Werk in Woord nr 21

Hét ledenblad voor leden van de coöperatie AB Werkt Zuid-Nederland | DECEMBER 2018 |
WERKin
21
WOORD
Arbeidsmigratie in Nederland
We kunnen niet meer zonder
Een kwestie van boerennuchterheid
Interview met ledenraadslid Wim Remeeus
En verder...
Aan het woord: melker Harrie Oost
Varkenshouderij Saasen: een dubbelinterview
Wat kunnen werkgevers verwachten in 2019?
Reductieregeling: gevolgen vernieuwde wet AVG

Uitnodiging coöperatieavond in december
Een bewogen 2018
VOORWOORD
Het einde van het jaar is alweer in zicht. We kijken samen met u terug op een bewogen
periode.
Voor onszelf had de fusie van AB Brabant en AB Werkt Zuid-Nederland het afgelopen jaar
de nodige impact. Natuurlijk waren er grote overeenkomsten in oorsprong, markten en
diensten. Maar er waren ook aantoonbare verschillen. Als management van de nieuwe
organisatie probeerden we het beste van deze twee werelden te combineren.
Door de fusie ontstaat een organisatie met meer omvang. De uitdaging om alles op grotere
en professionelere schaal door te laten draaien, vraagt om organisatietalent, aanpassingsvermogen,
verbindingskracht en professionaliteit. Veel collega’s lieten zich daarin van hun
beste kant zien. Maar helaas kan en wil niet iedereen deze stappen maken. Dit heeft geleid
tot een tijdelijk hoger verloop.
Ook op economisch gebied was het een enerverend jaar. Na een jarenlange crisis kreeg de
economie fors de wind in de zeilen. Het gaat over het algemeen weer heel goed in Nederland.
De export loopt voorspoedig en ook de binnenlandse consumptie groeide hard. Met
andere woorden: er is weer heel veel werkgelegenheid.
Helaas profiteert de agrarische sector niet echt van deze economische voorspoed. De
rendementen op veel agrarische bedrijven zijn nog steeds heel mager of zelfs negatief. En
als het wel goed gaat, zijn de perspectieven voor de nabije toekomst vaak weer onzeker.
Hierbij speelt zeker ook wet- en regelgeving een rol. Voor veel agrarische ondernemers is
het al met al een spannende en ook wel zorgelijke periode. We zien dan ook dat een meer
dan gemiddeld aantal bedrijven stopt of overweegt te stoppen.
Als AB Werkt merken wij natuurlijk de gevolgen van alle ontwikkelingen. Zo hebben medewerkers
op de krappe arbeidsmarkt veel meer alternatieven. Het is dus belangrijk om een
scherp beeld te hebben wat zij belangrijk vinden in hun afweging. Natuurlijk speelt salaris
een rol, maar ook arbeidsomstandigheden, afwisseling in werk, perspectief, ontwikkelingsmogelijkheden,
aandacht en erkenning zijn belangrijk.
We moeten ons allemaal terdege realiseren dat de crisis voorbij is en daarmee de krapte
op de arbeidsmarkt is toegenomen. Het is voor iedereen een uitdaging om goede en gemotiveerde
medewerkers te vinden. Het nieuwe AB Werkt is in deze tijd graag de professionele
en toegewijde partner die sámen met u op dit gebied het verschil kan maken. Zo
kunnen we zorgen dat uw vraag tijdig en goed ingevuld wordt.
Tijdens de decemberavonden willen we hierover met u van gedachten wisselen. Ik hoop u
hier allen te mogen begroeten.
Krappe arbeidsmarkt in de
agrarische sector: wat nu?
Uitnodiging coöperatieavond
Goed personeel vinden en houden is essentieel voor de ontwikkeling
van uw bedrijf en sector. Maar de huidige krapte
op de arbeidsmarkt zal ook u niet zijn ontgaan. Het aantal
vacatures in Nederland was sinds twintig jaar niet meer zo
hoog, terwijl de werkloosheidscijfers gestaag dalen. Ook
agrarische ondernemers merken dat het personeelstekort
steeds nijpender wordt. Het is daarmee niet enkel het probleem
van de sector, maar van ons allemaal. Daarom is het
belangrijk om gezamenlijk te kijken wat we aan het personeelstekort
kunnen doen.
Dit onderwerp staat daarom centraal tijdens de avond die we
traditiegetrouw in december exclusief voor u als lid organiseren:
Krappe arbeidsmarkt in de agrarische sector:
wat nu?
Gastspreker is Doekle Terpstra, voorzitter van de ondernemersorganisatie
UNETO-VNI (de ondernemersorganisatie
voor de installatiebranche en de technische detailhandel) en
voormalig CNV-voorzitter. Terpstra is sinds 2014 één van de
aanjagers van het Nationaal Techniekpact 2020; een samenwerking
tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid om het
tekort aan technisch personeel terug te dringen. Hij vertelt
ons wat dit heeft opgeleverd en laat zien wat de impact van
goed werkgeverschap is.
De data en locaties zijn:
• Dinsdag 4 december | Van der Valk Middelburg
• Donderdag 6 december | Parkhotel Horst
• Dinsdag 11 december | Van der Valk Gilze-Tilburg
• Donderdag 13 december | Oolderhof Roermond
• Dinsdag 18 december | Van der Valk Uden
Aanvangstijd: 20.00 uur. Vanaf 19.30 uur staan
koffie en gebak voor u klaar.
bedrijven in deze branche gedaan hebben aan het groeiende
personeelsvraagstuk.
Laat u informeren over de bedreigingen en inspireren over de
kansen. Ga het gesprek met ons aan over wat we samen kunnen
doen om te zorgen dat u ook in de toekomst verzekerd
blijft van goed personeel.
Meer over het programma
Daarnaast vertellen we u tijdens deze avond hoe het gaat met
de coöperatie AB Werkt. We kijken daarbij met u terug én
vooruit. Wilt u meer weten over de spreker en de inhoud van
de avond, ga dan naar www.ab-werkt.nl/arbeidsmarkt
Aanmelding
Graag nodigen wij u als coöperatielid uit om samen met
uw partner aanwezig te zijn.
Na afloop kunt u onder het genot van een hapje en drankje
met elkaar en met de mensen van AB Werkt napraten.
U heeft via de post of per mail een uitnodiging gehad.
Met de antwoordkaart kunt u zich aanmelden om bij één
van bovenstaande avonden aanwezig te zijn. Aanmelden
kan ook door te mailen naar communicatie@ab-werkt.nl
met vermelding van uw gewenste locatie. U ontvangt van
ons een bevestiging.
Jack Janssen - directeur
Doekle Terpstra komt zelf niet uit de agrarische sector, maar
heeft er vanuit arbeidsmarktperspectief wel een frisse kijk op.
Hij kan ons bruikbare tips en advies geven hoe wij zelf als
ondernemers en als sector met deze problematiek kunnen
omgaan. Bovendien kampt ook de technische sector al jarenlang
met een tekort aan mensen. Terpstra kan vertellen wat
Wij heten u alvast van harte welkom!
Ankie Wijnen | Voorzitter raad van commissarissen
Jack Janssen | Algemeen Directeur
Joris Huizinga | Directeur Bedrijfsvoering
3

Arbeidsmigratie in Nederland: we kunnen niet meer zonder
Arbeidsmigratie is een hot item. Door de open Europese grenzen is de internationale
arbeidsmobiliteit een structureel gegeven geworden. Ook Nederland
kan niet meer zonder arbeidsmigranten. Voor het werk dat zij doen, zijn
onvoldoende Nederlandse werknemers te vinden.
Nu de economie weer aantrekt en de
24 uurseconomie de norm is, neemt
de behoefte aan arbeidskrachten uit
Midden- en Oost-Europa sterk toe. En
die vraag zal de komende jaren alleen
maar groter worden. Want door
vergrijzing en ontgroening krimpt
vanaf 2021 onze beroepsbevolking.
Kortom: er is een grote economische
noodzaak om ons arbeidspotentieel
op peil te houden. En daarvoor zijn
ook arbeidsmigranten onontbeerlijk.
Vandaar dat we met z’n allen een
klimaat moeten scheppen, waarbij
arbeidsmigranten zich welkom voelen
en er een aanbod moet zijn van
huisvesting dat zowel kwantitatief als
kwalitatief toereikend is.
Rond arbeidsmigranten is er helaas
vaak nog een negatieve beeldvorming.
