Adviesbundel - Contextbegeleiding
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Contextbegeleiding</strong><br />
Hoe vullen ouders dat in?<br />
april 2020<br />
Meer info over Ouderspunt?<br />
www.ouderspunt.be
“Soms komen goede bedoelingen<br />
heel verkeerd over. ‘Zorg maar eerst<br />
voor jezelf’ is een boodschap die<br />
ouders soms krijgen als ze vrijwillig<br />
hulp zoeken, terwijl ze juist willen<br />
inzetten op het kind. Enkel erkenning<br />
geven zoals ‘je bent een sterke<br />
vrouw en kan veel aan’ is ook niet<br />
realistisch, want waarom kom je als<br />
ouder anders bij jeugdhulp terecht?”<br />
“Sommige hulpverleners<br />
weten heel goed wat<br />
ouders belangrijk vinden<br />
en waar de gevoeligheden<br />
liggen. Dan voel je je ook<br />
begrepen.”<br />
INHOUD<br />
1. Betekenis geven aan context 4<br />
2. Hoe ziet de context eruit? 5<br />
3. Ouders betrekken 8<br />
“Het beeld dat een hulpverlener<br />
heeft van het gezin<br />
wordt vaak beïnvloed door wie<br />
ze het eerst horen. Het is<br />
belangrijk dat hulpverleners<br />
zich hiervan bewust zijn.”<br />
“Een hulpverlener die zegt ‘wat wil<br />
jij dat we doen?’ komt niet behulpzaam<br />
over. Maar denken dat je alles<br />
kan oplossen in 6 maanden waar<br />
ouders al jaren over doen, gaat dan<br />
weer voorbij aan alle pogingen en<br />
geduld van het verleden.”<br />
4. Broers en zussen 10<br />
5. De relatie met hulpverleners 12<br />
6. Aanpak 16<br />
7. Bemiddeling 17<br />
8. <strong>Contextbegeleiding</strong> 18<br />
9. Opdracht van de contextbegeleider 21<br />
2 3
1. Betekenis geven<br />
aan context<br />
2. Hoe ziet<br />
de context eruit?<br />
Deze adviesbundel gaat over contextbegeleiding.<br />
Een term die vlot gebruikt wordt vanuit professionele hoek, maar die bij<br />
ouders niet altijd eenduidig overkomt.<br />
Wikipedia omschrijft het begrip ‘context’ als volgt:<br />
De context is de totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt.<br />
Hierbij kan zowel letterlijk tekst worden bedoeld als een situatie of<br />
betrokken personen.<br />
Opvallend is het woord totaal. Met andere woorden: alles wat aanwezig is,<br />
dus ook alle personen. In een begeleiding lijkt de professioneel vaak een soort<br />
positie buiten het gezin/de context aan te nemen. Deze definitie wijst erop dat<br />
de context het totaal is. Van zodra de hulpverlening start is de hulpverlener<br />
dus ook onderdeel van de context.<br />
In deze adviesbundel bekijken we de context vanuit het perspectief van<br />
ouders. We kijken daarbij naar de hulpverlening, de aanpak en de mogelijkheden<br />
als het gaat over contextbegeleiding.<br />
Uit gesprekken met ouders blijkt dat de termen ‘context’ en ‘netwerk’ voor<br />
onduidelijkheid en verwarring zorgen: Behoren ouders automatisch<br />
tot het netwerk of vullen hulpverleners dit zelf in? Wordt er een volledig nieuw<br />
netwerk uitgebouwd rond de jongere? Dat nieuwe netwerk past misschien<br />
beter in het ideale beeld dat hulpverleners hebben?<br />
Ouders hebben nood aan duidelijkheid rond de invulling van de context.<br />
Ze stellen voor dat deze context “van bovenuit” ingevuld wordt, zodat het<br />
niet overal anders zou zijn.<br />
Maar één ding moet zeker zijn: de beide ouders moeten opgenomen<br />
worden ook al zegt de jongere of één van de ouders van niet.<br />
Als mensen niet samen aan één tafel kunnen zitten, moet er gezocht worden<br />
naar andere manieren om iedereen te betrekken en om iedereen zoveel<br />
mogelijk te informeren.<br />
De context kan verder ingevuld worden naargelang de situatie. Die is<br />
