10.02.2013 Views

Untitled

Untitled

Untitled

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EERSTE DEEL»


M E M O R I E N*<br />

D I E N E N DE T O T<br />

O P H E L D E R I N G *<br />

V A N H E T<br />

G E B E U R D E ,<br />

GEDUUR.ENDE DEN LAATSTEN<br />

ENGELSCHEN OORLOG,<br />

DOOR<br />

Mr. JOACHIM RENDORP»<br />

VRTHEER. VAN MARQUETTE,<br />

ENZ. ENZ.<br />

E E R S T E D E E L .<br />

TE AMSTERDAM, B*<br />

JOHANNES ALLART,<br />

MDCCXCII.


I N L E I D I N G .<br />

IVÜyn voorneemen is een helderer licht te<br />

doen fchynen, over het begin en het eindigen<br />

des laatften Engelfchen Oorlog: voornaamlyk<br />

over eenige byzondere Gebeurtenisfen, die geduurende<br />

denzelven plaats hebben gehad: zonder<br />

dat ik doch een aan ééngefchakeld verüag<br />

zal doen, van de bedryven der Oorlogende Mogendheden<br />

, die deel aan deezen Oorlog gehad<br />

hebben; daar dceze waereld-kundig, en door<br />

andere Schryvers te boek zyn gefteld.<br />

Ik wil boven al myne Leezers mededeelen,<br />

die omftandigheeden, die zelden by anderen,<br />

dan die in 't beltuur der Zaaken geweest zyh,<br />

bekend zyn. Doordien ik in 't begin van 1781<br />

Burgemeefter ben geworden, heb ik daartoe<br />

gelegenheid gehad: en vley my dus, dat'de<br />

openingen die ik geeven zal, de oplettendheid<br />

myner Leezers zullen verdienen , en teffens<br />

ftrekken, om te doen verdwynen de vooroordeelen,<br />

die zommige zig bevlytigd hebben te<br />

doen opkomen: waardoor het beftaan vag eenigen<br />

ten Hemel verheeven, en dat van anderen,<br />

als verderffelyk voor den Lande, uitgekreeten<br />

is geworden: daar men deezen in Couranten<br />

, Weekbladeren en naanalooze Gefchrif-<br />

I. DEEL. A ten,


* I N L E I D I N G .<br />

ten, op eene verregaande wyze heeft laten befchimpen<br />

en hoonen; met geen ander oogmerk,<br />

dan om te benemen alle achting voor bun moreel<br />

Cara&er, en alle vertrouwen op hunne beftiering.<br />

Alle die niet hebbén willen medewerken<br />

tot oogmerken, die in 't begin vyel onder<br />

den fchyn van Vaderlandsliefde, en van het<br />

voorneemen om des Ingezetens gerechtigheeden<br />

te handhaven tegen den machtigen invloed<br />

van den Stadhouder bedekt waren, doch waar<br />

van de fchadelykheid allengskens openbaar geworden<br />

is: alle die voorzagen, dat wanneer<br />

eens de yver van de Gemeente gaande zou<br />

zyn gemaakt, dezelve niet langer beftuurd zou<br />

kunnen worden , eri dat als dan eene volftrekte<br />

Regeeringloosheid zou gebooren worden,<br />

\vierden ten toon gefteld, als laage Vleyers,<br />

als Slaaven van den Stadhouder, als Verraders<br />

van hun Vaderland, als Pesten die men<br />

uit de Regeering en uit het Land moest verbannen.<br />

Ik hadde meerder dan andere myner<br />

Mederegenten te lyden van die razerny.<br />

In 't einde van 't Jaar' 1781 toen het Cabinet<br />

van Verfailles voornaamlyk begon te yveren ,<br />

en van deszelfs verkreegene invloed gebruik,<br />

te maken, om alle afzonderlyke handeling met<br />

Engeland te beletten, en ons in den Oorlog,<br />

die»


I N L E I D I N O. S<br />

dien men ons berokkend had, te houden, heeft<br />

men reeds getracht, dewyl ik die maatregelen<br />

niet blindelings wilde goedkeuren, my verdacht<br />

te maken, met my te doen voorkomen als een<br />

Anglmam, als eenen die de oprechte Vaderlandfche<br />

gevoelens had verhaten, en op eene<br />

laage wyze trachtte , de gunst van den Stadhouder<br />

te winnen.<br />

De Schryver van een fchandelyk Weekblad,<br />

de bekende Politieke Kruyer, de onbefchaamde<br />

Schryvers en Uytgeevers van de Hiftorifebe ,<br />

Nederlandfcbe, Vaderlandfcbe enZuidhollandjche<br />

Couramen, [muntten geduriglyk uit in my op<br />

eene verregaande wyze te lasteren, te befchim-<br />

Pen, en te beliegen. Ik was een Verraader van<br />

m Yn Vaderland , eerloos en meinëedig : met<br />

den bynaam van Bruggemaaker wilde men my<br />

befpottelyk maken, en verneederen met dien<br />

van eenen Brouwers Zoon. - '<br />

Di* alles zoo het fclieen was ik verfchuldigd<br />

aan het febryven van een briefje aan den Buigemeester<br />

Temmïnck, die des tyds op den Dagvaart<br />

was , terwyl ik in Gecommitteerde Raaden<br />

zat. In dit briefje vroeg ik dien Heer, of<br />

hy al wist dat Gyzelaar en Visfcber, den Generaal<br />

Dundas, laast naar Engeland verreisd, gelast<br />

hadden , om met het Ministerie aldaar over<br />

A 2 Vre-


4 I N L E I D I N G .<br />

Vrede te handelen: in zodanige of diergelyfce<br />

woorden in fubftantie.<br />

Tot dat fchryven had gelegenheid gegeeven<br />

dat op een ochtend by my was gekomen een<br />

Man van aanzien, die my die zelfde vraag deed:<br />

myn antwoord was geweest, neen, nog dit niet<br />

te geloven, om dat ik begreep, dat die twee Heeren<br />

beide bet Systema van Frankryk te veel waren<br />

toegedaan, om Vrede met Engeland te zoeken.<br />

Dan die Heer, die betrekkingen had, door<br />

welke hy van 't geen Dundas in Engeland zou<br />

kunnen betracht hebben, onderricht kondezyn,<br />

verzekerde my dat het doch zoo was. Na dat<br />

hy was heen gegaan, dacht ik, dat zeldzaam<br />

nieuws aan den ouden Burgemeefter te moeten<br />

melden, en fchreef het op een ftukje Papier,<br />

dat ik hem, alleen toegevouwen doch<br />

onbezegeld, toezond. Het antwoord was, dat<br />

hy het om dezelfde redenen die ik had,'niet<br />

geloofde.<br />

, Hoe of de inhoud van dit Briefje aan den<br />

Schryyer van te Politieke Kruyer, 0f om beter<br />

te zeggen, aan zyne Befïuurders gekomen is,<br />

weet ik niet. In 't Schendblad wierdt voorge'<br />

geeven, dat de gefcheurde ftukjes op de trap.<br />

pen van 't Stadhuis gevonden waren. De Burgemeefter<br />

Temminck, die ik 'er naar vroeg, zeide


I N L E I D I N G . 5<br />

de my er niets van te weeten, maar verzocht<br />

teffens dat ik er niet meer van fpreeken zou.<br />

De Man was 82 Jaaren.<br />

Maar wat daar van ook heeft mogen wee­<br />

zen, weinige weeken liepen er voorby, of ik<br />

wierd in het 83 Nummer van den zoogenaam-<br />

den Politieke Kruyer, deerlyk over dat Briefje<br />

doorgeftreeken; en voorgefteld als de zwaar-<br />

fte misdadiger; als een trouwloos en meinëe-<br />

dig Mensen, een fchandvlek voor myn Vader­<br />

land, dewyl ik de roekeloosheid had gehad, de<br />

geheiligde Perfoonen van de twee voornoem?<br />

de Penfionarisfen aan te randen.<br />

Het is den Mensen wel eigen, niet onge­<br />

voelig te zyn aan lasteren, fchelden, befpot-<br />

ten en befchimpen: maar die aandoening ver­<br />

liest aanmerkelyk van haare kracht, wanneer<br />

zulks door verachtelyke Lieden, en zonder<br />

fchyn van reden gefchied. Een Schryver van<br />

den Politieke Kruyer, eexiFynje, een Schuurman<br />

of Noms, een Costerus of Paling, Schryvers,<br />

Drukkers of Uitgeevers van de Hiftorifche,<br />

Diemermeerfche en Zuidhollandfche Couran­<br />

ten, en andere Nieuws- en Weekbladfchry-<br />

vers, konden wezentlyk geen eerlyk Man dee-<br />

ren; zy vereerden die zy laakten, en onteer-<br />

den die zy preezen: noodlottig alleen was bet,<br />

A 3 dat


O I N L E I D I N G .<br />

dat daar veele, en de meefte van die Papieren,<br />

of met publieke Autoriteit, of ten minften met<br />

toelaating der Regeering verfpreid en verkocht<br />

wierden, de goede Gemeente in de waan moest<br />

vallen, dat, dewyl de Achtbaarden befchimpt<br />

en befpot wierden, zy dit minder of meerder<br />

verdiend hadden.<br />

Ik tvvyffel geenzints, by voorbeeld, of veele<br />

hebben gedacht dat de Schimpnaam van Bruggemaker<br />

my met reede gegeeven was, om den<br />

lpot met my te dry ven, als Ordonnateur of Arm<br />

chiteü van zekere Brug, die geduurende eenigen<br />

tyd over het water voor het Nieuwe-<br />

Werkhuis geleegen heeft.<br />

Het verwyt zou waarlyk niet groot zyn geweest,<br />

dewyl een goed Regent, in der daad<br />

een Hechte Bruggemaaker kan weezen: maar dat<br />

verwyt was noch onverdiend. Ik heb aan 't lig.<br />

gen van deeze Brug, geen ander deel gehad,<br />

dan dat in 't Jaar 1779 •> toen ik in geene hoegenaamde<br />

Stadsbediening was, my door Heeren<br />

Burgemeefteren vertoond, en myne gedachten<br />

gevraagd zynde geworden, over de Concept<br />

Tekeningen van evengemelde Huis, ik heb doen<br />

opmerken eenige gebreeken in de Ordonnantie:<br />

als, de nutteloosheid van zoo veel plaats<br />

voor de Vertrekken der Regenten: de naauw-<br />

te


X N L E I D I N C, 7<br />

t e der Binnenplaatzen, waar door ze te wei.<br />

I Zon konden krygen: de bekrompenhe d<br />

Jt voornaamfte Trap: de nuttelooze uitge-<br />

Lkcheid der Muur die het Gebouw omnngt.<br />

d e minder gefchiktheid van de P ^ " £ ^<br />

danig Gebouw, dan het Bolwerk, dat door de<br />

Heeren Thefaurieren daartoe was aangewee-<br />

Zen. Doch de meeste van die gebreeken konden<br />

niet verholpen worden, om dat de Fun<br />

damenten gelegd, en de Verdedingen van het<br />

Gebouw gemaakt waren. Verders deed k by<br />

di gelegenheid mede opmerken, dat dewyl<br />

men goed gevonden had, den voornaamen ge-<br />

" van het Gebouw, van de Stad af naar de<br />

Plantagie te ftellen, de voornaame toegang<br />

mede uit de Plantagie moest zyn. en dat het<br />

dus zeer ongefchikt zou weezen, dat men aan<br />

den voornaamen Ingang van zoo een aanzienlvk<br />

gebouw zylings zou komen.<br />

Burgemeesteren en Thefaurieren keurden<br />

myne aanmerkingen goed: aan dezelve wierdt<br />

z o o veel mogelyk voldaan, en door hun Ed.<br />

Gr Achtb. enEd.Achtb.tefTensgerefolveerd,<br />

dat men direa nit de Plantagie, vlak over den<br />

voornaamen Ingang, over eene Brug zou komen<br />

Maar het zamenftel van die Brug, de<br />

w y z e op welke die gemaakt is geweest, de ons<br />

e<br />

A 4<br />

"


8 I N I<br />

' E I D I N G .<br />

geryflykheid die voortkwam uit het plaatfender<br />

Boogen, is geenzints aan Heeren Burgemeefteren<br />

of Thefaurieren, veel minder aan<br />

my, die er zig verder niet mede .gemoeid heeft<br />

die daar geen zeggen in hadt, dewyl ik noch<br />

Burgemeefter noch Thefaurier was coen de Refolutie<br />

om de Brug te maken genomen is , te<br />

wyten»<br />

Wat myne Geboorte aangaat: het is in eene<br />

Republiek die alleen haar Opkomst, Welvaart<br />

en Beftaan aan den Koophandel en Zeevaart<br />

verfchuidigd is, eigen, dat geftadig Lieden<br />

die door hunnen arbeid en vlyt tot groot<br />

vermogen gekomen zyn, 't z y d i r e a d a a r d o o_<br />

of door aanhuvvelyken, tot Eerambten bevorderd,<br />

en met de aanzienlykften van den<br />

Lande als gelyk gefield worden. Veele zoo niet<br />

de meeste van die geflachten, die nu onder<br />

de aanzienlykfte geteld willen worden, zyn<br />

»i dat geval: en a!s men een eeuw of anderhalf<br />

agter uit rekend, zou zekerlyk een deel<br />

yan dien l uift er d i e h e n n u d o e t flikkeren<br />

verdvvynen. Doch 't zy verre dat zulks in<br />

ons Land tot oneere zoude ftrekken: een Ingezeten<br />

die door zyne nyverheid uit kleine<br />

beginfelen tot groot vermogen gekomen is,<br />

die met zyne winnende hand duizenden aan<br />

de


I N L E I D I N G . 9<br />

de kost geholpen heeft, is een vry nuttiger<br />

Lid der Maatfchappy, dan die, welke geduurende<br />

eeuwen, als by opvolging, door den<br />

invloed hunner Ouderen of Nabeüaanden, tot<br />

Eerambten bevorderd zyn geworden. Aan<br />

iemand dierhalyen in ons Land zyne geboorte<br />

te verwyten, als hy anderzints achting waardig<br />

is, is belachlyk, en kan niet opkomen<br />

dan in laage Geeften.<br />

Hoedanig dan myne Geboorte ook zou mogen<br />

weezen , zou ik geene geringe doch eer-<br />

Tyke Ouders verzaaken: en voornaamlyk niet,<br />

om dat zy eene Brouwery bezeeten hadden;<br />

daar de aanzienlykften van onze Stad, altyd in<br />

dat geval zyn geweest, en noch zyn.<br />

\ Zou niet pasfelyk weezen, hier een verflag<br />

te doen van myn Gellacht: maar 't zy verre<br />

dat ik my hetzelve zou moeten fchaamen.<br />

't Is nu ruim tweehonderd Jaaren geleeden,<br />

dat myne Voorouders uit het Hertogdom Lu«<br />

nenburg, in Holland gekomen zyn: aldaar aanzienelyke<br />

Goederen gekocht hebben, en dat een<br />

derzei ven, met eene Dochter uit het Amfterdamsch<br />

Gellacht der Bikkers getrouwd zynde,<br />

zig met der woon in deeze Stad heeft ter nedergezet:<br />

en offchoon zy Luthersch of Remonftrants<br />

zynde geweest, niet voor 1640 in<br />

As de


ÏO I N L E I D I N G .<br />

de Regeeringe zyn gekomen, zyn ze doch<br />

fteeds in aanzien, en mee de beste Gedachten<br />

door huwelyken vereenigd geweest.<br />

Deeze toeftel, te belachlyk en te gelyk te<br />

verachteiyk om er lang by ftil te ftaan, wierd<br />

ondertusfehen aangelegd, om my te doen voorkomen<br />

als een Ambitieus Mensch, die om Eerambten<br />

te verkrygen, niets naliet. Men verweet<br />

my onder anderen zekere Reis naar de<br />

Helder, (a) Men waande dat ik daar na toe<br />

was gegaan, om te verkrygen (Zyne Hoogheid<br />

was toen daar) het Ambt van Reprefentant in<br />

de Admiraliteits Collegien.<br />

Wat men gedacht heeft dat deeze Reis daar<br />

toe zou hebben kunnen doen, heb ik nooit<br />

kunnen bezeffen: ik kon genoeg gelegenheid<br />

vinden, om Zyne Hoogheid daar over te onderhouden<br />

, zoo ik iets dergelyks gezocht had.<br />

Maar 'r zy verre dat ik ooit een Ambt van<br />

zoo veel bödènkelykheid verlangd hebbe: ik<br />

zeg van zoo veel bedenkelykheid, om den afgunst<br />

aan hetzelve verknogt. Nimmer heb<br />

ik verlangd met eenig voordeelig Ambt bekleed<br />

te zyn: veel min iets gevraagd. Voor 't<br />

geen<br />

(a) Van deeze Reis en deszelfs oogmerk zal in 't<br />

vervolg nader gefprooken worden.


I N L E I D I N G . II<br />

geen ik ben, heb ik verplichting aan niemand,<br />

dan aan mynen Vader, en aan mynen Oom den<br />

Burgemeefter Calkoen. Door hunnen invloed<br />

ben ik Scheepen, Meefter-knaap van Holland,<br />

en Directeur van Surinamen geworden: myne<br />

Cornmisfien in de Hollandfche Rekenkamer;<br />

daar na het Burgemeefterfchap; vervolgens de<br />

Commisfien in Gecommitteerde Raaden, en in<br />

de Admiraliteit, ben ik aan de fchikkingen die<br />

in de Regeering van onze Stad plaatshebben,<br />

verfchuldigd. Gezegend met genoegzame middelen,<br />

heb ik'geene lucrativc Ambten nodig:<br />

en wat de Eere aangaat, zoo heb ik, tot dus<br />

verre, het Burgemeefterfchap myner geboorte-Stad<br />

aanzienlyk genoeg gefchat, om in den<br />

kring in welken ik gebooren ben, boven 't<br />

zelve in ons Land niets te ftellen. Ook is my<br />

van myn Jeugd af, door eenen allerwaardigften,<br />

en onbaatzuchtigften Vader ingefcherpt,<br />

en hoop het mynen eenigen Zoon ook in te<br />

boezemen, dat geen ingezeten van een vry<br />

Land, die genoegzaam van middelen voorzien<br />

is, wil hy waarlyk vry en onafhangelyk blyven,<br />

trachten moet Ambten of Bedieningen<br />

door gunst te verkrygen: dewyl hy door die<br />

gunstbewyzingen zich altyd minder of meerder<br />

verplicht maakt, en zich dikwyls in gevaar<br />

ftelt,


a I N L E I D I N G .<br />

ftelt, of minder rondborftig zyn gevoelen te<br />

kunnen zeggen, of van ondankbaarheid beticht<br />

te worden.<br />

Maar eene der voornaamlie befchuldigingen<br />

die tegen my ingebracht wierd, was die<br />

van Anglomanie. Ik beken zeer gaarne, dat ik<br />

den Oorlog met Engeland, in deszelfs oorfprong,<br />

voortgang en einde, als roekeloos<br />

ondernomen, flecht gevoerd, en fchandelyk geëindigd<br />

, volkomen heb afgekeurd: dat ik gaarne<br />

zou gezien hebben, dat men getracht had,<br />

door afzonderlyke handeling, eene betere Vrede<br />

te verkrygen: of dat men ten minften niet<br />

door een roekeloos vertrouwen op het Hof van<br />

Verfailles, zich in de noodzakejykheid had gebracht,<br />

om zoodanige Vrede te moeten aanneernen,<br />

als dat Hof ons daarna heeft opgedrongen<br />

: en dat ik nimmer met goede oogen heb<br />

kunnen aanzien, dat men de Republiek aan<br />

het welgevallen van evengem. Hof, kwanzuys<br />

uit erkentenisfe voor dienften bewezen in eenen<br />

Oorlog, dien het ons voor een gedeelte<br />

op den hals had gehaald, wilde onderfchikken,<br />

en van 't zelve veel afhangelyker maken, als<br />

zy immer van dat van Engeland geweest was.<br />

Maar zoo in my was opgekomen eenige byzohdere<br />

bereidwilligheid voor Engeland; eenig<br />

by-


I N L E I D I N G . 1^<br />

byzonder inzicht van voordeel; van vermeerdering<br />

of ftaving van invloed ; eenige laage toegevenheid<br />

voor de wyze van denken van den<br />

Heere Stadhouder; zou ik my zeiven verachten,<br />

even als ik veracht zoodaanige, die uit<br />

eigen voordeel, en tot bevordering van hunnen<br />

byzonderen Koophandel, Staatzuchtige inzichten,<br />

of wat des meer is, het vuur des Oorlogs<br />

in *t begin hebben aangeftookt; die daar<br />

na Frankryk naar de oogen hebben gezien;<br />

dit met deszelfs Ambasfadeur over de geheimfte<br />

Staatszaaken gehandeld hebben ; die eenige<br />

woelzieke Vreemdelingen begunftigd hebben,<br />

om door deeze de gisting der gemoederen<br />

te vermeerderen; en die voorts door alle<br />

zoorten van kunftenaryen getracht hebben<br />

tot hunne oogmerken te komen: oogmerken<br />

die, zoo als 'c daar na gebleekenis, geen andere<br />

waren, dan om de Regeeringsform te veranderen,<br />

en alles 't onderst boven te keeren.<br />

De naam van driflrocraat, dien men mydaar<br />

na mede heeft toebedeeld, was toen noch niet<br />

in de Mode. 't Is zeker dat dezelve als een<br />

Schimpnaam gegeeven is; en by aldien men<br />

daarmede bedoelde , eenen, die van oordeel<br />

was, dat in ons Land den Burgeren geen meerder<br />

of grooter invloed in de benoeming der<br />

Re-


*4 I N L E I D I N G .<br />

Regenten, of in 't beftuurderzaakentoekomt,<br />

dan dezelve zedert de oprechting der Republiek,<br />

ingevolge de Privilegiën der Steeden,<br />

zoo in Stadhouderlyke als Stadhouderlooze tyden,<br />

gehad hebben, kan ik niet ontkennen,<br />

dat die Tytel niet ten onrechte aan my gegeeven<br />

is.<br />

Het eenigst doel van alle Regeeringen is,<br />

het meest mogelyk welzyn der Leden , die<br />

onder de Maatfchappy behooren: zoo deeze<br />

gelukkig zyn, en hun gelukftaat door eene<br />

beftendige ondervinding beftempeld is geworden,<br />

zoo wordt de vraag, of eenige andere<br />

Regeeringsform, dan die, onder welke die Leden<br />

leeven, beter zy, eene zuivere befchouwende<br />

quxstie. Dit hadden de Hoofden der geenen,<br />

die in de laatfte onluften het niet onduidelyk<br />

op de verandering der Conftitutie<br />

hebben toegelegd, ten minfte zoo zy in de<br />

goede trouwe waren, in den beginne behooren<br />

onderzocht te hebben.<br />

' Wie zal ontkennen dat in onze Regeeringsform<br />

veele gebreeken zyn? Dat de Stadhouders<br />

te meermaalen de paaien van hun wettig<br />

gezach, dat niet duidelyk genoeg omfchreeven<br />

is, zyn te buiten gegaan. Dat in Stadhouderlooze<br />

tydea, de Regenten dikwyls door<br />

Sce-


I N L E I D I N G . 15<br />

Stedelyke, ja byzondere inzichten vervoerd,<br />

het algemeene welzyn verwaarloosd hebben?<br />

Dat het zamenftel van onze Regeeringsform,<br />

in veele opzichten, zoodanig is, dat het beftuur<br />

der Zaaken daar door dikwyls gebrekkig word.<br />

Ik wil dus gaarne bekennen, dat 'er eene<br />

betere Regeeringsform zou hebben kunnen<br />

uitgedacht worden. Maar de vraag is, zou het<br />

geluk van Land en Ingezeetenen , door verandering<br />

te maken in de tegenwoordige Conftitutie,<br />

vermeerderd zyn geworden ? of zoo<br />

men dit al wilde onderftellen, zou men zich<br />

hebben kunnen vleijen, dat die zedert meer dan<br />

tweehonderd Jaaren op den tegenwoordigen<br />

voet gevestigde Conftitutie zou kunnen veranderd<br />

worden, zonder het Land eene fchnfc<br />

te doen ondergaan, waar door ten minlien<br />

voor eenen geruimen tyd, alle de deelen van<br />

het publiek beftuür, op losfe fchroeven zouden<br />

gefield zyn geworden? En eindelyk,«zouden<br />

de In- en Opgezetenen in 't algemeen, ik<br />

meen de Gegoeden, (ik fpreek niet van de<br />

heff,) met den invloed, met eene zeer onbepaalde<br />

uitdrukking veelal de Volks invloed genaamd<br />

, dien men hun geven wilde, gelukkiger<br />

zyn geweest ? dat is, zou onze Koophandel<br />

bloeijender, onze Perfoonen en Goederen meerder


Ï6 \ w L E i h i N G:<br />

der voor alle geweld gedekt; in één woord j<br />

ónze Burgerlyke Vryheid grooter zyn geweest,'<br />

dan in de 200 Jaaren, die ftaande de tegenwoordige<br />

Conititutie verloopen zyn?<br />

Men fchreeuwt zeer tegen Familie Regeeringen:<br />

't zy verre dat ik goedkeure, dat<br />

men denkt alleen Regent te zyn, om zyne<br />

JNabeftaanden te bevorderen: maar zou het beter<br />

gaan, als de Verkiezingen door de Burgers<br />

gefchiedden? zyn de meeste der gemeene Burgers<br />

, en deeze zouden zekerlyk het grootfte<br />

getal in de Verkiezingen uitmaaken, in ftaat,<br />

om van de hoedanigheden tot het beltuur der<br />

publieke Zaaken nodig, te oordeelen? Zoude<br />

niet het gros der Kiezers, door kuiperyen ,<br />

of door den invloed van eenige weinigen beftuurd<br />

worden ? en hebben wy laatflelyk niet<br />

gezien, welk flag van Lieden het vertrouwen<br />

der meenigte hebben weeten te winnen? Zou<br />

men-kunnen verwachten, dat als dan waardiger<br />

en kundiger Regenten zouden verkoren<br />

worden? zouden die geene, die door hunne<br />

kuiperyen de Gemeente zouden beleezen, of<br />

de gunftelingen der geenen, die zig als be-<br />

Huurders van de menigte zouden opwerpen,<br />

tot de Regeering beter gefchikt zyn, dan die<br />

'er tegenwoordig door den invloed van zyne<br />

Hoog-


I N L E I D I N G . 17<br />

Hoogheid, of van hunne Nabeftaanden inkomen?<br />

Alle daaden die niet gefchieden kunnen,<br />

zonder tusfchenkohist der menfchelyke hartstochten,<br />

zullen meestentyds, zoo niet altyd,<br />

gebrekkig zyn: en dus is 't immers met het<br />

begeeven van Ambten en Bedieningen geleegen:<br />

gunst zal daar in altyd plaats hebben,<br />

't Is zeker dat nergens eene beetere en gefchiktere<br />

wyze van begeeven van Ambten zou kunnen<br />

zyn, dan daar dezelve aan eenen is toebetrouwd,<br />

dewyl de byzondere betrekkingen<br />

van deezen tot alle de Leeden der Maatfchappy,<br />

volftrekt minder moeten zyn, en hy<br />

dus onzydiger; zoo de ondervinding niet geleerd<br />

had, dat die betrekkingen gemultipliceerd<br />

worden, door bet getal der geenen, die byzonder<br />

in de gunst ftaan: en dat in de daad niet<br />

de Vorst, maar zyne Gunftelingen de Ambten<br />

begeeven.<br />

. Men befchouwe de zaak eens met een Historiekundig,<br />

en onpartydig oog : wie hebben<br />

in ons Land, in de onderfcheidene Staats-omwentelingen,<br />

den kreet doen opgaan? Ik meen<br />

in Stadhouderlooze tyden, de vrienden van<br />

't Huys van Oranje die buiten bewind waren,<br />

of hun gezach wilden vermeerderen met<br />

's Vorften bevordering: en in Stadhouderly-<br />

I. DEEL. B ke,


38 I N L E I D I N G .<br />

ke , r<br />

die geene, die naar hun inzien geen gezach<br />

genoeg in de Regeering hadden, of den<br />

Stadhouder wegens eenig ontvangen leed, een<br />

kwaad hart toedroegen.<br />

De eerfte deeden roepen, (want zy gaaven<br />

den toon aan de Volksftem,) dat eigenbelang<br />

alleen betracht, en 's Lands zaaken verwaarloosd<br />

wierden. De andere, op hunne beurt,<br />

dat de Vryheid in gevaar was, dat de Stadhouder<br />

de Privilegiën en Gerechtigheden met de<br />

voeten trapte.<br />

Ondertusfchen hoe is 't in ons Land gegaan,<br />

onze Perfoonen, onze Goederen zyn immers<br />

in Stadhouderlooze en Stadhouderlyke tyden<br />

even zeker geweest, en de geringde Ingezeeten<br />

heeft , veilig voor de oppermacht der aanzienlykften,<br />

in zynen flaat een gerust leven<br />

kunnen leiden.<br />

In Stadhouderlyke en in Stadhouderlooze<br />

tyden, heeft de Republiek fchitterende oogen-<br />

-blikken gehad: maar opmerkingwaardig is het,<br />

dat die fchitterende oogenblikken, in Stadhouderlooze<br />

tyden, daar zyn geweest, wanneer<br />

het voornaam beduur der Regeering geweest<br />

is in handen van eenen, of eenige weinigen,<br />

die door hunnen invloed met de daad<br />

het Stadhouderlyk gezach hadden, en daardoor<br />

in


I N L E I D I N G . 19<br />

in Haat waren, om de veelvuldige raderen,<br />

van 't algemeen beduur, die door zoo veele<br />

handen gedraaid worden, tot één einde te doen<br />

beweegen.<br />

Deeze opmerking, die zoo ik vermeen, op<br />

de gefchiedenisfen van ons Land, gegrond is,<br />

heeft my, zeedert ik eenig inzien in 's Lands<br />

zaaken heb gehad, doen befluiten, dat het -<br />

Stadhouderfchap een noodzaaklyk onderdeel<br />

Onzer Conftitutie is: en dat, offchoon er tyden<br />

zyn geweest, dat men vermeend heeft eenen<br />

Stadhouder in deszelfs onderfcheidene hoedanigheden<br />

te kunnen misfen, die tyden altoos<br />

met oproer en geweld, een einde hebben<br />

genoomen, eensdeels, om dat het Nederlandsen<br />

Volk, in 't algemeen, van hunne<br />

jeugd af, voor het Huis van Oranje voor- ingenoomen<br />

wordt: anderdeels, om dat de geenen,<br />

die geen deel aan de Regeering, tersminften<br />

niet naar hun genoegen hebben, geene geleegenheid<br />

laaten voorby gaan, om van die geneigdheid<br />

van 't volk gebruik te ma'aken, in<br />

hoope van op hunne beurt de zoetigheid en<br />

voordeden der Regeering te zullen genieten.<br />

Van dit zoort van baatzuchtige menfehen,<br />

want zoo moet men ze doch noemen, moeten<br />

onderfcheiden worden die geene, diewaar-<br />

B 12 iy fc


2 0<br />

I N L E I D I N G .<br />

lyk hun Vaderland lief hebben, die zonder baatof<br />

ftaatzucht zyn, doch met verheevene<br />

denkbeelden het beftuur der publieke zaaken<br />

befchouwen. Zy zien de feilen die er in zyn:<br />

zy trachten naar beetering: maar eylaas! zy<br />

verliezen uit het oog, dat die volmaakte bev<br />

ftuuring, die zy voor hun Vaderland verlangen,<br />

niet mogelykis: of dat, zoo men dit al<br />

eens wilde ftellen, óm ertoe te komen, middelen<br />

gebruikt zouden moeten worden, door<br />

welken bet Gemeenebest gevaar zouloopen,<br />

't onderst boven gekeerd te zyn, voor dat het<br />

gewenscht einde zou kunnen bereikt worden.<br />

Met reede heeft Huygb de Groot ergens aangemerkt,<br />

dat men vermyden moet van oude<br />

Regeerings verordeningen af te gaan: dat zulke<br />

veranderingen gevaarlyk zyn, en bet veiliger<br />

is, zich naar de gebreken te fchikken, daar''tvolk<br />

aan gewend is, dan naar de vervormingen te<br />

trachten.<br />

Zit daar myne wyze van denken: is dezelve<br />

Ariftocratiscb? het zy zoo! maar zoo<br />

men door Ariflocraat verflaat eenen die uit<br />

eigen belang of ftaatzucht zyne bevordering<br />

in de Regeering zoekt; die in 't beftuur zich<br />

zeiven alleen en niet het gemeene best befchouwt;<br />

die zyn gezach en invloed alleen<br />

be-


I N T, E 1 D I N G. 2T<br />

befteedt om de zynen te [helpen en te begun<br />

ftigen; dan vraag ik, en doe het met gerust­<br />

heid, welk eerlyk mensch durft my dien tytel<br />

geven ?<br />

Maar hoe verachtelyk het geblaf van hetgefpuis<br />

dat my aanrandde ook weezen mochte,<br />

zoo heeft het my leed gedaan, ja van harte<br />

leed gedaan, by deeze gelegenheid ondervonden<br />

te hebben, dat ik als Burger, als Ingezeeten<br />

van eene Stad en Land, alwaar de genngfte<br />

tot dus verre altyd eene heul gevonden<br />

had by de onbefprokene bedeeling van het<br />

recht dat hun toekwam, tot dat recht nutteloos<br />

myne toevlucht zou genomen hebben.<br />

Ik wil niet ontveinzen, dat in 't begin,<br />

toen de fielten eerst begonden hunnen gruwelyken<br />

laster uit tefpuwen, ik gaarne gezien<br />

zou hebben dat hunne eerloosheid, en<br />

voornaamlyk die van den Politiek* Kruyer, en<br />

van zynen uitgeever Jan Verkm, anderen ten<br />

voorbeeld volgens de wetten van den Lande<br />

geftraft waren geworden : ik had gaarne gehad<br />

dat de geen onder wiens hoede de goede naam,<br />

de goederen en het leven der Ingezeetenen gefield<br />

zyn, de Hoofd-Schout onzer Stad als<br />

de geen aan wien de Hoge-Overheid haar<br />

recht heeft toevertrouwd om alle verftoord<br />

e r s<br />

B 3


22 I N L E I D I N G .<br />

ders van publieke rust te vervolgen en te<br />

. doen ftraffen, my in deezen te hub gekomen<br />

was. Dit was voornaamlyk , mpj's: oordeels ,<br />

den Graaflyke Officieren opgelegd by het Placaat<br />

van 7 Maart 1754, het welk door dat van<br />

19 Oftober 1781, beneffens alle vorige Placaten<br />

en Ordonnantiën tegen het drukken en<br />

divulgeeren van calunmieufe gefchaftcn, des<br />

noods, vernieuwd en bevestigd was geworden.<br />

Maar niettegenftaande , de aliezints , tenminften<br />

zoo als 't my voorkwam, duidelyke<br />

beftelling der Placaten, moest ik met leedwezen<br />

ondervinden, dat de 1<br />

verwachting die<br />

men had van de Administratie der JuiHtie,<br />

zoo gering was, dat men niet op zich durfde<br />

neemen, om recht te vorderen. — Men wees<br />

my naar de ordinaire Juftitie : daar kon ik eene<br />

Jbtio hjura inftituëeren, en dus aan myne<br />

Erfgenamen overlaten, een geding, dat m»<br />

gelyk by hunnen dood niet geëindigd zou zyn.<br />

En dat was de weg dien men algemeen aanwees,<br />

aan de geenen die door de Courantiers, en de<br />

bekende Week- of Maand- Blad-Schryvers,<br />

in hunnen goeden naam op het grievendst beleedigd<br />

waren. Men beweerde, dat de Graaflykheids<br />

Officieren niet gefchikt waren, om<br />

daar


ï N L E 1 D I N G. 2 3<br />

d a a r over eenige aftie, hoe klaar de bewyzen<br />

ook waren, te inftituëeren.<br />

Ik ftelde tevergeefs voor, dat zulks noch<br />

billyk noch rechtmatig was: dat alle Ingezetenen<br />

, van den voornaamften af, tot den<br />

geringften toe, recht hadden om zoo wel<br />

tot befcherming van hunnen goeden naam<br />

als tot die van hunne goederen, het pubhek<br />

gezach in te roepen: - dat het vreemd zou<br />

klinken, dat een Graaflyk Officier aan wien<br />

ik eenen gepleegden diefftal, met aanwyzing<br />

des dief's, aangaf, my zeide: 'tismy leedmaar<br />

kunt den dief dagvaarden om u het ge/look»<br />

leder te geeven: - dat het onderfcheid van<br />

eenen rover van myn goed, tot dien van mynen<br />

goeden naam, niet anders was, dan dat deeze<br />

veel fchuldiger moest gehouden worden. —<br />

dat alhoewel het niet ongefchikt was, dat de<br />

eene Ingezeeten den anderen beleedigende, niet<br />

aanftonds tot de Vindifta publica toegelaten<br />

wierd,maar tot den burgerlyken Rechter, zynen<br />

toevlucht moest neemen, doch dat wanneer<br />

iemands goede naam in publieke gefchnften,<br />

en wel zoodanige, die met publiek gezach<br />

of toelating verfpreid worden, gefchonden<br />

wierdt, het myns bedunkens, eene baarblvkelvke<br />

onrechtvaardigheid was, zoodanie<br />

n<br />

- B 4 S


24 I N L E I D x N G ><br />

gen de publieke hoede te ontzeggen, e n hen<br />

tot langwylige Procedures te verwyzen. Doch<br />

alles was te vergeefs.<br />

Dit te moeten ondergaan, kwam my destyds<br />

hard voor: maar zedert ik in 't vervolg<br />

gezien heb, dat alle de Courantiers, naar hun<br />

we gevallen, ftrafloos, de Leeden der Regeering,<br />

zelfs de Staats- en Stedelyke Reio'utien<br />

, wanneer ze niet naar den heerfchenden<br />

fmaak, of naar dien der geenen, wiens party<br />

zy trokken , waren, op eene fchand lyke<br />

wyze doorgeftreeken hebben : zedert ik gezien<br />

heb, dat een Perk*, een Schuurman, een/y».<br />

je, en zoortgelyke, in hunne Couranten, inmyne<br />

vaderlyke Stad gedrukt of opentlyk uitgegeeven,<br />

de Regeering derzelve, of ten minften<br />

het gedeelte dat hun niet aanftond, gefcholden,<br />

Burgemeefteren befpot, het volk<br />

op de fterkfte wyze openlyk hebben uitgedaagd,<br />

om op hunnen kreet van oproer, de<br />

wettige Regenten op eene geweldige wyze af<br />

te zetten, en andere in hunne plaats te verkiezen:<br />

zedert ik gezien heb, dat niet tegenflaande<br />

één dier Couranten, door de Vroedfchap<br />

by Refolutie was veïklaard, feditieus en<br />

oproerig, en aan myne Heer en van den Gerechte<br />

gelaaten was, om daar in te handelen zoo als zy<br />

zou-


I N L E I D I N G . £5<br />

zouden meenen te behooren, de meerderheid van<br />

deezen daar op verftaan heeft niets te moeten<br />

doen, heb ik my niet meer verwonderd, dat een<br />

verftandig, eerlyk, en allerwaardigst Graaf-<br />

lyk Officier, op aanraading zyner Confalen-<br />

ten, geene kans gezien heeft, om met eenige<br />

hoop van fticces, eene adie, ingevolge de Pla-<br />

caten, tegen dien Jan Verkm, of zoortge-<br />

lyken te inftituëeren.<br />

Ik heb dan zedert gelyk alle andere fat-<br />

zoenlyke en deugdzaame Lieden, met verach­<br />

ting aangezien, de befchimpingen, bynaamen<br />

en leugens, die aan my gedaan, gegeeven en<br />

tegens my verfpreid zyn. Het zoude beneeden<br />

't geen een onbefproken mensch aan zich zei­<br />

ven verfchuldigd is, geweest zyn, zich tegen<br />

die Scbotfchryvers te verantwoorden: doch<br />

jammer is het, dat veele eerlyke en onpar-<br />

tydige Lieden, zich fchier niet hebben kun­<br />

nen onthouden van te geloven, dat er doch<br />

iets waar aan moest weezen, dewyl ingefchrif-<br />

ten met publiek gezach uitgegeeven, (de Cou­<br />

ranten J zulks ftraffeloos gezegd wierdt. (*)<br />

Maar<br />

(J>) Jan Noms, een die Courantenfchryvers , heeft,<br />

toen de tyden veranderd waren, en hy bevreesd was<br />

over zyn euvelfchryven, in rechten aangefprooken te<br />

B 5<br />

w o r<br />

"


25- I N L E I D I N G . "<br />

Maar zoodanig waren de tyden : de Regeering<br />

had alle gezach, de Juftitie allen klem verloren:<br />

en de Courantiers fchreeven en leefden gerust<br />

onder de hoede der geenen, die zich alle<br />

gezach hadden aangematigd, en tot bevordering<br />

van wiens oogmerken en zekerheid, zy<br />

als trauwanten dienden.<br />

Geen gering genoegen heb ik doch gevoeld,<br />

dat de kwaadaartigften my niets hoe genaamd<br />

daadelyks, hebben kunnen verwyten: en het<br />

by algemeens fcheldwoordcn gebleeven is.<br />

Ik kon intusfchen hun, en eeneniegelykuitgedaagd<br />

hebben , en kan zulks gerust ten allen<br />

tyden doen, om aantetoonen, dat ooit iemand,<br />

met myn weeten, door my beledigd zy geworden:<br />

dat ik ooit iri het beftuur van's Lands<br />

of Stads zaaken, in de onderfcheidene aanzienlyke<br />

posten , met welken ik bekleed ben<br />

geweest, van myn gezach of invloed eenig<br />

ver­<br />

worden, zich niet ontzien te zeggen, dat hy alleen de<br />

zamenfleJler, (redacteur) van een dier Couranten geweest<br />

was: dat Tegelaar de vriend vaa den Burgemeester<br />

Hooit, en de Burgemeester zelve hem opgaven, 't geen hy<br />

fchryven moest: en dat hy menigmaal daer over in gefprek<br />

was geweest met de Scheepen Bicier en van Lennep, ik<br />

wensch, ja wil vertrouwen, dat de deugniet deeze Lie­<br />

den genoemd heelt, om zyne misdaad , als 't waare, door<br />

den naam van groote medelanders te verkleenen.


ï N L E I D I N G. ZJ<br />

verkeerd of flinks gebruikgemaakt, ofeenige<br />

blyk va» eigenbaat gegeeven heb.<br />

Men heeft getracht my te doen voorkomen<br />

als eenen draayer, als iemand die gedurig van<br />

party wisfelde. Wie, die my van naby kent,<br />

weet niet, dat ik door myn Carafter, mogelyk<br />

al te driftig en openhartig tot geene draayer<br />

y of plooyery gefchikt ben? Maar 't is waar,<br />

dat ik my nimmer aan de heethoofdigheid en<br />

verregaande onderneemingen van de eene of<br />

de andere party heb willen overgeeven.<br />

Ik dacht, en denk noch, dat de Regeering<br />

van Amfterdam, willen 's Lands zaaken wel<br />

gaan, met zyne Hoogheid in goede harmonie<br />

moet leeven: en heb deeze Leere altoos zoo<br />

verre ik zulks' als Regent en Ingezeeten in gemoede<br />

heb kunnen doen, aangekweekt,<br />

Toen ik in 1781 Burgemeefter geworden<br />

was, noemde men my, den Oranje Burgemeester:<br />

toen ik daarna mede de propofitie deede,<br />

ten einde zyne Hoogheid zich van eenen kleinen<br />

raad zoude bedienen, en vervolgens djn<br />

flap tegen den Heere Hertog, duidde men my<br />

zulks kwalyk: en toen ik in 't Jaar 1786 en<br />

1787 niet mede heb willen werken, om de<br />

dolle zoogenaamde Patriotten te helpen alles<br />

onderst boven te keeren, en zyne Hoogheid<br />

af


2 0<br />

I N L E I D I N G .<br />

af te neemen, 't geen Hoogstdenzelven wettig<br />

toekwam , heeft men my weder eenen Oranje-<br />

Mant genoemd: en zoo 't geviel, dat God verhoede<br />

! dat men door laage vleiery, en bovenmatige<br />

toegeevenheid, de hoogheid van den<br />

Vorst, ten koste van 's Lands voorrechten<br />

zou willen bevorderen, zou ik het befchermen<br />

van deezen, boven 's Vorften gunst noodwendig<br />

moeten ftellen. Doch dit myn Noodlot,<br />

is dat van allen, die in tumultueufe tyden<br />

geen party willen kiezen, maar betrachten<br />

, 't geen naar hun inzien, 's Lands oorbaar<br />

is.<br />

Ik getroost my zulks dierhalven gemakkelyk:<br />

myne wyze van denken, op 't ftuk van<br />

de publieke zaaken, van de Regeering, zoo<br />

van myn Vaderland, als van myne Geboorteftad,<br />

is altyd dezelfde geweest, en zal dezelfde<br />

blyven. Vry als de lucht die ik inadem ;<br />

door myne ofnftandigheden volftrekt onafhangelyk;<br />

gezeegend met goederen; gereezen tot<br />

den trap van eere, tot welken iemand van<br />

mynen ftaat kan komen; kan ik zelf gesne<br />

aanvechting gevoelen, om my anders dan<br />

myn geweeten en oordeel voorfchryven, te<br />

gedraagen.<br />

Ik eer en acht zyne Doorl. Hoogheid, en<br />

• doe


I N L B I D I N G . 29<br />

doe hulde aan deszelfs hoedanigheden: en byzonderaan<br />

deszelfs ingetogenheid, wegens het<br />

verkrygen van meerder gezach, daar men<br />

hoogstdezelve zoo fchandelyk by de goede<br />

gemeente over verdacht heeft gemaakt: maar<br />

nimmer heb ik zyne Hoogheid in den tyd,<br />

dat deszelfs gezach en invloed tot het hoogfte<br />

punt gereezen waren, en veele der geenen<br />

die hoogstdezelve in zynen tegenfpoedigen<br />

ftaat befcbimpt hebben , hun hof tot<br />

bejaging van eenig voordeelig ambt, voor hun<br />

zeiven of voor hunne vrienden maakten, iets<br />

voor my of voor de mynen gevraagd. Ik heb<br />

altyd onafhangelyk willen zyn, om dus myn<br />

gevoelen op eene vrymoedige, doch gepaste<br />

wyze te konnen uiten.<br />

Zou ik dan, reeds gekomen zynde tot ta«<br />

melyke hooge Jaaren, zonder eenigen fchyn<br />

van reeden, zonder eenig vooruitzicht van<br />

voordeel, alleen (zoo als in eenige belachelyke<br />

fprookjes verteld is,) om de eere van aan<br />

's Vorften tafel genodigd te worden, of om<br />

het deelen van een perfik met haare Koninglyke<br />

Hoogheid, (ik fchaam my byna de<br />

kwaadaartige zotheid van dien tyd te herhaalen,)<br />

myne gewoone rondborftige taal, uitgefproken<br />

in eenen tyd, dat dezelve my, zoo<br />

ik


%0 I N L E I D I N G .<br />

ik immer iets gezocht had, fcbadelyk zou hebben<br />

kunnen weezen, in laage vleiery en hoftaal<br />

hebben willen veranderen, — heeft dat<br />

eenige waarfchynlykheid?<br />

't Is waar, dat ik cenige weeken, na het<br />

op den 8 Juny voorgevallene betrekkelyk den<br />

Heere Hertog, toen ik als Burgemeester over<br />

's Stads zaaken zyne Hoogheid onderhouden<br />

moest, weder ten Move verfcheenen ben, en<br />

aldaar gegeeten heb. Maar zou men gewild<br />

hebben, dat ik na den ftap nopens den Heere<br />

Hertog , alle gemeenfchap en alle ommegang<br />

met zyne Hoogheid vermyd hadde ? Zou<br />

men begreepen hebben, dat als een Regentin<br />

zyne qualiteit iets zegt of doet, dat aan zynen<br />

Mederegent, ft zy my geoorloofd voor<br />

een oogenblik zyne Hoogheid dus te noemen,)<br />

niet aangenaam is, zulks dezelve dan in alle<br />

andere zaaken van elkander moet verwyderen ?<br />

In dat denkbeeld ben ik zekerlyk niet: maar<br />

geloof integendeel, dat geene onderfcheidene<br />

wyze van denken, hoe verfchillende die ook<br />

zy, Regenten van elkander zoodanig mag verwyderen,<br />

dat zy te zarffth de gemeene zaa.<br />

ken niet kunnen betrachten.<br />

Hoe zeer Burgemeesteren in 't Jaar 1781 vaii<br />

gedachten waren, dat de\raadgeeving van den<br />

Her-


I N L E I D I N G . 2t<br />

Hertog, met het waare nut van den Lande<br />

niet overeenkomltig was, en gemelde Hertog<br />

voor de voornaame oorzaak hielden, dat de<br />

Regenten in zyne Hoogheid het zoo hoodzaakelyk<br />

vertrouwen niet konden (tellen, zoo<br />

waren Burgemeefteren niet te min overtuigd,<br />

en booden zich daar toe aan, als uit de bekende<br />

Memorie aan zyne Hoogheid overgegeeven<br />

blykt, dat zy {reeds moestén trachten,<br />

gemeenfchappelyk met zyne Hoogheid<br />

mede te werken, tot bevordering van het algemeen<br />

welzyn.<br />

Alhoewel myn voorneemen in den beginne<br />

was, dit myn Werk aan het publiek mede te deelen,<br />

heb ik voor als noch beter geoordeeld,<br />

het alleen te brengen ter kennisfe van zommige<br />

myner goede vrienden; maar zoo het<br />

zelve te eeniger tyd ten algemeen gebruik<br />

te-voorfchya mochte komen, dan zy het nu<br />

voor als dan, aan U myne waarde Landgenooten<br />

aanbevoolen, als een blyk van myn<br />

verlangen, om by U te doen verdwynen de<br />

vooroordeelen, die men getracht heeft tegen<br />

my in te boezemen. Heb ik gefeild in<br />

myne Staatkundige inzichten en gedrag, het<br />

is geweest ter goeder trouwe. Ik kan geen ander<br />

oogmerk hebben, dan 't welzyn van myn<br />

Va-


32 I N L E I D I N ö.<br />

Vaderland: myn geheel beftaan is aan 't zelve<br />

verbonden: alle myne goederen zyn binnen<br />

myne Geboorteftad, en binnen deeze Provintie<br />

geleegen, of van dezelve afhangelyk • *t<br />

geen ik daar buiten bezit, is n i e t n o e m ens<br />

waardig: Engeland of Frankryk kunnen niet<br />

verzachten, het verlies dat ik door den ondergang<br />

van myn Vaderland zoulyden, endeelen<br />

dierhalven niet met myn Vaderland en Geboorteftad,<br />

in het belang dat ik in het beftaan<br />

en welvaaren van deeze neem.<br />

VAART WEL,<br />

M E-


MEMORIEN,<br />

DIENENDE TOT OPHELDERING VAN<br />

HET GEBEURDE, GEDUURENDE<br />

DEN LAATSTEN ENGEL-<br />

SCHEN OORLOG. 1<br />

Het is onbetwistbaar, dat de Oorlog voor<br />

alle handeldryvende Volkeren noodlot­<br />

tig is: en dat de daar uit vloeijende nadeelert<br />

aangroeijen, in' evenredigheid der uitgeftrekt-<br />

neid van den Koophandel, en den daar van<br />

cnaficheidelyken Zeevaart. Geen Land is er<br />

derhalven, dat meerder dan het onze, alle<br />

gelegenheden, uit welke twist en vervolgens<br />

Oorlog zouden kunnen voortkomen, vermy-<br />

den moet: en dewyl Tractaten met vreemde<br />

Mogendheden, voornaamlyk zoodanige in wel­<br />

ken tot wederzydfche befcherming iets be-<br />

jproken wordt, daar dikwyls gelegenheid toe<br />

geeven, zoo fchynen ze derlialven zoo min<br />

mogelyk aangegaan te moeten worden. Geluk­<br />

kig is er geen Land dat zich van alle verbin-<br />

tenisfen, ten minden andere als Commercieels,<br />

zoo onthouden kan, dan het onze.<br />

Daar toe dient, voor eerst, de legging van<br />

I. DEEL. C de


34 M E M O R I E N TOT<br />

de Republiek. Van twee zyden gedekt, door<br />

eene Zee bezet met gevaarlyke banken, en<br />

welkers gaten en havens in klein getal en van<br />

ongemakkelyken toegang zyn: van de twee<br />

andere zyden , befchermd door groote rivieren.<br />

aanzienlyke, des noods, te doene inundatien,<br />

natuurlyke moerasfen, en Vestingwerken<br />

, kan zy den geduchtften Vyand eenen geruimen<br />

tyd afhouden.<br />

Ten anderen, behoeft deeze Staat minder<br />

dan eenige andere, zich door Tradiaten buitenlandfche<br />

hulp te befpreeken, uit hoofde der<br />

welgefleldheid der Ingezeetenen, en de evenredigheid<br />

met welke de goederen en rykdom<br />

onder deezen verdeeld zyn; waar door ze in<br />

ftaat zyn op te brengen, 't geen tot 's Lands<br />

befcherming vereischt wordt, en om teffens<br />

die lasten met gelyke fchouderen te draagen.<br />

Het Gemeene Land, byzonder de Provincie<br />

van Holland, heefc tot dus verre in dat algemeen<br />

Welvaren der Ingezeetenen, eene onuitputbaare<br />

bron gevonden, uit welke by Leening<br />

te ren eenen geringen Intrest is gehaaid geworden,<br />

't geen tot verval v an buitengewoone<br />

kost n benodigd is geweest: terwyl de gewo.me<br />

Lasten, op de draaglykfte wyze ingericht,<br />

overvloedig hebben opgebracht, 'tgeen<br />

no-


O P H E L D E R I N G , ENZ. $<br />

riodip is geweest, tot 's Lands onderhouden<br />

befcherming, en tot betaling der Interesfen van<br />

eene fchuld, te gelyk evenredig aan *s Lands<br />

vermogen, en aan de noodzakelykheid om den<br />

gegoede Ingezetenen gelegenheid te geeven,<br />

Om ten minden een gedeelte van hun geld alhier<br />

en niet buiten 's Lmds te plaatzen: terwyl<br />

men teffens door eene gepaste zuinigheid,<br />

in ftaat is geweest om in gewoone tyden af tb<br />

losfen, de Capitalen die by byzondere gelegenheden<br />

tot verval van ongewoone kosten,<br />

opgenomen waren.<br />

Eindelyk, zoo werkt de betrekking-der Republiek<br />

tot de Mogendheden van Europa<br />

mede tot haare zekerheid tegen buitenlanden<br />

geweld, daar zy altyd kan verwachten<br />

by den eenen of den anderen Vorst hulp<br />

te zullen vinden: dewyl het zeker belang van<br />

allen is, dat de Republiek eene onafhangelyke<br />

Staat blyve. Zoo zy vereenigd wierdt<br />

met de Nederlandfche bezittingen van t Huis<br />

van Oostenryk; zoo zy een Wingewest wierdt<br />

van Frankryk; zoo zy overrompeld wierdt<br />

door den Koning van Pruisfen; eindelyk*<br />

zoo zy door Engeland als vernietigd wierdt,<br />

door het vermedgen haarer Koophandel en<br />

Zeevaart, en door het overweldigen haarer be-<br />

C a<br />

z i t<br />

-


3^<br />

M E M O R I E N T O T<br />

zittingen in de Indien; zou de Balance van<br />

het Politiek vermogen zoodanig overhellen<br />

dat geen der evengenoemde Vorften immer<br />

kan toelaaten, dat zy ophoude te z y n eene<br />

Mogendheid op haar zelve beftaande.<br />

Geene Mogendheid heeft daar inmeerder belang<br />

dan Engeland ; de Republiek kan genoemd<br />

worden de Zeetel van deszelfs invloed<br />

op het vaste Land, e n ZOo zy vernietigd<br />

of van alle vermogen ontbloot wierdt z o u<br />

dat Ryk van het Staatkundig Beftaan van<br />

Europa geheel als afgefneeden zyn. Wat be<br />

treft Zweeden, Deenemarken, Rusland en de<br />

Vorften van het Duitfche Ryk, is het onbetwistbaar<br />

eerder van derzelver belang dat<br />

eene Mogendheid, van welke zy niets te'vreezen<br />

hebben, die de voortbrengen van hunne<br />

Landen doet vertieren, en dezelve van het<br />

nodige voorziet, eene onafhangelyke Staat<br />

blyve, dan dat eene machtiger Mogendheid<br />

zich van dit Land of van deszelfs Koophandel<br />

meester maake.<br />

Deeze voor ons beftaan zoo gelukkige gefte<br />

tems, kan doch niet tegen daadelyk geweld<br />

onwrikbaar gemaakt worden, dan door<br />

te zorgen, dat onze Land-en Zeemacht, benefiens<br />

onze Frontieren in behoorlyken ftaat<br />

on-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 37<br />

onderhouden worden. Daar toe is de Republiek,<br />

en dit vermeen Ik met zeekerheid te<br />

kunnen zeggen, volkomen in ftaat.<br />

Zy kan zonder haare Ingezeetenen te bezwaaren<br />

in Vredenstyd haare Landmacht op 40000<br />

geregelde Troupes houden, en 30 Schepen<br />

ot 2 0<br />

van Oorlog van 5° t bukken, tot protectie<br />

haarer Koophandel in geftadige Equipagie<br />

brengen; terwyl zy teffens in haare Havens<br />

kan onderhouden 20 Scheepen van Linie,<br />

en een evenredig getal Fregatten, om by de<br />

eerfte gelegenheid geëquipeerd en in Zee gebracht<br />

te kunnen worden: terwyl zy teffens<br />

de bygeleegene Mogendheden kan fubfidieeren,<br />

om, des noods, een goed aantal Militie te bezorgen.<br />

Waarlyk eene genoegzame macht om<br />

Haar geducht te maken, en om de Balance te<br />

doen overhellen, aan de zyde voor welke zy<br />

zich zou willen verklaaren.<br />

Maar eilaas! hoe zeldzaam hebben de geenen<br />

die aan 't hoofd van het bellier zyn geweest,<br />

het belang van ons Vaderland uit deszelfs waar<br />

oogpunt, zonder vooroordeel, befchouwt of<br />

betracht! De fchrandere Raadpenfionaris de<br />

Wltt, was zekerlyk genoodzaakt geweest om<br />

te wederftaan aan 't geweld van Cromwel en<br />

van Carelden Tweeden, onze Zeemacht in eenen<br />

C 3 ont-


38 M E M 0 R . I E N T O T<br />

ontzachelyken, ja, fchier ongelooflyken ftaat<br />

te brengen: Hy heeft daar doormogelyk, de<br />

Landmacht minder kunnen gadeflaan. Maar<br />

niemand kan den grooten Man geheel van onvoorzichtigheid<br />

vryfpreeken, dat Hy de Republiek<br />

van de Landzyde fchier weerloos ge.<br />

laaten heeft: dat Hy zich te veel in de Politieke<br />

handelingen der Vorften gdUcen, en<br />

ons daar door den Oorlog met Vra^kryk berokkend<br />

heeft: dat Hy voornaamiyk oorzaak<br />

is geweest, dat de aloude form van regeering<br />

met eenen Stadhouder, niet heefe kunnen<br />

weder ingevoerd worden, dan door oproer en<br />

geweldige beweegingen: eindelyk, dat de bovenmaatige<br />

invloed dien Hy aan Frankryk had<br />

traehren te bezorgen, veranderd is, zoo als<br />

dat gemeenlyk gaat, in geenen minderen van<br />

Engeland.<br />

Gelyk deWitfs uitdermatige vrees, van den<br />

jongen Prins van Oranje weder in de Waardigheden<br />

zyner Voorouderen herfteld te zien,<br />

den Lande lchadelyk was, is de haat die Ko.<br />

ning V/Mem den Franfchen toedroeg, en het<br />

voorwendzel om de Republiek te doen medewerken<br />

tot beteugeling der macht en verre<br />

uitzichten van Lodewyk den XIV, voor den<br />

Staat niet minder noodlottig geweest. Daar<br />

door


o l H U D E l l I N O , I N Z i 39<br />

door zyn wy voornaamlyk getrokken geworden<br />

in den zoogenaatnden Succesfie Oorlog, die<br />

met zoo veel roem gevoerd, en zoo onvoordeelig<br />

voor ons geëindigd is: dewyl wy, na<br />

onnoemelyke fchatten te hebben verfpüd ,<br />

Cwaar door ons Finantieweezen gedurende<br />

omtrent 40 Jaaren, in eenen deerlyken toeftand<br />

geraakt is,) en, ten gevaue van onze<br />

Geallieerden, de voordeeligfte Voorwaarden<br />

van de hand te hebben geweezen , eindelyk ,<br />

genoodzaakt zyn geworden, tot eene Vrede<br />

te komen, by welke wy niets anders hebben<br />

kunnen befpreeken, dan eene zoogenaamde<br />

Barrière, en een weinig uitgeflrekter Frontier<br />

aan den kant van Vlaanderen.<br />

Het eerfte, de Barrière, verre van nuttig te<br />

zyn heeft ons fchatten doen verkwisten, om<br />

eens anders Vestingen te verdeedigen, en is<br />

insgelyks oorzaak geweest, dat daar het gevaar<br />

verder fcheen te zyn, het verfterken der<br />

eigenlyke Frontieren in Braband en Vlaanderen,<br />

verwaarloosd is geworden: terwyl den<br />

Oorlog daar zynde, die afgeleegene Vestingen<br />

welhaast voor de overmacht der Vyanden<br />

hebben moeten bukken: daar de Krygsgevangen<br />

gemaakte Guarnizoenen, den Staat van<br />

Oorlog met de betaling van e*n aantal nuttel<br />

o o z e<br />

C 4


4° M E M O R I E N T O T<br />

hoze manfchap bleeven bezwaaren. Ik ve*<br />

meen waarlyk, doch onder verbetering, dalter<br />

zyde gefield de weinige vriend-nabüurlyke<br />

wyze op welke onlangs zyne Keizerlyke<br />

Majefteit ons van 't bewaaren zyner Vertingen<br />

geëxcufeerd heeft, Hoogstdezelve daar<br />

door aan den Staat eerder dienst dan ondienst<br />

gedaan heeft.<br />

Wat betreft het andere ter gelegenheid der<br />

Utrechtfche Vreede , befprooken voordeel,<br />

naamlyk, een weinig uitgeftrekter Frontier aan<br />

den kant van Vlaanderen; ieder weet hoe twistende<br />

Wy een gedeelte der by het Traélaat<br />

va/1716 afgeftaane Keizerlyke Landen bezeeten<br />

hebben, en hoedanig Wy nu onlangs aan,<br />

genomen hebben, ons te vreden te houden met<br />

het geen in 1664. ons reeds was toegevoegd,<br />

Wenfchelyk was het dan, dat door wyze<br />

en voorzichtige fchikkingen de Republiek ,<br />

zoo te Water als te Lande, altyd in ftaat gehouden<br />

wierdt, om met nadruk te kunnen<br />

handhaven, al 't geen Haar als eene fouvereiöe<br />

en onafhangelyke Mogendheid, voornamelyk<br />

betrekkelyk den Koophandel en Scheepvaart<br />

haarer Ingezeetenen, de bronnen haarer<br />

welzyn, met recht en rede, 't zy uit hoofde<br />

van het algemeen Recht der Volkeren,<br />

'c


O P H E L D E R I N G , ENZ. 4*<br />

\ zy uit hoofde van wederzydfche Commer­<br />

cie Traftaten, niet betwist moest worden,<br />

zonder nodig te hebben Verbintenisfen aan te<br />

gaan, by welken zy zich verpligt, te geeven<br />

of te ontvangen zekere hulp te Land of ter Zee,<br />

Want alhoewel diergelyke Verbintenis­<br />

fen wederkeeng zyn, zoo zyn de gevallen<br />

door welke andere Mogendheden in Oorlog<br />

kunnen geraken, zoo veel meenigvuldiger dan<br />

die welke de Republiek uit eene gewenschte<br />

Vrede kunnen brengen, dat de kans in 't ge­<br />

heel niet gelyk is. Ons Land, dat, zoo als<br />

ik zoo even gezegd heb, zyn beftaan in zyne<br />

eigene krachten kan vinden, heeft tot de an­<br />

dere Mogendheden fchier geene andere be­<br />

trekkingen , dan Commercieels : daar die der<br />

machtigfte Vorften evenredig zyn aan den in­<br />

vloed dien zy moeten of willen hebben op<br />

den toeftand van gantsch Europa: daar komt<br />

by, dat in eene éénhoofdige Regeering, de<br />

grilligheden'van eenen Vorst, het denkbeeld<br />

dat Hy zich vormt, van zyne wezenlyke of<br />

gewaande Eer, oorzaaken tot Oorlog kunnen<br />

geeven, die nimmer by eene Republiek plaats<br />

kunnen hebben. Maar boven alles is het on­<br />

voorzichtig, by eenige Verbintenis voorwaar-<br />

den te befpreeken, die zoodanig met het be-<br />

C 5<br />

l a n<br />

§


4* M E M O R I E N T O T<br />

lang der Mogendheid van welke men ze bedingt<br />

ftrydig zyn, dat met geene waarfchynlykheid<br />

verwacht kan worden, dat men ze<br />

bet geval daar zynde, gerust zal kunnen ge'<br />

nieten.<br />

Dit is het geen men had moeten verwachten<br />

van het 3de e n 4de A r c. v a n h e t V £ m<br />

^io> 4. Daar was weinig doorzicht nodig, om<br />

met zekerheid te kunnen voorfpellen, dat<br />

Engeland nimmer vrywillig z o u toeftaan, dat<br />

onze Ingezeetenen, deszelfs Vyanden voorzien<br />

zouden van *c geen deezen om den Oor-<br />

Jog te voeren nodig hebben. Van Koningen<br />

en Vorften te verwachten, dat zy zich naar<br />

Traftaten vrywillig zullen fchikken, wanneer<br />

ze met fapa belang ftrydig z y n, i s 0nbe- *<br />

zonnen. Geen middel is 'er immer geweest,<br />

men leeze de Gefchiedenisfen van alle tyden,'<br />

om der Vorften ongerechtigheden tegen te<br />

gaan, dan eene genoegzaame Krygsmacht. Wy<br />

hebben dat te meermaalen, maar nimmer gevoeliger<br />

beproefd, dan in den laatften Engelfchen<br />

Oorlog. Onze redeneeringen, onze betoogen<br />

om het onrechtvaardig en het geweldig<br />

gedrag der Engelfchen aan te toonen,<br />

waren fraai en gegrond: maar de klem ontbrak<br />

'er aan: deeze kon niet gevonden worden,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 43<br />

den, dan in \ getal onzer Oorlogfchepen ,<br />

e n die hadden wy niet. Het was dus we.i-<br />

fcbelyk geweest dat men begreepen had, dat<br />

met ons goed, ja ontwïstbaar recht met ge­<br />

weid, doch zonder kracht of macht door te ^<br />

zetten, niets verricht zou worden, dan onze<br />

Ingezeetenen bloot te ftdlen, aan de met<br />

macht en kracht gepleegde geweldige daaden<br />

der Engelfcheu.<br />

Wenfchelyk was het geweest, dat wy voor<br />

het uitbarften der Onlusten, of, Engeland op<br />

de best mogelyke wyze hadden toegegeeven;<br />

of de zaaken dragende gehouden tot dat on-<br />

z e' Zeemacht in beteren ftaat zou zyn: of<br />

eindelyk, ons door Frankryk, om wiens wil­<br />

le alleen de Oorlog begonnen wierd, laaten<br />

toezeggen, ja daadelyk geeven , een genoeg­<br />

zaam getal Oorlogfcheepen, dewyl wy, by ge­<br />

brek van deezen, buiten ftaat waren, niet a leen<br />

eenen aanvallenden Oorlog te voeren, maar<br />

zelfs onze Kusten in Europa en onze Bezittin­<br />

gen in de beide Indien te verdeedigen. Wy had­<br />

den, 't is waar, of ten minften wy vermeenden<br />

hulp en byftand te hebben befprooken van Rus­<br />

land, Zweeden en Deenemarken, die met ons<br />

het Tradtaat van de Gewapende Neutraliteit<br />

hadden aangegaan: maar om daar op eenige<br />

hoop


44 M E M O R I E N T O T<br />

hoop te hebben kunnen vestigen, had men ten<br />

nnnften duidelyk in fchrift, en niet in woorden,<br />

niet in verbale toezeggingen en gefprekken<br />

tusichen Ministers, moeten laaten bepaalen,<br />

wat verftaan moest worden, door de woorden<br />

van het Tracïaac, by welke men beloofde<br />

eikanderen by te fpringen, en wanneer men<br />

rekenen zou, het Cafus faa'eris daar te zyn.<br />

Doch van dit alles was niets gedaan, en wy<br />

hebben gevoeld en voelen noch, de droevige<br />

gevolgen van die noodlottigen Oorlog.<br />

Myn voorneemen, gelyk Ik reeds in de Ia.<br />

leiding van dit Werk gezegd heb, is eerder het<br />

Staat- dan Gefchiedkundig beloop, zedert het<br />

begin tot het einde der onlusten, en eenige byzondere<br />

gebeurtenisfen gedurende dezelven,<br />

myne Leezers onder het oog te brengen: fmertelyk<br />

voor alle waare Vaderlanders, zal dit tafereel<br />

zyn: voornaamlyk als men befchouwt,<br />

dat toen men in dien ongelukkigen Oorlog is<br />

ingewikkeld geworden, het weivaaren van<br />

ons Land, of van onzen Koophandel, (want<br />

die het eene noemt, duidt het andere tevens<br />

aan) tot eene hoogte gefteegen was, waar van<br />

geen voorbeeld, zedert de oprechting der Republiek<br />

te vinden is.<br />

De middelen te water, de inkoomende en<br />

uit-


O P H E L D ï R I N G, ENÏ, 45<br />

uitgaande Rechten der Admiraliteiten, en het<br />

Recht van de Waag, brachten een derde meerder<br />

op dan naar gewoonte. Het Finantie-weezen<br />

van Holland, was in zoodanigen voordeeligen<br />

toeftand, door de wyze fchikkingen van<br />

eene zuinige en geregelde beftiering gebracht,<br />

dat de oude fchulden, te hoog gelopen door<br />

de uitermatige kosten, die de vorige oorlogen<br />

en voornaamlyk die der Succesfie veroorzaakt<br />

hadden, en van welke de Intresfen,<br />

niet evenredig waren aan 't geen jaarlyks<br />

daar voor gefield kan worden, waren voor<br />

«en groot gedeelte afgelost: en daar en boven<br />

's Lands Schatkist rykelyk in voorraad voorzien.<br />

De Oost Indifche Maatfchappy, die zenuw<br />

van 's Lands welvaaren, die nu door den<br />

noodlottigen Oorlog Millioenen ten achteren<br />

is geraakt, en eene bezitting van de uiterfte<br />

aangelegenheid heeft moeten afftaan, was niet<br />

verre van haare oude fchulden te hebben'afgedaan,<br />

en weder aanzienlyke uitdeelingen te<br />

kunnen doen. Het is zeker, dat de Republiek »<br />

in eenen allergeduchtften ftaat te brengen zoude<br />

zyn geweest, zoo by tyds, 'c geen rykelyk<br />

voorhanden was befteed was geworden, om<br />

voornaamlyk haare Zeemacht, in goeden ftaat<br />

te brengen: of te» minften dit niet, toen men<br />

den


4^ M E M O R I E N TOT<br />

den OoclBg reeds kon voorzien, gedaan zyn-<br />

de, men den tyd gekavdt hadt, om intus-<br />

fchen de Republiek door eene genoegzaame<br />

Wapening te 'brengen, uit den weerloozen<br />

ftaat in welken zy zich bevondt.<br />

Aan wien is daar van de fch-uld te wyten ? zal<br />

een vreemdeling die onze Regeeringsform niet<br />

kent, of een Inboorling die dezelve niet ge­<br />

noeg gade heeft geilaagen, vraagen. Geruste-<br />

lyk kan men antwoorden aan niemand! Ik zeg<br />

aan niemand in "t byzontkr.<br />

Het kwaad is voornaamlyk voortgekomen<br />

uit onze Regeeringsform; en mogelyk ook wel<br />

uit het Cara&er onzer Natie, Dezelfde bedaard­<br />

heid van gemoedsgeftdtenisfe die ons eigen<br />

is, en in de dagelykfche zaamenleeving een<br />

gerust en ftil leven doet leiden, die veel ge­<br />

vestigd is, op liet genot van gewoonlyk ge­<br />

noegzaame middelen van beftaan, ftaat dik><br />

wyls over tot onverfchilli^heid: minder vat­<br />

baar zynde voor aandoening over zaaken die<br />

reeds zyn, kunnen wy het noch minder weezen<br />

over die fïöeh gen.uren moecen: en wat onze<br />

Regeeringsform en haaren invloed op het be­<br />

ftuur, en voo naamlyk op de uitvoering be­<br />

treft, is 't fc ier onbegrypelyk, dat deeze<br />

Republ 'k &b lang ^lUan, en. fchitterende •<br />

oo-


O P H E L D E R ï N G, E N-Z. 47<br />

oogenblikken, zelfs in Oorlogs tyden, gehad<br />

heeft.<br />

Zeven Landfchappen, geheel onaf hangelyk<br />

van eikanderen, hebben ieder haar byzondere<br />

Regeeringsform: het beftuur in dezelve is aan<br />

meerder dan 1200 Perfoonen toevertrouwd.<br />

Als men zich nu voorftelt, dat gewotmlyk<br />

eerst in de byzondere Vergaderingen der Stem<br />

in Staat hebbende Leden, en vervolgens in<br />

de Staats-Vergaderingen, een befluit moet<br />

genomen worden, voor en al eer de Gedeputeerdens<br />

ter algemeene Staats-Vergadering<br />

gelast kunnen worden, om aldaar te mogen<br />

helpen befluiten, is het fchier onbegrypelyk<br />

hoe noch een afkomst van zaaken kan gemaakt<br />

worden.<br />

Voornaamlyk is de moeilykheid om tot een<br />

befluit te komen groot, wanneer in eene of<br />

andere Petitie door den Raad van Staate gedaan,<br />

Cenjent- moet gedragen worden. Zoo<br />

de Petitie de zaaken van de Zee betreft, is<br />

Holland dadelyk gereed; Zeeland en Friesland<br />

draalen ook niet; ten minften voor zoo<br />

verre by hunne Admiraliteiten hunne aandeelen<br />

befteed kunnen worden: maar de andere<br />

Provintien komen er niet dan fchoorvoetende<br />

toe. Doch is de Petitie gedaan tot verbeetering<br />

of


4


O P H E L D E R I N G , ENZ. 49<br />

heid hebben. Een bewys van die ongefchiktheid<br />

is, terwyl ik dit fchryf voorhanden.<br />

By den aanbouw van fcheepen van Linie, ter<br />

geleegenheid van den Engelfchen Oorlog, zyn<br />

'er zes aan de Admiraliteit van Noord-Holland<br />

te beurt gevallen: vyf zyn 'er van gebouwd,<br />

doch de zesde hebben ze niet kunnen<br />

in 't werk Hellen by gebrek aan Penningen.<br />

Maar wat gebeurt 'er? Het Collegie door zich<br />

zeiven geene middelen hebbende, om fcheepen<br />

van kleiner Charter te bouwen, heeft tegenwoordig<br />

vyf fcheepen van Linie, (van welke<br />

reeds één, dat nimmer in Zee is geweest,<br />

zoo vervuurd is, dat het zonder aanmerkelyke<br />

reparatie onbruikbaar zal zyn,) en daartegen<br />

maar twee Fregatten. By de Maas, daar men<br />

mede gereedelyk aan 't bouwen van de fcheepen<br />

van 'Linie, die men volgens de verdeeling<br />

keveren moest, voldaan heeft, is men zoo weinig<br />

van Fregatten voorzien, dat men een Vyftiger<br />

heeft moeten equipeeren, om op de Oost-<br />

Indifchc fcheepen te kruislén, in plaats van<br />

een Zesendertiger of Twintiger, die daar gewoonlyk<br />

toe gebruikt worden.<br />

Van de achterlykheid der Bondgenooten, in<br />

het voldoen van 't geen zy behooren toe te<br />

brengen tot de algemeene befchenning, vindt<br />

L DEEL. O men,


5° M E M O R I E N T O T<br />

men, van de eerfte tyden der Republiek af, g efladige<br />

voorbeelden; getuigen de vermaningen<br />

van den Raad van Staate by het doen der Petitiën:<br />

en om van die eerde tyden niet te fpreeken,<br />

zullen wy alleen kortelyknagaan, hetgeen<br />

zedert de laatlle 50 Jaaren deswegens, door den<br />

Raad van Staate, den Bondgenooten is voorr<br />

gehouden, en wel byzonderlyk aangaande het<br />

Zee weezen.<br />

In de Petitie van 1725 (p. m. 20) zegt de<br />

Raad, na dat Hy te voren geklaagt had, over<br />

den Hechten toefland der Militie, verwaarlozing<br />

der Vestingwerken, Hechten ftaat<br />

der Magazynen, en achterlykheid der Bondgenoten<br />

in het opbrengen der nodige Subft.<br />

dien: „ dat zedert het einde van den laatften<br />

„ Oorlog, wanneer de navale macht, ver be-<br />

„ needen het getal van Scheepen was waar uit<br />

., die behoorde te beftaan, dezelve nog zoo<br />

„ zeer verminderd is, dat 'eronderdeCollegien<br />

„ ter Admiraliteit zyn, welke geen één fchip<br />

„ zouden kunnen in Zee brengen: en dat<br />

„ misfchien geen twee Collegien hun Contin-<br />

„ gent zouden kunnen leeveren, in een Es-<br />

„ qua'der van importantie, men zwyge van<br />

„ eene Capitale Vloot."<br />

Aanmerkelyk is 't geen in de Petitie van<br />

wel-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 5*<br />

welke, zoo ik my niet bedrieg, de toenmaalige<br />

Thefaurier Generaal en daar na Raadpenfionaris,<br />

de fchrandere van Slingeland, de opfteller<br />

geweest IS, gezegt wordt, namelyk „ dat<br />

„ zedert 2o Jaaren, of zedert het overlyden<br />

„ van den laatften Admiraal Generaal, de ge-<br />

|, nerale Direftie of Super - Intendentie der<br />

zaaken van de Admiraliteit veel manker<br />

gegaan heeft dan te vooren: gelyk trou-<br />

, wens niet anders zyn kon, doordien op<br />

geenerleie wyze voorzien was, tegen het<br />

" d efed in de generale direftie, fpruitende<br />

* uit het misfea van eenen Amptenaar, wel-<br />

* k e het Hoofd was van de Collegien ter<br />

„ Admiraliteit, en van een ieder derzelve,<br />

„ volgens het 2de Art. van hunne Inftruc-<br />

„ tie." (a> £<br />

O») Zoo 'er eene beftiering in de Republiek is, in welke<br />

de daadelyke invloed van een Hoofd noodig is, is het die<br />

der Admiraliteiten; de geftadige verwisreling, die maakt<br />

dat de Gedeputeerden de noodige kunde niet kunnen ver-<br />

krygen. of die verkreegen hebbende, van dezelve een<br />

nuttig gebruik te maken; de gewoonte van die Commis-<br />

fien te befchouwen als voordeelige pesten, de byzondeie<br />

Stedelyke belangen: de verfchillendheid in de onderfchei-<br />

dene huishoudingen der Collegien: de tegenftrydigheden<br />

die daar uit voortvloeijen in de algemeene beftiering, en<br />

Da • w«


52 M E M O R I E N T O T<br />

In de Petitie voor dén Jaare 1738, wordt<br />

gelyk in alle de voorgaande , geklaagd, over de<br />

traagheid der Bondgenooten in het betaalen<br />

hunner verfchuldigdeg««wj; als mede over de<br />

verwaarloozing der Fortificatiën en Magazynen:<br />

en wat de Zee betreft, „ dat de na vale<br />

„ macht in zoodanig verval was, dat dewyl de<br />

» ordinaire middelen der Admiraliteiten niet<br />

„ konden toereiken tot betaaling van zwaare<br />

„ en krytende fchulden, en tot voldoening van<br />

„ interesfen en aflosfing van opgenomene Ca-<br />

„ pitalen, geene Equipagiën gedaan wierden,<br />

„ dan eenige geringe uit het Last-en veil geld:<br />

h ja dat in geen dertig jaaren tot aanbouw<br />

„ van<br />

wat des meer is, maken dat het allerwenfchelykst zou<br />

zyn, dat de Admiraal Generaal niet afgetrokken wierdt<br />

door deszelfs menigvuldige bezigheden: het zou dierhal-<br />

ven een allergrootst geluk voor de zaaken van de Zee zyn<br />

dat terwyl de oudfte der twee Printen zich toeleide op<br />

de Militaire zaaken te Lande, om i'èeMgen tyde op 'c<br />

fpoor zyner doorluchtige Voorouderen, over 's Lands Ar­<br />

meen in perfoon te kunnen gebieden, Prins Fredrik aan<br />

't hoofd der Marine, als Reprefentant van zynen Hoer<br />

Vader, gefield wierdt: en daar door verkreeg de noodige<br />

kennisfe en hoedanigheden om te geljk de huishoudely-<br />

ke zaaken van de Zee te beituuren, en om tenens by<br />

tyde en wyle den naam van Orange Nasfau, z o roemruch-<br />

tig ter Zee te maken, als zy zedert zoo veele eeuwen<br />

te Land is.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 53<br />

„ van fcheepen iets gepetitioneerd, veel mm<br />

„ gecontribueerd was.<br />

Alhoewel vervolgens alle de Petitiën dezelfde<br />

klachten en vermaningen inhielden,<br />

hebben zy doch niet kunnen uitwerken, dat,<br />

toen men in den jaare i 743 in Oorlog raakte,<br />

de Vestingen in goeden ftaat, de Magazy'nen<br />

wel voorzien, het Leger en de Navale<br />

Macht op eenen goeden voet waren. Hier<br />

in 't breede, 't geen deswegens in de Staats-<br />

Registers gevonden wordt, te willen affchetfen,<br />

zou ons te ver brengen: 't is genoeg bekend,<br />

dat het noodlottig verlies in dien tyd<br />

van zoo veele Sterktens, voor een gedeelte ten<br />

minften, aan die verwaarloozing is toegefcbreeven:<br />

en dat de ongelukken ia dien Oorlog<br />

de Republiek overgekomen, den weg gebaand<br />

hebben tot de Staatsverwisfeling, die in 1747<br />

op eene zeer ongefchikte wyze heeft plaats .<br />

gehad.<br />

Maar zoo men in Stadhouderlooze tyden<br />

de gebreeken van onze Conftitutie, voornamelyk<br />

aangaande de zaaken der algemeene<br />

verdeedtging, en al wat daar toe behoort, en<br />

in 't algemeen eene verregaande traagheid,<br />

dikwyls voortkomende uit Provintiaale belangens,<br />

ondervonden heeft, is 't in dit opzicht<br />

j) 3 niet


54 M E M O R I E N TOT<br />

niet veel beeter gegaan, toen wy eenen Stadhouder<br />

hadden.<br />

In 1750 klaagde de Raad van Sraate, dat,<br />

in eene Petitie van drie millioenen, gedaan<br />

tot noodige reparatie van Vesting- en Zeewerken,<br />

Utrecht, Friesland en Groningen, in<br />

't geheel niet, of zeer geclaufuleerd geconfenteerd<br />

, en Gelderland en Holland noch maar zeer<br />

weinig hadden betaald: dat op de voorige<br />

Petitiën tot onderhoud der Vestingwerken,<br />

de betaalingen zoo gering waren geweest, dat<br />

die van Bergen op Zoom noch in den zelfden<br />

toeftand waren, als toen die Vesting door<br />

de Franfchen ontruimd was: dat de Petitiën<br />

tot aanvulling der Magazynen, van welke de<br />

voldoening, aangezien het ontzachlyk getal<br />

gefchut ons in den Oorlog ontnomen, zoo<br />

hoognodig was, even onbetaald bleeven:<br />

eindelyk, dat het Comptoir Generaal van de<br />

Um'e, in eenen zoo beklaaglyken toeftand<br />

was, dat het gefchapen ftont, dat niet alleen<br />

de verfchuldigde fubfidiën, by Tradiaten<br />

in den laatften Oorlog aan onderfcheidene<br />

Mogendheden beloofd, niet betaald zouden<br />

kunnen worden, maar zelfs niet de Interesfen<br />

der ten behoeve van de Unie opgenomene<br />

gelden.<br />

In


O P H E L D E R I N G , ENZ. 55<br />

In welken beklaaglyken toeftand van defen-<br />

fie de Republiek was, toen in 175*<br />

d e o n<br />

eenigheden tusfchen Frankryk en Engeland<br />

op het punt ftonden van uit te barften, en er<br />

reeds dadelykheden waren gepleegd, kan men<br />

zien in het advys den 9 July 1755» en in de<br />

generale Petitie voor 1756, door den Raad<br />

van Staate ter Algemeene Staatsvergadering<br />

overgegeeven.<br />

In de Petitie voor het volgende Jaar 1757<br />

wordt dezelfde toeftand voorgefteld: en aan­<br />

gedrongen, dat de Provintiën hunne behoor-<br />

lyke Confenten zouden inbrengen op de Peti-<br />

tiën van i 744 en 1747voor het zoo noo-<br />

dig herftel der Vestingwerken, en aanvulling<br />

der Magazynen: en tot die van 1741 tot den<br />

aanbouw van de boog benoodigde Scheepen van<br />

Linie.<br />

De Petidën voor de volgende jaaren 1758,<br />

1759, 1760, 1761, 1762,176 3,i76 4en1765,<br />

(in welke twee laatfte, aan de Bondgenoo-<br />

ten wordt voorgefteld, het bepaalen van eene<br />

jaarlykfche Equipagie ten kosten van de Pro­<br />

vintiën , boven 't geen de Collegien ter Ad­<br />

miraliteit uit hunne eigene inkomften kun­<br />

nen doen) zyn opgevuld met vertooningen<br />

wegens de achterlykheid in de Confenten en<br />

D 4<br />

'<br />

b c<br />

"


' M E M O R I E N T O T<br />

. betaalingen, en met aanmaaningen totbeetering.<br />

In de bekende Petitie voor i 766 , toen<br />

de meerderjarigheid van den tegenwoordigen<br />

Prinfe Erf-Stadhouder na by was, opgefteld dooiden<br />

Heer Thefaurier Generaal Hop, (wiens<br />

naam ik met hoogachting voor zyne bekwaamheid,<br />

met eerbied voor zyn moreel Caraöer<br />

en met aandoening uit hoofde der vriendfchap,<br />

' met welke Hy my vereerde, noem) ffelt die'<br />

uitmuntende Minister den Bondgenooten voor<br />

oogen, dat dewyl, by gebrek aan gemeen<br />

confent en genoegzaame betaaling, aan de Petitie<br />

van 1741 voor den aanbouw van «25 Oorlog<br />

Scheepen, niet heeft kunnen worden vol<br />

daan, en dat de Scheepen tut de gedaane kleine<br />

fourmsfementen aangebouwd, verfleeten, ge/loopt<br />

of anderzints verhoren waren , het hoognodig<br />

zou zyn, wilde men 's Lands gerino- e Zee<br />

macht in ftaat houden, eene nieuwe Petitie<br />

te doen, doch dat men zich n i e t vleien<br />

kon, dat dit eenigen ingang by de Provinciën<br />

zou vinden ; terwyl pndertusfehen, door de -<br />

gebrekkige fournisfementen der Provintiën<br />

op de Petitiën van 1744 én 1747, de Raad<br />

van Staate buiten ftaat was geweest, de Fortificatiën<br />

en Magazynen in behoorlyken ftaat te<br />

brengen.<br />

In


O P H E L D E R T NO, ENZ. 57<br />

In den Brief van H. H% M. M. van den 31<br />

Dec. 1776, dienende tot geleide van de Petitie<br />

van den Raad van Staate voorliet volgend jaar,<br />

zeggen zy, dat de Staat zich bevond, zonder<br />

genoegzame Landmilitie en Oorlogfcheepen;<br />

met zwakke Frontieren en zonder Voormuur.<br />

Zedert 1741 was geene Petitie tot buitenge-<br />

woone Equipagie gedaan dan in 1770: in welke<br />

Gelderland, Zeeland en Utrecht nooit toege-<br />

ftemd hebben: en in 1771 eene, groot ƒ407 8508.<br />

tot aanbouw van Scheepen, wepke eindelylc<br />

m 1778 wel geconcludeerd was (a), doch daar<br />

de Bondgenooten heden noch ƒ 507582. crp<br />

fchuldig zyn. In 1773 , was ƒ 388800. gepeti­<br />

tioneerd , voor een Equipagie van6Scheepen;<br />

(0) Deeze fom is de eenigfte dewelke zedert 1741,<br />

toen eene Petitie voor den aanbouw van 25 Sc'ie^pen<br />

vaH Oorlog gedaan was (aan welke aanbouw, gelyk wy<br />

zoo even gezien hebben, zoo by gebrek van confent als<br />

betaling, niet voldaan had kunnen worden) tot het zelf­<br />

de einde door den Raad vau Staite is gevraagd gewor-<br />

den : dus heeft de Heer Capelle tot den Maysch, in zyne<br />

aaufpraak of advys op den Gelderfchen Landdag (Jaar­<br />

boeken 1781 b'. S81) zeer roekeloos gezegd: Is het niet<br />

opmerkelyk, dat, na zedert jaaren hent>aard>byna owoe-<br />

mehke fchatten tot d.n aanbouw van Scheepen te hebben ge •<br />

Jpetideerd.evenwel'onzeMarine niet ts'reikende heeft'kunnen<br />

worden, om onze Commercie en Navigatie te befchermen.<br />

D 5<br />

in


58 M E M O R I E N T O T<br />

i n l<br />

77$ f 6-53300, voor een extraordinaire<br />

Equipagie: en in 1776 ƒ 670740. voor de<br />

Equipagie van dat jaar. Deeze Petitiën zyn<br />

alle wel geconcludeerd geworden, doch de<br />

Provintien zyn op dezelve, hoe gering ze<br />

ook geweest zyn, noch ƒ 159928. fchuldig.<br />

Uit deeze korte fchets kan afgeleid worden,<br />

hoedanig het beftuur over zaaken, die 't gantfche<br />

Bondgenootfchap aangaan, en onder welke<br />

de algemeene defenfïe zekerlyk de voornaamfte<br />

is, altyd gebrekkig is geweest. Het is eene<br />

verouderde kwaaie; en geene naïver befchryving<br />

kan daar van gegeeven worden, clan de<br />

geene die men leezenkan, in het kort Verhaal<br />

van wegen den Landraad aan degeneraaleStaaten<br />

overgegeeven den 21 September 1584.<br />

Aanmerkelyk is het, dat onder de gebreeken,<br />

dewelke door den Landraad worden opgegeeven,<br />

als oorzaaken van 's Lands flecht<br />

beftuur, het confenteeren der Provintien in<br />

de Petitiën, met voorbefcheid zoo verre alle de<br />

andere van gelyken deeden, opgenoemd wordt.<br />

Dat gebrek, of er niet al genoeg waren, is als<br />

vernieuwd, zedert, dat eerst Gelderland, en<br />

op deszelfs voorbeeld, behalven Holland, alle<br />

de andere Provintien, zedert 5 a 6 jaaren<br />

weigeren, offchoon zy confent gedraagen hebben,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 59<br />

ben, eenige betaaling te doen, ten zy de Petitiën<br />

geconcludeerd zyn geworden: daar doch in de<br />

voorige Eeuw, en in deeze tot evengem. tyd<br />

toe de Provintien nimmer zwaarigheid hebben<br />

gemaakt, betaalingen te doen, zoo dra zy geconfereerd<br />

hadden. Ik vermeen zelfs, dat gedurende<br />

de gantfche Succesfie oorlog, geene extraordinaire<br />

Petitie gedaan is, in welke alle de<br />

Bondgtnootengeconfenteerdhtbloen, en dus geene<br />

geconcludeerd is geworden: terwyl doch de<br />

geconfenteerd hebbende Provintien geftadig<br />

de betaaling, dadelyk op haare toeftemming,<br />

hebben laaten volgen.<br />

Ik erken zeer gaarne dat volgens recht, ja<br />

feillykheid, alle die in dezelfde zaak belang,<br />

of tot deszelfs behoud zich verbonden hebben,<br />

gelykelyk behooren te contribueeren: maar<br />

zoo eenige onwillig zyn, is 't dan het belang<br />

der anderen de gemeene zaak verlooren te laaten<br />

gaan? Wat zou er van de Republiek geworden<br />

zyn, zelfs in deeze laatfte tyden, zoo<br />

Holland het zelfde Syftema had aangenoomen,<br />

en niet had willen betaalen, dan op Petitiën<br />

in welke alle de Bondgenooten hadden toegeftemd,<br />

en gelykelyk ieder voor deszelfs<br />

aandeel willen betaalen: en zoo deeze Provintie<br />

haare Gecommitteerde Raaden ftiptelyk<br />

ge-


CO M E M O R IE N T O T<br />

gehouden had, aan het 36*. Art. van derzelver<br />

Inflruclie, alwaar geboden word, te letten dat<br />

de fournisfementen op de Petitiën in gelykheid> en<br />

in proportie van de andere Provintien gefchieden !<br />

En waarlyk dit alleen zou genoeg zyn om<br />

te bewyzen, één der voornaamfte oorzaaken<br />

van 't verval der zaaken, dewyl het zeker is,<br />

dat wanneer de Provintien geene betaalingen<br />

doen, en alles op ééne Provintie laaten aankomen,<br />

de zaaken niet kunnen bevorderd worden.<br />

Toen in 1773 de oneenigheden tnsfchen Engeland<br />

en Frankryk ontftaan. waren, en het<br />

zeer waarfchynlyk was, dat de Staat daar in<br />

betrokken zou worden, en men dus bedacht<br />

moest zyn, om zich ten minften in ftaat van<br />

'tegenweer te ftellen, wierdt men we! eenigzints<br />

wakker, maar men kon doch niet ïpoedig tot<br />

een befluit komen. Men twistte zedert 1771<br />

over een Plan van vermeerdering van Landen<br />

Zee-macht, zonder zich te kunnen verftaan.<br />

De gantfche vermeerdering zou jaarlyks bedragen<br />

circa ƒ 1500000. Holland wilde er<br />

ƒ 700000. van hebben voor de Marine, en<br />

daar van, eene vaste post op den ftaat van Oorlog.<br />

Zyne Hoogheid had getracht, en was<br />

ook daar in geflaagd, de andere Provintien te<br />

over-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6l<br />

overreeden, om jaarlyks voor de Admiraliteiten<br />

ƒ 6oocoo. toe te ftaan; maar Holland<br />

was daar niet mede te vreden. Daar was dus<br />

niets van gekomen, en de Republiek was zonder<br />

genoegzame Land-macht, ten minften zoo<br />

eenige vermeenden, en zekerlyk zonder noemenswaardige<br />

Zeemacht gebleeven.<br />

Eindelyk doch hadden alle de Provintien,<br />

behalven Zeeland, in 1777 toegeftemd<br />

in eene Petitie van ƒ 2640960. tot aanbouw<br />

Van Scheepen: en alle, geene uitgezonderd,<br />

in eene andere van ƒ 1800000. tot reparatie<br />

van Scheepen en aankoop van Materialen:<br />

En in 't volgende jaar van 1778 confenteerden<br />

weder alle in eene van ƒ 1995840. voor<br />

de helft in een Equipagie van 32 Scheepen.<br />

Maar hoe zeer de Staaten van Holland, dadelyk<br />

voldeeden, aan 't geen van hun uit<br />

hoofde van gemelde Petitie geëischt wierd, zoo<br />

bleeven de andere Provintien achterlyk. Friesland<br />

alleen deedt op de laatfte Petitie eenige<br />

betaalingen ten behoeve van haare Admiraliteit<br />

(a).<br />

In 't volgende jaar 1779 wierdt door<br />

den Raad gedaan eene Petitie van ƒ 1500000.<br />

tot<br />

(a) Advys vaa den Raad van Staate op de Petitie<br />

vaa 1778.


6z M R M O R I E N T O T<br />

tot aanvulling der Admiraliteit» Magazynen:<br />

en in 1780 eene groot ƒ 2623590. tot Equipagie<br />

van 52 Scheepen. Op deeze volgde<br />

de toeftemming van alle de Bondgenooten:<br />

doch de eerfte wierdt niet geconcludeerd.<br />

Maar offchoon tot alle de gedaane Petitiën beiloten<br />

was geworden, wat zou dat hebben<br />

kunnen baaten ? Hoe kon verwacht worden,<br />

dat in den vervallen toeftand waar in de Marine<br />

was, zy in den tyd van twee jaaren<br />

zou kunnen in ftaat gebracht worden, om<br />

eenigzints het hoofd te kunnen bieden aan<br />

eenen machtigen vyand? De Admiraliteiten<br />

hadden reeds in 1779 (V) geadvyfeerd, dat<br />

wilde men de navale macht in eenen tamelyken<br />

ftaat brengen, 10 Scheepen a 70, 24 a6o ,<br />

7 a 50, en 5 a 40 ftukken aangebouwd moesten<br />

worden: en toen de Oorlog in 1781 een<br />

aanvang nam, was daar fchier niet aan begonnen<br />

, men zwyge van verricht.<br />

De Raad van Staate had wel reeds in 1771<br />

eene Petitie van ƒ 4078508. tot aanbouw van<br />

54 Scheepen van Oorlog gedaan: en alle cte<br />

Bondgenooten hadden eindelyk in May 1778<br />

daar in geeonfenteerd: maar het blykt uit de<br />

(a) Praradvys der Admiraliteiten 10 Maart 1779,<br />

be-


OP H E L D E R I N G , ENZ. 6g<br />

berichten, den 6, 7 en 21 Augustus, den 25<br />

en 28 September aan Hun Hoog Mog. gegeeven,<br />

hoe weinig daar in gedaan was. By de<br />

Maas waren voltooid 1 Schip a 60, en 1 a 50<br />

{lukken : t'Amfteldam 2 Scheepen a 64, en 2 a<br />

50 Hukken: in Zeeland 1 Schip a 50 Hukken : en<br />

in Friesland, was een nieuwe Vyftiger in Commisfie<br />

gefield, doch in den Balg by't kielen gezonken.<br />

Deerlyk vvaarlyk wordt de ftaat van onze<br />

Navale macht by evengem. berichten voorgefteld,<br />

zonder dat de fchuid daar van aan de<br />

Collegien kon gegeeven worden. Zy vertoonde<br />

dat „zedert 1741 er geene Petitie veel min<br />

„ Contributie tot eenigen aanbouw gedaan was:<br />

„ Dat de Admiraliteiten hadden noch geld noch<br />

„ behoorlyk voorziene Magazynen. Dat zy uit<br />

„ haare eigene en gewone inkomften kwalyk<br />

„ hadden kunnen goedmaken, de nodigeonkos-<br />

„ ten voor de jaarlykfche kleine Equipagien,<br />

„ en eenige weinige Fregatten kunnen aanbou-<br />

„ wen; Dat de meeste buiten ftaat waren, hun-<br />

„ ne groote Scheepen te onderhouden, en de<br />

„ Magazynen behoorlyk te voorzien. En dat<br />

,, van deeze achterlykheid, van deeze traagheid<br />

„ der Bondgenooten één der gevolgen was, dat<br />

„ dewyl geene Equipagien en geene Aanbou-<br />

„ win-


64 M E M O R I E N T O T<br />

„ wingen gedaan wierden, het Scheepsvolk en<br />

„ Scheepstimmerlieden verloopen waaren."<br />

In deezen noodlottigen toeftand heefi het<br />

niet ontbroken aan Lieden , die denzelven aan<br />

ilinkfche oogmerken hebben toegefchreeven.<br />

't Is niet te ontkennen dat het by veelen inge^<br />

worteld denkbeeld, voortgekomen uit de langdurige<br />

verbintenis met Engeland, dat het'belang<br />

der Republiek vereischte, dat zy met die<br />

Mogendheid nimmer moest breeken, gevoegd<br />

by een als ingebooren vooroordeel tegen de<br />

Franfchen, oorfprongelyk uit alle de Oorlogen<br />

ons door die Kroon, en voornamelyk in 1672<br />

aangedaan, mede gewerkt heeft, om den yver<br />

om zich in ftaat te ftellen van onbefchroomd<br />

het ongenoegen der Engelfchen te kunnen ondergaan,<br />

eenigzints te verdooven. Maar als<br />

men zonder drift en vooroordeel befchouvvt<br />

't geen ik te vooren op 't ftuk van onze'<br />

Regeeringsform, en de befluitéloosheiduit


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6 5<br />

0f nooit, zaaken van gewicht, wanneer eene<br />

tegenftrydige wyze van denken plaats heeft,<br />

met die bedaardheid en onpartydigheid behandeld<br />

worden, als 't algemeen belang zou vereisfchen.<br />

Menfchen zyn en blyven Menfchen:<br />

de eerlyktten, wanneer zy overtuigd zyn het<br />

beste voor te hebben, gaan dikwyls te ver; en<br />

hun einde pryzenswaardig zynde, zyn ze meerendeels<br />

te toegeevende in de middelen om tot<br />

dat einde te komen. Mooglyk hebben de geenen<br />

die het breeken met Engeland als noodlottig<br />

voor den Staat aanzagen, niet fterk genoeg<br />

aangedrongen eene waapening, die alleen<br />

dat breeken hadbehooren mooglyk te maaken:<br />

misfchien hebben de geenen die moede<br />

waren langer het Politiek Sistema van de Republiek<br />

geheel van Engeland te zien afhangen,<br />

en daarom Frankryk wilden toevallen, met te<br />

veel drift doorgezet, 't geen tot het bereiken<br />

van hun doelwit kon dienen, en verzuimd op<br />

te merken, dat het oogenblik allerongunfhgst<br />

was: dat ongewaapend tegen gewaapenden ten<br />

ftryde te gaan, hoe rechtvaardig de zaak weezen<br />

moge, alleen roekeloos en geenzints dapper<br />

noch roemwaardig is.<br />

Voor my, ik erken rondborftig, dat de invloed<br />

die het Hof von Lonüon hier te Lande<br />

T R had,<br />

li DEEL. u


66 M E M O R I E N T O T<br />

had, my dikwyls bovenmaatig is voorgekomsn;<br />

en dat ik gaarne de Republiek van die<br />

afhangelykheid zou hebben gezien ontflaagen^<br />

dat ik tot dat einde zoo veel mooglyk zou<br />

onderfteund hebben, alle de door den Raad van<br />

Staate voorgeftelde middelen, om de Landen<br />

Zeemacht, mitsgaders de Vestingwerkenen<br />

Magazynen by tyds in goeden ftaat te ftellen:<br />

al was het eens geweest, met eenigetoegeevendheid<br />

voor eene vermeerdering der<br />

Landmacht: offchoon, eensgefteld, die der<br />

Zeemacht noodzaaklyker was. Maar zoo ik<br />

daar in niet naar wensch had kunnen flaagen,<br />

zou ik nimmer de hand hebben geleend, aan<br />

het neemen van Refolutien, die by gebrek<br />

aan macht, niet konden volbracht worden:<br />

nimmer zou ik eene Refolutie tot het verleenen<br />

van onbepaalde Convooijen hebben helpen<br />

neemen, dewyl men daartoe buiten ftaat<br />

was , en by na zeeker kon zyn, dat 's Lands<br />

Vlag onteerd, en de Koopvaardy-lcheepen genomen<br />

zouden worden: en dat men, in plaats<br />

van die aangedaane oneer en gepleegd geweld<br />

te wreeken, zich eenen allerfchaadelykften oorlog<br />

op den hals zou haaien. Nimmer zou ik<br />

hebben willen meedewerken, om ons Land<br />

van het politiek juk der Engelfchen, onder dat<br />

der


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6?<br />

der Franfchen te brengen: om ten gevalle<br />

van eenige weinige Kooplieden, het welzyn<br />

van alle de anderen, in de treffendfte verliezen<br />

te doen verkeeren: om den zeetel der Koop •<br />

handel van dit Land naar elders over te brengen:<br />

om tot andere Natiën te doen overgaan,<br />

die vervoering van Koopmanfchappen, die<br />

w y tot dus verre meest alleen gedaan hadden<br />

: om onze weerlooze Colonien in de handen<br />

der vyanden zonder flag of ftoot te doen<br />

vallen: om den Handel en Scheepvaart van<br />

onze Compagnien te doen ftil ftaan, en dcrzelver<br />

bloeiienden ftaat in eenen allerdeerlykften<br />

voor den Lande en haare deelgenooten<br />

te doen veranderen: om ten gevalle van een<br />

nieuw Gemeenebest, en op de gewaande voordeden<br />

van eenen nieuwen Tak van Koophandel,<br />

den toenmaals allerbloeijendften handel<br />

te doen ftremmen, en toe te geeven aan de inbeelding<br />

opgekomen in de verhitte harfenen<br />

van zommigen, die ons uit America goud<br />

beloofden: om een Tractaat van eene zoogenaamde<br />

Gewaapende Neutraliteit te fluiten met •<br />

Moogendheden, die men niet verwachten kon<br />

(dewyl zy genoegzaam zeker waren dat haare<br />

Ingezeetenen niet zouden ontrust worden, en<br />

dierhalven geen belang hadden in oorlog te<br />

E % "ee-


63 M E M O R I E N T O T<br />

treeden) dat zy alleen uit grootmoedigheid en<br />

aankleeving der Traéïaten, om onzent wille,<br />

den Koophandel en Scheepvaart haarer Inge'<br />

zeetenen, en 't vertier van hunne Produften<br />

zouden opofferen.<br />

Ik erken zeer gaarne dat de weg van handeling<br />

dien de Provincie van Zeeland (*) wilde<br />

hebben ingeflagen, na de infolentien en geweldeuaryen<br />

der Engelfchen, niet zeer eerlyk zou<br />

zyn geweest. Ik erken meede, dat daarentegen<br />

de reedenen in de Ref: van haar H. H. M, M.<br />

van den 6 Feb: bygebracht, op haar zelve befchouwd,<br />

gegrond waren. Maar wanneer men<br />

de Eer van eenen Staat ,wil ophouden, moet<br />

men ook de middelen daar toe by de hand<br />

hebben: die niet hebbende, gelyk wy ze niet<br />

hadden, loopt men gevaar, en wy hebben 't<br />

ondervonden, met d'eer te wülen handhaaven<br />

met dan oneer te behaalen.<br />

Zoo myne gevoelens niet overeenkomftig<br />

zyn met hst geen ik myn Vaderland verfchuldigd<br />

ben, ben ik in eene beklagenswaardige<br />

dwaaling, maar doch ter goedertrouw, geweest.<br />

Met het tegendeel te hebben willen beweeren<br />

, of my niet overeenkomftig te hebben<br />

gedraagen, zou ik, beiden, myn geweeten en<br />

,,V_ „ myn<br />

(. ; Kef; geu: 8, 22 en 29 Febr.


