Altius. 2021 - zomeruitgave
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Altius.
Vakinhoudelijk tijdschrift voor MBRT studenten
Voorwoord
Wat een waanzinnig jaar en wat een veerkracht!
Op 12 maart 2020 besloot ons kabinet dat er geen onderwijs meer
kon plaatsvinden op locaties van de universiteiten en hogescholen. En
dat hebben we geweten. Een jaar dat is omgevlogen en tegelijkertijd
al een eeuwigheid duurt. We missen het: de echte ontmoetingen op
ons Wiebenga, de onderonsjes en geintjes in de wandelgangen en de
informele informatie-uitwisseling tijdens toevallige ontmoetingen. Er
is iets voor in de plaats gekomen. Sanne Blauw journalist van de Correspondent
beschrijft in “Het. Is. Te. Veel. Hoe ik door de eindeloze
stroom berichten mijn werkplezier verloor.” De informatie overload en
je weg vinden, overzicht houden, een mening vormen over het nut en
de impact van de maatregelen en een beetje lol hebben in studie, stage
of werk. Het is allemaal anders, en het vraagt om een lange adem.
En ook: Wat een leerzaam jaar. Wat een creativiteit, vindingrijkheid en
veerkracht. Ik ben ongelofelijk onder de indruk van de ideeën, de mogelijkheden
en de kansen die jullie zien en benutten. Op je stage, bij
je afstudeeronderzoek, misschien ben je aan het werk als student-assistent
in ons praktijkonderwijs. Of heb ik je getroffen als tester bij de
snelteststraat in het Wiebenga. Of in de redactie van deze editie van
dit vaktijdschrift.
Op de een of andere manier vinden we in deze gekke tijd een weg. Het
lijkt erop dat we steeds een beetje meer kunnen gaan genieten van de
onze vrijheid. Dat we nu in deze pandemie staan waar we nu al staan
hebben we alleen maar te danken aan de waanzinnige flexibiliteit,
creativiteit en ongelofelijke inspanningen die zijn geleverd door onze
grote voorbeelden, alle medewerkers in de zorg en farmacie. En jullie
mogen doorbouwen op de schouders van deze reuzen. De wereld ligt
aan je voeten.
Gerdien Kikstra
Teamleider opleiding MBRT Hanzehogeschool Groningen
C O L O F O N
EINDREDACTIE
Aniek Bouhuis, Emma de Koning
REDACTIE
Yasmijn Flisijn, Pim Michels,
Koen Reimert
VORMGEVING
Maaike Brakenhoff
AQUISITIE
Naomi Chan
Altius.
Een uitgave van studievereniging Exploratio
beste lezers
Wat ontzettend leuk dat je een kijkje neemt in alweer de zesde uitgave
van het vakinhoudelijke tijdschrift Altius. van S.V. Exploratio! Dit tijdschrift
bevat net zoals voorgaande jaren veel leuke en vooral interessante MBRT-
-gerelateerde artikelen die hebben geleid tot weer een mooie editie van
de Altius.. Voor het eerst zullen twee versies van de Altius. gepubliceerd
worden en dit is de eerste versie.
Onze commissie was al vrij snel gevormd en bestaat uit een aantal vrienden
die elkaar hebben gevonden via S.V. Exploratio. Ondanks dat dit alweer
het tweede studiejaar op rij is dat er voor iedereen anders uitziet dan
normaal, blijven wij als commissie positief. In tegenstelling tot veel andere
commissies konden wij als redactiecommissie gelukkig wel bezig blijven
met het bedenken en schrijven van artikelen voor de Altius., hier zijn wij
heel dankbaar voor. Met veel enthousiasme gingen wij als commissie al
vroeg in het studiejaar bezig met brainstormen over leuke onderwerpen
die geschikt zouden zijn voor alle lezers van dit tijdschrift. Doordat alle
leden van de commissie vanaf februari 2021 stage zijn gaan lopen in verschillende
steden, was het contact veelal online. Zoals we allemaal weten
heeft het online contact veel voordelen, maar helaas ook veel nadelen in
vergelijking met fysiek contact. Voor ons als commissie was dit dan ook
niet altijd even makkelijk met de vele vergaderingen en andere overleggen,
maar het is ons gelukt!
Door middel van alle contacten die onze redacteurs en docenten MBRT
in de afgelopen jaren hebben opgedaan konden wij samen met externe
partijen veel interessante stukken schrijven. Door het enthousiasme van
de commissie zijn zelfs zoveel stukken geschreven dat we maar liefst twee
keer een fantastisch tijdschrift kunnen uitbrengen. De stukken zijn veelal
actueel zijn en bevatten innovatieve informatie, zowel op nationaal als op
internationaal niveau. Wij willen iedereen die mee heeft gewerkt aan dit
mooie tijdschrift daarom nogmaals bedanken, want wij zijn erg trots op
het resultaat van deze Altius..
Wij hopen alle lezers met deze eerste versie van de Altius. even een momentje
rust te geven in deze gekke tijden en even te laten genieten van
al het mooie wat er binnen ons vakgebied gebeurt. Laat je inspireren om
weer door te gaan, ook al is het af en toe even lastig. De tweede versie zal
in het najaar gepubliceerd worden. We wensen jullie heel veel leesplezier!
Namens de redactie 2020-2021,
Aniek Bouhuis,
Eindredactrice Altius.
Even voorstellen 5
INHOUD
Leukste ervaring Gert Tempelman 7
COVID-19 in de medische beeldvorming 8
Van MBB’er naar Advanced Adapter met de ‘Varian Ethos’ 9
Duaal student MBRT 12
Minoren buiten de MBRT 13
Het belang van beweging bij een oncologische patiënt 15
De mogelijkheden van de PET/MR 18
Werken na de MBRT 21
Corona in de medische zorg 22
Een stagedag op de... radiologie 24
De mobiele CT-scanner 25
Een stagedag op de... nucleaire geneeskunde 28
Doorstuderen na de MBRT 29
Een stagedag op de… radiotherapie 31
Leukste ervaring Rienhart Wolf 32
5
EVEN VOORSTELLEN...
De redactie
ANIEK BOUHUIS
Eindredactrice
Derdejaars MBRT
EMMA DE KONING
Eindredactrice
Derdejaars MBRT
6
YASMIJN FLISIJN
Redactrice
Derdejaars MBRT
PIM MICHELS
Redacteur
Vierdejaars MBRT
KOEN REIMERT
Redacteur
Derdejaars MBRT
7 Altius. | 2021
Zit ik een dag op de echo...
De leukste ervaring van Gert Tempelman
Ik zit deze dag op echokamer 1. Op echo 1 doen wij
de klinische patiënten en de spoedpatiënten van de
spoedeisende hulp. Dit omdat de kamer van echo
1 groter is, waardoor er makkelijker een bed in kan.
De dag begint zoals altijd: eerst een paar klinische
patiënten met verschillende vraagstellingen. Na 10
uur beginnen de eerste spoedaanvragen binnen te
komen. Zo ook deze dag. Er komt een spoedaanvraag
voor een patiënt met pijn in het maagkuiltje.
Ik denk “appeltje, eitje: dat zijn galstenen”. Nadat
ik de aanvraag heb gelezen waarin diverse differentiaal
diagnoses worden genoemd besluit ik om
een volledige echo bovenbuik te verrichten. De
patiënt komt binnen en oogt absoluut niet ziek.
Geen koorts of grauwe gelaatskleur. Daarom vraag
ik haar: “wat zijn de klachten?” Ze geeft aan een
extreme pijn te voelen bij het rechtop komen na
liggen. Ik vraag haar waar die pijn heel precies zit.
Ze geeft aan een plek twee centimeter onder het
xiphoïd. Daar dus begonnen met de echo met de
curved transducer. Op die plek in het abdomen
kan ik niets abnormaals zien. Dus vraag ik de patiënt
of de pijn diep van binnen of oppervlakkig zit.
Zij geeft dat laatste aan. Met de lineaire transducer,
die beter is op kleine diepte, vind ik het probleem:
het is een kleine, maar geniepige hernia epigastrica.
Er puilt een beetje abdominaal vet uit, welke fijn
geknepen wordt tijdens het opstaan. Ik denk: “dat
is een mooi duidelijke diagnose en de verklaring
van de pijn, die echo van de bovenbuik zal wel niet
meer nodig zijn”. Toch nog even checken, het gaat
immers om mensen. Nog een keer een vraag aan
de patiënt: “heeft u nog andere klachten?” Linksen
rechtsachter heeft ze soms ook pijn blijkt nu.
Dus dan toch maar wél een echo bovenbuik. Ik
hou altijd een vaste volgorde aan: eerst midden,
dan links dan rechts. Links vind ik een multipele-
-cyste-nier. Er is bijna geen normale nier meer te
herkennen zoveel cysten. Rechts een vergelijkbaar
verhaal. Ook hier is er bijna geen nier meer te onderscheiden.
En toch lijkt die rechter nier er anders
uit te zien dan de linker. Nog maar eens een keer
kijken naar de linker nier. Tussen al die cysten (die
het beeld behoorlijk verwarren en
vertroebelen) lijkt er een extra stuk nier te zitten. Ik
denk “dit klopt niet, een solide massa tussen al die
cysten, apart”. Intussen loopt mijn programma behoorlijk
uit, de tijd die voor haar gereserveerd is, is
allang verlopen. Nog maar een keer kijken naar die
linker nier. De solide massa krijg ik steeds beter in
beeld, wat is dit toch, spookt het door mijn hoofd.
Dan ineens schiet het mij te binnen: een renaalcel-
-carcinoom kan ook cysteuze componenten bevatten.
Is dat niet wat ik hier in beeld heb? Hoe meer
ik kijk hoe overtuigender het wordt. Dus naar de
radioloog, overleggen wat te doen. Ik laat de plaa
tjes die ik gemaakt heb zien, deel mijn bevindingen
en vertel welke kant ik op denk: dat dit vermoedelijk
een renaalcel-carcinoom betreft en dat ik graag
wil dat de patiënt voor een CT onderzoek gaat om
dit aan te tonen dan wel uit te sluiten. De radioloog
is het met mij eens en belt met de spoedarts
en geeft de spoedarts mijn bevindingen door en
geeft ook aan dat een CT onderzoek gewenst is.
Intussen loopt mijn programma nog verder uit. De
patiënt gaat terug naar de spoed eisende hulp. Ik
pak mijn programma weer op en doe de onderzoeken
die gepland stonden. Door al dat gedoe ben
ik wel een deel van mijn pauze kwijt, maar een half
onderzoek afleveren was ook geen optie. Ik tref in
de pauze mijn collega’s die op CT zitten die dag, zij
geven aan de patiënt gescand te hebben welke ik
voor echo heb gehad, en ik vraag: “wat kwam er uit
die CT?” In koor zeggen ze: Grawitz (alternatieve
naam voor renaalcel-carcinoom). Dus toch, denk
ik. Blij dat ik de extra moeite heb gestoken in deze
patiënt. De klachten van de spoedpatiënt werden
verklaard door de hernia epigastrica, pijnlijk en lastig,
maar de bij toeval gevonden tumor is uiteindelijk
van veel groter belang. Renaalcel-carcinoom is
een nare kanker waarbij genezing alleen mogelijk
is als er op tijd geopereerd kan worden. Vroege diagnose
is dan essentieel. Deze patiënt zal het redden
omdat er geen uitzaaiingen zijn en dit op tijd
gediagnosticeerd is. Daar wil ik wel een kwartiertje
pauze aan opofferen.
