15.02.2016 Views

Ouders en jeugdwerk

zxealmw

zxealmw

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />

Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />

over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong><br />

www.cjsm.be


<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />

Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />

over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong><br />

Onderzoek in opdracht van de Vlaamse overheid,<br />

afdeling Jeugd, Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media<br />

Evelyn MORREEL<br />

Onderzoekster<br />

Dr. Kristi<strong>en</strong> NYS<br />

Prof. dr. Karla VAN LEEUWEN<br />

Onderzoeksleiding<br />

1


2


Voorwoord<br />

De oproep van de afdeling Jeugd van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, om de relatie<br />

‘ouders-<strong>jeugdwerk</strong>’ te onderzoek<strong>en</strong>, past in haar ambitie om ‘op basis van goed cijfermateriaal op e<strong>en</strong> correcte<br />

manier met e<strong>en</strong> aantal t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de maatschappij <strong>en</strong> in de jeugdsector om te gaan.’ (afdeling Jeugd, 2013).<br />

Verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> relevant <strong>en</strong> actueel thema is. Jeugdwerkorganisaties signaler<strong>en</strong> dat<br />

het niet evid<strong>en</strong>t is om de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> vorm te gev<strong>en</strong> (o.a. Latré, 2013). Temeer omdat de relatie ouders<strong>jeugdwerk</strong><br />

ook raakt aan de betek<strong>en</strong>is van het <strong>jeugdwerk</strong> voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>. Dat br<strong>en</strong>gt onteg<strong>en</strong>sprekelijk de<br />

rol die het <strong>jeugdwerk</strong> mag/moet (kunn<strong>en</strong>) spel<strong>en</strong>, in het vizier (o.a. Nell, 2015). Meer specifiek roept het de vraag op naar<br />

diversiteit <strong>en</strong> interculturalisering in het <strong>jeugdwerk</strong> (o.a. De Ha<strong>en</strong>e, 2015; Gatz, 2014). Ook voor ouders is de relatie met<br />

het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder <strong>en</strong> de vrijetijdsbesteding van hun kinder<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig gegev<strong>en</strong>.<br />

Dat blijkt onder meer uit de vrag<strong>en</strong> over de vrijetijdsbesteding van hun kinder<strong>en</strong> (zie o.a. Opvoedingswinkels in cijfers,<br />

2012). Kortom, de onderzoeksoproep weet zich door verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong><br />

gedrag<strong>en</strong>: kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>, ouders, het <strong>jeugdwerk</strong>, het beleid, academici <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving.<br />

De vraag om in het onderzoek het ouder- <strong>en</strong> gezinsperspectief in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, sluit naadloos aan bij de<br />

speerpunt<strong>en</strong> van het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee) <strong>en</strong> de onderzoekse<strong>en</strong>heid<br />

Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>). We zijn de opdrachtgever dan ook bijzonder erk<strong>en</strong>telijk voor de<br />

toek<strong>en</strong>ning van de onderzoeksopdracht. Tijd<strong>en</strong>s het onderzoek kond<strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de inzet <strong>en</strong><br />

feedback van verschill<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>:<br />

• Trees De Bruycker, die nam<strong>en</strong>s het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media het onderzoek opvolgde<br />

<strong>en</strong> steeds bereid was om aanvull<strong>en</strong>de informatie <strong>en</strong> feedback te verstrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar collega Lieve<br />

Caluwaerts, die het eindrapport grondig nalas <strong>en</strong> van feedback voorzag;<br />

• de led<strong>en</strong> van de klankbordgroep die tijd<strong>en</strong>s de vergadering<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>de feedback <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

aanreikt<strong>en</strong>: Filip Coussée (UG<strong>en</strong>t), Trees De Bruycker (Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media),<br />

Kathle<strong>en</strong> Emmery (K<strong>en</strong>nnisc<strong>en</strong>trum HIG, Odisee), Hannelore Hooyberghs (Kindervreugd/ VDS), Miet<br />

Ney<strong>en</strong>s (De Ambrassade), Diederik Vancopp<strong>en</strong>olle (Kind <strong>en</strong> Gezin), Merijn Vandegeuchte (Chiro),<br />

Annelore Vandereeck<strong>en</strong> (UG<strong>en</strong>t, onderzoekster), Dirk Vangremberg<strong>en</strong> (vzw Jong), Kaï Van Nieuw<strong>en</strong>hove<br />

(VVJ), Toon Vanotterdijk (vervanging van Miet Ney<strong>en</strong>s, De Ambrassade), Stephanie Vermeir<strong>en</strong> (afdeling<br />

Jeugd), Stijn Verbeure (Free-Time);<br />

• Prof. dr. Karla Van Leeuw<strong>en</strong>, die als academische partner de onderzoeksleiding mee voor haar rek<strong>en</strong>ing<br />

nam <strong>en</strong> over het hele onderzoeksproject he<strong>en</strong> haar methodologische <strong>en</strong> inhoudelijke expertise inbracht,<br />

• de onderzoekster Evelyn Morreel, die sinds haar aanstelling in februari 2014 de uitvoering van het<br />

onderzoek nauwgezet ter harte nam;<br />

• de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in het kader van hun projectwerk (Professionele Bachelor in de Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> onder leiding van Evelyn Morreel, Naïma Lafrarchi <strong>en</strong> Hans Van Crombrugge de kwalitatieve<br />

bevraging mee mogelijk maakt<strong>en</strong>;<br />

• Tanja Nuelant <strong>en</strong> Kathle<strong>en</strong> Emmery, respectievelijk studiegebieddirecteur van de opleiding Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> coördinator van het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />

die logistieke ondersteuning mogelijk maakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoudelijk sterk betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>;<br />

• de ouders, de jonger<strong>en</strong>, de <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders <strong>en</strong> -ondersteuners, die niet alle<strong>en</strong> tijd vrijmaakt<strong>en</strong> om<br />

mee te werk<strong>en</strong> aan het onderzoek, maar vooral ook bereid war<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> te del<strong>en</strong>.<br />

Kristi<strong>en</strong> Nys<br />

15 juli 2015<br />

Lector Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee)<br />

Praktijkonderzoekster Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>)<br />

3


4


INHOUD<br />

Inleiding 10<br />

Onderzoek naar ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in e<strong>en</strong> not<strong>en</strong>dop 13<br />

Multifunctioneel <strong>jeugdwerk</strong> 13<br />

Factor<strong>en</strong> die de deelname van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> van ouders kleur<strong>en</strong> 14<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid: voor ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> kwestie van will<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong>? 15<br />

Kwaliteitsvereist<strong>en</strong> voor het <strong>jeugdwerk</strong>? 17<br />

Onderzoeksopzet 22<br />

Onderzoeksvrag<strong>en</strong> 22<br />

Fasering van het onderzoek 23<br />

Kwalitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: verdiep<strong>en</strong>de bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong> 23<br />

Focusgroep<strong>en</strong>: bevraging van sleutelfigur<strong>en</strong> uit het werkveld 23<br />

Semigestructureerde interviews bij moeders, vaders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> 27<br />

Rekrutering <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep: moeders, vaders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 27<br />

Verwerking <strong>en</strong> analyse van de kwalitatieve data 27<br />

Kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> –analyse: vrag<strong>en</strong>lijstafname bij ouders 30<br />

Rekrutering van de ouders 30<br />

Vrag<strong>en</strong>lijstontwikkeling 31<br />

Rubricering <strong>en</strong> parallelle deelversies van de vrag<strong>en</strong>lijst 32<br />

Type vrag<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst 34<br />

Online verspreiding van de vrag<strong>en</strong>lijst 34<br />

Face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> 36<br />

Verwerking <strong>en</strong> analyse van de kwantitatieve data 37<br />

De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep 39<br />

Kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 39<br />

Typering van de deelname 41<br />

Gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 44<br />

5


Achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 46<br />

Geslacht 46<br />

Socio-culturele <strong>en</strong> economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 46<br />

Sociaal-culturele participatie: vroegere deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> 51<br />

Gezinsprofiel<strong>en</strong> 53<br />

Leeftijd 53<br />

Kansarmoedeachtergrond 54<br />

Migratieachtergrond 55<br />

Jeugdwerkverled<strong>en</strong> 55<br />

Deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> 57<br />

Drempels voor deelname 57<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 57<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 59<br />

Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> voor deelname 60<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 61<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 61<br />

Drijfver<strong>en</strong> keuze organisatie <strong>en</strong> werking 62<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 63<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 64<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 64<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 66<br />

Functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> 70<br />

Functie(s) van het <strong>jeugdwerk</strong> 70<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 70<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 71<br />

Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong> 72<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 73<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 73<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 75<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 76<br />

6


Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong> 78<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>organisaties 78<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 78<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 81<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders 83<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 83<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 86<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 88<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 89<br />

Betrokk<strong>en</strong>heid van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> 94<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid 94<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 94<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 96<br />

Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid 98<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 98<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 99<br />

Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: thema’s waarover ouders informatie will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> 101<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 101<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 102<br />

Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: meehelp<strong>en</strong> 103<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 103<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 104<br />

Formele of informele betrokk<strong>en</strong>heid? 105<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 108<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 108<br />

Participatie-ervaring<strong>en</strong> 112<br />

Tevred<strong>en</strong>heid 112<br />

Behoefte aan verandering 113<br />

Algem<strong>en</strong>e bevinding<strong>en</strong> 113<br />

Profielgebond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>? 115<br />

7


Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d 117<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> 118<br />

Conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 123<br />

Situering <strong>en</strong> opzet van het onderzoek 123<br />

Globale onderzoeksbevinding<strong>en</strong> 123<br />

Pot<strong>en</strong>tieel voor verandering? 126<br />

Betaalbaarheid 126<br />

Bereikbaarheid 127<br />

Begrijpbaarheid 127<br />

Beschikbaarheid 128<br />

Bruikbaarheid 128<br />

Tot slot 130<br />

Reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 130<br />

Betaalbaarheid met kwaliteitsgarantie 130<br />

Beeldvorming <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>: van communicatie naar contact 131<br />

Deskundigheid <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis opbouw<strong>en</strong> 132<br />

Id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>? 133<br />

Literatuur 135<br />

Bijlag<strong>en</strong> 143<br />

8


9


1 INLEIDING<br />

De wijze waarop ouders zich tot het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> relatief nieuw onderzoeksthema.<br />

Dat neemt niet weg dat over verschill<strong>en</strong>de deelaspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanverwante thema’s al heel wat k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

inzicht<strong>en</strong> beschikbaar zijn. Zo besteedde de Vlaamse overheid rec<strong>en</strong>t onderzoek uit om voor verschill<strong>en</strong>de<br />

<strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> het perspectief van <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (o.a.<br />

onderzoek naar jeugdbeweging<strong>en</strong>, jeugdhuiz<strong>en</strong>, speelplein<strong>en</strong>, werking<strong>en</strong> voor maatschappelijk kwetsbare<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Ander onderzoek, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in opdracht van de Vlaamse overheid, reikte onder<br />

meer inzicht<strong>en</strong> aan over de relatie tuss<strong>en</strong> deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> de socio-economische status<br />

van ouders (o.a. JOP-monitor van Bradt, Pleysier, Put, Siongers, & Spruyt, 2014.<br />

In dit onderzoek bouw<strong>en</strong> we verder op deze inzicht<strong>en</strong>, zij het dat de focus ligt op het perspectief van<br />

ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> op hun relatie met het <strong>jeugdwerk</strong>. Het onderzoek spitst<br />

zich daarbij toe op drie deelthema’s:<br />

1. De houding van ouders teg<strong>en</strong>over vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder:<br />

• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong>;<br />

• hun verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>: de organisatie, de begeleiders, de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de groep, de activiteit<strong>en</strong>, de functies <strong>en</strong>zovoort (cf. kwaliteitsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

–indicator<strong>en</strong>);<br />

• drempels <strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> voor deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />

• factor<strong>en</strong> die de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

2. Betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />

• verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> inzake <strong>jeugdwerk</strong>;<br />

• beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>.<br />

3. Ervaring<strong>en</strong> van ouders met het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />

• waarover zijn ouders wel, minder <strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong>;<br />

• wat will<strong>en</strong> ouders versterkt zi<strong>en</strong>.<br />

Laat duidelijk zijn dat de groep ouders met kinder<strong>en</strong> van vijf tot vijfti<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote diversiteit k<strong>en</strong>t. Gelet op<br />

de focus van dit onderzoek, kom<strong>en</strong> in eerste instantie ouders met deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met<br />

niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> in het vizier. De diversiteit toont zich ev<strong>en</strong>zeer op andere aspect<strong>en</strong>: ouders met<br />

<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring, maatschappelijk kwetsbare ouders, ouders met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is,<br />

alle<strong>en</strong>staande ouders, gehuwde <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>de ouders <strong>en</strong>zovoort.<br />

Ook het <strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>merkt zich door e<strong>en</strong> grote diversiteit: op het vlak van werkvorm<strong>en</strong> (cf. jaarwerking<strong>en</strong>,<br />

vakantiewerking<strong>en</strong>), organisati<strong>en</strong>iveau (cf. lokaal, bov<strong>en</strong>lokaal), methodiek<strong>en</strong>, doelgroep<br />

(cf. regulier, doelgroepspecifiek) <strong>en</strong> begeleidersteam (cf. vrijwilligers, beroepskracht<strong>en</strong>). Deze diversiteit<br />

is uitdrukkelijk in de regelgeving terug te vind<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het ‘decreet van 20 januari 2012 houd<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong> vernieuwd jeugd- <strong>en</strong> kinderrecht<strong>en</strong>beleid’ is <strong>jeugdwerk</strong> ‘sociaal-cultureel werk op basis van nietcommerciële<br />

doel<strong>en</strong> voor of door de jeugd van drie tot <strong>en</strong> met dertig jaar, in de vrije tijd, onder educatieve<br />

begeleiding <strong>en</strong> ter bevordering van de algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> integrale ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />

die daaraan deelnem<strong>en</strong> op vrijwillige basis’. Aanvull<strong>en</strong>d daarbij wordt gesteld dat <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> structureel, projectmatig of ad hoc karakter kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> ze lokaal erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

gesubsidieerd, al is dat niet noodzakelijk. Er wordt veelal e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> formele <strong>en</strong> nietformele<br />

<strong>jeugdwerk</strong>praktijk<strong>en</strong>. Jeugdwerkpraktijk<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> erg brede invulling. Het is e<strong>en</strong><br />

verzamelterm voor e<strong>en</strong> hele reeks werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodiek<strong>en</strong>.<br />

10


De diversiteit die zich op ouder- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>niveau aandi<strong>en</strong>t, werd in de vier fas<strong>en</strong> van het onderzoek<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Schema 1: Fasering van het onderzoek<br />

Fase 1: Literatuurstudie<br />

Fase 2: Verdiep<strong>en</strong>de bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />

moeders <strong>en</strong> vaders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (individueel)<br />

werkveld (focusgroep<strong>en</strong>)<br />

Fase 3: Bevraging van e<strong>en</strong> grote steekproef van ouders (e<strong>en</strong> weerspiegeling van de sam<strong>en</strong>leving)<br />

websurvey<br />

mondelinge afname vrag<strong>en</strong>lijst bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong><br />

Fase 4: Aanbeveling<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindrapportering<br />

Deze fas<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> toegelicht. In het eerste hoofdstuk gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />

beknopt overzicht van de literatuurinzicht<strong>en</strong> inzake de relatie ouders–<strong>jeugdwerk</strong>. We focuss<strong>en</strong> op het<br />

ouderperspectief omdat de verschill<strong>en</strong>de <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun doelgroep (cf. kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>)<br />

reeds uitvoerig in ander onderzoek <strong>en</strong> publicaties beschrev<strong>en</strong> zijn.<br />

Hoe de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan ouders in het onderzoek e<strong>en</strong> plaats kreeg, is te lez<strong>en</strong><br />

in het hoofdstuk ‘Onderzoeksopzet’. De fasering van het onderzoek, de rekrutering van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> daarin aan bod.<br />

Voorafgaand aan de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> toelichting bij de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep,<br />

<strong>en</strong> dat naar kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In het hoofdstuk ‘Gezinsprofiel<strong>en</strong>’ beschrijv<strong>en</strong> we<br />

de groepering van deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in geclusterde gezinsprofiel<strong>en</strong>. Deze respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groepindeling<br />

is immers richtinggev<strong>en</strong>d voor de beschrijving van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> in de daarna volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstukk<strong>en</strong>. In de hoofdstukk<strong>en</strong> met onderzoeksbevinding<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> we achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de<br />

deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, de functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> die ouders aan<br />

het <strong>jeugdwerk</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (cf. Welke rol moet het <strong>jeugdwerk</strong> opnem<strong>en</strong>?), de verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> (cf. kwaliteitsvereist<strong>en</strong> t.a.v. de organisatie <strong>en</strong> de begeleiders), de m<strong>en</strong>ing<br />

<strong>en</strong> houding van ouders teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> participatie-ervaring<strong>en</strong> (cf.<br />

mate van tevred<strong>en</strong>heid over het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> behoefte aan verandering).<br />

Het hoofdstuk ‘Conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>’ geeft e<strong>en</strong> beknopt overzicht van de<br />

belangrijkste bevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbindt daaraan mogelijke vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor (lokale) aanbieders<br />

<strong>en</strong> (lokale) overhed<strong>en</strong>.<br />

De geraadpleegde literatuur is opgelijst in het voorlaatste hoofdstuk. De opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> richtsnoer vorm<strong>en</strong> voor verdere verdieping in het thema. In de bijlag<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> aantal aanvull<strong>en</strong>de<br />

tabell<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> online geraadpleegd word<strong>en</strong>.<br />

11


12


2 ONDERZOEK NAAR OUDERS EN JEUGDWERK IN EEN NOTENDOP<br />

De verk<strong>en</strong>ning van de literatuur bevestigt dat onderzoek naar de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> beperkt is.<br />

Het perspectief van ouders komt in jeugd(werk)onderzoek veelal sporadisch <strong>en</strong> terzijde aan bod. De<br />

bevinding<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> soms slechts voor e<strong>en</strong> specifieke oudergroep (bv. maatschappelijk kwetsbare ouders)<br />

of voor e<strong>en</strong> bepaalde (jeugd)werkvorm (bv. vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvang). Nochtans bied<strong>en</strong> deze<br />

bevinding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke insteek om het onderzoeksthema ouders-<strong>jeugdwerk</strong> verder te explorer<strong>en</strong>, uit<br />

te diep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan te scherp<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor de bevinding<strong>en</strong> die gestoeld zijn op het perspectief van<br />

bijvoorbeeld kinder<strong>en</strong>, <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> of aanbieders van opvang. We gev<strong>en</strong> in dit hoofdstuk dan ook<br />

e<strong>en</strong> geïntegreerd overzicht van al deze bevinding<strong>en</strong>.<br />

Multifunctioneel <strong>jeugdwerk</strong><br />

Uit het overzicht van Copp<strong>en</strong>s, Vanclooster <strong>en</strong> Van Aud<strong>en</strong>hove (2013) blijkt dat aan het <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> brede<br />

waaier aan functies toegek<strong>en</strong>d wordt. Deze functies situer<strong>en</strong> zich op kind-, ouder- <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>levingsniveau <strong>en</strong><br />

zijn terug te vind<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de ‘deel’onderzoek<strong>en</strong> (o.a. Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg,<br />

2011; De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; Emmelkamp, 2004; Haud<strong>en</strong>huyse, &<br />

Theeboom, 2012; H<strong>en</strong>nessy, & Donnelly, 2005; Hillaert, De Ceuster, Dehertogh, & Maelstaf, 2008; Jans, & De<br />

Backer, 2001; Jehoel-Gijsbers, 2009; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />

Gangbare functies zijn: bescherming, opvang, zelfontplooiing, zelfstandig ler<strong>en</strong>, sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling, groepsbinding, spel<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong>, ontspann<strong>en</strong>, zinvol vrijetijdsaanbod, derde socialisator (naast<br />

gezin <strong>en</strong> school), bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van democratische waard<strong>en</strong>, bijdrage in sociaal kapitaal, maatschappelijke<br />

participatie <strong>en</strong>zovoort.<br />

De laatste jar<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> in onze contrei<strong>en</strong> vooral onderzoekers om de ontplooiingskans<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong>. Internationaal onderzoek bevestigt dat moeders georganiseerde vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> mogelijkheid om de ontwikkeling van de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong> te<br />

bevorder<strong>en</strong>. Zo stelt onder meer Lareau (2002, p. 748 in Trussel, & Shaw, 2012, p. 381): ‘Mothers seek out<br />

opportunities to foster their childr<strong>en</strong>’s tal<strong>en</strong>ts, skills and abilities through organized leisure activities. …<br />

The par<strong>en</strong>ts view these activities as transmitting important life skills to childr<strong>en</strong>.’ In rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />

naar de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van schoolkinder<strong>en</strong> op school- <strong>en</strong> vakantiedag<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013)<br />

onderschrijv<strong>en</strong> ouders de ontwikkelingsbevorder<strong>en</strong>de rol van vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>. Het item ‘het bevordert<br />

de ontwikkeling van mijn kind’ staat immers naast ‘het is gezonde lichaamsbeweging’ <strong>en</strong> ‘het zorgt voor<br />

ontspanning’ in de top drie van deelnamered<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De ontwikkelingsgerichte functie van het <strong>jeugdwerk</strong> komt ook in onderzoek bij maatschappelijk kwetsbare ouders<br />

aan de oppervlakte. Deze ouders onderschrijv<strong>en</strong> daarbij het belang dat hun kinder<strong>en</strong> in <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, er plezier aan kunn<strong>en</strong> belev<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zich fysiek kunn<strong>en</strong> uitlev<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). De b<strong>en</strong>arde<br />

woon- <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>somstandighed<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> dat thuis veelal niet toe. Deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> geeft hun<br />

kinder<strong>en</strong> ook ontwikkelingskans<strong>en</strong> op sociaal vlak: ze ler<strong>en</strong> er met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omgaan die niet tot het gezin<br />

behor<strong>en</strong>, ze ler<strong>en</strong> er vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort (H<strong>en</strong>nessy, & Donnelly, 2005; Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Onderzoek in<br />

e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef bij ouders met kinder<strong>en</strong> van 2,5 jaar tot 11 jaar bevestigt de betek<strong>en</strong>is van<br />

<strong>jeugdwerk</strong> op sociaal vlak (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). Voor iets minder dan de helft van de bevraagde ouders<br />

is ‘andere kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>.<br />

13


Andere leer- <strong>en</strong> ontwikkelingsaspect<strong>en</strong> die maatschappelijk kwetsbare ouders aan het <strong>jeugdwerk</strong> toeschrijv<strong>en</strong><br />

zijn: waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> zelfstandig zijn <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> verantwoordelijkheid nem<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s,<br />

2007). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is stell<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> dat deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> de k<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> het gebruik van de Nederlandse taal t<strong>en</strong> goede komt (Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />

Kortom, kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er al spel<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind met e<strong>en</strong> autismespectrumstoornis zi<strong>en</strong> dat<br />

‘spel<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>’ vooral in term<strong>en</strong> van ‘e<strong>en</strong> kans om sociale interacties in te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’ (cf. sociale functie) <strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong><br />

gevoel van aanvaarding krijg<strong>en</strong>’ (cf. persoonlijk welbevind<strong>en</strong>) (Burny, Hurtekant, Warreyn, & Roeyers, 2010).<br />

De eerder vermelde sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong> situeert zich niet alle<strong>en</strong> op kindniveau (cf. contact<strong>en</strong><br />

met andere kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Schouppe, De Visscher <strong>en</strong> Van de Walle (2014, p. 23) stell<strong>en</strong> dat die functie zich<br />

ook op gezinsniveau aftek<strong>en</strong>t: ‘T<strong>en</strong>slotte vervult deelname aan e<strong>en</strong> vrijetijdsaanbod ook e<strong>en</strong> sociale functie<br />

voor het gezin. Het is e<strong>en</strong> manier om erbij te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> deel te nem<strong>en</strong> aan het sociale lev<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong> in<br />

armoede voel<strong>en</strong> vaak de scherpe nood om het sociaal isolem<strong>en</strong>t te doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun netwerk te<br />

verbred<strong>en</strong>. Sommige activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook aangevoeld als e<strong>en</strong> goede stap naar meer sociale mobiliteit.’<br />

Laat duidelijk zijn dat niet alle ouders ev<strong>en</strong> sterk overtuigd zijn van de hiervoor beschrev<strong>en</strong> functies van het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>. Sommige ouders twijfel<strong>en</strong> veeleer aan de meerwaarde of ‘leerwinst’ van <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>.<br />

Er zijn bijvoorbeeld ouders die liever zelf de vrije tijd van hun kinder<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>, die vind<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong><br />

ook in andere initiatiev<strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> of die bevreesd zijn dat hun kinder<strong>en</strong> er<br />

‘foute’ ding<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> (zie o.a. Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014; Kieck<strong>en</strong>s, 2007).<br />

Naast de mogelijke ontwikkelingsgerichte <strong>en</strong> sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong>, kom<strong>en</strong> uit de bevraging van<br />

maatschappelijk kwetsbare ouders nog twee andere functies aan de oppervlakte (Kieck<strong>en</strong>s, 2007, p. 46): e<strong>en</strong><br />

prev<strong>en</strong>tieve functie of bescherm<strong>en</strong>de rol (bv. kinder<strong>en</strong> van straat houd<strong>en</strong>, h<strong>en</strong> weghoud<strong>en</strong> van vandalisme <strong>en</strong><br />

criminaliteit) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> opvangfunctie, die de ouders (meer) tijd voor h<strong>en</strong>zelf oplevert. Grootschalig onderzoek<br />

bij ouders met schoolkinder<strong>en</strong> maakt duidelijk dat de opvangfunctie uitgesprok<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> komt bij ouders<br />

die tijd<strong>en</strong>s schoolvakanties hun kinder<strong>en</strong> aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013).<br />

Deze functie blijkt daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> positief gerelateerd te zijn aan het opleidingsniveau van de moeder, de<br />

tewerkstelling van de moeder <strong>en</strong> het gezinsinkom<strong>en</strong>. Dat laat vermoed<strong>en</strong> dat deze functie niet zozeer e<strong>en</strong><br />

‘persoonlijke winst’ oplevert (cf. meer tijd voor zichzelf hebb<strong>en</strong>), maar veeleer in de combinatie gezin-arbeid<br />

te situer<strong>en</strong> is (cf. ‘beroepswinst’, uit werk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong> gaan).<br />

Factor<strong>en</strong> die de deelname van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

verwachting<strong>en</strong> van ouders kleur<strong>en</strong><br />

Verschill<strong>en</strong>de gezins-, ouder-, kind-, achtergrond- <strong>en</strong> omgevingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de deelname<br />

aan het <strong>jeugdwerk</strong>. Beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zijn het participatieklimaat in het gezin (Smits, 2004), de<br />

k<strong>en</strong>nis van ouders over het <strong>jeugdwerk</strong>, de ervaring<strong>en</strong> van ouders met <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> de socio-economische<br />

situatie (SES) (Vett<strong>en</strong>burg, Deklerck, & Siongers, 2010). Net omdat maatschappelijk kwetsbare ouders door de<br />

band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> minder vertrouwd zijn met <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> daar meer wantrouwig teg<strong>en</strong>over staan, blijk<strong>en</strong><br />

ze in de (niet) deelname van hun kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol te spel<strong>en</strong> dan andere ouders (Bombaerts, Hillaert,<br />

& Coussée, 2010; Van de Walle, 2011). Niet-deelname is vooral uitgesprok<strong>en</strong> aan de orde bij vakantiekamp<strong>en</strong><br />

met overnachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zowel voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> moeder van buit<strong>en</strong>landse origine als voor<br />

kinder<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> kansarm gezin (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). De deelname aan speelpleinwerking<strong>en</strong> scoort<br />

verhoudingsgewijs hoger in deze twee groep<strong>en</strong>.<br />

14


De invloed van de SES wordt ook in internationaal onderzoek bevestigd. De keuze om de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> via deelname aan vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> (cf. supra),<br />

zou bijvoorbeeld vooral ingegev<strong>en</strong> zijn vanuit midd<strong>en</strong>klassewaard<strong>en</strong>. ‘This ideology is rooted in middleclass<br />

values that expect par<strong>en</strong>ts to <strong>en</strong>roll their childr<strong>en</strong> in numerous age-specific organized activities that<br />

dominate family life and create <strong>en</strong>ormous labor, particularly for mothers.’ (Lareau, 2002, p.748 in Trussel,<br />

& Shaw, 2012, p. 381). Trussel <strong>en</strong> Shaw (2012, p. 391) stell<strong>en</strong> daarbij uitdrukkelijk dat ouders aan de sociaalculturele<br />

verwachting<strong>en</strong> inzake ‘goed ouderschap’ will<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>: ‘Thus, through the very provision of<br />

organized youth sport opportunities, par<strong>en</strong>ts may feel a s<strong>en</strong>se of comfort and accomplishm<strong>en</strong>t that they<br />

are, indeed, meeting societal expectations for being a good par<strong>en</strong>t.’<br />

Maatschappelijk kwetsbare ouders die voor hun kinder<strong>en</strong> deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> belangrijk vind<strong>en</strong><br />

(vijfti<strong>en</strong> van de twintig ouders in de bevraging van Kieck<strong>en</strong>s, 2007), zi<strong>en</strong> dat in belangrijke mate teg<strong>en</strong><br />

de achtergrond van hun eig<strong>en</strong> positieve ervaring<strong>en</strong> met dat <strong>jeugdwerk</strong>. Vooral de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong> die in de jeugdbeweging tot stand kwam<strong>en</strong>, spring<strong>en</strong> daarbij in het oog, ev<strong>en</strong>als de<br />

positieve betek<strong>en</strong>is van de begeleiders.<br />

Naast red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor deelname <strong>en</strong> daarbij aansluit<strong>en</strong>de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het aanbod<br />

verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> de drempels tot deelname net zo goed aandacht. De pijnpunt<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />

uit kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (o.a. armoede- of migratieachtergrond) in het (reguliere) <strong>jeugdwerk</strong> te bereik<strong>en</strong>,<br />

werd<strong>en</strong> al meermaals aangekaart (zie o.a. C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg, 2002; Coussée, Roets, Bouverne-De Bie,<br />

& Vett<strong>en</strong>burg, 2011; De Ridder & Vandercamm<strong>en</strong>, 2008; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Mortelmans, Van Assche, & Ottoy,<br />

2002; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014; Van Gils, & Willek<strong>en</strong>s, 2010; Vermeul<strong>en</strong>, & Teller, 2010). Het<br />

gaat daarbij niet alle<strong>en</strong> over materiële drempels (bv. kostprijs inschrijving <strong>en</strong> materiaal, verplaatsing), maar<br />

ook over emotionele drempels (bv. schaamte over ‘zichtbaar’ word<strong>en</strong> van hun precaire financiële situatie,<br />

angst dat hun kinder<strong>en</strong> er gepest zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Verwijz<strong>en</strong>d naar de verwev<strong>en</strong>heid van domein<strong>en</strong> waarop<br />

maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zich belast kunn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> (zie o.a. Nys, 2013), zijn ook psychosociale<br />

drempels niet te misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zodanig veel beslag legg<strong>en</strong> op ouders dat het h<strong>en</strong> aan<br />

m<strong>en</strong>tale ruimte ontbreekt om aan het thema ‘vrijetijdsbesteding’ (voor h<strong>en</strong>zelf <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong>) toe te<br />

kom<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> gebrek aan afstemming tuss<strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> deze gezinn<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> verklaring die bij het in kaart<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de drempels steevast weerkeert. Sleutelelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> betere afstemming te kom<strong>en</strong>,<br />

situer<strong>en</strong> zich logischerwijze op materieel vlak (cf. supra), maar ook op verschill<strong>en</strong>de andere vlakk<strong>en</strong> (zie<br />

de toegankelijkheidscriteria verder in de tekst). Zo onderschrijv<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders<br />

bijvoorbeeld het belang van e<strong>en</strong> goede informatieverstrekking <strong>en</strong> communicatie. Ze vrag<strong>en</strong> begeleiders,<br />

<strong>en</strong> zo mogelijk ‘brugg<strong>en</strong>bouwers’, die vertrouwd zijn met de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare<br />

gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘gepast’ kunn<strong>en</strong> omgaan met wat zich daarin aandi<strong>en</strong>t (Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, &<br />

Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; Schouppe, De Visscher, & Van de Walle, 2014).<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid: voor ouders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> kwestie<br />

van will<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong>?<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is e<strong>en</strong> meerdim<strong>en</strong>sionaal begrip. Het kan zich op verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. in<br />

de thuisomgeving, in andere opvoedingsmilieus, in de communicatie tuss<strong>en</strong> de ouders <strong>en</strong> die andere<br />

15


opvoedingsmilieus) <strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> (cf. formeel of informeel) voordo<strong>en</strong> (Morreel, Van Avermaet,<br />

& Vanderlinde, 2012). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan verschill<strong>en</strong>de functies di<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals de bevordering van de<br />

persoonlijke, de emotionele, de morele <strong>en</strong> de sociale ontwikkeling van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het kan inzicht<br />

gev<strong>en</strong> in de behoeft<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij aansluit<strong>en</strong>d de beleidsvoering in organisaties t<strong>en</strong><br />

goede kom<strong>en</strong> (Van der Gaag, Gilsing, & Mak, 2013). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />

gradaties tot uitdrukking kom<strong>en</strong>.<br />

Gek<strong>en</strong>de (onderwijskundige) modell<strong>en</strong> (o.a. Epstein, 1995; Verhoev<strong>en</strong>, Devos, Stass<strong>en</strong>, & Warmoes, 2003)<br />

situer<strong>en</strong> ouderbetrokk<strong>en</strong>heid op verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. betrokk<strong>en</strong>heid op school, betrokk<strong>en</strong>heid thuis,<br />

<strong>en</strong> communicatie tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> ouders) <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de types van<br />

betrokk<strong>en</strong>heid (bv. formele participatie <strong>en</strong> informele betrokk<strong>en</strong>heid). Vaak gehanteerde indeling<strong>en</strong> zijn<br />

de vierstapp<strong>en</strong>indeling van ‘mee wet<strong>en</strong>’, over ‘mee lev<strong>en</strong>-meedo<strong>en</strong>’, naar ‘mee prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>spraak<br />

do<strong>en</strong>’ tot ‘besliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf vorm gev<strong>en</strong>’ (zie o.a. Dom, Thirion, & De Clerck, 2014; Morreel, Van Avermaet, &<br />

Vanderlinde, 2012) <strong>en</strong> de vijftrapp<strong>en</strong>participatieladder: informer<strong>en</strong>, raadpleg<strong>en</strong>, adviser<strong>en</strong>, coproducer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

meebesliss<strong>en</strong> (zie o.a. Bolt, 2014; http://www.brunssum.nl).<br />

Meer sociaal-pedagogisch geïnspireerde kaders (o.a. Calabrese Barton, Drake, Gustavo Pereze, St. Louis,<br />

& George, 2004; Boeraeve, & Van Rijn, 2010; Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde, 2012) stell<strong>en</strong> het<br />

perspectief van ouders meer c<strong>en</strong>traal. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid wordt daarin begrep<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> wederkerige<br />

relatie. De nadruk verschuift op twee spor<strong>en</strong>: (1) van hoe ouders e<strong>en</strong> positieve rol kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in de<br />

organisatie naar wat de organisatie kan do<strong>en</strong> om beter aan te sluit<strong>en</strong> bij ouders <strong>en</strong> (2) van wat ouders<br />

(niet) do<strong>en</strong> naar het hoe <strong>en</strong> waarom (Smit, Driess<strong>en</strong>, Sluiter & Brus, 2007). In het model van Boeraeve &<br />

Van Rijn (2010), dat geïnspireerd <strong>en</strong> gebaseerd is op het model van Vett<strong>en</strong>burg & Samaey (2006), wordt<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid bijvoorbeeld geoperationaliseerd in zev<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies: de k<strong>en</strong>nisdim<strong>en</strong>sie (cf. wat<br />

wet<strong>en</strong> ouders?), de emotionele dim<strong>en</strong>sie (cf. welke gevoel<strong>en</strong>s overheers<strong>en</strong>?), de rationele dim<strong>en</strong>sie (cf.<br />

welke kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse mak<strong>en</strong> ouders om al dan niet e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de overtuigingsdim<strong>en</strong>sie<br />

(cf. is de ouder overtuigd van zijn rol?), de compet<strong>en</strong>tiedim<strong>en</strong>sie (cf. voelt de ouder zich compet<strong>en</strong>t om<br />

e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de gedragsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoe zet betrokk<strong>en</strong>heid zich om in concreet waarneembaar<br />

gedrag?) <strong>en</strong> de tijdsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoeveel tijd besteedt de ouder aan het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rol?).<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is niet neutraal. Het is ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> statisch <strong>en</strong> lineair gegev<strong>en</strong>, maar komt tot<br />

ontwikkeling doorhe<strong>en</strong> de interactie <strong>en</strong> onderhandeling tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> ‘andere’ context<strong>en</strong> (in dit geval het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>). Percepties, overtuiging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders, van andere context<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de ruimere<br />

sam<strong>en</strong>leving gev<strong>en</strong> mee richting <strong>en</strong> invulling aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde,<br />

2012). Net daarom is het belangrijk om niet alle<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op de mate waarin ouders betrokk<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> zijn, maar ook op de mate waarin ouders daar door hun eig<strong>en</strong> context (cf. leef- <strong>en</strong> gezinssituatie, hun<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.), het <strong>jeugdwerk</strong> of andere context<strong>en</strong> in aangemoedigd dan wel belemmerd word<strong>en</strong>.<br />

Zo blijkt bijvoorbeeld dat vanuit het <strong>jeugdwerk</strong> zelf ouders soms bewust buit<strong>en</strong> de werking word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

om zo de kinder<strong>en</strong> ook echt e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plek te gev<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>s, Vanclooster, & Van Aud<strong>en</strong>hove, 2013).<br />

Op ouderniveau <strong>en</strong> referer<strong>en</strong>d naar onderzoek over vrijwilligerswerk, blijkt dat de leeftijd van de ouders<br />

e<strong>en</strong> rol speelt. In de drukste periode in het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ouder, zijnde de periode dat hun kinder<strong>en</strong><br />

opgroei<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij het minst ruimte om vrijwilligerswerk op te nem<strong>en</strong> (Hambach & Vanle<strong>en</strong>e, 2007;<br />

Loose, Gijselinckx, Dujardin, & Marée, 2007). De leeftijdsgroep van 35- tot 54-jarig<strong>en</strong> doet het minst<br />

vrijwilligerswerk, namelijk 17.2% teg<strong>en</strong>over 39.3% bij 15- tot 34-jarig<strong>en</strong> <strong>en</strong> 30.3% bij de 55- tot 74-jarig<strong>en</strong>.<br />

16


Daar teg<strong>en</strong>over staat dat in de midd<strong>en</strong>volwass<strong>en</strong>heid (35-55 jaar) zich de g<strong>en</strong>erativiteit of ‘de zorg voor het<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie’ ontwikkelt (Erikson in Van Leest, 2012). Mogelijk speelt hier<br />

e<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> wat ouders graag zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat ze (al dan niet praktisch) kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

Over de rol van het geslacht van de ouder zijn de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>duidig. Mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>, afhankelijk van de sector, anders participer<strong>en</strong> (Loose e.a., 2007). Trussell <strong>en</strong> Shaw (2012)<br />

suggerer<strong>en</strong> dat de tijd die vaders aan de hobby’s van hun kinder<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uiting van vaderlijke<br />

betrokk<strong>en</strong>heid is, waardoor de vader-kindband verstevigd kan word<strong>en</strong>. Specifiek voor moeders geldt dat<br />

(Trussell, & Shaw, 2012, p. 381): ‘Other research has also supported the purposive and all <strong>en</strong>compassing<br />

nature of mothers’ labor in the organization of childr<strong>en</strong>’s activities and oft<strong>en</strong> at the exp<strong>en</strong>se of the<br />

mothers’ own leisure experi<strong>en</strong>ces’ (Shaw, 2008, 2010; Such, 2009). Eerder verwez<strong>en</strong> we al naar de sociaalculturele<br />

inbedding van de keuze <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vrijetijdsbesteding. Deelname<br />

wordt met andere woord<strong>en</strong> ook mee ingegev<strong>en</strong> door ‘nabije, kritische’ ander<strong>en</strong>.<br />

Net zoals voor de deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong>, verwacht<strong>en</strong> we dat ook voor de participatie <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />

van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> het opleidingsniveau e<strong>en</strong> rol speelt. Dat komt ook uit onderzoek naar<br />

vrijwilligerswerk of schoolse betrokk<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>: hoger opgeleid<strong>en</strong> zijn meer betrokk<strong>en</strong>. Daarbij zijn<br />

twee kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Betrokk<strong>en</strong>heid is niet neutraal, maar e<strong>en</strong> sociaal construct. Daarnaast<br />

blijkt uit het voorgaande <strong>en</strong> wat volgt dat betrokk<strong>en</strong> ‘kunn<strong>en</strong>’ zijn van vele factor<strong>en</strong> afhangt. Er is e<strong>en</strong> verschil<br />

tuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> ‘kunn<strong>en</strong>’ zijn, betrokk<strong>en</strong> ‘will<strong>en</strong>’ zijn <strong>en</strong> daartoe effectief mogelijkhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of krijg<strong>en</strong>.<br />

Inzake de sociaal-economische situatie (SES), is het relevant om op te merk<strong>en</strong> dat kansarme <strong>en</strong> niet-kansarme<br />

ouders niet significant verschill<strong>en</strong> in de mate waarin ze tevred<strong>en</strong> zijn over hun inspraakmogelijkheid<br />

in de buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013). Het perc<strong>en</strong>tage kansarme ouders dat<br />

inspraakmogelijkheid belangrijk vindt, is weliswaar hoger dan dat van niet-kansarm<strong>en</strong>, maar het is ge<strong>en</strong><br />

significant verschil. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat er ge<strong>en</strong> significant verschil is tuss<strong>en</strong> ouders van<br />

Belgische <strong>en</strong> ouders van niet-Belgische origine voor wat het ‘belang van inspraakmogelijkheid’ betreft. E<strong>en</strong><br />

opsplitsing naar verstedelijkingsgraad levert ev<strong>en</strong>min significante verschill<strong>en</strong> op.<br />

Specifiek in relatie tot het <strong>jeugdwerk</strong> gev<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ze betrokk<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij wat er voor hun kinder<strong>en</strong> georganiseerd wordt <strong>en</strong> dat ze contact<strong>en</strong> will<strong>en</strong> met de<br />

begeleiders (C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg, 2002, p. 17). Zij zi<strong>en</strong> dat als e<strong>en</strong> manier om aan de ouder-begeleiderrelatie<br />

te werk<strong>en</strong>. Meer concreet: om vertrouw<strong>en</strong> te winn<strong>en</strong>, om direct (niet via de kinder<strong>en</strong>) aanspreekbaar te<br />

zijn ingeval van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. Beide voorbeeld<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in twee richting<strong>en</strong>: van de ouders t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van de begeleiders <strong>en</strong> vice versa.<br />

Kwaliteitsvereist<strong>en</strong> voor het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />

Het belang van kwaliteit werd rec<strong>en</strong>t door e<strong>en</strong> grote diversiteit aan stakeholders uit de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van<br />

schoolkinder<strong>en</strong> beaamd (Nys, 2014; Walrav<strong>en</strong>s, 2014). Deze stakeholders ontwikkeld<strong>en</strong> in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal<br />

Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader van geme<strong>en</strong>schappelijke doelstelling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e principes dat ruimte laat voor e<strong>en</strong> werking-specifieke invulling. Het betreft ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong><br />

meetkader voor ‘kinduitkomst<strong>en</strong>’. Het is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> richtsnoer om kinder<strong>en</strong> ontwikkelingskans<strong>en</strong><br />

te bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> de mogelijkheid te gev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> leuke vrije tijd te hebb<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> is het erop<br />

17


gericht om de gelijke kans<strong>en</strong> voor maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke<br />

zorgbehoefte te bevorder<strong>en</strong>.<br />

Het mer<strong>en</strong>deel van de kwaliteitsaspect<strong>en</strong> die in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>’<br />

vooropgesteld word<strong>en</strong> (zie cursivering in Schema 2), zijn niet nieuw. Ze zijn veeleer e<strong>en</strong> bevestiging van<br />

wat reeds uit het brede palet aan vrijetijds- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>onderzoek naar vor<strong>en</strong> kwam. We gev<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong> schematisch overzicht, om vervolg<strong>en</strong>s in te zoom<strong>en</strong> op de aspect<strong>en</strong> die bij monde van ouders<br />

belangrijk zijn, die voor h<strong>en</strong> het verschil mak<strong>en</strong>.<br />

Schema 2: Overzicht van kwaliteitsaspect<strong>en</strong> van/voor het <strong>jeugdwerk</strong> vanuit het perspectief van de sector (begeleiders,<br />

ondersteuners <strong>en</strong>z.), kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders.<br />

Begeleiders:<br />

• leeftijd, maturiteit (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010);<br />

• (aangepaste) vorming(svereist<strong>en</strong>) (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte,<br />

2010), omkadering die compet<strong>en</strong>ties van begeleiders kan versterk<strong>en</strong> (De Pauw, Vermeersch,<br />

Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013);<br />

• omgang met kinder<strong>en</strong> of pedagogische vaardighed<strong>en</strong>, waaronder inspraak- <strong>en</strong> participatiemogelijkhed<strong>en</strong><br />

(De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; De Pauw,<br />

Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013; Van Gils,<br />

2008);<br />

• sociaal klimaat: contact<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> met (hoofd)animator<strong>en</strong> (Van Gils, 2008),<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met teamled<strong>en</strong>;<br />

• houding teg<strong>en</strong>over <strong>en</strong> omgang met ouders (Kieck<strong>en</strong>s, 2007), sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met ouders, respect<br />

voor diversiteit, eig<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> integriteit (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013);<br />

• reflectievermog<strong>en</strong> (over teamwerking, eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> bereidheid om eig<strong>en</strong><br />

handel<strong>en</strong> bij te stur<strong>en</strong> in functie van de kinder<strong>en</strong> (cf. supra: omgang met kinder<strong>en</strong>);<br />

• praktische vaardighed<strong>en</strong> (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010);<br />

• begeleider-kindratio;<br />

• continuïteit van het begeleidersteam (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013;<br />

Vermeul<strong>en</strong>, & Teller, 2010);<br />

• diversiteit (cf. ervaring, compet<strong>en</strong>ties, interessegebied<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.).<br />

Infrastructuur:<br />

• binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>ruimte;<br />

• inrichting van de ruimte: bespeelbare oppervlakte, uitnodig<strong>en</strong>d tot exploratie, uitdag<strong>en</strong>d, veilig<br />