anders voor iedere jongere. De context is zeker méér dan ouders, broers en<br />
zussen alleen.<br />
4 5
Ouders formuleren hun bezorgdheden:<br />
• Soms hebben ouders de vrees dat professionelen de invulling van het netwerk<br />
laten afhangen van hoe de verstandhouding met de verschillende<br />
betrokken partijen is.<br />
• Soms spelen er spanningen binnen families, die spanningen zijn<br />
onderdeel van de context.<br />
• Niet iedereen heeft een netwerk, het netwerk kan afwezig zijn.<br />
• Niet iedereen keert terug naar een netwerk, bv. na een plaatsing.<br />
• Soms is er geen sterk familiaal netwerk en wordt er een nieuw netwerk<br />
uitgebouwd rond een jongere. Ouders hebben dan schrik dat anderen uit<br />
hun omgeving meer rechten krijgen dan zijzelf.<br />
• Soms houden ouders zich vriendelijk en spreken ze niet vrijuit, uit schrik<br />
dat dit een weerslag kan hebben op de begeleiding van hun kind.<br />
• Soms kan het netwerk na een plaatsing eerder bedreigend aanvoelen<br />
dan steunend, bv. als het netwerk goedbedoelde adviezen geeft die voor<br />
de ouders niet goed aanvoelen.<br />
Ouders willen graag meepraten over wie tot de context of het netwerk<br />
behoort. Ze verwachten dat hulpverleners hierover een gesprek beginnen en<br />
bepaalde keuzes motiveren naar de ouders (ook zeker bij gescheiden<br />
ouders) en naar de jongere toe . Plusouders en voogden mogen hierbij niet<br />
vergeten worden.<br />
Ouders vragen een motivatie over de volgende keuzes:<br />
• Waarom iemand betrokken wordt.<br />
• Om welke reden de betrokkenen belangrijk zijn in het hulptraject.<br />
• Wanneer iemand beter niet betrokken wordt.<br />
• Waarom welke keuzes gemaakt zijn, wat hierin meespeelt.<br />
“Ouders, zowel<br />
moeder als vader,<br />
moeten betrokken<br />
worden, vooral als<br />
er sprake is van een<br />
echtscheiding.”<br />
6 7
3. Ouders betrekken<br />
Ouders moeten betrokken worden bij het hulpverleningsproces.<br />
Maar als ouders aangeven niet betrokken te willen of kunnen zijn, is het<br />
belangrijk om hen toch te blijven informeren en aanschrijven.<br />
Zo kunnen ze zelf beslissen of en wanneer ze weer deel zullen uitmaken van<br />
de context. Het is belangrijk om de deur op een kier te laten staan.<br />
Een eerste gesprek, in aanwezigheid van alle betrokkenen, biedt de gelegenheid<br />
om open te communiceren over bepaalde zaken:<br />
• Wie weet wat al over wie?<br />
• Naar wie gaat informatie?<br />
• Wat zijn ieders rechten en wat wordt van iedereen verwacht?<br />
• En misschien vooral: waarom?<br />
Bij iedere betrokkene spelen bepaalde gevoelens die automatisch deel<br />
uitmaken van het verhaal. Laat mensen zich hierover uitspreken.<br />
Dit hoeft niet in de grote groep te gebeuren, maar de gelegenheid bieden om<br />
erover te kunnen praten is van groot belang.<br />
Ook al pleiten ouders vaak voor openheid en helderheid, toch wil dat niet<br />
zeggen dat zij verwachten dat iedereen altijd aanwezig moet kunnen zijn.<br />
Dit hangt uiteraard af van de inhoud van de gesprekken. Als hulpverleners dit<br />
vanaf het begin duidelijk motiveren en transparant zijn, dan kunnen<br />
ouders deze keuzes beter plaatsen en aanvaarden.<br />
Waar en met wie er allemaal overlegd wordt, moet bepaald worden in functie<br />
van de noden van dat moment. Maar het blijft belangrijk om regelmatig<br />
met alle betrokkenen samen te zitten, eventueel volgens een vast stramien.<br />
Als ouders geïsoleerd zijn, zouden hulpverleners best samen met ouders<br />
op zoek gaan naar hoe ze een netwerk kunnen uitbouwen rond het<br />
gezin. Ook bij een vechtscheiding is het belangrijk dat je als hulpverlener<br />
