Van A naar B Het rijkssnelwegennet - 010 Publishers
Van A naar B Het rijkssnelwegennet - 010 Publishers
Van A naar B Het rijkssnelwegennet - 010 Publishers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
pag. 1: <strong>Van</strong> A <strong>naar</strong> B / pag. 2: Exactitudes in MoMa / pag. 3: Goed in<br />
Vorm / pag. 4: Boeken en architectuur, Unpublished oıo / pag. 5: De<br />
Vinex Atlas / pag. 6: Moeilijk doen / pag. 7: Ondertussen bij oıo / pag.<br />
8: How They Work, Groeten uit Europa / pag. 9: Ruimte en leren /<br />
pag. 10: Daar komt China / pag. 11: Le Corbusier / pag. 12: Puzzel<br />
<strong>Van</strong> A <strong>naar</strong> B<br />
<strong>Het</strong> <strong>rijkssnelwegennet</strong><br />
Wilfried van Winden<br />
De snelwegen, of beter het netwerk<br />
van snelwegen, is het grootste<br />
bouwproject in den lande. Er<br />
wordt heel veel geld aan besteed.<br />
Tegelijkertijd is het iets heel alledaags.<br />
Vrijwel niemand realiseert<br />
zich dat snelwegen zijn ontworpen<br />
en bedacht, en dat al vanaf<br />
1920 sinds het eerste Nederlandsche<br />
Wegencongres! Dat er aan<br />
het ontwerp niet alleen ideeën ten<br />
grondslag liggen over hoe je een<br />
snelweg veilig en goed maakt, maar<br />
ook hoe een mooie snelweg eruit<br />
ziet. Dat er ingenieurs in een bouwkeet<br />
maquettes zitten te bouwen<br />
om de lijnvoering en glooiingen en<br />
bochten in de weg te bestuderen.<br />
Mijn fascinatie voor grote landschapsarchitectonische<br />
objecten<br />
is eind jaren zeventig begonnen.<br />
Als student-assistent landschapsarchitectuur<br />
aan de faculteit Bouwkunde<br />
van de (toen nog) Technische<br />
Hogeschool Delft hebben<br />
we een studie gedaan <strong>naar</strong> Italiaanse<br />
renaissance- en barokvilla’s.<br />
<strong>Het</strong> ging ons om de samenhang<br />
tussen villa en tuin en hoe het<br />
geheel landschappelijk is geënsceneerd.<br />
Daarna hebben we grotere<br />
projecten onderzocht, onder andere<br />
de Hollandse Waterlinie en uiteindelijk<br />
kwamen we uit bij de<br />
Duitse Autobahnen. We ontdekten<br />
dat er sprake was van stroken<br />
aan weerszijden van de Autobahn,<br />
die ‘Pücklerstreifen’ werden<br />
genoemd.<br />
Hermann Fürst von Pückler-<br />
Muskau was de grondlegger van<br />
wat men de Duitse landschapsarchitectuur<br />
kan noemen. Hij ontwierp<br />
twee grote parken: in Branitz<br />
en Bad-Muskau, beide gekenmerkt<br />
door forse boomgroepen<br />
en een bijzondere lichtval. Met de<br />
Pücklerstreifen wordt voor de<br />
automobilist de illusie van het<br />
Duitse woud opgeroepen.<br />
Samen met Willem Heesen heb ik<br />
begin jaren tachtig alle Duitse<br />
Autobahnen bereden. Een tamelijk<br />
helse maar ook inspirerende<br />
onderneming. We hebben vier weken<br />
lang over de snelweg geraasd<br />
door voormalig West- en Oost-<br />
Duitsland. Vergeten delen in ondermeer<br />
Polen en Kaliningrad hebben<br />
we later opgespoord. Over de<br />
Duitse Autobahnen hebben we<br />
medio jaren tachtig enkele multimediashows<br />
gehouden waarin de<br />
verbinding werd gelegd tussen de<br />
Duitse romantiek en de Reichs-<br />
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 1<br />
oıo-krant<br />
UITGEVERIJ VOORJAAR 2008<br />
autobahnen van Fritz Todt.<br />
<strong>Het</strong> is met name Dirk Sijmons die<br />
mij heeft aangemoedigd ook eens<br />
de Nederlandse snelwegen te bestuderen.<br />
Aanvankelijk zou ik dit<br />
met Peter de Zeeuw gaan doen,<br />
die toen plotseling kwam te overlijden,<br />
een dag voor de oprichting<br />
van de Stichting Via. In dezelfde<br />
periode ontmoette ik Wim Nijenhuis<br />
op de excursie L’ Europe à<br />
Grande Vitesse. In het gelijknamige<br />
boek uit 1996 heb ik samen<br />
met hem een essay geschreven over<br />
de eigenschappen van moderne<br />
infrastructurele netwerken onder<br />
de titel ‘Een postmoderne Hemelvaart’.<br />
Die samenwerking beviel<br />
zo goed dat ik hem gevraagd heb<br />
samen de studie <strong>naar</strong> het Nederlandse<br />
snelwegennet te verrichten.<br />
De werktitel was destijds ‘<strong>Het</strong><br />
stromenlandschap’. Kernvraag was<br />
te bezien welke esthetische principes<br />
aan het ontwerp ten grondslag<br />
liggen. Ik had toen al kennisgemaakt<br />
met het werk van de<br />
ingenieur K. Huizinga en wist dat<br />
er wel degelijk een esthetische traditie<br />
in het ontwerp moest zijn.<br />
Alleen was deze niet eerder systematisch<br />
onderzocht en opgeschreven.<br />
Gaandeweg kwamen we tot de<br />
ontdekking dat er eigenlijk drie<br />
principes zijn te onderscheiden: de<br />
ruimtelijk beeldende benadering,<br />
de autonome benadering en de<br />
snelweg in de stad, die we de<br />
‘diabolische snelweg’ hebben genoemd.<br />
<strong>Van</strong> deze drie benaderingen<br />
hebben we verschillende voorbeelden<br />
onderzocht en in het boek<br />
opgenomen. <strong>Het</strong> meest frappant<br />
was dat de stedelijke snelwegen<br />
door de ingenieurs die we hebben<br />
geïnterviewd werden beschreven in<br />
termen van mislukking en ongeval:<br />
te krap om een mooi landschappelijke<br />
aanleg te realiseren.<br />
Terwijl <strong>naar</strong> onze mening de afwisseling<br />
tussen de rustige en groene<br />
weg met de hectische stedelijke<br />
weg juist boeiend kan zijn. De<br />
Parijse Boulevard Périphérique is<br />
zo’n helse machine van grootstedelijke<br />
ervaring. In Nederland kennen<br />
we de ringwegen rond onze<br />
grote steden, bijvoorbeeld de A10<br />
in Amsterdam en de A20 van<br />
Rotterdam-Noord met het Kleinpolderplein,<br />
het eerste knooppunt<br />
in Nederland met fly-overs in vier<br />
verdiepingen.<br />
De diabolische snelweg is een<br />
hardcore parcours van te krappe<br />
bochten, steile viaducten, verbouwingen<br />
en tunnels. In de grootstedelijke<br />
ervaring en de ervaring<br />
van het snellen zelf schuilt natuurlijk<br />
ook een culturele en poëtische<br />
fascinatie die in het boek<br />
ruimschoots aan bod komt.<br />
De diabolische snelweg. Over de<br />
traditie van de mooie weg in het<br />
Nederlandse landschap en het<br />
verlangen <strong>naar</strong> de schitterende<br />
snelweg in de grote stad<br />
Wim Nijenhuis, Wilfried van Winden<br />
/ ontwerp Joost Grootens /<br />
Nederlands / december 2007 /<br />
ISBN 978 90 6450 590 4 / € 39,50<br />
'Bijzonder overtuigend.'<br />
Architectenweb Magazine<br />
'Dit boek dwingt respect af.'<br />
De Ingenieur<br />
<strong>Het</strong> favoriete<br />
oıo-boek van:<br />
Minister Vogelaar voor Wonen,<br />
Wijken en Integratie<br />
Ik lees het liefst romans en gedichtenbundels.<br />
Voor romans kijk ik wat<br />
recent is uitgegeven. Mijn favoriete<br />
dichters zijn Vasalis, Marsman en<br />
Slauerhof. Maar ook modernere<br />
dichters kan ik wel waarderen. <strong>Het</strong><br />
grote voordeel van gedichten lezen<br />
is dat je er niet veel tijd voor nodig<br />
hebt. Ook na een lange werkdag<br />
kun je nog even een gedicht lezen.<br />
Of voorlezen. Romans lees ik vooral<br />
in de vakantie. Maar dan gaat er<br />
ook een flinke stapel mee. <strong>Van</strong> Uitgeverij<br />
oıo vind ik Transformatie van<br />
kantoorgebouwen erg interessant. Ik<br />
denk dat er in leegstaande kantoorgebouwen<br />
nog veel onbenutte kansen<br />
schuilen voor woningbouw. In<br />
het boek staan hiervoor veel inspirerende<br />
ideeën. We willen meer binnenstedelijk<br />
bouwen. Om het spaarzame<br />
groen te behouden en verrommeling<br />
van het landschap tegen te<br />
gaan. Zo’n twintig tot veertig<br />
procent van de bouw zou binnenstedelijk<br />
moeten zijn. Dat kan door<br />
herstructurering van gebieden, door<br />
gebruik te maken van oude bedrijfsterreinen,<br />
maar ook door bestaande<br />
kantoorgebouwen om te zetten in<br />
woningen. Natuurlijk zijn niet alle<br />
kantoorgebouwen geschikt voor<br />
woningbouw. De locatie kan bijvoorbeeld<br />
niet goed zijn. De voorbeelden<br />
in het boek zijn heel interessant.<br />
Er staan ook voorbeelden in<br />
van hele gebieden die getransformeerd<br />
zijn. Eén zo’n gebied is dat<br />
van de oude veeartsenijfaculteit in<br />
Utrecht. Ik woon daar dichtbij. <strong>Het</strong><br />
is een vrij groot gebied dat ooit aan<br />
de rand van de stad lag, maar nu in<br />
het centrum. De universiteit is verhuisd<br />
en het gebied is helemaal<br />
opnieuw ontwikkeld; het is echt een<br />
juweel. Er zijn niet zomaar woningen<br />
gebouwd. Er is ook nagedacht<br />
over de sociale functie. Hoe zorg je<br />
ervoor dat zo’n gebied sociaal aantrekkelijk<br />
wordt? Dat mensen er<br />
willen wonen, zich kunnen identificeren<br />
met hun woonomgeving, er<br />
trots op kunnen zijn? Daar zijn gemeenten<br />
en woningcorporaties natuurlijk<br />
ook <strong>naar</strong> op zoek bij de aanpak<br />
van de veertig aandachtwijken.<br />
In het gebied van de oude veeartsenijfaculteit<br />
is dat heel goed gelukt.<br />
Transformatie van kantoorgebouwen.<br />
Thema’s, actoren, instrumenten en<br />
projecten<br />
Theo van der Voordt (red.)/ ontwerp<br />
Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Nederlands / januari 2007 / ISBN 978<br />
90 6450 624 6 / € 34,50
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 2<br />
Exactitudes in MoMa<br />
<strong>Van</strong> Argentinië tot de Verenigde<br />
Staten: al ruim twintig jaar regelt<br />
Idea Books dat oıo-boeken wereldwijd<br />
verkrijgbaar zijn in boekhandels<br />
en museumwinkels. <strong>Het</strong> hoofdkantoor<br />
in Amsterdam voorziet<br />
lokale vertegenwoordigers van boeken<br />
en van informatie. En zo kan<br />
het gebeuren dat je een aantal oıoboeken<br />
tegenkomt in het MoMa.<br />
Of in Taipei bij een van de grootste<br />
Aziatische boekhandelketens<br />
Page One, bij kunstboekhandel<br />
Walther König in Keulen of Centre<br />
Pompidou in Parijs. Maar hoe<br />
breng je een boek van een Nederlandse<br />
uitgever eigenlijk op de<br />
Aziatische markt, of op de Amerikaanse?<br />
Is Nederlandse architectuur<br />
eigenlijk nog wel 'hot' in de<br />
VS? En leest men in Japan eigenlijk<br />
nog wel boeken? De vertegenwoordigers<br />
uit de VS, Japan en<br />
Duitsland vertellen over hun werk<br />
en over de boekenmarkt in hun<br />
land.<br />
Julie Onishi-Voice, Idea Books,<br />
vertegenwoordiger oıo in Azië<br />
Als vertegenwoordiger zorg ik dat<br />
boekhandels in Japan, Taiwan,<br />
Korea en Singapore geïnformeerd<br />
worden over de boeken van oıo.<br />
Ik reis dus veel om deze winkels te<br />
bezoeken. Ik ga niet <strong>naar</strong> China,<br />
dat doet een collega van mij. oıoboeken<br />
liggen vooral in de gespecialiseerde<br />
boekhandels. In de<br />
Aziatische landen is vooral sprake<br />
van een enorme beeldcultuur,<br />
vooral in Japan houdt men sterk<br />
van visuele boeken, van modetijdschriften<br />
en van boeken waaruit<br />
men inspiratie op kan doen, met<br />
heel veel afbeeldingen. Boeken<br />
over grafische vormgevers zoals<br />
Sandberg, designer and director of<br />
the Stedelijk en Otto Treumann.<br />
Graphic Design in the Netherlands<br />
verkopen goed in Azië. En dan<br />
mag de tekst ook gewoon in het<br />
Nederlands zijn, dat maakt niet<br />
uit, de Aziaten lezen weinig en<br />
bekijken vooral de afbeeldingen.<br />
Een boek als de Metropolitan World<br />
Atlas, die heel grafisch is, is dan<br />
ook een groot succes hier. Theoretische<br />
boeken en academische<br />
onderwerpen zijn moeilijker aan de<br />
man te brengen. <strong>Het</strong> is ook grappig<br />
om te zien dat Taiwan altijd<br />
de Japanse trends volgt, met name<br />
uit Tokyo. Korea is wat dat betreft<br />
veel conservatiever, terwijl Singapore<br />
en Hongkong juist weer wat<br />
kosmopolitischer en relaxter zijn.<br />
Kurt Salchli, Idea Books,<br />
vertegenwoordiger oıo in<br />
Duitsland en Oostenrijk<br />
Ik werk al meer dan tien jaar voor<br />
oıo via Idea Books in Amsterdam.<br />
Als vertegenwoordiger van Idea<br />
Books werk ik ook voor andere<br />
internationale architectuuruitgevers.<br />
Verder vertegenwoordig ik een<br />
aantal Duitse uitgevers; dat maakt<br />
het gemakkelijker om de boekwinkels<br />
hier binnen te kunnen komen.<br />
Ik bezoek boekwinkels, museumwinkels<br />
maar ook design- en<br />
modewinkels in Duitsland en<br />
Oostenrijk. Ik reis nog steeds met<br />
heel veel dozen met boeken erin.<br />
Duitse boekhandelaren zien de<br />
boeken graag in het echt en zij<br />
bestellen ook meer als ze de boeken<br />
kunnen bekijken. Sommige<br />
boekverkopers werken met e-mail<br />
en internet, maar veel van de boekwinkels<br />
die ik bezoek zijn nog<br />
ouderwets en hebben hun informatie<br />
liever per post of fax. De meeste<br />
wachten ook met bestellen tot ik ze<br />
heb bezocht, en dat is meestal twee<br />