<strong>en</strong>zovoort (De Pauw, Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />

• ontwikkelingskans<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>d <strong>en</strong> tegemoet kom<strong>en</strong>d aan (zorg)behoeft<strong>en</strong>, optimale inzet van<br />

publieke ruimte.<br />

Groepssam<strong>en</strong>stelling:<br />

• grootte van de groep;<br />

• al dan niet doelgroepspecifiek (De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010;<br />

L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013).<br />

18


Organisatievorm:<br />

Het totaalaanbod van het <strong>jeugdwerk</strong> moet divers zijn (Meire, 2011; Van de Walle, 2011; Van Gils, &<br />

Willek<strong>en</strong>s, 2010).<br />

• formeel versus informeel;<br />

• vaste structuur versus flexibele aanpak;<br />

• al dan niet langlop<strong>en</strong>d <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t.<br />

Activiteit<strong>en</strong>:<br />

• aard van de activiteit<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013), op maat, waar kinder<strong>en</strong> plezier aan kunn<strong>en</strong><br />

belev<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort.<br />

Toegankelijkheid:<br />

Dit kwaliteitscriterium wordt naargelang van de bron opgesplitst in vijf B’s (zie Coussée, Roets,<br />

Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Hubeau, & Parm<strong>en</strong>tier, 1991; Schouppe, De Visscher, & Van de<br />

Walle, 2014) of in zev<strong>en</strong> B’s (zie bv. de toegankelijkheidsscan van Sels, 2010 in Hoogewys, De Grave,<br />

Van Ham, & Van de Velde, 2013):<br />

• bruikbaarheid: het initiatief draagt bij tot w<strong>en</strong>selijke <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle verandering<strong>en</strong>, sluit<br />

aan bij de interesses <strong>en</strong> de (culturele) beleving van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>;<br />

• beschikbaarheid: ge<strong>en</strong> (voorafgaande) toelatingsvereist<strong>en</strong>, mogelijkheid om e<strong>en</strong> stabiele relatie<br />

met de begeleiding uit te bouw<strong>en</strong> (cf. ‘begeleiders’) (L<strong>en</strong>aers & Zanoni, 2013);<br />

• betaalbaarheid: financieel haalbaar, redelijke verwachting<strong>en</strong> naar ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>;<br />

• betrouwbaarheid: respect voor de privacy, omgaan met privégegev<strong>en</strong>s;<br />

• bek<strong>en</strong>dheid: initiatief is bek<strong>en</strong>d bij pot<strong>en</strong>tiële gebruikers;<br />

• begrijpbaarheid: kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> waar het aanbod voor staat (cf. zelfbeschikking, autonomie);<br />

• bereikbaarheid in tijd <strong>en</strong> plaats: de mogelijkheid om e<strong>en</strong> initiatief te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong><br />

(Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013; Mortelmans, Van Assche, & Ottoy, 2002).<br />

Sam<strong>en</strong>werking:<br />

• met andere actor<strong>en</strong>: zoals andere aanbieders of organisaties, het lokale bestuur (De Pauw,<br />

Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Hedebouw, 2013; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013;<br />

Vanduynslager, 2010);<br />

• met andere sector<strong>en</strong> (bv. onderwijs, brede school, welzijnswerk <strong>en</strong>z.).<br />

Verschill<strong>en</strong>de toegankelijkheidscriteria (cf. de vijf <strong>en</strong> de zev<strong>en</strong> B’s) sluit<strong>en</strong> sterk aan of overlapp<strong>en</strong> met<br />

andere criteria uit het overzichtsschema (bv. begeleiders <strong>en</strong> hun relatie met ouders). Desalniettemin<br />

krijg<strong>en</strong> ze in het schema e<strong>en</strong> ‘aparte’ plaats toebedeeld. In onderzoek naar de houding, ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verwachting<strong>en</strong> van ouders word<strong>en</strong> de toegankelijkheidscriteria immers vaak als e<strong>en</strong> geïntegreerd analyseof<br />

beschrijvingskader ingezet (zie o.a. Coussée, Roets, Bouverne-De Bie, & Vett<strong>en</strong>burg, 2011; Schouppe,<br />

De Visscher, & Van de Walle, 2014). Tot op hed<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we ze vooral terug in ‘doelgroepgerelateerde’<br />

beschrijving<strong>en</strong> van drempels, met name de drempels die maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, met of<br />

zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is, ervar<strong>en</strong>. Daaraan word<strong>en</strong> ook mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdaging<strong>en</strong> gekoppeld om<br />

de toegankelijkheid van het <strong>jeugdwerk</strong> te verbeter<strong>en</strong>.<br />

19


Inzoom<strong>en</strong>d op de deelaspect<strong>en</strong> uit het schema, blijkt dat maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> aan<br />

<strong>jeugdwerk</strong>begeleiders e<strong>en</strong> cruciale rol toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Het belang van ‘goede’ begeleiders<br />

hebb<strong>en</strong> ze niet alle<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> kindertijd ervar<strong>en</strong>, maar ervar<strong>en</strong> ze ook nu, in relatie tot de al dan<br />

niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>. In de voorgaande punt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> reeds verschill<strong>en</strong>de<br />

begeleiderskwalificaties aangestipt (o.a. vertrouwd zijn met hun leefwereld <strong>en</strong> daar gepast mee kunn<strong>en</strong><br />

omgaan). Meer concreet vind<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare ouders bijvoorbeeld dat begeleiders hun<br />

kinder<strong>en</strong> niet mog<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over andere kinder<strong>en</strong>, dat ze voldo<strong>en</strong>de aandacht moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

voor hun kinder<strong>en</strong>, pest<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> als pest<strong>en</strong> toch gebeurt. De jonge<br />

leeftijd van begeleiders <strong>en</strong> hun gebrek aan ervaring met armoede(situaties) is ouders vaak e<strong>en</strong> doorn in<br />

het oog: het schept weinig vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het staat onder meer e<strong>en</strong> goede uitwisseling van informatie in<br />

de weg. <strong>Ouders</strong> signaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat de jonge leeftijd van de begeleiders de goede verstandhouding<br />

tuss<strong>en</strong> de begeleiders <strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> in de weg staat (bv. te klein leeftijdsverschil tuss<strong>en</strong> de jongere<br />

<strong>en</strong> de begeleider, moeilijker om regels van e<strong>en</strong> ‘jong’ iemand te aanvaard<strong>en</strong>). Ook ouders met e<strong>en</strong> kind<br />

met e<strong>en</strong> autismespectrumstoornis (ASS) vind<strong>en</strong> het belangrijk dat ze informatie kunn<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

onderschrijv<strong>en</strong> het belang van ervaring, zij het specifiek over ASS (Burny, Hurtekant, Warreyn, & Roeyers,<br />

2010).<br />

Uit het beperkte onderzoek dat polst naar de houding teg<strong>en</strong>over de organisatievorm van het <strong>jeugdwerk</strong>,<br />

blijkt dat maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d de voorkeur gev<strong>en</strong> aan algeme<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong><br />

<strong>en</strong> niet aan doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong> (Kieck<strong>en</strong>s, 2007). Ze referer<strong>en</strong> daarbij naar de sociale functie<br />

van het <strong>jeugdwerk</strong>: het moet e<strong>en</strong> plek zijn waar ze met andere kinder<strong>en</strong> in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, met<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders met verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>. Zo wordt de leefwereld van de kinder<strong>en</strong> én<br />

de begeleiders verruimd. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> geeft het ouders voldo<strong>en</strong>ing als ze zi<strong>en</strong> dat hun kinder<strong>en</strong> mee<br />

kunn<strong>en</strong> in het algem<strong>en</strong>e <strong>jeugdwerk</strong>. De ouders die de voorkeur gev<strong>en</strong> aan doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong>,<br />

zi<strong>en</strong> of ervar<strong>en</strong> de emotionele voordel<strong>en</strong> van dat aanbod: hun kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er meer op hun gemak<br />

zijn, word<strong>en</strong> er minder gepest. Het feit dat de begeleiders in deze werking<strong>en</strong> meer ervar<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> meer<br />

oog hebb<strong>en</strong> voor de nod<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong>, draagt daartoe bij. De begeleiders zull<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sneller<br />

rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de financiële situatie van de ouders. Dat maakt dat het voor deze kinder<strong>en</strong> vrijwel<br />

de <strong>en</strong>ige kans is om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />

Vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> de functies van het <strong>jeugdwerk</strong> overschouw<strong>en</strong>d, de vereist<strong>en</strong> op<br />

organisatie- <strong>en</strong> begeleidersniveau in acht nem<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ons aansluit<strong>en</strong>d bij onder meer Corijn, Crivit,<br />

Loopmans <strong>en</strong> Mathijss<strong>en</strong> (2014) <strong>en</strong> bij Coussée <strong>en</strong> Jeffs (2011), zi<strong>en</strong> we het <strong>jeugdwerk</strong> funger<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

‘<strong>en</strong>abling niche’ (Van Reg<strong>en</strong>mortel, 2011, p. 28). Zij omschrijft <strong>en</strong>abling niches als: ‘plaats<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong><br />

niet wordt gestigmatiseerd, waarin er aandacht is voor de gehele persoon, met sterke verwachting<strong>en</strong><br />

van persoonlijke groei <strong>en</strong> verandering. Het zijn niches die toegang gev<strong>en</strong> tot andere niches die andere<br />

perspectiev<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zodat de wereld wordt verruimd. Deze sociale niches zijn stimuler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

beperk<strong>en</strong>de omgeving<strong>en</strong>; ze nodig<strong>en</strong> uit tot sociaal contact, sociale steun <strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> aanler<strong>en</strong> van<br />

vaardighed<strong>en</strong>. Het zijn omgeving<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong> zich fysiek veilig <strong>en</strong> sociaal gewaardeerd voelt.’<br />

20


21


3 ONDERZOEKSOPZET<br />

Zoals in de inleiding vermeld, will<strong>en</strong> we zicht krijg<strong>en</strong> op de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> vanuit het perspectief<br />

van ouders. Dit onderzoek richt zich tot de ‘grootste geme<strong>en</strong>schappelijke doelgroep van het <strong>jeugdwerk</strong>’<br />

(Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd, 2013): ouders met e<strong>en</strong> kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong><br />

jaar met bijzondere aandacht voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. armoedeachtergrond, migratieachtergrond).<br />

Onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

De relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> omvat verschill<strong>en</strong>de deelthema’s. Op basis van de onderzoeksoproep<br />

<strong>en</strong> de literatuurstudie (zie vorig hoofdstuk) kreg<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de deelthema’s e<strong>en</strong> vertaalslag in de<br />

onderzoeksvrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat is de houding van ouders teg<strong>en</strong>over vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in het<br />

bijzonder? (cf. rol in al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong> t.a.v. <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong>z.)<br />

2. Hoe staan ouders teg<strong>en</strong>over betrokk<strong>en</strong>heid in het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />

3. Wat will<strong>en</strong> ouders, vertrekk<strong>en</strong>d vanuit hun ervaring<strong>en</strong>, versterkt zi<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>?<br />

Fasering van het onderzoek<br />

In de eerste fase van dit onderzoek (fase 1) bracht<strong>en</strong> we de literatuurinzicht<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (zie Hoofdstuk 2). In<br />

het empirische luik doorliep<strong>en</strong> we achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s twee fas<strong>en</strong>:<br />

1. e<strong>en</strong> kwalitatieve dataverzameling (focusgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> semigestructureerde interviews) <strong>en</strong> analyse,<br />

gericht op de exploratie van het onderzoeksthema in e<strong>en</strong> kleine steekproef van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />

(fase 2);<br />

2. e<strong>en</strong> kwantitatieve dataverzameling (websurvey) <strong>en</strong> analyse over ervaring<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong>,<br />

achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort bij e<strong>en</strong> grote steekproef die e<strong>en</strong> weerspiegeling vormt van de<br />

sam<strong>en</strong>leving (fase 3).<br />

Deze getrapte onderzoeksopzet <strong>en</strong> de keuze voor e<strong>en</strong> ‘mixed method’ design (zie o.a. Creswell, 2003)<br />

werd in belangrijke mate ingegev<strong>en</strong> door de vaststelling dat de voorligg<strong>en</strong>de onderzoeksthematiek (cf.<br />

perspectief van ouders over <strong>jeugdwerk</strong>) relatief nieuw is. Kom<strong>en</strong> tot ‘goed cijfermateriaal’ (cf. vraag van de<br />

opdrachtgever) vraagt dan in eerste instantie e<strong>en</strong> grondige exploratie van de thematiek. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is in<br />

het bijzonder voor de ontwikkeling van e<strong>en</strong> survey e<strong>en</strong> voorafgaande kwalitatieve bevraging aangewez<strong>en</strong><br />

(Dieussaert, Smits, & Goubin, 2011).<br />

In de laatste fase van het onderzoek (fase 3) mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verbinding tuss<strong>en</strong> de verzamelde onderzoeksdata,<br />

de bevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de literatuurinzicht<strong>en</strong>. We koppel<strong>en</strong> daaraan werkveld- <strong>en</strong> beleidsrelevante aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

In de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> licht<strong>en</strong> we de onderzoeksactiviteit<strong>en</strong> van fase 2 <strong>en</strong> fase 3 verder toe.<br />

22


Kwalitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: verdiep<strong>en</strong>de bevraging<br />

van bevoorrechte getuig<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> bevraging van bevoorrechte getuig<strong>en</strong> biedt, naast de reeds beschikbare literatuurinzicht<strong>en</strong>, heel wat<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> om de onderzoeksthematiek verder te explorer<strong>en</strong>. Deze bevraging draagt op verschill<strong>en</strong>de<br />

vlakk<strong>en</strong> bij tot de ontwikkeling van het onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium dat in de kwantitatieve bevraging<br />

ingezet wordt. Inhoudelijk bied<strong>en</strong> de data <strong>en</strong> bevinding<strong>en</strong> van deze bevraging onder meer e<strong>en</strong> insteek voor<br />

de opmaak van de vrag<strong>en</strong>lijstrubriek<strong>en</strong>, de vraagformulering<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoorditems. Op methodologisch<br />

vlak komt het de validiteit van het onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium t<strong>en</strong> goede.<br />

We gaan daarbij op zoek naar het perspectief van e<strong>en</strong> zo groot mogelijke diversiteit aan bevoorrechte<br />

getuig<strong>en</strong>. Het onderzoeksthema ouders-<strong>jeugdwerk</strong> kan immers vanuit verschill<strong>en</strong>de ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogpunt<strong>en</strong><br />

bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Logischerwijs kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> in het vizier: de ouders (moeders <strong>en</strong> vaders),<br />

de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong>, waaronder vrijwillige of professionele begeleiders <strong>en</strong> ondersteuners.<br />

Ondanks het feit dat in de onderzoeksoproep de focus op het perspectief van ouders vooropgesteld werd,<br />

vond<strong>en</strong> we het zinvol om ook <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in deze verdiep<strong>en</strong>de fase te bevrag<strong>en</strong>. We<br />

gaan er immers van uit dat ook zij e<strong>en</strong> beeld hebb<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong> van ouders voor de ‘keuze’ om hun<br />

kinder<strong>en</strong> al dan niet te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>, om als ouder al dan niet betrokk<strong>en</strong> te zijn,<br />

<strong>en</strong>zovoort. Zij gev<strong>en</strong> ons met andere woord<strong>en</strong> indirect e<strong>en</strong> beeld van wat ouders aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, ervar<strong>en</strong>,<br />

verwacht<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. De verteg<strong>en</strong>woordigers van het <strong>jeugdwerk</strong> liet<strong>en</strong> we in focusgroep<strong>en</strong> aan het<br />

woord. In het volg<strong>en</strong>de punt licht<strong>en</strong> we de verantwoording <strong>en</strong> organisatie van deze bevraging toe.<br />

Om het perspectief van e<strong>en</strong> grote diversiteit aan ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in beeld te krijg<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> individuele<br />

bevraging aangewez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> diverse, niet bestaande groep ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> focusgroep bij<br />

elkaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> is immers niet evid<strong>en</strong>t. De korte looptijd van het onderzoek beperkt onteg<strong>en</strong>sprekelijk<br />

de mogelijkheid om praktische belemmering<strong>en</strong> te ondervang<strong>en</strong> (o.a. afstemming van de ag<strong>en</strong>da’s van<br />

de verschill<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, mobiliteit, <strong>en</strong>z.). Bijkom<strong>en</strong>de toelichting bij de kwalitatieve bevraging van<br />

ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong> staat verder in dit hoofdstuk.<br />

FOCUSGROEPEN: BEVRAGING VAN SLEUTELFIGUREN UIT HET WERKVELD<br />

‘E<strong>en</strong> focusgroep is e<strong>en</strong> gestructureerde discussie onder e<strong>en</strong> kleine groep van stakeholders (vier tot<br />

twaalf person<strong>en</strong>), begeleid door e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> gespreksleider. De methode is ontworp<strong>en</strong> om informatie te<br />

verkrijg<strong>en</strong> over de voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van (uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> bepaald<br />

onderwerp <strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> waarom ze die m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> focusgroep wordt<br />

e<strong>en</strong> gestructureerde discussie van e<strong>en</strong> interactieve groep in e<strong>en</strong> tolerante, geruststell<strong>en</strong>de omgeving<br />

geobserveerd. E<strong>en</strong> focusgroep kan dus gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> combinatie van e<strong>en</strong> gericht interview <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

discussiegroep.’ (Slocum, 2006, p.135).<br />

Focusgroep<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> toe om van e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan stakeholders, individu<strong>en</strong> of<br />

(verteg<strong>en</strong>woordigers van) belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> de diversiteit aan m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, visie, perspectiev<strong>en</strong>, verklaring<strong>en</strong><br />

of behoeft<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> thema aan het licht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Focusgroep<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groter <strong>en</strong> meer<br />

23


diepte-inzicht <strong>en</strong> dat vanuit verschill<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> (Vaughn, Schumm, & Sinagub, 1996). Ze zijn e<strong>en</strong><br />

aangewez<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t om de context van die inzicht<strong>en</strong> te docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> de mogelijkheid<br />

om de beperkte literatuurbevinding<strong>en</strong> of zwakke veronderstelling<strong>en</strong> te verifiër<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

kwantitatieve onderzoeksmethod<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> focusgroep<strong>en</strong> toe om in e<strong>en</strong> kort tijdsbestek alternatieve<br />

interpretaties van de bevinding<strong>en</strong> op het spoor te kom<strong>en</strong>.<br />

Heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde focusgroep<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> in de praktijk e<strong>en</strong> rijke input (groepsdiscussie) op<br />

<strong>en</strong> perkt het aantal te bevrag<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> in (Morgan, 1999, p. 143 e.v.). De diversiteit in de groep<strong>en</strong><br />

vergroot de kans dat de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> dit als e<strong>en</strong> verrijk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d debat ervar<strong>en</strong> (Voor- <strong>en</strong><br />

nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011). Door deelname aan het onderzoek kunn<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> ook<br />

deelnemers in e<strong>en</strong> kort tijdsbestek nieuwe ervaring<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong>. Werk<strong>en</strong> met<br />

heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> dijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het gevaar van groepsvertek<strong>en</strong>ing in. Het voorkomt<br />

dat de zeggingskracht van de groep (cf. het groepsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of wat de groep ervan d<strong>en</strong>kt) de individuele<br />

verwoording (cf. de individuele betek<strong>en</strong>isgeving of wat elke persoon vindt) in de weg staat (Slocum,<br />

2006). Desalniettemin blijft het ook voor heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aandachtspunt om de<br />

deelnemers vooraf <strong>en</strong> bij de start van de bije<strong>en</strong>komst goed te informer<strong>en</strong> over de opzet <strong>en</strong> het doel van<br />

de focusgroep. Voor de moderator van de focusgroep is het e<strong>en</strong> opdracht om dat doel te bewak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de deelnemers, zo nodig, aan te moedig<strong>en</strong> om hun eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing, perceptie <strong>en</strong> beleving te verwoord<strong>en</strong><br />

(Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011).<br />

Aansluit<strong>en</strong>d bij de sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep, vraagt het deelnemersaantal aandacht. Slocum (2006)<br />

spreekt over vier tot twaalf deelnemers per groep. Andere bronn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over zes tot twaalf deelnemers<br />

(o.a. Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>, 2011).<br />

24


Rekrutering <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep<strong>en</strong><br />

Het <strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> grote diversiteit. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> wordt vrijetijdsbesteding ook door bel<strong>en</strong>d<strong>en</strong>de<br />

sector<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zoals de buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang, brede schol<strong>en</strong>. Deze sector<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> reeds in<br />

divers ander onderzoek bevraagd. Zo legde Hedebouw (2013) aan de verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de kinderopvang<br />

van de lokale bestur<strong>en</strong>, de directies van de formele opvangvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong>, de geme<strong>en</strong>telijke<br />

jeugdconsul<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, sportfunctionariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultuurbeleidscoördinator<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verantwoordelijk<strong>en</strong> van de<br />

private vrijetijdsinitiatiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> online <strong>en</strong>quête voor over de organisatie van de opvang <strong>en</strong> vrije tijd<br />

voor schoolkinder<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong>de verteg<strong>en</strong>woordigers van het werkveld, waaronder het speelpleinwerk,<br />

de jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, sport- <strong>en</strong> recreatiebeleid <strong>en</strong> andere aanbieders van opvang <strong>en</strong> vrije tijd werd<strong>en</strong> in<br />

meerdere groepssessies bevraagd in de ‘Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang van Schoolkinder<strong>en</strong>’ (Walrav<strong>en</strong>s, 2014).<br />

E<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van verantwoordelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders van speelpleinwerking<strong>en</strong> werd<br />

rec<strong>en</strong>t, in opdracht van de afdeling Jeugd, via e<strong>en</strong> websurvey bevraagd (Meire, Bert<strong>en</strong>, Van Breda, Dekeyser,<br />

Schaubroeck, & Piess<strong>en</strong>s, 2015).<br />

Om overbevraging van het werkveld <strong>en</strong> overlapping met ander onderzoek te vermijd<strong>en</strong>, zocht<strong>en</strong> we<br />

gericht naar sleutelfigur<strong>en</strong> uit het <strong>jeugdwerk</strong>, met name jeugdbegeleiders <strong>en</strong> medewerkers van lokale<br />

<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokale ondersteun<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, landelijke secretariat<strong>en</strong> van jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> koepels. Ter<br />

informatie gev<strong>en</strong> we mee dat naargelang van de werkvorm het <strong>jeugdwerk</strong> zowel professionele als vrijwillige<br />

jeugdbegeleiders inzet. B<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> die voorkom<strong>en</strong> zijn: jeugdanimator, jeugdmonitor, jeugdleider<br />

<strong>en</strong>zovoort. In dit rapport gebruik<strong>en</strong> we de algem<strong>en</strong>e term(<strong>en</strong>) (jeugd)begeleider(s).<br />

We beoogd<strong>en</strong> om minst<strong>en</strong>s twee groep<strong>en</strong> van ‘vrijwillige’ jeugdbegeleiders sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s<br />

twee groep<strong>en</strong> van ondersteuners <strong>en</strong> ‘professionele’ jeugdbegeleiders. Met het oog op e<strong>en</strong> weerspiegeling<br />

van de diversiteit van het <strong>jeugdwerk</strong> volgd<strong>en</strong> we bij de rekrutering de volg<strong>en</strong>de diversiteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />

het <strong>jeugdwerk</strong>:<br />

• leeftijdsbereik: afgestemd op de onderzoeksoproep, richtt<strong>en</strong> we ons tot aanbieders voor de groep<br />

van vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet op de decretaal omschrev<strong>en</strong> doelgroep van drie- tot<br />

dertigjarig<strong>en</strong>. Het leeftijdsbereik van de werking<strong>en</strong> sluit zodo<strong>en</strong>de nauw aan bij de indeling ‘zes tot<br />

vijfti<strong>en</strong> jaar’ van L<strong>en</strong>aers <strong>en</strong> Zanoni (2013);<br />

• aanbiederstype <strong>en</strong> context: regulier, doelgroepspecifiek (cf. werking<strong>en</strong> met maatschappelijk kwetsbare<br />

jonger<strong>en</strong>), jaarwerking<strong>en</strong>, vakantiewerking<strong>en</strong>;<br />

• organiser<strong>en</strong>de instantie: particuliere (al dan niet erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde) jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,<br />

geme<strong>en</strong>telijke op<strong>en</strong>bare bestur<strong>en</strong> of de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schapscommissie.<br />

Bij de rekrutering van vrijwillige begeleiders werd bijkom<strong>en</strong>d aandacht geschonk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de groep<strong>en</strong> naar de <strong>jeugdwerk</strong>ervaring van de begeleiders (cf. aantal jar<strong>en</strong> actief), het geslacht<br />

van de begeleiders <strong>en</strong> de context van de werking (cf. verstedelijkingsgraad). Met betrekking tot dit laatste punt<br />

beoogd<strong>en</strong> we actor<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> uit landelijke <strong>en</strong> stedelijke gebied<strong>en</strong>. Voor de stedelijke werking<strong>en</strong> beoogd<strong>en</strong><br />

we zowel verteg<strong>en</strong>woordigers van werking<strong>en</strong> in ‘kansrijke’ als in ‘kansarme’ buurt<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />

Voor de rekrutering gebruikt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> matrix van de verschill<strong>en</strong>de diversiteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> mogelijke deelname-uitval door praktische of andere belemmering<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> voor elke<br />

groep 16 tot 22 deelnemers uitg<strong>en</strong>odigd.<br />

Voor de focusgroep<strong>en</strong> met vrijwillige jeugdbegeleiders schrev<strong>en</strong> we zesti<strong>en</strong> organisator<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />

aan. Deze focusgroep<strong>en</strong>, op locatie in Leuv<strong>en</strong> <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t, kond<strong>en</strong> niet doorgaan omdat er zich slechts vier<br />

25


egeleiders voor de twee focusgroepmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> aangemeld. E<strong>en</strong> verschuiving naar e<strong>en</strong> latere<br />

datum was praktisch niet haalbaar: noch voor de begeleiders (cf. de nak<strong>en</strong>de exam<strong>en</strong>periode), noch voor<br />

de onderzoeksters (cf. de input zou niet meer verwerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de te lancer<strong>en</strong> websurvey).<br />

De bevraging van jeugdbegeleiders werd op e<strong>en</strong> later tijdstip (najaar 2014 – voorjaar 2015) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). Deze opdracht sloot aan bij hun<br />

projectwerk waarin zij onder begeleiding van de onderzoeksters <strong>en</strong> collega-onderzoekers op het thema<br />

vrijetijdsbesteding van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> inzoomd<strong>en</strong>. Het betreft drie groepsgesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> diepteinterviews<br />

met vrijwillige jeugdbegeleiders. Aan de drie groepsgesprekk<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> jeugdbegeleiders van e<strong>en</strong><br />

lokale afdeling van e<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging deel. Het betrof in die zin drie<br />

homoge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> groepsgesprek met drie begeleiders van Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> groepsgesprek met zes begeleiders van de Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepsgesprek met<br />

zev<strong>en</strong> begeleiders van de Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>. De individueel geïnterviewde jeugdbegeleiders<br />

verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diversiteit aan werking<strong>en</strong>: drie jeugdbegeleiders van Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong>, drie<br />

jeugdbegeleiders van Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> drie jeugdbegeleiders van KSA.<br />

Voor de sam<strong>en</strong>stelling van de focusgroep<strong>en</strong> voor ondersteuners <strong>en</strong> begeleiders-beroepskracht<strong>en</strong> schrev<strong>en</strong><br />

we 22 organisator<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> aan. Van de 11 aangemelde person<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> er 8 effectief deel:<br />

• doelgroepspecifiek <strong>jeugdwerk</strong>: drie person<strong>en</strong> uit werking<strong>en</strong> die maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>:<br />

* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong>: Bizon vzw (vakantiewerking)<br />

* lokaal <strong>jeugdwerk</strong>: D’Broej (jaarwerking) <strong>en</strong> Recht op Deurne (jaarwerking)<br />

• regulier <strong>jeugdwerk</strong>: vijf person<strong>en</strong> uit reguliere jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> of jeugdkamporganisaties:<br />

* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> met jaarwerking: scouts-FOS (jaarwerking), scouts-<br />

Scouts & Gids<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> (jaarwerking) <strong>en</strong> Chirojeugd Vlaander<strong>en</strong> (jaarwerking),<br />

* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> dat inzet op vakantiekamp<strong>en</strong>: Kazou<br />

(vakantiewerking) <strong>en</strong> Crejaksie (vakantiewerking).<br />

Eén respond<strong>en</strong>t die niet kon deelnem<strong>en</strong> (Jeugddi<strong>en</strong>st M<strong>en</strong><strong>en</strong>), gaf ter aanvulling e<strong>en</strong> schriftelijke<br />

voorbereiding door.<br />

We kond<strong>en</strong> de vuistregel voor focusgroep<strong>en</strong> ‘vier tot zes groep<strong>en</strong>’ (Morgan, 1999, p.144) niet toepass<strong>en</strong>.<br />

Desondanks bleek op het vlak van inhoudelijke inbr<strong>en</strong>g de ‘saturatie’ bereikt (Sim, 1998, p. 348-349).<br />

Opbouw <strong>en</strong> invulling van de focusgroepgesprekk<strong>en</strong><br />

In de focusgroep<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> we vooral zicht krijg<strong>en</strong> op de ervaring<strong>en</strong> van ondersteuners <strong>en</strong> begeleiders<br />

met ouders (cf. de houding, de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid van ouders bij hun werking) <strong>en</strong> op<br />

hun verwachting<strong>en</strong> (cf. als ondersteuner, begeleider of organisatie) over ouders. Deze thema’s werd<strong>en</strong><br />

uitdrukkelijk in de focusgroep<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

• introductie:<br />

* verwelkoming;<br />

* toelichting van het onderzoek;<br />

* doel <strong>en</strong> werkwijze van het focusgroepgesprek.<br />

26


• voorstellingsronde: de organisatie <strong>en</strong> al dan niet contact<strong>en</strong>/ervaring met ouders in die organisatie of<br />

andere context<strong>en</strong>;<br />

• opwarmer: individueel noter<strong>en</strong> (post its) van de meest gehoorde/ervar<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of problem<strong>en</strong> inzake<br />

relatie ouder-<strong>jeugdwerk</strong> in de organisatie;<br />

• groepsdiscussie over de visie inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid aan de hand van e<strong>en</strong> aantal stelling<strong>en</strong> (bv.<br />

‘Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid staat lijnrecht teg<strong>en</strong>over de functies <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>.’)<br />

gericht op het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de w<strong>en</strong>selijkheid <strong>en</strong> mogelijkheid van ouderbetrokk<strong>en</strong>heid;<br />

• clustering <strong>en</strong> bediscussiëring van de opwarmingspost-its om te kom<strong>en</strong> tot doelstelling<strong>en</strong>, werkpunt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> mogelijke acties inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid;<br />

• afsluiter:<br />

* vraag naar ‘onbesprok<strong>en</strong>’ relevante thema’s;<br />

* dank medewerking;<br />

* toelichting verwerking <strong>en</strong> verder verloop van het onderzoek.<br />

SEMIGESTRUCTUREERDE INTERVIEWS BIJ MOEDERS, VADERS EN JONGEREN<br />

Zoals in de inleiding van dit punt vermeld, bevroeg<strong>en</strong> we ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong> individueel. We werkt<strong>en</strong><br />

met diades (bv. moeder <strong>en</strong> kind of vader <strong>en</strong> kind) <strong>en</strong> triades (bv. moeder, vader <strong>en</strong> kind). Deze aanpak<br />

levert ons vergelijk<strong>en</strong>de informatie op van wat er in e<strong>en</strong> gezin speelt inzake al dan niet deelname aan het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>, betrokk<strong>en</strong>heid van ouders <strong>en</strong>zovoort.<br />

Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat de gezinsled<strong>en</strong>, elk op zich, t<strong>en</strong> volle de kans zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om hun persoonlijke<br />

ideeën, motiev<strong>en</strong>, ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort ter sprake te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bevroeg<strong>en</strong> we de<br />

gezinsled<strong>en</strong> apart. De gezinsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (in diade of triade) bevrag<strong>en</strong> zou de dynamiek<strong>en</strong> in het gezin in<br />

beeld kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (bv. is er e<strong>en</strong> gezinslid waarvan de m<strong>en</strong>ing dominant aanwezig is?), maar stond te<br />

ver af van de in de oproep beschrev<strong>en</strong> onderzoeksfocus.<br />

We nam<strong>en</strong> semigestructureerde interviews af omdat die de mogelijkheid bied<strong>en</strong> om op relatief korte tijd<br />

veel gerichte <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong>de informatie te verzamel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> semigestructureerd interview met op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />

bouwt de garantie in dat de minst<strong>en</strong>s op te nem<strong>en</strong> thema’s effectief bevraagd word<strong>en</strong>. Tegelijkertijd geeft<br />

het de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de kans om ervaring<strong>en</strong>, process<strong>en</strong>, versterk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> vanuit<br />

hun eig<strong>en</strong> leefwereldperspectief te verwoord<strong>en</strong>. Om dat te bewerkstellig<strong>en</strong>, moet de interviewleidraad<br />

aan bijzondere voorwaard<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>: eerst vrag<strong>en</strong> die door de respond<strong>en</strong>t gemakkelijk te beantwoord<strong>en</strong><br />

zijn, per (deel)thema eerst e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> bevraging (cf. op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de kans gev<strong>en</strong> om die<br />

antwoord<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> te omschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> te duid<strong>en</strong>) <strong>en</strong> pas daarna meer gerichte specifieke<br />

deelvrag<strong>en</strong>.<br />

REKRUTERING EN SAMENSTELLING VAN DE RESPONDENTENGROEP: MOEDERS, VADERS EN KINDEREN<br />

Voor de selectie van de ouderrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep, volgd<strong>en</strong> we de leeftijdsafbak<strong>en</strong>ing uit het eerste<br />

hoofdstuk: ouders ‘die in de grootste geme<strong>en</strong>schappelijke doelgroep van het <strong>jeugdwerk</strong> vall<strong>en</strong>: deze met<br />

vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong>’. We wild<strong>en</strong> daarbij de grote diversiteit aan ouders in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<br />

weerspiegeld zi<strong>en</strong>. Dat vertaalde zich in de volg<strong>en</strong>de rekruteringsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

• leeftijd van de kinder<strong>en</strong>: minst<strong>en</strong>s één kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> in het bijzonder: ouders met<br />

jonge kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met ti<strong>en</strong>ers;<br />

27


• socio-economische <strong>en</strong> culturele achtergrond (cf. L<strong>en</strong>aers & Zanoni (2013) die zich baser<strong>en</strong> op de<br />

indelingscriteria van Kind <strong>en</strong> Gezin):<br />

* kansarm <strong>en</strong> niet-kansarm;<br />

* met <strong>en</strong> zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is: Belgische versus buit<strong>en</strong>landse origine.<br />

• habitatindicator: verstedelijkingsgraad: landelijke <strong>en</strong> stedelijke context (cf. vere<strong>en</strong>voudiging van de<br />

clustering van de verstedelijkingsgraad volg<strong>en</strong>s de VRIND-classificatie);<br />

• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>: ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Naast deze rekruteringscriteria, streefd<strong>en</strong> we ernaar dat de gerekruteerde ouders ook op verschill<strong>en</strong>de<br />

andere vlakk<strong>en</strong> ‘divers’ zoud<strong>en</strong> zijn:<br />

• geslacht van de kinder<strong>en</strong>: jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes;<br />

• gezinssam<strong>en</strong>stelling: e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>, tweeoudergezinn<strong>en</strong>, nieuw sam<strong>en</strong>gestelde gezinn<strong>en</strong>;<br />

• religie: verscheid<strong>en</strong>heid aan religies <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong>;<br />

• al dan niet participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: ouders die zelf actief<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> ouders die dat niet do<strong>en</strong>.<br />

Net zoals voor de rekrutering van de <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> we voor de rekrutering van de ouders<br />

e<strong>en</strong> rekruteringsmatrix op. Aan deze matrix werd<strong>en</strong> specifieke rekruteringskanal<strong>en</strong> toegevoegd (o.a.<br />

jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waar arm<strong>en</strong> het woord nem<strong>en</strong>, led<strong>en</strong> van het minderhed<strong>en</strong>forum, schol<strong>en</strong>).<br />

Dat kan er immers toe bijdrag<strong>en</strong> dat ook de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong> waar kinder<strong>en</strong> aan<br />

kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd zijn. De matrix werd naarmate de rekrutering van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

vorderde, aangevuld <strong>en</strong> was perman<strong>en</strong>t raadpleegbaar. Op die manier kond<strong>en</strong> de interviewers voor de<br />

verdere rekrutering gericht op zoek gaan naar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> profiel dat tot dan toe nog niet in<br />

de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep aanwezig was.<br />

De rekrutering van de kinder<strong>en</strong> was logischerwijze gekoppeld aan de rekrutering van de ouders: we richtt<strong>en</strong><br />

ons immers tot diades <strong>en</strong> triades van ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Voor de bevraging van de kinder<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> we<br />

echter af van de eerder aangehaalde leeftijdsafbak<strong>en</strong>ing van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar. We bevroeg<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

met de leeftijd acht tot vijfti<strong>en</strong> jaar. De afname van e<strong>en</strong> semigestructureerd interview bij jonge kinder<strong>en</strong><br />

is immers niet aangewez<strong>en</strong>. Het feit dat de kindbevraging zich situeert in het ‘voortraject’ (fase 2) voor de<br />

ontwikkeling van de oudervrag<strong>en</strong>lijst (fase 3) weerhield ons ervan om voor de groep jonge kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

apart onderzoeksinstrum<strong>en</strong>tarium te ontwikkel<strong>en</strong>. Dat was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in het tijdsbestek van het onderzoek<br />

niet mogelijk. Om toch <strong>en</strong>igszins vanuit het kindperspectief zicht te krijg<strong>en</strong> op de vrijetijdsbesteding <strong>en</strong><br />

plaats van het <strong>jeugdwerk</strong> op jongere leeftijd, werd daar bij de jonger<strong>en</strong> retrospectief naar gepeild.<br />

Voor de rekrutering <strong>en</strong> de afnames van de interviews ded<strong>en</strong> we, net zoals voor de bevraging van<br />

jeugdbegeleiders, e<strong>en</strong> beroep op stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). De<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgebreide handleiding die in e<strong>en</strong> trainingssessie toegelicht werd. De interviewleidraad<br />

was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van afname-instructies (bv. welke doorvraag aan welk antwoord gekoppeld is, hoe<br />

doorvrag<strong>en</strong>, of er e<strong>en</strong> of meerdere antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). De mogelijkheid om<br />

met twee stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de interviews af te nem<strong>en</strong>, maakte e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de controle bij de afname mogelijk.<br />

In de periode februari 2014 tot <strong>en</strong> met april 2014 kond<strong>en</strong> we 48 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevrag<strong>en</strong>, waaronder 19<br />

moeders, 11 vaders <strong>en</strong> 18 jonger<strong>en</strong>. Zij vormd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> 7 diades <strong>en</strong> 11 triades. Twee triades weerspiegel<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

28


nieuwsam<strong>en</strong>gesteld gezin. In één gezin wou na aanvankelijke toezegging het kind niet langer deelnem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werd <strong>en</strong>kel de moeder bevraagd.<br />

Opbouw <strong>en</strong> invulling van de semigestructureerde interviews<br />

Verschill<strong>en</strong>de thema’s die in de focusgroep<strong>en</strong> van de <strong>jeugdwerk</strong>ers aan bod kwam<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in de<br />

interviewleidraad opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In deze bevraging zoomd<strong>en</strong> we verder in op het perspectief van ouders <strong>en</strong><br />

jonger<strong>en</strong>. We kwam<strong>en</strong> tot de volg<strong>en</strong>de themaclusters:<br />

• vrijetijdsbesteding (m.i.v. deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> -belemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, cf. drempels) <strong>en</strong> al dan<br />

niet ervaring<strong>en</strong> met het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />

• vrijetijdsbeleving;<br />

• verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van vrijetijdsinitiatiev<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder<br />

(cf. kwaliteit);<br />

• ouderbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />

Uit het voorgaande overzicht blijkt dat de ervaring<strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong> verschill<strong>en</strong>de thema’s doorkruis<strong>en</strong>. Het<br />

spreekt voor zich dat verschill<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> naar achtergrond- <strong>en</strong> gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> deel uitmaakt<strong>en</strong> van het<br />

interview. Aansluit<strong>en</strong>d bij de gespreksthema’s besteedd<strong>en</strong> we bij de afname <strong>en</strong> analyse bijzondere aandacht<br />

aan de wijze waarop de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over het <strong>jeugdwerk</strong>, ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, kwaliteit <strong>en</strong>zovoort sprak<strong>en</strong>.<br />

Dat gaf aanwijzing<strong>en</strong> voor de kwantitatieve bevraging (cf. fase 3), meer concreet op inhoudelijk vlak (bv. op<br />

te nem<strong>en</strong> antwoorditems) <strong>en</strong> op het vlak van de formulering<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de antwoorditems.<br />

VERWERKING EN ANALYSE VAN DE KWALITATIEVE DATA<br />

Zowel de focusgroep<strong>en</strong> als de individuele gesprekk<strong>en</strong> met de ouders <strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> digitaal opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De opnames werd<strong>en</strong> integraal getranscribeerd. Voor de verwerking <strong>en</strong> de analyse van de data zett<strong>en</strong> we het<br />

29


kwalitatief verwerkingsprogramma N-Vivo in <strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> we over de verschill<strong>en</strong>de bevraging<strong>en</strong> he<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke codeboom. De data werd<strong>en</strong> door twee beoordelaars, onafhankelijk van elkaar, gecodeerd<br />

<strong>en</strong> geanalyseerd. De toepassing van deze analyse-triangulatie versterkt de kracht van de uitsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

draagt bij tot de betrouwbaarheid van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong> (Dieussaert, Smits, & Goubin, 2011).<br />

Kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> -analyse: vrag<strong>en</strong>lijstafname<br />

bij ouders<br />

Ingaand op de vraag van de opdrachtgever naar ‘goed cijfermateriaal over het ouderperspectief’<br />

(Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd, 2013) richtt<strong>en</strong> we ons in de derde fase van<br />

het onderzoek op de kwantitatieve dataverzameling <strong>en</strong> –analyse bij ouders.<br />

REKRUTERING VAN DE OUDERS<br />

E<strong>en</strong> eerste vraag die zich opdringt, is de vraag naar parameters om de beoogde weerspiegeling van de<br />

sam<strong>en</strong>leving (cf. onderzoeksoproep) aan af te toets<strong>en</strong>. Grot<strong>en</strong>deels aansluit<strong>en</strong>d bij ander rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />

<strong>en</strong> bij de kwalitatieve data-verzameling hanteerd<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de parameters:<br />

• leeftijd van de kinder<strong>en</strong>: minst<strong>en</strong>s één kind van vijf tot vijfti<strong>en</strong> jaar;<br />

• socio-economische <strong>en</strong> culturele achtergrond (cf. L<strong>en</strong>aers & Zanoni (2013) die zich baser<strong>en</strong> op de<br />

indelingscriteria van Kind <strong>en</strong> Gezin):<br />

* kansarm <strong>en</strong> niet-kansarm;<br />

* met <strong>en</strong> zonder migratiegeschied<strong>en</strong>is: Belgische versus buit<strong>en</strong>landse origine.<br />

• habitatindicator: clustering van de verstedelijkingsgraad van de woonplaats, geïnspireerd op de<br />

VRIND-classificatie (2013): buit<strong>en</strong>gebied, kleinstedelijk, regiostedelijk, c<strong>en</strong>trumstedelijk, grootstedelijk<br />

<strong>en</strong> Brussel (m.i.v. de rand);<br />

• al dan niet deelname van hun kinder<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>: ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Naast deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> streefd<strong>en</strong> we ernaar dat de gerekruteerde ouders ook op verschill<strong>en</strong>de andere<br />

vlakk<strong>en</strong> ‘divers’ zoud<strong>en</strong> zijn:<br />

• al dan niet participatie van ouders bij het <strong>jeugdwerk</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: ouders die zelf actief<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> ouders die dat niet zijn;<br />

• gezinssam<strong>en</strong>stelling: e<strong>en</strong>ouder- <strong>en</strong> tweeoudergezinn<strong>en</strong>, nieuw sam<strong>en</strong>gestelde gezinn<strong>en</strong>;<br />

• geslacht van de kinder<strong>en</strong>: jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes;<br />

• religie: verscheid<strong>en</strong>heid aan religies <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong>.<br />

De keuze voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>brede insteek met e<strong>en</strong> diversiteit aan participatievorm<strong>en</strong> (cf. al dan niet<br />

deelname, al dan niet deelname aan verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diversiteit aan ouder- <strong>en</strong><br />

gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (o.a. specifieke aandacht voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>) heeft implicaties voor de steekproeftrekking,<br />

de rekruteringskanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bevragingsstrategie.<br />

30


Aanvankelijk steld<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gestratificeerde steekproef voorop, waarbij we op voorhand e<strong>en</strong> aantal<br />

‘strata’ uittek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoeveel person<strong>en</strong> we van elk van de strata w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> (zie<br />

o.a. Moore, & McCabe, 1997). E<strong>en</strong> moeilijkheid daarbij is dat niet voor al de mogelijke strata (cf. de eerder<br />

vermelde parameters) data beschikbaar zijn om repres<strong>en</strong>tativiteit af te toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de steekproef te<br />

proportioner<strong>en</strong> naar de populatie. Zo zijn er bijvoorbeeld data beschikbaar over de led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong> bij de<br />

grote jeugdbeweging<strong>en</strong> (cf. CJSM, Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in VRIND<br />

2013, p. 149), maar ge<strong>en</strong> specifieke data vanuit het perspectief van de ouders.<br />

Daarnaast is het e<strong>en</strong> weerker<strong>en</strong>de vaststelling dat kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. armoede- <strong>en</strong> migratieachtergrond)<br />

in vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek veelal onderverteg<strong>en</strong>woordigd blijv<strong>en</strong>. Garander<strong>en</strong> dat ook hun perspectief aan<br />

bod komt, vraagt om e<strong>en</strong> proactieve rekrutering, via specifieke rekruteringskanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer directe<br />

bevraging (zie ook verder in dit hoofdstuk). Het risico op onderverteg<strong>en</strong>woordiging geldt niet alle<strong>en</strong> voor<br />

kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, maar ook voor ouders van wie de kinder<strong>en</strong> weinig of niet deelnem<strong>en</strong> aan georganiseerd<br />

<strong>jeugdwerk</strong>. Omdat ze het <strong>jeugdwerk</strong> niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of er weinig tot ge<strong>en</strong> ervaring mee hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong><br />

deze ouders zich minder aangesprok<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onderzoek dat net de relatie<br />

ouders-<strong>jeugdwerk</strong> bevraagt. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> is het <strong>jeugdwerk</strong>aanbod heel divers <strong>en</strong> niet altijd (duidelijk)<br />

te onderscheid<strong>en</strong> van het aanbod uit bel<strong>en</strong>d<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> (bv. gem<strong>en</strong>gde werkvorm<strong>en</strong> jeugd-cultuursport).<br />

