Plannings- aanwijzing4.2 MB - Viessmann
Plannings- aanwijzing4.2 MB - Viessmann
Plannings- aanwijzing4.2 MB - Viessmann
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bewaren in:<br />
Map Vitotec, planningsdocumentatie,<br />
register 8<br />
VIESMANN<br />
<strong>Plannings</strong>aanwijzing<br />
Zonnecollectoren van <strong>Viessmann</strong> –<br />
geschikt voor elke behoefte<br />
Gebruik van zonne-energie voor het verwarmen van tapwater,<br />
verwarmings- en zwembadwater via een warmtewisselaar<br />
alsook voor de productie van proceswarmte.<br />
VITOSOL 200-F, 300-F<br />
Vlakke collector, type SV en SH<br />
voor montage op platte en schuine daken alsook voor vrijstaande<br />
montage,<br />
Type SH ook voor montage aan gevels<br />
Vlakke collector met groot oppervlak, type 5DI<br />
voor dakintegratie op schuine daken met dakpanbedekking<br />
5818 135-9 B/fl 8/2007<br />
VITOSOL 200-T<br />
Uiterst efficiënte, direct doorstroomde vacuümbuiscollector<br />
bij de montage op schuine en platte daken, aan gevels<br />
en voor vrijstaande montage<br />
VITOSOL 300-T<br />
VITOSOL<br />
Vacuümbuiscollector volgens het Heatpipe-principe voor<br />
montage op schuine daken en voor vrijstaande montage<br />
op platte daken
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Principes van zonnetechniek 1. 1 Inzetbereik van de planningaanwijzing . . . ................................ 4<br />
1. 2 Gegevens inzake zonnestraling. ........................................ 4<br />
&Invloed van richting, inclinatie en overschaduwing . . . ..................... 4<br />
2. Technische informatie 2. 1 Overzicht van het <strong>Viessmann</strong>-collectorgamma. ............................ 4<br />
&Gegevens over de collectoroppervlakken. ............................... 6<br />
3. <strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen<br />
3. 1 Dimensionering van het zonnesysteem. . . ................................ 7<br />
&Installatievoortapwateropwarming..................................... 7<br />
&Installatie voor de tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming..............................................................<br />
8<br />
&Installatie voor zwembadwateropwarming – warmtewisselaarencollector..... 9<br />
3. 2Keuzevanhettypemontage ........................................... 10<br />
&Schuine daken – opdakmontage . . . .................................... 10<br />
&Schuine daken – dakintegratie ........................................ 11<br />
&Plattedaken ....................................................... 12<br />
&Gevelmontage...................................................... 17<br />
&Algemene montageaanwijzingen . . .................................... 18<br />
3. 3Dimensioneringvandebuisdiameter .................................... 20<br />
&Werkingswijzen van een zonnesysteem . ................................ 20<br />
&Materiaalvoordeinstallatie........................................... 21<br />
&Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 200-F, 300-F, type SV<br />
enSH............................................................. 21<br />
&Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 200-T, type SD2 ..... 21<br />
&Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 300-T, type SP3 ..... 22<br />
3. 4 Dimensionering van de circulatiepomp . . . ................................ 23<br />
3. 5 Veiligheidstechnische uitrusting. ........................................ 25<br />
&Aanwijzingen bij het wamtedragend medium . ............................ 25<br />
&Aanwijzingen bij de stagnatie . ........................................ 26<br />
&Expansievat ....................................................... 26<br />
&Aanwijzingen bij het voorschakelvat .................................... 28<br />
&Veiligheidsklep . .................................................... 29<br />
&Veiligheidstemperatuurbegrenzer . . .................................... 29<br />
3. 6Optimalisatievanhettotalesysteem..................................... 30<br />
4. Toepassingsvoorbeelden 4. 1 In onze klimaatzone: bivalente installaties ................................ 34<br />
4. 2Hoeteinstalleren? ................................................... 34<br />
4. 3 Bijkomende functie voor tapwateropwarming . . ............................ 34<br />
4. 4 Bescherming tegen verbranden . ........................................ 34<br />
4. 5 Installaties vanaf 20 m2 collectoroppervlak . . . ............................ 34<br />
4. 6 Afkortingen in de schema's. ............................................ 34<br />
4. 7 Toepassingvoorbeeld 1a. . . ............................................ 35<br />
&Bivalente tapwateropwarming met warmwaterboiler Vitocell-100-B of Vitocell<br />
300-B, met Vitosolic 100 . ............................................ 35<br />
4. 8 Toepassingsvoorbeeld 1 b . ............................................ 37<br />
&Bivalente tapwateropwarming met warmwaterboiler Vitocell 100-B of Vitocell<br />
300-B, met Vitosolic 200 . ............................................ 37<br />
4. 9 Toepassingsvoorbeeld 2. . . ............................................ 39<br />
&Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming door<br />
eenverwarmingswaterbuffer,metVitosolic200........................... 39<br />
4.10 Toepassingsvoorbeeld 3. . . ............................................ 42<br />
&Bivalente tapwateropwarming met twee warmwaterboilers, met Vitosolic 200 . . 42<br />
4.11 Toepassingsvoorbeeld 4. . . ............................................ 44<br />
&Bivalente tapwater- en zwembadwateropwarming. . . . ..................... 44<br />
4.12 Toepassingvoorbeeld 5a. . . ............................................ 48<br />
&Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met<br />
Vitosolic200....................................................... 48<br />
4.13 Toepassingvoorbeeld 5b. . . ............................................ 50<br />
&Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met<br />
Vitosolic200....................................................... 50<br />
4.14 Toepassingsvoorbeeld 6. . . ............................................ 52<br />
&Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met<br />
Vitosolic200....................................................... 52<br />
5. Extra functies van de Vitosolic<br />
100<br />
5. 1 Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel . ............. 54<br />
&InstallatiesmetVitotronic-regelingenmetKM-BUS........................ 54<br />
&Installaties met andere <strong>Viessmann</strong> regelingen. ........................... 54<br />
5. 2 Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming . . . . . . ..................... 55<br />
5. 3Thermostaatfunctie................................................... 55<br />
2 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
6. Extra functies van de Vitosolic<br />
200<br />
5. 4 Maximumbegrenzing van de boilertemperatuur ............................ 55<br />
5. 5Collectorkoellfunctie.................................................. 55<br />
5. 6Terugkoelfunctie ..................................................... 55<br />
5. 7Aanwijzingbijdecollectorkoel-enterugkoelfunctie......................... 55<br />
5. 8Intervalfunctie ....................................................... 55<br />
5. 9 Warmtebalancering . . . ................................................ 56<br />
5.10 Bescherming tegen vorst . . ............................................ 56<br />
6. 1 Maximumbegrenzing van de boilertemperatuur ............................ 56<br />
6. 2Externewarmtewisselaar.............................................. 56<br />
6. 3Koelfunctie.......................................................... 56<br />
6. 4Intervalfunctie ....................................................... 56<br />
6. 5Collectorkoelfunctie .................................................. 56<br />
6. 6Terugkoelfunctie ..................................................... 57<br />
6. 7 Bescherming tegen vorst . . ............................................ 57<br />
6. 8Parallelrelais........................................................ 57<br />
6. 9 Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel . ............. 57<br />
&InstallatiesmetVitotronic-regelingmetKM-BUS.......................... 57<br />
&Installaties met andere <strong>Viessmann</strong>-regelingen . . . . . . ..................... 57<br />
6.10Boiler2(tot4)aan.................................................... 58<br />
6.11Boilerlading......................................................... 59<br />
6.12 Boilervoorrangschakeling. . ............................................ 59<br />
6.13 Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming . . . . . . ..................... 59<br />
&InstallatiesmetVitotronic-regelingenmetKM-BUS........................ 59<br />
&Installaties met andere <strong>Viessmann</strong>-regelingen . . . . . . ..................... 60<br />
6.14 Thermostaatfunctie, ΔT-regeling en schakelklokken . . . ..................... 60<br />
6.15 Warmtebalancering . . . ................................................ 61<br />
&Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsteller . . . ............................ 61<br />
7. Woordenlijst ........................................................................ 61<br />
8. Index ........................................................................ 63<br />
VITOSOL VIESMANN 3
2<br />
Principes van zonnetechniek<br />
1.1 Inzetbereik van de planningaanwijzing<br />
Thermische zonne-installaties vormen vooral in combinatie met<br />
een <strong>Viessmann</strong> verwarmingsinstallatie een optimale systeemoplossing<br />
voor tapwater- en zwembadwateropwarming, ondersteuning<br />
van de kamerverwarming en andere<br />
lagetemperatuurtoepassingen. Een groot deel van de thermische<br />
zonne-installaties worden toegepast in ééngezinswoningen. Hier<br />
biedt <strong>Viessmann</strong> voor zowel de nieuwbouw als voor de modernisering<br />
geprefabriceerde pakketten. In deze planningsdocumentatie<br />
kunnen passende pakketten eenvoudig en snel voor<br />
installatie's tot 20 m 2 absorberoppervlak worden gedimensioneerd.<br />
1.2 Gegevens inzake zonnestraling<br />
Invloed van richting, inclinatie en overschaduwing<br />
Schaduw vermindert de energie-opbrengst<br />
Het collectorveld moet zo geplaatst en gedimensioneerd worden<br />
dat de invloed van schaduwwerpende, naburige gebouwen,<br />
bomen etc. gering blijft.<br />
Technische informatie<br />
2.1 Overzicht van het <strong>Viessmann</strong>-collectorgamma<br />
Vlakke en buiscollectoren van <strong>Viessmann</strong> zijn voor de tapwateren<br />
zwembadwateropwarming, de ondersteuning van de kamerverwarming<br />
alsook voor generering van proceswarmte geschikt.<br />
Vacuüm-buiscollectoren hebben in vergelijking met vlakke collectoren<br />
een kleinere oppervlaktebehoefte (montageoppervlak) bij<br />
gelijk vermogen. Door de afzonderlijke buizen axiaal te draaien<br />
Het rendement varieert naargelang de collectoren (type montage).<br />
Een hellend dak op het zuiden levert het hoogste rendement. Een<br />
dak op het oosten of westen daarentegen slechts ca. 80%.<br />
kunnen zuidafwijkingen gedeeltelijk worden gecompenseerd. Het<br />
vacuüm in de buizen garandeert een optimale isolatie. Daardoor<br />
kan ook een geringe straling (diffuse straling) worden gebruikt (in<br />
ieder geval in het voorjaar en in de herfst). Vacuüm-buiscollectoren<br />
worden daarom bij voorkeur voor de verwarmingsondersteuning<br />
gebruikt.<br />
4 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Technische informatie (vervolg)<br />
Collector/montage Type Bruto<br />
oppervlak<br />
Vitosol 200-F<br />
A, B (opdak/dakintegratie), D, E<br />
(F alleen bij type SH2)<br />
A (dakintegratie)<br />
Vitosol 300-F<br />
A, B (opdak/dakintegratie), D, E<br />
(F alleen bij type SH3)<br />
Absorberoppervlak<br />
Bij montage aan gevels of liggend op platte daken adviseren wij<br />
het collectoroppervlak 20 tot 30% groter te maken (zie de afbeelding<br />
op pagina 4).<br />
Voor een rendementsvergelijking kan het <strong>Viessmann</strong> berekeningsprogramma<br />
ESOP worden gebruikt.<br />
Apertuuroppervlak<br />
Afmetingen Gewicht<br />
Breedte Hoogte Diepte<br />
m 2<br />
m 2<br />
m 2<br />
mm mm mm kg<br />
SV2 2,51 2,32 2,33 1056 2380 90 52<br />
SH2 2,51 2,32 2,33 2380 1056 90 52<br />
5 DI 5,25 4,76 4,92 2570 2040 116 105<br />
SV3 2,51 2,32 2,33 1056 2380 90 52<br />
SH3 2,51 2,32 2,33 2380 1056 90 52<br />
VITOSOL VIESMANN 5<br />
2
2<br />
Technische informatie (vervolg)<br />
Collector/montage Type Bruto<br />
oppervlak<br />
Vitosol 200-T, type SD2<br />
A, B, C, D, (F alleen bij<br />
type SD2, 1 m 2 ,)<br />
Vitosol 300-T, type SP3<br />
A, D, E<br />
1m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
Gegevens over de collectoroppervlakken<br />
Vlakke collector<br />
Absorberoppervlak<br />
Apertuuroppervlak<br />
Afmetingen Gewicht<br />
Breedte Hoogte Diepte<br />
m 2<br />
m 2<br />
m 2<br />
mm mm mm kg<br />
1,44 1,02 1,06 709 2031 143 26<br />
2,88 2,05 2,11 1418 2031 143 51<br />
4,32 3,07 3,17 2127 2031 143 76<br />
2,88 2,05 2,11 1418 2031 143 51<br />
4,32 3,07 3,17 2127 2031 143 76<br />
Vacuümbuiscollector<br />
A Bruto oppervlak<br />
Lengte x breedte der buitenafmetingen; is bij de meeste programma's<br />
voor het aanvragen van subsidies doorslaggevend<br />
B Absorberoppervlak<br />
Selectief gecoat oppervlak<br />
C Apertuuroppervlak<br />
Grootste geprojecteerde oppervlak waardoor de zonnestraling<br />
kan binnendringen<br />
6 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen<br />
3.1 Dimensionering van het zonnesysteem<br />
Installatie voor tapwateropwarming<br />
Basis voor de dimensionering van een zonnesysteem voor tapwateropwarming<br />
