Zeker te bekijken - Département du tourisme

© Serge Waldbillig / Luxemburger Wort
Het gaat daar vrijwel constant bergop en bergaf
– soms behoorlijk steil. Het schitterende,
diepgroene landschap maakt dat je gewoon de
tijd vergeet”, vertelt F. Schleck. “We hebben hier
twee lievelingstrajecten. Het eerste loopt van
Mondorf naar Schengen en dan langs de Moezel
tot aan Wasserbillig. Het eerste uur voert dus
over vlak terrein, zodat we ons goed kunnen
opwarmen. Vervolgens gaat het langs de Sûre
naar Echternach. Daarna rijden we vaak via Larochette
naar Junglinster. En van daaruit hebben
we meerdere opties: terug richting Moezel of
verder via de “Stafelter” in het noorden naar bijvoorbeeld
Colmar. Het andere traject voert van
Mondorf via Bettembourg naar Dippach. Daarna
rijden we via Windhof naar Koerich en door de
Eischvallei of de Vallei van de Zeven Kastelen
naar Mersch en verder richting Larochette”, vertelt
de 30-jarige wielrenner.
Ook de 32-jarige Kim Kirchen heeft in de afgelopen
jaren meerdere malen aanspraak gemaakt
op de koppositie. Hij traint graag op de paden en
wegen ten oosten van de Luxemburgse hoofdstad.
“We hebben hier de beste trainingsmogelijkheden,
direct voor de deur. Waarom zouden
we elders gaan zoeken? De Luxemburgse natuur
is misschien wel uniek – zoveel variatie in zo’n
klein gebied. Ook vlakbij de grotere steden zijn
nog ongerepte weiden en bossen te vinden –
en nauwelijks bereden paden. Vergeleken met
het buitenland telt Luxemburg merkbaar minder
auto’s op de weg.
Dat is echt een groot pluspunt. Daar komt bij
dat de automobilisten minder gestrest op ons
reageren – misschien wel mede dankzij de posi-
30
tieve reclame die de Luxemburgse wielrenners
voor het land betekenen. Het is in elk geval zo
dat hier een algemene aanvaarding voor fietsers
in het verkeer bestaat”, vertelt Kirchen. Kirchen
voelt zich op zijn best in de omgeving van Junglinster,
Larochette en het Mullerthal. “Daar ben
ik haast om de andere dag onderweg, want het
terrein is uitdagend en afwisselend. Ook de
paden rond Vianden berijd ik graag.
In het zuiden van het land of langs de Moezel
kom ik dan weer zelden – ieder heeft zo zijn
favoriete omgeving, nietwaar? Ik kan elke fietsliefhebber
in elk geval van harte aanraden om
het groothertogdom op zijn stalen ros te komen
bezoeken”, sluit hij af.
© Serge Waldbillig / Luxemburger Wort
Parcours 1
Lengte:
128,6 km
Hoogste punt:
420 m
Laagste punt :
138 m
Start:
Mondorf-les-Bains / Colmar-Berg
Aankomst:
Colmar-Berg / Mondorf-les-Bains
Totaal stijgings:
2.528 m
Totaal afdalings:
2.512 m
Dorpen op de route:
Mondorf-les-Bains, Burmerange, Schengen,
Remerschen, Schwebsange, Bech-
Kleinmacher, Remich, Stadtbredimus,
Greiveldange, Wormeldange, Ahn, Machtum,
Grevenmacher, Mertert, Wasserbillig,
Moersdorf, Born, Rosport, Steinheim, Echternach,
Consdorf, Junglinster, Gonderange,
Ernster, Rammeldange, Stafelter, Eisenborn,
Fischbach, Angelsberg, Mersch,
Moesdorf, Cruchten, Colmar-Berg.
Parcours 2
Lengte:
115 km
Hoogste punt:
522 m
Laagste punt:
192 m
Start:
Mondorf-les-Bains / Larochette
Aankomst:
Larochette / Mondorf-les-Bains
Totaal stijgings:
2.450 m
Totaal afdalings:
2.335 m
Dorpen op de route:
Mondorf-les-Bains, Aspelt, Crauthem,
Peppange, Bettembourg, Fennange, Bergem,
Pontpierre, Wickrange, Ehlange,
Dippach, Dahlem, Garnich, Wandhaff,
Koerich, Septfontaines, Roodt, Bour, Ansembourg,
Hollenfels, Tuntange, Saeul,
Rippweiler, Noerdange, Niederpallen,
Redange, Reichlange, Bettborn, Grosbous,
Eschdorf, Quatre-Vents, Heiderscheid,
Niederfeulen, Ettelbruck, Schieren,
Schrondweiler, Larochette.