Ouders en jeugdwerk
zxealmw
zxealmw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />
Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />
over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong><br />
www.cjsm.be
<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />
Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />
over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong><br />
Onderzoek in opdracht van de Vlaamse overheid,<br />
afdeling Jeugd, Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media<br />
Evelyn MORREEL<br />
Onderzoekster<br />
Dr. Kristi<strong>en</strong> NYS<br />
Prof. dr. Karla VAN LEEUWEN<br />
Onderzoeksleiding<br />
1
2
Voorwoord<br />
De oproep van de afdeling Jeugd van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, om de relatie<br />
‘ouders-<strong>jeugdwerk</strong>’ te onderzoek<strong>en</strong>, past in haar ambitie om ‘op basis van goed cijfermateriaal op e<strong>en</strong> correcte<br />
manier met e<strong>en</strong> aantal t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de maatschappij <strong>en</strong> in de jeugdsector om te gaan.’ (afdeling Jeugd, 2013).<br />
Verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> relevant <strong>en</strong> actueel thema is. Jeugdwerkorganisaties signaler<strong>en</strong> dat<br />
het niet evid<strong>en</strong>t is om de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> vorm te gev<strong>en</strong> (o.a. Latré, 2013). Temeer omdat de relatie ouders<strong>jeugdwerk</strong><br />
ook raakt aan de betek<strong>en</strong>is van het <strong>jeugdwerk</strong> voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>. Dat br<strong>en</strong>gt onteg<strong>en</strong>sprekelijk de<br />
rol die het <strong>jeugdwerk</strong> mag/moet (kunn<strong>en</strong>) spel<strong>en</strong>, in het vizier (o.a. Nell, 2015). Meer specifiek roept het de vraag op naar<br />
diversiteit <strong>en</strong> interculturalisering in het <strong>jeugdwerk</strong> (o.a. De Ha<strong>en</strong>e, 2015; Gatz, 2014). Ook voor ouders is de relatie met<br />
het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder <strong>en</strong> de vrijetijdsbesteding van hun kinder<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig gegev<strong>en</strong>.<br />
Dat blijkt onder meer uit de vrag<strong>en</strong> over de vrijetijdsbesteding van hun kinder<strong>en</strong> (zie o.a. Opvoedingswinkels in cijfers,<br />
2012). Kortom, de onderzoeksoproep weet zich door verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong><br />
gedrag<strong>en</strong>: kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>, ouders, het <strong>jeugdwerk</strong>, het beleid, academici <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving.<br />
De vraag om in het onderzoek het ouder- <strong>en</strong> gezinsperspectief in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, sluit naadloos aan bij de<br />
speerpunt<strong>en</strong> van het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee) <strong>en</strong> de onderzoekse<strong>en</strong>heid<br />
Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>). We zijn de opdrachtgever dan ook bijzonder erk<strong>en</strong>telijk voor de<br />
toek<strong>en</strong>ning van de onderzoeksopdracht. Tijd<strong>en</strong>s het onderzoek kond<strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de inzet <strong>en</strong><br />
feedback van verschill<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>:<br />
• Trees De Bruycker, die nam<strong>en</strong>s het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media het onderzoek opvolgde<br />
<strong>en</strong> steeds bereid was om aanvull<strong>en</strong>de informatie <strong>en</strong> feedback te verstrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar collega Lieve<br />
Caluwaerts, die het eindrapport grondig nalas <strong>en</strong> van feedback voorzag;<br />
• de led<strong>en</strong> van de klankbordgroep die tijd<strong>en</strong>s de vergadering<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>de feedback <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />
aanreikt<strong>en</strong>: Filip Coussée (UG<strong>en</strong>t), Trees De Bruycker (Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media),<br />
Kathle<strong>en</strong> Emmery (K<strong>en</strong>nnisc<strong>en</strong>trum HIG, Odisee), Hannelore Hooyberghs (Kindervreugd/ VDS), Miet<br />
Ney<strong>en</strong>s (De Ambrassade), Diederik Vancopp<strong>en</strong>olle (Kind <strong>en</strong> Gezin), Merijn Vandegeuchte (Chiro),<br />
Annelore Vandereeck<strong>en</strong> (UG<strong>en</strong>t, onderzoekster), Dirk Vangremberg<strong>en</strong> (vzw Jong), Kaï Van Nieuw<strong>en</strong>hove<br />
(VVJ), Toon Vanotterdijk (vervanging van Miet Ney<strong>en</strong>s, De Ambrassade), Stephanie Vermeir<strong>en</strong> (afdeling<br />
Jeugd), Stijn Verbeure (Free-Time);<br />
• Prof. dr. Karla Van Leeuw<strong>en</strong>, die als academische partner de onderzoeksleiding mee voor haar rek<strong>en</strong>ing<br />
nam <strong>en</strong> over het hele onderzoeksproject he<strong>en</strong> haar methodologische <strong>en</strong> inhoudelijke expertise inbracht,<br />
• de onderzoekster Evelyn Morreel, die sinds haar aanstelling in februari 2014 de uitvoering van het<br />
onderzoek nauwgezet ter harte nam;<br />
• de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in het kader van hun projectwerk (Professionele Bachelor in de Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>)<br />
<strong>en</strong> onder leiding van Evelyn Morreel, Naïma Lafrarchi <strong>en</strong> Hans Van Crombrugge de kwalitatieve<br />
bevraging mee mogelijk maakt<strong>en</strong>;<br />
• Tanja Nuelant <strong>en</strong> Kathle<strong>en</strong> Emmery, respectievelijk studiegebieddirecteur van de opleiding Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> coördinator van het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />
die logistieke ondersteuning mogelijk maakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoudelijk sterk betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>;<br />
• de ouders, de jonger<strong>en</strong>, de <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders <strong>en</strong> -ondersteuners, die niet alle<strong>en</strong> tijd vrijmaakt<strong>en</strong> om<br />
mee te werk<strong>en</strong> aan het onderzoek, maar vooral ook bereid war<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> te del<strong>en</strong>.<br />
Kristi<strong>en</strong> Nys<br />
15 juli 2015<br />
Lector Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee)<br />
Praktijkonderzoekster Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>)<br />
3
4
INHOUD<br />
Inleiding 10<br />
Onderzoek naar ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in e<strong>en</strong> not<strong>en</strong>dop 13<br />
Multifunctioneel <strong>jeugdwerk</strong> 13<br />
Factor<strong>en</strong> die de deelname van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> van ouders kleur<strong>en</strong> 14<br />
Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid: voor ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> kwestie van will<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong>? 15<br />
Kwaliteitsvereist<strong>en</strong> voor het <strong>jeugdwerk</strong>? 17<br />
Onderzoeksopzet 22<br />
Onderzoeksvrag<strong>en</strong> 22<br />
Fasering van het onderzoek 23<br />
Kwalitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: verdiep<strong>en</strong>de bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong> 23<br />
Focusgroep<strong>en</strong>: bevraging van sleutelfigur<strong>en</strong> uit het werkveld 23<br />
Semigestructureerde interviews bij moeders, vaders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> 27<br />
Rekrutering <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep: moeders, vaders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 27<br />
Verwerking <strong>en</strong> analyse van de kwalitatieve data 27<br />
Kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> –analyse: vrag<strong>en</strong>lijstafname bij ouders 30<br />
Rekrutering van de ouders 30<br />
Vrag<strong>en</strong>lijstontwikkeling 31<br />
Rubricering <strong>en</strong> parallelle deelversies van de vrag<strong>en</strong>lijst 32<br />
Type vrag<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst 34<br />
Online verspreiding van de vrag<strong>en</strong>lijst 34<br />
Face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> 36<br />
Verwerking <strong>en</strong> analyse van de kwantitatieve data 37<br />
De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep 39<br />
Kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 39<br />
Typering van de deelname 41<br />
Gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 44<br />
5
Achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 46<br />
Geslacht 46<br />
Socio-culturele <strong>en</strong> economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 46<br />
Sociaal-culturele participatie: vroegere deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> 51<br />
Gezinsprofiel<strong>en</strong> 53<br />
Leeftijd 53<br />
Kansarmoedeachtergrond 54<br />
Migratieachtergrond 55<br />
Jeugdwerkverled<strong>en</strong> 55<br />
Deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> 57<br />
Drempels voor deelname 57<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 57<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 59<br />
Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> voor deelname 60<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 61<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 61<br />
Drijfver<strong>en</strong> keuze organisatie <strong>en</strong> werking 62<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 63<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 64<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 64<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 66<br />
Functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> 70<br />
Functie(s) van het <strong>jeugdwerk</strong> 70<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 70<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 71<br />
Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong> 72<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 73<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 73<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 75<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 76<br />
6
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong> 78<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>organisaties 78<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 78<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 81<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders 83<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 83<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 86<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 88<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 89<br />
Betrokk<strong>en</strong>heid van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> 94<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid 94<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 94<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 96<br />
Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid 98<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 98<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 99<br />
Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: thema’s waarover ouders informatie will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> 101<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 101<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 102<br />
Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: meehelp<strong>en</strong> 103<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 103<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 104<br />
Formele of informele betrokk<strong>en</strong>heid? 105<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 108<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 108<br />
Participatie-ervaring<strong>en</strong> 112<br />
Tevred<strong>en</strong>heid 112<br />
Behoefte aan verandering 113<br />
Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 113<br />
Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 115<br />
7
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 117<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 118<br />
Conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 123<br />
Situering <strong>en</strong> opzet van het onderzoek 123<br />
Globale onderzoeksbevinding<strong>en</strong> 123<br />
Pot<strong>en</strong>tieel voor verandering? 126<br />
Betaalbaarheid 126<br />
Bereikbaarheid 127<br />
Begrijpbaarheid 127<br />
Beschikbaarheid 128<br />
Bruikbaarheid 128<br />
Tot slot 130<br />
Reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 130<br />
Betaalbaarheid met kwaliteitsgarantie 130<br />
Beeldvorming <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>: van communicatie naar contact 131<br />
Deskundigheid <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis opbouw<strong>en</strong> 132<br />
Id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>? 133<br />
Literatuur 135<br />
Bijlag<strong>en</strong> 143<br />
8
9
1 INLEIDING<br />
De wijze waarop ouders zich tot het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> relatief nieuw onderzoeksthema.<br />
Dat neemt niet weg dat over verschill<strong>en</strong>de deelaspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanverwante thema’s al heel wat k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />
inzicht<strong>en</strong> beschikbaar zijn. Zo besteedde de Vlaamse overheid rec<strong>en</strong>t onderzoek uit om voor verschill<strong>en</strong>de<br />
<strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> het perspectief van <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (o.a.<br />
onderzoek naar jeugdbeweging<strong>en</strong>, jeugdhuiz<strong>en</strong>, speelplein<strong>en</strong>, werking<strong>en</strong> voor maatschappelijk kwetsbare<br />
kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Ander onderzoek, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in opdracht van de Vlaamse overheid, reikte onder<br />
meer inzicht<strong>en</strong> aan over de relatie tuss<strong>en</strong> deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> de socio-economische status<br />
van ouders (o.a. JOP-monitor van Bradt, Pleysier, Put, Siongers, & Spruyt, 2014.<br />
In dit onderzoek bouw<strong>en</strong> we verder op deze inzicht<strong>en</strong>, zij het dat de focus ligt op het perspectief van<br />
ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> op hun relatie met het <strong>jeugdwerk</strong>. Het onderzoek spitst<br />
zich daarbij toe op drie deelthema’s:<br />
1. De houding van ouders teg<strong>en</strong>over vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder:<br />
• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong>;<br />
• hun verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>: de organisatie, de begeleiders, de<br />
sam<strong>en</strong>stelling van de groep, de activiteit<strong>en</strong>, de functies <strong>en</strong>zovoort (cf. kwaliteitsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
–indicator<strong>en</strong>);<br />
• drempels <strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> voor deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />
• factor<strong>en</strong> die de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
2. Betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />
• verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> inzake <strong>jeugdwerk</strong>;<br />
• beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>.<br />
3. Ervaring<strong>en</strong> van ouders met het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />
• waarover zijn ouders wel, minder <strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong>;<br />
• wat will<strong>en</strong> ouders versterkt zi<strong>en</strong>.<br />
Laat duidelijk zijn dat de groep ouders met kinder<strong>en</strong> van vijf tot vijfti<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote diversiteit k<strong>en</strong>t. Gelet op<br />
de focus van dit onderzoek, kom<strong>en</strong> in eerste instantie ouders met deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met<br />
niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> in het vizier. De diversiteit toont zich ev<strong>en</strong>zeer op andere aspect<strong>en</strong>: ouders met<br />
<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring, maatschappelijk kwetsbare ouders, ouders met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is,<br />
alle<strong>en</strong>staande ouders, gehuwde <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de ouders <strong>en</strong>zovoort.<br />
Ook het <strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>merkt zich door e<strong>en</strong> grote diversiteit: op het vlak van werkvorm<strong>en</strong> (cf. jaarwerking<strong>en</strong>,<br />
vakantiewerking<strong>en</strong>), organisati<strong>en</strong>iveau (cf. lokaal, bov<strong>en</strong>lokaal), methodiek<strong>en</strong>, doelgroep<br />
(cf. regulier, doelgroepspecifiek) <strong>en</strong> begeleidersteam (cf. vrijwilligers, beroepskracht<strong>en</strong>). Deze diversiteit<br />
is uitdrukkelijk in de regelgeving terug te vind<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het ‘decreet van 20 januari 2012 houd<strong>en</strong>de<br />
e<strong>en</strong> vernieuwd jeugd- <strong>en</strong> kinderrecht<strong>en</strong>beleid’ is <strong>jeugdwerk</strong> ‘sociaal-cultureel werk op basis van nietcommerciële<br />
doel<strong>en</strong> voor of door de jeugd van drie tot <strong>en</strong> met dertig jaar, in de vrije tijd, onder educatieve<br />
begeleiding <strong>en</strong> ter bevordering van de algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> integrale ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />
die daaraan deelnem<strong>en</strong> op vrijwillige basis’. Aanvull<strong>en</strong>d daarbij wordt gesteld dat <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> structureel, projectmatig of ad hoc karakter kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> ze lokaal erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />
gesubsidieerd, al is dat niet noodzakelijk. Er wordt veelal e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> formele <strong>en</strong> nietformele<br />
<strong>jeugdwerk</strong>praktijk<strong>en</strong>. Jeugdwerkpraktijk<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> erg brede invulling. Het is e<strong>en</strong><br />
verzamelterm voor e<strong>en</strong> hele reeks werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodiek<strong>en</strong>.<br />
10
De diversiteit die zich op ouder- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>niveau aandi<strong>en</strong>t, werd in de vier fas<strong>en</strong> van het onderzoek<br />
meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Schema 1: Fasering van het onderzoek<br />
Fase 1: Literatuurstudie<br />
Fase 2: Verdiep<strong>en</strong>de bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />
moeders <strong>en</strong> vaders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (individueel)<br />
werkveld (focusgroep<strong>en</strong>)<br />
Fase 3: Bevraging van e<strong>en</strong> grote steekproef van ouders (e<strong>en</strong> weerspiegeling van de sam<strong>en</strong>leving)<br />
websurvey<br />
mondelinge afname vrag<strong>en</strong>lijst bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong><br />
Fase 4: Aanbeveling<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindrapportering<br />
Deze fas<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> toegelicht. In het eerste hoofdstuk gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />
beknopt overzicht van de literatuurinzicht<strong>en</strong> inzake de relatie ouders–<strong>jeugdwerk</strong>. We focuss<strong>en</strong> op het<br />
ouderperspectief omdat de verschill<strong>en</strong>de <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun doelgroep (cf. kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>)<br />
reeds uitvoerig in ander onderzoek <strong>en</strong> publicaties beschrev<strong>en</strong> zijn.<br />
Hoe de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan ouders in het onderzoek e<strong>en</strong> plaats kreeg, is te lez<strong>en</strong><br />
in het hoofdstuk ‘Onderzoeksopzet’. De fasering van het onderzoek, de rekrutering van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> daarin aan bod.<br />
Voorafgaand aan de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> toelichting bij de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep,<br />
<strong>en</strong> dat naar kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In het hoofdstuk ‘Gezinsprofiel<strong>en</strong>’ beschrijv<strong>en</strong> we<br />
de groepering van deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in geclusterde gezinsprofiel<strong>en</strong>. Deze respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groepindeling<br />
is immers richtinggev<strong>en</strong>d voor de beschrijving van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> in de daarna volg<strong>en</strong>de<br />
hoofdstukk<strong>en</strong>. In de hoofdstukk<strong>en</strong> met onderzoeksbevinding<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> we achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de<br />
deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, de functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> die ouders aan<br />
het <strong>jeugdwerk</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (cf. Welke rol moet het <strong>jeugdwerk</strong> opnem<strong>en</strong>?), de verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> (cf. kwaliteitsvereist<strong>en</strong> t.a.v. de organisatie <strong>en</strong> de begeleiders), de m<strong>en</strong>ing<br />
<strong>en</strong> houding van ouders teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> participatie-ervaring<strong>en</strong> (cf.<br />
mate van tevred<strong>en</strong>heid over het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> behoefte aan verandering).<br />
Het hoofdstuk ‘Conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>’ geeft e<strong>en</strong> beknopt overzicht van de<br />
belangrijkste bevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbindt daaraan mogelijke vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor (lokale) aanbieders<br />
<strong>en</strong> (lokale) overhed<strong>en</strong>.<br />
De geraadpleegde literatuur is opgelijst in het voorlaatste hoofdstuk. De opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> richtsnoer vorm<strong>en</strong> voor verdere verdieping in het thema. In de bijlag<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> aantal aanvull<strong>en</strong>de<br />
tabell<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> online geraadpleegd word<strong>en</strong>.<br />
11
12
2 ONDERZOEK NAAR OUDERS EN JEUGDWERK IN EEN NOTENDOP<br />
De verk<strong>en</strong>ning van de literatuur bevestigt dat onderzoek naar de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> beperkt is.<br />
Het perspectief van ouders komt in jeugd(werk)onderzoek veelal sporadisch <strong>en</strong> terzijde aan bod. De<br />
bevinding<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> soms slechts voor e<strong>en</strong> specifieke oudergroep (bv. maatschappelijk kwetsbare ouders)<br />
of voor e<strong>en</strong> bepaalde (jeugd)werkvorm (bv. vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvang). Nochtans bied<strong>en</strong> deze<br />
bevinding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke insteek om het onderzoeksthema ouders-<strong>jeugdwerk</strong> verder te explorer<strong>en</strong>, uit<br />
te diep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan te scherp<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor de bevinding<strong>en</strong> die gestoeld zijn op het perspectief van<br />
bijvoorbeeld kinder<strong>en</strong>, <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> of aanbieders van opvang. We gev<strong>en</strong> in dit hoofdstuk dan ook<br />
e<strong>en</strong> geïntegreerd overzicht van al deze bevinding<strong>en</strong>.<br />
Multifunctioneel <strong>jeugdwerk</strong><br />
Uit het overzicht van Copp<strong>en</strong>s, Vanclooster <strong>en</strong> Van Aud<strong>en</strong>hove (2013) blijkt dat aan het <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> brede<br />
waaier aan functies toegek<strong>en</strong>d wordt. Deze functies situer<strong>en</strong> zich op kind-, ouder- <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>levingsniveau <strong>en</strong><br />
zijn terug te vind<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de ‘deel’onderzoek<strong>en</strong> (o.a. Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg,<br />
2011; De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; Emmelkamp, 2004; Haud<strong>en</strong>huyse, &<br />
Theeboom, 2012; H<strong>en</strong>nessy, & Donnelly, 2005; Hillaert, De Ceuster, Dehertogh, & Maelstaf, 2008; Jans, & De<br />
Backer, 2001; Jehoel-Gijsbers, 2009; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />
Gangbare functies zijn: bescherming, opvang, zelfontplooiing, zelfstandig ler<strong>en</strong>, sociaal-emotionele<br />
ontwikkeling, groepsbinding, spel<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong>, ontspann<strong>en</strong>, zinvol vrijetijdsaanbod, derde socialisator (naast<br />
gezin <strong>en</strong> school), bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van democratische waard<strong>en</strong>, bijdrage in sociaal kapitaal, maatschappelijke<br />
participatie <strong>en</strong>zovoort.<br />
De laatste jar<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> in onze contrei<strong>en</strong> vooral onderzoekers om de ontplooiingskans<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong>. Internationaal onderzoek bevestigt dat moeders georganiseerde vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> mogelijkheid om de ontwikkeling van de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong> te<br />
bevorder<strong>en</strong>. Zo stelt onder meer Lareau (2002, p. 748 in Trussel, & Shaw, 2012, p. 381): ‘Mothers seek out<br />
opportunities to foster their childr<strong>en</strong>’s tal<strong>en</strong>ts, skills and abilities through organized leisure activities. …<br />
The par<strong>en</strong>ts view these activities as transmitting important life skills to childr<strong>en</strong>.’ In rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />
naar de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van schoolkinder<strong>en</strong> op school- <strong>en</strong> vakantiedag<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013)<br />
onderschrijv<strong>en</strong> ouders de ontwikkelingsbevorder<strong>en</strong>de rol van vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>. Het item ‘het bevordert<br />
de ontwikkeling van mijn kind’ staat immers naast ‘het is gezonde lichaamsbeweging’ <strong>en</strong> ‘het zorgt voor<br />
ontspanning’ in de top drie van deelnamered<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
De ontwikkelingsgerichte functie van het <strong>jeugdwerk</strong> komt ook in onderzoek bij maatschappelijk kwetsbare ouders<br />
aan de oppervlakte. Deze ouders onderschrijv<strong>en</strong> daarbij het belang dat hun kinder<strong>en</strong> in <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, er plezier aan kunn<strong>en</strong> belev<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zich fysiek kunn<strong>en</strong> uitlev<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). De b<strong>en</strong>arde<br />
woon- <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>somstandighed<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> dat thuis veelal niet toe. Deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> geeft hun<br />
kinder<strong>en</strong> ook ontwikkelingskans<strong>en</strong> op sociaal vlak: ze ler<strong>en</strong> er met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omgaan die niet tot het gezin<br />
behor<strong>en</strong>, ze ler<strong>en</strong> er vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort (H<strong>en</strong>nessy, & Donnelly, 2005; Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Onderzoek in<br />
e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef bij ouders met kinder<strong>en</strong> van 2,5 jaar tot 11 jaar bevestigt de betek<strong>en</strong>is van<br />
<strong>jeugdwerk</strong> op sociaal vlak (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). Voor iets minder dan de helft van de bevraagde ouders<br />
is ‘andere kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>.<br />
13
Andere leer- <strong>en</strong> ontwikkelingsaspect<strong>en</strong> die maatschappelijk kwetsbare ouders aan het <strong>jeugdwerk</strong> toeschrijv<strong>en</strong><br />
zijn: waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> zelfstandig zijn <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> verantwoordelijkheid nem<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s,<br />
2007). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is stell<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> dat deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> de k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> het gebruik van de Nederlandse taal t<strong>en</strong> goede komt (Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />
Kortom, kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er al spel<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind met e<strong>en</strong> autismespectrumstoornis zi<strong>en</strong> dat<br />
‘spel<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>’ vooral in term<strong>en</strong> van ‘e<strong>en</strong> kans om sociale interacties in te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’ (cf. sociale functie) <strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong><br />
gevoel van aanvaarding krijg<strong>en</strong>’ (cf. persoonlijk welbevind<strong>en</strong>) (Burny, Hurtekant, Warreyn, & Roeyers, 2010).<br />
De eerder vermelde sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong> situeert zich niet alle<strong>en</strong> op kindniveau (cf. contact<strong>en</strong><br />
met andere kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Schouppe, De Visscher <strong>en</strong> Van de Walle (2014, p. 23) stell<strong>en</strong> dat die functie zich<br />
ook op gezinsniveau aftek<strong>en</strong>t: ‘T<strong>en</strong>slotte vervult deelname aan e<strong>en</strong> vrijetijdsaanbod ook e<strong>en</strong> sociale functie<br />
voor het gezin. Het is e<strong>en</strong> manier om erbij te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> deel te nem<strong>en</strong> aan het sociale lev<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong> in<br />
armoede voel<strong>en</strong> vaak de scherpe nood om het sociaal isolem<strong>en</strong>t te doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun netwerk te<br />
verbred<strong>en</strong>. Sommige activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook aangevoeld als e<strong>en</strong> goede stap naar meer sociale mobiliteit.’<br />
Laat duidelijk zijn dat niet alle ouders ev<strong>en</strong> sterk overtuigd zijn van de hiervoor beschrev<strong>en</strong> functies van het<br />
<strong>jeugdwerk</strong>. Sommige ouders twijfel<strong>en</strong> veeleer aan de meerwaarde of ‘leerwinst’ van <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>.<br />
Er zijn bijvoorbeeld ouders die liever zelf de vrije tijd van hun kinder<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>, die vind<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong><br />
ook in andere initiatiev<strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> of die bevreesd zijn dat hun kinder<strong>en</strong> er<br />
‘foute’ ding<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> (zie o.a. Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014; Kieck<strong>en</strong>s, 2007).<br />
Naast de mogelijke ontwikkelingsgerichte <strong>en</strong> sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong>, kom<strong>en</strong> uit de bevraging van<br />
maatschappelijk kwetsbare ouders nog twee andere functies aan de oppervlakte (Kieck<strong>en</strong>s, 2007, p. 46): e<strong>en</strong><br />
prev<strong>en</strong>tieve functie of bescherm<strong>en</strong>de rol (bv. kinder<strong>en</strong> van straat houd<strong>en</strong>, h<strong>en</strong> weghoud<strong>en</strong> van vandalisme <strong>en</strong><br />
criminaliteit) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> opvangfunctie, die de ouders (meer) tijd voor h<strong>en</strong>zelf oplevert. Grootschalig onderzoek<br />
bij ouders met schoolkinder<strong>en</strong> maakt duidelijk dat de opvangfunctie uitgesprok<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> komt bij ouders<br />
die tijd<strong>en</strong>s schoolvakanties hun kinder<strong>en</strong> aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013).<br />
Deze functie blijkt daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> positief gerelateerd te zijn aan het opleidingsniveau van de moeder, de<br />
tewerkstelling van de moeder <strong>en</strong> het gezinsinkom<strong>en</strong>. Dat laat vermoed<strong>en</strong> dat deze functie niet zozeer e<strong>en</strong><br />
‘persoonlijke winst’ oplevert (cf. meer tijd voor zichzelf hebb<strong>en</strong>), maar veeleer in de combinatie gezin-arbeid<br />
te situer<strong>en</strong> is (cf. ‘beroepswinst’, uit werk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong> gaan).<br />
Factor<strong>en</strong> die de deelname van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
verwachting<strong>en</strong> van ouders kleur<strong>en</strong><br />
Verschill<strong>en</strong>de gezins-, ouder-, kind-, achtergrond- <strong>en</strong> omgevingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de deelname<br />
aan het <strong>jeugdwerk</strong>. Beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zijn het participatieklimaat in het gezin (Smits, 2004), de<br />
k<strong>en</strong>nis van ouders over het <strong>jeugdwerk</strong>, de ervaring<strong>en</strong> van ouders met <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> de socio-economische<br />
situatie (SES) (Vett<strong>en</strong>burg, Deklerck, & Siongers, 2010). Net omdat maatschappelijk kwetsbare ouders door de<br />
band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> minder vertrouwd zijn met <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> daar meer wantrouwig teg<strong>en</strong>over staan, blijk<strong>en</strong><br />
ze in de (niet) deelname van hun kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol te spel<strong>en</strong> dan andere ouders (Bombaerts, Hillaert,<br />
& Coussée, 2010; Van de Walle, 2011). Niet-deelname is vooral uitgesprok<strong>en</strong> aan de orde bij vakantiekamp<strong>en</strong><br />
met overnachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zowel voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> moeder van buit<strong>en</strong>landse origine als voor<br />
kinder<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> kansarm gezin (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). De deelname aan speelpleinwerking<strong>en</strong> scoort<br />
verhoudingsgewijs hoger in deze twee groep<strong>en</strong>.<br />
14
De invloed van de SES wordt ook in internationaal onderzoek bevestigd. De keuze om de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> via deelname aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> (cf. supra),<br />
zou bijvoorbeeld vooral ingegev<strong>en</strong> zijn vanuit midd<strong>en</strong>klassewaard<strong>en</strong>. ‘This ideology is rooted in middleclass<br />
values that expect par<strong>en</strong>ts to <strong>en</strong>roll their childr<strong>en</strong> in numerous age-specific organized activities that<br />
dominate family life and create <strong>en</strong>ormous labor, particularly for mothers.’ (Lareau, 2002, p.748 in Trussel,<br />
& Shaw, 2012, p. 381). Trussel <strong>en</strong> Shaw (2012, p. 391) stell<strong>en</strong> daarbij uitdrukkelijk dat ouders aan de sociaalculturele<br />
verwachting<strong>en</strong> inzake ‘goed ouderschap’ will<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>: ‘Thus, through the very provision of<br />
organized youth sport opportunities, par<strong>en</strong>ts may feel a s<strong>en</strong>se of comfort and accomplishm<strong>en</strong>t that they<br />
are, indeed, meeting societal expectations for being a good par<strong>en</strong>t.’<br />
Maatschappelijk kwetsbare ouders die voor hun kinder<strong>en</strong> deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> belangrijk vind<strong>en</strong><br />
(vijfti<strong>en</strong> van de twintig ouders in de bevraging van Kieck<strong>en</strong>s, 2007), zi<strong>en</strong> dat in belangrijke mate teg<strong>en</strong><br />
de achtergrond van hun eig<strong>en</strong> positieve ervaring<strong>en</strong> met dat <strong>jeugdwerk</strong>. Vooral de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong> die in de jeugdbeweging tot stand kwam<strong>en</strong>, spring<strong>en</strong> daarbij in het oog, ev<strong>en</strong>als de<br />
positieve betek<strong>en</strong>is van de begeleiders.<br />
Naast red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor deelname <strong>en</strong> daarbij aansluit<strong>en</strong>de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het aanbod<br />
verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> de drempels tot deelname net zo goed aandacht. De pijnpunt<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />
uit kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (o.a. armoede- of migratieachtergrond) in het (reguliere) <strong>jeugdwerk</strong> te bereik<strong>en</strong>,<br />
werd<strong>en</strong> al meermaals aangekaart (zie o.a. C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg, 2002; Coussée, Roets, Bouverne-De Bie,<br />
& Vett<strong>en</strong>burg, 2011; De Ridder & Vandercamm<strong>en</strong>, 2008; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Mortelmans, Van Assche, & Ottoy,<br />
2002; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014; Van Gils, & Willek<strong>en</strong>s, 2010; Vermeul<strong>en</strong>, & Teller, 2010). Het<br />
gaat daarbij niet alle<strong>en</strong> over materiële drempels (bv. kostprijs inschrijving <strong>en</strong> materiaal, verplaatsing), maar<br />
ook over emotionele drempels (bv. schaamte over ‘zichtbaar’ word<strong>en</strong> van hun precaire financiële situatie,<br />
angst dat hun kinder<strong>en</strong> er gepest zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Verwijz<strong>en</strong>d naar de verwev<strong>en</strong>heid van domein<strong>en</strong> waarop<br />
maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zich belast kunn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> (zie o.a. Nys, 2013), zijn ook psychosociale<br />
drempels niet te misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zodanig veel beslag legg<strong>en</strong> op ouders dat het h<strong>en</strong> aan<br />
m<strong>en</strong>tale ruimte ontbreekt om aan het thema ‘vrijetijdsbesteding’ (voor h<strong>en</strong>zelf <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong>) toe te<br />
kom<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> gebrek aan afstemming tuss<strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> deze gezinn<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> verklaring die bij het in kaart<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de drempels steevast weerkeert. Sleutelelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> betere afstemming te kom<strong>en</strong>,<br />
situer<strong>en</strong> zich logischerwijze op materieel vlak (cf. supra), maar ook op verschill<strong>en</strong>de andere vlakk<strong>en</strong> (zie<br />
de toegankelijkheidscriteria verder in de tekst). Zo onderschrijv<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders<br />
bijvoorbeeld het belang van e<strong>en</strong> goede informatieverstrekking <strong>en</strong> communicatie. Ze vrag<strong>en</strong> begeleiders,<br />
<strong>en</strong> zo mogelijk ‘brugg<strong>en</strong>bouwers’, die vertrouwd zijn met de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare<br />
gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘gepast’ kunn<strong>en</strong> omgaan met wat zich daarin aandi<strong>en</strong>t (Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, &<br />
Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />
Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid: voor ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> kwestie<br />
van will<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong>?<br />
Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is e<strong>en</strong> meerdim<strong>en</strong>sionaal begrip. Het kan zich op verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. in<br />
de thuisomgeving, in andere opvoedingsmilieus, in de communicatie tuss<strong>en</strong> de ouders <strong>en</strong> die andere<br />
15
opvoedingsmilieus) <strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> (cf. formeel of informeel) voordo<strong>en</strong> (Morreel, Van Avermaet,<br />
& Vanderlinde, 2012). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan verschill<strong>en</strong>de functies di<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals de bevordering van de<br />
persoonlijke, de emotionele, de morele <strong>en</strong> de sociale ontwikkeling van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het kan inzicht<br />
gev<strong>en</strong> in de behoeft<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij aansluit<strong>en</strong>d de beleidsvoering in organisaties t<strong>en</strong><br />
goede kom<strong>en</strong> (Van der Gaag, Gilsing, & Mak, 2013). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />
gradaties tot uitdrukking kom<strong>en</strong>.<br />
Gek<strong>en</strong>de (onderwijskundige) modell<strong>en</strong> (o.a. Epstein, 1995; Verhoev<strong>en</strong>, Devos, Stass<strong>en</strong>, & Warmoes, 2003)<br />
situer<strong>en</strong> ouderbetrokk<strong>en</strong>heid op verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. betrokk<strong>en</strong>heid op school, betrokk<strong>en</strong>heid thuis,<br />
<strong>en</strong> communicatie tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> ouders) <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de types van<br />
betrokk<strong>en</strong>heid (bv. formele participatie <strong>en</strong> informele betrokk<strong>en</strong>heid). Vaak gehanteerde indeling<strong>en</strong> zijn<br />
de vierstapp<strong>en</strong>indeling van ‘mee wet<strong>en</strong>’, over ‘mee lev<strong>en</strong>-meedo<strong>en</strong>’, naar ‘mee prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>spraak<br />
do<strong>en</strong>’ tot ‘besliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf vorm gev<strong>en</strong>’ (zie o.a. Dom, Thirion, & De Clerck, 2014; Morreel, Van Avermaet, &<br />
Vanderlinde, 2012) <strong>en</strong> de vijftrapp<strong>en</strong>participatieladder: informer<strong>en</strong>, raadpleg<strong>en</strong>, adviser<strong>en</strong>, coproducer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
meebesliss<strong>en</strong> (zie o.a. Bolt, 2014; http://www.brunssum.nl).<br />
Meer sociaal-pedagogisch geïnspireerde kaders (o.a. Calabrese Barton, Drake, Gustavo Pereze, St. Louis,<br />
& George, 2004; Boeraeve, & Van Rijn, 2010; Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde, 2012) stell<strong>en</strong> het<br />
perspectief van ouders meer c<strong>en</strong>traal. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid wordt daarin begrep<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> wederkerige<br />
relatie. De nadruk verschuift op twee spor<strong>en</strong>: (1) van hoe ouders e<strong>en</strong> positieve rol kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in de<br />
organisatie naar wat de organisatie kan do<strong>en</strong> om beter aan te sluit<strong>en</strong> bij ouders <strong>en</strong> (2) van wat ouders<br />
(niet) do<strong>en</strong> naar het hoe <strong>en</strong> waarom (Smit, Driess<strong>en</strong>, Sluiter & Brus, 2007). In het model van Boeraeve &<br />
Van Rijn (2010), dat geïnspireerd <strong>en</strong> gebaseerd is op het model van Vett<strong>en</strong>burg & Samaey (2006), wordt<br />
ouderbetrokk<strong>en</strong>heid bijvoorbeeld geoperationaliseerd in zev<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies: de k<strong>en</strong>nisdim<strong>en</strong>sie (cf. wat<br />
wet<strong>en</strong> ouders?), de emotionele dim<strong>en</strong>sie (cf. welke gevoel<strong>en</strong>s overheers<strong>en</strong>?), de rationele dim<strong>en</strong>sie (cf.<br />
welke kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse mak<strong>en</strong> ouders om al dan niet e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de overtuigingsdim<strong>en</strong>sie<br />
(cf. is de ouder overtuigd van zijn rol?), de compet<strong>en</strong>tiedim<strong>en</strong>sie (cf. voelt de ouder zich compet<strong>en</strong>t om<br />
e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de gedragsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoe zet betrokk<strong>en</strong>heid zich om in concreet waarneembaar<br />
gedrag?) <strong>en</strong> de tijdsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoeveel tijd besteedt de ouder aan het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rol?).<br />
Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is niet neutraal. Het is ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> statisch <strong>en</strong> lineair gegev<strong>en</strong>, maar komt tot<br />
ontwikkeling doorhe<strong>en</strong> de interactie <strong>en</strong> onderhandeling tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> ‘andere’ context<strong>en</strong> (in dit geval het<br />
<strong>jeugdwerk</strong>). Percepties, overtuiging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders, van andere context<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de ruimere<br />
sam<strong>en</strong>leving gev<strong>en</strong> mee richting <strong>en</strong> invulling aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde,<br />
2012). Net daarom is het belangrijk om niet alle<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op de mate waarin ouders betrokk<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong> zijn, maar ook op de mate waarin ouders daar door hun eig<strong>en</strong> context (cf. leef- <strong>en</strong> gezinssituatie, hun<br />
kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.), het <strong>jeugdwerk</strong> of andere context<strong>en</strong> in aangemoedigd dan wel belemmerd word<strong>en</strong>.<br />
Zo blijkt bijvoorbeeld dat vanuit het <strong>jeugdwerk</strong> zelf ouders soms bewust buit<strong>en</strong> de werking word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />
om zo de kinder<strong>en</strong> ook echt e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plek te gev<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>s, Vanclooster, & Van Aud<strong>en</strong>hove, 2013).<br />
Op ouderniveau <strong>en</strong> referer<strong>en</strong>d naar onderzoek over vrijwilligerswerk, blijkt dat de leeftijd van de ouders<br />
e<strong>en</strong> rol speelt. In de drukste periode in het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ouder, zijnde de periode dat hun kinder<strong>en</strong><br />
opgroei<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij het minst ruimte om vrijwilligerswerk op te nem<strong>en</strong> (Hambach & Vanle<strong>en</strong>e, 2007;<br />
Loose, Gijselinckx, Dujardin, & Marée, 2007). De leeftijdsgroep van 35- tot 54-jarig<strong>en</strong> doet het minst<br />
vrijwilligerswerk, namelijk 17.2% teg<strong>en</strong>over 39.3% bij 15- tot 34-jarig<strong>en</strong> <strong>en</strong> 30.3% bij de 55- tot 74-jarig<strong>en</strong>.<br />
16
Daar teg<strong>en</strong>over staat dat in de midd<strong>en</strong>volwass<strong>en</strong>heid (35-55 jaar) zich de g<strong>en</strong>erativiteit of ‘de zorg voor het<br />
vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie’ ontwikkelt (Erikson in Van Leest, 2012). Mogelijk speelt hier<br />
e<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> wat ouders graag zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat ze (al dan niet praktisch) kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
Over de rol van het geslacht van de ouder zijn de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>duidig. Mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>, afhankelijk van de sector, anders participer<strong>en</strong> (Loose e.a., 2007). Trussell <strong>en</strong> Shaw (2012)<br />
suggerer<strong>en</strong> dat de tijd die vaders aan de hobby’s van hun kinder<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uiting van vaderlijke<br />
betrokk<strong>en</strong>heid is, waardoor de vader-kindband verstevigd kan word<strong>en</strong>. Specifiek voor moeders geldt dat<br />
(Trussell, & Shaw, 2012, p. 381): ‘Other research has also supported the purposive and all <strong>en</strong>compassing<br />
nature of mothers’ labor in the organization of childr<strong>en</strong>’s activities and oft<strong>en</strong> at the exp<strong>en</strong>se of the<br />
mothers’ own leisure experi<strong>en</strong>ces’ (Shaw, 2008, 2010; Such, 2009). Eerder verwez<strong>en</strong> we al naar de sociaalculturele<br />
inbedding van de keuze <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vrijetijdsbesteding. Deelname<br />
wordt met andere woord<strong>en</strong> ook mee ingegev<strong>en</strong> door ‘nabije, kritische’ ander<strong>en</strong>.<br />
Net zoals voor de deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong>, verwacht<strong>en</strong> we dat ook voor de participatie <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />
van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> het opleidingsniveau e<strong>en</strong> rol speelt. Dat komt ook uit onderzoek naar<br />
vrijwilligerswerk of schoolse betrokk<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>: hoger opgeleid<strong>en</strong> zijn meer betrokk<strong>en</strong>. Daarbij zijn<br />
twee kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Betrokk<strong>en</strong>heid is niet neutraal, maar e<strong>en</strong> sociaal construct. Daarnaast<br />
blijkt uit het voorgaande <strong>en</strong> wat volgt dat betrokk<strong>en</strong> ‘kunn<strong>en</strong>’ zijn van vele factor<strong>en</strong> afhangt. Er is e<strong>en</strong> verschil<br />
tuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> ‘kunn<strong>en</strong>’ zijn, betrokk<strong>en</strong> ‘will<strong>en</strong>’ zijn <strong>en</strong> daartoe effectief mogelijkhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of krijg<strong>en</strong>.<br />
Inzake de sociaal-economische situatie (SES), is het relevant om op te merk<strong>en</strong> dat kansarme <strong>en</strong> niet-kansarme<br />
ouders niet significant verschill<strong>en</strong> in de mate waarin ze tevred<strong>en</strong> zijn over hun inspraakmogelijkheid<br />
in de buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). Het perc<strong>en</strong>tage kansarme ouders dat<br />
inspraakmogelijkheid belangrijk vindt, is weliswaar hoger dan dat van niet-kansarm<strong>en</strong>, maar het is ge<strong>en</strong><br />
significant verschil. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat er ge<strong>en</strong> significant verschil is tuss<strong>en</strong> ouders van<br />
Belgische <strong>en</strong> ouders van niet-Belgische origine voor wat het ‘belang van inspraakmogelijkheid’ betreft. E<strong>en</strong><br />
opsplitsing naar verstedelijkingsgraad levert ev<strong>en</strong>min significante verschill<strong>en</strong> op.<br />
Specifiek in relatie tot het <strong>jeugdwerk</strong> gev<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ze betrokk<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij wat er voor hun kinder<strong>en</strong> georganiseerd wordt <strong>en</strong> dat ze contact<strong>en</strong> will<strong>en</strong> met de<br />