is de warmwaterbehoefte. De <strong>Viessmann</strong> pakketten<br />
zijn op een zonnedekkingspercentage van ca. 60% gedimensioneerd.<br />
Het boilervolume moet ca. 1,5 tot 2 maal zo groot zijn als<br />
de dagelijkse warmwaterbehoefte, rekening houdend met de<br />
gewenste tapwatertemperatuur.<br />
Personen Warmwaterbehoefte<br />
per<br />
daginl<br />
Boilervolume<br />
in l<br />
Collector<br />
45°C 60°C Aantal<br />
vlakke<br />
collectoren<br />
SV/SH/5DI<br />
2 80 60<br />
3<br />
4<br />
120<br />
160<br />
90<br />
120<br />
300<br />
2/2/1<br />
5<br />
6<br />
200<br />
240<br />
150<br />
180 400<br />
3/3/–<br />
7 280 210<br />
8 320 240 500 4/4/–<br />
10 400 300<br />
Oppervlak<br />
bij vacuümbuiscollectoren<br />
De gegevens in de tabel gelden bij de volgende voorwaarden:<br />
& uitlijning ZW, Z of ZO<br />
& dakinclinaties van 25 tot 55º<br />
VITOSOL VIESMANN 7<br />
3m 2<br />
4m 2<br />
5m 2<br />
6m 2<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Installatie voor de tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming<br />
A Kamerwarmtebehoefte van een woning (ongeveer vanaf<br />
bouwjaar 1984)<br />
B Kamerwarmtebehoefte van een lage-energiewoning<br />
C Warmwaterbehoefte<br />
D Zonne-energieopbrengst bij 5 m 2 absorberoppervlak (vlakke<br />
collector)<br />
E Zonne-energieopbrengst bij 15 m 2 absorberoppervlak (vlakke<br />
collector)<br />
*1 Rekening houden met badkamerinrichting.<br />
Terwijl het warmteverbruik voor de tapwateropwarming gedurende<br />
het gehele jaar relatief constant is, bestaat op het moment van de<br />
grootste warmtebehoefte voor de kamerverwarming slechts een<br />
zeer geringe aanbod zonne-energie (zie het diagram). Om ondersteuning<br />
van de kamerverwarming te realiseren moet het<br />
collectoroppervlak relatief groot bemeten worden. Daardoor kan<br />
er in de zomer stagnatie in het zonnecircuit optreden.<br />
Basis voor de dimensionering van een zonnesysteem voor ondersteuning<br />
van de kamerverwarming is, naast de warmtebehoefte<br />
van het gebouw in de overgangstijd en in de winter, de warmtebehoefte<br />
voor de warmwaterbereiding in de zomer. Bij stookbehoefte<br />
in de zomer, bijv. ter vermijding van condenswater in kelders of<br />
vloerverwarming in de badkamer wordt de warmtebehoefte verhoogd.<br />
Voor een econoimische werking van een installatie voor<br />
solaire verwarmingsondersteuning moet het collectoroppervlak<br />
max. 2 tot 2,5 keer zo groot zijn als voor de warmtebehoefte in de<br />
zomer.<br />
Zich uitsluitend richten op de kamerwarmtebehoefte kan tot problematische<br />
overdimensionering van het zonnesysteem leiden.<br />
Hydraulisch kunnen installaties voor de ondersteuning van de<br />
kamerverwarming door gebruik van een verwarmingswaterbuffer,<br />
bijv. Vitocell 340-M of 360-M, zeer eenvoudig worden ingebouwd.<br />
Bij wezenlijk hogere eisen aan de tapwateropwarming kan alternatief<br />
een Vitocell 140-E of 160-E in combinatie met een bivalente<br />
warmwaterboiler of de verswatermodule worden ingezet. Deze<br />
module zorgt voor warm water volgens het doorstroomprincipe.<br />
Door de verwarming in lagen in de Vitocell 360-M en 160-E wordt<br />
de belading van de buffer geoptimaliseerd. Het door zonnewarmte<br />
opgewarmde bufferwater wordt via de laaddoorn direct naar het<br />
bovenste gedeelte van de buffer geleid. Daarmee staat het sneller<br />
voor de tapwateropwarming ter beschikking.<br />
Bij lage-energiewoningen (warmtebehoefte kleiner 50 kWh/(m 2 ·<br />
a)) zijn solaire dekkingspercentages tot 35% met betrekking tot de<br />
totale energiebehoefte, incl. tapwateropwarming mogelijk. Bij<br />
gebouwen met een hogere warmtebehoefte valt het dekkingspercentage<br />
lager uit.<br />
Personen Warmwaterbehoefte<br />
per<br />
daginl<br />
Buffervolume<br />
in<br />
l* 1<br />
Collector<br />
45°C 60°C Vlakke<br />
collector<br />
2 80 60<br />
3 120 90<br />
4 160 120<br />
5 200 150<br />
6 240 180<br />
7 280 210<br />
8 310 240<br />
750<br />
750<br />
1000<br />
1000<br />
4xSV<br />
4xSH<br />
6xSV<br />
6xSH<br />
Vacuümbuiscollector<br />
Voor de berekening van de werkelijke, totale dekking kan het<br />
<strong>Viessmann</strong> berekeningsprogramma ”ESOP” worden gebruikt.<br />
2x3m 2<br />
4x2m 2<br />
3x3m 2<br />
8 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Installatie voor zwembadwateropwarming – warmtewisselaar en collector<br />
Openluchtbaden<br />
Openluchtbaden zijn in Midden-Europa normaal van mei tot september<br />
open. Hun energieverbruikt hangt in principe af van het<br />
lekpercentage, de verdamping, de uitstroming (water moet koud<br />
bijgevuld worden) en de transmissiewarmteverliezen af. Door een<br />
afdekking kan de verdamping en daarmee het energieverbruik<br />
van het zwembad aanzienlijk verminderd worden. De grootte<br />
energielevering komt direct van de zon, die op het bekkenoppervlak<br />
schijnt. Daarmee heeft het zwembad een ”natuurlijke” basistemperatuur,<br />
die als gemiddelde bekkentemperatuur via de<br />
werkingstijd in de tabel hieronder kan worden afgebeeld.<br />
Aan dit typische temperatuurverloop kan door een zonnesysteem<br />
niets worden veranderd. De bijdrage van de zon leidt tot een<br />
bepaalde verhoging van de basistemperatuur. Naargelang de verhouding<br />
tussen zwembadoperpvlak en collectoroppervlak kan een<br />
verschillende temperatuurverhoging worden bereikt.<br />
Typisch temperatuurverloop van een niet verwarmd buitenbad<br />
(maandelijkste gemiddelde waarde) in de periode1-1 tot 31-12.<br />
Plaats: Würzburg<br />
Zwembadoppervlak: 40 m 2<br />
Diepte: 1,5 m<br />
Plaats: beschermd en 's nachts afgedekt<br />
Het volgende diagram geeft aan met welke verhouding tussen<br />
absorberoppervlak tot zwembadoppervlak welke temperatuurverhoging<br />
gemiddeld kan worden bereikt. Deze verhouding is<br />
wegens de betrekkelijk geringe collectortemperaturen en de<br />
gebruikstijd (zomer) onafhankelijk van het gebruikte collectortype.<br />
Aanwijzing<br />
Als het zwembad bovendien met een conventionele verwarmingsinstallatie<br />
op een verhoogde steuntemperatuur wordt gebracht en<br />
gehouden, verandert deze verhouding niet. De opwarmfase van<br />
het zwembad kan echter aanzienlijk worden verkort.<br />
Overdekte baden<br />
Overdekte baden hebben normaal gesproken een hogere doeltemperatuur<br />
dan buitenbaden en worden het gehele jaar gebruikt.<br />
Als het gehele jaar een constante zwembadtemperatuur wordt<br />
gewenst, moeten overdekte baden bivalent worden verwarmd.<br />
Om foute dimensioneringen te voorkomen, moet de energiebehoefte<br />
van het zwembad worden gemeten. Daarvoor moet de<br />
naverwarming gedurende 48 uur uitgezet worden en de temperatuur<br />
bij het begin en einde van de meetperiode worden vastgesteld.<br />
Uit het temperatuurverschil en de zwembadinhoud kan zo<br />
de dagelijks energiebehoefte van het zwembad berekend worden.<br />
Bij nieuwbouw moet een warmebehoefteberekening voor het<br />
zwembad worden opgesteld.<br />
Op een zomerdag (zonder schaduw) geeft een collectorinstallatie<br />
bij zwembadwateropwarming in Midden-Europa een energiehoeveelheid<br />
af van gemiddeld 4,5 kWh/m 2 absorberoppervlak.<br />
Berekeningsvoorbeeld voor Vitosol 200-F<br />
Zwembadoppervlak: 36 m 2<br />
Gemiddelde zwembaddiepte: 1,5 m<br />
Zwembadinhoud: 54 m 3<br />
Temperatuurverlies in 2 dagen: 2 K<br />
Energiebehoefte per dag: 54 m 3 · 1 K · 1,16 (kWh/K · m 3 )=<br />
62,6 kWh<br />
Collectoroppervlak: 62,6 kWh : 4,5 kWh/m 2 =<br />
13,9 m 2<br />
Dit betekent: 6 collectoren.<br />
Voor een eerste benadering (kostenraming) kan men van een<br />
gemiddeld temperatuurverlies van 1 K/dag uitgaan. Bij een gemiddelde<br />
zwembaddiepte van 1,5 m betekent dat om de steuntemperatuur<br />
op peil te houden een energiebehoefte van ca.<br />
1,74 kWh/(d·m 2 zwembadoppervlak). Daarvoor kunnen per m 2<br />
bekkenoppervlak ca. 0,4 m 2 absorberoppervlakken zinvol ingezet<br />
worden.<br />
De in de tabel aangegeven max. absorberoppervlakken mogen<br />
niet overschreden worden onder de volgende omstandigheden:<br />
& dimensioneringsvermogen van 600 W/m 2<br />
& temperatuurverschil tussen zwembadwater (aanvoer van de<br />
warmtewisselaar) en zonnecircuitretour max. 10 K<br />
Vitotrans 200, type WTT<br />
Max. aansluitbaar absorberopper-<br />
Bestelnr. 3003 453 3003 454 3003 455 3003 456 3003 457 3003 458 3003 459<br />
vlak Vitosol m 2<br />
12 20 26 42 68 100 170<br />
VITOSOL VIESMANN 9<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
3.2 Keuze van het type montage<br />
Bij de keuze van het type montage, opdakmontage of dakintegratie,<br />
spelen bouwkundige gegevens een rol. Wij adviseren bijv. bij<br />
nieuwbouwprojecten de dakintegratie. Daarvoor zijn de vlakke<br />
collectoren ontworpen.<br />
<strong>Viessmann</strong> biedt voor de bevestiging van alle collectortypes universele<br />
systemen aan, die de montage vereenvoudigen. De<br />
bevestigingssystemen zijn geschikt voor bijna alle dak- en bedekkingstypes<br />
alsook voor de montage op platte daken en aan<br />
gevels.<br />
Schuine daken – opdakmontage<br />
Dakoppervlaktebehoefte<br />
Collector a mm b mm<br />
Vitosol 200-F, Type SV 2380 1056 + 16*<br />
300-F<br />
1<br />
Type SH 1056 2380 + 16* 1<br />
Vitosol 200-T Type SD2, 1 m 2<br />
2031 709 + 47* 1<br />
Type SD2, 2 m 2<br />
2031 1418 + 47* 1<br />
Type SD2, 3 m 2<br />
2031 2127 + 47* 1<br />
Vitosol 300-T Type SP3, 2 m 2<br />
2031 1418 + 102* 1<br />
Type SP3, 3 m 2<br />
2031 2127 + 102* 1<br />
Opbouw<br />
A Collector<br />
B Montagehout<br />
C Dakhaak<br />
D Montagerail<br />
*1 Deze waarde er voor elke bijkomende collector bij optellen.<br />
Daarvoor worden montagesets voor bevestiging resp. montage<br />
aangeboden.<br />
De collectortypes sluiten bepaalde bevestigingen echter uit (zie<br />
tabel op pagina 5).<br />
De bevestigingssystemen zijn voor sneeuwlasten van max.<br />
2,55 kN/m 2 gedimensioneerd. Voor de vlakke collectoren, type SV<br />
en SH zijn er aparte bevestigingssets voor hogere sneeuwlasten<br />
tot 4,25 kN/m 2 .<br />
DIN 1055 respecteren.<br />
Op de dakspanten worden dakhaken met de passende montagerails<br />
gemonteerd.<br />
Aanwijzing<br />
Bij de montage zonder dakhaak, bijv. op plaatijzeren daken, worden<br />
de montagerails ter plekke direct met de klemblokken of<br />
bevestigingsijzers op de onderconstructie geschroefd.<br />
Voor de montage op verschillende daktypes moeten ter plekke de<br />
overeenkomstige bevestigingsmogelijkheden voor de montagerails<br />
worden voorzien.<br />
Dakhaak voor integratie in een pannendak<br />
Dakhaak voor integratie in een leien dak<br />
Dakhaak voor integratie in een leipannendak<br />
Dakhaak voor integratie in een golfplaatdak<br />
Bevestigingsijzer voor een plaatdak<br />
10 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Klemblok voor een plaatdak<br />
Schuine daken – dakintegratie<br />
Bedekking met dakpannen<br />
Voor deze soort montage zijn de vlakke collectoren van<br />
<strong>Viessmann</strong> ontworpen.<br />
& Regeldakinclinatie* 1 30°<br />
& Aanbrengen van onderdaken<br />
– en met 6 tot 10° lagere regeldakinclinatie:<br />
regenveilig onderdak<br />
– en meer dan 10° lagere regeldakinclinatie:<br />
waterdicht onderdak<br />
& Wij adviseren dakintegratie alleen bij daken met pannen, waarvandegrootte”c”<br />
max. 65 mm bedraagt.<br />
Aanwijzing<br />
Bij plaatvormige daken zoals Tegalit of soorgelijke types moet<br />
de montage in samenspraak met een dakdekker worden geregeld.<br />
& Om voor een correcte ventilatie onder het dak te zorgen moet<br />
aan de nok minstens 3 rijen pannen worden voorzien.<br />
Leipanbedekking<br />
Voor deze soort montage zijn de vlakke collectoren van<br />
<strong>Viessmann</strong> type SV, ontworpen.<br />
& Regeldakinclinatie* 1<br />
– Leipannendak met dubbele dekking: ≥30°<br />
– Enkele dekking met schindels: ≥40°<br />
& Aanbrengen van onderdaken<br />
– Een met 6 tot 10° lagere regeldakinclinatie:<br />
regenveilig onderdak<br />
– Een meer dan 10° lagere regeldakinclinatie:<br />
waterdicht onderdak<br />
& Om voor een correcte ventilatie onder het dak te zorgen moet<br />
aan de nok minstens 3 rijen bakstenen worden voorzien.<br />
Leibedekking<br />
Voor deze soort montage zijn de <strong>Viessmann</strong> platte collectoren,<br />
type SV, ontworpen.<br />
& Regeldakinclinatie* 1<br />
– Schubbendak: ≥25°<br />
– Dubbel schubbendak: ≥22°<br />
– Leiendak: ≥25°<br />
– Schubbendak: ≥25°<br />
– Dubbele rechthoekdekking: ≥22°<br />
– Punthoekdekking: ≥30°<br />
& Aanbrengen van onderdaken<br />
– Een maximaal 10° lagere regeldakinclinatie:<br />
waterdicht onderdak<br />
– Een meer dan 10° lagere regeldakinclinatie is niet toegestaan<br />
& Om voor een correcte ventilatie onder het dak te zorgen moet<br />
aan de nok minstens 3 rijen lleien worden voorzien.<br />
Dakoppervlaktebehoefte<br />
Collector a mm b mm<br />
Vitosol 200-F Type SV2 3000 2100 + 1080* 2<br />
Type SH2 1500 3410 + 2410* 2<br />
Type 5DI 2800 3300<br />
Vitosol 300-F Type SV3 3000 2100 + 1080* 2<br />
Type SH3 1500 3410 + 2410* 2<br />
*1 Als regeldakinclinatie wordt de dakinclinatiegrens aangeduid, waarbij een dakbedekking als voldoende regenveilig geldt.<br />
De hier aangegeven waarden voldoen aan de regels van het dakdekkersvak. Afwijkende gegevens van de fabrikant moeten worden<br />
gerespecteerd.<br />
*2 Deze waarde er voor elke bijkomende collector bij optellen.<br />
VITOSOL VIESMANN 11<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Opbouw<br />
Type SV, SH<br />
A Collector<br />
B Afdekraam<br />
C Montagehout<br />
D Spielijst voor de ondersteuning van de dekloodplaat → waterafvoer<br />
Platte daken<br />
Bij de opstelling van de collectoren is een inclinatiehoek van 35<br />
tot 45º ideaal. Daarbij moeten de minimumafstanden tot de dakrand<br />