Niet alle ouders zijn zich bewust van wat <strong>jeugdwerk</strong> juist is of wet<strong>en</strong> waar de organisator<strong>en</strong><br />

van vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> voor staan (bv. Is dat zuiver <strong>jeugdwerk</strong>? Is dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van jeugd <strong>en</strong><br />

sport?). Dat alles stelt bijzondere eis<strong>en</strong> aan de steekproeftrekking (cf. e<strong>en</strong> steekproeftrekking op louter<br />

organisati<strong>en</strong>iveau kon niet volstaan), de wijze waarop ouders aangesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong> (bv.<br />

ook ouders zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring kunn<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de gehanteerde terminologie (bv. wat valt<br />

onder e<strong>en</strong> jaarwerking, wat valt onder e<strong>en</strong> vakantiewerking, <strong>en</strong>z.). De implicaties voor de rekrutering- <strong>en</strong><br />

bevragingsstrategie word<strong>en</strong> verder in dit hoofdstuk besprok<strong>en</strong>.<br />

VRAGENLIJSTONTWIKKELING<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst bouwt verder op de bevinding<strong>en</strong> van de kwalitatieve bevraging van dit onderzoek (cf. de<br />

focusgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de semigestructureerde interviews) <strong>en</strong> op onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit ander onderzoek<br />

over <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> andere sector<strong>en</strong>. Thematisch geord<strong>en</strong>d inspireerd<strong>en</strong> we ons op de volg<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>:<br />

• de verwachting<strong>en</strong> van ouders (o.a. Kieck<strong>en</strong>s, 2007; L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />

• de ouderlijke betrokk<strong>en</strong>heid, al dan niet uitgedrukt in verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. van overlev<strong>en</strong><br />

tot meebesliss<strong>en</strong>) (o.a. Bouwman, & Van d<strong>en</strong> Hout, 2007; Forum Overvecht. Participatieladder<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, z.d.; Samyn, z.d.), mate <strong>en</strong> stijl van betrokk<strong>en</strong>heid bij vrijetijdsactiveit<strong>en</strong> (voor e<strong>en</strong><br />

overzicht zie Lambrechts, & Van Crombrugge, 2013; Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde, 2012; Smit,<br />

Driess<strong>en</strong>, Sluiter, & Brus, 2007; Van der Wolf, 2006), opvoedingsdim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> -stijl<strong>en</strong> (cf. autonomie,<br />

controle <strong>en</strong>z.) (voor e<strong>en</strong> overzicht zie: Colpin, & Griet<strong>en</strong>s, 2000; Van Leeuw<strong>en</strong>, Colpin, Vanderfaeillie,<br />

Nys, Gro<strong>en</strong>ez, & Meurs, 2012);<br />

• kwaliteitsaspect<strong>en</strong> (o.a. De Pauw, Vermeersch, Coussée, Vett<strong>en</strong>burg, & Van Houtte, 2010; De Pauw,<br />

Vermeersch, Cox, Verhaeghe, & Stev<strong>en</strong>s, 2013; Hedebouw, 2013, L<strong>en</strong>aers, & Zanoni, 2013);<br />

• organisatievorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking (o.a. De Droogh, & Lamote, z.d.; Hedebouw, 2013).<br />

De integratie van de relevante elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit al dat materiaal, leverde e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst op die we in e<strong>en</strong><br />

pretest aan verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> voorlegd<strong>en</strong>:<br />

• het onderzoeksteam (Evelyn Morreel, Kristi<strong>en</strong> Nys <strong>en</strong> Karla Van Leeuw<strong>en</strong>), Tanja Nuelant (studiegebied-<br />

31


directeur van de opleiding Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>) <strong>en</strong> Kathle<strong>en</strong> Emmery (coördinator van het<br />

K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum van het Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>) doorliep<strong>en</strong> elk meermaals de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> zich daarbij telk<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> ander ‘perspectief’: ze wisseld<strong>en</strong> met andere<br />

woord<strong>en</strong> op het vlak van achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (bv. gezinssam<strong>en</strong>stelling, leeftijd van de kinder<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> op ‘<strong>jeugdwerk</strong>gerelateerde’ k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (bv. al dan niet e<strong>en</strong> kind hebb<strong>en</strong> dat deelneemt aan e<strong>en</strong> of<br />

meerdere <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>, houding teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, al dan niet verwachting<strong>en</strong><br />

uit<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong>z.);<br />

• twee lesgevers van e<strong>en</strong> C<strong>en</strong>trum voor Basiseducatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lesgever van e<strong>en</strong> C<strong>en</strong>trum voor<br />

Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>onderwijs doorliep<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst vanuit het perspectief van (anderstalige) laaggeschoold<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> met het oog op de face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> specifieke aandachtspunt<strong>en</strong> mee;<br />

• e<strong>en</strong> ouder die beroepsmatig’ niet aan het thema gelinkt was, maar wel repres<strong>en</strong>tatief was voor de<br />

beoogde doelgroep (cf. e<strong>en</strong> kind hebb<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar), vulde de vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />

Op basis van de feedback uit deze pretest werd de vrag<strong>en</strong>lijst inhoudelijk (bv. nog toe te voeg<strong>en</strong> items of<br />

antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>), op het vlak van formulering<strong>en</strong> (bv. andere woordkeuze) <strong>en</strong> vormtechnisch (bv.<br />

doorkliklink<strong>en</strong>, lay-out) verder geoptimaliseerd.<br />

RUBRICERING EN PARALLELLE DEELVERSIES VAN DE VRAGENLIJST<br />

Op basis van de literatuurstudie (fase 1) <strong>en</strong> de kwalitatieve dataverzameling (fase 2) kwam<strong>en</strong> we tot e<strong>en</strong><br />

schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst met de volg<strong>en</strong>de rubriek<strong>en</strong>:<br />

• inleiding (toelichting bij):<br />

* de doelstelling <strong>en</strong> de opzet van het onderzoek;<br />

* de invulmodaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> –instructies;<br />

* de privacy;<br />

* de te winn<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tive (cf. twintig waardebonn<strong>en</strong> van twintig euro voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst volledig invuld<strong>en</strong>).<br />

32


• gezinssam<strong>en</strong>stelling, kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>;<br />

• vrijetijdsbesteding van het kind:<br />

* tijdsbesteding (o.a. frequ<strong>en</strong>tie van de activiteit<strong>en</strong>);<br />

* beleving van de ouder.<br />

• al dan niet deelname <strong>jeugdwerk</strong>:<br />

* frequ<strong>en</strong>tie deelname;<br />

* red<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> drempels deelname;<br />

* verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van:<br />

- de organisatie, het aanbod, de begeleiders;<br />

- de functie(s) <strong>en</strong> opdracht(<strong>en</strong>) van het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

* ouderbetrokk<strong>en</strong>heid:<br />

- will<strong>en</strong> versus kunn<strong>en</strong> versus do<strong>en</strong>;<br />

- rol van de organisatie <strong>en</strong> van de ouders.<br />

• al dan niet eig<strong>en</strong> (<strong>jeugdwerk</strong>)ervaring als ouder;<br />

• opvoeding:<br />

* ouderlijk opvoedingsgedrag, opvoedingsrol;<br />

* opvoedingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –oriëntaties;<br />

• sociale isolatie <strong>en</strong> steun;<br />

• ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: geslacht, leeftijd, gezinssituatie, migratieachtergrond, thuistaal, woonplaats,<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing, opleidingsniveau, arbeids- <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>ssituatie;<br />

• afronding:<br />

* al dan niet (aanvull<strong>en</strong>de) opmerking<strong>en</strong> bij het onderzoeksthema <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst;<br />

* dank.<br />

Voor de <strong>jeugdwerk</strong>specifieke deelthema’s maakt<strong>en</strong> we drie parallel opgemaakte deelversies (cf. opbouw,<br />

vraag- <strong>en</strong> antwoordtypes, formulering<strong>en</strong>):<br />

• voor ouders van niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>;<br />

• voor ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap van e<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de<br />

landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging, e<strong>en</strong> werking voor maatschappelijk kwetsbare jeugd);<br />

• voor ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vakantiewerking (bv. e<strong>en</strong> vakantiekamp, de<br />

speelpleinwerking).<br />

Het spreekt voor zich dat de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kel de van toepassing zijnde deelversie(s) moest doorlop<strong>en</strong>.<br />

Aangezi<strong>en</strong> er ouders zijn met kinder<strong>en</strong> die zowel aan jaarwerking<strong>en</strong> als aan vakantiewerking<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>,<br />

zijn er respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zowel de parallelversie voor jaarwerking als de parallelversie voor vakantiewerking<br />

doorliep<strong>en</strong>. Zij ded<strong>en</strong> dat voor e<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong>: het kind tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar dat het eerste jarig is<br />

in het gezin (cf. ‘birthday method’). Dat kind kan ev<strong>en</strong>wel aan jaar- of vakantiewerking<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

organisaties deelnem<strong>en</strong> (bv. deelname aan de speelpleinwerking <strong>en</strong> deelname aan e<strong>en</strong> vakantiekamp van<br />

de mutualiteit). Om de invultijd te beperk<strong>en</strong>, vroeg<strong>en</strong> we deze ouders om de vrag<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> van de<br />

organisaties (bv. de speelpleinwerking of de mutualiteit) te beantwoord<strong>en</strong>. In de rapportering van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de onderzoeksbevinding<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> we naar de drie parallel opgemaakte<br />

deelversies in term<strong>en</strong> van ‘parallelversies’. Ook in het hoofdstuk met de conclusies hanter<strong>en</strong> we deze<br />

terminologie.<br />

Volledigheidshalve merk<strong>en</strong> we op dat we andere organisatie- <strong>en</strong> aanbiedingsvorm<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong><br />

(bv. initiatiev<strong>en</strong> die in m<strong>en</strong>gvorm voorkom<strong>en</strong> zoals sport <strong>en</strong> muziekactiviteit<strong>en</strong>) niet ‘apart’<br />

33


evraagd<strong>en</strong>. Dat was omwille van de daaraan verbond<strong>en</strong> complexiteit van de vrag<strong>en</strong>lijst niet haalbaar.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beoogde de opdrachtgever vooral e<strong>en</strong> globaal beeld te krijg<strong>en</strong> over de wijze waarop ouders<br />

zich tot het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>.<br />

TYPE VRAGEN IN DE VRAGENLIJST<br />

Het mer<strong>en</strong>deel van de thema’s werd bevraagd aan de hand van geslot<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> waarbij de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> of meerdere items e<strong>en</strong> dan wel meerdere antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> aanvink<strong>en</strong> (bv. multiple choice<br />

antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> aanvink<strong>en</strong>, mate waarin ze het al dan niet e<strong>en</strong>s zijn met of mate van tevred<strong>en</strong>heid<br />

op e<strong>en</strong> Likert-5-punt<strong>en</strong>schaal scor<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.). Op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> in de vrag<strong>en</strong>lijst vroeg<strong>en</strong> we om de van<br />

toepassing zijnde antwoorditems te rangschikk<strong>en</strong> (bv. van het meest belangrijke tot het minst belangrijke<br />

aspect). Daarnaast bevatte de vrag<strong>en</strong>lijst e<strong>en</strong> beperkt aantal op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>. Dat war<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> waarbij de<br />

ouders e<strong>en</strong> verduidelijking bij hun antwoord kond<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of in eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> korte omschrijving<br />

kond<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> (bv. welke beperking hun kind heeft, over welk ander aspect ze meer informatie will<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.).<br />

We moedigd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het inleid<strong>en</strong>de bericht aan om al de vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong> (cf. het<br />

belang voor het onderzoek, e<strong>en</strong> te winn<strong>en</strong> waardebon). De vrag<strong>en</strong>lijst liet echter toe om bij het op<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> antwoord toch naar de volg<strong>en</strong>de vraag over te gaan.<br />

Voor de verspreiding van de vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> we twee spor<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> online verspreiding (websurvey)<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mondelinge (face to face) afname van de vrag<strong>en</strong>lijst bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong>,<br />

beschrijv<strong>en</strong> we de verspreidingsstrategieën voor de online bevraging <strong>en</strong> de face-to-facebevraging .<br />

ONLINE VERSPREIDING VAN DE VRAGENLIJST<br />

E<strong>en</strong> online verspreiding heeft het voordeel dat op e<strong>en</strong> relatief goedkope manier veel data verzameld <strong>en</strong><br />

geanalyseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (cf. ge<strong>en</strong> kopieer- <strong>en</strong> verz<strong>en</strong>dingskost<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> verplaatsingskost<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> datainput<br />

door de onderzoekers nodig <strong>en</strong> ‘automatische’ omzetting van de antwoord<strong>en</strong> in cijfergegev<strong>en</strong>s). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> automatisch doorgelinkt naar de vervolgvrag<strong>en</strong> die voor h<strong>en</strong> relevant zijn. <strong>Ouders</strong> die<br />

bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> ervaring met <strong>jeugdwerk</strong> hebb<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> over die ervaring<strong>en</strong> niet te doorlop<strong>en</strong>.<br />

Voor het ontwerp <strong>en</strong> de afname van de survey maakt<strong>en</strong> we gebruik van de webgebaseerde survey-software<br />

‘Qualtrics’. De websurvey werd gelanceerd op 10 juli 2014. E<strong>en</strong> invulperiode van drie wek<strong>en</strong> blijkt in de<br />

praktijk gangbaar te zijn. We liet<strong>en</strong> de invulperiode ev<strong>en</strong>wel tot eind november 2014 doorlop<strong>en</strong>. Op die<br />

manier hoopt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> goede verteg<strong>en</strong>woordiging van vakantie- én jaarwerking<strong>en</strong> te bekom<strong>en</strong>.<br />

Met oog op het bereik van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep die e<strong>en</strong> weerspiegeling vormt van de sam<strong>en</strong>leving (cf.<br />

regiobreed, deelname-, ouder- <strong>en</strong> gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>), zett<strong>en</strong> we volg<strong>en</strong>de verspreidingskanal<strong>en</strong> in:<br />

• niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifieke kanal<strong>en</strong>: algem<strong>en</strong>e kanal<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> bredere groep van ouders kunn<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong> (zowel ouders van wie de kinder<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> als ouders wier kinder<strong>en</strong><br />

niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>). De volg<strong>en</strong>de kanal<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> of meerdere informatiekanal<strong>en</strong><br />

van hun di<strong>en</strong>st de oproep <strong>en</strong> link naar de vrag<strong>en</strong>lijst op:<br />

* Klasse voor ouders (nieuwsbrief);<br />

* Gezinsbond (website <strong>en</strong> weekblad De Bond);<br />

* Groeimee (nieuwsbrief, website);<br />

* Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (nieuwsbrief, website);<br />

* Huiz<strong>en</strong> van het Kind (nieuwsbriev<strong>en</strong> of website van de deelwerking<strong>en</strong>).<br />

34


• <strong>jeugdwerk</strong>specifieke kanal<strong>en</strong>: kanal<strong>en</strong> die bij uitstek ouders met kinder<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong> kunn<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>d specifiek verspreidingskanaal is de opdrachtgever: het Departem<strong>en</strong>t<br />

Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd. Zij plaatst<strong>en</strong> de oproep in hun nieuwsbrief <strong>en</strong> op<br />

hun website. Specifiek voor het erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde <strong>jeugdwerk</strong> sprak<strong>en</strong> we de diverse<br />

eerstelijnsjeugdorganisaties aan die structureel gesubsidieerd werd<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de subsidie-<strong>en</strong>veloppe<br />

2014-2017 (zie overzicht gesubsidieerde landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> begrotingsjaar 2014).<br />

Met oog op voldo<strong>en</strong>de verteg<strong>en</strong>woordiging van het lokale <strong>jeugdwerk</strong> sprak<strong>en</strong> we de (geme<strong>en</strong>telijke <strong>en</strong><br />

stedelijke) jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan.<br />

Specifieke <strong>jeugdwerk</strong>aanbieders werd<strong>en</strong> twee keer op organisatie- of koepelniveau aangeschrev<strong>en</strong> om na<br />

te gaan welke kanal<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> war<strong>en</strong> om ouders te bereik<strong>en</strong>. Vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste maal in juli <strong>en</strong> augustus 2014 aangesprok<strong>en</strong>. Organisaties met jaarwerking<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> eerste maal in september 2014 aangeschrev<strong>en</strong>. De aangeschrev<strong>en</strong> organisaties verspreidd<strong>en</strong> zelf de<br />

link <strong>en</strong> oproep tot deelname: (1) rechtstreeks via de eig<strong>en</strong> communicatiekanal<strong>en</strong> (bv. Facebookpagina<br />

van de jeugddi<strong>en</strong>st, nieuwsbrief, website van de koepelorganisatie) of (2) onrechtstreeks via verspreiding<br />

van de oproep bij de aangeslot<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> of het ruimer professionele netwerk. Met het oog op<br />

de standaardisering van de verspreidingsstrategie ontving<strong>en</strong> al de gecontacteerde organisaties e<strong>en</strong><br />

herinnering aan onze vraag naar verspreiding van de link naar de vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

Het aandeel organisaties dat ons bevestigde dat ze de oproep zoud<strong>en</strong> verspreid<strong>en</strong> of hadd<strong>en</strong> verspreid, is<br />

als volgt:<br />

• regulier <strong>jeugdwerk</strong><br />

* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> met jaarwerking: 6 van de 8 aangeschrev<strong>en</strong><br />

erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> (75%);<br />

* erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd <strong>jeugdwerk</strong> dat inzet op vakantie(kamp<strong>en</strong>): 9 van de 25<br />

aangeschrev<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdkamporganisaties<br />

(36%);<br />

* lokaal <strong>jeugdwerk</strong>: 80 van de 319 aangeschrev<strong>en</strong> jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (25%).<br />

Volledigheidshalve vermeld<strong>en</strong> we dat de respons op ver<strong>en</strong>igings- <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stniveau hoger kan ligg<strong>en</strong> dan hier<br />

gerapporteerd. Verschill<strong>en</strong>de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de vraag naar verspreiding van de oproep<br />

misschi<strong>en</strong> wel degelijk opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar ons daar niet uitdrukkelijk van op de hoogte gebracht. De online<br />

verspreiding op organisatie- of koepelniveau laat daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sneeuwbaleffect toe. Mogelijks werd<br />

de oproep tot deelname ook verder verspreid naar lokale <strong>jeugdwerk</strong>organisaties of andere organisaties De<br />

melding van verschill<strong>en</strong>de jeugddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dat ze de oproep naar deelorganisaties doorstuurd<strong>en</strong>, vroeg bij<br />

de analyse bijzondere aandacht. Deze deelorganisaties blek<strong>en</strong> immers niet altijd ‘zuivere’ <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong><br />

te zijn (bv. sportstages georganiseerd door e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging).<br />

Verschill<strong>en</strong>de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> deeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor niet-verspreiding van de vraag naar<br />

medewerking mee. De meest voorkom<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> was dat ze zelf e<strong>en</strong> kleine ouderbevraging uitvoerd<strong>en</strong> of<br />

op korte termijn zoud<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Ze wild<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overbevraging van ouders vermijd<strong>en</strong>.<br />

Bij de tuss<strong>en</strong>tijdse rapportering over de respons (oktober 2014) bleek dat onder meer ouders met<br />

e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> van landelijke<br />

cultuureducatieve ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, slechts in beperkte mate in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep verteg<strong>en</strong>woordigd<br />

war<strong>en</strong>. De face-to-facebevraging (zie verder) stuurde de verteg<strong>en</strong>woordiging van de eerst vermelde groep<br />

35


in positieve zin bij. Aanvull<strong>en</strong>d sprak de onderzoekster etnisch-culturele federaties aan. Twee van de acht<br />

aangesprok<strong>en</strong> koepelver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> hun medewerking bij de rekrutering. Om ook de deelname<br />

aan cultuureducatieve initiatiev<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd te zi<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d derti<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />

aangesprok<strong>en</strong> die vanuit de afdeling Jeugd gesubsidieerd word<strong>en</strong> (subsidie-<strong>en</strong>veloppe 2014-2017). Twee<br />

cultuureducatieve ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> de oproep te verspreid<strong>en</strong>.<br />

Deze rekruteringsstrategie resulteerde in 750 online ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>, die in de analyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> die vóór de vrag<strong>en</strong> naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<br />

afgebrok<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> of te veel non-respons vertoond<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> niet in de analyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

FACE-TO-FACEBEVRAGING BIJ KANSENGROEPEN<br />

Zoals eerder al vermeld, zijn kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> veelal onderverteg<strong>en</strong>woordigd in vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek.<br />

Het betreft vooral maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratiegeschied<strong>en</strong>is. De<br />

beperking tot e<strong>en</strong> websurvey zou bijgevolg slechts e<strong>en</strong> partieel beeld van het perspectief van ouders<br />

oplever<strong>en</strong>. Daarom bouwd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> face-to-facebevraging bij kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> in. We richt<strong>en</strong> ons daarbij<br />

in het bijzonder tot ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond <strong>en</strong> ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond.<br />

Op het mom<strong>en</strong>t van de lancering van de websurvey vroeg<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de doelgroepspecifieke, al dan<br />

niet <strong>jeugdwerk</strong>gebond<strong>en</strong> rekruteringskanal<strong>en</strong> of we in hun di<strong>en</strong>st, organisatie of c<strong>en</strong>trum ouders kond<strong>en</strong><br />

aansprek<strong>en</strong> voor deelname aan het onderzoek:<br />

• niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifiek: C<strong>en</strong>tra voor Basiseducatie <strong>en</strong> Huiz<strong>en</strong> van het Kind;<br />

• <strong>jeugdwerk</strong>specifiek: Werking<strong>en</strong> Maatschappelijk Kwetsbare Jeugd (WMKJ’s), structureel gesubsidieerd<br />

binn<strong>en</strong> de subsidie-<strong>en</strong>veloppe 2014-2017 (zie overzicht gesubsidieerde landelijk georganiseerde<br />

jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> begrotingsjaar 2014) of lokaal projectmatig gesubsidieerd (zie overzicht organisaties<br />

kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> begrotingsjaar 2012).<br />

Binn<strong>en</strong> de looptijd van de bevragingsronde ging<strong>en</strong> 21 organisaties op dit verzoek in:<br />

• Doelgroep- <strong>en</strong> niet-<strong>jeugdwerk</strong>specifiek:<br />

* 6 van de 13 aangeschrev<strong>en</strong> C<strong>en</strong>tra voor Basiseducatie (46%);<br />

* 7 van de 16 aangeschrev<strong>en</strong> Huiz<strong>en</strong> van het Kind (43%).<br />

• Doelgroep- <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>specifiek: 9 van de 30 aangeschrev<strong>en</strong> Werking<strong>en</strong> Maatschappelijk Kwetsbare<br />

Jeugd (30%);<br />

De onderzoekster sprak voor of na de (jeugd)werking<strong>en</strong> van de WMKJ’s, de less<strong>en</strong> van de C<strong>en</strong>tra voor<br />

Basiseducatie <strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong> van de Huiz<strong>en</strong> van Het Kind, de ouders aan met de vraag naar deelname.<br />

De afname van de vrag<strong>en</strong>lijst gebeurde in de periode september 2014 tot eind december 2014 <strong>en</strong> vond,<br />

naargelang van de voorkeur van de ouders, thuis of in e<strong>en</strong> lokaal van de eerder vermelde werking<strong>en</strong> plaats.<br />

Om de data van de online verspreide vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de data van de face-to-facebevraging geïntegreerd te<br />

kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>, moest de afname volledig parallel lop<strong>en</strong> met het online invull<strong>en</strong> van de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst. Dat vraagt e<strong>en</strong> gestandaardiseerde afname, waarbij de interviewer niet mag afwijk<strong>en</strong> van het<br />

vooropgestelde vrag<strong>en</strong>lijstscript <strong>en</strong> dat zowel naar vraagvolgorde als naar formulering van de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

antwoorditems. Door e<strong>en</strong> andere formulering of woordkeuze kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of antwoorditems immers e<strong>en</strong><br />

andere betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> de ontwikkeling van de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> de afname van deze interviews<br />

door één <strong>en</strong> dezelfde persoon gebeurde, kond<strong>en</strong> daarvoor garanties ingebouwd word<strong>en</strong>.<br />

36


Vooruitlop<strong>en</strong>d op de rapportering van de onderzoeksbevinding<strong>en</strong>, vermeld<strong>en</strong> we dat de bevinding<strong>en</strong><br />

van de face-to-facebevraging bij kwetsbare ouders ondersteund werd<strong>en</strong> door de bevinding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

bijkom<strong>en</strong>de bevraging door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de Professionele Bachelor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee). In het<br />

voorjaar van 2015 interviewd<strong>en</strong> zij achtti<strong>en</strong> ouders. Deze kwalitatieve data liet<strong>en</strong> ons toe om aanvull<strong>en</strong>d<br />

illustratiemateriaal (cf. getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>) in het onderzoeksrapport op te nem<strong>en</strong>.<br />

VERWERKING EN ANALYSE VAN DE KWANTITATIEVE DATA<br />

De websurvey (juli 2014 - november 2014) <strong>en</strong> de face-to-facebevraging<strong>en</strong> (september 2014 - eind december<br />

2014) leverd<strong>en</strong> in totaal 797 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op (750 online <strong>en</strong> 47 face to face). Van deze 797 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> 787 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> voor analyse. Niet alle vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> immers ingevuld door de<br />

beoogde groep: ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar. We hanteerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marge van één jaar<br />

leeftijdsverschil. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> jonger dan vier jaar werd<strong>en</strong> uit de dataset verwijderd.<br />

De online vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd met behulp van het programma Qualtrics. Dit programma<br />

heeft het voordeel dat de verzamelde data rechtstreeks naar SPSS geëxporteerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ook,<br />

zonder tuss<strong>en</strong>bewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> dataverstoring, in dit programma geanalyseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De face to<br />

face afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geïntegreerd in het databestand van de online bevraging. Door de<br />

toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> specifieke code maakt<strong>en</strong> we twee dataverzamelingskanal<strong>en</strong> traceerbaar.<br />

In eerste instantie voerd<strong>en</strong> we beschrijv<strong>en</strong>de analyses uit. In dit onderzoeksrapport gev<strong>en</strong> we steeds<br />

de algem<strong>en</strong>e frequ<strong>en</strong>tieverdeling voor de bevraagde items in elk van de drie parallelversies weer: nietdeelname,<br />

deelname jaarwerking <strong>en</strong> deelname vakantiewerking. Bijkom<strong>en</strong>d werd nagegaan <strong>en</strong> statistisch<br />

getoetst of de responsverdeling verschilt naargelang van <strong>en</strong>kele relevante achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voor<br />

elke parallelversie werd<strong>en</strong> groepsvergelijking<strong>en</strong> opgevraagd voor de volg<strong>en</strong>de criteria: leeftijd van het kind<br />

waarvoor de vrag<strong>en</strong>lijst werd ingevuld, kansarmoedeachtergrond, migratieachtergrond <strong>en</strong> het al dan niet<br />

<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t.<br />

Voor de statistische toetsing werd<strong>en</strong> de antwoordcategorieën vere<strong>en</strong>voudigd van vijf (helemaal niet, niet,<br />

soms wel/soms niet, wel, helemaal wel) naar drie categorieën: (helemaal) niet, neutraal, (helemaal) wel.<br />

Significante verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de parallelversies <strong>en</strong> verband<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s leeftijdscategorie werd<strong>en</strong> statistisch<br />

geduid via variantieanalyse (anova, p.250)<br />

<strong>en</strong> de verband<strong>en</strong> die zwak zijn (associatiemaat


38


4 DE RESPONDENTENGROEP<br />

Zoals in de onderzoeksoproep verwoord, di<strong>en</strong>t de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep e<strong>en</strong> weerspiegeling te zijn van de<br />

diversiteit in de sam<strong>en</strong>leving. In het bijzonder werd het volg<strong>en</strong>de ‘bereik’ vooropgesteld (zie Hoofdstuk 1):<br />

• ouders met vijf- tot vijfti<strong>en</strong>jarige kinder<strong>en</strong>.<br />

• ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong>.<br />

• ouders met kinder<strong>en</strong> die, al dan niet in combinatie, deelnem<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Uit de analyse van de kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijkt dat we in die opzet slaagd<strong>en</strong>. Voorafgaand<br />

aan de beschrijving van die k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we in herinnering dat de vrag<strong>en</strong>lijst uit drie parallelversies<br />

bestond: (1) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> of ge<strong>en</strong><br />

lid zijn van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie, (2) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan<br />

activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie met e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> (3) e<strong>en</strong> versie voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie met e<strong>en</strong> vakantiewerking. Kortweg<br />

b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> we deze groep<strong>en</strong> respectievelijk als (1) niet-deelname, (2) deelname jaar <strong>en</strong> (3) deelname vakantie.<br />

Bij deze indeling merk<strong>en</strong> we op dat we kamp<strong>en</strong> van jaarwerking<strong>en</strong> (bv. het jaarlijks vakantiekamp van e<strong>en</strong><br />

jeugdbeweging) niet als e<strong>en</strong> vakantiewerking beschouw<strong>en</strong>. Dat werd in de instructies voor het invull<strong>en</strong><br />

van de vrag<strong>en</strong>lijst ook uitdrukkelijk vermeld. Deze keuze werd geruggesteund door de klankbordgroep.<br />

Verschill<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> ons dat kinder<strong>en</strong> die meegaan op het vakantiekamp van e<strong>en</strong> jaarwerking,<br />

doorgaans in het jaar ‘regelmatig’ deelnem<strong>en</strong> aan de activiteit<strong>en</strong> van die werking.<br />

In het voorgaande hoofdstuk stipt<strong>en</strong> we aan dat er ouders zijn met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan (e<strong>en</strong>)<br />

jaarwerking(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> (e<strong>en</strong>) vakantiewerking(<strong>en</strong>). Deze ouders doorliep<strong>en</strong> bijgevolg zowel parallelversie (2) als<br />

parallelversie (3). Dat maakt dat we in totaal vier respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>:<br />

• niet-deelname: ouders van kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>;<br />

• deelname, <strong>en</strong>kel jaar: ouders van kinder<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kel invuld<strong>en</strong> voor (e<strong>en</strong>) organisatie(s)<br />

met e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap van e<strong>en</strong> jeugdbeweging);<br />

• deelname, <strong>en</strong>kel vakantie: ouders van kinder<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kel invuld<strong>en</strong> voor (e<strong>en</strong>) organisatie(s)<br />

met vakantiewerking (bv. deelname aan e<strong>en</strong> speelpleinwerking, deelname aan e<strong>en</strong> vakantiekamp van<br />

e<strong>en</strong> landelijk georganiseerde aanbieder);<br />

• deelname, jaar <strong>en</strong> vakantie: ouders van kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking <strong>en</strong><br />

de parallelversies voor de jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking invuld<strong>en</strong>.<br />

De tabell<strong>en</strong> in dit hoofdstuk gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht van kind-, gezins- <strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, uitgesplitst naar<br />

deze vier respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>.<br />

39


Kindk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd gevraagd de vrag<strong>en</strong>lijst voor slechts één kind in te vull<strong>en</strong>, namelijk het kind tuss<strong>en</strong><br />

vijf <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar dat op het mom<strong>en</strong>t van afname eerst jarig zal zijn. De verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën<br />

van de kinder<strong>en</strong> zijn goed verteg<strong>en</strong>woordigd (zie Tabel 1). Gelet op het vooropgestelde leeftijdsbereik is het<br />

niet verwonderlijk dat de groep kinder<strong>en</strong> in het lager onderwijs het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd is. Slechts<br />

uitzonderlijk is de vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld voor kinder<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> de opgegev<strong>en</strong> leeftijdscategorieën vall<strong>en</strong>.<br />

Tabel 1: Leeftijd van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N= 776) (%)<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

5-8 jaar 30.5 28.2 33.3 28.8 30.3<br />

9-11 jaar 23.7 29.5 23.1 36.5 29.5<br />

12-15 jaar 37.9 34.6 40.0 31.9 35.6<br />

15 jaar 6.2 2.6 3.1 1.2 3.0<br />

Ge<strong>en</strong> leeftijdsindicatie 0.6 2.6 0.5 1.5 1.2<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 177 78 195 326 776<br />

De ‘birthday method’ resulteerde in e<strong>en</strong> quasi gelijke verdeling naar geslacht (zie Tabel 2): 47.3% van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vulde de vrag<strong>en</strong>lijst voor zijn/haar zoon in <strong>en</strong> 52.7% voor zijn/haar dochter.<br />

Tabel 2: Geslacht van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N = 771) (%)<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Jong<strong>en</strong> 45.1 55.1 49.5 45.4 47.3<br />

Meisje 54.9 44.9 50.5 54.6 52.7<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 175 78 194 324 771<br />

Gelijklop<strong>en</strong>d met de leeftijdsverdeling zijn vooral kinder<strong>en</strong> in het lager onderwijs verteg<strong>en</strong>woordigd. In de<br />

verdeling voor secundair onderwijs is elk type verteg<strong>en</strong>woordigd, met e<strong>en</strong> groter aandeel ASO (zie Tabel<br />

3). Daarbij merk<strong>en</strong> we op dat we in de groep maatschappelijk kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

bereikt<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong> beantwoordd<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> in de lagere school.<br />

40


Tabel 3: Onderwijstype van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N= 776) (%)<br />

Mijn kind volgt op dit mom<strong>en</strong>t les<br />

in het …<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Kleuteronderwijs 17.5 6.4 11.9 2.5 8.7<br />

Lager onderwijs 39.5 55.1 44.8 62.8 52.2<br />

ASO 28.8 28.2 28.9 23.4 26.5<br />

TSO 9.0 5.1 8.8 8.0 8.1<br />

BSO 0.6 3.8 3.6 0.3 1.6<br />

KSO 0.0 0.0 0.5 0.6 0.4<br />

BUO 1.7 1.3 1.0 1.2 1.3<br />

BUSO 2.8 0.0 0.5 0.9 1.2<br />

Huisonderwijs 0.0 0.0 0.0 0.3 0.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 177 78 194 325 776<br />

Uit Tabel 4 blijkt dat de vrag<strong>en</strong>lijst voor e<strong>en</strong> respectabel aantal kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking beantwoord<br />

werd (16%). Het betreft in hoofdzaak functiebeperking<strong>en</strong> zoals ASS, ADHD, leerstoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort <strong>en</strong> in<br />

mindere mate fysieke beperking<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4: Verteg<strong>en</strong>woordiging van kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> functiebeperking in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep naar deelname (N = 770) (%)<br />

Zijn er moeilijkhed<strong>en</strong> in de<br />

ontwikkeling van dit kind?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Nee 80.6 82.3 85.5 85.4 84.0<br />

Ja 19.4 17.7 14.5 14.6 16.0<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 175 79 193 323 770<br />

Typering van de deelname<br />

Van de kinder<strong>en</strong> waarvoor de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, neemt 23% niet deel aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />

In de deelnamegroep (77% van al de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) werd verder e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt naar jaar- <strong>en</strong><br />

vakantiewerking: 11% van de kinder<strong>en</strong> neemt <strong>en</strong>kel deel aan e<strong>en</strong> jaarwerking, 26% neemt <strong>en</strong>kel deel aan<br />

e<strong>en</strong> vakantiewerking <strong>en</strong> 40% neemt deel aan e<strong>en</strong> jaar- én e<strong>en</strong> vakantiewerking. Deze combigroep is met<br />

andere woord<strong>en</strong> het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep.<br />

In de parallelversies ‘jaarwerking’ <strong>en</strong> ‘vakantiewerking’ vroeg<strong>en</strong> we de ouders om e<strong>en</strong> keuze te mak<strong>en</strong><br />

voor welke organisatie ze de vrag<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>. De diversiteit van het <strong>jeugdwerk</strong>landschap<br />

41


weerspiegelt zich in de respons. De vrag<strong>en</strong>lijst werd ingevuld voor zowel jeugdbeweging<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>telijke<br />

initiatiev<strong>en</strong>, maar ook voor bijvoorbeeld cultuureducatieve initiatiev<strong>en</strong>.<br />

Voor de indeling baseerd<strong>en</strong> we ons op de afbak<strong>en</strong>ing in het Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2011-2013:<br />

Voor deelname jaar:<br />

• Landelijk erk<strong>en</strong>d: erk<strong>en</strong>d landelijk georganiseerd jeugdinitiatief (bv. jeugdver<strong>en</strong>iging);<br />

• Lokaal geme<strong>en</strong>telijk: lokaal jeugdinitiatief vanuit de geme<strong>en</strong>te (bv. werking maatschappelijk kwetsbare<br />

jeugd, initiatief vanuit de jeugddi<strong>en</strong>st);<br />

• Lokaal particulier: lokaal jeugdinitiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te (bv. lev<strong>en</strong>sbeschouwelijk<br />

<strong>jeugdwerk</strong>initiatief, amateurgerichte kunstbeoef<strong>en</strong>ing);<br />

• Lokaal andere vrije tijd: lokaal initiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te waarbij er vermoed<strong>en</strong>s zijn dat het<br />

ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief is bv. t<strong>en</strong>nisclub;<br />

• Niet bek<strong>en</strong>d: wanneer de data niet teruggevoerd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande categorieën<br />

of daar twijfel over bestond.<br />

Voor deelname vakantie:<br />

• Vakantiekamp landelijk erk<strong>en</strong>d: erk<strong>en</strong>de landelijk georganiseerde jeugdorganisatie voor vakantiekamp<strong>en</strong><br />

(bv. jeugdkamp<strong>en</strong> van de mutualiteit);<br />

• Vakantiekamp andere: niet-landelijk erk<strong>en</strong>de/georganiseerde (jeugd)organisatie voor vakantiekamp<strong>en</strong>;<br />

• Speelpleinwerking;<br />

• Vakantie-initiatief lokaal geme<strong>en</strong>te: lokaal vakantie-initiatief vanuit de geme<strong>en</strong>te, andere dan<br />

speelpleinwerking (bv. grabbelpas);<br />

• Vakantie-initiatief lokaal andere: lokaal vakantie-initiatief niet vanuit de geme<strong>en</strong>te waarbij er<br />

vermoed<strong>en</strong>s zijn dat het ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief is (bv. opvang);<br />

• Niet bek<strong>en</strong>d: wanneer de data niet teruggevoerd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande categorieën<br />

of daar twijfel over bestond.<br />

42


Bij deze indeling moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal aandachtspunt<strong>en</strong> in acht word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>staande<br />

indeling weerspiegelt e<strong>en</strong> brede interpretatie van <strong>jeugdwerk</strong>, maar dekt nog steeds niet alle mogelijke<br />

<strong>jeugdwerk</strong>initiatiev<strong>en</strong>. Eerder verwez<strong>en</strong> we al naar <strong>en</strong>kele moeilijkhed<strong>en</strong> bij de afbak<strong>en</strong>ing van ‘<strong>jeugdwerk</strong>’.<br />

Vanuit ouderperspectief is dergelijke opdeling kunstmatig. Het hierna volg<strong>en</strong>de overzicht is dan ook<br />

indicatief. Bij de verdere analyses werd de uitzuivering naar organiser<strong>en</strong>de instantie verlat<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele<br />

van e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e indeling die aansluit bij de vrag<strong>en</strong>lijstconstructie: jaarwerking, vakantiewerking,<br />

met waar relevant e<strong>en</strong> verdere opsplitsing naar organisaties voor vakantiekamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> speelpleinwerking<strong>en</strong>.<br />

Het landelijk georganiseerde <strong>jeugdwerk</strong> is het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep <strong>en</strong> dat zowel<br />

voor wat de jaarwerking<strong>en</strong> (77.5%) als voor wat de vakantiewerking<strong>en</strong> (58%) betreft (zie Tabel 5 <strong>en</strong> Tabel 6).<br />

Tabel 5: Jeugdwerkvorm<strong>en</strong> in de jaarwerking naar deelname (N = 395) (%)<br />

Type organisatie waarvoor de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld werd<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Landelijk erk<strong>en</strong>d 58.7 81.9 77.5<br />

Lokaal geme<strong>en</strong>telijk 25.3 4.1 8.1<br />

Lokaal particulier 12.0 5.6 6.8<br />

Lokaal andere vrije tijd 4.0 6.3 5.8<br />

Niet bek<strong>en</strong>d 0.0 2.2 1.8<br />

Totaal % 100 100 100<br />

Totaal N 75 320 395<br />

In de jaarwerking<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong>de types lokale initiatiev<strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>telijk, particulier <strong>en</strong> andere) elk<br />

voor minder dan 10% verteg<strong>en</strong>woordigd (zie laatste kolom Tabel 5).<br />

Tabel 6: Jeugdwerkvorm<strong>en</strong> in de vakantiewerking naar deelname (N = 502) (%)<br />

Type organisatie waarvoor de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld werd<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Vakantiekamp landelijk erk<strong>en</strong>d 58.9 57.4 58.0<br />

Vakantiekamp andere 10.8 9.1 9.8<br />

Speelpleinwerking 17.3 16.7 16.9<br />

Vakantie-initiatief lokaal geme<strong>en</strong>te 10.3 12.6 11.8<br />

Vakantie-initiatief lokaal andere 1.6 1.3 1.4<br />

Niet bek<strong>en</strong>d 1.1 2.8 2.2<br />

Totaal % 100 100 100<br />

Totaal N 185 317 502<br />

In de groep vakantiewerking<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> speelpleinwerking<strong>en</strong> op de tweede plaats te staan (16.9%) <strong>en</strong> lokale<br />

geme<strong>en</strong>telijke vakantie-initiatiev<strong>en</strong> op de derde plaats (11.8%) (bv. grabbelpas). Iets minder dan 10% betreft<br />

‘andere vakantiekamp<strong>en</strong>’ (bv. sportkamp<strong>en</strong>) (zie laatste kolom Tabel 6).<br />

43


Gezinsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Op gezinsniveau polst<strong>en</strong> we naar de woonplaats <strong>en</strong> de woonsituatie van het kind waarvoor de ouder de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst invulde (zie Tabel 7).<br />

Tabel 7: Woonplaats volg<strong>en</strong>s provincie naar deelname (N = 761) (%)<br />

Waar woont u? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Vlaams-Brabant 19.9 23.6 17.3 20.5 19.8<br />

Antwerp<strong>en</strong> 27.8 27.8 28.8 33.5 30.5<br />

Limburg 8.0 22.2 7.3 5.6 8.1<br />

Oost-Vlaander<strong>en</strong> 25.6 15.3 30.9 28.9 27.3<br />

West-Vlaander<strong>en</strong> 10.8 6.9 7.9 8.4 8.7<br />

Brussel (+rand) 6.8 4.2 6.8 3.1 5.0<br />

Andere 1.1 0.0 1.0 0.0 0.5<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 176 72 191 322 761<br />

Alle provincies zijn verteg<strong>en</strong>woordigd: Antwerp<strong>en</strong> (30.5%), Limburg (8%), Oost-Vlaander<strong>en</strong> (27.2%), Vlaams-<br />

Brabant (19.8%), West-Vlaander<strong>en</strong> (8.7%) <strong>en</strong> Brussel Hoofdstedelijk Gewest (5%). Antwerp<strong>en</strong> is opmerkelijk<br />

sterk verteg<strong>en</strong>woordigd in de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep.<br />

Voor het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de regionale spreiding, maakt<strong>en</strong> we gebruik van de VRIND-classificatie (2013)<br />

gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>. De categorie ‘buit<strong>en</strong>gebied’ verteg<strong>en</strong>woordigt de gebied<strong>en</strong><br />

‘platteland’ (ruraal overgangsgebied, ruraal gebied) <strong>en</strong> ‘overgangsgebied’. ‘Kleinstedelijk structuurondersteun<strong>en</strong>de’<br />

sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘kleinstedelijk regionale’ sted<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gegroepeerd tot ‘kleinstedelijk’ (zie Tabel 8).<br />

Tabel 8: Woonplaats volg<strong>en</strong>s verstedelijkingsgraad naar deelname (N = 761) (%)<br />

Waar woont u? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Buit<strong>en</strong>gebied 44.9 37.5 42.4 48.8 45.2<br />

Kleinstedelijk 22.7 11.1 19.9 17.7 18.8<br />

Regiostedelijk 5.1 4.2 4.2 2.5 3.7<br />

C<strong>en</strong>trumstedelijk 9.1 27.8 15.2 11.8 13.5<br />

Grootstedelijk 10.2 15.3 10.5 16.1 13.3<br />

Brussel (+rand) 6.8 4.2 6.8 3.1 5.0<br />

Andere 1.1 0.0 1.0 0.0 0.5<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 176 72 191 322 761<br />

44


Het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> won<strong>en</strong>de in e<strong>en</strong> stedelijke context bedraagt 55%, waarvan 27% c<strong>en</strong>trum- of<br />

grootstedelijk. Ook de landelijke context (buit<strong>en</strong>gebied) is goed verteg<strong>en</strong>woordigd.<br />

Inzoom<strong>en</strong>d op de gezinssam<strong>en</strong>stelling (zie Tabel 9 <strong>en</strong> Tabel 10), zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> goede weerspiegeling van de<br />

sam<strong>en</strong>leving.<br />

Tabel 9: Gezinssam<strong>en</strong>stelling naar deelname (N = 770) (%)<br />

Wat is uw huidige gezinssituatie? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Alle<strong>en</strong>staande ouder 16.0 19.7 5.7 5.5 9.4<br />

Gehuwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d met<br />

biologische andere ouder<br />

Gehuwd of sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d met<br />

nieuwe partner<br />

75.4 75.0 84.5 89.8 83.8<br />

8.0 5.3 7.2 2.8 5.3<br />

Andere 0.6 0.0 2.6 1.8 1.6<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 175 76 194 325 770<br />

De meerderheid van de kinder<strong>en</strong> waarvoor de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, woont in e<strong>en</strong> tweeoudergezin.<br />

Het aandeel alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> bedraagt 9%.<br />

Het mer<strong>en</strong>deel van de kinder<strong>en</strong> voor wie de ouders de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, woont bij beide ouders (84.1%)<br />

(zie Tabel 10). Als de ouders van het kind niet meer sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>, dan woont het kind in het mer<strong>en</strong>deel<br />

van de gevall<strong>en</strong> (vooral) bij de moeder (9.5%).<br />

Tabel 10: Verblijfplaats van het kind naar deelname (N = 776) (%)<br />

Dit kind woont … NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

bij beide ouders 76.8 74.4 84.1 90.5 84.1<br />

(vooral) bij moeder 11.9 16.7 9.7 6.4 9.5<br />

(vooral) bij vader 2.3 0.0 0.5 0.6 0.9<br />

ev<strong>en</strong> vaak bij moeder als bij<br />

vader<br />

bij e<strong>en</strong> voogd/instelling/<br />

internaat<br />

7.3 7.7 3.1 1.2 3.7<br />

0.0 1.3 0.5 0.0 0.3<br />

erg<strong>en</strong>s anders 1.7 0.0 2.1 1.2 1.4<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 177 78 195 326 776<br />

