18.01.2013 Views

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

www.researchportal.be - 18 Jan 2013 06:55:57<br />

<strong>Onderzoeksprojecten</strong> (<strong>2000</strong> - <strong>2500</strong> <strong>van</strong> <strong>5203</strong>)<br />

Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)<br />

Generalisation of research on accounts and cost estimation (GRACE).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Generalisation of research on accounts and cost estimation (GRACE).<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Hilde Meersman<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Generalisation Research in Human Anxiety<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Hermans<br />

Generalization at the level of consolidation: the impact of abstract repetitive thought<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Raes<br />

Generalization in depression: the impact of abstract repetitive thought<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Hermans<br />

• Filip Raes<br />

Genetische associaties met cardiovasculaire risicofactoren en hun interacties met voeding en fysieke activiteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Hespel<br />

• Maarten Peeters<br />

Genetische basis <strong>van</strong> corticale malformaties.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De vorming <strong>van</strong> de cerebrale cortex is erg complex maar kan worden ingedeeld in verschillende stadia die elkaar opvolgen en deels<br />

overlappen. Verstoring <strong>van</strong> één of meerdere <strong>van</strong> deze processen door externe factoren of genetische afwijkingen resulteert in het ontstaan <strong>van</strong><br />

corticale malformaties. Deze vormen een belangrijke oorzaak <strong>van</strong> mentale en motorische handicap, ernstige epilepsie, leerstoornissen en autisme.<br />

Voor de grote meerderheid <strong>van</strong> deze patiënten en families kan tot op heden geen enkele uitspraak gedaan worden over oorzaak of herhalingsrisico.<br />

Patiënten hebben een levenslange nood aan multidisciplinaire opvolging. Behandeling betsaat tot op heben louter uit sympoonbestrijding.<br />

Het doel ba, deze studie bestaat erin de genen die aan de basis liggen <strong>van</strong> deze malformaties verder in kaart te brengen. Er wordt beroep gedaan<br />

op een reeks <strong>van</strong> meer dan 110 multicentrisch gerecruteerde patiënten met corticale malformaties om nieuwe kandidaatregio's te definiëren,<br />

bestaande kandidaatintervallen te verkleinen, en genotype-fenotype correlaties te definiëren. Dit onderzoeksproject zal bijdragen tot een vroegere<br />

en betere diagnosestelling en is momenteel de enige manier om herhaling binnen eenzelfde familie te voorkomen.<br />

Organisaties:<br />

• Embryologie en Menselijke Genetica<br />

• Pediatrie<br />

• Maatschappelijke Gezondheidszorg<br />

Onderzoekers:<br />

• WILLY LISSENS<br />

• Anna JANSEN<br />

• SARA SENECA<br />

• LINDA DE MEIRLEIR<br />

Genetische determinanten <strong>van</strong> spieradaptaties aan hypoxie (hypoxische stress)<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit doctoraatsproject bestudeert de inter-individuele variabiliteit binnen de adaptatie <strong>van</strong> het menselijk lichaam aan acute hypoxie.<br />

Hypoxie treedt op in geval <strong>van</strong> bepaalde ziektes (vb. chronisch obstructief longlijden (COPD), myocardinfarct), maar komt ook voor bij gezonde<br />

personen tijdens een verblijf op hoogte of bij atleten die trainen in een gesimuleerde hypoxische omgeving (hoogtekamer). Hoewel de interindividuele<br />

variabiliteit <strong>van</strong> de fysiologische adaptaties aan hypoxie welomschreven zijn in de literatuur, is het niet geweten of er een grote<br />

genotype*omgevingsinteractie component is (heritabiliteit <strong>van</strong> de respons) en welke genen engenvarianten dit kunnen verklaren. Het doel <strong>van</strong> dit<br />

project is om via een genetisch-epidemiologische aanpak: 1) Genotype*omgevingsinteractie teestimeren <strong>van</strong> de fysiologische adaptaties aan<br />

hypoxie (o.a. prestatie, spieroxygenatie, genexpressie en proteïnegehalte in de spier) via een monozygoot twin design. 2) Erfelijkheid (heritabiliteit)<br />

te estimer


Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Hespel<br />

• Martine Thomis<br />

Genotypische en fenotypische variabiliteit, individuelesusceptibiliteitsfactoren en industriële genotoxische/<br />

neurotoxische agentia in arbeidsgeneeskunde (Wet . ondersteuningprogr. vr gezondheidsbescherming v/d werknemer 99-<br />

2003)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De fascinerende vooruitgang geboekt in de genoomanalyse en de recente<br />

identificatie <strong>van</strong> verschillende genenklassen betrokken bij de<br />

susceptibiliteit voor bepaalde ziektes, wijst op de mogelijkheid tot<br />

identificatie <strong>van</strong> dragers <strong>van</strong> specifieke allelencombinaties of<br />

polymorfismen die een groter risico voor omgevings- en beroepshalve<br />

geïnduceerde aandoeningen zouden vertonen. De doelstelling <strong>van</strong> dit project<br />

is het confronteren, voor zover ze bestaan, <strong>van</strong> kandidaat<br />

susceptibiliteitsbiomarkers met blootstellings- en effectbiomarkers die<br />

gevoelig, specifiek en predictief genoeg zijn om betrouwbare bepalingen uit<br />

te voeren.<br />

Voor dit doeleinde zal het project zich toespitsen op het sekwentieel<br />

beantwoorden <strong>van</strong> drie hoofdvragen:<br />

1) Zijn we BEKWAAM om variabiliteitsparameters te meten? Zijn de<br />

diagnostische instrumenten ter beschikking en voldoende gevalideerd om<br />

betrouwbare en robuste metingen uit te voeren, indien nodig op grote<br />

schaal? 2) Is het wetenschappelijk NUTTIG om deze testen te implementeren?<br />

In de veronderstelling dat men de technische aspecten voldoende meester is,<br />

wat is dan de biologische betekenis <strong>van</strong> deze testen? Wat is hun rele<strong>van</strong>tie<br />

voor volksgezondheid? 3) Indien deze testen potentieel nuttig zijn, zijn de<br />

TOEPASBAAR in de arbeidsgeneeskunde? Binnen het netwerk <strong>van</strong> dit programma<br />

zal bijzondere aandacht besteed worden aan de wettelijke aspecten door<br />

rechtstreekse associatie met experten in arbeidsrecht.<br />

Organisaties:<br />

• Cellulaire Genetica<br />

Onderzoekers:<br />

• MICHELINE VOLDERS<br />

Gentechnologie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Jongeren <strong>van</strong> vijf Vlaamse scholen krijgen de mogelijkheid om op een interactieve manier kennis te maken met enkele gentechnologische<br />

technieken. Dit houdt in dat zij onder andere op het terrein actuele en wetenschappelijke informatie verzamelen en in discussie treden met enkele<br />

wetenschappers en deskundigen over de ethische en sociale implicaties <strong>van</strong> gentechnologie. Het project beoogd samenwerking tussen leerlingen,<br />

leerkrachten <strong>van</strong> verschillende disciplines, wetenschappers en bedrijven die gentechnologie toepassen.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

Gent Kinemastad. Een multimethodisch onderzoek naar de ontwikkeling <strong>van</strong> de filmexploitatie, -programmering en -<br />

beleving in de stad Gent en randgemeenten (1896-2010) als case binnen een internationaal comparatief New Cinema<br />

History Onderzoek<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project wil in het kader <strong>van</strong> de New Cinema History perspective within film and media studies, whereby researchers concentrate upon<br />

the social embedding and the lived experiences of cinemagoing. The project focuses upon the history film exhibition, programming and<br />

cinemagoing in Ghent and its suburbs (1896-2010).<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Daniël Biltereyst<br />

Geografische concentraties <strong>van</strong> criminaliteit en overlast: gevolgen voor attitudes <strong>van</strong> burgers tegenover straf en<br />

strafrechtsysteem<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate concentraties <strong>van</strong> overlast in gemeenten invloed uitoefenen op het wantrouwen in het<br />

strafrechtsysteem en de roep om harde straffen. Hierbij voeren we een aantal preliminaire verkennende analyses uit op drie bestaande<br />

databestanden om tot de ontwikkeling <strong>van</strong> een nieuw meetinstrument te komen en inzicht te krijgen in determinanten <strong>van</strong> wantrouwen en<br />

punitiviteit.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Pauwels<br />

Geografische concentraties <strong>van</strong> criminaliteit: gevolgen voor attitudes <strong>van</strong> burgers tegenover straf en strafrechtssysteem<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> de verlenging <strong>van</strong> dit tweejarige BOF-project is tweezijdig: 1) een verbeterd meetinstrument ontwikkelen om attitudes<br />

tegenover het strafrechtssysteem te meten en 2) dit nieuwe meetinstrument toetsen aan de hand <strong>van</strong> een anoniem survey onder studenten en<br />

sleutelfiguren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie


Onderzoekers:<br />

• Lieven Pauwels<br />

Geografische overdraagbaarheid <strong>van</strong> activiteiten-gebaseerde modellen: Een gevalstudie voor Vlaanderen en Slovenië<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Dit onderzoeksvoorstel omvat onderzoek naar invarianten in verplaatsingsgedrag in het kader <strong>van</strong> het faciliteren <strong>van</strong> een efficiente<br />

transfer <strong>van</strong> activiteiten-gebaseerde modellen tussen geografische gebieden.<br />

Onderzoek naar de gelijkenissen en de verschillen in verplaatsingsgedrag tussen Vlaanderen en Slovenie kan inzichten leveren in de<br />

transfereerbaarheid <strong>van</strong> activiteiten-gebaseerde modellen die noodzakelijk zijn bij het transfereren <strong>van</strong> activiteiten-gebaseerde modellen naar<br />

nieuwe geografische studiegebieden. Een belangrijke vereiste om een activiteiten-gebaseerd model te bouwen voor een nieuw studiegebied<br />

bestaat uit het verzamelen <strong>van</strong> gegevens om het model te trainen en uit te voeren.<br />

Het verzamelen <strong>van</strong> deze benodigde datasets vergt tijdintensieve, en dus dure, methodieken. Bijgevolg stelt zich de vraag hoe deze nood aan dure<br />

gegevensverzamelingen maximaal vermeden kan worden. Indien aanwijzingen worden gevonden dat bepaalde invarianten bestaan tussen het<br />

activiteiten- en verplaatsingsgedrag over verschillende gebieden heen, dan kan deze informatie gebruikt worden om dure gegevensverzamelingen<br />

te vermijden bij het implementeren <strong>van</strong> activiteiten- gebaseerde modellen in nieuwe geografische studiegebieden.<br />

Organisaties:<br />

• Beleidsinformatica<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom BELLEMANS<br />

Geopolitiek, 'geografisch geweten' <strong>van</strong> de buitenlandse politiek? Een kritische, genealogische studie naar de eigenheid<br />

en bruikbaarheid <strong>van</strong> de geopolitieke benaderingswijze in de studie <strong>van</strong> het buitenlands beleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Geopolitiek, 'geografisch geweten' <strong>van</strong> de buitenlandse politiek? Een kritische, genealogische studie naar de eigenheid en bruikbaarheid<br />

<strong>van</strong> de geopolitieke benaderingswijze in de studie <strong>van</strong> het buitenlands beleid.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke wetenschappen<br />

• Internationale politiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Y<strong>van</strong> Vanden Berghe<br />

• David Criekemans<br />

Georganiseerde criminaliteit: naar een materiële en formele strafrechtelijke omkadering<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Aan de hand <strong>van</strong> een steekproef <strong>van</strong> gerechtelijke dossiers uit verschillende arrondissementen <strong>van</strong> het land, worden de factoren die het<br />

uitreiken <strong>van</strong> een bevel tot aanhouding bepalen onderzocht, evenals de procedure, de motiveringen en de duur <strong>van</strong> de voorlopige hechtenis, en de<br />

invloed er<strong>van</strong> op de straftoemeting.Het voorgestelde project heeft tot doel na te gaan of het Belgische strafrechtsarsenaal volstaat om een passend<br />

antwoord te kunnen bieden aan het steeds groeiende fenomeen <strong>van</strong> de georganiseerde criminaliteit. Is er m.a.w. al dan niet nood aan het invoeren<br />

<strong>van</strong> een specifieke wetgeving, en dit zowel op materieelrechtelijk vlak (bijzondere strafbaarstelling <strong>van</strong> -bepaalde aspecten <strong>van</strong>- de georganiseerde<br />

criminaliteit) als op formeelrechtelijk vlak (bijzondere procedures, i.h.b. inzake bewijsverzameling en bewijslast)?Het project maakt hoofdzakelijk<br />

deel uit <strong>van</strong> het bijzonder strafrecht. Aldus dient te worden nagegaan:a.) of in het 'klassieke' strafrecht (waarmee bedoeld wordt boekII <strong>van</strong> het<br />

strafwetboek) bepaalde incriminaties bij uitstek geschikt zijn ter bestrijding <strong>van</strong> de<br />

georganiseerde criminaliteit (gedacht wordt o.m. aan de gewelddelicten, de omkoping en de prostitutie)b.) of in het 'moderne' strafrecht<br />

(waarmee bedoeld worden de bijzondere strafwetten) reeds voldoende initiatieven werden genomen ter aanvulling <strong>van</strong> het klassieke<br />

instrumentarium (o.m. witwassen <strong>van</strong> geld, hormonenhandel, mensenhandel).<br />

Organisaties:<br />

• Strafrecht en Strafprocesrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• ALAIN DE NAUW<br />

Gepersonaliseerde feedback op het werkplekleren (stages) t.a.v. studenten opleiders (docenten/stageleiders) met het oog<br />

op het optimaliseren <strong>van</strong> het leren en opleiden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bernard Himpens<br />

Geschillenbeslechting inzake internationale contracten in de Europese Unie : convergenties en divergenties tussen<br />

'Brussel I' en 'Rome I'.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Geschillenbeslechting inzake internationale contracten in de Europese Unie : convergenties en divergenties tussen 'Brussel I' en 'Rome I'.<br />

Organisaties:<br />

• Internationaal recht : volkenrecht<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Meeusen<br />

• Gerhard Straetmans<br />

• Marta Pertegas<br />

Gestaltvorming in de haptische modaliteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Gestaltprincipes worden gebruikt om te verklaren hoe onze hersenen binnenkomende informatie organiseert. Als deze Gestaltprincipes<br />

voortkomen uit de aard <strong>van</strong> de voorwerpen in de buitenwereld en de manier waarop onzehersenen werken, moeten deze principes geldig zijn in<br />

alle sensorische modaliteiten. Er is al heel wat onderzoek naar de Gestaltvorming in het visuele en auditieve domein uitgevoerd. Echter,<br />

Gestaltvorming in de haptische modaliteit is weinig onderzocht. Om een voorwerp haptisch te kunnen waarnemen moet men tast combineren met<br />

proprioceptis (kennis over waar onze ledematen zijn). Het feit dat de haptische modaliteit gebruik maakt <strong>van</strong> zowel ruimtelijke als temporele<br />

informatie maakt het heel bijzonder. Het eerste doel in het huidige project is om de Gestalt principes teonderzoeken haptische waarneming. Het


wordt algemeen aangenomen dat Gestaltvorming een automatisch en efficiënt proces is en dus betrekking heeft op de hoeveelheid<br />

informatieverwerkingsbronnen die beschikbaar z<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Ralf Krampe<br />

• Krista Overvliet<br />

Geurmarketing: de impact <strong>van</strong> geur en de interactie er<strong>van</strong> met andere atmosferische en niet-atmosferische elementen<br />

tijdens een winkelbeleving<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Atmosferische elementen in een winkel, zoals licht, muziek en geur, kunnen het koopgedrag <strong>van</strong> consumenten substantieel beïnvloeden.<br />

Er is echter weinig geweten over (1) niet-atmosferische elementen die de impact <strong>van</strong> geur op consumentengedrag modereren, (2) interactieeffecten<br />

<strong>van</strong> geur met andere atmosferische elementen, en (3) de impact <strong>van</strong> geur op de mentale map <strong>van</strong> de consument en zijn percepties over<br />

het aangeboden assortiment. Mijn doctoraatsproject heeft tot doel deze lacunes in te vullen.<br />

Ten eerste kunnen individuele verschillen (bv. persoonlijkheidskenmerken) het effect <strong>van</strong> geuren op het koopgedrag modereren. Het toevoegen <strong>van</strong><br />

deze niet-atmosferische cues in mijn onderzoek laat me toe om na te gaan welke moderatoren rele<strong>van</strong>t zijn en zo kunnen we bestaande en nieuwe<br />

bevindingen nuanceren.<br />

Ten tweede is winkelen een holistische ervaring waarbij de consument aan verschillende omgevingsvariabelen tegelijkertijd wordt blootgesteld. Dit<br />

betekent dat het effect <strong>van</strong> het ene atmosferische element beïnvloed kan worden door de mate waarin andere atmosferische elementen aanwezig<br />

zijn. Daarom is het belangrijk om interactie-effecten <strong>van</strong> geuren met andere atmosferische elementen te onderzoeken.<br />

Ten laatste stelde eerder onderzoek vast dat geuren invloed hebben op de aandacht die consumenten geven aan stimuli in de omgeving. In het<br />

laatste deel zal ik nagaan of geuren een effect hebben de mentale map <strong>van</strong> een winkel of een rek en of dit de waargenomen variëteit <strong>van</strong> en<br />

tevredenheid met het assortiment beïnvloedt.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Willem JANSSENS<br />

• Lieve DOUCE<br />

Gevolgen <strong>van</strong> bezorgdheid om status en opzichtige consumptie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Huidig project test twee mogelijke gevolgen <strong>van</strong> een chronisch hoge of tijdelijke verhoogde bezorgdheid om status, namelijk dat 1)<br />

verhoogde bezorgdheid om status een competitieve mindset induceert doet toenemen en 2) de interesse in en belang <strong>van</strong> kwantitatieve<br />

producteigenschappen versterkt. Daarnaast wordt ook getest of opzichtige consumptie (conspicuous consumption) een positief effect heeft op<br />

zelfwaardering.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Mario Pandelaere<br />

Gewasgebaseerde systemen voor duurzaam risicogebaseerd landbeheer voor economisch marginale verloederde<br />

gebieden, Fase II: Demonstratieprojecten en evaluatie <strong>van</strong> het Decision Support Tool.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project Rejuvenate 2 is om een transparant en robuust beslissingsproces mogelijk te maken om zo het<br />

verantwoordelijke, duurzame en gepaste gebruik te faciliteren <strong>van</strong> verontreinigde marginale grond voor de productie <strong>van</strong> biobrandstof of andere<br />

biomassa. Een consistente beslissingsbenadering zal de stijging in het grondgebied voor de groei <strong>van</strong> biobrandstofgewassen ondersteunen, door<br />

the effectiviteit <strong>van</strong> het beslissingsproces te verbeteren en een gemeenschappelijk platform te voorzien voor de verschillende stakeholders, bv.<br />

landeigenaars, ontwikkelaars, planners en overheden, om in discussie te treden. Het project Rejuvenate 2 is gebaseerd op het project Rejuvenate<br />

1, dat een set <strong>van</strong> modelprocedures heeft ontwikkeld om het beslissingsproces om marginale grond opnieuw in gebruik te brengen voor dergelijke<br />

niet-voedingsgewassen te ondersteunen (zogenaamd Decision Support Tool (DST)). Dit project zal het DST toepassen op praktische casestudies<br />

op realistische schaal. Op basis <strong>van</strong> deze testen, zijn de doelstellingen <strong>van</strong> dit project om i) het beslissingskader te valideren en optimaliseren, ii) in<br />

gedetailleerde casestudies te voorzien voor het hergebruik <strong>van</strong> verontreinigde grond voor de productie <strong>van</strong> biobrandstofgewassen in het bijzonder<br />

voor secundaire biobrandstoffen, en iii) de reikwijdte <strong>van</strong> het DST te verruimen door het toe te passen en te valideren in twee nieuwe jurisdicties<br />

(Nederland en Roemenië). Het Centrum voor Milieukunde staat in voor het juridische en het economische luik <strong>van</strong> het project.<br />

Organisaties:<br />

• Milieueconomie<br />

• Centrum Overheid en Recht<br />

• Centrum voor Milieukunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Bernard VANHEUSDEN<br />

• Nele WITTERS<br />

Gezinsbeleid : impact op gezinnen <strong>van</strong> beleidsmaatregelen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheden om een Gezins Impact Analyse in te voeren voor Vlaamse beleidsmaatregelen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

Gezinssituaties en gezinstrajecten <strong>van</strong> scheidingskinderen. Een onderzoek naar leefomstandigheden en welzijn <strong>van</strong><br />

kinderen in nieuwsamengestelde gezinnen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:


• Koenraad Matthys<br />

Gezinssituaties en gezinstrajecten <strong>van</strong> scheidingskinderen. Een onderzoek naar leefomstandigheden en welzijn <strong>van</strong><br />

kinderen in nieuwsamengestelde gezinnen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Stijgende (echt)scheidingscijfers en nieuwe huishoudensvorming leiden tot stijgende aantallen kinderen in nieuwsamengestelde gezinnen.<br />

Mede door de promotie <strong>van</strong> co-ouderschap als breed gedragen model voor goede omgang tussen gescheiden ouders en kinderen, nam de<br />

complexiteit <strong>van</strong> stiefgezinnen aanzienlijk toe. Veel kinderen worden <strong>van</strong>daag geconfronteerd met complexe, constant wijzigende netwerken <strong>van</strong> biof<br />

multinucleaire (stief)gezinnen. Vaak bemoeilijkt dat het opbouwen en onderhouden <strong>van</strong> goede relaties tussen ouders onderling, ouders en<br />

kinderen, en kinderen onderling. Deze studie onderzoekt daar twee aspecten <strong>van</strong>: (1) de kenmerken (individueel, relationeel, structureel) <strong>van</strong> de<br />

(stief)gezinstrajecten, en(2) de impact <strong>van</strong> complexe gezinsrelaties op het welzijn <strong>van</strong> de kinderen. Om dat te onderzoeken wordt gebruik gemaakt<br />

<strong>van</strong> data die werden verzameld binnen het grootschalige, interuniversitaire onderzoeksproject Scheiding in Vlaanderen (iwt-project, Strategisch<br />

Basisonderzoek). E<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Matthys<br />

Gezinsvorming- en ontbinding als identity marker. Attitudes <strong>van</strong> jongeren in Vlaanderen in kaart gebracht<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Matthys<br />

Gezondheidsbevorderende zelfzorg bij mantelzorgers <strong>van</strong> prostaatkankerpatiënten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering <strong>van</strong> infectieziekten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering <strong>van</strong> infectieziekten.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Pierre Van Damme<br />

• Philippe Beutels<br />

GINI: Global Identity Networking of Individuals - Support Action.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: IN GINI-SA wordt onderzoek verricht naar een persoonlijk identiteitsbeheerssysteem waar het individu zijn eigen INdividuele Digitale<br />

Identiteit(INDI) kan beheren. De diensten voor een dergelijk identiteitsbeheerssysteem zullen ook de mogelijkheid omvatten om een meervoudige<br />

INDI te creëren en te beheren. Deze kan vervolgens gelinkt worden aan gezaghebbendegegevensbronnen, gebruikt worden bij transacties en<br />

interacties met andere partijen en toegevoegd worden aan berichten en profielen. Het individu zal zelf alle gegevens beheren en zal de nodige<br />

gegevens verstrekken aan dienstenaanbieders of anderen wanneer hij een dynamisch beheerde vertrouwensrelatie met hen wenst aan te gaan. Bij<br />

het verstrekken <strong>van</strong> gegevens kan hij zijn keuze baseren op meerdere niveaus <strong>van</strong> garanties dat zijn persoonsgegevens verstrekt, verwerkt en<br />

bewaard zullen worden met de principes <strong>van</strong> proportionaliteit en gegevensminimalisering indachtig. Privacy zal hierdoor niet enkel gerespecteerd<br />

worden, maar zal ook uitg<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Joseph Dumortier<br />

GLIMO - Geïntegreerde leeromgeving voor innoverend methodologie onderwijs<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project heeft geresulteerd in online beschikbare tools voor de ondersteuning <strong>van</strong> onderwijs in Onderzoeksmethoden. Een aantal tools<br />

zijn vrij beschikbaar: http://glimo.vub.ac.be/<br />

Organisaties:<br />

• Pedagogiek en Orthopedagogiek<br />

• Arbeids- en Organisatiepsychologie<br />

• Cognitieve en Fysiologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• ARNOBIUS LIBOTTON<br />

• ERIC SOETENS<br />

• PETER THEUNS<br />

• Marleen STRUBBE<br />

• JOHAN VAN BRAAK<br />

Global agri-food supply chains, gender and food security in Sub-SaharanAfrica<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bio-economie


Onderzoekers:<br />

• Miet Maertens<br />

Globale informatie- en communicatieregimes en de informatiemaatschappij in Afrika. Een kritische analyse <strong>van</strong> het beleid<br />

<strong>van</strong> de WTO, Wereldbank en ITU.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën,ontstaan door de convergentie <strong>van</strong> telecom, computers en audiovisuele media,<br />

worden voorgesteld als de langverwachte wondermiddelen die de onderontwikkeling <strong>van</strong> het Zuiden zullen kunnnen oplossen. Ook Afrikaanse<br />

landen koesteren de hoop dat de uitbouw <strong>van</strong> een informatiematschappij, die via deze ICT's toegang zou verschaffen tot informatie en alsdus kan<br />

leiden tot kennis, een uitweg kan bieden uit de jarenlange impasse <strong>van</strong> onderontwikkeling. Internationale organisaties zoals de WTO, Wereldbank<br />

en ITU bepalen steeds meer het kader waarbinnen deze informatiemaatschappij kan ontwikkeld worden. Het globale informatie- en<br />

communicatieregime dat aldus ontstaat, houdt wienig rekening met de specifieke politieke, socio-economische en institutionele problematiek <strong>van</strong><br />

het Afrikaanse continent. Het universele model dat vooropgesteld wordt, pleit vooral voor een liberalisering <strong>van</strong> de informatie- en<br />

communicatiemarkt. Dit model biedt geen garantie op de ontwikkeling <strong>van</strong> Afrika. Dit onderzeoksproject wil het internationaal informatie- en<br />

communicatieregime en de impact er<strong>van</strong> op Afrika in kaart brengen, de achterliggende referentiekaders <strong>van</strong> de verschilende actoren blootleggen,<br />

an alternatieven voorstellen.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• JEAN-CLAUDE BURGELMAN<br />

Globale integratie, standaarden en ontwikkeling.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hoewel strenge standaarden vooral <strong>van</strong>uit rijke industrielanden worden opgelegd, tonen recente studies aan dat strengere normen een<br />

fundamenteleimpact hebben op het ontwikkelingsproces (Henson et al., <strong>2000</strong>; Swinnen,2006).Eerdere studies hebben zich vooral gericht op twee<br />

vragen. Ten eerste wordt de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze veranderingen in ontwikkelingslanden beschreven. Sommige auteurs (o.a. Gulati et al., 2005; World<br />

Bank, 2005) stellen dat internationale marketingkanalen veel meer verspreid zijn in ontwikkelingslanden dan oorspronkelijk gedacht en dat de<br />

implicaties <strong>van</strong>deze ontwikkelingen enorm kunnen zijn.Ten tweede stelt de literatuur dat de opkomst en verspreiding <strong>van</strong> hoge standaarden een<br />

sterk negatieve impact kunnen hebben op ongelijkheid en armoede. Verscheidene studies tonen aan dat de armsten uitgesloten en/of uitgebuit<br />

worden in globale, marketingketens. Zo zouden bijvoorbeeld kleine landbouwers in ontwikkelingslanden negatieve inkomenseffecten ondervinden<br />

omwille <strong>van</strong> stijgende voeds<br />

Organisaties:<br />

• LICOS<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

• Thijs Vandemoortele<br />

Global Governance and Democratic Government.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In the aftermath of the recent financialmic and food crises, experts and political leaders have called for both epth reflection on, and a<br />

comprehensive reform of global governance insts with regard to their status as agencies of 'democratic government'. Inhe emergence of global<br />

governance deeply affects the democratic governmeework as it was originallyconceived of and developed within the classicon-state, and also<br />

imposesa reflection on the very meaning of democracyonsortium therefore aspires to develop a new paradigm for democraticlobal governance.The<br />

first research objective of the researcamme is to assess the architecture, practices and processes of global goe from a democratic<br />

theoryperspective. Throughout the programme, analys focus on following key areas of global governance and selected cases: (al environmental<br />

governance (case: the elaboration and implementation of-Kyoto climate change regime), (ii) peace and security (case: the functind legitimacy of the<br />

UN Security Council an<br />

Organisaties:<br />

• Leuvens Centr. Global Governance Studies<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Van Calster<br />

• Jan Wouters<br />

• Antoon Braeckman<br />

• Timmy Heysse<br />

• Hans Bruyninckx<br />

• Christophe Crombez<br />

• Helder De Schutter<br />

Global governance and democratic government: the case of the elaboration and implementation of a post-2012 climate<br />

change regime<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Leuvens Centr. Global Governance Studies<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Bruyninckx<br />

Global governance vs global government: democratie op wereldschaal en de G20.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Internationaal en Europees Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Wouters<br />

Globalisering, arbeidsonzekerheid en gezinsvorming.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Onderzoekskader en probleemstelling Waar "industrialisering" en "modernisering" belangrijke trefwoorden waren om maatschappelijke<br />

veranderingen in het Westen in de 19de en een groot deel <strong>van</strong> de 20ste eeuw te beschrijven, lijkt "globalisering" het trefwoord voor sociale<br />

verandering sinds het einde <strong>van</strong> de 20ste eeuw. Omdat dit concept te pas en te onpas in de mond genomen wordt, is een eenduidige definitie geen


overbodige luxe. Blossfeld e.a. (2005) stellen dat dit begrip vier met elkaar verweven, structurele verschuivingen samenvat, nl. (1) de<br />

internationalisering <strong>van</strong> de markten en de afbrokkeling <strong>van</strong> nationale grenzen, (2) de intensifiëring <strong>van</strong> concurrentie d.m.v. deregulering,<br />

privatisering en liberalisering, (3) de toegenomen verspreiding <strong>van</strong> kennis o.i.v. nieuwe communicatietechnologieën en (4) een toegenomen belang<br />

<strong>van</strong> het marktmechanisme dat sterk afhankelijk is <strong>van</strong> toevallige 'shocks' ergens ter wereld. Hoewel globalisering zich het meest expliciet in de<br />

publieke sfeer manifesteert, staan de vermelde verschuivingen niet los <strong>van</strong> veranderingen in de private sfeer. Ook in die private sfeer is de voorbije<br />

decennia heel wat veranderd. Het Westen werd de voorbije decennia onder meer gekenmerkt door een forse toename <strong>van</strong> het ongehuwd<br />

samenwonen, historisch lage vruchtbaarheidscijfers, uitstel <strong>van</strong> ouderschap en nooit eerder geziene niveaus <strong>van</strong> echtscheiding. Deze evoluties<br />

werden door Lesthaeghe en Van de Kaa (1986) ondergebracht onder de noemer 'de tweede demografische transitie'. Deze transitie startte ruwweg<br />

al in de jaren 1960 maar er zijn aanwijzingen dat globalisering tegenwoordig een aantal <strong>van</strong> de genoemde tendensen in het gezinsleven versterkt<br />

(Blossfeld e.a., 2005). De focus <strong>van</strong> dit doctoraatsproject ligt precies op de verbanden tussen globalisering en hedendaagse processen <strong>van</strong><br />

gezinsvorming. Op welke manier beïnvloedt globalisering individuele beslissingen m.b.t. samenwonen, huwen en het krijgen <strong>van</strong> kinderen?<br />

Globalisering, het levensloopperspectief en gezinsvorming Het levensloopperspectief heeft zich de laatste jaren in het gezinsonderzoek een<br />

welverdiende plaats toegeëigend. Dit perspectief heeft aandacht voor het dynamische karakter <strong>van</strong> de levensloop, voor de invloed <strong>van</strong> macroprocessen<br />

en voor de koppeling tussen trajecten binnen verschillende levensferen (Kalmijn, 2003). Een individu is immers niet enkel partner,<br />

echtgenoot/echtgenote of ouder (in de private sfeer) maar combineert deze rollen vaak met rollen in de publieke sfeer. Veranderingen op vlak <strong>van</strong><br />

gezinsvorming worden in het wetenschappelijke debat dan ook niet zelden in verband gebracht met veranderingen op vlak <strong>van</strong> arbeid. Zowel de<br />

theoretische als de empirische focus ligt daarbij vooral op de combinatie <strong>van</strong> beroepsarbeid en moederschap (zie o.a. Sobotka, 2004). Van<br />

recentere datum is de aandacht voor de invloed <strong>van</strong> globalisering op gezinsvorming (zie o.a. Blossfeld e.a., 2005; Sobotka, 2004). Blossfeld<br />

e.a.(2005) argumenteren dat 'onzekerheid' één <strong>van</strong> de kernbegrippen is die globalisering als macroproces koppelt aan de manier waarop<br />

jongvolwassenen <strong>van</strong>daag de dag hun levensloop inkleuren (Blossfeld e.a. 2005, p.2; Sobotka, 2004, p.20). De geschetste mechanismen creëren<br />

namelijk een aanzienlijke mate <strong>van</strong> structurele onzekerheid die op haar beurt een belangrijke impact heeft op de toekomstplannen en -visies <strong>van</strong><br />

jonge mannen en vrouwen. Het concept 'onzekerheid' wordt door Blossfeld e.a. (2005, pp.18-19; Sobotka, 2004, p.20) theoretisch en empirisch<br />

verder uitgediept door een onderscheid te maken tussen economische onzekerheid, temporele onzekerheid en onzekerheid m.b.t. arbeidsrelaties.<br />

Blossfeld e.a. (2005, p.16) formuleren de volgende basishypothese. Door de toegenomen onzekerheid is het <strong>van</strong>daag de dag moeilijker om<br />

weloverwogen, rationele keuzes te maken. Dit draag ertoe bij dat jongvolwassenen beslissingen op de lange baan schuiven die een langdurig<br />

engagement met zich meebrengen, zoals trouwen en (vooral) het krijgen <strong>van</strong> kinderen. In de plaats daar<strong>van</strong> kiezen zij voor meer vrijblijvende<br />

alternatieven zoals het ongehuwd samenwonen. Ondanks de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> deze hypothese wijst Sobotka (2004, p.21-22) er op dat het<br />

verband tussen onzekerheid en gezinsvorming erg complex is. Meer bepaald moeten belangrijke genderaspecten in rekening worden gebracht.<br />

Zowel de genderopvattingen op macroniveau als deze op microniveau spelen wellicht een intermediaire rol in het verband tussen onzekerheid en<br />

gezinsvorming. Eveneens mag de rol <strong>van</strong> zogenaamde 'institutionele filters' (Blossfeld e.a., 2005, p.6) niet uit het oog verloren worden. Met deze<br />

term wordt bedoeld dat het onderwijssysteem, de geïnstitutionaliseerde arbeidsrelaties, het welvaartsregime en het gezinsbeleid <strong>van</strong> een bepaald<br />

land een intermediaire rol spelen. Meer onderzoek naar de complexe relatie tussen (de verschillende vormen <strong>van</strong>) onzekerheid en beslissingen<br />

i.v.m. gezinsvorming en de rol <strong>van</strong> gender en zogenaamde 'institutionele filters' daarin is dan ook noodzakelijk (Sobotka, 2004, p.22).<br />

Onderzoeksvragen Dit doctoraatsproject komt tegemoet aan deze oproep en gaat meer specifiek in op de rol <strong>van</strong> de flexibilisering en 'vertijdelijking'<br />

<strong>van</strong> arbeid. Dit zijn deelaspecten <strong>van</strong> globalisering waarmee vele Westerse landen het hoofd boven water trachten te houden in een steeds<br />

globalere concurrentiemarkt. Ook in Vlaanderen neemt het aandeel tijdelijke werknemers (met contract <strong>van</strong> bepaalde duur of tewerkgesteld als<br />

uitzendkracht) sinds de tweede helft <strong>van</strong> de jaren 1990 stelselmatig toe. Levenslange werkzekerheid bij één werkgever komt steeds meer op de<br />

helling te staan. Gevolg <strong>van</strong> deze flexibilisering en vertijdelijking <strong>van</strong> arbeidsrelaties is een toename <strong>van</strong> het fenomeen <strong>van</strong> jobonzekerheid. De<br />

Witte (2006, p.252) definieert dit als 'de bezorgdheid over het voortbestaan <strong>van</strong> de huidige arbeidsplaats'. In termen <strong>van</strong> Blossfeld e.a. (2005)<br />

verenigt jobonzekerheid zowel economische als temporele onzekerheid in zich. Onderzoek wijst uit dat de mate <strong>van</strong> jobonzekerheid correleert met<br />

een aantal sociaal-demografische (bv. opleiding en sociale klasse) en psychologische karakteristieken maar ook samenhangt met structurele<br />

maatschappelijke factoren (bv. werkloosheidsgraad) (De Witte, 2006, p.256-257). De Witte wijst erop dat jobonzekerheid niet alleen negatieve<br />

gevolgen heeft voor het werkgerelateerde welzijn <strong>van</strong> de werknemer maar ook voor zijn of haar algemene welbevinden. Bovendien kan verwacht<br />

worden dat, uitgaande <strong>van</strong> het levensloopperspectief en het theoretisch kader dat Blossfeld e.a. vooropstellen, mannen en vrouwen hun<br />

gepercipieerde jobonzekerheid mee in beschouwing nemen in beslissingen m.b.t. gezinsvorming. Enerzijds heeft jobonzekerheid immers<br />

belangrijke gevolgen voor de financiële zekerheid en stabiliteit <strong>van</strong> jonge mensen, in het bijzonder voor lageropgeleiden (economische<br />

onzekerheid). Anderzijds heeft jobonzekerheid een effect op de tijdshorizon waarbinnen jonge mensen hun toekomst plannen en engagementen<br />

aangaan (temporele onzekerheid). Beide vormen <strong>van</strong> onzekerheid worden meer dan eens in verband gebracht met de timing <strong>van</strong> uit huis gaan,<br />

samenwonen, huwen en de komst <strong>van</strong> kinderen. Samengevat luiden de onderzoeksvragen <strong>van</strong> dit doctoraatsproject als volgt. Hoe beïnvloeden<br />

flexibele en tijdelijke arbeidsvormen beslissingen m.b.t. uit huis gaan, samenwonen, huwen en de stap naar het ouderschap? Welke rol speelt het<br />

fenomeen 'jobonzekerheid' daarin? Is dit verband verschillend voor mannen en vrouwen? Op welke manier beïnvloeden 'institutionele filters' de<br />

relatie tussen enerzijds flexibele en tijdelijke arbeidsvormen en jobonzekerheid en anderzijds tussen jobonzekerheid en gezinsvorming?<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan VAN BAVEL<br />

Globalisering, de staat en het wereldsysteem: Veranderen de regels <strong>van</strong> het ontwikkelingspel?<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Onder globalisering wordt algemeen verstaan dat de interdependentie en interpenetratie <strong>van</strong> landen en streken toeneemt, en dit op ganse<br />

waaier <strong>van</strong> domeinen: economisch, politiek, sociaal, cultureel, enz. De vragen die hierbij rijzen zijn: 1) hoe beïnvloedt de globalisering de structuur<br />

<strong>van</strong> het wereldsysteem en 2) hoe beïnvloedt de globalisering de ontwikkelingskansen <strong>van</strong> landen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ronan Van Rossem<br />

Globalisering, regionalisering en sociaal-economische ongelijkheid (GRESI).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Internationale economie, internationaal management en diplomatie<br />

• Management<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Ludo Cuyvers<br />

• Patrick De Pelsmacker


Globalisering <strong>van</strong> het recht.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft betrekking op de impact <strong>van</strong> globalisatie op het concept recht <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de algemene<br />

rechtstheorie en de rechtsfilosofie. De studie houdt o.m. ook een onderzoek in naar de aard <strong>van</strong> recht ("nature of law"; "Wissenschaftlichkeit of the<br />

discipline"). Wettelijke normen en formele karakteristieken evolueren in het licht <strong>van</strong> de sociale, economische en politieke veranderingen die<br />

teweeggebracht worden door globalisatie. Het tweede luik betreft het verklarend kader. Enerzijds is er het gegeven <strong>van</strong> het wettelijk, institutioneel<br />

en normatief kader, en anderzijds de praktijk <strong>van</strong> de rechtsspraak. Onenigheid omtrent substantiële principes die aan de grondslag liggen <strong>van</strong> de<br />

praktijk <strong>van</strong> de rechtsspraak komt meer algemeen voor in globale contexten. Hierbij primeren overwegingen (balancing) op deductie (legal<br />

reasoning). Deel drie betreft de toepassingen op het vlak <strong>van</strong> mensenrechten en ECHR, internationaal handelsrecht, en toepassingen op het vlak<br />

<strong>van</strong> milieukwesties en armoede.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Georgios Pavlakos<br />

Globalization and Labor Markets.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Monetaire & Informatie-economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Konings<br />

Globalization and poverty in West-Africa.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De toenemende globalisering gaat gepaard met een snelle verspreiding <strong>van</strong> internationale voedelketens in ontwikkelingslanden en heeft<br />

een enormeimpact op ontwikkeling in deze landen. De relatie tussen globalisering en economische groei wordt meestal als positief gezien, maar er<br />

is geen consensus over de implicaties voor de allerarmsten. Empirische studies in verschillende landen tonen tegenstrijdige effecten aan voor<br />

kleine boeren en arme gezinnen, maar slechts weinig studies meten effectief de impact op inkomen en armoede. Dit onderzoek wil aan de hand<br />

<strong>van</strong> unieke longitudinale data, verzameld in de Senegal River Delta, bijdragen aan dit debat over globalisering en armoede. Er wordt gemeten hoe<br />

en in welke mate de ontwikkeling <strong>van</strong> deze voedselketens de welvaart <strong>van</strong> de rurale bevolking beïnvloedt via productie-effecten,<br />

arbeidsmarkteffecten en spillovers. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de effecten <strong>van</strong> tewerkstelling<strong>van</strong> vrouwen in deze keten. Op deze<br />

manier wordt nagegaan wat de im<br />

Organisaties:<br />

• LICOS<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

• Miet Maertens<br />

• Liesbeth Colen<br />

Globalization, trade liberalization, and the lowering of barriers to trade in developing countries.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Ontwikkelingseconomie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

Glonomics: Economisch beleid en Financien in de globale economie: evenwichts analyse en sociale evaluatie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het project bestudeert enkele belangrijke beleidsproblemen die ontstaan zijn ten gevolge <strong>van</strong> de globalisering <strong>van</strong> de wereldeconomie.<br />

Om deze studie mogelijk te maken zal het conceptuele analysekader voor evenwichtsanalyse worden verbeterd, zullen nieuwe economterische<br />

technieken worden ontwikkeld en toegepast.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Sociale economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Van de gaer<br />

Glutamaterge processen aan de basis <strong>van</strong> hippocampus-afhankelijke neuroplasticiteit. Gedragsmatige en<br />

electrofysiologische assessment <strong>van</strong> genetische en farmacologische manipulaties <strong>van</strong> groep III-metabotrope<br />

glutamaatreceptoren bij laboratoriummuizen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project, zullen wij de specifieke betrokkenheid <strong>van</strong> groep IIImetabotropische receptoren (mGluR4, mGluR7 en mGluR8) in<br />

synaptischeplasticiteit en leren onderzoeken. Groep III mGluRs zijn een subgroep <strong>van</strong>mGluRs die hoofdzakelijk als presynaptische autoreceptoren<br />

bij glutaminergesynapsen en als presynaptische heteroreceptoren bij GABA synapsen dienen. Een gevolg <strong>van</strong> groep III mGluR activatie leidt<br />

daarenboven tot een daling <strong>van</strong> zowel glutaminerge als GABA-erge transmissie. Over de rol <strong>van</strong> groep III mGluRs in synaptische plasticiteit en<br />

leren is nog onvoldoende geweten. Daarom zullen wij de specifieke functies <strong>van</strong> groep III mGluRs door een gezamenlijke neurofysiologische en<br />

gedragsmatige aanpak onderzoeken, gebruikmakend <strong>van</strong> dubbele en drievoudige knockoutlijnen voor de drie rele<strong>van</strong>te mGluR subtypes.Ook<br />

zullen de meest specifieke farmacologische effectors om de betrokkenheid en de interactie <strong>van</strong> deze groep mGluRs te ontrafelen in hippocampale<br />

synaptische plasticiteit en leren worden<br />

Organisaties:<br />

• OE Biologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rudi D'Hooge<br />

• Detlef Balschun<br />

GOBL.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project heeft als doelstelling om on-line educatieve mini-games (met spreekoefeningen) te ontwikkelen voor jongeren en volwassenen<br />

die hun basisvaardigheden en -kennis in het Frans, Nederlands of Engels willen verbeteren. Wereldwijd, en zeker in Europa, leren miljoenen


mensen jaarlijks een vreemde taal, of een tweede taal die ze nodig hebben om zich socio-economisch te integreren. Echter, bij sommige groepen is<br />

de participatiegraad in of interesse voor dit onderwijs laag. Bovendien is de vraag naar taalonderwijs waarin spreekvaardigheid en grammaticale<br />

accuraatheidcentraal staat groot. Educatieve mini-games zijn korte, op zichzelf staande spelletjes die gericht zijn op heel specifieke<br />

leeronderwerpen (zoals grammaticale problemen of semantische velden), die motiverend zijn, herbruikbaar en dus kosteneffectief. Mini-games<br />

lijken vooral geschikt voor het aanleren <strong>van</strong> primaire taalvaardigheden en -kennis. Bovendien is er evidentie dat minder bevoorrechte en<br />

beginnende taalleerders het<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Letteren Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Piet Desmet<br />

GO DIS. Grensoverschrijdende distributie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Onderzoek naar de problemen bij grensoverschrijdende distributie, de noodzaak aan diversiteit <strong>van</strong> staturen <strong>van</strong> (zelfstandige)<br />

handelstussenpersonen en de mogelijkheid de statuten <strong>van</strong> België en Frankrijk op elkaar afte stemmen.<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Rechtsgeleerdheid Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Samoy<br />

• Bernard Tilleman<br />

• Vincent Sagaert<br />

• Evelyne Terryn<br />

Goed bestuur in het octrooirecht.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Octrooien kunnen worden verleend voor uitvindingen, die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. In veel sectoren zijn octrooien<br />

belangrijke instrumenten om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren en investeringen te belonen. Uiteindelijk zouden octrooien zelfs kunnen<br />

bijdragen aan de toename <strong>van</strong> werkgelegenheid en economische welvaart. Deze doelstellingen kunnen echter enkel worden bewerkstelligd indien<br />

actoren die een rol spelen in het octrooirecht (vb. wetgevers, beleidsmakers, octrooibureaus, gerechtelijke instanties), de principes <strong>van</strong> goed<br />

bestuur oftewel good governance respecteren. Governance heeft onder andere betrekking op de vraag welke bevoegdheden worden toegekend<br />

aan welke actoren en hoe deze bevoegdheden uitgeoefend dienen te worden. Principes zoals transparantie, participatie in de besluitvorming door<br />

burgers en coherentie dienen in dit kader in acht te worden genomen. Dergelijke principes zijn nog essentiëler in contexten waar controversiële<br />

vragen rijzen,zo<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Intellectuele Rechten<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Van Overwalle<br />

• Esther <strong>van</strong> Zimmeren<br />

Goed bestuur voor de Europese Unie.<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> een model <strong>van</strong> "good governance/goed bestuur" dat bijdraagt tot de politieke en juridische legitimiteit<br />

<strong>van</strong> een meerlagig politiek systeem.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het "Witboek Governance" presenteert zich als een antwoord op de legitimiteitscrisis in de EU. Zowel rechtswetenschappers als<br />

politicologen beschouwen "goed bestuur" als een legitimiteitbevorderend instrument, maar staan kritisch ten aanzien <strong>van</strong> het huidige EU-concept.<br />

Dit onderzoek ontwikkelt op interdisciplinaire wijze een theoretisch EU-model <strong>van</strong> "goed bestuur" en toetst het bestaande EU-concept aan het<br />

theoretische ideaalmodel.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Bursens<br />

• Johan Meeusen<br />

• Leonardus Adams<br />

Goesting in Leren en Werken (GoLeWe)<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit onderzoeksproject is gericht op het verbeteren <strong>van</strong> de transitie <strong>van</strong> leerlingen/studenten <strong>van</strong> het secundair naar het hoger onderwijs en<br />

<strong>van</strong> het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt. Het in kaart brengen en begeleiden <strong>van</strong> leercompetenties doorheen de schoolloopbaan kan daartoe<br />

bijdragen. Aan de hand <strong>van</strong> mixed method onderzoek worden instrumenten gericht op het meten <strong>van</strong> individuele verschillen in leren en motivatie<br />

ontwikkeld en gevalideerd.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Vincent Donche<br />

GO! : Onderzoek maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie leerlingenvervoer.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) organiseert in opdracht <strong>van</strong> de Vlaamse Gemeenschap neutraal basis -en secundair onderwijs in<br />

Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit zowel voor gewoon als buitengewoon onderwijs. Het GO! behoort tot de drie grote<br />

onderwijsnetten die erkend worden door de Vlaamse Gemeenschap en heeft de grondwettelijke verplichting om neutraal onderwijs aan te bieden<br />

met eerbied voor filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen <strong>van</strong> ouders en leerlingen. Op deze manier tracht men de keuzevrijheid,<br />

een ander grondwettelijk beginsel, voor ouders en leerling te garanderen. Voortvloeiend uit de "vrijheid <strong>van</strong> keuze" is het leerlingenvervoer<br />

ontstaan. Om de vrije keuze te garanderen dient er immers binnen een redelijke afstand een aanbod te zijn <strong>van</strong> scholen <strong>van</strong> het officieel en vrij<br />

onderwijs. Dit kan ofwel door scholen op te nemen in de financiering- of subsidieregeling, of door tussen te komen in de vervoerskosten naar de<br />

keuzeschool. Gezien de aanzienlijke investeringen die nodig zouden zijn om bijkomende scholen in te richten, komt het er in de praktijk meestal op<br />

neer dat daar waar geen passende onderwijsinstellingen voorhanden zijn de organisatie <strong>van</strong> leerlingenvervoer noodzakelijk is. Dit vereist de nodige<br />

investeringen.<br />

Het rapport vat de resultaten samen <strong>van</strong> het onderzoek uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel (MOSI - Transport & Logistiek en SOCI) om de


maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> investeringen in het leerlingenvervoer na te gaan. In het kader <strong>van</strong> dit onderzoek werden in een eerste fase de<br />

sociale aspecten <strong>van</strong> het leerlingenvervoer bevraagd om de mogelijke "opvoedende-socialiserende rol" <strong>van</strong> het leerlingenvervoer te achterhalen,<br />

maar vooral ook om de verbanden tussen demografische aspecten, zoals o.m. de relatie tussen de sociale afkomst en het gebruik <strong>van</strong> het<br />

leerlingenvervoer, aan het licht te brengen. Verder werd met betrekking tot mobiliteit en verkeersveiligheid berekend hoeveel externe kosten<br />

vermeden worden dankzij het implementeren <strong>van</strong> leerlingenvervoer in de scholen <strong>van</strong> het gemeenschapsonderwijs (GO!). Vervolgens werden de<br />

externe kosten samen met de andere kosten en baten die voortvloeien uit de organisatie <strong>van</strong> leerlingenvervoer samengebracht in een<br />

maatschappelijke kosten-baten analyse om alzo de maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> het leerlingenvervoer te evalueren.<br />

Organisaties:<br />

• Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management<br />

• Sociologie<br />

• Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep<br />

Onderzoekers:<br />

• DIMOKRITOS KAVADIAS<br />

• CATHY MACHARIS<br />

• Olivier MAIRESSE<br />

Gouvernance Locale et Développement Post-Conflit.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Gouvernance Locale et Développement Post-Conflit.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke economie <strong>van</strong> de Grote Meren Regio<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Marysse<br />

Governance of responsible research and innovation in public-private partnerships.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Biobanks are valuable resources for biomedical research both within andoutside academia. Through the collaboration of public and private<br />

institutions, such as in IMI funded projects (e.g. SUMMIT), scientific achievements are foreseen that support the faster discovery and development<br />

ofbetter medicines in order to benefit patients and society. It is clear that support from industry accelerates the ability to perform research and<br />

enhance the potential of rele<strong>van</strong>t diagnostic and therapeutic innovations, which might be considered a moral good. On the one hand, this realizes<br />

as well a respect for participants in a biobank, who have contributed biological material in order to benefit scientific research and the common good.<br />

On the other hand, it is reported in various studies that some research participants are less willing for their tissue samples to be used in profitmotivated<br />

research or would let affect their decision to participate by whether funding was provided by a private company ve<br />

Organisaties:<br />

• Interfac. Centr. Biomed. Ethiek & Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Pascal Borry<br />

Governance <strong>van</strong> dierenwelzijn <strong>van</strong> landbouwhuisdieren: Inzicht in natuur-samenleving relaties in onderling<br />

samenhangende wetenschappelijke en landbouwpraktijken<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit onderzoek richt zich op de analyse <strong>van</strong> governance <strong>van</strong> dierenwelzijn <strong>van</strong> landbouwhuisdieren zoals het gemedieerd wordt binnen, en<br />

tussen verschillende sociale praktijken. Specifieke aandacht wordt hierbij geschonken aan de interactie tussen twee sociale praktijken die<br />

dierenwelzijnsuitkomsten voor een belangrijk deel bepalen: wetenschappelijk onderzoek naar dierenwelzijn, en veehouderij.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Piet Bracke<br />

• Ludwig Lauwers<br />

Governing for development: opportunities and challenges for development actors under the new aid paradigm.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De nationale overheid en de civiele maatschappij in de ont<strong>van</strong>gende landen evenals de donoren maken gebruik <strong>van</strong> de opportuniteiten<br />

die de nieuwe hulpbenadering biedt voor een efficiëntere aanwending <strong>van</strong> de ontwikkelingshulp.<br />

Organisaties:<br />

• AID Policy<br />

Onderzoekers:<br />

• Robrecht Renard<br />

• Nadia Molenaers<br />

Governing the political informal economy: case study in three informal markets<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Gudrun Vande Walle<br />

Government Governance na de BBB-hervorming in de Vlaamse Overheid: succes- en faalfactoren <strong>van</strong><br />

beleidsdomeinsspecifieke overleg- en coördinatiefora.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De hervorming Beter Bestuurlijk Beleid heeft de Vlaamse Overheid in 2006 sterk <strong>van</strong> uitzicht en structuur veranderd. Enkele <strong>van</strong> de<br />

belangrijkste doelstellingen <strong>van</strong> BBB waren: de oprichting <strong>van</strong> verzelfstandigde agentschappen met meer of minder beleidsuitvoerende autonomie<br />

(EVAs IVAs), departementen staan in voor de beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie en de rol <strong>van</strong> de ministeriële kabinetten evolueert naar een<br />

politiek-adviserende functie. Uit onderzoek (Spanhove Verhoest, 2008) blijkt echter dat enkele basisprincipes <strong>van</strong> BBB maar ten dele zijn<br />

uitgevoerd. Zo stellen Spanhove Verhoest dat een duidelijke taakafbakeningen herwaardering <strong>van</strong> de actoren die instaan voor coördinatie en<br />

consolidatie (managementcomité, beleidsraad en departement) een belangrijk element in een goede toepassing <strong>van</strong> BBB vormen. In de praktijk<br />

komt dit echter weinig tot uiting. De bedoeling <strong>van</strong> het doctoraat is om aan de hand <strong>van</strong> onderzoek op intra- en interbeleidsdomeinniveau de<br />

functionaliteit <strong>van</strong> coördi


Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen Verhoest<br />

GP03511N GRIFFITH James.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Raes<br />

GP04810N AMIR Azaron.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Productie en Logistiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Inneke Van Nieuwenhuyse<br />

GPS voor onderwijsondersteuners.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: GPS voor onderwijsondersteuners: Routeplanner voor een kritische analyse en actieve begeleiding <strong>van</strong> ondersteuningsvragen en<br />

ondersteuningscondities op basisscholen.<br />

Organisaties:<br />

• Taal en Onderwijs<br />

Onderzoekers:<br />

• Kristiaan Van Den Branden<br />

GRANT : Regional Integration, state building and conflict settlement in Europe and Asia.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Politiek<br />

GRANT : Regional Integration, state building and conflict settlement in Europe and Asia.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• BRUNO COPPIETERS<br />

Grenslijn en zijgrenslijn <strong>van</strong> Maritime Legal Cooperation in Baltische Oostzee.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Na de herwonnen soevereiniteit <strong>van</strong> de drie Baltische republieken, Estland, Letland en Litouwen, ontstonden m.b.t. de maritieme<br />

gebieden in de oostelijke Baltische Zee een hele reeks <strong>van</strong> concrete problemen die de goede verstandhouding tussen de oeverstaten in de regio<br />

ernstig in het gedrang hebben gebracht. Domeinen zoals de visserij, de ontginning <strong>van</strong> off-shore minerale rijkdommen, de voorkoming en<br />

bestrijding <strong>van</strong> mariene verontreiniging, het maritieme wetgevingsarsenaal, kustwacht-activiteiten ... alle habben ze de verstandhouding tussen de<br />

partijen bemoeilijkt en soms zelfs aanleiding gegeven tot regelrechte conflicten. Met het oog op mogelijke toetredring tot de Europese Unie, zal het<br />

tevens voor deze staten belangrijk zijn om een gecoördineerde aanpak aan de dag te leggen zodoende dat ook op het maritieme vlak de behoeften<br />

<strong>van</strong> deze onderscheiden landen beter op elkaar kunnen afgestemd worden. Het project beoogt deze conflicten zoveel mogelijk bloot te leggen, te<br />

ontzenuwen en de samenwerking te bevorderen via juridische ondersteuning, overdracht <strong>van</strong> kennis, gezamenlijke conferenties en<br />

wetenschappelijke samenwerking<br />

Organisaties:<br />

• Internationaal en Europees recht<br />

Onderzoekers:<br />

• ERIK FRANCKX<br />

Grensoverschrijdende maritieme planning<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In TransMasp worden de juridische en politieke mogelijkheden en problemen onderzocht om tot een grensoverschrijdende maritieme<br />

ruimtelijke planning te komen in het Belgisch-Frans (Pas-de-Calais) gedeelte <strong>van</strong> de Noordzee.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Internationaal publiekrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Maes<br />

Grensoverschrijdende toegang tot computergegevens voor opsporing en vervolging en de positie <strong>van</strong> private<br />

actoren/ondernemingen: naar een vermindering <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> de autoriteiten <strong>van</strong> de aangezochte staat in internationale<br />

samenwerking tegen informaticac<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Strafrecht en Criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Verbruggen<br />

Grensoverschrijdingen: bekering tot en in de islam in een Belgische en globaliserende context.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het gaat om een FWO-onderzoeksproject. Een onderzoek bij seculiere christenen die zich bekeren tot de Islam en bij soenni moslims die<br />

zich bekeren tot het shiisme in Vlaanderen en Brussel. Dit project gaat voort opeen aanbeveling in het werk <strong>van</strong> Lewis Rambo waarbij hij erop wijst


dat de theorievorming rond bekering sterk bepaald wordt door de opvatting over bekering in het christendom. Het gaat hier dus om enerzijds<br />

tradition transition versus intensification respectievelijk discursiviteit bij de Islam zelf. Het project verloopt via participerende observatie endiepteinterviews.<br />

Het onderzoek wordt afgerond en de PhD thesis verdedigd eind 2010.<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.<br />

Onderzoekers:<br />

• Emilio Platti<br />

• Johan Leman<br />

Grenzen aan de zorg: transities uit de thuiszorg als vraagstuk <strong>van</strong> "crowding in" of "crowding out".<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De zorg voor zwaar zorgbehoevende thuisverblijvende ouderen is bij uitstek een testsituatie waarin de dynamiek <strong>van</strong> de onderlinge<br />

verhouding <strong>van</strong> formele en informele zorg, zichtbaar wordt. De aard <strong>van</strong> deze verhouding ("crowding in or out") wordt in een dynamisch perspectief<br />

geplaatst. Naast een rapportering <strong>van</strong> onderzoeksresultaten zullen er ook prognostische instrumenten en beleidsaanbevelingen worden ontwikkeld<br />

en geformuleerd.<br />

Organisaties:<br />

• Welzijn en verzorgingsstaat<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Breda<br />

Grenzen en mogelijkheden <strong>van</strong> armen als actor in het Belgisch armoedebeleid<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Grenzen en mogelijkheden <strong>van</strong> armen als actor in het Belgisch armoedebeleid<br />

