimd <strong>de</strong> volledige consequenties <strong>van</strong> dieinzichten te trekken voor les- en examenpraktijk. De Verkenningscommissieheeft bij <strong>de</strong> veldraadpleging kunnen constaterendat <strong>de</strong>ze (ou<strong>de</strong>) doelstellingen nog steeds een breed draagvlak inhet veld hebben, en dat alom <strong>de</strong> overtuiging leeft dat ‘niets doengeen optie is’. <strong>Het</strong> is niet verantwoord om het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong>ein<strong>de</strong>xamenresultaten dat <strong>de</strong> aanleiding vorm<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> instelling<strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie nog langer te negeren: het gaat om<strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> onze leerlingen. Gezien <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nis isechter dui<strong>de</strong>lijk dat in het vervolgtraject <strong>van</strong> dit eindrapport veelaandacht zal moeten wor<strong>de</strong>n besteed aan het begelei<strong>de</strong>n en implementeren<strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste aanpassingen: an<strong>de</strong>rs is het wachtenop <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> Verkenningscommissie.De Verkenningscommissie adviseert om in het vervolgtraject<strong>de</strong> hulp in te roepen <strong>van</strong> een expert op het gebied <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>rings-en implementatieprocessen.31


6. Naar een oplossing326.1 niets doen is geen optie<strong>Het</strong> spreekt zeker niet <strong>van</strong>zelf dat ingrijpen altijd <strong>de</strong> beste optieis. Daarom heeft <strong>de</strong> commissie zich expliciet afgevraagd wat ergebeurt als we niets doen. Maar <strong>de</strong> hierboven gegeven probleemanalysesluit die optie uit: niets doen betekent willens en wetenseen situatie laten bestaan die niet fair is jegens <strong>de</strong> leerlingen engeen recht doet aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talenin het vwo. De stelling ‘niets doen is geen optie’ bleek in <strong>de</strong>veldraadpleging op zeer bre<strong>de</strong> steun te kunnen rekenen. Er iseen zichtbare mismatch tussen doelstellingen enerzijds en <strong>de</strong>condities waaron<strong>de</strong>r die gerealiseerd moeten wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rzijds.Een gevolg daar<strong>van</strong> is dat <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> daarbij aansluiten<strong>de</strong>eindtermen uit zicht dreigen te raken. Niets doen betekentonherroepelijk achteruitgang. De vraag is hoe <strong>de</strong> doelstellingenen eindtermen, na hernieuw<strong>de</strong> bewustwording en explicitering,dusdanig verankerd kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vakpraktijk dat onzevakken optimaal kunnen bijdragen aan het vwo-curriculum, <strong>de</strong>vorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen en <strong>de</strong> maatschappij.6.2 <strong>de</strong> suggesties <strong>van</strong> het Vakdossier<strong>Het</strong> al eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> Vakdossier (Goris, 2007) is een bijzon<strong>de</strong>rwaar<strong>de</strong>vol document: in haar eigen analyses heeft <strong>de</strong> commissiegeen punten kunnen i<strong>de</strong>ntificeren die het Vakdossier nietal op één of an<strong>de</strong>re manier bespreekt. <strong>Het</strong> Vakdossier gaat ookver<strong>de</strong>r dan die bespreking en beschrijft een aantal scenario’s om<strong>de</strong> problemen op te lossen. Maar <strong>de</strong> manier waarop die scenario’stot stand zijn gekomen, drukt een zwaar stempel op <strong>de</strong> uitkomst.<strong>Het</strong> Vakdossier gaat uit <strong>van</strong> één hoofdprobleem: <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten.Om daar iets aan te doen bedient het twee ‘knoppen’:die <strong>van</strong> het centraal ein<strong>de</strong>xamen zelf en die <strong>van</strong> <strong>de</strong> condities <strong>van</strong>het gymnasiumdiploma. Dat levert drie scenario’s op: één zon<strong>de</strong>rveran<strong>de</strong>ringen op die twee punten, één met veran<strong>de</strong>ringen in hetein<strong>de</strong>xamen en één met veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> condities. Bij allescenario’s wor<strong>de</strong>n lijsten met voor- en na<strong>de</strong>len gegeven. Maarwat ontbreekt is <strong>de</strong> visie op basis waar<strong>van</strong> één scenario zou kunnenwor<strong>de</strong>n gekozen.6.3 een an<strong>de</strong>r aggregatieniveauZoals aangekondigd, heeft <strong>de</strong> commissie gekozen voor eenbena<strong>de</strong>ring die weliswaar <strong>van</strong>zelfsprekend recht moet doen aanhet probleem <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen – ook volgens <strong>de</strong> commissieeen belangrijke indicator dat er ergens iets niet goed zit. Maar<strong>de</strong> commissie wil <strong>de</strong> problemen op een hoger aggregatieniveaubijeenbrengen en <strong>de</strong> oplossingen tot meer in <strong>de</strong> diepte uitwerken.Daarbij is het belangrijk het niveau ‘waarop het allemaal moetgebeuren’ niet te verwaarlozen.6.4 kortomDe commissie kiest ervoor uit te gaan <strong>van</strong> haar weloverwogenvisie op <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen,zowel in <strong>de</strong> maatschappij als in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Diedoelstellingen, die door het veld wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschreven, zijn nietnieuw, maar zijn wel uit het zicht verloren in <strong>de</strong> vele veran<strong>de</strong>ringenin het on<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren. De doelstellingenbrengen consequenties met zich mee voor hoe we <strong>de</strong> verhoudingtussen taal en cultuur zien. Deze visie op <strong>de</strong> verhouding tussentaal en cultuur is <strong>de</strong> basis om tot een coherente visie op <strong>de</strong> geheleproblematiek te komen.


7. Visie en keuzes7.1 oplossingen <strong>van</strong>uit een visieDe Verkenningscommissie heeft verschillen<strong>de</strong> oplossingsrichtingenverkend en daarbij ook drastische i<strong>de</strong>eën niet geschuwd. Zou<strong>de</strong> gymnasiumopleiding moeten inzetten op grotere selectiviteit?Of juist op differentiatie, eventueel met het accepteren <strong>van</strong>aanpassing (lees: verlaging) <strong>van</strong> het niveau? Zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> classicimoeten inzetten op een keuze voor alleen Latijn (of, theoretisch,alleen Grieks) en antieke cultuur? Moet het gymnasiumdiplomawor<strong>de</strong>n afgeschaft, zodat Latijn en Grieks gewoon vakken on<strong>de</strong>ralle an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n, en statusoverwegingen geen rol meerspelen? Ie<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze oplossingsrichtingen heeft weliswaar enigevoor<strong>de</strong>len, maar ze hebben altijd ook na<strong>de</strong>len en geen er<strong>van</strong>biedt een aantrekkelijke nieuwe visie op het vak.2. <strong>de</strong> verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur (zie 3.7);3. ‘het gymnasium’ (<strong>de</strong> gymnasiumopleiding) als een‘sterk merk’, een zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> speler op <strong>de</strong>vwo+-markt die zich richt op excellente en gemotiveer<strong>de</strong>leerlingen;4. <strong>de</strong> Klassieke Talen als profielbepalen<strong>de</strong> smaakmaker <strong>van</strong><strong>de</strong> gymnasiumopleiding;5. verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>Klassieke Talen.Deze keuzes hebben consequenties voor <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op tweevragen:a) Welke positie moeten <strong>de</strong> Klassieke Talen innemen in<strong>de</strong> gymnasiumopleiding? Wat betekent die positie voor<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> die <strong>van</strong> schoolleiding, leraren, leerlingen enou<strong>de</strong>rs wordt verwacht?b) Hoe moeten het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen en <strong>de</strong>examens wor<strong>de</strong>n ingericht?7.3 kern <strong>van</strong> het adviesDe kern <strong>van</strong> het advies dat <strong>de</strong> Verkenningscommissie op <strong>de</strong>zetwee punten uitbrengt is het volgen<strong>de</strong>:337.2 keuzesDe commissie wil een coherente visie formuleren, en maaktdaarbij dui<strong>de</strong>lijke keuzes. Die keuzes betreffen:1. <strong>de</strong> hierboven geformuleer<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijsin <strong>de</strong> Klassieke Talen (zie hoofdstuk 3.2 en 3.8);a) Gebruik <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid: bij eengymnasiumopleiding zijn <strong>de</strong> Klassieke Talen niet zo maareen vak on<strong>de</strong>r vakken, maar ze zijn sterk profilerend eni<strong>de</strong>ntiteitsbepalend voor dit type <strong>van</strong> opleiding. Als eenschool een gymnasiumopleiding wil aanbie<strong>de</strong>n, dan geldtnoblesse oblige, niet in sociale, maar in intellectuele zin:die opleiding moet dan behoorlijk wor<strong>de</strong>n gefaciliteer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> school moet <strong>de</strong> claims waarmaken die bij <strong>de</strong>zeopleiding horen. Ook in <strong>de</strong> voorlichting aan kin<strong>de</strong>ren enou<strong>de</strong>rs moet dui<strong>de</strong>lijk zijn wat <strong>de</strong> plaats en het belangis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in <strong>de</strong> opleiding en wat <strong>de</strong> eisen


zijn die er aan <strong>de</strong> leerlingen gesteld wor<strong>de</strong>n. Wie eengymnasiumopleiding wil, kiest klassiek!b) Zorg voor een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuur. Zetin op een rijke klassieke vorming en doe recht aan alledoelstellingen <strong>van</strong> het vak: zorg voor een goe<strong>de</strong> mix<strong>van</strong> taal, tekst, cultuur en actualisering, en bied taal encultuur zoveel mogelijk geïntegreerd aan in <strong>de</strong> vakkenGriekse Taal en Cultuur (GTC) en Latijnse Taal en Cultuur(LTC). Zorg voor kwaliteitsbewaking in het helecurriculum, voor een goe<strong>de</strong> didactische toerusting <strong>van</strong><strong>de</strong> docenten en voor een examen <strong>van</strong> niveau dat rechtdoet aan <strong>de</strong> doelstellingen.Deze twee aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> geadviseer<strong>de</strong> koers voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong>jaren zullen wor<strong>de</strong>n uitgewerkt in <strong>de</strong> hoofdstukken 8 en 9.34“Mijn va<strong>de</strong>r was waterfitter, mijn moe<strong>de</strong>r werkster. Juistomdat in <strong>de</strong> Klassieke Talen het sociale voor<strong>de</strong>el niet telt - jemoet gewoon je verstand gebruiken en al doen<strong>de</strong> word jescherper -, kun je een carrière boven het niveau waarvoor jelijkt voorbestemd bereiken. Uit eigen ervaring weet ik dat voorveel stu<strong>de</strong>nten die wer<strong>de</strong>n toegelaten in Oxford en Cambridge<strong>de</strong> Klassieke Talen <strong>de</strong> weg omhoog beteken<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> nietgeprivilegieer<strong>de</strong>n.Ik praat dan niet over professionals in <strong>de</strong>klassieken, zoals ik, maar over mensen in allerlei functies in <strong>de</strong>samenleving.”Harm Pinkster, emeritus hoogleraar Latijn


8. Varen op <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid8.1 het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Waslan<strong>de</strong>r, Barkmeijeren Holwerda (2009)Uit het recent verschenen rapport Latijn en <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>van</strong>zelfsprekendheid (Waslan<strong>de</strong>r, Barkmeijer en Holwerda, 2009)blijkt dat zelfstandige gymnasia met relatief goe<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultatenzich kenmerken door congruentie tussen wat ze naarbuiten uitdragen en wat ze binnen <strong>de</strong> school zelf doen: waar<strong>de</strong>hechten aan Bildung vertaalt zich in een goed leerklimaat en eensituatie waarin <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen niet ter discussiestaat. Ook scholengemeenschappen met een gymnasiumaf<strong>de</strong>lingkunnen naar <strong>de</strong> verwachting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie <strong>de</strong>kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid inzetten. 54 Uit <strong>de</strong> reacties bij<strong>de</strong> veldraadpleging kwam naar voren dat er in<strong>de</strong>rdaad scholengemeenschappenzijn die <strong>de</strong>ze strategie met vrucht volgen.De gymnasiumopleiding zou in <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissiebinnen <strong>de</strong> school en in haar presentatie naar buiten(naar ou<strong>de</strong>rs en toekomstige leerlingen) moeten inzetten op heton<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen en gebruikmoeten maken <strong>van</strong> het feit dat het gehele palet <strong>van</strong> vakken in <strong>de</strong>gymnasiumopleiding door <strong>de</strong> vaste aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen verrijkt en uitgebreid wordt. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n,het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding als geheel on<strong>de</strong>rscheidtzich door <strong>de</strong> plaats die <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassiekeoudheid inneemt. Gymnasiale vorming legt nadruk op persoonlijkeontplooiing, op vraagstukken <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntiteit en an<strong>de</strong>rs-zijn,via taalreflectie, tekstreflectie en cultuurreflectie.8.2 implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidDe veldraadpleging toon<strong>de</strong> aan dat <strong>de</strong> wenselijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid bre<strong>de</strong> steun heeft. <strong>Het</strong> veld iser<strong>van</strong> overtuigd dat een sterkere profilering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasium-opleiding, waarbij <strong>de</strong> Klassieke Talen i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend zijn,bijdraagt tot <strong>de</strong> oplossing <strong>van</strong> <strong>de</strong> problemen. 55 De vraag die mendaarbij dan wel stelt is hoe <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidhet beste gerealiseerd kan wor<strong>de</strong>n. De veldraadpleging lever<strong>de</strong>tal <strong>van</strong> suggesties op <strong>van</strong> scholen waar dit principe al met succeswordt toegepast. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze suggesties heeft <strong>de</strong> commissieeen lijst <strong>van</strong> adviezen opgesteld.8.3 <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ voor gymnasiumopleidingenDe Verkenningscommissie adviseert om on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> enmogelijke aanvullen<strong>de</strong> adviezen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit te laten maken <strong>van</strong>een te ontwerpen ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ waaraan gymnasiumopleidingengeacht wor<strong>de</strong>n te voldoen. Scholen dienen hun prestatiesop <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> punten op hun website te verantwoor<strong>de</strong>n. 56Dit kan dienen als hulpmid<strong>de</strong>l voor ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren bij <strong>de</strong>schoolkeuze. Ook kan er een werven<strong>de</strong> werking <strong>van</strong> uitgaan oppotentiële docenten: voor docenten zal het aantrekkelijk zijn omles te geven op een ‘gou<strong>de</strong>n standaard school’. De Verkenningscommissieziet <strong>de</strong> implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’gegeven adviezen in eerste instantie als een verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<strong>van</strong> <strong>de</strong> schoolleidingen en <strong>de</strong> secties Klassieke Talen. De effectiviteit<strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ zou na enkele jaren geëvalueerdmoeten wor<strong>de</strong>n. Indien <strong>de</strong> zelfregulering <strong>van</strong> het veld dan onvoldoen<strong>de</strong>zou blijken te hebben gewerkt, moet overwogen wor<strong>de</strong>naan <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ een dwingen<strong>de</strong>r status te verlenen.<strong>Het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ zou in han<strong>de</strong>n gegevenmoeten wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een commissie waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>belangenverenigingen (zoals verenigd in het Lan<strong>de</strong>lijk OverlegKlassiek On<strong>de</strong>rwijs in Ne<strong>de</strong>rland, LOKON) vertegenwoordigdzijn. Binnen het LOKON zijn <strong>de</strong> VCN, <strong>de</strong> SHZG en <strong>de</strong> BGV <strong>de</strong>stakehol<strong>de</strong>rs die het nauwst bij <strong>de</strong> ontwikkeling en uitvoeringbetrokken zullen zijn.35


36De ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ voor een gymnasiumopleiding zou inie<strong>de</strong>r geval betrekking moeten hebben op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten:1. een goe<strong>de</strong> en dui<strong>de</strong>lijke voorlichting aan kin<strong>de</strong>ren enou<strong>de</strong>rs over positie en belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen, <strong>de</strong>(hoge) eisen die daarbij aan <strong>de</strong> leerlingen wor<strong>de</strong>n gesteld,het feit dat een gymnasiumopleiding over <strong>de</strong> hele breedteeen belangrijk Bildungs-aspect heeft;2. een hoge mate <strong>van</strong> integratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen inhet gehele curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding metaansturing, coördinatie en facilitering hier<strong>van</strong> door <strong>de</strong>schoolleiding. Enkele good practices als voorbeeld: <strong>de</strong>samenwerking <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> vakken bij <strong>de</strong> voorbereiding<strong>van</strong> <strong>de</strong> Romereis; <strong>de</strong> samenwerking tussen docenten<strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken KCV en Kunst (algemeen) (voorheenCKV1); <strong>de</strong> samenwerking tussen Ne<strong>de</strong>rlands en KlassiekeTalen bij het aanbie<strong>de</strong>n in het eerste leerjaar <strong>van</strong> eenintensief grammaticablok;3. een richtlijn voor een goe<strong>de</strong> urentabel; 574. een advies over overgangsnormen. <strong>Het</strong> is <strong>van</strong>zelfsprekenddat binnen een gymnasiumopleiding voldoen<strong>de</strong>gepresteerd moet wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Klassieke Talen. Op basis<strong>van</strong> <strong>de</strong> reacties <strong>van</strong> het veld, gesprekken met <strong>de</strong> vakdidacticien overleg met het Ministerie lijkt het min<strong>de</strong>rraadzaam om in te zetten op een aanvullen<strong>de</strong> exameneis,die een voldoen<strong>de</strong> voor één <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen zoustipuleren voor het behalen <strong>van</strong> het gymnasiumdiploma.<strong>Het</strong> verdient <strong>de</strong> voorkeur, ook uit het oogpunt <strong>van</strong> eencontinue kwaliteitsbewaking in het hele curriculum, om<strong>de</strong> Klassieke Talen een specifiekere rol te geven binnen <strong>de</strong>overgangsnormen voor alle jaren tot het ein<strong>de</strong>xamen. Ditzou tevens moeten garan<strong>de</strong>ren dat er geen apert ontoereikendvoorberei<strong>de</strong> kandidaten kunnen doordringen tothet ein<strong>de</strong>xamen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding;5. een standaard voor het niveau <strong>van</strong> bijscholing enkwalificatie <strong>van</strong> het docentenkorps. 58 Scholen met eengymnasiumopleiding zou<strong>de</strong>n moeten streven naar het indienst hebben <strong>van</strong> docenten met een voltooi<strong>de</strong> masteropleidingen een aansluiten<strong>de</strong> lerarenopleiding. Dit geldta fortiori voor docenten Klassieke Talen, wanneer dievakken als i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend wor<strong>de</strong>n erkend; scholingsniveauen kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten Klassieke Talenhoort dan <strong>van</strong>zelfsprekend bij <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische standaard<strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding. Docenten die niet aan <strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> voltooi<strong>de</strong> masteropleiding in <strong>de</strong> KlassiekeTalen en aansluiten<strong>de</strong> lerarenopleiding voldoen,dienen in staat gesteld en aangemoedigd te wor<strong>de</strong>n hunopleiding te voltooien. An<strong>de</strong>rsbevoeg<strong>de</strong> docenten dienen,indien ze daarvoor in aanmerking komen, doorverwezente wor<strong>de</strong>n naar het zij-instroomtraject Scholae. 59 Deschool dient ver<strong>de</strong>r eisen te stellen op het punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> didactischebijscholing <strong>van</strong> docenten en hen daarvoor ook<strong>de</strong> financiële en organisatorische ruimte te bie<strong>de</strong>n. Vooronervaren docenten zou<strong>de</strong>n er meer begeleidingsmogelijkhe<strong>de</strong>nmoeten zijn. Ook het bie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>naan docenten om naast <strong>de</strong> lestaak te promoveren –het zogeheten duale traject – zou <strong>de</strong>el kunnen uitmaken<strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.