naar alle partijen luistert, zonder vooroordelen.<br />
“Het kind heeft spanningen meegemaakt<br />
tijdens de relatieproblemen en scheiding.<br />
De opvang van het kind is wel goed, het kind<br />
is rustiger geworden. Maar de tussenkomst<br />
vanuit de Bijzondere Jeugdbijstand heeft wel<br />
het leven van moeder met kind verstoord.<br />
Moeder heeft het gevoel dat de ingreep er<br />
zomaar kwam, als gevolg van de scheiding<br />
(strijd) tussen de ouders. Daardoor is de<br />
routine van het gezin verstoord, moeder<br />
voelt het aan alsof het kind weggerukt is uit<br />
het dagelijkse leven thuis, het leven van de<br />
moeder is daardoor ook ontregeld. Het feit<br />
dat het kind het wel goed doet en rustiger is,<br />
is dan weer een positief gevolg.”<br />
8<br />
9
4. Broers en zussen<br />
Broers en zussen zijn een cruciaal onderdeel van de context van een<br />
jongere. Het evenwicht in een gezin wordt verstoord als een broer of zus weg<br />
gaat uit het gezin. Misschien verliest de broer/zus die achterblijft een speelkameraad<br />
of vertrouwenspersoon. Misschien hadden de kinderen veel steun<br />
aan elkaar. Er moet een nieuw evenwicht gevonden worden. Een band<br />
hebben of blijven houden met broer/zus is belangrijk naar de toekomst<br />
toe.<br />
Praten met broers en zussen kan hulpverleners helpen om de juiste context<br />
te zien. Ouders stellen zich ook verschillende vragen bij hoe broers en<br />
zussen een tussenkomst van jeugdhulp of een plaatsing van een broer/zus<br />
ervaren.<br />
“Soms is het een opluchting dat het<br />
kind met de problemen weg is, de<br />
anderen leefden in angst, het bracht<br />
rust. Maar het blijft wel een feit dat<br />
het gezin uit elkaar ligt.<br />
En het bepaalt ook de toekomst.”<br />
“Vrienden komen en gaan<br />
maar broers en zussen<br />
blijven. Soms gaan mensen<br />
die het contact verloren<br />
op latere leeftijd nog<br />
op zoek naar hun broers<br />
of zussen. Het is belangrijk<br />
om hier de nodige aandacht<br />
aan te besteden.”<br />
“Kinderen thuis worden<br />
gemakkelijk vergeten.<br />
Hulpverleners komen om<br />
over de ander te praten,<br />
ouders zijn vaker bezig<br />
met het probleem rond<br />
dat kind.”<br />
“Ook al draait het probleem zogezegd<br />
rond dat éne kind, toch zijn de<br />
andere kinderen daar ook sterk mee<br />
bezig. Tenslotte is er een broer/zus<br />
verdwenen uit het dagelijks leven.<br />
De stress en rust in een gezin heeft<br />
op alle kinderen zijn invloed.”<br />
“Wat is het leed van de andere<br />
kinderen wanneer een broer/zus<br />
in contact komt met jeugdhulp?<br />
Welke vragen stellen ze zich? En<br />
welke antwoorden vinden ze zelf?<br />
Ze hebben vragen als: Wie is de<br />
schuldige? En wat is mijn aandeel?<br />
Wat als ik stout ben?<br />
Waarom hij/zij en niet ik?”<br />
10<br />
11
5. De relatie met<br />
hulpverleners<br />
Hulpverlening wordt door ouders niet altijd als hulp ervaren, zelfs niet<br />
door ouders die vrijwillig hulp hebben gezocht. Ouders blijven altijd ouders en<br />
willen die rol blijven opnemen, ook bij een plaatsing.<br />
Wanneer volgens hen de samenwerking niet goed zit, ontstaat<br />
er weerstand.<br />
“Ouders mogen respect<br />
verwachten maar ook<br />
omgekeerd verdienen<br />
hulpverleners een respectvolle<br />
behandeling.<br />
Je kan niet zomaar alles<br />
verwachten.”<br />
“Je ziet enkel de buitenkant van<br />
iemand, je weet niet wat er binnenin<br />
een persoon speelt. Iemand kan er<br />
heel gelukkig uitzien, maar verdrietig<br />
zijn vanbinnen. Niemand kan in het<br />
hoofd van iemand anders kijken.”<br />
