interactieve aanpassing. Interactief voldoet wel beter bijharde geluiden. Als de patiënt betrokken is bij aanpassingwordt dit positief ervaren. Je kunt dit systeem gebruikennaast insertion gain <strong>met</strong>ing om bijvoorbeeld de startpositievan de patiënt te bepalen of het gebruiken bij het instellenvan ruisonderdrukking, directionaliteit en voor evaluatie.In het systeem worden alle gegevens bewaard.Nadeel is dat je <strong>met</strong> ´trial and error´-procedure weliswaarfeedback krijgt, maar dat niet precies duidelijk is wat jeer mee moet doen. Dit zou kunnen worden opgelost <strong>met</strong>bijvoorbeeld paired comparison. In een paired comparisonanalyse wordt een waaier aan mogelijke settings vergeleken<strong>met</strong> iedere andere setting. Zo wordt per onderdeel demeest favoriete setting gekozen. <strong>De</strong>ze techniek kanop verschillende manieren worden toegepast. Bij eenhoortoestelaanpassing kan het leiden tot een optimaleinstelling voor de desbetreffende hoortoestelgebruiker.Project Hear Clip is een samenwerkingsproject van Nijmegenen Eindhoven <strong>met</strong> de afdeling Klinische & ExperimenteleAudiologie van het AMC. Hier is onderzoek gedaan opbasis van paired comparison m.b.v. statistiek. Doorgaansbepalen de input en settings van het hoortoestel de output,in combinatie <strong>met</strong> de voorkeur van de patiënt. In ditproject worden keuzen van settings gemaakt op basis vaneen database (van vorige <strong>met</strong>ingen <strong>met</strong> proefpersonen)en de statistiek. Bovendien wordt er gebruik gemaaktvan een kwaliteitsmodel gebaseerd op luistercomfort enspraakverstaan. <strong>De</strong> gegevens van nieuwe proefpersonenworden ook weer verzameld in de database zodat dat bijeen volgende proefpersoon weer gebruikt kan worden.In de kliniek is het mogelijk om veel geluiden te latenhoren; maar dat is natuurlijk slechts een benadering vande dagelijkse praktijk. Bij een trainbaar hoortoestel isde gebruiker aan zet. Hij draagt het hoortoestel in deeigen dagelijkse omgeving <strong>met</strong> alle geluiden waarmeehij dagelijks omringd is en bepaalt per situatie de juisteinstelling. Wanneer een patiënt weer in die zelfdeakoestische situatie komt, zal het hoortoestel die situatieherkennen en de juiste instelling, die de patiënt prettigvond, kiezen. Het is wenselijk dat eerst de versterkingoptimaal wordt ingesteld en gecontroleerd <strong>met</strong> VSM- ofIG- <strong>met</strong>ingen. Er moeten goed gestructureerde proceduresNieuws EUHA <strong>2010</strong>Aan u de keusLive Speech MappingAvant REM Speech +Horen op het hoogste niveau.Met de introductie van de nieuwe RIC-hoorsystemen heeftAudio Service een nieuwe overtuigende techniekgeneratie opde markt gebracht.<strong>De</strong>ze baanbrekende techniek is nu ook in de nieuwe AHO- enIHO-families geïntegreerd.Af<strong>met</strong>ingen: 12,5x12,5x 3 cmSure-Probe-microfoonsysteem,<strong>met</strong> eenvoudig te verstellen "Ear Loop design”en verbeterde probe-tube retentiewww.progresshearing.nl
komen om andere signaalprocessen in te stellen. Wezouden een gestructureerde manier moeten gebruikenom de subjectieve informatie te ontvangen, bijvoorbeeld<strong>met</strong> paired comparison. Daarna moet er een goede keuzegemaakt worden van de settings op basis van bijvoorbeeldeen kwaliteitsmodel en de statistiek. We moeten zoveelmogelijk de dagelijkse praktijk van de patiënt benaderendoor bijvoorbeeld video clips of een leerbaar hoortoestel,en uiteindelijk moet alles goed worden geëvalueerd.Thema 3: Evaluatie en gebruikerssatisfactieOok dit derde thema wordt belicht door prof. Kießling.Hij merkt op dat voor hoortoestelaanpassing eenuitgebreide ´gereedschapskist´ bestaat, maar dat hetzaak is om deze goed te organiseren op verschillendeniveaus van het auditieve systeem zodat het duidelijk iswát je precies aan het doen bent. Je moet bij het beginbeginnen. Perceptie speelt geen rol (verificatie) in realear(in situ) <strong>met</strong>ingen of Coupler <strong>met</strong>ing. Dit is anders bijdrempel<strong>met</strong>ingen, loudness scaling, spraaktesten in stilteen in rumoer, directionele/spatiële hoortesten, testen voorluistergemak en absolute of relatieve kwaliteitswaardering(geluid, verstaanbaarheid, voorkeur enz.). Daarnaastzijn er vragenlijsten en dagboeken om o.a. tevredenheiden nut vast te stellen. Kwaliteitswaardering, testen voorluistergemak, richtinghoren en spraak zijn