Organisaties:<br />

• OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean Vranken<br />

Grenzen en mogelijkheden <strong>van</strong> armoedebestrijding. Een analyse <strong>van</strong> dertig jaar Belgisch interactief armoedebeleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit doctoraatsproject wordt onderzocht welke bijdrage het overheidsbeleid in België tot op heden geleverd heeft. Het Belgische<br />

armoedebeleid zal hiertoe <strong>van</strong>af het einde <strong>van</strong> de jaren zestig worden gereconstrueerd. Met uitzondering <strong>van</strong> enkele vingeroefeningen is dit niet<br />

eerder gebeurd. Wie waren en zijn de dominante actoren in de bepaling <strong>van</strong> het beleid? Welke (machts)middelen en maatregelen werden/worden<br />

ingezet binnen welke maatschappelijke context en met welke finaliteit? Op basis <strong>van</strong> het theoretisch kader wordt dit beleid geanalyseerd op haar<br />

merites inzake machts- en welzijnsherverdeling. De conceptualisering <strong>van</strong> de machteloosheid <strong>van</strong> armen en de theoretische mogelijkheden voor de<br />

versterking <strong>van</strong> hun positie worden ook empirisch getoetst in het werkveld, waarin armen een centrale plaats innemen. Een onderzoek wordt<br />

uitgevoerd bij bevoorrechte getuigen, in het bijzonder de Verenigingen waar armen het woord nemen en de opgeleide ervaringsdeskundigen in de<br />

armoede.<br />

Organisaties:<br />

• OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean Vranken<br />

• Danielle Dierckx<br />

Grenzen en mogelijkheden <strong>van</strong> armoedebestrijding. Een analyse <strong>van</strong> dertig jaar Belgisch interactief armoedebeleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit doctoraatsproject wordt onderzocht welke bijdrage het overheidsbeleid in België tot op heden geleverd heeft. Het Belgische<br />

armoedebeleid zal hiertoe <strong>van</strong>af het einde <strong>van</strong> de jaren zestig worden gereconstrueerd. Met uitzondering <strong>van</strong> enkele vingeroefeningen is dit niet<br />

eerder gebeurd. Wie waren en zijn de dominante actoren in de bepaling <strong>van</strong> het beleid? Welke (machts)middelen en maatregelen werden/worden<br />

ingezet binnen welke maatschappelijke context en met welke finaliteit? Op basis <strong>van</strong> het theoretisch kader wordt dit beleid geanalyseerd op haar<br />

merites inzake machts- en welzijnsherverdeling. De conceptualisering <strong>van</strong> de machteloosheid <strong>van</strong> armen en de theoretische mogelijkheden voor de<br />

versterking <strong>van</strong> hun positie worden ook empirisch getoetst in het werkveld, waarin armen een centrale plaats innemen. Een onderzoek wordt<br />

uitgevoerd bij bevoorrechte getuigen, in het bijzonder de Verenigingen waar armen het woord nemen en de opgeleide ervaringsdeskundigen in de<br />

armoede.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean Vranken<br />

• Danielle Dierckx<br />

GRIP*TT - Generalization Research in lll health and Psychopathology: transdiagnostic processes and transfer of<br />

knowledge.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Angst, depressie en psychologische reacties op en omgang met (chronische) ziekten zijn erg bepalendvoor de levenskwaliteit <strong>van</strong><br />

mensen en brengen grote socio-economische kosten met zich mee. Het algemene doel <strong>van</strong>dit project is de studie <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong><br />

generalisatieprocessen inde ontwikkeling en de uitbreiding <strong>van</strong> psychopathologie en het verloop <strong>van</strong> lichame&shy;lijke aandoeningen. Generalisatie<br />

wordt daarbij op veelzijdige manier onderzocht door expertise over leermechanismen, aandacht, geheugen, symptoomperceptie en<br />

psychofysiologie te combineren. Voorgaand onderzoek richtte zich hoofdzakelijk op specifieke aandoeningen. In tegenstelling tot dergelijke<br />

selectieve benadering zal het huidige onderzoeksprogramma een transdiagnostisch perspectief hanteren om zo de cruciale psychologische<br />

mechanismen die aanleiding geven tot de etiologie, de instandhouding en het heroptreden <strong>van</strong> psychologische en gezondheidsgerelateerde<br />

problemen verder te bestuderen. Binnen dit innovatieftransdiagnostis<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Baeyens<br />

• Omer Van den Bergh<br />

• Tom Beckers<br />

• Johannes Vlaeyen


• Ilse Van Diest<br />

• Dirk Hermans<br />

• Filip Raes<br />

Groene microfinanciering en betalingen voor milieudiensten: <strong>van</strong> marktgerichte panacees naar een geïntegreerde<br />

benadering voor een duurzame en integrale plattelandsontwikkeling. Case-studies uit Centraal-Amerika<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksproject tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Armoede en welzijn als kenmerk <strong>van</strong> lokale institutionele processen<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Bastiaensen<br />

• Frédéric Huybrechs<br />

Groepsbenadering studenten met functiebeperking via verbetering communicatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Studentenadviesdiensten<br />

Onderzoekers:<br />

• Ruth Stokx<br />

Groepsstructuren en financiering <strong>van</strong> de Belgische ondernemingen: een empirisch onderzoek.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel de implicaties <strong>van</strong> groepsstructuren voor de financiering <strong>van</strong> Belgische ondernemingen te onderzoeken. De<br />

rol <strong>van</strong> groepsstructuren werd tot nog toe zeer weinig onderzocht, hoewel het weinige bestaande onderzoek aangeeft dat deze structuren een<br />

belangrijke invloed uitoefenen op de bedrijfsfinanciering. Verschillende aspecten <strong>van</strong> de bedrijfsfinanciering zullen hierbij aan bod komen, zoals<br />

kapitaalstructuur, rentabiliteit, dividendpolitiek en determinanten <strong>van</strong> vlottende activa en passiva. Eerst worden een aantal hypothesen ontwikkeld,<br />

die dan empirisch worden getest via econometrisch onderzoek. Aangezien goed uitgebouwde financiële markten in België ontbreken, dient voor<br />

dergelijk onderzoek vooral gebruik te worden gemaakt <strong>van</strong> de jaarrekeningsgegevens <strong>van</strong> de Balanscentrale <strong>van</strong> de Nationale Bank. Gezien de<br />

rijkdom <strong>van</strong> deze gegevens en hun toegenomen kwaliteit en beschikbaarheid laten deze echter toe originele hypothesen te testen.<br />

Organisaties:<br />

• Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector<br />

Onderzoekers:<br />

• MARC JEGERS<br />

Groepsverzekeringen en huwelijksvermogensrecht: een mislukt huwelijk?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Deze KP BOF-aanvraag beoogt fundamenteel, intradisciplinair onderzoek over de gevolgen <strong>van</strong> groepsverzekeringen op het<br />

huwelijksvermogensrecht. Niettegenstaande de veelvuldige toepassing er<strong>van</strong> in de praktijk, leidt de huidige regeling tot grote rechtsonzekerheid,<br />

onder meer doordat zij reeds meermaals onverenigbaar werd bevonden met het Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Het KP BOF project beoogt<br />

deze praktijk eerst in kaart te brengen en vervolgens de regeling grondig en kritisch te analyseren en te evalueren.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Renate Barbaix<br />

Groepsverzekeringen: nieuwe uitdagingen voor de wetger?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Groepsverzekeringen spelen een essentiële rol in de tweede pensioenpijler, nu zij er meestal toe leiden dat een werknemer een<br />

bijkomend kapitaal of rente verwerft na zijn pensionering. De wetgever heeft een specifieke reglementering uitgewerkt in de Wet<br />

Landverzekeringsovereenkomst, die steeds meer onder druk komt te staan door uitspraken, wetgeving en evoluties in andere rechtsdomeinen.<br />

Bedoeling <strong>van</strong> dit Klein Project BOF is om de problemen in kaart te brengen en via wetenschappelijk onderzoek voorstellen de lege ferenda, te<br />

formuleren.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Britt Weyts<br />

Grondrechtenconflicten in horizontale relaties, in het bijzonder in arbeidsrelaties.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Grondrechtenconflicten in horizontale relaties, in het bijzonder in arbeidsrelaties.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Gunter Maes<br />

• Karel Rimanque<br />

Grondslagen <strong>van</strong> beveiliging<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Software geraakt dieper ingeburgerd in allerlei apparatuur rond en in het huis, op kantoor, en in de samenleving in het algemeen. Ook<br />

grootschalige systemen die worden ingezet voor het aanbieden <strong>van</strong> cloud-diensten moeten worden onderhouden, vaak door derden.Door de<br />

groeiende complexiteit <strong>van</strong> de systemen nemen de mogelijkheden voor aanvallers toe. Een belangrijke uitdaging blijft om krachtige<br />

softwareplatforms te ontwikkelen diesoftware-uitbreidingen en toegang tot systeembronnen toelaten enerzijds, maar voldoende beschermd zijn<br />

tegen misbruik <strong>van</strong> het systeem anderzijds. Momenteel ontbreekt het echter aan fundamenteel begrip <strong>van</strong> de eisen en wensen <strong>van</strong> deze platforms.<br />

Daaraan wil het SecFound-project tegemoet komen in drie sporen.Het eerste onderdeel zal onderzoek worden verricht naar een passend<br />

regelgevend kader, terwijl het tweede onderdeel onderzoek doet naar het fundamenteel benaderen <strong>van</strong> beveiligde software op basis <strong>van</strong> formele<br />

modellen <strong>van</strong> het beveiligingsbeleid en om softwareplat


Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• David Stevens<br />

• Joseph Dumortier<br />

Grondslagen <strong>van</strong> het economisch recht in Europa: geharmoniseerd handelspraktijkenrecht en de verhouding er<strong>van</strong> tot<br />

mededingingsrecht na modernisering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Wouter Devroe<br />

• Julien Stuyck<br />

• Evelyne Terryn<br />

Grondslagen <strong>van</strong> Kunst en Wetenschap.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit project willen we de samenhang tussen kunst en wetenschappen zowel filosofisch, cultuursociologisch, historisch als economisch<br />

onderzoeken. Het project bestaat uit vier luiken, die evenwel samen een onlosmakelijk geheel vormen: (1) Ontgrenzing <strong>van</strong> kunst en wetenschap,<br />

waarin we peilen naar de mogelijkheidsvoorwaarden om kunsten en wetenschappen te zien als gelijkaardige intellectuele en creatieve activiteiten;<br />

(2) De relatie tussen beeld en realitiet, waarin we onderzoeken welke "modes" kunsten en wetenschappen hanteren om de werkelijkheid te<br />

representeren; (3) Historische wereldbeelden, waarin we de historische samenhang tussen kunsten en wetenschappen willen conceptualiseren; en<br />

(4) Kunst en economie, waarin we de samenhang tussen economische wetenschap en esthetica enerzijds, en economie en de kunstensector<br />

anderzijds, aan een onderzoek onderwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Economisch, Monetair en Financieel Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• DIRK FRANTZEN<br />

Grondwettelijke bescherming <strong>van</strong> private eigendom in China: ontwikkelingen in een tijdperk <strong>van</strong> globalisering en de<br />

implicaties daar<strong>van</strong><br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het onderzoek beoogt in kaart te brengren welke instituties en hervormingen nodig zijn om de grondwettelijke beschelmring <strong>van</strong> de private<br />

eigendom, die recent in de Chinese grondwet werd ingeschreven (grondwetswijziging <strong>van</strong> 2004) te implementeren en realiseren. Op de eerste<br />

plaats wordt door middel <strong>van</strong> een historisch onderzoek nagegaan wat de drijvende krachten in de Chinese geschiedenis zijn die de positie <strong>van</strong> de<br />

private eigendom mee bepalen, dit in het licht <strong>van</strong> de ontwikkeling naar globalsiering zowel als lokalisering. Vervolgens worden de problemen en<br />

gebreken <strong>van</strong> de actuele toepassing <strong>van</strong> de grondwettelijke beginselen in het gerecht onderzocht en vergeleken met die in westerse landen;<br />

bijzondere aandacht wordt besteed aan de "nagelhuis"-gevallen . Tenslotte worden institutionele hervormingen voorgesteld om aan die probleme te<br />

verhelpen en worden voorbeelden uitgewerkt. Vanuit dit institutioneel perspectief wordt in het bijzonder een analyse gemaakt <strong>van</strong> het rechtsstatuut,<br />

de samenst<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Matthias Edward Storme<br />

GROSE : Economische groei en sociale cohesie in de stad.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Thema: Ruimtelijke aspecten <strong>van</strong> de maatschappelijke diversiteit <strong>van</strong> het programma "Samenleving en Toekomst"<br />

Thema: Stedelijke economie, sociaal-ruimtelijke polarisatie, economisch beleid in de grote steden <strong>van</strong> België<br />

Organisaties:<br />

• Stad, Cultuur & Maatschappij<br />

Onderzoekers:<br />

• ERIC CORIJN<br />

Growing Inequalities Impacts (GINI).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd<br />

in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ive Marx<br />

• Gerlinde Verbist<br />

• Bea Cantillon<br />

Haalbaarheidsstudie naar een repetitieve prevalentiestudie onder de algemene bevolking (HARPA).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Doelstellingen <strong>van</strong> het project:<br />

- Gedetailleerde vergelijking <strong>van</strong> de methodes en designs <strong>van</strong> algemene prevalentieonderzoeken in andere Europese landen<br />

- Evalueren <strong>van</strong> de sterktes, beperkingen, noodzakelijke voorwaarden en kostprijs <strong>van</strong> de verschillende opties met het oog op het uitvoeren <strong>van</strong><br />

een dergelijke studie in België<br />

- Het uitvoeren <strong>van</strong> een beperkte cognitieve test <strong>van</strong> de op te nemen items in het prevalentieonderzoek in België<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans


Haalbaarheidsstudie over de toekomst <strong>van</strong> de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven <strong>van</strong> Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Haalbaarheidsstudie over de toekomst <strong>van</strong> de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven <strong>van</strong> Antwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean Vranken<br />

Haalbaarheidsstudie vorming moslimkaders.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Haalbaarheidsstudie vorming moslimkaders.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Christiane Timmerman<br />

• Walter Nonneman<br />

Haalbaarheidsstudie Vrouwenhuis.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project bestaat uit twee studies die de bedoeling hebben het emancipatiebeleid <strong>van</strong> de Stad Antwerpen te ondersteunen. De<br />

specifieke doelstellingen worden als volgt geformuleerd :<br />

- Een vergelijking <strong>van</strong> bestaande initiatieven wat betreft Vrouwenhuizen in Vlaanderen (met daarbij oog voor de toegankelijkheid <strong>van</strong> die<br />

initiatieven, het financiële plaatje, de gebruikers, ...) en een inventaris <strong>van</strong> de haalbaarheid <strong>van</strong> een dergelijk initiatief in Antwerpen.<br />

- Diversiteitsgevoelig maken <strong>van</strong> de dataverzameling <strong>van</strong> de Stad Antwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Sonja Spee<br />

Haalbaarheidstudie <strong>van</strong> de upgrading <strong>van</strong> bio-olie resulterend uit de pyrolyse <strong>van</strong> biomassa (UPPYRO).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Door het schaarser worden <strong>van</strong> aardolie, dienen alternatieven gezocht te worden. Een alternatief is snelle pyrolyse <strong>van</strong> biomassa<br />

waardoor bio-olie verkregen wordt. Deze bio-olie kan voor meerdere doeleinden gaande <strong>van</strong> transport, verwarming tot basisstof voor chemicaliën<br />

gebruikt worden. In de industrie kijken vele bedrijven uit naar dergelijke alternatieven voor aardolie. Dit project wil de mogelijkheden en<br />

haalbaarheid onderzoeken om deze bio-olie in te zetten bij voorkeur in hoge toegevoegde waarde toepassingen om zo bedrijven aan te trekken om<br />

mee te participeren in vervolgprojecten.<br />

Organisaties:<br />

• ITMMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Wout Dullaert<br />

Haalbaarheid <strong>van</strong> de oprichting <strong>van</strong> een International Diamond Centre Antwerp (IDDCA).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Management<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen Vandenbempt<br />

• Rudy Martens<br />

Haalbaarheid <strong>van</strong> jodium verrijkte linze in onderwijsverlenende voedingsprogramma&apos;s ter verbetering <strong>van</strong> de<br />

schoolprestaties, publieke gezondheids- en lanbouwbeleid in rurale, ingesloten gebiedern in Oost -Afrika (Kenia, Uganda<br />

en Tanzania)<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Jodiul is een belangrijk mineraal, waar<strong>van</strong> het gebrek sociale en publieke gezondheidsproblemen veroorzaakt. Jodium verrijkt zout is<br />

weinig succesful in bepaalde risicogebieden. Niuewe, alternatieve strategieën zoals (GM) biofortificatie zijn echter hoopgevend. Deze studie<br />

evalueert de haalbaarheid <strong>van</strong> jodium verrijkte linze als voedingsprogramma&apos;s in scholn en onderzoekt de intresse bij landbouwers en ouders<br />

ten einde rele<strong>van</strong>te beleidsaanbevelingen te formuleren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Landbouweconomie<br />

Onderzoekers:<br />

• Xavier Gellynck<br />

Handel in diensten en de sociale bescherming <strong>van</strong> werkkrachten in het EG recht en de Algemene Overeekomst <strong>van</strong> de<br />

WTO inzake de handel in diensten - hoe adequaat en rechtvaardig is het evenwicht?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Handel in diensten en de sociale bescherming <strong>van</strong> werkkrachten in het EG recht en de Algemene Overeekomst <strong>van</strong> de WTO inzake de<br />

handel in diensten - hoe adequaat en rechtvaardig is het evenwicht?<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Georgios Pavlakos<br />

• Alexia Herwig<br />

Handel, standaarden en welvaart in ontwikkelingslanden: de visserijsector in Benin.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Deze studie bestudeert de welvaartseffecten <strong>van</strong> verbeterde exportmogelijkheden voor artisanale vissers in Benin. In 2003 kreeg deze<br />

sector, diehoofdzakelijk uit artisanale vissers bestaat, een exportverbod naar de EU opgelegd doordat de sector niet in orde was met de recentste


voedselveiligheidsnormen. Een reeks hervormingen zorgt ervoor dat de sector <strong>van</strong>af 2010 weer toegang krijgt tot de Europese markt. Deze<br />

gebeurtenis wordtgebruikt als een natuurlijk experiment om de welvaartseffecten <strong>van</strong> toegang tot exportmarkten na te gaan.<br />

Organisaties:<br />

• LICOS<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

• Marijke Verpoorten<br />

Handel, standaarden en welvaart in ontwikkelingslanden: de visserijsector in Benin.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Deze studie bestudeert de welvaartseffecten <strong>van</strong> verbeterde exportmogelijkheden voor artisanale vissers in Benin. In 2003 kreeg deze<br />

sector, diehoofdzakelijk uit artisanale vissers bestaat, een exportverbod naar de EU opgelegd doordat de sector niet in orde was met de recentste<br />

voedselveiligheidsnormen. Een reeks hervormingen zorgt ervoor dat de sector <strong>van</strong>af 2010 weer toegang krijgt tot de Europese markt. Deze<br />

gebeurtenis wordtgebruikt als een natuurlijk experiment om de welvaartseffecten <strong>van</strong> toegang tot exportmarkten na te gaan.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Ontwikkelingseconomie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marijke Verpoorten<br />

Handelstussenpersonen: een onderzoek naar de gemeenschappelijke rechtsregels <strong>van</strong> distributieovereenkomsten en de<br />

noodzaak tot harmonisatie <strong>van</strong> de specifieke wetgevingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Bedrijven die hun producten of diensten commercialiseren kunnen hiervoor beroep doen op een ruime waaier <strong>van</strong> tussenpersonen. Ze<br />

kunnen kiezen tussen handelsagenten, makelaars, commissionaris, concessiehouders en verschillende onbenoemde tussenpersonen. Hoewel<br />

contracten met handelstussenpersonen belangrijke gelijkenissen vertonen, is het huidige wetgevende kader zeer uiteenlopen en incoherent. De<br />

wetgeving focust vooral op de beëindiging <strong>van</strong> de overeenkomst. Afhankelijk <strong>van</strong> de kwalificatie <strong>van</strong> de tussenpersoon kan de vergoeding die<br />

verschuldigd is zeer sterk variëren. Nochtans komen kwalificatieproblemen zeer frequent voor en vaak zijn de bestaande regels soms zelfs<br />

cumulatief <strong>van</strong> toepassing. Bovendien is het vaak moeilijk bepaalde lange termijncontracten in de bestaande categorieën onder te brengen. Dit<br />

onderzoek wenst een alternatief te bieden voor de bestaande achterhaalde classificaties en disparate regulering. Het zal nagaan voor welke<br />

aspecten gemeenschappelijke oplossingen mogel<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Rechtsgeleerdheid Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Samoy<br />

• Bernard Tilleman<br />

• Evelyne Terryn<br />

Handelstussenpersonen: een onderzoek naar het gemeen recht inzak distributiecontracten en de nood aan harmonisatie<br />

<strong>van</strong> specifieke wetgeving.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Bedrijven die hun producten of dienste commercialiseren kunner hiervoorberoep doen op een ruime waaier <strong>van</strong> tussenpersonen. Ze<br />

kunnen kiezen tussen handelsagenten, makelaars, commissionairs, concessiehouders en verschillende onbenoemde tussenpersonen. Hoewel<br />

contracten met handelstussenpersonen belangrijke gelijkenissen vertonen, is het huidige wetgevende kader zeer uiteenlopend en incoherent. De<br />

wetgeving focust vooral op de beëindiging <strong>van</strong> de overeenkomst. Afhankelijk <strong>van</strong> de kwalificatie <strong>van</strong> de tussenpersoon kan de vergoeding die<br />

verschuldigd is zeer sterk variëren. Nochtans komen kwalificatieproblemen zeer frquent voor en vaak ziijn de bestaande regels zelfs cumulatief <strong>van</strong><br />

toepassing. Bovendien is het vaak moeilijk bepaalde lange termijncontracten in de bestaande categorieën onder te brengen. Dit onderzoek wenst<br />

een alternatief te bieden voorde bestaande achterhaalde classificaties en disparate regulering. Het zal nagaan voor welke aspecten<br />

gemeenschappelijke oplossingen mogelijk zij<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Rechtsgeleerdheid Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Samoy<br />

• Bernard Tilleman<br />

• Vincent Sagaert<br />

• Evelyne Terryn<br />

Handhaving en transformatie <strong>van</strong> grenzen? De constructie <strong>van</strong> een christelijke culturele identiteit aan de hand <strong>van</strong> de<br />

voorstelling <strong>van</strong> niet-christelijke religies en culturen in katholieke leerboeken godsdienst en nationale geschiedenis uit<br />

Franstalig Canad<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Depaepe<br />

Handicap en de Grote Oorlog: de heropvoeding <strong>van</strong> verminkte soldaten in België, 1914-1940.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In het kader <strong>van</strong> de herdenkingsplechtigheden naar aanleiding <strong>van</strong> de 100ste verjaardag <strong>van</strong> de Eerste Wereldoorlog in 2014-2018 willen<br />

we een historisch-pedagogisch onderzoek opstarten naar de heropvoeding <strong>van</strong> Belgische verminkte soldaten uit de Grote Oorlog. De onderzocht<br />

tijdsperiode loopt <strong>van</strong> 1914 tot 1940. Het onderzoek omvat drie deelvragen. Eerst en vooral willen we nagaan hoe de heropvoeding <strong>van</strong> de<br />

verminkte soldaten in België gestalte kreeg. Aan de hand <strong>van</strong> twee studieverblijven in het buitenland willen we de belgische 'rehabilitatie' <strong>van</strong><br />

verminkte veteranenvergelijken met de Engelse en Franse heropvoedingsmethodes (in casu: deheropvoeding <strong>van</strong> blinge oorlogsslachtoffers). Ten<br />

tweede willen we met ons onderzoek nagaan hoe de maatschappelijke positie <strong>van</strong> de verminkte soldaten evolueerde tijdens het Interbellum en<br />

welke juridische maatregelen voor hen getroffen werden. We zullen ons concentreren op het ontstaan en de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

veteranenverenigingen. Speciale aandacht zal gewi<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:


• Marc Depaepe<br />

• Angelo Van Gorp<br />

• Pieter Verstraete<br />

HANDLAB: Sociaal-economische positie <strong>van</strong> personen met een handicap en analyse <strong>van</strong> de effectiviteit <strong>van</strong><br />

tegemoetkomingen aan personen met een handicap.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: LUCAS en CESO onderzoeken samen de relatie tussen armoede en handicap In opdracht <strong>van</strong> Federaal Wetenschapsbeleid bundelen<br />

LUCAS en CESO, het Centrum voor sociologisch onderzoek <strong>van</strong> de K.U.Leuven, de krachten om derelatie tussen armoede en handicap in België<br />

te onderzoeken. Het project loopt <strong>van</strong> 1 december 2009 tot 30 november 2010 en omvat 2 doelstellingen:1. de analyse <strong>van</strong> het socio-economische<br />

profiel <strong>van</strong> personen met een arbeidshandicap, 2. de evaluatie <strong>van</strong> de effectiviteit <strong>van</strong> de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De<br />

analyse <strong>van</strong> de socio-economische situatie gebeurt aan de hand <strong>van</strong> dedata <strong>van</strong> het Datawarehouse Arbeidsmarkt en wordt uitgevoerd door de<br />

onderzoeksequipe <strong>van</strong> CESO onder leiding <strong>van</strong> Prof. Jos Berghman. Het vertrekpunt vormt een ruime definitie <strong>van</strong> (arbeids)handicap. De tweede<br />

vraag wordt beantwoord door een grootschalige survey bij de gerechtigden op een tegemoetkoming voor personen met een handicap. Hierin gaat<br />

er zowel aandacht naar hun financiële situatie<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

• Jozef Berghman<br />

Haptische ontwerpparameters a.d.h.v. belevingswaarden <strong>van</strong> mensen met congenitale blindheid<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds wil het onderzoek een bijdrage leveren tot de realisatie <strong>van</strong> Universal<br />

Designing(Design for All/Ontwerpen voor Iedereen), door het definiëren <strong>van</strong> niet-visuele, haptische ontwerpparameters voor circulatieruimtes in<br />

woonomgevingen.Anderzijds wordt het hedendaagse architectuurdiscours kritisch in vraaggesteld en wordt gezocht naar ontwerpparameters met<br />

het oog op een meermulti-sensoriële architectuurbeleving.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Biologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ann Heylighen<br />

Harmonisatie <strong>van</strong> de vennootschapsbelasting in Europa. Effect <strong>van</strong> een gemeenschappelijke geconsolideerde<br />

heffingsgrondslag (CCCTB) op de financiële rapportering en belastingdruk in België<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bedrijfsmanagement Mercator<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Accountancy en Fiscaliteit<br />

• Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Verhoeye<br />

• Carine Coppens<br />

Harnessing collective intelligence in order to make e-learning environments adaptive.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Wetenschappen Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Erik Duval<br />

• Piet Desmet<br />

Harnessing collective intelligence in order to make e-learning environments adaptive: the psychometric perspective.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit 4 jaar durende doctoraatsproject maakt deel uit <strong>van</strong> een interdisciplinaire studie bedoeld om Web 2.0 principes toe te passen in<br />

elektronische leeromgevingen. Meer specifiek is het de bedoeling <strong>van</strong> het project omte exploreren op welke manier elektronische leeromgevingen<br />

kunnen adaptief gemaakt worden op basis <strong>van</strong> wat kan geleerd worden <strong>van</strong> de 'collectieve intelligentie' die wordt gegenereerd door de gebruikers<br />

<strong>van</strong> de omgeving, dit is het geheel <strong>van</strong> de gegevens die via tracking en logging wordenopgebouwd en die ons leren hoe gebruikers omgaan met de<br />

inhoud.Het doctoraatsonderzoek focust hierbij op het psychometrisch en data-analytische perspectief. De uitdagingen hierbij zijn drievoudig: in<br />

welke mate kunnen we adaptiviteit in het aanbieden <strong>van</strong> leertaken inbouwen, rekening houdend met de voortdurend evoluerende leerprofielen?<br />

Hoe kunnen we innovatieve itemtypes inbouwen in deze adaptieve leeromgevingen? Kunnen we de efficiëntie <strong>van</strong> de adaptiviteit via in vivo<br />

experimenten nagaan?<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Van Den Noortgate<br />

• Piet Desmet<br />

HAVANA-project: IUC Cross-Cutting Initiative: Training for use of ICT in Education (Organisatie <strong>van</strong> een training omtrent<br />

gebruik <strong>van</strong> ICT in het onderwijs aan de Universidad Central Marta Abreu de Las Villas (CUBA) ikv VLIR-jaarprogramma<br />

voor institutio...<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: ICT Onderwijs<br />

Organisaties:<br />

• Educatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• GEORGES EISENDRATH


Havenconcurrentie en hinterlandcongestie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit project wordt de interactie bestudeerd tussen, enerzijds, de concurrentie tussen haven en, anderzijds, congestieproblemen in het<br />

hinterland. We construeren een theoretisch kader om na te gaan hoe hinterlandcongestie en het congestiebeleid <strong>van</strong> de lokale overheid de prijs- en<br />

kwaliteitsconcurrentie tussen havens beïnvloedt. Verder analyseren we de effecten <strong>van</strong> congestie en het prijsbeleid <strong>van</strong> de havens voor een<br />

optimaal congestiebeleid op het hinterland. Tenslotte leiden we resultaten af over een optimaal investeringsbeleid dat rekenening houdt met de<br />

interactie tussen havenconcurrentie en hinterlandcongestie. De theorie wordt geïllustreerd met numerieke simulaties.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Borger<br />

Healthcare logistics/operations management<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Recently the service sector is becoming more and more important. Industrial engineering techniques need to be adapted or extended to<br />

be useful here. The research proposed here is on industrial engineering in the healthcare sector; more specifically in a hospital environment.<br />

Several topics are possible. This research will be conducted in cooperation with UZLeuven.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer<br />

Onderzoekers:<br />

• Liliane Pintelon<br />

HEALTHYLIFE EXP: Onderzoek naar een indicator inzake de gezondheidsverwachting zonder activiteitsbeperking.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project wil de bruikbaarheid <strong>van</strong> enquëtes en <strong>van</strong> administratieve databanken evalueren als alternatieve gegevensbronnen voor de<br />

volkstelling ikv het berekenen <strong>van</strong> de levensverwachting zonder beperkingen volgens opleidingsniveau.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• PATRICK DEBOOSERE<br />

Hebben automatische processen en cognities een clausule invloed op klinische- en gezondheidsgerelateerd gedrag?<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Verscheidene theorieën stellen dat automatische processen en cognities een clausule invloed hebben op gedrag. Vrijwel alle bestaande<br />

evidentie is echter <strong>van</strong> differentiële of correlationele aard. Vrijwel alle bestaande evidentie is echter <strong>van</strong> differentiële of correlationele aard. Het doel<br />

<strong>van</strong> dit project is om de causale rol <strong>van</strong> deze automatische processen en cognities te onderzoeken met behulp <strong>van</strong> predictie- en manipulatiestudies.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Crombez<br />

• Jan De Houwer<br />

Hebben we cognitie nodig voor de controle <strong>van</strong> rechtop staan en spierkracht? Effecten <strong>van</strong> leeftijd en neurale<br />

correlaten.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Evidentie voor de flexibiliteit die oudere volwassenen vertonen in de toewijzing <strong>van</strong> hun reserves, werd geleverd door eerdere studies die<br />

toonden dat ouderen hun cognitive reserves aanspreken wanneer hun evenwicht erg onstabiel wordt. Hierdoor beschermen ze hun<br />

evenwichtscontrole, waardoor mogelijke valongelukken vermeden worden. Hoewel we veranderingen in posturale stabiliteit ten gevolge <strong>van</strong><br />

cognitieve inbreng hebben geïndentificeerd, is er weinig geweten over de aard <strong>van</strong> deze veranderingen en despecifieke verschillen tussen jongere<br />

en oudere volwassenen. Het doel <strong>van</strong> dit project is het identificeren <strong>van</strong> de specifieke aard <strong>van</strong> veranderingen in evenwichtscontrole ten gevolge<br />

<strong>van</strong> veroudering en cognitieve inbreng. Een belangrijk aspect <strong>van</strong> veroudering is de flexibiliteit in toewijzing <strong>van</strong> reserves in het gelijktijdig uitvoeren<br />

<strong>van</strong> twee taken, en of dit specifiek is voor evenwicht (omwille <strong>van</strong> zijn ecologische validiteit)dan wel uitbreidt naar andere motorische taken zoals<br />

krachtencontr<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ralf Krampe<br />

• Michail Doumas<br />

Heeft een step op de maan wielen? Semantische activatie bij het lezen <strong>van</strong> interlinguale homografen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Nederlands-Engelse bilingualen worden in Engelstalige experimenten getest om te onderzoeken in hoeverre zij hun kennis <strong>van</strong> het<br />

Nederlands onderdrukken terwijl zij Engels lezen. De kritische stimuli zijn Nederlands-Engelse homografen (b.v. dat in het Engels 'trede'<br />

betekent) die in een semantisch priming paradigma aangeboden worden om te toetsen of hun Nederlandse betekenis automatisch geactiveerd<br />

wordt. De homografen worden als losse woorden en in volledige zinnen aangeboden om het effect <strong>van</strong> zinscontext op lexicale verwerking te<br />

bestuderen, met primes die of visueel of auditief aangeboden worden. Controle-experimenten worden met monolinguale Engelse proefpersonen<br />

uitgevoerd.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Heike Martensen<br />

Hefboom voor toegang tot micro-ondernemingsdata.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het hefboomproject onderzoekt de mogelijkheid om in België een Kennisplatform voor een Datawarehouse Ondernemingen te creëren.<br />

Dit nationaal dataplatform heeft tot doel de kwaliteit, de toegang en het gebruik <strong>van</strong> microdata op ondernemingsniveau te verbeteren voor zowel<br />

beleidsgericht als academisch onderzoek. Het Kennisplatform bestaat uit drie pijlers: experten, wetenschappelijke instrumenten en methoden en


veilige settings. Ten eerste is het een samenwerkingsverband tussen officiële dataleveranciers en gebruikers uit beleids- en academische<br />

onderzoeksdepartementen. Het doel <strong>van</strong> deze samenwerking is om vraag en aanbod <strong>van</strong> ondernemingsdataop elkaar af te stemmen, en om de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> bestaande data en methoden te verbeteren. Ten tweede ondersteunt het Kennisplatform de creatie <strong>van</strong> een Datawarehouse<br />

Ondernemingen: een relationele databank die wordt ondeerbouwd door actuele statistische instrumenten en methoden voor de integratie en<br />

ontsluiting <strong>van</strong> microdata. Ten derde wordt de fysieke<br />

Organisaties:<br />

• HIVA-OG Arbeidsmarkt<br />

Onderzoekers:<br />

• Monique Ramioul<br />

• Ludovicus Struyven<br />

• Johannes Van Biesebroeck<br />

Helping employees understand the organization: the integrative function and effectiveness of employee strategic<br />

awareness.<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: The alignment of employees with organizational aspects like organizational strategy and goals/objectives has proven to be beneficial for<br />

organizational performance. A shared mindset/vision ensures that employees see the bigger picture and know what actions to pose to contribute to<br />

organizational success. Although there are many relating concepts, research about employee strategic awareness (or alignment) is still limited. Our<br />

research focuses on the integrative function and effectiveness of employee strategic awareness.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Management en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Sebastian Desmidt<br />

• Annelies De Vuyst<br />

Herbronning en schrijven <strong>van</strong> een boek over "Sport en Economie".<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het voorbije decennium heeft het onderzoek zich vooral geconcentreerd op de economie <strong>van</strong> de sportsector. De professionele<br />

sportwereld is de laatste decennia uitgegroeid tot een volwaardige economische sector, waar ook de toepassing <strong>van</strong> de economische theorie veel<br />

kan bijdragen tot de optimalisering <strong>van</strong> de gang <strong>van</strong> zaken. De sportsector leent zich goed voor interessante economische toepassingen. Als<br />

relatief jong domein <strong>van</strong> de economische wetenschap ( de eerste wetenschappelijke publicatie dateert <strong>van</strong> 1956, Simon Rottenburg, Journal of<br />

Political Economy) is hier inderdaad nog veel creatief en baanbekend werk te verrichten. De resultaten <strong>van</strong> dit onderzoek hebben ook al geleid tot<br />

revolutionaire verschuivingen en aanpassingen in de regelgeving <strong>van</strong> overheid en sportfederaties. Na vele drukke jaren <strong>van</strong> publiceren, doceren,<br />

congressen en vergaderen, groeit de nood aan herbronning enerzijds, en aan het structureren en neerschrijven <strong>van</strong> de verworven inzichten in een<br />

boek, anderzijds. De literatuur over sport en economie zit duidelijk in de lift, en de drukke onderwijs-, begeleidings- en administratieve taken staan<br />

het stelselmatig bijhouden <strong>van</strong> de nieuwe ontwikkelingen enigszins in de weg, evenals het schrijven <strong>van</strong> een boek. Een 'sabbatical leave' biedt de<br />

kans om beide doelstellingen te realiseren.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Stephanus Kesenne<br />

Herkenning en expressie <strong>van</strong> emoties door kinderen <strong>van</strong> lagere scholleeftijd in het kader <strong>van</strong> het FACE programma.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Achtergrond bij deze aanvraag: Huidige aanvraag dient ter ondersteuning <strong>van</strong> het doctoraatsonderzoek <strong>van</strong> Stefaan Baert, duur 2007-<br />

2010, School-aged children's recognition and expression of emotions through the human Figure Drawing.Dit doctoraat kadert binnen het<br />

fundamentele onderzoeksluik <strong>van</strong> het FACE programma (Faciliteren <strong>van</strong> de afstemming <strong>van</strong> cognities en emoties) ter preventie en interventie <strong>van</strong><br />

gedrags- en emotionele problemen bij kinderen. Conceptueel kader:Adequate herkenning en expressie <strong>van</strong> gevoelens is een fundamenteel proces<br />

in de kindontwikkeling. Dit proces ligt nota bene aan de grondslag <strong>van</strong> empathische vaardigheden, essentieel voor de sociale, emotionele en<br />

persoonsontwikkeling <strong>van</strong> het kind. Actueel neuropsychologisch en ontwikkelingsonderzoek toont aan dat het een complex proces betreft, dat een<br />

adequate afstemming vergt tussen de emotionele, limbisch gestuurde en hogere hersenfuncties met inbegrip <strong>van</strong> prefrontale cognitieve processen.<br />

Deze recente wetenschappelijke inzichten openden een fundamentele onderzoekslijn in volle ontwikkeling op internationaal vlak. Onderzoeksdoel<br />

en methode: Het FACE onderzoeksluik is geconcipieerd <strong>van</strong>uit dit inzicht dat verstoringen in de cognitief-emotionele afstemming bij kinderen een<br />

essentiële rol vervullen in het ontstaan en/of instandhouden <strong>van</strong> gedrags-en emotionele problemen. Het huidige onderzoek beoogt condities te<br />

identificeren waarin al dan niet verstoring optreedt <strong>van</strong> het emotionele herkennings- en expressie proces en de praktijkimplicaties hier<strong>van</strong>. Qua<br />

methode, wordt dit proces bij zes- tot negenjarige kinderen specifiek getoetst via ontwikkelingsadequate expressiettechnieken in een reeks<br />

gestandaardiseerde proefsituaties, tijdens een eerste valideringsfase in schoolcontext, gevolgd door een tweede onderzoeksfase in klinisch milieu.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• SMADAR WESTREICH<br />

Herkenning <strong>van</strong> complexe semantische concepten in video.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Eenvoudige, factuele informatie (zoals de namen <strong>van</strong> bepaalde entiteitenof de relaties die er tussen hen gelden) kan geïdentificeerd<br />

worden metbehulp <strong>van</strong> eenvoudige detectoren die ofwel op tekst ofwel op video werken. Als we echter op beide modale types tegelijkertijd werken,<br />

kunnen werobuustere detectoren bouwen. Er zijn verschillende voorbeelden denkbaar waarbij tekst de herkenning binnen beelden kan verbeteren,<br />

en vice versa. Het herkennen <strong>van</strong> complexe semantische concepten in tekst of beeld is een moeilijke taak. Beeldherkenning is beter geschikt<br />

wanneer het te herkennen object opgebouwd is uit afzonderlijke onderdelen, terwijl tekstherkenning beter individuele factuele informatie kan<br />

detecteren. Het herkennen <strong>van</strong> complexe concepten is de basis voor een beter begrip <strong>van</strong> de semantische inhoud en betekenis <strong>van</strong> een video is.<br />

Het doel <strong>van</strong> dit doctoraatsonderzoek is het extraheren <strong>van</strong> complexe semantische gebeurtenissen uit video met behulp <strong>van</strong> statistische Machine<br />

Learning- en inferenti<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Van Gool<br />

• Marie-Francine Moens


Herman Bavinck as a philospher of education<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Depaepe<br />

Her paradoxale samengaan <strong>van</strong> overalgemeen geheugen en intrusies: een onderzoek naar de rol <strong>van</strong> ruminatie en<br />

cognitieve inhibitie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Studies hebben aangetoond dat depressieve personen, wanneer hun gevraagd wordt om specifieke herinneringen op te roepen, eerder<br />

algemene herinneringen genereren (overalgemeen geheugen, OAG). Een andere onderzoekslijn geeft dan weer aan dat ze vaak te kampen<br />

hebben met net heel specifieke (spontane) herinneringen (intrusies). Tot op heden is het onduidelijk hoe deze opmerkelijke paradox begrepen kan<br />

worden. Hoe komt het dat individuen die moeite hebben om specifieke herinneringen op te halen vaak,spontaan, net wel heel specifieke, intrusieve<br />

herinneringen ervaren? Het project heeft het uitklaren <strong>van</strong> deze paradox tot doel. In een eerste luik toetsen we de hypothese dat ruminatie als<br />

gemeenschappelijk onderliggend mechanisme leidt tot zowel OAG als intrusies. In een tweede, verdiepend luik gaan we na hoe het precies komt<br />

dat ruminatie zorgt voor die toename in OAG en intrusies, en richten ons daarbij op cognitieve inhibitie. Het uitklaren <strong>van</strong> de hier centrale paradox is<br />

niet alleen bela<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Raes<br />

• Jorien Smets<br />

Hersamengestelde gezinnen: voorbeelden <strong>van</strong> een nieuwe arbeidsorganisatie?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project analyseert de arbeidsverdeling binnen Vlaamse hersamengestelde gezinnen. Het gaat na of de ervaring <strong>van</strong> een<br />

echtscheiding leidt tot een verandering in de tijdsbesteding <strong>van</strong> de betrokken partners. Enkele centrale onderzoeksvragen zijn: Stijgt de<br />

arbeidsparticipatie? Brengt co-ouderschap een betere gender-balans en meer vrije tijd? Groeit de rol <strong>van</strong> derden in de zorg voor de kinderen<br />

(formele en informele zorgvoorzieningen)?<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris Ghysels<br />

Herstelbemiddeling en alternatieve sanctionering in het Gerechtelijk Arondissement Brussel<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De wijze <strong>van</strong> gerechtelijke reactie t.a.v. jeugddelinquentie staat de laatste jaren volop ter discussie. De wet betreffende de<br />

jeugdbescherming voorziet de mogelijkheid het behoud <strong>van</strong> de minderjarige, die een als misdrijf gekwalificeerd feit heeft gepleegd, in zijn milieu<br />

afhankelijk te stellen <strong>van</strong> een prestatie <strong>van</strong> opvoedkundige en filantropische aard, in verhouding tot zijn leeftijd en middelen. Deze prestatie wordt in<br />

de wandelgangen ook alternatieve sanctie genoemd. Voor nederlandstalige jongeren in Brussel werd met dit doel BAS! opgericht, een<br />

begeleidingsdienst voor deze prestaties. Het is dan ook noodzakelijk dit project wetenschappelijk op te volgen, een evaluatie na de uitvoering <strong>van</strong><br />

de prestaties op te maken, alsook het nut <strong>van</strong> deze prestaties aan voortdurend kritisch onderzoek te onderwerpen. Deze versmelting <strong>van</strong><br />

theoretisch wetenschappelijke studie en opgedane praktijkervaring kan zodoende leiden tot een evaluatie <strong>van</strong> de begeleidingsdienten waar nodig<br />

tot een bijsturing.<br />

Organisaties:<br />

• Criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• CHRISTIAN ELIAERTS<br />

Herstel en kwaliteit <strong>van</strong> leven <strong>van</strong> heroïneverslaafden na onderhoudsbehandeling met nematoden<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: De huidige kwaliteit <strong>van</strong> leven <strong>van</strong> 200 heroïneverslaafden die 5 à 10 jaar geleden een methadon-onderhoudsbehandeling zijn gestart, zal<br />

worden nagegaan via de QOL.Q en de WHOQOL-100. Tevens zal adhv de EuropASI (ernst <strong>van</strong> verslaving en geassocieerde problemen) en de<br />

MINI (psychopathologie) worden onderzocht in hoeverre herstel (&apos;recovery&apos;), dan wel chroniciteit is opgetreden en welke factoren<br />

hierbij een rol spelen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Eric Broekaert<br />

-Herstelgerichte afhandelingen <strong>van</strong> delicten gepleegd door minderjarigen. -Invulling hersteldiensten en<br />

gemeenschapsdiensten (2de fase)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De Vlaamse overheid ondersteunt thans een twaalftal diensten die zich profileren als 'herstelgerichte initiatieven' in de alternatieve<br />

afhandeling <strong>van</strong> minderjarige daders <strong>van</strong> misdrijven. Het gaat hierbij in essentie om 3 werkvormen: bemiddeling of vereffening,<br />

gemeenschapsdiensten en leerprojecten. Op het beleidsniveau wordt de nood acuut aan meer systematisch zicht op deze (nieuwe) sector, die tot<br />

nu toe een relatief ongeplande uitbreiding heeft gekend. Dit interuniversitair onderzoek gaat in op deze beleidsvraag.<br />

De leidende onderzoeksvragen kunnen op vier niveaus gesitueerd worden:<br />

- Theoretisch conceptueel: het opstellen <strong>van</strong> een concept inzake herstelrecht op basis <strong>van</strong> binnen- en buitenlandse literatuur en seminaries<br />

- Descriptief sociaal-wetenschappelijk: een overzicht bieden <strong>van</strong> de het concreet verloop <strong>van</strong> herstelgerichte praktijken met voor zover mogelijk een<br />

evaluerend luik waarin de gepoogd wordt de meerwaarde <strong>van</strong> de herstelgerichte werkvormen duidelijk te stellen<br />

- Juridisch: het onderzoeken <strong>van</strong> het juridisch statuut (o.a. rechtswaarborgen, rechtsgelijkheid) aan de hand <strong>van</strong> documentstudie en juridische<br />

seminaries<br />

- Institutioneel-administratief: studie naar de wijze waarop diensten afzonderlijk moeten worden geïnstitutionaliseerd en de opstelling <strong>van</strong> een<br />

overleg- en stuurplatvorm op het niveau tussen de diensten en het beleid<br />

Binnen deze interuniversitaire samenwerking werd een taakverdeling voorop gesteld naar werkvorm. Het VUB-team onderzoekt m.n. de<br />

leerprojecten.


Organisaties:<br />

• Criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• CHRISTIAN ELIAERTS<br />

• JENNEKE CHRISTIAENS<br />

Herstelgerichte detentie: nieuwe hoop of oude leugen?<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De afgelopen jaren is een proces aan de gang gericht op het herstelrechtelijk herdenken <strong>van</strong> de vrijheidsberovende sanctie. De evolutie<br />

naar een "herstelgerichte detentie" maakt deel uit <strong>van</strong> een brede beweging in en rond de strafrechtsbedeling, bekend als "restorative justice" of<br />

"herstelrecht". Dit staat voor een nieuwe benadering <strong>van</strong> de reactie op criminaliteit, die,in tegenstelling tot vroegere opvattingen waar het<br />

hoofdaccent lag op retributie of rehabilitatie, veel aandacht schenkt aan de noden <strong>van</strong> het slachtoffer en waarbij men diverse vormen <strong>van</strong><br />

responsabilisering <strong>van</strong> de respectievelijke betrokkenen nastreeft. Het nieuwe denkmodel <strong>van</strong> herstelrecht kan omschreven worden als "a process<br />

whereby parties with a stake in a specific offence resolve collectively how to deal with the aftermath of the offence and its complications for the<br />

future" (Marshall, 1999). Het herstelrecht tracht een evenwicht te vinden tussen de belangen <strong>van</strong> het slachtoffer en de samenleving en de nood<br />

aan reïntegratie <strong>van</strong> de dader (Aertsen, 1997). Het ontstaan <strong>van</strong> een herstelrechtelijke benadering in de uitvoering <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>genisstraf in België<br />

kan geplaatst worden tegen de achtergrond <strong>van</strong> bredere maatschappelijke ontwikkelingen De strafrechtsbedeling wordt meer interactionistisch <strong>van</strong><br />

aard met momenten <strong>van</strong> participatie of onderhandeling met de rechtssubjecten (Tulkens & Vandekerkhove, 1996; Beyens & Raes, 2005; Raes,<br />

2006). Tegelijk is er een toenemende solidariteit met en wettelijke verankering <strong>van</strong> de slachtofferpositie in de verschillende fasen <strong>van</strong> de<br />

strafrechtsbedeling (wet 1994 op bemiddeling in strafzaken, wet Franchimont 1998, wet 22 juni 2005 op de bemiddeling). Dit heeft mede te maken<br />

met de vertrouwenscrisis in Justitie <strong>van</strong> de laatste jaren. Vanaf de jaren negentig worden criminaliteit en onveiligheid een belangrijk<br />

maatschappelijk en politiek thema. Dit leidt tot een instrumenteel strafrechtsbeleid gericht op snelle, zichtbare politieke beslissingen. De<br />

toenemende aandacht voor slachtoffers is hier een onderdeel <strong>van</strong> (Mary, 1997; Gutwirth en De Hert, 2002; Snacken, 2001, 2007). Daarnaast wordt<br />

ook nadruk gelegd op een betere beheersing <strong>van</strong> risico's en risicogroepen en een grotere effectiviteit en efficiëntie in de bestraffing, het zgn<br />

actuarialism (Feeley & Simon, 1994) en managerialism (Bottoms,,1995). Deze verschillende tendensen zijn ook zichtbaar binnen de strafuitvoering.<br />

Na de maatschappelijke schok veroorzaakt door de zaak Dutroux in 1996 worden meer punitieve maatregelen getroffen (bv. verstrenging <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheden tot voorwaardelijke invrijheidstelling <strong>van</strong> gedetineerden, wetten 5 en 18 maart 1998), worden massaal psychologen aangesteld in de<br />

ge<strong>van</strong>genissen met het oog op een efficiëntere risicotaxatie voor recidive (<strong>van</strong>af 1998), en worden herstelconsulenten aangesteld in alle<br />

ge<strong>van</strong>genissen om op een structurele wijze de slachtofferdimensie binnen de ge<strong>van</strong>geniscontext te introduceren (<strong>2000</strong>). Recent is herstel, naast<br />

beperking <strong>van</strong> de detentieschade en voorbereiding <strong>van</strong> de reïntegratie, wettelijk als één <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong> de vrijheidsberovende straf<br />

erkend (Basiswet Ge<strong>van</strong>geniswezen en Rechtspositie <strong>van</strong> Gedetineerden, 12 januari 2005; wet <strong>van</strong> 17 mei 2006 betreffende de externe<br />

rechtspositie <strong>van</strong> gedetineerden; wet <strong>van</strong> 17 mei 2006 tot oprichting <strong>van</strong> strafuitvoeringsrechtbanken).<br />

Waar het herstelrecht binnen de criminologische theorievorming in belangrijke mate gegroeid is als antwoord op de tekortkomingen <strong>van</strong> en als<br />

alternatief voor het geldende retributieve/rehabilitatieve strafrecht, het de negatieve effecten <strong>van</strong> de vrijheidsberovende straf erkent en een meer<br />

humane en probleemoplossende aanpak naar voren wil schuiven (Zehr, 1990), doet de invoering <strong>van</strong> een slachtoffer- en hersteldimensie binnen de<br />

ge<strong>van</strong>geniscontext echter fundamentele vragen rijzen.<br />

Vanaf de jaren 1950-1960 wijzen sociologische studies <strong>van</strong> ge<strong>van</strong>genissen als microsociale structuur op de totalitaire en autoritaire kenmerken<br />

er<strong>van</strong> (Goffman, 1961). Gedetineerden worden onderworpen aan een machtssysteem, waarin zij via mortificatieprocessen hun identiteit als individu<br />

moeten inruilen voor een collectief stigma als gedetineerde, die volledig ondergeschikt gemaakt wordt aan de belangen <strong>van</strong> het instituut. Deze<br />

deprivaties leiden op hun beurt tot weerstand, die individueel of collectief kan zijn, en de vorm kan aannemen <strong>van</strong> een eigen deviante subcultuur<br />

(Sykes, 1958). In Surveiller et punir laat Foucault (1975) zien dat de ge<strong>van</strong>genis, als niet openbare, oncontroleerbare, dure, onnuttige, uitsluitende<br />

en criminogene instelling, dysfunctioneel te noemen is t.a.v. de in de strafrechtstheorie vooropgestelde doelen. De ge<strong>van</strong>genis ligt niet in het<br />

verlengde <strong>van</strong> een groot humaniserend Verlichtingsdiscours, maar <strong>van</strong> strategieën <strong>van</strong> disciplinering en normalisering ("disciplinaire<br />

machtspraktijken") die op micro-vlak aan het werk zijn in de sjablonen <strong>van</strong> familie, school, leger, ziekenhuis en werkplek. Steeds wordt in die<br />

settings het verschil tussen normaal en abnormaal zichtbaar gemaakt tegen de achtergrond <strong>van</strong> een norm die ontstaat zonder referentie naar de<br />

individuen zelf. Foucault spreekt in dat verband <strong>van</strong> een panoptische machtsuitoefening: iedereen is steeds zichtbaar en vergelijkbaar, net zoals in<br />

het panoptisch gebouw <strong>van</strong> Bentham, waar<strong>van</strong> het archetype de ge<strong>van</strong>genis is. Dat de kritiek op de ge<strong>van</strong>genis al even oud is als de instelling zelf<br />

hoeft bijgevolg niet te verwonderen: deze laatste wortelt zich in praktijken die geenszins humanistisch of bevrijdend zijn, maar normalisering en<br />

'dressuur' beogen (Gutwirth, 1993). Maar Foucault erkent ook dat in de microfysica <strong>van</strong> de machtsrelaties er mogelijkheden blijven tot voortdurende<br />

weerstanden <strong>van</strong>wege de gedetineerden (Foucault 1984).<br />

Ofschoon de analyse <strong>van</strong> Foucault in Surveiller et Punir zich toespitste op het Verlichtingsdiscours en de ge<strong>van</strong>genis <strong>van</strong> de 19e eeuw, kan<br />

eenzelfde vraag gesteld worden betreffende het recentere herstelgerichte discours en de ge<strong>van</strong>genis <strong>van</strong> de 21e eeuw. Eerste onderzoeksvraag: in<br />

dit onderzoek wensen we derhalve in te gaan op de wijze waarop de 'herstelgerichte detentie' zich articuleert op de door Foucault geduide<br />

tweespalt tussen enerzijds het klassieke discours <strong>van</strong> rehabilitatie en preventie en anderzijds de praktijk <strong>van</strong> disciplinering en normalisering. Wat<br />

brengt restorative justice teweeg in de ge<strong>van</strong>genis ? Ligt de introductie <strong>van</strong> herstelgerichte praktijken in de context <strong>van</strong> detentie in het verlengde<br />

<strong>van</strong> een rehabilitatief perspectief (empowerment), of gaat het hier om verfijnde (perverse) disciplinering ?<br />

Om deze vragen te beantwoorden moeten de analyses <strong>van</strong> Foucault echter worden doorgetrokken tot op het heden, zoals de 'late Foucault' met<br />

zijn aandacht voor 'governmentality' ook zelf ondernam, maar zonder toespitsing op de kwestie <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>genis (Foucault, 1997). In vele<br />

westerse landen is men de laatste jaren geëvolueerd naar een zgn "post-autoritaire" ge<strong>van</strong>genis, waarin erkend wordt dat gedetineerden sociale<br />

actoren blijven die reflecteren over hun situatie en hier strategisch op reageren (Giddens, 1984; Snacken, 1990; Debuyst, 1990; Sparks a.o. 1996).<br />

Dit betekent dat de doelen <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>genis (zoals herstel) slechts kunnen bereikt worden via een "dialectiek <strong>van</strong> controle", waarin de<br />

microrelaties tussen personeel en gedetineerden <strong>van</strong> fundamenteel belang zijn voor de legitimiteit <strong>van</strong> het instituut (Giddens, 1984:156; Sparks a.o.<br />

1996:35). Daarnaast is er echter ook recent onderzoek dat aantoont dat ge<strong>van</strong>genissen nog steeds zeer destructieve en schadelijke situaties en<br />

structuren (kunnen) teweeg brengen, die ernstige psychologische en sociale consequenties hebben voor de gedetineerden (Haney, 2005; Irwin &<br />

Owen, 2005). Dit lijkt dan weer in tegenstrijd met de doelstelling <strong>van</strong> "zelfherstel" <strong>van</strong> de dader in het herstelrecht (Hagemann, 2003; Van Ness,<br />

2007). In België hebben we via eigen empirisch onderzoek kunnen vaststellen dat er belangrijke verschillen in gradaties <strong>van</strong> autoritarisme en<br />

totalitaire kenmerken bestaan tussen ge<strong>van</strong>genissen, waarin zowel structurele (grootte <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>genis, personeelskader, regime) als culturele<br />

aspecten (beroepscultuur bewaarders, organisatiecultuur directie, (sub)cultuur <strong>van</strong> gedetineerden) een rol spelen (Snacken e.a. 2001; Snacken<br />

2005). Ook deze culturele aspecten, zowel bij personeel als bij gedetineerden, krijgen in de recente penologische literatuur terug meer aandacht<br />

(Liebling, 2004; Crewe, 2005). Tweede onderzoeksvraag: welke plaats krijgt herstel in de structuur en de cultuur <strong>van</strong> verschillende ge<strong>van</strong>genissen<br />

en ge<strong>van</strong>genispopulaties in België in vergelijking met andere doelstellingen en effecten (orde en veiligheid, reïntegratie, beperking detentieschade,<br />

beheersing risico's)?<br />

Organisaties:<br />

• Criminologie<br />

• Metajuridica<br />

Onderzoekers:<br />

• Nathalie TRUSSART<br />

• Bart CLAES<br />

• SERGE GUTWIRTH<br />

• SONJA SNACKEN


Herstelrecht achter de tralies. Een onderzoek naar de toepasbaarheid <strong>van</strong> herstelrecht in ge<strong>van</strong>geniscontexten<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het onderzoek analyseert in welke mate herstelrechtelijke benaderingen mogelijk en toepasbaar zijn in een ge<strong>van</strong>ginssetting door de<br />

bestaande toepassing er<strong>van</strong> in België en het Verenigd Koninkrijk te bestuderen, alsook de mogelijkheden tot uitbreiding er<strong>van</strong>.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Vander Beken<br />

Hervorming Rekenhoven naar doelmatigheidsaudit: toetsen <strong>van</strong> institutioneel kader<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Deze studie odnerzoekt in welke mate doelmatigheidsaudit door Rekenhoven werd geïmplementeerd onder invloed <strong>van</strong> het bedrijfsmatige<br />

New Public Management. In het tweede deel wordt de mate <strong>van</strong> implementatie verklaard <strong>van</strong>uit een institutionele wetenschappelijke hoek waarbij<br />

institutionele factoren zoals het streven naar legitimering, de invloed <strong>van</strong> the toepassen <strong>van</strong> regels en de mate <strong>van</strong> sanctionering onderzocht wordt.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Christiaens<br />

Het aanbod <strong>van</strong> doping : verkenning <strong>van</strong> de markt en inschatting <strong>van</strong> de impact <strong>van</strong> antidoping beleid in het Belgische en<br />

Franse wielrennen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Leuvens Instituut vr Criminologie (LINC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Letizia Paoli<br />

Het aanleveren <strong>van</strong> een geheel aan indicatoren, dat een wetenschappelijk gefundeerd beeld geeft <strong>van</strong> de armoedesituatie<br />

en -bestrijding Vlaanderen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het aanleveren <strong>van</strong> een geheel aan indicatoren, dat een wetenschappelijk gefundeerd beeld geeft <strong>van</strong> de armoedesituatie en -bestrijding<br />

Vlaanderen.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Goossens<br />

Het aanpakken <strong>van</strong> de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het aanpakken <strong>van</strong> de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ive Marx<br />

• Ninke Mussche<br />

• Veerle De Maesschalck<br />

• Vincent Corluy<br />

Het acquis communautaire <strong>van</strong> de Europese Unie. Een kritische retrospectieve en prospectieve analyse <strong>van</strong> de constitutie<br />

<strong>van</strong> de Europese Unie en haar evolutie <strong>van</strong> uniformiteit naar flexibiliteit.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: 'De volledige handhaving en de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> het acquis communautaire' is, volgens Artikel 2 <strong>van</strong> het Verdrag betreffende de<br />

Europese Unie (hierna: 'VEU'), één <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong> de EU. Het acquis communautaire is derhalve een fundamenteel begrip en beginsel<br />

binnen de constitutionele rechtsorde <strong>van</strong> de EU. Doorheen de jaren zijn de verwijzingen naar het acquis communautaire dan ook ontelbaar<br />

geworden, zowel in het primair EU recht, de rechtspraak <strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> Justitie, als in andere officiële EU-documenten en de media. Het<br />

probleem is echter dat nimmer een omschrijving <strong>van</strong> het beginsel in het primair EU recht is ingeschreven. Dit doet ernstige vragen rijzen omtrent de<br />

juridische inhoud <strong>van</strong> het begrip en de politieke draagwijdte er<strong>van</strong>. Enerzijds wordt het aangewend door de gemeenschapsinstellingen, inclusief het<br />

Hof <strong>van</strong> Justitie, om de lidstaten op hun verdragsverplichtingen te wijzen. Anderzijds komt het voor in het kader <strong>van</strong> de uitbreiding <strong>van</strong> de EU (en de<br />

verplichting <strong>van</strong> de nieuwe kandidaat-lidstaten om het bestaande acquis over te nemen 'without jeopardy of the integrity of the acquis<br />

communautaire' (Resolutie <strong>van</strong> het Europees Parlement over de voorbereiding <strong>van</strong> de herziening <strong>van</strong> de Verdragen en de volgende<br />

Intergouvernmentele Conferentie, C5-0143/1999, 18 november 1999)).<br />

Meer recentelijk kan worden verwezen naar de bepalingen <strong>van</strong> het Verdrag <strong>van</strong> Amsterdam betreffende nauwere samenwerking. Deze bepalingen<br />

laten een beperkt aantal lidstaten toe om verder te gaan dan anderen, op voorwaarde dat dit 'geen afbreuk doet aan het acquis communautaire'<br />

(artikel 43 VEU). Traditioneel wordt nochtans gesteld dat het acquis institutionnel, volgens hetwelk alle lidstaten moeten deelnemen aan de<br />

besluitvorming, integraal deel uitmaakt <strong>van</strong> het acquis communautaire. Deze begripsverwarring - we kunnen zelfs spreken <strong>van</strong> flagrante<br />

tegenstrijdigheden - omtrent één der fundamentele beginselen <strong>van</strong> het EU recht leidt stilaan tot een zinledigheid er<strong>van</strong>. Het doel <strong>van</strong> het<br />

onderzoeksproject is dan ook om via een juridische analyse <strong>van</strong> de verschillende contexten waarin het beginsel acquis communautaire werd en<br />

wordt gebruikt te komen tot een (betere) begripsomschrijving <strong>van</strong> het acquis communautaire, en <strong>van</strong> daaruit tot een beter verstaan <strong>van</strong> de<br />

constitutionele rechtsorde <strong>van</strong> de EU, <strong>van</strong> haar verleden en <strong>van</strong> haar toekomst.<br />