45


68.4<br />

Achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Het laatste deel van de vrag<strong>en</strong>lijst bevatte e<strong>en</strong> brede waaier aan vrag<strong>en</strong> naar de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals het geslacht, de herkomst, de thuistaal, het opleidingsniveau, de arbeidssituatie,<br />

het objectieve <strong>en</strong> subjectieve gezinsinkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociaal-culturele participatie.<br />

GESLACHT<br />

Tabel 11 geeft e<strong>en</strong> overzicht van de verdeling volg<strong>en</strong>s geslacht van de respond<strong>en</strong>t. Uit die tabel blijkt dat<br />

de vrag<strong>en</strong>lijst vooral werd ingevuld door moeders, waaronder vooral de biologische moeder van het kind<br />

(86%). Nochtans vuld<strong>en</strong> ook 99 vaders, goed voor 12.2% van de totale respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep, de vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />

Tabel 11: Relatie van de respond<strong>en</strong>t met het kind voor wie hij/zij de vrag<strong>en</strong>lijst invulde naar deelname (N = 771) (%)<br />

Ik b<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

biologische moeder 82.4 84.4 85.6 88.6 86.0<br />

biologische vader 15.3 14.3 10.8 9.6 11.7<br />

niet-biologische moeder 1.7 0.0 3.1 1.5 1.8<br />

niet-biologische vader 0.6 1.3 0.5 0.3 0.5<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 176 77 194 324 771<br />

SOCIO-CULTURELE EN ECONOMISCHE KENMERKEN<br />

Van de ouders die de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong>, is 7% in e<strong>en</strong> ander land dan België gebor<strong>en</strong>. De andere ouder van<br />

het kind is in 11% van de gevall<strong>en</strong> niet in België gebor<strong>en</strong>. Inzoom<strong>en</strong>d op de ouders van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hun partners, blijkt dat telk<strong>en</strong>s 10 à 13% van de moeders of vaders van niet-Belgische origine is (zie Tabel<br />

12 tot <strong>en</strong> met Tabel 15).<br />

Tabel 12: Geboorteland moeder van de respond<strong>en</strong>t naar deelname (N = 752) (%)<br />

In welk land is uw moeder<br />

gebor<strong>en</strong>?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

België 85.5 68.4 94.1 95.0 89.9<br />

Ander Europees land 7.6 7.9 3.8 3.1 4.8<br />

Ander niet-Europees land 7.0 23.7 2.2 1.9 5.3<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 172 76 186 318 752<br />

46


68.4<br />

68.4<br />

Tabel 13: Geboorteland vader van de respond<strong>en</strong>t naar deelname (N = 751) (%)<br />

In welk land is uw vader gebor<strong>en</strong>? NIET-DEELNAME DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

België 87.3 65.8 93.0 94.7 89.7<br />

Ander Europees land 6.9 9.6 4.3 3.8 5.2<br />

Ander niet-Europees land 5.8 24.7 2.7 1.6 5.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 173 73 187 318 751<br />

Tabel 14: Geboorteland moeder van de andere ouder naar deelname (N = 666) (%)<br />

In welk land is de moeder van de<br />

andere ouder gebor<strong>en</strong>?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

België 78.1 65.7 92.8 93.9 87.1<br />

Ander Europees land 9.3 7.1 4.2 3.6 5.4<br />

Ander niet-Europees land 12.6 27.1 3.0 2.5 7.5<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 151 70 156 279 666<br />

47


68.4<br />

68.4<br />

Tabel 15: Geboorteland vader van de andere ouder naar deelname (N = 662) (%)<br />

In welk land is de vader van de<br />

andere ouder gebor<strong>en</strong>?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

België 77.3 63.8 90.9 94.3 86.4<br />

Ander Europees land 10.7 10.1 5.5 2.5 5.9<br />

Ander niet-Europees land 12.0 26.1 3.7 3.2 7.7<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 150 69 164 279 662<br />

Van al de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> spreekt het mer<strong>en</strong>deel thuis Nederlands (85.2%). Iets minder dan 15% spreekt thuis<br />

nog e<strong>en</strong> andere taal dan Nederlands (zie Tabel 16). Het betreft e<strong>en</strong> diversiteit aan tal<strong>en</strong>, waaronder Frans,<br />

Engels, Berbers, Arabisch, Turks, Bulgaars, Hongaars, Italiaans <strong>en</strong> Nepalees.<br />

Tabel 16: Thuistaal van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 765) (%)<br />

Spreekt u thuis nog e<strong>en</strong> andere<br />

taal dan Nederlands?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Nee 76.7 63.4 87.6 93.2 85.2<br />

Ja 23.3 36.6 12.4 6.8 14.8<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 176 71 194 324 765<br />

De meerderheid van de ouders is hoogopgeleid (zie Tabel 17): 68% is hooggeschoold, in deze context<br />

begrep<strong>en</strong> als houder van e<strong>en</strong> diploma tertiair onderwijs (hogeschool, universiteit).<br />

Tabel 17: Opleidingsniveau van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 760) (%)<br />

Wat is uw hoogst behaalde<br />

diploma?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Ge<strong>en</strong> diploma 0.6 2.8 0.0 0.0 0.4<br />

Lager onderwijs 1.8 2.8 0.0 0.0 0.7<br />

Lager secundair 5.8 8.3 2.6 2.5 3.8<br />

Hoger secundair ASO-KSO-TSO 16.4 16.7 16.1 10.8 13.9<br />

Hoger secundair BSO 8.8 6.9 5.2 6.2 6.6<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs 59.1 48.6 71.0 74.1 67.5<br />

Andere 7.6 13.9 5.2 6.5 7.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 171 72 193 324 760<br />

48


8.0<br />

De onderwijsniveaus in de voorgaande tabel zijn e<strong>en</strong> clustering van de in de vrag<strong>en</strong>lijst opgegev<strong>en</strong><br />

categorieën:<br />

• Lager secundair: ASO (algeme<strong>en</strong> secundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste tot <strong>en</strong> met vierde<br />

jaar), TSO (technisch secundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar),<br />

BSO (beroepssecundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar), KSO<br />

(kunstsecundair onderwijs) eerste <strong>en</strong> tweede graad (eerste <strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met vierde jaar);<br />

• Hoger secundair ASO-KSO-TSO: ASO derde graad (vijfde, zesde jaar), TSO derde graad (vijfde, zesde <strong>en</strong>/<br />

of zev<strong>en</strong>de jaar), KSO derde graad (vijfde, zesde jaar);<br />

• Hoger secundair BSO: BSO derde graad (vijfde, zesde jaar), BSO vierde graad;<br />

• Wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs: professionele bachelor, kandidatuur, schakel, banaba; academische<br />

bachelor, kandidatuur, schakel, banaba; master lic<strong>en</strong>tiaat, manama, doctoraat.<br />

Uit Tabel 18 blijkt dat het mer<strong>en</strong>deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beroepsactief is (87.5%), waaronder nag<strong>en</strong>oeg<br />

ev<strong>en</strong>veel voltijds als deeltijds werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. We br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> daarbij in herinnering dat het mer<strong>en</strong>deel van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moeders zijn, die door de band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vaker deeltijds werk<strong>en</strong>.<br />

Tabel 18: Arbeidssituatie van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 764) (%)<br />

Welke werksituatie is mom<strong>en</strong>teel<br />

het meest op u van toepassing?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Zelfstandige 7.6 8.0 9.3 6.5 7.6<br />

Werknemer, voltijds 37.8 30.7 44 42.3 40.6<br />

Werknemer, deeltijds 37.2 30.7 35.2 43.2 38.6<br />

Specifiek statuut 0.0 0.0 0.5 1.2 0.7<br />

Ziekteverlof (tijdelijk) 1.2 4.0 2.1 0.9 1.6<br />

Loopbaandonderbreking,<br />

tijdskrediet<br />

1.2 0.0 1.6 0.9 1.0<br />

Verlof zonder wedde 0.6 0.0 0.0 0.3 0.3<br />

Werkloos 3.5 6.7 2.1 2.2 2.9<br />

Invalide 0.6 6.7 1.6 0.6 1.4<br />

Huisman/huisvrouw 10.5 13.3 3.6 1.5 5.2<br />

Gep<strong>en</strong>sioneerd 0.0 0.0 0.0 0.3 0.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 172 75 193 324 764<br />

Inzake het inkom<strong>en</strong> (gezinsinkom<strong>en</strong>) peild<strong>en</strong> we zowel naar objectieve gegev<strong>en</strong>s (het nettomaandinkom<strong>en</strong>)<br />

als naar de (subjectieve) inkom<strong>en</strong>sbeleving. Met de laatst vermelde indicator beoogd<strong>en</strong> we de mate van<br />

kwetsbaarheid in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Voor het maandinkom<strong>en</strong> volgt de respond<strong>en</strong>tgroep de normaalverdeling,<br />

vooral gec<strong>en</strong>treerd tuss<strong>en</strong> 2.500 <strong>en</strong> 4.500 euro (zie Tabel 19).<br />

49


8.0<br />

Tabel 19: Objectief maandinkom<strong>en</strong> naar deelname (N = 678) (%)<br />

Netto gezinsinkom<strong>en</strong> van de<br />

voorbije maand (incl. uitkering<strong>en</strong>,<br />

kinder- of leefgeld)<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Minder dan 500 0.0 0.0 0.6 0.3 0.3<br />

500-999 3.4 1.5 1.2 0.0 1.2<br />

1000-1249 4.1 4.5 0.6 0.7 1.8<br />

1250-1499 2.0 1.5 1.8 1.4 1.6<br />

1500-1749 2.0 4.5 0.0 1.4 1.5<br />

1750-1999 4.8 6.0 1.2 1.0 2.4<br />

2000-2499 8.8 17.9 8.9 4.7 8.0<br />

2500-2999 10.9 16.4 7.1 11.1 10.6<br />

3000-3499 20.4 17.9 17.9 14.9 17.1<br />

3500-3999 12.9 7.5 14.9 20.3 16.1<br />

4000-4499 11.6 7.5 14.9 20.3 16.1<br />

4500-4999 7.5 10.4 11.9 11.8 10.8<br />

5000-5499 4.8 1.5 7.1 6.4 5.8<br />

5500-5999 2.7 1.5 1.8 4.4 3.1<br />

6000-6999 2.0 1.5 2.4 3.0 2.5<br />

7000 <strong>en</strong> meer 2.0 0.0 3.6 1.7 2.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 147 67 168 296 678<br />

50


68.4<br />

Uit Tabel 20 blijkt dat 39.4% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet altijd voldo<strong>en</strong>de geld heeft om onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat 42.3% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangeeft niet altijd te kunn<strong>en</strong> spar<strong>en</strong>. Daarnaast zegt<br />

8.4% niet altijd te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in de basisbehoeft<strong>en</strong>.<br />

Tabel 20: Inkom<strong>en</strong>sbeleving (%)<br />

Kan uw gezin rondkom<strong>en</strong> met<br />

het beschikbare inkom<strong>en</strong>? Er is<br />

voldo<strong>en</strong>de geld om …<br />

NIET<br />

SOMS WEL,<br />

SOMS NIET<br />

ALTIJD TOTAAL % N<br />

in de basisbehoeft<strong>en</strong> van mijn gezin te voorzi<strong>en</strong> 1.6 6.8 91.7 100 770<br />

te spar<strong>en</strong> 19.7 22.6 57.8 100 767<br />

onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> 9.0 30.4 69.6 100 763<br />

gezondheidszorg<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> 2.1 7.4 92.6 100 757<br />

SOCIAAL-CULTURELE PARTICIPATIE: VROEGERE DEELNAME AAN HET JEUGDWERK<br />

De meerderheid van de ouders (72.5%) heeft zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> (zie Tabel 21). De<br />

meest<strong>en</strong> van h<strong>en</strong>, 43.4%, zijn lid geweest <strong>en</strong> 26.1% is begeleider geweest. <strong>Ouders</strong> die zich als vrijwilliger<br />

voor het <strong>jeugdwerk</strong> inzett<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> 3.1% van de totale groep.<br />

Laat duidelijk zijn dat in de verschill<strong>en</strong>de subgroep<strong>en</strong> van al dan niet deelname, het mer<strong>en</strong>deel van de<br />

ouders <strong>jeugdwerk</strong>ervaring heeft. Inzoom<strong>en</strong>d op de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan<br />

het <strong>jeugdwerk</strong>, heeft 35.5% van die ouders zelf ook ge<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ervaring (niet vroeger <strong>en</strong> niet nu). Het<br />

aandeel ouders zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring is het kleinst in de groep ouders van wie het kind zowel aan<br />

jaar- als aan vakantiewerking<strong>en</strong> deelneemt (16.1%).<br />

Tabel 21: Vroegere deelname van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (N = 754) (%)<br />

Heeft u zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>initiatief?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME ENKEL<br />

JAAR<br />

DEELNAME ENKEL<br />

VAKANTIE<br />

DEELNAME JAAR<br />

EN VAKANTIE<br />

TOTAAL<br />

Nam niet deel 35.5 28.4 38.9 16.1 27.5<br />

Nam als lid deel 45.3 35.8 42.0 44.7 43.4<br />

Nam als begeleider deel 16.9 34.3 17.6 34.5 26.1<br />

Nam als vrijwilliger deel 2.3 1.5 1.6 4.7 3.1<br />

Totaal % 100 100 100 100 100<br />

Totaal N 172 67 193 322 754<br />

51


52


10.4<br />

5 GEZINSPROFIELEN<br />

In dit onderzoek focuss<strong>en</strong> we op de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van organisaties, begeleiders <strong>en</strong><br />

de eig<strong>en</strong> rol als ouder in de <strong>jeugdwerk</strong>ing. In de hierna volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong><br />

zoals door de respond<strong>en</strong>t weergegev<strong>en</strong> in de drie parallelversies (cf. niet-deelname, deelname jaar, deelname<br />

vakantie). De vierdeling die we in het vorige hoofdstuk hanteerd<strong>en</strong> (cf. niet-deelname, deelname <strong>en</strong>kel jaar,<br />

deelname <strong>en</strong>kel vakantie, deelname jaar <strong>en</strong> vakantie) verliet<strong>en</strong> we om twee red<strong>en</strong><strong>en</strong>: (1) het zou ons in dit<br />

onderzoek te ver leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) het zou de aantall<strong>en</strong> te klein mak<strong>en</strong> voor zinvolle analyses.<br />

Om e<strong>en</strong> diepergaand <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerder beeld te krijg<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong>, werd de responsverdeling wel<br />

bijkom<strong>en</strong>d verfijnd naar diverse gezinsprofiel<strong>en</strong>. Voor vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> we subgroep<strong>en</strong>, die we<br />

met elkaar vergelek<strong>en</strong>: kansarmoedeachtergrond, migratieachtergrond, leeftijd van het kind waarvoor de<br />

respond<strong>en</strong>t de vrag<strong>en</strong>lijst invulde <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t. De resultat<strong>en</strong> van<br />

de groepsvergelijking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> per hoofdstuk beschrev<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> integraal overzicht verwijz<strong>en</strong> we naar<br />

de synthesetabell<strong>en</strong> in bijlage. Ze kunn<strong>en</strong> online geraadpleegd word<strong>en</strong>.<br />

Dit hoofdstuk geeft e<strong>en</strong> overzicht van de responssam<strong>en</strong>stelling naargelang van de vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In<br />

deze bespreking zijn de totale aantall<strong>en</strong> bij de diverse parallelversies hoger dan het aantal geanalyseerde<br />

vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> (N=787). Dat komt omdat e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal ouders zowel de vraagdel<strong>en</strong> over vakantiewerking<br />

als de vraagdel<strong>en</strong> over jaarwerking ingevuld hebb<strong>en</strong> (cf. hun kind neemt zowel deel aan e<strong>en</strong> jaarwerking<br />

als aan e<strong>en</strong> vakantiewerking). De categorie ‘deelname jaar’ weerspiegelt zowel ‘zuivere’ deelname (<strong>en</strong>kel<br />

jaarwerking ingevuld) als ‘gecombineerde’ deelname (jaarwerking <strong>en</strong> vakantiewerking ingevuld). Hetzelfde<br />

geldt voor de categorie ‘deelname vakantiewerking’: dat zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat <strong>en</strong>kel aan<br />

e<strong>en</strong> vakantiewerking deelneemt <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van wie het kind aan e<strong>en</strong> jaar- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vakantiewerking<br />

deelneemt.<br />

Leeftijd<br />

Naar analogie met de belangrijke schakelmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> van het kind, zoals de overgang naar lager<br />

of secundair onderwijs, hanteerd<strong>en</strong> we de leeftijdsindeling: vier tot zes jaar, zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar, ti<strong>en</strong> tot<br />

twaalf jaar, <strong>en</strong> twaalf plus (zie Tabel 22).<br />

Tabel 22 Verdeling leeftijd van de kinder<strong>en</strong> naar deelname (N = 1097) (%)<br />

NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />

4-6 20.3 10.0 10.4 11.9<br />

7-9 11.3 34.8 32.1 29.7<br />

10-12 29.9 30.8 28.7 29.6<br />

12+ 38.4 24.5 28.8 28.8<br />

Totaal % 100 100 100 100<br />

Totaal N 177 400 520 1097<br />

53


10.4<br />

De oudste leeftijdsgroep is het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd in de niet-deelnamegroep (38.4%). Aan<br />

jaarwerking<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> vooral kinder<strong>en</strong> in de lagere school deel (cf. zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> tot twaalf<br />

jaar). In de vakantiewerking<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong>de leeftijdsgroep<strong>en</strong>, uitgezonderd de jongste leeftijdsgroep<br />

(vier tot zes jaar), quasi gelijk verdeeld.<br />

Kansarmoedeachtergrond<br />

Omschrijving<strong>en</strong> zoals ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond, ouders in e<strong>en</strong> ‘kwetsbare situatie’<br />

of ouders met e<strong>en</strong> (verhoogd risico op) kansarmoede word<strong>en</strong> in de literatuur door <strong>en</strong> naast elkaar<br />

gebruikt. In wat volgt, hanter<strong>en</strong> we de term kansarmoedeachtergrond. Met deze term verwijz<strong>en</strong> we naar<br />

verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die ertoe bijdrag<strong>en</strong> dat gezinn<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> kwetsbare situatie bevind<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

‘risico’ op kansarmoede inhoud<strong>en</strong>. Laat duidelijk zijn dat deze risico’s ingebed zijn in de bredere sociale <strong>en</strong><br />

maatschappelijke context waarin gezinn<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, de kans<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> dan wel ontnom<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

om keuzes te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die te realiser<strong>en</strong> (zie o.a. Engel<strong>en</strong> & Nys, 2014).<br />

Voor de bepaling van de groep ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond hanteerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> combinatie<br />

van de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>: het opleidingsniveau <strong>en</strong> de arbeidssituatie van de moeder van het kind, het<br />

gezinsinkom<strong>en</strong> gecorrigeerd volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>tieschaal (OECD-modified scale zie Haag<strong>en</strong>ars et al., 1994)<br />

<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sbeleving van de respond<strong>en</strong>t.<br />

E<strong>en</strong> gezin wordt in dit onderzoek als ‘kansarm’ beschouwd als aan de voorwaard<strong>en</strong> voor gezinsinkom<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> aan minst<strong>en</strong>s één ander criterium voldaan is:<br />

• opleidingsniveau van de moeder: niet vervolmaking van de derde graad van het secundair onderwijs;<br />

• arbeidssituatie van de moeder: precaire tewerkstelling, niet beroepsactief of langdurige werkonbekwaamheid<br />

(bv. ziekteverlof);<br />

• gezinsinkom<strong>en</strong>: gekoppeld aan leefloon met correctie voor het aantal person<strong>en</strong> in het gezin <strong>en</strong> het<br />

aantal kinder<strong>en</strong> (plus veerti<strong>en</strong> jaar) t<strong>en</strong> laste;<br />

• inkom<strong>en</strong>sbeleving: (negatieve) score op het item ‘voldo<strong>en</strong>de geld voor onvoorzi<strong>en</strong>e kost<strong>en</strong>’.<br />

Het grootste aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond bevindt zich in de niet-deelnamegroep<br />

(zie Tabel 23).<br />

Tabel 23: Verdeling kansarmoedeachtergrond naar deelname (N = 977) (%)<br />

Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />

zonder kansarmoedeachtergrond 77.2 84.3 87.4 84.7<br />

met kansarmoedeachtergrond 22.8 15.7 12.6 15.3<br />

Totaal % 100 100 100 100<br />

Totaal N 145 364 468 977<br />

54


10.4<br />

10.4<br />

Migratieachtergrond<br />

De groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond bak<strong>en</strong>d<strong>en</strong> we af volg<strong>en</strong>s het land van herkomst van beide<br />

(biologische) grootouders van het kind (cf. moeder <strong>en</strong> vader van de respond<strong>en</strong>t, moeder <strong>en</strong> vader van de<br />

andere ouder van het kind). Migratie gaat met andere woord<strong>en</strong> terug tot de tweede graad. Gezinn<strong>en</strong> in<br />

dit onderzoek als ‘met migratieachtergrond’ zijn gezinn<strong>en</strong> waarvan minst<strong>en</strong>s één grootouder gebor<strong>en</strong> is in<br />

e<strong>en</strong> ander land dan België.<br />

Gelijklop<strong>en</strong>d met de sam<strong>en</strong>gestelde indicator voor kansarmoedeachtergrond is in de niet-deelnamegroep<br />

het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond het grootst. Net ge<strong>en</strong> vierde (24.3%) van de nietdeelnamegroep<br />

heeft e<strong>en</strong> migratieachtergrond (zie Tabel 24).<br />

Tabel 24 Verdeling migratieachtergrond van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N= 1082) (%)<br />

Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />

zonder migratieachtergrond 75.7 85.7 90.2 86.2<br />

met migratieachtergrond 24.3 14.3 9.8 13.8<br />

Totaal % 100 100 100 100<br />

Totaal N 173 398 511 1082<br />

Jeugdwerkverled<strong>en</strong><br />

Jeugdwerk is g<strong>en</strong>eratief of zet zich met andere woord<strong>en</strong> over g<strong>en</strong>eraties door. Tot 79.2% van de ouders met<br />

e<strong>en</strong> kind in het <strong>jeugdwerk</strong>, heeft zelf ooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong> of is begeleider geweest. Dat wordt<br />

door de jeugdsector vaak gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> meebepal<strong>en</strong>de factor voor deelname. Het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

lijkt ons vanuit die optiek e<strong>en</strong> zinvolle ‘groepsindicator’. We beperk<strong>en</strong> ons hier tot de indeling ‘zonder<br />

<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘met <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>’ (zie Tabel 25). We mak<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verdere<br />

uitzuivering naar de rol die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> destijds in het <strong>jeugdwerk</strong> opnam<strong>en</strong> (cf. lid geweest, begeleider<br />

of vrijwilliger geweest).<br />

Tabel 25: Verdeling <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar deelname (N = 1094) (%)<br />

Aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … NIET-DEELNAME DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE TOTAAL<br />

zonder <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> 34.7 18.5 24.3 27.5<br />

met <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> 65.3 81.5 75.5 72.5<br />

Totaal % 100 100 100 100<br />

Totaal N 176 395 523 1094<br />

In alle groep<strong>en</strong> zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong>ervaring het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigd (van 65.3% tot 81.5%).<br />

In de niet-deelnamegroep is er e<strong>en</strong> opmerkelijk groter aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />

55


56


6 DEELNAMEBEVORDERENDE EN DEELNAMEBELEMMERENDE FACTOREN<br />

“Nabijheid is het belangrijkste omdat heel veel ouders, dat is onze ervaring, de jeugdbeweging<br />

kiez<strong>en</strong> waar dat ze zelf hebb<strong>en</strong> in gezet<strong>en</strong>, ook vri<strong>en</strong>djes zijn heel belangrijk.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

In dit hoofdstuk besprek<strong>en</strong> we de door ouders gerapporteerde deelnamebevorder<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deelnamebelemmer<strong>en</strong>de<br />

factor<strong>en</strong>. We zoom<strong>en</strong> specifiek in op mogelijke drempels, op de person<strong>en</strong> die mee besliss<strong>en</strong><br />

over de deelname <strong>en</strong> op de motiev<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> welbepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> werkvorm te kiez<strong>en</strong>.<br />

Drempels voor deelname<br />

“Van mij mag ze dat zeker do<strong>en</strong> maar dan vind ik dat ze e<strong>en</strong> ander dingetje moet lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />

Want ze heeft al drie hobby’s, <strong>en</strong> dat vind ik echt wel e<strong>en</strong> maximum. Anders zit alles zo bomvol.”<br />

(e<strong>en</strong> ouder)<br />

We bereikt<strong>en</strong> in dit onderzoek e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het<br />

<strong>jeugdwerk</strong> (N=261). Bij deze ouders peild<strong>en</strong> we naar de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom hun kinder<strong>en</strong> niet deelnem<strong>en</strong>.<br />

Dat geeft e<strong>en</strong> beeld van de drempels die ouders <strong>en</strong>/of hun kinder<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. In de lijst met mogelijke<br />

drempels nam<strong>en</strong> we gezinsgerelateerde (bv. de combinatie met het gezinslev<strong>en</strong>), organisatiegerelateerde<br />

(bv. betaalbaarheid <strong>en</strong> bereikbaarheid van het aanbod, de begeleiding) <strong>en</strong> kindgerelateerde (bv. omdat het<br />

kind ge<strong>en</strong> zin heeft) items op.<br />

Om voor de ouders met kinder<strong>en</strong> die wel deelnem<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op mogelijke drempels, vroeg<strong>en</strong> we<br />

h<strong>en</strong> ‘of ooit overwog<strong>en</strong> werd te stopp<strong>en</strong> met deelname’. Daarbij aansluit<strong>en</strong>d polst<strong>en</strong> we naar elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

die deze overweging in de hand werkt<strong>en</strong>. De itemlijst die aan deze groep ouders voorgelegd werd, liep<br />

parallel met de lijst die aan de ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> werd voorgelegd (cf. supra). Enkele<br />

items werd<strong>en</strong> weliswaar licht anders geformuleerd, maar dat deed ge<strong>en</strong> afbreuk aan de inhoudelijke<br />

overe<strong>en</strong>stemming.<br />

Inzoom<strong>en</strong>d op de deelnamegroep<strong>en</strong> (cf. jaar- of vakantiewerking) gev<strong>en</strong> we volledigheidshalve mee dat<br />

telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 20% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rapporteert dat stopzetting van de deelname aan het<br />

initiatief overwog<strong>en</strong> werd. Dat maakt dat deze groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleine responsgraad (N) k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: voor deelnemers<br />

aan e<strong>en</strong> jaarwerking bedraagt de responsgraad 84 <strong>en</strong> voor deelnemers aan e<strong>en</strong> vakantiewerking 97. De<br />

perc<strong>en</strong>tages di<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook met de nodige voorzichtigheid te word<strong>en</strong> geïnterpreteerd.<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Niet alle drempels word<strong>en</strong> in gelijke mate ervar<strong>en</strong> door ouders van deelnemers <strong>en</strong> ouders van niet-deelnemers.<br />

Voor bijna alle items zijn er significante verschill<strong>en</strong> (p


10.4<br />

Tabel 26: Drempels om (niet langer) deel te nem<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />

(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Wat zijn red<strong>en</strong><strong>en</strong> om uw kind niet te lat<strong>en</strong><br />

deelnem<strong>en</strong>? Waarom heeft u/uw kind ooit gedacht<br />

te stopp<strong>en</strong> met deelname?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME<br />

JAAR<br />

DEELNAME<br />

VAKANTIE<br />

Ik d<strong>en</strong>k dat het niets voor mijn kind is 14.1 / /<br />

Ik kan het niet betal<strong>en</strong> 4.1 1.2 4.1 * a b<br />

Het is niet bereikbaar 4.3 3.6 2.1 * a b<br />

Mijn kind wil er niet aan deelnem<strong>en</strong> 50.5 26.2 48.5 * a b<br />

Er is e<strong>en</strong> slechte sfeer in de groep / 7.1 5.2<br />

Ik heb ge<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> in de begeleiding 8.7 * a b<br />

Er is e<strong>en</strong> slecht contact tuss<strong>en</strong> mij <strong>en</strong> de begeleider van<br />

mijn kind<br />

Er is e<strong>en</strong> slecht contact tuss<strong>en</strong> mijn kind <strong>en</strong> zijn/haar<br />

begeleider<br />

1.2 4.1<br />

/ 6.0 4.1<br />

Mijn kind moet in het huishoud<strong>en</strong> help<strong>en</strong> 0.0 1.2 0.0<br />

Mijn kind k<strong>en</strong>t er niemand 3.3 * a b<br />

De vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van mijn kind stopp<strong>en</strong> 22.6 21.6<br />

Mijn kind heeft al g<strong>en</strong>oeg andere vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong> 28.8 27.4 18.6<br />

Mijn kind heeft teveel schoolwerk 4.9 9.5 3.1 * a b<br />

Er deed zich iets ingrijp<strong>en</strong>d voor in de familie 1.1 0.0 0.0 * a b<br />

Ik vind het belangrijker dat mijn kind tijd doorbr<strong>en</strong>gt met<br />

mij/ het hele gezin<br />

10.3 * a b<br />

Het valt niet meer te combiner<strong>en</strong> met ons gezinslev<strong>en</strong> 0.0 2.1<br />

Ik heb er nog niet bij stilgestaan 6.5 / /<br />

Andere 27.7 44.0 0.0<br />

Totaal N 184 84 97<br />

De drie hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


met het gezinslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar het gebrek aan vertrouw<strong>en</strong> in de begeleiding (8.7%) als red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor nietdeelname.<br />

E<strong>en</strong> klein perc<strong>en</strong>tage (6.5%) heeft nog nooit stilgestaan bij de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor niet-deelname.<br />

<strong>Ouders</strong> van deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> naast de eerder vermelde kindgerelateerde red<strong>en</strong><strong>en</strong> (bv. het<br />

kind heeft ge<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> het kind heeft e<strong>en</strong> andere vrijetijdsbesteding), ook het niet langer deelnem<strong>en</strong> van<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als beweegred<strong>en</strong> op om te stopp<strong>en</strong>. In de deelnamegroep jaarwerking <strong>en</strong> in de deelnamegroep<br />

vakantiewerking bedraagt dat perc<strong>en</strong>tage respectievelijk 22.6% <strong>en</strong> 21.6%.<br />

PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />

Zijn er verschill<strong>en</strong> naargelang van de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>? Ervar<strong>en</strong> sommige ‘groep<strong>en</strong>’ ouders bepaalde<br />

drempels sterker? We stell<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> vast naargelang van de leeftijd van het kind (zie Bijlage 1) <strong>en</strong> de<br />

kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 2).<br />

Omdat het kind dat niet wil (cf. mijn kind wil er niet aan deelnem<strong>en</strong>), wordt door 26.62% tot 50.5% van<br />

de ouders in de verschill<strong>en</strong>de parallelversies gerapporteerd (zie Tabel 26). Dit is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> die in meerdere<br />

mate door ouders met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> wordt aangegev<strong>en</strong>. Desalniettemin staat dit<br />

item in de groep ouders met vier- tot zesjarige kinder<strong>en</strong> nog steeds in de top drie van aangeduide red<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Over de parallelversies he<strong>en</strong> is de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s dat ouders met zeer jonge kinder<strong>en</strong> (vier tot zes jaar) over dit<br />

item het minst uitgesprok<strong>en</strong> zijn (bij deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantie) of althans zeer beperkt (bij nietdeelname).<br />

Telk<strong>en</strong>s is de groep met kinder<strong>en</strong> van lagere schoolleeftijd (zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> tot twaalf)<br />

het meest uitgesprok<strong>en</strong>. De ouders van kinder<strong>en</strong> in ti<strong>en</strong>ergroep<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong> dan weer beperkter<br />

op. Bij de versie vakantiewerking is dit leeftijdsverband ook significant (p


de ouders met kansarmoedeachtergrond heeft 15.6% nog nooit stilgestaan bij de red<strong>en</strong>(<strong>en</strong>) om niet deel te<br />

nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>. Bij ouders zonder kansarmoedeachtergrond is dit aandeel veel kleiner, namelijk 3.6%.<br />

De moeilijke combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> wordt weinig tot niet door de deelnamegroep<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

In de niet-deelnamegroep wordt dit daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> door 10.3% van de ouders aangestipt. Het item ‘Ik vind het<br />

belangrijker dat mijn kind tijd doorbr<strong>en</strong>gt met mij/het hele gezin’ speelt verhoudingsgewijs sterker mee bij<br />

ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongste leeftijdsgroep. Tot 19.4% van de ouders met kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vier <strong>en</strong> zes<br />

jaar geeft dit als red<strong>en</strong> op om niet deel te nem<strong>en</strong>. Bij ouders met e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>er (cf. twaalf plus) bedraagt dit<br />

6%, bij ouders met e<strong>en</strong> kind in de lagere school globaal 10.6% (10% zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong>, 11.3% ti<strong>en</strong> tot twaalf<br />

jaar). De verschill<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong>wel niet significant.<br />

Het item kostprijs (cf. ik kan het niet betal<strong>en</strong>) wordt ‘slechts’ door 1.2% (deelname jaar) tot 4.1% (niet-deelname <strong>en</strong><br />

deelname vakantie) aangegev<strong>en</strong>. Dit aandeel lijkt verwaarloosbaar. Uitgesplitst naar kansarmoedeachtergrond,<br />

zi<strong>en</strong> we echter dat voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond dit aandeel stijgt tot om <strong>en</strong> bij de 10% (9.4%<br />

niet-deelname, 10% deelname jaar, 8.3% deelname vakantie). Bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder kansarmoedeachtergrond<br />

bedraagt dat perc<strong>en</strong>tage 2.7% (niet-deelname), 0% (deelname jaar) <strong>en</strong> 2.5% (deelname vakantie). De aantall<strong>en</strong><br />

zijn echter te klein om hierover statistisch betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />

Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> voor deelname<br />

“Hij wil alle<strong>en</strong> gaan waar iemand gaat die hij k<strong>en</strong>t.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Naast de red<strong>en</strong><strong>en</strong> om al dan niet deel te nem<strong>en</strong>, peild<strong>en</strong> we bij de ouders van deelnemers naar person<strong>en</strong><br />

die mogelijks e<strong>en</strong> invloed hadd<strong>en</strong> op de beslissing tot deelname. We beog<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> zicht te<br />

60


10.4<br />

krijg<strong>en</strong> op de vraag of deelname vooral e<strong>en</strong> keuze is van de ouders of van het kind <strong>en</strong> of daarin ook andere<br />

person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veelal zegg<strong>en</strong>schap in de beslissing om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Dat<br />

blijkt het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> in de groep deelname jaar (p


moest do<strong>en</strong>). Bij beide parallelversies gev<strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep dit het sterkst<br />

op. Van de ouders met vier- tot zesjarig<strong>en</strong> geeft 70% aan dat ze als ouder mee besliss<strong>en</strong>. Bij de oudere<br />

leeftijdsgroep<strong>en</strong> daalt dat aantal tot ongeveer de helft of minder van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong><br />

zijn het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> bij deelname aan vakantiewerking<strong>en</strong> (p


10.4<br />

Wat zijn red<strong>en</strong><strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> bepaalde organisatie te kiez<strong>en</strong>? Bij zowel ouders van niet-deelnemers als<br />

ouders van deelnemers bevroeg<strong>en</strong> we de red<strong>en</strong>(<strong>en</strong>) om deel te nem<strong>en</strong> aan <strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>.<br />

Deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet zozeer betrekking op de kwaliteitscriteria die in één van de volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstukk<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong>, maar peil<strong>en</strong> naar de drijfver<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t om voor e<strong>en</strong> bepaalde<br />

organisatie of werking te kiez<strong>en</strong>. Deze vraag werd aan e<strong>en</strong> beperkt aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgelegd: aan<br />

de ouders van deelnemers die bij de vraag naar beïnvloedingsperson<strong>en</strong> het item ‘ik vond dat mijn kind<br />

dat moest do<strong>en</strong>’ aanvinkt<strong>en</strong> (N jaar = 221, N vakantie = 265) <strong>en</strong> aan de ouders van niet-deelnemers die ooit<br />

overwog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om toch deel te nem<strong>en</strong> (75.5%, N=139).<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Voor de helft van de opgegev<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> (3/6) is er e<strong>en</strong> significant verschil tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> naargelang<br />

van de deelname. Deze verschill<strong>en</strong> zijn vooral terug te voer<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> deelname<br />

aan jaarwerking <strong>en</strong> deelname aan vakantiewerking (zie Tabel 28).<br />

De meest frequ<strong>en</strong>t gerapporteerde red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname zijn het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de vri<strong>en</strong>djes in de<br />

organisatie (32.5% deelname vakantie, 45.3% niet-deelname, 53.1% deelname jaar), de organisatie van<br />

vroeger k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (37.7% deelname vakantie, 41.7% niet-deelname, 52.9% deelname jaar) <strong>en</strong> het deelnem<strong>en</strong><br />

van andere familieled<strong>en</strong> (22.3% niet-deelname, 26.8% deelname vakantie, 31.7% deelname jaar).<br />

Tabel 28: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Wat war<strong>en</strong> voor u mogelijke<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> om dit kind te lat<strong>en</strong><br />

meedo<strong>en</strong>?<br />

NIET-DEELNAME<br />

DEELNAME<br />

JAAR<br />

DEELNAME<br />

VAKANTIE<br />

Mijn kind heeft al veel vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de organisatie 45.3 53.1 32.5 *b c<br />

Andere familieled<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> deel 22.3 31.7 26.8<br />

Ik k<strong>en</strong> al andere ouders/buurtbewoners 18.7 26.2 7.9 *b c<br />

Ik k<strong>en</strong> deze organisatie al van vroeger 41.7 52.9 37.7 *c<br />

Zo heb ik meer tijd voor mezelf/Zo kan ik e<strong>en</strong>s op adem<br />

kom<strong>en</strong><br />

10.8 9.0 13.2<br />

Zo heb ik meer tijd voor de andere kinder<strong>en</strong> in het gezin 5.0 1.3 3.8<br />

Andere 27.3 3.1 52.2<br />

Totaal N 139 227 265<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid met<br />

e<strong>en</strong> * (p


Bij ouders van deelnemers in jaarwerking<strong>en</strong> valt vooral de verhoudingsgewijs sterkere invloed van<br />

buurtbewoners (mede-ouders) op (26.2%). Bij vakantiewerking is dat minder van tel (7.9%). Het reeds<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie weegt vooral door bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking (52.9% deelname<br />

jaar teg<strong>en</strong>over 37.7% deelname vakantie).<br />

PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />

Niet alle red<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> in gelijke mate aangestipt als we uitzuiver<strong>en</strong> naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (zie<br />

Bijlage 9 tot <strong>en</strong> met Bijlage 12). We merk<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> naargelang van de leeftijd van het kind (zie Bijlage<br />

9), kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 10) <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> (zie Bijlage 12).<br />

Zoals eerder al vermeld, wordt de red<strong>en</strong> ‘de organisatie k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ (cf. ik k<strong>en</strong> deze organisatie al van vroeger)<br />

zowel in de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> als in de groep ouders met kinder<strong>en</strong> die niet<br />

deelnem<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> respectabel aandeel ouders opgegev<strong>en</strong> (52.9% deelname jaar, 37.7% deelname vakantie,<br />

41.7% niet-deelname). Bijna alle ouders die dit als red<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong> (90.3%), hebb<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

(p


andere vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>. Het niet langer deelnem<strong>en</strong> van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is voor deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

belangrijke beweegred<strong>en</strong> om te stopp<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong><br />

ook de ‘bruikbaarheid’, bijvoorbeeld omdat de ouders het niets voor het kind vindt. Voor <strong>en</strong>kele ouders die<br />

niet deelnem<strong>en</strong> is de combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> al vaker e<strong>en</strong> obstakel. Dit laatste speelt sterker bij de<br />

jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Daarbij moet word<strong>en</strong> opgemerkt dat niet-deelname van deze groep niet steeds<br />

bewust is. Zeker in de oudergroep<strong>en</strong> met jonge kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ouders nog niet stilgestaan bij<br />

de red<strong>en</strong> tot niet-deelname. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> sterker het<br />

niet deelnem<strong>en</strong> omdat het kind dat niet wil <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van andere vrijetijdsbesteding.<br />

Wie beslist over deelname?<br />

Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote invloed op de keuze tot niet-deelname, ze hebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grote<br />

stem in de keuze tot deelname. Op de tweede plaats volgt de ouder zelf. Wanneer andere person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol<br />

hebb<strong>en</strong>, dan blijk<strong>en</strong> dat vooral vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het kind te zijn.<br />

De invloed van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zegg<strong>en</strong>schap van het kind speelt vooral door in de groep ouders met oudere<br />

kinder<strong>en</strong>. Bij jongere kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de ouders zelf e<strong>en</strong> sterkere rol (de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de partner van de<br />

respond<strong>en</strong>t) <strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> grotere invloed van familieled<strong>en</strong>.<br />

Wat zijn motiev<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> welbepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie of werkvorm te kiez<strong>en</strong>?<br />

Vertrouwdheid speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol in de keuze voor e<strong>en</strong> organisatie. Dat het kind er al vele vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

heeft, geeft de meeste doorslag. Ook het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie van vroeger (vooral bij ouders met<br />

e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>) of het deelnem<strong>en</strong> van andere familieled<strong>en</strong> word<strong>en</strong> het meest frequ<strong>en</strong>t opgegev<strong>en</strong>.<br />

Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, gev<strong>en</strong> ook nog het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van andere<br />

ouders of buurtbewoners sterk aan.<br />

65


Hoewel de red<strong>en</strong><strong>en</strong> in relatie tot (gezins)tijdbesteding beperkter word<strong>en</strong> gescoord, zijn ze toch<br />

vermeld<strong>en</strong>swaardig, zeker in relatie tot achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond<br />

gev<strong>en</strong> bijvoorbeeld sterker het meer tijd hebb<strong>en</strong> voor andere kinder<strong>en</strong> in het gezin op. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong><br />

in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> (cf. ouders met kinder<strong>en</strong> jonger dan neg<strong>en</strong>) b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> ook het meer tijd<br />

hebb<strong>en</strong> voor zichzelf.<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

De verdiep<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> met ondersteuners <strong>en</strong> vrijwilligers uit het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> met ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> verdere duiding bij de voorgaande resultat<strong>en</strong>.<br />

Financiële betaalbaarheid <strong>en</strong> tijdsinvestering<br />

In de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep wordt kostprijs opvall<strong>en</strong>d beperkt gerapporteerd als drempel. <strong>Ouders</strong> zijn er<br />

zich blijkbaar van bewust dat aan e<strong>en</strong> werking e<strong>en</strong> kostprijs verbond<strong>en</strong> is (bv. verzekering<strong>en</strong>, materiaal)<br />

<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daar begrip voor. Kansarmoedeachtergrond maakt echter e<strong>en</strong> verschil. Voor ouders met e<strong>en</strong><br />

kansarmoedeachtergrond kan zev<strong>en</strong>tig euro voor vijf dag<strong>en</strong> sportkamp of vier euro om te gaan zwemm<strong>en</strong><br />

al (te) duur zijn. Niet-kansarme ouders sprek<strong>en</strong> al snel over vierhonderd euro of meer als aanvaardbaar<br />

voor bijvoorbeeld vakantiekamp<strong>en</strong>.<br />

In de kwalitatieve bevraging van ouders werd kort gepeild naar kortingssystem<strong>en</strong>. Deze system<strong>en</strong> zijn niet<br />

steeds gek<strong>en</strong>d. Aansluit<strong>en</strong>d bij de kostprijs tred<strong>en</strong> andere drempels mee op de voorgrond, zoals angst voor<br />

stigmatisering. Sommige ouders vind<strong>en</strong> het bescham<strong>en</strong>d om aan de ver<strong>en</strong>iging e<strong>en</strong> ticketje of stempel<br />

voor terugbetaling te moet<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.<br />

66


“[Er zijn speciale aanmoediging<strong>en</strong> of maatregeling<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong>, zoals de terugbetaling<br />

door het OCMW of de bijdrage van mutualiteit<strong>en</strong> in het lidgeld …]<br />

Voor mij speelt dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele rol … Ik b<strong>en</strong> zelfs beschaamd om dat briefke te gaan afgev<strong>en</strong> bij<br />

het … Dat ik dat moet afgev<strong>en</strong>, ik voel mij daar niet goed bij.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> vraagt ook de relativiteit van kostprijsdrukk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> aandacht: korting<strong>en</strong> van vijfti<strong>en</strong><br />

euro op e<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t van vierhonderd euro mak<strong>en</strong> voor ouders met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond het<br />

verschil niet.<br />

In de niet-deelnamegroep hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ouders, vooral in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />

kansarmoedeachtergrond, nog niet stil gestaan bij het feit waarom hun kinder<strong>en</strong> niet deelnem<strong>en</strong> aan<br />

<strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Mogelijks speelt e<strong>en</strong> informatietekort. Uit de verdiep<strong>en</strong>de ouderbevraging komt het<br />

gebrek aan informatie expliciet als aanbodgebond<strong>en</strong> drempel naar vor<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> gev<strong>en</strong> aan dat er over de<br />

activiteit<strong>en</strong> in hun buurt te weinig informatie verspreid wordt. Omdat er zo weinig informatie over het<br />

activiteit<strong>en</strong>aanbod verspreid wordt, veronderstell<strong>en</strong> de meeste ouders dat (<strong>en</strong>kel <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar) voetbal dé<br />

activiteit <strong>en</strong> sport is die de kinder<strong>en</strong> in hun buurt kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Niet goed wet<strong>en</strong> wat er allemaal te do<strong>en</strong><br />

is <strong>en</strong> op welke locatie dat aanbod juist plaatsvindt, kan dus e<strong>en</strong> belemmering vorm<strong>en</strong> voor deelname. Er is<br />

ev<strong>en</strong>wel niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekort aan informatie, de wijze waarop die informatie ter beschikking wordt gesteld<br />

is niet deelnamebevorder<strong>en</strong>d. Zo signaleerd<strong>en</strong> kwetsbare ouders in de face-to-facebevraging dat vrijblijv<strong>en</strong>de<br />

informatie (bv. folders) ouders die niet vertrouwd zijn met het (reguliere) <strong>jeugdwerk</strong>, niet bereikt.<br />