O P H E L D E R I N G, ENZ. 69<br />

myn oordeel geweld hebben aangedaan. De<br />

innige overtuiging der waarheid van het geen<br />

ik tot dus verre heb ter nedergefteld, en de<br />

aandoening met welke ik befchouwde de onheilen<br />

die myn Vaderland overkwamen: het<br />

verlangen om zoo veel in my was wech te<br />

neemen de binnenlandfche oorzaaken van t<br />

kwaad : myn Vaderland te redden uitdennoodlottigen<br />

ftaat, in welken het gebracht was, en<br />

daar toe, naar myn inzien, de beste middelen<br />

te beraamen, is het eenigst richtfnoer van myn<br />

gedrag, en myn eenigst doelwit geweest. Het<br />

tafereel dat ik onder het oog myner Leezers<br />

zal brengen, zal hun in ftaat ftellen om te beflisfen<br />

hoe ik beoordeeld moet worden. Dit<br />

vermeen ik met gerustheid te kunnen zeggen,,<br />

dat in fteede van de onftandvastigheid met<br />

welke eenigen my befchuldigd hebben, ik nimmer<br />

van Siftema veranderd ben, en de binnenen<br />

buüenlandfche zaaken altyd met het zelfde<br />

oog befchouwd, en ook my overeenkomftig<br />

gedraagen heb.<br />

Toen in het jaar 1778 de oneenigheden tus-<br />

fchen Frankryk en Engeland op het punt ftonden<br />

van tot eenen openbaaren oorlog uit te<br />

barften, wierd ik door den Heer Griffier Fagel,<br />

uit naam van den Engelfchen Ambasfadeur Rid-<br />

E 3<br />

d e r


7° M E M O R I E S TOT<br />

der Yorke verzocht tot een gefprek met deezen<br />

Heer. Ik verfchoonde my in 't eerfte uit<br />

hoofde, dat in geene byzondere Post van regeering<br />

zynde, my met geene regeeringszaaken<br />

kon moeijen, en ook niet den minften<br />

invloed had: één en andermaal nochtans daar<br />

over weder aangefproken zynde geworden,<br />

nam ik het aan, en ontmoette den Heer Ambasfadeur<br />

op den 14 April, in het kamertje van<br />

den Heer Griffier: alwaar in fubftantie het volgende<br />

verhandeld wierdt.<br />

Zyn Excell. begon met mytevraagen: „ 0f<br />

„ het weder zou zyn als in den voorigen Oor-<br />

9, log, in welken men over de Navigatie van<br />

9, de Onderdaanen der Republiek zoo veel g e.<br />

» twist en zoo veel papier vuil gemaakt had ?"<br />

Ik antwoordde, „ dat zulks veel van Enge-<br />

„ land zou afhangen; dat zoomen de handel-<br />

„ dryvende Ingezeetenen van de Republiek in<br />

„ haare wettige Navigatie, zoo als dezelve hun<br />

volgens de Traftaten toekwam, wilde ont-<br />

» rusten, men niet moest verwachten, dat van<br />

» deeze gewillig Z Ou worden afgezien: dat niet<br />

9S dan gellaadige klachten en twisten konden<br />

„ verwacht worden , byaldien de Engelfchen<br />

» gelyk in den voorigen Oorlog, weder wiln<br />

Ó<br />

W Metten, den yryen Vaart en Handel<br />

» PP


O P H E L D E R I N G , ENZ. f%<br />

op de Franfche bezittingen in America."<br />

** De Ridder kwam aanftonds op de Tractaten<br />

van 1674 en 1678. Hy ftelde als ontwyffelbaar<br />

dat uit hoofde van het één, het Secours<br />

kon'geëischt worden: doch voegde daar by,<br />

dat byaldien zyn Meester, uit eene byzon-<br />

" dere toegeevenheid, en wetende, dat der<br />

" Republiek geen Oorlog leek, van het vraa-<br />

" g e n van het Secours afzag, Hoogstdezelve<br />

" zich als dan vleide, dat de Staaten niet zouden<br />

ftaan, op het geen by het Travaat van<br />

1674. wegens het vervoeren van Scheeps-<br />

" materialen, befproken was: maar dat betref-<br />

" fende de Vaart op de Franfche Manden,<br />

" Z Vn Meester niet zou kunnen toelaaten, dat<br />

" dezelve, gedurende den Oorlog, onverhin-<br />

Z derd gefchiedde, dewyl zy in vreedenstyd<br />

verboden was.<br />

Ik repliceerde daarop, „ dat Ik my op het<br />

niet of al beftaan van 't Cafus foderis met zou<br />

l uitbaten, om met zyn Excell. daar over m<br />

geen gefchil te geraaken, maar dat hetbeletten<br />

van het vervoeren van Scheepsmatena-<br />

" len, ingevolge het Traöaat van 1674, eene<br />

" onrechtvaardigheid zou zyn, dewyl men de<br />

" Ingezeetenen van de Republiek, daar door<br />

zou ontzetten van een voordeel, dat oor-<br />

" E 4 fpron-


7% M E M O R I E N T O T<br />

„ fprongelyk, en ten tyde van 't fluiten van<br />

» gem. Traétaat, ten behoeven der Engelfchen<br />

„ bedongen was, en van 'c welk zy het genot<br />

„ gehad hadden: maar dat gefield, men al eens<br />

„ wilde trachten eikanderen over 't een en 't<br />

" a n d e r t e<br />

verllaan, alle poogingen deswegens<br />

„ nutteloos zouden zyn, byaldien men alhier<br />

e e n e<br />

» §'<br />

gegronde hoop kon vestigen, op ee-<br />

>, nen onbelemmerden handel op de Franfche<br />

„ bezittingen, geduurende den Oorlog.<br />

Hier meede wierdt het gefprek dien dag af-<br />

gebroken: doch den volgenden, of eenige da-<br />

gen daar na, dat my oritfchoten is, weder dooi­<br />

den gem: Ridder verzocht zynde, zeide zyn<br />

Excell. my toen „ dat by nadere bedenkinge<br />

„ Hem was voorgekomen, dat byaldien door<br />

„ de Republiek wierdt afgezien van de flipte<br />

" n a k o i<br />

§ van het Traclaat van Ï6 7 4, zyn<br />

~H Meester zich als dan veel gemakkelyker zou<br />

M betoonen, aangaande de bewuste Vaart op<br />

>, de Franfche bezittingen." Ik weder heb­<br />

bende voorgewend, de weinige verwachting-<br />

die er kon weezen, dat de Staat zou toegee-<br />

ven een recht, denzelven by een Solemneel<br />

Traclaat befproken, repliceerde zyn Excell.<br />

» r<br />

Z y n M e e s t e r n i e t<br />

eischte, ten minften<br />

* ***/«* «iet, eene volftrekte vernietiging<br />

„ van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 73<br />

„ van gein. Tvaclaat, of van de Articulen in<br />

„ gefchü: maar dat terwyl de Koning tot be- •<br />

„ houd van de goede harmonie niet zou aan-<br />

„ dringen op het leeveren van 't Secours, 't<br />

„ geen zyn Majefleit vermeende ingevolge de<br />

„ duidelyke letter van het ïractaat te kunnen<br />

„ eisfchen, en zoo min mooglyk zou belem-<br />

„ meren den Handel en Vaart der Ingezeéte-<br />

„ nen van den Staat, op de Franfche bezittin-<br />

„ gen in America, het Hem Ambasfadeur<br />

„ voorkwam, dat de Republiek ook van haar<br />

„ kant eene gelyke blyk van haar geneegen-<br />

„ heid tot behoud der goede verftandhouding<br />

„ zou kunnen geeven. Dat het punt in quasr<br />

„ tie, het vervoeren van Scheepsmaterialen,<br />

„ tot een punt van onderhandeling tusfchen<br />

„ de twee Naden zou kunnen gebracht wor-<br />

„ den, om te trachten eikanderen deswegens<br />

,', te verftaan, of noodige fchikkingen te maa- -<br />

ken:'terwyl geduurende deeze handelingen,<br />

het voeren van zoodanige Scheepsmateria-<br />

'„ len naar vyandlyke havens, zou blyven als<br />

„ opgefchort".<br />

Ik vertoonde toen, „ dat te handelen over<br />

„ zoo een onbetwistbaar punt, als dat van<br />

„ 't vervoeren van Scheepsbehoeftens, my<br />

„ voorkwam te kunnen doen fchynen, als of<br />

E 5 Wy


74 M E M O R I E N T O T<br />

„ Wy hetzelve als eenigzints twyffelachtig<br />

„ befchouwden: ten zy men teffens handelde,<br />

„ over eenig punt den Engelfchen niet min-<br />

„ der onbetwistbaar toekomende: als , by<br />

„ voorbeeld, de beruchte Acte van Navigatie.<br />

„ Zyne Excell. fcheen de gegrondheid dier<br />

„ aanmerking niet te kunnen ontkennen."<br />

Deeze naadere opening van den Heere Ridder<br />

kwam my voor te zyn van zoodanigen aart,<br />

dat ik my verplicht achtte, daar van aan Lieden<br />

die invloed hadden in 't befHer van's Lands<br />

Zaaken, kennis te geeven. Ik deelde den Ambasfadeur<br />

myn voorneemen meede, na alvoorens<br />

doch te hebben gevraagd waarom zyn Excell.<br />

zelve daarover niet de Ministers van den<br />

Staat had aangefproken. Waarop my antwoordde<br />

„ dat dewyl de Stad van Amfteldam daar<br />

„ het meeste in betrokken was, Hy vermeend<br />

„ had allereerst haare denkwys te moeten in-<br />

„ neemen; en doordien onder de Regenten<br />

„ geene andere kennisfe had, die hy oordeelde<br />

„ tot zoodanige opening van zynen 't wegen<br />

„ gefchikt te zyn, dan my, Hy zich daarom<br />

„ aan my geaddresfeerd had."<br />

Ik nam dan voor, by de eerftegeleegenheid,<br />

het voorgevallene met den Engelfchen Ambasfadeur,<br />

aan den Burgemeester Temminck, die<br />

toen


O P H E L D E R I N G , ENZ, 75<br />

toen het voornaamfte Crediet in Amfterdam<br />

had, meede te deelen. Het voorgeftelde kwam<br />

my voor ten minften in aanmerking te moeten<br />

koomen, voor dat men tot het weigeren van<br />

het Secours, of het vorderen van de ftrikte<br />

nakoming van het meergem. Tradaat van<br />

1674 befloot, en wel om reede:<br />

1. Om de omftandigheden in welke de Republiek,<br />

betreffende haar navale macht, zich<br />

bevondt, dewyl de Admiraliteiten onvoorzien<br />

waren van Scheepen en Scheeps behoeftens;<br />

en onmooglyk met zoo veel fpoed van het één<br />

en 't ander konden voorien worden, indien de<br />

gefchillen eene fchielyke rupture veroorzaakten;<br />

en men dierhalven niet in ftaat was het<br />

vry vervoeren van grove Scheepsmaterialen,<br />

met kracht van waapenen te handhaaven, en<br />

daadelyk af te keeren, het geweld dat door Engeland<br />

zou worden in 't werk gefteld, om te<br />

beletten 't geen met haar belang zoo ftrydig was.<br />

2 0<br />

. Om dat het voordeel 't welk eenige-><br />

weinige handeldryvende Ingezeetenen zouden<br />

misfen, door het niet vervoeren van meergem:<br />

Scheepsmaterialen, in geene vergelyking kon<br />

gefteld worden, met de winften die de algemeene<br />

Koophandel zou doen, zoo de Republiek<br />

onzydig bleef, en de Vaart en Handel op<br />

de


76 M E M O R I E N T O T<br />

de Franfche bezittingen onbelemmerd kon gefchieden.<br />

3°. Om dat door het treeden in onderhandeling,^<br />

het befprokene by het meergem: Tractaat,<br />

niet zou worden toegegeeven; te minder,<br />

daar men voor 't aanvangen der handelingen<br />

zou hebben kunnen befpreeken, dat gelyk<br />

om Engeland's wille de Staaten in onderhandeling<br />

zouden treeden, over de voor Engeland<br />

nadeelige voorwaarden van het Tractaatvau<br />

1674, meede ten geval der Republiek,<br />

nader zouden onderzocht worden, de articulen<br />

van de voor dezelve zoo nadeelige Acïe<br />

van Navigatie, e n getracht op die beide punten<br />

, zich over en weder te verftaan.<br />

4°. Om dat aangezien de handelingen van<br />

welke het einde van zoo veele aangelegenheid<br />

voor de Republiek kon zyn, men zich met<br />

reede by Frankryk zou kunnen verfchoonen,<br />

dat men voor als noch niet met kracht doorzette,<br />

het onbepaald vervoeren van Scheepsmaterialen:<br />

daar Frankryk ondertusfehen verzeekerd<br />

kon zyn, dat het fecours door Engeland<br />

niet gevraagd veel min gegeeven zou<br />

worden: en dat intusfehen door den vryen<br />

Vaart, welken de Ingezeetenen van den Staat<br />

op de Franfche .bezittingen zouden hebben,<br />

die


O ï H E L D E R I N G, ENZ. 77<br />

die bezittingen van alles voorzien zouden<br />

kunnen worden.<br />

Eindelyk 5 0<br />

. om dat in den ongewaapenden<br />

ftaat, waarin de Republiek zich bevondt, het<br />

allernoodigst was, eenen bekwaamen tyd voor<br />

handen te hebben, om zich te kunnen waapenen:<br />

waar toe men die der handelingen genoegzaam<br />

zou kunnen gebruiken, en deeze doen<br />

duuren of af breeken, naarmaate het belang<br />

zulks zou vereisfchen.<br />

De oude Burgemeester fcheen deeze reedenen<br />

gegrond te vinden, en nam aan daar over<br />

met andere Leeden van Regeering te fpreeken.<br />

Of hy zulks gedaan heeft is my onbekend:<br />

ook kan ik my niet wel herinneren, of ik Van<br />

de bovengem: Zamenfpraak, aan andere Leeden<br />

der Regeering kennis gegeeven heb. Zeekeris't,<br />

dat daar niets van gekomen is: endoordien<br />

ik weinige dagen daarna, naar Spa en van<br />

daar naar Parys ben gegaan, en eenige maanden<br />

uicgebleeven, niets verzuimende dewyl ik<br />

buiten alle bewind was, heb ik geene geleegenheid<br />

gehad, het begonnen werk te vervolgen.<br />

My is welgezegd, dathet voordel van den<br />

Engelfchen Ambasfadeur niet aangenomen was<br />

geworden, om dat men vermeende dat door<br />

in onderhandeling over het Tracfaat in quastie


7 8' M E M 0 R Ï E N T O X<br />

tie te treeden, men den fchyn zou geeven, als<br />

of het onbetwistbaar recht van de Republiek<br />

in twyffel kon getrokken worden: doch, ge.<br />

lyk ik gezegd heb, het was my voorgekomen ,<br />

dat dewyl de handelingen over dat onbetwist'<br />

baar recht niet zouden gefchieden, dan teffens<br />

meede handelende over een recht den Engelfchen<br />

niet minder onbetwistbaar toekomende:<br />

naamlyk, dat van geene andere waaren door<br />

de Ingezeetenen van den Staat in Engeland<br />

te laaten invoeren, dan overeenkomftig de<br />

Afte van Navigatie van 1651, daar uit geene<br />

nadeelige gevolgtrekking gemaakt kon worden,<br />

ingeval de Republiek genoodzaakt wierdt,<br />

of goedvondt het befprokene by het meergem.<br />

Traélaat in den ruimften zin te doen gelden.<br />

Te minder noch, daar de Koning van Engeland<br />

noch niet openlyk verklaard had, niet te zullen<br />

dulden, dat grove Scheepsmaterialen door<br />

onze fcheepen, naar zyne vyanden zouden vervoerd<br />

worden; zoo als zyne Majefteit daarna<br />

op den 2 November 1778 door zynen Ambasfadeur<br />

liet doên: na welke verklaring men,<br />

door de aanneeming van de bovengem. aanbieding<br />

om over bet punt in qusstie in onderhandeling<br />

te treeden, eerst zou hebben kunnen<br />

fchynen toe te geeven , dat het zelve<br />

min


O P H E L D E R I N G , ENZ. 79<br />

min of meer twyffelachtig was: gelyk de Gecommitteerden<br />

van Hun Hoog Mog. in hun<br />

advys van 6 Nov. 1779><br />

z e e r w e l e n m e t r e e<br />

"<br />

de aangemerkt hebben Qa) : en mooglyk had<br />

men evenwel noch des tyds, die zwaarigheid<br />

kunnen te boven komen, met in het andwoord<br />

aan den Ambasfadeur te laaten invloeijen,, dat<br />

„ hoe zeer Hun Hoog Mog: vermeenden, dat<br />

„ Hun recht ontwyfelbaar en onbetwistbaar<br />

„ was, zy nochtans om eene blyk van hunne<br />

„ geneegenheid tot*behoud der goede verftand-<br />

„ houding te geeven, wel wilden beproeven,<br />

„ of door onderhandeling zoodanige wederzydfche<br />

fchikkingen konden gemaakt wor-<br />

„ den, dat de Vreede tusfchen de twee Staaten<br />

„ zoolang geexteerd hebbende,ongefchonden<br />

„ bleeve." Maar het noodlottig tydlïip van de<br />

Republiek fcheen niet ontweeken te kunnen<br />

worden.<br />

't Was op den 1 Febr. 1781, dus kort na<br />

het uitbarften van den Oorlog, dat ik tot<br />

Burgemeester verkoren wierd. Men wenschte<br />

my geluk, met dat myne Verkiezing onder<br />

gelukkiger gefternte dan die van mynen Vader<br />

in 1746 gefchied was: toen was de tyding<br />

van het inneemen van Brusfel, nu die van het<br />

tee-<br />

(«) Jaarboeken 1779 bl. 38.


3o M E M O R I E N T O T<br />

teekenen door onze Ambasfadeurs van de ge-<br />

waapende Neutraliteit, ingekoomen.<br />

De meeste zagen dit Tradaat aan, als aller­<br />

heilzaamst voor de Republiek. Alles vertoon­<br />

de zich ook in 't begin fraai; de gewaapende<br />

Neutraliteit fcheen een middel te zullen zyn<br />

om de Republiek te handhaven by de Rech­<br />

ten, die haar ontwyifelbaar toekwamen, en<br />

die zy behoudens haare eer niet kon toegee-<br />

ven, doch geheel buiten ftaat was alleen te<br />

handhaaven. De hoop van eenen krachtdaa-<br />

digen byftand uit hoofde van hetTra&aat, was<br />

zelfs verfterkt geworden, toen de Prins Gal-<br />

litzin op den 17 July aan Hun Hoog Mog;<br />

kennis gaf, dat drie Rusufche Esquaders in on-<br />

derfcheidene Zeeën zouden kruisfen; en door<br />

dat onze Ministers te Petersburg van tyd tot<br />

tyd, de troostlykfte verzeekeringen van de<br />

ftandvastigheid der Keizerinne, en de goede<br />

meening van den Graave de Panin, gaven.<br />

Men was doch wegens het daadelyk geeven<br />

van dien byftand niet zonder zorge: voor het<br />

fluiten was reeds te kennen gegeeven, dat men<br />

verlangde duidelyker, en met ronde woorden<br />

bepaald te zien, wanneer men ons te hulp zou<br />

komen: en voornamelyk dat onze Indifche<br />

bezittingen ge>guar-eindeer•«'waren. Maar de Graaf<br />

van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 8l<br />

van Panin had onze Ministers verzeekert, en<br />

deezen fcheenen overtuigd te zyn, dat geene<br />

byzondere guarantie voor onze Indifche bezit tin-<br />

_ JJ- j»t aennett daarvan gezegd was in<br />

gen nuuui£ . , & o- • - -<br />

A„ Conventie met Dcenemarnen, *aie vu. 6w» «fpraak<br />

tot model zou dienen) dat men zig verlaaten<br />

kon op de oprechtheid der Keizerin.<br />

Het is aanmerkelyk dat in de Staats-Refolutiën<br />

van Friesland, Overysfel en Groningen,<br />

om tot de gewapende Neutraliteit te<br />

treeden, deeze Provintien verklaard hadden,<br />

dat het vertrouwen op die mondelinge verzeekeringen,<br />

de Staaten tot het Tractaat had<br />

doen befluiten («): daar in tegendeel my, onder<br />

verbeetering voorkomt, dat de zwaarigheden<br />

die het Hof van Petersburg, om zich rondelyk<br />

en in gefchrifte te verklaaren, geftadig<br />

gemaakt had , hadden behoren huiverig te maken,<br />

dewyl die zwaarigheden waarlyk niet<br />

dan uitvluchten waaren (f) : en men te meerder<br />

reede had om omzichtig te zyn, dewyl het<br />

antwoord van 't evengemelde Hof, op de bedenkingen<br />

van het Zweedfche, over het te<br />

werkllellen van het by de gewapende Neutra-<br />

(ei) Jaarboeken 1781. bl 1025,<br />

Jaarboeken 1781. bl. 1020.<br />

I. DEEL. F


82 M E M O R I E N T O T<br />

traliteit befprokene Secours, zeer bewimpeld en<br />

onduidelyk was geweest (dO: wordende, onder<br />

anderen , daar in gevonden, dat de Mogendheden<br />

alleen op Zee, eene gemeen e zaak zouden<br />

maaien, zoo veel dat deeze Verbintenis enkel de<br />

Zee betrof, hebbende geen ander onderwerp dan<br />

de Zeehandel en Scheepvaart. Voorts bad het<br />

Hof van Petersburg, verre van iets te bepaalen<br />

wegens het gedrag der contracteerende partyen<br />

in de werking deezer vereeniging in 't geval<br />

dat aan den eene of aan den anderen geweld<br />

aangedaan of fchade toegebragt zou worden<br />

, in het gemelde antwoord noch met zoo<br />

veele woorden gezegd : dat het bepaalde by het<br />

gedagte Trablaat, geene andere Scheepstoerusting<br />

qnderfïelde, dan die met de omftandighcden zou<br />

overeenkomen, volgens welke die noodzaakelyk zou<br />

gemaakt worden, of zoo als men dan zou overeenkomen,<br />

{b)<br />

Geen minder opzien had ook behoren te<br />

veroorzaaken, het gedrag van den Koning van<br />

Deenemarken. Alhoewel zyne Majefteit by het<br />

Traftaat van gewapende Neutraliteit meede,<br />

gelyk de andere contracteerende partyen ,<br />

de guarantie van het Traclaat van Commercie<br />

(a) Jaarboeken 1780, bl. 833.<br />

(J) ibid. bl. 837.<br />

dat


O P H E L D E R I N G , ENZ. 83<br />

dat Hy met Engeland had,befprookenhad, en<br />

datby dat Traclaat geene andere Waaren alsCfc»trabande<br />

waren uitgelloten, dan Canonnen , Mortieren,<br />

Musquetttn, Grenaten ,Petar-den, Bom*<br />

men, Pekkranfen, Fascines, Lavetten en toebehooren,<br />

Bandelriemen, Kruid, Loot, Salpeter, Kogels,<br />

PUken, Degenklingen, Stormhoeden, Krasfers,Hel*<br />

baarden, Lanfen, Jaaglynen, Paardezadels, Pistoolholfters<br />

, Port Epés &c. zoo was 'er by een<br />

uitleggend Articul tusfehen de twee Mogendheeden<br />

van Engeland en Deenemarken, reeds<br />

in January 1781 bepaald, dat meede onder de<br />

naam van Contrabande zou begreepen worden:<br />

Ruw Timmerhout, Pik, Teer, Kopere* Platen,<br />

Zylen, Hennip en Touw. (#)<br />

Op zoodanige onzeekere vooruitzicht, op<br />

zoodanige twyfelachtige toezegging , in eenen<br />

tijd dat men op zich zeiven niet beftaan kon ,<br />

en eene allerfpoedigfte hulp noodig had, heeft -<br />

men kunnen befluiten, met de meerderheid van<br />

èêne Provintie om te treeden in eene Verm-<br />

(«) Dit Articul is niet gepubliceerd geworden, maar<br />

den inhoud is aan de Kooplieden op de eene of andere<br />

wyze meedegedeelt. Zie Byl. La. A.<br />

(*) Holland, Friesland, Overysfel en Stad eu Landea,<br />

ftonden alleen toe.<br />

F a


8 4<br />

M E M O R I E N TOT<br />

bintenis, by welke men bepaaldelyk beoogde<br />

het handhaven, van 't geen men moest voorzien<br />

hebben, dat ons den Oorlog op den hals<br />

zou halen.<br />

Ik erken zeer gaarne, dat de angstvallige<br />

omftandigheden, in welke de Republiek zich<br />

bevondt, de voorgeftelde gewapende Neutra,<br />

liteit, in den eerften opflag heeft kunnen doen<br />

befchouwen, als een middel om ons te redden<br />

uit de nood: maar my komt, teffens voor,<br />

dat eene bedaarde overweeging welhaast die<br />

waan zou hebben doen verdwynen.<br />

Vooreerst, had men dienen op te merken,<br />

dat wy in het Tradaat van Neutraliteit befpraaken,<br />

de handhaving van een Tradaat,<br />

dat door de Mogendheid met welke het was*<br />

-aangegaan , reeds maanden te vooren gefufpen.<br />

deert was; terwyl de andere Contracterende<br />

Mogendheden, zich beriepen op Tradaatendie<br />

erkend en niet betwist wierden. 't Is waar dar<br />

die Sufpenfie als wederrechtelyk kon worden<br />

aangezien: maar men kon doch verwachten,<br />

dat ingeval van gefchil over dit Tradaat, en<br />

diens volgens, eisch van hulp, (waar toe de<br />

Mogendheden, zoo zy geen eigenbelang hebben<br />

, altyd fchoorvoetende komen, zoekende<br />

op allerlei wyzen de Tradaaten te ontduiken,)<br />

ge-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 85<br />

gemelde Sufpenfie ten minfte tot een voorwend-<br />

fel zou dienen: te meerder, dewyl Engeland<br />

noch daar by zou hebben kunnen voegen, dat<br />

Wy ons beriepen op een Tradaat, dat niet al­<br />

leen gefiijpendeerd was, maar dat zelfs zedert de<br />

dood van den Vader van den tegenwoordigen<br />

Koning van Engeland, even weinig als de an-<br />

dere Tradaaten met die Kroon, niet meer in<br />

weezen was. Want 't is opmerkenswaardig,<br />

dat met deezen Koning de wederzydfe Trac-<br />

taaten niet vernieuwd zyn, zoo als dat gefta-<br />

dig met zyne Predecesfeurs, by hunne komst<br />

tot den Throon, gefchied is.<br />

Het is niet minder vreemd, dat men heeft<br />

willen doen guarandeeren, en zich beroepen<br />

' heeft, op een Tradaat met Frankryk, naamlyk<br />

dat van 1739, dat zeekerlyk niet meer in wee-_<br />

zen was, dewyl het maar voor 25 jaaren geflo­<br />

ten, en daar na niet vernieuwd was.<br />

Ten tweeden: had men zich kunnen voorftel-<br />

len, de weinige waarfchynlykheid die'er was,<br />

dat Mevrouw de Keizerin, hoe fraay de ver-<br />

zeekeringen ook waren, om onzen 't wil in Oor­<br />

log zou treeden, offchoon de Engelfchen Haa­<br />

re 0<br />

Scheepen, of die van Haare ingezeetenen,<br />

geen leed aandeeden: die zich daar van wel<br />

zouden onthouden, dewyl zy met reede haare<br />

p 3 macht


86 ME M O R I K N T O T<br />

macht vreesden, en ook de Rusfifche Scheeps-<br />

Jbehoeftens volftrekt noodig hadden.<br />

Die zich op de edelmoedigheid der Vorften<br />

verlaat, wanneer hun belang daar meede ftry.<br />

dig is, bedriegt zich grovelyk. Doch al eensgeftelt,<br />

dat evengem. Vorftinne by het aangaan<br />

der Verbintenis, toen zy nog vol was van gloneryke<br />

yvcr, voor de door Haar voorgeftelde<br />

befcherming van de algemeene Volksrechten,<br />

het wel met ons meende; en dat de Graaft<br />

Panin, toen nog in volle Credit, oprecht met<br />

ons handelde: zoo moest men doch niet uit<br />

het oog verloren hebben, dat eene Vorftinne<br />

met vry is v a n de veranderlykheid aan haare<br />

kunne dikwyls eigen: en dat offchoon zy al eens<br />

had willen, uit grootmoedigheid, haar belang,<br />

of dat van haar Ryk, aan eene zyde Hellen,<br />

haare Raadslieden Haar zulks wel haast als te<br />

ichadelyk zouden afraaden: dat aan Haar Hof<br />

zich bevont, een verftandig en nyvrig Engelsch<br />

Minister, die zeer wel gebruik wist te maken<br />

van klinkende argumenten: dat op de invloed<br />

van den Graave Panin niet veel ftaat te maken<br />

was, dewyl aan de Hoven in 't algemeen de<br />

ftaat der gunftelingen afhangt van de ogenbhkkelyke,<br />

e n dikwils grillige. gevoelens van<br />

den Vorst: en men voornaamlyk aan 't Hof<br />

van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 87<br />

v a n Petersburg gewend was, aan eene gedu-<br />

nee afwisfeling. *»;*.-».<br />

Eindeiyk: had men kunnen opmaaken, dat het -<br />

toetreeden der andere Mogendheden Svveeden<br />

Deenemarken, Pruisfen, Frankryk en<br />

Spanje niets of weinig beduidde. S weeden was<br />

afhanklyk van Rusland : Deenemarken van Engeland:<br />

Pruisfen had geen enkel Fregat om<br />

zvfte eigene Scheepvaart te befchermen, veel<br />

roin om anderen by te ftaan: Frankryk en<br />

Spanje waren reeds in Oorlog.<br />

Ik kon my dan niet verblyden over het<br />

toetreeden tot die gewapende Neutraliteit.<br />

Welhaast ondervondt men ook, dat van dezelve<br />

weinig nuts te wachten was: en den<br />

L of die men Catbarina d* 11. in eene zeer<br />

ruime maate had toegezwaaid, veranderde m<br />

verwytingen en klachten over haare onftandvastigheid.<br />

Onder de geenen die het fterkst geyverd hadd<br />

e n voor het toeftaan van onbepaalde Convooijen;<br />

die gedreeven hadden, dat Engeland<br />

het hart niet zou hebben, ons den Oorlog aan<br />

te doen, en zich eenen nieuwen vyand op den<br />

hals te haaien; en die daar na niet minder gevVerd<br />

hadden voor het aanneemen der gewaande<br />

Neutraliteit, was de Penfionaris van<br />

^ F 4 oerc-


88 M E M O B . I E N T O T<br />

Berckel. Hy fcheen zich z o o verzeekerd te<br />

houden van de hulp, die wy van Mevrouw de<br />

Keizenn te wachten hadden, dat hy 7 elf s niet<br />

dulden kon, dat aderen daar aan twyfelden<br />

Kort na dat ik als Burgemeefter aangekoomcn<br />

was, en noch weinig omgang £ 2 a a k en<br />

met dien Minifter gehad had, gebeurde iets ten<br />

hmze van den Heere Burgemeefter Ihmminck<br />

dat mooglyk de grondflag geleegen heeft toï<br />

het kwaade hart, dat Hy my z e d e r t d i ,<br />

heeft toegedraagen.<br />

Op den * Maart, in c e n Befoigne van Burgemeefteren,<br />

o p z y n v e r z o e k ^<br />

belegd, kwam hy, z o ' t u i t e r I y k f c h e e n J<br />

verhit, aan Burgemeefteren meededeelen, dat<br />

m t zeekere onderricht was, dat de Keizerin<br />

haaren Gezant in den Haag gelast had, de Staa.<br />

ten te verzeekeren, dat Z y, d e R e p u b l i e k m e t<br />

den eerften door het zenden eener Vloote in<br />

de Noord Zee, machtig zou byftaan; de «•<br />

noomene Scheepen doen wedergeeven; eene<br />

behoorlyke fchavergoeding bezorgen, en de<br />

Tradhaten van ,6 7 4. en van de gewapende<br />

Neutraliteit handhaven: willende L, Pen!<br />

fionaris, dat noch dien avond van 's Stads<br />

weegen aan den Rusfifcben Envoyé Prince<br />

van Gm** '* ^m^^<br />

den,


O P HEI. D E R I N C, SNZ, 89<br />

den, om door middel van denzei ven haare Keizerl.<br />

Majefteit dank te zeggen, voor de groote<br />

gunsten die zy aan den Staat zou bewyzen.<br />

Uit der maate verwonderd, dat de Prins<br />

van Gallitfin, die myne byzondere goede<br />

kennis was, my daar van niets gemeld had,<br />

en my alleen verwittigd, dat gelast was, om<br />

de Medicatie van zyne Meesteresfe der Republiek<br />

aan te bieden, kon ik het gezegden van<br />

den Penfionaris niet gereedelyk aanneemeu:<br />

en nam de vryheid zyri Ed, te vraagen, hoe<br />

en door wie hy dat wist? het antwoord was<br />

aanftonds, niet gehouden te zyn, my dat te zeggen.<br />

Doch ziende dat de andere Heeren Burgemeefter<br />

en Temminck, Hooft en Elias, meede<br />

verlangden na meerder zeekerheid, voor de<br />

echtheid van het meedegedeelde nieuws, zeide<br />

hy nader, dat de Heer Oldecop, Agent van<br />

het Rusfifche Hof, hem, uk naam en op last<br />

van meergemelden Prins Gallitfin, zulks had<br />

meedegedeeld.<br />

De drift met welke de Heer van Berckel<br />

fprak, maakte doch, dat Burgemeefteren niet<br />

volkomen op het meedegedeelde dorrten ftaat<br />

maaken: zy vonden dierhalven goed, dat dien<br />

avond alleen in algemeene bewoordingen aan<br />

den Rusfifchen Gezant, door den Penfionaris,<br />

F 5 even-


9° M E M O R I E N T O T<br />

evenwel van Stads wegen, zou gefchreeven<br />

worden. De Minifter wierd daar op zeer verfbord,<br />

en weigerde in 't begin op die voet te<br />

fchryven; doch op het zeggen dat men den<br />

brief door eenen anderen, door den Heer Secretaris<br />

van Pabst, die daar meede tegenwoordig<br />

was, zou doen opfiellen, bedagt hy zich,<br />

en nam het aan.<br />

Willende grondig onderrecht zyn, van 't<br />

geen tot de bovengemelde opvatting van onzen<br />

oudften Penfionaris aanleiding had gegeeven,<br />

fchreef ik dien zelfden avond aan den<br />

Prince van Gallitfin, die my woordelyk antwoordde:<br />

llfaut, mon cher anti, quevotrePen-<br />

„fionaire alt éièfortemempris de vin, lorsqiilhne<br />

faifait dire des c kof es aux quelles, je riavais fealement<br />

pas penfé Voici ce que favois permis, et<br />

non pas ordonnê h Mr. Oldecop, de dire et Mr.<br />

van Berckel, „ Que favois orde d'effrir, a la<br />

„ Rcpublirqe la mediation de Tlmperatrice, que<br />

„ Mr. Simolin, etait chargé delamémeCommlsfi-<br />

„ onhLondres, et que falloispre/enter unmemoire<br />

;, a leurs II. H. P, P." Ma lettre txistechez Mr.<br />

Oldecop, et en la lui faifant demander de ma<br />

part, il votis ftrait bien facile de verifier tout.<br />

Ik ging zelv by den Heer Oldecop, en vroeg<br />

naar den Brief: zyn Ed. liet ze my leezen, en ik<br />

vond


O P H E L D E R I N G , ENZ. QI<br />

vond ze overeenkomftig, met het geen de<br />

Prins my gefchreeven had. De Heer Oldecop<br />

liet ze my, tot zyne verantwoording, den<br />

zelfden dag toekomen, zoo als ze geleezen<br />

kan worden onder de bylagen L a<br />

- B.<br />

Alhoewel veele niet met de zoo evenge-<br />

melde yveraars, den ftap die Engeland gedaan<br />

had, met ons openlyk den Oorlog aan te doen,<br />

onder de onmoöglyke zaaken gefteld hadlen,<br />

hadden doch alle, die de belangen van de bei-<br />

de Volken, met onpartydigheid en uit het waa-<br />

re oogpunt bcfchouwden, zeekerlyk reede ge­<br />

had om te denken, dat het nimmer tusfchen<br />

hun tot eene openbaare breuke zou gekomen<br />

zyn. 't Was zeeker dat Engeland altyd deezen ~<br />

Staat, als een Bolwerk tegen de macht der Vor­<br />

ften van het vaste Land, moest aanzien: en al­<br />

hoewel van alle tyden wel veel nayver, wegens<br />

den Koophandel en Scheepvaart, tusfchen de<br />

twee Natiën was geweest, was het doch voor<br />

Engeland beeter, dat de zeetel van den Koop­<br />

handel, en de daar uit voortvloeiende Ryk-<br />

dom en Macht, gevestigd bleef by eene Natie,<br />

van welke niets dadelyks te vreezen was, dan<br />

by eenige andere Mogendheid.<br />

Daar kwam by, dat men in Engeland zeer<br />

wel wist, dat hoe zeer de Navale-iaacht voor<br />

het


9 2<br />

' M E M O R I E N T O T<br />

het tegenwoordige , in eene beklaaglyke toeftand<br />

was, dezelve doch binnen weinig tyds,<br />

daar het geld overvloedig, en de nyverheid<br />

der Jngezeetenen bekend was, in eenen ftaat<br />

zou kunnen gebracht worden , maar al te duchtig,<br />

voor eene Mogendheid reeds door machtige<br />

Vyanden aangevallen: en dat daar en boven,<br />

de invloed die het EngeJsch Hof tot dus<br />

verre alhier gehad had, geheel verlooren zou<br />

gaan, en niet gemakkelyk wedergekregen worden,<br />

zoo, men met ons brak, en by gevolg ons<br />

noodzaakte, naauwe verbintenisfen met Frankryk<br />

aan te gaan. Maar men bedriegt zich dikwils<br />

grovelyk, wanneer men ftaat maakt, dat<br />

het gedrag der Vorften, van hunne Minifters,<br />

of van de geenen die in 't hoofdbeftier der<br />

zaaken zyn, gereegeld word, naar hun waar<br />

belang, of dat der Landen die zy regeeren en<br />

beftuuren.<br />

Het blykt uit de Briefwisfeüng van den Heere<br />

van Wel&eren, van welke wy nader zullen<br />

-fpretken, dat het toetreeden tot de gewapende<br />

Neutraliteit, de voornaamfte oorzaak van de<br />

openbaare breuke der Engelfchen met de Republiek<br />

geweest is: maar'dewyl het Hof van<br />

London, dat niet openlyk durfde erkennen,<br />

om ons geene gegronde reede te geeven, om<br />

als


O P H E L D E R I N G , ENZ. 93<br />

als dan de beloofde byftand van de meede Verbondene<br />

Mogendheden te eisfchen, (dewyl bepaald<br />

was, dat men eikanderen zou byfprin-<br />

Ten zoo eenige aanval uit haat der gewapende<br />

Neutraliteit gefchiede,) had het gemelde Hof<br />

zoo veel mooglyk zich met andere reedenen<br />

beholpen: en onder deeze was voornaamlyk<br />

het gedrag van Burgemeefteren van Amfteldam<br />

van 1778, en van hunnen oudften Penfionaris,<br />

ontdekt uit de Papieren, by den geweezen<br />

Prefident van het Americaans Congres<br />

Laurens Cordon, gevonden.<br />

Ik heb nimmer het opgemelde gedrag kunnen<br />

befchouwen, als gewichtig genoeg om eene<br />

gegronde reede tot Oorlog te geeven: doch<br />

men heeft het hier te Lande met minder of<br />

meerder ernst befchouwd, naar maate men<br />

het behoud der Vreede met Engeland noodzakelyk<br />

hielt, en den Penfionaris van Berckel<br />

gunst toedroeg, 'r. Is my altyd toegefcheenen,<br />

dat de zaak aan een onpartydig oog, niet dan<br />

vry beuzelachtig kan voorkomen, {a)<br />

Hoe zeer ook die geenen, die der Stad van<br />

Am-<br />

(0) De algemeene loop der zaak , en de inhoud der<br />

Papieren zelve, kan men leezen in de Jasrboeken van<br />

1781. bl» 15Ö. en volgende.


94 M E M O R I E N T O T<br />

Amfterdam geen goed hart toedroegen, de handelingen<br />

met de Americaanen hebben willen<br />

doen voorkomen, als ten hoogften ftrafwaardig,<br />

uit hoofde dat het geen Lid van Staat<br />

geoorloofd zou zyn, buiten kennis zyner meedeleeden<br />

met hem de hooge Overheid uitmaakende,<br />

verbintenisfen met andere Mogendheden<br />

aan te gaan is het zeeker, dat zulks in<br />

dit geval, nimmer het voorneemen van gem.<br />

Burgemeefteren geweest is: en dat zy daartoe<br />

willens en weetens, ook nimmer aanleiding gegeven<br />

hebben. Burgemeefteren hebben nooit<br />

gedacht om een Tractaat te maken; zy hebben<br />

alleen zoo veel mooglyk willen voorkomen,<br />

dat de Americaanen, in de handelingen<br />

met Engeland, die des tydsplaats hadden, niets<br />

nadeeligs voor de Republiek zouden bepaalen;<br />

nemaar zorgen , dat dezelve aan deeze, ten tyde<br />

der erkentenisfe hunner onafhankelykheid ,<br />

zoodanige voorwaarden zouden toeftaan, als<br />

voor derzelver handeldryvende Ingezeetenen<br />

meest voordeelig zouden zyn.<br />

Daar is voorwaar geen betoog noodig, (en<br />

• anderfints is het te vinden in het bericht door<br />

den voornamen Acteur den Penfionaris van<br />

Benkei opgefteld,) om te bewyzen, dat aan<br />

geen Lid van Staat als misdaad kan toegerekend


O P H E L D E R I N G , ENZ." 95<br />

kend worden, een overleg, met wie 't ook<br />

weezen mag, te maken, over 't geen hy oor­<br />

deelt, by tyde en wyle, ten nutte en dienst<br />

van den Staat in 't algemeen, te zullen ftrek-<br />

ken.<br />

Daar toe en verder niet was de Penfionaris<br />

van Berckel gelast: De oorfpronkelyke Aanteekening,<br />

berustende in Burgemeesters Kamer,<br />

toont dit ten klaarlten aan.<br />

Daar leest men: Ter gelegendhdd van zeeher e<br />

deliberatie, gehouden in de Kamer van H e en<br />

Burgemeesteren rakende de onaf hanketykbeid van.<br />

Noord-dmerica, en van het voordeel dat onze<br />

Commercie, c AS o Q u o, daar van zou kunnen<br />

trekken, met den Hr. Penfionaris van Berckel,<br />

hebben de vier Heeren Burgemeefteren het neven-<br />

Jlaande Declaratoir, door gem. Heer uit baar naam<br />

getekend, gelast te zenden, aan den Heer Lee,<br />

een der Americaanfe Heeren, om daar van gebruik<br />

te maken daar 't behoord.<br />

Het gemelde nevenftaande, of in margine<br />

«efchreevene Declaratoir, luid woordelyk.<br />

De Hr. van Berckel zal uit de naam van Heeren<br />

Burgemeefteren der Stad Amfteldam, en op<br />

haare expresfe last fchryven aan den Heere Lee;<br />

„ Dat, in eene vaste onderftelling ''er in het Con-<br />

„ gres thans in America met de Engelfche Hee-<br />

M ren


96" M E M O R I E N T O T<br />

„ ren Commisfarisfen gehouden wordende, niets<br />

„ in het minfte zal worden vastgefleld of gerefoU<br />

„ veerd, tot nadeel van de Commercie van deeze<br />

„ Republiek, Burgemeefteren van haare zy de ge.<br />

„ neegen zyn, om, zo DRA DE ONAFHANGE-<br />

„ LYKHEID DER VEREENIG DE STAATEN VAN<br />

„ NOORD-AMERICA, DOOR ENGELAND ERKEND<br />

„ ZAL ZYN , naar hun vermogen de zaaken daar<br />

„ heen te dirigeeren, dat tusfchen de gem. verée-<br />

„ nigde Staaten, en deeze Republiek, een Trac-<br />

„ taat van eeuwigdurende Friendfchap en Com-<br />

„ mercie, tusfchen de wederzydfche Ingezeetenen<br />

„ worde gefiooten, met qualifcatie aan bovenge-<br />

„ melde Heere Lee, met behoorlyk menagement<br />

„ onder de band van deeze Haar Ed. Groot Achtb.<br />

„ opregtefemimenten, gebruik te maken, daar't<br />

„ behoord".<br />

Van deeze gevoelens van Burgemeefteren,<br />

gaf de Heer van Berckel, genoegzaam woordelyk<br />

volgens evengemelde aanteekeningen,<br />

doch in 't Fransch, kennis aan .meergemelde<br />

Heer Lee. Alleen voegde hy, na de laatfte<br />

woorden, daar 't behoord, of in 't Fransch, ou<br />

iljugera apropos, daarby: Nedoutantnullement<br />

que Mr. Lee ne Ie fera av eet out le menagement,<br />

que faprudence trouvera necesfaire, pourqifiln'en<br />

tranfplre Hen, aupres de eeux qui pourraient<br />

êlre


O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />

ttre interejfés, de faire échouer, iil étoitpofble,<br />

ou de rendre dijfcile texécution t?unplan, pul<br />

na d'autre hut que celui d'avancer les Intéréts reciproques<br />

des deux Republiques,<br />

In dit alles wordt het woord Trablaat niet<br />

gevonden: en de bovengemelde woorden houden<br />

zeekerlyk geene verplichting hoegenaamd<br />

in: de bereidwilligheid die men, doch alleen<br />

maar wederkeerig voor de nieuwe Republiek i<br />

zoo zy daar immer voor erkend wierdt, betoond<br />

, zou maar van den tyd dier erkentenisfe,<br />

dagteekenen.<br />

Burgemeefteren hebben dus niets anders gedaan<br />

, dan tot voorkoming dat ter geleegendheid<br />

der handelingen, die tusfchen Engeland<br />

en de Americaanen reeds plaats hadden, niets<br />

nadeeligs, voor den Koophandel der Ingezeetenen<br />

van deezen Staat in 't algemeen, zou<br />

bepaald worden, den Americaanen te doen aanzeggen<br />

, dat byaldien niets wierdt vastgefteld *<br />

tot nadeel der Commercie van deeze Republiek<br />

, Burgemeefteren van hunne zyde geneegen<br />

zouden zyn, zoo dra de onafbanglykbeidder<br />

Staaten van America door Engeland erkend zou<br />

weezen, naar hun vermogen de zaak daar heen<br />

te dirigeeren, dat' tusfchen de gem. Staateii<br />

I. DEEL. G eri


#8 M E M O R I E N T O T<br />

en de Republiek een Tradaat van eeuwige<br />

Vriendfchap gefloten mogte worden.<br />

Ik vraag aan alle onpartydigen, aan allen die<br />

niet vooringenoomen zyn, is die voorziening<br />

van Regenten van eene aanzienelyke Koopftad,<br />

wiens geheel beftaan op den bloei der<br />

Koophandel gevestigd is, niet eerder pryswaurdig?<br />

Maar is hunnen Minifter buiten kennis<br />

zyner Principaaïen verder gegaan, hy alleen<br />

is ftrafbaar.<br />

De Burgemeefter Temminck heeft my gezegd,<br />

nimmer het Tradaat te hebben gezien,<br />

voor dat het ter Vergadering van Holland is<br />

bekend geworden, 't Is waar, dat in het bericht,<br />

daarna door Burgemeefteren den Staaten<br />

overgegeeven , de ganfche handeling door<br />

Burgemeefteren erkend word. Maar dezelfd©<br />

Heer Temminck heeft my verzeekerd, dat zulks<br />

ten gevalle, en als tot redding van den Penfionaris<br />

van Berckel, gefchiedwas: datdegehoudene<br />

aantekening in Burgemeefters Kamer<br />

berustende, inhield, al 't geen in deezen, met<br />

kennis van Burgemeefteren, was voorgevallen.<br />

Het denkbeeld in °t welk de Penfionaris van<br />

B-rekel fehynt geweest te zyn, dat de nieuwe<br />

Americaanfche Republiek, een goudmyn<br />

voor


O P H E L D E R I N G , ENZ. 99<br />

voor de onze zou weezen, kan ten goede doen<br />

duiden, dat hy die voordeelen door het Tractaat,<br />

cafuquo, heeft willen verzeekeren: zyne<br />

Vaderlands- en Stads-liefde kan hem doen<br />

verfchoonen, daar hy zich met zoo veele anderen<br />

bedrogen heeft bevonden.<br />

Men wil dit liever onderftellen, dan gelooven<br />

't geen J. M. Stoktonvoorgeeft, dat, naamlyk,<br />

het concept Travaat, door Jan de Neufville<br />

Schildknaap, daar toe gedeputeerd, door den<br />

fenfienaris en Burgemeejiers der Stad Amfterdam,<br />

van de eene zyde, en door W. Lee, als<br />

Commisfaris van '/ Congres, van de andere zyde,<br />

op den 4>Jen September ondarteekend zou zyn. Uit<br />

het bovengemelde blykt, dat Burgemeefteren<br />

zoodanige volmacht niet gegeeven hebben: en<br />

't is niet waarfchynlyk, dat een ervaren Minifter,<br />

des tyds zeer wel met Burgemeefteren,<br />

op eigen gezach met den Schildknaap en Koopman<br />

de Ntufville, zoodanig zou gehandeld hebben:<br />

te minder noch, daar, hoe fchuldeloos<br />

het ook was, fchikkingen met de Americaanen<br />

te beraamen, om die , het geval daar en<br />

de omftandigheeden dezelfde zynde, door Arafterdam<br />

ter Vergadering van Holland te laaten<br />

onderfteunen en gunftig voordragen, het<br />

er gansch dus niet meede geleegen zou zyn,<br />

G a ze o


100 M E M O R I E N T O T<br />

-zoo een Minifter zonder uitdrukkelyke last zyner<br />

Principaalen, fchriftelyk en door handteekening<br />

die Principaalen verbonden had, om,<br />

voor zoo veel in hun was, de bepaalde fchikkingen<br />

in een Traélaat te doen veranderen,<br />

zoo dra de nieuwe Republiek voor onafhangelyk<br />

erkend zou zyn.<br />

't Is mooglyk dat de Neufville, om zich by<br />

het Americaans Congres te doen gelden en<br />

zich zeiven meerder aanzien toe te voegen<br />

grooter ophef van de zaak gemaakt heeft'<br />

dan zy w a a r 3 y k verdiende. (*>, Difi J<br />

Brief van J. W. Stokten bewyst, dat op zyn<br />

zeggen weinig ftaat te maken is. Zyne ftelling<br />

dat Amfterdam * in de Quote van Holland<br />

en Holland * in die van de Zeven Provinti'en<br />

betaald, toont zyne onkunde: en hy heeft<br />

even gemakkelyk, van Jan de Neufville een<br />

Ambasfadeur van den Penfionaris en van Burgemeefteren<br />

kunnen maaken, als hy van de<br />

Staaten Generaal, de Staaten van de zeeven vereenigde<br />

Provintien van Holland gemaakt heeft.<br />

Alleen zou kunnen doen denken, dat hy tamelyk<br />

wel onderrecht is geweest, doordien hy<br />

den Penfionaris voor Burgemeefteren noemt:<br />

(*) Jaarboeken 1781. BlaJz. 185.<br />

ten


O P H E L D E R I N G , ENZ. lOl<br />

ten minden zoo hy vermeend heeft, dat men­<br />

den rang, naar den invloed of het gezach moest<br />

reegelen.<br />

Het is opmerkenswaardig, dat in dat gant-<br />

fche Tradaat doorgaans, wanneer van de Staa­<br />

ten Generaal gefproken wordt, dezelven met<br />

denzelfden naam als de evengemelde Stokton<br />

hun geeft, naamlyk, de Staatên der Zeven Pro-<br />

vintiën van Holland, genoemd worden. Men<br />

zou waarlyk haast moeten gelooven, dat de<br />

Ambasfadeur de Neufville aan zynen Meester<br />

het Tradaat niet had laaten leezen.<br />

Wat dat beruchte Tradaat zelve betreft, is<br />

het waarlyk niet waardig zoo veel fpels te heb­<br />

ben gemaakt. Zoo daar by eenig byzonder<br />

voordeel voor de handeldryvende ingezeete-<br />

nen van ons Land befproken was, zou ieder<br />

een, daarna, dewyl de meeste menfchen doch<br />

gezind zyn de zaaken by de uitkomst te beoor-<br />

deelen, den Penüonaris lof over zyn beftaan<br />

hebben toegezwaaid: maar daar is niets in, dan<br />

't geen, de eene handeldryvende natie, aan de<br />

andere in Vreede'styd niet weigeren kan: en<br />

altoos vast riet aan de onze, door de Ameri­<br />

caanen geweigerd zou zyn: daar zy naar het<br />

fluiten der Vreede volftrekt niet konden mis-<br />

fchen, dat algemeen Crediet, dat men hier te<br />

G 3 Lan-


102 M E M 0 R I E N T O T<br />

Lande, zelfs mooglyk in te groote maate, aan<br />

alle de Kooplieden geeft: en zonder het welk<br />

„ fchier geene Negotie gedreeven kan worden.<br />

De America- noch meer dan Vaderland lievende<br />

Brief van den beruchten Ridder van der<br />

Capelk, toont genoeg aan, hoe de opkomende<br />

Republiek om geld verleegen was; daar hy<br />

haar raadt, geld tegens 5J a 6 percent te negotieeren,<br />

't Is waar, dat de vernuftige Ridder<br />

vermeent daar door, en zoo dit noch niet<br />

genoeg was, door hooger Interest, de Ingezeetenen<br />

van de Republiek te noopen, hun-<br />

Be fondfen in Engeland te verkoopen, om<br />

hun geld in America te plaatzen. Het is der<br />

moeite waardig dien Staatkundigen Brief te<br />

leezen (éi).<br />

Het komt my voor, dat eenTradhat, als het<br />

geflootene tusfchen de Neufville en Lee, gemakkelyk<br />

in alle gevallen gefloten zou hebben<br />

kunnen worden, in den tyd noodig om<br />

het op 't papier te ftellen.<br />

Daar is toch iets byzonders in; ik meen<br />

I l e t<br />

. A x t<br />

- h<br />

Y 't welk de Staaten der Zeeven Ver.<br />

eenigde Provimiën van Holland, op zich neemen<br />

aan hunne nieuwe Vrienden, eene onbc-<br />

0») Jaarboeken 1781. bl.<br />

lera-


O P H E L D E R I N G , ENZ. IO3<br />

lemmerde Vaart van wegens de Barbaryfche<br />

Mogendheden te bezorgen. Immers, daar tot<br />

„och toe het belang van onze Scheepvaart<br />

had meedegebragt, zoo veel mooglyk te be- -<br />

werken, dat die Rovers met ons m Vreede,<br />

en met de andere Mogendheden in Oorlog<br />

waren, om ons de Vaart, voornaamlyk die men<br />

n e et de Cabotage, in de Midd landfche Zee<br />

te begunftigen, fchynt het vreemd , dat men<br />

ten gevalle der nieuwe Vrienden van Systema<br />

verandert: en men kan niet zeggen, om iets<br />

wederkeerigs te bedingen, dewyl in 't gant-<br />

fche Tradaat niets byzonders ten voordeele<br />

van onze Ingezeetenen bedongen is. 't Is waar,<br />

dat da Neufville in zynen Brief aan den Prefi-<br />

dent van 't Congres O) zegt, dat het betrek-<br />

Me tot de Ajricaanfche Mogendheden over en<br />

weder bepaald was: doch zulks is niet wel te<br />

begrypen, dewyl Wy by dezelve geene voor-<br />

fpraak noodig hadden.<br />

Ondertusfchen fchynen de Staaten in twyffel<br />

te zyn geweest, en door het Bericht van<br />

Burgeraeesteren niet volkomen gerust te zyn<br />

«refteld, of het gedrag van Burgeraeesteren van<br />

Ï 7 78 en van hunnen oudften Penfionaris, niet<br />

' ftraf-<br />

(a) Jaarboeken 1781 bl. 114'<br />

G 4


2*4 M E BI O R i E N T OU T<br />

ftrafwaardig was: dewyl zy by Refolutie v ? n<br />

si December i 78o eenpaarig, 0p Amfterdam<br />

na, van den Hove eischten, deszelfs Confide<br />

ratien en Advis: en wel na dat by R efblu t i e<br />

van den o 3 November, door alle de overi Se<br />

Leeden, het geen door Burgemeesteren en<br />

hunnen oudften Penfionaris in deezen gedaan<br />

• was, gedesavoueen was; en vervolgens door<br />

allen, behalven Dordrecht en Haarlem, gere-<br />

lolveert, dat zou worden geëxamineert en over<br />

wogen, hoedanige nadere voorziening en meest<br />

efficacieufe mtddelen zouden kunnen en behoren<br />

te worden beraamd en vastgejield, w a a r door<br />

dtergelyke onderneemingen van een Lid der Hoo<br />

ge Regeering, voor het toekomende, g ep reveni»<br />

eerden tegengegaan zouden kunnen worden<br />

Het is niet twyffelachtig, dat de inhoud dee-<br />

zer Refoiutiën gefchoeid was, op de aloude<br />

toegeevenheid voor Engeland: maar'men kan<br />

doch met ontkennen, dat de toeftand in wel­<br />

ken de Republiek zich bevondt, vereischte dat<br />

voorzichtiglyk het ongenoegen, dat oorzaak tot<br />

eene Vreedebreuk kon geeven, wierd voort­<br />

komen. Doch dat neemt niet wech, datBurL-<br />

meesteren en de Vroedfchap van Amfterdam<br />

zich met reede beklaagd hebben, dat men hun<br />

heeft willen opftryden dat zy waarlyk een fqr-<br />

meel


O P H E L D E R I N G , ENZ. I&5<br />

meel Tractaat laadden willen fluiten; daar het<br />

immers overvloedig bleek, dat het zoogenaamr<br />

de Tradaat niet was dan een Concept. De inhoud<br />

der Vroedfchaps Refolutie van ai November<br />

1781, als protest in de Notulen van<br />

Holland geinfereert Qa) 9 toont zulks duidelyk<br />

aaii.<br />

Maar, zoo, naar myn inzien, deeze zaak<br />

niet waardig was, dat van dezelve zoo veel<br />

ophef gemaakt wierdt; en op zyn flimst kon<br />

befchouwd worden, als eene onvoorzichtige<br />

daad, van eenen yverigen Penfionaris, die<br />

te veel ingenomen met het by hem gevormde<br />

denkbeeld, van de grootheid der aanftaande<br />

nieuwe Republiek, en van de voordeden die<br />

voor zyne Stadsgenooten, daar uit zouden<br />

voortvloeijen, in eene te ruime zingenomen<br />

had, het verlof hem door zyne Meesters, om<br />

te handelen gegeeven: offchoon het gedrag<br />

der gemelde Penfionaris al eens in deezen ten<br />

hoogfte berispelyk ware geweest, zoo is dat<br />

van den Engelfchen Ambasfadeur niet minder<br />

aanftootelyk en hoonende voor de Republiek<br />

geweest.<br />

Draaglyk zou het geweest zyn, zoo het Ca-<br />

(a) Ja£rb:eken 1781. bl. 321.<br />

G 5<br />

bir


106 M E M O R I E N T O T<br />

bïnet van London [want men meent te kunnen<br />

verzeekeren dat de Ridder York zyne twee<br />

laatfte Memoriën van 10 November en n December<br />

1780 woordelyk, zoo als Hy ze heeft<br />

overgegeeven, ontfangen had] geklaagd had,<br />

over de beleedigingen, door liet gebeurde den<br />

Koning aangedaan: en vervolgens voldoening<br />

geëischt had: maar, eene Regeering van eene<br />

annzienlyke Stad, en anderen die zoo als deeze<br />

dachten, te noemen, eene Fatlie, eene toomlooze<br />

Cabaal, een Complot; die Stad af te fchilderen,<br />

als gezind om bet algemeen belang aan<br />

haare byzondere inzichten op te offeren, en. ze te<br />

befchuldigen van intrigues te gebruiken en gevaarlyke<br />

desfeinen te hebben, was teeerroovend,<br />

om geduld te kunnen worden: en het was zeeker<br />

zeer toegeevend, en noch een gevolg van<br />

den ouden Engelfchen invloed, dat niet, alvorens<br />

de Refolutie tot voldoening van zyne<br />

Brittannifche Majefteit te neemen, met wedergeeving<br />

der Memoriën geëischt wierdt, dat<br />

andere in gevoeglyker en gefchikter bewoordingen<br />

door den Ambasfadeur aangeboden mogten<br />

worden: daar de ongelukkige toeftand in<br />

welken de Republiek zich bevondt niet toehet,<br />

eene gepaste verontwaardiging daadelyk<br />

te betoonen.<br />

On-


O P H E L I) E R I N G, ENZ. IO?<br />

Ondertusfchen had het Hof van Holland,<br />

zich in ftaat gefteld om te voldoen aan de Refolutie<br />

van hun Ed. Groot Mog. van den 21<br />

December, by welke het gelast was hun Ed.<br />

Groot Mog. te dienen van derzelver Confideratien<br />

en Advys; eeniglyk en bepaaldelyk op de vraag, of<br />

in de voorfz Stukken ietwes word gevonden het<br />

welk naar Rechten, en volgens de Conflitutioneele<br />

ffetten en Placaaten deezer Landen, Materie zou-<br />

de kunnen opleveren, tot het wettiglyk entamee-<br />

ren van Crimineele Procedures jegens de Burge­<br />

meesters en Regeerders der Stad Jmjleldam, die<br />

in den jaare 177%» 'V 1<br />

' wanneer het zelve •<br />

projtiï Traiïaat is ontworpen, geregeerd hebben}<br />

mitsgaders tegens den oudften Penfionaris derzel­<br />

ver Stad. ,<br />

Men was onder de hand onderricht geworden<br />

, dat het befluit niet gunftig zou zyn5 in<br />

*t byzonder niet, voor den Penfionaris van<br />

Berckel. Ingevolge van deeze geruchten , wierdt<br />

ik door Burgemeesteren verzocht, hoe eerder<br />

zoo beeter, naar 's Hage te reizen, om met<br />

en beneffens den Penfionaris Visfcher die zich<br />

aldaar bevondt, alle mooglyke vlyt aan te wenden,<br />

om voor te komen, dat het raport van<br />

Commisfarisfen van den Hove in den vollen<br />

Pvaad niet gebragt wierdt: en dus voor als<br />

noch


I03 M E M O R I Ë N T O T<br />

noch niets gearresteerd kon worden. Men was<br />

onderricht dat zulks Dingsdag naast-komende,<br />

den 13 Maart, zou gefchieden.<br />

Ik vertrok derhalven Zondags den 11. naar<br />

's Hage, en deed aldaar, beneffens den Heere<br />

Vkfcher, de noodige demarches by zyne Hoog,<br />

heid, en by den Heer Prefident Sikher.<br />

Voor zoo veel ik my herinneren kan, want<br />

heb van 't verrichte geene aanteekeningen gehouden,<br />

vonden Wy den Prefident geneegen,<br />

om zoo veel mooglyk voor te komen, dat in<br />

de tegenwoordige omftandigheden, daar wy<br />

in Oorlog met Engeland waren, geen Advys.<br />

van 't Hof ter Vergadering van Holland wierdt<br />

ingebracht: 't geen, aangezien dien Oorlog<br />

ook fciieen niet paslyk te zullen zyn. Maar<br />

te vergeefs vertoonde Ik zyne Hoogheid, dat<br />

daar door, eene der reedenen die de Engelfchen<br />

tot het aanvangen der Kryg voorgewend<br />

hadden, als 't waare, gewettigd zou worden:<br />

dat het daarom alleen noodig was, dat ten minften<br />

voor als noch, het Raport dat Dingsdag<br />

in den Raad moest komen, agterbleeve, en<br />

het Hof aldus buiten ftaat bleef om te berich.<br />

ten. Zyne Hoogheid vermeende de loop der<br />

Justitie niet te kunnen, noch te mogen ftuiten.<br />

* .<br />

Des-


OP H E L D E R I N G , ENZ. IO9<br />

Des niettegenftaande bewerkte de Penfionaris<br />

en ik, dat het rapport Dingsdag niet gedaan<br />

wierdt, en de zaak dus geen voortgang<br />

hadt. Zedert, zoo als men weet, is dezelve<br />

blyven fteeken: voornaamlyk na dat het Hof<br />

aan de Staaten gefchreeven had, den Brief gedagteekent<br />

27 Maart 1781 (a): en dat door<br />

Haarlem op den 13 April, toen deeze zaak<br />

ter Vergadering van Holland, in deliberatie<br />

wierdt gebracht, voorgefteld Was geworden 1<br />

het Hof te excufeeren, te advyfeeren over eene<br />

vrage, waartoe de apparente aanleiding volgens de<br />

fentimenten van den Hove zelve gecesfeert waren:<br />

op welke voorftelling ook eenige Leden die<br />

gereed waren, hunne advyzen terug hebben<br />

gehouden. /<br />

De Penfionaris van Berckel had voor zich zeiven,<br />

en zonder medeweeten der Heeren van<br />

1778, die noch in leevénwaren, eene Memorie<br />

ter Vergadering van Holland ingeleeverd: (h)<br />

by deeze verzocht hy, of, dat zyne zaak, zoo<br />

ze daartoe gefchikt geoordeelt wierdt, in handen<br />

van Schout en Scheepenen van Amfterdam<br />

mogt gefteld worden: of dat de Staaten<br />

f» Jaarboeken 1781. bladz. 837.<br />

(i) Jaarboeken 1781. bladz. 1034.<br />

hem


1(10 M E M O R I Ë N T O T<br />

hem tot zuivering van zyne eer en goede naam,<br />

eene verklaaring geliefden te geeven., dat geen<br />

befcheiden door ofte van wegen den Ridder York<br />

of wie zulks anders zou mogen weezen, waren ingekomen<br />

, waar uit bleek, dat hy in zyn Perfoon<br />

fchuldig was, aan 't geen waarmeede hy in de Memoriën<br />

van opgemelde Ridder York beticht was<br />

geworden, ten einde om daar meede alle lasterende<br />

discourfen en infertien in de Nieuwspapieren,<br />

efficatieuslyk, tegen te kunnen gaan. Dewyl die<br />

Me moiie door de Lecden der Vergadering; is<br />

overgenomen , en dus verre zonder dispofitie<br />

gebleeven, zoo fchynt gem. Penfionaris noch<br />

niet ontheeven te zyn, van 't geen in de vorige<br />

Refolutien minder of meerder voor hem<br />

grievende legt opgeflooten: ja zou hy mooglyk<br />

befchouwd kunnen worden, als fub reatu,<br />

zynde.<br />

Alhoewel het zeeker is, dat het Hof nimmer<br />

Rechter kon weezen, en de Penfionaris<br />

niet beklaagd kon worden, dan door en voor<br />

Schout en Scheepenen van Amllerdam, zoo<br />

is het doch niet minder ontwyffelbaar, dat<br />

de hooge Overheid, uit wiens fchoot alle<br />

Rechtsgebied hier te Lande is voortgekomen,<br />

en in wiens naam, alle Rechtsvordering gefchiedt,<br />

met recht het Hof kon gelasten, haar<br />

te


O P H E L D E R I N G , ENZ. III<br />

te advyfeeren, of in deeze zoodanige Rechtsvordering<br />

gedaan moest worden. In dit twyffelachtige<br />

is.de hooge Overheid gebleeven,<br />

en daar is niet beflist, of in de {lukken den<br />

Hove ter hand gefteld, gevonden is, ietwcs, bet<br />

welk naar Rechten, en volgens de Conftrtutioneele<br />

Wetten en Placaaten deezer Lande , materie zoude<br />

kunnen opleeveren, tot bet wettiglyk entameeren<br />

van crimineele Procedures, (a)<br />

Maar 't zy de handelingen van Burgemeesteren<br />

van Amfterdara en van hunnen Penfionaris,<br />

veel of weinig toegebracht hebben,<br />

om ons den Oorlog te doen verklaaren, zoo<br />

zou die verderfelyke Oorlog, mooglyk nimmer<br />

plaatz hebben gehad, zoo 'er geene verregaande<br />

verwydering, reeds eenen geruimen<br />

tyd voor den Oorlog, ontflaan was, tusfchen<br />

den Engelfchen Ambasftideur, den Raadpenfionaris<br />

, en den Penfionaris van Berckel.<br />

De Ambasfadeureerlyk, oprecht, doch hoog<br />

van Charadter, en heel in zyne denkenswyze,<br />

de natie, alhoewel na een twimïg jaarig verblyf,<br />

weinig kennende, en van dezelve oordeelende,<br />

naar eenige weinige Lieden, met<br />

welken hy omging, heeft het kwaad humeur,dat<br />

(*) Jaarboeken 1781. bladz. *34«


Iia MEMORIËN TOT<br />

dat hy regens evengem. Minifters had opgei<br />

vat, voornaamlyk toen hy merkte of dacht,<br />

dat zy de vreedzaame gevoelens die hy in 't<br />

begin had , en van welken ik verflag heb gedaan<br />

, weinig achtten, en zy hem dwarsboomden,<br />

den ruimen teugel gevierd, en het vuur,<br />

dat begon te branden, eerder aangeftookt dan<br />

uitgedoofd.<br />

Maar 't geen de fierheid van den Ridder en<br />

deszelfs kleinachting voor de Republiek aanmerkelyk<br />

vermeerderde, was de weerlooze<br />

toeftand, daar zy, gelyk te vooren reeds aangetoond<br />

is geworden, zich in bevondt. Hem<br />

was zeekerlyk bekend, het rapport ter Vergadering<br />

van Hun Hoog Mog. door Gedeputeerden<br />

van de zaaken tot de Zee gedaan. Uit<br />

dit, en uit die der Admiraliteiten, was ten<br />

klaarften gebleeken, in welken toeftand ons<br />

Land zich bevondt: „ geene voorziening te-<br />

„ gens buitenlands geweld, op en langs de<br />

„ Kusten: in de Zeegaaten, fchier geenezwaa-<br />

„ re Scheepen, noch Volk, om de weinige die<br />

„ 'er noch waaren , te bemannen; geen genoegzaam<br />

aantal van Opper-, en noch minder<br />

,, van Onder-Officieren: geene voorraad van<br />

„ Gefchut en Scheepsmateriaalen."<br />

Men kan niet dan met ontroering die deer-<br />

ly-


O P H E L D E R I N G , ENZ. H3<br />

lyken toeftand befchouwen. De Admiraliteit<br />

van de Maas kon flechts leeveren, één Schip<br />

van 70, één van 6b, en vier van 50 Stukken.<br />

Die van Amfterdam hadt één Schip van 70,<br />

3 van 60, en 6 van 50 Stukken. Die van West»<br />

vriesland geen. Die van Zeeland 2 Scheepen<br />

van 60, en 1 van 50 Stukken. Die van Friesland<br />

1 van 50 Stukken: en alle te zaamen 19<br />

Fregatten: maar het flimfte was, zoo als reeds<br />

gezegd is, dat eene groote fchaarsheid van<br />

Zeevolk, het in Zee brengen van die Scheepen<br />

onmooglyk maakte.<br />

Daar tegen had Engeland, volgens grondige<br />

Informatien, des tyds in Zee, of kon daadelyk<br />

in Zee brengen, 3 Scheepen van ico, 1 van<br />

98 , 10 van 90, 2 van 84, 1 van 80, 43 van 74<br />

1 van 70, 1 van 68, 24 van 64, 4 van 60, en<br />

17 van 50 Stukken: te zaamen 126 Scheepen,<br />

behalven de .Fregatten.<br />

. De bewustheid van deezen ftaat van zwakheid,<br />

had zeekerlyk aan 't Hof van London<br />

doen voeren, eene taal, verre beneeden die<br />

geene welke de eene onaf hangelyke Mogendheid<br />

aan de andere verfchuldigd is: zy was \<br />

fchier niet te dulden geweest. Men fcheen dus<br />

niet dm eene bittere keuze te hebben: toeteftaan<br />

't geen op eenen hoonenden toon ge-<br />

I. DEEL. H eischt


114 M E M O R I Ë N T O T<br />

eischt wierdt, of zich eenen verderffelyken<br />

Oorlog op den bals te haaien.<br />

Uit dit labyrinth had men zich doch kunnen<br />

redden, zoo men de aanbiedingen van den Engelfchen<br />

Gezant, van welke ik in 't begin verflag<br />

heb gedaan, had aangendornen. Mooglyk<br />

had men noch eene taamelyke goede uitkomst<br />

gevonden, met aan te neemen het voorftel<br />

in Oftober 1778 door de Engelfch n gedaan,<br />

naamlyk, om de Laadingen van alle de opgebrachte<br />

Scheepen met >checpsmateriaalen, voor<br />

de Kroon te koopen, mts zy niet aan Franfche<br />

Ittgezeetenen toebehoorden.<br />

De Voorzichtigheid verboodt gewis, zoo<br />

geheel oogewaapend als men was, met eenen<br />

gewaapenden Vyand te gaan ftryden. Maar,<br />

zal men vraagen, zou men dan den aangedaa*<br />

nén hoon hebbes moeten dulden ? zou men de<br />

heiligde verbonden geduldig hebben moeten<br />

zien breeken?<br />

Het zou zeekerlyk hard gevallen, en wei-ig<br />

eerlyk voor den Staat, of om bee'er te zeggen,<br />

voor deszelfs Befluurders gewe st zynï<br />

maar die oneer zou den naapftigen Landman.'<br />

den -yvvken Koopman, den {tillen Burger<br />

met g -r ifen he ben : zy zou een g-volg van<br />

den weerloozen ftaat, in welken de Republiek<br />

zich


O P H E L D E R I N G , ENZ. H5<br />

zich bevondt, geweest zyn: en wy hebben<br />

gezien, wat daar van de oorzaak was.<br />

Die toeftand zoodanig zynde, wierdt het<br />

geroep, het beklag over Engelands trouwloos­<br />

heid , loutere en nuttelooze klanken. De His­<br />

toriën van alle tyden leeren, dat eigenbelang<br />

der Vorften Wetboek heeft opgefteld, en dat<br />

op het nakomen der Tfaftasten, geene an­<br />

dere ftaat gemaakt kan worden, dan voor zoo<br />

verre zulks met dat belang ftrookt, of ze met<br />

geweld tegen geweld, desnoods gehandhaafd<br />

kunnen worden.<br />

Mobglyk zal men zeggen, dat het belang<br />

van den Koophandel niet duldde, dat men iets<br />

in het nakomen van het Tradaat van 1674<br />

toegaf: dat men dus om des Koopmans wille<br />

tegen de Engelfchen den Oorlog heeft moe­<br />

ten voeren,<br />

Maar wie zal beweeren, dat om den tak van<br />

Negotie, daar het in deezen op aankwam,<br />

naamlyk die van Scheepsmateriaalen, te begun-<br />

ftigen, het voor den Lande en voor deszelfs<br />

handeldryvende Ingezeetenen oorbaar was , al­<br />

le de andere d:n bodem in Haan?<br />

Niet zon'er reeden hebben de Gecommit-<br />

tetrdai van Hun Ed. Groot Mog. de Staaten<br />

van Holland en We?tvriesland, in hun Ad-<br />

11 2 vys


HÓ" M E M O R I Ë N T O T<br />

vys van 30 December i ? 73 f» gevraagd, of<br />

bet transport van Hout, waarby de Navigatie<br />

voornaamlyk bevoordeeld wierdt, maar ds Commercie<br />

niet veel meer als eene Commisfié verdiende,<br />

alleen kon opweegen tegens alle de takken van<br />

Koophandel en Scheepvaart te zaamen genoomen?<br />

Men had te meerder reede, om den algemeenen<br />

Koophandel en Scheepvaart, eerder dan<br />

eenen enkelen tak, derzelver gang te laaten gaan,<br />

...dewyl de Engelfchen aangenoomen hadden,<br />

zich te fchikken na de algemeene regel, vry<br />

Schip, vry goed, zelfs in geval van Cabotage,<br />

van de eene vyandelyke Haaven op de andere,<br />

en van het vervoeren van Goederen, naar<br />

en van de Colomen van den Staat, aan wien<br />

dezelve ook zouden moogen toebehooren, ja<br />

zelfs aan de Americaanen, waar over in den<br />

voorigen Oorlog zoo veel moeijelykheid geweest<br />

was.<br />

Met meerder grond kon men zeggen, dat<br />

wy in dien noodlottigen Oorlog ingewikkeld<br />

waren geworden, om dat ons belang meedebracht,<br />

Frankryk niet voor 't hoofd te ftooten,<br />

en dat Hof geëischt had, dat de Republiek<br />

, wilde zy als onzydig befchouwd worden,<br />

00 Jaarboeken 1779. bl. 152.<br />

gee-


O P H E L D E R I N G , ENZ. II?<br />

geene blyk van eenzydigheid zou geeven, met<br />

ten voordeele van Frankryks Vyanden, van<br />

een recht af te zien, waar van 't genot voor<br />

Frankryk van zoo veel belang was.<br />

't Is over bekend, hoedanig Frankryk reeds<br />

in den Jaare 1778 alles in 't werk had gefteld,<br />

om de Republiek als te noodzaaken, op het vervoeren<br />

van Scheepsmateriaalen, in den ruimften<br />

zin, te blyven ftaanr hoedanig het Hof<br />

van Verfailles, gebelgd over de Refolutie van<br />

19 November 1778, by welke bepaald was,<br />

geen Convooy tot het vervoeren van Maften<br />

en Hout, voor Oorlogfcheepen gefchikt, te geeven,<br />

aanftonds deszelfs ongenoegen getoond<br />

had, door den Koophandel der Ingezeetenen,<br />

behalven die der Haarlemmers en Amfterdammers,<br />

die door de Penfionarisfen vanZeebergh,<br />

van Berckel en Visjcber, verbecden waren, te<br />

belemmeren. (#)<br />

Alhoewel het gedrag der Franfchen, in dat<br />

geval, niet fchynt aan de rechtmatigheid getoetst<br />

te kunnen worden, dewyl, ons t3 willen<br />

noodzaaken een Tradaat te doen gelden,<br />

dat<br />

(3) Men kan de byzonderheeden vinden in de Jaar-<br />

boeken van 1779. bl. 84, 89, 129, 133, 164, 175, 421,<br />

430, 502, 508, 529, 565, 587.<br />

H 3


Il8 M E M O R I Ë N T O T<br />

dat buiten hun, en zonder hunne tusfchenkomst<br />

of guarantie, meer dan 100 jaaren geleeden,<br />

geflooten was, zeekerlyk niet rechtmatig<br />

was, zoo had doch het geen zy gedaan<br />

hadden getoond, het belang dat zy in het uitvoeren<br />

van dat Tracïaat fielden : en de ondervinding<br />

had ten allen tyde geleerd, dat het den<br />

Vorften gemeenlyk zeer onverfchillig is, op<br />

-wat wyze zy hun oogmerk bereiken. Het was<br />

de Franfchen niet alleen te doen , om van het<br />

noodige Scheepstimmerhout te worden voorzien,<br />

maar voornaamlyk om te doen breeken<br />

de aloude verbintenis, die 'er tusfchen de Republiek<br />

en Engeland was. Frankryk vreesde<br />

dat deeze, gevoegd by eene geneegendheid<br />

voor die Natie, by zommigen als aangebooren,<br />

de balance eindelyk zou doen overflaan,<br />

en voor Engeland party doen kiezen, of ten<br />

minden dat de haare nimmer hartelyk zou betracht<br />

worden.<br />

Van welken kant men dan de omftandigheden<br />

in welke de Republiek zich bevondt befchouwde,<br />

waren zy zeekerlyk kommerlyk:<br />

en deeze bekommerlyke toeftand kon in grootendeele<br />

gedagteckend worden, van het neemen<br />

der bewuste Refolutie van 19 November<br />

1773. om geene Gonvooyen, aan Scheepen


O P H E L D E R I N G , ENZ. IT£<br />

pen geladen met grof Scheepstimmerhout of<br />

Masten te geeven.<br />

't Is waar, die Refolutie moest kwanfuis<br />

geheim gehouden worden, en de Engelfchen<br />

daar van 'geene onmiddelyke kennis hebben of<br />

verkrygen \ en men had met eenen goeden uitflag<br />

hetzelfde gedaan in 1762. Maar waarom<br />

was het noodig, zoo eene Refolutie te neemen?<br />

Waarom zoodanige blyk van toegee-^<br />

ver.dheid aan Engeland gegeeven? Waarom<br />

Frankryk deswegens gemelyk gemaakt? Het<br />

was immers onnoodig deswegens iets te bepaalen.<br />

Het geeven van Convooijen verboodt zich<br />

van zeiven, dewyl wy geen Scheepen hadden,<br />

om een genoegzaam Convooy uit te maken:<br />

en het dus niet kon gefehieden, zonder de<br />

Vlag der Republiek aan hoon bloot te ftellen:<br />

't geen immers volftrekt vermyd moest worden.<br />

Wilden de Schippers zonder Convooy vaaren,<br />

zy konden: en ingeval van neeming, zouden<br />

de Engelfchen mooglyk gereedelyk hunne<br />

Goederen, mits geene Franfchen toebehoorende,<br />

voor de Kroon gekocht hebben, zoo<br />

als zy dat aangebooden hadden.<br />

Aanmerkelyk zyn de woorden der Staaten<br />

van Holland, in hunne Refolutie van 24 Juny<br />

1779, (a) by welke zy hunne Gedeputeer-<br />

(a) Jaarboeken 1779 bl. 605. den<br />

H 4


120 M E M O R I Ë N T O T<br />

den ter Generaliteit gelasten te trachten, al<br />

daar te doen befluiten, tot het geeven van onbepaalde<br />

-Convooyen, daar zeggen hun Ed.<br />

Gr. Mog. dat het prudent zoude zyn, zich hoe<br />

eerder zoo beeter, in een postuur van defenfie te<br />

Jiellen, en DAAR NA te refolveeren.<br />

Maar het fchreeuwen om Convooy, voornaamlyk,<br />

ja eeniglyk, voor de Houtfcheepen,<br />

was zoo groot, dat het moeilyk was, daar aan<br />

het oor niet te leenen. 't Was ook geenzints<br />

wonder, dat de Kooplieden eischten, dat eene<br />

Zee-Mogendheid hunne Zeevaarende Ingezeetenen,<br />

tegens buitenlands geweld, in het voeren<br />

van eenen wettigen Handel, befehermde:<br />

-ttaar de mooglykbeid was 'er niet. Veelen<br />

van die Kooplieden, waaren teffens Leeden der<br />

Regeering, en de ftaat in welken onze Marine<br />

zich bevondt, was hun bekend: doch de<br />

meesten hadden byzondere inzichten: of waaren<br />

vreemdelingen, die zich 's Lands algemeen<br />

welzyn weinig bekreunden. Maar dat Regenten,<br />

die geene Kooplieden waaren, die geen<br />

byzonder belang by het geeven der algemeene<br />

Convooyen hadden, daar op geftaan hebben,<br />

terwyl zy wisten, of hadden behooren te weeten,<br />

dat de Admiraliteiten daar toe buiten ftaat<br />

waren, is onbegrypelyk, zoo niet onvergeef-<br />

lyk:


O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏQ.1<br />

3yk: daar het intusfchen grievend is geweest,<br />

dat het welzyn van zoo veel duizenden opgeofferd<br />

is geworden, aan het gefchreeuw en de<br />

heethoofdigheid van eenige weinigen.<br />

In den beknelden toeftand daar de Republiek<br />

zich in bevondt, tusfchen Frankryk en Engeland,<br />

was de keuze zeekerlyk zwaar. In het reeds<br />

by gebrachte Advys van Gecommitteerden van<br />

Hun Ed. Gr. Mog. van den 30 December 1779,<br />

v/aren de voordeelen aan de vriendfchap der<br />

beide Natiën verknocht, opgegeeven en gewoogen:<br />

doch 't geen daar gezegd wordt, wegens<br />

de noodlottige legging van ons Land, fchynt<br />

de keuze welhaast te hebben moeten bepaaien.<br />

De Gecommitteerde vertoonden; „ dat dieleg-<br />

„ ging ons affnyt van alle de zuidelyke deelen<br />

van Europa: zonder te fpreeken van den<br />

„ naauwen doortocht van het Canaal, waarop<br />

,, alle de Zeehavens van Engeland, en de ver-<br />

„ eeniging van haare macht uitkomen, en eene<br />

„ directe infpecfie hebben: 't welk de Repu-<br />

., bliek direct affneed, van alle Secours, van<br />

die gcenen, met wien zy zich zoude kun-<br />

,, nen alliëiren, om hulp te zoeken: en Haar<br />

„ in eenen Oorlog met Engeland noodzaakt<br />

de onheilen van den Oorlog alleen te draagen,<br />

tot dat zy eene Vloot vergaderen kan,<br />

H 5 „ die


122 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ die in ftaat is, om die der Engelfchen het<br />

»» hoofd te bieden , en binnen haare Havens<br />

„ te honden."<br />

Daar fcheen dan minder gevaar te zyn, met<br />

aan Frankryk rondborfïig te verklaaren, dat by<br />

aldien zyne Allerchristelykfte Majefteit niet<br />

kon goedvinden, zyne nadeelige Edicten in te<br />

trekken, en onze Comttiercieerênde en Navi-<br />

geerende Ingezeetenen te laaten genieten, de­<br />

zelfde voordeelen, die zy tot dus verre ge-<br />

^jiooten hadden, wy genoodzaakt zouden zyn<br />

de party der Engelfchen, hoe ongaarne ook,<br />

te kiezen, of ten minften te voldoen aan de<br />

Traétaaten, op welke deezen zich beriepen.<br />

- Hoe zeer Frankryk's belang zeekerlyk mee-<br />

debracht, alle Verbindtenisfen tusfchen de Re­<br />

publiek en Engeland te doen ophouden: zoo<br />

ontbrak het doch niet aan reedencn, om het<br />

•Hof van Verfailles te doen verlangen, dat wy<br />

bïéeven by eene onzydigheid, die in veele op­<br />

zichten voor Frankryk voordeelig was.<br />

Voor eerst: was het zeeker, dat byaldien wy,<br />

in den weerlozen toeftand, in welken wy ons<br />

bevonden, met Engeland in üorl.g geraak­<br />

ten, wy buiten ftaat zouden zyn , onze Scheep­<br />

vaart behoorlyk te befchermen: en dat hunne<br />

Ingezeetenen verliezen zouden al het voor­<br />

deel,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 123<br />

deel, dat zv gedurende den Oorlog door onze<br />

Neutrale vaart, zouden kunnen trekk n.<br />

Ten tweeden: was het better, ten minften by<br />

voorraad, dat wy temport/eerden, tot dat onze<br />

Marine in boeter ftaat was.<br />

Ten derden: en wel voornaamlyk, was het belang<br />

der Franfthen , ons niet te fterk te benaauwen,<br />

om ons niet als in de noodzaaklykheid<br />

te brengen, om Engelands zyde te kiezen<br />

, waardoor zy daadelyk afgeflooren zouden<br />

zyn geworden, van alle communicatie.,,<br />

met de Noord- en Oost Zeeën.<br />

Niets had men, volgens myn inzien, onbeproefd<br />

behooren te laaten, om eene Vreedebreuk<br />

met Engeland voor te koomen. Met ree- —<br />

de had Zeeland, toen men op den eden Jaly ,<br />

1780 Ministers ter Generaliteit benoemde, om<br />

den Staat te doen treeden tot de Gewapende<br />

Neutraliteit, gezegd, dat men nimmer had wil-1<br />

len trachten, de zaaken met En gel and in der min-•<br />

ne te vinden.<br />

Zeeland was de eenigfte Provintie , in welke<br />

de onheilen des Oorlogs voorzien wierden.<br />

Op den 3ften January 1781, was door allen die<br />

in die Provintie belang in den Koophandel en<br />

Scheepvaart hadden, een Request aan de Staaten<br />

Generaal aangebooden, by't welk vertoond<br />

wierdt,


ï?4 M E M O R I Ë N T O T<br />

wierdt, dat de Vreedebreuk, tusfchen Engeland<br />

en den Staat, den geheelen ondergang van<br />

veele Huisgezinnen na zich zou fke^n, en<br />

verfcheide takken van negotie vernietigen f»<br />

Het befluit was H. H. M. M. te verzoeken<br />

alles aantewenden om voor te komen, dat de<br />

Oorlog niet ten hoogfïen uitbarste.<br />

Maar in plaatze van de maatreegelen, die de<br />

nmftandigheden zoo noodzaaklyk maakten, te<br />

neemen heeft de onvergeeflyke vooringenomenhdd<br />

van zommigen, Cdie waanden en anderen<br />

trachtten diets te maken, dat van de<br />

Engelfchen niets te vreezen was, terwyl zy<br />

zich reeds twee machtige vyanden op den hals<br />

hadden gehaald, en derhalven niet konden noch<br />

durfden aanvallen,) alle voorzichtigheid terzyde<br />

doen ftellen.<br />

Men floeg geen geloof aan het fchryven<br />

van den Graave van PVelderen, die zedert het<br />

VTFIZV'I I7<br />

°° 0<br />

'<br />

TEGEN HET<br />

^ ^<br />

van Engeland, voornaamlyk zoo men tot de<br />

Gewapende Neutraliteit accedeerde, te wach­<br />

ten had, gewaarfchouwd had. Deeze braave<br />

Mimster, aan wien zoo onverdiend verweeten<br />

as, zyne nalatigheid in het onderrichten<br />

van<br />

O) Jaaiboekeu 1781. bl. 253.


O P H E L D E R I N G , ENZ. I«5<br />

van 't geen in Engeland omging: dien Ik zelf,<br />

Ik zeg het met leedweezen, dat verwyt gedaan<br />

heb; dien men met alle hardigheid behandeld<br />

heeft: wiens trouwe dienden waardig<br />

waren geweest, dat men hem, om weder naar<br />

Engeland in de voorige hoedanigheid te gaan,<br />

by de Vreede hadde aangezocht: dien men op<br />

eene verregaande wyze beknibbeld heeft, terwyl<br />

men ten gevalle van anderen, die niets<br />

ten nutte van den Lande hebben uitgericht<br />

's Lands Penningen ten besten heeft gegeeven:<br />

die braave Minister heeft my op myn<br />

verzoek, daar Ik gaarne aan zyne kunde en<br />

trouwe hulde wilde doen, en zoo veel mooglyk<br />

beeteren, het ongelyk Hem door my in<br />

't begin, en door anderen, mooglyk noch ten<br />

huldigen dage aangedaan, in Haat gefteld, het<br />

Publiek, of ten minften myne Leezers, door het<br />

mededeelen van den korten inhoud zyner Correspondentie,<br />

met den Raadpsnfionaris grondig<br />

te onderrichten, Ik heb ten dien einde onder<br />

de Bylagen van dit Werk laaten drukken,<br />

korte aanteekeningen der Correspondentie,<br />

tusfchen gemelde Graave en den Griffier eenen<br />

geruimen tyd voor 't uitbariten van den Uorlog<br />

gehouden. Zie Byl. C.<br />

Als men die gegeevene berichten inziet,<br />

fchynt


126 M E M O R I Ë N T O T<br />

fchynt het fchier onmooglyk, dat men niet geloofd<br />

heeft, dat het met Engeland ernst was:<br />

of dat men ten minfteri niet van den inhoud<br />

dier Brieven k mnisfe aan de voornaamfte Leeden<br />

van Staat gegeeven heeft: op dat, zoo<br />

rren al ni^t had willen vermyden, aan Engeland<br />

reede tot breeken te geeven, men ten<br />

minften had kunnen zorgen, dat naar Oosten<br />

West - Indien, en voornaamlyk naar de<br />

Caab, waarfchouwingen waaren gezonden, om<br />

op zyne hoede te zyn : en aan de Koopvaardy<br />

Scheepen bevel gegeeven, van niet zonder<br />

Convooy hoe gering het ook mochte weezen,<br />

te zeilen, ten einde, ten minften, voor het geweid<br />

der Kapers gedekt te zyn.<br />

't Is voornaamlyk onbegrypelyk, dat nadat<br />

de Heer van Weiderenden io^en Nov. 1780<br />

gefchreeven had, dat men ftaat kon maaken ,<br />

dat byaldien geen voldoend antwoord op den<br />

inhoud der meedegedeelde Papieren van Laurens<br />

g.geeven wierdt, de Oorlog vast was, men<br />

de Admiraliteiten, en de Oost-Indifche Compagnie<br />

mei gewaarfchouwd heeft, en daardoor<br />

voorgekoomen, het uitzeilen der twee Oorlogfcheepen,<br />

gecommandeerd door de Capiteinen<br />

6atink en Volbergen, en van het Oost-<br />

Indisch Schip, Schipper P. van Prooyen, die,<br />

ge-


OP H E L D E R I N G , EN Z. • 127<br />

gelvk bekend,,is, alle drie kort na het uitvaa-<br />

ren, in 's Vyands banden gevallen zyn, daar<br />

ze den a_$fP waaren uitgeloopen, toen daags<br />

te vooren 't vertrek des Engelfchen Gezant<br />

bekend was. (a)<br />

De zaaken eenen anderen keer dan veelen<br />

verwacht of beweerd hadden „ genoomen heb­<br />

bende, en de Koning van Engeland naar zoo<br />

veele geweldige daaden, die op haar zeiven ene<br />

genoegzaame Oorlogs verklaaring inhielden ,<br />

zynen Arabas fade nr t'huis onrbooden, en eene<br />

Oorlogs verklaaring uitgegeeven hebbende,<br />

was . in de aaKelige omffandi^heid en weerloos­<br />

heid, in welke men ziJi bevondt, goede raad<br />

duin-<br />

Hun Hoog Mog. keerden zich dan aan-<br />

ftonds tot de Noordfche Mogendheeden, met<br />

welke ,zy zich verbonden hadden. De Heer<br />

v n Lynden, onze Minister te Stokholm, gaf<br />

reeds op den 8ften February een Memorie al­<br />

daar over, om het nakoomen vanher 7e, 8 e<br />

en<br />

(«) Wat 'er berrekkely'? tor de evengemeide penoorne-<br />

ne Scheepen is v.ontvallen, kan men ©mfrandlg genoeg<br />

leezen in de Jsarbaeten van 178 M #37; vt>te<br />

in her zelfde deel, bl. 27. en vólg. kan men oók zien hoe<br />

even onrechtvaardig de Graaf van W-lderen beichuidjgd<br />

is geworden, over \ achterblyven vm den Courier, dien<br />

hy afgezonden had met de tyding der Vreedebreuk.


Ï2S . M E M O R I Ë N T O f<br />

en 9e Articul, van de aangenoomene Verbindtenisfe<br />

der Gewapende-Neutraliteit te eisfchen.<br />

'c Is zeeker dat in het 8e zeer duidelyk bedongen<br />

was, dat zoo dra de Scheepen van eene<br />

der contracteerende Moogendheeden zouden<br />

worden ontrust, gekweld of aangerand, alle de<br />

verbondene Mogendheeden daarvan eenegemee-<br />

11e zaak zouden maaken, om zich over en weder te<br />

helpen ver weer en, om te bewerken en gemeenfchappelyk<br />

zich te doen geeven eene volledige en geheele<br />

voldoening. Nochtans was het antwoord niet<br />

zeer gunftig: het behelsde hoofdzaaklyk, dat<br />

de inhoud van die Memorie zoo gewichtig was,<br />

dat dezelve tyd van bedenking en ryp beraad<br />

vorderde.<br />

De Heer de la Calmeite had meede eene gelykzoortige<br />

Memorie te Coppeuhagen ingeleeverd,<br />

doch in 'c geheel geen antwoord ontfangen.<br />

(a)<br />

Ondertusfchen had Mevrouw de Keizerin,<br />

op den ifen Maart haare Mediatie aan de Republiek<br />

, en te gelykertyd aan Engeland doen<br />

aanbieden: men nam ze hier daadelyk aan.<br />

't Is my altyd vreemd voorgekoomen, dat in<br />

de toeftemming tot deeze aanneeming, of ter<br />

(*) Jaarboeken iz'81. bl. 658.<br />

ge-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 120<br />

geleegendheid derzelve, Hun Hoog Mog. beipraken,<br />

dat in geval die Mediatie geen effect<br />

had, zy dan het genot van de Conventie zouden<br />

erlangen. Lag in die woorden niet opgefiooten,<br />

dat gedurende dat de Keizerin als Mediatrice<br />

zou handelen , en deswegens niet alle<br />

hoop van fucces verlooren zou zyn, man van<br />

het genot van de Conventie afzag? en was<br />

dan de flap, dien men door de Ministers aan<br />

de Hoven van Petersburg, Zweeden en Deenemarken<br />

had laaten doen, om daadelyke hulp<br />

ingevolg van het Traclaat te eisfchen , immers<br />

vooreerst, niet nutteloos ?<br />

Niet minder onbegrypelyk is my voorgekomen,<br />

dat de Friefen, in hun Provinciaal Advys<br />

> by die geleegendheid ingebracht, zeiden, van<br />

geene Mediatie te willen hooren, ten zy de voor-<br />

•waarden van betTratlaatmet Engelandvani6? 4<br />

weder befproken wierden: en dat men dus aldaar<br />

niet bezefte, dat die ongelukkige voorwaarden<br />

wegens het vervoeren van grove Scheepsmateriaalen,<br />

die des tyds zoo noodlottig voor<br />

de Republiek waren, nooit dan noodlottig<br />

konden weezen.<br />

Vooreerst, konden Haare krachten nimmer<br />

tegen die van Engeland zoodanig opweegen,<br />

•dat Zy zich met eenigen fchyn kon vleien,<br />

I. DEEL. I met


13° M E M O R I Ë N T O T<br />

^met geweld te kunnen handhaaven iets, dat En»<br />

geland, in Oorlog zynde met Frankryk, nooit<br />

vrywillig kan gedoogen.<br />

Ten anderen, dat al eens gefteldt zy daar toe<br />

genoegzaame macht had, het belang van den<br />

algemeenen Koophandel altyd verbieden zou^<br />

dat dezelve, om eene byzondere tak, geheel<br />

geftremd zou worden.<br />

Maar de evengemelde vriendelyke aanbie­<br />

ding had geen gevolg; in Engeland wierdze<br />

beleefdelyk van de hand geweezen (


O P H E L D E R I N G , ENZ. 13!<br />

Noch meldden zy in byzondere Brieven j<br />

dat de Graaf van Panin beloofd had, de recla­<br />

me op het 7, 8 en 9e Art. van het Traébaat te<br />

appuieeren: en daar by te kennen gegeeven, dat<br />

het niet kwaad zou zyn, dat zy Ministers, zoö<br />

de zaaken geenen goeden keer namen, gequa-<br />

lificeerd wierden, tot het overneemen van ee­<br />

nige Scheepen van Oorlog. Het bleek genoeg­<br />

zaam uit deezen raad, dat men toen reeds be­<br />

paald had, ons niet op eigene kosten met<br />

Scheepen by te ftaan; alhoewel Panin, die ons<br />

niet ongunllig fcheen, toen noch invloed had:<br />

doch daar kwam niets, noch van 't eene noch<br />

van 't andere.<br />

Men ondervondt dan al vroeg, de geringe<br />

geneegendheid der verbondene Mogendhee­<br />

den , om aan het ïracfaat te voldoen: de woor­<br />

den waaren doch duidelyk genoeg, maar zy be­<br />

dienden zich van eene uitvlucht: zy beweer­<br />

den, dat de aanval op de Republiek, geen ge­<br />

volg was van de Gewapende Neutraliteit, en<br />

behielpen zich met de woorden van het 8e Art.'<br />

van het Tractaat: alwaar de hulp befprooken<br />

was, zoo bet gebeurde dat de eene of andere Mo­<br />

gendheid, ter geleegenheid van of uit baat tegens<br />

de Conventie, moeilykheeden wier den aangedaan.<br />

Engeland had zyn best gedaan, om te doen<br />

I. 2 voor-


132 M E M O R I Ë N T O T<br />

voorkomen, geheele andere reedenen tot den<br />

Oorlog te hebben gehad, en zich gerept, toen<br />

men verftaan had, dat Hun Hoog. MOP. tot<br />

de Gewapende Neutraliteit waren toegetree-<br />

den, haar Ambasfadeur te herroepen, voor dat<br />

men van de toetreeding wettige kennis had<br />

gekreegen: zelfs bad de Engelfche Staats-Mi­<br />

nister geweigerd, de Memorie inhoudende de<br />

kennisgeeving, door den Graaf van Weideren,<br />

aangeboden, aanteneemen. (0)<br />

— Ondertusfchen was doch niets zeekerer,<br />

dan dat het toetreeden tot die Verbindtem's,<br />

de voornaamfte reede van de r>i


O P H E L D E R I N G , ENZ. 133<br />

hadden kunnen, en behoren voorzien te wor­<br />

den ; men had niet behoren te fluiten, voor<br />

dat het dubbelzinnige en het twyffelachtige;<br />

niet door verbale verzeekeringen, maar in ge-<br />

fchrifte was wech genomen geweest: men kon<br />

niet onbewust zyn, dat de Republiek zonder<br />

eene daadelyke hulp geen Oorlog kon voeren:<br />

en dat dewyl niet bepaaldelyk van Frank­<br />

ryk bedongen was, om Ons met een genoeg­<br />

zaam getal Oorloglcheepen by telpringen, op<br />

byftand geen ander uitzicht was, dan by de**<br />

Noordfche Mogendheeden, en noch wel al­<br />

leen by Rusland.<br />

Dit Hof draalde met antwoorden, op onzen<br />

eisch om 't genot van 't Tractaat te hebben,<br />

voornaamlyk zoo de aan Engeland en aan ons<br />

•aangebodene Mediatie geen gevolg had, tot<br />

in 't laatst van May. Den n Juny ontvongen<br />

Hun Hoog Mog. een antwoord, doch geheel<br />

niet voldoende, en niets dan woorden behel­<br />

zende: (a~) Op de klachten, die onze Ambas-<br />

fadeurs gedaan hadden, was door den Graave<br />

Panin geantwoord: ,, dat een Plan aan de Ho-<br />

„ ven van Deenemarken en Zweeden gezon-<br />

„ den was, van 't welk men geen opening kon<br />

„ geeven: dat men zich veel interes/eerde voor<br />

{*) Jaarboeken 1781. bladz. 1287,<br />

I 3<br />

„ de


134 M E M O R I Ë N T O T<br />

de Republiek, en trachten zou te bewer-<br />

„ ken, dat zy uit haaren tegenwoordigen toe-<br />

„ fland gered wierdt, voor de generaale paci-<br />

ficatie: als meede (daartoe hadden Hun Hoog<br />

„ Mog. het Hof van Petersburg laaten verzoe-<br />

,, ken) Zweeden te perfuadeer&n, Haar met eer<br />

„ nige Scheepen van Oorlog te voorzien."<br />

Ter gelykertyd fchreeven gem. Ambasfa-<br />

deurs, dat de invloed van den Graaf Panin<br />

verminderd was: en zy van goede hand on­<br />

derricht waren, dat de Keizerin aan Engeland<br />

verklaard had, dat Zy begreep dat de Repu­<br />

bliek niet was in V Cafus feederis; dat zy de<br />

Ministers daar over aangefproken hebbende,<br />

deezen het niet ontkend hadden, en dus ver­<br />

meenden , daar aan niet te kunnen twyffelen.<br />

'tWasonwederfpreekelyk, dat by den plotze-<br />

lyken aanval van den Koning van Engeland,<br />

en den toeftand, in welken de Republiek zich<br />

bevondt [alle de Zeeën gevuld met onze Koop-<br />

vaardyfeheepen \ alle onze Colonien niet al­<br />

leen buiten ftaat van tegenweer, maar ook zor­<br />

geloos en zonder vrees voor aanranding] het<br />

Hof van Frankryk Ons aanzienlyke dienften<br />

deed, met zoo veel mooglyk de geleegenhee-<br />

den die het had te gebruiken, om onze Lie­<br />

den van 't gevaar te doen waarfchouwen, en<br />

met


OP BEI, U E 'R ï N G, ENZ. I35<br />

met aan deszelfs Scheepen en Bevelhebbers de<br />

noodige beveelen tot eenen onbepaalden byftand<br />

te geevenen dat dit alles, alhoewel het<br />

uit eigen belang, daar onze zaak de hunne geworden<br />

was, voortkwam, nochtans, vereischte<br />

de erkentenisfe van de Republiek.<br />

De Hertog de la Vauguion, Ambasfadeur van<br />

zyne Allerchristelykfte Majefteit, kennende myne<br />

gevoelens deswegens, fprak my aan op den<br />

28 February, en ftelde my voor, om ten behoeven<br />

van zyn Hof, door onze Stad of door<br />

't Land te laaten negstiseren, de fom van 15<br />

a 20 Milliocr.en Guldens, tegen den gewoonen<br />

Interest van 22 pC.: om daarna die fom aan<br />

zyn Hof te verftrekken, tegens 4 a 5 pC.<br />

voegende Hy Ambasf. tot drangreede daar by,<br />

dat daar door een aanmerkelyk nadeel aan den<br />

gemeenen Vyand zou worden toegebracht ,<br />

doordien de Ingezeetenen geleegenheid zouden<br />

hebben, hunne gelden hier te plaatzen, en<br />

niet als genoodzaakt zyn, die naar Engeland<br />

te zenden: dat Hy my dit, voor als noch , in<br />

fecretesfe zeide, om myne gedachten te hooren,<br />

en zoo Ik het niet afkeurde, als dan den Raadpenftonaris<br />

daar over zou fpreeken. C]a).<br />

(a) Dit Geid was gefchikt tot onderftand voor de Americaanen.<br />

I 4<br />

Ik


1^6 M E M O R I Ë N T O T<br />

Ik antwoordde, dat het volftrekt onmdoglyk<br />

was, zoodanige Negotiatie door de Stad te<br />

laaten doen: dat Ik in de zaak zelve ook veele<br />

zwaarigheden zag: maar het voorftel aan<br />

myne Confraters wüde meededcelen, en zoo<br />

deezen het goedvonden, aan den Raadpenfionaris<br />

daar over fchryven.<br />

Reiden gefchiedde: doch het antwoord van<br />

laastgemeldén was geheel weigerende: en geen<br />

wonder, dewyl het te voorzien was, dat aanmerkelyke<br />

Negotiatien voor de Provintie zouden<br />

moeten gedaan, en de Ingezeetenen genoegzaame<br />

geleegendheid gegeeven worden,<br />

om hunne penningen te plaatzen. Nochtans<br />

eenigen tyd daarna met den Raadpenfionaris<br />

daar over gefproken hebbende, wierden wy 't<br />

eens, dat men by nader aanzoek van Frankryk,<br />

zou kunnen komen tot het negotieeren van<br />

vyf Millioenen: 't geen ook daar na op de<br />

voorgeftelde of diergelyke voorwaarden heeft<br />

plaats gehad.<br />

Omtrent deezen zelfden tyd, gebeurde iets,<br />

waarvan Ik nimmer den oorfprong en uitzicht<br />

recht heb kunnen bezefFen. In 't begin van April<br />

gaf my de Penfionaris Visfcber kennis, dat zeeker<br />

quidam, van geboorte een Engelschman,<br />

die Ik daar na gehoord heb Montagu te zyn<br />

ge-


O P H E L D E R I N G , ENZ. Ig7<br />

genaamd, zich had aangeboden, om 10 Engel-<br />

fche Fregatten van Oorlog, van 24 a 36 Stuk­<br />

ken, in hunne volle Equipagien, ftuksgewy-<br />

ze, in Texel te leeveren, voor de fom van<br />

Ls. 8coco:- en geen geld bedongen, dan by<br />

de leevering.<br />

Het voorftel kwam my belachlyk voor,<br />

maar de verzeekeringeu waaren zoo fterk , daar<br />

men ook by bracht, het medeweeten van den<br />

Hertog de la P'auguion, en andere omftandig-<br />

beeden, die my nu niet te binnen fchieten,<br />

dat Ik aannam daar van aan de andere Heeren<br />

Burgemeesteren kennis te geeven.<br />

Ik deed zulks, en wy gaven tot antwoord,<br />

dat zoodanig aanbod, niet dan aangenaam kon<br />

zyn, en gaarne zouden zien, dat het in den<br />

Haag, daar 't behoorde, gefchiedde.<br />

Zyne Hoogheid en de Raadpenfionaris kree-<br />

gen 'er dan kennis van, en alle noodige fchik-<br />

kingen wierden gemaakt: men bepaalde de fei-<br />

nen om niet bedroogen te worden by het in'<br />

komen, en beraamde de noodige voorzorgen<br />

tegens overrompeling of verrasfing op de Rhee-<br />

de van Texel. Veel wierd van den byzonderen<br />

toeftand dier Schepen verteld; de naamen van<br />

eenigen, en van derzei ver Bevelhebbers ge­<br />

noemd: maar niemand kon recht en duidelyk<br />

I 5 ver-


M E M O R I Ë N T O T<br />

verflag doen van de omftandigheeden van dat<br />

vreemd aanbod. De Ambasfadeur en de Penfionaris<br />

Visfchcr fcheenen aan de waarheid en den<br />

goeden uitflag niet te twyfelen: en toen Ik<br />

Zyne Hoogheid in 't laast van April aan de Helder<br />

aantrof, fcheen Hoogstdezelve alhoewel<br />

weinig verwachting van de zaak hebbende,<br />

nochtans niet onmooglyk te ftellen, dat die'<br />

Fregatten, of ten minften één of twee, want<br />

't getal was reeds verminderd, daaglyksin Texel<br />

zouden aankomen: zoo zelfs, dat op zeekeren<br />

middag of avond, Zyne Hoogheid aan Tafel<br />

zittende, en hoorende eenige Canonfchooten,<br />

die fcheenen volgens het beftemde fignaal gegeeven<br />

te worden, Z. H. zeide, daar zyn de<br />

Engelfche Fregatten. Doch toen noch nimmer<br />

zyn ze komen opdagen.<br />

Nochtans had de Penfionaris Visfcher verzogt,<br />

dat Burgemeesteren den Koopman Fu<br />

zeaux zouden machtigen, tot het aangaan van<br />

een dedit of rouwkoop van Ls. 3000, voor<br />

de zeekerheid der betaaling, voor het eerfte<br />

Schip dat in Texel zou aankomen 't welk een<br />

Fregat zou zyn van 36 ft. a 18 $ bals, nagel<br />

nieuw, genaamd de Dor/et. Gemelde Koopman<br />

wierdt daartoe door Burgemeesteren gemachtigd,<br />

doch het Fregat kwam even min<br />

als


0.3? H E L D E R I N G , ENZ. 139<br />

als de anderen te voorfchyn. Veele daagen hebben<br />

in de Stad gezworven, één of meerder<br />

Matroozen of ander Scheepsvolk, behoorende,<br />

zoo men zeide, tot de Equipagien van<br />

meergemelde Fregatten, die door den opge-,<br />

melden Heer Fizeaux, doch ten koste van de<br />

Stad, gedurende eenige weeken van het noodige<br />

voorzien zyn geworden: tot dat men eindelyk<br />

ziende, dat geen dier beloofde Fregatten<br />

kwam opdaagen, aan die lieden gezegd<br />

heeft, dat ze een goed heenkomen moesten<br />

zoeken.<br />

Het is overbekend dat onze Provintie onvoorzien<br />

is van bekwaame Havens, in en uit<br />

welke de Scheepen van Oorlog, voornaamlyk<br />

.die van Linie, met onderfcheidene ftreeken van<br />

het Compas kunnen uitloopen, en by Winter<br />

of Vreedestyd behoorlyk geborgen en opgelegd<br />

worden. Zedert het Goereefche Gat flecht is<br />

geworden, en daaglyks verflimmert, waartoe<br />

het bedyken van den zoogenaamden Hals op<br />

het Eiland van Over-Flacqué niet weinig heeft<br />

toegebracht: zedert de Maas van Rotterdam Zeewaarts<br />

verlandt en met aangroeiende tondieptens<br />

bezet is, is dat van ouds zoo vermaard en<br />

gerieflyk Zeegat, van weinig nut: te minder,<br />

daar de Rheede voor Hellevoet zeer onveilig<br />

is»


*4 a<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

is, wanneer de Wind uit het zuidwesten waaidr.<br />

Texel is geen Haven maar eene Rheede, en<br />

geduurende den Winter, kunnen de Scheepen,<br />

al was het maar uit hoofde der ysgang, daar<br />

niet blyven leggen.<br />

Het was dierhalven hoegnoodig, eene bekwaame<br />

plaats tot berging der groote Scheepen<br />

te vinden: daar dezelve niet naar en van<br />

•Amfrerdam kunnen gevoerd worden, zonder<br />

Kameelen, dus niet zonder uitdermaatige kosten,<br />

en met onzeekerheid van tyd voor de<br />

heen en weder reize.<br />

Men had wel eene tamelyke plaats voor de<br />

groote Scheepen, in 't zoogenaamde Veer voor<br />

de Oude Sluis gevonden; maar zy was, en is<br />

ook noch, aan ondetfeheidene gebreeken onderheevig.<br />

(*) Het Nieuwe Diep by de Helder,<br />

boodt eene allcrgevoeglykfte plaats aan, maar',<br />

behalven dat aldaar zelfs voor Fregatten geene<br />

genoegzaame diepte was, zoo washetinkoomen<br />

tusfchen het Hoofd van de Helder, en de zoogenaamde<br />

Herfens van de Zuidwal, bezet met<br />

een Bank, op welke by gewoonlyk Ty, kwalyk<br />

9 voeten water ftonden.<br />

De<br />

(*) Zie den ïïrief van d'Admiraliteit van Amflerdam,<br />

van io April 1781. Jaarboeken 1781., bl. 871.