Organisaties:<br />

• Internationaal en Europees recht<br />

Onderzoekers:<br />

• TONY JORIS<br />

• Pieter PAEPE<br />

• Ann Marie VYNCKE


Het ambtshalve aanvoeren <strong>van</strong> middelen door de Raad <strong>van</strong> State uitspraak doende over beroepen tot nietigverklaring <strong>van</strong><br />

administratieve rechtsverhandelingen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het annulatieberoep voor de Raad <strong>van</strong> State is uniek voor de jurisdictionele rechtsbescherming <strong>van</strong> de burger in België. De<br />

rechtsmiddelen welke in het kader <strong>van</strong> een dergelijk annulatieberoep kunnen worden opgeworpen zullen dan ook in een ruime mate specifiek zijn.<br />

Het project onderzoekt achtereenvolgens;1) het eigen karakter <strong>van</strong> het begrip 'middel' zoals vermeld in het procedurereglement <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong><br />

State, afdeling administratie en de in dat verband in aanmerking te nemen vormen <strong>van</strong> onwettigheid;2) de mogelijke classificaties <strong>van</strong><br />

onwettigheden en de relatie tussen de vorm <strong>van</strong> de onwettigheid en de draagwijdte <strong>van</strong> de nietigverklaring;3) de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> het middel in<br />

het licht <strong>van</strong> de specifiteit <strong>van</strong> de procedure;4) de bevoegdheid <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State om ambtshalve middelen op te werpen.<br />

Organisaties:<br />

• Onderwijseenheid Publiek Recht<br />

• Staats- en Bestuursrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• Kaat LEUS<br />

• MARNIX VAN DAMME<br />

Het analyseren <strong>van</strong> de voordelen en het beheer uitdagingen <strong>van</strong> de open innovatie <strong>van</strong>uit een HRM perspectief<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De onderzoeksraad heeft op 18 mei 2009 het eerste verblijf <strong>van</strong> 3 maanden <strong>van</strong> mevr. Wangfang Li goedgekeurd ten laste <strong>van</strong> het BOFprogramma<br />

'Korte Verblijven', en dit ter voorbereiding <strong>van</strong> een gezamenlijk doctoraat in de bedrijfseconomische wetenschappen, met als titel<br />

"Analyzing the benefits and management challenges of open innovation from a HRM perspective". De Onderzoeksraad besliste tevens dat de<br />

volgende verblijven <strong>van</strong> mevr. Li Wangfang ten laste <strong>van</strong> het BOF-programma 'Bilaterale Wetenschappelijke Samenwerking' genomen worden.<br />

Organisaties:<br />

• Strategie en Innovatiemanagement<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim VANHAVERBEKE<br />

Het artistieke als middel ter bestrijding <strong>van</strong> achterstellings-situaties: onderzoek naar de effectiviteit <strong>van</strong> het artistieke in<br />

vergelijking met andere sociaal-culturele middelen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Fundamenteel onderzoek naar het gebruik <strong>van</strong> artistieke middelen in de strijd tegen sociale achterstellingssituaties is voorm-lopig nog<br />

quasi onbestaande. Met dit onderzoekproject willen we dieper ingaan op twee beschrijvende studies die werden uitgevoerd en waarin men aan het<br />

gebruik <strong>van</strong> artistieke middelen een aantal specifieke sociale effecten toeschrijft. We willen onderzoeken in welke mate de beschreven effecten<br />

specifiek toe te schrijven zijn aan de artistieke middelen, in vergelijking met de effecten <strong>van</strong> meer algemene sociaal-culturele middelen. Hiervoor<br />

zulen we een pre-post assessment onderzoek uitvoeren bij drie groepen, één groep bestaande uit personen die deelnamen aan artistieke<br />

activiteiten, een tweede groep bestaande uit personen die deelnemen aan sociaal-culturele activiteiten en een derde controle gorpe met de<br />

personen die noch aan het ene noch aan het andere deelnemen. Bij deze drie groepen zal voor en nar participatie een individuele vragenlijst<br />

afgenomen worden


grenscontroles. Bovendien worden ze ook gepercipieerd als een bedreiging voor de stabiliteit <strong>van</strong> de lidstaten. De sociale constructie <strong>van</strong> asiel als<br />

een `probleem' veroorzaakt een sterke spanning met het traditionele humanitaire framework dat de basis vormt <strong>van</strong> de internationale<br />

vluchtelingenbescherming en lijkt te leiden tot de ontwikkeling <strong>van</strong> een restrictief Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid (GEAB), waar de nadruk<br />

wordt gelegd op het controleren en het beperken <strong>van</strong> migratie.<br />

In dit doctoraatsonderzoek wens ik de spanning tussen veiligheid en mensenrechten <strong>van</strong>uit een discourstheoretisch raamwerk, gebaseerd op de<br />

theorieën <strong>van</strong> o.a. Laclau & Mouffe, te onderzoeken. Aangezien discourstheorie geen uitgebreid systeem <strong>van</strong> methoden omvat, zal het werken aan<br />

onderzoeksstrategie en methodologie eveneens één <strong>van</strong> de uitdagingen zijn <strong>van</strong> dit onderzoek. De belangrijkste onderzoeksvraag kan als volgt<br />

worden omschreven: Domineert een veiligheidsdiscours momenteel de ontwikkeling <strong>van</strong> het GEAB en in hoeverre verklaart dit veiligheidsdiscours<br />

het restrictivisme in het GEAB? Om deze hypothese te testen dienen nog twee bijkomende vragen te worden beantwoord. Ten eerste hoe gaat dit<br />

proces <strong>van</strong> verveiliging in zijn werk, i.e. een onderzoek naar de constructie <strong>van</strong> een veiligheidsperspectief op de asielproblematiek. Ten tweede, wat<br />

zijn de implicaties <strong>van</strong> een veiligheidsdiscours met betrekking tot asiel, i.e wat voor beleid resulteert uit de constructie <strong>van</strong> asiel als een<br />

veiligheidsprobleem?<br />

Op basis <strong>van</strong> een discoursanalyse uitgevoerd op primaire bronnen (documenten <strong>van</strong> de JBZ-Raad <strong>van</strong> Ministers, Europese Commissie, Europees<br />

Parlement, interviews met EU-ambtenaren e.a.) en secundaire bronnen (mediaberichtgeving, NGO-rapporten') wens ik empirisch te bewijzen dat<br />

achter de creatie <strong>van</strong> een Europees Gemeenschappelijk Asielbeleid een veiligheidsdenken aanwezig is. Indien niet, dan moet deze hypothese die<br />

reeds meermaals is gepostuleerd, maar nooit empirisch bewezen, gefalsifieerd worden.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Bursens<br />

• Dominique Van Dijck<br />

Het audiovisuele werkveld in Vlaanderen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoek dient bouwstenen aan te brengen voor een te ontwikkelen masterplan voor een audiovisueel beleid, waarin de culturele,<br />

de maatschappelijke en de economisehe dimensie een samenhangend en evenwichtig geheel vormen. Daarbij mag de aandacht niet worden<br />

beperkt tot de audiovisuele sector in de enge zin <strong>van</strong> het woord, maar dient het geheel <strong>van</strong> actoren en activiteiten (inclusief het audiovisueel métier)<br />

op een transparante wijze in kaart en plan te worden betrokken Er dient eveneens rekening gehouden te worden met het feit dat het audiovisuele<br />

onder invloed <strong>van</strong> nieuwe media en <strong>van</strong> de informatiemaatschappij grondig zal veranderen in al zijn aspecten impact op creatie en productie, op<br />

distributie en beschikbaarheid en op conservering en ontsluiting.<br />

Organisaties:<br />

• Management<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido De Brabander<br />

Het "Balkanisme" binnen de Oostenrijkse literatuur en cultuur: Bosnië-Herzegovina 1878-1918.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project gaat na in hoeverre er binnen de Oostenrijkse cultuur (18e ' 20e eeuw) een imagovorming en een redenering m.b.t. de Balkan<br />

aan de gang was, die men met de koloniale literaturen <strong>van</strong> dat tijdperk zou kunnen vergelijken; m.a.w. wat er voor imago's voor het zelf en het<br />

andere/het vreemde <strong>van</strong> "de Balkan" gecreëerd werden, in het bijzonder i.v.m. Bosnië-Herzegovina dat door Oostenrijk-Hongarije was bezet en<br />

geannexeerd (1878-1918).<br />

Organisaties:<br />

• INTERFACULTAIRE ONDERZOEKSGROEP VERGELIJKENDE LITERATUURWETENSCHAP<br />

• Literatuur <strong>van</strong> de moderniteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Roland Duhamel<br />

• Kathleen Gyssels<br />

Het begeleiden <strong>van</strong> de oprichting en de werking <strong>van</strong> de lokale partnerschappen in de gemeenten Dessel en Mol.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: - Het begeleiden <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> de lokale partnerschappen in de gemeenten Dessel en Mol en deze te ondersteunen bij het<br />

uitvoeren <strong>van</strong> hun opdracht.<br />

- Het adviseren <strong>van</strong> de opdrachtgever bij de verdere uitvoering <strong>van</strong> zijn werkprogramma en meer specifiek:<br />

(a)bij de concrete invulling <strong>van</strong> het participatieproces in de projectfase<br />

(b)bij het concretiseren <strong>van</strong> de lokale bergingsvoorwaarden inzake de continuering <strong>van</strong> inspraak en participatie<br />

(c)bij het actief vooruitdenken rond volgende fasen in het proces.<br />

- Een permanente evaluatie <strong>van</strong> het lopende participatieproces en toetsing aan beschikbare (theoretische) kaders en modellen, alsook aan<br />

ervaringen in het buitenland.<br />

Organisaties:<br />

• Welzijnsplanning<br />

• Milieu en leefomgeving (M&l)<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik A O J Van Hove<br />

• Ilse Loots<br />

• Anne Bergmans<br />

Het begeleiden <strong>van</strong> NIRAS bij de voorbereiding <strong>van</strong> het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging <strong>van</strong><br />

categorie B en C afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking <strong>van</strong> een "Strategic Environmental Impact<br />

Assessment".<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het begeleiden <strong>van</strong> NIRAS bij de voorbereiding <strong>van</strong> het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging <strong>van</strong> categorie B en C<br />

afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking <strong>van</strong> een "Strategic Environmental Impact Assessment".<br />

Organisaties:<br />

• Milieu en leefomgeving (M&l)<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik A O J Van Hove<br />

• Ilse Loots<br />

Het begrijpen en beïnvloeden <strong>van</strong> klant percepties bij co-creation


Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Waarde co-creatie behelst de actieve deelname <strong>van</strong> de klant bij het creëren <strong>van</strong> een uniek product of dienst. In zowel de<br />

wetenschappelijke als de management literatuur wordt co-creatie gezien als een belangrijk middel om succesvol te concurreren. De voordelen <strong>van</strong><br />

co-creatie hebben betrekking op het vormen <strong>van</strong> langdurige, winstgevende relaties met klant. Dit is op zijn beurt het resultaat <strong>van</strong> verhoogde<br />

productiviteit en verbeterde waarde percepties door de klant. Ondanks de populariteit <strong>van</strong> het onderwerp is er nauwelijks empirisch academisch<br />

onderzoek beschikbaar over het fenomeen co-creatie. Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is dan ook meer kennis te vergaren over co-creatie door middel<br />

<strong>van</strong> een aantal empirische studies. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan: het begrijpen wat klanten precies waarderen in het geval <strong>van</strong><br />

co-creatie en hoe deze waarde percepties veranderen door de tijd, het bestuderen <strong>van</strong> de gevolgen <strong>van</strong> deze waarde percepties in termen <strong>van</strong><br />

performance, en het onderzoeken hoe de waarde percepties omtrent co-creatie positief beïnvloed kunnen worden. Slechts wanneer er voldoende<br />

wetenschappelijke kennis is rond deze onderwerpen kunnen ondernemingen de voordelen <strong>van</strong> co-creatie realiseren.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Gilbert SWINNEN<br />

• Willem JANSSENS<br />

• Alexandra STREUKENS<br />

Het begrip "loopbaan".<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit project behelst het identificeren <strong>van</strong> de hedendaagse loopbaantransities en de bijhorende determinerende factoren.<br />

In tegenstelling tot de traditionele rechtlijnige loopbaan, kenmerkt de nieuwe loopbaan zich door een sequentie <strong>van</strong> jobopportuniteiten in meerdere<br />

organisaties en de samenhang met andere levenssferen. Zowel de wetenschap als het beleid heeft belang bij een gedegen kennis <strong>van</strong> de<br />

inhiberende en faciliterende factoren <strong>van</strong> een beroepsloopbaan.<br />

Twee fasen zullen doorlopen worden. In de eerste fase worden negen golven <strong>van</strong> de PSBH-data (1992-<strong>2000</strong>) <strong>van</strong>uit arbeidssociologisch<br />

perspectief geanalyseerd om een globaal beeld te schetsen <strong>van</strong> de loopbaanmobiliteit <strong>van</strong> de respondenten. De tweede fase bestaat uit twee<br />

luiken. De determinanten <strong>van</strong> de beroepsloopbaan worden zowel op het bedrijfs- als het sociaalrechtelijke niveau onder de loep genomen. Dit<br />

proces resulteert in een herdenken <strong>van</strong> het maatschappelijke en juridische loopbaanconcept.<br />

Organisaties:<br />

• Welzijnsplanning<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

• Marc Rigaux<br />

• Anne Van Regenmortel<br />

Het beheer <strong>van</strong> de regulerende driehoeksverhouding. Hoe toezichthouders manoeuvreren tussen politieke en<br />

maatschappelijke belangen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject staat de capaciteit <strong>van</strong> toezichthouders om marktpartijen te reguleren centraal. Om deze capaciteit te verklaren<br />

worden preferenties <strong>van</strong> toezichthouders in verband gebracht met omgevingsfactoren, zoals diverse institutionele arrangementen en kenmerken<br />

<strong>van</strong> de stakeholder omgeving. In het empirische gedeelte <strong>van</strong> dit project wordt de reguleringscapaciteit <strong>van</strong> toezichthouders op het gebied <strong>van</strong><br />

financiële markten en mededinging in Nederland, België en op het Europese niveau onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Beyers<br />

• Caelesta Braun<br />

Het beheer <strong>van</strong> de regulerende driehoeksverhouding. Over hoe toezichthouders manoeuvreren tussen politieke<br />

principalen en maatschappelijke belangen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is te verklaren hoe de reguleringscapaciteit <strong>van</strong> toezichthouders wordt beïnvloed door de relaties <strong>van</strong><br />

toezichthouders zowel met stakeholders als met ministeries en parlement (zowel op nationaal als op Europees niveau). Daartoe ontwikkelen en<br />

testen we een verklarend model op basis <strong>van</strong> de motieven <strong>van</strong> toezichthouders om stakeholders toegang te verschaffen en hoe deze principalen de<br />

relaties <strong>van</strong> toezichthouders met stakeholders reguleren.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Beyers<br />

• Caelesta Braun<br />

Het belang <strong>van</strong> de luchthaven <strong>van</strong> Zaventem als logistiek platform.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project is in de eerste plaats een voorspelling te maken <strong>van</strong> de toekomstige vraag naar luchtvracht in West-Europa en<br />

specifiek voor Brussel-Nationaal. Hieruit kunnen dan de nodige investeringen bepaald worden met in achtneming <strong>van</strong> mogelijke drempels en de<br />

samenstelling/karakteristieken <strong>van</strong> luchtvracht. De analyse <strong>van</strong> het aanbod is gebaseerd op een benchmarking <strong>van</strong> beter presterende luchthavens.<br />

Deze beide deelanalyses hebben dan tenslotte geleid tot een lange termijn strategie voor vracht op Brussel-Nationaal.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Het belang <strong>van</strong> zakenreizen in een gemondialiseerde economie: een socio-geografische analyse<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit onderzoek wil bijdragen tot de tot op heden onvoldoende ontwikkelde onderzoeksagenda met betrekking tot de rol <strong>van</strong> business travel<br />

(verplaatsingsgedrag <strong>van</strong> zakenmensen) in de gemondialiseerde economie. Het onderzoek zal zich voornamelijk rtichten op het opstellen <strong>van</strong> een<br />

conceptueel kader en het uitvoeren <strong>van</strong> een kwantitatieve analyse aan de hand <strong>van</strong> de AEA-databank (Association of European Airlins).<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Geografie


Onderzoekers:<br />

• Frank Witlox<br />

• Ben Derudder<br />

Het beleidsvoorbereidend vermogen <strong>van</strong> basis- en secundaire scholen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoek gaat na welk beleidsvoerend vermogen basis- en secundaire scholen hebben en op welke manier ze omgaan met de<br />

beleidsruimte (variatie in autonomie). Er wordt onderzocht welke invloed de directeur, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur<br />

hierin hebben. Dit onderzoek focust ook op netwerken. De directeurs, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur <strong>van</strong> 6 basis- en 6<br />

secundaire scholen worden bevraagd via semi-gestructureerde interviews. Representatief worden het bestuurs- en het onderwijzend personeel <strong>van</strong><br />

80 basis- en 80 secundaire scholen met een survey bevraagd. Vijf externe netwerken worden concreet benaderd door gesprekken met<br />

verantwoordelijken <strong>van</strong> deze netwerken. Verder worden Vlaamse netwerken aan Europese netwerken getoetst. In een panelgesprek worden de<br />

onderzoeksresultaten bediscussieerd.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Paul Mahieu<br />

Het Belgisch beleid voor personen met een beperking: wat is de Europese impact in deze?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoeksproject bestudeert het Belgische beleid rond personen met een beperking, de structuren, de verdeling <strong>van</strong> bevoegdheden<br />

en het beleid. Het is een opstap naar een groter onderzoek rond de Europeanisering <strong>van</strong> het nationale beleid voor personen met een beperking,<br />

waarin het nationale beleidvormingsproces rond personen met een beperking in verschillende EU lidstaten onderzocht wordt.<br />

Organisaties:<br />

• Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)<br />

Onderzoekers:<br />

• Petra Meier<br />

Het Belgische EU-Voorzitterschap in de tweede helft <strong>van</strong> 2010 : wat is het effect op vlak <strong>van</strong> kennis, opinies en attitudes<br />

over Europese integratie ?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project wil onderzoeken in welke mate er een effect uitgaat <strong>van</strong> het voorzitterschap <strong>van</strong> de EU op de kennis, de opinies en de attitudes<br />

over Europese integratie bij de publieke opinie en bij experts (ministers en hun kabinetsmedewerkers, ambtenaren en diplomaten). Dit empirisch<br />

onderzoek spitst zich toe op het Belgisch EU-Voorzitterschap in de tweede helft <strong>van</strong> 2010 en wordt gevoerd op basis <strong>van</strong> interviews<br />

(eliteonderzoek) en focusgroepen (publieke opinie-onderzoek). Metingen en dataverzameling vinden plaats voor (eerste helft 2010) en na (eerste<br />

helft 2011) het Voorzitterschap met telkens Nederland als controle-case. Met<br />

het beantwoorden <strong>van</strong> deze onderzoeksvraag wordt een belangrijke lacune in het bestaande onderzoek naar EUVoorzitterschappen weggewerkt.<br />

Tegelijk wil het onderzoek data generen over de relatie tussen het Europese<br />

integratieproces en de publieke opinie en de experts in België.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Bursens<br />

• Steven Van Hecke<br />

Het Belgische seculier regime: erkenning en regulering <strong>van</strong> 'nieuwe' religieuze tradities.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Sarah Bracke<br />

• Marc Swyngedouw<br />

• Nadia Fadil<br />

Het beraad <strong>van</strong> de rechter.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Instituut voor Gerechtelijk Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Benoit Allemeersch<br />

Het beroepsprofiel <strong>van</strong> de leraar als 'black box'? Een actor-netwerk perspectief op onderwijsbeleid en de lerarenopleiding<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Maarten Simons<br />

Het beroep <strong>van</strong> leraar doorgelicht. Een cross-sectionele en longitudinale studie naar het profiel en de loopbaan <strong>van</strong><br />

leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoek zal de sociografie en de loopbaan <strong>van</strong> de lerarengroep vergeleken worden met deze <strong>van</strong> andere beroepsgroepen. Dit zal<br />

gebeuren aan de hand <strong>van</strong> reeds beschikbare databestanden, waarbij we zowel cross-sectioneel als longitudinaal te werk zullen gaan.<br />

Organisaties:<br />

• School en Politiek (SeP)


Onderzoekers:<br />

• Dimokritos Kavadias<br />

Het beschermingskader inzake expressievrijheid opzij gezet door de misbruikclausule en de bescherming <strong>van</strong> de<br />

democratie. Een vergelijkende analyse <strong>van</strong> de ontwikkelingen in en de toepassing <strong>van</strong> het EVRM, het IVBPR en de<br />

Grondwet <strong>van</strong> de VS<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In het internationale mensenrecht worden traditionele garanties op vlak <strong>van</strong> vrije meningsuiting vaak opzij gezet wanneer uitingen<br />

beschouwd worden als bijzonder bedreigend voor de democratie en haar basiswaarden. Dit onderzoek zal deze praktijk en haar gevolgen<br />

analyseren en evalueren, via een vergelijkende analyse <strong>van</strong> de begrenzing <strong>van</strong> uitingsvrijheid op internationaal niveau, aangevuld met<br />

landenonderzoek <strong>van</strong> vier democratische staten.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Voorhoof<br />

Het besturen <strong>van</strong> de politieke informele economie: casestudie in drie informele markten.<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek betreft het detecteren <strong>van</strong> de gevolgen <strong>van</strong> de beleidskeuzes in de regulering <strong>van</strong> de Belgische informele<br />

economie en het opstellen <strong>van</strong> een kosten-batenanalyse met betrekking tot deze regulering en de effecten er<strong>van</strong> op de informele markten. Dit zal<br />

gerealiseerd worden via een casestudie mbt drie cases (drie informele markten): prostitutie, straatverkopers and seizoensarbeid. Diverse<br />

kwalitatieve methoden worden gecombineerd. Een bijkomend doch substantieel element <strong>van</strong> dit onderzoek betreft de impact <strong>van</strong> de recente<br />

economische crisis op de informele economie.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul Ponsaers<br />

Het bevorderen <strong>van</strong> de psychosociale reïntegratie <strong>van</strong> overlevenden <strong>van</strong> borstkanker en hun partners: de ontwikkeling en<br />

evaluatie <strong>van</strong> een web-based interventie.<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project heeft als doel de noden aan informatie en ondersteuning <strong>van</strong> ex-borstkankerpatiënten en hun partners te identificeren, aan de<br />

hand <strong>van</strong> kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Op basis <strong>van</strong> deze resultaten zal een web-based interventie ontwikkeld en geëvalueerd worden met<br />

als doel het bevorderen <strong>van</strong> de reïntratie na de behandeling <strong>van</strong> e-patiënten en partners.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse De Bourdeaudhuij<br />

Het bevorderen <strong>van</strong> ouderbetrokkengeid in Tibetaanse scholen<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Om de lage schoolresultaten <strong>van</strong> leerlingen in Tibetaanse regio&apos;s aan te pakken wordt gewerkt via het bevorderen <strong>van</strong> de<br />

ouderbetrokkenheid en participatie in de lokale school. De volgende onderzoeksvragen worden aangepakt. Welke zijn de kenmerken <strong>van</strong><br />

ouderbetrokkengeid in een Tibetaans dorp (Qiongshan): visie <strong>van</strong> ouders op de school, verwachtingen t.a.v. de school en feitelijke betrokkenheid<br />

bij de school? Wat is de relatie tussen ouderbetrokkenheid en leereffecten bij leerlingen? Wat is de validiteit <strong>van</strong> een modeul er uit dat ouder<br />

betrokkenheid betrekt op een aantal interne variabelen (gender, self esteem, vroeger leerresultaten, zittenblijven) en externe variabelen (ouder<br />

betrokkenheid, sociale relaties op school) op school engagement <strong>van</strong> leerlingen? Hoe verschilt dit model bij Han Chinezen en Tibetanen? Wat is de<br />

mogelijke differentiële impact <strong>van</strong> een taalcurriculum dat gebaseerd is op Tibetaanse mondelinge verhalen op leerlingenbetrokkenheid,<br />

ouderbetrokkenheid en leerresultaten? Wat zijn de effecten <strong>van</strong> een dergelijk curriculum op ouders en leerkrachten?<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Martin Valcke<br />

Het bufferend effect <strong>van</strong> individueel en community sociaal kapitaal in de relatie tussen socio-economische status en<br />

gezondheid<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Kwantitatieve studie naar de mate waarin sociaal kapitaal (zowel op individueel als op buurtniveau) de schadelijke gezondheidseffecten<br />

<strong>van</strong> individuele armoede en/of buurtdeprivatie kan bufferen. Hiertoe wordt informatie verzameld met betrekking tot de socio-economische<br />

achtergrond, sociaal kapitaal en gezondheid <strong>van</strong> Gentse burgers via vragenlijsten, externe databanken en key-informant-interviews.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg<br />

Onderzoekers:<br />

• Sara Willems<br />

• Lea Maes<br />

• Jan De Maeseneer<br />

Het Bundesverfassungsgericht als hoeder <strong>van</strong> juridische soevereiniteit in een complexe rechtsorde: problemen en<br />

grondslagen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Sinds het Solange I-arrest heeft het Duitse Grondwettelijk Hof (Bundesverfassungsgericht/BVerfG) een dualistische weg bewandeld<br />

teneinde de Duitse Grondwet (GG) te beschermen tegen heterogene normativiteit. Vaak wordt de Straatsburgse (EHRM) en Luxemburgse<br />

rechtspraak (HvJ) impliciet als een illegitieme intrusie in de Duitse grondwettelijke orde bevonden.Het Görgülü-arrest <strong>van</strong> het BVerfG betreffende de<br />

bindende kracht <strong>van</strong>EHRM-arresten is in dit opzicht exemplarisch voor de systemische terughoudendheid <strong>van</strong> het BVerfG om de Straatsburgse<br />

rechtspraak te incorporeren. He voorgenomen proefschrift stelt zich vragen bij het dualisme in de rechtspraak <strong>van</strong> het BVerfG.Een ander voorbeeld<br />

<strong>van</strong> de reservesdie het BVerfG aan de dag legt met betreking tot supranationaal recht is te vinden in de wijze waarop het Hof te Karlsruhe op de<br />

naleving <strong>van</strong> de prejudiciële verwijzingsplicht (ex art. 234 EG, nu art. 267 VWEU) toeziet. Het BVerfG zelf gaat de prejudiciële dialoog met het HvJ<br />

niet aan en oefent<br />

Organisaties:


• Instituut voor Constitutioneel Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• André Alen<br />

• Koenraad Lenaerts<br />

Het burgerschap <strong>van</strong> de Unie als hoeksteen <strong>van</strong> de Europese integratie: de invloed <strong>van</strong> het burgerschap op het beleid en<br />

de bevoegdheden <strong>van</strong> de lidstaten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Voor dit proefschrift wordt onderzoek gedaan, <strong>van</strong>uit een juridisch perspectief, naar de mate waarin het burgerschap <strong>van</strong> de Unie een<br />

daadwerkelijke bijdrage kan leveren aan de Europese integratie. Het burgerschap kent de onderdanen <strong>van</strong> de lidstaten een nieuwe fundamentele<br />

status toe, dieeen zelfstandig recht geeft om naar andere lidstaten te reizen en er belangrijke rechten te doen gelden. De praktische toepassing <strong>van</strong><br />

dit concept kan echter in conflict komen te staan met de legitieme belangen <strong>van</strong> de lidstaten, in het bijzonder om een leefbaar welvaartstelsel op te<br />

bouwen en de nationale politieke soevereiniteit te behouden. Het onderzoek gaat na hoe de verruimende werking <strong>van</strong> het burgerschap met deze<br />

belangen kan worden verzoend. De focus daarbij ligt op drie vlakken: de personelekring <strong>van</strong> het burgerschap, het vrij verkeer <strong>van</strong> burgers, en de<br />

rechten en plichten <strong>van</strong> burgers.<br />

Organisaties:<br />

• OE Internationaal en Europees Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Lenaerts<br />

Het carrièreverloop en de toekomstperspectieven <strong>van</strong> de (jonge) UA-vorser.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is met behulp <strong>van</strong> een websurvey na te gaan hoe de carrièreopbouw bij academisch personeel verloopt.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

Het Chinese juridische denken en het strafrecht: <strong>van</strong> traditie tot modernisme.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Aangezien het traditionele Chinese juridisch denken de huidige Chinese rechtspraktijk sterk beïnvloedt, is de belangrijkste doelstelling <strong>van</strong><br />

dit project inzichten uit de Chinese juridische traditie te vergelijken met westerse, door mensenrechten geinspireerde opvattingen over het<br />

strafrecht. De invloed <strong>van</strong> het traditionele Chinese juridisch denken verklaart waarom het moderne Chinese strafrecht op gespannen voet staat met<br />

internationale verdragen op het gebied <strong>van</strong> de rechten <strong>van</strong> de mens, zoals het Europees Verdrag over de Rechten <strong>van</strong> de Mens. In het besluit zal<br />

het huidige Chinese strafrecht getoetst worden aan de rechten <strong>van</strong> de mens.<br />

Organisaties:<br />

• Recht en Ontwikkeling<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen De Feyter<br />

Het circuleren en transformeren <strong>van</strong> globale klimaatverandering in het publieke discours. Een onderzoek naar de<br />

beeldvorming door maatschappelijke actoren, de nieuwsmedia en het publiek<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit onderzoeksvoorstel is de analyse <strong>van</strong> het circuleren en transformeren <strong>van</strong> de betekenis(sen) <strong>van</strong> globale<br />

klimaatverandering in lokale publieke discours, door te focussen op het reflexieve circuit tussen de beeldvorming door maatschappelijke actoren, de<br />

nieuwsmedia en het publiek. Dit onderzoeksopzet maakt het mogelijk om conclusies te trekken niet alleen over de bijdrage <strong>van</strong> nieuwsmedia tot het<br />

stimuleren <strong>van</strong> democratisch debat en democratisch burgerschap met betrekking tot de kwestie klimaatverandering, maar eveneens over hoe over<br />

deze kwestie effectiever kan gecommuniceerd worden <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> democratische politiek.<br />

Organisaties:<br />

• Media, beleid en cultuur (MPC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Loots<br />

• Pieter Maeseele<br />

Het cognitief interview : een methode om de kwaliteit (de volledigheid en de betrouwbaarheid) <strong>van</strong> geheugenproducties<br />

te optimaliseren, en dit bij jong-, midden-, en laatvolwassenen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het onderzoek (OZR-financiering) kende zijn voorzien verloop en verkeert in het eindstadium. Door de problematiek die werd onderzocht,<br />

met name de efficiëntie <strong>van</strong> de geheugenfunctie bij het zich herinneren <strong>van</strong> gebeurtenissen, namelijk toevoegingen, weglatingen, fouten naast<br />

corrcte geheugenprestaties, hebben wij vastgesteld dat de wijze waarop deze herinneringen worden bevraagd een invloed heeft op de<br />

geheugenproductie. Deze invloed verschilt naargelang de leeftijd <strong>van</strong> de bevraagde. Rekening houdend met de rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> deze vaststellingen<br />

voor het nagaan <strong>van</strong> de betrouwbaarheid <strong>van</strong> de geheugenproducties in getuigenverklaringen, heeft dit onderzoek ook repercussies voor de<br />

praktijk inzake getuigenverhoor. Vandaar dat wij de onderzoeksgegevens waarover wij nu reeds beschikken verder in deze richting willen<br />

analyseren om zo niet alleen theoretische, maar ook praktijkrele<strong>van</strong>te besluiten te kunnen formuleren. Rekening houdend met het maatschappelijk<br />

debat, dat momenteel gevoerd wordt, behoeft het belang <strong>van</strong> deze diepgaandere analyse geen betoog. Om de hypothese "het cognitiefinterview<br />

verhoogt de kwaliteit (betrouwbaarheid en volledigheid) <strong>van</strong> de geheugenreproducties bij zowel jong-, midden-, als laatvolwassenen" te toetsen,<br />

zodanig dat wij fijnere parameters kunnen opstellen om de betrouwbaarheid <strong>van</strong> getuigenverklaringen te kunnen onderzoeken, is een uitbreiding<br />

<strong>van</strong> de onderzoekspopulatie noodzakelijk (45 proefpersonen: 15 in elke cohorte). Bovendien is een hercodering <strong>van</strong> de reeds beschikbare data<br />

(video-opnames) op basis <strong>van</strong> een nieuw coderingsschema aangewezen. Bij de laatvolwassenen zal bovenop de geplande meetmomenten een<br />

derde meetmoment ingevoerd worden, waarbij het effect <strong>van</strong> motivationele aspecten wordt nagegaan.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• INGRID KRISTOFFERSEN<br />

Het Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment (CEFR) vertaald naar<br />

een Vlaamse bedrijfscontext<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Het onderzoek wil een antwoord vinden op de vraag naar de verhouding tussen de talige functievereisten op de werkvloer en die welke<br />

aangeleerd worden binnen het onderwijs aan professionele bachelors bedrijfsmanagement. Hoe is de situatie nu en hoe kunnen functievereisten en


schoolse output optimaal worden afgestemd op elkaar?<br />

Door een corpus <strong>van</strong> geschreven en gesproken (ook interactieve) tekst aan te leggen en de competenties <strong>van</strong> de participanten volgens de tabellen<br />

<strong>van</strong> het CEFR te laten inschalen door de stakeholders, moet een helderder licht schijnen over de verhouding tussen perceptie, werkelijke noden en<br />

aanbod.<br />

Op basis <strong>van</strong> deels reeds bestaande technologie kan daarna een tool ontwikkeld worden, die voor bedrijven een efficiëntere selectiemethode<br />

garandeert, voor docenten duidelijkere eindcompetenties mogelijk maakt en voor studenten zelfsturing bevordert.<br />

Hoewel dit project beperkt blijft tot enerzijds de afstudeerrichtingen Accountancy-Fiscaliteit en Logistiek Management en de sectoren die daarmee<br />

samenhangen en anderzijds tot Frans als vreemde taal, zal het door de ontwikkeling <strong>van</strong> geschikte onderzoeksmethoden de weg vergemakkelijken<br />

naar grootschaliger en dieper onderzoek.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bedrijfsmanagement Mercator<br />

• Vakgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Lodewijk De Wilde<br />

Het concept 'games-based learning' in het gezondheidswetenschappelijk onderwijs.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Digital games are widely regarded as powerful learning tools with the potential to foster development of transversal skills. How best to<br />

exploit that potential in formal education is still a matter of scientific discussion, and this constitutes a key research question pursued in this project.<br />

The aim is to propose and test an innovative methodology for leveraging the potential of digital games for developing transversal abilities such as<br />

digital competence, reasoning skills and creativity. To this end the project applies a collaborative learning by doing" pedagogical approach to Game<br />

Based Learning. Gaming environments containing specific authoring features will be employed to allow all learners (including those with learning<br />

difficulties) not just to play games but also to create their own by collaborating in groups.Even if the adopted tools are rich, simple to use, flexible<br />

and motivating, their effectiveness and added educational value largely depends on how they are used:student a<br />

Organisaties:<br />

• Groep Biomedische Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Nathalie Charlier<br />

Het concept "kinderkwetsbaarheid" in Sub-Saharisch Afrika. Een theoretische studie met empirische validering.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Bij het begin <strong>van</strong> de 21ste eeuw was er een groeiende aandacht voor de impact <strong>van</strong> HIV/AIDS op kinderen in Sub-Saharisch Afrika. De<br />

laatste jaren is de aandacht <strong>van</strong> de beleids- en de academische wereld verschoven <strong>van</strong> wezen naar een bredere groep 'wezen en kwetsbare<br />

kinderen'. In dit kader heeft dit project tot doel een multidimensioneel concept kinderkwetsbaarheid in Zuid-Afrika te ontwikkelen. Na een<br />

conceptuele fase met kwalitatieve validering, zal het concept empirisch gemeten worden door middel <strong>van</strong> structurele vergelijkingsmodellen en<br />

longitudinale analyse.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

• Edwin Wouters<br />

• Caroline Masquillier<br />

Het creëren <strong>van</strong> adaptieve e-leeromgevingen aan de hand <strong>van</strong> cognitieve en gedragsaspecten <strong>van</strong> leerders.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> instructie is het ontwikkelen <strong>van</strong> leerervaringen en leeromgevingen die de kennisopbouw en vaardigheidsverwerving <strong>van</strong><br />

lerenden vergroot (Merrill et al., 1966). Wanneer instructiepsychologie zich toelegt op het accommoderen <strong>van</strong> de noden en mogelijkheden <strong>van</strong><br />

verschillende leerders, dan spreken we over adaptieve instructie (Lee Park, 2008). Het doel <strong>van</strong> adaptieve instructie is het creëren <strong>van</strong> een<br />

instructioneel stevige en flexibele omgeving die een ondersteuning biedt bij het leerproces <strong>van</strong> studenten met verschillende mogelijkheiden,<br />

tekorten, interesses, achtergronden, en andere karakteristieken (Shute Zapata-Rivera, 2008).In dit onderzoek staan computergebaseerde<br />

adaptieve leeromgevingen centraal. Doordat dergelijke leeromgevingen vaak bij een groot aantal gebruikers ingezet wordt kunnen we, aan de hand<br />

<strong>van</strong> logfiles een vorm <strong>van</strong> collectieve intelligentie bekomen. Deze structuur binnen deze collectieve intelligentie loopt parallel met de opbouw <strong>van</strong><br />

een adaptieve leeromgeving<br />

Organisaties:<br />

• Fac. Psychologie en Pedagogische Wet.<br />

Onderzoekers:<br />

• Geraldine Clarebout<br />

• Piet Desmet<br />

Het creëren <strong>van</strong> sociale meerwaarde door KMO's: Onderzoek naar de sociale doelstellingen, business modellen en<br />

sociale performantie bij MVO actieve KMO's<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: De laatste decennia is er een groeiende consensus over de sociaal-maatschappelijke rol die bedrijven spelen, naast het realiseren <strong>van</strong><br />

winst en tewerkstelling. Meer en meer wordt <strong>van</strong> werkgevers verwacht dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), of met andere<br />

woorden streven naar een evenwicht tussen sociale, maatschappelijke en economische doelstellingen met respect voor ecologische waarden.<br />

Zowel politiek als academisch wint dit thema duidelijk aan belang.<br />

Hoewel de business and society literatuur een rijke traditie kan voorleggen aan 'theory driven' publicaties, focust ze vooral op reactieve houdingen<br />

<strong>van</strong> grote ondernemingen ten opzichte <strong>van</strong> maatschappelijke problemen. In deze context wordt MVO naar voor gebracht <strong>van</strong>uit een bekritisering<br />

<strong>van</strong> de reactieve management stijl <strong>van</strong> (hoofdzakelijk grote) ondernemingen, zonder inzicht te bieden in de mate waarin en hoe MVO in de<br />

bedrijfspraktijk vorm krijgt.<br />

Recente overheidsinitiatieven en de academische literatuur wijzen uit dat er tot op heden weinig kennis is vergaard over 'hoe KMO's aan MVO<br />

doen'. In dit project wordt de volgende centrale onderzoeksvraag voorop gesteld: "Hoe realiseren KMO's in de bedrijfspraktijk sociale<br />

meerwaarde?" Gezien de eenzijdige focus op reactieve houdingen <strong>van</strong> grote bedrijven en niet eenduidige empirische bevindingen in de literatuur<br />

wordt voor dit project 'theoretical sampling' <strong>van</strong> jonge KMO's die zich pro-actief inzetten voor de realisatie <strong>van</strong> MVO gerelateerde activiteiten<br />

voorgesteld.<br />

De algemene doelstelling <strong>van</strong> het project is inzicht te krijgen in het "proces <strong>van</strong> sociale meerwaarde creatie bij MVO actieve KMO's". Dit 'proces'<br />

wordt geconceptualiseerd aan de hand <strong>van</strong> een aantal centrale constructen ontleend aan de Resource Based Theory: sociale missie, business<br />

model en sociale performantie.<br />

Het Business Model verschaft immers informatie over de positie <strong>van</strong> de organisatie in de waardeketen, de middelen en competenties die de<br />

organisatie heeft om haar (sociale) doelstellingen te bereiken en hoe er omzet wordt gegenereerd.


Om aan deze doelstelling tegemoet te komen zal dit project een survey ontwikkelen en afnemen in een theoretisch geselecteerde steekproef <strong>van</strong><br />

100 MVO actieve KMO's'.<br />

Doel is verder het uitbouwen <strong>van</strong> een survey databank <strong>van</strong> MVO actieve KMO's om exploratieve kwalitatieve en kwantitatieve analyses<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bedrijfsmanagement Mercator<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep KMO<br />

• Vakgroep Management en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Nathalie Moray<br />

• Tom Van Wassenhove<br />

Het creëren <strong>van</strong> winsituaties voor de beveiliging <strong>van</strong> Belgische havens, een praktische benadering, <strong>van</strong>uit de nodale<br />

oriëntatie voor de bestuurlijke politie'<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: uitvoeren <strong>van</strong> een wetenschappelijk onderzoek voor 'het creëren <strong>van</strong> winsituaties voor de beveiliging <strong>van</strong> Belgische havens, een<br />

praktische benadering, <strong>van</strong>uit de nodale oriëntatie voor de bestuurlijke politie' ten voordele <strong>van</strong> de scheepvaartpolitie<br />

Organisaties:<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Bestuur en beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Marleen Easton<br />

• Fien Gilleir<br />

Het digitale exportplatform. (Onderaanneming in ESF-project)<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het digitale exportplatform. (Onderaanneming in ESF-project)<br />

Organisaties:<br />

• Internationale economie, internationaal management en diplomatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Liliane Van Hoof<br />

Het diplomatieke systeem <strong>van</strong> de Europese Unie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Stephan Keukeleire<br />

Het draagvlak bij het maatschappelijk middenveld voor de ontwikkeling <strong>van</strong> het milieubeleid in het Vlaams Gewest<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Geen abstract beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARK ELCHARDUS<br />

Het drop-out fenomeen in de eerste kandidatuur. Oorzaken, motivaties en perspectieven bij het stopzetten <strong>van</strong><br />

universitaire studies.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Aangezien slechts zo'n 50% <strong>van</strong> de generatiestudenten aan de universiteit met succes de kaap <strong>van</strong> de eerste kandidatuur rondt, moet de<br />

helft <strong>van</strong> de studenten tijdens of na het academiejaar naar een alternatieve studie- of beroepskeuze uitzien. Dit onderzoek wil enerzijds dieper<br />

ingaan op het moment en de redenen <strong>van</strong> dit afhjaken en peilt anderzijds naar de tweede start <strong>van</strong> deze jongeren nadien. Meer bepaald is het de<br />

bedoeling na te gaan in hoeverre de oorzaken <strong>van</strong> dit afhaken in persoonlijke dan wel structurele factoren moeten gezocht worden n op welke basis<br />

de nieuwe "keuze" stoelt.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Vrouwenstudies<br />

• Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie)<br />

Onderzoekers:<br />

• RAOUL VAN ESBROECK<br />

• MACHTELD DE METSENAERE<br />

Het duurzame ontwikkelingsbeleid <strong>van</strong> Vlaanderen: obstakels voor succes,kansen voor ontwikkeling en kosten <strong>van</strong> uitstel<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• HIVA-OG Duurzame Ontwikkeling<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Bruyninckx<br />

Het dynamisch verloop <strong>van</strong> inkomen, gezondheid en ongelijkheid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het huidige onderzoeksvoorstel vetrekt <strong>van</strong> de blijvende bezorgdheid over billijkheid op gebied <strong>van</strong> gezondheid en medische zorg. Het<br />

voorstel gaat in op de pertinente vragen over het causale verband <strong>van</strong> de systematische associatie tussen gezondheid en inkomen. We zullen<br />

hoofdzakelijk gebruik maken <strong>van</strong> de theoretische vernieuwingen in de gezondheidseconomische literatuur voor het uittekenen <strong>van</strong> de empirische<br />

analyse en zullen gebruik maken <strong>van</strong> de beschikbaarheid <strong>van</strong> panel data om de relaties te schatten.<br />

Organisaties:<br />

• VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE<br />

• Algemene economie


Onderzoekers:<br />

• Diana De Graeve<br />

• Cornelius Van den Bosch<br />

Het dynamisch verloop <strong>van</strong> inkomen, gezondheid en ongelijkheid over de levenscyclus. (EQUITY III)<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in het 5de EU-kaderprogramma, onderdeel: quality of life and management of living.<br />

Organisaties:<br />

• VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Diana De Graeve<br />

Het effect <strong>van</strong> contextuele factoren op appreciatie <strong>van</strong> artistieke producten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doctoraatsonderzoek wil een bijdrage leveren aan de cultuursociologische expertise over de rol <strong>van</strong> statusmotieven bij de preferentie<br />

en appreciatie voor artistieke artefacten. Meerbepaald wil het nagaan of en inhoeverre suggestie <strong>van</strong> prestige in de modaliteiten waaronder<br />

artefactenworden gepresenteerd, een effect heeft op de appreciatie die mensen meteen verschillende sociale achtergrond te kennen geven voor<br />

deze artefacten. Hiertoe zal een quasi-experiment worden opgezet waarbij de modaliteiten waarin artistieke artefacten worden aangeboden,<br />

systematisch wordengevarieerd.Concreet zullen beeldende kunstwerken worden aangeboden in fysieke contexten <strong>van</strong> verschillend prestige. De<br />

presentatie wordt vergezeld door informatie die een verschillend prestige <strong>van</strong> de maker suggereert. Het onderzoek omvat twee fases. In de eerste<br />

wordt de appreciatie nagegaan bij een groep <strong>van</strong> experts. De analyse gebeurt in deze stap kwalitatief om de verantwoordingen <strong>van</strong> bepaalde<br />

keuzes kaart te brengen. In d<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Sarah Bracke<br />

• Koen <strong>van</strong> Eijck<br />

Het effect <strong>van</strong> de interactie tussen de institutionele omgeving en de accounting standaarden op de kwaliteit <strong>van</strong> financiële<br />

staten en de kapitaalkost <strong>van</strong> ondernemingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: We investigate the association between corporate governance strength and EU listed firms choices with respect to IFRS adoption in 2005.<br />

We measure governance strength by aggregating variables such as board independence, board functioning and audit committee effectiveness. The<br />

firms exhibit heterogeneity in both compliance and disclosure quality; some firmsdo not even meet the minimum disclosure requirements.<br />

Regression results show that stronger governance firms disclose more information, comply more fully and use IAS 39s carve-out provision less<br />

opportunistically. These findings are germane to accountants, managers, and regulators in countries soon to adopt IFRS.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Accountancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Ann Gaeremynck<br />

• Laurens Cherchye<br />

Het effect <strong>van</strong> detentie op gebruikspatronen <strong>van</strong> legale en illegale drugs<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Druggebruik in de ge<strong>van</strong>genis is een actueel probleem. Internationale studies suggereren veranderingen in onder meer frequentie en<br />

gebruikswijze ten gevolge <strong>van</strong> de detentie. Stressfactoren, zoals odnerbevolking, beïnvloeden veranderende gebruikspatronen. In België is hierover<br />

geen informatie voorhanden. Dit onderzoek zal via een representatieve self-report en aanvullende indepth interviews het effect <strong>van</strong> detentie op<br />

gebruikspatronen <strong>van</strong> legale en illegale drugs in kaart brengen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Brice De Ruyver<br />

Het effect <strong>van</strong> de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO)op de Chinese industrie.nbsp;nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het effect <strong>van</strong> de toetreding <strong>van</strong> China tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op de Chinese industrie.<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum Economische Studiën (CES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Johannes Van Biesebroeck<br />

Het effect <strong>van</strong> het aanbod <strong>van</strong> artsen op de vraag naar gezondheidszorg.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In de economische theorie weten consumenten welke producten hun tot nut strekken, en zorgt de vrije markt ervoor dat de consumenten<br />

die produkten ook kunnen kopen. In de gezondheidssector echter hebben patiënten advies <strong>van</strong> artsen nodig. Het vermoeden bestaat dan ook dat<br />

artsen zelf vraag naar de diensten kunnen creëren, en dit in het bijzonder doen als hun inkomen onder druk staat. Dit fenomeen staat in de<br />

economische literatuur bekend als aanbodsgeïnduceerde vraag (supplier-induced demand). Het onderzoek heeft tot doel aan de hand <strong>van</strong><br />

empirische studies, de mate vast te stellen waarin dit fenomeen zich voordoet. Uitsluitsel hierover is <strong>van</strong> groot maatschappelijk belang. Als artsen<br />

zelf hun vraag creëren, dan wordt het aantal artsen best geregulariseerd, worden de artsen het best betaald via forfaitaire betalingen, en dringt een<br />

directe regulering <strong>van</strong> het voorschrijfgedrag zich op. Is het standaard marktmodel echter <strong>van</strong> toepassing in de gezondsheidszorg, dan laat men het<br />

aantal geneeskundestudenten en het voorschrijfgedrag <strong>van</strong> artsen het best vrij, behoudt men best het huidige systeem <strong>van</strong> honoraria per verstrekte<br />

dienst, en kan men de uitgaven in de gezondheidszorg onder controle houden via de honoraria. De waarheid ligt ergens tussen deze twee polen,<br />

en de bedoeling <strong>van</strong> het onderzoek is om empirisch vast te stellen welk gewicht de twee verklaringsmodellen hebben.<br />

Organisaties:<br />

• Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector<br />

Onderzoekers:<br />

• MARC JEGERS


Het effect <strong>van</strong> L2 vaardigheid op L2 schrijfprocessen. Een studie bijTurkse leerders <strong>van</strong> het Engels.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: This study aims to look into the effect of L2 proficiency level oncomposing processes of foreign language student writers in L2<br />

writing.Research to date has produced conflicting evidence concerning therelationship between L2 proficiency and composing processes. A number<br />

ofearly L2 studies found that L2 writing performance was not clearlyassociated with L2 proficiency. For instance, Raimes (1985) found littleor no<br />

correspondence between language proficiency and L2 composingstrategies of ESL student writers. On the other hand, in more recentstudies, it was<br />

found that L2 proficiency plays a major role inexplaining L2 writing performance. As proficiency increases, L2 writingperformance increases. The<br />

more proficient students are, the morestudents attend to global planning (Sasaki, 2004), the better theyregulate their composing processes in L2<br />

writing (Cumming, 1989; Rocade Larios, Manchón, Murphy & Marín, 2008) and the more they use theircognitive processes strategically throughout<br />

the<br />

Organisaties:<br />

• Taal en Onderwijs<br />

Onderzoekers:<br />

• Lies Sercu<br />

Het effect <strong>van</strong> merkplaatsingaankondiging (disclosure) op reacties op merkplaatsing bij volwassenen en kinderen<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De impact <strong>van</strong> mechanismen <strong>van</strong> aankondiging <strong>van</strong> merkplaatsing in media-inhoud op het niveau <strong>van</strong> persuasion knowledge (inzicht in<br />

commerciële bedoelingen) wordt bij volwassenen en kinderen onderzocht. Het onderzoek draagt bij aan het theoretische inzicht over hoe branded<br />

content (merken in media-inhoud) werkt, aan de definitie <strong>van</strong> ethische reclamevoering, en aan de beleidsvraag welke specifieke regels de overheid<br />

aan merkplaatsing moet opleggen.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Pelsmacker<br />

Het effect <strong>van</strong> nabijheid en conflict in de leerkracht-leerling relatie op het verloop en de veranderbaarheid <strong>van</strong><br />

externaliserend probleemgedragbij kleuters: een interventiestudie.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De theorievorming en impirische evidentie over de rol <strong>van</strong> de leerkracht-leerlinge relatie voor de aanpassing <strong>van</strong> kinderen in het<br />

algemeen, en voor externaliserend probleemgedrag in het bijzonder, is groeiende. In meerdere studies is aangetoond dat leerkracht-leerling conflict<br />

een risicofactor vormt en leerkracht-leerling nabijheid een protectieve factor voor externaliserend probleemgedrag bij kinderen. De meeste<br />

bestaande studies maken echter gebruik <strong>van</strong> observationele designs en laten niet toe om uitspraken te doen over causaliteit. Het centrale doel <strong>van</strong><br />

dit onderzoekis om de aard <strong>van</strong> het verband tussen nabijheid en conflict in de leerkracht-leerling relatie enerzijds en externaliserend<br />

probleemgedrag bij kinderen anderzijds verder te onderzoeken. Door het opnemen <strong>van</strong> een geïndiceerde preventieve interventie in een<br />

experimenteel, longitudinaal design, zullen causale verbanden tussen de leerkracht-leerling relatie en externaliserend probleemgedrag getoetst<br />

worden. Daarnaast zullen vers<br />

Organisaties:<br />

• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Karine Verschueren<br />

• Hilde Colpin<br />

Het effect <strong>van</strong> outsourcing op organisatiestructuur en jobdesign<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Van Hootegem<br />

Het effect <strong>van</strong> schuldafbetalingen op de armoedesituatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het effect <strong>van</strong> schuldafbetalingen op de armoedesituatie.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Cornelius Van den Bosch<br />

Het effect <strong>van</strong> sociaal-cognitieve factoren, coping en hulpzoekend gedrag op suïcidaal gedrag in Wallonië.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: 'Le rôle des facteurs sociocognitives et de la recherche d'aide sur l'incidence de suicide dans la région Wallonne' Dit onderzoek is een<br />

initiatief <strong>van</strong> LAssociation Interrégionale de Guidance de Santé (AIGS) uitgevoerd door LUCAS - Centrum voor Zorgonderzoek Consulatncy <strong>van</strong> de<br />

K.U.Leuven met de steun <strong>van</strong> Waalse Overheid. Rationale suïcidecijfers in Wallonië zijn hoger dan de suïcidecijfers in Vlaanderen. Ook binnen<br />

Wallonië zijn er opmerkelijke regionale verschillen. In dit onderzoeksproject willen de onderzoekers een verklaring bieden voor deze verschillen. Uit<br />

de Gezondheidsenquête 2008 blijkt dat men in Wallonië minder professionele hulp zoekt voor psychische en emotionele problemen in vergelijking<br />

met Vlaanderen. Hulp zoeken, informeel of formeel, is een belangrijke beschermende factor ten aanzien <strong>van</strong> suïcide. De onderzoekers<br />

veronderstellen dat dit, naast structurele factoren, een gevolg is <strong>van</strong> een meer stigmatiserende houding en meer negatieve attitudes ten aanzien<br />

<strong>van</strong> geestelij<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

Het effect <strong>van</strong> strategische verandering op de prestaties <strong>van</strong> ondernemingen : een dynamisch model <strong>van</strong> strategische fit.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In mijn doctoraal onderzoek ontwikkel en test ik een dynamisch model <strong>van</strong> strategische fit. Op basis <strong>van</strong> de argumenten <strong>van</strong> de<br />

punctuated equilibrium theorie stel ik dat ondernemingen hun strategische oriëntatie dienen aan te passen wanneer er een productstandaard<br />

ontstaat. Ik test deze stelling aan de hand <strong>van</strong> longitudinale data <strong>van</strong> kunststofproducenten in het CD segment <strong>van</strong> de polycarbonaatindustrie.


Organisaties:<br />

• Management<br />

Onderzoekers:<br />

• Frankie Bostyn<br />

• Marijke Van Osselaer<br />

Het effect <strong>van</strong> vagale toon en <strong>van</strong> DCS op de retentie en de generalizatie <strong>van</strong> interoceptieve vrees extinctie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het hoofddoel <strong>van</strong> dit project is het onderzoeken <strong>van</strong> verschillende methoden die de retentie en de generalizatie <strong>van</strong> de uitdoving <strong>van</strong><br />

interoceptieve vrees mogelijk verbeteren. Allereerst zullen we trachten een paradigma te ontwikkelen dat toelaat in het laboratorium het effect <strong>van</strong><br />

D-cycloserine (DCS) in gezonde personen op retentie en generalizatie <strong>van</strong> interoceptieve vreesuitdoving te bestuderen. Het is aangetoond dat DCS<br />

in dieren en in klinische populaties de resultaten <strong>van</strong> respectievelijk extinctie- en exposure procedures verbeteren. In niet-klinische populaties is<br />

men er tot nog toe echter niet éénduidig in geslaagd tot gelijkaardige resultaten te komen. Ten tweede zullen we het effect nagaan <strong>van</strong><br />

gedragsmatige interventies die leiden tot veranderingen in heartrate variabiliteit (HRV) op de retentie en de generalizatie <strong>van</strong> interoceptieve<br />

vreesuitdoving. HRV in de hoge frequentieband (of nog: vagale toon) wordt beschouwd als een index <strong>van</strong> de inhibitorische capaciteit die de<br />

ventromedi<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Van Diest<br />

• Meike Pappens<br />

Het effect <strong>van</strong> veroudering op de visuele controle <strong>van</strong> doelgerichte taken<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Werner Helsen<br />

• Oron Levin<br />

Het Effect <strong>van</strong> Wereldwijde Financiële en Handelsschokken op de Groei <strong>van</strong> Sub-Sahara Afrika.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project heeft als doel om de impact te onderzoeken <strong>van</strong> wereldwijde financiële en handelsschokken op de groei en ongelijkheid in Sub<br />

Sahara Afrika (SSA). We wegen af of Dynamic Stochastic General Equilibrium (DSGE) modellen in staat zijn om de impact <strong>van</strong> schokken op een<br />

typische economie <strong>van</strong> SSA te verklaren. We gaan na welke aanpassingen vereist zijn om de gangbare modellen te kunnen toepassen op SSA. De<br />

aangepaste modellen zullen worden geschat met behulp <strong>van</strong> data <strong>van</strong> een staal <strong>van</strong> landen uit SSA.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido Erreygers<br />

Het efficiënt en flexibel gebruik <strong>van</strong> externe representaties in de statistiek: empirisch onderzoek naar<br />

representatiegebruik bij het oplossen <strong>van</strong> problemen over verdelingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Bij het redeneren over de statistische verdeling <strong>van</strong> gegevens is het gebruik <strong>van</strong> externe representaties <strong>van</strong> deze gegevens vereist.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> representaties zijn gegevenstabellen, histogrammen, of box plots. Onderzoek naar de manier waarop men problemen oplost met<br />

deze representaties is schaars, en meer systematisch onderzoek is nodig om na te gaan hoevlot en flexibel men kan omgaan met het gebruik <strong>van</strong><br />

representaties in het oplossen <strong>van</strong> statistische problemen. Flexibiliteit kan op twee manieren worden gedefinieerd: men kan kijken naar de<br />

overeenkomst tussen taakkenmerken en kenmerken <strong>van</strong> de representatie, maar men kan ook rekening houden met de vaardigheid <strong>van</strong> de<br />

probleemoplosser in het omgaan met een bepaalde representatie. In dit project worden vijf studies uitgevoerd om na te gaan (1) hoe vaardig<br />

universiteitsstudenten zijn in het omgaan met statistische representaties (2) hoe flexibel ze kiezen tussen representaties, en (3) wat het vaardig en<br />

flexibel redeneren met deze repres<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Verschaffel<br />

• Patrick Onghena<br />

• Wim Van Dooren<br />

• Stephanie Lem<br />

Heterogeneous expectations in the foreign exchange market.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Internationale Economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul De Grauwe<br />

Het Europees China-beleid en de kwestie China-Taiwan.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De EU heeft intensieve betrekkingen met de Chinese Volksrepubliek en met Taiwan. Het 'één China' principe staat aan de basis <strong>van</strong> de<br />

Europese China-politiek, wat dus ook de betrekkingen met Taiwan bepaalt. Maar de EU werd nooit actief betrokken bij bemiddelingspogingen over<br />

de status <strong>van</strong> Taiwan. Dit onderzoeksproject gaat uit <strong>van</strong> de assumptie dat de EU echter wel degelijk indirect betrokken is bij het conflict. Deze<br />

stelling zal worden uitgewerkt aan de hand <strong>van</strong> drie bijdragen tot wetenschappelijke tijdschriften. Het eerste artikel analyseert de EU-politiek tov het<br />

conflict tussen China en Taiwan aan de hand <strong>van</strong> een centrum-periferie model, waar de asymmetrische verhouding tussen Beijing en Taipei in het<br />

middelpunt staat. Het tweede artikel analyseert het Europese China-vbeleid aan de hand <strong>van</strong> de discussies in de EU over het einde <strong>van</strong> de<br />

wapenembargo tov China en de Europese reacties op de zogenaamde Chinese 'anti-secessie wetgeving'. Het derde artikel analyseert de Europese<br />

politiek tov China en Taiwan in het kader <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de normatieve coherentie <strong>van</strong> het buitenlands beleid.


Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• BRUNO COPPIETERS<br />

Het Europees China-Beleid en de Kwestie China-Taiwan.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De EU heeft intensieve betrekkingen met de Chinese Volksrepubliek en met Taiwan. Het 'één China' principe staat aan de basis <strong>van</strong> de<br />

Europese China-politiek, wat dus ook de betrekkingen met Taiwan bepaalt. Maar de EU werd nooit actief betrokken bij bemiddelingspogingen over<br />

de status <strong>van</strong> Taiwan. Dit onderzoeksproject gaat uit <strong>van</strong> de assumptie dat de EU echter wel degelijk indirect betrokken is bij het conflict. Deze<br />

stelling zal worden uitgewerkt aan de hand <strong>van</strong> drie bijdragen tot wetenschappelijke tijdschriften. Het eerste artikel analyseert de EU-politiek tov het<br />

conflict tussen China en Taiwan aan de hand <strong>van</strong> een centrum-periferie model, waar de asymmetrische verhouding tussen Beijing en Taipei in het<br />

middelpunt staat. Het tweede artikel analyseert het Europese China-vbeleid aan de hand <strong>van</strong> de discussies in de EU over het einde <strong>van</strong> de<br />

wapenembargo tov China en de Europese reacties op de zogenaamde Chinese 'anti-secessie wetgeving'. Het derde artikel analyseert de Europese<br />

politiek tov China en Taiwan in het kader <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de normatieve coherentie <strong>van</strong> het buitenlands beleid.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• BRUNO COPPIETERS<br />

Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding <strong>van</strong> sociale uitsluiting in<br />

Europa.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken <strong>van</strong> een Europees<br />

sociaal model. Bestaat er een set <strong>van</strong> gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte <strong>van</strong> de verschilpunten?<br />

Daarvoor wordt de analyse gericht op de structuur, werking en resultaten in termen <strong>van</strong> doelmatigheid v8rl de Europese sociale markteconomieën<br />

vergeleken met sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau<br />

(LIS, ECHP (EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie <strong>van</strong> de zeer om<strong>van</strong>grijke literatuur ter zake. De empirische data<br />

zullen worden geanalyseerd <strong>van</strong>uit een multidisciplinair kader in de traditie <strong>van</strong> de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit <strong>van</strong><br />

sociale arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten <strong>van</strong> het beleid in<br />

termen <strong>van</strong> sociale doelmatigheid (output).<br />

Het tweede deel <strong>van</strong> het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor<br />

wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument <strong>van</strong> de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet,<br />

om<strong>van</strong>g en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie <strong>van</strong> de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald<br />

<strong>van</strong>uit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen<br />

<strong>van</strong> minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis <strong>van</strong> simulaties de impact <strong>van</strong> verschil- lende toekomstscenario's<br />

vergeleken. Dit gebeurt <strong>van</strong>uit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bea Cantillon<br />

• Stijn Rottiers<br />

Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding <strong>van</strong> sociale uitsluiting in<br />

Europa.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken <strong>van</strong> een Europees<br />

sociaal model. Bestaat er een set <strong>van</strong> gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte <strong>van</strong> de verschilpunten?<br />

Daarvoor wordt de structuur, de werking en resultaten in termen <strong>van</strong> doelmatigheid <strong>van</strong> de Europese sociale markteconomieën vergeleken met<br />

sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau (LIS, ECHP<br />

(EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie <strong>van</strong> de zeer om<strong>van</strong>grijke literatuur ter zake. De empirische data zullen worden<br />

geanalyseerd <strong>van</strong>uit een multidisciplinair kader in de traditie <strong>van</strong> de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit <strong>van</strong> sociale<br />

arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten <strong>van</strong> het beleid in termen<br />

<strong>van</strong> sociale doelmatigheid (output).<br />

Het tweede deel <strong>van</strong> het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor<br />

wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument <strong>van</strong> de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet,<br />

om<strong>van</strong>g en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie <strong>van</strong> de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald<br />

<strong>van</strong>uit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen<br />

<strong>van</strong> minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis <strong>van</strong> simulaties de impact <strong>van</strong> verschillende toekomstscenario's<br />

vergeleken. Dit gebeurt <strong>van</strong>uit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bea Cantillon<br />

• Stijn Rottiers<br />

Het Europese academische en industrieel netwerk voor innovatieve maritieme opleidingen, onderwijs en R&D (KNOW-<br />

ME).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd<br />

in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• ITMMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Theo Notteboom<br />

Het evalueren <strong>van</strong> de effecten <strong>van</strong> het beleid en de publieke opinie met betrekking tot discriminatie, zoals waargenomen<br />

door islamitische immigranten in Europa - een nieuwe vergelijkende strategie.<br />

K.U.Leuven


Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Swyngedouw<br />

Het experimenteel meten <strong>van</strong> vertrouwen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: We stellen een nieuwe speltheoretische benadering voor om interpersoonlijk vertrouwen te meten. Het betreft een fundamentele<br />

aanpassing <strong>van</strong> het welbekende 'vertrouwensspel' <strong>van</strong> Berg et al. (1995). De geldmultiplicator passen we toe op de tweede faze transfer in plaats<br />

<strong>van</strong> de eerste faze waardoor we altruïsme grotendeels uitschakelen als verklaring waarom speler 1 beslist om geld te sturen naar speler 2. Deze<br />

transfer is dan een betere maat voor vertrouwen.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Bouckaert<br />

Het finaliteitsbeginsel in de ruimte <strong>van</strong> vrijheid, veiligheid en recht:vernieuwde beginselen <strong>van</strong> gegevensbescherming<br />

voor informatiegestuurde praktijken op het vlak <strong>van</strong> veiligheid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Joseph Dumortier<br />

• Frank Verbruggen<br />

Het functioneren <strong>van</strong> de lokale overlegplatforms in Vlaanderen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Naar aanleiding <strong>van</strong> het gelijkekansendecreet werden de lokale overlegplatformen (lop) in het leven geroepen. In deze studie wordt het<br />

functioneren <strong>van</strong> de lops geëvalueerd. De evaluatie omvat volgende acties: ontwerpen en het op punt stellen <strong>van</strong> een vragenlijst; afname <strong>van</strong> de<br />

vragenlijst bij ca. 4000 respondenten die zetelen in de lops; input, verwerking en analyse <strong>van</strong> de verzamelde data; rapportering over vaststellingen<br />

en formuleren <strong>van</strong> beleidsaanbevelingen.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

Het gebruik <strong>van</strong> beslissingshulp bij de keuze <strong>van</strong> behandeling voor patiënten met vroegtijdige prostaatkanker.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Voor patiënten die lijden aan vroegtijdige prostaatkanker zijn vaak meerdere gelijkwaardige behandelingsopties mogelijk: radicale<br />

prostatectomie, uitwendige radiotherapie, brachytherapie (inwendige radiotherapie) enzorgvuldig opvolgen zonder onmiddellijke actieve<br />

behandeling. Om de patiënt te helpen bij de keuze doet men een beroep op een beslissingshulp. Een decision aid of beslissingshulp is een<br />

hulpmiddel voor het overleg tussen arts en patiënt bij de keuze tussen gelijkaardige opties in behandeling, zorg of preventie. Het zijn brochures,<br />

websites of andere instrumenten die er specifiek op gericht zijn uitgebalanceerde informatie aan te reiken die afgestemd is op de specifieke<br />

problematiek <strong>van</strong> een patiënt. Een beslissingshulp helpt patiënten om waardeafwegingen te maken enom zich een oordeel te vormen over de<br />

impact <strong>van</strong> verschillende behandelingsvormen op hun levenskwaliteit. Het huidige project is tweeledig: enerzijds wordt de reeds ontwikkelde<br />

brochure beslissingshulp geïmplem<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

Het gebruik <strong>van</strong> biobrandstoffen in het internationaal recht: een vergelijkend onderzoek naar de ten uitvoerlegging <strong>van</strong> de<br />

EU en China<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Biobrandstoffen worden aangezien als hernieuwde energie en kunnen een bijdrage leveren in het verminderen <strong>van</strong> de uitstoot <strong>van</strong><br />

broeikasgassen, maar hebben tevens effecten op de voedselproductie en het bosbeheer. Dit onderzoek gaat na hoe de internationale regelgeving<br />

in het kader <strong>van</strong> het Klimaatverdrag, het Kyoto Protocol, het Biodiversiteitsverdrag en de besluitvorming <strong>van</strong> de Wereldvoedselorganisatie mbt<br />

biobrandstoffen wordt tenuitvoergelegd in de EU en in China.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Internationaal publiekrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Maes<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de indirecte optelstrategie door kinderen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De voorbije 30 jaar is er heel wat onderzoek verricht naar de hoofdrekenstrategieën die gebruikt worden om aftrekopgaven op te lossen.<br />

Eén manier om deze strategieën te categoriseren is via een onderscheid tussen dedirecte aftrekstrategie en de indirecte optelstrategie.<br />

Verscheidene studies hebben aangetoond dat volwassenen de indirecte optelstrategie vaak, efficiënt en op een flexibele manier gebruiken, terwijl<br />

kinderen deze handige strategie zelden rapporteren. Een diepgaandere analyse <strong>van</strong> de data <strong>van</strong> eerdere studies doet echter vermoeden dat zij<br />

soms toch een indirecte optelstrategie gebruiken hoewel ze een directe aftrekstrategie rapporteren. Met het huidige project willen we nagaan of we<br />

ook met een nieuwe - niet op verbale rapportering gebaseerde - onderzoeksmethode vinden dat kinderen de indirecte optelstrategie slechts zelden<br />

gebruiken. In deeerste twee jaren zullen we twee recente studies naar de indirecte optelstrategie bij volwassenen repliceren bij<br />

lagereschoolkinderen. In<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:


• Lieven Verschaffel<br />

• Pol Ghesquière<br />

• Bert De Smedt<br />

• Greet Peters<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de prior predictive in het modelleren <strong>van</strong> cognitie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Psychologen worden vaak geconfronteerd met een overvloed aan modellen die allemaal hetzelfde psychologisch gedrag proberen te<br />

verklaren. In hetlicht <strong>van</strong> deze wildgroei aan modellen is het identificeren <strong>van</strong> het model dat de empirische gegevens het best benadert een taak<br />

<strong>van</strong> cruciaal belang. Om dit doel <strong>van</strong> modelselectie te bereiken gaan wiskundige psychologen na hoe goed de gegevens en het model<br />

overeenkomen, maar ook hoe flexibel het model is (modelcomplexiteit). In dit doctoraatsonderzoek zal worden nagegaan hoe de prior predictive<br />

distributionnbsp;kan gebruikt worden om modelcomplexiteit te meten en om modellen te selecteren. Ookde rol <strong>van</strong> de prior predictive voor het<br />

bouwen <strong>van</strong> modellen en voor hetontwerpen <strong>van</strong> experimenten zal nader onderzocht worden. Twee belangrijke hordes moeten genomen worden:<br />

het ontwikkelen <strong>van</strong> zinvolle en aanvaardbare parameter priors en het ontwikkelen <strong>van</strong> zinvolle en aanvaardbare data priors. Naast het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een maat voor complexiteit en een meth<br />

Organisaties:<br />

• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />

Onderzoekers:<br />

• Wolfgang Vanpaemel<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de prior predictive in het modelleren <strong>van</strong> cognitie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Psychologen worden vaak geconfronteerd met een overvloed aan modellen die allemaal hetzelfde psychologisch gedrag proberen te<br />

verklaren. In hetlicht <strong>van</strong> deze wildgroei aan modellen is het identificeren <strong>van</strong> het model dat de empirische gegevens het best benadert een taak<br />

<strong>van</strong> cruciaal belang. Om dit doel <strong>van</strong> modelselectie te bereiken gaan wiskundige psychologen na hoe goed de gegevens en het model<br />

overeenkomen, maar ook hoe flexibel het model is (modelcomplexiteit). In dit doctoraatsonderzoek zal worden nagegaan hoe de prior predictive<br />

distributionnbsp;kan gebruikt worden om modelcomplexiteit te meten en om modellen te selecteren. Ookde rol <strong>van</strong> de prior predictive voor het<br />

bouwen <strong>van</strong> modellen en voor hetontwerpen <strong>van</strong> experimenten zal nader onderzocht worden. Twee belangrijke hordes moeten genomen worden:<br />

het ontwikkelen <strong>van</strong> zinvolle en aanvaardbare parameter priors en het ontwikkelen <strong>van</strong> zinvolle en aanvaardbare data priors. Naast het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een maat voor complexiteit en een meth<br />

Organisaties:<br />

• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />

Onderzoekers:<br />

• Wolfgang Vanpaemel<br />

Het gebruik <strong>van</strong> donormateriaal bij medische geassisteerde voortplanting : een psychologisch, ethisch en juridisch<br />

onderzoek.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Onvruchtbaarheid wordt steeds meer een maatschappelijk probleem. Een steeds groter aantal personen wordt als individu en als koppel<br />

met de emotionele stress <strong>van</strong> sub-fertiliteit en haar behandeling geconfronteerd. De recente achteruitgang <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> het sperma <strong>van</strong> de<br />

westerse man lijkt aan te geven dat de problemen in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Bovendien hebben de medische technieken met<br />

de jaren een steeds breder toepassingsveld verworven. Dit is in belangrijke mate te danken aan de groei <strong>van</strong> de medische kennis en de<br />

verfijningen <strong>van</strong> de technologische mogelijkheden. Zo is er de opkomst <strong>van</strong> de spermadonatie, eiceldonatie, donatie <strong>van</strong> gameten <strong>van</strong><br />

geaborteerde foetussen, de ontwikkeling <strong>van</strong> de intracytoplasmatische micro-injectie (ICSI), ...<br />

Binnen het kader <strong>van</strong> het project rond het gebruik <strong>van</strong> vreemd genetisch materiaal wordt aandacht besteed aan de volgende partijen : de donoren<br />

en de acceptoren.<br />

Het algemeen doel <strong>van</strong> dit onderzoek is informatie te verzamelen omtrent de opvattingen <strong>van</strong> de verschillende onderzoekspopulaties (sperma- en<br />

eiceldonoren, sperma- en eicelacceptoren) i.v.m. geheimhouding, anonimiteit, motivatie, ...<br />

Ook de attitude t.o.v. eicel- en spermadonatie bij vrouwen, mannen en studenten in het algemeen wordt nagegaan.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• INGRID KRISTOFFERSEN<br />

Het gebruik <strong>van</strong> geweld door jongeren in relatie tot extreemrechtse groepen in Vlaanderen<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In het onderzoek beogen we na te gaan in hoeverre Vlaamse jongeren covariaten<br />

<strong>van</strong> extreemrechtse attitudes en het plegen <strong>van</strong> extreemrechts geweld vertonen,<br />

hoe extreemrechtse groepen in Vlaanderen eruit zien, wat ervoor zorgt dat<br />

jongeren in extreemrechtse groepen overgaan tot geweld en hoe de samenleving<br />

zich hiertegen beschermt of kan beschermen. Hiervoor combineren we een<br />

kwantitatieve methodologie(analyse SCV-data) met een kwalitatief luik (diepteinterviews).<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Pauwels<br />

Het gebruik <strong>van</strong> het Engels in Vlaamse media. Een empirisch onderzoek naar de culturele connotaties <strong>van</strong> het Engels.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoek wordt het gebruik <strong>van</strong> het Engels in Vlaamse media bestudeerd. Aan de hand <strong>van</strong> drie case studies wordt door middel<br />

<strong>van</strong> een kwantitatieve en kwalitatieve analyse onderzocht welke culturele waarden het Engels in deze media symboliseert. Bijzonder punt <strong>van</strong><br />

aandacht daarbij is de rol <strong>van</strong> subculturen en lifestyles. De bevindingen worden gekoppeld aan theorieën rond culturele globalisering en<br />

globalisering <strong>van</strong> de media.<br />

Organisaties:<br />

• Taal, media en socialisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Annick De Houwer<br />

• An Kuppens<br />

• Philippe Meers


Het gebruik <strong>van</strong> het Resident Assessment Instrument voor de evaluatie <strong>van</strong> zorg voor kwetsbare ouderen: een<br />

longitudinale studie<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

• Aniana Declercq<br />

Het gebruik <strong>van</strong> milieu-economische waarderingstechnieken bij complexe interacties tussen bedrijven en hun omgeving<br />

Hogeschool-Universiteit Brussel<br />

Abstract: Betrouwbare ramingen <strong>van</strong> de economische waarde <strong>van</strong> milieu-externaliteiten zijn een onontbeerlijke input in kosten-batenanalyses en<br />

openbare besluitvorming. De huidige praktijk in waarderingsstudies om elke externaliteit afzonderlijk te bestuderen is een bron <strong>van</strong> vertekening die<br />

de geldigheid <strong>van</strong> de geschatte bereidheid tot betalen kan ondermijnen. Dit onderzoekproject wil op consistente wijze de mogelijke interacties<br />

tussen meerdere externaliteiten integreren in de milieu-economische waarderingsmethoden. Het project zal zich concentreren op het theoretisch<br />

onderbouwen <strong>van</strong> de consumentenwaardering <strong>van</strong> goederen die door veelvoudige attributen gekenmerkt worden en niet op markten worden<br />

verhandeld. Het nieuwe theoretische kader dat tijdens dit project wordt ontwikkeld, zal getest worden voor een gevalstudie <strong>van</strong> de interactie <strong>van</strong><br />

geur- en geluidshinder in Vlaanderen.<br />

Organisaties:<br />

• HUBrussel - Centrum Economie en Management<br />

Onderzoekers:<br />

• JOHAN EYCKMANS<br />

• SANDRA ROUSSEAU<br />

Het gebruik <strong>van</strong> mobiele leertechnologieën in hoger onderwijs. Kunnen studenten multitasken?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit doctoraatsproject gaat over mobiel leren en multtasking. In onderwijs wordt mobiel leren alsmaar populairder. Studenten leren <strong>van</strong> een<br />

podcast dat ze afspelen op een mobiel toestel terwijl ze de trein nemen, fitness doen, .... In dit doctoraatsproject wordt nagegaan of studenten<br />

werkelijk kunnen leren terwijl ze iets anders doen, en of dit afhangt <strong>van</strong> het soort taak dat ze uitvoeren. .nbsp;<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Geraldine Clarebout<br />

• Bert Reynvoet<br />

Het geheugen op latere leeftijd : een cross-sectioneel onderzoek <strong>van</strong>uit de informatieverwerkingsbenadering m.b.t. de<br />

cognitieve ontwikkeling.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit project willen wij het geheugen op latere leeflijd onderzoeken d.m.v. een cross-sectioneel onderzoek. R.J. Sternberg ( 1988.-l992)<br />

stelt immers dat algemeen aanvaarde theorieën omtrent de evolutie <strong>van</strong> de cognitieve ontwikkeling op latere leeflijd in twijfel kunnen getrokken<br />

worden en dit als gevolg <strong>van</strong> de traditioneel gebruikte evaluatiecriteria en het miskennen <strong>van</strong> de cohorteereffecten. ln deze studie willen wij nagaan<br />

als Sternbergs kritiek toepasbaar is op de evolutie <strong>van</strong> het geheugen op latere leeftijd . Daarvoor wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> drie homogene<br />

geboortecohorten. die elk een stadium in de levensloop vertegenwoordigen en die onderling vergelijkbaar zijn m.b.t die variabelen die een rol<br />

spelen in de cognitieve ontwikkeling. (mannen en vrouwen <strong>van</strong> respectievelijk 70-75, 45-50 en 19-20 jaar). Om de onderzoekshypothese te toetsen<br />

wordt een instrument ontwikkeld dat zowel een product- als procesevaluatie mogelijk maakt (informatieverwerkingstheorie). Omwille <strong>van</strong> de<br />

vertrouwdheid <strong>van</strong> alle cohortes met het medium, wordt een videocompilatie, die episodisch opgebouwd is en verschillende topics bevat. getoond<br />

aan de groepen. Gedurende de verschillende sessies, die na de videovoorstelling op verschillende momenten plaats vinden. worden de mate <strong>van</strong><br />

herinneren en herkennen nagegaan d.m.v. observaties, analyse en bevraging. De studie wordt uitgevoerd in twee perioden <strong>van</strong> twee jaar waarbij<br />

een mannelijke en een vrouwelijke groep bestudeerd wordt, teneinde mogelijke geslachtsverschillen na te gaan.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

• Cognitieve en Fysiologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• INGRID KRISTOFFERSEN<br />

• CAROLINE ANDRIES<br />

• RAYMOND CLUYDTS<br />

Het geheugen op latere leeftijd: een cross-sectioneel onder zoek <strong>van</strong>uit de informatieverwerkingsbenadering m.b.t. de<br />

cognitieve ontwikkeling.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit project willen wij het geheugen op latere leeflijd onderzoeken d.m.v. een cross-sectioneel onderzoek. R.J. Sternberg ( 1988.-l992)<br />

stelt immers dat algemeen aanvaarde theorieën omtrent de evolutie <strong>van</strong> de cognitieve ontwikkeling op latere leeflijd in twijfel kunnen getrokken<br />

worden en dit als gevolg <strong>van</strong> de traditioneel gebruikte evaluatiecriteria en het miskennen <strong>van</strong> de cohorteereffecten. ln deze studie willen wij nagaan<br />

als Sternbergs kritiek toepasbaar is op de evolutie <strong>van</strong> het geheugen op latere leeftijd . Daarvoor wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> drie homogene<br />

geboortecohorten. die elk een stadium in de levensloop vertegenwoordigen en die onderling vergelijkbaar zijn m.b.t die variabelen die een rol<br />

spelen in de cognitieve ontwikkeling. (mannen en vrouwen <strong>van</strong> respectievelijk 70-75, 45-50 en 19-20 jaar). Om de onderzoekshypothese te toetsen<br />

wordt een instrument ontwikkeld dat zowel een product- als procesevaluatie mogelijk maakt (informatieverwerkingstheorie). Omwille <strong>van</strong> de<br />

vertrouwdheid <strong>van</strong> alle cohortes met het medium, wordt een videocompilatie, die episodisch opgebouwd is en verschillende topics bevat. getoond<br />

aan de groepen. Gedurende de verschillende sessies, die na de videovoorstelling op verschillende momenten plaats vinden. worden de mate <strong>van</strong><br />

herinneren en herkennen nagegaan d.m.v. observaties, analyse en bevraging. De studie wordt uitgevoerd in twee perioden <strong>van</strong> twee jaar waarbij<br />

een mannelijke en een vrouwelijke groep bestudeerd wordt, teneinde mogelijke geslachtsverschillen na te gaan.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• INGRID KRISTOFFERSEN<br />

• CAROLINE ANDRIES


Het gelijk <strong>van</strong> Darwin: regelgebaseerde generalisatie en redeneren naar analogie bij ratten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Darwins hypothese <strong>van</strong> evolutie door natuurlijke selectie legt de nadruk op de continuïteit tussen mensen en andere soorten; het<br />

beschouwt verschillen in cognitieve vermogens tussen mens en dier als gradueel eerder dan abrupt (differences of degree, not of kind, Darwin,<br />

1871). Toch hebben een aantal onderzoekers recent betoogd dat er een fundamenteel verschil is tussen menselijke en niet-menselijke cognitie<br />

(Premack, 2010). Een prominente theorie stelt dat een belangrijke menselijke vaardigheid die andere zoogdieren ontberen het vermogen is tot<br />

redeneren naar analogie en regel-gebaseerde generalisatie (Penn, Holyoak, Povinelli, 2008). Onze claim is dat deze stelling momenteel op weinig<br />

empirische argumenten berust; in een reeks experimenten willen we systematisch nagaan in welke mate ratten tot staat zijn tot het aanleren en<br />

toepassen <strong>van</strong> regels naar analogie.<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Beckers<br />

• Rudi D'Hooge<br />

Het genereren <strong>van</strong> kennis en de versterking <strong>van</strong> de synergie voor plattelandsontwikkeling. Proefproject voor een<br />

innovatieve aanpak <strong>van</strong> het sociaal leren in Muy Muy en Matiguás, Nicaragua.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Armoede en welzijn als kenmerk <strong>van</strong> lokale institutionele processen<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Bastiaensen<br />

Het geslacht der leerkrachten. Een onderzoek naar de impact <strong>van</strong> de seksesamenstelling <strong>van</strong> het leerkrachtencorps en<br />

<strong>van</strong> de sekse <strong>van</strong> de directie op de cognitieve prestaties, affectieve vaardigheden en waarden <strong>van</strong> de leerlingen.(OBPWO<br />

99)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het onderwijsveld is één <strong>van</strong> de sectoren waar de toenemende participatie <strong>van</strong> vrouwen op de arbeidsmarkt het best merkbaar is. Het<br />

aantal vrouwelijke leerkrachten is de laatste jaren globaal toegenomen in zowel het basis- als het secundair onderwijs. Hier tegenover staat dat we<br />

relatief weinig weten over de mogelijke consequenties <strong>van</strong> deze maatschappelijke trend. In dit project wordt onderzocht of deze 'feminisering'<br />

effecten heeft op de prestaties en de waarden <strong>van</strong> leerlingen, alsook op aspecten <strong>van</strong> de schoolwerking.<br />

Tot hiertoe werden in buitenlands onderzoek enkel de effecten <strong>van</strong> de sekse <strong>van</strong> de leerkracht op de cognitieve prestaties en de affectieve<br />

vaardigheden <strong>van</strong> leerlingen onderzocht.<br />

Over attitudevorming is minder geweten.<br />

Over de invloed op schoolorganisatorisch vlak is de kennisbasis quasi onbestaand.<br />

Al bij al kan dus worden gesteld dat er over het algemeen zeer weinig gekend is over de feminisering <strong>van</strong> het onderwijs. Daarnaast kan men een<br />

aantal kanttekeningen plaatsen bij het bestaande onderzoek. In de eerste instantie gaat het voornamelijk om studies uit Angelsaksische landen. De<br />

Britse, Canadese, Australische of Amerikaanse onderwijsstelsels zijn echter niet altijd even gemakkelijk te vergelijken met de Vlaamse situatie.<br />

Daarnaast zien we dat het gros <strong>van</strong> deze studies kwalitatief-beschrijvend <strong>van</strong> aard zijn, waardoor veralgemeningen worden uitgesloten. Tenslotte<br />

kan worden opgemerkt dat de schaarse kwantitatieve analyses geen rekening houden met de complexe, gelaagde schoolstructuur, waardoor de<br />

kans op foute conclusies wordt vergroot.<br />

Uitgangspunt <strong>van</strong> dit project is dat zich in de Vlaamse onderwijspraktijk verschillen voordoen tussen scholen op het vlak <strong>van</strong> prestaties en<br />

houdingen tussen de leerlingen. Het is genoegzaam bekend dat de school een invloed heeft op de taal- en rekenvaardigheid <strong>van</strong> zijn leerlingen.<br />

Daarnaast kunnen scholen ook een invloed hebben op de waarden <strong>van</strong> hun leerlingen. De vraag die werd onderzocht is in hoeverre de sekseratio<br />

<strong>van</strong> het leerkrachtencorps en de sekse <strong>van</strong> de directie, een invloed hebben op de prestaties en de houdingen <strong>van</strong> de leerlingen. Daartoe werd<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> de gegevensbestanden <strong>van</strong> TIMSS-Repeat (Third International Mathematics & Science Study, 5259 leerlingen ) en <strong>van</strong> de<br />

Vakgroep Sociologie VUB (4727 leerlingen).<br />

Vrouwelijke leerkrachten verschillen <strong>van</strong> mannelijke leerkrachten. Vrouwelijke directeurs verschillen <strong>van</strong> mannelijke directeurs. Echter, de stelling<br />

<strong>van</strong> Brophy dat "female and male teachers are much more similar to each other than different" lijkt ook voor de gegevens voor Vlaanderen op te<br />

gaan. Maar hoewel de verschillen niet zo groot zijn, kunnen we niet ontkennen dat ze er zijn. Op basis <strong>van</strong> de gevonden verschillen was de vraag<br />

of deze vervrouwelijking <strong>van</strong> het leerkrachtenberoep gevolgen heeft voor het onderwijs dan ook terecht. We bekeken de invloed <strong>van</strong> de<br />

geslachtscontext <strong>van</strong> de school op de cognitieve prestaties, met name het bisgedrag en de wiskundeprestaties, en op houdingen <strong>van</strong> leerlingen.<br />

Op de cognitieve prestaties <strong>van</strong> leerlingen, heeft noch het geslacht <strong>van</strong> leerkrachten, noch dat <strong>van</strong> de directie een betekenisvolle invloed. Wanneer<br />

niet gecontroleerd wordt voor de vroegere schoolcarrière <strong>van</strong> de leerlingen, zou men wat betreft het bisgedrag <strong>van</strong> leerlingen evenwel de verkeerde<br />

conclusies kunnen trekken en stellen dat jongens vaker bissen in scholen met relatief meer vrouwelijke leerkrachten. Echter jongens die al gebist<br />

hebben, blijken vaker de overstap te maken naar meisjesscholen met een eerder vrouwelijk leerkrachtenteam. De stelling dat een overwegend<br />

vrouwelijk leerkrachtenteam een negatieve invloed zou hebben op de cognitieve prestaties <strong>van</strong> jongens, moeten we op basis <strong>van</strong> deze analyses<br />

verwerpen.<br />

Ook wat betreft het wiskundeonderwijs, vonden we geen samenhangen met het geslacht <strong>van</strong> leerkrachten. De stelling dat vrouwelijke leerkrachten<br />

in het wiskundeonderwijs fungeren als rolmodellen voor meisjesleerlingen wordt in onze resultaten niet bevestigd. Meisjes gaan niet beter presteren<br />

en gaan geen positievere houdingen ten aanzien <strong>van</strong> het vak ontwikkelen. Aan de andere zijde vinden we ook hier geen bevestiging voor de<br />

stelling dat vrouwen niet adequaat les zouden kunnen geven aan jongens. Ook voor jongens maakt het niet uit of zij nu wiskundeles <strong>van</strong> een vrouw<br />

dan wel <strong>van</strong> een man krijgen.<br />

Met het relateren <strong>van</strong> geslachtskenmerken <strong>van</strong> onderwijspersoneel aan de houdingen <strong>van</strong> leerlingen moet zeer omzichtig worden omgesprongen.<br />

Wanneer louter naar de bivariate associatie wordt gekeken, wordt de indruk gewekt dat het geslacht <strong>van</strong> leerkrachten en directie sterk<br />

samenhangen met een aantal houdingen <strong>van</strong> leerlingen. De schijnbare invloeden <strong>van</strong> het geslacht <strong>van</strong> leerkrachten op de houdingen <strong>van</strong> leerlingen<br />

zijn evenwel het gevolg <strong>van</strong> de sterke correlatie tussen de geslachtsratio <strong>van</strong> de leerkrachten en die <strong>van</strong> de leerlingen zelf. Toch worden op het vlak<br />

<strong>van</strong> waardevorming een aantal duidelijke relaties gevonden, althans voor de jongens. Bij de meisjes blijkt de sekseratio <strong>van</strong> de leerkrachten op<br />

school nergens <strong>van</strong> betekenis te zijn. Bij de jongens wordt voor 5 <strong>van</strong> de 18 attitudes een significante samenhang gevonden. Jongens getuigen <strong>van</strong><br />

een minder traditionele visie op rolpatronen en een hoger schoolwelbevinden naarmate er meer vrouwelijke leerkrachten zijn. Verder getuigen<br />

jongens <strong>van</strong> een lagere arbeidsethiek, een negatiever toekomstbeeld en een lager zelfbeeld naarmate zij meer vrouwelijke leerkrachten hebben.<br />

Om deze gevonden relaties te duiden, dienden we evenwel onze databank uit te breiden met een aantal kenmerken, zoals bijvoorbeeld de<br />

houdingen gemeten bij leerkrachten, hun visie op lesgeven en schoolgebeuren, ... . De opname <strong>van</strong> nieuwe variabelen in de analyses, impliceert<br />

echter ook een vermindering <strong>van</strong> het aantal cases of respondenten. Bij het uitbreiden <strong>van</strong> onze databank met nieuwe variabelen, stelden we echter<br />

vast dat door de daling <strong>van</strong> het aantal cases de eerder gevonden verbanden vrijwel allemaal verdwijnen. We moeten daarom concluderen dat er<br />

mogelijk een verband bestaat tussen de visie op traditionele rolpatronen, het zelfbeeld, het toekomstbeeld en het schoolwelbevinden <strong>van</strong> leerlingen<br />

en de sekseratio <strong>van</strong> leerkrachten, maar we kunnen dit op basis <strong>van</strong> onze data niet met volledige zekerheid bevestigen. Er is wel één houding, met<br />

name arbeidsethiek, waar de sekseratio <strong>van</strong> leerkrachten blijft meespelen, wanneer men de analyses apart uitgevoerd worden voor jongens en


meisjes en ongeacht het aantal cases in de databank. De relatie blijft tevens bestaan wanneer wordt gecontroleerd voor de achtergrondgegevens<br />

<strong>van</strong> de leerlingen, de houdingen <strong>van</strong> leerkrachten, de visie <strong>van</strong> leerkrachten op het schoolgebeuren en andere schoolkenmerken. We kunnen op<br />

basis <strong>van</strong> onze gegevens echter geen rationele verklaring geven voor deze samenhang.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARK ELCHARDUS<br />

• IGNACE GLORIEUX<br />

• JESSY SIONGERS<br />

Het 'hard-to-cook' probleem bij bonen in relatie tot voedselzekerheid en duurzaamheid in subsaheraans Afrika.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Probleem: JKUAT FST wordt geconfronteerd met een tekort aan menselijk kapitaal om zijn rol te vervullen in termen <strong>van</strong> academische<br />

vorming,onderzoek en dienstverlening gericht op de Keniaanse maatschappij. Kenia is in bijzonder geconfronteerd met problemen<br />

<strong>van</strong>voedselvoorzieningen ondervoeding.Doelstelling:Het versterken <strong>van</strong> het 'menselijk kapitaal' <strong>van</strong> JKUAT FST met het oog op de vorming <strong>van</strong><br />

een 'center of excellence' in het domein <strong>van</strong> de levensmiddelentechnologie , met bijzondere focus op onderzoek naar leguminosen als basis voor<br />

het verhoogde gebruik <strong>van</strong> bonen in Kenia. Aandacht zal gaan naar het ontwikkelen <strong>van</strong> energie efficiënte geïntegreerde processen die toelaten<br />

een breed gamma <strong>van</strong> voedingsmiddelen te creëren met hoge densiteit aan nutriëntenen een hoge aanvaardbaarheid door consumenten.Project:<br />

Het onderzoeksproject omvat drie componenten: (i) onderzoek naar de invloed <strong>van</strong>grondstoffen, bewaring en processing op gebreken <strong>van</strong><br />

kookgaarheid 'hard to cook' inclusief de nutritionele k<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - ELECTA<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Driesen<br />

'Het Huis <strong>van</strong> de toekomst?' De openbare omroep in een netwerksamenleving: een geografisch-comparatief en kritischevaluerend<br />

onderzoek naar de impact <strong>van</strong> digitalisering bij publieke omroepen in een geconvergeerd digitaal<br />

medialandschap.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Context en situering: De openbare omroep als instelling heeft sinds zijn oprichting steeds zijn legitimiteit weten te behouden, al is hij op<br />

geen enkel moment niet-gecontesteerd gebleven. In eerdere en actuele discussies werd de instelling inderdaad onder vuur genomen en werden<br />

vragen gesteld rond de culturele opdracht, marktfalen en concurrentievervalsing, de ambiguïteit <strong>van</strong> Staatssteun binnen een Europese context, de<br />

(on)afhankelijkheid tegenover de politieke klasse en de financieringsregeling; evenzeer werden de verschillende functies net <strong>van</strong>uit diverse hoeken<br />

verdedigd (o.m. Armstrong, 2005; Biltereyst, 2004; Jacka, 2003; Harisson & Woods, 2001; Saeys & Coppens, 2003; Ward, 2003). Daartegenover<br />

staat een publieke omroep die doorheen de jaren diverse veranderingen onderging en zich diende in te passen in een constant evoluerend<br />

medialandschap (Raboy, 2003; Steemers, 2003; Syvertsen, 2003). In het huidige landschap tekenen zich echter een aantal tendensen af die veel<br />

meer ingrijpende verschuivingen met zich kunnen meebrengen op lange termijn. Het betreft hier de rol en invulling <strong>van</strong> de openbare omroep binnen<br />

een digitaal medialandschap en de invloeden die de instelling ondergaat als gevolg <strong>van</strong> deze tendensen. In verschillende landen is reeds enkele<br />

jaren merkbaar hoe de publiekrechtelijke omroepen de digitale ontwikkelingen op<strong>van</strong>gen, inpassen en exploiteren binnen hun werking en zich<br />

daarbij opwerpen als aanbieders <strong>van</strong> een reeks nieuwe diensten (o.m. BBC, 2004; WRR, 2005). Ook bij ons profileert de openbare omroep zich<br />

sterk op het digitale vlak en stelt de instelling nieuwe mediaontwikkelingen centraal om in de overheidsopdracht te voldoen (VRT<br />

beheersovereenkomst 2007-2011). Illustratief hierbij is de cross-mediale opstelling voor de realisatie <strong>van</strong> de zogenaamde 'cultuurdelta' en de<br />

invulling <strong>van</strong> het driesporenbeleid, het on-demand aanbieden <strong>van</strong> gedigitaliseerde programma-inhoud, het bewandelen <strong>van</strong> interactieve pistes<br />

binnen bepaalde publiekssegmenten (bvb. Ketnet-games voor jongeren) en de uitbreiding <strong>van</strong> diensten rond nieuwe programma's (bvb. start-torun-podcast<br />

n.a.v. het programma Vlaanderen Sportland) (VRT jaarverslag 2006). Probleem- en vraagstelling: Er dringt zich met andere woorden<br />

een nieuwe discussie op waarbij de focus komt te liggen op hoe de omroep onder invloed <strong>van</strong> diverse ontwikkelingen zich zal positioneren naar de<br />

toekomst toe en hoe een aantal verschuivingen tekenend zijn voor alle geledingen <strong>van</strong> de instelling. Deze transitieprocessen vormen de basis voor<br />

dit onderzoek. De overkoepelende onderzoeksvraag is dan ook in welke mate de openbare omroep onder invloed <strong>van</strong> die tendensen verschoven is<br />

en verder zal verschuiven binnen een 21ste eeuws digitaal convergerend landschap. Blijft de omroep daarbij een instelling die los en relatief<br />

onafhankelijk binnen het medialandschap kan fungeren of evolueert de omroep naar een knooppunt of actor binnen de netwerkmaatschappij, een<br />

'hub' (Barabàsi, 2003; Castells, 2006) en platform dat als een doorgeefluik <strong>van</strong> diensten fungeert? De hypothese die opgeworpen wordt is dat onder<br />

diverse invloeden de instelling zal evolueren naar het tweede, zij het op incrementele wijze. Om de centrale vraag te beantwoorden wordt uitgegaan<br />

<strong>van</strong> een geografisch-comparatieve case study-analyse <strong>van</strong> de digitale verschuivingen bij vier publieke omroepen en wel op drie niveaus: (1) Een<br />

eerste niveau is dat <strong>van</strong> de financiering. De problematiek hierbij is tweeledig: enerzijds moet de omroep een niet onaanzienlijk deel <strong>van</strong> de<br />

financieringsbronnen aanwenden om tegemoet te komen aan een aantal nieuwe digitale uitdagingen. Anderzijds biedt digitalisering ook<br />

perspectieven voor marktinkomsten. Een analyse <strong>van</strong> de geldstromen en de nieuwe markten die aangeboord worden is hierbij aan de orde.<br />

Specifieke aandacht gaat naar de inkomsten uit de digitale diensten, de businessmodellen die daarbij naar voor geschoven worden en de mate<br />

waarin deze juridisch sluitend alsook maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Een aantal spanningsvelden, voornamelijk gesitueerd rond de vraag of de<br />

omroep haar digitale content wel mag vermarkten, worden eveneens geduid (bvb. mag de omroep extra inkomsten genereren uit sms-spelletjes?<br />

Kan de omroep programma's in preview tegen betaling aanbieden voor het eigenlijke uitzenden?). (2) Een tweede niveau is dat <strong>van</strong> content<br />

(inhoud). Digitale ontwikkelingen laten toe nieuwe vormen <strong>van</strong> content te ontwikkelen (bvb. online aanbieden <strong>van</strong> schoolpakketten, user-generated<br />

content, community media, enz). Vraag is hoe de omroep omgaat met nieuwe vormen <strong>van</strong> content, hoe die content naar verschillende (nieuwe)<br />

distributieplatformen verspreid wordt en in welke nieuwe domeinen de omroep zich gaat bewegen. Diverse deelaspecten worden onder de loep<br />

genomen: primo, de eigen productie, secundo, de digitale archieven, tertio, de samenwerking met andere actoren bij het aanmaken <strong>van</strong> content (de<br />

relatie met leveranciers, productiehuizen, culturele instellingen, facilitaire bedrijven) (o.m. in Alm & Lowe, 2003) en quattro, de<br />

publieksbetrokkenheid en vormen <strong>van</strong> publieksgegenereerde mediacontent (o.m. in Himmelstein & Aslama, 2003). Aandacht gaat bij de analyse uit<br />

naar de samenwerkingsmodellen die het gevolg zijn <strong>van</strong> die ontwikkelingen, de creatieve én maatschappelijke meerwaarde die de aldus<br />

gegenereerde output met zich meebrengt en binnen welke juridische, in casu auteursrechterlijke, krijtlijnen dit gebeurt. (3) In derde instantie werpen<br />

we ons licht op het niveau <strong>van</strong> de structuur en organisatie <strong>van</strong> de omroep. Een omwenteling op de niveaus <strong>van</strong> financiering (1) en content (2)<br />

brengt ook een reeks organisatorische en structurele wijzigingen met zich mee. Een voorbeeld is het samenbrengen <strong>van</strong> nieuwsredacties om<br />

nieuwsberichten efficiënter via de diverse kanalen te verspreiden. Daarbij dient geduid te worden welke gevolgen een cross-mediale<br />

bedrijfsorganisatie met zich meebrengt. Ook kan de vraag gesteld worden wat hier<strong>van</strong> de repercussies zijn voor de transparantie <strong>van</strong> de instelling.<br />

Voor dit onderzoek wordt een analyse beoogd <strong>van</strong> de betrokken actoren in het aanbieden <strong>van</strong> nieuwe diensten, de verschuivingen op het vlak <strong>van</strong><br />

de interne werking en de gevolgen voor het werkklimaat.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• CAROLINE PAUWELS


Het identificeren <strong>van</strong> redundante variabelen in een simultane componenten analyse.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In onze informatiemaatschappij, komt het in veel wetenschappsgebieden steeds vaker voor (1) dat er informatie over een grote<br />

hoeveelheid variabelen beschikbaar wordt, en (2) dat er voor eenzelfde reeks <strong>van</strong> entiteiten (bv. genen, personen en bedrijven) informatie<br />

beschikbaar is <strong>van</strong>uit verschillende bronnen. In de bio-informatica bijvoorbeeld worden vaak, voor een aantal experimentele condities waarin een<br />

organisme geplaatst wordt, verschillende reeksen metabolieten gemeten, waarbij iedere reeks met een andere meetmethode (zoals bijvoorbeeld<br />

gas chromatografie of vloeistof chromatografie) bekomen is en iedere reeks een grote hoeveelheid metabolieten kan bevatten. Om de<br />

onderliggende mechanismen in dergelijke gegevens bloot te leggen, is een simultane analyse nodig <strong>van</strong> de informatie die in de verschillende<br />

bronnen aanwezig is.De familie <strong>van</strong> simultanecomponenten modellen vormt hiertoe een bruikbaar instrument, aangezien in deze modellen<br />

componenten vervat liggen die simultaan getrokken wor<br />

Organisaties:<br />

• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />

Onderzoekers:<br />

• Iven Van Mechelen<br />

• Eva Ceulemans<br />

• Tom Wilderjans<br />

Het in kaart brengen, het opzetten <strong>van</strong> netwerken en het aanzetten <strong>van</strong> expats en Europeanen tot een actieve participatie<br />

in het Brusselse verenigingsleven en civiele maatschappij.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De instelling 'VUB' en het ' KONING BOUDEWIJNSTICHTING' hebben voor het project ' Het in kaart brengen, het opzetten <strong>van</strong><br />

netwerken en het aanzetten <strong>van</strong> expats en Europeanen tot een actieve participatie in het Brusselse verenigingsleven en civiele maatschappij. ' een<br />

overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht <strong>van</strong> de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen<br />

aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie <strong>van</strong> het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden<br />

aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.<br />

Organisaties:<br />

• Stad, Cultuur & Maatschappij<br />

Onderzoekers:<br />

• ERIC CORIJN<br />

Het in kaart brengen <strong>van</strong> het landschap <strong>van</strong> het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het in kaart brengen <strong>van</strong> het landschap <strong>van</strong> het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur.<br />

Organisaties:<br />

• Welzijn en verzorgingsstaat<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Breda<br />

Het inschakelen <strong>van</strong> duurzame direct-to-consumer leveringen <strong>van</strong> consumptiegoederen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de<br />

onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Thierry Vanelslander<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Het internationale recht op herstel voor slachtoffers <strong>van</strong> inbreuken tegen de mensenrechten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het internationale recht op herstel voor slachtoffers <strong>van</strong> inbreuken tegen de mensenrechten.<br />

Organisaties:<br />

• BESTUUR EN ONTWIKKELING<br />

• DeptIOB<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Reyntjens<br />

• Koen De Feyter<br />

• Marc Bossuyt<br />

Het internet als communicatieplatform voor niet-financiële informatie m.b.t. ondernemingsprestaties: analyse <strong>van</strong> de<br />

determinanten en dynamiek <strong>van</strong> de communicatiestrategieën.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het internet als communicatieplatform voor niet-financiële informatie m.b.t. ondernemingsprestaties: analyse <strong>van</strong> de determinanten en<br />

dynamiek <strong>van</strong> de communicatiestrategieën.<br />

Organisaties:<br />

• ACCOUNTANCY<br />

• Accounting en financiering<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Aerts<br />

Het juridische statuut <strong>van</strong> het ongeboren menselijke leven.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het juridische statuut <strong>van</strong> het ongeboren menselijke leven is naar huidig recht onzeker en betwist. Het doel <strong>van</strong> dit proefschrift is na te<br />

gaan welk (algemeen) juridisch statuut aan dit leven behoort toe te komen. Hiertoe wordt eerst een analyse gemaakt <strong>van</strong> de huidige juridische<br />

bescherming <strong>van</strong> het menselijke leven <strong>van</strong>af het ogenblik <strong>van</strong> de bevruchting tot aan de geboorte. Daarnaast zal ook het juridische persoonsbegrip<br />

grondig worden onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:


• Frederik Swennen<br />

• Annelore Huygens<br />

Het juridische statuut <strong>van</strong> het ongeboren menselijke leven.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het juridische statuut <strong>van</strong> het ongeboren menselijke leven is naar huidig recht onzeker en betwist. Het doel <strong>van</strong> dit proefschrift is na te<br />

gaan welk (algemeen) juridisch statuut aan dit leven behoort toe te komen. Hiertoe wordt eerst een analyse gemaakt <strong>van</strong> de huidige juridische<br />

bescherming <strong>van</strong> het menselijke leven <strong>van</strong>af het ogenblik <strong>van</strong> de bevruchting tot aan de geboorte. Daarnaast zal ook het juridische persoonsbegrip<br />

grondig worden onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Frederik Swennen<br />

• Annelore Huygens<br />

Het juridisch-ethisch statuut <strong>van</strong> menselijk lichaamsmateriaal, in het bijzonder organen en weefsels.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Zowel voor therapeutische als onderzoeksdoeleinden is afgestaan menselijk lichaamsmateriaal zeer waardevol, bv. bloed, sperma,<br />

eicellen, organen en weefsels. Doel <strong>van</strong> het project is na te gaan wat het juridisch - ethisch statuut is <strong>van</strong> afgestaan lichaamsmateriaal, wat de<br />

argumenten pro en contra zijn tegen commercialisering <strong>van</strong> afgestaan lichaamsmateriaal en wat de rol is <strong>van</strong> de overheid.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

• Patrick Cras<br />

• Thierry Vansweevelt<br />

Het juridisch kader <strong>van</strong> de medische keuring in private verzekeringen: rechtsbescherming <strong>van</strong> partijen en beheersing <strong>van</strong><br />

medische informatiestromen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project wil het juridisch statuut <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> medische informatie buiten de gezondheidszorg in het Belgisch recht onderzoeken,<br />

meerbepaald in het kader <strong>van</strong> de medische keuring met het oog op het aangaanof uitvoeren <strong>van</strong> een private verzekering. Het heeft tot doel de<br />

problemen bloot te leggen waarmee de bij de medische keuring betrokken actoren worden geconfronteerd. In het bijzonder zal de materiële<br />

rechtsbescherming <strong>van</strong> de betrokken partijen, de wijze waarop de medische gegevens (inclusief genetische gegevens) worden verzameld en<br />

gebruikt, en de medische informatiestroom worden onderzocht. Op basis <strong>van</strong> de resultaten zal er gezocht worden naar een mogelijke aanpak <strong>van</strong><br />

de vastgestelde problemen, zodat de nodige juridische bescherming <strong>van</strong> de bij het keuringsgebeuren betrokken actoren kan worden gecreëerd en<br />

de nodige rechtszekerheid kan worden gegarandeerd.<br />

Organisaties:<br />

• Interfac. Centr. Biomed. Ethiek & Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Herman Nys<br />

• Caroline Van Schoubroeck<br />

• Herman Cousy<br />

Het juridisch kader voor lokale publiekrechtelijke grensoverschrijdendesamenwerking in Europa.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Op het vlak <strong>van</strong> lokale grensoverschrijdende samenwerking gaan de feitendikwijls vooraf aan het juridisch kader, dat nog in volle<br />

ontwikkeling is. Dit onderzoek wil volgende resultaten bereiken:- Een globaal inzicht in de verschillende methodes voor lokale publiekrechtelijke<br />

grensoverschrijdende samenwerking, door middel <strong>van</strong> een vergelijkende analyse <strong>van</strong> de verdragskaders.- Gevolgtrekkingen uit deze vergelijkende<br />

analyse voor het zich ontwikkelende gemeenschapsrechtelijke kader voor grensoverschrijdende samenwerking.- Een inzicht in de wijzigende<br />

statelijke opvattingen over lokale publiekrechtelijke grensoverschrijdende samenwerking.- De bevestiging <strong>van</strong> het bestaan, binnen de Europese<br />

regionale context,<strong>van</strong> een internationale gewoonterechtelijke grondslag voor de verbindende kracht <strong>van</strong> grensoverschrijdende<br />

samenwerkingsakkoorden <strong>van</strong> lokale overheden.- Het bepalen <strong>van</strong> een optimaal intern Belgisch / Vlaams kader dat aansluit bij de verdragskaders.<br />

Organisaties:<br />

• Instituut voor Internationaal Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Wouters<br />

Het juridisch statuut <strong>van</strong> voorafgaande wilsverklaringen aan het einde <strong>van</strong> het leven.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de<br />

onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Christophe Lemmens<br />

Het katholiek algemeen secundair onderwijs in België tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Depaepe<br />

Het klachtrecht in Vlaanderen : toepassing <strong>van</strong> het klachtendecreet na één jaar.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Op 1 januari 2002 trad het decreet in werking houdende de toekenning <strong>van</strong> het klachtrecht ten aanzien <strong>van</strong> bestuursinstellingen. Het gaat<br />

om een decreet <strong>van</strong> het Vlaams Parlement en is dus <strong>van</strong> toepassing op de Vlaamse overheid. Dit klachtendecreet geeft aan elke burger het recht<br />

om kosteloos een klacht in te dienen bij een bestuursinstelling over de handelingen en de werking <strong>van</strong> die bestuursinstelling. Daarbij wordt een


zorgvuldige klachtenbehandeling door de overheid beschouwd als een element <strong>van</strong> het beginsel <strong>van</strong> behoorlijk bestuur; een bijdrage tot een betere<br />

relatie tussen burger en bestuur en tot een betere kwaliteit <strong>van</strong> de dienstverlening.<br />

Het klachtendecreet is een belangrijke stap in de voltooiing <strong>van</strong> een volledig en volwaardig klachtrecht voor de burgers ten aanzien <strong>van</strong> de Vlaamse<br />

overheid. Het is de noodzakelijke (interne) eerstelijnsklachtenvoorziening, voorafgaande aan de (externe) tweedelijnsklachtenvoorziening door de<br />

Vlaamse Ombudsdienst. De burger moet eerst klagen bij de dienst zelf, zodat de dienst die klacht kan behandelen. Pas als de overheidsdienst,<br />

volgens de burger, niet of onvoldoende tegemoet is gekomen bij de interne klachtenbehandeling, neemt de Vlaamse ombudsdienst de klacht in<br />

behandeling. Zowel in het Ministerie <strong>van</strong> de Vlaamse Gemeenschap als in de Vlaamse Openbare en Wetenschappelijke Instellingen moeten er<br />

derhalve voldoende aanspreekpunten zijn voor de burger, als zijn contact met de Vlaamse overheid is fout gelopen.<br />

Dit onderzoek evalueert de implementatie <strong>van</strong> het klachtendecreet binnen de Vlaamse overheid. Het levert een beeld <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> zaken rond<br />

interne klachtenbehandeling door de bestuursinstellingen en gaat na in hoeverre binnen de bestuursinstellingen sprake is <strong>van</strong> een intern draagvlak<br />

voor een professionele klachtenbehandeling.<br />

Organisaties:<br />

• Management & Bestuur (M&B)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ria Janvier<br />

Het kwantificeren <strong>van</strong> voorkeuren voor woontypologieën met discrete keuze-experimenten<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project beoogt het uitvoeren <strong>van</strong> een online discrete keuze-experiment om de voorkeuren voor woontypologieën <strong>van</strong> jonge mensen in<br />

Antwerpen te kwantificeren. We vragen een panel een keuze te maken uit verschillende woontypologieën gaande <strong>van</strong> collectief wonen tot<br />

individuele studios. De studie zal toelaten om onze recent ontwikkelde Bayesiaanse ontwerpmethode te valideren alsook een beleidsplan op te<br />

stellen in de huisvestingsmarkt.<br />

Organisaties:<br />

• Milieu, technologie en technologiemanagement<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Goos<br />

• Roselinde Kessels<br />

Het lange termijn effect <strong>van</strong> het 'initial resource profile' op de overlevingskans, de groeiperspectieven en de financiële<br />

prestaties <strong>van</strong> startende ondernemingen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Personeel en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Sels<br />

• Sophie De Winne<br />

Het leefloon en alternatieven voor SPI-vrijstelling <strong>van</strong> bestaansmiddelen: vervolgproject.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project bouwt voort op eerder onderzoek naar knelpunten in de huidige SPI-vrijstelling <strong>van</strong> bestaansmiddelen voor<br />

leefloongerechtigden. Uitgaande <strong>van</strong> de vaststellingen uit vorig onderzoek zal in dit project verder op zoek gegaan worden naar knelpunten in de<br />

SPI-vrijstelling en naar zinvolle alternatieven.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Natascha Van Mechelen<br />

• Bea Cantillon<br />

Het Lerende familiebedrijf - Deel II<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het project " Het Lerende familiebedrijf" heeft aangetoond dat 'organisationeel leren' een noodzakelijke voorwaarde is om continu te<br />

verbeteren en vernieuwen. Investeren in continue innovatie is voor familiebedrijven essentieel om competitief voordeel te houden. Hun succes is,<br />

zoals in elk ander bedrijf, sterk afhankelijk <strong>van</strong> hoe goed men is in zowel product-, process- als organisatie-innovatie.<br />

Organisationeel leren blijkt dan vooral vervat te zitten in het weefsel <strong>van</strong> gesprekken en relaties die de leden <strong>van</strong> het familiebedrijf opbouwen met<br />

elkaar en de buitenwereld (klanten, leveranciers, andere stakeholders). De kwaliteit <strong>van</strong> deze gesprekken en relaties bepaalt in grote mate de<br />

effectiviteit en het lerend vermogen <strong>van</strong> het familiebedrijf.<br />

Echter, goed zijn in continue vernieuwing - en hiervoor het lerend vermogen ontwikkeld hebben - wil niet zeggen dat het familiebedrijf ook de<br />

capaciteit heeft om zich flexibel aan te passen aan onvoorspelbare combinaties <strong>van</strong> radicaal veranderende markten, technologieën en andere<br />

elementen, bijvoorbeeld naar aanleiding <strong>van</strong> de crisis of de trend naar duurzaamheid.<br />

Sommige familiebedrijven passen zich flexibel aan en komen met geheel nieuwe product-markt combinaties, geheel nieuwe producten/diensten en<br />

maken geheel nieuwe koppelingen met spelers uit de omgeving. Hierdoor verwerven zij competitief voordeel. Anderen slagen hier niet in en<br />

ondervinden dat de organisatiewijsheid die ze opgebouwd hebben om continu te verbeteren onder meer stabiele condities zelfs barrières worden<br />

om op een effectieve wijze radicale veranderingen te managen.<br />

Gezien bovenstaande problematiek, wil dit onderzoek een antwoord bieden op de volgende vraag: " Wat maakt dat familiebedrijven zich flexibel<br />

kunnen aanpassen aan onvoorspelbare combinaties <strong>van</strong> radicaal veranderende markten, technologieën en andere elementen (bijv. naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> de crisis, de trend naar duurzaamheid) door te komen met geheel nieuwe product-markt combinaties, geheel nieuwe producten/diensten,...?<br />

Organisaties:<br />

• Accountancy en financiering<br />

• Governance<br />

• Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim VOORDECKERS<br />

• Frank LAMBRECHTS<br />

• Jolien HUYBRECHTS


Het leveren <strong>van</strong> ondersteuning bij het beheer en de verbetering <strong>van</strong> het model MOBILEC.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het leveren <strong>van</strong> ondersteuning bij het beheer en de verbetering <strong>van</strong> het model MOBILEC.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Hilde Meersman<br />

Het maatschappelijke draagvlak <strong>van</strong> het sociaal beleid. Comperatief onderzoek naar de vorming en politieke uitdrukking<br />

<strong>van</strong> sociaal-economische attitudes in moderne welvaartstaten.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De verzorgingsstaat staat sedert de economische recessie <strong>van</strong> de jaren zeventig onder druk. Radicale kritieken op de verzorgingsstaat<br />

komen niet enkel uit neoliberale hoek, maar worden ook vertolkt door de populistische en rechts-radicale politieke partijen die de laatste jaren in<br />

veel Europese landen opgang hebben gemaakt. Deze economische en politieke uitdagingen voor de verzorgingsstaat vormen tevens de context<br />

waarbinnen de sociale en economische attitudes <strong>van</strong> de gewone burgers gestalte krijgen. In dit onderzoeksproject gaat de aandacht uit naar het<br />

ideologisch draagvlak <strong>van</strong> de verzorgingsstaat onder de bevolking.<br />

Dit onderzoek wil via comparatief empirisch onderzoek bijdragen aan de theorievorming rond de ontwikkeling <strong>van</strong> sociaal-economische attitudes.<br />

Zowel de algemene sociaal-economische attitudes (houdingen ten aanzien <strong>van</strong> sociale ongelijkheid en economische herverdeling, individualisme<br />

versus collectivisme, universalisme versus particularisme, enzovoort) als de standpunten ten aanzien <strong>van</strong> concrete beleidsmaatregelen zullen<br />

worden onderzocht. Daarbij wordt nagegaan hoe en in welke mate deze attitudes uitgekristalliseerd zijn tot ideologische clivages en hoe deze<br />

clivages zich verhouden tot socio-demografische kenmerken en politiek-electorale posities <strong>van</strong> de bevolking.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARK ELCHARDUS<br />

• ANTON DERKS<br />

Het maken <strong>van</strong> een paper "Applying SMC Pricing in PPP's for the maritime sector" voor WP6 <strong>van</strong> het ENACT Project.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het maken <strong>van</strong> een paper "Applying SMC Pricing in PPP's for the maritime sector" voor WP6 <strong>van</strong> het ENACT Project.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Pauwels<br />

• Thierry Vanelslander<br />

• Hilde Meersman<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Het maken <strong>van</strong> 'nationale' burgers: Een analyse <strong>van</strong> het nationale jeugdprogramma in Ghana.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Arnim Langer<br />

Het management <strong>van</strong> de Islam op de werkvloer<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Niettegenstaande het maatschappelijk debat rond de Islam en de uitdagingen <strong>van</strong> de integratie <strong>van</strong> praktiserende Moslims op de<br />

werkvloer heeft de Islam weinig aandacht gekregen in de wetenschappelijke organisatieliteratuur rond diversiteit. Verankerd in de Noord-<br />

Amerikaanse traditie, deze blijft voornamelijk focussen op ras en interraciale relaties. Dit project wil nagaan hoe Europese organisaties met de<br />

Islam en praktiserende Moslim medewerkers omgaan steunend op Belgische data. Specifiek willen we theoretische en empirische bijdragen<br />

leveren aan de bestaande diversiteitsliteratuur over:<br />

1)hoe de Islam en Moslim praktijken gemanaged worden in organisaties;<br />

2)hoe diversiteitpraktijken rond de Islam worden verzoend met bestaande HR principes en praktijken;<br />

3)de rol <strong>van</strong> lijnmanagers in het managen <strong>van</strong> de Islam en Moslim praktijken;<br />

4)hoe Moslim en niet-Moslim werknemers diversiteitspraktijken rond de Islam en Moslim praktijken.<br />

Het onderzoek zal steunen op een meervoudige gevalsstudie. In het bijzonder zullen drie gevalsstudies worden uitgevoerd in organisaties in België<br />

die gekend staan voor hun diversiteitsbeleid en die een groot aantal mensen met een Moslim achtergrond tewerk stellen.<br />

Organisaties:<br />

• Gedragswetenschappen - Diversiteit<br />

• Identity, Diversity & Inequality Research<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrizia ZANONI<br />

Het Managen <strong>van</strong> Klantenrelaties in een Multichannel Omgeving<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het is een tendens dat klanten steeds meer toegang hebben tot verschillende kanalen om te interageren met bedrijven (Cassab and<br />

MacLachlan 2009). Gebruikmakend <strong>van</strong> longitudinale gegevensbanken <strong>van</strong> verschillende bedrijven, beoogt deze proposal om een beter inzicht te<br />

verwerven in de gevolgen en de causale effecten die gepaard gaan met verschillende multichannel strategieën en klantenvoorkeuren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Larivière<br />

Het mandaatsysteem in de federale overheid geplaatst in een internationaal perspectief.