Een goede hulpverleningsrelatie is het eerste werkpunt.<br />
Daarom is het belangrijk om het gesprek steeds open te houden.<br />
Maar evenzeer om te beseffen dat je, net als ieder ander individu, ook als hulpverlener<br />
constant interpreteert.<br />
Te weten dat mensen, ouders en jongeren verschillend zijn en een ander<br />
verhaal vertellen, ook over waarom er hulpverlening nodig/gewenst is.<br />
Soms spelen er nog zoveel andere gevoelens mee die ouders zelf nog<br />
niet op een rijtje hebben.<br />
“Ik heb zelf lang niet<br />
begrepen waarom ik het<br />
opgaf met dit kind, maar<br />
het bracht wel rust voor de<br />
andere kinderen. Ik deed<br />
het misschien nog meest<br />
voor de andere kinderen,<br />
want zij leden daar ook<br />
onder.”<br />
12<br />
13
Ouders willen voelen dat ze vertrouwen mogen hebben in de<br />
hulpverlening. Ouders willen hun gevoelens kunnen uiten als ze daar nood<br />
aan hebben. Hulpverleners moeten dus tijd maken om te luisteren.<br />
Het moet ‘klikken’.<br />
Helderheid over rechten, plichten, verwachtingen, wensen en grenzen<br />
helpt ook. Ouders stellen zich, zeker wanneer hun kind niet thuis verblijft, veel<br />
vragen waar ze graag zo vlug mogelijk een antwoord op krijgen. Ouders<br />
wilen graag van bij de start weten hoe zij het leven van hun kind kunnen<br />
opvolgen, ook al moet dat vanop afstand.<br />
“Graag meer inlichtingen<br />
over medische zaken:<br />
wat gedaan wordt,<br />
hoeveel het zal kosten<br />
en wat de resultaten van<br />
onderzoeken zijn.”<br />
“Hoe verloopt de opvang van een<br />
kind in de instelling na een weekend<br />
thuis? Is er speciale aandacht voor<br />
deze overgang?<br />
Een goede communicatie hierover,<br />
met het kind, de ouders en met de<br />
instelling is erg belangrijk.”<br />
Ouders vragen een gelijkaardige aanpak bij:<br />
• De opstart van de begeleiding.<br />
• Dat beide ouders hun ouderlijk gezag kunnen opnemen, ongeacht de<br />
relatie tussen de ouders.<br />
• Welke informatie wordt meegegeven, zowel aan ouders, de jongere, als<br />
andere betrokkenen uit de context.<br />
• De manier waarop de context wordt betrokken.<br />
• Hoe het dossier wordt samengesteld en de wijze van registratie.<br />
Ouders formuleren de volgende moeilijkheden:<br />
• Ouders hebben niet altijd een zicht op de contacten die kinderen hebben<br />
met anderen.<br />
• Hulpverlening kiest er soms voor om andere mensen (naast de ouder)<br />
meer rechten te geven (bv. mama vs. papa, grootouders).<br />
• Pleeggezinnen hebben vaak een voorrangspositie betreffende inlichtingen<br />
over een kind ten opzichte van de (gescheiden) vader of moeder.<br />
“Graag een betere afspraak rond<br />
het thuiskomen van de kinderen.<br />
Ouders de kans geven zich daarop<br />
voor te bereiden, ook in het licht van<br />
financiële mogelijkheden. Ouders<br />
willen niet geconfronteerd worden<br />
met een plots verblijf wanneer ze<br />
op dat moment geldproblemen<br />
hebben. Kunnen afspraken hierover<br />
niet vlotter geregeld worden?”<br />
14<br />
15
6. Aanpak<br />
7. Bemiddeling<br />
De context erkennen betekent dat je de context ziet als onderdeel van de<br />
vraag, van de aanpak én van de oplossing. Dat moet het vertrekpunt van de<br />
hulpverlening zijn. Deze context moet dan ook bereid zijn om mee te werken.<br />
Eerst moet de vraag duidelijk geschetst worden. Pas daarna kan er een<br />
stappenplan worden opgesteld. Het is daarbij belangrijk om het tempo<br />
van de ouder(s) te respecteren.<br />
De eerste stap is luisteren naar de ouders. Daarna moet er duidelijke info<br />
gegeven worden over de mogelijke stappen in de hulpverlening.<br />