Opmerkingen als ‘ze pikken
onze banen en huizen in’ zijn veelgehoord.
Maar is dat zo?
En welke economische waarde hebben
deze mensen voor Nederland als
voor de regio’s?
Feiten en cijfers
In een onderzoek dat SEO Economisch
Onderzoek heeft uitgevoerd,
is gekeken naar de omvang van de
groep arbeidsmigranten uit Middenen
Oost-Europa, de zogenaamde
MOE-landen. Dit zijn werknemers
die afkomstig zijn uit Polen, Tsjechië,
Slowakije, Hongarije, Letland, Estland,
Litouwen, Slovenië, Roemenië
of Bulgarije. In 2016 waren er in
totaal 371.000 arbeidsmigranten uit
deze landen actief als werknemer
in Nederland, van wie 183.000 als
uitzendkracht (49%). Ze worden vaak
ingezet om eenvoudig en routinematig
(productie)werk uit te voeren,
waarvoor moeilijk Nederlandse
werknemers te vinden zijn.
Samen vervulden zij 514.000 verschillende
banen, wat neerkomt op 4,7%
van het totaal aantal beschikbare
banen in Nederland. Daarbij leveren
deze arbeidsmigranten een substantiële
bijdrage aan de productie
in Nederland en een bijdrage van
11 miljard euro aan ons nationaal
inkomen.
De werknemers uit de MOE-landen
zijn vooral in het zuiden en westen
van ons land actief, en dan
vooral in de land- en tuinbouw,
zakelijke dienstverlening, logistiek,
groothandel, voedingsindustrie en
metaalindustrie. Een aantal regio’s
en sectoren is sterk afhankelijk van
arbeidsmigranten, waardoor hun
aandeel in het aantal banen daar kan
oplopen tot 25%.
De uitzendsector is, na de landbouw,
de sector met het grootste aandeel
werknemers uit Midden- en Oost-
Europa.
Het overgrote deel van de arbeidsmigranten
is hier tijdelijk: twee derde
verblijft korter dan vijf jaar in ons
land. Die wetenschap zorgt ervoor
dat onze huisvesting vooral gericht
moet zijn op shortstay-voorzieningen.
Vooroordelen
Over arbeidsmigranten bestaan
hardnekkige vooroordelen, zoals ‘ze
pikken onze banen in’. Dergelijke
uitspraken suggereren dat er sprake
is van grootschalige verdringing.
Het SEO-onderzoek weerlegt dit en
concludeert dat er geen of een zeer
beperkt effect van verdringing is. Dat
verdringing door arbeidsmigranten
in de praktijk beperkt is, komt
doordat de werknemers uit Midden-
en Oost-Europa bereid zijn werk
te verrichten waarvoor nauwelijks
binnenlandse werknemers te vinden
zijn. Nederlandse werknemers willen
dat vaak zware werk simpelweg niet
uitvoeren tegen de bijbehorende
beloning en onder de flexibele omstandigheden
die worden gevraagd.
Bij een hogere beloning wordt dit
werk echter als gevolg van internationale
prijsconcurrentie voor
werkgevers te duur om rendabel
in Nederland uit te kunnen voeren.
Zonder arbeidsmigranten zou (een
deel van) de productie daarom niet
langer in Nederland plaatsvinden.
Het nationaal inkomen (bijdrage
aan het BBP) dat wordt verdiend, is
daarmee additioneel ten opzichte van
een situatie zonder arbeidsmigranten.
Sterker nog, het feit dat deze
productie in Nederland kan plaatsvinden,
kan ook voor additionele
werkgelegenheid voor binnenlandse
werknemers zorgen, bijvoorbeeld bij
toeleveranciers.
Een ander hardnekkig misverstand
is dat onderbetaling van arbeidsmigranten
een wijdverbreid verschijnsel
is. Alle uitzendorganisaties die zijn
aangesloten bij de ABU of de NBBU
zijn verplicht om de ABU- of NBBUcao
toe te passen. Daarin zijn de
rechten, zekerheden en arbeidsvoorwaarden
van uitzendkrachten goed
geregeld. Ook is voor opdrachtgevers
helder hoe de arbeidsrelatie eruitziet.
Daarbij komt dat de cao van de
ABU, als grootste cao in de branche,
algemeen verbindend is verklaard
door de minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW). Het
gevolg is daarvan dat ook uitzendondernemingen
die niet bij de ABU
of NBBU aangesloten zijn, verplicht
deze cao moeten toepassen.
>>
4
5

Als er wel onder het wettelijke of
het cao-loon wordt betaald, zijn
uitzendondernemingen in overtreding.
Vaak gaat het dan om malafide
uitzendbureaus. Samen met de
inspectie van het ministerie van SZW
en de Belastingdienst hebben ABU
en de NBBU de handen ineengeslagen
om dit tegen te gaan en hard
aan te pakken.
Economische waarde
SEO Economisch Onderzoek heeft becijferd
dat arbeidsmigranten uit Midden-
en Oost-Europa in 2015 ruim 9
miljard euro hebben bijgedragen aan
het nationaal inkomen van Nederland
en een jaar later zelfs 11 miljard
euro. De landbouwsector kende
verreweg de grootste bijdrage van
deze arbeidsmigranten; namelijk 1,4
miljard euro. Na de landbouwsector
volgen de groothandel, de voedingsmiddelenindustrie
en de logistiek
met ieder honderden miljoenen.
Hoe groot de regionale economische
impact is, wordt duidelijk als ingezoomd
wordt op een aantal regio’s.
De uiteindelijke conclusie van het
onderzoek is dat de arbeidsmigranten
een substantiële waarde voor de
Nederlandse economie in het algemeen
hebben en die van een aantal
regio’s in het bijzonder. Ze zorgen
primair voor additionele werkgelegenheid,
productie en inkomen in
de regio waar ze worden ingezet.
Zonder voldoende arbeidsmigranten
verwachten werkgevers dat ze hun
productieproces de komende jaren
moeten aanpassen, inperken of
verplaatsen.
Bron: ABU whitepaper –
Uitgave juni 2018
Orhan Oskan:
’Over een paar jaar wil ik een
agrarisch bedrijf managen’
Orhan is stipt op tijd voor onze afspraak met hem. Al snel maakt hij contact met
Remy Baeten, toenmalig recruiter in Horst, en schudt hij ook anderen de hand.
Hij is blij om hier te zijn en heeft zin in het gesprek dat komen gaat.
Arbeidsmigranten leveren een substantiële bijdrage aan de productie in Nederland.
Aantal vacatures op hoogste punt in ruim tien jaar
Het aantal openstaande vacatures heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. De spanning
op de Nederlandse arbeidsmarkt is hiermee verder toegenomen.
Het aantal vacatures steeg naar
251.000, een stijging van 16.000 in het
tweede kwartaal.
Dat meldt het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS). Hiermee wordt
het vorige record uit 2007 met 2.000
overtroffen.
Het aantal werklozen daalde met
14.000. Tegenover elke openstaande
vacature stonden gemiddeld 1,4
werklozen. Hiermee nadert deze verhouding
het niveau van 2008, toen er
1,3 werklozen waren per openstaande
vacature.
In bijna alle bedrijfstakken nam het
tweede kwartaal het aantal openstaande
vacatures toe. De meeste
vacatures kwamen erbij in de handel,
dit aantal nam toe met 4.000 banen.
De horecabranche groeide met 3.000
banen. In de zakelijke dienstverlening,
industrie en het onderwijs
kwamen er elk 2.000 banen bij.
De banengroei in de afgelopen vier
jaar is constant toegenomen, in totaal
met 676.000 banen. De vorige periode
van langdurige, constante banengroei
was tussen 2005 en 2008. In
die periode kwamen er bijna 800.000
banen bij.
Meer werknemers met een vaste
arbeidsrelatie
Het aantal mensen met een vaste
arbeidsrelatie is ook toegenomen. In
het tweede kwartaal van 2018 nam dit
aantal toe met 158.000 ten opzichte
van hetzelfde kwartaal in 2017, een
stijging van drie procent.
Er waren ook meer flexwerkers in het
tweede kwartaal, maar het aantal
nam in een jaar tijd slechts toe
met 3.000. Het aantal werknemers
met een vast contract groeit al twee
kwartalen sterker dan het aantal
flexwerkers.