begeleiders (C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg, 2002, p. 17). Zij zi<strong>en</strong> dat als e<strong>en</strong> manier om aan de ouder-begeleiderrelatie<br />
te werk<strong>en</strong>. Meer concreet: om vertrouw<strong>en</strong> te winn<strong>en</strong>, om direct (niet via de kinder<strong>en</strong>) aanspreekbaar te<br />
zijn ingeval van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. Beide voorbeeld<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in twee richting<strong>en</strong>: van de ouders t<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong> van de begeleiders <strong>en</strong> vice versa.<br />
Kwaliteitsvereist<strong>en</strong> voor het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />
Het belang van kwaliteit werd rec<strong>en</strong>t door e<strong>en</strong> grote diversiteit aan stakeholders uit de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van<br />
schoolkinder<strong>en</strong> beaamd (Nys, 2014; Walrav<strong>en</strong>s, 2014). Deze stakeholders ontwikkeld<strong>en</strong> in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal<br />
Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader van geme<strong>en</strong>schappelijke doelstelling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e principes dat ruimte laat voor e<strong>en</strong> werking-specifieke invulling. Het betreft ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong><br />
meetkader voor ‘kinduitkomst<strong>en</strong>’. Het is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> richtsnoer om kinder<strong>en</strong> ontwikkelingskans<strong>en</strong><br />
te bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> de mogelijkheid te gev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> leuke vrije tijd te hebb<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> is het erop<br />
17
gericht om de gelijke kans<strong>en</strong> voor maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke<br />
zorgbehoefte te bevorder<strong>en</strong>.<br />
Het mer<strong>en</strong>deel van de kwaliteitsaspect<strong>en</strong> die in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>’<br />
vooropgesteld word<strong>en</strong> (zie cursivering in Schema 2), zijn niet nieuw. Ze zijn veeleer e<strong>en</strong> bevestiging van<br />
wat reeds uit het brede palet aan vrijetijds- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>onderzoek naar vor<strong>en</strong> kwam. We gev<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong><br />
algeme<strong>en</strong> schematisch overzicht, om vervolg<strong>en</strong>s in te zoom<strong>en</strong> op de aspect<strong>en</strong> die bij monde van ouders<br />
belangrijk zijn, die voor h<strong>en</strong> het verschil mak<strong>en</strong>.<br />
Schema 2: Overzicht van kwaliteitsaspect<strong>en</strong> van/voor het <strong>jeugdwerk</strong> vanuit het perspectief van de sector (begeleiders,<br />
ondersteuners <strong>en</strong>z.), kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders.<br />
Begeleiders:<br />
• leeftijd, maturiteit (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010);<br />
• (aangepaste) vorming(svereist<strong>en</strong>) (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte,<br />
2010), omkadering die compet<strong>en</strong>ties van begeleiders kan versterk<strong>en</strong> (De Pauw, Vermeersch,<br />
Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013);<br />
• omgang met kinder<strong>en</strong> of pedagogische vaardighed<strong>en</strong>, waaronder inspraak- <strong>en</strong> participatiemogelijkhed<strong>en</strong><br />
(De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; De Pauw,<br />
Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013; Van Gils,<br />
2008);<br />
• sociaal klimaat: contact<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> met (hoofd)animator<strong>en</strong> (Van Gils, 2008),<br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met teamled<strong>en</strong>;<br />
• houding teg<strong>en</strong>over <strong>en</strong> omgang met ouders (Kieck<strong>en</strong>s, 2007), sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met ouders, respect<br />
voor diversiteit, eig<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> integriteit (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013);<br />
• reflectievermog<strong>en</strong> (over teamwerking, eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> bereidheid om eig<strong>en</strong><br />
handel<strong>en</strong> bij te stur<strong>en</strong> in functie van de kinder<strong>en</strong> (cf. supra: omgang met kinder<strong>en</strong>);<br />
• praktische vaardighed<strong>en</strong> (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010);<br />
• begeleider-kindratio;<br />
• continuïteit van het begeleidersteam (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013;<br />
Vermeul<strong>en</strong>, & Teller, 2010);<br />
• diversiteit (cf. ervaring, compet<strong>en</strong>ties, interessegebied<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.).<br />
Infrastructuur:<br />
• binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>ruimte;<br />
• inrichting van de ruimte: bespeelbare oppervlakte, uitnodig<strong>en</strong>d tot exploratie, uitdag<strong>en</strong>d, veilig<br />
<strong>en</strong>zovoort (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />
• ontwikkelingskans<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>d <strong>en</strong> tegemoet kom<strong>en</strong>d aan (zorg)behoeft<strong>en</strong>, optimale inzet van<br />
publieke ruimte.<br />
Groepssam<strong>en</strong>stelling:<br />
• grootte van de groep;<br />
• al dan niet doelgroepspecifiek (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010;<br />
L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013).<br />
18
Organisatievorm:<br />
Het totaalaanbod van het <strong>jeugdwerk</strong> moet divers zijn (Meire, 2011; Van de Walle, 2011; Van Gils, &<br />
Willek<strong>en</strong>s, 2010).<br />
• formeel versus informeel;<br />
• vaste structuur versus flexibele aanpak;<br />
• al dan niet langlop<strong>en</strong>d <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t.<br />
Activiteit<strong>en</strong>:<br />
• aard van de activiteit<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013), op maat, waar kinder<strong>en</strong> plezier aan kunn<strong>en</strong><br />
belev<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort.<br />
Toegankelijkheid:<br />
Dit kwaliteitscriterium wordt naargelang van de bron opgesplitst in vijf B’s (zie Coussée, Roets,<br />
Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Hubeau, & Parm<strong>en</strong>tier, 1991; Schouppe, De Visscher, & Van de<br />
Walle, 2014) of in zev<strong>en</strong> B’s (zie bv. de toegankelijkheidsscan van Sels, 2010 in Hoogewys, De Grave,<br />
Van Ham, & Van de Velde, 2013):<br />
• bruikbaarheid: het initiatief draagt bij tot w<strong>en</strong>selijke <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle verandering<strong>en</strong>, sluit<br />
aan bij de interesses <strong>en</strong> de (culturele) beleving van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>;<br />
• beschikbaarheid: ge<strong>en</strong> (voorafgaande) toelatingsvereist<strong>en</strong>, mogelijkheid om e<strong>en</strong> stabiele relatie<br />
met de begeleiding uit te bouw<strong>en</strong> (cf. ‘begeleiders’) (L<strong>en</strong>aers & Zanoni, 2013);<br />
• betaalbaarheid: financieel haalbaar, redelijke verwachting<strong>en</strong> naar ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>;<br />
• betrouwbaarheid: respect voor de privacy, omgaan met privégegev<strong>en</strong>s;<br />
• bek<strong>en</strong>dheid: initiatief is bek<strong>en</strong>d bij pot<strong>en</strong>tiële gebruikers;<br />
• begrijpbaarheid: kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> waar het aanbod voor staat (cf. zelfbeschikking, autonomie);<br />
• bereikbaarheid in tijd <strong>en</strong> plaats: de mogelijkheid om e<strong>en</strong> initiatief te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong><br />
(Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013; Mortelmans, Van Assche, & Ottoy, 2002).<br />
Sam<strong>en</strong>werking:<br />
• met andere actor<strong>en</strong>: zoals andere aanbieders of organisaties, het lokale bestuur (De Pauw,<br />
Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Hedebouw, 2013; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013;<br />
Vanduynslager, 2010);<br />
• met andere sector<strong>en</strong> (bv. onderwijs, brede school, welzijnswerk <strong>en</strong>z.).<br />
Verschill<strong>en</strong>de toegankelijkheidscriteria (cf. de vijf <strong>en</strong> de zev<strong>en</strong> B’s) sluit<strong>en</strong> sterk aan of overlapp<strong>en</strong> met<br />
andere criteria uit het overzichtsschema (bv. begeleiders <strong>en</strong> hun relatie met ouders). Desalniettemin<br />
krijg<strong>en</strong> ze in het schema e<strong>en</strong> ‘aparte’ plaats toebedeeld. In onderzoek naar de houding, ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verwachting<strong>en</strong> van ouders word<strong>en</strong> de toegankelijkheidscriteria immers vaak als e<strong>en</strong> geïntegreerd analyseof<br />
beschrijvingskader ingezet (zie o.a. Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Schouppe,<br />
De Visscher, & Van de Walle, 2014). Tot op hed<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we ze vooral terug in ‘doelgroepgerelateerde’<br />
beschrijving<strong>en</strong> van drempels, met name de drempels die maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, met of<br />
zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is, ervar<strong>en</strong>. Daaraan word<strong>en</strong> ook mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdaging<strong>en</strong> gekoppeld om<br />
de toegankelijkheid van het <strong>jeugdwerk</strong> te verbeter<strong>en</strong>.<br />
19
Inzoom<strong>en</strong>d op de deelaspect<strong>en</strong> uit het schema, blijkt dat maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> aan<br />
<strong>jeugdwerk</strong>begeleiders e<strong>en</strong> cruciale rol toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Het belang van ‘goede’ begeleiders<br />
hebb<strong>en</strong> ze niet alle<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> kindertijd ervar<strong>en</strong>, maar ervar<strong>en</strong> ze ook nu, in relatie tot de al dan<br />
niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>. In de voorgaande punt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> reeds verschill<strong>en</strong>de<br />
begeleiderskwalificaties aangestipt (o.a. vertrouwd zijn met hun leefwereld <strong>en</strong> daar gepast mee kunn<strong>en</strong><br />
omgaan). Meer concreet vind<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders bijvoorbeeld dat begeleiders hun<br />
kinder<strong>en</strong> niet mog<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over andere kinder<strong>en</strong>, dat ze voldo<strong>en</strong>de aandacht moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
voor hun kinder<strong>en</strong>, pest<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> als pest<strong>en</strong> toch gebeurt. De jonge<br />
leeftijd van begeleiders <strong>en</strong> hun gebrek aan ervaring met armoede(situaties) is ouders vaak e<strong>en</strong> doorn in<br />
het oog: het schept weinig vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het staat onder meer e<strong>en</strong> goede uitwisseling van informatie in<br />
de weg. <strong>Ouders</strong> signaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat de jonge leeftijd van de begeleiders de goede verstandhouding<br />
tuss<strong>en</strong> de begeleiders <strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> in de weg staat (bv. te klein leeftijdsverschil tuss<strong>en</strong> de jongere<br />
<strong>en</strong> de begeleider, moeilijker om regels van e<strong>en</strong> ‘jong’ iemand te aanvaard<strong>en</strong>). Ook ouders met e<strong>en</strong> kind<br />
met e<strong>en</strong> autismespectrumstoornis (ASS) vind<strong>en</strong> het belangrijk dat ze informatie kunn<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
onderschrijv<strong>en</strong> het belang van ervaring, zij het specifiek over ASS (Burny, Hurtekant, Warreyn, & Roeyers,<br />
2010).<br />
Uit het beperkte onderzoek dat polst naar de houding teg<strong>en</strong>over de organisatievorm van het <strong>jeugdwerk</strong>,<br />
blijkt dat maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d de voorkeur gev<strong>en</strong> aan algeme<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />
<strong>en</strong> niet aan doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Ze referer<strong>en</strong> daarbij naar de sociale functie<br />
van het <strong>jeugdwerk</strong>: het moet e<strong>en</strong> plek zijn waar ze met andere kinder<strong>en</strong> in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, met<br />
kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders met verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>. Zo wordt de leefwereld van de kinder<strong>en</strong> én<br />
de begeleiders verruimd. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> geeft het ouders voldo<strong>en</strong>ing als ze zi<strong>en</strong> dat hun kinder<strong>en</strong> mee<br />
kunn<strong>en</strong> in het algem<strong>en</strong>e <strong>jeugdwerk</strong>. De ouders die de voorkeur gev<strong>en</strong> aan doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong>,<br />
zi<strong>en</strong> of ervar<strong>en</strong> de emotionele voordel<strong>en</strong> van dat aanbod: hun kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er meer op hun gemak<br />
zijn, word<strong>en</strong> er minder gepest. Het feit dat de begeleiders in deze werking<strong>en</strong> meer ervar<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> meer<br />
oog hebb<strong>en</strong> voor de nod<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong>, draagt daartoe bij. De begeleiders zull<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sneller<br />
rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de financiële situatie van de ouders. Dat maakt dat het voor deze kinder<strong>en</strong> vrijwel<br />
de <strong>en</strong>ige kans is om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />
Vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> de functies van het <strong>jeugdwerk</strong> overschouw<strong>en</strong>d, de vereist<strong>en</strong> op<br />
organisatie- <strong>en</strong> begeleidersniveau in acht nem<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ons aansluit<strong>en</strong>d bij onder meer Corijn, Crivit,<br />
Loopmans <strong>en</strong> Mathijss<strong>en</strong> (2014) <strong>en</strong> bij Coussée <strong>en</strong> Jeffs (2011), zi<strong>en</strong> we het <strong>jeugdwerk</strong> funger<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
‘<strong>en</strong>abling niche’ (Van Reg<strong>en</strong>mortel, 2011, p. 28). Zij omschrijft <strong>en</strong>abling niches als: ‘plaats<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong><br />
niet wordt gestigmatiseerd, waarin er aandacht is voor de gehele persoon, met sterke verwachting<strong>en</strong><br />
van persoonlijke groei <strong>en</strong> verandering. Het zijn niches die toegang gev<strong>en</strong> tot andere niches die andere<br />
perspectiev<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zodat de wereld wordt verruimd. Deze sociale niches zijn stimuler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
beperk<strong>en</strong>de omgeving<strong>en</strong>; ze nodig<strong>en</strong> uit tot sociaal contact, sociale steun <strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> aanler<strong>en</strong> van<br />
vaardighed<strong>en</strong>. Het zijn omgeving<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong> zich fysiek veilig <strong>en</strong> sociaal gewaardeerd voelt.’<br />
20
21
3 ONDERZOEKSOPZET<br />
Zoals in de inleiding vermeld, will<strong>en</strong> we zicht krijg<strong>en</strong> op de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> vanuit het perspectief<br />
van ouders. Dit onderzoek richt zich tot de ‘grootste geme<strong>en</strong>schappelijke doelgroep van het <strong>jeugdwerk</strong>’<br />
(Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd, 2013): ouders met e<strong>en</strong> kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong><br />
jaar met bijzondere aandacht voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. armoedeachtergrond, migratieachtergrond).<br />
Onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />
De relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> omvat verschill<strong>en</strong>de deelthema’s. Op basis van de onderzoeksoproep<br />
<strong>en</strong> de literatuurstudie (zie vorig hoofdstuk) kreg<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de deelthema’s e<strong>en</strong> vertaalslag in de<br />
onderzoeksvrag<strong>en</strong>:<br />
1. Wat is de houding van ouders teg<strong>en</strong>over vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in het<br />
bijzonder? (cf. rol in al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong> t.a.v. <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong>z.)<br />
2. Hoe staan ouders teg<strong>en</strong>over betrokk<strong>en</strong>heid in het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />
3. Wat will<strong>en</strong> ouders, vertrekk<strong>en</strong>d vanuit hun ervaring<strong>en</strong>, versterkt zi<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />
Fasering van het onderzoek<br />
In de eerste fase van dit onderzoek (fase 1) bracht<strong>en</strong> we de literatuurinzicht<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (zie Hoofdstuk 2). In<br />
het empirische luik doorliep<strong>en</strong> we achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s twee fas<strong>en</strong>:<br />
1. e<strong>en</strong> kwalitatieve dataverzameling (focusgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> semigestructureerde interviews) <strong>en</strong> analyse,<br />
gericht op de exploratie van het onderzoeksthema in e<strong>en</strong> kleine steekproef van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />
(fase 2);<br />
2. e<strong>en</strong> kwantitatieve dataverzameling (websurvey) <strong>en</strong> analyse over ervaring<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong>,<br />
achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort bij e<strong>en</strong> grote steekproef die e<strong>en</strong> weerspiegeling vormt van de<br />
sam<strong>en</strong>leving (fase 3).<br />
Deze getrapte onderzoeksopzet <strong>en</strong> de keuze voor e<strong>en</strong> ‘mixed method’ design (zie o.a. Creswell, 2003)<br />
werd in belangrijke mate ingegev<strong>en</strong> door de vaststelling dat de voorligg<strong>en</strong>de onderzoeksthematiek (cf.<br />
perspectief van ouders over <strong>jeugdwerk</strong>) relatief nieuw is. Kom<strong>en</strong> tot ‘goed cijfermateriaal’ (cf. vraag van de<br />
opdrachtgever) vraagt dan in eerste instantie e<strong>en</strong> grondige exploratie van de thematiek. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is in<br />
het bijzonder voor de ontwikkeling van e<strong>en</strong> survey e<strong>en</strong> voorafgaande kwalitatieve bevraging aangewez<strong>en</strong><br />
(Dieussaert, Smits, & Goubin, 2011).<br />
In de laatste fase van het onderzoek (fase 3) mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verbinding tuss<strong>en</strong> de verzamelde onderzoeksdata,<br />
de bevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de literatuurinzicht<strong>en</strong>. We koppel<strong>en</strong> daaraan werkveld- <strong>en</strong> beleidsrelevante aanbeveling<strong>en</strong>.<br />
In de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> licht<strong>en</strong> we de onderzoeksactiviteit<strong>en</strong> van fase 2 <strong>en</strong> fase 3 verder toe.<br />
22
Kwalitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: verdiep<strong>en</strong>de bevraging<br />
van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong> biedt, naast de reeds beschikbare literatuurinzicht<strong>en</strong>, heel wat<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> om de onderzoeksthematiek verder te explorer<strong>en</strong>. Deze bevraging draagt op verschill<strong>en</strong>de<br />
vlakk<strong>en</strong> bij tot de ontwikkeling van het onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium dat in de kwantitatieve bevraging<br />
ingezet wordt. Inhoudelijk bied<strong>en</strong> de data <strong>en</strong> bevinding<strong>en</strong> van deze bevraging onder meer e<strong>en</strong> insteek voor<br />
de opmaak van de vrag<strong>en</strong>lijstrubriek<strong>en</strong>, de vraagformulering<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoorditems. Op methodologisch<br />
vlak komt het de validiteit van het onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium t<strong>en</strong> goede.<br />
We gaan daarbij op zoek naar het perspectief van e<strong>en</strong> zo groot mogelijke diversiteit aan bevoorrechte<br />
getuig<strong>en</strong>. Het onderzoeksthema ouders-<strong>jeugdwerk</strong> kan immers vanuit verschill<strong>en</strong>de ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogpunt<strong>en</strong><br />
bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Logischerwijs kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> in het vizier: de ouders (moeders <strong>en</strong> vaders),<br />
de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong>, waaronder vrijwillige of professionele begeleiders <strong>en</strong> ondersteuners.<br />
Ondanks het feit dat in de onderzoeksoproep de focus op het perspectief van ouders vooropgesteld werd,<br />
vond<strong>en</strong> we het zinvol om ook <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in deze verdiep<strong>en</strong>de fase te bevrag<strong>en</strong>. We<br />
gaan er immers van uit dat ook zij e<strong>en</strong> beeld hebb<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong> van ouders voor de ‘keuze’ om hun<br />
kinder<strong>en</strong> al dan niet te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>, om als ouder al dan niet betrokk<strong>en</strong> te zijn,<br />
<strong>en</strong>zovoort. Zij gev<strong>en</strong> ons met andere woord<strong>en</strong> indirect e<strong>en</strong> beeld van wat ouders aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, ervar<strong>en</strong>,<br />
verwacht<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. De verteg<strong>en</strong>woordigers van het <strong>jeugdwerk</strong> liet<strong>en</strong> we in focusgroep<strong>en</strong> aan het<br />
woord. In het volg<strong>en</strong>de punt licht<strong>en</strong> we de verantwoording <strong>en</strong> organisatie van deze bevraging toe.<br />
Om het perspectief van e<strong>en</strong> grote diversiteit aan ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in beeld te krijg<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> individuele<br />
bevraging aangewez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> diverse, niet bestaande groep ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> focusgroep bij<br />
elkaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> is immers niet evid<strong>en</strong>t. De korte looptijd van het onderzoek beperkt onteg<strong>en</strong>sprekelijk<br />
de mogelijkheid om praktische belemmering<strong>en</strong> te ondervang<strong>en</strong> (o.a. afstemming van de ag<strong>en</strong>da’s van<br />
de verschill<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, mobiliteit, <strong>en</strong>z.). Bijkom<strong>en</strong>de toelichting bij de kwalitatieve bevraging van<br />
ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong> staat verder in dit hoofdstuk.<br />
FOCUSGROEPEN: BEVRAGING VAN SLEUTELFIGUREN UIT HET WERKVELD<br />
‘E<strong>en</strong> focusgroep is e<strong>en</strong> gestructureerde discussie onder e<strong>en</strong> kleine groep van stakeholders (vier tot<br />
twaalf person<strong>en</strong>), begeleid door e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> gespreksleider. De methode is ontworp<strong>en</strong> om informatie te<br />
verkrijg<strong>en</strong> over de voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van (uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> bepaald<br />
onderwerp <strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> waarom ze die m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> focusgroep wordt<br />
e<strong>en</strong> gestructureerde discussie van e<strong>en</strong> interactieve groep in e<strong>en</strong> tolerante, geruststell<strong>en</strong>de omgeving<br />
geobserveerd. E<strong>en</strong> focusgroep kan dus gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> combinatie van e<strong>en</strong> gericht interview <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
discussiegroep.’ (Slocum, 2006, p.135).<br />
Focusgroep<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> toe om van e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan stakeholders, individu<strong>en</strong> of<br />
(verteg<strong>en</strong>woordigers van) belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> de diversiteit aan m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, visie, perspectiev<strong>en</strong>, verklaring<strong>en</strong><br />
of behoeft<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> thema aan het licht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Focusgroep<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groter <strong>en</strong> meer<br />
23
diepte-inzicht <strong>en</strong> dat vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> (Vaughn, Schumm, & Sinagub, 1996). Ze zijn e<strong>en</strong><br />
aangewez<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t om de context van die inzicht<strong>en</strong> te docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> de mogelijkheid<br />
om de beperkte literatuurbevinding<strong>en</strong> of zwakke veronderstelling<strong>en</strong> te verifiër<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling tot<br />
kwantitatieve onderzoeksmethod<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> focusgroep<strong>en</strong> toe om in e<strong>en</strong> kort tijdsbestek alternatieve<br />
interpretaties van de bevinding<strong>en</strong> op het spoor te kom<strong>en</strong>.<br />
Heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde focusgroep<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> in de praktijk e<strong>en</strong> rijke input (groepsdiscussie) op<br />
<strong>en</strong> perkt het aantal te bevrag<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> in (Morgan, 1999, p. 143 e.v.). De diversiteit in de groep<strong>en</strong><br />
vergroot de kans dat de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> dit als e<strong>en</strong> verrijk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d debat ervar<strong>en</strong> (Voor- <strong>en</strong><br />
nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011). Door deelname aan het onderzoek kunn<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> ook<br />
deelnemers in e<strong>en</strong> kort tijdsbestek nieuwe ervaring<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong>. Werk<strong>en</strong> met<br />
heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> dijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het gevaar van groepsvertek<strong>en</strong>ing in. Het voorkomt<br />
dat de zeggingskracht van de groep (cf. het groepsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of wat de groep ervan d<strong>en</strong>kt) de individuele<br />
verwoording (cf. de individuele betek<strong>en</strong>isgeving of wat elke persoon vindt) in de weg staat (Slocum,<br />
2006). Desalniettemin blijft het ook voor heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aandachtspunt om de<br />
deelnemers vooraf <strong>en</strong> bij de start van de bije<strong>en</strong>komst goed te informer<strong>en</strong> over de opzet <strong>en</strong> het doel van<br />
de focusgroep. Voor de moderator van de focusgroep is het e<strong>en</strong> opdracht om dat doel te bewak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de deelnemers, zo nodig, aan te moedig<strong>en</strong> om hun eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing, perceptie <strong>en</strong> beleving te verwoord<strong>en</strong><br />
(Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011).<br />
Aansluit<strong>en</strong>d bij de sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep, vraagt het deelnemersaantal aandacht. Slocum (2006)<br />
spreekt over vier tot twaalf deelnemers per groep. Andere bronn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over zes tot twaalf deelnemers<br />
(o.a. Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011).<br />
24
Rekrutering <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep<strong>en</strong><br />
Het <strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> grote diversiteit. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> wordt vrijetijdsbesteding ook door bel<strong>en</strong>d<strong>en</strong>de<br />
sector<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zoals de buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang, brede schol<strong>en</strong>. Deze sector<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> reeds in<br />
divers ander onderzoek bevraagd. Zo legde Hedebouw (2013) aan de verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de kinderopvang<br />
van de lokale bestur<strong>en</strong>, de directies van de formele opvangvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong>, de geme<strong>en</strong>telijke<br />
jeugdconsul<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, sportfunctionariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultuurbeleidscoördinator<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verantwoordelijk<strong>en</strong> van de<br />
private vrijetijdsinitiatiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> online <strong>en</strong>quête voor over de organisatie van de opvang <strong>en</strong> vrije tijd<br />
voor schoolkinder<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong>de verteg<strong>en</strong>woordigers van het werkveld, waaronder het speelpleinwerk,<br />
de jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, sport- <strong>en</strong> recreatiebeleid <strong>en</strong> andere aanbieders van opvang <strong>en</strong> vrije tijd werd<strong>en</strong> in<br />
meerdere groepssessies bevraagd in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang van Schoolkinder<strong>en</strong>’ (Walrav<strong>en</strong>s, 2014).<br />
E<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van verantwoordelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders van speelpleinwerking<strong>en</strong> werd<br />
rec<strong>en</strong>t, in opdracht van de afdeling Jeugd, via e<strong>en</strong> websurvey bevraagd (Meire, Bert<strong>en</strong>, Van Breda, Dekeyser,<br />
Schaubroeck, & Piess<strong>en</strong>s, 2015).<br />
Om overbevraging van het werkveld <strong>en</strong> overlapping met ander onderzoek te vermijd<strong>en</strong>, zocht<strong>en</strong> we<br />
gericht naar sleutelfigur<strong>en</strong> uit het <strong>jeugdwerk</strong>, met name jeugdbegeleiders <strong>en</strong> medewerkers van lokale<br />
<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokale ondersteun<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, landelijke secretariat<strong>en</strong> van jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> koepels. Ter<br />
informatie gev<strong>en</strong> we mee dat naargelang van de werkvorm het <strong>jeugdwerk</strong> zowel professionele als vrijwillige<br />
jeugdbegeleiders inzet. B<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> die voorkom<strong>en</strong> zijn: jeugdanimator, jeugdmonitor, jeugdleider<br />
<strong>en</strong>zovoort. In dit rapport gebruik<strong>en</strong> we de algem<strong>en</strong>e term(<strong>en</strong>) (jeugd)begeleider(s).<br />
We beoogd<strong>en</strong> om minst<strong>en</strong>s twee groep<strong>en</strong> van ‘vrijwillige’ jeugdbegeleiders sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s<br />
twee groep<strong>en</strong> van ondersteuners <strong>en</strong> ‘professionele’ jeugdbegeleiders. Met het oog op e<strong>en</strong> weerspiegeling<br />
van de diversiteit van het <strong>jeugdwerk</strong> volgd<strong>en</strong> we bij de rekrutering de volg<strong>en</strong>de diversiteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />
• leeftijdsbereik: afgestemd op de onderzoeksoproep, richtt<strong>en</strong> we ons tot aanbieders voor de groep<br />
van vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet op de decretaal omschrev<strong>en</strong> doelgroep van drie- tot<br />
dertigjarig<strong>en</strong>. Het leeftijdsbereik van de werking<strong>en</strong> sluit zodo<strong>en</strong>de nauw aan bij de indeling ‘zes tot<br />
vijfti<strong>en</strong> jaar’ van L<strong>en</strong>aers <strong>en</strong> Zanoni (2013);<br />
• aanbiederstype <strong>en</strong> context: regulier, doelgroepspecifiek (cf. werking<strong>en</strong> met maatschappelijk kwetsbare<br />
jonger<strong>en</strong>), jaarwerking<strong>en</strong>, vakantiewerking<strong>en</strong>;<br />
• organiser<strong>en</strong>de instantie: particuliere (al dan niet erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde) jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,<br />
geme<strong>en</strong>telijke op<strong>en</strong>bare bestur<strong>en</strong> of de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schapscommissie.<br />
Bij de rekrutering van vrijwillige begeleiders werd bijkom<strong>en</strong>d aandacht geschonk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige<br />
sam<strong>en</strong>stelling van de groep<strong>en</strong> naar de <strong>jeugdwerk</strong>ervaring van de begeleiders (cf. aantal jar<strong>en</strong> actief), het geslacht<br />
van de begeleiders <strong>en</strong> de context van de werking (cf. verstedelijkingsgraad). Met betrekking tot dit laatste punt<br />
beoogd<strong>en</strong> we actor<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> uit landelijke <strong>en</strong> stedelijke gebied<strong>en</strong>. Voor de stedelijke werking<strong>en</strong> beoogd<strong>en</strong><br />
we zowel verteg<strong>en</strong>woordigers van werking<strong>en</strong> in ‘kansrijke’ als in ‘kansarme’ buurt<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />
Voor de rekrutering gebruikt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> matrix van de verschill<strong>en</strong>de diversiteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>ing<br />
houd<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> mogelijke deelname-uitval door praktische of andere belemmering<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> voor elke<br />
groep 16 tot 22 deelnemers uitg<strong>en</strong>odigd.<br />
Voor de focusgroep<strong>en</strong> met vrijwillige jeugdbegeleiders schrev<strong>en</strong> we zesti<strong>en</strong> organisator<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />
aan. Deze focusgroep<strong>en</strong>, op locatie in Leuv<strong>en</strong> <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t, kond<strong>en</strong> niet doorgaan omdat er zich slechts vier<br />
25
egeleiders voor de twee focusgroepmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> aangemeld. E<strong>en</strong> verschuiving naar e<strong>en</strong> latere<br />
datum was praktisch niet haalbaar: noch voor de begeleiders (cf. de nak<strong>en</strong>de exam<strong>en</strong>periode), noch voor<br />
de onderzoeksters (cf. de input zou niet meer verwerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de te lancer<strong>en</strong> websurvey).<br />
De bevraging van jeugdbegeleiders werd op e<strong>en</strong> later tijdstip (najaar 2014 – voorjaar 2015) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). Deze opdracht sloot aan bij hun<br />
projectwerk waarin zij onder begeleiding van de onderzoeksters <strong>en</strong> collega-onderzoekers op het thema<br />
vrijetijdsbesteding van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> inzoomd<strong>en</strong>. Het betreft drie groepsgesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> diepteinterviews<br />
met vrijwillige jeugdbegeleiders. Aan de drie groepsgesprekk<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> jeugdbegeleiders van e<strong>en</strong><br />
lokale afdeling van e<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging deel. Het betrof in die zin drie<br />
homoge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> groepsgesprek met drie begeleiders van Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> groepsgesprek met zes begeleiders van de Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepsgesprek met<br />
zev<strong>en</strong> begeleiders van de Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>. De individueel geïnterviewde jeugdbegeleiders<br />
verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diversiteit aan werking<strong>en</strong>: drie jeugdbegeleiders van Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong>, drie<br />
jeugdbegeleiders van Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> drie jeugdbegeleiders van KSA.<br />
Voor de sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep<strong>en</strong> voor ondersteuners <strong>en</strong> begeleiders-beroepskracht<strong>en</strong> schrev<strong>en</strong><br />
we 22 organisator<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> aan. Van de 11 aangemelde person<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> er 8 effectief deel:<br />
• doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong>: drie person<strong>en</strong> uit werking<strong>en</strong> die maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong><br />
bereik<strong>en</strong>:<br />
* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong>: Bizon vzw (vakantiewerking)<br />
* lokaal <strong>jeugdwerk</strong>: D’Broej (jaarwerking) <strong>en</strong> Recht op Deurne (jaarwerking)<br />
• regulier <strong>jeugdwerk</strong>: vijf person<strong>en</strong> uit reguliere jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> of jeugdkamporganisaties:<br />
* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> met jaarwerking: scouts-FOS (jaarwerking), scouts-<br />
Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> (jaarwerking) <strong>en</strong> Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong> (jaarwerking),<br />
* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> dat inzet op vakantiekamp<strong>en</strong>: Kazou<br />
(vakantiewerking) <strong>en</strong> Crejaksie (vakantiewerking).<br />
Eén respond<strong>en</strong>t die niet kon deelnem<strong>en</strong> (Jeugddi<strong>en</strong>st M<strong>en</strong><strong>en</strong>), gaf ter aanvulling e<strong>en</strong> schriftelijke<br />
voorbereiding door.<br />
We kond<strong>en</strong> de vuistregel voor focusgroep<strong>en</strong> ‘vier tot zes groep<strong>en</strong>’ (Morgan, 1999, p.144) niet toepass<strong>en</strong>.<br />
Desondanks bleek op het vlak van inhoudelijke inbr<strong>en</strong>g de ‘saturatie’ bereikt (Sim, 1998, p. 348-349).<br />
Opbouw <strong>en</strong> invulling van de focusgroepgesprekk<strong>en</strong><br />
In de focusgroep<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> we vooral zicht krijg<strong>en</strong> op de ervaring<strong>en</strong> van ondersteuners <strong>en</strong> begeleiders<br />
met ouders (cf. de houding, de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid van ouders bij hun werking) <strong>en</strong> op<br />
hun verwachting<strong>en</strong> (cf. als ondersteuner, begeleider of organisatie) over ouders. Deze thema’s werd<strong>en</strong><br />
uitdrukkelijk in de focusgroep<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />
• introductie:<br />
* verwelkoming;<br />
* toelichting van het onderzoek;<br />
* doel <strong>en</strong> werkwijze van het focusgroepgesprek.<br />
26
• voorstellingsronde: de organisatie <strong>en</strong> al dan niet contact<strong>en</strong>/ervaring met ouders in die organisatie of<br />
andere context<strong>en</strong>;<br />
• opwarmer: individueel noter<strong>en</strong> (post its) van de meest gehoorde/ervar<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of problem<strong>en</strong> inzake<br />
relatie ouder-<strong>jeugdwerk</strong> in de organisatie;<br />
• groepsdiscussie over de visie inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid aan de hand van e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong> (bv.<br />
‘Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid staat lijnrecht teg<strong>en</strong>over de functies <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>.’)<br />
gericht op het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de w<strong>en</strong>selijkheid <strong>en</strong> mogelijkheid van ouderbetrokk<strong>en</strong>heid;<br />
• clustering <strong>en</strong> bediscussiëring van de opwarmingspost-its om te kom<strong>en</strong> tot doelstelling<strong>en</strong>, werkpunt<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> mogelijke acties inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid;<br />
• afsluiter:<br />
* vraag naar ‘onbesprok<strong>en</strong>’ relevante thema’s;<br />
* dank medewerking;<br />
* toelichting verwerking <strong>en</strong> verder verloop van het onderzoek.<br />
SEMIGESTRUCTUREERDE INTERVIEWS BIJ MOEDERS, VADERS EN JONGEREN<br />
Zoals in de inleiding van dit punt vermeld, bevroeg<strong>en</strong> we ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong> individueel. We werkt<strong>en</strong><br />
met diades (bv. moeder <strong>en</strong> kind of vader <strong>en</strong> kind) <strong>en</strong> triades (bv. moeder, vader <strong>en</strong> kind). Deze aanpak<br />
levert ons vergelijk<strong>en</strong>de informatie op van wat er in e<strong>en</strong> gezin speelt inzake al dan niet deelname aan het<br />
<strong>jeugdwerk</strong>, betrokk<strong>en</strong>heid van ouders <strong>en</strong>zovoort.<br />
Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat de gezinsled<strong>en</strong>, elk op zich, t<strong>en</strong> volle de kans zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om hun persoonlijke<br />
ideeën, motiev<strong>en</strong>, ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort ter sprake te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bevroeg<strong>en</strong> we de<br />
gezinsled<strong>en</strong> apart. De gezinsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (in diade of triade) bevrag<strong>en</strong> zou de dynamiek<strong>en</strong> in het gezin in<br />
beeld kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (bv. is er e<strong>en</strong> gezinslid waarvan de m<strong>en</strong>ing dominant aanwezig is?), maar stond te<br />
ver af van de in de oproep beschrev<strong>en</strong> onderzoeksfocus.<br />
We nam<strong>en</strong> semigestructureerde interviews af omdat die de mogelijkheid bied<strong>en</strong> om op relatief korte tijd<br />
veel gerichte <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong>de informatie te verzamel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> semigestructureerd interview met op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />
bouwt de garantie in dat de minst<strong>en</strong>s op te nem<strong>en</strong> thema’s effectief bevraagd word<strong>en</strong>. Tegelijkertijd geeft<br />
het de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de kans om ervaring<strong>en</strong>, process<strong>en</strong>, versterk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> vanuit<br />
hun eig<strong>en</strong> leefwereldperspectief te verwoord<strong>en</strong>. Om dat te bewerkstellig<strong>en</strong>, moet de interviewleidraad<br />
aan bijzondere voorwaard<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>: eerst vrag<strong>en</strong> die door de respond<strong>en</strong>t gemakkelijk te beantwoord<strong>en</strong><br />
zijn, per (deel)thema eerst e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> bevraging (cf. op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de kans gev<strong>en</strong> om die<br />
antwoord<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> te omschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> te duid<strong>en</strong>) <strong>en</strong> pas daarna meer gerichte specifieke<br />
deelvrag<strong>en</strong>.<br />
REKRUTERING EN SAMENSTELLING VAN DE RESPONDENTENGROEP: MOEDERS, VADERS EN KINDEREN<br />
Voor de selectie van de ouderrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep, volgd<strong>en</strong> we de leeftijdsafbak<strong>en</strong>ing uit het eerste<br />
hoofdstuk: ouders ‘die in de grootste geme<strong>en</strong>schappelijke doelgroep van het <strong>jeugdwerk</strong> vall<strong>en</strong>: deze met<br />
vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong>’. We wild<strong>en</strong> daarbij de grote diversiteit aan ouders in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<br />
weerspiegeld zi<strong>en</strong>. Dat vertaalde zich in de volg<strong>en</strong>de rekruteringsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
• leeftijd van de kinder<strong>en</strong>: minst<strong>en</strong>s één kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> in het bijzonder: ouders met<br />
jonge kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met ti<strong>en</strong>ers;<br />
27
• socio-economische <strong>en</strong> culturele achtergrond (cf. L<strong>en</strong>aers & Zanoni (2013) die zich baser<strong>en</strong> op de<br />
indelingscriteria van Kind <strong>en</strong> Gezin):<br />
* kansarm <strong>en</strong> niet-kansarm;<br />
* met <strong>en</strong> zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is: Belgische versus buit<strong>en</strong>landse origine.<br />
• habitatindicator: verstedelijkingsgraad: landelijke <strong>en</strong> stedelijke context (cf. vere<strong>en</strong>voudiging van de<br />
clustering van de verstedelijkingsgraad volg<strong>en</strong>s de VRIND-classificatie);<br />
• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>: ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Naast deze rekruteringscriteria, streefd<strong>en</strong> we ernaar dat de gerekruteerde ouders ook op verschill<strong>en</strong>de<br />
andere vlakk<strong>en</strong> ‘divers’ zoud<strong>en</strong> zijn:<br />
• geslacht van de kinder<strong>en</strong>: jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes;<br />
• gezinssam<strong>en</strong>stelling: e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>, tweeoudergezinn<strong>en</strong>, nieuw sam<strong>en</strong>gestelde gezinn<strong>en</strong>;<br />
• religie: verscheid<strong>en</strong>heid aan religies <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong>;<br />
• al dan niet participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: ouders die zelf actief<br />
betrokk<strong>en</strong> zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> ouders die dat niet do<strong>en</strong>.<br />
Net zoals voor de rekrutering van de <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> we voor de rekrutering van de ouders<br />
e<strong>en</strong> rekruteringsmatrix op. Aan deze matrix werd<strong>en</strong> specifieke rekruteringskanal<strong>en</strong> toegevoegd (o.a.<br />
jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waar arm<strong>en</strong> het woord nem<strong>en</strong>, led<strong>en</strong> van het minderhed<strong>en</strong>forum, schol<strong>en</strong>).<br />
Dat kan er immers toe bijdrag<strong>en</strong> dat ook de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong> waar kinder<strong>en</strong> aan<br />
kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd zijn. De matrix werd naarmate de rekrutering van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
vorderde, aangevuld <strong>en</strong> was perman<strong>en</strong>t raadpleegbaar. Op die manier kond<strong>en</strong> de interviewers voor de<br />
verdere rekrutering gericht op zoek gaan naar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> profiel dat tot dan toe nog niet in<br />
de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep aanwezig was.<br />
De rekrutering van de kinder<strong>en</strong> was logischerwijze gekoppeld aan de rekrutering van de ouders: we richtt<strong>en</strong><br />
ons immers tot diades <strong>en</strong> triades van ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Voor de bevraging van de kinder<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> we<br />
echter af van de eerder aangehaalde leeftijdsafbak<strong>en</strong>ing van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar. We bevroeg<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />
met de leeftijd acht tot vijfti<strong>en</strong> jaar. De afname van e<strong>en</strong> semigestructureerd interview bij jonge kinder<strong>en</strong><br />
is immers niet aangewez<strong>en</strong>. Het feit dat de kindbevraging zich situeert in het ‘voortraject’ (fase 2) voor de<br />
ontwikkeling van de oudervrag<strong>en</strong>lijst (fase 3) weerhield ons ervan om voor de groep jonge kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
apart onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium te ontwikkel<strong>en</strong>. Dat was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in het tijdsbestek van het onderzoek<br />
niet mogelijk. Om toch <strong>en</strong>igszins vanuit het kindperspectief zicht te krijg<strong>en</strong> op de vrijetijdsbesteding <strong>en</strong><br />
plaats van het <strong>jeugdwerk</strong> op jongere leeftijd, werd daar bij de jonger<strong>en</strong> retrospectief naar gepeild.<br />
Voor de rekrutering <strong>en</strong> de afnames van de interviews ded<strong>en</strong> we, net zoals voor de bevraging van<br />
jeugdbegeleiders, e<strong>en</strong> beroep op stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). De<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgebreide handleiding die in e<strong>en</strong> trainingssessie toegelicht werd. De interviewleidraad<br />
was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van afname-instructies (bv. welke doorvraag aan welk antwoord gekoppeld is, hoe<br />
doorvrag<strong>en</strong>, of er e<strong>en</strong> of meerdere antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). De mogelijkheid om<br />
met twee stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de interviews af te nem<strong>en</strong>, maakte e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de controle bij de afname mogelijk.<br />
In de periode februari 2014 tot <strong>en</strong> met april 2014 kond<strong>en</strong> we 48 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevrag<strong>en</strong>, waaronder 19<br />
moeders, 11 vaders <strong>en</strong> 18 jonger<strong>en</strong>. Zij vormd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> 7 diades <strong>en</strong> 11 triades. Twee triades weerspiegel<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
28
nieuwsam<strong>en</strong>gesteld gezin. In één gezin wou na aanvankelijke toezegging het kind niet langer deelnem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> werd <strong>en</strong>kel de moeder bevraagd.<br />
Opbouw <strong>en</strong> invulling van de semigestructureerde interviews<br />
Verschill<strong>en</strong>de thema’s die in de focusgroep<strong>en</strong> van de <strong>jeugdwerk</strong>ers aan bod kwam<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in de<br />
interviewleidraad opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In deze bevraging zoomd<strong>en</strong> we verder in op het perspectief van ouders <strong>en</strong><br />
jonger<strong>en</strong>. We kwam<strong>en</strong> tot de volg<strong>en</strong>de themaclusters:<br />
• vrijetijdsbesteding (m.i.v. deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> -belemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, cf. drempels) <strong>en</strong> al dan<br />
niet ervaring<strong>en</strong> met het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />
• vrijetijdsbeleving;<br />
• verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van vrijetijdsinitiatiev<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder<br />