Gert Tempelman,
MBB’er, echografie specialisme
8
COVID-19
in de medische beeldvorming
Naast de PCR-testen speelt de medische beeldvorming een grote rol in het bevestigen en diagnosticeren
van COVID-19. Radioloog Rienhart Wolf heeft hierover uitleg gegeven. Specifiek de
CT-scan wordt gebruikt voor het diagnosticeren. X-thorax foto’s zijn hiervoor minder geschikt,
want op een thoraxfoto kan COVID-19 erg lijken op alle andere afwijkingen die je zoal op een
X-thorax kan tegenkomen. Wanneer er een afwijking op de X-thorax te zien is, is het van belang
om de longafwijkingen goed in beeld te krijgen wat het beste gaat met een (HR) CT-scan. De
CO-RADS helpt hierbij, het is een afkorting voor COVID-19 Reporting and Data System en is een
classificatie die wordt toegepast op CT beelden. Het zegt iets over de ernst van de longafwijkingen
en de kans dat de patiënt aan de beademing op de intensive care komt. Met dit artikel willen
wij wat meer duidelijkheid geven over de CO-RADS classificatie.
CO-RADS 0 wordt afgegeven als de CT-scan niet te
interpreteren is. Door bijvoorbeeld te veel beweging
van de patiënt.
CO-RADS 1 is een CT-scan die eigenlijk geen afwijkingen
toont of als er een pathologie te zien is die
met eerdere beeldvorming ook al is afgebeeld en
gediagnosticeerd. Denk hierbij aan bijvoorbeeld
emfyseem, interstitiële pneumonitis en tumoren.
Bij CO-RADS 2 is er sprake van bevindingen die typerend
zijn voor infecties, die niet bij het COVID-19
beeld passen en die totaal niet bij Cij CO-RADS 3
t/m 5 passen.
Het is bij CO-RADS 3 zo dat hierbij bevindingen
worden gevonden die dubbelzinnig zijn. Het lijkt
namelijk lichtelijk op COVID-19, maar de bevindingen
lijken ook sterk op andere virale pneumonieën
en niet-besmettelijke ethologiën.
Bevindingen die typisch passen bij het beeld van
COVID-19, maar toch ook bevindingen vertonen
die passen bij andere (virale) pneumonieën worden
onder CO-RADS 4 geschaard.
Als het CT beeld bevindingen vertoont die typisch
zijn voor COVID-19 en ook nog is nieuw of verder
ontwikkeld zijn wordt CO-RADS 5 afgegeven. Er
zijn twee eisen waar het beeld aan moet voldoen,
namelijk matglas beeld dicht bij de viscerale plurae
en in de fissuren en daarnaast moet het multifocaal
bilateraal zijn, oftewel het moet zich in beide
longen bevinden.
Tot slot wordt CO-RADS 6 afgegeven als de RT-
-PCR SARS-CoV-2 test positief is.
Figuur 1: CO-RADS 1,
normale low-dose CT
Figuur 2: CO-RADS 2,
gedilateerde bronchie
met verdikte
bronchiewanden
Figuur 3: CO-RADS
3, enkele foci met
matglas (zie pijl)
Figuur 4: CO-RADS
4, matglas met gesuperpostioneerd
emfyseem
Figuur 5: CO-RADS 5,
multifocaal bilateral
matglas beeld
Emma de Koning,
Redactrice Altius.
9 Altius. | 2021
Van MBB’er...
...naar Advanced Adapter met de ‘Varian Ethos’
Adaptief bestralen van de prostaat in het Medisch Spectrum Twente
met de ETHOS Therapy en artificial intelligence
Tot februari 2020 was Image-Guided Radiation Therapy (IGRT) de standaard techniek voor prostaatbestralingen
in het Medisch Spectrum Twente (MST). Met behulp van online kV-beelden of
een ConeBeam CT (CBCT) werd elke dag tot de millimeter nauwkeurig de positionering van de
patiënt geverifieerd en waar nodig aangepast. Deze techniek houdt echter geen rekening met de
dagelijkse variatie van organen, bijvoorbeeld de vulling van blaas en darmen. Het gevolg hiervan
is dat het vooraf berekende bestralingsplan wordt afgestraald, terwijl de situatie van die dag om
aanpassingen van het plan vraagt. Varian ETHOS Therapy maakt deze dagelijkse aanpassingen
wel mogelijk. Dit wordt online adaptieve radiotherapie genoemd. Met behulp van Artificial Intelligence
(AI) worden organen als blaas, prostaat en rectum op de CBCT gelokaliseerd, waarna
binnen enkele minuten het vooraf vervaardigde bestralingsplan volledig wordt aangepast aan
de situatie van dat moment. De grote voordelen hiervan zijn nauwkeuriger bestraling van het
doelgebied, maar ook beter sparen van de gezonde organen als rectum en blaas, met hopelijk
minder bijwerkingen als gevolg. Met ETHOS Therapy kan een patiënt na twintig minuten het
bestralingstoestel weer verlaten. De afdeling Radiotherapie in het MST is wereldwijd de eerste
radiotherapeutische afdeling die prostaatbestralingen adaptief behandelt met de ETHOS Therapy.
Sinds juli 2020 is adaptieve radiotherapie zelfs de standaardbehandeling geworden voor
alle prostaatbestralingen in het Medisch Spectrum Twente.
Workflow adaptieve bestraling van de prostaat
Patiënten die adaptief worden behandeld, krijgen
dezelfde voorbereiding als de standaard
IGRT-patiënten. In de prostaat worden goudmarkers
geplaatst, waarna enkele weken later
een plannings CT en -MRI worden gemaakt. Het
Clinical Target Volume (CTV) en de omliggende
organen worden ingetekend. Enkele van deze
organen zijn in het ETHOS systeem als zogenaamde
‘influencers’ aangemerkt. Dit betekent
dat de positie en grootte van deze organen de
positionering van het CTV dagelijks kunnen beïnvloeden.
Bij prostaatbestralingen zijn dit de
prostaat zelf, de vesikel seminalis, de blaas en
het rectum. Deze influencers worden op het toestel
automatisch ingetekend met behulp van AI.
De Treatment Planning verloopt hetzelfde als
voor de IGRT-workflow. Wel wordt bij een adaptief
plan standaard gekozen voor een negen- of
twaalfvelden IMRT-techniek. Dit in verband met
de kortere rekentijd op het bestralingstoestel, dit
is namelijk circa driemaal sneller dan een herberekening
van een VMAT-techniek, en het een feit
is dat er weinig kwaliteitsverschil zit tussen een
VMAT- en IMRT-plan in de ETHOS-software.
De verschillen ten opzichte van een standaard
IGRT-workflow zitten voornamelijk in de handelingen
op de lineaire versneller. Op de ETHOS
wordt altijd gestart met een CBCT, ongeacht of
er adaptief of ‘standaard IGRT’ behandeld wordt.
Vervolgens onderscheidt de adaptieve werkwijze
zich door de AI-segmentatie te starten. Hierna
kunnen de automatisch gecontourde influencers
worden gecontroleerd en zo nodig aangepast.
Aan de hand van de influencers en met de oorspronkelijke
intekening als uitgangspunt, worden
het CTV en Planning Target Volume (PTV) gegenereerd.
Na goedkeuring van CTV en PTV waarbij
10
de goudmarkers worden gebruikt als hulpmiddel,
worden na enkele minuten twee plannen
getoond. Het ‘scheduled plan’ is het vooraf vervaardigde
bestralingsplan dat niet is aangepast,
maar wel op de huidige CBCT is doorgerekend.
Het ‘adaptive plan’ is het vooraf vervaardigde
bestralingsplan dat volledig is aangepast aan de
situatie op dat moment. Vervolgens wordt één
van beide plannen gekozen waarmee de patiënt
bestraald gaat worden. Deze keuze wordt gemaakt
door middel van vooraf gestelde goals en
het verloop van de isodosen. Ten slotte wordt de
fysische controle van de plannen, vóór start van
iedere bestraling, uitgevoerd door het softwareprogramma
‘Mobius3D’. De totale behandeling
is binnen twintig minuten afgerond, zodat de intra
fractionele beweging beperkt blijft. Een overzicht
van de adaptieve workflow is weergegeven
in figuur 1.
In het MST is bij de eerste 65 prostaat patiënten,
1285 fracties, in 98% van de fracties gekozen
voor het adaptieve plan. De grootste winst is te
zien in de coverage van het PTV. In figuur 2 is te
zien dat met het scheduled plan 25% van het PTV
(rode contour) onder gedoseerd zou worden. Bij
gebruik van het adaptieve plan, zou het PTV een
coverage van 99.8% krijgen. Ook voldeden de
blaas, te zien als blauwe contour en rectum, te
zien als bruine contour, aan de vooraf gestelde
eisen oftewel goals. In dit geval is dus gekozen
voor het adaptieve plan. Dit voorbeeld is geen
uitzondering.
11
Altius. | 2021
De rol van de MBB’er
Een groot deel van de extra werkzaamheden bij
adaptieve bestralingen van de prostaat wordt in
het MST gedaan door MBB’ers, opgeleid tot Advanced
Adapter. Hierdoor zijn er nieuwe werkzaamheden
en verantwoordelijkheden voor de
MBB’ers bij gekomen. Zo contouren de Advanced
Adapters, na het vervaardigen van MRI en
CT, de influencers. Bij prostaatbestralingen betekent
dit dus dat naast body en heupkoppen wat
standaard door de CT-MBB’er gedaan wordt, ook
blaas, rectum, prostaat en vesikel seminalis allen
worden ingetekend door de Advanced Adapter.
De radiotherapeut-oncoloog controleert deze en
tekent daarnaast het CTV en PTV in.
De grootste verandering van werkzaamheden en
verantwoordelijkheden bevindt zich op de lineaire
versneller. In het MST is ervoor gekozen om
bij iedere patiënt alleen in de eerste week wat de
eerste vier fracties betreft een radiotherapeut-
-oncoloog, of technisch geneeskundige en fysicus
mee te laten kijken tijdens de adaptieve behandeling.
Zijn er geen bijzonderheden dan kan
de rest van de behandeling uitgevoerd worden
door alleen twee Advanced Adapters. Dit betekent
dat de Advanced Adapter iedere dag zelf
met behulp van de AI de CBCT-contouren, het
gegenereerde CTV en bijbehorende PTV goedkeuren
en het plan kiezen waarop die dag bestraald
gaat worden. De QA, ofwel de kwaliteitscontroles,
van het gekozen plan wordt gedaan
door Mobius3D.
Om Advanced Adapter te worden, is er een uitgebreid
inwerkplan. Ten eerste krijgen de MBB’ers
van een radiotherapeut-oncoloog instructies en
anatomische les over het intekenen van de influencers.
Dit wordt gedaan volgens de RTOG-
-richtlijnen en de geldende afspraken op de afdeling.
Door de fysicus en planningslaborant wordt
uitleg gegeven over de software van ETHOS en
het vervaardigen van een bestralingsplan. Hierbij
wordt extra aandacht besteed aan de goals,
waarmee gepland wordt en waarop een bestralingsplan
uiteindelijk wordt beoordeeld. Hierna
wordt er intensief geoefend in de emulator. Dit is
software waarbij een adaptieve bestraling nagebootst
kan worden met CBCT’s uit de praktijk. Is
de MBB’er voldoende vertrouwd met het contouren
en de ETHOS-software, dan mag de MBB’er
aan het werk op de ETHOS-versneller. Hij/zij
zal eerst twintig fracties onder begeleiding van
een radiotherapeut-oncoloog en een Advanced
Adapter moeten uitvoeren. Tijdens deze twintig
fracties zal de radiotherapeut-oncoloog nog extra
tips kunnen geven. Als de radiotherapeut-oncoloog
tevreden is over het werk van de MBB’er,
wordt de fractie afgetekend op de inwerklijst. Na
twintig afgetekende fracties en het afleggen van
een examen door een radiotherapeut-oncoloog,
is de MBB’er voldoende ingewerkt en mag hij/zij
de adaptieve bestralingen zelfstandig, met nog
een MBB’er uitvoeren als Advanced Adapter.