De werkloosheid daalde met 3,8%
Het aantal werklozen daalde in
vergelijking met het eerste kwartaal
met 3,8 procent naar 354.000 mensen.
Daarmee was 3,9 procent van
de Nederlandse beroepsbevolking
werkloos.
De werkloosheid ligt nog wel boven
het werkloosheidspercentage van
voor het begin van de crisis. In de
tweede helft van 2008 was dit 3,6
procent. Volgens het CBS neemt de
werkloosheid minder snel af
dan voorheen. Dit komt doordat meer
mensen op zoek gaan naar werk
en minder mensen stoppen met de
zoektocht naar werk.
bron: nu.nl | 2018
Orhan Oskan is 31 jaar en heeft
een Koerdische achtergrond. Hij is
geboren in Syrië en opgegroeid in
een gezin van acht. Sinds 2015 woont
Orhan in Nederland en vanaf maart
2018 is Orhan hier ook aan het werk.
In 2015 vertrok Orhan vanwege de
onveilige situatie in zijn geboorteland
naar Turkije, om daar op een
volgepakte boot naar Griekenland te
stappen. Via onder andere Macedonië
en Slovenië kwam hij met de trein
en taxi aan in Nederland. De eerste
twee maanden verbleef hij in het azc
in Ter Apel. Daarna acht maanden in
Zaandam en toen weer in Ter Apel.
Na het azc in Baexem kon Orhan een
huis huren in Venlo. ’Daar woon ik nu
met mijn Syrische vrouw en ons zes
maanden oude dochtertje.’
Avondstudie
In Syrië heeft Orhan de middelbare
agrarische school voltooid. ’Daarna
ben ik naar de universiteit in Homs
gegaan. Omdat in 2013 de oorlog
uitbrak, moest ik stoppen met de opleiding.’
Nu hij in Nederland is: hoe
is het gesteld met zijn Nederlandse
taalvaardigheid? ’Ik krijg financiële
hulp van DUO om een online avondstudie
te doen. Ik volg lessen luister-,
lees-, spreek- en schrijfvaardigheid
Nederlands. Over een jaar moet ik
klaar zijn met de studie. Verder sta
ik op het punt om mijn rijbewijs te
behalen.’ Hij vertelt alles in een rustig
tempo, moet soms zoeken naar de
juiste woorden, maar kan zich goed
verstaanbaar maken.
Buurtvrienden
’De vele regels, richtlijnen en procedures
maken het leven in Nederland
er niet gemakkelijker op.’ Toch heeft
Orhan er tegelijkertijd veel waardering
voor. ’Het geeft zekerheid dat
alles goed is geregeld in Nederland.
In Syrië moest ik vaak werken zonder
eindtijd. Daar bestaat trouwens
ook geen verschil tussen bruto en
netto. Al met al voel ik me welkom
in Nederland. Het is een goed land
en er wonen aardige mensen. In
het begin was het lastig vanwege de
taal. Ook heb ik familie en vrienden
moeten achterlaten. Nu gaat het veel
beter. Vooral in de buurt hebben we
vrienden gemaakt. Met hen voetbal ik
en maken we leuke uitstapjes.’
Agrotechnologie
In Syrië hebben veel gezinnen een
boerderij. Zo ook de opa van Orhan.
’Ik heb daardoor van kinds af aan
ervaring in de agrarische sector.’ De
productie van gewassen vindt in Syrië
overigens bijna altijd plaats in de
open lucht omdat het in de kassen
te warm is. Zowel voor de producten
als voor de medewerkers. ’Mijn hart
gaat uit naar de agrotechnologie.
Daar wil ik hier graag in verder. Ik
ben teeltspecialist op het gebied van
planten, groenten en bomen. Het is
mijn droom om over een paar jaar
allround manager te zijn van een
agrarisch bedrijf.’
Planten zaaien
Toen hij pas in Nederland was,
kwam Orhan terecht op de website
van AB Werkt. ’Ik heb me aangemeld
heb een gesprek gehad met
Sabrina. Daarna ben ik bij Novisem
geplaatst. In eerste instantie bij het
bedrijfsonderdeel Prosem. Dat doet in
zaadbehandeling. Vandaag maak ik
mijn laatste werkdag bij Semsearch,
ook een onderdeel van Novisem. Hier
worden planten gezaaid.’
Netwerk
Hoe kijkt Orhan naar de toekomst,
vooral nu hij op zoek moet naar een
nieuwe werkkring? ’Ik kijk met een
positief gevoel uit naar een volgende
baan. Omdat ik vertrouwen heb in
AB Werkt als werkgever. ‘Vijftig jaar
ervaring in de agrarische sector is
natuurlijk heel veel. Daardoor heeft
AB Werkt ook een groot netwerk van
bedrijven waar ik aan de slag zou
kunnen. Ik wil straks het liefste een
vaste baan hebben, zodat ik een huis
kan kopen.’
Gemoedelijk
’In 2020 hoop ik de Nederlandse
nationaliteit aan te vragen. Voor nu
wonen we prima in Venlo. Dat is
een kleinere stad, waar het leven
gemoedelijk is en niet zo druk
als in bijvoorbeeld Amsterdam.
Venlo geeft me hetzelfde
gevoel als mijn vroegere
woonomgeving in Syrië.’
Ohran Oskan
6
7

Hoe voert u een goed gesprek met
uw medewerkers?
6 tips...
>>
spreekbaar. Een voorbeeld: ik zie dat je wegkijkt, zie je
op tegen dit gesprek? Of bij een exitgesprek: ik merk dat
je boos bent. Kun je uitleggen wat er door je heen gaat?
Dit helpt om tot de kern van het probleem te komen, en
het gesprek op een plezierige wijze te vervolgen.’
5. Stel open vragen
‘Als u wilt weten waarom een medewerker doet wat hij
doet, stelt u open vragen. Open vragen beginnen met
wie, wat, waar, waarom, wanneer of hoe. Het tegenovergestelde
van open vragen zijn suggestieve vragen.
Daarmee legt u de medewerker een antwoord (deels) in
de mond. Stelt u suggestieve vragen, vraag u dan eens af
waarom u dat doet. Veel mensen doen het om hun gesprekspartner
te helpen, of om controle te houden over
het gesprek. Als u weet waarom u suggestieve vragen
stelt, is het makkelijker om het af te leren.’
6. Vraag altijd door
‘Wie doorvraagt, krijgt meer inzicht in de oorzaak van
een probleem. Stel de waarom-vraag zo vaak als nodig
tot u de oorzaak van het probleem heeft gevonden. Een
voorbeeld:
• Waarom is er geen tijd?
We zijn veel tijd kwijt aan het verzamelen van spullen.
• Waarom moet je de spullen verzamelen?
Ze liggen niet in de kast.
• Waarom liggen de spullen niet in de kast?
Omdat niemand weet dat de spullen daar liggen.
• Waarom weet niemand dat?
Er wordt geen signaal afgegeven wanneer de spullen uit
de kast zijn gehaald.
• Waarom wordt er geen signaal afgegeven?
Omdat we dat niet hebben afgesproken.’
Als werkgevers en medewerkers nauw samenwerken, kan een functioneringsgesprek
best lastig zijn. Wilt u meer halen uit de gesprekken met uw medewerkers?
Lees dan hieronder verder...
Lisa van Veen, adviseur bij de HRdienst
HAER van AB Werkt, deelt de
belangrijkste tips.
1. Bereid het gesprek goed voor
‘Allereerst en bovenal: wie een goed
gesprek wil voeren, bereidt zich
goed voor. Dus bedenk vooraf welke
vragen u tijdens het gesprek wilt
stellen en schrijf ze op. Dat is niet
alleen een handig geheugensteuntje.
Door de vragen op te schrijven,
onthoudt u ze ook beter. Grote kans
dat u het vragenlijstje tijdens het
gesprek niet eens meer nodig heeft.’
2. Breng structuur aan in het gesprek
‘Een handig hulpmiddel bij het voeren
van een gesprek is de kop-rompstaart-methode.
Deze methode helpt
u het gesprek beter structuren. U
begint het gesprek (de kop) met het
uitspreken van het doel van het gesprek,
bijvoorbeeld het functioneren
van de medewerker. In de volgende
fase (de romp) van het gesprek
bespreekt u het functioneren. Tot
slot vat u in de staart van het gespek
samen wat u besproken heeft en
maakt u afspraken over het vervolg.