(cf. kwaliteit);<br />
• ouderbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />
Uit het voorgaande overzicht blijkt dat de ervaring<strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong> verschill<strong>en</strong>de thema’s doorkruis<strong>en</strong>. Het<br />
spreekt voor zich dat verschill<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> naar achtergrond- <strong>en</strong> gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> deel uitmaakt<strong>en</strong> van het<br />
interview. Aansluit<strong>en</strong>d bij de gespreksthema’s besteedd<strong>en</strong> we bij de afname <strong>en</strong> analyse bijzondere aandacht<br />
aan de wijze waarop de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over het <strong>jeugdwerk</strong>, ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, kwaliteit <strong>en</strong>zovoort sprak<strong>en</strong>.<br />
Dat gaf aanwijzing<strong>en</strong> voor de kwantitatieve bevraging (cf. fase 3), meer concreet op inhoudelijk vlak (bv. op<br />
te nem<strong>en</strong> antwoorditems) <strong>en</strong> op het vlak van de formulering<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de antwoorditems.<br />
VERWERKING EN ANALYSE VAN DE KWALITATIEVE DATA<br />
Zowel de focusgroep<strong>en</strong> als de individuele gesprekk<strong>en</strong> met de ouders <strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> digitaal opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
De opnames werd<strong>en</strong> integraal getranscribeerd. Voor de verwerking <strong>en</strong> de analyse van de data zett<strong>en</strong> we het<br />
29
kwalitatief verwerkingsprogramma N-Vivo in <strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> we over de verschill<strong>en</strong>de bevraging<strong>en</strong> he<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke codeboom. De data werd<strong>en</strong> door twee beoordelaars, onafhankelijk van elkaar, gecodeerd<br />
<strong>en</strong> geanalyseerd. De toepassing van deze analyse-triangulatie versterkt de kracht van de uitsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
draagt bij tot de betrouwbaarheid van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> (Dieussaert, Smits, & Goubin, 2011).<br />
Kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: vrag<strong>en</strong>lijstafname<br />
bij ouders<br />
Ingaand op de vraag van de opdrachtgever naar ‘goed cijfermateriaal over het ouderperspectief’<br />
(Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd, 2013) richtt<strong>en</strong> we ons in de derde fase van<br />
het onderzoek op de kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> –analyse bij ouders.<br />
REKRUTERING VAN DE OUDERS<br />
E<strong>en</strong> eerste vraag die zich opdringt, is de vraag naar parameters om de beoogde weerspiegeling van de<br />
sam<strong>en</strong>leving (cf. onderzoeksoproep) aan af te toets<strong>en</strong>. Grot<strong>en</strong>deels aansluit<strong>en</strong>d bij ander rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />
<strong>en</strong> bij de kwalitatieve data-verzameling hanteerd<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de parameters:<br />
• leeftijd van de kinder<strong>en</strong>: minst<strong>en</strong>s één kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar;<br />
• socio-economische <strong>en</strong> culturele achtergrond (cf. L<strong>en</strong>aers & Zanoni (2013) die zich baser<strong>en</strong> op de<br />
indelingscriteria van Kind <strong>en</strong> Gezin):<br />
* kansarm <strong>en</strong> niet-kansarm;<br />
* met <strong>en</strong> zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is: Belgische versus buit<strong>en</strong>landse origine.<br />
• habitatindicator: clustering van de verstedelijkingsgraad van de woonplaats, geïnspireerd op de<br />
VRIND-classificatie (2013): buit<strong>en</strong>gebied, kleinstedelijk, regiostedelijk, c<strong>en</strong>trumstedelijk, grootstedelijk<br />
<strong>en</strong> Brussel (m.i.v. de rand);<br />
• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>: ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Naast deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> streefd<strong>en</strong> we ernaar dat de gerekruteerde ouders ook op verschill<strong>en</strong>de andere<br />
vlakk<strong>en</strong> ‘divers’ zoud<strong>en</strong> zijn:<br />
• al dan niet participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: ouders die zelf actief<br />
betrokk<strong>en</strong> zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> ouders die dat niet zijn;<br />
• gezinssam<strong>en</strong>stelling: e<strong>en</strong>ouder- <strong>en</strong> tweeoudergezinn<strong>en</strong>, nieuw sam<strong>en</strong>gestelde gezinn<strong>en</strong>;<br />
• geslacht van de kinder<strong>en</strong>: jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes;<br />
• religie: verscheid<strong>en</strong>heid aan religies <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong>.<br />
De keuze voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>brede insteek met e<strong>en</strong> diversiteit aan participatievorm<strong>en</strong> (cf. al dan niet<br />
deelname, al dan niet deelname aan verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diversiteit aan ouder- <strong>en</strong><br />
gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (o.a. specifieke aandacht voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>) heeft implicaties voor de steekproeftrekking,<br />
de rekruteringskanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bevragingsstrategie.<br />
30
Aanvankelijk steld<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gestratificeerde steekproef voorop, waarbij we op voorhand e<strong>en</strong> aantal<br />
‘strata’ uittek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoeveel person<strong>en</strong> we van elk van de strata w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> (zie<br />
o.a. Moore, & McCabe, 1997). E<strong>en</strong> moeilijkheid daarbij is dat niet voor al de mogelijke strata (cf. de eerder<br />
vermelde parameters) data beschikbaar zijn om repres<strong>en</strong>tativiteit af te toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de steekproef te<br />
proportioner<strong>en</strong> naar de populatie. Zo zijn er bijvoorbeeld data beschikbaar over de led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong> bij de<br />
grote jeugdbeweging<strong>en</strong> (cf. CJSM, Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in VRIND<br />
2013, p. 149), maar ge<strong>en</strong> specifieke data vanuit het perspectief van de ouders.<br />
Daarnaast is het e<strong>en</strong> weerker<strong>en</strong>de vaststelling dat kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. armoede- <strong>en</strong> migratieachtergrond)<br />
in vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek veelal onderverteg<strong>en</strong>woordigd blijv<strong>en</strong>. Garander<strong>en</strong> dat ook hun perspectief aan<br />
bod komt, vraagt om e<strong>en</strong> proactieve rekrutering, via specifieke rekruteringskanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer directe<br />
bevraging (zie ook verder in dit hoofdstuk). Het risico op onderverteg<strong>en</strong>woordiging geldt niet alle<strong>en</strong> voor<br />
kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, maar ook voor ouders van wie de kinder<strong>en</strong> weinig of niet deelnem<strong>en</strong> aan georganiseerd<br />
<strong>jeugdwerk</strong>. Omdat ze het <strong>jeugdwerk</strong> niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of er weinig tot ge<strong>en</strong> ervaring mee hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong><br />
deze ouders zich minder aangesprok<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onderzoek dat net de relatie<br />
ouders-<strong>jeugdwerk</strong> bevraagt. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> is het <strong>jeugdwerk</strong>aanbod heel divers <strong>en</strong> niet altijd (duidelijk)<br />
te onderscheid<strong>en</strong> van het aanbod uit bel<strong>en</strong>d<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> (bv. gem<strong>en</strong>gde werkvorm<strong>en</strong> jeugd-cultuursport).<br />
Niet alle ouders zijn zich bewust van wat <strong>jeugdwerk</strong> juist is of wet<strong>en</strong> waar de organisator<strong>en</strong><br />
van vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> voor staan (bv. Is dat zuiver <strong>jeugdwerk</strong>? Is dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van jeugd <strong>en</strong><br />
sport?). Dat alles stelt bijzondere eis<strong>en</strong> aan de steekproeftrekking (cf. e<strong>en</strong> steekproeftrekking op louter<br />
organisati<strong>en</strong>iveau kon niet volstaan), de wijze waarop ouders aangesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong> (bv.<br />
ook ouders zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring kunn<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de gehanteerde terminologie (bv. wat valt<br />
onder e<strong>en</strong> jaarwerking, wat valt onder e<strong>en</strong> vakantiewerking, <strong>en</strong>z.). De implicaties voor de rekrutering- <strong>en</strong><br />
bevragingsstrategie word<strong>en</strong> verder in dit hoofdstuk besprok<strong>en</strong>.<br />
VRAGENLIJSTONTWIKKELING<br />
De vrag<strong>en</strong>lijst bouwt verder op de bevinding<strong>en</strong> van de kwalitatieve bevraging van dit onderzoek (cf. de<br />
focusgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de semigestructureerde interviews) <strong>en</strong> op onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit ander onderzoek<br />
over <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> andere sector<strong>en</strong>. Thematisch geord<strong>en</strong>d inspireerd<strong>en</strong> we ons op de volg<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>:<br />
• de verwachting<strong>en</strong> van ouders (o.a. Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />
• de ouderlijke betrokk<strong>en</strong>heid, al dan niet uitgedrukt in verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. van overlev<strong>en</strong><br />
tot meebesliss<strong>en</strong>) (o.a. Bouwman, & Van d<strong>en</strong> Hout, 2007; Forum Overvecht. Participatieladder<br />
ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, z.d.; Samyn, z.d.), mate <strong>en</strong> stijl van betrokk<strong>en</strong>heid bij vrijetijdsactiveit<strong>en</strong> (voor e<strong>en</strong><br />
overzicht zie Lambrechts, & Van Crombrugge, 2013; Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde, 2012; Smit,<br />
Driess<strong>en</strong>, Sluiter, & Brus, 2007; Van der Wolf, 2006), opvoedingsdim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> -stijl<strong>en</strong> (cf. autonomie,<br />
controle <strong>en</strong>z.) (voor e<strong>en</strong> overzicht zie: Colpin, & Griet<strong>en</strong>s, 2000; Van Leeuw<strong>en</strong>, Colpin, Vanderfaeillie,<br />
Nys, Gro<strong>en</strong>ez, & Meurs, 2012);<br />
• kwaliteitsaspect<strong>en</strong> (o.a. De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; De Pauw,<br />
Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Hedebouw, 2013, L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />
• organisatievorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking (o.a. De Droogh, & Lamote, z.d.; Hedebouw, 2013).<br />
De integratie van de relevante elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit al dat materiaal, leverde e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst op die we in e<strong>en</strong><br />
pretest aan verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> voorlegd<strong>en</strong>:<br />
• het onderzoeksteam (Evelyn Morreel, Kristi<strong>en</strong> Nys <strong>en</strong> Karla Van Leeuw<strong>en</strong>), Tanja Nuelant (studiegebied-<br />
31
directeur van de opleiding Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>) <strong>en</strong> Kathle<strong>en</strong> Emmery (coördinator van het<br />
K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum van het Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>) doorliep<strong>en</strong> elk meermaals de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> zich daarbij telk<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> ander ‘perspectief’: ze wisseld<strong>en</strong> met andere<br />
woord<strong>en</strong> op het vlak van achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (bv. gezinssam<strong>en</strong>stelling, leeftijd van de kinder<strong>en</strong>)<br />
<strong>en</strong> op ‘<strong>jeugdwerk</strong>gerelateerde’ k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (bv. al dan niet e<strong>en</strong> kind hebb<strong>en</strong> dat deelneemt aan e<strong>en</strong> of<br />
meerdere <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>, houding teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, al dan niet verwachting<strong>en</strong><br />
uit<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong>z.);<br />
• twee lesgevers van e<strong>en</strong> C<strong>en</strong>trum voor Basiseducatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lesgever van e<strong>en</strong> C<strong>en</strong>trum voor<br />
Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>onderwijs doorliep<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst vanuit het perspectief van (anderstalige) laaggeschoold<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> met het oog op de face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> specifieke aandachtspunt<strong>en</strong> mee;<br />
• e<strong>en</strong> ouder die beroepsmatig’ niet aan het thema gelinkt was, maar wel repres<strong>en</strong>tatief was voor de<br />
beoogde doelgroep (cf. e<strong>en</strong> kind hebb<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar), vulde de vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />
Op basis van de feedback uit deze pretest werd de vrag<strong>en</strong>lijst inhoudelijk (bv. nog toe te voeg<strong>en</strong> items of<br />
antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>), op het vlak van formulering<strong>en</strong> (bv. andere woordkeuze) <strong>en</strong> vormtechnisch (bv.<br />
doorkliklink<strong>en</strong>, lay-out) verder geoptimaliseerd.<br />
RUBRICERING EN PARALLELLE DEELVERSIES VAN DE VRAGENLIJST<br />
Op basis van de literatuurstudie (fase 1) <strong>en</strong> de kwalitatieve dataverzameling (fase 2) kwam<strong>en</strong> we tot e<strong>en</strong><br />
schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst met de volg<strong>en</strong>de rubriek<strong>en</strong>:<br />
• inleiding (toelichting bij):<br />
* de doelstelling <strong>en</strong> de opzet van het onderzoek;<br />
* de invulmodaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> –instructies;<br />
* de privacy;<br />
* de te winn<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tive (cf. twintig waardebonn<strong>en</strong> van twintig euro voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die<br />
de vrag<strong>en</strong>lijst volledig invuld<strong>en</strong>).<br />
32
• gezinssam<strong>en</strong>stelling, kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>;<br />
• vrijetijdsbesteding van het kind:<br />
* tijdsbesteding (o.a. frequ<strong>en</strong>tie van de activiteit<strong>en</strong>);<br />
* beleving van de ouder.<br />
• al dan niet deelname <strong>jeugdwerk</strong>:<br />
* frequ<strong>en</strong>tie deelname;<br />
* red<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> drempels deelname;<br />
* verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van:<br />
- de organisatie, het aanbod, de begeleiders;<br />
- de functie(s) <strong>en</strong> opdracht(<strong>en</strong>) van het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
* ouderbetrokk<strong>en</strong>heid:<br />
- will<strong>en</strong> versus kunn<strong>en</strong> versus do<strong>en</strong>;<br />
- rol van de organisatie <strong>en</strong> van de ouders.<br />
• al dan niet eig<strong>en</strong> (<strong>jeugdwerk</strong>)ervaring als ouder;<br />
• opvoeding:<br />
* ouderlijk opvoedingsgedrag, opvoedingsrol;<br />
* opvoedingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –oriëntaties;<br />
• sociale isolatie <strong>en</strong> steun;<br />
• ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: geslacht, leeftijd, gezinssituatie, migratieachtergrond, thuistaal, woonplaats,<br />
lev<strong>en</strong>sbeschouwing, opleidingsniveau, arbeids- <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>ssituatie;<br />
• afronding:<br />
* al dan niet (aanvull<strong>en</strong>de) opmerking<strong>en</strong> bij het onderzoeksthema <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst;<br />
* dank.<br />
Voor de <strong>jeugdwerk</strong>specifieke deelthema’s maakt<strong>en</strong> we drie parallel opgemaakte deelversies (cf. opbouw,<br />
vraag- <strong>en</strong> antwoordtypes, formulering<strong>en</strong>):<br />
• voor ouders van niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>;<br />
• voor ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap van e<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de<br />
landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging, e<strong>en</strong> werking voor maatschappelijk kwetsbare jeugd);<br />
• voor ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vakantiewerking (bv. e<strong>en</strong> vakantiekamp, de<br />
speelpleinwerking).<br />
Het spreekt voor zich dat de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kel de van toepassing zijnde deelversie(s) moest doorlop<strong>en</strong>.<br />
Aangezi<strong>en</strong> er ouders zijn met kinder<strong>en</strong> die zowel aan jaarwerking<strong>en</strong> als aan vakantiewerking<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>,<br />
zijn er respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zowel de parallelversie voor jaarwerking als de parallelversie voor vakantiewerking<br />
doorliep<strong>en</strong>. Zij ded<strong>en</strong> dat voor e<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: het kind tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar dat het eerste jarig is<br />
in het gezin (cf. ‘birthday method’). Dat kind kan ev<strong>en</strong>wel aan jaar- of vakantiewerking<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />
organisaties deelnem<strong>en</strong> (bv. deelname aan de speelpleinwerking <strong>en</strong> deelname aan e<strong>en</strong> vakantiekamp van<br />
de mutualiteit). Om de invultijd te beperk<strong>en</strong>, vroeg<strong>en</strong> we deze ouders om de vrag<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> van de<br />
organisaties (bv. de speelpleinwerking of de mutualiteit) te beantwoord<strong>en</strong>. In de rapportering van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de onderzoeksbevinding<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> we naar de drie parallel opgemaakte<br />
deelversies in term<strong>en</strong> van ‘parallelversies’. Ook in het hoofdstuk met de conclusies hanter<strong>en</strong> we deze<br />
terminologie.<br />
Volledigheidshalve merk<strong>en</strong> we op dat we andere organisatie- <strong>en</strong> aanbiedingsvorm<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong><br />
(bv. initiatiev<strong>en</strong> die in m<strong>en</strong>gvorm voorkom<strong>en</strong> zoals sport <strong>en</strong> muziekactiviteit<strong>en</strong>) niet ‘apart’<br />
33
evraagd<strong>en</strong>. Dat was omwille van de daaraan verbond<strong>en</strong> complexiteit van de vrag<strong>en</strong>lijst niet haalbaar.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beoogde de opdrachtgever vooral e<strong>en</strong> globaal beeld te krijg<strong>en</strong> over de wijze waarop ouders<br />
zich tot het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>.<br />
TYPE VRAGEN IN DE VRAGENLIJST<br />
Het mer<strong>en</strong>deel van de thema’s werd bevraagd aan de hand van geslot<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> waarbij de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />
e<strong>en</strong> of meerdere items e<strong>en</strong> dan wel meerdere antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> aanvink<strong>en</strong> (bv. multiple choice<br />
antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> aanvink<strong>en</strong>, mate waarin ze het al dan niet e<strong>en</strong>s zijn met of mate van tevred<strong>en</strong>heid<br />
op e<strong>en</strong> Likert-5-punt<strong>en</strong>schaal scor<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst vroeg<strong>en</strong> we om de van<br />
toepassing zijnde antwoorditems te rangschikk<strong>en</strong> (bv. van het meest belangrijke tot het minst belangrijke<br />
aspect). Daarnaast bevatte de vrag<strong>en</strong>lijst e<strong>en</strong> beperkt aantal op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>. Dat war<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> waarbij de<br />
ouders e<strong>en</strong> verduidelijking bij hun antwoord kond<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of in eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> korte omschrijving<br />
kond<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> (bv. welke beperking hun kind heeft, over welk ander aspect ze meer informatie will<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.).<br />
We moedigd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het inleid<strong>en</strong>de bericht aan om al de vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong> (cf. het<br />
belang voor het onderzoek, e<strong>en</strong> te winn<strong>en</strong> waardebon). De vrag<strong>en</strong>lijst liet echter toe om bij het op<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> antwoord toch naar de volg<strong>en</strong>de vraag over te gaan.<br />
Voor de verspreiding van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> we twee spor<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> online verspreiding (websurvey)<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mondelinge (face to face) afname van de vrag<strong>en</strong>lijst bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong>,<br />
beschrijv<strong>en</strong> we de verspreidingsstrategieën voor de online bevraging <strong>en</strong> de face-to-facebevraging .<br />
ONLINE VERSPREIDING VAN DE VRAGENLIJST<br />
E<strong>en</strong> online verspreiding heeft het voordeel dat op e<strong>en</strong> relatief goedkope manier veel data verzameld <strong>en</strong><br />
geanalyseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (cf. ge<strong>en</strong> kopieer- <strong>en</strong> verz<strong>en</strong>dingskost<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> verplaatsingskost<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> datainput<br />
door de onderzoekers nodig <strong>en</strong> ‘automatische’ omzetting van de antwoord<strong>en</strong> in cijfergegev<strong>en</strong>s). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> automatisch doorgelinkt naar de vervolgvrag<strong>en</strong> die voor h<strong>en</strong> relevant zijn. <strong>Ouders</strong> die<br />
bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> ervaring met <strong>jeugdwerk</strong> hebb<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> over die ervaring<strong>en</strong> niet te doorlop<strong>en</strong>.<br />
Voor het ontwerp <strong>en</strong> de afname van de survey maakt<strong>en</strong> we gebruik van de webgebaseerde survey-software<br />
‘Qualtrics’. De websurvey werd gelanceerd op 10 juli 2014. E<strong>en</strong> invulperiode van drie wek<strong>en</strong> blijkt in de<br />
praktijk gangbaar te zijn. We liet<strong>en</strong> de invulperiode ev<strong>en</strong>wel tot eind november 2014 doorlop<strong>en</strong>. Op die<br />
manier hoopt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> goede verteg<strong>en</strong>woordiging van vakantie- én jaarwerking<strong>en</strong> te bekom<strong>en</strong>.<br />
Met oog op het bereik van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep die e<strong>en</strong> weerspiegeling vormt van de sam<strong>en</strong>leving (cf.<br />
regiobreed, deelname-, ouder- <strong>en</strong> gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>), zett<strong>en</strong> we volg<strong>en</strong>de verspreidingskanal<strong>en</strong> in:<br />
• niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifieke kanal<strong>en</strong>: algem<strong>en</strong>e kanal<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> bredere groep van ouders kunn<strong>en</strong><br />
bereik<strong>en</strong> (zowel ouders van wie de kinder<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> als ouders wier kinder<strong>en</strong><br />
niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>). De volg<strong>en</strong>de kanal<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> of meerdere informatiekanal<strong>en</strong><br />
van hun di<strong>en</strong>st de oproep <strong>en</strong> link naar de vrag<strong>en</strong>lijst op:<br />
* Klasse voor ouders (nieuwsbrief);<br />
* Gezinsbond (website <strong>en</strong> weekblad De Bond);<br />
* Groeimee (nieuwsbrief, website);<br />
* Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (nieuwsbrief, website);<br />
* Huiz<strong>en</strong> van het Kind (nieuwsbriev<strong>en</strong> of website van de deelwerking<strong>en</strong>).<br />
34
• <strong>jeugdwerk</strong>specifieke kanal<strong>en</strong>: kanal<strong>en</strong> die bij uitstek ouders met kinder<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong> kunn<strong>en</strong><br />
bereik<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>d specifiek verspreidingskanaal is de opdrachtgever: het Departem<strong>en</strong>t<br />
Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd. Zij plaatst<strong>en</strong> de oproep in hun nieuwsbrief <strong>en</strong> op<br />
hun website. Specifiek voor het erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde <strong>jeugdwerk</strong> sprak<strong>en</strong> we de diverse<br />
eerstelijnsjeugdorganisaties aan die structureel gesubsidieerd werd<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de subsidie-<strong>en</strong>veloppe<br />
2014-2017 (zie overzicht gesubsidieerde landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> begrotingsjaar 2014).<br />
Met oog op voldo<strong>en</strong>de verteg<strong>en</strong>woordiging van het lokale <strong>jeugdwerk</strong> sprak<strong>en</strong> we de (geme<strong>en</strong>telijke <strong>en</strong><br />
stedelijke) jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan.<br />
Specifieke <strong>jeugdwerk</strong>aanbieders werd<strong>en</strong> twee keer op organisatie- of koepelniveau aangeschrev<strong>en</strong> om na<br />
te gaan welke kanal<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> war<strong>en</strong> om ouders te bereik<strong>en</strong>. Vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste maal in juli <strong>en</strong> augustus 2014 aangesprok<strong>en</strong>. Organisaties met jaarwerking<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> eerste maal in september 2014 aangeschrev<strong>en</strong>. De aangeschrev<strong>en</strong> organisaties verspreidd<strong>en</strong> zelf de<br />
link <strong>en</strong> oproep tot deelname: (1) rechtstreeks via de eig<strong>en</strong> communicatiekanal<strong>en</strong> (bv. Facebookpagina<br />
van de jeugddi<strong>en</strong>st, nieuwsbrief, website van de koepelorganisatie) of (2) onrechtstreeks via verspreiding<br />
van de oproep bij de aangeslot<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> of het ruimer professionele netwerk. Met het oog op<br />
de standaardisering van de verspreidingsstrategie ontving<strong>en</strong> al de gecontacteerde organisaties e<strong>en</strong><br />
herinnering aan onze vraag naar verspreiding van de link naar de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />
Het aandeel organisaties dat ons bevestigde dat ze de oproep zoud<strong>en</strong> verspreid<strong>en</strong> of hadd<strong>en</strong> verspreid, is<br />
als volgt:<br />
• regulier <strong>jeugdwerk</strong><br />
* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> met jaarwerking: 6 van de 8 aangeschrev<strong>en</strong><br />
erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> (75%);<br />
* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> dat inzet op vakantie(kamp<strong>en</strong>): 9 van de 25<br />
aangeschrev<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdkamporganisaties<br />
(36%);<br />
* lokaal <strong>jeugdwerk</strong>: 80 van de 319 aangeschrev<strong>en</strong> jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (25%).<br />
Volledigheidshalve vermeld<strong>en</strong> we dat de respons op ver<strong>en</strong>igings- <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stniveau hoger kan ligg<strong>en</strong> dan hier<br />
gerapporteerd. Verschill<strong>en</strong>de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de vraag naar verspreiding van de oproep<br />
misschi<strong>en</strong> wel degelijk opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar ons daar niet uitdrukkelijk van op de hoogte gebracht. De online<br />
verspreiding op organisatie- of koepelniveau laat daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sneeuwbaleffect toe. Mogelijks werd<br />
de oproep tot deelname ook verder verspreid naar lokale <strong>jeugdwerk</strong>organisaties of andere organisaties De<br />
melding van verschill<strong>en</strong>de jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dat ze de oproep naar deelorganisaties doorstuurd<strong>en</strong>, vroeg bij<br />
de analyse bijzondere aandacht. Deze deelorganisaties blek<strong>en</strong> immers niet altijd ‘zuivere’ <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong><br />
te zijn (bv. sportstages georganiseerd door e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging).<br />
Verschill<strong>en</strong>de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> deeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor niet-verspreiding van de vraag naar<br />
medewerking mee. De meest voorkom<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> was dat ze zelf e<strong>en</strong> kleine ouderbevraging uitvoerd<strong>en</strong> of<br />
op korte termijn zoud<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Ze wild<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overbevraging van ouders vermijd<strong>en</strong>.<br />
Bij de tuss<strong>en</strong>tijdse rapportering over de respons (oktober 2014) bleek dat onder meer ouders met<br />
e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> van landelijke<br />
cultuureducatieve ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, slechts in beperkte mate in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep verteg<strong>en</strong>woordigd<br />
war<strong>en</strong>. De face-to-facebevraging (zie verder) stuurde de verteg<strong>en</strong>woordiging van de eerst vermelde groep<br />
35
in positieve zin bij. Aanvull<strong>en</strong>d sprak de onderzoekster etnisch-culturele federaties aan. Twee van de acht<br />
aangesprok<strong>en</strong> koepelver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> hun medewerking bij de rekrutering. Om ook de deelname<br />
aan cultuureducatieve initiatiev<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd te zi<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d derti<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />
aangesprok<strong>en</strong> die vanuit de afdeling Jeugd gesubsidieerd word<strong>en</strong> (subsidie-<strong>en</strong>veloppe 2014-2017). Twee<br />
cultuureducatieve ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> de oproep te verspreid<strong>en</strong>.<br />
Deze rekruteringsstrategie resulteerde in 750 online ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>, die in de analyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> die vóór de vrag<strong>en</strong> naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<br />
afgebrok<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> of te veel non-respons vertoond<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> niet in de analyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
FACE-TO-FACEBEVRAGING BIJ KANSENGROEPEN<br />
Zoals eerder al vermeld, zijn kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> veelal onderverteg<strong>en</strong>woordigd in vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek.<br />
Het betreft vooral maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is. De<br />
beperking tot e<strong>en</strong> websurvey zou bijgevolg slechts e<strong>en</strong> partieel beeld van het perspectief van ouders<br />
oplever<strong>en</strong>. Daarom bouwd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> in. We richt<strong>en</strong> ons daarbij<br />
in het bijzonder tot ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond <strong>en</strong> ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond.<br />
Op het mom<strong>en</strong>t van de lancering van de websurvey vroeg<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de doelgroepspecifieke, al dan<br />
niet <strong>jeugdwerk</strong>gebond<strong>en</strong> rekruteringskanal<strong>en</strong> of we in hun di<strong>en</strong>st, organisatie of c<strong>en</strong>trum ouders kond<strong>en</strong><br />
aansprek<strong>en</strong> voor deelname aan het onderzoek:<br />
• niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifiek: C<strong>en</strong>tra voor Basiseducatie <strong>en</strong> Huiz<strong>en</strong> van het Kind;<br />
• <strong>jeugdwerk</strong>specifiek: Werking<strong>en</strong> Maatschappelijk Kwetsbare Jeugd (WMKJ’s), structureel gesubsidieerd<br />
binn<strong>en</strong> de subsidie-<strong>en</strong>veloppe 2014-2017 (zie overzicht gesubsidieerde landelijk georganiseerde<br />
jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> begrotingsjaar 2014) of lokaal projectmatig gesubsidieerd (zie overzicht organisaties<br />
kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> begrotingsjaar 2012).<br />
Binn<strong>en</strong> de looptijd van de bevragingsronde ging<strong>en</strong> 21 organisaties op dit verzoek in:<br />
• Doelgroep- <strong>en</strong> niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifiek:<br />
* 6 van de 13 aangeschrev<strong>en</strong> C<strong>en</strong>tra voor Basiseducatie (46%);<br />
* 7 van de 16 aangeschrev<strong>en</strong> Huiz<strong>en</strong> van het Kind (43%).<br />
• Doelgroep- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>specifiek: 9 van de 30 aangeschrev<strong>en</strong> Werking<strong>en</strong> Maatschappelijk Kwetsbare<br />
Jeugd (30%);<br />
De onderzoekster sprak voor of na de (jeugd)werking<strong>en</strong> van de WMKJ’s, de less<strong>en</strong> van de C<strong>en</strong>tra voor<br />
Basiseducatie <strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong> van de Huiz<strong>en</strong> van Het Kind, de ouders aan met de vraag naar deelname.<br />
De afname van de vrag<strong>en</strong>lijst gebeurde in de periode september 2014 tot eind december 2014 <strong>en</strong> vond,<br />
naargelang van de voorkeur van de ouders, thuis of in e<strong>en</strong> lokaal van de eerder vermelde werking<strong>en</strong> plaats.<br />
Om de data van de online verspreide vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de data van de face-to-facebevraging geïntegreerd te<br />
kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>, moest de afname volledig parallel lop<strong>en</strong> met het online invull<strong>en</strong> van de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst. Dat vraagt e<strong>en</strong> gestandaardiseerde afname, waarbij de interviewer niet mag afwijk<strong>en</strong> van het<br />
vooropgestelde vrag<strong>en</strong>lijstscript <strong>en</strong> dat zowel naar vraagvolgorde als naar formulering van de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
antwoorditems. Door e<strong>en</strong> andere formulering of woordkeuze kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of antwoorditems immers e<strong>en</strong><br />
andere betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> de ontwikkeling van de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> de afname van deze interviews<br />
door één <strong>en</strong> dezelfde persoon gebeurde, kond<strong>en</strong> daarvoor garanties ingebouwd word<strong>en</strong>.<br />
36
Vooruitlop<strong>en</strong>d op de rapportering van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong>, vermeld<strong>en</strong> we dat de bevinding<strong>en</strong><br />
van de face-to-facebevraging bij kwetsbare ouders ondersteund werd<strong>en</strong> door de bevinding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
bijkom<strong>en</strong>de bevraging door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). In het<br />
voorjaar van 2015 interviewd<strong>en</strong> zij achtti<strong>en</strong> ouders. Deze kwalitatieve data liet<strong>en</strong> ons toe om aanvull<strong>en</strong>d<br />
illustratiemateriaal (cf. getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>) in het onderzoeksrapport op te nem<strong>en</strong>.<br />
VERWERKING EN ANALYSE VAN DE KWANTITATIEVE DATA<br />
De websurvey (juli 2014 - november 2014) <strong>en</strong> de face-to-facebevraging<strong>en</strong> (september 2014 - eind december<br />
2014) leverd<strong>en</strong> in totaal 797 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op (750 online <strong>en</strong> 47 face to face). Van deze 797 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> 787 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> voor analyse. Niet alle vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> immers ingevuld door de<br />
beoogde groep: ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar. We hanteerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marge van één jaar<br />
leeftijdsverschil. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> jonger dan vier jaar werd<strong>en</strong> uit de dataset verwijderd.<br />
De online vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd met behulp van het programma Qualtrics. Dit programma<br />
heeft het voordeel dat de verzamelde data rechtstreeks naar SPSS geëxporteerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ook,<br />
zonder tuss<strong>en</strong>bewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> dataverstoring, in dit programma geanalyseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De face to<br />
face afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geïntegreerd in het databestand van de online bevraging. Door de<br />
toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> specifieke code maakt<strong>en</strong> we twee dataverzamelingskanal<strong>en</strong> traceerbaar.<br />
In eerste instantie voerd<strong>en</strong> we beschrijv<strong>en</strong>de analyses uit. In dit onderzoeksrapport gev<strong>en</strong> we steeds<br />
de algem<strong>en</strong>e frequ<strong>en</strong>tieverdeling voor de bevraagde items in elk van de drie parallelversies weer: nietdeelname,<br />
deelname jaarwerking <strong>en</strong> deelname vakantiewerking. Bijkom<strong>en</strong>d werd nagegaan <strong>en</strong> statistisch<br />
getoetst of de responsverdeling verschilt naargelang van <strong>en</strong>kele relevante achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voor<br />
elke parallelversie werd<strong>en</strong> groepsvergelijking<strong>en</strong> opgevraagd voor de volg<strong>en</strong>de criteria: leeftijd van het kind<br />
waarvoor de vrag<strong>en</strong>lijst werd ingevuld, kansarmoedeachtergrond, migratieachtergrond <strong>en</strong> het al dan niet<br />
<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t.<br />
Voor de statistische toetsing werd<strong>en</strong> de antwoordcategorieën vere<strong>en</strong>voudigd van vijf (helemaal niet, niet,<br />
soms wel/soms niet, wel, helemaal wel) naar drie categorieën: (helemaal) niet, neutraal, (helemaal) wel.<br />
Significante verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de parallelversies <strong>en</strong> verband<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s leeftijdscategorie werd<strong>en</strong> statistisch<br />
geduid via variantieanalyse (anova, p.250)<br />
<strong>en</strong> de verband<strong>en</strong> die zwak zijn (associatiemaat
38
4 DE RESPONDENTENGROEP<br />
Zoals in de onderzoeksoproep verwoord, di<strong>en</strong>t de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep e<strong>en</strong> weerspiegeling te zijn van de<br />
diversiteit in de sam<strong>en</strong>leving. In het bijzonder werd het volg<strong>en</strong>de ‘bereik’ vooropgesteld (zie Hoofdstuk 1):<br />
• ouders met vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong>.<br />
• ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong>.<br />
• ouders met kinder<strong>en</strong> die, al dan niet in combinatie, deelnem<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van het<br />
<strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Uit de analyse van de kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijkt dat we in die opzet slaagd<strong>en</strong>. Voorafgaand<br />
aan de beschrijving van die k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we in herinnering dat de vrag<strong>en</strong>lijst uit drie parallelversies<br />
bestond: (1) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> of ge<strong>en</strong><br />
lid zijn van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie, (2) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan<br />
activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie met e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> (3) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie met e<strong>en</strong> vakantiewerking. Kortweg<br />
b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> we deze groep<strong>en</strong> respectievelijk als (1) niet-deelname, (2) deelname jaar <strong>en</strong> (3) deelname vakantie.<br />
Bij deze indeling merk<strong>en</strong> we op dat we kamp<strong>en</strong> van jaarwerking<strong>en</strong> (bv. het jaarlijks vakantiekamp van e<strong>en</strong><br />
jeugdbeweging) niet als e<strong>en</strong> vakantiewerking beschouw<strong>en</strong>. Dat werd in de instructies voor het invull<strong>en</strong><br />
van de vrag<strong>en</strong>lijst ook uitdrukkelijk vermeld. Deze keuze werd geruggesteund door de klankbordgroep.<br />
Verschill<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> ons dat kinder<strong>en</strong> die meegaan op het vakantiekamp van e<strong>en</strong> jaarwerking,<br />
doorgaans in het jaar ‘regelmatig’ deelnem<strong>en</strong> aan de activiteit<strong>en</strong> van die werking.<br />
In het voorgaande hoofdstuk stipt<strong>en</strong> we aan dat er ouders zijn met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan (e<strong>en</strong>)<br />
jaarwerking(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> (e<strong>en</strong>) vakantiewerking(<strong>en</strong>). Deze ouders doorliep<strong>en</strong> bijgevolg zowel parallelversie (2) als<br />
parallelversie (3). Dat maakt dat we in totaal vier respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>:<br />
• niet-deelname: ouders van kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />
• deelname, <strong>en</strong>kel jaar: ouders van kinder<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kel invuld<strong>en</strong> voor (e<strong>en</strong>) organisatie(s)<br />
met e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap van e<strong>en</strong> jeugdbeweging);<br />
• deelname, <strong>en</strong>kel vakantie: ouders van kinder<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kel invuld<strong>en</strong> voor (e<strong>en</strong>) organisatie(s)<br />
met vakantiewerking (bv. deelname aan e<strong>en</strong> speelpleinwerking, deelname aan e<strong>en</strong> vakantiekamp van<br />
e<strong>en</strong> landelijk georganiseerde aanbieder);<br />
• deelname, jaar <strong>en</strong> vakantie: ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking <strong>en</strong><br />
de parallelversies voor de jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking invuld<strong>en</strong>.<br />
De tabell<strong>en</strong> in dit hoofdstuk gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht van kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, uitgesplitst naar<br />
deze vier respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>.<br />
39
Kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd gevraagd de vrag<strong>en</strong>lijst voor slechts één kind in te vull<strong>en</strong>, namelijk het kind tuss<strong>en</strong><br />
vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar dat op het mom<strong>en</strong>t van afname eerst jarig zal zijn. De verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën<br />
van de kinder<strong>en</strong> zijn goed verteg<strong>en</strong>woordigd (zie Tabel 1). Gelet op het vooropgestelde leeftijdsbereik is het<br />
niet verwonderlijk dat de groep kinder<strong>en</strong> in het lager onderwijs het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd is. Slechts<br />
uitzonderlijk is de vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld voor kinder<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> de opgegev<strong>en</strong> leeftijdscategorieën vall<strong>en</strong>.<br />
Tabel 1: Leeftijd van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N= 776) (%)<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
5-8 jaar 30.5 28.2 33.3 28.8 30.3<br />
9-11 jaar 23.7 29.5 23.1 36.5 29.5<br />
12-15 jaar 37.9 34.6 40.0 31.9 35.6<br />
15 jaar 6.2 2.6 3.1 1.2 3.0<br />
Ge<strong>en</strong> leeftijdsindicatie 0.6 2.6 0.5 1.5 1.2<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 177 78 195 326 776<br />
De ‘birthday method’ resulteerde in e<strong>en</strong> quasi gelijke verdeling naar geslacht (zie Tabel 2): 47.3% van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vulde de vrag<strong>en</strong>lijst voor zijn/haar zoon in <strong>en</strong> 52.7% voor zijn/haar dochter.<br />
Tabel 2: Geslacht van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N = 771) (%)<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Jong<strong>en</strong> 45.1 55.1 49.5 45.4 47.3<br />
Meisje 54.9 44.9 50.5 54.6 52.7<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 175 78 194 324 771<br />
Gelijklop<strong>en</strong>d met de leeftijdsverdeling zijn vooral kinder<strong>en</strong> in het lager onderwijs verteg<strong>en</strong>woordigd. In de<br />
verdeling voor secundair onderwijs is elk type verteg<strong>en</strong>woordigd, met e<strong>en</strong> groter aandeel ASO (zie Tabel<br />
3). Daarbij merk<strong>en</strong> we op dat we in de groep maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
bereikt<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong> beantwoordd<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> in de lagere school.<br />
40
Tabel 3: Onderwijstype van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N= 776) (%)<br />
Mijn kind volgt op dit mom<strong>en</strong>t les<br />
in het …<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Kleuteronderwijs 17.5 6.4 11.9 2.5 8.7<br />
Lager onderwijs 39.5 55.1 44.8 62.8 52.2<br />
ASO 28.8 28.2 28.9 23.4 26.5<br />
TSO 9.0 5.1 8.8 8.0 8.1<br />
BSO 0.6 3.8 3.6 0.3 1.6<br />
KSO 0.0 0.0 0.5 0.6 0.4<br />
BUO 1.7 1.3 1.0 1.2 1.3<br />
BUSO 2.8 0.0 0.5 0.9 1.2<br />
Huisonderwijs 0.0 0.0 0.0 0.3 0.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 177 78 194 325 776<br />
Uit Tabel 4 blijkt dat de vrag<strong>en</strong>lijst voor e<strong>en</strong> respectabel aantal kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking beantwoord<br />
werd (16%). Het betreft in hoofdzaak functiebeperking<strong>en</strong> zoals ASS, ADHD, leerstoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort <strong>en</strong> in<br />
mindere mate fysieke beperking<strong>en</strong>.<br />
Tabel 4: Verteg<strong>en</strong>woordiging van kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> functiebeperking in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep naar deelname (N = 770) (%)<br />
Zijn er moeilijkhed<strong>en</strong> in de<br />
ontwikkeling van dit kind?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Nee 80.6 82.3 85.5 85.4 84.0<br />
Ja 19.4 17.7 14.5 14.6 16.0<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 175 79 193 323 770<br />
Typering van de deelname<br />
Van de kinder<strong>en</strong> waarvoor de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, neemt 23% niet deel aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />
In de deelnamegroep (77% van al de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) werd verder e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt naar jaar- <strong>en</strong><br />
vakantiewerking: 11% van de kinder<strong>en</strong> neemt <strong>en</strong>kel deel aan e<strong>en</strong> jaarwerking, 26% neemt <strong>en</strong>kel deel aan<br />
e<strong>en</strong> vakantiewerking <strong>en</strong> 40% neemt deel aan e<strong>en</strong> jaar- én e<strong>en</strong> vakantiewerking. Deze combigroep is met<br />
andere woord<strong>en</strong> het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep.<br />
In de parallelversies ‘jaarwerking’ <strong>en</strong> ‘vakantiewerking’ vroeg<strong>en</strong> we de ouders om e<strong>en</strong> keuze te mak<strong>en</strong><br />
voor welke organisatie ze de vrag<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>. De diversiteit van het <strong>jeugdwerk</strong>landschap<br />
41
weerspiegelt zich in de respons. De vrag<strong>en</strong>lijst werd ingevuld voor zowel jeugdbeweging<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>telijke<br />
initiatiev<strong>en</strong>, maar ook voor bijvoorbeeld cultuureducatieve initiatiev<strong>en</strong>.<br />
Voor de indeling baseerd<strong>en</strong> we ons op de afbak<strong>en</strong>ing in het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2011-2013:<br />
Voor deelname jaar:<br />
• Landelijk erk<strong>en</strong>d: erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd jeugdinitiatief (bv. jeugdver<strong>en</strong>iging);<br />
• Lokaal geme<strong>en</strong>telijk: lokaal jeugdinitiatief vanuit de geme<strong>en</strong>te (bv. werking maatschappelijk kwetsbare<br />
jeugd, initiatief vanuit de jeugddi<strong>en</strong>st);<br />
• Lokaal particulier: lokaal jeugdinitiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te (bv. lev<strong>en</strong>sbeschouwelijk<br />
<strong>jeugdwerk</strong>initiatief, amateurgerichte kunstbeoef<strong>en</strong>ing);<br />
• Lokaal andere vrije tijd: lokaal initiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te waarbij er vermoed<strong>en</strong>s zijn dat het<br />
ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief is bv. t<strong>en</strong>nisclub;<br />
• Niet bek<strong>en</strong>d: wanneer de data niet teruggevoerd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande categorieën<br />
of daar twijfel over bestond.<br />
Voor deelname vakantie:<br />
• Vakantiekamp landelijk erk<strong>en</strong>d: erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdorganisatie voor vakantiekamp<strong>en</strong><br />
(bv. jeugdkamp<strong>en</strong> van de mutualiteit);<br />
• Vakantiekamp andere: niet-landelijk erk<strong>en</strong>de/georganiseerde (jeugd)organisatie voor vakantiekamp<strong>en</strong>;<br />
• Speelpleinwerking;<br />
• Vakantie-initiatief lokaal geme<strong>en</strong>te: lokaal vakantie-initiatief vanuit de geme<strong>en</strong>te, andere dan<br />
speelpleinwerking (bv. grabbelpas);<br />
• Vakantie-initiatief lokaal andere: lokaal vakantie-initiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te waarbij er<br />
vermoed<strong>en</strong>s zijn dat het ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief is (bv. opvang);<br />
• Niet bek<strong>en</strong>d: wanneer de data niet teruggevoerd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande categorieën<br />
of daar twijfel over bestond.<br />
42
Bij deze indeling moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal aandachtspunt<strong>en</strong> in acht word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>staande<br />
indeling weerspiegelt e<strong>en</strong> brede interpretatie van <strong>jeugdwerk</strong>, maar dekt nog steeds niet alle mogelijke<br />
<strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>. Eerder verwez<strong>en</strong> we al naar <strong>en</strong>kele moeilijkhed<strong>en</strong> bij de afbak<strong>en</strong>ing van ‘<strong>jeugdwerk</strong>’.<br />
Vanuit ouderperspectief is dergelijke opdeling kunstmatig. Het hierna volg<strong>en</strong>de overzicht is dan ook<br />
indicatief. Bij de verdere analyses werd de uitzuivering naar organiser<strong>en</strong>de instantie verlat<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele<br />
van e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e indeling die aansluit bij de vrag<strong>en</strong>lijstconstructie: jaarwerking, vakantiewerking,<br />
met waar relevant e<strong>en</strong> verdere opsplitsing naar organisaties voor vakantiekamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> speelpleinwerking<strong>en</strong>.<br />
Het landelijk georganiseerde <strong>jeugdwerk</strong> is het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep <strong>en</strong> dat zowel<br />
voor wat de jaarwerking<strong>en</strong> (77.5%) als voor wat de vakantiewerking<strong>en</strong> (58%) betreft (zie Tabel 5 <strong>en</strong> Tabel 6).<br />
Tabel 5: Jeugdwerkvorm<strong>en</strong> in de jaarwerking naar deelname (N = 395) (%)<br />
Type organisatie waarvoor de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld werd<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Landelijk erk<strong>en</strong>d 58.7 81.9 77.5<br />
Lokaal geme<strong>en</strong>telijk 25.3 4.1 8.1<br />
Lokaal particulier 12.0 5.6 6.8<br />
Lokaal andere vrije tijd 4.0 6.3 5.8<br />
Niet bek<strong>en</strong>d 0.0 2.2 1.8<br />
Totaal % 100 100 100<br />
Totaal N 75 320 395<br />
In de jaarwerking<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong>de types lokale initiatiev<strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>telijk, particulier <strong>en</strong> andere) elk<br />
voor minder dan 10% verteg<strong>en</strong>woordigd (zie laatste kolom Tabel 5).<br />
Tabel 6: Jeugdwerkvorm<strong>en</strong> in de vakantiewerking naar deelname (N = 502) (%)<br />
Type organisatie waarvoor de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld werd<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Vakantiekamp landelijk erk<strong>en</strong>d 58.9 57.4 58.0<br />
Vakantiekamp andere 10.8 9.1 9.8<br />
Speelpleinwerking 17.3 16.7 16.9<br />
Vakantie-initiatief lokaal geme<strong>en</strong>te 10.3 12.6 11.8<br />
Vakantie-initiatief lokaal andere 1.6 1.3 1.4<br />
Niet bek<strong>en</strong>d 1.1 2.8 2.2<br />
Totaal % 100 100 100<br />
Totaal N 185 317 502<br />
In de groep vakantiewerking<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> speelpleinwerking<strong>en</strong> op de tweede plaats te staan (16.9%) <strong>en</strong> lokale<br />
geme<strong>en</strong>telijke vakantie-initiatiev<strong>en</strong> op de derde plaats (11.8%) (bv. grabbelpas). Iets minder dan 10% betreft<br />
‘andere vakantiekamp<strong>en</strong>’ (bv. sportkamp<strong>en</strong>) (zie laatste kolom Tabel 6).<br />
43
Gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
Op gezinsniveau polst<strong>en</strong> we naar de woonplaats <strong>en</strong> de woonsituatie van het kind waarvoor de ouder de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst invulde (zie Tabel 7).<br />
Tabel 7: Woonplaats volg<strong>en</strong>s provincie naar deelname (N = 761) (%)<br />
Waar woont u? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Vlaams-Brabant 19.9 23.6 17.3 20.5 19.8<br />
Antwerp<strong>en</strong> 27.8 27.8 28.8 33.5 30.5<br />
Limburg 8.0 22.2 7.3 5.6 8.1<br />
Oost-Vlaander<strong>en</strong> 25.6 15.3 30.9 28.9 27.3<br />
West-Vlaander<strong>en</strong> 10.8 6.9 7.9 8.4 8.7<br />
Brussel (+rand) 6.8 4.2 6.8 3.1 5.0<br />
Andere 1.1 0.0 1.0 0.0 0.5<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 176 72 191 322 761<br />
Alle provincies zijn verteg<strong>en</strong>woordigd: Antwerp<strong>en</strong> (30.5%), Limburg (8%), Oost-Vlaander<strong>en</strong> (27.2%), Vlaams-<br />
Brabant (19.8%), West-Vlaander<strong>en</strong> (8.7%) <strong>en</strong> Brussel Hoofdstedelijk Gewest (5%). Antwerp<strong>en</strong> is opmerkelijk<br />
sterk verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep.<br />
Voor het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de regionale spreiding, maakt<strong>en</strong> we gebruik van de VRIND-classificatie (2013)<br />
gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>. De categorie ‘buit<strong>en</strong>gebied’ verteg<strong>en</strong>woordigt de gebied<strong>en</strong><br />
‘platteland’ (ruraal overgangsgebied, ruraal gebied) <strong>en</strong> ‘overgangsgebied’. ‘Kleinstedelijk structuurondersteun<strong>en</strong>de’<br />
sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘kleinstedelijk regionale’ sted<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gegroepeerd tot ‘kleinstedelijk’ (zie Tabel 8).<br />
Tabel 8: Woonplaats volg<strong>en</strong>s verstedelijkingsgraad naar deelname (N = 761) (%)<br />
Waar woont u? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Buit<strong>en</strong>gebied 44.9 37.5 42.4 48.8 45.2<br />
Kleinstedelijk 22.7 11.1 19.9 17.7 18.8<br />
Regiostedelijk 5.1 4.2 4.2 2.5 3.7<br />
C<strong>en</strong>trumstedelijk 9.1 27.8 15.2 11.8 13.5<br />
Grootstedelijk 10.2 15.3 10.5 16.1 13.3<br />
Brussel (+rand) 6.8 4.2 6.8 3.1 5.0<br />
Andere 1.1 0.0 1.0 0.0 0.5<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 176 72 191 322 761<br />
44
Het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> won<strong>en</strong>de in e<strong>en</strong> stedelijke context bedraagt 55%, waarvan 27% c<strong>en</strong>trum- of<br />
grootstedelijk. Ook de landelijke context (buit<strong>en</strong>gebied) is goed verteg<strong>en</strong>woordigd.<br />
Inzoom<strong>en</strong>d op de gezinssam<strong>en</strong>stelling (zie Tabel 9 <strong>en</strong> Tabel 10), zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> goede weerspiegeling van de<br />
sam<strong>en</strong>leving.<br />
Tabel 9: Gezinssam<strong>en</strong>stelling naar deelname (N = 770) (%)<br />
Wat is uw huidige gezinssituatie? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Alle<strong>en</strong>staande ouder 16.0 19.7 5.7 5.5 9.4<br />
Gehuwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d met<br />
biologische andere ouder<br />
Gehuwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d met<br />
nieuwe partner<br />
75.4 75.0 84.5 89.8 83.8<br />
8.0 5.3 7.2 2.8 5.3<br />
Andere 0.6 0.0 2.6 1.8 1.6<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 175 76 194 325 770<br />
De meerderheid van de kinder<strong>en</strong> waarvoor de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, woont in e<strong>en</strong> tweeoudergezin.<br />
Het aandeel alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> bedraagt 9%.<br />
Het mer<strong>en</strong>deel van de kinder<strong>en</strong> voor wie de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, woont bij beide ouders (84.1%)<br />
(zie Tabel 10). Als de ouders van het kind niet meer sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>, dan woont het kind in het mer<strong>en</strong>deel<br />
van de gevall<strong>en</strong> (vooral) bij de moeder (9.5%).<br />
Tabel 10: Verblijfplaats van het kind naar deelname (N = 776) (%)<br />
Dit kind woont … NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
bij beide ouders 76.8 74.4 84.1 90.5 84.1<br />
(vooral) bij moeder 11.9 16.7 9.7 6.4 9.5<br />
(vooral) bij vader 2.3 0.0 0.5 0.6 0.9<br />
ev<strong>en</strong> vaak bij moeder als bij<br />
vader<br />
bij e<strong>en</strong> voogd/instelling/<br />
internaat<br />
7.3 7.7 3.1 1.2 3.7<br />
0.0 1.3 0.5 0.0 0.3<br />
erg<strong>en</strong>s anders 1.7 0.0 2.1 1.2 1.4<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 177 78 195 326 776<br />
45
68.4<br />
Achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Het laatste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst bevatte e<strong>en</strong> brede waaier aan vrag<strong>en</strong> naar de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals het geslacht, de herkomst, de thuistaal, het opleidingsniveau, de arbeidssituatie,<br />
het objectieve <strong>en</strong> subjectieve gezinsinkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociaal-culturele participatie.<br />
GESLACHT<br />
Tabel 11 geeft e<strong>en</strong> overzicht van de verdeling volg<strong>en</strong>s geslacht van de respond<strong>en</strong>t. Uit die tabel blijkt dat<br />
de vrag<strong>en</strong>lijst vooral werd ingevuld door moeders, waaronder vooral de biologische moeder van het kind<br />
(86%). Nochtans vuld<strong>en</strong> ook 99 vaders, goed voor 12.2% van de totale respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep, de vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />
Tabel 11: Relatie van de respond<strong>en</strong>t met het kind voor wie hij/zij de vrag<strong>en</strong>lijst invulde naar deelname (N = 771) (%)<br />
Ik b<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
biologische moeder 82.4 84.4 85.6 88.6 86.0<br />
biologische vader 15.3 14.3 10.8 9.6 11.7<br />
niet-biologische moeder 1.7 0.0 3.1 1.5 1.8<br />
niet-biologische vader 0.6 1.3 0.5 0.3 0.5<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 176 77 194 324 771<br />
SOCIO-CULTURELE EN ECONOMISCHE KENMERKEN<br />
Van de ouders die de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, is 7% in e<strong>en</strong> ander land dan België gebor<strong>en</strong>. De andere ouder van<br />
het kind is in 11% van de gevall<strong>en</strong> niet in België gebor<strong>en</strong>. Inzoom<strong>en</strong>d op de ouders van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hun partners, blijkt dat telk<strong>en</strong>s 10 à 13% van de moeders of vaders van niet-Belgische origine is (zie Tabel<br />
12 tot <strong>en</strong> met Tabel 15).<br />
Tabel 12: Geboorteland moeder van de respond<strong>en</strong>t naar deelname (N = 752) (%)<br />
In welk land is uw moeder<br />
gebor<strong>en</strong>?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
België 85.5 68.4 94.1 95.0 89.9<br />
Ander Europees land 7.6 7.9 3.8 3.1 4.8<br />
Ander niet-Europees land 7.0 23.7 2.2 1.9 5.3<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 172 76 186 318 752<br />
46
68.4<br />
68.4<br />
Tabel 13: Geboorteland vader van de respond<strong>en</strong>t naar deelname (N = 751) (%)<br />
In welk land is uw vader gebor<strong>en</strong>? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
België 87.3 65.8 93.0 94.7 89.7<br />
Ander Europees land 6.9 9.6 4.3 3.8 5.2<br />
Ander niet-Europees land 5.8 24.7 2.7 1.6 5.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 173 73 187 318 751<br />
Tabel 14: Geboorteland moeder van de andere ouder naar deelname (N = 666) (%)<br />
In welk land is de moeder van de<br />
andere ouder gebor<strong>en</strong>?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
België 78.1 65.7 92.8 93.9 87.1<br />
Ander Europees land 9.3 7.1 4.2 3.6 5.4<br />
Ander niet-Europees land 12.6 27.1 3.0 2.5 7.5<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 151 70 156 279 666<br />
47
68.4<br />
68.4<br />
Tabel 15: Geboorteland vader van de andere ouder naar deelname (N = 662) (%)<br />
In welk land is de vader van de<br />
andere ouder gebor<strong>en</strong>?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
België 77.3 63.8 90.9 94.3 86.4<br />
Ander Europees land 10.7 10.1 5.5 2.5 5.9<br />
Ander niet-Europees land 12.0 26.1 3.7 3.2 7.7<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 150 69 164 279 662<br />
Van al de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> spreekt het mer<strong>en</strong>deel thuis Nederlands (85.2%). Iets minder dan 15% spreekt thuis<br />
nog e<strong>en</strong> andere taal dan Nederlands (zie Tabel 16). Het betreft e<strong>en</strong> diversiteit aan tal<strong>en</strong>, waaronder Frans,<br />
Engels, Berbers, Arabisch, Turks, Bulgaars, Hongaars, Italiaans <strong>en</strong> Nepalees.<br />
Tabel 16: Thuistaal van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 765) (%)<br />
Spreekt u thuis nog e<strong>en</strong> andere<br />
taal dan Nederlands?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Nee 76.7 63.4 87.6 93.2 85.2<br />
Ja 23.3 36.6 12.4 6.8 14.8<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 176 71 194 324 765<br />
De meerderheid van de ouders is hoogopgeleid (zie Tabel 17): 68% is hooggeschoold, in deze context<br />
begrep<strong>en</strong> als houder van e<strong>en</strong> diploma tertiair onderwijs (hogeschool, universiteit).<br />
Tabel 17: Opleidingsniveau van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 760) (%)<br />
Wat is uw hoogst behaalde<br />
diploma?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Ge<strong>en</strong> diploma 0.6 2.8 0.0 0.0 0.4<br />
Lager onderwijs 1.8 2.8 0.0 0.0 0.7<br />
Lager secundair 5.8 8.3 2.6 2.5 3.8<br />
Hoger secundair ASO-KSO-TSO 16.4 16.7 16.1 10.8 13.9<br />
Hoger secundair BSO 8.8 6.9 5.2 6.2 6.6<br />
Wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs 59.1 48.6 71.0 74.1 67.5<br />
Andere 7.6 13.9 5.2 6.5 7.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 171 72 193 324 760<br />
48
8.0<br />
De onderwijsniveaus in de voorgaande tabel zijn e<strong>en</strong> clustering van de in de vrag<strong>en</strong>lijst opgegev<strong>en</strong><br />
categorieën:<br />
• Lager secundair: ASO (algeme<strong>en</strong> secundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste tot <strong>en</strong> met vierde<br />
jaar), TSO (technisch secundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar),<br />
BSO (beroepssecundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar), KSO<br />
(kunstsecundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar);<br />
• Hoger secundair ASO-KSO-TSO: ASO derde graad (vijfde, zesde jaar), TSO derde graad (vijfde, zesde <strong>en</strong>/<br />
of zev<strong>en</strong>de jaar), KSO derde graad (vijfde, zesde jaar);<br />
• Hoger secundair BSO: BSO derde graad (vijfde, zesde jaar), BSO vierde graad;<br />
• Wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs: professionele bachelor, kandidatuur, schakel, banaba; academische<br />
bachelor, kandidatuur, schakel, banaba; master lic<strong>en</strong>tiaat, manama, doctoraat.<br />
Uit Tabel 18 blijkt dat het mer<strong>en</strong>deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beroepsactief is (87.5%), waaronder nag<strong>en</strong>oeg<br />
ev<strong>en</strong>veel voltijds als deeltijds werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. We br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> daarbij in herinnering dat het mer<strong>en</strong>deel van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moeders zijn, die door de band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vaker deeltijds werk<strong>en</strong>.<br />
Tabel 18: Arbeidssituatie van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 764) (%)<br />
Welke werksituatie is mom<strong>en</strong>teel<br />
het meest op u van toepassing?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Zelfstandige 7.6 8.0 9.3 6.5 7.6<br />
Werknemer, voltijds 37.8 30.7 44 42.3 40.6<br />
Werknemer, deeltijds 37.2 30.7 35.2 43.2 38.6<br />
Specifiek statuut 0.0 0.0 0.5 1.2 0.7<br />
Ziekteverlof (tijdelijk) 1.2 4.0 2.1 0.9 1.6<br />
Loopbaandonderbreking,<br />
tijdskrediet<br />
1.2 0.0 1.6 0.9 1.0<br />
Verlof zonder wedde 0.6 0.0 0.0 0.3 0.3<br />
Werkloos 3.5 6.7 2.1 2.2 2.9<br />
Invalide 0.6 6.7 1.6 0.6 1.4<br />
Huisman/huisvrouw 10.5 13.3 3.6 1.5 5.2<br />
Gep<strong>en</strong>sioneerd 0.0 0.0 0.0 0.3 0.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 172 75 193 324 764<br />
Inzake het inkom<strong>en</strong> (gezinsinkom<strong>en</strong>) peild<strong>en</strong> we zowel naar objectieve gegev<strong>en</strong>s (het nettomaandinkom<strong>en</strong>)<br />
als naar de (subjectieve) inkom<strong>en</strong>sbeleving. Met de laatst vermelde indicator beoogd<strong>en</strong> we de mate van<br />
kwetsbaarheid in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Voor het maandinkom<strong>en</strong> volgt de respond<strong>en</strong>tgroep de normaalverdeling,<br />
vooral gec<strong>en</strong>treerd tuss<strong>en</strong> 2.500 <strong>en</strong> 4.500 euro (zie Tabel 19).<br />
49
8.0<br />
Tabel 19: Objectief maandinkom<strong>en</strong> naar deelname (N = 678) (%)<br />
Netto gezinsinkom<strong>en</strong> van de<br />
voorbije maand (incl. uitkering<strong>en</strong>,<br />
kinder- of leefgeld)<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Minder dan 500 0.0 0.0 0.6 0.3 0.3<br />
500-999 3.4 1.5 1.2 0.0 1.2<br />
1000-1249 4.1 4.5 0.6 0.7 1.8<br />
1250-1499 2.0 1.5 1.8 1.4 1.6<br />
1500-1749 2.0 4.5 0.0 1.4 1.5<br />
1750-1999 4.8 6.0 1.2 1.0 2.4<br />
2000-2499 8.8 17.9 8.9 4.7 8.0<br />
2500-2999 10.9 16.4 7.1 11.1 10.6<br />
3000-3499 20.4 17.9 17.9 14.9 17.1<br />
3500-3999 12.9 7.5 14.9 20.3 16.1<br />
4000-4499 11.6 7.5 14.9 20.3 16.1<br />
4500-4999 7.5 10.4 11.9 11.8 10.8<br />
5000-5499 4.8 1.5 7.1 6.4 5.8<br />
5500-5999 2.7 1.5 1.8 4.4 3.1<br />
6000-6999 2.0 1.5 2.4 3.0 2.5<br />
7000 <strong>en</strong> meer 2.0 0.0 3.6 1.7 2.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 147 67 168 296 678<br />
50
68.4<br />
Uit Tabel 20 blijkt dat 39.4% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet altijd voldo<strong>en</strong>de geld heeft om onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong><br />
te kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat 42.3% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangeeft niet altijd te kunn<strong>en</strong> spar<strong>en</strong>. Daarnaast zegt<br />
8.4% niet altijd te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in de basisbehoeft<strong>en</strong>.<br />
Tabel 20: Inkom<strong>en</strong>sbeleving (%)<br />
Kan uw gezin rondkom<strong>en</strong> met<br />
het beschikbare inkom<strong>en</strong>? Er is<br />
voldo<strong>en</strong>de geld om …<br />
NIET<br />
SOMS WEL,<br />
SOMS NIET<br />
ALTIJD TOTAAL % N<br />
in de basisbehoeft<strong>en</strong> van mijn gezin te voorzi<strong>en</strong> 1.6 6.8 91.7 100 770<br />
te spar<strong>en</strong> 19.7 22.6 57.8 100 767<br />
onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> 9.0 30.4 69.6 100 763<br />
gezondheidszorg<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> 2.1 7.4 92.6 100 757<br />
SOCIAAL-CULTURELE PARTICIPATIE: VROEGERE DEELNAME AAN HET JEUGDWERK<br />
De meerderheid van de ouders (72.5%) heeft zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> (zie Tabel 21). De<br />
meest<strong>en</strong> van h<strong>en</strong>, 43.4%, zijn lid geweest <strong>en</strong> 26.1% is begeleider geweest. <strong>Ouders</strong> die zich als vrijwilliger<br />
voor het <strong>jeugdwerk</strong> inzett<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> 3.1% van de totale groep.<br />
Laat duidelijk zijn dat in de verschill<strong>en</strong>de subgroep<strong>en</strong> van al dan niet deelname, het mer<strong>en</strong>deel van de<br />
ouders <strong>jeugdwerk</strong>ervaring heeft. Inzoom<strong>en</strong>d op de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan<br />
het <strong>jeugdwerk</strong>, heeft 35.5% van die ouders zelf ook ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ervaring (niet vroeger <strong>en</strong> niet nu). Het<br />
aandeel ouders zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring is het kleinst in de groep ouders van wie het kind zowel aan<br />
jaar- als aan vakantiewerking<strong>en</strong> deelneemt (16.1%).<br />
Tabel 21: Vroegere deelname van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (N = 754) (%)<br />
Heeft u zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan<br />
e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME ENKEL<br />
JAAR<br />
DEELNAME ENKEL<br />
VAKANTIE<br />
DEELNAME JAAR<br />
EN VAKANTIE<br />
TOTAAL<br />
Nam niet deel 35.5 28.4 38.9 16.1 27.5<br />
Nam als lid deel 45.3 35.8 42.0 44.7 43.4<br />
Nam als begeleider deel 16.9 34.3 17.6 34.5 26.1<br />
Nam als vrijwilliger deel 2.3 1.5 1.6 4.7 3.1<br />
Totaal % 100 100 100 100 100<br />
Totaal N 172 67 193 322 754<br />
51
52
10.4<br />
5 GEZINSPROFIELEN<br />
In dit onderzoek focuss<strong>en</strong> we op de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van organisaties, begeleiders <strong>en</strong><br />
de eig<strong>en</strong> rol als ouder in de <strong>jeugdwerk</strong>ing. In de hierna volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong><br />
zoals door de respond<strong>en</strong>t weergegev<strong>en</strong> in de drie parallelversies (cf. niet-deelname, deelname jaar, deelname<br />
vakantie). De vierdeling die we in het vorige hoofdstuk hanteerd<strong>en</strong> (cf. niet-deelname, deelname <strong>en</strong>kel jaar,<br />
deelname <strong>en</strong>kel vakantie, deelname jaar <strong>en</strong> vakantie) verliet<strong>en</strong> we om twee red<strong>en</strong><strong>en</strong>: (1) het zou ons in dit<br />
onderzoek te ver leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) het zou de aantall<strong>en</strong> te klein mak<strong>en</strong> voor zinvolle analyses.<br />
Om e<strong>en</strong> diepergaand <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerder beeld te krijg<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong>, werd de responsverdeling wel<br />
bijkom<strong>en</strong>d verfijnd naar diverse gezinsprofiel<strong>en</strong>. Voor vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> we subgroep<strong>en</strong>, die we<br />
met elkaar vergelek<strong>en</strong>: kansarmoedeachtergrond, migratieachtergrond, leeftijd van het kind waarvoor de<br />
respond<strong>en</strong>t de vrag<strong>en</strong>lijst invulde <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t. De resultat<strong>en</strong> van<br />
de groepsvergelijking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> per hoofdstuk beschrev<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> integraal overzicht verwijz<strong>en</strong> we naar<br />
de synthesetabell<strong>en</strong> in bijlage. Ze kunn<strong>en</strong> online geraadpleegd word<strong>en</strong>.<br />
Dit hoofdstuk geeft e<strong>en</strong> overzicht van de responssam<strong>en</strong>stelling naargelang van de vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In<br />
deze bespreking zijn de totale aantall<strong>en</strong> bij de diverse parallelversies hoger dan het aantal geanalyseerde<br />
vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> (N=787). Dat komt omdat e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal ouders zowel de vraagdel<strong>en</strong> over vakantiewerking<br />
als de vraagdel<strong>en</strong> over jaarwerking ingevuld hebb<strong>en</strong> (cf. hun kind neemt zowel deel aan e<strong>en</strong> jaarwerking<br />
als aan e<strong>en</strong> vakantiewerking). De categorie ‘deelname jaar’ weerspiegelt zowel ‘zuivere’ deelname (<strong>en</strong>kel<br />
jaarwerking ingevuld) als ‘gecombineerde’ deelname (jaarwerking <strong>en</strong> vakantiewerking ingevuld). Hetzelfde<br />
geldt voor de categorie ‘deelname vakantiewerking’: dat zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat <strong>en</strong>kel aan<br />
e<strong>en</strong> vakantiewerking deelneemt <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van wie het kind aan e<strong>en</strong> jaar- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vakantiewerking<br />
deelneemt.<br />
Leeftijd<br />
Naar analogie met de belangrijke schakelmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> van het kind, zoals de overgang naar lager<br />
of secundair onderwijs, hanteerd<strong>en</strong> we de leeftijdsindeling: vier tot zes jaar, zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar, ti<strong>en</strong> tot<br />
twaalf jaar, <strong>en</strong> twaalf plus (zie Tabel 22).<br />
Tabel 22 Verdeling leeftijd van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N = 1097) (%)<br />
NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />
4-6 20.3 10.0 10.4 11.9<br />
7-9 11.3 34.8 32.1 29.7<br />
10-12 29.9 30.8 28.7 29.6<br />
12+ 38.4 24.5 28.8 28.8<br />
Totaal % 100 100 100 100<br />
Totaal N 177 400 520 1097<br />
53
10.4<br />
De oudste leeftijdsgroep is het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de niet-deelnamegroep (38.4%). Aan<br />
jaarwerking<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> vooral kinder<strong>en</strong> in de lagere school deel (cf. zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> tot twaalf<br />
jaar). In de vakantiewerking<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong>de leeftijdsgroep<strong>en</strong>, uitgezonderd de jongste leeftijdsgroep<br />
(vier tot zes jaar), quasi gelijk verdeeld.<br />
Kansarmoedeachtergrond<br />
Omschrijving<strong>en</strong> zoals ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond, ouders in e<strong>en</strong> ‘kwetsbare situatie’<br />
of ouders met e<strong>en</strong> (verhoogd risico op) kansarmoede word<strong>en</strong> in de literatuur door <strong>en</strong> naast elkaar<br />
gebruikt. In wat volgt, hanter<strong>en</strong> we de term kansarmoedeachtergrond. Met deze term verwijz<strong>en</strong> we naar<br />
verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die ertoe bijdrag<strong>en</strong> dat gezinn<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> kwetsbare situatie bevind<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />
‘risico’ op kansarmoede inhoud<strong>en</strong>. Laat duidelijk zijn dat deze risico’s ingebed zijn in de bredere sociale <strong>en</strong><br />
maatschappelijke context waarin gezinn<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, de kans<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> dan wel ontnom<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
om keuzes te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die te realiser<strong>en</strong> (zie o.a. Engel<strong>en</strong> & Nys, 2014).<br />
Voor de bepaling van de groep ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond hanteerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> combinatie<br />
van de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>: het opleidingsniveau <strong>en</strong> de arbeidssituatie van de moeder van het kind, het<br />
gezinsinkom<strong>en</strong> gecorrigeerd volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>tieschaal (OECD-modified scale zie Haag<strong>en</strong>ars et al., 1994)<br />
<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sbeleving van de respond<strong>en</strong>t.<br />
E<strong>en</strong> gezin wordt in dit onderzoek als ‘kansarm’ beschouwd als aan de voorwaard<strong>en</strong> voor gezinsinkom<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> aan minst<strong>en</strong>s één ander criterium voldaan is:<br />
• opleidingsniveau van de moeder: niet vervolmaking van de derde graad van het secundair onderwijs;<br />
• arbeidssituatie van de moeder: precaire tewerkstelling, niet beroepsactief of langdurige werkonbekwaamheid<br />
(bv. ziekteverlof);<br />
• gezinsinkom<strong>en</strong>: gekoppeld aan leefloon met correctie voor het aantal person<strong>en</strong> in het gezin <strong>en</strong> het<br />
aantal kinder<strong>en</strong> (plus veerti<strong>en</strong> jaar) t<strong>en</strong> laste;<br />
• inkom<strong>en</strong>sbeleving: (negatieve) score op het item ‘voldo<strong>en</strong>de geld voor onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong>’.<br />
Het grootste aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond bevindt zich in de niet-deelnamegroep<br />
(zie Tabel 23).<br />
Tabel 23: Verdeling kansarmoedeachtergrond naar deelname (N = 977) (%)<br />
Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />
zonder kansarmoedeachtergrond 77.2 84.3 87.4 84.7<br />
met kansarmoedeachtergrond 22.8 15.7 12.6 15.3<br />
Totaal % 100 100 100 100<br />
Totaal N 145 364 468 977<br />
54
10.4<br />
10.4<br />
Migratieachtergrond<br />
De groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond bak<strong>en</strong>d<strong>en</strong> we af volg<strong>en</strong>s het land van herkomst van beide<br />
(biologische) grootouders van het kind (cf. moeder <strong>en</strong> vader van de respond<strong>en</strong>t, moeder <strong>en</strong> vader van de<br />
andere ouder van het kind). Migratie gaat met andere woord<strong>en</strong> terug tot de tweede graad. Gezinn<strong>en</strong> in<br />
dit onderzoek als ‘met migratieachtergrond’ zijn gezinn<strong>en</strong> waarvan minst<strong>en</strong>s één grootouder gebor<strong>en</strong> is in<br />
e<strong>en</strong> ander land dan België.<br />
Gelijklop<strong>en</strong>d met de sam<strong>en</strong>gestelde indicator voor kansarmoedeachtergrond is in de niet-deelnamegroep<br />
het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond het grootst. Net ge<strong>en</strong> vierde (24.3%) van de nietdeelnamegroep<br />
heeft e<strong>en</strong> migratieachtergrond (zie Tabel 24).<br />
Tabel 24 Verdeling migratieachtergrond van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N= 1082) (%)<br />
Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />
zonder migratieachtergrond 75.7 85.7 90.2 86.2<br />
met migratieachtergrond 24.3 14.3 9.8 13.8<br />
Totaal % 100 100 100 100<br />
Totaal N 173 398 511 1082<br />
Jeugdwerkverled<strong>en</strong><br />
Jeugdwerk is g<strong>en</strong>eratief of zet zich met andere woord<strong>en</strong> over g<strong>en</strong>eraties door. Tot 79.2% van de ouders met<br />
e<strong>en</strong> kind in het <strong>jeugdwerk</strong>, heeft zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong> of is begeleider geweest. Dat wordt<br />
door de jeugdsector vaak gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> meebepal<strong>en</strong>de factor voor deelname. Het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
lijkt ons vanuit die optiek e<strong>en</strong> zinvolle ‘groepsindicator’. We beperk<strong>en</strong> ons hier tot de indeling ‘zonder<br />
<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘met <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>’ (zie Tabel 25). We mak<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verdere<br />
uitzuivering naar de rol die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> destijds in het <strong>jeugdwerk</strong> opnam<strong>en</strong> (cf. lid geweest, begeleider<br />
of vrijwilliger geweest).<br />
Tabel 25: Verdeling <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 1094) (%)<br />
Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />
zonder <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> 34.7 18.5 24.3 27.5<br />
met <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> 65.3 81.5 75.5 72.5<br />
Totaal % 100 100 100 100<br />
Totaal N 176 395 523 1094<br />
In alle groep<strong>en</strong> zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong>ervaring het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd (van 65.3% tot 81.5%).<br />
In de niet-deelnamegroep is er e<strong>en</strong> opmerkelijk groter aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />
55
56
6 DEELNAMEBEVORDERENDE EN DEELNAMEBELEMMERENDE FACTOREN<br />
“Nabijheid is het belangrijkste omdat heel veel ouders, dat is onze ervaring, de jeugdbeweging<br />
kiez<strong>en</strong> waar dat ze zelf hebb<strong>en</strong> in gezet<strong>en</strong>, ook vri<strong>en</strong>djes zijn heel belangrijk.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
In dit hoofdstuk besprek<strong>en</strong> we de door ouders gerapporteerde deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de<br />
factor<strong>en</strong>. We zoom<strong>en</strong> specifiek in op mogelijke drempels, op de person<strong>en</strong> die mee besliss<strong>en</strong><br />
over de deelname <strong>en</strong> op de motiev<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> welbepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> werkvorm te kiez<strong>en</strong>.<br />
Drempels voor deelname<br />
“Van mij mag ze dat zeker do<strong>en</strong> maar dan vind ik dat ze e<strong>en</strong> ander dingetje moet lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />
Want ze heeft al drie hobby’s, <strong>en</strong> dat vind ik echt wel e<strong>en</strong> maximum. Anders zit alles zo bomvol.”<br />
(e<strong>en</strong> ouder)<br />
We bereikt<strong>en</strong> in dit onderzoek e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het<br />
<strong>jeugdwerk</strong> (N=261). Bij deze ouders peild<strong>en</strong> we naar de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom hun kinder<strong>en</strong> niet deelnem<strong>en</strong>.<br />
Dat geeft e<strong>en</strong> beeld van de drempels die ouders <strong>en</strong>/of hun kinder<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. In de lijst met mogelijke<br />
drempels nam<strong>en</strong> we gezinsgerelateerde (bv. de combinatie met het gezinslev<strong>en</strong>), organisatiegerelateerde<br />
(bv. betaalbaarheid <strong>en</strong> bereikbaarheid van het aanbod, de begeleiding) <strong>en</strong> kindgerelateerde (bv. omdat het<br />
kind ge<strong>en</strong> zin heeft) items op.<br />
Om voor de ouders met kinder<strong>en</strong> die wel deelnem<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op mogelijke drempels, vroeg<strong>en</strong> we<br />
h<strong>en</strong> ‘of ooit overwog<strong>en</strong> werd te stopp<strong>en</strong> met deelname’. Daarbij aansluit<strong>en</strong>d polst<strong>en</strong> we naar elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
die deze overweging in de hand werkt<strong>en</strong>. De itemlijst die aan deze groep ouders voorgelegd werd, liep<br />
parallel met de lijst die aan de ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> werd voorgelegd (cf. supra). Enkele<br />
items werd<strong>en</strong> weliswaar licht anders geformuleerd, maar dat deed ge<strong>en</strong> afbreuk aan de inhoudelijke<br />
overe<strong>en</strong>stemming.<br />
Inzoom<strong>en</strong>d op de deelnamegroep<strong>en</strong> (cf. jaar- of vakantiewerking) gev<strong>en</strong> we volledigheidshalve mee dat<br />
telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 20% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rapporteert dat stopzetting van de deelname aan het<br />
initiatief overwog<strong>en</strong> werd. Dat maakt dat deze groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleine responsgraad (N) k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: voor deelnemers<br />
aan e<strong>en</strong> jaarwerking bedraagt de responsgraad 84 <strong>en</strong> voor deelnemers aan e<strong>en</strong> vakantiewerking 97. De<br />
perc<strong>en</strong>tages di<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook met de nodige voorzichtigheid te word<strong>en</strong> geïnterpreteerd.<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Niet alle drempels word<strong>en</strong> in gelijke mate ervar<strong>en</strong> door ouders van deelnemers <strong>en</strong> ouders van niet-deelnemers.<br />
Voor bijna alle items zijn er significante verschill<strong>en</strong> (p
10.4<br />
Tabel 26: Drempels om (niet langer) deel te nem<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />
(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Wat zijn red<strong>en</strong><strong>en</strong> om uw kind niet te lat<strong>en</strong><br />
deelnem<strong>en</strong>? Waarom heeft u/uw kind ooit gedacht<br />
te stopp<strong>en</strong> met deelname?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME<br />
JAAR<br />
DEELNAME<br />
VAKANTIE<br />
Ik d<strong>en</strong>k dat het niets voor mijn kind is 14.1 / /<br />
Ik kan het niet betal<strong>en</strong> 4.1 1.2 4.1 * a b<br />
Het is niet bereikbaar 4.3 3.6 2.1 * a b<br />
Mijn kind wil er niet aan deelnem<strong>en</strong> 50.5 26.2 48.5 * a b<br />
Er is e<strong>en</strong> slechte sfeer in de groep / 7.1 5.2<br />
Ik heb ge<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> in de begeleiding 8.7 * a b<br />
Er is e<strong>en</strong> slecht contact tuss<strong>en</strong> mij <strong>en</strong> de begeleider van<br />
mijn kind<br />
Er is e<strong>en</strong> slecht contact tuss<strong>en</strong> mijn kind <strong>en</strong> zijn/haar<br />
begeleider<br />
1.2 4.1<br />
/ 6.0 4.1<br />
Mijn kind moet in het huishoud<strong>en</strong> help<strong>en</strong> 0.0 1.2 0.0<br />
Mijn kind k<strong>en</strong>t er niemand 3.3 * a b<br />
De vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van mijn kind stopp<strong>en</strong> 22.6 21.6<br />
Mijn kind heeft al g<strong>en</strong>oeg andere vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> 28.8 27.4 18.6<br />
Mijn kind heeft teveel schoolwerk 4.9 9.5 3.1 * a b<br />
Er deed zich iets ingrijp<strong>en</strong>d voor in de familie 1.1 0.0 0.0 * a b<br />
Ik vind het belangrijker dat mijn kind tijd doorbr<strong>en</strong>gt met<br />
mij/ het hele gezin<br />
10.3 * a b<br />
Het valt niet meer te combiner<strong>en</strong> met ons gezinslev<strong>en</strong> 0.0 2.1<br />
Ik heb er nog niet bij stilgestaan 6.5 / /<br />
Andere 27.7 44.0 0.0<br />
Totaal N 184 84 97<br />
De drie hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
met het gezinslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar het gebrek aan vertrouw<strong>en</strong> in de begeleiding (8.7%) als red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor nietdeelname.<br />
E<strong>en</strong> klein perc<strong>en</strong>tage (6.5%) heeft nog nooit stilgestaan bij de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor niet-deelname.<br />
<strong>Ouders</strong> van deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> naast de eerder vermelde kindgerelateerde red<strong>en</strong><strong>en</strong> (bv. het<br />
kind heeft ge<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> het kind heeft e<strong>en</strong> andere vrijetijdsbesteding), ook het niet langer deelnem<strong>en</strong> van<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als beweegred<strong>en</strong> op om te stopp<strong>en</strong>. In de deelnamegroep jaarwerking <strong>en</strong> in de deelnamegroep<br />
vakantiewerking bedraagt dat perc<strong>en</strong>tage respectievelijk 22.6% <strong>en</strong> 21.6%.<br />
PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />
Zijn er verschill<strong>en</strong> naargelang van de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>? Ervar<strong>en</strong> sommige ‘groep<strong>en</strong>’ ouders bepaalde<br />
drempels sterker? We stell<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> vast naargelang van de leeftijd van het kind (zie Bijlage 1) <strong>en</strong> de<br />
kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 2).<br />
Omdat het kind dat niet wil (cf. mijn kind wil er niet aan deelnem<strong>en</strong>), wordt door 26.62% tot 50.5% van<br />
de ouders in de verschill<strong>en</strong>de parallelversies gerapporteerd (zie Tabel 26). Dit is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> die in meerdere<br />
mate door ouders met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> wordt aangegev<strong>en</strong>. Desalniettemin staat dit<br />
item in de groep ouders met vier- tot zesjarige kinder<strong>en</strong> nog steeds in de top drie van aangeduide red<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Over de parallelversies he<strong>en</strong> is de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s dat ouders met zeer jonge kinder<strong>en</strong> (vier tot zes jaar) over dit<br />
item het minst uitgesprok<strong>en</strong> zijn (bij deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantie) of althans zeer beperkt (bij nietdeelname).<br />
Telk<strong>en</strong>s is de groep met kinder<strong>en</strong> van lagere schoolleeftijd (zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> tot twaalf)<br />
het meest uitgesprok<strong>en</strong>. De ouders van kinder<strong>en</strong> in ti<strong>en</strong>ergroep<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong> dan weer beperkter<br />
op. Bij de versie vakantiewerking is dit leeftijdsverband ook significant (p
de ouders met kansarmoedeachtergrond heeft 15.6% nog nooit stilgestaan bij de red<strong>en</strong>(<strong>en</strong>) om niet deel te<br />
nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>. Bij ouders zonder kansarmoedeachtergrond is dit aandeel veel kleiner, namelijk 3.6%.<br />
De moeilijke combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> wordt weinig tot niet door de deelnamegroep<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />
In de niet-deelnamegroep wordt dit daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> door 10.3% van de ouders aangestipt. Het item ‘Ik vind het<br />
belangrijker dat mijn kind tijd doorbr<strong>en</strong>gt met mij/het hele gezin’ speelt verhoudingsgewijs sterker mee bij<br />
ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongste leeftijdsgroep. Tot 19.4% van de ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vier <strong>en</strong> zes<br />
jaar geeft dit als red<strong>en</strong> op om niet deel te nem<strong>en</strong>. Bij ouders met e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>er (cf. twaalf plus) bedraagt dit<br />
6%, bij ouders met e<strong>en</strong> kind in de lagere school globaal 10.6% (10% zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong>, 11.3% ti<strong>en</strong> tot twaalf<br />
jaar). De verschill<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong>wel niet significant.<br />
Het item kostprijs (cf. ik kan het niet betal<strong>en</strong>) wordt ‘slechts’ door 1.2% (deelname jaar) tot 4.1% (niet-deelname <strong>en</strong><br />
deelname vakantie) aangegev<strong>en</strong>. Dit aandeel lijkt verwaarloosbaar. Uitgesplitst naar kansarmoedeachtergrond,<br />
zi<strong>en</strong> we echter dat voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond dit aandeel stijgt tot om <strong>en</strong> bij de 10% (9.4%<br />
niet-deelname, 10% deelname jaar, 8.3% deelname vakantie). Bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder kansarmoedeachtergrond<br />
bedraagt dat perc<strong>en</strong>tage 2.7% (niet-deelname), 0% (deelname jaar) <strong>en</strong> 2.5% (deelname vakantie). De aantall<strong>en</strong><br />
zijn echter te klein om hierover statistisch betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />
Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> voor deelname<br />
“Hij wil alle<strong>en</strong> gaan waar iemand gaat die hij k<strong>en</strong>t.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Naast de red<strong>en</strong><strong>en</strong> om al dan niet deel te nem<strong>en</strong>, peild<strong>en</strong> we bij de ouders van deelnemers naar person<strong>en</strong><br />
die mogelijks e<strong>en</strong> invloed hadd<strong>en</strong> op de beslissing tot deelname. We beog<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> zicht te<br />
60
10.4<br />
krijg<strong>en</strong> op de vraag of deelname vooral e<strong>en</strong> keuze is van de ouders of van het kind <strong>en</strong> of daarin ook andere<br />
person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veelal zegg<strong>en</strong>schap in de beslissing om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Dat<br />
blijkt het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> in de groep deelname jaar (p
moest do<strong>en</strong>). Bij beide parallelversies gev<strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep dit het sterkst<br />
op. Van de ouders met vier- tot zesjarig<strong>en</strong> geeft 70% aan dat ze als ouder mee besliss<strong>en</strong>. Bij de oudere<br />
leeftijdsgroep<strong>en</strong> daalt dat aantal tot ongeveer de helft of minder van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong><br />
zijn het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> bij deelname aan vakantiewerking<strong>en</strong> (p
10.4<br />
Wat zijn red<strong>en</strong><strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> bepaalde organisatie te kiez<strong>en</strong>? Bij zowel ouders van niet-deelnemers als<br />
ouders van deelnemers bevroeg<strong>en</strong> we de red<strong>en</strong>(<strong>en</strong>) om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />
Deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet zozeer betrekking op de kwaliteitscriteria die in één van de volg<strong>en</strong>de<br />
hoofdstukk<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong>, maar peil<strong>en</strong> naar de drijfver<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t om voor e<strong>en</strong> bepaalde<br />
organisatie of werking te kiez<strong>en</strong>. Deze vraag werd aan e<strong>en</strong> beperkt aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgelegd: aan<br />
de ouders van deelnemers die bij de vraag naar beïnvloedingsperson<strong>en</strong> het item ‘ik vond dat mijn kind<br />
dat moest do<strong>en</strong>’ aanvinkt<strong>en</strong> (N jaar = 221, N vakantie = 265) <strong>en</strong> aan de ouders van niet-deelnemers die ooit<br />
overwog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om toch deel te nem<strong>en</strong> (75.5%, N=139).<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Voor de helft van de opgegev<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> (3/6) is er e<strong>en</strong> significant verschil tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> naargelang<br />
van de deelname. Deze verschill<strong>en</strong> zijn vooral terug te voer<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> deelname<br />
aan jaarwerking <strong>en</strong> deelname aan vakantiewerking (zie Tabel 28).<br />
De meest frequ<strong>en</strong>t gerapporteerde red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname zijn het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de vri<strong>en</strong>djes in de<br />
organisatie (32.5% deelname vakantie, 45.3% niet-deelname, 53.1% deelname jaar), de organisatie van<br />
vroeger k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (37.7% deelname vakantie, 41.7% niet-deelname, 52.9% deelname jaar) <strong>en</strong> het deelnem<strong>en</strong><br />
van andere familieled<strong>en</strong> (22.3% niet-deelname, 26.8% deelname vakantie, 31.7% deelname jaar).<br />
Tabel 28: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Wat war<strong>en</strong> voor u mogelijke<br />
red<strong>en</strong><strong>en</strong> om dit kind te lat<strong>en</strong><br />
meedo<strong>en</strong>?<br />
NIET-DEELNAME<br />
DEELNAME<br />
JAAR<br />
DEELNAME<br />
VAKANTIE<br />
Mijn kind heeft al veel vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de organisatie 45.3 53.1 32.5 *b c<br />
Andere familieled<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> deel 22.3 31.7 26.8<br />
Ik k<strong>en</strong> al andere ouders/buurtbewoners 18.7 26.2 7.9 *b c<br />
Ik k<strong>en</strong> deze organisatie al van vroeger 41.7 52.9 37.7 *c<br />
Zo heb ik meer tijd voor mezelf/Zo kan ik e<strong>en</strong>s op adem<br />
kom<strong>en</strong><br />
10.8 9.0 13.2<br />
Zo heb ik meer tijd voor de andere kinder<strong>en</strong> in het gezin 5.0 1.3 3.8<br />
Andere 27.3 3.1 52.2<br />
Totaal N 139 227 265<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid met<br />
e<strong>en</strong> * (p
Bij ouders van deelnemers in jaarwerking<strong>en</strong> valt vooral de verhoudingsgewijs sterkere invloed van<br />
buurtbewoners (mede-ouders) op (26.2%). Bij vakantiewerking is dat minder van tel (7.9%). Het reeds<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie weegt vooral door bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking (52.9% deelname<br />
jaar teg<strong>en</strong>over 37.7% deelname vakantie).<br />
PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />
Niet alle red<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> in gelijke mate aangestipt als we uitzuiver<strong>en</strong> naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (zie<br />
Bijlage 9 tot <strong>en</strong> met Bijlage 12). We merk<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> naargelang van de leeftijd van het kind (zie Bijlage<br />
9), kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 10) <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> (zie Bijlage 12).<br />
Zoals eerder al vermeld, wordt de red<strong>en</strong> ‘de organisatie k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ (cf. ik k<strong>en</strong> deze organisatie al van vroeger)<br />
zowel in de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> als in de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die niet<br />
deelnem<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> respectabel aandeel ouders opgegev<strong>en</strong> (52.9% deelname jaar, 37.7% deelname vakantie,<br />
41.7% niet-deelname). Bijna alle ouders die dit als red<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong> (90.3%), hebb<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
(p
andere vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>. Het niet langer deelnem<strong>en</strong> van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is voor deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
belangrijke beweegred<strong>en</strong> om te stopp<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong><br />
ook de ‘bruikbaarheid’, bijvoorbeeld omdat de ouders het niets voor het kind vindt. Voor <strong>en</strong>kele ouders die<br />
niet deelnem<strong>en</strong> is de combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> al vaker e<strong>en</strong> obstakel. Dit laatste speelt sterker bij de<br />
jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Daarbij moet word<strong>en</strong> opgemerkt dat niet-deelname van deze groep niet steeds<br />
bewust is. Zeker in de oudergroep<strong>en</strong> met jonge kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ouders nog niet stilgestaan bij<br />
de red<strong>en</strong> tot niet-deelname. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> sterker het<br />
niet deelnem<strong>en</strong> omdat het kind dat niet wil <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van andere vrijetijdsbesteding.<br />
Wie beslist over deelname?<br />
Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote invloed op de keuze tot niet-deelname, ze hebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grote<br />
stem in de keuze tot deelname. Op de tweede plaats volgt de ouder zelf. Wanneer andere person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol<br />
hebb<strong>en</strong>, dan blijk<strong>en</strong> dat vooral vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het kind te zijn.<br />
De invloed van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zegg<strong>en</strong>schap van het kind speelt vooral door in de groep ouders met oudere<br />
kinder<strong>en</strong>. Bij jongere kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de ouders zelf e<strong>en</strong> sterkere rol (de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de partner van de<br />
respond<strong>en</strong>t) <strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> grotere invloed van familieled<strong>en</strong>.<br />
Wat zijn motiev<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> welbepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie of werkvorm te kiez<strong>en</strong>?<br />
Vertrouwdheid speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol in de keuze voor e<strong>en</strong> organisatie. Dat het kind er al vele vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
heeft, geeft de meeste doorslag. Ook het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie van vroeger (vooral bij ouders met<br />
e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>) of het deelnem<strong>en</strong> van andere familieled<strong>en</strong> word<strong>en</strong> het meest frequ<strong>en</strong>t opgegev<strong>en</strong>.<br />
Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, gev<strong>en</strong> ook nog het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van andere<br />
ouders of buurtbewoners sterk aan.<br />
65
Hoewel de red<strong>en</strong><strong>en</strong> in relatie tot (gezins)tijdbesteding beperkter word<strong>en</strong> gescoord, zijn ze toch<br />
vermeld<strong>en</strong>swaardig, zeker in relatie tot achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond<br />
gev<strong>en</strong> bijvoorbeeld sterker het meer tijd hebb<strong>en</strong> voor andere kinder<strong>en</strong> in het gezin op. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong><br />
in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> (cf. ouders met kinder<strong>en</strong> jonger dan neg<strong>en</strong>) b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> ook het meer tijd<br />