Het is belangrijk dat er binnen de voorziening duidelijkheid is over wie<br />
welke informatie moet geven aan de ouders, om ervoor te zorgen dat ouders<br />
wel degelijk alle correcte informatie krijgen.<br />
Vervolgens vinden ouders het belangrijk dat de hulpverlener zijn rol blijft<br />
opnemen en niet alles bij de context legt. Iedere betrokken partij moet<br />
grenzen kunnen inbrengen en die gerespecteerd zien. De betrokkenen<br />
(hulpverlener, jongere, ouders, zorgouders, context) zijn hierover best<br />
voortdurend in wederzijds gesprek.<br />
Bij conflict tussen de ouders wordt gekozen voor bemiddeling, zodat de hulpverlener<br />
de moeilijke knopen niet moet doorhakken.<br />
Hier loopt hij/zij immers gevaar partij te (moeten) kiezen.<br />
Een bemiddelaar dient alle standpunten te horen en afspraken te maken<br />
waar iedereen zich in kan vinden.<br />
Op die manier kan de hulpverlener met beide ouders verder.<br />
Ouders formuleren volgende tips rond bemiddeling:<br />
• Als de ouders niet overeenkomen is het belangrijk om duidelijk te maken<br />
dat ze er met hetzelfde doel zitten, dat ze een oplossing willen vinden<br />
voor hun kind. De focus moet liggen op het belang van het kind en dit valt<br />
niet altijd samen met wat het kind zelf wil.<br />
• Ouders moeten de tijd krijgen om alles te overdenken. Het kan niet de<br />
bedoeling zijn dat de bemiddelaar snel een voorstel doet (een beslissing<br />
neemt?) op basis van een te vlug gevormd oordeel.<br />
• De bemiddelaar moet elke betrokkene naar zijn of haar mening vragen.<br />
• Bemiddeling is niet altijd voor elk gezin of elke situatie een goed<br />
idee. Mensen moeten kunnen beslissen of ze hieraan deelnemen.<br />
Het is wel goed dat het aangeboden wordt.<br />
16<br />
17
8. <strong>Contextbegeleiding</strong><br />
Ouders formuleren deze stappen:<br />
Ouders hopen dat er, met contextbegeleiding, meer aandacht zal gaan naar<br />
ieder gezinslid. Dat een jongere niet meer gezien wordt als een losstaand<br />
individu, maar als een deel van zijn of haar familie.<br />
Dat jeugdhulp meer en meer gezinshulp wordt.<br />
“Het werken met de context<br />
moet garanderen dat<br />
ouders meer inspraak en<br />
betrokkenheid krijgen, bv.<br />
bij de start ook aandacht<br />
voor: Wie doet er mee, wat<br />
gaan we doen en is er hiervoor<br />
voldoende draagvlak<br />
in de context?”<br />
“Waar tot nu toe het standpunt van<br />
de jongere vaak doorslaggevend<br />
was, hopen we dat nu ook de standpunten<br />
van de ouders meewegen.<br />
Bv. als de jongere niet vrijwillig wil<br />
starten maar ouders wel, kan je<br />
dan toch aanvangen zonder<br />
direct over te moeten gaan naar<br />
een zwaardere tussenkomst via de<br />
jeugdrechtbank.”<br />
• Het eerste beeld dat de hulpverlener vormt over het probleem, start bij het<br />
gesprek met de jongere, aangevuld met gesprekken met de betrokkenen<br />
uit de context. Beide ouders maken deel uit van deze context.<br />
Ze moeten dus gehoord worden.<br />
• Na de eerste gesprekken heeft de hulpverlener een beter zicht op de<br />
vraag en de mogelijkheden. Het zou handig zijn om een lijst te maken van<br />
mensen uit de context die op verschillende manieren betrokken zijn.<br />
Uit deze lijst stelt de hulpverlener een aantal personen voor die van belang<br />
zijn in het kader van de hulp aan de jongere.<br />
• Tijdens de eerste gesprekken noteert de hulpverlener de belangrijkste zaken<br />
vanwaaruit een stappenplan kan ontstaan. Dit stappenplan wordt<br />
doorgenomen met de personen uit de context. De hulpverlener motiveert<br />
