Spreekbuis Magazine (december 2021)
Spreekbuis Magazine (december 2021) #1030 jaargang 51
Spreekbuis Magazine (december 2021)
#1030
jaargang 51
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De publieke omroepen hebben net uitgebreid een
historische mijlpaal gevierd: 70 jaar televisie in
Nederland. Van Stade: ‘Als je ziet hoe het begon in 1951
en wat we nu bijvoorbeeld hebben gepresteerd rond het
Eurovisie Songfestival, dan zie ik een evolutie om trots op
te zijn.’ Dat de Nederlandse televisie ook internationaal
goed aangeschreven staat, is volgens Van Stade in hoge
mate te danken aan de manier waarop het publieke bestel
vroeger is ingericht. ‘De publieke omroepen zitten, naast
de concurrentie met de commerciële zenders, onderling
in een creatieve competitie. Dat werkt heel goed, het
stimuleert een ontwikkeling in de richting van steeds
betere kwaliteit. Mede daardoor zijn we als het om de
ontwikkeling van tv-formats gaat in de top-3 van de
wereld gekomen. Dat moeten we koesteren.’
Fusies
Maar dat systeem is de laatste jaren onder druk komen
te staan, onder meer als gevolg van de fusies tussen een
aantal omroepverenigingen, waaronder de AVRO en de
TROS. Van Stade: ‘Vroeger kon een producent binnen het
bestel op twintig deuren kloppen, nu nog maar op één. Dat
zet druk op de creatieve competitie. Als alles in één hand
komt, loop je het risico dat het allemaal te veel op elkaar
gaat lijken.’ En dat gebeurt ook, vindt hij. ‘Bij de talkshows
bijvoorbeeld. Daar mis ik toch scherpte, ondanks de
uitstekende intenties waarmee de programma’s worden
gemaakt.’
Toch is hij het maar gedeeltelijk eens met critici, die de
oorspronkelijke omroepverenigingen, mede als gevolg
van de fusies, niet voldoende geprofileerd vinden. Oud-
KRO-directeur Ton Verlind bijvoorbeeld noemde de
omroepfusies in zijn recente boek, Een schitterende
slangenkuil, een historische vergissing. Van Stade: ‘Bij de
fusies ging het om een modernisering van het bestel. Ik
vind het logisch dat wij als omroepen aan de achterkant
nauw samenwerken. Maar dan moeten we aan de
voorkant wel onze identiteit kunnen laten zien. Er komen
nu weer nieuwe omroepen bij, die geld en zendtijd
krijgen. Dat beperkt de ontwikkelingsmogelijkheden van
de bestaande omroepen.’
Attributiemeting hoger
Niettemin slaagt AVROTROS er steeds beter in het
publiek duidelijk te maken welke programma’s bij de
omroep horen. ‘Onze attributiemeting is hoger dan
voorheen’, zegt Van Stade, ‘Dat wil zeggen dat steeds
meer mensen weten dat het programma dat ze zien
door ons is gemaakt. Wij bereiken wekelijks 74 procent
van de bevolking, onze attributiemeting is met 1 procent
gestegen. Dat klinkt weinig, maar als je bedenkt hoeveel
concurrentie er is bijgekomen, ben ik er toch positief over.
Onze nieuwe vormgeving helpt om mensen ervan bewust
te maken, dat ze naar AVROTROS kijken. Belangrijk is
ook hoe we onze programma’s maken: toegankelijk, dus
begrijpelijk en goed te vinden, en op een manier die aanzet
tot interactie. Op tv gaat dat niet zo makkelijk, maar via
bijvoorbeeld sociale media wel. Radar heeft bijvoorbeeld
naast het programma een website, een groot forum, een
appgroep enzovoort. De app van Wie is de Mol? telt 1
miljoen actieve gebruikers, met 300.000 groepen van
mensen die samen spelen, bijvoorbeeld omdat ze dezelfde
achternaam hebben. Daar komen allerlei ontmoetingen
uit voort.’
NPO
Aanstelling van een hoofdredacteur bij de NPO,
waarvoor onlangs nog werd gepleit door onder andere
mediahistoricus Huub Wijfjes en emeritus-hoogleraar
Journalistiek en Media Jo Bardoel, is volgens Van Stade
geen goed idee. ‘Dat kan niet, maar genremanagers wel.
Het idee daarachter is ‘content first’, om vervolgens te
bepalen waar je welk programma plaatst, met een beleid
en een budget per genre. Wij als omroepen kunnen
dan meepraten over dat beleid, daar zou ik blij mee
zijn. Dan heb je een kader, waarbinnen wij ideeën voor
programma’s kunnen pitchen.’
‘Wij zijn continu in discussie met de NPO’, zegt Van
Stade. Die discussie kan soms stevig zijn, want hij heeft
kritiek op het NPO-beleid. ‘Wij kunnen nu onvoldoende
doen wat we zouden willen. Neem bijvoorbeeld opera en
toneel. Daar wordt niets aan gedaan op tv, terwijl we drie
lineaire kanalen hebben en genoeg zendtijd. We doen
daar als publieke omroep alleen iets aan om de sector te
“Het is tijd om het
merkdenken van de NPO
zelf wat terug te schroeven”
helpen in coronatijd. En dan is er ineens extra geld voor.
We zouden veel meer aan kunst en cultuur moeten doen,
dat is echt belangrijk voor de maatschappij.’
Van Stade zou meer willen veranderen, bijvoorbeeld
in de digitale ruimte. ‘Je zou programma’s in hetzelfde
SPREEKBUIS MAGAZINE - 6 - WINTER - 2021