13.07.2015 Views

Cogniforme stoornissen - NIP

Cogniforme stoornissen - NIP

Cogniforme stoornissen - NIP

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

cognitieve klachten zonder duidelijke aanwijzingen voor simuleren,scharen onder de somatoforme <strong>stoornissen</strong>. Dit voorstel heeft zijnweg naar de praktijk nog niet gevonden. Er zijn echter al langeraanwijzingen dat psychologische mechanismen die een rol spelen bijsomatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK), ook aanwezigzijn bij een deel van de LTH-patiënten (Ponds & Groet, 2003). Hetlijkt dan ook zinvol om bij deze patiëntengroep de bij SOLK toegepastetestmaterialen te combineren met standaard neuropsychologischeevaluatie van de verschillende cognitieve domeinen. Te denkenvalt dan aan vragenlijsten gericht op klachtenbeleving, coping, emotionaliteiten ziektecognities. Voorts is het aan te bevelen om bijdeze populatie standaard te testen op suboptimaal presteren doorgebruik te maken van symptoomvaliditeitstaken. Het is bekend dateen deel van de LTH-patiënten suboptimaal presteert in een NPO(Stulemeijer, e.a., 2006). Wanneer er geen rekening wordt gehoudenmet onderpresteren, zouden afwijkende testresultaten ten onrechteals aanwijzing voor cognitieve <strong>stoornissen</strong> kunnen worden gehouden.BehandelingVoor patiënten met whiplashklachten bestaan er al jaren diverserevalidatiebehandelprogramma’s waarmee over het algemeen goederesultaten behaald worden. Deze behandeling is doorgaans multidisciplinairvan aard waarbij fysiotherapie, ergotherapie en psychologischebehandeling veelal vaste onderdelen zijn. Wetenschappelijkonderzoek, dat het effect van deze behandeling ondersteunt, blijftechter nog achter. Wel wordt de voorkeur voor een activerende,stimulerende therapie uitgesproken (Minderhoud, e.a., 2008).Andere patiëntengroepen met somatisch onvoldoende verklaardecognitieve klachten, zoals patiënten met een postcommotioneelsyndroom in de chronische fase, komen er vaak bekaaid van af. Deklachten worden door huisarts of neuroloog niet juist gediagnosticeerden bij verscheidene revalidatiecentra worden alleen patiëntenmet aantoonbaar hersenletsel behandeld. In de praktijk zien wevaak dat het maanden tot jaren kan duren voordat een verwijzingnaar een psycholoog tot stand komt. Dit is spijtig, omdat onderzoeklaat zien dat deze patiënten juist in de vroege fase baat hebben bijeen adequate uitleg over de aard en het beloop van hun klachten(Snell, e.a., 2009).Voor zover wij weten zijn er nog geen behandelprotocollen ontwikkeldvoor deze groep patiënten. Er bestaat enige consensus dat deaard van de behandeling voor patiënten met LTH cognitief gedragsmatigzou moeten zijn (Ponds & Groet, 2003). Deze behandelingtoont overeenkomsten met de gangbare behandelwijze van SOLK(Van Rood e.a., 2011). Naar onze mening kunnen de bekende behandelstrategieënvan patiënten met SOLK (deels) ook bij patiënten metonvoldoende verklaarde cognitieve klachten worden toegepast. Hetpatroon dat bij deze klachten ontstaat is vaak als volgt: er is eenluxerende factor, bijvoorbeeld een verkeersongeluk of val, waarbijcognitieve klachten ontstaan. Door de wijze waarop de patiënt dezecognitieve klachten interpreteert (misattributie, catastroferen), zicherop focust (selectieve aandacht) en op reageert (vermijding, overbelasting)kan herstel van de klachten uitblijven. Deze in stand houdendefactoren zijn aangrijpingspunten voor cognitieve gedragstherapie.Een helder verklaringsmodel is essentieel. Stulemeijer en collega’s(2008) laten zien dat een gezondheidspsychologisch verklaringsmodelbij persisterende cognitieve klachten na een licht traumatischschedel-hersenletsel betere handvatten biedt voor behandelingdan een monocausaal, neurologisch verklaringsmodelmodel.ConclusieEr zijn aanwijzingen dat niet de feitelijke beperkingen maar vooralde psychologische mechanismen van belang zijn bij het begrijpenen behandelen van persisterende cognitieve klachten na licht trauma.Wij zijn van mening dat integratie van klinisch psychologische- enneuropsychologische kennis een bijdrage kan leveren aan het begrijpenen behandelen van (somatisch en psychiatrisch) onvoldoende verklaardecognitieve klachten.Bruikbare classificatiesystemen en richtlijnen voor behandeling vandeze groep patiënten ontbreken nog. Vooralsnog zijn er slechts practicebasedmethoden voorhanden. Verder wetenschappelijk onderzoeken ontwikkeling van richtlijnen, waarbij een integratieve aanpak vanuitzowel klinisch psychologische- als neuropsychologische invalshoekwordt gecombineerd, zal daarbij zeker tot een verdere positieve ontwikkelingleiden.Wij zijn ons er terdege van bewust dat de controverse over de oorzakenvan persisterende cognitieve klachten nog steeds gaande is. Ookrealiseren wij ons dat er over de diagnostiek en behandeling vansomatisch onverklaarde cognitieve klachten nog geen consensusbestaat. Wij pretenderen ook niet dat in dit korte overzicht allefacetten van dit complexe onderwerp zijn genoemd. Met name overde classificatie en nosologie van cognitieve klachten na licht traumabestaat nog weinig uniformiteit en duidelijkheid. Wel hebben wijwillen laten zien dat psychologische mechanismen, zoals coping,7Nieuwsbrief Sectie Revalidatie | september 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!