9. Een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuurDe Verkenningscommissie stel<strong>de</strong> in hoofdstuk 7 twee vragen:a) Welke positie moeten <strong>de</strong> Klassieke Talen innemen in<strong>de</strong> gymnasiumopleiding? Wat betekent die positie voor<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> die <strong>van</strong> schoolleiding, leraren, leerlingen enou<strong>de</strong>rs wordt verwacht?b) Hoe moeten het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen en <strong>de</strong>examens wor<strong>de</strong>n ingericht?<strong>Het</strong> antwoord op <strong>de</strong> eerste vraag valt samen te vatten in hetmotto ‘<strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ (hoofdstuk 8).In dit hoofdstuk beantwoor<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> inhoud eninrichting <strong>van</strong> het curriculum en <strong>de</strong> examens.9.1 kwalitatieve en kwantitatieve versterking<strong>van</strong> <strong>de</strong> vakinhoudBij onze visie op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het vak hebben we ons laten lei<strong>de</strong>ndoor <strong>de</strong> holistische bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur als bovenbesproken en door een visie op <strong>de</strong> taal- en cultuurstudies dieook aan <strong>de</strong> universiteiten gangbaar is. De vakvernieuwing sluitzich dus aan bij een veran<strong>de</strong>ring die zich in het wetenschappelijkon<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek al heeft voltrokken, en betekent in diezin een belangrijke stap vooruit. Tevens zien wij mogelijkhe<strong>de</strong>nin <strong>de</strong> recente herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een leerklimaat waarin hogereeisen mogen wor<strong>de</strong>n gesteld en waarin meer waar<strong>de</strong> wordt gehechtaan kennisoverdracht – <strong>de</strong> Klassieke Talen zijn, als gezegd,gebaat bij een goe<strong>de</strong> balans tussen kennisoverdracht en nadrukop ontplooiing <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling. Daarbij past een kwalitatieveen kwantitatieve versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakinhoud. Kwantitatieveversterking, dat wil zeggen <strong>de</strong> feitelijke inspanning die we <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen vragen, valt te rechtvaardigen op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>als beschreven in het vorige hoofdstuk; kwalitatieve versterkingheeft te maken met <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie op <strong>de</strong> doelstellingen dus inhoud <strong>van</strong> het vak.9.2 ruimte voor <strong>de</strong> docentEen an<strong>de</strong>r belangrijk uitgangspunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissieis ‘ruimte voor <strong>de</strong> docent’: wij weten allemaal uit ervaringdat het beste on<strong>de</strong>rwijs het on<strong>de</strong>rwijs is dat met hartstochtgegeven wordt. Docenten zijn in verschillen<strong>de</strong> dingen goed enover verschillen<strong>de</strong> dingen enthousiast. Curriculum en examenprogrammaomschrijven bij alle ambities toch steeds slechtseen minimum. Er is niets tegen (integen<strong>de</strong>el) als docenten hunleerlingen op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het programma tot (veel) groterehoogte brengen. De omstandighe<strong>de</strong>n verschillen ook per school.Dit rapport beoogt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> helebreedte te verbeteren en <strong>de</strong> minimumeisen waaraan voldaanmoet wor<strong>de</strong>n te verhogen. De eerstverantwoor<strong>de</strong>lijke voor <strong>de</strong>kwaliteit <strong>van</strong> het gebo<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijs blijft <strong>de</strong> docent zelf. Dedoelstellingen <strong>van</strong> ons vak bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> docent meer dan voldoen<strong>de</strong>ruimte om zelf zo goed mogelijk invulling te blijven geven aanhet on<strong>de</strong>rwijs. De voorstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissievragen echter ontegenzeggelijk om een grote, maar noodzakelijkeinspanning <strong>van</strong> het docentenkorps.9.3 twee nieuwe vakken: Griekse Taal enCultuur en Latijnse Taal en CultuurIn overeenstemming met haar hierboven besproken visie stelt<strong>de</strong> Verkenningscommissie voor om het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> KlassiekeTalen in zowel on<strong>de</strong>r- als bovenbouw in te richten in twee vakken:Griekse Taal en Cultuur (GTC) en Latijnse Taal en Cultuur(LTC). Deze vakken ver<strong>van</strong>gen <strong>de</strong> huidige vakken Grieks, Latijnen KCV. KCV wordt geïntegreerd in <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn.De naamsveran<strong>de</strong>ring betekent geen structurele on<strong>de</strong>rwijshervorming,maar zal lei<strong>de</strong>n tot een vernieuwd curriculum met eenvernieuwd examen. Met <strong>de</strong> nieuwe tenaamstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakkenGTC en LTC wil <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> theoretisch reeds lang bestaan<strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak on<strong>de</strong>rstrepen en voortdurendon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht hou<strong>de</strong>n. De naam <strong>van</strong> het vak is een opdracht.37


38De vakken GTC en LTC wor<strong>de</strong>n in grote lijnen zo ingerichtdat in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw, net als nu in <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn,basiskennis en -vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n aangebracht, waarbij<strong>van</strong>af het begin daar waar mogelijk en dienstig taal en cultuur insamenhang wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n, en het grammaticaon<strong>de</strong>rwijszo veel mogelijk ten dienste staat <strong>van</strong> het lectuuron<strong>de</strong>rwijs. In <strong>de</strong>bovenbouw kiezen <strong>de</strong> leerlingen voor Griekse Taal en Cultuur(GTC) of Latijnse Taal en Cultuur (LTC) of bei<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>ze vakken<strong>van</strong> elk 760 uur is het vak KCV volledig geïntegreerd. In <strong>de</strong> lespraktijkblijft het gezamenlijk lezen <strong>van</strong> originele teksten centraalstaan. Maar om <strong>de</strong> rijke doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken zowel in <strong>de</strong>breedte als in <strong>de</strong> diepte te kunnen realiseren moet <strong>de</strong> hoeveelheidteksten en an<strong>de</strong>re cultuuruitingen waarmee <strong>de</strong> leerlingenkennismaken wel wor<strong>de</strong>n uitgebreid. Voor <strong>de</strong> uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong>hoeveelheid tekst is een verstandige inzet <strong>van</strong> vertalingen in heton<strong>de</strong>rwijs noodzakelijk.In <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> dit hoofdstuk zullen wij <strong>de</strong> voorstellen na<strong>de</strong>r uitwerkenen on<strong>de</strong>rbouwen. Aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen achtereenvolgens:taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw; taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijsin <strong>de</strong> bovenbouw; <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het Grieks; eindtermenen ein<strong>de</strong>xamen; on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> docent. Desgewenst kan<strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> meer technische passages (in kleinere letter) overslaanen zich in <strong>de</strong>ze paragrafen beperken tot <strong>de</strong> concrete aanbevelingen.Deze aanbevelingen wor<strong>de</strong>n steeds voorafgegaan door eendrietand .9.4 <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw<strong>Het</strong> motto ‘niets doen is geen optie’ geldt evenzeer voor <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rbouw als voor <strong>de</strong> bovenbouw. In <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissiemoet ook in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw het on<strong>de</strong>rwijs gericht zijnop het bereiken <strong>van</strong> specifieke doelstellingen. Deze doelstellingenstaan enerzijds in het teken <strong>van</strong> voorbereiding op <strong>de</strong> in <strong>de</strong>bovenbouw te bereiken doelen, maar dienen ook te laten ziendat het on<strong>de</strong>rbouwprogramma op zichzelf een waar<strong>de</strong>vol geheelvormt. Voor <strong>de</strong> motivatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling is het <strong>van</strong> belang dateen betekenisvolle context gecreëerd wordt voor alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len(taal, tekst, cultuur) die in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.Om <strong>de</strong> ambitieuze doelstellingen <strong>van</strong> het vak ook daadwerkelijkte realiseren, zal er in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw een stevig fundament gelegdmoeten wor<strong>de</strong>n, waarbij taal en cultuur ook al in samenhangwor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n en leerlijnen uitgezet wor<strong>de</strong>n die op natuurlijkewijze doorlopen in <strong>de</strong> bovenbouw.9.4.1 taalon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwIn <strong>de</strong> plannen <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie maken <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwleerlingen,net als nu het geval is, grondig kennis met <strong>de</strong> talenGrieks en Latijn. Bij <strong>de</strong> vakken GTC en LTC dient echter naasttaalverwerving/grammaticaon<strong>de</strong>rwijs ook en vooral veel tijd enaandacht uit te gaan naar het begrijpend lezen, waarbij <strong>de</strong> grootsteuitdaging wordt gevormd door het slaan <strong>van</strong> een brug tussen<strong>de</strong> taalverwerving en het ontwikkelen <strong>van</strong> leesvaardigheid. <strong>Het</strong>is een bekend gegeven dat leerlingen in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw doorinzet <strong>van</strong> veel tijd en energie weliswaar een re<strong>de</strong>lijke lexicaleen grammaticale kennis opdoen, maar die kennis niet effectiefweten in te zetten bij het daadwerkelijk lezen <strong>van</strong> teksten. <strong>Het</strong> lezenblijft, ook in <strong>de</strong> bovenbouw, vaak beperkt tot een moeizaamontle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> zinnen, waarbij het begrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst als geheelen het plaatsen er<strong>van</strong> in een ruimere context on<strong>de</strong>rbelicht blijft.Bovendien blijkt <strong>de</strong> in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw zo moeizaam opgedanelexicale en grammaticale kennis bij <strong>de</strong> meeste leerlingen in<strong>de</strong> bovenbouw al weer groten<strong>de</strong>els ‘verdampt’ te zijn. <strong>Het</strong>ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> het taalverwervingon<strong>de</strong>rwijs is dus, zeker als wedat afzetten tegen <strong>de</strong> grote hoeveelheid tijd en energie die er inwordt gestoken, te gering. De leerlingen ervaren weinig succesen hebben onvoldoen<strong>de</strong> zicht op het doel <strong>van</strong> het taalverwervingson<strong>de</strong>rwijs.Dat werkt voor veel leerlingen <strong>de</strong>motiverend.Als doel op zichzelf heeft het traditionele, vrijwel uitsluitend opkennis en reproductie <strong>van</strong> losse taalfeiten gerichte grammaticaon<strong>de</strong>rwijsgeen bestaansrecht, en in dienst <strong>van</strong> het begrijpendlezen blijkt het onvoldoen<strong>de</strong> effectief.<strong>Het</strong> is een illusie te <strong>de</strong>nken dat dit al <strong>de</strong>cennia lang on<strong>de</strong>rken<strong>de</strong>‘transferprobleem’ door een eenvoudige verlegging <strong>van</strong><strong>de</strong> didactische of vakinhou<strong>de</strong>lijke koers geheel verholpen zoukunnen wor<strong>de</strong>n. Toch <strong>de</strong>nkt <strong>de</strong> commissie, me<strong>de</strong> op basis <strong>van</strong>gesprekken met <strong>de</strong> vakdidactici en het volgen <strong>van</strong> innovaties diemomenteel in het Klassieke Talenon<strong>de</strong>rwijs in an<strong>de</strong>re Europeselan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n doorgevoerd, 60 dat op dit punt nog aanzienlijkewinst te behalen valt. De commissie pleit niet voor eensubstantiële reductie <strong>van</strong> het aantal uren dat aan taalverwerving/grammaticaon<strong>de</strong>rwijs wordt besteed, maar vindt wel dat <strong>de</strong>


effectiviteit er<strong>van</strong> in termen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong>het vak verhoogd zou moeten wor<strong>de</strong>n. Enerzijds moet <strong>de</strong> winstgezocht wor<strong>de</strong>n in een noodzakelijke inhou<strong>de</strong>lijke innovatie<strong>van</strong> het grammaticaon<strong>de</strong>rwijs, an<strong>de</strong>rzijds in het op veel grotereschaal gebruikmaken <strong>van</strong> hier en daar reeds ingezette didactischevernieuwingen.De commissie adviseert dat een grondige herbezinningplaatsvindt op het taalverwervings- en lectuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rbouw, waarbij in ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie aspectenaandacht verdienen:binnen- als buitenland zijn momenteel interessante ontwikkelingenwaarneembaar waarbij geëxperimenteerd wordt methet aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Griekse en Latijnse grammatica in nauweaansluiting op het lezen <strong>van</strong> originele teksten (<strong>de</strong> rele<strong>van</strong>te meestnatuurlijke communicatieve context). 61 Dit betekent dat <strong>de</strong> leerlingenal in een heel vroeg stadium kennis maken met authentiekeGriekse en Latijnse teksten en ze <strong>de</strong> grammatica als het warein situ ont<strong>de</strong>kken, leren en begrijpen. <strong>Het</strong> verdient aanbevelingom on<strong>de</strong>rzoek te doen naar <strong>de</strong> inhoud en resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>zeexperimenten en op basis hier<strong>van</strong> een pilot te ontwikkelen die opeen grotere groep <strong>van</strong> scholen wordt uitgevoerd.• Aanpassing <strong>van</strong> het grammaticaon<strong>de</strong>rwijs aan nieuweontwikkelingenEen belangrijke vraag is hoe het traditionele grammaticaon<strong>de</strong>rwijsomgevormd kan wor<strong>de</strong>n tot een mo<strong>de</strong>rne vorm <strong>van</strong>taalon<strong>de</strong>rwijs dat inhou<strong>de</strong>lijk up to date is (aansluitend bijwetenschappelijke ontwikkelingen in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne taalkun<strong>de</strong>) enook meer in lijn is met het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne talen. Eenop mo<strong>de</strong>rne taalkundige leest geschoeid grammaticaon<strong>de</strong>rwijssluit beter aan op <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> eindtermen, omdat hierdoor naastkennis <strong>van</strong> taalfeiten ook inzicht in en reflectie op het taalsysteemals leerdoel binnen bereik komen: <strong>de</strong> complexe grammatica<strong>van</strong> het Grieks en Latijn vormt een goed uitgangspunt omaandacht te beste<strong>de</strong>n aan taal als systeem, en aan grammatica als‘mensenwerk’, als een logisch systeem dat dient om communicatietot stand te brengen. Aansluiting in het grammaticaon<strong>de</strong>rwijsbij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne taalwetenschap biedt ook een betere uitgangspositievoor het realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijke doelstelling <strong>van</strong>tekstreflectie. Doordat inzichten uit taalkundige disciplines als<strong>de</strong> pragmatiek en <strong>de</strong> discourse analysis nog nauwelijks wor<strong>de</strong>ngebruikt in het on<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen, blijven hierkansen onbenut.• Aansluiting <strong>van</strong> grammaticaon<strong>de</strong>rwijs bij leeson<strong>de</strong>rwijsDe vraag is ver<strong>de</strong>r hoe het grammaticaon<strong>de</strong>rwijs optimaal kanaansluiten bij het leeson<strong>de</strong>rwijs. Bij <strong>de</strong> Klassieke Talen wordt <strong>de</strong>grammatica nog veelal geschei<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gebruikscontext’,als noodzakelijke voorbereiding op <strong>de</strong> pas in een laterstadium volgen<strong>de</strong> lectuur <strong>van</strong> authentieke teksten. Zowel in• Een grotere rol voor ICTBij het gebruik <strong>van</strong> ICT <strong>de</strong>nkt men misschien allereerst aan hetcultuuron<strong>de</strong>rwijs, waar <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n in<strong>de</strong>rdaad zeer ruimzijn. Maar ICT kan eveneens een belangrijke rol spelen in hettaalverwervingson<strong>de</strong>rwijs en het on<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> het begrijpendlezen, met name op het punt <strong>van</strong> het bovenbeschreven transferprobleem.Zowel in Ne<strong>de</strong>rland als daarbuiten komt steeds meerdigitaal materiaal beschikbaar. 62 Ook wor<strong>de</strong>n op sommige scholenzeer goe<strong>de</strong> resultaten bereikt door optimaal gebruik te maken<strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> smartboards en elektronische leeromgevingen.De commissie is <strong>van</strong> mening dat hier veel kansenliggen die nog onvoldoen<strong>de</strong> benut wor<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong> ontwikkeling<strong>van</strong> nieuw digitaal materiaal en <strong>de</strong> verspreiding <strong>van</strong> al bestaandmateriaal dient hoge prioriteit gegeven te wor<strong>de</strong>n, waarbij ook <strong>de</strong>scholing <strong>van</strong> docenten op dit gebied een punt <strong>van</strong> aandacht is.9.4.2 cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwIn overeenstemming met <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het KlassiekeTalenon<strong>de</strong>rwijs en met het oog op <strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> leerlijn pleit<strong>de</strong> commissie ook voor een geïntegreerd cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rbouw. I<strong>de</strong>aliter vormen <strong>de</strong> gelezen teksten het uitgangspuntvoor ver<strong>de</strong>re vragen en discussies over <strong>de</strong> inhoud er<strong>van</strong>en over <strong>de</strong> inbedding in <strong>de</strong> context <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke wereld. Dezevorm <strong>van</strong> cultuurreflectie houdt nadrukkelijk ook in dat aan<strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> teksten vragen wor<strong>de</strong>n gesteld over <strong>de</strong> eigencultuur: in <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie behoort actualisatie ook in<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw tot <strong>de</strong> eindtermen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs. Hiernaastmoet in het curriculum natuurlijk ruimte blijven bestaan voorcultuurcomponenten die niet op een natuurlijke manier te39


40koppelen zijn aan teksten en literatuur. Culturele componentendie zich goed lenen voor het on<strong>de</strong>rbouwcurriculum zijn <strong>de</strong> materiëlecultuur, verhalengoed (mythologie) en <strong>de</strong> basis <strong>van</strong> heti<strong>de</strong>eëngoed. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw wordt bij GTC en LTC wat betreftcultuur <strong>de</strong> gemeenschappelijke basis gelegd voor <strong>de</strong> bovenbouw.De basis <strong>van</strong> het cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw moetgoed omschreven en vastgelegd wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> tussendoelenen bijbehoren<strong>de</strong> leerinhou<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong> laatste kan <strong>de</strong> vormaannemen <strong>van</strong> een ‘culturele minimumlijst’ die fungeert als <strong>de</strong>inhou<strong>de</strong>lijke standaard voor het cultuuron<strong>de</strong>rwijs.9.4.3 samenvatting visie en aanbevelingen on<strong>de</strong>rbouwDe commissie is <strong>van</strong> mening dat in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw het lectuuron<strong>de</strong>rwijs(in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> begrijpend lezen) centraal moet staan,waarbij <strong>de</strong> teksten zoveel mogelijk het vertrekpunt zijn <strong>van</strong> eenhistorisch-culturele verkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid, en waarbij het(aan nieuwe taalkundige ontwikkelingen aangepaste) grammaticaon<strong>de</strong>rwijszoveel mogelijk geïntegreerd is in, of in ie<strong>de</strong>r gevalin dienst staat <strong>van</strong>, <strong>de</strong> lectuur. Ze adviseert dat <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> doelstellingentaalreflectie, tekstreflectie en cultuurreflectie aansluiten<strong>de</strong>leerinhou<strong>de</strong>n en eindtermen ook voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw geëxpliciteerdwor<strong>de</strong>n. 63 Deze taak moet opgedragen wor<strong>de</strong>n aan een Vernieuwingscommissie,die als opdracht krijgt het actualiseren <strong>van</strong>het bestaan<strong>de</strong> examenprogramma voor <strong>de</strong> vakken GTC en LTC(zie ook hieron<strong>de</strong>r, 9.7.1). <strong>Het</strong> formuleren <strong>van</strong> tussendoelen voor<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw is binnen <strong>de</strong>ze opdracht een belangrijke stap, temeer omdat in <strong>de</strong> praktijk veel leerlingen een <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> vakken(meestal Grieks) afsluiten na <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw. Voor <strong>de</strong>ze leerlingenzijn <strong>de</strong> tussendoelen <strong>van</strong> het vak <strong>de</strong> facto <strong>de</strong> einddoelen.De omzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> eindtermen naar <strong>de</strong> lespraktijk is zowelvoor on<strong>de</strong>rbouw als voor bovenbouw <strong>van</strong> cruciaal belang envereist, gezien <strong>de</strong> langdurige geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> dit probleem, <strong>de</strong>grootst mogelijke zorg en aandacht. Om <strong>de</strong> noodzakelijke inhou<strong>de</strong>lijkeen bijbehoren<strong>de</strong> vakdidactische vernieuwing <strong>van</strong> heton<strong>de</strong>rbouwcurriculum mogelijk te maken (geïntegreerd taal- encultuuron<strong>de</strong>rwijs; inhou<strong>de</strong>lijke update <strong>van</strong> het grammaticaon<strong>de</strong>rwijs),is een aanzienlijke investering nodig in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong>vakdidactisch on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> nieuw lesmateriaal(ook digitaal), het uitvoeren <strong>van</strong> pilots, en het scholen <strong>van</strong> <strong>de</strong>docenten. Wat het laatste punt betreft, adviseert <strong>de</strong> commissiehet opzetten <strong>van</strong> een gericht nascholingsprogramma, dat aan<strong>de</strong> docenten on<strong>de</strong>rsteuning moet bie<strong>de</strong>n bij het implementeren<strong>van</strong> een aantal vernieuwingen in zowel het on<strong>de</strong>rbouw- als hetbovenbouwcurriculum. Als mo<strong>de</strong>l <strong>van</strong> good practice kan gedachtwor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> goed bezochte Nazomerconferenties, beurtelingsgeorganiseerd door een <strong>van</strong> <strong>de</strong> universitaire opleidingen GLTC insamenwerking met <strong>de</strong> vakdidactici en <strong>de</strong> sectie VO/WO <strong>van</strong> <strong>de</strong>VCN. De inhou<strong>de</strong>lijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor dit programmazou gelegd kunnen wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> universiteiten en <strong>de</strong> universitairevakdidactici. Hiervoor is in ie<strong>de</strong>r geval uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong>vakdidactische formatie noodzakelijk. De sectie VO/WO <strong>van</strong> <strong>de</strong>VCN zou <strong>de</strong> coördinatie kunnen regelen, en met <strong>de</strong> schoollei<strong>de</strong>rsafspraken kunnen maken over het ter beschikking stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong>(in feite reeds voorhan<strong>de</strong>n) financiële mid<strong>de</strong>len.9.5 <strong>de</strong> bovenbouwIn <strong>de</strong> bovenbouw (<strong>van</strong>af klas 4) kiezen <strong>de</strong> leerlingen aan een gymnasiumopleidingofwel het vak Griekse Taal en Cultuur (GTC)ofwel Latijnse Taal en Cultuur (LTC) ofwel bei<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>ze vakkenis <strong>de</strong> cultuurhistorische component volledig geïntegreerd. Devakken hebben een om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r 760 slu (studielasturen: <strong>de</strong>huidige 600 uren voor Grieks of Latijn, in bei<strong>de</strong> gevallen aangevuldmet <strong>de</strong> uren voor KCV). Daarmee zijn GTC en LTC <strong>de</strong> grootsteschoolvakken in <strong>de</strong> gymnasiumopleiding, wat in overeenstemmingis met het profielbepalen<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vakken voor