“Ja, er stond<strong>en</strong> niet zo lang geled<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> paar jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes aan de schoolpoort briefjes<br />

uit de del<strong>en</strong> over ja, de chiro of zoiets … Maar ik weet niet goed. Wat is dat chiro? Ik wil daar wel<br />

meer informatie over.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Tot slot zoom<strong>en</strong> we in op tijdsgebrek als mogelijke drempel. In de niet-deelnamegroep wordt onder meer<br />

verwez<strong>en</strong> naar de voorkeur om tijd in gezinsverband door te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In de kwalitatieve bevraging van<br />

ouders bleek dit e<strong>en</strong> van de grootste drempels te zijn voor de vrijetijdsbesteding in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> in het bijzonder. Niet alle<strong>en</strong> ouders, ook kinder<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> dit naar vor<strong>en</strong>.<br />

“Wij gaan eig<strong>en</strong>lijk veel naar de kust in het week<strong>en</strong>d. Als ze naar de jeugdbeweging zou moet<strong>en</strong>,<br />

gaan we vroeger moet<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>, of we gaan pas later kunn<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> dan niet<br />

echt gemotiveerd omdat we dan ook e<strong>en</strong> stuk van onze vrije tijd kwijt zijn, omdat we dat ook<br />

opoffer<strong>en</strong>. En zij vraagt er niet achter, integ<strong>en</strong>deel.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

“Er zijn kinder<strong>en</strong> in mijn klas die in de scouts of chiro zitt<strong>en</strong>. Die zeid<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mij dat dat keiplezant<br />

is <strong>en</strong> dat ge daar dan zonder uw ouders e<strong>en</strong>s goed op uitstap kon gaan. Ge hebt andere<br />

eetgewoontes, ge moet daar zonder hand<strong>en</strong> et<strong>en</strong>, zonder bestek. Dat vind ik dan niet zo leuk.<br />

En dat is weer e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d zonder uw ouders. Jeugdbeweging vind ik eig<strong>en</strong>lijk niet zo plezant,<br />

omdat ik dan mijn ouders voor e<strong>en</strong> dag niet kan zi<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> jongere)<br />

Het tijdstip van al die activiteit<strong>en</strong> blijkt ook van wez<strong>en</strong>lijk belang te zijn. Het moet immers praktisch<br />

mogelijk zijn om de verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verplaatsing naar die activiteit<strong>en</strong> te combiner<strong>en</strong>. Er<br />

moet rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de andere gezinsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong>, met het huishoudelijk <strong>en</strong>/<br />

of de job(s) van de ouder(s). De dag <strong>en</strong> het uur van de activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil mak<strong>en</strong>.<br />

67


“Graag de ur<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> aan werk<strong>en</strong>de ouders, bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> kamp lat<strong>en</strong> start<strong>en</strong> op<br />

maandagmiddag.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

In dat kader speelt, vooral voor alle<strong>en</strong>staande maatschappelijk kwetsbare ouders, bereikbaarheid e<strong>en</strong> grote rol.<br />

“Ik d<strong>en</strong>k dat ik daar de tijd niet voor heb. Ik d<strong>en</strong>k dat ik blij zou zijn dat ik er e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer van<br />

af b<strong>en</strong>. De tek<strong>en</strong>academie, dat duurt e<strong>en</strong> uur <strong>en</strong> veertig minut<strong>en</strong>. Maar we rijd<strong>en</strong> er al twintig<br />

minut<strong>en</strong> naartoe. Dus ik rij dan twintig minut<strong>en</strong> terug, twintig minut<strong>en</strong> weer terug. Dat is veertig<br />

minut<strong>en</strong> dat ik nog niks doe. Dus b<strong>en</strong> ik hier eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> uurtje. Ja, echt veel tijd voor mezelf heb<br />

ik niet echt.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

De drempel ‘moeilijke’ combinatie met schoolwerk wordt slechts beperkt door ouders aangestipt, maar<br />

blijkt voor kinder<strong>en</strong> heel belangrijk. Veel huiswerk moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> van de voornaamste ergerniss<strong>en</strong><br />

van de bevraagde kinder<strong>en</strong>. Vooral oudere kinder<strong>en</strong> klag<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> te vol tijdsschema, dat extra druk legt<br />

op hun vrijetijdslev<strong>en</strong>.<br />

Specifiek voor de deelname aan jaarwerking<strong>en</strong> blijkt het op kamp gaan voor heel wat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

hindernis, zo getuig<strong>en</strong> ook verschill<strong>en</strong>de ouders.<br />

“Weet je wat ook? De kamp<strong>en</strong>, dat is niet voor mijn dochter. Vanaf dat ze hoort over e<strong>en</strong> kamp,<br />

dan haakt ze al af. Ook als je zegt dat het ge<strong>en</strong> verplichting is.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Wisselwerking school-gezin-vrije tijd<br />

Participatie aan <strong>jeugdwerk</strong> heeft met vertrouw<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. De praktijkverhal<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> de<br />

bevinding<strong>en</strong> uit de kwantitatieve bevraging: ouders kiez<strong>en</strong> veeleer voor e<strong>en</strong> organisatie vanuit k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

zichtbaarheid (cf. in de buurt, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> via vri<strong>en</strong>djes <strong>en</strong>z.). Uit de kwantitatieve bevraging bleek de sterke<br />

invloed van het kind, maar ook van de ouders. De kwalitatieve bevraging van ouders br<strong>en</strong>gt de impact op<br />

de ouder-kindrelatie <strong>en</strong> mogelijke loyauteitsconflict<strong>en</strong> aan het licht.<br />

“Hij heeft dat zelf, hij is er zelf over begonn<strong>en</strong>: ‘Mama, eig<strong>en</strong>lijk doe ik dat niet graag, maar gaat<br />

papa dat dan wel, gaat papa dat dan niet erg vind<strong>en</strong>?” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Jeugdwerkondersteuners gev<strong>en</strong> aan dat ze bij kwetsbare situaties bijzondere aandacht bested<strong>en</strong> aan<br />

mogelijke loyaliteitsgevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> bezorgdhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>.<br />

“Als de ouders sam<strong>en</strong> met hun kind bij ons zijn geweest, bij de start van het kamp … dan voel<strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> zich veiliger, omdat ze wet<strong>en</strong> dat de ouders wet<strong>en</strong> waar ze zijn, omdat ze nog e<strong>en</strong>s de<br />

afsprak<strong>en</strong> over het ophal<strong>en</strong> gehoord hebb<strong>en</strong>. Zo zijn ze zeker dat ze opgehaald word<strong>en</strong>, dat ze weer<br />

naar huis kunn<strong>en</strong> gaan. Ze voel<strong>en</strong> dat de ouders het ok vind<strong>en</strong>, dat ze daar twee wek<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, niet moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar plezier mog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Veel kinder<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bezorgd:<br />

‘gaat het wel goed met mijn mama of met mijn papa?’. Ze hebb<strong>en</strong> dan echt het mandaat gekreg<strong>en</strong><br />

van: ‘Ik mag ev<strong>en</strong> aan mezelf d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik mag me hier amuser<strong>en</strong>.’” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

De school wordt slechts in beperkte mate vermeld als ‘input gev<strong>en</strong>d aan de deelname’. Mogelijks zi<strong>en</strong><br />

ouders vrijetijdsbesteding niet als schoolgebond<strong>en</strong>. Het pot<strong>en</strong>tieel van e<strong>en</strong> leerkracht als refer<strong>en</strong>tiefiguur<br />

blijft onb<strong>en</strong>ut. Vooral in het kader van bredeschoolontwikkeling<strong>en</strong> ligt hier, mits de nodige aandacht <strong>en</strong><br />

zorg voor mogelijke valkuil<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong> onontgonn<strong>en</strong> terrein. Zonder grondige reflectie over de rol <strong>en</strong> plaats<br />

van het <strong>jeugdwerk</strong>, dreigt immers het gevaar voor instrum<strong>en</strong>talisering van de vrije tijd.<br />

68


69


7 FUNCTIES EN OPDRACHTEN VAN HET JEUGDWERK<br />

“Het is belangrijk dat kinder<strong>en</strong> in deze maatschappij e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong>, onder andere<br />

regels <strong>en</strong> zonder de technologische snufjes. Back to basics. Zodat het tot h<strong>en</strong>zelf doordringt dat ze<br />

best zonder kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze dan meer tijd hebb<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s echt kind te zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

De insteek van dit hoofdstuk is de vraag naar de functies <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> die ouders aan het <strong>jeugdwerk</strong><br />

toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Welke rol moet het <strong>jeugdwerk</strong> volg<strong>en</strong>s ouders opnem<strong>en</strong>?<br />

In de vrag<strong>en</strong>lijst werd<strong>en</strong> de mogelijke functies van het <strong>jeugdwerk</strong> voornamelijk verwerkt in e<strong>en</strong> itemlijst<br />

die peilt naar verwachting<strong>en</strong> (zie verder in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk). Daarnaast nam<strong>en</strong> we ook twee meer<br />

abstracte vrag<strong>en</strong> op over de invulling <strong>en</strong> taakstelling van het <strong>jeugdwerk</strong>. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> deze<br />

items scor<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> 5-puntsschaal.<br />

De vrag<strong>en</strong> over de functie <strong>en</strong> opdracht behandel<strong>en</strong> ‘<strong>jeugdwerk</strong>’ in algem<strong>en</strong>e zin. Deze vrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in<br />

het geme<strong>en</strong>schappelijke deel van de vrag<strong>en</strong>lijst gesteld, dus niet afzonderlijk in de parallel opgemaakte<br />

deelversies. Bij analyse zuiverd<strong>en</strong> we de antwoord<strong>en</strong> op deze vrag<strong>en</strong> uit naar de verschill<strong>en</strong>de<br />

deelnamegroep<strong>en</strong> (cf. deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantie) <strong>en</strong> naar de verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> van<br />

vakantiewerking<strong>en</strong> (cf. speelpleinwerking of andere vakantiewerking<strong>en</strong>). Dat leverde ge<strong>en</strong> significante<br />

verschill<strong>en</strong> op. In de beschrijving van de resultat<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> we ons dan ook tot de tweedeling: nietdeelname<br />

<strong>en</strong> deelname jaar <strong>en</strong> vakantie.<br />

Functie(s) van het <strong>jeugdwerk</strong><br />

Zoals in de literatuur beschrev<strong>en</strong>, kan het <strong>jeugdwerk</strong> verschill<strong>en</strong>de functies di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vraag is of ook ouders<br />

die verscheid<strong>en</strong>heid aan functies voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectief e<strong>en</strong> meerwaarde aan het <strong>jeugdwerk</strong><br />

toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

“Ons kind is er ev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>s naar plaats<strong>en</strong> gaan waar wij niet kom<strong>en</strong>. Ze leert<br />

nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig zijn. Ze leert ook respect hebb<strong>en</strong>, andere eetgewoontes,...”<br />

(e<strong>en</strong> ouder)<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Quasi alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> (94%) tot e<strong>en</strong> overgroot aandeel van ouders met<br />

kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> (82.3%) vind<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> zinvolle tijdsbesteding (zie Tabel 29). E<strong>en</strong><br />

overgroot aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ziet <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong> aanvulling bij de opvoeding (58.5% niet-deelname,<br />

81.3% deelname). Gevraagd naar de rol van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>, beschouwt 41.5% van de<br />

deelnamegroep tot 48.7% van de niet-deelnamegroep <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong> plaats waar kinder<strong>en</strong> weg van<br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Tot e<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is met deze stelling niet akkoord (vooral<br />

ouders van deelnemers).<br />

70


10.4<br />

Tabel 29: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />

Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> zijn … NIET DEELNAME DEELNAME<br />

JAAR EN VAKANTIE<br />

N % N %<br />

opvang 577 20.4<br />

e<strong>en</strong> goedkope tijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> 570 33.5<br />

e<strong>en</strong> zinvolle tijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> 164 82.3 579 94.0 *<br />

e<strong>en</strong> belangrijke aanvulling bij de opvoeding van kinder<strong>en</strong> 164 58.5 578 81.3 *<br />

e<strong>en</strong> plaats waar kinder<strong>en</strong> weg van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

zijn<br />

164 48.7 576 41.5<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


opvoedingsaanvull<strong>en</strong>d. Dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die (helemaal) akkoord zijn met deze stelling, zijn vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>: 86.2% met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 67.2% zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />

Het aandeel ouders dat <strong>jeugdwerk</strong> in term<strong>en</strong> van opvang beschouwt, is opmerkelijk. E<strong>en</strong> vijfde (20.4%)<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kind dat deelneemt, k<strong>en</strong>t aan <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> opvangfunctie toe. Er zijn<br />

verschill<strong>en</strong> naargelang van de leeftijd van de kinder<strong>en</strong>. Jeugdwerk als opvang treedt sterker op de<br />

voorgrond bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermindert gradueel naarmate<br />

de leeftijd van de kinder<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt: 30.6% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep vier tot<br />

zes jaar, 22.2% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep zev<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong> jaar, 17.6% van de<br />

ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep ti<strong>en</strong> tot twaalf jaar <strong>en</strong> 17.8% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in<br />

de leeftijdsgroep twaalf plus. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze groep<strong>en</strong> zijn echter niet significant. Hetzelfde<br />

geldt voor de gezinssam<strong>en</strong>stelling: alle<strong>en</strong>staande ouders k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in vergelijking met niet-alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> hogere score aan dit item toe.<br />

Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />

In de vrag<strong>en</strong>lijst peild<strong>en</strong> we specifiek naar de participatie van kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, diversiteit <strong>en</strong> hoe <strong>jeugdwerk</strong><br />

zich tot die thema’s verhoudt.<br />

“Ik vind het vooral belangrijk dat alle kinder<strong>en</strong> de kans zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong><br />

aan e<strong>en</strong> jeugdbeweging. Het OCMW zou hier misschi<strong>en</strong> meer werk van mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, zodat de<br />

drempel voor deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> iets lager zou zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

72


10.4<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

De houding van ouders teg<strong>en</strong>over <strong>jeugdwerk</strong> loopt grot<strong>en</strong>deels gelijk over de groep deelname (jaar <strong>en</strong><br />

vakantie) <strong>en</strong> de groep niet-deelname (zie Tabel 30).<br />

Tabel 30: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar deelname (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />

Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> … NIET DEELNAME DEELNAME<br />

JAAR EN VAKANTIE<br />

N % N %<br />

meer do<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> in armoede te bereik<strong>en</strong> 163 58.9 590 48.6 *<br />

meer do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking 165 59.4 585 48.0 *<br />

ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

van diverse achtergrond<strong>en</strong><br />

163 69.3 588 71.6<br />

kinder<strong>en</strong> weg van straat houd<strong>en</strong> 164 57.9 589 50.8<br />

ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze<br />

maatschappij<br />

erover wak<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd word<strong>en</strong> in<br />

het beleid<br />

165 70.9 581 68.3<br />

165 39.4 584 39.9<br />

actie voer<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> GAS-boetes 164 18.3 579 17.0<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


Dat <strong>jeugdwerk</strong> meer moet do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking, werd in de verschill<strong>en</strong>de parallelversies<br />

door ongeveer de helft (48% deelnamegroep) tot drie vijfde (59.4% niet-deelnamegroep) van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. Voor de groep ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> is het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong>d (p


Inzake diversiteit is telk<strong>en</strong>s drie vierde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (69.3% niet-deelname, 71.6% deelname) de<br />

m<strong>en</strong>ing toegedaan dat <strong>jeugdwerk</strong> ervoor moet zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van<br />

diverse achtergrond<strong>en</strong>. In de groep niet-deelnemers is er opnieuw e<strong>en</strong> verband met het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

van de respond<strong>en</strong>t (p


Opdracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />

Hoe staan ouders teg<strong>en</strong>over de participatie van kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> diversiteit? Heeft <strong>jeugdwerk</strong> daarin e<strong>en</strong><br />

rol te vervull<strong>en</strong>?<br />

<strong>Ouders</strong> waarder<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong> in term<strong>en</strong> van socialisatie, bijvoorbeeld diversiteit (cf. ervoor zorg<strong>en</strong> dat<br />

kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met person<strong>en</strong> van diverse achtergrond<strong>en</strong>) <strong>en</strong> integratie in de maatschappij (cf.<br />

ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze maatschappij). Voor telk<strong>en</strong>s ongeveer de helft van<br />

de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan <strong>jeugdwerk</strong> meer do<strong>en</strong> voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. kinder<strong>en</strong> met beperking of kinder<strong>en</strong><br />

in kansarmoede). Dat wordt het meest uitgesprok<strong>en</strong> door ouders waarvan het kind niet deelneemt aan<br />

het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met kansarmoedeachtergrond onderschrijv<strong>en</strong> sterker verschill<strong>en</strong>de mogelijke opdracht<strong>en</strong> van het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

De resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op het belang van e<strong>en</strong> goed begrip van <strong>jeugdwerk</strong>. T<strong>en</strong> volle beseff<strong>en</strong> wat <strong>jeugdwerk</strong><br />

inhoudt (cf. wat do<strong>en</strong> ze wel, wat do<strong>en</strong> ze niet), <strong>en</strong> in het verl<strong>en</strong>gde daarvan de meerwaarde ervan inzi<strong>en</strong>,<br />

kan pas e<strong>en</strong>s er deelname is. Inwerk<strong>en</strong> op beeldvorming vormt dan ook e<strong>en</strong> bijzondere uitdaging.<br />

“Ik weet niet waarom ze zoud<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>, ik heb de indruk dat ze daar alle<strong>en</strong> maar wafel<strong>en</strong><br />

bakk<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

“… als e<strong>en</strong> ouder zijn kind bij ons br<strong>en</strong>gt, dan zijn zij zich niet echt bewust van wat wij do<strong>en</strong>.<br />

Meestal is dat zo van ‘Ja, dan heeft dat kind e<strong>en</strong> activiteit, dan moet ik mij er niet mee bezig<br />

houd<strong>en</strong> ’s avonds.’ Het bewustzijn is klein als ze hun kind kom<strong>en</strong> inschrijv<strong>en</strong>, maar als ze dan<br />

merk<strong>en</strong> van ‘Kijk, zij werk<strong>en</strong> ook aan de opvoeding’… Er wordt van alles voorgesteld, bijvoorbeeld<br />

de ateliers, er zijn toonmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> … al die ding<strong>en</strong> die prober<strong>en</strong> we, die word<strong>en</strong> heel goed uitgelegd.”<br />

(e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

“Niet altijd, maar soms wel, is e<strong>en</strong> bezorgdheid van ouders naar die WMKJ dan, naar ons toe: het<br />

idee ‘dat zijn allemaal jonger<strong>en</strong> die het moeilijk hebb<strong>en</strong>, dat gaat e<strong>en</strong> slechte invloed hebb<strong>en</strong>, die<br />

gaan er veel slechte vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>’… Eig<strong>en</strong>lijk is dat jammer, want dat staat haaks op wat we<br />

will<strong>en</strong> zijn.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

76


77


8 VERWACHTINGEN TEN AANZIEN VAN JEUGDWERK<br />

Aan welke kwaliteitseis<strong>en</strong> moet <strong>jeugdwerk</strong> voldo<strong>en</strong>? Of met andere woord<strong>en</strong>, wat vind<strong>en</strong> ouders belangrijk<br />

voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> de <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders?<br />

“We will<strong>en</strong> wel onze kinder<strong>en</strong> naar het <strong>jeugdwerk</strong> stur<strong>en</strong>, maar het moet financieel haalbaar<br />

zijn. En als we er voor betal<strong>en</strong>, dan moet het de moeite zijn. Dan moet<strong>en</strong> onze kinder<strong>en</strong> het leuk<br />

vind<strong>en</strong>, dan mog<strong>en</strong> ze niet gepest word<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>organisaties<br />

Wat vind<strong>en</strong> ouders belangrijk voor e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie waar hun kind aan deelneemt? We vroeg<strong>en</strong><br />

de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> items te scor<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van belangrijkheid (helemaal niet belangrijk tot<br />

heel belangrijk).<br />

“Ons kind is er ev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>s naar plaats<strong>en</strong> gaan waar wij niet kom<strong>en</strong>. Ze leert<br />

nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig zijn. Ze leert ook respect hebb<strong>en</strong>, andere eetgewoontes,...<br />

Het is<br />

belangrijk dat de organisatie blijft luister<strong>en</strong> naar wat ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

De verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong> zijn deels gelijklop<strong>en</strong>d, deels verschill<strong>en</strong>d over de<br />

verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong> (zie Tabel 31).<br />

In de resultat<strong>en</strong> valt de kindgerichte focus op, meer concreet het item dat verwijst naar het welbevind<strong>en</strong><br />

van het kind ‘mijn kind voelt zich thuis in de organisatie’ (96.7% niet-deelname, 97.7% deelname jaar <strong>en</strong><br />

95.9% deelname vakantie) <strong>en</strong> het item ‘de activiteit<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de interesses van mijn kind’ (94.7%<br />

niet-deelname, 96.6% deelname jaar <strong>en</strong> 95% deelname vakantie).<br />

Jeugdwerk is voor veel ouders ook functioneel. Dat het kind zelfstandig wordt (cf. mijn kind leert zelfstandig<br />

zijn), staat in de top drie van de hoogste scores bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking (90.4%) <strong>en</strong><br />

bij ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking (89.5%). Naast het zelfstandig word<strong>en</strong>, scoort ‘ler<strong>en</strong>’ in<br />

de jeugdorganisatie (cf. de activiteit<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> mijn kind iets bij) in de drie verschill<strong>en</strong>de oudergroep<strong>en</strong><br />

opmerkelijk hoog. Van de ouders vindt 63% tot 69% dat (heel) belangrijk (66.9% niet-deelname, 69.2%<br />

deelname jaar <strong>en</strong> 63.3% deelname vakantie). ‘Bijler<strong>en</strong>’ kan heel divers zijn. In de op<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwalitatieve<br />

bevraging werd daarbij vooral verwez<strong>en</strong> naar: taal, activiteit<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> anders niet zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (cf.<br />

het verbred<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>), <strong>en</strong>zovoort.<br />

78


10.4<br />

Tabel 31: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie naar deelname (% ouders dat het item (heel)<br />

belangrijk vindt)<br />

Belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />

jeugd(werk)organisaties<br />

NIET DEELNAME<br />

DEELNAME<br />

JAAR<br />

DEELNAME<br />

VAKANTIE<br />

Mijn kind voelt zich thuis in de<br />

organisatie<br />

N % N % N %<br />

179 96.7 406 97.7 513 95.9<br />

Mijn kind leert zelfstandig zijn 181 89.5 406 90.4 510 83.5 *c<br />

In de groep komt mijn kind in contact<br />

met kinder<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

achtergrond<strong>en</strong><br />

Mijn kind kan met vri<strong>en</strong>djes zijn eig<strong>en</strong><br />

thuistaal sprek<strong>en</strong><br />

Er is e<strong>en</strong> begeleider die de taal van mijn<br />

kind spreekt<br />

180 73.3 406 66.3 511 59.3 *b<br />

179 45.3 400 38.8 505 42.8<br />

180 70.6 397 54.7 505 63.7 *a<br />

Jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes zitt<strong>en</strong> apart 181 8.3 405 6.4 509 2.4<br />

Ik kan in contact kom<strong>en</strong> met andere<br />

ouders<br />

182 26.3 405 23.7 510 9.0<br />

Mijn kind komt e<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> 181 72.3 400 79.8 505 70.5<br />

Het kost me weinig of niets 178 38.8 402 21.6 508 22.3 *a b<br />

De gebouw<strong>en</strong> zijn in orde 180 72.8 402 53.5 508 71.3 *a c<br />

Mijn kind komt er tot rust 179 62.6 394 40.1 505 42.4 *a b<br />

De activiteit<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de<br />

interesses van mijn kind<br />

169 94.7 384 96.6 503 95.0<br />

De activiteit<strong>en</strong> zijn veilig 180 83.9 401 84.0 506 91.7 *b c<br />

De activiteit<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> mijn kind iets bij 175 66.9 396 69.2 501 63.3<br />

Mijn kind kan er gemakkelijk alle<strong>en</strong> naar<br />

toe / De organisatie is dichtbij huis<br />

De organisatie heeft dezelfde (pedagogische)<br />

waard<strong>en</strong> die ik belangrijk vind<br />

181 59.1 402 52.0 496 18.7 *b c<br />

176 76.2 397 69.3 501 69.7<br />

Andere 16 50.1 33 60.6 42 52.3<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


Nag<strong>en</strong>oeg al de andere items word<strong>en</strong> in de drie groep<strong>en</strong> door iets minder dan de helft tot om <strong>en</strong> bij de<br />

70% als (heel) belangrijk aangevinkt. Het betreft items die verwijz<strong>en</strong> naar zog<strong>en</strong>aamde kwaliteitsvereist<strong>en</strong><br />

of randvoorwaard<strong>en</strong> (cf. veilige activiteit<strong>en</strong>, gebouw<strong>en</strong> die in orde zijn), maar ook items die verwijz<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> uitbreiding van de leef- <strong>en</strong> ontwikkelingscontext van de kinder<strong>en</strong> (cf. dat hun kind dan e<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong><br />

komt, dat hun kind in contact komt met kinder<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>).<br />

<strong>Ouders</strong> van niet-deelnemers hebb<strong>en</strong> hogere verwachting<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de vlakk<strong>en</strong> (p


zijn ouders voor dit item sterker onbeslist. De veiligheid van activiteit<strong>en</strong> wordt over alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong><br />

belangrijk geacht, maar wordt door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking significant sterker<br />

uitgesprok<strong>en</strong> (p


Dat het kind er tot rust komt, wordt in de deelnamegroep<strong>en</strong> door om <strong>en</strong> bij vier van de ti<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

als (heel) belangrijk aangegev<strong>en</strong> (40.1% deelname jaar, 42.4% deelname vakantie). <strong>Ouders</strong> uit de groep<br />

niet-deelname vind<strong>en</strong> dit aanzi<strong>en</strong>lijk belangrijker (62.6%). Tot rust kom<strong>en</strong> is in alle parallelversies<br />

meer van tel bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond. In de parallelversies deelname jaar <strong>en</strong><br />

deelname vakantie zijn de verschill<strong>en</strong> naargelang van de kansarmoedeachtergrond ook significant (jaar:<br />

p


ij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de vrag<strong>en</strong>lijst invuld<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking. De globale 69.7%<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die dit item (heel) belangrijk scor<strong>en</strong> in vakantiewerking<strong>en</strong>, splitst zich uit naar 73.5% van<br />

de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> overstaan van 58.5% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel verschil is echter significant.<br />

Tot slot besprek<strong>en</strong> we het item dat de sociale functie van het <strong>jeugdwerk</strong> voor de ouders zélf in het vizier<br />

br<strong>en</strong>gt. De ‘ontmoetingsfunctie’ blijkt vooral voor ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond belangrijk <strong>en</strong> dan<br />

vooral in de groep niet-deelname (p


10.4<br />

Tabel 32: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar deelname (% ouders dat het item (heel) belangrijk vindt)<br />

E<strong>en</strong> begeleider … NIET DEELNAME DEELNAME<br />

JAAR EN VAKANTIE<br />

N % N %<br />

moet goed met andere begeleiders kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> 179 95.0 602 96.7<br />

houdt rek<strong>en</strong>ing met mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> 182 98.4 601 98.3<br />

is str<strong>en</strong>g 178 35.3 602 36.6<br />

kan leuke activiteit<strong>en</strong> verzinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong> 181 96.1 601 98.2<br />

heeft e<strong>en</strong> begeleiderscursus gevolgd 183 75.9 601 79.9<br />

weet hoe met moeilijke situaties om te gaan 183 96.2 600 96.0<br />

ziet mete<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> kind er niet bij hoort 180 91.7 597 92.6<br />

voelt perfect aan wanneer e<strong>en</strong> kind aandacht nodig heeft 180 92.2 597 89.6<br />

moet op e<strong>en</strong> respectvolle <strong>en</strong> discrete manier omgaan met<br />

e<strong>en</strong> melding over problem<strong>en</strong><br />

181 93.4 596 93.3<br />

is ouder dan 21 180 30.5 601 15.9 *<br />

is iemand waar mijn kind bij terecht kan met vrag<strong>en</strong> 181 63.6 593 52.9 *<br />

moet ingrijp<strong>en</strong> wanneer 2 led<strong>en</strong> met elkaar kuss<strong>en</strong> 177 36.8 589 33.2<br />

Andere 21 47.6 70 74.3<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


kinder<strong>en</strong>. Daarteg<strong>en</strong>over staat dat toch ook 31% van de ouders van niet-deelnemers er weinig tot ge<strong>en</strong><br />

belang aan hecht dat e<strong>en</strong> begeleider ouder is dan 21 jaar. Ook de rol van e<strong>en</strong> begeleider als aanspreekpunt<br />

(cf. e<strong>en</strong> begeleider is iemand bij wie mijn kind terecht kan voor vrag<strong>en</strong>) wordt sterker gevalideerd door<br />

ouders van niet-deelnemers (p


E<strong>en</strong> goed contact ouders-begeleiders, meer specifiek de op<strong>en</strong>heid van begeleiders naar ouders toe, vind<strong>en</strong><br />

ouders belangrijk. Ruim twee derde (69.7%) van de ouders vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider ouders<br />

informeert over hoe het kind het stelt in de groep (cf. e<strong>en</strong> begeleider geeft ons info hoe het kind is in<br />

groep, ook als zich ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>). Vooruitlop<strong>en</strong>d op inspraak, vindt e<strong>en</strong> gelijkaardig aandeel<br />

ouders (63%) het ook belangrijk dat ev<strong>en</strong>tuele klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong> gehoord word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de begeleider<br />

de werking daarnaar aanpast.<br />

<strong>Ouders</strong> sprek<strong>en</strong> zich minder uitgesprok<strong>en</strong> uit over het belang dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong><br />

met de thuissituatie. Toch vindt 39.8% van de ouders dat wel belangrijk. Bijna e<strong>en</strong> derde van de ouders<br />

(28.3%) wil ook dat begeleiders op huisbezoek kom<strong>en</strong>. Tot slot k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> vijfde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (19.1%)<br />

de begeleider e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de taak toe of vindt althans dat de begeleider moet doorverwijz<strong>en</strong> naar<br />

hulp (cf. e<strong>en</strong> begeleider zoekt mee naar hulp wanneer het thuis wat moeilijker gaat).<br />

PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />

Zowel kansarmoedeachtergrond (zie Bijlage 26), migratieachtergrond (zie Bijlage 27), <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

(zie Bijlage 28) zijn structurer<strong>en</strong>d voor het belang dat ouders hecht<strong>en</strong> aan bepaalde begeleidersaspect<strong>en</strong><br />

of -k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

Om <strong>en</strong> bij de 36% van de ouders (35.3% niet-deelname, 36.6% deelname) vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider<br />

str<strong>en</strong>g is. In de deelnamegroep is er e<strong>en</strong> significant verband met migratie- (p


Uit de face-to-facebevraging<strong>en</strong> blijkt str<strong>en</strong>g zijn ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> relatief begrip. Veel ouders hecht<strong>en</strong> vooral<br />

belang aan ‘discipline <strong>en</strong> regels respecter<strong>en</strong>’. Str<strong>en</strong>g zijn verwijst met andere woord<strong>en</strong> niet naar fysieke <strong>en</strong><br />

harde straff<strong>en</strong>.<br />

De meerderheid van de ouders (52.9% van de deelnamegroep tot 63.6% van de niet-deelnamegroep) vindt<br />

het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider e<strong>en</strong> aanspreekpunt is voor het kind (cf. e<strong>en</strong> begeleider is iemand waar<br />

mijn kind bij terecht kan met vrag<strong>en</strong>). In de niet-deelnamegroep verschill<strong>en</strong> de antwoordscores naargelang<br />

van de migratieachtergrond (p


In alle leeftijdsgroep<strong>en</strong> vindt e<strong>en</strong> groot aandeel ouders (69.7%) het e<strong>en</strong> belangrijk k<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong><br />

begeleider dat hij h<strong>en</strong> op de hoogte br<strong>en</strong>gt van hoe het kind in groep is. Dat is vooral meer uitgesprok<strong>en</strong><br />

bij ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongere leeftijdsgroep<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat vooral in de groep vier- tot zesjarig<strong>en</strong><br />

(p


E<strong>en</strong> goedkope kostprijs wordt vaker als belangrijk aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond,<br />

ouders met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Dit item speelt tev<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> sterkere rol bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

migratieachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> ook uitdrukkelijker belang aan<br />

e<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>match.<br />

Met betrekking tot diversiteit is het opvall<strong>en</strong>d dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond meer belang<br />

hecht<strong>en</strong> aan het in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diversiteit aan achtergrond<strong>en</strong>, maar minder aan het<br />

gebruik van de thuistaal in de organisatie (door andere kinder<strong>en</strong> in de organisatie of door e<strong>en</strong> begeleider).<br />

Wat verwacht<strong>en</strong> ouders van <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders?<br />

Wat ouders van e<strong>en</strong> begeleider verwacht<strong>en</strong>, blijkt vooral terug te voer<strong>en</strong> op elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die verwijz<strong>en</strong><br />

naar de omgang met het kind (bv. wet<strong>en</strong> hoe met moeilijke situaties om te gaan, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>). Ook de opleiding van e<strong>en</strong> begeleider (cf. e<strong>en</strong> cursus hebb<strong>en</strong> gevolgd) vind<strong>en</strong><br />

ouders belangrijk (sterker uitgesprok<strong>en</strong> bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond). Minder van<br />

belang voor ouders is bijvoorbeeld de leeftijd van e<strong>en</strong> begeleider. Over de vraag of e<strong>en</strong> begeleider str<strong>en</strong>g<br />

moet zijn, gev<strong>en</strong> ouders ge<strong>en</strong> duidelijke richting van antwoord.<br />

In relatie tot de ouders zelf waarder<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> goed contact tuss<strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> begeleider.<br />

Onder andere items die verwijz<strong>en</strong> naar de op<strong>en</strong>heid van begeleiders naar ouders toe (cf. informatie gev<strong>en</strong><br />

over kind, werking aanpass<strong>en</strong> aan klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong>), vind<strong>en</strong> ouders belangrijk. Dat geldt vooral<br />

voor ouders met e<strong>en</strong> kind in de jongere leeftijdsgroep. <strong>Ouders</strong> zijn minder e<strong>en</strong>duidig, maar niettemin<br />

aanzi<strong>en</strong>lijk uitgesprok<strong>en</strong> over het belang om op huisbezoek te kom<strong>en</strong>, de hulpzoek<strong>en</strong>de taak of het<br />

rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de thuissituatie.<br />

Zowel naar migratieachtergrond, kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn er verschill<strong>en</strong><br />

in het belang dat ouders aan e<strong>en</strong> bepaald(e) begeleidersk<strong>en</strong>merk of –houding hecht<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong><br />

migratie- of kansarmoedeachtergrond hecht<strong>en</strong> meer belang aan str<strong>en</strong>g zijn, aan ingrijp<strong>en</strong> in relatievorming<br />

<strong>en</strong> mee zoek<strong>en</strong> naar hulp. Voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond <strong>en</strong> voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> is het daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider e<strong>en</strong> aanspreekpunt is bij vrag<strong>en</strong>. Ze<br />

hecht<strong>en</strong> ook meer uitgesprok<strong>en</strong> belang aan de (al dan niet volwass<strong>en</strong>) leeftijd van de begeleider.<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

Uit de analyse van de vrag<strong>en</strong>lijstgegev<strong>en</strong>s valt op dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kindgerichte focus belangrijk<br />

vind<strong>en</strong>, waarbij het welbevind<strong>en</strong> van het kind primeert. Dit blijkt ook bepal<strong>en</strong>d voor de ouderlijke<br />

tevred<strong>en</strong>heid, zo blijkt uit de interviews. Als ouders zi<strong>en</strong> dat hun kinder<strong>en</strong> iets graag do<strong>en</strong>, dan zijn ze<br />

daarover tevred<strong>en</strong>.<br />

“Ik d<strong>en</strong>k het is afgestemd op mijn w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> nod<strong>en</strong>, in die zin dat dat kind daarmee gelukkig is.“<br />

(e<strong>en</strong> ouder)<br />

89


Hieronder belicht<strong>en</strong> we nog <strong>en</strong>kele specifieke discussiepunt<strong>en</strong>.<br />

Creëert e<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>d aanbod hogere verwachting<strong>en</strong>?<br />

Opvall<strong>en</strong>d is e<strong>en</strong> hogere score bij ouders van niet-deelnemers <strong>en</strong> ouders van deelnemers aan<br />

e<strong>en</strong> vakantiewerking in term<strong>en</strong> van aanbodgerelateerde aspect<strong>en</strong> (bv. de gebouw<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> meer<br />

consum<strong>en</strong>tgerichte insteek bij deze oudergroep<strong>en</strong> (cf. ‘waar voor geld’) kan e<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong>. In dat<br />

licht stelt e<strong>en</strong> ouder uit de face-to-facebevraging:<br />

“Ik d<strong>en</strong>k dat ge bij de scouts niet zoveel kunt verwacht<strong>en</strong>. Het is niet de bedoeling dat ze daar het<br />

chicste van het chicste hebb<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Jeugdwerk als veilige hav<strong>en</strong>?<br />

Dat het kind tot rust komt, wordt opvall<strong>en</strong>d sterker door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep met kansarmoedeachtergrond<br />

aangegev<strong>en</strong>. Mogelijks speelt e<strong>en</strong> interpretatieverschil. Het item kan zowel begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als ‘minder<br />

actief zijn’, maar ook als ‘gemoedsrust vind<strong>en</strong>’. Is <strong>jeugdwerk</strong> net voor deze groep e<strong>en</strong> veilige hav<strong>en</strong>, weg<br />

van alle zorg<strong>en</strong> thuis?<br />

“Mijn kinder<strong>en</strong> do<strong>en</strong> hier aan mee omdat de kamp<strong>en</strong> gericht zijn op kinder<strong>en</strong> die in armoede lev<strong>en</strong>.<br />

Ze do<strong>en</strong> er alles aan dat de meisjes gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> week alle problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze<br />

word<strong>en</strong> ook verw<strong>en</strong>d.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Het valt over al de data overig<strong>en</strong>s op dat de kansarme allochtone groep ouders iets uitgesprok<strong>en</strong>er is <strong>en</strong><br />

dat de niet-kansarme, autochtone groep vaker neutraal scoort. Verschill<strong>en</strong>de verklaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daarin<br />

meespel<strong>en</strong>. Heeft e<strong>en</strong> kansarme, allochtone groep ouders sterkere nod<strong>en</strong> doordat <strong>jeugdwerk</strong> doorgaans<br />

beter aansluit bij e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassepubliek? Zijn autochtone ouders ‘voorzichtiger’? E<strong>en</strong> andere, mogelijke<br />

verklaring is dat de groep ouders met migratie- <strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond in grotere mate face to face<br />

bevraagd werd. In e<strong>en</strong> mondelinge afname is er ruimte voor discussie <strong>en</strong> nuancering van uitsprak<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> schriftelijke <strong>en</strong>quêtering laat dit slechts in beperkte mate toe, waardoor ouders mogelijks voor meer<br />

neutrale antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>.<br />

Jeugdwerk als plaats om te ler<strong>en</strong>?<br />

Ook de resultat<strong>en</strong> van de groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond over diversiteitsitems zijn<br />

opmerkelijk. Verhoudingsgewijs gev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond in minderheid aan dat<br />

ze het begeleidersitem ‘begeleider spreekt de taal van het kind’ belangrijk vind<strong>en</strong>. Spreekt hier sociale<br />

w<strong>en</strong>selijkheid? E<strong>en</strong> andere mogelijke verklaring is ingegev<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> positieve betrokk<strong>en</strong>heid. Uit<br />

praktijkverhal<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> we op dat voor veel ouders <strong>jeugdwerk</strong> net e<strong>en</strong> plaats is om Nederlands te ler<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de ook e<strong>en</strong> plaats ‘moet zijn’ waar zo veel mogelijk Nederlands gesprok<strong>en</strong> wordt. Het sprek<strong>en</strong><br />

van de thuistaal in de <strong>jeugdwerk</strong>ing kan dat (verder) ler<strong>en</strong> van het Nederlands belemmer<strong>en</strong>.<br />

Belang van vertrouw<strong>en</strong><br />

In relatie tot e<strong>en</strong> begeleider spring<strong>en</strong> de omgangsgerelateerde items in het oog, waaronder vooral de<br />

responsieve opstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het kind. Goed begeleid word<strong>en</strong>, zo stell<strong>en</strong> ouders uit de kwalitatieve<br />

bevraging, betek<strong>en</strong>t vooral dat de begeleiding verantwoordelijkheid opneemt teg<strong>en</strong>over de kinder<strong>en</strong>. In<br />

dat kader uit<strong>en</strong> ouders hun zorg<strong>en</strong> over de veiligheid.<br />

90


“Ne<strong>en</strong>, ze mog<strong>en</strong> niet gaan van mij. Ik b<strong>en</strong> bang dat er iets met mijn kinder<strong>en</strong> gaat gebeur<strong>en</strong>.<br />

Weet je nog dat kind dat verdronk<strong>en</strong> is? Dat is nog niet zolang geled<strong>en</strong> gebeurd. Dat was in het<br />

zwembad van [stad], dat jongetje was maar neg<strong>en</strong> jaar, ev<strong>en</strong> oud als mijn tweede kind. Dat was<br />

toch ook met e<strong>en</strong> jeugdorganisatie. Ik b<strong>en</strong> toch bang dat ze niet goed oplett<strong>en</strong> op de kinder<strong>en</strong>.”<br />

(e<strong>en</strong> ouder)<br />

Dat ouders ge<strong>en</strong> controle hebb<strong>en</strong> op de relatie tuss<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun begeleiders vormt e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de<br />

zorg. Het niet goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de begeleiders vormt in deze e<strong>en</strong> struikelblok. Begeleiders k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> schept<br />

door de band g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>.<br />

Daaraan gekoppeld mak<strong>en</strong> ouders zich zorg<strong>en</strong> over de leeftijd van de begeleiding. Om verantwoordelijk<br />

te zijn voor kinder<strong>en</strong>, is de leeftijd van veel begeleiding (16 à 17 jaar) voor heel wat ouders te jong. Dat<br />

laat zich voel<strong>en</strong> in de ouder-kindrelatie: kinder<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> GSM mee zodat, als er iets zou<br />

gebeur<strong>en</strong>, de ouders gebeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Inzake de leeftijd van de begeleiders merk<strong>en</strong> we op dat veel<br />

begeleiders de jeugdorganisatie rond 21 jaar het <strong>jeugdwerk</strong> verlat<strong>en</strong>. Vanuit die optiek verrast het niet<br />

dat het item ‘e<strong>en</strong> begeleider is ouder dan 21’ veel ambiguïteit oproept. De data over de vraag naar oudere<br />

begeleiders zijn in dat licht mogelijks betek<strong>en</strong>isvoller.<br />

Hebb<strong>en</strong> begeleiders nood aan opleiding?<br />

Uit de surveydata blijkt dat ouders hoge verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van begeleiders. Omgaan<br />

met moeilijke situaties scoort bijvoorbeeld erg hoog (tot 96% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Begeleider zijn,<br />

houdt het opnem<strong>en</strong> van verantwoordelijkheid in. De bevraging bij jeugdactor<strong>en</strong> geeft in dat verband e<strong>en</strong><br />

aantal aandachtspunt<strong>en</strong> aan. Aansprakelijkheid maakt dat begeleiders bewust omgaan met leiderschap.<br />

Tegelijk wijz<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuners op e<strong>en</strong> gevaar van ‘over’professionalisering <strong>en</strong> de creatie van e<strong>en</strong><br />

angstcultuur.<br />

91


“Monitor<strong>en</strong> zijn vrijwilligers. Kritiek wordt niet gemakkelijk aanvaard. (…) Je ziet dat ook in de<br />

vrag<strong>en</strong> van monitor<strong>en</strong> over verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort: ‘Als je e<strong>en</strong> keer verkeerd zou handel<strong>en</strong>, wat<br />

zijn dan de consequ<strong>en</strong>ties voor mij?’. Zak<strong>en</strong> waar ze vroeger niet wakker van lag<strong>en</strong>, dat speelt nu<br />

wat meer op.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

“Als we blijv<strong>en</strong> op die ondersteuning inzett<strong>en</strong>, aan al die verschill<strong>en</strong>de thema’s iets do<strong>en</strong>, dan blijft<br />

er op de duur niet veel meer over voor jonger<strong>en</strong> om daar zelf hun draai nog aan te gev<strong>en</strong>. Je merkt<br />

ook, dat merk ik zelf, dat jonger<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> die kaders niet meer durv<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dat vind ik wel e<strong>en</strong><br />

moeilijkheid.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

We kunn<strong>en</strong> de vraag stell<strong>en</strong> of begeleiders aan de verwachting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de<br />

ondersteuning vrag<strong>en</strong>. Aangaande de vraag naar meer ondersteuning, signaleerd<strong>en</strong> begeleiders ‘straff<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> belon<strong>en</strong>’ als het moeilijkste thema.<br />

En de relatie tot de thuissituatie?<br />

In de kwantitatieve bevraging nam<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> op over de begeleidershouding <strong>en</strong> -k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in<br />

relatie tot het gezin. Tot 40% van de ouders vindt het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing houdt met de<br />

thuissituatie. De kwalitatieve jeugdactordata (o.a. de bevraging van vrijwillige <strong>en</strong> professionele begeleiders)<br />

br<strong>en</strong>gt ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig beeld aan de oppervlakte. Sommige jeugdbegeleiders vind<strong>en</strong> het belangrijk om de<br />

gezinssituatie te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om zo bij ev<strong>en</strong>tuele problem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>d oor te bied<strong>en</strong> of ouders te kunn<strong>en</strong><br />

bijstaan. Specifiek in relatie tot kansarmoede kan op de hoogte zijn van de gezinssituatie de drempel<br />

om over armoede te prat<strong>en</strong>, verlag<strong>en</strong>. Tegelijk gev<strong>en</strong> ze aan dat dit nog e<strong>en</strong> struikelblok vormt. Veel<br />

jeugdbegeleiders wet<strong>en</strong> vaak niet hoe het er in de gezinssituatie aan toe gaat. Jeugdwerkondersteuners<br />

b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dan dat dit ook ondersteuning van de begeleiders vraagt.<br />

“Wat wij wel merk<strong>en</strong> is dat ouders die in e<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare situatie zitt<strong>en</strong>, dat<br />

inderdaad dat vertrouw<strong>en</strong> van die ouders, dat dat over het algeme<strong>en</strong> voor veel leiding moeilijk is.<br />

Voor de draagkracht van e<strong>en</strong> 18-, 19- jarige om daarmee om te gaan, ze moet<strong>en</strong> dan al sterk in hun<br />

scho<strong>en</strong><strong>en</strong> staan om er niet zelf onder door te gaan.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