keer per jaar. In Duitsland willen<br />
de boekwinkels architectuurboeken<br />
met veel beeld, foto's,<br />
tekeningen. Theorieboeken zijn<br />
lastig, boekwinkels zeggen vaak<br />
dat architecten architectuurboeken<br />
niet echt lezen, dat ze meer visuele<br />
informatie willen. Gelukkig zijn er<br />
ook winkels die tegen deze trend in<br />
werken en die theorieboeken wel in<br />
hun assortiment opnemen. Nederlandse<br />
architectuur was hier in het<br />
verleden heel populair, maar de<br />
interesse loopt wat terug. Monografieën<br />
over een architect zijn<br />
gemakkelijker te verkopen dan boeken<br />
over verschillende architecten.<br />
Stedenbouw en landschapsarchitectuur<br />
verkopen momenteel goed.<br />
Ook Nederlandstalige boeken zijn<br />
lastig; met Engels hebben Duitse<br />
boekverkopers (en dan bedoel ik<br />
de gespecialiseerde) minder problemen,<br />
en het is natuurlijk zo dat<br />
architecten gemakkelijk Engels<br />
lezen, als ze tenminste lezen... De<br />
meeste oıo-boeken verkoop ik via<br />
deze gespecialiseerde boekhandels.<br />
Gelukkig zijn er daar in Duitsland<br />
en Oostenrijk nog heel veel van.<br />
Volgens mij veel meer dan in andere<br />
landen. Elke grote stad in<br />
Duitsland en Oostenrijk heeft, en<br />
dat is heel bijzonder, nog een of<br />
meer van deze gespecialiseerde<br />
boekwinkels.<br />
Phillip Galgiani, Idea Books,<br />
vertegenwoordiger oıo in de VS<br />
In 1985 woonde ik in Amsterdam<br />
en moest ik geld verdienen<br />
om <strong>naar</strong> de VS te reizen. Ik nam<br />
een paar fotografieboeken van<br />
Idea Books mee en heb er daar veel<br />
van verkocht. Fotografie was toen<br />
erg in de mode maar er was nog<br />
geen goed distributiekanaal. Zeven<br />
jaar later verhuisde ik <strong>naar</strong> New<br />
York en werd daar de vertegenwoordiger<br />
van Idea Books. In de<br />
loop van de tijd ben ik me gaan<br />
specialiseren in kunst-, architectuur-<br />
en designuitgevers zoals oıo.<br />
Ik werk met gespecialiseerde winkels<br />
en museumwinkels, enkele algemene<br />
winkels en sinds een tijdje<br />
ook met de grote boekhandelsketen<br />
Barnes & Noble en met Amazon<br />
natuurlijk. De meeste contacten<br />
gaan per e-mail en telefoon. Een<br />
keer per jaar staan wij met een<br />
stand op de BookExpo America,<br />
de grootste Engelstalige boekenbeurs<br />
ter wereld. Veel inkopers uit<br />
de omgeving van New York komen<br />
bij mij langs en ik heb een agent<br />
aan de Westkust die daar de winkels<br />
bezoekt. Inkopers krijgen<br />
heel veel verschillende titels aangeboden<br />
en het is voor de boek-<br />
handel het gemakkelijkst om bij de<br />
bekende namen te blijven. Dus voor<br />
boeken die minder mainstream<br />
zijn, zoals die van oıo, is het<br />
moeilijker om ertussen te komen.<br />
Daarom probeer ik altijd eerst<br />
een goede relatie met de inkopers<br />
op te bouwen en het ze zo makkelijk<br />
mogelijk te maken. Momenteel<br />
is de markt voor architectuur<br />
en design erg sterk. Volgens mij<br />
ook omdat deze boeken er altijd<br />
goed uitzien. Ik vraag me wel af<br />
hoeveel van de gekochte boeken<br />
ook daadwerkelijk gelezen worden.<br />
We zien ook steeds meer<br />
woon- en lifestylewinkels, zoals<br />
Paul Smith, die enkele boeken<br />
verkopen om een extra uitstraling<br />
te geven aan hun assortiment.<br />
Dit soort winkels is juist<br />
blij met boeken die niet zo breed<br />
verkrijgbaar zijn. oıo biedt een<br />
Nederlandse/Europese kijk op<br />
zaken, dat maakt het aantrekkelijk<br />
voor de Amerikaanse markt.<br />
Maar het werkt alleen voor zaken<br />
die op de Amerikaanse situatie<br />
van toepassing zijn. Landschapsarchitectuur,<br />
architectuur, grafische<br />
vormgeving en sociale huisvesting<br />
zijn onderwerpen die men<br />
erg interessant vindt momenteel.<br />
De trend verschuift van het intellectuele<br />
meer <strong>naar</strong> het visuele.<br />
Sommige oıo-boeken zoals Exactitudes<br />
en de Metropolitan World Atlas<br />
zijn heel populair en liggen in<br />
veel verschillende winkels zoals de<br />
museumwinkel van het MoMa.<br />
Dit soort boeken hebben we in<br />
grote voorraden in onze magazijnen<br />
in de VS liggen. Zo zijn ze gemakkelijk<br />
te bestellen voor onze klanten<br />
zonder lange levertijden. Deze<br />
strategie is ook vereist om een boek<br />
op de site van Amazon te kunnen<br />
laten opnemen.<br />
Exactitudes<br />
Ari Versluis, Ellie Uyttenbroek /<br />
ontwerp 75B / Engels / december<br />
2007 / ISBN 978 90 6450 636 9 /<br />
€ 32,50<br />
- Best verzorgd boek 2002<br />
Metropolitan World Atlas<br />
Arjen van Susteren / ontwerp Joost<br />
Grootens / Engels / juli 2007 /<br />
ISBN 978 90 6450 548 5 / € 39,50<br />
- red dot award: grand prix 2006<br />
- Gouden medaille ‘Schönste<br />
Bücher aus aller Welt’ 2006<br />
- Best verzorgd boek 2005<br />
- Nederlandse Designprijs<br />
(categorie grafisch ontwerpen) 2006<br />
Otto Treumann. Graphic Design in<br />
the Netherlands<br />
Toon Lauwen / ontwerp Irma Boom<br />
/ Engels / juni 2001 / ISBN 978 90<br />
6450 312 2 / van € 32,50 voor € 16,50<br />
Nederlandse editie: Otto Treumann.<br />
Grafisch ontwerpen in Nederland /<br />
ISBN 978 90 6450 311 7 / uitverkocht<br />
Sandberg, vormgever van het<br />
Stedelijk<br />
Ad Petersen / ontwerp Jan van<br />
Toorn / Nederlands / september<br />
2004/ ISBN 978 90 6450 463 1 / van<br />
€ 37,50 voor € 16,50<br />
Best verzorgd boek 2004<br />
Engelse editie: Sandberg, designer<br />
and director of the Stedelijk /<br />
ISBN 978 90 6450 481 5 / uitverkocht
Goed in Vorm:<br />
honderd jaar ontwerpen<br />
in Nederland<br />
Dutch Design Culture<br />
Mienke Simon Thomas<br />
Vier jaar geleden kreeg ik van uitgeverij<br />
Reaktion Books in<br />
Londen het verzoek een boek te<br />
schrijven over een eeuw design in<br />
Nederland. Vrijwel meteen heb ik<br />
enthousiast positief gereageerd.<br />
Vooral het gegeven dat Reaktion<br />
Books met zijn nieuwe reeks –<br />
waar dit boek in zou verschijnen<br />
– de vormgevingscultuur in diverse<br />
Europese landen centraal wilde<br />
stellen en verder wilde kijken dan<br />
louter de producten en de ontwerpers,<br />
leek mij nuttig en uitdagend.<br />
Dat het een Engelstalige publicatie<br />
zou gaan worden, en daarmee<br />
een van de eerste die dit specifieke<br />
gebied van de Nederlandse cultuur<br />
voor de buitenlandse markt<br />
zou ontsluiten, was daarbij wel<br />
extra aantrekkelijk. Al vrij snel<br />
na het ondertekenen van het<br />
contract met de Britse uitgeverij<br />
bleek dat Uitgeverij oıo ook<br />
belangstelling had voor het project.<br />
<strong>Het</strong> contact met Reaktion<br />
Books was daarna snel gelegd.<br />
Nu werd ik geconfronteerd met<br />
een nog spannender uitdaging:<br />
een leesbaar boek over een eeuw<br />
Nederlandse ontwerpcultuur voor<br />
zowel de totaal onwetende buitenlandse<br />
lezer als de beter ingevoerde<br />
en bovendien vaak kritische<br />
Nederlandse geïnteresseerde.<br />
Een eeuw ontwerpcultuur samenvatten<br />
in een boek van bescheiden<br />
omvang is geen peulenschil. Maar<br />
omdat ik al ongeveer vijfentwintig<br />
jaar op dit terrein actief ben<br />
als onderzoekster, schrijfster en<br />
conservator, had ik toch wel het<br />
oıo feliciteert<br />
vormgever<br />
Piet Gerards<br />
met zijn<br />
honderdste<br />
oıo-boek:<br />
gevoel dat de opdracht haalbaar<br />
was. Hoewel mijn specialisatie<br />
meer ligt in het begin van de<br />
eeuw, had ik van 1972 tot 1976<br />
wel de Design Academy (toen<br />
Academie voor Industriële Vormgeving)<br />
in Eindhoven bezocht en<br />
sedertdien alle nieuwe ontwikkelingen<br />
min of meer gevolgd. Op<br />
basis van deze kennis en ervaring<br />
begon ik de laatste jaren steeds<br />
vaker interessante verbanden of<br />
juist opmerkelijke, braakliggende<br />
terreinen te ontwaren. Mijn denkbeelden<br />
over de vormgevingsgeschiedenis<br />
waren bovendien in de<br />
loop van de jaren onmiskenbaar<br />
veranderd. Met een eigen boek<br />
zou ik de mogelijkheid krijgen om<br />
hier iets van <strong>naar</strong> voren te brengen.<br />
Die veranderingen hebben te<br />
maken met een groeiende onvrede<br />
over de manier waarop het vak<br />
wordt uitgeoefend. Ik schroom een<br />
beetje dit te zeggen, maar kunsthistorici<br />
zijn niet alleen soms<br />
gemankeerde kunste<strong>naar</strong>s (‘artistes<br />
manqués’), maar ook wel eens<br />
gemankeerde historici. Onze oogkleppen<br />
zijn niet zelden wel erg<br />
strak aangespannen. Wanneer het<br />
gaat om de geschiedenis van de<br />
industriële vormgeving dan is een<br />
ruimdenkendheid toch wel een<br />
eerste vereiste. Om een fenomeen<br />
dat zo zeer is ingebed in het sociale<br />
en economische leven te<br />
beschrijven moet je, denk ik, veel<br />
meer aspecten van de tijd in<br />
ogenschouw nemen en kritischer<br />
omgaan met de bronnen dan we<br />
dat tot nu toe deden. Zo is de<br />
geschiedenis van de kunstnijverheid<br />
en de vormgeving in de eer-<br />
Amerikaanse dromen. Frank Lloyd Wright en Nederland<br />
Herman van Bergeijk / Nederlands / april 2008 / ISBN 978 90 6450 593 5 /<br />
€ 24,50<br />
ste helft van de twintigste eeuw<br />
nu al jaren een zichzelf repeterend<br />
verhaal: wéér die ‘rationele<br />
geometrische typisch Nederlandse<br />
Nieuwe Kunst’ versus de ‘internationale,<br />
curvilineaire art nouveau’,<br />
wéér de verondersteld cruciale rol<br />
van Berlage, wéér het verhaal van<br />
de glasfabriek Leerdam. Maar ook<br />
in de tweede helft van de eeuw<br />
lijkt een aantal onderwerpen een<br />
onevenredig grote aandacht te<br />
hebben gekregen. Waarom steeds<br />
maar weer de heroïsche verhalen<br />
over de grafisch ontwerpers van<br />
de GKf (Vereniging van Beoefe<strong>naar</strong>s<br />
der Gebonden Kunsten) en<br />
zo zelden iets over de VRI (Vereniging<br />
van Reclameontwerpers en<br />
Illustratoren)? Tenslotte is daar<br />
de in mijn ogen soms overdreven<br />
aandacht voor het conceptuele<br />
Dutch Design. Ik zet vraagtekens<br />
bij de overmatige financiële steun<br />
en media-aandacht voor een fenomeen<br />
dat bij mij toch heel geregeld<br />
associaties met de nieuwe<br />
kleren van de keizer oproept. Wat<br />
is er toch tegen een ontwerper die<br />
gewoon zijn werk goed doet en in<br />
eerste instantie aan de gebruiker<br />
van zijn product denkt, in tweede<br />
instantie aan de producent daarvan<br />
en pas in laatste instantie aan<br />
zichzelf, in plaats van andersom?<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
Mijn belangrijkste doelstelling<br />
was daarom aandacht te vragen<br />
voor het fenomeen vormgeving<br />
over de volle breedte en niet uitsluitend<br />
voor het elitaire en tegelijk<br />
vaak autonome ontwerp.<br />
Om grip op de overweldigende<br />
hoeveelheid materiaal te kunnen<br />
krijgen bedacht ik al snel dat de<br />
vraagstelling nog wat verder toegespitst<br />
zou moeten worden: er<br />
moest immers een samenhangend<br />
verhaal verteld worden en het<br />
boek mocht zeker geen omgevallen<br />
kaartenbak worden. Aanvankelijk<br />
was het mijn plan om<br />
voor het thema ‘moralisme in de<br />
vormgeving’ te kiezen. Keer op<br />
keer was het me namelijk opgevallen<br />
dat in de Nederlandse ontwerptheorie<br />
de ethiek en de esthetiek<br />
elkaar geregeld overlappen.<br />
Mooi en lelijk zijn hier snel synoniem<br />
met goed en kwaad. <strong>Het</strong><br />
belerende opgestoken vingertje,<br />
het opvoedende en het wereldverbeterende<br />
lijken mij nogal typisch<br />
Nederlands te zijn. In de eerste<br />
opzet voor het boek was dit de<br />
rode draad. In tweede instantie<br />
bleek dit te beperkt want het werd<br />
hierdoor onmogelijk een aantal<br />
andere, toch ook essentiële onderwerpen<br />
aan de orde te stellen.<br />
Daarom ben ik gaan zoeken <strong>naar</strong><br />
<strong>Het</strong> favoriete oıo-boek van:<br />
Jan van Toorn, ontwerper<br />
Ik lees graag geschiedenis en theorie<br />
die behalve een nuchtere belangstelling<br />
voor feiten en gebeurtenissen<br />
geïnteresseerd is in de<br />
invloed van ideeën op de culturele,<br />
sociale, economische en politieke<br />
werkelijkheid. Een paar<br />
recente voorbeelden daarvan zijn<br />
voor mij Naomi Kleins The<br />
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 3<br />
De drukte. Winy Maas (op de rug gezien) en Jacob van Rijs van MVRDV<br />
wachten tot de bespreking met uitgever Hans Oldewarris en Renny<br />
Ramakers van Droog Design is afgelopen. Roelof Mulder (uiterst rechts) is<br />
de vormgever van hun beider boeken: Droog Design. Spirit of the Nineties<br />
en FARMAX. Excursions on Density [9 oktober 1997]<br />
Shock Doctrine, Jonathan Israels<br />
Radical Enlightenment en Terry<br />