Vraag ook hoe uw gesprekspartner
het gesprek heeft ervaren. Deze
input kan u helpen de volgende keer
een nog beter gesprek te voeren.’
3. Houd rekening met de communicatiestijl
van uw gesprekspartner
‘De ene medewerker babbelt
honderduit, de ander zegt alleen
het hoognodige. Zoveel mensen,
zoveel communicatiestijlen. U voert
een beter gesprek als u weet wat
voor type u tegenover zich heeft. Is
de medewerker zakelijk en heeft u
zelf een informele communicatiestijl?
Sla de koetjes en kalfjes in een
gesprek dan maar liever over. Is uw
gesprekspartner dominant, terwijl
u een passieve communicatiestijl
heeft? Zorg er dan voor dat u het
gesprek al in de kop door duidelijk
de structuur van het gesprek te bespreken,
zodat uw gesprekspartner
het gesprek niet kan overnemen. Een
voorbeeld: ik zal nu eerst aangeven
hoe ik jouw functioneren het afgelopen
jaar heb ervaren. Daarna krijg jij
de kans om te vertellen hoe je hier
zelf naar kijkt. Tot slot sluiten we af
met het bespreken van je persoonlijke
leerdoelen.’
4. Kijk verder dan naar wát uw
gesprekspartner zegt
‘Kijkt uw gesprekspartner weg? Trilt
zijn of haar stem? Mensen geven
veel weg met hun lichaamshouding,
stem of blik. Door te benoemen wat
u ziet, maakt u het meteen be-
>>
WORKSHOP GESPREKSTECHNIEKEN
Om meer uit gesprekken met medewerkers te halen,
organiseerde de HR-dienst van AB Werkt dit voorjaar
de driedaagse workshop Gesprekstechnieken. Lisa
van Veen, adviseur bij HAER was een van de trainers.
Zij kijkt met veel plezier terug op de workshop. ‘Elke
deelnemer had zijn eigen redenen om mee te doen aan
de workshop. De één had behoefte aan tips om een
goed gesprek te voeren, de ander wilde feedback leren
geven. Je moet veel oefenen om goede gesprekken te
kunnen voeren. Dat hebben de deelnemers dan ook veel
gedaan. Het is als trainer enorm leuk om deelnemers te
zien groeien. Op dag één werd er nog wel wat gehakkeld,
maar op dag drie had echt iedereen de smaak te
pakken. Ondanks de verschillende achtergronden – van
viskweker tot melkveebedrijf – deed iedereen zijn
best om met elkaar mee te denken. Ik was blij verrast
met het enthousiasme van de groep. Gelukkig was het
goede gevoel wederzijds, want de workshop kreeg bij
de evaluatie een 8,3.’
HAER
‘DE KOP-ROMP-STAART-METHODE IS ECHT HANDIG’
Anita Sterke van Plantenkwekerij Joost Sterke BV in
Haaren volgde de workshop Gesprekstechnieken van
AB Werkt: ‘Wat me opviel tijdens de workshop is dat
het vaak ondernemers met kleine bedrijven zijn die
gesprekken met medewerkers lastig vinden. Vooral
degenen die al jaren samenwerken met medewerkers
en een keigoede band hebben. Bij ons bedrijf werken
twintig medewerkers, waarvan dertien vaste krachten
en acht scholieren. Mijn man en ik hebben de taken
duidelijk verdeeld. Ik doe de boekhouding en de personeelsadministratie,
mijn man regelt de zaken op de
werkvloer. Gesprekken met medewerkers voeren we
samen of alleen. Dat hangt van het onderwerp van het
gesprek af. Sollicitatiegesprekken bijvoorbeeld voeren
we altijd samen. Tijdens de workshop bleek het met
mijn gesprekstechnieken gelukkig goed gesteld te zijn.
Ik vraag goed door en let op signalen, maar er valt
altijd wat bij te leren. Zo heb ik veel gehad aan de kopromp-staart-methode.
Deze methode kon ik meteen na
de workshop inzetten toen een medewerker een probleem
aankaartte. In gedachten vinkte ik het rijtje af:
het probleem uitspreken, goed luisteren, sámen kijken
hoe we het kunnen oplossen en een afspraak maken
voor een vervolggesprek. Ik hoorde van mijn man terug
dat de medewerker het een prettig en duidelijk gesprek
had gevonden.’
HAER
8 ADVIES
9

Geslaagde bijeenkomst ‘Veiligheid op de werkvloer’
Kennis delen om veiligheids -
bewustzijn te vergroten
Indrukwekkende cijfers van de jaarlijkse fruitpluk
Fruit valt in Zeeland niet
vanzelf van de boom
De arbeidsomstandigheden en veiligheid op varkens- en pluimveebedrijven mogen al
enige tijd rekenen op extra aandacht van de Inspectie SZW. Ondernemers die hun zaken
onvoldoende op orde hebben, kunnen fikse boetes verwachten.
Miljoenen appels en peren worden jaarlijks binnen zes weken geplukt in
Zeeland. Een enorme prestatie. Accountmanager Niek van Loenhoud van
AB Werkt was voor het tiende seizoen betrokken bij de fruitpluk-coördinatie.
Wat indrukwekkende cijfers op een rij.
AB Werkt denkt graag met haar
klanten én medewerkers mee om voor
iedereen een veilige werkomgeving
te creëren. In Kerkeböske te Helden
organiseerden Anke van Helmond,
Esther Timmermans (beide accountmanager
Varkens & Pluimvee) en
Caroline Hermans (Kwaliteitsfunctionaris)
daarom een speciale bijeenkomst
rondom het thema ‘Veiligheid
op de werkvloer’.
Ondernemer of medewerker, veiligheid
gaat ons allemaal aan. En hoewel
de gevolgen van onveilig werken
op conto komen van de opdrachtgever,
vindt AB Werkt dat veiligheid altijd
de medeverantwoordelijkheid van
medewerkers is. Anke: “Hoewel een
medewerker niet zo snel een boete
zal krijgen, kan het niet dragen van de
voorgeschreven gehoorbescherming
heel vervelend uitpakken. Om maar
een voorbeeld te noemen. Je moet
je voortdurend bewust zijn van de
risico’s die je tijdens je werk loopt.
Het is de plicht van AB Werkt om die
risico’s in kaart te brengen en aan een
medewerker door te geven, voordat
hij of zij bij een bedrijf aan de slag
gaat.”
Risico’s inventariseren
Tijdens de bijeenkomst werd uitvoerig
gesproken over de Risico Inventarisatie
en Evaluatie (RI&E). De RI&E is een
beproefd middel om risico’s binnen
een bedrijf in kaart te brengen en een
plan van aanpak te maken om deze
risico’s in de hand te houden. Anke:
“Tijdens de avond bleek dat nog niet
iedereen even goed op de hoogte is
van de RI&E. Het kost even tijd om een
RI&E in te vullen, maar de ervaring is
dat je op basis van een RI&E relatief
eenvoudig een risico kunt beperken.
Ieder bedrijf is verplicht om een RI&E
invullen. In de meeste gevallen moet
de RI&E ook getoetst worden door een
gecertificeerde arbodienst of arbodeskundige.”
PBM’s: theorie vs. praktijk
Vaak ligt op papier vast wanneer je
welk persoonlijk beschermingsmiddel
(PBM) moet gebruiken. Maar in
de praktijk is het dragen ervan voor
een medewerker niet altijd even
praktisch. Hoe gaat iedereen daarmee
om? Anke: “Er kwam een interessante
discussie op gang. Enerzijds is het
dragen van PBM’s belangrijk om de
veiligheid van mensen te waarborgen.
Anderzijds worden ze door het dragen
ervan vaak belemmerd in hun werk.
Ook hierbij geldt weer dat je je goed
bewust moet zijn van de risico’s die je
persoonlijk loopt als je een PBM niet
draagt.”
Van elkaar leren
AB Werkt gaat als organisatie bewust
met veiligheid om en deelt haar kennis
waar mogelijk met haar klanten.
“Maar wij blijven onszelf op dit gebied
ook nog steeds ontwikkelen”, zegt
Anke. “De bijeenkomst gaf ons en alle
aanwezigen de mogelijkheid om van
elkaar te leren. Ook na onze presentatie
werd er nog volop doorgepraat
over dit thema. Goed om te zien dat
we mensen aan het denken hebben
gezet. Dat was ook precies de opzet
van deze avond. We zijn tevreden over
de opkomst van deze eerste bijeenkomst.