K.U.Leuven<br />

Abstract: Door de Copernicushervorming en de invoering <strong>van</strong> het mandaatsysteem is de rol en positie <strong>van</strong> de topambtenaren in de federale<br />

overheid grondig veranderd. Deze hervormingen liggen in de lijn <strong>van</strong> een internationale trend naar de contractualisering <strong>van</strong> leidende ambtenaren.<br />

Het project wil de wetenschappelijke kennis met betrekking tot contracten met hogere ambtenaren, en hun effect in de context <strong>van</strong> de hervormingen<br />

in de openbare sector, verhogen. Het Belgische federale mandaatsysteem zal gepositioneerd en vergeleken worden met Public Service Bargains in<br />

andere landen. Deze landen zijn: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Canada. Tevens zal er een gapanalyse (initiële<br />

doelstellingen versus feitelijke situatie) verricht worden <strong>van</strong> het mandaatsysteem na meerdere jaren Copernicushervorming.Eén <strong>van</strong> de beoogde<br />

doelstellingen <strong>van</strong> de Copernicushervorming was de invoering <strong>van</strong> een op Hoods typologie gesteunde managerial public service bargain. Op basis<br />

<strong>van</strong> de typologie <strong>van</strong> Publi<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Annie Hondeghem<br />

Het media-cultivatie-effect op emotie: ontrafelen <strong>van</strong> de black-box<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE School vr Massacommunicatieresearch<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Van den Bulck<br />

Het medisch-ethisch-juridisch statuut <strong>van</strong> stamcellen en stamcelonderzoek.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Doel <strong>van</strong> het project is op zoek te gaan naar de toegangs-,kwaliteits-en veiligheidsvoorwaarden <strong>van</strong> stamcelonderzoek, in het licht <strong>van</strong><br />

ethisch ¿ juridische beginselen als de autonomie <strong>van</strong> de persoon en de beschermwaardigheid <strong>van</strong> embryo's, in interactie met de voortdurende<br />

evolutie <strong>van</strong> de geneeskunde op dit vlak.<br />

Organisaties:<br />

• Persoon en vermogen<br />

Onderzoekers:<br />

• Zwi Berneman<br />

• Thierry Vansweevelt<br />

Het meten <strong>van</strong> competitiviteit <strong>van</strong> landen in topsport: mixed-research methods<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel een theoretisch model om competitiviteit <strong>van</strong> landen in topsport te ontwikkelen en te valideren. Het SPLISS<br />

model (Sports Policy factors Leading to International Sporting Success), dat in 2007 werd ontwikkeld, wordt daarbij als vertrekbasis gebruikt. In de<br />

eerste fase zal dit model getest worden op construct- en inhoudsvaliditeit, door experts in topsport te bevragen en via statistische analyses de<br />

factoren en wegingen te bepalen. In de tweede fase (2011-2012) zal dit theoretisch model empirisch getoetst worden door een internationale<br />

vergelijking tussen meerdere landen. Het doel <strong>van</strong> deze fase is de criteriumvaliditeit te verbeteren en de mogelijke relatie te achterhalen tussen de<br />

determinanten die competitiviteit bepalen en de prestaties. Via een internationale consortiumgroep werden al landen gecontacteerd (met positieve<br />

interesse) en zullen deze nog verder worden aangesproken. Mixed research methodes zullen gebruikt worden voor de verzameling en analyse <strong>van</strong><br />

de data. Een onderzoeksinstrument dat de kritische successfactoren operationaliseert wordt door onderzoekers in elk land ingevuld, aangevuld met<br />

een schriftelijke vragenlijst met de voornaamste stakeholders (atleten, coaches, topsportdirecteuren). Een meetsysteem wordt ontwikkelt dat<br />

kwantitatieve en kwalitatieve data omzet in scores, zodat statistische toetsen kunnen gebeuren. Hierbij wordt gekeken hoe competitiviteit in de<br />

economie wordt gemeten en getransferreerd naar de sport. Als laatste wordt dit systeem in overleg met experts geëvalueerd.<br />

Organisaties:<br />

• Sportbeleid en -management<br />

Onderzoekers:<br />

• VEERLE DE BOSSCHER<br />

• PAUL DE KNOP<br />

Het meten <strong>van</strong> de verkeersveiligheidsimpact <strong>van</strong> beleidsmaatregelen met behulp <strong>van</strong> activiteitengebaseerde modellen<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract <strong>van</strong> de UHasselt met BOF-middelen, toegekend aan onderzoeksgroep DAM (UHasselt)<br />

voor de periode <strong>van</strong> 01.01.2007 tot 31.12.2007. Het onderzoek heeft betrekking op het meten <strong>van</strong> de verkeersveiligheidsimpact <strong>van</strong><br />

beleidsmaatregelen met behulp <strong>van</strong> activiteitengebaseerde modellen<br />

Organisaties:<br />

• Verplaatsingsgedrag<br />

• Data-analyse en Modellering<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom BRIJS<br />

• Gerhard WETS<br />

Het meten <strong>van</strong> reacties op reclamestimuli en mediacontext met behulp <strong>van</strong> eye tracking.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De respons op reclamestimuli in wisselende mediacontexten wordt nagegaan door middel <strong>van</strong> twee experimenten. In beide wordt de<br />

techniek <strong>van</strong> de eye tracking gebruikt. In een eerste experiment wordt nagegaan op welke wijze verschillende mediacontexten in staat zijn als<br />

`primer' te dienen voor reclameverwerking. In een tweede experiment wordt getest in welke mate er aandacht is voor onderscheiden gebieden <strong>van</strong><br />

webpagina's, en of dit een impact heeft op de zelfgerapporteerde verwerking <strong>van</strong> reclame op deze pagina's.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Pelsmacker<br />

Het milieuwereldbeeld en milieurele<strong>van</strong>t gedrag <strong>van</strong> jongeren: een interdisciplinaire benadering.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Op interdisciplinair wijze worden het milieuwereldbeeld en het milieurele<strong>van</strong>t gedrag <strong>van</strong> jongeren in Vlaanderen en in<br />

ontwikkelingslanden onderzocht. Een belangrijk aandachtspunt is de invloed <strong>van</strong> persoongebonden kenmerken en sociale contextgegevens. Ook


de impact <strong>van</strong> milieueducatieve initiatieven in verschillende contexten wordt onderzocht, waarbij aandacht uitgaat naar verschillen tussen culturen,<br />

tussen subculturen en tussen urbane en rurale samenlevingen.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Ilse Loots<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Johan Bastiaensen<br />

Het modelleren <strong>van</strong> ladingconsolidatie <strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> verzenders en vervoerders.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De recente trend naar logistieke samenwerking tussen verschillende bedrijven in de supply chain wordt gedreven door de constante druk<br />

op deze bedrijven om steeds efficiënter te produceren. Bedrijven die zich op hetzelfde marktniveau bevinden, kunnen er voor opteren hun<br />

goederenstromen te bundelen. Mogelijke opportuniteiten die voortvloeien uit deze ladingsconsolidatie zijn een toename in productiviteit (betere<br />

benutting <strong>van</strong> transportcapaciteit, reductie <strong>van</strong> het aantal lege transporten en lagere kosten <strong>van</strong> activiteiten die niet tot de kernactiviteiten <strong>van</strong> de<br />

organisatie behoren), een stijging in service niveau en een meer competitieve marktpositie. Het doel <strong>van</strong> mijn doctoraatsonderzoek is het<br />

bestuderen <strong>van</strong> consolidatie <strong>van</strong> ladingen, enerzijds <strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> verzenders en anderzijds <strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> vervoerders. Wat<br />

verzenders betreft, is het eerste doel <strong>van</strong> mijn onderzoek het ontwikkelen <strong>van</strong> een theoretisch kader voor de modellering <strong>van</strong> samenwerking tussen<br />

deze verzenders. Meer specifiek is het de bedoeling een model te creëren dat de beslissingen <strong>van</strong> verzenders ondersteunt aangaande de<br />

kwantificering <strong>van</strong> samenwerkingsopportuniteiten en de analyse <strong>van</strong> de gepaste strategie voor deze samenwerking onder verschillende<br />

omstandigheden. Om dit doel te bereiken zal in een eerste onderzoeksfase een mathematisch model ontwikkeld worden op basis <strong>van</strong> de<br />

minimalisatie <strong>van</strong> totale logistieke kosten dat de mogelijke economische voordelen <strong>van</strong> samenwerking tussen verzenders kan aangeven.<br />

Vervolgens zal een gedetailleerd discrete event simulatie model, dat het mathematisch model uit de vorige fase incorporeert, geconstrueerd worden<br />

om het beslissingsproces <strong>van</strong> de verzender na te bootsen. De tweede doelstelling <strong>van</strong> mijn doctoraatsonderzoek is het ondersteunen <strong>van</strong> de<br />

operationele planning die gepaard gaat met samenwerking tussen vervoerders. Hiervoor zal in eerste instantie de gemeenschappelijke operationele<br />

planning <strong>van</strong> meerdere vervoerders geformuleerd worden als een rittenplanningsprobleem. Daarna zullen heuristieken ontwikkeld worden die, in<br />

een korte tijdspanne zoals vereist in de realiteit, kwaliteitsvolle oplossingen kunnen genereren .<br />

Organisaties:<br />

• Logistiek<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerrit JANSSENS<br />

• An CARIS<br />

Het 'moeilijke' probleem <strong>van</strong> het bewustzijn: een epistemologische benadering. Een interdisciplinair onderzoek naar de<br />

conceptuele beperkingen <strong>van</strong> het denken over het bewustzijn.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De kern <strong>van</strong> het hard problem of consciousness (het 'moeilijke probleem <strong>van</strong> het bewustzijn') (Chalmers) is de vraag hoe de essentieel<br />

fysische processen in ons zenuwstelsel aanleiding kunnen geven tot de essentieel niet-fysische, kwalitatieve ervaringen (qualia) die ons fenonenaal<br />

bewustzijn constitueren. Zowel filosofen als wetenschappers hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Filosofische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Joachim Leilich<br />

• Lars De Nul<br />

Het moeilijke probleem <strong>van</strong> het bewustzijn: een epistemologische benadering - een onderzoek naar de conceptuele<br />

grenzen aan het interdisciplinair denken over het bewustzijn.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De kern <strong>van</strong> het hard problem of consciousness (het 'moeilijke probleem <strong>van</strong> het bewustzijn') (Chalmers) is de vraag hoe de essentieel<br />

fysische processen in ons zenuwstelsel aanleiding kunnen geven tot de essentieel niet-fysische, kwalitatieve ervaringen (qualia) die ons fenonenaal<br />

bewustzijn constitueren. Zowel filosofen als wetenschappers hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Filosofische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Joachim Leilich<br />

• Lars De Nul<br />

Het niet opnemen <strong>van</strong> counseling m.b.t. HIV onder tuberculosepatiënten in Zuid-Afrika: onderzoek met het oog op<br />

gefundeerde interventie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het niet opnemen <strong>van</strong> counseling m.b.t. HIV onder tuberculosepatiënten in Zuid-Afrika: onderzoek met het oog op gefundeerde<br />

interventie.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor rechtssociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Francis Van Loon<br />

Het 'niet willen' behandeld worden <strong>van</strong> forensische patiënten: een uiting <strong>van</strong> 'geclaimde autonomie' of <strong>van</strong> normaliteit?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Fac. Psychologie en Pedagogische Wet.<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Vertommen<br />

• Geert Vervaeke<br />

Het non-discriminatieprincipe in fiscale zaken: nationaal, internationaal en Europees.<br />

K.U.Leuven


Abstract: Hoewel het verbod <strong>van</strong> discriminatie een fundamenteel beginsel in de meeste belastingregimes is, is het bijzonder moeilijk definieerbaar.<br />

Gelet op het fundamentele karakter er<strong>van</strong>, rijst de vraag of er een enkelvoudignon-discriminatiebeginsel bestaat, dat gemeenschappelijk is aan alle<br />

belastingregimes. Een vergelijking <strong>van</strong> de rechtspraak onder Art. 24 <strong>van</strong> het OESO Modelverdrag, de Europese vrijheden en de dormant<br />

Commerce Clause<strong>van</strong> de Amerikaanse Grondwet brengt een aantal gemeenschappelijke kenmerken aan het licht, maar de verschillende<br />

doelstellingen <strong>van</strong> de standaarden zorgen toch voor een divergente toepassing. Nochtans mogen deze verschillen niet tot de conclusie leiden dat<br />

interactie onmogelijk of onwenselijk is. Het onderzoek is erop gericht na te gaan of er invloed is (of zou moeten zijn) <strong>van</strong> enerzijds de rechtspraak<br />

<strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> Justitie opde interpretatie <strong>van</strong> Art. 24 Modelverdrag en anderzijds <strong>van</strong> de rechtspraak <strong>van</strong> de Amerikaanse Supreme Court of de<br />

rechtspraak <strong>van</strong> het Hof v<br />

Organisaties:<br />

• Instituut voor Fiscaal Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc De Broe<br />

Het onderscheidend vermogen <strong>van</strong> intangible resources in familiebedrijven verklaard:<br />

een empirische test<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: In de literatuur wordt vaak vastgesteld dat familiebedrijven beter presteren dan niet-familiebedrijven. De verklaring <strong>van</strong> dit competitief<br />

voordeel wordt vooral gezocht in "familiebedrijf-unieke" resources. Ondanks dat de meeste auteurs erkennen dat deze resources intangible, of<br />

m.a.w. niet-tastbaar zijn, maken zij geen gebruik <strong>van</strong> een intangibles model om deze te bestuderen. In eerdere studies worden deze resources<br />

bovendien afzonderlijk onderzocht als bron <strong>van</strong> competitief voordeel; resource combinaties worden meestal niet bekeken. Om tegemoet te komen<br />

aan deze tekortkomingen in de literatuur zal ik voortbouwen op een eigen ontwikkeld model betreffende de combinaties <strong>van</strong> intangible resources in<br />

familiebedrijven. Meer specifiek is dit model gebaseerd op de idee dat één resource op zich geen competitief voordeel kan opleveren en dat het<br />

eerder combinaties <strong>van</strong> resources zijn die het verschil maken. Empirische bevestiging <strong>van</strong> dit model ontbreekt echter nog. Daarom zal ik in dit<br />

project empirisch onderzoeken hoe de volgende wederkerige relaties een competitief voordeel kunnen opleveren voor familiebedrijven: (1)<br />

organisatiecultuur en human capital, (2) organisatiecultuur en netwerken, (3) human capital en netwerken, (4) human capital en reputatie en (5)<br />

reputatie en netwerken.<br />

Organisaties:<br />

• Governance<br />

• Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim VOORDECKERS<br />

Het onderscheidingsvermogen <strong>van</strong> meta-analyses bij N=1 experimenten. nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Ondanks de unieke en substantiële bijdrage die N=1-experimenten leverenaan zowel het klinische als het meer fundamentele proces- en<br />

outcome-onderzoek, wordt de evidentie die langs deze weg vershy;meld werd vaak buiten beschouwing gelaten in meta-analyses. Dit houdt het<br />

risico in dat de con&shy;meld werd vaak buiten beschouwing gelaten in meta-analyses. Dit houdt het risico in dat de con&shy;clusies die aan deze<br />

meta-analyses worden verbonden onvolledig, en in het slechtste geval zelfs ver&shy;tekend, zijn. Een belangrijke reden voor de relatieve<br />

afwezigheid <strong>van</strong> meta-analyses <strong>van</strong> N=1 experimenten is het ontbreken <strong>van</strong> onderzoeksgebaseerde richtlijnen voor de manier waarop deze metaanalyse<br />

het best wordt aangepakt. Met dit project willen we daarom verschillende voorgestelde technieken met elkaar vergelijken, onder meer op<br />

basis <strong>van</strong> het onderscheidingsshy;mo&shy;mo&shy;gen. Empirische studies met betrekking tot exposure bij pijnpatiënten, voor een eerste<br />

exploratie <strong>van</strong><br />

Organisaties:<br />

• OE Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Johannes Vlaeyen<br />

• Patrick Onghena<br />

• Isis Bulté<br />

Het onderzoekend leren optimaal ondersteunen in de klas.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Aan de hand <strong>van</strong> een reviewstudie wordt nagegaan hoe onderzoekscompetenties bij leerlingen in het secundair onderwijs kunnen worden<br />

versterkt. We beschrijven en analyseren de onderzochte effecten <strong>van</strong> verschillende didactische benaderingen gericht op het versterken <strong>van</strong><br />

onderzoekend leren (inquiry learning) op basis <strong>van</strong> internationale onderzoeksdatabanken. Verschillende condities in de onderwijsleeromgeving voor<br />

het versterken <strong>van</strong> onderzoekscompetenties worden hierbij ook nader verkend.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Vincent Donche<br />

Het onderzoek naar implementatie -kenmerken <strong>van</strong> ICT in het basisonderwijs.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds wordt een empirische studie uitgevoerd in verband met implementatie-kenmerken <strong>van</strong><br />

informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de didactische praktijk. Onder implementatiekenmerken worden begrepen; (a) didactische<br />

gebruiksparameters; (b) inhoudelijke parameters; (c) organisatorische gebruiksvoorwaarden; en (d) gebruikerskenmerken. Anderzijds wordt op<br />

basis <strong>van</strong> deze implementatiekenmerken geanalyseerd welke de belangrijkste succesfactoren zijn die het proces <strong>van</strong> ICT-implementatie in de<br />

didactische praktijk begeleiden. Deze doelen worden bereikt via een kwantitatieve onderzoeksprocedure.<br />

Organisaties:<br />

• Pedagogiek en Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• ARNOBIUS LIBOTTON<br />

Het ontstaan <strong>van</strong> tolerantie en selectiviteit in de visuele cortex <strong>van</strong> knaagdieren.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Biologische Psychologie<br />

Onderzoekers:


• Hans Op de Beeck<br />

Het ontwerpen <strong>van</strong> keuze-experimenten voor heterogene populaties.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Martina Vandebroek<br />

Het ontwerpen <strong>van</strong> strategisch gealigneerde bedrijfsprocessen <strong>van</strong>uit bedrijfsmodellen<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project zal gebruik makende <strong>van</strong> het Design Science onderzoeksparadigma nagaan hoe bedrijfsmodellen kunnen helpen bij het<br />

ontwerpen <strong>van</strong> een organisatiebrede bedrijfsprocesarchitectuur die afgestemd is op organisatiestrategieën en processen integreert in de<br />

organisatiewaardeketen. De nieuw opgedane kennis over hoe een bedrijfsprocesarchitectuur te ontwerpen startende <strong>van</strong> een bedrijfsmodel dat de<br />

gevolgen <strong>van</strong> strategieimplementatiekeuzen expliciteert, zal geoperationalizeerd worden in een &apos;<strong>van</strong> bedrijfsmodel tot<br />

bedrijfsprocesmodel&apos; methode.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel beheer<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Poels<br />

Het ontwerp <strong>van</strong> discrete keuze-experimenten aangepast aan het cognitief proces <strong>van</strong> de respondent.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In marketing, transport, gezondheidseconomie, milieu-economie en diverse andere domeinen <strong>van</strong> de economie worden discrete keuzeexperimenten<br />

veelvuldig gebruikt om de voorkeuren <strong>van</strong> mensen te onderzoeken voor bepaalde attributen <strong>van</strong> producten of diensten. Een typisch<br />

keuze-experiment legt respondenten een aantal keuzesets voor die elk bestaan uit een aantal alternatieven die gedefinieerd worden als<br />

combinaties <strong>van</strong> verschillende attribuutniveaus. Respondenten dienen dan hun preferentie voor een bepaald alternatief in elke keuzeset kenbaar te<br />

maken. Het doel <strong>van</strong> een discrete keuze-experiment is om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over de voorkeuren door slechts een gering<br />

aantal keuzesets aan een beperkt aantal respondenten voor te leggen (omwille <strong>van</strong> respondentvermoeidheid en kostenoverwegingen). Om dit te<br />

realiseren is het noodzakelijk om de alternatieven op een deskundige wijze te selecteren en toe te wijzen aan de keuzesets. Dit is mogelijk dankzij<br />

de technieken <strong>van</strong> optimaal experimenteel ontwerp.<br />

Het onderzoek naar het optimaal ontwerp <strong>van</strong> discrete keuze-experimenten is hoofdzakelijk gericht op het verbeteren <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong><br />

ontwerpen onder de vereenvoudigende veronderstelling dat respondenten in een experiment compenserende beslissingen nemen. Dit wil zeggen<br />

dat aantrekkelijke niveaus <strong>van</strong> één attribuut onaantrekkelijke niveaus <strong>van</strong> een ander attribuut compenseren. Omdat respondenten niet altijd<br />

rationeel handelen, is deze veronderstelling vaak verkeerd. Het doel <strong>van</strong> dit onderzoeksproject is om voor drie belangrijke situaties waarin<br />

respondenten afwijken <strong>van</strong> de compenserende beslissingsregel bij het nemen <strong>van</strong> keuzes optimale ontwerpen te ontwikkelen. Het project is<br />

daarom onderverdeeld in drie secties waarin we telkens inzoomen op één scenario waarin de compenserende beslissingsregel niet gevolgd wordt:<br />

(i) het scenario waarin de keuzesets <strong>van</strong> het experiment te veel attributen tonen en als gevolg daar<strong>van</strong> respondenten attributen negeren bij de<br />

besluitvorming, (ii) het scenario waarin bepaalde attributen extra in het oog springen bij de respondenten omwille <strong>van</strong> hun positie in de beschrijving<br />

<strong>van</strong> de alternatieven en (iii) het scenario waarin bepaalde alternatieven extra in het oog springen bij de respondenten omwille <strong>van</strong> hun positie in de<br />

keuzesets. Het begrijpen <strong>van</strong> het cognitief proces <strong>van</strong> de respondenten in deze scenarios laat toe om dit proactief te betrekken bij het opzetten <strong>van</strong><br />

optimale ontwerpen voor discrete keuze-experimenten.<br />

Organisaties:<br />

• Milieu, technologie en technologiemanagement<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Goos<br />

• Roselinde Kessels<br />

Het ontwerp <strong>van</strong> experimenten met gepaarde waarnemingen onder volgorde-effecten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Om de kwantificeren hoe de leden <strong>van</strong> een doelgroep de verschillende kenmerken <strong>van</strong> producten, diensten,<br />

transportwijzen of gezondheidstoestanden waarderen worden in onder meer de marketing, de transporteconomie en de gezondheidseconomie<br />

experimenten met gepaarde waarnemingen gebruikt. De bedoeling <strong>van</strong> dit project is om methoden te ontwikkelen die het de onderzoekers toelaten<br />

dergelijke experimenten op een statistisch verantwoorde wijze op te zetten wanneer volgorde-effecten de keuzes <strong>van</strong> de respondenten kunnen<br />

beïnvloeden.<br />

Organisaties:<br />

• Wiskunde, statistiek en actuariaat<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Goos<br />

Het ontwerp <strong>van</strong> sociale cohesie indicatoren in Vlaanderen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De afgelopen jaren is de belangstelling voor sociale cohesie sterk toegenomen, waarbij de vraag rijst of er betrouwbare indicatoren<br />

kunnen worden ontwikkeld voor het 'meten' <strong>van</strong> sociale cohesie. Onvermijdelijk is dit een multidimensioneel gegeven, zodat op verschillende<br />

gegevensbronnen een beroep zal moeten worden gedaan. In het kader <strong>van</strong> een interuniversitair onderzoek worden daarbij diverse databestanden<br />

gecombineerd. In dit onderzoek wordt specifiek nagegaan of het mogelijk is deze gegevens aan elkaar te koppelen, en of hieruit een coherenti<br />

beeld <strong>van</strong> sociale cohesie kan worden afgeleid. In secundaire orde is daarbij de vraag of concrete beleidsacties (op het niveau <strong>van</strong> gemeente of<br />

OCMW, of Gewest) een waarneembaar effect (kunnen) hebben op sociale cohesie-indicatoren.<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Politicologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hooghe<br />

Het ontwikkelen en ontwerpen <strong>van</strong> vormend onderwijs voor de opleiding Master of Science in de educatieve studies waar<br />

het doelpubliek bestaat uit mensen die niet alleen student zijn.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project beoogt een onderwijsontwikkeling <strong>van</strong> de opleidingen in de educatieve studies voor een doelpubliek dat om een grote<br />

onderwijsflexibiliteit en studie-efficiëntie vraagt, rekening houdend met de nieuwe onderwijsvisie <strong>van</strong> de pedagogische opleidingen aan de faculteit


waarin de (persoons)vormende functie <strong>van</strong> onderwijs centraal staat. Vormingsmomenten verwijzen naar sterke ervaringsmomenten en diepgaande<br />

ervaringsprocessendie meestal ook een interactie vragen die een fysieke aanwezigheid en (collectieve) blootstelling impliceert. De ambitie <strong>van</strong> dit<br />

project is om binnen het vernieuwd programma dergelijke vormingsmomenten te ontwerpen voor een opleiding die inzet op grote flexibiliteit. In<br />

concreto betekent dit het optimaliseren <strong>van</strong> het onderwijs door a) het verhogen <strong>van</strong> de efficiëntie en effectiviteit <strong>van</strong> het onderwijsleerproces dat<br />

gericht is opleerresultaten en b) het maximaliseren <strong>van</strong> vormingsmomenten en -kansen.<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Elen<br />

• Nikola Verschueren<br />

• Jan Masschelein<br />

• Geraldine Clarebout<br />

Het ontwikkelen en toetsen <strong>van</strong> een systeem voor het in kaart brengen <strong>van</strong> gezondheidsproblemen <strong>van</strong> allochtonen en<br />

problemen met de hulpverlening aan deze groep.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het ontwikkelen <strong>van</strong> een systeem <strong>van</strong> 'ethnic monitoring' in de<br />

gezondheidszorg. Concreet gaat het om een systeem dat het mogelijk moet<br />

maken om de gezondheidsnoden <strong>van</strong> etnische minderheden in kaart te brengen,<br />

evenals de problemen die ze in onze hulpverlening ervaren.<br />

Organisaties:<br />

• Medische Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FREDDY LOUCKX<br />

Het ontwikkelen <strong>van</strong> een implementatiegids voor school interventies gericht op het bevorderen <strong>van</strong> een gezonde leefstijl<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Het uiteindelijke doel <strong>van</strong> dit project is het bevorderen <strong>van</strong> een evenwichtig beweeg- en voedingspatroon bij kinderen en jongeren als<br />

toeleiding naar evenwichtige voeding en voldoende beweging. Uit internationaal onderzoek blijkt dat heel wat jonge mensen een leefstijl aannemen<br />

met onvoldoende beweging en ongezond eten. Deze leefstijl is een risicofactor voor obesitas en diabetes op jonge en latere leeftijd. Het is dan ook<br />

belangrijk om op school reeds te starten met preventie. Zeker in het kader <strong>van</strong> gezondheidspromotie, waar we een bredere focus dan enkel<br />

preventie <strong>van</strong> stoornissen beogen.<br />

In Vlaanderen bestaan er heel wat interventies rond het bevorderen <strong>van</strong> een evenwichtig beweeg- en voedingspatroon. Dit project zal deze<br />

interventies die actueel gebruikt worden in scholen in Vlaanderen inventariseren, opgedeeld naar de drie onderwijsniveaus (kleuter, lager,<br />

secundair, incl. buitengewoon onderwijs). Dit zal aan de hand <strong>van</strong> de indicatoren <strong>van</strong> VIGeZ en veldwerkonderzoek<br />

gebeuren.<br />

De implementatie <strong>van</strong> deze interventies op school gebeurt echter soms onvolledig of niet volgens het opzet <strong>van</strong> de uitgewerkte methodiek. Dat kan<br />

de doeltreffendheid gevoelig verminderen. Het reële werkterrein <strong>van</strong> de leerkracht en de condities waarin hij de interventie moet aanbrengen zijn<br />

vaak onvoldoende in rekening gebracht in het proces <strong>van</strong> ontwerp <strong>van</strong> de interventie naar mplementatie.<br />

Met dit onderzoeksproject willen we faciliterende en belemmerende factoren in kaart brengen aan de hand <strong>van</strong> een literatuurstudie, interviews met<br />

leerkrachten en ontwikkelaars. Focusgroepen met ouders en leerlingen in scholen waar er momenteel interventies lopen zullen hier aanvullingen op<br />

geven. Op basis daar<strong>van</strong> werken we een implementatiegids uit, die tevens zal getoetst worden in de<br />

praktijk.<br />

De projectdoelstelling luidt dan ook als volgt: Het ontwikkelen <strong>van</strong> een implementatiegids bij interventies op school die een evenwichtig beweeg- en<br />

voedingspatroon promoten. Om het uiteindelijke doel te bereiken zal de implementatiegids over gans Vlaanderen verspreid worden. Het<br />

uiteindelijke product is een implementatiegids die intermediairen kunnen gebruiken wanneer ze aan de slag gaan met interventies die een<br />

evenwichtig beweeg- en voedingspatroon bevorderen. Het project baseert zich op de expertise <strong>van</strong> de drie departementen die ervaring hebben met<br />

de gezondheidsthema’s en gezondheidspromotie.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Sociaal-agogisch werk<br />

• Departement Gezondheidszorg Vesalius<br />

• Departement Lerarenopleiding Ledeganck<br />

• Vakgroep Psychologie en pedagogische wetenschappen<br />

• Vakgroep Orthopedagogiek<br />

• Vakgroep Voeding en Diëtetiek<br />

• Vakgroep Muzische Vorming<br />

• Vakgroep Wetenschapseducatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Der Kreeft<br />

• Gerda De Bock<br />

• Johan Jongbloet<br />

• Tina Van Havere<br />

• Elke Heddebauw<br />

Het ontwikkelen <strong>van</strong> een instrument voor jeugdeffectenrapportering.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het onderzoek exploreert de mogelijkheden en de ontwikkeling <strong>van</strong> een instrument voor jeugdeffectrapportage (JEFF) voor de Brusselse<br />

instellingen. Jeugdeffectrapportage heeft als hoofddoelstelling het monitoren <strong>van</strong> impliciete beleidsdomeinen op hun effecten op jongeren. Omdat<br />

internationaal en nationaal geen referentievoorbeelden bestaan (anno 1997), wordt in eerste fase de technische mogelijkheden <strong>van</strong> het<br />

bestuursinstrument effectrapportages onderzocht. Daarna wordt een studie gemaakt <strong>van</strong> de Brusselse institutionele kaders waarin JEFF kan<br />

worden toegepast. Dit alles mondt uit in een voorbeeldinstrument voor de Brusselse instellingen, zodat een technische-bestuurlijk model wordt<br />

verkregen dat optimaal is afgestemd op de beleidspraktijk en -cultuur.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARK ELCHARDUS<br />

• MAARTEN MOENS


Het ontwikkelen <strong>van</strong> efficiënte en effectieve algoritmen voor capaciteitsplanning in de ziekenhuissector.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Productie en Logistiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Demeulemeester<br />

Het oplijsten <strong>van</strong> corporate governance initiatieven voor de non-profitsector.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het oplijsten <strong>van</strong> corporate governance initiatieven voor de non-profitsector.<br />

Organisaties:<br />

• Sociale Concurrentie en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Josse Van Steenberge<br />

• Marleen Denef<br />

Het opmaken en uitvoeren <strong>van</strong> een enquête onder de bezoekers <strong>van</strong> de stedelijke sportinfrastructuur <strong>van</strong> Antwerpen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Binnen dit onderzoek zullen instrumenten ontwikkeld worden waarmee de gebruikerstevredenheid t.o.v. de stedelijke sportaccommodatie<br />

kan worden bepaald. Deze schriftelijke vragenlijsten zullen worden<br />

uitgetest op hun bruikbaarheid en validiteit, dit teneinde deze instrumenten in de toekomst verder te<br />

kunnen hanteren. Er zal worden gepeild naar de wensen en de behoeften <strong>van</strong> volwassen sporters<br />

(n = 400) m.b.t. informatieverwerving, beschikbaarheid, hygiëne, sportmateriaal, enz.<br />

Organisaties:<br />

• Sportbeleid en -management<br />

• Agogiek<br />

• Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid<br />

Onderzoekers:<br />

• MARC THEEBOOM<br />

• Kathy VAN DEN BERGH<br />

• PAUL DE KNOP<br />

Het opstarten <strong>van</strong> een regionaal consult-netwerk ten aanzien <strong>van</strong> inclusief onderwijs voor lagere scholen in de provincie<br />

Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Om een gefundeerd antwoord te kunnen formuleren op hoe je het best ouders, begeleiders en leerkrachten kan ondersteunen in een<br />

inclusie-proces dienen volgende doelstellingen te worden onderscheiden:<br />

-Een totaal-inzicht krijgen op hoe er in de provincie Antwerpen gewerkt wordt rond inclusief onderwijs.<br />

-Voor het basisonderwijs in de provincie Antwerpen willen we komen tot een zo volledig mogelijke inventaris <strong>van</strong> vragen en noden bij ouders en<br />

leerkrachten.<br />

- Komen tot een optimaal ondersteunings- en begeleidingspakket voor ouders, begeleiders en leerkrachten binnen de provincie Antwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg (ELIZA)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Lebeer<br />

Het opstellen <strong>van</strong> een probleemstellende nota ter onderbouwing <strong>van</strong> een advies <strong>van</strong> de Hoge Raad voor Binnenlands<br />

bestuur over de binnengemeentelijke decentralisatie in Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het opstellen <strong>van</strong> een probleemstellende nota ter onderbouwing <strong>van</strong> een advies <strong>van</strong> de Hoge Raad voor Binnenlands bestuur over de<br />

binnengemeentelijke decentralisatie in Antwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido Dierickx<br />

Het optimaliseren <strong>van</strong> de detectie <strong>van</strong> criminele intentie en deceptie in criminele netweken: de rol <strong>van</strong> response inhibitie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het project onderzoekt de rol <strong>van</strong> responsinhibitie bij liegen en de implicaties voor leugendetectie. De hypothese is dat liegen steeds<br />

veronderstelt dat de waarheid op een bepaald moment geactiveerd is, waarop een onderdrukking er<strong>van</strong> dient te volgen. In een reeks experimenten<br />

met gedrags- en neurofysiologische maten wordt deze hypothese onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Crombez<br />

Het optimaliseren <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> hulpmiddelen in electronische leeromgevingen: de rol <strong>van</strong> inbedding.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Tal <strong>van</strong> onderzoek toont dat hulpmiddelen in electronische leeromgevingen niet of suboptimaal worden gebruikt door lerenden. Dit<br />

suboptimaal gebruikt lijkt samen te hangen met zowel kenmerken <strong>van</strong> de omgeving (inbedding <strong>van</strong> de hulpmiddelen), lerende variabelen<br />

(voorkennis, doeloriëntatie, zelfregulatie) en kenmerk <strong>van</strong> het hulpmiddel zelf. In dit project worden deze verschillende aspecten samen onderzocht<br />

en wordt getracht op volgende vragen een antwoord te bieden:1. Wat is het effect <strong>van</strong> het inbedden versus het niet inbedden <strong>van</strong> hulpmiddelen op<br />

het gebruik <strong>van</strong> hulpmiddelen en de leerprestaties.2. Worden deze effecten beïnvloed door voorkennis, zelfregulatie en doeloriëntatie <strong>van</strong> de<br />

lerende, is er met andere woorden een interactie-effect tussen de lerende gerelateerde variabelen en de conditie?3. Worden deze effecten (uit 1 en<br />

2) beïnvloed door het soort hulpmiddel?<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak


Onderzoekers:<br />

• Jan Elen<br />

• Geraldine Clarebout<br />

Het optimaliseren <strong>van</strong> het zoekgedrag bij het aanleren <strong>van</strong> klinisch redeneren en beslissingsnemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Van studenten geneeskunde wordt verwacht dat ze hun vaardigheden tot klinisch redeneren en beslissingsnemen effectief kunnen<br />

aanwenden. Daartoemoeten ze een medisch probleem leren bekijken <strong>van</strong>uit verschillende oogpunten en een effectief zoekgedrag vertonen om dit<br />

probleem op te lossen.Om studenten hierin te begeleiden, bieden open leeromgevingen aan studenten een breed gamma aan <strong>van</strong> hulpmiddelen ter<br />

ondersteuning <strong>van</strong> dit complex leren (vb. video, simulatie). Toch blijkt dat studenten deze hulpmiddelen niet of niet optimaal gebruiken, wat op zijn<br />

beurt de leerprestaties beïnvloedt. Eén mogelijke reden voor dit inadequaat gebruik <strong>van</strong> hulpmiddelen is dat studenten de hulpmiddelen als niet<br />

functioneel beschouwenvoor hun leerproces en dat ze ook niet weten dat ze controle hebben over het gebruik <strong>van</strong> hulpmiddelen. De vraag is dan<br />

ook hoe onderzoek in educatieve technologie een bijdrage kan leveren bij het promoten en het optimaliseren <strong>van</strong> zoekgedrag en het adequaat<br />

gebruik <strong>van</strong> hulpmiddelen.<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit PPW Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Geraldine Clarebout<br />

• Ann Roex<br />

• Mieke Vandewaetere<br />

Het optreden <strong>van</strong> rechtspersonen naar privaatrecht: de toerekening <strong>van</strong> rechtshandelingen en onrechtmatige daden naar<br />

aanleiding <strong>van</strong> het optreden <strong>van</strong> organen <strong>van</strong> privaatrechtelijke rechtspersonen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het betreft een fundamenteel juridisch onderzoek naar de privaatrechtelijke grondslagen <strong>van</strong> wat doorgaans<br />

het "optreden <strong>van</strong> rechtspersonen" wordt genoemd.<br />

Allereerst wordt in de specifieke rechtspersoonlijke context "optreden" omschreven als de toerekening <strong>van</strong><br />

rechtshandelingen en onrechtmatige daden aan de rechtspersoon.<br />

Dan wordt de dominante rechtsdogmatische constructie in dit domein, de orgaantheorie, tegen het licht<br />

gehouden. Dit leidt tot een eerste problematisering <strong>van</strong> deze theorie.<br />

Deze bevindingen geven vervolgens aanleiding tot de herwaardering <strong>van</strong> een aantal onder impuls <strong>van</strong> de<br />

orgaantheorie veelverguisde instrumenten <strong>van</strong> het klassleke privaatrecht. De onderzoeksbevindingen wijzen<br />

erop dat deze de grondslag kunnen vormen voor een meer adequate juridische constructie rond het optreden<br />

<strong>van</strong> rechtspersonen. Dit moet zijn beslag krijgen in de uiteenzetting <strong>van</strong> dit "neoklassiek alternatief".<br />

Organisaties:<br />

• Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• LUDOVICUS CORNELIS<br />

Het opvolgen en de preventie <strong>van</strong> de ondervoeding in Zuid-Kivu, Congo.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Ondervoeding blijft endemisch en een belangrijk volksgezondheidprobleemin de Kivu provincies, DRCongo. Deze toestand wordt<br />

onderhoud door het niet optimaal gebruiken <strong>van</strong> beschikbare voedselproducten, de verarming <strong>van</strong> de grond, en de politieke instabiliteit <strong>van</strong> het land<br />

in de laatste jaren. Infecties zoals malaria en HIV dragen ook bij. Om ondervoeding te bestrijden moet men het gebruiken <strong>van</strong> proteïnerijk voedsel<br />

stimuleren maar ook het gebruiken <strong>van</strong> technieken om de grond te verbeteren. In dit project worden 1) de voedingstoestand <strong>van</strong> de kinderen<br />

geëvalueerd, 2) de samenstelling <strong>van</strong> het voedsel geanalyseerd, 3) het verband tussen de nutritionele status <strong>van</strong> de kinderen en de samenstelling<br />

<strong>van</strong> eten en <strong>van</strong> de grond bestudeerd, met 4) bedoeling recommandaties te maken over voedselcombinaties om de voedingstoestand te<br />

verbeteren.<br />

Organisaties:<br />

• Experimentele Cardiale Heelkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Kanigula Mubagwa<br />

Het opzetten en het beheer <strong>van</strong> metadatagebaseerde multimediasystemen gebruikmakend <strong>van</strong> actieve netwerken.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het is in eerste instantie de bedoeling fundamenteel onderzoek te verrichten dat zal uitmonden in een nieuw platform voor de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> metadata-gestuurde multimediatoepassingen die gebruikmaken <strong>van</strong> actieve netwerken. Een geschikt formaat voor het gebruik <strong>van</strong> metadata<br />

zal gedefinieerd worden. Daarnaast zal nagegaan worden in hoeverre principes <strong>van</strong> objectoriëntatie kunnen aangewend worden voor het opzetten<br />

en het beheer <strong>van</strong> multimediatoepassingen die gebruikmaken <strong>van</strong> metadata. Daartoe zullen o.a. interfaces gedefinieerd worden die een<br />

beschrijving zullen vormen <strong>van</strong> de functionaliteit <strong>van</strong> de gebruikte multimedia-objecten. Er zal tevens aandacht besteed worden aan de<br />

synchronisatie tussen de data en de corresponderende metadata en er zal een datastructuur ontwikkeld worden die zal toelaten deze metadata te<br />

verwerken/beheren. Voor wat betreft het voorgestelde onderzoek in verband met actieve netwerken is het de bedoeling het fundamenteel voordeel<br />

<strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> actieve netwerken voor multimediatoepassingen zowel theoretisch als experimenteel aan te tonen. Tenslotte zal onderzoek<br />

verricht worden naar de efficiënte codering <strong>van</strong>multimediale data, en meer specifiek <strong>van</strong> videomateriaal, én hoe deze codering optimaal het<br />

onderliggende netwerk kan ondersteunen.<br />

Zoals hierboven reeds werd aangegeven vormt de globale aanpak (gezamenlijke en op elkaar afgestemde optimalisatie <strong>van</strong> de data(de)codering<br />

en het beheer <strong>van</strong> het gebruikte netwerk) een fundamenteel aspect <strong>van</strong> dit project. Vandaar de voorgestelde samenwerking tussen de<br />

onderzoeksgroepen <strong>van</strong> de promotors Cornelis, Dewitte en Schelkens (vakgroep Elektronica en informatieverwerking, ETRO-VUB; vakbied:<br />

compressie multimediale gegevens), Van de Walle (vakgroep Elektronica en informatiesystemen, ELIS-RUG; vakgebied: multimediasystemen en<br />

toepassingen) en Demeester, Dhoedt en Pickavet (vakgroep Informatietechnologie, INTEC-RUG; vakgebied: breedbandnetwerken). Teneinde de<br />

geformuleerde doelstellingen te kunnen realiseren zullen een aantal specifieke aspecten onderzocht worden.<br />

Organisaties:<br />

• Elektronica en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• ADRIAN MUNTEANU<br />

• IOANNIS ANDREOPOULOS<br />

• JOERI BARBARIEN<br />

• STEVEN DEWITTE<br />

• PETER SCHELKENS<br />

• Fabio VERDICCHIO<br />

• JAN CORNELIS


Het participatie opmaken <strong>van</strong> streekvisie 2030 Halle-Vilvoorde<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: - literatuurstudie <strong>van</strong> gemeentelijke meerjarennota?s en interviews met sleutelpersonen uit de streek leidt tot ontwerp toekomstvisie voor 5<br />

leefbare en duurzame regio?s in arrondissement Halle-Vilvoorde<br />

- begeleiden <strong>van</strong> bespreking <strong>van</strong> ontwerp toekomstvisie tot systematische participatie <strong>van</strong> lokale besturen en dito middenveld<br />

- compilatie <strong>van</strong> een toekomstvisie op het niveau <strong>van</strong> de streek Halle-Vilvoorde én begeleiding <strong>van</strong> de bespreking er<strong>van</strong><br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Politieke wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Herwig Reynaert<br />

Het participatieproces<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Internationale organisaties willen via het multi-stakeholdersprincipe een aantal doelstellingen bereiken. Dit impliceert dat de CSOs (Civil<br />

Society Organisations) die bij de besluitvorming betrokken moeten worden aan een aantal criteria moeten voldoen. De vraag <strong>van</strong> dit onderzoek is<br />

dan, in hoeverre de CSOs die inderdaad bij de besluitvorming betrokken worden aan deze criteria voldoen. Via de volgende stappen wordt deze<br />

vraag uitgeklaard:Welke zijn de criteria die op CSOs <strong>van</strong> toepassing moeten zijn wil het multi-stakeholdersprincipe gehaald worden?Welke zijn de<br />

CSOs die daadwerkelijk in het proces betrokken worden en wat zijn hun kenmerken?Welke CSOs slagen er niet in als betrokkenen te participeren<br />

en wat zijn hun kenmerken?Voldoen de organisaties die wel kunnen participeren aan de kenmerken die met betrekking tot het realiseren <strong>van</strong> de<br />

multi-stakeholdersdoelstelling voorop worden gesteld?Het veldwerk voor dit onderzoek wordt uitgevoerd bij CSOs in Honduras. Dit land behoort<br />

immers tot<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Kerremans<br />

Het plannen <strong>van</strong> sportcompetities.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Sport is de voorbije jaren big business geworden. In het Belgisch voetbal wordt er dit jaar opnieuw onderhandeld met Belgacom TV, nu<br />

het huidige contract <strong>van</strong> 12 miljoen euro per jaar voor de uitzendrechten afloopt. In de V.S. worden veelvouden <strong>van</strong> dit bedrag betaald voor o.a.<br />

baseball(>500 miljoen dollar) en basketbal (>600 miljoen dollar). Zelfs die bedragen zijn een peulschil in vergelijking met het budget <strong>van</strong> 20 miljard<br />

dollar voor de Olympische Spelen in Peking, die voor de deur staan. De economische impact <strong>van</strong> de Spelen op China (en de rest <strong>van</strong> de wereld) is<br />

allicht nog vele malen groter. Het plannen <strong>van</strong> sportcompetities heeft de voorbije jaren dan ook enorm aan belang gewonnen. De planning <strong>van</strong> de<br />

competitie is een belangrijke taak voor de organisatoren, niet alleen omdat het de resultaten <strong>van</strong> de wedstrijden zelf kan beïnvloeden, maar ook<br />

omdat het een aanzienlijke invloed heeft op de publieke belangstelling en daarmee samenhangend de winstgevendheid <strong>van</strong> het evenement.<br />

Bedrijven<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Frederik Spieksma<br />

• Dries Goossens<br />

Het politieke proces <strong>van</strong> handelsliberalisering in de WTO: hoe latente en effectieve geschillen handelsbarrières opheffen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject onderzoek ik of, en onder welke omstandigheden, de verrechtelijking <strong>van</strong> de Wereldhandelsorganisatie WTO tot<br />

meer handelsliberalisering leidt. Ik concentreer me hiervoor op twee nauw verwante vraagstellingen. (1) Nemen WTO lidstaten die door een andere<br />

WTO lidstaat zouden kunnen aangeklaagd worden in een WTO geschillenbeslechtingsprocedure een protectionistische of een liberaliserende<br />

onderhandelingspositie in tijdens multilaterale onderhandelingen? (2) Onder welke omstandigheden leidt effectieve (in plaats <strong>van</strong> dreigende)<br />

geschillenbeslechting tot de opheffing <strong>van</strong> WTO-onwettige handelsbarrières? De eerste vraag richt de aandacht op het effect <strong>van</strong> juridische<br />

kwetsbaarheid op de onderhandelingsstrategieën <strong>van</strong> WTO lidstaten. De tweede vraag onderzoekt hoe issue kenmerken en binnenlandse<br />

besluitvormingsregels implementatie beïnvloeden. Door kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden te combineren wil ik een licht werpen<br />

op hoe de twee belangrijkste wereldhandelspartners, de EU en de VS, reageren op juridische kwetsbaarheid enerzijds en effectieve<br />

geschillenbeslechting anderzijds.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk De Bièvre<br />

• Arlo Poletti<br />

Het potentieel <strong>van</strong> de armen mobiliseren in de informele sector <strong>van</strong> Democratische Republiek <strong>van</strong> Congo via<br />

actieonderzoek en educatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project beoogt armoedebestrijding in de Democratische Republiek <strong>van</strong>Congo via het versterken <strong>van</strong> de productie en de manier <strong>van</strong><br />

werken binnen de informele sector waarin de grote meerderheid <strong>van</strong> de Congolese bevolking actief is.Hiertoe zal het project lokale onderzoekeers<br />

ondersteunen om praktijkgericht onderzoek uit te voeren omtrent de evolutie en de huidige stand <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> de informele sector. De resultaten<br />

<strong>van</strong> ditonderzoek zullen worden verwerkt in praktische handboeken en methodologische instrumenten die de versterking <strong>van</strong> deze sector kunnen<br />

ondersteunen. Tevens zullen de onderzoek outputs geïntegreerd worden in het onderwijscurriculum op universitair en hogeschool niveau en zullen<br />

zij praktisch worden toegepast tijdens trainingseminaries met actoren <strong>van</strong> de informele sector.<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Bruyninckx<br />

Het probleem <strong>van</strong> deelname: de beoordeling <strong>van</strong> het nieuwe paradigma.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het probleem <strong>van</strong> deelname: de beoordeling <strong>van</strong> het nieuwe paradigma.<br />

Organisaties:<br />

• AID Policy


Onderzoekers:<br />

• Robrecht Renard<br />

• Nadia Molenaers<br />

Het probleem <strong>van</strong> de verandering en de synthese - profilering <strong>van</strong> CLEA op de internationale scene en binnen de VUB<br />

(opvolging 2e jaar)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: CLEA wil het probleem <strong>van</strong> de verandering en de synthese benaderen <strong>van</strong>uit 7 verschillende basisbewegingen, waarbij dit project vooral<br />

de omkadering <strong>van</strong> deze bewegingen verzorgt, om zo een synthese mogelijk te maken. In een eerste fase werden actuele problemen met<br />

wetenschappelijke kennis daaromtrent geconfronteerd (zie o.m. lezingenreeks "foundations", lessen- en lezingenreeks "stemmen"). De<br />

verschillende basisbewegingen zijn: (1) Het Socio-Cultureel Aspect, (2) Het Socio- Economisch Aspect (SEA), (3) Het wereldbeelden Aspect<br />

(WEA), (4) Het Biologisch-Ontologisch Aspect (BOA), (5) Het Fysisch-Ontologisch Aspect( FOA), (6) Het Historisch-paradigmatisch Aspect en (7)<br />

Het Algemene Systeemtheorie Aspect (ASA). Sinds het succesvolle congres "Einstein meets Magritte" (1995) en de publicatie <strong>van</strong> 8 volumes<br />

erover (1997-1998), heeft deze omkadering een dynamiek gekregen die zich nog steeds manifesteerd : (1) in het onderzoek naar similariteiten en<br />

ontgrenzing <strong>van</strong> kunst en wetenschap, en de historische wereldbeelden in kunst en wetenschap (onderzoek Ernest Mathijs), (2) in de internationale<br />

onderzoeksgemeenschap, gecoördineerd door CLEA, (3) in het interuniversitair onderzoeksproject (VUB-KUL-RUG) naar de gelaagde structuur<br />

<strong>van</strong> de realiteit, (4) in publicaties (special volume "foundations of science" 1998), in de onderzoeken die in de verschillende werkgroepen worden<br />

gevoerd, (6) in de verderzetting <strong>van</strong> de "foundations"-reeks, (7) en in verdere internationale contacten. CLEA streeft aldus naar de verdere uitbouw<br />

<strong>van</strong> een expertise die op efficiente wijze de problematiek <strong>van</strong> de verandering en de synthese onderzoekt.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum Leo Apostel<br />

• Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• FRANCIS HEYLIGHEN<br />

• Diederik AERTS<br />

Het promoten <strong>van</strong> fysieke activiteit bij senioren: het effect <strong>van</strong> een socio-culturele interventie<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Norbert Vanbeselaere<br />

• Filip Boen<br />

• Jeroen Scheerder<br />

Het publieke leven <strong>van</strong> de universiteit/academicus: een analyse op basis<strong>van</strong> Actor-Netwerk Theorie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Maarten Simons<br />

Het recht <strong>van</strong> de Wereldhandelsorganisatie (WTO): een overkoepelende rechtstak met verregaande implicaties voor<br />

Vlaanderen, België en Europa.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het recht <strong>van</strong> de Werelhandelsorganisatie (WTO) ontwikkelt zich tot een cruciale ¿ doch vaak onvoldoende bekende - component <strong>van</strong> de<br />

nationale en internationale rechtsorde voor het grensoverschrijdende handelsverkeer. Een studie <strong>van</strong> de materiële en institutionele facetten <strong>van</strong><br />

deze overkoepelende rechtstak zal de steeds belangrijker repercussies <strong>van</strong> de WTO op de rechtsorde verklaren. Het project vormt een aanzet tot<br />

de profilering <strong>van</strong> de UA als erkende onderzoekscel rond het WTO-recht.<br />

Organisaties:<br />

• Rechtshandhaving en Behoorlijke Rechtsbedeling<br />

Onderzoekers:<br />

• Marta Pertegas<br />

Het regionaal economische beleid <strong>van</strong> de provincie Antwerpen. Sterktes, zwaktes, toekomstgerichte analyse voor<br />

speerpuntsectorenbeleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project is het opsporen <strong>van</strong> speerpuntsectoren voor het Antwerps provinciaal beleid. Op basis <strong>van</strong> bestaande bronnen<br />

wordt nagegaan welke sectoren groeipotentieel hebben en in hoeverre deze al aanwezig zijn in de provincie Antwerpen. Tevens wordt een<br />

inventaris gemaakt <strong>van</strong> de nieuwe economische activiteiten die actief zijn in de innovatiecentra in de provincie Antwerpen. Aan de hand <strong>van</strong> deze<br />

analyse en na consultatie <strong>van</strong> experten worden nadien beleidsadviezen geformuleerd en wordt aangegeven waar de beperkte middelen voor<br />

provinciaal economisch beleid best worden ingezet.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul Matthyssens<br />

• Thierry Vanelslander<br />

• Ann Verhetsel<br />

Het reguleren <strong>van</strong> gegevensbescherming : de verdeling <strong>van</strong> verantwoordelijkheid en risico ten aanzien <strong>van</strong> actoren die<br />

betrokken zijn bij de verwerking <strong>van</strong> persoonsgegevens.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Joseph Dumortier<br />

• Peggy Valcke


Het sociale brein: timing en localisatie <strong>van</strong> persoonlijkheidstrekken bij anderen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is het vergroten <strong>van</strong> onze kennis over hersengebieden en functies die persoonlijkheidstrekken bij anderen<br />

registeren, gebruik makend <strong>van</strong> hersenbeeld technieken zoals fMRI en ERP.<br />

Organisaties:<br />

• Experimentele en Toegepaste Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marie VANDEKERCKHOVE<br />

• FRANK VAN OVERWALLE<br />

• RAYMOND CLUYDTS<br />

Het sociale brein: timing en lokalisatie <strong>van</strong> spontane en intentionele persoonsoordelen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: onderzoek naar het sociale brein: sommige delen <strong>van</strong> het brein zijn vooral betrokken bij het beoordelen <strong>van</strong> anderen en zichzelf.<br />

We bespreken de kwestie <strong>van</strong> spontane versus opzettelijke gevolgtrekkingen zoals de relatieve verwaarlozing <strong>van</strong> spontane sociale processen die<br />

de interpretatie <strong>van</strong> afgelopen en toekomstige sociale neurowetenschappelijke bevindingen ernstig kan belemmeren. We verkennen dan de<br />

gelijkenissen en verschillend tussen specifieke persoonsoordelen <strong>van</strong> individu's, inclusief de eigen persoon.<br />

Organisaties:<br />

• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FRANK VAN OVERWALLE<br />

Het solitonconcept in klassieke en in kwantumcontext.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het solitonconcept in klassieke en in kwantumcontext.<br />

Organisaties:<br />

• BEDRIJFSBELEID<br />

• Milieu, technologie en technologiemanagement<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Springael<br />

Het spanningsveld tussen het vrijwilligerswerk in het jeugdwerk en de commercialisering <strong>van</strong> de leefwereld <strong>van</strong> jongeren.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit onderzoek gaan we na of het opnemen <strong>van</strong> een vakantiejob negatieve gevolgen heeft voor de inzet <strong>van</strong> jongeren in de leiding <strong>van</strong><br />

het jeugdwerk. Hiertoe werd een literatuurstudie, analyses op bestaande databanken en een nieuw onderzoek uitgevoerd. Uit de literatuurstudie<br />

blijkt dat Vlaamse leerlingen en studenten relatief weinig werken in vergelijking met hun leeftijdgenoten uit Groot-Brittannië en Nederland. In deze<br />

twee landen is de tewerkstellingsgraad <strong>van</strong> studenten vooral toegenomen na de introductie <strong>van</strong> het studieleningssysteem. De analyses tonen<br />

verder aan dat de participatie aan de arbeidsmarkt <strong>van</strong> Vlaamse studerenden in de periode 1999-2006 opmerkelijk is toegenomen. Deze stijging<br />

doet zich zowel voor tijdens het schooljaar als tijdens de vakantieperiodes. Verder blijkt dat er een positief verband bestaat tussen<br />

arbeidsmarktpartcipatie en het opnemen <strong>van</strong> leiderschap in een jeugdvereniging: jongeren die een leidinggevende functie opnemen in het<br />

jeugdwerk hebben vaker een vakantiejob dan jongeren die niet betrokken zijn in het jeugdwerk. Alleen de groep jongeren die ieder weekend en<br />

iedere vakantieperiode een job uitvoert, participeert minder aan het jeugdwerk en neemt minder een leidinggevende functie op. Dit zijn vaak<br />

studenten die zelf hun studies moeten bekostigen.<br />

Organisaties:<br />

• Tempus Omnia Revelat<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARK ELCHARDUS<br />

• Sven SANCTOBIN<br />

• Frank STEVENS<br />

Het stimuleren <strong>van</strong> film en media in Palestina. De versterking <strong>van</strong> de bachelor Mediastudies en de ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />

minor Film bij het departement Media <strong>van</strong> de Al Quds universiteit.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Visuele studies en Mediacultuur (VISMEC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Philippe Meers<br />

Het strategisch gebruik <strong>van</strong> het Russische discours in de constructie <strong>van</strong> de Euraziatische energieveiligheid<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Katlijn Malfliet<br />

Het subjectieve welzijn. Naar een beter begrip <strong>van</strong> verschillen in het subjectieve welzijn: een beschrijving en verklaring<br />

<strong>van</strong> ongelijke verdeling <strong>van</strong> het subjectieve welzijn in West-Europese welvaartsstaten<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het algemene doel is bij te dragen aan het sociologische begrip <strong>van</strong> verschillen in het individuele subjectieve welzijn in de algemene<br />

bevolking <strong>van</strong> West-Europese welvaartstaten, door het beschrijven, uitlegen en voorspellen <strong>van</strong> welzijn op basis <strong>van</strong> een aantal sociologische<br />

theorieën. Onze verklaringen betrekken persoonlijke opleiding, sociale vertrouwen, welzijnsstrategieën en contextuele karakteristieken <strong>van</strong><br />

welvaartstaten. We analyseren de beschikbare survey data met multivariate en multilevel regressie methoden.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Sociologie


Onderzoekers:<br />

• Piet Bracke<br />

Het taalgebruik in rechtszaken en inzonderheid binnen de Brussels magistratuur sinds de Tweede Wereldoorlog.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project stelt vragen i.v.m. de oorsprong en de evolutie <strong>van</strong> de taalverhoudingen binnen de (vooral Brusselse) magistratuur en de<br />

totstandkoming en toepassing <strong>van</strong> de taalwetgeving in de 20ste eeuw. Door onderzoek naar het complexe samenspel <strong>van</strong> sociale, politieke en<br />

culturele factoren binnen de Brusselse taalcontext, wensen we een reeks oude en actuele misverstanden hierover weg te werken. Die complexiteit<br />

maakt een multidisciplinaire en vergelijkende aanpak meer dan noodzakelijk, want de hoofdstedelijke problematiek is in vele opzichten uniek, maar<br />

biedt tevens interessante aanknopingspunten met andere meertalige regio's of stedelijke samenlevingen. Het zijn uitgangspunten die in dit project<br />

gekoppeld worden aan een theoretische en concrete benadering <strong>van</strong> het gerechtelijk apparaat in België en zijn banden met de wetgevende en<br />

uitvoerende macht. Daarbij wordt onder meer de gerechtselite, via steekproeven en in het kader <strong>van</strong> taalgebonden mobiliteitsprocessen,<br />

doorgelicht op haar sociale achtergronden, opleiding, carrièrepatronen en sekse. Ook de positie <strong>van</strong> de vrouwen binnen juridische beroepen sinds<br />

het begin <strong>van</strong> de vorige eeuw, komt ruim aan bod. De samenwerking tussen verschillende onderzoekseenheden (JURI, RHEA, HIST, BRIO) en de<br />

thematische en methodologische bruggen die aldus geslagen worden tussen rechtshistorisch onderzoek, cultuur-intellectuele geschiedenis en<br />

prospografie, gender en diversiteit, de politiek-institutionele geschiedenis <strong>van</strong> Brussel, stadsgeschiedenis en de ontwikkeling <strong>van</strong> stedelijke groepen<br />

en processen, fungeren als waarborg voor de succesvolle uitvoering <strong>van</strong> dit onderzoeksproject.<br />

Organisaties:<br />

• Geschiedenis<br />

• Metajuridica<br />

Onderzoekers:<br />

• MICHEL MAGITS<br />

• Eva SCHANDEVYL<br />

• MACHTELD DE METSENAERE<br />

• ELS WITTE<br />

Het tegengaan <strong>van</strong> voedingsgerelateerde ziekten door middel <strong>van</strong> concurrerende regionale clusters voor voedsel-en<br />

fysieke activiteit<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project beoogt het ontwikkelen <strong>van</strong> een onderzoeksagenda voor het verminderen <strong>van</strong> (chronische) ziekten gerelateerd aan voedingsg<br />

en lichamelijke inactiviteit, zoals diabetes, obesitas, hart-en vaatziekten en verschillende vormen <strong>van</strong> kanker, door het ontwikkelen <strong>van</strong> innovatieve<br />

producten en diensten op het gebied <strong>van</strong> voeding en lichaamsbeweging.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Landbouweconomie<br />

Onderzoekers:<br />

• Xavier Gellynck<br />

• John Van Camp<br />

Het testen <strong>van</strong> de rationaliteit <strong>van</strong> gebleken voorkeuren.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Gebleken voorkeuren (Revealed Preferences) is een idee uit de micro-economie dat teruggaat tot Samuelson (1938). Gegeven is een<br />

verzameling observaties, die bestaat uit gerealiseerde paren prijsvectoren en goederen bundels. We kunnen dan testen of deze data voldoen aan<br />

micro-economische eigenschappen. Bijvoorbeeld, het is bekend dat het testen <strong>van</strong> GARP (een bekende micro-economische eigenschap)<br />

equivalent is met het aanwezig zijn <strong>van</strong> cykels in een bepaalde graaf. De complexiteit <strong>van</strong> het testen <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> dergelijke<br />

eigenschappen vormt de kern <strong>van</strong> dit voorstel: hoe moeilijk is het, in termen <strong>van</strong> rekenbaarheid, om aan te tonenof de data al dan niet een<br />

specifieke structuur bezitten? We gebruiken grafentheorie en complexiteitstheorie om deze vraag te kunnen beantwoorden. Ons eerste<br />

aandachtspunt is het consumptie gedrag <strong>van</strong> gezinnen, en een micro-economische eigenschap genaamd CARP (Collective Axiom of Revealed<br />

Preferences): een doelstelling is om snelle methodes te ontwikk<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Laurens Cherchye<br />