<strong>de</strong> opleiding. Hierbij moet natuurlijk bedacht wor<strong>de</strong>n dat door<strong>de</strong> integratie <strong>van</strong> KCV <strong>de</strong> urenuitbreiding groten<strong>de</strong>els optisch is.De groep leerlingen die <strong>de</strong> facto twee maal een uitbreiding <strong>van</strong> heturenaantal heeft (<strong>de</strong>genen die GTC en LTC kiezen) is klein. Aan<strong>de</strong>ze gemotiveer<strong>de</strong> leerlingen kan daar waar <strong>de</strong> vakken in <strong>de</strong> cultuurcomponentenige overlap vertonen een verdiepingsprogrammaop maat wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. Gymnasiumleerlingen blijven opbasis <strong>van</strong> het geïntegreer<strong>de</strong> taal-cultuur programma <strong>van</strong> GTC/LTCvrijgesteld <strong>van</strong> Kunst (algemeen) (voorheen CKV 1).9.5.1 hoofddoel in <strong>de</strong> bovenbouw: tekstbegrip entekstreflectieIn <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> klas staat <strong>de</strong> lectuur <strong>van</strong> originele tekstencentraal, waarbij gezien <strong>de</strong> doelstellingen veel aandacht uit moetgaan naar tekstbegrip en tekstreflectie. <strong>Het</strong> primaire doel <strong>van</strong> hetlezen is niet het vertalen, maar het begrijpen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst.“De leerlingen mogen bij dit snelle lezen uiteraard niet passiefzijn – dat zou do<strong>de</strong>lijk zijn: hen kan gevraagd wor<strong>de</strong>n bedachtte zijn op stijlkenmerken (niet beperkt tot het microscopisch<strong>de</strong>tecteren <strong>van</strong> soms betwistbare stijlfiguren op klank-, woordofzinsniveau, een risico bij <strong>de</strong> ‘trage’ lectuur), argumentatievestructuren, verteltechnieken, interpretatiemoeilijkhe<strong>de</strong>n,filosofische of ethische standpunten enzovoort. Dan kan misschienin die lessen ou<strong>de</strong> talen wat in <strong>de</strong> lessen Ne<strong>de</strong>rlands,Frans, Engels en Duits schijnbaar steeds min<strong>de</strong>r kan: literatuurleren lezen en bespreken.”Kristoffel Demoen, hoogleraar Grieks aan <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong>Gent, over nut en mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ‘extensief lezen’ (Prora,13(3), 2008)In <strong>de</strong> huidige situatie blijkt in <strong>de</strong> bovenbouw het tekstbegripvaak beperkt te blijven tot het microniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst, dat wilzeggen tot het analyseren en vertalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst op het niveau<strong>van</strong> woordgroep, zin, of maximaal een beperkt aantal zinnen. 64Binnen <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak zijn echter ook(en vooral) het kunnen interpreteren en evalueren <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstbelangrijke eindtermen: het lezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst om zodoen<strong>de</strong> inzichtte krijgen in <strong>de</strong> bedoelingen en opvattingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijver,<strong>de</strong> lezer en <strong>de</strong> maatschappelijke context waarin <strong>de</strong> tekst isontstaan; en om daarop te reflecteren. In <strong>de</strong> bovenbouw wordtdus i<strong>de</strong>aliter <strong>de</strong> stap gemaakt <strong>van</strong> lectuur naar lectuurreflectie,waarbij taal- en cultuur een onlosmakelijk geheel vormen. Dezevorm <strong>van</strong> tekstbegrip wordt onvoldoen<strong>de</strong> gereflecteerd doorhet huidige CE en blijkt ook in <strong>de</strong> schoolexamens onvoldoen<strong>de</strong>vertegenwoordigd te zijn. 65Om binnen <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het Klassieke Talenon<strong>de</strong>rwijs<strong>de</strong> stap naar tekstbegrip en literatuurreflectie ook daadwerkelijkte kunnen maken, is het nodig om naast (dus niet in plaats<strong>van</strong>!) <strong>de</strong> activiteit <strong>van</strong> het intensief lezen (puzzelen en naar betekeniszoeken op het microniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst), ook bedui<strong>de</strong>nd meerruimte te scheppen voor het extensief lezen: meer ‘scannend’ lezenen met oog voor structuursignalen, om zodoen<strong>de</strong> grotere verban<strong>de</strong>nte zien en <strong>de</strong> tekst als geheel te kunnen beschouwen.Deze extensieve manier <strong>van</strong> lezen zou goed on<strong>de</strong>rsteund kunnenwor<strong>de</strong>n door gebruikmaking <strong>van</strong> tweetalige tekstuitgaven.9.5.2 werken met vertalingen in <strong>de</strong> bovenbouwNet als <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> proefvertaling (zie hoofdstuk 5) is ookhet <strong>de</strong>bat over het gebruik <strong>van</strong> vertalingen bij <strong>de</strong> Klassieke Talen al<strong>de</strong>cennia oud en vaak emotioneel gela<strong>de</strong>n. De vertaling wordt indat geval gezien als een bedreiging voor <strong>de</strong> (kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong>) talen. 66<strong>Het</strong> is zaak ook <strong>de</strong>ze kwestie genuanceerd en creatief te bekijken.Vertalingen behoren ook nu al bij <strong>de</strong> zogeheten ‘geëigen<strong>de</strong>hulpmid<strong>de</strong>len’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen, wat wil zeggen dat hetgepast en geschikt gevon<strong>de</strong>n wordt om <strong>van</strong> vertalingen gebruikte maken bij <strong>de</strong> lessen. Toch heerst over het gebruik er<strong>van</strong> veelonbegrip, wat ten <strong>de</strong>le samenhangt met <strong>de</strong> beeldvorming over<strong>de</strong> classicus en <strong>de</strong> gymnasiumleerling als volleer<strong>de</strong> lezers <strong>van</strong>complexe Latijnse en Griekse teksten. <strong>Het</strong> gebruik <strong>van</strong> vertalingenbelandt daarmee al gauw in een taboesfeer: toegeven dat jeer gebruik <strong>van</strong> maakt is not done. In feite maakt ie<strong>de</strong>re professioneleclassicus gebruik <strong>van</strong> vertalingen, net als <strong>van</strong> commentarenen woor<strong>de</strong>nboeken. <strong>Het</strong> is dus juist zaak om leerlingen eenintelligent en creatief gebruik <strong>van</strong> vertalingen bij te brengen,niet als ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> <strong>de</strong> lectuur <strong>van</strong> originele teksten, maar alshulpmid<strong>de</strong>l bij die lectuur en als verrijking.41


42Ook op dit moment wordt trouwens al meer <strong>van</strong> vertalingen gebruikgemaakt dan veel kritische reacties op het door <strong>de</strong> commissieuitgebrachte tussenrapport doen vermoe<strong>de</strong>n: in veel klassen wordteen ‘werkvertaling’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> te lezen tekst uitge<strong>de</strong>eld (al is het maar naafloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassikale behan<strong>de</strong>ling er<strong>van</strong>), of noteren leerlingen‘<strong>de</strong>’ vertaling als afsluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een passage.Dit laatste beschouwt <strong>de</strong> commissie als een min<strong>de</strong>r a<strong>de</strong>quate inzet<strong>van</strong> vertalingen. Wij zien <strong>de</strong> (door vragen gestuur<strong>de</strong>) lectuur <strong>van</strong>vertalingen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re als een mid<strong>de</strong>l om leerlingen in staat testellen <strong>de</strong> grotere context <strong>van</strong> door hen in het origineel gelezenteksten te begrijpen. Wie slechts enkele passages <strong>van</strong> een tragedieleest, kan zich moeilijk een beeld vormen <strong>van</strong> <strong>de</strong> karakters en <strong>van</strong>het totale verloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling. Lectuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> hele tragedie invertaling is een voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> remedie. Ook het lezen <strong>van</strong>een keuzepensum met teksten in vertaling in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het SEziet <strong>de</strong> commissie als een waar<strong>de</strong>volle activiteit. Zeker als het omteksten gaat uit een genre of auteur waarmee <strong>de</strong> leerling ook in hetoorspronkelijke Latijn of Grieks heeft kennisgemaakt, is dit een voor<strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> manier om <strong>de</strong> leeservaring <strong>van</strong> een leerling en zijnbekendheid met <strong>de</strong> klassieke literatuur snel uit te brei<strong>de</strong>n.Afhankelijk <strong>van</strong> het te bereiken leerdoel kan een vertaling duswor<strong>de</strong>n ingezet in aanvulling op of ter uitbreiding <strong>van</strong> een in Latijnof Grieks gelezen tekst (zoals in <strong>de</strong> huidige examenpensa, waar<strong>van</strong>ook vertalingen zon<strong>de</strong>r origineel <strong>de</strong>el uitmaken); of in combinatiemet een originele tekst. In dat laatste geval, als origineel en vertalingsamen gebruikt wor<strong>de</strong>n, zijn er twee mogelijkhe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> eersteplaats kan het gaan om een oefening in het zogeheten extensief lezen<strong>van</strong> een tekst (in dat geval zou <strong>de</strong> vertaling ook in een tweetaligeeditie kunnen staan). Bij extensief lezen gaat het nog steeds om <strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een originele tekst, maar het lezen daar<strong>van</strong> gaatglobaler en sneller; <strong>de</strong> vertaling is een hulpmid<strong>de</strong>l en on<strong>de</strong>rsteunt <strong>de</strong>versnel<strong>de</strong> lectuur. De twee<strong>de</strong> mogelijkheid is dat het origineel juistintensief vergeleken wordt met een literaire vertaling. Dat levert eendui<strong>de</strong>lijke didactische meerwaar<strong>de</strong> op: het geeft <strong>de</strong> leerling inzichtin <strong>de</strong> literaire en stilistische vormgeving en <strong>de</strong> gemaakte keuzes <strong>van</strong>zowel het origineel als <strong>de</strong> vertaling. <strong>Het</strong> nauwgezet vergelijken <strong>van</strong>een vertaling en een originele tekst levert bovendien inzicht op in <strong>de</strong>grammaticale structuur <strong>van</strong> het origineel, kan wijzen op interpretatieproblemenen laat zien dat een vertaling zelf ook een interpretatieis, waarmee men het al dan niet eens kan zijn.“Juist doordat literaire vertalingen in formele zin niet per seeen één-op-één-relatie met het origineel hebben, lenen zij zichuitstekend voor tal <strong>van</strong> interessante bespiegelingen over <strong>de</strong>brontekst zelf. In didactisch opzicht lijkt het mij heerlijk mijte kunnen beperken tot enkele (semantische of syntactische)aspecten in <strong>de</strong> Latijnse of Griekse tekst die voor <strong>de</strong> literaireinterpretatie daadwerkelijk <strong>van</strong> belang zijn. Dus niet per se:min<strong>de</strong>r Grieks en Latijn, maar wel: selectiever. Alleen op diemanier kunnen we, <strong>de</strong>nk ik, onze pretentie hooghou<strong>de</strong>n datVergilius en Homerus alleen in <strong>de</strong> oorspronkelijke taal daadwerkelijktot hun recht komen. Met het in <strong>de</strong> huidige situatiegebruikelijke leestempo (handvol regels per les) is dat, vind ik,eigenlijk niet goed meer vol te hou<strong>de</strong>n. Hoe betreurenswaardigdat ook is.”Bijdrage <strong>van</strong> een docent Klassieke Talen op Grex (internetcommunity Klassieke Talen, begin 2010)Om recht te doen aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak dient opmeer structurele wijze dan thans het geval is gebruik gemaakt tewor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vertalingen, zodat leerlingen:• overzicht kunnen krijgen over het grotere geheel waarin<strong>de</strong> in het origineel bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> passages thuishoren;• een intelligent gebruik leren maken <strong>van</strong> vertalingen (diereeds nu een ‘geëigend hulpmid<strong>de</strong>l’ zijn), bijvoorbeeldom hun leestempo <strong>van</strong> een originele tekst op te voeren;• op alternatieve manieren bevraagd kunnen wor<strong>de</strong>n overhun taal- en tekstbegrip door vergelijking <strong>van</strong> vertalingen origineel;• inzicht krijgen in het fenomeen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘literaire vertaling’.<strong>Het</strong> kunnen omgaan met vertalingen in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> taal- entekstbegrip behoor<strong>de</strong> al tot <strong>de</strong> eindtermen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenbouwzoals die in 1991 <strong>van</strong> kracht wer<strong>de</strong>n. De commissie adviseert om<strong>de</strong>ze eindterm te revitaliseren en expliciteren.


Blijkens <strong>de</strong> reacties uit het veld is het werken met vertalingen,dat in feite al tot het repertoire <strong>van</strong> <strong>de</strong> docent zou moeten horen,zeker geen <strong>van</strong>zelfsprekendheid. In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakontwikkelingdienen docenten dan ook on<strong>de</strong>rsteuning te krijgen bijhet uitbrei<strong>de</strong>n en actualiseren <strong>van</strong> hun repertoire op dit terrein.Hiermee kan al onmid<strong>de</strong>llijk, bij wijze <strong>van</strong> opmaat naar eenvernieuwd examenprogramma, een aan<strong>van</strong>g gemaakt wor<strong>de</strong>n.De Verkenningscommissie adviseert dat op korte termijn insamenspraak tussen VCN, universitaire opleidingen GLTC en <strong>de</strong>vakdidactici een SLO-veldaanvraag wordt voorbereid voor <strong>de</strong>vakontwikkeling op het gebied <strong>van</strong> het werken met vertalingen.9.5.3 KCV en <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurhistorische componentin <strong>de</strong> bovenbouwDe praktische consequentie <strong>van</strong> het voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissieom het taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen teintegreren is <strong>de</strong> verdwijning <strong>van</strong> het zelfstandige vak KlassiekeCulturele Vorming (KCV). In <strong>de</strong> huidige schoolpraktijk wordtheel verschillend met het vak omgegaan. De twee uiterstendaarbij zijn scholen die <strong>de</strong> KCV-uren in <strong>de</strong> praktijk aan <strong>de</strong> talenbeste<strong>de</strong>n en nu en dan een geschie<strong>de</strong>nisles geven enerzijds,en an<strong>de</strong>rzijds scholen waar <strong>de</strong> Klassieke Talen en KCV apartevakken en aparte werel<strong>de</strong>n zijn met hun eigen dynamiek op <strong>de</strong>school en ie<strong>de</strong>r hun eigen programma. Alle varianten daar tusseninwor<strong>de</strong>n eveneens aangetroffen.het vak Kunst (algemeen) (voorheen CKV1). <strong>Het</strong> gaat hierbij omzaken als theater- en museumbezoek, of <strong>de</strong> Romereis.<strong>Het</strong> verdwijnen <strong>van</strong> het zelfstandige vak KCV op het vwo heeftvooral consequenties voor die scholen waar het vak ook aanAtheneumleerlingen wordt aangebo<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong>scholen wordt echter vaak al vruchtbaar samengewerkt tussen<strong>de</strong> docenten KCV en Kunst (algemeen). In <strong>de</strong> nieuwe situatiehoeft niets het opnemen <strong>van</strong> KCV-elementen in het (zeer vrij inte vullen) vak Kunst (algemeen) in <strong>de</strong> weg te staan.Een an<strong>de</strong>re mogelijke consequentie betreft die scholen die momenteelKCV (<strong>de</strong>els) laten verzorgen door onbevoeg<strong>de</strong> docenten(vaak wel bevoegd in een an<strong>de</strong>r vak, bijvoorbeeld geschie<strong>de</strong>nis).Dit is ook nu al een noodmaatregel. Bij afschaffing <strong>van</strong> KCV alsapart vak wordt het lerarentekort in <strong>de</strong> Klassieke Talen optischschrijnen<strong>de</strong>r, maar blijft <strong>de</strong> facto hetzelf<strong>de</strong>. Bij integratie <strong>van</strong>KCV in GTC en LTC blijft <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re dan KlassiekeTalen docenten als noodoplossing mogelijk; dit kan tot goe<strong>de</strong>resultaten lei<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> betrokken docenten nauw samenwerkenmet <strong>de</strong> classici bij <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het examenprogramma en als<strong>de</strong> schoolleiding <strong>de</strong> samenwerking faciliteert.43Uitgangspunt voor <strong>de</strong> commissie in <strong>de</strong> nieuwe plannen is <strong>de</strong> verwevenheid<strong>van</strong> het taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs. De teksten zijn <strong>de</strong>el<strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur en geven toegang tot <strong>de</strong> cultuur, vooral tot heti<strong>de</strong>eëngoed en <strong>de</strong> representatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld in woor<strong>de</strong>n. Maarmet dit uitgangspunt moet niet krampachtig wor<strong>de</strong>n omgegaan:ook cultuurcomponenten die niet op een natuurlijke manier tekoppelen zijn aan teksten en literatuur, zoals (publieke) bouwkunstof beeldhouwkunst, moeten <strong>van</strong>zelfsprekend een plaatshou<strong>de</strong>n in het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen. Ver<strong>de</strong>r moetenin <strong>de</strong> cultuurcomponent <strong>van</strong> het examenprogramma <strong>van</strong> LTC enGTC ook expliciet elementen uit <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re cultuur opgenomenwor<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nis endoorwerking). Tot slot is het <strong>van</strong> belang dat an<strong>de</strong>re verworvenhe<strong>de</strong>n<strong>van</strong> het vak KCV niet verloren gaan. Daarbij valt vooralte <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> vormen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> KCV, die het <strong>de</strong>elt met


44De commissie adviseert dat <strong>de</strong> in te stellen Vernieuwingscommissie(zie ook hierboven, 9.4.3) <strong>de</strong> eisen voor <strong>de</strong> culturele componenten(inclusief receptie en actualisatie, zie hieron<strong>de</strong>r) opneemt in het examenprogramma.Hierbij moet op pragmatische wijze een afbakeningplaatsvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wat op dit gebied wel en niet tot het curriculumbehoort. <strong>Het</strong> is <strong>de</strong>nkbaar dat er een flexibel mo<strong>de</strong>l tot stand komt,waarbij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> cultuurdomeinen als het ware een ‘schijf <strong>van</strong>vijf’ (zes, zeven, …) vormen waarbinnen <strong>de</strong> docent vrij is on<strong>de</strong>rwerpente kiezen. Waar in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw het accent zou kunnen liggenop materiële cultuur en verhalengoed, valt voor <strong>de</strong> bovenbouw te<strong>de</strong>nken aan retorica, filosofie, theater, historische ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>Griekse en Romeinse wereld, en ook wetenschapsgeschie<strong>de</strong>nis. Welmoeten <strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> lijnen <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r- naar bovenbouw steedsdui<strong>de</strong>lijk zichtbaar blijven. <strong>Het</strong> is hierbij zaak zich niet te verliezen indiscussies over wat nu precies ‘cultuur’ is en te beseffen dat <strong>de</strong> KlassiekeTalen niet een compleet curriculum Europese cultuurgeschie<strong>de</strong>niskunnen verzorgen. Ook hier dient dus een verstandige afweging tewor<strong>de</strong>n gemaakt tussen ambitie en mogelijkhe<strong>de</strong>n.9.5.4 receptie en actualisatieDe eindtermen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het vwo omvattenon<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ‘reflectie op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en<strong>de</strong> latere Europese cultuur’ en ‘zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming’. Derelatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en <strong>de</strong> latere Europese cultuurwordt vaak aangeduid met <strong>de</strong> term ‘receptie’. Receptie is geenpassief proces, waarbij <strong>de</strong> latere perio<strong>de</strong> slechts <strong>de</strong> ‘ont<strong>van</strong>ger’ is<strong>van</strong> wat <strong>de</strong> oudheid te bie<strong>de</strong>n heeft: het gaat steeds om tweerichtingsverkeerwaarin ie<strong>de</strong>re latere perio<strong>de</strong> steeds weer een eigenbeeld (binnen bepaal<strong>de</strong> grenzen) <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid creëert door<strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> voorbeel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> tekstenen materiële cultuur – en ie<strong>de</strong>re perio<strong>de</strong> presenteert een eigenbeeld <strong>van</strong> zichzelf via zijn omgang met <strong>de</strong> oudheid. Receptiegeschie<strong>de</strong>nisis een moeilijk vak, omdat het veel kennis vooron<strong>de</strong>rstelt<strong>van</strong> zowel <strong>de</strong> oudheid als <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin elementen <strong>van</strong><strong>de</strong> klassieke cultuur ‘gerecipieerd’ wor<strong>de</strong>n. Er zijn dus dui<strong>de</strong>lijkgrenzen aan wat je in dit opzicht <strong>van</strong> docenten en leerlingenkunt verwachten.Toch is het essentieel dat een gymnasiumleerling kennismaaktmet <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot cultuurreflectie die juist dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<strong>van</strong> het curriculum biedt. Bij het na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> klassiekeoudheid speelt dan namelijk niet alleen <strong>de</strong> ‘confrontatie <strong>van</strong> heteigene en het vreem<strong>de</strong>’ per se een rol, maar <strong>de</strong> leerling heeft ookgezien hoe <strong>de</strong>rgelijke confrontaties in eer<strong>de</strong>re perio<strong>de</strong>s <strong>van</strong> <strong>de</strong>Europese geschie<strong>de</strong>nis beïnvloed zijn door <strong>de</strong> actuele problemenen situatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> recipiëren<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>. Dat maakt dat hij ookkan na<strong>de</strong>nken over factoren die zijn eigen manier <strong>van</strong> na<strong>de</strong>nkenover en omgaan met <strong>de</strong> oudheid beïnvloe<strong>de</strong>n. Waarom stellenwij precies die vragen aan <strong>de</strong> oudheid die wij op dit moment nueenmaal stellen? Als wij als een hoofddoel en ultieme rationale<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen juist het vormen<strong>de</strong>karakter <strong>van</strong> cultivating humanity beschouwen, dan zijn ditessentiële verworvenhe<strong>de</strong>n voor een leerling. Dat dit een grootberoep doet op hun intellectuele vermogens is bij leerlingen aaneen gymnasiumopleiding <strong>van</strong>zelfsprekend alleen maar een pré.Actualisatie is een speciale vorm <strong>van</strong> receptie, namelijk <strong>de</strong>receptie <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid in onze eigen tijd. <strong>Het</strong> gaat daarbij nietom het terugvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> waan <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag in antieke voorbeel<strong>de</strong>n,maar om verban<strong>de</strong>n tussen discussies in <strong>de</strong> oudheid enbelangrijke contemporaine <strong>de</strong>batten en dilemma’s over bijvoorbeeldmenselijke waar<strong>de</strong>n en normen, <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> onzesamenleving, <strong>de</strong> condition humaine of <strong>de</strong> (shockeren<strong>de</strong>) waar<strong>de</strong><strong>van</strong> poëzie en kunst. De leerling neemt door <strong>de</strong>ze vormen <strong>van</strong>actualisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid zijn eigen plaats in binnen <strong>de</strong> traditie<strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese cultuurgeschie<strong>de</strong>nis, die immers zo vaak vormheeft gekregen in kritische Auseinan<strong>de</strong>rsetzung met <strong>de</strong> oudheid.Receptie en actualisatie zijn op dit moment niet formeel verankerdin het curriculum. Bij <strong>de</strong> wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamens in<strong>de</strong> Klassieke Talen in 1990/1 werd receptie <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het examenprogramma,maar in <strong>de</strong> herziening <strong>van</strong> 1996 is het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elzon<strong>de</strong>r opgaaf <strong>van</strong> re<strong>de</strong>n weer verdwenen. Hoewel er in het CEmeestal een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is waarin gevraagd wordt om verban<strong>de</strong>nte leggen tussen het CE-pensum en een ter plekke aangebo<strong>de</strong>ntekst uit een latere perio<strong>de</strong>, zou het aanbeveling verdienen omver<strong>de</strong>r te gaan dan dat en zowel receptie als actualisatie als officiëleon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op te nemen in het (zowel bij SE als CE te toetsen)examenprogramma. Een hierbij aansluiten<strong>de</strong> aanbeveling is<strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> nieuw on<strong>de</strong>rwijsmateriaal en nascholing opdit gebied, en <strong>de</strong> verspreiding en toetsing <strong>van</strong> bestaand materiaal.67 Dit laatste is een taak voor <strong>de</strong> universitaire opleidingen