Marleen Segerink - Heinemann, Laura Haverkate
en Ina te Veluwe.,
Bestralingsdeskundigen bij het MST
12
Duaal student
Met Myron Borgman,
derdejaars MBRT student
Hey, ik ben Myron Borgman en ben 23 jaar oud.
Ik zit in mijn derde studiejaar van de opleiding
en volg het duale traject. Ik ben werkzaam in het
Scheper ziekenhuis te Emmen op de afdeling radiologie.
Toen er verschillende duale vacatures
online kwamen, sprak Treant zorggroep locatie
Emmen/Hoogeveen/Stadskanaal mij direct aan.
Mijn familie en vrienden wonen voornamelijk
rondom Emmen en ik heb zelf een appartement
in het centrum van Emmen. Mijn werk is nu op
loopafstand van mijn woning, dit is natuurlijk
ideaal.
Ik kwam er tijdens de oriënterende stages in het
eerste studiejaar achter dat ik de radiotherapie en
nucleaire geneeskunde minder leuk vind dan de
radiologie (CT, MRI, foto’s maken etc.). Ik hou van
de hectiek op een radiologie afdeling, spoedeisende
hulp en alle dynamische werkzaamheden
die daarbij komen kijken. Daarom heb ik gekozen
voor de afdeling radiologie bij Treant zorggroep.
Mijn reden om duaal te gaan studeren is dat ik
voordat ik deze opleiding begon nog twee andere
studies heb gedaan. Na deze twee studies
ben ik gaan werken bij de Defensie. Ik heb door
het werken hier een werkritme opgebouwd en ik
vond het dan ook moeilijk om weer te schakelen
naar een studenten ritme. Daarnaast ben ik echt
een doener, door middel van duaal studeren kan
ik dus echt de kennis die ik heb opgedaan door
het studeren voor tentamens en verslagen direct
toepassen in de praktijk. Deze link tussen theorie
en praktijk is erg fijn. Als ik de theorie niet in 1,2,3
snap leer ik het vaak door middel van de praktijk
wel.
De instapeis die er was toen ik duaal ging studeren;
dat je de propedeuse binnen één jaar moest
halen. Dan mocht je vanaf leerjaar twee duaal
gaan studeren. Ik heb in mijn tweede leerjaar een
32-uurs contract ondertekend. Dit betekent vier
dagen per week werken en de vijfde dag gebruiken
om te studeren. Dit is niet altijd op school.
Naast de vijfde dag om de theorie te leren heb ik
één keer per drie weken twee studiedagen. Wanneer
ik deze studiedagen heb hoef ik maar twee
dagen te werken. Zo kom ik elke week op 32 uur
uit.
Ik mis school niet door duaal te studeren. Ik heb
leuke collega’s, mijn klasgenoten spreek ik geregeld
en we hebben één keer per drie weken
twee dagen les. Als ik vragen heb over de leerstof
kan ik die tijdens de lesdagen stellen. Ook verloopt
het mailcontact met studenten en docenten
goed dus hier maak ik vaak gebruik van. Het
enige nadeel is dat ik door duaal studeren geen
veranderende uren heb. Ik heb elke dag dezelfde
uren als ik op het werk ben namelijk van acht
tot vijf uur. Dit is de reden dat een duale student
goed en zelfstandig moet kunnen werken. Naast
32 uur werken moet je nog verslagen/opdrachten
en leren voor tentamens.
Het grootste voordeel aan duaal studeren is dat
je tijdens je opleiding al werkervaring op hebt
gedaan. Dit staat natuurlijk mooi op je CV. Daarnaast
is er een grote kans dat je na het afstuderen
kan blijven werken op je werkplek. Je weet
natuurlijk na die jaren precies hoe het eraan toegaat
op je werkplek. Daarnaast verdien je al tijdens
je studie, het is misschien een leerlingensalaris,
maar ik kan er prima mee rond komen. Waar
je dan aan moet denken? Ik kan mijn eigen woning
prima betalen en zelfs nog wat geld sparen.
Dus ben jij een sociale, leergierige en zelfstandige
student die goed van zichzelf weet wat hij/zij
kan en wat (nog) niet en ben jij bereidt om dat
stapje extra te zetten waardoor je meer praktijkgericht
gaat leren? Of Twijfel je of je wel geschikt
bent om duaal te studeren? Je komt er maar op
één manier achter: GEWOON DOEN.
M I N
b u i
M B
AANGEPAST SPORTEN
in revalidatie, onderwijs en vrije tijd
Hoi, ik ben Sanne Huisken en ik zit momenteel
in het vierde jaar van de opleiding! Tijdens mijn
derde jaar heb ik de minor Aangepast sporten
in revalidatie, onderwijs en vrije tijd gevolgd aan
hogeschool Windesheim. Tijdens deze minor
leer je veel over aangepast sporten voor jeugd
en volwassenen met fysieke beperkingen. Het
onderwijs is zowel praktisch als theoretisch ingesteld.
Zo loop je één project samen met klasgenoten
waarbij je een bijdrage levert aan innovaties
van aangepast sporten. Daarnaast krijg je
nog vier tentamens over de onderwerpen; orthopedie
en traumatologie, chronische aandoeningen,
kinderneurologie en volwassen neurologie.
Bij chronische aandoeningen, traumatologie en
volwassen neurologie zul je soms wel raakvlak
vinden met stof die je tijdens de opleiding MBRT
ook al hebt geleerd. Echter is veel van de stof
wel nieuw en erg leerzaam. Daarbij komen er erg
veel gastcolleges tijdens deze minor wat ik als
super interessant heb ervaren.
Soms betrof dit iemand die zelf een fysieke beperking
had en die ging vertellen over zijn/haar
ervaringen en soms was dit bijvoorbeeld een fysiotherapeut
of een iemand met een ander specialisme.
Wanneer het iemand met een fysieke
beperking betrof werd dit vaak gecombineerd
met een gymles waarbij je de aangepaste sport
zelf kon uitproberen. Zo hadden wij Reda Haouan,
rolstoelrugbyer, eens als gastdocent, hij liet
ons het rolstoelrugby ervaren en vertelde uitgebreid
over zijn ongeluk en sport. Tot slot moesten
wij ook profileringspunten behalen, hierbij kon je
de invulling zelf bepalen. Hiervoor hielp ik bijvoorbeeld
bij een sportdag voor blinden en heb
ik een rolstoelvaardigheden cursus gevolgd. Tijdens
de minor zit je in een klas met mensen van
veel verschillende opleidingen, zoals sportkunde
of orthopedie studenten. Ik heb deze minor als
een super leuke toevoeging aan de opleiding ervaren
en ik zou het zeker aanraden! Voor vragen
over de minor mag je mij altijd benaderen.
O R
t e n
R T
Hi leuke Altius. lezer! Mijn naam is Joyce van der Molen, derdejaars MBRT student. Op dit moment
ben ik bezig met de minor Ondernemerschap en Management in Zorg en Welzijn, een minor van de
opleiding Management in de Zorg. Studenten van verschillende studies nemen deel aan deze minor.
Aangezien dit voor MBRT-studenten niet de meest voordehand liggende minorkeuze is, is mij gevraagd
om hier een stukje over te schrijven.
Ik heb gekozen voor deze minor, omdat ik graag meer kennis op wilde doen buiten het werkveld
van de MBB’er. Tijdens de minor krijg je lessen in verschillende vakken, waaronder Gevoel voor Geld
(financiën), Zorg en Technologie (eHealth) en Verandermanagement. Zoals je door hebt, allemaal
vakken gericht op ondernemerschap en management, maar allemaal wel met betrekking tot de zorg.
De minor bestaat uit een aantal tentamens, opdrachten en een project. Op dit laatste ligt de focus.
Het project voer je uit binnen je projectgroep, bestaande uit vier of vijf personen. Het onderwerp van
dit project bepaal je samen met je projectgroep, maar is gericht op een innovatie binnen de zorg.
Samen met je projectgroep ga je een plan van aanpak schrijven, onderzoek doen in de regio en op
zoek naar een potentiële opdrachtgever. Aan het einde van de minor presenteer je jullie project aan
je medestudenten, docenten en opdrachtgevers. Lijkt het je leuk om je kennis te verbreden buiten
de MBRT, ben je geïnteresseerd in ondernemerschap en management en/of lijkt het je leuk om met
studenten samen te werken van verschillende studies? Dan is deze minor misschien wel iets voor jou.
Stuur me gerust een berichtje als je meer wilt weten.
Ondernemerschap
en Management in
Zorg en Welzijn
15
Altius. | 2021
Belang van bewegen
bij een oncologische patiënt
Jaarlijks wordt er bij 115.000 mensen in Nederland
de diagnose kanker vastgesteld. Ruim
600.000 mensen leven met de fysieke en/of
mentale gevolgen van kanker. 70-100% van
de patiënten heeft tijdens de oncologische
behandeling last van vermoeidheidsklachten.
Naast vermoeidheid spelen er ook nog andere
zaken een rol: de ‘Dallas bed rest studie’ laat
zien dat drie weken bedrust de conditie meer
aantast dan 30 jaar veroudering. Een vergelijkbare
situatie is te zien bij oncologische patiënten:
de combinatie van inactiviteit en de
spierafbrekende behandeling zorgt voor een
groot verlies van conditie en spiermassa. De
laatste jaren zijn er steeds meer studies gedaan
naar bewegingsprogramma’s tijdens en
na kankerbehandeling. In dit artikel wordt
aandacht besteed aan het belang van beweging
en revalidatie bij kankerpatiënten aan de
hand van verschillende studies en een ervaring
vanuit een patiënt.
Tijdens een kankerbehandeling
Intensieve beweging tijdens de kankerbehandeling
was vroeger ongebruikelijk maar in 2015
kwam the journal of clinical oncology hierover
met een rapport. In dit rapport had men oncologische
patiënten in drie verschillende groepen
opgedeeld. Genaamd OnMove, OnTrack en een
groep die normale zorg kreeg.
- De groep OnMove werd dagelijks blootgesteld
aan 30 minuten matig intensief trainen in de
thuissituatie.
- De groep OnTrack moest elke dag 30 minuten
matig intensief bewegen én 2 keer per week één
uur begeleid trainen (aerobe training en krachttraining).
- Bij de groep die normale zorg kreeg werd niks
extra gedaan.
Vaak worden er geen bewegingsprogramma’s
opgesteld uit de normale zorg centra.
Het doel van het onderzoek was zorgen voor
behoud van conditie en het bestrijden van CRF
(cancer related fatique). Gedurende het hele onderzoek
waren er verpleegkundigen die de deelnemers
aanmoedigden de activiteiten vol te blijven
houden. Het onderzoek startte na de eerste
ronde (T0) en duurde tot drie weken na de laatste
behandeling (T1).
In de grafieken hieronder zijn de resultaten te
zien op de gebieden uithoudingsvermogen,
spierkracht en fysieke vermoeidheid. Het sterretje
in de grafieken geeft aan dat er een significant
positief resultaat is gevonden ten opzichte
van de reguliere zorg zonder enig bewegingsprogramma.
Daarnaast is er zes maanden na de eerste ronde
nog een meting gedaan. Hieruit bleek dat in
tegenstelling tot de groep die de gebruikelijke
zorg ontving, een groter percentage uit zowel de
en OnMove en OnTrack groep weer terugkeerde
naar hun werk.