En blij met de positieve en
kritische reacties die we van verschillende
mensen hebben ontvangen.”
Vragen over veiligheid?
Veiligheid is nooit ‘af’. En veiligheid
blijft op meerdere vlakken van essentieel
belang voor bedrijfsvoering. Onze
accountmanagers blijven hun kennis
op dit gebied dan ook graag delen.
Andersom staan wij altijd open voor
de inbreng van onze medewerkers en
klanten.
750 arbeidsmigranten + 550 slaapplaatsen + 250 BSN-nummers +
10 uur per dag = 117.000.000 appels en peren
750 arbeidsmigranten
De miljoenen appels en peren
komen niet vanzelf van de boom
vallen. Voor de jaarlijkse fruitpluk
komen 750 arbeidsmigranten, voornamelijk
uit Polen, naar Zeeland.
Het merendeel reist met bussen, die
door bemiddelaars van AB Werkt in
Polen zijn geregeld. Maar er komen
ook gezinnen met de eigen auto
en sommige mensen zelfs met het
openbaar vervoer. Vaak gaat het om
hele gezinnen die 4 weken naar Nederland
reizen om geld te verdienen
in de fruitpluk. Een vaste kern van
ongeveer 150 plukkers ziet Niek al
voor het tiende jaar. Dit jaar ziet hij
een toename van het aantal jongeren
en studenten.
+ 550 slaapplaatsen
Die 750 mensen moeten natuurlijk
ook slapen. Daarvoor heeft AB Werkt
550 slaapplaatsen geregeld, verdeeld
over minstens 5 parken en daarbuiten.
Bij de telers zelf slapen nog
eens 200 medewerkers. Tijdens de
aankomstweekenden staan alle
collega’s van het regiokantoor Goes
klaar op de huisvestingsplaatsen.
Ze vangen de mensen op, maken
ze wegwijs en laten de contracten
ondertekenen die daarna intern
geactiveerd moeten worden. Een
enorme klus.
Ook in Nederland moeten de fruitplukkers
dagelijks van en naar hun
werk worden vervoerd. Daarvoor
regelde AB Werkt 30 bussen voor 9
personen, 35 personenauto’s van
AB Werkt, 50 privéauto’s en 20 extra
gehuurde auto’s.
+ 250 BSN-nummers
Tijdens zo’n korte en hevige piek qua
instroom is samenwerking essentieel.
Zoals met de collega’s van de
salarisadministratie en hospitality.
Maar ook met de gemeente Goes.
Jaarlijks hebben medewerkers een
BSN (sofinummer) nodig om hen op
de juiste manier te kunnen betalen.
Dan is het fijn wanneer de gemeente
daarin meebeweegt en in twee dagen
tijd 250 BSN-nummers afgeeft.
+ 10 uur per dag
Tijdens de fruitpluk werken de
mensen 5 à 6 dagen 8 tot 10 uur
per dag. Maar ook op de vestiging
in Goes wordt keihard gewerkt. Het
teamverband is enorm. Martijn, de
kantoormanager van Goes, stuurt
zijn team als volleerd kapitein aan,
met onverschrokken energie. Iedereen
doet mee. En dat maakt deze
fruitplukperiode ook wel weer heel
erg leuk.
= 117.000.000 appels en peren
Al deze voorbereidingen en inspanningen
blijken niet voor niets. Even
een rekensom. Een medewerker
plukt gemiddeld 180 kilo fruit per
uur. Er zijn in 2018 130.000 plukuren
geregistreerd. Dat geeft dan
23.400.000 (lees 23 miljoen 400
duizend) kilo appels en peren. Als
je dan weet dat er gemiddeld vijf
vruchten in een kilogram gaan, dan
betekent dat er in de vier weken
fruitpluk 117.000.000 (lees 117 miljoen)
appels en peren zijn geplukt.
Een enorme prestatie!
Vragen of suggesties? Neem dan contact op met Anke van Helmond (06 - 15 33 52 77) of Esther Timmermans (06 - 53 11 36 17).
10 11

Ledenraadslid Wim Remeeus: ‘Een kwestie van boerennuchterheid’
Bijna twaalf jaar geleden schoof Wim Remeeus van Fruitboerderij Remeeus aan
bij de ledenraad van AB Werkt. Na drie termijnen is het bijna tijd om afscheid te
nemen. Een terugblik van de fruitteler: ‘Ik was wel benieuwd naar de organisatie
die mij personeel leverde.’
Voor de ene ondernemer is een buitengewoon
droge zomer een ramp.
De ander vaart er wel bij. Voor Wim
Remeeus uit het Zeeuwse Ouwerkerk
gold het laatste. Op Fruitboerderij
Remeeus groeiden aardbeien en
zacht fruit dit jaar als kool. ‘Al viel
de oogst wel wat tegen, omdat het
een periode te warm was. Daardoor
bleven de vruchten klein’, vertelt hij.
‘Ook stond het water in het waterbassin
laag. Lager dan het in twintig
jaar had gestaan, maar liever dat
dan veel regen.’
Remeeus startte zijn fruitboerderij
twaalf jaar geleden. Daarvoor werkte
hij op het gemengde bedrijf van zijn
ouders met akkerbouw en melkkoeien.
Toen hij het bedrijf overnam,
maakten de koeien plaats voor fresia’s.
En die werden na een paar jaar
weer vervangen door aardbeien en
zacht fruit. De fruitboerderij herbergt
ze in een kas van 10.000 vierkante
meter. Als fruitteler werd Remeeus
gevraagd voor de ledenraad van AB
Werkt. ‘Dat leek me wel wat. Ik was
wel benieuwd naar de organisatie
die mij personeel leverde.’
Zorgen voor je personeel
Niet alleen als ondernemer maakte
Remeeus veel mee. In zijn bijna
twaalf jaar bij de ledenraad was
hij betrokken bij twee fusies. Eerst
tussen AB Zeeland en AB Werkt
en daarna tussen AB Werkt en AB
Brabant. ‘AB Zeeland was een kleine
groep, te klein voor AB Werkt. Dat
snap ik. Nu zitten we bij AB Werkt
Zuid-Nederland met ondernemers
uit heel Zuid-West Nederland bij
elkaar. Dat vond ik in het begin best
even wennen. Zie dan maar eens je
eigen belang en dat van de sector te
vertegenwoordigen. Maar er zijn zeker
ook onderwerpen die alle ledenraadsleden
raken. Huisvesting van
arbeidsmigranten, regelgeving die
maar blijft toenemen en de krapte
op de arbeidsmarkt. Bij de ledenraad
ontdekte ik ook hoe AB Werkt het
mij als ondernemer makkelijker kan
maken via cursussen en diensten.
Zo helpt de organisatie me met het
huisvesten van arbeidsmigranten.’
Zelf heeft de fruitboer geen moeite
om aan mensen te komen. ‘Ik werk
via AB Werkt al jaren met dezelfde
medewerkers. Ruim elf jaar met een
Poolse dame, zo’n drie jaar geleden
kwam er via AB Werkt nog een Poolse
medewerker bij. Dit jaar is ook haar
man bij ons komen werken. Ik ben
ervan overtuigd: als je als werkgever
goed voor je personeel zorgt, dan
hoef je geen moeite te doen om aan
mensen te komen. Dan komen ze het
jaar erop bij je terug.’
Boerennuchterheid
Inmiddels is Remeeus bijna door
zijn drie termijnen van de ledenraad
heen. ‘Ik heb vaak gedacht als
ik moest vergaderen: het komt niet
uit. Maar ik kom altijd met een goed
gevoel thuis. Het is gewoon erg nuttig
om die verschillende invalshoeken
bij de ledenraadsvergaderingen te
horen. Als ondernemer is het belangrijk
je zo nu en dan in een ander
te verplaatsen. In je werknemers, in
andere ondernemers, in AB Werkt.
Daar word je een betere ondernemer
en een beter mens van. Daarvan ben
ik overtuigd.’
Heeft de aardbeienteler nog een tip
voor AB Werkt na zijn vertrek bij de
ledenraad? ‘Jazeker, blijf bij je kerntaken.