GLTC, <strong>de</strong> vakdidactici en <strong>de</strong> VCN (sectie VO/WO): een door <strong>de</strong>VCN of door (een groep <strong>van</strong>) scholen geïnitieer<strong>de</strong> veldaanvraagbij <strong>de</strong> SLO is een mogelijke weg.9.5.5 samenvatting visie en aanbevelingen bovenbouwIn <strong>de</strong> bovenbouw wordt in <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenvakken GTC en LTC(elk 760 slu) <strong>de</strong> geïntegreer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuurvoortgezet. Bij <strong>de</strong> lectuur <strong>van</strong> originele teksten staat tekstbegripcentraal. Om <strong>de</strong> hoeveelheid te bestu<strong>de</strong>ren tekst te vergrotenwordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> een combinatie <strong>van</strong> intensief en extensieflezen. Bij die laatste vorm kunnen tweetalige edities een rolspelen. Daarnaast moet in het algemeen een beter gebruik gemaaktwor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vertalingen ter uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid tekstwaarmee een leerling bekend is, om (precieze) vergelijkingen <strong>van</strong>origineel en vertaling te maken, en om bekend te raken met hetfenomeen <strong>van</strong> <strong>de</strong> literaire vertaling. <strong>Het</strong> leerdoel <strong>van</strong> tekstbegripen literatuurreflectie neemt bij dit alles een prominente plaats in.<strong>Het</strong> cultuuron<strong>de</strong>rwijs moet waar dat mogelijk en dienstig isgeïntegreerd in het lectuuron<strong>de</strong>rwijs plaatsvin<strong>de</strong>n, maar zon<strong>de</strong>rdat dit op geforceer<strong>de</strong> wijze geschiedt of belangrijke cultuuruitingenuitsluit. <strong>Het</strong> cultuuron<strong>de</strong>rricht moet zowel op kennis als vorminggericht zijn. Belangrijke leerdoelen in <strong>de</strong> bovenbouw zijn voorts <strong>de</strong>receptie en actualisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke literatuur en cultuur.9.6 positie <strong>van</strong> het GrieksDe situatie bij Grieks is niet in alle opzichten hetzelf<strong>de</strong> als diebij Latijn. Aanzienlijk min<strong>de</strong>r leerlingen kiezen op dit momentGrieks dan Latijn (in het jaar 2010 waren er 2616 ein<strong>de</strong>xamenleerlingenGrieks, tegenover 7333 bij Latijn). De CE-resultatenbij Grieks zijn dui<strong>de</strong>lijk beter dan bij Latijn en meer in lijn met<strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re schoolvakken (zie Bijlage IV). Ditbetekent evenwel niet dat bij Grieks het totale palet aan doelstellingen<strong>van</strong> het vak wel gerealiseerd wordt: wij hebben immersvastgesteld dat die doelstellingen niet allemaal en niet allemaaleffectief door het huidige examen getoetst wor<strong>de</strong>n.Deze problematiek is wellicht niet ten principale op te lossen,maar <strong>de</strong> suggesties <strong>van</strong> dit rapport zou<strong>de</strong>n wel moeten helpen:<strong>de</strong> facilitering <strong>van</strong> het vak moet <strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong> ‘<strong>de</strong> kracht<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’. Een school met een gymnasiumopleidingheeft <strong>de</strong> plicht ook het on<strong>de</strong>rricht in het Grieks opniveau mogelijk te maken. Rapportage over <strong>de</strong> voorzieningenin dit opzicht hoort thuis in <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’. Overgangsnormen<strong>van</strong> klas 3 naar 4 (bijvoorbeeld 11 punten voor <strong>de</strong> tweeKlassieke Talen en geen cijfer lager dan 5) zou<strong>de</strong>n ook moetengel<strong>de</strong>n als leerlingen één <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> Klassieke Talen (meestal dusGrieks) laten vallen. Ook dit is <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.Intrinsieke motivatie kan verbeterd wor<strong>de</strong>n door een inhou<strong>de</strong>lijkgoed lesprogramma, dat het vak Grieks in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwafsluit als een zinvol geheel. Hiertoe moeten tussendoelenon<strong>de</strong>rbouw wor<strong>de</strong>n geformuleerd als <strong>de</strong>el <strong>van</strong> een inhou<strong>de</strong>lijke‘gou<strong>de</strong>n standaard’. Deze garan<strong>de</strong>ren tevens dat bij <strong>de</strong> overgangnaar <strong>de</strong> bovenbouw het niveau bereikt is waarop twee<strong>de</strong> faseGTC met vrucht gevolgd kan wor<strong>de</strong>n.Hoewel het theoretisch mogelijk is te differentiëren tussen <strong>de</strong>eindtermen voor Grieks en voor Latijn (en eventueel ook tussen<strong>de</strong> toetsvormen voor die vakken) adviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissiedat niet te doen. De vakken nemen een parallelle positiein, en <strong>de</strong> doelstellingen en rol in het vwo-curriculum zijn gelijk.45De problemen bij Grieks hebben vooral te maken met <strong>de</strong> geringegroepsgrootte, waardoor het relatief dure lessen zijn, en methet feit dat <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen het vak laat vallenaan het eind <strong>van</strong> jaar 3: het laatste semester waarin <strong>de</strong>ze leerlingenhet vak volgen zijn ze vaak niet meer zeer gemotiveerd.


469.7 eindtermen en ein<strong>de</strong>xamenIn <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie zijn met betrekking tot hetein<strong>de</strong>xamen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aspecten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loepgenomen:• <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> het examen;• <strong>de</strong> vorm en inhoud <strong>van</strong> het examen;• <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het examen <strong>de</strong> doelstellingenen <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> eindtermen reflecteert;• <strong>de</strong> relatie tussen SE en CE wat betreft het toetsen <strong>van</strong> <strong>de</strong>eindtermen.In <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie is een goed examen een examen datfair is voor <strong>de</strong> leerlingen doordat het reflecteert wat zij geleerdhebben. Een goed examen is ook een examen dat recht doet aanalle doelstellingen <strong>van</strong> het vak. Dat is thans niet het geval.9.7.1 naar een nieuw examenprogrammaOm curriculum en toetsing beter aan te laten sluiten bij <strong>de</strong>doelstellingen is het nodig om het examenprogramma <strong>van</strong> <strong>de</strong>Klassieke Talen te herzien en <strong>de</strong> globale eindtermen <strong>van</strong> het vak(zoals geformuleerd in 2007) te specificeren en te actualiseren.• cultuurreflectie;• zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming;• receptie en actualisatie.9.7.2 naar een nieuw examen: het CEOp basis <strong>van</strong> het nieuwe examenprogramma zal in een volgen<strong>de</strong>fase ook een nieuw examen ontwikkeld moeten wor<strong>de</strong>n, waarinalle eindtermen op evenwichtige wijze getoetst wor<strong>de</strong>n. Met<strong>de</strong> huidige structuur <strong>van</strong> het CE-programma (een kernauteur/kerngenre met een gemengd pensum aan originele teksten envertalingen), heeft het veld getuige <strong>de</strong> reacties bij <strong>de</strong> veldraadpleginggoe<strong>de</strong> ervaringen. Ook over het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het centraalexamen waarin <strong>de</strong> klassikaal gelezen stof getoetst wordt, zijn uithet veld weinig klachten gehoord. 68De commissie is dan ook <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> huidige structuur<strong>van</strong> het examen(-pensum) zoveel mogelijk in stand gehou<strong>de</strong>ndient te wor<strong>de</strong>n. De vernieuwing die zij voor dit <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het CEvoorstelt is inhou<strong>de</strong>lijk <strong>van</strong> aard: een grotere rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurcomponentin <strong>de</strong> bevraging; en het stellen <strong>van</strong> meer vragen diehet macroniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst betreffen en <strong>de</strong> tekstbegripdoelen‘interpretatie’ en ‘evaluatie’ toetsen.De commissie beveelt <strong>de</strong> Staatssecretaris aan om een VernieuwingscommissieKlassieke Talen in het leven te roepen, met alstaak het ontwikkelen <strong>van</strong> een nieuw examenprogramma voor<strong>de</strong> vakken Latijnse Taal en Cultuur en Griekse Taal en Cultuur,conform <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke aanbevelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie.De te maken programma’s moeten recht doen aan <strong>de</strong> geïntegreer<strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur, maar ook aan het feitdat teksten onze voornaamste entree zijn tot <strong>de</strong> cultuur. Bij <strong>de</strong>formulering <strong>van</strong> het nieuwe programma en <strong>de</strong> eindtermen dienter bijzon<strong>de</strong>re aandacht te zijn voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten:• integratie taal en cultuur;• taalreflectie en tekstreflectie – hieron<strong>de</strong>r begrepen grammaticalebeheersing, tekstbegrip en tekstinterpretatie,contextualisering;• het kunnen omgaan met vertalingen;Voor zover er bij <strong>de</strong> commissie twijfels bestaan over <strong>de</strong>fairness en proportionaliteit <strong>van</strong> het CE, betreffen die vooral heton<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el proefvertaling. Naar het oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie zou<strong>de</strong> traditionele proefvertaling, gezien <strong>de</strong> beperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>zetoetsvorm en <strong>de</strong> gebrekkige correspon<strong>de</strong>ntie met <strong>de</strong> doelstellingen<strong>van</strong> het vak, geen <strong>de</strong>el uit moeten maken <strong>van</strong> het CE. Inplaats daar<strong>van</strong> pleit <strong>de</strong> commissie ervoor om een a<strong>de</strong>quateretoetsvorm te ontwikkelen om taalbeheersing en tekstbegrip <strong>van</strong>een niet <strong>van</strong> tevoren klassikaal bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> tekstpassage in hetGrieks of Latijn te toetsen.Zoals uitvoerig betoogd in voorgaan<strong>de</strong> paragrafen is <strong>de</strong> losseproefvertaling zowel ongeschikt als toetsing <strong>van</strong> tekstbegrip als<strong>van</strong> taalkennis en taalreflectie. Daardoor zijn er ernstige twijfelsover <strong>de</strong> fairness <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijke toets. De commissie is echterwel <strong>de</strong>gelijk voorstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het ook op het CE toetsen <strong>van</strong> eenniet eer<strong>de</strong>r gelezen originele tekst. Vragen over <strong>de</strong> ongezienetekstpassage kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op ken-


nis <strong>van</strong> lexicale en grammaticale begrippen, tekstsamenhang,het vermogen <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> <strong>de</strong> boodschap eruit te halen enmet tekstelementen te staven, vergelijkingen tussen <strong>de</strong> teksten een vertaling, het vertalen <strong>van</strong> een kleiner tekstge<strong>de</strong>elteof kernzin(nen), <strong>de</strong> relatie tussen tekst en culturele context,vergelijking tussen i<strong>de</strong>eën in <strong>de</strong> tekst en in latere perio<strong>de</strong>n, enz.enz. Deze an<strong>de</strong>re manier <strong>van</strong> toetsing, waarmee uiteraard eerstuitgebreid geëxperimenteerd moet gaan wor<strong>de</strong>n, betekent eer<strong>de</strong>reen niveauverhoging dan een (door veel classici gevrees<strong>de</strong>)niveauverlaging. 69 Overigens is ook <strong>de</strong> continue kwaliteitsbewakingdie <strong>de</strong> commissie op het oog heeft met het invoeren<strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ (zie bijvoorbeeld <strong>de</strong> adviezen overovergangsnormen en het formuleren <strong>van</strong> tussendoelen voor<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw) een waarborg voor niveau. De scholen en <strong>de</strong>individuele leraren hebben hier zelf ook een belangrijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid.proefvertaling is (wat scholen en docenten <strong>van</strong>zelfsprekend vrijstaat), kan overwogen wor<strong>de</strong>n dit schoolexamen mon<strong>de</strong>lingaf te nemen, waardoor belangrijke na<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetsvormproefvertaling on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n. De leraar kan doorvragen,en bijsturen als een relatief kleine fout het hele examen dreigt teontwrichten. 70Om <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het SE te waarborgen kan overwogenwor<strong>de</strong>n om er iets over op te nemen in <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’,bijvoorbeeld dat scholen hun SE’s laten evalueren door partnerscholenen dat docenten regelmatig <strong>de</strong>elnemen aan nascholingsactiviteitenwaarin het maken <strong>van</strong> een kwalitatief goed SEcentraal staat.In het CE dienen ver<strong>de</strong>r nadrukkelijk <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len receptie,actualisatie en zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming aan bod te komen.<strong>Het</strong> ligt voor <strong>de</strong> hand dat dit consequenties heeft voor <strong>de</strong> auteursen/of genres die centraal staan in het CE: niet ie<strong>de</strong>re auteur ofie<strong>de</strong>r genre is even geschikt voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen. Om <strong>de</strong>zere<strong>de</strong>n, maar ook in verband met geconstateer<strong>de</strong> verschillen inmoeilijkheidsgraad tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> auteurs, adviseert <strong>de</strong>Verkenningscommissie om bij het opnieuw samenstellen <strong>van</strong> hetexamenprogramma <strong>de</strong> huidige lijst <strong>van</strong> examenauteurs kritischte bekijken en zo nodig aan te passen.479.7.3 naar een nieuw examen: het SE<strong>Het</strong> SE richt zich thans in <strong>de</strong> praktijk vaak op het CE, enerzijdsomdat <strong>de</strong> cijfers niet al te veel uit <strong>de</strong> pas mogen lopen met die<strong>van</strong> het CE, an<strong>de</strong>rzijds omdat het SE in <strong>de</strong> praktijk veelal alsvoorbereiding wordt gezien voor het CE.De commissie is een voorstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het ook in het SE toetsen<strong>van</strong> alle beoog<strong>de</strong> doelstellingen. Voor zover <strong>de</strong> docent kanzorgen dat een ongeziene tekst voldoen<strong>de</strong> in een beken<strong>de</strong> contextis ingebed en aansluit bij wat <strong>de</strong> leerlingen in <strong>de</strong> klas geleerd is,is een proefvertaling bruikbaar als (<strong>de</strong>el)toets in het SE, waar inelk geval <strong>de</strong> vaardigheid ‘omgang met ongeziene originele tekst’getoetst dient te wor<strong>de</strong>n. Indien <strong>de</strong> daarvoor gekozen vorm <strong>de</strong>9.7.4 naar een nieuw examen: twijfels en obstakelsDe commissie is zich er ter<strong>de</strong>ge <strong>van</strong> bewust dat na alle on<strong>de</strong>rwijsveran<strong>de</strong>ringen<strong>van</strong> <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong> docenten niet zitten tewachten op een nieuw examen en alles wat daar in <strong>de</strong> praktijkaan vast zit. Enige geruststellen<strong>de</strong> opmerkingen lijken hier ophun plaats. De vernieuwing moet vooral gezien wor<strong>de</strong>n als eenkrachtige steun in <strong>de</strong> rug bij het realiseren <strong>van</strong> reeds bestaan<strong>de</strong>en breed on<strong>de</strong>rschreven doelen die al geruime tijd niet gerealiseerdwor<strong>de</strong>n. Deze steun in <strong>de</strong> rug wordt geleverd door <strong>de</strong>formulering <strong>van</strong> een nieuw examenprogramma, waarin <strong>de</strong> structuur<strong>van</strong> het huidige programma herkenbaar blijft, maar waarin<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak in <strong>de</strong> volle breedte beter tot hun


48recht komen. <strong>Het</strong> gaat dus om een inhou<strong>de</strong>lijke versterking, die<strong>de</strong> succesvolle aspecten <strong>van</strong> het huidige examenprogramma instand laat, maar recht doet aan <strong>de</strong> door het veld gewenste bre<strong>de</strong>doelstellingen <strong>van</strong> het vak en <strong>de</strong> integratie <strong>van</strong> taal en cultuur.De beoog<strong>de</strong> versterkingen zullen gefaseerd doorgevoerd wor<strong>de</strong>n,na uitgebrei<strong>de</strong> experimenteer- en consultatieron<strong>de</strong>s. <strong>Het</strong> nieuweexamenprogramma zal pas op zijn vroegst in 2017 ingevoerdkunnen wor<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>rweg zal <strong>de</strong> docenten op alle fronten zoveel mogelijk steun gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n: meer mogelijkhe<strong>de</strong>n voorscholing, groter en gerichter aanbod <strong>van</strong> scholing, beschikbaarkomen <strong>van</strong> meer en bij het programma passend on<strong>de</strong>rwijsmateriaal,<strong>de</strong> steun in <strong>de</strong> rug <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.9.8 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> docentenGoed on<strong>de</strong>rwijs valt of staat met <strong>de</strong> kwaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> docentdie het geeft. 71 Hoe boeiend, nuttig of verantwoord <strong>de</strong> inhoud<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs ook is, het zal het meeste effect sorteren alshet gegeven wordt door een gemotiveer<strong>de</strong> docent die optimaalis toegerust voor zijn taak. Op dat punt zijn er voor <strong>de</strong> KlassiekeTalen dui<strong>de</strong>lijke zorgen, waar <strong>de</strong> Verkenningscommissie niet aanvoorbij wil gaan. Willen we echt werk kunnen maken <strong>van</strong> hetomzetten <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen in <strong>de</strong> lespraktijk, dan moeten <strong>de</strong>docenten ook in staat zijn om <strong>de</strong>ze slag te maken. Bij <strong>de</strong> inspanningdie <strong>van</strong> het docentenkorps gevraagd wordt is on<strong>de</strong>rsteuningnoodzakelijk.9.8.1 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> onbevoeg<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>rsbevoeg<strong>de</strong>docentenVanzelfsprekend is het tekort aan docenten Klassieke Talen en<strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> veel onbevoeg<strong>de</strong> leraren een punt <strong>van</strong> zorg. In 4.3gaven we al enige cijfers waaruit blijkt dat <strong>de</strong> situatie bij <strong>de</strong> KlassiekeTalen nijpen<strong>de</strong>r is dan bij an<strong>de</strong>re vakken. <strong>Het</strong> tekort aanleraren is een probleem dat zich groten<strong>de</strong>els onttrekt aan <strong>de</strong> invloedssfeer<strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie. Toch <strong>de</strong>nken we dat het voorsteldat we in dit eindrapport doen een aantal aspecten bevat dat hetdocentschap aantrekkelijker kan maken. Zo zal het invoeren ennaleven <strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> kracht<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid het werkklimaat voor docentenKlassieke Talen aanzienlijk verbeteren. Op het moment is eenveelgehoor<strong>de</strong> klacht <strong>van</strong> docenten Klassieke Talen dat ze <strong>van</strong>hun schoolleiding weinig me<strong>de</strong>werking en begrip on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>nbij <strong>de</strong> dagelijkse problemen die ze ervaren, en dat ze enorm aan<strong>de</strong> vakken en <strong>de</strong> leerlingen moeten sleuren. Alleen als scholenop het punt <strong>van</strong> zowel on<strong>de</strong>rwijsbeleid als personeelsbeleid gaanwerken volgens <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’, <strong>van</strong>uit eenbewuste keuze voor een sterkere profilering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding,kan het docentschap een aantrekkelijk alternatiefwor<strong>de</strong>n voor jonge afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> classici die nu een an<strong>de</strong>re carrièreverkiezen. Vooral ook <strong>van</strong> het mogelijk maken <strong>van</strong> dualetrajecten kan een stimuleren<strong>de</strong> werking uitgaan.Binnen <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ zou<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ook dui<strong>de</strong>lijkeregels opgesteld moeten wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> begeleiding en scholing<strong>van</strong> onbevoeg<strong>de</strong> of an<strong>de</strong>rsbevoeg<strong>de</strong> leraren Klassieke Talen. Zijverzetten op scholen enorm veel werk, maar zou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>schoolleidingen meer gestimuleerd en in staat gesteld moetenwor<strong>de</strong>n om hun opleiding te voltooien en een bevoegdheidte behalen. Stu<strong>de</strong>nten GLTC die naast hun studie een baan inhet mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs hebben als docent Klassieke Talen(<strong>de</strong> commissie schat dat dit geldt voor meer dan 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong>huidige stu<strong>de</strong>ntpopulatie GLTC) lopen doorgaans niet alleenenorme studievertraging op, maar bran<strong>de</strong>n door overbelastingen gebrek aan essentiële vakkennis ook vroegtijdig op in heton<strong>de</strong>rwijs. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> hen keert on<strong>de</strong>r meer om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nbinnen enkele jaren het on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong> rug toe.Ook hier geldt <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid: eenschool die zich wil profileren met een gymnasiumopleiding dienter in elk geval naar te streven dat <strong>de</strong> docenten Klassieke Talen eenmasterdiploma en een eerstegraads on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid in hetvak hebben. Docenten die niet aan dit profiel voldoen moeteneen dui<strong>de</strong>lijk en in tijd uitgezet traject naar een volledige eerstegraadsbevoegdheid krijgen. Docent, schoolleiding en universitaireopleiding/zij-instroomopleiding maken hierover afspraken.De kwetsbare groep <strong>van</strong> <strong>de</strong> GLTC-stu<strong>de</strong>nten die tevens leraarzijn verdient daarbij extra bescherming en aandacht. Scholendienen zich bewust te zijn <strong>van</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor<strong>de</strong>ze jonge aspirant-docenten en hun afstu<strong>de</strong>ren te faciliteren.Dit moet opgenomen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.