OP H E L D E R I N G , ENZ. I4I<br />

De Heer Brandligt bad reeds eenige jaaren<br />

geleeden zyne bedenkingen om het gemelde<br />

Nieuwe Diep en het Vaarwater aldaar, tot eene<br />

bekwaame berg- en legplaats voor Oorlog en<br />

Koopvaardy Scheepen te maaken, in 't licht<br />

gegeeven: en beweerd, dat men hetgewenscht<br />

oogmerk zou bereiken, zoo men door het<br />

vernaauwen van het Vaarwater, tusfchen de<br />

Hollandfche Kust en den Zuidwal, door middel<br />

van Dyken, den Stroom zoo veel vermeerderde,<br />

dat zy door fchuuring aldaar eene genoegzaam<br />

e diepte kon maaken: wanneer, zy geholpen<br />

door Krabbers, het bovengemelde Bankje,<br />

dat in den Mond van het Nieuwe Diep lag,<br />

zou kunnen doen verdwynen. Alhoewel zyn<br />

ontwerp, als te omflachtig en te kostbaar, niet<br />

geheel goedgekeurd wierdt, zoo waren doch<br />

de kundigften het met hem eens, wegens het<br />

vernaauwen van het gemelde Vaarwater, cn<br />

de gevolgen daar van te wachten. Hoognoodig<br />

was het dan, dit Plan werkftellig te maaken<br />

: maar men kon voorzien dat byaldien de<br />

zaak, met degewoone langwyligheid, ter Vergadering<br />

van Holland behandeld wierdt, [naamlyk,<br />

door de Admiraliteit aan hun Ed. Groot<br />

Mog. te blaten verzoeken, het noodige te<br />

mogen aanwenden, om in 't Nieuwe Diep<br />

eene


142 M E M O R I Ë N T O T<br />

eene bekwaame bergplaats voor de Scheeperi<br />

te kunnen verkrygen; door deezen brief Conimisforiaal<br />

te maaken, en door des kundigen de<br />

geleegenheid te laaten opneemen; door vervolgens<br />

de bevindingen en bedenkingen van<br />

die kundigen weder in de Vergadering te brengen,<br />

en aldaar dezelve by alle de Leeden<br />

te zien overneemen, om door de wysheid van<br />

alle de Vroedfchappen beftempeld te worden]<br />

eenige Jaaren verloopen zouden, eer eene Refolutie<br />

zou genoomen worden: te meerder<br />

daar de Noordhollandfche Steeden , byzonder<br />

die in welke Admiraliteits Werven zyn, een<br />

tegenftrydig belang hadden.<br />

Om dan meerder, of den meest mooglyken<br />

fpoed te betrachten, fprak men af met eenige<br />

der voornaamfte Leeden van Holland, en voornaamlyk<br />

met Amfterdam, (-welke Stad, gelyk<br />

baarblykelyk was, een allergrootst belang daar<br />

by had,) dat op eenen brief door het Collegie<br />

der Admiraliteit te Amfterdam, aan Haar Ed.<br />

Gr. Mog. tot het bewuste einde gefchreeven,<br />

aanftonds zou worden gerefolveerd, Z. H. met<br />

eenige Heeren te machtigen, om het werk<br />

daadlyk te doen verrichten.<br />

Op deeze wyze moest men voorkomen, dat<br />

uit een gevolg van onze Regeeringsform, eene<br />

al-


O P H E L D E R I N G , ENZ. H3><br />

allerbeste en voor bet algemeen welzyn noodigfte<br />

zaak, uit hoofde van fteedelyke belangens,<br />

niet zou worden tegengegaan, en mooglyk<br />

geheel achterblyven.<br />

Geen reedelyk Mensch kon tegenfpreeken,<br />

dat hec voor de Republiek allergewichtigst,<br />

en voor eene Zee Mogendheid onontbeerlyk<br />

was, eene plaats te hebben, daar de groote<br />

Scheepen winterleeger konden houden, en in<br />

ftaat zyn, om by tyds tegen 't voorjaar weder<br />

Zee te kiezen: men had ondervonden, en ondervoudt<br />

daaglyks, dat de groote Scheepen,<br />

tusfchen Amfterdam en Texel, maanden opreis<br />

waaren; Dit alles nochtans zou niet zwaarer<br />

gewoogen hebben, dan de vrees van Medenblik,<br />

van Hoorn, van Enkhuizen, dat zoo in't<br />

Nieuwe Diep eene bekwaame legplaats, en met<br />

den tyd geleegenheid gemaakt wierdt om de<br />

Seheepen te repareeren , als dan minder vertier<br />

by Haar zou zyn. Alkmaar zelve vreesde,<br />

dat dewyl van Haar, geen Tranfport te water<br />

naar de Helder is, het vertier vanmondbehoeftens,<br />

ook daar by zou lyden.<br />

Ingevolge van deeze bekrompene wyze van<br />

befchouwen, lieten Alkmaar en Medenblik niet<br />

na, van zich te kanten tegen de Refolutie van<br />

Hun Ed. Gr. Mog. van den 20 April 1781 j by<br />

wel-


144 'M E M O R 1 E N T O T<br />

welke, op Schryvens van de Admiraliteit,<br />

ten zeiven dage ingekomen, daadelyk «re<br />

folveerd wierdt, Zyne Hoogheid tot het bo"<br />

vengemelde einde te machtigen. Alkmaar, h'<br />

welke Stad Dordrecht zich voegde, gaf k; a n!<br />

zins m de aanteekening, die zy tegens evengemelde<br />

Refolutie liet doen, voor reede, de<br />

tregulèrUèii, en voornaamlyk het gevaar van<br />

zoo eene willekeurige befchikking overs'Lands<br />

Fmantien, (b) Medenblik ontkende boven dat<br />

de Hellingen in het gunftig raport van de deskundigen<br />

ter neder gefteld, en wilde dat i„<br />

alle gevallen, niet toegeftemd wierdt, dan on<br />

verminderd de Refolutie van x 5 July en 2 De<br />

cember 1648.<br />

Korte dagen voor het neemen van deeze Re<br />

foïutie van 20 April, toen het gemelde overleg<br />

gemaakt wierdt, bevond Ik my in 's Ha« •<br />

en dewyl uit hoofde van * belang van onze<br />

Stad en haare Scheepvaart, Ik meede gewerkt<br />

had, om alle mooglyke fpoed te doen byzetten,<br />

en men gaarnehad, dat een Amfterdamsch '<br />

Burgemeester tegenwoordig was bydegefchillen<br />

die men voorzag, dat daar over noch ter<br />

O) Taarboeken 178r. blaJz. 869.<br />

O) Jaarboaken 1781. bladz. 873.<br />

plaat-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 145<br />

plaatze zelve, met Gecommitteerde Raaden van<br />

het Noorderkwartier zou voorvallen, betoonde<br />

my Zyne Hoogheid, dat het hoogstdenzelven<br />

aangenaam zou zyn, dat Ik my aan de Helder<br />

, werwaarts van voorneemens was zich tot<br />

het bewuste einde te begeeven, te gelyk liet<br />

vinden. Ik nam het aan op goedkeuring van<br />

myne Confraters.<br />

Deeze Heeren keurden het niet alleen goed,<br />

maar oordeelden dat myne tegenwoordigheid<br />

mooglyk meede niet ondienftig zou zyn, om te<br />

befpoedigen 't geen men toen gaarne gezien<br />

had, naamlyk, eene expeditie om te onderfcheppen<br />

zeeker transport Hanoverfche Troepen,<br />

dat men wist zedert eenen geruimen tyd<br />

op de Wezer gereed te leggen, om naar Engeland<br />

gevoerd te worden.<br />

Ik begaf my op reis den 19 April, en kwam<br />

des anderen daags, daar ik de nacht op Marquette<br />

had doorgebracht, aan de Helder.<br />

Een Uur daarna, kwam Zyne Hoogheid van<br />

het bezichtigen van eenige Scheepen, en zeide<br />

my aanftonds, dat den anderen dag, Zondag,<br />

bepaald was, om te fpreeken over 't Nieu.<br />

we Diep, en tot dat einde, onder anderen den<br />

Heere Groot Secretaris van Gecommitt. Raaden<br />

van 't Noorderkwartier, verzogt had zich al-<br />

1. DEEL. K daar


I46 M E M O R I Ë N T O T<br />

daar te laaten vinden: maar, voegde Z. H. daar<br />

by, my in 't oor luifterende, Ik heb om zes<br />

uuren eene befogne belegd , met de Heeren<br />

Hartzinck, Reynst, Zoutman en Kinsbergen, en<br />

verlang dat Gy daar by zyt. Ik verfchoonde<br />

my op dit laatfte, met te zeggen , dat dewyl het<br />

onderwerp van dat befogne denkelyk geheel<br />

militair zou zyn, en Ik geene genoegzaame<br />

kennis van militaire zaaken had, myne tegenwoordigheid<br />

aldaar vry ongepast, en nutteloos<br />

zou weezen. Zyne Hoogheid repliceerde,<br />

dat dewyl in dat befogne eene zaak van<br />

de hoogfte aangeleegenheid voor den Lande<br />

verhandeld zou worden, Hem aangenaam zou<br />

zyn, dat daar een regeerend Burgemeester van<br />

Amfterdam by de hand was, deeze, ten minften<br />

als getuige van 't geen verhandeld en beflooten<br />

zou worden, zou weezen.<br />

Ik nam dan aan daar te komen, te meer,<br />

daar Ik wist, dat het onderwerp zou zyn, het<br />

niet of al uitloopen van eenige Scheepen, om<br />

te trachten te onderfcheppen, het gem. Engelsch<br />

Transport van de Wezer.<br />

De Vice Admiraal Hartzinck had eenige dagen<br />

geleeden, aan Zyne Hoogheid kennis gegeeven,<br />

dat 's Lands Scheepen, a" Admiraal Generaal<br />

, d'Admiraal de Ruiter, d? Erfprins, de Bata-


O P H E L D E R I N G , ENZ. I47<br />

tavier, nevens de Fregaten d'Jrgo en Fenus,<br />

geheel in ftaat waren om te zeilen: en tevens<br />

meedegedeeld, de berichten die by bekomen<br />

had, wegens het meergemelde Convooy van<br />

de Wezer, naamlyk „ dat het beftond in 34<br />

„ Transportfcheepen voor 2800 Recruten,<br />

„ en 4 Fregatten van Oorlog, 2 van 36, 1 van<br />

„ 26, en 1 van 24 Stukken: dat de Engel-<br />

J } fchen voorgaven, dat noch meerder Schee-<br />

„ pen van Oorlog, daarby zouden komen ;<br />

dat eene Koopvaardy Vloot, binnen korten<br />

„ tyd, onder escorte van één Fregat, uit Schot-<br />

„ land zou zeilen: en eindelyk dat eene ande-<br />

„ re Koopvaardy Vloot, omtrent het midden<br />

„ of laast van Mey, uit Schotland naar deOost-<br />

„ Zee zou fteevenen."<br />

Deeze tydingen waren zoodanig aanmoedigende,<br />

om te trachten met 's Lands Zeemacht,<br />

hoe gering dezelve anderzints ook mochte<br />

weezer. • den Vyand eenige afbreuk te doen ,<br />

dat de'wyï Burgemeesteren my verzogt hadden<br />

, dat fcrj aldien, gedurende myn verblyf in<br />

Texel of aan de Helder, eenige geleegenheid<br />

zich mochte opdoen, om daar toe aan te moedigen,<br />

die niet te laaten voorby gaan, maar te<br />

zorgen, dat opgemelde Lands Scheepen van<br />

Oorlog, die gezegd wierden in gereedheid te<br />

K 2 zyn,


4§ M E M O R I Ë N T O T<br />

zyn, daar toe gebruikt mochten worden, Ik<br />

vermeende thans te moeten trachten, aan dat<br />

verlangen te voldoen.<br />

Voor het aangaan van 't befogne nam Ik<br />

de vryheid aan Zyne Hoogheid voor te Hellen<br />

, of het niet gefchikt en paslyk zou zyn ,<br />

de Hn. van de Admiraliteit, die met hun Jacht<br />

in 't Nieuwe Diep lagen, tot het befogne te<br />

nodigen, te meer, daar Ik teegenwoordig zou<br />

zyn. Doch Zyne Hoogheid vermeende, dat<br />

dewyl die Heeren daar in hunne qualiteit waaren<br />

, die qualiteit niet te pas* kwam in een zuiver<br />

Militair befogne dat Ik in 't zelve niet zou<br />

teegenwoordig zyn, om myn advys te zeggen<br />

. maar alleen om als Regent van eene Stad,<br />

die één der aanzienlykfte Leeden der hooge Regeering<br />

was, getuige te zyn, van 't geen ten<br />

beste van den Lande, befloten zou worden.<br />

Ik infieerde nochmaal met te zeggen, dat my<br />

onder verbeetering, voorkwam, dat de xeegenwoordigheid<br />

van Raaden ter Admira'aceït', nim.<br />

mer ongepast kon gereekend worden, wanneer<br />

over zaaken van de Zee, van welke natuur die<br />

mochten wezen, gehandeld wierdt: maar zyne<br />

Hoogheid bleef by zyne gedachten, en die<br />

Heeren wierden niet gevraagd.<br />

H Het befogne wierdt dan op het beftemde<br />

uur


OP H E L D E RING, ENZ. I49<br />

uur gehouden, en daar waren, gelyk Ik reeds<br />

gezegd heb, tegenwoordig, Zyne Doorl. Hoogheid,<br />

de Heeren Vice - Admiraals Hartzinck en<br />

Reinst, Schout- by Nacht Zoutman, en Capt.<br />

van Kinsbergen.<br />

De eerfte vraag die in overweeging wierdt<br />

gebracht, was — of men daadlyk Scheepen zou<br />

uitzenden; ofwel wachten, dat men ''er meer by elkanderen<br />

kon krygen.<br />

De advyzen verfchilden; eenige waren volftrekc<br />

tegen het uitloopen, en vermeenden ,, dat<br />

„ de Scheepen en het Volk, in geenen genoeg-<br />

„ zaamen ftaat waren: dat de macht te gering<br />

„ was, en men niet waagen kon, iets te ver-<br />

„ liezen, dewyl het verlies niet geboet kon<br />

„ worden: dat men geene genoegzaame kond-<br />

„ fchap had, van 't geen op de Kusten van<br />

„ Engeland omging, noch van de Scheepen,<br />

5, die de Engelfchen thans op deeze hoogte<br />

„ in Zee hadden: eindelyk, dat men zelf gee-<br />

„ ne rechte en zeekere kennis hadt; van den<br />

„ ftaat, in welken zich bet gemelde transport<br />

„ bevondt, en door welken, en hoe veel Schee-<br />

„ pen van Oorlog, het zou gedekt worden."<br />

Anderen ontkenden wel niet de waarheid<br />

en gegrondheid van het zoo evengemelde , maar<br />

vwaren nochthans van oordeel, dat men deez<br />

e<br />

K 3


15° M E M O R I Ë N T O T<br />

ze geleegenheid niet moest laaten voorbygaan.<br />

Zy beweerden „ dat in den Oorlog zonder<br />

„ waagen weinig te doen is: dat de gantfche<br />

„ Natie klaagde over werkeloosheid, en ver-<br />

„ wachtte, dat iets ondernomen zou worden:<br />

„ dat het dierhalven raadzaamer was, wat te<br />

„ waagen, al kwam men al iets te verliezen,<br />

„ dan binnen de Haven te blyven, en oor-<br />

„ zaak te geeven tot onvergenoegdheid, neer-<br />

„ flachtigheid, ja verregaande murmureerin-<br />

„ gen.<br />

Na dat deeze zaak eenen geruimen tyd, tusfchen<br />

de verfchillende Leeden, evenwel met<br />

alle bedaardheid, daar erkend wierdt dat veele<br />

zwaarigheeden zich aan weerszyden opdeeden,<br />

overwogen was geworden, nam Zyne<br />

Hoogheid, die noch niet gefprooken had, het<br />

woord: Hoogstdezelve, na alvorens de onderfcheidene<br />

Advyzen met veel netheid ontleed<br />

te hebben, trachtte het verfchil te middelen:<br />

en ftelde zyne gedachten zoo wel voor,<br />

dat de gevoelens vereenigd wierden, en eenpaarig<br />

beflooten wierdt: „ dat de Schout- by<br />

„ Nacht Zoutman, by aldienzeekere Scheepen niet<br />

„ ingekoomen zouden zyn (V), na den 2.6 aan-<br />

„ ftaan-<br />

(a) Z. H, beoogde de Scheepen, van welke Ik bj. 21<br />

gewaagd heb.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 15*<br />

„ ftaande zou uitzeilen, met de Scheepen, d'Ad-<br />

„ miraaide Ruiter, van64ftukken, Schout-by<br />

Nacht Zoutman, d"Admiraal Generaal, van<br />

,'74 ft ukken, Capt. van Kinsbergen, de Erf-<br />

„ prins, van 54 ftukken, Capt. Bedel, de Ar-<br />

„ go, van 40 ftukken, Capt. Staring, de Bata-<br />

T, vier, van 54ftukken, Capt. Bentinck, Meden-<br />

„ blik, van 36 ftukken, Capt. Rynevelt, de<br />

„ Amphitrite, van 36 ftukken, Capt. Braak,<br />

„ de Venus, van 20 ftukken, Capt. van Rech-<br />

„ teren, mdeAjax ,Cotter ,C^vanWclderen.<br />

„ Dat hy Schout- by Nacht, voornaamlyk<br />

„ zorg zou diaagen, door geen overmacht<br />

„ overvallen, en van Texel afgefneeden te<br />

„ worden: dat by aldien, door het uitzenden<br />

„ van de Ajax, of van eenig Fregat, hySchout-<br />

„ by Nacht zou meenen genoegzaame zeeker-<br />

„ heid te hebben, om voor geen overmacht<br />

„ te moeten vreezen, hy als dan zich zou<br />

kunnen eloigneeren, noordwaarts aan ftee-<br />

„ venen, en trachten te intercepteeren, het<br />

„ Convooy dat van de Wezer zeilen moest:<br />

„ voords wierd bepaald, dat men deManfchap-<br />

„ pen van de Scheepen, 't laatst in werving<br />

„ gekomen, en noch in geen genoegzaam ge-<br />

„ tal, om de Scheepen in Zee te kunnen laa-<br />

„ ten gaan, gebracht zouden worden, op de<br />

K 4 » bo-


I<br />

5 2<br />

" h0<br />

^SemeMS M E M O R I Ë N T O T - 1<br />

*"<br />

tot de Expeditie gefchikte<br />

" ;, T , d,<br />

' e<br />

" 0 C h een,<br />

'S «ebrek *>n Man-<br />

„ fchap hadden: terwyl dat Volk intusfchen<br />

„ gefuppkëerd zou worden, met « a 3oo Man<br />

1 M<br />

f iS<br />

'<br />

d<br />

°° r Z<br />

^ Hoogheid daar to. Z<br />

ordonneeren en door het Volk, dat door<br />

d e<br />

f West-Indifche Compagnie, en de Di-<br />

„ reétie van Surinamen in Texel lag, om naar<br />

n e<br />

" f S«"^ge geleegenheid, o m naar de Co-<br />

„ lomen gevoerd te worden, te wachten<br />

Men overlei vervolgens, of'er ook moogykheid<br />

Z Ou zyn, in eene der Havens, of op de<br />

Kusten van Engeland eenige é xp edUk o f ^<br />

que te doen: maar wierd door alle de Heeren<br />

Officieren eenpnarig begreepen , z u] k s , a a n_<br />

zien onze geringe Macht onmooglyk te zyn<br />

en dat men dus voor als noch alleen bepaalen<br />

nioest, den Handel en Vaart, voornaamlyk naar<br />

de Oostzee, zoo veel mooglyk, te befchermen.<br />

Toen dus de militaire zaaken , daar Ik intuc<br />

fchen mets anders dan een toehoorder geweest<br />

was, afgeloopen waren, nam Ik vryheid volgens<br />

gedaane affpraak met Burgemeesteren<br />

voor te draagen: „ Dat Burgemeesteren indach-<br />

„ ig den yver en bereidwilligheid, die het<br />

„ Hof van Frankryk in alles wat flrekken kon<br />

* om ons te helpen, betoond had, en niettwyf-<br />

fe


O P H E L D E R I N G , ENZ. 153<br />

„ felende, of het zou daadlyk deszelfs nava­<br />

jo le Macht willen doen dienen, om die der<br />

,', Republiek te onderfteunen, my reeds ge-<br />

" last hadden toen Ik 't laatst in den Haag<br />

„ was, aan Zyne Hoogheid voor te ftellen, -<br />

„ om aan 't Hof van Frankryk voor te flaan,<br />

„ de operatien voor de aanflaande Campagne I<br />

„ te concerteeren: dat ik nu weder door Burge- I<br />

„ meesteren verzocht was, daarvan gewag te<br />

„ maaken: en ik dierhalven de vryheid nam<br />

„ van de tegenwoordige gebruik te maaken,<br />

„ en dus in Confideratie gaf, of zoodanig Con-<br />

„ s«rt voor de gemeene zaak niet dienftig zou<br />

zyn."<br />

Men overwoog myn voordel, doch de meer­<br />

derheid begreep „ dat wy van zoodanig concert<br />

„ weinig of niets konden verwachten: dat de<br />

„ diverfie die de Franfche Vlooten van zeiven<br />

„ zouden maaken, ons alleen dienftig konde<br />

„ zyn: dat wy geen Machts genoeg hadden,<br />

„ om onze Scheepen buiten het Canaal met<br />

„ de Franfche te doen vereenigen: dat Frank-<br />

„ ryk nimmer zyne Scheepen in het Canaal,<br />

„ en waarfchynlyk niet in de Noordzee zou<br />

„ zenden; dat wy ons mooglyk zouden ver-<br />

„ binden, en onze beloften nakomen, terwyl<br />

„ Frankryk veel belooven, en weinig houden<br />

w 3ou." _<br />

K 5 D<br />

« e<br />

"


154 M E M O R I Ë N T O T<br />

Deeze feedenen kwamen my voor, wel gefchikt<br />

te zyn, om in bet Concerteeren van Oor<br />

logs bedryven met Frankiyk zeer behoedzaam<br />

en voorzichtig te weezen, maar niet om alle<br />

overleg tot wederkeerigen byftand af te raaden.<br />

Zyne Hoogheids vreeze was, dat door zoodanige<br />

handeling met Frankryk, wy ongevoelig<br />

in Verbindtenisfen zouden geraaken, tot het<br />

aangaan van welke met eenen machtigen Vorst<br />

men altyd fchroomachtig moet zyn.<br />

Dit kon niet ontkend worden, maar my<br />

kwam doch voor, dat het eene betracht, en<br />

het andere vermyd kon worden, (a)<br />

Zyne Hoogheid vermeende noch daarenboven,<br />

tot zoodanige Concerteering niet bevoegd te<br />

zyn, zonder daar van een voorftel ter Staatsvergadering<br />

te hebben gedaan, en behoorlyk<br />

daartoe gelast te weezen.<br />

Dit kon ik zoo niet toegeeven, dewyl ik my<br />

verbeelde, dat het concerteeren van Krygsöperatien<br />

een natuurlyk gevolg was van 't Oorlogs<br />

beftuur en beleid, die buiten twyffel aan<br />

den<br />

- («) Hoe zeer Ik op dat oogenblik daar over niet te<br />

vreeden was, moet Ik doch thans erkennen , dat de Heeren,<br />

die voorzagen, dat van dat concerteeren met Frankryk wei'<br />

xag nuts te wachten was, meer doorzicht hadden.


O p H E L D B R I N G, ENZ. 155<br />

den Admiraal Generaal by deszelfs commisfie<br />

waren opgedraagen. Doch ik kon Z. H. en<br />

de meerderheid niet overreeden, en daar wierd<br />

niets bepaald.<br />

Na dat door Zyne Hoogheid zelve, het ge­<br />

melde betreklyk tot de voorgenoomene expe­<br />

ditie, op 't papier was gefteld, fcheidde het<br />

befogne.<br />

Des anderen daags bezichtigde Ik eenige<br />

Scheepen, naamlyk die van de Heeren Zout­<br />

man, Bedel, Kinsbergen en Bentinck, de goede<br />

order die op dezelven plaats had, was aanmerk-<br />

lylc, zelfs voor een onkundig oog: maar niet<br />

zoo'ftichtlyk was het befchouwen der aangeleg­<br />

de Werken, aan of by de Helder.<br />

Alhoewel Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

den 28 Maart, reeds aan Hun Ed. Groot Mog.<br />

eefchreeven hadden, dat zy met betrekking tot de<br />

dekking der Zeekusten, de noodige ordres hadden<br />

gedepecheerd, enter executie gelegd, zoodat dezel­<br />

ve provifioneel zich in beboorlyken ftaat van defen-<br />

Re bevonden. («) kon Ik niets vinden , dan 10a<br />

12 ftukken Gefchut, van 6 a 12 fB, beoosten<br />

het Dorp, gefteld op eenigelosfePlanken. Men<br />

was beezig op den hoek van Holland, bewesten'<br />

de Helder, eene Battery van in de 50 zwaare<br />

ftuk-<br />

00 Byl. D.


1<br />

^ M E M O R I E N T O T<br />

ftukken op te rechten, om het naaderen tot<br />

en het inkomen van de Texelfche Rheede, té<br />

beletten. '<br />

Eén Uur na den n i i d d a g 5 w a s b e f t<br />

het houden van het befogne, over het maaken<br />

van de werken aan de Herfens, en verder<br />

aan en langs het Nieuwe Diep. De Heeren<br />

\ice-Admiraal e n C a p t. v m .<br />

gen, meede door Zyne Hoogheid tot het befogne<br />

verzogt waren, reeds daags tevooren,<br />

de Heer Groot, >s Lands Opzienders den Borger<br />

en van Hargen, en de Heer Brandligt 's morgens<br />

aangekoonien. Wy g i n g e„ allernet zyne<br />

Hoogheid eene infpedtie neemen in floepen<br />

hier en daar de gronden peilende, terwyl de<br />

Heei-Brandligt aanwees, waar, zyns bedunkens,<br />

de Dyk die langs den Zuidwal zou moeten<br />

ftrekken, gelegd zou moeten worden<br />

Het Plan van gem. Heer Brandligt, reeds eenige<br />

jaaren te vooren door Hem in 't licht «weven,<br />

hadden de Heeren Vice -Admiraal Reinst<br />

en Capt. van Kinsbergen, geoordeeld gefchikt<br />

te zyn om tot grond voor het befogne te dienen<br />

De Fleer ^ floeg voor, „ dat, dewyl<br />

« het 2eeker was, dat het verkrygen van eene<br />

"<br />

H a V £ n<br />

p " C N i e u w e<br />

^ep, eene heilzaame<br />

?<br />

' *<br />

V 0 0 r d e n L a n d e<br />

allernuttige zaak zou<br />

» zyn ,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 157<br />

• zyn, 't voornaam onderwerp van het befog-<br />

" ne weezen moest, de wyze op welke zulks<br />

" best werkftellig zou kunnen gemaakt wor-<br />

„ den: dat het Plan van den Heer Brandligt<br />

" voor eerst in overweeging zou kunnen ge-<br />

\\ nomen worden, om te onderzoeken wel-<br />

„ ke veranderingen of verbeeteringen, daar<br />

" aan zouden behooren gemaakt te worden."<br />

De Heer van Kinsbergen en Ik, waren van<br />

dezelfde gedachten; maar de Heer Groot zeide,<br />

„ op dit voorftel niet te kunnen antwoorden:<br />

" dat Hem de zaak raauwlyk voorkwam: dat<br />

het onnoemlyke Sommen zou kosten: dat<br />

][ deswegens verzoek aan de Staaten behoor-<br />

" de te worden gedaan, en dat verzoek door<br />

Haar Ed. Groot Mog. gefteld worden in han-<br />

'„ den van Gecommitteerde Raaden van bei-<br />

„ de kwartieren, om daar op te berichten." Dit<br />

zeggen toonde aanftonds klaar aan, hoe heil­<br />

zaam de voorzorg, om op het fchryven der Ad­<br />

miraliteit, de bewuste Refolutie te laaten nee­<br />

men , geweest was: daar de wandeling die de<br />

Heer Groot aan deeze zaak wilde laaten doen ,<br />

haar zoodamgen omweg zou hebben doen nee­<br />

men, dat zy in geen jaaren, en mooglyk nim­<br />

mer het bedoeld einde zou bereikt hebben.<br />

Men antwoordde den Heere Groot „ dat wy<br />

„ daar


I£ 8<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

„ daar niet waaren om iets te bepaalen- dat<br />

„ men alleen voorhad te overleggen, wat men<br />

„ doen moest om voor te komen, dat by het<br />

„ winterfaifoen, 's Lands Scheepen niet i n ' t<br />

„ uiterst gevaar wierden gefield: of reeds in 't<br />

„ laatst van September moesten ontwapend<br />

„ worden, om ze naar 't Veer ce brengen • dat<br />

„ by aldien het concept van den Heer Brandligt,<br />

in 't geheel of ten deele niet goed was<br />

„ de gedachten van kundigen, onder anderen<br />

„ van den opzichter den Berger, zou kunnen<br />

„ ingenoomen worden."<br />

Maar de Heer Groot, hoe zeer zyn Ed. erkende<br />

de hooge noodzaakelykheid van 't werk<br />

bleef 'er by, dat de propofitie en het befog!<br />

neeren over dezelve, behoorden tegefchieden,<br />

volgens gewoonte: en den Berger, na veele tegenwerpingen,<br />

die alle niet veel beteekenden,<br />

zeide, dat hem, als in dienst zynde van Gecommitteerde<br />

Raaden, by zyne Inftruclie verbooden<br />

was, eenige Concepten of werken voor<br />

anderen, dan voor Hun Ed. Mog. te maken.<br />

Wy hadden meer dan een Uur getwist, toen<br />

Zyne Hoogheid, die intusfchen zyne brieven<br />

was gaan depecheeren, zich by het b°fogne<br />

voegde. Na dat Ik kortelyk verflag van 't geene<br />

over en weder gezegd was, gedaan had,<br />

zei-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 159<br />

zeide Hoogstdezelve, „ dat dewyl wy allen 't<br />

eens waaren, dat 'er iets gedaan moest wor-<br />

, den, zulks ook moest gehouden worden<br />

„ voor gerefolveerd: ten minften voor zoo<br />

verre als het gefchieden kon, buiten de meedewerking<br />

van de Staaten. Dat, wat aanging<br />

het adres aan hun Ed. Gr. Mog., van<br />

't welk de Heer Groot gefprooken had, daar<br />

reeds aan voldaan was, door eenen brief,<br />

, door d'Admiraliteit van Amfterdam, tot dat<br />

11 'einde, aan Hun Ed Gr. Mog. gefchreeven:<br />

dat men de Refolutie daarop moest afwach-<br />

' ten: maar dat Hy Prins van Oranje , den<br />

„ opziender den Berger intusfchen gelastte:<br />

„ hoe eerder zoo beeter op 't papier te ftellen<br />

•' zoodanige middelen, als Hy den Berger zou<br />

„ oordeelen beeter te zyn, dan de voorge-<br />

„ fielden: terwyl Zyne Hoogheid van zynen<br />

„ kant zou inneemen, de Advyzen van twee<br />

„ of drie kundige Lieden." Dir befluit van Zyne<br />

Hoogheid, wierdt by ons allen, en met naame<br />

door den Heer Groot goedgekeurd, en door<br />

den Berger aangenoomen, zich daar na te zullen<br />

gedraagen: waar meede deeze Conferentie<br />

een einde nam.<br />

Zie daar 't verflag van 't geen tot myne<br />

Texe fchè Reis aanleiding gegeeven heeft, en<br />

op


IÓO M E M O R I Ë N T O T<br />

op dezelve voorgevallen is. Ik vertrouw dat<br />

de laster zelve, niets daar in zou kunnen vinden<br />

tot myn nadeel: nimmer had Ik ook kunnen<br />

verwachten, dat de boosheid daar uit fenyn<br />

zou gezoogen hebben. Het oogmerk van<br />

myne reis was, vooreerst, het bevorderen eenerzaak,<br />

daar 't gantfche Land zoo lang naar<br />

verlangd had; Ik meend'expeditie naar de VVe-<br />

. .zer: en van eene andere, uit welke het grootfte<br />

nut voor het Zeeweezen van de Republiek<br />

moest voortkomen: en aangezien den goeden<br />

nitflag, waarmeede de zaak tot noch toe bekroond<br />

is, en noch verder bekroond kan worden,<br />

verheug Ik my, dat, daar zy in 't begin<br />

zoo veele tegenftreevers vondt, Ik de hand<br />

daaraan gehouden, en mooglyk iets toegebracht<br />

heb, om dezelze te doen bepaalen, en voornaamlyk<br />

daar na door geftadige aanmaaningen<br />

te doen befpoedigen.<br />

Ik vertrok 's Maandags morgen uit Texel<br />

met geene kleine hoop op den goeden uitflag'<br />

van t geen in myne tegenwoordigheid was bepaald<br />

geworden. Dingdag deed ik verflag van<br />

myn wedervaaren aan Burgemeesteren, en ging<br />

Vrydags naar Marquette. Saturdag denken,<br />

de dag tot het uitzeilen gefteld, met een goed<br />

Vriend aldaar aan tafel zittende de wind Oost<br />

waay*


ö P H E L D E B. I N G, ENZ.' l6l<br />

waayende, en dus onderftellende, dat ons Exquader<br />

in Zee was, en vervolgens de fecrefesfe,<br />

welke wy hadden aangenomen, niet meer<br />

noodig, ftelde Ik een glaasje in op het goed<br />

fucces, en wierdt het zelve met hartelykheid,<br />

\ genoegen, en goede hoop gedronken.<br />

Maar dat genoegen duurde niet lang: des<br />

anderen daags vroeg in den ochtend, wierd Ik<br />

ondderricht, dat het Esquader niet uitgeloopen<br />

was. Ten uiterften verwonderd, daar Ik de<br />

ftellige ordres door Zyne Hoogheid, des Zondags<br />

Avonds, voor Hoogstdeszelfs vertrek,<br />

fchriftelyk, ingevolge van 't geen Ik hier booven<br />

heb aangeteekend gegeeven, gezien had,<br />

fchreef Ik dien dag aan Zyne Hoogheid, om<br />

die verwondering te betoonen: teffens verzoekende<br />

, zoo 't kon zyn , van de reedenen van<br />

deeze verandering onderricht te mogen worden.<br />

Zyne Hoogheid had de goedheid my te antwoorden<br />

, dat omtrent het uitgaan van het Esquader,<br />

Hoogtsdezelve den Vice- Admiraal Reynst<br />

gezegdhad, my het voorgevallene tecommuniéeeren.<br />

Ik kon niet voorzien, voegde Zyne Hoogheid<br />

daar by, dat de wind zoo fpoedig zou veranderd<br />

zyn, anders was Ik aan't Nieuwe Diep gebleeven,<br />

en de Scheepen zouden in myne prefentie vertrok-<br />

L DEEJ-. • L " ken


ÏÓ2 M E M O R I Ë N T O T<br />

ken zyn. "t Is niet de queitie over den rang, (dit<br />

had men verfpreid ,) die derzelver uitzeilen vertraagd<br />

heeft, maar eene fcrupule van den Scho<br />

by Nagt, en zommige Capiteinen, dat zy te veel<br />

geëxponeerd zouden zyn, en waaraan de Vice Admiraal<br />

heeft gemeend in zoo verre te moeten de<br />

reeren, dat Hy nadere ordres gevraagd heeft: than<br />

hoop Ik dat zulks is geredresfeerd,<br />

Hoe deeze zaak zich heeft toegedraagen, kan<br />

men meerendeels vinden in de Memorie van<br />

Zyne Hoogheid, bladz 51 en volg. en in No.<br />

19, der Byl. van dezelve. Op bladz. 52. wordt<br />

gefprooken, van zeekere tyding, die tusfchen<br />

den 19e April, dat de orders gegeeven waren,<br />

en den 26e dat ze ter uitvoer moesten zyn gebracht,<br />

zou zyn ingekomen, van een Engelsch<br />

Esquader, beftaande in verfcheide Scheepen<br />

van Linie, onderden CommandeurSwart: doch<br />

Ik heb des tyds daar van niets gehoord: en de<br />

Heeren Hartzinck en Zoutman hadden ook geen<br />

gewag daarvan gemaakt, of zulks totreedevan<br />

het niet uitloopen gegeeven, in het eerfte verllag,<br />

dat zy aan Zyne Hoogheid door den Luitenant<br />

Aherfon, zoo ik wel heb, Zondags na<br />

den 26e hadden laaten doen: en waarop Zyne<br />

Hoogheid bevolen had, denhoogenZeeKrygslaad<br />

daadelyk te beleggen.<br />

Wat


O F H E L J) E Jt I N G, ENZ. 163<br />

Wat daarvan zyn moge, wenfchelyk ware<br />

het geweest, dat men, vooreest, in eenen<br />

minder uirgeilrekten zin aangenomen had, het<br />

verflag va 1<br />

1 den Vice - Admiraal Hartzinck, toen<br />

Hy kort ^jr de reis van den Prins naar Texel,<br />

aan Zyne Hoogheid gefchreeven had, dat 4<br />

Scheepen en 2 Fregatten, compleet in ftaat waren<br />

om te zeilen: ten anderen, dat menden 1%<br />

April, toen meergemelde Krygsraad gehouden<br />

wierdt, grondig onderricht was geweest, van<br />

den toeftand der Scheepen, zoo als dezelve door<br />

de commandeerende Officieren, in evengemelde<br />

Scheepskrygsraad daar na voorgefteld zyn:<br />

om, ware het mooglyk geweest, daar in te<br />

voorzien, of anderzints geen orders te geeven<br />

die onuitvocrlyk waren. Maar noch wenschlyker<br />

ware het geweest, dat de Leeden van den<br />

grootften Scheeps Krygsraad van den 2often April<br />

zich hadden kunnen voegen by het Advys van<br />

de HeetcnHartzinck,vanKingsbergenenvanRecb'<br />

teren : naamlyk, om de expeditie te entameeren,<br />

mits eerst behoorlyk doende recognosfeeren, en<br />

tot dat einde voor of ^boven Texel kruysfende.<br />

't Zy verre dat Ik het Advys van deezen<br />

of geenen der Officieren, die in deezen geadvifeerd<br />

hebben, zou willen taxeeren: 't'geen<br />

de geenen, die voor niet uitzeilen geweest<br />

L 2 zyn,


I6"4 MEMORIËN TOT<br />

zyn, van den toeftand hunner Equipagien gezegd<br />

hebben, woog zeekerlyk zwaarj maar 't is<br />

noodlottig geweest, dat alle die omftandigheeden<br />

zaam geloopen hebben, Geenen tyd,<br />

dat het algemeen geroep reeds was, dat door<br />

werkeloosheid den Vyand geen afbreuk gedaan<br />

wierdt.<br />

Ondertusfchen deed het niet uitloopen van<br />

's Lands Esquader, dat algemeen verwyt van<br />

werkeloosheid ten toppunt ryzen: gelyk het<br />

met de geruchten gewoonlyk gaat, het fchreeuwen<br />

overtrof verre de weezentlykheid: maar<br />

het fcheen doch niet ontkend te konnen worden,<br />

dat eene zeekere flaauwheid in het beftuur<br />

der zaaken regeerde, en die flaauwheid<br />

gaf misnoegen tegens de geenen, die voornaamlyk<br />

aan 't hoofd van het beftuur waren.<br />

Men weet zulks byzonderlyk aan den invloed<br />

van den Heere Hertog van Brunswyk: men<br />

gaf voor, dat Zyne Hoogheid van zyne teedere<br />

jaaren gewend, eene byzondere hoogachting<br />

toe te draagen, en naar uirerlyken fchyn<br />

veel verplichting hebbende, aan zynen Oom,<br />

Voogd en Voedfterheer, hem door eenefchrandere<br />

en geliefde Moeder toegevoegd, te veel<br />

vertrouwen op dien Heer ftelde. Dit mishaagde<br />

de Natie, in 't algemeen, dit verdroot de<br />

Re-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 165<br />

Regenten, ja zelfs zoodanigen, die byzonder- i<br />

lyk Zyne Hoogheid en deszelfs Huis, waren<br />

toegedaan.<br />

Men verweet den Hertog, dat, om meester<br />

te blyven van 't algemeen beftuur, Hy trachte<br />

Zyne Hoogheid met kleinigheeden beezigte<br />

houden, in plaatze van Hoogstdenzelven de<br />

zaaken in 't groot, en omvattende alle derzelver<br />

betrekkingen, te doen befchouwen : dat<br />

Hy Zyne Hoogheid van veelen der voornaamfte<br />

Regenten verwyderd had, en deezen by<br />

Hoogstdenzelven verdacht gemaakt: dat daar<br />

door het vertrouwen tusfchen Zyne Hoogheid<br />

en de Regenten, zoo noodzaaklyk in 't beftuur<br />

van zaaken, geheel verlooren was, dewyl men<br />

wel Zyne Hoogheid, maar geenzints den Hertog,<br />

dat vertrouwen wilde geeven.<br />

Om deeze fchadelyke gefteltenisfen, zoo veel<br />

mooglyk, voor te koomen, had men zedert eenen<br />

geruimen tyd gewenscht, dat Zyne Hoogheid<br />

tot zich geroepen hadde eenige Leeden, die het<br />

algemeen vertrouwen zoo wel als het zyne, bezaaten,<br />

om met dezelven, al het noodige tot<br />

het beftuur der zaaken, te beraamen, en het<br />

beflootene met den meesten fpoed te doen in<br />

't werk ftellen.<br />

Niets vreemds fcheen daar in te zyn opge-<br />

L 3 floo-


l66 M E M O R I Ë N T O T<br />

flooten : Mevrouw de Princes Royaal, 'sPrinfcn<br />

doorluchtige Moeder, eene fchrandere en<br />

voortvaarende Vorstinne, was volgens eigen<br />

verkiezing, nimmer zonder raad geweest: Zy<br />

had daartoe veele aanzienlyke Regeerings-leeden,<br />

waar onder de eerfte Staats-Ministers,<br />

de Thefaurïer Generaal, de Griffier, de Raadpenfionaris,<br />

en de Secretaris van den Raad van<br />

Staate, veikooren. Het was byzonderlyk Burgemeesteren<br />

van Amfterdam voorgekoomen,<br />

allerwenfchelykst te weezen, dat insgelyks,<br />

door het verkiezen, door den Prins zeiven,<br />

van eenige voornaamen, en het algemeen vertrouwen<br />

genietende Perfoonen, onder de Regenten<br />

der zeven Provintien, de voorgemelde<br />

zwaarigheeden uit den weg geruimd wierden.<br />

Burgemeesteren waren wel volkomen overtuigd<br />

, dat de eerfte en voornaame oorzaak van<br />

de geringe poogingen die 'er gedaan wierden,<br />

om den Vyand afbreuk te doen, was, de droevige<br />

toeftand, in welken het Zeeweezen, en<br />

al wat daar toe betrekking had, zich bevondt,<br />

doch zy hadden teffens begreepen, dat 'er verfcheidene<br />

zaaken hadden kunnen gefchieden,<br />

die achter gebleeven waren. Zy hadden al vroeg<br />

daarom aan de hand gegeeven:<br />

Dat men een of meerder behendige Lieden<br />

naar


O P H E L D E R I N G , ENZ. 167<br />

Tiaar Engeland behoorde te zenden, om van 't<br />

geen aldaar, en voornaamlyk indeHaavens,<br />

omging, onderricht te zyn, en dat daartoe geen<br />

o-eld behoorde gefpaard te worden. •<br />

Dat men de Manfchappen der kleine Schee­<br />

pen , die noch niet voltallig waren, behoor-<br />

de over te brengen, op de groote: en op de<br />

eerfte alleen zoo veel volks laaten, als noodig<br />

zou wezen, om ze op de Rheede leggende te<br />

regeeren.<br />

Dat men insgelyks de Manfchappen voor de<br />

Wagtfcheepen geworven, op de andere Scheepen<br />

moest doen overgaan, en deeze door Militairen<br />

laaten vervangen: terwyl men middelen<br />

benamen moest, om in deeze beide gevallen,<br />

de Capiteinen, voor wien de wervingen<br />

eige'nlyk gefchieden, fchadeloos te ftellen.<br />

Dat, terwyl de Scheepen in ftaat wierden<br />

gefteld, om hoe eerder zoo beeter Zee te kiezen,<br />

intusfchen met het Volk dat men zou<br />

kunnen kvygen , de Wagtfcheepen, die naar<br />

Zeeland beftemd waaren, konden gebracht, en<br />

de Zeeuwfche en Maasfche Scheepen van Oorlog<br />

die naar Texel moesten, gehaald worden,<br />

om dus onze macht m de Noordzee te vereenigen,<br />

en in ftaat te geraken, om het Esquader<br />

van den Admiraal Parker, daar toen in de<br />

L 4 Maand


163 M E M O R I Ë N T O T<br />

Maand van April reeds van gefprooken wierd<br />

liet hoofd te kunnen bieden.<br />

Dat men het Volk van den Czpitein de Bruyn<br />

zoo Hy zyn Schip niet in Zee kon brengen'<br />

op de andere Maasfche Scheepen, die hunne'<br />

Manfchappen niet voltallig hadden, behoorde<br />

te doen overgaan.<br />

Dat, om zoo veel mooglyk het daadlyk gebrek<br />

aan Artilleristen te heelen, Zyne Ho o*<br />

beid 'er zoo veele uit de Frontier.fteeden op<br />

de Scheepen zou bezorgen, als maar cenigzints<br />

mooglyk zou zyn: en dat, om zulks te faciliteeren,<br />

met de aanwerving der Artilleristen<br />

aanftonds een begin zou worden gemaakt ten<br />

minflen voor zoo verre de Quote van Holland<br />

zou kunnen ftrekken, dewyl alle de Provintien<br />

in de vermeerdering van de Landmacht<br />

noch niet toegeftemd hadden.<br />

Eindelyk, dat hoe eerder zoo beeter zou wor<br />

den aangenomen, de opening door den Fran<br />

fchen Ambasfadeur gedaan, om de operatien<br />

voor den aanftaanden Zomer te overleden'<br />

niettemin zorg dragende, geene nadere Ver'<br />

bmdtemsfen, met die Mogendheid te maaken<br />

maar zoo veel mooglyk in Z y n geheel te bly ven'<br />

Van dit alles, van ter zyde aan de hand J<br />

geeven, was weinig of .niets gedaan: het op.<br />

rech-


O P H E L D E R I N G , ENZ. IÖO<br />

rechten van een Corps Mariniers, was wel bepaald<br />

geworden, maar volgens 't oordeel van<br />

des kundigen, overtrof daar in het getal der<br />

Soldaaten veel te veel, dat der Matroozen.<br />

Wenfchelyk was het doch geweest, dat het<br />

voortgang had gehad, daar de gebreeken gebeeterd<br />

hadden kunnen worden: maar de ongunflige<br />

tyden, die kort daar na eenen aanvang<br />

genomen hebben, en gedurende welken,<br />

alles dat van den Stadhouder kwam, hoe nuttig<br />

het ook mochte zyn, van de hand geweezen<br />

wierdt, hebben eene zaak, zoo noodig voor<br />

het Zeeweezen, belet.<br />

Ik heb zoo even gezegd, hoedanig het algemeen<br />

denkbeeld in 't welk men was, dat de Heer<br />

'Erfftadhouder, een al te uitfluitend vertrouwen,<br />

in zynen ge weezenen Voogd flelde, het<br />

gewenscht vertrouwen tusfchen Zyne Hoogheid<br />

, en de voornaamfte Regenten als verbannen<br />

had; en dat Burgemeesteren daarom verlangd<br />

hadden, dat Zyne Hoogheid eenige Leeden<br />

had willen verkiezen, om derzelver raad,<br />

in zaaken van aangeleegenheid in te neemen:<br />

dit was de eenigfte oorzaak geweest van de<br />

propofitie die wegens Amfterdam, ter Vergadering<br />

van Holland, den i8 Mey 1781 (a) gedam<br />

(a) Jaaiboeken i;8r. bl. 1056.<br />

E 5


I^O M E M O R I Ë N T O T<br />

daan was: doch het zy verre dat de opftellers<br />

derzelve, immer gehad hebben, het voorneemen<br />

hun toegefchreeven, in zekere opheldering in<br />

de Maand January 1783, ter Vergadering van<br />

Holland overgegeeven f»: niet van wegens<br />

Burgemeesteren, of uit naam der Stad, maar<br />

door den Penfionaris van Berckel, die dezelve<br />

eerst by monde had voorgedragen, doch daar<br />

na op 't verzoek van eenige Leeden, zoo Hy<br />

zeide, in gefchrifte gefteld had.<br />

Nimmer heeft gemelde Penfionaris eenige<br />

last van zyne Committenten tot het doen dier<br />

uitlegging gehad, noch zelfs met hun daar over<br />

gefprooken: daar deezen doch best hunne meening<br />

hadden kunnen uitleggen. Zoo Hy Penfionaris<br />

de Heeren Temminck, Hooft, Elias en<br />

My, geraadpleegd had, zouden wy den inhoud,<br />

zeekerlyk niet goedgekeurd hebben.<br />

Wy zouden wel verzeekering gegeeven hebben<br />

, gelyk in die Memorie gezegd word, van<br />

geen voorneemen te hebben gehad, om het gezach<br />

van Hun Hoog Mog., van den Raad van<br />

Staate, van den Admiraal Generaal, of van<br />

de Admiraliteits Collegien, te verkorten: maar<br />

wy zouden gemeend hebben, tegenftrydig met<br />

die verzeekering te hebben gehandeld, indien<br />

(a) Jaarboekeu 1783. bi. 80.<br />

on-


O P H E L D E R I N G , ENZ. I7I<br />

onze meening was geweest, aan eenige Heeren<br />

Gedeputeerden de macht te doen verkenen,<br />

om zelfs buiten den Admiraal Generaal, aan<br />

wien de direètie en beleid van den Oorlog is opgedraagen,<br />

te befluiten en te doen uitvoeren.<br />

Wy zouden nimmer hebben durven voordellen,<br />

zoo als in die Memorie gedaan wordt,<br />

om eenige Leeden der Regeering, meerendeels<br />

onbedreeven in Militaire zaaken, te machtigen<br />

, om wanneer het niet doenlyk zou zyn, met<br />

den Admiraal Generaal te raadpleegen, als dan<br />

de operatien van 's Lands Vloot, te reguleeren,<br />

en te oordeelen , of de geleegendheid om den Vyand<br />

afbreuk te doen, voordeelig was.<br />

't Is waar dar in 1665, eenige Leeden van<br />

Hun Hoog Mog. naar Texel en naar Zeeland<br />

tot bevordering van de Equipagien , en het emplooi<br />

van 's Lands Vloot gezonden zyn geworden:<br />

maar<br />

Vooreerst, was de Republiek des tyds zon­<br />

der Admiraal Generaal: en het beleid der zaa-<br />

ken van de Zee, aan niemand in 't byzonder<br />

opgedragen zynde, kon dierhalven de befchik-<br />

king over 's Lands Vloot, door Hun Hoog<br />

Mog, aan wien zy 't goedvonden, zonder ie­<br />

mands recht te verkorten, toevertrouwd wor­<br />

den.<br />

Ten


Tm -rtw,, was die Mcht in , SS 5 o p g e.<br />

«W». zoo e r o o t „iet a l s d e u i t, e g^. P<br />

J e t<br />

li-rj mi<br />

r° m<br />

" :<br />

. C0<br />

T iSftri<br />

" i»2* Re.<br />

"' wordt,<br />

Co


O P H E L D E R I N G , ENZ. I73<br />

te onderneemen, zonder vooringenomen advys<br />

van den Luitenant Admiraal, en des noods<br />

van de andere Hoofden van de Vloot: terwyl<br />

teffens aan den Admiraal Generaal, Extra 61<br />

van de Refolutie gezonden moest worden, met<br />

verzoek deszelfs Conftderatieu aan gemelde Gedeputeerdens<br />

tot hun naricht te êot® loekovun.<br />

Burgemeesteren zouden ook nimnt c V>' >nmisfarisfen<br />

, verantwoordelyk<br />

•maken, aan eene Prü^f!^ in *t % *» &<br />

hun beftuur moest 4^^, uver • - '> e<br />

*<br />

heele Bondgenoopfcbap betreffende: veel eerder<br />

zouden Burgemeesteren gedacht hebben,<br />

dat zoodanige Commisfarisfen, evenals de Gedepnteerdens<br />

in den Raad van Staate, zouden<br />

hebben moeten afzweeren, alle betrekking<br />

tot hunne byzondere Provintien: daar<br />

het bekend is, hoedanig het belang van ieder<br />

Provintie, aan deszelfs Gedeputeerdens, dikwyls<br />

meer ter harte gaat, dan dat van 't Bondgenoodfehap<br />

in 't algemeen.<br />

Nimmer zouden Burgemeesteren, die Commisfarisfen<br />

hun verblyf hebben willen doen<br />

houden, in onderfcheidene Havens van de Republiek:<br />

waarvan, dewyl zy geene ruggefpraak<br />

met eikanderen zouden kunnen houden, eene<br />

verdeeldheid in de operatien een noodzaaklyk<br />

ge-


174 M E M O R I Ë N T O T<br />

gevolg moest zyn: alzoo elk uit zyne Haven<br />

• met de by zich hebbende Scheepen, zoodanige<br />

expeditien zou laaten doen, als naar deszelfs<br />

inzien raadzaam zou oordeelen.<br />

Eindlyk zouden Burgemeesteren, om kvvanzuis<br />

de werkloosheid tedoenverdwynen, nimmer<br />

aan de hand hebben gegeeven, een middel,<br />

waar door ze niet dan grooter kon worden.<br />

Want hoe zou het mooglyk zyn, dat Commisfarisfen<br />

Oost en West verfpreid, met den noodigenfpoed,<br />

operatien, diegemeenfchappelyk<br />

overlegd moesten worden, ter uitvoer zouden<br />

kunnen doen brengen j? 't Is waar, zy worden<br />

voorgefteld, als uitvoerders der Refolutienvan<br />

Hun Hoog Mog.: maar, behai ven dat daar door<br />

zelfs eene aanmerklyke vertraaging moest veroorzaakt<br />

worden, zoo is 't genoeg bekend,<br />

dat die Vergadering, ja zelfs het fecreet Befogne,<br />

niet gefchikt zyn, om de Krygsöperatiën<br />

te beraamen, ten minften niet om tyd en<br />

byzonderheeden tot de uitvoering, te bepaalen.<br />

Deeze verdeeling in 't beftuur, was eerder<br />

lynrccht ftrydig, met het oogmerk van Burgemeesteren:<br />

dewyl zy, gelyk reeds gezegtis,<br />

voornaamlyk door hun voorftel beoogd hadden,<br />

alle de deelen van het publiek beftuur,<br />

zoo


O p II E L D E R I N O , ENZ. I?5<br />

z oo veel mooglyk, re vereenigen, en te zaam<br />

te laaten werken. Volgens hun oogmerk, zou -<br />

Z. H. in zyne hoedaanigheeden van Stadhou­<br />

der , Capitein en Admiraal Generaal, 't voor-<br />

naame Spil, op welke alles zou draayen, geblee-<br />

ven zyn; doch tot betrachting van meerder<br />

eensgezindheid , befpoediging en onderfteu-<br />

ning in het uitvoeren, zou Hoogstdezelve, tot<br />

zyne Raadslieden, en als men ze zoo eens mag<br />

noemen, medehelpers, hebben gehad, zoodanige<br />

Perioonen, die door hunne bekwaamheid, en<br />

betrekking tot de onderfcheidene Departemen­<br />

ten van het beftuur, door hem zeiven gefchikt<br />

zouden geoordeeld zyn geworden, om het be-<br />

flotene in die Departementen ter uitvoer te<br />

doen brengen; en die voorts, door hunnen in­<br />

vloed ,'t zy als Regenten 't zy als Ministers, zou­<br />

den bewerken, dat wanneer 'er Refolutien van<br />

Staat, of van andere hooge Vergaderingen, noo-<br />

dig zouden zyn, dezelve met meerder fpoed<br />

dan naar gewoonte zouden genomen worden.<br />

Alhoewel 'er weinig waarfchynlykheid was,<br />

toen Zyne Hoogheid ongeraaden vondt, in dit<br />

voorftel toe te ftemmen, dat deswegens iets<br />

bepaald zou worden, zoo vermeenden Burge­<br />

meesteren doch ambtshal ven verplicht te zyn, de<br />

bekende Propofitie ter Vergadering van Hol­<br />

land


* 7 6 M<br />

E M O R i E N TOT<br />

land te laaten doen: na dat ik doch alvorens<br />

op verzoek van Burgemeesteren, van dit voor'<br />

K v o o r<br />

neemen aan Z. H., bv een^n « • r, "<br />

l<br />

i-9 oy eenen Brief kennis had<br />

gegeeven, en dat op denzelven, ('t g e eh doch<br />

naderhand bleek, by roe val t e ' i y n ' ^<br />

Weeven,) geen antwoord gekomen was<br />

Alhoewel een Regent, in een Gemeenebest<br />

geene daadlyke, 0f al s Ik het zoo noemen ma!'<br />

eene ^ « / , verantwoording voor zyne Re-'<br />

geermgsdaaden verfchuldigd is, z o o k a n h e t<br />

Hem doch niet énverfchiliig zyn , hoe diedaadendoorzyne<br />

Land- enStadgenooten, envoornaamlyk<br />

door zyne meede Regenten, beoordeeld<br />

worden.<br />

Hier was 't geval zoo geleegen, de werkloosheid<br />

, waar uit ze ook mochte voortkomen<br />

was baarblyklyk: Burgemeesteren geloofden<br />

met de gantfche Natie, dat Zyne Hoogheid te<br />

veel en te byzonderlyk zyn vertrouwen op<br />

den Heer Hertog ftelde : en waren die gedachten<br />

aleensbovenmaatig, zy namen zeekerlyk<br />

het zoo onontbeerlyk vertrouwen, tusfchen<br />

Zyne Hoogheid e n de Regenten geheel we*.<br />

Hier „ diende volftrekt voorzien te wórden:<br />

dit hadden Burgemeesteren, aangefpoord doorhunne<br />

mede Regenten,getracht, onderdehand<br />

te doen: doch 't was mislukt: nu konden zy<br />

naar


O P H E L D E R ING, ENZ. I£7<br />

raar hun inzien niet IH1 zi'ten, zonder gevaar<br />

te loopen, van door deeze laatften van achteloosheid,<br />

of ten minden, flaauwheid beticht<br />

te worden.<br />

Ik breng de evcmgem reede, van het befluit<br />

van Burgemeesteren, hier zoo veel te eer<br />

by, om dat dezelve meede eene der voornaame<br />

dryfveeren geweest is, tot den flap, dien<br />

zy betrekkelyk den Hertog van Brunswyk, op<br />

den 6 Juny gedaan hebben.<br />

Het komt my voor der moeite waardig te<br />

zyn,'van het by die geleegenhtid gebeurde, een<br />

omftandig verflag te doen, dewyl de toedracht<br />

der zaake, in alle deszelfs deelen, nergens is<br />

te boek gefield, daar deze've doch alleropmerkenswaardigst<br />

is geweest, en zeer veel heefc<br />

toegebracht, tot het geen daarna gebeurd is:<br />

voornaamlyk betrekkelyk Zyne Hoogheid den<br />

Heere Erfftadhouder.<br />

Ik zal vooraf doch rondborflig erkennen,<br />

dat, had Ik kunnen voorzien de gevolgen die<br />

die flap gehad heeft, Ik niet gemaklyk daar<br />

in zou toegeftemd hebben. Myn waarachtig<br />

doel was, uit het midden te neemen, dien fteen<br />

des aanlloots, die geduurig belette, dat men<br />

met Zyne Hoogheid, in deszelfs onderfcheidene<br />

hoedaanigheeden kon handelen , met dat ver-<br />

I. DEEL. . M trou-


ï'?8 M E M O R I Ë N T O T<br />

trouwen, dat het welzyn der gemeene zaak<br />

vereischte. Ik geloofde, en zoo 't my voorkwam<br />

niet zonder reede, dat het vertrouwen<br />

dat Zyne Hoogheid in den Hertog (lelde , veel<br />

te groot was, en dat deez' Heer daagfyks den<br />

Vorst belette, gehoor te geeven, aan die geenen<br />

, die volitrekt belangeloos, Hoogstdenzelven<br />

ten zynen en 's Lands besten, rieden : en<br />

dit wierdt niet alleen geloofd by My, by Burgemeesteren<br />

, by de andere Regenten, by het<br />

grootfte deel der Natie, maar zelfs by de byzondere<br />

Vrienden van Zyne Hoogheid.<br />

Ik gevoelde zeer wel, hoe,ongemakiyk dat<br />

oogmerk berdkt kon worden. Men moest van<br />

den Vorst eiyfchen eene dar.d, die van Hem<br />

als mensch fchier niet te vergen was. Men<br />

wilde dat Hy zynen Voogd, den Beflierer zyner<br />

Jeugd, den Man aan wien zyne Vrouwe<br />

Moeder Hem betrouwd had, dien Hy niet<br />

verdenken kon Hem niet toegedaan te zyn,<br />

dewyl deszelfs beftaan geheel van 't zyne afhing<br />

, van zich zou verwyderen. Men kon fchier<br />

niet verwachten, dat Hy gewillig daar toe zou<br />

komen, Doch alhoewel de verwachting gering<br />

was, was Ik niet volllrekt zonder hoop,<br />

van den Forst te verkrygen, 't geen de Menscb,<br />

de gemoedelyke Mensth, zou weigeren, zoo deez*


ff p It E t B E S. I N C, 179<br />

-gemoedelyk Memch, kon gerust gefteld worden.<br />

Ik hoopte dat Zyne Hoogheid zelf overtuigd<br />

KOU worden, van de fchadelykheid van 's Her-<br />

.togs geitadigaanweezen, dewyl Hoogstdezelve<br />

niet kon twyffelen, dat die Heer, die in fchyn<br />

200 al niet de daad daar by kwam, de eenige<br />

Raadgeever van Zyne Hoogheid was, meeren-<br />

deels de oorzaak was, van de onaangenaamhee-<br />

den, die Hoogstdenzelven daaglyks in het be­<br />

llier der zaaken voorkwamen.<br />

Ik hoopte, en ter goeder trouwe, dat het<br />

gevoelig hart van Zyne Hoogheid, met reede<br />

aangedaan, door 't ge2n men van het zelve<br />

vergde, gerust zou gefteld worden, door de be-<br />

fcho inving van het nut dat d.iar uit zou voort­<br />

vloeien , voor een Gemeenebest, tot het welke<br />

Hoogstdezelve zoo veele en zoo groote be­<br />

trekkingen had.<br />

't Kwam my voor, dat de betrekkingen die<br />

Zyne Hoogheid gewislyk to: den Hertog had,<br />

als zynen Voogd en Nabeftaanden , niet ver­<br />

kracht wierden, zoo de ge wenschte ver wy de­<br />

ring, met toeftemming van den Hertog zeiven,<br />

gefchicdde» Ik vleide my, dat het behouden van<br />

de Tytels en Penfioenen, aan 's Hertogs waar-<br />

digheeden gehecht, het neemen eener hono-<br />

rabie Refolutie ten zynen opzichte, zoo in<br />

M a Hol-


l8o M E M O R I Ë N T O T<br />

Holland, als ter Generaliteit; en boven al éi<br />

befchouwing van rynen geweezenen Prtpift<br />

welzyn; van de rust van 't Land, daar Hy met<br />

eer en weldaaden overlaaden was geworden;<br />

de fmerre zelve, voor eenen Heer"van zvne'<br />

geboorte en hoedanigheden, van de gunst die<br />

men hem toedroeg, veranderd te zien in afgunst,<br />

Hem zonden hebben doen befluiten. om<br />

zelf de handen te geeven, aan het benamen<br />

van eene eerlyke Retraite: en wel eerder, daa*<br />

de fchikkingen in 't uiterfte geheim tusfchen<br />

Zyne Hoogheid, Hem Hertog, en Burgemeesteren<br />

beraamd, zonder eenige krenking van<br />

deszelfs eere, ter uitvoer zouden hebben°kunnen<br />

gehragt worden.<br />

Eindelyk ftelde Ik my voor, dat zoo 't al<br />

eens gebeurde, dat noch Zyne Hoogheid, noch<br />

de Hertog, wilden treeden, in de voorgeuoomene<br />

fchikkingen, men dan kon achten, als of<br />

'er niets gebeurd was, en wachten op gunfïiger<br />

omftandigheeden en bekwaamer middelen :<br />

dewyl Burgemeefteren bepaald hadden, de zaak<br />

met het uiterst geheim te behandelen, en de<br />

geenen, die ze byzonderlyk aanging, het hoogst<br />

belang fcheenen te hebben, om het geheim te<br />

houden.<br />

Ongelukkig misten alle deeze onderftellin.<br />

gen;


O P H E L D E R I N G , ENZ. iSl<br />

gen: en Ik zeg noenmaal, had Ik kunnen voordien,<br />

dat Zyne Hoogheid zou vakoren hebben<br />

, het voordel ruchtbaar te maken , Ik zou,<br />

hoe zeer de verwydering van den Hertog my<br />

wenseh'yk, ja noodig voorkwam, den Hap afgeraaden<br />

hebben. Want men kun met reeden<br />

voorzien, dat, byaldien Zyne Hoogheid aan<br />

't verzoek niet wilde voldoen, en de Hertog<br />

niet wilde treeden in de fchikkingen die men,<br />

om zyne Retraite zoo ihm mooglyk onaangenaam<br />

te maken, beraamd had of nog beraahieti<br />

zou, en de zaak ruchtbaar wierdt, verregaande<br />

twisten en onaangenaamheden daaruit ontftaan<br />

zouden, üe invloeden het gezag van den<br />

Hertog was des tyds noch te groot, om met<br />

eenige fchyn van reede tc kunnen verwachten<br />

, dat het voordel tegens wil m dank zou<br />

worden doorgezet. Men had djerhalven zich<br />

kunnen voordellen, vooreerst, dat men den<br />

Hertog niet kwyt zou raaken, en dat, vervolgens,<br />

de werking van dien invloed dien men<br />

vreesde, noch fchadelyker zou worden, dewyl<br />

de geesten daar door niet dan aangezet en verbitterd<br />

konden worden.<br />

Maar noch eens, wie had kunnen verwachten,<br />

dat Zyne Hoogheid waereldkundig zou<br />

hebben willen maken, een voordel, dat He<br />

M 3 gee-


ï8a M E M O R I Ë N T O T<br />

geenen die het decden verzekerden, alleen-<br />

aan zeekere weinige Lieden, die zy noemden,<br />

bekend te zyn, en voor alle anderen, zoo Zyne<br />

Hoogheid het noodig oordeelde, onbekend<br />

zou blyven. Het zal, vertrouw Ik, uit het<br />

verflag dat Ik onder 't oog myner Leezers<br />

brengen zal blyken, hoedanig 't geen Ik kom<br />

te zeggen, de regel van het gedrag van Bur-<br />

gemeesteren geweest is,<br />

Zeedert de Gedeputeerden der Stad Amfter­<br />

dam , op den . 8 May de meergem. Propoficie<br />

gedaan hadden, had men wel getracht Zyne<br />

Hoogheid te overtuigen, dat het voorneemen<br />

geenzints was, Hoogstdeszelfs wettig gezach<br />

te verminderen: en men vleide zich daarin ook<br />

min of meer gefkngd te zyn, wen de Raaupen-<br />

fionaris aan den Penfionaris Fhfcher zeide, dat<br />

Zyne Hoogheid verlangde, eene conferentie<br />

m de volgende Week, met Burgemeesteren te<br />

hebben.<br />

Het aanbod was te aangenaamer, dewyl men<br />

vermeende, eene bekwaame geleegenheid te<br />

zullen hebben, om aan Zyne Hoogheid rond-<br />

borilig voor te draagen, de fchaacfelykheid van<br />

het uitfluitend vertrouwen, dat men ver­<br />

meende dat Hoogstdezelve in den Hertog ftel-<br />

de.<br />

De


« p H K L D E E I N G, ENZ. iff'<br />

D- lwat regens deezen Heer, was by groot en<br />

Hein ten top gereezen: eene dikwyls willeken-<br />

r i se wyze van handelen, byzonder m t Mi-<br />

linke : het vooiftaan van de onbepaalde Mi-<br />

litaire Jurisdictie, gedurende c!e minderjaa-<br />

rioheid van Zyne Hoogheid, had reeds veel<br />

ongenoegen gebaard, en deeze vermeerderde<br />

toen men daarna, zag, dat Zyne Hoogheid s<br />

Hertogs Raad, boven die van alle anderen volg-<br />

de Dit liep byzonder in 't oog der geenen,<br />

die daa-lvks rondom en by Zyn Hoogheid wa­<br />

ren, van zyne beste vrienden, van Lieden die<br />

omwyfielbaar aan zyn belang verbonden wa­<br />

ren: zy hadden my te meermaalcn gezegd, dat<br />

zoo lang de Hertog den geest van Zyne Hoog­<br />

heid zoodanig zou regeeren, de zaaken fleent<br />

zouden gaan. Weinige dagen voor den 6 ju-<br />

ly had één der- aanzienlykfte en verftand^fte<br />

van die Heeren my met een bezoek op Mar-<br />

quette vereerd, en fpreekenue over het nadeel,<br />

dat uit het uitfluitend vertrouwen, van Zyne<br />

Hoogheid in den Hertog voortkwam, gezegd,<br />

waarom eischt gy Lieden, (mcenende Burge­<br />

meesteren van Amfterdam) die voljtrekt onaf-<br />

hangelyk zyt, en geene menagementen behoeft te<br />

gebruiken, niet, dat de Hertog weggezonden wordt ?<br />

Geen wonder was het dan, dat anderen die<br />

M 4 tot


l 8<br />

4 M E M O R I E N T 0 T<br />

H 0<br />

HL l'Z ° g h e i d S C e n e<br />

^ere betrek<br />

k»g hadden, die alleen m a a r wenscheen 7<br />

Hoogstdezelve het gezach dat «[ ' C<br />

tfenlyke bedieningen'g n n f ^<br />

V„,J„ i J fe clvcn<br />

» ten beste van her<br />

bekend was geworden, doen gehete had £<br />

hooren „ b,y r en, g e z e g d j d a ^ ^<br />

zegd hebie» da„ de Uan ui, de P mc„ (J_<br />

door iemand, die *ch onkundig hield, gevrL<br />

r:;. w,edatwas?had<br />

^~rd,s<br />

Te meermaalen had g e m e l d e H c e r ^<br />

dereheuiene Leeden o a a e r S [ a d s R<br />

regelen verydeU wierden: d a t m e n i ,<br />

beurd was, dar wanneer Hy Ha,dpe„„„„ aris<br />

mer den Sradhouder was afgeCprokon, wei-<br />

»>g noren daarna, als Zyne Hoogheid me, der,<br />

Her-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 1$5<br />

Hertog gefprooken had, Hoogstdezelve Hem<br />

by een Biljet had laaten weeten, dat van ge­<br />

dachten veranderd was.<br />

Maar 't geen voornaamlyk in de jongfte ty­<br />

den, het wantrouwen en afkeer tegen den Her­<br />

tog had doen vermeerderen, was, de vertrouw­<br />

de ommegang met den Engelfchen Ambasfa-<br />

deur: en dat, na de ondraaglyke Memoriën,<br />

welke die Minister had overgeleeverd, ja tot<br />

het laatfle oogenblik, dat Hy dit Land verlaa-<br />

ten had: daar immers<br />

d e<br />

Hertog, die het be­<br />

ftuur der Staats-zaaken t aanging, en zoo<br />

dikwyls van zich afgaf, zich daarmeede niet te<br />

moeyen, geene verplichting had, om met dien<br />

Heer eenigen ommegang te hebben, dan die de<br />

burgerlyke beleeftheid vereischte. Aanftoote*<br />

lyk voornaamlyk waren geweest, zeekere Zon-<br />

dagfche Conferemien, die zelfs by Zyne Hoog­<br />

heid in 't oog waren geloopen, en de onge-<br />

fchiktheid de'rzelver, aan den Hertog te meer­<br />

maalen vertoond had.<br />

Burgemeesteren waren verre van te den-,<br />

ken, dat de Hertog, zoo als zulks fchandelyk<br />

verfpreid wierdt, door 't Engelsch Goud om­<br />

gekocht, het Land zou hebben willen verraa-<br />

den: dit kon niet opkomen in eenen Man van<br />

zyn aanzien en geboorte, bekend voor te zyn<br />

M 5 vry


l86* M E M O R I Ë N T O T<br />

vry van alle geldzucht en gierigheid: maar het<br />

gedrag der Engelfchen, voor het uitbreeken<br />

van den Oorlog, hunne geweldenaryen tegens<br />

de handeldryvende Ingezeetenen, zoo niet op<br />

last, ten minften met toelaatinr^ van het En-<br />

gelsch Ministerie gepleegd, hadden den Geest<br />

der gantfche Natie zoodanig verbitterd, dat<br />

niet als met afkeer kon befchouwd worden,<br />

al 't geen dat maar fchyn van goedgunfligheid<br />

voor de Engelfchen had. Het ongelukkigfte<br />

was, dat het ongenoegen tegen den Hertog op­<br />

gevat, het verwyt als of Hy de Engelfchen<br />

begunftigde, op Zyne Hoogheid was overge­<br />

gaan, dewyl men aan 's Hcrtogs raad toefchreef,<br />

de flapheid die men alom vermeende te befpeu-<br />

ren, in 't beftuur der publieke zaaken.<br />

Burgemeesteren hebben nimmer gctwyffeld,<br />

dat de eenige dryfveer van 's Hertegs gedrag<br />

is geweest eerzugt, en byzonder de vreeze, dat<br />

zoo Hy den Stadhouder aan zich zei ven over­<br />

liet , of toeliet dat Hoogstdezelve den raad van<br />

anderen innam en volgde, Hy daar door ver­<br />

liezen zou, dien onbepaalden invloed, dien<br />

Hy op den geest van zynen Pupil verkreegen<br />

had.<br />

Ten fterkilen dan overtuigd, dat de verwy-<br />

dering van den Hertog, eene allerheilzaamfte<br />

zaak


O P H E L D E R I N G , ENZ. 187<br />

za$: voor 't Land zou zyn, bcflooten Burge­<br />

meesteren, ter gekegenheid van de verzogte<br />

Conferentie, hunne meening deswegens rond-<br />

borftig, doch in ^uiterst vertrouwen, aan Zy­<br />

ne Hoogheid te k.-.nen te geeven.<br />

Zy lieten tot dat einde door den Penfiona­<br />

ris Vnjcher op het Papier brengen, 't geen zy<br />

vermeenden te moeten zeggen: en verzochten<br />

den Heere Temminck en My , het zelve by mon­<br />

de van evengemelden Penfionaris,, aan Zyne<br />

Hoogheid meede te deelen, en daarna in ,fchrif-<br />

te over te geeven.<br />

Wy vertrokken (de Penfionaris Visfcber, reeds-<br />

in den Haag zyndej Woensdag den 5 July der-<br />

waards. In 't Jacht lazen wy de Memorie noch<br />

eens na, en vonden noodzaaklyk de bewoor­<br />

dingen op veele plaatzen te veranderen, en zoo­<br />

danig in te richten, dat alle fchyn van befchul-.<br />

diging vermyd wierdt. Wy vermeenden te moe­<br />

ten toonen, dat Burgemeesteren die algemeene<br />

verregaande befchuldigingen, alleen op publie­<br />

ke geruchten fteunende, aanzagen als verdicht­<br />

zelen van allen grond ontbloot: dat zy den Her­<br />

tog hielden voor eenen Man, die gevoelens<br />

overeenkomftig zynen rang en geboorte hadt,<br />

die zy alleen vermeenden, dat uit hoofde der<br />

afgunst die men hem toedroeg , en van 't wan-<br />

1 trou-


183 M E M O R I Ë N T O T<br />

trouwen tegens Hem opgevat'? niet kon, ja tfa<br />

behoorde, Zyne Hoogheid als Raadsman , veel<br />

min als eenigfte Raadsman , te dienen<br />

Niemand dan de vier -geerende' Burgemeesteren<br />

en de Penfionaris Visfcher, had^n<br />

de bovengemelde Memorie geleezen: de Heeren<br />

van Maarfeveen, Graaflanden Bicker, welke<br />

twee laafden des tyds Gedeputeerden ter<br />

dagvaart waren, wisten wel dat WyZyrfeHoogheid<br />

over den Hertog zouden onderhouden,<br />

maar op wat wyze, was hun onbekend: gelyk<br />

Wy meede goed gedacht hadden, aan de Heeren<br />

van Dordrecht en Haarlem alleen te zeggen ,<br />

dat wy by Zyne Hoogheid eene audiëntie baddetl<br />

gevraagd, om Hoogstdenzelven over onze Propofit<br />

ia te onderkouden, en dat wy by die geleegenkeii<br />

van den Hertog zouden fpreeken. Zoo zeer hadden<br />

wy noodig geoordeeld te zorgen, dat alle'<br />

mooglyke geheimhouding betracht wierdt, om<br />

meesters te zyn, 't z y het voordel ingang vondt<br />

dan niet, van 't geen verder te doen zou daan.<br />

In den Haag gekomen, lieten wy door den<br />

Penfionaris Visfchtr, onze komst aan den Raadpensionaris<br />

melden, met verzoek, om aan Zyne<br />

Hoogheid kennis te geeven, van onze bereidwilligheid<br />

en verlangen, om met Hoogstdenzelven<br />

in conferentie te treeden-, en tot dat einde


O P H E L D E R I N G , ENZ. lÖp<br />

de het uur van Hoogstdeszelfs convenkntie te<br />

mogen weeten: daarby teffens verzoekende,<br />

dat Hy Raadpenfionaris by die conferentie tegenwoordig<br />

wilde zyn. Des. anderen daags melde<br />

ons evengemelde Heer, dat Zyne Hoogheid<br />

ons zou afwachten, Vrydags om half twaalf<br />

uurên, in 't Huis in 't Bosch;, en dat Hy Raadpenfionaris<br />

tegenwoordig zou zyn.<br />

De reede, om welke wy dit laatfte verlangden,<br />

was, dat wy ons vleüen, dat die Heer,<br />

die zich zoo meenigmaalen betreklyk den Hertog<br />

had uitgeladen 4 geene zwaarigheid zou<br />

maaken, het nadeelige, dat in de tegenwoordige<br />

omftandigheeden, in het uitlïeekend vertrouwen<br />

van Zyne Hoogheid op dien Heer lag<br />

opgefiooten, aan te dringen: daar Wy teffens<br />

gedacht hadden, beeter te zyn Hem geene<br />

voorafgaande kennis te geeven, om Hem<br />

niet in 't onaangenaam predicament te brengen,<br />

van te moeten kiezen, of ons voorneer<br />

men, voor de uitvoering, ter kennisfe van<br />

Zyne Hoogheid te brengen, of te zwygen , en<br />

daar door by gemelde Zyne Hoogheid te fchynen,<br />

eenigzints onheusch te hebben gehandeld:<br />

waarby noch kwam, dat volftrekt gelast zynde<br />

, den ftap te doen, Wy ons niet in 't gevaar<br />

wilden Hellen, met den Raadpenfionaris,<br />

zoo


100 MEMORIËN tof<br />

Zoo Hy dien afkeurde, daar over te twisten;<br />

Dewyl Wy hartelyk wenschten, dat -onze<br />

onderneeming ten beste van de gemeene zaak<br />

mogte gedyen, en begreepen, dat zulks mee-<br />

rendeels afhing van de wyze op welke Zyne<br />

Hoogheid ons voorfiel zou opneemen , 't welk<br />

zeekerlyk Hoo'gstdezelven, zoo niet te vooren<br />

eenigzints gewaarfchouwd was, noch vreem­<br />

der in de ooren moest klinken, oordeelden Wy<br />

noodig, dat Ik daags te vooren, als uit My zei­<br />

ven , in a'gemeene bewoordingen, van 't geen<br />

gebeuren zou, aan Zyne Hoogheid kennis zou<br />

geeven.<br />

• ïk zeide dan des Donderdags aan gem. Vorst<br />

in fubjiantie, ,, dat het voordel dat Wy 's an-<br />

„ deren daags zouden doen, Hoogstdenzelven<br />

„ denkelyk onaangenaam zou zyn : doch dat<br />

„ Wy dachten, zulks aan onze Stad, ons Land,<br />

„ onze Meede-regenten, en ons zeiven ver-<br />

„ fchuldigd te zyn: dat Burgemeesteren Hem<br />

s, Heere Prince van Orange volkomen ver-<br />

„ trouwden, maar den'Heere Hertog in 't ge-<br />

ji heel niet: dat zoo lang deez' Heer 's Prin­<br />

ts een Raadsman zou zyn, genoegzaam geenè<br />

„ goede correspondentie tusfchen ZyneHoog-<br />

„ heid en de Stad Amfterdam plaats zou kun-'<br />

nen hebben."<br />

•i Dat


O P H U D E R I K O , E N 7 . IQI<br />

„ Dat niet alleen Wy Amfterdammers, en<br />

„ andere, zoo Provintiale als Steedelyke Re-<br />

genten, tegen den Hertog waren, maar 's Prin-<br />

, 5 fen beste en vertrouwde Vrienden."<br />

?<br />

„ Dat zoo de Hertog een weldenkend Man<br />

„ was, en waarlyk 'sPrinfen Vriend, Hy zei-<br />

,', ven behoorde te begrypen, dat de afgunst<br />

„ tegen Hem zoo groot was, dat Hy met zy-<br />

„ nen raad geen dienst meer kon doen : en dus<br />

" behoorde aan te bieden, zich ten minften,<br />

„ voor eenen poos naar zyn Gouvernement,<br />

„ of elders, te retireeren."<br />

Zyne Hoogheidantwoordde, met veel bedaard-<br />

heid, onder anderen, dat de Hertog zyn Raads­<br />

man in alles niet was: dat men ongelyk had<br />

den Heer te mistrouwen: dat hyHem niet kon<br />

wegzenden, zoo uit hoofde der verplichting<br />

die hy aan Hem had, als der Post die de Her^<br />

t 0g in de Republiek, betreklyk tot de zeeven<br />

Provintien, bekleedde.<br />

Wy wisfclden eenen geruimen tyd verfchei-<br />

dene woorden, die Ik my thans niet herrinne-<br />

ren kan, noch aangeteekend heb, dan alleen,<br />

dat ik in 't affcheid neemen zei,Mynheer, Ik heb<br />

Uwe Hoogheid gezegd, zoo veel Ik macb, van't<br />

geen morgen gebeuren zal: wy zullen Uw Hoogheid<br />

V eecn-wy gezegd zullen hebben, vervat in eene<br />

• 6<br />

Mu


frjtè M E M O R I Ë N T O T<br />

Memorie, ter hand fteüenx lk bidde, dat Zy niet<br />

driftig worde, maar alles bedaar delyk aanhoor e,<br />

Uw Hoogheid kan zyne gedachten daar over laaten<br />

gaan, en zich daar na bepaalen. Hoogstdezelve<br />

nam zulks aan, en Wy lcheidden in goed<br />

verftand, zoo \ fcheen, van elkanderem<br />

Maar dien zelfden avond, of'sanderen daags<br />

's morgens vroeg, kreeg ik tyding, dat Zyne<br />

Hoogheid had kunnen goedvinden, den Hertogvan<br />

'tgeen Ik gezegd had kennis te geeven; en<br />

dat zedert daar over met deezen Heer in gefprek<br />

was geweest, de bedaardheid, in welke<br />

• Ik Zyne Hoogheid by 'i uitgaan gelaaten, en<br />

waar toe als zoo hoognoodig vermaand had,<br />

ten eenemaal verdweencn was.<br />

Des Vrydags overhandigde my de Raadpenfionaris<br />

in de Vergadering van Holland, een<br />

Biljet van Zyne Hoogheid, aan Hem Raadpenfionaris<br />

dien dag gefchreeven, in 't welk hoogstdezelve<br />

zich in fterke bewoordingen uitliet<br />

tegen 't oogmerk, dat onderftelde, dat van onze<br />

opwachting te zyn, en tegen de ongevoeg-<br />

Jykheid van 't geen Wy zouden'vorderen. Zyne<br />

Hoogheid fprak met grooten ernst, van<br />

zyne verplichtingen aan den Hertog: zeide<br />

-dat dien Heer befchouwde als zynen tweeden<br />

Vader, en tot 't geen men van Hem wilde vergen<br />

, nimmer zou overgaan. \\


O P H E L D E R I N G , ENZ. I93<br />

Ik deelde dat Biljet meede aan de Heeren<br />

Temminck en Visjcher; het maakte, noch kon<br />

ook niet maaken, daar Wy gelast waren, eenige<br />

verandering in ons voorneemen. Ik (telde<br />

het weder ter hand aan den Raadpenfionaris, en<br />

Wy namen de reis naar 't Huis in 't Bosch aan.<br />

Na dat de Raadpenfionaris aldaar meede was<br />

aangekomen, traden Wy gezamentlyk binnen,<br />

en na de gewone wederzydfche heuschheeden,<br />

gezeeten zynde, zei de Penfionaris Visfcher,<br />

in fubfiantie, „ dat het betoond verlangen van<br />

„ Zyne Hoogheid, om met eenige Regenten<br />

„ van onze Stad, eene conferentie te hebben,<br />

„ over de bewuste propofitie van den 18 May<br />

„ laastleeden, Burgemeesteren ten hoogfte aan-<br />

„ genaam was geweest, en wel byzonder, door-<br />

„ dien zy daardoor eene gunftige geleegenheid<br />

„ kreegen, om aan Zyne Hoogheid rondbor-<br />

„ ftig opening te doen, van de reedenen, om<br />

welke zy en de andere Regenten, dikwyls<br />

„ vermeenden, aan Zyne Hoogheid niet te<br />

kunnen geeven, die blyken van vertrouwen,<br />

„ die zy gaarne, overeenkomftig de hoogach-<br />

„ ting die zy, voor zyn Perzoon en hoedanig-<br />

„ heeden hadden, aan Hoogstdenzelven zou-<br />

„ den willen geeven." Voorts verlof gevraagd<br />

hebbende om Zyne Hoogheid voor te draagen,<br />

I. DEEL, N *t geen


194 M E M O R I Ë N T O T<br />

't geen waar meede Wy gelast waren, begon Hy<br />

Penfionaris de bewuste Memorie (a) voor te<br />

kezen.<br />

Zyne Hoogheid toonde al van den beginne<br />

eenige ongeduldigheid, maar toen de eerfte periode<br />

betrekkelyk den Hertog begonnen was,<br />

viel Hoogstdezelve den Penfionaris in de reeden,<br />

zeggende, Myn Heeren dat kan Ik den Hertog<br />

niet verzwygen, Ik zou het niet kunnen verantwoorden.<br />

Ik verzocht Zyne Hoogheid den<br />

Penfionaris toe te ftaan, het ftuk uit te kezen :<br />

waarmede dan voortgevaaren zynde, wierdt Hy<br />

weder geftoord, door den Raadpenfionaris, toen<br />

gekomen was aan de periode, in welke van hem<br />

gefprooken wierdt. Hy zeide „ niet te kun-<br />

„ nen nalaaten , den Heer Visfcher in te vallen,<br />

„ doordien zich niet herinnerde iets dierge-<br />

„ lyks gezegd te hebben, en zich alleen zedert<br />

„ eenen geruimen tyd om reedenen onthouden<br />

„ had, met den Hertog te fpreeken."<br />

De Heer Visfcher een wyl gezweegen hebbende,<br />

antwoordde; Wy hooren met verwondering<br />

Myn Heer, dat U Ed. zich daar van niets herinnert:<br />

Wy zouden doch de plaats daar, zoo alsfVy<br />

onderricht zy», £7 Ed. zich dus heeft uitgelaaten,<br />

O) Zie die Memorie in de Jaarboeksn 1781. bl. 1166:<br />

en


O P H E L D E R I N G , ENZ. 195<br />

en Lieden, die tegenwoordig zyn geweest, kunnen<br />

opnoemen, {cf)<br />

Na deeze korte ophouding, ging de Penfionaris<br />

i'ifchcr voort, en de leezing geëindigd<br />

hebbende, gaf hy de Memorie aan Zyne Hoogheid<br />

over.<br />

Gedurende dezelve was het ongenoegen' van<br />

Zyne Hoogheid oogfchynlyk vermeerderd , en<br />

Hoogstdezelve zeide aanftonds met veel heevig-<br />

{a) Burgemeesteren hadden in 't eerde wel in twyffel<br />

geweest, of zy die byzonderheid in hunne Memorie had-<br />

den behooren te «ellen, als mooglyk te nakomende, aan<br />

't geen de Raadpenfionaris, min of meer in vertrouwen<br />

gezegd had, zy hadden ook om deeze reeden geen gebruik<br />

willen maken, vau 't geen zyn Ed. by onderfcheidene ge-<br />

legenheeden, aan de Heeren Qlifford, van de Poll, Maar-<br />

feveen, Graafland, Fisjckerea My gezegd had: maar aan.<br />

gaande dit voorgemeld, waaren zy, vooreerst, onder­<br />

licht, dat zyn Ed. het zelve , of iets diergelyks, in te-<br />

genwoordigheid van veelen, in de Vergadering van Hol­<br />

land, gezegd had: ten anderen, was Hem voorgekomen,<br />

niets onbefcheiden in dezen te zyn opgeflooten, dewyl<br />

Zyne Hoogheid zeer wel onderricht was, van het misver-<br />

ftand, dat tusfchen den Hertog en den Raadpenfionaris<br />

Plaats had: eindelyk, hadden Burgemeesteren geene zwaa-<br />

righeid gevonden, om dit, in deeze Conferentie te zeg.<br />

gen , dewyl hunne oprechte meening was, het verhandel­<br />

de toe niemands kennis te brengen, dan van Zyne Hoog-<br />

heid en van den Raadpenfionaris zeivan. .<br />

N 2


M E M O R I Ë N TOT<br />

vigheid, (in fubftantie,) >, dat de ftap dien<br />

„ Wy deeden, ongehoord en ten uiterfte hoo-<br />

„ nende voor zyn Perzoon was: dat men nooit<br />

„ iets diergelyks, aan een zyner Voorzaaten<br />

„ gezegd had, of zou hebben durven zeggen:<br />

„ dat men op meerder had toegelegd dan op het<br />

„ wegjaagen van den Hertog: dat men met dien<br />

„ Heer beginnen, en met Hem en zyn Huis ein-<br />

» d<br />

>gen zou : dat Amfterdam 'er op uit was om<br />

„ hem alle gezach af te neemen, en fteekind te<br />

„ maaken: dat men op hem wilde doen koo-<br />

„ men de haat van 't geen men zelfs gedaan<br />

„ had: dat Amfterdam de oorzaak was van alle<br />

„ de onheilen die het Land overkwamen: dat<br />

„ hy ondertusfchen niet zou dulden, dat den<br />

„ Hertog eenige kleinigheid wierdt aangedaan:<br />

J, dat men eene laagheid van hem kwam te vor-<br />

» deren, met te eisfchen dat hy zynen twee-<br />

„ den Vader , zynen Voogd, die gedurende<br />

M z<br />

yne minderjarigheid over hem door's Lands<br />

„ Overheid gefteld was geweest, zou wegjaaj><br />

gen: dat al wilde hy, hy het niet zou kun-<br />

„ nen doen, doordien die Heer in dienst van<br />

» Hun Hoog Moog. was: dat het fchaadelyk<br />

„ zou zyn, eenen Man van die geboorte en<br />

„ dien rang, als eenen fchelm enverraaderweg<br />

„ te jaagen: dat hy nimmer daar toe komen<br />

„ zou


O P H E L D E R I N G , ENZ. IQ?<br />

„ zou, enz." Voorts beweerde Zyne Hoogheid,<br />

dat Hy den raad van den Hertog niet<br />

altyd volgde, als, by voorbeeld, toen Hy het<br />

verkenen der Schotfe Brigade, tegen den<br />

zin van den Hertog, begunftigd had.<br />

Toen de drift, met welke Zyne Hoogheid<br />

zich geuit had, eenigzints bedaard was, gaf de<br />

Raadpenfionaris in bedenking, of het niet genaden<br />

zou zyn, dat de Heeren van Amfterdam,<br />

de Memorie weder te rug ontvingen, en<br />

deeze zaak gezust wierdt.<br />

Zyne Hoogheid daarop zwygende, en Ik gemerkt<br />

hebbende, dat de Heer Temminck voorde<br />

wedergeeving was, nam het woord op, en zeide<br />

(in fubftantie) „ dat het ons leed deedt,<br />

„ ons voorftel, door Zyne Hoogheid zoo eu-<br />

„ vel te zien opneemen; doch niet verwon-<br />

„ derd waaren, dat gevoelig was, aan 't geen<br />

„ betrof een Perzoon, zoo naauw aan Hoogst-<br />

„ denzelven verbonden: dat ons zulks van<br />

„ harte leedt deedt, doch overtuigd waren,<br />

„ dat zoo aan het voorgeftelde niet voldaan<br />

„ wierdt, de zaaken nimmer wel zouden gaan:<br />

„ dat wy dierhalven geoordeeld hadden, de<br />

„ ftap dien Wy deeden, voor het gemeenebest<br />

„ volftrekt noodig te wezen: dat Wy reeden<br />

„ willende geeven, waarom Wy dikwyls moes-<br />

Ni 3 „ ten


TpS M E M O R I Ë N T O T<br />

„ ten fchynen, in Zyne Hoogheid niet te ftel.<br />

„ len dat vertrouwen, dat Wy zeiven wenscb-<br />

„ ten, in Hoogstdenzelven te kunnen ftellen ,<br />

„ vermeend hadden, eindelyk onze meening<br />

,, rondborftig te moeten veskjaaren : dat Wy<br />

„ voorts met hartelyk leedweezen gehoord<br />

„ hadden, dat Zyne Hoogheid ons verdacht<br />

„ hieldt, als of Wy tegen Hoogstdenzelven<br />

„ en deszelfs Huis iets euvels in den zin had.<br />

„ den : dat Wy op het ernftigst en heiligst kon-<br />

„ den verklaaren, de hoogfte achting gepaard<br />

met geneegenheid te hebben voor deszelfs<br />

„ Perzoon en Huis: dat Wy vertrouwden, dat<br />

„ het zeggen, dat Wy eerst den Hertog, en<br />

„ daar na Zyne Hoogheid zeiven, zouden wil-<br />

len wegzenden, geen ernst was: dat Wy niet<br />

„ twyffelden aan de gevoelens van de Regee-<br />

„ ring van Amfteldam in 't algemeen, en van<br />

„ de onze de krachtigfte verzeekeringen kon-<br />

„ den geeven, dat verre van Zyne Hoogheid<br />

„ in iets te willen verkorten, Wy altyd gereed<br />

„ zouden zyn, om Hoogstdenzelven alle bly-<br />

M ken te geeven, van verknogtheid aan des-<br />

„ zelfs Perzoon en aanzienlyk Huis: dat wat<br />

„ betrof het voordel van den Raadpenfiona-<br />

„ ris, om onze Memorie weder terug te nee-<br />

„ men, Wy volgen zouden het goedvinden<br />

» van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 199<br />

van Zyne Hoogheid: dat van den inhoud<br />

„ niemand kennis had, dan de vier regeerende<br />

„ Burgemeesteren en de Penfionaris Visfcher,<br />

en ook geen anderen, ten zy Zyne Hoog-<br />

„ heid het anders mogt goedvinden, daar van<br />

„ kennisfe zouden krygen: eindelyk, dat het<br />

„ volkomen aan Hoogstdenzelven ftondt, de<br />

„ Memorie te houden, of weder te geeven."<br />

Zyne Hoogheid daarop gezegd hebbende,<br />

niet te kunnen nalaaten, alles aan den Heere Hertog<br />

mede te deelen,om denzelven dus gelcegenheid<br />

te geeven zich te zuiveren van 't geen waarmeede<br />

fVy hem betichtten, nam Ik de vryheid om te<br />

doen opmerken „ dat Wy dien Heer met mets<br />

„ beticht hadden, maar alleen gezegd, dat de<br />

„ haat en wantrouwen tegen zyn Perzoon<br />

" zoo hoog gereezen waren, dat zyne tegen-<br />

" woordigheid niet als fchadelyk kon zyn:<br />

„ dat doch Zyne Hoogh. volkomen meester<br />

" was, de Memorie in handen van den Heere<br />

" Hertog te ftellen, om zich by het Publiek<br />

" te kunnen verontfchuldigen: maar dat Ik<br />

l doch in overweeging gaf, o£ het wel raad-<br />

„ zaam voor dien Heer zou zyn, dat de Me-<br />

" morie publiek wierdt. Ik voegde daar einde-<br />

. l yk by, dat ons voorneemen geenzints was,<br />

" den Hertog fchandelyk te doen vi?egjaagen,


SOO MEMORIËN TOT<br />

„ zoo als Zyne Hoogh. goedgevonden had te<br />

„ zeggen: dat in tegendeel de Stad van Am.<br />

* ft2rdam d e e e r f t e<br />

^ zyn, om te trachten<br />

zyne retraite honorabel en aangenaam te maa<br />

» ken, door aan Hem te doen verzeekeren, het<br />

„ behoud van alle zyne Tytuls en Weddens<br />

„ Hem door de Provintie van Holland in 't<br />

* byzonder, of door de Provintien te zaamen<br />

»> toegelegd."<br />

Deeze discourfen, in fubftantie, over en weder<br />

gehouden zynde, drong de Raadpenfionaris<br />

andermaal aan, op het wederneemen der Memone.<br />

Wy verzeekerden nochmaals, dat wat<br />

ons betrof, Wy geen ander voorneemen hadden,<br />

dan het in deeze Conferentie voorgevallene<br />

te doen blyven, binnen de vier muuren<br />

tusfchen welken wy zaaten; ten zy Zyne Hoo,iieid<br />

mocht oordeelen, anders beeter te zyn<br />

dat Hoogstdezelve volkomen meester was te'<br />

zeggen of te doen, * geen zou goedvinden.<br />

Hierop gaf Zyne Hoogheid de Memorie weder<br />

aan den Penfionaris Visfcher.<br />

Het gefprek wierdt daarna zeer bedaardmen<br />

bleef noch lang, dewyl de audiëntie wei<br />

anderhalf uur duurde, over onderfcheidene<br />

zaaken fpreeken: eindelyk opgeftaan zynde,<br />

zeide Ik Cin fubftantie; „ dat hoe zeer deeze<br />

,, au-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 201<br />

„ audiëntie met veel heevigheid en drift be-<br />

„ gonrjen was, waartoe het ons leed was oor-<br />

,, zaak te hebben gegeeven, Wy hoopten dat<br />

,, Zyne Hoogheid overtuigd zou zyn, dat Wy<br />

,, geen ander oogmerk dan 't welzyn van 't Va-<br />

„ derland hadden: dat Wy gaarne daartoe met<br />

„ Zyne Hoogheid in alle vertrouwen altyd<br />

„ zouden meedewerken: en nimmer nalaaten<br />

„ te trachten, blyken te geeven van onze ver-<br />

„ knochtheid, aan deszelfs Perzoon en door-<br />

„ luchtig Huis." Waarop Zyne Hoogheid antwoordde,<br />

Ik hoop daarpreuves van te zullen hebben.<br />

Zoodanig was de wyze op welke gedaan is,<br />

eene ftap die in den tyd zo veel geruchts ge»<br />

maakt heeft, en van welke de gevolgen van<br />

zoo veel gewichts geweest zyn. De Hertog<br />

heeft getracht om die te doen befchouwen,<br />

als ten uiterften ftrafwaardig; en wel onder anderen,<br />

om dat zy door Burgemeesteren alleen, -<br />

zonder voorkennis en goedkeuring van de andere<br />

Leeden der Regeering, gefchied was.<br />

Maar, voor eerst, is Burgemeesteren toegefcheenen,<br />

dat het geen Regenten in hunne qualiteit<br />

doen, en zich verplicht achten, ter bevordering<br />

van de publieke zaak, die zy meede<br />

helpen beftuuren, te moeten doen, geen betoog<br />

, veel min verontfchuldiging noodig heeft.<br />

N 5 Ten


202 M E M O R I Ë N T O T><br />

Ten anderen hebben zy vermeend, dat de*<br />

wyl zy als Burgemeesteren aan 't hoofd van de<br />

Regeering van hunne Stad gefteld zyn, zy volkomen<br />

gerechtigd waren, tot het geene zy verricht<br />

hadden. *t Is waar zy zouden in andere<br />

gevallen mooglyk aan de Vroedfchap verantwoordelyk<br />

zyn, van zonder deszelfs voorkennis<br />

te hebben gehandeld, maar in het geval in<br />

questie, hebben zy geoordeeld, zich meerder<br />

verantwoordelyk te zullen maken, door eene<br />

ontydige mededeeling, waar door de zaak<br />

ruchtbaar zou zyn geworden: daar zy zich<br />

doch konden vleien, niet alleen de goedkeuring,<br />

maar den lof van den ganfchen Raad te<br />

zullen wegdraagen: zoo als dat daarna ook gebleeken<br />

is.<br />

Niet ongegrond komt my voor, 't geen ter<br />

geleegenheid, van het tusfchen Zyne Hoogheid<br />

en de Heeren van Amfterdam, voorgevallene,<br />

door Commisfarisfen van de Vroedfchap<br />

van die Stad, in het rapport vervat in<br />

de Refolutie van gem. Vroedfchap van


O P H E L D E R ING, ENZ. aoj<br />

nen, hoe ook genaamd, zyn gemêleerd, mits dien<br />

niets anders dan eene geheime Converfatie tusfchen<br />

eenige Leeden van de hooge Regeering van deeze<br />

'Provintie, over zaaken den ftaat van dit Land concerneerende,<br />

heeft uit gekeverd: waar van Commisfarisfen<br />

dan ook niet behoeven te zeggen: dat volgens<br />

den aard der zaaken, daarvan aan niemand,<br />

wie het ook weezen mogte, eenige verantwoording<br />

verfchuldigd is.<br />

De driftige wyze op welke de Hertog, het<br />

ftuk behandeld en fatisfaftie geëischt heeft, wegens<br />

gezegdens die Hy erkent, aan den Prince<br />

Èrfftadhouder in 't geheim te zyn gehouden,<br />

én door deezen alleen aan Hem te zyn medegedeeld,<br />

fchynt geheel ftrydig te zyn geweest,<br />

met deszelfs gewoone ingetogenheid, en met<br />

deszelfs {taalkundige en voorzichtige handelwyze.<br />

Zyne Hoogheid had in 't begin gezegd, het<br />

voor den Hertog niet te mogen verzwygen,<br />

op dat Hy zich zou kunnen verontfchuldigen:<br />

maar die befchuldigingen, (zoo 't geen Wy gezegd<br />

hebben dus genoemd kan worden,) waren<br />

immers van geenen klem, zoo Zyne Hoogheid<br />

ze onder zich gehouden had: dewyl, gelyk Ik<br />

van den beginne reeds had doen opmerken,<br />

de verontfchuldigingen, aangezien de algemeens


204 M E M O R I Ë N TOT.<br />

ne vooringenomenheid, by weinigen ingang<br />

zouden gevonden hebben. Ondertusfchen is<br />

het ten hoogflen noodlottig geweest, dat eene<br />

zaak die met een goed oogmerk begonnen was<br />

die van goed gevolg zou hebben kunnen Z y n *<br />

zoo de Hertog begreepen had, dat eenehono!<br />

rable en voordeelige aftreeding beeter, dan<br />

een onrustig en onaangenaam leeven was, niets<br />

heeft uitgewerkt, dan de tweefpalt, haatelykheid<br />

en verdeeldheid grooter te maaken<br />

Naauwlyks waren Wy des anderen daags te<br />

Amfterdam weder aangekomen, of Wy wierden<br />

onderricht, dat Zyne Hoogheid aan den<br />

Hertog, van 't geen Wy voorgedraagen hadden,<br />

gezegd had, 'c geen Hoogstdezelve vermeen,<br />

de daarvan te hebben onthouden.<br />

De goedwilligheid, met welke men voldaan<br />

had aan het voorftel van den Raadpenfionaris<br />

om de Memorie terug te neemen, wierf daardoor<br />

met alleen nutteloos, maar Burgemeeseren<br />

hepen gevaar, dat, 't geen zy hadden laaten<br />

zeggen, verkeerd of gebrekkig aan 't Publiek<br />

zou meedegedeeld worden. Zy beflooten<br />

daarom, de bewuste Memorie aan den Raadpenfionaris<br />

te zenden, met verzoek om dezelve<br />

aan Zyne Hoogheid ter hand te ftellen<br />

Ingevolgen gi„ g af, d e Brief t e vinden on-<br />

der


O P H E L D E R I N G , ENZ. 305<br />

der de Bylagen La. E. i. l c<br />

°. op welke daadlyk<br />

volgde, het antwoord van gem. Heer. E a.lco.<br />

' Weinige dagen daarna kwam in het licht een<br />

Brief van den Hertog, aan Hun Hoog Mog.<br />

in-dato 21 July, fV) die zoo veel mooglyk,<br />

den zelfden dag alomme verfpreid , en gezon­<br />

den wierdt, aan alle Hoofd Officieren en Com­<br />

mandanten , tot in de minfte Garnizoen plaat­<br />

zen.<br />

Burgemeesteren namen toen in overweeging,<br />

om hunne Memorie meede te laten drukken:<br />

doch de beloofde geheimhouding wederhield<br />

hen zulks te doen, voor dat zy door het rap­<br />

port in de Vergadering van Holland, eene wet­<br />

tige kennis zouden gekreegen hebben, van het<br />

voorgevallene ter Generaliteit. Toen de Raad­<br />

penfionaris daar van het rapport gedaan had,<br />

hadden de Heeren Hooft en Elias, en Ik, gaar­<br />

ne gehad, dat de bewuste Memorie beneffens<br />

een kort verflag van den toedragt der zaake,<br />

door Stads Gedeputeerden ter gem. Verga­<br />

dering waren ingebracht, en in de Notulen<br />

gefteld geworden: doch de Heer Temminck en<br />

verdere Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart,<br />

op raad, zoo zy zeiden, van onze Vrienden<br />

van<br />

(*) Jaarboeken 1781. bL 117'.


2o5 M E M O R I Ë N T O T<br />

van Dort en Haarlem, kwamen zulks niet m:<br />

en onze Memorie wierdt blotelyk aan de Vergadering<br />

medegedeeld. Doch Burgemeesteren<br />

konden dit niet goedkeuren, en gelasten op<br />

nieuws meergem. Gedeputeerden, by de eerfte<br />

geleegenheid, aan Hun verlangen te voldoen;<br />

Intusfchen waren by Hun Hoog Mog. op<br />

den 2 en 4 July, min of meer voor den Hertog<br />

gunftige Refolutiën genomen, (a) De Staaten<br />

van Utrecht hadden zoo dra mooglyk,'een<br />

Placaat tegen alle Pasquillen, byzonder tegen<br />

den Hertog, beraamt, (b) Maar geene Provintie,<br />

of ten minften de meerderheid der Staatsieeden<br />

in dezelve, fcheen zich 's Hertogs zaak<br />

zoo aan te trekken, als Gelderland. (Y)<br />

Geen wonder zou het zekerlyk geweest zyn,<br />

dat de Staaten der zeven Provintien, zich hadden<br />

aangetrokken, het gezegden, tegens eenen<br />

zoo aanzienlyken Amptenaar, als hunnen Veldmaarfchalk,<br />

zoo in'der daad waar was geweest,<br />

't geen in de aangehaalde Refolutie van 2 Ju-<br />

(a) Jaarboeken 1781. bl. 1357, en 1360.<br />

(i) Jaarboeken 1781. bladz. 1301.<br />

O) Kortheid's halven zal ik den Leezer wyzen, 20Q<br />

hy verlangt te weeten wat by de audere Provintien in<br />

deeze zaak gerefolveerd is toe de Jaarboekea van 1781<br />

«n 1782.


OP H E L D E R I N G , ENZ. 20?<br />

ly gefteld was, naamlyk, dat gemelde Veldmaarfchalk,<br />

door de Heeren van Amfterdam,<br />

openlyk geblameerde as geworden: maar daar, gelyk<br />

naar waarheid gezegd is, het voorneemen<br />

was, geene de minfte publiciteit, aan den gedaanen<br />

ftap te geeven, en daarvan de fterkfte<br />

verzeekering aan den Prince Erfftadhouder<br />

gegeeven was, verviel daardoor 't geen Hun<br />

Hoog. Mog. vermeenden, in dien ftap voor hunnen<br />

Veldmaarfchalk opendyk beleedigend te<br />

zyn.<br />

Toen de Raadpenfionaris op den 4 July ter<br />

Vergadering van Holland rapport had gedaan,<br />

van 't geen ter Generaliteit was voorgevallen, en<br />

daarop des anderen daags geraadpleegd wierdt,<br />

waren in 't begin, 14 van de 19 Leeden voor<br />

het eenvoudig overneemen van den Brief van<br />

den Hertog: maar de Raadpenfionaris, die denkelyk<br />

wilde toonen, dat Hy zoo kwalyk niet<br />

met-den Hertog was, als de Heeren van Amfterdam<br />

hadden voorgegeeven, wist eenige Leeden<br />

te overreeden, en dat op eene wyze den anderen<br />

zeer onaangenaam; met naamlyk, de advyzeerende<br />

Leeden in de reede te vallen; met<br />

twee a drie maal omvraage te doen; ja zelfs met<br />

eenigen onheuschlyk aan te fpreeken. Hier<br />

door lieten 5 van de 14? zich overhaalen, zoo<br />

dat


ao8 M E M O R I Ë N T O T<br />

dat met 10 tegen 9 ftemmen beflooten wierdt,<br />

den Brief Commisforiaal te maaken: waar tegen<br />

Dordrecht, Haarlem, Leiden, Amfterdam, Rotterdam,<br />

Schiedam en Alkmaar doch eene aanteekening<br />

lieten doen.<br />

Die de loop der Vergadering van Holland<br />

niet kennen, zullen mooglyk niet bezeffen,<br />

waarom de Raadpenfionaris zoo fterk voor 't<br />

Commisforiaal maaken, Amfterdam voor 't overneemen<br />

was: maar zy gelieven te weeten, dat<br />

wanneer men aldaar voorziet, dat de Gedeputeerden<br />

, die als Conciliarii Principes, meer endeels<br />

zonder last in de Befognes advyzeeren, op de<br />

zaak die men wil doen doorgaan, gunftiger<br />

denken, dan van de Vroedfchappen verwacht<br />

wordt, men dan tracht zoo eene zaak Commisforiaal<br />

te maaken. 't Is waar, het rapport<br />

van t Befogne kan daar na ter deliberatie van<br />

die Vroedfchappen gebragt worden: maar dat<br />

kunnen de Gedeputeerden dikwyls vermyden,<br />

en ondertusfchen heeft men ook een gunftig<br />

rapport in de waereld weeten te brengen.<br />

Terwyl dat de zaak van den Hertog de op<br />

lettenheid van 't Publiek gaande hield, kwam<br />

de Heer van Lynden van Blitterswyk, laatst<br />

's Lands Minister te Stokholm, aan 's Stads<br />

Gedeputeerden in 's Hage mondeling kennis<br />

gee»


O P H E L B E I i . I N G , Ê N Z k<br />

9Ö0<br />

ireeven, dat Hy eenige daagen te vooren , aan<br />

Zyne Hoogheid verklaard had, de aan Hem*<br />

opgedraagene Commisfie naar Weenen, niet te<br />

zullen aanneemen, noch eenige Buitenlandfche<br />

hoegenaamd, zoo lang de Hertog van Brunsvvyk,<br />

de invloed op de Geest van den Prins 5<br />

en in 't politiek beftuur der zaaken zou hebben<br />

, dien Hy thans had: verzoekende Hy Heet?<br />

van Lynden, dat Gedeputeerden van dit zytï<br />

gezegden, aan hunne Committenten kenni3<br />

wilden geeven.<br />

Deezen Heer had op den Zelfden tyd, aait<br />

den Prefident van Hun Hoog Mog. eenen brief<br />

ter hand gefteld, (a) doch denzelven'sanderen<br />

daags wederom verzocht, en ze direct aan dé<br />

Vergadering van Hun Hoog Mog, afgezonden*<br />

Na dat Burgemeefteren van 't gezegden van<br />

den Heere van Lynden kennis hadden gekreegen,<br />

hadden zy 's Stads Gedeputeerden gelast<br />

te trachten, dat aan de Hollandfche Gedeputeerden<br />

ter Generaliteit, last zou worden gegeëven,<br />

om ter Vergadering van Hun Hoog Mog*<br />

voor te ftellen, dat aan gem. Heer van Lynden<br />

zou worden afgevraagd, welke reedenen zyn Ed.<br />

had, om zoo kwalyk te denken van den invloedvan<br />

den<br />

(«) Jaarboeken van 1781. bladz. 13874<br />

I. DEEL. O


2IO M E M O R I Ë N T O T<br />

den Hertog. Maar toen meergem. Heer hier<br />

van kennis wierdt gegeeven, véïftond men<br />

met geene geringe verwondering, dat Hy j n<br />

een gefprek met 's Stads Gedeputeerden, de<br />

Heeren J. Graafland Pietersz. en Penfionaris<br />

Visfcher verzocht had, „ in geene deelen daar<br />

„ in behaald te worden, dat zyn naam en mis-<br />

„ live aan Hun Hoog. Mog, niet moest g e.<br />

„ noemd worden: dat die Misüve by Holland<br />

» zoo wel, als by de andere Leeden van de<br />

„ Generaliteit, voor Notificatie mogt wor-<br />

„ den aangenoomen": dat hy ons alleen de we*<br />

geweezenhad. Waar op gevraagd Z y nde, wat<br />

Hy verftondt door deeze laatfte woorden, was<br />

-het antwoord, dat aan Zyne Hoogheid door een<br />

formeels deputatie onzer Stad, behoorde, OP ZYN<br />

WOORD VAN CAVALIER , gevraagd te worden, of<br />

Hoogstdezelve den Hertog als eenig Confulent had<br />

aangenoomen, en of daarvan een a£te gepasfeerd<br />

•was. Meermaalen aandringende op het vraagen<br />

naar dat Confulentfchap, beoogende daar meede<br />

de Acte die daar na zoo veel gerucht gemaakt<br />

heeft.<br />

Burgemeesteren waren door My onderricht<br />

geworden, van 't geen My wegens die Ade,<br />

door middel van mynen waarden en hooggeachten<br />

Vriend den Heere F. Fagel, tweeden<br />

Grif-


O P H E L D E R I N G , SN 2. £11<br />

Griffier van Hun Hoog Mog. (wiens affieï-<br />

ven in den bloei zyner jaaren, voor zynevriert»<br />

den grievende, en voor het Vaderland nood»<br />

lottig geweest is,) bekend was, 't geen beflond<br />

in 't volgende:<br />

Evengeraelde Heer had my in 't jaar i?68,<br />

toen Ik in den Haag, als Gedeputeerde in de<br />

Hollandfche Rekenkamer, woonachtig was,<br />

verhaald, „ dat de Heer van Bleiswyk. toen<br />

„ noch Penfionaris van Delft, en den Heere<br />

Erfftadbouder en den Hertog byzonder toe-<br />

,', gedaan, aan zynen Vader den Heere Grfiier<br />

„ Fagel gezegd had, dat dewyl Hun Hoog<br />

„ Moe hadden goedgevonden, by hunne Re-<br />

„ folutie van 14 April 1766, de Keizerin te<br />

„ vezoeken, den Hertog, die in haare Ma-<br />

„ jefteits en des Ryks dienst was, toe te laa-<br />

„ ten, noch tenigen tyd met zynen wyzen raad,<br />

Zyne Hoogheid te adfifteeren; en dat het ver-<br />

" zoek was toegeftaan, het noodig was gem,<br />

Hertc daar toe als nu te verbinden". » Dat<br />

l gem. Griffier daarop gevraagd had, wljj*<br />

„ zal daartoe het noodig opftel maaken, en de Heer<br />

„ van Bleisvoyk geantwoord, dat zal Ik weldoen.<br />

„ Dat eene korte poos daarna, laatstge-<br />

, melde Heer een concept van die Acte aan den<br />

„ Griffier vertoond had, doch dat deeze met<br />

O 3 i» ^


212 M E M O R I Ë N TOT<br />

„ had kunnen goedkeuren, dat in het eerfte<br />

„ Articul zonder bepaaling gezegd wierdt, dat<br />

„ de Hertog Zyne Hoogheid met raad en daad,<br />

„ TEN ALLEN TYDE, zou hy/laan. als daar<br />

„ in opgeflooten leggende, eene verplichting,<br />

„ als of Zyne Hoogheid ten allen tyde den raad<br />

„ van den Hertog zou moeten vraagen: dat<br />

„ de Heer Griffier dierhalven vermeend had,<br />

„ dat noodwendig, i n plaats van ten allen ty-<br />

» den, behoorde gefteld te worden, zoomeenig.<br />

„ maal wy zulks van Hoogstdenzelven zullen re-<br />

„ quireeren, en voor ons dienftig en noodig oor-<br />

„ deden: als meede dat de duurzaamheid van<br />

„ opgeroeide verbintenis bepaald wierd, op 3<br />

„ jaaren. Dat men daarop goedgevonden had,<br />

„ ingevolge de eerfte aanmerking de zoo even-<br />

„ gem. woorden in Art. 1. te ftellen: en om te<br />

„ voldoen aan de andere, in 't einde by te<br />

„ voegen, en dit alles alzoo byprovifie, en tot<br />

„ ons wederzyds kennelyk wederzeggen toe".<br />

„ Dat de acte op dien voet gepaleerd was,<br />

„ met kennis en goedkeuring van den Raad-<br />

„ penfionaris Stein, doch buiten weeten van<br />

„ den Heer van Rhoon, die daar na dezelve ten<br />

„ hoogften had afgekeurd, gelyk meede den<br />

„ Engelfchen Arnbasfadeur Ridder Torke ge-<br />

„ daan hadt.<br />

In


O P H E L D E R I N G , ENZ. 213<br />

In het begin van 1781, fpreekende met Zyne<br />

Hoogheid, over het groot ongenoegen, dat<br />

Burgemeesteren van Amfterdam, en veel Regenten<br />

met hun, tegen den Hertog hadden<br />

opgevat, en Hoogstdenzelven verzeekerende,<br />

dat de voornaame en mooglyk eenige grond<br />

daar van was, het misbruik dat men vermeende,<br />

dat gem. Heer maakte, van den invloed,<br />

die op Princen's geest, door de gegeevene<br />

opvoeding verkreegen bad, fprak Ik van die<br />

Acte: Zyne Hoogheid zeide my hoofdzaaklyk<br />

den inhoud, en voegde daar by, dat de guarantie<br />

ten behoeven van den Hertog, die in dezelve<br />

gevonden wordt, tot geen ander einde<br />

daar in gefteld was, als om dien Heer te be<br />

vryden, van alle gevolgen, van wegens den<br />

Prins en Princesfe van Weilburg, by het affterven<br />

van Hem Prince van Oranje, wiens<br />

toeftand des tyds gezondheidshalven zeer bedenkelyk<br />

was.<br />

De jonge Heer Fa gel had my zelfs onderricht<br />

, dat de Hertog de evergemelde glimp aan<br />

die Aéle had willen geeven, maar datHy, de<br />

Heer van Rhoon, en andere Vrienden van Zyne<br />

Hoogheid, van gedachten waren, dat die<br />

Heer daar meede zyn voorneemen had willen<br />

bewimpelen , en onder fchyn van zich tot het<br />

O 3 gee- 1


214 M E M O R I Ë N T O T<br />

geeven van raad te verbinden, zich genoegzaam<br />

tot eenigen raadgeever te maaken, en anderen<br />

te verwyderen. Die voorneemen wierdt<br />

waarfchynlyker, door 't geen te vooren door<br />

den Heer van Bleiswyk in de Acte gefteld, en<br />

alleen op aanhouding van den Griffier veranderd<br />

was.<br />

Burgemeesteren dachten dat, alhoewel het<br />

geen Regent geoorloofd is, zich te verbinden,<br />

om den raad van een of meerder Perzoonen,<br />

in zaaken zyn Ambt betreffende, te moeten in'<br />

neemen, het daartegen aan ieder vry ftaat, iemand<br />

van wiens wysheid en kunde hy veel 'zeekerheid<br />

en verwachting vermeend te hebben,<br />

tot zynen Confultnt aan te neemen, en aan te<br />

ftellen. Zy vermeenden, dat men te minder<br />

Zyne Hoogheid in deezen kon berispen, of 't<br />

geen Hoogstdezelve gedaan had euvel opneemer,,<br />

dewyl tot Raadsman verkooren had, den<br />

Voogd, die door zyne Vrouwe Moeder over<br />

II m gefteld was geweest: die door 's Lands<br />

Staaten was gekooren geworden, om gedurence<br />

zyne minderjaarigheid zyne bedieningen<br />

waar te neemen: die onlangs door de Staaten<br />

van alle de Provintien, met dankzeggingen<br />

vereerd was:, ten wiens gevalle de Staaten de<br />

verzocht hadden, by Refolutie van<br />

H


O P H E L D E R I N G , ENZ. £1$<br />

,4 April i ?68, zoo weinig tyd voor het pasfceren<br />

van meergemelde Acte genoomen, dat<br />

Haare Majefleit geliefde te agreëren, en hemlhaen<br />

dat Zyne Hoogheid de Heer Hertog van Bruns-<br />

L'k' verder in dienst van deezen Staat mogt continueren,<br />

zoo om defunBien hier te Lande aan<br />

Hem toevertrouwd, te bovenwaar neemen, ahorn<br />

te voldoen aan 't verlangen van den Heere Vnnce<br />

Van Grange en Nasfauw, die noch gaarne cemge<br />

tyd Van DESZELFS WÏZE RAAD EN ADSISTENTIE<br />

gediend zou zyn.<br />

Deeze opmerkingen hadden Burgemeesteren<br />

weerhouden, van die Acte in de bewuste<br />

Memorie te fpreeken: en zy vonden vervolgens<br />

'niet geraaden, den weg door den Heertw» Lynden<br />

aangcweezen, te bewandelen: te mmder,<br />

daar zyn Ed. veikoozen had, dien te verlaaten.<br />

Dus kwam van die zaak, daar in 't begin zoo<br />

veel ophef van gemaakt was, niets.<br />

Intusfchen, in verwachting dat ter volgende<br />

Vergadering van Holland, weder over de<br />

zaak van den Hertog zou gedelibereerd worden,<br />

voorzag de Vroedfchap de Gedeputeerden<br />

van eene Refolutie, by welke zy gelast<br />

wierden „ in geene deliberatien hoegenaamd,<br />

„ over den meergem. Brief van den Hertog te<br />

, treeden: ad qmmum te doen revoceeren, voorts<br />

O 4 »<br />

r &<br />

'


fltf M E M O R I Ë N TOT<br />

„ repareeren, de gedane demarche van den<br />

" "7 g<br />

" ?<br />

e d s<br />

P<br />

'<br />

b y<br />

/ d k e H<br />

y ^ t gedrag der Stad"<br />

u t e e r d<br />

^ , als fTrafbair had willen<br />

„ doen voorkoomen, en deswegens voldoe,<br />

.nmge.schre: zichten nerkften te beroeoen<br />

„ op de Refolutien van i 586, l 6ai en 166*<br />

„ by welkegezorgdisgeworden, om de Leeden'<br />

„ derVei^adering te dékken, tegens de moeilykheeden<br />

. aan welke z y, dcor het uitbrengen<br />

„ van coraate aarzen, b]ootgefte]d 20UJ<br />

„ kunnen zyn: te bewerken, dat het gedrag<br />

" t W kndfthe G e d e<br />

— n ter ffi<br />

* toe«, voor zoo verre zy rot het neemen der<br />

" b 0 V e<br />

"^elde Refolütiën van a en 4 July<br />

« geconcurreerd hadden, zou worden afj<br />

» * ^ t last, i„ geene andere of verdere<br />

el<br />

" fp f era<br />

: ien t e r<br />

Generaliteit over de zaak<br />

M<br />

!V e<br />

" ; m a a r<br />

'<br />

a l d a<br />

» voldoening te eisfohen<br />

wegens de indecente en vreemde de-<br />

'<br />

V a n d e n<br />

Hertog, als zynde dezelve<br />

* fegg ^ * c 0^W,<br />

onbefttanbaar met het respect, dat een Officier<br />

v t Land aan Hun Ed. Gr. Mog. Fer sa.<br />

» Jerwg, e n aan derzelver Leeden verfchuldld<br />

1, «, en beledigende voor gemelde Souveraine Ver.<br />

e i n d c I y k d a t z v<br />

>• f^ Gedeputeerden<br />

t. ^r Vergadering zouden vtrklaaren, dat by


O P H E L D E R I N G , ENZ, Zl?<br />

„ aldien onverhoopt, by Hun Ed Gr. Mog.<br />

eene met het gerefolveerde van de Vroed-<br />

„ fchap ftrydige Refolutie mocht genomen<br />

„ worden, Burgemeesteren en Vroedfchappen<br />

niet zouden kunnen dulden, dat eeni-<br />

„ ge Publicatie, ingevolge de voorzieninge<br />

„ by de Refolutie van Hun Hoog Mog. voor-<br />

„ geOagen, binnen derzelver Stad zou wor-<br />

„ den gedaan."<br />

Op den 6 September 1781 wierdt in de daad<br />

ter Vergadering van Holland, de bewuste Brief<br />

in deliberatie gebragt: maar veele Leeden noch<br />

ongelast zynde, wierdt 'er nietsbefloten. Doch<br />

op den ao February, wierdt door de Ridderfchap<br />

ter Vergadering overgelegd, eene verklaaring<br />

van Zyne Hoogheid, in welke de<br />

Vorst zynen geweezenen Voogd voorftelde,<br />

als geheel vry van 't geen denzelven, zoo<br />

Hoogstdezelve vermeende, wierd te laste gelegd.<br />

00<br />

De Ridderfchap was van gedachten, „ dat<br />

„ genoegen hier mede diende genoomen te<br />

worden, doch dat zy op inftantie van de Ge-<br />

„ deputeerden van Amfterdam declareerden,<br />

„ wel te mogen lyden, dat door Hun Ed, Mog.<br />

(a) Jaarboeken 17S2 bl. 166.<br />

O 5<br />

» ge-


218 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ gedeclareerd wierdt, dat aan de Heeren van<br />

" A l n f t<br />

«dam. even als aan alle de andere Lee-<br />

„ den van de Souverainiteit, competeert het<br />

„ recht, om, ter Vergadering van Hun Ed<br />

„ Gr. Mog, of aan Zyne Hoogheid, in Hoogst-<br />

„ deszelfs eminente betrekking tot deezen<br />

„ Staat, zoodanige voorflaagen te doen, als<br />

„ ten meesten dienfte van den Lande oordee-<br />

„ len te behooren: zonder deswegens in 't<br />

„ minfte verantwoordelyk te weezen, noch<br />

u in rechte, noch daar buiten aangefprooken<br />

„ te kunnen worden, en dat onder beneficie<br />

„ van dit declaratoir, deeze zaak zou worden<br />

„ gefeponeerd, en by provifie buiten delibe-<br />

„ ratie gelaaten." (a)<br />

Eindelyk wierdt deeze zaak op den daaraan<br />

volgende ?de Maart afgedaan: 't befluit<br />

wierdt genoegzaam woordelyk, volgens het<br />

zoo evengemelde advys van de Ridderfchap<br />

genomen.<br />

Tegen dit befluit, volgens het gevoelen der<br />

Ridderfchap, en der Steeden Delft, Gouda<br />

Schoonhoven, den Briele, Hoorn, Enkhuyzen,<br />

Monnikendam, Medenblik en Purmerende,<br />

dus by meerderheid genoomen, lieten Dordrecht,<br />

Haarlem, Leiden, Amfterdam, Rotter-<br />

r \ ,r r , d a m<br />

Kfi) A'ot. tiohand. 2* Febr. 178a.