16
Na een kankerbehandeling
Om te kijken naar de behandelingen die oncologische
patiënten krijgen, gebruiken we de informatie
van Stichting Tegenkracht. Zij hebben als
doel zoveel mogelijk kankerpatiënten sportief te
laten revalideren. Stichting Tegenkracht beschikt
over de juiste informatie van verschillende specialisten
en over de ervaring en bijna 3000 geholpen
patiënten.
Bij het begin van het bewegingstraject stellen zij
een nulmeting vast. Dit wordt gedaan door middel
van het figuur hieronder.
Interview
Mijn naam is Kelly Kerkstra en ik ben 33 jaar. Ik
ben gelukkige moeder van 2 dochters woon verder
nog samen met mijn man Christiaan. In juli
2020 kreeg ik de diagnose Triple Negatief mammacarcinoom
T3N3M0. Er was sprake van een
tumor in de linkerborst met een diameter van 9
cm, 5 lymfeklieren links axillair, 2 lymfeklier links
parasternaal en gelukkig geen uitzaaiingen. Dit
zette natuurlijk mijn wereld op z’n kop.
“Het zette mijn wereld
op z’n kop.”
Met de uitkomsten gaan ze beginnen met een
bewegingsprogramma. Vaak wordt er gekozen
om gebruik te maken van aerobe- en krachttraining
want hierbij wordt de meeste vooruitgang
in conditie bereikt.
Maar wat is nou eigenlijk de route van een oncologische
patiënt en wat zijn de persoonlijke ervaringen
van de patiënt hierbij? Wij hebben een
interview gedaan met een oncologische patiënt.
Zij vertelt hoe ze het gehele traject heeft ervaren
en wat de meerwaarde daarbij is van de verschillende
specialisaties waar zij mee te maken heeft.
Ik merkte een knobbel op in mijn borst en ging
daarmee naar mijn huisarts. Eerst was het vermoeden
iets hormonaals, maar toch ben ik na
2 weken doorgestuurd voor mammografie en
echo. Bij de echo werd ook een verdikking in
de oksel gevonden. Toen zijn er biopten van de
knobbel en de okselregio genomen en hieruit
bleek dat het om ‘triple negatieve borstkanker’
ging. Vervolgens bleek uit de MRI & de PET/CT
dat het om een groot gebied in de borst ging.
Hieruit kwam ook naar voren dat mijn lymfeklieren
in de oksel en borstbeen aangedaan waren.
Na deze ontdekkingen begon het traject.
Ik heb zestien specialisten gezien: van oncoloog
tot fysiotherapeut. Daarbij heb ik twaalf onderzoeken
ondergaan en uit deze reeks onderzoeken
kwam mijn behandelingsplan. Eén deel van
dit plan werd bestralen: vijftien keer moest ik
komen. Het personeel hier was onwijs aardig en
zorgde er echt voor dat de bezoeken prettiger
werden ervaren. Het enige was dat ik soms niet
goed wist wat er gaande was. Dit had te maken
met bepaalde CT-scans posities vooraf de bestraling,
die soms langer dan normaal duurden.
Hierdoor had ik het idee alsof er iets mis was.
Over het algemeen vond ik dit wel één van de
makkelijkere onderdelen van de behandeling.
Het personeel was super vriendelijk en er was
weinig uitloop.
17
Altius. | 2021
Na de radiotherapie kreeg ik last van de bijwerkingen.
Eerst was het alleen vermoeidheid maar
een week na de afronding begon mijn huid in de
oksel te verkleuren. Verder kreeg ik kleine pigmentvlekjes
op de borst. Dit alles zit er nu enkele
weken later nog steeds.
Naast de radiotherapie heb ik nog andere soorten
behandelingen ondergaan. Denk hierbij aan
chemotherapie, autologe stamceltransplantatie
en een operatie waarbij direct een reconstructie
heeft plaatsgevonden. Verder had ik een traject
met een psycholoog, diëtiste en fysiotherapeut.
De psycholoog helpt mij bij het verwerken van
dit heftige traject. Na de eerste 2 chemo trajecten
waren op de MRI vlekken in mijn longen te
zien. Verwacht werd dat dit metastasen waren.
Ik kreeg een levensverwachting van een paar
maanden. Omdat de hoeveelheid bloedplaatjes
door de chemo trajecten enorm was afgenomen,
(en mijn immuunsysteem donorplaatjes afstoot)
duurde het twee weken voordat deze diagnose
bevestigd kon worden met een longbiopt. Echter
bleek tijdens die handeling dat de vlekken waren
afgenomen en gelukkig werd de diagnose ‘metastasen’
verworpen. Dit zorgde alleen wel voor
een psychisch dieptepunt. De psycholoog helpt
hierbij enorm om alles een plek te geven.
De diëtiste heeft mij geholpen tijdens mijn tweede
chemotraject. Ik had twee keer een ziekenhuisopname
van 2,5 week. Hier was ik zo ziek
van, dat ik dagenlang bijna niks at en veel in bed
lag. Om van deze opnames, het spierverlies en
het gewichtsverlies te herstellen heb ik een aantal
gesprekken gehad met een diëtiste waarbij ik
een dieetadvies meekreeg. Dit heeft mij geholpen
inzicht te krijgen in de schade en hoe ik dit
met voedsel gedeeltelijk kan herstellen.
Het traject met de fysiotherapeut begon vanaf
de eerste dag van de chemo. Dit werd gedaan
om het verval in spierkracht en conditie te beperken
en herstel te bevorderen. De bedoeling
is altijd twee keer in de week naar de fysiotherapie
geweest, maar dit was niet altijd haalbaar
omdat ik soms te ziek was. Nog steeds volg ik
fysiotherapie. Of ik sneller herstel? Dat weet ik
niet omdat ik het dus nooit zonder heb gedaan.
Maar het fijne is wel dat je daadwerkelijk merkt
dat je hersteld en weer sterker wordt. Dat het iedere
keer weer een beetje beter gaat.
De training die ik nu krijg van de fysiotherapeut
zijn groepstrainingen. Hierbij maak ik vooral gebruik
van Circuittraining met de focus op spierkracht
(armen, benen, core), conditie en stabiliteit.
Sinds ik gediagnosticeerd ben is alles anders in
mijn leven. Ik kan niet meer functioneren zoals
ik deed. Dit komt door mijn fysieke beperkingen
(verschillende wisselende bijwerkingen en een
extreem laag energieniveau) en psychische beperkingen
(geen focus, stemmingswisselingen
en trauma verwerking).
Momenteel zit ik nog in mijn laatste chemo. Ik
krijg hierbij 8 kuren van 3 weken chemopillen.
Hiervoor heb ik iedere 3 weken bloedcontrole en
een gesprek met de oncoloog. Daarnaast heb ik
nog een controle op de planning staan met de
plastisch chirurg en de radiotherapeut.
Met de hulp van de vele specialisten hoop ik dat
mijn traject voorspoedig zal verlopen en dat mijn
fysieke beperkingen steeds minder beperkend
voor mij zullen worden…
Pim Michels en Koen Reimert,
Redacteurs Altius.
18
PET/MR
Mijn naam is Teun Voogd en ik ben bijna twaalf
jaar werkzaam als MRI-laborant in het Erasmus
Medisch Centrum in Rotterdam. Op mijn 21e
ben ik begonnen met de studie MBRT (Voltijd) in
Eindhoven en gelijk na mijn diplomering ben ik in
het Erasmus MC gaan werken. In het Erasmus MC
staan acht MRI-scanners (3 3T en 5 1,5T MRI’s) en
sinds juli 2019 ook een GE PET/MR scanner. Voor
de MRI maken we scans van heel het lichaam. We
maken onder meer ook specialistische scans zoals
bijvoorbeeld dynamische orbita MRI’s, cardio
MRI’s, planning MRI’s voor de radiotherapie en
fMRI’s (functionele MRI). Daarnaast doen we als
universitair centrum uiteraard ook veel research.
de mogelijkheden
De technische uitdagingen van de PET/MR
Wij zijn na het UMC Amsterdam en Maastricht
UMC+ het derde ziekenhuis in Nederland met
een PET/MR. De whole body GE PET/MR die op
onze afdeling staat bestaat uit een drie Tesla
MRI-scanner met daarin de PET-ring. De ontwikkeling
van de PET/MR heeft voor grote technische
uitdagingen gestaan. Eén van de grote problemen
bij de ontwikkeling van de PET/MR was
dat de PMT’s (Photo Multiplier Tubes) van een
normale PET/CT niet werken in een magneetveld.
Anderzijds mogen metalen onderdelen in de
PET-ring het homogene MRI-magneetveld niet
verstoren. De PET-ring van de PET/MR bestaat
daarom uit siliconen foto-multiplier’s, ook wel
SiPM’s, die niet gevoelig zijn voor magnetische
velden. In combinatie met verdere afschermingsmaatregelen
voor de elektronica en door gebruik
te maken van niet-magnetische materialen is het
gelukt PET en MRI te combineren. Ook onze PET/
MR heeft deze zogenaamde SiPM’s die naast een
hoge sensitiviteit ook een hoge temporele resolutie
hebben. Met de PET-ring op zijn plaats is de
bore van de MRI 60 cm groot.
De geschikte radiofarmaca
Het PET onderzoek valt of staat met de keuze van
het radiofarmacon. Dit bepaalt de sensitiviteit en
specificiteit van het PET onderzoek. Op dit moment
gebruiken we nog maar drie soorten radiofarmaca:
F18-FDG, Ga68-DOTATAAT en Ga68-PS-
MA. F18-FDG is de gouden standaard bij zowel
PET/CT als PET/MR en wordt daarom het meest
gebruikt. Langzaamaan worden er ook researchprojecten
gestart met andere radiofarmaca.
Bijvoorbeeld F18-FET voor de detectie van hersentumoren,
F18-Florbetapir voor de detectie
van het opgestapelde amyloïd bij dementie en
N13-ammonia voor doorbloedingsonderzoeken
van het hart.
Voor- en nadelen
Er zijn verschillende redenen waarom PET/MR
verkozen kan worden boven een PET/CT. Zo is
er ten eerste een verminderde stralingsbelasting
voor de patiënt. Dit komt door de hogere sensitiviteit
van de PET-kristallen en omdat er geen
CT-scan gemaakt hoeft te worden. Dit kan goed
uitkomen bij bijvoorbeeld kinderen of mensen
die in het afgelopen jaar al veel straling hebben
ontvangen door bijvoorbeeld therapie. Verder
zorgt de MRI voor een beter weke delen contrast
dan de CT. De PET en MRI zijn een toevoeging
aan elkaar en zorgen ook voor meer vertrouwen
in de gestelde diagnose dan bij PET of MRI alleen.
Bij een PET/MR wordt de data tegelijkertijd
verzameld. Zo is er minder kans op een mismatch
tussen de PET en de MRI-data, zodra deze losse
scans gefuseerd worden. De PET/MR kan daarnaast
voor een stuk patiënten comfort zorgen.
De patiënt hoeft nu niet voor twee onderzoeken
(een PET/CT en een MRI) naar het ziekenhuis te
komen, maar dit kan in één keer gebeuren.
19
Altius. | 2021
Natuurlijk hangen er ook nadelen aan de PET/
MR. Doordat wij de PET/MR als one-stop-shop
gebruiken duurt het onderzoek relatief lang: tussen
de 45 en 90 minuten. Al die tijd ligt de patiënt
in de MRI-tunnel met de benodigde spoelen.
De MRI heeft een groot aantal contra-indicaties,
waarbij deze contra-indicaties nog meer gelden
voor onze drie Tesla MRI. Mensen met een
pacemaker, ICD, neurostimulator, insulinepomp
of glucosesensor, of andere ferromagnetische
materialen kunnen niet zomaar de PET/MR in.