Eagletons After Theory, omdat ze<br />
na grondig onderzoek overtuigend<br />
laten zien hoe ingrijpend<br />
ideologische standpunten en<br />
intellectueel debat uitwerken op<br />
maatschappelijke ontwikkelingen.<br />
Behalve met mijn persoonlijke<br />
interesse voor hoe de wereld<br />
reilt en zeilt heeft die interesse van<br />
alles te maken met de benauwde<br />
intellectuele reddingscapsule waarin<br />
specialisten als communicatief<br />
ontwerpers vaak opereren. Zij<br />
hebben vaak veel te weinig aandacht<br />
voor de samenhang tussen<br />
onafhankelijk denken, de rijkdom<br />
aan uitdrukkingsvormen van het<br />
métier en de invloed van de<br />
machtsverhoudingen van de productie<br />
daarop. Mijn favoriete oıoboek<br />
in dit verband is Architecture<br />
of Instruction and Delight; a<br />
socio-historical analysis of World<br />
Exhibitions as a didactic phenomenon<br />
van Pieter van Wesemael. <strong>Het</strong><br />
is een prachtig voorbeeld van<br />
andere belangrijke issues in de<br />
Nederlandse ontwerpcultuur. Dit<br />
heeft uiteindelijk geleid tot vijf<br />
hoofdstukken waarin achtereenvolgens<br />
het ambacht, de kunst, de<br />
moraal, het beleid en het debat<br />
centraal zijn komen te staan. <strong>Het</strong><br />
zijn vijf, elkaar min of meer chronologisch<br />
opvolgende thema’s, die<br />
de mogelijkheid boden het onderwerp<br />
vanuit steeds verschillende<br />
relevante oogpunten te benaderen.<br />
Of mijn streven een nieuw en breder<br />
beeld van de ontwerpcultuur<br />
in Nederland te schetsen gelukt is<br />
weet ik niet. In ieder geval heb ik<br />
diverse aanvullingen kunnen geven<br />
en de bestaande falende aanpak<br />
kunnen signaleren. Ik heb willen<br />
wijzen op de clichématige manier<br />
waarop in veel publicaties te werk<br />
is gegaan. Hopelijk kan deze benadering<br />
een uitgangspunt vormen<br />
voor een nieuw toekomstig onderzoeksproject<br />
waarmee een evenwichtiger<br />
beeld van de vormgeving<br />
en de industriële productie geschetst<br />
kan gaan worden.<br />
Goed in vorm. Honderd jaar<br />
ontwerpen in Nederland<br />
Mienke Simon Thomas / ontwerp<br />
Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Nederlands / juni 2008 / ISBN 978<br />
90 6450 655 0 / € 24,50<br />
integrale geschiedschrijving over<br />
een springlevend massamedium<br />
van meer dan tweehonderdvijftig<br />
jaar oud. Dom genoeg heb ik het<br />
niet aangeschaft toen het uitkwam<br />
– het was al uitverkocht<br />
voordat tot me doordrong wat<br />
een bruikbaar stuk mediageschiedenis<br />
die studie is. Gelukkig kreeg<br />
ik kort geleden toch nog een<br />
exemplaar van een goeie vriendin<br />
die vond dat ik niet zonder kon.<br />
<strong>Het</strong> boek toont nog eens aan hoe<br />
belangrijk het is om de wereld niet<br />
alleen feitelijk te documenteren,<br />
maar om die eindeloze opgravingen<br />
ook sociaal productief te maken,<br />
ze te interpreteren. Immers, alleen<br />
durf en visie maken de dataoceanen<br />
bevaarbaar.<br />
Architecture of Instruction and<br />
Delight. A socio-historical analysis<br />
of World Exhibitions as a didactic<br />
phenomenon (1798-1851-1970)<br />
Pieter van Wesemael / ontwerp Piet<br />
Gerards / ISBN 978 90 6450 383 2 /<br />
uitverkocht
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 4<br />
Unpublished oıo<br />
Hans Oldewarris<br />
In 2003 verscheen ter gelegenheid<br />
van het twintigjarig bestaan van<br />
Uitgeverij oıo een boek met een<br />
uitgebreid geannoteerde fondscatalogus<br />
van alle 427 verschenen<br />
boeken. Deze fondscatalogus wordt<br />
voorafgegaan door een inleiding,<br />
waarin de geschiedenis van oıo<br />
geschetst wordt, en een uitgebreid<br />
essay van Ed Taverne en Cor<br />
Wage<strong>naar</strong> onder de titel ‘Tussen<br />
elite en massa. oıo en de opkomst<br />
van de architectuurindustrie in<br />
Nederland’.<br />
In 2008 verschijnt ter gelegenheid<br />
van het vijfentwintigjarig bestaan<br />
een aanvulling op deze fondscatalogus<br />
voor de laatste vijf jaar. Inmiddels<br />
heeft oıo circa 600 boeken<br />
uitgegeven. Voorafgaand aan deze<br />
update van publicaties wordt uitgebreid<br />
aandacht besteed aan alle<br />
boeken die we in 25 jaar tijd niet<br />
hebben uitgegeven: Unpublished oıo.<br />
Een uitgeverij kenmerkt zich vanzelfsprekend<br />
door de daadwerke-<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
lijk gepubliceerde boeken. Die<br />
geven de interessegebieden aan en<br />
bepalen de identiteit. De vele projecten<br />
en ideeën die het om welke<br />
reden dan ook niet gehaald hebben<br />
verdwijnen in de vergetelheid.<br />
Dat zijn er in ons geval minstens<br />
zo veel als de wel gerealiseerde.<br />
De redenen waarom het niet tot<br />
publicatie komt zijn velerlei: een<br />
aanvankelijk enthousiasme van<br />
de initiatiefnemers neemt af <strong>naar</strong>mate<br />
het project niet van de grond<br />
komt, de initiatiefnemers krijgen<br />
plotseling andere prioriteiten, bij<br />
een andere uitgever denkt men<br />
beter af te zijn of klikt het gewoon<br />
beter, en vooral, de financiering<br />
komt niet van de grond. Ik<br />
spreek bewust van initiatiefnemers,<br />
omdat in tegenstelling tot<br />
fictie, waarbij in bijna alle gevallen<br />
sprake is van één auteur die<br />
een manuscript wil uitgeven, bij<br />
non-fictie over het algemeen sprake<br />
is van een of meerdere initiatiefnemers<br />
voor een boek, die zelf<br />
niet per se de auteur(s) of samen-<br />
De toparchitect. Toparchitect Rem Koolhaas komt langs om het eerste<br />
maar nog niet gebonden exemplaar van S,M,L,XL te bekijken dat zojuist<br />
per express uit Milaan is ingevlogen [24 november 1995]<br />
steller(s) zijn. Die initiatiefnemers<br />
komen van buiten de uitgeverij –<br />
in ons geval zijn dat architecten,<br />
stedenbouwkundigen, ontwerpers,<br />
(architectuur)historici, fotografen,<br />
bestuurders, promovendi, studenten<br />
met een scriptie, docenten, bedrijven,<br />
(onderwijs)instellingen –<br />
maar even vaak zijn we zelf initiatiefnemer.<br />
<strong>Van</strong> die eigen initiatieven,<br />
die (nog) niet geleid hebben<br />
tot een boek, geef ik hieronder<br />
één voorbeeld: The Story of<br />
the Pool.<br />
In Unpublished oıo wordt een compleet<br />
overzicht geboden, met een<br />
korte typering van elk project en<br />
de reden waarom het uiteindelijk<br />
niet tot stand is gekomen. Wat<br />
opvalt is dat net als de wel gepubliceerde<br />
boeken ook de nietgepubliceerde<br />
projecten een uitstekend<br />
en leerzaam inzicht bieden in<br />
de onderwerpen, belangstellingen,<br />
opvattingen, thema’s, modes en<br />
agenda’s van de laatste 25 jaar.<br />
The Story of the Pool<br />
oıo heeft in de jaren tachtig van<br />
de vorige eeuw een groot aantal<br />
architectuurmodellen van twintigste-eeuwse<br />
gebouwen uitgegeven.<br />
Voorbeelden daarvan zijn<br />
Café De Unie van J.J.P. Oud en de<br />
Lenin Tribune van El Lissitzky.<br />
Rem Koolhaas schreef ik in 1984:<br />
‘Met OMA willen we graag samenwerken.<br />
Dat kan op een aantal<br />
manieren: distributie van bestaand<br />
materiaal; zeefdrukken, reeds vervaardigde<br />
publicaties van het<br />
bureau, enz. / import van reeds verschenen<br />
publicaties over OMA /<br />
Boeken en architectuur<br />
Bernard Hulsman<br />
De ex-architect Carel Weeber<br />
heeft eens gezegd dat alleen architecten<br />
over wie wordt geschreven<br />
beroemd worden. Architecten die<br />
na hun dood nog willen voortleven,<br />
moeten dus zorgen voor publiciteit.<br />
Dat kan door opvallende gebouwen,<br />
maar het is beslist ook mogelijk<br />
om als architect bekend te<br />
worden door artikelen zonder ooit<br />
iets te bouwen. <strong>Het</strong> omgekeerde -<br />
bekend worden door gebouwen<br />
waarover niet geschreven wordt - is<br />
veel moeilijker, zo niet onmogelijk.<br />
Maar een architect hoeft niet te<br />
wachten tot zijn buitenissige creaties<br />
de aandacht trekken van de<br />
architectuurtijdschriften. Beter is<br />
om zelf een boek te schrijven of te<br />
laten maken. De geschiedenis laat<br />
zien dat boeken publiceren de veiligste<br />
weg <strong>naar</strong> eeuwige roem is.<br />
<strong>Het</strong> beste bewijs hiervan is natuurlijk<br />
Vitruvius. Hij is de beroemdste<br />
architect uit de oudheid, niet omdat<br />
hij zo veel illustere gebouwen<br />
heeft ontworpen, maar omdat hij<br />
als enige een complete verhandeling<br />
over architectuur heeft nagelaten.<br />
Ook de renaissance laat zien dat<br />
architecten met boeken op hun<br />
naam het beroemdst zijn gebleven.<br />
Palladio, Scamozzi, Vignola - allemaal<br />
hebben ze boeken over architectuur<br />
geschreven. In de twintigste<br />
eeuw was het niet anders. Le<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De directeur. Ruud Brouwers, directeur van het Stimuleringsfonds voor<br />
Architectuur, komt met uitgever Peter de Winter praten over een nieuw op<br />
te starten serie monografieën van Nederlandse architecten [29 oktober<br />
1998]<br />
vervaardigen van nieuwe uitgaven<br />
van het werk van OMA; te denken<br />
valt aan een serie uitgaven<br />
waarin elke keer uitvoerig één<br />
project wordt gedocumenteerd /<br />
uitgave van het “Drijvend Zwembad”<br />
als architectuurmodel nr. 7 in<br />
een nederlandse en engelse uitgave.’<br />
<strong>Van</strong> het bestaande materiaal hebben<br />
we de zeefdruk triptiek Rotterdam<br />
gedistribueerd, geïmporteerd<br />
hebben we de uitgave OMA.<br />
Projects 1978-1981 van de Architectural<br />
Association. Maar distributie<br />
was natuurlijk niet ons doel,<br />
het zorgde er voor dat we in de<br />
begintijd toch een substantiële aanbieding<br />
konden doen bij het nog<br />
kleine aantal eigen uitgaven. <strong>Van</strong><br />
nieuwe uitgaven met Koolhaas<br />
kwam het pas in 1994 met de<br />
tweede druk van Delirious New<br />
York en in 1995 met S,M,L,XL.<br />
<strong>Het</strong> ‘Drijvend Zwembad’ heeft het<br />
Corbusier, 'dé architect van de<br />
twintigste eeuw', heeft zo'n zeventig<br />
boeken gepubliceerd en begon<br />
al met de uitgave van zijn oeuvre<br />
complète voor hij iets substantieels<br />
had gebouwd.<br />
De komst van internet heeft niets<br />
veranderd aan het belang van boeken<br />
voor architecten. Een eigen site<br />
beginnen kan tenslotte iedereen.<br />
Maar een boek maken niet, al komt<br />
dit dankzij ruimhartige subsidies<br />
van het Stimulerings fonds voor<br />
Architectuur wel binnen het bereik<br />
van steeds meer architecten. Desondanks<br />
heeft een architect als<br />
Rem Koolhaas zijn grote reputatie<br />
nog altijd voor een groot deel te<br />
danken aan de boeken die hij in de<br />
laatste decennia van de twintigste<br />
eeuw heeft gepubliceerd: Delirious<br />
New York (1978) en S,M,L,XL<br />
(1995).<br />
De Grote<br />
Fantast<br />
Hoe Theo Jansen leven schept<br />
uit elektriciteitsbuis, tie-wraps,<br />
zuigers en krukassen.<br />
'Helder en meeslepend.'<br />
de Volkskrant<br />
Theo Jansen / ontwerp Johannes<br />
Niemeijer / Nederlands / januari<br />
2008 / ISBN 978 90 6450 649 9 /<br />
€ 39,50<br />
na een aanvankelijk enthousiast<br />
begin niet verder gebracht dan<br />
een prachtig omslagontwerp van<br />
Madelon Vriesendorp met een<br />
Russische constructivist (Koolhaas!)<br />
op weg van Moskou <strong>naar</strong><br />
New York. ‘Hier ben ik nogal geïsoleerd,<br />
opgeslokt door kinderen<br />
en de “wrinkled babies” (zoals Rem<br />
ze noemt) van de AA, plus een<br />
eeuwig onaf huis etc.’, schreef<br />
Madelon vanuit Londen. <strong>Het</strong> is<br />
een van de reden waarom het<br />
boek er niet is gekomen.<br />
Unpublished oıo 1983-2008. With<br />
oıo catalogue 2003-2008<br />
160 pag. / 17 x 24 cm / gebonden /<br />
ISBN 978 90 6450 661 1 / € 19,50<br />
afbeelding:<br />
omslag Rem Koolhaas, The Story<br />
of the Pool, geïllustreerd door<br />
Madelon Vriesendorp
De Vinex Atlas<br />
<strong>Het</strong> heeft even geduurd, maar het<br />
resultaat mag er straks zijn. Wat<br />
oorspronkelijk begon met het<br />
idee om een bescheiden architectuurgids<br />
te maken van de belangrijkste<br />
vinexlocaties is uitgegroeid<br />
tot de productie van een omvangrijk<br />
werk van 320 pagina's op atlasformaat.<br />
Binnenkort verschijnt hij,<br />
de Vinex Atlas, een overzicht van<br />
de complete bouwproductie uit de<br />
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening<br />
Extra. Uitgever Peter de Winter<br />
vraagt beide samenstellers, Jelte<br />
Boeijenga en Jeroen Mensink, <strong>naar</strong><br />
het hoe en waarom.<br />
PdW: Wonen jullie zelf in een<br />
vinexwijk?<br />
JB: Ha ha, nee. Dat is inderdaad<br />
een veel gestelde vraag; de standaardkritiek<br />
op vinexwijken komt<br />