O P H E L D E R I N G , ENZ* 219<br />

dam en Gorcum ee;*e aanteekening doen, we­<br />

gens het eenvoudig [spon.erzn, „ van eene zaak,<br />

, in welke zy vermeenden, tiat aan de Hoog­<br />

heid der Souveraine Vergadering, en aan<br />

„ deszelfs Leedeu ce kort was gedaan," (X)en<br />

Alkmair liet haare ganfehe Vroedfcliaps Re-<br />

folitie van II October 1781, in de Notulen<br />

Hellen (b)<br />

Ik heb onder de Bylagen L*. F. laaten druk­<br />

ken, de aanteekeifngen door my en eenige goe­<br />

de vrienden in de Vergadering gehouden, van<br />

't geen aldaar op den 7de Maart geadvyzeerdis.<br />

Als mede onder IA O. de Refolutie vanH tjt<br />

Hoog Mog. van den 16 November 1781 geno­<br />

men, ter geleegonheid, dat de Heer Hertog aan<br />

den Heere Prefidecrende ter Generaliteit, mon­<br />

deling verklaard had, nimmer eenig voornee­<br />

men te hebben gehad , om fatisfattïe te verzoe­<br />

ken , daar het niettemin zeer duidelyk uit den<br />

Brief van gemelden Vorst aan Hun Hoog Mog.<br />

biykt, dat Hoogstdezelve zulks wel deegelylc<br />

verlangd bad: maar dewyl uit de onderfchei-<br />

dene Advyzen der Leeden van Staat, genoeg<br />

gebleeken was, hoedanig alle , die 't gunftigfte<br />

dachten, die eisch wnfathfuftie ongerymdvon­<br />

(s) Jaarboeken 1782. bl 207.<br />

(Jbj Jaarboeken 1781. bladz. 1915*<br />

den,


220 M E M O R I Ë N T O T<br />

den, zoo fchynt de Heer Hertog raadzaam te<br />

hebben geoordeeld, te doen voorkoomen, zulks<br />

deszelfs voorneemen niet te zyn geweest, en<br />

tot dat einde de evengem, verklaaring aan den<br />

Prefident van Hun Hoog jflog. te hebben gedaan:<br />

doch de meeste hebben ze aangezien als<br />

een recantatie van 't geen Hy Hertog in'teerst<br />

met zoo veel drift gezegd en geëischt had.<br />

Zoodanig einde nam, voor dien tyd, eene<br />

zoo veel gerucht gemaakt hebbende zaak: 't<br />

is buiten myn bellek verllag te doen van 't<br />

geen daarna ten opzichte van den Hertog ter<br />

Vergadering van Holland is voorgevallen: men<br />

kan dat nagaan in de Notulen van Holland, en<br />

- in de Jaarboeken van het Jaar 1784. Daar<br />

men toen reeds begon te volgen de geweldige<br />

Maatregelen, van welke men de droevige ondervinding<br />

daarna gehad heeft, was de behandeling<br />

die men dien Heer liet ondergaan zeer<br />

hard: men verloor geheel uit het oog, 't geen<br />

men eenen man van die geboorte verfchuldigd<br />

was: en hoe zeer de voornaamfte Regenten van<br />

Amfterdam gedacht hebben, dat het verrichte<br />

in I; 8I, zoo het de verwydeiing van den<br />

Hertog had veroorzaakt, voor het Land oorbaar<br />

zou zyn geweest, hebben zy hetgeweldige<br />

gedrag in 1770. nimmer kunnen goedkeur<br />

e n<br />

- Het


0 Ï H E L D E<br />

K -<br />

I N G<br />

» E N Z<br />

* 22*<br />

Het is fchier de moeite niet waardig, te<br />

wederleggen zeekere lankwylige Apologie ,want<br />

geen andere naam kan men geeven aan een<br />

vry dik boek, eenigen tyd geleeden uitgekomen,<br />

voerende tot tytel, Lodewyk Ernst Hertog<br />

van Brunswyk Lunenburg, eehte befcbeiden,<br />

enz. De Schryver, die ten gevalle van zynen<br />

Held, zich door den drift, buiten alle befcheidenheid<br />

heeft laaten vervoeren, fchynt onzen<br />

Landaard de wreveligfte haat toe te draagen,<br />

en de grootfte kleinachting voor 's Lands Regenten<br />

te hebben.<br />

Ik kan doch niet nalaaten, eenige pasfagi-<br />

en, die dit, als meede 's Mans onkunde bewy-<br />

zen, kortelyk aan te flippen.<br />

Hy zegt op bl. 68, (van de Nederduitfche<br />

overzetting) dat de Koning van Engeland,<br />

Guarandeur was der nieuwe gehaate Constitutie<br />

van 1748. Waar hy die Guarantie gevonden<br />

heeft weet ik niet: my is niet bekend, dat<br />

eenige Mogendheid, onze Gonjlitutie te vooren<br />

geguarandeerd hebbe.<br />

Op bl. 69 zegt hy, dat in 1776 de Hertog<br />

de la Vauguion, kwam by dat bedorven Volk, (de<br />

Amilerdammers) met de Negotiatien van den Grave<br />

d' Avaux in de eene band, en met 5 Milioenen<br />

Livres in zyn Brievetas, om voor zyn éVorst nieu-<br />

•we Vrienden te werven. Kan


222 M E M O R I Ë N TOT<br />

Kan het 'er eenigzinrs door, dat een Vreemdeling,<br />

een gehuurd Scbry-er, alleen op 't<br />

gezach van een Hoogduitsch Nieuwspapier,<br />

dat hy, om zyn gezegde te ftaaven aanhaalt,<br />

een aantal Regenten, onder de verdenking van<br />

Laitidvcrraadery brengt ?<br />

Op bl. 73 zegt hy, met die uitgelaaten woede,<br />

die op TROUWLOOZE Vrienden wilder aanvalt,<br />

dan op gezworene Vyanden, maakte nu de Britten<br />

in alle Zeeën, op de Scheepen der Republiek<br />

jagt: en in weinig maanden waaren byna i van<br />

de Uollandfche Koopvaardyfcheepen, EE;NE WEL-<br />

VERKREGENE BRITSCHE BUIT.<br />

Zoo de Hertog dat welverkreegen recht der<br />

Engelfchen uit het zelfde oogpunt bcfchouwd<br />

heeft, als het hier zyn Verdeediger doet, is't<br />

geen wonder, dat Zyne Hoogheid, terwyl de<br />

Engelfchen reeds beezig waren voor den Oorlog<br />

dat welverkreegen recht te oeffenen, den<br />

Engelfchen Arnbasfadeur altyd zoo heuschlyk<br />

behandeld hééft.<br />

Bladz. 102 leest men, de Heeren van Amfler~<br />

dam bedachten zich , namen het Papier weder over,<br />

en beloofden geen verder gebruik daarvan te zullen<br />

maaken. Dit is eene onwaarheid: de drift<br />

heeft den Man vervoerd, Hy zou anders opgemerkt<br />

hebben, dat, zoo dit waar was, Zyne<br />

Hoog-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 223<br />

Hoogheid de Prins Erfftadhouder, niet ten<br />

eenemaal, 't zy met eerbied gezegd van onheuschheid<br />

zou kunnen vry gefproken worden<br />

: want, voor een oogenblik gefteld, dat men<br />

dat aan de Heeren van Amfterdam had doeri<br />

belooven, zou Zyne Hoogheid dan gerechtigd<br />

zyn geweest, om de zaak publiek te maaken.<br />

Bladz. 103 leest men, Eindelyk wilden zy het<br />

den Stadhouder, als eene infebikkelyhbeid toereekenen<br />

, dat zy bet papier weder tot zich genomen hadden<br />

: doch zoo wilde de Forst dit niet aangemerkt<br />

hebben, maar boodt zich aan om het te behouden 1<br />

maar daartoe hadden zy voor ditmaal geen moeds<br />

genoeg.<br />

De zuivere waarheid is, dat Wy het behouden<br />

of wederneemen volkomen in Zyne Hoogheids<br />

keuze hebben gelaaten, en niet dan op<br />

het tweede aandringen van den Raadpenfionaris<br />

het hebben wedergenomen; doch zoo dra wy<br />

verftaan hadden, dat Zyne Hoogheid goedgevonden<br />

had, den inhoud den Hertog meede te<br />

deelen, hebben wy geoordeeld noodig te weezen,<br />

het ftuk zeiven aan den Vorst weder te<br />

doen geworden. Geen moeds genoeg, zegtdeMan;<br />

voor wie en wat hadden doch de Amfterdamfche<br />

Heeren te vreezen?<br />

Op bladz. 104 wordt gezegd, de HeerenTzmminck,


£24 M E M O R I Ë N T O T<br />

minck, Rendorp en Visfcher tradenfchuw terug,<br />

protefieerden, ontfcbuldigden zich %ftaaken hunn<br />

onbefchaamde Memorie in bun zak.<br />

Noch Zyne Hoogheid, die heeft de waarheid<br />

te lief, noch de Hertog die wel wist, dat<br />

die drie Heeren niet gemakkelyk fchuw en bevreesd<br />

waien, hebben dit den Schryver kunnen<br />

vertellen, Het gedrag dat gem. Heeren gehouden<br />

hebben, toen de zaak waereldkundig<br />

was geworden, heeft immers niet doen zien,<br />

dat zy zoo fchuw en bevreesd waren? De inhoud<br />

van den Brief, welken Ik uit naam van<br />

Burgemeesteren, ter geleide der Memorie gefchreeven<br />

heb, duidt zoo 't my voorkomt,<br />

noch fchuwbeid noch bevreesdheid aan.<br />

Bladz. 106 ftaat, de Mis Jive van den Hertog<br />

aan de Staaten Generaal had de Am fier damfebe<br />

kwaadaardige Lasteraars, ineene groote verleegen<br />

beid gebracht.<br />

Men moet zoo onkundig als de Schryver<br />

zyn,omdatternederteftellen. Wie, onze Regeeringsform,<br />

en voornaamlyk onze Rechtspleeging<br />

maar eenigzints kundig, weet niet, dat<br />

hoe euvel ook de ftap der Amfterdamfche Heeren<br />

by Hun Hoog Mog. mochte zyn opgenoomen<br />

geworden, zy van dat Collegie, hoe anderzints<br />

aanzienlyk, niets te vreezen hadden,<br />

des-


O P H E L D E R I N G , EN 2. 225<br />

deszelfs gezach kon immers geenzints zich<br />

over hun uitftrekken: want als byzondere Perfoonen,<br />

konden zy niet dan voor hunnen daaglykfchen<br />

Rechter aangeklaagd worden: als Leeden.<br />

van Staat, waren zy geene reekening van<br />

hun bedryf in Staatszaaken verfchuldigd, dan<br />

aan de Vergadering reprefenteerende de Opperheerfchappy<br />

deezer Landen, van welke zy<br />

zeiven Leeden waaren. Zoo zy den Hertog<br />

waarlyk beleedigd hadden, moest Hy Hun,<br />

niet by de Staaten Generaal, maar by de Staaten<br />

van Holland aangeklaagd, of voor hunnen<br />

daaglykfchen en eenigen Compefenten Rechter<br />

gedagvaard hebben : dus is die Heer kwalyk<br />

beraaden geweest, toen Hy zich ter Generaliteit<br />

vervoegd heeft.<br />

Maar hoe weinig de meergemelde Heeren<br />

reeden hadden, om verleegen te zyn, is genoeg<br />

gebleeken, (al eens aan eene zyde gefield, 't<br />

geen by de andere Provintien deswegens verhandeld<br />

is, terwyl ze doch alle zyn overeengekomen,<br />

dat het eene Provintiale zaak was,)<br />

uit de byna eenpaarige afkeuring in Holland,<br />

van 't gedrag der Hollandfche Gedeputeerdens<br />

ter Generaliteit, die den 2 Tulvtoegeftemd<br />

hadden in de Refolutie, by welke Hun Hoog<br />

Mog. hadden afgekeurd, 't geen in naamlooze<br />

L DEEL. P


9.2b M E M O R I Ë N T O T<br />

gefchriften, tegen den Hertog gezegd was:<br />

en noch meerder, uit het advys der Heeren<br />

van de Ridderfchap, die, alhoewel zy onder<br />

de Leeden der Hollandfche Staatsvergadering,<br />

het gunftigfte ten aanzien van den Hertog, en<br />

het ongunftigde op het gedrag der Amfterdamfche<br />

Heeren, dachten, nochtans niet hebben<br />

kunnen nalaaten, op den 20 Febr 1782 te<br />

verklaaren, wel te moogen lyden, dat Hun Ed.<br />

Groot Mog. verklaarden, dat aan de Heeren van<br />

Amfterdam, gelyk ook aan alkandere Meedekede<br />

der Souverainiteit, het recht toekwam, om zoo w<br />

hy de Vergadering van Hun Ed. Groot Mov. als<br />

aan den Stadbsuder in deszelfs eminente betrekk<br />

op deezen ctaat, zulke voor/lagen te doen, als z<br />

ten grootften nutte van het Land dienjlig te zyn,<br />

oordeelden: zonder deswegens in het geringfte<br />

ge verantwoording te hebben, of gerechtelyk of bu<br />

ten rechten daarvoor aanfprakelyk te zyn.<br />

't Is onbegrypelyk, dat gem. Schryver gedurig<br />

wil doen gelooven, dat de Amfterdamfche<br />

Heeren in groot gevaar of vreeze waaren:<br />

men kan doch niet onderftellen, dat de Heer,<br />

wiens Apologie Hy tracht te maken, de waarheid<br />

zoo weinig lief heeft gehad, dat Hy Hem<br />

den toedragt der zaake, zoo zal hebben meedegedeeld.<br />

Men mach ook denken, datdenaamen<br />

van


O P H E L D E R I N G , , ENZ. 22/<br />

van Zotten, kivaadaartige Lasteraars, Bedriegers<br />

, Schurken, die hy zoo vaardig uitdeelt, alleen<br />

van Hem komen: terwyl zy een gering<br />

denkbeeld van zyne opvoedinge geeven.<br />

Maar de verontwaardiging wegens de boosaartigheid<br />

van dien mensch heeft my reeds<br />

te veel doen zeggen , en dit zou mooglyk<br />

doen befl uiten, dat Ik verantwoorden wil eene<br />

daad, die Ik doch vermeen geene verantwoording<br />

noodig te hebben, 't Is ongelukkig, dat<br />

Lieden van een hoog aanzien, doch niet gefchikt<br />

om hunne eigene pen te gebruiken, hunnen<br />

toevlucht neemen, tot die van Schryvers,<br />

wiens ftyl en uitdrukkingen overeenkomftig<br />

zyn, met hunnen ftaat en opvoeding,<br />

't Was geen wonder, dat de Hertog onderricht<br />

van den ftap dien Ik, beneffens myne<br />

Ambtgenooten gedaan heb, tegen mytenhoogften<br />

onvergenoegd was, enmy zulks ten kwaad-<br />

Hen duidde; maar Ik ben verzeekerd, dat die<br />

Heer, noch my noch myne Ambtgenooten,<br />

zou hebben uitgefcholden voor Zotten, Schur*<br />

ken, boosaartige Lasteraars: noch ons beticht<br />

hebben van boog verraad, om dat Wy, alhoewel<br />

alleen gelast door Burgemeesteren,<br />

gefprooken hadden uit naam onzer Frincipaalen.<br />

P 2 't IS


a<br />

28 M E M O R I Ë N T O T<br />

't Is waar, dat de Hertog ons ditlaatfte, als een<br />

fchandelyk ftuk verwee«n heeft: maar Ik zou<br />

van het doorzicht van dien Hoer verwacht hebben,<br />

dat Hy het niet zou hebben gedaan, zoo<br />

Hoogstdezelve ondderricht was geweest, dat<br />

Burgemeesteren van Amfterdam, in de Staatsvergadering,<br />

door des Stads Gedeputeerden,<br />

dikwils zuo genoemd worden: dat Burgemeesteren<br />

alleen bevoegd zyn, om de Credentialen aan<br />

de Gedeputeerden te geeven: dat Burgemeesteren<br />

in het doen afleggen van eene Staatscommïsfie,<br />

niet noodig hebben de Vroedfchap te beleggen<br />

, zoo zy denken, de zaak niet gefchikt<br />

te zyn, om in dezelve gebragt te worden: en<br />

eindelyk, zoo Zyne Hoogheid had gelieven optemerken,<br />

dat de Amfterdamfche Burgemeesters<br />

Kamer, die zich toen noch kon vleien genoegzaamen<br />

invloed te hebben, al eens gefteld, dat<br />

de meedewerking der Vroedfchap noodig was<br />

geweest, de noodige authorifatie gemakkelyk<br />

had kunnen krygen: daar het ook met de daad<br />

gebleeken is, dat de Vroedfchap de daad, die de<br />

meergem. Schryver met den tytel van hoog Verraad<br />

beftempelt, volkomen heeft goedgekeurd.<br />

Kort na dat de ftap tegen den Hertog gedaan<br />

was, vereerde Zyne Roomsen Keizerlyke Majefteit,<br />

onder den naam van Grave vanFalken-<br />

ftein,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 229<br />

ftein, dit Land, en byzonder onze Stad, met<br />

een bezoek.<br />

Men bad geen kleine ophef gemaakt van het<br />

ongenoegen, by deezen Heer, tegens Burgemeesteren<br />

van Amfterdam opgevat, wegens<br />

(zoo als men het noemde,) hun jiout beftaan,<br />

regens een Perzoon, niet alleen eene aanzienlyke<br />

Post in Hoogstdeszelfs dienst bekleedende,<br />

maar daar en boven Hoogstdeszelfs Bloedverwant.<br />

Ik wierd daags voor 's Keizers komst te<br />

Amfterdam gewaarfchouwd, dat het ongenoegen<br />

voornaamlyk tegen my was opgevat» Dit<br />

verwonderde my te meer, dewyl de Vorst<br />

my had laaten weeten, dat Hy verlangde, gedurende<br />

deszelfs verblyf te Amfterdam, met<br />

my te fpreeken; en niet te denken was, dat<br />

zoodanig aanzoek kon voortkomen, uit eenig<br />

beginzel van onheuschheid; dewyl zulks even<br />

ftrydig zou zyn geweest, met de edelmoedigheid,<br />

als met het doorzicht van eenen Vorst,<br />

die te zeer bewust was, dat een Regent van<br />

een vry Land, aan niemand eenige verantwoording,<br />

van 't geen hy in zyne hoedanigheid verricht<br />

heeft, fchuldig is, dan aan zyne wettige<br />

Overheid: maar 't viel uit zoo als Ik verwacht<br />

Had.<br />

P g Toen


230 M E M O R I Ë N T O T<br />

Toen zyne Majesteit den 13 July's avonds te<br />

Amfterdam aangekoomen was, vervoegde Ik<br />

my aanftonds, volgens affpraak met den Heer<br />

Generaal vanReischach ,een der Heeren die den<br />

Vorst verzelden, aan Hoogstdeszelfs Loge- .<br />

ment, en had de eere , aldaar met Hoogstdenzelven<br />

, geduurende eenen geruimen tyd, een afzonderlyk<br />

gefprek te houden.<br />

Van de eerfte onderwerpen die daar in verhandeld<br />

wierden , was de zoo inwendige als<br />

uitwendige toeftand, in welken de Republiek<br />

zich bevond, dus ook de gefchillen, die toen<br />

betrekkelyk den Hertog, zweevende waren.<br />

Het zou niet gevoeglyk, ja onheusch zyn,<br />

te boek te Rellen , 't geen zyne Keizerlyke<br />

Majefteit deswegens zeide, doch Ik vertrouw,<br />

dat het my geoorloofd is te melden, dat toen<br />

Hoogstdezelve my fprak, over den flap, dien<br />

de Stad van Amfterdam tegens den Hertog o-edaan<br />

had, en Ik te kennen gaf, dat dezelve<br />

meerendeels zoo niet eeniglyk voortgekomen<br />

was uit het denkbeeld, dat de Heer Prins Erfftadhouder,<br />

een geheel uitfluitend vertrouwen<br />

in den Hertog ftelde, zyne Majefteit'my glimlachende<br />

antwoordde, etvousautres vous n'avéz<br />

gueres conjiance en lui: daarby voegende, dat<br />

de Hertog gewcnscht had, dat Hy zich in de<br />

zwee-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 23I<br />

zweevende gefchillen, om zynen wil, zou neeken,<br />

doch dat Hy zulks van de hand had geweezen,<br />

als Hem niet aangaande.<br />

Het zal, vertrouw Ik, myne Leezers met<br />

onaangenaam zyn, noch te kort doen, aan den<br />

eerbied die Ik den Vorst verfchuldigd ben,<br />

dat Ik alhier te boek ftelle , 't geen tusfchen<br />

Hoogstdenzelven en my, ter geleegenheid der<br />

politieken toeftand , waar in de Republiek zich<br />

bevond, verhandeld is.<br />

Na dat de converfatie over den Hertog, en<br />

eenige andere aanzienlyke Perzoonen geëindigd<br />

was, viel het gefprek op den Oorlog met<br />

Engeland: zyne Majefteit zeide, „ dat wy on-<br />

, gelyk hadden, oorzaak tot eenen oorlog te<br />

" hebben gegeeven, terwyl wy niets hadden<br />

" om denzelven te voeren: dat het eene dwaasheid<br />

was te hebben verwacht, of noch te .<br />

verwachten, eenige daadlyke hulp van Rus-'<br />

" land, of van de Noordfche Mogendheeden:<br />

]] dat de Keizerin overbodig zou zyn, om<br />

" haare goede Officien aan te bieden, maar<br />

,', niets meer geeven zou: dat Zweeden niets<br />

Z zou, noch niets kon doen, en bekend was,<br />

„ welke geest in Denemarken heerschte: dat,<br />

„ al kon men in Rusland de wil goed ftel-<br />

„ len, zulks weinig zou baaten, dewyl dat<br />

R v k<br />

P 4 »


M E M O R I Ë N T O T<br />

„ Ryk met eenige weinige Oorlogfcheepen<br />

,, hier en daar verfpreid, en die welhaast de<br />

» prooi der Engelfchen zouden worden, Ons<br />

„ met dan van geringe dienst kon zyn- dat<br />

„ dus de Vreede voor ons het beste was; voe.<br />

» gende daar by, doch verzoekende verfchoo-<br />

„nmg voor de uitdrukking, quil euu p lus<br />

„ facüe, de faire unefottife que de la reparer "<br />

Voorts zeide zyne Majefteit, „ dat wy de<br />

„ eemgfte niet waren, die ons weinig wyslyk<br />

„ gedraagen hadden: dat de Engelfchen in 't<br />

>, begin, kort na dat Frankryk hun den Oor<br />

„ log verklaard had, hunnen flag gemist had-<br />

„ den: dat zy toen, daar hunne Zeemacht<br />

„ verre die van Frankryk overtrof, hadden<br />

„ behooren de Américanen, een wyl aan hun<br />

„ eigen noodlot over te laaten, en op de Fran-<br />

„ fche Colonien, toen van alle middelen om<br />

„ tegenftand te bieden, ontbloot, te zyn g e<br />

„ vallen: dat het gedrag der Franfchen mee-<br />

„ de niet zeer vvys was geweest: dat zy, zoo<br />

„ als wy, den Oorlog begonnen hadden zon-<br />

„ der gereed te zyn, en nu noch onlangs den<br />

„ dwaasten ftap van allen gedaan hadden, met<br />

„ den Heer Necker weg te zenden."<br />

Ik kon niet nalaaten te erkennen, dat ons<br />

gedrag in 't begin, over het al of niet geeven<br />

van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 233<br />

van onbepaalde Convooyen, weinig voorzichtig<br />

was geweest. Ik ftelde kortelyk voor, de<br />

waare reedenen van onze werkloosheid, en hoe<br />

de Oorlog, in welken wy gewikkeld waren,<br />

een gevolg was van de partyfchappen, die in<br />

het Land heerschten, dewelke veel het neemen<br />

der noodige maatregels belet hadden, terwyl<br />

geene der partyen, zoo als dac gemeenlyk<br />

gaat, voornaamlyk, wanneer door de Ministers<br />

der Moogendheeden daar onder geftookt<br />

wordt, iers wil toegeeven, in 't geen<br />

met haar aangenoomene beginzelen ftrydig is;<br />

dat, wat betrof de gewapende Neutraliteit,<br />

verfcheide Regenten met my, niet veel verwachting<br />

van dezelve hadden : dat wy daarom<br />

t e 'meerder gehoopt hadden, dat Engeland de<br />

aangebodene Mediatie zou hebben aangenomen,<br />

om daar door de Vreede weder te krygen,<br />

zonder Frankryk te verftooren.<br />

Zyne Majefteit antwoordde, dat zonder twyffel,<br />

de Vreede voor ons de wenfchelykfte zaak<br />

was: mats qiion ne faifait pas la pais fans coups<br />

de Canon: dat ook de menagementen die Wy voor<br />

Frankryk moesten hebben, de zaak ongemakkelyk<br />

maakte: en dat dit Hof alles doen zou,<br />

om eenen Vyand meerder aan Engeland te<br />

doen hebben.<br />

P 5 Zy-


£34 M E M O R I Ë N T O T<br />

Zyne Majefteit vroeg my, wat de Stad Am»<br />

fier dam zou doen, met de laatfic aangebodene Mediatie.<br />

Ik antwoordde, dat het aan Burgemeesteren<br />

weinig paslyk fcheen te zyn, van de Keizerinne<br />

tot het nakomen van het Tradaat te vergen,<br />

en te gelyk haare Mediatie aan te neemen.<br />

Zyne Majefteit erkende, dat daar in iets ongerymds<br />

fcheen opgeflooten te zyn: maar<br />

merkte daarby aan, dat zoo wy de Mediatie<br />

niet aannamen, wy geen Gemachtigden zouden<br />

kunnen zenden op het Vredens Congres,<br />

dat men voorhad te houden: Hoogstdezelve<br />

had daarop de goedheid my meede te deelen,<br />

hoe verre het toen met dat Congres gevorderd<br />

was, en my op te noemen, de Ministers,<br />

die Hoogstdezelve en andere Mogendheeden<br />

, daartoe reeds gefchikt hadden, my teffens<br />

vragende na de onzen. Ik zei, dathetdenkelyk<br />

de Heer van Wasfenaar Twickelo zou weezen<br />

: Hy betuigde, die- keuze Hem aangenaam<br />

te zullen zyn, daar Hy met dien Heer kennis<br />

had gemaakt, ter geleegenheid van het bezichtigen<br />

van deszelfs Buitenplaats Zuidwyk.<br />

Ik heb reeds gezegd, dat het ongepast zou<br />

zyn bier te melden, al 't geen, waar over zyne<br />

Majefteit goedvondt, my te onderhouden,<br />

te


O P H E L D E R I N G , ENZ. -235<br />

te meer, daar Hoogstdezelve het gefprek eindigde<br />

, met te zeggen : Vous pouvez dire d qui<br />

vous voudrèz ce que je vous ai dit au fujet des affaires<br />

publiques, je ne veux pas qu'on ignore ma<br />

fagon de penfer: mais fur ce que je vous ai dit dg<br />

certaines perfonnes particulieres, foyez dhcret.<br />

Waar na Zyne Majefteit my met de uiterfte<br />

heuschheid congedieerde.<br />

Zoo als dit gefprek 's Vrydags plaats had<br />

gehad, wierd my uit den Haag gefchreeven,<br />

dat de Keizer bewust was, van zekere openingen<br />

, die de Graaf de Mirabel, Sardinifche Gezant<br />

in 's Hage , betrekkelyk eene afzonderlyke<br />

Vreede met Engeland, my gegeeven had,<br />

en van welke ik daadlyk aan de Heeren Burgemeesteren<br />

Temminck en Elias, als meede aan<br />

eenige andere Heeren van de Regeering kennis<br />

had gegeeven. Eerstgemelden, dieikditSchryven<br />

mededeelde, vonden goed, dat Ik den Keizer<br />

daar over zou onderhouden , en by die geleegenheid<br />

aan denzelven te kennen geeven,<br />

dat Burgemeefteren, wegens het niet of al aanneemen<br />

der laast aangeboodene Mediatie, gaarne<br />

deszelfs Raad wilden inneemen en volgen.<br />

Ik heb reeds te vooren gezegd, dat Burgemeesteren<br />

niet voor 't aanneemen waren: onder<br />

anderen, om de ongevoeglykheid van tot<br />

Me-


M E M O R I Ë N T O T<br />

Mediatrice te neemen , eene Vorftinne , by<br />

welke men op 't fterkfte drong, om de Republiek,<br />

volgens het getroffen Traftaat van Neu.<br />

trahteit, daadlyk met de Wapenen by te ftaan<br />

Ik verzocht dan gehoor by zyne Majefteit'<br />

die daartoe bepaalde het uur van drieën des<br />

Sondags na den middag.<br />

Op't beftemde uur aan 's Keizers Logement<br />

gekomen zynde, kwam zyne Majefteit my te<br />

gemoet, en met my getreeden zynde in dezelfde<br />

Kamer daar my ' t eerfte gehoor verleend<br />

had, vroeg Hoogstdezelve my , wat ik verlangde.<br />

Ik zei, het geen my uit den Haag gefchreeven<br />

was: waarop zyne Majefteit my, i n fubftantie,<br />

antwoordde : „ dat het waar was, dat Hy<br />

„ aan den Hertog de laVauguion, gevraagd had,<br />

„ of Hy Hertog onderricht was, van zeekere<br />

„ openingen, door de Graaf de Mirabel gedaan:<br />

„ en dat op het antwoord van neen, Hy daar<br />

» by had gevoegd, dat door iemand, zonder<br />

„ te kunnen zeggen wie, onderricht was, dat<br />

" d e z e l v e<br />

P laat<br />

s hadden gehad : voegende zy-<br />

» ne Majefteit heuschlyk daar by, dat zoo Hy<br />

„ had kunnen denken, daar door de geringfte<br />

„ moeite aan Burgemeesteren te kunnen doen,<br />

» mets zou gezegd hebben."<br />

Ik


O P H E L D E R I N G , ENZ. 23?<br />

Ik repliceerde, „ dat dewyl zyne Majefteit<br />

„ de goedheid had. gehad, te toonen der Stad<br />

„ Amfterdam en derzelver Regeering niet on-<br />

„ gunftig te zyn, Burgemeeesteren daar door<br />

„ aangemoedigd waren geworden, om in het<br />

„ uiterst vertrouwen, aan Zyne Majefteit van<br />

„ al het voorgevallene verflag te doen."<br />

Ik erkende dat 'er door tusfchenkomst van<br />

den Sardinifchen Minister, eenige poincten<br />

van fchikking waren voorgefteld geworden:<br />

dat eenige myner Ambtgenooten, en eenige<br />

weinige Leeden onzer Regeering, als meede<br />

Zyne Hoogheid en de Raadpenfionaris,<br />

daarvan kennis hadden. Ik deed daarop kortelyk<br />

verflag van 't geen ter dier geleegenheid<br />

was voorgevallen, en in 't vervolg te boek<br />

zal ftellen.<br />

Ik vertoonde vervolgens, alle de voordeelen<br />

, die voor ons Land met de Vreede verzeld<br />

gingen : en^hoedanig deeze, voor ons altyd<br />

boven den Oorlog te verkiezen was: maar dat<br />

nochtans alle Vrede voor ons niet aanneem*<br />

lyk was: dat wy 'er geene, dan eene eerlyke<br />

en voordeelige konden aanneemen: dat wy<br />

gantsch niet buiten hoop waren, den Oorlog<br />

met eere te kunnen voeren, dat getergd, zoo<br />

als wy waren, wy zulks ook zouden doen:<br />

dat


M E M O R I Ë N T O T<br />

dat het onzer Natie eigen was, zich tegen de<br />

moeilykheden te harden : dat wy nu omtrent<br />

alles verlooren hadden, wat wy konden verliezen,<br />

doch met reeden konden vertrouwen,<br />

het overige te zullen behouden: dat de Caab<br />

de Goede-Hoop, de meeste onzer bezittingen in<br />

de Oost-Indien, en Suriname inde West-Indien<br />

, genoegzaam verzekerd, en onze Oost-<br />

Indifche Scheepen den Vyand ontfnapt waaren<br />

: dat in 't algemeen, onze omftandigheeden<br />

zedert eenigen tyd oneindig beeter, en verre<br />

boven onze verwachting waren: dat Ik daar<br />

tegen erkende, dat onze binnenlandfche verdeeldheid,<br />

voor ons nooodlottig kon zyn: dat<br />

wy ook wel voelden van Rusland weinig hulp<br />

te kunnen verwachten; mooglyk goede Officien,<br />

doch niets meer, maar dat wy, aangezien<br />

de omftandigheeden waar in Engeland<br />

zelve zich bevondt, de hulp van vreemde Mogendheeden<br />

konden ontbéeren, zoo men waarlyk<br />

gebruik wilde maaken, van alle de middelen<br />

die voor handen waren: dat de finantien<br />

nooit in beeter ftaat waren geweest, terwyl<br />

het tegengeftelde zich bevondt by onzeVyanden.<br />

Ik voegde eindelyk daar by, dat Ik met<br />

zyne Majesteit fgefproken had, met die rondborftigheid,<br />

die mynen Landaard en My by-<br />

zon-


O P H E L D E R I N G, ENZ. 2S9<br />

zonder eigen was: dat Ik van gedachten was,<br />

dat eene volkomene goede trouw kon, ja behoorde<br />

, zoo wel de grondflag te zyn, van alle<br />

ftaatkundige , als van alle burgerlyke handelingen:<br />

dat Ik zyne Majefteit needrig verzocht,<br />

het vertrouwen, dat Ik betoond had, aan te<br />

neemen, als eene hulde, die Burgemeesteren<br />

deeden, aan de oprechtheid, die zy vermeenden<br />

aan 't Caracter van zyne Majesteit eigen<br />

te zyn: dat Ik hartelyk verzocht, dewyl Ik<br />

met Haar gefprooken had , als of Hoogstdezelve<br />

myn Landgenoot was , zy ook my en<br />

myne Meede-Regenten geliefde te vereeren<br />

met Haaren goeden raad, aangaande de party,<br />

die wy , in de neetelige omftandigheeden in<br />

welke de Republiek zich bevond, zouden behooren<br />

te kiezen: dat wy verzeekerd waren,<br />

dat zyne Majesteit Oorlog en Vreede als in de<br />

hand had, en wy niets te vreezen zouden hebben<br />

, zoo wy volgden den raad, dien Hy ons<br />

geeven zou.<br />

. De Keizer antwoordde: dat evenals Ik dacht,<br />

op 't ftuk van de noodzaaklykheid en nuttigheid<br />

der goede trouw , in alle Staatkundige<br />

en Burgerlyke handelingen : dat hy gul en<br />

openhartig was , ja niet anders kon weezen:<br />

dat Hy gevoelig was , aan het betoond ver-<br />

trou-


240 M E M O R I Ë N T O T<br />

trouwen : mats que je l'embarasfais un peu en<br />

lui demandant Conseil: qu'il devoit alors oublier<br />

qu'il etait Empereur, et fe figurer qu'il et ah Hollandais:<br />

qu'il le youlait bien pourtant: datdierhalven<br />

my dan moest zeggen, dat wy wel zouden<br />

doen, ons met Engeland te verzoenen: datHy<br />

doch wel voelde, zulks ongemakkelyk te zul<br />

len zyn, zoo om Frankryk, die wy moesten<br />

ontzien, als om de Keizerin, die mooglyk te<br />

onvreeden zou zyn, zoo de zaaken buiten haar<br />

gevonden wierden: dat, wat hem betrof, qu'il<br />

trouvait le metier de Mediateur tres mauvais ,par.<br />

ce qu'on n'y gagne rien, et qu'on mecontente tout<br />

le monde: dat Hy my ter goeder trouw kon verzeekeren,<br />

dat de Vreede Hem aangenaam zou<br />

zyn, en het zyne gaarne zou bybrengen, om<br />

dezelve aan Europa weder te geeven : qu'il<br />

favait bien que fes fujets gagnaient a la guerreet<br />

qu-avec 300,000 Hommes, il n'avait rienacraindre:<br />

dat het Hem aangenaam zou zyn, zoo<br />

wy ons met Engeland konden verftaan, maar<br />

teffens vermaande, ons in ftaat te ftellen, om *<br />

in alle gevallen, den Oorlog te kunnen voeren<br />

: dat Hy ons raadde, welke keer de zaak<br />

ook mochte neemen, de Mediatie aan te neemen,<br />

om reede, dat wy anders niemand op<br />

het Congres zouden kunnen zenden , dewyl<br />

wy


O P H E L D E R I N G , ENZ. £41<br />

Wy aldaar niet als contracteerende Party zouden<br />

kunnen toegelaaten worden: qu'alors nous<br />

ferions obligés de faire parler la France poar<br />

nous ce qu'il creiait nepas nous convenir, dat het<br />

wenfchelyk was, dat, offchoon wy al geene .afzonderlyke<br />

Vreede met Engeland konden maaken,<br />

't zy om dat men 't over de voorwaarden<br />

niet zou kunnen eens worden, 't zy om Frankryk<br />

te ontzien, men ten minften met dat Hof kon<br />

affpreeken, wegens de voorwaarden, die men<br />

over en weder by eene algemeene Vreede zou<br />

bedingen.<br />

Toen zyne Majesteit ukgefprooken had, bedankte<br />

Ik dezelve voor de goedheid, die Zy wel<br />

had willen hebben, van zich dus duidelyk en<br />

openhartig te uiten: Ik verzeekerde, dat dewyl<br />

Zy oordeelde, dat het aanneeraen der Mediatie<br />

voor de Republiek noodig was, Burgemeesteren<br />

niet aarzelen zouden, met daar in toeteftemmen<br />

: terwyl Ik ondertusfchen myne Stad<br />

en Vaderland aan Hoogstdeszelfs goedgunftig.<br />

heid aanbeveelde, en inftantelyk verzocht, mee<br />

alle haare magt en gezach te willen meedewerken,<br />

om ons te doen bereiken het oogmerk,<br />

.dat Hoogstdezelve geoordeeld had, voor ons het<br />

feeste te weezen.<br />

De Vorst betoonde zyn byzonder genoegen,<br />

h DEEL. Q e n


24^ M E M O R I Ë N T O T<br />

en verklaarde, ten uiterften gevoelig te zyn,<br />

aan het vertrouwen, dat Burgemeesteren in<br />

Haar Helden, en zulks indachtig te zullen zyn:<br />

daar eenige heuschheeden by voegende.<br />

Ik zei toen, dat alhoewel het myne Ambt-<br />

» genooten, en my, leed deede, dat zyne Ma-<br />

„ jesteit maar weinige dagen, onze Stad, met<br />

„ deszelfs tegenwoordigheid vereerd had , Ik<br />

„ de vryheid moest neemen ta zeggen, dat Ik<br />

„ Hoogstdenzelven met vry meer gerustheid<br />

„ zag vertrekken , dan had zien aankomen."<br />

Waarom? was de vraag: omdat, nam Ik de vry­<br />

heid te antwoorden, men zyne Majesteit had af-<br />

gefchilderd, als eenen Forst, die ons Land weinig<br />

goeds wilde, en voornaamlyk den Regenten onzer<br />

Stad, om de zaak van den Hertog, geen goed hart<br />

toedroeg; die voorts verjiond, dat wy voljlrekt Vree­<br />

de met Engeland, hoe di voorwaarden ook mog-<br />

ten weezen, moesten maaken.<br />

Enfortc, viel de Vorst my in, que vous m'a-<br />

vez cru bien ANGLOMANE? mais je ne le fuis<br />

pas, il s'en faut bien, je fuis Cosmopolite, aimant<br />

les hommes, etpar confequent la paix, voegende<br />

daar by, „ dat Hy niets had, tegen ons, noch<br />

„ tegen onze Stad: dat Hy zeer te vreeden was,<br />

over 't geen, èn over de geenen, (Ö) die<br />

» Hy<br />

(«) De Hoofd Officier Dedel, en de Burgemeesters Hooft<br />

en Elias, hadden met ray by den Vorst een bezoek afgelegd,


O P H E L D E R I N G . , ENZ, 243<br />

& Hy 'er gezien had: dat, wat de zaak van den<br />

„ Hertog betrof, Hy 'er zich niet meede zou<br />

„ moeijen" , herhaalende voorts, 't geen in ons<br />

eerfte gefprek gezegd was, en daar noch 't eenen<br />

ander tot gerustftelling byvoegéhde.<br />

Na noch eenen korten tyd over onverfchillige<br />

zaaken te hebben gefprooken, gaf zyne<br />

Majesteit my myn affcheid, zeggende op eene<br />

zeer heufche wyze , Haar aangenaam te zyn,<br />

met my kennis te hebben gemaakt: my voorts<br />

bedankende, en verzoekende zulks uit deszelfs<br />

naam myne Ambtgenooten te doen, voor de<br />

betoonde beleefdheid, die zy nimmer vergeeten<br />

zou. Een Uur daarna begaf zyne Majesteit zich<br />

op reis.<br />

Des anderen daags kwam dé Generaal van<br />

Reischac'i, ten mynen huize, en my daar niet<br />

hebbetide gevonden , op het Stadhuis opwach- •<br />

ten. Ik ontving dien Heer in Burgemeesters<br />

vertrek, alwaar zyn Ed. my zeide, „ dat de<br />

ti Keizer hem belast had, met dankzeggingen<br />

„ voor Myne Heeren de Burgemeesteren van<br />

„ Amfterdam" , fes bons amis. Ik verzeekerde<br />

zyn Ed. van hunne gevoeligheid deswegens,<br />

en van de eerbiedige hoogachting, die zy den<br />

Vorst toedroegen: voegende daarby, h geen<br />

Ik reeds den Keizer zei ven gezegd had- dat wy<br />

Q * Hoogst-


ffi{4 M E M O R I Ë N T O T<br />

Hoogstdenzelven met meerder gerustheid hadden<br />

zien vertrekken dan aankomen. Hier op<br />

antwoordde de Generaal, „ gy hebt niets te vree-<br />

„ zen: Gy hebt misfchien gedacht dat de Keizer<br />

de Schelde zou willen openen: maar wilt gy<br />

„ weeten wat zyne Majesteit geantwoord heeft<br />

„ aan den Antwerpfchen Burgemeeester, die aan<br />

„ Hoogstdenzelven daar van voorftel gedaan<br />

„ heeft, Ik ben niet gelast het U te zeggen,<br />

„ maar zyne Majesteit weet dat ik het U zeg-<br />

„ gen zal. Het antwoord is geweest: Gy komt<br />

„ my zehrlyk Myn Heer, teffens verwittigen,<br />

„ dat het Tra&aat van Munfter niet meer in<br />

,, weezen is, want zoo lang dat niet vernietigd<br />

„ zal zyn, moet gy niet denken aan 't geen gy<br />

„ van my verlangt, daar zyn al genoeg oneenig-<br />

„ heeden in Europa, zonder dat Ik die vermeerder:<br />

„ dat Uwe Stadsgenooten, en myne andere Onder-<br />

„ zaaten, zich de omjlandighedcn ten nutte maa-<br />

„ ken , dat zy $ich verryken met den Koophan-<br />

„ del en Scheepvaart op O/lende: maar dat zy<br />

„ zich haasten, want de Vreede eens weder ge-<br />

troffen zynde, zal alles wederkeeren, naar de<br />

p plaatzen, daar het van daan gekomen is."<br />

Dewyl men veel gefprooken had, reeds in<br />

'c begin van den Oorlog, van het openen der<br />

Schelde, dat men wist dat de Antwerpenaars<br />

daar


O P H E L D E R I N G , ENZ. 245<br />

daar zeer op gefteld waren, en opgewonden wa­<br />

ren geworden, door den Ridder Tork, geduu-<br />

rende zyn verblyf in hunne Stad, na dat Hy<br />

uit den Haag vertrokken was, had Ik reeds van<br />

dien tyd af doen opmerken: dat, alhoewel het<br />

belang van Engeland zeiven niet meede bracht,<br />

te verlangen of meede te werken, dat de Schel­<br />

de geopend, en dat daar door eene machtige<br />

Mogendheid, de Souverain der Nederlanden,<br />

eene Commerceerende en Navigeerende Mogend,<br />

heid wierd, en dat ook die opening niet kon<br />

gefchieden , als met verzaaking van het Trac-<br />

taat van Munfter, de voorzichtigheid noch­<br />

tans vereischte, deswegens een waakend oog te<br />

bouden, dat men tot dat einde, eenen bekwaa-<br />

me Minister behoorde te houden te Weenen,<br />

en teffens by Frankryk verneemen, of men<br />

aldaar gezind zou zyn , zich in 't geval daar<br />

tegen te kanten. Dat men ook teffens , den<br />

Koning van Pruisfen onder 't oog moest bren­<br />

gen, hoe gevaarlyk het was, het Huis van Oos-<br />

tenryk, door dat middel noch machtiger te laa­<br />

ten worden ; en hoe het dierhalven van zyn's<br />

Majesteits belang was, zich daar tegen te ver­<br />

zetten. Dat om de Republiek niet bloot te<br />

Rellen aan eenen onverwachten aanval van dien<br />

kant, men behoorde hoe eerder zoo beter ver-<br />

Q 3 bin-


246 M E M O R I Ë N T O T<br />

bintenisfen met eenige Dukfche Vorften aan<br />

te gaan, om tegen eene machtige fubfidie, uit<br />

's Generaliteits Kas, een genoegzaam getal<br />

Manfchappen te onderhouden, en ze des noods<br />

te leeveren.<br />

De langzaamheid, met welke gewoonlyk de<br />

zaaken in ons Land behandeld worden, gevoegd<br />

by dé bedremmeldheid, gevolg van den ramp-<br />

fpoedigen ; toeftand, daar men zich in bevond, en<br />

waar in men niet wist, wat men 't eerst tot af kee-<br />

ring van 't gevaar by de hand zou neemen, hadden<br />

gemaakt, dat men op myne voorflagen weinig acht<br />

had gegeeven. De vrees voor dat openen van de<br />

Schelde, was gebleeven, en vermeerderd gewor­<br />

den,door het fchryven in May, van den Heere<br />

Hop, onzen Minister te Brusfel, „ dat die van<br />

9, Antwerpen, Brusfel en Leuven, deswegens<br />

„ een Adres aan Zyne Keizerlyke Majesteit ge-<br />

„ daan hadden," en door dat van den Heer van<br />

Starrenburg , meldende, dat de Rusfifche Mi­<br />

nister hem verwittigd had, dat zeker Antwerpe­<br />

naar zich aan hem geaddresfeerd had, wegens<br />

eene dire&e vaart van Petersburg en andere Rus­<br />

fifche plaat zen op Antwerpen , en 's Keizerin's<br />

goede Officien verzocht, wegens het openen der<br />

Schelde. <<br />

' Het was dus licht te begrypen, dat het ge-<br />

: .' "" zeg-


OP H E L D E R I N G ' , ENZ.<br />

zegde van den Heer van Reischach, ons zeer aan-<br />

genaam was: maar de ondervinding heeft geleerd,<br />

dat zyne Keizerlyke Majesteit zederc aanmerkelyk<br />

van gedachten veranderde.<br />

Ondertusfchen waren, agtervolgens den raad<br />

van zyne Keizerlyke Majesteit, onze Gedeputeerden<br />

in 's Hage gelast geworden, om meede in het<br />

aanneemen der Mediatie van de beide Keizerlyke<br />

Hoven toe te ftemmen: tot welke dan ook kort<br />

daarna, naamlyk den 8 Augustus, ter Generaliteit<br />

befloten wierd.<br />

Het is over bekend, hoedanig dezelve van<br />

geen het minfte gevolg geweest is, en niets heeft<br />

toegebracht, om het vuur des Oorlogs te maatigen,<br />

de Heer Hop., 'sLands Minister had reeds<br />

gefchreeven, toen de Keizer te Brusfel was, dat<br />

zyne Majesteit Hem gezegd had, „ dat de onlus-<br />

„ ten in de Republiek Hem leed deeden: datHy<br />

„ het einde derzelver, en het herftellen der Vree-<br />

„ de, gaarne zou zien: dat Hy nochtans<br />

„ meende, dat de Negotiatien in Rusland op niets<br />

„ zouden uitloopen , en niets dan onkosten en<br />

„ fpendatien veroorzaaken."<br />

De Penfionaris Visfcher fchreef my den 4 Ju-<br />

]y, dat de Raadpenfionaris Hem gezegd had,<br />

dat de Prins Gallitzin, fterk op een fpoedig en<br />

voldoend antwoordpresfeerde; dat deKeizer zeer<br />

Q 4 ft 0<br />


24S M E M O R I Ë N T O T<br />

(lond,ophetMediatewfchap- en dat de acceptatie<br />

van dat aanbod, op den voet, als My Raadpenfiona­<br />

ris de extenfie geconcipieerd had, niet obfieeren zcu,<br />

aan eene onderhandfche handeling met Engeland:<br />

waarvan zoo dezelve reüsfeerde, in het vertrouwen<br />

aan de Keizerin kennis kon gegeeven worden: dat<br />

het 'er voms niet veel op aankwam, of men in het<br />

te geeven antwoord aan Rusland , meer of<br />

min fterkinfteerde op adfiflentie, dewyl wy dezelve<br />

„„doch nooit obtineeren zouden, alzoo de Keizerin<br />

rond uit verklaard had, dat het CASUS FOEDERUS ,<br />

met opzicht tot ons niet exteerde.<br />

Het antwoord van Rusland, op den eisch van<br />

den byftand by het Traclaat beloofd , was in-<br />

tusfchen den 11 Juny ter Vergadering van Hun<br />

Hoog Mog. reeds ingekomen, en gantsch niet<br />

voldoende , behelzende meer woorden dan zaa­<br />

ken, -bevonden: en ter zei ver tyd hadden onze<br />

Ambasfadeurs gefchreeven , dat op hunne klag.<br />

ten deswegens, door den Grave Panin geant­<br />

woord was, „ dat een Plan, aan de Hoven van<br />

„ Zweeden en Denemarken was afgezonden,<br />

„ van 't welke men geen opening kon gee-<br />

„ ven. Dat men zich veel interesfeerde voor de<br />

„ Republiek, en trachten zou te bewerken, dat<br />

„ zy uit haafen tegenwoordigen toeftand, voor<br />

„ de algeméene Pacificatie gered wierd , als<br />

„ mee-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 249<br />

„ meede Zweden te perfuadeeren , Haar van<br />

„ eenige Scheepen van Oorlog te vóórzien."<br />

Noch fchreeven zy, dat de invloed van Panin<br />

begon te verminderen, en zy van goeder hand<br />

onderricht waren , dat Rusland aan Engeland<br />

had verklaard , dat zy de Republiek niet be-<br />

fchouwde in 't cafus foederis te zyn. Dat zy<br />

Ambasfadeurs zich by het Ministerie vervoegd<br />

hebbende, om naar de waarheid te verneemen,<br />

liet by 't zelve wel ontkend was, doch dat zy<br />

vermeenden te kunnen verzeekeren, dat het even-<br />

gemelde waar was.<br />

Hoe zeer de krachten der Republiek op ver­<br />

re na noch niet gelyk waren aan 'c geen zy<br />

konden en hadden behooren te zyn, veel min<br />

evenredig aan die van Engeland , zoo hadden<br />

Wy doch het genoegen gehad, van op den 5<br />

Augustus de Engelfche fierheid te doen zwich­<br />

ten ; en met een kleiner getal, en vry klei­<br />

ner Scheepen dan die der fiere Britten, deezen<br />

manmoedig af te flaan, en te dwingen, geheel<br />

*\-f ra lirmrtan • pn


ggo M E M O R Ï E N T O T<br />

aanmoedigende om met yver te werken aan ?<br />

t<br />

geen noch ontbrak, om ons Zeeweezen in<br />

eenen behoorlyken ftaat te ftellen, dat Zyne<br />

Doorluchtige Hoogheid, en alle de Ingezeetenen,<br />

met reede hunne dankbaarheid voor de betoonde<br />

dapperheid en beleid, aan alle die geenen<br />

, die eenig deel aan die gebeurtenis gehad<br />

hadden, betoonden.<br />

De publieke Nieuwspapieren zyn vervuld<br />

geweest, met de omftandigheeden van dit gevegt:<br />

Ik zal dierhalven myne Leezers, van welken<br />

de meesten daarvan noch een volkomen<br />

geheugen hebben, met een verflag niet ophouden.<br />

/<br />

Ik zou nu kunnen overgaan tot dat gedeelte<br />

van dit werk, dat mooglyk de oplettenheid<br />

myner Leezers 't minst onwaardig zal zyn: Ik<br />

meen het verflag der Vreedehandeling met Engeland:<br />

doch heb dat gefchikt voor een ander<br />

deel. Ik zal dit eindigen, met aan te teekenen<br />

eene gebeurtenis, die, alhoewel op zich zelve<br />

van gering belang, mooglyk niet weinig heeft<br />

toegebracht , om den geest van den Man, die<br />

voornamlyk daar in betrokken is geweest, zodanig<br />

te verbitteren, dat Hy daar door tot wreeking<br />

van den hoon, Hem, (zoo hy waande,)<br />

aangedaan, op het fterkfte heeft meedegewerkc<br />

tet


O P H E L D E R I N G ; ENZ. 251<br />

tot het geen wy, voornaamlyk in het Janr 1787,<br />

hebben zien gebeuren: en zich als aan 't hoofd<br />

heeft gefteld, der geenen, die zedert 5 a 6 jaa­<br />

ren getracht hebben op eene geweldige wyze,<br />

alles naar hunne grilligheden te fchikken, en de<br />

wettige Conftitutie het onderst boven te keeren:<br />

der geenen, die het Volk door bedrieglyke<br />

en muitzuchtige gefchriften opgeruid hebben,<br />

om hun in hunne doemwaardige oogmerken<br />

behulpzaam te zyn: der geenen, die een goed<br />

deel der In- en Opgezeetenen de wapens in<br />

de handen gefteld hebben , om door hun met<br />

geweld onderfteund te worden : en eindelyk,<br />

der geenen, die de zaaken tot dat uiterfte ge­<br />

bracht hebben, dat zy zeiven geen meesters<br />

zynde, om het Paard, dat zy den breidel op den<br />

rug gefmeeten, en door de fcherpfte fpoor-<br />

fiagen als tot razernye gebracht hadden, te<br />

regeeren , de waare oorzaak zyn geweest, dat<br />

men vreemde Troepes heeft moeten toelaaten, ja<br />

zelfs over derzelver komst, hoe ook in veelen<br />

opzichten noodlottig voor den Lande, zich ver­<br />

heugen , om het hollend Ros t'onder te bren­<br />

gen.<br />

Toen in 't laatst van 1780 , Zyne DoorL<br />

Hoogheid, de Papieren by den geweezen Pre-<br />

iident van het Americaansch Congres Lau-<br />

rens


252 M E M O R I Ë N T O T<br />

rens gevonden, in de Vergadering van Holland ge­<br />

bracht had, was de Penfionaris van Berckel, met<br />

zoodanige fchrik bevangen geworden, dat Hy<br />

zedert zich niet in den Plaag had durven betrou­<br />

wen; zoo, dat Hy, door Heeren Burgemeeste­<br />

ren gevraagd, wat deswegens zyn voorneemen<br />

was, verklaard had, uit hoofde der, zoo hy<br />

vermeende, rechtmatige vreeze van door Zy­<br />

ne Hoogheid vast gezet te worden, niet naar<br />

den Haag te zullen gaan, ten zy de Penfiona­<br />

ris Visfcher derwaarts gezonden wierd, om d'in-<br />

tentie van Zyne Hoogheid, omtrent de perfo-<br />

neele zeekerheid van Hem Penfionaris, te ver-<br />

ftaan.<br />

Burgemeesteren willigden zulks in, de Penfio­<br />

naris Visfcher vertrok met die belachelyke bood-<br />

fchap aan Zyne Hoogheid. De Vorst maakte<br />

geene zwarigheid, om de fterkfte verzekeringen<br />

voor 's Penfionaris veiligheid te geeven. Doch<br />

dit kon niet helpen. Visfcher verflag van zyne<br />

Commisfie in een Befogne van Burgemeeste­<br />

ren aan het Huis van den Burgemeester<br />

Clifford gedaan hebbende, bleef de Heer van<br />

Berckel weigeren: onder andere voorgeevende,<br />

dat zyne Huisvrouw vol angst en vreeze, zyn<br />

vertrek niet wilde gedogen.<br />

Het zy dan uit eigene vreeze, of om aan<br />

die


O P H E L D E R I N G , ENZ. £53<br />

die van zyne Huisvrouw te voldoen, de Penfionaris<br />

was niet weder op zyn Post in den<br />

Haag geweest, toen Burgemeesteren, in 't begin<br />

van April 1781 hoorden, dat dewyl door den<br />

Oorlog, de zaak wegens opgemelde Papieren<br />

flapende was gebleven, Hy Penfionaris nu weder<br />

moed gefchept had , en van voorneemen<br />

was, naar den Haag te gaan, om kwanfuis verflag<br />

te doen van de Commisfie, die Hy zedert<br />

eenige jaaren gewoon was, jaarlyks naar Ens<br />

en Emmeloort af te leggen.<br />

Alhoewel Burgemeesteren met verontwaardiging<br />

gezien hadden, dat de eerfte Minister<br />

van de Stad, door eene kinderachtige vreeze<br />

bevangen, of om te voldoen aan de zwakheeden<br />

van eene Vrouwe, nagelaaten had, zyne<br />

plicht te betrachten, hadden zy nochtans met<br />

genoegen gezien, dat daar door 's Stads zaaken<br />

eer bevorderd, dan verachterd waren geworden.<br />

De tweede Penfionaris, 't is waar, was niet<br />

zeer gefchikt om de Vergadering alleen waar<br />

£e neemen; maar men kon Hem ten minften gebruiken<br />

, om met Zyne Hoogheid en den Raadpenfionaris<br />

te fpreeken: daar in tegendeel, deeze<br />

beide Heeren te kennen hadden gegeeven,<br />

met den Penfionaris van Berckel niet te kunnen


254 M E M O R I Ë N T O T<br />

nen of te willen handelen. Zyne onheufch'è<br />

manieren ert toon, gevoegd by zyne bekende<br />

toegedaanheid aan het Hof van Frankryk, en<br />

vertrouwelyken ommegang met deszelfs Am-<br />

basfadeur, waren daar de voornaame oórzafa-<br />

Ren van. Hiér kwam noch by, dat dé Héér<br />

J. Elias Aarnoudsz. die met my als Burgemees­<br />

ter op i February was aangekómen, rondelyk<br />

verklaard had, mét den Penfionaris van Berckel,<br />

over wiens vérregaande onheuschheid, Hy ver­<br />

meende gegronde klachten te hebben, en voorts<br />

genoegzaame redenen, om deszelfs ommegang<br />

te vermyden , niet naar den dagvaart te kun­<br />

nen of te willen gaan.<br />

Men had dan, en reeds zedert het voorge­<br />

vallene in het Befogne by den Burgemeester<br />

Clifford, den Penfionaris niet meer aangefpro-<br />

ken om ter Dagvaart te gaan, terwyl Hy doch<br />

in het gewoon Credentiaal fleeds genoemd was<br />

geworden. Maar Burgemeesteren nu, zoo als Ik<br />

zoo even zeide, gehoord hebbende , dat Hy<br />

van zins was naar den Haag te gaan, vondea<br />

goed Hem op den 4 April in hunne Kamer te<br />

ontbieden, en Hem aldaar by monde van den<br />

Heere Temminck, in prefentie van den Heer<br />

Hooft en van My, (de Heer Elias in den Haag<br />

zynde,) na eenige woordenwisfeling over het<br />

doen


ÖPKTEI, D Ê R l t f G ÉNZ. 3$$<br />

doen van rapport van de Commisfie naar Ens<br />

en Emraeloort, te doen aanzeggen: dat Burge-<br />

• meesteren van gedachten waren, dat het gem. rap­<br />

port voor deeze reize door Hem niet gevóeglyk kon<br />

gedaan worden, en dat zy begreepen, dat Hy Pen­<br />

fionaris van Berckel byprovifie niet in de Vergade­<br />

ring van Holland zou verficrynen.<br />

Ik vinde niet in myne daaglykfche aanteeke-<br />

ningen van het voorgevallene in Burgemeesters<br />

Kamer, dat gem. Penfionaris toen daar iets op<br />

geantwoord heeft, doch zeeker is 't, dat Hy<br />

zich daar aan, des tyds, gedraagen heeft.<br />

Doch Burgemeesteren in 't begin der Maand<br />

Juny onderricht zynde geworden, dat gemel­<br />

de Penfionaris, nietteegenftaande het gemeld<br />

verbod, van voorneemen was, het bewuste ra-<br />

port wegens Ens en Emmeloort, in de Ver­<br />

gadering van Holland te doen, (voorgeeven-<br />

de die Commisfie te zyn, eene perfoneele Com-<br />

misfie van Hun Ed. Groot Mog., van welke<br />

door geen anderen verflag kon gedaan worden,<br />

te meerder, daar zyn Meede-Gedeputeerde, de<br />

Heer Meer ens van Hoorn, door zwaare ziekte<br />

belet wierd, Hem te vervangen, en het rap­<br />

port niet langer uitgefteld kon worden, om dat<br />

her vertrek der nieuwe Commisfie na by was)<br />

Burgemeesteren, zeg lk, die begreepen dat het<br />

meer-


256 " M E M O R I Ë N tOt<br />

meergemelde raport zeer wel in gefchrift ter<br />

Vergadering kon ingeleeverd worden, vonden<br />

goed, den toenmaals Prefideerende Heere Burgemeester<br />

Henrik Hooft Danielsz. te verzoeken,<br />

den Penfionaris ten zynen Huize te ontbieden<br />

, en Hem aldaar aan te zeggen, dat Burgemeesteren<br />

eenpaarig van begrip waren 3 dat<br />

raport van de meergemelde Commisfie door He<br />

Penfionaris niet in Perfoon ter Vergadering van<br />

Holland moest gedaan worden , en Hem des noo<br />

zulks wel expresfelyk verboden.<br />

De Heer Hooft deedt den a6 Juny verflag,<br />

dat zyn Ed. het evengem. aan den Penfionaris<br />

van Berckel aangkondigd had: en dat Hy van<br />

Berckel daarop in fubfiantie, geantwoord had,<br />

had, „ dat Hy aan de beveelen van Burgemees-<br />

„ teren zou voldoen, en aannam, by provifie<br />

„ geen raport van meergem. Commisfie te<br />

„ doen: maar dat Hy verders over eene zaak,<br />

„ van die aangeleegenheid, nader zyne gedach-<br />

„ ten zou laaten gaan."<br />

Burgemeesteren vonden doch goed, gemelden<br />

Penfionaris in het Credentiaal van den 17<br />

July , voor de Gedeputeerden ter naaste gewoone<br />

Staats-Vergadering te ftellen, alzo zy begreepen<br />

, dat dit eene zaak zynde, tusfchen<br />

Hun en hunnen Minister het niet nodig was,<br />

dat


OPHELDERING, ENZ. S5J<br />

dat de Leeden van Holland onderricht wierden,<br />

en dat daar door maar eene onnodige kleinigheid<br />

aan den meergemelde Minister zou worden<br />

aangedaan: doch zy oordeelden teffens noodig<br />

te zyn, het gerefolveerde te brengen ia<br />

den Oud-Raad van Regeerende en Oud Burgemeesteren.<br />

Zy deeden 'er dan by monde<br />

van hunnen toenmaaligen Prefident, den Heer<br />

Hooft, den 31 July verflag van: en wierd by<br />

alle de prefente Heeren, Temminck, Hooft,<br />

Rendorp, jfacob Elias Arnmdsz., regeerende,<br />

Huyghens en van de Poll, Oud - Burgemeesteren<br />

, eenpaarig genomen de volgende Refolutie.<br />

Refolutie van den OUD-RAAD, 31 July 1781.<br />

„ Heden door Burgemeesteren aan den Oud-<br />

„ Raad gecommuniceert zynde geworden, dat<br />

„ Hun Ed. Groot Achtb. hadden goedgevons,<br />

den, dat de Penfionaris van Berckel by pro-<br />

) % vifie niet weder zou verfchynen in de Vergade<br />

ring van Holland, waarvan ook aanzeg»<br />

3, ging aan gemelden Penfionaris gedaan was,<br />

3, hebben de Heeren Leeden van den Oud-<br />

„ Raad, Burgemeesteren voor die Communi-<br />

„ catie bedankt, en zich met de genomen©<br />

i DUEL. R ^ RQ.


M E M O li f É N- T O T<br />

,, Refolutie geconformeerd: zoodanig, datg£-<br />

melde Refolutie thans geworden zynde,<br />

5, eene Refolutie van den Oud-Raad, goed-<br />

,, gevonden is, daar van deeze aanteekening<br />

,, te houden , en dezelve te deponeeren in het<br />

Cabinct van Burgemeesteren, om tedieneti<br />

,, tot naricht voor de Heeren, die fuccesfi-<br />

velyk tot Burgemeesteren zullen verkoren<br />

j, worden ; edoch is om rcedencn, Qa) begree-<br />

pen , hier van geene aanteekening te laaten<br />

„ doen, in de Notulen van den Oud-Raad,"<br />

Aldus gearresteerd, prefent alle de Burge­<br />

meesteren, en de Oud Burgemeesteren Huyg-<br />

hens en van de Poll, den 3r July 1781.<br />

(IVas gei.)<br />

E. de Vry Temminck.'<br />

H. Hooft, Ds.<br />

J. Rendorp.<br />

J. Elias, Arnoadz. •<br />

Onder het affchrift van deeze Refolutie,<br />

zoo<br />

(cfi Deeze reedenen waren, dat dewyl het verbod maar<br />

provifiotieel was , zoo het eens mochte gebeuren, dat de<br />

l'eniionaris met volkomen genoegen toegelaten wkrd,<br />

om weder naar de Vergadering te gaan, men als dan in de<br />

mooglykheid zoude zyn, om alle blyk van het voorge­<br />

vallene te doen verdwynen.


O V tl E L D E R I N G , EN Z. 2^<br />

zoo als in dezelve gezegd word, gedeponeerd<br />

in 't Cabinet van Burgemeesteren ftaat aan-<br />

ge teekend.<br />

Deeze Refolutie fucccsfivclyk aan de abfent ge­<br />

weest zynde Heeren Burgemeesteren gecommuni»<br />

ceerd zynde geworden, is dezelve door allen aange-<br />

hoomen.<br />

Ingevolge van evengemelde Refolutie, ver-<br />

fcheen dan de Heer van Berckel niet meer in<br />

de Vergadering van Holland: Hy deedtfchrifte-<br />

lyk verflag wegens zyne Commisfie naar Ens en<br />

Emmeloort, en de Penfionaris Visfcher, wierd<br />

in zyne fteede benoemd, om die Commisfie te<br />

gaan verrichten.<br />

Doch in 't volgende jaar 1782, toen zom-<br />

migen al begonnen den rol te fpcelen, dien zy<br />

in de volgende Jaaren, ten koste van den Lan­<br />

de , iiitgefpeeld hebben, begon men ook fterk<br />

te yveren , voor het wederzenden van den<br />

Penfionaris van Berckel, naar de Staats • Ver­<br />

gadering. Die dat zochten, verfpreiddenalom-<br />

me, dat het de begeerte der goede Burgery<br />

was; en dat, zoo men daar niet in bewilligde,<br />

voor kwaade gevolgen, ja opftand, te duch­<br />

ten was. De Franfche Ambasfadeur yverde<br />

niet weinig daar voor, en men had de Burge­<br />

meester H. Hooft Ds., ook weeten op zyn hand<br />

R 2 te


2ÓO M E M O R I Ë N T O T<br />

te krygen, niet tegenftaande Hy in 't voorgaan­<br />

de jaar in het gerefol veerde op het ftuk van<br />

van Berckel, volkomen en zonder tvvyfeling<br />

toegeftemd, en de Refolutie met zyn hand on-<br />

derteckend had: men had vvecten gebruik te<br />

maaken van 's Mans zwak herfensfte], en van<br />

„zyne drift, voor 't geen Hy noemde Vryheids<br />

en Vaderlands liefde: daar bet eene eerder<br />

was ongebondendbeid en verkrachting van al­<br />

le herkomens en gewoontens, en het andere<br />

eene dweepery, gefchikt naar de bedrieglyke<br />

en oproerige fiellingen van zommigen, die uit<br />

haat, wraak en ftaatzucht, of om hunne by­<br />

zondere grootheid en voordeel te bejagen, de<br />

Conftitutie, het koste wat het koste, onderst<br />

boven wilden keeren.<br />

Het konde evengem.Burgemeestcr,denzelfden<br />

dien in 't jaar 1787, in blaauwboekjcs cn op-<br />

roerdeuntjes, onder den naam van Vader Hoof r,<br />

zoo veel lofs is toegezwaaid, het konde dien<br />

Man gelusten, den 26 Apiil 1782, Hy prefi-<br />

deerend Burgemeester zynde, in Burgemees­<br />

ters Kamer, na bet afioopen van den Oud Raad,<br />

en na alvorens breed te hebben opgegeeven ,<br />

van de verplichting, die de gantfche Natie aan<br />

den Penfionaris van Berckel had, over zyne<br />

handelingen met de Americanen, voor te Hel­<br />

len-,


O P H E L D E R I N G , ENZ. * 2$I<br />

len, de voorgem. Refolutie van 31 July, be­<br />

trekkelyk evengemelde Penfionaris, te vernie­<br />

tigen.<br />

• Toen Hy op dat voorftel gevraagd bad de<br />

gedachten der prefente Oud-Burgemeesteren,<br />

vroeg de Meer Temminck, of dat voorftel ge-<br />

fchiedde uit naam van de regeerende Burge­<br />

meesteren gezamentlyk. Hier op wierddoorde<br />

Heeren Huyghens;cn Pieter Elias, de Heer van<br />

Hoorn op den dagvaart zynde, geantwoord,<br />

„ dat het een voorftel was van den Heer Hooft<br />

„ alleen: dat zy vergeefs getracht hadden, zyn<br />

„ Ed. daarvan te doen afzien: te racer, daar<br />

„ Hy Heer Hooft, van zich had gegeeven, dat<br />

„ byaldien de Leeden van den Oud-Raad, Hem<br />

„ in deezen niet wilden toevallen , Hy de zaak<br />

„ in de Vroedfchap zou brengen."<br />

De Heer Hooft ziende dat alle de Leeden<br />

zeer t'onvreeden waren over zynebehandeling,<br />

voer (in ftibftantie) op het allerdriftigfte uit,<br />

zeggende, „ dat Hy wilde en zoude van Berc-<br />

„ kei meedeneemen: dat Hy aan de Refolutie<br />

„ niet gehouden was, als zynde maar provifio-<br />

„ neel: dat zoo de Heeren anders dachten ,<br />

„ Hy 't vast in de Vroedfchap zou brengen:<br />

„ dat de ganfche Burgerftaat éischte, dat van<br />

„ Berckel weder in de Vergadering ver fcheen;<br />

R 3 „ dat


3.6z M E M O R I Ë N T O T 1<br />

„ dat die iets tegen Hem te zeggen hadden,<br />

„ Hem in rechte konden aanfpreeken: dat Hy<br />

„ Henrik Hooft Ds. voor de rechtvaardigheid<br />

„ was, en daar voor zou bly ven, al moest Am-<br />

„ fterdam het onderst boven keeren: datbyal-<br />

„ dien andere Burgemeesteren van Berckel niet<br />

„ wilden meedeneemen, zulks Hem onver-<br />

„ fchillig was, maar dat Hy, en allen die zoo<br />

„ als Hy dachten, de vryheid daartoe moesten<br />

„ hebben: dat Hy voor rekening der geenen ,<br />

„ die van Berckel voorlecden jaar geweerd<br />

„ hadden, en nu noch wilden weerenliet, het<br />

„ nadeel, dat zy aan 't Vaderland hadden ge-<br />

„ daan, en noch zouden doen, met zoo'n groot<br />

„ Man buiten de zaaken te houden."<br />

Toen de Heer Hooft het bovengemelde en<br />

veele andere woorden met de hecvigfle drift<br />

uitgeboezemd had, vertoonde Hem de Heer<br />

Temminck, met zyne gewoone bedaardheid,<br />

„ hoe weinig men van zyn Ed. als Burgemees-<br />

„ ter kon verwachten, dat Hy dusdanig zou<br />

„ handelen, dat Hy Hr. Hooft wel wist, dat van<br />

„ Berckel niet om de Americaanfche zaak uit<br />

„ den Haag gehouden was, maar om dat Hy<br />

.„ zich by de meeste Leeden der Vergadering,<br />

_„ en naamlyk by den Prins en de Raadpen-<br />

„ fionaris, door zyne oplopendheid, en brutale<br />

» *7-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 263<br />

„ wyze van handelen, ('t waren's Mans woor-<br />

„ den ,) zoodanig gehaat had gemaakt: dat Hy<br />

„ 's Stads nut aldaar niet. langer kon bevor-<br />

„ deren, dewyl zyne Hoogheid en de Raad-<br />

„ penfionaris ronduit gedeclareerd hadden,<br />

„ met van Berckel niet te kunnen of te wil-<br />

„ len fpreeken , dac oorfpronglyk Hy van<br />

Berckel, zelfs oorzaak was, dat niet weder<br />

,, ter Vergadering was gezonden, door in het<br />

„ voorig jaar te hebben geweigerd derwaards<br />

„ te gaan,onder het beuzelachtig voorwendfel,<br />

., dat men hem daar, uit hoofde der bewuste<br />

Papieren van Laurens, iets euvels zou brou-<br />

s, wen: niettegenflaande Burgemeesteren van<br />

dien tyd, en Hy Burgemeester Temminck<br />

in 't byzonder, Hem daartoe had aangemoe-<br />

digd,cn dat zelfs de Penfionaris Visfcher der-<br />

vvaarts gezonden was, om te onderzoeken,<br />

of 'er iets voor Hem van Berckel te vreezen<br />

3, was: dat Hy Heer Hooft zelf, aan van Bercr<br />

j, kei gezegd,had, dat Burgemeesteren verfton-<br />

,, den, dat lly niet naar den Haag zou gaan,<br />

om het rapport wegens de Commisfie naar<br />

Ens en Emraeloort te doen: dat, wat her;<br />

„ brengen in de Vroedfchap aanging, het<br />

met geene mooglykhcid kon gefchieden,<br />

, dewyl het niet aan de Vroedfchap ftond,<br />

R 4 „ haar


46*4 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ naar den dagvaard te zenden, dien zy goed.<br />

„ vonden, en de Penfionarisfen volgens hun-<br />

3, ne Inftru&ien aan Burgemeesteren moesten<br />

gehoorzaamen: dat wel waar was, dat van<br />

Berckel in het Credentiaal ftond, maar dat<br />

Hy Heer Hooft wel wist, dat zulks alleen<br />

3, gedaan was, uit een zeker menagemem voor<br />

„ Hem van Berckel, en om niet in den Haag<br />

„ te doen denken, dat Hy volkomen uitge-<br />

„ floten was."<br />

De Heer Hooft repliceerde op dit alles weder<br />

met veel drift, en befloot met te zeggen, „dat<br />

„ byaldien de Oud-Raad bieef perfifteeren by<br />

„ de genoomene Refolutie, en van Berckel niet<br />

„ naar den Haag ging, Henrik Hooft Danielsz.<br />

als dan ook niet zou gaan." Waarop de Heer<br />

Temminck antwoordde, dat Hy deswegens Mees­<br />

ter was te handelen naar zyn welgevallen.<br />

De Heer Hooft een weinig aan 't bedaaren<br />

zynde geraakt, verzocht toen, dat die Heeren,<br />

die fcheenen in deeze anders dan Hy te den­<br />

ken, by den anderen wilden komen, om teza­<br />

men , buiten Hem die in deeze Parthy was, be-<br />

paaldelyk te refolveeren, of men de bewuste<br />

Refolutie, aangaande den Heer van Berckel, zou<br />

vernietigen, dan wel behouden.<br />

De Heer Huyghens vroeg daarop, of Hy,<br />

Heer


O P H E L D E R I N G , ENZ. 20$<br />

Heer Hooft zich aan 't geen in die Conferen»<br />

tie bepaald zou worden , houden zou , dit met<br />

Ja! beantwoord zynde, hebben de prefente<br />

Heeren Huyghens, P. Elias, regeerende, Tem­<br />

minck , Heemskerk, Clifford, Hasfelaar, Rendorp<br />

en J. Elias Amoiidsz. Oud - Burgemeesteren<br />

aangenomen, dien zelfden dag ten 5 uuren,<br />

te komen ten Huize van den Heer Huyghens.<br />

Aldaar is verftaan door allen, (behalvenden<br />

Heere van Heemskerk, die van gedachten was,<br />

dat aan ieder Burgemeester vryheid moest ge-<br />

laaten worden, van Berckel meede te neemen,<br />

of t'huis te laaten,) om reedenen, reeds door<br />

den Burgemeester Temminck in Burgemeesters<br />

Kamer bygebracht, by de bewuste genomene<br />

Refolutie te blyven: maar dewyl de Burge­<br />

meester van Hoorn niet teegenwoordig was,zyn-<br />

de zyn Ed. op den Dagvaart, is de Heer Huyg­<br />

hens verzocht, des anderen daags aan den Hee­<br />

re Hooft te zeggen, dat, alhoewel alle de pre­<br />

fente Heeren, behalven de Heer van Heems­<br />

kerk van gedachten waren, dat by provific by<br />

de bewuste Refolutie behoorde gebleven te<br />

worden, men doch niets had willen befluiten,<br />

voor dat men de gedachten van den Heer van<br />

Hoorn zou hebben vernomen. Doch deezen<br />

weinige dagen daar na wedergekeerd zynde,<br />

R 5<br />

e n


266 Ji E li O R I E N T O T<br />

en zich meede tegens het zenden van den Heer<br />

van Berckel naar den Haag verklaard hebbende,<br />

heeft de Heer Hooft des tyds, zonder nader aan­<br />

zoek over die zaak te doen, alleen aan Gedepn-<br />

tcerdens tot den dagvaart, in 't begin van Mey,<br />

wanneer het quartaal van zyn Ed. begonnen<br />

was , gezegd, dat hy voor deeze reis niet meende<br />

pieede ter dagvaart te gaan.<br />

Maar weinige weeken liepen voorby, of dee­<br />

ze zaak vvierd weder leevendig gemaakt. Gee.<br />

re aanteekening daar van gehouden hebben­<br />

de , wyders als van 't geen tot nu toe gezegd<br />

heb, kanlkgeen volleedig verflagdoen. Ik her­<br />

inner my alleen,dat eenige Heeren uit de Vroed­<br />

fchap, onder anderen, zoo ik wel heb, Ahbema<br />

en Bicker, voorgeevende het verlangen der"<br />

gantfche Burgcry, in Burgemeesters Kamer,<br />

en niet zonder bedreigingen, zyn komen ver­<br />

zoeken, dat de Penfionaris van Berckel weder<br />

de Vergadering van Holland zou mogen gaan<br />

bywoonen : dat Burgemeesteren daarover in­<br />

genomen hebben de gedachten van Oud-Bur-<br />

gemcesteren: dat eenige getracht hebben, een<br />

(middel aan de hand te geeven, om ten minften<br />

den Penfionaris niet dan op een hebbelyke wy­<br />

ze weder te admitteeren: dat daartoe voorge-<br />

iteld is, dat gem. Penfionaris in gefchrifte aan<br />

Bur,


O P H E h D T. R I N G, ENZ. 20?<br />

Burgemeesteren zou te kennen geeven, „ dat<br />

„ byaldien Hy Heeren Burgemeesteren eenig<br />

„ ongenoegen bad gegeeven, Hem zulks leed<br />

„ deed, en daartoe geene intentie had gehad:<br />

„ dat Hy voortaan in alle gevallen zou be-<br />

„ toonen zyne byzondere achting voor alle<br />

„ de beveelen van Hun Ed. Groot Achtb.,<br />

„ en tochten zyn Ambt tot dcrzclver genoe-<br />

„ gen, en het welzyn van Land en Stad, waar<br />

„ te neemen."<br />

De Heer Hooft zelvcn, keurde het opftel<br />

dat daar van gemaakt was, volkomen goed:<br />

zeide, dat van Berckel kwaiyk zou doen, met<br />

zich daar aan niet te willen gedraagen, en nam<br />

aan het aan Hem mecdetedcelen. Maar de Pen­<br />

fionaris was niet van die gedachten, en wei­<br />

gerde plat uit, iets in fchrifte over tcgeeven.<br />

Over die zaak zyn zeedert noch één of twee<br />

Befognes by Regeerende en Oud-Burgemeeste-<br />

ren gehouden; maar niet kunnende meedewer-<br />

ken, om aan 't geen door zommigen verlangd<br />

wierd, en door anderen niet durfde gewei­<br />

gerd worden, te voldoen: en ziende dat Ik<br />

nutteloos de kleinigheid, die aan Burgemecs»<br />

ters Kamer zou gefchieden, zou willen tecgen-<br />

gaan, heb Ik , op Marquette zynde , de moeite<br />

niet willen neemen, om die Befognes naar de<br />

l c i<br />

Stad te gaan. ^ -


268 M E M O R I Ë N T O T<br />

Men kon niet meer op den geest van den<br />

Penfionaris verwerven, dan dat Hy in Burgemeesters<br />

Kamer mondeling en vervolgens in<br />

fchrift met zyn hand onderteekend, overgaf<br />

het volgend declaratoir.<br />

„ Dat Hy bereid was de orders van Hun<br />

„ Ed. Gr. Achtb. te executeeren: en zich te<br />

» laaten employecren, overal waar de dienst<br />

„ van deeze Stad zulks zal vereisfehen: zul-<br />

„ lende het Hem vervolgens aangenaam zyn *<br />

„ byaldien Hem de geleegenheid daar toe zal<br />

„ worden gegeeven: niets hartelyker verlan-<br />

„ gende, als om de eer en digniteit van de Re-<br />

„ geering van deeze Stad, door alle mooglyke<br />

„ middelen te helpen handhaaven en bevorde-<br />

„ ren, en zyne deference aan derzelverbevee-<br />

„ len fteeds te betoonen." Waarop Hem dooiden<br />

prefideerende Heer Burgemeester gezegd<br />

is, Dat Hy weederom naar den Dagvaart konde<br />

gaan. (JL)<br />

De Burgemeester P. Elias, die teegen het<br />

wederzenden van den Penfionaris geweest was,<br />

wierd dus verplicht meedeteneemen, eenen Minister,<br />

die zedert niet nagclaatcn heeft, byalle<br />

geleegendheden zyne kleinachting voor Bur-<br />

ge-<br />

• («) Een affchrift hier van legt in 't Cabinet van Bur-,<br />

jgeraeesteren.


O P H E L D E R I N G , ENZ. %6(f<br />

gemcestercn te betoonen: en die van het oo- -<br />

genbük zyner terugkomst in de Vergadering<br />

van Holland, met de bekende anderePenfionarisfen,<br />

den grondflag geleegen beeft, tot die<br />

verregaande vermeetelheid, met welke zy alles<br />

naar hunnen zin, 't fcheelde hun weinig hoe<br />

zy 'er toe kwamen, befteid, en daardoor deeze<br />

Provintie in zoodanigen toeftand gebracht<br />

hebben, dat zonder byzondere, en niet te voorziene<br />

omftandigheeden, de zaaken nimmer, 't<br />

zy verre van in 't geheel, tamelyk hcrfteld<br />

zouden hebben kunnen worden.<br />

Te beklaagen en ten boogften te beklaagen<br />

zyn die ongelukkigen, die ter goeder trouwe<br />

gewaand hebben , ten beste van Landen Stad te<br />

hebben gehandeld, en nu de flachtoffers zyn<br />

van de verfoeilyke kunstgreepen van doemenswaardige<br />

verleiders. Hoe veele zyn 'er, die<br />

alles geteekend hebben, die uit getrokken zyn,<br />

en Vrouw, Kinderen, Handwerken en Kostwinningen<br />

veriaatende , zulks uit de beste<br />

beginzcls hebben gedaan, en vermeend niét<br />

te kunnen feilen, daar zy tot aanmoedigers<br />

en voorgangers hadden, lieden van aanzien,<br />

aan wien niet alleen van alomme lof wierd<br />

toegezwaaid, maar die noch, als't ware, door<br />

't gezach der Staats-Vergadering onderfteund<br />

wier-


2p MÜMÖRtÉS} TOT OPHELDERING, ENZ."<br />

wierden: terwyl dat teegen de geenen die an­<br />

ders dachten, in de publieke Nieuwspapieren<br />

en andere Gefchriften, die zoo al niet op pu­<br />

bliek gezach uitgegeeven , ten minftendoordè<br />

Overheid'niet teegengegaan wierden, gefchol-<br />

den , ja dezelve met de fnoodfte denkenswyze<br />

beticht wierden.<br />

Behalven deezen , hoe veel duizenden zyn 'er<br />

geweest, lieden van'tgeringdezoort, vreem­<br />

delingen, die in 't Land noch woonden noch<br />

gehuisvest waren, die uitgelokt door het week­<br />

geld dat hun wierd toegelegd, liever verkoo-<br />

zen met Soldaatje te fpcclen, 6 a 7 Gulden,<br />

dan met arbeiden, een Kroon, een Ryksdaal.<br />

der, ja minder, in de Week te verdienen.<br />

Men bedenke dit, en het ftrekke om uit te<br />

wisfehen het ongenoegen , dat men teegen dui.<br />

zenden van zyne Meedeburgers en Ingezeete-<br />

nen heeft opgevat: men vergeeve denzelven<br />

hun onvoorzichtig gedrach, en alle twecfpale<br />

verdvvyne uit den Lande!<br />

B y-


B Y L A G E N.


B Y L A G E L*. A.<br />

O p dat de Kooplieden met zeekerheid in 't bedryven<br />

van hunne Negotie, zouden kunnen g'informeerd<br />

zyn, welke Waaren eti Koopmanfchappen,<br />

ingevolge de tusfchen Denemarken en Engeland geflootene<br />

Tractaaten en overeenkomst zoude aangemerkt<br />

worden, of als Contrabande, of als vrypasfeerende;<br />

zoo heeft liet Koninglyke Generaal-Land-<br />

Oeconomie en Commercie-Collegie,over beide foorten<br />

van Goederen, een fpecifkatie van den volgenden<br />

Inhoud laaten publiceeren, als:<br />

„ Door den Terminus van Contrabande, is men<br />

„ overeengekoomen, dat men onder die benaaming<br />

niet anders zal verdaan: als Gewee-<br />

„ ren en allerlei foort van Wapens, met hun-<br />

„ ne toebehoorende fortimenten van Canon-<br />

„ nen, Mnsquetten, Mortieren, Petarden ,Bom-<br />

„ men, Granaten , Pikkranzen, Faschines, La-<br />

„ vetten en toebehoore'n, Bandeel Riemen,<br />

„ Kruit, Lonten, Salpeter , Kogels, Pieken,<br />

,, Degenklingen,Stormhoeden ,Krasfers, Hel-<br />

„ lebarders, Lanfen, Jaaglynen, Paardezadels<br />

„ Pistool-Holfters, Porte-Epées , en algemeen<br />

„ alle foorten, welke kunnen dienen om in den<br />

Oorlog gebruikt te worden, insgelyksBouw-<br />

.„ Timmerhout, Pik, Teer, Kopere Plaaten ,<br />

„ Zeilen, Hennip en Touw, en algemeen al-<br />

I DEEL. S „ l e s,


B Y L A G E V. A.<br />

,, les, wat eigentlyk dienen kan tot Scheeps*<br />

,, uitrusting, doch zal onverwerkt Yzer en<br />

Vuure Deelen daarvan geëxcludeert zyn,<br />

daartegen is uitdrukkelyk gefb'puleerd, dat<br />

„ men onder Contrabande niet zal verftaan Vis,<br />

„ vers of gezouten Vlees, en alle foorten van<br />

„ Graanen, Fruiten, Oly, Wyn, en algemeen<br />

alles wat dienen kan tot 's Levens onder-<br />

„ houd, dus kunnen alle deeze Articulen ver-<br />

,, voerd en verzonden worden, gelyk andere<br />

„ Koopmans Goederen, al was het zelfs tot<br />

„ vyandlyke Steeden en Havens, indien dezelve<br />

niet belegerd of geblocqueerd zyn."<br />

Quod Attestor.<br />

( Was get.)<br />

Drabye.<br />

't Welk de Magiftraat hiermede alleen fchriftlyk<br />

en zonder eenig opentlyke Publicatie, aan de<br />

Stads twaalf Mannen en hunne Negotiëerende Mede-Burgers<br />

tot hunne Naricht, zoude communiceeren.<br />

Dronthems Raadhuis den 29 January 178*.<br />

{Was geteekend.<br />

Nordahl. Angell.<br />

Klingenberg. Nisfen.<br />

BY-


B Y L A G E L". B.<br />

EDEL GROOT ACHTBAAR ÏIEERS<br />

N a de Befogne waarmeede U: Ed: G: Achtb: my<br />

gister avond vereerd heeft, en 't geen U: Ed: Gr:<br />

Achtb: de goedheid gehad heeft my omtrent myne<br />

gehoudene Entrevuë met den W: Ed: Heer van<br />

Berckel te vertrouwen, zoo verzoeke U: Ed: Gr:<br />

Achtb: by deezen my te permitteeren, tot maintien<br />

van myn credit, om U: Ed: Gr: Achtb:, als<br />

een Man van eer te verklaaren, dat ik direcl: noch<br />

indireft niets aan den W: E: Heer van Berckel uit<br />

naam van S: H: den Heere Prince van Gallitzin nebbe<br />

gezegd , als alleenlyk volgens den inhoud der<br />

Misfive door U: Ed: Gr: Achtb: zeiver geleezen,<br />

en welke ook origineel aan den W: Ed: Heer van<br />

Berckel vertoond hebbe. Wat ik voorts met Zyn<br />

W: Ed: gefprooken hebbe is familiair, en als particulier<br />

gefchied, kunnende den W: Ed: Heer van<br />

Berckel my abzolut niets imputeeren, als of ik Ministerialykhebbe<br />

geageerd, zulks zoude, buiten order,<br />

niet alleen onvoorzichtig, maar ten hoogden<br />

blamabel zyn, en geheel en al ftrydig aan die achting<br />

voor altoos aan d'Edel Groot Achtbaare Heeren<br />

Burgemeesteren gevoueerd.<br />

Want hoewel een onderdaan myner allergenadigfte<br />

Souveraine, zoo is myn hart, ( zoo veel als<br />

S 2 myn


B Y L A G E L». B.<br />

myn eer, eed en plicht betaamt,) goed Hollandsen,<br />

gezind, daar van het Rusch Keizerlyk Ministerie<br />

ten vollen overtuigd is. Met die gevoelens bezield ,<br />

die my niets verwyten, noch doen bloozen, zoo is<br />

het met een welmeenend hart gefchied, dat ik door<br />

het opgegeeven Concept, door de Couranten de<br />

ongeruste en neergeflagen gemoederen hebbe trachten<br />

op te beuren, waarvan 'er my gepasfeerde ochtend<br />

kwaamen questioneeren. Zie daar Edel Groot<br />

Achtbaar Heer het reëele van al het gepasfeerde,<br />

laatende aan U: Ed: Gr: Achtb: volkomen goedvinden<br />

over, om van deeze Brief gebruik te maaken,<br />

daar ü: Ed: Gr: Achtb: zulks nodig oordeelt,<br />

niets inhoudende als de waare fentimenten van myn<br />

Hart.<br />

Hebbe d'Eer met alle verfchuldigde Hoogachting<br />

te zyn &c.<br />

Amft. 6 Maart 1781.<br />

(JVas getekend')<br />

J. H. F. OLDECOP.<br />

B Y-


B Y L A G E L». C<br />

Memorie van Secreete Informatien die Ik, (GRAAF<br />

VAN WELDER.EN) verzocht heb, dat met alle<br />

menagement gebruikt mochte worden.<br />

Den 7 Maart 1780.<br />

Heb ik kennis gegeeven, dat ik geinformeert<br />

was, dat 'er Leeden van het Cabinet waaren, die<br />

het laatïïe Advis van de Admiraliteiten aanzagen als<br />

een doorflaand bewys , dat de Republiek hostile<br />

intentien had, tegen Engeland, en alleenlyk uitftelde,<br />

om die te excuteeren, tot dat zich hadde in ftaat<br />

geftelt; Dat men derhalven het zelve moest voorkomen<br />

, dat zonder voor de abfolute waarheid te<br />

kunnen inftaan, ik 'er voor vreesde , doordien 'er<br />

my bygevoegt was, dat dit Advis is van de zelfde<br />

Leeden, die de Attaque van den Grave van Byland<br />

hebben doorgedrongen.<br />

Den 10 Maart 1780.<br />

By myne voorgaande gevoegd, dat de Refolutie<br />

was genomen, geen menagement meer te hebben<br />

voor de Scheepen van den Staat, indien het Secours<br />

niet geaccordeert wierd, dat de laatfte decreeten<br />

van het Admiraliteits-Hof, ingevolge de Refolutie<br />

waaren gegeeven.<br />

S 3 Den


B Y L A G E La. C.<br />

Den 31 Maart 1780.<br />

Een particuliere Converfatie met Lord Stormont<br />

gerelateert, waarin die Heer zyn Sentimenten geöit<br />

had, als zynde met hart en ziel voor het oud<br />

Systema, dat hy roet fmerte zag, dat men inde<br />

Republiek een ander omhelsde , en daardoor een<br />

geheel nieuw Systema ging introducceren, voerende<br />

hymet alle delicatesfe aan, dat men ftandvastig<br />

zoude handelen, ingevolge de Memorie van<br />

de Heer Torke, en noch meer de gevolgen, die daar<br />

uit zouden kunnen voortvloeien , •• Ik heb 'er<br />

by gevoegd, dat ik hoopte, dat men in de Republiek<br />

verzeekert zoude zyn, dat het in Engeland<br />

ernst was, en dat men geloof zoude flaan aan myn<br />

voorgaande.<br />

Den 21 April 1780.<br />

Dat fommige Leeden van Advis waaren, dat ïngevalle<br />

de Republiek eene Alliancie met Rusland<br />

wilde maaken, op de gronden,


B Y L A G E L». C.<br />

Cabinet-Raad aan het Officie van Lord Stormont<br />

was geweest, doch laat gezeeten had.<br />

Den 15 April 1780.<br />

Heb ik myn Brief van den 21 gereïtereert.<br />

Den 28 April 1780.<br />

Myne voorgaande wederom gereïtereert.<br />

Den a Mey 1780.<br />

Dat ik alies mogelyk hadde gedaan, om rakende<br />

het geene ik den 21 April gefchreeven had, met<br />

meerder zekerheid te kunnen fchryven, dat ik zeeker<br />

geloofde, dat 'er Leeden van dat Advys waaren<br />

; maar hoe verre het geheele Cabinet en de Koning<br />

gekomen waren, ik met geen zeekerheid wist.<br />

Dat een point, waarin ik het geheele Cabinet eenpaarig<br />

dacht, was, om de voorgeflagen Alliantie met<br />

Rusland, tot geen confidentie te laaten komen, het<br />

andere , dat men het eerfte Convoy, dat uit de Republiek<br />

zoude zeilen, zeer ferieus zoude attaqueeren.<br />

Den 9 Mey 1780.<br />

Dat ik gehoord had, dat het Ministerie narichten<br />

had uit Vrankryk, dat de Heer de Sartine fprak,<br />

als of 'er questie was van een Alliantie met de Republiek.<br />

Den 28 July 1780.<br />

Dat ik met zeekerheid wist, dat de Directeuren<br />

S 4<br />

v J l<br />

»


B Y L A G E L». C.<br />

van de 0: I: C: aan het Ministerie hadden kennis<br />

gegeeven, dat haare Vyanden door de Bediendens<br />

ran de Hollandfche Compagnie alle byfland, zelve<br />

met geld kreegeri, en verzoekende het Ministerie<br />

om asfiftentie, het geen volgens myne informatien<br />

niet geaccordeert was geworden. '<br />

Hen 4 Aug. 1780.<br />

Heb ik gerelateert een Converfatie met Lord<br />

S^mnt fa dewelke zyn Ed. m y communiceerde<br />

de lnfiruéhen, die Hyaan de Heer Torke gezonder,<br />

had, om aan de Leeden van de Regeering op de<br />

meest vriendelykfte wyze voor te houden, dat inmen<br />

de Republiek dezelve Declaratie als Rusland<br />

wilde doen, zulks in Engeland aangezien zou moeten<br />

worden , als of de Republiek onvriendelyk ge-<br />

«iclineert ware, dewyl zy engagementen had, uit<br />

hoofde van dewelke zy genoodzaakt was Engeland<br />

te asfifteeren, dat men van de kant van Engeland<br />

wenschte, de oude Commercien en Vriendfchap op<br />

te houden en dat zulks de reede was, waarom hy<br />

d Heer Torke had aangefchreven, om de Leeden<br />

van de Regeenng onder het oog te brengen, de<br />

gevolgen die zoodanige demarche, als h° et doen<br />

van die declaratie, zoude hebben. Dat hy d t H e e r<br />

Ijie verders gelast had, om op de vriendelykfte<br />

wyze kermis te geeven, dat de Bediendens van de<br />

HoUandfche Compagnie, de Vyanden van Engeland<br />

en in 't particulier de Fr.nfch eD, onder de<br />

hand alle hulp en byfland verleenden. Wa.rop ik<br />

een-


B Y L A G E IA C.<br />

eenvoudig geantwoord liadde, van wegens den Staat<br />

nooit iets ontfangen te hebben, 't welk reiatien<br />

had tot de zaken, waarover hy my fprak.<br />

Den i Sept. 1780.<br />

Heb ik gerelateert een particuliere Converfatie<br />

met Ymand, wel geïnformeert van het geen 'er irt<br />

het Cabinet omging, hier op uitkomende, dat hy<br />

wenscbte, dat 'er middelen gevonden konden worden<br />

, om voor te komen , dat twee zulke oude Gea'llieerdens,<br />

als Engeland en de Republiek zich niet<br />

verder, en opentlyk brouilleerden, dat hy meende<br />

my te kunnen verzeekeren, dat de Koning en alle<br />

de Leeden van Zyn Ministerie, van het zelfde gevoelen<br />

op dat ftuk waren, namentlyk, om dat zoo<br />

lang mogelyk was te eviteeren, maar dat, niet tegenffaande<br />

dat, de Refolutie zeer vast genomen<br />

was, van niet ftil te zitten, ingeval de Staat haar<br />

Vloot gebruikte, om den Vyand van Engeland in<br />

ftaat te fiellen, om den Oorlog voort te zetten, of<br />

een Declaratie deed, op den voet, als die van Rusland.<br />

Dat men in Engeland niet dacht, dat Rusland de<br />

Guarantie, die den Staat als Preliminair vroeg, zoude<br />

accordeeren, maar dat het echter niet belette<br />

dat den Staat zocht een Traftaat te maken tegens<br />

Engeland , 'hoewel daar niet in genoemd, daar noch<br />

by voegende, dat de Directeuren van de O: 1: C:<br />

zich al verfcheide malen geadresfeert hadden'aan'<br />

Lord Hillsborough, ter occafie van de tydingen die<br />

S<br />

5 zy


BYLAGE IA C.<br />

zy ontfangen hadden, dat de Hollandfche Bediendens<br />

haare Vyanden zoo veel adfilientie gaven ,<br />

maar tot nu toe met beleefdheid van de hand waaren<br />

geweezen, dat, ingevolge berichten, de Hollandfche<br />

Specery-Eilanden, in drie maanden veroverd<br />

konden worden , en dat de narichten uit Rusland<br />

meedebrachten, dat de Keizerinne vriendelyk<br />

geïnclineert was.<br />

Den 22 Sept. 1780.<br />

Gefchreeven, dat ik geen kans zag, om te cffectueeren,<br />

dat Engeland eenige faveurs aan den Staat<br />

betoonde, dat ik geen Ministeriaale démarche kon<br />

doen, dewyl ik geene Inltructien, hoegenaamt had,<br />

en ten eenemaal onkundig was van de intenticn van<br />

den Staat; als meede van het geen het Hof van<br />

Engeland door haaren Ambasfadeur liet negotiëeren<br />

en of hy geëxecuteert had de orders , die Lord<br />

Slormont my gecommuniceert hadde, aan hem te<br />

hebben gezonden, en wat effect die hadden gedaan,<br />

dat ik derhalven gevaar zoude lopen, van te ageeren<br />

contrarie aan het but van den Staat, en dat de<br />

zaak van te delicate natuur was geworden, om te<br />

risqueeren, ietwes te zeggen ofte te doen daar ik<br />

van gedesavoueert kon worden.<br />

Dat als een particulier fpeekende, ik altoos getracht<br />

hadde meer verwydering voor te komen, en<br />

aan te toonen, hoe nadeelig een rupture voor beide<br />

zoude zyn; en by alle gelegendheid voorgehouden,<br />

hoe wenfchelyk het ware, dat, om zulks te<br />

pra>


B Y L A G E L a<br />

. C.<br />

prsevenieeren , Engeland eenige faveurs aan de Republiek<br />

wilde doen, maar dat ik klaar gemerkt bad ,<br />

in alle de Converfatien, die ik op dat fubject gehad<br />

hadde, dat dat Hof daartoe nooit te brengen<br />

zoude zyn, dat 'er zelve Leeden van gedachten waaren,<br />

dat zulks een kwaad effect zoude doen, dat<br />

men my van verre had te verdaan gegeven, dat,<br />

zoo den Staat ouvertures deed, men halfweg te gemoet<br />

zoude komen, en dat de Heer Torke volkomen<br />

geïnftrueert was op dat fubject.; en dat hy ook<br />

duidelyk de intentien van zyn Hof had te kennen<br />

gegeeven, ingevalle de Republiek Convoy verleende,<br />

of dezelfde Declaratie deed, als Rusland, —<br />

die intentien in myn Brieven van den 4 Aug. en<br />

I Sept. gedetailleert, heb ik wederom gereïtereert<br />

en geconfirmeert.<br />

Verders, dat de Heer Harris altyd fchreef, dat<br />

de Keizerinne van Rusland, by continuatie verzeekeringen<br />

van Vriendfchap gaf, en dat het Ministerie<br />

zich daarmeede flatteerde. Eneindelyk,<br />

heb ik kennis gegeeven, dat het Ministerie Informatien<br />

ontfangen had, dat de Hertog de la Fau~<br />

guion zich flerk gemaakt had by zyn Mof, van een<br />

rupture, tusfchen de Republiek en Engeland te<br />

efFectueeren, dat het Cabinet van Verfailles niet<br />

eenparig was geweest, of zoodanige ruptuur, op<br />

zich zelve genomen, voordeelig voor haar was, ofte<br />

niet; maar dat zy het alles aanmerkte als een<br />

événement, dat het Credit van Zyne Doorl: Hoogheid<br />

fterk zoude affecteeren.<br />

Den


B Y L A G E IA C.<br />

Den 20 OSlob. 1780.<br />

Gefchreeven, dat de verbittering zedert de ontdekking<br />

van de Papieren van Laurens zeer vermeerdert<br />

was, wederom gerepeteert, dat men in<br />

Engeland een gedecideerde parthy had genomen ,<br />

en dat het Convoyeeren naar de Havenen van de<br />

Mogendheeden, in Oorlog met Engeland, of het<br />

overftappen van de gevraagde Guarantie aan Rusland,<br />

van een ruptuur gevolgd zoude worden, en<br />

dat ik vreesde voor onze Bezittingen in de Oost.<br />

en West-Indien, en dat men zich by continuatie<br />

flatteerde van de perfoneele geneegenheid van de<br />

Keizerinne van Rusland.<br />

Den 3 Nov. 1780.<br />

Gefchreeven, dat na de beste informatien, die ik<br />

hadde kunnen krygen, het greotfte gedeelte van de<br />

Leeden van het Cabinet van Advys waaren, dat men<br />

zoo lang mogelyk de oude Commercieu en Vriendfchap<br />

moest ophouden, en dat in het tegenwoordige<br />

oogenblik Engeland vyanden genoeg had, zon.<br />

der zich met eene andere Mogendheid in een Oorlog<br />

te wikkelen. —— Andere waaren van Advis,<br />

dat de Republiek zulke hostile desfeinen tegens<br />

Engeland manifesteerde, zoo wel binnen als buiten<br />

Europa, dat die oude Vriendfchap en Connexie<br />

ten eenemaal aan een einde fcheen te zyn, en (laande<br />

hielden, dat het allefints voordeeliger was voor<br />

En.


B Y L A G E La. C.<br />

Engeland, van in Oorlog te zyn met de Republiek,<br />

als langer op dien voet te blyven. Dat ik<br />

dacht, dat het van de Refolutien , die de Republiek<br />

zoude neemen, in de differente zaken, daar tegenwoordig<br />

over gedelibereert wierd, zoude afhangen<br />

welk fentiment praevaleeren zou.<br />

Den io Nov. 1780.<br />

Rapport gedaan , dat ik meende wel onderricht<br />

te zyn, dat zoo 'er geen voldoende Refolutie genomen<br />

wierd, omtrent de gecommuniceerde Papieren<br />

, die by de Heer Laurens gevonden waren, een<br />

Oorlog vast was, en dat ik geloofde, dat men hier<br />

ftaat op kon maaken.<br />

Den 21 Nov. 1780.<br />

Gefchreeven, dat voor zoo veel ik wist, de Heer<br />

Torke noch geen order had om zich te retireeren,<br />

ten waare dezelve hem deezen dag gezonden<br />

ware geworden; — dat 'er s' morgens een Cabinet-Raad<br />

over Buitenlandfche zaken gehouden was.<br />

Den 24 Nov. 178a.<br />

Dat volgens het geene ik met eenige zekerheid<br />

had kunnen weeten, men naar de Hollandfche Brieven<br />

wagtede, om een finaale Refolutie te neemen.<br />

Den 5 Dec. 1780.<br />

Dat ik niet had kunnen weeten , wat Refolutien<br />

men


B Y L A G E L». O<br />

men genomen had, zedert den ontfangst van de<br />

Brieven van den 18 pasfato, alleen, dat ik met zeekerheid<br />

gehoord had, dat Prins Frederic zyn reis<br />

nam over.Vlaanderen, en niet over Holland, en dat<br />

hy noch in den loop van de Maand zoude vertrekken,<br />

— En dat man in de City dacht, dat de<br />

zaaken tot een Oorlog zouden kornen.<br />

Den 8 Dec. 1780.<br />

Dat'er drie dagen agter een, Cabinet-Raden<br />

geweest waren, rakende de Situatie van zaaken<br />

tusfchen Engeland en de Republiek, dat, wat moeite<br />

ik my ook gegeeven bad, ik niet had kunnen<br />

weeten, of men tot eenige Refolutie was gekoomen,<br />

dat ik alleen wist, dat men daags te vooren noch<br />

niets finaals gedetermineert had, en dat het fcheen,<br />

dat men de Hollandfche Posten wilde afwachten.<br />

Den 15 Dec 1780.<br />

Dat de drie manqueerende Posten gearriveert waren,<br />

en dat ik dien dag eerst gehoord hadde, dat<br />

de Heer Torke order had gekreegen, om een nadere<br />

Memorie te prefenteeren, om antwoord te<br />

hebben op die van den 10 Nov., dat ik dacht, dat<br />

hy dien Dingsdag geprefenteert zoude hebben, en<br />

dat men zoude afwagten, wat daar op in deu loop<br />

dezer week zoude gedaan worden, voor dat men<br />

tot een finaale Refolutie kwam.<br />

Den


B Y L A G E L». C.<br />

Den 17 Dec. 1780.<br />

Dat de Heer Frafer my uit naam van Lord Stor-<br />

«?OH* kennis had gegeeven, dat men orders gezonden<br />

had aan den Heer Torke, om te vertrekken zonder<br />

affcheid te neemen, zonder my te zeggen, wat oorzaak<br />

tot die orders had gegeeven, • dat ik<br />

gehoord had, dat 'er daags te vooren een Courier<br />

van de Heer Torke gearriveert was, en dat 'er<br />

s'avonds Iaat een Cabinet-Raad gehouden was,daar<br />

die Refolutie in genoomen was.<br />

Den 26. Dec. 1780.<br />

Dat 'er order gezonden was, om St. Euftatius<br />

en St. Martin te attacqueeren; en dat ik niet zonder<br />

vreeze was,dat d'expeditie, waarvoor men 3000<br />

Man met zwaare Artillerye infcheepte, de Kaap de<br />

goede Hoop zoude gelden.<br />

B Y-


B Y L A G E L». D.<br />

Extract Misfive van Gecomm. Raaden van<br />

't Noorder Kwartier.<br />

w y hebben, &c.<br />

By deezen neemen wy ook de gelegenheid, om<br />

UEd. Gr. Mog., conform derzelver Ref. van den<br />

10 Jan. deezes Jaars, met communicatie van Zyne<br />

D. H. den Heere Prince Ërfftadhouder, met betrekking<br />

tot dekking der Zeekusten, de nodige orders<br />

hebben gedepecheerd , en ter Executie gelegd ,<br />

zoo dat dezelve Provifioneel zich in behoorlyke<br />

ftaat van defenfie bevinden: zullende Wy niet achterlaaten<br />

zonder ophouden het noch verder benodigde<br />

te doen te werk ftellen.<br />

( Was getekend')<br />

De Gecomm.<br />

Ter Ordonnatie van dezelve,<br />

Nkolaas Groet.<br />

BY-


BYLAGE La. E. N». i><br />

HOOG ED. GESTR. HEER!<br />

•Durgemeesteren hebben tot hurt uiterst leedwee,<br />

zen verttaan, dat Z. D. H. zich over het op vootledene<br />

Vrydag gedaane voorftel, aan onderfcheidene<br />

Lieden ten tterkften beklaagd, en zelfs in fcriptis<br />

gefteld heeft, 't geen Z. D. H. meent, door ons<br />

tegens den Heere Hertog te zyn ingebracht geworden.<br />

Hoe zeer het ruchtbaar maaken van eene zaak ,<br />

(die Burgem. niet verricht hebben dan na ryp overleg,<br />

en als daar toe gedwongen door d'omftandigheden,<br />

in welke het Vaderland zich bevind, dewelke<br />

naar hunne gedachten, velftrekt vereischten, dat<br />

alle reedenen, die tot eenig mistrouwen tusfchen<br />

Z. D. H. en de Regenten, eenige aanleiding zouden<br />

kunnen geeven, hoe eerder zoo beeter weggenomen<br />

worden,) hun onverfchillig is, zoo kunnen Zy<br />

niet ontveinzen, dat de verkeerde begrippen, het<br />

zy met behoorlyken eerbied gezegd, in welke Z.<br />

D. H. na de mondelinge voortelling, doof den Penfionaris<br />

Visfcher gedaan, getoond heeft te zyn, wegens<br />

de wyze, op welke gem. Penfionaris op 'tfubjeér.<br />

van bovengem. Heere Hertog, zich geuit had,<br />

Hun doen vreezen, dat Hoogstdezelve by deszelfs<br />

denkbeelden perfifleerende, mooglyk hunne uitdrukkingen,<br />

niet zoodanig gefield zal hebben, als zy<br />

!• DML. T w a a r.