• Bram De Rock<br />

• Frederik Spieksma<br />

Het uitbreiden <strong>van</strong> een gea<strong>van</strong>ceerd wachtlijnmodel voor het oplossen <strong>van</strong>netwerk design en voorraad trade-off<br />

problemen in de context <strong>van</strong> wisselstuk remanufacturing.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het voorgestelde project gaat over het ontwerpen <strong>van</strong> duurzame strategieën voor wisselstuk remanufacturing en past binnen het nieuwe<br />

onderzoeksdomein dat bekend staat als servitisatie of product-service systemen.Dit opent vele belangrijke en nieuwe logistieke<br />

onderzoeksvraagstukken,maar wij concentreren ons op de trade-off beslissingen met betrekking tot de structuur <strong>van</strong> het remanufacturing netwerk<br />

en de voorraadallocatie in een multi-item, multi-level netwerk waarvoor een maximale winst en optimale levertijden naar de klant moeten worden<br />

bepaald. De eerste vraag is centralisatie versus decentralisatie <strong>van</strong> vestigingen voor remanufacturing. Hier dienen kosten en baten verbonden aan<br />

overhead, arbeid, voorraad, processtandaardisatie en prijsverschillen afgewogen te worden tegen de effecten <strong>van</strong> transport en doorlooptijd. De<br />

tweede vraag is de keuze tussen re-make-to-order en re-make-to-stock. Hier dienen voorraadkosten afgewogen te worden tegen klantenservice.<br />

De derde vraag is hetb<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Productie en Logistiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Lambrecht<br />

• Kris Lieckens<br />

Het veranderen <strong>van</strong> impliciete evaluaties met behulp <strong>van</strong> trainingstaken met toenaderings- en verwijderingsresponsen.<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject gaan we na hoe impliciete evaluaties worden geleerd en hoe ze veranderd kunnen worden. Hiertoe onderzoeken<br />

we de effecten <strong>van</strong> een taak die gebruik maakt <strong>van</strong> toenaderings- en verwijderingsresponsen. We gaan na welke factoren cruciaal zijn voor het<br />

veroorzaken <strong>van</strong> deze veranderingen in impliciete evaluaties en onderzoeken of bewuste kennis deze effecten kan beïnvloeden en teweegbrengen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie


Onderzoekers:<br />

• Jan De Houwer<br />

Het veranderen <strong>van</strong> impliciete evaluaties met behulp <strong>van</strong> trainingstaken met toenaderings-en verwijderingsresponsen<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject gaan we na hoe impliciete evaluaties worden geleerd en hoe ze veranderd kunnen worden. Hiertoe onderzoeken<br />

we de effecten <strong>van</strong> een taak die gebruik maakt <strong>van</strong> toenaderings- en verwijderingsresponsen. We gaan na welke factoren cruciaal zijn voor het<br />

veroorzaken <strong>van</strong> deze veranderingen in impliciete evaluaties en onderzoeken of bewuste kennis deze effecten kan beïnvloeden en teweegbrengen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan De Houwer<br />

• Anne Gast<br />

Het verband tussen financiële en actuariële risico's in een gecombineerde wereld.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; In dit Ph.D. project, onderzoeken we de onafhankelijkheid tussen financiële risicos en<br />

verzekeringsrisicos. Daarvoor modelleren we beide werelden aan de hand <strong>van</strong> een gefiltreerde kansruimte. Onmiddellijke rente en stockprijzen in<br />

de financiële wereld worden dan in dat opzicht beschreven als stochastische processen. Biometrische risicos anderzijds worden beschreven als<br />

stochastische processen in een tweede gefiltreerde kansruimte.De gecombineerde financiële en actuariële wereld wordt nu beschreven via de<br />

productruimte <strong>van</strong> de twee reeds vermelde kansruimten. Vaak wordt er aangenomen dat de stochastische processen uit de fysische wereld<br />

enerzijds en de verzekeringswereld anderzijds onafhankelijk zijn. Echter, als we de fysische kansmaat ver<strong>van</strong>gen door een equivalente martingale<br />

maat om derivaten te prijzen, is de onafhankelijk tussen de stochastische processen niet automatisch verzekerd.Op een meer algemeen niveau<br />

wordt er eveneens bestudeerd hoe afh<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Insurance<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Dhaene<br />

Het verband tussen impliciete segmentatiepatronen en de ontwikkeling <strong>van</strong> expliciete segmentatie, lees- en<br />

spelvaardigheden.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Deze longitudinale studie bestudeert hoe jonge niet-lezers spraak segmenteren op een onbewust (impliciet) en intentioneel (expliciet)<br />

niveau en onderzoekt of individuele verschillen in het impliciete segmentatieproces weerspiegeld worden in de latere ontwikkeling <strong>van</strong> expliciete<br />

segmentatie, lezen en spellen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dominiek Sandra<br />

• Astrid Geudens<br />

Het verbeteren <strong>van</strong> reistijdschatting in het kader <strong>van</strong> de congestieproblematiek door het in rekening brengen <strong>van</strong><br />

menselijk beslissingsgedrag en netwerkdynamiek<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Files zijn een groot probleem in België. Ze veroorzaken een jaarlijks economisch verlies <strong>van</strong> ongeveer 114 miljoen euro. Het schatten <strong>van</strong><br />

een betrouwbare reistijd kan problematisch zijn, zowel voor eindgebruikers als voor beleidsmakers. Een <strong>van</strong> de redenen hiervoor is dat huidige<br />

reistijdschattingen het menselijke beslissingsgedrag in geval <strong>van</strong> congestie onvoldoende in rekening brengen, hoewel het een duidelijke impact<br />

heeft. Een tweede reden is dat congestie niet statisch is aangezien het wegennet een dynamisch en stochastisch systeem is. Als een methodologie<br />

kan worden ontwikkeld die in staat is beide aspecten in rekening te brengen en de reistijd op een meer betrouwbare manier te voorspellen, is het<br />

mogelijk om zowel structurele als incidentele filelocaties te bepalen en hun overeenkomstige tijdverliesprofielen te kwantificeren, hetgeen voordelig<br />

is voor zowel eindgebruikers als beleidsmakers. Een geschikte manier om systemen in staat <strong>van</strong> congestie te beschrijven is het gebruik <strong>van</strong><br />

microsimulatiemodellen die het gedrag <strong>van</strong> individuele beslissers en de interactie tussen het systeemniveau en het individu schetsen. Het model is<br />

in staat bepaalde eenvoudige vormen <strong>van</strong> beslissingsgedrag in rekening te brengen, maar het is momenteel zeker nog niet in staat rekening te<br />

houden met gedragsaanpassingen in geval <strong>van</strong> congestie.<br />

Organisaties:<br />

• Verplaatsingsgedrag<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Davy JANSSENS<br />

Het verhaal dat past in het frame: Gatekeeping, nieuwswaarden en framing in een periode <strong>van</strong> journalistieke verandering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het hoofddoel <strong>van</strong> dit project is om een op empirische basis gestoelde verklaring te bieden voor de manier waarop in Vlaanderen<br />

journalistiek werk wordt geleverd, en dat in een tijdperk <strong>van</strong> journalistieke verandering, met een verhoogde graad <strong>van</strong> mediaconcentratie, grotere<br />

synergie tussenredacties en de opkomst <strong>van</strong> online nieuws. De onderzoeksvragen zijn geformuleerd rond drie centrale concepten in het onderzoek<br />

naar de journalistieke praktijk: gatekeeping, nieuwswaarden en framing. Het project wil verschillende analyseniveaus overschouwen om te<br />

verklaren hoe bepaald wordt welke onderwerpen gecoverd worden (= news selection) en op welke manier dat gebeurt (= news treatment). Om de<br />

onderzoeksvragen te beantwoorden wordt een multimethodische aanpak gebruikt: (participerende) observatie, inhoudsanalyses en face-to-face<br />

interviews. In de eerste studie wordt het werk en de output <strong>van</strong> ongeveer 40 in Vlaanderen gevestigde nieuwsmedia bestudeerd en geanalyseerd.<br />

In een tweede studie worden bijko<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor Mediastudies<br />

Onderzoekers:<br />

• Leen d'Haenens<br />

• Baldwin Van Gorp<br />

Het verklaren <strong>van</strong> het gewijzigde activiteiten- en mobiliteitsgedrag <strong>van</strong> personen met Multiple Sclerose aan de hand <strong>van</strong><br />

dynamische activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen, rekening houdend met persoonlijke beperkingen<br />

Universiteit Hasselt


Abstract: Personen met MS ervaren verminderde rijvaardigheid, mobiliteit en mogelijkheid om activiteiten uit te voeren, grotere afhankelijkheid met<br />

de sociale omgeving, o.w.v. fysieke, perceptuele, cognitieve persoonsbeperkingen. Volledige beslissingsprocessen worden gemodelleerd en<br />

verklaard die personen met een ziekte, specifiek MS, maken bij het ondernemen <strong>van</strong> verplaatsingen, rekening houdend met multi-dimensionale<br />

persoonsparameters. Hiervoor wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> dynamische activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen die voor een gegeven<br />

tijdskader voorspellen welke activiteiten waar uitgevoerd worden, wanneer, hoelang, met wie, met welke vervoerswijze, via welke route.<br />

Mobiliteitspatronen zijn het resultaat <strong>van</strong> een complex beslissingsproces waarbij individuen bepaalde doelstellingen trachten te bereiken om hun<br />

activiteiten te kunnen uitoefenen, rekening houdend met ruimtelijk-temporele en institutionele beperkingen. De modellen houden bovendien<br />

rekening met temporele afhankelijkheden o.w.v. leereffecten, zowel de lange-termijn dynamiek <strong>van</strong> een volledig levensverloop, als de korte-termijn<br />

dynamiek <strong>van</strong> het herplannen <strong>van</strong> activiteiten, bv. door verslechtering <strong>van</strong> de ziekte. Vervolgens kunnen beleidsmaatregelen gesimuleerd worden in<br />

Feathers, een agentgebaseerd microsimulatiemodel, om de effecten op het verplaatsingsgedrag <strong>van</strong> vervoersarme populaties te bekomen.<br />

Hierdoor kan bepaald worden hoe overheden hun mobiliteitsbeleid dynamisch kunnen laten inspelen op de noden <strong>van</strong> deze vervoersarmen. Ook<br />

wordt verwacht dat het model factoren zal identificeren waarop aangepaste revalidatieprogrammas kunnen voorgesteld worden, om zo het<br />

verplaatsingsgedrag opnieuw te optimaliseren.<br />

Organisaties:<br />

• Verplaatsingsgedrag<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerhard WETS<br />

• Davy JANSSENS<br />

Het verklaren <strong>van</strong> verschillen in job retentie tussen allochtone en autochtone arbeidskrachten na een individuele<br />

beroepsopleiding in een onderneming.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoek zoekt naar economisch en sociologische verklaringen voor verschillen in job retentie tussen allochtone en autochtone<br />

arbeidskrachten na een individuele beroepsopleiding in een onderneming. Het betreft een statistisch onderzoek dat gebruik maakt <strong>van</strong> een<br />

databestand met de kenmerken en het werktraject gedurende twee jaar <strong>van</strong> 9978 werkzoekende arbeidskrachten die een opleiding in een<br />

onderneming hebben gevolgd, aangevuld met een kwalitatieve pilootstudie gebaseerd op interviews.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Christiane Timmerman<br />

• Liesbet Okkerse<br />

• Walter Nonneman<br />

Het verkrijgen <strong>van</strong> een beter inzicht in de Chinese en Indiase ondernemerslogica als een strategisch en competititef<br />

voordeel voor de provincie Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het verkrijgen <strong>van</strong> een beter inzicht in de Chinese en Indiase ondernemerslogica als een strategisch en competititef voordeel voor de<br />

provincie Antwerpen.<br />

Organisaties:<br />

• Management<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul Matthyssens<br />

Het versterken <strong>van</strong> de leercapaciteit <strong>van</strong> studenten en onderwijsinstellingen door ICT.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit onderzoek beoogt een framework te ontwikkelen voor onderwijsorganisaties die studentgecentreerd onderwijs nastreven als centrale<br />

onderwijsinnovatiedoelstelling en focust zich hierbij op e-learning. Het framework zal concepten integreren uit de leerpsychologie,<br />

onderwijsinnovatie, kennismanagement en algemeen management. Het zal worden getoetst en bijgestuurd aan de hand <strong>van</strong> cases uit het<br />

universitair onderwijs en het bedrijfsleven. Het onderzoek resulteert in een draaiboek en checklists voor implementatie bedoeld om een<br />

onderwijsvernieuwend beleid dat gericht is op studentgecentreerd onderwijs mede vorm te geven (<strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de individuele student<br />

en <strong>van</strong> de instelling).<br />

Organisaties:<br />

• Edubron<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

Het versterken <strong>van</strong> de sociabiliteit <strong>van</strong> media architectuur.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het belang <strong>van</strong> de gebouwde omgeving als drager <strong>van</strong> sociale interactie vermindert gestaag door de stijgende populariteit <strong>van</strong> moderne<br />

communicatietechnologieën. Tegelijk leiden de nieuwste ontwikkelingen in beeldschermterchnologie en bouwmaterialen tot nieuwe vormen <strong>van</strong><br />

'media-architectuur', die althans theoretisch nieuwe vormen <strong>van</strong> 'interactie' met mens en plaats mogelijk kunnen maken. Momenteel blijft deze<br />

media architectuur echter beperkt tot commerciële, artistieke of entertainment-doeleinden, creëert ze nauwelijks een relatie met de sociale realiteit<br />

<strong>van</strong> een plek ennegeert ze vaak de aanwezige architecturale en stedelijke kwaliteiten.Dit onderzoek heeft als doel om de sociale kwaliteiten <strong>van</strong><br />

media architectuur te onderzoeken volgens twee assen: het analyseren <strong>van</strong> de functionele parameters die de sociale ontwikkeling en de identiteit<br />

<strong>van</strong> een stedelijke omgeving kunnen versterken en het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwe architecturale interfaces door het programmeren <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

kwaliteit en<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• David Geerts<br />

• Dirk De Grooff<br />

• Andrew Vande Moere<br />

Het vertalen <strong>van</strong> evidence-based praktrijkrichtlijnen voor diagnose, preventie en behandeling <strong>van</strong> misbruik <strong>van</strong><br />

genotsmiddelen bij kinderen en jongeren naar een lokale, Belgische contect (ADAPTE YOUTH)<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: De bedoeling <strong>van</strong> dit onderzoek is om richtlijnen te ontwikkelen voor de preventie en behandeling <strong>van</strong> middelenmisbruik bij kinderen en<br />

jongeren <strong>van</strong> 12 tot 18 jaar aan de hand <strong>van</strong> het ADAPTE-proces. De prevalentie <strong>van</strong> problematisch alcohol en druggebruik onder jongeren en


kwetsbare groepen (bv. Kinderen <strong>van</strong> verslaafde ouders) zal geschat worden. Tevens zal een inventaris gemaakt worden <strong>van</strong> alle organisaties die<br />

betrokken zijn bij de alcohol- en drugpreventie en -behandeling in België. De aanpassing <strong>van</strong> de richtlijn vormt de voornaamste focus <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek. Het project zal resulteren in een aantal context-specifieke richtlijnen met betrekking tot de diagnose, preventie en behandeling <strong>van</strong><br />

middelenmisbruik bij kinderen en adolescenten, op basis <strong>van</strong> bestaande internationale richtlijnen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Wouter Vanderplasschen<br />

Het verwerken <strong>van</strong> symbolische getallen in het menselijk brein<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het beheersen <strong>van</strong> een symbolisch getalysteem is onontbeerlijk bij het oplossen <strong>van</strong> rekenproblemen. In dit project ontwerpen we eerst<br />

een model dat beschrijft hoe het brein symbolische getalinformatie verwerkt. Daarna gaan we de validiteit <strong>van</strong> dit model na wanneer participanten<br />

rekentaken uitvoeren. Ten slotte zullen we de eigenschappen <strong>van</strong> het model onderzoeken bij het typisch versus atypisch verwerken <strong>van</strong><br />

rekenproblemen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimentele psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Verguts<br />

Het verzoenen <strong>van</strong> mensenrechten en gewoonterecht: het recht op een eerlijk proces.<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het odnerzoek heeft als doel het verzoenen <strong>van</strong> gewoonterecht met het recht op een eerlijk proces. Dit zal op twee niveaus onderzocht<br />

worden: het nationaal wettelijk kader en grassroots gemeenschappen waar gewoonterecht opereert. De benadering is crosscultureel<br />

(&apos;inclusieve universaliteit&apos; brems 2001) en betreft twee ontwikkelingsregio&apos;s (sub-sahara afrika en latijns-amerika).<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Publiek recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Eva Brems<br />

Het virtuele beleefd: <strong>van</strong> virtuele morele praktijken naar een ethiek voor virtuele sociale werelden.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De belangrijkste onderzoeksvraag is: In welke mate en met welke ethische gevolgen is er dis/continuïteit tussen morele praktijken in<br />

'echte' en virtuele werelden? Het project is interdisciplinair, met een combinatie <strong>van</strong> een media-sociologisch (beschrijvende ethiek) en filosofische<br />

studie (normatieve ethiek) <strong>van</strong> online morele praktijken en reflecties.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Karl VERSTRYNGE<br />

• CAROLINE PAUWELS<br />

• Jo Renate BAUWENS<br />

Het Vlaams duurzame ontwikkelingsbeleid in comparatief perspectief<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Bruyninckx<br />

Het voorkomen <strong>van</strong> verontreiniging door schepen. Een vergelijkende studie <strong>van</strong> Europees en Chinees recht<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project bestaat erin een rechtsvergelijkende studie te maken <strong>van</strong> Europees Gemeenschapsrecht en Chinees recht ten<br />

aanzien <strong>van</strong> het tenuitvoerleggen en het afdwingen in de interne rechtsorde <strong>van</strong> verdragen en resoluties ter voorkoming <strong>van</strong> verontreiniging door<br />

schepen, zoals aangenomen onder auspiciën <strong>van</strong> de Internationale Maritieme Organisatie.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Internationaal publiekrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Maes<br />

• Eduard Somers<br />

Het voorspellen <strong>van</strong> prestaties in teamsporten door middel <strong>van</strong> dynamische metingen <strong>van</strong> 'collective efficacy': De<br />

modererende rol <strong>van</strong> identificatie met het team en percepties <strong>van</strong> leiderschap.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Collective efficacy, het gedeeld vertrouwen binnen een team om de vooropgestelde doelen te bereiken, blijkt essentieel om optimale<br />

prestaties te leveren. Ondanks het belang hier<strong>van</strong> hechtte voorgaand onderzoek geen aandacht aan de theoretische grondslagen <strong>van</strong> deze relatie.<br />

Ook steunden voorgaande studies enkel op cross-sectionele, zelfgerapporteerde metingen.In een eerste fase <strong>van</strong> dit project wordt collective<br />

efficacy bekeken <strong>van</strong>uit het kader <strong>van</strong> de Sociale Identiteitsbenadering (Haslam, 2004). Deze theorie rond groepsprocessen is dominant binnen de<br />

organisatiepsychologie, maar werd slechts zelden vertaald naar de sportcontext. Meer specifiek wordt in dit project de modererende invloed<br />

onderzocht op collective efficacy, enerzijds <strong>van</strong> het gedrag <strong>van</strong> leidersfiguren en anderzijds <strong>van</strong> de identificatie <strong>van</strong> spelers met het team.Het<br />

ontwerpen <strong>van</strong> een dynamische en multidimensionele meting <strong>van</strong> collective efficacy vormt eentweede uitdaging binnen dit project. Tien<br />

volleybalteams zullen tijdensco<br />

Organisaties:<br />

• Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Daniel Berckmans<br />

• Filip Boen<br />

• Katrien Fransen


Het wegnemen <strong>van</strong> belemmeringen voor arbeidsmobiliteit met het oog op kwalitatieve transities in de latere loopbaan.<br />

Vergelijkende studie en succesvoorwaarden <strong>van</strong> beleidsmodellen en goede praktijken.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is de Vlaamse en Belgische overheden te informeren over goede praktijken inzake arbeidsmobiliteit en het<br />

gevoerde beleid daarrond in andere landen. Het eerste deel bestaat uit een literatuuroverzicht naar gekende barrières voor langer werken en<br />

herintrede, c.q. mobiliteit bij ouderen, mede aangevuld met ervaringen in de beleidspraktijk. Het tweede deel omvat een vergelijkende studie tussen<br />

landen naarbeleidsmodellen gericht op de bevordering <strong>van</strong> inzetbaarheid, mobiliteiten herintrede in knelpuntberoepen. Het derde deel bestaat uit<br />

een analyse en terugkoppeling naar ons land, gegeven de institutionele contextvariabelen, en de formulering <strong>van</strong> scenarios voor een omvattende<br />

strategie met specifieke benaderingen of instrumenten voor eigen land.<br />

Organisaties:<br />

• HIVA-OG Arbeidsmarkt<br />

Onderzoekers:<br />

• Ludovicus Struyven<br />

Het welbevinden in de schoolsituatie bij leerlingen Secundair onderwijs : de ontwikkeling <strong>van</strong> een bevragingsinstrument.<br />

(OBPWO-1998)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In opdracht <strong>van</strong> het Departement Onderwijs werd een onderzoek uitgevoerd met als doel het ontwikkelen <strong>van</strong> een valide en betrouwbaar<br />

meetinstrument voor de onderwijsinspectie, waarmee ze het welbevinden <strong>van</strong> leerlingen secundair onderwijs in de schoolsituatie kunnen peilen.<br />

De onderzoeksvragen waren:<br />

1) welke belevingsaspecten in klas en school, als leer- en leefomgeving, achten leerlingen rele<strong>van</strong>t m.b.t. hun welbevinden;<br />

2) welke indicatoren meten op valide wijze de graad <strong>van</strong> welbevinden m.b.t; de geïdentificeerde belevingsaspecten;<br />

3) met welke belevingsaspecten correleert het algemeen welbevinden in de schoolsituatie het hoogst;<br />

4) Welke kenmerken <strong>van</strong> de school verhogen de kans op een positieve beleving <strong>van</strong> de schoolsituatie?<br />

In een gerichte literatuurstudie werden bestaande onderzoeksgegevens en -instrumentaria gescreend om tot een inventaris <strong>van</strong> belevingsaspecten<br />

en -indicatoren te komen. Vervolgens werden panelgesprekken met 57 panels <strong>van</strong> 6 leerlingen opgezet verdeeld over de verschillende<br />

onderwijsnetten, onderwijsvormen, graden. Ook schoolgrootte, en ligging <strong>van</strong> de school werden als strata meegenomen. De semi-gestructureerde<br />

panelgesprekken leverden een overzicht op <strong>van</strong> belevingsaspecten die voor leerlingen zelf in de schoolsituatie het meest rele<strong>van</strong>t leken i.f.v. hun<br />

welbevinden en ze leverden tevens het materiaal voor itemconstructie t.b.v. het meetinstrument.<br />

Voor de diverse belevingsaspecten werden de indicatoren tevredenheid (cognitief - oordeel), gevoel (de affectieve beleving) en gedrag (mogelijk<br />

gevolg <strong>van</strong> coping met verstoord welbevinden)bevraagd.<br />

Een pilootversie <strong>van</strong> het meetinstrument werd voorgelegd aan expertenpanels (leerlingenbegeleiders en inspectie) en vervolgens getest op meer<br />

dan 300 leerlingen. Na bijsturing <strong>van</strong> het instrument werd een steekproef <strong>van</strong> meer dan <strong>2000</strong> leerlingen bevraagd.<br />

Het onderzoek resulteerde in een meetinstrument met een hoge betrouwbaarheid (interne consistentie, test-retest. De diverse schalen en<br />

subschalen waren:<br />

1. Klas en school<br />

1.1. inspraak in de klas<br />

1.2. contacten met leerkrachten<br />

1.3. het leerproces<br />

1.4. infrastructuur en voorzieningen<br />

1.5. actieplannen<br />

1.6. schoolklimaat<br />

1.7. regelgeving<br />

1.8. inspraak op schoolniveau<br />

1.9. contacten met andere personeelsleden<br />

1.10. op<strong>van</strong>g bij problemen<br />

2. studiedruk en leerprogramma<br />

2.1. studiedruk<br />

2.2. leerprogramma, leerinhoud<br />

2.3. puntensysteem<br />

3. het eigen gedrag<br />

4. contacten met vrienden<br />

De bevraging wees uit dat het welbevinden <strong>van</strong> de leerlingen secundair onderwijs matig goed is. Er zijn evenwel significante verschillen tussen<br />

scholen. Aan de hand <strong>van</strong> scoreprofielen die aan het instrument werden toegevoegd, kunnen scholen bepalen hoe zij gemiddeld scoren t.a.v. het<br />

gemiddelde in het Vlaamse secundair onderwijs en aan welke domeinen zij specifiek moeten werken om positief in te werken op het welbevinden<br />

<strong>van</strong> de leerlingen op hun school.<br />

Organisaties:<br />

• Lerarenopleiding<br />

Onderzoekers:<br />

• NADINE ENGELS<br />

Het welbevinden <strong>van</strong> de leerkracht : de ontwikkeling <strong>van</strong> een bevragingsinstrument voor het meten <strong>van</strong> het welbevinden<br />

<strong>van</strong> leerkrachten basis- en secundair onderwijs. - OBPWO <strong>2000</strong><br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit onderzoek beogen we de ontwikkeling <strong>van</strong> een schriftelijke vragenlijst m.b.t. het welbevinden <strong>van</strong> leerkrachten basis- en secundair<br />

onderwijs ten behoeve <strong>van</strong> de Gemeenschapsinspectie. Er zijn signalen dat leerkrachten een bijzondere doelgroep vormen i.v.m. jobgerelateerde<br />

psychosomatische klachten. Kwetsbaarheid is inherent aan hun beroep, maar er zijn aanwijzingen dat de werkplaatscondities <strong>van</strong> hoge invloed zijn<br />

op de wijze waarop leerkrachten omgaan met risicofactoren. Het instrument zal peilen naar de mate waarin leerkrachten zich al dan niet<br />

welbevinden op school, nagaan welke inspanningen de school doet om de inspanningen te verhogen en bronnen <strong>van</strong> kwetsbaarheid opsporen die<br />

verwijzen naar het beleid op macroniveau. Belevingsaspecten, indicatoren, stressoren en schoolkenmerken zullen worden geselecteerd op basis<br />

<strong>van</strong> literatuur en panelgesprekken met leerkrachten en directies. Een ontwerp <strong>van</strong> een vragenlijst zal eerste aan een beperkte steekproef worden<br />

voorgelegd en daarna op grote schaal worden afgenomen met het oog op statistische analyses. Uit de panelgesprekken en de proefafname zal<br />

moeten blijken of een afzonderlijk instrument noodzakelijk is voor leerkrachten basis- en secundair onderwijs.<br />

Organisaties:<br />

• Lerarenopleiding<br />

Onderzoekers:<br />

• NADINE ENGELS


Het welbevinden <strong>van</strong> functioneren <strong>van</strong> directies basisonderwijs. (OBPWO 2003)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het onderzoek gaat na welke school-, persoonsgebonden en omgevingsfactoren samenhangen samen met het functioneren en het<br />

welbevinden <strong>van</strong> directeurs (afhankelijke variabelen) in het basisonderwijs. Daarnaast wordt nagegaan of er een verschil is in welbevinden<br />

naargelang het taakprofiel <strong>van</strong> de directeur, zijn leidinggevende competenties en zijn beslissingsstijl. Verder wordt ook de relatie onderzocht tussen<br />

schoolcultuur en het welbevinden <strong>van</strong> de leerkrachten met het functioneren en het welbevinden <strong>van</strong> de directeurs. Op basis <strong>van</strong> semigestructureerde<br />

interviews en vragenlijsten bij directies en leerkrachten wordt het welbevinden en het functioneren <strong>van</strong> de directies en het<br />

welbevinden <strong>van</strong> leerkrachten in het basisonderwijs verduidelijkt.<br />

Organisaties:<br />

• Lerarenopleiding<br />

Onderzoekers:<br />

• NADINE ENGELS<br />

• Gwendoline HOTTON<br />

Het wereldspel als differentiaaldiagnostisch instrument bij jonge kinderen met een ontwikkelingsstoornis.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De klassieke tests die gericht zijn op de diagnostiek <strong>van</strong> kinderen met een ernstige ontwikkelingsacterstand kampen enerzijds met een te<br />

beperkte invalshoek t.a.v. de vaak multifactoriëleproblematiek.Anderzijds ondervinden ontwikkelingsgeretardeerde kinderen vaak moeilijkheden met<br />

het volbrengen <strong>van</strong> de gestelde opdrachten .Dit onderzoek wil nagaan of het wereldspel samen met een dynamisch georiënteerde leertest een<br />

meerwaarde kan bieden bij de (handelingsgerichte) diagnostiek bij jonge kinderen met een ernstige ontwikkelingsachterstand <strong>van</strong> minstens één<br />

jaar op één of meerdere ontwikkelingsaspecten, gemeten d.m.v. een genormeerde ontwikkelingstest.Hiervoor worden 150 kinderen tussen 4 en 8<br />

jaar met een ontwikkelingsachterstand getest d.m.v. het wereldspel en de leertest.Bijkomend worden mogelijke gedragsstoornissen opgespoord en<br />

wordt het gezinsfunctioneren in kaart gebracht.De resultaten <strong>van</strong> deze kinderen worden vergeleken met een normgroep <strong>van</strong> 250 kinderen uit<br />

overeenkomstige leeftijdsgroepen.<br />

Organisaties:<br />

• Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• CAROLINE ANDRIES<br />

Het wereldstedennetwerk gekwantificeerd. Een diepgaan verkennend onderzoek naar de verdere specificatie, meting en<br />

analyse <strong>van</strong> de relatie tussen wereldsteden en het huidig globaliseringsproces.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Dit is een FWO-project met kenmerk G.0214.04 binnen het onderzoeksinstituut IMOB. Doel <strong>van</strong> dit project is het kwantificeren <strong>van</strong> het<br />

wereldstedennetwerk waarbij een diepgaan verkennend onderzoek wordt uitgevoerd naar de verdere specificatie, meting en analyse <strong>van</strong> de relatie<br />

tussen wereldsteden en het huidig globaliseringsproces. Dit is een interuniversitair project met woordvoerder Frank Witlox, docent UGent.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> databanken met de strategieën <strong>van</strong> 100 financiële en bedrijfsinstellingen in 234 steden, zullen enkele dataminingtechnieken worden<br />

toegepast om aldus te komen tot een aantal constructies uitgaande <strong>van</strong> economische, politieke en financiele karakteristieken.<br />

Organisaties:<br />

• Data-analyse en Modellering<br />

• Instituut voor Mobiliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerhard WETS<br />

Het zingevingsproces vatten: leren omgaan met en zich aanpassen aan chronische pijn.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Zin geven aan je leven wordt door vele onderzoekers en theoretici gezien als een belangrijke factor voor een gezond psychisch<br />

functioneren. Zeker in de confrontatie met stressoren is het zingevingsproces een cruciaal mechanisme in het omgaan met en het zich aanpassen<br />

aan de stressvolle gebeurtenis. Onderzoek naar dit proces is echter erg beperkt en bestaande studies kennen verscheidene methodologische<br />

tekortkomingen. Daarbij focust bestaand onderzoek zich vooral op acute stressoren en niet op chronische stressoren. In dit onderzoek willen we het<br />

zingevingsproces onderzoeken <strong>van</strong>uit het meaning making model. Hoofddoel is om dit model te toetsen in de context <strong>van</strong> een chronische stressor<br />

(i.c. chronische pijn) door middel <strong>van</strong> drie studies: een longitudinale studie, een dagboekstudieen een experiment. Tenslotte wordt nagegaan hoe<br />

het meaning making model gelinkt is aan aspecten <strong>van</strong> psychisch functioneren.<br />

Organisaties:<br />

• OE Klinische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Corveleyn<br />

• Koen Luyckx<br />

• Jessie Dezutter<br />

Heuristic and exact optimization procedures for the selection and timing of advertisements.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The goal of this research project is to explore the possibility of joint research of the Leuven and Tsinghua teams on the development of<br />

optimal and heuristic solution procedures and in-depth theoretical study (e.g.regarding the possibility of a pseudo-polynomial-time algorithm) for the<br />

optimization problem of simultaneous acceptance and scheduling of advertisements for a television station as set out by Bai and Xie (2006) andfor<br />

possible practical extensions.<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Roel Leus<br />

• Frederik Spieksma<br />

Heuristische strategieën voor gestructureerde combinatorische optimalisatieproblemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe optimalisatiemethoden voor problemen waarin karakteristieken uit verschillende<br />

probleemdomeinen herkenbaar zijn. Dergelijke problemen, die bv. routering en scheduling combineren, zijn bijzonder moeilijk optimaal op te lossen.<br />

We verwijzen naar dit type <strong>van</strong> optimalisatieproble-men als `gestructureerd'. Deze probleemklasse vergt een integratieve aanpak die boven<br />

deerkende algoritmen uitstijgt.nbsp;Bestaande methoden hebben nog niet tot aanvaardbare oplossingen geleid.nbsp;Traditionele<br />

optimalisatiemethoden voor dit type <strong>van</strong> problemen maken meestal gebruik <strong>van</strong> een algemeen toepasbare heuristische solver. Bijgevolg blijft de<br />

kwaliteitskloof met de optimale oplossing onbekend.Het project heeft tot doelom heuristische optimalisatiemethoden te ontwikkelen voor<br />

gestructureerde problemen, in het bijzonder voor het sluisplanningsprobleem en het thuiszorgprobleem. De strategie"en bevatten 1) een fase


waarin, ge"inspireerd door Benders' decomposite, de<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Frederik Spieksma<br />

• Greet Vanden Berghe<br />

Hierarchical,agent-based control of unban road networks<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Increasingly traffic management measures exhibit dynamic features, thustaking into account dynamics in the traffic demand pattern or<br />

transportsystem supply pattern. Some examples are demand actuated traffic signalsettings or variable message signs.<br />

In most cases these measures are functioning as stand alone systems. This means that there is no or hardlyany coordination between the various<br />

measures. This lack of coordination makes the application of dynamic traffic management measures less effective as e.g. the measures could serve<br />

opposite objectives or even generate a negative impact on traffic flows that are not in any way related to the problem. Consequently the uncoordinated<br />

application of dynamic traffic management measures can be very counter-productive. Avoiding thesesetbacks it will be necessary to be<br />

able to control the traffic in two ways: in a detailed way focusing on the problem(s) that need(s) to be solved (distributed control), and in a more<br />

generic way controlling the<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer<br />

Onderzoekers:<br />

• Lambertus Immers<br />

• Chris Tampère<br />

Hierarchical, agent-based control of urban road networks<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Increasingly traffic management measures exhibit dynamic features, thustaking into account dynamics in the traffic demand pattern or<br />

transportsystem supply pattern. Some examples are demand actuated traffic signalsettings or variable message signs. In most cases these<br />

measures are functioning as stand alone systems. This means that there is no or hardly any coordination between the various measures. This lack<br />

of coordinationmakes the application of dynamic traffic management measures less effective as e.g. the measures could serve opposite objectives<br />

or even generate a negative impact on traffic flows that are not in any way related tothe problem. Consequently the un-coordinated application of<br />

dynamic traffic management measures can be very counter-productive. Avoiding these setbacks it will be necessary to be able to control the traffic<br />

in two ways: in a detailed way focusing on the problem(s) that need(s) to be solved (distributed control), and in a more generic way controlling the o<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer<br />

Onderzoekers:<br />

• Lambertus Immers<br />

• Chris Tampère<br />

High Technology Assessment <strong>van</strong> drug eluting stents.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project onderzoekt wat de klinische en economische waarde <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> Drug Eluting Stents is ten opzichte <strong>van</strong> Bare Metal<br />

Stents. Het project onderzoekt tevens wat de gevolgen zijn <strong>van</strong> twee of meer scenario's <strong>van</strong> terugbetaling voor het Belgische gezondheidsbudget ?<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Diana De Graeve<br />

High-value supply chains in developing countries.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• LICOS<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

Hindernis of hefboom: De invloed <strong>van</strong> het Europese sociale beleid op het Belgische gelijkekansebeleid<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Bestuur en beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Karen Celis<br />

Hindernis of hefboom? De invloed <strong>van</strong> het Europese sociale beleid op het Belgische gelijkekansenbeleid. (EQUALITY)<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoeksproject heeft als algemene doelstelling de impact <strong>van</strong> het Europese sociaal beleid op het Belgische gelijkekansenbeleid<br />

sinds 1995 te beschrijven en te verklaren. Het wil bijdragen tot het verklaren <strong>van</strong> de deels ongunstige balans inzake gelijkekansenbeleid en inzake<br />

gender mainstreaming in het bijzonder. Het wil daarbij meer in het bijzonder onderzoeken in welke mate het Europese sociaal beleid, dat een<br />

aanzienlijke impact heeft op het sociaal beleid <strong>van</strong> haar lidstaten, zelf de performantie <strong>van</strong> de lidstaten, in casu België, in het realiseren <strong>van</strong> gelijke<br />

kansen bepaalt. De institutionele voorwaarden voor een optimale impact <strong>van</strong> het Europese beleid zal ook onderzocht worden.<br />

Organisaties:<br />

• Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)<br />

Onderzoekers:<br />

• Petra Meier<br />

Hippocampale cognitieve capaciteit, neurale plasticiteit en reversibiliteit <strong>van</strong> neurocognitieve stoornissen bij<br />

muismodellen <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer.


K.U.Leuven<br />

Abstract: Alzheimer dementie (AD) is een neurodegeneratieve stoornis die gekenmerkt wordt door een geleidelijke achteruitgang <strong>van</strong> het geheugen<br />

en <strong>van</strong> andere cognitieve en gedragsmatige capaciteiten. Het is de meest voorkomende vorm <strong>van</strong> dementie in de westerse wereld, die wereldwijd<br />

miljoenen patiënten en hun families treft, en waarvoor tot op heden geen adequate therapie bestaat. De laatste jaren werden er transgene<br />

muismodellen voor alyloïdose enLof tauopathie gegenereerd. Deze modellen trachtten één <strong>van</strong> de of beide neuropathologische kenmerken <strong>van</strong> AD<br />

te repliceren, namelijk de ontwikkeling <strong>van</strong> extracellulaire ABeta-plaques en intracellulaire tau-kluwens die zich eerst manifesteren in hippocampus.<br />

We zullen onderzoeken of de algemene cognitieve capaciteiten en/of hippocampale plasticiteit gewijzigd zijn in deze muizen. In de laatste fase<br />

wordt de impact en het effect <strong>van</strong> therapeutische en farmacologische manipulatie nagegaan.<br />

Organisaties:<br />

• OE Biologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rudi D'Hooge<br />

• Detlef Balschun<br />

• Ann Van der Jeugd<br />

Hippocampal signal transduction in relation to learning and memory<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Biologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rudi D'Hooge<br />

• Detlef Balschun<br />

Historical demography<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Matthys<br />

Historische film als kritisch palimpsest.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het debat over historische film is tot dusver hoofdzakelijk gebaseerd op een corpus aan films die zich in de negentiende of twintigste<br />

eeuw afspelen waarbij er quasi enkel aandacht was voor de relatie tussen de filmische representatie en de gekende historische feiten <strong>van</strong> een<br />

bepaalde periode. Deze werkwijze schiet evenwel tekort voor films die zich in de middeleeuwen afspelen omwille <strong>van</strong> de relatieve schaarste in<br />

historische kennis over deze periode. Daarenboven is er weinig aandacht voor de niet-historische bronnen die filmmakers vaak gebruiken om hun<br />

representatie <strong>van</strong> het verleden vorm te geven, hoewel het plausibel is dat ook deze een invloed hebben op het historische besef <strong>van</strong> de kijker.Dit<br />

onderzoek wil zich op deze twee blinde vlekken focussen. Omwille <strong>van</strong> de relatieve schaarste aan historische kennis valt aan te nemen dat films die<br />

zich in de middeleeuwen afspelen meer gebruik moeten maken <strong>van</strong> niet-historische bronnen. Hoewel deze bronnen vaak gezien worden als een<br />

soort 'inbraa<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor Mediastudies<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Verschaffel<br />

• Wilhelmus Hesling<br />

• Tom Vercruysse<br />

HIV/AIDS-related Information Needs, Media Use and Communication Behaviour of Urban and Rural Populations of<br />

Ethiopia a Comparative Study<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE School vr Massacommunicatieresearch<br />

Onderzoekers:<br />

• Steven Eggermont<br />

Hoe communiceren 'met' kinderen en jongeren? Ontwikkeling <strong>van</strong> digitaal leermateriaal voor hulpverleners en begeleiders<br />

in opleiding.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Schaeken<br />

Hoe demografische veranderingen vorm geven aan intergenerationele solidariteit, welzijn en sociale integratie: een<br />

multilink kader. (MULTILINKS)<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> deze studie is te onderzoeken hoe veranderende sociale contexten, <strong>van</strong> macro-sociale tot micro-interpersoonlijke contexten,<br />

sociale integratie, welzijn en intergenerationele solidariteit beïnvloeden binnen diverse Europese landen. Debatten over vergrijzing focussen<br />

hoofdzakelijk op de leefomstandigheden <strong>van</strong> de ouderen. Onze benadering bouwt voort op drie premises. Ten eerste, vergrijzing beïnvloedt alle<br />

leeftijdsgroepen: de jongeren, de middelbare leeftijd en de ouderen. Ten tweede, er zijn cruciale interdependenties tussen familiegeneraties en<br />

tussen mannen en vrouwen. Ten derde, we moeten alle analytische niveaus erkennen en onderscheiden: het individu, de dyade (ouder-kind,<br />

partners), familie, regio en land.<br />

Op basis <strong>van</strong> deze drie premissen, onderzoeken we (a) multiple banden binnen families (bv. transfers omhoog en omlaag in de familiebanden),<br />

interdependenties tussen oudere en jongere familieleden; (b) multiple banden over de tijd heen (meting op verschillende tijdspunten, op<br />

verschillende plaatsen, op verschillende punten in de individuele en de familiale levensloop); (c) multiple banden tussen aan de ene kant nationale


en regionale contexten (bv. beleidsregimes, economische omstandigheden, normatief klimaat, religiositeit) en aan de andere kant individueel<br />

gedrag, welzijn en waarden. Doorheen het project zullen we methodologische strategieên testen, ontwikkelen en gebruiken die een gezond beleid<br />

mogelijk maken. Door het identificeren <strong>van</strong> intergenerationele zorgsystemen (dwz. combinaties <strong>van</strong> kinderop<strong>van</strong>g en zorg voor de kwetsbare<br />

ouderen) en hun tekortkomingen, willen we een bijdrage leveren aan het begrijpen <strong>van</strong> risico's op sociale isolatie en/of het ontbreken <strong>van</strong> de<br />

noodzakelijke steun en zorg.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

Hoe HIV/AIDS het leven ontwricht of een nieuw gezicht geeft: een kwalitatieve studie naar de impact <strong>van</strong> een<br />

antiretrovirale behandeling op het leven <strong>van</strong> HIV/AIDS-patiënten in Zuid-Afrika.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Edwin Wouters<br />

Hoe individuele politieke actoren omgaan met informatie. De determinanten <strong>van</strong> blootstelling, aandacht en actie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project onderzoekt hoe individuele politieke actoren informatie verwerken over echte problemen in de samenleving, over mogelijk<br />

oplossingen voor die problemen en over hoe mensen over die problemen denken. We onderzoeken welke kenmerken <strong>van</strong> de boodschap zelf, <strong>van</strong><br />

de zender en <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> de informatie invloed hebben op de manier waarop politieke elites worden blootgesteld aan en aandacht<br />

hebben voor de informatie en op de manier waarop ze op die informatie reageren. Empirisch steunt het project op een aantal complementaire<br />

methodes die worden toegepast op een steekproef <strong>van</strong> politieke elites in België.<br />

Organisaties:<br />

• Media, middenveld en politiek (M2P)<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Walgrave<br />

Hoe kan "digital storytelling" reflectie in de diepte ondersteunen?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Reflecteren is een belangrijke kerncompetentie in het hoger onderwijs en <strong>van</strong> studenten wordt veelvuldig verwacht dat zij reflecteren. Een<br />

uitdaging hierbij is studenten ertoe aan te zetten kritisch te reflecteren, daarzonder is reflectie niets meer dan een procedure, een manier om met<br />

concrete situaties om te gaan. Reflecteren in de diepte beschouwen we alseen essentiële stap om tot kritisch reflecteren te komen. Inde literatuur<br />

zijn verschillende methodieken te onderscheiden om een reflectieproces te ondersteunen. We denken hierbij in eerste instantie aanhet cyclisch<br />

doorlopen <strong>van</strong> een reflectiecyclus. Minder bekend is dat digital storytelling ook een reflectieproces kan ondersteunen. We definiëren digital<br />

storytelling alseen methodiek waarbij de student wordt uitgedaagd om met behulp <strong>van</strong> multimedia een kortautobiografisch verhaal te vertellen<br />

waarbij de student een eigen standpunt<br />

inneemt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Elen<br />

Hoe kiezen ouders met jonge kinderen als zij medische hulp nodig hebben buiten de normale consultatie-uren? Een<br />

onderzoek naar preferenties in de regio Deurne Borgerhout.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Er is weinig bekend over de preferenties <strong>van</strong> zorgconsumenten buiten kantooruren.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> discrete keuze techniek laat toe deze preferenties te kwantificeren.<br />

In de regio Deurne Borgerhout (veel allochtonen, grootstedelijk milieu) worden via raadple¬gingen <strong>van</strong> Kind en Gezin (waar alle jonge ouders naar<br />

toe komen) 300 respondenten be¬vraagd.<br />

De gegevens kunnen gebruikt worden bij verdere planning <strong>van</strong> het hulpaanbod.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Diana De Graeve<br />

Hoe komen gezinnen rond? Een piloot-actieonderzoek naar de bestaansmiddelen en overlevingsstrategieën <strong>van</strong> gezinnen<br />

met lage inkomens.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit piloot aktie onderzoek worden ongeveer 50 gezinnen een half jaar gevolgd door studenten, om aldus een grondig beeld te krijgen<br />

<strong>van</strong> hun bestaansmiddelen en overlevingsstrategieën. Hiermee legt dit onderzoek een verbinding tussen grootschalig kwantitatief en kleinschalig<br />

kwalitatief onderzoek op dit terrein. Tevens wordt nagegaan in hoeverre er sprake is <strong>van</strong> non-take-up <strong>van</strong> sociale uitkeringen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bea Cantillon<br />

• Cornelius Van den Bosch<br />

Hoe ontstaan verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt?<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Gedurende de afgelopen 5 jaar werd in het kader <strong>van</strong> het SONAR-project intensief meegewerkt aan de uitbouw <strong>van</strong> een gedetailleerde<br />

longitudinale databank over de overgang <strong>van</strong> school naar werk bij Vlaamse jongeren. Met dit onderzoeksvoorstel wensen we dieper in te gaan op<br />

de discrepantie die uit die data blijkt tussen de betere schoolprestaties <strong>van</strong> meisjes en hun in vergelijking met mannen minder vlotte intrede en<br />

minder gunstige positie op de arbeidmarkt. Men zou immers verwachten dat in een meritocratische samenleving betere schoolprestaties ook leiden<br />

tot betere arbeidskansen. Vrouwen blijken echter nog steeds geconcentreed te zijn in de lagerbetaalde banen. Voor de verklaring <strong>van</strong> de


geslachtsverschillen in de overgang <strong>van</strong> school naar werk, schuiven we twee criciale elementen naar voor: enerzijds de verschillende keuze <strong>van</strong><br />

studierichtingen, en anderzijds de rol <strong>van</strong> gezinsvorming en ouderschap. Met dit onderzoeksproject beogen we na te gaan in welke mate de<br />

studiekeuze en de gezinsvorming de voorsprong <strong>van</strong> meisjes op school doen omslaan in een achterstand bij de intrede op de arbeidsmarkt en bij<br />

de uitbouw <strong>van</strong> de verdere arbeidsloopbaan. De SONAR-data vormen het basismateriaal voor de analyses, maar we voorzien ook de vaststellingen<br />

te toetsen aan, en te vergelijken met gegevens <strong>van</strong> andere databanken (de LOSO-gegevens, andere databanken waarover de onderzoeksgroep<br />

beschikt, en data <strong>van</strong> internationaal vergelijkbaar onderzoek).<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• IGNACE GLORIEUX<br />

• Ilse LAURIJSSEN<br />

Hoeve- en streekproducten: consumentenonderzoek en de economische betekening (sic) <strong>van</strong> toeristisch recreatieve<br />

routes in de provincie Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het betreft een consumentenonderzoek in de provincie Antwerpen naar het profiel <strong>van</strong> de gemiddelde koper, verschil hoeve - of<br />

streekproducten consument, perceptie en wensen <strong>van</strong> de consument...dit alles ter onderbouwing <strong>van</strong> een provinciale communicatie- en<br />

marketingstrategie voor de Antwerpse hoeve- en streekproducten. Het project omvat ook een analyse <strong>van</strong> de knelpunten/opportuniteiten voor de<br />

retailsector naar verkoop <strong>van</strong> hoeve- en streekproducten. Het tweede luik betreft een onderzoek naar de streekgebonden producten en<br />

problematiek <strong>van</strong> de vermarkting samenhangend met de schaalnadelen.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Pelsmacker<br />

• Nathalie Dens<br />

Hoe verwerkt een connectionistisch netwerk kwantitatieve samengevatte informatie ?<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In praktisch alle hedendaagse connectionistische modellen in de cognitieve en sociale psychologie die gebaseerd zijn op een<br />

automatische aanpassing <strong>van</strong> de gewichten (gesuperviseerd leren), wordt informatie stapsgewijs per stimulus-exemplaar opgenomen en verwerkt.<br />

Hoewel vele sociale kennis op deze rechtstreekse manier in de realiteit wordt opgenomen, is het duidelijk dat sociale informatie ook onrechtstreeks<br />

wordt aangeleerd via uitspraken over andere personen of groepen, die een samenvatting bevatten over een hele reeks exemplaren (personen of<br />

gedragingen, bv 'iedereen ging akkoord'). Nochtans kan een connectionistisch model abstracte samengevatte informatie niet onmiddellijk<br />

verwerken. Om theoretisch een mouw te passen aan de discrepantie tussen samengevatte informatie en de exemplarische informatie-opname <strong>van</strong><br />

een connectionistisch model, worden twee theoretische voorstellen vergeleken. Het ene voorstel (Shanks, 1991) gaat er<strong>van</strong> uit dat mensen op<br />

basis <strong>van</strong> vroegere ervaringen een brede meta-kennis ontwikkelen over hoe exemplaren (bv. oorzaak en gevolg) samengaan, en op deze manier<br />

samengevatte informatie op een gelijkaardige manier verwerken als exemplarische informatie. In tegenstelling daarmee gaat ons voorstel er<strong>van</strong><br />

uit dat samengevatte informatie eerst omgezet wordt in impliciete exemplaren, die dan op de klassieke connectionistische manier worden verwerkt.<br />

Dit is neurologisch en evolutionair eenvoudiger, en dus ook plausibeler.<br />

Organisaties:<br />

• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FRANK VAN OVERWALLE<br />

• Bert TIMMERMANS<br />

Hoe worden neurale processen beïnvloed door verwachtingen over toekomstige gewaardwordingen? Een DCM<br />

benadering <strong>van</strong> voorbereidende EEG activiteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Onderzoek naar visuele waarneming tracht te achterhalen hoe onze hersenen het patroon <strong>van</strong> licht op het netvlies omzetten in een<br />

bewuste en samenhangende interpretatie <strong>van</strong> de buitenwereld. De huidige opvatting over visuele perceptie is dat onze hersenen de meest<br />

waarschijnlijke toestand <strong>van</strong> de buitenwereld afleiden uit de sensoriële input en uit a priori verwachtingen. Wanneer en hoe spelen deze a priori<br />

verwachtingen een rol? Volgens de predictive coding theorie voorspellen onze hersenen actief watde toekomstige sensoriële input zal zijn. In dit<br />

onderzoeksproject zullen we nagaan hoe specifieke verwachtingen over een toekomstige stimulus de neurale signalen moduleren.<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Bart Machilsen<br />

• Cornelis Cyrinus <strong>van</strong> Leeuwen<br />

Hoe zijn nonprofit werknemers gemotiveerd? Een 'discrete choice' analysis.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Met het groeiende belang <strong>van</strong> de nonprofit sector in de samenleving, is er een toegenomen aandacht voor de bestaansreden <strong>van</strong><br />

nonprofit organisaties (npos), hoe zij zich gedragen en wat hun doelstellingen zijn, <strong>van</strong>uit een zowel empirische als theoretische invalshoek. Recent<br />

ontstond ook een sterke belangstelling naar de motieven <strong>van</strong> betaalde werknemers en vrijwilligers in deze sector. Een goed begrip <strong>van</strong> hun<br />

motieven en hoe deze zich verhouden met de objectieven <strong>van</strong> de organisatie is een belangrijke factor in het verklaren <strong>van</strong> het gedrag dat nonprofit<br />

organisaties vertonen. Vanuit dit standpunt stellen Caers et al. (forthcoming) een additief scheidbare nutsfunctie voor nonprofit managers en<br />

ondergeschikt personeel voor, die de objectieven <strong>van</strong> deze actoren indeelt in drie grote categorieën: persoonlijke doelstellingen, organisatorische<br />

doelen en client-gebonden doelstellingen. De onderliggende veronderstelling hierbij is dat personen binnen de nonprofit organisatie kunnen<br />

verschillen in het belang dat zij aan elk <strong>van</strong> deze drie categorieën hechten. Sommigen geven bijvoorbeeld meer voor hun persoonlijke<br />

doelstellingen, terwijl anderen mogelijk meer belang hechten aan de tweede of derde categorie <strong>van</strong> doelstellingen. Deze veronderstelling is zowel<br />

gebaseerd op theoretisch als empirisch onderzoek. De aanwezigheid <strong>van</strong> "egoïstische" werknemers (sterk geïnteresseerd in de eerste categorie<br />

<strong>van</strong> motivatoren) kan worden verwacht door te duiden op het gebrek aan efficiente "principals" (Jensen en Meckling (1976), Fama en Jensen<br />

(1983)) en op de moeilijkheden i.v.m. prestatiemetingen (Steinberg (1990), Brickley en Van Horn (2002)). Op basis <strong>van</strong> de zelf-selectie hypothese<br />

(Young (1983)) kunnen beide factoren "egoïstische" werknemers stimuleren om voor jobs in de nonprofit sector te opteren. Empirisch onderzoek<br />

bevestigt dat nonprofit werknemers belang hechten aan persoonlijke doelstellingen (Mesch et al. (1998), Brown en Yoshioka (2003)). Maar ook een<br />

toewijding naar de missie <strong>van</strong> de organisatie wordt verwacht te bestaan (Hansmann (1986)) en empirisch aangetoond (Mirvis en Hackett (1983)),<br />

alsook een belangstelling voor het welzijn <strong>van</strong> de npo's cliënten (zie respectievelijk Mooney en Ryan (1983) en Hansen et al. (2003)). Caers et al.<br />

(forthcoming) verenigen deze literatuur in een formele nutsfunctie en bieden voor het eerst een theoretische analyse <strong>van</strong> het gedrag dat<br />

verschillende types <strong>van</strong> nonprofit werknemers zullen vertonen in een groot aantal situaties. Het voorliggende project bouwt verder op dit werk en


onderzoekt empirisch hoeveel belang nonprofit werknemers precies hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen.<br />

Deze inzichten kunnen aantonen welke <strong>van</strong> de in Caers et al. (forthcoming) gespecificeerde types het meest reëel zijn en tot meer gerichte<br />

beleidsaanbevelingen leiden. Dit onderzoek maakt gebruik <strong>van</strong> "discrete choice" experimenten, een "stated preference" techniek waarbij<br />

respondenten meermaals worden gevraagd om hun geprefereerde scenario uit een klein aantal mogelijke scenario's te kiezen. Elk scenario heeft<br />

daarbij verschillende attributen en door het niveau <strong>van</strong> deze attributen te veranderen en de keuzes <strong>van</strong> de respondenten te analyseren, wordt het<br />

mogelijk om het belang (b's) dat de respondenten hechten aan elk attribuut (U1, U2, ..., Um) te schatten. Formeel, Ui = b1 * U1 + b2 * U2 + ..... +<br />

bm * Um met Ui = waargenomen deel <strong>van</strong> de nutsfunctie <strong>van</strong> individu i m = aantal attributen In het voorliggende onderzoek wordt geopteerd om de<br />

respondenten te vragen een keuze te maken uit telkens drie scenario's. Elk scenario vertegenwoordigt een hypothetisch jaar. In elk <strong>van</strong> deze drie<br />

mogelijk jaren vinden verschillende gebeurtenissen plaats. Bepaalde persoonlijke, organisatorische of client-gebonden doelstellingen worden ofwel<br />

niet gehaald, gehaald of overtroffen. De respondenten worden gevraagd aan te geven welk jaar zij zouden verkiezen. Het experiment hanteert 6<br />

attributen, 2 voor elke categorie <strong>van</strong> motivatoren, met elk 3 niveaus. Hierdoor zijn er 216 verschillende scenario's. Vermits een onderzoeksopzet<br />

met 3 alternatieven meer efficient werd bevonden dan een onderzoeksopzet met slechts 2 alternatieven (Sandor en Wedel (2002)), betekent dit dat<br />

de respondenten 72 keer hun geprefereerde scenario uit 3 mogelijkheden zouden moeten kiezen. Dit aantal zal worden verminderd door gebruik te<br />

maken <strong>van</strong> het Sandor en Wedel (2002) algoritme, om zo de "task demand" te verlagen en de efficiëntie <strong>van</strong> het schatten te verhogen (Hensher,<br />

Stopher en Louviere (2001)). Wel worden testen voor transitiviteit en consistentie <strong>van</strong> de keuzes toegevoegd. De attributen worden bepaald op<br />

basis <strong>van</strong> o.a. organisatorische en professionele toewijding vragenlijsten (Giffords (2003)) en job/beloningstevredenheid vragenlijsten (De Gieter et<br />

al. (2006), De Cooman et al. (2006)). De steekproef voor dit onderzoek zijn Vlaamse nonprofit ziekenhuizen, meer specifiek: - leden <strong>van</strong> de Raad<br />

<strong>van</strong> Bestuur - afdelingshoofden - verpleegkundigen en niet-medisch personeel Dit perspectief, met 3 niveaus, is consistent met het model <strong>van</strong><br />

Caers et al. (forthcoming) en laat toe om na te gaan of er verschillen en overeenkomsten bestaan in de individuele karakteristieken tussen de<br />

verschillende organisatorische niveaus. Tevens wordt het medische personeel met het niet-medische personeel vergeleken. Het onderzoeksopzet<br />

wordt eerst gepretest met individuen <strong>van</strong>uit elk niveau in beide clusters <strong>van</strong> departementen (medisch en niet-medisch). De verzamelde data worden<br />

onderworpen aan een mixed logit model. Deze techniek wordt verkozen boven het gewone multinomial logit model omdat het toelaat dat de<br />

attributen verschillen over de respondenten met dichtheid f(b). Deze dichtheidsfunctie wordt gespecificeerd als de verdeling die het dichtst aansluit<br />

bij de verwachtingen omtrent de variatie <strong>van</strong> de b's en zal, zoals in de meeste applicaties, als normaal verdeeld worden beschouwd (Train (2003)).<br />

Met de recente bevindingen <strong>van</strong> De Cooman et al. (2006) in het achterhoofd, dewelke duiden op verschillen in de motieven en werkwaarden <strong>van</strong> de<br />

nieuwe generatie <strong>van</strong> verpleegkundigen, laten vragen omtrent demografische variabelen toe om correlaties met de preferenties te bestuderen.<br />

Deze bevindingen zullen toelaten om een beeld te vormen <strong>van</strong> de types <strong>van</strong> werknemers die in de nonprofit sector actief zijn. Desondanks blijft het<br />

mogelijk dat we een onvolledig beeld behouden omtrent de individuen die voor een functie in deze sector solliciteren. Indien de verantwoordelijken<br />

voor de aanwerving selectief zijn in hun beleid, is het immers mogelijk dat het profiel <strong>van</strong> de gemiddelde werknemer verschilt <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> de<br />

gemiddelde sollicitant. Ook de gehanteerde recruterings- en selectietechnieken kunnen bovendien selectief zijn. De toegevoegde waarde <strong>van</strong> dit<br />

bijkomend onderzoek ligt zowel in een breder inzicht in de gehanteerde technieken en instrumenten en in de mate waarin er verschillen bestaan<br />

naargelang <strong>van</strong> het medische of niet-medische karakter <strong>van</strong> de functie, alsook in hoe de zelf-selectie daadwerkelijk functioneert. Een tweede<br />

vragenlijst, gericht op de gehanteerde instrumenten en technieken omtrent recrutering en selectie, wordt uitgewerkt. De doelgroep voor deze<br />

tweede vragenlijst zijn de verantwoordelijken voor de aanwerving in de Vlaamse nonprofit ziekenhuizen. In samenwerking met een representatieve<br />

steekproef <strong>van</strong> ziekenhuizen wordt tevens aan een steekproef <strong>van</strong> sollicitanten gevraagd om de eerste vragenlijst in te vullen, opdat het mogelijk<br />

wordt na te gaan welk belang zij hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. De resultaten <strong>van</strong> dit onderzoek<br />

dragen bij tot de theoretische literatuur door nieuwe inzichten aan te reiken in het agency theory - stewardship theory debat en omtrent de zelfselectie<br />

hypothese. Tevens bieden zij bestuursleden, managers en verantwoordelijken voor de aanwerving in de nonprofit sector meer specifieke<br />

beleidsimplicaties, die de algemene bevindingen <strong>van</strong> Caers et al. (forthcoming) aanvullen. Tot slot is een derde luik <strong>van</strong> dit onderzoeksvoorstel<br />

gericht op een uitbreiding <strong>van</strong> het meest complexe theoretische model gepresenteerd in Caers et al. (forthcoming), hetwelk de relaties beschrijft<br />

tussen één Raad <strong>van</strong> Bestuur, één management, één tot drie werknemers en twaalf cliënten. In dit model is de ernst <strong>van</strong> de toestand <strong>van</strong> een cliënt<br />

(alsook de inspanning geleverd door de agent om deze cliënt te helpen) gekend door alle actoren in de organisatie. Een waardevolle uitbreiding,<br />

zeker bij toepassing in de medische sector, bestaat erin deze informatie om te zetten in private informatie, uitsluitend beschikbaar voor de agent.<br />

