ROCvA te Amstelveen - Bouwbedrijf MJ De Nijs en Zonen BV

Nieuwbouw EYE Filminstituut
De realisatie van een bijzonder ontwerp krijgt in deze (crisis) tijd veel aandacht. Diverse vakbladen hebben
al over het gebouw gepubliceerd en inmiddels heeft De Nijs in totaal al 42 rondleidingen verzorgd.
Zittend achter mijn PC vraag ik me daarom af hoe ik voor ons eigen “Bijspijkeren” het verhaal zal opzetten,
zonder in herhalingen te vervallen.
Zoals genoemd betreft het hier een buitengewoon ontwerp van
het Oostenrijkse architectenburo DMAA, Delugan, Meissl architecten.
Dit buro tekende het controversiële ontwerp voor een
zeer in het oog lopende en historisch belangrijke locatie in Amsterdam.
Op of in ieder geval dicht bij het voormalige galgenveld
waar mensen rond de 16e en 17e eeuw werden terechtgesteld.
Binnen de gehele ontwikkeling op het voormalige Shell terrein
is het nieuwe Eye Filminstituut als cultureel component ontwikkeld.
Een bijzonder openbaar gebouw met als belangrijkste doel
mensen naar de nieuwe plek in Amsterdam Noord te trekken.
Bijzonder I
Het gebouw is een hagelwitte sculptuur dat zich niet makkelijk
laat vangen in de typisch Amsterdamse gewoonte om bijnamen
te geven, denk hierbij aan de “schoen, kruimeldief, kolenkit e.d.”
Ik heb de treffende typering voor dit gebouw nog niet gehoord.
Het gebouw heeft een relatief kleine basis op maaiveldhoogte
en ontwikkelt zich als een soort paddenstoel omhoog. De grote
overstekken aan beide zijden van het gebouw dragen bij aan dit
beeld. Het gebouw bevat vier filmzalen van verschillende grootte,
een expositieruimte, arena, horeca, multimediaruimte en diverse
kantoren.
De hoofddraagconstructie is op de onderste twee bouwlagen van
beton (gebr. Zonneveld) en daarboven bijna geheel in staal gerealiseerd.
ABT tekende als hoofdconstructeur voor de gehele
constructie en de fa. Moeskops voor de uitwerking, productie en
plaatsing. Met name de fasering tijdens de opbouw en de te verwachten
vervormingen waren hierbij de uitdagingen waarover
veel is vergaderd. Vervormingen tijdens de opbouwfase, als de
constructie nog niet haar volledige stijfheid zou hebben bereikt,
maar ook in de uiteindelijk definitieve fase zodra alle belastingen
aanwezig zouden zijn. Tot op heden zijn alle vervormingen ruim
binnen de voorspelling gebleven en wordt het gebouw alleen nog
maar jaarlijks gemonitord of er nog verdere vervormingen ten
gevolge van het belasten van de fundering zullen plaatsvinden.
De complete staalconstructie was op of rond de kerstperiode van
2010 gereed. Reeds tijdens de herfst waren wij gestart met een
andere belangrijke bewerking, het leveren en aanbrengen van de
geprefabriceerde houten dak en plafonddozen. Deze onderdelen
stonden aanvankelijk heel anders omschreven in het bestek,
maar tijdens de bezuinigingsrondes heeft De Nijs dit voorstel
gelanceerd. Met behulp van deze bezuiniging kon de snelheid
van bouwen worden verhoogd, de veiligheid beter gewaarborgd
en de installateurs onafhankelijk van de bouwstroom hun werkzaamheden
uitvoeren. Tevens kon een belangrijke belemmering
worden omzeild omdat de onderliggende vloervelden niet werden
bezet door aanzienlijke hoeveelheden steigers.
Alle houten dak- en plafondelementen zijn geproduceerd en
aangebracht door Ursem systeembouw. Alle elementen waren
uniek in vorm en afmeting. Slechts en alleen door het gebruik
van de 3-D tekenprogrammatuur is het mogelijk geweest deze
bewerking zo succesvol te realiseren. Door diverse oorzaken was
de bouw in de tijd verschoven zodat het aanbrengen van de elementen,
anders dan aanvankelijk bedacht, tijdens de herfst en
winterperiode moest gebeuren. Sneeuw, wind en regen vormden
daardoor een bedreiging voor het verwerken van de houten elementen.
Aan de hand van strikte protocollen voor het verwerken
en afplakken van de elementen hebben we ons door de soms zeer
ongunstige weersomstandigheden heen kunnen slaan. Tussen de
dak- en plafondlaag kon direct worden gestart met het inbrengen
en monteren van de installaties (ULC) en buitenom met de
esthetische afwerking van de witte aluminium bekleding door
Sorba. De witte gevel- en dakbeplating bestaat uit Alpolic, een
kunststof kern met gecacheerd aluminium, aangebracht in een
vlakke uitvoering voor het dak en omgezette uitvoering op de
gevelvlakken. Op dwingend verzoek van de welstandscommissie
is er verschil gemaakt tussen de gevel en dakbeplating hetgeen
geresulteerd heeft in een aanzienlijk langere doorlooptijd van de
montage aan de gevels. Het inmeten van de snijlijnen vergde veel
tijd en precisie maar het resultaat mag dan ook gezien worden.
Interieur
Om de functionaliteit van de diverse ruimtes te kunnen waarborgen
werden op akoestisch gebied hoge eisen gesteld aan de diverse
afwerkingen. Onder begeleiding van buro Peutz zijn we er
in geslaagd alle details op elkaar af te stemmen en is het gebouw
inmiddels geslaagd voor alle tests en beproevingen op akoestisch
gebied. Belangrijke component daarbij is het plafond dat als een
soort schelp over en door alle ruimtes loopt.
12 13