hierbij de gemaakte keuzes in de aanpak. Op die manier wordt de context<br />
ook meegenomen als mogelijke oplossing.<br />
• Wanneer het stappenplan aanvaard wordt door alle betrokkenen, kunnen<br />
concrete afspraken volgen.<br />
Er wordt dan best bekeken wie de contextbegeleider zal zijn. Dat hoeft niet<br />
per definitie de persoon te zijn die de eerste gesprekken deed. Beter pas<br />
wanneer het plaatje volledig is, bekijken wie het best geplaatst is om op te<br />
treden als contextbegeleider.<br />
18<br />
19
Ouders wijzen op de volgende aandachtspunten:<br />
• Een nieuwe medewerker wordt beter niet ingezet in complexe<br />
contexten. Het is beter om iedere nieuwe medewerker een tijdje te laten<br />
meelopen met iemand met ervaring.<br />
• Voorzie dat ‘niet klikken’ met een contextbegeleider een realiteit kan<br />
zijn. In zo’n geval hou je beter niet rigide vast aan het feit dat dezelfde<br />
contextbegeleider in gesprek moet blijven met iedere betrokkene.<br />
• Sommige betrokkenen kunnen apart gezien worden.<br />
Dat hoeft niet altijd samen met iedereen te gebeuren en ook niet altijd<br />
met dezelfde hulpverlener.<br />
• Bij de bespreking van het stappenplan worden de afspraken en de<br />
verwachtingen geformuleerd. Dit wordt best om de 6 maanden<br />
hernomen, vermits de context en de situatie steeds kunnen veranderen.<br />
• Een herstart aanvragen moet mogelijk zijn. Dit wil niet zeggen dat de<br />
gesprekken opnieuw moeten beginnen, wel dat je een fase teruggaat in<br />
het stappenplan en de afspraken herbekijkt.<br />
• Het zou goed zijn om een samenwerking tussen 2 hulpverleners<br />
op te zetten in de volgende situaties: voor het inwerken van nieuwe medewerkers,<br />
in functie van de inzet van de juiste ervaring op de juiste plaats, bij<br />
ingewikkelde contexten en als back- up voor als iemand afwezig is of als er<br />
conflicten zijn.<br />
• Soms is het beter dat de jongere een aparte begeleider heeft.<br />
Eén persoon kan onmogelijk verwacht worden het vertrouwen van iedereen<br />
te winnen en de jongere heeft beter steeds dezelfde persoon voor<br />
zich alleen.<br />
9. Opdracht van de<br />
contextbegeleider<br />
Het kan verrijkend zijn dat verschillende mensen op verschillende manieren<br />
naar een situatie kijken. De contextbegeleider heeft hierbij de taak om deze<br />
verschillende invalshoeken over te brengen naar de betrokkenen en<br />
zowel ouders als hulpverleners met elkaar te verbinden.<br />
Ouders vinden het belangrijk dat iedereen zijn engagementen uit het<br />
handelingsplan nakomt. Bij de jeugdrechter wordt gewerkt met een samenwerkingsovereenkomst<br />
die de engagementen van de verschillende<br />
partijen (rechter, ouders, jongere, hulpverlener) bevat. Dat document wordt<br />
door alle partijen ondertekend. Ouders vinden dat zo’n document ook bij<br />
contextbegeleidingen bij elke bespreking op tafel zou moeten liggen.<br />
De dingen lopen immers niet altijd zoals afgesproken.<br />
De contextbegeleider is een verbindende factor. Participatie beweegt zich<br />
over een continuüm. Connectie is belangrijk en gemeenschappelijke<br />
belangen kunnen verbinden. Je kan het beeld van het continuüm gebruiken<br />
in het bespreekbaar maken van wat ouders als mogelijkheden en als grenzen<br />
zien en hoe dit kan veranderen. Inzetten op een constructieve dialoog<br />
rond de jongere is in ieder geval de te volgen lijn.<br />
20<br />
21
Ouders geven deze tips:<br />
• Wees als hulpverlener eerlijk in wat je kan en niet kan.<br />
• Een hulpverlener moet kunnen toegeven dat die niet kan ingaan op een<br />
bepaalde vraag van een ouder.<br />