ook meestal van de mensen die er<br />
niet zelf wonen. Ik woon in Rotterdam,<br />
vlak achter het Centraal Station.<br />
Ik vind de bereikbaarheid van<br />
het centrum en een goede aansluiting<br />
op het openbaar vervoer nog<br />
erg belangrijk. Maar ik kan me<br />
goed voorstellen dat wanneer je<br />
behoefte hebt aan een groter huis<br />
met een grotere tuin en je met de<br />
auto <strong>naar</strong> je werk gaat, dat je dan<br />
verhuist <strong>naar</strong> een buitenwijk. Al<br />
zie ik mezelf dat nog niet zo snel<br />
doen.<br />
JM: Ik ben recent binnen Amsterdam<br />
verhuisd, van Nieuw- <strong>naar</strong><br />
Oud-West. In plaats van eruit ben<br />
ik dus juist dieper de stad inge-<br />
gaan, <strong>naar</strong> een huis dat ruim een<br />
eeuw voor de vaststelling van de<br />
Vinex is opgeleverd. Wel mag ik<br />
zeggen dat ik een van die 650.000<br />
opgeleverde vinexwoningen heb<br />
ontworpen, voor een particuliere<br />
opdrachtgever op IJburg.<br />
Waar komt jullie fascinatie met<br />
Vinex vandaan?<br />
<strong>Het</strong> is een uit de hand gelopen<br />
hobby, die is begonnen met onze<br />
interesse voor het enorme marketingcircus<br />
rondom de architectuur<br />
van de woningen, die de afgelopen<br />
tien jaar op gang is gekomen.<br />
En een vinexlocatie is natuurlijk<br />
een prachtige case: grote wijken<br />
met grote ontwikkelaars die<br />
alles uit de kast haalden (en halen)<br />
om hun woningen te verkopen.<br />
<strong>Van</strong> daaruit zijn we op een gegeven<br />
moment al deze wijken gaan<br />
bezoeken en ontdekten we dat<br />
voor de kwaliteit van die wijken de<br />
verschijningsvorm van de woningen<br />
er eigenlijk helemaal niet zo<br />
toe doet. De ligging in het landschap<br />
of ten opzichte van de<br />
bestaande stad en de openbare en<br />
collectieve ruimte in de wijk blijken<br />
veel belangrijker. Dat laten<br />
we dan ook zien in deze atlas.<br />
Er verschijnen nu heel veel boeken<br />
van journalisten en fotografen die in<br />
eerste instantie tegen hun zin in een<br />
vinexwijk zijn gaan wonen en daar nu<br />
ineens positief over berichten.<br />
Wat betekent zo'n ontwikkeling?<br />
Tien jaar geleden riep men om het<br />
hardst dat alle vinexwijken ronduit<br />
prut waren. Vrijwel iedereen –<br />
behalve de mensen die er al woonden<br />
– ging mee in die kritiek. En<br />
dan hebben we het zeker over de<br />
zogenaamde culturele elite. Achteraf<br />
kun je zeggen dat een groot<br />
deel van die kritiek eerder voortkwam<br />
uit een afkeer van de<br />
monofunctionele buitenwijk dan<br />
uit kennis van zaken. Met name<br />
die afkeer, niet de inhoudelijke<br />
kritiek, bepaalde de toon van het<br />
debat. Maar ja, ook journalisten<br />
en fotografen krijgen blijkbaar<br />
kinderen en krijgen dan behoefte<br />
aan een beetje meer ruimte. En<br />
dat het vervolgens reuze meevalt<br />
als je er eenmaal woont is dan<br />
ook best logisch. Bovendien kraak<br />
je het prachtige huis waarin je net<br />
al je geld hebt gestoken natuurlijk<br />
niet af. Een fikse hypotheek stemt<br />
mild.<br />
<strong>Het</strong> grote publiek ziet vinexwijken<br />
vooral als eenvormige wijken die er<br />
overal in het land hetzelfde uitzien.<br />
Klopt dat?<br />
Als je hiermee bedoelt dat in de<br />
meeste wijken voornamelijk wordt<br />
gewoond en dat ze meestal op<br />
enige afstand van de binnenstad<br />
liggen: ja. Maar eenvormig, dat<br />
zeker niet. Ik denk dat de ruimtelijke<br />
diversiteit in vinexwijken een<br />
stuk groter is dan in de woonwijken<br />
van de jaren zeventig en<br />
tachtig. Wat in een aantal wijken<br />
wel opvalt is de programmatische<br />
eenzijdigheid. Niet zozeer dat het<br />
allemaal woningen zijn – daar<br />
zijn het woonwijken voor – maar<br />
wel dat de woningen vaak allemaal<br />
hetzelfde zijn: rijtjeshuizen<br />
met een standaard beukmaat en<br />
een standaard indeling. Overigens<br />
verschilt de mate van variatie in<br />
woningtypen enorm tussen de<br />
wijken onderling.<br />
Er is al zoveel geschreven over<br />
Vinex, populaire artikelen en<br />
wetenschappelijke verhandelingen.<br />
Waarom nu juist een Vinex Atlas?<br />
En wat voegt deze toe?<br />
De hoeveelheid literatuur is inderdaad<br />
overweldigend. Maar die<br />
boeken en artikelen laten de vinexwijken<br />
nooit zien zoals ze uiteindelijk<br />
geworden zijn. <strong>Het</strong> is vooral<br />
beoordeling van plannen en<br />
opinie. Daarom wilden we een<br />
atlas maken met uitgebreide kaarten<br />
en luchtfoto’s die laten zien<br />
hoe de wijken in elkaar zitten.<br />
Waar zijn ze gesitueerd, hoe is het<br />
openbaar gebied georganiseerd,<br />
het parkeren en de waterberging?<br />
Maar ook: hoe zag het landschap<br />
er voorheen uit? <strong>Van</strong> elke vinexwijk<br />
laten we in de atlas een luchtfoto<br />
zien van de oorspronkelijke<br />
situatie naast een plattegrond met<br />
de huidige situatie. Dat geeft een<br />
prachtig beeld van de enorme<br />
bouwproductie van de Vinex.<br />
Zijn er dingen die er uitspringen in<br />
deze atlas, wat zijn opvallende<br />
zaken of conclusies volgens jullie?<br />
Wat het meeste opvalt zijn toch<br />
de verschillen. En niet alleen in<br />
grootte – er zijn wijken van 300 en<br />
van meer dan 10.000 woningen –<br />
en qua ligging ten opzichte van de<br />
stad. Maar ook opvallend genoeg<br />
in dichtheid. Vaak wordt gezegd<br />
dat deze overal hetzelfde is. Dat<br />
blijkt niet zo te zijn en in veel<br />
gevallen is de variatie binnen de<br />
wijken zelfs groter dan tussen de<br />
wijken. En wanneer de variatie<br />
binnen een wijk toeneemt, resulteert<br />
dat veelal in significant meer<br />
karakter in de woonomgeving.<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 5<br />
Dan zie je bijvoorbeeld een centrum<br />
ontstaan met bijna stedelijke<br />
kwaliteiten en daartegenover<br />
juist een ontzettend landelijk<br />
woonmilieu. Bij het tekenen van<br />
de kaarten bleek met name hoe de<br />
randvoorwaarden rond de locaties<br />
bepalend waren voor het ontwerp<br />
van de wijk. Ik bedoel: teken<br />
de bestaande bebouwing, de snelweg,<br />
een nieuwe regionale weg, de<br />
gemeentegrens, voeg daarbij een<br />
bestaande rivierloop, lintbebouwing<br />
of een dijk en in de meeste<br />
gevallen heb je de hoofdstructuur<br />
van de wijk dan wel te pakken.<br />
Welke problemen kwamen jullie<br />
tegen toen jullie besloten een<br />
volwaardige atlas van de Vinex<br />
te maken?<br />
Veel werk was natuurlijk het<br />
bezoeken van alle wijken. We wilden<br />
er zeker van zijn dat alles wat<br />
op tekening staat ook daadwerkelijk<br />
gebouwd is. Daarvoor is het<br />
tenslotte een atlas. Maar het<br />
lastigste was het verzamelen van<br />
het kaartmateriaal en de data. We<br />
hebben ons enorm vergist in de<br />
hoeveelheid werk. We hebben met<br />
ongeveer zeventig verschillende<br />
instanties te maken gehad voor<br />
het verzamelen van materiaal. En<br />
dan blijft het niet bij één telefoontje;<br />
soms duurde het een jaar<br />
voordat we de goede spullen hadden.<br />
Daarna zijn alle kaarten op<br />
basis van het aangeleverde materiaal<br />
praktisch geheel opnieuw<br />
getekend, dit om ze voor de atlas<br />
allemaal vergelijkbaar te maken,<br />
met dezelfde tekentechnieken, op<br />
dezelfde schaal en met dezelfde<br />
legenda. <strong>Het</strong> was allemaal niet zo<br />
ingewikkeld, het was alleen wel<br />
heel erg veel werk.<br />
Vinex Atlas<br />
Jelte Boeijenga, Jeroen Mensink /<br />
ontwerp Joost Grootens /<br />
Nederlands / ISBN 978 90 6450 594<br />
2 / € 59,50 / verschijnt in juni 2008<br />
Engelse editie: Vinex, an Atlas of<br />
Recent Dutch Suburban Planning /<br />
ISBN 978 90 6450 635 2 / verschijnt<br />
in juni 2008<br />
De vormgever. Grafisch vormgever Joost Grootens toont zijn ideeën voor<br />
de vormgeving van de nieuwste editie van de jaarlijkse Prix de Rome die al<br />
sinds 1991 bij Uitgeverij oıo verschijnt [3 mei 2001]
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 6<br />
Moeilijk doen<br />
Ed van Hinte<br />
Integreren en het zoeken van de<br />
prettigste balans tussen functies<br />
en eigenschappen, daar draait het<br />
om bij ontwerpen. En dat is niet<br />
makkelijk bij complexe ontwerpprojecten<br />
waarbij soms duizenden<br />
mensen uit verschillende disciplines<br />
betrokken zijn. <strong>Het</strong> gaat niet<br />
altijd allemaal goed. Terwijl je dit<br />
zinnetje leest gaan over de hele<br />
wereld duizenden dingen kapot.<br />
Om het aantal missers binnen de<br />
perken te houden en regelrechte<br />
rampen te voorkomen is het essentieel<br />
dat binnen een project al het<br />
ontwerpende volk het over hetzelfde<br />
vliegtuig, dezelfde chemische fabriek,<br />
hetzelfde softwarepakket, of<br />
hetzelfde gebouw heeft. Voor dat<br />
doel heeft vanuit de militaire wereld<br />
'Systems Engineering' zijn<br />
weg <strong>naar</strong> de industrie gevonden.<br />
De instrumenten daarvan worden<br />
speels behandeld in het boek First<br />
Read This, met talloze voorbeelden<br />
van het soms intelligente en<br />
soms ook ongelooflijk knullige<br />
mensenwerk waarop ontwikkeling<br />
van ingewikkelde producten en<br />
diensten uiteindelijk altijd neerkomt.<br />
Systems Engineering is een<br />
eige<strong>naar</strong>dige discipline. <strong>Het</strong> suggereert<br />
techniek en rekenwerk,<br />
maar feitelijk is het een verzame-<br />
ling eenvoudige administratieve<br />
hulpmiddelen om tijdens het ontwerpproces<br />
de communicatie te<br />
ondersteunen. <strong>Het</strong> is een soort<br />
boekhouding. <strong>Het</strong> fascinerende eraan<br />
is dat je wel degelijk moet<br />
ontwerpen om de diagrammen en<br />
lijsten van Systems Engineering<br />
in te kunnen vullen. Daarin schuilt<br />
meteen ook het gevaar: verwarring<br />
van de structuur van het proces<br />
met de inhoud. Je moet vooruitdenken<br />
om je plan te kunnen trekken,<br />
maar Systems Engineering<br />
gaat alleen over dat denken, bijvoorbeeld<br />
hoe lang het duurt, wie<br />
erbij betrokken zijn en wat voor<br />
soort afwegingen en rapporten<br />
meespelen. De specifieke eisen van<br />
de klant, het milieu of de bank, of<br />
bepaalde ideeën voor oplossingen,<br />
vallen er niet onder. In Systems<br />
Engineering worden vraagstukken<br />
benoemd, geen oplossingen.<br />
Functionele integratie is zo'n<br />
vraagstuk dat zich in de bouw<br />
steeds meer laat gelden. Dat komt<br />
voort uit de evolutie van gevels,<br />
die zich in de geschiedenis als het<br />
ware losweekten van de constructie,<br />
vervolgens steeds meer functies<br />
kregen toegewezen, waartoe<br />
mogelijk het geleiden van krachten<br />
ook weer meer gaat behoren.<br />
<strong>Het</strong> boek Façades, het eerste in de<br />
Imagine-reeks, behandelt geveltechnologie<br />
in de twintigste eeuw<br />
en haar huidige ontwikkeling langs<br />
de lijnen van het systeemdenken.<br />
Een mogelijke oplossing komt<br />
aan de orde in het tweede Imagineboek<br />
Deflateables. Dit zijn constructies<br />
die hun stijfheid ontlenen<br />
aan het vacuüm, in samenhang<br />
met luchtdruk van buitenaf.<br />
Er valt ultralicht mee te bouwen,<br />
mits er voldoende atmosferische<br />
druk is natuurlijk. <strong>Het</strong> is typisch<br />
een oplossing die het verdient<br />
om in menig ontwerpproces te<br />
worden overwogen, maar waarvan<br />
de inhoudelijke details niets<br />
met Systems Engineering te maken<br />
hebben.<br />
First Read This.<br />
Systems Engineering in Practice<br />
Ed van Hinte, Michel van Tooren /<br />
ontwerp Erik Wong, Eva Heisterkamp /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 643 7 /<br />
€ 34,50 / verschijnt in mei 2008<br />
Imagine - Façades<br />
Ulrich Knaack, Tillman Klein,<br />
Marcel Bilow / ontwerp Minke<br />
Themans / Engels / ISBN 978 90<br />
6450 656 7 / € 24,50 / verschijnt in<br />
mei 2008<br />
Imagine - Deflateables<br />
Ulrich Knaack, Tillman Klein, Marcel<br />
Bilow / ontwerp Minke Themans /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 657 4 /<br />
€ 24,50 / verschijnt in mei 2008<br />
25 jaar<br />
beelden uit<br />
het bedrijfsarchief<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De presentatie. Vormgevers Felix Janssens en Roger Teeuwen presenteren<br />
het voorstel voor de vormgeving van de publicatie 6,5 miljoen woningen.<br />
100 jaar Woningwet en wooncultuur in Nederland aan dS+V-coördinatoren<br />
Marly Drummen en Thijs van Heusden, eindredacteur Noud de Vreeze en<br />
pr-coördinator Jan-Willem Croonen [8 februari 2001]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De ondernemingsprijs. Filmopnames onder leiding van Joop de Jong ter<br />
gelegenheid van het feit dat Uitgeverij oıo is voorgedragen als een van de<br />