B Y L A G E L*. E. N°. i.<br />

waarlyk en in de daad geweest zyn. Burgemeesteren<br />

zouden gaarne gezien hebben, dat de Memorie<br />

door den Penfionaris Visfcher voorgeleezen, daarna<br />

overgegeeven, in Zyne Doorl. Hoogh. handen gebleeven<br />

was, om Hoogstdezelve te overtuigen, dat<br />

wel verre van den Heere Hertog te befchuldigen,<br />

Burgemeesteren op het fterkfte hebben verklaard,<br />

dien Heer geenzints te verdenken, wegens de fchandelyke<br />

uitfirooifelen, tegens een Heer van zyn aanzien<br />

en geboorte, maar dat zy Burgemeesteren deszelfs<br />

verwydering om geene andere reede geëischt<br />

hebben, dan om dat door het algemeen wantrouwen,<br />

met of zonder reede, tegens Zyne HoogePerzoon<br />

opgevat, het uitfluitend vertrouwen, hetwelk<br />

Z. D. H. op dien Heer gefteld heeft, het beftuur<br />

der publieke zaaken fchaadelyk kwam te zyn: als<br />

wordende daar door het vertrouwen, dat men in<br />

Z. D. H. noodwendig dient te ftellen, willen de<br />

zaaken wel gaan, zoo niet ten eenemaal weggenomen<br />

, ten minften zeer verzwakt.<br />

Burgemeesteren protefteeren als noch, en verzeekeren<br />

op het allerferieuste, dat zy uit geene<br />

byzondere haat, afgunst, of verregaande verdenkingen,<br />

tegens meergem. Heere, den bewusten ftap<br />

gedaan hebben, en zy hoopen, dat aan hunne woorden,<br />

geene andere beteekenis gegeeven zal worden,<br />

als die met hunne waarachtige intentie overeenkomftig<br />

is.<br />

Zy hebben beloofd, dat de Memorie, door den<br />

Penfionaris Visfcher voorgeleezen, niet zou gecommuniceerd<br />

worden, aan anderen, dan aan de gee><br />

nen,


B Y L A.GE La. E. N». i .<br />

nen, die dezelve dier tyd gezien hadden, naamlyk,<br />

de vier Regeerende Burgemeesteren, en de Penfionaris<br />

Fisfchgr: zy hebben die beloften ook heilig<br />

nagekomen: maar zy zouden niet gaarne zien,<br />

dat zy by v- publiek, by hunne meede - Regenten ,<br />

zoo van deJze als andere Provinciën voorgefteld<br />

wierden, als hebbende den Heere Hertog waarlyk<br />

befchuldigd met het geene, waarmede die Heer<br />

in eerlooze en infame libellen befchuldigd wordt,<br />

't Zy verre van hun, te kunnen denken, dat Z. D.<br />

H. met opzet, en als ter kwaader trouwe, het doen<br />

van zulke of diergelyke befchuldigingen, aan Burgemeesteren<br />

zoude willen aanwryven, maar de aandoening,<br />

dewelke Z. D. H. gevoeld heeft op't hooien<br />

van een voorftel, zoodanig ftrydig met de hoogachting<br />

en liefde, die hoogstdezelve voorhaarengeweezen<br />

Voogd, natuurlyk hebben moet, haarongetwyffeld<br />

geprevenieerd hebbende, tegen de geenen<br />

, die dat voorftel gedaan hebben, zoo zou het<br />

geen wonder zyn, zoo Zy zich waarlyk by aanhouding<br />

verbeeldde, anders gehoord te hebben, dan onze<br />

Penfionaris geleezen heeft.<br />

't Is om die reede, Hoog Ed: Geftr: Heer, dat<br />

Ik, uit naam van Burgemeefteren, de vryheid neem,<br />

U. H. Ed. Geftr. te doen geworden, dat zelfde ftuk,<br />

dat onze Penfionaris voorleeden Vrydag heeft voorgeleezen;<br />

met verzoek, om het zelve met communicatie<br />

deezes, aan Z. D. H. ter hand te ftellen,<br />

Burgemeesteren hebben daar meede geen ander<br />

inzicht, dan om aan Z. D. H. de eigsnlyke woor-<br />

T 2<br />

dea,


13 Y JL A G E L«. E. N. i.<br />

den, dewelke Stads Gedeputeerden gebruikt hebben<br />

, onder 't oog te brengen.<br />

Het zal, 't zy met eerbied gezegd, aan Z. D. H.<br />

volkoomen vryftaan, van deeze Memorie zoodanig<br />

gebruik te maaken, als zy zal kunne^goedvinden,<br />

terwyl Burgemeesteren, ten zy daartoe gedwongen ,<br />

dezelve aan geene anderen zullen meededeelen.<br />

Voorts verzoeken Burgemeesteren zeer ernftig, dat<br />

U. H. Ed. Geftr. den Heere Prince verzeekere van<br />

hunne oprechte verknochtheid aan deszelfs Perzoon<br />

en aanzienlyk Huis, De betrekkingen tusfchen particulieren<br />

en de betrekkingen tusfchen Regenten, zyn<br />

in haare uitwerkzelen zeer onderfcheiden: men dient<br />

dierhalven noodwendig met een ander oog te befchouwen,<br />

't geen tusfchen deezen of geenen gefchied:<br />

Particulieren hebben geene betrekking dan<br />

tot eikanderen, en alles wlat dezelve treft, treft de<br />

particulieren alleen, en ftrekt zich niet uit buiten<br />

hunne Perzoonen: maar. Regenten hebben eene gemeene<br />

betrekking tot het gemeene-best, aan'thoofd<br />

of in de Regeering van 't welke zy gefteld zyn. Alles,<br />

wat hen in't byzonder zou treffen, moet zwichten<br />

voor de betrekking die zy hebben tot dat Gemeene-best,<br />

en deeze is heilig: welk misverftand<br />

en onmin ook onder hun lieden mogen weezen,<br />

zoo behooren zy één hart, één oog, één mond<br />

te zyn voor het algemeen welzyn. Al had Z. D:<br />

H. op het allertreffcndfte Burgemeesteren van Amfterdam<br />

in hunne byzondere Perzoonen beleedigd;<br />

al had Z. D. H. op de allerbitterfte wyze hun onverdiende<br />

verwytingen gedaan, zy zouden noch gereed


B Y L A G E L». E. N \ i.<br />

reed zyn, om met den Heere Stadhouder, met het<br />

aanzienlyk Hoofd van dit noch onlangs aanzienlyk<br />

Gemeenebest, op de vertrouwde, openhartigfte en<br />

cordaatde wyze te overleggen, al wat gedaan moet<br />

worden , ten beste van hetzelve. Hoe veel te<br />

meer, zyn zy daar toe gereed, terwyl zy de Perzoon<br />

van Z. D. H. eerbiedigen, en overtuigd van<br />

deszelfs perfoneele hoedanigheeden, voor Denzelven<br />

alle hoogachting hebben, en gereed zyn om alle<br />

vertrouwen op Z. D. H. te dellen. Zy durven<br />

de allerferieuste verzeekeringen geeven van hunne<br />

volkoomene bereidwilligheid, om met Z. D. H. in de<br />

allerbeste en oprechtde correspondentie te leeven,<br />

enz.<br />

Amfterdam<br />

12 Juny 1788.<br />

(Was geteekend)<br />

J. R E N D O R P.<br />

T 3 BV-


B Y L A G E L». E. N°. 2.<br />

W E L ED. GESTR. HEER!<br />

J^Lccufeerende de receptie van Uw WelEd. Geffr.<br />

Misfive, heeden ontfangen, heb Ik d'Eer te melden,<br />

dat geen Oogenbiik heb verzuimd om het daar<br />

hy gevoegde ftuk, met voordragt van den inhoud<br />

dier Misfive, aan Zyn Hoogheid de Heer Erflladhouder<br />

ter hand te ftellen.<br />

Myn Heer, niets zoude my in de loop van myn<br />

allerverdrietigst Ministerie aangenaamer zyn dan te<br />

konnen medewerken tot herfiel en bevordering van<br />

eene by my op het hartelykst gewenschte, en voor<br />

het lieve Vaderland altoos, en ten allen tyden , maar<br />

vooral thans , zeer hoognoodige eensgezindheid,<br />

tusfchen Uw Wel Ed. Geftr. Stad, en hooggem.<br />

Zyne Hoogheid.<br />

Ik verzoek Uw Wel Ed. Geftr. de verdere Heeren<br />

Burgemeesteren van myn refpect te verzeekeren,<br />

teiwyl d'eer heb met de yverigfte gevoelens van<br />

achting en aankleving te zyn<br />

Wel Edele Geftrenge Heer!<br />

U Wel Ed. Geftr. Onderdanige<br />

en Gehoorzaame Dienaar<br />

'slïagei3juny P. v. BLEISWYK.<br />

1781.<br />

EY-


B Y L A G E L». F.<br />

Den 7 Maart 1782.<br />

Deliberatie over het beklag van den Hertog, aan<br />

H. H. Mog. over Gedeputeerden van Amfterdam,<br />

in Juny 1781, volgens Refolutie van<br />

20 Febr. 1782, tot af komst heeden.<br />

Ridderfchap. Perüfteert by voorig Advys. Zie<br />

Not. 20 Feb. 1782 , van Holland.<br />

Dordrecht, 't Is niet de eerfte reis, dat de Reedenen<br />

hunner Principaalen geuit hebben van hunne<br />

bevoegdheid tot reclame der Refolutie, voor al van<br />

1663, en dat op fundament der belofte, in die Refolutien<br />

met eede vervat, dat de Leeden aan elkander<br />

verplicht zyn indemniteit, of de gemolesteerde<br />

Leeden, volgens den aart en Conftitutie der Regeering<br />

te maintineeren: in dit geval is Amfterdam:<br />

uit hoofde van die gereclameerde Refolutie, behoort<br />

op fundament derzelve eene recriminatie te zyn:<br />

zouden gaarne met allen aandrang de gefundeerdheid<br />

daarvan nader toonen, maar zullen dat niet doen:<br />

niet, om dat geen belang in 't refultat ftellen, maar<br />

alleèn om reeden van gegrond wantrouwen, dat een<br />

nader adftruftie geen vat op de Leeden zou hebben :<br />

konden ook toonen, dat het declaratoir van Z. II.<br />

en 't Advys der Edelen te ver gaat: dat het zelve<br />

hier niet te pas komt, zynde ingericht om te decideren<br />

een point, dat nooit in deliberatie is geweest;<br />

f 4 waar


B Y L A G E L*. F.<br />

waar op nooit de Leeden hebben gedacht: dat nooiï<br />

kan decideeren , het poijit hier in questie; zullen dat<br />

declaratoir tot geen fundament van deliberatie leggen:<br />

geene nieuwe, kan uit hoofde van dat declaratoir<br />

of Advys, plaats hebben: zullen alleen inhaereeren<br />

hunvooriggeavanceerde, endaar byten krachtigllen<br />

perfifleeren; kunnen echter niet voorby, hunne<br />

verwondering te toonen, dat de Ridderfchap perfifteert<br />

by een declaratoir dat niets inhoud: voornaamlyk<br />

om de deliberatie te feponeeren : hadden mogen<br />

verwachten, dat de Ridderfchap zon concurreeren<br />

tot een finaal befluit, gelyk de Refolutie op de propofitie<br />

van Amfterdam, dat klaar vordert; daar de<br />

Ridderfchap perfifteert by een declaratoir, om de<br />

zaak by provifie buiten deliberatie te laaten : op zulk<br />

een contenance is al vry wat bedenking: twyffelen<br />

of veel zal vorderen ; geeven die" zaak over aan de<br />

meerderheid, met referve van zich nader te expliceeren.<br />

Haarlem. Hebben zich te meermaal geëxpliceert<br />

byzonder ook over 's Ridderfchap's voorflag, tot<br />

afdoening quafi: zullen'er thans alleen byvoegen,<br />

dat, rapport doende van 't laatst gepasfeerde, van<br />

den ftaat der deliberatie, van het dcclareeren der<br />

Ridderfchap, en van de voorflag om de zaak te feponeeren<br />

, gevonden hebben dat in geenen deele te<br />

pas komt, of van infiuentie kan zyn, 't declaratoir<br />

van Z. H.; zeggen alleen : dat hunne [Principaalen<br />

compleet geapprobeert hebben , hunne conduite, als<br />

conform de principes der Regeering; en geen nieuwe<br />

deliberatie nodig geacht, die ook eenigfints de<br />

vo-


B Y L A G E La. F.<br />

vorige principes zouden ondermynt hebben: dat in<br />

geen ampel detail zouden treeden , maar alleen 't<br />

voorig gezegde herhaalen. De materie was gewicht<br />

tig genoeg: erkennen dit met Dordrecht: zyn ver<br />

wondert over de contenance van de Ridderfchap,<br />

en voorgebrachte fentimenten van toegeevendheid,<br />

daar niet vatbaar zyn voor recht, reeden, billykheid<br />

en gezonde Policie: dat het inutil zal zyn,<br />

veele refleclien te maken: dat ze inbajreeren hun<br />

Jagt wel expres, en daar by perfifteeren: dat de<br />

Regeering van Haarlem op dat fujet haar plicht,<br />

als Lid der vSouverainiteit heeft gedaan, ftrekt tot<br />

hunne Satisfactie; zynde verplicht, op 't nadrukkelykst<br />

pogingen te doen, om de gedachtenis voor de<br />

posteriteit te conferveeren, en daarom de rechten<br />

der Souverainiteit hebben gemaintineert: wenfchen<br />

dat de Leden, die in dit geval zo laauw zyn, de<br />

applicatie van gem. Ref. voor zich zeiven niet zullen<br />

behoeven te reclameeren.<br />

Delft. Als de Regeering kort na de Misfive van<br />

den Hertog ter Vergadering overgebracht was ,<br />

alle om Handigheden had overwogen , kwam tot<br />

Conclufie best voor, om deeze onaangenaame zaak<br />

te laaten flaapen, en buiten verdere deliberatie te<br />

houden, met geen ander oogmerk , als dat, welke<br />

Refolutie ook wierd genoomen, het niet anders als<br />

onaangenaame gevolgen kon hebben: dat de Regeering<br />

van het declaratoir van Z. H., en van de Ridderfchap<br />

gekreegen , kennis hebbende, thans eenvoudig<br />

had nagegaan, of na dien tyd ook 't een of ander<br />

was voorgevallen, om Haar van 't fystema om<br />

T 5 de


P. Y L A G E L\ F.<br />

de zaak finaal te feponeeren , te doen afgaan, maar<br />

zy daar in volmaakt gefierkt was; dat als men<br />

al eens wilde volgen het fystema van Dordrecht<br />

en andere, begrypende, dat men de demarche van<br />

den Hertog ad aninum moet meenen; dat Gedeputeerden<br />

ter Generaliteit moeten reprefenteeren ,<br />

Hun Ed. Groot Mog. gevoeligheid over die demarche;<br />

dat de Hertog heeft geattaqueert de maximes en<br />

•wetten van de Souverainiteit, en aangegaan tegen't<br />

verfchuldigd refpeft, dat een Officier van den Staat<br />

fchuldig is, en daarom by Hun Hoog Mog. inftee.<br />

ren, om die daad behoorlyk te doen repareeren:<br />

men ten ifie vraagt, wat effect, zal zulke Refolutie<br />

ter Generaliteit doen, daar reeds 4 Provinciën, als<br />

Gelderland, Utrecht, Overysfel en Stad en Lande<br />

van ander begrip zyn, ooit die Satisfactie ter Generaliteit<br />

tc bezorgen is ? Of niet eer te vreezen is,<br />

dat die Provinciën noch onaangenamer Refolutien<br />

zullen neemen die, daar de meerderheid der Bondgenooten<br />

van contrarie opinie is , noch onaangenaamer<br />

Refolutien voor Holland konden zyn ? dat Holland<br />

zich wel niet moet laaten intimideeren , of van Refolutien<br />

affchrikken, maar hier alle redenis, om die<br />

zaak te laaten flaapen: dat Denemarken reeds in<br />

July 1781 gedeclareert heeft,dat de Koning het niet<br />

onverfchillig aanzag: dat tot tweemaal toe de Konin°van<br />

Pruisfen niet onduister ge'ïnfinuëert had, hoe<br />

op die materie dacht: dat wy ons niet daar aan zouden<br />

behoeven te ftooren, maar de omftandigheeden<br />

raaden, terwyl geen effect, ter Generaliteit te wachten<br />

is, en dat andere Mogendheeden zich daar in<br />

laa-


B Y L A G E L*. F.<br />

laaten zien. dit te laaten blyven. Eindelyk, dat dewyl<br />

het declaratoir van Z. H. in Holland gecommuniceert,<br />

eene Juftificatie van den Hertog bevat, als<br />

dan een Refolutie tot flrafvordcring niet allergevoeligst<br />

voor Z. H. , als eerfte Regent zou zyn. Dat<br />

alles concurreert, om dat werk te fmooren. Zien<br />

het declarat: van de Ridderfchap aan met een ander<br />

oog: het voldoet eenigszins aan 't begeerde; betitelt<br />

vast, dat Amfterdam en alle de Leeden van Holland<br />

recht hebben tot voorflagen te doen, als 't belang het<br />

vordert: als dat declaratoir word gevolgt, verklaaren<br />

zulks ook de Staater», en daar dit zelve by geleegendheid<br />

der demarche van den Hertog word gedaan,<br />

geeft de Staat implicité daar mede te kennen,<br />

dat het verzoek van den Hertog om Satisfactie niet<br />

te pas komt. Het point der recriminatie moet worden<br />

gefeponeert, de omftandigheeden verbieden een<br />

Refolutie die nadeelig zou zyn en groter oneenigheeden<br />

verwekken. Onder dit declaratoir meet de<br />

zaak gefeponeert blyven, niet by provifie, maar geheel<br />

buiten verdere deliberatie, om de harmonie te<br />

cultiveeren. Nopens de wensch van Haarlem zoo<br />

vvenfehen meede, dat, als ooit zo ongelukkig worden<br />

, dan te toonen, dat de gevoeligheid moet worden<br />

opgeofFert aan de Eendracht.<br />

Leiden. Als de ftaat der deliberatie en de conduite<br />

van Gedeputeerden hebben t'huis gebracht,<br />

is hun doen eenpaarig geapprobeert; konden met<br />

Dordrecht en Haarlem zeggen, dat zich zeer duide-<br />

Jyk een en andermaal hebben geëxpliceert, en daarby<br />

perfevereeren; maar dat alles wilden opofferen<br />

tot


B Y L A G E L. F.<br />

tot haimonie, waar van noch onlangs preuves hadden<br />

gegeeven: dat nu afgevraagt, wat in deeze materie<br />

konden doen , de condufie was geweest, dat door eed<br />

en plicht verhonden waren; dat zulks van 't begin<br />

reeds gezegd hadden : dat 'er dus weinig moeite was<br />

om in deze parry te kiezen: dat 'er geen Lid is die<br />

niet bezwooren heeft de rechten der Souverainiteit<br />

ten fterkften te maintineeren: dat hier geïmpieteert<br />

is op een der eminentlfe rechten, en een Lid reclameert<br />

de trouw en guarantie van de andere Leeden:<br />

dat alles over hebben voor harmonie, maar<br />

niet daar eed en pligt hun verbinden: dat by eenpaarige<br />

Refolutie der Vroedfchap is geperfevereert,<br />

by 't voorfchrift van Anno 1621: dat zeer weinige<br />

dagen daarna ter Generaliteit Satisfactie gevraagd<br />

is: of in eene reclame van die natuur per<br />

plura kan geconcludeerd worden, laten dat om nader<br />

te bedenken : als de conclufie valt alleen van<br />

hun begrip, zullen niet alleen protesteeren, maarzo<br />

een aanteekening referveeren, als tot maintien de-,<br />

zer Souveraine vergadering behoort.<br />

Amfterdam. Kunnen niet zonder veel aandoening<br />

op nieuws van deze materie fpreeken, om 't gewicht<br />

der zaak, te meer, daar een coufluentie van<br />

Toehoorders fchynt zamen gekomen, om bytewoonen<br />

de uitvaart hunner gerechtigheeden en vrydommen<br />

, geleid door een Heer, wiens Voorouders met<br />

zoo veel lof daar voor geftreeden hebben: principaal<br />

tegen een confiliarius van een Vorst, die noch<br />

niet zou fchroomen, daar alles voor op te zetten:<br />

moeten opmaaken, dat de Leeden veel woorden van<br />

hun


BYLAGE L a<br />

. F.<br />

hun wagten: dewyl met zo veel iever door voorzit*<br />

tende Leeden alles herhaalt is, zou het maar vergeefïche<br />

moeite zyn: reclameeren alleen de bezvvooren<br />

geguarandeerde Privilegiën en Voorrechten:<br />

kannen volftaan zig te voegen by Dorth, Haarlem<br />

en Leiden wat ook 't befluit zy: de voorflag der<br />

Ridderfchap betekent niets: zelfs ten uiterften verwondert,<br />

dat zy fchynt die rechten niet te erkennen:<br />

't is- hun leed, dat de tyden zoo zyn verandert,<br />

dat die zelve Vergadering, die in een Jaar zonder<br />

aanbelang, den 26 Mey 1621. eene zoorigoureufe<br />

Refolutie nam, nu zoo laf is, om dat de Perfoon<br />

wat meer verheeven is van geboorte, fchoon een<br />

Dienaar van den Staat: dat men uit deference voor<br />

hem tot die laagheid komt, om de zaak te feponeeren:<br />

of zulks iemands Confcientie voldoen kan, daar zy<br />

zoo indignegeattaqueert worden: zullen om perfoneele<br />

haatelykheid liefst voorbygaan, 't geen Delft zegt:<br />

zyn verwondert over de vrees voor gedwonge Refolutie<br />

der Provinciën, die niet unaniem zyn: dat<br />

het verhaal van vreemde Ministers aan den Griffier<br />

(misfchien weet d'Hr. Emants meer,)zoo vermoet<br />

brengen, om deliberatien die betrekking tot de rechten<br />

van 't Land hebben, te fchikken naar zaken daar<br />

men niet mede te doen heeft: toen het declaratoir<br />

van Zyn Hoogheid is ingebracht, recommandeerde<br />

een Lid het menagement, zo dat betrekkelyk is op<br />

de Advyzen der Leeden, zullen zy dat niet taxeeren<br />

dewyl thans niet te pas komt: nooit is door Amfterdam<br />

in deliberatie gebracht eene propofitie aan Zyn<br />

Hoogheid, door haar gedaan, nooit is eene decifie<br />

daar


B Y L A G E IA F.<br />

daar op gevraagd: zou ook niet bekend zyn geworden<br />

: hebben Z. H. niet willen binden aan 't gebruik<br />

ten beste, maar hebben niets ter kennisfe gebracht<br />

van 't Publiek: deze deliberatie bepaalt zich eenvoudig,<br />

tot het adres van den Hertog om Satisfactie<br />

: 't is meer als eens getoond, dat de attaque is<br />

gedaan op de vryheid en Rechten; zullen die vasthouden;<br />

repondeeren niet voor de gevolgen: zoo<br />

eene haatelyke Oorlog hunne Principaalen niet te<br />

rug hield van'eenige verdere demarche, zouden zy<br />

zich byna fchaamen op deeze plaats te blyven zitten:<br />

zouden zich anders afzonderen van eene Vergadering<br />

, daar zoo onbehoorlyk behandelt worden.<br />

Gouda. Hebben bevonden dat van de Ridderfchap<br />

behelst 3 deelen : 1, declaratoir van Zyn Hoogheid:<br />

2, het declaratoir van de Ridderfchap : 3, een finaal<br />

afdoen: ad 1 zyn 't volmaakt eens met Amfterdam ,<br />

komt niet te pas: de questie is alleen, over 'tadres<br />

van Amfterdam aan Zyn Hoogheid: of 't verzoek<br />

van den Hertog, wel of kwalyk is , is hier geen object,<br />

zwygen daarop: ad 2, behelst een conciliatoir.<br />

a , De Leden hebben het recht, &c,: b, gelyk recht<br />

heeft Zyn Hoogheid: c, men wil feponecren. Ad#,<br />

zyn 't daar omtrent volkomen eens, is geen object<br />

van dispuut, is door de wet gejustificeerc: het declaratoir<br />

van de Ridderfchap is overbodig, alzoowet<br />

exteerd. Adb t als niet zullen varieeren, zou men nader<br />

recherche moeten doen, waar en waar omtrent niet<br />

convenieeren: de Wet van 1586, 1663, en 't cxempel<br />

van 1621, alleen relatif tot propofitien in Holland


B Y L A G E L a<br />

. F.<br />

land gedaan: zeggen dat niet gratis, de Wet zegt,<br />

dat moeten gedaan worden in de Vergadering, Staatsgewys:<br />

dat brengt de zin der eerfte Wet van 15S6<br />

al mede: is alleen gemaakt tot vermeerdering Van<br />

confidentie, dat het eene Lid niet meer zou weeten<br />

als het andere: als in Holland geopenbaart worden<br />

zaaken tot nut van den Staat, moeten die niet alleen<br />

gefecreteert, maar die ze reveleert moet voor een<br />

vyand van 't Vaderland gehouden worden: d'inttitutie<br />

is goed: had Amfterdam dat exempel niet kunnen<br />

volgen, de fecretesfe reclameeren, was 'er dan<br />

niet dezelve fecuriteit geweest? alles is doch gefchied<br />

tot vermyding van eclat. Amfterdam heeft<br />

eene goede intentie gehad, en 't welzyn van 't Land<br />

beoogt, maar kan die intentie bevryden van de wet?<br />

als 't in Holland was gebracht, had het daar kunnen<br />

blyven onder fterke belofte van fecretesfe, het kan<br />

nu niet blyven buiten eclat: als men nu let op de<br />

daad, de woorden der wet , en d'aanleidende oorzaak<br />

tot de wet, dat het gefchied is om de rechten der<br />

Souverainiteit te maintineeren, hoe is dan Am".erdam<br />

niet in de termen der wet? God Almachtig<br />

is getuige van de oprechtheid hunner gevoelens:<br />

beroepen zich op 't Opperwezen, hebben niets<br />

meer gewenscht als een harmonieuze afkomst, daarom<br />

gewenscht de zaak te feponeeren , en 't werk te<br />

laaten flaapen, om dat geen uitkomst zien: hebben<br />

als dus gedacht, om 't gewicht van 't werk: vinden<br />

geen reeden te devieeren van deeze beraifönneerde<br />

Principes; 't zyn de waarachtige gevoelens<br />

van hun hart, fchoon in dat derde eens waren met<br />

Am-


B Y L A G E IA F;<br />

Amfterdam, dat over de daad als daad Amfterdam<br />

niet moet verantwoordelyk zyn, dat onder zulk deelaratoir<br />

advyfeeren tot het finaal feponeeren.<br />

Rotterdam. Als het declaratoir van Z. H. en van<br />

de Ridderfchap, na ferieufe deliberatie en naauwkeurig<br />

onderzoek geëxamineert hebben, hebben geen<br />

reeden te devieeren van voorige last, herhialen die<br />

niet: behalven dat het nodeloos zyn zou, en apparent<br />

vergeefs: dat thans 't opjeft van deliberatie<br />

is , of onder dat declaratoir de zaak tusfchen Amfterdam<br />

en den Hertog kan gefeponeerd: noch het declaratoir<br />

van Z. H. noch dat van de Ridderfchap is<br />

daar toe gefchikt: het declaratoir van Z. H. is van<br />

geen applicatie op 't beklag van den Hertog, over<br />

een Lid der Souverainiteit van Holland, ter Generaliteit<br />

gedaan: 't advys en declaratoir van de Ridderfchap<br />

niet rechtflreeks: moge wel lyden, dat<br />

iets, waarover men reeds zedert 2 eeuwen in gefchil<br />

is, by nadere Refolutie gevestigd worde: wel<br />

ver van onder dat declaratoir de hoofdzaak te feponeeren,<br />

voldoet het niet, 't is daar geheel ongefchikt<br />

toe, moeten maintineeren en handhaaven de<br />

Souverainiteit, zo plechtig bezwooren, daar in te<br />

lacheren is van de kommerlykfte gevolgen, moeten<br />

daarom voorige last ten fterkften inhereeren, en<br />

daarby perfifteeren.<br />

1 Corimhem. Als verflag gedaan hebben van hun<br />

voorig gezegde, is dat geapprobeert, moeten fpeciaal<br />

declareeren, dat noch zyn in dezelfde fentimenten,<br />

't heeft hun zeer vervreemd, dat de Ridderfchap<br />

onder zulk declaratoir een zaak van die<br />

in>


B Y L A G E IA F.<br />

importantie wil feponeeren, of doen voorkomen, als<br />

of Amfterdam recht heeft tot propofitien tot welzyn<br />

van 't Vaderland, uit een toegeevendheid van<br />

de Ridderfchap: den aart der Vergadering zou het<br />

dus hachelyk maaken om met malkander te fpreeken;<br />

dat declaratoir beduid niets: kunnen niet komen<br />

tot een Refolutie, om te feponeeren, maar moeten<br />

expres protefteeren en referveeren, daar omtrent<br />

te handelen na behooren.<br />

Schiedam. De Cordaatheid eicht, dat femper<br />

idem, de leus der finaale deliberatie zy; als deeze<br />

getoetst hebben aan hunne Refolutie van 4 Sept.<br />

1781, en de gronden daar by gelegt, zyn ver af<br />

van een abfolute intentie, om die zaak zoo te feponeeren<br />

, om niet te neemen een Refolutie, over<br />

het gefchii zelve; het declaratoir van de Ridderfchap<br />

is een overbodige verklaaring, om dat daar<br />

in nooit gehaefiteert hebben , berust op Refolutie<br />

yan 25 Aug. 1586, en de adte van indemniteit<br />

van 1663; ook na den aart en digniteit der Vergadering<br />

competeert aan ieder Lid het recht om vry<br />

te ipreeken, al was 'er geen periode in gem. Refolutie,<br />

offchoon aan de applicabiliteit getwyffek is<br />

door Gouda; echter is het declaratoir niet volko.<br />

men zonder blyk van de irregularitsit van de Conduite<br />

van den Hertog, en derzelver violatie van de<br />

Conltitutioneele wetten van het Land, van den Staat<br />

en van de Ingezeetenen, kunnen zulks niet nalaaten<br />

te remarqueeren, tot voorkoming van foortgelyke<br />

adresfen aan H. H. M., dewyl den minften<br />

rang bekleedende Officier zulke excesfen zou kun-<br />

V nen


E Y L A G E IA F.<br />

nen pleegen ; tot confervatie der Burgerlyke Vryheid<br />

zorg voor eer en eigen belang en waakzaamheid<br />

voor de rechten van de Republiek; dat den<br />

Hertog 17 Nov. 1781, by Memorie aan H. H. M.<br />

Prefident wel heeft verklaart, dat zyn intentie niet<br />

geweest is, door zyn adres by H. H. Mog. onmiddelyk<br />

Satisfactie tegen Amfterdam te vragen: dan<br />

dat dit declaratoir is post festum , dan had zoodanig<br />

adres gepast geweest aan H. E. G. M. Wat betreft<br />

de conduite van Gedeputeerden ter Generaliteit,<br />

moeten die weder desavoueeren; H. E. G. M.prae.<br />

fentie en venerabel gezach, had hun meer circumfpectie<br />

moeten doen gebruiken; zoodanige overhaasting<br />

was niet nodig, de bewerkte Misfive kon<br />

in Holland gebracht zyn geworden: hadden meer<br />

circumfpeetie en prudentie verwacht. Wat betreft<br />

de recriminatie tot een eclatante Satisfactie, was<br />

voorzichtigst en ftaatkundigst daaromtrent alle deliberatien<br />

te feponeeren, om dat onmogelyk de evenreedigheid<br />

is te bepaalen, en effecten zou doen , die<br />

de rust zouden turbeeren, en de circumfpeetie vereischt<br />

niet ten ftrengften te excuteeren de rechten:<br />

het declaratoir van Z. H. is geen motif tot<br />

een Refolutie in deeze, achten Z. H. incapabel iets<br />

te verklaaren tegen zyn gemoed, verlangen dat op<br />

zyn tyd zich zullen manifesteeren de waare oorzaaken<br />

der inactiviteit, om de fchadelyke nagedachtenis;<br />

hier is niet gerequireert den Hertog vry<br />

en oufchuldig te verklaaren: 't Cardinale point is<br />

over de propofitie van Amfterdam aan Z. H., en<br />

of een Refolutie moet genoo'men worden over de<br />

de*


B Y L A G E L*. F.<br />

demarche van den Hertog by H. H. M. — Zy kunnen<br />

zich met de Ridderfchap conformeeren , voor<br />

zoo veel uit de Refolutie zal blyken dat Ridderfchap's<br />

verklaaring gefchied is tot compleete bevestiging<br />

der Refolutie van 15 Aug. 1586. en van<br />

de aéte van indemniteit van 1663 : dat de demarche<br />

van den Hertog is ten uiterffen informeel en ongepast<br />

, en dat de conduite van de Gedeputeerden<br />

ter Generaliteit, moet gedesavoueert en afgekeurd<br />

worden; dat hun advys niet voortkomt uit drift of<br />

animofiteit, maar gegeeven wordt tot maintien der<br />

rechten van de Souvereiniteit: en dat onder dusdanig<br />

declaratoir zy alle deliberatien wel willen<br />

houden voor afgedaan.<br />

Schoonhoven. Zyn unanim geweest om te perfifteeren.<br />

Brielle. Zullen zich (lipt aan den eed dezer Vergadering<br />

houden: hebben op die principes menigvuldige<br />

deliberatien gehouden, zyn niet geconvinceert,<br />

dat de Refolutien van 1586 en 1663, in dit<br />

geval van de juiste applicatie zyn; doch meenen<br />

teffens dat door de Regeering van Amfterdam, geene<br />

fatisfaftie behoord gegeeven te worden: dat<br />

doch aan den Hertog niet ten kwaade geduid kan<br />

worden, dat zich van de blaam heeft trachten te<br />

zuiveren: als nu daar aan hebben getoetst het declaratoir<br />

van Z. H, en van de Ridderfchap: dat de<br />

jnhoud hoofdzakelyk met hun jast en ideeslover<br />

een komt: dat onder beneficie van het declaratoir<br />

van de Ridderfchap van deeze gantfche zaak een<br />

V a af-


E Y L A G E LA F.<br />

afkomst behoord gemaakt en niet gerecrimineert<br />

te worden.<br />

Alkmaar. Dewyl 'er geen reden is , om van hun*<br />

ne begrippen in de Refolutie van n October vervat<br />

af te gann, perfifteeren zy daarby: en zo tegen alle<br />

rechtmaatige verwachting de Refolutien op de<br />

hoofdzaak een tegenflrydige conclufie by meerderheid<br />

genomen inhielt, zullen dan hunne last tot<br />

verantwoording in de Registers doen aanteekenen.<br />

Hoorn. Hebben zich den 25 October geëxpliceert,<br />

om de gehet le zaak te feponeeren, doch teffens geconvinceert<br />

van de applicatie der Refolutie van 1586<br />

en 1663 perfifteeren daar by, te meer, daar het<br />

declaratoir van Z„ H. den Hertog vryfpreekt: dus,<br />

tot bevordering van harmonie en rust, en om te<br />

beletten dat andere Mogendheden zich daarmede<br />

bemoeijen: alles feponeeren en zo ver het declaratoir<br />

van de Ridderfchap in te fchikken, als kon<br />

dienen tot interpretatie of applicatie der voorzeide<br />

Refolutien.<br />

Enckhuizen. Hebben nader kennis gegeeven aan<br />

hunne Principaalen: feponeeren en buiten verder<br />

deliberatie, mits in de Refolutie een verklaring van<br />

Hun Ed. Gr. Mog., conform 't declaratoir van de<br />

Ridderfchap van 20 Febr., en de remarques der voorzittende<br />

Leeden geinfereerd worde, 't Declaratoir<br />

van Z. H. is thans buiten applicatie: 't is een declaratoir<br />

van den Stadhouder in zyn eminente qualiteit.<br />

Hoogstdezelve weet de zaak best; in vertrouwen,<br />

dat de ftap van Amfterdam uit Vaderlandsliefde<br />

is gedaan, hebben niet gehaefiteert te reclamee-


B Y L A G E L'. F.<br />

meeren de Refolutien van 1586 en 1663; een recriminatie<br />

is van zeer facheufe gevolgen; zullen<br />

zich niet inlaaten of die Refolutien thans van zulk<br />

effect zyn, de Stadhouder van de 7 Provinciën heeft<br />

zyne wyze van denken over die zaak, te kennen<br />

gegeeven: de meefte wachten niets goeds van eene<br />

recriminatie; alle uiterftens zyn van de grootfte<br />

zwarigheden en naffaande dwaling, als eens het<br />

fentiment der voorzittende Leden als onbetwistbaar<br />

doorging, zou de executie dezer Refolutie thans de<br />

Republiek in vuur en vlam zetten, daar men eer<br />

en goed tot afbreuk van den Vyand moet opzetten.<br />

Salus Patrite moet zyn Suprema Lex: de intentie<br />

van Amfterdam is finceer geweest: flatteeren<br />

zich van Amfterdamfche Patriottifche Sentimenten ,<br />

dat aan de eensgezindheid ook wat zullen opofferen,<br />

en de zaak niet pousfeeren.<br />

Edam, Zonder confideutie en eensgezindheid is<br />

'er geen middel om de Republiek te fauveeren,<br />

zyn daarom voor het fitrcheeren, doch dat hunne<br />

Principalen alvorens, dit hun advys getoetst hadden<br />

aan het declaratoir van de Ridderfchap, en gezien<br />

, dat aan de Leeden, de vereischte rechten toegekent<br />

worden; advyfeeren dierhalven conform dat<br />

declaratoir met uitlaating van by provifie, dus finaal<br />

feponeeren.<br />

Monnikendam, 't Conciliatoir van de Ridderfchap<br />

volmaakt conform hunne last; behalven byprovifie<br />

moet finaal gefeponeerd worden.<br />

Medemblik. Als Monnikkendam, zagen 't gaarne<br />

heden afgedaan^<br />

V 3 i>»r-


B Y L A G E ' L ' . F.<br />

Purmerend. Zyn niet geconvinceert, dat de aangehaalde<br />

Refolutien applicabel zyn op Amfterdam,<br />

finaal feponeeren: geen verdere deliberatie.<br />

De Heer van Noordwyk concludeert by meerderheid<br />

tot feponeeren, onder beneficie van het<br />

declaratoir afdoen, mag wel lydeii, dat de<br />

woorden by provifie uitgelaaten worden.<br />

Dordrecht. Wat die conclufie aangaat, is 't van<br />

hun departement niet te beoordeelen, of zodanige<br />

wyze van concludeeren by de Inftruétie van de Raadpenfionaris<br />

is voorgefchreeven: laten zich daarop<br />

niet uit: kunnen niet nalaten deeze conclufiie te attribueeren<br />

aan een verregaande influentie, die buiten<br />

deeze deur behoorde geüooten; protesteeren<br />

ten krachtigften en referveeren nader protest en<br />

zodanige efiicacieufe middelen, als hunne Principaalen<br />

zullen goedvinden.<br />

Haalem. Als Dordrecht: de Heer van Noordwyk<br />

als Raadpenfionaris moet weeten, of mag concludeeren<br />

of niet, laaten zich daar niet op uit, maar<br />

zoo aldus concludeert, zullen zy tegen de Refolutie,<br />

als volttrekt informeel protesteeren, en referveeren<br />

middelen als te rade zullen worden.<br />

Delft. Als geconcludeert word en Dordrecht en<br />

Haarlem doen aanteekeningen, zullen zy contra aanteekeningen<br />

doen.<br />

Leiden. Met goeden ernst twyffelen zy, of een<br />

reclame der fondamenteele Conftitutie kan per<br />

plura doorgaan, laten dat aan 't oordeel van hun<br />

Ed, Gr. Mog.j, als de Re£ volgens de conclufie geno-


B Y L A G E L». F.<br />

nomen word, zullen zy ten fterkfte protesteeren,<br />

en referveeren middelen tot maintien der rechten.<br />

Jmfterdam. Treden niet in de zaaken van de Ridderfchap<br />

, of van den lieer van Noordwyk laten<br />

zulks aan hem over: als concludeert per plura, referveeren<br />

zy zoodanige efficacieufe middelen tegen<br />

eene Refolutie, die de Conftitutie der Vergadering<br />

zo fenfibel grieft.<br />

Gouda. Als gerefolveerd word per plura, en 'er<br />

aanteekeningen komen, zullen zy ook contra aanteekeningen<br />

doen, en zich niet laaten affchrikken.<br />

Rotterdam. Zien de conclufie aan als informeel en<br />

referveeren zich aanteekening.<br />

Gorinchem. Zoo dus geconcludeerd word, protesteeren<br />

zy.<br />

Schiedam. Zoo per plura, geconcludeerd word,<br />

zullen zy 't aanzien, doch aanteekening doen.<br />

Schoonhoven. Zoo tegen de conclufie geprotesteerd<br />

word, zullen ze contra aanteekening doen.<br />

Brielle. Ut fupra.<br />

Alkmaar. Als de Refolutie genomen word ftrydig<br />

met hunne Vroedfchap'3 Ref: dan, volgens hunne<br />

last, deeze infereeren, en tegen de conclufie<br />

per plura aanteeken: referveeren.<br />

Boom. Referveeren contra aanteekening.<br />

Enckhuizen. Ut fupra.<br />

De Heer van Noordwyk deze dag tot afkomst<br />

van deeze zaak geftelt hebbende, moet hy dus<br />

concludeeren. De Ridderfchap referveert<br />

aanteekening: liever niet; maar om de<br />

protesten &c.<br />

V 4 B Y-


B Y L A G E La. G.<br />

Extract uit het Register der Refolutien<br />

van de Hoog Mog.<br />

Heeren Staaten Generaal der<br />

Vereenigde Nederlanden.<br />

Veneris den 16de November 1781.<br />

D e Heer Pagniet ter Vergaderinge Prafideerende,<br />

heeft aan haar Hoog Mog. voorgedragen en bekend<br />

gemaakt, dat den Heer Hertog van Brunswyk<br />

deezen Morgen by hem was geweest, en aan hem<br />

gezegd had; dat hy tot wegneeming van alle misvamngen,<br />

welke zelfs by eenige Leeden van Staat,<br />

in de refpeóhve Provinciën fchynen plaats te vinden,<br />

ten aanzien van den zin en waare bedoeling<br />

van deszelfs adres aan naar Hoog Mog. den 21 J uny<br />

laastWden. raadzaam heeft geoordeeld te declareeren:<br />

Dat z y n e intentie nimmer geweest is<br />

om daarby van haar Hoog Mog. een gerechtelyk<br />

onderzoek van zyn zaak, nochte vervolgens by<br />

Hoogstdezelven een or.middelyke Satisfactie te verzoeken<br />

; veel min daar door in twyffel te trekken<br />

de hooge Souverainiteit, en het altoos by hem gerefpeéfeert<br />

rechtsgebied, aan ieder der refpective<br />

Provinciën ontwyffelbaar competeerende: maar alleenlyk<br />

om in zyne relatie als Veldmaarfchalk van<br />

deezen Staat, de Hoogt J>roteÜie te reclameeren<br />

van


BYLAGE IA G.<br />

«n haar Hoog Mog., als Hem bekleed hebbende<br />

met voorsz. Caracter, 't welk van zyn Perzoon in<br />

deezen onaffcheidelyk is, en waarom hy oordeelde,<br />

dat den blaam, op zyn Perzoon gelegd, aan Hoogstdezelven<br />

ook niet onverfchillig konde zyn; en zulks<br />

ten einde alzoo, door Hoogstderzelvtr gunftige itttercesfie,<br />

daar van te worden gezuiverd, terplaatze,<br />

en in dervoegen, als zulks zoude behooren; dat<br />

zulks te meer evident is, dewyl hy terftond, na het<br />

meemen van haar Hoog Mog. Refolutie van den<br />

j uiy laatstleeden, op den 4* daaraanvolgende,<br />

aan den Heere praafideerende, met zoo veel woorden<br />

gedeclareerd heeft, ever dezelve zaak zyne klag*<br />

ten niet direSt aan haar Hoog Mog. gebracht te heb'<br />

len, het welk, vergeleeken met zyn eerfte adres,<br />

duidelyk, (zoo hy vertrouwd,) deeze zyne meening<br />

manifesteert; als hebbende daar by van haar<br />

Hoog Mog. verzocht, dat door Hoogstdezelven,<br />

mocht worden gecfe&ueert, dat Hy op eene convenable<br />

wyze, van den blaam, Hem opgelegd, zoude<br />

worden gezuiverd, en dat Hoogstdezelven ten<br />

dien einde het daar heenen zouden gelieven te dirigeeren,<br />

dat Hy voor het oog van de geheele Waereld<br />

zoude mogen werden gejustificeert.<br />

Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden<br />

en verftaan, mits deezen te verzoeken, de Heeren<br />

Gedeputeerden van de respeftive Provinciën, om<br />

van het gunt voorsz. kennis te willen geeven aan<br />

de Heeren Staaten hunne Principaalen, ten einde<br />

by de deliberatien op de Misfive van den Heere<br />

Hertog van Brunswyk, van den2iftej unyi aatsti ee.<br />

V 5 den ,


B Y L A G E L«. G.<br />

den, daarop zoodaanige reflectie moge worden gemaakt,<br />

als Hoogstdezelve zullen oordeelen te be-<br />

Jiooren.<br />

Accordeert met voorz. Register.<br />

Minde van het Eerfte Deel,


MEMORIËN,<br />

D I E N E N D E T O T<br />

OPHELDERING,<br />

V A N II E f<br />

G E B E U R D E ,<br />

GEDUURENDE DEN LAATSTEN<br />

ENGELSCHEN OORLOG,<br />

DOOR.<br />

Mr. JOACHIM RENDORP,<br />

VR TH EER VAN M ARQU E TTE »<br />

ENZ. ENZ.<br />

T W E E D E D E E L„<br />

TE AMSTERDAM, B Y<br />

JOHANNES ALLART,<br />

MDCCXCII.


MEMORIËN,<br />

DIENENDE TOT OPHELDÈRINQ<br />

VAN HET GEBEURDE, GEDU­<br />

RENDE DEN LAATSTEN EN­<br />

GE L S C [ IÉ N OORLOG.<br />

Het geen ik in 'c voorig deel gezegd heb ^<br />

heeft genoegzaam aangetoond, dat Ik dé<br />

rupture met Engeland, als zeer noodlottig voor<br />

den Lande in 't algemeen, en voor deszelfs<br />

handeldryvende Ingezeetenen in 't byzonder,<br />

heb aangezien. Deezen hebben zulks ook op<br />

het gevoeligst ondervonden: en geen wonder:<br />

de ongewaapende ftaat in welken de Republiek<br />

zich bevond, kon geene de minfte hoop geeven,<br />

om den Engelfchen behoorlyk het hoofd<br />

te kunnen bieden, veel min hun eenige afbreuk<br />

te doen.<br />

Deeze toeftand, gelyk ik reeds gezegd heb, en<br />

fny niet fchaamte herzeggen, zou my, indien ik<br />

ih 's Lands beftier voor i February 1781, eenigeninvloed<br />

gehad had,denzelven hebben doett<br />

befteeden , om die noodlottige rupture, of ge-><br />

heel voor te komen, of ten minften te doen<br />

vervvylen, tot dat wy, zoo niet ten eenemaal,<br />

II. DEÈI,. A even-


2 M E M O R I Ë N T O T<br />

evenwel eenigzins in ftaat zouden zyn geweest,<br />

om 's Vyands geweld te kunnen afkeeren: ter­<br />

wyl intusfchen onze Colonien van het maken­<br />

de gevaar gewaarfchouwd, en onze Kusten en<br />

Havens in eenen verweerbaaren ftaat gebracht<br />

-hadden kunnen worden: daar het niet deeze zoo<br />

gefteld was, dat her. meerder aan het verzuim<br />

of de onachtzaamheid der Vyanden is toe te<br />

fchryven, dac deeze Provincie, en voornaam­<br />

lyk die van Zeeland, van aanranding en lan­<br />

dingen vry gebleevcn is , dan aan de weini­<br />

ge mooglykheid die daar toe was, of aan de<br />

Voorzorgen die daar teegen genomen waren.<br />

Noodzaaklyk moest ik dan, volgens myn in­<br />

zien, naar Vreede verlangen. Myne Ambt­<br />

genooten , de Heeren Temminck en Elias be-<br />

fchouwden de zaaken met het zelfde oog: voor­<br />

naamlyk na dat de eerfte eindeJyk bezeft hadt, de<br />

geweldige denkens- en handel wyze van zommi-<br />

gen, die, of uit eigenbaat tot bevordering van<br />

hunne byzonderen handel, of om te voldoen<br />

aan hunne wraakzucht over 't leed , dat zy<br />

waanden hen of de hunnen te zyn aangedaan,<br />

het vuur hadden aangeftookt, en de Republiek<br />

in den Oorlog ingewikkeld.<br />

't Was doch verre van ons, dat wy eene<br />

Vreede, hoe die ook mochte wezen, verlang­<br />

den .*


Q I* H É L D E R 1 N G , ENZ. 3<br />

den: wy waren wel, aan de eene zyde, getrof­<br />

fen door de evengem. ongelukkige omftandig­<br />

heeden , en vreesden de onheilen, die daar uit<br />

noodwendig moesten voortkomen , maar aan de<br />

andere, kenden wy ook de innerlyke krachten<br />

van dit Land, en wisten, dat byaldien hes: ah<br />

eens de felfte (lagen, in den onweerbaren ftaat,<br />

in welken het was, ondergaan moest, het doch<br />

weder het hoofd zou kunnen opbeuren , en voor<br />

Engeland eenen geduchten Vyand worden.<br />

Wy vermeenden, dat dit deeze Kroon ook<br />

hiet onbekend was: en even daarom vleiden<br />

wy ons , dat de Koning , en die van zynen<br />

Raade, als meede de beide Huizen van 't Par­<br />

lement, daar het niet ontbrak aan Leeden , die<br />

den Oorlog met de Tvepubliek hadden afgekeurd,<br />

zouden bezcffen, dat de ftap, door welke zy<br />

het oud Politiek Systema verbroken hadden,<br />

moest gebeeterd, en dat Systema hcrfteld wor­<br />

den , door eene Vreede , die , behoudens 't geen<br />

éerlyke Regenten aan hun Land verfchuidigd<br />

zyn, kon aangenomen worden.<br />

't Was in dit denkbeeld, dat ik reeds kort<br />

na het uitbreeken van den Oorlog, toen ik Bur­<br />

gemeester was geworden, gelegenheid had ge­<br />

had, van naby te befchouwen de droevige om­<br />

ftandigheeden, waar in ons Land zich bevond,<br />

A a "»a


4 M E M O R ' I E N T O T<br />

aan eenige Leeden van de Regeering had voof-<br />

gefteld: „ dac, terwyl men niets verzuimen<br />

„ moest om den Oorlog teegen Engeland met<br />

„ alle kracht voort te zetten, waartoe Burge-<br />

„ meesteren eenige middelen aan de hand had-<br />

„ den gegeeven, (V) men ook niet de gering-<br />

„ fte geleegenheid moest laaten voorbygaan,<br />

„ om te trachten de gefchillen te vereffenen."<br />

„ Dat, zoo wy uit het Noorden geene hulp<br />

„ kreegen, daar men weinig vervvagting van<br />

5, had, wy geene andere Geallieerden hebben-<br />

„ de, weeder op ons zeiven zouden flaan."<br />

„ Dat ik wel tot dus verre niet zag, op wel-<br />

„ ke wyze men tot eene Vreede, ten minften<br />

„ tot eene cerlyke, met Engeland zoude kun-<br />

„ nen geraaken , maar dat, myn's oordeels het<br />

„ altyd raadzaam en nuttig zou zyn, onder<br />

„ het een of andere voor wendzel, een vertrouwd<br />

„ Perzoon in Engeland te hebben, om aldaar<br />

„ een waakend oog te houden, en van ter zy-<br />

„ de de geneigdheid te kunnen ondertasten;<br />

„ dewyl ik vertrouwde, ja zelfs in 'c zeekere<br />

„ onderricht was, dat alle verftandige en be-<br />

„ daarde Lieden, aldaar zoo wel als hier te<br />

., Lande, van gevoelen waren, dat deeze Oor-<br />

„ log voor de beide Natiën bederflyk was;<br />

(ti) Zie ifle Deel, bl. 166. en volg.<br />

» dat


OP H E L D E R I N G , ENZ. 5<br />

„ dat de Engelfchen, door de Hagen die zy op<br />

ons deeden vallen, zich zeiven de gevoe-<br />

„ ligfte toebrachten, en het van hun belang<br />

„ geenzins was, den Koophandel van hier naar<br />

„ elders, en voornaamlyk niet naar Brabant<br />

„ of Vlaanderen , te verplaatzen.<br />

Dat in der daad de Engelfchen moesten<br />

„ begrypen, dat, wanneer de Rykdom, die in dit<br />

„ Land alleen haaren oorfprong uit den Koop-<br />

„ handel heeft,met deeze gevveeken zou zyn,<br />

„ Engeland voortaan vry minder kans zou heb-<br />

„ ben, in geval van Geld leeningen, het on-<br />

„ ontbeerlyk Giediet te vinden, dat het tot<br />

„ dus verre by onze ryke Ingezeetenen ge-<br />

n<br />

vonden had."<br />

„ Eindlyk, dat de Engelfchen meE reeden<br />

„ moesten vree zen , dat byaldien zy ons tot<br />

„ wanhoop brachten, wy ons ten eenemaal aan<br />

„ Frankryk zouden overgeeven: en zy als dan<br />

gevaar liepen, van voor altoos van allen in-<br />

,, vloed hier te Lande verdoken te zullen zyn."<br />

Myne aanmerkingen vonden by veelen in­<br />

gang; maar de verhitting teegen al wat Engelsch<br />

was, (en waarlyk geen wonder, aangezien de<br />

wyze, op welke zy ons geteisterd hadden,)<br />

was in 't algemeen zoo groot, datzommigen<br />

niet wilden hooren, en dat anderen, bevreesd<br />

A 3 voor


6 M E M O R I Ë N T O T<br />

voor de befchuldiging van Anglomanie, zelf**<br />

niet durfden fchynen , maar eenigzins ooren<br />

naar verdrag re hebben: 't was ook waarlyk<br />

riet. dan de befchouwing van den weerloozen<br />

Haat, in welken wy ons bevonden,en 't gevaar<br />

waarin wy waaren, die my de Vreede, boven<br />

eene recbtmaatige wraak deeden ftellen.<br />

Die anders dachten,hadden groote verwach­<br />

ting van de gewaapende Neutraliteit, en van<br />

den byftand van Frankryk. De Franfche Am,<br />

basfadeur liet niet na, de grootfte verzeekerin-<br />

gan van 'c deel dat zyn Meester in onze zaa­<br />

ken nam, te geeven: doch by my was de ver­<br />

wachting gering, zoo van 'c een als van het<br />

ander. Van Rusland, Zweeden en Deenemar­<br />

ken wachtte ik zelfs niets, en ik voorzag, dat<br />

Frankryk , alhoewel zy in 't begin van den<br />

Oorlog ons aanmerklyke dienften deed, wan­<br />

neer zy Vreede met Engeland zou maaken ,<br />

zich onzer weinig bekreunen zou. Gaarne had<br />

ik gezien, dac Engeland, de eerfte door de Kei­<br />

zerin aangeboodene Mediatie, had aangenoo-<br />

men en zelfs had ik wel mogen fyden, dat ee­<br />

ne ftilftand van Wapenen plaats had gehad, ge-<br />

durende welke men zou hebben kunnen trach­<br />

ten zich te verftaan over het voornaame punt,<br />

fö&ftïjftÉ- de Navai fiores ; en al was daar niets<br />

van,


O P H E L D E R I N G , ENZ. ?<br />

van gekomen,zou ten minften de tyd daardoor<br />

gerekt zyn geworden, en wy gelegenheid ge­<br />

had hebben,om onzen weerloozen ftaat eenig-<br />

zins te verbeeteren, of ten minflen onze Co-<br />

lonien te kunnen waarfchouwen.<br />

Maar ongelukkig weigerde Engeland, en de<br />

gemoederen der Landzaaten wierden door de<br />

nieuwe toegebrachte felle flagen, en verregaan­<br />

de mishandelingen, hoe langer hoe meer ver­<br />

bitterd.<br />

De Keizerlyke Hoven hadden daar na wel<br />

weder hunne Mediatie aangebooden, maar daar<br />

was weinig van te wachten: aangezien de al-<br />

gemeene drift, om alles by eene algemeene<br />

Vreede te regelen: alhoewel het niet twyffel-<br />

achtig was, dat alsdan om onze byzondere be­<br />

langen weinig gedacht zou worden, gelyk het<br />

gemeenlyk gaat, als zwakke Mogendheeden<br />

met machtigere handeler.<br />

la dien toeftand onzer zaaken wierd ik in 't<br />

kast van April, of begin van May 1781, door<br />

de Heer TriquettU Conful van Sardinien ta<br />

Amfterdam, aangefprooken, en gevraagd, of de<br />

Regeering van onzeSt ad gezind zou zyn, met En­<br />

geland Vreede te maken?<br />

Ik antwoordde, dat ik daaraan niet twyffelds,<br />

byaldien men eenen fchaadelyken Oorlog tegen<br />

A 4 ctns


8 M E M O R I Ë N T O T<br />

eene eerlyke Vreede kon verwisfelen: waarop<br />

gemelde Conful repliceerde, datgelykegeneigd­<br />

heid in Engeland was, en hy my zulks op<br />

goede gronden kon verzeekeren.<br />

Hier op vertoonde Hy my eenen Brief van<br />

den Marquis de Cordon, Minister van Sardinië<br />

in Engeland, gefchreeven aan den Graaf de<br />

Mirabel, Minister van het zelfde Hof in 's Ha.<br />

ge, in welken gem, Marquis, fpreekende van<br />

de geneigdheid om Vreede te maaken,zich dus<br />

uitliet; Les intentions me parais Jent toujours Ja-<br />

verables: on vifè a contenir et non a maltraiter *<br />

enfin on a regret auxpertes, quon caufe au Pais<br />

ou vous Étes. O) Vraagende de Heer Triquetti<br />

my daarop, of ik oordeelde, dat-men eenig gebruik<br />

van die openingkon maaken. Ik antwoordde, dat<br />

dezelve zoo gering was, en de daaden der Engel*<br />

fchen zoo firydig met de goede wil die-men voor­<br />

gaf, dat Ik niet zag, dat men met veel hoop van<br />

goeden uitfiag, van het door den lieer de Cordon<br />

gemelde gebruik zou kunnen maken: doch dat het<br />

niet kwaad kon zyn,zonder zich, in te laaten,<br />

naa?<br />

f» De voorneemens komen, my voor, altyd.gunfiig;<br />

te zyn, men bedoelt te weerhouden, maar niet te mishapder<br />

len. In één woord, men heeft weerzin in defchadenj, die-,<br />

gen. het Land., daargyzyt, toebrengt.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 9<br />

waader van evengem. Heer te vemeemen, wat<br />

•men van die gunfïige 1 N T E N T I E N zou kunnen<br />

verwachten.<br />

De Heer Triquetti ftelde my toen voor aan<br />

den Heer de Cordon te laaten afgaan de vol­<br />

gende Brief:<br />

„ Voiant avec plaifir par les Lettres donc<br />

\ vous venéz de m'honorer, que les intentie<br />

„ ons paraisfent toujours favorables , qu'on<br />

„ vife a contenir & non h maltraiter : enfin<br />

„ que c'est h regre: qu'on caufe des pertes a<br />

„ ce païs ci: je dois vous prier, Monfieur,en<br />

„ toute confiance, de vouloir, bien me dire,<br />

„ fi vous avez lieu de croire pofitivement,<br />

„ que le Ministère Britannique, feraic dispo-<br />

„ fé pour un Accomodement particulier, a des<br />

„ condiuons bonrêtes, & telles qui d'après la<br />

grande & antique bafe d'une Union Natu-<br />

„ re 11e , feraient dirigées a pourvoir equitable-<br />

„ ment a tous les objets esfentiels de dignité<br />

„ & de convenance reciproque ; fi vous êtes<br />

„ dans le cas de me donner la desfus des asfu-<br />

„ rances, je pourrais ausfi me trouver dans le<br />

„ cas de vous en dire davantage, moiennanc<br />

„ des eclaircisfemens analogues."<br />

Na<br />

(a) Ziende met veel genoegen in de Brieven, met wek<br />

A 5 ka


lO M E M O R I Ë N T O T<br />

Na verloop van drie weeken deelde my ds<br />

Heer Triquetü meede, het volgende Extracc<br />

uit eenen Brief van den voorgemelden Mar<br />

quis.<br />

„ L'on ne doit pas ignorer en Hollande, les<br />

„ dispofltions de 1'Angleterre, aiant pour ga-<br />

„ rant fon Manifeste, & ] es anciennes iiaifons<br />

„ fondées fur les intéréts reciproques, & nul-<br />

„ lement oubliées ici. Ne les aiant rompu,<br />

„ qu'a regret, je me perfuade que 1'Angleter-<br />

„ re-y reviendra volontiers,dès quon voudra<br />

„ les reprendre fincèrement en Hollande. Si<br />

„ vous<br />

ke U Ed. my vereerd heeft, dat de voornemens altyd<br />

fchynen gunftig te zyn: dat men bedoelt te weerhouden,<br />

maar niet te mishandelen: elndlyk, dat men met weer!<br />

zin befchouwt de fchadens die men dit Land toebrengt,<br />

moet ik U verzoeken , Myn Heer, my, in't uiterst ver'<br />

trouwen te willen zeggen, of UEd. reede heeft, om Hel-<br />

lig te gelooven, dat het Britfche Ministerie gene :<br />

gd zou<br />

weezen tot eene afzonderlyke vereffening, 0pbetaamelyke<br />

voorwaarden, zoodanige, die ingevolge van de groote en<br />

aloude beginzelen van eene natuurlyke vereniging , zou­<br />

den gcfchikt zyn, om op eenereehtmaatige wyzete'voor-<br />

zieri, betrekkelyk alle de esfentieele onderwerpen van<br />

wederzydfche Eer en convenientie; zoo U Ed. in 't °-e-<br />

valis,my désWeegens eenige verzeekering te geeven, zou<br />

ik meede in 't geval kunnen zyn, ü hier op meerte'kun-<br />

nen zeggen, onder bemiddeling van gepaste opnelderfo.<br />

gen,


O P H E L D E R I N G , ENZ. I|<br />

„ vous vous ouvréz davantage, cela me met-<br />

„ tra dans le cas de vous repondre plus ca-<br />

„ thegoriquement. (jï)<br />

Na eenige woordewisfeling over het- evengem.<br />

antwoord, dat my voorkwam niets anders<br />

in te houden, dan de byzondere gedachten van<br />

den Marquis, fteldemy de Heer Triquetü voor,<br />

aan deezen Heer het volgende te fchryven.<br />

„ Comme vous avéz la bonté, Monlieur<br />

„ de me dire que Ton ne doit pas ignorer ici<br />

„ les dispofitions de 1'Angleterre, aiant pour<br />

„ garant fon Manifeste, & les anciennes liai-<br />

„ fons fondées fur 1'Intèret reciproque, & que<br />

„ ne les aiant rompu qu'aregrèt, vous vous per-<br />

M fuadéz qu'elle y reviendra volontiers , dès<br />

„ qu'on voudra les reprendre de la part de ce<br />

„ pais ci, ajoutant au furplus que fi je m'ou-<br />

„ vrais davantage, cela vous mettrait dans le<br />

„ cas<br />

(a) Men moet in Holland niet onkundig zyn van de<br />

neiging van Engeland: hebbende van dezelve tot borghel<br />

Manifest, en de oude Verbindtenisfen, gegrondvest op<br />

de weederzydfche belangen , en alhier geenzins vergeeten.<br />

Dewyl men ze met weerzin gebrooken heeft, hou ik mij verzeekerd,<br />

dat Engeland gaarne tot dezelve zal wederkeeren,<br />

zoo dra men zulks in Holland weedcroprechtlijkzal<br />

willen aanueemen;zoo UEd. zich meerder opent, zal ik<br />

geleegcnheid hebben om UEd. meerder Cathegorisch-1«<br />

antwoorden,


14 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ cas de me repondre plus cathegoriquement,<br />

„ je dois vous prier Monfieur, de verifier fi<br />

„ les points fuivans pourraient fervir de bafe<br />

„ k une Negotiation directe.<br />

i e<br />

. „ Le renouvellemetiE des anciens Trai-<br />

„ tés,avec des modificationsequitables,adap-<br />

j, tées aux circonfiances prèlintes & aux In-<br />

têrets mutuels."<br />

a c<br />

, „ Une Satisfaction convenable a fa Maj.<br />

„ Britannique , fur 1'incidenc des Papiers du<br />

„ S r<br />

. Laurens.<br />

3 e<br />

. „ Un arrangemenr amical & proportion-<br />

„ né aux Interets reciproques fur 1'Arc. 4 e<br />

.<br />

„ du Traité de 1674, d'après les principes adop-<br />

„ tés en dernier Keu entre 1'Angleterre & le<br />

„ Danemarc."<br />

4e. „ Un Arrangement tel que Iequité, pour-<br />

„ ra le diéier au fujet des prifes, & autres ef-<br />

;<br />

„ fets de la Guerre." Qa)<br />

Na<br />

(a) Dewyl UEd. de goedheid heeft, Mynheer, my t«<br />

zeggen , dat men alhier niet onkundig moet zyn van de<br />

Veigingen van Engeland,hebbende tot borg deszelfs Ma-<br />

nifesc, en de oude Verbindtenisfen, gegrondvest op hec<br />

wederzydsch belang en dewyl men ze niet dan met weer­<br />

zin verbroken heeft, L Ed. in de verzeekering is, dat En­<br />

geland tot dezelve zal weederkeeren, zoo dra men ze wee-<br />

der in dit Land zal willen aangaan, daar by voegende,<br />

dat


O P H E L D E R I N G , ENZ. I.3<br />

Na dit alles mee alle oplettenheid te hebben<br />

©verwoogen, zeide ik aan meergem. Heere:<br />

„ dat Amfterdam, en Ik in 't byzonder , niet<br />

„ gefteld waren , om de voornaamfie rol in<br />

„ eene Negotiatie met Engeland te fpeelen :<br />

„ om reeden, onder anderen, dat de haat, die<br />

„ door de verregaande mishandelingen, teegen<br />

„ de Engelfchen was opgevat, zoo groot was,<br />

„ dat de geen, of de geenen , die zich met dat<br />

werk zouden willen bemoeijen, zeer ongc-<br />

„ maklyk vry zouden raaken , van ongunffi-<br />

„ ge vermoedens te doen opvatten, en moei-<br />

» lyk<br />

dat byaldien ik my meerder opende, U Ed. daar door in<br />

't geval zou (lellen , my meer Cathegorisch te antwoorden,<br />

zo moet ik U verzoeken , Mynheer, na te vorfchen,<br />

of de volgende punten zouden kunnen dienen tot eene<br />

unmïddelyke handeling.<br />

i e<br />

. De vernieuwing der oude Traftaaten, met bepa*-<br />

Jingen gefchikt naar deteegenwoordige omftandigheeden,<br />

en de wederzydfche belangen.<br />

2 e<br />

. Eene gepaste voldoening aan zyne Britfche Majefteit,<br />

weegens 't geval der Papieren van den Heer Laurens.<br />

3 e<br />

. Eene vriendelyke fchikkinsr,en geëvenreedigd aa:t<br />

de weederzydfche belangens, weegens het 4 tie<br />

Art. van 't<br />

Tra&aat van 1674., volgens de gronden laatstlyk aangenoomen,<br />

tusfchen Engeland en Deenemarken.<br />

V=. Eene fchikking zoodanig als de rechtmatigheid dezelve<br />

zal kunnen voorfchryven , betreklyk de gemaakte<br />

Dryzen, en andere gevolgen van den Oorlog.


Ï4 MEMORIËN f o T<br />

„ lyk het algemeen wantrouwen , als of ze<br />

t, Engelsch - gezind waaren , zouden kunnen<br />

„ ontgaan."<br />

„ Dat me» daar en boven met reeden be-<br />

„ vreesd moest zyn, dat,zoo men in den Haag<br />

„ ontdekte, dat door ons t'Amfterdam, eeni-<br />

„ ge voorloopige of afzonderlyke handeling<br />

„ begonnen was,daar van gebruik zou gemaakt<br />

„ worden, om aan te toonen, dat wy, die ge-<br />

„ houden wierden voor de voornaame aan-<br />

„ voerders van den Oorlog, nu de eerfte wa-<br />

„ ren, om onze hartige Refolutien in ilappe<br />

„ taal te veranderen. "<br />

„ Dat, wat de vier voorgefteldepreliminaire<br />

„ Articulen aanging, op het eerfte, naamlyk,<br />

„ de vernieuwing der oude Traftaaten, met<br />

„ rechtmaatige bepaalingen,gefchikt naar de<br />

„ tegenwoordige omftandigheeden, en de weder-<br />

„ zydfche belangen, onderfteid zynde dat het<br />

„ belang van de Republiek eischte verbintenis-<br />

„ fen aan te gaan, provifwneel geene aanmer-<br />

„ kingen te maken waren , dewyl men te vooren<br />

„ moest weeten, waar in die bepalingen zouden<br />

„ beftaan."<br />

„ Dat op het & eene gepaste voldoening aan<br />

„ zyne Groot Britannifche Majesteit, weegens<br />

„ de Papieren van Laurens, voorzeeker aan te<br />

„ mer-


O P H E L D E R I N G , ÈNZ. l§<br />

5% fnerken was, dat byaldien zyne Koningly-<br />

„ ke Majefteit nog eenige Satisfactie vorder-<br />

„ de , na dat Hoogstdezelve zich ingevolge<br />

„ deszelfs Manifest, die met eigene handen<br />

„ verfchaft had, die Satisfactie,zoo men 'eral<br />

,, eene verfchuldigd mochte weesen, niet dan<br />

„ zeer gering zou kunnen zyn: en niets des-<br />

„ weegens kunnen worden toegeltaan, ten zy,<br />

„ in dit Artykel bygevoegd wierd, dat de Re-<br />

„ publiek , voor den hoon, haare Vlag en<br />

„ Grondgebied aangedaan, behoorlyke voldoe-<br />

„ ning zou erlangen, dewyl zy op vry beeter<br />

„ gronden Satisfactie konde eisfchen."<br />

„ Dat de inhoud van het 3 e<br />

. eene vriendelyke<br />

„ fchikking, en evenreedig aan de weederzydfche<br />

„ belangen, weegens het sf.Art.vanhetTrac-<br />

,, taat van 1674, volgens de principes, laatst-<br />

„ lyk aangenomen, tusfchen Engeland en Deene-<br />

„ marken, te voorloopig was, en een onderwerp<br />

„ moest zyn , van de onderhandelingen , en<br />

men dus niet meerder behoorde te zeggen,<br />

„ dan by 'c eerfte Art. reeds gezegd was."<br />

„ Dat op het 4 e<br />

. eene fchikking volgens de<br />

billykheid,op het ftuk van gemaaktepryzen en<br />

andere gevolgen van den Oorlog, Ik ook gee-<br />

„ ne aanmerking had: maar dat 'er noodwen-<br />

;, dig noch één Artykel moest by gevoegd<br />

„ wor-


19 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ worden, naamlyk, eene volkoomene Reftitutïè<br />

„ van de bezittingen, van welke men zich Mees*<br />

„ ter zal hebben gemaakt: zoo veel mooglyk, in<br />

„ den ftaat daar men ze in zal gevonden hebben:*<br />

„ Dat in geval deeze aanmerkingen en ver-<br />

„ naderingen voldoende wierden gevonden ,<br />

„ ik als dan wel wilde van de zaak opening<br />

„ geeven, aan eenige vertrouwde Regenten."<br />

Eenigen tyd daarna zei my de Heer Tri­<br />

quetü, dat men myne aanmerkingen had goed­<br />

gekeurd, en verzocht 4 van de opgemele4 Ar-<br />

ticulen te zamen met myne aanmerkingen ,<br />

kennis te geeven, daar ik zou vermeenen zulks<br />

van dienst te kunnen zyn»<br />

Ik gaf dan daar van de eerfte kennis aan de<br />

Heeren , J. Elias Arnoudsz. Regeerend Burge­<br />

meester , van Maarfeveen, Graaflanden Deutz j<br />

de Heer Temminck meede Regeerend Burge-<br />

gemeester, was op den Dagvaart: en de Heer<br />

Hooft, die ook Regeerend was, wierd van 't<br />

geheim onkundig gelaaten, om dat allernood^<br />

zakelykst geoordeeld wierd, het zelve zorg­<br />

vuldig te bewaaren.<br />

De opgemelde punten kwamen in 't algemeen<br />

niet ongefchikt voor, om tot praliminairen te<br />

kunnen dienen, behalven nochtans het geeven<br />

van Satisfactie, dopr of van weegens onze Stad,<br />

of


O P H E L D E R I N G , ÉNZ. \f<br />

of döor één of meerder van haare Regenten.<br />

Alvoorens doch iets verders daar in te doen,<br />

vonden wy goed van 't voorgevallene kenhis te'<br />

geeven, aan de Heeren Temminck en Huyghens $<br />

als meede aan den Penfionaris Visfcher.<br />

De Heer van Maarfeveen, die op zich genomen<br />

had, dien zelfden dag naar buiten gaande<br />

, den Heere Huyghens, die meede op zyn buiten-goed<br />

wasj over de zaak te onderhouden i<br />

meldde my des anderen daags, dat hy evehgem.<br />

Heer zeer huiverig had gevonden : dat zyn<br />

Ed: gezegd had: „ dat de wyze, op welke dë<br />

,, Historie by ons aangevangen wierd, Hem<br />

,, geheel niet aanfiont, en wy de Dupes van<br />

„ zoortgelykepourparlers zouden kunnen zyn :<br />

^, dat Burgemeesteren van Amfterdam in deêzen<br />

zeer voorzichtig moesten weezen, örri<br />

geen gevaar te loopen,dat men hun de ftap^<br />

tegen den Hertog gedaan, eens deed betaaj,<br />

len: dat men op het eerfte point niet kori<br />

i, fchynen iets toe te willen geeven, dewyl<br />

j, zulks ten eenemaal van de Noordfche Mof,<br />

gendheeden afhing, dat de Engelfchen vol-<br />

,-, ftrekt geene de minfte Satisfactie kenderi<br />

vorderen, dewyl zy ons, en wy niet hen bejj<br />

leedigd hadden: dat hy dierhalven niet kori<br />

I, begrypen, dat men van Satisfactie fprak, eri<br />

\l. DEEL. B h &ï


*8 M E M O R I Ë N T O T<br />

*> wy tot die laagheid niet behoorden te ko-<br />

„ men: dat hy dierhalven oordeelde, het aan-<br />

„ zoek van de hand behoorde geweezen te<br />

„ worden."<br />

Alhoewel de reedenen van den Heere Huyg­<br />

hens niet zonder grond waren, kwamen zy my<br />

doch niet fterk genoeg voor, om een geheel af­<br />

keurend andwoord te geeven : want, vooreerst,<br />

konden wy, ten aanzien der voorzegde pour<br />

parlers, met genoegzame voorzichtigheid te<br />

werk gaan, daar het zeeker was, zoo als de<br />

Beer Huyghens wel aanmerkte, dat Burgemees­<br />

teren van Amfterdam voorzichtiger dan ande­<br />

ren moesten zyn.<br />

Ten tweeden, kon ik niet erkennen, dat men<br />

op het eerfte punt, naamlyk dat van de Naval<br />

flores, niets kon toegeeven, om dat zulks van de<br />

Noordfche Mogendheden afhing. Ik vermeende<br />

het tegendeel: vooreerst, om dat by het Trac-<br />

taat der gewaapende Neutraliteit wel befproo-<br />

ken was, de handhaaving der vrye Vaart vol­<br />

gens dewederzydfcheTraclaaten, maar niet uit-<br />

geflooten het maaken van zoodanige overeen-<br />

komften en uitleggingen van die Tracfaacen,<br />

als men by tyd en wylen zou goedvinden :<br />

zoo als Deenemarken zulks ook laatst getoond<br />

had. Ten anderen: om dat, daar de Noordfche<br />

Mo-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 10<br />

Mogendheeden , zeer verre waren , van ons<br />

de hulp, by het Traclaat van gewaapende Neu­<br />

traliteit befprooken, te geeven, wy niet gehou­<br />

den waren, om haaren 't wille in Oorlog te bly­<br />

ven : terwyl men ook reeds genoegzaam on­<br />

derricht was, dat het maaken van eene afzon-<br />

derlyke Vreede , aan de Keizerin niet onge­<br />

vallig zou zyn.<br />

Ten derden: dat, offchoon het zeekerlyk waar<br />

was, dat Engeland eerder aan Ons, dan wy<br />

aan Engeland Satisfactie behoorde te geeven,<br />

het doch niet te ontkennen was, dat de han­<br />

deling met de Americaanen zeer aanftootlyk,<br />

zoo niet hoonende voor den Koning van En­<br />

geland geweest was. Waarby noch kwam, dat<br />

zoo wy eenige Satisfactie zouden moeten gee­<br />

ven, dezelve niet dan zeer gering zou zyn,<br />

en pari pasfu gaan, met de geene, die wy van<br />

de Engelfchen zouden verkrygen.<br />

Maar 'c geen my voornaamlyk met tegenzin<br />

van de aangebodene handelingen deed afzien ,<br />

was de befchouwing van den droevigen toe­<br />

ftand, in welken ons Land zich bevond, en ik<br />

niets dan onheil in den Oorlog voorzag, dewyl<br />

wy ongewaapend en verdeeld waren.<br />

Ondertusfchen was de huiverigheid van even-<br />

gem. Heer, ook tot de andere Heeren over-<br />

B a ge-


M E M O R I Ë N T O T<br />

gegaan: en daar de Heer Triquetü op antwoord<br />

aandrong, kon ik dus denzei ven niet anders<br />

zeggen , dan dat ik niet geloofde, dat van onze<br />

kant veel in die zaak zou gedaan worden, en men<br />

zich in den Haag zou moeten adresfeeren, Waar-<br />

opHy my antwoordde, dat hetonnoodigwas• eeni­<br />

ge n flap in den Haag te doen , zoo lang men niet,<br />

ten minften eenigzins, onderricht was, van de ge­<br />

dachten van de Heeren van Amfterdam: dat te<br />

vooren geene flappen zouden gedaan worden.<br />

Ondertusfchen had ik den Heere van Maar-<br />

feveen in antwoord van 'c geen zyn Ed. my<br />

wegens het gevoelen van den Heere Huyghens<br />

gemeld had, zoodanig gefchreeven, als te zien<br />

is in deBylag. Lett. A. en op den 13 J u] y on­<br />

derhield ik den Heer Huyghens, die in de Stad<br />

gekomen was, zeiven daar over.<br />

Ik vond dien Heer toen vry minder huiverig,<br />

dan ik uit het fchryven van den Heere van<br />

Maarfeveen befloten had. Zyn Ed. keurde vol­<br />

komen goed, 'tgeen ik in den beginne, onder<br />

eenige aanmerkingen, op het i«, 3e e n 4e p u n t,<br />

gezegd had. Daar heenen gingen ook de gedach­<br />

ten der andere Heeren. Wy waaren het allen<br />

eens, dat het beeter was, zich op het tweede<br />

punt, naamlyk, op het geeven van Satisfactie,<br />

te excufeeren , en zulks beleefdelyk van de<br />

hand


O P H E L D E R I N G , ENZ. 21<br />

hand te wyzen: om allezins te vermyden, dat<br />

Amfterdam zou kunnen fchynen goed te keuren,<br />

het geeven van eene voldoening wegens het<br />

punt in questie,hoe gering die voldoening ook<br />

zou mogen weezen.<br />

Doch alvorens op deeze voet aan den Heer<br />

Triquetü geantwoord wierd, gebeurde 'er iets,<br />

dat ons, en byzonder my,noodzaakte, meerder<br />

omzichtigheid te gebruiken. De Penfionaris Vis­<br />

fcher meldde my uit 'sllage, dat de Keizer ge­<br />

zegd had, onderricht te zyn, qu'il y avait des<br />

Uaifons entre Mr. Rendorp & Mr. Triquetti,<br />

pour faire traiter enAngleterre, d'une pa ix par­<br />

ticuliere,par fentremife de fon atni Cordon. (V)<br />

Iets diergelyks was aan den Heere Graafland<br />

meede uit 's Hage gefchreeven, en door zyn<br />

Ed. my meedegedeeld. 'tEen en ander had tot<br />

gevolg, dat wy beflooten af te fnyden, alles<br />

wat eenigen fchyn van afzonderlyke handeling,<br />

van onzen kant begonnen of voortgezet, zou<br />

kunnen hebben: en dat ingevolgen, door my<br />

aan den Heer Triquetti zou gezegd worden: dat-, i<br />

aangezien Amfterdam maar een Lid van Staat,<br />

en van de Souvereiniteit was, zy niet kon of wilde<br />

voor-<br />

(a) Ik heb reeds in 't voorgaande Deel verflag gedaaa<br />

van 'c geen deswegens tusfchen den Keizer en my ves-<br />

üjandeld was. B %


4 2<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

_ vooruitloopen: dat zoo men met deeze zaak voort<br />

wilde gaan,men daar vankennis moest«eeven<br />

terplaatze alwaar volgens de Conjlttutie der<br />

Regeering , zomgelyke zaaken verhandeld<br />

moeten worden.<br />

Ik kweet my daarvan by meergem. Heere<br />

en kon teffens niet nalaaten aan zyn Ed. eenig'<br />

*ins myne gevoeligheid te betoonen, over het<br />

uitlekken deezer zaak: waar op zyn Ed. zich<br />

ten besten verontfchuldigde.<br />

Daar wierd te geJyk bepaald, dat ik naar den<br />

Haag zou gaan: vooreerst, om de Heeren Tem­<br />

minck en Visfcher opening van alles te geeven:<br />

en ten anderen, om met goedvinden van even-<br />

gemelde Heeren, kortlyk alles aan den Heere<br />

Raadpenfionaris meede te deelen, met byvoe-<br />

g>ng, dat wy zyn Ed. daar van kennis gaven,<br />

om daarvan by zoodanige Perzonen, als zou<br />

goedvinden, gebruik te maaken.<br />

Ik vertrok dan den ,5, naar 'sHage, en vol-<br />

deed aan onze affpraak: en wel by den Raad­<br />

penfionaris, met de noodige omzichtigheid, om<br />

geene reede te geeven tot het zeggen, dat Am­<br />

fterdam het eerfte aan de hand kwam.<br />

Evengcm. Heer vroeg my, hoe wy op de<br />

zaak dachten? maar niet goedvindende my daar<br />

op verder uit te laaten, zeide ik alleen: dat


O P H E L D E R I N G , ENZ. 23<br />

byaldien wy meergem. Artt. vol ft rekt verwerp-<br />

lyk hadden gevonden, wy de moeite niet zou­<br />

den hebben genomen, dezelve over te neemen,<br />

en 'er zyn Ed. kennis van te geeven.<br />

Ik erken zeer gaarne, dat wy, en in 't by­<br />

zonder ik, de voorzichtigfte party, met op de<br />

voorfchreeve wyze te handelen, verkooren<br />

hebben: maar kan niet zeggen, dat zy, tot be­<br />

vordering van 't heil van den Staat, de beste<br />

was. Vry beeter was het geweest, dat die wei­<br />

nige Lieden, die in het vertrouwen waren ,<br />

getracht hadden, van de waare oogmerken van<br />

't Hof van Engeland nader onderricht te wor­<br />

den : en dat byaldien zy die oogmerken bevon­<br />

den hadden , overeenkomftig te zyn met het<br />

welzyn van den Staat, zy als dan al hun ver­<br />

mogen en invloed , (en dat van Amfterdam<br />

was°toen niet gering) , gebeezigd hadden , om<br />

de zaak tot een goed en vreedzaam einde te<br />

brengen.<br />

Het fprak van zeiven , dat zy zich, veel<br />

minder de Republiek , niet moesten verbin­<br />

den, noch handelen, zoo als de Penfionaris van<br />

Berckel met de Americaanen gehandeld had.<br />

Hier teegen was, zoo 't my voorkwam, nie-s<br />

anders dan de perfoneele vrees, dat die han-<br />

delwyze door eenige heethoofden kwaalyk ge-<br />

B 4<br />

d u i d<br />

>


?4 M E M O R I Ë N T O T<br />

duid, en daar van gebruik gemaakt zou zyn ge­<br />

worden , om de geenen, die zich daar meede ge­<br />

moeid hadden , by de Gemeente verdacht te maa­<br />

ken Ik beken 't, men liep dat gevaar : maar een<br />

braaf Regent die zyn leeven en goederen voor<br />

zyn Vaderland veil heeft, kan getroost zyn, zy-<br />

"en goeden naam, tot dat zelfde einde, inde<br />

-^aagfchaal te ftellen. Was'tnietreedsongeluk!<br />

^g genoeg,datin 't voorig Jaar eenige heet-<br />

hoomen den Staat in eenen noodlottige Oor­<br />

log hadden ingewikkeld? Moest men zich nu<br />

«fc t ware,fchaamen,daareenige dier heethoof­<br />

den nu hunnen invloed verlooren hadden te<br />

trachten het aangedaane leed, zoo fchielyk moog-<br />

Jyk te heelen ? Amfterdam was in February<br />

1781 met meer, 'c g e en Amfterdam in 1780 ge­<br />

weest was. Zoo als de zaaken nu aldaar wierden<br />

»ge»en, was men gezind, om door eene ge­<br />

paste omzichtigheid, dezelven wederom te bren­<br />

gen, zoo 't eenigzïnts mooglyk was. in den<br />

ftaat,uit welken een ontydige yver ze gebracht<br />

had Zy had thans bezadigde R e g e n t e n . d i<br />

Oflchpon 2y met verontwaardiging gevoelden,<br />

de verregaande mishandelingen, door de Engel­<br />

fchen hunne Medeburgeren aangedaan, teffens<br />

metde uiterfte aandoening«agen, dat deStaat<br />

die aan hunne zorgen gedeekelyk was toever­<br />

trouwd,


O P H E L D E R I N G , ENZ. «IJ<br />

q-ouwd, teegen dat geweld niet beftand was.<br />

Regenten, die ziels genoeg hadden, om in de<br />

nood, ter eere van hun Vaderland, alles aan<br />

te fpannen, liever dan eene fchandelyke Vree­<br />

de aan te gaan: maar die niet konden, noch<br />

mochten twyffelen, dat ecrlyke Vreede, voor<br />

een handeldryvend Volk, altyd boven Oorlog<br />

verkiesbaar is: en voornaamlyk boven eenen,<br />

die reeds zoo noodlottig was, en waarfchynlyk<br />

noch noodlottiger zou worden, voor dat men<br />

in ftaat zou zyn , zich te verweeren : men<br />

fpreekt niet van aanvallen.<br />

Het zou zeekerlyk niet zeer pasfelyk zyn ge­<br />

weest, dat, daar een der Burgemeesteren, die<br />

in 't jaar 1780 in regeering was geweest, nu<br />

weder in regeering was, Amfterdam geree-<br />

delyk in het geeven van Satisfactie had toege-<br />

ftemd: maar dit had immers beleefdelyk van<br />

de hand kunnen geweezen worden: of men<br />

had ten minften kunnen hooren, of Engeland<br />

daarop zou hebben blyven ftaan : behalven<br />

dat, gelyk ik zoo even gezeed heb, en in myn<br />

eerfte gefprek met den Heere Triquetti reeds<br />

bepaald was, van de Republiek geene Satis­<br />

factie voor 't bewuste geval geëischt zou wor­<br />

den, ten zy Haar door den Koning Satisfactie<br />

toegezegd wierd.<br />

B 5 Men


2,6 M E M O R I Ë N T O T<br />

Men had dus t'Amfterdam van de voorge-<br />

ftelde handelingen met Engeland afgezien, toen<br />

de Heeren Temminck en Visfcher, Gedeputeer­<br />

den ter Dagvaart, door den Raadpenfionaris,<br />

uit naam van Zyne Hoogheid, tot het houden<br />

eener Conferentie op Vrydag den 27 July,<br />

genodigd wierden.<br />

Die Heeren zich by Zyne Hoogh. vervoegd<br />

hebbende, verftonden, dat Hoogstdezelve genee-<br />

gen zynde, met eenige Regenten van de voor-<br />

naamfte Stad in Holland te raadpleegen, over<br />

zaaken waar in de Republiek het allergrootfts<br />

belang had, gemelde Heeren tot dat einde by<br />

zich had verzocht, om van hun te verftaan,<br />

„ of de Regeering van Amfterdam geneegen zou<br />

5» zyn, op eene of andere wyze, de gevoelens<br />

„ van het EngelfcheHof te laaten ondertasten:<br />

„ en zoo ja, welke daartoe het meest gefchikt<br />

„ voorkwam.<br />

Gemelde Heeren, na daar op met de gepaste<br />

heuschheid geantwoord te hebben, voegden<br />

daar by, „ dat zy, zonder de Heeren hunne Prin-<br />

„ cipaalen te willen vervangen, wel durfden<br />

„ verzeekeren, dat dezelven 'er niets teegen<br />

„ zouden hebben, zoo 'er het een of ander om-<br />

,, trent deeze zaak onder de hand getenteerd<br />

„ kon worden: dat zy verzochten, vooraf het<br />

„ prse-


O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />

„ prceadvys van Zyne Hoogheid te moogen ver-<br />

„ neemen, en of in deezen al eenig tentamen ge-<br />

„ daan was: terwyl zy voor Hoogstdezelve niec<br />

„ wilden verbergen, onder daags informatie te<br />

„ hebben ontvangen, da: 'er reeds eenigen tyd<br />

„ geleeden, tusfchen de twee Sardinifche Mi-<br />

„ nisters deMirabel en Cordon, in denHaag en te<br />

„ London refideerende, Correspondentie had<br />

„ plaats gehad: en zelfs dat ons vifie was gegee-<br />

„ ven, van eenige Articulen, waar op het En-<br />

„ gelsch Ministerie, mooglyk, wel in onderhan-<br />

'„ deling zou willen treeden: dat zy niet twyf-<br />

„ felden, of Zyne Hoogh. zou hier van reeds<br />

„ onderricht zyn."<br />

Zyne Hoogheid erkende, dat hem wel iets<br />

omtrent de gehoudene Conferentie bekend<br />

was, en zelfs diags te vooren daarover, door<br />

den Heere de Mirabel, by geleegenheid van<br />

een Soupé op de Oranje - Zaal, onderhouden<br />

was: dan Hoogstdezelve fcheen niet te willen<br />

weeten van eenige Articulen, welke de Raad­<br />

penfionaris nochtans erkende gezien te hebben.<br />

Doch Zyne Hoogh. zeide „ in de Perzoonen,<br />

„ die de gezegde Correspondentie begonnen, en<br />

„ eenigen tyd voortgezet hadden geen zin te<br />

,, hebben: dat van gedachten was, dat men 'er<br />

„ geen vreemden in moest haaien, of gebruik<br />

„ maa-


28 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ maaken van zoodaanigen, die zich daartoe van<br />

„ zelfs opwierpen, of aanboden; dewyl het<br />

„ voornaam oogmerk van dar. zoort van Minis-<br />

„ ters meestentyds was, eenige prefenten of<br />

„ groote belooningen voor zich te verkrygen:<br />

» gclyk gebeurd was met den Minister deFiry,<br />

„ meede wegens Sardinien in 's Hage gerefi-<br />

„ deerd hebbende:" dat van oordeel was, het<br />

beste te zyn, van hier een bekwaam Perzoon,<br />

doch zonder Character, naar London te zen.<br />

den, om de gevoelens van hetEngelsch Minis­<br />

terie te polfen: of zoo als de Raadpenfionaris<br />

die noemde, om te hooren, te zien , en te zwygen.<br />

Op dit voorftel wierd door meergem. Hee­<br />

ren in fubltantie gerepliceerd: „ dat zy voor<br />

„ hun wel konden zeggen, het employ van<br />

„ zoodanig iemand, als Zyn Hoogheid voor-<br />

„ floeg, en met geen verder of uitgeftrekter<br />

„ last voorzien, verkoozen, boven dat vanMi-<br />

„ nisters van vreemde Mogendheeden: doch<br />

,, dat zy niet konden nalaaten, Zyne Hoogh.<br />

„ met één woord, alles nochtans zonder de<br />

„ Heeren hunne Principaalen te vervangen ,<br />

„ eenige aanmerkingen meede te deelen, op<br />

„ de Articulen welke aan eenige Heeren van<br />

„ Amfterdam ter hand gefield waren: en wel<br />

** °P het eerfte, aangaande de vernieuwing der-<br />

,5 Trae-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$<br />

?, Trüclaten, dat dit hun ongeraaden voor-<br />

j 5 kwam: dewyl dezelve, hoe voordeelig ze ook<br />

„ konden fchynen, nooit voordeel aanbrach-<br />

i y ten; alzoo te meermaalen ondervonden was,<br />

„ dat op den tyd dat de Republiek daar van<br />

,, de voordeelen kon genieten , Engeland altyd<br />

„ door haar overmacht, middelen had wèeten<br />

„ uit te vinden, om zulks te beletten : ter-<br />

„ wyl dat Hof doch nooit naliet, de nako-<br />

„ ming derzelve, voornaamlyk by Oorlog met<br />

„ Frankryk, zelfs offchoon het cafus fcederis<br />

niet exteerde, te Vorderen.<br />

Dit voorgeftelde, dat door de Heeren meer<br />

uitgebreid wierd, fcheen de Prins toe te Hem­<br />

men, en ook van gedachten te zyn, dat het ge-<br />

Val met opzicht tot de Republiek, die nooit.<br />

Oorlog zocht, of daartoe aan de Nabuuren wet­<br />

tige reedenen gaf, en dus zelden of nooit in<br />

de noodzaaklykheid kwam, om hulp van Geal­<br />

lieerden te eisfchen , zoo te zeggen geen plaats<br />

kon hebben.<br />

Gem. Heeren voegden voorts daar by: dac<br />

Op het 2?.punt, „de teruggaave derposfesfien<br />

aan weerskanten, geene remarques vielen:<br />

dan alleen, dat zy vermeenden, dat met reede<br />

„ van Engeland fchavergoeding kon geëischt<br />

„ worden, vopr de fchade en ruïne van St,<br />

„ Epftatiu-s." ,> D»t


3° M E M O R I Ë N T O T<br />

„ Dac op het 3e eene billyke fchikking, met op-<br />

„ zicht tot de Scheepen en Goederen., gedurende<br />

„ den Oorlog genomen en gearresteerd, Zy<br />

„ meede geene reflectien zouden maaken, dewyl<br />

„ men eerst diende onderricht te zyn, wac Enge-<br />

„ land hier omtrent zou willen voorftellen."<br />

„En dat,eindelyk, wat de gerustftelling te-<br />

„ gens de gevoeligheid van andere Mogendhe-<br />

„ den, en byzonder van Frankryk aanging, zy<br />

„ daaromtrent hadden op te merken, dat het<br />

„ ongenoegen van dat Ryk niet te verwach-<br />

„ ten was,indien de Republiek zich niet zeer<br />

ondankbaar betoonde, aan den byftand Haar,<br />

„ voornaamlyk ten opzichte van de Oost-In-<br />

„ difche Compagnie, beweezen: en dat, inge-<br />

„ val toegeeflykheid wierd gebruikt, omtrent<br />

„ het verzoek door den Ambasfadeur, reeds<br />

„ voor lang,en nu by herhaaling, gedaan,om<br />

„ dat Ryk by leening, of door Guarantie van<br />

„ eene Negotiatie hier te Lande, met vyf Mi-<br />

„ lioenen by te ftaan , het Hun voorkwam, dat<br />

„ men van dien kant niets te vreezen, maar in<br />

„ tegendeel alle infchikkelykheid te wachten<br />

„ had."<br />

Het kwam gemelde Heeren voor, dat Zyne<br />

Hoogh. deeze Geld-Negotiatie, op welke zy<br />

onderricht waren, dat de Raadpenfionaris zich<br />

reeds


O P H E L D E R I N G , ENZ. 31<br />

reeds gunftig aan den Franfchen Ambasfadeur<br />

geëxpliceerd had, wel wilde goedkeuren : doch<br />

het fcheen dat Hoogstdezelve haar noch wat -<br />

wilde verfcbuiven, om haar naderhand te doen<br />

dienen tot een middel van belooning voor den<br />

gegeeven byftand : daar Zyne Hoogh. fcheen<br />

te vreezen , dat men ons wel eens een Apothecars<br />

Reekening, voor de gedaane dienfien<br />

zou willen maken.<br />

De Heeren Temminck en Visfcher, na alvorens<br />

Zyne Hoogh. voor deeze vertrouwde opening<br />

bedankt te hebben, namen aan daar van aan<br />

hunne Principaalen verflag te doen: zich teffens<br />

aanbiedende, om daar over en alle andere zaaken<br />

met Zyne Hoogh. meede te werken, zoo<br />

dikwyls en daar, Hoogstdezelve het zoude goedvinden.<br />

De Penfionaris Visfcher had, zoo dra deeze<br />

Conferentie geëindigd was , het verhandelde<br />

aangeteekend, en in de volgende Week aan<br />

Burgemeesteren gezonden: en 't is uit die aanteekeningen,<br />

dat ik het bovengem. genoegzaam<br />

woordely.k hier heb ingevoegd. Het gaf Burgemeesteren<br />

geen gering genoegen , te zien,<br />

dat de gedachten van Zyne Hoogh., zoodanig<br />

flrookten met de hunnen.<br />

Maar terwyl dat dit in den Haag voorviel,<br />

en


M Ê M O I i l E N Ï Ö f<br />

en voor dat Burgemeesteren daar over Zy'rié<br />

Hoogheid nader konden laaten onderhouden<br />

kreegen de Heer Jean Deutz, Scheepen eri<br />

Raad van onze Stad, (een deugdzaam en kun*<br />

dig Regent, in wien de Dood, aan de Maatfchappy<br />

in 't algemeen, en aan deeze Stad iri<br />

't byzonder, een achtenswaardig en nuttig Lid*<br />

in het beste van zyn leeven, ontvoerd heeft,)<br />

en Ik aanzoek, door eenen Heere Paul Went^<br />

worik, onzer beiden goeden bekenden, om met-<br />

Hem een gefprek over de publieke zaaken tè<br />

houden*<br />

Hy was eenËngelschman,die zich des tyds,<br />

ten minften zoo hy voorgaf, in Holland bevond<br />

, uit hoofde van zekere Plantagien die hy<br />

in Suriname bezat; Voorts was hy bekend voor<br />

een braaf weldenkend mensch, begaafd met verftand<br />

en bekwaamheid. Wy wisten dat hy dikwyls<br />

door 't Engelsch Ministerie was gebruikt<br />

geweest, en wel Hond by de Lords Stormont<br />

North en Germaine. Hy was uit hoofde zyner<br />

geboorte, zynde een bloedverwant van Lord<br />

Kockingham, wiens familie - naam mede Wentworth<br />

is, in aanzien, 't Kwam dus waarfchynlyk<br />

voor,dat dit aaanzoek niet gefehiedde zonder<br />

medeweeten van het Engelsch Ministerie,<br />

Waar by noch kwam , dat hy meenigvuldigë<br />

Ui*


O P H E L D E R I N G , ENZ. 3§<br />

blyken van zyne geneegenheid voor ons Land<br />

gegeeven had: byzonder ten behoeven van oni<br />

ze Colonie van Suriname , en het bewerken<br />

eener fchikking, door welke, met goedkeuring<br />

van het Engelsch Ministerie, de Navigatie tus­<br />

fchen onze Colonien in America, en 't vaste<br />

Land aldaar , gedurende den Oorlog zou ge-<br />

bleeven zyn: her. geen alleen geen plaats had<br />

gehad, door het fpoedig overgaan aan de En­<br />

gelfchen, tot hunne verwondering, van Deme-<br />

rary en Esfequebó.<br />

De Heer Deutz en Ik, tyding van het gem.<br />

aanzoek door den Heere J. C. van der Hoopi<br />

toen Secretaris der Direitie van Suriname nu<br />

Fiscaal der Admiraliteit, gekreegen hebbende,<br />

en vermeenende verplicht te zyn , ten minften<br />

te hooren, 'c geen de H r<br />

. Ifentworth ons wilde<br />

zeggen, namen het voorftel aan, engaavenhem<br />

rendez vous op den aSjuly, op de Buitenplaats<br />

van evengemelde Heer van der Hoop , genaamd<br />

Meershoef, geleegen by Velzen.<br />

De Heer IVentworth aarzelde niet, met by<br />

den aanvang van ons gefprek te erkennen, dac<br />

zyn eenigst oogmerk by deeze zyne aankomst<br />

was, om van den Heere Deunen My, tot wel­<br />

ken hy meerder dan tot andere Leeden der Re­<br />

geering betrekking had, ce verltaan, of in önè<br />

It. DEEL. C Land,


34 M E M O R I Ë N T O T<br />

Land, en voornaamlyk te Amfterdam , geneegen-<br />

heid was,om de gereezene gefchillen by te leggen.<br />

Wy antwoordden,ótef wy van die geneegenheid<br />

volle verzekering konden geeven, mits men daar<br />

toe kon vinden, eene redelyke, gepaste en eerlykè<br />

wyze.<br />

Hier op volgde een zeer lang gefprek, over<br />

de wederzydfche belangen der twee Natiën ,<br />

om verbonden te zyn: en over 'c gevaar van<br />

Frankryk, en het Huis van Bourbon zoo groot te<br />

maaken, dat alles daar voor zou moeten bukken.<br />

Wy waren het daar over taamelyk eens:<br />

maar hy gaf de Republiek, wy Engeland de<br />

fchuld van den Oorlog : hy verweet ons de<br />

drift van den Penfionaris van Berckel, wy hem<br />

die van den Ridder Tork.<br />

Hy vroeg ons vervolgens, op welke voorwaar­<br />

den wy dachten, dat de Republiek haare oude<br />

Vriendfchap aan Engeland zou willen weder,<br />

geeven.<br />

Het antwoord was, dat wy byzondere Per­<br />

zoonen , en zonder eenige last zynde, daarop niet<br />

konden antwoorden: maar dat wy gaarne wilden<br />

hooren, zoo hy ons daarvan iets kon of wilde zeg­<br />

gen , wat men in Engeland wilde doen, om de on-<br />

noemlyke fchade ons toegebracht, en den hoon ons<br />

aangedaan, te vergoeden en te keeteren.<br />

Hy


O P H E L D E R I N G , ENZ. 35<br />

Hy repliceerde in fubftantie, „ dat hy mee-<br />

^ de een particulier was, zonder eigenlyke qud-<br />

-„ lificatie, dac alleen met de Ministers voor<br />

„ zyn vertrek gefprooken had, en van hunnë<br />

„ geneegenheid, omtrent het werk der Vree-<br />

,, de, verzeekerd was."<br />

Hy vroeg voorts, „ of men gereed was,<br />

„ den Koning eene gevoeglyke Satisfactie té<br />

„ geeven, wegens de Papieren van Laurens,<br />

„ en de daad van den Penfionaris van Berckel"<br />

Deezen Heer noemde hy by herhaaling alleen.<br />

Wy antwoordden, dat men van geene anders<br />

Satisfablie fpreeken moest, dan van de geene , dis.<br />

'reeds gegeeven was, naamlyk, de afkeuring eé<br />

desaveu , door de Staaten van Holland gegeeven.<br />

Waarop hy weder in fubfiantie zei, „ dat<br />

„ die Satisfactie waarlyk volledig zou zyn ,<br />

als men den Brief van 't Hof liet inkomen :<br />

„ dewyl men in Engeland wist , dat by den-<br />

„ zeiven de Penfionaris fixafbaar zou verklaard<br />

„ worden, en dat de Koning dan te vreederi<br />

„ zou zyn."<br />

Wy vertoonden hem, dat hy zich vergiste,<br />

met te denken, dat het advys van V Hof, al eèns<br />

geftdd, dat het voor den H r<br />

. van Berckel niet gunflig<br />

was, ooit eene condemnatie zou kunnen inhouden<br />

t dat deeze niet kon komen daa van den com-<br />

C c pit


%6 M E M O R I Ë N " T O T<br />

petentim Rechter: dat die alleen de Scheepensbank<br />

van Am foliant was, dewyl geen lngezeeten alhier<br />

zoo wel als in Engeland, van zynen daaglykfchen<br />

competenten Rechter kan worden afgetrokken: dat<br />

men in Engeland verzeekerd kon zyn, dat na het<br />

/luiten der Vreede, door de Heeren die in de zaak<br />

betrokken waren geweest, aangedrongen zou worden,<br />

om het gem. Advys le doen inkomen, en om te<br />

onderzoeken, of eene daad, ten minften zoo als Burgemeesteren<br />

in den tyd daar toe last hadden gegeeven<br />

, welke van geene de minfte gevolgen kon zyn,<br />

dewyl in alle gevallen haar werking volfirekt afhing<br />

van eene daad des Konings zeiven, als Crimineel<br />

befchouwd kon worden. (


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2?<br />

geeven ie worden: maar dat IVy eene rechtmatige<br />

Satisfactie te eisfchen hadden, en ook daadlyk zouden<br />

vorderen, voor het geweld op ons Territoir<br />

gepleegd, en den hoon, ome Vlag aangedaan.<br />

De Heer Wentworth antwoordde, „ dat men in<br />

„Engeland nimmer meerder had kunnen ver­<br />

hangen, als dat men, volgens de wetten van<br />

„den Lande, tegen de bewuste Perfoonen ge­<br />

procedeerd had, dewyl men aldaar met den<br />

„geringften onderdaan niet anders kon hande-<br />

„len." Hy gaf teffens te kennen, dat men in<br />

Engeland niet zeer te vreeden was over 't ge­<br />

drag van den Heer Tork: dat de Memoriën door<br />

hem over gegeeven, hier te Lande waren op-<br />

gefteld: dat zy op de verzeekerkigen van even-<br />

gem. Ridder, dat men hier op dien toon fpreken<br />

moest. door 't Ministerie waren goedgekeurd.<br />

Dit afgehandeld hebbende, vroeg de Heer<br />

IV'intworth, wat men hier doen wilde, aangaande<br />

de bewuste Artt. van hetTraclaat van 1674.<br />

Wy, wat men in Engeland zou begeeren.<br />

Hy verklaarde daar op rond uit, verbod van<br />

alle waaren tot het opbouwen en equipeeren van<br />

Oorlogfcheepen nodig: als zwaar Hout, Masten,<br />

Hennip,Pik, geflaagenTzer,Koper ePlaaten. &c.<br />

Wy antwoordden, „ dat gefield, men al eens<br />

„ voprzag, dat men, by eenen anderen Oorlog,<br />

Q 3 » in


38 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ in Engeland weder meerder in aanfchouw<br />

„ zou neemen , de convenientie onderfteund<br />

door ge weid, dan de letter der Tractaaten, en<br />

„ de rechtmatigheid van aan hunne Bondgenoo?<br />

„ ten op hunne beurt te laaten genieten, 't geen<br />

„ ten voordeele van Engeland in den tyd ge-<br />

„ field was, en men doch om vreede te hou*<br />

„ den iets zou willen toegeeven, die toegee-<br />

„ venheid altoos niet verder zou gaan, dan tot<br />

„ het ftellen onder de waaren van Contraban-<br />

„ de, zwaar Scheepstimmerhout en Masten van<br />

„ zeekere grootte: maar dat men nooit zich zoo<br />

„ verre de handen zou laaten binden, om zulks<br />

„ uit te breiden, tot Hennip, Pik, geftaagenTzer,<br />

,, Kopere Plaaten, enz.: dat dit te vorderen, ook<br />

„ eene zuivere dwinglandy zou zyn , dewyl<br />

„ het toevoeren van deeze waaren volftrekt<br />

„ nutteloos wordt, zoo dra het leeveren van<br />

„ Scheepstimmerhout en van Masten belet<br />

„ word."<br />

£)it verder onaangeroerd laatende, vroeg hy,<br />


O P H E L D E R I N G , ENZ. 29<br />

niet meerder zouden doen , en desaangaande<br />

handelen als voor den Oorlog.<br />

Dit gaf geleegenbeid om te fpreeken over<br />

't geval van Pauljones: in 't begin gefchiedde<br />

zulks niet zonder merkelyke geemelykheid ;<br />

maar op de verzeekering die wy hem gaven,<br />

dat veele van d'omftandigheeden den Koning<br />

door den Ridder Tork, niet geheel naar waar­<br />

heid , of ten minften in een ongunftig daglicht<br />

waren voorgedragen, (daar hy ook fcheen niet<br />

geheel van onkundig te zyn ,) liet hy dat onder­<br />

werp vaaren.<br />

Wy deeden toen opmerken, dat wy den tyd<br />

tot dus verre, nutteloos met disputeeren ver­<br />

spild hadden, terwyl wy noch niet gefprooken<br />

hadden, van iets, dat volftrekt vooraf, of ten<br />

minften met alles gepaard moest gaan, naamlyk,<br />

eene fchavergoeding voor de Scheepen en Goede­<br />

ren , onzen Ingezeetenen op zoo'n geweldige en<br />

onrechtvaardige wyze ontnoomen.<br />

Hy zeide daarop: „ dat de genomene Schee-<br />

„ pen niet konden wedergegeeven worden:<br />

„ dat zy volgens de wetten van 't Ryk aan<br />

„ de neemers toegeweezen waren: dat zulks<br />

„ gevestigd was, op eene Acte van 'c Parle-<br />

„ ment van den tyd der Koninginne Anna, en<br />

dat dus de Koning zulks niet in zyne mlacht<br />

CA flad:


40 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ had: dat wy genoeg voordeel zouden heb-<br />

„ ben, door boven alle anderen re genieten,<br />

v<br />

het voorrecht van vry Schip, vry Goed: dat<br />

„ Engeland St. Euftatius, Demerary en Esfe-<br />

v<br />

quebo weder zou geeven: dat de verliezen<br />

door het neemen van onze Scheepen en van<br />

„ St. Euftatius, eerder op Engeland, daar de;<br />

v<br />

meeste Scheepen verzeekerd waren, was ge-<br />

„ vallen, dan op dit Land: voorts vertoonde<br />

hy, dat men van Frankryk niets te vreezen<br />

had: dat de Keizer nimmer zou dulden, da.t<br />

,, dat Ryk ons te Land zou aanranden : da.t<br />

wy zeer roekeloos handelden , met meede te<br />

„ werken, om het Huis van Bourbon grooter<br />

„ en machtiger te maaken: en dat wy, by de<br />

,, algcmeene Vreede, zoo wy van te vooren ons<br />

„ niet met Engeland verzoenden, het Slacht-<br />

„ offer zouden zyn, en de ballen betaalen."<br />

Wy disputeerden zeer lang over deeze pun­<br />

ten , zonder malkanderen te kunnen verliaan.<br />

Het beiluit was eindlyk van onzen kant, „ dat<br />

„ wy op dien vpet tot geene Vreede zouden<br />

kunnen belluiten, en ons dus, hoe ongaar-<br />

„ ne, den Oorlog zouden moeten getroostent<br />

„ dat eene Vreede op dien voet te fluiten , een<br />

,, onwederfpreekelyke blyk zou zyn , dat wy<br />

„ de wet van Engeland ontvingen : dat geen


O P H E L D E R I N G , ENZ. 41<br />

„ eerlyk Regent daartoe zou willen inftem-<br />

„ men: en wilde hy al eens, dat hy het niet<br />

zou kunnen doen, zonder zyn Perzoon en<br />

„ Goederen bloot te ftellen, aan de als dan<br />

„ verfchoonbaare woede zyner Meedeburge-<br />

„ ren: dat byaldien Engeland ons geene eer-<br />

„ lyke Vreede wilde geeven, wy eindlyk ge-s<br />

noodzaakt zouden zyn, ons in de armen van<br />

„ Frankryk te werpen, om het dringenlte on-<br />

„ heil te ontwyken; alhoewel wy gevoelden,<br />

„ dat naderhand daaruit ons onheil, en dat van<br />

„ Engeland gebooren zou worden : dat men<br />

., voorts in Engeland moest opmerken , dat<br />

„ onze omftandigheeden zedert eenigen tyd<br />

„ vry beeter waren: dat wy naar het neemen<br />

„ van onze Scheepen in eenen tyd, dat men<br />

„ nergens op bedacht was, desaangaande niets<br />

„ meer te verliezen hadden: dat hetgeen ons in<br />

,, de West-Indien noch overbleef, in eenen ge-<br />

„ noegzamen ftaat van tegenweer gefteld was:<br />

,, dat'onze Oost-Indifche Scheepen in behou-<br />

„ de Haven waren: dat de Caap in zeekerheid<br />

„ gefteld was: en dat in Oost - Indien,niet Wy,<br />

„ maar de Engelfchen te vreezen hadden."<br />

Het gefprek wierd hier meede afgebroken,<br />

en wy dachten, dat het eene afgedaane zaak<br />

was: maar na de Maaltyd, die ondertusfchen ge-<br />

£ £ hou,-


42 M E M O R I Ë N T O U<br />

houden wierd, kwam men weder op dit onderwerp.<br />

De Heer IVentworth iprak niet meer van Satisfactie<br />

, ten minften niet van 't inleeveren van<br />

?<br />

t advys van 't Hof: hy matigde vervolgens zynen<br />

eisch wegens het vervoeren van Scheepstimmerhout,<br />

Hennip, Pek, &c. en zei: „ dat<br />

,, men voor Contrabande zou houden, de waa-<br />

„ ren , die volftrekt niet anders konden die-<br />

nen, als tot den aanbouw van Scheepen van<br />

„ Oorlog: als, by voorbeeld, Hout van eene<br />

„ zeekere zwaarte, Masten en Kabels van eene<br />

„ zeekere dikte,"<br />

Hy gaf meede te kennen, „ dat alhoewel de<br />

„ Koning alle de genomene Scheepen niet<br />

„ kon doen wedergeeven , zyne Maj. doch<br />

,, kon afftaan van die, welken behoorden on-<br />

„ der 't Recht van de Admiraliteit, naamlyk,<br />

die zonder Brieven van Marqué of Commisfie<br />

genomen waren: gelyk 'er eenige zich in<br />

„ 't geval bevonden."<br />

Hy erkende,,, dat de voorzichtigheid vereischte,<br />

dat men zich zoo weinig mooglyk<br />

„ met Frankryk brouilleerde: en gaf als eene<br />

„ confideratie aan de hand, dat men by provi-<br />

„ fie geene volftrekte bepaaling, door hetaan-<br />

„ gaan van een formeel Traéïaat, wegens het<br />

v<br />

v e r<br />

:


O P H E L D E R I N G , ENZ. 43.<br />

vervoeren van Scheepsmaterialen zou maa-<br />

„ ken: dat het by provifie genoeg zou zyn,<br />

„ zoo men voor eenen bepaalden tyd, van eeni-<br />

,, ge maanden, het vervoeren van Scheepsmater<br />

iu len llremde , onder voorwendzel, ze zelf<br />

„ noodig te hebben.''<br />

Hy voegde daar by , „ dat die vriendelykheid<br />

„ aanftonds erkend zou worden, door het ver-<br />

„ leenen van onbepaalde permisfie tot uitvoer<br />

„ van Mondbehoeftens uit Yerland naar onze<br />

„ Colonien, onder welke neutrale Vlag men<br />

„ zou goedvinden."<br />

Hy erkende, „ dat de Regenten geene an-<br />

„ dere Vreede konden maaken , dan zoodani-<br />

„ ge , die de voornaamfte en beste lngezete-<br />

„ nen voldoen zou : en verzeekerde ander-<br />

„ maal op het fterkfte, dat men in Engeland<br />

„ begreep, dat de Vreede met ons raadzaam<br />

„ en allernuttigst was, mits de Eer van de<br />

„ Kroon bewaard kon worden: dat alle de Mi-<br />

„ nisters juist niet even gemakkelyk dachten,<br />

„ maar dat hy de fterklte verzeekeringen kon<br />

„ geeven , van de vreedzaame gevoelens van<br />

„ Mylord North, ja zelfs van den Koning, en<br />

„ dat het met kennisfe van zyne Maj. was, dat<br />

,, hy met ons [prak," voegende nochtans onmiddelyk<br />

daar by, „ dat wy doch niet moesten<br />

:> den-


44 M E M O R I Ë N T O T<br />

denken, dat hy byzouderlyk gelast was, of<br />

„ by ons eenig aanzoek kwam doen."<br />

Wy antwoordden: „ dat wy befchouwden 't<br />

„ geen tusfchen zyn Ed: en ons gehandeld<br />

„ wierd, als zuivere particuliere handelingen,<br />

„ in welke wy van weerskanten niet behaald<br />

„ wilden zyn: maar dat wy doch gaarne wil-<br />

„ den weeten, vertrouwende op 't geene hy<br />

„ ons van de vredelievendheid in Engeland,<br />

„ byzonder van die van Mylord North gezegd<br />

„ had, op welke wyze men daar van zou kun-<br />

„ nen, ten beste der beide Natiën, eenig ge-<br />

s, bruik maaken."<br />

Hy antwoordde, „ dat een bekwaam middel<br />

„ zou zyn, door iemand van hier, in fubftan-<br />

,, He , aan Mylord North te doen fchryven,<br />

,, dat dewyl men hier gehoord had, dat men in<br />

„ Engel and tot vreede inclineerde , men gaarne<br />

„ zou weeten, of zulks waar was- Dat zyn Lord-<br />

,, fchap daar op zou antwoorden, zulks in der<br />

,, daad zoo te zyn: waarop men van hier zou<br />

b< --oren te repliceeren, dat men gaarne zou<br />

„ zien, dat "er uit Engeland een vertrouwd Per-<br />

„ zoon, hy Wen th worth by voorbeeld, overkwam,<br />

„ om te trachten eikanderen te verft aan. Dat zo-<br />

danig fchryven moest gefchieden door iemand<br />

„ van de Regeering, doch niet in zyne quali-<br />

v teit,.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 45<br />

„ teit, maar als particulier: gelyk meede aan<br />

„ Mylord North, niet moest gefchreeven Wor-<br />

„ den als Minister , maar als particulier, en<br />

,, aan 'c hoofd der brieven gefield worden en<br />

„ confidence: op dat gem. Lord alsdan niet ver-<br />

„ plicht zou zyn kennis te geeven aan de ande-<br />

re Ministers, maar alleen aan den Koning: dat<br />

,, de zaak niet zou gecommuniceerd worden<br />

„ daar zy behoorde, dan na dat men 't genoeg-<br />

,, zaam eens zou zyn , dewyl de uiterfte Se-<br />

,, cretesfe noodig was: dat byaldien 'er niets<br />

,, van kwam, men eene volftrekte geheimhou-<br />

„ ding beloofde; en men ftaat kon maaken op<br />

„ het eerlyk en cordaat Charaéfer van Mylord<br />

,, North, aan my in 'c byzonder bekend."<br />

Hy erkende vervolgens, „ van 't geen de<br />

„ Graaf de Mirabel gedaan had, kennis te heb-<br />

,, ben; maar te vermeenen, dat men beeter zou<br />

,, flagen, wanneer men direct, zonder tusfchen-<br />

„ komst der Ministers, met Mylord North, en<br />

„ door deezen met den Koning handelde," Hy<br />

voegde daar by, „ dat byaldien men niemand van<br />

„ Engeland alhier wilde toelaaten, of derwaards<br />

„ zenden , men als dan mooglyk met vrugt<br />

„ van den Marquis de Cordon, om zyne op-<br />

„ rechtheid, goed verlland , en discretie, by<br />

„ ieder zeer geacht, zou kunnen gebruik maa-<br />

„ ken;