Hetzelfde geldt voor patiënten die te breed zijn.
Ook is het een duur onderzoek. Dit komt voornamelijk
doordat het radiofarmacon het duurste
element is van het onderzoek.
De aanbesteding van een miljoenenapparaat
De aanbesteding van een duur en innovatief apparaat
neemt veel tijd in beslag. Er wordt begonnen
door eerst een businesscase te maken. In
deze businesscase staan onder andere alle vooren-nadelen
van het apparaat en hoeveel de gehele
verbouwing en de aanschaf van het apparaat
ongeveer zal kosten. Verder wordt geschat
hoeveel het apparaat oplevert en hoeveel onderzoeken
we per dag maximaal kunnen uitvoeren.
Deze businesscase moet eerst goedgekeurd worden
door het afdelingsbestuur en ziekenhuisbestuur,
voordat er begonnen kan worden met de
aanschaf en verbouw.
Ondertussen wordt er een werkgroep opgericht
om alles op touw te zetten. De werkgroep bestaat
uit radiologen, nucleair geneeskundigen,
klinisch fysici, medisch nucleair werkers en MRI-
-laboranten. In deze werkgroep wordt er bijvoorbeeld
gekeken naar mogelijke indicaties voor een
PET/MR en hoe het MRI-protocol er ongeveer uit
moet komen te zien. Bij PET/MR worden vaak full
body scans gemaakt. Dit zijn protocollen die wij
bij de MRI alleen bij zeer specifieke vraagstellingen
doen. Het opzetten van een goed total body
protocol heeft daarom veel tijd gekost. In het begin
zijn er, telkens met verschillende protocollen,
veel vrijwilligers gescand. Uiteindelijk hebben we
een MRI-protocol waar we tevreden mee zijn en
wordt het tijd om PET/CT-patiënten te vragen
om proef te liggen op de PET/MR. Op deze manier
kan de PET-ring getest worden zonder dat
er extra radioactiviteit moet worden toegediend
aan de patiënt. Deze totale testperiode heeft ongeveer
één jaar geduurd.
MRI-bestendige
anesthesieapparatuur
Indicaties en patiëntengroepen
Er zijn verschillende indicaties voor een PET/MR,
maar in principe zijn deze indicaties hetzelfde als
voor een PET/CT. De meeste patiënten voor de
PET/MR worden door de afdeling oncologie en
KNO naar ons doorgestuurd met de vraagstelling
‘onbekende primaire tumor’ of ‘metastasen
op afstand’. Op dit moment krijgen we nog niet
veel andere vraagstellingen. Wij hebben een periode
lang bij andere afdelingen de PET/MR gepromoot,
maar moesten hiermee stoppen door
de COVID-19 pandemie.
Na het ellenlange promoten van de PET/MR bij
alle afdelingen, hebben de kinderoncologen ons
toch gevonden. We hebben inmiddels een handje
vol kinderen gescand op de PET/MR. Deze
kinderen waren allemaal zeer jong (<6 jaar oud)
en moesten dus onder narcose gescand worden.
Aangezien het erg belangrijk is dat patiënten na
toediening van F18-FDG goed stil blijven liggen
en zich rustig houden, werden de kinderen al
voordat de F18-FDG werd toegediend, in slaap
gebracht. We hebben MRI-bestendige beademings-
en monitoringsapparatuur die gebruikt
wordt door de anesthesie afdeling om de narcose
te geven. Op deze manier kunnen we ook
jonge kinderen scannen.
20
De meerwaarde van PET/MR in beeld
Om de diagnostische meerwaarde van PET/MR
te laten zien ten opzichte van PET/CT is hier een
casus die dit goed weergeeft.
‘Een 73-jarige man, die al eerder een prostaatcarcinoom
had gehad en daar succesvol voor was
behandeld, heeft nu weer een stijgend PSA-waarde,
wat een eerste aanwijzing is voor prostaatproblematiek.
Nadat de PET/CT Ga68-PSMA gemaakt
was, ging deze patiënt akkoord om ook nog de
PET/MR te ondergaan. Bij deze casus is te zien hoe
de MRI, met zijn betere weke delen contrast, op de
axiale T2 al een isointense laesie in het prostaatgebied
kan detecteren. Als de PET/CT fusie wordt
vergeleken met de PET/MR fusie is ook op de PET
van de PET/MR de laesie beter te zien. Dit kan komen
doordat de PET/MR één uur na de PET/CT
is gemaakt en de PSMA beter in het lichaam is
verdeeld en dus ook beter is opgenomen in het
prostaatgebied. Het verslag voor deze patiënt was
aangepast naar aanleiding van de PET/MR.’
Wordt PET/MR de nieuwe gouden standaard?
De toekomst voor de PET/MR ziet er rooskleurig
uit! Meer en meer studies laten zien dat PET/MR
wel degelijk voordelen heeft ten opzichte van
PET/CT, natuurlijk op gebied van stralingsbelasting,
maar ook op vlakken als sensitiviteit en specificiteit.
Echter wordt verwacht dat de PET/MR
voornamelijk eerst gebruikt gaat worden voor
researchdoeleinden. Detectie van recidiverende
tumoren, cognitieve stoornissen zoals dementie
en parkinsonisme, maar ook detectie van pijn zijn
interessante gebieden waarbij de PET/MR ingezet
kan worden.
Teun Voogd,
MRI-laborant
21
Werken na de MBRT
Mijn naam is Derk Grooten en ik ben in 2010 afgestudeerd als MBB’er aan de Hanzehogeschool
te Groningen en ben al 12 jaar werkzaam in de radiotherapie. Ik ben deze
opleiding begonnen als voltijdstudent. Na de tweede stageperiode in jaar 3 op de Radiotherapie
afdeling van het UMCG is mij aangeboden om het laatste jaar in een duale
setting af te ronden en ondertussen te blijven werken op de Radiotherapie afdeling van
het UMCG. Dit heb ik met beide handen aangegrepen en ben na mijn afstuderen daar
ook blijven werken. Daar op de afdeling was een goede groep mensen waar ik heel veel
van heb geleerd. Ik werkte daar op de toestellen en op de Stereotaxie afdeling. Tot en met
2013 want toen ben ik aan het begin van dat jaar verhuisd naar Canada.
Ik verhuisde met mijn gezin naar Prince George, BC, Canada. Daar was mij een baan als
radiotherapeutisch laborant aangeboden in een net nieuw geopend behandel centrum.
Voordat ik kon beginnen moest ik het eindexamen van de landelijke Radiotherapie opleiding
aangeboden door de CAMRT behalen. Daarna ben ik daar begonnen op de toestellen
en ben ik ook vrij snel ingewerkt op de CT-scanner. De afgelopen 2,5 jaar werk ik ook
op de planningsafdeling (Dosimetry). Hiervoor heb ik nog een vier maanden durende
cursus in Dosimetry gedaan. Ik heb daarnaast ook de verantwoording voor de logistiek
van onze gebruiksartikelen zoals maskers en andere mouldroom artikelen. We zijn een
klein centrum met een relatief hoog personeelsverloop. Met een aantal vaste collega’s
zit ik in een soort van “poule”, waarbij we op basis van waar we nodig zijn op de afdeling
worden geroteerd.
Een meer gedetailleerde omschrijving van mijn werkzaamheden is: Patiënten educatie
over behandelprocedure en bijwerkingen van de bestraling. Dagelijkse follow-up met
de patiënt. De normale procedure voor het instellen van de patiënt en de bestraling uitvoeren.
Op de planningsafdeling is het importeren van planningsscans, contouring van
OAR’s en plaatsen van voorlopige bestralingsvelden. Overleg met Fysica en Oncologen
over de dosiscriteria en planningsvoorwaarden. Plan-checks voordat ze naar de bestralingstoestellen
gaan. Ik loop wekelijks de voorraad na en bestel daar waar nodig nieuwe
artikelen voor de afdeling in overleg met onze “Chief”.
Het werkveld van Radiotherapie hier in Canada verschilt in wezen niet zo heel veel van
die in Nederland. Er ligt hier een hele grote nadruk op patiëntenzorg. Elke handeling
is afgedekt met een “protocol” of “procedure”. Dit heeft natuurlijk ook te maken met
een claimcultuur die langzaam maar zeker over komt waaien uit de USA. Afgezien van
kleine verschillen in de protocollen van hoe je een patiënt instelt voor bestraling zijn de
werkzaamheden niet zo heel veel verschillend van hoe dat in Nederland ging. We doen
gemiddeld zo’n 25 tot 30 patiënten per toestel per dag en we hebben twee bestralingstoestellen.
Ons verzorgingsgebied met onze twee toestellen is ongeveer 600.000 km2.
Dat lijkt best veel, maar het is natuurlijk een stuk dunner bevolkt dan in Nederland. Maar
het komt erg regelmatig voor dat mensen negen uur in de auto zitten om naar ons toe
te rijden. Naast het BCCancercentrum staat een Cancer Lodge waar mensen tegen een
schappelijke vergoeding kunnen verblijven gedurende hun behandeling omdat het onmogelijk
is om elke dag op en neer te rijden naar huis.
In mijn functie is iemand nodig die sociaal maar ook zeer detailgericht is en die niet bang
is om in een voortdurend veranderende werkomgeving (voortdurende innovatie van behandeltechnieken)
alles te geven voor het welzijn van de aan onze zorg toevertrouwde
patiënt.
Tot slot zou ik het volgende mee willen geven aan alle huidige studenten MBRT: Jullie
staan aan het begin van je loopbaan, maar het hoeft geen keuze voor het leven te zijn.
Het klinkt heel cliché als ik zeg: “Volg je hart of je onderbuik gevoel in je verdere leven/
carrière en ik weet zeker dat je dan altijd met plezier de dag ingaat.
22
CORONA
in de medische zorg
De invloed van Corona is in het hele ziekenhuis
goed merkbaar: overal zijn restricties en het
hele ziekenhuis loopt met een mondkapje op.
Er wordt veel gesproken over de corona-afdelingen,
de Intensive Care en de spoedeisende hulp,
maar een onderdeel dat vaak vergeten wordt is
de radiologie afdeling.
Wij kwamen niet in aanmerking voor de zorg bonus,
de eerste vaccinatieronde en de aangepaste
dienstregelingen, want wat heeft de radiologieafdeling
nou met corona te maken? Wij staan
niet de hele dag aan het bed van corona patiënten.
Hoewel dit waar is, is de radiologieafdeling
één van de afdelingen die het meest met corona
in aanmerking komt en een onmisbare schakel in
de diagnose en behandeling van corona patiënten
is.
Wanneer een patiënt via de spoedeisende hulp
het ziekenhuis binnenkomt en er een verdenking
is op corona is het eerste wat aangevraagd wordt
een corona test en een longfoto. Wanneer de
patiënt opgenomen ligt met corona en verslechterd,
wordt er weer een longfoto aangevraagd.
Wanneer hier geen grote afwijkingen op te zien
zijn, maar de patiënt achteruit blijft gaan wordt
een CT-scan aangevraagd om te kijken of er longembolieën
ontstaan zijn.
Het voordeel van een corona-afdeling is dat besloten
kan worden om de afdeling af te sluiten. Dit
wil zeggen dat alles wat binnen ligt beschouwd
wordt als ‘vies/besmet’ en iedereen die binnenkomt
op de afdeling daarom volledig ingepakt
moet zijn. Voor de afdeling radiologie is dit helaas
niet mogelijk. Als er een longfoto gemaakt
moet worden bij een corona patiënt is besloten
dat dit gebeurt met een mobiel-röntgenapparaat.