9.8.2 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> beginnen<strong>de</strong> docentenIn 4.3 is al aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> geweest dat <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> afkalving<strong>van</strong> het aantal uren dat aan <strong>de</strong> universiteit ter beschikkingis voor <strong>de</strong> vakinhoud ertoe heeft geleid dat veel beginnen<strong>de</strong>(bevoeg<strong>de</strong>) docenten het vaktechnisch moeilijk hebben. <strong>Het</strong>verzorgen <strong>van</strong> een curriculum met bre<strong>de</strong> doelen en inzicht inverwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur is voor <strong>de</strong>ze groep docentengeen gemakkelijke opgave. Daarom is voor <strong>de</strong>ze doelgroep, na<strong>de</strong> vakinhou<strong>de</strong>lijke opleiding aan <strong>de</strong> universiteit en <strong>de</strong> lerarenopleiding,een inductieprogramma op school <strong>van</strong> groot belang.Naast <strong>de</strong> pedagogische kant zou binnen dit inductieprogrammanadrukkelijk ook <strong>de</strong> vakinhou<strong>de</strong>lijke en vakdidactische kantaandacht moeten krijgen. Recent on<strong>de</strong>rzoek naar inductieprogramma’sop Ne<strong>de</strong>rlandse scholen (Kessels 2010) laat zien dat,hoewel steeds meer scholen over een vorm <strong>van</strong> inductieprogrammabeschikken, <strong>de</strong> nadruk in <strong>de</strong>ze programma’s meestalligt op emotionele on<strong>de</strong>rsteuning en het helpen <strong>van</strong> docentenbij problemen met klassenmanagement. Er is beperkte aandachtvoor on<strong>de</strong>rwerpen met betrekking tot pedagogiek en vakdidactiek.Voor beginnen<strong>de</strong> docenten Klassieke Talen zou speciaalvakdidactiek (gekoppeld aan vakinhou<strong>de</strong>lijke verdieping) eenmeer centrale plaats moeten krijgen. Mentoren op scholenzou<strong>de</strong>n in samenwerking met <strong>de</strong> vakdidactici aan <strong>de</strong> universiteitenprogramma’s moeten ontwikkelen die beginnen<strong>de</strong> docentenuitdagen in hun professionele ontwikkeling.De commissie adviseert om bij <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een‘gou<strong>de</strong>n standaard’ voor gymnasiumopleidingen ook specifiekerichtlijnen op te nemen voor <strong>de</strong> scholing en begeleiding <strong>van</strong>beginnen<strong>de</strong> docenten. Deze richtlijnen dienen zo veel mogelijk<strong>de</strong> kenmerken te hebben <strong>van</strong> bovengeschetst meerjarig inductieprogramma.9.8.3 on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> ervaren docentenEen belangrijke conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkenningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissieis dat er weliswaar grote eenstemmigheid is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>docenten Klassieke Talen over <strong>de</strong> wenselijke doelstellingen<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in hun vakken, maar dat in <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong>dit on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong>ze doelstellingen niet allemaal even dui<strong>de</strong>lijkterugkeren. Dit is een gegroei<strong>de</strong> praktijk, die op het niveau<strong>van</strong> <strong>de</strong> individuele docent nauwelijks te corrigeren valt. Om<strong>de</strong> bre<strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak om te zetten in <strong>de</strong> praktijkwordt er bovendien inhou<strong>de</strong>lijk en vakdidactisch nogal wat <strong>van</strong><strong>de</strong> docenten gevraagd, zeker als <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waarin gewerktmoet wor<strong>de</strong>n niet optimaal zijn. De commissie is dan ook<strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> docenten een flinke steun in <strong>de</strong> rug gebo<strong>de</strong>nmoet wor<strong>de</strong>n: enerzijds moeten schoolleidingen <strong>de</strong> richtlijnen<strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ serieus nemen; an<strong>de</strong>rzijds moetenzij hun docenten in staat stellen om hun vakinhou<strong>de</strong>lijk endidactisch repertoire te actualiseren op juist die punten waar <strong>de</strong>docenten zelf lacunes in hun expertise ervaren. <strong>Het</strong> moet dusgaan om on<strong>de</strong>rsteuning op maat. De commissie constateer<strong>de</strong>verheugd dat <strong>de</strong> vakdidactici zich zeer gemotiveerd betoon<strong>de</strong>nom aan <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rsteuning me<strong>de</strong> vorm te geven.49


Wat <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning betreft bestaat <strong>de</strong> indrukdat er vooral behoefte is aan ontwikkeling <strong>van</strong> lesmateriaal enactualisering <strong>van</strong> het didactisch repertoire op het terrein <strong>van</strong>geïntegreerd taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs, grammatica/taalverwervingin dienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> lectuur, actualisatie en receptie, en het werkenmet vertalingen. Bijzon<strong>de</strong>re aandacht moet hierbij uitgaannaar <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> ICT in het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> scholingsbehoeften<strong>van</strong> docenten op dit terrein.De commissie juicht lopen<strong>de</strong> initiatieven toe om een beroepsregister<strong>van</strong> docenten Klassieke Talen in te richten, waarin on<strong>de</strong>rmeer standaar<strong>de</strong>n geformuleerd wor<strong>de</strong>n voor nascholing en professionalisering,binnen <strong>de</strong> context <strong>van</strong> een permanent professionaliseringstraject.72 Een <strong>de</strong>rgelijk register kan enerzijds <strong>de</strong> status<strong>van</strong> <strong>de</strong> docent Klassieke Talen verhogen, an<strong>de</strong>rzijds een garantiebie<strong>de</strong>n voor het op niveau blijven <strong>van</strong> <strong>de</strong> professionaliteit. Doorin het professionaliseringstraject ook ruimte te bie<strong>de</strong>n vooran<strong>de</strong>re dan (vak)didactische en vakinhou<strong>de</strong>lijke scholingsactiviteiten,kan <strong>de</strong> docent zich tevens kwalificeren voor niet-lestakenbinnen <strong>de</strong> school. Onbevoeg<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>rsbevoeg<strong>de</strong> docentenKlassieke Talen (zij-instromers, leraren in opleiding) zou<strong>de</strong>n alsaspirant-lid in dit register opgenomen moeten kunnen wor<strong>de</strong>n.50Vakvernieuwing is noodzakelijk. Daarom moet voortvarendbegonnen wor<strong>de</strong>n met het opzetten <strong>van</strong> een gestructureerd engevarieerd nascholings- en professionaliseringsprogramma datvoorziet in <strong>de</strong> behoeften <strong>van</strong> docenten op het punt <strong>van</strong> metname vakinhoud en vakdidactiek. Dit is een taak voor <strong>de</strong> VCNin samenspraak met <strong>de</strong> universiteiten en <strong>de</strong> vakdidactici. Met ditwerk kan onmid<strong>de</strong>llijk gestart wor<strong>de</strong>n. Tussentijdse afstemmingmet <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> in te stellen Vernieuwingscommissieis hierbij gebo<strong>de</strong>n. Hiernaast heeft ook <strong>de</strong> ontwikkeling enverspreiding <strong>van</strong> nieuw lesmateriaal hoge prioriteit. Dit kan in <strong>de</strong>vorm <strong>van</strong> specifieke, door <strong>de</strong> SLO begelei<strong>de</strong> projecten. Zie ook <strong>de</strong>meer specifieke aanbevelingen in 9.4 en 9.5.Naar <strong>de</strong> stellige indruk <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie is on<strong>de</strong>rsteuningvoor docenten niet zozeer nodig op het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemenedidactiek en pedagogiek maar specifiek op het gebied <strong>van</strong> vakinhou<strong>de</strong>n vakdidactiek, en <strong>de</strong> samenhang daartussen. Daaromadviseert <strong>de</strong> commissie om die samenhang optimaal gestalte tegeven door <strong>de</strong> vakdidactici organisatorisch weer in te bed<strong>de</strong>n in<strong>de</strong> universitaire opleidingen GLTC. Gezien <strong>de</strong> grote inspanningdie met name <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakdidactici gevraagd wordt <strong>de</strong> komen<strong>de</strong>jaren is uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakdidactische formatie noodzakelijk.


10. AanbevelingenDe aanbevelingen zijn op twee manieren georganiseerd, eerstin volgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> behan<strong>de</strong>ling in het rapport, vervolgens gerangschiktnaar <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> stakehol<strong>de</strong>rs. De nummers in <strong>de</strong>kantlijn verwijzen naar het ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> het rapport waarin <strong>de</strong>aanbeveling in kwestie wordt toegelicht en beargumenteerd.10.1 aanbevelingen op themaDoelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen3.2, 3.8 <strong>Het</strong> is essentieel dat het veld <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> doelstellingenen eindtermen bevestigt en ter harte neemt.Deze betreffen een breed pakket <strong>van</strong> reflectie op klassieketeksten (taalbeheersing, taalreflectie en tekstreflectie);reflectie op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en <strong>de</strong> latereEuropese cultuur (inclusief inzicht in <strong>de</strong> verwevenheid <strong>van</strong>taal en cultuur, kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke cultuur, receptie enactualisatie); zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming, oriëntatie opstudie en beroep, en informatievaardighe<strong>de</strong>n. Ook algemeneaca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n horen hierbij.Dit pakket staat ten dienste <strong>van</strong> <strong>de</strong> centrale opgave <strong>van</strong>‘reflectie op het eigene en het vreem<strong>de</strong>’, als bijdrage aani<strong>de</strong>ntiteit en zelfontplooiing; reflectie op <strong>de</strong> relatie tussenindividu en gemeenschap; reflectie op <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong>burgerschap en reflectie op <strong>de</strong> Europese geschie<strong>de</strong>nis en <strong>de</strong>mo<strong>de</strong>rne tijd <strong>van</strong>uit een historisch besef.<strong>de</strong> Klassieke Talen, waarbij <strong>de</strong> commissie zich ter<strong>de</strong>gerealiseert dat het leren <strong>van</strong> een taal een zeer substantiëletijdsinvestering vraagt.3.8 De grote ambities in breedte en diepte <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen moeten afgezet wor<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> praktische mogelijkhe<strong>de</strong>n:een succesvolle ein<strong>de</strong>xamenkandidaat in <strong>de</strong>Klassieke Talen is geen volleer<strong>de</strong> classicus.De voorgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> dit rapport5.8 Gezien <strong>de</strong> jarenlange geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> rapporten metvergelijkbare adviezen en gebrekkige implementatie adviseert<strong>de</strong> Verkenningscommissie om in het vervolgtraject<strong>de</strong> hulp in te roepen <strong>van</strong> een expert op het gebied <strong>van</strong>veran<strong>de</strong>rings- en implementatieprocessen.51Deze doelstellingen en eindtermen dienen vertaald tewor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> klas en tevens te lei<strong>de</strong>n toteen aangepast examenprogramma.Verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur3.7 Taal en cultuur moeten zoveel als mogelijk en dienstig isgeïntegreerd wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. Gezamenlijk vormenzij <strong>de</strong> profielbepalen<strong>de</strong> elementen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in


52De kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid8.3 De commissie adviseert om een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ teontwerpen waaraan gymnasiumopleidingen geacht wor<strong>de</strong>nte voldoen. De effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’zou na enkele jaren geëvalueerd moeten wor<strong>de</strong>n. Indien<strong>de</strong> zelfregulering <strong>van</strong> het veld dan onvoldoen<strong>de</strong> zoublijken te hebben gewerkt, moet overwogen wor<strong>de</strong>n aan<strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ een dwingen<strong>de</strong>r status te verlenen.De ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ voor een gymnasiumopleidingzou in ie<strong>de</strong>r geval betrekking moeten hebben op:• voorlichting;• integratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in het gehele curriculum;• aansturing, coördinatie en facilitering hier<strong>van</strong> door<strong>de</strong> schoolleiding;• urentabel;• overgangsnormen;• bijscholing en kwalificatie <strong>van</strong> het docentenkorps.Een on<strong>de</strong>rdompeling in taal en cultuur: inrichting <strong>van</strong> vakken enexamensTwee nieuwe vakken9.3 De commissie adviseert om het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> KlassiekeTalen in te richten in twee vakken (in on<strong>de</strong>r-en bovenbouw):Griekse Taal en Cultuur (GTC) en Latijnse Taalen Cultuur (LTC). De nieuwe naamgeving moet nietgeacht wor<strong>de</strong>n te wijzen op een structurele on<strong>de</strong>rwijshervorming,maar is een opdracht om ernst te makenmet <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> doelstellingen.In <strong>de</strong> bovenbouw dienen <strong>de</strong> leerlingen GTC of LTC ofbei<strong>de</strong> te kiezen. In <strong>de</strong>ze vakken <strong>van</strong> elk 760 uur is hetvak KCV volledig geïntegreerd. In <strong>de</strong> lespraktijk blijft hetgezamenlijk lezen <strong>van</strong> originele teksten centraal staan.Maar <strong>de</strong> hoeveelheid teksten en an<strong>de</strong>re cultuuruitingenwaarmee <strong>de</strong> leerlingen kennismaken moeten wel wor<strong>de</strong>nuitgebreid.De on<strong>de</strong>rbouw9.4.1 De commissie adviseert een grondige herbezinning ophet taalverwerving- en lectuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw,waarbij in ie<strong>de</strong>r geval aandacht besteed moetwor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> aanpassing <strong>van</strong> het grammaticaon<strong>de</strong>rwijsaan nieuwe ontwikkelingen; <strong>de</strong> aansluiting <strong>van</strong> grammaticaon<strong>de</strong>rwijsbij leeson<strong>de</strong>rwijs; en een grotere rol voorICT.9.4.2 De basis <strong>van</strong> het cultuuron<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwmoet goed omschreven en vastgelegd wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>vorm <strong>van</strong> tussendoelen en bijbehoren<strong>de</strong> leerinhou<strong>de</strong>n.<strong>Het</strong> laatste kan <strong>de</strong> vorm aannemen <strong>van</strong> een ‘cultureleminimumlijst’, die fungeert als <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke standaardvoor het cultuuron<strong>de</strong>rwijs.9.4.3 In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw moet het lectuuron<strong>de</strong>rwijs (in <strong>de</strong> zin<strong>van</strong> begrijpend lezen) centraal staan; <strong>de</strong> teksten moetenzoveel mogelijk het vertrekpunt zijn <strong>van</strong> een historischcultureleverkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid; het taalon<strong>de</strong>rwijsmoet zoveel mogelijk geïntegreerd zijn in (of in ie<strong>de</strong>rgeval in dienst staan <strong>van</strong>) <strong>de</strong> lectuur.Leerinhou<strong>de</strong>n en eindtermen behorend bij <strong>de</strong> doelstellingentaalreflectie, tekstreflectie en cultuurreflectiemoeten ook voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw geëxpliciteerd wor<strong>de</strong>n.Er is vakdidactisch on<strong>de</strong>rzoek nodig ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong>ontwikkeling <strong>van</strong> nieuw lesmateriaal (ook digitaal), hetuitvoeren <strong>van</strong> pilots en het scholen <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten. Ookmoet een gericht nascholingsprogramma wor<strong>de</strong>n opgezet.De bovenbouw9.5.1 Om recht te doen aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak dienter naast het ‘intensief lezen’ ook ruimte te zijn voor het‘extensief’ lezen <strong>van</strong> originele teksten.9.5.2 Om recht te doen aan <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak dientop meer structurele wijze dan thans het geval is, gebruikgemaakt te wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vertalingen.


Docenten dienen on<strong>de</strong>rsteuning te krijgen bij het uitbrei<strong>de</strong>nen actualiseren <strong>van</strong> hun repertoire op het terrein<strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> vertalingen.De commissie adviseert om op korte termijn vakdidactischmateriaal te ontwikkelen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re op hetgebied <strong>van</strong> het werken met vertalingen, bijvoorbeeld in<strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een veldaanvraag bij <strong>de</strong> SLO.9.5.3 De eisen voor <strong>de</strong> culturele component moeten wor<strong>de</strong>nopgenomen in het examenprogramma.9.5.4 Receptie en actualisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke literatuur encultuur dienen als officiële on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len opgenomen tewor<strong>de</strong>n in het (zowel bij SE als CE te toetsen) examenprogramma.Op dit gebied moet ook nieuw on<strong>de</strong>rwijsmateriaalontwikkeld wor<strong>de</strong>n en nascholing wor<strong>de</strong>naangebo<strong>de</strong>n; tevens moet bestaand materiaal versprei<strong>de</strong>n getoetst wor<strong>de</strong>n.Positie <strong>van</strong> het Grieks9.6 De commissie adviseert om niet te differentiëren tussen<strong>de</strong> eindtermen en toetsvormen voor GTC en voor LTC.Eindtermen en ein<strong>de</strong>xamens9.7.1 De commissie beveelt <strong>de</strong> Staatssecretaris aan om eenVernieuwingscommissie Klassieke Talen in het levente roepen, met als taak het ontwikkelen <strong>van</strong> een nieuwexamenprogramma voor <strong>de</strong> vakken Latijnse Taal en Cultuuren Griekse Taal en Cultuur, conform <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijkeaanbevelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie.De te maken programma’s moeten recht doen aan <strong>de</strong>geïntegreer<strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur, maar ookaan het feit dat teksten onze voornaamste entree zijn tot<strong>de</strong> cultuur.Bij <strong>de</strong> formulering <strong>van</strong> het nieuwe programma en <strong>de</strong>eindtermen dient er bijzon<strong>de</strong>re aandacht te zijn voor <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> punten:• integratie taal en cultuur;• taalreflectie en tekstreflectie – hieron<strong>de</strong>r begrepengrammaticale beheersing, tekstbegrip en tekstinterpretatieen contextualisering;• het kunnen omgaan met vertalingen;• cultuurreflectie;• zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming;• receptie en actualisatie.9.7.2 In het te ontwikkelen nieuwe examen moeten alleeindtermen op evenwichtige wijze getoetst wor<strong>de</strong>n.De structuur <strong>van</strong> het CE-programma met een pensumaan originele teksten en een pensum aan vertalingen,moet behou<strong>de</strong>n blijven, evenals het principe <strong>van</strong> eenkernauteur en een kerngenre. <strong>Het</strong> CE-on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el waarin<strong>de</strong> gelezen stof bevraagd wordt kan eveneens behou<strong>de</strong>nblijven. De cultuurcomponent moet een grotere componentwor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> bevraging, evenals vragen over hetmacroniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst.De traditionele proefvertaling moet, gezien <strong>de</strong> beperkingen<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze toetsvorm en <strong>de</strong> gebrekkige correspon<strong>de</strong>ntiemet <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak, geen <strong>de</strong>el uitmaken<strong>van</strong> het CE. Wel dient ook op het CE een niet eer<strong>de</strong>rgelezen originele tekst getoetst te wor<strong>de</strong>n.In het CE dienen ver<strong>de</strong>r nadrukkelijk <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenreceptie, actualisatie en zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming aanbod te komen.Bij het opnieuw samenstellen <strong>van</strong> het examenprogrammamoet <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> examenauteurs kritisch bekekenwor<strong>de</strong>n.9.7.3 Ook in het SE dienen alle beoog<strong>de</strong> doelstellingen getoetstte wor<strong>de</strong>n. De proefvertaling kan bruikbaar zijn als (<strong>de</strong>el)toets in het SE, waar in elk geval <strong>de</strong> vaardigheid ‘omgangmet ongeziene originele tekst’ getoetst dient te wor<strong>de</strong>n.53