hebb<strong>en</strong> voor zichzelf.<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />
De verdiep<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> met ondersteuners <strong>en</strong> vrijwilligers uit het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> met ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong> verdere duiding bij de voorgaande resultat<strong>en</strong>.<br />
Financiële betaalbaarheid <strong>en</strong> tijdsinvestering<br />
In de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep wordt kostprijs opvall<strong>en</strong>d beperkt gerapporteerd als drempel. <strong>Ouders</strong> zijn er<br />
zich blijkbaar van bewust dat aan e<strong>en</strong> werking e<strong>en</strong> kostprijs verbond<strong>en</strong> is (bv. verzekering<strong>en</strong>, materiaal)<br />
<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daar begrip voor. Kansarmoedeachtergrond maakt echter e<strong>en</strong> verschil. Voor ouders met e<strong>en</strong><br />
kansarmoedeachtergrond kan zev<strong>en</strong>tig euro voor vijf dag<strong>en</strong> sportkamp of vier euro om te gaan zwemm<strong>en</strong><br />
al (te) duur zijn. Niet-kansarme ouders sprek<strong>en</strong> al snel over vierhonderd euro of meer als aanvaardbaar<br />
voor bijvoorbeeld vakantiekamp<strong>en</strong>.<br />
In de kwalitatieve bevraging van ouders werd kort gepeild naar kortingssystem<strong>en</strong>. Deze system<strong>en</strong> zijn niet<br />
steeds gek<strong>en</strong>d. Aansluit<strong>en</strong>d bij de kostprijs tred<strong>en</strong> andere drempels mee op de voorgrond, zoals angst voor<br />
stigmatisering. Sommige ouders vind<strong>en</strong> het bescham<strong>en</strong>d om aan de ver<strong>en</strong>iging e<strong>en</strong> ticketje of stempel<br />
voor terugbetaling te moet<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.<br />
66
“[Er zijn speciale aanmoediging<strong>en</strong> of maatregeling<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong>, zoals de terugbetaling<br />
door het OCMW of de bijdrage van mutualiteit<strong>en</strong> in het lidgeld …]<br />
Voor mij speelt dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele rol … Ik b<strong>en</strong> zelfs beschaamd om dat briefke te gaan afgev<strong>en</strong> bij<br />
het … Dat ik dat moet afgev<strong>en</strong>, ik voel mij daar niet goed bij.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> vraagt ook de relativiteit van kostprijsdrukk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> aandacht: korting<strong>en</strong> van vijfti<strong>en</strong><br />
euro op e<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t van vierhonderd euro mak<strong>en</strong> voor ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond het<br />
verschil niet.<br />
In de niet-deelnamegroep hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ouders, vooral in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />
kansarmoedeachtergrond, nog niet stil gestaan bij het feit waarom hun kinder<strong>en</strong> niet deelnem<strong>en</strong> aan<br />
<strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Mogelijks speelt e<strong>en</strong> informatietekort. Uit de verdiep<strong>en</strong>de ouderbevraging komt het<br />
gebrek aan informatie expliciet als aanbodgebond<strong>en</strong> drempel naar vor<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> gev<strong>en</strong> aan dat er over de<br />
activiteit<strong>en</strong> in hun buurt te weinig informatie verspreid wordt. Omdat er zo weinig informatie over het<br />
activiteit<strong>en</strong>aanbod verspreid wordt, veronderstell<strong>en</strong> de meeste ouders dat (<strong>en</strong>kel <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar) voetbal dé<br />
activiteit <strong>en</strong> sport is die de kinder<strong>en</strong> in hun buurt kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Niet goed wet<strong>en</strong> wat er allemaal te do<strong>en</strong><br />
is <strong>en</strong> op welke locatie dat aanbod juist plaatsvindt, kan dus e<strong>en</strong> belemmering vorm<strong>en</strong> voor deelname. Er is<br />
ev<strong>en</strong>wel niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekort aan informatie, de wijze waarop die informatie ter beschikking wordt gesteld<br />
is niet deelnamebevorder<strong>en</strong>d. Zo signaleerd<strong>en</strong> kwetsbare ouders in de face-to-facebevraging dat vrijblijv<strong>en</strong>de<br />
informatie (bv. folders) ouders die niet vertrouwd zijn met het (reguliere) <strong>jeugdwerk</strong>, niet bereikt.<br />
“Ja, er stond<strong>en</strong> niet zo lang geled<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> paar jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes aan de schoolpoort briefjes<br />
uit de del<strong>en</strong> over ja, de chiro of zoiets … Maar ik weet niet goed. Wat is dat chiro? Ik wil daar wel<br />
meer informatie over.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Tot slot zoom<strong>en</strong> we in op tijdsgebrek als mogelijke drempel. In de niet-deelnamegroep wordt onder meer<br />
verwez<strong>en</strong> naar de voorkeur om tijd in gezinsverband door te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In de kwalitatieve bevraging van<br />
ouders bleek dit e<strong>en</strong> van de grootste drempels te zijn voor de vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder. Niet alle<strong>en</strong> ouders, ook kinder<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> dit naar vor<strong>en</strong>.<br />
“Wij gaan eig<strong>en</strong>lijk veel naar de kust in het week<strong>en</strong>d. Als ze naar de jeugdbeweging zou moet<strong>en</strong>,<br />
gaan we vroeger moet<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>, of we gaan pas later kunn<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> dan niet<br />
echt gemotiveerd omdat we dan ook e<strong>en</strong> stuk van onze vrije tijd kwijt zijn, omdat we dat ook<br />
opoffer<strong>en</strong>. En zij vraagt er niet achter, integ<strong>en</strong>deel.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
“Er zijn kinder<strong>en</strong> in mijn klas die in de scouts of chiro zitt<strong>en</strong>. Die zeid<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mij dat dat keiplezant<br />
is <strong>en</strong> dat ge daar dan zonder uw ouders e<strong>en</strong>s goed op uitstap kon gaan. Ge hebt andere<br />
eetgewoontes, ge moet daar zonder hand<strong>en</strong> et<strong>en</strong>, zonder bestek. Dat vind ik dan niet zo leuk.<br />
En dat is weer e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d zonder uw ouders. Jeugdbeweging vind ik eig<strong>en</strong>lijk niet zo plezant,<br />
omdat ik dan mijn ouders voor e<strong>en</strong> dag niet kan zi<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> jongere)<br />
Het tijdstip van al die activiteit<strong>en</strong> blijkt ook van wez<strong>en</strong>lijk belang te zijn. Het moet immers praktisch<br />
mogelijk zijn om de verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verplaatsing naar die activiteit<strong>en</strong> te combiner<strong>en</strong>. Er<br />
moet rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de andere gezinsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong>, met het huishoudelijk <strong>en</strong>/<br />
of de job(s) van de ouder(s). De dag <strong>en</strong> het uur van de activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil mak<strong>en</strong>.<br />
67
“Graag de ur<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> aan werk<strong>en</strong>de ouders, bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> kamp lat<strong>en</strong> start<strong>en</strong> op<br />
maandagmiddag.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
In dat kader speelt, vooral voor alle<strong>en</strong>staande maatschappelijk kwetsbare ouders, bereikbaarheid e<strong>en</strong> grote rol.<br />
“Ik d<strong>en</strong>k dat ik daar de tijd niet voor heb. Ik d<strong>en</strong>k dat ik blij zou zijn dat ik er e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer van<br />
af b<strong>en</strong>. De tek<strong>en</strong>academie, dat duurt e<strong>en</strong> uur <strong>en</strong> veertig minut<strong>en</strong>. Maar we rijd<strong>en</strong> er al twintig<br />
minut<strong>en</strong> naartoe. Dus ik rij dan twintig minut<strong>en</strong> terug, twintig minut<strong>en</strong> weer terug. Dat is veertig<br />
minut<strong>en</strong> dat ik nog niks doe. Dus b<strong>en</strong> ik hier eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> uurtje. Ja, echt veel tijd voor mezelf heb<br />
ik niet echt.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
De drempel ‘moeilijke’ combinatie met schoolwerk wordt slechts beperkt door ouders aangestipt, maar<br />
blijkt voor kinder<strong>en</strong> heel belangrijk. Veel huiswerk moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> van de voornaamste ergerniss<strong>en</strong><br />
van de bevraagde kinder<strong>en</strong>. Vooral oudere kinder<strong>en</strong> klag<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> te vol tijdsschema, dat extra druk legt<br />
op hun vrijetijdslev<strong>en</strong>.<br />
Specifiek voor de deelname aan jaarwerking<strong>en</strong> blijkt het op kamp gaan voor heel wat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
hindernis, zo getuig<strong>en</strong> ook verschill<strong>en</strong>de ouders.<br />
“Weet je wat ook? De kamp<strong>en</strong>, dat is niet voor mijn dochter. Vanaf dat ze hoort over e<strong>en</strong> kamp,<br />
dan haakt ze al af. Ook als je zegt dat het ge<strong>en</strong> verplichting is.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Wisselwerking school-gezin-vrije tijd<br />
Participatie aan <strong>jeugdwerk</strong> heeft met vertrouw<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. De praktijkverhal<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> de<br />
bevinding<strong>en</strong> uit de kwantitatieve bevraging: ouders kiez<strong>en</strong> veeleer voor e<strong>en</strong> organisatie vanuit k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />
zichtbaarheid (cf. in de buurt, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> via vri<strong>en</strong>djes <strong>en</strong>z.). Uit de kwantitatieve bevraging bleek de sterke<br />
invloed van het kind, maar ook van de ouders. De kwalitatieve bevraging van ouders br<strong>en</strong>gt de impact op<br />
de ouder-kindrelatie <strong>en</strong> mogelijke loyauteitsconflict<strong>en</strong> aan het licht.<br />
“Hij heeft dat zelf, hij is er zelf over begonn<strong>en</strong>: ‘Mama, eig<strong>en</strong>lijk doe ik dat niet graag, maar gaat<br />
papa dat dan wel, gaat papa dat dan niet erg vind<strong>en</strong>?” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Jeugdwerkondersteuners gev<strong>en</strong> aan dat ze bij kwetsbare situaties bijzondere aandacht bested<strong>en</strong> aan<br />
mogelijke loyaliteitsgevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> bezorgdhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>.<br />
“Als de ouders sam<strong>en</strong> met hun kind bij ons zijn geweest, bij de start van het kamp … dan voel<strong>en</strong><br />
kinder<strong>en</strong> zich veiliger, omdat ze wet<strong>en</strong> dat de ouders wet<strong>en</strong> waar ze zijn, omdat ze nog e<strong>en</strong>s de<br />
afsprak<strong>en</strong> over het ophal<strong>en</strong> gehoord hebb<strong>en</strong>. Zo zijn ze zeker dat ze opgehaald word<strong>en</strong>, dat ze weer<br />
naar huis kunn<strong>en</strong> gaan. Ze voel<strong>en</strong> dat de ouders het ok vind<strong>en</strong>, dat ze daar twee wek<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, niet moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar plezier mog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Veel kinder<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bezorgd:<br />
‘gaat het wel goed met mijn mama of met mijn papa?’. Ze hebb<strong>en</strong> dan echt het mandaat gekreg<strong>en</strong><br />
van: ‘Ik mag ev<strong>en</strong> aan mezelf d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik mag me hier amuser<strong>en</strong>.’” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
De school wordt slechts in beperkte mate vermeld als ‘input gev<strong>en</strong>d aan de deelname’. Mogelijks zi<strong>en</strong><br />
ouders vrijetijdsbesteding niet als schoolgebond<strong>en</strong>. Het pot<strong>en</strong>tieel van e<strong>en</strong> leerkracht als refer<strong>en</strong>tiefiguur<br />
blijft onb<strong>en</strong>ut. Vooral in het kader van bredeschoolontwikkeling<strong>en</strong> ligt hier, mits de nodige aandacht <strong>en</strong><br />
zorg voor mogelijke valkuil<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong> onontgonn<strong>en</strong> terrein. Zonder grondige reflectie over de rol <strong>en</strong> plaats<br />
van het <strong>jeugdwerk</strong>, dreigt immers het gevaar voor instrum<strong>en</strong>talisering van de vrije tijd.<br />
68
69
7 FUNCTIES EN OPDRACHTEN VAN HET JEUGDWERK<br />
“Het is belangrijk dat kinder<strong>en</strong> in deze maatschappij e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong>, onder andere<br />
regels <strong>en</strong> zonder de technologische snufjes. Back to basics. Zodat het tot h<strong>en</strong>zelf doordringt dat ze<br />
best zonder kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze dan meer tijd hebb<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s echt kind te zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
De insteek van dit hoofdstuk is de vraag naar de functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> die ouders aan het <strong>jeugdwerk</strong><br />
toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Welke rol moet het <strong>jeugdwerk</strong> volg<strong>en</strong>s ouders opnem<strong>en</strong>?<br />
In de vrag<strong>en</strong>lijst werd<strong>en</strong> de mogelijke functies van het <strong>jeugdwerk</strong> voornamelijk verwerkt in e<strong>en</strong> itemlijst<br />
die peilt naar verwachting<strong>en</strong> (zie verder in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk). Daarnaast nam<strong>en</strong> we ook twee meer<br />
abstracte vrag<strong>en</strong> op over de invulling <strong>en</strong> taakstelling van het <strong>jeugdwerk</strong>. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> deze<br />
items scor<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> 5-puntsschaal.<br />
De vrag<strong>en</strong> over de functie <strong>en</strong> opdracht behandel<strong>en</strong> ‘<strong>jeugdwerk</strong>’ in algem<strong>en</strong>e zin. Deze vrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in<br />
het geme<strong>en</strong>schappelijke deel van de vrag<strong>en</strong>lijst gesteld, dus niet afzonderlijk in de parallel opgemaakte<br />
deelversies. Bij analyse zuiverd<strong>en</strong> we de antwoord<strong>en</strong> op deze vrag<strong>en</strong> uit naar de verschill<strong>en</strong>de<br />
deelnamegroep<strong>en</strong> (cf. deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantie) <strong>en</strong> naar de verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> van<br />
vakantiewerking<strong>en</strong> (cf. speelpleinwerking of andere vakantiewerking<strong>en</strong>). Dat leverde ge<strong>en</strong> significante<br />
verschill<strong>en</strong> op. In de beschrijving van de resultat<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> we ons dan ook tot de tweedeling: nietdeelname<br />
<strong>en</strong> deelname jaar <strong>en</strong> vakantie.<br />
Functie(s) van het <strong>jeugdwerk</strong><br />
Zoals in de literatuur beschrev<strong>en</strong>, kan het <strong>jeugdwerk</strong> verschill<strong>en</strong>de functies di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vraag is of ook ouders<br />
die verscheid<strong>en</strong>heid aan functies voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectief e<strong>en</strong> meerwaarde aan het <strong>jeugdwerk</strong><br />
toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
“Ons kind is er ev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>s naar plaats<strong>en</strong> gaan waar wij niet kom<strong>en</strong>. Ze leert<br />
nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig zijn. Ze leert ook respect hebb<strong>en</strong>, andere eetgewoontes,...”<br />
(e<strong>en</strong> ouder)<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Quasi alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> (94%) tot e<strong>en</strong> overgroot aandeel van ouders met<br />
kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> (82.3%) vind<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> zinvolle tijdsbesteding (zie Tabel 29). E<strong>en</strong><br />
overgroot aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ziet <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong> aanvulling bij de opvoeding (58.5% niet-deelname,<br />
81.3% deelname). Gevraagd naar de rol van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>, beschouwt 41.5% van de<br />
deelnamegroep tot 48.7% van de niet-deelnamegroep <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong> plaats waar kinder<strong>en</strong> weg van<br />
volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Tot e<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is met deze stelling niet akkoord (vooral<br />
ouders van deelnemers).<br />
70
10.4<br />
Tabel 29: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />
Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> zijn … NIET DEELNAME DEELNAME<br />
JAAR EN VAKANTIE<br />
N % N %<br />
opvang 577 20.4<br />
e<strong>en</strong> goedkope tijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> 570 33.5<br />
e<strong>en</strong> zinvolle tijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> 164 82.3 579 94.0 *<br />
e<strong>en</strong> belangrijke aanvulling bij de opvoeding van kinder<strong>en</strong> 164 58.5 578 81.3 *<br />
e<strong>en</strong> plaats waar kinder<strong>en</strong> weg van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
zijn<br />
164 48.7 576 41.5<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
opvoedingsaanvull<strong>en</strong>d. Dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die (helemaal) akkoord zijn met deze stelling, zijn vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>: 86.2% met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 67.2% zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />
Het aandeel ouders dat <strong>jeugdwerk</strong> in term<strong>en</strong> van opvang beschouwt, is opmerkelijk. E<strong>en</strong> vijfde (20.4%)<br />
van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt, k<strong>en</strong>t aan <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> opvangfunctie toe. Er zijn<br />
verschill<strong>en</strong> naargelang van de leeftijd van de kinder<strong>en</strong>. Jeugdwerk als opvang treedt sterker op de<br />
voorgrond bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermindert gradueel naarmate<br />
de leeftijd van de kinder<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt: 30.6% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep vier tot<br />
zes jaar, 22.2% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar, 17.6% van de<br />
ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep ti<strong>en</strong> tot twaalf jaar <strong>en</strong> 17.8% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in<br />
de leeftijdsgroep twaalf plus. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze groep<strong>en</strong> zijn echter niet significant. Hetzelfde<br />
geldt voor de gezinssam<strong>en</strong>stelling: alle<strong>en</strong>staande ouders k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in vergelijking met niet-alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> hogere score aan dit item toe.<br />
Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />
In de vrag<strong>en</strong>lijst peild<strong>en</strong> we specifiek naar de participatie van kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, diversiteit <strong>en</strong> hoe <strong>jeugdwerk</strong><br />
zich tot die thema’s verhoudt.<br />
“Ik vind het vooral belangrijk dat alle kinder<strong>en</strong> de kans zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong><br />
aan e<strong>en</strong> jeugdbeweging. Het OCMW zou hier misschi<strong>en</strong> meer werk van mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, zodat de<br />
drempel voor deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> iets lager zou zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
72
10.4<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
De houding van ouders teg<strong>en</strong>over <strong>jeugdwerk</strong> loopt grot<strong>en</strong>deels gelijk over de groep deelname (jaar <strong>en</strong><br />
vakantie) <strong>en</strong> de groep niet-deelname (zie Tabel 30).<br />
Tabel 30: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />
Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> … NIET DEELNAME DEELNAME<br />
JAAR EN VAKANTIE<br />
N % N %<br />
meer do<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> in armoede te bereik<strong>en</strong> 163 58.9 590 48.6 *<br />
meer do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking 165 59.4 585 48.0 *<br />
ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
van diverse achtergrond<strong>en</strong><br />
163 69.3 588 71.6<br />
kinder<strong>en</strong> weg van straat houd<strong>en</strong> 164 57.9 589 50.8<br />
ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze<br />
maatschappij<br />
erover wak<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd word<strong>en</strong> in<br />
het beleid<br />
165 70.9 581 68.3<br />
165 39.4 584 39.9<br />
actie voer<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> GAS-boetes 164 18.3 579 17.0<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
Dat <strong>jeugdwerk</strong> meer moet do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking, werd in de verschill<strong>en</strong>de parallelversies<br />
door ongeveer de helft (48% deelnamegroep) tot drie vijfde (59.4% niet-deelnamegroep) van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. Voor de groep ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> is het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
bepal<strong>en</strong>d (p
Inzake diversiteit is telk<strong>en</strong>s drie vierde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (69.3% niet-deelname, 71.6% deelname) de<br />
m<strong>en</strong>ing toegedaan dat <strong>jeugdwerk</strong> ervoor moet zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van<br />
diverse achtergrond<strong>en</strong>. In de groep niet-deelnemers is er opnieuw e<strong>en</strong> verband met het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
van de respond<strong>en</strong>t (p
Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />
Hoe staan ouders teg<strong>en</strong>over de participatie van kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> diversiteit? Heeft <strong>jeugdwerk</strong> daarin e<strong>en</strong><br />
rol te vervull<strong>en</strong>?<br />
<strong>Ouders</strong> waarder<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in term<strong>en</strong> van socialisatie, bijvoorbeeld diversiteit (cf. ervoor zorg<strong>en</strong> dat<br />
kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met person<strong>en</strong> van diverse achtergrond<strong>en</strong>) <strong>en</strong> integratie in de maatschappij (cf.<br />
ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze maatschappij). Voor telk<strong>en</strong>s ongeveer de helft van<br />
de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan <strong>jeugdwerk</strong> meer do<strong>en</strong> voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. kinder<strong>en</strong> met beperking of kinder<strong>en</strong><br />
in kansarmoede). Dat wordt het meest uitgesprok<strong>en</strong> door ouders waarvan het kind niet deelneemt aan<br />
het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
met kansarmoedeachtergrond onderschrijv<strong>en</strong> sterker verschill<strong>en</strong>de mogelijke opdracht<strong>en</strong> van het<br />
<strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />
De resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op het belang van e<strong>en</strong> goed begrip van <strong>jeugdwerk</strong>. T<strong>en</strong> volle beseff<strong>en</strong> wat <strong>jeugdwerk</strong><br />
inhoudt (cf. wat do<strong>en</strong> ze wel, wat do<strong>en</strong> ze niet), <strong>en</strong> in het verl<strong>en</strong>gde daarvan de meerwaarde ervan inzi<strong>en</strong>,<br />
kan pas e<strong>en</strong>s er deelname is. Inwerk<strong>en</strong> op beeldvorming vormt dan ook e<strong>en</strong> bijzondere uitdaging.<br />
“Ik weet niet waarom ze zoud<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>, ik heb de indruk dat ze daar alle<strong>en</strong> maar wafel<strong>en</strong><br />
bakk<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
“… als e<strong>en</strong> ouder zijn kind bij ons br<strong>en</strong>gt, dan zijn zij zich niet echt bewust van wat wij do<strong>en</strong>.<br />
Meestal is dat zo van ‘Ja, dan heeft dat kind e<strong>en</strong> activiteit, dan moet ik mij er niet mee bezig<br />
houd<strong>en</strong> ’s avonds.’ Het bewustzijn is klein als ze hun kind kom<strong>en</strong> inschrijv<strong>en</strong>, maar als ze dan<br />
merk<strong>en</strong> van ‘Kijk, zij werk<strong>en</strong> ook aan de opvoeding’… Er wordt van alles voorgesteld, bijvoorbeeld<br />
de ateliers, er zijn toonmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … al die ding<strong>en</strong> die prober<strong>en</strong> we, die word<strong>en</strong> heel goed uitgelegd.”<br />
(e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
“Niet altijd, maar soms wel, is e<strong>en</strong> bezorgdheid van ouders naar die WMKJ dan, naar ons toe: het<br />
idee ‘dat zijn allemaal jonger<strong>en</strong> die het moeilijk hebb<strong>en</strong>, dat gaat e<strong>en</strong> slechte invloed hebb<strong>en</strong>, die<br />
gaan er veel slechte vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>’… Eig<strong>en</strong>lijk is dat jammer, want dat staat haaks op wat we<br />
will<strong>en</strong> zijn.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
76
77
8 VERWACHTINGEN TEN AANZIEN VAN JEUGDWERK<br />
Aan welke kwaliteitseis<strong>en</strong> moet <strong>jeugdwerk</strong> voldo<strong>en</strong>? Of met andere woord<strong>en</strong>, wat vind<strong>en</strong> ouders belangrijk<br />
voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> de <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders?<br />
“We will<strong>en</strong> wel onze kinder<strong>en</strong> naar het <strong>jeugdwerk</strong> stur<strong>en</strong>, maar het moet financieel haalbaar<br />
zijn. En als we er voor betal<strong>en</strong>, dan moet het de moeite zijn. Dan moet<strong>en</strong> onze kinder<strong>en</strong> het leuk<br />
vind<strong>en</strong>, dan mog<strong>en</strong> ze niet gepest word<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>organisaties<br />
Wat vind<strong>en</strong> ouders belangrijk voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie waar hun kind aan deelneemt? We vroeg<strong>en</strong><br />
de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> items te scor<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van belangrijkheid (helemaal niet belangrijk tot<br />
heel belangrijk).<br />
“Ons kind is er ev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>s naar plaats<strong>en</strong> gaan waar wij niet kom<strong>en</strong>. Ze leert<br />
nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig zijn. Ze leert ook respect hebb<strong>en</strong>, andere eetgewoontes,...<br />
Het is<br />
belangrijk dat de organisatie blijft luister<strong>en</strong> naar wat ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
De verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> zijn deels gelijklop<strong>en</strong>d, deels verschill<strong>en</strong>d over de<br />
verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong> (zie Tabel 31).<br />
In de resultat<strong>en</strong> valt de kindgerichte focus op, meer concreet het item dat verwijst naar het welbevind<strong>en</strong><br />
van het kind ‘mijn kind voelt zich thuis in de organisatie’ (96.7% niet-deelname, 97.7% deelname jaar <strong>en</strong><br />
95.9% deelname vakantie) <strong>en</strong> het item ‘de activiteit<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de interesses van mijn kind’ (94.7%<br />
niet-deelname, 96.6% deelname jaar <strong>en</strong> 95% deelname vakantie).<br />
Jeugdwerk is voor veel ouders ook functioneel. Dat het kind zelfstandig wordt (cf. mijn kind leert zelfstandig<br />
zijn), staat in de top drie van de hoogste scores bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking (90.4%) <strong>en</strong><br />
bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking (89.5%). Naast het zelfstandig word<strong>en</strong>, scoort ‘ler<strong>en</strong>’ in<br />
de jeugdorganisatie (cf. de activiteit<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> mijn kind iets bij) in de drie verschill<strong>en</strong>de oudergroep<strong>en</strong><br />
opmerkelijk hoog. Van de ouders vindt 63% tot 69% dat (heel) belangrijk (66.9% niet-deelname, 69.2%<br />
deelname jaar <strong>en</strong> 63.3% deelname vakantie). ‘Bijler<strong>en</strong>’ kan heel divers zijn. In de op<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwalitatieve<br />
bevraging werd daarbij vooral verwez<strong>en</strong> naar: taal, activiteit<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> anders niet zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (cf.<br />
het verbred<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>), <strong>en</strong>zovoort.<br />
78
10.4<br />
Tabel 31: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie naar deelname (% ouders dat het item (heel)<br />
belangrijk vindt)<br />
Belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />
jeugd(werk)organisaties<br />
NIET DEELNAME<br />
DEELNAME<br />
JAAR<br />
DEELNAME<br />
VAKANTIE<br />
Mijn kind voelt zich thuis in de<br />
organisatie<br />
N % N % N %<br />
179 96.7 406 97.7 513 95.9<br />
Mijn kind leert zelfstandig zijn 181 89.5 406 90.4 510 83.5 *c<br />
In de groep komt mijn kind in contact<br />
met kinder<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />
achtergrond<strong>en</strong><br />
Mijn kind kan met vri<strong>en</strong>djes zijn eig<strong>en</strong><br />
thuistaal sprek<strong>en</strong><br />
Er is e<strong>en</strong> begeleider die de taal van mijn<br />
kind spreekt<br />
180 73.3 406 66.3 511 59.3 *b<br />
179 45.3 400 38.8 505 42.8<br />
180 70.6 397 54.7 505 63.7 *a<br />
Jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes zitt<strong>en</strong> apart 181 8.3 405 6.4 509 2.4<br />
Ik kan in contact kom<strong>en</strong> met andere<br />
ouders<br />
182 26.3 405 23.7 510 9.0<br />
Mijn kind komt e<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> 181 72.3 400 79.8 505 70.5<br />
Het kost me weinig of niets 178 38.8 402 21.6 508 22.3 *a b<br />
De gebouw<strong>en</strong> zijn in orde 180 72.8 402 53.5 508 71.3 *a c<br />
Mijn kind komt er tot rust 179 62.6 394 40.1 505 42.4 *a b<br />
De activiteit<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de<br />
interesses van mijn kind<br />
169 94.7 384 96.6 503 95.0<br />
De activiteit<strong>en</strong> zijn veilig 180 83.9 401 84.0 506 91.7 *b c<br />
De activiteit<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> mijn kind iets bij 175 66.9 396 69.2 501 63.3<br />
Mijn kind kan er gemakkelijk alle<strong>en</strong> naar<br />
toe / De organisatie is dichtbij huis<br />
De organisatie heeft dezelfde (pedagogische)<br />
waard<strong>en</strong> die ik belangrijk vind<br />
181 59.1 402 52.0 496 18.7 *b c<br />
176 76.2 397 69.3 501 69.7<br />
Andere 16 50.1 33 60.6 42 52.3<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
Nag<strong>en</strong>oeg al de andere items word<strong>en</strong> in de drie groep<strong>en</strong> door iets minder dan de helft tot om <strong>en</strong> bij de<br />
70% als (heel) belangrijk aangevinkt. Het betreft items die verwijz<strong>en</strong> naar zog<strong>en</strong>aamde kwaliteitsvereist<strong>en</strong><br />
of randvoorwaard<strong>en</strong> (cf. veilige activiteit<strong>en</strong>, gebouw<strong>en</strong> die in orde zijn), maar ook items die verwijz<strong>en</strong> naar<br />
e<strong>en</strong> uitbreiding van de leef- <strong>en</strong> ontwikkelingscontext van de kinder<strong>en</strong> (cf. dat hun kind dan e<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong><br />
komt, dat hun kind in contact komt met kinder<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>).<br />
<strong>Ouders</strong> van niet-deelnemers hebb<strong>en</strong> hogere verwachting<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de vlakk<strong>en</strong> (p
zijn ouders voor dit item sterker onbeslist. De veiligheid van activiteit<strong>en</strong> wordt over alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong><br />
belangrijk geacht, maar wordt door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking significant sterker<br />
uitgesprok<strong>en</strong> (p
Dat het kind er tot rust komt, wordt in de deelnamegroep<strong>en</strong> door om <strong>en</strong> bij vier van de ti<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
als (heel) belangrijk aangegev<strong>en</strong> (40.1% deelname jaar, 42.4% deelname vakantie). <strong>Ouders</strong> uit de groep<br />
niet-deelname vind<strong>en</strong> dit aanzi<strong>en</strong>lijk belangrijker (62.6%). Tot rust kom<strong>en</strong> is in alle parallelversies<br />
meer van tel bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond. In de parallelversies deelname jaar <strong>en</strong><br />
deelname vakantie zijn de verschill<strong>en</strong> naargelang van de kansarmoedeachtergrond ook significant (jaar:<br />
p
ij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking. De globale 69.7%<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die dit item (heel) belangrijk scor<strong>en</strong> in vakantiewerking<strong>en</strong>, splitst zich uit naar 73.5% van<br />
de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> overstaan van 58.5% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel verschil is echter significant.<br />
Tot slot besprek<strong>en</strong> we het item dat de sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong> voor de ouders zélf in het vizier<br />
br<strong>en</strong>gt. De ‘ontmoetingsfunctie’ blijkt vooral voor ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond belangrijk <strong>en</strong> dan<br />
vooral in de groep niet-deelname (p
10.4<br />
Tabel 32: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar deelname (% ouders dat het item (heel) belangrijk vindt)<br />
E<strong>en</strong> begeleider … NIET DEELNAME DEELNAME<br />
JAAR EN VAKANTIE<br />
N % N %<br />
moet goed met andere begeleiders kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> 179 95.0 602 96.7<br />
houdt rek<strong>en</strong>ing met mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> 182 98.4 601 98.3<br />
is str<strong>en</strong>g 178 35.3 602 36.6<br />
kan leuke activiteit<strong>en</strong> verzinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong> 181 96.1 601 98.2<br />
heeft e<strong>en</strong> begeleiderscursus gevolgd 183 75.9 601 79.9<br />
weet hoe met moeilijke situaties om te gaan 183 96.2 600 96.0<br />
ziet mete<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> kind er niet bij hoort 180 91.7 597 92.6<br />
voelt perfect aan wanneer e<strong>en</strong> kind aandacht nodig heeft 180 92.2 597 89.6<br />
moet op e<strong>en</strong> respectvolle <strong>en</strong> discrete manier omgaan met<br />
e<strong>en</strong> melding over problem<strong>en</strong><br />
181 93.4 596 93.3<br />
is ouder dan 21 180 30.5 601 15.9 *<br />
is iemand waar mijn kind bij terecht kan met vrag<strong>en</strong> 181 63.6 593 52.9 *<br />
moet ingrijp<strong>en</strong> wanneer 2 led<strong>en</strong> met elkaar kuss<strong>en</strong> 177 36.8 589 33.2<br />
Andere 21 47.6 70 74.3<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
kinder<strong>en</strong>. Daarteg<strong>en</strong>over staat dat toch ook 31% van de ouders van niet-deelnemers er weinig tot ge<strong>en</strong><br />
belang aan hecht dat e<strong>en</strong> begeleider ouder is dan 21 jaar. Ook de rol van e<strong>en</strong> begeleider als aanspreekpunt<br />
(cf. e<strong>en</strong> begeleider is iemand bij wie mijn kind terecht kan voor vrag<strong>en</strong>) wordt sterker gevalideerd door<br />
ouders van niet-deelnemers (p
E<strong>en</strong> goed contact ouders-begeleiders, meer specifiek de op<strong>en</strong>heid van begeleiders naar ouders toe, vind<strong>en</strong><br />
ouders belangrijk. Ruim twee derde (69.7%) van de ouders vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider ouders<br />
informeert over hoe het kind het stelt in de groep (cf. e<strong>en</strong> begeleider geeft ons info hoe het kind is in<br />
groep, ook als zich ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>). Vooruitlop<strong>en</strong>d op inspraak, vindt e<strong>en</strong> gelijkaardig aandeel<br />
ouders (63%) het ook belangrijk dat ev<strong>en</strong>tuele klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong> gehoord word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de begeleider<br />
de werking daarnaar aanpast.<br />
<strong>Ouders</strong> sprek<strong>en</strong> zich minder uitgesprok<strong>en</strong> uit over het belang dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong><br />
met de thuissituatie. Toch vindt 39.8% van de ouders dat wel belangrijk. Bijna e<strong>en</strong> derde van de ouders<br />
(28.3%) wil ook dat begeleiders op huisbezoek kom<strong>en</strong>. Tot slot k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> vijfde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (19.1%)<br />
de begeleider e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de taak toe of vindt althans dat de begeleider moet doorverwijz<strong>en</strong> naar<br />
hulp (cf. e<strong>en</strong> begeleider zoekt mee naar hulp wanneer het thuis wat moeilijker gaat).<br />
PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />
Zowel kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 26), migratieachtergrond (zie Bijlage 27), <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
(zie Bijlage 28) zijn structurer<strong>en</strong>d voor het belang dat ouders hecht<strong>en</strong> aan bepaalde begeleidersaspect<strong>en</strong><br />
of -k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Om <strong>en</strong> bij de 36% van de ouders (35.3% niet-deelname, 36.6% deelname) vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider<br />
str<strong>en</strong>g is. In de deelnamegroep is er e<strong>en</strong> significant verband met migratie- (p
Uit de face-to-facebevraging<strong>en</strong> blijkt str<strong>en</strong>g zijn ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> relatief begrip. Veel ouders hecht<strong>en</strong> vooral<br />
belang aan ‘discipline <strong>en</strong> regels respecter<strong>en</strong>’. Str<strong>en</strong>g zijn verwijst met andere woord<strong>en</strong> niet naar fysieke <strong>en</strong><br />
harde straff<strong>en</strong>.<br />
De meerderheid van de ouders (52.9% van de deelnamegroep tot 63.6% van de niet-deelnamegroep) vindt<br />
het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider e<strong>en</strong> aanspreekpunt is voor het kind (cf. e<strong>en</strong> begeleider is iemand waar<br />
mijn kind bij terecht kan met vrag<strong>en</strong>). In de niet-deelnamegroep verschill<strong>en</strong> de antwoordscores naargelang<br />
van de migratieachtergrond (p
In alle leeftijdsgroep<strong>en</strong> vindt e<strong>en</strong> groot aandeel ouders (69.7%) het e<strong>en</strong> belangrijk k<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong><br />
begeleider dat hij h<strong>en</strong> op de hoogte br<strong>en</strong>gt van hoe het kind in groep is. Dat is vooral meer uitgesprok<strong>en</strong><br />
bij ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongere leeftijdsgroep<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat vooral in de groep vier- tot zesjarig<strong>en</strong><br />
(p
E<strong>en</strong> goedkope kostprijs wordt vaker als belangrijk aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond,<br />
ouders met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Dit item speelt tev<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> sterkere rol bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
migratieachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> ook uitdrukkelijker belang aan<br />
e<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>match.<br />
Met betrekking tot diversiteit is het opvall<strong>en</strong>d dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond meer belang<br />
hecht<strong>en</strong> aan het in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diversiteit aan achtergrond<strong>en</strong>, maar minder aan het<br />
gebruik van de thuistaal in de organisatie (door andere kinder<strong>en</strong> in de organisatie of door e<strong>en</strong> begeleider).<br />
Wat verwacht<strong>en</strong> ouders van <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders?<br />
Wat ouders van e<strong>en</strong> begeleider verwacht<strong>en</strong>, blijkt vooral terug te voer<strong>en</strong> op elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die verwijz<strong>en</strong><br />
naar de omgang met het kind (bv. wet<strong>en</strong> hoe met moeilijke situaties om te gaan, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>). Ook de opleiding van e<strong>en</strong> begeleider (cf. e<strong>en</strong> cursus hebb<strong>en</strong> gevolgd) vind<strong>en</strong><br />
ouders belangrijk (sterker uitgesprok<strong>en</strong> bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond). Minder van<br />
belang voor ouders is bijvoorbeeld de leeftijd van e<strong>en</strong> begeleider. Over de vraag of e<strong>en</strong> begeleider str<strong>en</strong>g<br />
moet zijn, gev<strong>en</strong> ouders ge<strong>en</strong> duidelijke richting van antwoord.<br />
In relatie tot de ouders zelf waarder<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> goed contact tuss<strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> begeleider.<br />
Onder andere items die verwijz<strong>en</strong> naar de op<strong>en</strong>heid van begeleiders naar ouders toe (cf. informatie gev<strong>en</strong><br />
over kind, werking aanpass<strong>en</strong> aan klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong>), vind<strong>en</strong> ouders belangrijk. Dat geldt vooral<br />
voor ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongere leeftijdsgroep. <strong>Ouders</strong> zijn minder e<strong>en</strong>duidig, maar niettemin<br />
aanzi<strong>en</strong>lijk uitgesprok<strong>en</strong> over het belang om op huisbezoek te kom<strong>en</strong>, de hulpzoek<strong>en</strong>de taak of het<br />
rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de thuissituatie.<br />
Zowel naar migratieachtergrond, kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn er verschill<strong>en</strong><br />
in het belang dat ouders aan e<strong>en</strong> bepaald(e) begeleidersk<strong>en</strong>merk of –houding hecht<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong><br />
migratie- of kansarmoedeachtergrond hecht<strong>en</strong> meer belang aan str<strong>en</strong>g zijn, aan ingrijp<strong>en</strong> in relatievorming<br />
<strong>en</strong> mee zoek<strong>en</strong> naar hulp. Voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond <strong>en</strong> voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> is het daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider e<strong>en</strong> aanspreekpunt is bij vrag<strong>en</strong>. Ze<br />
hecht<strong>en</strong> ook meer uitgesprok<strong>en</strong> belang aan de (al dan niet volwass<strong>en</strong>) leeftijd van de begeleider.<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />
Uit de analyse van de vrag<strong>en</strong>lijstgegev<strong>en</strong>s valt op dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kindgerichte focus belangrijk<br />
vind<strong>en</strong>, waarbij het welbevind<strong>en</strong> van het kind primeert. Dit blijkt ook bepal<strong>en</strong>d voor de ouderlijke<br />
tevred<strong>en</strong>heid, zo blijkt uit de interviews. Als ouders zi<strong>en</strong> dat hun kinder<strong>en</strong> iets graag do<strong>en</strong>, dan zijn ze<br />
daarover tevred<strong>en</strong>.<br />
“Ik d<strong>en</strong>k het is afgestemd op mijn w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> nod<strong>en</strong>, in die zin dat dat kind daarmee gelukkig is.“<br />
(e<strong>en</strong> ouder)<br />
89
Hieronder belicht<strong>en</strong> we nog <strong>en</strong>kele specifieke discussiepunt<strong>en</strong>.<br />
Creëert e<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>d aanbod hogere verwachting<strong>en</strong>?<br />
Opvall<strong>en</strong>d is e<strong>en</strong> hogere score bij ouders van niet-deelnemers <strong>en</strong> ouders van deelnemers aan<br />
e<strong>en</strong> vakantiewerking in term<strong>en</strong> van aanbodgerelateerde aspect<strong>en</strong> (bv. de gebouw<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> meer<br />
consum<strong>en</strong>tgerichte insteek bij deze oudergroep<strong>en</strong> (cf. ‘waar voor geld’) kan e<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong>. In dat<br />
licht stelt e<strong>en</strong> ouder uit de face-to-facebevraging:<br />
“Ik d<strong>en</strong>k dat ge bij de scouts niet zoveel kunt verwacht<strong>en</strong>. Het is niet de bedoeling dat ze daar het<br />
chicste van het chicste hebb<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Jeugdwerk als veilige hav<strong>en</strong>?<br />
Dat het kind tot rust komt, wordt opvall<strong>en</strong>d sterker door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep met kansarmoedeachtergrond<br />
aangegev<strong>en</strong>. Mogelijks speelt e<strong>en</strong> interpretatieverschil. Het item kan zowel begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als ‘minder<br />
actief zijn’, maar ook als ‘gemoedsrust vind<strong>en</strong>’. Is <strong>jeugdwerk</strong> net voor deze groep e<strong>en</strong> veilige hav<strong>en</strong>, weg<br />
van alle zorg<strong>en</strong> thuis?<br />
“Mijn kinder<strong>en</strong> do<strong>en</strong> hier aan mee omdat de kamp<strong>en</strong> gericht zijn op kinder<strong>en</strong> die in armoede lev<strong>en</strong>.<br />
Ze do<strong>en</strong> er alles aan dat de meisjes gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> week alle problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze<br />
word<strong>en</strong> ook verw<strong>en</strong>d.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Het valt over al de data overig<strong>en</strong>s op dat de kansarme allochtone groep ouders iets uitgesprok<strong>en</strong>er is <strong>en</strong><br />
dat de niet-kansarme, autochtone groep vaker neutraal scoort. Verschill<strong>en</strong>de verklaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daarin<br />
meespel<strong>en</strong>. Heeft e<strong>en</strong> kansarme, allochtone groep ouders sterkere nod<strong>en</strong> doordat <strong>jeugdwerk</strong> doorgaans<br />
beter aansluit bij e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassepubliek? Zijn autochtone ouders ‘voorzichtiger’? E<strong>en</strong> andere, mogelijke<br />
verklaring is dat de groep ouders met migratie- <strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond in grotere mate face to face<br />
bevraagd werd. In e<strong>en</strong> mondelinge afname is er ruimte voor discussie <strong>en</strong> nuancering van uitsprak<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> schriftelijke <strong>en</strong>quêtering laat dit slechts in beperkte mate toe, waardoor ouders mogelijks voor meer<br />
neutrale antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>.<br />
Jeugdwerk als plaats om te ler<strong>en</strong>?<br />
Ook de resultat<strong>en</strong> van de groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond over diversiteitsitems zijn<br />
opmerkelijk. Verhoudingsgewijs gev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond in minderheid aan dat<br />
ze het begeleidersitem ‘begeleider spreekt de taal van het kind’ belangrijk vind<strong>en</strong>. Spreekt hier sociale<br />
w<strong>en</strong>selijkheid? E<strong>en</strong> andere mogelijke verklaring is ingegev<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> positieve betrokk<strong>en</strong>heid. Uit<br />
praktijkverhal<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> we op dat voor veel ouders <strong>jeugdwerk</strong> net e<strong>en</strong> plaats is om Nederlands te ler<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de ook e<strong>en</strong> plaats ‘moet zijn’ waar zo veel mogelijk Nederlands gesprok<strong>en</strong> wordt. Het sprek<strong>en</strong><br />
van de thuistaal in de <strong>jeugdwerk</strong>ing kan dat (verder) ler<strong>en</strong> van het Nederlands belemmer<strong>en</strong>.<br />
Belang van vertrouw<strong>en</strong><br />
In relatie tot e<strong>en</strong> begeleider spring<strong>en</strong> de omgangsgerelateerde items in het oog, waaronder vooral de<br />
responsieve opstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het kind. Goed begeleid word<strong>en</strong>, zo stell<strong>en</strong> ouders uit de kwalitatieve<br />
bevraging, betek<strong>en</strong>t vooral dat de begeleiding verantwoordelijkheid opneemt teg<strong>en</strong>over de kinder<strong>en</strong>. In<br />
dat kader uit<strong>en</strong> ouders hun zorg<strong>en</strong> over de veiligheid.<br />
90
“Ne<strong>en</strong>, ze mog<strong>en</strong> niet gaan van mij. Ik b<strong>en</strong> bang dat er iets met mijn kinder<strong>en</strong> gaat gebeur<strong>en</strong>.<br />
Weet je nog dat kind dat verdronk<strong>en</strong> is? Dat is nog niet zolang geled<strong>en</strong> gebeurd. Dat was in het<br />
zwembad van [stad], dat jongetje was maar neg<strong>en</strong> jaar, ev<strong>en</strong> oud als mijn tweede kind. Dat was<br />
toch ook met e<strong>en</strong> jeugdorganisatie. Ik b<strong>en</strong> toch bang dat ze niet goed oplett<strong>en</strong> op de kinder<strong>en</strong>.”<br />
(e<strong>en</strong> ouder)<br />
Dat ouders ge<strong>en</strong> controle hebb<strong>en</strong> op de relatie tuss<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun begeleiders vormt e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de<br />
zorg. Het niet goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de begeleiders vormt in deze e<strong>en</strong> struikelblok. Begeleiders k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> schept<br />
door de band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>.<br />
Daaraan gekoppeld mak<strong>en</strong> ouders zich zorg<strong>en</strong> over de leeftijd van de begeleiding. Om verantwoordelijk<br />
te zijn voor kinder<strong>en</strong>, is de leeftijd van veel begeleiding (16 à 17 jaar) voor heel wat ouders te jong. Dat<br />
laat zich voel<strong>en</strong> in de ouder-kindrelatie: kinder<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> GSM mee zodat, als er iets zou<br />
gebeur<strong>en</strong>, de ouders gebeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Inzake de leeftijd van de begeleiders merk<strong>en</strong> we op dat veel<br />
begeleiders de jeugdorganisatie rond 21 jaar het <strong>jeugdwerk</strong> verlat<strong>en</strong>. Vanuit die optiek verrast het niet<br />
dat het item ‘e<strong>en</strong> begeleider is ouder dan 21’ veel ambiguïteit oproept. De data over de vraag naar oudere<br />
begeleiders zijn in dat licht mogelijks betek<strong>en</strong>isvoller.<br />
Hebb<strong>en</strong> begeleiders nood aan opleiding?<br />
Uit de surveydata blijkt dat ouders hoge verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van begeleiders. Omgaan<br />
met moeilijke situaties scoort bijvoorbeeld erg hoog (tot 96% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Begeleider zijn,<br />
