2012-04 - Bouwformatie
2012-04 - Bouwformatie
2012-04 - Bouwformatie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuwbouw in Utrecht voor<br />
ministerie VWS en RIVM<br />
De Universiteit Utrecht en de Rijksgebouwendienst hebben de<br />
erfpachtovereenkomst getekend voor nieuwbouw van onderdelen<br />
van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).<br />
Het betreft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu op<br />
het Utrecht Science Park (USP)/De Uithof. Met de nieuwbouw voor<br />
het RIVM komen in 2018 1.450 medewerkers naar het USP.<br />
Het RIVM-gebouw huisvest dan naast kantoren, het grootste stralings- en<br />
microbiologielab van Nederland. De keuze voor het USP bevordert de samenwerking,<br />
innovatie en efficiency tussen de universiteit, het UMC Utrecht,<br />
Hogeschool Utrecht en het RIVM. Ook bestaat het voornemen andere<br />
onderdelen van VWS, zoals het agentschap College ter Beoordeling van<br />
Geneesmiddelen, in de nieuwbouw onder te brengen.<br />
Synergie<br />
VWS heeft gekozen voor het Utrecht Science Park/De Uithof als toekomstige<br />
huisvestingslocatie van het RIVM vanwege de synergievoordelen en mogelijkheid<br />
om kennis uit te wisselen met onder meer de universiteit, het UMC<br />
Utrecht, het Hubrechtlaboratorium, TNO, en Deltares en Danone. “Naast de<br />
medische en diergeneeskunde faculteiten huisvest het USP ook bedrijven en<br />
organisaties als TNO: die mix van bedrijfsleven en universiteit, de combinatie<br />
van partijen die zich bezig houden met life/bio-sciences, volksgezondheid en<br />
milieu past perfect bij de core-business van het RIVM”, zegt André van der<br />
Zande, directeur-generaal van het RIVM. De Universiteit Utrecht en het UMC<br />
Utrecht werken samen met het RIVM met name op het vlak van epidemiologie<br />
en infectieziekten, zowel op humaan als diergeneeskundig gebied.<br />
André Kleinmeulman, plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie<br />
van VWS: “Op dit moment is het RIVM gevestigd in Bilthoven. Uit onderzoek<br />
blijkt dat nieuwbouw goedkoper is dan renovatie van de bestaande gebouwen.<br />
Dat levert de staat een flinke besparing op.” De nieuwbouw van VWS/<br />
RIVM is de eerste Publiek Private Samenwerking (PPS) voor een overheidsgebouw<br />
met gespecialiseerde laboratoria in Nederland. De start van de Europese<br />
aanbesteding staat gepland voor het tweede kwartaal van <strong>2012</strong>. De Rijksgebouwendienst<br />
organiseert als aanbestedende dienst samen met VWS informatiebijeenkomsten<br />
zodat belangstellenden uit de bouwwereld een indruk<br />
krijgen van de vraag, de specifieke aandachtspunten en het type opdrachtnemer<br />
dat nodig is voor deze opgave. Deze PPS voor kantoren en hoogwaardige<br />
laboratoria omvat een Design, Build, Finance, Maintain and Operate (DBFMO)contract.<br />
Daarbij komen ontwerp, bouw, financiering, onderhoud en exploitatie<br />
gedurende een lange periode in handen van één private partij te liggen,<br />
vaak een consortium. Omdat de private partij ook verantwoordelijk is voor het<br />
onderhoud en de exploitatie van het gebouw, ligt daar een prikkel om de<br />
levensduurkosten laag te houden.<br />
B UWF RMATIE<br />
VWS verwacht dat er eind 2013 een<br />
voorkeursbieder voor de aanbesteding<br />
is en dat er dan een ontwerp voor het<br />
gebouw is. Eind <strong>2012</strong> start de Universiteit<br />
Utrecht het duurzaam slopen van<br />