54On<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong> docent9.8.1 Een school die zich wil profileren met een gymnasiumopleidingdient er in elk geval naar te streven dat <strong>de</strong>docenten Klassieke Talen een masterdiploma en eeneerstegraads on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid in het vak hebben.Docenten die niet aan dit profiel voldoen moeten eendui<strong>de</strong>lijk en in tijd uitgezet traject naar een volledigeeerstegraads bevoegdheid krijgen. Docent, schoolleidingen universitaire opleiding/zij-instroomopleiding makenhierover afspraken. De kwetsbare groep <strong>van</strong> <strong>de</strong> GLTCstu<strong>de</strong>ntendie tevens leraar zijn, verdient daarbij extrabescherming en aandacht. Scholen dienen zich bewustte zijn <strong>van</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong>ze jongeaspirant-docenten en hun afstu<strong>de</strong>ren te faciliteren. Ditmoet opgenomen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n standaard’.De richtlijnen voor scholing en begeleiding <strong>van</strong> beginnen<strong>de</strong>docenten dienen zo veel mogelijk <strong>de</strong> kenmerken tehebben <strong>van</strong> een meerjarig inductieprogramma.9.8.3 Er moet zo snel mogelijk begonnen wor<strong>de</strong>n met hetopzetten <strong>van</strong> een gestructureerd en gevarieerd nascholings-en professionaliseringsprogramma dat voorzietin <strong>de</strong> behoeften <strong>van</strong> docenten op het punt <strong>van</strong> vooralvakinhoud en vakdidactiek.<strong>Het</strong> verdient aanbeveling <strong>de</strong> vakdidactici weer in te bed<strong>de</strong>nbinnen <strong>de</strong> universitaire opleidingen GLTC.10.2 aanbevelingen per stakehol<strong>de</strong>rAan <strong>de</strong> Staatssecretaris• Herzie zo spoedig mogelijk <strong>de</strong> huidige structuur <strong>van</strong> <strong>de</strong>vakken Grieks, Latijn en KCV en maak in plaats daar<strong>van</strong>twee vakken: Griekse Taal en Cultuur en Latijnse Taal enCultuur, met in <strong>de</strong> bovenbouw voor elk <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> vakkeneen studielast <strong>van</strong> 760 uur.• Stel in verband hiermee zo spoedig mogelijk een Vernieuwingscommissiein om <strong>de</strong>ze nieuwe structuur vormte geven met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> taken:- een nieuw examenprogramma te ontwikkelen waarinnaast taal ook cultuur (inclusief receptie en actualisatie)een vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormt;- <strong>de</strong> huidige eindtermen te herformuleren en expliciteren;hierbij dienen GTC en LTC gelijk behan<strong>de</strong>ld tewor<strong>de</strong>n;- een curriculum te ontwerpen waarin taal en cultuur<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rbouw tot en met bovenbouw zo veel mogelijkgeïntegreerd wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n en waarin taalen cultuur formeel verankerd zijn;- tussendoelen te formuleren voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw ophet gebied <strong>van</strong> taal en cultuur;- richtlijnen op te stellen voor <strong>de</strong> actualisering <strong>van</strong> hettaalverwervingon<strong>de</strong>rwijs;- lesmateriaal te ontwikkelen dat aansluit bij hetnieuwe (examen)programma;- adviezen te geven over didactische vernieuwing;- mogelijkhe<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rzoeken voor het inzetten <strong>van</strong>ICT;- voorstellen te doen voor een nieuw examen en voorvormen <strong>van</strong> toetsing waarin begrip <strong>van</strong> klassikaalgelezen teksten (originele teksten en teksten in vertaling)op alle niveaus centraal staat en waarin cultuureen vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is;- voorstellen te doen voor vormen <strong>van</strong> toetsing waarbijleerlingen over een (niet reeds eer<strong>de</strong>r gelezen) origineletekst vragen moeten beantwoor<strong>de</strong>n, waarbij hunbegrip <strong>van</strong> en inzicht in grammaticale en inhou<strong>de</strong>lijkestructuur blijkt zon<strong>de</strong>r dat een letterlijke weergave<strong>van</strong> <strong>de</strong> hele tekst hoeft te wor<strong>de</strong>n gegeven;- een agenda in te dienen voor het traject <strong>van</strong> begeleiding<strong>van</strong> implementatie en veran<strong>de</strong>ring.


Een mogelijk tijdpad voor <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vernieuwingscommissieen voor een eventueel vervolgtraject:2010 - 2012Agenda maken voor <strong>de</strong> begeleiding <strong>van</strong> implementatie- enveran<strong>de</strong>ringstraject.Opstellen nieuw examenprogramma.Herformuleren en expliciteren eindtermen.Formuleren tussendoelen voor on<strong>de</strong>rbouw.Ontwikkelen experimenteel lesmateriaal.2012 - augustus 2015Pilots:- experimenteel lesmateriaal;- vaststellen experimentele examenprogramma’s.2015 - 2016Pilotexamen + evaluatie.2016Evaluatie pilotexamen.2017Vaststellen <strong>de</strong>finitieve examenprogramma’s.augustus 2017Lan<strong>de</strong>lijke invoering nieuwe examenprogramma’s.Gezien <strong>de</strong> urgentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek adviseert <strong>de</strong> Verkenningscommissieom in afwachting <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n enrapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vernieuwingscommissie reeds nu overgangsmaatregelente treffen. Hierin zullen vooral an<strong>de</strong>re stakehol<strong>de</strong>rsdan <strong>de</strong> Staatssecretaris een rol kunnen spelen. Concreet gaat hetom <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> adviezen:Aan <strong>de</strong> universitaire opleidingen GLTC, vakdidactici en <strong>de</strong> sectieVO/WO <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN (in gezamenlijkheid)• On<strong>de</strong>rneem op korte termijn actie, bijvoorbeeld in <strong>de</strong>vorm <strong>van</strong> veldaanvragen bij <strong>de</strong> SLO, voor:- herziening <strong>van</strong> taalverwerving- en lectuuron<strong>de</strong>rwijs;- nieuwe vormen <strong>van</strong> (ver)taaldidactiek;- verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> toetsing <strong>van</strong> tekstbegrip;- het werken met vertalingen en tweetalige edities;- het ontwikkelen <strong>van</strong> lesmateriaal voor receptie en actualisatieen het versprei<strong>de</strong>n en toetsen <strong>van</strong> bestaandmateriaal;- mogelijkhe<strong>de</strong>n voor inzet <strong>van</strong> ICT.• Zet een gestructureerd en gevarieerd nascholings- enprofessionaliseringsprogramma op, dat voorziet in <strong>de</strong>behoeften <strong>van</strong> docenten op het punt <strong>van</strong> vakinhoud envakdidactiek. Besteed hierbij in overleg met <strong>de</strong> schoolleidingenook aandacht aan het opzetten <strong>van</strong> inductieprogramma’svoor beginnen<strong>de</strong> docenten.• Zorg voor een goe<strong>de</strong> aansluiting <strong>van</strong> het GLTC-curriculumbij het vwo-on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Klassieke Talen, metaandacht voor integratie <strong>van</strong> taal en cultuur, receptie enactualisatie, omgaan met teksten in vertaling en werkenmet tweetalige edities.• Stimuleer duale trajecten en vakdidactisch on<strong>de</strong>rzoek.• Neem actief <strong>de</strong>el aan/speel een coördineren<strong>de</strong> rol bijactiviteiten <strong>van</strong> vaknetwerken.• Stimuleer <strong>de</strong> keuze voor het leraarschap bij stu<strong>de</strong>nten.Aan <strong>de</strong> universiteiten• Zorg dat het huidige zij-instroomtraject Scholae kanblijven bestaan.• Breng <strong>de</strong> vakdidactici weer on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> opleidingenGLTC.Aan Cito/CvEIn afwachting <strong>van</strong> een nieuw examenprogramma:• Laat het centraal examen zoveel mogelijk aansluiten bij<strong>de</strong> voor het CE geformuleer<strong>de</strong> eindtermen.• Toets reeds nu zoveel mogelijk alle doelstellingen.• On<strong>de</strong>rwerp in afwachting <strong>van</strong> het nieuwe examenprogramma<strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> ein<strong>de</strong>xamenauteurs (zowel voorGrieks als Latijn) aan een kritische evaluatie en beperkhem eventueel.Aan LOKON/ VCN• Zorg voor kwaliteitsbewaking <strong>van</strong> docenten binnen hetberoepsregister.• Neem in <strong>de</strong> beroepsregistratie <strong>van</strong> docenten vakdidactischenascholing op.• Stel werkgroepen in die zich bezighou<strong>de</strong>n met hetontwerpen <strong>van</strong> een ‘gou<strong>de</strong>n standaard’ met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>rerichtlijnen voor voorlichting; integratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen in het gehele curriculum; urentabel; overgangsnormen;bijscholing en kwalificatie <strong>van</strong> het docentenkorps.55


56• Verzamel systematisch zowel organisatorische als inhou<strong>de</strong>lijkebest practices.Aan schoolleidingen• Formuleer een hel<strong>de</strong>re visie op gymnasiaal on<strong>de</strong>rwijs.• Laat <strong>de</strong> praktijk aansluiten bij die visie. Maak daarbijkeuzes: kiest een school voor gymnasiaal on<strong>de</strong>rwijs, danmoet <strong>de</strong> school ook zorgen dat dit on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong> ruimtekrijgt.• Wees hel<strong>de</strong>r en eerlijk in <strong>de</strong> voorlichting over het gymnasiumaan ou<strong>de</strong>rs en leerlingen.• Zorg voor een klimaat waarin <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> KlassiekeTalen niet ter discussie staat.• Draag zorg voor <strong>de</strong> aansturing, coördinatie en facilitering<strong>van</strong> <strong>de</strong> integratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen in hetgehele curriculum, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door samenwerking <strong>van</strong>verschillen<strong>de</strong> vakdocenten te bevor<strong>de</strong>ren.• Geef ruimte voor opleiding en begeleiding <strong>van</strong> beginnen<strong>de</strong>en onbevoeg<strong>de</strong> docenten.• Streef ernaar dat alle docenten Klassieke Talen een masterdiplomaen een eerstegraads on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid in<strong>de</strong> Klassieke Talen hebben.• Faciliteer het afstu<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> stu<strong>de</strong>nten GLTC die reedstij<strong>de</strong>ns hun studie in het on<strong>de</strong>rwijs werkzaam zijn.• Zorg voor een scholingsplan voor zitten<strong>de</strong> docenten(inductieprogramma en beroepsregister).• Stel docenten in staat (promotie)on<strong>de</strong>rzoek te doen:maak duale trajecten mogelijk.• Zorg voor een goe<strong>de</strong> kwaliteitsbewaking in het hele curriculum:(na)scholing <strong>van</strong> docenten, goe<strong>de</strong> <strong>de</strong>terminatie<strong>van</strong> leerlingen, aparte overgangsnormen voor gymnasium,kwaliteitsborging schoolexamens.Aan <strong>de</strong> docenten/secties Klassieke Talen in het vwo• Laat, vooruitlopend op een nieuw programma, <strong>de</strong> huidigeeindtermen voor <strong>de</strong> Klassieke Talen terugkomen inhet hele curriculum: zorg voor een doorlopen<strong>de</strong> leerlijntaal en cultuur.• Toets in het SE alle doelstellingen <strong>van</strong> het huidige examenprogramma.• Maak gebruik <strong>van</strong> het nascholingsaanbod.• Stel eisen aan <strong>de</strong> leerling, ook in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw.• Deel best practices.• Neem <strong>de</strong>el aan vaknetwerken.Aan educatieve uitgevers• Digitaliseer <strong>de</strong> lesmetho<strong>de</strong>s.• Maak gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ICT in <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>s(bijvoorbeeld toetsing).• Pas lesmetho<strong>de</strong>s aan aan nieuwe inzichten in taalon<strong>de</strong>rwijs.


11. LiteratuurIn <strong>de</strong>ze lijst staat <strong>de</strong> literatuur vermeld waar in het rapport naarwordt verwezen, aangevuld met enkele publicaties die typerendzijn voor <strong>de</strong> gevoer<strong>de</strong> discussies en die <strong>de</strong> commissie in haarbesprekingen heeft meegenomen.1. Blom, S. (2001), Alleen nog maar nut. NRC Han<strong>de</strong>lsblad3 november 2001.2. Bolkestein, F. (2005), Re<strong>de</strong> bij het lustrum <strong>van</strong> Vrien<strong>de</strong>n<strong>van</strong> het Gymnasium. Trouw 22 oktober 2005.3. Brewer, D., Goldhaber, D.D. (2000), Does teacher certificationmatter? High school teacher certification statusand stu<strong>de</strong>nt achievement. Educational Evaluation andPolicy Analysis, 22, 129-145.4. Buykx, M. (2009), De markt voor het gymnasium in <strong>de</strong>21e eeuw. VCN-Bulletin, 34 (130), 30-39.5. Coghe, R.F., Panhuis, D. & Vermeersch, R. (2006-7), Tolle,lege 1 & 2. Antwerpen.6. Cohen, J. e.a. (2008), Duurzame Geesteswetenschappen,rapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie Nationaal Plan ToekomstGeesteswetenschappen. Amsterdam.7. Dam, <strong>van</strong>, N. (2008), Gymnasiumdiploma voor leerlingdie Latijn ab-so-luut niet beheerst. <strong>Het</strong> On<strong>de</strong>rwijsblad,12, 14 juni 2008.8. Demoen, K. (2008), Vertalen en gebruik <strong>van</strong> vertalingen.Een megafoon. Prora. Tijdschrift <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging <strong>van</strong>Leerkrachten Ou<strong>de</strong> Talen, 13 (3), 16-19.9. Goris, M., Boelhouwer, H. (2003), Eindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong>enquête situatie on<strong>de</strong>rwijs Klassieke Talen en KCV in hetschooljaar 2001/2002. SLO, Ensche<strong>de</strong>.10. Goris, M. (2007), Vakdossier Twee<strong>de</strong> Fase, klassieke talen.SLO, Ensche<strong>de</strong>.11. Holwerda, A., e.a. (2006), Kosmos, een nieuwe toegang tot<strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grieken. Lunteren.12. Huygen, M. (2008), Met zwakke prestaties in klassieke talenheeft het gymnasium geen bestaansrecht meer. NRCHan<strong>de</strong>lsblad, 7 juni 2008.13. Kessels, C. (2010), The influence of induction programs onbeginning teachers’ well-being and professional <strong>de</strong>velopment.Dissertatie, <strong>Universiteit</strong> Lei<strong>de</strong>n.14. Kuitenbrouwer, P. (2009), <strong>Het</strong> klassiek curriculum, eensterk fundament. Vakwerk, Le<strong>de</strong>nblad Vereniging BeterOn<strong>de</strong>rwijs Ne<strong>de</strong>rland, januari 2009, 21-22.15. Lavy, V. (2002), Evaluating the Effect of Teachers’ GroupPerformance Incentives on Pupil Achievement. Journal ofPolitical Economy, 110 (6), 1286-1317.16. Mee, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r, G. (2009), De markt voor gymnasia lijktonverzadigbaar. <strong>Het</strong> On<strong>de</strong>rwijsblad, 12, 27 juni 2009.17. Meurs, R.H. <strong>van</strong> (2008), De Odyssee <strong>van</strong> Klassieke CultureleVorming (KCV). Groningen.18. Monk, D. H. (1994), Subject Area Preparation of SecondaryMathematics and Science Teachers and Stu<strong>de</strong>ntAchievement. Economics of Education Review, 13, 125-145.19. Mourik, <strong>van</strong>, C.A., Wijk, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r, D. (2008), Een pensumNeolatijn: Utopie?!, in: Een an<strong>de</strong>re wereld/<strong>de</strong> wereld <strong>van</strong><strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, Actualisatie aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Neolatijnse teksten.SLO, Ensche<strong>de</strong>.20. Nussbaum, M. (1997), Cultivating Humanity. A ClassicalDefense of Reform in Liberal Education. London.21. Paardt, R. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r (1988), Voors en Tegens. Frons, Bladvoor Leidse classici, <strong>de</strong>cember 1988, 34-43.22. Rekers-Mombarg, L.T.M., Kuyper, H. & Werf, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r,M.P.C. (2006), <strong>Het</strong> interne ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> het voortgezeton<strong>de</strong>rwijs na invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> basisvorming. Groningen.23. Ritsema, B. (1996), Inzicht. NRC Han<strong>de</strong>lsblad, maart1996.57


5824. Rivkin, S.G., Hanushek, E.A. & Kain, J.F. (2005), Teachers,schools and aca<strong>de</strong>mic achievement. Econometrica,73 (2), 417-458.25. Rowan, B., Chiang, F.S., & Miller, R. J. (1997), UsingResearch on Employee’s Performance to Study the Effectsof Teacher on Stu<strong>de</strong>nts’ Achievement. Sociology of Education,70, 256-284.26. Sicking, C.M.J. (1968), De doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijsin Grieks en Latijn op gymnasia en gymnasialeaf<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> lycea. Lampas 1, 62-79.27. Sicking, C.M.J. (1971), Over doelstellingen. Lampas, 4(1), 2-25.28. Sicking, C.M.J. (1992), Doelstellingen en hun verwezenlijking:1968 - 1992. Lampas, 25 (3), 154-171.29. Sicking, C.M.J (1996), 1996: De toekomst komt steedsdichterbij! Lampas, 29 (1), 80-86.30. Sluiter, I. (2005), Reactie op Bolkestein. Trouw, 5 november2005.31. Steeman, L., Weijers, F. (2007), Ontwikkelingsgerichtleren op het gymnasium. Op zoek naar een klassiek,eigentijds en vernieuwend leerconcept. MESO magazine,27 (154), 19-24.32. Strauss, R.P., Sawyer, E.A (1986), Some New Evi<strong>de</strong>nce onTeacher and Stu<strong>de</strong>nt Competencies. Economics of EducationReview, 5 (1), 41-48.33. Terra, H. (1985), Docenten over <strong>de</strong> WEKT-voorstellen.Verslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussie-bijeenkomsten in Meppel,Eindhoven en Den Haag. Bulletin Vereniging ClassiciNe<strong>de</strong>rland, 10 (28), 2-7.34. Tielens, F., Leusink, L. (2002), Toekomstperspectief KlassiekeTalen en KCV op HAVO en VWO: conclusies en aanbevelingennaar aanleiding <strong>van</strong> een studiedag <strong>van</strong> classiciop 11 maart 2002 te Amersfoort. SLO, Ensche<strong>de</strong>.35. Veire, Van<strong>de</strong>, F. (2006), Vertrouw <strong>de</strong> meester nou maargewoon. De Groene Amsterdammer, 23 juni 2006.36 Verhoeven, P. (1997), Tekstbegrip in het on<strong>de</strong>rwijs Klassieketalen. Dissertatie, <strong>Universiteit</strong> Lei<strong>de</strong>n.37. Vrien<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het Gymnasium (1989), De moeite waard.Beschouwingen over nut en waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het Latijn enGrieks en <strong>de</strong> antieke cultuur voor vwo en universiteit.Amsterdam.38. Vries, <strong>de</strong>, J. (2008), “Bildung is iets voor in het weekend”,interview met Grahame Locke. De Groene Amsterdammer,22 augustus 2008.39. Walle, E. <strong>van</strong> <strong>de</strong>, Houdt, T. <strong>van</strong> (2004), Bouwstenen vooreen vernieuw<strong>de</strong> leesdidactiek: over <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> functie<strong>van</strong> leesstrategieën in het leesproces. Kleio 33, 72-86.40. Waslan<strong>de</strong>r, S., Barkmeijer, I., & Holwerda, A. (2009),Latijn en <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid. Eenon<strong>de</strong>rzoek naar succesbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> en succesbelemmeren<strong>de</strong>factoren bij het vak Latijn op zelfstandige gymnasia. Groningen.41. Weenink, D. (2005), Upper Middle-class Resources ofPower in the Education Arena. Dutch Elite Schools in anAge of Globalisation. Amsterdam.