• Je kan als hulpverlener wel zeggen dat je je gaat engageren, maar je kan<br />
nooit zeggen dat het gaat lukken.<br />
• Je moet als hulpverlener kunnen zeggen dat je niet kan beloven dat<br />
iets een effect zal hebben.<br />
• Soms moet je als hulpverlener ook gewoon tevreden zijn met kleine<br />
stapjes.<br />
• Als contextbegeleider dien je zowel bij de jongere als bij de ouders oog te<br />
hebben voor het goede, zodat ze van elkaar ook het goede zien.<br />
• Een ‘derde’ die de ouder steunt en gelooft in de ouder, helpt. Deze<br />
persoon kan ook vanop afstand vertellen hoe de evolutie verloopt en wat<br />
er wel allemaal al goed gegaan is.<br />
“Verslaggeving speelt een belangrijke<br />
rol. In sommige verslagen wordt<br />
er op een negatieve manier over<br />
ouders geschreven. Die verslagen<br />
worden door hulpverleners gelezen<br />
en op die manier komen ouders<br />
soms in een negatief daglicht te<br />
staan, nog voordat er naar hun<br />
mening geluisterd wordt.”<br />
“Ouders dienen als eerste<br />
te horen als zich iets ernstig<br />
voordoet. Maar ook positieve<br />
dingen graag! Een voorbeeld:<br />
bij een kind dat bed-plast ook<br />
eens melden dat het een hele<br />
week droog was.”<br />
“Hulpverleners moeten geduld hebben<br />
en zich goed kunnen inleven. Geduld<br />
is de dingen desnoods 10 keer uitleggen<br />
tot je zeker weet dat ouders mee<br />
zijn. Geduld is blijven luisteren, ook als<br />
mensen regelmatig hetzelfde zeggen.<br />
Het is ook tijd geven aan ouders om hun<br />
verhaal te brengen en blijven luisteren<br />
terwijl de mensen zelf al sprekend hun<br />
gedachten nog aan het vormen zijn.”<br />
“Soms trekken hulpverleners al op<br />
voorhand conclusies en is het<br />
moeilijk hier nog aan te ontsnappen.<br />
Zo ontstaat er ook een vicieuze<br />
cirkel: door je te verdedigen, ga je<br />
volgens hulpverleners lastig doen en<br />
zo hun vooroordelen bevestigen.”<br />
“Er zijn soms verschillende<br />
verhalen,<br />
die ook tegen elkaar<br />
ingaan.”<br />
22<br />
23
Bronnen:<br />
Broers en zussen van jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand<br />
Oudergroep Roppov, oktober 2011<br />
<strong>Contextbegeleiding</strong>; experimenteel modulair kader: dure woorden? Theorie?<br />
Hoe vullen ouders dit in? Wat denken zij over ‘contextbegeleiding’ en ‘EMK’?<br />
Roppov 2014<br />
Ervaringen van ouders binnen de Bijzondere Jeugdbijstand. Over de vraag naar aangepaste hulp.<br />
Roppov, Oudergroep Geraardsbergen, december 2006<br />
Gedeeld handelingsplan<br />
Oudergroep Antwerpen, 3/10/2018<br />
Hoe kunnen instellingen ouders, en voor de kinderen en ouders eventuele andere belangrijke personen<br />
betrekken bij de hulpverlening?<br />
tekst oudergroep Antwerpen 22/3/2019<br />
Inspiratiedag Participatief werken in de jeugdhulp<br />
13 maart 2018 Verslag werkgroepen, besluiten, verslag workshop vzw Oudersparticipatie Jeugdhulp Vlaanderen<br />
Inspraak en erkenning voor de deskundigheid van ouders<br />
Roppov 2006<br />
Ouders over de hulpverleners<br />
Roppov, april 2005<br />
Participatie van ouders aan het hulpverleningstraject van hun kind. Wat? Hoe? Waarom?<br />
Een dialoog tussen ouders en hulpverleners.<br />
Oudergroep Vlaams Brabant, 2017<br />
Wat is goede hulpverlening/een goede hulpverlener?<br />
Popant, oudergroep Antwerpen<br />
We bevragen wat participatie voor onze ouders betekent?<br />
Oudergroep Antwerpen 21/02/2019<br />
Meer info over Ouderspunt:<br />
info@ouderspunt.be<br />
www.ouderspunt.be<br />
vzw Ouderspunt (v.u.)<br />
Ouderspunt is een erkende cliëntenorganisatie<br />
voor ouders met ervaring in de jeugdhulp.