volgens DIN 1055 aangehouden worden. Buiten het bereik<br />
kunnen duidelijk verhoogde windturbulenties ontstaan. Bovendien<br />
is de installatie voor revisiewerkzaamheden moeilijk toegankelijk.<br />
Als de dakafmetingen een wijziging in de veldindeling eisen, moeten<br />
even grote deelvelden worden gepland.<br />
Een collectorinstallatie kan op een vast gemonteerde onderconstructie<br />
of op betonnen platen worden bevestigd. Bij montage op<br />
betonnen platen moeten de collectoren beveiligd worden tegen<br />
glijden en optillen door extra gewichten (zie tabellen op de volgende<br />
pagina's).<br />
Glijden is het verschuiven van de collectoren op het dakoppervlak<br />
door de wind, veroorzaakt door gebrekkige hechtwrijving tussen<br />
dakoppervlak en collectorbevestigingssysteem.<br />
Bepaling van de collectorrijenafstand z<br />
Om ongewenste schaduwen te voorkomen moet bij montage van<br />
meerdere collectorrijen achter elkaar een bepaalde afstand (maat<br />
z) worden aangehouden.<br />
Type 5DI<br />
A Collector<br />
B Afdekraam<br />
C Montagehout<br />
E Dekloodplaat → waterafvoer<br />
Aanwijzingen bij type 5 DI<br />
Het meegeleverde montagehout is voor een sneeuwlast van<br />
0,75 kN/m 2 gedimensioneerd.<br />
Bij grotere sneeuwlasten moet nog een montagehout (door installateur<br />
te voorzien) per ophangpunt ter ondersteuning worden<br />
gemonteerd.<br />
Als meerdere collectoren over elkaar gemonteerd worden, tussen<br />
de collectorrijen 2 tot 3 panrijen afstand aanhouden. Hydraulische<br />
verbindingen moeten door de installateur worden aangebracht.<br />
z = collectorrijafstand<br />
α = collectorinclinatiehoek<br />
β = hoek van de zonnestand<br />
12 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
α Afstand collectorrijen z in mm<br />
Vitosol 200-F, 300-F Vitosol 200-T, 300-T<br />
SV SH<br />
Flensburg<br />
25° 6890 3060 5880<br />
35° 8370 3720 7140<br />
45° 9600 4260 8190<br />
50° 10100 4490 8630<br />
60° 10890 4830 —<br />
80° — — —<br />
Kassel<br />
25° 5830 2590 4980<br />
35° 6940 3100 5920<br />
45° 7840 3480 6690<br />
50° 8190 3640 6990<br />
60° 8720 3870 —<br />
80° — — —<br />
München<br />
25° 5160 2290 4410<br />
35° 6030 2680 5150<br />
45° 6710 2980 5730<br />
50° 6980 3100 5960<br />
60° 7350 3260 —<br />
80° — — —<br />
Vitosol 200-F, 300-F, type SV en SH<br />
De collectorsteunen zijn voorgemonteerd. Ze bestaan uit voetsteunen,<br />
steunpunten en stelsteunen. De bovenste stelsteunen<br />
hebben gaten voor het instellen van de inclinatiehoek.<br />
Voor 1 tot 6 collectoren in één rij zijn verbindingsstutten nodig<br />
voor een stevige stand.<br />
Type SV<br />
Collectorsteunen – opstelhoek α 25 tot 60°<br />
Collectorsteun<br />
Type SV is alleen voor de montage op onderconstructies voorzien<br />
(zie afbeelding op pagina 15).<br />
Type SH is voor de montage op onderconstructies en met inleggewichten<br />
voorzien (zie afbeelding op pagina 15).<br />
Gatmaat van de voetsteunen<br />
VITOSOL VIESMANN 13<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Type SH<br />
Collectorsteunen – opstelhoek α 25 tot 45°<br />
Collectorsteun<br />
Collectorsteunen – opstelhoek α 50 tot 80°<br />
Collectorsteun<br />
Gatmaat van de voetsteunen<br />
Gatmaat van de voetsteunen<br />
14 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Montage op onderconstructie, maat z, zie pagina 12<br />
A Verbindingsstut<br />
Montage op onderconstructie, maat z, zie pagina 12<br />
A Verbindingsstut<br />
Collectortype x mm y mm<br />
SV 596 481<br />
SH 1920 481<br />
VITOSOL VIESMANN 15<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Aan te brengen verzwaring en max. belasting van de onderliggende constructie op platte daken<br />
Berekeningen volgens DIN 1055-4, 8/1986 en DIN 1055-5, 6/<br />
1975.<br />
De gegevens voor de verzwaring in de tabel hebben betrekking op<br />
het aantal kg per collector.<br />
De waarden voor een inclinatiehoek van 60 en 80° op aanvraag.<br />
Collectorinclinatiehoek 25º 45º<br />
Bescherming tegen Bescherming tegen Bescherming tegen Bescherming tegen<br />
het wegglijden<br />
het loskomen<br />
het wegglijden<br />
het loskomen<br />
Hoogte boven het<br />
terrein<br />
m tot8 8tot20 tot8 8tot20 tot8 8tot20 tot8 8tot20<br />
Type SV1 kg 295 554 144 304 508 842 128 224<br />
Type SH1 kg 323 561 155 345 492 845 132 254<br />
Vitosol 200-T, type SD2<br />
A Steunpunt A<br />
B Steunpunt B<br />
Belading en max. belasting van de onderliggende constructie op platte daken<br />
Berekeningen volgens DIN 1055-4, 8/1986 en DIN 1055-5, 6/<br />
1975.<br />
Het rendement kan door het draaien van de vacuümbuizen met<br />
25º ten opzichte van de horizontale lijn worden geoptimaliseerd.<br />
Bescherming tegen het wegglijden Bescherming tegen het loskomen<br />
Hoogte boven het terrein m tot 8 8 tot 20 tot 8 8 tot 20<br />
Collectortype 2 m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
Gewicht per steunpunt A kg 22 33 44 65 15 22 31 46<br />
Gewicht per steunpunt B kg 26 39 46 69 18 27 32 49<br />
16 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Vitosol 200-T, type SD2 en Vitosol 300-T, type SP3<br />
Maat z zie pagina 12<br />
A Steunpunt A<br />
B Steunpunt B<br />
Belading en max. belasting van de onderliggende constructie op platte daken<br />
Berekeningen volgens DIN 1055-4, 8/1986 en DIN 1055-5, 6/<br />
1975.<br />
Combinatie x mm y mm<br />
2m 2 /2 m 2<br />
900/900 620<br />
2m 2 /3 m 2<br />
900/1200 824,5<br />
3m 2 /3 m 2<br />
1200/1200 1029<br />
Collectorinclinatiehoek van 25º<br />
Bescherming tegen het wegglijden Bescherming tegen het loskomen<br />
Hoogte boven het terrein m tot 8 8 tot 20 tot 8 8 tot 20<br />
Collectortype 2 m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
Gewicht per steunpunt A kg 76 116 129 195 26 41 51 80<br />
Gewicht per steunpunt B kg 102 155 178 269 6 100 125 191<br />
Collectorinclinatiehoek van 45º<br />
Bescherming tegen het wegglijden Bescherming tegen het loskomen<br />
Hoogte boven het terrein m tot 8 8 tot 20 tot 8 8 tot 20<br />
Collectortype 2 m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
2m 2<br />
3m 2<br />
Gewicht per steunpunt A kg 102 156 177 266 — — — —<br />
Gewicht per steunpunt B kg 171 256 287 430 73 111 137 206<br />
Gevelmontage<br />
Vitosol 200-F, 300-F, type SH<br />
De collectorsteunen zijn voorgemonteerd. Ze bestaan uit voetsteunen,<br />
steunpunten en stelsteunen. De stelsteunen hebben<br />
gaten voor het instellen van de inclinatiehoek.<br />
VITOSOL VIESMANN 17<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Collectorsteunen – opstelhoek γ 10 tot 45°<br />
A Gevel<br />
Vitosol 200-T<br />
A Gevel<br />
Algemene montageaanwijzingen<br />
& Tegen hoge temperaturen bestendige isolatie voor de zonneleidingen<br />
gebruiken. De isolatie mag aan de buitenkant geen<br />
vocht opnemen. Als er geen vochtbelastingen te verwachten<br />
zijn, kan binnenin met openporie-materiaal worden gewerkt.<br />
Collectoren bereiken bij pompstilstand en sterke zonnestraling<br />
stilstandtemperaturen van meer dan 200 ºC, in vacuümbuizen<br />
zelfs max. 300 ºC.<br />
& Aansluit- en sensorleidingen beschermen tegen het aanvreten<br />
door vogels en kleine knaagdieren.<br />
Gatmaat van de voetsteunen<br />
& Het bevestigingsmateriaal moet door de installateur worden<br />
voorzien.<br />
& De collectorsteunen zijn voor sneeuwlasten van max. 6 kN/m 2<br />
gedimensioneerd.<br />
Het rendement kan door het draaien van de vacuümbuizen met<br />
25º ten opzichte van de verticale lijn worden geoptimaliseerd.<br />
& Zonnesystemen alleen met <strong>Viessmann</strong> warmtedragend medium<br />
”Tyfocor-G-LS” vullen, geen mengsel van verschillende media<br />
gebruiken. Aanwijzingen bij het warmtedragend medium op<br />
pagina 25 respecteren.<br />
& De solaire leidingen moeten door een geschikte dakdoorvoer<br />
(verluchtingsdakpan) worden geleid.<br />
18 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Technische bouwbepalingen voor de uitvoering van buiscollectorinstallaties<br />
De regels voor de uitvoering van buiscollectorinstallaties staan in<br />
de lijst Technische Bouwbepalingen (LTB).<br />
Daarin hebben alle bondslanden de technische regels voor het<br />
gebruik van lijnvormig gelaagd glas (TRLV) van het Deutschen<br />
Instituts für Bautechnik (DIBT) opgenomen. Daaronder vallen ook<br />
buiscollectoren. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de<br />
bescherming van begaanbare en berijdbare oppervlakken tegen<br />
naar beneden vallend glas.<br />
& Glas met een inclinatiehoek groter dan 10° worden als "overkops<br />
opgehangen glaswerk" aangeduid<br />
& Glas met een inclinatiehoek kleiner dan 10° worden als "verticaal<br />
opgehangen glaswerk" aangeduid<br />
& Bij verticaal opgehangen glaswerk, waarvan de bovenkant max.<br />
4 m boven een verkeersoppervlak ligt, wordt de TRLV niet toegepast<br />
& Glas dat valt onder de TRLV is veiligheidsglas zoals draadglas,<br />
ESG, VSG, VG en spiegelglas volgens DIN 1249<br />
& Afwijkende soorten glas, zoals bijv. collectorglas, mogen<br />
gebruikt worden als door voldoende maatregelen het naar beneden<br />
vallen van glas effectief kan worden voorkomen, bijv. door<br />
er netten of opvangbakken onder te plaatsen, zie volgende<br />
afbeeldingen<br />
Dakpantype Ventilatiediameter cm 2<br />
Frankfurter pannen 32<br />
Dubbele S 30<br />
Taunus pannen 27<br />
Harzer pannen 27<br />
VITOSOL VIESMANN 19<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Aardleiding/bliksembescherming van het zonnesysteem<br />
Het buizensysteem van het zonnecircuit moet in het onderste deel<br />
van het gebouw elektrisch geleidend worden aangesloten conform<br />
de AREI-/RGIE-voorschriften. De zonnecollectorinstallatie<br />
mag enkel door bevoegde vakmensen en met inachtname van de<br />
plaatselijke omstandigheden op een bestaande of nieuwe bliksembeveiligingsinstallatie<br />
worden aangesloten. Ook een plaatselijke<br />
equipotentiaalverbinding mag enkel door vakmensen en met<br />
inachtname van de plaatselijke omstandigheden tot stand worden<br />
gebracht.<br />
3.3 Dimensionering van de buisdiameter<br />
Werkingswijzen van een zonnesysteem<br />
Debiet in het collectorveld<br />
Collectorinstallaties kunnen met verschillende specifieke debieten<br />
gebruikt worden. Eenheid daarvoor is het debiet in liter/(h·m 2 ).<br />
Bij gelijke instraling, dus gelijk collectorvermogen, betekent een<br />
hoog debiet een geringe temperatuurspreiding in het collectorcircuit.<br />
Een laag debiet betekent een grote temperatuurspreiding. Bij<br />
een grote temperatuurspreiding stijgt de gemiddelde collectortemperatuur,<br />
d.w.z. het rendement van de collectoren daalt overeenkomstig.<br />
Daarvoor wordt bij gering debiet de inzet van<br />
hulpenergie (pompstroom) verlaagd.<br />
De <strong>Viessmann</strong> zonnesystemen Vitosolic werken volgens de matched-flow-werking.<br />
Het betreffende debiet stelt zich naargelang<br />
de collectortemperatuur zelf in.<br />
Max. debiet<br />
Vlakke collectoren 40 l/h<br />
Vacuümbuiscollector: 60 l/h<br />
Om een effectieve restontgassing bij mogelijk laag drukverlies in<br />
het buizenwerk te garanderen, moet de stroomsnelheid tussen 0,4<br />
en 0,7 m/s liggen.<br />
In de volgende tabellen worden de geadviseerde buisafmetingen<br />
aangegeven.<br />
Vlakke collectoren<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Buisafmeting DN Koperen buis<br />
Afmeting<br />
4,6 13 15 x 1<br />
6,9 13 15 x 1<br />
9,2 16 18 x 1<br />
11,5 16 18 x 1<br />
13,8 20 22 x 1<br />
16,1 20 22 x 1<br />
18,4 25 28 x 1,5<br />
Vacuümbuiscollectoren<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Buisafmeting DN Koperen buis<br />
Afmeting<br />
2en3 13 15x1<br />
4en5 13 15x1<br />
6tot8 16 18x1<br />
9 tot 13 20 22 x 1<br />
14 en 15 25 28 x 1,5<br />
20 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Materiaal voor de installatie<br />
& Er worden normale koperen buis en rood-messing fittingen<br />
resp. roestvaststalen buis gebruikt.<br />
& Gebruik geen verzinkte buizen, verzinkte fittingen en ook geen<br />
gegrafiteerde dichtingen. Hennep alleen in combinatie met een<br />
druk- en temperatuurbestendig afdichtmiddel* 1 gebruiken.<br />
& Gebruikte onderdelen moeten tegen het warmtedragend<br />
medium (samenstelling zie ”Technische blad” bij de collector)<br />
bestand zijn.<br />
& De isolatie van buisleidingen buitenshuis moet temperatuur- en<br />
UV-stralingsbestendig zijn en bestand zijn tegen aanvreten<br />
door vogels en kleine knaagdierenstralingsbestendig.<br />
& ”Hete” buisleidingen binnenshuis volgens de erkende regels der<br />
techniek (brandbescherming, aanrakingsbescherming) isoleren,<br />
bijv. HT-isolatie (=isolatie geschikt voor hoge temperaturen)<br />
van de firma Armacell.<br />
Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 200-F, 300-F, type SV en SH<br />
Enkelzijdige aansluiting<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
Wisselzijdige aansluiting<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 200-T, type SD2<br />
Aanwijzing<br />
Max. 15 m 2 collectoroppervlakken kunnen door serieschakeling aan één veld worden aangesloten.<br />
*1 Een geschikt middel is de Viscotex-solarpasta van de fa. Locher CH-9450 Altstätten<br />
VITOSOL VIESMANN 21<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Enkelzijdige aansluiting van onderen (voorkeursvariant)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
Serieschakeling<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
Installatievoorbeelden (hydraulische aansluiting) Vitosol 300-T, type SP3<br />
Aanwijzing<br />
Max. 6 m 2 collectoroppervlakken kunnen aan één veld worden aangesloten.<br />
22 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Aansluiting links (voorkeursvariant)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
3.4 Dimensionering van de circulatiepomp<br />