12. BijlagenBijlage IOpdracht aan <strong>de</strong> VerkenningscommissieTaakomschrijving Verkenningscommissie klassieke talenen cultuurContextEr zijn vele signalen die dui<strong>de</strong>n op het niet optimaal functioneren<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> klassieke talen/cultuur. Een indrukdaar<strong>van</strong> wordt gegeven in het Vakdossier (Goris, 2007) eeninventarisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> stand <strong>van</strong> zaken bij dit on<strong>de</strong>rwijs door <strong>de</strong>SLO, aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> bronnenstudie en gesprekken. Ook in hetlaatste On<strong>de</strong>rwijsverslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> Inspectie <strong>van</strong> het On<strong>de</strong>rwijs iser <strong>de</strong> aandacht op gevestigd. De daar gesignaleer<strong>de</strong> lage scoresbij het centraal examen en grote verschillen tussen <strong>de</strong> cijfers <strong>van</strong>centraal examen en schoolexamen zijn mogelijk slechts symptomen<strong>van</strong> meer fundamentele ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rwijs in<strong>de</strong>n bre<strong>de</strong>, samenleving en cultuur.De situatie is op termijn een bedreiging voor <strong>de</strong> legitimatie <strong>van</strong><strong>de</strong>ze vakken: ambitie en pretenties zijn niet meer in overeenstemmingmet feitelijke resultaten, zoals ook <strong>de</strong> inspectie in hetOn<strong>de</strong>rwijsverslag constateert. Een oplossing in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> eencomplete uitwerking <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>r examenprogramma is in ditstadium (nog) niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>: het gaat om een meer fundamenteleanalyse, niet alleen <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken zelf,maar vooral ook <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken in hun bre<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwijskundige,maatschappelijke en culturele context.De taak <strong>van</strong> <strong>de</strong> VerkenningscommissieDe Verkenningscommissie maakt een te publiceren adviesrapportaan <strong>de</strong> staatssecretaris met daarin:1. Een (na<strong>de</strong>re) analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> feitelijke situatie <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijsin <strong>de</strong> klassieke talen/cultuur, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong>resultaten er<strong>van</strong>.2. Een analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkelingen in (opvattingen over)doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> klassieke talen en cultuur,nadrukkelijk me<strong>de</strong> in relatie tot bre<strong>de</strong>re recente en teverwachten ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> wetenschap,<strong>de</strong> samenleving en <strong>de</strong> cultuur.3. Een beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> positie, het actuele belang en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nen onmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke talen in hethuidige on<strong>de</strong>rwijs, op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r1 en 2 genoem<strong>de</strong> analyses.4. <strong>Het</strong> doen <strong>van</strong> aanbevelingen op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het voorgaan<strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> analyses en beoor<strong>de</strong>ling.Na<strong>de</strong>re uitwerking en randvoorwaar<strong>de</strong>n1. De Verkenningscommissie besteedt in elk geval aandacht aan(in samenhang): <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> klassieke talen en cultuur binnenhet geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> profielen (in inhou<strong>de</strong>lijk en praktischopzicht), <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken en het te bereiken niveau(in zo concreet mogelijke termen), <strong>de</strong> relatie klassieke talen encultuur/gymnasium/scholengemeenschap, <strong>de</strong> relatie on<strong>de</strong>rbouw/bovenbouw,<strong>de</strong> relatie met het vervolgon<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong>examenprogramma’s, <strong>de</strong> examens (centraal examen en schoolexamen),<strong>de</strong> didactische praktijk, <strong>de</strong> leraren, <strong>de</strong> leerlingen.2. De Verkenningscommissie gaat uit <strong>van</strong> een fundamenteelinhou<strong>de</strong>lijkeanalyse, maar houdt rekening met <strong>de</strong> praktischemogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> scholen (gymnasia en lycea/scholengemeenschappen),leraren en leerlingen, me<strong>de</strong> gelet op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstijd(i.e. studielast) die volgens <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelgevingin <strong>de</strong> bovenbouw voor <strong>de</strong>ze vakken beschikbaar is.3. De Verkenningscommissie besteedt aandacht aan <strong>de</strong> relatietussen <strong>de</strong> taalkundig-formele en <strong>de</strong> cultureel-inhou<strong>de</strong>lijkeaspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken vakken. Daarbij is uitgangspuntdat alle betrokken leerlingen zowel moeten beschikken over(ver)taalvaardigheid als over enige kennis <strong>van</strong> en inzicht inrele<strong>van</strong>te elementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke culturen, waaron<strong>de</strong>reen (kritisch) inzicht in <strong>de</strong> doorwerking <strong>van</strong> die culturen inlatere perio<strong>de</strong>n.59


60Bijlage IISamenstelling VerkenningscommissieDe Verkenningscommissie bestond uit elf le<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> wie er zeswerkzaam zijn als docent in het vwo.1. Professor dr. C.H.M. (Caroline) Kroon, hoogleraar Latijnsetaal- en letterkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam(samen met prof. Sluiter voorzitter, tevens lid);2. Professor dr. I. (Ineke) Sluiter, hoogleraar Griekse taal- en letterkun<strong>de</strong>aan <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> Lei<strong>de</strong>n (samen met prof. Kroonvoorzitter, tevens lid);3. Drs. J. (Jeanette) Raap, af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>r en docent KlassiekeTalen/cultuur OSG West-Friesland te Hoorn, eer<strong>de</strong>r bestuurslid<strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging Classci Ne<strong>de</strong>rland (VCN);4. Drs. M. (Michiel) Simons, docent Klassieke Talen/cultuurErasmiaans Gymnasium te Rotterdam, eer<strong>de</strong>r voorzitter <strong>van</strong><strong>de</strong> VCN;5. Drs. D. (Dynke) <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Wijk, docent Klassieke Talen/cultuurScholengemeenschap Ubbo Emmius te Stadskanaal, eer<strong>de</strong>rbestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN;6. Dr. K. (Karel) Kits, bioloog, rector <strong>van</strong> het gymnasium Felisenumte Velsen, eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwijsdirecteur <strong>van</strong> <strong>de</strong> faculteitAard- en Levenswetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vrije <strong>Universiteit</strong>Amsterdam;7. Drs. M.H.J.G. (Math) Osseforth, docent Klassieke Talen/cultuuren conrector Gymnasium Camphusianum te Gorinchem,tevens voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Belangengroep GymnasialeVorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> AOb;8. Drs. P. (Paul) Groos, vakdidacticus verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> lerarenopleiding<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen, tevens docentKlassieke Talen/cultuur Ste<strong>de</strong>lijk Gymnasium Nijmegen;9. Dott.ssa A. (Alessandra) Corda, Italiaanse opleiding klassieketaal- en letterkun<strong>de</strong> en taalwetenschap, projectlei<strong>de</strong>r Expertisecentrummo<strong>de</strong>rne vreem<strong>de</strong> talen bij het ICLON, <strong>Universiteit</strong>Lei<strong>de</strong>n;10. Drs. F. (Frank) Vleeskens, classicus, lid <strong>van</strong> het faculteitsbestuur<strong>van</strong> <strong>de</strong> Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen<strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen (portefeuille mid<strong>de</strong>len),eer<strong>de</strong>r universitair docent intellectuele geschie<strong>de</strong>nis endirecteur <strong>van</strong> diverse faculteiten aan <strong>de</strong> ErasmusuniversiteitRotterdam;11. Drs. R. (Rosanne) Bekker, secretaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie;leerplan<strong>de</strong>skundige Klassieke Talen/cultuur bij het nationaalexpertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) te Ensche<strong>de</strong>en leraar Klassieke Talen/cultuur Spinoza Lyceum te Amsterdam,eer<strong>de</strong>r bestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN.Als waarnemer <strong>van</strong> het Ministerie trad aan<strong>van</strong>kelijk op dhr. drs.Roelco Offerein en later mw. drs. Ingrid Har<strong>de</strong>bol. Aan<strong>van</strong>kelijkmaakte ook prof. dr. Sietske Waslan<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie.Door tijdgebrek heeft zij zich na twee verga<strong>de</strong>ringen uit <strong>de</strong>commissie moeten terugtrekken.


Bijlage IIIWerkwijze VerkenningscommissieFase 1 ProbleemanalyseDe Verkenningscommissie is haar werkzaamhe<strong>de</strong>n begonnen injanuari 2009 en heeft <strong>de</strong>ze afgerond in juli 2010. In het traject waseen tussenrapportage voorzien, die als uitgangspunt heeft gediendvoor een uitgebrei<strong>de</strong> veldraadpleging. <strong>Het</strong> eerste half jaar heeft <strong>de</strong>commissie voornamelijk besteed aan een diepgaan<strong>de</strong> probleemanalyse,waarbij zij kon werken met een schat aan materiaal (metname het Vakdossier, Goris 2007). In drie werkgroepen wer<strong>de</strong>ndrie thematische gebie<strong>de</strong>n geanalyseerd en in verslagen aan <strong>de</strong>voltallige Verkenningscommissie voorgelegd:werkgroep I [macroniveau]: <strong>de</strong> maatschappelijke positie <strong>van</strong> hetvakwerkgroep II [microniveau]: het on<strong>de</strong>rwijs: vakinhoud, eindtermen,didactiek, <strong>de</strong> leerlingwerkgroep III [mesoniveau]: het on<strong>de</strong>rwijs: <strong>de</strong> school, <strong>de</strong> docentDe bespreking <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten in <strong>de</strong> voltallige commissie leid<strong>de</strong>telkens tot toespitsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragen voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> werkgroep,maar ook tot terugkoppeling naar het eer<strong>de</strong>r besprokene.Vanzelfsprekend kwam een aantal on<strong>de</strong>rwerpen in alle drie <strong>de</strong>werkgroepen terug.Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeer uitvoerige diagnose heeft <strong>de</strong> commissie eenkernproblematiek geformuleerd en een aantal mogelijk oplossingsrichtingenverkend door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> SWOT-analyses.Fase 2 Tussenrapport en veldraadplegingIn een volgen<strong>de</strong> fase heeft <strong>de</strong> commissie gezocht naar criteriaom een keuze te kunnen maken tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> oplossingsrichtingen.In dit proces teken<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> contouren <strong>van</strong><strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> het tussenrapport af. Dit rapport beoog<strong>de</strong>concentratie te bie<strong>de</strong>n op hoofdproblemen, richting te geven aan<strong>de</strong> vervolgdiscussie, maar voldoen<strong>de</strong> openheid te laten om <strong>de</strong>resultaten te optimaliseren en recht te kunnen doen aan <strong>de</strong> input<strong>van</strong> het veld.<strong>Het</strong> tussenrapport is verschenen op 1 oktober 2009 op <strong>de</strong> website<strong>van</strong> <strong>de</strong> SLO (http://www.slo.nl/voortgezet/twee<strong>de</strong>fase/nieuws/tussenrapport_enquete/).<strong>Het</strong> tussenrapport was bedoeld om een i<strong>de</strong>e te geven <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>nkrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie en was een nadrukkelijke uitnodigingaan het veld om te reageren. Dat is massaal gebeurd. Decommissie kreeg 243 reacties op <strong>de</strong> digitale enquête die tegelijkmet het rapport verscheen. Er zijn regiobijeenkomsten georganiseerdin Utrecht, Den Bosch en Groningen, die zeer druk zijnbezocht. De commissie ontving ruim 40 brieven <strong>van</strong> scholen,an<strong>de</strong>re instanties en privépersonen en talloze e-mails. De commissievoer<strong>de</strong> vele informele gesprekken en organiseer<strong>de</strong> specialebijeenkomsten voor vertegenwoordigers <strong>van</strong> instanties en belangenverenigingen.Bij die gesprekken waren on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re schoollei<strong>de</strong>rsaanwezig (zowel <strong>van</strong> zelfstandige gymnasia als <strong>van</strong> scholengemeenschappen),vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> CvE en <strong>van</strong> hetCito, vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN, vertegenwoordigers <strong>van</strong><strong>de</strong> inspectie, alle vakdidactici, een vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs,een grote <strong>de</strong>legatie <strong>van</strong> leerlingen. Ook niet-classici wer<strong>de</strong>ngeraadpleegd: <strong>de</strong> socioloog en staatsraad Kees Schuyt, historicaJudith Pollmann, directeur <strong>van</strong> het pre-university college <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Universiteit</strong> Lei<strong>de</strong>n Ton <strong>van</strong> Haaften, en me<strong>de</strong>werkers <strong>van</strong> hetMinisterie. Ook uit <strong>de</strong> discussie in <strong>de</strong> media heeft <strong>de</strong> commissiedaar waar mogelijk discussiepunten gehaald.Fase 3 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> reacties bijveldraadpleging en eindrapportageDe commissie heeft uiterst methodisch alle punten besprokendie uit gesprekken, brieven en an<strong>de</strong>re soorten reacties naar vorenkwamen. Ze heeft daarbij steeds gekeken of die punten aanleidingwaren om i<strong>de</strong>eën terug te trekken, aan te passen, of toe tevoegen. <strong>Het</strong> interpreteren en verwerken <strong>van</strong> het grote aantalreacties heeft ervoor gezorgd dat <strong>de</strong> totstandkoming <strong>van</strong> heteindrapport langer heeft geduurd dan aan<strong>van</strong>kelijk gepland.Belangrijke punten waarop men het met <strong>de</strong> commissie eens was,waren <strong>de</strong> (bre<strong>de</strong>) doelstellingen <strong>van</strong> het vak en <strong>de</strong> wenselijke61


verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur. Wat <strong>de</strong> oplossingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>commissie betreft: het principe <strong>van</strong> <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidvond bre<strong>de</strong> instemming en men vond het wenselijkhierop in te zetten, maar had vragen bij <strong>de</strong> haalbaarheid er<strong>van</strong>.An<strong>de</strong>rzijds ontving <strong>de</strong> commissie ook veel suggesties en ervaringenop het punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraag hoe aan <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidinvulling kan wor<strong>de</strong>n gegeven ook op scholengemeenschappen.Die suggesties zijn verwerkt in het eindrapport.Voor wat betreft <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs erken<strong>de</strong>n velen<strong>de</strong> discrepantie tussen <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> feitelijke inrichting<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs. Problemen had men met het voorstel om eennieuw vak GLTC te introduceren en daarnaast <strong>de</strong> twee keuzevakkenGrieks en Latijn aan te bie<strong>de</strong>n. De commissie heeft zich erzon<strong>de</strong>r veel moeite <strong>van</strong> laten overtuigen dat het vak GLTC temoeilijk zou zijn: het gewenste ambitieniveau zou in <strong>de</strong> tijd dieervoor ter beschikking zou staan niet haalbaar zijn.62<strong>Het</strong> gebruik <strong>van</strong> vertalingen en tweetalige edities en het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elproefvertalen in het Centraal Examen waren an<strong>de</strong>re puntenwaarover <strong>de</strong> discussies fel oplaai<strong>de</strong>n. Omdat <strong>de</strong> commissie zichrealiseer<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het tussenrapport mogelijkte beknopt zijn geformuleerd en beargumenteerd, is aan <strong>de</strong>zeon<strong>de</strong>rwerpen in het eindrapport veel aandacht besteed. In <strong>de</strong>vele reacties zijn <strong>de</strong> noodzaak <strong>van</strong> bijscholing en nascholing, <strong>van</strong>nieuwe didactiek en lesmateriaal veelvuldig genoemd. De commissieheeft ook <strong>de</strong>ze punten een belangrijke plaats gegeven inhet eindrapport.


Bijlage IVCijfersExamenresultaten CE Grieks 2010-2002 [bron: CvE/Cito]aantalkand.totaalsteekproefN-termgem.cijferperc. onv.kand. SGgem.cijferperc. onv.kand. gymgem.cijferperc. onv.2010 Soph.OT2009 Hom.Ilias2008 Plato 2007 Eur.Hipp.2616 2578 2613 2585 22392006 Hom.Od.2005 Hdt. 2004 Eur.Troa<strong>de</strong>s2003 Hom.Odyssee1033 1018 1087 1040 998 817 739 856 7700.86.624%[geendata][geendata]1.26.529%8486.528%1656.333%1.16.328%9056.327%1756.231%1.46.429%6586.430%2026.526%0.66.328%6896.425%189636%16.426%6486.525%1506.229%1.66.429%0.76.521%2002 Hdt.1.36.623%63Examenresultaten CE Latijn 2010-2002 [bron: CvE/Cito]aantalkand.totaalsteekproefN-termgem.cijferperc. onv.kand. SGgem.cijferperc. onv.kand. gymgem.cijferperc. onv.2010Cic.2009Ovidius2008Seneca2007Verg.2006Livius7333 6967 6598 6323 60382005Ovidius2004Cicero2003Livius1767 1511 1381 1399 1450 1451 1220 1304 12800.96.429%34366.429%14456.429%1637%1318637%1816.236%1.75.841%12115.840%1535.645%1.75.939%8355.939%235635%1.85.746%10675.846%1575.845%1.7639%1208640%175636%1.56.526%1.56.133%2002Ovidius1.16.528%


Ein<strong>de</strong>xamenresultaten CE, proefvertaling versus vragen [bron: CvE/Cito]Latijn (CE) 2010-2002: proefvertaling vs. vragen2010Cicero2009Ovid.2008Seneca2007Verg.2006Livius2005Ovid.2004Cicero2003Liviusgem. cijfer 6.4 6 5.8 5.9 5.7 6 6.5 6.1 6.5gem. cijfer 6.9 7 7.1 6.8 6.4 6.6 6.7 6.9 7.0vragengem. cijfer proefvertaling5.8 5.1 4.4 5.1 5.1 5.4 6.3 5.4 6.0verschil vragenproefvertaling1.2 2.0 2.7 1.7 1.3 1.2 0.5 1.5 1.02002Ovid.64Grieks (CE) 2010-2002: proefvertaling vs. vragen2010Soph.OT2009Hom.Ilias2008Plato2007Eur.Hipp.2006Hom.Odyssee2005Hdt.2004Eur.Troa<strong>de</strong>s2003Hom.Odysseegem. cijfer 6.6 6.5 6.3 6.4 6.3 6.4 6.4 6.5 74 6.6 75gem. cijfer 6.8 6.4 6.7 7.4 6.2 6.6 7.2 6.3 6.7vragengem. cijfer proefvertaling6.4 6.4 5.8 5.2 6.4 6.4 5.6 6.3 6.7Verschil vragenproefvertaling0.45 0 0.9 2.25 -0.18 0.18 1.62 0 02002Hdt.


Bijlage VAfkortingenBGVCECKVCvEGTCGLTCKCVLOKONLTCSESLOSLUSHZGVCNVO/WOWEKTBelangengroepering Gymnasiale VormingCentraal ExamenCulturele Kunstzinnige VormingCollege voor Examens (voorheen CEVO)Griekse Taal en CultuurGriekse en Latijnse Taal en CultuurKlassieke Culturele VormingLan<strong>de</strong>lijk Overleg Klassieke Talen On<strong>de</strong>rwijsNe<strong>de</strong>rlandLatijnse Taal en CultuurSchoolexamenStichting LeerplanontwikkelingStudielasturenStichting <strong>Het</strong> Zelfstandig Gymnasium(voorheen VRZG, Vereniging Rectores <strong>van</strong>Zelfstandige Gymnasia)Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rlandVoortgezet on<strong>de</strong>rwijs/ wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijsWerkgroep Examenprogramma Klassieke Talen65