het Wentgebouw. VWS kiest bewust<br />
voor nieuwbouw omdat het Wentgebouw<br />
(1974) niet voldoet aan de huidige<br />
huisvestingseisen voor kantoren en<br />
hoogwaardige laboratoria. Begin 2015<br />
is de kavel bouwrijp. Het nieuwe gebouw<br />
zal duurzaam worden gebouwd.<br />
COLUMN<br />
NIEUWS<br />
De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het Bouwbesluit<br />
<strong>2012</strong>. De roep om verdere deregulering, vermindering van<br />
administratieve lasten, uniformering en vereenvoudiging van de<br />
bouwregelgeving waren hier mede debet aan. Het Bouwbesluit<br />
wordt regelmatig herzien en het Bouwbesluit <strong>2012</strong> is een<br />
volgende editie in de reeks. Bij een herziening is altijd aandacht<br />
voor maatschappelijke belangen en toegankelijkheid van de<br />
regels. Zo ook nu! Er is een verdere landelijke uniformering en<br />
afstemming van voorschriften geweest door het samenvoegen<br />
van onder andere het Bouwbesluit 2003, het Gebruiksbesluit<br />
en een aantal voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen.<br />
Specifieke wensen voor nieuwe regels voor buitenberging<br />
en buitenruimte bij nieuwe woningen, duurzaam bouwen<br />
en veilig onderhoud van nieuwe gebouwen zijn of worden op<br />
korte termijn in het nieuwe Bouwbesluit opgenomen. Een<br />
belangrijke vereenvoudiging is doorgevoerd voor verbouw. Er<br />
hoeft volgens het Bouwbesluit <strong>2012</strong> bij verbouwen van<br />
bijvoorbeeld leegstaande kantoren tot woningen geen<br />
ontheffing meer te worden aangevraagd bij de gemeente. Er<br />
geldt dan een landelijk uniform verbouwniveau. Ook al is het<br />
aantal voorschriften aanzienlijk verminderd, het Bouwbesluit<br />
<strong>2012</strong> is een vrij omvangrijk en lastig leesbaar document voor<br />
niet-deskundigen. Is dat erg? Sommigen vinden van wel,<br />
anderen weer niet. Het is en blijft bij deze technische regelgeving<br />
lastig om de balans te vinden tussen enerzijds verdere<br />
deregulering die de politiek wenst en anderzijds het borgen van<br />
een minimale kwaliteit en de publieke belangen hierbij. Hoe ver<br />
ga je daarbij in het voorschrijven van regels en de mate van<br />
detaillering ervan? Hierop wordt regelmatig door zowel de<br />
politiek, als de markt en de mondige burger kritiek gegeven.<br />
Soms terecht, soms minder terecht. De komende tijd zal verder<br />
gezocht worden naar deze balans en hoe ver de overheid moet<br />
gaan in het voorschrijven van regels. Een herijking van<br />
verantwoordelijkheden in het bouwproces hoort hierbij. Hoe<br />
zorgen we er met zijn allen voor dat deze verantwoordelijkheid<br />
ook wordt opgepakt en ingevuld? Het uitwerken van de<br />
adviezen van de commissie Dekker en de fundamentele<br />
bezinning op de bouwregelgeving zullen hier verder antwoord<br />
op moeten geven. Ook de opmaat naar de nieuwe Omgevingswet<br />
zal hier een bijdrage aan kunnen geven. Daartoe zullen er<br />
de komende tijd veel politieke keuzes<br />
moeten worden gemaakt die<br />
consequenties hebben voor de regelgeving<br />
en dus ook de bouwpraktijk. Zo<br />
ver is het nu nog niet, maar de<br />
ontwikkelingen op dit terrein gaan wel<br />
door!<br />
Drs. ing. Prisca. J.W. Meesters,<br />
Beleidsadviseur bij de afdeling<br />
Bouwkwaliteit van het ministerie<br />
van BZK, Den Haag<br />
PRISCA MEESTERS<br />
Bouwbesluit na<br />
<strong>2012</strong>: wat dan?<br />
NR 4 10 april <strong>2012</strong><br />
13