drie genomineerden voor de Rotterdamse Ondernemersprijs [3 april 1996]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De vertegenwoordiger. Bespreking met de vaste vertegenwoordiger van<br />
oıo (voor Nederland) Jan Smit over de voorjaarsaanbieding en alle nieuw<br />
te verschijnen titels die hij aan de boekhandel aan kan bieden [9 januari<br />
1995]
Ondertussen bij oıo... Ondertussen bij oıo...<br />
De collega. Uitgever Cees van Mourik komt een foto uitzoeken voor het<br />
interview met Hans Oldewarris en Peter de Winter in zijn tijdschrift<br />
Transito [3 maart 1997]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De vertaler. Vaste vertaler (sinds 1984) John Kirkpatrick komt de vertaling<br />
brengen voor de in samenwerking met de Amerikaanse uitgever <strong>Van</strong><br />
Nostrand Reinhold te publiceren Engelse editie van Bernard Leupens<br />
Ontwerp en analyse. <strong>Het</strong> succesvolle boek is inmiddels ook in het Chinees<br />
en Spaans vertaald [15 mei 1996]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De drukker. Drukker Cor Rosbeek uit het Limburgse Nuth komt koffiedrinken<br />
en de laatste nieuwtjes bespreken uit de wereld van uitgevers en<br />
drukkers [3 mei 2000]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De architecten. <strong>Het</strong> architectentrio DKV (Dolf Dobbelaar, Herman de Kovel<br />
en Paul de Vroom), ontwerpers van de karakteristieke blauwe achterwand<br />
in het oıo-interieur, op bezoek over hun nog te verschijnen monografie<br />
[17 juli 1995]<br />
De exporteur. John Simons van Idea Books komt langs om de internationale<br />
distributie en promotie van <strong>010</strong>-titels te bespreken [12 maart 1996]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De kenners. Paul Groenendijk en Piet Vollaard, sinds 1987 auteurs en<br />
samenstellers van de architectuurgidsen van <strong>010</strong>, bespreken de mogelijkheden<br />
van een digitale versie met computerexpert Ivo Ming [20 april 1995]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De auteur. Bespreking met auteur Hilde Heynen van de KU Leuven<br />
over de voortgang van het in 2001 te verschijnen standaardwerk<br />
Dat is architectuur. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw [19 april 1995]<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
De vormgever. Piet Gerards komt langs voor een van de vele boeken die hij<br />
voor <strong>010</strong> zou ontwerpen. Op de achtergrond neemt auteur Herman van<br />
Bergeijk afscheid [30 maart 1996]<br />
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 7<br />
<strong>Het</strong> favoriete<br />
oıo-boek van:<br />
Jochem Heijmans, win<strong>naar</strong><br />
Archiprix 2007 (begint per 1 juli<br />
2008 een eigen bureau in<br />
Eindhoven)<br />
In mijn spaarzame vrije tijd lees<br />
ik graag boeken als <strong>Het</strong> leven een<br />
gebruiksaanwijzing van Georges<br />
Perec en De pianostemmer van<br />
Daniel Mason. <strong>Het</strong> zijn boeken<br />
met een sterk zintuiglijke, 'zoekende'<br />
beleving waarin ik heerlijk<br />
kan dwalen. oıo-boeken die in<br />
mijn kast staan zijn De Grote<br />
Verbouwing, De omsloten tuin,<br />
S,M,L,XL en natuurlijk Archiprix<br />
2007 waar mijn project in staat.<br />
Maar mijn favoriet is toch wel<br />
Ontwerp en analyse. <strong>Het</strong> is mijn<br />
eerste architectuur(studie)boek.<br />
Dit studieboek bevat vele aantekeningen,<br />
schetsjes en losse blaadjes<br />
met aantekeningen die ik destijds<br />
heb gemaakt. <strong>Het</strong> boek is<br />
door zeer intensief gebruik een<br />
van de meest levende boeken in<br />
mijn boekenkast. In de analytische<br />
behandeling van Villa Looijen<br />
te Aerdenhout door architect Bernard<br />
Bijvoet ontdekte ik een persoonlijke<br />
fascinatie voor de bijzondere<br />
samenhang tussen de ruimtelijke<br />
compositie en het materiaalgebruik<br />
van de villa in relatie met<br />
de context. Deze ontdekking is tot<br />
op de dag van vandaag bepalend<br />
voor mijn houding als architect.<br />
De Grote Verbouwing. Verandering<br />
van naoorlogse woonwijken<br />
Jacqueline Tellinga (red.) / ontwerp<br />
Joost Grootens / ISBN 978 90 6450<br />
525 6 / € 29,50<br />
De omsloten tuin. Geschiedenis<br />
en ontwikkeling van de hortus<br />
conclusus en de herintroductie<br />
ervan in het hedendaagse<br />
stadslandschap<br />
Rob Aben, Saskia de Wit / ontwerp<br />
Erik Wong, Annelies Frölke / ISBN<br />
978 90 6450 348 1 / € 24,50<br />
S,M,L,XL. Small, Medium, Large,<br />
Extra-Large<br />
Rem Koolhaas / ISBN 90 6450 210 2<br />
/ uitverkocht<br />
Archiprix 2007. De beste<br />
Nederlandse afstudeerplannen<br />
Henk van der Veen (red.) / ontwerp<br />
Accu grafisch ontwerpers / ISBN<br />
978 90 6450 617 8 / € 24,50<br />
Ontwerp en analyse<br />
Bernard Leupen, Christoph Grafe,<br />
e.a. / ontwerp Piet Gerards<br />
Ontwerpers / ISBN 978 90 6450 558 4 /<br />
€ 26,50
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 8<br />
In How They Work laten fotograaf<br />
Inga Powilleitt en stilist Tatjana<br />
Quax zien hoe zeventien Nederlandse<br />
ontwerpers werken. <strong>Het</strong> boek<br />
bevat een serie portretten van de top<br />
van de Nederlandse designwereld en<br />
biedt een ongegeneerde en openhartige<br />
blik achter de schermen.<br />
How They Work. The Hidden World of<br />
Dutch Design<br />
Inga Powilleit, Tatjana Quax / ontwerp<br />
Ben Lambers / Nederlands-Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 662 8 / € 39,50 /<br />
verschijnt in mei 2008<br />
Groeten<br />
uit Europa<br />
Mark Hendriks<br />
In het oosten van Duitsland<br />
wordt een voormalig mijnbouwgebied<br />
omgetoverd tot een recreatief<br />
merengebied, compleet met<br />
verblijfsaccommodaties, attracties<br />
en vaarroutes. Aan de Spaanse<br />
kust kampen voorheen populaire<br />
badplaatsen met leegstand, omdat<br />
toeristen wegblijven. Die toeristen<br />
trekken massaal <strong>naar</strong> Turkije,<br />
waardoor de kusten bij Antalya,<br />
Alanya en Marmaris langzaamaan<br />
dichtslibben met hotels, winkeltjes,<br />
restaurants en discotheken.<br />
Druk bezochte berggebieden<br />
in de Alpen lijden onder hevige<br />
erosie. <strong>Het</strong> intensieve gebruik door<br />
skiërs in de winter en wandelaars<br />
in de zomer eist zijn tol. In de<br />
Italiaanse Apennijnen, waar de<br />
landbouw verdwijnt, keren de<br />
beer en de wolf terug. Ecotoerisme<br />
en -recreatie kunnen wellicht de<br />
plek van de landbouw innemen<br />
en zo fungeren als de nieuwe economische<br />
en ruimtelijke dragers<br />
van deze bergstreek.<br />
Tweede woningen spreiden zich<br />
als een hagelschot uit over het<br />
Europese continent. Nederlanders<br />
overwinteren op Kreta, Duitsers<br />
in Polen, Fransen in Portugal en<br />
Tsjechen in Kroatië. Echter zonder<br />
bij te dragen aan de zorg voor<br />
de landschappen van het gastland.<br />
Na de bouw van een woonwijk<br />
krijgt het nabijgelegen platteland<br />
in het weekend plotseling<br />
te maken met wandelende stedelingen,<br />
hondenuitlaters en fietsende<br />
gezinnen. Graanvelden in Picardië<br />
lijken, als gevolg van het<br />
Europese landbouw- en subsidiebeleid,<br />
steeds meer op die in Bohemen,<br />
Groningen en Roemenië. De<br />
identiteit van deze gebieden moet<br />
nodig geherdefinieerd worden,<br />
zodat mensen er verblijven in<br />
plaats van er alleen doorheen te<br />
reizen.<br />
Bovengenoemde voorbeelden maken<br />
duidelijk dat de relatie tussen<br />
Europese landschappen en recreatie<br />
en toerisme – vrijetijdsbesteding<br />
of leisure – omvangrijk en<br />
divers is. Een niet te verwaarlozen<br />
verbond. Maar in de ruimtelijke<br />
ordening, het landschapsontwerp<br />
en de architectuur wordt leisure<br />
nog te vaak als een toevallig verschijnsel<br />
gezien, iets wat in het<br />
landschap zomaar ‘gebeurt’. Terwijl<br />
de invloed van leisure op landschappen<br />
soms om sturing vraagt,<br />
om duidelijke ontwerpstrategieën.<br />
De hedendaagse leisure-ontwikkelingen<br />
worden gekenmerkt door<br />
een vluchtige relatie met omgeving<br />
en landschap, met veel bijkomende<br />
schade waardoor aantasting<br />
en verspilling dreigt. De<br />
vraag is of er een andere dan parasitaire<br />
verhouding tussen leisure<br />
en landschap mogelijk is en onder<br />
welke voorwaarden. Welke kansen<br />
bieden duurzame vormen van<br />
recreatie en toerisme voor behoud<br />
en versterking van de Europese<br />
landschappen?<br />
De Europese Landschapsconventie<br />
(ELC) roept landen op om<br />
zorg te dragen voor de kwaliteit<br />
en de karakteristieken van hun<br />
landschappen, zowel de mooie als<br />
de alledaagse. De ELC wil de<br />
variëteit op het Europese continent<br />
waarborgen. <strong>Van</strong>uit het<br />
ministerie van Landbouw, Natuur<br />
en Voedselkwaliteit (LNV) is mede<br />
hierom door de Nederlandse rijksadviseur<br />
voor het landschap Dirk<br />
Sijmons het project Landscape and<br />
Leisure gestart. Studenten landschapsarchitectuur<br />
en -planning en<br />
toerismestudenten in heel Europa<br />
zijn gevraagd inrichtingsvoorstellen<br />
te maken voor ruimtelijke<br />
vraagstukken omtrent dit onderwerp.<br />
De publicatie Greetings from<br />
Europe vraagt, mede op basis van<br />
dit project, aandacht voor de<br />
ingrijpende gevolgen – maar ook<br />
de potenties – die de stormachtige<br />
ontwikkeling van leisure heeft<br />
voor de Europese landschappen.<br />
Er wordt op twee manieren gecategoriseerd.<br />
Enerzijds op geografische<br />
landschapstypen: kust, gebergte,<br />
rivierlandschap, eilanden,<br />
bos en agrarische platteland.<br />
Anderzijds passeren een viertal<br />
ontwikkelingen en processen de<br />
revue: verstedelijking, de-industrialisatie,<br />
mobiliteit en het systeem<br />
van institutionele waardering<br />
van landschappen (zoals de aanwijzing<br />
tot nationaal park of<br />
monument). Daarnaast bediscussiëren<br />
vier essays de motoren achter<br />
de razendsnelle leisure-ontwikkelingen.<br />
John Urry beschrijft<br />
de relatie tussen leisure en landschap<br />
vanuit een sociaal-cultureel<br />
perspectief. Michael Hall bespreekt<br />
de gevolgen van klimaatverandering<br />
voor recreatie- en<br />
toerismegebieden.Marketingadviseur<br />
Dimitris Koutoulas biedt<br />
de lezer een kijkje in de keuken<br />
van de toeristenindustie.<br />
Landschapsarchitect Christoph<br />
Girot gaat in op hoe landschapsarchitecten<br />
en planners de leisureopgave<br />
moeten oppakken. Tot slot<br />
trekt Dirk Sijmons zelf in een uitgebreid<br />
nawoord samenvattende<br />
conclusies en vertaalt deze <strong>naar</strong><br />
enkele aanbevelingen voor de<br />
Nederlandse en Europese politiek.<br />
Want de impact van leisure<br />
op het landschap is nog teveel een<br />
blinde vlek in het denken over<br />
Europa en in de Europese politiek.<br />
Juist daarom is het boek<br />
zeker zo interessant voor landschapsontwerpers<br />
en planologen<br />
als voor toerisme- en recreatiedeskundigen<br />
en beleidsmakers.<br />
Greetings from Europe.<br />
About landscape and leisure<br />
Niek Hazendonk, Annika van Dijk,<br />
Mark Hendriks, Hans Venema (red.) /<br />
ontwerp Johannes Niemeijer /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 650 5 /<br />
€ 24,50 / verschijnt in juni 2008
Ruimtegevoel komt met<br />
het doorbreken van kaders<br />
Janny Rodermond<br />
Boeiend schrijven over ruimte is<br />
niet eenvoudig. Herman Hertzberger<br />
kan het. Maar liefst 250<br />
pagina’s lang vertelt hij gedetailleerd<br />
over de ruimte die kinderen<br />
nodig hebben om te leren. Terecht<br />
merkt Hertzberger op dat het<br />
boek niet zozeer gaat over onderwijs<br />
en architectuur, maar vooral<br />
over het gebied daartussen. <strong>Het</strong><br />
brengt in beeld welk instrumentarium<br />
de architect ter beschikking<br />
staat om condities te creëren voor<br />
een lerend leven. In en buiten de<br />
school, op het plein en in de<br />
publieke ruimten van de stad.<br />
Voor Hertzberger hangen leren en<br />
leven, maar ook architectuur en<br />
leren sterk met elkaar samen:<br />
‘Ruimte maken is (…) structuur<br />
aanbrengen waar eerst leegte of<br />
chaos heerste. Leren is dan een<br />
vorm van ruimte scheppen, in je<br />
hoofd.’ Ruimte en leren is door dit<br />
brede perspectief tegelijk de<br />
derde publicatie in de serie Lessen<br />
in Architectuur.<br />
Ruimte en leren is ook een levendig<br />
handboek voor schooldirecties,<br />
wethouders en alle andere<br />
partijen die zich met onderwijsgebouwen<br />
bemoeien. De publicatie<br />
behandelt ondermeer hoogtepunten<br />
uit de geschiedenis van de<br />
scholenbouw (vanaf de jaren dertig),<br />
alle facetten van het schoollokaal,<br />