Daardoor hoeft de patiënt niet vervoerd te
worden en kunnen de röntgenkamers ‘schoon’
blijven voor de andere patiënten. Als de foto op
de kamer van de patiënt gemaakt is moet het
hele mobiele röntgenapparaat schoongemaakt
worden voordat je weer de gang op kan om besmetting
van collega’s en andere patiënten
te voorkomen. Wanneer een CT-scan gemaakt
moet worden kan dit helaas niet met een mobiel
apparaat op de afdeling. De patiënten moeten
daarom vervoerd worden naar de CT-scan
en overgeschoven worden naar de CT-tafel om
gescand te kunnen worden. Wanneer de scan
gemaakt is moet de hele kamer schoongemaakt
worden voordat er een andere patiënt geholpen
kan worden.
Zoals je kan begrijpen is dit een hoop werk wat
veel tijd kost en daarom is ons werk ook anders
geworden. Het team dat foto’s maakt met het
mobiele röntgenapparaat is uitgebreid, omdat
er meer foto’s gemaakt moeten worden en het
omkleden in isolatie kleding en schoonmaken
van het apparaat veel tijd kost. Op de CT-scan
worden, wanneer mogelijk, zoveel mogelijk corona
patiënten achter elkaar gescand, omdat dit
tijd en moeite bespaard met schoonmaken. Dat
betekent wel dat je als CT-laborant soms uren
achter elkaar in isolatiekleding staat zonder direct
contact met je collega’s om isolatiekleding
te besparen.
Dus wat betekent corona voor mij als radiodiagnostisch
laborant? Verandering van werkzaamheden,
veel omkleden en heel veel poetsen!
Barend Verbraak,
MBB’er in het Universitair Medisch Centrum
Utrecht
Normaal ben ik werkzaam op de afdeling cardiologie, maar tijdens de Covid-19 periode
heb ik veel op de intensive care en af en toe op de Covid-19 verpleegafdeling gewerkt.
Hiervoor werden wij van onze huidige afdeling gehaald en gingen per direct aan het
werk op een afdeling die vrij nieuw was en waar wij geen officiële opleiding voor gevolgd
hadden. Dit maakte de situatie spannend en vroeg om aanpassingsvermogen van iedereen,
want ook van de OK en andere afdelingen kwamen collega’s helpen. Juist dit vond
ik één van de mooiste dingen uit de Covid periodes. Je leert andere disciplines kennen,
die op een andere manier werken waardoor je veel van elkaar kan leren. Op de IC heb ik
veel nieuwe vaardigheden geleerd, veel over het ziektebeeld Covid maar ook over andere
ziektebeelden die voorheen onbekend voor mij waren. Daarnaast moest ik aanvullende
e-learnings maken om op de IC te kunnen werken. Hier werkte ik altijd onder supervisie in
een buddysysteem. Door de isolatie op de patiëntenkamer is het werken lastiger. Je moet
van te voren goed weten wat je nodig hebt, wat je kan verwachten bij de patiënt want als
je iets of iemand nodig hebt duurt het even voordat dat mogelijk is.’
‘Zoals bekend is overleden er ook mensen aan covid. Door alle hygiënemaatregelen en
aangepaste bezoekregels was het soms puzzelen om een goed afscheid te organiseren
voor de patiënt en zijn of haar familie. Dit gaf discussies en soms ook een naar gevoel. Ik
heb regelmatig het gevoel gehad dat je niet altijd de juiste psychosociale zorg hebt kunnen
verlenen. Je probeert creatief te zijn met videobellen en zoveel mogelijk voor familie
te organiseren, maar echt contact was soms erg lastig. Hier had ik persoonlijk het meeste
moeite mee. Toch heeft corona in ons ziekenhuis gezorgd dat collega’s elkaar nog beter
leerde kennen. Iedereen heeft veel kunnen leren en het saamhorigheidsgevoel is nog
nooit zo groot geweest.
Niels Oosterveld,
Verpleegkundige Wilhelmina Ziekenhuis Assen
IN DE MEDISCHE ZORG
CORONA
De invloed van Corona in een verzorgingshuis is net als overal goed merkbaar. Ik werk op een gesloten
afdeling met dementerende ouderen. Ondanks dat wij op dit moment geen positief geteste
bewoners hebben, zijn wij dagelijks bezig met het Corona-virus. Sommigen bewoners krijgen er
niet zoveel van mee, andere hebben hier wel (enigszins) besef van. De maatregelen worden niet
altijd begrepen en uitleg van de maatregel blijft vaak maar voor een korte tijd hangen. Het onbegrip
kan leiden tot onrust op de afdeling.
Wij als zorgverleners proberen zo normaal mogelijk door te gaan om de rust voor de bewoner te
bewaren. De meest zichtbare maatregel is het dragen van een mondkapje op de afdeling. Mee-
-eten in de huiskamer met een mondkapje op is niet mogelijk. De gezellige huiselijke sfeer die wij
proberen aan te houden verdwijnt hierdoor.
De meest voelbare maatregel voor de bewoner is de beperking in het bezoek. Juist omdat de
bewoners de maatregelen niet altijd begrijpen is het lastig uitleggen waarom er op dit moment
minder bezoek komt. Een groot deel van het bezoek wordt nu via Skype aangeboden, dit is natuurlijk
lang niet zo leuk als een echt bezoek. Gedurende de dag zijn wij naast de dagelijkse gang
van zaken bezig met het geruststellen van de bewoners, het contact onderhouden met de familie
en het creëren van een huiselijke sfeer.
Nu de meeste bewoners twee keer gevaccineerd zijn hopen wij langzaam aan weer terug te kunnen
naar het oude normaal. Tot die tijd houden wij ons aan de maatregelen die worden opgelegd
om deze kwetsbare doelgroep te beschermen tegen het Corona virus.
Laurien Steenman,
Verpleegkundige zorgcirkel ZINN ouderenzorg
EEN DAG OP...
de radiologie in Brussel
De wekker gaat bij ons beide en we staan
zonder te snoozen op. Om de beurt wachten
we op de douche en na het douchen kleden
we ons aan om onder het genot van een lekker
muziekje onszelf mentaal en fysiek klaar te
maken voor de dag. De zon komt inmiddels
door de ramen en we zien dat het een mooie
dag zal worden.
We hebben tanden gepoetst
en springen op de
fiets richting stage. De stad
bestaat uit veel heuvels, dus
de conditie wordt elke ochtend
op de proef gesteld.
Na een nieuw mondmasker te hebben gehaald
en de collega’s te hebben begroet,
is het tijd om voor mij de eerste patiënt uit
de wachtzaal te halen en te laten omkleden
in operatiekleding zonder metalen. Dit
is natuurlijk van belang bij een MRI-scan.
Vervolgens verzamel ik alle spullen om de
patiënt te kunnen prikken en leg ik een
infuusje aan voor het contrastmiddel.
7.30
8.15
7.00
8.05
8.50
Nadat we beide aangekleed en klaar
zijn komen we elkaar weer tegen in de
keuken waar onze andere huisgenoten
al aan hun ontbijt zijn begonnen.
Onze afdeling begint het laatst, dus wij
schuiven ook altijd als laatst aan. We
maken onze lunch ook klaar en zwaaien
de andere huisgenoten uit die al
naar het ziekenhuis vertrekken.
We zetten de fietsen op
slot en zetten het mondkapje
op en die zal tot
het einde van de dag opblijven.
We begroeten de
bewakings dame die iedere
ochtend ons zit op
te wachten en desinfecteren
bij haar de handen.
We nemen de lift naar
de kleding automaten en
halen daar ons witte pak
voor die dag. We kleden
ons om en stoppen alle
spullen in onze zakken die
we die dag nodig hebben.
Denk aan pennen, dosimeters,
spanbanden, tape
en onze badge.
12.00
De dag zit er op en we gaan
weer naar huis. 17.00
Tijd om te lunchen, we komen
elkaar tegen en besluiten buiten
in de zon te gaan zitten.
Na de lunch en de normale
X-foto’s kijk ik op de planning
en zie ik dat er deze middag
arthro’s gepland staan. Dus ik
leg alvast alle spullen klaar.
18.00
We koken en nemen met de andere
studenten aan tafel de dag nog even
door en gaan vervolgens allemaal
naar ons kamer om nog te studeren,
reflecties te schrijven, film te kijken of
lekker te lezen.
25
Altius. | 2021
De mobiele CT
Een uitkomst voor de Intensive Care?
Kunt u beginnen met uzelf voor te stellen?
‘Ik ben Marcel Dijkshoorn en ik werk in het Erasmus
MC op de afdeling radiologie en nucleaire
geneeskunde. In 1996 heb ik hier de inservice-
-opleiding gedaan en in 2001 ben ik mij gaan
specialiseren in de CT-scanner. Na een tijdje
hoofd te zijn geweest van de CT-unit ben ik
verder gegaan als research CT-laborant. Ik werk
naast specialistisch CT-laborant, ook in de research
binnen de CT-unit.’
Kunt u kort iets vertellen over het project
waar u momenteel aan werkt?
‘Er heeft in 2020-2021 een proef gelopen met
hersenscans op de IC met een mobiele CT-scanner.
Normaal is de CT-scanner natuurlijk vooral
radiologie gerelateerd, maar in dit geval werken
we nauw samen met de IC-afdeling. Zo is
de scanner eind september binnengekomen en
hebben we tot april ermee getest. Het apparaat
komt vanuit Siemens en wij krijgen de kans hier
mee te experimenteren. Voor Siemens is het een
belangrijke testfase voor een mogelijk nieuw
product, maar voor ons een mooie mogelijkheid
om te kijken of dit voor het ziekenhuis interessant
is om aan te schaffen. Nog voor de zomer
maken we een zogenaamde ‘business case’ welke
naar de raad van bestuur gaat met het verzoek
om het systeem permanent aan te schaffen.’ De
scanner is inmiddels vanuit Siemens ook commercieel
verkrijgbaar, waarbij de eerste systemen
al in Denemarken en Noorwegen zijn geleverd.
Het zou natuurlijk geweldig zijn als wij als eerste
Nederlandse ziekenhuis hier definitief gebruik
van mogen maken.’
Wie kunnen we terugvinden in het team van
het project?
‘Het is vooral een samenwerking tussen de radiologie
en IC. Dus het team bestaat voor het praktische
gedeelte voornamelijk uit CT-laboranten
en IC-verpleegkundigen, maar ook radiologen,
intensivisten en uiteraard Siemens die over onze
schouder meekijk. Nu zijn het alleen CT-laboranten
die de scans maken, maar in toekomst zullen
dit ook andere laboranten zijn. De rol van de verpleegkundigen
is de patiënt voorbereiden op de
scans zodat alles efficiënt verloopt. De patiënten
worden vaak beademt, dus je kunt je voorstellen
dat daar best veel kabels en slangen rondom de
patiënt hangen.’
26
Hoe komt het dat het Erasmus MC als eerste
ter wereld hiermee mag experimenteren?
‘Dat is een combinatie van factoren. Ten eerste
heb je de juiste patiëntenpopulatie nodig waarvoor
het apparaat interessant is. Daarnaast hebben
we veel Siemens apparatuur en hebben we
dit soort projecten al vaker in het verleden samen
gedaan, waardoor we een goede connectie
hebben. Ook ligt het uit Duitse Siemens voor
Nederland natuurlijk om de hoek. Ten slotte heb
je ook met juridische zaken te maken. Een land
als de Verenigde Staten heeft een hele andere
wetgeving, en de wetgeving van Nederland en
Duitsland zijn redelijk vergelijkbaar.’
Kunt u iets vertellen over de technische specificaties
van de scanner?
‘Je kunt je voorstellen dat het allemaal iets beperkter
is dan een normale grote CT-scanner.