Enkele ondersteuners b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat ze bewust de begeleiders niet op de hoogte stell<strong>en</strong> van de situatie<br />

van het kind. Dat laat h<strong>en</strong> immers beter toe om ‘onbevang<strong>en</strong>’ met het kind om te gaan.<br />

“Als wij op kamp<strong>en</strong> meeging<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, met kwetsbare kinder<strong>en</strong>, dan stond<strong>en</strong> we er expliciet<br />

voor dat de leiding niet wist wat dat de achtergrond van het kind was, juist om niet met<br />

vooroordel<strong>en</strong>, om heel onbevang<strong>en</strong> naar dat kind toe te stapp<strong>en</strong>. De hoofdleiding wist wel van<br />

die achtergrond, maar de leiding kon gewoon, van de eerste indruk van dat kind vertrekk<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

“Ook sommige ouders do<strong>en</strong> dat soms met die doelstelling, dat ge soms d<strong>en</strong>kt van die heeft ons<br />

niet geïnformeerd, maar als ge dan achteraf met h<strong>en</strong> spreekt dan hoort ge van ‘Ja, ik wil dat mijn<br />

kind zich ook e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer gewoon voelt.’” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

In dat licht word<strong>en</strong> huisbezoek<strong>en</strong> in sommige werking<strong>en</strong> bewust niet toegepast.<br />

92


93


9 BETROKKENHEID VAN OUDERS BIJ HET JEUGDWERK<br />

In dit hoofdstuk focuss<strong>en</strong> we op de houding van ouders teg<strong>en</strong>over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid in het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Welke plaats k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders zichzelf toe in het <strong>jeugdwerk</strong>? Waarom will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn? Op welke vlakk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet betrokk<strong>en</strong> zijn?<br />

“Ik heb zoiets van, zij pakk<strong>en</strong> de keuze om de gast<strong>en</strong> te begeleid<strong>en</strong>, dus moet<strong>en</strong> wij niet te veel<br />

inspraak nem<strong>en</strong> in je moet dat do<strong>en</strong>, je moet dat do<strong>en</strong> <strong>en</strong> je moet dat do<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />

Zoals in het literatuuroverzicht toegelicht, k<strong>en</strong>t ouderbetrokk<strong>en</strong>heid verschill<strong>en</strong>de gradaties. In de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst volgd<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de graduele indeling: van ‘informatie krijg<strong>en</strong>’ over ‘het kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong><br />

van de eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing’ tot ‘effectief meebesliss<strong>en</strong>’. We peild<strong>en</strong> ook naar de waardering van ouders bij de<br />

opname van e<strong>en</strong> actieve rol in de organisatie (bv. meehelp<strong>en</strong> of het gev<strong>en</strong> van informatie aan begeleiders).<br />

“Dit is de speelomgeving van mijn kind <strong>en</strong> zijn leiding. Ik wil mij daar niet tuss<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Ik kom<br />

<strong>en</strong>kel op vraag van de leiding e<strong>en</strong> handje help<strong>en</strong> maar wil mij daar niet mee moei<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

De ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid zijn opvall<strong>en</strong>d lager dan de verwachting<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> de begeleiders (zie vorig hoofdstuk). Er is sprake van e<strong>en</strong> grote<br />

onbeslistheid. Over alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong> is voor al de items 20% of meer ouders niet uitgesprok<strong>en</strong>: ze vind<strong>en</strong><br />

dat niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk.<br />

94


10.4<br />

Het globale verwachtingspatroon inzake betrokk<strong>en</strong>heid loopt gelijk over al de parallelversies. Zo word<strong>en</strong> de<br />

hoogste scores voor ouders van niet-deelnemers <strong>en</strong> ouders van deelnemers voor dezelfde items opgetek<strong>en</strong>d.<br />

Het belang dat ouders aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid hecht<strong>en</strong>, is echter niet voor alle groep<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> hoog. Bij de<br />

ouders van deelnemers zijn de verwachting<strong>en</strong> minder sterk uitgesprok<strong>en</strong> (zie Tabel 34).<br />

Tabel 34: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid (% ouders dat (helemaal) akkoord is)<br />

NIET DEELNAME<br />

DEELNAME<br />

JAAR<br />

DEELNAME<br />

VAKANTIE<br />

dat ik informatie krijg over de keuzes die<br />

de organisatie maakt<br />

N % N % N %<br />

179 64.2 395 49.1 503 56.7 *a<br />

dat ik mijn m<strong>en</strong>ing kan vertell<strong>en</strong> 174 54.0 392 43.4 499 30.7 *b<br />

dat ik mee kan besliss<strong>en</strong> 173 24.9 397 13.4 499 6.2<br />

dat ik zelf aanwezig b<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

activiteit<strong>en</strong><br />

173 6.4 393 5.3 501 2.0 *a<br />

dat ik mee kan help<strong>en</strong> 173 50.9 389 47.1 500 16.6 *bc<br />

dat ik de begeleiders van mijn kind goed<br />

k<strong>en</strong><br />

dat ik voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing houd of mijn<br />

kind het goed vindt dat ik betrokk<strong>en</strong> b<strong>en</strong><br />

dat ik de begeleiders voldo<strong>en</strong>de op de<br />

hoogte stel van bijzondere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van mijn kind (bv. eetvoorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.)<br />

176 62.0 384 52.6 501 20.8 *abc<br />

160 55.6 369 80.5 495 64.4<br />

176 89.2 380 92.3 501 89.6<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


ouders met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vakantiewerking. Opvall<strong>en</strong>d is het laag perc<strong>en</strong>tage bereidheid tot meehelp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> meebesliss<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> vakantiewerking (meehelp<strong>en</strong>: 16.6%, meebesliss<strong>en</strong>: 6.2%). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in<br />

e<strong>en</strong> jaarwerking zijn vooral onbeslist over deze items. Dat neemt niet weg dat toch 13% van de ouders met<br />

e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking meebesliss<strong>en</strong> belangrijk vindt.<br />

Het eerder beperkt onderschrijv<strong>en</strong> van het belang van betrokk<strong>en</strong>heid door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />

vakantiewerking weerspiegelt zich in de lage scores van deze oudergroep inzake het belang van het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

van de begeleiders (20.8%). Ter vergelijking: iets meer dan de helft van de ouders uit de jaarwerkingsgroep<br />

(52.6%) vindt dit e<strong>en</strong> belangrijk item. In vakantiewerking<strong>en</strong> scoort de helft van de ouders dit als niet<br />

belangrijk. Dat zet zich ev<strong>en</strong>wel niet door in het belang dat ze aan communicatie hecht<strong>en</strong>. Zowel in de<br />

groep deelname jaar als deelname vakantie vindt de overgrote meerderheid van de ouders het belangrijk<br />

om zelf de begeleiders in te licht<strong>en</strong> over hun kind (92.3% deelname jaar, 89.6% deelname vakantie).<br />

PROFIELGEBONDEN VERSCHILLEN?<br />

Merk<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verschil naargelang van de verschill<strong>en</strong>de ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>? Voor elk van de vier<br />

groepsverdeling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>: zie Bijlage 33 voor leeftijd, Bijlage 34 voor kansarmoedeachtergrond,<br />

Bijlage 35 voor migratieachtergrond <strong>en</strong> Bijlage 36 voor het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot inspraak hecht<strong>en</strong> ouders vooral belang aan informatie krijg<strong>en</strong> over de keuzes van de<br />

organisatie. Het aandeel ouders dat dit item als (heel) belangrijk opgeeft, varieert van minimum 49.1% in de<br />

groep deelname jaar tot maximum 64.2% in de groep niet-deelname. In de drie parallelversies zijn ouders<br />

met kinder<strong>en</strong> van vier tot zes jaar het meest e<strong>en</strong>duidig uitgesprok<strong>en</strong> (p


E<strong>en</strong> gelijkaardig patroon doet zich voor bij kansarmoedeachtergrond. De beperkte score in de groep<br />

deelname jaar geldt vooral voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder kansarmoedeachtergrond. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

kansarmoedeachtergrond van wie het kind deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dit sterker: 18.9%<br />

met kansarmoedeachtergrond, 2.7% zonder kansarmoedeachtergrond. Dit verschil geldt ook in de nietdeelnamegroep,<br />

zij het minder sterk uitgesprok<strong>en</strong>.<br />

Splits<strong>en</strong> we de algem<strong>en</strong>e scoreverdeling uit naar het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, dan scor<strong>en</strong> in alle parallelversies,<br />

uitgezonderd de groep deelname vakantie, vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> dat<br />

aanwezig zijn in meerdere mate (heel) belangrijk is (niet-deelname p


10.4<br />

kind deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking, vind<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> met <strong>jeugdwerk</strong>ervaring het vaker belangrijk mee<br />

te help<strong>en</strong>: 49.9% met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 44.3% zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. In de groep<br />

deelname vakantie is het net omgekeerd: 15% van de ouders met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 19.4%<br />

van de ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het belangrijk mee te help<strong>en</strong>.<br />

Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid<br />

De analyses gev<strong>en</strong> aan dat zowel ouders met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> jaarwerking als in e<strong>en</strong> vakantiewerking<br />

overweg<strong>en</strong>d niet actief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn in term<strong>en</strong> van meehelp<strong>en</strong> of aanwezig zijn bij de<br />

<strong>jeugdwerk</strong>activiteit<strong>en</strong>. Bij de deelnamegroep werd bijkom<strong>en</strong>d gepeild naar de motiev<strong>en</strong> die deze<br />

beslissing stur<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> hiervoor kiez<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> reeks van ti<strong>en</strong> items (zie Tabel 35). De<br />

antwoordmogelijkhed<strong>en</strong> weerspiegel<strong>en</strong> diverse instek<strong>en</strong>, namelijk (extern) functioneel, sociaal, persoonlijke<br />

ontwikkeling, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>, ethisch-democratisch <strong>en</strong> praktisch-organisatorisch. Daarnaast nam<strong>en</strong> we<br />

ook de rol van het kind, als mediator in het participatieproces, mee op.<br />

“Dat hoeft niet voor mij omdat ze goed bezig zijn <strong>en</strong> ik er het nut niet van inzie om me te moei<strong>en</strong><br />

met hun werking.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

De meeste motiev<strong>en</strong> om niet actief betrokk<strong>en</strong> te zijn in de werking, lop<strong>en</strong> voor de ouders met e<strong>en</strong> kind<br />

in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking parallel. E<strong>en</strong> viertal motiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

naargelang van het werkingstype (vakantie versus jaar) sterker aangegev<strong>en</strong> (zie Tabel 35).<br />

Tabel 35: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet aanwezig zijn naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Ik vind aanwezig zijn niet zo belangrijk omdat … DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

ik me niet wil moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van mijn kind 60.9 51.7<br />

ik het moeilijk vind aanwezig te zijn, omdat de cultuur<br />

verschilt van de cultuur bij me thuis<br />

0.0 0.2<br />

mijn kind niet wil dat ik aanwezig b<strong>en</strong> 4.1 5.1<br />

ik niet goed Nederlands spreek <strong>en</strong> niet durf 0.0 0.1<br />

er al g<strong>en</strong>oeg andere ouders aanwezig zijn 1.8 1.1<br />

ik niet vind dat er volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij<br />

organisaties voor jeugd<br />

23.1 16.4<br />

ik te weinig tijd heb 13.3 23.0<br />

ik niet wist dat ze ouders daarvoor kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> 5.9 14.4 *<br />

ze het me niet gevraagd hebb<strong>en</strong> 16.0 17.0<br />

Andere 23.7 23.2<br />

Totaal N 338 452<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


10.4<br />

De meest frequ<strong>en</strong>t gerapporteerde red<strong>en</strong> die ouders opgev<strong>en</strong> voor het niet aanwezig hoev<strong>en</strong> te zijn (zie Tabel<br />

35) of niet mee te help<strong>en</strong> (zie Tabel 36), is dat ze zich niet will<strong>en</strong> bemoei<strong>en</strong> met de vrije tijd van hun kind<br />

(niet aanwezig zijn: 51.7% jaarwerking tot 60.9% vakantiewerking, niet meehelp<strong>en</strong>: 39.4% vakantiewerking<br />

tot 41.8% jaarwerking). E<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel (telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 20%) geeft nog e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> op,<br />

zoals: omdat het <strong>en</strong>kel opvang is, omdat de ouders zichzelf vooral ‘klant’ voel<strong>en</strong>, de ouders de organisatie<br />

voldo<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong>, de ouder bevreesd is om als ‘opdringerige’ ouder te word<strong>en</strong> bestempeld, omdat het<br />

gewoon niet nodig is in de organisatie, omdat de organisatie professioneel g<strong>en</strong>oeg is.<br />

Tabel 36: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet meehelp<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk) (% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Ik vind meehelp<strong>en</strong> niet zo belangrijk omdat … DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

ik me niet wil moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van mijn kind 41.8 39.4<br />

ik het moeilijk vind aanwezig te zijn, omdat de cultuur<br />

verschilt van de cultuur bij me thuis<br />

0.0 0.3<br />

mijn kind niet wil dat ik aanwezig b<strong>en</strong> 0.0 5.0<br />

ik niet goed Nederlands spreek <strong>en</strong> niet durf 0.0 0.0<br />

er al g<strong>en</strong>oeg andere ouders aanwezig zijn 0.0 1.0<br />

ik niet vind dat er volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij<br />

organisaties voor jeugd<br />

20.9 14.2<br />

ik te weinig tijd heb 29.9 30.1<br />

ik niet wist dat ze ouders daarvoor kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> 7.5 18.5 *<br />

ze het me niet gevraagd hebb<strong>en</strong> 20.9 21.9<br />

Andere 26.9 21.2<br />

Totaal N 67 302<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking do<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong> voor naargelang van de migratieachtergrond,<br />

de kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Parallel hieraan differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

ook de mate waarin bepaalde red<strong>en</strong><strong>en</strong> sterker naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (zie Bijlage 37, Bijlage 41 voor leeftijd; zie<br />

Bijlage 38, Bijlage 42 voor kansarmoedeachtergrond; zie Bijlage 40, Bijlage 44 voor het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>).<br />

Dat het kind niet wil dat de ouder aanwezig is of meehelpt, wordt door e<strong>en</strong> beperkt aantal ouders<br />

opgegev<strong>en</strong> (telk<strong>en</strong>s 5% van de ouders uit de groep deelname vakantie). De absolute aantall<strong>en</strong> zijn te klein<br />

voor betrouwbare uitsprak<strong>en</strong>, maar er zijn indicaties dat dit aspect sterker doorweegt bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met kansarmoedeachtergrond. In de groep ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking wordt dit item door<br />

16% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond opgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> door 3.7% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zonder kansarmoedeachtergrond.<br />

Er is wel e<strong>en</strong> significant verschil naar leeftijd (niet aanwezig zijn: p


10.4<br />

geeft 7.5% dat als red<strong>en</strong> op om niet mee te help<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn<br />

sterker uitgesprok<strong>en</strong> (27.3% teg<strong>en</strong>over 4% ouders met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>). Deze bevinding<strong>en</strong> zijn<br />

louter indicatief. De responsgraad voor deze vraag is te beperkt om daar betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> over te<br />

do<strong>en</strong>.<br />

Betrokk<strong>en</strong>heidsaspect: thema’s waarover ouders informatie<br />

will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong><br />

Eerder besprak<strong>en</strong> we de mate waarin ouders betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn. Ongeveer de helft van de ouders (iets<br />

sterker in de groep vakantiewerking) geeft aan geïnformeerd te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de keuzes van de<br />

organisatie. E<strong>en</strong> minderheid wil effectief meebesliss<strong>en</strong>. Op welke domein<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders inspraak?<br />

<strong>Ouders</strong> die belang hecht<strong>en</strong> aan informatie krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan meebesliss<strong>en</strong>, vroeg<strong>en</strong> we om in e<strong>en</strong> reeks<br />

van neg<strong>en</strong> items (zie Tabel 37) aan te vink<strong>en</strong> over welke aspect<strong>en</strong> ze informatie will<strong>en</strong> of mee will<strong>en</strong><br />

meebesliss<strong>en</strong>.<br />

“Ik heb graag wat meer zicht op wat ze precies gedaan hebb<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>, want mijn kind<br />

komt soms veel vertell<strong>en</strong>, soms niets. Het zou leuk zijn mocht<strong>en</strong> we toch e<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> idee<br />

hebb<strong>en</strong> van wat ze do<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: bosspel, knutsel<strong>en</strong>, ...” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Voor de meeste items loopt de verdeling in de twee deelnamegroep<strong>en</strong> gelijk (zie Tabel 37 <strong>en</strong> Tabel 38).<br />

Tabel 37: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />

(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Waarover wilt u graag informatie krijg<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

De sam<strong>en</strong>stelling van de groep 33.3 33.3<br />

De manier van/wijze van begeleid<strong>en</strong> 43.1 43.9<br />

Het soort activiteit<strong>en</strong> 81.0 84.6<br />

De gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong> 20.6 30.5 *<br />

Regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> 71.9 68.4<br />

Kost<strong>en</strong> 55.2 59.6<br />

De organisatie van de dag 37.1 60.0 *<br />

Hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed 43.7 37.2<br />

Andere 2.6 2.5<br />

Totaal N 195 283<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


10.4<br />

Tabel 38: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar deelname (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />

(% ouders dat dit item aanvinkt)<br />

Waarover wilt u graag informatie krijg<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

De sam<strong>en</strong>stelling van de groep 9.4 16.1<br />

De manier van/wijze van begeleid<strong>en</strong> 18.9 22.6<br />

Het soort activiteit<strong>en</strong> 25.5 25.8<br />

De gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong> 15.11 6.5<br />

Regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> 60.4 67.7<br />

Kost<strong>en</strong> 17.0 12.9<br />

De organisatie van de dag 11.1 22.6<br />

Hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed 41.5 32.3<br />

Andere 1.9 3.2<br />

Totaal N 55 31<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


is dat perc<strong>en</strong>tage lager: 28.3% voor de zev<strong>en</strong>- tot neg<strong>en</strong>jarig<strong>en</strong>, 35.8% voor de ti<strong>en</strong>- tot twaalfjarig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

25% voor de groep twaalf plus. In de groep deelname jaar is deze nood sterker uitgesprok<strong>en</strong> bij ouders<br />

met erg jonge kinder<strong>en</strong> (p


10.4<br />

Tabel 39: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar deelname (% ouders dat dit item wil do<strong>en</strong>)<br />

Ik wil ... DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

N % N %<br />

meehelp<strong>en</strong> bij activiteit<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de dagdagelijkse werking 355 21.4 466 20.1<br />

activiteit<strong>en</strong> help<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> bij geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> 368 76.6 471 45.2 *<br />

meegaan op uitstap 368 87.8 470 51.1 *<br />

klusjes do<strong>en</strong> 356 59.8 459 28.2 *<br />

website onderhoud<strong>en</strong> 337 15.4 447 8.9 *<br />

Andere 43 32.6 91 5.5 *<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


zich iets positiever uit over die mogelijke bijdrage. Dat is het sterkst uitgesprok<strong>en</strong> bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking. In deze groep uit 32.5% van de groep ouders met kansarmoedeachtergrond<br />

bereidheid, teg<strong>en</strong>over 20.9% van de ouders zonder kansarmoedeachtergrond. In de groep deelname<br />

vakantie ligg<strong>en</strong> die perc<strong>en</strong>tages iets lager, namelijk 26.9% met kansarmoedeachtergrond teg<strong>en</strong>over 19.5%<br />

zonder kansarmoedeachtergrond.<br />

Formele of informele betrokk<strong>en</strong>heid?<br />

“Ik k<strong>en</strong> de werking. Er zijn twee thuisbezoek<strong>en</strong> per jaar: bij de inschrijving <strong>en</strong> voor het kamp. Dan<br />

kan er voldo<strong>en</strong>de gepraat word<strong>en</strong>. De leiding <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> begeleider kunn<strong>en</strong> altijd gecontacteerd<br />

word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Hoe int<strong>en</strong>sief will<strong>en</strong> ouders betrokk<strong>en</strong> zijn? Kan het werk<strong>en</strong> aan de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong>ing informeel<br />

of kan die ook geformaliseerd word<strong>en</strong>? In de vrag<strong>en</strong>lijst voor de jaar- <strong>en</strong> de vakantiewerking werd gevraagd<br />

naar speciale ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> om over de werking te prat<strong>en</strong>. We bevroeg<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing van ouders op<br />

drie niveaus: (1) wet<strong>en</strong> ze dat dit in de organisatie gebeurt, (2) nem<strong>en</strong> ze eraan deel <strong>en</strong> (3) will<strong>en</strong> ze dit in<br />

de toekomst (blijv<strong>en</strong>) do<strong>en</strong>?<br />

16% van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> 27% van de ouders met e<strong>en</strong> kind dat gebruik maakt<br />

van e<strong>en</strong> vakantiewerking wet<strong>en</strong> niet of er in de organisatie speciale bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> voor ouders zijn (zie<br />

Tabel 40).<br />

105


Tabel 40: Organisatie van ouderavond<strong>en</strong> naar deelname (%)<br />

Zijn er in de organisatie ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>? DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE<br />

Nee 50.4 52.9<br />

Ja 33.7 20.5<br />

Ik weet het niet 15.9 26.6<br />

Totaal % 100 100<br />

Totaal N 383 497<br />

Verband k<strong>en</strong>nis ouderavond<strong>en</strong>/deelname: p


Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d<br />

Welke plaats k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders zichzelf toe in het <strong>jeugdwerk</strong>? Will<strong>en</strong> ouders actief betrokk<strong>en</strong> zijn? Waarom<br />

will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet betrokk<strong>en</strong> zijn? Op welke vlakk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij al dan niet<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn?<br />

Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />

<strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> niet zozeer meebesliss<strong>en</strong>, maar wel hun m<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie krijg<strong>en</strong><br />

over de keuzes die de organisatie maakt. Vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> maar ook<br />

ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> daar belang aan. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong> in de<br />

oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn daarin wat gematigder, wat<br />

meer verdeeld.<br />

<strong>Ouders</strong> zijn bereid e<strong>en</strong> actieve rol op te nem<strong>en</strong> in de organisatie (cf. meehelp<strong>en</strong>), maar aanwezig<br />

zijn tijd<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong> hoeft niet. Dat geldt vooral voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder zonder migratieof<br />

kansarmoedeachtergrond. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratie- of kansarmoedeachtergrond gev<strong>en</strong><br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> sterker aan aanwezig te will<strong>en</strong> zijn. Zij scor<strong>en</strong> ook sterker op het belang van meebesliss<strong>en</strong>. Ook<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> beklemton<strong>en</strong> het belang om aanwezig te zijn. Ze rapporter<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wel minder interesse voor meehelp<strong>en</strong>.<br />

Parallel aan het belang van e<strong>en</strong> goed contact tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> begeleiders, vind<strong>en</strong> ouders het belangrijk<br />

begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als h<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de informatie te gev<strong>en</strong> over het kind.<br />

Drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> voor al dan niet betrokk<strong>en</strong>heid<br />

Niet actief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn (cf. red<strong>en</strong> om niet aanwezig te zijn of niet mee te help<strong>en</strong>) is in sterke mate<br />

ingegev<strong>en</strong> vanuit de w<strong>en</strong>s zich niet te will<strong>en</strong> moei<strong>en</strong> met de vrije tijd van het kind. Ook de overtuiging<br />

dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> niet betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn, wordt frequ<strong>en</strong>t aangeduid (vooral door ouders met e<strong>en</strong> kind<br />

in e<strong>en</strong> jaarwerking).<br />

Opmerkelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> die ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking aanstipp<strong>en</strong>, zijn het niet wet<strong>en</strong><br />

dat de organisatie ouders kan gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijdsgebrek. Onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis wordt in meerdere mate<br />

aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Tijdsgebrek leeft sterker bij ouders met e<strong>en</strong><br />

kind in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> met kinder<strong>en</strong> in de oudste leeftijdsgroep<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ‘dat het kind<br />

dat niet wil’ in meerdere mate aan <strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> in die zin aan bij de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van het kind. Deze red<strong>en</strong> wordt<br />

overig<strong>en</strong>s ook sterker aangeduid door respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond.<br />

Waarover will<strong>en</strong> ouders meer informatie? Waarover will<strong>en</strong> ouders meebesliss<strong>en</strong>?<br />

Op welke domein<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders inspraak? Thema’s waarover ouders informatie will<strong>en</strong>, zijn vooral<br />

het soort activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> in de werking. Vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> in de<br />

oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> aan regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> belang. Bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongere<br />

leeftijdsgroep<strong>en</strong> komt ook de nood aan informatie over de groepssam<strong>en</strong>stelling naar vor<strong>en</strong>.<br />

Voor vakantiewerking<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ouders nog aan geïnformeerd te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de infrastructuur<br />

(gebouw<strong>en</strong>/lokal<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de organisatie van de dag. Gaat het specifiek over meebesliss<strong>en</strong>, dan wordt<br />

107


hoe de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevoed, sterker beklemtoond. We zi<strong>en</strong> voor dit item e<strong>en</strong> verband met ge<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong>ervaring hebb<strong>en</strong>.<br />

Waartoe zijn ouders bereid mee te help<strong>en</strong>?<br />

Meehelp<strong>en</strong> gaat voor ouders vooral om occasionele zak<strong>en</strong>. Help<strong>en</strong> bij de dagelijkse werking hoeft voor<br />

het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond zijn daartoe meer bereid.<br />

Over alle items he<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> sterkere bereidheid om mee te help<strong>en</strong> bij ouders die de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

invuld<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kind dat deelneemt aan e<strong>en</strong> jaarwerking. Ook het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<br />

vertaalt zich in e<strong>en</strong> grotere bereidheid tot hulp (o.a. occasionele hulp, klusjes do<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp bij uitstapp<strong>en</strong>).<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

Uit de kwantitatieve data kom<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de thema’s naar vor<strong>en</strong>, die we in de literatuur <strong>en</strong> in de<br />

kwalitatieve bevraging bevestigd of uitgediept zi<strong>en</strong>.<br />

Jeugdwerk voor <strong>en</strong> door jeugd?<br />

De data gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd beeld van ouderbetrokk<strong>en</strong>heid. Jeugdbegeleiders gev<strong>en</strong> in de kwalitatieve<br />

bevraging te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ze de ondersteuning door ouders belangrijk vind<strong>en</strong>, maar gev<strong>en</strong> daar ook gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

bij aan. <strong>Ouders</strong> betrekk<strong>en</strong> is minder w<strong>en</strong>selijk wanneer dit zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ouders zich te veel moei<strong>en</strong><br />

met activiteit<strong>en</strong> of manier van werk<strong>en</strong>. Of zoals e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner verwoordt:<br />

“Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is altijd heel hard zoek<strong>en</strong> naar waar het naartoe gaat.” (e<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong>ondersteuner)<br />

Jeugdwerkondersteuners b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> sterk de id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>. De kracht van het <strong>jeugdwerk</strong><br />

is net dat jonger<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> waar ze (pedagogisch) naartoe will<strong>en</strong>. De ouderdata ondersteun<strong>en</strong> dit. <strong>Ouders</strong><br />

will<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min e<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>de of stur<strong>en</strong>de rol opnem<strong>en</strong>.<br />

“Als je je aansluit bij e<strong>en</strong> organisatie, dan ga je akkoord met de werking. Het is niet aan de ouders<br />

om de ding<strong>en</strong> te verander<strong>en</strong>. Het is niet aan de ouders om dit te verander<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

<strong>Ouders</strong> hoev<strong>en</strong> niet zozeer betrokk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> bij de dagelijkse werking of aanwezig te zijn op activiteit<strong>en</strong>.<br />

Wel will<strong>en</strong> ouders geïnformeerd word<strong>en</strong>. Dat vraagt grondige reflectie over wat, op welke manier <strong>en</strong><br />

wanneer gecommuniceerd wordt. Schriftelijke communicatie kan bijvoorbeeld werk<strong>en</strong> voor niet-kansarme<br />

ouders. Kansarme ouders blijk<strong>en</strong> meer baat te hebb<strong>en</strong> bij telefonisch contact. Bed<strong>en</strong>k daarbij dat te veel<br />

informatie net tot bezorgdheid kan leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ook extra aandacht besteed moet word<strong>en</strong> aan wat het<br />

kind of de jongere wil. Vanuit ouderperspectief kiez<strong>en</strong> sommige ouders er bewust voor niet betrok<strong>en</strong> te<br />

zijn omdat hun kind dat niet wil of omdat vrije tijd net ‘kinds’ moet blijv<strong>en</strong>. De kwalitatieve bevraging bij<br />

jonger<strong>en</strong> bevestigt dat. De rol van het kind in betrokk<strong>en</strong>heid kan ook in positieve zin werk<strong>en</strong>.<br />

[Waarom vind je het belangrijk om mee te help<strong>en</strong>?]<br />

“Ik heb eig<strong>en</strong>lijk interesse, omdat je ziet dat je kind ook interesse heeft voor zijn hobby. En daar<br />

wil ik ook bij betrokk<strong>en</strong> zijn.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

108


Tweerichtingsverkeer?<br />

De resultat<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dat verwachting<strong>en</strong> verdeeld zijn. Niet alle ouders uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s tot betrokk<strong>en</strong>heid<br />

omdat ze daar bewust voor kiez<strong>en</strong> (cf. niet will<strong>en</strong>) of omdat ze daar niet de mogelijkheid toe hebb<strong>en</strong> (cf.<br />

niet kunn<strong>en</strong>). Vanuit die optiek is het aangewez<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de na te gaan of ouders effectief betrokk<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> zijn, naar ouderbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> will<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. Inspanning<strong>en</strong> lon<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel wanneer ouders<br />

er behoefte aan hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> overtuigd zijn van de meerwaarde.<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid vraagt e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t. De op<strong>en</strong> bevraging<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de zorg te<br />

bested<strong>en</strong> aan de reikwijdte van participatie. Je m<strong>en</strong>ing zegg<strong>en</strong> zonder dat er effectief iets mee gebeurt,<br />

leidt tot frustratie.<br />

[oudercomité] Ik ga niet meer. De ding<strong>en</strong> die ik niet goed vind, verander<strong>en</strong> ze toch niet. We hebb<strong>en</strong><br />

te mak<strong>en</strong> met jeugdige onbezonn<strong>en</strong>heid van leiding.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Vanuit die optiek is te begrijp<strong>en</strong> dat veel ouders het belangrijk vind<strong>en</strong> dat begeleiders de input van ouders<br />

ter harte nem<strong>en</strong> (cf. e<strong>en</strong> goede begeleider past de werking aan klacht<strong>en</strong> of opmerking<strong>en</strong> van ouders aan).<br />

Inspraak mogelijk mak<strong>en</strong> vraagt met andere woord<strong>en</strong> draagkracht om er effectief iets mee te do<strong>en</strong> of er<br />

op zijn minst mee rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Verregaande inspraak bij de totstandkoming van beslissing<strong>en</strong> over<br />

de werking hoeft niet noodzakelijk.<br />

<strong>Ouders</strong> verwacht<strong>en</strong> veel van begeleiders <strong>en</strong> de <strong>jeugdwerk</strong>ing, maar will<strong>en</strong> ouders ook zelf inspanning<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong>? <strong>Ouders</strong> vind<strong>en</strong> het bijvoorbeeld belangrijk om begeleiders in te licht<strong>en</strong> of ze uit<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om op<br />

ouderavond<strong>en</strong> aanwezig te zijn. Jeugdbegeleiders gev<strong>en</strong> daarbij <strong>en</strong>kele knelpunt<strong>en</strong> aan. Niet alle ouders<br />

gev<strong>en</strong> door wat ‘de beste handleiding’ is van hun kind. Dat kan e<strong>en</strong> bewuste keuze zijn. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld<br />

aan ouders die aan de kampleiding bewust niet doorgev<strong>en</strong> dat hun kind medicatie neemt, vanuit de<br />

109


uitdrukkelijke overtuiging dat e<strong>en</strong> kind op kamp medicatievrij moet zijn. De ‘match’ met de waard<strong>en</strong> van<br />

de ouder is met andere woord<strong>en</strong> niet altijd evid<strong>en</strong>t.<br />

Ge<strong>en</strong> standaard aanpak<br />

Bepaalde groep<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> extra aandacht. Over al de data he<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> voor diverse items de ouders<br />

van jongere kinder<strong>en</strong> sterker betrokk<strong>en</strong> te zijn dan de ouders van oudere kinder<strong>en</strong>. Dat is logisch. Vooral<br />

ouders van kleine kinder<strong>en</strong> staan in nauw contact met de <strong>jeugdwerk</strong>ers <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>begeleiders. Ook<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere betrokk<strong>en</strong>heid (bv. bereidheid tot meehelp<strong>en</strong>).<br />

Jeugdbegeleiders <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>ondersteuners wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mogelijke valkuil. Het eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader<br />

van bijvoorbeeld oud-leiding (‘in mijn tijd was het beter’) kan de werking belemmer<strong>en</strong>. Uit de surveydata<br />

blijkt dat het ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> meer gematigd verhaal betreft. De verwachting<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> over bijvoorbeeld meebesliss<strong>en</strong> of informatie krijg<strong>en</strong> zijn gematigder dan bij<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder <strong>jeugdwerk</strong>ervaring.<br />

In dat kader br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de diversiteit aan <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong>heid onder de aandacht.<br />

Betrokk<strong>en</strong>heid blijkt in jaarwerking<strong>en</strong> gemakkelijker tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dan in vakantiewerking<strong>en</strong>. De<br />

praktijkbevraging leert dat vakantiewerking<strong>en</strong> niet steeds de mogelijkheid hebb<strong>en</strong> tot veel contact of<br />

betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> dat vooral om praktische red<strong>en</strong><strong>en</strong>. De surveydata, ev<strong>en</strong>als de kwalitatieve gezinsbevraging,<br />

bevestig<strong>en</strong> dat.<br />

“Als je kind(er<strong>en</strong>) maar 1 keer per jaar mee op kamp gaan, dan voel je je minder betrokk<strong>en</strong>. Het is<br />

eerder e<strong>en</strong> klantgevoel dat je e<strong>en</strong> heel goed kamp voor je kind kan ‘kop<strong>en</strong>’. Dit is niet hetzelfde<br />

gevoel als bij e<strong>en</strong> jeugdbeweging waar je elke week komt.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

“De leiding van de zomerkamp<strong>en</strong> wisselt uiteraard elk jaar. Je k<strong>en</strong>t h<strong>en</strong> niet, onvoldo<strong>en</strong>de op<br />

voorhand. Info wordt per briefwisseling doorgegev<strong>en</strong>. Is er de mogelijkheid om bijvoorbeeld op het<br />

voorafgaande infomom<strong>en</strong>t ook e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismaking met de monitor<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>? Dan kan je<br />

ev<strong>en</strong>tueel belangrijke info persoonlijk doorgev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat geeft mogelijks iets meer vertrouw<strong>en</strong> op<br />

voorhand.” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

<strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond uit<strong>en</strong> sterkere verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid<br />

(cf. relatie met de begeleider) <strong>en</strong> uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere w<strong>en</strong>s tot betrokk<strong>en</strong>heid in de dagdagelijkse<br />

werking. Mogelijks is er e<strong>en</strong> verband met de doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong>. Uit de praktijkverhal<strong>en</strong> van<br />

bijvoorbeeld werking<strong>en</strong> maatschappelijk kwetsbare jeugd (WMKJ’s) kom<strong>en</strong> de grote inspanning<strong>en</strong> inzake<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>:<br />

“Bij ons gebeurt dat anders. Mogelijks vooral omdat we met kansarme ouders werk<strong>en</strong>. Voor ons<br />

is het wel belangrijk dat ouders zoveel mogelijk ons pedagogisch project k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dit br<strong>en</strong>gt veel<br />

discussies, maar het blijft belangrijk dat ze zo veel mogelijk betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong> we meewerk<strong>en</strong><br />

aan opvoed<strong>en</strong>, aan kans<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> de ouders betrokk<strong>en</strong> zijn. Ze moet<strong>en</strong> mee zijn met<br />

hoe we ding<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong>, anders gaat het ge<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong>.” (e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>begeleider)<br />

110


111


10 PARTICIPATIE-ERVARINGEN<br />

In de vorige hoofdstukk<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeerd<strong>en</strong> we de verwachting<strong>en</strong> van ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (jeugd)<br />

organisaties <strong>en</strong> begeleiders <strong>en</strong> hun houding teg<strong>en</strong>over betrokk<strong>en</strong>heid. Dit hoofdstuk bespreekt de<br />

ervaring<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong> bij ouders. Lost <strong>jeugdwerk</strong> de verwachting<strong>en</strong> van ouders in? Eerst gaan we in<br />

op de tevred<strong>en</strong>heid van ouders over het <strong>jeugdwerk</strong> waaraan hun kind participeert. Vervolg<strong>en</strong>s beschrijv<strong>en</strong><br />

we wat volg<strong>en</strong>s ouders (nog) beter kan, welke zak<strong>en</strong> ze veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

“Soms ‘og<strong>en</strong>’ de monitor<strong>en</strong> erg jong <strong>en</strong> onervar<strong>en</strong>. Als ouder weet je wel dat ze e<strong>en</strong> cursus gevolgd<br />

hebb<strong>en</strong>, maar hoe kan je hier als ouder meer zicht op krijg<strong>en</strong>?” (e<strong>en</strong> ouder)<br />

Tevred<strong>en</strong>heid<br />

In de parallelversies deelname jaar <strong>en</strong> deelname vakantiewerking werd gepeild naar tevred<strong>en</strong>heid. Omwille<br />

van de grote werkvormverschill<strong>en</strong> zuiverd<strong>en</strong> we verder uit naar werkvorm. We vroeg<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking om hun tevred<strong>en</strong>heid te scor<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vakantiekamp, dan wel de<br />

speelpleinwerking.<br />

Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong> (deelname jaar, deelname vakantie<br />

of speelpleinwerking), is telk<strong>en</strong>s 87% of meer tevred<strong>en</strong> tot heel tevred<strong>en</strong> over die werking (zie Tabel<br />

43). De subcategorie ‘heel tevred<strong>en</strong>’ is iets sterker uitgesprok<strong>en</strong> in de groep deelname jaar <strong>en</strong> deelname<br />

vakantiekamp dan in de groep deelname speelpleinwerking.<br />

112


Tabel 43: Mate van tevred<strong>en</strong>heid naar deelname (N = 188) (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Nee, heel ontevred<strong>en</strong> 0.2 0.0 0.5<br />

Nee, ontevred<strong>en</strong> .07 0.5 0.0<br />

Niet tevred<strong>en</strong> maar ook niet ontevred<strong>en</strong> 4.5 3.9 12.8<br />

Ja, tevred<strong>en</strong> 46.0 33.6 51.1<br />

Ja, heel tevred<strong>en</strong> 48.5 62.0 35.6<br />

Totaal % 100 100 100<br />

Totaal N 404 432 188<br />

De diverse ouderk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> noch in de jaarwerkingsgroep, noch in de vakantiewerkingsgroep<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong> in tevred<strong>en</strong>heid. Er blijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> naargelang van de migratie<strong>en</strong><br />

kansarmoedeachtergrond, noch naargelang van de leeftijd van het kind of het <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> van<br />

de ouder.<br />

Behoefte aan verandering<br />

Onafhankelijk van tevred<strong>en</strong>heid vroeg<strong>en</strong> we of de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>aanbod<br />

veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Parallel aan verwachting<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> diverse aspect<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gaande van het<br />

aanbod (activiteit<strong>en</strong>, bereikbaarheid, kostprijs, infrastructuur) over begeleiding (k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van begeleiders<br />

als organisatorische aspect<strong>en</strong>) tot de relatie met ouders. Gelijkaardig aan tevred<strong>en</strong>heid werd e<strong>en</strong> verdere<br />

differ<strong>en</strong>tiatie aangebracht naargelang van de vakantiewerkvorm (cf. vakantiekamp of speelpleinwerking).<br />

ALGEMENE BEVINDINGEN<br />

Uit het voorgaande punt kwam de ‘hoge’ tevred<strong>en</strong>heid naar vor<strong>en</strong>. Dat ouders tevred<strong>en</strong> zijn, sluit de w<strong>en</strong>s<br />

naar verandering echter niet uit. Tot 40% van de ouders will<strong>en</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong> veranderd zi<strong>en</strong> (zie<br />

Tabel 44). Naargelang van de werkvorm word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gelegd.<br />

113


Tabel 44: W<strong>en</strong>s tot verandering naar deelname (% ouders dat aangeeft (absoluut) verandering te will<strong>en</strong>)<br />

Ik wil... DEELNAME JAAR DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

meer verschill<strong>en</strong>de ‘soort<strong>en</strong>’ activiteit<strong>en</strong> die<br />

ze do<strong>en</strong> met mijn kind<br />

activiteit<strong>en</strong>/kamp<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> plaats waar<br />

mijn kind(er<strong>en</strong>) al andere activiteit<strong>en</strong> do<strong>en</strong><br />

vervoer van <strong>en</strong> naar activiteit<strong>en</strong>/kamp of<br />

br<strong>en</strong>g- <strong>en</strong> ophaalplaats<br />

N % N % N %<br />

396 24.3 419 19.1 179 30.2 *f<br />

389 8.7 417 6.3 175 12.0<br />

389 8.0 416 25.7 176 14.2 *d f<br />

goedkopere activiteit<strong>en</strong> 396 11.9 *d e<br />

goedkopere kamp<strong>en</strong> 418 36.4<br />

goedkopere werking (bv. dagprijs) 177 24.3<br />

meer materiaal 394 25.1 414 9.7 177 36.8 *d f<br />

beter materiaal 392 28.8 416 10.4 176 34.1 *d f<br />

activiteit<strong>en</strong> beter aangepast aan de leeftijd<br />

van mijn kind<br />

391 11.2 416 8.4 177 23.7 *e f<br />

oudere begeleiders 393 10.0 414 8.4 177 19.7 *f<br />

beter opgeleide begeleiders 389 22.4 416 14.2 176 30.6 *d f<br />

meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders<br />

begeleiders die ook andere tal<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

dan Nederlands<br />

387 23.3 417 27.3 174 24.2<br />

377 3.5 409 5.1 172 2.9<br />

meer inspraak 384 4.7 415 2.1 174 2.9<br />

meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> die ze<br />

do<strong>en</strong> met mijn kind<br />

390 30.5 414 30.4 175 38.3<br />

meer begeleiders 393 12.0 413 6.7 174 17.8 *d f<br />

meer begeleiders met dezelfde achtergrond<br />

als mijn kind<br />

387 2.4 412 1.9 174 2.9<br />

veiliger lokal<strong>en</strong> 392 24.2 175 18.2 *d f<br />

veiliger omgeving/kampplaats 413 9.4<br />

opvang voor <strong>en</strong> na de activiteit<strong>en</strong> 385 6.8 175 32.0 *e f<br />

opvang voor <strong>en</strong> na kamp 413 13.8<br />

ur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij mijn<br />

werksituatie<br />

kamp<strong>en</strong> in periodes die beter aansluit<strong>en</strong> bij<br />

mijn werksituatie<br />

388 8.5 175 26.8 *e f<br />

412 14.9<br />

Andere 75 17.3 62 21.0 30 10.0<br />

De hoogste scores staan vet gedrukt. Items die significant verschill<strong>en</strong> naargelang van de groep<strong>en</strong>, staan aangeduid<br />

met e<strong>en</strong> * (p


Het hoogste aandeel veranderingsvoorstell<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> we op voor het aspect informatie over de activiteit<strong>en</strong><br />

(30.4% deelname jaar, 30.5% deelname vakantiekamp, 38.3% deelname speelpleinwerking). Voor ouders<br />

met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking vult de w<strong>en</strong>s tot meer <strong>en</strong> beter materiaal het lijstje aan (25.1% meer<br />

materiaal, 28.8% beter materiaal). Veiligere lokal<strong>en</strong> staat niet in de top drie (cf. hoogste aandeel ouders<br />

dat dat veranderd wil zi<strong>en</strong>), maar wordt significant belangrijker geacht door ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />

jaarwerking dan ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> vakantiewerking. Dat verschil stelt zich vooral t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

organisaties voor vakantiekamp<strong>en</strong> (p


Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> zijn in deze drie groep<strong>en</strong> sterker vrag<strong>en</strong>de partij dan<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>. Voor de groep deelname jaar is dat aandeel 38.7% teg<strong>en</strong>over<br />

28.6%, voor de groep deelname vakantiekamp 38.8% teg<strong>en</strong>over 27.3% <strong>en</strong> voor de groep speelpleinwerking<br />

48.7% teg<strong>en</strong>over 35.1%.<br />

In de groep deelname vakantiewerking<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> ook hun<br />

nood aan beter opgeleide begeleiders aan (vakantiekamp: p


deelname speelpleinwerking: p


Veranderingsvoorstell<strong>en</strong> voor speelpleinwerking<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de activiteit<strong>en</strong> (verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>, activiteit<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij de leeftijd van het kind), de omkadering van het<br />

aanbod (meer <strong>en</strong> beter materiaal, op<strong>en</strong>ingsur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij de eig<strong>en</strong> werkur<strong>en</strong>) <strong>en</strong> vooral de<br />

begeleiding (meer, maar ook oudere <strong>en</strong> beter opgeleide begeleiders).<br />

Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> voor<br />

verschill<strong>en</strong>de items sterker de w<strong>en</strong>s tot verandering.<br />

Verdiep<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kansarmoedeachtergrond <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet<br />

alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer uitgesprok<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het <strong>jeugdwerk</strong>, maar ook over<br />

wat ze veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Eerder verwez<strong>en</strong> we naar de manier waarop de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevraagd<br />

werd<strong>en</strong> als mogelijke verklaring. In relatie tot kansarmoede blijft ev<strong>en</strong>wel de vraag bestaan of deze groep<br />

misschi<strong>en</strong> andere nod<strong>en</strong> ervaart t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassepubliek. Jeugdwerk wordt immers nog<br />

overweg<strong>en</strong>d gelinkt aan e<strong>en</strong> ‘wit’ midd<strong>en</strong>klass<strong>en</strong>publiek.<br />

Belang van informatie<br />

<strong>Ouders</strong> gev<strong>en</strong> vooral aan meer informatie te will<strong>en</strong> over de activiteit<strong>en</strong>. Tijdig <strong>en</strong> juiste informatie blijft e<strong>en</strong><br />

heikel punt. In de kwalitatieve <strong>en</strong> de kwantitatieve bevraging van ouders blijkt dit vooral gew<strong>en</strong>st te zijn voor<br />

uur- of inhoudswijziging<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong>. Ook de tijdstipp<strong>en</strong> van inschrijving voor vakantiewerking<strong>en</strong><br />