houdt het opnem<strong>en</strong> van verantwoordelijkheid in. De bevraging bij jeugdactor<strong>en</strong> geeft in dat verband e<strong>en</strong><br />
aantal aandachtspunt<strong>en</strong> aan. Aansprakelijkheid maakt dat begeleiders bewust omgaan met leiderschap.<br />
Tegelijk wijz<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuners op e<strong>en</strong> gevaar van ‘over’professionalisering <strong>en</strong> de creatie van e<strong>en</strong><br />
angstcultuur.<br />
91
“Monitor<strong>en</strong> zijn vrijwilligers. Kritiek wordt niet gemakkelijk aanvaard. (…) Je ziet dat ook in de<br />
vrag<strong>en</strong> van monitor<strong>en</strong> over verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort: ‘Als je e<strong>en</strong> keer verkeerd zou handel<strong>en</strong>, wat<br />
zijn dan de consequ<strong>en</strong>ties voor mij?’. Zak<strong>en</strong> waar ze vroeger niet wakker van lag<strong>en</strong>, dat speelt nu<br />
wat meer op.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
“Als we blijv<strong>en</strong> op die ondersteuning inzett<strong>en</strong>, aan al die verschill<strong>en</strong>de thema’s iets do<strong>en</strong>, dan blijft<br />
er op de duur niet veel meer over voor jonger<strong>en</strong> om daar zelf hun draai nog aan te gev<strong>en</strong>. Je merkt<br />
ook, dat merk ik zelf, dat jonger<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> die kaders niet meer durv<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dat vind ik wel e<strong>en</strong><br />
moeilijkheid.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
We kunn<strong>en</strong> de vraag stell<strong>en</strong> of begeleiders aan de verwachting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de<br />
ondersteuning vrag<strong>en</strong>. Aangaande de vraag naar meer ondersteuning, signaleerd<strong>en</strong> begeleiders ‘straff<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> belon<strong>en</strong>’ als het moeilijkste thema.<br />
En de relatie tot de thuissituatie?<br />
In de kwantitatieve bevraging nam<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> op over de begeleidershouding <strong>en</strong> -k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in<br />
relatie tot het gezin. Tot 40% van de ouders vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing houdt met de<br />
thuissituatie. De kwalitatieve jeugdactordata (o.a. de bevraging van vrijwillige <strong>en</strong> professionele begeleiders)<br />
br<strong>en</strong>gt ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig beeld aan de oppervlakte. Sommige jeugdbegeleiders vind<strong>en</strong> het belangrijk om de<br />
gezinssituatie te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om zo bij ev<strong>en</strong>tuele problem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>d oor te bied<strong>en</strong> of ouders te kunn<strong>en</strong><br />
bijstaan. Specifiek in relatie tot kansarmoede kan op de hoogte zijn van de gezinssituatie de drempel<br />
om over armoede te prat<strong>en</strong>, verlag<strong>en</strong>. Tegelijk gev<strong>en</strong> ze aan dat dit nog e<strong>en</strong> struikelblok vormt. Veel<br />
jeugdbegeleiders wet<strong>en</strong> vaak niet hoe het er in de gezinssituatie aan toe gaat. Jeugdwerkondersteuners<br />
b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dan dat dit ook ondersteuning van de begeleiders vraagt.<br />
“Wat wij wel merk<strong>en</strong> is dat ouders die in e<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare situatie zitt<strong>en</strong>, dat<br />
inderdaad dat vertrouw<strong>en</strong> van die ouders, dat dat over het algeme<strong>en</strong> voor veel leiding moeilijk is.<br />
Voor de draagkracht van e<strong>en</strong> 18-, 19- jarige om daarmee om te gaan, ze moet<strong>en</strong> dan al sterk in hun<br />
scho<strong>en</strong><strong>en</strong> staan om er niet zelf onder door te gaan.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
Enkele ondersteuners b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat ze bewust de begeleiders niet op de hoogte stell<strong>en</strong> van de situatie<br />
van het kind. Dat laat h<strong>en</strong> immers beter toe om ‘onbevang<strong>en</strong>’ met het kind om te gaan.<br />
“Als wij op kamp<strong>en</strong> meeging<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, met kwetsbare kinder<strong>en</strong>, dan stond<strong>en</strong> we er expliciet<br />
voor dat de leiding niet wist wat dat de achtergrond van het kind was, juist om niet met<br />
vooroordel<strong>en</strong>, om heel onbevang<strong>en</strong> naar dat kind toe te stapp<strong>en</strong>. De hoofdleiding wist wel van<br />
die achtergrond, maar de leiding kon gewoon, van de eerste indruk van dat kind vertrekk<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
“Ook sommige ouders do<strong>en</strong> dat soms met die doelstelling, dat ge soms d<strong>en</strong>kt van die heeft ons<br />
niet geïnformeerd, maar als ge dan achteraf met h<strong>en</strong> spreekt dan hoort ge van ‘Ja, ik wil dat mijn<br />
kind zich ook e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer gewoon voelt.’” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
In dat licht word<strong>en</strong> huisbezoek<strong>en</strong> in sommige werking<strong>en</strong> bewust niet toegepast.<br />
92
93
9 BETROKKENHEID VAN OUDERS BIJ HET JEUGDWERK<br />
In dit hoofdstuk focuss<strong>en</strong> we op de houding van ouders teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid in het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Welke plaats k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders zichzelf toe in het <strong>jeugdwerk</strong>? Waarom will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet<br />
betrokk<strong>en</strong> zijn? Op welke vlakk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet betrokk<strong>en</strong> zijn?<br />
“Ik heb zoiets van, zij pakk<strong>en</strong> de keuze om de gast<strong>en</strong> te begeleid<strong>en</strong>, dus moet<strong>en</strong> wij niet te veel<br />
inspraak nem<strong>en</strong> in je moet dat do<strong>en</strong>, je moet dat do<strong>en</strong> <strong>en</strong> je moet dat do<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />
Zoals in het literatuuroverzicht toegelicht, k<strong>en</strong>t ouderbetrokk<strong>en</strong>heid verschill<strong>en</strong>de gradaties. In de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst volgd<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de graduele indeling: van ‘informatie krijg<strong>en</strong>’ over ‘het kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong><br />
van de eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing’ tot ‘effectief meebesliss<strong>en</strong>’. We peild<strong>en</strong> ook naar de waardering van ouders bij de<br />
opname van e<strong>en</strong> actieve rol in de organisatie (bv. meehelp<strong>en</strong> of het gev<strong>en</strong> van informatie aan begeleiders).<br />
“Dit is de speelomgeving van mijn kind <strong>en</strong> zijn leiding. Ik wil mij daar niet tuss<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Ik kom<br />
<strong>en</strong>kel op vraag van de leiding e<strong>en</strong> handje help<strong>en</strong> maar wil mij daar niet mee moei<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
De ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid zijn opvall<strong>en</strong>d lager dan de verwachting<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> de begeleiders (zie vorig hoofdstuk). Er is sprake van e<strong>en</strong> grote<br />
onbeslistheid. Over alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong> is voor al de items 20% of meer ouders niet uitgesprok<strong>en</strong>: ze vind<strong>en</strong><br />
dat niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk.<br />
94
10.4<br />
Het globale verwachtingspatroon inzake betrokk<strong>en</strong>heid loopt gelijk over al de parallelversies. Zo word<strong>en</strong> de<br />
hoogste scores voor ouders van niet-deelnemers <strong>en</strong> ouders van deelnemers voor dezelfde items opgetek<strong>en</strong>d.<br />
Het belang dat ouders aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid hecht<strong>en</strong>, is echter niet voor alle groep<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> hoog. Bij de<br />
ouders van deelnemers zijn de verwachting<strong>en</strong> minder sterk uitgesprok<strong>en</strong> (zie Tabel 34).<br />
Tabel 34: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />
NIET DEELNAME<br />
DEELNAME<br />
JAAR<br />
DEELNAME<br />
VAKANTIE<br />
dat ik informatie krijg over de keuzes die<br />
de organisatie maakt<br />
N % N % N %<br />
179 64.2 395 49.1 503 56.7 *a<br />
dat ik mijn m<strong>en</strong>ing kan vertell<strong>en</strong> 174 54.0 392 43.4 499 30.7 *b<br />
dat ik mee kan besliss<strong>en</strong> 173 24.9 397 13.4 499 6.2<br />
dat ik zelf aanwezig b<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />
activiteit<strong>en</strong><br />
173 6.4 393 5.3 501 2.0 *a<br />
dat ik mee kan help<strong>en</strong> 173 50.9 389 47.1 500 16.6 *bc<br />
dat ik de begeleiders van mijn kind goed<br />
k<strong>en</strong><br />
dat ik voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing houd of mijn<br />
kind het goed vindt dat ik betrokk<strong>en</strong> b<strong>en</strong><br />
dat ik de begeleiders voldo<strong>en</strong>de op de<br />
hoogte stel van bijzondere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van mijn kind (bv. eetvoorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.)<br />
176 62.0 384 52.6 501 20.8 *abc<br />
160 55.6 369 80.5 495 64.4<br />
176 89.2 380 92.3 501 89.6<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
ouders met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vakantiewerking. Opvall<strong>en</strong>d is het laag perc<strong>en</strong>tage bereidheid tot meehelp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> meebesliss<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> vakantiewerking (meehelp<strong>en</strong>: 16.6%, meebesliss<strong>en</strong>: 6.2%). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in<br />
e<strong>en</strong> jaarwerking zijn vooral onbeslist over deze items. Dat neemt niet weg dat toch 13% van de ouders met<br />
e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking meebesliss<strong>en</strong> belangrijk vindt.<br />
Het eerder beperkt onderschrijv<strong>en</strong> van het belang van betrokk<strong>en</strong>heid door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />
vakantiewerking weerspiegelt zich in de lage scores van deze oudergroep inzake het belang van het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
van de begeleiders (20.8%). Ter vergelijking: iets meer dan de helft van de ouders uit de jaarwerkingsgroep<br />
(52.6%) vindt dit e<strong>en</strong> belangrijk item. In vakantiewerking<strong>en</strong> scoort de helft van de ouders dit als niet<br />
belangrijk. Dat zet zich ev<strong>en</strong>wel niet door in het belang dat ze aan communicatie hecht<strong>en</strong>. Zowel in de<br />
groep deelname jaar als deelname vakantie vindt de overgrote meerderheid van de ouders het belangrijk<br />
om zelf de begeleiders in te licht<strong>en</strong> over hun kind (92.3% deelname jaar, 89.6% deelname vakantie).<br />
PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />
Merk<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verschil naargelang van de verschill<strong>en</strong>de ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>? Voor elk van de vier<br />
groepsverdeling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>: zie Bijlage 33 voor leeftijd, Bijlage 34 voor kansarmoedeachtergrond,<br />
Bijlage 35 voor migratieachtergrond <strong>en</strong> Bijlage 36 voor het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />
Met betrekking tot inspraak hecht<strong>en</strong> ouders vooral belang aan informatie krijg<strong>en</strong> over de keuzes van de<br />
organisatie. Het aandeel ouders dat dit item als (heel) belangrijk opgeeft, varieert van minimum 49.1% in de<br />
groep deelname jaar tot maximum 64.2% in de groep niet-deelname. In de drie parallelversies zijn ouders<br />
met kinder<strong>en</strong> van vier tot zes jaar het meest e<strong>en</strong>duidig uitgesprok<strong>en</strong> (p
E<strong>en</strong> gelijkaardig patroon doet zich voor bij kansarmoedeachtergrond. De beperkte score in de groep<br />
deelname jaar geldt vooral voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder kansarmoedeachtergrond. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
kansarmoedeachtergrond van wie het kind deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dit sterker: 18.9%<br />
met kansarmoedeachtergrond, 2.7% zonder kansarmoedeachtergrond. Dit verschil geldt ook in de nietdeelnamegroep,<br />
zij het minder sterk uitgesprok<strong>en</strong>.<br />
Splits<strong>en</strong> we de algem<strong>en</strong>e scoreverdeling uit naar het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, dan scor<strong>en</strong> in alle parallelversies,<br />
uitgezonderd de groep deelname vakantie, vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> dat<br />
aanwezig zijn in meerdere mate (heel) belangrijk is (niet-deelname p
10.4<br />
kind deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, vind<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong>ervaring het vaker belangrijk mee<br />
te help<strong>en</strong>: 49.9% met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 44.3% zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. In de groep<br />
deelname vakantie is het net omgekeerd: 15% van de ouders met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 19.4%<br />
van de ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het belangrijk mee te help<strong>en</strong>.<br />
Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid<br />
De analyses gev<strong>en</strong> aan dat zowel ouders met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> jaarwerking als in e<strong>en</strong> vakantiewerking<br />
overweg<strong>en</strong>d niet actief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn in term<strong>en</strong> van meehelp<strong>en</strong> of aanwezig zijn bij de<br />
<strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Bij de deelnamegroep werd bijkom<strong>en</strong>d gepeild naar de motiev<strong>en</strong> die deze<br />
beslissing stur<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> hiervoor kiez<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> reeks van ti<strong>en</strong> items (zie Tabel 35). De<br />
antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> weerspiegel<strong>en</strong> diverse instek<strong>en</strong>, namelijk (extern) functioneel, sociaal, persoonlijke<br />
ontwikkeling, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>, ethisch-democratisch <strong>en</strong> praktisch-organisatorisch. Daarnaast nam<strong>en</strong> we<br />
ook de rol van het kind, als mediator in het participatieproces, mee op.<br />
“Dat hoeft niet voor mij omdat ze goed bezig zijn <strong>en</strong> ik er het nut niet van inzie om me te moei<strong>en</strong><br />
met hun werking.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
De meeste motiev<strong>en</strong> om niet actief betrokk<strong>en</strong> te zijn in de werking, lop<strong>en</strong> voor de ouders met e<strong>en</strong> kind<br />
in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking parallel. E<strong>en</strong> viertal motiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
naargelang van het werkingstype (vakantie versus jaar) sterker aangegev<strong>en</strong> (zie Tabel 35).<br />
Tabel 35: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet aanwezig zijn naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Ik vind aanwezig zijn niet zo belangrijk omdat … DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
ik me niet wil moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van mijn kind 60.9 51.7<br />
ik het moeilijk vind aanwezig te zijn, omdat de cultuur<br />
verschilt van de cultuur bij me thuis<br />
0.0 0.2<br />
mijn kind niet wil dat ik aanwezig b<strong>en</strong> 4.1 5.1<br />
ik niet goed Nederlands spreek <strong>en</strong> niet durf 0.0 0.1<br />
er al g<strong>en</strong>oeg andere ouders aanwezig zijn 1.8 1.1<br />
ik niet vind dat er volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij<br />
organisaties voor jeugd<br />
23.1 16.4<br />
ik te weinig tijd heb 13.3 23.0<br />
ik niet wist dat ze ouders daarvoor kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> 5.9 14.4 *<br />
ze het me niet gevraagd hebb<strong>en</strong> 16.0 17.0<br />
Andere 23.7 23.2<br />
Totaal N 338 452<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
10.4<br />
De meest frequ<strong>en</strong>t gerapporteerde red<strong>en</strong> die ouders opgev<strong>en</strong> voor het niet aanwezig hoev<strong>en</strong> te zijn (zie Tabel<br />
35) of niet mee te help<strong>en</strong> (zie Tabel 36), is dat ze zich niet will<strong>en</strong> bemoei<strong>en</strong> met de vrije tijd van hun kind<br />
(niet aanwezig zijn: 51.7% jaarwerking tot 60.9% vakantiewerking, niet meehelp<strong>en</strong>: 39.4% vakantiewerking<br />
tot 41.8% jaarwerking). E<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel (telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 20%) geeft nog e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> op,<br />
zoals: omdat het <strong>en</strong>kel opvang is, omdat de ouders zichzelf vooral ‘klant’ voel<strong>en</strong>, de ouders de organisatie<br />
voldo<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong>, de ouder bevreesd is om als ‘opdringerige’ ouder te word<strong>en</strong> bestempeld, omdat het<br />
gewoon niet nodig is in de organisatie, omdat de organisatie professioneel g<strong>en</strong>oeg is.<br />
Tabel 36: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet meehelp<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Ik vind meehelp<strong>en</strong> niet zo belangrijk omdat … DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
ik me niet wil moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van mijn kind 41.8 39.4<br />
ik het moeilijk vind aanwezig te zijn, omdat de cultuur<br />
verschilt van de cultuur bij me thuis<br />
0.0 0.3<br />
mijn kind niet wil dat ik aanwezig b<strong>en</strong> 0.0 5.0<br />
ik niet goed Nederlands spreek <strong>en</strong> niet durf 0.0 0.0<br />
er al g<strong>en</strong>oeg andere ouders aanwezig zijn 0.0 1.0<br />
ik niet vind dat er volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij<br />
organisaties voor jeugd<br />
20.9 14.2<br />
ik te weinig tijd heb 29.9 30.1<br />
ik niet wist dat ze ouders daarvoor kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> 7.5 18.5 *<br />
ze het me niet gevraagd hebb<strong>en</strong> 20.9 21.9<br />
Andere 26.9 21.2<br />
Totaal N 67 302<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking do<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong> voor naargelang van de migratieachtergrond,<br />
de kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Parallel hieraan differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
ook de mate waarin bepaalde red<strong>en</strong><strong>en</strong> sterker naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (zie Bijlage 37, Bijlage 41 voor leeftijd; zie<br />
Bijlage 38, Bijlage 42 voor kansarmoedeachtergrond; zie Bijlage 40, Bijlage 44 voor het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>).<br />
Dat het kind niet wil dat de ouder aanwezig is of meehelpt, wordt door e<strong>en</strong> beperkt aantal ouders<br />
opgegev<strong>en</strong> (telk<strong>en</strong>s 5% van de ouders uit de groep deelname vakantie). De absolute aantall<strong>en</strong> zijn te klein<br />
voor betrouwbare uitsprak<strong>en</strong>, maar er zijn indicaties dat dit aspect sterker doorweegt bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
met kansarmoedeachtergrond. In de groep ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking wordt dit item door<br />
16% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond opgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> door 3.7% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
zonder kansarmoedeachtergrond.<br />
Er is wel e<strong>en</strong> significant verschil naar leeftijd (niet aanwezig zijn: p
10.4<br />
geeft 7.5% dat als red<strong>en</strong> op om niet mee te help<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn<br />
sterker uitgesprok<strong>en</strong> (27.3% teg<strong>en</strong>over 4% ouders met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>). Deze bevinding<strong>en</strong> zijn<br />
louter indicatief. De responsgraad voor deze vraag is te beperkt om daar betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> over te<br />
do<strong>en</strong>.<br />
Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: thema’s waarover ouders informatie<br />
will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong><br />
Eerder besprak<strong>en</strong> we de mate waarin ouders betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn. Ongeveer de helft van de ouders (iets<br />
sterker in de groep vakantiewerking) geeft aan geïnformeerd te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de keuzes van de<br />
organisatie. E<strong>en</strong> minderheid wil effectief meebesliss<strong>en</strong>. Op welke domein<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders inspraak?<br />
<strong>Ouders</strong> die belang hecht<strong>en</strong> aan informatie krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan meebesliss<strong>en</strong>, vroeg<strong>en</strong> we om in e<strong>en</strong> reeks<br />
van neg<strong>en</strong> items (zie Tabel 37) aan te vink<strong>en</strong> over welke aspect<strong>en</strong> ze informatie will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong><br />
meebesliss<strong>en</strong>.<br />
“Ik heb graag wat meer zicht op wat ze precies gedaan hebb<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>, want mijn kind<br />
komt soms veel vertell<strong>en</strong>, soms niets. Het zou leuk zijn mocht<strong>en</strong> we toch e<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> idee<br />
hebb<strong>en</strong> van wat ze do<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: bosspel, knutsel<strong>en</strong>, ...” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Voor de meeste items loopt de verdeling in de twee deelnamegroep<strong>en</strong> gelijk (zie Tabel 37 <strong>en</strong> Tabel 38).<br />
Tabel 37: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />
(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Waarover wilt u graag informatie krijg<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
De sam<strong>en</strong>stelling van de groep 33.3 33.3<br />
De manier van/wijze van begeleid<strong>en</strong> 43.1 43.9<br />
Het soort activiteit<strong>en</strong> 81.0 84.6<br />
De gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong> 20.6 30.5 *<br />
Regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> 71.9 68.4<br />
Kost<strong>en</strong> 55.2 59.6<br />
De organisatie van de dag 37.1 60.0 *<br />
Hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed 43.7 37.2<br />
Andere 2.6 2.5<br />
Totaal N 195 283<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
10.4<br />
Tabel 38: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />
(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />
Waarover wilt u graag informatie krijg<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
De sam<strong>en</strong>stelling van de groep 9.4 16.1<br />
De manier van/wijze van begeleid<strong>en</strong> 18.9 22.6<br />
Het soort activiteit<strong>en</strong> 25.5 25.8<br />
De gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong> 15.11 6.5<br />
Regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> 60.4 67.7<br />
Kost<strong>en</strong> 17.0 12.9<br />
De organisatie van de dag 11.1 22.6<br />
Hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed 41.5 32.3<br />
Andere 1.9 3.2<br />
Totaal N 55 31<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
is dat perc<strong>en</strong>tage lager: 28.3% voor de zev<strong>en</strong>- tot neg<strong>en</strong>jarig<strong>en</strong>, 35.8% voor de ti<strong>en</strong>- tot twaalfjarig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
25% voor de groep twaalf plus. In de groep deelname jaar is deze nood sterker uitgesprok<strong>en</strong> bij ouders<br />
met erg jonge kinder<strong>en</strong> (p
10.4<br />
Tabel 39: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar deelname (% ouders dat dit item wil do<strong>en</strong>)<br />
Ik wil ... DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
N % N %<br />
meehelp<strong>en</strong> bij activiteit<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de dagdagelijkse werking 355 21.4 466 20.1<br />
activiteit<strong>en</strong> help<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> bij geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> 368 76.6 471 45.2 *<br />
meegaan op uitstap 368 87.8 470 51.1 *<br />
klusjes do<strong>en</strong> 356 59.8 459 28.2 *<br />
website onderhoud<strong>en</strong> 337 15.4 447 8.9 *<br />
Andere 43 32.6 91 5.5 *<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
zich iets positiever uit over die mogelijke bijdrage. Dat is het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking. In deze groep uit 32.5% van de groep ouders met kansarmoedeachtergrond<br />
bereidheid, teg<strong>en</strong>over 20.9% van de ouders zonder kansarmoedeachtergrond. In de groep deelname<br />
vakantie ligg<strong>en</strong> die perc<strong>en</strong>tages iets lager, namelijk 26.9% met kansarmoedeachtergrond teg<strong>en</strong>over 19.5%<br />
zonder kansarmoedeachtergrond.<br />
Formele of informele betrokk<strong>en</strong>heid?<br />
“Ik k<strong>en</strong> de werking. Er zijn twee thuisbezoek<strong>en</strong> per jaar: bij de inschrijving <strong>en</strong> voor het kamp. Dan<br />
kan er voldo<strong>en</strong>de gepraat word<strong>en</strong>. De leiding <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> begeleider kunn<strong>en</strong> altijd gecontacteerd<br />
word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Hoe int<strong>en</strong>sief will<strong>en</strong> ouders betrokk<strong>en</strong> zijn? Kan het werk<strong>en</strong> aan de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong>ing informeel<br />
of kan die ook geformaliseerd word<strong>en</strong>? In de vrag<strong>en</strong>lijst voor de jaar- <strong>en</strong> de vakantiewerking werd gevraagd<br />
naar speciale ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> om over de werking te prat<strong>en</strong>. We bevroeg<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing van ouders op<br />
drie niveaus: (1) wet<strong>en</strong> ze dat dit in de organisatie gebeurt, (2) nem<strong>en</strong> ze eraan deel <strong>en</strong> (3) will<strong>en</strong> ze dit in<br />
de toekomst (blijv<strong>en</strong>) do<strong>en</strong>?<br />
16% van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> 27% van de ouders met e<strong>en</strong> kind dat gebruik maakt<br />
van e<strong>en</strong> vakantiewerking wet<strong>en</strong> niet of er in de organisatie speciale bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> voor ouders zijn (zie<br />
Tabel 40).<br />
105
Tabel 40: Organisatie van ouderavond<strong>en</strong> naar deelname (%)<br />
Zijn er in de organisatie ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />
Nee 50.4 52.9<br />
Ja 33.7 20.5<br />
Ik weet het niet 15.9 26.6<br />
Totaal % 100 100<br />
Totaal N 383 497<br />
Verband k<strong>en</strong>nis ouderavond<strong>en</strong>/deelname: p
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d<br />
Welke plaats k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders zichzelf toe in het <strong>jeugdwerk</strong>? Will<strong>en</strong> ouders actief betrokk<strong>en</strong> zijn? Waarom<br />
will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet betrokk<strong>en</strong> zijn? Op welke vlakk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet<br />
betrokk<strong>en</strong> zijn?<br />
Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />
<strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> niet zozeer meebesliss<strong>en</strong>, maar wel hun m<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie krijg<strong>en</strong><br />
over de keuzes die de organisatie maakt. Vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> maar ook<br />
ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> daar belang aan. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong> in de<br />
oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn daarin wat gematigder, wat<br />
meer verdeeld.<br />
<strong>Ouders</strong> zijn bereid e<strong>en</strong> actieve rol op te nem<strong>en</strong> in de organisatie (cf. meehelp<strong>en</strong>), maar aanwezig<br />
zijn tijd<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong> hoeft niet. Dat geldt vooral voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder zonder migratieof<br />
kansarmoedeachtergrond. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratie- of kansarmoedeachtergrond gev<strong>en</strong><br />
daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> sterker aan aanwezig te will<strong>en</strong> zijn. Zij scor<strong>en</strong> ook sterker op het belang van meebesliss<strong>en</strong>. Ook<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> beklemton<strong>en</strong> het belang om aanwezig te zijn. Ze rapporter<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wel minder interesse voor meehelp<strong>en</strong>.<br />
Parallel aan het belang van e<strong>en</strong> goed contact tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> begeleiders, vind<strong>en</strong> ouders het belangrijk<br />
begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als h<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de informatie te gev<strong>en</strong> over het kind.<br />
Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid<br />
Niet actief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn (cf. red<strong>en</strong> om niet aanwezig te zijn of niet mee te help<strong>en</strong>) is in sterke mate<br />
ingegev<strong>en</strong> vanuit de w<strong>en</strong>s zich niet te will<strong>en</strong> moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van het kind. Ook de overtuiging<br />
dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> niet betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn, wordt frequ<strong>en</strong>t aangeduid (vooral door ouders met e<strong>en</strong> kind<br />
in e<strong>en</strong> jaarwerking).<br />
Opmerkelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> die ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking aanstipp<strong>en</strong>, zijn het niet wet<strong>en</strong><br />
dat de organisatie ouders kan gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijdsgebrek. Onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis wordt in meerdere mate<br />
aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Tijdsgebrek leeft sterker bij ouders met e<strong>en</strong><br />
kind in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong> in de oudste leeftijdsgroep<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ‘dat het kind<br />
dat niet wil’ in meerdere mate aan <strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> in die zin aan bij de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van het kind. Deze red<strong>en</strong> wordt<br />
overig<strong>en</strong>s ook sterker aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond.<br />
Waarover will<strong>en</strong> ouders meer informatie? Waarover will<strong>en</strong> ouders meebesliss<strong>en</strong>?<br />
Op welke domein<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders inspraak? Thema’s waarover ouders informatie will<strong>en</strong>, zijn vooral<br />
het soort activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> in de werking. Vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> in de<br />
oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> aan regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> belang. Bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongere<br />
leeftijdsgroep<strong>en</strong> komt ook de nood aan informatie over de groepssam<strong>en</strong>stelling naar vor<strong>en</strong>.<br />
Voor vakantiewerking<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ouders nog aan geïnformeerd te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de infrastructuur<br />
(gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de organisatie van de dag. Gaat het specifiek over meebesliss<strong>en</strong>, dan wordt<br />
107
hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed, sterker beklemtoond. We zi<strong>en</strong> voor dit item e<strong>en</strong> verband met ge<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong>ervaring hebb<strong>en</strong>.<br />
Waartoe zijn ouders bereid mee te help<strong>en</strong>?<br />
Meehelp<strong>en</strong> gaat voor ouders vooral om occasionele zak<strong>en</strong>. Help<strong>en</strong> bij de dagelijkse werking hoeft voor<br />
het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond zijn daartoe meer bereid.<br />
Over alle items he<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> sterkere bereidheid om mee te help<strong>en</strong> bij ouders die de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
invuld<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking. Ook het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<br />
vertaalt zich in e<strong>en</strong> grotere bereidheid tot hulp (o.a. occasionele hulp, klusjes do<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp bij uitstapp<strong>en</strong>).<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />
Uit de kwantitatieve data kom<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de thema’s naar vor<strong>en</strong>, die we in de literatuur <strong>en</strong> in de<br />
kwalitatieve bevraging bevestigd of uitgediept zi<strong>en</strong>.<br />
Jeugdwerk voor <strong>en</strong> door jeugd?<br />
De data gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd beeld van ouderbetrokk<strong>en</strong>heid. Jeugdbegeleiders gev<strong>en</strong> in de kwalitatieve<br />
bevraging te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ze de ondersteuning door ouders belangrijk vind<strong>en</strong>, maar gev<strong>en</strong> daar ook gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />
bij aan. <strong>Ouders</strong> betrekk<strong>en</strong> is minder w<strong>en</strong>selijk wanneer dit zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ouders zich te veel moei<strong>en</strong><br />
met activiteit<strong>en</strong> of manier van werk<strong>en</strong>. Of zoals e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner verwoordt:<br />
“Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is altijd heel hard zoek<strong>en</strong> naar waar het naartoe gaat.” (e<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />
Jeugdwerkondersteuners b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> sterk de id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>. De kracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />
is net dat jonger<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> waar ze (pedagogisch) naartoe will<strong>en</strong>. De ouderdata ondersteun<strong>en</strong> dit. <strong>Ouders</strong><br />
will<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min e<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>de of stur<strong>en</strong>de rol opnem<strong>en</strong>.<br />
“Als je je aansluit bij e<strong>en</strong> organisatie, dan ga je akkoord met de werking. Het is niet aan de ouders<br />
om de ding<strong>en</strong> te verander<strong>en</strong>. Het is niet aan de ouders om dit te verander<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
<strong>Ouders</strong> hoev<strong>en</strong> niet zozeer betrokk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> bij de dagelijkse werking of aanwezig te zijn op activiteit<strong>en</strong>.<br />
Wel will<strong>en</strong> ouders geïnformeerd word<strong>en</strong>. Dat vraagt grondige reflectie over wat, op welke manier <strong>en</strong><br />
wanneer gecommuniceerd wordt. Schriftelijke communicatie kan bijvoorbeeld werk<strong>en</strong> voor niet-kansarme<br />
ouders. Kansarme ouders blijk<strong>en</strong> meer baat te hebb<strong>en</strong> bij telefonisch contact. Bed<strong>en</strong>k daarbij dat te veel<br />
informatie net tot bezorgdheid kan leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ook extra aandacht besteed moet word<strong>en</strong> aan wat het<br />
kind of de jongere wil. Vanuit ouderperspectief kiez<strong>en</strong> sommige ouders er bewust voor niet betrok<strong>en</strong> te<br />
zijn omdat hun kind dat niet wil of omdat vrije tijd net ‘kinds’ moet blijv<strong>en</strong>. De kwalitatieve bevraging bij<br />
jonger<strong>en</strong> bevestigt dat. De rol van het kind in betrokk<strong>en</strong>heid kan ook in positieve zin werk<strong>en</strong>.<br />
[Waarom vind je het belangrijk om mee te help<strong>en</strong>?]<br />
“Ik heb eig<strong>en</strong>lijk interesse, omdat je ziet dat je kind ook interesse heeft voor zijn hobby. En daar<br />
wil ik ook bij betrokk<strong>en</strong> zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
108
Tweerichtingsverkeer?<br />
De resultat<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dat verwachting<strong>en</strong> verdeeld zijn. Niet alle ouders uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s tot betrokk<strong>en</strong>heid<br />
omdat ze daar bewust voor kiez<strong>en</strong> (cf. niet will<strong>en</strong>) of omdat ze daar niet de mogelijkheid toe hebb<strong>en</strong> (cf.<br />
niet kunn<strong>en</strong>). Vanuit die optiek is het aangewez<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de na te gaan of ouders effectief betrokk<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong> zijn, naar ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> will<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. Inspanning<strong>en</strong> lon<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel wanneer ouders<br />
er behoefte aan hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> overtuigd zijn van de meerwaarde.<br />
Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid vraagt e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t. De op<strong>en</strong> bevraging<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de zorg te<br />
bested<strong>en</strong> aan de reikwijdte van participatie. Je m<strong>en</strong>ing zegg<strong>en</strong> zonder dat er effectief iets mee gebeurt,<br />
leidt tot frustratie.<br />
[oudercomité] Ik ga niet meer. De ding<strong>en</strong> die ik niet goed vind, verander<strong>en</strong> ze toch niet. We hebb<strong>en</strong><br />
te mak<strong>en</strong> met jeugdige onbezonn<strong>en</strong>heid van leiding.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Vanuit die optiek is te begrijp<strong>en</strong> dat veel ouders het belangrijk vind<strong>en</strong> dat begeleiders de input van ouders<br />
ter harte nem<strong>en</strong> (cf. e<strong>en</strong> goede begeleider past de werking aan klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong> van ouders aan).<br />
Inspraak mogelijk mak<strong>en</strong> vraagt met andere woord<strong>en</strong> draagkracht om er effectief iets mee te do<strong>en</strong> of er<br />
op zijn minst mee rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Verregaande inspraak bij de totstandkoming van beslissing<strong>en</strong> over<br />
de werking hoeft niet noodzakelijk.<br />
<strong>Ouders</strong> verwacht<strong>en</strong> veel van begeleiders <strong>en</strong> de <strong>jeugdwerk</strong>ing, maar will<strong>en</strong> ouders ook zelf inspanning<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong>? <strong>Ouders</strong> vind<strong>en</strong> het bijvoorbeeld belangrijk om begeleiders in te licht<strong>en</strong> of ze uit<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om op<br />
ouderavond<strong>en</strong> aanwezig te zijn. Jeugdbegeleiders gev<strong>en</strong> daarbij <strong>en</strong>kele knelpunt<strong>en</strong> aan. Niet alle ouders<br />
gev<strong>en</strong> door wat ‘de beste handleiding’ is van hun kind. Dat kan e<strong>en</strong> bewuste keuze zijn. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld<br />
aan ouders die aan de kampleiding bewust niet doorgev<strong>en</strong> dat hun kind medicatie neemt, vanuit de<br />
109
uitdrukkelijke overtuiging dat e<strong>en</strong> kind op kamp medicatievrij moet zijn. De ‘match’ met de waard<strong>en</strong> van<br />
de ouder is met andere woord<strong>en</strong> niet altijd evid<strong>en</strong>t.<br />
Ge<strong>en</strong> standaard aanpak<br />
Bepaalde groep<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> extra aandacht. Over al de data he<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> voor diverse items de ouders<br />
van jongere kinder<strong>en</strong> sterker betrokk<strong>en</strong> te zijn dan de ouders van oudere kinder<strong>en</strong>. Dat is logisch. Vooral<br />
ouders van kleine kinder<strong>en</strong> staan in nauw contact met de <strong>jeugdwerk</strong>ers <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders. Ook<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere betrokk<strong>en</strong>heid (bv. bereidheid tot meehelp<strong>en</strong>).<br />
Jeugdbegeleiders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuners wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mogelijke valkuil. Het eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader<br />
van bijvoorbeeld oud-leiding (‘in mijn tijd was het beter’) kan de werking belemmer<strong>en</strong>. Uit de surveydata<br />
blijkt dat het ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> meer gematigd verhaal betreft. De verwachting<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> over bijvoorbeeld meebesliss<strong>en</strong> of informatie krijg<strong>en</strong> zijn gematigder dan bij<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring.<br />
In dat kader br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong>heid onder de aandacht.<br />
Betrokk<strong>en</strong>heid blijkt in jaarwerking<strong>en</strong> gemakkelijker tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dan in vakantiewerking<strong>en</strong>. De<br />
praktijkbevraging leert dat vakantiewerking<strong>en</strong> niet steeds de mogelijkheid hebb<strong>en</strong> tot veel contact of<br />
betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> dat vooral om praktische red<strong>en</strong><strong>en</strong>. De surveydata, ev<strong>en</strong>als de kwalitatieve gezinsbevraging,<br />
bevestig<strong>en</strong> dat.<br />
“Als je kind(er<strong>en</strong>) maar 1 keer per jaar mee op kamp gaan, dan voel je je minder betrokk<strong>en</strong>. Het is<br />
eerder e<strong>en</strong> klantgevoel dat je e<strong>en</strong> heel goed kamp voor je kind kan ‘kop<strong>en</strong>’. Dit is niet hetzelfde<br />
gevoel als bij e<strong>en</strong> jeugdbeweging waar je elke week komt.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
“De leiding van de zomerkamp<strong>en</strong> wisselt uiteraard elk jaar. Je k<strong>en</strong>t h<strong>en</strong> niet, onvoldo<strong>en</strong>de op<br />
voorhand. Info wordt per briefwisseling doorgegev<strong>en</strong>. Is er de mogelijkheid om bijvoorbeeld op het<br />
voorafgaande infomom<strong>en</strong>t ook e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismaking met de monitor<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>? Dan kan je<br />
ev<strong>en</strong>tueel belangrijke info persoonlijk doorgev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat geeft mogelijks iets meer vertrouw<strong>en</strong> op<br />
voorhand.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
<strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond uit<strong>en</strong> sterkere verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />
(cf. relatie met de begeleider) <strong>en</strong> uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere w<strong>en</strong>s tot betrokk<strong>en</strong>heid in de dagdagelijkse<br />
werking. Mogelijks is er e<strong>en</strong> verband met de doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong>. Uit de praktijkverhal<strong>en</strong> van<br />
bijvoorbeeld werking<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare jeugd (WMKJ’s) kom<strong>en</strong> de grote inspanning<strong>en</strong> inzake<br />
ouderbetrokk<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>:<br />
“Bij ons gebeurt dat anders. Mogelijks vooral omdat we met kansarme ouders werk<strong>en</strong>. Voor ons<br />
is het wel belangrijk dat ouders zoveel mogelijk ons pedagogisch project k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dit br<strong>en</strong>gt veel<br />
discussies, maar het blijft belangrijk dat ze zo veel mogelijk betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong> we meewerk<strong>en</strong><br />
aan opvoed<strong>en</strong>, aan kans<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> de ouders betrokk<strong>en</strong> zijn. Ze moet<strong>en</strong> mee zijn met<br />
hoe we ding<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong>, anders gaat het ge<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>begeleider)<br />
110
111
10 PARTICIPATIE-ERVARINGEN<br />
In de vorige hoofdstukk<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeerd<strong>en</strong> we de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (jeugd)<br />
organisaties <strong>en</strong> begeleiders <strong>en</strong> hun houding teg<strong>en</strong>over betrokk<strong>en</strong>heid. Dit hoofdstuk bespreekt de<br />
ervaring<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong> bij ouders. Lost <strong>jeugdwerk</strong> de verwachting<strong>en</strong> van ouders in? Eerst gaan we in<br />
op de tevred<strong>en</strong>heid van ouders over het <strong>jeugdwerk</strong> waaraan hun kind participeert. Vervolg<strong>en</strong>s beschrijv<strong>en</strong><br />
we wat volg<strong>en</strong>s ouders (nog) beter kan, welke zak<strong>en</strong> ze veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />
“Soms ‘og<strong>en</strong>’ de monitor<strong>en</strong> erg jong <strong>en</strong> onervar<strong>en</strong>. Als ouder weet je wel dat ze e<strong>en</strong> cursus gevolgd<br />
hebb<strong>en</strong>, maar hoe kan je hier als ouder meer zicht op krijg<strong>en</strong>?” (e<strong>en</strong> ouder)<br />
Tevred<strong>en</strong>heid<br />
In de parallelversies deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantiewerking werd gepeild naar tevred<strong>en</strong>heid. Omwille<br />
van de grote werkvormverschill<strong>en</strong> zuiverd<strong>en</strong> we verder uit naar werkvorm. We vroeg<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking om hun tevred<strong>en</strong>heid te scor<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vakantiekamp, dan wel de<br />
speelpleinwerking.<br />
Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> (deelname jaar, deelname vakantie<br />
of speelpleinwerking), is telk<strong>en</strong>s 87% of meer tevred<strong>en</strong> tot heel tevred<strong>en</strong> over die werking (zie Tabel<br />
43). De subcategorie ‘heel tevred<strong>en</strong>’ is iets sterker uitgesprok<strong>en</strong> in de groep deelname jaar <strong>en</strong> deelname<br />
vakantiekamp dan in de groep deelname speelpleinwerking.<br />
112
Tabel 43: Mate van tevred<strong>en</strong>heid naar deelname (N = 188) (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Nee, heel ontevred<strong>en</strong> 0.2 0.0 0.5<br />
Nee, ontevred<strong>en</strong> .07 0.5 0.0<br />
Niet tevred<strong>en</strong> maar ook niet ontevred<strong>en</strong> 4.5 3.9 12.8<br />
Ja, tevred<strong>en</strong> 46.0 33.6 51.1<br />
Ja, heel tevred<strong>en</strong> 48.5 62.0 35.6<br />
Totaal % 100 100 100<br />
Totaal N 404 432 188<br />
De diverse ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> noch in de jaarwerkingsgroep, noch in de vakantiewerkingsgroep<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong> in tevred<strong>en</strong>heid. Er blijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> naargelang van de migratie<strong>en</strong><br />
kansarmoedeachtergrond, noch naargelang van de leeftijd van het kind of het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van<br />
de ouder.<br />
Behoefte aan verandering<br />
Onafhankelijk van tevred<strong>en</strong>heid vroeg<strong>en</strong> we of de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>aanbod<br />
veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Parallel aan verwachting<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> diverse aspect<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gaande van het<br />
aanbod (activiteit<strong>en</strong>, bereikbaarheid, kostprijs, infrastructuur) over begeleiding (k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van begeleiders<br />
als organisatorische aspect<strong>en</strong>) tot de relatie met ouders. Gelijkaardig aan tevred<strong>en</strong>heid werd e<strong>en</strong> verdere<br />
differ<strong>en</strong>tiatie aangebracht naargelang van de vakantiewerkvorm (cf. vakantiekamp of speelpleinwerking).<br />
ALGEMENE BEVINDINGEN<br />
Uit het voorgaande punt kwam de ‘hoge’ tevred<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>. Dat ouders tevred<strong>en</strong> zijn, sluit de w<strong>en</strong>s<br />
naar verandering echter niet uit. Tot 40% van de ouders will<strong>en</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong> veranderd zi<strong>en</strong> (zie<br />
Tabel 44). Naargelang van de werkvorm word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gelegd.<br />
113
Tabel 44: W<strong>en</strong>s tot verandering naar deelname (% ouders dat aangeeft (absoluut) verandering te will<strong>en</strong>)<br />
Ik wil... DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
meer verschill<strong>en</strong>de ‘soort<strong>en</strong>’ activiteit<strong>en</strong> die<br />
ze do<strong>en</strong> met mijn kind<br />
activiteit<strong>en</strong>/kamp<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> plaats waar<br />
mijn kind(er<strong>en</strong>) al andere activiteit<strong>en</strong> do<strong>en</strong><br />
vervoer van <strong>en</strong> naar activiteit<strong>en</strong>/kamp of<br />
br<strong>en</strong>g- <strong>en</strong> ophaalplaats<br />
N % N % N %<br />
396 24.3 419 19.1 179 30.2 *f<br />
389 8.7 417 6.3 175 12.0<br />
389 8.0 416 25.7 176 14.2 *d f<br />
goedkopere activiteit<strong>en</strong> 396 11.9 *d e<br />
goedkopere kamp<strong>en</strong> 418 36.4<br />
goedkopere werking (bv. dagprijs) 177 24.3<br />
meer materiaal 394 25.1 414 9.7 177 36.8 *d f<br />
beter materiaal 392 28.8 416 10.4 176 34.1 *d f<br />
activiteit<strong>en</strong> beter aangepast aan de leeftijd<br />
van mijn kind<br />
391 11.2 416 8.4 177 23.7 *e f<br />
oudere begeleiders 393 10.0 414 8.4 177 19.7 *f<br />
beter opgeleide begeleiders 389 22.4 416 14.2 176 30.6 *d f<br />
meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders<br />
begeleiders die ook andere tal<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />
dan Nederlands<br />
387 23.3 417 27.3 174 24.2<br />
377 3.5 409 5.1 172 2.9<br />
meer inspraak 384 4.7 415 2.1 174 2.9<br />
meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> die ze<br />
do<strong>en</strong> met mijn kind<br />
390 30.5 414 30.4 175 38.3<br />
meer begeleiders 393 12.0 413 6.7 174 17.8 *d f<br />
meer begeleiders met dezelfde achtergrond<br />
als mijn kind<br />
387 2.4 412 1.9 174 2.9<br />
veiliger lokal<strong>en</strong> 392 24.2 175 18.2 *d f<br />
veiliger omgeving/kampplaats 413 9.4<br />
opvang voor <strong>en</strong> na de activiteit<strong>en</strong> 385 6.8 175 32.0 *e f<br />
opvang voor <strong>en</strong> na kamp 413 13.8<br />
ur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij mijn<br />
werksituatie<br />
kamp<strong>en</strong> in periodes die beter aansluit<strong>en</strong> bij<br />
mijn werksituatie<br />
388 8.5 175 26.8 *e f<br />
412 14.9<br />
Andere 75 17.3 62 21.0 30 10.0<br />
De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />
met e<strong>en</strong> * (p
Het hoogste aandeel veranderingsvoorstell<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> we op voor het aspect informatie over de activiteit<strong>en</strong><br />
(30.4% deelname jaar, 30.5% deelname vakantiekamp, 38.3% deelname speelpleinwerking). Voor ouders<br />
met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking vult de w<strong>en</strong>s tot meer <strong>en</strong> beter materiaal het lijstje aan (25.1% meer<br />
materiaal, 28.8% beter materiaal). Veiligere lokal<strong>en</strong> staat niet in de top drie (cf. hoogste aandeel ouders<br />
dat dat veranderd wil zi<strong>en</strong>), maar wordt significant belangrijker geacht door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />
jaarwerking dan ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking. Dat verschil stelt zich vooral t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
organisaties voor vakantiekamp<strong>en</strong> (p
Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn in deze drie groep<strong>en</strong> sterker vrag<strong>en</strong>de partij dan<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Voor de groep deelname jaar is dat aandeel 38.7% teg<strong>en</strong>over<br />
28.6%, voor de groep deelname vakantiekamp 38.8% teg<strong>en</strong>over 27.3% <strong>en</strong> voor de groep speelpleinwerking<br />
48.7% teg<strong>en</strong>over 35.1%.<br />
In de groep deelname vakantiewerking<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> ook hun<br />
nood aan beter opgeleide begeleiders aan (vakantiekamp: p
deelname speelpleinwerking: p
Veranderingsvoorstell<strong>en</strong> voor speelpleinwerking<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de activiteit<strong>en</strong> (verschill<strong>en</strong>de<br />
soort<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>, activiteit<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij de leeftijd van het kind), de omkadering van het<br />
aanbod (meer <strong>en</strong> beter materiaal, op<strong>en</strong>ingsur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij de eig<strong>en</strong> werkur<strong>en</strong>) <strong>en</strong> vooral de<br />
begeleiding (meer, maar ook oudere <strong>en</strong> beter opgeleide begeleiders).<br />
Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> voor<br />
verschill<strong>en</strong>de items sterker de w<strong>en</strong>s tot verandering.<br />
Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />
Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet<br />
alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer uitgesprok<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>, maar ook over<br />
wat ze veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Eerder verwez<strong>en</strong> we naar de manier waarop de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevraagd<br />
werd<strong>en</strong> als mogelijke verklaring. In relatie tot kansarmoede blijft ev<strong>en</strong>wel de vraag bestaan of deze groep<br />
misschi<strong>en</strong> andere nod<strong>en</strong> ervaart t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassepubliek. Jeugdwerk wordt immers nog<br />
overweg<strong>en</strong>d gelinkt aan e<strong>en</strong> ‘wit’ midd<strong>en</strong>klass<strong>en</strong>publiek.<br />
Belang van informatie<br />
<strong>Ouders</strong> gev<strong>en</strong> vooral aan meer informatie te will<strong>en</strong> over de activiteit<strong>en</strong>. Tijdig <strong>en</strong> juiste informatie blijft e<strong>en</strong><br />
heikel punt. In de kwalitatieve <strong>en</strong> de kwantitatieve bevraging van ouders blijkt dit vooral gew<strong>en</strong>st te zijn voor<br />
uur- of inhoudswijziging<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong>. Ook de tijdstipp<strong>en</strong> van inschrijving voor vakantiewerking<strong>en</strong><br />
(m.i.v. kamp<strong>en</strong> in reguliere werking<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> gehekeld. Gelinkt aan eerdere discussies over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid,<br />
vormt het voldo<strong>en</strong>de op de hoogte houd<strong>en</strong> van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
uitdaging. Hoewel sterker b<strong>en</strong>adrukt door de ouders van kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep, geeft ook 63%<br />
van de ouders met ti<strong>en</strong>ers (twaalf plus) aan meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> te will<strong>en</strong>.<br />
Verwachting<strong>en</strong> begeleider<br />
Eerder besprak<strong>en</strong> we diverse verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie, de begeleiders <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid.<br />
Word<strong>en</strong> deze verwachting<strong>en</strong> vervuld? De combinatie van de verwachtingsvraag met de veranderingsvraag<br />
kan ons e<strong>en</strong> indicatie gev<strong>en</strong>.<br />
Over al de parallelversies he<strong>en</strong> geeft ongeveer e<strong>en</strong> vierde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan meer contact met e<strong>en</strong><br />
begeleider te will<strong>en</strong>. Hoewel ze dat aspect veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, blijkt het contact met e<strong>en</strong> begeleider<br />
(cf. slecht contact met begeleiding van mijn kind) niet door te weg<strong>en</strong> als drempel voor verdere deelname.<br />
Slechts één ouder gaf dit aan als e<strong>en</strong> mogelijke red<strong>en</strong> om te stopp<strong>en</strong>.<br />
Hoe kan dat contact dan verlop<strong>en</strong>? Zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders<br />
will<strong>en</strong> ook te vind<strong>en</strong> voor formele contactmogelijkhed<strong>en</strong>?<br />
E<strong>en</strong> eerste richting van antwoord vind<strong>en</strong> we door het kruis<strong>en</strong> van de w<strong>en</strong>s tot meer contact met begeleiders<br />
met de bereidheid tot deelname aan ouderavond<strong>en</strong> die dergelijk contact in principe mogelijk mak<strong>en</strong> (zie<br />
Tabel 45). De linkerkolom geeft het aantal ouders aan die verandering will<strong>en</strong>. Het aandeel ouders van die<br />
groep die ook will<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan ouderavond<strong>en</strong> (bv. 81.7% van 71), staat in de rechter kolom. We merk<strong>en</strong><br />
op dat de aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de ouders weerspiegel<strong>en</strong> die beide vrag<strong>en</strong> invuld<strong>en</strong>.<br />
118
Tabel 45: W<strong>en</strong>s verandering meer contact met begeleiders naar deelname ouderavond<strong>en</strong> (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Ik wil meer ….<br />
mogelijkhed<strong>en</strong><br />
tot contact<br />
met e<strong>en</strong><br />
begeleider<br />
Van ouders die<br />
aangev<strong>en</strong> voor<br />
dit aspect<br />
verandering te<br />
will<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />
in de<br />
toekomst (%)<br />
Van ouders die<br />
aangev<strong>en</strong> voor<br />
dit aspect<br />
verandering te<br />
will<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />
in de<br />
toekomst (%)<br />
Van ouders die<br />
aangev<strong>en</strong> voor<br />
dit aspect<br />
verandering te<br />
will<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />
in de<br />
toekomst (%)<br />
71 81.7 94 60.6 37 67.6<br />
Meer contact will<strong>en</strong> met begeleiders wordt t<strong>en</strong> dele gedekt door de w<strong>en</strong>s om deel te nem<strong>en</strong> aan<br />
ouderavond<strong>en</strong>. Van de ouders die meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact will<strong>en</strong> met begeleiders, wil 60.6 %<br />
(deelname vakantiekamp) tot 81.7% (deelname jaarwerking) dergelijke bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> bijwon<strong>en</strong>. Dat kan<br />
erop wijz<strong>en</strong> dat begeleiders <strong>en</strong> organisaties, zeker bij vakantiewerking<strong>en</strong>, andere kanal<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong><br />
om ouders te bereik<strong>en</strong>.<br />
Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />
Het kruis<strong>en</strong> van de items ‘betrokk<strong>en</strong>heid’ aan de veranderingsvraag wijst op e<strong>en</strong> redelijke tevred<strong>en</strong>heid (zie<br />
Tabel 46). Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> inspraakitems belangrijk te vind<strong>en</strong> (cf. (helemaal) akkoord<br />
zijn met de stelling dat ze dit aspect belangrijk vind<strong>en</strong>) geeft slechts e<strong>en</strong> minderheid (tot maximum 20%)<br />
aan meer inspraak te will<strong>en</strong>. Het grootste aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is terug te vind<strong>en</strong> bij het item ‘mee<br />
kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>’. Dat roept de vraag op of zij die effectief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn, meer <strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere eis<strong>en</strong><br />
over inspraak hebb<strong>en</strong>.<br />
Tabel 46: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer inspraak (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Ik vind het<br />
belangrijk ….<br />
dat ik informatie<br />
krijg over de keuzes<br />
die de organisatie<br />
maakt<br />
dat ik mijn m<strong>en</strong>ing<br />
kan vertell<strong>en</strong><br />
dat ik mee kan<br />
besliss<strong>en</strong><br />
Van ouders die<br />
dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
inspraak (%)<br />
Van ouders die<br />
dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
inspraak (%)<br />
Van ouders die<br />
dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
inspraak (%)<br />
181 6.1 219 1.8 103 1.9<br />
159 7.5 124 5.6 53 3.8<br />
47 19.1 25 20.0 12 16.7<br />
119
Dit patroon is meer g<strong>en</strong>uanceerd wanneer we kruis<strong>en</strong> met het item ‘meer informatie will<strong>en</strong> over de<br />
activiteit<strong>en</strong>’ (zie Tabel 47). Van de ouders die belang hecht<strong>en</strong> aan betrokk<strong>en</strong>heid, wil de (overgrote)<br />
meerderheid ouders dat niet veranderd zi<strong>en</strong>. Het aandeel ouders die dat wel w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, loopt sterker op.<br />
Vooral ouders die mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>, ervar<strong>en</strong> sterker e<strong>en</strong> tekort aan informatie. Tot zo’n kleine 60% van<br />
de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> speelpleinwerking die ‘informatie krijg<strong>en</strong>’ belangrijk vind<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> aan meer<br />
informatie te will<strong>en</strong>.<br />
Tabel 47: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Ik vind het<br />
belangrijk ….<br />
dat ik info krijg<br />
over de keuzes<br />
die de organisatie<br />
maakt<br />
dat ik mijn<br />
m<strong>en</strong>ing kan<br />
vertell<strong>en</strong><br />
dat ik mee kan<br />
besliss<strong>en</strong><br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />
over de<br />
activiteit<strong>en</strong> (%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />
over de<br />
activiteit<strong>en</strong> (%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />
over de<br />
activiteit<strong>en</strong> (%)<br />
183 35.0 218 34.9 104 41.3<br />
161 31.7 123 37.4 54 37.0<br />
48 41.7 25 52.0 12 58.3<br />
Gelinkt aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, is ook het eerder besprok<strong>en</strong> item naar meer contactmogelijkhed<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> begeleider zinvol. Uit de analyses blijkt, parallel aan de inspraakbevinding<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> relatieve tevred<strong>en</strong>heid<br />
over contactmogelijkhed<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> begeleider (zie Tabel 48).<br />
Tabel 48: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer contact met begeleiders (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Ik vind het<br />
belangrijk ….<br />
dat ik info krijg over<br />
de keuzes die de<br />
organisatie maakt<br />
dat ik mijn m<strong>en</strong>ing<br />
kan vertell<strong>en</strong><br />
dat ik mee kan<br />
besliss<strong>en</strong><br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
contact met<br />
begeleiders (%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
contact met<br />
begeleiders (%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t meer<br />
contact met<br />
begeleiders (%)<br />
181 26.5 219 31.1 102 25.5<br />
161 24.8 123 31.7 52 23.1<br />
49 26.5 25 48.0 12 41.7<br />
120
Van de ouders die betrokk<strong>en</strong>heid belangrijk vind<strong>en</strong>, geeft telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vierde tot e<strong>en</strong> derde aan meer<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders te will<strong>en</strong>. In de groep deelname vakantiekamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep<br />
deelname speelpleinwerking loopt dit aandeel op van 23% tot net ge<strong>en</strong> meerderheid. Van de ouders die<br />
de w<strong>en</strong>s uit<strong>en</strong> om mee te kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>, geeft toch ongeveer de helft van de ouders van de groep<br />
deelname vakantiekamp aan dat ze meer contactmogelijkhed<strong>en</strong> will<strong>en</strong> met de begeleiders.<br />
Verwachting<strong>en</strong> organisatie<br />
Tot slot zoom<strong>en</strong> we verder in op <strong>en</strong>kele kwaliteitscriteria. Analyses over de bereikbaarheid lever<strong>en</strong><br />
omwille van de kleine aantall<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> op. De kostprijs is vooral e<strong>en</strong> struikelblok<br />
bij vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan vooral bij kamp<strong>en</strong> (zie Tabel 49). Van het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die dit<br />
item (heel) belangrijk vind<strong>en</strong>, wil e<strong>en</strong> kleine minderheid van ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking dat<br />
effectief veranderd zi<strong>en</strong>. Voor vakantiekamp<strong>en</strong> geeft de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan dat dit effectief<br />
goedkoper kan.<br />
Tabel 49: Verwachting kostprijs naar w<strong>en</strong>s verandering goedkopere activiteit<strong>en</strong> (%)<br />
DEELNAME JAAR<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
KAMP<br />
DEELNAME VAKANTIE,<br />
SPEELPLEIN<br />
Het kost me<br />
weinig of<br />
niets<br />
Van ouders die<br />
dit aspect (heel)<br />
belangrijk vind<strong>en</strong><br />
… (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t dit ook<br />
veranderd zi<strong>en</strong><br />
(%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
(heel) belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t dit ook<br />
veranderd zi<strong>en</strong><br />
(%)<br />
Van ouders<br />
die dit aspect<br />
(heel) belangrijk<br />
vind<strong>en</strong> … (N)<br />
… wil zoveel<br />
proc<strong>en</strong>t dit<br />
ook veranderd<br />
zi<strong>en</strong> (%)<br />
83 13.3 77 48.1 43 27.9<br />
121
122
11 CONCLUSIES, DISCUSSIEPUNTEN EN AANBEVELINGEN<br />
Situering <strong>en</strong> opzet van het onderzoek<br />
De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is over het <strong>jeugdwerk</strong> in Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van onderzoek<strong>en</strong> gevoerd. In al deze<br />
onderzoek<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar de werking<strong>en</strong>, de (professionele <strong>en</strong> vrijwillige) begeleiding <strong>en</strong> de<br />
deelnem<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> perspectief dat tot op hed<strong>en</strong> weinig aandacht kreeg, is dat van de<br />
ouders. Nochtans zijn ouders mee bepal<strong>en</strong>d voor de deelname van kinder<strong>en</strong> aan de vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>,<br />
waaronder ook het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Dit onderzoek focust op de wijze waarop ouders, met of zonder kinder<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>, zich tot<br />
het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>. Het onderzoek br<strong>en</strong>gt in kaart hoe ouders <strong>jeugdwerk</strong> ervar<strong>en</strong> (cf. mate van<br />
tevred<strong>en</strong>heid), wat ze ervan verwacht<strong>en</strong> (cf. kwaliteitsvereist<strong>en</strong>), maar ook hoe ouders betrokk<strong>en</strong> (will<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>) zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
In opdracht van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd, stond<strong>en</strong> het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum<br />
Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee) <strong>en</strong> de onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek<br />
(KULeuv<strong>en</strong>) in voor de uitvoering van het onderzoek. Het onderzoeksrapport weerspiegelt de stem van 787<br />
ouders. Het mer<strong>en</strong>deel is via e<strong>en</strong> websurvey bevraagd, aangevuld met e<strong>en</strong> face-to-facebevraging bij ouders met<br />
e<strong>en</strong> migratie- of kansarmoedeachtergrond. In de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep zijn verteg<strong>en</strong>woordigd: ouders met kinder<strong>en</strong><br />
die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap of regelmatige deelname aan activiteit<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> het<br />
jaar), ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vakantiewerking (bv. e<strong>en</strong> vakantiekamp, de speelpleinwerking)<br />
<strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>. Met het oog op de vrag<strong>en</strong>lijstconstructie <strong>en</strong><br />
aanvull<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d voor de interpretatie van de resultat<strong>en</strong>, voerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kwalitatieve bevraging<br />
uit bij ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (cf. ouder-kinddiades, ouder-kindtriades) <strong>en</strong> polst<strong>en</strong> we in focusgroep<strong>en</strong> naar de visie<br />
<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> (professionele <strong>en</strong> vrijwillige ondersteuningsfigur<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders).<br />
Voor we ingaan op de belangrijkste conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>, stipp<strong>en</strong> we het<br />
exploratieve karakter van de bevinding<strong>en</strong> aan. De ouder‘scores’ kunn<strong>en</strong> niet zonder meer als parameter<br />
voor de kwaliteit van het <strong>jeugdwerk</strong> in Vlaander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. De onderzoeksdata br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> vooral<br />
e<strong>en</strong> aantal sterktes in het vizier, maar wijz<strong>en</strong> ook op pot<strong>en</strong>tieel voor verdere ontwikkeling <strong>en</strong> verdieping.<br />
Analoog aan de diverse discussies in het <strong>jeugdwerk</strong> belicht<strong>en</strong> we in de onderstaande punt<strong>en</strong> de<br />
belangrijkste conclusies <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele discussiepunt<strong>en</strong> die uit de data naar bov<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. We schets<strong>en</strong> eerst<br />
de grote algem<strong>en</strong>e lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong> globaal. Bij uitgesprok<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> specifiër<strong>en</strong> we<br />
de bevinding<strong>en</strong> per deelgroep. Vervolg<strong>en</strong>s licht<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele uitdaging<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussiepunt<strong>en</strong> toe, die e<strong>en</strong><br />
vertaalslag krijg<strong>en</strong> in aanbeveling<strong>en</strong>.<br />
Globale onderzoeksbevinding<strong>en</strong><br />
Bekijk<strong>en</strong> we de verwachting<strong>en</strong> van de ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> hun begeleiders<br />
globaal, dan valt vooral de kindgerichte focus op. Dat het kind zich thuis voelt in de organisatie, dat de<br />
123
activiteit<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij de interesses van het kind <strong>en</strong> dat het kind er zelfstandig kan word<strong>en</strong>, zijn<br />
verwachting<strong>en</strong> die het hoogst gescoord word<strong>en</strong>.<br />
Inzake begeleidersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> vooral de items die betrekking hebb<strong>en</strong> op de omgang met het kind<br />
e<strong>en</strong>duidig hoog. Het betreft in het bijzonder de items die verwijz<strong>en</strong> naar de responsiviteit t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
het kind (bv. e<strong>en</strong> begeleider houdt rek<strong>en</strong>ing met de mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> begeleider weet hoe<br />
hij/zij met moeilijke situaties moet omgaan). Over achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider (bv. leeftijd)<br />
zijn de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> meer verdeeld.<br />
Volledigheidshalve merk<strong>en</strong> we op dat deze bevinding<strong>en</strong> gestoeld zijn op data voor één van de kinder<strong>en</strong> van<br />
de respond<strong>en</strong>t. Het lijkt ons aannemelijk dat deze kindgerichte focus zich ook doorzet t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />
andere kinder<strong>en</strong> in het gezin. Afhankelijk van het geslacht, de leeftijd <strong>en</strong> het karakter van het kind kunn<strong>en</strong><br />
ouders mogelijks andere verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> één gezin kunn<strong>en</strong> zo, afgestemd op elk van de<br />
aanwezige kinder<strong>en</strong>, andere verwachting<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>.<br />
De kindgerichte focus zet zich in verschill<strong>en</strong>de andere onderzoeksbevinding<strong>en</strong> verder door. Zo heeft het kind<br />
e<strong>en</strong> grote zegg<strong>en</strong>schap in al dan niet deelname, al geldt dat niet of minder bij de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>.<br />
De helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de niet-deelnem<strong>en</strong>de groep geeft bijvoorbeeld aan dat hun kind niet<br />
deelneemt omdat het kind dat zelf niet wil. Andere kindgerichte red<strong>en</strong><strong>en</strong> om niet deel te nem<strong>en</strong>, zijn<br />
zorg<strong>en</strong> over pesterij<strong>en</strong> in de organisatie, zorg<strong>en</strong> over de veiligheid van het kind <strong>en</strong> de vrees dat het kind<br />
niet g<strong>en</strong>oeg aandacht zou krijg<strong>en</strong>.<br />
De relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>t veel verschill<strong>en</strong>de facett<strong>en</strong>, die echter niet e<strong>en</strong>duidig onderschrev<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. Jeugdbegeleiders signaler<strong>en</strong> dat ouders e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>, maar te veel inm<strong>en</strong>ging in de<br />
activiteit<strong>en</strong> of de manier van werk<strong>en</strong> is niet w<strong>en</strong>selijk. De ouderdata ondersteun<strong>en</strong> dit. <strong>Ouders</strong> vind<strong>en</strong> het<br />
belangrijk geïnformeerd te word<strong>en</strong> over de keuzes van de organisatie (bv. regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>) <strong>en</strong> ze vind<strong>en</strong><br />
het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider de werking aanpast aan ev<strong>en</strong>tuele klacht<strong>en</strong>. Effectief meebesliss<strong>en</strong><br />
hoeft voor het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Daarbij is het belangrijk om op te merk<strong>en</strong> dat ook in de<br />
deelnamegroep e<strong>en</strong> groot aandeel ouders daarover onbeslist is (36% van de jaarwerkingsgroep; 29% van<br />
de vakantiewerkingsgroep) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein aandeel dat wel degelijk wil (respectievelijk 13% <strong>en</strong> 6%).<br />
Behoorlijk wat ouders zijn bereid om actief mee te help<strong>en</strong>, maar dat aandeel verschilt van groep tot groep<br />
(17% van de vakantiewerkingsgroep tot 51% van de niet-deelnamegroep). Meehelp<strong>en</strong> betreft daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong><br />
vooral occasionele zak<strong>en</strong> (bv. chauffeur voor e<strong>en</strong> uitstap, meehelp<strong>en</strong> bij activiteit<strong>en</strong>). Voor diverse items<br />
(o.a. bereidheid tot meehelp<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> uitstap) tek<strong>en</strong>t betrokk<strong>en</strong>heid zich sterker af bij ouders met kinder<strong>en</strong><br />
in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> (van vier tot zes jaar), dan bij de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Betrokk<strong>en</strong>heid bij<br />
de dagelijkse werking hoeft voor het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Dat neemt niet weg dat 20% daar wel<br />
degelijk bij betrokk<strong>en</strong> wil zijn.<br />
Opnieuw valt de kindgerichte insteek op. <strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> de geruststelling dat het kind het goed stelt op<br />
de werking. Zo vind<strong>en</strong> ouders bijvoorbeeld ‘informatie gev<strong>en</strong> aan de begeleiders over het kind’ e<strong>en</strong> van<br />
de belangrijkste items. Ook het item ‘begeleiders goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ onderschrijv<strong>en</strong> ouders als uitgesprok<strong>en</strong><br />
124
elangrijk. Daarnaast will<strong>en</strong> ouders zelf vooral informatie over het soort activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regels <strong>en</strong> de<br />
afsprak<strong>en</strong> in de werking. Op de vraag of er iets moet verander<strong>en</strong>, antwoordt om <strong>en</strong> bij 25% van de ouders<br />
dat ze meer contact will<strong>en</strong> met de begeleiders. Vooral ouders met e<strong>en</strong> ouder kind in e<strong>en</strong> speelpleinwerking<br />
gev<strong>en</strong> dat aan (tot 31.3% van de groep ouders met kinder<strong>en</strong> ouder dan twaalf jaar).<br />
Uit de bevinding<strong>en</strong> blijkt dat het kind mee het proces van betrokk<strong>en</strong>heid medieert. Minder sterk de<br />
nood ervar<strong>en</strong> om inspraak te hebb<strong>en</strong> of actief betrokk<strong>en</strong> te zijn, is in sterke mate ingegev<strong>en</strong> vanuit de<br />
overtuiging zich niet te moet<strong>en</strong> m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de vrije tijd van het kind. Vooral ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />
jaarwerking stell<strong>en</strong> dat. E<strong>en</strong> heel klein aandeel ouders (telk<strong>en</strong>s 5%) wil niet actief meehelp<strong>en</strong> omdat<br />
het kind dat niet wil. Dat tek<strong>en</strong>t zich vooral af bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep twaalf plus.<br />
Telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vijfde van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />
vakantiewerking is ervan overtuigd dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> gewoon niet betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn.<br />
Globaal vall<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> aantal andere zak<strong>en</strong> op. Hoewel de algem<strong>en</strong>e lijn<strong>en</strong> over de deelnamegroep<strong>en</strong> (jaar<strong>en</strong><br />
vakantiewerking) <strong>en</strong> de groep niet-deelname gelijklop<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we toch e<strong>en</strong> aantal opmerkelijke verschill<strong>en</strong>.<br />
Over tal van domein<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, zoals de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie <strong>en</strong> de begeleiders,<br />
de w<strong>en</strong>selijkheid van betrokk<strong>en</strong>heid, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders van niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, in vergelijking met<br />
ouders van deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>duidig meer belang toe aan diverse items. In de deelnamegroep<br />
scoort e<strong>en</strong> groter aandeel ouders neutraal. We kom<strong>en</strong> hier later op terug bij de drempel ‘begrijpbaarheid’.<br />
De verschill<strong>en</strong> in de twee deelnamegroep<strong>en</strong> (jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking) weerspiegel<strong>en</strong> de diversiteit aan<br />
<strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> kijk<strong>en</strong> naar vakantiewerking<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> eerder consum<strong>en</strong>tgerichte insteek. De<br />
verwachting<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in vakantiewerking<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>, in verhouding tot jaarwerking<strong>en</strong>, sterker<br />
door naar kwaliteitscriteria zoals de veiligheid van de activiteit<strong>en</strong>, het in orde zijn van de gebouw<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong>zovoort. Opmerkelijk is dat ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> jaarwerking minder belang hecht<strong>en</strong> aan<br />
infrastructuur <strong>en</strong> veiligheid, maar verhoudingsgewijs wel sterker de veiligheid van bijvoorbeeld lokal<strong>en</strong><br />
veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />
Actief participer<strong>en</strong> (bv. meehelp<strong>en</strong> of aanwezig zijn bij activiteit<strong>en</strong>) wordt het minst uitgesprok<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong> van vakantiewerking<strong>en</strong>. Bij jaarwerking<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we daartoe meer w<strong>en</strong>s of bereidheid. <strong>Ouders</strong><br />
met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vakantiewerking gev<strong>en</strong> ook in beperktere mate aan dat ze het belangrijk vind<strong>en</strong><br />
begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Informatie krijg<strong>en</strong> wordt wel nog steeds belangrijk bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan vooral<br />
over de organisatie van de dag.<br />
In vakantiewerking<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we de eig<strong>en</strong>heid van de speelpleinwerking<strong>en</strong> op. De data bevestig<strong>en</strong> het<br />
‘praktijkbeeld’ dat ouders speelpleinwerking sterker zi<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van opvang. Veranderingsvoorstell<strong>en</strong><br />
op het niveau van beschikbaarheid scor<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d hoger in deze werkvorm. Dat komt onder meer tot<br />
uiting in items zoals ‘ik wil opvang voor <strong>en</strong> na activiteit<strong>en</strong>’ of ‘ik wil ur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij mijn<br />
werksituatie’.<br />
Tot slot vraagt ook het onderscheid tuss<strong>en</strong> reguliere <strong>en</strong> doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> aandacht.<br />
Uit de praktijkverhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de face-to-facebevraging<strong>en</strong> blijkt dat ouders met e<strong>en</strong> migratie- of<br />
kansarmoedeachtergrond heel wat drempels ervar<strong>en</strong> in relatie tot het reguliere <strong>jeugdwerk</strong>. E<strong>en</strong> groot<br />
aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratie- of kansarmoedeachtergrond werd gerekruteerd in doelgroepspecifieke<br />
werking<strong>en</strong>. Dat kan mede e<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong> waarom sommige drempels, zoals bereikbaarheid,<br />
125
wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort niet promin<strong>en</strong>ter in beeld kom<strong>en</strong>. Doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> daar<br />
immers reeds sterk op in. Het aandeel kwetsbare kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> reguliere werking is te klein om daarover<br />
diepgaande analyses te do<strong>en</strong>. Zonder uitspraak te do<strong>en</strong> over haalbaarheid of w<strong>en</strong>selijkheid, stipp<strong>en</strong> we<br />
aan dat ongeveer de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in reguliere werking<strong>en</strong> aangeeft dat <strong>jeugdwerk</strong> meer<br />
kan do<strong>en</strong> voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. ‘Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer do<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> in armoede te<br />
bereik<strong>en</strong>’ of ‘Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking’).<br />
Pot<strong>en</strong>tieel voor verandering?<br />
Als ouders verandering will<strong>en</strong>, dan will<strong>en</strong> ze vooral meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> (tot 38%<br />
van de ouders over speelpleinwerking), meer <strong>en</strong>/of beter materiaal (respectievelijk 37% <strong>en</strong> 34.1% voor<br />
speelpleinwerking), goedkopere activiteit<strong>en</strong> (tot 36% voor vakantiekamp<strong>en</strong>) <strong>en</strong> meer contact met de<br />
begeleiders (tot 27% voor vakantiekamp<strong>en</strong>).<br />
In de welzijnssector zijn de vijf B’s (zie Hubeau & Parm<strong>en</strong>tier, 1991) gangbaar als graadmeter voor kwaliteit<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede toegankelijkheid. In de praktijk word<strong>en</strong> de ‘oorspronkelijke’ toegankelijkheidscriteria vaak<br />
aangevuld met ‘bek<strong>en</strong>dheid’ <strong>en</strong> ‘betrouwbaarheid’. Ze reik<strong>en</strong> ons e<strong>en</strong> nuttige kapstok aan om <strong>en</strong>kele lijn<strong>en</strong><br />
uit de data sam<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> er <strong>en</strong>kele discussiepunt<strong>en</strong> aan te koppel<strong>en</strong>.<br />
BETAALBAARHEID<br />
Kijk<strong>en</strong> we vanuit ouderperspectief naar de kostprijs, dan valt vooral de relatieve verdeeldheid op. 20 tot<br />
40% van de ouders vindt het belangrijk dat de werking weinig tot niets kost. Daarbij valt vooral het<br />
126
hoger aandeel ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> op. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>d kind scor<strong>en</strong> iets<br />
gematigder. Gekoppeld aan achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is de kostprijs, zoals te verwacht<strong>en</strong>, sterker van tel voor<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond.<br />
In de deelnamegroep vindt 40% van de ouders <strong>jeugdwerk</strong>ing ge<strong>en</strong> goedkope tijdsbesteding. De kostprijs<br />
lijkt echter niet door te weg<strong>en</strong> in de keuze tot deelname. E<strong>en</strong> verwaarloosbaar aandeel ouders ervaart dat<br />
als drempel om (nog langer) deel te nem<strong>en</strong>.<br />
BEREIKBAARHEID<br />
Dat de organisatie makkelijk te bereik<strong>en</strong> is, wordt sterker door ouders van niet-deelnemers dan door<br />
ouders van deelnemers als belangrijk beschouwd. Van de deelnemers hecht<strong>en</strong> vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> jaarwerking belang aan dit item. Bijna de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> vakantiewerking vindt dit juist niet belangrijk. We zi<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> verband met de werkvorm.<br />
Vakantiewerking<strong>en</strong>, waaronder in het bijzonder de vakantiekamp<strong>en</strong>, zijn immers niet steeds in de eig<strong>en</strong><br />
buurt georganiseerd. Gelijkaardig aan de kostprijs blijkt deze verwachting echter niet door te spel<strong>en</strong> als<br />
drempel (cf. het is niet bereikbaar) om niet (langer) deel te nem<strong>en</strong>. Hoewel er minder sterk belang gehecht<br />
wordt aan de bereikbaarheid, is dit voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel net wel belangrijk (18.7%). Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong><br />
stipt tot 26% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (vooral voor vakantiekamp<strong>en</strong>) ‘vervoer van <strong>en</strong> naar de activiteit<strong>en</strong>’ als<br />
veranderingsvoorstel aan.<br />
Bereikbaarheid verwijst niet alle<strong>en</strong> naar de fysieke bereikbaarheid maar ook naar de bereikbaarheid in<br />
tijd. Deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> interfereert met de tijdsbesteding van de verschill<strong>en</strong>de gezinsled<strong>en</strong>.<br />
Ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> verwijst naar de tijdsbesteding in het gezin<br />
als red<strong>en</strong> voor niet-deelname (cf. ‘Ik vind het belangrijker dat het kind tijd met hele gezin doorbr<strong>en</strong>gt’).<br />
Daarnaast geeft ev<strong>en</strong>wel 10% van de ouders aan dat hun kinder<strong>en</strong> net deelnem<strong>en</strong> omdat ze zo als<br />
ouder e<strong>en</strong> rustmom<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong> (cf. ‘Zo heb ik meer tijd voor mezelf/zo kan ik e<strong>en</strong>s op adem kom<strong>en</strong>.’). Bij<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond is <strong>jeugdwerk</strong>deelname ook e<strong>en</strong> manier om meer tijd te<br />
hebb<strong>en</strong> voor bijvoorbeeld de andere kinder<strong>en</strong> in het gezin. Gezinsgerelateerde motiev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ook door<br />
in betrokk<strong>en</strong>heid. Tijdsgebrek blijkt voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel ouders (minimaal 20% in jaarwerking tot<br />
maximaal 30% in vakantiewerking) meebepal<strong>en</strong>d voor de beslissing om niet actief betrokk<strong>en</strong> te zijn (cf.<br />
aanwezig zijn op activiteit<strong>en</strong>, meehelp<strong>en</strong>).<br />
BEGRIJPBAARHEID<br />
Voor ‘begrijpbaarheid’ hanter<strong>en</strong> we de vertaling van Sann<strong>en</strong> <strong>en</strong> Demeyer (2003) naar zichtbaarheid <strong>en</strong><br />
bek<strong>en</strong>dheid.<br />
De keuze voor e<strong>en</strong> bepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie hangt sam<strong>en</strong> met de deelname van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het<br />
kind. Bij e<strong>en</strong> vijfde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van wie de kinder<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan jaarwerking<strong>en</strong>, is het feit<br />
dat de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong> niet langer deelnem<strong>en</strong>, ook de red<strong>en</strong> waarom ze zelf niet langer will<strong>en</strong><br />
deelnem<strong>en</strong>. Ook het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie van vroeger, speelt sterk door. Tot 50% van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geeft dit als red<strong>en</strong> op. Bij jaarwerking<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ook andere ouders die in de buurt won<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> belangrijke rol te spel<strong>en</strong> als red<strong>en</strong> tot deelname. E<strong>en</strong> verwaarloosbaar aandeel ouders geeft de school<br />
of e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er op als persoon met invloed op de beslissing tot participatie.<br />
127
K<strong>en</strong>nis blijkt ook van tel voor verwachting<strong>en</strong> over het <strong>jeugdwerk</strong>. De niet-deelnamegroep heeft sterker<br />
uitgesprok<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> dan de deelnamegroep. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de laatst vermelde groep<br />
blijv<strong>en</strong> veelal in sterkere mate onbeslist <strong>en</strong> dat zowel t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie, de begeleiders als<br />
betrokk<strong>en</strong>heid. E<strong>en</strong>zelfde patroon doet zich voor bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met of zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dat voor de verschill<strong>en</strong>de parallelversies (niet-deelname, jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking). K<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van<br />
<strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat het inhoudt, vertaalt zich met andere woord<strong>en</strong> in meer gematigde verwachting<strong>en</strong>.<br />
Het belang van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie komt ook bij de vrag<strong>en</strong> naar betrokk<strong>en</strong>heid naar bov<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong><br />
groot aandeel ouders kan informatie (50 tot 60%) volstaan <strong>en</strong> dan vooral over de activiteit <strong>en</strong> de regels<br />
(cf. wat er gebeurt in de werking). Slechts e<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief meebesliss<strong>en</strong>. 30 tot<br />
38% van de ouders geeft aan meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> te will<strong>en</strong>. Dat wordt het sterkst geuit<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van speelpleinwerking. Daarnaast vindt 70% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in jaarwerking,<br />
waaronder vooral ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep (4- tot 6-jarig<strong>en</strong>), het belangrijk dat e<strong>en</strong><br />
begeleider informatie geeft hoe het kind functioneert in de groep, ook als er zich ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>.<br />
Inzake betrokk<strong>en</strong>heid stipp<strong>en</strong> we het verschil tuss<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijkheid <strong>en</strong> mogelijkheid aan. Niet alle ouders<br />
vind<strong>en</strong> het belangrijk aanwezig te zijn of mee te help<strong>en</strong>. Dat heeft niet alle<strong>en</strong> met onwil te mak<strong>en</strong>. In de<br />
groep vakantiewerking geeft e<strong>en</strong> relatief aandeel ouders op dat ze niet wist<strong>en</strong> dat de organisatie ouders<br />
kan gebruik<strong>en</strong> (15% als red<strong>en</strong> om niet aanwezig te zijn tot 19% als red<strong>en</strong> om niet mee te help<strong>en</strong>).<br />
BESCHIKBAARHEID<br />
Beschikbaarheid begrijp<strong>en</strong> we in deze context vooral in term<strong>en</strong> van aanspreekbaarheid <strong>en</strong> vereist<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider.<br />
Eerder bleek reeds dat vooral t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de speelpleinwerking ouders grotere eis<strong>en</strong> naar beschikbaarheid<br />
stell<strong>en</strong> (cf. opvang, aansluiting bij de werkur<strong>en</strong>). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> vooral ouders in<br />
de niet-deelnamegroep vind<strong>en</strong> het belangrijk begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Daarnaast vind<strong>en</strong> in het bijzonder<br />
ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking het belangrijk om informatie te krijg<strong>en</strong> over het kind: tot 70% van<br />
de ouders geeft dat aan. Bij de jongste leeftijdsgroep loopt dit op tot 87%. Om <strong>en</strong> bij de 90% van de ouders<br />
(in alle parallelversies) vindt het belangrijk om zelf de begeleiders op de hoogte te houd<strong>en</strong>.<br />
Vanuit de literatuur wordt beschikbaarheid aangevuld met betrouwbaarheid. Hebb<strong>en</strong> ouders specifieke eis<strong>en</strong> in<br />
verband met de ervaring, opleiding of vorming van e<strong>en</strong> begeleider? Vooral ouders van niet-deelnemers hecht<strong>en</strong><br />
belang aan de leeftijd. Tot 30% van de ouders met e<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>d kind (vooral in de groep jaarwerking) ervaart<br />
21 jaar als e<strong>en</strong> goede leeftijd. Dat is opmerkelijk, aangezi<strong>en</strong> veel begeleiders net stopp<strong>en</strong> op die leeftijd. Tot 20%<br />
van de ouders (vooral bij speelpleinwerking) wil oudere begeleiders. De overgrote meerderheid van ouders (over<br />
alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong>) vindt het belangrijk dat begeleiders e<strong>en</strong> cursus hebb<strong>en</strong> gevolgd. 14% (vakantiekamp) tot 31%<br />
(speelpleinwerking) geeft aan daarin verandering te will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Gekoppeld aan de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> begeleider, gaat het vooral over het omgaan met moeilijke situaties.<br />
BRUIKBAARHEID<br />
Jeugdwerk is voor ouders meer dan e<strong>en</strong> plaats waar het <strong>en</strong>kel plezierig moet zijn. Het moet ook<br />
functioneel zijn. Twee zak<strong>en</strong> spring<strong>en</strong> in het oog. Het item ‘zelfstandig word<strong>en</strong> van het kind’ <strong>en</strong> het item<br />
128
‘iets bijler<strong>en</strong>’ scor<strong>en</strong> elk (onafhankelijk van leeftijd) 70% <strong>en</strong> meer. In het bijzonder werd door ouders met<br />
e<strong>en</strong> migratieachtergrond <strong>jeugdwerk</strong> als plaats voor taalverwerving b<strong>en</strong>adrukt. Naast deze educatieve<br />
functie onderschrijv<strong>en</strong> ouders in belangrijke mate de meer maatschappelijke functie van <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
In elke parallelversie is telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 75% van de ouders de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat <strong>jeugdwerk</strong><br />
e<strong>en</strong> integratiefunctie heeft (cf. ‘Jeugdwerk moet ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze<br />
maatschappij’).<br />
Daarbij aansluit<strong>en</strong>d houdt ‘begeleider zijn’ voor sommige ouders meer in dan <strong>en</strong>kel activiteit<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>.<br />
Verhoudingsgewijs vind<strong>en</strong> meer ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider<br />
iemand is waar e<strong>en</strong> kind terecht kan met vrag<strong>en</strong>. Daarbij rijst de vraag naar het hulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de karakter<br />
van <strong>jeugdwerk</strong>. Hoewel het mer<strong>en</strong>deel van de ouders het meezoek<strong>en</strong> naar hulp of e<strong>en</strong> huisbezoek niet<br />
belangrijk vindt of daar neutraal teg<strong>en</strong>over staat, vindt 19% hulp (vooral ouders met e<strong>en</strong> kansarmoede- of<br />
migratieachtergrond) <strong>en</strong> 28% e<strong>en</strong> huisbezoek belangrijk. Daarnaast vindt 40% van de ouders met e<strong>en</strong> kind<br />
in e<strong>en</strong> jaarwerking het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing houdt met de thuissituatie.<br />
Vind<strong>en</strong> ouders <strong>jeugdwerk</strong> nuttig? Algeme<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> grote overtuiging dat <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> zinvolle<br />
tijdsbesteding is (tot 94% bij ouders van deelnemers). De overgrote meerderheid van de ouders vindt<br />
<strong>jeugdwerk</strong> ook e<strong>en</strong> zinvolle aanvulling bij de opvoeding van hun kind. Bij ouders van niet-deelnemers<br />
(vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond) <strong>en</strong> ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, vall<strong>en</strong> de iets<br />
gematigder scores op. Dat sluit aan bij de discussie inzake de begrijpbaarheid van <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
In de vrag<strong>en</strong>lijst werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele items opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over diversiteit in het <strong>jeugdwerk</strong>. De overgrote<br />
meerderheid (90%) van de ouders vindt het belangrijk dat hun kind via <strong>jeugdwerk</strong>organisaties in contact<br />
kan kom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diversiteit aan achtergrond<strong>en</strong>. Meer nog, voor e<strong>en</strong> grote meerderheid van de ouders<br />
heeft <strong>jeugdwerk</strong> daarin e<strong>en</strong> specifieke taak te vervull<strong>en</strong>. Zo is 75% van de ouders akkoord met de stelling<br />
dat <strong>jeugdwerk</strong> ervoor moet zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van diverse achtergrond<strong>en</strong>.<br />
Opvall<strong>en</strong>d is dat in de subgroep<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> vakantiewerking telk<strong>en</strong>s 33.3% van de ouders informatie<br />
wil over de groepssam<strong>en</strong>stelling. In de groep jaarwerking wordt dit verhoudingsgewijs vooral door ouders<br />
met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep beklemtoond.<br />
Moet er meer diversiteit bij jeugdbegeleiders zijn? De items ‘Ik wil meer begeleiders met dezelfde achtergrond<br />
als mijn kind’, ‘Ik wil meer begeleiders die dezelfde taal sprek<strong>en</strong> als mijn kind’ gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> indicatie in die<br />
richting. E<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief meer begeleiders met dezelfde achtergrond als het kind<br />
of begeleiders die ook e<strong>en</strong> andere taal sprek<strong>en</strong> dan het Nederlands, maar de aantall<strong>en</strong> zijn heel klein. Ter<br />
nuancering wijz<strong>en</strong> we erop dat van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond e<strong>en</strong> groot aandeel in<br />
doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> werd gerekruteerd.<br />
Eerder besprak<strong>en</strong> we de kindgerichte insteek van de resultat<strong>en</strong>. Is <strong>jeugdwerk</strong> dan e<strong>en</strong> plaats waar<br />
volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol hebb<strong>en</strong>? De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn verdeeld. Ongeveer de helft ervaart <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong><br />
plaats weg van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Tot 25% is hier niet mee akkoord. Aansluit<strong>en</strong>d daarbij geeft telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> kleine<br />
14 tot 23% net deze overtuiging aan als red<strong>en</strong> om bijvoorbeeld niet actief te participer<strong>en</strong>, namelijk ‘Ik help<br />
niet mee of b<strong>en</strong> niet aanwezig omdat ik niet vind dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij organisaties<br />
voor jeugd’. Tot 25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderschrijft het belang dat <strong>jeugdwerk</strong> voor h<strong>en</strong>zelf als ouder<br />
e<strong>en</strong> sociale functie heeft: ze zi<strong>en</strong> het als e<strong>en</strong> plaats waar ze zelf als ouder in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met<br />
andere ouders. Voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond stijgt dit tot zelfs tot 46%.<br />
129
TOT SLOT<br />
Globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat de verwachting<strong>en</strong> hoog ligg<strong>en</strong>, maar dat de resultat<strong>en</strong> toch ook e<strong>en</strong><br />
zekere nuance aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De diverse items die peil<strong>en</strong> naar verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie,<br />
de begeleiders <strong>en</strong>zovoort word<strong>en</strong> in sterke mate belangrijk geacht. Pols<strong>en</strong>d naar de mate waarin er effectief<br />
iets moet verander<strong>en</strong>, zijn ouders gematigder. Slechts e<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief verandering.<br />
Daaruit spreekt e<strong>en</strong> groot vertrouw<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>. De resultat<strong>en</strong> inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (cf. de<br />
rol die ouders will<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>) bevestig<strong>en</strong> dat. <strong>Ouders</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de inspanning<strong>en</strong> die het<br />
<strong>jeugdwerk</strong> onderneemt <strong>en</strong> will<strong>en</strong> daarin ge<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>de rol opnem<strong>en</strong>. Ze onderschrijv<strong>en</strong> als het ware<br />
het specifieke jeugdkarakter van <strong>jeugdwerk</strong>: het is e<strong>en</strong> plek van <strong>en</strong> voor hun kind.<br />
