13.07.2015 Views

Cogniforme stoornissen - NIP

Cogniforme stoornissen - NIP

Cogniforme stoornissen - NIP

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Cognitieve klachten na een aneurysmale subarachnoïdale bloedingEen aneurysmale subarachnoïdale bloeding (SAB) is een levensbedreigendeaandoening die voornamelijk voorkomt bij relatiefjonge mensen, met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar. 1 Ruimde helft van de patiënten die een SAB hebben overleefd herstellenfysiek vrij goed maar velen van hen houden psychosocialeproblemen over die van invloed kunnen zijn op hun kwaliteit vanleven. Er worden veel <strong>stoornissen</strong> in het cognitief functionerenna SAB gerapporteerd, met geheugen (14 to 61%), executievefuncties (3 to 75%), en taal (0 to 76%) als de meest aangedanecognitieve domeinen. 2 In het proefschrift `Quality of life afteraneurysmal subarachnoid haemorrhage´ zijn onderzoekenbeschreven die zich vooral richten op het identificeren vanfysieke en psychosociale problemen die invloed hebben op dekwaliteit van leven na een SAB. 3 In de hieronder beschrevencross-sectionele studie hebben we de prevalentie van cognitieveklachten na SAB onderzocht en de factoren die hieropvan invloed zijn. 4OnderzoekHet doel van het onderzoek is om met de opgedane kennis de begeleidingvan patiënten met SAB door het multidisciplinaire revalidatieteamte verbeteren en de effectiviteit van de revalidatiebehandelingte vergroten. Het betreft een prospectief onderzoek waarbij 143 SABpatiënten, die de multidisciplinaire SAB poli van het UMCU hebbenbezocht in de periode van september 2006/ oktober 2008, tot 1 jaarna SAB werden gevolgd. Het onderzoek vond plaats bij SAB patiëntendie 3 maanden na de SAB de nazorgpoli voor SAB patiënten in hetUMCU bezochten. Voorafgaand aan elk bezoek vulden zij vragenlijstenin over depressie (BDI-II) en angst (STAI-State). Op de SABnazorgpoli worden patiënten gezien door de SAB verpleegkundige,die navraagt welke beperkingen de patiënt na de SAB ervaart, leefstijladviesgeeft en de CLCE-24 (een vragenlijst over cognitieve,emotionele en gedragsmatige gevolgen na SAB) afneemt, de neuropsycholoog,die een neuropsychologische screening afneemt op hetgebied van de cognitieve domeinen aandacht, geheugen, executieveen visuospatiële functies, de revalidatiearts, die op basis van deverzamelde informatie en een kort lichamelijk onderzoek nagaatof er een revalidatieprogramma wenselijk is.ResultatenHet onderzoek betrof 111 patiënten die de SAB poli bezochten 3maanden na de doorgemaakte SAB. In deze studiegroep rapporteerden105 (95%) van de patiënten op de CLCE-24 minimaal één cognitieveofemotionele klacht die hen beperkte in het dagelijkse leven. Demeest voorkomende cognitieve klachten waren moeite hebben om“alles bij te houden”, om “nieuwe informatie te onthouden” en om“de aandacht ergens bij te houden” (tabel 1).Daarnaast rapporteerde ongeveer de helft van de patiënten meer dannormale gevoelens van angst en depressie. Tweeënvijftig patiënten(46.8%) lieten milde en 28 (25.2%) ernstige cognitieve <strong>stoornissen</strong>zien op een of meer cognitieve domeinen (tabel 2).Cognitieve <strong>stoornissen</strong>, fysieke beperkingen, depressieve symptomenen gevoelens van angst waren significant geassocieerd met de cognitieveklachten. Om na te gaan in hoeverre de cognitieve klachtenwerden verklaard door de cognitieve <strong>stoornissen</strong> werd een stapsgewijzeregressie analyse uitgevoerd. In de eerste stap van de regressieanalyse kon 6.9% van de variantie in cognitieve klachten door decognitieve <strong>stoornissen</strong> verklaard worden. Na het toevoegen van deoverige determinanten bleken geheugen<strong>stoornissen</strong>, fysieke beperkingenen depressieve symptomen significante determinanten vandeze cognitieve klachten, met een verklaarde variantie van 35.4%,waarbij depressie de sterkste relatie liet zien (tabel 3, op te vragenbij de redactie).ConclusieDe zwakke associaties tussen cognitieve klachten en <strong>stoornissen</strong> zijneerder beschreven bij CVA 5 en traumatisch hersenletsel. 6 De discrepantietussen cognitieve klachten en <strong>stoornissen</strong> in onze studie kanmet verschillende factoren te maken hebben. Allereerst betrof deneuropsychologische screening niet alle cognitieve domeinen. Verderis lijkt het neuropsychologisch onderzoek onvoldoende gevoelig voorsubtiele veranderingen in het cognitief functioneren. Daarnaast kanhet zijn dat subtiele cognitieve veranderingen ervoor zorgen datpatiënten op hun tenen lopen en hun cognitieve reservecapaciteitgebruiken, hetgeen ze als cognitieve klachten ervaren. Bovendienkan er sprake zijn van overschatting van de cognitieve klachten doorattributie of door de veel voorkomende depressieve klachten.9Nieuwsbrief Sectie Revalidatie | september 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!