(m.i.v. kamp<strong>en</strong> in reguliere werking<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> gehekeld. Gelinkt aan eerdere discussies over ouderbetrokk<strong>en</strong>heid,<br />

vormt het voldo<strong>en</strong>de op de hoogte houd<strong>en</strong> van de ouders met kinder<strong>en</strong> in de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

uitdaging. Hoewel sterker b<strong>en</strong>adrukt door de ouders van kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep, geeft ook 63%<br />

van de ouders met ti<strong>en</strong>ers (twaalf plus) aan meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> te will<strong>en</strong>.<br />

Verwachting<strong>en</strong> begeleider<br />

Eerder besprak<strong>en</strong> we diverse verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie, de begeleiders <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid.<br />

Word<strong>en</strong> deze verwachting<strong>en</strong> vervuld? De combinatie van de verwachtingsvraag met de veranderingsvraag<br />

kan ons e<strong>en</strong> indicatie gev<strong>en</strong>.<br />

Over al de parallelversies he<strong>en</strong> geeft ongeveer e<strong>en</strong> vierde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan meer contact met e<strong>en</strong><br />

begeleider te will<strong>en</strong>. Hoewel ze dat aspect veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, blijkt het contact met e<strong>en</strong> begeleider<br />

(cf. slecht contact met begeleiding van mijn kind) niet door te weg<strong>en</strong> als drempel voor verdere deelname.<br />

Slechts één ouder gaf dit aan als e<strong>en</strong> mogelijke red<strong>en</strong> om te stopp<strong>en</strong>.<br />

Hoe kan dat contact dan verlop<strong>en</strong>? Zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders<br />

will<strong>en</strong> ook te vind<strong>en</strong> voor formele contactmogelijkhed<strong>en</strong>?<br />

E<strong>en</strong> eerste richting van antwoord vind<strong>en</strong> we door het kruis<strong>en</strong> van de w<strong>en</strong>s tot meer contact met begeleiders<br />

met de bereidheid tot deelname aan ouderavond<strong>en</strong> die dergelijk contact in principe mogelijk mak<strong>en</strong> (zie<br />

Tabel 45). De linkerkolom geeft het aantal ouders aan die verandering will<strong>en</strong>. Het aandeel ouders van die<br />

groep die ook will<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan ouderavond<strong>en</strong> (bv. 81.7% van 71), staat in de rechter kolom. We merk<strong>en</strong><br />

op dat de aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de ouders weerspiegel<strong>en</strong> die beide vrag<strong>en</strong> invuld<strong>en</strong>.<br />

118


Tabel 45: W<strong>en</strong>s verandering meer contact met begeleiders naar deelname ouderavond<strong>en</strong> (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Ik wil meer ….<br />

mogelijkhed<strong>en</strong><br />

tot contact<br />

met e<strong>en</strong><br />

begeleider<br />

Van ouders die<br />

aangev<strong>en</strong> voor<br />

dit aspect<br />

verandering te<br />

will<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />

in de<br />

toekomst (%)<br />

Van ouders die<br />

aangev<strong>en</strong> voor<br />

dit aspect<br />

verandering te<br />

will<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />

in de<br />

toekomst (%)<br />

Van ouders die<br />

aangev<strong>en</strong> voor<br />

dit aspect<br />

verandering te<br />

will<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t deelnem<strong>en</strong><br />

in de<br />

toekomst (%)<br />

71 81.7 94 60.6 37 67.6<br />

Meer contact will<strong>en</strong> met begeleiders wordt t<strong>en</strong> dele gedekt door de w<strong>en</strong>s om deel te nem<strong>en</strong> aan<br />

ouderavond<strong>en</strong>. Van de ouders die meer mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact will<strong>en</strong> met begeleiders, wil 60.6 %<br />

(deelname vakantiekamp) tot 81.7% (deelname jaarwerking) dergelijke bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> bijwon<strong>en</strong>. Dat kan<br />

erop wijz<strong>en</strong> dat begeleiders <strong>en</strong> organisaties, zeker bij vakantiewerking<strong>en</strong>, andere kanal<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong><br />

om ouders te bereik<strong>en</strong>.<br />

Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />

Het kruis<strong>en</strong> van de items ‘betrokk<strong>en</strong>heid’ aan de veranderingsvraag wijst op e<strong>en</strong> redelijke tevred<strong>en</strong>heid (zie<br />

Tabel 46). Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> inspraakitems belangrijk te vind<strong>en</strong> (cf. (helemaal) akkoord<br />

zijn met de stelling dat ze dit aspect belangrijk vind<strong>en</strong>) geeft slechts e<strong>en</strong> minderheid (tot maximum 20%)<br />

aan meer inspraak te will<strong>en</strong>. Het grootste aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is terug te vind<strong>en</strong> bij het item ‘mee<br />

kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>’. Dat roept de vraag op of zij die effectief betrokk<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zijn, meer <strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere eis<strong>en</strong><br />

over inspraak hebb<strong>en</strong>.<br />

Tabel 46: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer inspraak (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Ik vind het<br />

belangrijk ….<br />

dat ik informatie<br />

krijg over de keuzes<br />

die de organisatie<br />

maakt<br />

dat ik mijn m<strong>en</strong>ing<br />

kan vertell<strong>en</strong><br />

dat ik mee kan<br />

besliss<strong>en</strong><br />

Van ouders die<br />

dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

inspraak (%)<br />

Van ouders die<br />

dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

inspraak (%)<br />

Van ouders die<br />

dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

inspraak (%)<br />

181 6.1 219 1.8 103 1.9<br />

159 7.5 124 5.6 53 3.8<br />

47 19.1 25 20.0 12 16.7<br />

119


Dit patroon is meer g<strong>en</strong>uanceerd wanneer we kruis<strong>en</strong> met het item ‘meer informatie will<strong>en</strong> over de<br />

activiteit<strong>en</strong>’ (zie Tabel 47). Van de ouders die belang hecht<strong>en</strong> aan betrokk<strong>en</strong>heid, wil de (overgrote)<br />

meerderheid ouders dat niet veranderd zi<strong>en</strong>. Het aandeel ouders die dat wel w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, loopt sterker op.<br />

Vooral ouders die mee will<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>, ervar<strong>en</strong> sterker e<strong>en</strong> tekort aan informatie. Tot zo’n kleine 60% van<br />

de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> speelpleinwerking die ‘informatie krijg<strong>en</strong>’ belangrijk vind<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> aan meer<br />

informatie te will<strong>en</strong>.<br />

Tabel 47: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Ik vind het<br />

belangrijk ….<br />

dat ik info krijg<br />

over de keuzes<br />

die de organisatie<br />

maakt<br />

dat ik mijn<br />

m<strong>en</strong>ing kan<br />

vertell<strong>en</strong><br />

dat ik mee kan<br />

besliss<strong>en</strong><br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />

over de<br />

activiteit<strong>en</strong> (%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />

over de<br />

activiteit<strong>en</strong> (%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer informatie<br />

over de<br />

activiteit<strong>en</strong> (%)<br />

183 35.0 218 34.9 104 41.3<br />

161 31.7 123 37.4 54 37.0<br />

48 41.7 25 52.0 12 58.3<br />

Gelinkt aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, is ook het eerder besprok<strong>en</strong> item naar meer contactmogelijkhed<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> begeleider zinvol. Uit de analyses blijkt, parallel aan de inspraakbevinding<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> relatieve tevred<strong>en</strong>heid<br />

over contactmogelijkhed<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> begeleider (zie Tabel 48).<br />

Tabel 48: Verwachting<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid naar w<strong>en</strong>s verandering meer contact met begeleiders (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Ik vind het<br />

belangrijk ….<br />

dat ik info krijg over<br />

de keuzes die de<br />

organisatie maakt<br />

dat ik mijn m<strong>en</strong>ing<br />

kan vertell<strong>en</strong><br />

dat ik mee kan<br />

besliss<strong>en</strong><br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

contact met<br />

begeleiders (%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

contact met<br />

begeleiders (%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t meer<br />

contact met<br />

begeleiders (%)<br />

181 26.5 219 31.1 102 25.5<br />

161 24.8 123 31.7 52 23.1<br />

49 26.5 25 48.0 12 41.7<br />

120


Van de ouders die betrokk<strong>en</strong>heid belangrijk vind<strong>en</strong>, geeft telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vierde tot e<strong>en</strong> derde aan meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot contact met begeleiders te will<strong>en</strong>. In de groep deelname vakantiekamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep<br />

deelname speelpleinwerking loopt dit aandeel op van 23% tot net ge<strong>en</strong> meerderheid. Van de ouders die<br />

de w<strong>en</strong>s uit<strong>en</strong> om mee te kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>, geeft toch ongeveer de helft van de ouders van de groep<br />

deelname vakantiekamp aan dat ze meer contactmogelijkhed<strong>en</strong> will<strong>en</strong> met de begeleiders.<br />

Verwachting<strong>en</strong> organisatie<br />

Tot slot zoom<strong>en</strong> we verder in op <strong>en</strong>kele kwaliteitscriteria. Analyses over de bereikbaarheid lever<strong>en</strong><br />

omwille van de kleine aantall<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> op. De kostprijs is vooral e<strong>en</strong> struikelblok<br />

bij vakantiewerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan vooral bij kamp<strong>en</strong> (zie Tabel 49). Van het aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die dit<br />

item (heel) belangrijk vind<strong>en</strong>, wil e<strong>en</strong> kleine minderheid van ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking dat<br />

effectief veranderd zi<strong>en</strong>. Voor vakantiekamp<strong>en</strong> geeft de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan dat dit effectief<br />

goedkoper kan.<br />

Tabel 49: Verwachting kostprijs naar w<strong>en</strong>s verandering goedkopere activiteit<strong>en</strong> (%)<br />

DEELNAME JAAR<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

KAMP<br />

DEELNAME VAKANTIE,<br />

SPEELPLEIN<br />

Het kost me<br />

weinig of<br />

niets<br />

Van ouders die<br />

dit aspect (heel)<br />

belangrijk vind<strong>en</strong><br />

… (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t dit ook<br />

veranderd zi<strong>en</strong><br />

(%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

(heel) belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t dit ook<br />

veranderd zi<strong>en</strong><br />

(%)<br />

Van ouders<br />

die dit aspect<br />

(heel) belangrijk<br />

vind<strong>en</strong> … (N)<br />

… wil zoveel<br />

proc<strong>en</strong>t dit<br />

ook veranderd<br />

zi<strong>en</strong> (%)<br />

83 13.3 77 48.1 43 27.9<br />

121


122


11 CONCLUSIES, DISCUSSIEPUNTEN EN AANBEVELINGEN<br />

Situering <strong>en</strong> opzet van het onderzoek<br />

De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is over het <strong>jeugdwerk</strong> in Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van onderzoek<strong>en</strong> gevoerd. In al deze<br />

onderzoek<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar de werking<strong>en</strong>, de (professionele <strong>en</strong> vrijwillige) begeleiding <strong>en</strong> de<br />

deelnem<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> perspectief dat tot op hed<strong>en</strong> weinig aandacht kreeg, is dat van de<br />

ouders. Nochtans zijn ouders mee bepal<strong>en</strong>d voor de deelname van kinder<strong>en</strong> aan de vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>,<br />

waaronder ook het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Dit onderzoek focust op de wijze waarop ouders, met of zonder kinder<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>, zich tot<br />

het <strong>jeugdwerk</strong> verhoud<strong>en</strong>. Het onderzoek br<strong>en</strong>gt in kaart hoe ouders <strong>jeugdwerk</strong> ervar<strong>en</strong> (cf. mate van<br />

tevred<strong>en</strong>heid), wat ze ervan verwacht<strong>en</strong> (cf. kwaliteitsvereist<strong>en</strong>), maar ook hoe ouders betrokk<strong>en</strong> (will<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>) zijn bij het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

In opdracht van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd, stond<strong>en</strong> het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum<br />

Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee) <strong>en</strong> de onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek<br />

(KULeuv<strong>en</strong>) in voor de uitvoering van het onderzoek. Het onderzoeksrapport weerspiegelt de stem van 787<br />

ouders. Het mer<strong>en</strong>deel is via e<strong>en</strong> websurvey bevraagd, aangevuld met e<strong>en</strong> face-to-facebevraging bij ouders met<br />

e<strong>en</strong> migratie- of kansarmoedeachtergrond. In de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep zijn verteg<strong>en</strong>woordigd: ouders met kinder<strong>en</strong><br />

die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> jaarwerking (bv. lidmaatschap of regelmatige deelname aan activiteit<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> het<br />

jaar), ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vakantiewerking (bv. e<strong>en</strong> vakantiekamp, de speelpleinwerking)<br />

<strong>en</strong> ouders met kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong> aan het <strong>jeugdwerk</strong>. Met het oog op de vrag<strong>en</strong>lijstconstructie <strong>en</strong><br />

aanvull<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d voor de interpretatie van de resultat<strong>en</strong>, voerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kwalitatieve bevraging<br />

uit bij ouders <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (cf. ouder-kinddiades, ouder-kindtriades) <strong>en</strong> polst<strong>en</strong> we in focusgroep<strong>en</strong> naar de visie<br />

<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> van <strong>jeugdwerk</strong>actor<strong>en</strong> (professionele <strong>en</strong> vrijwillige ondersteuningsfigur<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders).<br />

Voor we ingaan op de belangrijkste conclusies, discussiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>, stipp<strong>en</strong> we het<br />

exploratieve karakter van de bevinding<strong>en</strong> aan. De ouder‘scores’ kunn<strong>en</strong> niet zonder meer als parameter<br />

voor de kwaliteit van het <strong>jeugdwerk</strong> in Vlaander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. De onderzoeksdata br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> vooral<br />

e<strong>en</strong> aantal sterktes in het vizier, maar wijz<strong>en</strong> ook op pot<strong>en</strong>tieel voor verdere ontwikkeling <strong>en</strong> verdieping.<br />

Analoog aan de diverse discussies in het <strong>jeugdwerk</strong> belicht<strong>en</strong> we in de onderstaande punt<strong>en</strong> de<br />

belangrijkste conclusies <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele discussiepunt<strong>en</strong> die uit de data naar bov<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. We schets<strong>en</strong> eerst<br />

de grote algem<strong>en</strong>e lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong> globaal. Bij uitgesprok<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> specifiër<strong>en</strong> we<br />

de bevinding<strong>en</strong> per deelgroep. Vervolg<strong>en</strong>s licht<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele uitdaging<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussiepunt<strong>en</strong> toe, die e<strong>en</strong><br />

vertaalslag krijg<strong>en</strong> in aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

Globale onderzoeksbevinding<strong>en</strong><br />

Bekijk<strong>en</strong> we de verwachting<strong>en</strong> van de ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>organisatie <strong>en</strong> hun begeleiders<br />

globaal, dan valt vooral de kindgerichte focus op. Dat het kind zich thuis voelt in de organisatie, dat de<br />

123


activiteit<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij de interesses van het kind <strong>en</strong> dat het kind er zelfstandig kan word<strong>en</strong>, zijn<br />

verwachting<strong>en</strong> die het hoogst gescoord word<strong>en</strong>.<br />

Inzake begeleidersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> vooral de items die betrekking hebb<strong>en</strong> op de omgang met het kind<br />

e<strong>en</strong>duidig hoog. Het betreft in het bijzonder de items die verwijz<strong>en</strong> naar de responsiviteit t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

het kind (bv. e<strong>en</strong> begeleider houdt rek<strong>en</strong>ing met de mogelijkhed<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> begeleider weet hoe<br />

hij/zij met moeilijke situaties moet omgaan). Over achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider (bv. leeftijd)<br />

zijn de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> meer verdeeld.<br />

Volledigheidshalve merk<strong>en</strong> we op dat deze bevinding<strong>en</strong> gestoeld zijn op data voor één van de kinder<strong>en</strong> van<br />

de respond<strong>en</strong>t. Het lijkt ons aannemelijk dat deze kindgerichte focus zich ook doorzet t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />

andere kinder<strong>en</strong> in het gezin. Afhankelijk van het geslacht, de leeftijd <strong>en</strong> het karakter van het kind kunn<strong>en</strong><br />

ouders mogelijks andere verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> één gezin kunn<strong>en</strong> zo, afgestemd op elk van de<br />

aanwezige kinder<strong>en</strong>, andere verwachting<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>.<br />

De kindgerichte focus zet zich in verschill<strong>en</strong>de andere onderzoeksbevinding<strong>en</strong> verder door. Zo heeft het kind<br />

e<strong>en</strong> grote zegg<strong>en</strong>schap in al dan niet deelname, al geldt dat niet of minder bij de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong>.<br />

De helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de niet-deelnem<strong>en</strong>de groep geeft bijvoorbeeld aan dat hun kind niet<br />

deelneemt omdat het kind dat zelf niet wil. Andere kindgerichte red<strong>en</strong><strong>en</strong> om niet deel te nem<strong>en</strong>, zijn<br />

zorg<strong>en</strong> over pesterij<strong>en</strong> in de organisatie, zorg<strong>en</strong> over de veiligheid van het kind <strong>en</strong> de vrees dat het kind<br />

niet g<strong>en</strong>oeg aandacht zou krijg<strong>en</strong>.<br />

De relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong> k<strong>en</strong>t veel verschill<strong>en</strong>de facett<strong>en</strong>, die echter niet e<strong>en</strong>duidig onderschrev<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Jeugdbegeleiders signaler<strong>en</strong> dat ouders e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>, maar te veel inm<strong>en</strong>ging in de<br />

activiteit<strong>en</strong> of de manier van werk<strong>en</strong> is niet w<strong>en</strong>selijk. De ouderdata ondersteun<strong>en</strong> dit. <strong>Ouders</strong> vind<strong>en</strong> het<br />

belangrijk geïnformeerd te word<strong>en</strong> over de keuzes van de organisatie (bv. regels <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>) <strong>en</strong> ze vind<strong>en</strong><br />

het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider de werking aanpast aan ev<strong>en</strong>tuele klacht<strong>en</strong>. Effectief meebesliss<strong>en</strong><br />

hoeft voor het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Daarbij is het belangrijk om op te merk<strong>en</strong> dat ook in de<br />

deelnamegroep e<strong>en</strong> groot aandeel ouders daarover onbeslist is (36% van de jaarwerkingsgroep; 29% van<br />

de vakantiewerkingsgroep) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein aandeel dat wel degelijk wil (respectievelijk 13% <strong>en</strong> 6%).<br />

Behoorlijk wat ouders zijn bereid om actief mee te help<strong>en</strong>, maar dat aandeel verschilt van groep tot groep<br />

(17% van de vakantiewerkingsgroep tot 51% van de niet-deelnamegroep). Meehelp<strong>en</strong> betreft daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong><br />

vooral occasionele zak<strong>en</strong> (bv. chauffeur voor e<strong>en</strong> uitstap, meehelp<strong>en</strong> bij activiteit<strong>en</strong>). Voor diverse items<br />

(o.a. bereidheid tot meehelp<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> uitstap) tek<strong>en</strong>t betrokk<strong>en</strong>heid zich sterker af bij ouders met kinder<strong>en</strong><br />

in de jongste leeftijdsgroep<strong>en</strong> (van vier tot zes jaar), dan bij de oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong>. Betrokk<strong>en</strong>heid bij<br />

de dagelijkse werking hoeft voor het mer<strong>en</strong>deel van de ouders niet. Dat neemt niet weg dat 20% daar wel<br />

degelijk bij betrokk<strong>en</strong> wil zijn.<br />

Opnieuw valt de kindgerichte insteek op. <strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> de geruststelling dat het kind het goed stelt op<br />

de werking. Zo vind<strong>en</strong> ouders bijvoorbeeld ‘informatie gev<strong>en</strong> aan de begeleiders over het kind’ e<strong>en</strong> van<br />

de belangrijkste items. Ook het item ‘begeleiders goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ onderschrijv<strong>en</strong> ouders als uitgesprok<strong>en</strong><br />

124


elangrijk. Daarnaast will<strong>en</strong> ouders zelf vooral informatie over het soort activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regels <strong>en</strong> de<br />

afsprak<strong>en</strong> in de werking. Op de vraag of er iets moet verander<strong>en</strong>, antwoordt om <strong>en</strong> bij 25% van de ouders<br />

dat ze meer contact will<strong>en</strong> met de begeleiders. Vooral ouders met e<strong>en</strong> ouder kind in e<strong>en</strong> speelpleinwerking<br />

gev<strong>en</strong> dat aan (tot 31.3% van de groep ouders met kinder<strong>en</strong> ouder dan twaalf jaar).<br />

Uit de bevinding<strong>en</strong> blijkt dat het kind mee het proces van betrokk<strong>en</strong>heid medieert. Minder sterk de<br />

nood ervar<strong>en</strong> om inspraak te hebb<strong>en</strong> of actief betrokk<strong>en</strong> te zijn, is in sterke mate ingegev<strong>en</strong> vanuit de<br />

overtuiging zich niet te moet<strong>en</strong> m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de vrije tijd van het kind. Vooral ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />

jaarwerking stell<strong>en</strong> dat. E<strong>en</strong> heel klein aandeel ouders (telk<strong>en</strong>s 5%) wil niet actief meehelp<strong>en</strong> omdat<br />

het kind dat niet wil. Dat tek<strong>en</strong>t zich vooral af bij ouders met kinder<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep twaalf plus.<br />

Telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vijfde van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> van de ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong><br />

vakantiewerking is ervan overtuigd dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> gewoon niet betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn.<br />

Globaal vall<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> aantal andere zak<strong>en</strong> op. Hoewel de algem<strong>en</strong>e lijn<strong>en</strong> over de deelnamegroep<strong>en</strong> (jaar<strong>en</strong><br />

vakantiewerking) <strong>en</strong> de groep niet-deelname gelijklop<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we toch e<strong>en</strong> aantal opmerkelijke verschill<strong>en</strong>.<br />

Over tal van domein<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, zoals de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie <strong>en</strong> de begeleiders,<br />

de w<strong>en</strong>selijkheid van betrokk<strong>en</strong>heid, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ouders van niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, in vergelijking met<br />

ouders van deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>duidig meer belang toe aan diverse items. In de deelnamegroep<br />

scoort e<strong>en</strong> groter aandeel ouders neutraal. We kom<strong>en</strong> hier later op terug bij de drempel ‘begrijpbaarheid’.<br />

De verschill<strong>en</strong> in de twee deelnamegroep<strong>en</strong> (jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking) weerspiegel<strong>en</strong> de diversiteit aan<br />

<strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong>. <strong>Ouders</strong> kijk<strong>en</strong> naar vakantiewerking<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> eerder consum<strong>en</strong>tgerichte insteek. De<br />

verwachting<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in vakantiewerking<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>, in verhouding tot jaarwerking<strong>en</strong>, sterker<br />

door naar kwaliteitscriteria zoals de veiligheid van de activiteit<strong>en</strong>, het in orde zijn van de gebouw<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>zovoort. Opmerkelijk is dat ouders t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> jaarwerking minder belang hecht<strong>en</strong> aan<br />

infrastructuur <strong>en</strong> veiligheid, maar verhoudingsgewijs wel sterker de veiligheid van bijvoorbeeld lokal<strong>en</strong><br />

veranderd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

Actief participer<strong>en</strong> (bv. meehelp<strong>en</strong> of aanwezig zijn bij activiteit<strong>en</strong>) wordt het minst uitgesprok<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van vakantiewerking<strong>en</strong>. Bij jaarwerking<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we daartoe meer w<strong>en</strong>s of bereidheid. <strong>Ouders</strong><br />

met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vakantiewerking gev<strong>en</strong> ook in beperktere mate aan dat ze het belangrijk vind<strong>en</strong><br />

begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Informatie krijg<strong>en</strong> wordt wel nog steeds belangrijk bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan vooral<br />

over de organisatie van de dag.<br />

In vakantiewerking<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we de eig<strong>en</strong>heid van de speelpleinwerking<strong>en</strong> op. De data bevestig<strong>en</strong> het<br />

‘praktijkbeeld’ dat ouders speelpleinwerking sterker zi<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van opvang. Veranderingsvoorstell<strong>en</strong><br />

op het niveau van beschikbaarheid scor<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d hoger in deze werkvorm. Dat komt onder meer tot<br />

uiting in items zoals ‘ik wil opvang voor <strong>en</strong> na activiteit<strong>en</strong>’ of ‘ik wil ur<strong>en</strong> die beter aansluit<strong>en</strong> bij mijn<br />

werksituatie’.<br />

Tot slot vraagt ook het onderscheid tuss<strong>en</strong> reguliere <strong>en</strong> doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> aandacht.<br />

Uit de praktijkverhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de face-to-facebevraging<strong>en</strong> blijkt dat ouders met e<strong>en</strong> migratie- of<br />

kansarmoedeachtergrond heel wat drempels ervar<strong>en</strong> in relatie tot het reguliere <strong>jeugdwerk</strong>. E<strong>en</strong> groot<br />

aandeel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratie- of kansarmoedeachtergrond werd gerekruteerd in doelgroepspecifieke<br />

werking<strong>en</strong>. Dat kan mede e<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong> waarom sommige drempels, zoals bereikbaarheid,<br />

125


wantrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort niet promin<strong>en</strong>ter in beeld kom<strong>en</strong>. Doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> daar<br />

immers reeds sterk op in. Het aandeel kwetsbare kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> reguliere werking is te klein om daarover<br />

diepgaande analyses te do<strong>en</strong>. Zonder uitspraak te do<strong>en</strong> over haalbaarheid of w<strong>en</strong>selijkheid, stipp<strong>en</strong> we<br />

aan dat ongeveer de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in reguliere werking<strong>en</strong> aangeeft dat <strong>jeugdwerk</strong> meer<br />

kan do<strong>en</strong> voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (cf. ‘Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer do<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> in armoede te<br />

bereik<strong>en</strong>’ of ‘Jeugdwerkinitiatiev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer do<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperking’).<br />

Pot<strong>en</strong>tieel voor verandering?<br />

Als ouders verandering will<strong>en</strong>, dan will<strong>en</strong> ze vooral meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> (tot 38%<br />

van de ouders over speelpleinwerking), meer <strong>en</strong>/of beter materiaal (respectievelijk 37% <strong>en</strong> 34.1% voor<br />

speelpleinwerking), goedkopere activiteit<strong>en</strong> (tot 36% voor vakantiekamp<strong>en</strong>) <strong>en</strong> meer contact met de<br />

begeleiders (tot 27% voor vakantiekamp<strong>en</strong>).<br />

In de welzijnssector zijn de vijf B’s (zie Hubeau & Parm<strong>en</strong>tier, 1991) gangbaar als graadmeter voor kwaliteit<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede toegankelijkheid. In de praktijk word<strong>en</strong> de ‘oorspronkelijke’ toegankelijkheidscriteria vaak<br />

aangevuld met ‘bek<strong>en</strong>dheid’ <strong>en</strong> ‘betrouwbaarheid’. Ze reik<strong>en</strong> ons e<strong>en</strong> nuttige kapstok aan om <strong>en</strong>kele lijn<strong>en</strong><br />

uit de data sam<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> er <strong>en</strong>kele discussiepunt<strong>en</strong> aan te koppel<strong>en</strong>.<br />

BETAALBAARHEID<br />

Kijk<strong>en</strong> we vanuit ouderperspectief naar de kostprijs, dan valt vooral de relatieve verdeeldheid op. 20 tot<br />

40% van de ouders vindt het belangrijk dat de werking weinig tot niets kost. Daarbij valt vooral het<br />

126


hoger aandeel ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> op. <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>d kind scor<strong>en</strong> iets<br />

gematigder. Gekoppeld aan achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is de kostprijs, zoals te verwacht<strong>en</strong>, sterker van tel voor<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond.<br />

In de deelnamegroep vindt 40% van de ouders <strong>jeugdwerk</strong>ing ge<strong>en</strong> goedkope tijdsbesteding. De kostprijs<br />

lijkt echter niet door te weg<strong>en</strong> in de keuze tot deelname. E<strong>en</strong> verwaarloosbaar aandeel ouders ervaart dat<br />

als drempel om (nog langer) deel te nem<strong>en</strong>.<br />

BEREIKBAARHEID<br />

Dat de organisatie makkelijk te bereik<strong>en</strong> is, wordt sterker door ouders van niet-deelnemers dan door<br />

ouders van deelnemers als belangrijk beschouwd. Van de deelnemers hecht<strong>en</strong> vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> jaarwerking belang aan dit item. Bijna de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> vakantiewerking vindt dit juist niet belangrijk. We zi<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> verband met de werkvorm.<br />

Vakantiewerking<strong>en</strong>, waaronder in het bijzonder de vakantiekamp<strong>en</strong>, zijn immers niet steeds in de eig<strong>en</strong><br />

buurt georganiseerd. Gelijkaardig aan de kostprijs blijkt deze verwachting echter niet door te spel<strong>en</strong> als<br />

drempel (cf. het is niet bereikbaar) om niet (langer) deel te nem<strong>en</strong>. Hoewel er minder sterk belang gehecht<br />

wordt aan de bereikbaarheid, is dit voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel net wel belangrijk (18.7%). Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong><br />

stipt tot 26% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (vooral voor vakantiekamp<strong>en</strong>) ‘vervoer van <strong>en</strong> naar de activiteit<strong>en</strong>’ als<br />

veranderingsvoorstel aan.<br />

Bereikbaarheid verwijst niet alle<strong>en</strong> naar de fysieke bereikbaarheid maar ook naar de bereikbaarheid in<br />

tijd. Deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> interfereert met de tijdsbesteding van de verschill<strong>en</strong>de gezinsled<strong>en</strong>.<br />

Ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de ouders met niet-deelnem<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> verwijst naar de tijdsbesteding in het gezin<br />

als red<strong>en</strong> voor niet-deelname (cf. ‘Ik vind het belangrijker dat het kind tijd met hele gezin doorbr<strong>en</strong>gt’).<br />

Daarnaast geeft ev<strong>en</strong>wel 10% van de ouders aan dat hun kinder<strong>en</strong> net deelnem<strong>en</strong> omdat ze zo als<br />

ouder e<strong>en</strong> rustmom<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong> (cf. ‘Zo heb ik meer tijd voor mezelf/zo kan ik e<strong>en</strong>s op adem kom<strong>en</strong>.’). Bij<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond is <strong>jeugdwerk</strong>deelname ook e<strong>en</strong> manier om meer tijd te<br />

hebb<strong>en</strong> voor bijvoorbeeld de andere kinder<strong>en</strong> in het gezin. Gezinsgerelateerde motiev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ook door<br />

in betrokk<strong>en</strong>heid. Tijdsgebrek blijkt voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel ouders (minimaal 20% in jaarwerking tot<br />

maximaal 30% in vakantiewerking) meebepal<strong>en</strong>d voor de beslissing om niet actief betrokk<strong>en</strong> te zijn (cf.<br />

aanwezig zijn op activiteit<strong>en</strong>, meehelp<strong>en</strong>).<br />

BEGRIJPBAARHEID<br />

Voor ‘begrijpbaarheid’ hanter<strong>en</strong> we de vertaling van Sann<strong>en</strong> <strong>en</strong> Demeyer (2003) naar zichtbaarheid <strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>dheid.<br />

De keuze voor e<strong>en</strong> bepaalde <strong>jeugdwerk</strong>organisatie hangt sam<strong>en</strong> met de deelname van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het<br />

kind. Bij e<strong>en</strong> vijfde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van wie de kinder<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan jaarwerking<strong>en</strong>, is het feit<br />

dat de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong> niet langer deelnem<strong>en</strong>, ook de red<strong>en</strong> waarom ze zelf niet langer will<strong>en</strong><br />

deelnem<strong>en</strong>. Ook het reeds k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de organisatie van vroeger, speelt sterk door. Tot 50% van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geeft dit als red<strong>en</strong> op. Bij jaarwerking<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ook andere ouders die in de buurt won<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> belangrijke rol te spel<strong>en</strong> als red<strong>en</strong> tot deelname. E<strong>en</strong> verwaarloosbaar aandeel ouders geeft de school<br />

of e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er op als persoon met invloed op de beslissing tot participatie.<br />

127


K<strong>en</strong>nis blijkt ook van tel voor verwachting<strong>en</strong> over het <strong>jeugdwerk</strong>. De niet-deelnamegroep heeft sterker<br />

uitgesprok<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> dan de deelnamegroep. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de laatst vermelde groep<br />

blijv<strong>en</strong> veelal in sterkere mate onbeslist <strong>en</strong> dat zowel t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie, de begeleiders als<br />

betrokk<strong>en</strong>heid. E<strong>en</strong>zelfde patroon doet zich voor bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met of zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dat voor de verschill<strong>en</strong>de parallelversies (niet-deelname, jaar- <strong>en</strong> vakantiewerking). K<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van<br />

<strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat het inhoudt, vertaalt zich met andere woord<strong>en</strong> in meer gematigde verwachting<strong>en</strong>.<br />

Het belang van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie komt ook bij de vrag<strong>en</strong> naar betrokk<strong>en</strong>heid naar bov<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong><br />

groot aandeel ouders kan informatie (50 tot 60%) volstaan <strong>en</strong> dan vooral over de activiteit <strong>en</strong> de regels<br />

(cf. wat er gebeurt in de werking). Slechts e<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief meebesliss<strong>en</strong>. 30 tot<br />

38% van de ouders geeft aan meer informatie over de activiteit<strong>en</strong> te will<strong>en</strong>. Dat wordt het sterkst geuit<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van speelpleinwerking. Daarnaast vindt 70% van de ouders met kinder<strong>en</strong> in jaarwerking,<br />

waaronder vooral ouders met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep (4- tot 6-jarig<strong>en</strong>), het belangrijk dat e<strong>en</strong><br />

begeleider informatie geeft hoe het kind functioneert in de groep, ook als er zich ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>.<br />

Inzake betrokk<strong>en</strong>heid stipp<strong>en</strong> we het verschil tuss<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijkheid <strong>en</strong> mogelijkheid aan. Niet alle ouders<br />

vind<strong>en</strong> het belangrijk aanwezig te zijn of mee te help<strong>en</strong>. Dat heeft niet alle<strong>en</strong> met onwil te mak<strong>en</strong>. In de<br />

groep vakantiewerking geeft e<strong>en</strong> relatief aandeel ouders op dat ze niet wist<strong>en</strong> dat de organisatie ouders<br />

kan gebruik<strong>en</strong> (15% als red<strong>en</strong> om niet aanwezig te zijn tot 19% als red<strong>en</strong> om niet mee te help<strong>en</strong>).<br />

BESCHIKBAARHEID<br />

Beschikbaarheid begrijp<strong>en</strong> we in deze context vooral in term<strong>en</strong> van aanspreekbaarheid <strong>en</strong> vereist<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider.<br />

Eerder bleek reeds dat vooral t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de speelpleinwerking ouders grotere eis<strong>en</strong> naar beschikbaarheid<br />

stell<strong>en</strong> (cf. opvang, aansluiting bij de werkur<strong>en</strong>). <strong>Ouders</strong> met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> vooral ouders in<br />

de niet-deelnamegroep vind<strong>en</strong> het belangrijk begeleiders goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Daarnaast vind<strong>en</strong> in het bijzonder<br />

ouders met e<strong>en</strong> kind in e<strong>en</strong> jaarwerking het belangrijk om informatie te krijg<strong>en</strong> over het kind: tot 70% van<br />

de ouders geeft dat aan. Bij de jongste leeftijdsgroep loopt dit op tot 87%. Om <strong>en</strong> bij de 90% van de ouders<br />

(in alle parallelversies) vindt het belangrijk om zelf de begeleiders op de hoogte te houd<strong>en</strong>.<br />

Vanuit de literatuur wordt beschikbaarheid aangevuld met betrouwbaarheid. Hebb<strong>en</strong> ouders specifieke eis<strong>en</strong> in<br />

verband met de ervaring, opleiding of vorming van e<strong>en</strong> begeleider? Vooral ouders van niet-deelnemers hecht<strong>en</strong><br />

belang aan de leeftijd. Tot 30% van de ouders met e<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>d kind (vooral in de groep jaarwerking) ervaart<br />

21 jaar als e<strong>en</strong> goede leeftijd. Dat is opmerkelijk, aangezi<strong>en</strong> veel begeleiders net stopp<strong>en</strong> op die leeftijd. Tot 20%<br />

van de ouders (vooral bij speelpleinwerking) wil oudere begeleiders. De overgrote meerderheid van ouders (over<br />

alle groep<strong>en</strong> he<strong>en</strong>) vindt het belangrijk dat begeleiders e<strong>en</strong> cursus hebb<strong>en</strong> gevolgd. 14% (vakantiekamp) tot 31%<br />

(speelpleinwerking) geeft aan daarin verandering te will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Gekoppeld aan de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> begeleider, gaat het vooral over het omgaan met moeilijke situaties.<br />

BRUIKBAARHEID<br />

Jeugdwerk is voor ouders meer dan e<strong>en</strong> plaats waar het <strong>en</strong>kel plezierig moet zijn. Het moet ook<br />

functioneel zijn. Twee zak<strong>en</strong> spring<strong>en</strong> in het oog. Het item ‘zelfstandig word<strong>en</strong> van het kind’ <strong>en</strong> het item<br />

128


‘iets bijler<strong>en</strong>’ scor<strong>en</strong> elk (onafhankelijk van leeftijd) 70% <strong>en</strong> meer. In het bijzonder werd door ouders met<br />

e<strong>en</strong> migratieachtergrond <strong>jeugdwerk</strong> als plaats voor taalverwerving b<strong>en</strong>adrukt. Naast deze educatieve<br />

functie onderschrijv<strong>en</strong> ouders in belangrijke mate de meer maatschappelijke functie van <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

In elke parallelversie is telk<strong>en</strong>s om <strong>en</strong> bij de 75% van de ouders de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat <strong>jeugdwerk</strong><br />

e<strong>en</strong> integratiefunctie heeft (cf. ‘Jeugdwerk moet ervoor zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong> in onze<br />

maatschappij’).<br />

Daarbij aansluit<strong>en</strong>d houdt ‘begeleider zijn’ voor sommige ouders meer in dan <strong>en</strong>kel activiteit<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>.<br />

Verhoudingsgewijs vind<strong>en</strong> meer ouders met e<strong>en</strong> migratieachtergrond het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider<br />

iemand is waar e<strong>en</strong> kind terecht kan met vrag<strong>en</strong>. Daarbij rijst de vraag naar het hulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de karakter<br />

van <strong>jeugdwerk</strong>. Hoewel het mer<strong>en</strong>deel van de ouders het meezoek<strong>en</strong> naar hulp of e<strong>en</strong> huisbezoek niet<br />

belangrijk vindt of daar neutraal teg<strong>en</strong>over staat, vindt 19% hulp (vooral ouders met e<strong>en</strong> kansarmoede- of<br />

migratieachtergrond) <strong>en</strong> 28% e<strong>en</strong> huisbezoek belangrijk. Daarnaast vindt 40% van de ouders met e<strong>en</strong> kind<br />

in e<strong>en</strong> jaarwerking het belangrijk dat e<strong>en</strong> begeleider rek<strong>en</strong>ing houdt met de thuissituatie.<br />

Vind<strong>en</strong> ouders <strong>jeugdwerk</strong> nuttig? Algeme<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> grote overtuiging dat <strong>jeugdwerk</strong> e<strong>en</strong> zinvolle<br />

tijdsbesteding is (tot 94% bij ouders van deelnemers). De overgrote meerderheid van de ouders vindt<br />

<strong>jeugdwerk</strong> ook e<strong>en</strong> zinvolle aanvulling bij de opvoeding van hun kind. Bij ouders van niet-deelnemers<br />

(vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kansarmoedeachtergrond) <strong>en</strong> ouders zonder e<strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong>, vall<strong>en</strong> de iets<br />

gematigder scores op. Dat sluit aan bij de discussie inzake de begrijpbaarheid van <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

In de vrag<strong>en</strong>lijst werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele items opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over diversiteit in het <strong>jeugdwerk</strong>. De overgrote<br />

meerderheid (90%) van de ouders vindt het belangrijk dat hun kind via <strong>jeugdwerk</strong>organisaties in contact<br />

kan kom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diversiteit aan achtergrond<strong>en</strong>. Meer nog, voor e<strong>en</strong> grote meerderheid van de ouders<br />

heeft <strong>jeugdwerk</strong> daarin e<strong>en</strong> specifieke taak te vervull<strong>en</strong>. Zo is 75% van de ouders akkoord met de stelling<br />

dat <strong>jeugdwerk</strong> ervoor moet zorg<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van diverse achtergrond<strong>en</strong>.<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat in de subgroep<strong>en</strong> jaarwerking <strong>en</strong> vakantiewerking telk<strong>en</strong>s 33.3% van de ouders informatie<br />

wil over de groepssam<strong>en</strong>stelling. In de groep jaarwerking wordt dit verhoudingsgewijs vooral door ouders<br />

met kinder<strong>en</strong> in de jongste leeftijdsgroep beklemtoond.<br />

Moet er meer diversiteit bij jeugdbegeleiders zijn? De items ‘Ik wil meer begeleiders met dezelfde achtergrond<br />

als mijn kind’, ‘Ik wil meer begeleiders die dezelfde taal sprek<strong>en</strong> als mijn kind’ gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> indicatie in die<br />

richting. E<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief meer begeleiders met dezelfde achtergrond als het kind<br />

of begeleiders die ook e<strong>en</strong> andere taal sprek<strong>en</strong> dan het Nederlands, maar de aantall<strong>en</strong> zijn heel klein. Ter<br />

nuancering wijz<strong>en</strong> we erop dat van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> migratieachtergrond e<strong>en</strong> groot aandeel in<br />

doelgroepspecifieke werking<strong>en</strong> werd gerekruteerd.<br />

Eerder besprak<strong>en</strong> we de kindgerichte insteek van de resultat<strong>en</strong>. Is <strong>jeugdwerk</strong> dan e<strong>en</strong> plaats waar<br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol hebb<strong>en</strong>? De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn verdeeld. Ongeveer de helft ervaart <strong>jeugdwerk</strong> als e<strong>en</strong><br />

plaats weg van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Tot 25% is hier niet mee akkoord. Aansluit<strong>en</strong>d daarbij geeft telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> kleine<br />

14 tot 23% net deze overtuiging aan als red<strong>en</strong> om bijvoorbeeld niet actief te participer<strong>en</strong>, namelijk ‘Ik help<br />

niet mee of b<strong>en</strong> niet aanwezig omdat ik niet vind dat volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn bij organisaties<br />

voor jeugd’. Tot 25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderschrijft het belang dat <strong>jeugdwerk</strong> voor h<strong>en</strong>zelf als ouder<br />

e<strong>en</strong> sociale functie heeft: ze zi<strong>en</strong> het als e<strong>en</strong> plaats waar ze zelf als ouder in contact kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met<br />

andere ouders. Voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met migratieachtergrond stijgt dit tot zelfs tot 46%.<br />

129


TOT SLOT<br />

Globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat de verwachting<strong>en</strong> hoog ligg<strong>en</strong>, maar dat de resultat<strong>en</strong> toch ook e<strong>en</strong><br />

zekere nuance aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De diverse items die peil<strong>en</strong> naar verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie,<br />

de begeleiders <strong>en</strong>zovoort word<strong>en</strong> in sterke mate belangrijk geacht. Pols<strong>en</strong>d naar de mate waarin er effectief<br />

iets moet verander<strong>en</strong>, zijn ouders gematigder. Slechts e<strong>en</strong> beperkt aandeel ouders wil effectief verandering.<br />

Daaruit spreekt e<strong>en</strong> groot vertrouw<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>. De resultat<strong>en</strong> inzake ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (cf. de<br />

rol die ouders will<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in het <strong>jeugdwerk</strong>) bevestig<strong>en</strong> dat. <strong>Ouders</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de inspanning<strong>en</strong> die het<br />

<strong>jeugdwerk</strong> onderneemt <strong>en</strong> will<strong>en</strong> daarin ge<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>de rol opnem<strong>en</strong>. Ze onderschrijv<strong>en</strong> als het ware<br />

het specifieke jeugdkarakter van <strong>jeugdwerk</strong>: het is e<strong>en</strong> plek van <strong>en</strong> voor hun kind.<br />

Daarbij merk<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong>wel op dat naast de relatieve tevred<strong>en</strong>heid over het <strong>jeugdwerk</strong>, de resultat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

groot pot<strong>en</strong>tieel aanduid<strong>en</strong>. Blijv<strong>en</strong>de aandacht voor <strong>en</strong>kele bezorgdhed<strong>en</strong> van ouders is daarbij cruciaal.<br />

Verandering niet noodzakelijk acht<strong>en</strong>, kan wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zekere loyaliteit t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de organisatie<br />

of de begeleiders of op e<strong>en</strong> zekere berusting in de gang van zak<strong>en</strong> (bv. ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> tot verandering<br />

zi<strong>en</strong>, ‘ze do<strong>en</strong> hun best, ze do<strong>en</strong> wat ze kunn<strong>en</strong>’). Dat verklaart mogelijks ook het relatief groot aantal<br />

onbesliste ouders.<br />

Reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

Ter afronding gev<strong>en</strong> we op basis van de kwantitatieve <strong>en</strong> kwalitatieve ouderdata <strong>en</strong> de praktijkverhal<strong>en</strong><br />

van de jeugdsector <strong>en</strong>kele reflecties <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> mee.<br />

BETAALBAARHEID MET KWALITEITSGARANTIE<br />

De kostprijs blijkt voor veel ouders belangrijk, maar weegt niet door als drempel om deel te nem<strong>en</strong>. Uit de sterke<br />

kindgerichtheid in de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat ouders bereid zijn e<strong>en</strong> zekere kostprijs te betal<strong>en</strong>,<br />

zolang hun kind zich maar amuseert. Tegelijk rijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong>, onder meer door de meer uitgesprok<strong>en</strong><br />

verwachting<strong>en</strong> bij vakantiewerking<strong>en</strong>. Creëert e<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>d, meer als ‘opvang’ gepercipieerd aanbod hogere<br />

eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> naar kwaliteitsvereist<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het aanbod (bv. veiligheid, gebouw<strong>en</strong>)? Zijn<br />

ouders in jaarwerking<strong>en</strong> zich sterker bewust van de beperkte draagkracht <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> van organisaties?<br />

De onderzoeksresultat<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> aanbieders uit blijv<strong>en</strong>d in te zett<strong>en</strong> op de betaalbaarheid van het<br />

aanbod zonder in te boet<strong>en</strong> op de kwaliteit. We kunn<strong>en</strong> daarbij niet ongevoelig blijv<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> aantal<br />

contextfactor<strong>en</strong> waar organisaties afhankelijk van zijn. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de tariefverhoging<strong>en</strong> van het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer die voor organisaties (onverwacht) grotere verplaatsingskost<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />

de regelgeving inzake veiligheid van infrastructuur, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanbieders,<br />

plaatsgebrek, <strong>en</strong>zovoort. Het stelt de vraag naar de rol van de overheid in bijvoorbeeld regelgeving <strong>en</strong><br />

te subsidiër<strong>en</strong> werking<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de ‘de kost<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> zo ook de uitsluiting van bepaalde ouders, <strong>en</strong> dus<br />

hun kinder<strong>en</strong>, te vermijd<strong>en</strong>. Op aanbiedersniveau stelt zich de vraag naar e<strong>en</strong> ‘betere’ afstemming van het<br />

aanbod (bv. timing van bek<strong>en</strong>dmaking, begr<strong>en</strong>zing kostprijs <strong>en</strong>z.) Vanuit gezinsperspectief is het inplann<strong>en</strong><br />

van de zomervakantie op e<strong>en</strong> vroeg tijdstip in het jaar voor veel ouders niet haalbaar. Afsprak<strong>en</strong> rond<br />

bek<strong>en</strong>dmaking kunn<strong>en</strong> in die zin bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> ‘haalbare’ combinatie gezin-arbeid/opleiding.<br />