%6 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ ken; mits hy zulks op zich nam als particu-<br />

,, lier, maar niet als Minister."<br />

Na dat men dus met eikanderen meerder<br />

dan drie uuren gefproken, en zoo veel moog­<br />

lyk de zaaken tot klaarheid gebracht had, naa-<br />

men wy aan, om aan eenige van onze goede<br />

en vertrouwde vrienden kennisfe, en aan zyn<br />

Ed. op de volgende Donderdag antwoord te<br />

geeven.<br />

Zoo dra het gefprek geëindigd was, fielden<br />

wy, daar het geheugen noch varsch was, op<br />

het papier, ten minlte in fubftantie , 't geen<br />

Van wederszyden gezegd was. Wy oordeelden<br />

voorts noodig, ja verplicht te zyn, zulks niet<br />

onder ons te houden, en deeden by de eerfte<br />

geleegenheid daar van verflag aan de Heeren<br />

Temminck en Elias, myne Ambtgenooten, als<br />

meede aan den Burgemeester Huyghens en Pen­<br />

fionaris Visfcher: de Heeren van Maarfeveen en<br />

Graafland, die van de voorige handelingen met<br />

den Heer Triquetti onderricht waren geweest*<br />

en die wy nu niet buiten het geheim wilden<br />

houden, waaren niet in de Stad.<br />

Wy belloten eenpaarig, vooreerst, door den<br />

Penfionaris Visfcher Zyne Hoogheid tc laaten<br />

verzoeken, zich niet te willen verhaasten, met<br />

iemand naar Engeland te zenden, om reedenen,<br />

die


O P H E L D E R I N G , ENZ. 47<br />

die de Burgemeester Rendorp aan den Heeré<br />

Raadpenfionaris zou melden;<br />

Ten tweeden: dat ik aan den Heer Raadpen­<br />

fionaris van alles fchriftelyk verflag zou doen;<br />

Ten derden: dat de Heer Deutz en Ik, des an­<br />

deren daags den Heer Wenthworth by mondé<br />

-woordelyk zouden zeggen:<br />

„ Wy hebben Myn Heer, aan eenige voor-<br />

„ naame Leeden onzer Regeering meedege^<br />

„ deeld, de converfacie, die wy d'eere gehad<br />

,, hebben, laascleeden Zaturdag op de Buiten-<br />

„ plaats van den Heere van der Hoop met U té<br />

„ houden. Wy kunnen U verzeekeren, dat wy<br />

„ allen Zeer oprechtelyk wenfchen, krachtda-<br />

,, diglyk meede te werken, aan de herftelh'ng<br />

„ der Vreede tusfchen de twee Natiën: maar<br />

,, wy vleien ons, dat men in Engeland begrypt,<br />

„ dat wy niet kunnen aanneemen , dan eer-<br />

„ lyke en gefchikte voorwaarden."<br />

,, Wy hebben onze wyze van denken voor<br />

U opengelegd, (en ze is die van alle onze<br />

„ vrienden) in het gefprek dat wy met U<br />

„ gehad hebben. Wy hoopen dat men 'er in<br />

Engeland acht op zal flaan: 't zou anders<br />

nutteloos weezen, in eene hoegenaamde han-<br />

„ deling te treeden. 't Zal voor ons een zeer<br />

groot genoegen zyn, zoo in 't begin, en tot<br />

,, dac


48 M E M O R I Ë N T O T<br />

dat de zaaken toe eene zeekere hoogte gekod-<br />

„ men zullen zyn, wy alleen zullen te hande :<br />

,j leh hebben met Mylord North. Deszelfs alge-<br />

„ meene naam van oprechtheid en eerlykheid,<br />

„ en zyne bedaardheid in zyne wyze van den-<br />

„' ken en handelen, heeft hem de achting van<br />

„ gansch Europa, en de onze in 'c byzonder,<br />

,, verworven. Daarenboven zal men daar vce-<br />

„ le hindernisfen door vermyden, en hec zoo<br />

,, noodig geheim beeter betracht worden, 't Is<br />

„ ons te gelyk ten hoogften aangenaam, Myn<br />

„ Heer, dat hec met het meedeweeten van<br />

,, dien Heer is, dat UE. zich met eene zaak van<br />

„ zoo veele aangeleegenheid gemoeid heeft.<br />

„ Uwe doorzicht en kunde zyn ons bekend.<br />

„ De goedwilligheid die UE. altyd voor dit<br />

„ Land in 't algemeen betoond heefc, de dien-<br />

ften door U aan onze Colonie van Surina-<br />

„ me gedaan, en de byzondere kennis die wy<br />

„ met U gemaakt hebben, hebben U ons ver-<br />

„ trouwen verworven. Wy wenfehen op het<br />

,, fterkfte, dat het werk door U, en door geene<br />

,, anderen, behandeld worde."<br />

„ Die is iets , waar op wy heden aandriri-<br />

„ gen, by de kennisgeeving van het voorge-<br />

„ vallene aan den Raadpenfionaris. Wy dee-<br />

len hem teffens meede, uwe gedachten op<br />

I<br />

j," dé


O P H E L D E R I N G , ENZ. 43$<br />

de wyze, om de zaak aan den gang te hel-<br />

,, pen: naamlyk, dat men zou moeten fchry-<br />

ven aan Mylord North, dat, dewyl men ver-<br />

,, n'oomen had, dat men in Engelandgeneegeti<br />

„ was, om de oude Ferbintenisfen met de Repu-<br />

„ bliek te vernieuwen, men verlangde te weeten *<br />

„ of dat zoo was. Dat gem. Lord, op die alge-<br />

„ meene vraag,een antwoord in algemeene be-<br />

„ woordingen zou geeven, inhoudende verzee*<br />

„ keringen van de goedwilligheid des Konings op<br />

„ dat /luk. Dat wy daarop zouden repliceereni<br />

„ dat het ons aangenaam zou zyn, dat zyn Lord •<br />

fchap iemand van vertrouwen herwaardè<br />

zondty met wien wy zouden kunnen fpreeken y<br />

„ en trachten de noodige fchikkingen te maaken \<br />

„ om te kunnen bereiken, het heilzaam oogmerk<br />

„ dat zoo oprecht lyk gewenscht wierd: dat keu<br />

,, zeer aangenaam zou zyn, zoo die perzoon van<br />

„ vertrouwen was de Heer Wenthworth* Dac<br />

„ boven aan den brief zou moeten ftaan, de<br />

„ woorden, In vertrouwen: op dat gem. Lord<br />

„ daar door ontheeven zou wezen, om 'er aan<br />

„ anderen, dan den Koning, van te fpreeken."<br />

„ Wy neemen aan, de verzeekeringen, die<br />

„ UEd. ons gegeeven heefc, van volftrekt<br />

geheim te houden, al 't geen betreklyk dee-<br />

,, ze zaak voorgevallen is, of noeh zou ku )ü-'<br />

II. BEEL. S ?j oei


50 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ nen voorvallen, en verlaaten ons ter goe-<br />

der trouw daarop."<br />

Wy gaven woordelyk het bovenfiaande ant­<br />

woord aan den Heere fVenïworth, die 'er wel<br />

meede te vreeden fcheen: en hadden weder te<br />

dier geleegenheid een tamelyk lang gefprek<br />

met hem, in den thuin van den Heere Schee­<br />

pen Munter, aan d'Amftelfluis.<br />

Zyn Ed. fprak weder van 'c niet toelaaten<br />

van Americaanfche Scheepen, en wy herhaal­<br />

den, dat wy daartoe nimmer zouden komen.<br />

Hy klaagde, ,, dat men van onzen kant alles<br />

„ wilde hebben, doch niets geeven."<br />

Wy antwoordden gereedelyk , „ dat wy al<br />

„ veel toegaaven, met toe te geeven in de be-<br />

„ wuste Artt. van 't Tractaat van 1674.. "<br />

Hier aflïappende, zeide de Heer Wentworth,<br />

„ dat wy getoond hadden te verlangen , dat<br />

„ de fchadens, aan de Republiek toegebracht,<br />

„ op de eene of andere wyze mochten gebee-<br />

„ terd worden: dat daartoe mooglyk zou kun-<br />

„ nen dienen, het Eiland Tortola, eene der<br />

„ Maagden - Eilanden dat vruchtbaar en gecul-<br />

„ tiveerd was, in plaats van St. Euftatius, aan<br />

„ ons te geeven."<br />

Dat Eiland was ons onbekend, en wy kon­<br />

den dus niet daarop antwoorden, dan alleen,<br />

* das


O P H E L D E R I N G , ENZ. gi<br />

„ dat de Republiek haare omnomene bezit-<br />

tingen eerst weder moest hebben, en dat<br />

„ men dan over 't aanneemen van Tortola zoü<br />

„ kunnen handelen, en zien, of het rot eene<br />

bekwaame fchavergoeding zou kunnen ftrek-<br />

,, ken." Wy voegden daarby, „ dat hec Ei-<br />

„ land Tabago daarcoe mooglyk gefchikter zott<br />

,, zyn, en ons door de Franfchen, die het ge-<br />

duurende deezen Oorlog genomen hadden,<br />

by 'c maaken der Vreede zou kunnen over-<br />

gegeeven worden. Gylieden wilt te veel heb-<br />

„ ben " viel hy in, „ en Lord North zal lag-<br />

„ chen, als ik hem zeggen zal, gy kunt de Vreede<br />

5, van de Hollanders krygeu, mits gy ze van hun<br />

.}, wilt koopen. tf<br />

Wy maakten een einde van deeze conferen­<br />

tie , met te beloven, van al het geen over en we­<br />

der gezegd was, geen gebruik te maaken, om<br />

eikanderen ergens in te behaalen, maar allea<br />

aan te zullen zien , als tusfchen goede vrien­<br />

den in 't vertrouwen gezegd. Hy verzocht<br />

byzonderlyk, geen gebruik te maaken van 'c<br />

geen hy op 'c fujec van den Heer Tork gezegd<br />

had; ook niec ter ooren van Mylord Stormond<br />

te doen komen, *t geen met Mylord North ver­<br />

handeld zou worden. Wy fpraken af, dar wy<br />

alleen aan Zyne Hoogh. en aan den HeerRaad->


M E M O R I Ë N T O T<br />

penfionaris van 'c verhandelde kennis zou­<br />

den geeven, met verzoek, om verders aan nie­<br />

mand, hoe genaamd, zulks mede tedeelen: dat<br />

men als noch van onzen kant niets zou doen,<br />

voor dat hy van 't voorgevallene aan Mylord<br />

North verflag zou gedaan, en aan my nader<br />

gefchrceven hebben: zyn Ed. was van voor­<br />

neemen, om direct over Ostende naar London<br />

te vertrekken.<br />

Dewyl ik daags te vooren mynen brief aaa<br />

den Raadpenfionaris, by gebrek aan tyd, niet<br />

had kunnen in gereedheid krygen, had ik daar<br />

door geleegenheid, om zyn Ed. zoo wel van,<br />

dit laatfle gefprek , als van het eerfte verflag<br />

te doen.<br />

Ik voegde daar by, „ dat ik vertrouwde, dat<br />

„ zyn Ed. nu niet verwonderd zou zyn, dat<br />

„ Burgem. volgens 't geen zyn Ed. laatst door<br />

„ den Penfionaris Visfcher gefchreeven was,<br />

„ zich zoo rondelyk tegen het zenden van ie-<br />

„ mand naar Engeland, verklaard hadden. Dat<br />

„ men zich in dien brief niet duidlyk had kun-<br />

„ nen uiten, en alles zeggen, om dat de Bur-<br />

„ gem. Hooft niet van alles onderricht was»<br />

„ Dat wy niet twyffelden , of Zyne Hoogh.<br />

„ en zyn Ed. zouden met ons volkomen eens<br />

,, zyn , dac oneindig beeter was, iemand uk<br />

„ En-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 53<br />

Engeland te verwachten, dan iemand ,der-<br />

„ waards te zenden. Dat het altyd ongemak-<br />

„ lyk zou zyn, zoodaanigen perzoon met de<br />

„ noodige en genoegzaame inftruftien te voor-<br />

„ zien: terwyl, alleen hooren, zien en zwygeft,<br />

„ altyd moeilyk valt. Dat dit gefchieden kon,<br />

„ zoo men ons aanfprak , maaronmooglyk was,<br />

„ zoo wy aanfpraaken. Dat op de eerde vraag,<br />

„ wat wilt gy ? aanftonds duidelyk 'vaperemtoir<br />

„ geantwoord kon worden. Dat men al over<br />

„ lang, gelyk Ik het aan Zyne Hoogheid,vier<br />

„ maanden geleeden, had voorgefteld, moest<br />

,, getracht hebben , het waare voorneemen van<br />

„ Engeland te ontdekken. Dac het nu zoo<br />

,, verre wel uitvalt, dewyl Engeland nu zelve<br />

„ aankomt, 't geen beeter en eerlyker was:<br />

maar waar van men ook gebruik moest maa-<br />

„ ken."<br />

De Heer Raadpenfionaris antwoordde my ge-<br />

reedlyk, dat de inhoud by hem ten uiterften<br />

geheim zoude blyven , en aan niemand, dan<br />

aan Zyne Hoogheid meedegedeeld worden. Dat<br />

de zaak in 's Hage volmaakt in zyn geheel was,<br />

en men dus kon afwachten, de nadere tydrng,<br />

die ik van den Heere Wentworth zou ontvan­<br />

gen.<br />

Voor dac de evengem. Heer de ïeis naar En-<br />

D 3 ge-


54 M E M O R I Ë N T O T<br />

geland aannam, fchreef hy my noch het volgend<br />

briefje:<br />

r<br />

,, Une reflexion de plus , mon trés chèr<br />

„ Monfieur: ne feraic il pas necesfaire, a 1'An-<br />

glererre, de ^arder la bienfeance Stdemena-<br />

, ger la Rusfie? en ce cas, ne ferait il pas in-<br />

„ dispenfable,après que la chofe fera arrivée,<br />

„ jusqu'a un certain point, que vous envoias-<br />

„ Gé/, quelqu'un en Angkterre. De plus fur<br />

„ la maniere de voie que je vous ai indiquée,<br />

„ i! faut necesfairement que vous adoptiéz cet-<br />

„ te idee, & potnquoi ne pas propofer d'ecri-<br />

„ re a Mylord North, par maniere de doute,<br />

„ comme difanr, ne ferait il pas bon d''aller d'a^<br />

„ hord en tatant les feminiens de ce Seigneur,<br />

v<br />

en fon particulier. & ceux du Roi, fans al-<br />

„ Ier en droiture aux Ministère J'ai 1'honneur<br />

„ d'ètre trés parfaitement a jamais "<br />

T. T.<br />

P. W.<br />

P. S. „ On ne reusflra pas, ni par la jalou-<br />

„ fie, ni par Ja mesintelligence: evitons dong<br />

M d'exciter, 1'une ou 1'autre." (a)<br />

Op<br />

Noch eene aanmerking, Myn waarde Heer: zou<br />

feet niét voor Engeland noodig zyn, dat zy de welvoeg-<br />

lyk-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 55<br />

Op dit briefje, in 't welk eenige duisterheid<br />

is, voortkomende uit de middelmatige kennis,<br />

die de Heer Wenfworth van de Franfche Taal<br />

had, liet ik hem, met overleg der vertrouwde<br />

Heeren, hec volgend antwoord toekomen:<br />

„ Quand on verra Monfieur, que 1'afiaire<br />

„ prendra un bon tour , il faudra certaine-<br />

„ ment, faire les demarches neceffaircs, pour<br />

„ qu'on foit content, du moins pas mecontent,<br />

„ en Rusfie. A 1'egard de Mylord North, que<br />

„ pourra c'on faire de mieux, que de lui ecri-<br />

„ re<br />

lykheid aangaande Rusland , hield , en omzichtig met haar<br />

handelde. In dit geval, zou het niet noodzaaklyk zyn,<br />

dat gy, na dat de zaaken tot eene zeekere hoogte geko.<br />

'men zullen zyn, iemand naar Engeland zond? Wat be­<br />

treft de wyze van werken, die ik U aangeweezen heb ,<br />

moet gy noodwendig die idéé aaneemen. — En waar­<br />

om niet voornellen te fchryven aan Mylord North,<br />

by wyze van twyffeling , als zeggende, zou het niet goed<br />

zyn , vooreerst te ondertasten degevoelensvan dien Heer , in<br />

zyn particulier, en die des Konings, zonder direft te gaan<br />

tot het Ministerie. Ik heb d'eere voor altoos volmaakt, -<br />

te zyn.<br />

T. T.<br />

(Was get.y<br />

P. W.<br />

P. S. Men zal nietreüsfeeren , noch door jaloufie , noch<br />

door misverftand, laat ons vermyden het een of ander<br />

aan te ftooken.<br />

D 4


gó* M E M O R I Ë N T O T<br />

„ re, comme a un particulier: qu'on k appris<br />

„ qu'on esc porteen Angleterre, pourlapaix:<br />

,, qu'on defire de favoir, ce qui en est: &<br />

„ qui fur fa reponfe, que cela est vrat, on le<br />

„ prie, de vous envoier,&c. tout cela, comme<br />

„ nous avons du enconfidence. Je necomprends<br />

„ pas ce que vous vouléz dire, par qu'on ne<br />

'-„ réuisfic, nipar lajaloufie , nipar la mefiance.<br />

„ Je ne penfe certainemenc pas a faire naitre<br />

„ 1'une ou 1'autre, tachons de reüsfir & de pro-<br />

„ eurer de tout notre pouvoir, le bien de nos<br />

„ Patries : fauvons la mienne du danger, ou<br />

„ Ellefe trouve d'être , peutétreobligée, pour<br />

„ prevcnir un mal prefent, d'occafioner un<br />

„ mal futur,qui entrainerait laperte de 1'une &<br />

„ de 1'autre."<br />

P. S. „ En relifant votre billet, je crois<br />

„ deviner, que vous vouiés, que cc foit moi<br />

„ qui vous écrive, ne ferat tl pas bondefonder<br />

„ d'abord, les fentimens duRoi& du dit Seig-<br />

,, neur ,fans aller dire&ement, au Ministère? Si<br />

„ c'eft la votre idéé , c'eft fort bien: faites<br />

„ d'abord comme fi je vous avois ecric fur ce<br />

„ ton : ou bien expliquéz vous plus claire-<br />

„ ment, dans votre fuivante. J'ai mandé le<br />

;, tout a la Haye, on ne fera rien avant que<br />

^ vous m'aiéz encore ecrit,"<br />

J'ai


OPHELDERING, ENZ, 57<br />

J'ai l'honneur d'tkre, &c. Qa)<br />

Na<br />

(a) Als men zien zal, Mynheerl dat de zaak eenen goe*<br />

den keer zal neemen, zal men zeekerlyk de noodige de­<br />

marches moeten doen, op dat men in Rusland te vree­<br />

den zy: ten minden niet te onvrceden. Aangaande Mylord<br />

North, wat zal men beeter kunnen doen, dan hem te fchry­<br />

ven, als aan een particulier: dat men vernomen heeft,<br />

dat men in Engeland tot de Vreede geneigd is: dat men<br />

verlangt te weeten, wat daar van is, en dat op het ant­<br />

woord , dat het waar is, men hem verzoekt, U henvaards<br />

te zenden: alles zoo als wy gezegd hebben ,in vertrou­<br />

wen. Ik begryp niet wat U Ed. zeggen wil, met dat men niet<br />

rcihfeert door jaloezie,noch door misver/land. Ik heb zeeker­<br />

lyk niet in myne gedachten , om het een of ander te doen<br />

opkomen. Laat ons ons best doen, om wel te flaagen,<br />

en het welzyn van ons \vederzyds Vaderland te bevorde­<br />

ren. Laat ons het myne redden, uit het gevaar, in't welk<br />

het is, van om een tegenwoordig kwaad te vermyden,<br />

een toekomend te doen gebooren worden, dat mooglyk<br />

den ondergang van beide de Natiën zal veroorzaaken.<br />

P. S. Andermaal Uwen brief leezende , verbeelde ikmy<br />

te bezefièn,dat gy wilt dat ik aan Ufchryve: Zal het niet<br />

goed zyn, den Koning en den bewusten Lord te polfen, zon­<br />

der regelrecht zich hy V Ministerie te vervoegen ? Zoo dat<br />

Uwe gedachte is, is het zeer wel. Houd U aanftonds,<br />

of ik U op dien voet gefchreeven had: of doe U duide-<br />

Jyker verftaan in eenen volgenden. Ik heb alles naar den<br />

Haag gefchreeven: men zal niets doen, voor dat UEd,<br />

my nochmaals gefchreeven zal hebben.<br />

Hebbe d'eer te zyn, &c.<br />

ö 5


g8 M E M O R I Ë N T O T<br />

Na alle deeze handelingen mee den Keere<br />

JVentworth, hadden wy verwacht een fpoedig<br />

antwoord , na zyne komst in Engeland, te<br />

ontvangen: doch vergeefs. Verwonderd over<br />

dit ftilzwygen, verzogt ik den Heere Fiscaal<br />

van der Hoop, by gem. Heer naar de reede daar<br />

van te verneemen.<br />

Hier op kwam het volgend antwoord in *t<br />

Engelsch, dat ik overgezet, hier laat volgen:<br />

Ik heb, Myn waarde Heer! uwen aange-<br />

„ naamen met veel genoegen ontvangen , al-<br />

„ hoewel gemengd met een weinig moeite :<br />

„ myne Hechte gezondheid zal de fchyn zelve<br />

, van verzuim doen verdwynen: alhoewel an-<br />

„ deren mooglyk meerder oplettenheid zouden<br />

„ hebben gehad Jalouzie is altyd eene dwaas-<br />

„ heid, ik vrees doch, dat deeze het werk be-<br />

„ durven hebbe, maar ik hoop, dat het goe-<br />

„ de weikin den Haag aan den gang.is, onder<br />

„ den invloed (the auspices) van eenen mach­<br />

tigen Vriend der beide Landen. Weinig<br />

„ dagen geleeden, had ik eene geringe hoop,<br />

„ deeze wensch van myn hart vervuld te zien.<br />

„ Ik heb fterke Koortfen, en de Jigt in myn<br />

„ hoofd gehad , 'c geen my belet heeft, my<br />

„ met eenige zaak, hoe genaamd, op te hou-<br />

„ den ; en kon my van een's ander's hand in<br />

„ de


O P H E L D E R I N G , ENZ. 59<br />

„ de bewuste zaak niet bedienen. Iemand te<br />

Amfterdam of in 's Hage, is achter ons ge-<br />

„ heim gekomen: en heeft zich daarop geuit<br />

„ op zeekere plaats, tegen onze intentie, voor<br />

,, myne komst, en onze plaats ingenomen; maar<br />

„ dat is niets, zoo een ander beeter is, en met<br />

het gewenscht fucces bekroond word.'*<br />

Dit fchryven kwam ons duister voor, en wy<br />

begreepen in 't eerst niet, wat gemelde Heer<br />

verftond door die jalouzie, veel min , wat hy<br />

beoogde, met dien aanzienlyken Vriend van<br />

beide de Landen, onder wiens auspicie het Vree-<br />

de's fV*.rk in den Haag bevorderd zou worden.<br />

De Heer van der tloop fchreef dan andermaal,<br />

met vertooning , hoedaanig wy meenden ree­<br />

de te hebben, hem van verzuim en van klein-<br />

achting voor ons te verdenken , met byvoe-<br />

ging, dat wy niet konden uitdenken, wie het<br />

geheim had uitgebracht,en wy ook gaarne wil­<br />

den weeten, of noch fchryvens van Mylord<br />

North te wachten was.<br />

Hier op ontving gem. Fiscaal een antwoord,<br />

in 't welke hy, Heer Wentworth, zyn ftilzwy-<br />

genheid verfchoonde, met dat hy zeer gevaar-<br />

Jyk krank was geweest: dat hy aan 't papier<br />

niet dorst betrouwen, de verdere reedenen ,<br />

om welke tot dus verre aan my, door Lord<br />

North


60 M E M O R I Ë N T O T<br />

North niet gefchreeven was, maar daar toe de<br />

eerfte bekwaame geleegenheid zou waarnee-<br />

men. My voegde daarby, „dat hy eenige hoop<br />

„ op de goede Officien van Pruisfen had, dat<br />

„ Mylord North overbodig was, om alle de<br />

„ zwaarigheeden, die in de handelingen voor<br />

,, mochten komen, uit den weg te ruimen,<br />

„ dat het geen SOUPCONS, maar een FAIT<br />

„ was, dat ons Plan aan den Ridder York be-<br />

„ kend was, voor dat hy, Wentworth, weder<br />

„ in Engeland was gekomen: en dat ik wel<br />

„ wist, dat gem. Ridder hem geen goed hart<br />

„ toedroeg, enz."<br />

Dit diende dan tot uitlegging van 'c geen<br />

wy in 'teerst niet begreepen hadden: doch voor<br />

den ontvangst van deezen laatflen brief, had-<br />

den wy reeds bezefc, dac de Man van aanzien,<br />

yan welken de Heer Wentworth in zynen even<br />

voorgaanden gefprooken had, geen ander kon<br />

zyn, dan de Heer Tork. Wy wisten dat hy<br />

altyd kwaalyk met dien Heere geweesc was, en<br />

befloten, dac daar men denkelyk aan gem. Rid­<br />

der iecs uit den Haag van 't verhandelde ge­<br />

fchreeven , en deezen daarvan in Engeland ge­<br />

fprooken had, de Heer Wentworth, die nier zon­<br />

der reede alleen d'eere van den goeden uitflag<br />

wilde hebben, daar over te onvreeden was ge-<br />

wor-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6t<br />

worden : en dus uit misnoegen de zaak bad<br />

laaten fïeeken.<br />

Terwyl wy te vergeefs naar den voortgang<br />

van eene zaak , die fcheen onder zoodanige<br />

goede auspiciën te zyn begonnen, en door den<br />

verkeerden nayver van den Perfoon , die ze<br />

zelfs had aangebooden, ten minften voor eenen<br />

geruimen tyd, fteeken bleef, kreegen de Heer<br />

Raadpenfionaris, Penfionaris Visfcher en Ik, ty-<br />

ding uit Engeland, door den Heere van der Ou­<br />

der meuien, van de geneigdheid van de Lords<br />

Germain en Stormont, en van die van den Hee­<br />

re Tork byzonderlyk , om de oneenigheeden<br />

een einde te doen neemen.<br />

Gem. Heer van der Oudermeulen bevond zich<br />

te London, uit naam van eenige Geinteresfëer-<br />

dens in de Coloniën van Esfcquebo en Demera-<br />

ry, om by 't Ministerie hunne byzondere be-<br />

langens waar te neemen: voornaamlyk wegens<br />

zeekere Arresten, door middel van welke de<br />

Eigenaars in gemelde Coloniën, door zommige<br />

Engelfchen, na dat hunne Landsgenooten zich<br />

meesters van de Plantagien gemaakt hadden,<br />

van het beftuur hunner gronden waren ont­<br />

zet geworden.<br />

Gedurende de Maanden Augustus en Sep­<br />

tember , had die Heer my dikwyls over de bo­<br />

ven-


02 M E M O R Ï B N T O t<br />

vengem. goede wil in onderfcheidene brieven<br />

onderhouden, en gemeld, dat hy te meermaalen<br />

door den Heer York over 't herftellen der goe­<br />

de harmonie was aangefproolcen, met verzee­<br />

kering van deszelfs goede wil , om daartoe<br />

meede te werken.<br />

Het fchynt, dat de Heer Wentworth ook<br />

over deeze handelingen eenige ombrage hadde<br />

opgevat: maar wat daar van zyn moge, de bo-<br />

vengem. verzeekeringen, die niec dan zeer al­<br />

gemeen waren geweest, waren door my mee­<br />

de in algemeene bewoordingen beantwoord,<br />

doch in 't begin van Oétober fchreef my gem.<br />

Heer Oudermeulen, „ dat Mylord Germain hem<br />

„ ter geleegenheid, dac hy by zyn Lordfchap<br />

„ aanhield, op 'tontflag van zeekere Arresren,<br />

gedaan op Plantagien te Demerary, zyn Lord-<br />

„ fchap zich niet ongunftig op het verzoek ge-<br />

uit had, en in fubftantie daar by gevoegd,<br />

,, tout eet te affaire des Plant at ions, est une mi-<br />

fere, qui ne mettrapas d'obftacle d la paixi<br />

,, dit es d vos Mesfieurs les Bourguemaitres, que<br />

„ tous les Ministres duRoi, la deft'rent avec vuus<br />

„ autres, c'est a dire avec les Hollandais: ecri-<br />

„ yèz qu'on vous envoie des Ordres, & nous<br />

traiterons enfemble, vous & moi: fóit fut 1<br />

Van-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6$<br />

„ V ancien pied, ou nous fer ons des traités tout<br />

nouveaux, ce qui [eroh bien mieux. " («)<br />

Ik bracht denzelven , gelyk ik den voorigen<br />

gedaan had, ter kennisfe van de Heeren, die<br />

in 't vertrouwen waren , die eenpaarig oor­<br />

deelden , dit niet onbeantwoord te laaten ,<br />

waarop het volgend antwoord aan gem. Hee«<br />

re afging:<br />

WEL EDELE HEER!<br />

„ Burgemeesteren hebben met veel genos-<br />

„ gen uit uwen aan my, zeer geëerden, van<br />

,, den 28 Sept. gezien, het zeggen van My-<br />

„ lord Germain, zoo ten aanzien van het ar-»<br />

„ resteeren, en het ontflaan der Plantagien hun-<br />

„ ner Ingezeetenen, geleegen in Esfequebo<br />

„ en Demerary, als wegens de geneegenheid,<br />

„ om met deezen Staat Vreede te maaken,<br />

„ Zy betuigen van harte te wenfchen , een<br />

„ ein-<br />

(a) Die gantfche zaak der Plantagien is eene beuze­<br />

ling, die geen beletzel aan de Vreede zal geeven. Zeg<br />

aan Uwe Heeren Burgemeesteren, dat alle 's Konings Mi­<br />

nisters, haar met U lieden wenfchen, dat is te zeggen,<br />

met de Hollanders. Schryf, dat men U last zende, en<br />

wy zullen zaamen handelen, of op den ouden voet, of<br />

wy zullen geheele nieuwe Traftaaten maaken: 't geen<br />

Veel beeter zal zyn.


64 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ einde van deezen fchaadelyken Oorlog té<br />

„ zien. Amfterdam heeft zeekerlyk zoo veel<br />

belang als London, in de welvaart van den<br />

„ Koophandel: en Burgemeesteren voelen zeer<br />

„ wel, dat, hoe eer de Vreede aan de beide Na-<br />

„ tien bezorgd word, hoe heilzaamer het voor<br />

„ beiden zal zyn. UEd. kan zyn Lordfchap<br />

„ verzeekeren, dat tot het maaken van eene<br />

„ beftendige, en dierhalven eerlyke Vreede,<br />

„ zy het hunne gaarne zullen toebrengen : maar<br />

„ UEd. weet zeer wel, dat de ordres die men<br />

„ verlangd, van hun alleen niet kunnen ko«<br />

„ men, noch dat zy alleen tot dat heilzaam<br />

„ werk, demarches by het Ministerie van En^<br />

„ geland kunnen laaten doen. Zy dienen zoo<br />

„ niet aan allen, ten minften aan eenige wei*<br />

„ nige voornaame Leeden van Staat, daar van<br />

„ opening te geeven: en wil men, dat die ope-<br />

,, ning van eenigen invloed zy , zoo dienen<br />

„ Burgemeesteren onderricht te zyn, van de<br />

„ voorwaarden, op welke men het gefchil zou<br />

„ willen vereffenen, of ten minften in onder*<br />

„ handeling treeden."<br />

„ 't Geen UEd. van zeeker Heer ten uwen<br />

„ opzicht zegt, maakt de zaak meede onge-<br />

„ maklyker: eene zaak, zy mooge zoo goed<br />

„ zyn als 't mooglyk is, wordt niet wel opge-<br />

„ noo*


O T H E L D E f t l N G , ENZ. 6$<br />

i, noomen, zoo zy door iemand, die men nier<br />

b wel wil, word voorgebracht. Van wien zul-<br />

len wy zeggen, dat wy de ouvertures vaii<br />

„ Lord Germain ontvangen hebben ? men zal<br />

,, zulks mooglyk in den wind flaan, en dar<br />

„ zou ons moeite doen."<br />

„ Wenschlyk was het, dat men met iemand,<br />

,i die minder of meerder het vertrouwen Van<br />

„ 'c Engelsch Ministerie had, alhier kon fpree-<br />

,, ken: van hier iemand derwaafds te zenden;<br />

„• is de zaak aan den kleepel hangen,daar 'cge-<br />

„- heim nochtans zeer, ja hoogstnoodig is: ook<br />

„ zou de verkiezing van zoodanig Perzoon<br />

,< zeer ongemaklyk zyn, één zoude Ons, maar<br />

,< weder anderen niet fmaaken."<br />

,, Burgemeesteren zyn het met UEd. eens, 1<br />

dat men aan Frankryk verplichting heefc,<br />

,, en men dierhalven, aangaande die Natie niet<br />

,j alleen Omzichtig, maar ook niec ondankbaar<br />

moet- handelen. Maar welke ook onze vcr-<br />

plichting desaangaande zou moogen weezen,"<br />

„ Frankryk kan nimmer van ons vergen, noch<br />

verwachten, dac wy, daar de Staat geene ei-<br />

,,- genlyke verbindtenisfen met dat Ryk heefc,<br />

., ons niet uic eenen fchaadelyken, ên altyd<br />

,j voor een Land wiens eenige welvaart op dé<br />

h Commercie en Navigatie ge?eschjd is, ver-<br />

II. DEE-Ï. Ei ft ete-


65 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ nieicnde Oorlog, op eene eerlyke en met<br />

s'Lands waar belang overeenitem mende wy-<br />

„ ze, zouden trachten te redden."<br />

„ Dit zyn de waarachtige gevoelens van<br />

„ Burgemeesteren , en men kan uit dezelve<br />

„ genoegzaam befluiten, hoe zeer, en op wel-<br />

„ ke wyze zy geneegen zyn, een einde aan<br />

„ de rampen van den Oorlog te helpen be-<br />

„ vorderen. "<br />

„ Ik heb d'eere enz."<br />

Om dezelfde reedenen öm welke Burge­<br />

meesteren , gelyk wy reeds te vooren gezien<br />

hebben, huiverig waren geweest, om in hande­<br />

ling met den Heere Wentworth te komen, waren<br />

zy het nu weder; te meerder, daar in deezen<br />

noch minder grond tot iets daadlyks, zich tot<br />

noch toe opdeed: en deeze huiverigheid vermin­<br />

derde niet, zedert het afgaan van laatstgemel-<br />

den brief, doordien 'er geen antwoord van eenig<br />

belang op kwam, niettegenftaande te meermaa-<br />

len op iets Cathegorisch en baarblyklyks, be­<br />

treffende de intentie van 'c Hof van London,<br />

gedrongen wierdt. Men gaf altyd voor, dat,<br />

dewyl men zonder of buiten kennis van 'c Rus-<br />

fisch Hof, (daar nu gelyk bekend was, de hek­<br />

ken aanmerklyk verhangen waren) niet kon<br />

handelen , de Courier derwaards gezonden,<br />

eerst weder te rug moest zyn gekomen.<br />

Ge-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 6f<br />

Gedurende den gantfchen Maand November<br />

kwam niets nader: terwyl doch dë Heer<br />

yan der Oüdermeülen noch onophoudlyk verzeekering<br />

gaf, van de bereidwilligheid van 'c<br />

Engelsch Ministerie, eh voornaamlyk van deri<br />

Heere Ridder, van wiens grooten invloed by<br />

den Koning, hy verzeekerde men byzonder nut<br />

zou kunnen trekken , zoo men voornaamlyk<br />

met zyn Ed. wilde handelen.<br />

Ik had te meermaalèn aan den Heer van der<br />

Oüdermeülen gezegd, dat, zoo Burgemeesteren<br />

al eens geneegen waren om dit laatfte te doen,<br />

Zulks niet raadzaam zou weezen, uit hoofde<br />

van 'c verregaand ongenoegen, by de meesten<br />

hier te Lande tegens gem. Ridder opgevat: daar<br />

men van zynë gevoelens oordeelde, uit zyri<br />

gedrag voor den Oorlog, en men niet kon gelooven,<br />

dac dezelve thans zoo veranderd waren.<br />

Ik hdd teffens verzogt, den gem. Heere,'<br />

óp eene bebbelyke en gepaste wyze, zulks te<br />

doen begrypen.<br />

Dit wierd tot myn leedweezen, by den Ridder<br />

niet wel opgenomen: doch hy bleef niettemin<br />

verzeekering geeven, van zyne aanhoudende<br />

bereid willigheid, om' de goede zaak cö<br />

bevorderen.<br />

Wac myn gevoelen betrof,' zooi was ik niëè<br />

E s vef


O P H E L D E R I N G , FNZ. ÓO<br />

hoopen van de voorgegcevene dispofitien van<br />

dat van London. (V) Doch by eenen Brief van<br />

den 2o lle<br />

gaf de Heer van der Oüdermeülen my<br />

weder de lterkiïe verzeekeringen van de goe­<br />

de trouw en den ernst van 't Engelsch Minis­<br />

terie: en teffens, dat het geen voorneemen had<br />

gehad, om in de bovengem. Nota te choquee-.<br />

ren: dac de weigering der Mediatie van Zwee-<br />

den alleen gedaan was, om hec Hof aan Me-<br />

vrouwe de Keizerin te maaken. (è)<br />

\ Vervolgens meldde my de Heer van der Oü­<br />

dermeülen, dat de Heer York gezegd had, das<br />

V wel dingsdag zou worden, eer een Cathego-<br />

risch antwoord op myne vraagpoin&en kon ge­<br />

geeven worden.<br />

Dewyl dit antwoord niet kwam , vonden<br />

Burgemeesteren goed, dat ik nochmaals rond-<br />

borftig onze gevoelens over al die talmeryen,<br />

zou fchryven en verklaaren; dat wy met com­<br />

plimenten niet gediend waren : dat wy wel Vree­<br />

de , maar eene eerlyke, en die daar voor by onzs<br />

Natie en geheel Europa kon gehouden worden,<br />

verlangden: dat wy wel om de Vreede weusck-<br />

ten, maar God dank in de pofitie waren, om<br />

dén Oorlog niet te moeten vreezen, &c. (V)<br />

Op<br />

t» Cyl. C.<br />

O) Byl. D. i en 2 La.<br />

tO Byi- E- E 3,


70 M E M O R I Ë N T O T<br />

Op deezen kreeg ik van den Heer van der<br />

Oüdermeülen geen antwoord: maar hy kwam<br />

zelfs over, en bracht meede een eigenhandigen<br />

brief van den Heer Tork aan my: De Ridder<br />

zei in denzelven, in fahflantie: „ dat dewyl<br />

,, de Courier uit Rusland gearriveerd was, hy<br />

,, eindlyk een einde kon maaken van zyn ftil-<br />

„ zwygen: dat hy daar lang, zoo als de Heer<br />

„ Oüdermeülen kon getuigen , naar verlangd<br />

,, had: doch dat hy zich verliet op myne discre-<br />

„ tie, wegens de tederheid der ftap, dien hy<br />

„ deed, en de noodwendigheid van 'c geheim."<br />

„ Dat hy verzeekeren kon, dat de dispoll»<br />

,, tie om de beide Landen uit de beklaaglyke<br />

„ omftandigheden , in welken zy waren , te<br />

,, trekken, zoo waarachtig in Engeland wa-<br />

,, ren, als ze by ons konden zyn: dat men<br />

,, gaarne wilde weeten, myne gedachten over<br />

„ de wyze, die het gefchiktfte zou zyn, om de<br />

„ zaak tot een goed einde te brengen: en of<br />

?, men liever had, iemand van hun by ons, of<br />

„ iemand van ons by hun te hebben. Dat in<br />

3, 't eerfte geval, by provifie, zoo'n Perzoon<br />

„ aan niemand anders dan aan my zou kunnen<br />

,, geadresfeerd worden, zonder eenig Charac-<br />

3, ter, en men myn antwoord zou afwachten,<br />

s, eer men verder iets zou bepaalen."<br />

„ Dat


O P H E L D E R I N G , ENZ. ?l<br />

., Dat hy Ridder deezen fchreef, met wee-<br />

„ ten en toeftemming de fes fuperieurs, enz."<br />

Ik deelde den inhoud deezes briefs aanftonds<br />

meede aan de vertrouwde Heeren, en voorts<br />

met hunner kennis aan Zyne Hoogheid en den<br />

Heere Raadpenfionaris : daarby voegende hec<br />

volgende Concept antwoord , waar op Ik de<br />

goed- of afkeuring verzogt.<br />

MONSIEUR!<br />

„ Je fuis fenfible comme je le dois a Ja con-<br />

„ fiance , que vos fuperieurs & vous vouléz<br />

„ bien me temoigner. J'ai communiqué celle<br />

„ dont vous m'avéz honoré, a quelques uns<br />

„ des principaux membres de la Rcgencp. On<br />

„ vous asfure, Monfieur. que 1'on est toujours<br />

„ dans les dispofitions les plus finceres pour<br />

„ lacher de retablir Tanden fisième d'amitié,<br />

„ encre la Grande Bretagne & la Republique,<br />

„ & de travailler pour eet effec h une Paix ho*<br />

„ norable & convenable, en prenanc les pré-<br />

„ cautions necesfaires, pour eviter les fuites<br />

„ facheufes, qui pourraient refulter du mecon-<br />

„ tentement de nos puisfants Voifins, auprès<br />

„ desquels nous avons été necesïués de faire<br />

„ des demarches, qui demandenc la plus grande<br />

„ prudence & circonfpeclion. On 4efire Mon-<br />

E 4 n fieuf,


?Z M E M O R I Ë N T O T<br />

5, ileur, que vous nous envoiés que'qu'un de.<br />

„ confiance, avec qui nous puisfions nous ou*<br />

„ vrir libremenc, & qui pourra de fon coté<br />

,, donner les ouvertures necesfaires. Je n'ui<br />

,, pas befoin de vous dire, k vous, qui con-<br />

„ naisfc-s I'Esprit & la Conflitution du Gou-<br />

„ vernemen* de ce Païs, les raifons pour les<br />

„ quelles, on defire d'avoir plutot quelqu'un<br />

de chéz vous, que d'envoier queiqu'un d'ici<br />

,, en Angleterre : nous y avons d'ailleurs le<br />

„ S r<br />

van der Oüdermeülen., de 1'entremife de<br />

„ qui on pourra toujours fe fervir au cas que<br />

„ les circonftances le requierenc. J'ai don-<br />

,, né connoisfance du contenu de votre Let-<br />

„ tre & de ce que M r<br />

. van der Oüdermeülen,<br />

m'a dit, au Prince & au confeijler Penfionai,-<br />

„ re: je fuis perfuadc que les vues de tous les<br />

„ deux s'accordent parfaitement avec les mien-<br />

nes, & celles de mes Collegues. Puisfe Ia<br />

réusfite, rcpondre aux voeux que je fais(<br />

„ Soiés perfuadé Monfieur, qu'ils font fince-<br />

res, & daigncs croire, que je fuis avec la<br />

„ plus haute confideration, &c."<br />

La Haie ce 21 Dec. 1781. Qa)<br />

(V) M Y N [IE ER'<br />

Kor*<br />

Jk ben gevoelig, zoo als dat behoort,aan het vertrou.<br />

wen


O P H E L D E R I N G , ENZ. f§<br />

Kort voor dac de Heer van der Oüdermeülen<br />

aangekomen was, had de Heer van der Hoop<br />

.yan den Heere IVentworth eenen brief, meede<br />

gewen<br />

dat vos fuperieurs en U Ed. my gelieven te betoo-<br />

jien. Ik heb den brief, met welken U Ed. my vereerd<br />

heeft, aan eenige voornaame Leeden der Regeering meed«<br />

gedeeld. Men verzeekert U, Myn Heer! dat men altoos in<br />

de oprechtfte geneigdheid is, om het oud Sistema en de<br />

Vriendfchap tusfchen Groot Brittanje en de Republiek te<br />

herftellen: en tot dat einde te werken, aan eene eerlyka<br />

en gevoeglykeVreede, met de noodige behoedzaamheid,<br />

om te vermyden de ongunftigc gevolgen, die zouden kun­<br />

nen voortkomen, uit de gevoeligheid van onze machtige<br />

ïNTabuuven ,tot weiken wy genoodzaakt zyn geweest ftap.<br />

pen te doen,die de grootfte voor- en omzichtigheid ver-<br />

eisfehen. .Men verlangt, Mynheer, dat Ulieden een ver­<br />

trouwd Perzoon zenden, aan welken wy in vryheid ons<br />

zullen kunnen openen: en die van zynen kant ons de<br />

iioodige openingen zal kunnen geeven. Ik behoef niec<br />

je zeggen aan U, die de geest en de forin van onze Re­<br />

geering kent, de reedenen om welke men verlangt, eer­<br />

der iemand van Uwen 't hier te hebben, dan van hier<br />

iemand ten Uwen 't te zenden. Bovendien zullen wy 'er<br />

hebben den Heere v.an der Oüdermeülen, van wien men<br />

zich a)tyd zal kunnen bedienen, zoo de omftandighee­<br />

den het vereisfehen. Ik heb kennis van den inhoud Uw's<br />

briefs, en van 't geen de Heer van der Oüdermeülen my<br />

gezegd heeft, aan den Prince en aan den Raadpenfiona­<br />

ris gegeeven. Ik ben verzeekerd , dat de inzichten<br />

yan beiden volmaakt met de myne en die yan myne<br />

Ambtgenooten overeenkomen. Dat de uitflag aan my­<br />

ne wenfchen moge beantwoorden ! UEd. zy verze-<br />

E 5 kerd,


74 M E M O R I Ë N T O T<br />

gedagteekend den 29 November, ontvangen:<br />

zyn Ed. meldde in denzei ven, „ dat Lord North<br />

„ het voorftel, om iemand herwaards te zen--<br />

„ den , om over een Cartel te handelen , fcheen<br />

„ goed te keuren: dat gemelde Lord ook ge-<br />

„ neegen was, door den Perfoon, die openlyk<br />

„ tot dat einde zou gezonden worden, over de<br />

„ Vreede te laaten handelen." Be Ridder,<br />

voegde de Heer Wentworth daarby, „ is zoo<br />

ik hoor, dikwyls in gefprek met den Heers<br />

,, Oüdermeülen: en zoo U deezen Heer aan-<br />

ftaat, die is hier, en beeter gefchikt dan<br />

„ eenig die door dit Land zou kunnen benoemd<br />

„ worden. Ik vlei my, dat dewyl ik een yverig<br />

„ Vriend yan Engeland ben, ik geen kwaad<br />

„ Vriend van Holland weezen kan; geloven-<br />

„ de, zoo als ik waarlyk doe, dat haare gemee-<br />

„ ne zeekerheid vereischt, dat zy te zaamen<br />

„ vriendelyk harmonieeren, en verbonden bly-<br />

ven aan dezelfde Staatkundige gronden."<br />

Onder deeze, zoo ze ons voorkwamen, vreed-<br />

zaame auspicia, vertrok de Heer van der Ou-<br />

dermeulen weder naar London, belast met den<br />

voor-<br />

kcrd, Mynheer, dat deeze oprecht zyn; en dat ik met<br />

de meeste hoogachting ben , enz.<br />

's Hage den 21 Dec. 1781.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 75<br />

voorgemelden brief aan den Heere York, van<br />

welken de inhoud door Zyne Hoogheid en den<br />

Heer Raadpenfionaris goedgekeurd was geworden.<br />

De Heer Oüdermeülen ftelde denzelven ten<br />

eerfte aan den Ridder ter hand , en deezen deelde<br />

ze aan Lord Stormont meede. Beiden waren<br />

te vreeden over den inhoud, maar bleeven<br />

aanhouden op hec zenden van iemand van hier.<br />

Dit fchreef my de Heer van der Oudermensen<br />

, in zyne brieven van den 28 Dcc. 1 en 3<br />

Jan., en teffens dat de Heer York, (van wiens<br />

invloed en goede intentie zyn Ed. geftadig hoog<br />

opgaf) gaarne zou hebben, dat men met hem<br />

handelde.<br />

Wy zagen alhier, dat blyven ftaan op het<br />

zenden van iemand van hier derwaards , aan,<br />

als verwylingen , die van de oprechcheid der<br />

vreedzaame gevoelens van het Engelsch Ministerie<br />

weinig goeds deeden wachten : men<br />

vondc dierhalven goed , dat ik den Heer van<br />

der Oüdermeülen zou melden :<br />

„ Dat Burgemeesteren met verwondering<br />

„ zagen, dat men bleef ftaan op die zending:<br />

„ te meer , daar men ons hier in de keuze<br />

„ gelaaten had: dac zy niec huiverig waren,pour<br />

,, tirer au baton, maar om dac, vooreersc, ge-<br />

,, lyk


f6 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ Jyk den Heer Tork bekend was, die zending<br />

„ zeer ongemaklyk was , zoo uit hoofde van<br />

„ den Perzoon, als om dac daar door hec zoo<br />

„ naodzaaklyk geheim gevaar zouloopen. Ten<br />

„ anderen , om dac noch de Prins, noch de Raad-<br />

,, penfionaris, en noch veel minder Burge-<br />

„ meesteren, bevoegd waren, om iemand daap-<br />

„ toe genoegzaam te qualificeeren. En eind-<br />

„ lyk, om dat hec fchier niet mooglyk, ten<br />

„ minden zeer ongemaklyk was ^_op twee plaat-<br />

„ zen over eene zaak te handelen."<br />

Op deezen brief kreegen wy coc antwoord:<br />

„ Dat de Heer Tork over den voortgang der<br />

„ zaake in Holland zeer mismoedig was: das<br />

„ met traanen in zyn oogen gezegd had, met<br />

,, hartlyk leedweezen opgemerkt te hebben ,<br />

„ dat men in Holland noch zoo tegen hem<br />

,, geanimeerd bleef: dat zulks hem hard viel,<br />

„ en 'cr in Engeland zoo wel eene parcy ce-<br />

„ gens Holland was, als eene in Holland te-<br />

„ gens Engeland: dac Hy al zyn vermoogenhad<br />

„ aangewend , om die party te appaifeeren,<br />

,, en het zoo ver te brengen, als het gebracht<br />

„ had: dac men moest erkennen, dat de ftap.,<br />

„ dien hy, niet als particulier, maar uit naam<br />

„ van den Koning en deszelfs Ministers gedaan<br />

5, had , alierfterkst was: dat hy den Koning<br />

„ nu


O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />

nu geëxponeerd had: dac hy het niet ver­<br />

ft kreegen had, zonder onaangenaamheeden ca<br />

,, esfuyeeren, doch die mee genoegen had on-<br />

dergaan, in de, zoo hy vermeende, gegron»<br />

„ de hoop, dac men in Holland overtuigd zou<br />

„ zyn, van zyre welmeenende gevoelens, om<br />

„ de zaaken op den ouden voet weder her-<br />

„ field ce zien: doch dat hy met leedweezeri<br />

„ zag . dat er noch Geesten in Holland waren ,<br />

„ die tegens hem regeerden: dac hy, men kon<br />

,, in Holland doen wac men wilde, zou too-<br />

„ nen beeter te denken , en niet afgefchrike<br />

zou worden, van te doen al wat in zyn ver-<br />

„ moogen zou zyn, om de beide Na-tien we*<br />

der tot eikanderen te brengen."<br />

De Heer van der Oüdermeülen voegde daarby,-<br />

dat de poogingen van den Ridder, zoo by<br />

„ den Koning als byde Ministers, allerwelmee*<br />

„ nendst waren: dac men aan hem, wiens in-<br />

„ vloed zeer grooc was, alleen verfchuldigd<br />

}, zou zyn , het wedergeeven van hec Oosc-<br />

„ Indisch Hospitaal Schip , (V) cerwyl eeni-<br />

„ gen van advys waren , dac men 'c bcboor-<br />

,, de re houden, gelyk men by ons het geürand<br />

„ Oosc-Indisch Schip gehouden had."<br />

00 Byk F»<br />

Niet


j-8" M E M Ó il I E N T O T<br />

Niet om de wille van de Heer York, maar oni<br />

de wille van om Land, zeide -de Heer van der<br />

Oudermeulen in den zelfden brief, folliciteer ik<br />

U wel Ed. Geftr. alle poogingen aan te wenden, oni<br />

temaaken dat gem.Heer niet buiten de zaak gehouden<br />

word, want hy zal *er hier niet buiten gehouden<br />

worden, dal verzeeker ik U: niets word 'er<br />

met betrekking tot Holland ondernomen, of zyn Edi<br />

word eerst geraadpleegd. Hoe polkter en vriendelyker<br />

wy van onzen kant met zyn Ed.handelen, hoe<br />

voordeeliger Conditiën wy zullen kunnen maaken.<br />

Menprofiteere van de gelee genheid; de Vreede word<br />

Ons aangebooden, de tyd is nu daar: God bewaars<br />

ons Land! laat ons hetoogenblik, dat voor om zoo<br />

gun/lig is, niet laaten voorby flippen, ik weet hei<br />

te wel, en heb het hier te zeeker gezien.<br />

Ik zeg het nochmaal: byaldièn ik alleen de'<br />

zaaken beftuurd had, Ik had my op de goede neiging<br />

van den Heere Tork, evenwel met gepaste<br />

behoedzaamheid, verlaaten , en de handelingen<br />

met hem aangevangen. Maar niemand<br />

kende den Ridder zoo als ik: daar zyne hoogmoedigheid<br />

my zeekerlyk bekend was, kende<br />

ik ook teffens zyne rondborftfgheid en goede<br />

trouwe. Ik had van deeze beiden proeven gehad,<br />

niet alleen in zynen ommegang, maar byzcnderlyk<br />

in de handelingen over eene zaak<br />

Van


O P H E L D E R I N G , ENZ. 79<br />

Van de uiterffe aangeleegenheid , betreffende<br />

de Sociëteit van Surinamen , die ik gelukkig,<br />

na dat zy zedert den jaare 1688 eene geftadi-<br />

ge twistappel geweest was, met dien Ambas-<br />

fadeur geëindigd had. Maar de meeste Hee­<br />

ren , die in 't vertrouwen waren, beoordeel­<br />

den den Ridder op zyn gedrag en handclwyzé<br />

kort voor den Oorlog: en het kon niet ont­<br />

kend worden, dat deeze zeer aanftootlyk, en<br />

om alle verwachting, van zyne geneegenheid<br />

voor dit Land, weg te neemen, gefchikt wa­<br />

ren geweest. Hy was daar door by de ganfché<br />

Natie in haac geraakt, terwyl hy ook daaren­<br />

boven reeds te vooren in d'uiterffe onmin ge­<br />

leefd had, met den geenen, zonder wien gee­<br />

ne handelingen konden begonnen worden: Ik<br />

meen den Raadpenfionaris. Het was dierhal-<br />

ven geen wonder, dat anderen aangaande den<br />

Ridder, mindergunfiig dachten, dan Ik: en dat<br />

dierhalven beflooten wierd, dat Ik den 7 Jan.<br />

het volgend antwoord zou geeven: daar ik te<br />

gereeder toe wierd, om dat, in eenen brief van<br />

J e<br />

den 3 , de Heer van der Oudermeulen gemeld<br />

had, dat men op het punt, vry Schip vry goed,<br />

eenigzins agterlyker fcheen te worden.<br />

Myn evengem. fchryvens luidde:<br />

W E L


8o M E M O R I Ë N T Ó T<br />

W E L ED. HEER!<br />

„ Wy willen geenzins dat de bewtiste Heef<br />

j- buiten de zaaken gehouden wordt: 't zy ver-<br />

re: in tegendeel zal 't ons aangenaam wee-<br />

,5 zen , dat zyn Ed. geleegenheid hebbe, dé<br />

„• geneegenheid, die hy fchynt voor ons Land<br />

,, weder te hebben opgevat, ten goede te be-<br />

,i fteeden."<br />

„ Als die Heer nagaat, 't geen hy gëduren-<br />

de den laatften tyd van zyn verblyf alhier<br />

,, gedaan heefc, kan hy niet verwonderd zyn,<br />

,j dat, offchoon wy al eens met hem direct<br />

, ? zouden willen handelen, wy zulks niet zou-<br />

£ den kunnen doen, zonder de haat der Natie<br />

,, op ons te laaden, en ons buiten ftaat te ftel-<br />

len, iets nuttigs te verrichten."<br />

„ Wy zyn niec te min gevoelig, en gy kunr<br />

„ zyn Ed. daar van verzeekering geeven, aan<br />

,y de demarches, die zyn Ed. ten besten ge-'<br />

,•, daan heefc, en hoopen en wenfchen, dac zyn<br />

,, Ed. in deszelfs goede Officien wel zal wil-<br />

len volharden."<br />

„ Om dezelfde reedenen die ons beletten,'<br />

„ direét van de vriendlykheid van gem. Heef<br />

h<br />

te profiteerea, kunnen wy, gelyk UEd. in 1


O P H E L D E R I N G , ENZ. 81<br />

j-, myne vorige gezegd heb, niemand zenden ,<br />

ik refereer my daaraan by deezen."<br />

„ Ik heb UEd. geëerden van den i Jan. gis-<br />

,, teren, en de Copie van dien van 28 Dec. mee<br />

„ het ingefiotene briefje, door den Heer Vis-<br />

fcher, (die in den Haag is) heden ontvangen,<br />

„ te zamen niet het geene UEd. aan gemelderi<br />

„ Heere gefchreeven heefc."<br />

„ Zoo het Are. van vry Schip vry goed, ag-<br />

„ ter uit gaar,, dan behoeft men niec verder<br />

„ te gaan, alles is dan afgedaan, en men dcet<br />

,', zeer wel, van niemand herwaards te zen-<br />

„ den. Zonder dat, kunnen noch willen wy<br />

niet fluiten; hec zenden van of naar Enge-<br />

„ land zal daar niec af of aandoen. En zoö<br />

-men aldaar, zoo van alles geïnformeerd is,<br />

„ zal men dac wel weecen, &c. "<br />

En drie dagen daarna, den 10 Jan. fchreef<br />

ik verder aan denzelfden Heer:<br />

W E L ED. HEER!<br />

„ Ik heb UEd. laatften van den 28 Dec. aan<br />

den Prins en Raadpenfionaris gecommuni-<br />

,, eeerd: Zy refereeren zich beiden tot het geert<br />

ik UEd. in mynen laatften van den ? e<br />

i (ni<br />

H failor~) geantwoord heb, zoo men volftrekc<br />

II. DEEL. F j, daar


8.2 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ daar op ftaat, dac wy iemand zenden, is de<br />

„ zaak afgedaan, en, in Gods naam, wy zul-<br />

„ len 'er om moeten vechten. De gemoede-<br />

„ ren van veelen , zyn hier zoodanig aan 't<br />

„ gisten, dac wy ons ten uiterften zouden ex-<br />

„ poneeren, met iemand derwaards te zenden.<br />

„ Men heeft in Engeland door UEd. genoeg<br />

„ kennis gekreegen, van de punten, op wel-<br />

„ ken wy de Vreede willen maaken: ftaan die<br />

„ aan, gelyk UEd. ons verzeekerd heefc, wac<br />

., draalt men dan? wy zyn gereed, en ver-<br />

„ trouwen het werk tot een goed einde te zul-<br />

„ len kunnen brengen."<br />

„ Ieder ftap dien men in Engeland agter uit<br />

„ gaat, brengt ons een ftap voorwaards naar<br />

„ Frankryk: wil men zulks beletten, heeft het<br />

„ Engelsch Ministerie vreedzaame voornee-<br />

„ mens, het geeve ons geleegenheid, door het<br />

„ fluicen van eene honorable Vreede, om gee-<br />

„ ne verdere verbintenisfen aan dien kant te<br />

„ moeten aangaan. Zy willen iemand hebben;<br />

„ wel nu, gy zyt daar. Ik heb 't reeds gezegd,<br />

„ myne Correspondentie met U is eene on-<br />

„ twyffelbaare blyk van uwe zending, en van<br />

„ 't vertrouwen dat men in U heeft: maar<br />

„ UEd. een preciefe qualificatie te geeven, dat<br />

,, kunnen wy niet doen, en noch minder eene<br />

„ fchrif-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 83<br />

,, fchrifcelyke inftruécie: de omzichtigheid, die<br />

„ wy in de politie in welke wy zyn, gcbrui-<br />

„ ken moeten, maakt zulks onmooglyk: ook<br />

„ is 'c genoeg, dat zy door U, onze intentie<br />

„ weeten. "<br />

„ Terwyl ik dit fchryve , ontvang ik den<br />

„ uwen van den 3 Jan. Ik zie uit denzei ven,<br />

„ dat UEd. my den ie. gefchreeven heefc, 'c<br />

„ geen my noch niec geworden is. De inhoud<br />

„ van den gemelden van den 3 J.m, beüestigd<br />

»» m<br />

y meer en meer in de gedachten, dat die<br />

„ groote geneegenheid door den Ridder in zy<br />

„ nen brief getoond, of niet oprecht is ge-<br />

„ weesc, of verflaauwd is. Hoe kan men zeg-<br />

„ gen, dat men niet weec, op welke gronden<br />

„ wy Vreede verlangen? vrye Zee, reflitutic<br />

„ van het op ons geconquesteerde, en hehoor-<br />

„ lyke fchavergoeding, zyn driepunren, aan<br />

„ welke wy altyd gewaarfchouwd hebben,<br />

„ onwrikbaar te zullen aankleeven. Hoe kan<br />

„ UEd. zeggen, dat zich desaangaande maar<br />

„ iets herinnert? UEd. zie myne brieven na,<br />

„ en zy zal hec gemelde op meerder dan eene<br />

„ plaats vinden. Zoo men nu iemand anders<br />

„ dan Uid. of UEd. met eene volitrekce qua-<br />

„ lificacie, die wy, gelyk men, zoo men wil,<br />

wel begrypen kan, niec kunnen geeven, in<br />

F 3 En.


84 M E M O R I E S T O T<br />

„ Engeland wil gezonden hebben , waaröra<br />

heeft men ons dan in de keuze gegeeven, of<br />

„ Wy liever iemand van daaf wilden hebben,<br />

,, dan van hier zenden ? " Spykers op laag waa-<br />

„ ter, myn Vriend! zoo komen wy 'er niec."<br />

„ Ik heb den inhoud deezes weder aan den<br />

„ Prins en Raadpenfionaris gecommuniceerd.<br />

„ Hoogstdezelven hebben zich in 'c geheel<br />

„ daaraan gerefereerd, en wy kunnen verders<br />

„ daar niets byvoegen."<br />

„ Ik verwacht nu zoodanig ancwoord, dat<br />

„ wy eens zullen weecen, waar wy Ons nan<br />

„ moecen houden ; anders word de Correspon-<br />

„ dencie nucteloos, en hec fchryven en wry-<br />

ven onaangenaam. Heefc men humeur, het<br />

,, fpyt my , dat komc in zaaken niec te pas:<br />

„ wy hebben 'c niec, wy blyven en zullen<br />

„ blyven dezelfden. "<br />

„ VVac hec accepteeren der Mediatie aan-<br />

„ gaat, dat zal gefchieden: het tydfiip moet<br />

„ den voortgang der handeling, zoo men goe-<br />

„ de intentien heefc, niec beleccen.<br />

„ Na de acrimonie die de Ridder door zyn<br />

„ gedrag, alhier in de geescen gebrachc heefc,<br />

„ moec men niec verwonderd zyn, dac veele<br />

„ van vreede mee Engeland, of van 'c geen<br />

„ daartoe aanleiding geeven zou, niec willen<br />

„ hoor


O P H E L D E R I N G , ENZ. 85<br />

„ hooren reppen : deezen moeten met zagt-<br />

„ zinnigheid en geduld nedergezet, en totbee-<br />

„ tere gedachten gebracht worden: daar is<br />

„ tyd toe noodig, om dat men alles niet zeg-<br />

„ gen kan.<br />

„ Ik heb heden met den Prins Gallitzindnar<br />

„ over gefprooken: zyn E. begrypt dat met my.<br />

„ Wy zullen 'er komen, maar langzaam. Ik<br />

„ blyve, enz.<br />

Terwyl dit omging, ontving ik eenen brief<br />

van den Heer Wenïworth van den 4 Jan., in<br />

welken zyn Ed my tyding gaf van zyne benoe­<br />

ming om herwaards te komen, ten einde over<br />

zeeker Cartel, waartoe by Hun Hoog Mog. be-<br />

floten was, te handelen. Je crains, fchreef hy,<br />

quun certain refus et les termes qui fexpriment<br />

enfemble, avec la prèdileclion que je dois a votre<br />

amitiè, ne ntexcitent des ennemis & des obfta'<br />

(les; maïs comme Mylord North, meparait fince-<br />

re & bien dispofé, jene me laisferaipas decoura-<br />

gcr. II m"a decidé d'accepter la Gommis fton dene-<br />

gocïcr un echange des prifonniers,&felon les cir-<br />

conftances des objets uiterieurs. (a)<br />

Niet<br />

(a) Ik vrees dat zeekere weigering, en de bewoording<br />

in welke zy gefchiéd is, gevoegd by de voorkeuze die ik<br />

|Ka uwe vriendfctiap vcrfchuldigd ben, my vyanden zul-<br />

F 3<br />

I c<br />

*


86 M E M O R I Ë N T O T<br />

Niet onduidlyk gaf de Fleer Wentworth mee<br />

de evengem. woorden un certain refus, &c. te<br />

kennen, onze weigering om met den Heer Tork<br />

te handelen, en zyne vreeze, dat het kwaad hu­<br />

meur , van 'c welk de Heer Oudermeulen my ge­<br />

fchreeven had, vermeerderd door de voorkeur<br />

die men aan hem had fehynen te geeven, de<br />

handelingen niet voordeelig zou zyn.<br />

De Heer van der Oudermeulen die my den 18<br />

Jan, di komst van den Heere IVentworth ge­<br />

meld had, fchreef my den 22^, dac de Heer<br />

Tork hem verzogc had, aan Zyne Hoogheid,<br />

den Heere Raadpenfionaris en my te zeggen,<br />

dat hy zich altoos als een goed Engelschmanen<br />

als een goed Hollander had geconfedereerd, en<br />

noch deed en doen zou, wat maar mooglyk zou<br />

zyn, om de twee Natiën tót een te brengen.<br />

Mee meedeweeten van den Raadpenfionaris<br />

antwoordde ik den 28 Jan., „ dac wy voor de<br />

„ komsc en hec hooren van den Heer Went-<br />

„ worth niets pofitiefs aan hem (Oudermeulen')<br />

ZOU-<br />

len maaken,en hindernisfen doen opkomen: maar dewyl<br />

Mylord North my voorkomt oprecht en wel gedisponeerd<br />

te zyn, zal ik my niet laaten affchrikken, Gem. Lord heeft<br />

my overgehaald, om aan te neemen de commisfie tot het<br />

uitwisfelen van Krygsge vangenen , en "volgens de ornflaih<br />

digheeden pver verders onderwerpen te. handelen.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 87<br />

„ zouden antwoorden : dat doch zyn verblyf<br />

„ te London by ons noch noodig wierd geacht,<br />

„ en dat uit 's Lands Kas zou gefalariè'erd wor-<br />

„ den: dat zyn vooriïel om gebruikt te wor-<br />

„ den , ingeval 'er over de opgave der waar-<br />

„ de der Scheepen moest gehandeld worden,<br />

„ niet mishaagde." Eindelyk voegde ik daarby:<br />

„ Dat zoo men in Engeland niet wilde toegeeven<br />

,, aangaande het punt der vrye Zee, Meester<br />

„ Paul Wentworth wel aan den anderen kant<br />

,, der Zee kon blyven, en hy Fleer van der Ou-<br />

,, dermeulen wederkeeren"<br />

Men heeft by 't verflag dat Ik van myn ge­<br />

fprek met zyne Keizerlyke Majesteit gedaan<br />

heb, gezien , hoedanig Hoogstdezelve door den<br />

Hertog de la Vauguion onderricht was gewor­<br />

den van de handelingen over het Vreede's werk<br />

met den Minister van Sardinië. Ik had wel des<br />

tyds aan gem. Hertog geen kennis gegeeven<br />

van 't geen tusfchen den Heere Triquetti en<br />

my voorgevallen was; doordien ik oordeelde,<br />

dat daar zulks van geen gevolg was geweest,<br />

het niet alleen onnoodig was, maar zelfs, uit<br />

hoofde dat het argwaan zou kunnen verwek­<br />

ken , fchaadlyk zou hebben kunnen zyn; doch<br />

toen de Heer Wentworth beiiemd was, om her-<br />

waards te komen, en de handelingen, niet zon-<br />

F 4 der


88 M E M O R I Ë N T O T<br />

der hoop van eenen goeden uitflag zouden be­<br />

gonnen worden, had ik, mee goedvinden van<br />

de Heeren die in 'c vertrouwen waren , den<br />

Ambasfadeur daarvan niet onkundig gelaaten.<br />

Zonder te melden de punten over welke, en<br />

wat , over dezelve gehandeld was, had ik te<br />

kennen gegeeven , dat aangezien de Vreede<br />

voor ons wenschlyk, en de Oorlog allerfchaad-<br />

lykst was , voornaamlyk in de omftandighee­<br />

den in welke ons Land zich bevondt, en die<br />

hem Ambasfadeur genoeg bekend waren , wy<br />

naar Vreede verlangden, doch dac ik kon ver-<br />

zeekeren, dat de Stad Amfterdam nimmer coc<br />

eene andere Vreede zou ftemmen , dan eene<br />

eerlyke, en wel zoodanige, die. de Republiek<br />

zich zou kunnen vleien, door zyne Allcrchris-<br />

telykfte Majefteic zelve , niec zou afgeraaden<br />

worden : en dac Amfterdam nimmer zou af­<br />

gaan van de principes der gewaapende Neu­<br />

traliteit, vry Schip vry goed: van het bedingen<br />

der wedergeeving van hec geconquesteerde ,<br />

en van een behoorlyke fchavergoeding.<br />

Ik had noch daar menigmaalen bygevoegd,<br />

dat byaldien zyne Allerchriscelykfte Majesteit<br />

verlangde, dac wy , niet tegen ftaan de het aan­<br />

bod van voordeelige voorwaarden, in den Oor­<br />

log zouden volharden, wy aan dac verlangen<br />

ZOU-;


O P H E L D E R I N G - , ENZ. 89<br />

zouden voldoen, mits zyne Majesteit zich vol-<br />

ftrekc verbondt, geene Vreede te maaken, dan<br />

zoodanige, by welke aan de Republiek het bovengem.<br />

naamlyk , vry Schip, vry goed, Restitu­<br />

tie der veroverde bezittingen, en eene gevoeglyks<br />

fchavergoeding, befprooken zou worden.<br />

Zoo dikwyls ik den Ambasfadeur hier over<br />

onderhouden had, had hy wel altyd de groot­<br />

fee verzeekeringen van 't deel dat zyn Mees­<br />

ter in 't welzyn van de Republiek nam , gegee­<br />

ven, en zich beroepen op de gefignaïeerde dien-<br />

ften, zoo als zyne Excell. ze noemde, die zy­<br />

ne Majesteit in deezen Oorlog aan Haar bewee-<br />

zen had, doch op de bygevoegde mits zich nim­<br />

mer uitgelaaten ; en alleen gezegd , dat het van<br />

de Engelfche zyde niet dan bedriegery en een<br />

loklias was, om ons inaclïef te houden. Ik had<br />

erkend, dar dit zeer mooglyk was: dat men daar­<br />

om zeer voorzichtig en behoedzaam te werk<br />

moest gaan, en niet ophouden, gelyk men waar­<br />

lyk niet deed, met zich in ftaat te ftellen, om,<br />

het gewenscht oogmerk niet kunnende berei­<br />

ken, den Oorlog met kracht voort te zetten,<br />

terwyl men ook gereed was, om voor de aan-<br />

ftaande Campagne met het Hof van Frankryk<br />

het noodig overleg re maaken.<br />

Toen men in 't begin van November wist,<br />

F 5 dac


QO M E M O R I Ë N T O T<br />

dat de Keizerin haare Mediatie zou aanbieden,<br />

maakte ik voornaamlyk myn werk, gelyk Ik reeds<br />

te vooren gemaakt had, om te weeten, wat wy<br />

van Frankryks byftand zoo wy in Oorlog blee-<br />

ven te wachten hadden: om daar na hec ant­<br />

woord op de aanbieding van gem. Vorstin, te<br />

regelen: daar men zorgen moest, dezelve niet<br />

roekloos voor 'c hoofd te ftooten.<br />

Dewyl Ik dus volftrekc noodig oordeelde,<br />

zoo veel mooglyk, grondig van de wyze van<br />

denken van evengem. Hof onderrichc ce zyn,<br />

had ik reeds den Heere van der Perre, by des­<br />

zelfs vertrek naar Parys voor 's Compagnies<br />

zaaken , laaten verzoeken, zulks zoo veel moog­<br />

lyk na te gaan , en daar van verflag te doen. In­<br />

gevolge fchreef gem. Heer den 7 Nov., zoo<br />

ik wel heb , aan den Heer Fiscaal van der Hoop ,<br />

dat de Graaf van Vergennes hem in een af-<br />

zonderlyk en vertrouwd gefprek, in fubftan.<br />

tie , gezegd had, „ dat hy Graaf van Vergennes,<br />

„ zich tot heden nimmer een denkbeeld had<br />

„ kunnen vormen , van eene feparate Vreede<br />

„ tusfchen Engeland en de Republiek , zon-<br />

„ der dat deeze geheel of gedeeltlyk afging,<br />

„ van de gronden, uic welke de Oorlog zyn<br />

„ oorfprong had genomen: of dat Engeland<br />

eene laagheid zou doen, die nimmer in het<br />

., ver-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 91<br />

„ verftond dier Natie op zou kunnen komen:<br />

„ gevolglyk, dac hy de zaak in dat daglichc<br />

„ befchouwende, zich desvvegens nimmer had<br />

„ bekommerd. Doch dac hy thans ziende, dac<br />

,, men niettegenftaande deeze twee onbetwisc-<br />

„ baare zeekerheeden, voortging met zich tot<br />

„ eene feparate Vreede geneegen ce toonen ,<br />

,, Hy befluiten moesc dac men alhier geneegen<br />

„ moesc zyn, om eer bekoming dier Vreede,<br />

„ van hec zwaarwichtig Are. waarby alle Com-<br />

,, mercieerende Natiën geïnceresfeerd zyn, hec<br />

„ zy te glisfeeren, of wel hec zelve te moderee'<br />

ren: of, dac de becuiging van Engeland om<br />

„ Vreede aan de Republiek ce willen geeven,<br />

„ een kunstgreep dier Natie was, om de Re-<br />

„ publiek deeze winter in eene kalmte te hou-<br />

„ den, en dus tegen het zomerfaifoen minder<br />

,, tegenlland van haare zyde te wachten te heb-<br />

„ ben. Dat de Kroon van Frankryk de Repu-<br />

,, bliek op geenerbande wyze paaien konde,<br />

„ noch wilde zetten, om zich niet of al, met<br />

„ Engeland afzonderlyk te bevreedigen, doch<br />

„ dac welgem. Kroon van de heuschheid en<br />

„ vriendfehap van de Republiek verwachtte,<br />

„ om haar van haare handelingen niet onkun-<br />

„ dig te laaten : en dat, wilde zy die kennisg€a-<br />

„'ving niet Ministerieel doen, dezelve als dan<br />

„ door


91 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ door zoodanig Particulier, waarop de Repu-<br />

„ bliek haar vertrouwen ten vollen konde ves-<br />

„ tigen , zou kunnen gegeeven worden &c." (a)<br />

Die was ook omcrenc hec zelfde 'c geen my<br />

de Heer Ambasfadeur ce meermaalen gezegd<br />

hack: de evengem. Staatsminister had zelfs zich<br />

ffelliger, op hec verlangen om ons in Oorlog<br />

te houden geuit, dan de Ambasfadeur : doch<br />

beiden fcheenen zy de Republiek, ten minden<br />

zoo als zy voorgaaven, in volkomene Vryheid<br />

te laaten, om haar belang, met het niet of al<br />

aangaan van eene afzonderlyke Vreede te be­<br />

vorderen : alleen wilde hec Hof van Verfail-<br />

Jes van hec voorneemen deswegens onderrichc<br />

zyn, om deszelfs krygsverrichtingen in de vol­<br />

gende Veldcochc daar na ce kunnen reegelen,<br />

(zie hec vervolg van den even aangehaalden<br />

Brief,. Byl. G.)<br />

Ondertusfchen was het zeekerlyk waar, ge­<br />

lyk de Graaf de Vergennes aan den Heer van<br />

der Perre gezegd had, dat het niet ce verwach­<br />

ten was, dac Engeland zou afgaan van hec punt,<br />

dat eigenlyk oorzaak coc den Oorlog gegeeven<br />

had: naamlyk: het vervoeren van zeekere Scheeps-<br />

Materialen: maar dac was zoo zeer de questie<br />

niet. Wy hebben gezien uic hec verhandelde<br />

(?) Byl. G.<br />

mee


O P H E L D E R I N G , ENZ. 93<br />

met den Heere Wentworth, dat men dacht hier<br />

op te kunnen toegeeven, mits men verders kon<br />

bedingen, vry Schip, vry goed, wedergeeving<br />

van de veroverde Bezittingen, en eene reede-<br />

lyke Schavergoed'mg: en, op het eerfte punt<br />

aangaande de Scheeps-Materialen, toegeevend-<br />

heid te gebruiken , was niet ftrydig met de<br />

gronden van de gewaapendeNeutraliteit,dewyl<br />

deeze maar bepaalde, dat men gedurende den<br />

Oorlog, andere Mogendheden , die niet in Oor­<br />

log waren, zou handhaven in 't vervoeren naar<br />

de Havenen der in Oorlog zynde Mogendhee­<br />

den, van 't geen by de wederzydfche Tractaa-<br />

ten, niet als Contrabande verboden was: en<br />

offchoon by hetTraétaat van 1674 alle Scheeps-<br />

Materialen , zonder uitzondering , verklaard<br />

waren, geene Contrabande te zyn, kon men,<br />

gelyk Engeland en Deenemarken gedaan had­<br />

den, by eene nadere Conventie deswegens be­<br />

paalingen maaken, zonder daarom gehouden te<br />

worden , te handelen tegen de Principes der<br />

gewaapende Neutraliteit.<br />

Voorts kon de Heer de Vergennes volkomen<br />

gelyk hebben, dat het een kunstgreep van En­<br />

geland was, om ons gedurende den winterwerk­<br />

loos te houden: maar 't was onze zaak, daar te­<br />

gen te waaken; gelyk wy ook moesten doen,<br />

te-


4<br />

94 M E M O R I Ë N T O T<br />

tegen de Staatkundige inzichten van *c Hof van<br />

Verfaiiles, dat ons wel wilde in den Oorlof<br />

houden , doch niet opentlyk verklaaren zulks<br />

te verlangen; om daar door niec in hec geval<br />

te zyn van zich te moeten verbinden, om gee­<br />

ne Vreede te maaken, zonder meede aan Ons<br />

goede voorwaarden te bezorgen.<br />

Om dus met alle omzichtigheid in eene zaak<br />

van zoo veele aangeleegenheid te werk te gaan,<br />

te gelyk niec ce verzuimen 't geen waar uic hec<br />

heil van de Republiek kon ontftaan, en noch­<br />

tans Frankryk, ten minften zoo veel mooglyk,<br />

niec voor 'c hoofd ce ftoocen, vonden Burge­<br />

meesteren en de andere Heeren, die in 'c ver­<br />

trouwen waren, goed, zoo dra by Hun Hoog<br />

Mog. de Admiraliteit van Amfterdam gemach­<br />

tigd was geworden, om over het uicwisfclen van<br />

Krygsgevangenen in onderhandeling ce tree-<br />

den, en daar door geleegenheid ce doen voor­<br />

komen, om over zaaken van meerder belang<br />

te handeien, aan Zyne Hoogheid en den Heer<br />

Raadpenfionaris voor re ftellen, „ of hec niet<br />

„ raadzaam was, door onzen Ambasfadeur te<br />

„ Parys, niec Ministerieel,maar enConfidence<br />

„ aan 't Hof van Verftulles kennis ce geeven<br />

„ van de komsc van den Heere Wentworth, met<br />

„ verzeekering, dat byaldien men met denzel-<br />

„ ven


O P H E L D E R I N G , ENZ. 95<br />

„ ven eenige onderhandeling over het Vree-<br />

„ de's werk begon, men niet afgaan zou van<br />

„ de gronden der gewaapende Neutraliteit?<br />

„ Of het niet insgelyks nuttig zou zyn van<br />

„ het voorneemen om eene eerlyke Vreede<br />

„ met Engeland te fluiten, aan den Keizer ken-<br />

nis te geeven, aangezien zyne Majesteit ten<br />

„ tyde zyn's verblyfs te Amfterdam, gezegd<br />

„ had, dit voor de Republiek allerheilzaamst<br />

„ te oordeelen."<br />

„ Of hec zelfde niet behoorde te gefchie-<br />

„ den aan 't Rusfisch Hof, door middel van<br />

,, den Prins van Gallitzin ?<br />

„ Of men niec hoe eerder zoo beeter dien-<br />

„ de aan te neemen, de laatfte aangebodene<br />

„ Mediatie, maar te gelyk refolveeren, om de<br />

„ krygsöperatiën voor de aanftaande Campag-<br />

„ ne mee Frankryk ce concerceeren, om daar<br />

„ door die geenen, die roe hec eerfte huiverig<br />

„ waren, gemaklyker te maaken: zonder doch<br />

„ voor als noch, iets te bepaalen wegens de<br />

„ voorgefielde Alliantie mee Frankryk, maar<br />

„ die te laaten in medio, als zynde eene zaak<br />

„ van de ukerfte aangeleegenheid?"<br />

Eindlyk gaven Burgemeesteren in overwee.<br />

ging, „ of niet het best zou zyn, af te wach-<br />

„ ten, dat de Heer JVentworth uitkwam, of ten<br />

„ min-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 97'<br />

Ën op den 13 daaraanvolgende, had die Mi­<br />

nister aan den Prefident van Hun Hoog Mog*<br />

bekend gemaakt, dat het Hof van Engeland de<br />

Mediatie had aangenomen, en dat hy Prins Gal-<br />

litzin vermeende, zonder het nochtans te kun­<br />

nen , verzeekeren, dat het evengem. Hof, té<br />

gelyk de voorwaarden op welken het wil dé-<br />

handelen had meedegedeeld.<br />

Burgemeesteren waren van gedachten, dac<br />

men de Mediatie hoe eerder zoo beeter dien­<br />

de aan te neemen, niet zoo zeer om dat zy<br />

veel goeds verwachtten van de goedgunfiigheid<br />

der Keizerin, als om, vooreerst, de grootmoe­<br />

dige Vorftin niet voor 't hoofd te fiooten; ten-<br />

tweeden , om dat het aanneemen van eene Me*<br />

diatie, ftrekkende om eene afzonderlyke Vree­<br />

de merEngeland te bevorderen, overeenkom­<br />

ftig was, met het verlangen dat zy Burgemees­<br />

teren hadden, dat zoodanige Vreede kon ge­<br />

troffen worden: maar ten derden, en wel voor»<br />

naamlyk, om dat men by die geleegenheid op<br />

het kraehtigfte kon bepaalen de volftrekte ver­<br />

knochtheid aan het Cardinale punt , zonder<br />

het vastftellen van het welk , men in geené<br />

handeling wilde treeden, naamlyk , dat van<br />

vry Schip vry goed.<br />

Wy hebben reeds in het eerfte Deel van dif-<br />

II* DEEL* 0 WerK


()8 M E M O R I Ë N T O T<br />

Werk getoond,en 't is genoeg waereldkundig,<br />

dat de Republiek van de gewaapende Neutrali­<br />

teit, en byzonder van haare Verbindtenisfe niet<br />

het Hof van Petersburg, geen het minlte nut<br />

getrokken had: en dat het volmaakt uitgeko­<br />

men was op het zeggen van den Keizer, eerst<br />

aan den Heere Hop te Brusfel, (die hec des<br />

tyds, zoo ik wel heb, aan den Griffier fchreef)<br />

én daar na aan my ce Amfterdam: naamlyk, dat<br />

wy van gem. Hof mooglyk eenige goede Officien<br />

te wachten hadden, maar anders niets. Al­<br />

toos na de verwydering van den Graaf de<br />

Panin, was de invloed van 'c Hof van Londoh<br />

op dac van Petersburg zoo groot geworden,<br />

dat wy verzeekerd konden zyn, daar van daan<br />

niets te kunnen wachten, dat de Engelfchen<br />

eenigzins nadeelig zou zyn.<br />

Men leeze daarop na, 't geen de Heer van<br />

Starrenburg'vn. zynen brief van den 2.6 Nov. (a)<br />

fchreef, wegens de gevoelens van den voor-<br />

naamfte Staats-Minister, becreklyk de verwach­<br />

ting die hy had van die Mediatie, en de weini­<br />

ge gezindheid die 'er by Engeland was, wegens<br />

het toegeeven op hec punc van vry Schip vry<br />

goed: als meede 'c geen de Refidenc de Swart<br />

(«) Byl. II.<br />

des-


OP H E L D E R I N G , ENZ. 99<br />

deswegens melde in zyn Misfive aan den Heer<br />

Griffier, van den zelfden datum. (ei)<br />

Maar hoe zeer de geringe geneegenheid van<br />

Rusland om de zaaken tusfchen Engeland en de<br />

Republiek onpartydig te fchikken, niet twyP.<br />

felachtig was, is het doch te verwonderen, ja<br />

fchier onbegryplyk, 't geen de Heer van Star-<br />

renburg in meergemelden brief van 2 Nov.<br />

fchryfe: naamlyk, dat een Minister van Staat,<br />

zoo als de Graaf van Osterman, op hec oogen-<br />

blik dac hy van wegens zyne Souveraine eene<br />

Mediacie voorftelc, waarfchouwc, dat men zich<br />

niet betrouwen moest, en dat hy Minister ge­<br />

ringe gedachten van die Mediatie had. Die is<br />

zeekerlyk een blyk van 'c grooc vercrouwen<br />

van den fchranderen Miniscer, in den Heere<br />

van Starrenburg, maar zoo men niec verplicht<br />

was ce geloven , dac 's Lands Ambasfadeur<br />

zyne Meescers geene onwaarheeden kon mel­<br />

den , zou men kunnen denken, dac hy in den<br />

mond van den Miniscer, de woorden gelegd<br />

had, die hy zei ven zou gebruikc hebben, om<br />

zyn gevoelen te melden.<br />

Laac ons nu cóc de handelincrcn mee den<br />

Heere Wentworth wederkeeren.<br />

(a) Byl. r.<br />

G 2<br />

ïflfi


IOO M E M O R I Ë N T O T<br />

Ingevolgen van de confideratien van Burgemeesteren<br />

, wegens de wyze, op welke men<br />

mee dien Heere zou handelen , werd befluten,<br />

hem alleen te hooren, en niet te Amfterdam,<br />

maar in den Haag met hem te handelen: en dewyl<br />

zulks niet wel gevoeglyk kon gefchieden<br />

direét door en met den Raadpenfionaris, daar<br />

hy Wentworth openlyk alleen gezonden wierdt,<br />

om over de uitwisfeling der Krygsgevangersen<br />

te handelen, (waartoe by nadere Refol.<br />

van Hun Hoog Mog. alle de Fiscalen der Admiraliteiten<br />

, ten minften die prefent wilden<br />

zyn, benoemd waren,) wierd beftemd, dat de<br />

Fiscaal van der Hoop afzonderlyk zou gelasc<br />

worden, met de handeling over zaaken die<br />

buiten de uitwisfeling der Krygsgevangenen,<br />

door den Heere Wentworth zouden voorgefteld<br />

worden.<br />

Doch terwyl men noch opentlyk die geneegenheid<br />

om de zaaken met Engeland te vinden,<br />

zonder na eene algemeene bevreediging<br />

te wachten, betoonde, waren 'er doch veele<br />

die toen reeds begonnen blyken te geeven van<br />

hunne geneigdheid tot naadere Verbindtenisfe<br />

- met Frankryk, en om behendiglyk alle fchikkingen<br />

met Engeland af te weeren. In 't laatst<br />

vanjanuary fprak ik daar over met den Pen-<br />

fio-


O P H E L D E R I N G , ENZ. IOI<br />

fionaris van Haarlem, die my rorid uit zeide,<br />

dat de Engelfchen niets anders zochten, dan<br />

om ons te verjlrikken, inaclief te maken, en<br />

geene Vreede in den zin hadden.<br />

Ik beweerde, dat het onze- zaak was, op te<br />

pasfen, dat wy niet verftrikt wierden, en niet<br />

moesten ophouden, ons in ftaat te ftellen, den<br />

Oorlog met kracht, zoo de Vreede onverhoopt<br />

niet getroffen mocht worden, door te zetten:<br />

maar dat ik het met hem niet eens was, dat<br />

de Engelfchen geene Vreede zochten : dat myn<br />

oordeel gevestigd was op hun eigen belang, ~<br />

'c geen Vreede met ons, en wel eene afzon-<br />

derlyke, vereischte: dat ik dacht volftrekt noo­<br />

dig te zyn, met hun te handelen, en te trach­<br />

ten de beste voorwaarden te bedingen, al was<br />

't alleen maar, om aan 'cHof van Verfailles de­<br />

zelve te kunnen voorleggen, en te eisfchen,<br />

dat byaldien het volftrekt wilde, dat wy gee­<br />

ne afzonderlyke Vreede met Engeland zou­<br />

den maken, het als dan aannam en beloofde,<br />

geene Vreede, afzonderlyke of algemeene, met<br />

dat Ryk te fluiten , zonder ons evengelyke<br />

voordeelige voorwaarden te doen verwerven,<br />

als de Engelfchen tot nu toe lieten voorko­<br />

men , ons te willen toeftaan.<br />

Myne Leezers vestigen een oogenblik hun-<br />

G 3 nen


102 M E M O R I Ë N T O T<br />

nen aandacht op dit laatfte gedeelte myn's ge­<br />

zegden 's aan den gem. Penfionaris. Hec ver­<br />

zuimen van deezen, zoo ik durf zeggen, goe­<br />

den en voorzichtigen raad, heefc de grondflag<br />

geleegen, toe de .fchandelyke Vreede , die eene<br />

blinde toegeevenheid voor het Fransch Minis­<br />

terie, rustende op den byftand dien men. tot<br />

bevordering van zyne bedekte oogmerken, en<br />

uitvoering van verregaande onderneemingen ,<br />

noodig had, ons berokkend heefc, en die wy<br />

ons door hec Fransch Ministerie hebben moe­<br />

ten laaten opdringen.<br />

Dus ftonden de zaaken, toen de Heer Went­<br />

worth den ie Feb. 1782 in den Haag kwam:<br />

maar voor dat ik nu overga toe hec verder ver­<br />

flag van 'c geen mee deezen Heer aldaar ver­<br />

handeld is, kan ik niec nalaaten, kortlyk aan<br />

te teekenen, de reedenen die my zyn voorge­<br />

komen, het Hof van London te hebben ge­<br />

noopt, om de handelingen die met den zelfden<br />

Heere Wentworth in den Zomer van 1781 be­<br />

gonnen waren, weder levendig te maken; en<br />

om den eerften ftap te doen met iemand her?<br />

waards te zenden, daar wy in het verhandelde<br />

met den Heere van der Oudermeulen gezien<br />

hebben, hoe hec gem. Hof 'er op ftond, dat<br />

wy iemand derwaards zonden.<br />

De


O P H E L D E R I N G , ENZ. IP3<br />

De handelingen in den Zomer met den Heere<br />

•Wentworth en die met den Heere van der Oudermeulen<br />

, hadden zeekerlyk reeden gegeeven<br />

om te denken, dat 'er by 't Ministerie van Engeland<br />

geneegenheid was, om de goede verftandhouding<br />

met de Republiek weder te herftellen:<br />

maar wy hebben gezien dat de eerfte,<br />

mooglyk door jalouzie, eensklaps waren blyven<br />

fteeken, en dat de andere, denklyk door<br />

het ongenoegen van den Heer Tork, over dac<br />

men met hem direct niec wilde handelen, geenen<br />

beeteren voortgang hadden gehad. Nu<br />

kwam men weeder eensklaps van den kanc van<br />

Engeland aan de hand,en men had aldaar greetiglyk<br />

aangenomen de geleegenheid, om onder<br />

voorwendzel van eene uicwisfeling van Gevangenen,<br />

over Vreede ce handelen. Twee aanzienlyke<br />

Perfonagien, cwee voornaame Staats-Ministers<br />

verwaardigden zich , eigenhandig aan<br />

eenen Regcnc van eene enkele, 'c is waar, aanzienlyke<br />

Scad, tot dat einde te fchryven, niette"-enftaande<br />

zy wisten dac die Regenc en deszelfs<br />

Meede-Ambcenaaren en Vrienden, geene<br />

Vreede wilden, zoo als zy zich te meermaalen<br />

geuic hadden, dan zoodanige die zou kunnen<br />

gezegd worden, niec van Engeland gekochc te<br />

zyn , maar allezins voor de Republiek cerlyk<br />

en voordeelig ce weezen.<br />

G 4 Geen


I©4 M E M O R I Ë N T O T<br />

Geen andere reede van dit gedrag van Enge­<br />

land kan 'er uitgedacht worden, dan dat men<br />

aldaar eindJyk het waar ftaatkundig belang be-<br />

fchouwd had, en betrachten wilde: dat men<br />

eindlyk had begreepen , dat men tegen alle<br />

gronden van goede Staatkunde had gewerkt,<br />

met ons den Oorlog aan te doen. De hoogheid<br />

van hunnen Ambasfadeur : het geftadig door<br />

hem inboezemen, dat de weerlooze ftaat, in<br />

welken de Republiek zich bevondt, haar alles<br />

geduldig zou doen ondergaan; gepaard moog­<br />

lyk met de befchouwing der voordeelen in den<br />

beginne op ons te behaalen, en der fchade ons<br />

toe te brengen, hadden in Engeland tot Oor­<br />

log doen befluiten.<br />

Maar die voordeelen en die toegebrachte<br />

fchadens , konden nimmer opweegen , tegen<br />

bet nadeel dat Engeland in 't - vervolg moesc<br />

gevoelen i door, niet alleen den invloed dien<br />

het in dit Land zoo lang gehad had, te verlie­<br />

zen , maar noch denzelven geheel te zien over-;<br />

gaan coc een Hof, dac altyd geweesc was, en<br />

zoo 'c politiek Systema van Europa niet geheel<br />

t'ondersc boven gekeerd worde, altyd weezen<br />

zal, de tegenparty van Engeland.<br />

Daar was by gekomen, dat de Engelfchen<br />

den Qorlog niec gelukkig gevoerd hadden: zy<br />

hacj-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 10$<br />

hadden in America veel volk en geld verbo­<br />

ren: de Zeemacht van Frankryk en Spanje had­<br />

den de hunne het hoofd geboden: en hoe ge­<br />

ring de onze in den beginne ook geweest was,<br />

(en zy ftondt nu aanzienlyker te worden) had<br />

de verdeeling die zy van de hunne, om de on-<br />

I ze, hadden moeten maken, het evenwigt op<br />

Zee, .zoo niet ten eenemaal verbroken , ten<br />

minften zeer in de waagfchaal gefteld. Eindlyk<br />

was het zeeker, dat het Volk in Engeland in<br />

't algemeen, den Oorlog met de Hollanders als<br />

onnatuurlyk aanzag, en de wyze, op welke de<br />

Burgery van London, in zeeker fmeekfchrift<br />

aan den Koning, ingericht om den Oorlog een<br />

einde te doen neemen, zich had uitgedrukt,<br />

was aanmerklyk. (#)<br />

Als men dit alles zamenvoegde, kon men<br />

gemaklyk bezeffen, dat Engeland verlangen<br />

moest, om Vreede met ons te maken: want,<br />

bleeven wy in den weerloozen, of ten minden<br />

weinig geduchten ftaat, in welken wy tot heden<br />

geweest waren, konden zy ons, 't was waar ,<br />

noch gevoelige dagen toebrengen , en onzen<br />

Koophandel en Zeevaart bederven, maar dat<br />

zelve was, zoo als ik zoo even zeide , haar<br />

be-<br />

(a) Jaarboeken 1781. bl. 2237.-<br />

G 5


106 M E M O R I Ë N T O T<br />

belang niec; dewyl wy als dan als gedwongen<br />

wierden , ons geheel aan Frankryk over te geeven<br />

: of geraakten wy allengskens in eenen beeteren<br />

ftaat, zoo ftondt het gefchaapen, dat zy<br />

eindlyk voor de overmacht hunner Vyanden<br />

zouden moeten bukken. Het waarachtig belang<br />

der Engelfchen was dan , geene geleegenheid<br />

voorby te laaten gaan, om zich met ons<br />

te verzoenen: en daartoe,om zulks behoudens<br />

haar eer te kunnen doen, gaf het aanbod door<br />

Rusland van eene Mediatie tot bevordering van<br />

eene afzonderlyke Vreede , hun , eene volmaakte<br />

geleegenheid.<br />

De komst van meergemelden Heer met een<br />

Staatkundig oog befchouwd, was dus zoo wonderlyk<br />

niet, en alhoewel men met reede moesc<br />

beducht zyn, dat zy gefchiedde, om ons, zoo<br />

als men zegt, in de luieren te leggen, zoo was<br />

'er ook gronds genoeg om te denken, dat het<br />

Hof van London de zaaken nu beeter inziende<br />

ter goeder trouw met ons wilde handelen. Tot<br />

het verflag van die handelingen ga ik nu over.<br />

Zoo dra de Heer Wentworth op den i February<br />

1782 in den Haag gekomen was, gaf<br />

men Hem kennis van de Refolutie van Hun<br />

Hoog Mog. by welke, de Fiscalen der Admiraliteiten<br />

gelast waren geworden, om met hem<br />

over


O P H E L D E R I N G , ENZ, I07<br />

over de uitwisfeling te handelen : maar hy ver­<br />

klaarde, dat hy alleen gelast was om te hande­<br />

len met de Admiraliteit te Amfterdam, en ook<br />

van voorneemen was, s'anderen daags zich derr<br />

waards te hegeeven.<br />

Aldaar gekomen, ftelde hy my ter hand ee­<br />

nen eigenhandigen brief van Mylord Stor-<br />

mont, en eenen diergelyken van Lord North.<br />

Die van den eerften gedagteekend, St. James<br />

14 Jan. 178a, luidde:<br />

M O N S I E U R !<br />

„ Monfieur Wentworth aura 1'honneur de<br />

„ vous remettre cette Lettre. Outre la Com-<br />

„ misfion ostenfible, dont il est muni pour ne-<br />

,, gocier un Echange de Prifonniers, il est char-<br />

„ gé de traiter d'objets ulterieurs , & d'une<br />

„ beaucoup plus grande importance."<br />

„ Quant a la maniere de les traiter, il fui-<br />

,, vra celle qui lui fera indiquée, comme la<br />

„ plus convenable aux vues des Bien-intentio-<br />

„ nés, & la plus conforme a la Conftitution<br />

„ de la Republique. Je fcais, Monfieur, quele<br />

„ merite de Monfieur Wentworth, vous esc<br />

„ connu depuis longtems, & que vous 1'ho-<br />

„ norez de votre amitié. Je puis vous asfu-<br />

„ rer que cette circonftance n'a pas peu con-<br />

„ tri-


I08 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ tribué a decider Ie choix qu'on a fait de lui<br />

o u r c e t t e<br />

» P importante Befogne, dontia reus-<br />

„ iite doic inrêresfer toüs ceux des deux Païs,<br />

„ qui fentent combien le retour de leur an-<br />

„ cienne Union, est esfentiel k leur Prospe-<br />

„ rité mutuelJe."<br />

„ Quoique je n'aie pas J'honneur de vous<br />

„ connoitre , Monfieur, perfonnellement, H<br />

„ y a longtems que je vous connois de repu-<br />

„ tation, & c'esr avec une fatisfaétion reëlle,<br />

„ que je faifis cette occaflon de vous offrir<br />

„ 1'hommage de la confideration distinguée<br />

„ avec la quelle J'ai 1'honneur d ecre<br />

MONSIEUR.'<br />

votre trés humble<br />

& trés obeisfant Serviteur<br />

(Signé) Stormom." (a)<br />

(a) M Y N II E E R!<br />

Die<br />

De Heer tVentwrth zal d'eer hebben U deezen brief<br />

ter hand te Hellen. Behalven de vertoonbaare Commis­<br />

fie, met welke hy voorzien is, om te negotieeren eene<br />

uitwisfeling van Gevangenen, is hy ook gelast om te han­<br />

delen over verdere onderwerpen, en van veel grootere<br />

aangeleegenheid.<br />

Wat betreft de wyze van handelen, zal hy volgen die<br />

kern aangeweezen zal worden, als meest overeenkomftig<br />

met


O P H E L D E R I N G , ENZ. iop<br />

Die van Mylord North van denzelven datum,<br />

was van den volgenden inhoud:<br />

M O N S I E U R !<br />

„ Notre ami, Monfieur IVentworth, aura<br />

„ fhonneur de vous prefenter cette Lettre,<br />

„ & vous fera part de ma fincère reconnois-<br />

„ fance de toutes vos politesfes, de votre fou-<br />

„ venir obligeant, & de la bonne opinion que<br />

„ vous avez concue de mes principes & de<br />

„ mes fentiments. Vous me rendez justice,<br />

„ Monfieur, en les croyanc tres pacifiques. En<br />

„ ef-<br />

met de inzichten der wel Geintentioneerden, en de Re­<br />

geeringsform der Republiek. Ik weet, Mynheer, dat do<br />

waarde van den Heere tVentwrth U zcedert lang bekend<br />

is, en dat UEd. hem.met Uwe Vriendfchap vereert. Ik<br />

kan U verzeekeren dat dit niet weinig heeft meedege-<br />

werkt, om op hem te vestigen de keuze tot dit belang-<br />

ryk werk; in welks goeden uitflag deel moet neemen,<br />

allen die gevoelen, hoedanig voor het welzyn der beide<br />

Landen, van aangeleegenheid is, dat zy tot haare voo­<br />

rige eensgezindheid wederkeeren.<br />

Alhoewel ik d'eere niet heb, U perfoneel te kennen,<br />

ken ik U lang van naam: en 't is met een waar genoe­<br />

gen, dat ik deeze geleegenheid waar neem, om U aan<br />

te bieden de hulde van de byzondere achting, met wel«<br />

ke ik d'eere heb te zyn<br />

M Y N H E E R ! &c.