De gantry is bijvoorbeeld aanzienlijk kleiner. Dat
zorgt er meteen ook voor dat de buis-detector
afstand kleiner is, waardoor er minder vermogen
nodig is. Er zit daarom een vrij lichte röntgenbuis
in met iets minder power. De temporele resolutie
is wat kleiner, waardoor je dus iets kwetsbaarder
bent voor patiënten die niet goed stil liggen.
Verder is het een 32 slice systeem met een 0,6
mm detector grootte en wordt er gescand met
80 en 120 kV, waarbij 120 kV voor het brein en 80
kV voor de CTA wordt gebruikt. Ook zit er automatische
iteratieve reconstructie en reductie van
metaalartefacten op. Eigenlijk kan je bijna alles
wat de grote scanner kan, maar ben je hier vooral
gefocust het hoofd. Door de kleinere tunnel kan
er maar tot C2/C3 worden gescand, omdat je anders
met de schouders tegen de scanner botst.’
Wat zijn de beoogde voordelen van deze CT
scanner?
‘Een groot voordeel is dat het veel effectiever is
voor het IC-personeel. Wanneer er een hersenscan
op de afdeling radiologie wordt gemaakt,
zijn er altijd twee verpleegkundigen en een arts
mee. Dit kost gemiddeld 45 minuten, en deze
personen zijn dan niet op de IC-afdeling, mocht
daar dan onverhoopt iets gebeuren. Doordat de
patiënt in de eigen omgeving wordt gescand,
kan er ook makkelijker medicatie worden toegediend.
Voor de patiënt is het juist weer een
groot voordeel, omdat er minder overgeschoven
en bewogen hoeft te worden, wat de kans op
complicaties ook verkleind. Voor de radiologie
is het voordeel dat de vaste scanner niet lange
tijd bezet is met IC-patiënten, waardoor er meer
poliklinische scans gemaakt kunnen worden. Tegenwoordig
zijn veel IC-patiënten ook MRSA of
COVID-19 besmet, waardoor er na de scan ook
goed schoongemaakt moet worden. Dit kost nog
meer tijd en de mobiele scanner biedt hierbij een
echte uitkomst.’
Zijn er ook mogelijke nadelen?
‘Je bent ten eerste afhankelijk van de inrichting
van het ziekenhuis. Hoe zien de IC-boxen eruit,
hoeveel mensen liggen er en kun je er makkelijk
met de scanner inrijden? Patiënten die veel
bewegen zijn en blijven natuurlijk ook altijd een
uitdaging. Daarnaast moet je de logistiek qua
personeel anders indelen, want voor de mobiele
scanner moet je ergens een CT-laborant vandaan
halen, terwijl de vaste scanner op de radiologie
gewoon door moet draaien. In de ideale situatie
wil je de vaste scanner op de radiologie ook
door laten draaien, omdat de mobiele scanner
juist de lange bezetting van IC-patiënten op de
vaste scanner wegneemt. Een goede logistieke
planning is dus erg belangrijk en soms lastig.’
27
Altius. | 2021
Hoe zit het met de stralingshygiëne voor de
patiënt en de omgeving?
‘De gantry is van binnenuit volledig met lood
afgeschermd. Op de achterkant van de gantry
zit een loodglas en aan de voorkant zit een
loodslab. Hier hebben we in het project ook onderzoek
naar gedaan en effectief komt dat er op
neer dat je zonder loodschort naast het apparaat
de opname kunt maken. Als je tijdens de opname
op de plek van de bediening staat, ontvang je
ongeveer 20% van de strooistraling van een normale
X-thorax op zaal. Mocht je pal naast de patiënt
staan, dan ontvang je ongeveer tien keer de
strooistraling van een X-thorax, maar in de praktijk
vragen wij personeel minimaal drie meter afstand
te nemen zodat er dan geen loodschort
gedragen hoeft te worden. Al deze maatregelen
zijn nodig aangezien de effectieve dosis voor de
patiënt ondanks de minder krachtige buis toch
even hoog is als een normaal onderzoek op de
reguliere CT-scanner.’
Mag zomaar elke MBB’er met dit apparaat
hersenscans maken?
‘Een aantal key-users binnen ons team hebben
één dag applicatietraining gehad en andere CT-
-laboranten hebben een training van ongeveer
twee uur gehad. Eigenlijk alle laboranten gaven
na de training aan het snel onder de knie te hebben.
We hebben wel gemerkt dat, in vergelijking
tot de normale CT scanner die veel hersenscans
per dag maakt, het aanbod voor de mobiele
scanner klein is. Dit kwam onder andere omdat
tijdens de corona pandemie de IC-afdeling vooral
gevuld was met thorax patiënten, en er weinig
neurologie lag. Daarom hadden onze laboranten
zo nu en dan even een korte opfriscursus nodig.’
Zijn er specifieke indicaties voor een hersenscan
op de IC?
‘We scannen dus CT-hersenen, CT-schedel en
CTA. Dit doen we bij patiënten die al klinisch opgenomen
liggen en meestal zijn dit indicaties als
postoperatieve scans of nieuwe bloedingen. We
scannen soms ook met contrastmiddel (bijvoorbeeld
bij indicatie metastasen), waarvoor we een
mobiele injector nodig hadden. Deze hebben we
zelf gemaakt door een reserve injector op een
kar te plaatsen. Deze is ook handig als reserve
injector voor de vaste CT-scanners op de radiologie
als er daar een kapot of in onderhoud zou
gaan.’
Wat zijn tot nu toe de ervaringen en reacties
van de gebruikers van de scanner?
‘Over het algemeen zijn dit positieve reacties.,
maar dit verschilt een beetje per persoon. Gezien
de lage vraag naar neurologische scans op de
IC de afgelopen maanden wegens de volle CO-
VID-19 IC’s, zijn er ook laboranten en verpleegkundigen
die weinig scans hebben uitgevoerd of
gezien en hebben die nog moeite met het gebruik
van de scanner. Voor de laboranten die veel
scans hebben gemaakt is het redelijk eenvoudig
en zij zijn dus erg positief. We hebben gemerkt
dat patiënten met instabiele wervelfracturen of
sterke kyfose in de wervelkolom lastig een halve
meter naar achter in de mobiele scanner geschoven
kunnen worden en dat het cerebellum dan
niet meer mee gescand kan worden. Wegens
deze redenen en het gecontroleerd over kunnen
schuiven van deze patiënten op de reguliere grotere
CT’s, is er voor gekozen om deze patiënten
groep daar nog te scannen.’
Wat zijn de lange termijn voorspellingen?
‘De mobiele scanner is wel echt een extra modaliteit
naast de grote vaste CT-scanners. Door
de extra modaliteit komen er ook extra kosten
bij. Zo ligt de kostprijs per patiënt per scan hoger,
omdat deze prijs moet worden gedeeld door
gemiddeld minder patiënten. De scanner is dus
wel alleen interessant voor ziekenhuizen die een
redelijke productie kunnen draaien of voldoende
budget hebben om de kosten op te vangen. De
mobiele scanner kan ook een optie zijn voor kleine
ziekenhuizen met 1 vaste CT-scanner, waarbij
de mobiele scanner alle sinussen, orbita’s, schedels
en hersenen scant om de grote scanner te
ontlasten. Er is namelijk geen hele nieuwe en tevens
dure CT-ruimte nodig. Al met al kunnen er
bij de juiste inzet grote voordelen zijn voor zowel
IC-personeel, de radiologie en de patiënt en wij
hopen de scanner definitief te kunnen behouden!’
Pim Michels en Emma de Koning,
Redacteur en redactrice Altius.
EEN DAG OP...
de nucleaire geneeskunde in München
Na een korte snooze is het tijd om op
te staan. Het is maandag en ik heb
deze week vroege dienst, ook wel
Frühdienst, omdat ik meehelp op het
laboratorium. Ik begin dus een half
uur eerder dan normaal: 07:30. Best
vroeg nog… 6.30
Ik kom aan in het ziekenhuis. Ik heb
vrijdag al mijn kleding voor de nieuwe
week opgehaald, dus loop meteen
naar de kleedkamer. De labjas voor
het laboratoriumwerk gaat aan vanwege
de radioactieve stoffen waarmee
we werken.
6.40
7.15
Na een frisse douche ontbijt ik met
een flinke bak yogurt, cruesli en een
appel. Ondertussen kijk ik naar de bijna
strakblauwe lucht vanuit de keuken.
Het wordt zo te zien een mooie dag! ik
pak de lift naar beneden om mijn fiets
te pakken en fiets naar het ziekenhuis.
Ik sta vandaag op de
hart camera. Hier doen
we met 99m-Tc medi-MIBI
onderzoeken
naar de pompfunctie
van het hart in zowel
de stressfase als de
rustfase. Zo kunnen we
mooi zien hoe bijvoorbeeld
de ejectiefractie
van het hart is en of
dit verschilt tussen de
stress – en rustfase. Wij
hebben voor onze hart
opnames een speciale
hart opname, die betere
kwaliteit plaatjes maakt.
7.30
8.00
Start van de werkdag. In het laboratorium
worden de isotopen, zoals technetium-99m
of gallium-68, gekoppeld aan de tracers, zoals
MAG3 voor nieren, HDP voor het skelet
en PSMA voor de prostaat. We zorgen dat we
genoeg klaarmaken voor de gehele dag, zodat
de collega’s de spuiten specifiek berekend
op het gewicht, makkelijk kunnen klaarmaken
voor het juiste onderzoek. Het is belangrijk om
schoon en veilig te werken, dus staan we tijdens
het bereiden meerdere keren op monitor
om te kijken of we misschien besmet zijn.
Als ik terugkom worden de laatste hartpatiënten
gescand. Ondertussen kijk ik op de SPECT/
CT mee bij een maligne melanoom onderzoek.
Halverwege de middag komt er nog een longperfusie
– en ventilatiescintigrafie binnen. De
patiënt wordt verdacht van een longembolie,
maar heeft een contrastallergie voor jodiumhoudend
contrastmiddel, waardoor er geen
CTA gemaakt kan worden.
12.30
13.00
Pauze
Als ik thuis ben relax ik nog even in
het parkje voor ons appartement.
In de avond eet ik samen met mijn
huisgenoten en medestudenten van
de afdeling radiotherapie.
15.00
15.30
Het programma is klaar en mijn werkdag
zit erop!
29 Altius. | 2021
Hi! Mijn naam is Ivar Maatje, ik ben 26 jaar oud, en ga bijna
van start met het 2e jaar van mijn coschappen in Zwolle.
Tijdens de studie MBRT, met name tijdens de stages,
ontdekte ik dat ik graag dieper op de stof in zou gaan en
wat meer verantwoordelijkheden zou willen hebben. Mijn
vriendin studeerde destijds geneeskunde. Als ik haar verhalen
hoorde, dacht ik daar de juiste uitdaging te kunnen
vinden. Ik besloot de MBRT af te maken, zodat ik daarna
een poging kon doen om, via de zij-instroom, geneeskunde
binnen te komen. Hier heb je namelijk een bachelordiploma
en een aantal vakken op vwo-niveau voor nodig en
toegelaten worden tot de premaster valt nog niet mee en
de eerste keer lukte het ook niet. De procedure om binnen
te komen bestaat uit het maken van drie toetsen. Er
zijn behoorlijk wat gegadigden en die hebben allemaal
hard gestudeerd. Daarnaast is er slechts een beperkt aantal
plekken beschikbaar binnen de premaster. Na een jaartje
gewerkt te hebben als röntgenlaborant heb ik een tweede
poging gedaan en mocht ik starten met de pre-master
geneeskunde aan de RUG. Een pittig jaar, omdat je als het
ware de hele bachelor in maar één jaar moet doorlopen.