Ik merk als ondernemer hoe
lastig het is om een visie op de lange
termijn te formuleren. Er verandert
zoveel, zo snel. Natuurlijk moet je
als bedrijf blijven vernieuwen, maar
het is verstandig dat voorzichtig te
doen, niet te grote stappen tegelijk te
nemen. Wat bij de ene sector werkt,
hoeft nog niet bij de andere sector te
werken. Eigenlijk is het een kwestie
van boerennuchterheid. Die past ook
een bedrijf als AB Werkt.’
12 13

Harrie Oost, medewerker melkveehouderij:
‘Onvoorspelbaarheid maakt het werken met koeien leuk’
Een carrièreswitch op 57-jarige leeftijd? Harrie Oost draait er zijn hand niet voor
om. Na een loopbaan als schilder, schoonmaker en koerier is hij via AB Werkt aan
de slag in de melkveehouderij. In het Zeeuwse dorp Ossenisse, waar hij woont
met zijn vrouw en twee kinderen, melkt hij ‘s ochtends en ‘s avonds koeien.
10 jaar slaat ook hier het noodlot
weer toe. Door grote concurrentie en
onkosten die hoger opliepen dan de
verdiensten, is het voor Harrie niet
meer rendabel. Hij besluit te stoppen
en komt weer op straat te staan: ‘Dat
was een heftige periode. Maar ik liet
me niet uit het veld slaan. Ik vroeg
een uitkering aan en ging verder met
mijn leven.’
Dubbel feest met carnaval
Harrie is in totaal maar twee maanden
thuis. ‘Tijdens carnaval spraken
mijn buren me aan. Zij hebben een
melkveehouderij en zochten nog
iemand. Of ik interesse had. Toen ben
ik langs gegaan om te praten.’ Niet
veel later kan hij als melker aan de
slag bij Johan en Els Brouwer: ‘Ze
hadden hun diensten ondergebracht
bij AB Werkt. Zodoende kwam ik in
contact met accountmanager Melissa
Poppe. Zij heeft alles voor mij in
orde gemaakt. Via AB Werkt werk
ik inmiddels ook bij melkveehouder
Frank van Vliet in Graauw, waar ik de
avond-melkbeurten doe.’
Een hele omschakeling
Het betekent wederom een carrièreswitch
voor Harrie. ‘Het was absoluut
een hele omschakeling, maar dankzij
de goede begeleiding van Johan zit
ik nu goed op mijn plek.’ Hoe zijn
werkdag eruit ziet? ‘Om 6.00 uur ga
ik van thuis weg en een kwartier later
start mijn werk. Twee uur later heb
ik honderdvijftig koeien gemolken en
ben ik voor de ochtend klaar.’ Harrie
verzorgt de melkbeurten in zijn eentje.
Overdag is hij vrij. ‘Die uren vul ik
met klusjes aan huis en het verzorgen
van de paarden. Om 17.00 uur start
ik met melken bij Van Vliet, tot 19.30
uur. Dan zit mijn werkdag erop.’
Altijd al gek op dieren
Harrie is zijn hele leven al gek op
dieren en dat hij nu met koeien mag
werken bevalt hem dan ook erg goed.
‘Het werk is heel afwisselend, iedere
dag is anders. Die afwisseling maakt
mijn werk leuk.’ Het leuke aan de
koeien vindt hij hun nieuwsgierigheid
en onvoorspelbaarheid: ‘Je weet
nooit wat er gaat gebeuren. Soms
denk je het gaat goed, dan gebeurt er
ineens iets. Dan moet je zelf creatief
zijn en de juiste oplossing zoeken om
het werk toch gedaan te krijgen. Dáár
zit voor mij de uitdaging in.’
Tijdens zijn jeugd in Drenthe bedenkt Harrie dat hij
graag professioneel wil schilderen. Hij kiest daarom
voor de LTS-opleiding Schilderstechniek. Na zijn opleiding
besluit Harrie een leer-werktraject te volgen. Vier
dagen in de week werkt hij als schilder en één dag
brengt hij door in de studiebanken. Zes jaar lang doet
hij dit met veel plezier, totdat het werk afneemt door
de slechte economie.
Een koninklijk bestaan
‘Juist op dat moment kreeg ik een baan aangeboden
bij een groot schoonmaakbedrijf in Zwolle. De timing
kon niet beter’, zegt Harrie. Hij is er verantwoordelijk
voor het schoonmaken van groot materieel, zoals
vrachtwagens, treinen en bussen. ‘Eén van de hoogtepunten
was het schoonmaken van de koninklijke
treinen van het Koningshuis. De treinen moesten er
tiptop uitzien. Alle koperen plaatjes moest ik bijvoorbeeld
met de hand oppoetsen. Een bijzondere taak.’
Wel werd Harrie streng gecontroleerd. ‘Je werd bij
aankomst gecontroleerd op explosieven, en bij het
weggaan of je niks had gestolen.’
Wonen in Zeeland
In die tijd woont Harrie met zijn vrouw in Amersfoort.
Zijn vrouw heeft een voorliefde voor paarden, en het
stel wil deze graag aan huis houden. Maar dat is in
die omgeving niet te betalen. Harrie: ‘Op aanraden
van vrienden gingen we voor de gein eens kijken in
Zeeland. Die grap liep uit de hand.’ Harrie en zijn
vrouw verhuizen naar Zeeland. ‘Via via ben ik toen
aan de slag gegaan als koerier via een bedrijf, later
deed ik dit zelfstandig’, aldus Harrie. Ook deze nieuwe
carrièrestap doet hij met veel plezier, maar na ruim
‘Het werk is heel afwisselend, iedere dag is anders.’
14 15

Reductieregeling
de gevolgen van
vernieuwde AVG
wetgeving 2018
Wij hebben onze leden die gebruik
maken van onze reductieregeling
vanaf de zomer benaderd om toestemming
te vragen over de registratie
van het ziektebeeld (indien in de
toekomst van toepassing). Een groot
aantal heeft te kennen gegeven AB
Werkt toestemming te geven voor
deze registratie. Toch hebben wij niet
van iedereen een antwoord mogen
ontvangen. Hieronder nogmaals de
belangrijkste informatie:
Is het nieuw om de aard van de ziekte te
registreren?
Nee, vóór de nieuwe privacywetgeving
werd de aard van de ziekte ook al
geregistreerd. Door de AVG moeten
we hier nu uw expliciete toestemming
voor hebben.
Waarom deze registratie?
Het registreren van het ziektebeeld
wordt bepaald door de regels in het
bedrijfsreglement.
In artikel 4, regel 10, c staat nl:
Indien sprake is van een zelfde, zich
met tussenpozen herhalend ziektebeeld
van structurele aard, wordt het
gereduceerde tarief toegepast voor ten
hoogste drie hulpaanvragen, met een
totale duur van maximaal 104 weken.
Deze termijn wordt gerekend vanaf
de eerste dag van hulpverlening voor
het desbetreffende ziektebeeld in een
periode van maximaal vijf (5) jaren.
En regel 11:
Na een periode van 104 wekenarbeidsongeschiktheid
kan de deelnemer
voor de oorzaak van die
arbeids-ongeschiktheid niet opnieuw
aanspraak maken op hulp.
Om deze regels zo uit te voeren zoals
we dat gezamenlijk hebben afgesproken,
is de registratie van de aard van
de ziekte noodzakelijk.
Wat wordt er geregistreerd?
Wanneer u zich ziek meldt bij de
planner in uw regio, moet de planner
de keuze maken uit onderstaande
ziektebeelden voor registratie in het
systeem van uw klachten.
1. Kortdurende ziekte
2. Ledenmaten/rug
3. Hart- en vaatziekte
4. Inwendige organen
5. Psychische klachten
6. Zwangerschap
7. Luchtwegen/huidaandoening
8. Overleden
9. Overige
10. Schuld derden
Verdere details worden dus niet geregistreerd.
Wie heeft toegang tot de ziekte-registratie?
De ziekte-registratie is alleen te zien
door de planner in het plangebied
waar u onder valt. Niemand anders
binnen AB Werkt heeft toegang tot
deze gegevens.
AVG
Wat als u geen toestemming geeft?
Als u geen toestemming geeft blijft u
uiteraard lid van de coöperatie, maar
u zult met ingang van 1 januari 2019
niet meer aan de reductieregeling
kunnen deelnemen. U kunt dan nog
wel, vanuit uw basislidmaatschap,
aanspraak maken op hulp bij ziekte
maar niet tegen het gereduceerd tarief
en onder andere voorwaarden.
Waarom wel toestemming geven?