Om de montage en de keuze van de pompen en de veiligheidstechnische<br />
inrichtingen te vereenvoudigen biedt <strong>Viessmann</strong> in de<br />
zonnepakketten de Solar-Divicon, type PS10, aan.<br />
De Solar-Divicon omvat:<br />
& voorgemonteerde en afgesloten armaturen- en beveiligingsgroep<br />
& Debietindicatie voor controle van het solarsysteem bij inbedrijfstelling<br />
en tijdens de werking<br />
Aansluiting rechts<br />
A Aanvoer<br />
B Retour<br />
C Ontluchting (afsluitbaar)<br />
& geïntegreerde terugslagkleppen<br />
& aansluiting voor een voorschakelvat (indien nodig)<br />
Voor installaties met een tweede pompcircuit zijn een Solar-Divicon<br />
en een aparte zonnepompstreng nodig.<br />
VITOSOL VIESMANN 23<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
A Solar-Divicon<br />
B Debietindicatie<br />
Opbouw van de Solar-Divicon<br />
B Debietindicatie<br />
C Veiligheidsgroep<br />
C Veiligheidsgroep met aansluiting voor een expansievat<br />
D Zonnepompstreng<br />
E Aansluiting voor een voorschakelvat<br />
F Afsluitklep<br />
G Thermometer<br />
H Terugslagklep<br />
K Zonnewarmtecircuitpomp<br />
Technische gegevens bij de Solar-Divicon resp. bij de pompstreng<br />
Solar-Divicon Type PS10 PS20<br />
Zonnepompstreng Type P10 P20<br />
Circulatiepomp (merk Grundfos) 25-60 25-80<br />
Nominale spanning V~ 230 230<br />
Vermogensopname in de vermogenstrappen I, II, III W I 40 I 140<br />
(zie de karakteristieken hieronder) II 60 II 210<br />
III 75 III 245<br />
Max. pompdebiet m 3 /h 1,4 2,8<br />
Max. opvoerhoogte m 5,8 8<br />
Debietindicatie l/min 2 tot 12 7 tot 30<br />
Veiligheidsklep (enkel bij Solar-Divicon) bar 6 6<br />
Max. werktemperatuur °C 120 120<br />
Max. werkdruk bar 6 6<br />
Aansluitingen (klemringschroefverbinding Ø):<br />
zonnecircuit (roestvaststalen zonneleiding) mm 22 22<br />
expansievat (enkel bij Solar-Divicon) mm 22 22<br />
Aanwijzing<br />
Installaties met Vitosolic<br />
Pompen met een opgenomen vermogen groter dan 120 W moeten<br />
in combinatie met de zonneregeling Vitosolic via een extra relais<br />
worden aangesloten en de toerentalregeling voor deze pomp<br />
moet worden uigeschakeld.<br />
24 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
3.5 Veiligheidstechnische uitrusting<br />
A Collector<br />
B Veiligheidsklep<br />
C Solar-Divicon<br />
D Voorschakelvat (zie pagina 28)<br />
E Expansievat (zie pagina 26)<br />
F Bivalente warmwaterboiler<br />
G Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)<br />
h Statische hoogte<br />
Aanwijzingen bij het wamtedragend medium<br />
Na installatie de installatie goed spoelen.<br />
Het warmtedragend medium ”Tyfocor-G-LS” mag niet aan permanente<br />
temperaturen van meer dan 170 ºC worden blootgesteld.<br />
Hogere temperaturen kunnen in combinatie met vreemde stoffen<br />
zoals zuurstof, tonder en spaanders tot ontbinding van het warmtedragermedium<br />
leiden, te herkennen aan een donkere verkleuring<br />
van het medium. Dit kan tot dichtslibben en korstvorming in<br />
het zonnecircuit leiden.<br />
Na het vullen van het toestel met warmtedragermedium moet het<br />
toestel correct ontlucht worden en gecontroleerd worden of er<br />
warmteafname in het systeem plaatsvindt, met andere woorden of<br />
langere stagnatietijden vermeden worden.<br />
Voorwaarden ter bescherming van het warmtedragermedium:<br />
& voor het geval dat de installatie stilstaat moet door de desbetreffende<br />
uitvoering van de systeemhydraulica voor het volgende<br />
gezorgd worden:<br />
De beveiliging van de zonne-installatie moet volgens DIN EN<br />
12975 en 12976 plaatsvinden.<br />
Het collectorcircuit moet zo beveiligd worden dat bij de hoogst<br />
mogelijke collectortemperatuur (= stilstandtemperatuur) geen<br />
warmtedragend medium uit de veiligheidsklep kan lopen.<br />
Dat moet door de correcte dimensionering van het expansievat en<br />
de aanpassing van de installatiedruk worden bereikt.<br />
– het warmtedragend medium moet bij het bereiken van de<br />
kooktemperatuur door de dan ontstane eerste stoomblazen<br />
zo volledig mogelijk uit de collectoren gedrukt kunnen worden.<br />
– Het warmtedragend medium moet door het expansievat resp.<br />
door het voorschakelvat opgenomen kunnen worden.<br />
& De werkingstoestand van het warmtedragend medium moet in<br />
het kader van onderhoud jaarlijks worden gecontroleerd. Met de<br />
zonnesysteemtestkoffer (toebehoren) kunnen pH-waarde-controles<br />
en vorstbeschermcontrole worden uitgevoerd.<br />
Naar behoefte kan na consultatie met de fabrikant van het<br />
warmtedragermedium een lab-technische controle plaatsvinden.<br />
TYFOROP CHEMIE GmbH<br />
Anton-Rée-Weg 7<br />
D - 20537 Hamburg<br />
Tel.: ++49 (0) 40 20 94 97-0<br />
Fax: ++49 (0)40 20 94 97-20<br />
e-mail: info@tyfo.de<br />
Internet: www.tyfo.de<br />
VITOSOL VIESMANN 25<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Aanwijzing<br />
Te hoge temperaturen zijn in het bijzonder in combinatie met zuurstof<br />
kritisch. Daarom de zonne-installatie voor inbedrijfstelling ontluchten.<br />
Aanwijzingen bij de stagnatie<br />
Het kan nooit uitgesloten worden dat de installatie stil komt te<br />
staan, bijv. door defecten of verkeerde bediening. Om deze reden<br />
moeten zonnesystemen volgens de betreffende regels stilstandveilig<br />
worden uitgevoerd, d.w.z. ze mogen hierbij geen schade lijden<br />
of een gevaar vormen.<br />
Expansievat<br />
Opbouw en werkingswijze<br />
Een expansievat is een gesloten expansievat, waarvan de gasruimte<br />
(stikstofvulling) van de vloeistofruimte (warmtedragend<br />
medium) door een membraan is gescheiden en waarvan de voordruk<br />
afhankelijk is van de installatiehoogte.<br />
In de collectoren moet in koude toestand een overdruk van minstens1<br />
bar aanwezig zijn.<br />
Daaruit volgt bijv. bij een statische hoogte van 8 m een installatiedruk<br />
van 1,8 bar. De druk in het expansievat moet 0,3 bar lager<br />
ingesteld zijn dan de installatiedruk.<br />
In warme toestand stijgt de installatiedruk met ca. 1 tot 2 bar.<br />
Om te voorkomen dat bij stoomvorming (stagnatie) warmtedragend<br />
medium zou ontsnappen via de veiligheidsklep, moet het<br />
expansievat groot genoeg worden gedimensioneerd zodat het bij<br />
stoomvorming de collectorinhoud kan opnemen.<br />
A Warmtedragermedium<br />
B Stikstofvulling<br />
C Stikstofbuffer<br />
D Veiligheidsvoorraad, min. 3 l<br />
E Veiligheidsvoorraad<br />
F Toestand bij levering (3 bar voordruk)<br />
G Zonnesysteem gevuld zonder warmte-inwerking<br />
H Onder maximumdruk bij de hoogste temperatuur van het<br />
warmtedragend medium<br />
Collectoren en aansluitleidingen zijn voor de in het stagnatiegeval<br />
max. te verwachten temperaturen gedimensioneerd. Echter bij<br />
temperaturen van meer dan 170 ºC worden de eigenschappen<br />
van het warmtedragend medium negatief beïnvloed (zie<br />
pagina 25). Bij de planning van het collectorveld moet erop gelet<br />
worden dat de installatie probleemloos kan uitdampen (bijv. geen<br />
zonneleidingen over het collectorveld leggen).<br />
Technische informatie<br />
Expansievat Inhou- Ø a b Aanslui- Gewicht<br />
dting<br />
l mm mm kg<br />
A 18 280 370 R¾ 7,5<br />
25 280 490 R¾ 9,1<br />
40 354 520 R¾ 9,9<br />
B 50 409 505 R1 12,3<br />
80 480 566 R1 18,4<br />
Keuze van het expansievat<br />
(afhankelijk van het collectortype en in combinatie met een 6-barveiligheidsklep)<br />
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. Een<br />
rekenkundige controle is nodig.<br />
Aanwijzing<br />
De grootte van het expansievat moet door de installateur gecontroleerd<br />
worden.<br />
26 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Vitosol 200-F, 300-F, type SV<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Inhoud van de<br />
installatie in<br />
liter<br />
Statische<br />
hoogte in<br />
meter<br />
Aanbev.<br />
inhoud van<br />
het expansievat<br />
in liter<br />
4,6 17 5 25<br />
18 10<br />
20 15 40<br />
6,9 21 5 40<br />
23 10<br />
25 15<br />
9,2 27 5 40<br />
29 10<br />
31 15 50<br />
11,5 31 5 40<br />
34 10 50<br />
38 15 80<br />
13,8 33 5 50<br />
36 10<br />
39 15 80<br />
18,4 50 5 80<br />
53 10<br />
56 15<br />
Vitosol 200-F, 300-F, type SH<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Inhoud van de<br />
installatie in<br />
liter<br />
Statische<br />
hoogte in<br />
meter<br />
Aanbev.<br />
inhoud van<br />
het expansievat<br />
in liter<br />
4,6 19 5 25<br />
20 10 40<br />
21 15<br />
6,9 23 5 40<br />
25 10<br />
27 15 50<br />
9,2 32 5 40<br />
35 10 50<br />
38 15 80<br />
11,5 34 5 50<br />
38 10 80<br />
41 15<br />
13,8 37 5 80<br />
40 10<br />
43 15<br />
18,4 55 5 80<br />
58 10<br />
61 15 2 x 50<br />
Vitosol 200-T<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Inhoud van de<br />
installatie in<br />
liter<br />
Statische<br />
hoogte in<br />
meter<br />
Aanbev.<br />
inhoud van<br />
het expansievat<br />
in liter<br />
2 27 5 25<br />
28 10 40<br />
29 15<br />
3 29 5 40<br />
30 10<br />
31 15<br />
4 31 5 40<br />
32 10 50<br />
34 115<br />
5 34 5 50<br />
36 10<br />
38 15 80<br />
6 36 5 50<br />
38 10 80<br />
40 15<br />
8 43 5 80<br />
46 10<br />
49 15<br />
9 45 5 80<br />
48 10<br />
51 115 2 x 50<br />
10 47 5 80<br />
50 10<br />
53 15 2 x 50<br />
12 49 5 80<br />
51 10 2 x 50<br />
53 15<br />
15 61 5 2 x 50<br />
64 10 2 x 80<br />
67 15<br />
18 85 5 2 x 80<br />
90 10<br />
95 15<br />
VITOSOL VIESMANN 27<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Vitosol 300-T<br />
Absorberoppervlak<br />
in m 2<br />
Inhoud van de<br />
installatie in<br />
liter<br />
Statische<br />
hoogte in<br />
meter<br />
Aanbev.<br />
inhoud van<br />
het expansievat<br />
in liter<br />
2 24 5 25<br />
25 10<br />
26 15<br />
3 24 5 25<br />
26 10<br />
27 15 40<br />
4 25 5 25<br />
26 10<br />
27 115 40<br />
5 27 5 25<br />
29 10 40<br />
31 15<br />
6 27 5 25<br />
29 10 40<br />
31 15<br />
8 31 5 40<br />
34 10<br />
37 15<br />
9 31 5 40<br />
35 10<br />
38 115 50<br />
10 32 5 40<br />
35 10 50<br />
38 15<br />
12 34 5 40<br />
37 10<br />
40 15 50<br />
15 44 5 40<br />
49 10 50<br />
54 15 80<br />
18 59 5 50<br />
63 10 80<br />
68 15<br />
Aanwijzingen bij het voorschakelvat<br />
Voorschakelvat of gelaagde temperatuurtank beschermen bij<br />
stagnatie het expansievat tegen oververhitting. Volgens VDI 6002<br />
wordt de inbouw aanbevolen als de inhoud van de buisleidingen<br />
tussen collectorveld en expansievat minder dan 50% van het<br />
opnamevermogen van het juist bemeten expansievat is.<br />
Bij totale lengtes van buisleiding kleiner dan 10 m of dakcentrales<br />
adviseren wij een voorschakelvat in te bouwen.<br />
Als er een voorschakelvat moet worden ingebouwd, moet dit<br />
samen met het expansievat in de aanvoer worden ingebouwd.<br />
28 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
Voorschakelvat en expansievat in de aanvoer<br />
A Collector<br />
B Veiligheidsklep<br />
C Solar-Divicon<br />
D Expansievat<br />
E Voorschakelvat<br />
Veiligheidsklep<br />
Aanspreekdruk van de veiligheidsklep is volgens DIN 3320 de<br />
max. druk van de installatie +10 %.<br />
De veiligheidsklep moet volgens EN 12975 en 12976 gedimensioneerd<br />
zijn.<br />
De veiligheidsklep moet op het vermogen van de collector of de<br />
collectorgroep afgestemd zijn en daarvan het maximumvermogen<br />
van 900 W/m 2 kunnen afleiden.<br />
De afblaas- en afvoerleidingen moeten in een open vat uitmonden<br />
als water met antvriemiddel of synthetische warmtedragers die<br />
met water gemengd kunnen worden, gebruikt worden (bijv.<br />
<strong>Viessmann</strong> warmtedragend medium) en waarvan het koopunt<br />
boven dat van water ligt. Het vat moet minstens de totale inhoud<br />
van de collectoren kunnen opnemen.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
De zonneregelingen Vitosolic 100 en 200 hebben een elektronische<br />
temperatuurbegrenzing.<br />
Een veiligheidstemperatuurbegrenzer in de warmwaterboiler is<br />
nodig als per m 2 absorberoppervlak minder dan 40 liter boilervolume<br />
beschikbaar is. Daarmee worden temperaturen van meer<br />
dan 95 ºC in de warmwaterboiler zeker vermeden.<br />
Voorbeeld 1:<br />
3 vlakke collectoren Vitosol 200-F of 300-F,<br />
7m 2 absorberoppervlak,<br />
Expansievat in de retour<br />
A Collector<br />
B Veiligheidsklep<br />
C Solar-Divicon<br />
D Expansievat<br />
Er mogen alleen veiligheidskleppen gebruikt worden die voor<br />
max. 6 bar en 120 ºC gedimensioneerd zijn en de kenletter ”S”<br />
(solar) in het constructiekenmerk hebben.<br />
Aanwijzing<br />
De Solar-Divicon heeft een veiligheidsklep voor max. 6 bar en<br />
120 ºC.<br />
Warmwaterboiler met 300 liter inhoud<br />
300:7 = 42,8 l/m 2 ,<br />
d.w.z. er is geen veiligheidstemperatuurbegrenzer nodig.<br />
Voorbeeld 2:<br />
4 vlakke collectoren Vitosol 200-F of 300-F,<br />
9,2 m 2 absorberoppervlak,<br />
Verwarmingswaterbuffer met 750 liter inhoud<br />
750:9,2 = 81,5 l/m 2 ,<br />
d.w.z. er is geen veiligheidstemperatuurbegrenzer nodig.<br />
VITOSOL VIESMANN 29<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
3.6 Optimalisatie van het totale systeem<br />
Een hoogwaardige zonnecollector alleen garandeert nog geen<br />
optimale werking van de zonne-installatie. Het komt veel meer<br />
aan op de complete systeemoplossing. <strong>Viessmann</strong> levert alle<br />
componenten die voor een zonnesysteem nodig zijn:<br />
& op het zonnesysteem afgestemde regelingen<br />
& warmwaterboiler met laag geplaatste solaire warmtewisselaar<br />
& afgestemde toebehoren die een snel regelgedrag en daarmee<br />
de hoogste opbrengst van het zonnesysteem mogelijk maken<br />
B Snelontluchter (met T-stuk)<br />
Bestelnr. 7316 789<br />
Correct aangelegede zonnesystement met op elkaar afgestemde<br />
systeemcomponenten dekken 50 tot 60% van de jaarlijkse energiebehoefte<br />