De discussie over de kostprijs werpt e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> voor verder onderzoek op. Weegt de kostprijs ook<br />

door in de keuze tot deelname van ouders? Is er verdere differ<strong>en</strong>tiatie naar aard van de vakantiekamp<strong>en</strong>?<br />

130


Welke motiev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol om voor e<strong>en</strong> bepaald aanbod (naar thema of inrichter) te kiez<strong>en</strong>? Zijn er<br />

voor die motiev<strong>en</strong> diverse oudergroep<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>?<br />

BEELDVORMING EN VERTROUWEN: VAN COMMUNICATIE NAAR CONTACT<br />

De diverse praktijkverhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ouderdata beklemton<strong>en</strong> het belang van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie <strong>en</strong> de rol<br />

van beide aspect<strong>en</strong> in de beeldvorming. Bij ouders van niet-deelnemers zijn de verwachting<strong>en</strong> erg hoog<br />

<strong>en</strong> dat strookt niet altijd met het beeld dat de jeugdsector zelf voorstaat. Wet<strong>en</strong> ouders wat kinder<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> in <strong>jeugdwerk</strong>? De uitgesprok<strong>en</strong> behoefte aan meer informatie <strong>en</strong> contact, ook bij deelnemers van<br />

speelpleinwerking <strong>en</strong> vakantiekamp, stell<strong>en</strong> de organisaties voor bijzondere uitdaging<strong>en</strong>.<br />

Vertrouw<strong>en</strong> schepp<strong>en</strong> (bv. zorg<strong>en</strong> van ‘nieuwe’ ouders wegnem<strong>en</strong>), ouders overtuig<strong>en</strong> van de meerwaarde<br />

van deelname aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> mogelijke ‘foute’ beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hoge verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

van het <strong>jeugdwerk</strong> doorprikk<strong>en</strong> én niet in het minst ook de ouders van oudere leeftijdsgroep<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

betrekk<strong>en</strong>, vrag<strong>en</strong> om reflectie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doordachte aanpak inzake informatieoverdracht.<br />

<strong>Ouders</strong> will<strong>en</strong> goed geïnformeerd word<strong>en</strong>, maar er zijn naargelang van de oudergroep, de informatiebehoefte<br />

<strong>en</strong> de werking verschill<strong>en</strong>de werkvorm<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Sommige ouders w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> huisbezoek<strong>en</strong>,<br />

andere niet (bv. omwille van privacy). Huisbezoek<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ook niet steeds haalbaar omwille van de<br />

grootte van de groep of de draagkracht van de begeleiders. Facebook biedt mogelijkhed<strong>en</strong> om ouders snel<br />

te informer<strong>en</strong>, maar stelt meer eis<strong>en</strong> aan beschikbaarheid <strong>en</strong> kan ouders uitsluit<strong>en</strong>. Telefonisch contact<br />

vraagt grondige reflectie over wat het geschikte contactmom<strong>en</strong>t is. Wat met andere woord<strong>en</strong> voor de <strong>en</strong>e<br />

ouder- of begeleidersgroep werkt, schiet mogelijks voor de andere groep tekort. Communicatie is ge<strong>en</strong> ofof<br />

verhaal. Niet één kanaal is zaligmak<strong>en</strong>d. Het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diversiteit aan kanal<strong>en</strong>, afgestemd op de<br />

eig<strong>en</strong> werking én de ouders <strong>en</strong> hun kinder<strong>en</strong>, is aangewez<strong>en</strong>.<br />

131


Daarbij is het voor aanbieders belangrijk voldo<strong>en</strong>de aandacht te hebb<strong>en</strong> voor wat bijvoorbeeld e<strong>en</strong> activiteit<br />

juist inhoudt <strong>en</strong> gevoelig te blijv<strong>en</strong> voor process<strong>en</strong> van beeldvorming. In de communicatie erk<strong>en</strong>ning gev<strong>en</strong><br />

aan wat <strong>jeugdwerk</strong> kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het kind, herbergt pot<strong>en</strong>tieel om nieuwe ouders te bereik<strong>en</strong>. Dat<br />

<strong>jeugdwerk</strong> voor ouders ook functioneel is inzake opvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling, vraagt extra aandacht. Het<br />

gaat er dan vooral om erk<strong>en</strong>ning te gev<strong>en</strong> aan het feit dat kinder<strong>en</strong> via deelname zelfstandig word<strong>en</strong> of in<br />

groep kunn<strong>en</strong> zijn, dat deelname hun taalbeheersing t<strong>en</strong> goede komt, <strong>en</strong>zovoort. Of met andere woord<strong>en</strong>:<br />

ouders ‘warm mak<strong>en</strong>’ voor de educatieve functie van het <strong>jeugdwerk</strong>, die inher<strong>en</strong>t is aan het <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong><br />

veraf staat van formeel <strong>en</strong> gericht ler<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> aandachtspunt. Beeldvorming hoeft echter niet alle<strong>en</strong> op<br />

organisati<strong>en</strong>iveau word<strong>en</strong> aangepakt. Ook de lokale <strong>en</strong> Vlaamse overheid kunn<strong>en</strong> daar op inzett<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt ons zinvol dat <strong>jeugdwerk</strong>ing<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong> om de huidige pad<strong>en</strong> van schriftelijke <strong>en</strong>/<br />

of telefonische communicatie aan te vull<strong>en</strong> met proefondervindelijke k<strong>en</strong>nismaking, waarbij ouders<br />

als het ware e<strong>en</strong> ‘<strong>jeugdwerk</strong>bad’ krijg<strong>en</strong>. Door het ‘proev<strong>en</strong>’ van <strong>jeugdwerk</strong> kan e<strong>en</strong> ouder veelal beter<br />

inschatt<strong>en</strong> wat <strong>jeugdwerk</strong> is <strong>en</strong> wat ook de meerwaarde is. Informatie zorgt ook voor vertrouw<strong>en</strong>.<br />

Mogelijke werkvorm<strong>en</strong> zijn contactdag<strong>en</strong>, ijsbrekersavond<strong>en</strong>, kampterrasmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort. Dergelijke<br />

‘ontmoetingsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ zijn niet onbelangrijk omdat ouders zelf ook aangev<strong>en</strong> dat ze het contact met<br />

andere ouders waarder<strong>en</strong>. De aangegev<strong>en</strong> bereidheid tot occasionele hulp of het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> goede<br />

combinatie met het gezinslev<strong>en</strong> (cf. tijdsbesteding) biedt daarbij verder stof tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Ouderactiviteit<strong>en</strong><br />

waarbij tegelijk over de werking wordt gepraat, k<strong>en</strong>nismakingsdag<strong>en</strong> voor ouders van vri<strong>en</strong>djes (al dan<br />

niet via de school) reik<strong>en</strong> verder dan ouders gebruik<strong>en</strong> als rekruteringskanaal. Het gaat erom ouders in te<br />

zett<strong>en</strong> als brug naar andere ouders <strong>en</strong> daarbij de rechtstreekse communicatie met de <strong>jeugdwerk</strong>ing <strong>en</strong> het<br />

begeleidersteam niet uit het oog te verliez<strong>en</strong>.<br />

Meer algeme<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> we ervoor om in de werking<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> in te bouw<strong>en</strong> om impliciete <strong>en</strong><br />

expliciete verwachting<strong>en</strong> bloot te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreekbaar te mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> evaluatie van de werking kan e<strong>en</strong><br />

eerste stap zijn. Het in dialoog gaan van begeleiders met ouders én kinder<strong>en</strong> over wat ze verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hoe dit overe<strong>en</strong> stemt met hun ervaring<strong>en</strong>, gaat dieper. Dat vraagt dat werking<strong>en</strong> hun blik naar binn<strong>en</strong><br />

richt<strong>en</strong>. Dat is tegelijkertijd e<strong>en</strong> manier om aan de kwaliteit van hun aanbod te werk<strong>en</strong>. Tegelijk laat het<br />

toe om de sterktes van de werking te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Jeugdwerkondersteuners kunn<strong>en</strong> impuls<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> om<br />

reflectie over dit thema op te zett<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e visie of de conceptuele lijn<strong>en</strong> over hoe om te gaan met<br />

ouders, zijn immers vaak op organisati<strong>en</strong>iveau al uitgezet. Het is echter relevant om verder door te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

over hoe organisaties die ouderlijke verwachting<strong>en</strong> ‘te zi<strong>en</strong>’ kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Welke roll<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouders op<br />

te nem<strong>en</strong>? Welke niet? Hoe zit het met will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>? Wat is voor ouders e<strong>en</strong> haalbaar <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t?<br />

En wat vind<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> daar zelf van? Hoe matcht dit alles met de percepties van de begeleiders? En<br />

verder, hoe kan over ev<strong>en</strong>tuele mismatch e<strong>en</strong> gesprek word<strong>en</strong> aangegaan? Hoe kom je als organisatie<br />

onzekerhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> drempels te wet<strong>en</strong>? Hoe verhelder<strong>en</strong> organisaties wat ze zelf wel <strong>en</strong> niet will<strong>en</strong> of ook<br />

wat ze zelf wel <strong>en</strong> niet verwacht<strong>en</strong>?<br />

DESKUNDIGHEID EN KENNIS OPBOUWEN<br />

Vanuit andere sector<strong>en</strong> zijn d<strong>en</strong>koef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> expertise over hoe ouders te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relatie met<br />

ouders optimaal te houd<strong>en</strong>, uitgesprok<strong>en</strong> aanwezig (bv. onderwijs, kinderopvang, welzijn). Vanuit het lokale<br />

beleid <strong>en</strong> koepelorganisaties zoals de VVSG, kunn<strong>en</strong> impuls<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om expertise-uitwisseling<br />

in het brede <strong>jeugdwerk</strong>landschap zelf (bv. doelgroepspecifiek <strong>en</strong> regulier <strong>jeugdwerk</strong>) én sectoroverstijg<strong>en</strong>d<br />

(bv. OCMW, kinderopvang, onderwijs <strong>en</strong>z.) te bevorder<strong>en</strong>. We d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bijvoorbeeld aan intervisie over wat<br />

werkt, wat good practices zijn van (actieve) ouderwerking<strong>en</strong>, werkvorm<strong>en</strong> om de mogelijke inzet van<br />

132


ouders in beeld te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong>. Hoe met deze ‘partners’ kan word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gewerkt <strong>en</strong><br />

afgestemd, vraagt verdere reflectie. Sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> op (bov<strong>en</strong>)lokaal niveau zoals bijvoorbeeld<br />

de Huiz<strong>en</strong> van het Kind (cf. regelgeving prev<strong>en</strong>tieve gezinsondersteuning) <strong>en</strong> brede school bied<strong>en</strong> mogelijks<br />

aanknopingspunt<strong>en</strong>. Temeer omdat net in deze context<strong>en</strong> ouders verondersteld word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

sleutelpositie in te nem<strong>en</strong> (cf. belang van ouderparticipatie).<br />

De onderzoeksbevinding<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> in het bijzonder ook aandacht voor de opleiding van begeleiders. <strong>Ouders</strong><br />

hebb<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> over de omgang met hun kind. Dat e<strong>en</strong> begeleider gepast kan ingrijp<strong>en</strong>, lijkt logisch, maar<br />

roept ook vrag<strong>en</strong> op naar de draagkracht. Wat kan <strong>en</strong> mag je verwacht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrijwillig begeleider?<br />

Wat is minimum noodzakelijk bij de diversiteit aan begeleiders in e<strong>en</strong> team? Moet elke begeleider<br />

geschoold word<strong>en</strong> in bijvoorbeeld diversiteit? Kunn<strong>en</strong> begeleiders onderling elkaar hierin versterk<strong>en</strong>? Uit<br />

de kwalitatieve data komt uitgesprok<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> dat het niet steeds haalbaar of zelfs w<strong>en</strong>selijk is dat<br />

alle vrijwilligers aan e<strong>en</strong>zelfde compet<strong>en</strong>tieprofiel voldo<strong>en</strong>. Hoofdbegeleiders of professionele <strong>jeugdwerk</strong>ers<br />

kunn<strong>en</strong> de brug naar meer jonge of vrijwillige begeleiders mak<strong>en</strong>. Dat vraagt ev<strong>en</strong>wel van organisaties dat<br />

ze voortdur<strong>en</strong>d, op concreet niveau, nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> hoe dit gerealiseerd kan word<strong>en</strong> in het huidige tak<strong>en</strong>pakket<br />

van e<strong>en</strong> hoofdbegeleider. Er is immers meer nodig dan e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e visie over de relatie ouders-<strong>jeugdwerk</strong>,<br />

e<strong>en</strong> hoofdbegeleider heeft tijd <strong>en</strong> ruimte nodig om daar concreet vorm aan te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Zonder e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d kader op te legg<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong> we voor voldo<strong>en</strong>de zorg voor de basishouding van<br />

begeleiders. Dat kan bijvoorbeeld door op continue basis <strong>en</strong> zorgvuldig begeleiderscoachtraject<strong>en</strong> uit te<br />

stippel<strong>en</strong>. Om de meerwaarde van vormingscursuss<strong>en</strong> t<strong>en</strong> volle tot uitdrukking te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong><br />

we voor nazorg in term<strong>en</strong> van opvolging tijd<strong>en</strong>s de stage <strong>en</strong> trajectbegeleiding na de cursus. Ook voor<br />

begeleiders die ge<strong>en</strong> cursus of vorming volgd<strong>en</strong>, is het zinvol om pistes uit te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> die reflectie<br />

op het eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘k<strong>en</strong>nis’overdracht vanwege bijvoorbeeld ‘oudere’ begeleiders bevorder<strong>en</strong>.<br />

Intervisiemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar ook ad hoc contextgerichte vorming<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> daartoe impuls<strong>en</strong> aanreik<strong>en</strong>.<br />

IDENTITEIT VAN HET JEUGDWERK?<br />

Tot slot vrag<strong>en</strong> de data verdere reflectie over de rol <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit van het <strong>jeugdwerk</strong>. Het onderzoek<br />

had tot doel het perspectief van ouders met kinder<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> die niet deelnem<strong>en</strong><br />

in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat inzake drempels, veranderingsvoorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>. Hoewel uit het<br />

onderzoek diverse aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> beter contact <strong>en</strong> bereik van ouders voortvloei<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich<br />

ook dieperligg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> aan zoals: Wat is <strong>jeugdwerk</strong>? Voor wie <strong>en</strong> met welke finaliteit? Hoe verhoud<strong>en</strong><br />

de diverse <strong>jeugdwerk</strong>vorm<strong>en</strong> (o.a. regulier <strong>en</strong> doelgroepspecifiek) zich tot elkaar?<br />

133


134


12 LITERATUUR<br />

Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd <strong>en</strong> VVJ (2012).<br />

Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2011-2013. Brussel.<br />

Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd (2014). Landelijk<br />

georganiseerde jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> – Begrotingsjaar 2014.<br />

http://sociaalcultureel.be/jeugd/landelijk_gesubsidieerd.aspx<br />

Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd (2012). Organisaties<br />

kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> – begrotingsjaar 2012.<br />

http://sociaalcultureel.be/jeugd/proeftuin<strong>en</strong>_gesubsidieerd.aspx<br />

Boeraeve, A., & Van Rijn, M. (2010). Werk<strong>en</strong> aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid op school: 7 dim<strong>en</strong>sies als leidraad<br />

voor e<strong>en</strong> succesvolle aanpak. Welwijs, 21, 23-25.<br />

Bolt, A. (2014). Het gezin c<strong>en</strong>traal. Handboek voor ambulante hulpverl<strong>en</strong>ers. Amsterdam: Uitgeverij SWP.<br />

Bombaerts, G., Hillaert, W., & Coussée, F. (2010). Curieuz<strong>en</strong>euzepastapot: diversiteit <strong>en</strong> toegankelijkheid<br />

in het <strong>jeugdwerk</strong>. G<strong>en</strong>t: Academia Press.<br />

Bouwman, A., & van d<strong>en</strong> Hout, T. (2007). <strong>Ouders</strong> in beeld. Verwachting<strong>en</strong> van ouders over<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid. Zoetermeer: Werkgroep Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />

Bradt, L., Pleysier, S. Put, J., Siongers, J., & Spruyt, B. (2014). Jonger<strong>en</strong> in cijfers <strong>en</strong> letters. Bevinding<strong>en</strong> uit<br />

de JOP-monitor 3 <strong>en</strong> de JOP-schoolmonitor 2013. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />

Burny E., Hurtekant, J., Warreyn, P., & Roeyers, H. (2010). Autisme <strong>en</strong> vrije tijd: Hoe toegankelijk zijn de<br />

Vlaamse jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>? Signaal, 71, 26-35.<br />

Calabrese Barton, A., Drake, C., Gustavo Pereze, J., St. Louis, K., & George, M. (2004). Ecologies of<br />

par<strong>en</strong>tal <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t in urban education. Educational Researcher, 33, 3-12.<br />

C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg. (2002). Projectverslag: Armoede <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>.<br />

Antwerp<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>trum Kauw<strong>en</strong>berg.<br />

http://netwerkteg<strong>en</strong>armoedebe.webhosting.be/docum<strong>en</strong>ts/Cultuur_dossier_C<strong>en</strong>trum-Kauw<strong>en</strong>berg_<br />

Vrijetijdsbesteding-voor-kinder<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-jonger<strong>en</strong>.pdf<br />

Colpin, H. & Griet<strong>en</strong>s, H. (2000). De gezinsopvoeding: Concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> [Online].<br />

http://www.psy.kuleuv<strong>en</strong>.ac.be/csp_cgp/logorapport.htm<br />

Copp<strong>en</strong>s, E., Vanclooster, S., & Van Aud<strong>en</strong>hove, C. (2013). Meer dan e<strong>en</strong> Habbekrats. Onderzoek naar de<br />

sleutelelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inde werking van 7 jeugdwelzijnshuiz<strong>en</strong> voor jonger<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>: Lucas, C<strong>en</strong>trum voor<br />

Zorgonderzoek & Consultancy.<br />

Corijn, E., Crivit, R., Loopmans, M., & Mathijss<strong>en</strong>, C. (2014). De strijd om de (vrije) tijd. In: C. Mathijss<strong>en</strong>, M.<br />

Loopmans & R. Crivit (red.), Kwetsbare vrije tijd? Uitdaging<strong>en</strong> voor emanciper<strong>en</strong>d jeugdbeleid, (pp. 27-38),<br />

Leuv<strong>en</strong>: acco.<br />

135


Coussée, F., & Jeffs, T. (2011). ‘The bad, the worse and the funny. Toegankelijkheid bekek<strong>en</strong> vanuit de<br />

drie historische functies van het <strong>jeugdwerk</strong>’, in F. Coussée & C. Mathijss<strong>en</strong> (Eds.), Uit de marge van het<br />

jeugdbeleid. Werk<strong>en</strong> met maatschappelijk kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (pp. 51-62), Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />

Coussée, F., Roets, G., Bouverne-De Bie, M., & Vett<strong>en</strong>burg, N. (2011). Vrijetijdsbeleving van kinder<strong>en</strong> in<br />

armoede. Eindrapport. G<strong>en</strong>t: Universiteit G<strong>en</strong>t, Vakgroep Sociale Agogiek.<br />

http://www.kekidatabank.be/docs/Onderzoek/Roets_onderzoeksrapport.pdf<br />

Creswell, J. W. (2003). Research design: Qualitative, Quantitative, and Mixed Method Approaches.<br />

Thousand Oaks (CA): Sage Publications.<br />

Cruypelinck, S., Heer<strong>en</strong>, P., & Jacobs, M. (2015). Ouderparticipatie in <strong>jeugdwerk</strong>ing. (Projectonderwijs<br />

II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

De Clus, T., Mudde, C., & Rogge, M. (2015). Hoe professioneel moet<strong>en</strong> vrijwillige begeleiders zijn?<br />

(Projectonderwijs II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Decreet van 20 januari 2012 houd<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> vernieuwd jeugd- <strong>en</strong> kinderrecht<strong>en</strong>beleid.<br />

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/regelgeving_VJKB/2015_decreet-vernieuwdJKRB_gecoordineerd.pdf<br />

De Droogh, L., & Lamote, F. (z.d.). Veldanalyse <strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> sociaal-culturele praktijk<strong>en</strong>. Onderzoek in<br />

opdracht van Socius <strong>en</strong> Steunpunt Jeugd.<br />

http://pure.hog<strong>en</strong>t.be/portal/files/10346549/Offerte_Socius_definitief.pdf<br />

De Ha<strong>en</strong>e, L. (2015). Evaluatie PWO-voorstel ‘Ondersteuningskader relatie ouders – <strong>jeugdwerk</strong>.’ Leuv<strong>en</strong>:<br />

Educatie, Cultuur & Sam<strong>en</strong>leving, KULeuv<strong>en</strong>.<br />

De Pauw, P., Vermeersch, H., Coussée, F., Vett<strong>en</strong>burg, N., & Van Houtte, M. (2010). Jeugdbeweging<strong>en</strong> in<br />

Vlaander<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek bij groep<strong>en</strong>, leiding <strong>en</strong> led<strong>en</strong>. Brussel: Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd,<br />

Sport <strong>en</strong> Media, Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal- Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling jeugd.<br />

De Pauw, P., Vermeersch, H., Cox, N., Verhaeghe, M., & Stev<strong>en</strong>s, P. (2013). Jeugdwerk met maatschappelijk<br />

kwetsbare kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek bij werking<strong>en</strong>, begeleiding <strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong>.<br />

Brussel: VIVES – UG<strong>en</strong>t - Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong> Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, afdeling Jeugd.<br />

Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd (2013). Bestek ouders <strong>en</strong> het <strong>jeugdwerk</strong>.<br />

Brussel: Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling jeugd.<br />

De Ridder, K., & Vandercamm<strong>en</strong>, M. (2008). Jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding. Onuitgegev<strong>en</strong><br />

onderzoeksrapport. Brussel: OIVO.<br />

Dieussaert, K., Smits, D., & Goubin, E. (2011). Onderzoek in de praktijk. E<strong>en</strong> gids voor praktijkgericht<br />

onderzoek. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />

Dom, L., Thirion, J., & De Clerck, W. (2014). Ouderparticipatie als uitgangspunt. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met ouders<br />

in de resid<strong>en</strong>tiële werking van de C<strong>en</strong>tra voor Kinderzorg <strong>en</strong> Gezinsondersteuning. Inspiratiebrochure<br />

voor de resid<strong>en</strong>tiële jeugdhulp. Antwerp<strong>en</strong>: Karel de Grote-Hogeschool.<br />

136


Emmelkamp, R. (2004). E<strong>en</strong> veilig avontuur: alledaagse plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding in de verhal<strong>en</strong> van<br />

jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders. Universiteit van Amsterdam.<br />

Engel<strong>en</strong>, M., & Nys, K. (2014). Draaiboek Thuiscompagnie. Versterk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>de gezinszorg in<br />

kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Hasselt: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Directie Welzijn, Cluster<br />

Sam<strong>en</strong>leving, S-em<strong>en</strong>t.<br />

Epstein, J.L. (1995). School/Family/Community Partnerships: Caring for the Childr<strong>en</strong> we Share. Phi Delta<br />

Kappa, 76, 701-712.<br />

Forum Overvecht. Participatieladder ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (z.d.).<br />

http://www.cultuurplein.nl/sites/default/files/forum_overvecht.pdf<br />

Gatz, S. (2014). Beleidsnota Jeugd 2014-2015. Brussel: Vlaams Minister van Cultuur, Media, Jeugd <strong>en</strong> Brussel.<br />

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/beleidsdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>_doc/beleidsnota_jeugd2014-2019.pdf<br />

Hag<strong>en</strong>aars, A.J.M., de Vos, K., & Zaidi, M.A. (1994), Poverty Statistics in the Late 1980s: Research Based on<br />

Micro-data. Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities.<br />

Hambach, E., & Vanle<strong>en</strong>e, E. (2007). Ondersteuning in het vrijwilligerswerk(veld). E<strong>en</strong> kwalitatief <strong>en</strong><br />

verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek. Antwerp<strong>en</strong>: Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw.<br />

http://www.vrijwilligersweb.be/downloads/vsvwrapportondersteuning07.pdf<br />

Haud<strong>en</strong>huyse, R., & Theeboom, M. (2012). Sport, jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke kwetsbaarheid: e<strong>en</strong><br />

sportpedagogisch onderzoek. Welwijs, 23(3), p.18-21.<br />

Hedebouw, G. (2013). Naar e<strong>en</strong> nieuw organisatiemodel voor de opvang <strong>en</strong> vrije tijd van<br />

basisschoolkinder<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. Bevraging van de actor<strong>en</strong>. Onderzoek in opdracht van Kind <strong>en</strong> Gezin.<br />

Leuv<strong>en</strong>: HIVA – KULeuv<strong>en</strong>.<br />

http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/organisatiemodelopvangbasisschoolkinder<strong>en</strong>vl.pdf<br />

H<strong>en</strong>nessy, E., & Donnelly, M. (2005). After-School Care in Disadvantaged Areas: the perspectives of<br />

childr<strong>en</strong>, par<strong>en</strong>ts and experts. Combat Poverty Ag<strong>en</strong>cy Working Paper Serie 05/01. Dublin: Combat<br />

Poverty Ag<strong>en</strong>cy.<br />

http://www.combatpoverty.ie/publications/workingpapers/2005-01_WP_AfterSchoolCare.pdf<br />

Hillaert, I., De Ceuster, E., Dehertogh, B., & Maelstaf, H. (2008). B(l)oei<strong>en</strong>d <strong>en</strong> divers: Allochtoon<br />

<strong>jeugdwerk</strong>. E<strong>en</strong> beleidsvoorbereid<strong>en</strong>d onderzoek naar allochtoon <strong>jeugdwerk</strong> in opdracht van de<br />

Provinciale Jeugddi<strong>en</strong>st Antwerp<strong>en</strong>. Antwerp<strong>en</strong>: Artesis Hogeschool- Sociaal Werk.<br />

Hoogewys, A., De Grave, H., Van Ham, P., & Van de Velde, G. (2013). Perinatale ondersteuning van<br />

kansarme gezinn<strong>en</strong>: wat er is <strong>en</strong> wat er nodig is. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />

Hubeau, B., & Parm<strong>en</strong>tier, S. (1991). “Preadvies: Rechtshulp”, Aanbeveling<strong>en</strong> voor het<br />

armoedebestrijdingsbeleid 1990- 1991, Derde verslag Interdepartem<strong>en</strong>teale Commissie voor de<br />

Armoedebestrijding. Brussel, Staatssecretaris voor Leefmilieu <strong>en</strong> Maatschappelijke emancipatie, 57-81.<br />

Jans, M., & De Backer, K. (2001). Jeugd(werk) <strong>en</strong> maatschappelijke participatie. Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

praktijktheorie. Brussel: JEP.<br />

137


Jehoel-Gijsbers, G. (2009). Kunn<strong>en</strong> alle kinder<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>?: Onderzoek naar de maatschappelijke<br />

participatie van arme kinder<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

Kieck<strong>en</strong>s, L. (2007). Jeugdwerk vanuit het perspectief van ouders die in armoede lev<strong>en</strong>. [scriptie o.l.v. Filip<br />

Coussée]. G<strong>en</strong>t: Universiteit G<strong>en</strong>t, Faculteit Psychologie <strong>en</strong> pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Lahyani, L., Mommer<strong>en</strong>cy, B., Sterckx, I., & De Roover, Y. (2015). <strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>: ouders.<br />

(Projectonderwijs II). Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Lambrechts, J., & Van Crombrugge, H. (2013). <strong>Ouders</strong> & clubs: één doel. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid stimuler<strong>en</strong> in<br />

jeugdsport. Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> –HUB.<br />

Latré, S. (6 maart 2013). Persoonlijke communicatie via e-mail.<br />

L<strong>en</strong>aers, S., & Zanoni, P. (2013). Buit<strong>en</strong>schoolse kinderopvang <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding in Vlaander<strong>en</strong>. Gebruik<br />

<strong>en</strong> deelname, evaluatie, behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes. Onderzoek in opdracht van Kind & Gezin. Hasselt: SEIN<br />

Universiteit Hasselt. http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/bko-<strong>en</strong>-vrijetijdsbesteding-in-vl2013.pdf<br />

Loose, M., Gijselinckx, C., Dujardin, A., & Marée, M. (2007). De meting van het vrijwilligerswerk in<br />

België. Kritische analyse van de statistische bronn<strong>en</strong> met betrekking tot het vrijwilligerswerk in België.<br />

Onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting, uitgevoerd door het Hoger Instituut voor de<br />

Arbeid van de K.U.Leuv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het C<strong>en</strong>tre d’Economie Sociale de l’ULg. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />

Meire, J. (2011). Vrije tijd tuss<strong>en</strong> de school(m)ur<strong>en</strong>. Brussel: Kind <strong>en</strong> Sam<strong>en</strong>leving.<br />

Meire, J., Bert<strong>en</strong>, H., Van Breda, L., Dekeyser, P., Schaubroeck, K., & Piess<strong>en</strong>s, A. (2015).<br />

Speelpleinwerking<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Brussel. E<strong>en</strong> onderzoek bij kinder<strong>en</strong>, begeleiding <strong>en</strong><br />

verantwoordelijk<strong>en</strong>. Brussel: Onderzoeksc<strong>en</strong>trum Kind & Sam<strong>en</strong>leving vzw - Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />

Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd.<br />

Michiels, M., Van Looy, T., Van d<strong>en</strong> Bossche, K., Fraweel, I., Colpaert, T., & De Witte, M. (2014).<br />

Projectbundel: Participatiemogelijkhed<strong>en</strong> van kansarme gezinn<strong>en</strong> aan het vrijetijdsaanbod. Brussel: Hoger<br />

Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Moore, D. S., & McCabe, G. P. (1997). Statistiek in de praktijk. Schoonhov<strong>en</strong>: Academic Service.<br />

Morgan, D. (1999). The Focus Group Guidebook. California: Sage Publications.<br />

Morreel, E., Van Avermaet, P., & Vanderlinde, R. (2012). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid in ontwikkelingsperspectief.<br />

G<strong>en</strong>t: Steunpunt Diversiteit & Ler<strong>en</strong> in opdracht van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schapscommissie <strong>en</strong><br />

Onderwijsc<strong>en</strong>trum Brussel.<br />

http://www.steunpuntdiversiteit<strong>en</strong>ler<strong>en</strong>.be/sites/default/files/Eindrapport%20vooronderzoek%20<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid%20Brussel_0.pdf<br />

Mortelmans, D., Van Assche, V., & Ottoy, W. (2002). Fijngehakt <strong>en</strong> voor u opgedi<strong>en</strong>d: ti<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> vrije tijd.<br />

Antwerp<strong>en</strong>: Faculteit Politieke <strong>en</strong> Sociale Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Departem<strong>en</strong>t Sociologie & Jeugddi<strong>en</strong>st Stad<br />

Antwerp<strong>en</strong>.<br />

Nell, P. (2015). Evaluatie PWO-voorstel ‘Ondersteuningskader relatie ouders – <strong>jeugdwerk</strong>.’ Schaarbeek: KAJ<br />

vzw.<br />

138


Nys, K. (2014). Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>. Eindrapport werkgroep 2.<br />

Kwaliteit. (gepres<strong>en</strong>teerd op de Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>, Brussel, 24<br />

April 2014)<br />

http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/5bwerkgroep2eindrapportdef.pdf<br />

Nys, K. (2013). Crisis <strong>en</strong> maatschappelijke kwetsbaarheid vanuit het perspectief van gezinn<strong>en</strong>. In: F.<br />

Laporte, & L. De Clercq, Kinderrecht<strong>en</strong>forum 9/2013. De impact van de crisis op kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong><br />

(pp.41-59). G<strong>en</strong>t: Kinderrecht<strong>en</strong>coalitie Vlaander<strong>en</strong> vzw.<br />

Ontwerp van decreet houd<strong>en</strong>de de organisatie van prev<strong>en</strong>tieve gezinsondersteuning<br />

http://docs.vlaamsparlem<strong>en</strong>t.be/docs/stukk<strong>en</strong>/2012-2013/g2131-4.pdf<br />

Opvoedingswinkels in cijfers. Werkingsjaar 2011. (2012). Brussel: Kind & Gezin – EXPOO.<br />

http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/Rapport-OW-cijfers-2011.pdf<br />

Samyn, D. (z.d.). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid – Ouderparticipatie. ESF-project Omig. Brussel: Departem<strong>en</strong>t<br />

Onderwijs <strong>en</strong> Vorming – Di<strong>en</strong>st Beroepsopleiding.<br />

http://www.ond.vlaander<strong>en</strong>.be/dbo/project<strong>en</strong>/project<strong>en</strong>_OMIG.htm<br />

Samaey, S., & Vett<strong>en</strong>burg, N. (2007). Eindrapport: ontwikkeling van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t ‘betrokk<strong>en</strong>heid van<br />

ouders bij het onderwijs’. [Onuitgegev<strong>en</strong> rapport]. G<strong>en</strong>t: UG<strong>en</strong>t.<br />

Sann<strong>en</strong>, L., & Demeyer, B. (2003). Drempels naar welzijnsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: de cliënt aan het woord.<br />

Literatuurstudie <strong>en</strong> diepte-interviews bij kansarm<strong>en</strong> <strong>en</strong> etnisch-culturele minderhed<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>:<br />

KUleuv<strong>en</strong>- Hoger instituut voor de Arbeid.<br />

Schouppe, L., De Visscher, K., & Van de Walle, I. (2014). Verbinding in de vrije tijd, netwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

<strong>jeugdwerk</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> in armoede. Brussel: Ag<strong>en</strong>tschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd <strong>en</strong><br />

Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> – DEMOS vzw <strong>en</strong> VVJ vzw<br />

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties/armoedeproject<strong>en</strong>_verbinding_vrijetijd.pdf<br />

Sim, J. (1998). Collecting and analysing qualitative data: issues raised by the focus group. Journal of<br />

Advanced Nursing, 28(2), 345-352.<br />

Slocum, N. (2006). Participatieve method<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gids voor gebruikers. Methode: Focusgroep. Brussel:<br />

Koning Boudewijnstichting <strong>en</strong> het Vlaams Instituut voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch<br />

Aspect<strong>en</strong>onderzoek (viWTA).<br />

http://www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBS-FRB/Files/NL/PUB_1599_Methode_8_Focusgroep.pdf<br />

Smit, F., Driess<strong>en</strong>, G., Sluiter, R., & Brus, M. (2007). <strong>Ouders</strong>, schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> diversiteit. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong><br />

–participatie op schol<strong>en</strong> met veel <strong>en</strong> weinig achterstandsleerling<strong>en</strong>. Nijmeg<strong>en</strong>: ITS-Radboud Universiteit<br />

Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

http://www.oudersbijdeles.nl/download/.../<strong>Ouders</strong>_schol<strong>en</strong>_<strong>en</strong>_diversiteit1.pdf<br />

Smits, W. (2004). Maatschappelijke participatie van jonger<strong>en</strong>. Beweg<strong>en</strong> in de vrijetijds-, sociale <strong>en</strong><br />

culturele ruimte. Eindverslag van het PBO 99A/14/85. Brussel: VUB, Onderzoeksgroep TOR.<br />

Trussel, D.E., & Shaw, S.M. (2012). Organized Youth Sport and Par<strong>en</strong>ting in Public and Private Spaces.<br />

Leisure Sci<strong>en</strong>ces: An Interdisciplinary Journal, 34(5), 377-394.<br />

139


Van de Walle, T. (2011). Jeugdwerk <strong>en</strong> sociale uitsluiting: de toegankelijkheidsdiscussie voorbij?. G<strong>en</strong>t:<br />

Academia press.<br />

Van der Gaag, R., Gilsing, R., & Mak, J. (2013). Participatie in zicht. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, jeugdig<strong>en</strong>, ouders <strong>en</strong><br />

jeugdzorgcliënt<strong>en</strong> in de transitie jeugdzorg. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.<br />

http://www.verwey-jonker.nl/doc/jeugd/2872_Participatie-in-zicht.pdf<br />

Van der Wolf, K. (2006) Probleemouders <strong>en</strong> de school: e<strong>en</strong> onderontwikkeld terrein. Utrecht: Hogeschool<br />

Utrecht.<br />

Van Gils, J., & Willek<strong>en</strong>s, T. (2010). Belevingsonderzoek bij kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> die in armoede lev<strong>en</strong>.<br />

Deel 2: De beleving van kinder<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong> in armoede in Vlaander<strong>en</strong>. Meise: Onderzoeksc<strong>en</strong>trum Kind <strong>en</strong><br />

Sam<strong>en</strong>leving.<br />

Van Gils, N. (2008). De beleving <strong>en</strong> motivatie van animator<strong>en</strong> in het speelpleinwerk. [Scriptie ingedi<strong>en</strong>d<br />

tot het behal<strong>en</strong> van de graad van lic<strong>en</strong>tiaat in de pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, afstudeerrichting<br />

sociale agogiek, o.l.v. dr. Filip Coussée]. G<strong>en</strong>t: Pedagogische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>: Sociale agogiek.<br />

Van Leest, R. (2012). Nu, voor later. E<strong>en</strong> onderzoek naar de zingev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van g<strong>en</strong>erativiteit.<br />

[Afstudeeronderzoek]. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.<br />

http://igitur-archive.library.uu.nl/human/2012-0913-200532/RalphvanLeestscriptie.pdf<br />

Van Leeuw<strong>en</strong>, K., Colpin, H., Vanderfaeillie, J., Nys, K., Gro<strong>en</strong>ez, S., & Meurs, P. (2012). Overzicht<br />

onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor uitkomst- <strong>en</strong> procesdim<strong>en</strong>sies. [Intern docum<strong>en</strong>t]. Leuv<strong>en</strong>: KULeuv<strong>en</strong>,<br />

HIVA-KULeuv<strong>en</strong>, VUB <strong>en</strong> HUB.<br />

Van Petegem, P. (2010). De participatiebarometer. Ontwikkeling van e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tarium voor het met<strong>en</strong><br />

van leerkracht- <strong>en</strong> ouderparticipatie. Leuv<strong>en</strong>: Acco.<br />

Van Reg<strong>en</strong>mortel, T. (2011). Lexicon van empowerm<strong>en</strong>t. Marie Kemphuis Lezing. Utrecht: Marie Kemphuis<br />

Stichting.<br />

Vanduynslager, L. (2010). Kwalitatief praktijkonderzoek naar de werking <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van lokale<br />

netwerk<strong>en</strong> ter bevordering van de vrijetijdsparticipatie van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in armoede. Brussel: Demos vzw.<br />

Vaughn, S., Schumm, J.S, & Sinagub, J. (1996). Focus group interviews in education and psychology.<br />

California: Sage Publications.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, J.C., Devos, G., Stass<strong>en</strong>, K., & Warmoes, V. (2003) <strong>Ouders</strong> over schol<strong>en</strong>. Antwerp<strong>en</strong>/Apeldoorn:<br />

Garant.<br />

Vermeersch, L., & Vand<strong>en</strong>broecke, A. (2010). Het deelnemers- <strong>en</strong> participatieprofiel van participant<strong>en</strong><br />

aan het sociaal-cultureel volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>werk. Onderzoek in opdracht van SoCiuS, Steunpunt voor Sociaal-<br />

Cultureel Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>werk vzw. Met de steun van de Vlaamse Overheid, Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />

Sport <strong>en</strong> Media. Leuv<strong>en</strong>: KUleuv<strong>en</strong> - Hoger instituut voor de Arbeid.<br />

Vermeul<strong>en</strong>, S., & Teller, M. (2010). Participatie van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> in armoede. Less<strong>en</strong> uit de<br />

praktijk. Brussel: Koning Boudewijnstichting.<br />

140


Vett<strong>en</strong>burg, N., Deklerck, J., & Siongers, J. (red.). (2010) . Jonger<strong>en</strong> in cijfers <strong>en</strong> letters. Bevinding<strong>en</strong> uit de<br />

JOP-monitor 2. Leuv<strong>en</strong>, Acco.<br />

Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van focusgroep<strong>en</strong>. (2011).<br />

http://associatie.kuleuv<strong>en</strong>.be/altus/seminaries/1112/131011/focusgroep<strong>en</strong>.pdf<br />

VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicator<strong>en</strong>. (2013). Brussel: Studiedi<strong>en</strong>st van de Vlaamse Regering.<br />

Walrav<strong>en</strong>s, S. (2014). Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal Opvang <strong>en</strong> Vrije Tijd van Schoolkinder<strong>en</strong>. Beleidsaanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verantwoording. Brussel: Kind <strong>en</strong> Gezin.<br />

http://www.kind<strong>en</strong>gezin.be/img/beleidsaanbeveling<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-verantwoordingdef.pdf<br />

Werk<strong>en</strong> met steekproev<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> (z.d.).<br />

http://studion.fss.uu.nl/Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong>online/2c2werk<strong>en</strong>metsteekproev<strong>en</strong>.doc<br />

141


142


BIJLAGEN<br />

De onderstaande aanvull<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> bij de responsverdeling<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> op<br />

www.jeugdbeleid.be<br />

Bijlage 1: Drempels deelname naar leeftijd<br />

Bijlage 2: Drempels deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 3: Drempels deelname naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 4: Drempels deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 5: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar leeftijd<br />

Bijlage 6: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 7: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 8: Beïnvloedingsperson<strong>en</strong> deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 9: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar leeftijd<br />

Bijlage 10: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 11: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 12: Red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot deelname naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 13: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar leeftijd<br />

Bijlage 14: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 15: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 16: Functie <strong>jeugdwerk</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 17: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar leeftijd<br />

Bijlage 18: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 19: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 20: Opdracht <strong>jeugdwerk</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 21: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar leeftijd<br />

Bijlage 22: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar kansarmoedeachtergrond<br />

143


Bijlage 23: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 24: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (jeugd)organisatie naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 25: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar leeftijd<br />

Bijlage 26: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 27: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 28: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 29: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar leeftijd<br />

Bijlage 30: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 31: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 32: Verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> begeleider in relatie tot gezin naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 33: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar leeftijd<br />

Bijlage 34: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 35: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 36: Ouderlijke verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 37: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar leeftijd<br />

Bijlage 38: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 39: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 40: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet aanwezig zijn naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 41: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar leeftijd<br />

Bijlage 42: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 43: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 44: Motiev<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid niet meehelp<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 45: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar leeftijd<br />

Bijlage 46: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 47: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 48: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid informatie naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

144


Bijlage 49: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar leeftijd<br />

Bijlage 50: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 51: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 52: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meebesliss<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 53: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar leeftijd<br />

Bijlage 54: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 55: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 56: Aspect<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid meehelp<strong>en</strong> naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

Bijlage 57: W<strong>en</strong>s tot verandering naar leeftijd<br />

Bijlage 58: W<strong>en</strong>s tot verandering naar kansarmoedeachtergrond<br />

Bijlage 59: W<strong>en</strong>s tot verandering naar migratieachtergrond<br />

Bijlage 60: W<strong>en</strong>s tot verandering naar <strong>jeugdwerk</strong>verled<strong>en</strong><br />

145


Colofon<br />

Het onderzoeksrapport “<strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>. Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders over deelname <strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong>” is e<strong>en</strong> uitgave van de afdeling Jeugd van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />

Sport <strong>en</strong> Media.<br />

OPDRACHTNEMER<br />

K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Odisee), in sam<strong>en</strong>werking met de<br />

onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedagogiek (KULeuv<strong>en</strong>)<br />

ONDERZOEKSTER<br />

Evelyn Morreel (Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Odisee)<br />

ONDERZOEKSLEIDING<br />

Dr. Kristi<strong>en</strong> Nys (Hoger Instituut voor Gezinswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Odisee)<br />

Prof. dr. Karla Van Leeuw<strong>en</strong> (Onderzoekse<strong>en</strong>heid Gezins- <strong>en</strong> Orthopedaogiek, KULeuv<strong>en</strong>)<br />

KLANKBORDGROEP<br />

Filip Coussée (UG<strong>en</strong>t), Trees De Bruycker (Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media), Kathle<strong>en</strong> Emmery<br />

(K<strong>en</strong>nnisc<strong>en</strong>trum HIG, Odisee), Hannelore Hooyberghs (Kindervreugd/ VDS), Miet Ney<strong>en</strong>s (De Ambrassade),<br />

Diederik Vancopp<strong>en</strong>olle (Kind <strong>en</strong> Gezin), Merijn Vandegeuchte (Chiro), Annelore Vandereeck<strong>en</strong> (UG<strong>en</strong>t,<br />

onderzoekster), Dirk Vangremberg<strong>en</strong> (vzw Jong), Kaï Van Nieuw<strong>en</strong>hove (VVJ), Toon Vanotterdijk (vervanging<br />

van Miet Ney<strong>en</strong>s, De Ambrassade), Stephanie Vermeir<strong>en</strong> (afdeling Jeugd), Stijn Verbeure (Free-Time))<br />

EINDREDACTIE<br />

Lieve Caluwaerts <strong>en</strong> Krista Van Sant<strong>en</strong> (afdeling Jeugd)<br />

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER<br />

Johan Van Ga<strong>en</strong>s (afdeling Jeugd)<br />

VORMGEVING<br />

Femke Vanbelle<br />

www.femkevanbelle.be<br />

FOTO’S<br />

Erik Van Cauter (afdeling Jeugd)<br />

DRUK<br />

Digitale drukkerij Vlaamse overheid<br />

OPLAGE<br />

300 exemplar<strong>en</strong><br />

WETTELIJK DEPOTNUMMER<br />

D/2016/3241/013<br />

REFERENTIE<br />

Morreel, E., Nys, K., & Van Leeuw<strong>en</strong>, K. (2016). <strong>Ouders</strong> <strong>en</strong> <strong>jeugdwerk</strong>. Ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders<br />

over deelname <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>jeugdwerk</strong>. Onderzoek in opdracht van het Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd,<br />

Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd. Brussel: Departem<strong>en</strong>t Cultuur, Jeugd, Sport <strong>en</strong> Media, afdeling Jeugd.<br />

146


147


Afdeling Jeugd<br />

Ar<strong>en</strong>bergstraat 9<br />

1000 Brussel<br />

www.jeugdbeleid.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!