U kunt dan, zoals u altijd al gewend
bent, gebruik maken van hulp bij
ziekte tegen het gereduceerde tarief.
Om per 1 januari 2019 verzekerd te
zijn van reductieregeling dient u uw
toestemming te geven voor registratie
van uw ziektebeeld.
Kan ik mijn toestemming later weer
intrekken?
U kunt ten allen tijde uw toestemming
voor registratie weer intrekken. Dit
kunt u doen door contact op te nemen
met uw accountmanager bij AB Werkt.
Deze informatie kunt u nalezen op
onze website:
https://www.ab-werkt.nl/toestemming-registratie-ziektebeeld
Nog geen toestemming gegeven, maar
wilt u dit alsnog doen?
Mail naar communicatie@ab-werkt.nl
met als onderwerpregel ‘reductieregeling’
en in de mail de tekst:
‘Ja ik geef toestemming voor registratie
van mijn ziektebeeld’.
Dubbelinterview met varkenshouder Rinie Saasen en medewerker Teun van Oerle.
’Het mooiste is het moment waarop
de biggetjes worden geboren’
Varkenshouderij Saasen bevindt zich in het Limburgse Helden. Rinie: ’Ik ben hier in
1984 gestart met witlof en 90 zeugen. Nu bestaat mijn vermeerderingsbedrijf uit
duizend zeugen.’
In een vermeerderingsbedrijf leven
zeugen die om het halfjaar biggetjes
krijgen. Na 10 weken gaan de biggen
naar de vleesvarkensbedrijven, waar
ze rijp worden gemaakt voor de slacht.
Slachten vindt plaats als de varkens
een gewicht van 110-120 kilo hebben
bereikt.’
Respecteer elkaar
’Ik heb twee vaste medewerkers in
dienst. Die laat ik alle werk doen dat ik
zelf ook graag doe. Verder vind ik het
belangrijk dat je respect hebt voor elkaar,
al heeft iedereen zijn gebreken, inclusief
ikzelf. Mede daarom staat Saasen
bekend als een goede varkenshouderij.
Ik ontvang nogal wat open sollicitaties
en de mond-tot-mondreclame doet
zijn werk. Door de jaren heen heb
ik flink geïnvesteerd in welzijn en
milieu. In 2012 ging het daarbij vooral
om de aanschaf van luchtwassers en
om groepshuisvesting voor zeugen.
Luchtwassers gaan de uitstoot tegen van
gevaarlijke stoffen. Om varkens meer
ruimte te geven, is groepshuisvesting in
de plaats gekomen van krappe ligboxen
voor elke zeug apart.’
Stress in de groep
Rinie vertelt waar hij op dit ogenblik
moeite mee heeft. ’In Nederland
moeten zeugen die kunstmatig zijn
geïnsemineerd al na 4 dagen terug in de
groepshuisvesting. In andere EU-landen
is dat pas na 28 dagen. Als je die zeugen
al na 4 dagen bij de rest zet, ontstaat
geregeld onderlinge stress. Soms zijn
er ook vechtpartijen met zeugen die al
langer zwanger zijn. Dit alles kan zorgen
voor miskramen bij de pas drachtige
zeugen. Vraag me niet waarom deze
maatregel alleen geldt voor Nederlandse
varkenshouders.’
Elke week rond de 700 nieuwe biggetjes
’Wat ik het mooiste aan het werk
vind? Dat is toch steeds weer het
moment waarop de biggetjes worden
geboren. Dat zijn er elke week rond
de 700. Vroeger heb ik gewerkt in de
bedrijfsverzorging. Sinds 1984 ben ik
lid van AB Werkt. Daardoor kan ik zelf
op hulp rekenen ik ziek wordt of met
vakantie ga. Bovendien hoef ik me niet
bezig te houden met loonbelasting
en dat soort zaken. Ook mijn twee
medewerkers heb ik in dienst genomen
via AB Werkt.’
500 zeugen erbij
Teun van Oerle werkt ook op de
varkenshouderij van Rinie. ’Mijn ouders
kennen Rinie Saasen en zijn echtgenote
Annet al een hele tijd. Precies in een
periode dat er in de kas waar ik toen
werkte niets te doen was, kreeg Rinie
er 500 zeugen bij. Ik heb hem toen
het voorstel gedaan bij hem te komen
werken. Omdat ik wilde werken en van
regelmaat houd. Voor die tijd had ik
nog nooit meer dan 5 varkens bij elkaar
gezien.’
Rinie maakte me enthousiast
’Na twee weken zeg ik tegen mijn
vader: ’Pa, dit wordt ’m niet. Ik vind het
niet leuk.’ Dat is nu 5,5 jaar geleden.
Toch ben ik er nog, omdat Rinie me
enthousiast wist te maken voor het werk
op een varkenshouderij door me overal
bij te betrekken. Ik ben destijds ook gaan
praten met Joost van Wijk. Die was toen
accountmanager bij AB Werkt. Via AB
Werkt ben ik begonnen aan een BBLopleiding.’
Betrokken bij het complete proces
’Nu ben ik helemaal op mijn plek hier.
Hokken schoonspuiten, voeren, spenen,
de zeugen insemineren … Zoals ik al zei,
ik ben betrokken bij het complete proces
in de varkenshouderij. Daar haal ik
mijn werkplezier uit. Of varkens echt zo
intelligent zijn? Zeker wel. Voorbeeld: we
zetten zogenaamde zoekberen in om de
zeugen – zeg maar – te ’verleiden’ en zo
de kans op een succesvolle bevruchting
te verhogen, ook al vindt die bevruchting
kunstmatig plaats met een pipet. Waar
het op neerkomt, is dat ik de zoekberen
nooit hoef te begeleiden. Ze lopen vóór
me uit en weten precies wat van ze
verwacht wordt.’
16 17

Michael Oosterhoff (28) werkt in de boomkwekerij
‘Je hebt echt eer van je werk’
Michael Oosterhoff (28) is een echte doener. De hele dag achter
een computerscherm is niks voor hem. Hij is een aanpakker
die altijd wil blijven leren.
Dat komt goed van pas bij
boomkwekerij M. van den Oever,
waar hij sinds juli dit jaar werkt. Een
nieuwe tak van sport voor Michael,
die jaren in de paardenbranche
zat. En het bevalt hem goed. Hij
denkt er zelfs over om de BBL
Boomteeltopleiding te gaan volgen.
“In ons bedrijf in Son en Breugel
verkopen wij planten aan tuincentra,”
geeft Michael aan. “Daar zijn we van
maandag tot en met woensdag druk
mee. Op donderdag en vrijdag zijn
we bezig met opbinden, verzetten en
snoeien. We werken met potplanten
en planten uit de volle grond. Wat we
zoal verkopen? Bijvoorbeeld taxus,
buddleja - de bekende vlinderstruiken
- en verschillende lauriersoorten.”
Eer van je werk
Zijn taken binnen het bedrijf zijn
veelomvattend. Eigenlijk doet hij
alles. Van orderpikken tot verpotten,
noem het maar op. Hij wil alles leren,
want hij vindt het werk erg leuk.
“Het is fijn dat geen dag hetzelfde is
en je niet precies weet wat je kunt
verwachten,” vertelt hij enthousiast.
“Het leukst vind ik tot nu toe snoeien
en opbinden. Dat klanten zeggen:
díe planten wil ik bestellen, want die
staan er zo mooi bij. Je hebt echt eer
van je werk.”
Van paarden naar bomen
Michael volgde oorspronkelijk de
opleiding paardensport en -houderij
en werkte jarenlang met paarden bij
verschillende bedrijven. Ook daar
deed hij van alles, van verzorgen
tot trainen en assisteren bij de
dierenarts. Begin dit jaar werd het
tijd voor iets anders. Via AB Werkt
ging hij eerst een half jaar aan de
slag in een varkenshouderij, maar
dat was het toch niet helemaal. Bij
de boomkwekerij waar hij sinds juli
werkt, heeft hij het wél helemaal
naar zijn zin.
BBL-opleiding boomteelt
Hij wil zich continu blijven ontwikkelen.
Daarom overweegt Michael om
de nieuwe BBL Boomteeltopleiding
via de Vakacademie van AB Werkt
te gaan volgen, die in februari 2019
start. “Je hebt dan een betaalde baan
en volgt tegelijkertijd de opleiding.
Een combinatie van werken en
leren dus. Ik ben me op dit moment
aan het oriënteren, ik wil zo veel
mogelijk leren wat er te leren valt
in het bedrijf.”
