Schepenbank 5121 47.pdf - HCC
Schepenbank 5121 47.pdf - HCC
Schepenbank 5121 47.pdf - HCC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gemeenschappelijke straat, Willem Meus, de erfgenamen van Peter<br />
Everaert Adriaens. Hij verkoopt (=belooft, JT) deze rente aan Marten<br />
Peters van de Ven en aan Geraert Jan Rijckaerts als rentmeesters van<br />
de tafel van de H. Geest en Leonaert belooft het onderpand in goede<br />
staat te houden voor de betaling van de rente en alle lasten hierin af te<br />
handelen. Het onderpand is belast met een jaarlijkse grondchijns van 6<br />
stuivers aan de heer van Herlaer en van Gestel. Datum 23 februari<br />
1639.<br />
In marge :<br />
Vandaag 1 februari 1643 is verschenen Marten Peters van de Ven als H.<br />
Geestmeester en heeft verklaard dat deze rente door Hendrick Peters is<br />
afgelost ten behoeve van de tafel van de H. Geest zodat de H. Geest<br />
niets meer te vorderen heeft inzake deze rentebrief en is daarom<br />
doorgehaald. Als oorkonde opgemaakt, ondertekend : B. van der<br />
Waerden.<br />
=================084===================<br />
Aktennr : 084<br />
Folio : 62-r<br />
Soort akte : schuldbekentenis<br />
Datum : 23-02-1639<br />
Genoemde Leonaert of zijn nakomelingen zullen de rente mogen<br />
aflossen tegen betaling van 50 gulden samen met de achterstallige<br />
termijnen op het moment van de aflossing. Als hij wil aflossen moet hij<br />
een half jaar vooraf opzeggen.<br />
=================085===================<br />
Aktennr : 085<br />
Folio : 62-v<br />
Soort akte : verklaring goed gedrag/reputatie<br />
Datum : 25-02-1639<br />
Wij, schout en schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel<br />
verklaren dat de toonder van deze brief zijnde Jan Adriaen Goijaerts een<br />
inwoner is alhier die als zodanig de dorpslasten betaalt ter ener en ter<br />
andere zijde, zonder enige uitzondering hierin volgens zijn staat (bezit,<br />
JT) en labeur (inkomsten, JT) en hij volgens onze contributieboeken<br />
daarin is aangeslagen. En dat hij daarnaast in de tijd als inwoner met<br />
zijn vrouw en kinderen en familie zich hier behoorlijk heeft gedragen en<br />
te goeder naam en faam bekend staat, zodat wij hem deze certificatie<br />
niet hebben kunnen weigeren. Als oorkonde opgemaakt en voorzien van<br />
ons schepensdomszegel naast de handtekening van de secretaris.<br />
Datum 25 februari 1639.