110 M E M O R I Ë N T O T<br />

» efFet, il fembleroit que, quand on confidère<br />

„ ma pofkion, il ne feroit pas posfible, qu'on<br />

„ puisfe les revoquer en doute, & je me flat.<br />

„ te, que la Commisfion fecrette & importan-<br />

„ te, dont notre ami s'est chargé me mettra '<br />

„ bientót dans le cas de me rejouir avec vous<br />

„ duretablisfement de 1'ancienne harmonie, q U'i<br />

» f u b f i s t a fi<br />

longtems entre Ia Grande Bretag-<br />

„ ne & lesProvinces Unies, ft leur bonheur<br />

„ reciproque. Vous me trouverez toujours<br />

„ trés dispofé ft y contribuer: mais les formes<br />

„ de notre Gouvernement, la repartkion des<br />

„ affaires chez nous, ne me permettent pas<br />

„ d'y travailler feu* U n'en refukera, pour-<br />

„ tant aucun inconvenient pour la Paix; car<br />

„ vous pouvez vous asfurer, Monfieur,'que<br />

» t o u c l e C o n f e i l<br />

^ fa Majesté, esc animé du<br />

„ même defir de Ia retablir au plutót, a des<br />

„ conditions convenables. Nous n'en pouvons<br />

„ donner de meilleure preuve que Ie choix que<br />

M nous avons fait de Mr. Wentworth, pour la<br />

„ negocier: fes talents, fon zélê pour Ia pros-<br />

„ perité mutuelle des deux Nations, fa con-<br />

„ noisfance de leurs veritables interets, fes an-<br />

„ ciennes liaifons avec ce qu'il y a de plus res-<br />

„ peciable chez vous, nous 1'onc defigné com-<br />

„ me la perfonne en Anglecerre la plus capa-<br />

„ ble


O P H E L D E R I N G , ENZ. III<br />

„ ble d'avancer eet ouvrage falutaire. II f'y<br />

„ prendra dans 1'esprit qu'il faut,c'est a dire,<br />

„ en homme, qui ne vife pas a un accomode-<br />

„ ment platré & précaire, mais a faire revivre<br />

„ 1'ancien fystéme d'Union parfaite & cordia-<br />

„ le, dont nos Ancêcres ont tiré de fi grands<br />

,, avantages, & qui nous paroic a tous les deux<br />

„ plus necesfaire a prefent, qu'il n'ait jamais<br />

„ eté. Vos vues, Monfieur, font les memes,<br />

„ & je vous avoue que , vue 1'opinion que<br />

„ nous avons de vötre Patriotisme, de vötre<br />

„ amour pour la paix & de vötre autorité ,<br />

„ j'augure un heureux fuccès a la Negociation<br />

„ de notre ami. J'ai 1'honneur d'étre avec la<br />

„ plus parfaite Confideration<br />

MONSIEUR!<br />

j» M Y N H E E R !<br />

vötre trés humble<br />

& trés obeisfant Serviteur<br />

(Signé)<br />

North." (V)<br />

Na<br />

Onze Vriend, de Heer Wentworth, zal d'eer hebben-<br />

U deezen aan te bieden, en U teffens meededeelen de<br />

óprechte erkentenis voor alle Uwe heuschheeden, voor<br />

Uwe verplichtende getuigenis, en voor het goede denk­<br />

beeld dat UEd. gevormd heeft van myne beginzelen en<br />

gevoelens. UEd. doet my recht, Myuheer, met ze zeer<br />

vreede


I 12 M E M O R I Ë N T O T<br />

Na dac ik die brieven geleezen en myne ge­<br />

voeligheid over de heusehheid der beide Hee-<br />

req<br />

vreedzaam' te houderi. In de daad, hét zou toefchynen,<br />

dat als men myne politic befchouwd, dezelve met geene<br />

mooglykheid in twyffel kunnen getrokken worden, en ik<br />

v' ' ïny, dat de geheime zending, welke onze vriend op<br />

'*~. genoomen heeft, my welhaast in 't geval zal ftellen,<br />

. om my met U te verheugen, over de herftelling der oude<br />

harmonie, die zoo lang beftaan heeft tusfchen Grootsrittanje<br />

en de verëenigde Provinciën, tot hun wederzyds<br />

geluk. UEd. zal my altyd zeer gereed vinden, daar<br />

toe alles toe te brengen, maar de Vorm van onze Regcering,<br />

en de verdeeling der zaaken by ons, laaten my niet<br />

toe, dat werk alleen te verrichten. Daar uit zal nochtans<br />

geene verhindering voor de Vreede fpruiten. Want UEd;<br />

kan verzeekerd zyn, Mynheer^ dat de ganfche Raad van<br />

Z. M. met dezelfde lust bezield is, om ze met den eerfte<br />

op pasfelyke voorwaarden te herftellen. Wy kunnen<br />

'er geen beeter bewys van geeven, dan de keuze die wy<br />

van den Heer Wentworth gedaan hebben, om daar over<br />

te handelen. Zyne hoedaauigheeden, zyn yver voor den<br />

wedcrzydfchen welvaart der beide Natiën, zyne kennisfe<br />

van haare waare belangen, zyne oude Verbindtenisfen met<br />

de achtingwaardigften ten uwent, hebben hem by ons<br />

aangeftipt, als den bekwaamften in Engeland om dit heilzaam<br />

werk voort te zetten. Hy zal 't beginnen in de daar<br />

toe behoorlyke meening: dat is, als iemand, die niet be«<br />

oogd een fchynbaar en tydlyk vergelyk, maar om te doen<br />

herleeven het oud Sistema van eene volmaakte en hartelyke<br />

verëenigiug, uit Welke onze Voorouders zulker<br />

groote voordeelen getrokken hebben 7 en die aan ons<br />

bei*


O P H E L D E R I N G , ENZ. II3<br />

ren betoond had, zeide ik, ,, dat Ik van harte<br />

„ wenschte , dat aan de heilzame oogmerken<br />

„ ten beste en nutte der beide Natiën zou kua-<br />

„ nen voldaan worden, en het my aangenaam<br />

„ was, hem verkooren te zien, om daar toe<br />

„ werkzaam te zyn. Dat hy tot dat einde wel<br />

„ zou doen, hoe eerder zoo beeter naar den<br />

„ Haag te gaan, om de noodige opening toe<br />

„ het beginnen der handelingen te geeven."<br />

Fly anrwoordde, dat hy gelast was te Am-<br />

fier dam, en niet in den Haag te handelen:<br />

en dat hy kwam vragen, wat wy begeerden.<br />

Ik repliceerde op het eerfte, „dat het onge-<br />

„ voeglyk zou zyn, dat over eene zaak van<br />

„ die natuur , als was de geene , over welke<br />

„ het esfentieelfle van zyne Commisfie ging ,<br />

„ te Amfterdam,en met de Leeden van deRe-<br />

„ geering van eene Stad, gehandeld zou wor-<br />

„ den :dat het veel paslyker was, dat zulks ge-<br />

„ fchiedde in den Haag, offchoon niet direéï,<br />

„ met<br />

heiden voorkomt thans noodiger te zyn, dan ooit. Uwe<br />

inzichten, Mynheer, zyn dezelfde, en ik erken dat ik<br />

van uwe Vaderlands-Liefde, vaa uwe wysheid, van<br />

uwe zucht voor de Vreede, en van uw gezach, eenen<br />

goeden uitflag voorzie, voor de handeling van onzen<br />

'Vriend. Ik heb d'eere met de volmaaktfte achting te<br />

zyn. enz.<br />

II. DEEL. H


I'4 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ niet het Eminent Hoofd van de Republiek<br />

en de Raadpenfionaris der voornaamfie Pro-<br />

„ vintie, ten minften onder 'c oog derzelven:<br />

„ dat tot dat einde, de Heer Fiscaal van der<br />

„ Hoop, wiens Perzoon men zich gevleid had,<br />

„ hem en zyne Meesters niet onaangenaam te<br />

„ zullen weezen, benoemd was."<br />

Op het tweede point zyn's gezegden's, naam­<br />

lyk, wat wy begeerden, deed ik hem opmer­<br />

ken: „dat de Engelfchen, niet wy, de aanval-<br />

„ Iers geweest waren:dat wy nimmer den Oor-<br />

„ log zouden begonnen hebben: dat zy ons in<br />

„ de omftandigheid gebracht hadden, van nu<br />

„ fchier genoodzaakt te zyn den Oorlog voort<br />

„ te zetten, dewyl wy, gelyk hem zeekerlyk<br />

„ bewust was, verplichtingen hadden, die ons<br />

„ niet toelieten,de eens, alhoewel als gedwon-<br />

„ gen, genoomene party te verlaaten: cenzy^<br />

„ ons Zoodanige voorwaarden wierden aange-<br />

„ boden, die het maaken van eene afzonder-<br />

., lyke Vreede, zelfs by de geenen,die ons tot<br />

„ dus verre hadden bygeftaan, zouden moeten<br />

„ doen goedkeuren: dat zoo hy zich herinner-<br />

„ de, gelyk Ik niet twyffeide, 'c geen tusfchen<br />

„ hem en eenige Heeren , in den laatften Zo-<br />

„ mer verhandeld was, hy ook genoegzaam<br />

„ van onze gevoelens onder- ichi was."<br />

Hy


O P H E L D E R I N G , ENZ. lij<br />

f-Jy antwoordde daarop, dat hy hoopte, dak<br />

men niet zou blyven [laan op eenige punten, van<br />

welke hy wel aangenoomen had raport te doen,<br />

maar die noch niet bepaald waren geworden.<br />

Ik repliceerde: „ dat ik niet wilde, en ook<br />

j, niet kon, met hem in eenige onderhandeling<br />

komen , maar dat ik hem als een vriend, eri<br />

y, in myn particulier, met de openhartigheid,<br />

„ die hy wist dat my eigen was, kon zeggen,<br />

j, dat byaldien hy niet gelast was om toe te<br />

„ ftaan , i e<br />

. Hut punt van vry Schip , vry)<br />

goed, 22. De reftitutie van onze genomens<br />

„ Bezittingen. 3 e<br />

. Eene reedelyke Schavergoe-<br />

„ ding voor onze Kooplieden, we gens de genoo-<br />

,, mene Scheepen, Ik hem raadde,direcl weder<br />

„ naar Hellevoetfiuys te keeren, zonder dcri<br />

„ Haag eens aan tè doen: want dat ik hem ver-<br />

zeekeren kon, dat, hoe zeer ik verlangde na<br />

„ Vreede, en dëzelve als allerheilzaamst voor<br />

myn Vaderland aanzag, ik noch niemand on*<br />

„ zer, offchoon men in den Haag al eens wil-<br />

„ de, ooit zou helpen befluiten tot eene Vree-<br />

dë, by welke aan den Staat, wegens de drie<br />

„ voorgem. punten , geene genoegzame vol-<br />

doening zou worden gegeeven. "<br />

Ik herhaalde twee k drie maaien de nutloos-<br />

lieid der Haagfcbe reis, zoo om dat ik 'er van<br />

H 'i mi-<br />

1


I\6 M E M O R I Ë N T O T<br />

overtuigd was, als om te hooren, wat hy zou<br />

antwoorden: 'c welk eindlyk was: dat dewyl<br />

hy verzekerd was van de vredelievende gevoelens<br />

van den Koningen deszelfs Ministers,het onge­<br />

lukkig zou zyn, daar het nu zo ver gevorderd was,<br />

dat ""er niets van zou komen: dat hy beproeven wil­<br />

de , wat hy in den Haag zou kunnen uitrichten.<br />

Ik deelde dien zelfden ochtend de twee gem.<br />

brieven der Lords meede, aan Burgemeesteren<br />

en verdere Heeren, en wy beflooten dezelve<br />

hoe eerder zoo beeter, te zaamen mee de con­<br />

cept antwoorden, aan Zyne Doorl. Hoogheid<br />

en den Raadpenfionaris te zenden.<br />

Dit gefchiedde des anderen daags , gem. con­<br />

cept antwoorden waren luidende:<br />

Aan Mylord Stormont.<br />

M Y L O R D !<br />

„ J'ai été trés fenfible aux expresfions obli-<br />

„ geantes contenues dans la Lettre, dont votre<br />

„ Excellence m'a honoré , & que Monfieur<br />

„ Wentworth m'a remis a fon arrivée ici. Je<br />

„ defire fincerement, que les talents & le zêle<br />

„ qui le diflinguent , puisfent retablir entre<br />

„ les deux Etats,cette Union & cette concor-<br />

„ de fi esfemielle, pour eux, & fi interesfan-<br />

„ te


O P H E L D E R I N G , ENZ. II7<br />

„ te pour 1'Europe entiere , qu'il auraic été<br />

„ a fouhaiter qu'elles neusfent jamais et.és in-<br />

terrompues."<br />

„ J'aipris la liberté d'indiquer,comme ladefire<br />

votre Excell. au Seigneur ïVentworth,<br />

„ la maniere dont, nous croions mes amis &<br />

„ moi, qu'il fera bien de traiter des objets<br />

„ importants dont il est chargé."<br />

„ Je fuis trés flatté de la bonne opinion<br />

„ qu'on a donné de moi a votre Excell. Je la<br />

prie d'etre perfuadée qu'elle trouvera tou-<br />

,, jours en moi avec la candeur d'un homme<br />

„ vrai & le zêle d'un bon citoien, les fent><br />

„ ments de la plus haute estime pour Elle, &<br />

,, que je ne cesferai jamais d'etre avec une par-<br />

„ faite & respeétueufe confideration Stc.<br />

Amfterdam ce 6 Fev. 1781. Qa):<br />

Aan<br />

(a) M Y L O R D!<br />

Ik ben zeer gevoelig aan de heufche uitdrukkingen-,<br />

bevat in den brief, met welken Uwe Excellentie-my vereerd<br />

heeft, en dien de Heer Wentworth by zyne komst<br />

my heeft overgegeeven. Ik verlang opreclnelyk, dat de<br />

hoedaanigheeden en de yver die hem doen uitmunten,<br />

mogen Krekken om tusfchen de twee Volken te doen<br />

herleeven, die vereeniging en die eensgezindheid, voor<br />

hen zoo noodig: en zoo belangryk voor gantsch EuVopa,<br />

dat het te wenfchen ware geweest, dat ze nimmer<br />

geftremd waren geworden.<br />

H 3 ik


|I0 MEMORIËN TOT<br />

Aan Mylord North.<br />

M Y L O R D !<br />

„ C'est avec un plaifir trés fenfible que j'a|<br />

recu la Lettre, que Monfieur IVentworth,<br />

?, m'a remis, de la part de votre Excell. Je<br />

„ n'ai jamais cesfé malgré 1'espace de presque<br />

,, 3oans, de conferver, les fentiments d'esti-<br />

„ me & de Confideration que vous avés fait<br />

„ naitre en moi, quand j'eus 1'honneur de faire<br />

,, votre connaisfance k Dresde & k Huberts-<br />

„ bourg. J'ai fenti trés fouvent combien fa Maj.<br />

p Brittannique pouvoit fe felicirer d'avoir ren-<br />

„ du jufiice a vos talents distingués & a vos<br />

" ?, éminentes qualités, & quel est Je bonheur<br />

„ de votre patrie d'en avoir pu profiter. Que<br />

„ vo­<br />

lk heb, zoo als UEd. zulks verlangt, aan den lieer<br />

Wentworth aangeweezen, de wyze, op welke myne vrien-<br />

den en ik geloven, dat hy wel zal doen de belangryke<br />

onderwerpen, met welke hy gelast is, te verhandelen.<br />

Ik ben gevoelig aan de goede gedachten die men van<br />

my aan uwe Exceil. gegeeven heeft. Ik bidde haar overtuigd<br />

te zyn, dat zy altyd in my vinden zal de openhartigheid<br />

van een oprecht Mensch, en den yver van een<br />

goed Burger, gevoegd by de gevoelens van de hoogfte<br />

achting voor uweExc. als meede dat ik nimmer zal opl<br />

houden te zyn met eene volmaakte en eerbiedige hoogachting,<br />

&c.<br />

Amfterdam den__6 Feb. 1781,


n<br />

O P H E L D E R I N G , ENZ. 110<br />

, 3 votre Excell. me permette de Lui dire avec<br />

la franchife qui esc infeparable de mon Ca-<br />

„ racfere, qui je fuis perfuadé, que fi les prin-<br />

„ cipes qui la dirigenc avec tanc de droitnre,<br />

„ avoienc feulseté fuivls, cette malheureufe &<br />

„ pernicieufe guerre n'auroit pas eue lieu :<br />

„ Elle aurait appercu de ce coup d'oeil, qu'el-<br />

„ le a fi juste, & avec ce discernement qui lui<br />

„ esc fi naturel, que quoique quelques Perfon-<br />

, nes emportées par un zéle, qu'elles croiaient<br />

, patriotique, & d'autres par un ton de hau-<br />

ceur & des expresfions peu mefurées,eusfent<br />

„ portés les chofes a un point de crife, il n'en<br />

aurait jamais du refulter une guerre,dont les<br />

evenements de quelque coté qu'ils fasfenc<br />

„ pancher la balance,ne peuvent être que per-<br />

„ nicieux pour 1'avenir. Mais le mal est faic,<br />

„ Dieu veurlle qu'on y puisfe apporcer un<br />

„ prompc remede. J'aime mon païs, Mylord;<br />

fes interets me font plus chers que les<br />

miens , & le devoir comme 1'inclination<br />

„ m'ont obligé de les étudier: j'ofe me flaccer<br />

„ de les connoicre pasfablemenc."<br />

„ Votre Excellence peut etre asfurée que<br />

mon zêle & ma bonne volonté iront au de-<br />

,* vanc de ce que le Sieur Wentworth pourra<br />

" propofer de posfible, pour conduire la be-<br />

H 4 ''<br />

f o<br />

S*


Ï20 M E M O R I Ë N T O T<br />

» f o<br />

n e<br />

S<br />

a une heureufe fin. Maïs je fuis fa-<br />

„ ché de le dire, ce travail n'esc pas fans de<br />

„ grandes difficuhés. Si les Negotiations en-<br />

„ tamées, avec lui eet Eté, avaient etés con-<br />

tinuées, nous en ferions deja peut être ou<br />

„ nous defirons de parvenir. Mais les circon-<br />

„ ftances font bien changées. Ceux qui ne<br />

,, voient que le moment, & c'est par cout,<br />

„ vous le favés, Mylord, Je plus grand nombre'<br />

„ voient dans celui ci votre païs plus affligé<br />

„ par les evenements de la Guerre, vos Fi-<br />

„ nances, de plus en plus oberées & le credit<br />

„ public fe foutenant a peine: pendant qu'ils<br />

„ nous voient par contre, fords de eet etat<br />

„ d'inaclion & de faiblesfe, ou vous nous avés<br />

„ furpris, & nos finances & notre cred.c dans<br />

„ le meilleur êtat: ajoutés a cela: que cecte<br />

„ graine d'aigreur & de haine, qu'on* a femé<br />

„ ici fi abondamment,n'afait malheureufement<br />

„ que trop de progrés. li ne faut pas plus que<br />

„ cela,pour faire crier, contribuoüs a écrafer<br />

„ un ennemi qui nous a maltraité par fes pa,'<br />

„ roles & par fes a&ions, allions nous avec<br />

„ fes ennemis & battons nous a outrance. "<br />

„ Voilaen effet le cri genéral, Mylord; mais<br />

„ ceux qui font plus f a g e s , croient que J e s<br />

„ fantes de queiques parciculiers, ne doivenc<br />

j> pas


O P H E L D E R I N G , ENZ. 121<br />

„ pas caufer la ruine des deux Nations. Ils<br />

,, voient dans 1'avenir, & font perfuadés que<br />

„ leur prospèrité mutuelle, doit faire leur mu-<br />

„ tuelle fecurité. Ils ne defirent donc rien da-<br />

„ vantage que la paix. Mais la Guerre, que<br />

„ vous nous avés declarée & faite , comme<br />

„ un armé la declare & la fait a un desarmé,<br />

„ nous a mis dans la necesfité d'avoir recours,<br />

„ a un trop puisfant voifin, & nous met main-<br />

„ tenant dans 1'abfolute iroposfibiliré, de faire<br />

„ une paix fous d'autres conditions, que eel-<br />

„ les dont cette Puisfimce ne faurait a juste<br />

„ titre être choquée. Je vous parle franche-<br />

ment, Mylord, non comme a un Ennemi,<br />

„ mais comme, permettés moi de le dire, a<br />

„ un ancien ami, & bien plus encore comme<br />

„ a un Homme droit & jufte, comme a un<br />

„ Ministre d'Etat, ausfi vertueux qu' habile.<br />

„Qu'on n'exige donc pas l'imposfible, qu'on<br />

„ ne nous reduife pas, dans la dure necesfité,<br />

„ ou bien de contrafler des Liaifons ulterieu-<br />

„ res, ou bien de devoir courir des dangers<br />

trop certains. Que votre Excell. prenne<br />

„ en Confideration ce que je vais avoir 1'hon-<br />

„ neur de lui dire, & qu'Elle veuille bien en-<br />

„ gager le Cabinet a y refléchir ferieufement.<br />

„ 11 ne s'agit pour le moment que de tirer les<br />

H 5 „ dewx


122- M E M O R I Ë N T O T<br />

5, deux Nations de la Situarion critique & fa-<br />

„ cheufe ou elles fe trouvenc 1'une & 1'autre:<br />

„ on pourra aprés cela, & 1'on devra, la tran-<br />

„ quilité & 1'harmonie etant une fois reta-<br />

., blies, prendred'un commun accord les arran-<br />

„ gcments convenables pour le retablisfement<br />

„ & la continuation de 1'ancien fisteme. Je<br />

,, vous parle, Mylord, avec une franchife &<br />

„ une cordialité qui font peut être plus d'un<br />

„ Republicain que d'un Courtifan ou d'un<br />

„ Politique, mais j'ai cru devoir le faire pour<br />

,, le bien de la chofe, connaisfant, comme je<br />

„ crois pouvoir ra'en flatter, la fituation des<br />

,, affaires dans ce Pais."<br />

- ,, D'ailleurs la haute opinion que j'ai du Ca-<br />

„ raéfere de votre Excell. & de fes qualités<br />

„ & les temoignages de bienveillance qu'ElIe<br />

„ k bien voulu me donner, dans celle dont<br />

„ Elle a daignè m'honorer, ne me laisfe d'au-<br />

„ tre ftile a prendre avec Elle, que celui de<br />

„ la candeur & de la verité. Qu'ElIe me per-<br />

„ mette de la fuplier de vouloir continuer<br />

,, dans fes fentiments pacifiques, & que fi le<br />

„ malheur des temps & des circonfiances era-<br />

„ pechent , que nous goutions 1'elfet de nos,<br />

„ vues falutaires, qu'ElIe foit perfuadée que,<br />

„ cumine je la prie de vouloir toujours m'ho-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 123<br />

?, norcr de; fa bienveillance, je ferai toujours<br />

,, avec la plus haute confideration, & les fen-<br />

„ timents les plus distingués. &c."<br />

Amfterdam ce 6 Fev. 1782. O)<br />

ft) M Y L O R D !<br />

Zyne<br />

Het is met een innig genoegen, dat ik den brief, dien<br />

de Heer Wentworth my van wegens uwe Excellentie,<br />

overhandigd heeft, heb ontvangen. Ik heb nimmer, alhoewel<br />

in eene loop van 30 jaaren opgehouden, de ge.<br />

yoelens van achting en eerbied te behouden, die uwe<br />

Exc. by my heeft doen opkomen., toen ik d'eere had<br />

met haar te Dresde en te Hubertsburg kennis te maaken.<br />

Ik heb dikwyls opgemerkt hoe zyne Britfche Maj. zich<br />

zei ven geluk kon wenfchen , dat hy had recht gedaan aan<br />

uwe voortreflyke gaven, en uitmuntende hoedaanigheeden:<br />

en wat een geluk voor uw Vaderland, het genot<br />

daarvan te hebben mogen fmaakên. Dat uwe Excell. my<br />

toelaate, haar met die oprechtheid die van myn Charac<br />

ter onaffcheidlyk is te zeggen, dat ik overtuigd ben,<br />

dat, zoo de beginzels die uwe Lordfchap met zoo veel<br />

oprechtheid volgt, alleen gevolgd waren geworden, dee-<br />

2e ongelukkige Oorlog geen plaats zou hebben gehad.<br />

Uw Lordfchap zou met een opilag van een oog dat zoo<br />

juist treft, met dat doorzicht 't welk haar zoo eigen is,<br />

gezien hebben, dat, alhoewel eenige Lieden , vervoerd<br />

door eenen yver, die zy voor patriottisch hielden, en<br />

door eenen toon van hoogheid, en ongematigde uitingen,<br />

de zaaken gebracht hadden tot ecu punt van crifis,<br />

er


124 M E M O R I Ë N T O T<br />

Zyne Hoogheid en den Heer Raadpenfionam<br />

keurden dezelve goed, en men gafze aan<br />

den<br />

er nimmer uit voortgevloeid zou moeten z y n eenOorloe<br />

van welken de gevolgen, aan welke zyde de Ba ans" ü k<br />

y<br />

«ochte overheüen,„ i e t d a n h o o g s t<br />

° et<br />

toekomende kan weezen. Maar het kwaad i s daar. oöd<br />

geeve dat een fpoedig hulpmiddel aan 't zelve kan tegebragt<br />

worden. Ik bemin myn Land, Mylord. Deszelfs<br />

belangen zyn my dierbaarerdan myne eigene. Myn plicht<br />

te gelyk met myne geneigdheid , hebben my dezelve<br />

doen nagaan en ik vlei my, 2 e reedelyk te kennen.<br />

UweExc. kan verzeekerd zyn , dat mynyver en goede<br />

-1 te^emoetzunen komen, aan ai hetmooglyke lac de<br />

goed eu.de te brengen. Maar 't i s my leed dat ik Z<br />

Zoo de handelingen voorleeden Zoomer met dien Heer<br />

begonnen, waaren doorgezet geworden, zouden wy mooglyk<br />

al 2y„, daar wy nu willen komen. De omftandigheed-m<br />

zyn zeer veranderd; de geenen, die niet dan het tegenwoordige<br />

befchouwen, en die maaken, Gy weet het<br />

Mylord, over al het grootfte getal uit, zien thans uw<br />

Land meer geteisterd door de gevolgen van den Oorlog<br />

uwe Finantien meerder uitgeput, en het publiek Credie<br />

zich ten uwent kwaalykftaande houdende: terwyl zy inte-<br />

S g e r e 6 Z e n U k die<br />

E?e °" " ftaat v a n<br />

werLosbeid<br />

en zwakheid,in welken gy o n s verrast hebt, en onze<br />

Fmantien en Crediet in den best,,, ftaat: UEd. voege<br />

daar by, dat dat zaad van verbittering en haat, dat men<br />

h.er gezaaid heeft, ongelukkig maar al te veel voortgang<br />

gemaakt heeft. . Dit is genoeg om te doen fchreeuvven<br />

m ons alles toebrengen, om eenen Vyand te verdelgen,


O P H E L D E R I N G , ENZ» 125<br />

den Heere Wentworth , om ze te doen ge­<br />

worden.<br />

Wy<br />

gen, die ons met Ui/oorden en daaden mishandeld heefc:<br />

laaten wy ons met deszelfs Vyanden vereenigen, en tot<br />

het uiterfte vechten.<br />

Dit is waarlyk, lMylord,de algemeene roep: maar die<br />

wyzer zyn befefïen., dat de feilen van eenige byzondere<br />

Perfoonen, niet moeten veroorzaaken de ondergang der<br />

beide Volken. Zy zien in het toekomende, en zyn overtuigd<br />

, dat derzelver wederzyds welvaaren, derzelver we*,<br />

derzydfche zeekerheid moet uitmaaken. Zy begeeren dan<br />

niets meerder dan óf Vreede. Maar de Oorlog dien gy<br />

ons verklaard hebt, en tegen ons voert,zoo als een Gewapende<br />

dezelve aan eenen ongewapenden verklaart en<br />

aandoet,heeft ons in de noodzaaklykheid gebracht, onzen<br />

toevlucht tot eenen te machtigen nabuur te neemen, en<br />

ftelt ons thans in do volitrekte onmooglykheid , pene<br />

Vreede onder andere voorwaarden te maaken, dan zoodanige<br />

, over welke c'üe Mogendheid zelve, zich met reede<br />

niet zou kunnen heigen. Ik fpreek openhartig tegea<br />

uw Lordfchap: niet als tegen eenenVyand, maar als tegen,<br />

vergun my het te zeggen, als tegen eenen ouden<br />

vriend: en noch meer als tegen een oprecht en rechtvaardig<br />

Man', als tegen eenen Minister, zoo deugdzaam<br />

als bekwaam. Dat mén het onmooglyke niet verge: dat<br />

men ons niet breuge in de harde noodzaaklykheid, om<br />

of wel nadere verbinrenisfeii aan te gaan, of wel al te zekere<br />

gevaaren te moeten loopen. Dat uwe Exc. in overweeging<br />

neeme.'tgeeiï ik d'eere zal hebben,haar te zeggen<br />

,'en dat zy gelieve het Cabinet te noop^n-; om 'er ernflelyk<br />

op te denken. De zaak op dit oogenblik is alleen,<br />

de


I2Ö M E M O R I Ë N j;o f<br />

Wy hadden de beide brieven >der Lords, rrieé<br />

zoo veel te meerder genoegen geleezen, om<br />

de twee Natiën te redden nit den bedenklyken en moet?<br />

lyken ftaat, in welken zy zich bevinden. Men kan '<br />

en men zal moeten, wanneer de rust en harmonie eens'<br />

herfteld zullen zyn, met gemeen overleg, de gepaste<br />

fchikkingen maaken, voor de herftelling en voortzetting<br />

van 't oud Sistema.<br />

Ik heb met U, Mylord, gefprooken met hartelykheid<br />

en oprechtheid, mooglyk meerder als ecu Rep'ublLcaaner,<br />

dan als een Hoveling, of Staatkundige: maar ik heè :<br />

geoordeeld, dat de bevordering va.n 't werk zulks vereischte.en<br />

de toeftand van zaaken, ;:0o ik my vleye,my<br />

bekend is:ook laaten de hooge gedrchten die ik voede',<br />

wegens het Charafter van uwe Exc. en van haare hoedanigheden<br />

, gevoegd by de betuigingen van goedwillig<br />

heid, die uw Lordfchap my wel t.eeft willen geeven,<br />

in den brief, met welken zy zich verwaardigd he3ft my<br />

te verëeren, my niet toe, eenige andere fclnyvenswyke<br />

met haar te gebruiken, dan die der oprechtheid en<br />

waarheid.<br />

Dat uw Lordfchap my toelaate, haar te bidden van wel<br />

te willen volharden in haare vreedzaame gevoelens, en<br />

zoo het ongeluk der tyden en der omftandigheeden beletten<br />

, dat wy niet moogen fmaaken de vrugten van onze<br />

heilzaame oogmerken, dat Zy doch verzeekerd zy, dat,<br />

gelyk ik Haar verzoek my altyd met haare goedwilligheid<br />

te verëeren, ik altyd met de meeste hoogachting<br />

en uitfteekende gevoelens weezeu zal, &c.<br />

Amfterdam den 6 Feb. Tfte;<br />

dit


O P H E L D E R I N G , ENZ. 12^<br />

dat ze afgezonden door twee der voornaara-<br />

jfte Ministers van den Koning , ontwyffelbaar<br />

aantoonden , dat niet Wy, maar het Hof vanLon-<br />

don aanzoek tot Vreede gedaan had; en Wy<br />

dus zeekerlyk bevryd waren van 't verwyt,<br />

dat zommige, die geen heil dan in den Oor­<br />

log, of in eene blinde toegeevenheid voor het<br />

Hof van Frankryk zagen, ons zouden hebben<br />

kunnen doen: terwyl bovendien , deeze Hap<br />

gedaan door eene Mogendheid, welkers fierheid<br />

genoeg bekend was , tot geen gering bewys<br />

ftrekte, dat zy ter goeder trouwe handelde.<br />

Maar wy zaagen niec zonder leedweezen,<br />

dat men fprak van te vernieuwen, les ancien­<br />

nes Liaifons, & faire revivre, V ancien Sistetne.<br />

Hoe zeer wy overtuigd waren, dat een Oor­<br />

log met Engeland altyd nadeelig voor onzen<br />

Koophandel, en dus voor ons Land moet zyn,<br />

zoo begreepen wy niet te min, dat zoo men<br />

door de evengemelde woorden verftond, het<br />

vernieuwen der Traflaaten , naamlyk dac van<br />

1678 , en ons weder re verbinden, tot het gee­<br />

ven, in zeekere gevallen, van hulp te water of<br />

te lande, het voor ons niet raadzaam was. Dit<br />

punt dan te beantwoorden, zonder aan den ee­<br />

nen kanc, dac aanbod in 'c geheel te verwerpen,<br />

en zonder aan den anderen, zich daartoe volko­<br />

men


128 M E M O R I Ë N T O T<br />

men gereed te toonen, was niet zonder moei-<br />

lykheid. Terwyl de toeftand, in welken de Re­<br />

publiek zich bevond, door de verplichting die<br />

zy aan Frankryk had, en de noodzaaklykheid<br />

om dat Hof, welks byftand, zoo de Oorlog<br />

voortduurde , niet gemist kon worden , niet<br />

geheel voor 'c hoofd te ftooten, ook maakte,<br />

dat men zeekerlyk niet opentlyk kon toonen,<br />

de gezindheid, al had men die gehad, om het<br />

oud Sistema weder te herftellen.<br />

Hier toe was ook, in den zin die waarfchyn-<br />

lyk door Engeland verftaan wierdt, by weini­<br />

gen geneegenheid: te minder, dewyl het waar-<br />

fchynlyk was, dat eene der voornaamfte ree­<br />

denen die de Koning van Engeland en des­<br />

zelfs .Ministerie naar Vreede deed verlangen,<br />

was , ons daar door geheel van Frankryk af<br />

te trekken.<br />

Het was dus te vreezen, dat zoo het Hof<br />

van London zag, dat daartoe alhier geene ge­<br />

negenheid was, het geene Vreede zou willen<br />

maaken. Moeilyk was het, ondertusfchen eenen<br />

middelweg te vinden , men moest, zoo als men<br />

zegt, geeven en neemen ; 't was doch niet<br />

zonder lang wikken en weegen, dat men goed.<br />

keurde, de aanmerklyke periode, die in even-<br />

gem. 'brief gevonden wordt, luidende:<br />

Qua


O P H E L D E R I N G , ENZ. 12Q<br />

Qiie votre Excell.prenne en confideration ce que<br />

je vais avoir Vhonneur de lui dire, 6? qiiElle<br />

veuille bien engager le Cabinet dyréflechir feri~<br />

eufement. IInes'agitpour le moment, que de titer<br />

les deux Nations de la fttuationcritique, &fa-<br />

cheufe ou Elles fe trouvent Vune & TautreL^on<br />

pourra après cela,&Ton devra, Vharmonie etant<br />

une fois retablie, prendre d'un commun accord<br />

les arrangements convenables ,pour le retablijfe-<br />

ment & la confervation de Tanden Sistême.<br />

Hoe zeer ik niec dan als eene zeer v/enschlyke<br />

zaak kon befchouwen, hec fluiten van eene af­<br />

zonderlyke Vreede mee Engeland, op de meer­<br />

gem. voordeelige voorwaarden, van vry Schip,<br />

vry Goed, weder•geevingonzer Bezittingen of een<br />

Equivalent, en eene reedelyke Schavergoeding;<br />

en hec my voorkwam, dac hec gewichc dac hec<br />

Hof van Engeland reedelyker wyze , en vol­<br />

gens deszelfs waar belang, moesc ftellen, in te<br />

beletten, dat wy, zoo als 'c anders noodwen­<br />

dig gebeuren moesc, volflagen afhanglyk van<br />

Frankryk wierden, hec coeftaan van evengem.<br />

voorwaarden, niec als een herfenfehim moest<br />

doen aanzien , terwyl de wyze van handelen<br />

van 's Konings Ministers, en de komst van den<br />

Heere Wentworth , de goede verwachting ver­<br />

meerderd hadden, terwyl dezelve noch verfterkc<br />

II. DEEL. I was


I30 M E M O R I Ë N T O T<br />

was geworden, door de komst in 'c Ministerie<br />

dier Leeden, die het meest teegen het breeken<br />

met de Republiek, in den tyd geyverd hadden<br />

had dit alles doch by my niet geheel doen verdwynen,<br />

de confideratien die daar teegen waren.<br />

Hec oogmerk van Engeland kon zeekerlyk zyn,<br />

door fchynfchoone woorden ons om den tuin<br />

te leiden, en werkloos te maaken, terwyl zy de<br />

handelingen zouden rekken. Dan ik vermeende<br />

teffens, gelyk Ik reeds gezegd heb, dat men hier<br />

teegen behoedzaam kon zyn: en kon niet onderftellen,<br />

dat men, daar onze Marine een weinig<br />

begon uit eenen deerniswaardigen (Iaat te verry/en,<br />

nu weder werkloos zou worden: te minder,<br />

daar de voortgang zoo noodzaaklyk was,<br />

om de handelingen te onderfteunen, en aan dezel<br />

-<br />

e kracht by te zetten.<br />

Maar 'c geen voor ons in allen gevallen, 't<br />

zy van Oorlog of Vreede, van 't grootfte belang<br />

was, was voor eerst, grondig onderricht te<br />

zyn, hoe Frankryk het op zou neemen, zoo<br />

wy afzonderlyk met Engeland handelden. De<br />

Herrug de la Vauguion had nimmer rondelyk<br />

willen verklaaren, dat zyn Meester daar ceegen<br />

was : en de Graaf van Vergennes daar over getoetst,<br />

had zich niet duidelyker aan onzen Ambasfadeur<br />

gwüic, en zich alcyd daarby gehouden,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 131<br />

den, dat het niet mooglyk was , dat de Engel­<br />

fchen óns ooit zoodanige voorwaarden , op<br />

welke wy Vreede zouden kunnen maaken ,<br />

zouden toeflaan.<br />

Ten tweeden na te vorfchen, wat Frankryk<br />

doen zou, zoo 2y zoodaanige handeling,gelyk<br />

het waarfchynlyk was, euvel opnam.<br />

Ten derdent direct met het Fransch Minis­<br />

terie te handelen , en voornaamlyk met den<br />

Minister der Marine, Monfieur de Castries ,<br />

Over den daadlyken byftand, dien wy te wach­<br />

ten hadden: en met den Heer de Vergennes y<br />

over de voorwaarden die zyn Hof ons by de<br />

algemeene Vreede zou bezorgen. Eindelyk: te<br />

Parys een waakend oog te 'houden , op de<br />

onderhandelingen die tusfchen Engeland en<br />

Frankryk, zouden kunnen plaats hebben.<br />

Zedert dat de Heer JVentworth weder her-<br />

waards was gekomen , had ik, om zoo veel<br />

mooglyk grondig van de denkenswyze en han­<br />

delingen van de Franfche Ministers onderricht<br />

te zyn , voorgefteld, iemand van vertrouwen<br />

naar Parys te zenden, zonder publiek Charac-<br />

ter, doch aan wien men, door middel van on*<br />

zfen gewoonen Ambasfadeur , toegang tot de<br />

Ministers, en voornaamlyk tot den Grave dè<br />

Vergennes zou bezorgen.<br />

I a Zynê


I3 2<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

Zyne Hoogheid en de Heer Raadpenfionaris,<br />

zagen meede wel de nuttigheid van zoodanige<br />

zending, maar 't was moeilyk daartoe een ge-<br />

fchikt, en teffens vertrouwd Perzoon, te vin­<br />

den. Het is noodlottig, dat in ons Land, de<br />

Jeugd zoo weinig opgeleid word tot de kennisfe<br />

van zaaken van Staat, en de behandeling der-<br />

zelve. In de gewoone opvoeding,die gegeeven<br />

word, word daar fchier niet aan gedacht. De<br />

Rechtsgeleerdheid, en noch wel byzonderlyk<br />

die der Romeinen, is 't voornaamfte daar de<br />

jonge Lieden zich op toe leggen: en wanneer<br />

dan daarby komt, eene maatige oeffenfng in de<br />

Praétyk, zyn zy zeekerlyk in ftaat , om met<br />

alle roem Scheepen in hunne geboorte-Stad te<br />

weezen: maar gewoon alles te toetfen, aan de<br />

juistheid, die eene onontbeerlyke eigenfchap<br />

der fchaale van Themis moet weezen,zyn hun­<br />

ne geesten zelden gefchikt tot die meerdere<br />

toegeevenheid, die in 'c beftuur der publieke<br />

zaaken volftrekt noodig is: terwyl hun geheel<br />

ontbreekt de vereischte kennisfe der Traéha- -<br />

ten: en voornaamlyk die der byzondere belan­<br />

gen der Europeefche Mogendheeden.<br />

In deeze bekommering ftelde ik Zyne Hoog­<br />

heid voor, den Heere Boers, eerften Advocaat<br />

van de Oost-Indifche Compagnie, thans om<br />

's Com-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 133<br />

's Compagnies zaaken te Parys, die my voor­<br />

kwam toe het oogmerk allergefchiktst te zyn,<br />

van daar te ontbieden, om denzelven , zoo mon­<br />

deling als fchriftelyk, te kunnen injlrueeren.<br />

Zyne Hoogheid keurde het goed, en gelas­<br />

te my , gem. Heer door den Heere Bewindheb­<br />

ber Graafland, op dat de zaak zoo veel moog­<br />

lyk geheim zou blyven, kwanfuis om 's Com­<br />

pagnie 's zaaken te laaten ontbieden.<br />

Ondertusfchen Helde ik op,een concept van<br />

'c geen ik vermeende, dat aan den Heere Boers<br />

diende aanbevoolen, en teffens in 'c algemeen,<br />

betreklyk de publieke zaaken, by de andere Ho.<br />

ven, gedaan te worden. Ik zond het aan Zyne<br />

Hoogh. en. aan den Heere Raadpenfionaris,<br />

die den inhoud goedkeurden. (V) Doch de laat-<br />

fte vermeende, dat de voorgeltelde aanfehry-<br />

ving aan den Ambasfadeur niet kon gefchieden,<br />

zonder voorkennisfe van Hun Hoog Mog.<br />

Deeze zwaarigheid veroorzaakte, dat alhoe­<br />

wel de Heer Boers by zyne overkomst, inge­<br />

volge hetevengem. Concept, fchriftlyk gelast<br />

wierd, hy , en zyn meede-Gedeputeerde de<br />

Heer van der Perre, by 'c Fransch Ministerie<br />

niet zoodanigen ingang en invloed kreegen ,<br />

Zie dit Concept onder Byl. L.<br />

I 3<br />

als


134 M E M O R I Ë N T O T<br />

als tot hec volbrengen van 'c geen, waarmeeda<br />

zy gelast waren ,noodig was: 'c geen byzonder.<br />

lyk van de grootfte nuttigheid zou hebben kun­<br />

nen zyn , toen vervolgens over de puntten<br />

van de Vreede gehandeld wierdt.<br />

Van 'c overige in meergem. concept voorge­<br />

leide, alhoewel't des tyds de goedkeuring van<br />

Zyne Hoogh, en van den Heere Raadpenfio-<br />

nuris wegdroeg, is ook myn 's weetens, niets<br />

gekomen. Laatstgem. had eenig misnoegen op­<br />

gevat, om dat hy vermeende, dat Zyne Hoogh.<br />

hem niet tydig genoeg kennis van het ontbie­<br />

den van den Heer i?cwj gegeeven had, en fcheen<br />

daardoor minder geneegen te zyn, om van den<br />

dienst van deezen Heer gebruik te maaken.<br />

De Reet Boers, Ais na eenige weinige da-en<br />

roevens, naar Parys was wedergekeerd, voldeed<br />

kort daarna, aan 't geen by hec 7e Art. van<br />

evengem. Inftrudtie van hem gevorderd was,<br />

met aan den Raadpenfionaris kennis te geeven,<br />

» dac Is Keizers oogmerken, aangaande de Schel-<br />

„ de te Antwerpen, voor zoo onzeker wier-<br />

den gehouden , dat voor vry aanzienlyke<br />

„ Sommen weddenfehappen voor- en teegen<br />

„ wierden gedaan. Dac de nayver 'voor uitge-<br />

„ firekter Koophandel te Antwerpen zeer<br />

V Sroot was: dat deeze byzonder aangezet was<br />

» ge-


O P H E L B E R I N G , ENZ. 135<br />

,, geworden, door de voordeelige ujtflag der<br />

, reize van drie Oostenrykiche Scheepen uit<br />

„ China te Ostende aangekomen : dat die Oosc-<br />

., Indifche Handel door eenen zeekeren Heer<br />

„ Proli van Antwerpen , onder zoo'n fraaijen<br />

„ fchyn wierd voorgefteld, dat op één voor-<br />

„ middag, door de Antwerpenaars twee Milli-<br />

„ oenen Guldens waaren ingefchreeven : dat<br />

„ ook de fpraak ging, dat zeeker Heer Pelgrim,<br />

„ Neef van gem. Proli, als Keizerlyke Agent<br />

,, of Corful op het Eiland S-. Mauritius, (Jsle<br />

„ de France) zou gaan refideeren. Dat de Kei-<br />

„ zer onlangs order had gegeeven, tot het flech-<br />

„ ten van het Fort S', Philippe aan de Schel-<br />

„ de , en by zommigen vermoed wierd, dat de<br />

,, Vorst hec zelfde zou verlangen, ten aanzien<br />

„ van Lillo, om dus de Rusfifche Scheepen,<br />

„ welke dien Zomer algemeen verwacht wier-<br />

„ den, den vryen doortochc langs de Schelde<br />

„ te bezorgen, (a) Dac de overvloed van ge~<br />

„ reede Penningen, voortkomende uit het los<br />

„ worden van Capicalen, te vooren geleend<br />

„ aan<br />

(\a) Korten tyd daarna fchreef de Ambasfadeur van Star-<br />

rsnburg aan den Heere Griffier, dat het gerugt aldaar al­<br />

gemeen was, dat ceu Rusfisch Schip direct van Pctc-rs-<br />

bwg naar Antwerpen zou vaaren.<br />

I 4


M E M O R I Ë N T O T<br />

„ aan Kloosters, die nu moesten ontruimd<br />

„ worden, tot evengem. yver veel had tocge-<br />

„ bracht, dewyl daardoor die Capitalen, op<br />

,, eene voordeelige wyze, zoo men vermeende,<br />

„ geplaatst wierden. Dat ook verwacht wierd'<br />

,, dat veele Renteniers derwaards zouden ge'<br />

trokken worden, door de uirgeftrekte Vry-<br />

„ heid van Godsdienst, onlangs door den Kei-<br />

„ zer verleend."<br />

^ Den II April fchreef dezelfde Heer aan den<br />

Heere Raadpenfionaris , dat ter geleegenheid<br />

dat hy het gefprek met den Graave de Vergen-<br />

nes, voorbedagdyk op het ftuk der afzonder­<br />

lyke handelingen over eene Vreede met En-<br />

geland, gebracht had, het antwoord hoofdzaak-<br />

lyk daarop was uitgekomen, dat men van de<br />

wysheid der Republiek een daarmeede ovehen-<br />

komfiigbefluit verwachtte: 'tgeen hy Heer Boers<br />

vermeende, in denftylvan Verfailles niet anders<br />

^te bet eekenen, dan dat de afzonderlyke Vreede<br />

niet zoufmaaken. Dat hem niet onwaarfchynlyk<br />

voorkwam, dat de weerzin tegen eene afzonder­<br />

lyke Vreede was aangegroeid, zedert de gemaak­<br />

te verandering in V Engehch Ministerie, van ><br />

welk men fcheen veel energie in deszelfs verrich­<br />

tingen te verwachten, daar men ook wist, dat<br />

Mylord Shelburne in V geheel geen Vriend der-<br />

Franfche Natie was.<br />

De


O P H E L D E R I N G , ENZ. I37<br />

De Heer Boers ftelde vervolgens in deezen<br />

Brief den Heere Raadpenfionaris voor , of hy<br />

betreklyk het Vrede's werk met Engeland, niet<br />

zou kunnen vraagen, of, terwyleenegemcenfchap<br />

yan Interest tusfchen Frankryk en de Republiek,<br />

de Oor logs operatien tegen Engeland deedcon*<br />

eer teer en, men oordeelde, dat eveneens het werk<br />

yan de Vreede zou kunnen geconcerteerd, en door<br />

de Republiek zoodanige Maatreegelengenoomen<br />

worden, dat in haar befluit en antwoord, de<br />

roet gelegd wierd, tot eene algemeene Vreede.<br />

Zyn Ed. vermeende, dat aan zoodanig voor­<br />

ftel , eene Vorm zou kunnen gegeeven worden, die<br />

gefchikt zou zyn om de goede verf andhouding tus­<br />

fchen Frankryk en de Republiek, aan te kweeken,<br />

en te yer/lerken, en dat vervolgens op het zelve<br />

een klaar en onbewimpeld antwoord zou komen.<br />

Dan hier toe verzogt hy naadere last.<br />

De gem. brief behelsde noch eenige be­<br />

richten, betreklyk de bereidwilligheid van de<br />

Weener en Rusfifche Hoven , om tot de al­<br />

gemeene Vreede meede te werken : en van<br />

het zamenftellen , door het laatfte , van een<br />

Wetboek voor den vryen Handel ter Zee: als<br />

meede van de geneigdheid van 't Cabinet van<br />

Verfailles, tot de algemeene Vreede, zoo maar<br />

America vry verklaard wierdt, ten minften zoo<br />

I 5 het


I3 8<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

hec niet wederhouden wierd'door Spanje, daar<br />

men volftrekt Gibralcer weeder wilde he'bben.<br />

Hy verzeekerde wyders alle reedenen ce heb­<br />

ben, om vast ce ftellen, ,, dac'er voor ais noch<br />

„ geene fchaduw van onderhandeling tusfchen<br />

;, Engeland en Frankryk was, maar wel dac<br />

„ 'er by Engeland neiging tot eene algemeene<br />

„ Vreede was: dat de Americaanen, offchoon<br />

„ de erkentnis van onafhanglykheid hun wierd<br />

„ aan^ebooden , evenwel tot geene afzonder-<br />

„ Jyke Vreede zouden beüuiten, en dac het Hof<br />

„ van Verfailies vermeende, dat de gefteldheid<br />

» v a n<br />

' c<br />

Rmüsch Hof grond genqeg verfchaf-<br />

„ te , om aan eene zyde ce ftellen de bedenk-<br />

» l i k<br />

heden voor onaangenaame gevolgen van<br />

„ dien kant ingeval de Republiek befloot, om<br />

„ geen gebruik van deszelfs Mediatie, tot eene<br />

„ byzondere Vieede, te maaken.<br />

Eindt lyk verzeekerde hy,., dac men in Frank-<br />

„ ryk geen kennis had gehad van 's Keizers ge-<br />

"„ drag. betreklyk onze Barrière." Hy herhaal­<br />

de, „ dat men aldaar als onwaarfchynlyk aan-<br />

„ zag, het oogmerk van dien Vorsc, aangaande<br />

„ hec openen der Schelde , doch dac hy geene<br />

„ verzeekeringen kon geeven, hoe verre men<br />

„ m Frankryk hec Recht der Republiek deswe-<br />

„ gens, des noods, zou willen onderfteunen.<br />

Hy


O P II E L D E R I N G, EN Z. 139<br />

Hy befloot met naadere opening wegens den<br />

ftaac der handelingen, over het Mirquifaat van<br />

Bergen op Zoom , te verzoeken.<br />

Dusdanig was de wyze op welke de Meer<br />

Boers zich zedert zyn vertrek uic 's Hage ge-<br />

kweeten had , betreklyk tot den inhoud der<br />

aan hem gegeevene Inftruélie. Maar hoe zeer<br />

hy verlangde daarop eenig antwoord te krygen,<br />

en hy my gefchreeven had, het zelve byzon-<br />

derlyk met ongeduld te gemoet te zien, aan­<br />

gaande de door hem voorgeffelde wyze,om het<br />

voortzetten der byzondere handelingen met En­<br />

geland , aan 't Hof van Verfailles voor te draa-<br />

gen, dewyl hy vermeende op het allerfterkst<br />

te kunnen verzeekeren, dat men daardoor in<br />

de allerbeste onderhandeling des waerelds zou<br />

kunnen geraaken, en de beste verftandhouding<br />

tusfchen het gem. Hof en de Republiek, voor<br />

den verderen loop van het gantfche werk ge­<br />

vestigd zou worden, zoo kwam daarop, of op •<br />

eenig ander punt, geen antwoord. Dus bleef-<br />

men als te vooren genoodzaakt, om alles te<br />

laaten gaan, door het Canaal van den Hertog<br />

de la Vauguion, en daar men den Heere JW;<br />

Berkenrode weinig of niet gebruikte, kon men<br />

haast zeggen, dat hy Hertog de zaaken der bei­<br />

de Natiën waarnam,' dewyl hy door zynen<br />

invloed alhier, de onze meest beftuürde.<br />

Ik


143 M E M O R I Ë N T O T<br />

Ik heb 't geen dat betreklyk is tot die voor­<br />

gemelde handelingen, door de Gedeputeerden<br />

der O. f. Comp., hoe zeer de gevolgen gering<br />

waren, agter een te boek willen ftelïen, om in<br />

\ vervolg het verhaal niet af te breeken. Ik<br />

keer nu weder tot den Heere Wentworth, die<br />

wy t'Amflerdam gelaaten hebben.<br />

Daags na dat Hy my de brieven van de Lords<br />

Stormont en North had overgegeeven, was Hy<br />

naar's Hage vertrokken, en aldaar met den Fis­<br />

caal van der Hoop, zoo over het openbaar on­<br />

derwerp zyner komfte als over het Vreede 's<br />

werk, in onderhandeling getreeden.<br />

Ik had inttisfchen fchryvens van den Heer van<br />

der Oudermeulen gehad, waarby Hy my meld­<br />

de , dat het humeur van den Heer York noch<br />

niet bedaard was, maar nochtans welgezind<br />

bleef, doch zich uiterlyk met de zaaken niet<br />

langer wilde moeijen, om reedenen, die hy<br />

Heer van der Oudermeulen wel mondling ,<br />

maar niet fchriftlyk kon zeggen.<br />

Het bleek kort daarna, dat die reedenen wa-<br />

ren, de geheele verandering van het Ministe­<br />

rie, waardoor de Lords Stormont en North<br />

buiten invloed geraakten.<br />

Ondertusfchen vorderden de handelingen met<br />

den Heer Wentworth in 's Hage weinig; of zulks<br />

moet


O P H E L D E R I N G , ENZ. lil<br />

moet toegefchreeven worden, aan de zwaarig-<br />

heeden, die hy Wentworth op de drie vooi naam-<br />

fte en als voorafgaande punten maakte, dan of<br />

de vrees voor zommigen, die teen reeds be- -<br />

gonnen te toonen geneigd te zyn, tot 't geen<br />

zy daarna zoo ftout beftaan hebben, den geest<br />

van anderen zoodanig bedremmeld heeft, dat<br />

zy onder de hand gedwarsboomd hebben, 'c geen<br />

zy doch niet openlyk, als ftrydig met het gee­<br />

ne zy tot dus verre hadden fcliyneii te begun-<br />

ftigen, dorsten teegen gaan, is my nimmer klaar<br />

gebleeken.<br />

Dewyl wy t'Amfrerdam bepaald hadden , ons,<br />

daar nu de zaak in train gebragt was, met de­<br />

zelve verder direft niet te moeijen, wierd ik<br />

van de daaglykfche toedragt der zaaken niet on­<br />

derricht: maar toen ik veertien dagen, na dat<br />

de Heer Wentworth in den Haag gekomen was,<br />

derwaards een keer deede , klaagde hy fterk<br />

over de wyze, op welke men met hem gehan­<br />

deld en opgehouden had. 'c Is waar, dat alle<br />

die tegen handelingen met Engeland waren ,<br />

en het Sistema van 't Hof van Frankryk toege­<br />

daan , hun best hadden gedaan, om hen ver-<br />

blyf van den Heer Wentworth als nadeelig te<br />

doen befchouwen, en hem door zeekere Lie­<br />

den niet onduidlyk te kennen was gegeeven,<br />

dac


14^ M E M O R I Ë N T O T<br />

dar hy wel zou doen, te vertrekken: waarop<br />

hy ook zyn vertrek op den volgenden ochtend ,<br />

zoo als ik 's avonds in den Haag kwam, bepaald<br />

had.<br />

Ik had op zyne klachten geantwoord, „ dat de-<br />

« wy] ik niet omftandig van het voorgevallene<br />

„ onderricht was, ik niet kon oordeelen, hoe<br />

», verre de klachten gegrond waren, maar dat<br />

„ my voorkwam, dat hy volkomen had kunnen<br />

„ voorzien, welke einde de handelingen zou-<br />

„ den hebben, door't geen ik hem t'Amfterdam<br />

„ gezegd had, naamlyk: datwy niet af zouden<br />

„ gaan van de drie, van den beginne af, bepaal-<br />

* de punten, vry Schip, vry Goed, wedergeeving<br />

„ der gevoomeneBezittingen, en eme behoorlyke<br />

„ Schavergoedingr \ h my oncfchoocen, wat<br />

hy my daarop eigenlyk antwoordde : maar 't<br />

kwam my voor, dat de toen betoonde geneegen­<br />

heid, voornaamlyk in Holland, om den Heer<br />

Adams als Americaans Minister te adr,,itteeren,<br />

de Engelfchen huiveriger gemaakt had.<br />

Gem. Heer Adams, had reeds in 't voorgaan-<br />

de jaar zich als Minister van 't Congres aan­<br />

geboden, en om in die hoedanigheid een Ver­<br />

bond met de Republiek aan te gaan. De Pro­<br />

vintien hadden, toen daarvan rapport ter Ge­<br />

neraliteit gedaan was , dac voorftel overgeno­<br />

men 5


O P H E L D E R I N G , ENZ. I43<br />

men, en de zaak was niet weder in overwee-<br />

gffig gebracht. Nu had gem. Heer het zelfde<br />

verzoek en aanbod , in een bezoek aan den<br />

Prefident der Vergadering van Hun Hoog<br />

Mog. vernieuwd , en daarvan aan de Staaten<br />

van Holland kennis gegeeven.<br />

Alle die voor den Oorlog waren , waren<br />

ook gezind om den nieuwen Minister te ér-<br />

kennen en zyn aanbod aan te neemen : maar<br />

anderen, die eene eerlyke Vreede met Enge­<br />

land als heilzaam aanzagen, konden niet goed­<br />

vinden , dat dit ten eenemaal hooploos zou<br />

gemaakt worden , door den Americaanfchen<br />

Afgezondenen , als Gezant van eenen onaf-<br />

hanglyken Staat te ontvangen. Van dit gevoe­<br />

len was men ook te Amfterdam: doch men<br />

dacht teffens , dat daarom de Heer Adams<br />

niet voor 't hooft moest geftooten worden;<br />

maar, dat men door middel van Gedeputeerden<br />

daaitoe te benoemen kon hooren, wat hy te<br />

zeggen en aantebieden had.<br />

Men was t'Amfterdam van begrip , dat het<br />

handelen met Afgezanten van Volkeren, wel­<br />

kers onafhanglykheid noch niet erkend was,<br />

juist niet zoodanige erkentnisfe met zich bracht,<br />

zoo als men daarvan in onze eigene Gelchiede-<br />

nislén meenigvuldige voorbeelden kon vinden.<br />

In


144 M E M O R I Ë N T O T<br />

In 1575 hadden de Gemachtigdens van des<br />

Koning van Spanje, van den Opperheer,tegen<br />

wien wy opgedaan waren, met die der Staa-<br />

ten te Breda gehandeld.<br />

In 1575 waren van hier Gezanten naar En­<br />

geland gezonden, mee welken Koningin Eli-<br />

zabeth zich had ingelaaten.<br />

In 1578 had dezelfde Vorflin een verdrag<br />

met de Staaten,zonder hunne onafhanglykheid<br />

te erkennen, gefloten.<br />

In 1584 hadden de Staatfche Gezanten open­<br />

baar gehoor aan 't Hof van Frankryk gekree-<br />

gen: en kort daarna was de Franfche Gezant<br />

Prumeaux hier te Lande gekomen , en aan<br />

denzelven verhoor in de Staats Vergadering te<br />

Delfc verleend. En ter zeiver tyd was door<br />

Joachim. Ortel', een verdrag te London met<br />

de Koningin gefloten geworden.<br />

In 1587 had Koningin Elizabeth openbaar<br />

gehoor aan de Staatfche Gezanten, onder<br />

welken genoemd word Ortel Agent der alge­<br />

meene Staaten te London, verleend.<br />

In 1588 had de Koning van Schotland onze<br />

Gezanten ontvangen.<br />

In 1589 reisden geftadig Gezanten van En­<br />

geland en van deezen Staat, over en weder.<br />

In 1591 had Hendrik de IV* door zynen<br />

Ge-


O P H E L D E R I N G , ENZ. I45<br />

Gezant Buzanval, een onderftand in geld aan<br />

de Staaten laaten vraagen.<br />

In 1594 liet de Aartshertog Ernest, eenen<br />

brief aan de Staaten, door Gemachtigdens, over-<br />

geeven.<br />

In 1597 had de Keizer en de Duitfche Vor­<br />

ften , een Gezantfchap herwaards willen fchik-<br />

ken, dat beleefdelyk was afgeweezen.<br />

Deeze voorbeelden genomen uit tyden , in<br />

welken onze onaf hanglykheid zeekerlyk noch by<br />

geene Mogendheid erkend was, en by welken<br />

noch veele anderen , van 't begin der i? e<br />

. Eeuw<br />

tot de Vreede van Munfïer zouden kunnen<br />

gevoegd worden, waren oorzaak, dat van we­<br />

gens Amfterdam ter Vergadering van Holland<br />

wierdt voorgefteld, om het ter Generaliteit daar<br />

heenen te fchikken, dat van wegens Hun Hoo


I46" M E M O R I Ë N T O T<br />

Op de zwaarigheedendiede Heer Wentworth<br />

betreklyk meergem. toelaating maakte, brachc<br />

ik hem het evengemelde onder 't oog: maar hec<br />

point d'honneur, d'eere zyns Konings , waaraan<br />

hy vermeende, dac door handelingen mee Rebel­<br />

len, zoo als hy die noemde, aanmerklyk te kort<br />

zou worden gedaan, liet hem niec toe, zoo hy<br />

zeide , mee my in te Hemmen: en hy verzeeker-<br />

de my, dac hoe zeer hy nier wanhoopte hec voor-<br />

naame punc, vry Schip, vry Goed, na wederzyds<br />

genoegen te kunnen doen recgelen , de Ko­<br />

ning nimmer met goede oogen zou kunnen aan­<br />

zien , dat met zyne rebelleerende Onderdaa-<br />

nen gehandeld wierdc , voor dac hunne onaf-<br />

hanglykheid door hem erkend zou zyn.<br />

Voor dac de Heer Wentworth deren daags<br />

naar Engeland vertrok, fchreef hy my noch een<br />

oriefje, luidende:<br />

,, Si on veut, mon cher Monfieur, fe refou-<br />

„ dre chez moi, a vous céder le grand poinc,<br />

,, & que je n'ai pas du cems a attendre ici, quel-<br />

„ le fera votre deciftonl Je repete le decifion a<br />

„ 1'egard du Sieur Adams" (


O P H E L D E R I N G , ENZ. I47<br />

Ik antwoordde daarop den 23^:<br />

„ Je n'ai pu rèpondreplutöt, mon cherMon-<br />

,, fieur, h votre billet, qui ne m'a éiérenduque<br />

„ jeudi au foir, quoique daté du io e<br />

. Je n'ai<br />

„ pu parler au Confeiller- Penfionaire, que hier<br />

„ au foir trop tard, pour pouvoir ecrire avec<br />

„ le Courier de ce jour Ja : mais je faifis la<br />

„ première occafion, pour vous dire, qu"aqucl-<br />

„ que parti , qu'on fe refuive chez vous au<br />

„ fujet du grand Point, la Republique devra<br />

„ toujours ecouter le Sieur Adams, pourfavoir<br />

ce qu'il a a propofer. Votre Parlement nous<br />

„ donne la desfus le plus bel exemple." (V)<br />

Ik moest op zoodanige wyze fchryven , cm dat<br />

de meesten zoo dachten: maar wat my betrof,<br />

zoude ik, zoo-lk eenige zeekerheid had kun­<br />

nen krygen, dat Engeland ons het voornaame<br />

Punt<br />

(«) Jk heb niet eerder, myn waarde Heer, op uw biljet<br />

kunnen antwoorden , dewyl het my eer>t Donderdag avond<br />

d e<br />

is ter hand gefield, alhoewel hec van den ip gedagtee-<br />

kend was. Ik heb niet dan gister avond met den Raadpen­<br />

fionaris kunnen fpreeken : te laat om met den Postbode van<br />

dien dag te kunnen fchryven; maar ik vat d'eerfte gelee-<br />

genheid om U te zeggen, dat, welk befluit men ook ten<br />

uwent aangaande hec hoofdpunt neenie, de Republiek den<br />

Heere Adams altyd zal moeten hooren, om te westen,<br />

wat hy heeft voor te Hellen. Uw Parlement geeft ons<br />

«5aar het fraaifte voorbeeld van.<br />

K a


I48 MEMORIËN TOT<br />

Punt zou toegeeven, het hooren van Adams<br />

daaraan gegeeven hebben , zeer gerust dat wy<br />

dezelfde geneigtheid altyd by de Americaanen<br />

zouden weedervinden, d.iar zy ten minften zoo<br />

veel belang hadden, met ons als wy met hun te<br />

handelen. Met de laatfte woorden votre Park-<br />

ment &c. beoogde Ik de handelingen met de<br />

Americaanen, door de Engelfchen zeiven be­<br />

gonnen, en die tot het werk van van Berckel<br />

aanleiding hadden gegeeven.<br />

Daar ik doch volftrekt tegen was, en 'tgeen<br />

ik ook zoo lang Ik Regeerend Burgemeester ben<br />

geweest, tegengehouden heb, was hec erkennen<br />

van den Heer Adams als Geaccrediteerd Mi-<br />

~ nister. Maar welhaast verliet men alle maacree-<br />

gelen, die mee hec Siscema , dac ik reeds in Ja-<br />

nuary merkelyk veld had zien winnen, naam­<br />

lyk, eene geheele verknochtheid aan Frankryk,<br />

niec overeenkwamen.<br />

Terwyl de Heer Wentworth naar Engeland<br />

op reis was , gefchiedde de bekende omvvence-<br />

ling in hec Parlemenc aldaar: de Heer van der<br />

Oudermeulen gaf 'er my aanftonds kennis van:<br />

en korc daarna, van de verandering in hec Mi­<br />

nisterie. Zyn Ed. fchreef my eelTens, dat zulks<br />

voor ons als eene zeer gelukkige Epoque kon be-<br />

fchouwd worden. En in de daad, hec was niet<br />

on-


O P H E L D E R I N G , ENZ. I49<br />

onwaarfchyniyk. Her was bekend, hoe zeer<br />

de Party die thans booven dreef, naamlyk,<br />

die der Oppofitie, tegen het breeken met de<br />

Republiek geyvert hadt: men kon dierhalven<br />

verwachten, dat wilde zy zich gelyk zyn, zy<br />

thans noch den Oorlog moest afkeuren: waar-<br />

by noch opgemerkt moest worden, dat wan­<br />

neer in het beltuur der publieke zaaken, de<br />

onderleggende party 'er boven op komt, dee­<br />

ze haar invloed noodwendig dient te ftyven,<br />

door het volgen van geheele andere maatree­<br />

gelen: en offcboon de voorige party reeds ee­<br />

nige flappen tot verzoening gedaan had, zoo<br />

waren deeze maar bedektlyk gefchied , daar<br />

ze thans in 't openbaar, zoo als men zegt Mi­<br />

nisterieel, konden gedaan worden: en in die<br />

verwachting , gelyk naderhand bleek, vond<br />

men zich ook niet bedrogen.<br />

't Geen altyd als de grondflag van alle han­<br />

delingen met Engeland was befchouwd gewor­<br />

den , en geoordeeld by het maaken van eene af­<br />

zonderlyke Vreede met dat Ryk, eene Conditie<br />

fine qua non te moeten zyn, was devryeVaart y<br />

volgens de gronden der gewaapende Neutrali­<br />

teit. Die woorden van vrye Vaart konden doch<br />

zeekerlyk eene dubbelde beteekenis hebben;<br />

men koa 'er door verfhan, de Zeevaart zoo vry<br />

K 3 sli


J<br />

50 M E M O R I Ë N T O T<br />

als men die had willen hebben, volgens het<br />

Trafoat van 1674: en de Republiek kon dan,<br />

eershalven, daar den Oorlog om die reede be­<br />

gonnen was, opentlyk daar van niec afzien: te<br />

minder, dewyl by het Traéhat der gewaapen-<br />

de Neutraliteic, de Contractanten over en wee­<br />

der bcfprooken hadden, eikanderen te handha­<br />

ven , by de Trachaten tusfchen Hun en andere<br />

Mogendheeden plaats hebbende.<br />

Maar door evengem. woorden van vryeZee,<br />

kon ook begreepen worden, die Vryheid val<br />

Vaart, volgens welke 's Vyands goederen in<br />

Vriendcn's Scheepen gelaaden, en geene be­<br />

paalde Contrabande zynde, vrygelaaten moe­<br />

ten worden, cn zoo als men gemeenlyk zegt,<br />

vry Schip , vry goed.<br />

Hec was zeeker wenfchelyk geweesc, dac de<br />

Republiek zich in ftaac had bevonden,om zich<br />

te kunnen handhaaven tegen die geenen, die<br />

Haar van 't geen haar wettig toekwam, wil­<br />

den ontzetten: maar gefield, Zy had zulks eens<br />

kunnen doen, dan zou hec noch onvoorzich­<br />

tig zyn geweesc, by hec aangaan van een nieuw<br />

Verbond, wederom iets te befpreeken, waar­<br />

van men nimmer zich kon vleijen, het rustig ge­<br />

not te zullen hebben, dewyl met geene moog-<br />

lykheid de Engelfchen goedfehiks kunnen dul­<br />

den,


OP H E L D E R I N G , ENZ. 151<br />

den, dat terwyl zy in Oorlog met Frankryk<br />

zyn, aan dat Ryk, door de Ingezeetenen der<br />

Republiek, grof Scheepstimmerhout, en ande­<br />

re diergelyke Scheepsbehoefcens, onverlet toe­<br />

gevoerd worden: terwyl aan den anderen kant<br />

die toevoer voor onze handel in 'c algemeen,<br />

nimmer van die aangeleegenheid kan zyn, om<br />

'er eenen Oorlog aan te waagen, en de rest van<br />

den Koophandel en Scheepvaart te doen, zoo<br />

niet flil ftaan , ten minften te ftremmen: en bo­<br />

vendien noch verftooken te zyn, van de on-<br />

fchatbaare voordeelen , die gedurende eenen<br />

Oorlog tusfchen Engeland en Frankryk, door<br />

de Zeevaart herwaards vloeien.<br />

't Was dan al van den beginne, by het maaken<br />

van het Tractaat van 1674 onvoorzichtig ge­<br />

weest, gelyk ik te vooren al heb doen opmer­<br />

ken , de vrye vervoering van zoodanige Scheeps-<br />

behoeftens te hebben bedongen :en hec zou on-<br />

vergeeflyk zyn geweest, dezelfde onvoorzich­<br />

tigheid weder te hebben begaan.<br />

IVlen zou dan moeten te vreede zyn geweest,<br />

zoo men had kunnen befpreeken vry Schi x<br />

goed, dat is, het vervoeren van alle fVaarcv<br />

Ingezeetenen en Vreemden, uitgezonderd die van<br />

Contrabande , werwaards het ook zou.L mogen<br />

•weezen, zoo in tyden van Oorlog als van Vree-<br />

31<br />

K 4 de,


Ï5 2<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

de, bshalven naar geblocqueerde of beleegerde<br />

Plaatfen. En waarlyk zoude hec voordeel, al<br />

waren de zoogenaamde Naval flores, onder de<br />

Waaren van Contrabande begreepen geworden,<br />

oneindig grooc zyn geweesc: dewyl wy de<br />

vyandlyke bezictingen, mits niec geblocqueerd<br />

of beleegerd, en naamlyk die in America, van<br />

alles zouden hebben kunnen voorzien.<br />

Wy hebben gezien hoedanig voor het jaaf<br />

1781, de fchatten der gantfche Waereld, naar<br />

die, toen gelukkig Land, zyn toegevloeid, of-<br />

fchoon doch het vervoeren van gem. Scheeps-<br />

behoefcens door de Engelfchen belemmerd<br />

wierdt: terwyl zelfs kort daarna de winzucht<br />

eenen nieuwen weg voor die vervoering, die<br />

de Engelfchen over Zee niet wilden toelaa-<br />

ten, heeft doen vinden.<br />

Deeze befchouwingen hadden tot rigtfnoer<br />

gediend, in de handelingen over het Vreede's<br />

werk in 't jaar 1781, gelyk te zien is uit 'cgeen<br />

ik deswegens heb aangeteekend. Zy bleeven<br />

-,poch wel even gegrond, maar de gemoederen<br />

waren zeedert merkelyk ongunfliger voor hec<br />

byleggen der gefchillen geworden : waartoe<br />

de aanftookingen , verzeld met fraaije belof­<br />

ten en vleijende aanzoekingen van den Ambns-<br />

fadeur van Frankryk, by de geenen, die toen<br />

reeds


O P H E L D E R I N G , ENZ. I53<br />

reeds begonnen de klem der Regeering in han­<br />

den te krygen, veel hadden toegebracht.<br />

Ik had al eenen geruimen tyd een kwaad oog<br />

op de bedekte handelingen van evengemelden<br />

Gezant gehad, en deszelfs meesterachtige toon<br />

had my zeer geftooten. Ik had den Heer van der<br />

Perre, by zyn vertrek naar Parys verzocht te<br />

bewerken, dat aan dien Minister door zyn Hof<br />

eene andere handelwyze wierd voorgefchree-<br />

ven. In eenen brief van evengem. Heere, (V)<br />

had zyn Ed. daarop gemeld: dat de Gr ave de<br />

Vergennes hem gezegd had, den Hertog eene<br />

eigenhandige Inftrttclie te hebben toegezonden,<br />

om zich jliptelyk naar dezelve te gedragen.<br />

Maar kort voor 't vertrek van evengemelden<br />

Hertog naar Parys, in 'c laast van December , of<br />

begin van January,had hy doch,niet alleen op<br />

eenen zeer hoogen toon van Zyne Hoogheid,<br />

opening van 't geene de Republiek in de aan-<br />

ftaande Veldtocht zou kunnen en willen ver­<br />

richten, geëischt, maar zeer duidelyk doen ver-<br />

ftaan, toen zyne Hoogheid hem geantwoord<br />

had, dat men gereed was deswegens alles met<br />

Frankryk te overleggen, en dienvolgens aan zyn<br />

Hol van de te neemene Maatregelen kennis te<br />

(V) Byl. G.<br />

K 5<br />

gce«


*54 M E M O R I Ë N T O T<br />

geeven , dat hy Ambasfadeur de operatien<br />

alhier wilde helpen concerteeren, daarna dezel­<br />

ve aan zyn Hof communiceer en, doch ze voorts<br />

ooit wilde dirigeeren.<br />

Deeze pretenfien kwaamen voor van zooda­<br />

nige verre uitzicht te zyn,dat ik den Heere van<br />

Lynden van Blitterswyk, die met evengem.<br />

Heer van der Perre in briefwisfeling was, ver­<br />

zocht, deezen te verzoeken zich te willen 'er-<br />

kondigen op de wyze, op welke men dit te<br />

Verlailles begreep.<br />

Hierop ontving de Heer van Lynden het<br />

sanmerklyk antwoord, te vinden onder de Byl.<br />

La. M. In 't zelve kan men zien, hoedanig<br />

gem. Minister zich een gezach aanmaatigde,<br />

dat zyn Meester hem niet toekende: 't geen<br />

veel voortkwam, uit de genadige aanmoedi­<br />

ging die zommige alhier hem gaven. De Heer<br />

van der Perre fchynt een voorzeggende geest<br />

te hebben gehad , wegens het bovenmaatig<br />

gezach der Franfchcn.<br />

Oudertusfchen had de Fiscaal van der Hoop,<br />

aan den Ambasfadeur voor zyn vertrek, op last<br />

van Zyne Hoogheid, tot bevordering van bo-<br />

vengem. concerteering, en om te voldoen aan<br />

des Ambasfadeur's verlangen, ter hand gefteld,<br />

de Nota te vinden onder de Byl. L a<br />

. N. met<br />

wel-


O P H E L D E R I N G , ENZ. I55<br />

welke de Gezant kort daar na zich op reis be­<br />

gaf naar Parys.<br />

Na 't geen men algemeen verfpreid had, van<br />

de werkloosheid in de Marine, was het zee­<br />

kerlyk te verwonderen, dat dezelve in één jaar<br />

tyds in ftaat gebracht was,om zoo'n aantal van<br />

Scheepen, meest alle, ten minften de groote,<br />

nieuw, in Zee te kunnen brengen. Maar 't<br />

geen men zoo fchielyk niet had kunnen vin­<br />

den, waren Officieren, voornamentlyk fubal-<br />

ternen: en't algemeen gebrek aan Scheepsvolk,<br />

was ook oorzaak dat de Equipagien niet kon­<br />

den voltallig gemaakt worden.<br />

Terwyl de Heer Wentworth noch in den Haag<br />

was, en met hem gehandeld wierdt, had men<br />

op den 4e. Maart ter Generaliteit befloten, aan<br />

Rusland op de Note verbale, in fubftantie te<br />

laaten antwoorden, „ dat Hun Hoog Mog.<br />

„ deeze aangebodene Mediatie wel aannamen,<br />

„ doch geenzins wilden afgaan , van de reeds<br />

„ by de eerfte door haare Rusch - Keizerlyke<br />

,, Majefteit aangcbooden bemiddeling, gelegde<br />

„ gronden, en dus geene verandering in de<br />

„ vrye Zeevaart, volgens verklaaring van Haa-<br />

,, re Maj. zelve, konden gedoogen. " Voorts<br />

hadden Hun H. H. M. M. by een geheim be­<br />

fluit bepaald, aan den Prince van Gallltzin te<br />

doen


15^ M E M O R I Ë N T O T<br />

doen verklaaren, dat zy eenen tyd gefteld hadden,<br />

binnen welken, als Groot Brittanje zich niet verklaarde<br />

wegens de voorwaarden op welke men zou<br />

trachten Vreede te maaken, Hun H. H. M. M.<br />

alsdan de aanneeming van de Mediatie voor nul<br />

Meldenden als niet gedaan. En ten zelfden dage,<br />

hadden hun H. H. M. M. ook befloten , dat Zyne'<br />

Doorluchtige Hoogheid zou verzocht worden ,<br />

ten fpoedigften met het Hof van Frankryk tt con'<br />

certeeren, de wyze om gezamentlyk en gemeenzamer<br />

hand, den Vy and ter Zee te beoorlogen (a).<br />

Deeze Refolutie wierd genomen met zes Provintien,<br />

dewyl Friesland verklaarde ongereed te<br />

zyn, en kort te vooren gezegd had , alleen<br />

voor het cmcerteeren te weezen. Voorts was<br />

dat antwoord meerendeels gefchikt , naar 't<br />

geen ter Vergadering van Holland bepaald ,<br />

en ter Generaliteit op den 18 Feb. door Gedeputeerden<br />

van deeze Provintie, voorgefteld<br />

was geworden (b).<br />

De Penfionaris Visfcher had denzelfden dag<br />

aan Burgemeesteren gefchreeven, dat de Franfche<br />

Ambasfadeur over de genomene Ref. niet<br />

te vreeden was, en het niet zou zyn, ten zy<br />

verklaard wierd, dat het Concert eens gemaakt<br />

zyn-<br />

00 Jaarboeken ,781. bl. i 7 9 < 373. *74 en 275.<br />

W Jaarboeken 1781. bl. 162 en 163.


O P H E L D E R I N G , ENZ. I57<br />

zynde, men geene Vreede voor 'c eindigen der<br />

Campagne zou maaken. Ook gaf gem. Ambas­<br />

fadeur tot dac einde op den 18 Maart eene Me­<br />

morie over, in welke hy rondelyk verklaarde,<br />

dat wilde men dat zyn Meester over het voor­<br />

ftel wegens het Concert zou delibereeren, men<br />

belooven moest, zich van het onderling bepaalde<br />

ontwerp niet te zullen verwy deren, om welke ree-<br />

dencn, om welke inzichten, hoegenaamd, het ook<br />

zou moogen weezen. (V)<br />

Men draalde niec mee hier over te deliberee­<br />

ren: en den 25e. voldeeden hun Hoog Mog.<br />

gereedelyk, aan het verlangen van zyne Aller-<br />

christelyklte Maj. met zich tot het verzochte<br />

te verbinden.<br />

Het klonk wat vreemd, om dit in 't voorby-<br />

gaan aan te meiken, voor de geenen, die niet<br />

blindeling konden goedkeuren 't geen Frank­<br />

ryk deed, dat de Ambasfadeur in evengem. Me­<br />

morie zeide, dat de Koning getrouw aan de be­<br />

ginzelen van gemaaügdheid', die den weezentlyken<br />

grondflagvan zyn politicq Sist erna uitmaakten,<br />

zich zorgvuldiglyk had gewacht, Hun H. H. M.<br />

M. te engageeren, om deel te neemen aan de on­<br />

lusten , die 'er tusfchen Frankryk en Engelandont-<br />

flaan waren. Dit voorgeeven was zeekerlyk<br />

00 Jaarboeken 1781. bl. 27Ö.<br />

op-


1$$ MEMORIËN TOT<br />

opmerkenswaardig, dewyl aan een ieder bekend<br />

was, dat wy ons den Oorlog op den hals<br />

hadden 1<br />

gehaald, om te voldoen aan 't verlangen<br />

van Frankryk, wegens het vervoeren van<br />

Scheepsbehoeftens: dat zyne Maj. zelfs dwangmiddelen<br />

gebruikt had, om de Leeden van Staat,<br />

die hem minder waren toegedaan, over te haaien<br />

, en door haatlyke uitzonderingen aan de<br />

andere zyn genoegen getoond had.<br />

't Was verre van my, dat ik afkeurde, dat<br />

men de middelen beraamde, om den gemeenen<br />

Vyand de meeste afbreuk te doen: integendeel<br />

was de Ref. van Hun Hoog Mog. van den 4*<br />

Maart, by welke Zyne Hoogheid daartoe verzogtwas<br />

geworden, allezins pryswaardig: maar<br />

zich te verbinden, om niec af te gaan van operatkn,<br />

die noch niec overlegd waren, en men<br />

dus niet weeten kon, hoe verre dezelve nuttig<br />

zouden kunnen weezen , en dat byzonderlyk"<br />

op eenen tyd, dac men mee Engeland in oni<br />

derhandeling was, en door 'cveranderen van 'c<br />

Ministerie verwachten kon, dat 'er eene vreedzaame<br />

neiging was, was rechtftreeks, zoo 'c<br />

my voorkwam, ftrydig, mee alle gezonde Staatkunde.<br />

'<br />

Dus ftonden de zaaken, dus was de geileldheid<br />

der gemoederen , toen op den 3 April ds<br />

bei-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 159<br />

beide Rusïïfche Ministers , Prins van Gallitzin<br />

en Heer van Marcow hunne Memorie , ter geleide<br />

van den volgenden brief van den Staatsecretaris<br />

Fox, aan den Rusfifchen Minister te<br />

London, inleeverde: luidende gem. brief:<br />

MONSIEUR!<br />

„ Aiant mis fous les yeux du Roi, 1'éxtrait<br />

„ de la Lectre, que vous m'avés faic 1'honneur<br />

„ de me communiquer, de M 1<br />

'. le Pr. de Gallit-<br />

„ zin & de M r<br />

. de Blarkow, j'ai les ordres de fa<br />

„ Maj. de vous informer, que le Roi, defirant<br />

„ donner des preuves de fon intention envers<br />

,, leursH. H. P. P., & de renouvcller 1'amitié qui<br />

„ aéié li malheureufement interrompue, entre<br />

„ des anciens Ailiés, qui devraient être unispar<br />

„ les liens de leurs interets mutuels, est pret<br />

„ d'entrer dans une Negotiation avec leurs<br />

„ Hautes Puisfances, pour former un Traité de<br />

Paix furie pied du Traité de 1674, entre fa<br />

,, Majesté & la Rcpublique: & que pour facili-<br />

„ ter 1'execution d'un objet que fa Maj. a tanc<br />

„ h coeur, le Roi est pret a donner des ordres<br />

„ immediats pour une armistice, fideleurcoté<br />

„ les Seigneurs Etats Generaux jugent une tel'<br />

„ le mefure convenabie au but propofé. Sa<br />

» Maj.


IÓO M E M O R I Ë N T O T<br />

» Maj. mordonne, de vous expliquer, Mon-<br />

« fieur, fes fentiments fur un objet fi important,<br />

& de vous prier de les faire parvenir<br />

„ aux Ministres de fa Majesté Imperiale au-<br />

„ prés de leurs H. H. P. P. p 0ur qu'iis foienc<br />

„ communiqués fans Ie moindre dèlai aux Mi-<br />

„ nistres de la Republique: jugeant cette ma-<br />

„ mére la plus convenable, pour parvenir avec<br />

„ la Mèdiation & bons offices de fa Maj I m p<br />

„ a mettrefinauxfléauxde la Guerre, qui mal-'<br />

„ heureufemenc fubfiste entre les deux Nati-<br />

„ ons." (a)<br />

00 M Y N H E E R !<br />

Eeni-<br />

Hebbende onder 't oog van.zyne Majefteit gebracht,<br />

een umrekfel van den brief, (dien UEd. m y d'eereheefc<br />

aangedaan my m é ede te deelen) van den Heer Prince van<br />

Gnttuzin en van den Heere Marcow Mh f k I a s t v a n<br />

Zyn Maj. u te onderrichten, dat de Koning verlangende<br />

re geeven, biyken van zyn voorneemen<br />

Mog. en van te vernieuwen de Vriendfchap diezooonge-<br />

, U k , U g<br />

^ h<br />

° ^ - ^worden, tusfchen oude Bondge-<br />

nooten, die door hun eigen belang behoorden vereenL<br />

te zyn , gereed is om aan te gaan, een Traftaat van Vree-<br />

de,op den voet van dat van 1*74, met de Republiek: eu<br />

om te bevorderen de uitvoering van eene zaak, die zyne<br />

Majefteit zoo ter harte neemt, is de Koning gereed om<br />

daadlyk last te geeven tot eenen Wapenftilft and, z o o de<br />

Heeren Staaten Generaal van hunnen kant oordeelen dat<br />

ZO


O P H E L D E R I N G , ENZ. lêl<br />

Èenige dagen na dac gem. Memorie was in­<br />

gekomen, fchreef my de Heer Wentworth , die<br />

in 't begin van February, gelyk wy gezien heb-<br />

ben, juist op den tyd dac hec Ministerie veran­<br />

derde, vertrokken was:<br />

„ Le changement total que je trouvai a mon<br />

„ arrivèe, & dans les principes politiques &<br />

„ dans les hommes a les diriger , vous aura<br />

„ faic fentir que j'ai du trouver de 1'embarras:<br />

„ cependant j'ofe croire que mon retour a éré<br />

„ utile, au moins j'ai toute raifon d'etre flat-<br />

»» ^ par Ia reception gratieufe du Roi, air.fi<br />

>, que de celle de Monfieur Fox. Je n'ai pas<br />

„ perdu un moment a Lui faire mon raport,<br />

„ qui fut fuivi d'une heure de converfation<br />

M trés interesfante avec lui & Monfienr de Sï-<br />

,, mo-<br />

zoodanige ftap voor het voorgetelde einde, noodig is.<br />

Z. M. gelast my, U onder 't oog te brengen, Mynheer,<br />

haare gevoelens, over een zoo belangryk onderwerp: en<br />

U te verzoeken, dezelve te laaten toekomen aan de Mi­<br />

nisters van haare Keizerlyke Majefteit by Hun Hoog<br />

Mog: op dat ze zonder eenig uitftel, medegedeeld wor­<br />

den aan de Ministers van de Republiek: oordeelende zy­<br />

ne M. dit het bekwaamde te zyn, om met de Mediatie<br />

en goede Officien van haare K. M. een einde van de on-<br />

heilen des Oorlogs, die ongelukkig tusfchen de twee Na­<br />

tiën plaats heeft, te maaken.<br />

II. DEEL. Jj


1Ó2 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ moïin. Ce quiregarde mon particulier, je n'ai<br />

„ point du regret, que de n'avoir pas eu plu-<br />

„ tót un eclaircisfement avec vous Monfieur,<br />

„ & avec le grand Penfionaire, qui auroic ac-<br />

„ celeré une decifion dans les affaires , fans<br />

„ faire tort a perfonne. Je me flatte que la<br />

„ bonne harmonie ne tardera pas a fe reta-<br />

„ blir." (a)<br />

Ik deelde deezen brief meede aan die geenen,<br />

op wiens geest Ik vermeende-, dat dezelve,<br />

als eene bekrachtiging van 't fchryven van den<br />

Engelfchen Staats Secretaris, eenigen invloed<br />

zou<br />

O) De geheele verandering die ik by myne aankomst<br />

vondt, en in de Staatkundige beginzelen, en in de Lee­<br />

den , die dezelve beftuuren moeten, zal U hebben doen<br />

begrypen, dat ik eenige hindernis heb moeten vinden. Even­<br />

wel mag ik gelooven , dat myne komst nuttig geweest is:<br />

'ten miniten heb ik alle reeden om voldaan te zyn over<br />

de heufche wyze, op welke zyne Majefteit en de Heer<br />

Fox my ontvangen hebben. Ik heb geen oogenblik ge­<br />

draald met hem verflag te doen, 'tgeeu gevolgdis gewor­<br />

den dooreen bclangryk gefprek, geduurende een uur,<br />

met hem en den Heer Simolin. Wat my betreft, heb ik<br />

geene fpyt dan dat ik niet eerder eene opheldering by U<br />

en by den Raadpenfionaris gezogt heb, 't geen eene be-<br />

flisfing inde zaaken zou verhaast hebben, zonder iemand<br />

te verongelyken. Ik vlei my dat de goede veritandhou-<br />

tling wel dra kerfteld zal zyn.


O P H E L D E R I N G , ÈNZ. 163<br />

zou kunnen hebben: maar het baatte weinig, de<br />

Geesten van eenigen waren te fterk opgewonden<br />

, en die van anderen, wierden door den<br />

ftroom meedegefleepc.<br />

Toen de evengem. brief ter Staatsvergadering<br />

geleezen was, fchreeuwde men zeer over'<br />

de duisterheid deszei ven: dan ter goeder trouwe,<br />

is ze my nimmer zoo voorgekomen: mits<br />

den inhoud aanneemende, met die behoedzaamheid,<br />

als het paslyk was, daar ze van eenen Vyand<br />

kwam.<br />

Daar wierd voornaamlyk in dien brief voorgefteld<br />

, het maaken van een Trablaat 'op den veei<br />

van dat van \ 674, en hy voorraad eene IVaapenfchorfing.<br />

De Koning bood aan een Tractaat<br />

bp den voet van dat van 1674 te maaken. Dit was<br />

immers 'c geen veele verlangden?<br />

Dewyl de Koning liet zeggen op den voet<br />

van het Tractaat van 1674, behoefde men dit<br />

niet woordelyk te volgen: en men kon, of dezelfde<br />

voorwaarden befpreeken, of afzien van<br />

't vervoeren van Scheepsbehoeftens, en alleen<br />

bedingen, vry Schip vry goed, en de lyst der'<br />

Contrabande goederen vermeerderen , met de*<br />

goederen over welke men getwist had.<br />

Maar men beredeneerde de zaak weinig; eri<br />

ilep alleen j dat de Engelfchen niet ter goeder'


IC>4 M E M O R I Ë N T O T<br />

trouw handelden ; dat zy ons maar in de luieren<br />

wilden leggen.<br />

Dit kon waar zyn, en alle voorzichtigheid was<br />

pryswaardig: doch hun voorftel had minder ver­<br />

dacht behooren te zyn, vooreerst, om dat hun<br />

belang meedebracht, gelyk ik vermeen te voo­<br />

ren klaar te hebben aangetoond, dat de vyand-<br />

lykheden tusfchen hun en ons, eens een ein­<br />

de namen; zoo om zich te ontdoen van eenen<br />

Vyand, die daaglyks geduchter wierd, als om,<br />

en die was wel 'c voornaamfte, ons van Frank­<br />

ryk af te houden . en het oud Sistema weder<br />

te doen herlceven. Ten anderen, om dat hun<br />

aanbod een gevolg was, van hec Sistema, dat<br />

de Leeden van hec tegenwoordig Ministerie,<br />

toen zy noch in de oppofitie waren, gevolgd<br />

hadden.<br />

Aanmerklyk waren de woorden van den<br />

Heer Fox , in zyne Reede voering in 't Parlement<br />

den 30 April uicgefprooken. Na zich verwon­<br />

derd te hebben over de roekeloosheid van 't<br />

laatde Ministerie, in hec noodzaaken der Hol­<br />

landeren cot den Oorlog, cerwyl Engeland reeds<br />

onder den Kryg mee Frankryk bezweek, voeg­<br />

de hy daarby:<br />

fVie zou hebben durven gelooven, dat Ministers<br />

noch ae hardnekkigheid hadden, tegen de be-<br />

mid-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 165<br />

middelende Mogendheden te durven fpreeken van<br />

het ftrafen van van Berckel: en zelfs eene voor­<br />

beeldige flrafeisfchen, als een preliminair Ar­<br />

tykel van een Vreedes Trabiaat met Holland.<br />

Maar wat van de goede of kwaade intentie<br />

van 't nieuw Engelsch Ministerie ook weezen<br />

mochte: zoo vraag ik, of het wyslyk , of het voor­<br />

zichtig was, alles ce verwerpen, en verbinte-<br />

nisfen aan te gaan, door welke men zich benam,<br />

de mooglykheid, om van de aanbieding, zoo zy<br />

ter goeder trouw gefchiedde, gebruik te kun­<br />

nen maaken ?<br />

Het cweede gedeelte van 't voorftel van En­<br />

geland was, eene Waapenfchorfmg: daar wilde<br />

men in 'c geheel niet van hooren : dat was, riep<br />

men, zuiver bedrog, en zou nergens toedienen,<br />

als om de Republiek geheel werkloos te maaken,<br />

om daarna met dezelve naar welgevallen te kun­<br />

nen handelen.<br />

't Kon waar zyn : maar wac belecce , gedu­<br />

rende die Waapenfchorfmg, mee de toebereid-<br />

felen tot den Oorlog, voort te gaan, en van den<br />

tyd gebruik te maaken, om, konden de zaaken<br />

niet gevonden worden, in eenen geduchter ftaat<br />

te zyn?<br />

Deeze onvoorzichtigheid beging men , in ee­<br />

nen tyd, dat men, gelyk Ik zoo even zeide, noch<br />

L 3 niet


ïtfé" M E M O R I E S T O T<br />

met wist, wat Frankryk voor ons zou doen •<br />

en wy alleen noch niets konden uitrichten.<br />

Men zie den inhoud der Note, door den Fiscaal<br />

van der Hoop aan den Franfchen Ambasfadeur<br />

overgegeeven , onder Byl. N. Alles wat<br />

men voorzag in Mey i„ Zee te kunnen brengen<br />

beftond in i zeeventiger, o zestigers, 8a<br />

9 vyftigera, beneffens eenige Fregatten van 40<br />

S^en 20 ftukken. Waarlyk eene geringe Macht<br />

om de Kusten te befchermen , de Havens en<br />

Reeden onbelemmerd te houden, en de Koopvaardyfcheepen<br />

te convoijeeren; laat ftaan den<br />

Vyand afbreuk te tloen!<br />

Men vreesde voor werkloosheid.' Daar over<br />

had men , 't is waar niet zonder reeden, van den<br />

beginne van den Oorlog af geklaagd: maar, had<br />

d;e noch plaats, zoo was s<br />

er weinig hoop, dat<br />

ze zoude overwonnen worden, en dan leek on«<br />

zeekerlyk de Oorlog niet: was zy niet meer'<br />

daar, of ten minften minder, dan konden immers<br />

die geenen, die ze hadden doen ophouden<br />

, met dezelfde yver haar hebben blyven<br />

weeren , terwyl ondertusfchen tyd gewonnen<br />

W-d omby hec evengen, getal Scheepen n<br />

den Zomer of teegen 'c Najaar ce kunnen voegen,<br />

a zeeventigers, 4zestigers, en noch x vyf.<br />

ïiger. Zie dezelfde Note J>.<br />

Het


O P H E L D E R I N G , ENZ. l6><br />

Hec blykc uic de Petitie van den Raad van<br />

Scaace, en uic den brief van de algemeene Staa-<br />

ccn, aan de Bondgenooten ter geleide van dee­<br />

zen gefchreeven, in welken ftaat de Republiek<br />

toen noch was, en de geringe hoop die men<br />

voedde, om tegen den Zomer in eenen tamely-<br />

ken ce weezen.<br />

Maar daar fcheelde hec niec; zommigen, die-r<br />

zich door de kunftenaryen en vleijeryen van<br />

'c Franfche Hof hadden laacen beleezen, had­<br />

den reeds bepaald, geene afzonderlyke Vreede<br />

mee Engeland ce maaken, cerwyl zy zich veel<br />

beloofden van 'c bewuste Concert.<br />

Anderen, die onpartydiger waren, wierden<br />

wederhouden door de vrees voor de gevoelig­<br />

heid van 'c evengem. Hof.<br />

De Franfche Ambasfadeur had met zoo veel<br />

ophef van dac Concert gefproken , dac veele<br />

Leeden der Regeering, voornaamlyk in Holland<br />

en Friesland, 'er zoodanige verwachting van had­<br />

den, dac zy fcheenen te denken, dac hec vallen<br />

en hec ftaan der Republiek daarvan zouden af­<br />

hangen. Wy zullen in 'c vervolg zien, hoe deer-<br />

lyk men mee dat Concert geftaan heefc.<br />

Om dan het treffen van een afzonderlyk ver-<br />

gelyk met Engeland tegen ce gaan, ja fchier on-<br />

mooglyk te maaken, had men twee middelen<br />

L 4<br />

i n


J<br />

68 M E M O R I Ë N T O T<br />

in 't werk gefield: vooreerst het toèlddten van<br />

den Heer Adam s, als Minister van V Congres; de­<br />

wyl men verwachtte, dat de Koning van En-<br />

-geland, eershalven zich met de Republiek niet<br />

zou kunnen verzoenen , als derzelver Staaten<br />

zyne rebelleerende Onderzaaten voor haare<br />

Vrienden en Bondgenooten aannamen, 0f ten<br />

minften met hun als een onaf hanglyk Volk han­<br />

delden. Ten tweeden: het concerteeren der ope­<br />

ratien voor den aanflaanden Veldtocht , met<br />

de verplichting om van ^ C O N C E R T , om<br />

geene reede, hoe genaamd, af te gaan.<br />

Wat het eerfte betreft, de admisfie van en<br />

het handelen met den Heer Adams , zoo heb­<br />

ben wy gezien, hoedanig men in 1781 en noch<br />

in 't begin van 178a, voornaamlyk te Amfter­<br />

dam daarop dacht. (bl. 145.) Maar welhaast deel­<br />

de men overal in de algemeene yver voor de<br />

nieuwe Republiek, de geesten wierden over­<br />

al warm gemaakt, door in 't openbaar en on­<br />

der de hand, hoog op te geeven, van de voor­<br />

deelen, die de Ingezeetenen van den Staat, in<br />

't algemeen, maar in 't byzonder de Fabryken,<br />

daar door zouden verkrygen.<br />

Te Amfterdam, re Leiden, te Haarlem en in<br />

andere plaatzen, wierden Kequesten aan de Re­<br />

geering ingeleeverd, om den Heere Adams te<br />

ad-


O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏÓ9<br />

'admitteeren , en een Traébat van Koophan­<br />

del met de nieuwe Republiek te fluiten. Die<br />

nieuwsgierig zyn, om de tafereelen te zien,<br />

die verhitte harfens wisten te maaken, van de<br />

onbegryplyke voordeelen, die daaruit zouden<br />

voortvloeijen , leezen de Requesten en de<br />

Dank - Adresfen, daar over, in deeze Provintie<br />

en in de andere, ingeleeverd. (V)<br />

Maar die de zaak met een onpartydig oog,<br />

en met bedaardheid befchouwden, konden ge­<br />

noeg verwachten ,'t geen gebeurd is,naamlyk,<br />

dat van alle die fraaye herfenfchimmen , van<br />

welke de beruchte Ridder van der Capelle tot<br />

den Poll , een der voornaamfte vertoonders<br />

was, als fchimmen verdweenen zyn.<br />

Vry bezaadigder, en vry verftandiger dan<br />

evengem. politiquen Held, liet zich over deeze<br />

zaak uit, de Schryver der Nederlandfche Jaar­<br />

boeken, in zyn ftukje van Jan. 1731 , bl. 29.<br />

„ Daar zyn," zegthy, „ die zich hieruit veel<br />

„ goeds, en eenen nieuwen bloei voor onze<br />

„ vervallene Fabrieken voorfpellen: doch an-<br />

„ deren meenen, dat de lasten en duurte der<br />

3, leevensmiddelen, en daardoor,by noodzaak-<br />

„ lyk<br />

(V) Jaarboeken van 17 82 , bl. 27S, 465). 477. 505.<br />

500. 512 en 518.<br />

1<br />

L 5


17° M E M O R I Ë N T O T<br />

„ lyk gevolg, de arbeidsloonen hier te Lande<br />

„ zoo hoog zynde, en noch daaglyks door den<br />

„ teegenwoordigen Oorlog hooger fteigerende,<br />

„ hec onmooglyk is, dac wy hier uic voordeel<br />

„ zouden kunnen trekken: dac als hec waar is<br />

„ gelyk hec waar is,dac wy alreeds voorlanf,<br />

„ om die zelfde reede, vreemde handwerken en<br />

„ goederen naar onze eigene Volkplantingen<br />

„ hebben moecen zenden, hec niet minderwaar<br />

„ zal zyn, dac de nieuwe Republiek de gefa-<br />

„ briceerde Stoffen van daar zal trekken, waar<br />

„ zy die het beste koop vind. Derhalven dat<br />

„ zoo wyal die naar Noord - America zouden<br />

„ willen zenden, dan noch onze Kooplieden<br />

„ die ftoffen van die plaatzen zouden moeten<br />

„ ontbieden, waar men dezelve ten minften<br />

„ pryze zoude leeveren."<br />

Maar dit alles kon niet helpen, Vreede met<br />

Engeland wilde men niec, en alles dac die beleccen<br />

kon, moesc by de hand genomen worden.<br />

In Friesland, daar de beftiering het teegengefielde<br />

was, van de geene, die gedurende het<br />

jaar 1787 zoo veel roems aan de Regenten aldaar<br />

verfchaft heeft, was eer Scaacsvergadering<br />

befloocen, geen anewoord aan Rusland op de<br />

aangeboodene Mediatie ce geeven , voor dat<br />

Adams als Minister erkend zou zyn.<br />

In


O P H E L D E R I N G , ENZ. IJl<br />

In Holland wierd de zaak den 29 Maart in<br />

overweeging gebracht , en des anderen daags<br />

befloten: „ Dat de zaak van wegens Hun Ed.<br />

„ Gr. Mog. ter Generaliteit daar heen zou wor-<br />

„ den gedirigeert, en daarop ten fterkften ge-<br />

„ infteerd, dat de Heer Adams als Afgezant<br />

„ van de vereenigde Staacen van America, ten<br />

„ fpoedigften by Hun Hoog Mog. moge wor-<br />

„ den geadmitteerd en erkend : en de Raadpen-<br />

„ lionaris gelast, den voorsz. Heere Adams van<br />

„ deeze Hun Ed. Groot Mog. Refolutie, on-<br />

der de hand te informeereh.<br />

In 't voorbygaan kan ik niet nalaaten te doen<br />

opmerken, hoedanig die last en zoortgelyke,<br />

altyd ftrydig zyn met de beginzelen van onze<br />

Regeeringsform,en aanduiden,dat in 'tbeftuur<br />

der zaaken geen order gevolgd wordt, 't Is<br />

immers onwederfpreeklyk, dat alle de zaaken<br />

die ter deliberatie der Bondgenooten, of hun­<br />

ner afgezondenen ter Generaliteit , gebracht<br />

moeten worden, als, by voorbeeld, het al of<br />

niet admitteeren van vreemde Gezanten , haar<br />

beflag niet kunnen krygen, voor dat zy aldaar<br />

geconcludeerd zyn: dierhalven is het teegen al- -<br />

le goede order, dat één enkeld Lid van de Re­<br />

geering, van zyn byzonder advys, kennis gee-<br />

ve, en de deliberatien van den Staat, als 't wa­<br />

re, vooruit loopt. Dier-


*7 a<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

Diergelyke ongeregeldheden, die wel al­<br />

toos . maar nimmer zoo dikwyls als zeedert<br />

eenige jaaren plaats hebben gehad, duiden<br />

voorzeekeraan, eene afwyking van de waare<br />

grondbeginzelen van beftiering, en eene Re-<br />

geeringloosheid, die wy, God beeterc, maat<br />

al te veel beproefd hebben. Maar dit, gelyk<br />

Ik gezegd heb \ in 't voorbygaan.<br />

De andere Provintien volgden welhaast het<br />

voorbeeld van Holland en Friesland: zoo dat<br />

op den ipe. A p r ü h y ,_ f u n H o Q g M o g > b e f l o_<br />

ten wierd, den Heere Adams als Afgezant van<br />

de verëenigde Staaten van Noord- America te<br />

erkennen: ( ay en kort daar na wierd noch ge­<br />

regeerd , een Commercie Tractaat met de<br />

aanilaande nieuwe Mogendheid aan te gaan,<br />

welk Traftaat in de volgende Maand van<br />

Gclober zyn befhg kreeg, (by<br />

Of deeze nieuwe hinderpaal aan het needer-<br />

leggen der twist tusfchen Engeland en de Repu­<br />

bliek niet genoeg ware, had men eene tweede<br />

koorde aan zynen boog: naamlyk, het concer­<br />

teeren der operatien voor den volgendenVeldtochi<br />

met i ran*ryi, m<br />

met deeze was men zoo vol-<br />

00 Jaarboeken I 78 2. bl. 459. en volg.<br />

W Jaarboeken i 7%2. bi. l 6 6 u<br />

lee-


O P H E L D E R I N G , ENZ. *73<br />

leedig gedaagd,dat men niet alleen, gelyk wy<br />

gezien hebben, ter Generaliceit had doen be-<br />

fluiten, zoodanig een overleg te maaken, maar<br />

ook kort daarna op de eerfte vertooning van<br />

den Franfchen Ambasfadeur bepaald had, daar­<br />

van , gedurende de Campagne, om geene rede,<br />

af te gaan.<br />

In deezen ftaat van zaaken, de onafhanglyk-<br />

heid van de Americanen plegtig erkend, en de<br />

handen gebonden door de Refolutie, op aan­<br />

drang van den Franfchen Ambasfadeur geno­<br />

men ('t geen alles gefchied was , voor dat de<br />

bovengem. brief van den Staatsfecretaris Fox,<br />

op den 3e April door de Rusfifche Ministers aan<br />

Hun Hoog Mog. was meedegedeeld) deed hec<br />

weinig tot de zaak , of die brief duister of on­<br />

duister was. Het geliefde oogmerk om den Oor­<br />

log mee Engeland, een gevalle van Frankryk,<br />

te doen voortduuren, was bereikt: men had<br />

zich roekloos aan 'c welgevallen van hec Hof<br />

van Verfailles volftrekc overgegeeven; zonder<br />

alvoorens beproefd ce hebben , of de Engel­<br />

fchen ter goeder of kwaader trouwe handel­<br />

den; zonder mee hec Hof van Verfailles ce zyn<br />

afgefprooken, dac hec geene Vreede zou maa­<br />

ken, zonder aan ons ce bezorgen , de zelfde<br />

voorwaarden, die men altyd tot den grondflag<br />

der


*U M E M O R I Ë N T O T<br />

der verzoening met Engeland g e, e gd W .<br />

vrye vaan, we,er geevin g, V a n ^ *J£<br />

Hl M<br />

'


O P H E L D E R I N G , ENZ. iJTj<br />

tnorie der Rusfifche Gezanten te antwoorden,<br />

„ dat, dewyl het Interest deezer Republiek het<br />

„ volftrekt noodzaaklyk maakte, om een plan<br />

„ van Oorlogs- operatiën met Frankryk voor<br />

„ de aanftaande Campagne te concerteeren t en<br />

„ eenen Minister der vereenigde Staaten van<br />

„ America te admitteeren, Hun Hoog Mog.<br />

i, zich verplicht vonden, den voorflag onlangs<br />

„ door het Hof van Engeland gedaan, om tot<br />

„ verkryging van eene particuliere Vreede ,<br />

„ op den voet van h Tradaat van 1674 in on*<br />

„ derhandeling te treeden, te declineeren."<br />

Men kan zeggen, dat toen de grondflag ge­<br />

legd is van den noodlottigcn toeftand, in wel­<br />

ken door den invloed van het Franfche Hof i dit<br />

eertyds zoo gelukkig, zoo machtig en zoo ge­<br />

acht , daarna zoo ongelukkig , zoo verzwakt<br />

en zoo veracht, en nu noch zoo wankelend<br />

Gemeenebest, gebracht is geworden. Het ver­<br />

haal van't geen verder tot het fluiten der Vree­<br />

de gebeurd is, zal toonen, hoe onberaaden,<br />

hoe roekloos het is,zich te ftellen in de nood­<br />

zaaklykheid van te moeten volgen,de maatree­<br />

gelen, die door machtige Bondgenooten wor­<br />

den voorgefchreeven. Ik wil niet beweeren ,<br />

dat geene andere Mogendheid als Frankryk,<br />

ons zoodanig lot zou hebben doen ondergaan,<br />

geens-


1?6 M E M O R I Ë N T O T<br />

geenszins: aile Hoven denken en handelen op<br />

dezelfde wyze: hun oogmerk te bereiken, is de<br />

zaak, de wyze op welke,onverfchiJlig. Eenen<br />

verdervenden Oorlog aan eenen Bondgenoot te<br />

berokkenen; tot deszelfs byftand zoo weinig<br />

mooglyk te beueeden; deszelfs belang op te<br />

ófferen, als het eigen daardoor bevorderd kan<br />

worden, is de handelwyze van alle Vorften, in<br />

alle tyden geweest.<br />

De één is niet beeter, als ik het zoo zeggen<br />

. mag, dan de ander, Vriendfchap, Edelmoedig­<br />

heid, en diergelyke deugden zyn maar klanken<br />

in de Zcedcnlcer der Hoven. Men bedriegt<br />

zich,zoo men denkt dat Machiavel zyne eige-<br />

ne gevoelens aan den dag heeft gelegd, \ zyn<br />

die der Hoven, die hy gefchetst hcefr.<br />

Maar laat ons wèderkeeren tot hec verflag<br />

dat ik begonnen heb te geeven, van hec voor­<br />

gevallene eer geleegenheid van hec handelen<br />

over hec bewusc Concert.<br />

De Franfche Ambasfadeur, die, gelyk wy ge­<br />

zien hebben, (bl. , 5 4 0 v o o r z y n v e r c r e k M a r<br />

Parys, van 'c geen de Republiek die jaar in Zee<br />

zou kunnen brengen, en daarmeede uitgericht<br />

zou kunnen worden, kennis gekreegen had<br />

mee verzoek om zynen Meeseer te noopen \<br />

taec deszelfsZeemacht die po,gingen te onder-<br />

fteü-


O P H E L D E R I N G ; ENZ. %7f<br />

fteuhen, was in 't laatst van Janüary of begiri<br />

van February wedergekeerd, doch zonder ee«<br />

hig antwoord van belang op de aan hem over-<br />

gegeevene Note. Hy liet evenwel niet na,<br />

veel van den byftand zyn's Meesters te beloö-<br />

ven, en daarvan hoog op te geeven, zo meri<br />

aannam van de te neemene Maatregelen voor<br />

het eindigen des Veldtochts, wat 'er gebeuren<br />

mocht, niet af te gaan;<br />

Toen op dit onderwerp by Hun Hoog Mog.'<br />

Op den 25 Maart overeenkomftig beflocen was,<br />

gelastte Zyne Hoogh. den Fiscaal yan dsr Hoop t<br />

te gelyk met die Refolutie aan gem. Ambasfa­<br />

deur ter hand te ftellen eene Note, in welke<br />

te kennen wierd gegeeven: ,3 dat in Ybegiri<br />

„ van Mey, van ons in Zee zou zyn een Es-<br />

i } quader, beftaande uit 1 Schip van 70, 7 a<br />

9 i 8 van 60, 6 a 7 van 50, en 4 van 40 ftuk-<br />

i } ken, teneffens 10 Fregatten van 36, en 7<br />

,j van 20 ftukk n. Dac van deeze Scheepen 1<br />

„ zestiger, 2 vyftigers,en 3 a 4 Fregatten af-<br />

A gezonderd zouden worden, om de S.:heeperi<br />

„ naar de Indien gef~hikt, tot op de hoogte<br />

„ van Hitland te convoyeeren, terwyl de an-<br />

S ) deren, de Oost-lndifche Sjheepen in Dronv<br />

b, chem leggende, zouden gaan af haaien, oni<br />

ze te zaamen, met die uit de Oostzee ver*<br />

n<br />

II. DEEL. M „ wacht


M E M O R I Ë N T O T<br />

* wacht wierden, naar de Havens deezer Lan~<br />

„ den te geleiden." Dat vervolgends dit Es.<br />

» quader in de Noord-zee zou kruisfen, om<br />

z e H a v e n s t e d e k<br />

» °" ken , den Vyand aldaar<br />

„ zoo veel mooglyk afbreuk te doen, de Koop-<br />

„ vaardy Scheepen naar de Oost-zee te gelei-<br />

» den, en de Oost-Indifche Scheepen, die te-<br />

„ gen Oclober op die hoogte zouden kunnen<br />

„ komen, te gcmoet te zeilen, waarna het-<br />

„ zelve in 't einde van die Maand weder zou<br />

„ invallen, om winterlaag te houden, waar-<br />

„ toe de ongelukkige legging van onze Havens nood-<br />

„ zaakt vroegtyJig te moeten komen." Maar dat,<br />

„ om dit alles te durven onderneemen, zonder<br />

„ te kort te doen aan de voorzichtigheid, die<br />

„ te meer vereischt wierd, dewyl de ftaat on-<br />

„ zei Zeemacht , die aangezien het noch gering<br />

„ getal van Scheepen, en het gebrek aan Offi-<br />

„ eieren en Matroozen niet veel afbreuk kon<br />

„ lyden, het allernoodzaaklykst was, dat de<br />

„ Navale macht der Engelfchen elders beezig.<br />

„ wierd gehouden, en zulks het voornaamfte<br />

„ doel der geconcerteerde operatien moest wee*<br />

i>' zen."<br />

,, Dat de Heer Hertog dierhalven verzocht<br />

„ wierd, het bovengemelde plan aan zyn Hof<br />

„ meede te deelen, om op het fpoedigfte<br />

>•> mo-


ö P Ü ï L n E R t Ü (5, ENZ. 17$<br />

i, mogen weeten dé middelen eh de krachteri<br />

j, die hetzelve In 't werk zoude kunnett ert<br />

Ü Willeh ftellen, om tot de geftelde eindens<br />

,j meedë te werken." (a)<br />

Op den 8e. April kwam dë franfche Am­<br />

basfadeur mondeling aan Zyne Hoogheid bren­<br />

gen j het antwoord van zynen Meester op dett<br />

inhoud van evengemelde Note: de Gezant Zei<br />

hoofdzaaklyk: dat zyne Allerchristelyklté<br />

j, Majefteit doen Zou, alles wat de omftandig-<br />

i, heeden zouden toelaaten, om efficaceniem tè<br />

j, begünftigen de operatien die in de Note gede*<br />

}, vèloppeerd waren j en dat zyne Maj. dacht vari<br />

ü zeer veel belang te zyn, da;t de Heef Prins<br />

Stadhouder voortging met dë uitvoering<br />

iy daartoe te prepdreerëh, en té ver volgen met<br />

3, de gröotfte détotttU? (£)<br />

Zyne Hoogheid dèn Ambasfadeur verzocht<br />

hebbende zyn gezegde iri fchrift te vervatten $<br />

deed dié Heer o p den 16e. daaraanvolgende $<br />

aan den Heer Fiscaal geworden, het Biljet té<br />

vinden onder de Byl. IA B. gedagteekend deri<br />

8 e<br />

. April, inhoudende 't geen zynë Excell. bp<br />

deezen dag mondeling, zoo als wy zoo everi<br />

(V Byl. O.<br />

(i) Byl. P.<br />

M a<br />

gé*


ï8o M E M O R I Ë N TOT<br />

gezien hebben, aan Zyne Hoogh. gezegd had..<br />

De Fiscaal vertoonde fchriftelyk aan den Am­<br />

basfadeur, dat deszelfs Note, in geenen deele<br />

beantwoordde 3 aan het verzoek den a6 Mjart<br />

fchriftelyk gedaan, dewyl zyne Excell. niet al­<br />

leen verzocht was, 't geen van onzen kant zou<br />

gedaan worden ter kennis van zyn Hof te bren­<br />

gen, maar ook teffens Ons meede te deelen, de<br />

Inftructun die hy Ambasfadeur ontvangen zou:<br />

en byzonderlyk de middelen, en de macht die<br />

zyn Hof zou kunnen of willen gebruiken, om<br />

het voorgeftelde doel te bereiken, op dat de<br />

noodige beveelcn alhier zouden kunnen gegee­<br />

ven worden, (a)<br />

Het fchriftlyk antwoord van den Ambasfa­<br />

deur daarop den 17e. aan meergem. Fiscaal over­<br />

handigd, hield doch niets naders in: (bj maar 'c<br />

fehynt dat de Note op dit laatfte antwoord ten<br />

zelfden dage aan den Ambasfadeur, door meer­<br />

gem. Fiscaal ter hand gefteld, (c) eenige meer­<br />

dere aandrang bevattende , geleegenheid heefc<br />

gegeven tot de Note door zyne Excell. aan<br />

denzelfden Fiscaal overgegeeven den 3 Mey. (d)<br />

00 Byl. q.<br />


OPHE L D E R I N G , ENZ. l8l<br />

In deeze beweerde de Ambasfadeur, na de<br />

gewoone vertooning van 's Konings bereid­<br />

willigheid, „ dat reeds als een gevolg van toe»<br />

„ bereidzelen in zyne Majefteits havens, ge-<br />

„ reekend moest worden, het gelukkig uitloo-<br />

„ pen van ons klein Esquader naar de West-<br />

„ Indien op den 8 €<br />

. April te vooren, dewyl<br />

„ door die toebereidzelen, de Engelfche Zee-<br />

„ macht geheel naar de Franfche Kusten ge-.<br />

„ trokken was: en dat het ook waarfchijnlyk<br />

„ was, dat zoo dra de gecombineerde Franfche en<br />

„ Spaanfche Vlooten in Zee zouden zyn, zy<br />

„ de gantfche Britfche Zeemacht zouden doen<br />

„ wenden naar de ftreeken die gem. Vlooten<br />

„ zouden bezetten, en Engeland dus buiten<br />

„ ftaat zou gefteld worden om te vermeerde-<br />

„ ren, 't getal der fcheepen die voor de Noord-<br />

„ Zee gefchikf waren. Dat de fchikkingen be-<br />

„ treklyk de operatien in het Canaal, geree-<br />

„ geld moetende worden, met de geene, die<br />

„ gedurende de gantfche Campagne plaats moes-<br />

„ ten hebben, zyne Allerchr. Maj. den Ko-<br />

ning van Spanje, aangaande deeze om beflis-<br />

„ fend antwoord gevraagd, en tot dat einde ee-<br />

„ nen Courier reeds den S3 April laastleedén<br />

„ naar Madrid gezonden had, die noch niet was<br />

s, wedergekeerd."<br />

M 3<br />

K o r t


ïffo "MEMORIËN T O T<br />

Kort daarna, den 14e. derzelver Maand,<br />

fchreef de Penfionaris Visfcher aan Burgemees*<br />

leren:<br />

„ Dat de Franfche Ambasfadeur aan den<br />

„ Raadpenfionaris gecommuniceerd had, dat de<br />

„ Koning zyn Meester van intentie was, pro?<br />

„ chainement, ( dit was het woord 1 de operati-<br />

„ en yan 's Lands Esquader te doen onder-,<br />

„ fteunen; dat Hy tot dat einde, eene gecoxnbi-<br />

v neerde v loot van 40 Scheepen van linie ' a) in<br />

„ Zee zou doen verfchynen, die in de Middel-<br />

„ landlche Zee en jn den mond van 't Canaal<br />

3, zou kruisfen, om daardoor de macht der Enfi<br />

gelfchen te verdeden a en van de Noord zee<br />

„ te verwyderen; terwyl men het retour van<br />

,» een Courier, naar Spanje gezonden , afvvacht-<br />

1* te, om nader kennis te geeven, wat eigen-<br />

p lyk de vereenigde Vlooten zouden doen."<br />

Dé<br />

(V De Heer Boers die des tyds zich te Parys voor "s Com.<br />

pagnies Zaaken bevond, fchreef my den 24-. Mey, dat voor<br />

zooveel hy had kunnen nagaan, het getal der Scheepen,<br />

die des tyds teBre«,I'Orient, Toulon en Rochefortzich,<br />

bevonden, beftond in ,8 a : 9, dewelke met die, die, on­<br />

der g ( lejde van Mc de Quiche uit Kadix moesten komen ,<br />

22 a 23 uitmaakten: dat 'er wel meerder in de Havens<br />

F»ren, en ook aangebouwd wierden, maar buiten Raat<br />

firn yoor als npcji dienst te doen.