voor de tapwateropwarming van één- en tweegezinswoningen.<br />
Bij de dimensionering van zonnesystemen zijn wij u<br />
graag behulpzaam.<br />
A Zonnecollector<br />
B Snelontluchter (met T-stuk)<br />
of<br />
C Manuele ontluchter<br />
D Aansluitkabel, 1 m lang<br />
E Zonneaanvoer- en -retourleiding<br />
F Solar-Divicon (zie pagina 23)<br />
G Voorschakelvat (zie pagina 25)<br />
H Zonneregeling<br />
K Thermostatische, automatische mengklep<br />
L Luchtafscheider<br />
M Warmwaterboiler<br />
N Inschroefelement<br />
of<br />
O Montageset voor de aansluitleiding<br />
P Aansluitkabel, 24 m lang<br />
R Vularmatuur<br />
S Zonnehandvulpomp<br />
T Expansievat (zie pagina 26)<br />
Aanwijzing<br />
Een juiste ontluchting van het collectorcircuit is een vereiste voor<br />
een storingsvrije en efficiënte werking van het zonnesysteem. De<br />
ontluchter in de collecteraanvoer op een toegankelijke plek inbouwen,<br />
voor componenten zoals pomp of warmtewisselaar (in stromingsrichting<br />
gezien). Daarmee kan lucht ontsnappen voor deze<br />
moeilijk te onluchten componenten bereikt.<br />
Aan het hoogste punt minstens één ontluchter monteren.<br />
Met afsluitkraan en klemringschroefverbinding.<br />
30 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
C Manuele ontluchter<br />
Bestelnr. 7316 263<br />
D Aansluitkabel<br />
Bestelnr. 7316 252<br />
E Zonneaanvoer- en -retourleiding<br />
Bestelnr. 7317 009<br />
Flexibele geribde buis van roestvast staal met isolatie, klemringschroefverbinding<br />
en sensorkabel.<br />
K Thermostatische, automatische mengklep<br />
Bestelnr. 7265 058<br />
Klemringschroefverbinding met ontluchting.<br />
Aan het hoogste punt minstens één ontluchter monteren.<br />
Ribbelbuis van roestvast staal met isolatie en klemringschroefverbinding.<br />
Standaardset: 12 m<br />
Uitbreidingsset: 6 m<br />
Voor het begrenzen van de warmwateruitlooptemperatuur.<br />
Instelbereik 35 tot 65 ºC. Met klemringschroefverbinding.<br />
VITOSOL VIESMANN 31<br />
3
3<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
L Luchtafscheider<br />
Bestelnr. 7316 049<br />
NInschroefelement<br />
Toebehoren bij de warmwaterboiler<br />
O Montageset voor de aansluitleiding<br />
Te monteren in de aanvoerleiding van het zonnecircuit, bij voorkeur<br />
vóór de inlaat in de warmwaterboiler.<br />
Voor de inbouw van de boilertemperatuursensor in de retour van<br />
de warmwaterboiler.<br />
Met automatische ontluchting, afsluitkraan en klemringschroefverbinding.<br />
Aanwijzing<br />
Bij gebruik van de montageset is het inschroefhoekstuk niet<br />
nodig.<br />
Onderdelen:<br />
& 2 klemringschroefverbindingen<br />
& dichtingen en buisklemmen<br />
& 2 inschroef-hoekstukken (1 hoekstuk met dompelhuls en 1<br />
hoekstuk zonder)<br />
Warmwaterboiler a mm Bestelnr.<br />
Vitocell 100-B, -300-B, 300 l 190 7143 746<br />
Vitocell 300-B, 500 l 242 7143 747<br />
Vitocell 340-M en 360-M 242 7143 748<br />
Aanwijzing<br />
Bij gebruik van de montageset zijn de inschroef-hoekstukken voor<br />
de montage van de boilertemperatuursensor in de retour van de<br />
warmwaterboiler niet noodzakelijk.<br />
32 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
<strong>Plannings</strong>- en werkingsaanwijzingen (vervolg)<br />
P Aansluitkabel<br />
Bestelnr. 7143 745<br />
R Vularmatuur<br />
Bestelnr. 7316 261<br />
S Zonnehandvulpomp<br />
Bestelnr. 7188 624<br />
Drieweg-omschakelklep<br />
Bestelnr. 7814 924<br />
Voor het verbinden van de Solar-Divicon met de warmwaterboiler.<br />
Ribbelbuis van roestvast staal met isolatie.<br />
Voor het spoelen, vullen en ledigen van de installatie.<br />
Met klemringschroefverbinding.<br />
Voor het bijvullen en het verhogen van de druk.<br />
Bij installaties met ondersteuning van de kamerverwarming. Met<br />
elektrische aandrijving.<br />
VITOSOL VIESMANN 33<br />
3
4<br />
Toepassingsvoorbeelden<br />
4.1 In onze klimaatzone: bivalente installaties<br />
In onze klimaatzone volstaat de zonnestraling niet om de tapwater-<br />
of zwembadwateropwarming en de kamerverwarming louter te<br />
dekken met zonne-energie.<br />
Daarom moet een zonnesysteem dat wordt gebruikt voor tapwater-<br />
of zwembadwateropwarming en/of kamerverwarming steeds<br />
worden gecombineerd met een andere warmtegenerator.<br />
4.2 Hoe te installeren?<br />
In de planningsvoorbeelden met verschillende uitvoering worden<br />
op de volgende pagina's de functies beschreven en de installatie<br />
in schema's afgebeeld. Een overzicht van de betreffende noodzakelijke<br />
regelapparaten samen.<br />
De aangegeven temperaturen zijn richtwaarden; naargelang de<br />
betreffende eisen kunnen andere waarden ingesteld worden.<br />
4.3 Bijkomende functie voor tapwateropwarming<br />
Volgens de geldende voorschriften moet in grotere installaties met<br />
boilerinhoud van meer dan 400 liter of wanneer de buisleiding tussen<br />
warmwaterboiler en aftappunt meer dan 3 liter buisinhoud<br />
heeft, het totale watervolume op 60 ºC worden gehouden. Voorverwarmingstrap<br />
van meer dan 400 liter moeten dagelijks eenmaal<br />
op 60 ºC worden verwarmd.<br />
4.4 Bescherming tegen verbranden<br />
Warm water met temperaturen boven 60 °C veroorzaakt brandwonden.<br />
Om de temperatuur op 60 °C te begrenzen moet een<br />
menginrichting, bijv. een thermostatische mengautomaat (toebehoren<br />
bij de warmwaterboiler, zie ook pagina 31), ingebouwd worden.<br />
4.5 Installaties vanaf 20 m 2 collectoroppervlak<br />
Zie planningsaanwijzing ”Grote zonnesystemen voor tapwateropwarming”.<br />
4.6 Afkortingen in de schema's<br />
KW Koud water<br />
WW Warm water<br />
RL Retour<br />
VL Aanvoer<br />
Bij bivalente installaties wordt de nodige bijkomende warmte bijvoorbeeld<br />
geleverd door een verwarmingsketel op olie of gas.<br />
De in de voorbeelden aangegeven circulatiepompen (in de Solar-<br />
Divicon) zijn wisselstroompompen.<br />
Als de warmtebehoefte voor de tapwateropwarming naar het zich<br />
laat aanzien door de zonne-installatie kan worden gedekt, wordt<br />
door de Vitosolic 100 of 200 de naverwarming van de warmwaterboiler<br />
door de CV-ketel onderdrukt.<br />
Wij adviseren daarvoor verwarming in de late middaguren zodat<br />
het onderste boilergedeelte of de voorverwarmingstrap die door<br />
het te verwachten aftappatroon (s avonds en de volgende morgen)<br />
weer koud is, en zodoende weer met zonnewarmte kan worden<br />
verwarmd.<br />
Als werking met een bypass-pomp en extra functie voor de tapwateropwarming<br />
gewenst is, moet deze laatste via de schakelklok<br />
van de Vitosolic 200 plaatsvinden.<br />
Z Sensoren<br />
R Relais (circulatiepomp, omschakelklep)<br />
34 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.7 Toepassingvoorbeeld 1a<br />
Bivalente tapwateropwarming met warmwaterboiler Vitocell-100-B of Vitocell 300-B, met Vitosolic 100<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Warmwaterboilers Vitocell 100-B en Vitocell 300-B<br />
& Vitosolic 100<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de warmwaterboiler wordt door de verwarmingsketel<br />
verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor<br />
van de ketelregeling schakelt de<br />
circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
Benodigde toestellen<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het inschakeltemperatuurverschil<br />
”DT E”, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld<br />
en wordt de warmwaterboiler verwarmd.<br />
De pomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& waarde komt onder het uitschakel-temperatuurverschil ”DT A”<br />
& overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 90 °C) van de regeling of de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
De eisen voor de extra functie (zie pagina 34) worden door de circulatiepomp<br />
R2 gerealiseerd.<br />
C Warmwaterboiler<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
E Interface naar de warmwaterboiler<br />
F Interface verwarmingscircuit<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 100 1 7246 594<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor* 1 1<br />
*1 Voor de inbouw is het inschroefelement nodig (bij Vitocell 100-B meegeleverd, bij Vitocell 300-B toebehoren).<br />
VITOSOL VIESMANN 35<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
R2 Circulatiepomp (omlading) 1 Prijslijst Vitoset<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)* 1 1 Z001 889<br />
3 Aansluituitbreiding (alleen nodig bij aansluiting van circulatiepomp R2 en/of veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
of onderdrukking van de naverwarmtijd met ketelcircuitregeling<br />
zonder KM-BUS)<br />
1 7170 927<br />
*1<br />
Voor de inbouw in de Vitocell 300-B is de boilerafsluitkap nodig (toebehoren bij de warmwaterboiler). Bij Vitocell 100-B rekening houden<br />
met max. aansluitbare collectoroppervlak.<br />
36 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.8 Toepassingsvoorbeeld 1 b<br />
Bivalente tapwateropwarming met warmwaterboiler Vitocell 100-B of Vitocell 300-B, met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Warmwaterboilers Vitocell 100-B en Vitocell 300-B<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de warmwaterboiler wordt door de verwarmingsketel<br />
verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor<br />
van de ketelregeling schakelt de<br />
circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter dan het inschakel-temperatuurverschil<br />
ΔTin is, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld<br />
en wordt de warmwaterboiler verwarmd.<br />
De zonnecircuitpomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit & overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 °C) van de regeling of de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
De eisen voor de extra functie (zie pagina 34) worden door de circulatiepomp<br />
R5 gerealiseerd.<br />
C Warmwaterboiler<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
E Interface naar de warmwaterboiler<br />
F Interface verwarmingscircuit<br />
VITOSOL VIESMANN 37<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Benodigde apparaten<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor * 1 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
R5 Circulatiepomp (omlading) 1 Prijslijst Vitoset<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)* 2 1 Z001 889<br />
3 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
*1<br />
Voor de inbouw is het inschroefelement nodig (bij Vitocell 100-B meegeleverd, bij Vitocell 300-B toebehoren).<br />
*2<br />
Voor de inbouw in de Vitocell 300-B is de boilerafsluitkap nodig (toebehoren bij de warmwaterboiler). Bij Vitocell 100-B rekening houden<br />
met max. aansluitbare collectoroppervlak.<br />
38 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.9 Toepassingsvoorbeeld 2<br />
Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming door een verwarmingswaterbuffer,<br />
met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Warmwaterboilers Vitocell 100-B en Vitocell 300-B<br />
& Verwarmingswaterbuffer Vitocell 140-E of Vitocell 160-E<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Zonnepompstreng<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de warmwaterboiler wordt door de verwarmingsketel<br />
verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor<br />
van de ketelregeling schakelt de<br />
circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔTin, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De zonnecircuitpomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit & overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 °C) van de regeling of de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
De eisen voor de extra functie (zie pagina 34) worden door de circulatiepomp<br />
R5 gerealiseerd.<br />
Kamerverwarming zonder zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen buffertemperatuursensor S5<br />
en verwarmingsretourtemperatuursensor S6 kleiner is dan het<br />
temperatuurverschil ΔT6uit , blijft de omschakelklep R6 spanningsloos<br />
(stand ”AB-B”). De warmwaterbuffer wordt niet doorstroomd.<br />
De CV-ketel verzorgt het verwarmingscircuit met warmte volgens<br />
de op de ketelcircuitregeling ingestelde verwarmingsstooklijn.<br />
Kamerverwarming met zonne-energie<br />
Als de warmwaterboiler niet verwarmd kan worden en het temperatuurverschil<br />
tussen collectortemperatuursensor S1 en buffertemperatuursensor<br />
S4 groter is dan het temperatuurverschil ΔT2 in<br />
is, wordt de circulatiepomp R4 voor het verwarmen van de warmtewisselaar<br />
ingeschakeld. Als de temperatuur daalt onder het temperatuurverschil<br />
ΔT2 uit of bij het bereiken van de<br />
maximumbuffertemperatuur T sp2max wordt deze uitgeschakeld.<br />
De temperatuur in de verwarmingswaterbuffer wordt ook door de<br />
elektronische temperatuurbegrenzing of de beveiligingstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) begrensd. Bij het overschrijden van<br />
de ingestelde temperatuur schakelen deze de boilerlaadpomp R4<br />
uit.<br />
De looptijd van de boilerlaadpomp R4 wordt ca. alle 15 min. gedurende<br />
ca. 2 min. (waarden omstelbaar) onderbroken om te controleren<br />
of de temperatuur op de collectortemperatuursensor hoog<br />
genoeg wordt om op verwarming van de warmwaterboiler om te<br />
schakelen. Als in deze tijd ΔT-Kol wordt overschreden, wordt de<br />
warmwaterboiler verder verwarmd.<br />
Als het temperatuurverschil tussen buffertemperatuursensor S5<br />
en CV-circuit-retourtemperatuursensor S6 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT6 in, dan wordt de omschakelklep R6 op stand<br />
”AB-A” gezet; het verwarmingsretourwater wordt via de buffer<br />
naar de CV-ketel gevoerd. Als de temperatuur van het aldus voorverwarmde<br />
retourwater niet voldoende is, verwarmt de CV-ketel<br />
dit op tot de benodigde aanvoertemperatuur is bereikt. Bij daling<br />