overgangen tussen lokaal<br />
en gang, tussen gebouw en buitenruimte<br />
en tussen plein en stad.<br />
Hertzberger benadert de school<br />
als microstad en de stad als macroschool.<br />
Aan de hand van z’n eigen<br />
scholen is te zien welke ontwikkeling<br />
het onderwijs heeft doorgemaakt.<br />
Maar hij haalt ook talloze<br />
voorbeelden van collega’s aan en<br />
verwijst <strong>naar</strong> leersituaties in andere<br />
culturen. De vele thema’s zijn<br />
steeds geïllustreerd met goed gekozen<br />
beelden. Niets is vergeten.<br />
Kuilen, treden, muren, uitzicht,<br />
promenade, aula, bibliotheek,<br />
ingang, zandbak; niets is aan de<br />
aandacht ontsnapt. Ook de brede<br />
scholen en de leerlandschappen<br />
komen ter sprake. Hertzberger<br />
waarschuwt voor ‘flexibele’ ruimten.<br />
Niets is erger dan volledig<br />
vrij in te delen ruimte. ‘<strong>Het</strong> juiste<br />
structurele thema beperkt de vrijheid<br />
niet, maar wekt deze in<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
tegendeel juist op.’<br />
Kritiek op Hertzberger richt zich<br />
meestal op de mate waarin hij zijn<br />
gebouwen uitwerkt, het bewustzijn<br />
dat elk onderdeel betekenis<br />
heeft. Maar binnen de huidige,<br />
slechte condities voor de scholenbouw<br />
kan de school als betekenisvolle,<br />
culturele leer-, werk- en<br />
leefomgeving niet genoeg aandacht<br />
krijgen. Want misschien<br />
moeten we achteraf wel met spijt<br />
constateren dat Ruimte en leren<br />
vooral geschiedschrijving is. Er is<br />
nauwelijks nog voldoende budget<br />
en engagement om dergelijke<br />
goed doordachte scholen te bouwen.<br />
Nog meer onverschilligheid<br />
is dodelijk voor het onderwijs.<br />
De meester. Herman Hertzberger en zijn assistent Job Voorn komen langs<br />
voor een bespreking over een vervolguitgave op het succesvolle Lessons<br />
for Students in Architecture, dat inmiddels al vijfmaal is herdrukt en<br />
vertaald in het Japans, Portugees, Chinees, Koreaans, Duits, Nederlands,<br />
Grieks, Italiaans en Frans [15 september 1998]<br />
Hertzberger: ‘Uiteindelijk gaat<br />
het bij onderwijs (…) om exploratie<br />
van de wereld. Niet alleen het<br />
verkrijgen van inzichten is belangrijk,<br />
maar het gaat steeds meer<br />
om het vergaren van interesse en<br />
liefde voor de rijkdom van onze<br />
wereld. Dat gebeurt in interactieve<br />
situaties die meer door het<br />
ruimtelijk milieu kunnen worden<br />
gestimuleerd dan ontwerpers bereid<br />
zijn zich te realiseren.’<br />
Door het belang dat Hertzberger<br />
hecht aan de maatschappelijke betekenis<br />
van scholen is het niet zo<br />
verwonderlijk dat hij zo nu en dan<br />
kritisch is over gemakzuchtige<br />
collega’s: ‘De architect die scholen<br />
ontwerpt komt niet weg met<br />
routineuze handgrepen en goed<br />
ogend maatwerk. Bij scholen, en<br />
uiteindelijk bij alles wat ontworpen<br />
wordt, komt het aan op de<br />
precisie van de condities die wordt<br />
geboden. Zoals we het leren als<br />
een tweede natuur en vergroting<br />
van ieders ruimte zien, zou het<br />
een tweede natuur van de architect<br />
moeten zijn om daar de ruimte<br />
op in te stellen.’<br />
De publicatie is door Piet Gerards<br />
en Maud van Rossum uitstekend<br />
vormgegeven. Elke spread is een<br />
samenhangende compositie tussen<br />
tekst en beeld. De keuze van<br />
foto’s en tekeningen vullen de teksten<br />
prima aan. Tekstredacteur<br />
Vibeke Gieskes heeft goed werk<br />
gedaan; ondanks de abstractie<br />
van de redeneertrant ontbreekt<br />
retoriek. Daardoor blijft het geheel<br />
prettig leesbaar, ook voor een<br />
breed geïnteresseerd publiek.<br />
Ruimte en leren.<br />
Lessen in architectuur 3<br />
Herman Hertzberger / ontwerp<br />
Piet Gerards / Nederlands /<br />
ISBN 978 90 6450 645 1 / € 29,50<br />
Engelse editie: Space and Learning.<br />
Lessons for Students in<br />
Architecture 3 / ISBN 978 90 6450<br />
644 4 / verschijnt in september 2008<br />
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 9<br />
<strong>Het</strong> favoriete<br />
oıo-boek van:<br />
Thera Riemer-Magré, NAi<br />
Boekverkopers Rotterdam<br />
Je hebt boeken die je niet kunt<br />
laten liggen. Je moet ze oppakken<br />
om verder te bekijken. Dat was<br />
ook zo bij Bergweg. New Notational<br />
Systems for Urban Situations<br />
van Minke Themans. Een<br />
compact en kleurig boek dat met<br />
precisie en humor de ziel blootlegt<br />
van een grauwe doorgangsweg<br />
in het Oude Noorden van<br />
Rotterdam. Ik ken de Bergweg<br />
goed; ik ben zelf een gebruiker.<br />
<strong>Het</strong> is een straat vol beweging<br />
maar zonder leven: verkeer raast<br />
heen en weer, maar op de stoepen<br />
zie je nauwelijks bewoners lopen<br />
of stilstaan om te praten. <strong>Het</strong><br />
leven speelt zich binnen af en tussen<br />
huis, winkel en huisarts lijkt<br />
men de kortste weg te nemen. Ik<br />
rijd er zelf ook zo snel mogelijk<br />
doorheen. Themans introduceert<br />
een nieuwe manier om de veelheid<br />
aan stadse situaties inzichtelijk te<br />
maken. Ik werd meteen gefascineerd<br />
door de hoeveelheid schema’s,<br />
foto’s, fotocollages, doorsneden,<br />
diagrammen, plattegronden<br />
met gegevens over geuren,<br />
boomgebruik, portieken om in<br />
te schuilen, automerken, bevolkingsopbouw<br />
en veel, veel meer.<br />
<strong>Het</strong> onderhuidse leven gevat in<br />
een mengeling van harde data en<br />
subtiele observaties, zoals de lichtinval<br />
op drie verschillende tijdstippen<br />
van de dag. Simpele, zwarte<br />
blokjes als bebouwing met<br />
daarboven de positie van de zon<br />
en de schaduw op de weg. Opgedeeld<br />
in twee afbeeldingen met de<br />
schijnbaar apocalyptische titels<br />
'No. 1 Bergweg before Correct' en<br />
'No. 2 Bergweg after Correct'. Ik<br />
heb het boek kapot gelezen, of<br />
liever gekeken. En ik kan me<br />
voorstellen dat dit boek bij<br />
beleidsmakers die hun pen kapot<br />
schrijven om de ziel en bijbehorende<br />
problematiek van een wijk<br />
of straat te pakken een zelfde fascinatie<br />
oproept.<br />
Bergweg. New Notational Systems<br />
for Urban Situations<br />
Minke Themans / Best verzorgd<br />
boek 2000 / ISBN 978 90 6450 401 6 /<br />
uitverkocht
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 10<br />
<strong>Het</strong> favoriete<br />
oıo-boek van:<br />
Ole Bouman, directeur<br />
Nederlands Architectuurinstituut<br />
Als ik op dertig jaar terugkijk<br />
blijkt dat de boeken die me het<br />
meest bijblijven de boeken zijn<br />
waarin een poging wordt gedaan<br />
een waaromvraag te beantwoorden.<br />
Waarom gebeuren de dingen<br />
zoals ze gebeuren, waarom zijn<br />
we wie we zijn, waarom gaan we<br />
de kant op die we opgaan? In de<br />
non-fictie gaat het dan om de cultuurhistorische<br />
of sociaal-psychologische<br />
beschouwingen. Wat<br />
betreft architectuur heb ik het<br />
over Giedion, Banham, Jencks,<br />
schrijvers die niet terugschrikken<br />
voor de synthetische visie. Hun<br />
boeken verouderen niet omdat ze<br />
in de kern antwoord proberen te<br />
geven op universele vragen. Die<br />
vragen zijn tijdloos. Hoogstens<br />
kloppen hun antwoorden (en dus<br />
hun voorbeelden) niet meer. In de<br />
literatuur blijken mijn sterkste<br />
herinneringen uit te gaan <strong>naar</strong><br />
sleutelromans. Vensters op de loop<br />
der geschiedenis, gekristalliseerd<br />
in het leven van enkelingen. Maar<br />
als ik denk aan welke boeken ik<br />
nu lees dan moet ik toegeven dat<br />
ik, op de zomermaanden na, helemaal<br />
geen boeken meer lees. Ik<br />
lees alleen nog in boeken. Net<br />
zoals ik in kranten lees, in tijdschriften<br />
en van alles op websites.<br />
De hele dag door, overal waar het<br />
maar kan, lees ik. Maar dat is zelden<br />
nog van kaft tot kaft. De<br />
nieuwsgierigheid wordt steeds<br />
meer geleid door mijn focus,<br />
steeds minder door het medium.<br />
<strong>Het</strong> favoriete oıo-boek is de catalogus<br />
van Archiprix International.<br />
Mooi voorbeeld van een boek dat<br />
je leest geleid door focus, niet<br />
door het boek zelf. Op zoek <strong>naar</strong><br />
stoutmoedigheid, branie, idealisme,<br />
hoop, creativiteit van jonge<br />
ontwerpers die daar een surplus<br />
aan hebben. Een boek waar je<br />
alleen loyaal aan bent vanwege<br />
het concept, dat zich hopelijk elke<br />
keer weer die functie weet te verwerven.<br />
Archiprix International Shanghai<br />
2007. The world’s best graduation<br />
projects. Architecture, urban<br />
design, landscape architecture<br />
Henk van der Veen (red.) / ontwerp<br />
Antenna-Men / Engels / juli 2007 /<br />
ISBN 978 90 6450 616 1 / € 29,50<br />
Archiprix International 2005.<br />
World’s best graduation projects<br />
Henk van der Veen (red.) / ontwerp<br />
Antenna-Men / Engels / augustus<br />
2005 / ISBN 978 90 6450 556 0 /<br />
€ 29,50<br />
Neville Mars, Dynamic City<br />
Foundation, Beijing<br />
De ramen in mijn nieuwe kantoor<br />
kunnen niet open. Misschien is<br />
dat maar beter ook, de lucht is<br />
niet vriendelijk vandaag. Een<br />
dikke goudbruine deken hangt<br />
over de gebouwen in mijn uitzicht.<br />
<strong>Het</strong> maakt de skyline niet<br />
minder indrukwekkend. <strong>Van</strong>uit<br />
deze toren presenteert Beijing<br />
zich als meer dan alleen een zeer<br />
vervuilde stad, of een explosief<br />
groeiende metropool met een<br />
afbrokkelend historisch centrum.<br />
<strong>Het</strong> panorama is gelaagd. Een<br />
rivier en een rangeerterrein houden<br />
de bouwmassa van het gloednieuwe<br />
Central Business District<br />
op gepaste afstand. <strong>Het</strong> verschaft<br />
een visuele lagune in de stad die<br />
haar zinderende raderwerk bloot<br />
legt. Alle complexiteit die we de<br />
afgelopen drie jaar hebben proberen<br />
vast te leggen grijpt in de stedelijke<br />
doorsnede moeiteloos in<br />
elkaar. De oude treinen uit het<br />
communistisch tijdperk beladen<br />
met kolen uit Shanxi en de witgestroomlijndehogesnelheidstreinen<br />
vol zakenlui op weg <strong>naar</strong><br />
Tianjin wisselen elkaar af – twee<br />
van de vele tegenstrijdige werelden<br />
die Beijing de komende jaren<br />
zal moeten zien te verenigen. De<br />
treinen en de kleine autootjes op<br />
opgetilde wegen en daarachter<br />
een strakke wand van woonblokken;<br />
afgezien van enkele lichtreclames<br />
is dit het beeld van een<br />
vroeg-modernistische rationele<br />
stad. Alleen is dit landschap niet<br />
het resultaat van sociaal-geëngageerde<br />
stedenbouw, de architectuur<br />
niet het product van minutieus<br />
ergonomisch maatwerk.<br />
Bijna een eeuw na dato is het een<br />
ongekend agressief marktmechanisme<br />
dat dit scenario heeft gerealiseerd.<br />
De drijvende kracht: een<br />
combinatie van Chinees staatskapitalisme<br />
en een ongekende individuele<br />
ondernemingsdrift. De<br />
gelijktijdige impuls van hogerhand<br />
en op straatniveau verklaart<br />
ook de immense snelheid van de<br />
stedelijke groei. Overal worden<br />
bouwprojecten geïnitieerd, van<br />
CBD tot in het dorp. <strong>Het</strong> is een<br />
ontwikkelingsoffensief dat de<br />
economie moet voeden en gelijktijdig<br />
de gemoederen moet kalmeren.<br />
<strong>Van</strong> boer tot zakenman, in<br />
theorie kan de hele bevolking een<br />
trede hoger klimmen op de sociaal-economische<br />
ladder, dus iedereen<br />
probeert zijn slag te slaan. Na<br />
de eerste dertig jaar van economische<br />
hervorming is voldoende zelfvertrouwen<br />
opgebouwd om de<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
Houd de adem in,<br />
daar komt China<br />
behaalde (en de geplande) successen<br />
te presenteren op het wereldtoneel.<br />
De leus van de Olympische<br />
Spelen 2008 is letterlijk vertaald:<br />
‘Een en dezelfde wereld, een en<br />
dezelfde droom’. De Chinese interpretatie<br />
ligt voor de hand. China<br />
kan weer wedijveren met het<br />
Westen. De Olympiade is de bekroning<br />
van een schijnbare succesformule<br />
voor de bouw van een<br />
De Archiprix. Bespreking met Archiprixdirecteur Henk van der Veen en<br />
gastredacteur Gijs Wallis de Vries over de alweer tiende aflevering van de<br />
jaarlijkse Archiprix, ditmaal vormgegeven door Samira Ben Laloua. Op de<br />
voorgrond ex-werknemer David van der Leer [22 februari 2002]<br />
welvarende en moderne samenleving.<br />
De nieuwe steden zijn de<br />
dragers van de ontwikkeling en<br />
het bewijs van stabiele consumptie-georiënteerde<br />
vooruitgang. Alhoewel<br />
nooit doelbewust uitgestippeld,<br />
wordt deze aanpak nu<br />
gekopieerd in talloze landen die<br />
een versnelde ontwikkeling doormaken.<br />
De unieke historische en<br />
politieke condities die de Chinese<br />