Noten661 Zie Bijlage I voor <strong>de</strong> opdracht aan <strong>de</strong> Verkenningscommissie.2 Voor ver<strong>de</strong>re <strong>de</strong>tails over <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissieen <strong>de</strong> werkwijze, zie Bijlage II en Bijlage III.3 Bij een ‘ontwikkelperspectief’ ligt <strong>de</strong> nadruk vooral op ontplooiing<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling, bij een ‘prestatieperspectief’ vooral op kennisoverdracht.4 Voor <strong>de</strong>tails over <strong>de</strong> veldraadpleging, zie Bijlage III.5 Wet Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs art. 12 lid 2.6 Wet Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs art. 17.7 Citaat ontleend aan het rapport Duurzame Geesteswetenschappen,Cohen e.a., 2008.8 Nussbaum 1997.9 <strong>Het</strong> hernieuw<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamen <strong>van</strong> 1991 is voorbereid door <strong>de</strong> in 1984ingestel<strong>de</strong> commissie WEKT (Werkgroep ter voorbereiding <strong>van</strong>een wijziging in <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenprogramma’s Latijn en Grieks). Debijbehoren<strong>de</strong> 14 eindtermen zijn bij <strong>de</strong> herziening <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fasein 2007 veralgemeniseerd tot <strong>de</strong> vijf hier genoem<strong>de</strong> domeinen A t/mE, met als re<strong>de</strong>n dat op grond <strong>van</strong> het karakter <strong>van</strong> het CE niet allespecifieke eindtermen bevraagd kunnen wor<strong>de</strong>n (dit geldt met namevoor domein B). Zie voor <strong>de</strong>ze domeinen: http://www.slo.nl/downloads/archief/Examenprogramma_klassieke_talen_DEFINITIEF.pdf.10 Zie bijvoorbeeld Goris 2007, 11.11 Zie hiervoor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> interimrapporten <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissieWEKT in <strong>de</strong> VCN-bulletins <strong>van</strong> 1984 (9.23); 1985 (10.27; 10.28);1986 (11.30; 11.32). In het concept-programma dat <strong>de</strong> commissieWEKT in 1985 publiceer<strong>de</strong>, werd on<strong>de</strong>r meer voorgesteld om <strong>de</strong>proefvertaling niet meer tot het centrale <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het examen te latenbehoren. Dit voorstel stuitte op zoveel protest bij <strong>de</strong> docenten dat <strong>de</strong>vertaalopgave toch weer in het <strong>de</strong>finitieve programma opgenomenwerd. Cf. Terra 1985. Zie ook 5.2.12 De aandacht voor historische taalstadia bij Ne<strong>de</strong>rlands en <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnevreem<strong>de</strong> talen is noodzakelijkerwijs beperkt.13 Zie Cohen e.a., 2008.14 Zie Weenink 2005.15 <strong>Het</strong> rapport Waslan<strong>de</strong>r-Barkmeijer-Holwerda gaat over zelfstandigegymnasia. Omdat het sterk <strong>de</strong> kracht benadrukt <strong>van</strong> door eenschool zelf uit te dragen congruentie tussen boodschappen naar <strong>de</strong>buitenwereld over <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> <strong>de</strong> school in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmarkt(nadruk op Bildung etc.) en <strong>de</strong> praktijk en attitu<strong>de</strong>s binnen<strong>de</strong> school zelf, lijken hier ook kansen te liggen voor scholengemeenschappen.16 Uit on<strong>de</strong>rzoek weten we dat <strong>van</strong> alle on<strong>de</strong>rwijsvariabelen docentenkwaliteithet grootste effect heeft op leerlingenprestaties (Lavy 2002;Rivkin, Hanushek & Kain 2005; Strauss & Sawyer 1986).17 <strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rzoek werd in opdracht <strong>van</strong> Orion (Onafhankelijk RegionaalInterscolair On<strong>de</strong>rwijs) uitgevoerd door het Ruud <strong>de</strong> MoorCentrum.18 In 2002 is aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten <strong>de</strong> Bachelor/Masterstructuur ingevoerd. Sinds die invoering is er een voortduren<strong>de</strong> drukom door het aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> bre<strong>de</strong> vakken (kerncurricula) <strong>de</strong> groepente vergroten en zo grotere efficiency in het on<strong>de</strong>rwijs te bereiken. Deinvoering <strong>van</strong> minoren in <strong>de</strong> Bachelor heeft naast voor<strong>de</strong>len ook hetna<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> daaraan te beste<strong>de</strong>n tijd wegvalt voor <strong>de</strong> (in het geval<strong>van</strong> GLTC ook al zeer bre<strong>de</strong>) vakinhoud <strong>van</strong> het hoofdvak.19 De ‘Groningenroute’ houdt in dat leerlingen <strong>van</strong> zelfstandigegymnasia die in een extra vak examen doen, maar <strong>van</strong>wege eenonvoldoen<strong>de</strong> voor een klassieke taal het diploma niet halen, via eenprocedure bij <strong>de</strong> IB Groep in Groningen alsnog een atheneumdiplomakunnen krijgen. Deze route is sinds kort lastiger gewor<strong>de</strong>n, maarnog niet geheel afgesloten.20 Zie 5.2 voor een na<strong>de</strong>re uitleg en analyse.21 Dit wordt al gesignaleerd in Verhoeven 1997 en nog eens benadruktin Goris 2007, 69-70. Zowel in het SE als in het CE blijken tekstbegripvragenvaak nogal eenzijdig gericht te zijn op het microniveau<strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst, waarbij reproductievragen <strong>de</strong> overhand hebben eninterpretatie- en evaluatievragen relatief on<strong>de</strong>rvertegenwoordigdzijn. Zie voor een na<strong>de</strong>re uitleg 9.5.1.22 Op <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het Grieks komen wij terug in 9.6. De ein<strong>de</strong>xamenresultaten<strong>van</strong> Grieks zijn aanzienlijk beter dan die <strong>van</strong> Latijn,zoals blijkt uit <strong>de</strong> tabellen in Bijlage IV.23 De feitelijke berekening is complexer omdat met grensgevallenrekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Zie http://www.cito.nl/VO/ce/normering.24 De N-term mag liggen tussen 0 en 2, maar een N-term die jarenlang


op of boven 1.5 ligt mag als indicatie wor<strong>de</strong>n gezien dat er iets aan<strong>de</strong> hand is.25 Voor aantallen ein<strong>de</strong>xamenkandidaten, zie Figuur 4.26 Bron: CvE/Cito.27 Bron: CvE/Cito.28 <strong>Het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling ligt in 2010 opnieuw on<strong>de</strong>r<strong>de</strong> 6. Na afronding zou dit resultaat evenwel tot een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>voldoen<strong>de</strong> ook voor alleen <strong>de</strong> vertaling hebben geleid.29 Kleine afwijkingen zijn het gevolg <strong>van</strong> afronding. Over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>2002-2010 werd gemid<strong>de</strong>ld 1.5 cijferpunt hoger gescoord voor <strong>de</strong>vragen dan voor <strong>de</strong> proefvertaling.30 Goris 2007, 26.31 Zie ook 3.6 en noot 11.32 Sicking 1996, 85.33 Zie Goris en Boelhouwer 2003.34 De vragen zijn geen weggevertjes: dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> toets voldoetaan alle eisen voor een goed examen. Vooral <strong>de</strong> citaatvragen envragen naar structuurverschillen tussen origineel en vertaling zijn,net als <strong>de</strong> proefvertaling, sterk discriminerend, d.w.z. dat sterkereleerlingen ze goed maken en zwakkere zwak: ook dat soort vragengaran<strong>de</strong>ert dus een betrouwbaar examen. <strong>Het</strong> probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong>proefvertaling is dat die in zekere zin te discriminerend is en an<strong>de</strong>rzijdsniet <strong>de</strong> informatie oplevert die <strong>de</strong> examinator zoekt.35 De constatering <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze afwijking heeft tussen 2004 en 2005 geleidtot aanscherping <strong>van</strong> <strong>de</strong> normering in het correctiemo<strong>de</strong>l, omdat<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>nking bestond dat er groepen onvoldoen<strong>de</strong> voorberei<strong>de</strong>leerlingen tot het ein<strong>de</strong>xamen wer<strong>de</strong>n toegelaten. Zie Goris 2007, 26.36 Zie Figuur 1.37 Bron: <strong>van</strong> Meurs 2008, en <strong>van</strong> Meurs, persoonlijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling.38 Bron: CvE/Cito. De verschillen in percentages onvoldoen<strong>de</strong>s tenopzichte <strong>van</strong> Figuur 1 hangen samen met verschillen in <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g<strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken steekproef.39 Bron: CvE/Cito.40 Bron: CvE (met dank aan Ruth Welman)/Cito en Inspectie. Decijfers zijn afgerond op twee <strong>de</strong>cimalen.41 Atheneum met Latijn ditmaal niet meegeteld. Indien dat wel gebeurt,komt het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfer op 6.26 (zoals vermeld in 5.3).42 Bovendien was <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenauteur <strong>van</strong> dat jaar een relatief eenvoudige:Ovidius. Niettemin waren <strong>de</strong> resultaten slecht.43 Dit blijkt uit <strong>de</strong> gegevens op <strong>de</strong> Trouw website over <strong>de</strong> jaarlijksevergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> schoolresultaten. Meer in het algemeen blijkt ditook uit het VOCL (Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs Cohort Leerlingen), eenmeerjarig on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r een representatieve steekproef <strong>van</strong> ca.20.000 leerlingen, zie o.a. Rekers-Mombarg et al. 2006.44 Goris 2007, 86.45 Zie noot 11 en <strong>de</strong> opmerkingen in 5.2.46 Zie het ka<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> binnenzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> achterflap.47 Zie ook hoofdstuk 3 (vooral 3.6) en 4.6.48 Zie 5.3 en noot 35.49 <strong>Het</strong> meest voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> referentie-examen zou het Liviusexamen<strong>van</strong> 2006 zijn geweest; het Cicero-examen <strong>van</strong> 2004 dateertnog <strong>van</strong> vóór het besluit <strong>van</strong> 2004/2005 om <strong>de</strong> normering aan tescherpen.50 Ook een verbetering <strong>van</strong> het correctievoorschrift lijkt een positieveinvloed te hebben gehad, in die zin dat het <strong>de</strong> docenten bij <strong>de</strong> correctiemeer mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt om <strong>de</strong> prestatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kandidaatrecht te doen.51 Op basis <strong>van</strong> het referentie-examen had een N-term <strong>van</strong> 0.2 in <strong>de</strong>re<strong>de</strong> gelegen. Een <strong>de</strong>rgelijk lage N-term is een indicatie dat het CE2010 in vergelijking met dat <strong>van</strong> 2006 veel eenvoudiger was voor <strong>de</strong>leerlingen. Vanzelfsprekend hangt dat <strong>de</strong>els samen met een beterevoorbereiding op basis <strong>van</strong> meer uren door <strong>de</strong> leerlingen. <strong>Het</strong> besluit<strong>van</strong> het CvE is dus goed te ver<strong>de</strong>digen. Een N-term <strong>van</strong> 0.2 zou hetpercentage onvoldoen<strong>de</strong>s sterk hebben verhoogd en het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>cijfer omlaag hebben gebracht.52 Zie ook <strong>de</strong> rapportage <strong>van</strong> het CvE aan het Ministerie over <strong>de</strong> resultaten<strong>van</strong> <strong>de</strong> centrale ein<strong>de</strong>xamens 2010 (persoonlijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingCvE).53 Alleen al tussen 1997 en 2007: Verhoeven 1997, Inspectie <strong>van</strong>On<strong>de</strong>rwijs 1998, De Jong 2000, Tielens 2001, Tielens 2002, Gorisen Boelhouwer 2003, Belangengroepering Gymnasiale Vorming2003, Weenink 2005, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Wei<strong>de</strong>n 2005 (allen besproken in hetVakdossier 2007, 69-96; voor complete verwijzingen, zie daar). Voor<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vóór 1997 zie <strong>de</strong> verwijzingen in noot 11.54 Inmid<strong>de</strong>ls wordt o.l.v. prof. Sietske Waslan<strong>de</strong>r een analoog on<strong>de</strong>rzoekverricht naar <strong>de</strong> situatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen op <strong>de</strong> gymnasialeaf<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> scholengemeenschappen. De resultaten hier<strong>van</strong>wor<strong>de</strong>n in het eerste kwartaal <strong>van</strong> 2011 verwacht.55 Instemming: 171; ontkenning: 40; geen mening 32; n=243.56 Als voorbeeld kan gekeken wor<strong>de</strong>n naar het project ‘Vensters voorVerantwoording’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> VO-raad, waarin scholen in het voortgezeton<strong>de</strong>rwijs afspraken maken op welke wijze zij <strong>de</strong> schoolprestaties viahun website presenteren en die vergelijken met an<strong>de</strong>re scholen. Ziehttp://www.venstersvoorverantwoording.nl.57 De dramatische terugval in contacturen in <strong>de</strong> Klassieke Talen isuitvoerig gedocumenteerd in Goris en Boelhouwer 2003. De studielasturenvoor <strong>de</strong> Klassieke Talen zijn sindsdien weer uitgebreid(<strong>van</strong> 480 tot 600 uur), maar dat heeft blijkens <strong>de</strong> reacties bij <strong>de</strong>veldraadpleging niet overal geleid tot een substantieel herstel <strong>van</strong><strong>de</strong> urentabel.67


6858 Bij <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een gou<strong>de</strong>n standaard op het punt <strong>van</strong> (bij)scholing en kwalificatie <strong>van</strong> docenten kan gebruik gemaakt wor<strong>de</strong>n<strong>van</strong> recente notities <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepsvereniging VCN over het instellen<strong>van</strong> een beroepsregister, en over <strong>de</strong> basiskwalificaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> docentKlassieke Talen.59 Scholae is een uit een samenwerking <strong>van</strong> universiteiten en voortgezeton<strong>de</strong>rwijs voortgekomen initiatief om een selecte groep <strong>van</strong>onbevoeg<strong>de</strong> docenten Klassieke Talen via een zij-instroomtrajecteen lesbevoegdheid te laten halen. Docenten die <strong>de</strong>elnemen aan ditzij-instroomprogramma beschikken reeds over een voltooi<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mischeopleiding en een eerstegraads lesbevoegdheid in een an<strong>de</strong>rvak.60 Voor geplan<strong>de</strong> vernieuwingen in bijvoorbeeld het Vlaamse KlassiekeTalenon<strong>de</strong>rwijs, zie het Leerplan Secundair On<strong>de</strong>rwijs voor<strong>de</strong> Klassieke Studiën eerste graad <strong>van</strong> het Vlaams Verbond <strong>van</strong> hetSecundair Katholiek On<strong>de</strong>rwijs, dat m.i.v. 1 september 2011 wordtingevoerd: http://ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Klassieke%20studien-2011-001.pdf. De problematiek en voorgestel<strong>de</strong> oplossingenvoor examenprogramma en taalverwervingon<strong>de</strong>rwijs in Vlaan<strong>de</strong>renen Ne<strong>de</strong>rland zijn in veel opzichten vergelijkbaar.61 Binnen het zogeheten Pegasus-project heeft een aantal scholenin Ne<strong>de</strong>rland inmid<strong>de</strong>ls enige ervaring opgedaan met <strong>de</strong>rgelijke‘gekantel<strong>de</strong>’ on<strong>de</strong>rwijsleerprocessen. In dit ka<strong>de</strong>r verdient ook <strong>de</strong>nieuwe on<strong>de</strong>rbouwmetho<strong>de</strong> Grieks Kosmos (Holwerda e.a. 2006)vermelding. Een nieuwe metho<strong>de</strong> in Vlaan<strong>de</strong>ren die vrij systematisch<strong>van</strong>uit nieuwe taalkundige inzichten werkt (en vrijwel uitsluitendgebruik maakt <strong>van</strong> authentieke teksten) is Tolle, Lege (Coghe e.a.2006-2007).62 Zie bijvoorbeeld het door prof. Donald Mastronar<strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong>Engelstalige materiaal op http://socrates.berkeley.edu/~ancgreek.Vergelijkbaar voor het Ne<strong>de</strong>rlandstalige gebied is bijvoorbeeldDidasko, zie http://www.didaskoo.nl. Voor oefeningen zie o.a. Stilus,http://www.stilus.nl.63 Overwogen kan wor<strong>de</strong>n om ook in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw te werken met‘CEVO-minimumlijsten’ waarin voor alle drie on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n terreinen<strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> minimumkennis in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> kernconceptenbijeen staat. Deze lijsten kunnen tevens leidraad zijn bij <strong>de</strong> toetsing.64 Zie Goris 2007, 69-70, on<strong>de</strong>r verwijzing naar Verhoeven 1997.65 Zie ook 4.6 en noot 21.66 Zie <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Paardt 1988 en Demoen 2008.67 In 2008 is er in een veldproject materiaal ontwikkeld om aandachtte beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> actualisatie <strong>van</strong> Latijnse teksten. Zie http://www.slo.nl/voortgezet/twee<strong>de</strong>fase/vakken/klassieke_talen/an<strong>de</strong>re_wereld_2008.Bij <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> nieuw materiaal kan o.a. gedachtwor<strong>de</strong>n aan een keuzepensum Neolatijn.68 Bovendien blijken <strong>de</strong> daarover te stellen vragen, m.n. <strong>de</strong> citaatvragenen vragen naar structuurverschillen tussen origineel en vertaling,sterk discriminerend. Zie ook 5.3, noot 34.69 De meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten die respon<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> enquêtebij <strong>de</strong> veldraadpleging on<strong>de</strong>rschrijft <strong>de</strong> stelling ‘dat taalbeheersing entekstbegrip ook op an<strong>de</strong>re manieren getoetst kunnen wor<strong>de</strong>n danmet een proefvertaling’ (158 ja, 70 nee, 15 geen mening; n=233).70 Zie hoofdstuk 5: opname in het SE en mon<strong>de</strong>ling toetsen brengenhet gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling in elk geval enigszins meer inlijn met <strong>de</strong> praktische situatie <strong>van</strong> voor <strong>de</strong> Mammoetwet, toen <strong>de</strong>proefvertaling altijd <strong>de</strong>el uitmaakte <strong>van</strong> het schoolexamen (er wasnog geen CE).71 Uit Amerikaans on<strong>de</strong>rzoek naar docenten in <strong>de</strong> bètavakken weten webijvoorbeeld dat leerlingen beter presteren naarmate hun docentenhoger zijn opgeleid in hun vakgebied (Brewer & Goldhaber 2000;Rowan, Chiang, & Miller 1997), en dat <strong>de</strong>ze effecten sterker zijnnaarmate het on<strong>de</strong>rwijs in het vak inhou<strong>de</strong>lijk complexer wordt(Monk 1994).72 Zie <strong>de</strong> notities die <strong>de</strong> VCN in 2009 over dit on<strong>de</strong>rwerp heeft uitgebracht.73 Kleine afwijkingen zijn het gevolg <strong>van</strong> afronding. Over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>2002-2010 werd gemid<strong>de</strong>ld 1.5 cijferpunt hoger gescoord voor <strong>de</strong>vragen dan voor <strong>de</strong> proefvertaling.74 Sic; zo aangeleverd door CvE/Cito.75 Zie noot 74.


<strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broerDrie leerlingen maken het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el proefvertaling <strong>van</strong> hetCE Latijn (2002-II). De tekst komt uit Ovidius. De opdrachtluidt: bestu<strong>de</strong>er [<strong>de</strong> tekst] met <strong>de</strong> inleiding en <strong>de</strong> aantekeningen.Vertaal <strong>de</strong> regels [Ovidius Metamorphosen I] 274-292. Deinleiding luidt: ‘Jupiter en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re go<strong>de</strong>n hebben besloten <strong>de</strong>zondige mensheid te vernietigen door een zondvloed. Eerst werd<strong>de</strong> zui<strong>de</strong>nwind erop uitgestuurd, die zorg<strong>de</strong> voor verschrikkelijkeregenbuien. Maar dat was nog niet genoeg’.De tekst begint met het eind <strong>van</strong> een vers (in het origineel voorafgegaandoor een komma):illumcaeruleus frater iuvat auxiliaribus undis.Leerling 1 vertaalt dit in het volgen<strong>de</strong> gymnasiaans: ‘hem helpt<strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer met hulpgolven’. ‘Blauwe broer’ is natuurlijkraar. Maar ja, het is Latijn. Hij laat het maar zo, en krijgt <strong>de</strong> volledigescore.Leerling 2 komt eerst tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vertaling, maar heeft geleerddat je bij absur<strong>de</strong> uitkomsten eerst nog eens door moet <strong>de</strong>nken.Hij consulteert ook <strong>de</strong> aantekeningen: bij illum staat: ‘bedoeldwordt Jupiter’; bij frater staat: ‘bedoeld wordt Neptunus’. Deleerling begrijpt dat ‘blauw’ iets te maken moet hebben met<strong>de</strong> kleur <strong>van</strong> water. Hij noteert: ‘hem helpt zijn broer met zijn<strong>blauwe</strong> hulpgolven’. Maar dit is fout: ‘blauw’ hoort grammaticaalbij ‘broer’, niet bij <strong>de</strong> ‘golven’. Hij krijgt geen punten voor <strong>de</strong>zevertaling.Leerling 3 doorloopt hetzelf<strong>de</strong> traject als leerling 2: zij begrijptdie <strong>blauwe</strong> broer eerst ook niet, legt dan <strong>de</strong> link met Neptunusen het water, en realiseert zich dat in <strong>de</strong>ze dichterlijke tekst eeneigenschap <strong>van</strong> het element waarvoor Neptunus staat gekoppeldwordt aan <strong>de</strong> god zelf.En die wordt hier beschreven in zijn relatie tot Jupiter, dus als‘broer’. Vandaar: ‘<strong>blauwe</strong> broer’. Deze leerling noteert exact<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vertaling als leerling 1 en krijgt <strong>de</strong> volledige score. Haarsuperieure inzicht in <strong>de</strong> tekst kan niet gehonoreerd wor<strong>de</strong>n. <strong>Het</strong>is tenslotte maar een proefvertaling.Wat is het <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer? Die vraag leidt tot <strong>de</strong>kern <strong>van</strong> <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verkenningscommissie op belang eninhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen. We vertalen het Latijn, maardaarmee zijn we er niet. Deze tekst roept allerlei vragen op. Watis een <strong>blauwe</strong> broer? Wie is <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer? Hoe kun je zeggendat een broer blauw is? In wat voor verhalen en in wat voorwereld hoort die <strong>blauwe</strong> broer thuis? Hoe verhoudt die wereldzich tot die <strong>van</strong> ons? <strong>Het</strong> <strong>geheim</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>blauwe</strong> broer is meteen<strong>de</strong> aantrekkingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klassieke Talen. Elke antieke tekstroept prikkelen<strong>de</strong> vragen op die ver<strong>de</strong>r gaan dan <strong>de</strong> vertaling alleen:wat zou er wor<strong>de</strong>n bedoeld met die <strong>blauwe</strong> broer?Een tekst als <strong>de</strong>ze kan uitstekend aan een ein<strong>de</strong>xamenleerlingwor<strong>de</strong>n voorgelegd. Maar vragen naar alleen een vertaling iste beperkt. Aan <strong>de</strong> vertaling alleen kun je het verschil niet zientussen een mechanische vertaler en een leerling met een goedinzicht in een complexe tekst (leerling 1 en 3); en <strong>de</strong> mechanischevertaler krijgt wel punten, maar <strong>de</strong> leerling met enig inzichtin een complexe tekst niet (leerling 1 en 2). Op basis <strong>van</strong> heelweinig leeservaring moeten <strong>de</strong> leerlingen kiezen of een ‘<strong>blauwe</strong>broer’ <strong>de</strong> soort onzin is die betekent dat je helemaal fout zit, ofjuist <strong>de</strong> onverwachte rijkdom <strong>van</strong> het Latijn illustreert. Vragenover tekst (grammatica, interpretatie) en (culturele) contextontbreken; om reflectie wordt niet gevraagd. De informatie wie<strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> broer is wordt in <strong>de</strong> aantekeningen weggegeven.Jammer.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!