onder het temperatuurverschil ΔT6 uit wordtdeklepopstand”AB-<br />
B” gezet.<br />
VITOSOL VIESMANN 39<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
C Warmwaterboiler<br />
Benodigde apparaten<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
F Evenwichtsfles<br />
E Verwarmingswaterbuffer* 1<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor * 2 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
*1 Max. aansluitbare collectoroppervlak respecteren (zie het technisch blad van de warmingswaterbuffer).<br />
*2 Voor de inbouw is het inschroefelement nodig (bij Vitocell 100-B meegeleverd, bij Vitocell 300-B toebehoren).<br />
40 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
R5 Circulatiepomp (omlading) 1 Prijslijst Vitoset<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)* 1 Regeling van de kamerverwarming door zonne-energie<br />
1 Z001 889<br />
S4 Temperatuursensor (verwarmingswaterbuffer), opwarming 1 Levering van pos. 1<br />
S5 Temperatuursensor (verwarmingswaterbuffer), ontladen 1 7170 965<br />
S6 Retourtemperatuursensor (verwarmingscircuit) 1 7170 965<br />
R4 Zonnecircuitpomp voor de bufferverwarming<br />
(zit in de solarpompstreng, zie pagina 23)<br />
1 7188 393 of 7188 394<br />
R6 Drieweg-omschakelklep 1 7814 924<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29) 1 Z001 889<br />
3 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
*1<br />
Voor de inbouw in de Vitocell 300-B is de boilerafsluitkap nodig (toebehoren bij de warmwaterboiler). Bij Vitocell 100-B rekening houden<br />
met max. aansluitbare collectoroppervlak.<br />
VITOSOL VIESMANN 41<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.10 Toepassingsvoorbeeld 3<br />
Bivalente tapwateropwarming met twee warmwaterboilers, met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& 2 Warmwaterboilers Vitocell 100-V of Vitocell 300-V<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
De warmwaterboiler 2 wordt door de CV-ketel verwarmd. De boilertemperatuurregeling<br />
met boilertemperatuursensor van de ketelregeling<br />
schakelt de circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Circulatiepomp (indien aanwezig) is ingeschakeld en omlaadpomp<br />
R5/R6 is uitgeschakeld, zodat de tapwatercirculatie alleen<br />
via de warmwaterboiler 2 loopt.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT in, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De zonnecircuitpomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
Installatieschema<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit<br />
& overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 ºC) van de regeling of van de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
Als het temperatuurverschil tussen de sensoren S5 en S6 groter<br />
is dan het temperatuurverschil ΔT6 in of tapwateropwarming in<br />
combinatie met de extra functie voor de tapwateropwarming (zie<br />
pagina 34) is vrijgegeven, wordt de omlaadpomp R5/R6 ingeschakeld,<br />
bij daling onder het temperatuurverschil ΔT6 uit resp. bij<br />
beëindiging van de extra functie wordt de pomp uitgeschakeld.<br />
De circulatie loopt via beide warmwaterboilers. Daardoor wordt<br />
het in de warmwaterboiler 1 opgewarmde water in warmwaterboiler<br />
2 gepompt. Warmwaterboiler 2 wordt daarmee ook door zonneenergie<br />
verwarmd.<br />
De circulatiepomp B (indien aanwezig) voor de warmwaterboiler<br />
2 wordt via de ketelcircuitregeling geschakeld.<br />
Aanwijzing<br />
Extra functie voor de tapwateropwarming als er geen KM-BUSverbinding<br />
naar de ketelcircuitregeling bestaat, zie pagina 60.<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
C Warmwaterboiler 1 5818<br />
42 VIESMANN VITOSOL<br />
135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
D Warmwaterboiler 1<br />
E CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
F Interface naar de warmwaterboiler<br />
G Interface verwarmingscircuit<br />
Benodigde regeltoestellen<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor* 1 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)* 2 1 Z001 889<br />
Circulatie-omschakeling<br />
S5 Temperatuursensor boiler 1 1 Levering van pos. 1<br />
S6 Temperatuursensor boiler 2 1 7170 965<br />
R5/R6 Omlaadpomp 1 Prijslijst Vitoset<br />
3 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
*1 Voor de inbouw is het inschroefelement (toebehoren) nodig.<br />
*2 Voor de inbouw in de Vitocell 300-V is de boilerafsluitkap nodig (toebehoren bij de warmwaterboiler) nodig.<br />
VITOSOL VIESMANN 43<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.11 Toepassingsvoorbeeld 4<br />
Bivalente tapwater- en zwembadwateropwarming<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Vitocell 100-B of Vitocell 300-B<br />
& Zwembad<br />
& 2 warmtewisselaars<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de warmwaterboiler wordt door de verwarmingsketel<br />
verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor<br />
van de ketelregeling schakelt de<br />
circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔTin, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De pomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit & overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 ºC) van de regeling resp. van de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
De eisen voor de extra functie (zie pagina 34) worden door de circulatiepomp<br />
R5 gerealiseerd.<br />
Zwembadwateropwarming<br />
Als de maximumboilertemperatuur T spmax bereikt is of als de warmwaterboiler<br />
niet verder opgewarmd kan worden, wordt gecontroleerd<br />
of het zwembad opgewarmd kan worden. Als het<br />
temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor S1 en<br />
temperatuursensor S4 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT2 in, wordt de circulatiepomp R4 ingeschakeld. Bij daling onder<br />
het temperatuurverschil ΔT2 uit resp. bij het bereiken van de maximumzwembadtemperatuur<br />
T sp2max wordt de pomp uitgeschakeld.<br />
De looptijd van de circulatiepomp R4 wordt ca. alle 30 min. gedurende<br />
ca. 7 min. onderbroken (waarden t-st en t-umw instelbaar)<br />
om te controleren of de temperatuur op de collectortemperatuursensor<br />
hoog genoeg wordt om op verwarming van de warmwaterboiler<br />
over te schakelen.<br />
Als het temperatuurverschil tussen temperatuursensor S3 en temperatuursensor<br />
S4 groter is dan het temperatuurverschil ΔT5in,<br />
wordt de circulatiepomp voor de zwembadwateropwarming R3<br />
ingeschakeld. Bij daling onder het temperatuurverschil ΔT52 uit<br />
resp. bij het bereiken van de ingestelde temperatuur Th2 uit wordt<br />
de pomp R3 uitgeschakeld.<br />
Als de zonne-energie niet voldoende is om het zwembadwater op<br />
te warmen vindt zwembadwateropwarming plaats door de olie-/<br />
gasketel via de temperatuursensor S5 op warmwisselaar 2.<br />
De circulatiepomp 6 en de filterpomp 7 worden bij daling onder<br />
Th3 in in en bij het bereiken van Th3 uit uitgeschakeld.<br />
De filtertijd en eventueel naverwarming door de CV-ketel moet<br />
buiten de tijden liggen waarop verwarming door zonne-energie te<br />
verwachten is. De in- en uitschakeltijden via schakelklok 2 instellen.<br />
44 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
C Warmwaterboiler<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
H Interface naar de warmwaterboiler<br />
K Interface verwarmingscircuit<br />
E Zwembad<br />
F Warmtewisselaar 2<br />
G Warmtewisselaar 1<br />
VITOSOL VIESMANN 45<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
M Inschakelsignaal voor filterinstallatie met pomp 7<br />
N Extern inschakelen van de brander in combinatie met de volgende<br />
regelingen:<br />
& Vitotronic 200 en 300:<br />
aansluiting in stekker aBÖ aan klemmen ”Aan”, ”Aan”<br />
of<br />
aansluiting in stekker ”X12”<br />
of<br />
in bus ”DE4” in de schakelmodule-V in stekker a-D aan<br />
klemmen ”1” en ”2”<br />
& Wandtoestellen met Vitotronic 200, type HO1:<br />
aansluiting in de externe uitbreiding H1, bestelnr. 7179 058,<br />
in stekker aVD aan klemmen ”1” en ”2”<br />
Benodigde regeltoestellen<br />
Pos. Omschrijving<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
Aantal Bestelnr.<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor * 1 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
R5 Circulatiepomp (omlading) 1 Prijslijst Vitoset<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29)* 2 Regeling van de verwarming van het zwembadwater door zonne-energie<br />
1 Z001 889<br />
S3 Temperatuursensor (warmtewisselaar 1) 1 7170 965<br />
S4 Temperatuursensor (zwembad) 1 Levering van pos. 1<br />
R3 Circulatiepomp voor zwembadwateropwarming 1 Prijslijst Vitoset<br />
R4 Zonnecircuitpomp voor zwembadwateropwarming (in de solarpompstreng inbegrepen,<br />
zie pagina 23)<br />
1 7188 393 of 7188 394<br />
3 Temperatuurbewaker (maximumbegrenzing) 1 Z001 887<br />
4 Hulprelais<br />
Regeling van de verwarming van het zwembadwater door de CV-ketel<br />
1 7814 681<br />
S5 Temperatuursensor (warmtewisselaar 2) 1 7170 965<br />
5 Temperatuurbewaker (maximumbegrenzing) 1 Z001 887<br />
6 Circulatiepomp voor zwembadwateropwarming (naverwarming) 1 Prijslijst Vitoset<br />
*1<br />
Voor de inbouw is het inschroefelement nodig (bij Vitocell 100-B meegeleverd, bij Vitocell 300-B toebehoren).<br />
*2<br />
Voor de inbouw in de Vitocell 300-B is de boilerafsluitkap nodig (toebehoren bij de warmwaterboiler). Bij Vitocell 100-B rekening houden<br />
met max. aansluitbare collectoroppervlak.<br />
46 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
7 Pomp van de filterinstallatie 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
8 Hulprelais 1 7814 681<br />
9 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
VITOSOL VIESMANN 47<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.12 Toepassingvoorbeeld 5a<br />
Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Verwarmingswaterbuffer met of zonder verwarming in lagen<br />
Vitocell 340-M of Vitocell 360-M<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de boiler wordt door de verwarmingsketel<br />
verwarmd. Het geïntegreerde tapwaterdoorstroomelement/<br />
naverwarmingselement wordt door het eromheen lopende bufferwater<br />
opgewarmd.<br />
De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor van<br />
de ketelregeling schakelt de circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT in, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De pomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit<br />
& overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 ºC) van de regeling of van de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
Als de zonne-instraling voor de tapwateropwarming voldoende is,<br />
wordt de totale verwarmingswaterbuffer door het zonnesysteem<br />
opgewarmd.<br />
Naverwarming door de CV-ketel in het bovenste bereik van de<br />
verwarmingswaterbuffer gebeurt dan als de op de ketelcircuitregeling<br />
de ingestelde gewenste temperatuur onderschreden wordt.<br />
Als de zonne-energie niet voldoende is, wordt in het onderste deel<br />
van de boiler het tapwater via het zonnesysteem voorverwarmd.<br />
In het bovense gedeelte wordt het door de CV-ketel op de<br />
gewenste temperatuur gebracht.<br />
Kamerverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen temperatuursensor S5 en verwarmingscircuitretourtemperatuursensor<br />
S6 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT6 in, dan wordt de 3-weg-omschakelklep R6 op<br />
stand ”AB-A” gezet. Het verwarmingsretourwater wordt via de boiler<br />
naar de CV-ketel gevoerd.<br />
Als de temperatuur van het aldus voorverwarmde retourwater niet<br />
voldoende is, verwarmt de CV-ketel dit op tot de benodigde aanvoertemperatuur<br />
is bereikt. Bij daling onder het temperatuurverschil<br />
ΔT6 uit wordtdeklepopstand”AB-B” gezet.<br />
48 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
Benodigde regeltoestellen<br />
C Verwarmingswaterbuffer Vitocell 340-M of 360-M* 1<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
E Evenwichtsfles<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29) 1 Z001 889<br />
Regeling van de kamerverwarming door zonne-energie<br />
S5 Temperatuursensor (verwarmingswaterbuffer) 1 Levering van pos. 1<br />
S6 Retourtemperatuursensor (verwarmingscircuit) 1 7170 965<br />
R6 Drieweg-omschakelklep 1 7814 924<br />
3 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
*1 Max. aansluitbare collectoroppervlak respecteren (zie het technisch blad van de warmingswaterbuffer).<br />
VITOSOL VIESMANN 49<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.13 Toepassingvoorbeeld 5b<br />
Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Verwarmingswaterbuffer Vitocell 140-E of Vitocell 160-E<br />
& Verswatermodule<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Zonnepompstreng<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
Het bovenste gedeelte van de verwarminswaterbuffer wordt door<br />
de verwarmingsketel verwarmd. De boilertemperatuurregeling<br />
met boilertemperatuursensor van de ketelregeling schakelt de circulatiepomp<br />
voor de boilerverwarming.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔTin, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De zonnecircuitpomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit & overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 °C) van de regeling of de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
Als de zonne-instraling voor de tapwateropwarming voldoende is,<br />
wordt de totale verwarmingswaterbuffer door het zonnesysteem<br />
opgewarmd.<br />
Naverwarming door de CV-ketel in het bovenste bereik van de<br />
verwarmingswaterbuffer gebeurt dan als de op de ketelcircuitregeling<br />
de ingestelde gewenste temperatuur onderschreden wordt.<br />
Als de zonne-energie niet voldoende is, wordt de verwarmingswaterbuffer<br />
via het zonnesysteem voorverwarmd en in het bovenste<br />