groei mogelijk hebben gemaakt<br />
worden daarmee onbelangrijker,<br />
de laboratoriumfunctie die China<br />
nu (bewust of niet) speelt op het<br />
gebied van architectuur en verste-<br />
Hitchcock en<br />
architectuur<br />
delijking wordt echter cruciaal.<br />
China’s marktgestuurde krachtenspel<br />
illustreert een verstedelijkingsproces<br />
dat in toenemende<br />
mate de ontwikkeling van opkomende<br />
gebieden over de hele wereld<br />
beschrijft. De bruine deken die over<br />
de toekomst ligt staat in die gebieden<br />
nog niet hoog op de agenda.<br />
The Chinese Dream.<br />
A Society under Construction<br />
DCF, Neville Mars and Adrian Hornsby<br />
/ ontwerp DCF / Engels / ISBN 978<br />
90 6450 652 9 / € 49,50 / verschijnt<br />
in juni 2008<br />
'Je zou Hitchcock kunnen beschouwen als<br />
een architect, een architect van een absurd<br />
oeuvre.' Vrij Nederland<br />
The Wrong House: The Architecture of Alfred Hitchcock<br />
Steven Jacobs / ontwerp Piet Gerards Ontwerpers / Engels /<br />
september 2007 / ISBN 978 90 6450 637 6 / € 29,50
Driemaal Corbu<br />
Raumplan versus Plan Libre<br />
Max Risselada<br />
Raumplan versus Plan Libre werd<br />
oorspronkelijk gepubliceerd als<br />
catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling<br />
in 1987, het jaar waarin<br />
de honderdste geboortedag van<br />
Le Corbusier werd herdacht. In<br />
deze nieuwe uitgave, met belangrijke<br />
bijdragen van Beatriz Colomina,<br />
Jan de Heer, Max Risselada<br />
en anderen, wordt nog eens met<br />
een andere blik gekeken <strong>naar</strong> de<br />
bijzondere verdiensten van twee<br />
reuzen van de moderne architectuur.<br />
<strong>Het</strong> boek bevat niet alleen<br />
geschriften van de architecten in<br />
kwestie, maar laat ook de ontwikkelingen<br />
zien in het werk van<br />
Loos en Le Corbusier, met gedetailleerde<br />
beschrijvingen van hun<br />
woningprojecten, van Haus Strasser<br />
(1919) tot Haus Last (1932),<br />
en van Maison Domino (1915) tot<br />
de Villa Savoye (1932).<br />
<strong>Het</strong> is altijd fascinerend het werk<br />
van Loos en Le Corbusier met<br />
elkaar te vergelijken, omdat er in<br />
Een herziening van Le Corbusier.<br />
Elements of a Synthesis<br />
Stanislaus von Moos<br />
In zijn talrijke geschriften - afhankelijk<br />
van hoe je schrijverschap<br />
definieert schreef Le Corbusier<br />
zo’n veertig boeken en meer dan<br />
tweehonderd artikelen - is de<br />
‘architect van de eeuw’ ongebruikelijk<br />
stil over de beginjaren van<br />
zijn carrière. Over de tien jaar<br />
van professionele activiteit in La<br />
Chaux-de-Fonds (1907-1917) was<br />
ten tijde van de dood van de architect<br />
vrijwel niets bekend. Rond<br />
1966, toen ik van de uitgeverij<br />
Huber Verlag uit Frauenfeld,<br />
Zwitserland het verzoek kreeg een<br />
boek over Le Corbusier te schrijven,<br />
was de grootste uitdaging<br />
dan ook om het verhaal van zijn<br />
eerste schreden op het pad van de<br />
architectuur te reconstrueren. <strong>Het</strong><br />
boek dat ik schreef onder de titel<br />
Le Corbusier. Elemente einer<br />
Synthese verscheen in 1968.<br />
In de daaropvolgende jaren is de<br />
academische belangstelling voor<br />
Le Corbusier echter explosief toegenomen.<br />
In 1970 verscheen het<br />
proefschrift van Paul Venable<br />
Turner, getiteld Le Corbusier’s<br />
Education, en in 1977 kwam Patricia<br />
May Sekler met haar proefschrift<br />
The Early Drawings of<br />
Charles-Edouard Jeanneret (Le<br />
Corbusier) 1902-1908. Deze en nog<br />
enkele andere studies behoorden<br />
tot de belangrijkste toevoegingen<br />
aan de bibliografie van de dertien<br />
jaar later verschenen Engelse editie<br />
van mijn boek Le Corbusier. Elements<br />
of a Synthesis (MIT Press,<br />
1979). In de jaren tachtig ontstond<br />
een zekere desillusie over<br />
het erfgoed van de moderne beweging,<br />
inclusief de rol van Le Corbusier<br />
daarin, maar dat was juist<br />
een stimulans om het vroege, premoderne<br />
werk van Le Corbusier<br />
het werk van beide architecten<br />
sprake is van een creatieve spanning.<br />
Aan de ene kant heeft<br />
beider werk betrekking op de<br />
autonomie van de architectonische<br />
middelen. Aan de andere kant proberen<br />
de twee architecten elk op<br />
hun eigen wijze hun werk in een<br />
context te plaatsen. En uiteraard<br />
overlappen deze contexten elkaar<br />
regelmatig.<br />
Voor Loos is traditioneel vakmanschap<br />
het uitgangspunt en is zijn<br />
taak maatschappelijk bepaald. Bij<br />
Le Corbusier vormt de opsplitsing<br />
van het werk in ontwerp en realisering<br />
de kern van het architectonische<br />
proces. De bouwopgave en<br />
de middelen om die te verwezenlijken<br />
worden geformuleerd in termen<br />
van nieuwe technologieën.<br />
De kwestie wordt nog verder gecompliceerd<br />
door er de culturele<br />
achtergrond van de beide architecten<br />
bij te betrekken. <strong>Het</strong> begrip<br />
‘ruimte’ verwijst <strong>naar</strong> continuïteit<br />
en afstand, maar ook <strong>naar</strong> omsluiting.<br />
De woorden voor ruimte<br />
te blijven bestuderen. Tegen die<br />
tijd was deel drie van de Inventar<br />
der Neueren Schweizer Architektur<br />
verschenen, waarin met name het<br />
door Jacques Gubler geschreven<br />
gedeelte over La Chaux-de-Fonds<br />
een breed inzicht bood in de sociaal-economische<br />
en architectonische<br />
context van Le Corbusiers<br />
jeugd (Bern, 1982). In de jaren<br />
tachtig verschoof het zwaartepunt<br />
in het onderzoek <strong>naar</strong> Le Corbusier<br />
<strong>naar</strong> Italië, met Martina<br />
Luisa Colli’s Arte, artigiano e tecnica<br />
nella poetica di Le Corbusier<br />
(1982) en met de drie belangrijke<br />
monografieën van Giuliano Gresleri<br />
over Le Corbusiers ‘grand<br />
tour’: Le Corbusier. Il viaggio in<br />
Oriente (1984), Il viaggio in Toscana,<br />
1907 (1987) en Il linguaggio<br />
delle pietre (1988). <strong>Van</strong> de drie Le<br />
Corbusier-tentoonstellingen die in<br />
het herdenkingsjaar 1987 in Parijs<br />
werden gehouden, was de door<br />
Pierre Saddy vormgegeven expositie<br />
Le Corbusier. Le passé à réaction<br />
poétique voor velen de meest<br />
gedenkwaardige. Dat een toenemend<br />
aantal studenten met Le<br />
Corbusiers vroege werk bekend<br />
raakte was echter ook te danken<br />
aan H. Allen Brooks, die zijn bevindingen<br />
optimistisch uitdroeg in<br />
tal van lezingen aan architectuuropleidingen<br />
over de hele wereld,<br />
lang voordat zijn magnum opus,<br />
Le Corbusier’s Formative Years.<br />
Charles-Edouard Jeanneret at La<br />
Chaux-de-Fonds (Chicago en<br />
Londen, 1997) uiteindelijk het<br />
daglicht zag. Korte tijd later onthulde<br />
Adolf Max Vogt in Le Corbusier:<br />
The Noble Savage (Cambridge<br />
MA, 1998; eerste Duitse<br />
editie Wiesbaden, 1996) enkele<br />
verrassende en tot dan toe ‘verborgen’<br />
overeenkomsten tussen<br />
het Corbusiaanse archetype van<br />
in hun respectievelijke moedertalen<br />
– ‘Raum’ en ‘espace’ – zijn wellicht<br />
van invloed geweest op de<br />
ontwikkeling van hun visie op<br />
architectuur.<br />
Is het, gegeven het feit dat architectuur<br />
zich van andere vormen<br />
van beeldende kunst onderscheidt<br />
doordat mensen zich erin kunnen<br />
bewegen en dat ruimte uitsluitend<br />
(visueel) kan worden ervaren door<br />
middel van beweging, wel mogelijk<br />
de beleving van architectuur<br />
over te brengen via tekeningen en<br />
foto’s? Wij zijn ervan overtuigd<br />
dat ook deze nieuwe uitgave met<br />
zijn uitstekende overzichten en<br />
analyses de lezer een dieper inzicht<br />
zal verschaffen in de drijfveren<br />
van deze twee architecten, zo<br />
dichtbij en zover uit elkaar.<br />
Raumplan versus Plan Libre<br />
Max Risselada (red.) met teksten<br />
van Adolf Loos en Le Corbusier /<br />
ontwerp Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 665 9 /<br />
€ 29,50 / verschijnt in september 2008<br />
het ‘huis op stelten’ en de prehistorische<br />
nederzettingen aan de<br />
oevers van meren in Zwitserland -<br />
waarmee hij ons eraan herinnert<br />
dat een biografie niet de enige<br />
sleutel is tot inzicht in de werking<br />
van een creatieve geest.<br />
Tot slot kan met de facsimile<br />
publicatie van de schetsboeken<br />
(Voyage d’Orient, 1987, en Voyages<br />
d’Allemagne, 1994) iedere geïnteresseerde<br />
de jonge, onverzadigbaar<br />
nieuwsgierige globetrotter<br />
zelfs letterlijk op de voet volgen.<br />
Meer recent is Marie-Jeanne Dumont<br />
begonnen met het publiceren<br />
van Jeannerets kortstondige<br />
briefwisseling met Auguste Perret<br />
(2005), met Charles L’Eplattenier<br />
(2006) en met zijn belangrijkste<br />
intellectuele mentor, de romanschrijver<br />
en kunst- en muziekcriticus<br />
Willam Ritter (in voorbereiding).<br />
Deze briefwisselingen bieden<br />
momenteel het meest rechtstreeks<br />
inkijkjes in de private<br />
en professionele aspecten van<br />
Le Corbusiers vroege loopbaan.<br />
Publicaties en tentoonstellingen<br />
als Le Corbusier before Le Corbusier,<br />
door hemzelf geredigeerd<br />
in samenwerking met Arthur<br />
Rüegg (Baden, Zwitserland, en<br />
New York, 2001), zouden ondenkbaar<br />
zijn geweest zonder de<br />
beschikbaarheid van de eerdere<br />
studies of de intellectuele steun<br />
van Pierre Vaisse, Francesco<br />
Passanti, Françoise Ducros en<br />
anderen. <strong>Het</strong>zelfde geldt (mutatis<br />
mutandis) voor Le style sapin à<br />
La Chaux-de-Fonds, een gedenkwaardige<br />
tentoonstelling in La<br />
Chaux-de-Fonds, met een door<br />
Helen Bieri Thompson geredigeerde<br />
catalogus (La Chaux-de-<br />
Fonds, 2006), de meest gezaghebbende<br />
bespreking van de arts-encraftshervorming<br />
in La Chaux-<br />
De architectonische kleur<br />
Jan de Heer<br />
‘De architectonische kleur’ is een<br />
uitdrukking van Le Corbusier<br />
waarmee hij de innige band tussen<br />
bepaalde kleuren en de architectuur<br />
aanduidde. Deze kleuren<br />
had hij ondergebracht in het<br />
zogenaamde grote gamma: gele<br />
en rode okers, aardkleuren, wit,<br />
zwart, ultramarijn en enige daarvan<br />
afgeleide mengkleuren. <strong>Van</strong>af<br />
1918 bedacht Le Corbusier, naast<br />
architect ook schilder, samen met<br />
de schilder Amédée Ozenfant, het<br />
purisme. De eerste voortbrengselen<br />
daarvan waren schilderijen.<br />
Hun bespiegelingen over de relatie<br />
tussen vorm en kleur op schilderkunstig<br />
gebied leidden tot de<br />
vaststelling van het genoemde<br />
gamma en dit werd door Le Corbusier<br />
overgebracht op het terrein<br />
van de architectuur.<br />
<strong>Het</strong> boek is het relaas over een<br />
klein, niet onbelangrijk aspect<br />
van het werk van Le Corbusier<br />
(1887-1965). <strong>Het</strong> gaat over de wijze<br />
waarop hij aan het begin van de<br />
jaren twintig komt tot een eigenzinnige<br />
benadering van de architectonische<br />
polychromie. Waren<br />
zijn jeugdwerken gebouwd in een<br />
traditionele stijl, gebruikmakend<br />
van lokale bouwmethoden en<br />
materialen en voorzien van door<br />
hemzelf ontwikkelde ornamentiek.<br />
In zijn puristische architectuur,<br />
waarvan hij de beginselen vanaf<br />
de-Fonds.<br />
Als meest recente toevoegingen<br />
aan de lijst zou ik Leo Schuberts<br />
monografie over de Maison<br />
Blanche in La Chaux-de-Fonds<br />
(Venetië, 2006) en Christoph<br />
Schnoors kritische editie van<br />
Jeannerets La construction des villes<br />
(2008) willen vermelden.<br />
Le Corbusier. Elemente einer<br />
Synthese (Elements of a Synthesis)<br />
in deze tijd herschrijven<br />
zou in het licht van mijn eigen<br />
veranderde standpunt met betrekking<br />
tot de vroege geschiedenis<br />
van de moderne architectuur<br />
betekenen dat ik het zo duidelijk<br />
geïmpliceerde paradigma van<br />
Giedion/Pevsner ten aanzien van<br />
moderniteit en modernisme zou<br />
moeten loslaten. Maar op het<br />
moment dat ik het boek schreef<br />
kende ik niets anders. En ik<br />
betwijfel of ik met de kennis van<br />
1920 formuleerde en die in zijn<br />
architectuur tot 1927 tot uitdrukking<br />
komen, voer hij een rigoureuze<br />
andere koers. De gebouwen<br />
werden opgetrokken in gewapend<br />
beton, afgewerkt met een pleisterlaag<br />
en vervolgens geheel geschilderd.<br />
De kleuren voor schilderwerk<br />
waren ontleend aan het<br />
grote gamma, de architectonische<br />
kleuren.<br />
De breuk tussen Ozenfant en Le<br />
Corbusier in 1925 betekende voor<br />
Le Corbusier het afscheid van het<br />
purisme. Een nieuwe architectonische<br />
weg werd ingeslagen en langzaamaan<br />
verdween de systematiek<br />
van de puristische polychromie<br />
uit het nieuwe werk. Na de<br />