Als je hard studeert is het goed te doen en is de leercurve
enorm. Bovendien is het erg leuk om meer medische
kennis te krijgen. De onderdelen die je op de radiologie
OORST
hebt geleerd komen, minder dan ik had verwacht, terug
tijdens de pre-master. Echter steel je tijdens de coschappen
de show met je radiologische kennis. Er zitten ook een
aantal minder leuke kanten aan. Het is hard werken en je
hebt vaak het gevoel onvoldoende kennis te hebben en
incompetent te zijn. Daarnaast is de kans groot dat je lange
werkdagen gaat krijgen en zul je zeker nog jaren studeren.
Tijdens de studie en de daaropvolgende specialisatie zal je
meerdere keren naar verschillende steden moeten reizen
of verhuizen. Ondanks de laatst genoemde punten is het
voor mij een erg goede keuze geweest en ben ik blij dat
ik elke dag nog mag leren. Mocht je het gevoel hebben
dat de MBRT en de bijbehorende carrière niet de uitdaging
biedt die jij zoekt, dan is het zeker de moeite waard je eens
te verdiepen in de pre-master geneeskunde!
Ivar Maatje
30
UDEREN
Heb jij een interesse in bedrijfskunde of zorgmanagement en wil jij, net als ik, ook een verschil maken in
de zorg? Dan is misschien de premaster Business Administration Health (Bedrijfskunde traject Zorg) iets
voor jou! De premaster is een Engelstalig voltijd masterprogramma (MSc) welke twee jaar duurt, waarin jij
leert hoe zorg georganiseerd, geïnnoveerd en gefinancierd kan worden in brede zin.
Het eerste jaar bestaat uit pre-master vakken om (academische) basiskennis op te bouwen, zoals statistiek,
wiskunde en zorgmanagement. Hierna volgt het masterprogramma bestaande uit vakken gericht
op bedrijfskunde in de zorg, zoals innovatie in zorgorganisaties, gevolgd door een masterscriptie die jij
zelfstandig schrijft en verdedigt. Vergeleken met de MBRT-bachelor is de pre-Master behoorlijk theoretischer,
zelfstandiger en uitdagender. De premaster heeft geen directe raakvlakken met de MBRT, wat in
het begin best wennen was! Per studieweek zijn gemiddeld acht tot tien uur aan (werk)colleges gepland,
de rest van de week wordt verwacht dat jij zelfstandig de studiestof doorneemt. Het studeertempo ligt
aardig hoog, maar door hard te studeren zijn alle vakken goed te behalen! Hoe ik de premaster vind?
Super interessant en leuk! Ik heb veel nieuwe kennis opgedaan over bedrijfskundige aspecten binnen
zorgorganisaties en ik heb veel leuke nieuwe mensen leren kennen! Na het behalen van de master heb jij
de kennis om aan de slag te gaan als beleidsadviseur binnen de overheid, als management trainee binnen
een zorgorganisatie of als manager van een (MBRT-)ziekenhuisafdeling. Om deel te nemen aan de premaster
dien jij enkel een hbo-diploma te bezitten. Wil jij meer weten over deze pre-master? De website
van Rijksuniversiteit Groningen bevat meer informatie over deze premaster, zie hiervoor https://www.rug.
nl/masters/business-administration-health/. Bij vragen kun jij natuurlijk ook mij altijd benaderen door een
e-mail te sturen naar yannickkunnen@gmail.com!
Yannick Kunnen
EEN DAG OP...
de radiotherapie in Brussel/Enschede
Deze dag betreft verschillende dagen in verschillende ziekenhuizen (UZ Brussel en MST Enschede) die zijn samengevoegd.
Het is tijd om op te staan en te gaan
genieten van mijn ontbijtje wat bestaat uit
een appel, havermout en kwark. Hierna ga
ik mijn lunch voorbereiden en vervolgens
ga ik me klaar maken voor de stagedag.
Lopend vertrek ik naar het ziekenhuis met
mijn koptelefoon op en ondertussen geniet
ik van de heerlijke buitenlucht.
Ik ga naar de simulatie waar ik
ervoor zorg dat de patiënt klaar
is voor het inplannen en voorbereiden
op het radiotherapeutisch
traject. Dit gaat middels de
Mouldroom en het maken van een
CT-scan. Een bepaalde patiëntengroep
krijgt een masker op tijdens
de CT-scan en de bestralingen,
denk hierbij aan Hoofd-Hals en
KNO-patiënten. Op de CT-scan
wordt vastgesteld welke hulpmiddelen
voor die patiënt praktisch en
comfortabel zijn.
8.20
11.00
7.00
9.30
Aangekomen in het ziekenhuis haal ik
mijn pak, die ik moet dragen op de afdeling,
uit de kledinguitgifte met mijn
badge. De dag begint voor mij op de
‘corona-screening’ waar ik patiënten
screen op corona klachten en de temperatuur
opmeet voordat ze de afdeling
op komen.
Na een een kopje koffie met
collega’s in de koffiekamer
ga ik bezig met een bestralingsplanning
maken. Deze
wordt gemaakt aan de hand
van de structuren die door
de MBB’ers en arts zijn ingetekend
op de CT-scan. Dit
betreft een planning van een
longtumor welke stereotactisch
bestraald wordt.
De ‘Truebeam’ is de volgende versneller waar ik
sta. Tijdens de bestraling kan het toestel vanuit
verschillende richtingen stralen en hiermee
kunnen eigenlijk alle soorten tumoren bestraald
worden. In de ruimte, ook wel ‘bunker’ genoemd,
bevinden zich alle hulpmiddelen voor
de patiënt en andere beeldschermen waarop
we de patiëntgegevens kunnen zien. In de
bedieningsruimte kunnen we de patiënt d.m.v.
camera’s en microfoons in de gaten houden.
Mijn dag zit erop. Ik lever mijn pak
in bij de kledinginname en wandel
weer terug naar huis waar ik samen
met mijn huisgenoten ga genieten
van het avondeten want ik heb wel
honger na een stagedag.
Lunch pauze
12.30
13.00
16.00
14.30
17.00
Ik sta op de TOMO. Dit is een lineaire
versneller die op een CT-scanner lijkt
en die eigenlijk straalt als een spirale
scan van een CT-scan. Hierdoor kunnen
grotere velden worden bestraald,
dit is handig bij bijvoorbeeld prostaatcarcinomen
met metastasen in de
lymfeklieren.
Ik mag nog even meekijken
op het nieuwe bestralingstoestel
de ‘Ethos’ die patiënt
adaptief kan bestralen. Zie
voor meer info het stuk in
deze Altius. over de ‘Varian
Ethos’. Mijn laatste taak voor
vandaag is het bestralen van
een corona patiënt. De patiënt
had corona gekregen
tijdens de serie bestralingen.
De patiënt wordt dan op het
einde van de dag bestraald
waarbij de MBB’ers beschermende
kleding dragen.
32
Een koude winterdag
De leukste ervaring van Rienhart Wolf
Gedurende één van de laatste echte winters met
een dik pak sneeuw en een ijzige vrieskou, was
het dat ik op een zaterdagavond dienstdoend radioloog
was. Door allerlei klusjes binnen het ziekenhuis
was het al de hele dag druk geweest en
omdat de weersvoorspelling later op de avond
ijzel aangaf, wilde ik graag mijn werkzaamheden
afronden en naar huis gaan.
Juist op dat moment kwam de aankondiging
van de telefooncentrale dat een hoog energetisch
trauma had plaatsgevonden op een van de
grote snelwegen in de omgeving waarbij meerdere
gewonden waren gevallen die in meerdere
ambulances op weg waren naar ons ziekenhuis.
Doordat het inmiddels was gaan ijzelen zou de
aankomst van de gewonden nog geruime tijd in
beslag nemen. Zodoende was het niet verstandig
om eerst naar huis te gaan en later terug te
komen voor de trauma’s. Er zat niets anders op
dan in het ziekenhuis te wachten tot de ambulances
zouden arriveren.
Na lang wachten - voor mijn gevoel enkele uren
- kwam de eerste ambulance binnen met daarin
het meest ernstige slachtoffer. Het betrof een
jonge vrouw die als voetganger was aangereden
door een slippende automobilist. Zij was kort
tevoren zelf uit het wrak van een auto geklauterd
die door de gladheid tegen de vangrails van
de snelweg was beland. Waarschijnlijk door een
hersenschudding was zij in plaats van aan de veilige
kant van de vangrail, naar de overkant van
de spekgladde snelweg gewankeld en daarbij
gegrepen door de andere auto. Bij de traumaopvang
bleek zij zeer ernstig bekkenletsel te hebben
en in hypovolemische shock te verkeren. Er
was dus alle reden om op zoek te gaan naar een
inwendig bloedingsfocus en dat zo mogelijk te
verhelpen. Gezien de klinische toestand van de
patiënt moest er met spoed gehandeld worden,
een spoedoperatie om de bloeding op te zoeken
zou teveel tijd kosten, de patiënte zou dat niet
overleven. Aldus werd aan mij de vraag gesteld
om een spoed angiografie met coiling van het
bloedingsfocus uit te voeren. Ik was niet blij met
die vraag want ik had de voorgaande 10 jaren
zelf geen angio’s meer uitgevoerd en voor de
eerst beschikbare interventieradioloog zou het
ook te riskant zijn om de gladde weg op te gaan
en zich met hoge snelheid naar het ziekenhuis te
spoeden.
Tot mijn grote geruststelling had die avond ook
aan zeer ervaren laborant dienst, die vaak op de
interventiekamers werkte. Hij werkte daar al, toen
ik als jonkie in opleiding kwam. Hij stelde mij gerust
met de mededeling: Kom op, wij beginnen
samen alvast met de procedure en ondertussen
laten we de interventieradioloog alvast op
pad gaan. Aldus geschiedde. Door de zeer lage
bloeddruk waren de slagaders in de liezen nauwelijks
te voelen om er een katheter in op te
voeren. Gelukkig was er een ervaren anesthesist
die een lieslijn inbracht van waaraf ik kon gaan
werken. Er bleek een zeer grote bloeding vanuit
een zijtak van een van de grote slagaders te bestaan.
De bloeddruk van patiënten daalde verder
en verder, de bloeding moest gestopt worden.
Met het coilen had ik sinds het einde van mijn
opleiding, meer dan 15 jaar daarvoor, nauwelijks
ervaring, de laborant echter wel en hij praatte
mij door de procedure heen, gaf mij precies de
juiste katheters en coils aan. Onderwijl daalde de
bloeddruk bij patiënte verder en verder, ondanks
infuus. Bij mij steeg vermoedelijk de bloeddruk
omgekeerd evenredig en mijn rug was kletsnat
van het zweet. Bij de controle serie bleek dat er
geen actieve bloeding meer bestond en de anesthesist
meldde dat de patiënte weer “op tensie”
kwam. Op dat moment, zo’n drie kwartier na
binnenkomst van patiënt op de traumakamer,
kwam de interventieradioloog om het hoekje kijken.
Met een grote grijns op zijn gezicht zei hij:
goed gedaan jochie. Voor mij een ervaring die ik
niet graag nogmaals mee maak, maar wel eentje
die laat zien dat ervaring net zo zwaar telt als
een goede verstandhouding tussen laborant en
radioloog. Overigens, de patiënte heeft na een
aantal grote operaties en langdurig verblijf op de
intensive care het ziekenhuis kunnen verlaten.
Rienhart Wolf,
Radioloog
Altius.
Studievereniging Exploratio
Petrus Driessenstraat 3
9714 CA Groningen
(050) 595 3587
redactie@sv-exploratio.nl
www.sv-exploratio.nl