deel van CV-ketel op de gewenste temperatuur gebracht.<br />
Kamerverwarming zonder zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen buffertemperatuursensor S5<br />
en verwarmingsretourtemperatuursensor S6 kleiner is dan het<br />
temperatuurverschil ΔT6 uit , blijft de omschakelklep R6 spanningsloos<br />
(stand ”AB-B”). De warmwaterbuffer wordt niet doorstroomd.<br />
De CV-ketel verzorgt het verwarmingscircuit met warmte volgens<br />
de op de ketelcircuitregeling ingestelde verwarmingsstooklijn.<br />
Kamerverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen buffertemperatuursensor S5<br />
en CV-circuit-retourtemperatuursensor S6 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT6 in, dan wordt de omschakelklep R6 op stand<br />
”AB-A” gezet; het verwarmingsretourwater wordt via de buffer<br />
naar de CV-ketel gevoerd. Als de temperatuur van het aldus voorverwarmde<br />
retourwater niet voldoende is, verwarmt de CV-ketel<br />
dit op tot de benodigde aanvoertemperatuur is bereikt. Bij daling<br />
onder het temperatuurverschil ΔT6uit wordtdeklepopstand”AB-<br />
B” gezet.<br />
50 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Circulatie<br />
C Verswatermodule<br />
Benodigde toestellen<br />
D CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
E Verwarmingswaterbuffer* 1<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de verwarmingswaterbuffer door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29) 1 Z001 889<br />
Regeling van de kamerverwarming door zonne-energie<br />
S5 Temperatuursensor (buffer), ontlading 1 Levering van pos. 1<br />
S6 Retourtemperatuursensor (verwarmingscircuit) 1 7170 965<br />
R6 Drieweg-omschakelklep 1 7814 924<br />
*1 Max. aansluitbare collectoroppervlak respecteren (zie het technisch blad van de warmingswaterbuffer).<br />
VITOSOL VIESMANN 51<br />
4
4<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
4.14 Toepassingsvoorbeeld 6<br />
Dit voorbeeld en toepassingsvoorbeeld 3 worden voor de modernisering<br />
van bestaande installaties met een monovalente warmwaterboiler<br />
geadviseerd.<br />
Bivalente tapwateropwarming en ondersteuning van de kamerverwarming met Vitosolic 200<br />
Hoofdcomponenten<br />
& <strong>Viessmann</strong> zonnecollectoren<br />
& Warmwaterboiler<br />
& Verwarmingswaterbuffer met of zonder verwarming in lagen<br />
Vitocell 340-M of Vitocell 360-M<br />
& Vitosolic 200<br />
& Solar-Divicon<br />
& Olie/gasketel<br />
Functiebeschrijving<br />
Tapwaterverwarming zonder zonne-energie<br />
De warmwaterboiler wordt door de CV-ketel opgewarmd.<br />
De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor van<br />
de ketelregeling schakelt de circulatiepomp voor de boilerverwarming.<br />
Tapwaterverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />
S1 en boilertemperatuursensor S2 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT in, wordt de zonnecircuitpomp R1 ingeschakeld.<br />
De zonnecircuitpomp R1 wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld:<br />
& dalen onder temperatuurverschil ΔTuit<br />
& overschrijden van de elektronische temperatuurbegrenzing<br />
(max. bij 95 ºC) van de regeling of van de op de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
(indien nodig) ingestelde temperatuur.<br />
Als de zonne-instraling voor de tapwateropwarming voldoende is,<br />
wordt de totale verwarmingswaterbuffer door het zonnesysteem<br />
opgewarmd.<br />
Als de zonne-energie niet voldoende is, wordt in de verwarmingswaterbuffer<br />
het tapwater via het zonnesysteem voorverwarmd en<br />
in de warmwaterboiler door de CV-ketel op de gewenste temperatuur<br />
gebracht.<br />
Een temperatuurgeregelde omlading van het warme water is niet<br />
mogelijk.<br />
Kamerverwarming met zonne-energie<br />
Als het temperatuurverschil tussen temperatuursensor S5 en verwarmingscircuitretourtemperatuursensor<br />
S6 groter is dan het temperatuurverschil<br />
ΔT6 in, dan wordt de 3-weg-omschakelklep R6 op<br />
stand ”AB-A” gezet; het verwarmingsretourwater wordt via de boiler<br />
in de ketel geleid.<br />
Als de temperatuur van het aldus voorverwarmde retourwater niet<br />
voldoende is, verwarmt de CV-ketel dit op tot de benodigde aanvoertemperatuur<br />
is bereikt. Bij daling onder het temperatuurverschil<br />
ΔT6 uit wordtdeklepopstand”AB-B” gezet.<br />
52 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Installatieschema<br />
A Zonnecollector<br />
B Omlooppomp<br />
C Verwarmingswaterbuffer Vitocell 340-M of 360-M* 1<br />
D Aanwezige warmwaterboiler<br />
Benodigde regeltoestellen<br />
E CV-ketel<br />
& CV-ketel op olie of gas<br />
of<br />
& wandtoestel op olie/gas<br />
G Evenwichtsfles<br />
F Inschroefcirculatie, bestelnr. 7198 542<br />
Pos. Omschrijving Aantal Bestelnr.<br />
Regeling van de verwarming van de warmwaterboiler door zonne-energie<br />
1 Vitosolic 200 1 7170 926<br />
S1 Collectortemperatuursensor 1<br />
S2 Boilertemperatuursensor 1<br />
R1 Zonnecircuitpomp (geleverd met de Solar-Divicon, zie pagina 23) 1 7188 391 of 7188 392<br />
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 29) 1 Z001 889<br />
Regeling van de kamerverwarming door zonne-energie<br />
S5 Temperatuursensor (verwarmingswaterbuffer) 1 Levering van pos. 1<br />
S6 Retourtemperatuursensor (verwarmingscircuit) 1 7170 965<br />
R6 Drieweg-omschakelklep 1 7814 924<br />
3 Aftakdoos 1 door de installateur te<br />
voorzien<br />
*1 Max. aansluitbare collectoroppervlak respecteren (zie het technisch blad van de warmingswaterbuffer).<br />
VITOSOL VIESMANN 53<br />
4
5<br />
Extra functies van de Vitosolic 100<br />
5.1 Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel<br />
Installaties met Vitotronic-regelingen met KM-BUS<br />
Regelingen van het actuele leveringsprogramma zijn voorzien van<br />
de noodzakelijke software. Bij updaten van bestaande installaties<br />
moet de ketelcircuitregeling met een elektronicaprintplaat worden<br />
uitgerust (zie prijslijst).<br />
De naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel<br />
wordt door de zonneregeling onderdrukt als de warmwaterboiler<br />
wordt opgewarmd.<br />
Installaties met andere <strong>Viessmann</strong> regelingen<br />
Alleen mogelijk in combinatie met aansluituitbreiding (toebehoren).<br />
De naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel<br />
wordt door de zonneregeling onderdrukt als de warmwaterboiler<br />
wordt opgewarmd. Via een weerstand in de<br />
aansluituitbreiding wordt een ca. 10 K hogere, werkelijke tapwatertemperatuur<br />
gesimuleerd.<br />
A Aansluituitbreiding (toebehoren)<br />
B Vitosolic 100<br />
C Bij aansluiting van een veiligheidstemperatuurbegrenzer de<br />
brug verwijderen<br />
D Zonnewarmtecircuitpomp<br />
E Circulatiepomp voor de opwarming van de voorverwarmingstrap<br />
(extra functie voor de tapwateropwarming)<br />
In de ketelcircuitregeling wordt via codeeradres ”67” een 3e<br />
gewenste tapwatertemperatuur ingesteld (instelbereik 10 tot<br />
95 ºC). Deze waarde moet onder de 1e gewenste tapwatertemperatuur<br />
liggen.<br />
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmingsketel verwarmd<br />
(zonnecircuitpomp loopt), als deze gewenste waarde niet<br />
met het zonnesysteem wordt bereikt.<br />
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmingsketel verwarmd<br />
(zonnecircuitpomp loopt), als deze gewenste tapwatertemperatuur<br />
niet met het zonnesysteem wordt bereikt.<br />
F Veiligheidstemperatuurbegrenzer (indien nodig)<br />
G Boilertemperatuursensor (PTC) van de ketelcircuitregeling<br />
H Boilertemperatuursensor (NTC) van de ketelcircuitregeling<br />
K Naar de ketelcircuitregeling (aansluiting voor een boilertemperatuursensor)<br />
L Netschakelaar, extern<br />
54 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Extra functies van de Vitosolic 100 (vervolg)<br />
5.2Bijkomendefunctievoordetapwaterverwarming<br />
Alleen mogelijk in combinatie met Vitotronic-regelingen met KM-<br />
BUS en aansluituitbreiding (toebehoren).<br />
Bij installaties met een boilerinhoud van meer dan 400 liter moet<br />
de totale waterinhoud eenmaal per dag op 60 ºC verwarmd worden<br />
(zie pagina 34). Daartoe kan nog een circulatiepomp E ingeschakeld<br />
worden (aansluiting aan de aansluituitbreiding, zie<br />
pagina 54).<br />
5.3 Thermostaatfunctie<br />
Alleen mogelijk in combinatie met aansluituitbreiding (toebehoren).<br />
De thermostaatfunctie kan onafhankelijk van de zonnewerking<br />
worden gebruikt.<br />
Met deze functie wordt bereikt dat overtollige warmte zo snel<br />
mogelijk wordt afgevoerd.<br />
Thermostaatinschakeltemperatuur ”NHE” en de thermostaatuitschakeltemperatuur<br />
”NHA” kunnen ingesteld worden.<br />
5.4 Maximumbegrenzing van de boilertemperatuur<br />
Bij het overschrijden van de ingestelde maximumtemperatuur van<br />
de boiler wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld om oververhitting<br />
van de warmwaterboiler te voorkomen.<br />
5.5 Collectorkoellfunctie<br />
Bij het bereiken van de ingestelde maximumtemperatuur van de<br />
boiler wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld.<br />
Als de collectortemperatuur stijgt tot de ingestelde maximumtemperatuur<br />
van de collector, wordt de pomp zolang ingeschakeld tot<br />
de temperatuur 5 K lager is. Daarbij kan de boilertemperatuur verder<br />
stijgen, echter slechts tot 95 ºC.<br />
5.6 Terugkoelfunctie<br />
De functie is alleen zinvol als de collectorkoelfunctie geactiveerd<br />
is. Bij het bereiken van de ingestelde maximumtemperatuur van<br />
de boiler wordt de zonnecircuitpomp ingeschakeld om oververhitting<br />
van de collector te voorkomen. 's Avonds draait de pomp dan<br />
zolang door tot de warmwaterboiler via de collector en de buisleidingen<br />
tot de ingestelde maximumtemperatuur van de boiler wordt<br />
teruggekoeld.<br />
5.7 Aanwijzing bij de collectorkoel- en terugkoelfunctie<br />
De eigen veiligheid van het zonnesysteem dient gegaradeerd, in<br />
ieder geval door de correcte dimensionering van het expansievat,<br />
ook bij verder stijgende collectortemperatuur na het bereiken van<br />
alle grenstemperaturen. Bij stagnatie of bij verder stijgende collectortemperatuur<br />
wordt de zonnecircuitpomp vergrendeld of uitgeschakeld<br />
(collectornooduitschakeling) om een thermische<br />
overbelasting van de aangesloten componenten voor te zijn.<br />
5.8 Intervalfunctie<br />
Bij installaties met ongunstig geplaatste collectortemperatuursensor<br />
deze intervalfunctie activeren om de tijdsvertraging bij het<br />
registreren van de collectortemperatuur te verhinderen.<br />
Instellingen aan de ketelcircuitregeling:<br />
& 2e gewenste tapwatertemperatur moet gecodeerd worden<br />
& 4e warmwaterfase voor de tapwateropwarming moet geactiveerd<br />
worden<br />
Via de KM-BUS wordt dit signaal aan de Vitosolic 100 overgebracht<br />
en de circulatiepomp wordt ingeschakeld.<br />
Toestand bij levering:<br />
NHE = 40 ºC,<br />
NHA = 45 ºC<br />
instelbereik: 0,5 tot 95 ºC<br />
NHE > NHA Thermostaatfunctie voor gebruik van de overtollige<br />
warmte<br />
NHE < NHA Thermostaatfunctie voor de naverwarming<br />
VITOSOL VIESMANN 55<br />
5
6<br />
Extra functies van de Vitosolic 100 (vervolg)<br />
5.9 Warmtebalancering<br />
Voor het bepalen van de warmtehoeveelheid wordt rekening<br />
gehouden met het verschil uit collector- en boilertemperatuur, het<br />
ingestelde debiet, het soort warmtedragend medium en de werkingstijd<br />
van de zonnecircuitpomp.<br />
5.10 Bescherming tegen vorst<br />
Functie uitsluitend activeren bij gebruik van water als warmtedragend<br />
medium.<br />
Bij een collectortemperatuur lager dan +4 ºC wordt de zonnecircuitpomp<br />
ingeschakeld om collectorschade te voorkomen. Bij het<br />
bereiken van +5 ºC wordt de pomp uitgeschakeld.<br />
Extra functies van de Vitosolic 200<br />
6.1 Maximumbegrenzing van de boilertemperatuur<br />
Beschrijving, zie pagina 55.<br />
6.2 Externe warmtewisselaar<br />
Alle in een installatie aanwezige verbruikers moeten via de warmtewisselaar<br />
worden beladen. Als één van de verbruikers via zonnewarmte<br />
kan worden verwarmd, wordt de primaire pomp van de<br />
warmtewisselaar P WT ingeschakeld. Als de temperatuur daalt tot<br />
onder een instelbaar inschakeltemperatuurverschil wordt de<br />
secondaire pomp S WT ingeschakeld.<br />
6.3 Koelfunctie<br />
Functie voor het afvoeren van overtollige warmte. Bij het bereiken<br />
van de maximumtemperatuur van de boiler en inschakeltemperatuurverschil<br />
worden de zonnecircuitpomp en een aan R4 aangesloten<br />
verbruiker ingeschakeld en als de temperatuur daalt tot<br />
onder het uitschakeltemperatuurverschil weer uitgeschakeld.<br />
6.4 Intervalfunctie<br />
Beschrijving, zie pagina 55.<br />
6.5 Collectorkoelfunctie<br />
Beschrijving, zie pagina 55.<br />
56 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Extra functies van de Vitosolic 200 (vervolg)<br />
6.6 Terugkoelfunctie<br />
Beschrijving, zie pagina 55.<br />
Aanwijzing bij de collectorkoel- en terugkoelfunctie op pagina 55<br />
respecteren.<br />
6.7 Bescherming tegen vorst<br />
Beschrijving, zie pagina 56.<br />
6.8 Parallelrelais<br />
Met deze functie wordt parallel aan het relais dat de circulatiepomp<br />
van een zonnewarmteverbruiker schakelt, nog een relais<br />
geschakeld (afhankelijk van de installatieconfiguratie R3, R5 of<br />
R6), bijv. de aansturing van een omschakelklep.<br />
6.9 Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel<br />
Installaties met Vitotronic-regeling met KM-BUS<br />
Regelingen van het actuele leveringsprogramma zijn voorzien van<br />
de noodzakelijke software. Bij updaten van bestaande installaties<br />
moet de ketelcircuitregeling met een elektronicaprintplaat worden<br />
uitgerust (zie prijslijst).<br />
Installaties met andere <strong>Viessmann</strong>-regelingen<br />
De naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel<br />