Tweede Wereldoorlog gaf Le Corbusier<br />
de natuurlijke polychromie,<br />
de kleur van het materiaal,<br />
voorrang boven de geschilderde<br />
polychromie. Was de polychrome<br />
schildering in de puristische architectuur<br />
een onvermijdelijke en<br />
totale bewerking, na de Tweede<br />
Wereldoorlog kreeg ze een bescheiden<br />
plaats als ornament.<br />
De architectonische kleur.<br />
De polychromie in de puristische<br />
architectuur van Le Corbusier<br />
Jan de Heer / ontwerp Johannes<br />
Niemeijer / Nederlands / ISBN 978<br />
90 6450 670 3 / € 34,50 / verschijnt<br />
in juni 2008<br />
Engelse editie: ISBN 978 90 6450<br />
671 0 / verschijnt in september 2008<br />
nu een overtuigender verhaal zou<br />
produceren. Ik presenteer het boek<br />
dus liever zoals het destijds is<br />
geschreven (minus de meest flagrante<br />
missers) en heb elk<br />
hoofdstuk aangevuld met een<br />
bibliografisch postscriptum waarin<br />
het veranderde perspectief dat<br />
zich de laatste vier decennia<br />
heeft ontwikkeld tot uitdrukking<br />
komt.<br />
Le Corbusier. Elements of a Synthesis<br />
Stanislaus von Moos / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 642 0 / € 28,50 /<br />
verschijnt in september 2008<br />
Nu is Uitgeverij oıo<br />
nog makkelijker op<br />
internet te vinden!<br />
www.<strong>010</strong>.nl
oıo-krant voorjaar 2008 / www.<strong>010</strong>.nl / pagina 12<br />
Puzzel<br />
Maak kans op de hoofdprijs of een<br />
van de tien extra prijzen en doe mee<br />
met de oıo-voorjaarspuzzel. Mail<br />
de oplossing (met uw naam en<br />
adres) uiterlijk 1 juni 2008 <strong>naar</strong><br />
krant@oıo.nl. Puzzel te moeilijk?<br />
Raadpleeg www.oıo.nl en vind<br />
daar alle info over onze boeken.<br />
Vul het diagram als een doorloper<br />
in. Alle letters zijn op twee manieren<br />
te vinden. Vul de letter in het<br />
gelijkgenummerde hokje op de<br />
oplossingsbalk in. Zo ontstaat daar<br />
de oplossing.<br />
Hoofdprijs<br />
Boeken <strong>naar</strong> keuze uit het fonds<br />
van Uitgeverij oıo voor maar liefst<br />
€ 500,-! Kies uit de mooiste boeken<br />
op het gebied van architectuur en<br />
design.<br />
Extra prijzen<br />
Tien exemplaren van Exactitudes<br />
van Ari Versluis en Ellie<br />
Uyttenbroek. De extra uitgebreide<br />
editie nu ook met foto's uit Praia<br />
(Kaapverdische eilanden), New<br />
York en Bordeaux.<br />
Horizontaal:<br />
A. Voorletter van exarchitect, paal,<br />
voorletter Bodon, tijdvak, voorletter<br />
Rijksadviseur voor het<br />
Landschap, voornaam van <strong>Van</strong><br />
Nieuw!<br />
Wonen in Oost-Europa.<br />
<strong>Van</strong> Sofia tot Tallin<br />
Willem Kwekkeboom / fotografie<br />
Jan-Reinier van der Vliet / ontwerp<br />
Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Nederlands / november 2007 / ISBN<br />
978 90 6450 638 3 / € 29,50<br />
Titus Matiyane. Cities of the World<br />
Annemieke de Kler (red.) / ontwerp<br />
Joost Grootens / Engels / december<br />
2007 / ISBN 978 90 6450 640 6 /<br />
€ 19,50<br />
De diabolische snelweg.<br />
Wim Nijenhuis, Wilfried van Winden<br />
/ ontwerp Joost Grootens /<br />
Nederlands / december 2007 / ISBN<br />
978 90 6450 590 4 / € 39,50<br />
W.G. Witteveen en Rotterdam<br />
Noor Mens / ontwerp Marianne<br />
Elbers / Nederlands / december<br />
2007 / ISBN 978 90 6450 612 3 /<br />
€ 39,50<br />
De Grote Fantast<br />
Theo Jansen / ontwerp Johannes<br />
Niemijer / Nederlands / januari 2008<br />
ISBN 978 90 6450 649 9 / € 39,50<br />
Engelse editie: The Great Pretender /<br />
ISBN 978 90 6450 630 7<br />
Jan van Toorn: Critical Practice<br />
Rick Poynor / ontwerp Simon Davies<br />
/ Engels / februari 2008 / ISBN 978<br />
90 6450 565 2 / € 37,50<br />
Ruimte en leren.<br />
Lessen in architectuur 3<br />
Herman Hertzberger / ontwerp Piet<br />
Gerards Ontwerpers / Nederlands /<br />
maart 2008 / ISBN 978 90 6450 645 1 /<br />
€ 29,50<br />
Amerikaanse dromen. Frank Lloyd<br />
Wright in Nederland<br />
Herman van Bergeijk (red.) /<br />
ontwerp Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Nederlands / april 2008 / ISBN 978 90<br />
6450 593 5 / € 24,50<br />
den Broek. B. Scholenarchitect,<br />
auteur van Read This First. C. Ego,<br />
dierengeluid, voorletter grote fantast,<br />
architect (1901-1977), meetlat,<br />
tussenvoegsel Amsterdamse<br />
Schoolarchitect. D. Voorletter<br />
Engelse Sir-architect, boksterm,<br />
kenner van Le Corbusier, Europees<br />
record, persoon met aanleg voor<br />
techniek. E. En anderen, architect<br />
van de Hoge Heren, voorletter van<br />
een van de Groosmannen, uiting<br />
van verkoudheid. F. Iemand die<br />
zich op aanmatigende wijze voordoet<br />
als kenner van architectuur en<br />
design, wat herzien?. G. Greetings<br />
from ..., architect (1880-1944),<br />
arbeidsovereenkomst. H. Architect<br />
(1874-1941), Rotterdamse stedenbouwkundige,<br />
energie (symbool). I.<br />
Wereldwijd systeem, hert, voornaam<br />
Hitchcockauteur, Romeins<br />
cijfer voor 500. J. Jodium (symbool),<br />
practice van Jan van Toorn,<br />
opvangcentrale, tussentijds. K. Nu,<br />
Rotterdams bureau, architect<br />
(1890-1963), ouderwetse rookwaar.<br />
L. Inhoudsmaat, ontwerper van de<br />
Nieuwe Hollandse Waterlinie,<br />
oppervlaktemaat. M. Eindhoven?,<br />
jaarboek Academie van<br />
Bouwkunst Amsterdam, van Sofia<br />
tot …?. N. Rotterdams bureau,<br />
voornaam Tuns, Amsterdams<br />
architect, tijdseenheden. O. Wie is<br />
goed in vorm?, voorletter nieuwe<br />
Rijksbouwmeester, grote fantast.<br />
Verschijnt in voorjaar<br />
en zomer 2008<br />
How They Work. The Hidden World<br />
of Dutch Design<br />
Inga Powilleit, Tatjana Quax /<br />
ontwerp Ben Lambers / Nederlands-<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 662 8 /<br />
€ 39,50<br />
Stoelen. Catalogus van de<br />
verzameling van de Faculteit<br />
Bouwkunde in Delft<br />
Otakar Mácel, Sander Woertman,<br />
Charlotte van Wijk / ontwerp Joost<br />
Grootens / Nederlands /<br />
ISBN 978 90 6450 664 2 / € 24,50<br />
Engelse editie: Chairs /<br />
ISBN 978 90 6450 619 2<br />
Vinexlocatie Volgerlanden.<br />
Impressies van Nederlands landschap<br />
Anne Bousema / ontwerp Joost<br />
Grootens / Nederlands /<br />
ISBN 978 90 6450 641 3 / € 34,50<br />
Space and Learning. Lessons in<br />
Architecture 3<br />
Herman Hertzberger / ontwerp<br />
Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 644 4 /<br />
€ 29,50<br />
Vinex Atlas<br />
Jelte Boeijenga, Jeroen Mensink /<br />
ontwerp Joost Grootens /<br />
Nederlands / ISBN 978 90 6450 594 2 /<br />
€ 59,50<br />
Engelse editie: Vinex, an Atlas of<br />
Recent Dutch Suburban Planning /<br />
ISBN 978 90 6450 635 2<br />
Greetings from Europe.<br />
About landscape and leisure<br />
Niek Hazendonk, Mark Hendriks,<br />
Hans Venema (red.) / ontwerp<br />
Johannes Niemeijer / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 650 5 / € 24,50<br />
Imagine - Façades<br />
Ulrich Knaack, Tillman Klein, Marcel<br />
Bilow / ontwerp Minke Themans /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 656 7 /<br />
€ 24,50<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
G<br />
H<br />
I<br />
J<br />
K<br />
L<br />
M<br />
N<br />
O<br />
a b c d e f g h i j k l m<br />
10<br />
8<br />
4<br />
1 2 3 4<br />
Ondertussen bij oıo...<br />
2<br />
Imagine - Deflateables<br />
Ulrich Knaack, Tillman Klein, Marcel<br />
Bilow / ontwerp Minke Themans /<br />
Engels / ISBN 978 90 6450 657 4 /<br />
€ 24,50<br />
A/S/L 2007. Jaarboek Academie van<br />
Bouwkunst<br />
Aart Oxe<strong>naar</strong> (red.) / ontwerp Joost<br />
Grootens / Nederlands-Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 654 3 / € 24,50<br />
Westraven<br />
Olof Koekebakker / ontwerp<br />
Reynoud Homan / Nederlands /<br />
ISBN 978 90 6450 660 4 / € 34,50<br />
Engelse editie: Westraven /<br />
ISBN 978 90 6450 659 8<br />
ATA IndeX. Architectuurcentrale<br />
Thijs Asselbergs<br />
Thijs Asselbergs, Catja Edens / ontwerp<br />
Loek Kemming / Nederlands /<br />
ISBN 978 90 6450 623 9 / € 34,50<br />
Archiprix 2008. De beste<br />
Nederlandse studentenplannen<br />
Henk van der Veen (red.) / ontwerp<br />
Alfons Hooikaas, Maaike<br />
Molenkamp / Nederlands-Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 647 5 / € 24,50<br />
The Architecture Annual 2006-2007.<br />
Delft University of Technology<br />
Henco Bekkering (red.) / ontwerp<br />
Joost Grootens / Engels / ISBN 978<br />
90 6450 653 6 / € 24,50<br />
1<br />
3<br />
5<br />
6<br />
5<br />
9<br />
7 8 9<br />
De bekroning. Beide uitgevers Hans Oldewarris en Peter de Winter, en exwerkneemster<br />
Nina Post drinken champagne op kantoor na het telefonische<br />
bericht dat Uitgeverij oıo is bekroond tot 'Publisher of the Year' door<br />
het American Institute of Architects [29 maart 1994]<br />
11<br />
12<br />
Goed in vorm. Honderd jaar<br />
ontwerpen in Nederland<br />
Mienke Simon Thomas / ontwerp<br />
Piet Gerards Ontwerpers /<br />
Nederlands / juni 2008 / ISBN 978<br />
90 6450 655 0 / € 24,50<br />
The Chinese Dream. A Society under<br />
Construction<br />
DCF, Neville Mars and Adrian<br />
Hornsby / ontwerp DCF / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 652 9 / € 49,50<br />
First Read This. Systems<br />
Engineering in Practice<br />
Ed van Hinte, Michel van Tooren<br />
(red.) / ontwerp Erik Wong,<br />
Eva Heisterkamp / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 643 7 / € 34,50<br />
Raumplan versus Plan Libre<br />
Max Risselada (red.) met teksten<br />
van Adolf Loos en Le Corbusier /<br />
ontwerp Piet Gerards / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 665 9 / € 29,50 /<br />
De architectonische kleur.<br />
De polychromie in de puristische<br />
architectuur van Le Corbusier<br />
Jan de Heer / ontwerp Johannes<br />
Niemeijer / Nederlands / ISBN 978<br />
90 6450 670 3 / € 34,50<br />
Engelse editie: ISBN 978 90 6450 671 0<br />
Le Corbusier. Elements of a Synthesis<br />
Stanislaus von Moos / Engels /<br />
ISBN 978 90 6450 642 0 / € 28,50<br />
7<br />
6<br />
13<br />
10 11 12 13<br />
Verticaal:<br />
a. Which dream?, Kalium (symbool),<br />
snelwegarchitect, voorletter<br />
architect van ATA. b. Zusterstad<br />
van de volkshuisvesting, dit<br />
moment, Oersted (symbool), bergtop,<br />
persoonlijk voornaamwoord,<br />
voorletter Haan. c. Mannelijke<br />
Exactitude, voorletter Zadkine,<br />
How they what?, hoofdkantoor<br />
Unilever, klein diertje. d. Architect<br />
(1899-1986), individueel beroepsonderwijs,<br />
wereldrecord, hetzelfde<br />
(Lat. afk.), venster. e. Te zijner tijd,<br />
ijzerhoudende grond, oıo-auteur<br />
met de meeste titels, gaat voor de<br />
baat uit, voorletter Fries architect.<br />
f. Architect van Burger’s<br />
Dierenpark, oosterlengte, Zuurstof<br />
(symbool), buite<strong>naar</strong>ds (Eng. afk.),<br />
propvol, type Citroën. g. Ericks<br />
bureau, tennisterm, grafische<br />
afbeelding, voornaam architect<br />
(1884-1955), voorletter C.E.M.<br />
Küpper, aantal. h. Ontwerper<br />
WTC, loot, Europeaan, goud<br />
(symbool), edelachtbare, voorletters<br />
architect Bram Ladage.<br />
i. Persoonlijk voornaamwoord,<br />
gram, architect (1888-1964),<br />
Nederland, voorletters van een van<br />
de Brinkmannen. j. Exarchitect,<br />
voorletters Viollet-le-Duc, initiatiefnemer<br />
Oud-Bussem, Stichting<br />
Slimme Architectuur, stikstof<br />
(symbool). k. Bolwoningontwerper,<br />
voorletters Apon, behoudens<br />
vergissingen (Lat. afk.),<br />
Catalogue of the Delft Faculty of<br />
Architecture Collection. l. Voornaam<br />
Vinexdeskundige, voorzetsel,<br />
Nederlandse bergbeklimmer, ontkenning.<br />
m. De letters bij 205, stimuleren,<br />
opdrachtgever van<br />
Bonnema.<br />
Super<br />
voordeel<br />
Kijk op www.<strong>010</strong>.nl bij de<br />
'special offers' en schaf extra<br />
voordelig de mooiste architectuur-<br />
en designboeken aan.<br />
De oıo-krant verschijnt elk voorjaar<br />
en is een uitgave van<br />
Uitgeverij oıo<br />
Watertorenweg 180<br />
3063 HA Rotterdam<br />
t. <strong>010</strong>-4333509<br />
e. krant@<strong>010</strong>.nl<br />
Redactie<br />
Arjen Oosterman<br />
Ester Martens<br />
Ontwerp<br />
Joost Grootens<br />
Tine van Wel<br />
Fotografie<br />
Peter Cox<br />
Druk<br />
De Groot Drukkerij<br />
Meer kranten ontvangen?<br />
Laat het ons weten als u meerdere<br />
exemplaren wilt ontvangen voor uw<br />
collega’s, leerlingen, bezoekers,<br />
klanten, vrienden en familie. Stuur<br />
een e-mail met uw naam (en adres<br />
als dat niet bekend is bij ons) <strong>naar</strong><br />
krant@<strong>010</strong>.nl.<br />
Meer informatie<br />
Voor informatie over onze boeken<br />
kijkt u op www.<strong>010</strong>.nl. Hier kunt u<br />
ook de boeken bestellen. Uiteraard<br />
zijn onze boeken ook verkrijgbaar bij<br />
de boekhandel.