Een nieuwe variabele wordt ingebouwd om de mening <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Bestuur en het management omtrent de echte moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> de<br />

toestand <strong>van</strong> een cliënt weer te geven. Deze mening wordt gesteund op de door de agent geleverd informatie (dewelke misleidend kan zijn) en een<br />

kansverdeling (normaal verdeling). Het eerder ontwikkelde Fortran programma, gericht op het genereren <strong>van</strong> de tijdsverdelingen (verdeling <strong>van</strong><br />

inspanning over de potentiële cliënten) <strong>van</strong> de agent, wordt aangepast. De bestaande programma's voor het tot stand brengen <strong>van</strong> de<br />

rangschikkingen <strong>van</strong> werknemers (op basis <strong>van</strong> hun geschiktheid voor de organisatie) en de analyse hier<strong>van</strong> worden opnieuw toegepast. De<br />

resultaten <strong>van</strong> deze uitbreiding worden vergeleken met het oorspronkelijke model en kunnen, in combinatie met de bevindingen <strong>van</strong> de twee<br />

empirische studies, nieuw inzicht bieden in het effect <strong>van</strong> de recruteringsbeslissingen <strong>van</strong> een nonprofit organisatie op haar gedrag en haar<br />

prestaties.<br />

Organisaties:<br />

• Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector<br />

Onderzoekers:<br />

• MARC JEGERS<br />

Hogere orde visuele representaties biji knaagdieren<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Op de Beeck<br />

• Rudi D'Hooge<br />

Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteractie en algemene impact in het kennistijdperk<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De hoofddoelstelling <strong>van</strong> het project is om nieuwe ontwikkelingen in de micro-economie, de theorie <strong>van</strong> de industriële organisatie en in de<br />

organisatietheorie te verkennen en toe te passen op het specieke geval <strong>van</strong> de universiteiten. Zulk een toepassing is bijzonder interessant:<br />

universiteiten spelen een sleutelrol in de economische ontwikkeling, de omgeving waarin ze werken is voortdurend in beweging, vaak worden ze<br />

gefinancierd met overheidsgelden, meer en meer wordt hen gevraagd om het gebruik <strong>van</strong> de toegekende overheidsmiddelen te verantwoorden, en<br />

ze worden ook voortdurend uitgenodigd om nieuwe management-technieken toe te passen. Ze zijn bovendien een voorbeeld <strong>van</strong> non-profit<br />

instellingen, waardoor interessante vragen rijzen in verband met hun doelstellingen en in verband met een aangepaste "product mix" (onderwijs<br />

versus onderzoek, onderwijs op bachelor niveau of op master niveau, fundamenteel onderzoek versus toegepast onderzoek, .....).<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Bouckaert


Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteracties en algemeneimpact op de kenniseconomie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteracties en algemeneimpact op de kenniseconomie.<br />

Organisaties:<br />

• OE Bedrijfsecon.,Strat.& Innovatie(MSI)<br />

Onderzoekers:<br />

• Reinhilde Veugelers<br />

Hoger onderwijs in tijden <strong>van</strong> globalisering. Een vergelijkende studie <strong>van</strong> de neo-liberale tendensen in Europa en India.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:<br />

• Daniël Wildemeersch<br />

Holistic credit risk modeling: innovative models, new insights and ground-breaking applications.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr. Beleidsinformatica (LIRIS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Baesens<br />

Hollywood als droomfabriek. Een onderzoek naar de transformaties <strong>van</strong> de narratief-visuele codes en maatschappelijke<br />

ideologie <strong>van</strong> Holluywood.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Als meest dominante filmtraditie staat de Hollywood-cinema regelmatig ter discussie wegens de (onmogelijke) negatieve effecten die zij<br />

zou uitoefenen, waarbij o.a. sensationalisme en het uitdragen <strong>van</strong> een kapitalistische ideologie wordt verweten. Empirisch onderzoek om deze<br />

stellingen te onderbouwen ontbreekt meestal. Vandaar de nood aan een wetenschappelijke studie die de aard <strong>van</strong> deze Amerikaanse<br />

cultuurproducten, haar narratief-visuele codes en maatschappelijke ideologie, onderzoekt. Via literatuur-onderzoek, genre-studie en met name<br />

tekstuele analyses wordt getracht een antwoord te bieden op de vraag welke sociale "realiteit" de Hollywood film portreteert, welke ideologie zij<br />

propageert, hoe deze welbepaalde werkelijkheidsconstructie is te verklaren en aan welke veranderingen zijn onderhevig is. Hiervoor maken we<br />

gebruik <strong>van</strong> theoretische inzichten en onderzoeksmethoden uit verschillende onderzoeksdomeinen (o.a. semiologie, filmkunde, American Studies).<br />

De uiteindelijke onderzoeksresultaten worden gerelateerd aan productie- en consumptiestudies m.b.t. de Hollywood-cinema.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• HANS VERSTRAETEN<br />

Holonische Systemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer<br />

Onderzoekers:<br />

• Liliane Pintelon<br />

• Hendrik Van Brussel<br />

• Joris De Schutter<br />

• Herman Bruyninckx<br />

• Dirk Cattrysse<br />

• Dirk Van Oudheusden<br />

• Joost Duflou<br />

Homofobie en culturele evolutie: een filosofische aanpak.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project is een poging om de evolutionaire en historische wortels <strong>van</strong> homofobie bloot te leggen, door gebruik te maken <strong>van</strong> een<br />

benadering die in de recente evolutionaire literatuur bekend staat als dual inheritance theory (DIT). De ruggengraat <strong>van</strong> het project wordt gevormd<br />

door twee verschillende hypothesen, waarin homofobie geconceptualiseerd wordt als antwoord op een reeks <strong>van</strong> dreigingen. Een DIT-analyse <strong>van</strong><br />

homofobie is in zekere zin voor de hand liggend, omdat het fenomeen nauw aansluit bij een aantal onderzoeksthema's die al uitgebreid bestudeerd<br />

zijn door aanhangers <strong>van</strong> DIT. Het gaat dan met name om thema's als emoties, normen en demografische veranderingen. Tegelijkertijd brengt het<br />

voorliggende project ook een aantal onderwerpen aan die tot op heden stiefmoederlijk behandeld werden in de DIT-literatuur, zoals de invloed <strong>van</strong><br />

culturele veranderingen op de ontwikkeling <strong>van</strong> seksuele voorkeuren en identiteiten. Naast een cultureel-evolutionair verklarend luik bevat het<br />

project oo<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte<br />

Onderzoekers:<br />

• Andreas De Block<br />

• Pieter Adriaens<br />

Homonegativiteit en genderdeviantie: een vergelijkende analyse <strong>van</strong> de verhouding tussen opvattingen over gender en<br />

seksualiteit in Vlaanderen, Nederland en de Verenigde Staten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project richt zich op de vraag in hoeverre en op welke wijze houdingen ten aanzien <strong>van</strong> holebiseksualiteit zijn te verklaren <strong>van</strong>uit<br />

houdingen ten aanzien <strong>van</strong> gender. Het corpus <strong>van</strong> hiertoe bestudeerde teksten bestaat uit boek- en filmrecensies uit de periode 1960 tot heden.<br />

Per vergeleken regio (Vlaanderen, Nederland, de VS) worden telkens twee geschreven media (een weekblad en een dagblad) geanalyseerd.<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur <strong>van</strong> de moderniteit<br />

Onderzoekers:


• Bart Eeckhout<br />

• Alexander Dhoest<br />

Hoog-dimensionele modellen voor context-afhankelijke lexico-semantischerepresentaties.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerrit Storms<br />

• Simon De Deyne<br />

Hoog efficiënte en betrouwbare maatregelen voor crossmodaal vervoer (HERMES).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd<br />

in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Thierry Vanelslander<br />

• Hilde Meersman<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Hoogfrequente EEG activiteit bijprimaire insomnia en de behandeling er<strong>van</strong> met neurofeedback.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Begin februari 2007 wordt een opleiding georganiseerd voor de deelnemers aan de neurofeedback training. Daarna wordt al de soft- en<br />

hardware noodzakelijk voor een training bij de mensen thuis geïnstalleerd. Tijdens de trainingsperiode dient elke deelnemer een dagboek bij te<br />

houden alsook een vragenlijst in te vullen. Verder worden de deelnemers ingedeeld in 2 trainingsgroepen. De eerste groep ont<strong>van</strong>gt een<br />

sensorimotorisch ritme (SMR) training, waarbij ook de theta en beta power worden geïnhibeerd. De tweede groep ont<strong>van</strong>gt een electromyografie<br />

(EMG) training, waarbij de feedback gericht is op het ontspannen <strong>van</strong> de spieractiviteit <strong>van</strong> het voorhoofd en het meest centrale punt <strong>van</strong> het hoofd.<br />

Na het volgen <strong>van</strong> 20 sessies worden al de metingen opnieuw uitgevoerd. Een controlegroep <strong>van</strong> gezonde slapers wordt ook getest.<br />

Organisaties:<br />

• Cognitieve en Fysiologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• EDWIN VERSTRAETEN<br />

• RAYMOND CLUYDTS<br />

Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloed, context interacties en context<br />

extensie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel <strong>van</strong> de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de &apos;high potential"<br />

ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgnes onderzoeken we hoe "high potential" ondernemers proactief<br />

hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door<br />

het aantrekken <strong>van</strong> durfkapitaal.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Clarysse<br />

Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context<br />

extensie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel <strong>van</strong> de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential?<br />

ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief<br />

hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door<br />

het aantrekken <strong>van</strong> durfkapitaal.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Clarysse<br />

Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context<br />

extensie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel <strong>van</strong> de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential?<br />

ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief<br />

hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door<br />

het aantrekken <strong>van</strong> durfkapitaal.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering<br />

Onderzoekers:<br />

• Sophie Manigart<br />

Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context<br />

extensie<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel <strong>van</strong> de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential?<br />

ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief<br />

hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door<br />

het aantrekken <strong>van</strong> durfkapitaal.


Organisaties:<br />

• Vakgroep Informatietechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Mario Pickavet<br />

Hopeloosheid en zingeving bij het lijden onder schizofrenie<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het hier voorliggende onderzoeksproject situeert zich binnen de internationale onderzoeksliteratuur over ziekte-inzicht en suïcidaliteit bij<br />

personen met schizofrenie. De vraag die erin gesteld wordt, betreft de aard <strong>van</strong> het psychologische proces dat met suïcidaliteit verbonden is<br />

(Birchwood, 2003). De klinische praktijk leert met name dat suïcidaliteit bijeen deel <strong>van</strong> de patiënten eerder verbonden lijkt te zijn met existentieel<br />

lijden (dit is: lijden onder schizofrenie) dan primair pathologiegestuurd te zijn (dit is: <strong>van</strong>uit de ziekteverschijnselen zelf, lijden aan schizofrenie).Het<br />

betreft een cross-sectioneel onderzoeksdesign, dat in hoofdzaak gebaseerd is op gestandaardiseerde vragenlijsten en klinische interviews.<br />

Vooreerst gebeurt er een replicatiestudie <strong>van</strong> het in de literatuur gevonden verband tussen ziekte-inzicht, hopeloosheid en suicidaliteit. Voorts<br />

verkennen we het concept demoralisatie, zoals dat geëxpliciteerd wordt onder andere in het werk <strong>van</strong> Clarke en Kissane (2002), e<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Pastoraaltheologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Luyten<br />

• Jozef Corveleyn<br />

Horizontale integratie <strong>van</strong> het thema klimaatsverandering in de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bos, Natuur en Landschap<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Muys<br />

Host-symbiont co-evolution between Microcystis and cyanophages in a dynamic environment.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Als gevolg <strong>van</strong> eutrofiëring vormen bloeien <strong>van</strong> cyanobacteria in zoet water wereldwijd een probleem. Verscheidene cyanobacteria<br />

produceren toxines die een bedreiging vormen voor de drinkwatervoorziening (vb. microcystine). In dit project zullen we de co-evolutie tussen de<br />

toxische cyanobacterie Microcystis en z'n cyanofaag parasieten bestuderen. We zullen nagaan in welke mate deze co-evolutie beïnvloed wordt<br />

door de omgeving. Hierbij zal de aandacht vooral uitgaan naar de gevolgen <strong>van</strong> antropogene wijzigingen in het milieu op gastheer-parasiet coevolutie<br />

(vb. eutrofiëring, verhoogde mobiliteit <strong>van</strong> soorten). Een beter begrip <strong>van</strong> de co-evolutie tussen Microcystis en cyanofagen kan een basis<br />

vormen voor een biocontrole systeem voor het beheersen <strong>van</strong> toxische algenbloeien.<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Wetenschappen Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ellen Decaestecker<br />

• Koenraad Muylaert<br />

HOTEL EUROPA: een artistiek en cultuurhistorisch onderzoek naar de verwerking <strong>van</strong> het concept 'Europa' in de Vlaamse<br />

(toneel)-literatuur <strong>van</strong>af 1893.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Hotel Europa bestaat uit een wetenschappelijk, een artistiek en een dramaturgisch luik. In het wetenschappelijke luik wordt <strong>van</strong>uit een<br />

kosmopolitisch perspectief de nationalistisch-geïnspireerde geschiedenis <strong>van</strong> de Europa-gedachte in de Vlaamse literatuur <strong>van</strong>af 1893<br />

herschreven. De hypothese luidt dat het denken over Europa in de Vlaamse literatuur <strong>van</strong>wege zijn overwegend nationalistisch karakter slecht<br />

voorbereid is om modellen voor een echte 'European way of life' (in de zin <strong>van</strong> een transnationale cultuur of samenleving) te ontwikkelen. Het<br />

artistieke luik omvat het schrijven <strong>van</strong> een voorstellingspartituur en het aanmaken <strong>van</strong> een voorstelling die op deze tekst gebaseerd is. Hier luidt de<br />

hypothese dat er voor dit creatief proces nood is aan een relatief nieuwe dramaturgie die poogt bepaalde verworvenheden <strong>van</strong> het dramatische<br />

(aristoteliaanse) én het postdramatische theater te integreren. Het dramaturgische luik tenslotte bestaat uit een verslag over de genese <strong>van</strong> de visie<br />

die via het creatief proces is tot stand gekomen. Deze reflectie moet dienen om bepaalde inzichten over de specificiteit <strong>van</strong> artistiek onderzoek te<br />

toetsen <strong>van</strong>uit de hypothese dat artistiek onderzoek een eigen wetmatigheid bezit en dus geen wetenschappelijk onderzoek is.<br />

Organisaties:<br />

• Stad, Cultuur & Maatschappij<br />

Onderzoekers:<br />

• ERIC CORIJN<br />

Houdingen en handelswijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> patiënten. Een empirisch onderzoek aan de hand <strong>van</strong><br />

een schriftelijke bevraging <strong>van</strong> een representatieve steekproef <strong>van</strong> huisartsen en specialisten in Vlaanderen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: 1) Wat is de frequentie <strong>van</strong> voorkomen <strong>van</strong> handelswijzen rond het levenseinde <strong>van</strong> patiënten HALP (niet opstarten <strong>van</strong> een behandeling<br />

of staken <strong>van</strong> een behandeling intensivering <strong>van</strong> pijn- en /of symptoombestrijding, en toedienen, verstrekken of voorschrijven <strong>van</strong><br />

levensbeëindigende middelen.2) Omstandigheden <strong>van</strong> de handelswijzen (bio-etische kwalificaties <strong>van</strong> deze HALP's) 3) Sociologisch profiel <strong>van</strong> de<br />

betrokken actoren De onderzoeksmethode wijkt fundamenteel af <strong>van</strong> de methode in de oorspronkelijke aanvraag. Hierdoor werden de kosten ok<br />

drastisch verhoogd. Oorspronkelijk was er een "artsenbevraging" voorzien met een steekproefom<strong>van</strong>g <strong>van</strong> N=<strong>2000</strong>. Door een positief advies <strong>van</strong><br />

de Orde <strong>van</strong> Geneesheren was het mogelijk een meer betrouwbare en meer valide methode te gebruiken, nl. een "sterfgevallenoderzoek". De<br />

handelswijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> hun patiënten worden dan onderzocht aan de hand <strong>van</strong> concrete overlijdens. Om de<br />

schattingen <strong>van</strong> de hogervermelde handelswijzen binnen aanvaardbare betrouwbaarheidsintervallen te kunnen realiseren. Dienen we een<br />

"gerealiseerde" steekproefom<strong>van</strong>g <strong>van</strong> ongeveer <strong>2000</strong> enquêtes te bereiken. Aan een verwachte respons <strong>van</strong> ongeveer 50% betekende dit een<br />

steekproefom<strong>van</strong>g <strong>van</strong> 4000 sterfongevallen.<br />

Organisaties:<br />

• Zorg rond het levenseinde<br />

• Medische Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FREDDY LOUCKX<br />

• JOHAN BILSEN<br />

• LUC DELIENS


Houdingen en handelwijzen rond het levenseinde <strong>van</strong> patiënten (Halps) in 6 Europese landen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De vooruitgang in de medische technologie en de toenemende aandacht voor de autonomie <strong>van</strong> de patiënt hebben het wetenschappelijk<br />

debat over de rol <strong>van</strong> de geneeskunde aan het levenseinde <strong>van</strong> patiënten bevorderd. In dit epidemiologisch onderzoeksproject worden in 6<br />

Europese landen (België, Nederland, Italië, Zwitserland, Zweden, Denemarken) het gedrag en de attitudes <strong>van</strong> artsen t.a.v. 'beslissingen rond het<br />

levenseinde' onderzocht. Twee studies worden opgezet : een retrospectief sterfgevallenonderzoek (N=5000) en een artsenonderzoek (N=3000).<br />

Voor het eerste onderzoek zal met een sterfgevallenonderzoek gewerkt worden, voor het tweede onderzoek met een bevraging <strong>van</strong> een<br />

representatieve groep <strong>van</strong> artsen. Gegevens worden enkel via artsen bekomen, er zijn geen patiënten betrokken bij dit onderzoek.<br />

Organisaties:<br />

• Zorg rond het levenseinde<br />

Onderzoekers:<br />

• JOHAN BILSEN<br />

• LUC DELIENS<br />

• REGINALD DESCHEPPER<br />

Houdingen en handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> patienten. (Co-financiering NFWO-project)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het<br />

levenseinde <strong>van</strong> patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende<br />

bevragingen <strong>van</strong> artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en<br />

actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding <strong>van</strong> de bevolking is<br />

aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er<br />

thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens<br />

inzake attitudes en handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> hun<br />

patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal<br />

bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord. Geschieden deze<br />

praktijken wel met inachtneming <strong>van</strong> voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is<br />

de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze<br />

beslissingen op uitdrukkelijk verzoek <strong>van</strong> de patiënt ? Deze studie heeft als<br />

doel de HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen.<br />

Organisaties:<br />

• Medische Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FREDDY LOUCKX<br />

Houdingen en handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> patienten. Een empirisch onderzoek aan de hand <strong>van</strong><br />

een schriftelijke bevraging <strong>van</strong> een representatieve steekproef <strong>van</strong> huisartsen en specialisten in Vlaanderen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het<br />

levenseinde <strong>van</strong> patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende<br />

bevragingen <strong>van</strong> artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en<br />

actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding <strong>van</strong> de bevolking is<br />

aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er<br />

thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens<br />

inzake attitudes en handelwijzen <strong>van</strong> artsen rond het levenseinde <strong>van</strong> hun<br />

patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal<br />

bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord : geschieden deze<br />

praktijken wel met inachtneming <strong>van</strong> voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is<br />

de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze<br />

beslissingen op uitdrukkelijk verzoek <strong>van</strong> de patiënt ? Deze studie heeft als<br />

doel HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen.<br />

Organisaties:<br />

• Zorg rond het levenseinde<br />

• Medische Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FREDDY LOUCKX<br />

• LUC DELIENS<br />

How issues make news.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Hoe bepaalde onderwerpen het nieuws maken: een vergelijkende analyse <strong>van</strong> de oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> media aandacht in België,<br />

Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten.<br />

Organisaties:<br />

• Media, middenveld en politiek (M2P)<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Walgrave<br />

How team member characteristics, team characteristics, organisational characteristics and team development have an<br />

influence on team learning?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Dochy<br />

How to solve time alignment problems in emotion research?<br />

K.U.Leuven


Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Iven Van Mechelen<br />

• Eva Ceulemans<br />

HRM Responsibilities in the Public Sector: the Role of Line Managers<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Human resource management (HRM) wordt binnen een organisatie geïmplementeerd door verschillende actoren die samenwerken als<br />

HR-partners. Naast het HR-department, kunnen ook andere actoren een rol spelen in HRM: vb. topmanagement, lijnmanagement, externe HRdienstverleners,<br />

enz.Als een <strong>van</strong> de definiërende kenmerken <strong>van</strong> HRM, is de devolutie <strong>van</strong> HRM verantwoordelijkheden naar lijnmanagers de focus<br />

<strong>van</strong> dit doctoraat. Door de ruimere decentralisatie <strong>van</strong> besluitvorming te wijten aan de overheidshervormingen vindt deze devolutie <strong>van</strong> HRactiviteiten<br />

naar lijnmanagers ook plaats in de publieke sector.Mogelijke onderzoeksvragen:Welke actoren zijn verantwoordelijk voor HRM in de<br />

publieke sector?Welke HR-activiteiten werden overgedragen aan de lijn en in welke mate?Wat is de impact <strong>van</strong> de devolutie op de rol <strong>van</strong> het HRdepartement?Wat<br />

is de impact <strong>van</strong> de devolutie <strong>van</strong> HR-activiteiten naar de lijn op het gedrag (en de prestaties) <strong>van</strong> de medewerkers?<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Annie Hondeghem<br />

Hulpmiddelen, beladingsmodellen voor capaciteitsmanagement en operationele planning: eigenschappen en efficiënte<br />

oplossingsmethoden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Roel Leus<br />

Hulpmiddelen voor thuiswonende ouderen met chronische beperkingen : noden, aanbod en gebruik. (Programma<br />

beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Welzijn.)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het algemeen doel <strong>van</strong> dit project is dat ouderen met<br />

beperkingen de hulpmiddelen zouden krijgen en<br />

gebruiken die overeenstemmen met hun noden en<br />

behoeften. Voor ouderen met beperkingen is het gebruik<br />

<strong>van</strong> hulpmiddelen (HM) een belangrijke 'coping'<br />

strategie naar het verhogen <strong>van</strong> het autonoom<br />

functioneren <strong>van</strong> de levenskwaliteit. De meeste studies<br />

op het vlak <strong>van</strong> gerontechnologie gebeurden bij<br />

geselecteerde groepen. Het gebruik <strong>van</strong> HM in de<br />

algemene bevoling is pas recent bestudeerd. Het blijkt dat<br />

HM vaak wel voorhanden zijn, maar niet of verkeerd<br />

gebruikt worden. Het proces <strong>van</strong> de introductie <strong>van</strong> HM<br />

is niet duidelijk: de karateristieken <strong>van</strong> de ouderen (zoals<br />

kennis, gebruik en reden <strong>van</strong> niet-gebruik <strong>van</strong> HM,<br />

attitudes t.o.v. HM,, invloed <strong>van</strong> omgeving) zijn te<br />

weinig gekend, en spelen waarschijnlijk te weinig erin<br />

mee. De professionele thuiszorg wordt weinig geholpen<br />

bij het opsporen <strong>van</strong> de noden en behoeften aan HM bij<br />

ouderen en bij de introductie er<strong>van</strong>. Dit project wil a) de<br />

karakteristieken bestuderen <strong>van</strong> thuiswonende bejaarden<br />

in Vlaanderen met betrekking tot hulpmiddelen: noden en<br />

behoeften, kennis, attituden, bezit en gebruik; b) uit deze<br />

karateristieken een screeningsinstrument (analoog aan de<br />

Katz-schaal) ontwikkelen voor de systematische bepaling<br />

<strong>van</strong> de noden en behoeften, te gebruiken door de<br />

thuiszorg; c) een protocol ontwikkelen voor en meer<br />

gestructureerde introductie <strong>van</strong> HM bij ouderen door de<br />

thuiszorg; d) de opvolging <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> HM<br />

bestuderen.<br />

Organisaties:<br />

• Maatschappelijke Gezondheidszorg<br />

Onderzoekers:<br />

• ANNE-MARIE DEPOORTER<br />

Human agency, strafrechtelijke verantwoordelijkheid en jeugddelinquentie: een bijdrage tot de etiologische criminologie<br />

en het jeugdrecht.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Arbeids- en Socialezekerheidsrecht<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Pleysier<br />

• Johan Put<br />

Human reasoning.<br />

K.U.Leuven


Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Schaeken<br />

• Kristien Dieussaert<br />

Huwelijksmigratie in 3-D: Demystificatie door diepte-interview en dialoog.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Huwelijksmigratie in 3-D is een project met meerdere dimensies. Het doel <strong>van</strong> het project is de gangbare opvattingen over Turkse en<br />

Marokkaanse huwelijksmigratie te verruimen. Uit onderzoek blijkt dat de wens om te huwen met iemand uit het herkomstland sterk bepaald is door<br />

de wens om de eigen cultureel-religieuze identiteit te bewaren. Men gaat als het ware op zoek naar de verloren wortels; een mythisch thuisland.<br />

Hiertegenover leeft bij de mensen in het herkomstland ook een mythe rond migratie, de mythe <strong>van</strong> rijkdom, ontwikkeling en <strong>van</strong>zelfsprekend geluk<br />

in Europa. Ditzelfde onderzoek toont aan dat desillusies, bij beide parnters, vaak de oorzaak zijn <strong>van</strong> huwelijksproblemen. Een <strong>van</strong> de D-s staat<br />

dus voor Demystificatie maar Denkkader verruimen omschrijft beter de opzet. We willen al doende de opvattingen rond partnerkeuze en huwelijk<br />

re-framen als een keuze-proces <strong>van</strong> individuen binnen een welbepaalde micro en macro context. En een overwogen keuze-proces berust op feiten<br />

en het expliciteren <strong>van</strong> assumpties, waarden, verwachtingen en doelstellingen.<br />

De wijze waarop we de doelstelling willen bereiken is onderzoekend en participatief. De overige D-s in ons project staan bijgevolg voor Diepteinterview<br />

en Dialoog.<br />

Organisaties:<br />

• Gedragswetenschappen - Diversiteit<br />

• Identity, Diversity & Inequality Research<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrizia ZANONI<br />

Huwelijksmigratie : migratie en huwelijksdynamiek.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: België kent een grote migrantengemeenschap. Zij hebben zich permanent in België gevestigd, maar huwen vaak nog over de grenzen<br />

heen met personen uit de herkomstlanden. Deze huwelijksmigratie is bijna de enige wettelijke manier om een verblijfsvergunning in België te<br />

krijgen en dus het belangrijkste migratiekanaal. Het koppelen <strong>van</strong> een huwelijk aan migratie verloopt echter niet altijd probleemloos. De<br />

gezinsvormers worden vaak met relatie- en andere problemen geconfronteerd. Dit onderzoek probeert de bestaande literatuur over dit onderwerp in<br />

kaart te brengen. Daarnaast bekijkt het de bestaande onderzoeksinstituten in de herkomstlanden die over deze materie onderzoek doen en<br />

verzamelt het cijfermatieriaal op het Marokkaanse consulaat in België omtrent huwelijksmigratie.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Christiane Timmerman<br />

Hyperventilatie, cerebrale bloeddoorstroming en (pseudo)neurologische klachten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Raymond Verhaeghe<br />

• Omer Van den Bergh<br />

• Koen Demyttenaere<br />

• Ilse Van Diest<br />

Hypervigilantie en pijn: de rol <strong>van</strong> lichamelijke dreiging<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische<br />

basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties <strong>van</strong>uit een nieuwe theoretische<br />

benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin patiënten lichamelijke dreiging<br />

ervaren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Crombez<br />

• Stefaan Van Damme<br />

Hypervigilantie en pijnperceptie: ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe onderzoeksmethodes<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties wordt vaak naar voor geschoven als een cruciale factor in pijnperceptie. Ondanks de potentiële<br />

bruikbaarheid wordt het construct hypervigilantie geplaagd door onduidelijke conceptualizering en verkeerde operationalizatie. Doel <strong>van</strong> dit project<br />

is het onderzoek naar hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vooruit te helpen door het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwe onderzoeksparadigma&apos;s,<br />

in samenwerking met Prof. Spence (Oxford University, UK).<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Crombez<br />

Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties: een functioneel perspectief<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische<br />

basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties <strong>van</strong>uit een nieuwe theoretische<br />

benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin men pijn wil vermijden.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie


Onderzoekers:<br />

• Stefaan Van Damme<br />

Hypoxietraining: fysiologische adaptaties ter hoogte <strong>van</strong> de spier.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De mens kan zich, weliswaar binnen bepaalde grenzen, efficiënt aanpassen aan acuut of chronisch zuurstoftekort. De fysiologische<br />

aanpassingen aan hoogte, bvb. bij alpinisten, zijn in de literatuur uitgebreid beschreven. De bekende positieve effecten <strong>van</strong> hoogte op de<br />

erythropoïese hebben ook atleten er toe aangezet om op grote schaal gebruik te maken <strong>van</strong> hoogteaanpassing ter verbetering <strong>van</strong> hun prestaties<br />

(1, 2,3). De technologische vooruitgang op het vlak <strong>van</strong> artificiële hoogtesimulatie, heeftbovendien de interesse in de aanpassingen aan<br />

hoogtetraining nog verderaangewakkerd. Richtinggevend in dit verband was zeker een publicatie door de groep <strong>van</strong> Hans Hoppeler (4), waarin<br />

werd aangetoond dat intensievetraining in hypoxie, via stimulering <strong>van</strong> de expressie <strong>van</strong> hypoxia-induced transcriptie factor 1 (HIF1), het potentieel<br />

voor oxidatieve ATP pro ductie in de spier verhoogt. Via dit project willen wij in eerste instantie beter inzicht verwerven in de mechanismen die aan<br />

de basis liggen <strong>van</strong><br />

Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Hespel<br />

• Joke Puype<br />

I2Agora 511784-1-2010-1-HU-KA4-KA4MP<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het deol <strong>van</strong> het I2AGORA project is het dissemineren <strong>van</strong> resultaten <strong>van</strong>bestaande (voorbijie en lopende) Europese projecten rond<br />

virtuele stages door het analyseren en synthetiseren <strong>van</strong> deze resultaten op basis <strong>van</strong> 3 dimensies: (1) de periode <strong>van</strong> de stage (activiteiten voor,<br />

tijdens, na); (2) de elementen <strong>van</strong> aanpak (pedagogische, technologische, methodologische aspecten); en (3) de actoren/stakeholders (studenten,<br />

hogeronderwijsinstellingen, bedrijven en tussenpersonen). Verder wil het project ooksynergie creëren tussen deze bestaande projecten door het<br />

organiseren <strong>van</strong> events en het opzetten <strong>van</strong> een website en een Community of Practice. Op het einde <strong>van</strong> het project zullen ook aanbevelingen<br />

geformuleerd worden rond het organiseren <strong>van</strong> virtuele stages.<br />

Organisaties:<br />

• DML<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Van Petegem<br />

ICP-activiteiten Human Settlements.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Vorming op universitair niveau in het domein <strong>van</strong> de gebouwde omgeving in ontwikkelingslanden. Het ontwikkelen <strong>van</strong> inzicht in de<br />

problemen <strong>van</strong> menselijke nederzettingen en het bijbrengen <strong>van</strong> methodes en vaardigheden die het hoofd bieden aan de snelle, stedelijke groei en<br />

de systematischebenadering <strong>van</strong> meer duurzame en kostensparende woon- en bouwoplossingen.<br />

Organisaties:<br />

• OE Stedenbouw en Architectuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Meulder<br />

ICP-nazorgprojecten (2002-2007):Master of Science in Human Ecology.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het internationale karakter <strong>van</strong> ICP-programma's en de soms moeilijke bereikbaarheid <strong>van</strong> de oud-studenten zorgt ervoor dat een followup<br />

niet altijd het gewenste resultaat oplevert indien een structureel kader hiervoor ontbreekt. Op deze manier gaat een massa nuttige en bruikbare<br />

informatie verloren inzake de reïntegratie en capaciteitsversteviging <strong>van</strong> deze ex-studenten in hun land <strong>van</strong> herkomst. Het algemene doel <strong>van</strong> dit<br />

nazorgvoorstel is een duurzaam en degelijk netwerk op te richten via het welke de oud-studenten in contact kunnen staan met elkaar. Verder wordt<br />

nagegaan in welke mate de oud-studenten naar hun land <strong>van</strong> herkomst terugkeren en de verworven kennis in hun professionele loopbaan<br />

aanwenden om een werkelijke bijdrage te leveren tot een duurzame ontwikkeling.<br />

Organisaties:<br />

• Menselijke Ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• David PROOT<br />

• LUC HENS<br />

ICT integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool : onderzoek met het oog op het verlenen <strong>van</strong><br />

beleidsondersteunende adviezen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Naar aanleiding <strong>van</strong> de opening <strong>van</strong> de nieuwe campus, de goedkeuring <strong>van</strong> het nieuwe Beleidskader Onderwijsontwikkeling en het<br />

opstellen <strong>van</strong> een ICT-strategie beoogt dit project onderzoek op het vlak <strong>van</strong> ICT-integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool met het<br />

oog op het verlenen <strong>van</strong> beleidsondersteunende adviezen.<br />

Organisaties:<br />

• Didascalia<br />

• Didascalia<br />

Onderzoekers:<br />

• Wilfried Decoo<br />

ICT integratie <strong>van</strong>uit een curriculumperspectief: modelontwikkeling, validatie- en implementatie-onderzoek<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit onderzoeksproject is gesitueerd binnen het onderzoek naar ICT-integratie in onderwijs. In het project (1) wordt nagegaan hoe scholen<br />

werk maken <strong>van</strong> ICT-curriculumimplementatie en welke daarbij beïnvloedende condities zijn, (2) worden nieuwe meetschalen voor ICT-integratie<br />

ontwikkeld, en (3) wordt het effect <strong>van</strong> schoolcompositie op ICT-integratie nagegaan. Het onderzoek situeert zich in het basisonderwijs en is<br />

opgezet <strong>van</strong>uit een mixed-method design.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan <strong>van</strong> Braak


ICT in Wel en Wee<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In het project leggen we heel sterk de nadruk op de 'sociologische' en maatschappelijke randvoorwaarden voor het gebruik <strong>van</strong><br />

technologie. het accent ligt niet op de technologie, maar op een behoefte en preferentie benadering. We laten ons zeer sterk inspireren door<br />

constructie TA benaderingen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke benaderingen die aantonen dat technologie sociaal geconstrueerd wordt in<br />

zijn gebruikers- en maatschappelijke context.<br />

Organisaties:<br />

• Medische Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• MARCUS LEYS<br />

ICTs in KIN:(Dis)connected elders? Interfaces of cosmologies, subjectivities and icts in the lifeworld of Kinshasa's old<br />

aged.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor Antropologie in Afrika<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip De Boeck<br />

Identificatie en definitie <strong>van</strong> &apos;chilling effect&apos; en het recht op expressievrijheid<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het project wil juridische en conceptuele duidelijkheid verschaffen betreffende het in rekening brengen <strong>van</strong> een mogelijk &apos;chilling<br />

effect&apos; in relatie tot de uitoefening <strong>van</strong> de expressievrijheid zoals gewaarborgd door art. 10 <strong>van</strong> het Europees Mensenrechtenverdrag. Naast<br />

een grondige znalyse <strong>van</strong> de rechtspraak in Europa en de Verenigde Staten, zullen interviews en surveys met actoren die een invloed uitoefenen<br />

op de expressievrijheid of die een cruciale rol hierin spelen bijkomende informatie opleveren om het fenomeen als juridische constructie en als<br />

realiteit verder te kunnen verduidelijken en kritisch analyseren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Voorhoof<br />

Identificatie <strong>van</strong> rele<strong>van</strong>te kenmerken, constructie <strong>van</strong> indicatoren, ontwikkeling <strong>van</strong> meetinstrumenten en koppeling <strong>van</strong><br />

databanken.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Om het nieuw financieringsmechanisme <strong>van</strong> het leerplichtonderwijs uit te werken, staat de vraag centraal volgens welke criteria de<br />

middelen over de instellingen verdeeld kunnen worden om een maximale kansengelijkheid te garanderen. Bij het formuleren <strong>van</strong> een voorstel met<br />

mogelijke indicatoren liggen 3 vragen aan de basis:<br />

- Met welke kenmerken willen we rekening houden in het nieuwe financieringssysteem?<br />

- Welke indicatoren worden best gehanteerd om deze kenmerken te meten en weer te geven?<br />

- Op welke wijze worden die indicatoren best geconstrueerd? Welke gegevens hebben we daarvoor nodig? Wat is het meest aangewezen<br />

meetinstrument?<br />

Het onderzoeksproject zal bijdragen tot de formulering <strong>van</strong> een gefundeerd antwoord op deze vragen.<br />

Doel <strong>van</strong> het ondersteunend onderzoek is empirische validatie te leveren <strong>van</strong> de kenmerken waar<strong>van</strong> wordt aangenomen dat ze de verwezenlijking<br />

<strong>van</strong> kwaliteitsvol onderwijs beïnvloeden, alsook <strong>van</strong> de indicatoren die toelaten die kenmerken vast te stellen en te meten. Vervolgens zal het een<br />

voorstel aanreiken omtrent de meest geschikte meetinstrumenten die daarvoor nodig zijn.<br />

Organisaties:<br />

• Deptpsw<br />

• School en Politiek (SeP)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimokritos Kavadias<br />

Identification of biomarkers and therapeutic targets for human T-lymphotropic virus 1-associated myelopathy/tropical<br />

spastic paraparesis in Peru.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project bouwt verder op een vorig VLIR Eigen Initiatief (ook in samenwerking met IMTAvH, Lima-Peru); waarbij Prof. Vandamme<br />

copromotor was.De belangrijkste objectieven zijn: (1) nieuwe therapeutische strategieën voor HTLV-1-associated myelopathy/tropical spastic<br />

paraparesis (HAM/TSP) uitwerken; (2) zelfstandig onderzoek in het IMTAvH versterken door uitwisselen <strong>van</strong> wetenschappelijke en academische<br />

knowhow. Gebruik makend <strong>van</strong> het bestaande HAM/TSP patiëntencohort en de uitgebreide HTLV-1 database in Lima trachten we door<br />

pharmacogenomica en data mining tot een definitie <strong>van</strong> patiëntenprofielen, biomerkers en kandidaat geneesmiddelen te komen. Als eindresultaat<br />

wordt een onderbouwd (evidence-based) voorstel voor een multi-center klinische studie in HAM/TSP patiënten vooropgesteld.<br />

Organisaties:<br />

• Klinische & Epidemiologische Virologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Anne-Mieke Vandamme<br />

Identificeren <strong>van</strong> de beste thuiszorg voor zorgbehoevende ouderen door middel <strong>van</strong> benchmarking <strong>van</strong> de<br />

thuiszorgkosten en thuiszorgresultaten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Aniana Declercq<br />

Identiteiten en taalkundige realiteiten in Brussel: een interactieve peiling <strong>van</strong> Brusselse jongeren.<br />

Vrije Universiteit Brussel


Abstract: De notie <strong>van</strong> identiteit staat centraal als we het hebben over de verhouding tussen groepen. Om spanningen en confliten te begrijpen is<br />

het uitermate belangrijk eveneens de logica <strong>van</strong> identiteit en identiteitsopbouw te begrijpen. Taal is een <strong>van</strong> de factoren die zowel individuele als<br />

sociale identiteiten bepaalt. Hoewel dit allemaal abstract klinkt, vormt de geschiedenis <strong>van</strong> bijvoorbeeld Quebec, maar ook <strong>van</strong> België een mooie<br />

illustratie over de rol <strong>van</strong> taal in het ontstaan <strong>van</strong> collectieve spanningsverhoudingen. In deze gevallen vormen de taalverhoudingen immers de<br />

motor <strong>van</strong> het Quebecois nationalisme en <strong>van</strong> de Vlaamse politieke strijd. De confrontatie <strong>van</strong> verschillende talen, elke dag opnieuw, zorgt ervoor<br />

dat ieder individu een beeld vormt over verschillende taalgemeenschappen. Deze confrontatie noopt ook tot zelfplaatsing in die meertalige<br />

omgeving. Deze plaatsing en zelfplaatsing is in de meeste gevallen vrij vaag. Mensen bekennen slechts kleur op sleutelmomenten, wanneer ze<br />

ertoe worden gedwongen. Ook klassieke bevragingstechnieken, via gestructureerde vragenlijsten, trachten respondenten te dwingen tot het maken<br />

<strong>van</strong> een keuze. Door op deze manier stil te staan bij slechts één type <strong>van</strong> culturele of taalidentiteit lopen we echter het risico de dynamiek vna<br />

identiteitsvorming uit het oog te verliezen.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• BRUNO COPPIETERS<br />

• CHRISTIAN DESCHOUWER<br />

• MICHEL HUYSSEUNE<br />

• DIMOKRITOS KAVADIAS<br />

Identiteiten in conflict? Een studie naar de intersectie <strong>van</strong> homoseksualiteit, Islam en migratie in Vlaanderen en Brussel.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het onderzoeksproject zal homoseksuele, lesbische en biseksuele (holebi) moslims met een migratieachtergrond bestuderen, een actueel<br />

maatschappelijk onderwerp dat tot nu toe weinig wetenschappelijke aandacht kreeg. De studie wenst een etnografische en theoretische bijdrage te<br />

levenren tot de antropologie <strong>van</strong> religie, seksualiteit en migratie.Als minderheid binnen een etnische en/of religieuze minderheid, wordt<br />

aangenomen dat de constructie, beheersing en 'performance' <strong>van</strong> de identiteit <strong>van</strong>niet-heteroseksuele moslims specifieke vormen aanneemt.<br />

Enerzijds krijgen ze te maken met heteropatriarchie en homo- of bifobie binnen hun eigen etnische en/of religieuze gemeenschap. Anderzijds<br />

worden moslims, in de huidige post-9/11 -context, geconfronteerd met religiefobie, islamofobie en (cultureel) racisme binnen de etnische<br />

meerderheidsgroep en homogemeenschap.De onderzoeksvraag is: welke intersectionele dynamieken spelen zich af bij de construcite, beheersing<br />

en 'performance' <strong>van</strong> etno-religieuz<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Leman<br />

• Christiane Stallaert<br />

• Wim Peumans<br />

Identiteit en persoonlijkheidstransacties en interacties in de adolescentie en jong volwassenheid: associaties met<br />

psychologische aanpassing enfysiologische processen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Individuen beschrijven zichzelf over het algemeen in termen <strong>van</strong> eigenschappen als "spraakzaam", "vriendelijk" en "slordig". Het zijn<br />

precies deze eigenschappen die iemands persoonlijkheid definiëren. In de adolescentie (12 tot 18 jaar) en jongvolwassenheid (19 tot 30 jaar) speelt<br />

ook een ander aspect <strong>van</strong> individualiteit, identiteitsontwikkelinge, een belangrijke rol. Identiteitsontwikkeling gaat over de mate waarin individuen<br />

reflecteren op en zichzelf identificeren met keuzes in belangrijke ontwikkelingsdomeinen als school, vriendschappen, werk en romatische<br />

relaties.Door de jaren heen is er veel onderzoek gedaan naar persoonlijkheid en identiteit, maar zijn deze twee kernaspecten <strong>van</strong> individualiteit<br />

zelden samen onderzocht. Het doel <strong>van</strong> het huidige project is om de relaties en interacties tussen persoonlijkheid en identiteit beter in kaart te<br />

brengen, aan de hand <strong>van</strong> drie onderzoeksdoelen. Als eerste wordt onderzocht hoe persoonlijkheidseigenschappen samenhangen met werk- en<br />

romantis<br />

Organisaties:<br />

• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Goossens<br />

• Theo Klimstra<br />

Identiteit, nationalisme en etnocentrisme in Europa. Een comparative kwalitatieve studie <strong>van</strong> burgers, politieke partijen en<br />

het beleid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Jacques Billiet<br />

• Marc Swyngedouw<br />

Identiteit ontwikkelen <strong>van</strong>uit inspirerende leergemeenschappen. Naar een eigentijdse didactiek voor leraren secundair<br />

onderwijs.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Ferdinand Laevers<br />

Identiteitsconstructie in glasnost en post-Sovjetrussische cinema (1985-2005).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit doctoraat wil ik nagaan hoe nationale en regionale identiteiten in Russische speelfilms worden geconstrueerd en dit gedurende twee<br />

decennia met het uiteenvallen <strong>van</strong> de Sovjetunie als keerpunt (1985-2005). Ik zal het abstracte begrip `identiteit' vertalen in een aantal concrete<br />

parameters, zoals zelf/ander relaties, die dan observeerbaar zullen zijn in de speelfilms.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

• Media, beleid en cultuur (MPC)


Onderzoekers:<br />

• Hildegarde Van den Bulck<br />

• Jasmijn Van Gorp<br />

Identiteit, sociale groepen en de welvaartstaat.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Economie en Ethiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Schokkaert<br />

ikv AGORA-programma : Gezondheidsverwachting volgens sociaal-economische status.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het Steunpunt Demografie VUB analyseert in het kader <strong>van</strong> dit breder project vooral de differentiële mortaliteit naar socio-economische<br />

kenmerken. Deze analyses zijn gebaseerd op de Nationale Databank Mortaliteit & Morbiditeit? die werd aangemaakt door aan hun doodsoorzaken<br />

<strong>van</strong> 1991-96 in een geanonimiseerd bestand te koppelen aan de covariaten gemeten ten tijde <strong>van</strong> de volkstelling 1991. De analyses geven aan dt<br />

de 'ultieme ongelijkheid' in België erg groot is, vooral bij mannen <strong>van</strong> 45-64 jaar en vrouwen <strong>van</strong> 40-59 jaar. Ook zeer uitgesproken regionale<br />

verschillen blijven bestaan na controle voor individuele kenmerken.<br />

Referenties:<br />

P. Deboosere, S. Gadeyne (1999): 'De Nationale Databank Mortaliteit: Aanmaak <strong>van</strong> een databank voor onderzoek naar differentiële sterfte naar<br />

socio-economische status en leefvorm', Working Papers Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, 1999-7.<br />

S. Gadeyne, P. Deboosere (<strong>2000</strong>): 'Socio-economische factoren in differentiële sterfte <strong>van</strong> mannen <strong>van</strong> 45-64 jaar in België', Working Papers<br />

Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, <strong>2000</strong>-1.<br />

S. Gadeyne, P. Deboosere (<strong>2000</strong>): 'Socio-economische factoren in differentiële sterfte <strong>van</strong> vrouwen <strong>van</strong> 40-59 jaar in België', Working Papers<br />

Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, <strong>2000</strong>-8.<br />

S. Gadeyne, P. Deboosere (2001): 'Sterftetafels naar geslacht, gewest en onderwijsniveau in België, 1991-96', Working Papers Steunpunt<br />

Demografie, SOCO-VUB, 2001-2.<br />

Organisaties:<br />

• Interface Demografie<br />

• Sociologie<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• RONNY LESTHAEGHE<br />

• Sylvie GADEYNE<br />

• PATRICK DEBOOSERE<br />

ikv AGORA-programma : interne migraties.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het project kadert in het DWTC-programma m.b.t. de ontsluiting en wetenschappelijke verwerking <strong>van</strong> ambtelijke data. Via een<br />

geanonimiseerde koppeling <strong>van</strong> interne migraties in de periode 1991-96 aan de sociaal-economische covariaten opgemeten in de volkstelling <strong>van</strong><br />

1991 (Nationale Databank Interne Migraties) worden de migraties qua richting (d.i. tussen steden, randstedelijke gemeenten, banlieue, rurale<br />

gemeenten) geanalyseerd in functie <strong>van</strong> leeftijd, geslacht, type <strong>van</strong> huishoudensinkomen, onderwijspeil en sociaal-economische status. De eerste<br />

hoofdstukken zijn specifiek voor elk <strong>van</strong> deze covariaten terwijl een afsluitend hoofdstuk een multivariate analyse geeft via een zgn. 'competing risk'<br />

logistische regressie. Dit is de meest exhaustieve analyse <strong>van</strong> interne migraties in België. Uitgebreide cartografie.<br />

Referentie: D. Willaert, J. Surkyn, R. Lesthaeghe (<strong>2000</strong>): 'Stadsvlucht, verstedelijking en interne migraties in Vlaanderen en België', Steunpunt<br />

Demografie, Vakgroep Sociaal Onderzoek, VUB, Brussel (rapport op CD-Rom, meerdere hoofdstukken ook op website SOCO, Interface<br />

Demography, publications on line)<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• RONNY LESTHAEGHE<br />

• DIDIER WILLAERT<br />

• JOHAN SURKYN<br />

ikv AGORA-programma : Opbouw <strong>van</strong> een logitudinale en vergelijkende databank over de verkiezingen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit project is het opbouwen en publiek toegankelijk maken <strong>van</strong> een databestand met de resultaten <strong>van</strong> alle Belgische<br />

verkiezingen sinds 1830 op alle niveaus (gemeente, provincie, gewesten, federaal, Europa).<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• CHRISTIAN DESCHOUWER<br />

ikv AGORA-programma : Valorisatie <strong>van</strong> de databank Tijdsbudgetenquête<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het Nationaal Instituut voor de Statistiek heeft in de periode tussen 1 november 1998 en 31 december 1999 tijdsbudget-gegevens<br />

verzameld bij de leden <strong>van</strong> ongeveer 3000 Belgische huishoudens. Deze tijdsbudget-enquête werd gekoppeld met de gezinsbudgetenquête. In het<br />

onderhavig project werden deze tijdsbudget-gegevens ontsloten en geanalyseerd.<br />

Doelstellingen<br />

Methodologische ondersteuning bieden om de tijdsbudget-databank <strong>van</strong> het NIS te exploiteren met het oog op een publicatie door het NIS en het<br />

kritisch reflecteren over de pertinentie <strong>van</strong> het tijdsbudget-onderzoek zoals het uitgevoerd werd volgens de standaarden <strong>van</strong> EUROSTAT. Het<br />

eindproduct bestaat uit (1) de vormgeving <strong>van</strong> de databank zodat deze gemakkelijker te exploiteren is; (2) het uitvoeren <strong>van</strong> een aantal thematische<br />

deelanalyse m.b.t. de tijdsbesteding <strong>van</strong> de Belgen; (3) het realiseren <strong>van</strong> een sociologische studie die gepubliceerd wordt in het tijdschrift <strong>van</strong> het<br />

NIS.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:


• IGNACE GLORIEUX<br />

• Jessie VANDEWEYER<br />

(ikv Eu project <strong>van</strong> Milieu Ltd )<br />

Conformity studies of Member States' national implementation measures transposing Community instruments in the area<br />

of citizenship of the Union.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Conformiteitsstudie <strong>van</strong> nationale implementatie <strong>van</strong> Europese wetgeving op het vlak <strong>van</strong> burgerschap <strong>van</strong> de Unie.<br />

Organisaties:<br />

• Metajuridica<br />

• Ins.Europ.Studies<br />

Onderzoekers:<br />

• SERGE GUTWIRTH<br />

• Pieter PAEPE<br />

• PAUL DE HERT<br />

ikv project Sport en samenleving : opstellen <strong>van</strong> inventarisatierapport over thema "Beheer en organisatie <strong>van</strong> de sport"<br />

ism Prof. M. PIERON <strong>van</strong> ULG.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: -opstellen <strong>van</strong> een verkennende nota omtrent "jeugdsport in Vlaanderen"-opstellen <strong>van</strong> een nota met voorstellen m.b.t.<br />

toekomstverkennende thema's-begeleiding <strong>van</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> seminaries<br />

Organisaties:<br />

• Sportbeleid en -management<br />

Onderzoekers:<br />

• PAUL DE KNOP<br />

ikv project Sport en samenleving : opstellen <strong>van</strong> inventarisatierapport over thema "gelijkheid <strong>van</strong> kansen en sport" ism<br />

Prof. R. VANFRAECHEM <strong>van</strong> ULB.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: -opstellen <strong>van</strong> een verkennende nota omtrent "jeugdsport in Vlaanderen"-opstellen <strong>van</strong> een nota met voorstellen m.b.t.<br />

toekomstverkennende thema's-begeleiding <strong>van</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> seminaries<br />

Organisaties:<br />

• Sportbeleid en -management<br />

Onderzoekers:<br />

• PAUL DE KNOP<br />

ikv TRALOTRA project cogranted by EC DG for energy and transport aan Provincia di Brescia (Italië) : Referring to work<br />

package 1 member to Steering committee : 5 meetings preparation (reading & comment) and 6 meetings participation<br />

(incl travel)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project ontwikkelt innovatieve opleidingsinstrumenten met betrekking tot beste praktijken op het gebied <strong>van</strong> intermodaal transport, met<br />

de bedoeling de professionele vaardigheden en het beheer <strong>van</strong> logistieke en transportbedrijven te verbeteren. En dit via de creatie <strong>van</strong> eleerplatformen.<br />

Organisaties:<br />

• Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management<br />

• Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep<br />

Onderzoekers:<br />

• CATHY MACHARIS<br />

• Ethem PEKIN<br />

ikv VLIR BVO Project en Congres 2002 : 'Duurzame stedelijke ontwikkeling : Lokale Agenda 21 in<br />

ontwikkelingsperspectief.(ikv Noord-acties-Programma 2002)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Stedelijk onderzoek , in de context <strong>van</strong> ontwikkelingslanden en vooral onderzoek naar duurzame stedelijke ontwikkeling is vrij nieuw.<br />

Geintegreerd beleidsvoorbereidend onderzoek ontbreekt nog. Dit project wenst deze leemte op te vullen in voorbereiding <strong>van</strong> een Internationale<br />

Conferentie over dit onderwerp.<br />

Organisaties:<br />

• Menselijke Ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• David PROOT<br />

• LUC HENS<br />

"Il viaggiatore-scrittore italiano contemporaneo come critico culturale"<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: "Il viaggiatore-scrittore italiano contemporaneo come critico culturale"<br />

Organisaties:<br />

• Italiaans<br />

• Literatuur <strong>van</strong> de moderniteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Geerts<br />

• Kirsten Wolfs<br />

"Imagining Europe from the outside": Over de rol <strong>van</strong> perceptie over democratie en mensenrechten in het motivatie- en<br />

beslissingsproces om naar Europa te migreren (EUMAGINE).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd<br />

in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)


Onderzoekers:<br />

• Christiane Timmerman<br />

• Dirk Vanheule<br />

• Walter Nonneman<br />

Imagining the city: An anthropological study of a small town in northern Tanzania<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor Antropologie in Afrika<br />

Onderzoekers:<br />

• Steven Van Wolputte<br />

Imitatie, begrip <strong>van</strong> intentionaliteit en gedeelde aandacht bij autismespectrumstoornissen: onderlinge samenhang en rol<br />

<strong>van</strong> het spiegelneuronen-systeem<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Imitatie, het begrip <strong>van</strong> intentionaliteit en gedeelde aandacht zijn vroege tekorten bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het<br />

spiegelneuronensysteem wordt gelinkt aan ondermeer imitatie, empathie en gedeelde aandacht. Het huidige onderzoek gaat na of er bij jonge<br />

kinderen met autismespectrumstoornissen tekoreten zijn in het spiegelneuronen-systeem en of deze een verband houden met de tekorten in<br />

imitatie, begrip <strong>van</strong> intentionaliteit en gedeelde aandacht.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Herbert Roeyers<br />

Immigratie, tewerkstelling en sociale mobiliteit - De levenslopen <strong>van</strong> Turkse en Marokkaanse mannen in Belgie.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Onderhavig project bestudeert de migratiegeschiedenisscn, de onderwijs- en beroepsontwikkelingen, de tewerkstellingsgeschiedenissen<br />

<strong>van</strong> Turkse en Marokkaanse mannen, verblijfhoudend in Belgie en <strong>van</strong> minstens 18 jaar oud. Ook kenmerken <strong>van</strong> de ouders zijn beschikbaar,<br />

zodat ook intergenerationele mobiliteit in kaart kan worden gebracht. Op basis <strong>van</strong> bovenstaande informatiekunnen we subprojecten definiëren: de<br />

geschiedenis <strong>van</strong> de migratie zelf, de onderwijs- en tewerkstellingsgeschiedenissen, de intergenerationele sociale mobilitieit en de indicatoren <strong>van</strong><br />

sociale en culturele veranderingen.<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• RONNY LESTHAEGHE<br />

Immuniteit herdenken in de Duitse roman tussen 1918 en 1942.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De voorbije decennia hebben verschillende onderzoekers gewezen op het belang <strong>van</strong> immuniteit in de moderne maatschappij. Terwijl<br />

immuniteitsmechanismen nodig zijn in elke maatschappij, hebben ze ook de gevaarlijke neiging om zelf-destructief te worden. In Duitsland en<br />

Oostenrijk tussen de twee wereldoorlogen nam het discours over immuniteit een erg problematische vorm aan. Het is mijn hypothese dat<br />

immuniniteit een centrale rol speelt in de literaire productie in Duitsland en Oostenrijk tussen 1918 en 1942. Niet alleen wordt het gangbare discours<br />

betreffende immuniteit kritisch beschreven in de belangrijkste romans <strong>van</strong> deze periode (Der Zauberberg, Der Mann ohne Eigenschaften), deze<br />

auteurs bevragen het discours ook op verschillende manieren en proberen voorzichtig om immuniteit te herdenken. In de romans <strong>van</strong> deze periode<br />

kunnen we een repertoire <strong>van</strong> tactieken terugvinden om de destructieve immuniteitsmechanismen uit te schakelen. Vaak maakten auteurs gebruik<br />

<strong>van</strong> hun kennis <strong>van</strong> nieuw w<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur en Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Anneleen Masschelein<br />

• Stijn De Cauwer<br />

Immuniteit <strong>van</strong> internationale organisaties en mensenrechten: naar een concept ter verzoening <strong>van</strong> beide belangen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Eén <strong>van</strong> de klassieke takken <strong>van</strong> het internationaal recht is de immuniteitsleer. Net zoals staten immuniteiten en privileges genieten,<br />

worden deze immuniteiten en privileges toegekend aan internationale organisaties. Echter, waar de theorie <strong>van</strong> absolute staatsimmuniteit <strong>van</strong>af de<br />

jaren '50 geleidelijk aan geamendeerd werd (Dralle t. Tsjechoslawakije), kan hetzelfde niet gezegd worden <strong>van</strong> de immuniteitsleer inzake<br />

internationale organisaties. Integendeel, een tegenovergestelde beweging voltrok zich, waarin internationale organisaties zich meer en meer op een<br />

volledige immuniteit beriepen en deze ook toegekend kregen door hoven en rechtbanken. Terwijl internationale organisaties groeiden in grootte en<br />

aantal, en een steeds breder spectrum aan activiteiten ontwikkelden, werd ook het spectrum <strong>van</strong> hun immuniteit steeds breder. Deze expansie in<br />

activiteiten die reeds vroeger voor staten een absolute opvatting <strong>van</strong> immuniteit onmogelijk had gemaakt, dient nu tot eenzelfde conclusie te leiden<br />

ten opzichte <strong>van</strong> internationale organisaties. Het onderzoek spitst zich toe op schendingen <strong>van</strong> mensenrechten door internationale organisaties. De<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> onder meer internationale financiële instellingen als de Wereldbank en het IMF tot de voornaamste actoren<br />

Organisaties:<br />

• DeptIOB<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen De Feyter<br />

• Marc Bossuyt<br />

• Didier Pacquée<br />

IMPACT<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Economie en Ethiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Van Liedekerke


Impactanalyse en verbetervoorstellen voor Milieuzorg op School (MOS).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het voorgestelde onderzoeksproject focust op de effectiviteit <strong>van</strong> het project Milieuzorg op school (MOS), en besteedt daarbij aandacht<br />

aan zowel praktische als theoretische aspecten. Aan de hand <strong>van</strong> een mixed-method onderzoeksdesign, waarbij literatuurstudie, focusgroepen,<br />

surveys en diepte-interviews gehanteerd worden, wordt onderzocht welke de gewenste en vastgestelde effecten <strong>van</strong> MOS zijn (waarbij onder<br />

andere gekeken wordt kennis, waarden en gedrag m.b.t. milieu en natuur) bij leerlingen en bij leerkrachten.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

Impactanalyse <strong>van</strong> fiscale maatregelen op investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het onderzoeksproject gaat de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:<br />

Welke fiscale maatregelen voor O&O zijn momenteel in Vlaanderen rechtsgeldig?<br />

Wat is de fiscale besparing die de bedrijven door het toepassen <strong>van</strong> deze maatregelen realiseren?<br />

Welke zijn de andere voordelen <strong>van</strong> het toepassen <strong>van</strong> de fiscale maatregelen (zie enquêtevragen in bijlage)?<br />

Worden de uitgespaarde bedragen ook effectief aangewend voor investeringen in O&O?<br />

Wat is de opbrengst <strong>van</strong> elke fiscale maatregel aan (extra) investeringen in O&O in Vlaanderen?<br />

Wat is de totale kostprijs per fiscale maatregel voor de overheid?<br />

Wat is de rendabiliteit (kosten/baten) <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> deze fiscale maatregelen? Kan hiervoor een meetinstrument ontwikkeld worden?<br />

Bestaat er een geïntegreerde maatstaf die toelaat op éénduidige en eenvoudige wijze Vlaanderen te vergelijken doorheen de tijd?<br />

Welke (nieuwe) fiscale maatregelen kunnen worden uitgewerkt en/of ingevoerd om de O&O-activiteiten in Vlaanderen verder te verbeteren? En<br />

hieraan gekoppeld: "Wat is de "ideale" mix aan fiscale maatregelen voor Vlaanderen?<br />

Kan er een econometrische modellering uitgewerkt worden die een directe/indirecte koppeling maakt tussen de budgettaire overheidsinspanningen<br />

wat betreft de fiscale O&O-maatregelen en het niveau <strong>van</strong> O&O-investeringen gerealiseerd door bedrijven, kennisinstellingen, etc.?<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Plasmans<br />

Impact de la libéralisation commerciale sur les énages au Sénégal.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Impact <strong>van</strong> globalisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• German Calfat<br />

Impactevaluatie <strong>van</strong> een regionaal project rond het thema <strong>van</strong> Payments for Environmental Services in Nicaragua, Costa<br />

Rica en Columbië.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Impactevaluatie <strong>van</strong> een regionaal project rond het thema <strong>van</strong> Payments for Environmental Services in Nicaragua, Costa Rica en<br />

Columbië.<br />

Organisaties:<br />

• AID Policy<br />

Onderzoekers:<br />

• Robrecht Renard<br />

Impact of climate change and globalisation on safety of fresh produce - governing a supply chain of uncompromised food<br />

sovereignty<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Veg-i-Trade doet onderzoek naar uitdagingen en problemen m.b.t. voedselveiligheid in de globale keten <strong>van</strong> verse groenten en fruit.<br />

Binnen Veg-i-Trade (multidisciplinair project, 23 partners waarbij UGent coördinator) worden de risico?s, risicofactoren en de impact <strong>van</strong><br />

beheersmaatregelen ingeschat m.b.t. zowel chemische als microbiële voedselveiligheidsgevaren. Hiervoor wordt een hele breed gamma aan tools<br />

toegepast waaronder risicobeoordelingsmodellen, staalname en analyseplannen, veldstudies (voor- en naoogst), diagnostische instrumenten en<br />

risico-communicatie.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Mieke Uyttendaele<br />

Impact of farm restructuring on the rural economy in the New Member States.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In 2004 and 2007, ten former communist countries accessed the European Union. The accession process coincided with rapid economic<br />

growth, the development of a more stable institutional environment, the implementation of EU food standards and the implementation of the<br />

Common AgriculturalPolicy. This will have major implications for the agricultural sector and the rural economy in general. First, we will study the<br />

impact of accession on the rural labour market and we consider the impact of EU accession on farm survival, farm growth and household wealth,<br />

based on a household survey of Bulgarian dairy households. Second, we investigate the effect of the introduction of CAP subsidies on investments<br />

and land pricesfarmers. On the one hand, subsidies are expected to reduce these creditconstraints and make farmers able to invest in their farming<br />

activities, but on the other hand, it is possible that the rents of the subsidies will mainly benefit landowners as land rents will increase by more t<br />

Organisaties:<br />

• LICOS<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Swinnen<br />

Impact of government services on income distribution.


Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project bestaat uit het finaliseren <strong>van</strong> een rapport over de impact <strong>van</strong> overheidsdiensten op de inkomensverdeling, voortbouwend op<br />

een bestaande draft-versie en in samenwerking met OECD-medewerkers. Dit betekent dat alternatieve methodes worden gehanteerd om de kosten<br />

<strong>van</strong> deze diensten toe te wijzen aan individuen met verschillende kenmerken. Analyses gebeuren op micro-gegevens <strong>van</strong> ECHP (European<br />

Community Household Panel) en eventueel andere databanken <strong>van</strong> niet-Europese landen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerlinde Verbist<br />

Impact <strong>van</strong> 10 jaar Europese Ontmoetingen <strong>van</strong> mensen die in armoede leven.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De belangrijkste doelstelling <strong>van</strong> het project is het beschrijven en analyseren <strong>van</strong> de impact <strong>van</strong> tien jaren <strong>van</strong> Europese bijeenkomsten<br />

<strong>van</strong> mensen die in armoede leven.<br />

Een andere focus richt zich op de verbetering <strong>van</strong> de participatiemodellen in het overheidsbeleid ter bestrijding <strong>van</strong> armoede en sociale uitsluiting.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Danielle Dierckx<br />

Impact <strong>van</strong> de globalisering op het recht.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het proces <strong>van</strong> globalisering heeft gevolgen op het gebied <strong>van</strong> de economie, het milieu, de mensenrechten, het bestuur, de cultuur, de<br />

arbeidsomstandigheden... waarvoor evenveel rechtstakken rele<strong>van</strong>t zijn. Vanuit juridisch perspectief roept globalisering een aantal fundamentele<br />

vragen op zoals<br />

(a) wat is de optimale bevoegdheidsverdeling tussen regelgevers op internationaal, regionaal, nationaal en lokaal vlak?;<br />

(b) wat is de wisselwerking tussen de verschillende niveau's <strong>van</strong> regelgeving?<br />

(c) Wat is de blijvende rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> gebruikelijke onderscheiden in juridische vakgebieden zoals de indeling internationaal recht/nationaal recht of<br />

publiek/privaatrecht?<br />

(d) Wat is de finaliteit <strong>van</strong> het recht m.b.t. globalisering: moet het recht globalisering mogelijk maken, rechtszekerheid creëren of verzekeren dat<br />

economische globalisering rechtvaardig is? Wat is meer algemeen de impact <strong>van</strong> het recht op wereldwijde economische en culturele processen? Of<br />

anders benaderd, in hoeverre moet een juridische benadering worden afgestemd op inzichten uit andere disciplines (zoals de economie of de<br />

sociale wetenschappen)?<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Meeusen<br />

• Georgios Pavlakos<br />

Impact <strong>van</strong> disclosure op de bedrijfswaarde afhankelijk <strong>van</strong> institutionele, strategische of organisatorische<br />

bedrijfskarakteristieken<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Alvorens mijn onderzoek bondig toe te lichten wens ik te vermelden dat ik ingeschreven ben voor het doctoraal programma Toegepaste<br />

Economische Wetenschappen aan de faculteit EB <strong>van</strong> K.U.Leuven. Prof . Cynthia Van Hulle is bereid om als promotor te fungeren met als copromotoren<br />

<strong>van</strong> Lessius dr. Frederiek Schoubben en dr. Steve Van Uytbergen. Het geplande onderzoek sluit nauw aan bij de onderzoeksgroep<br />

AFI. Het academisch onderzoek rond de marktwaarde <strong>van</strong> corporate disclosure, dit is de financiële en niet-financiële informatie die door een<br />

beursgenoteerd bedrijf aan de markt wordt aangeboden, focust zich enerzijds vooral op de determinanten en kwaliteit <strong>van</strong> de disclosure procedure<br />

of anderzijds op de cross-sectionale verschillen in bedrijfswaarde afhankelijk <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de disclosure. Het onderzoek rond de<br />

marktreactie op veranderingen in disclosure is veel minder uitgebreid en ik wens dan ook aan dit onderwerp een wetenschappelijke contributie te<br />

leveren. Mijn onderzoek zal zich<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Finance<br />

Onderzoekers:<br />

• Cynthia Van Hulle<br />

Impact <strong>van</strong> gemengde emotionele reclamestimuli en mediacontext op de respons op en de effectiviteit <strong>van</strong> reclame voor<br />

'good cause' producten en boodschappen, en de modererende rol <strong>van</strong> socio-demografische en<br />

persoonlijkheidskarakteristieken.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Impact <strong>van</strong> gemengde emotionele reclamestimuli en mediacontext op de respons op en de effectiviteit <strong>van</strong> reclame voor 'good cause'<br />

producten en boodschappen, en de modererende rol <strong>van</strong> socio-demografische en persoonlijkheidskarakteristieken.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Pelsmacker<br />

• Nathalie Dens<br />

Impact <strong>van</strong> "gratis" openbaar vervoer op het verplaatsingsgedrag, een gevalstudie.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Openbaar vervoer subsidies spelen een belangrijke rol in het huidige mobiliteitsbeleid in België. De introductie <strong>van</strong> de 'gratis' bus in<br />

Hasselt in 1997 betekende een belangrijke mijlpaal. Nadien ontwikkelde de Vlaamse regering in samenwerking met De Lijn het zogenaamde "derde<br />

betalersysteem" voor bepaalde doelgroepen. Dit houdt in dat de prijs <strong>van</strong> het openbaar vervoer niet betaald wordt door de gebruiker of de<br />

aanbieder er<strong>van</strong>, maar geheel of gedeeltelijk door een derde partij. In welke mate deze maatregelen bijdragen tot een duurzamer<br />

mobiliteitssysteem blijft een belangrijk punt <strong>van</strong> discussie.<br />

Sinds het academisch jaar 2003-2004, werd een "gratis openbaar vervoer" initiatief geïntroduceerd voor studenten <strong>van</strong> Nederlandstalige<br />

universiteiten en hogescholen in Brussel. Deze studenten kregen de mogelijkheid een terugbetaald openbaar vervoer abonnement te bekomen,<br />

geldig op het Brusselse openbaar vervoersnet <strong>van</strong> de MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal vervoer in Brussel). Brussel werd geselecteerd<br />

voor een case studie, omdat er in dezelfde stad een groep studenten is die <strong>van</strong> de maatregel kunnen genieten, en een andere groep (studenten<br />

<strong>van</strong> Franstalige universiteiten en hogescholen in Brussel) die er geen aanspraak op kunnen maken. Om de effecten <strong>van</strong> deze maatregel te


onderzoeken werd een vragenlijst afgenomen bij de studenten om hun huidige verplaatsingsgedrag na te gaan (aantal verplaatsingen, motieven,<br />

modale keuze, ...) en de veranderingen in verplaatsingsgedrag ten opzichte <strong>van</strong> het vorige jaar, toen de maatregel nog niet bestond. Bijkomend<br />

werd een vergelijking gemaakt tussen het huidige verplaatsingsgedrag <strong>van</strong> studenten die <strong>van</strong> de maatregel kunnen genieten en studenten die dat<br />

niet kunnen.<br />

Organisaties:<br />

• Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid<br />

• Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep<br />

Onderzoekers:<br />

• Astrid DE WITTE<br />

• CATHY MACHARIS<br />

Impact <strong>van</strong> het innen <strong>van</strong> supplementen op toegankelijkheid <strong>van</strong> de gezondheidszorg.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Er is een voortdurende bezorgdheid <strong>van</strong> de maatschappij en de overheid over de toegankelijkheid <strong>van</strong> onze gezondheidszorg. In deze<br />

studie zal nagegaan worden of de evolutie in directe eigen betalingen (vnl supplementen) en private ziekteverzekering hierop een negatieve impact<br />

heeft. Meer specifiek zullen we:<br />

-een literatuuronderzoek uitvoeren over effecten <strong>van</strong> directe eigen betalingen in de gezondheidszorg en het afsluiten <strong>van</strong> aanvullende (private)<br />

verzekeringen;<br />

-de om<strong>van</strong>g en de aard <strong>van</strong> de supplementen in België voor de periode 1996-2003 berekenen alsook de socio-economische karakteristieken <strong>van</strong><br />

de patiënten die ze genereren en betalen(op basis <strong>van</strong> gegevens ter beschikking gesteld door het IMA);<br />

-via geëigende econometrische technieken<br />

*determinanten voor het afsluiten <strong>van</strong> private verzekeringen bepalen;<br />

*de impact <strong>van</strong> een aanvullende verzekering op de kans en de duur <strong>van</strong> de hospitalisatie bepalen met correctie voor de gedragseffecten <strong>van</strong><br />

supplementen.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Diana De Graeve<br />

Impact <strong>van</strong> Instant Messaging op het leven <strong>van</strong> adolescenten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE School vr Massacommunicatieresearch<br />

Onderzoekers:<br />

• Keith Roe<br />

Impact <strong>van</strong> kenmerken <strong>van</strong> het regelgevend en toezichthoudend systeem op inhoud en gevolgen <strong>van</strong> argumentatie- en<br />

zelfpresentatiegedrag in jaarverslaggeving.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project richt zich op een analyse <strong>van</strong> het effect <strong>van</strong> kenmerken <strong>van</strong> het regelgevend en toezichthoudend systeem met betrekking tot<br />

de narratieve informatieverschaffing door ondernemingen op vorm, inhoud en effect <strong>van</strong> het verklaringsgedrag in jaarverslagen. We onderzoeken<br />

het relatieve belang en de externe rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> verschillen in institutionele kenmerken (VS, Australie, Canada, Europa) aan de hand <strong>van</strong> hun<br />

effect op inhoud en informatiewaarde <strong>van</strong> gehanteerde argumentatiepatronen en narratief zelfpresentatiegedrag.<br />

Organisaties:<br />

• Accounting en financiering<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick d'Haens<br />

• Walter Aerts<br />

Impact <strong>van</strong> persoonsgerichte zorg via Dementia Care Mapping op het welbevinden <strong>van</strong> bewoners met dementie en hun<br />

zorgverleners in Vlaamse woon- en zorgcentra.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dementia Care Mapping (DCM) is een in Groot-Brittannië ontwikkelde methodiek om zorgverleners in woonzorgcentra te ondersteunen in<br />

het geven <strong>van</strong> persoonsgerichte zorg aan bewoners met dementie. Deze methodiek wordt in België gedoceerd en gebruikt in een aantal<br />

woonzorgcentra, maar er isnog geen echte effectstudie. In dit project wordt daar een start mee gemaakt. Op de volgende onderzoeksvragen wordt<br />

een antwoord gezocht: Welkeinvloed heeft persoonsgerichte zorg, via de methode <strong>van</strong> Dementia Care Mapping op (1) de kwaliteit <strong>van</strong> leven <strong>van</strong><br />

bewoners met dementie; (2) de kwaliteit <strong>van</strong> zorg voor bewoners met dementie; (3)nbsp;nbsp;de attitude <strong>van</strong> hulpverleners ten aanzien <strong>van</strong><br />

persoonsgerichte zorg voor bewoners met dementie en (4)de zorgrelatie tussen hulpverleners en bewoners met dementie. Tevens wordt nagegaan<br />

welke faciliterende en belemmerende factoren er zijn bij de implementatie <strong>van</strong> een zorgverbetertraject,aan de hand <strong>van</strong> DCM, voor bewoners met<br />

dementie. Het onderzoek gebeurt bij 10 woo<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Aniana Declercq<br />

Impact <strong>van</strong> specifieke vakkennis op het didactisch handelen <strong>van</strong> SLO-LO student-leraar.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project willen we de kennisontwikkeling stimuleren bij student-leraren in de SLO-LO.In de eerste fase <strong>van</strong> het project ontwikkelen<br />

weeen kennispakket. De spelenderwijs-aanpak voor het spelonderwijs staat hierin centraal. Via vakdidactiek LO en praktijkseminaries worden<br />

cruciale aspecten <strong>van</strong> deze aanpak onderwezen en ingeoefend, zodat ze in een volgende fase kunnen ingeat worden tijdens de lesstage <strong>van</strong> de<br />

studenten SLO-LO.We meten de impact <strong>van</strong> dit kennispakket op de kennisontwikkeling en gaan na of deze kennisontwikkeling een gunstig effect<br />

heeft op de implementatie <strong>van</strong> het spelenderwijs-concept in het didactisch handelen <strong>van</strong> de student-leraar. Opvolging <strong>van</strong> dit project gebeurt in het<br />

OPO Reflectie Onderzoek.<br />

Organisaties:<br />

• Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Hilde Leysen<br />

• Daniel Behets


Implementatieprocessen voor zelfregulerend leren in de lagere school.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Zelfregulerend leren (ZL) verwijst naar een praktijk waarin leerlingen zelf leerdoelen formuleren, een<br />

planning opstellen en uitvoeren, bijsturen en het eigen leerproces evalueren. Naast deze metacognitieve<br />

component spelen ook motivationele (vb, realistisch attribueren) en gedragsmatige factoren (vb.<br />

structureren <strong>van</strong> leeromgevingen) een belangrljke rol. Verregaande zelfregulatie wordt echter zelden<br />

geassocieerd met het basisonderwijs. Toch geeft recent onderzoek aan dat ook jonge kinderen het eigen<br />

leren plannen, bijsturen en evalueren tijdens complexe leertaken.<br />

Het hoofddoel <strong>van</strong> dit project is het toetsen <strong>van</strong> een in eerder onderzoek ontwikkeld model dat verschillen in<br />

ZL-praktijken verklaart <strong>van</strong>uit zowel structurele als culturele kenmerken op leraar- en schoolniveau. Een<br />

eerste onderzoeksfase houdt een analyse in <strong>van</strong> de actuele situatie op het vlak <strong>van</strong> zelfregulerend leren in<br />

lager onderwijs op relatief grote schaal. Een verklaringsmodel dat werd ontwikkeld in vorig onderzoek, zal op<br />

basis <strong>van</strong> deze analyse verfijnd en/of uitgebreid worden. In een vervolgfase worden de onderliggende<br />

processen op microniveau (klas) die aan de basis liggen <strong>van</strong> zelfregulerende leeromgevingen verder<br />

onderzocht. In een derde onderzoeksfase zal de stap worden gezet naar een actiegerichte<br />

onderzoekmethodologie, waarbij het onderzoeksdoel wordt geformuleerd als 'het onderzoeken <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheden om via beleidsplanontwikkeling de scholen te ondersteunen bij het verhogen <strong>van</strong> de<br />

effectiviteit <strong>van</strong> hun ZL-realisaties'.<br />

Organisaties:<br />

• Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen LOMBAERTS<br />

Implementatiestudie <strong>van</strong> alternatieve semesterindeling in de bacheloropleidingen wiskunde en fysica.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Lievens<br />

Implementatie <strong>van</strong> artikel 80 <strong>van</strong> het Verdrag <strong>van</strong> de Werking <strong>van</strong> de Europese Unie over de solidariteit en evenredige<br />

verdeling <strong>van</strong> bevoegdheden tussen de lidstaten op het vlak <strong>van</strong> grenscontroles, asiel en immigratie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Europees Parlement . UA levert aan Europees Parlement<br />

de onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Vanheule<br />

Implementatie <strong>van</strong> de Beleids- en BeheersCyclus (BBC) in lokale besturen<br />

(2012-2015)<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Bouckaert<br />

Implementation of the pre partner programme (2006-2007) for institutional university cooperation between Universitdad<br />

Rafael de Landivar (URL), Guatemala and the Flemish Universities.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Voorbereidend jaar <strong>van</strong> het VLIR programma voor institutionele universitaire (ontwikkelings)samenwerking met de Universidad Rafaël<br />

Landivar in Guatemala. Tijdens dit jaar worden in samenspraak met de lokale universiteit en geïnteresseerde Vlaamse academici de verschillende<br />

componenten <strong>van</strong> het eerste vijfjarenprogramma vastgelegd en de planning <strong>van</strong> de activiteiten uitgewerkt.<br />

Organisaties:<br />

• Armoede en welzijn als kenmerk <strong>van</strong> lokale institutionele processen<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Bastiaensen<br />

Implicaties <strong>van</strong> het Ervaren <strong>van</strong> Schaarste op Consumentengedrag<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: De invloed <strong>van</strong> vier bronnen <strong>van</strong> schaarste (tijd, ruimte, voedsel en geld) op (1) consumentengedrag gerelateerd aan andere domeinen<br />

<strong>van</strong> schaarste, en (2) andere afhankelijke variabelen, zoals risicovol en competitief gedrag, wordt onderzocht. Er wordt een onderscheid gemaakt<br />

tussen objectieve schaarste en de subjectieve ervaring <strong>van</strong> schaarste. De psychologische ervaring <strong>van</strong> schaarste kan het gedrag <strong>van</strong> consumenten<br />

veranderen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Van Kenhove<br />

Implicaties <strong>van</strong> reële optie theorie voor industriële organisatie en competitiebeleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.


Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Kort<br />

• Jan Bouckaert<br />

Implicatures in a dual-process framework<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Schaeken<br />

Impliciet en expliciet emotieregulatie in klinsch-angstige adolescenten: rele<strong>van</strong>tie voor kinderen en adolescenten met<br />

angststoornissen<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Eerder onderzoek naar de ontwikkeling <strong>van</strong> angststoornissen richt zich op het verwerken <strong>van</strong> passieve emotionele stimuli. In dit project<br />

stel ik gedrags- en neuro-imaging studies voor die actieve, expliciete en impliciete emotieregulatie-strategieën bij jongeren onderzoeken. Ik<br />

verwacht dat angstige jongeren, in vergelijking met gezonde adolescenten, minder goed in staat zullen zijn om expliciet hun emoties te reguleren.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Sven Müller<br />

• Caroline Braet<br />

Impliciete stedenbouw - exploratieve cartografie. Een onderzoek naar ruimtelijke figuren voor de (her-)ordening <strong>van</strong> de<br />

territoriumstad.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Stedenbouw en Architectuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Meulder<br />

• Bieke Cattoor<br />

Impliciete zelfwaardering: predictieve validiteit <strong>van</strong> de affectieve primingtaak.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoeksproject spitst zich hoofdzakelijk toe op deze primingprocedures: we ontwikkelden namelijk een variant <strong>van</strong> de affectieve<br />

primingtaak (Hermans, De Houwer, Eelen, 1994; 2001; Hermans, Spruyt, Eelen, 2003), waarbij we de impliciete attitude die een persoon heeft<br />

tegenover zichzelf proberen te kennen. Binnen een eerste luik <strong>van</strong> dit project bestuderen we de vraag in welke mate onze primingmaat in staat is<br />

bepaalde gedragingen te voorspellen. Concreet: zijn we bijvoorbeeld in staat herval te voorspellen bij patiënten met eetstoornissen aan de hand<br />

<strong>van</strong> hun mate <strong>van</strong> impliciete zelfwaardering en/of hun impliciete attitudetegenover voedsel? Daarnaast onderzoeken we ook in welke mate de<br />

sterkte <strong>van</strong> de attitude t.o.v. onszelf een invloed heeft op de voorspelbaarheid <strong>van</strong> gedrag. Binnen dit project spitsen we ons vooral toe op attitude<br />

toegankelijkheid als mediërende variabele tussen de primingmaat en het gedrag, d.i. de waarschijnlijkheid dat een attitude automatisch wordt<br />

geactiveerd<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Hermans<br />

• Adriaan Spruyt<br />

Implicit evolutionary motives can energize sustainable behavior<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Luk Warlop<br />

Improving cultural awareness and event attendance through ad<strong>van</strong>ced dataanalytics<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr. Beleidsinformatica (LIRIS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Baesens<br />

Improving Organizational Learning: Lessons from Escalated Conflicts with Customers<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Martin Euwema<br />

IMSFood: Innovatief management system voor een duurzame voedingsindustrie<br />

Universiteit Gent


Abstract: IMSFood is een transnationaal ?Collective Research Project? (CORNET). Het doel <strong>van</strong> het IMSFood project is de ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />

innovatief en duurzaam beheerssysteem voor voedings-KMOs om kosten te reduceren en tegelijkertijd kwaliteit te behouden. Het uiteindelijke<br />

resultaat <strong>van</strong> dit project is een op maat gemaakte toolbox om verschillende kost-reducerende technieken in KMOs te implementeren. De toolbox<br />

werd ontwikkeld op basis <strong>van</strong> case studies in overeenkomst met de betrokken bedrijven.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Landbouweconomie<br />

Onderzoekers:<br />

• Xavier Gellynck<br />

Inactiviteitsvallen voor personen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project zal de bestaande obstakels en activiteitsvallen in kaart brengen die arbeidsgehandicapten ervaren bij de verschillende stappen<br />

richting arbeidsmarkt. Een eerste stap in het beantwoorden <strong>van</strong> de onderzoeksvraag bestaat uit het definiëren en het operationaliseren <strong>van</strong> de<br />

concepten 'arbeidsgehandicapten' en 'inactiviteitsvallen'. We willen een brede definitie hanteren <strong>van</strong> het begrip 'arbeidsgehandicapten' en <strong>van</strong> de<br />

omschrijving <strong>van</strong> 'obstakels en inactiviteitsvallen'.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Kristel Bogaerts<br />

• Diana De Graeve<br />

• Ive Marx<br />

Inbraak: geschikte doelenwitten in een bredere context<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project onderzoekt criminele doelwitselectie <strong>van</strong>uit een omgevingscriminologisch perspectief. Het beoogt de criminele gelegenheden<br />

die tot inbraak leiden te identificeren. Waar voorgaand onderzoek zich beperkte tot een analyse op het doelwitniveau of de bredere omgeving,<br />

combineert dit project deze niveaus (doelwitniveau, straat niveau en wijkniveau) bij de analyse <strong>van</strong> een steekproef <strong>van</strong> ingebroken en nietingebroken<br />

huizen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Strafrecht en criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Vander Beken<br />

Inburgering in het land <strong>van</strong> herkomst.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Sinds 2007 krijgen nieuwkomeers en oudkomers die via legale migratie ons land binnenstromen een aangepast onthaal. Om het<br />

integratieproces in Vlaanderen te bevorderen, wil de Vlaamse minister <strong>van</strong> inburgering een voortraject in het land <strong>van</strong> herkomst uittekenen.<br />

Kandidaat inwijkelingen zullen zich hierdoor vrijwillig en kosteloos voorbereiden op hun komst naar Vlaanderen. Hierover zijn echter nog geen<br />

concrete modaliteiten uitgetekend. Via dit onderzoek zullen dan ook de modaliteiten <strong>van</strong> dit voortraject worden uitgetekend, rekening houdend met<br />

de vooropgestelde Vlaamse beleidsdoelen, de bestaande institutionele context <strong>van</strong> het (inburgerings)beleid en de ruimere context in het land <strong>van</strong><br />

herkomst. Dit gebeurt in een eerste fase op basis <strong>van</strong> een inventariserend en vergelijkend onderzoeknaar bestaande systemen <strong>van</strong> inburgering in<br />

het land <strong>van</strong> herkomst en op basis <strong>van</strong> een bevraging <strong>van</strong> de belangrijkste stakeholders. Op basis hier<strong>van</strong> worden aanbevelingen,<br />

randvoorwaarden en succesfactoren geform<br />

Organisaties:<br />

• HIVA-OG Arbeidsmarkt<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter De Cuyper<br />

Inclusief onderwijs en steunpunt voor beleid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is om de onderwijsprocessen aan de K.U.Leuven te toetsen op de principes <strong>van</strong> inclusief onderwijs (voor<br />

studenten met een functiebeperking) en hiervoor in een verkennende fase de toepasbaarheid <strong>van</strong> een aantal internationale voorbeeldpraktijk te<br />

onderzoeken.Hierbij gaat aandacht naar de sensibilisering en ondersteuning <strong>van</strong> onderwijzend personeel, de implementatie <strong>van</strong> een<br />

inclusiviteitstoets, de wisselwerking tussen centrale dienstverlening, facultaire aanspreekpunten en het onderwijzend personeel, het voorzien <strong>van</strong><br />

alternatieve leerwegen en alternatieve evaluatie, de draagvlakcreatie en het opbouwen <strong>van</strong> een netwerk <strong>van</strong> alle binnen de K.U.Leuven<br />

beschikbare expertise m.b.t. dit thema.<br />

Organisaties:<br />

• Studeren met een Functiebeperking<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen Neyens<br />

Inclusief onderwijs in Vlaanderen: knelpuntenonderzoek en implementatiestrategie<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het Vlaamse onderwijsmodel <strong>van</strong> segregeren <strong>van</strong> leerlingen om ze nadien (eventueel) te integreren staat onder grote internationale druk.<br />

De school moet een "school voor allen" worden. Inclusief onderwijs zal ook in Vlaanderen ingang moeten vinden. De implementatie er<strong>van</strong> zal allicht<br />

grote problemen met zich brengen. Scholen proberen zich <strong>van</strong>wege hun kwetsbare technologie en vage doelen af te schermen tegen verandering.<br />

Allarlei knelpunten kunnen ervoor zorgen dat in de scholen grote weerstand zal bestaan tegen de implementatie <strong>van</strong> inclusief onderwijs. In dit<br />

onderzoek trekken we via een enquête na hoe landen met een andere vorm <strong>van</strong> inclusief onderwijs (USA, Verenigd Koninkrijk, Nederland,<br />

Noorwegen, Spanje) omgaan of omgegaan zijn met de implementatie. Vervolgens proberen we door middel <strong>van</strong> een Delphi-onderzoek suggesties<br />

aan te dragen voor het succesvol implementeren <strong>van</strong> inclusief onderwijs in Vlaanderen. Het gaat met andere woorden om praktijkgericht onderzoek<br />

met de bedoeling (1) het inventariseren en analyseren <strong>van</strong> in het buitenland bestaande beleidsopties en organisatievormen, (3) het ontwerpen <strong>van</strong><br />

alternatieven voor het implementeren <strong>van</strong> inclusief onderzoek (ontwerponderzoek). Het onderzoek loopt over twee jaar.<br />

Organisaties:<br />

• Pedagogiek en Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• GERRIT LOOTS<br />

• FRANK DE FEVER<br />

Inclusieve inbedding <strong>van</strong> vraaggestuurde ondersteuning; een onderzoek naar kritische succesfactoren


Hogeschool Gent<br />

Abstract: De onderzoeksvraag: “Leidt vraaggestuurde ondersteuning (PCP) tot verhoogde kwaliteit <strong>van</strong> bestaan bij de cliënt? (Personal<br />

Outcomes)?”<br />

De hypothese luidt: Assessment gebaseerd op de gewenste uitkomsten <strong>van</strong> de cliënt en de nodige ondersteuningsbehoeften, gerelateerd aan<br />

individuele ondersteuningsplannen leiden tot meer positieve ‘outcomes’ bij de cliënt dan de klassieke handelingsplanning.<br />

Bovenstaande onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> een aantal onderzoeksfasen.<br />

In navolging <strong>van</strong> internationale studies is er nood aan verder onderzoek rond:<br />

- betrouwbare en valide meetinstrumenten in functie <strong>van</strong> ondersteuning en kwaliteit <strong>van</strong> bestaan gerelateerde persoonlijke uitkomsten<br />

- empirische studies die het concept <strong>van</strong> ‘vraagsturing’ mee conceptualiseren.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Sociaal-agogisch werk<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Orthopedagogiek<br />

• Vakgroep Management en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Claudia Claes<br />

• Stijn Vandevelde<br />

Incrementele semantische verwerking <strong>van</strong> zinnen: hoe komen we tot specifieke interpretaties?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De opzet <strong>van</strong> het voorgestelde project is om inzichten uit mijn eigen psycholinguïstisch onderzoek naar semantische verwerking te<br />

verbinden met de meest recente theorieën in de hedendaagse generatieve semantiek. Door middel <strong>van</strong> oogbewegingsonderzoek zullen<br />

linguïstische principes, die beschrijven hoe er gekomen wordt tot semantisch verrijkte interpretaties, getest worden. Het Underspecification Model<br />

dat ik voorgesteld heb voor de on-line verwerking <strong>van</strong> figuurlijk taalgebruik kan hierdoor uitgebreid en verfijnd worden. De bedoeling is om<br />

uiteindelijk te komen tot een algemeen model <strong>van</strong> de on-line, incrementele semantische verwerking <strong>van</strong> geschreven taal.<br />

Organisaties:<br />

• CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jules Frans Daems<br />

• Dominiek Sandra<br />

• Steven Frisson<br />

Incubatorennetwerk(t).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Doelstelling <strong>van</strong> het project "Incubatorennetwerk(t)" : interuniversitaire en grensoverschrijdende samenwerking bij de valorisatie <strong>van</strong><br />

onderzoeksresultaten.<br />

Organisaties:<br />

• Universitair beheer en administratie<br />

Onderzoekers:<br />

• Pascale Redig<br />

In de ban <strong>van</strong> het leren: de 'lerende samenleving' als uitdaging voor de publieke rol <strong>van</strong> de school, de universiteit en de<br />

gezinsopvoeding.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De alomtegenwoordigheid <strong>van</strong> de 'taal <strong>van</strong> het leren' in de pedagogische theorie en praktijk en het daarmee samenhangende verdwijnen<br />

<strong>van</strong> meer traditionele referenties zoals 'onderwijs' en 'opvoeding' vormen het uitgangspunt <strong>van</strong> dit onderzoek. Er wordt beroep gedaan op een<br />

combinatie <strong>van</strong> empirische methodologieën en meer fundamenteel theoretischen filosofisch werk om te onderzoeken hoe de actuele evolutie naar<br />

'leeromgevingen' de traditionele 'pedagogische instituties' (gezin, school, universiteit)transformeert. Meer bepaald willen we nagaan hoe deze<br />

evolutie de aard <strong>van</strong> de associaties verandert die in die sites geconfigureerd worden en vooral hoe hun publieke karakter daardoor beroerd wordt.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> etnografisch onderzoek in concrete case-studies (professionele leergemeenschappen op het niveau <strong>van</strong> ouders, leerkrachten en<br />

docenten, alsook gezinnen en colleges)zal een cartografie en morfologie ontwikkeld worden. Die zullen de vormen <strong>van</strong> communaliteit in kaart<br />

brengen als sociale prak<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefan Ramaekers<br />

• Jan Masschelein<br />

• Maarten Simons<br />

In de marge? Landschap en biodiversiteit in de marges <strong>van</strong> infrastructuur in de eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het project onderzoekt hoe het netwerk <strong>van</strong> ruimtes langs infrastructuur in de eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik een element kan<br />

vormen in de groene netwerken in de regio Nord Pas de Calais. Hierbij wordt gefocust op de biodiversiteit en de landschappelijke kwaliteit <strong>van</strong> deze<br />

ruimtes, alsook op de relaties ertussen.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Architectuur en stedenbouw<br />

Onderzoekers:<br />

• Pieter Uyttenhove<br />

Indicatoren <strong>van</strong> cliëntgerichte veranderingsprocessen in de jeugdhulpverlening: het project integrale Jeugdhulpverlening<br />

als gevalstudie<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Met dit onderzoek beogen we het verloop <strong>van</strong> het veranderingsproces naar cliëntgerichte jeugdhulpverlening <strong>van</strong>uit een interdisciplinair<br />

perspectief in kaart te brengen en te analyseren, op macro-, meso- en microniveau. We geven een antwoord op de vragen: Waarom en hoe vindt<br />

de verschuiving naar cliëntgericht werken plaats in de jeugdhulpverlening? In dit opzicht trachten we de rele<strong>van</strong>te indicatoren <strong>van</strong> dit<br />

veranderingsproces te achterhalen en te contextualiseren. Het onderzoeksopzet valt uiteen in twee delen. Ten eerste het definiëren, situeren en<br />

traceren <strong>van</strong> het model 'cliëntgericht' werken op macro- en mesoniveau. Hierbij stellen we ons de vraag welke sociale, politieke en culturele<br />

evoluties hebben bijgedragen tot de bestaande perceptie en verwachtingen ten aanzien <strong>van</strong> de jeugdhulpverlening, wat deze evoluties in de praktijk


veranderden en of het beleid als legitiem wordt ervaren. Deze vraag beantwoorden we d.m.v. een exhaustieve literatuurstudie <strong>van</strong> de rele<strong>van</strong>te<br />

psychologische, (ortho)pedagogische, criminologische, sociologische bronnen, de literatuur met betrekking tot management en beleidsvoering en<br />

een uitgebreide analyse <strong>van</strong> de betreffende beleidsdocumenten. Ten tweede beschouwen we het project 'Integrale Jeugdhulpverlening' als<br />

gevalstudie, waarbij we de ontwikkelde kaders willen toesten aan het veranderingsproces in het werkveld zelf (meso- en microniveau). Hierbij<br />

hebben we aandacht voor de praktische implementatie zelf, vooral d.m.v. uitgebreide observatie, alsook voor de inhoudelijke verschuivingen voor<br />

de basishulpverlener, onderzocht d.m.v. semi-gestructureerde interviews en een vragenlijst. Doorheen heel het onderzoek kiezen we voor een<br />

vergelijkend perspectief, door Nederland als toetssteen te gebruiken.<br />

Organisaties:<br />

• Orthopsychologie<br />

• Pedagogiek en Orthopedagogiek<br />

• Criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• GERRIT LOOTS<br />

• JENNEKE CHRISTIAENS<br />

• Katrien DE KOSTER<br />

Indicatoren <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>van</strong> het kind in Vlaanderen 2002.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De inhoud <strong>van</strong> dit project beslaat een beschrijvend, kwantitatief onderzoek naar de<br />

leefsituatie <strong>van</strong> het kind in Vlaanderen anno 2002 en is een logische voortzetting <strong>van</strong><br />

voorafgaande gelijkaardige studies <strong>van</strong> het Panel on Belgian Households (PSBH) voor Kind<br />

en Gezin. Een volledig en veelzijdig beeld impliceert dat het kind niet los kan gezien<br />

worden <strong>van</strong> het gezin waarin het vertoeft. Het project is daarom opgevat als een reeks<br />

analyses die zowel informatie aandragen over het kind als over gezinssituationele factoren.<br />

Algemene demografische kenmerken <strong>van</strong> de kinderen en de ouders, de arbeidssituatie <strong>van</strong><br />

de ouders, de financiële situatie <strong>van</strong> het huishouden, de woonsituatie <strong>van</strong> de kinderen en<br />

hun dagelijkse leefwereld, alsook die <strong>van</strong> de ouders worden in kaart gebracht.<br />

Organisaties:<br />

• Welzijnsplanning<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

Indirect taxes in microsimulation models.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Economie en Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• André Decoster<br />

Individual differences in variability with respect to core affect and interpersonal behabvior.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />

Onderzoekers:<br />

• Iven Van Mechelen<br />

Individueel aangepaste online keuze-experimenten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Martina Vandebroek<br />

Individuele schoolfeedback op basis <strong>van</strong> de Vlaamse ISUSS-resultaten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De `International survey of Upper Secondary Schools' (ISUSS) is een internationaal onderzoek waaraan 16 OESO-landen hebben<br />

deelgenomen, en dat is uitgevoerd in het schooljaar <strong>2000</strong>-2001. De focus lag op ISCED-level 3, wat in Vlaanderen zoveel betekent als de tweede<br />

graad en het eerste en tweede leerjaar <strong>van</strong> de derde graad secundair onderwijs. De bedoeling is om op basis <strong>van</strong> de gegevens uit dit onderzoek<br />

internationale onderwijsindicatoren te ontwikkelen m.b.t. de volgende thema's:<br />

1.Schoolkarakteristieken gericht op het vergemakkelijken <strong>van</strong> de overstap naar de arbeidsmarkt en/of verdere studie in het tertiair onderwijs;<br />

2.Omstandigheden binnen de school die de onderwijskwaliteit mee bepalen;<br />

3.Human resources; en<br />

4.Beschikbaarheid en gebruik <strong>van</strong> ICT.<br />

Nu het internationale onderzoek volledig is afgerond, en de eerste ISUSS-indicatoren gepubliceerd worden in de OESO-publicaties `Education at a<br />

Glance 2003' en `Integration, Cooperation, Support. First results from the OECD Survey of Upper Secondary Schools', is het databestand<br />

vrijgekomen voor eigen analyse en gebruik.<br />

In onderling overleg met het departement Onderwijs <strong>van</strong> de Vlaamse Gemeenschap is beslist om alle Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen die<br />

hebben geparticipeerd in het internationale onderzoek bij wijze <strong>van</strong> feedback een individueel rapport te bezorgen waarin hun eigen antwoorden<br />

gesitueerd worden in de volledige steekproef <strong>van</strong> Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen. Deze rapporten zullen door de onderzoekers algemeen<br />

worden toegelicht en individueel uitgedeeld tijdens een studiedag op het departement Onderwijs (12 december 2003).<br />

Organisaties:<br />

• Edubron<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem


Individuele schoolfeedbackrapporten op basis <strong>van</strong> ICCS.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Individuele schoolfeedbackrapporten op basis <strong>van</strong> ICCS.<br />

Organisaties:<br />

• School en Politiek (SeP)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimokritos Kavadias<br />

Individuele verschillen in de sequentiële processen onderliggend aan situatiegedrag.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Kwant. Psych. en Indiv. Verschillen<br />

Onderzoekers:<br />

• Iven Van Mechelen<br />

• Sofie Frederickx<br />

Individuele verschillen in zelfregulerend gedrag: een functionele beeldvorming studie rond de hersenprocessen die<br />

doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag sturen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het project wil via fMRI inzicht verwerven in de oorsprong <strong>van</strong> individuele verschillen in beheersing en zelfregulatie. We testen de<br />

hypothese dat individuele verschillen in activiteit in 3 vooropgestelde hersenregio's samenhangt met dopamine-receptor genpolymorphisme<br />

enerzijds, en met stabiele persoonlijkheidseigenschappen die doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag typeren anderzijds.<br />

Organisaties:<br />

• Management<br />

Onderzoekers:<br />

• Carolyn Declerck<br />

• Paul Parizel<br />

• Christophe Boone<br />

In- en uitsluiting in het jeugdwerkveld. Praktijken <strong>van</strong> aanspreken en ondersteunen en nieuwe jeugdleiders<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit onderzoek betreft de instap en uitval <strong>van</strong> jeugdlediers in Vlaamse jeugdverenigingen. Hierbij ligt de focus op het &apos;jeugdwerk als<br />

machtspraktijk&apos; en institutionele praktijken <strong>van</strong> aanspreken en odnersteunen <strong>van</strong> nieuwe jeugdleiders. De bedoeling is een bijdrage te leveren<br />

tot de pedagogische discussie over de participatieproblematiek in het verenigingsleven.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Sociale agogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Maria De Bie<br />

INEQ CITIES: socio-economische ongelijkheid in sterfte: evidentie en beleid in Europese steden<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het project probeert ongelijkheid in sterfte in kaart te brengen in een comparatieve studie <strong>van</strong> 15 Europese grootsteden waarbij de<br />

aandacht ook gaat naar het beleid dat in elke stad wordt uitgevoerd om die ongelijkheid te herleiden.<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• PATRICK DEBOOSERE<br />

INEX: convergerende en tegenstrijdige ethische waarden in het continuüm interne/externe veiligheid in Europa<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Veiligheid en onveiligheid zijn sociale, culturele en politieke concepten. Het interdisciplinair project INEX is ontworpen rond 2<br />

onderzoeksassen: thematisch en geopolitiek. Het thematische onderzoeksas heeft 4 velden:<br />

1. de ethische gevolgen <strong>van</strong> de proliferatie <strong>van</strong> veiligheidstechnologiën<br />

2. de legale dilemma's die zich ontwikkelen <strong>van</strong> transnationale veiligheidsarrangementen<br />

3. de ethische en waarde vraagstellingen rond de veranderende rol <strong>van</strong> veiligheidsmensen.<br />

4. de gevolgen <strong>van</strong> de veranderende rol <strong>van</strong> buitenlandse veiligheidsbeleid<br />

Organisaties:<br />

• Recht Wetenschap Technologie en Samenleving<br />

• Metajuridica<br />

Onderzoekers:<br />

• Gloria GONZALEZ FUSTER<br />

• Rocco BELLANOVA<br />

• SERGE GUTWIRTH<br />

• PAUL DE HERT<br />

Inferenties uit sociale vergelijking<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Sociale en Culturele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Vera Hoorens<br />

Informatieaanbod en de informatiebehoeften <strong>van</strong> bijzondere doelgroepen uitgevoerd voor het Vlaams Informatiepunt<br />

Jeugd.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Informatieaanbod en de informatiebehoeften <strong>van</strong> bijzondere doelgroepen, jongeren en jong-volwassenen uit verschillende sociale en<br />

culturele minderheden, uitgevoerd voor het Vlaams Informatiepunt Jeugd.


Organisaties:<br />

• OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Leman<br />

• Ruth Soenen<br />

Informatiebeleid voor de jeugd.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Tegenwoordig worden jongeren, door de groeiende kennis ¿ en informatiemaatschappij, overspoeld door informatie over tal <strong>van</strong><br />

onderwerpen. Er is een overaanbod aan informatie waardoor zij het bos door de bomen niet meer zien. Dit bemoeilijkt het nemen <strong>van</strong> de juiste<br />

beslissingen. Immers, niet alle informatie is even objectief en duidelijk, noch gerelateerd aan hun informatiebehoeften. Bovendien is de informatie<br />

niet altijd bereikbaar of toegankelijk. Jongeren hebben nood aan meer op hen toegespitste informatie om duidelijkheid te krijgen over wat hun<br />

mogelijkheden zijn om er vervolgens zelf iets mee te kunnen doen. Adequate informatie is daarom een eerste vereiste opdat jongeren hun weg in<br />

de huidige samenleving vinden.<br />

Dit onderzoek, inventariserend en verkennend <strong>van</strong> aard, beoogt de ontwikkeling <strong>van</strong> een samenhangend informatiebeleid voor de jeugd. Meer<br />

bepaald wordt er op basis <strong>van</strong> een veldbeschrijving nagegaan welke actoren een expliciete functie vervullen met betrekking tot jeugdinformatie en<br />

binnen welke beleidsdomeinen expliciete informatie-initiatieven worden opgezet. Daarnaast wordt met behulp <strong>van</strong> diepte-interviews onderzocht in<br />

welke mate de informatie terecht komt bij de beoogde doelgroep en op welke wijze de doelgroep wordt betrokken bij de totstandkoming <strong>van</strong><br />

informatie.<br />

Op basis <strong>van</strong> de onderzoeksresultaten zullen beleidsaanbevelingen worden geformuleerd aan de Vlaamse overheid over het huidige aanbod.<br />

Bovendien zullen er suggesties worden geleverd om de participatie <strong>van</strong> jongeren in het informatieaanbod te verhogen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

• Michel Walrave<br />

• Heidi Vandebosch<br />

Informatiegebruik door schoolleiders en leerkrachten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Hoewel het (Vlaamse) onderwijs een lange traditie heeft inzake het verzamelen <strong>van</strong> informatie, wordt het volle potentieel <strong>van</strong> het gebruik<br />

<strong>van</strong> deze informatie pas sinds eerder recent erkend. Vooralsnog is echter weinig geweten omtrent welke informatie op welke manier op het beleid<br />

en de praktijk in Vlaamse scholen weegt. Dit onderzoek biedt inzicht in de manier waarop schoolleiders en leerkrachten gebruik maken <strong>van</strong><br />

informatie bij het maken <strong>van</strong> beleids- en praktijkkeuzes. Het reikt naast beschrijvingen <strong>van</strong> bestaande praktijken ook evidentie aan voor de<br />

verklaring en evaluatie <strong>van</strong> het informatiegebruik in Vlaamse scholen. De invalshoek <strong>van</strong> informatiemakelaarsschap staat daarbij centraal. Om deze<br />

doelen te realiseren wenden we in het onderzoek verschillende methodologische technieken aan: literatuuronderzoek, diepte-interviews en surveyonderzoek.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Jan Vanhoof<br />

• Paul Mahieu<br />

Informatietechnologie-beleid <strong>van</strong> internationale organisaties in Zuidelijk Afrika.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Internationale instellingen spelen een belangrijke rol op het vlak <strong>van</strong> de implementatie <strong>van</strong> nieuwe informatietechnologieën in Afrika. Hun<br />

beleid houdt echter voornamelijk rekening met techno-economische aspecten. Met de specifieke socio-culturele context <strong>van</strong> de beoogde doelgroep<br />

wordt weinig rekening gehouden. Dergelijk beleid kan leiden tot onaangepaste technologie, een negering <strong>van</strong> de gebruiker en een versterking <strong>van</strong><br />

westerse elites en belangen. NGO's, werkzaam in Afrika op het vlak <strong>van</strong> IT, bewijzen dat een andere aanpak wel kan leiden tot een succesvolle<br />

implementatie <strong>van</strong> IT.Dit onderzoek wil de achterliggende referentiekaders waarin een bepaald beleid is ingebed, blootleggen. Tevens wil het<br />

uitzoeken op het normatief beleidsdiscours afwijkt <strong>van</strong> het werkelijke toegepaste beleid. Een verder aandachtspunt zijn de externe en interne<br />

factoren die leiden tot succes of falen <strong>van</strong> IT-projecten.Deze bevindingen worden later geïntegreerd en moeten leiden tot een 'ander' beleidsmodel<br />

dat ook voor internationale organisaties haar voordeel kan hebben.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• JEAN-CLAUDE BURGELMAN<br />

Informatietechnologie en internationale organisaties in Zuidelijk Afrika. Een kritische analyse en prospectieve evaluatie<br />

<strong>van</strong> beleid en projecten<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Internationale instellingen spelen een belangrijke rol op het vlak <strong>van</strong> de implementatie <strong>van</strong> nieuwe informatietechnologieën in Afrika. Hun<br />

beleid houdt echter voornamelijk rekening met techno-economische aspecten. Met de specifieke socio-culturele context <strong>van</strong> de beoogde doelgroep<br />

wordt weinig rekening gehouden. Dergelijk beleid kan leiden tot onaangepaste technologie, een negering <strong>van</strong> de gebruiker en een versterking <strong>van</strong><br />

westerse elites en belangen. NGO's werkzaam in Afrika op het vlak <strong>van</strong> IT, bewijzen dat een andere aanpak wel kan leiden tot succesvolle<br />

implementatie <strong>van</strong> IT. Dit onderzoek wil de achterliggende referentiekaders waarin een bepaald beleid is ingebed, blootleggen. Tevens wil het<br />

uitzoeken of het normatief beleidsdiscours afwijkt <strong>van</strong> het werkelijke toegepaste beleid. Een verder aandachtspunt zijn de externe en interne<br />

factoren die leiden tot succes of falen <strong>van</strong> IT-projecten. Deze bevindingen worden later geïntegreerd en moeten leiden tot een "ander" beleidsmodel<br />

dat ook voor internationale organisaties haar voordeel kan hebben.<br />

Organisaties:<br />

• Communicatiewetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• JEAN-CLAUDE BURGELMAN<br />

Informatieverplichtingen ten aanzien <strong>van</strong> niet-professionele beleggers.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:


• Onderzoekseenheid Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Julien Stuyck<br />

• Veerle Colaert<br />

Informatieverwerking bij financieel analisten gegeven het aggregatieprincipe<br />

Hogeschool-Universiteit Brussel<br />

Abstract: De informatiewaarde en prestatie <strong>van</strong> financieel analisten is een centraal onderzoeksdomein in financiële economie. Dit project heeft als<br />

doel om het beslissingsgedrag <strong>van</strong> financieel analisten te onderzoeken rekening houdend met het aggregat ieprincipe. De basisidee achter dit<br />

principe is dat de consensus-voorspelling <strong>van</strong> een groep heterogene agenten met onafhankelijke meningen ( i.e. geen kuddegedrag) beter is dan<br />

de voorspelling <strong>van</strong> individuele experten (en dit als gevolg <strong>van</strong> de reduct ie in idiosyncrat ische variant ie in de geaggregeerde voorspelling). We<br />

analyseren het belang en de dynamiek <strong>van</strong> informatiest romen bij de vorming <strong>van</strong> voorspellingen in drie verschillende onderzoekskaders.<br />

Organisaties:<br />

• VAKGROEP EXACTE WETENSCHAPPEN<br />

Onderzoekers:<br />

• GEERT VAN CAMPENHOUT<br />

• KRISTIEN SMEDTS<br />

Informatieverwerking bij financiële analisten gegeven het aggregatieprincipe<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De informatiewaarde en prestatie <strong>van</strong> financieel analisten is een centraal onderzoeksdomein in financiële economie. Dit project heeft als<br />

doel om het beslissingsgedrag <strong>van</strong> financieel analisten te onderzoeken rekening houdend met het aggregatieprincipe. De basisidee achter<br />

ditprincipe is dat de consensusvoorspelling <strong>van</strong> een groep heterogeneagenten met onafhankelijke meningen (i.e. geen kuddegedrag) beteris dan<br />

de voorspelling <strong>van</strong> individuele experten (en dit als gevolg <strong>van</strong> de reductie in idiosyncratische variantie in de geaggregeerde voorspelling). We<br />

analyseren het belang en de dynamiek <strong>van</strong> informatiestromen bij de vorming <strong>van</strong> voorspellingen in drie verschillende onderzoekskaders. Meer<br />

bepaald:1.nbsp;nbsp;nbsp; analyseren we de kwaliteit <strong>van</strong> geaggregeerde voorspellingen bij het al dan niet aanwezig zijn <strong>van</strong> een informatieterugkoppelingseffect<br />

in een gecontroleerde omgeving (i.e. gebaseerd op simulaties en experimenten);2.nbsp;nbsp;nbsp; onderzoeken we de mate<br />

<strong>van</strong> kuddegedrag in geobser<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Finance<br />

Onderzoekers:<br />

• Kristien Smedts<br />

• Geert Van Campenhout<br />

Informatie-verwerking door individuele politieke actoren. De determinanten <strong>van</strong> de uitstraling, aandacht en actie in een<br />

vergelijkend perspectief (INFOPOL).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd<br />

in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Media, middenveld en politiek (M2P)<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Walgrave<br />

Information patrimoine (OSIRIS) : Organisatie <strong>van</strong> de statistische informatie <strong>van</strong> de patrimoniumdocumentatie tbv<br />

onderzoek.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: zie engelstalig abstract<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan VAN BAVEL<br />

• PATRICK DEBOOSERE<br />

Informeel publiek bestuur: Focus op basisonderwijs en urbane landbouw in peri-urbaan Kinshasa (DRC).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Na een periode <strong>van</strong> transitie en burgeroorlog wordt het ontwikkelingsproces in Congo-Kinshasa in de eerste plaats gedacht <strong>van</strong>uit een<br />

heropbouw <strong>van</strong> de staatsstructuren. Tegelijk is er ondertussen een systeem <strong>van</strong> 'informeel' beleid ontstaan. Dit onderzoek focust op deze vormen<br />

<strong>van</strong> lokaal bestuur in interactie met het bestaande en nieuwe overheidsbeleid. De sectoren <strong>van</strong> onderzoek zijn lager onderwijs en urbane landbouw.<br />

Organisaties:<br />

• Armoede en welzijn als kenmerk <strong>van</strong> lokale institutionele processen<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom De Herdt<br />

Informele zorg voor volwassenen doorheen de tijd: hoe en waarom informele zorgconfiguraties wijzigen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In de context <strong>van</strong> de veroudering <strong>van</strong> de bevolking is de kennis <strong>van</strong> de dynamiek en beperkingen <strong>van</strong> informele zorg cruciall met het oog<br />

op de orientatie <strong>van</strong> sociaal beleid voor ourderen in de toekomst. Het project analyseert de factoren <strong>van</strong> verandering en stabilitiet in de informlele<br />

zorgvoor bejaarden. Er worden tween longitudinale datasets gebruikt: PSBH (Panel Study of Belgian Households) and SHARE (Survey on Health,<br />

Ageing and Retiremtent in Europes). Het onderzoek is een dynamische analyse ven informele zorg over tde tijd in Belgie. Er wordt gebruik gemaakt<br />

<strong>van</strong> de life course benadering met een sterk accent op de methodologie diegeschikt is om deze longitudinale datasets op een geschikte wijze te<br />

analyseren.<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Jacques Billiet<br />

Infrastructuur als stedenbouwkundig concept<br />

K.U.Leuven


Abstract: Het doctoraatsonderzoek <strong>van</strong> Greet De Block ambieert de geschiedenis <strong>van</strong> de Belgische verstedelijking aan te vullen, door ze <strong>van</strong>uit de<br />

planning <strong>van</strong> infrastructuurnetwerken te belichten. Technologische systemen worden als maatschappelijk bepaalde en sturende objecten<br />

beschouwd, waardoor zowel de gepostuleerde oppositie infrastructuur-stedenbouw en stad-platteland wordt aangevochten.De Westerse<br />

historiografie achterna, stelt de Belgische geschiedschrijving de stad centraal. Omvattende ruimtelijke concepten over stadsontwikkeling en<br />

annexatie <strong>van</strong> gehuchten door concentrische uitbreiding die middels politieke en sociaal-economische invloed doorgang hebben gevonden, vormen<br />

hét verklaringsmechanisme voor de ruimtelijke structuur <strong>van</strong> het territorium. Deze benadering doet echter geen recht aan de diffuse verstedelijking<br />

die België kenmerkt. Reeds in de pre-moderne periode was er spraken <strong>van</strong> een stedelijk tussenvorm die voorbij gaat aan de conventionele<br />

classificatie stad-platteland. In tegenste<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Meulder<br />

• Marcel Smets<br />

Infrastructuur als Stedenbouwkundig Concept.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het onderzoek <strong>van</strong> Maarten Van Acker traceert het regionaal infrastructuurontwerp als een armatuur <strong>van</strong> het Belgische verstedelijkte<br />

landschap. Het project beschouwt transportinfrastructuur als een stedenbouwkundig concept en hoopt zo de stedenbouwkundige geschiedenis aan<br />

te vullen en inzicht te verwerven in de structurerende potenties <strong>van</strong> het infrastructuurproject op verschillende schaalniveaus. Wanneer verwordt een<br />

infrastructuurproject meer dan een louter technisch instrument om mensen of goederente vervoeren en wanneer kan het beschouwd worden als<br />

een inclusief stedenbouwkundig project? Deze inclusiviteit wordt geanalyseerd op verschillende niveaus, door een combinatie <strong>van</strong><br />

literatuuronderzoek en cartografische interpretatie. Enerzijds probeert de studie na te gaan in welke matehet infrastructuurproject onderdeel maakt<br />

<strong>van</strong> een ruimere (al dan niet impliciete) verstedelijkingsstrategie. Door het in kaart brengen <strong>van</strong> de politieke, economische en ruimtelijke motieven<br />

die aan de basis <strong>van</strong><br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Meulder<br />

• Marcel Smets<br />

In goede en slechte tijden? Het effect <strong>van</strong> optimisme op besluitvorming<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Dit project onderzoekt het effect <strong>van</strong> dispositioneel optimisme in besluitvorming. Drie onderzoeksvragen zullen bekeken worden. Ten<br />

eerste wordt nagegaan of optimisten meer op hun intuïtie vertrouwen in complexe keuzesituaties. Vervolgens zal ik onderzoeken of het verhoogde<br />

gevoel <strong>van</strong> controle dat optimisten ervaren zal leiden tot sub-optimale keuze-uitkomsten in gokspelen. Ten slotte wordt optimisme in service<br />

marketing onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Mario Pandelaere<br />

InGRID - Inclusive Growth Researche Infrastructure Distribution.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• HIVA-OG Arbeid en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Guy Van Gyes<br />

Inheemse Rechtssystemen in Ecuador en hun verenigbaarheid met internationaal erkende mensenrechtenstandaarden.<br />

Universiteit Gent<br />

Abstract: Het project onderzoekt de accomodation <strong>van</strong> inheems recht binnen het rehtsstelsel <strong>van</strong> Ecuador en de internationale<br />

mensenrechtenstandaarden, met focus op de rechten in verband met voorhechtenis, het eerlijk proces en traditionele/inheemse straffen, en<br />

bevoegdheidsconflicten tussen inheemse en nationale overheden. Het onderzoek draagt bij tot het debat over de noodzaak <strong>van</strong> een Coördinatiewet<br />

die de coëxistentie <strong>van</strong> verschillende rechtssystemen toelaat.<br />

Organisaties:<br />

• Vakgroep Publiek recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Vande Lanotte<br />

• Yves Haeck<br />

Inhoudelijke validering <strong>van</strong> een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Inhoudelijke validering <strong>van</strong> een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.<br />

Organisaties:<br />

• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Petegem<br />

• Jan Vanhoof<br />

Inhoudelijke verwerking <strong>van</strong> de resultaten uit de campagne "kleurrijk Vlaanderen - mobiliteit".<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Van 12 maart tot 9 april 2002 organiseerde de Vlaamse Gemeenschap in het kader <strong>van</strong> het project Kleurrijk Vlaanderen een schriftelijk<br />

spontaan respons onderzoek bij de Vlamingen. Via brochures, kranten en het internet werd een enquête verspreid, waarbij aan de hand <strong>van</strong> 14<br />

stellingen gevraagd werd hoe de mobiliteit er op langere termijn moet uitzien. Deze stellingen werden ondergebracht in 4 rubrieken<br />

maatschappelijke knelpunten of conflict-haarden: (1) Flexibiliteit of rigiditeit?; (2) Toenemende druk of verplaatsingscomfort en leefbaarheid?; (3)<br />

Gelijke rechten op de weg ?; (4) Responsabilisering of sturing <strong>van</strong> gedrag? Op elke stelling die voorgelegd werd kom men reageren met akkoord of<br />

niet akkoord en telkens ook argumenteren waarom. Aan de onderzoeksgroep TOR <strong>van</strong> de VUB werd gevraagd een overzicht te geven <strong>van</strong> de<br />

reacties die zijn voortgekomen uit de campagne Kleurrijk Vlaanderen Mobiliteit en een wetenschappelijke reflectie op de ont<strong>van</strong>gen reacties.<br />

Daarbij werden de binnengekomen reacties geïnventariseerd; een overzicht gemaakt <strong>van</strong> het geheel <strong>van</strong> reacties met het oog op een presentatie


op de slotconferentie; en wetenschappelijke reflectie bij dit materiaal met presentatie op de slotconferentie.<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• IGNACE GLORIEUX<br />

• MAARTEN MOENS<br />

• JOERI MINNEN<br />

• Leen VAN THIELEN<br />

• Jessie VANDEWEYER<br />

Inhoudelijk nazien en aanvullen <strong>van</strong> de bronverwijzingen <strong>van</strong> een publicatie i.v.m. een internationale workshop<br />

betreffende de normativiteit <strong>van</strong> recht.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het inhoudelijk nazien en aanvullen <strong>van</strong> de bronverwijzingen in het manuscript <strong>van</strong> een wetenschappelijke publicatie die de neerslag<br />

vormt <strong>van</strong> een internationale workshop over de normativiteit <strong>van</strong> recht en het inpassen <strong>van</strong> dit manuscript in de "style sheet" <strong>van</strong> een<br />

wetenschappelijke uitgeverij.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Georgios Pavlakos<br />

Inkomensongelijkheid en sociale segmentatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het voorgestelde onderzoek wil het problematisch karakter <strong>van</strong> inkomensongelijkheid in de huidige, postindustriële samenleving nagaan.<br />

De kernvraag daarbij is hoe de absolute en relatieve inkomenspositie zich <strong>van</strong>daag verhoudt met sociale sigmentatie. Meer specifiek willen we<br />

achterhalen in welke mate inkomen en inkomensongelijkheid de algemene sociale ongelijkheid in de postindustriële samenleving bepaalt. De<br />

gevolgen <strong>van</strong> inkomen en inkomensverdeling voor een aantal maatschappelijke domeinen lijken <strong>van</strong>daag immers minder éénduidig dan in het<br />

verleden. Enerzijds zijn er aanwijzingen dat het eens zo determinerend karakter <strong>van</strong> de inkomensvariabele is afgenomen terwijl er anderzijds<br />

indicaties zijn dat de relatieve inkomenspositie (dus ongelijkheid) nog steeds een cruciale factor is in het verklaren <strong>van</strong> sociale ongelijkheden op<br />

breed maatschappelijk vlak.<br />

Organisaties:<br />

• CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bea Cantillon<br />

• Godelieve De Lathouwer<br />

• Cornelius Van den Bosch

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!