Via via bij AB Werkt
Hoe kwam Michael eigenlijk bij AB
Werkt terecht? “Dat is wel een grappig
verhaal,” lacht hij. “Mijn moeder
is pedicure en had een klant uit de
agrarische sector. Ze vertelde dat
ik ander werk zocht. Ik moest eens
bij AB Werkt langsgaan, had die
klant gezegd. Hij huurde daar zelf
ook personeel in en dat ging prima.
Zo is het balletje gaan rollen. En
nu werk ik met veel plezier bij een
boomkwekerij. In mijn vrije tijd zit ik
nog vaak tussen de paarden. Maar
nu als hobby.”
3
(Week 43 – maandag 22 t/m zondag 28 oktober)
Aandacht voor
de boomteelt
De Boomteeltopleiding in Brabant
via de Vakacademie van AB Werkt
De Vakacademie is het opleidingsinstituut waar AB
Werkt vakgerichte opleidingen verzorgt, om mensen
te laten groeien in hun vakgebied. AB Werkt vindt het
belangrijk dat mensen zich blijven ontwikkelen en
heeft als werkgever een belangrijke taak om daar in te
helpen. Bovendien groeit de behoefte aan vakmensen
in o.a. de boomteelt. Onder de vlag van de Vakacademie
biedt AB Werkt een boomteeltopleiding aan voor haar
medewerkers, in nauwe samenwerking met Helicon en
Prinsentuin College.
De boomteeltopleiding
Binnen deze vakopleiding, gegeven door vakspecialisten,
gaan mensen werken en leren tegelijkertijd en worden
opgeleid tot vakman of -vrouw in de boomteelt. De
Vakacademie biedt de leerlingen een baan én betaalt de
opleiding. Het is gericht op mensen die al werken in de
boomteelt of dat in de toekomst willen gaan doen. Voor
de jongeren die na de middelbare school geen keuze
op het gebied van werk kunnen maken. Maar ook voor
de man (of vrouw) van middelbare leeftijd die het roer
helemaal om wil gooien en een baan in de boomteelt
helemaal ziet zitten.
Een meerwaarde voor onze mensen en een meerwaarde
voor opdrachtgevers in de branche/sector.
Speciaal voor deze sector hebben we in de week van 22 t/m 28 oktober een
‘week van’ op onze social kanalen georganiseerd. In deze week hebben we
laten zien hoe mooi het werken in deze sector is en welke carrière
mogelijkheden er zijn.
We hebben onder andere de volgende content geproduceerd en gedeeld.
• Interview met Michael Oosterhoff > medewerker in de boomkwekerij
• Filmpje van Quickhedge kant-en-klaar hagen
• Interview met rozenkwekerij Frank Coenders
• Aandacht voor alle boomkwekerij-vacatures binnen AB Werkt.
• Item over opleiding Boomkwekerij
‣
Wat wordt tijdens de opleiding aangeboden?
• Oogsten, verwerken en verzorgen
van producten/teelt voor alle
seizoenen
• Duurzaamheid, ondernemen,
organiseren en management
• Mogelijkheid tot specialisatie
• Leren over allerlei boom- en
plantsoorten
• Pot- en containerteelt
• Laanbomen
• Sier- en snijheesters
• Bos- en haagplantsoen
VAK
ACADEMIE
Powered by AB WERKT
Praktische informatie
In februari starten Helicon MBO Opleidingen
Geldermalsen en Prinsentuin College Breda de
gezamenlijke boomteeltopleiding in de Beroeps
Begeleidende Leerweg (BBL). Het is een unieke
samenwerking, waarbij een Brabant breed
scholingsaanbod wordt aangeboden. Tientallen
boomkwekers en AB Werkt zijn nauw betrokken bij het
proces om op deze manier gekwalificeerd personeel in te
laten stromen in de sector.
Wat kunnen werkgevers
in 2019 verwachten?
Prinsjesdag viel dit jaar op 18 september. De koning heeft de plannen van kabinet Rutte III
gepresenteerd. Het gaat goed met Nederland en meer mensen en organisaties moeten daar
de vruchten van gaan plukken. Wat zijn de gevolgen voor u als werkgever en wat betekent
dit concreet? En wat kunt u in 2019 verwachten? Dat leest u in dit artikel.
Voor het zesde jaar op rij groeit de
Nederlandse economie. Met een
verwachte groei van 2,6% van het
nationaal inkomen. De werkloosheid
tikt een historisch laag niveau aan van
3,5%. Mooie vooruitzichten waar meer
mensen van mogen gaan genieten, ook
de werkenden.
Onze collega’s van HAER hebben een
aantal maatregelen voor u op een rij
gezet.
1. Uitbreiding kraamverlof naar zes
weken
Dit voorstel wordt onder de titel WIEG
(Wet Invoering Extra Geboorteverlof)
ingediend bij de Tweede Kamer. Hierin
is geregeld dat werknemers straks
langer verlof kunnen opnemen na de
bevalling van hun partner. Tijdens dit
geboorteverlof moet de werkgever
het volledige loon van de werknemer
doorbetalen.
2. Per 2020 kortere loondoorbetaling
bij ziekte voor kleine werkgevers
In het regeerakkoord van 2018 werden
een aantal maatregelen aangekondigd
om de lasten voor werkgevers te verlichten
rondom doorbetaling bij ziekte
van een werknemer.
Eén van die maatregelen was dat de
loondoorbetalingsplicht bij ziekte
voor werkgevers met minder dan 25
werknemers verkort zou worden naar
maximaal één jaar. In het tweede
ziektejaar zou het UWV de loondoorbetaling
en re-integratieplichten dan
overnemen. Er was veel kritiek op deze
plannen, maar er is wel geld voor de
maatregelen gereserveerd.
In de begroting van 2019 geeft het kabinet
aan open te staan voor voorstellen
van sociale partners met betrekking
tot dit onderwerp.
3. Geen loonsanctie meer voor eigenrisicodragers
Naast de verkorting van de loondoorbetalingsplicht
stonden in het
regeerakkoord ook een aantal andere
maatregelen die betrekking hebben op
ziekte en arbeidsongeschiktheid:
• Verkorting van de periode dat een
werknemer in de WGA meetelt voor
de hoogte van de premie van tien jaar
naar vijf jaar.
• Het schrappen van de mogelijkheid
van het UWV om een loonsanctie te
geven aan eigenrisicodragers vanwege
het verrichten van onvoldoende
re-integratie-inspanningen. Publiek
verzekerden zouden bovendien de
mogelijkheid krijgen om een tussentijds
oordeel aan te vragen bij UWV
over hun voorgenomen re-integratieplannen
in het tweede ziektejaar.
Volgens de begroting zouden deze
maatregelen nu naar 2020 worden
doorgeschoven.
4. Maximale subsidiebedrag voor
praktijkleren gaat omlaag
Werkgevers die een praktijk- of werk/
leerplaats aanbieden, kunnen komend
schooljaar hiervoor maximaal 2.500
euro ontvangen. Afgelopen schooljaar
bedroeg dit nog maximaal 2.700 euro.
MKB-Nederland heeft al laten weten
elke bezuiniging op deze subsidieregeling
onacceptabel te vinden, zeker nu
de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt.
5. Wet Arbeidsmarkt in balans
Hiermee zet het kabinet stappen
richting een arbeidsmarkt die meer in
balans is en versterkt de rechtspositie
van oproepkrachten en payrollmedewerkers.
6. Pensioenstelsel
Het huidige pensioenstelsel moet op
de schop. We worden steeds ouder, de
arbeidsmarkt verandert en de aanhoudende
lage rente hebben het huidige
pensioenstelsel kwetsbaar gemaakt. De
regering wil samen met werkgevers en
vakbonden aan de slag met een nieuw
pensioenstelsel.
HAER
18 19
ADVIES
HAER

heerlijk avondje
is gekomen...
Houden we
contact?
2019!!
Fijne feestdagen en een
gelukkig nieuwjaar!
5 DEC.
X-Mas
Family
time!
Wat pakken we in
2019 samen aan?
© AB Werkt | WERK in WOORD NR. 21 | DECEMBER 2018
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van AB Werkt.
AB Werkt Zuid-Nederland, Mussenberg 5, 6049 GZ Herten-Roermond. T 0475 - 352 30
ab-werkt.nl