belangrijkvoor de beoordeling van het gebruikersvoordeel en hetmatchen <strong>met</strong> hetgeen de gebruiker nodig heeft. Loudnessscaling, drempel-, in situ- en Coupler<strong>met</strong>ingen zijn eenverificatie voor het matchen van de aanpassing <strong>met</strong> hetgestelde doel. Evaluatie van een hoortoestelaanpassing is3-dimensioneel: onderzoek van de auditieve niveaus (lab,dus geen werkelijke situaties), <strong>met</strong>ingen in de realiteit(moeilijker vast te stellen) en dit uitgezet over de tijd. Hetaanpassen van een hoortoestel op verschillende niveausis geen eenmalig gebeuren maar vindt plaats gedurendelangere tijd waarin ook ruimte is voor gewenning.Prof. Kießling bespreekt niet álle gereedschappen, maarpikt er enkele uit. Zo wordt internationaal gebruikgemaaktvan ISTS (International Speech Test Signal). Dit is eenspraaktest waarin verschillende talen in samples naelkaar worden gebruikt. Het geheel correspondeert <strong>met</strong>aspecten van spraak m.b.t. lang- en korte tijdspectrum,basisfrequentie, modulatie spectrum, comodulatie enpauzeduur, maar zónder informatie. <strong>De</strong> test is daarominternationaal te gebruiken als meetinstrument of omte valideren. Bijvoorbeeld, <strong>met</strong> Coupler geeft ISTS aanhoe ruisonderdrukkingsschema´s zullen werken. Metdit signaal kan ook gedemonstreerd worden hoe hethoortoestel werkt, bijvoorbeeld hoe gain reductie werktop verschillende frequenties. <strong>De</strong> volgende stap is real ear<strong>met</strong>ing, <strong>met</strong> en zonder ondersteuning (Real Ear InsertionResponse (REIR)= Real Ear Aided Response [REAR] - Real EarUnaided Response [REUR]). Het kan aangeven hoe dichthet gewenste doel wordt benaderd. In hoge frequentiesworden de gestelde doelen meestal niet gehaald. Somslukt het wel <strong>met</strong> een nieuw hoortoestel, maar is de responsdaarop van de patiënt negatief. <strong>De</strong> meesten vinden hetonprettig. Dit is verrassend en moet in de toekomst verderworden onderzocht. Voor evaluatie van spraakherkenningin ruis wordt OLSA (SRT Oldenburg sentences in noice)gebruikt. Om de cognitieve component uit te schakelenworden nonsens zinnen gebruikt om de verstaanbaarheidte <strong>met</strong>en. Een stapje hoger in het testen van spraak in ruisstaat JFC (Just Follow Conversation). <strong>De</strong> proefpersoon heefteen SNR van 65 dB waarmee conversatie nog net te volgenis. <strong>De</strong> ruis is al dan niet gemoduleerd. <strong>De</strong> signalen bestaanuit doorlopende conversatie/dialoog of een herhalendezin waarbij de proefpersoon de verstaanbaarheid kanregelen. <strong>De</strong> test is betrouwbaar maar geen absolute<strong>met</strong>ing. Alleen voor dezelfde persoon, <strong>met</strong> en zonderhoortoestel, <strong>met</strong> en zonder gain reductie, hebben deindividuele verschillen betekenis. Een derde aanpak voorevaluatie van spraakherkenning in ruis is de AcceptableNoise Level Test (ANL, Nabelek 1991). Stap 1 bestaat uiteen spraaksignaal dat wordt aangepast aan het ´meestcomfortabele niveau´ (MCL). Stap 2 bestaat uit eenspraaksignaal in achtergrondruis. <strong>De</strong> aanpassing bestaatuit het terugbrengen van de ruis tot een acceptabel langetermijn niveau. Dit levert een BNL (background noise level)op. Stap 3 is een berekening van het acceptabel ruisniveau:ANL=MCL-BNL. Voor evaluatie van ruisonderdrukking isde formule: ∆ ANL=ANL(NR uit)-ANL (NR aan). Soms is erweinig verschil tussen wel/geen ruisreductie. Dit moet nogapart worden onderzocht. Wellicht is het meetsysteemnog niet scherp genoeg. Dan is er nog paired comparison:de gebruiker geeft steeds bij 2 instellingen (setting Ategenover setting B) aan welke de voorkeur heeft. Maarook tussen twee toestellen of <strong>met</strong> een research hoortoestelzijn verschillende vergelijkingen mogelijk. Als laatste zijner diverse gevalideerde vragenlijsten om performancevan het hoortoestel en tevredenheid van de drager te<strong>met</strong>en. Prof. Kießling raadt af om <strong>met</strong> zelf ontwikkelde,niet gevalideerde vragenlijsten te werken. Hiermee isonduidelijk of inderdaad ge<strong>met</strong>en wordt wat je wil <strong>met</strong>en.Bovendien zijn gevalideerde lijsten vergelijkbaar <strong>met</strong>andere lijsten, zowel nationaal als internationaal.Procedures voor hoortoestelevaluatie kunnen in tweegroepen worden verdeeld: verificatie instrumenten en41 Het vakblad dat ons versterkt