wordt door de zonneregeling onderdrukt als de warmwaterboiler<br />
(verbruiker 1) wordt opgewarmd. Via een weerstand wordt<br />
een ca. 10 K hogere, werkelijke tapwatertemperatuur gesimuleerd.<br />
De warmwaterboiler wordt pas door de verwarmingsketel<br />
verwarmd als deze gewenste tapwatertemperatuur niet met het<br />
zonnesysteem wordt bereikt.<br />
De naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel<br />
wordt door de zonneregeling onderdrukt als de warmwaterboiler<br />
(verbruiker 1) wordt opgewarmd. In de ketelcircuitregeling<br />
wordt via codeeradres ”67” een 3e gewenste tapwatertemperatuur<br />
ingesteld (instelbereik: 10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder de<br />
1e gewenste tapwatertemperatuur liggen. De warmwaterboiler<br />
wordt pas door de verwarmingsketel verwarmd als deze gewenste<br />
tapwatertemperatuur niet met het zonnesysteem wordt bereikt.<br />
VITOSOL VIESMANN 57<br />
6
6<br />
Extra functies van de Vitosolic 200 (vervolg)<br />
Boilertemperatuursensor als PTC<br />
Boilertemperatuursensor als NTC<br />
6.10 Boiler 2 (tot 4) aan<br />
Met deze functie kan een bepaalde verbruiker (bijv. buffer of<br />
zwembad) uitgesloten worden van verwarming door het zonnesysteem.<br />
Onderbreking of kortsluiting van de desbetreffende boilertemperatuursensor<br />
wordt dan niet meer gemeld.<br />
A Aansluitruimte Vitosolic 200<br />
B Aftakdoos (door de installateur te voorzien)<br />
C Weerstand 20 Ω (door de installateur te voorzien)<br />
D Boilertemperatuursensor van de ketelcircuitregeling<br />
E Naar de ketelcircuitregeling, aansluiting voor een boilertemperatuursensor<br />
A Aansluitruimte Vitosolic 200<br />
B Aftakdoos (door de installateur te voorzien)<br />
C Weerstand 10 kΩ (door de installateur te voorzien)<br />
D Boilertemperatuursensor van de ketelcircuitregeling<br />
E Naar de ketelcircuitregeling, aansluiting voor een boilertemperatuursensor<br />
58 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Extra functies van de Vitosolic 200 (vervolg)<br />
6.11 Boilerlading<br />
Met deze functie kan een bepaald bereik van de warmwaterboiler,<br />
vastgelegd door de sensorposities, opgewarmd worden.<br />
De functie wordt via twee thermostaten en een relais gerealiseerd.<br />
6.12 Boilervoorrangschakeling<br />
Bij deze functie worden de warmwaterboilers in nummerieke volgorde<br />
verwarmd tot de overeenkomstige maximale boilertemperatuur<br />
is bereikt.<br />
6.13 Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming<br />
Installaties met Vitotronic-regelingen met KM-BUS<br />
Regelingen van het actuele leveringsprogramma zijn voorzien van<br />
de noodzakelijke software. Bij updaten van bestaande installaties<br />
moet de ketelcircuitregeling met een elektronicaprintplaat worden<br />
uitgerust (zie prijslijst).<br />
Instellingen aan de ketelcircuitregeling<br />
& 2e gewenste tapwatertemperatur moet gecodeerd worden<br />
& 4e warmwaterfase voor de tapwateropwarming moet geactiveerd<br />
worden<br />
Via de KM-BUS wordt dit signaal aan de zonneregeling overgebracht.<br />
De circulatiepomp (omlaadpomp) wordt op een instelbaar<br />
tijdstip ingeschakeld als de warmwaterboiler tevoren niet één keer<br />
per dag minstens 60ºC heeft bereikt.<br />
VITOSOL VIESMANN 59<br />
6
6<br />
Extra functies van de Vitosolic 200 (vervolg)<br />
Installaties met andere <strong>Viessmann</strong>-regelingen<br />
A Aansluitruimte Vitosolic 200<br />
B Hulprelais, bestelnummer 7814 681<br />
C Weerstand (door de installateur te voorzien) bij<br />
PTC: 560 Ω<br />
NTC: 8,2 kΩ<br />
D Naar de ketelcircuitregeling, aansluiting voor een boilertemperatuursensor<br />
E Boilertemperatuursensor van de ketelcircuitregeling<br />
F Omlaadpomp<br />
6.14 Thermostaatfunctie, ΔT-regeling en schakelklokken<br />
De functies kunnen alleen gebruikt worden als de in- en uitgangen<br />
niet door functies in het basisschema zijn bezet.<br />
Thermostaatfunctie<br />
Het overeenkomstige relais schakelt bij het bereiken van de<br />
inschakeltemperatuur in en bij het bereiken van de uitschakeltemperatuur<br />
uit.<br />
ΔT-regeling<br />
Het overeenkomstige relais schakelt bij het overschrijden van het<br />
inschakeltemperatuurverschil in en bij het dalen onder het uitschakeltemperatuurverschil<br />
uit.<br />
De circulatiepomp (omlaadpomp) wordt op een instelbaar tijdstip<br />
ingeschakeld als de warmwaterboiler tevoren niet één keer per<br />
dag minstens 60ºC heeft bereikt.<br />
Via een weerstand wordt een tapwatertemperatuur van ca. 35 ºC<br />
gesimuleerd.<br />
Schakelklokken<br />
Het overeenkomstige relais schakelt op het inschakeltijdstip in en<br />
op het uitschakeltijdstip uit. (3 tijdvensters te activeren).<br />
Pas bij het bereiken van alle voor een relais geactiveerde inschakelvoorwaarden,<br />
schakelt dit relais in.<br />
60 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Extra functies van de Vitosolic 200 (vervolg)<br />
6.15 Warmtebalancering<br />
De balancering kan met en zonder uitbreidingsset voor de warmtehoeveelheidsteller<br />
(toebehoren) worden uitgevoerd.<br />
& Zonder uitbreidingsset<br />
Door het temperatuurverschil tussen WMZ-aanvoer- en WMZretourtemperatuursensor<br />
en het ingestelde debiet<br />
& Met uitbreidingsset<br />
Door het temperatuurverschil tussen WMZ-aanvoer- en WMZretourtemperatuursensor<br />
en het door de debietmeter vastgesteld<br />
debiet<br />
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsteller<br />
Onderdelen:<br />
& 2 temperatuursensoren PT 500 met dompelhuls, R ½, 45 mm<br />
lang<br />
& debietmeter voor het bepalen van het debiet van water-glycolmengsels<br />
Als sensoren kunnen reeds gebruikte sensoren benut worden<br />
zonder de functies daarvan in het overeenkomstige schema te<br />
beïnvloeden.<br />
Debietmeetelement 06 15 25<br />
a mm 205 205 225<br />
Impulssnelheid l/imp. 1 10 25<br />
Nom. diameter DN 20 20 20<br />
Aansluitschroefdraad aan de meter R 1 1 1<br />
Aansluitschroefdraad van de schroefverbinding R ¾ ¾ ¾<br />
Max. werkdruk P max. bar 16 16 16<br />
Max. werktemperatuur T max. ºC 110 110 110<br />
Nom. debiet ´ m 3 /h 0,6 1,5 2,5<br />
Grootste debiet ´ max. m 3 /h 1,2 3 5<br />
Scheidingsgrens ±3 % ²t l/h 48 120 200<br />
Kleinste debiet ´ min. l/h 12 30 50<br />
Drukverlies bij ca. ⅔ ´ Δp v bar 0,1 0,1 0,1<br />
Woordenlijst<br />
Absorber<br />
Toestel dat deel uitmaakt van een zonnecollector en dat dient om<br />
stralingsenergie te absorberen en deze als warmte af te geven<br />
aan een vloeistof<br />
Absorptie<br />
Opname van straling<br />
Stralingsintensiteit<br />
Het vermogen van de straling die een oppervlakte-eenheid treft,<br />
uitgedrukt in W/m 2 .<br />
Emissie<br />
Het uitzenden (uitstralen) van straling, zoals licht of deeltjes<br />
Evacueren<br />
Het wegzuigen van lucht uit een reservoir. Hierdoor daalt de luchtdruk<br />
en ontstaat een vacuüm<br />
Toegelaten omgevingstemperatuur<br />
& bij werking: 0 tot +40 ºC<br />
& bij opslag en transport: -20 tot +70 ºC<br />
Instelbereik voor een volumeaandeel aan Glycol: 0 tot 70 %<br />
(<strong>Viessmann</strong> warmtedragend medium 55%)<br />
Heatpipe (warmtepijp)<br />
Gesloten, capillairvormig reservoir dat een kleine hoeveelheid van<br />
een licht vluchtige vloeistof bevat<br />
Condensor<br />
Gedeelte waarin damp wordt neergeslagen als vloeistof<br />
Convectie<br />
Warmteoverdracht door stroming van een medium. Convectie veroorzaakt<br />
energieverlies als gevolg van een temperatuurverschil<br />
tussen het glas van de collector en de hete absorber<br />
Selectief oppervlak<br />
Om de doeltreffendheid van de absorber te verhogen, is deze<br />
voorzien van een speciale coating. Dankzij deze speciaal aangebrachte<br />
coating wordt de absorptie zeer hoog gehouden voor het<br />
invallende zonnelichtspectrum (ca. 94 %). De emissie van langegolf-warmtestralen<br />
wordt daarbij grotendeels vermeden. De speciale<br />
coating van zwarte chroom is uitermate duurzaam.<br />
VITOSOL VIESMANN 61<br />
7
7<br />
Woordenlijst (vervolg)<br />
Stralingsenergie<br />
Hoeveelheid energie die wordt overgedragen door straling<br />
Strooiing<br />
Wisselwerking van straling met materie waarbij de richting van de<br />
straling verandert; totale energie en golflengte blijven behouden.<br />
Vacuüm<br />
Luchtledige ruimte<br />
Warmtedragermedium<br />
Vloeistof die de nuttige warmte in de absorber van de collector<br />
overneemt en naar een verbruiker (warmtewisselaar) voert<br />
Rendement<br />
Het rendement van een zonnecollector is de verhouding van het<br />
afgevoerd vermogen van de collector tot het toegevoerd vermogen.<br />
Invloedparameters zijn o.a. omgevings- en absorbertemperatuur.<br />
62 VIESMANN VITOSOL<br />
5818 135-9 B/fl
5818 135-9 B/fl<br />
Index (vervolg)<br />
A<br />
Aardleiding .................................................................. 20<br />
Absorberoppervlak .......................................................... 6<br />
Afkortingen in de schema's .............................................. 34<br />
Algemene montageaanwijzingen ...................................... 18<br />
Apertuuroppervlak ........................................................... 6<br />
B<br />
Beschaduwing ................................................................ 4<br />
Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming ............. 55, 59<br />
Bliksembescherming van het zonnesysteem ....................... 20<br />
Bruto oppervlak .............................................................. 6<br />
Buisdiameter ................................................................ 20<br />
C<br />
Circulatiepomp ............................................................. 23<br />
Collectorgamma ............................................................. 4<br />
Collectorkeuze ............................................................... 5<br />
Collectorrijenafstand ...................................................... 12<br />
D<br />
Dakoppervlaktebehoefte ............................................. 10-11<br />
Debiet ........................................................................ 20<br />
Dimensionering .............................................................. 7<br />
Dimensionering van de buisdiameter ................................. 20<br />
Dimensionering van de circulatiepomp ............................... 23<br />
E<br />
Expansievat ................................................................. 26<br />
F<br />
Framegegevens .............................................................. 4<br />
Functies van de zonneregeling<br />
& Vitosolic 100 .............................................................. 54<br />
& Vitosolic 200 .............................................................. 56<br />
G<br />
Gegevens inzake zonnestraling .......................................... 4<br />
Gevelmontage .............................................................. 17<br />
H<br />
Hydraulische aansluitingen ............................................. 21<br />
I<br />
Installatieaanwijzingen ................................................... 21<br />
Installatievoorbeelden .................................................... 21<br />
K<br />
Kamerverwarming ........................................................... 8<br />
Keuze van het collectortype ............................................. 10<br />
M<br />
Montage op platte daken ................................................. 12<br />
Montagemogelijkheden .................................................... 5<br />
N<br />
Naverwarmingsonderdrukking ..................................... 54, 57<br />
O<br />
Ondersteuning van de kamerverwarming .............................. 8<br />
S<br />
Schuine daken<br />
& dakintegratie ............................................................. 11<br />
& opdakmontage ........................................................... 10<br />
Solar-Divicon ............................................................... 23<br />
Stagnatie .................................................................... 26<br />
T<br />
Tapwateropwarming ........................................................ 7<br />
Thermostaatfunctie ....................................................... 55<br />
Toebehoren (dakhaken) .................................................. 10<br />
Toebehoren voor zonnesystemen ..................................... 30<br />
Totale systeem ............................................................. 30<br />
V<br />
Veiligheidsklep ............................................................. 29<br />
Veiligheidstechnische uitrusting ....................................... 25<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer ..................................... 29<br />
<strong>Viessmann</strong>-collectorgamma .............................................. 4<br />
Voorschakelvat ............................................................. 28<br />
W<br />
Warmtebalancering .................................................. 56, 61<br />
Warmtedragend medium ................................................. 25<br />
Warmtewisselaar ............................................................ 9<br />
Warmwaterbehoefte ........................................................ 7<br />
Z<br />
Zwembadwateropwarming<br />
& openluchtbaden ........................................................... 9<br />
& overdekte baden .......................................................... 9<br />
VITOSOL VIESMANN 63<br />
7
Technische wijzigingen voorbehouden.<br />
135-9 B/flGedrukt op milieuvriendelijk,<br />
chloorvrij gebleekt papier<br />
<strong>Viessmann</strong> Belgium bvba-sprl<br />
Hermesstraat 14<br />
B-1930 ZAVENTEM<br />
Tel. : 02 712 06 66<br />
Fax : 02 725 12 39<br />
e-mail : info@viessmann.be<br />
www.viessmann.com5818 64 VIESMANN VITOSOL