Daarbij merk<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong>wel op dat naast de relatieve tevred<strong>en</strong>heid over het <strong>jeugdwerk</strong>, de resultat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
groot pot<strong>en</strong>tieel aanduid<strong>en</strong>. Blijv<strong>en</strong>de aandacht voor <strong>en</strong>kele bezorgdhed<strong>en</strong> van ouders is daarbij cruciaal.<br />
Verandering niet noodzakelijk acht<strong>en</strong>, kan wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zekere loyaliteit t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie<br />
of de begeleiders of op e<strong>en</strong> zekere berusting in de gang van zak<strong>en</strong> (bv. ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> tot verandering<br />
zi<strong>en</strong>, ‘ze do<strong>en</strong> hun best, ze do<strong>en</strong> wat ze kunn<strong>en</strong>’). Dat verklaart mogelijks ook het relatief groot aantal<br />
onbesliste ouders.<br />
Reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />
Ter afronding gev<strong>en</strong> we op basis van de kwantitatieve <strong>en</strong> kwalitatieve ouderdata <strong>en</strong> de praktijkverhal<strong>en</strong><br />
van de jeugdsector <strong>en</strong>kele reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> mee.<br />
BETAALBAARHEID MET KWALITEITSGARANTIE<br />
De kostprijs blijkt voor veel ouders belangrijk, maar weegt niet door als drempel om deel te nem<strong>en</strong>. Uit de sterke<br />
kindgerichtheid in de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat ouders bereid zijn e<strong>en</strong> zekere kostprijs te betal<strong>en</strong>,<br />
zolang hun kind zich maar amuseert. Tegelijk rijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong>, onder meer door de meer uitgesprok<strong>en</strong><br />
verwachting<strong>en</strong> bij vakantiewerking<strong>en</strong>. Creëert e<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>d, meer als ‘opvang’ gepercipieerd aanbod hogere<br />
eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> naar kwaliteitsvereist<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het aanbod (bv. veiligheid, gebouw<strong>en</strong>)? Zijn<br />
ouders in jaarwerking<strong>en</strong> zich sterker bewust van de beperkte draagkracht <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> van organisaties?<br />
De onderzoeksresultat<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> aanbieders uit blijv<strong>en</strong>d in te zett<strong>en</strong> op de betaalbaarheid van het<br />
aanbod zonder in te boet<strong>en</strong> op de kwaliteit. We kunn<strong>en</strong> daarbij niet ongevoelig blijv<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> aantal<br />
contextfactor<strong>en</strong> waar organisaties afhankelijk van zijn. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de tariefverhoging<strong>en</strong> van het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer die voor organisaties (onverwacht) grotere verplaatsingskost<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
de regelgeving inzake veiligheid van infrastructuur, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanbieders,<br />
plaatsgebrek, <strong>en</strong>zovoort. Het stelt de vraag naar de rol van de overheid in bijvoorbeeld regelgeving <strong>en</strong><br />
te subsidiër<strong>en</strong> werking<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de ‘de kost<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> zo ook de uitsluiting van bepaalde ouders, <strong>en</strong> dus<br />
hun kinder<strong>en</strong>, te vermijd<strong>en</strong>. Op aanbiedersniveau stelt zich de vraag naar e<strong>en</strong> ‘betere’ afstemming van het<br />
aanbod (bv. timing van bek<strong>en</strong>dmaking, begr<strong>en</strong>zing kostprijs <strong>en</strong>z.) Vanuit gezinsperspectief is het inplann<strong>en</strong><br />
van de zomervakantie op e<strong>en</strong> vroeg tijdstip in het jaar voor veel ouders niet haalbaar. Afsprak<strong>en</strong> rond<br />
bek<strong>en</strong>dmaking kunn<strong>en</strong> in die zin bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> ‘haalbare’ combinatie gezin-arbeid/opleiding.<br />
De discussie over de kostprijs werpt e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> voor verder onderzoek op. Weegt de kostprijs ook<br />
door in de keuze tot deelname van ouders? Is er verdere differ<strong>en</strong>tiatie naar aard van de vakantiekamp<strong>en</strong>?<br />
130
Welke motiev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol om voor e<strong>en</strong> bepaald aanbod (naar thema of inrichter) te kiez<strong>en</strong>? Zijn er<br />
voor die motiev<strong>en</strong> diverse oudergroep<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>?<br />
BEELDVORMING EN VERTROUWEN: VAN COMMUNICATIE NAAR CONTACT<br />
De diverse praktijkverhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ouderdata beklemton<strong>en</strong> het belang van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie <strong>en</strong> de rol<br />
van beide aspect<strong>en</strong> in de beeldvorming. Bij ouders van niet-deelnemers zijn de verwachting<strong>en</strong> erg hoog<br />
<strong>en</strong> dat strookt niet altijd met het beeld dat de jeugdsector zelf voorstaat. Wet<strong>en</strong> ouders wat kinder<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> in <strong>jeugdwerk</strong>? De uitgesprok<strong>en</strong> behoefte aan meer informatie <strong>en</strong> contact, ook bij deelnemers van<br />
speelpleinwerking <strong>en</strong> vakantiekamp, stell<strong>en</strong> de organisaties voor bijzondere uitdaging<strong>en</strong>.<br />
Vertrouw<strong>en</strong> schepp<strong>en</strong> (bv. zorg<strong>en</strong> van ‘nieuwe’ ouders wegnem<strong>en</strong>), ouders overtuig<strong>en</strong> van de meerwaarde<br />
van deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> mogelijke ‘foute’ beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hoge verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van het <strong>jeugdwerk</strong> doorprikk<strong>en</strong> én niet in het minst ook de ouders van oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />
betrekk<strong>en</strong>, vrag<strong>en</strong> om reflectie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doordachte aanpak inzake informatieoverdracht.<br />
<strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> goed geïnformeerd word<strong>en</strong>, maar er zijn naargelang van de oudergroep, de informatiebehoefte<br />
<strong>en</strong> de werking verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Sommige ouders w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> huisbezoek<strong>en</strong>,<br />
andere niet (bv. omwille van privacy). Huisbezoek<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ook niet steeds haalbaar omwille van de<br />
grootte van de groep of de draagkracht van de begeleiders. Facebook biedt mogelijkhed<strong>en</strong> om ouders snel<br />
te informer<strong>en</strong>, maar stelt meer eis<strong>en</strong> aan beschikbaarheid <strong>en</strong> kan ouders uitsluit<strong>en</strong>. Telefonisch contact<br />
vraagt grondige reflectie over wat het geschikte contactmom<strong>en</strong>t is. Wat met andere woord<strong>en</strong> voor de <strong>en</strong>e<br />
ouder- of begeleidersgroep werkt, schiet mogelijks voor de andere groep tekort. Communicatie is ge<strong>en</strong> ofof<br />
verhaal. Niet één kanaal is zaligmak<strong>en</strong>d. Het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diversiteit aan kanal<strong>en</strong>, afgestemd op de<br />
eig<strong>en</strong> werking én de ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong>, is aangewez<strong>en</strong>.<br />
131
Daarbij is het voor aanbieders belangrijk voldo<strong>en</strong>de aandacht te hebb<strong>en</strong> voor wat bijvoorbeeld e<strong>en</strong> activiteit<br />
juist inhoudt <strong>en</strong> gevoelig te blijv<strong>en</strong> voor process<strong>en</strong> van beeldvorming. In de communicatie erk<strong>en</strong>ning gev<strong>en</strong><br />
aan wat <strong>jeugdwerk</strong> kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het kind, herbergt pot<strong>en</strong>tieel om nieuwe ouders te bereik<strong>en</strong>. Dat<br />
<strong>jeugdwerk</strong> voor ouders ook functioneel is inzake opvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling, vraagt extra aandacht. Het<br />
gaat er dan vooral om erk<strong>en</strong>ning te gev<strong>en</strong> aan het feit dat kinder<strong>en</strong> via deelname zelfstandig word<strong>en</strong> of in<br />
groep kunn<strong>en</strong> zijn, dat deelname hun taalbeheersing t<strong>en</strong> goede komt, <strong>en</strong>zovoort. Of met andere woord<strong>en</strong>:<br />
ouders ‘warm mak<strong>en</strong>’ voor de educatieve functie van het <strong>jeugdwerk</strong>, die inher<strong>en</strong>t is aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong><br />
veraf staat van formeel <strong>en</strong> gericht ler<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> aandachtspunt. Beeldvorming hoeft echter niet alle<strong>en</strong> op<br />
organisati<strong>en</strong>iveau word<strong>en</strong> aangepakt. Ook de lokale <strong>en</strong> Vlaamse overheid kunn<strong>en</strong> daar op inzett<strong>en</strong>.<br />
Het lijkt ons zinvol dat <strong>jeugdwerk</strong>ing<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong> om de huidige pad<strong>en</strong> van schriftelijke <strong>en</strong>/<br />
of telefonische communicatie aan te vull<strong>en</strong> met proefondervindelijke k<strong>en</strong>nismaking, waarbij ouders<br />
als het ware e<strong>en</strong> ‘<strong>jeugdwerk</strong>bad’ krijg<strong>en</strong>. Door het ‘proev<strong>en</strong>’ van <strong>jeugdwerk</strong> kan e<strong>en</strong> ouder veelal beter<br />
inschatt<strong>en</strong> wat <strong>jeugdwerk</strong> is <strong>en</strong> wat ook de meerwaarde is. Informatie zorgt ook voor vertrouw<strong>en</strong>.<br />
Mogelijke werkvorm<strong>en</strong> zijn contactdag<strong>en</strong>, ijsbrekersavond<strong>en</strong>, kampterrasmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. Dergelijke<br />
‘ontmoetingsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ zijn niet onbelangrijk omdat ouders zelf ook aangev<strong>en</strong> dat ze het contact met<br />
andere ouders waarder<strong>en</strong>. De aangegev<strong>en</strong> bereidheid tot occasionele hulp of het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> goede<br />
combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> (cf. tijdsbesteding) biedt daarbij verder stof tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Ouderactiviteit<strong>en</strong><br />
waarbij tegelijk over de werking wordt gepraat, k<strong>en</strong>nismakingsdag<strong>en</strong> voor ouders van vri<strong>en</strong>djes (al dan<br />
niet via de school) reik<strong>en</strong> verder dan ouders gebruik<strong>en</strong> als rekruteringskanaal. Het gaat erom ouders in te<br />
zett<strong>en</strong> als brug naar andere ouders <strong>en</strong> daarbij de rechtstreekse communicatie met de <strong>jeugdwerk</strong>ing <strong>en</strong> het<br />
begeleidersteam niet uit het oog te verliez<strong>en</strong>.<br />
Meer algeme<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> we ervoor om in de werking<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> in te bouw<strong>en</strong> om impliciete <strong>en</strong><br />
expliciete verwachting<strong>en</strong> bloot te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreekbaar te mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> evaluatie van de werking kan e<strong>en</strong><br />
eerste stap zijn. Het in dialoog gaan van begeleiders met ouders én kinder<strong>en</strong> over wat ze verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoe dit overe<strong>en</strong> stemt met hun ervaring<strong>en</strong>, gaat dieper. Dat vraagt dat werking<strong>en</strong> hun blik naar binn<strong>en</strong><br />
richt<strong>en</strong>. Dat is tegelijkertijd e<strong>en</strong> manier om aan de kwaliteit van hun aanbod te werk<strong>en</strong>. Tegelijk laat het<br />
toe om de sterktes van de werking te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Jeugdwerkondersteuners kunn<strong>en</strong> impuls<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> om<br />
reflectie over dit thema op te zett<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e visie of de conceptuele lijn<strong>en</strong> over hoe om te gaan met<br />
ouders, zijn immers vaak op organisati<strong>en</strong>iveau al uitgezet. Het is echter relevant om verder door te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
over hoe organisaties die ouderlijke verwachting<strong>en</strong> ‘te zi<strong>en</strong>’ kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Welke roll<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders op<br />
te nem<strong>en</strong>? Welke niet? Hoe zit het met will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>? Wat is voor ouders e<strong>en</strong> haalbaar <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t?<br />
En wat vind<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> daar zelf van? Hoe matcht dit alles met de percepties van de begeleiders? En<br />
verder, hoe kan over ev<strong>en</strong>tuele mismatch e<strong>en</strong> gesprek word<strong>en</strong> aangegaan? Hoe kom je als organisatie<br />
onzekerhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> drempels te wet<strong>en</strong>? Hoe verhelder<strong>en</strong> organisaties wat ze zelf wel <strong>en</strong> niet will<strong>en</strong> of ook<br />
wat ze zelf wel <strong>en</strong> niet verwacht<strong>en</strong>?<br />
DESKUNDIGHEID EN KENNIS OPBOUWEN<br />
Vanuit andere sector<strong>en</strong> zijn d<strong>en</strong>koef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> expertise over hoe ouders te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relatie met<br />
ouders optimaal te houd<strong>en</strong>, uitgesprok<strong>en</strong> aanwezig (bv. onderwijs, kinderopvang, welzijn). Vanuit het lokale<br />
beleid <strong>en</strong> koepelorganisaties zoals de VVSG, kunn<strong>en</strong> impuls<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om expertise-uitwisseling<br />
in het brede <strong>jeugdwerk</strong>landschap zelf (bv. doelgroepspecifiek <strong>en</strong> regulier <strong>jeugdwerk</strong>) én sectoroverstijg<strong>en</strong>d<br />
(bv. OCMW, kinderopvang, onderwijs <strong>en</strong>z.) te bevorder<strong>en</strong>. We d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bijvoorbeeld aan intervisie over wat<br />
werkt, wat good practices zijn van (actieve) ouderwerking<strong>en</strong>, werkvorm<strong>en</strong> om de mogelijke inzet van<br />
132
ouders in beeld te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong>. Hoe met deze ‘partners’ kan word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gewerkt <strong>en</strong><br />
afgestemd, vraagt verdere reflectie. Sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> op (bov<strong>en</strong>)lokaal niveau zoals bijvoorbeeld<br />
de Huiz<strong>en</strong> van het Kind (cf. regelgeving prev<strong>en</strong>tieve gezinsondersteuning) <strong>en</strong> brede school bied<strong>en</strong> mogelijks<br />
aanknopingspunt<strong>en</strong>. Temeer omdat net in deze context<strong>en</strong> ouders verondersteld word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />
sleutelpositie in te nem<strong>en</strong> (cf. belang van ouderparticipatie).<br />
De onderzoeksbevinding<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> in het bijzonder ook aandacht voor de opleiding van begeleiders. <strong>Ouders</strong><br />
hebb<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> over de omgang met hun kind. Dat e<strong>en</strong> begeleider gepast kan ingrijp<strong>en</strong>, lijkt logisch, maar<br />
roept ook vrag<strong>en</strong> op naar de draagkracht. Wat kan <strong>en</strong> mag je verwacht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrijwillig begeleider?<br />
Wat is minimum noodzakelijk bij de diversiteit aan begeleiders in e<strong>en</strong> team? Moet elke begeleider<br />
geschoold word<strong>en</strong> in bijvoorbeeld diversiteit? Kunn<strong>en</strong> begeleiders onderling elkaar hierin versterk<strong>en</strong>? Uit<br />
de kwalitatieve data komt uitgesprok<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> dat het niet steeds haalbaar of zelfs w<strong>en</strong>selijk is dat<br />
alle vrijwilligers aan e<strong>en</strong>zelfde compet<strong>en</strong>tieprofiel voldo<strong>en</strong>. Hoofdbegeleiders of professionele <strong>jeugdwerk</strong>ers<br />
kunn<strong>en</strong> de brug naar meer jonge of vrijwillige begeleiders mak<strong>en</strong>. Dat vraagt ev<strong>en</strong>wel van organisaties dat<br />
ze voortdur<strong>en</strong>d, op concreet niveau, nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> hoe dit gerealiseerd kan word<strong>en</strong> in het huidige tak<strong>en</strong>pakket<br />
van e<strong>en</strong> hoofdbegeleider. Er is immers meer nodig dan e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e visie over de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong>,<br />
e<strong>en</strong> hoofdbegeleider heeft tijd <strong>en</strong> ruimte nodig om daar concreet vorm aan te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />
Zonder e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d kader op te legg<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong> we voor voldo<strong>en</strong>de zorg voor de basishouding van<br />
begeleiders. Dat kan bijvoorbeeld door op continue basis <strong>en</strong> zorgvuldig begeleiderscoachtraject<strong>en</strong> uit te<br />
stippel<strong>en</strong>. Om de meerwaarde van vormingscursuss<strong>en</strong> t<strong>en</strong> volle tot uitdrukking te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong><br />
we voor nazorg in term<strong>en</strong> van opvolging tijd<strong>en</strong>s de stage <strong>en</strong> trajectbegeleiding na de cursus. Ook voor<br />
begeleiders die ge<strong>en</strong> cursus of vorming volgd<strong>en</strong>, is het zinvol om pistes uit te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> die reflectie<br />
op het eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘k<strong>en</strong>nis’overdracht vanwege bijvoorbeeld ‘oudere’ begeleiders bevorder<strong>en</strong>.<br />
Intervisiemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar ook ad hoc contextgerichte vorming<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> daartoe impuls<strong>en</strong> aanreik<strong>en</strong>.<br />
IDENTITEIT VAN HET JEUGDWERK?<br />
Tot slot vrag<strong>en</strong> de data verdere reflectie over de rol <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>. Het onderzoek<br />
had tot doel het perspectief van ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong><br />
in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat inzake drempels, veranderingsvoorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>. Hoewel uit het<br />
onderzoek diverse aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> beter contact <strong>en</strong> bereik van ouders voortvloei<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich<br />
ook dieperligg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> aan zoals: Wat is <strong>jeugdwerk</strong>? Voor wie <strong>en</strong> met welke finaliteit? Hoe verhoud<strong>en</strong><br />
de diverse <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> (o.a. regulier <strong>en</strong> doelgroepspecifiek) zich tot elkaar?<br />
133
134
12 LITERATUUR<br />
Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd <strong>en</strong> VVJ (2012).<br />
Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2011-2013. Brussel.<br />
Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd (2014). Landelijk<br />
georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> – Begrotingsjaar 2014.<br />
http://sociaalcultureel.be/jeugd/landelijk_gesubsidieerd.aspx<br />
Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd (2012). Organisaties<br />
kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> – begrotingsjaar 2012.<br />
http://sociaalcultureel.be/jeugd/proeftuin<strong>en</strong>_gesubsidieerd.aspx<br />
Boeraeve, A., & Van Rijn, M. (2010). Werk<strong>en</strong> aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid op school: 7 dim<strong>en</strong>sies als leidraad<br />
voor e<strong>en</strong> succesvolle aanpak. Welwijs, 21, 23-25.<br />
Bolt, A. (2014). Het gezin c<strong>en</strong>traal. Handboek voor ambulante hulpverl<strong>en</strong>ers. Amsterdam: Uitgeverij SWP.<br />
Bombaerts, G., Hillaert, W., & Coussée, F. (2010). Curieuz<strong>en</strong>euzepastapot: diversiteit <strong>en</strong> toegankelijkheid<br />
in het <strong>jeugdwerk</strong>. G<strong>en</strong>t: Academia Press.<br />
Bouwman, A., & van d<strong>en</strong> Hout, T. (2007). <strong>Ouders</strong> in beeld. Verwachting<strong>en</strong> van ouders over<br />
ouderbetrokk<strong>en</strong>heid. Zoetermeer: Werkgroep Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />
Bradt, L., Pleysier, S. Put, J., Siongers, J., & Spruyt, B. (2014). Jonger<strong>en</strong> in cijfers <strong>en</strong> letters. Bevinding<strong>en</strong> uit<br />
de JOP-monitor 3 <strong>en</strong> de JOP-schoolmonitor 2013. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />
Burny E., Hurtekant, J., Warreyn, P., & Roeyers, H. (2010). Autisme <strong>en</strong> vrije tijd: Hoe toegankelijk zijn de<br />
Vlaamse jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>? Signaal, 71, 26-35.<br />
Calabrese Barton, A., Drake, C., Gustavo Pereze, J., St. Louis, K., & George, M. (2004). Ecologies of<br />
par<strong>en</strong>tal <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t in urban education. Educational Researcher, 33, 3-12.<br />
C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg. (2002). Projectverslag: Armoede <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>.<br />
Antwerp<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg.<br />
http://netwerkteg<strong>en</strong>armoedebe.webhosting.be/docum<strong>en</strong>ts/Cultuur_dossier_C<strong>en</strong>trum-Kauw<strong>en</strong>berg_<br />
Vrijetijdsbesteding-voor-kinder<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-jonger<strong>en</strong>.pdf<br />
Colpin, H. & Griet<strong>en</strong>s, H. (2000). De gezinsopvoeding: Concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> [Online].<br />
http://www.psy.kuleuv<strong>en</strong>.ac.be/csp_cgp/logorapport.htm<br />
Copp<strong>en</strong>s, E., Vanclooster, S., & Van Aud<strong>en</strong>hove, C. (2013). Meer dan e<strong>en</strong> Habbekrats. Onderzoek naar de<br />
sleutelelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inde werking van 7 jeugdwelzijnshuiz<strong>en</strong> voor jonger<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>: Lucas, C<strong>en</strong>trum voor<br />
Zorgonderzoek & Consultancy.<br />
Corijn, E., Crivit, R., Loopmans, M., & Mathijss<strong>en</strong>, C. (2014). De strijd om de (vrije) tijd. In: C. Mathijss<strong>en</strong>, M.<br />
Loopmans & R. Crivit (red.), Kwetsbare vrije tijd? Uitdaging<strong>en</strong> voor emanciper<strong>en</strong>d jeugdbeleid, (pp. 27-38),<br />
Leuv<strong>en</strong>: acco.<br />
135
Coussée, F., & Jeffs, T. (2011). ‘The bad, the worse and the funny. Toegankelijkheid bekek<strong>en</strong> vanuit de<br />
drie historische functies van het <strong>jeugdwerk</strong>’, in F. Coussée & C. Mathijss<strong>en</strong> (Eds.), Uit de marge van het<br />
jeugdbeleid. Werk<strong>en</strong> met maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (pp. 51-62), Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />
Coussée, F., Roets, G., Bouverne-De Bie, M., & Vett<strong>en</strong>burg, N. (2011). Vrijetijdsbeleving van kinder<strong>en</strong> in<br />
armoede. Eindrapport. G<strong>en</strong>t: Universiteit G<strong>en</strong>t, Vakgroep Sociale Agogiek.<br />
http://www.kekidatabank.be/docs/Onderzoek/Roets_onderzoeksrapport.pdf<br />
Creswell, J. W. (2003). Research design: Qualitative, Quantitative, and Mixed Method Approaches.<br />
Thousand Oaks (CA): Sage Publications.<br />
Cruypelinck, S., Heer<strong>en</strong>, P., & Jacobs, M. (2015). Ouderparticipatie in <strong>jeugdwerk</strong>ing. (Projectonderwijs<br />
II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
De Clus, T., Mudde, C., & Rogge, M. (2015). Hoe professioneel moet<strong>en</strong> vrijwillige begeleiders zijn?<br />
(Projectonderwijs II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Decreet van 20 januari 2012 houd<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> vernieuwd jeugd- <strong>en</strong> kinderrecht<strong>en</strong>beleid.<br />
http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/regelgeving_VJKB/2015_decreet-vernieuwdJKRB_gecoordineerd.pdf<br />
De Droogh, L., & Lamote, F. (z.d.). Veldanalyse <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> sociaal-culturele praktijk<strong>en</strong>. Onderzoek in<br />
opdracht van Socius <strong>en</strong> Steunpunt Jeugd.<br />
http://pure.hog<strong>en</strong>t.be/portal/files/10346549/Offerte_Socius_definitief.pdf<br />
De Ha<strong>en</strong>e, L. (2015). Evaluatie PWO-voorstel ‘Ondersteuningskader relatie ouders – <strong>jeugdwerk</strong>.’ Leuv<strong>en</strong>:<br />
Educatie, Cultuur & Sam<strong>en</strong>leving, KULeuv<strong>en</strong>.<br />
De Pauw, P., Vermeersch, H., Coussée, F., Vett<strong>en</strong>burg, N., & Van Houtte, M. (2010). Jeugdbeweging<strong>en</strong> in<br />
Vlaander<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek bij groep<strong>en</strong>, leiding <strong>en</strong> led<strong>en</strong>. Brussel: Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd,<br />
Sport <strong>en</strong> Media, Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal- Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling jeugd.<br />
De Pauw, P., Vermeersch, H., Cox, N., Verhaeghe, M., & Stev<strong>en</strong>s, P. (2013). Jeugdwerk met maatschappelijk<br />
kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek bij werking<strong>en</strong>, begeleiding <strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong>.<br />
Brussel: VIVES – UG<strong>en</strong>t - Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd.<br />
Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd (2013). Bestek ouders <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />
Brussel: Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd.<br />
De Ridder, K., & Vandercamm<strong>en</strong>, M. (2008). Jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding. Onuitgegev<strong>en</strong><br />
onderzoeksrapport. Brussel: OIVO.<br />
Dieussaert, K., Smits, D., & Goubin, E. (2011). Onderzoek in de praktijk. E<strong>en</strong> gids voor praktijkgericht<br />
onderzoek. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />
Dom, L., Thirion, J., & De Clerck, W. (2014). Ouderparticipatie als uitgangspunt. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met ouders<br />
in de resid<strong>en</strong>tiële werking van de C<strong>en</strong>tra voor Kinderzorg <strong>en</strong> Gezinsondersteuning. Inspiratiebrochure<br />
voor de resid<strong>en</strong>tiële jeugdhulp. Antwerp<strong>en</strong>: Karel de Grote-Hogeschool.<br />
136
Emmelkamp, R. (2004). E<strong>en</strong> veilig avontuur: alledaagse plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding in de verhal<strong>en</strong> van<br />
jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders. Universiteit van Amsterdam.<br />
Engel<strong>en</strong>, M., & Nys, K. (2014). Draaiboek Thuiscompagnie. Versterk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>de gezinszorg in<br />
kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Hasselt: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Directie Welzijn, Cluster<br />
Sam<strong>en</strong>leving, S-em<strong>en</strong>t.<br />
Epstein, J.L. (1995). School/Family/Community Partnerships: Caring for the Childr<strong>en</strong> we Share. Phi Delta<br />
Kappa, 76, 701-712.<br />
Forum Overvecht. Participatieladder ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (z.d.).<br />
http://www.cultuurplein.nl/sites/default/files/forum_overvecht.pdf<br />
Gatz, S. (2014). Beleidsnota Jeugd 2014-2015. Brussel: Vlaams Minister van Cultuur, Media, Jeugd <strong>en</strong> Brussel.<br />
http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/beleidsdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>_doc/beleidsnota_jeugd2014-2019.pdf<br />
Hag<strong>en</strong>aars, A.J.M., de Vos, K., & Zaidi, M.A. (1994), Poverty Statistics in the Late 1980s: Research Based on<br />
Micro-data. Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities.<br />
Hambach, E., & Vanle<strong>en</strong>e, E. (2007). Ondersteuning in het vrijwilligerswerk(veld). E<strong>en</strong> kwalitatief <strong>en</strong><br />
verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek. Antwerp<strong>en</strong>: Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw.<br />
http://www.vrijwilligersweb.be/downloads/vsvwrapportondersteuning07.pdf<br />
Haud<strong>en</strong>huyse, R., & Theeboom, M. (2012). Sport, jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke kwetsbaarheid: e<strong>en</strong><br />
sportpedagogisch onderzoek. Welwijs, 23(3), p.18-21.<br />
Hedebouw, G. (2013). Naar e<strong>en</strong> nieuw organisatiemodel voor de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van<br />
basisschoolkinder<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. Bevraging van de actor<strong>en</strong>. Onderzoek in opdracht van Kind <strong>en</strong> Gezin.<br />
Leuv<strong>en</strong>: HIVA – KULeuv<strong>en</strong>.<br />
http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/organisatiemodelopvangbasisschoolkinder<strong>en</strong>vl.pdf<br />
H<strong>en</strong>nessy, E., & Donnelly, M. (2005). After-School Care in Disadvantaged Areas: the perspectives of<br />
childr<strong>en</strong>, par<strong>en</strong>ts and experts. Combat Poverty Ag<strong>en</strong>cy Working Paper Serie 05/01. Dublin: Combat<br />
Poverty Ag<strong>en</strong>cy.<br />
http://www.combatpoverty.ie/publications/workingpapers/2005-01_WP_AfterSchoolCare.pdf<br />
Hillaert, I., De Ceuster, E., Dehertogh, B., & Maelstaf, H. (2008). B(l)oei<strong>en</strong>d <strong>en</strong> divers: Allochtoon<br />
<strong>jeugdwerk</strong>. E<strong>en</strong> beleidsvoorbereid<strong>en</strong>d onderzoek naar allochtoon <strong>jeugdwerk</strong> in opdracht van de<br />
Provinciale Jeugddi<strong>en</strong>st Antwerp<strong>en</strong>. Antwerp<strong>en</strong>: Artesis Hogeschool- Sociaal Werk.<br />
Hoogewys, A., De Grave, H., Van Ham, P., & Van de Velde, G. (2013). Perinatale ondersteuning van<br />
kansarme gezinn<strong>en</strong>: wat er is <strong>en</strong> wat er nodig is. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />
Hubeau, B., & Parm<strong>en</strong>tier, S. (1991). “Preadvies: Rechtshulp”, Aanbeveling<strong>en</strong> voor het<br />
armoedebestrijdingsbeleid 1990- 1991, Derde verslag Interdepartem<strong>en</strong>teale Commissie voor de<br />
Armoedebestrijding. Brussel, Staatssecretaris voor Leefmilieu <strong>en</strong> Maatschappelijke emancipatie, 57-81.<br />
Jans, M., & De Backer, K. (2001). Jeugd(werk) <strong>en</strong> maatschappelijke participatie. Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
praktijktheorie. Brussel: JEP.<br />
137
Jehoel-Gijsbers, G. (2009). Kunn<strong>en</strong> alle kinder<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>?: Onderzoek naar de maatschappelijke<br />
participatie van arme kinder<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />
Kieck<strong>en</strong>s, L. (2007). Jeugdwerk vanuit het perspectief van ouders die in armoede lev<strong>en</strong>. [scriptie o.l.v. Filip<br />
Coussée]. G<strong>en</strong>t: Universiteit G<strong>en</strong>t, Faculteit Psychologie <strong>en</strong> pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Lahyani, L., Mommer<strong>en</strong>cy, B., Sterckx, I., & De Roover, Y. (2015). <strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>: ouders.<br />
(Projectonderwijs II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Lambrechts, J., & Van Crombrugge, H. (2013). <strong>Ouders</strong> & clubs: één doel. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid stimuler<strong>en</strong> in<br />
jeugdsport. Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> –HUB.<br />
Latré, S. (6 maart 2013). Persoonlijke communicatie via e-mail.<br />
L<strong>en</strong>aers, S., & Zanoni, P. (2013). Buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding in Vlaander<strong>en</strong>. Gebruik<br />
<strong>en</strong> deelname, evaluatie, behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes. Onderzoek in opdracht van Kind & Gezin. Hasselt: SEIN<br />
Universiteit Hasselt. http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/bko-<strong>en</strong>-vrijetijdsbesteding-in-vl2013.pdf<br />
Loose, M., Gijselinckx, C., Dujardin, A., & Marée, M. (2007). De meting van het vrijwilligerswerk in<br />
België. Kritische analyse van de statistische bronn<strong>en</strong> met betrekking tot het vrijwilligerswerk in België.<br />
Onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting, uitgevoerd door het Hoger Instituut voor de<br />
Arbeid van de K.U.Leuv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het C<strong>en</strong>tre d’Economie Sociale de l’ULg. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />
Meire, J. (2011). Vrije tijd tuss<strong>en</strong> de school(m)ur<strong>en</strong>. Brussel: Kind <strong>en</strong> Sam<strong>en</strong>leving.<br />
Meire, J., Bert<strong>en</strong>, H., Van Breda, L., Dekeyser, P., Schaubroeck, K., & Piess<strong>en</strong>s, A. (2015).<br />
Speelpleinwerking<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Brussel. E<strong>en</strong> onderzoek bij kinder<strong>en</strong>, begeleiding <strong>en</strong><br />
verantwoordelijk<strong>en</strong>. Brussel: Onderzoeksc<strong>en</strong>trum Kind & Sam<strong>en</strong>leving vzw - Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />
Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd.<br />
Michiels, M., Van Looy, T., Van d<strong>en</strong> Bossche, K., Fraweel, I., Colpaert, T., & De Witte, M. (2014).<br />
Projectbundel: Participatiemogelijkhed<strong>en</strong> van kansarme gezinn<strong>en</strong> aan het vrijetijdsaanbod. Brussel: Hoger<br />
Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
Moore, D. S., & McCabe, G. P. (1997). Statistiek in de praktijk. Schoonhov<strong>en</strong>: Academic Service.<br />
Morgan, D. (1999). The Focus Group Guidebook. California: Sage Publications.<br />
Morreel, E., Van Avermaet, P., & Vanderlinde, R. (2012). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid in ontwikkelingsperspectief.<br />
G<strong>en</strong>t: Steunpunt Diversiteit & Ler<strong>en</strong> in opdracht van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schapscommissie <strong>en</strong><br />
Onderwijsc<strong>en</strong>trum Brussel.<br />
http://www.steunpuntdiversiteit<strong>en</strong>ler<strong>en</strong>.be/sites/default/files/Eindrapport%20vooronderzoek%20<br />
ouderbetrokk<strong>en</strong>heid%20Brussel_0.pdf<br />
Mortelmans, D., Van Assche, V., & Ottoy, W. (2002). Fijngehakt <strong>en</strong> voor u opgedi<strong>en</strong>d: ti<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> vrije tijd.<br />
Antwerp<strong>en</strong>: Faculteit Politieke <strong>en</strong> Sociale Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Departem<strong>en</strong>t Sociologie & Jeugddi<strong>en</strong>st Stad<br />
Antwerp<strong>en</strong>.<br />
Nell, P. (2015). Evaluatie PWO-voorstel ‘Ondersteuningskader relatie ouders – <strong>jeugdwerk</strong>.’ Schaarbeek: KAJ<br />
vzw.<br />
138
Nys, K. (2014). Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>. Eindrapport werkgroep 2.<br />
Kwaliteit. (gepres<strong>en</strong>teerd op de Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>, Brussel, 24<br />
April 2014)<br />
http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/5bwerkgroep2eindrapportdef.pdf<br />
Nys, K. (2013). Crisis <strong>en</strong> maatschappelijke kwetsbaarheid vanuit het perspectief van gezinn<strong>en</strong>. In: F.<br />
Laporte, & L. De Clercq, Kinderrecht<strong>en</strong>forum 9/2013. De impact van de crisis op kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />
(pp.41-59). G<strong>en</strong>t: Kinderrecht<strong>en</strong>coalitie Vlaander<strong>en</strong> vzw.<br />
Ontwerp van decreet houd<strong>en</strong>de de organisatie van prev<strong>en</strong>tieve gezinsondersteuning<br />
http://docs.vlaamsparlem<strong>en</strong>t.be/docs/stukk<strong>en</strong>/2012-2013/g2131-4.pdf<br />
Opvoedingswinkels in cijfers. Werkingsjaar 2011. (2012). Brussel: Kind & Gezin – EXPOO.<br />
http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/Rapport-OW-cijfers-2011.pdf<br />
Samyn, D. (z.d.). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid – Ouderparticipatie. ESF-project Omig. Brussel: Departem<strong>en</strong>t<br />
Onderwijs <strong>en</strong> Vorming – Di<strong>en</strong>st Beroepsopleiding.<br />
http://www.ond.vlaander<strong>en</strong>.be/dbo/project<strong>en</strong>/project<strong>en</strong>_OMIG.htm<br />
Samaey, S., & Vett<strong>en</strong>burg, N. (2007). Eindrapport: ontwikkeling van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t ‘betrokk<strong>en</strong>heid van<br />
ouders bij het onderwijs’. [Onuitgegev<strong>en</strong> rapport]. G<strong>en</strong>t: UG<strong>en</strong>t.<br />
Sann<strong>en</strong>, L., & Demeyer, B. (2003). Drempels naar welzijnsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: de cliënt aan het woord.<br />
Literatuurstudie <strong>en</strong> diepte-interviews bij kansarm<strong>en</strong> <strong>en</strong> etnisch-culturele minderhed<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>:<br />
KUleuv<strong>en</strong>- Hoger instituut voor de Arbeid.<br />
Schouppe, L., De Visscher, K., & Van de Walle, I. (2014). Verbinding in de vrije tijd, netwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
<strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> in armoede. Brussel: Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong><br />
Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> – DEMOS vzw <strong>en</strong> VVJ vzw<br />
http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties/armoedeproject<strong>en</strong>_verbinding_vrijetijd.pdf<br />
Sim, J. (1998). Collecting and analysing qualitative data: issues raised by the focus group. Journal of<br />
Advanced Nursing, 28(2), 345-352.<br />
Slocum, N. (2006). Participatieve method<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gids voor gebruikers. Methode: Focusgroep. Brussel:<br />
Koning Boudewijnstichting <strong>en</strong> het Vlaams Instituut voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch<br />
Aspect<strong>en</strong>onderzoek (viWTA).<br />
http://www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBS-FRB/Files/NL/PUB_1599_Methode_8_Focusgroep.pdf<br />
Smit, F., Driess<strong>en</strong>, G., Sluiter, R., & Brus, M. (2007). <strong>Ouders</strong>, schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> diversiteit. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong><br />
–participatie op schol<strong>en</strong> met veel <strong>en</strong> weinig achterstandsleerling<strong>en</strong>. Nijmeg<strong>en</strong>: ITS-Radboud Universiteit<br />
Nijmeg<strong>en</strong>.<br />
http://www.oudersbijdeles.nl/download/.../<strong>Ouders</strong>_schol<strong>en</strong>_<strong>en</strong>_diversiteit1.pdf<br />
Smits, W. (2004). Maatschappelijke participatie van jonger<strong>en</strong>. Beweg<strong>en</strong> in de vrijetijds-, sociale <strong>en</strong><br />
culturele ruimte. Eindverslag van het PBO 99A/14/85. Brussel: VUB, Onderzoeksgroep TOR.<br />
Trussel, D.E., & Shaw, S.M. (2012). Organized Youth Sport and Par<strong>en</strong>ting in Public and Private Spaces.<br />
Leisure Sci<strong>en</strong>ces: An Interdisciplinary Journal, 34(5), 377-394.<br />
139
Van de Walle, T. (2011). Jeugdwerk <strong>en</strong> sociale uitsluiting: de toegankelijkheidsdiscussie voorbij?. G<strong>en</strong>t:<br />
Academia press.<br />
Van der Gaag, R., Gilsing, R., & Mak, J. (2013). Participatie in zicht. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, jeugdig<strong>en</strong>, ouders <strong>en</strong><br />
jeugdzorgcliënt<strong>en</strong> in de transitie jeugdzorg. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.<br />
http://www.verwey-jonker.nl/doc/jeugd/2872_Participatie-in-zicht.pdf<br />
Van der Wolf, K. (2006) Probleemouders <strong>en</strong> de school: e<strong>en</strong> onderontwikkeld terrein. Utrecht: Hogeschool<br />
Utrecht.<br />
Van Gils, J., & Willek<strong>en</strong>s, T. (2010). Belevingsonderzoek bij kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> die in armoede lev<strong>en</strong>.<br />
Deel 2: De beleving van kinder<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong> in armoede in Vlaander<strong>en</strong>. Meise: Onderzoeksc<strong>en</strong>trum Kind <strong>en</strong><br />
Sam<strong>en</strong>leving.<br />
Van Gils, N. (2008). De beleving <strong>en</strong> motivatie van animator<strong>en</strong> in het speelpleinwerk. [Scriptie ingedi<strong>en</strong>d<br />
tot het behal<strong>en</strong> van de graad van lic<strong>en</strong>tiaat in de pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, afstudeerrichting<br />
sociale agogiek, o.l.v. dr. Filip Coussée]. G<strong>en</strong>t: Pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>: Sociale agogiek.<br />
Van Leest, R. (2012). Nu, voor later. E<strong>en</strong> onderzoek naar de zingev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van g<strong>en</strong>erativiteit.<br />
[Afstudeeronderzoek]. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.<br />
http://igitur-archive.library.uu.nl/human/2012-0913-200532/RalphvanLeestscriptie.pdf<br />
Van Leeuw<strong>en</strong>, K., Colpin, H., Vanderfaeillie, J., Nys, K., Gro<strong>en</strong>ez, S., & Meurs, P. (2012). Overzicht<br />
onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor uitkomst- <strong>en</strong> procesdim<strong>en</strong>sies. [Intern docum<strong>en</strong>t]. Leuv<strong>en</strong>: KULeuv<strong>en</strong>,<br />
HIVA-KULeuv<strong>en</strong>, VUB <strong>en</strong> HUB.<br />
Van Petegem, P. (2010). De participatiebarometer. Ontwikkeling van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tarium voor het met<strong>en</strong><br />
van leerkracht- <strong>en</strong> ouderparticipatie. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />
Van Reg<strong>en</strong>mortel, T. (2011). Lexicon van empowerm<strong>en</strong>t. Marie Kemphuis Lezing. Utrecht: Marie Kemphuis<br />
Stichting.<br />
Vanduynslager, L. (2010). Kwalitatief praktijkonderzoek naar de werking <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van lokale<br />
netwerk<strong>en</strong> ter bevordering van de vrijetijdsparticipatie van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in armoede. Brussel: Demos vzw.<br />
Vaughn, S., Schumm, J.S, & Sinagub, J. (1996). Focus group interviews in education and psychology.<br />
California: Sage Publications.<br />
Verhoev<strong>en</strong>, J.C., Devos, G., Stass<strong>en</strong>, K., & Warmoes, V. (2003) <strong>Ouders</strong> over schol<strong>en</strong>. Antwerp<strong>en</strong>/Apeldoorn:<br />
Garant.<br />
Vermeersch, L., & Vand<strong>en</strong>broecke, A. (2010). Het deelnemers- <strong>en</strong> participatieprofiel van participant<strong>en</strong><br />
aan het sociaal-cultureel volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>werk. Onderzoek in opdracht van SoCiuS, Steunpunt voor Sociaal-<br />
Cultureel Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>werk vzw. Met de steun van de Vlaamse Overheid, Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />
Sport <strong>en</strong> Media. Leuv<strong>en</strong>: KUleuv<strong>en</strong> - Hoger instituut voor de Arbeid.<br />
Vermeul<strong>en</strong>, S., & Teller, M. (2010). Participatie van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in armoede. Less<strong>en</strong> uit de<br />
praktijk. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />
140
Vett<strong>en</strong>burg, N., Deklerck, J., & Siongers, J. (red.). (2010) . Jonger<strong>en</strong> in cijfers <strong>en</strong> letters. Bevinding<strong>en</strong> uit de<br />
JOP-monitor 2. Leuv<strong>en</strong>, Acco.<br />
Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>. (2011).<br />
http://associatie.kuleuv<strong>en</strong>.be/altus/seminaries/1112/131011/focusgroep<strong>en</strong>.pdf<br />
VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicator<strong>en</strong>. (2013). Brussel: Studiedi<strong>en</strong>st van de Vlaamse Regering.<br />
Walrav<strong>en</strong>s, S. (2014). Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>. Beleidsaanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verantwoording. Brussel: Kind <strong>en</strong> Gezin.<br />
http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/beleidsaanbeveling<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-verantwoordingdef.pdf<br />
Werk<strong>en</strong> met steekproev<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> (z.d.).<br />
http://studion.fss.uu.nl/Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong>online/2c2werk<strong>en</strong>metsteekproev<strong>en</strong>.doc<br />
141
142
BIJLAGEN<br />
De onderstaande aanvull<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> bij de responsverdeling<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> op<br />
www.jeugdbeleid.be<br />
Bijlage 1: Drempels deelname naar leeftijd<br />
Bijlage 2: Drempels deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 3: Drempels deelname naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 4: Drempels deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 5: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar leeftijd<br />
Bijlage 6: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 7: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 8: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 9: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar leeftijd<br />
Bijlage 10: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 11: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 12: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 13: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar leeftijd<br />
Bijlage 14: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 15: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 16: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 17: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar leeftijd<br />
Bijlage 18: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 19: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 20: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 21: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar leeftijd<br />
Bijlage 22: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar kansarmoedeachtergrond<br />
143
Bijlage 23: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 24: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 25: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar leeftijd<br />
Bijlage 26: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 27: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 28: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 29: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar leeftijd<br />
Bijlage 30: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 31: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 32: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 33: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar leeftijd<br />
Bijlage 34: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 35: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 36: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 37: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar leeftijd<br />
Bijlage 38: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 39: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 40: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 41: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar leeftijd<br />
Bijlage 42: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 43: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 44: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 45: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar leeftijd<br />
Bijlage 46: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 47: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 48: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
144
Bijlage 49: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar leeftijd<br />
Bijlage 50: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 51: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 52: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 53: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar leeftijd<br />
Bijlage 54: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 55: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 56: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
Bijlage 57: W<strong>en</strong>s tot verandering naar leeftijd<br />
Bijlage 58: W<strong>en</strong>s tot verandering naar kansarmoedeachtergrond<br />
Bijlage 59: W<strong>en</strong>s tot verandering naar migratieachtergrond<br />
Bijlage 60: W<strong>en</strong>s tot verandering naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />
145
Colofon<br />
Het onderzoeksrapport “<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>. Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders over deelname <strong>en</strong><br />
betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong>” is e<strong>en</strong> uitgave van de afdeling Jeugd van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />
Sport <strong>en</strong> Media.<br />
OPDRACHTNEMER<br />
K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee), in sam<strong>en</strong>werking met de<br />
onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>)<br />
ONDERZOEKSTER<br />
Evelyn Morreel (Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Odisee)<br />
ONDERZOEKSLEIDING<br />
Dr. Kristi<strong>en</strong> Nys (Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Odisee)<br />
Prof. dr. Karla Van Leeuw<strong>en</strong> (Onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedaogiek, KULeuv<strong>en</strong>)<br />
KLANKBORDGROEP<br />
Filip Coussée (UG<strong>en</strong>t), Trees De Bruycker (Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media), Kathle<strong>en</strong> Emmery<br />
(K<strong>en</strong>nnisc<strong>en</strong>trum HIG, Odisee), Hannelore Hooyberghs (Kindervreugd/ VDS), Miet Ney<strong>en</strong>s (De Ambrassade),<br />
Diederik Vancopp<strong>en</strong>olle (Kind <strong>en</strong> Gezin), Merijn Vandegeuchte (Chiro), Annelore Vandereeck<strong>en</strong> (UG<strong>en</strong>t,<br />
onderzoekster), Dirk Vangremberg<strong>en</strong> (vzw Jong), Kaï Van Nieuw<strong>en</strong>hove (VVJ), Toon Vanotterdijk (vervanging<br />
van Miet Ney<strong>en</strong>s, De Ambrassade), Stephanie Vermeir<strong>en</strong> (afdeling Jeugd), Stijn Verbeure (Free-Time))<br />
EINDREDACTIE<br />
Lieve Caluwaerts <strong>en</strong> Krista Van Sant<strong>en</strong> (afdeling Jeugd)<br />
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER<br />
Johan Van Ga<strong>en</strong>s (afdeling Jeugd)<br />
VORMGEVING<br />
Femke Vanbelle<br />
www.femkevanbelle.be<br />
FOTO’S<br />
Erik Van Cauter (afdeling Jeugd)<br />
DRUK<br />
Digitale drukkerij Vlaamse overheid<br />
OPLAGE<br />
300 exemplar<strong>en</strong><br />
WETTELIJK DEPOTNUMMER<br />
D/2016/3241/013<br />
REFERENTIE<br />
Morreel, E., Nys, K., & Van Leeuw<strong>en</strong>, K. (2016). <strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>. Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />
over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong>. Onderzoek in opdracht van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />
Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd. Brussel: Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd.<br />
146
147
Afdeling Jeugd<br />
Ar<strong>en</strong>bergstraat 9<br />
1000 Brussel<br />
www.jeugdbeleid.be