O P H E L D E R I N G , EHZ.' 183<br />

De Penfionaris voegde daar by, dat men in '*<br />

zeekere onderricht was, dat de Engelfchen op zyn<br />

hoogst 25 Scheepen van Unie in Zee kenden brai-<br />

Maar behalven dat hier weder geene bepaa­<br />

ling van tyd was, wanneer die Scheepen zou­<br />

den uitboren, en dat de Franfche Gezant,<br />

(volgens een nader fchryven van den Penfio­<br />

naris Visfcher aan Burgemeesteren) gevraagd,<br />

of de gecombineerde Vlooten waren uitgeloo-<br />

pen , geantwoord had, dat hem daar niets van be­<br />

wust -was, zoo fcheen evengem. Gezant, zoo<br />

kleine verwachting van de verrichtingen van<br />

die Vloot te hebben, dat hy omtrent dien zelf­<br />

den tyd op de Rheede van Texel zich bevin­<br />

dende, het uitloopen van ons Esquader fLrk<br />

afried, en zelfs de Scheepen, die toen op die<br />

Rheede lagen, en voor Frankryks Reekcning<br />

naar Oost-Indien moesten, liet neutralifeeren. (a~)<br />

't Is waar, dat in 't begin van Juny, hec<br />

Hof<br />

(V) 't Is te bewonderen dat een Minister van een groot<br />

Vorst, bekleed met het aanzienlyk en allezins eerbied­<br />

waardig Characier van Ambasfadeur, waardoor hy dus<br />

als de Koning zelve moest befchouwd worden, zich vér-<br />

neederde, pin meede eene daad te pleegen, dienimmer<br />

aan de goede trouw getoetst heefc kunnen worden. '<br />

M 4


184 M E M O R I Ë N T O Ï<br />

Hof van Frankryk aan Hun Hoog Mog. ken­<br />

nis gaf, dac 32 Scheepen van linie, meesc Spaaa-t<br />

fche, van Cadix naar hec Canaal zouden zeilen,<br />

waardoor, zoo hec gem. Hof zeide, terwyl de<br />

Engelfche Zeem: chc beezig zou gehouden wor­<br />

den, ons Esquader geleegenheid zou hebben<br />

pm uic ce loopen, en 'c een of 'c ander ce on-<br />

derneemen.<br />

Maar korc daarna, kwam doch een Engelsch<br />

Esquader van 16 zwaare Scheepen voor onzen<br />

wal; cn alhoewel eenige derzelven , zich een<br />

poos daarna van onze Kusten verwyderden,<br />

wierd nochthnns by den Zee-Krygsraad betlo-<br />

ten, dat ons E-quader niec kon in Zee loor<br />

pen , om d; t hec te zwak was. 'c Is waar dat<br />

'er re gelykertyd eene ziekce heerschte , die<br />

een groot gedeelte der Matroozen buicen ftaat<br />

ftelde.<br />

r Deeze Zieken beeterden doch allengskens^<br />

en de gecombineerde Spaan fche en Franfche Vloo­<br />

ten hadden eene diverfie kunnen maaken,<br />

Van welke wy party hadden kunnen trekken,<br />

zoo de geallieerde Hoven hadden kunnen goed­<br />

vinden, gemeld; Vlooten wat langer omtrent<br />

de Engelfche Kusten, en op de hoogte van 't<br />

Canaal te laaten vertoeven. Maar in tegendeel,<br />

de aangekondigde gecombineerde Vloot vertoonde


O P H E L D E R I N G , ENZ. 185<br />

de zich wel ter beftemder tyd, doch de Fran­<br />

fche Ambasfadeur gaf reeds in 't begin van<br />

Augustus kennis, dat zy binnen weinig dagen<br />

het Canaal zou. verlaaten.<br />

Te meermaalen wierden zyne goede Offi-<br />

cien, om de Vloot noch te doen vertoeven,<br />

tot dat ten minften de Scheepen der Oost - fnd.<br />

Compagnie binnen geloopen, en in behoude Ha­<br />

ven zouden zyn, zonder vrucht verzocht: doch<br />

eindlyk nam hy aan, eenen Courier naar zyn<br />

Hof te zenden, om nadere Inftruétien te vraa-<br />

gen, zeggende'doch teffens, dat hy zulks niet<br />

deed , comme une fuite & en confequence du Con*<br />

fert, mais comme êtant le voeu de la Republiquei<br />

ppenlyk beweerende, dat door het Concert niets<br />

anders verftaan moest worden, dan dat men<br />

aangenomen had, elkander te waarfchouwen van<br />

't geen men doen zou: maar dat 'er nimmer hec<br />

voorneemen geweest was, om eenige operatie<br />

te concerteeren..<br />

Eenigen tyd daarna beweerde zelfs de Gezant,<br />

dat nimmer grooter dienst, dan door het even-<br />

gem. vroegtydig vertrek, aan de Republiek ge­<br />

daan was, dewyl daardoor de Engelfchen ge­<br />

noodzaakt waren geworden, die Vloot te vol­<br />

den en de Noord-Zee te verlaaten. Hy beweer­<br />

de zelfs, dac men ter kwaader trouw ons Esquar<br />

M 5


£85<br />

M E M O R I Ë N TOT<br />

der niet had laaten uitloopen, zoo dra de Engelfche<br />

Vloot ach w v o o r T e x d v e r w y d e r d<br />

had: ea Hy fcheen zeer kwaalyk te neemen,<br />

dat men geen geloof had willen flaan, a a n eenen<br />

parnculieren brief, die hy u* Oliënde ontvangen<br />

had, m welken gemeld wierd, darde Engelfche<br />

Scheepen in hunne Havenen waren ingevallen:<br />

terwyl doch alle de berichten die wy<br />

hadden meedebrachten, dat ze naar 't Noorden<br />

gezeild waren, om de Koopvaardy Vloot die<br />

zy uit de Oost-Zee verwachten te dekken.<br />

Hoe beuzelachtig die zwetfery van den Gezant<br />

was, is tastbaar: welke waarfchynlykheid<br />

was er, dat de Engelfchen, terwyl de gecombineerde<br />

Vlooten op hunne Kusten zouden zyn<br />

geweest, de hunne, door detachementen zouden<br />

verzwakt hebben, om Texel en de Noord-<br />

Zee t e b e z e t r e n ? m ^<br />

zu.dvvaards fteevenende, wierden zy zeekerlyk<br />

van a«e vrees voor hunne Kusten bevryd<br />

en kreegen de handen weder ruim.<br />

'< Was geen wonder, dat de Ambasfadeur 't<br />

gedrag van zyn Hof, dat, na den ophef dien<br />

men van 't nut dat de Republiek van die gecomhneerde<br />

Vlooten zou trekken gemaakt had, zeer<br />

vreemd moest voorkoomen, trachtte goed te<br />

maaken; m a a r ' t w a s o n h e u s c h y o m g ^ ^<br />

ker


pp H E L D E R I N G ) ENZ. 187<br />

ker woord re gebruiken, de geest van verwar­<br />

ring die 'er regeerde, en het wantrouwen tegen<br />

de direclie van den Admiraal-Generaal te ver­<br />

meerderen , met te beweeren, dat het de fchuld<br />

van deezen Heer, ja verzeld met kwaade trouw ,<br />

was.<br />

9<br />

t Is zeeker dat die Gezant zynen Meester<br />

jn veele opzichten wel gediend heeft, en vol­<br />

gens de gewoonte der Franfchen, den ingang<br />

dien hy by zommige Regenten of voornaame<br />

Ministers had verkreegen, daartoe heefc laaten<br />

dienen: dewyl hy zeekerlyk zich verbeeld heefc,<br />

dac om zyn oogmerk te bereiken, het noodig<br />

was, den cweefpalc tusfchen de Regenten, en<br />

voornaamlyk cusfchen eenigen deezer, en zy­<br />

ne Hoogheid, op hec fterkfte, aan ce ftooken:<br />

maar 5<br />

c is cefFens zeeker, dat daar uit, ten na-<br />

deele van Frankryk zelve, die werkeloosheid die<br />

hy en de zynen aan booze oogmerken coefchree-<br />

ven, dikwyls ontdaan is.<br />

't Geen wy hier te bock hebben gefteld,<br />

in alles wac aangaande dac zoo veel geruches ge-<br />

maakc hebbende Concert, is voorgevallen. Nim­<br />

mer heefc men van 'c Hof van Frankryk kun»<br />

nen verkrygen, dac eenige bepaaling van dc<br />

macht mee welke, en van den cyd en plaacs op<br />

Welken, de gezaamenclyke operatien door haar<br />

zou-


* g S<br />

MEMORIËN TOT<br />

zouden onderfteund worden, gegeeven wierd.<br />

Nooit is 'er iets gekomen van dat antwoord van<br />

den Koning van Spanje, dat, zoo als de Fran­<br />

fche Ambasfadeur gezegd had, alleen gewacht<br />

Wierd om de operatien te regelen naar die geene<br />

dte in de gantfche Campagne plaats zoudenmoeten<br />

nebben, (ff)<br />

Wy trokken nimmer het minde voordeel van<br />

dat Concert: zelfs weigerde Don Cordova, die het<br />

opperbevel over de gecombineerde Vloot voer­<br />

de, onze Oost-Indilche Scheepen die te Kadi*<br />

mgeloopen waren, onder zyn Convoy, ten<br />

minften tot Brest, te geiden: voorgeevende<br />

geene last daartoe te hebben, en zelfs zynedesti-<br />

natte naar die plaats niet te weezen. Zn Monfieur<br />

de Gmche, die 't gebied over de Franfche Schee­<br />

pen voerde, en die men voorgaf door 't Fran­<br />

fche Hof gelast te zyn, die Scheepen (welks<br />

ladingen aan Franfchen verkocht waren ) naar<br />

eene der Franfche havenen te geleiden, ver-<br />

fchoonde zich deswegens, met te zeggen, dat<br />

«'et hy, maar Don Cordova het bevel over de<br />

Vloot voerde.<br />

In 't algemeen zyn de handelingen over dat<br />

Concert, ons zeer nadeelig geweest, dewyl,daar<br />

men gedurig in de verwachting w a s, dat 'er<br />

(fi) Byl. T.<br />

1CtS


O V H E L D H I N G , ENZ.<br />

iets van komen zou , niets bepaald heefc kunnen<br />

worden, wegens eenige afzonderlyke verrichting,<br />

die onze Scheepen zouden hebben<br />

kunnen doen.<br />

't Is dus alleen geweesc om hec genoc te heb- -<br />

ben van de voorgemelde waarfchouwing (zie<br />

bl. 71) dac wy de Mediatie van de Keizerin,<br />

en de afzonderlyke handelingen met Engeland<br />

van de hand geweezen, en ons verbonden hebben,<br />

geene Vreede, hoe voordeelig die ons<br />

ook mochte aangeboden worden, te maaken,<br />

voor dat de beraamde Maacregelen ce werk<br />

zouden zyn gefteld.<br />

Moec men de fchuld van alles den Franfchen<br />

geeven? geenzins, naar myne gedachcen, gelyk<br />

Ik reeds ce vooren heb opgemerkt, 'c Geen bedriegery<br />

zou heecen van Burger roe Burger, is<br />

fhatkundige behendigheid by de Vorften of<br />

hunne Ministers. De Hertog de la Vauguion had<br />

ten behoeven zyn's Meesters, zich ten nutte<br />

gemaakt het enthousiasme, in 't welk men voor<br />

zyn Hof was, Ons van Engeland af te houden;<br />

ons in den Oorlog te doen volbarden 5<br />

ons zoo veel, zyn Meester zoo min mooglyk,<br />

te verbinden, was 'c geen hy betrachten moest.<br />

Die geenen, die lichtgeloovig genoeg zyn geweesc<br />

, om zich op zyne fraaye woorden te ver-<br />

laa*


*£Ö Hl É M O R I E N T 0 f<br />

ÏT' ^ d<br />

" S r 0 e k e l 0 0 S d 6 n S t a a c<br />

-rbonderi<br />

hebben, zonder alvoorens verzeckerd te zyn<br />

dat dezelve 't genot van het beloofde zou'<br />

hebben, die alleen zyn te befchuldigen. Wat<br />

een geroep was 'er van dat Concert geweest! 'c<br />

heil van t Land fcheen


O P H E L D E R NG, ENZ. ÏOI<br />

vooren gezien hebben, aan den Franfchen Aro><br />

basfadeur gegeeven waren, nochtans de Natie<br />

en hunne meede Staatsieeden, in den waan hiel­<br />

den , en diets maakten, dat dat geliefd Concert<br />

van weerszyde zyn beflag gekreegen had, en de<br />

uitvoering van 't beraamde, niet aan der Fran­<br />

fchen, maar aan onze zyde agterbleef.<br />

Men gebruikte zulks, voornaamlyk om den<br />

Heere Stadhouder te befchuldigen, en den blaam<br />

op Hoogstdenzelven te doen vallen. Ik nam<br />

de vryheid zulks Zyne Hoogheid onder 't oog<br />

te brengen, en voor te ftellen, om van den<br />

toeftand der zaaken, voornaamlyk betreklyk<br />

dat Concert, opening ter Generaliteit te geeven.<br />

Myn doel met die kenntsgeeving was vooreerst,<br />

om aan de gantfche Waereld te doen zien, dac<br />

niet van den kant der Republiek, maar van dien<br />

van't Franfche Hof, aan 't heilzaam oogmerk dat<br />

men met dit Concert voorhad, niet beantwoord<br />

was. Ten tweeden, om Zyne Hoogheid, wien<br />

meerendeels de fchuld van het niet voldoen aan<br />

den Concert gegeeven wierd, van dien blaam<br />

volkomen vry te doen erkennen: en ten derden,<br />

om te doen bedriten toe reprefentatien aan 'c<br />

Hof van Frankryk.<br />

Men had dienvolgens gaarne gehad, dat Zy­<br />

ne Hoogheid die kennisgeeving had ingericht<br />

vol-


102 M E M O R I Ë N T o f<br />

volgens het plan, te vinden onder Bylage Lai<br />

V.:en dat vervolgens ter Generaliteit, tot het<br />

doen der verlangde Reprefëntatien genomen<br />

was geworden, de Refolaue te vinden onder de<br />

Byl. La. W.<br />

Maar hoe zeer Zyne Hoogheit in 't eerst<br />

daartoe fcheen geneegen te zyn, zoodanig dat<br />

Hoogstdezelve reeds de Heeren yan Lynden<br />

van Hemmen, Griffier Fage/,- en Raadpenfiona­<br />

ris ontboden had, om hun van zyn voornee­<br />

men kennis te geeven, zoo wierd Hoogstde-<br />

-zelve door den laatften, die een ogenblik voor'<br />

de anderen ter audiendie van Zyne Hoogh. toe-<br />

.gelaaren wierd, daarvan wederhouden : en Zy­<br />

ne Hoogh.^ deed vervolgens op den 6 Mey,<br />

alleen in 'c fecreet Befogne in plaatze van in<br />

de Vergadering van Hun Hoog Mog. he- ver­<br />

flag te vinden onder La. X. in 't welk de pre.<br />

misfen wel dezelfde zyn, maar het flor geheel<br />

anders is dan in het bovengem. Concept, (a)<br />

dewyl daar afgelaaten is geworden, de aanwy-<br />

'Zing van het onbetaamlyk gedrag van Frank­<br />

ryk, en het betoog der noodzaaklykheid om<br />

deswegens aan dat Hof de noodige reprefënta­<br />

tien te doen, daar het doch, wilde de ftap van<br />

(a) Byl w".<br />

Zyne


O P H E L D E R I N G , ENZ. I95<br />

Zyne Hoogheid eenigzins van klem zyn, op<br />

aankwam.<br />

Die ftap was dan nutteloos * Zyne Hoogheid<br />

wierd bedankt voor-de gegeevene Communica­<br />

tie en gelaudeerd: maar niemand buiten de 9<br />

ol 10 Leeden , die gewoonlyk het groot Be-<br />

fo-me uitmaaken, wierd van den waaren ftaat,<br />

in welken het Concert zich bevond, onderrichr f<br />

en ieder bleef in de gedachten, dat alles met<br />

Frankryk overlegd en geconcerteerd was: zóo,<br />

dat Burgemeesceren van Amfterdam , toen de<br />

Penfionaris Visfcher, (die doch van den waaren<br />

toeftand der zaake onderricht was,) by eene<br />

Misfive van u Aug. gefchreeven uit 'sHage*<br />

aan Hun voorftelde, om eene propofitie van<br />

Stads wegen ter Vergadering van Holland te<br />

doen , om d'operacien voor iƒ83 weder mep<br />

het Hof van Frankryk te concerteeren > daar ge"<br />

reedelyk in toéftemden, zonder aan te merken i<br />

gelyk anders natuurlyk zou Zyn geweest, dac<br />

zoo dat concerteeren voor 1783 geen beecer ge­<br />

volg had, dan dac van 1782, het vry nutteloos<br />

zou zyn, zich daardoor weder de handen ce<br />

binden.<br />

Die propoficie wierd dan gedaan op den i f$.<br />

daaraanvolgende, en oo den 19e. September we­<br />

der in deliberatie gebragt. Delft ftelde toen<br />

II. DEEL. N foor,


I#4 M E M O R I Ë N T O T<br />

voor, het Concert* niet alleen voor 1783, maar<br />

voor den gantfchen Oorlog te maaken: en dit<br />

wierd op den 1 ie. Oftober eenpaarig , op de<br />

Ridderfchap naa, die 't alleen voor 1783 wilde<br />

doen, bedoten.<br />

Aangezien dan de verknochtheid van zommige<br />

Regenten, aan de belangen van Frankryk,<br />

en de vooringenomenheid der meesten voor<br />

die Mogendheid, 't geen genadig bevorderd<br />

wierd, door de vleijende taal van den Ambasfadeur,<br />

terwyl het geheugen, der door de Engelfchen<br />

toegebrachte gevoelige flagen, by de<br />

gantfche Natie noch versch was, was het geen<br />

wonder, dat het aanzoek van Engeland van<br />

de hand geweezen , en de brief van den eerften<br />

Staatsdienaar voor duister en hedriegïyk<br />

verklaard wierd : dat even nutteloos dezelfde<br />

Staatsdienaar den 4e. Mey eenen tweeden brief<br />

tot uitlegging, en bekrachtiging des eerden,<br />

den Rusfifchen Minister te London, den Heere<br />

Smm ter hand (lelde , om door middel<br />

van den Rusfifchen Minister in 'sHage, met<br />

eene bygevoegde ter zaake dienende Memorie<br />

ter kennis van Hun Hoog Mog. gebracht tl<br />

worden. Ca) De brief luidde:<br />

MON-<br />

(«) Zie de Memorie, Jaarboeken \jfö f bl. 5 4 4.


O P H E L D E R I N G } ENZ. Ip5<br />

MONSIEUR!<br />

Je nai pas tardé d mettre faas les yèiix da<br />

Roi, la communicaüon que vous me fitesFlumneuf<br />

de me faire le V'. du mois, S. M. Fa recue comme<br />

une nouvelle marqué d'amitié de la part de fa<br />

Maj, Imp. & comme une frreuye de Finteret vif<br />

& fineer e quells prend au retablisfhncnt de la paix<br />

entre la Grande Bretagne & fin ancienne Alliée.<br />

Je crois qu'il ferait inutile de vous marquer , Monfieur,<br />

que fa Maj. a entendu les fentiments de fa<br />

Maj. Imp. avec dautani plus de fatisfaclion qifils<br />

renferment des conjèils en tout point conformes aux<br />

demarches que fa Maj. a deja prifes pour fecow<br />

der les bons Offices de la Cour de Petersbourg,<br />

Le Roi fe promet d'avance que fa Maf. Imp. entendra<br />

avec plaifir, quil a des longtems prevenu<br />

fes fagss confeils, en offrant aux Hollandais<br />

une liberté de Navigation enticre felon le Traité<br />

de 1674, entre la Grande Bretagne & la Repu*<br />

blique. Traité, par le quel les principes de la Neutralité<br />

armée font etablis, quant aux farties con-><br />

tra&antes dans leur plus grande etendue. Sa Maf<br />

na donc aucune d':fficultê de dire qu'ElIe accept<br />

te pour bafe de la paix particuliere er.trcEllc&<br />

les Etats Generaux, la Navigation libie, felo-t<br />

N a let


106* M E M O R I Ë N T O T<br />

les principes réclamés, par fa Maf. Imp. dans fa<br />

dedaration du 8 Fevrier 1780,<br />

Au reste, Monpeur, vous me per mettrés de re<br />

marquer, qifen vous communiquant cesfentiments<br />

du Roi, je ne crois que répéter ce que feus !hon-<br />

neur de vous ecrire, par fon ordrele i


O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏO7<br />

Op den ie. July wierd dan by Hun Hoog<br />

Mog. in navolging van 't geen reeds op den<br />

12 Juny by de Staaten van Holland bepaald<br />

was , befloten : aan de Keizerin van Rusland<br />

te verklaaren , „ dat men om reede der gecon-<br />

„ certeerde operatiën met Frankryk, buiten<br />

(laat was, om over eene afzonderlyke Vree-<br />

„ de met Engeland in onderhandeling te tree*<br />

„ den." (a )<br />

Het befluit wierd doch niet eenpaarig ge-<br />

noomen : Zeeland bleef Hemmen voor afzon- -<br />

derlyke handeling , mits het wedergeeven on­<br />

zer genoomene bezittingen, en eene reedelyke<br />

fchavergoeding kon bedongen worden: en voor­<br />

af het point der vrye Vaart wierd toegegee.<br />

ven : een wapenililtland verlangde de Provin­<br />

tie niet, maar wel dat men Frankryks goedkeu­<br />

ring zou trachten te verwerven. Het was<br />

d'eerftemaal niet, dat die Provintie fcheen de<br />

voorzichtigfle party te hebben gekoozen.<br />

Kort voor dat dit antwoord aan 't Hof<br />

van Petersburg in een Memorie aangeboodets<br />

wierd, (&) had hetzelve aan dac van Verfail­<br />

les laaten verwonen, hoe zeer het verwachcee,<br />

(a) Jaarboeken 1782, bl. 6j8, 722.<br />

f<br />

h) Jaarboeken 1782 , bl 724.<br />

N 3<br />

dat


Ip8 W E M Q R I E N T O T<br />

dat men aldaar het maaken van eene afzonderly-<br />

ke Vreede niet zou afkeuren: en het antwoord<br />

oaarop was geweesc, „ dat hoe zeer men de<br />

„ Republiek deswegens niet wilde" geneer en,<br />

men aoch niet ontkennen kon, dat het overleg, om<br />

te zaamen gedurende deeze Campagne te ageer en,<br />

, zoo verre gevorderd zynde, deeze Vreede voor ah<br />

noch als omydig deed voorkomen.<br />

Weinige dagen na dat het voorgem. antwoord<br />

der Staaten aan Mevrouw de Keizerin afgezon­<br />

den was, betoonde de Franfche Ambasfadeur<br />

by eene Memorie Ca) het genoegen zyn's Mees­<br />

ters, over die afwyzing: met de fterktte en<br />

fraaifte verzeekeri ,gen van bet deel dat zy,<br />

ne Maj. nam, in 't welzyn van de Republiek:<br />

cn dat Hoogstdezelve haar voordel en verlan.<br />

gen, om by het maaken eener algemeene Vree­<br />

de, Haar belangen niet van de zyne af te fcheü<br />

den, met vermaak aannam.<br />

Ook had de Penfionaris Vifcher reeds den<br />

5e-Juny aan Burgemeesteren gefchreeven, dat<br />

de Ambasfadeur hem gezegd had,,, dat de Heer<br />

„ Granvüle aan de Graaf de Vergennes voor-<br />

9S da gen tot eene afzonderlyke Vreede ge-,<br />

i, daan hebbende, van den Graaf rot antwoord<br />

„ gckreegen had, aat mgem tn zou werden ge..<br />

r \ T . , h tre&<br />

(•) ,8-rboJvea * ? R 2 , bi . ,24,


O P H E L D E R I N G , ENZ. IQ?<br />

,, treeden, zonder dat daar onder begrepen mer-<br />

„ den allen die deel in den tegenwoordigen Oor-<br />

„ log hadden: dat Granville daarop gerepliceerd<br />

„ hebbende, dat zulks alleen toepaslyk kon-<br />

„ de zyn op de geallieerden van zyne Maie-<br />

„ Iteit, de Vergennes hem daar weder op had-<br />

5, de toegevoegd: Dat wel waar was, dat zyn ~<br />

„ Meester geene dire&e alliantie met de Republiek<br />

„ had, maar dat zyne grootmoedigheid en groot-<br />

„ heid ' fa magnanimité & dignité ) niet toelie-<br />

„ ten, dat hy de Republiek aan haar zeiven overliet"<br />

Wenschlyk ware het geweest, dat eens on*<br />

derfteld, dat 's Konings Ambasfadeur i zyne<br />

Majelteits waarachtige gevoelens uitboezemde<br />

, zyne Maj. by dezelve gebleeven was: maar<br />

wy zullen zien, hoedanig die gevoelens des<br />

Allerchristelykften Konings, of ten minften van<br />

zyne Ministers, hun minder in 1783 bezielden.<br />

Wy hebben te vooren, (bl. 132 envolg.)gezien,<br />

hoedanig in het begin het voorneemen<br />

had gefcheenen te zyn, de Gedeputeerden der<br />

Oost lnd. Compagnie te Parys, van der Perre<br />

en Boers, tot zeekere geheime- handelingen aldaar<br />

te gebruiken, en hoedanig daar weinig of<br />

niets van gekoomen was, doordien de Raad- -<br />

N 4 pen-


3oq<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

penfionaris het fchryven van den laatften onbe­<br />

antwoord, en hun van nadere Inftrudfien on­<br />

voorzien gelasten had.<br />

Maar toen het hoogstwaarfchynlyk was ge­<br />

worden , dat de Vredehandelingen te Païys<br />

zouden worden voortgezet, oordeelde men vol­<br />

ftrekt noodig, iemand van hier, ter adfifientic<br />

van den Htere van Berkenrode te zenden<br />

Friesland had den 28! July ter Vergadering<br />

vm Hun Hoog Mog. voorgefteld, iemand naar<br />

Vf®» te zenden, om de conferentien by te<br />

woonen. Te vooren had men reeds daartoe<br />

gedoodverfd, den Heere Brantfen, Burgemees­<br />

ter van Arnhem, en wegens Gelderland Gede.<br />

puteerde ter Generaliteit, van wiens bekwaam­<br />

heid, zoo uit hoofde zyner natuurlyke talenten,<br />

goed voorkomen, als verkreegene , ondervin­<br />

ding in het behandelen der publieke zaaken<br />

men m 't algemeen, goede verwachting had/<br />

Toen het voorneemen om evengem. Heere<br />

te benoemen, te Parys bekend wierd, beviel<br />

het weinig: zelfs wierd de Hertog de la V aUr<br />

•gmon gelast, by den Raadpenfionaris, en daar<br />

het verder dienft-g mochte zyn, te vertoonen,<br />

dat men gaarne zou zien, dat de Heeren van<br />

der Perre en Boers, den Heere van Berkenrode,<br />

'. dc onderhandelingen wierden toegevoegd:<br />

de-


OPHELDERING, ENZ. SOI<br />

dewyl doch de zaaien van d'Oosc Ind. Comp.<br />

ten minften voor een groot gedeelte, het onder»<br />

werp van die handelingen zouden uitmaaken.<br />

Ook deed men blyken, dat het mishagen zou,<br />

zoo men den gewoonen Ambasfadeur, die men<br />

byzondere achting toedroeg , eenen anderen<br />

toevoegde.<br />

Maar dit behaagde geenszins aan de geenen, -<br />

die toen reed» begonden de zaaken te beftuu-<br />

ren, met die overheerfching, van welke men<br />

eenigen tyd daarna, en wel tot na de gelukki­<br />

ge omwenteling, in September 1787 voorgc«i<br />

vallen, zoo veel gevoel gehad heeft.<br />

Nogtans was het ontzach voor Frankryk zoo<br />

groot, dat men met de benoeming niet durfde<br />

voortgaan, maar den Hertog de la Vaugnion,<br />

door den Raadpenfionaris liet verzoeken, daar<br />

over eenen Courier naar zyn Hof te zenden, met<br />

verzoek, dac doch de Koning de Republiek niet<br />

wilde gerteeren, in de toevoeging van iemand<br />

aan den Heere yan Berkenrode.<br />

Hierop kwam kort daarna verzeekering van<br />

den Graaf de Vergennes, dac zulks hec oogmerk<br />

•niec was, maar dac hy gemeend had, mee voor­<br />

kennis van zyne Maj. poogingen te mogen doen,<br />

om voor ce komen iecs, dac noodwendig ftrek-<br />

'ken moesc, om aan eenen Miniscer van de<br />

N 5 Re^


202 M E M O R I E N T O T<br />

Republiek, die zoo lang aan 't Hof van zyne<br />

Maj. op eenen aangenaamen voer geweest was,<br />

een weerzin in zynen post te doen krygen: dat<br />

hy Grave de Vergennes daarom die poo-ingen<br />

als noch herhaalde: en te eerder, om 3at hy<br />

oordeelde, dat 'er geene reedenen waren, om<br />

zich zoo zeer te verhaasten.<br />

Men vond doch niet goed, aan 't gevoelen<br />

van gem. Graave te defereeren. De Gedepp<br />

van de Compagnie, van welken men niet verwachtte<br />

die tocgeevenheid, die men by de onderhandelingen<br />

over 't Vreede'swerk verlangde,<br />

waren niet naar den fmaak.<br />

De Heer Brantfen wierd dan benoemd , en den<br />

io Aug. wierd zyne Inftrucfie gearresteerd (a);<br />

Toen deeze aan Burgemeesteren van Arafteldam<br />

door 's Stads Gedeputeerdens ter dagvaart,<br />

gezonden wierd, zonder alvoorens het<br />

concept aan hun te hebben medegedeeld, zoo<br />

als dat gewoonlyk gefchied, fchreeven Gedepp<br />

voorn, daar by, dat het eerfte voorneemen wel<br />

was geweest, om volgens het verlangen van<br />

Burgemeesteren, daar in te ftellen, dat 's Compagnies<br />

Gedeputeerdens te Parys , by de Vreedehandelingen<br />

, wanneer over 's Compagnie's<br />

zaaken gehandeld zou worden, tegenwoordig<br />

(«) Bv2. y. moes»


O P H E L D E R I N G , ENZ. 203<br />

moesten zijn; doch dat zulks geheel uit het geheugen<br />

verboren was geworden. Zonder dat<br />

doch door gem. Stads Gedeputt. daarvan eenige<br />

reede gegeeven wierd.<br />

't Natuuriyke gevolg daarvan is geweest, dat<br />

's Compagnies Gedeputeerden, ook daarna zelden<br />

of nooit geraadpleegd, veel min by de handelingen<br />

geroepen zyn geworden.<br />

Men had zich met hc: benoemen van den Heer<br />

Brantfen eenigzins verhaast, om dat men den<br />

1 a Aug. met een Expresfe van den Heere van<br />

Berkenrode, de tyding ontvangen had, dar de<br />

Heer Fitz Herben, Engelsch Minister te Parys,<br />

hem Ambasfadeur kennis had gegeeven,<br />

„ dat hy gelast was, om met de bettigereerende<br />

„ Mogendheeden over eene algemeene Vree-<br />

„ de te handelen: dat de Graaf de Vergennes<br />

hem, Fitz Herbert, op depropofitie,oai met<br />

ieder dier Moogeidheeden afzonderlyk te<br />

handelen, gezegd had, dat hy in allescommu-<br />

„ nicatief cn eenfchappelyk met de Oorlogende<br />

„ Moogendheeden te werk zou gaan." En men<br />

had noch te gemaklyker tot de benoeming beflootcn,<br />

om dat de Heer van Berkenrode, hoe<br />

zeer hy zyn ongenoegen over de meergem. benoeming<br />

aan Zyne Hoogh. te kennen had gegeeven,<br />

als nu verzocht, dat hem iemand zou<br />

toe-


?e>4 M E M O R I Ë N T O T<br />

toegevoegd worden: en aan den Raadpenfionaris<br />

gefchreeven had, dat die benoeming in de<br />

tegenwoordige omftandigheeden, hem geene<br />

moeite zou* doen, ja zelfs daarna te verlangen.<br />

De Inftruétie van den Heere Brantfen hield,'<br />

gelyk men zien kan,, f» niets in, dan eene algemeene<br />

last, en fchoon men noch hoog opgaf<br />

van de ftandvastigheid Van den Koning<br />

voor onze belangen, konde het, ten minften<br />

aan die, die niet vooringenomen waren, niet<br />

twyffelachtig voorkomen, dat wy niet dan nadeelige<br />

voorwaarden by het maaken der Vreede,<br />

zouden kunnen befpreeken. Ook had de<br />

Hertog de la Vauguian, reeds in July, aan den<br />

-Heere Stadhouder gezegd, dat men by de onderhandelingen<br />

over een dedommagement zou<br />

kunnen fpreeken, maar dat het belachlyk zou<br />

zyn, daar op te blyven ftaan.<br />

De flechte uitzicht die men dan had op het<br />

uiteinde van dat werk, maakte dat 'er meede<br />

eene zeer geringe wa S voor d'eere, door eenen<br />

Minister daarby in te leggen : en men had waarlvk<br />

reede den Heere Brantfen verplicht te zyn,<br />

dat hy die Commisfie wel op zich wilde nee.<br />

men, en de aangenaamheden van \ Paryfche<br />

-verblyf zoo duur kopen, 't Is waar, dac het<br />

00 Byi. Y, ver.


O P H E L D E R I N G , E N Z. 2Ö>J<br />

Vertrouwen, dat die Heer reeds gedeekelyk<br />

voor zyn vertrek had, en daarna Volkomen ge­<br />

had heeft, van die geenen die zich toen reeds<br />

als Opperbeftuurders gedroegen, dien post voor<br />

hem draaglyker gemaakt heeft, dan dezelve<br />

voor eenen anderen zou geweest zyn.<br />

Toen evengem: Heer te Parys kwam, was<br />

het Vreeden's werk noch niets gevorderd: men<br />

begreep zelfs aan 't Hof van Verfailles niet,<br />

wat m.m in Engeland met het zenden van den<br />

Heere Fitz Herben beoogd had: en men had,<br />

om deswegens onderricht te zyn, Monfieur de<br />

Raineval één der Commiefen van het Departe­<br />

ment der buitenlandfche zaaken, dervvaards ge- 1<br />

Zonden. Deez' bleef daar maar weinige dagen;<br />

en kwam weinig beeter onderricht weder t'huis.<br />

Mylord Shelburne, die toen het voornaam be­<br />

wind in handen had , had zeekerlyk niets be­<br />

paalds kunnen zeggen op het Cardinale punt,<br />

de onaf hanglykheid van America, dewyl men het<br />

gevoelen van 't Parlement, dat noch niet ver­<br />

gaderd was geweest, niet had kunnen vernee-<br />

men.<br />

Maar terwyl Mr. de Raineval in Engeland<br />

was, gefchiedde iets, dat daarna tot het fluiten'<br />

der vreede veel heeft toegebracht,- n:.rimtyk,<br />

het bekend verbranden der vlottende Bacieryen


fiOfj M E M O R I Ë N T O T<br />

ryen voor Gibraltar, dat zeekerlyk bewerkt<br />

heeft, het afzien van Spanje van het wederkrygen<br />

dhr Vesting.<br />

• Omtrent deezen zelfden tyd, wierden de<br />

geesten der In- en Opgezeetenen in de Republiek,<br />

of zy niet al genoeg verhit waren, noch<br />

meer opgewonden, door eene gebeurtenis,<br />

die was zy niet door een aantal Staats Refolutien<br />

buiten alle gefchiedkundige twyffeling geftcld,<br />

by de nakomelingfchap, denklyk, voor<br />

zeer verdacht zou gehouden worden.<br />

Het is genoeg bekend, uit welken elendigen<br />

toeftand, onze Zeemacht, gedurende den loop<br />

van de Jaaren I 73I en 1782. allengskens het<br />

hoofd had beginnen op te beuren, zoodanig dat<br />

wy in July 1782. in zee brachten een Esquader<br />

onder bevel van den Vice-Admiraal Hartfmck,<br />

beftaandc uit 1 Schip van 70, 4 van 68, 1 van<br />

64, 1 van 60, 7 van 54 ftukken gefchuts, behalven<br />

4 van 40 ftukken en eeniga Fregatten.<br />

Doch deeze macht wierd noch zoo weinig beffend<br />

tegen die der Engelfchen geoordeeld,<br />

dat, na dat het Esquader omtrent half Augustus<br />

door ftorm genoodzaakt was geworden binnen<br />

te vallen, alle de Officieren in eenen Krygsraad,<br />

op last van Zyne Hoogheid den o September<br />

beleid, begreepen, dat iet roekeloos zou<br />

me-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 207<br />

weezen, 's Lands Navale Macht in zulk een haar m<br />

blyklyk gevaar te jlellen Terwyl zy op den 4e,.<br />

even te vooren, na hetzelfde vertoond te heb-,<br />

ben, hun advys beflocen hadden, met aan te.<br />

wyzen hoedanig 's Lands Schecpen, zoo in<br />

Texel als in \ Vlie, geplaatst zouden kunnen<br />

worden, om die Zeegaten te befchermen te­<br />

gens 's Vyands geweld. Qa s<br />

Uit de Lysten der Admiraliteiten (F) blykt:<br />

dat gedurende hec jaar 1782 by de L o^legien<br />

van de Maas en Amfterdam in Equipagie zyn<br />

geweest, en binnen Europa gediend hebben , 1<br />

Schip van 70 , 8 van 60, en 7 van 50 ftukken<br />

behalven de Fregatten, by welke noch op»<br />

genoemd kunnen worden 1 van 70 en 1 van<br />

50 uit Zeeland, naamlyk Zuid - Beveland en<br />

Goes.<br />

In deezen ftaac was onze Zeemachc, coen de<br />

Hercog de la Vaugion, eersc mondeling, en<br />

daarna by twee onderfcheidene Memori.n, aan<br />

Zyne Hoogheid, uit naam van zyn Hof, voor-<br />

ftelde, om tien van's Lands Scheepen terftond<br />

naar Bresc re z?nden, om mee 's Konings's Schee­<br />

pen ce conjungeeren, welke Scheepen van daar,<br />

zoo<br />

fa) Zie de Byl, behoorende tot het vervolg van de<br />

Misfive van Zyne Hoogheid, No. 1 en 2. bl.3 ené<br />

(i)Byl. L». Z. i, a en 3.


£ö8 M E M O R I Ë N T O T<br />

zoo als de Ambasfadeur zeide, indien Hun H.<br />

H. M. M. zulks raadzaam oordeelden; de midde­<br />

len yan defènfie van Hoogstderzel>cr Etablisfc^<br />

ment en, byzonder die in Afia geleegèn Zyn, zou­<br />

den kannen protegeer en, of wel de concert met<br />

de Scheepen, die zyne Aller christelykfle Majefteii<br />

te Br est had, afhebben zou, het westen en zuiden<br />

yan Engeland blocqueeren, dé Convooyen des l'y.<br />

ands intercepteereh, en aan deszelfs commercie af­<br />

breuk dnen: en wyders dat de Floot van de Repu­<br />

bliek zonder uit/iel mochte gezonden worden aan de<br />

andere zyde van 't Canaal, om aldaar, zoo het<br />

mooglyk was, een zeer ryk gelaaden Convooy, het<br />

welk men vcrzeekerde, dat in V begin van Augus^<br />

tus, onder geleide van den Admiraal'Rodneyver­<br />

trokken was, te ihtercepteeren.<br />

Zyne Hoogheid, zoo als Hoogstdezelve in<br />

deszelfs Mi five en Memorie aan Hun Hoo*<br />

Mog. (a) zegt, bevond zich door dac voor­<br />

ftel in geene kleine verleegenheid, y dewyl<br />

„ dez 'Ive aan den eenen kanc gaarne alles wat<br />

„ aan hec Hof van Frankrijk eenigzins onaart-<br />

}, genaam weezen kon, wilde vermyden : en<br />

„ aan den anderen kant, meer dan eenezwaa-<br />

„ righeid in dac voorftel bevond: zoo om dat de<br />

w<br />

Krygsoperacien met hec zélfde Hof geeoiï-<br />

„ zet*<br />

(«) Zie het evengem. aangehaald vervolg, bl. 33*


O P H E L D E R I N G , ENZJ ao«?<br />

3, certeerd, als ten einde liepen: om dat Zyne<br />

j, Hoogheid vreesde, dat de macht van de Re-<br />

i, publiek op deeze wyze verdeeld worden-<br />

j, de, de mooglykheid benomen zou worden,<br />

j, om het noodige ter beveiliging der verwacht<br />

5, wordende Oost-Indifche Scheepen, en der<br />

• Scheepen uit de Oost - Zee, in het werk te<br />

,, ftellen: of ten min'len dat langs deezen weg,<br />

's Lands Navale macht in de Noord-Zee,<br />

li in het voorjaar van 1783 niet dan zeer ge-<br />

j, ring zou kunnen zyn."<br />

Zyne Hoogheid befloot dierhalven, na al-<br />

voorens te hebben ingenomen de gedachten<br />

van de Heeren Fiscaalen Bisdom en van der'<br />

Hoop b en van de Vice- Admiraals Reinst en<br />

Zoutman, (van welken, zoo ik vermeene, de<br />

eerfte ongünftig, en de andere gunftig op het<br />

voorftel dachten,) gem. Memorie op den 23'<br />

Sept. meede te deelen, aan het fecreet Befog­<br />

ne van Hun Hoog Mog.<br />

Alvoorens daarop' te befluiten wierd goed­<br />

gevonden, het advys der Admiraliteiten in te<br />

neemen. Van deeze bevond zich de meerder­<br />

heid daarvoor te zyn. De zaak vervolgens we­<br />

der in 'c fecreet Befogne gebracht zynde, keur­<br />

den de Gedeput. van Holland, de Heer van den<br />

Sandheuvel en de Raadpenfionaris: vau Fries*'<br />

II. D E E L . O landf


SIO M E M O R I Ë N T O T<br />

land de Heer van Kuffeler: en van Overysfel de<br />

Heer van Dedem, het voordel goed: maar de<br />

Heeren George yan Randwyk, Lynden van Bli£~<br />

tmwyk, Brantzenhirg en Tjasfens, refp. Gede­<br />

puteerden van Gelderland, Zeeland, Utrecht<br />

en Groningen, waren huiverig: men befloot<br />

dus niets, en het Befogne wierd gecontmu*<br />

eerd.<br />

Doch de Heer de la Faitguion een befluitend<br />

antwoord op zyne Memorie gevraagd hebben­<br />

de, drongen de Holïandfche Heeren op den 2S<br />

Sept. dat een raporc mochte uitgebracht wor­<br />

den : en dewyl de Groningfche Heer intus-<br />

fchen zich had laaten overhaalen, om zich by<br />

de Hollandfchen te voegen, zoo wierd op den<br />

28e,. daaraanvolgende, na dat de Hertog noch-<br />

maals had aangedrongen, het raport overeen-<br />

komdig de gedachten van Holland, ter Verga­<br />

dering van Hun Hoog Mog. uitgebracht: doch<br />

Gelderland, Zeeland en Utrecht verzocht heb­<br />

bende, dat het beduit tot Maandag mochte uit-<br />

gefteld worden, wierd die dag daartoe bepaald,<br />

Men vond doch niet goed óp den bepaalden<br />

dag tot een beduit te komen, om dat tyding<br />

ingekomen was, dat de Admiraal Hom, uit hoof­<br />

de van geleedene fchaade op de kust van Frank­<br />

ryk, de reis niet had kunnen, en ook om het<br />

ter-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2J1<br />

verbranden der vlottende Batceryen, niet had<br />

wilien vervorderen.<br />

Maar op den 3e. Odober wierd ter Generaliteit<br />

met vier Provinciën , Holland , Fries»<br />

land, Overysfel en Scad en Lande (want Zeeland<br />

referveerde de vrye deliberatien haarer<br />

Principaalen, en ik vinde. niet dat Gelderland<br />

en Utrecht zich verklaard hebben) befloten,^<br />

Zyne Hoogheid zou verzocht worden, om hoe eerder<br />

zoo beter te willen despicieeren seenenvlag-Officier,<br />

mitsgaders 4 a 5 Scheepen van 60, 3 a 4 van 50, en<br />

a d 3 Fregatten,met een Kotter ofAdvysjacht, om<br />

naar Br est te doen detacheren: ten einde aldaar te<br />

everwinteren, en de nadere ordres van hier aftewachttn:<br />

of gecombineerd met een Fransch Esquader, zoodanige<br />

Expeditien in de Europifche Zeeën te doen 3<br />

als de voorn. Flag-Officier met overleg van den commandeerenden<br />

Officier aldaar, dienftig zou moogen<br />

mrdeelen: met dien verftande nochtans, dat voorsz.<br />

erdre van H. H. M. zou moeten worden gehouden<br />

voor vervallen, wanneer door aanhoudende westelyke<br />

of yariè'erende winden, of ook door eenig<br />

onvoorzien toeval, V Lands Scheepen mochten worden<br />

opgehouden en verhinderd, om de voorsz. reize<br />

voor den 8 Otlober eerstkomende voort te zetten<br />

, op dat aan den AdmiraalHowe , by zyn retour<br />

ym Gibraltar, of aan eenige anders fuperieurs<br />

© a F r


212 IÖEMOR1EN T O T<br />

Vyandlyke macht, geene geleegenheid wierd gegeeven,<br />

om het voorsz. klein Esquader op te vangen<br />

of te vernielen.<br />

Het is over bekend, dat die Scheepen niet<br />

uitliepen, en hoedaanig veelert dit aanzagen,<br />

als een gevolg van eene verraderlyke handel-<br />

wyze. Myn voorneemen is niet te onderzoe­<br />

ken , hoe verre de Officieren, aan welken door<br />

den Admiraal Generaal, het bevel om naar Brest<br />

te fteevenen, ingevolge de Reibl. van Hun Hoog<br />

Mog. gegeeven was, aan dat bevel, zelf met<br />

het in gevaar ftellen der Bodems, die aan hun­<br />

ne zorge waren toevertrouwd, blindeling moes-<br />

ten gehoorzaamd hebben. Ik laat aan de Staa­<br />

ten, in welker, zoo byzondere als algemeene<br />

Vergaderingen, nu niet meer regeert die geest<br />

van vooringenomenheid, die zoo veele Staats-<br />

leedcn, zeekerlyk in meenigvuldige gelecgen-<br />

heeden , ter liefde en ter gevalle van 'c Fran­<br />

fche Hof, vervoerd heeft, die zaak uiteindig te<br />

-beflisfen en afdoen: maar ik kan niet nalaaten,<br />

myne verwondering te betoonen , dat drift,<br />

party-zucht en verblindheid , zommigen zoo ver­<br />

re vervoerd hebben, dat zy op zich hebben dur­<br />

ven neemen , om door te dringen een voor­<br />

ftel, het welk, met bedaarde zinnen overwoo-<br />

gen, eerder verdiende geacht te zyn gewor*<br />

den,


O P H E L D E R I N G , ENZ. SI3<br />

•den, uit verdervende gevoelens, voor de Repu­<br />

bliek voortgefprooten, dan tot deszelfs nut te<br />

zyn uitgedacht. Hoe is 't mooglyk, zullen<br />

onze opvolgers vraagen, dat, terwyl men in<br />

eenen heevigen Oorlog tegens eenen machti-,<br />

gen Vyand was, en onze Zeemacht even uit<br />

haare asfche verreezen , noch kwaalyk in ftaat<br />

was, om onze Havens en Kusten te befcher-<br />

men, daar men in alles by der hand had, één<br />

Schip a 70, (a) 8 a 60 en 10 k 50. men van die<br />

geringe macht naar eene vreemde haven heeft<br />

willen zenden, 5 Scheepen van 60, en 4 van 50<br />

Stukken?<br />

Ik beken , dat de Haven van Bresr aan de<br />

Scheepen die 'er gelukkig zouden aangekomen<br />

zyn, het voordeel zou gegeeven hebben, om<br />

eerder en beeter dan uit onze Zeegaaten, in 't<br />

vroege voorjaar tot het doen van tochten, ge­<br />

reed te zyn: maar behalven de meenigvuldige<br />

zwaarigheeden, die wy zoo even gezien heb­<br />

ben dat Zyne Hoogheid met zoo veel gronds<br />

tegen dit vreemd voorftel had ingebracht, zoo<br />

kon men de voorftanders van 't zelve vraagen:<br />

vooreerst, was 't wyslyk in de maand van Octo-<br />

(a) Ik tel de zeeventlger van Zeeland niet, zy m$<br />

in Hechten ftaat.<br />

O 3


*I4 MEMORIËN TOT<br />

tober zwaare Scheepen langs 's Vyands Kus­<br />

ten te zenden, daar zy, in geval van teegen-<br />

winden, genoodzaakt zouden zyn geweest, wee-<br />

ken op Zee te zwerven, dewyl zy, ingeval van<br />

ftorm, geene Haven in de nabuurfchap, of op<br />

hunnen weg hadden, om te vluchten? Ten twee­<br />

de, was het voorzicht^, in de afhanglykheid<br />

van eene vreemde Mogendheid te ftellen, de<br />

kern, op dat oogenbiik, van 's Lands navale<br />

maht? Ten derden, was 't raadzaam, was 't<br />

verantwoordlyk, met de geringe macht die wy<br />

hadden, om het doen van expeditien na Afia,<br />

Africa of America te denken, in eenen tyd, dat<br />

wy kwaalyk in ftaat waaren, om onze Havens<br />

en Kusten te befchermen ? Ten vierden, was<br />

het voorzichtig, aan de Franfchen onze Schee­<br />

pen, tot het doen van expeditien te leenen,<br />

zonder alvoorens gereegeld te hebben, wat zy<br />

zouden doen: daar men zoo geleerd had met<br />

het beruchte Co«^,tot 't welk van onzen kant<br />

alles, van Frankryks zyde niets deegelyks was<br />

aangebooden geworden ?<br />

Men zal mooglyk zeggen, dat men het voor­<br />

uitzicht had, van in 't volgend jaar, met ande­<br />

re Scheepen, die omtrent gereed waren, de<br />

plaats der verzondene Scheepen te kunnen<br />

vervullen: maar Wat was daartoe voorhanden?<br />

wat


O P H E L D E R I N G , ENZ. 215<br />

•wat heefc men in 'c volgend jaar meerder gehad?<br />

Uic de Lyscen (a) blykc, dac 'er cwee nieu­<br />

we zeventigers, de Jupiter en de Vryheid, en<br />

drie nieuwe zestigers in diensc gebrachc zyn,<br />

terwyl een zevenciger, de Admiraal Generaal<br />

onbruikbaar, en een zestigvr, de Unie, veron­<br />

gelukt waaren. (b) Deeze Scheepen gevoegd<br />

by de 5 zestigers, en 4 vyftigers, die men<br />

naar Brest wilde zenden , zouden zeekerlyk<br />

eene tamelyk aanzienlyke Vloot hebben kun­<br />

nen uitmaaken, dewyl dezelve als dan uic 2<br />

zevencigers, 10 zestigers, en 8 vyfug.rs zou<br />

beflaan hebben; maar de Schepen naar Brest<br />

gaande, zou immers niets dan 2 zeventigers,<br />

5 zestigers., en 4 vyftigers overgebleeven<br />

• zyn.<br />

Als men ontleed het oorfpronglyk voorftel<br />

van den Franfchen Ambasfadeur, zoo heefc men<br />

reede om verwonderd te zyn, dat die Heer zoo<br />

veel op zynen invloed betrouwd heeft, dat hy<br />

zich heefc durven vleijen, heczelve een oogen-<br />

blik als aanneemlyk ce doen befchouwen. Hy<br />

vroeg 10 Scheepen, wy hadden 'er in 'c geheel<br />

20 by de hand: de 10 gezondene zouden met<br />

's Ko-<br />

(3) Te vinden onder de Byl, La. Z. 2 a 4 Locis c<br />

{b) Hst Schip van de Capitein van ffdderen.<br />

O 4


9l6 M E M O R I E N T O T<br />

's Konings Scheepen,onder andere, het Westen<br />

en 't Zuiden van Engeland bhcqueeren. Ik vraag<br />

wat bleef 'er dan over, ik fprce-k niet om En"<br />

geland in het Oo.ten en Noorden te benau­<br />

wen, maar om in en benoorden het Canaal, langs<br />

onze Kusten, onze Koopvaardy Scheepen naar<br />

en uit de Oost-Zee te convoyeeren ? Men<br />

kon immers niet verwachten, dat de Franfchen<br />

ons aan deeze zyde van 't Canaal eenige hulp<br />

zouden byzetten, dewyl de ondervinding altyd<br />

geleerd ha.d, en noch feacsHyk by het hande­<br />

len over het bewuste Concert, dat zy nimmer<br />

daartoe gezind zyn.<br />

Maar het flot van het voorftel was het fraai-<br />

fte: en wyders, zeide de Ambasfadeur, dat de<br />

V^ot yan de Republiek, zonder uit/lel, (N. B in<br />

de maand van October) mocht uitgezonden wor­<br />

den , aan de andere zyde van V Canaal, om aldaar-<br />

zoo het mooglyk was, een zeer ryk gelaadea Con­<br />

vooy, het welk men verzeekerde, dat in 't begin<br />

van Augustus onder geleide van den AdmiraalRod»<br />

ney vertrokken was, te intercipiecren,<br />

2 Zeventigers, 3 zestigers en 5 vyftigers s<br />

(van welke laatfte 'er op dien tyd noch 3 naar<br />

Dronthem waren, om d'Oost-Indifche Schee-<br />

pen af te haaien) was alles wat ons overbleef:<br />

en dit overfcl- wilde hy, dat wy, zonder uic-<br />

ftel


O P H E L D E R I N G , ENZ. 21?<br />

ftèl zouden zenden, om een ryk gclaaden Con­<br />

vooy door eenen Admiraal geleid, te doen in-<br />

fercipieeren.<br />

't Is waar, dat op het oogenblik zeiven, vol­<br />

gens raporten, de macht der Engelfchen in de<br />

Noord-Zee zeer gering w r<br />

as: (V) maar hoe wei­<br />

nig ftaat men dacht, op die zw«kheid van den<br />

Vyand te kunnen maaken , blykt uit de gem.<br />

Ref. van Hun Hoog Mog zelve, dewyl daar de<br />

uitvoering volftrekt bepaald was, tot op den<br />

8e. October: dus in 5 dagen, en langer niet, uit<br />

vrees voor 's Vyands overmacht.<br />

©ndertusfehen deed het gem. voorftel aan-<br />

ftonds dat kwaad, dat het belette, de expedi­<br />

tie van een klein Esquader, om, gebruik maa-<br />

kende van evengemelde gunftige omftandighcê"-<br />

den, de Convooyen van en naar de OostrZee te<br />

doen: en byzonderlyk, om het inloopen van de<br />

Oost-Indifc: e Scheepen, die in Noorweegen<br />

lagen, te begunftigen: terwyl 's Lands Vloot<br />

daarna door tegenwinden belet wierd (b) Zee<br />

te kiezen, en het, aangezien het reeds verloo-<br />

pen faifoen, niet te verwachten was, dat de<br />

geleegenheid zich daartoe weder zou opdoen.<br />

Veel<br />

(


M E M O R I Ë N T O 1<br />

Veel is ' e r in den tyd over dat voorftel gefprooken:<br />

de begunftigers hebben het niet uitvoeren<br />

van hetzelve wil/en doen befchouwen<br />

als een verraad, en hebben getracht, den Admiraal-Generaal,<br />

en alle die geenen, die zy maar<br />

eemgzins daar in hebben kunnen betrekken<br />

met de zwartfie verwen af te fchilderen. Ik<br />

heb my bevlytigd, in den tyd te ontdekken<br />

hoe, en door wien het ontwerp in de waereld<br />

gekoomen was: zie hier wat ik daarvan, zoo ik<br />

vermeene op goede gronden, te boek kan ftellen.<br />

Het is niet tegen te fpreeken, dat de ongun-<br />

%e legging en ftaat onzer Havens, voornaamlyk<br />

der geenen, die voor berging van groote<br />

Scheepen kunnen dienen, zoo men uitzonderd<br />

die van Vlisfingen, zeer ongefchikt zyn: dat<br />

men daar door genoodzaakt is, de Scheepen<br />

vroegtydig in Winterlaag te brengen, waar uit<br />

zc tegen het voorjaar met veel moeilykheid<br />

weder op de Rheeden gebracht worden. Dit<br />

moest noodwendig eene Mogendheid, die met<br />

ons den Oorlog voerde, verdrieten: en 't was<br />

dus niet zonder reede, dat de Marquis de Casirrn,<br />

des tyds aan 't hoofd van 't beftuur der<br />

Jeezaakcn, om deeze zwaarigheid te verminderen,<br />

op zeekeren dag aan den Graave de Ver-


O P H E L D E R I N G , ENZ. *1$<br />

gennes voorfloeg, door 's Konings Ambasfadeur<br />

in 's Hage, den Staaten te laaten voorftellen,<br />

om eenige.Scheepen naar Brest te zenden. De<br />

Graaf die zynen Brief voor Holland reeds in<br />

gereedheid had, plaatffe 'er noch die gedachten<br />

in, en gelastte den Heer de la Vauguion daarvan •<br />

het noodige gebruik te maaken: en op deeze<br />

last was gevolgd het mondeling, en daarna het<br />

fchriftelyk voorftel, van gem. Ambasfadeur.<br />

Men wil dat in het opftellen van dit laatfte, -<br />

en voornaamlyk in de bepaaling van 't getal<br />

der Scheepen, de Penfionarisfen de Gyzelaar en<br />

Visfcher, de hand hebben gehad. Hoe verre dit<br />

waar zy, kan ik niet verzeekeren, maar wel,<br />

dat de Ambasfadeur nimmer gelast is geweest,<br />

het voorftel als eenen eisch van Frankryk te<br />

doen; en dat men ook te Verfailles niet verwacht<br />

heeft, dat het om die reede zou aangenomen<br />

worden. Men vond zelfs aldaar eenigzins<br />

vreemd, dat in de Refolutie op dat ftuk<br />

by Hun Hoog Mog. genomen, gefproken wierd,<br />

van een verzoek van den Koning: 't geen dierhalven<br />

van 's Konings ongenoegen verfpreid<br />

wierd, was meede van allen grond ontbloot.<br />

Ik had in disn tyd geleegenheid, om by den<br />

Graave de Vergennes deswegens informatien te<br />

neemen ; waardoor ik van het voorgevallene<br />

gron»


22© M E M O R I E S T O T<br />

grondig onderricht wierd, en was het dus, dat<br />

toen de Graaf de Vergennes en de Marquis de<br />

Castries vernamen, dat van de voorgeftelde ex­<br />

peditie naar Brest niets gekomen was, zy al­<br />

leen zeiden: ('t zyn fchier hunne eigene woor­<br />

den) dat men de Republiek beklaagde, dat oor•zaa­<br />

ken , die men fcheen te hebben kunnen voorkomen,<br />

de Uitvoering van een plan verhinderd hadden, 't<br />

geen men in Frankryk had aangezien als nuttig<br />

Vöor haar belangen.<br />

Maar daarna, toen men reedenen moest uit­<br />

denken, om zoo veel mooglyk te verontfchul-<br />

digen, de wyze op welke Frankryk met de Re­<br />

publiek handelde, en trachten de fchuld, zoo<br />

veel doenlyk , op haar te werpen, wierd dit<br />

„opgewarmt en anders opgedischt. De Ambas­<br />

fadeur voerde ook gantsch andere taal, dan de<br />

opgemelde Heeren; daar hy doch van alle on­<br />

ze omftandigheeden grondig onderricht, en,<br />

zyn oordeel niet beneeveld zynde, of niet be­<br />

hoorde te zyn, door de partyzucht, zeer wel<br />

wist, dat onze opkomende Zeemacht noch te<br />

klein was, om de aanzienlykffe helft derzelver<br />

van onze Havens te verwyderen, en door het<br />

Canaal naar eene vreemde Haven te zenden: en<br />

dat wel in 't begin van Oef ober, in een oogen-<br />

biik, het was waar, dat de Britfche macht in die<br />

Zee-


O P H E L D E R I N G ^ ENZ. 221<br />

Zeeën gering was, maar doch in den tvd, die<br />

de reis van Texel tot Brest kon duuren, aanzienlyk<br />

kon worden. Doch hec was de zaak defgoede<br />

Vrienden ma den Gezant, dat hy het<br />

misfchen van die expeditie, als zeer noodlottig<br />

deed voorkomen, dewyl daar door de haat tegen<br />

den Admiraal-Generaal, dien de voornaamfte<br />

fchuld daarvan gegeeven moest worden,<br />

vermeerderd wierd.<br />

Men wist dan ook ter Vergadering van Holland<br />

te bezorgen, dat aldaar gerefolveerd wierd *<br />

om aan den meergem. Ambasfadeur het leedweezen<br />

van Hun Ed. Groot Mag* over het<br />

mislukken deezer expeditie, by monde van hunnen<br />

eerften Staatsdienaar, den Raadpenfiona-»<br />

ris, te laaten betoonen.<br />

Niet meer zal ik zeggen van een ontwerp,<br />

en deszelfs gevolgen, da? zoo veel gerucht.»<br />

gemaakt heefc; die verlangen van de omftandigheeden<br />

verder en nader onderricht te wcezen,<br />

leezen de ftukken daartoe betrekkelyk: zoo het<br />

raport door de Staats-Commisfie aangaande deeze<br />

zaak gedaan, als 't geen men daarvan vinden<br />

kan in het vervolg van de Misfive en Memorie<br />

van Zyne Hoogh. bl. 23. en volg. en in<br />

de verantwoording van den Heere Schouc hy<br />

Nachc Graave van Beland.<br />

Ter-


3 2<br />

* M E M O R I E N T O T<br />

Terwyl dat deeze zaak de gemoederen van<br />

grooten en kleinen noch meer aan 't gisten<br />

maakte, en meedewerkre, om de verwydering<br />

tusfchen Zyne Hoogh. en eenige Scaacs.Lee-<br />

den tot dac punt ce doen üygen , daar zy na-<br />

derhand coe gekomen is, e n dus ook toe de<br />

oogmerken der geenen, die op die verwyde-<br />

rmg, byzonderlyk gegrondvest hadden , hun<br />

voorneemen om de Regeeringsform op eenen<br />

anderen voer ce brengen, gingen de Vreede's<br />

onderhandelingen te Parys langzaam voort.<br />

Hun Hoog Mog. ontvingen den , 3 e. Nov<br />

eenen bnef vr.n hunne Ministers aldaar, in wel­<br />

ken deezen verflag deeden van 'c geen de Graaf<br />

deVergennes gezegd had,ter geleegenheid daczy<br />

denzelven meededeelden, hec gezegde van dea<br />

Heere Fitz Herben, „ dac hoe zeer noch ordres<br />

n noch Indruccie ontvangen had, om mee hun<br />

„ m onderhandeling ce creeden, hy doch van<br />

ter zyde onderrichc was, dac men in Engeland<br />

„ mee zeer vergenoegd fcheen ce zyn, dac zy<br />

Miniscers in de eerfte Conferentie mee hun,<br />

„ de concesfie van de vrye Vaart, als eeneprzlimi*<br />

} y naire conditie, fine qua non hadden gevorderd"-<br />

en zy Ministers daarop hunne verwondering"<br />

betoond hadden,dat, daar de Heer Fox dicpoint<br />

reeds had toegedaan, het Engelsch Ministerie<br />

thans


OPBILDfKRING, ENZ. «2g<br />

tBans daaromtrent, of ten minften omtrent de<br />

wijze op welke zij Ministers 't zelve , overeenkomftig<br />

hunne Inftructie , hadden voorge»<br />

field, eenige zwaarigheid fcheen te maaken.<br />

De Graaf de Vergennes die van deze bedenkingen<br />

van 't Engelsch Ministerie niet fcheen ƒ,<br />

onbewust te zyn, had hun geantwoord, „ dac ƒ<br />

„ hy niet zonder vreeze was, dat deeze onza<br />

Preliminaire vordering, onze geheele han-<br />

„ deling zou kunnen ftremmen, terwyl de an-<br />

5 ) dere helligeretrende Mogendheden , met de<br />

hunne zouden voortgaan, en dat wy dusj<br />

„ eene ophouding aan dat heilzaam werk zouden<br />

toebrengen. Dat hy vermeende, dat hetj<br />

„ ons niet tot nadeel zou ftrekken, zoo wy<br />

„ alle onze vorderingen in eens deeden; do<br />

„ vrye Vaart aan 't hoofd ftellende, even ge*<br />

„ lyk Engeland ten opzichte van Frankryk ge-<br />

„ daan had. Dat men, voornaamlyk,aan Enge-,<br />

„ land alle geleegenheid, om delayen oïprateje-<br />

9, ten, te zoeken, beneemen moest. Hy had<br />

daarby doen opmerken, „ dat de vordering van<br />

de vrye vaart op den voet van, het Tiacteae<br />

„ van de gewaapende Neutraliteit, niet buiten<br />

„ bedenklykheid was: dat het by gem. Trac»<br />

„ taat bepaald Sistema, maar alleen by de hoO"<br />

„ ge Contractanten, geenzins by de Mogend»<br />

n hee-.


224 M E M O R I Ë N T O T<br />

heeden van Europa aangenomen was, erJ<br />

„ by veelen mooglyk niec ais overeenkomftig<br />

„ mee hunne belangens, zou aangezien wor<br />

den: dac Engeland de grondbeginzelen van de<br />

„ gewaapende Neutraliceic, raec betrekking tot<br />

„ de Moven van Rusland, Sweeden, Deene-<br />

„ n.arken 3<br />

en andere ook nooit erkend had,<br />

3, maar alleen verklaard, de vrye Vaart dier Vol-<br />

„ keren re zullen erkennen, ingevolge de in<br />

„ weezen zynde weder/ydfche Traócaaten.<br />

Eindlyk : „ dat hy deeze aanmerkingen ,<br />

s, van zoo veel gewichts geoordeeld had, dac<br />

,j hy den Hertog de la Vauguion gelast bad,<br />

„ dezelve aan het Ministerie in de Republiek<br />

„ voor te houden, en hy de Ministers ried ce<br />

„ verzoeken, dac deswegens hunne Inftruc-<br />

tien mochten veranderd worden."<br />

Men wil, dat, overeenkomftig dit verlangen,<br />

de Hertog in het doortrekken van Dordrecht,<br />

op zyne te rug reize van Parys, werwaards hy<br />

een keer had weezen doen, zou getracht heb­<br />

ben, door middel van den Penfionaris de Gyze-<br />

laar,óe Regeering van die Stad, daartoe over te<br />

haaien; è?.n dat de Penfionaris het voordel niec<br />

had durven doen. In den Haag daagde de Ge­<br />

zant niet beeter by zyne goede Vrienden.<br />

Ik heb van deezen Brief, (Byl, La. A A.<br />

om-


Ö P H Ë L D E R I N G, ENZ, èsg<br />

Ömdandig verflag gedaan, om dat ze myn's bor­<br />

deels klaar aanduidde, wat meii van deaanftaan-<br />

de handelingen te wachten had. Na zoo veel<br />

moeite en geld gefpild, na ter liefde der gewaa­<br />

pende Neutraliteit, ons den Oorlog op den hals-<br />

te hebben gehaald; na alle afzonderlyke han­<br />

deling van de hand te hebben geweezen, word<br />

ons nu door onzen getrouwen Vriend , door<br />

de Mogendheid, ten wiens behoeven dit alles<br />

gefchied Was, rond uit aangezegd, dat zoo wy<br />

óns willen houden aan 't punt, om 't welk de Oor­<br />

log gevoerd, en het maaken van Vreede door oni<br />

fleeds van de hand geweezen was, 'er voor ons gee­<br />

ne Vreèdè op wüs, en wy maar nutteloos het heil­<br />

zaam werk zouden ophouden , terwyl de andere Oor­<br />

logende Mogendheeden doch met hunne handelin.<br />

gén zouden voortgaan: dat hei gantsch Sistema der<br />

gewapende Neutraliteit niet anders was $ dan eeni<br />

byzondere Conventie, tusfchen de geenen 3 die te on­<br />

der eikanderen hadden aangegaan, maar welkers<br />

gronden veelè Mogendheeden , als ftrydig met haarè<br />

belangen, niet zouden willen aanneemen.<br />

Noodlottige gewapende Neutraliteit! de toe*<br />

treeding tot dezelve, had ons den Oorlog ge­<br />

geeven : gedurende deezeh, hadden wy geeri<br />

het minde nut van dezelve getrokken : en by<br />

't maaken der Vreede verklaart die Mogend-<br />

II. DEEL. P heid,


22& M E M O R I Ë N TOT<br />

heid, om welker's wille wy ons fïiptelyk aan<br />

dezelve gehouden hadden , dat zij niet anders<br />

is, dan eene bijzondere overeenkomst tusfchen<br />

eenige weinige Mogendheeden, die door de an­<br />

deren, na de byzondere belangen, al of niet aan­<br />

genomen zal worden: en ons dus vermaanen-<br />

de, daarvan af te zien! Terwyl men genoeg­<br />

zaam uit het gezegde van den Graaf de Vergen­<br />

nes kon afleiden, dat het Vreede's werk, bui­<br />

ten kennis van de Republiek, tusfchen de an­<br />

dere Mogendheeden reeds taamlyk gevorderd<br />

moest weezen, waarvan het wederzyds verlof<br />

tot het vaaren der Paquetbooten tusfchen Dou-<br />

vres en Galais, daar de Vergennes aan onze Mi­<br />

nisters ter zeiver tijd kennis van gaf, meede een<br />

blyk was.<br />

Voorts fielden de gem. Ministers in denzelf­<br />

den brief, Hun Hoog Mog. voor, om hun toe<br />

te laaten, ten einde, zeggen zy, zich te meer van<br />

't appuy van het Franfche Hof te ver zeeker en,<br />

», volgens 't verlangen van den Heere de Ver-<br />

„ gennes, voor zoo verre van het Cardinale<br />

n<br />

punt te moogen afgaan, dat zy het zelve,<br />

„ met alle de anderen, te gelyk, zouden voor-<br />

„ ftellen, edoch over de minderen niet hande-<br />

„ len, voor dat het eerfte zou zyn toegedaan."<br />

Men kan ter goeder trouwe niet ontkennen,<br />

dat


O P H E L D E R I N G , ENZ. §sf<br />

dat het Franfche Hof de natuur van het Trac­<br />

taat der gewaapende Neutralit.it naar waarheid<br />

befchouwde. Welke ophef men ook van 'c groot<br />

ontwerp van Mevrouw de Keizerf nne gemaakt<br />

had, als of zy zich had opgedaan als de Befchernv<br />

fier van *t Recht van eene altoos vrije Zee ,<br />

en van haare nodiging der andere Mogendhee­<br />

den, om daartoe meede te werken, was in de<br />

daad de uitgebreidheid Van de heteekenis vari<br />

de woorden vrye Vaart of Vrye Z.ee, aanmerk-<br />

lyk bepaald geworden , door de verklaaring^<br />

dat men over tn weder elkander niet guaran-<br />

deerde, dan het genot der voorwaarden vari<br />

vervoering der Waaren, die by Traclaaten voor­<br />

behouden waren : en het fprak dus van Zeiven,<br />

dat de vervoering van zoodanige Waaren, die 1<br />

by het Tractaat wel niet uitgezonderd waren,<br />

maar die eene Mogendheid met reede niet kon<br />

toelcaten, dat aan < ene andere met welke zy<br />

in Oorlog was, toegevoerd wierden , nimmer<br />

uit hoofde der gewaapende Neutraliteit kon<br />

gewettigd worden.<br />

Daar kwam by , dat geene Mogendheid kofi<br />

verwacht worden te zullen erkennen , dat het<br />

Woord Zee alleen genoeg Zou zyn, om toe te<br />

laaten. dat alle Scheepen , toebehoorende sari<br />

Mogendheeden, met welke zy ia Vree Je zou-<br />

P 2 óe


228 M E M O R I Ë N T O T<br />

de zyn, zonder onderfcheid van Oorlog of Vree-<br />

de's tyd , dezelve vry zouden bevaaren , wy<br />

zeiven (men denke om de Oosterfche Zeeën)<br />

hadden een tegenftrydig belang, en met ree­<br />

de had de Graaf de Vergennes doen opmerken,<br />

dat Engeland betreklyk Rusland, Zweeden en<br />

Deenemarken, met welken zy in volle Vriend-<br />

fchap leefde, verklaart had, de vrye Vaart niet<br />

te zullen refpeEteeren, dan conform de fubffleeren-<br />

de Tra&aaten.<br />

Uit dien hoofde was het belachlyk, tót een<br />

Cardinaal en preliminair punt te bedingen , eene<br />

valflrekte vrye Zee.<br />

Kort na het evengem. fchryvens van de Mi­<br />

nisters te Parys, bekrachtigden zy by eene na­<br />

dere Misfive, 't geen zy gemeld hadden van het<br />

gezegde door den Graave de Vergennes, door<br />

't geen de Heer Fitz Herbert in een gefprek met<br />

hem gehouden, gezegd bad.<br />

Op den 2^. December wierd doch by Hun<br />

Hoog Mog. bepaald, „ dat de vrye Vaart vooraf<br />

„ en preliminair erkend moest worden, te meer<br />

„ daar de Secretaris Fox dat punt reeds had<br />

„ toegegeeven, en het gevaarlyk zou zyn, de<br />

»i eerpe erkende principes te laaten vaaren: dat<br />

„ wat betrof de ouvertures op de andere pun-<br />

„ ten, de Ministers, met overleg van den Graa-<br />

„ ve


O P H E L D E R I N G , ENZ. 229<br />

,3, ve de Vergennes zich zouden kunnen gedraa-<br />

„ gen na Convenientie, mies zich houdende aan ]<br />

„ hunne inftruótie. Dat zy deeze last meede-<br />

„ deelende aan den opgem. Graave, teffens<br />

„ zouden verklaaren, dat Hun Hoog Mog. in-<br />

„ gevolge de gunftige verzeekeringen van den<br />

„ Koning, verwachtten dat zyne Majefteit van<br />

„ het aangenomen Sistema niet zoude afgaan,<br />

„ en met deszelfs zeggen aan onze Ministers,<br />

9, alken gebuteerd'had'in de formaliteit deezerNe-<br />

„ gotiatie, alles voor te komen, V welk de Vre-<br />

„ de's zaak zoude kunnen retardeeren: dat byal-<br />

„ dien de naam van gewaapende Neutraliteit<br />

s, al niet gefpeld wierd, de zin van dezelve<br />

„ ten minften allerduidelykst in het te maake-<br />

„ ne Traétaat moest uitgedrukt worden , en<br />

„ dat zoo de Engelfchen deswegens difficulteer-<br />

s > den." Hier zou men verwachten, dat de<br />

last dan zou zyn, om nergens in te komen, maar<br />

neen, men vergenoegde zich met te zeggen:<br />

dat zulks een blyk zou zyn van hunne kwaade<br />

„ trouw:" even als of dat 'er iets toe doen<br />

zou, om het verlangde minder of meerder te<br />

verkrygen.<br />

Maar men durfde zoo bout niet fpreeken, om<br />

dat men wel gevoelde, dat men op 't laatst zou •<br />

moeten fluiten op den voet dien het Hof van<br />

p g Frank-,


*3 a<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

Frankryk zou goedvinden. Wat het verwyt<br />

van kwaade trouw betreft, zoo was het zeeker­<br />

lyk waar, dac Engeland het Cardinalepunt, vry­<br />

willig had aangeboden: maar 'c was niec min­<br />

der waar, dac wy hun aanbod van de hand had.<br />

den geweezen, en dan was de vraag: of men<br />

hun van kwaade trouw kon befchuldigen, zoo<br />

zy by deeze onderhandelingen hun voorig aan­<br />

bod geen gefhnd wilden doen?<br />

Alle de Provintien keurden hec voorgem<br />

Raporc en RefoL goed, behalven Zeeland, die'<br />

daarop wilde inneemen hec goedvinden van haa­<br />

re Principaalen.<br />

Alhoewel onze Miniscers van den Graave<br />

de Vergennes, eer geleegenheid dac zy der Staa­<br />

ten gevoeligheid hadden betoond, over 't geen<br />

Frankryk wegens hec m eigen der uicgeftrekt-<br />

heid der vrye Vaart gevorderd had, verzeeke,<br />

ring ontvangen hadden, dac de Koning geene<br />

toegeevenheid omcrenc die fiuk, en de verde.<br />

re aanfpraak der Republiek op Engeland zou<br />

beroonen, nemaar haare belangen? by de Vre­<br />

dehandelingen, op hec vuurigfte ter harte nee,<br />

nun, zno had nochtans de inhoud van opgem.<br />

brief, gevoegd by de kennis die men daagiyks'<br />

meer en meer kreeg, van de kleine gezindheid<br />

van 't Hof van Frankryk, om ingevolge de zoo<br />

dik.


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2.^1<br />

dikwyls gedaanc belofte , ronder ons; goüfe<br />

Vreede te maaken, by de geenen die noch niet<br />

geheel aan de belangcns van Frankryk waren<br />

overgegeeven , veel ongenoegen gebaard: en<br />

by de anderen geene geringe vrees verwekt,<br />

dat eindlyk de oogen geopend, en aan hun de<br />

fchuld van de gevolgen van het noodlottig ver­<br />

trouwen , zou gegeeven worden.<br />

Daar was om dit te ontduiken niet veel an­<br />

ders op, dan te doen voorkomen, als of het<br />

die van den Prins en van de zoogenaamde An-<br />

glomanen was.<br />

De Ambasfadeur ftond hun weder hierin<br />

trouw by: en zei nu, dat het niet zenden der<br />

Scheepen naar Brest eene der naaste reedenen van<br />

'sKonings ongenoegen, en mindere geneegenheid,<br />

om de Republiek by te ftaan, was.<br />

Ik heb hier voor,(bl.86.)aangeteekend, hoe<br />

men te Verfailles in den tyd daarover gedachr<br />

had , en de voornaamften alhier, wijten dat<br />

zeer wel.<br />

De discourfen van den Ambasfadeur deeden •<br />

zoo veel te meerder kwaad, om dat, niet al­<br />

leen door dezelve het wantrouwen, en vervol­<br />

gens ook de werkloosheid vermeerderd wier­<br />

den, maar om dat dezelve het gantsch gedrag<br />

van Frankryk zoo noodlottig voor de Repu-<br />

p 4 bliek


?3 2<br />

M E M O R I Ë N TOT<br />

bliek wettigden. Hy deed fteeds voorkomen,<br />

dat hy altyd te worfteien had, m e t eene En­<br />

gelfche Faftie, en dat daarom alhier geene ge-<br />

noegzaame maatregelen , om alle de vermo­<br />

gens tot het voeren der kryg fo te fpannen,<br />

genomen konden worden. Doch die waren<br />

waarlyk harfenfehimmen: die Engelfche party<br />

was destyds nergens in weezen, dan in de har-<br />

fens van den Gezant: of wierd voorgegeeven<br />

door de geenen, die verlangden, dat de zaa­<br />

ken tot geene rust kwamen: of zoo 'er noch<br />

eenige Engdschgezinden overbleeven, was hun<br />

invloed zoo geknakt, dat deielve geheel kracht-<br />

loos was.<br />

Alle die kunftenaryen veroorzaakten de ver­<br />

meerdering der tweefpalt, haat en wantrou­<br />

wen, en vervolgens befluit- en werkloosheid-<br />

gelyk het gaat, wanneer de beflnitende en uit­<br />

voerende machten het niet eens zyn , of ten<br />

ÏHinden niet te zaamenwerken.<br />

Het Hof van Verfailles heeft, myn's oor­<br />

deels, destyds de allerbeste geleegenheid ver­<br />

loeren, om deszelfs invloed op de zeekerde<br />

gronden, zoo 'er immer eene ftaatkundige zee­<br />

kerheid kan zyn, te vestigen. De voornaam-<br />

fto Regenten, zoo wel die geenen die altyd<br />

ffeer voor Frankryk dan voor Engeland geweest<br />

waa-


O P H E L D E R I N G , ENZ. C33<br />

waren, als die, daar nu de invloed van Frank­<br />

ryk door het van de hand wyzen van alle by,<br />

zondere handeling over afzonderlyke Vreede,<br />

gevestigd was, de eerften niet wilden tegen­<br />

gaan , en het aangenomen Sistema weder om-<br />

verre werpen, waren gereed, om met Frankr<br />

ryk meede te werken, en geene verbintenis-<br />

fen met Engeland, dan gemeenfchaplyk met<br />

Frankryk, aan re gaan: mits dit Hof aannam ,<br />

geene Vreede te maaken, zonder aan de Re­<br />

publiek eerlyke voorwaarden te doen verwer­<br />

ven. Het Cabinet van Verfailles had zelfs de<br />

fchoonfte geleegenheid, om den Stadhouder te<br />

noodzaaken, in zyn belangen over te gaan; de­<br />

wyl deszelfs beftaan, dat zoo naauw, ja zeer<br />

onaffcheidelyk aan dat van 't Land verbonden<br />

is, vereischte, dat hy thans den ftroom niet te­<br />

genging, nemaar, door eene wyze en tydige<br />

toegeevenheid, de rust aan 't Land en aan zich-<br />

zelven, ter afwending der onaangenaamheden<br />

voor Hem en voor zyn Huis, die Hy toen reeds<br />

begon te gevoelen, en van welke hec flimfte ce<br />

wachcen was, gelyk, God beecerc, de onder­<br />

vinding maar ce veel geleerd heefc, wedergaf.<br />

Dewyl ik geleegenheid had, myne gedachten<br />

directelyk aan den Graave de Vergennes te doen<br />

geworden, liet ik niet; na het evengem. met de<br />

P 5


£34 M E M O R I Ë N T O T<br />

my mooglykst helderfb verwen af te fchilde-<br />

ren, Maar i mocht niet helpen, en 'c was ook<br />

natuurlyk, dat 'sKonin;s Gezant meerder in­<br />

vloed hadde dan ik. Deez Heer , in fteede<br />

van de goede verftandhouding met den Stad­<br />

houder te zoeken, fcheen daaglyks meer gezind<br />

om Hoogstdenzelven kleinigheden aan te doen ;<br />

cn onderfteunde de verregaande handelwyze<br />

der geenen, die toen noch onder den dekmantel<br />

van 't Stadhouderlyk gezach binnen deszelfs<br />

paaien te houden, reeds toeleidcn, op 't geen<br />

naderhand fchier gelukt is.<br />

Op den 6\ December, dus voor dat men ant­<br />

woord hebben kon op den inhoud van de voor-<br />

gem. Refolutie van Hun Hoog Mog., ontvin­<br />

gen deezen weder eenen brief van 's Lands Mi­<br />

nisters te Parys, in welken deezen meldden,<br />

5, dat de Heer Adams hun in vertrouwen, zy-<br />

„ ne vorderingen in de Vredehandelingen<br />

„ had meedegedeeld: terwyl doch de geheele<br />

i, waereld wist, dat de Praeliminaires met En-<br />

„ geland geteekend waaren."<br />

Voorts vf rzeekerden zy,, „ dat onze, door de<br />

r<br />

„ Franfche hernomene Coloniën, ons zouden<br />

„ wedergegeeven worden: dat *s Konings voor-<br />

Ü neemen nimmer geweest was , dezelve in<br />

f, reekening tegens eenige pretentie der En-<br />

» gel-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 235<br />

, s gelfchen te brengen ; dat hec punt van de<br />

„ vrye Zee, tot genoegen der Republiek zou<br />

„ gereegeld worden : doch dut betreklyk de<br />

„ fchavergoeding eenige verzachting plaacs zou<br />

,, moecen hebben."<br />

By Hun Hoog Mog. wierd daarop daadlyk<br />

beflocen, „ zyne Alkrchriscelykfle Majefteit ,<br />

,, door de Ministers te Parys, te laaten bedan-<br />

,, ken , voor deszelfs gunstige dispolitie, be»<br />

„ treklyk de Coloniën." En het Hof van Frank»<br />

ryk beantwoordde de heuschheid van Hun H>og<br />

Mog., met gelyke hoflykheid, met byvoeging<br />

der fterklte verzeekeringen van 's Konings ge­<br />

neegenheid, „ om te onderlleunen de voor-<br />

„ waarden, die door onze Ministers, omtrent<br />

„ deezen tyd, aan den Heere Fitz Herbett wa-<br />

„ ren overgegeeven."<br />

Niettegenftaande evengemelde horlyke ver­<br />

zeekeringen , was het zeer waarfchyniyk , dat<br />

reeds toen de zaaken, ten minften voor het<br />

grootfte gedeelte, tusfchen Engeland en Frank­<br />

ryk gereegeld waren. Te Parys beweerde men,<br />

dat het vertrek van den jongen Graaf de Ver­<br />

gennes zulks ontwyffclbaar aandui.lde : en dat<br />

deeze met de Vreede, zoo als men zegt, in de<br />

zak, zou t'huis komen.<br />

Zeeker was hec, dat onze Ministers van<br />

niets,


23^ M E M O R I Ë N T O T<br />

niets, van 'c geen tusfchen de Franfche en En-'<br />

gelfche Ministers omging, onderricht waren :<br />

byzonderlyk niet van 'c geen door Monfieur<br />

de Raineval in Engeland verricht wierdt: alhoe­<br />

wel Hun Hoog Mog. den 23 December refol-<br />

yeerden, dat de voorwaarden die men by de<br />

Vreede zou bedingen, zoo veel mooglyk met<br />

het Hof van Frankryk zouden worden gecon­<br />

certeerd, en dat men eikanderen daar in znu feu*<br />

teneeren. Men vleide zich noch geftadig met,<br />

en verliet zich op den byftand van Frankryk.<br />

De Penfionaris van Berckel fchreef den 31<br />

December aan Burgemeesteren : op dit oogen-<br />

hlik werd ik uit de eerfte hand geïnformeerd y ZOO­<br />

DANIG DAT UED. GROOT ACHTB. DAAR<br />

OP STAAT KUNNEN MAAKEN dat de Graaf<br />

de Vergennes, uit naam van den Koning heeft<br />

laaten verzeekeren. dat zyne Maj. geene Vreede met<br />

let Engelsch Hof zal fluiten , voor en aleer aan<br />

de billyke eisfehen van deeze Republiek door En­<br />

geland zal zyn voldaan. De Penfionaris meldde '<br />

teffens, dit de Graaf de Vergennes daarvan ken-<br />

nis aan onze Ministers, en deezen aan den<br />

Raadpenfionaris gegeeven hadden.<br />

Hun Hoog Mog. ontvingen ook den 11 Jan.<br />

1783 eenen brief van meergem. Ministeis, in<br />

welken deezen wel kennis gaven, „ dat de eis-<br />

9, fche»


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$?<br />

,' s fchen der Engelfchen dubbelzinnig en buiten-<br />

„ fpoorig waren, maar dat zy van den Graave<br />

„ de Vergennes verzeekering ontvangen had-<br />

„ den, dat Frankryk niet fluiten zou, zoo lang<br />

„ de Oorlogende Mogendheeden niet op eene.<br />

„ equitable wyze voldaan waren:" meldende<br />

teffens, dat zy eenen brief aan Monfieur de<br />

Raineval, ten dien einde gefchreeven, met ge­<br />

noegen geleezen hadden.<br />

De verwachting en 't vertrouwen dat door<br />

toedoen van Frankryk, de Kooplieden vergoe­<br />

ding der fchade door het neemen hunner Schee-<br />

pen veroorzaakt, zouden verkrygen, bleef doch<br />

zoo groot, dat in 't laatst van de voorgaande<br />

maand December, gedrukt en gemeen gehaakt<br />

wierd een gefchrift, tot tytel voerende, Regle­<br />

menten Informatie» voor de commercieerende In*<br />

gezeetenen der Stad Amfterdam, welke ter Reken­<br />

kamer willen opgaven doen van de fchade ,hun door<br />

de Engelfchen toegebracht, (a).<br />

Niemand is myn's weetens ter Rekenkamer<br />

daarvoor opgekoomen, maar te Rotterdam ver­<br />

voegden de Kooplieden zich tot het evengem.<br />

einde met een Request aan de Regeering , op 't<br />

welk deeze antwoordde: dat de Gedep. ter dag­<br />

vaard, overeenkomftig het gedaan verzoek, gelast<br />

C«) Jaarboeken 1782, bl. 1589'<br />

z«u-


23$ M E M O R I Ë N TOT<br />

zouden worden, en dat intusfchen de lysten van<br />

fchaden behoorden te worden opgemaakt.<br />

Terwyl onze Ministers te Parys met klei­<br />

ne en flechte voortgang over onze zaaken met<br />

den Heer Fitz Herben , en onder 't oog van<br />

den Graave de Vergennes handelden, gaf deeze<br />

Heer te kennen, dat niet ongefchikt zou zyn ,<br />

dat iemand zonder tytel of charadter van hier<br />

naar Engeland gezonden wierd, om aldaar over<br />

de voorwaarden, die wy gaarne zouden bedin­<br />

gen, met het Ministerie onder de hand te han­<br />

delen.<br />

De Heer Brantfen, die dit den Heer Raad­<br />

penfionaris, zoo ik bet wel heb , mededeelde,<br />

droeg daartoe voor den Heere van der Ouder­<br />

meulen, van wien wy te meermaalen gewach<br />

hebben gemaakt.<br />

Zyne Hoogheid was niet vreemd van dit<br />

voordel , maar de Raadpenfionaris, denkelyk<br />

weerhouden door her gezach dac de geenen,<br />

die volftrekt alle afzonderlyke handelingen met<br />

Engeland afkeurden, verkreegen hadden, keur­<br />

de het af: en wierd dus weder van de hand ge­<br />

weezen, het eenigfte middel, om noch eene<br />

draaglyke Vreede van Engeland re vcrkrvvcn;<br />

d-wyl die aanbod zeekerlyk door Eng. land met<br />

geen' ander inzicht wierd gedaan, dan om ons<br />

daar


O P H E L D E R I N G , EfiZ. 239<br />

daardoor van eene volftrekte toegedaanheid aan<br />

Frankryk te wederhouden, Wy zullen in 't<br />

vervolg zien, hoedanig wy door hec Engelsch<br />

Ministerie daanoe verder aangezocht zyn ge­<br />

worden.<br />

Ondercusfchen hadden onze Miniscers ge­<br />

meld, dac de Heer Fitz Herbert, hun fchrifte-<br />

1-yk had ce kennen gegeeven, dat zyn Mees-<br />

„ ter zoodanige Vryheid op Zee aan de Repu-<br />

„ bliek zou geeven, als hy aan Frankryk en<br />

„ Spanje zou toekennen: dat hy alle onze ge-<br />

„ nomene bezittingen zou wedergeeven, be-<br />

„ halven Trinconomale : en dat zoo de ïn-<br />

„ gezeetenen der Republiek, iets van die van<br />

„ Engeland te pretendeeren hadden , wegens<br />

het neemen van Scheepen , zy zulks by wee*<br />

„ ge van rechten, zouden kunnen eisfchen."<br />

Op dsn 23 Jan, van 'c nieuw begonnen jaar,<br />

deeden onze Miniscers weder verflag van den<br />

loop en toeftand der handelingen. „ Engeland<br />

„ bleef aanbieden de evengem. Vryheid ter<br />

„ Zee: zag af van Trinconomale, maar eisch»<br />

„ te volftrekt Negapatnam , en deszelfs grond-<br />

„ gebied, als meede de ongeftoorde vaarc door<br />

de Ooscerfche Zeeën."<br />

Deeze harde voorwaarden waren door de<br />

Miniscers aan den Graave de Fergennes meede-


*40 M E M O R I Ë N T O T<br />

gedeeld geworden, doch hadden aldaar weinig<br />

troost gevonden: maar de Graaf had zeer aan­<br />

gehouden, dat zy zouden fluiten, dewyl Ame­<br />

rica reeds geteekend had, Spanje daartoe zeer<br />

gezind was, en de toeftand der zaaken in Frank-<br />

ryk, voornaamlyk die der Finantien, geen lan­<br />

ger uitftel konden toelaaten.<br />

Deeze aanzegging , zoo ftrydig met de edel­<br />

moedige en belangelooze verzeekeringen die<br />

men zoo dikwyls, zedert 't begin van den Oor­<br />

log, doch voornaamlyk toen men ons weerhóu?<br />

den wilde, van onder gunftige voorwaarden<br />

over eene afzonderlyke Vreede te handelen,<br />

gegeeven had, trachtte men nu te verfchoonen'<br />

-door verwytingen aan de Republiek te doen!<br />

Men gaf voor, dat men alles voor Haar, zy<br />

niets voor de gemeene zaak gedaan had. Men<br />

verweet Haar nu, het niet zenden van de Schee­<br />

pen naar Brest: en men eindigde die troostloo-<br />

zeaanfpraak, met te vraagen, of zy meede be-<br />

greeptn wilde weezen in de Armistice, die men<br />

voorhad te bedingen.<br />

Na dat onze Ambasfadeurs dit gefprek met<br />

den Graave de Vergennes gehad hadden, zon­<br />

der dat die Heer zich eenigzins verder over<br />

het voorneemen om afzonderlyk te fluiten, had<br />

uirgelaaten, wierden '* anderen daags den 20<br />

Jan.


O P H E L D E R I N G , É M Z* *4*<br />

Jan.* 's morgens ten n uuren, de Préliminairs<br />

tusfchen Frankryk, Spanje en Engeland geteekend,<br />

zonder meede weeten van onze.Ambasfadeurs;<br />

wordende aan de Republiek alleen<br />

de vryheid gelaaten, om des goedvindende,<br />

daar aan te kunnen accedeeren. (a)<br />

Al wilde men al eens onderftellen, dat de<br />

klachten van 't Hof van Frankryk min of meer<br />

gegrond waren, zoo waren die verwytingen<br />

thans blykbaar voortkomende , uit de verlegenheid<br />

in welke het Fransch Ministerie zich<br />

bevond; dewyl al 't geen het nu tot zyne verfchooning<br />

bybracht, gebeurd en bekend was,<br />

toen de Penfionaris van Berckel, den 3'. Dec ­<br />

aan Burgemeesteren fchreef, (¥) „ dat de Graaf<br />

de Vergennes uit naam van den Koning ver-<br />

„ zeekerd had, dal zyne Maj. geene vreede zou<br />

„ maaken, vóórdat aan debillyke eisfchen van dé<br />

„ Republiek door de Engelfchen zou zyn voldaan?<br />

en toen de Graaf dit zelfde, in fubftantie, aan<br />

onze Ministers te Parys herhaalde.<br />

Maar<br />

fa) Onze Ministers warén zoo weinig van dieteeké-<br />

hing onderricht, dat de eerfte tyding die zy'er van ont­<br />

vingen, was, dat zy op Straat, volgens 't gebruik, hoof<br />

den roepen, les préliminairs: fignis,. &c,<br />

(6) Bl. 236.<br />

II DEEL. Q


242 M E M O R I Ë N T O T<br />

Maar met welke verkleining het Hof van<br />

Frankryk ook altyd gefproken heeft, van 't<br />

geen door ons gedurende den Oorlog verricht<br />

was, zoo kan niet geloochend worden, dat voor<br />

den byftand, aan de Oost-Indifche Compagnie<br />

gegeeven, Frankryk aanmerklyke voordeelen<br />

door deeze genoten heeft. De Compagnie heeft<br />

by 't gebruik van haare Reeën, Havens, en<br />

Baaijen, noch toegeftaan, dat van haare Schee­<br />

pen en mindere Vaartuigen: Zy heefc uk haa­<br />

re Magazynen allerhande Scheeps- en andere<br />

behoeft ens in eene ruime maate aan de Fran­<br />

fche Vloote verftrekt, en door de vereeniging<br />

van veelerleie zoorten van gerieflykheeden , de­<br />

zelve in ftaat gefteld, om, in plaats gelyk voor­<br />

heen, tegen den wintertyd, hunne Öorlogfchee-<br />

pen, naar Isle de Frmce te zenden, en alzoo<br />

haar kryg ter Zee eenige maanden op te fchor-<br />

ten, dezelve het geheele jaar te kunnen doen<br />

voortgaan; terwyl die Vlooten in Afia von­<br />

den, al dat geene dat in voorige Oorlogen,<br />

dezelve, met groote kosten, en mee noch groo-<br />

ter gev-ar, relkens uic Europa moesc cocgezon-<br />

den worden: en of'er noch iecs mochc hebben<br />

ontbroken, ter betooning eener onbepaalde en<br />

weerkeerige dienscvaerdijrheid , van de zyde<br />

van de Nederlandfche Compagnie, heefc zy een<br />

y j ere-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 243<br />

crediec van vyf Millioenen Livrès voor de<br />

Franfche geopend, die daar van zich, zelfs bo­<br />

ven die zom, bediend heefc.<br />

Onze Miniscers gaven in voorgem. brief ré<br />

gelyk kennis aan Hun Hoog Mog. van het laat-<br />

fie gefprek mee den Graaf, en van hec evengem*<br />

teekenen, verzoekende nadere last.<br />

De Provintien keurden op den 29e. Jan. goed,<br />

't geen de Ministers verricht hadden, en ge­<br />

lastten Hun de Wapenftilftanddie intusfeheri<br />

door den Engelfchen Minister den' onzen aan­<br />

geboden was,- aan té neemen,- doch hielden aan<br />

zich, nader over het Vreede's werk te raad-<br />

pleegen.<br />

Toen de Raadpenfionaris even gem. brief<br />

by welken onze Ministers verflag deeden, vari<br />

het afzonderlyk teekenen der Préliminaires,<br />

en van 't geen by die geleegenheid was voor°<br />

gevallen, aan Stads Gedeputeerden had mee-<br />

degedeeld, fchreef de Penfionaris van Berckel<br />

aan den toen prefideerenden Burgemeester van<br />

Hoorn, „ dat mek zich mee hec ceekenen zoo<br />

„ verhaasc had, om reede van onze inactivi-<br />

„ reit, en byzonder om de geweigerde expe*<br />

dicie naar Bresc."<br />

Wy hebben ce vooren gezien dac in der daad<br />

de Graaf de Vergennes, gedrongen door onze<br />

Q s Mi-


S44 M E M O R I Ë N T O T<br />

Ministers, om niet met Engeland, zonder ons,<br />

te fluiten, getracht had, dat fluiten, dat korc<br />

daarna gefchiedde, te verfchoonen: maar't klonk<br />

wat vreemd, dat evengem. Penfionaris, als nu<br />

die beuzelachtige verfchooning van Frankryk<br />

billykte. Hy was immers van 't geheim der zaa­<br />

ken onderricht: hy wist, of ten minften kon<br />

weeten, wat tot het voorftel tot het zenden<br />

dier Scheepen oorzaak had gegeeven: hy wist<br />

zeekerlyk, dat de weinige afbreuk die wy aan<br />

den gemeenen vyand hadden toegebrachc, veel<br />

meer aan den zwakken ftaat van onze Zeemacht,<br />

dan aan eene voorbedachte inactiviteit, te wy-<br />

ten was: hy had noch op den 31e. Decemb.<br />

laastl. gefchreeven, in 't zeekere te zyn onder-<br />

richt, dat de Koning van Frankryk geene Fr eede<br />

met het Engelsch Hof zou fluiten, wor en al eer<br />

aan de hillyke eisjchen van de Republiek zou zyn<br />

voldaan, (a)<br />

Noch vreemder was het, dat die Penfionaris,<br />

niet tegenftaande de onwederfpreekelyke blyk,<br />

die het Hof van Verfailles ons door het even­<br />

gem. teekenen kwam te geeven, van 't geen wy<br />

-verders van hetzelve te wachten hadden, noch<br />

geftadig bleef berusten in den byftand van Frank-<br />

ryk; en in denzelfden brief meldde, datdeFran-<br />

00 bl» 23


O P H E L D E R I N G , ENZ. 245<br />

fche Ambasfadeur, die hy over de zaak onder­<br />

houden had, verzeekerdhad, dat zyn Hof PER­<br />

SISTEERDE om de Republiek by CONTINUA­<br />

TIE alle bewyzen van geneegenheid en behartiging<br />

haarer belangen te geeven: voegende daar doch<br />

by, dat de Ambasfadeur wat verleegen was, en<br />

zich behielp met te zeggen, dat alle de Mogend­<br />

heeden den Oorlog moede waaren , en dat Frank­<br />

ryk alleen het werk niet kon gaande houden, daar<br />

de Republiek gedurende den gantfchen Oorlogniets<br />

«edaan had. Maar de drift van den Man was _<br />

zoo groot, dat hy voor waarheid ftelde, al c<br />

creen tot het bereiken zyner oogmerken dien­<br />

ftig was. Het was by hem geene bedriegery,<br />

maar verblindheid: doch men ziet uit evengem.<br />

fchryven, dat de Ambasfadeur niet gefprooken<br />

had van 't achterblyven van d'expeditie naar<br />

Brest: 't geen ook tusfchen hem en den Pen­<br />

fionaris weinig paslyk zou zyn geweest, daar<br />

ze beiden agter het geheim waren.<br />

Voor 't overige was de verfchooning niet<br />

onbillyk. De Vreede was zeekerlyk voor alle<br />

de Mogendheeden, voornaamlyk voor Enge­<br />

land en Frankryk, wiens geldmiddelen uitge­<br />

put waren, hoog noodig. Wy waren zeeker<br />

looslyk om den tuin geleid; maar hadden meer<br />

reede om ons te beklaagen, over die geenen,<br />

Q 3<br />

d i e


346" M E M O R I Ë N T O T<br />

die door een blind vertrouwen op vorstelyke<br />

grootmoedigheid, ons in den val gebracht hadden,<br />

dan over Koninglyke Ministers, dienaar<br />

de gewoone zeedekunde, in het beduur der<br />

Staatszaaken, lang voor den tyd van Machiavel<br />

aangenomen, zich gedraagen hadden. De<br />

Hertog de la Vauguion, die zeekerlyk geene<br />

middelen gefpaard had, om ons het alleruitgeftrektst<br />

vertrouwen op zyn 's Meesters bydand<br />

te doen krygen, doch die in deezen, zoo als de<br />

Penfionaris van Berckel gemeld had wat verleegen<br />

was, verzeekerde op het allerheiligst, van<br />

het na by zyn van het teekenen der Préliminaires,<br />

niets ge weeten te hebben.<br />

Het voortduren van 't vertrouwen in 't Hof<br />

van Verfailles, bewerkt door dezelfde lieden,<br />

die ons daarvan het ellendig dacht - offer hadden<br />

gemaakt, gevoegd by de fchier voldrekteregeeringloosheid,<br />

die door de verdeeldheden, die<br />

alle verdandhouding tusfchen de Provintien<br />

Steeden en Leeden der Regeering onderling, en<br />

tusfchen dezelve en den Stadhouder hadden we


O P H E L D E R I N G , ENZ. 247<br />

de oogen kon aanzien: 't was van haar belang<br />

ons door eene heufche behandeling, by ol ter<br />

geleegenheid van het handelen over het em-<br />

Len eens Oorlogs, die men in Engeland zeiven,<br />

doch te laat, erkende, niet ftaatkundig<br />

te zyn begonnen, weder eenigft* tot haar te<br />

trekken: nja*r 't was teffens met haar belang<br />

geheel ftrydig, dat aan ons eenig byzonder v >ordeel,<br />

door toedoen of bemiddeling van Frankryk,<br />

toegevoegd zou worden: 't geen altyd fchynen<br />

zou, zoo zulks gefchiedde, ingevolge van<br />

handelingen te Parys: de Engelfche Minister,<br />

hadden zulks niet onduidelyk te kennen ge-,<br />

geeven.<br />

\Was dan de zaak der Engelfchen, en, zoo<br />

als veelen dachten, niet minder de onze, afzonderlyk<br />

met het Hof van London te handelen.<br />

Daartoe was, gelyk wy gezien hebben,<br />

reeds in 'tbegin, door den Heere Fitz Herbert,<br />

daarna noch te meermaalen, en nu weder aan.<br />

zoek gedaan.<br />

Maar men wilde alhier daartoe niet verftaan:<br />

men fchuwde al wat eenigzins den fchyn van<br />

de oude gemeenzaamheid met Engeland te herftellen,<br />

kon hebben. De Raadpenfionaris hadgezegd,<br />

dat genoeg by deezen Oorlog gewonnen zou<br />

zyn, zoo dezelve om ten eenemaal van Engeland<br />

q 4 los-


24» M E M O R I Ë N T O T<br />

losmaakte: en de Heer Brantfen, die eerst voor<br />

eene byzondere zending naar Engeland geweesr<br />

was, zoo als wy gezien hebben, keurde nu de-<br />

zelve af, om dat hy vermeende, dat de EngeU<br />

feben wederom de oude Verbindtenisfen zoudenwil-<br />

len vernieuwen, dat ons niet lyken zou - en al­<br />

hoewel korte dagen daarna, Rotterdam voor-<br />

Helde, om iemand naar Engeland te zenden<br />

waren de gedachten van de meeste Leeden daar<br />

tegen.<br />

In een Befogne den si Febr. gehouden over<br />

eenen brief van onze Paryfche Ministers, had­<br />

den de meesten gezegd, dat men de Liaifonsmet<br />

ingeland met moest renouvelleeren: en deeze del,<br />

üng zou zeekerlyk niet vreemd z y n geweest'<br />

zoo dezelve berustte op de gemrlykheid, van<br />

mime Liaifons met machtige Mogendheeden-<br />

raaar zy kon niet dan als partydig befchouwd<br />

worden, dewyl men daadiykgelykzoortige Liah<br />

pns met Frankryk trachtte aan te gaan.<br />

Ondertusfchen wist men niet waartoe te be-<br />

fluicen. De Engelfchen hadden van hunnen eisch<br />

op Trinconomale wel afgezien, maar vorder-<br />

den m plaats, Negapatnam: en bleeven ftaan op<br />

de onbelemmerde Vaart in de Oosterfche Zeeën<br />

De vordering die zy wegens dit laatrte dee-<br />

depj was eenigzins duister, en het bleek niet<br />

Waar s


O P H E L D E R I N G , ENZ. 249<br />

klaar, hoe verre zy die Vaart wilden uitftrekken.<br />

Zoo het een enkel vaaren door die Zeeën<br />

was, kon het volgens die beginzelen, daar wy<br />

zeiven ons op beriepen, naamlyk die der gewapende<br />

Neutraliteit, niet gevoeglyk geweigerd<br />

worden: maar zoo zy /daardoor vérftonden, -<br />

eene vryheid, om door handelingen met de Molukfche<br />

Vorften, die met de Compagnie in verbinten<br />

Isfen ftonden, aan deeze afbreuk te doen,^<br />

en daardoor de Speceryhandel in 't geheel of<br />

ten deele, tot zich over te brengen, konden<br />

wy niet anders dan ons op het krachtigfte tegen<br />

zoodanige vordering verzetten. Onze Ministers<br />

hadden dan aan Hun Hoog Mog. gefchreeven,<br />

dat zy den eisch niet klaar begreepen,<br />

Niet onwaarfchynlyk is 't my voorgekomen,<br />

dat deeze dubbelzinnigheid, met voordacht door<br />

de Engelfchen gebruikt was, om geleegenheid<br />

te geeven, daar over zich onder eikanderen,<br />

zonder tusfchenkomst van Frankryk, te verftaan,<br />

en het gevorderd recht minder of meerder<br />

uit te breiden, naar maate men Frankryk<br />

buiten de handelingen daar over, zou willen<br />

laaten.<br />

Wat Ncgapatnam betrof, alle die eene Vree­<br />

de door afzonderlvke handeling met Engeland<br />

kQ5<br />

t e


*50 M E M O R I Ë N T O T<br />

te verkrygen, afkeurden, deeden hun best om<br />

te beduiden, dat die bezitting voor de Compagnie<br />

van klein belang was. Men had zich ook<br />

tot dus verre niet verwaardigd, noch van hier,<br />

noch te Parys, sCompagnie's Gedeputeerden<br />

over de handelingen die hec welzyn, ja hec beilaan<br />

van de Compagnie, zoo na becroffen, te<br />

raadoleegen; noch zich by hun te erkondigen,<br />

of Negnpatnam eene beziccing van aangelegenheid<br />

was, dan niec. Had men zulks gedaan,<br />

hadden deezen die niec alleen betoogd, maar<br />

tevens hec noodige aan de hand gegeeven, om<br />

aan te coonen, hoe nadeelig hec voor Frankryk<br />

zelve was, dac die bezicting in handen der<br />

Engelfchen bleef, en dus het Fransch Ministerie<br />

genoopt, om hec belang der Republiek of<br />

der Compagnie deswegens, op hec fterkfte ce<br />

helpen bevorderen.<br />

's Was de Heer Boers, eerfte advocaac van de<br />

Compagnie, en een van deszelfs Gedeputeerden<br />

te Parys, aan wiens bekwaamheid in 't algemeen,<br />

en byzonder in 'sCompagnie's zaaken<br />

mee gecwyffeld kan worden, die my op myn<br />

verzoek, de aangelegenheid van Negapacnam<br />

bevestigde.<br />

- Hy deed my opmerken: dat die Stad, geleegen<br />

zynde i n \ R y k v a n T a i j j o e r > ^ d e f<br />

voorr


O P H E L D E R I N G , ENZ. S5I<br />

voornaamde Mogendheeden op de Kust van<br />

Choromandel, de Engelfchen eens in 't bezie<br />

derzelve geraakende, daardoor geleegenheid,<br />

zouden hebben, vooreerst, om gem. Votst van<br />

hun af hanglyk te maaken, ten anderen, om door<br />

dien Vorst te laaten uitvoeren, al 't geen zy,<br />

zomtyds, zouden fchroomen, op hunnen eigen<br />

naam te verrichten: dat de Comp. een gelyk<br />

noodlot beproefd had in Bengalen 9 en voor<br />

d'overmacht der Engelfchen en hunnen invloed<br />

op 'sLands yorden, ten aanzien van alle de<br />

takken haarer Negotie, had moeten bukken: dat<br />

het gem. Ryk van Tanjoer, uit hoofde van<br />

deszelfs aanzienlyke voortbrengzelen van Ryst,<br />

de Spyskamer van die Kust is: dat de Engelfchen,<br />

reeds aldaar zoo machtig, zoo zy noch<br />

meesters van Negapatnam wierden, het zouden<br />

zyn, om der Maatfchappy ter bekoming<br />

van de noodige behoeftens voor haare bezittingen,<br />

en voornaamlyk over het naby geleegen<br />

Ceilon , den pas af te fnyden: dat de nabuurfchap<br />

van eene zoo machtige Mogendheid,<br />

niet dan ten uiterden gevaarlyk voor 's Compagnies<br />

bezittingen op het evengem. Eiland<br />

kon weezen; te meerder, dat daardoor de<br />

verleidingen, van welke men weet dat de Engelfchen<br />

by den Keizer van Candia fteeds gebruik<br />

maa-


*5 a<br />

M E M O R I Ë N T O T<br />

maaken, om deezen tegens de Maatfchappy op<br />

te zetten, veel gemaklyker zouden kunnen in 't<br />

werk gefteld worden : eindlyk, dat het bezitten<br />

van meergem. plaats voor de Franfche bezit­<br />

tingen op de Kust, even gevaarlyk was, als<br />

voor die van onze Compagnie: voornaamlyk<br />

voor Pondichery en Carnicol die meede uit<br />

het Tanjoerfche gefpyzigd worden.<br />

De Heer Boers meldde my teffens, dat de Mar­<br />

quis de Castries hem gezegd had, van de aange-<br />

leegenheid van meergem. plaats voor Frankryk<br />

allezins overtuigd te zyn.<br />

De Advocaat vermeende dan, dat het van<br />

groote aangeleegenheid was, deeze plaats niet<br />

af te ftaan: te minder , om dat geen andere op die<br />

Kust kon uitgedacht worden, om eengelykzoor-<br />

tig Etablisfement te maaken; zoo als hy Advo­<br />

caat den Heer Brantfen, die hem eindlyk daar<br />

na gevraagd had, onlangs ook onderricht had.<br />

Hy verlangde ook te meerder, dat men, ten min­<br />

ften by provifie, tot het afftaan van eene zoo be-<br />

langryke bezitting niet kwam, om dat met ree­<br />

de , aangezien de ontwyffelbaare fuperieuriteit,<br />

die men op dat tydftip in de Indien op de En­<br />

gelfchen had, op de herneeming van Negapat-<br />

nam gehoopt kon worden.<br />

Omtrent deezen tyd drong de Compagnie mee­<br />

de


O P H E L D E R I N G , ENZ. C^g<br />

de op hec belang van Negapacnam aan, by eene<br />

Memorie, die zy eer Generaliteit overgaf, by<br />

welke zy teffens aancoonde, de gevaarlykheid<br />

van roegee/endh eid op hec ft uk der vrye vaart<br />

in de Ooscerfche Zeeën. Maar hoe zeer al het<br />

geen deswegens gezegd wierd , oncegenfpreeke-<br />

lyk was, zoo kon doch her verlies, hoe grooc<br />

hec ook mochce weezen, de vrees van afzon­<br />

derlyke handeling, of handeling ce London,<br />

niec op weegen.<br />

Toen de Préliminaires cusfehen Engeland,<br />

Frankryk en Spanje geceekend waren, had­<br />

den onze Miniscers nader mee den Engelfchen<br />

gefproken over de voorwaarden, die wy had­<br />

den opgegeeven: en byzonder over een aan­<br />

geboden Equivalenr voor Negapacnam, naam­<br />

lyk, de West-Kust van Sumatra: doch de Heer<br />

Fitz Herben had dit, en alles wat wy voorftel-<br />

den, niec alleen van de hand geweezen, maar<br />

zelfs zich niec ontzien van te zeggen, dat Frank­<br />

ryk aangenomen had ons te laaten dryven, indien<br />

Wy de aan ons voorgefielde voorwaarden niet aannamen.<br />

Onze Ministers zich deswegens by den<br />

Graaf de Vergennes beklaagd hebbende, hadden<br />

wel goede woorden, doch weinig hoop gekree-<br />

gen, en dierhalven om nadere last verzocht.<br />

Deeze wierd allernoodigst, dewyl de Graaf «fe<br />

Ver-


$54 M E M O R I É N TÓT<br />

Vergennes korte dagen daarna, (zoo als dë<br />

Heer Brantfen in eenen geheimen brief aan den<br />

Raadpenfionaris gemeld had) gewaarfchouwd<br />

had, dat zoo onze Ministers, op de komst derty.<br />

ding, dat de Keizerlyke Hoven de Mediatie ha&<br />

den aangenomen, niet finaal gelast waren, men<br />

Zonder hun finaal zou fluiten,<br />

Daags na dat de voorgem. Brief ter Genera-<br />

liteit was ingekomen, naamlyk den 4 Maart,<br />

wierd van wegens het fecreet Befogne aldaar<br />

voorgefteld, om aan gem. Ministers te fchry­<br />

ven: „ dat zy by aanhoudendheid moesten bly-<br />

i, ven aandringen op de vrye Vaart: en byal-<br />

* d l e n d c<br />

Engelfchen zich daarop niet duide-<br />

t, lyk wilden verklaaren, als dan hun aanzeg.<br />

» gen, dat Hun Hoog Mog. gezind waren zich<br />

„ volftrekt te houden aan de principes van de<br />

} t gewapende Neutraliteit, met zoo veel kracht<br />

door Mevrouw de Keizerinne beftempeld,<br />

» en op het recht der Volkeren gegrondvest/*<br />

„ Datzy Ministers moesten trachten te bewer-<br />

« ken, dat diergelyke verklaaring door Frank-<br />

„ ryk, Spanje en America meede gedaan wierd:<br />

H dat zy zorgvuldig moesten vermyden, meu-<br />

i, we liaifins met Engeland te maaken, als<br />

„ zynde dezelve nadeelig en van fchadelyke<br />

« gevolgen bevonden: dat zy het af ftaan van<br />

Ne-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$$<br />

„ Negapamam by aanhoudenheid moesren bly-<br />

„ ven weigeren: dat zy betrekkelyk de génes 7<br />

„ die de Engelfchen voorgaaven, in hunne<br />

„ Vaart door de Oosterfehe Zeeën,' van we-<br />

„ gens de Compagnie te ondergaan, en waarop'<br />

„ zy hunnen eisch op die Zeeën grondvesten,<br />

„ vertoonen moesten, dat over die gênes nim-<br />

„ mer door de Engelfchen geklaagd was; daar in-<br />

„ tegendeel, door de Compagnie dikwyls klach-<br />

„ ten over 't gedrag der Engelfchen in dat Wae-<br />

„ relddeel, en altyd nutteloos, gedaan waren;<br />

„ doch dat men doch gereed was, des wegens<br />

„ wederzydfche fchikkingen te maaken: dat<br />

„ zy als noch moesten aandringen, op eene<br />

„ fchavergoeding, met vertooning, hoe hard<br />

„ het zou zyn, dit over te laaten aan de wil-<br />

„ lekeurige beflisfingen van de Engelfche Ad-<br />

„ miralittit; doch dat zy, zoo zy niets bepaalds<br />

deswegens konden verkrygen, als dan moes-<br />

„ ten trachten te bewerken, dat de fchikkingen<br />

„ deswegens overgelaaten wierden, aan daar-<br />

„ toe van wederzyde te benoemene Commis-<br />

„ farisfeneindlyk: „ dat zy by \ Hof van Ver-<br />

„ failles zouden blyven aandringen, op de zoo<br />

„ dikwyls gedaane beloften, van geene Vree«<br />

„ de, zonder aan de Republiek goede voor­<br />

waarden te bezorgen, te maaken."<br />

Gel-


S50 M E M O R I Ë N T O T<br />

• Gelderland, Holland, Utrecht en Overysftl<br />

hadden aanltonds op het raport van het fecreet<br />

Befogne, eene overeendemmende Refol. hel­<br />

pen neemen: Friesland en Stad en Lande, die<br />

sis ongehst de conclufie eerst hadden aangezien,<br />

(temden daar in toe op den iode e n l 4d e daar­<br />

aanvolgende: maar dë Gedeputeerden van Zee-<br />

fend zeiden, zich daarna niet te kunnen fchik-<br />

ken, en gelast te zyn te zorgen, dat geene con­<br />

clufie op Vreede's articulen gênoomen wierd ^ dan<br />

met concurrentie van hunne Provintie.<br />

Het leed niet lang, tot den 19de naamlyk, of<br />

daar kwam van Parys tot antwoord op den in­<br />

houd van evengem. Refolutie: 3, Dat de Mi-<br />

,, nisters zich in 'c minde niet konden vleijen,<br />

„ dat het Hof Van Verfailles het verlangen van<br />

Hun (loog Mog. zou kunnen of willen on-<br />

„ dei-deunen: dat Vergennes zelfs ongenoegen<br />

betoond had, dat men niet gemaklyker was;<br />

>, terwyl hy den ongelukkigen loop des Oorlogs<br />

aan onze werkloosheid toefchreef, en breed<br />

a c pgaf van de moeite die hy genomen had,<br />

„ om de Engelfchen tot het toedaan van bee-<br />

i- ter voorwaarden te brengen, en hun tenmin-<br />

,D ften van Trinconomale had doen afzien: dat<br />

5 i 't geen de Engelfchen nu vorderden, het ui-<br />

„ terfle was: dat dewyl de Koning van Enge-<br />

» land


O P H E L D E R I N G , ENZ. &57<br />

s ) land niec geneegen was, dé verklaaring wet,<br />

gens de vrye Vaan ce geeven, voorgeeven-<br />

„ de dezelve nutteloos te zyn, en de Republiek<br />

„ zich in ftaat moesc ftellen, om haare Vlag te<br />

„ doen eerbiedigen: dac Frankryk doch by een<br />

„ re makene commercie - Tracfaac de gem. ver-<br />

„ klaaring in gepasce Termes wel wilde doen :<br />

„ dan dac de Graaf zeer cautieus was om eenl-<br />

„ ge belofte tot wegneeming der zwaarighee-<br />

„ den aangaande de vrye Vaart in de Ooster-<br />

„ fche Zeeën re doen, maar dac hy goedkeur-<br />

„ de hec voorftel om de gefchillen door wc-<br />

„ derzydfche Commisfarisfen ce doen regulee-<br />

„ ren. Dac wac betrof de belofte om niec zon-<br />

„ der de Republiek ce fluken, hy Graaf, zon-<br />

„ der daartoe eenige verplichting op zich ce<br />

„ willen neemen, gezegd had, dat ieder Mogend-<br />

„ heid haare convenientie moest combineeren, dac<br />

„ gelyk de Republiek de haare calculeerde, de<br />

„ Koning genoodzaakc was' dit ook ce doen:<br />

dac doch onder voorwendzel van de Media-<br />

„ cie der Keizerlyke Hoven ce vraagen, het<br />

„ finaal fluiten was uicgefteld: en dar men zich<br />

„ dien ryd re nutte kon maaken, en in ftaat ftellen."<br />

Voorts meldden de Ministers, „ dat<br />

ze op alle punten, hunaanbevoolen, wol fterk<br />

„ aangedrongen hadden, doch zonder hoop ran<br />

11, BEEL. R „ fi»


258 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ fucces, om dat Frankryks handen reeds geèoü'-<br />

3, den waren; en dat toen zy van hunnen na 7<br />

„ deren last aan den Heere Fitz Herben ope-<br />

„ ning hadden gedaan, deeze gezegd had, zw<br />

„ ultimatum te hebben opgegeeven, en het door den<br />

„ Graave de Vergennes was goedgekeurd. Dac<br />

„ zy Ministers dus ziende niec ce kunnen vor-<br />

„ deren, ingevolge hunnen lasc verklaard hadden,<br />

op eene nadere verklaaring wegens de<br />

i'i vrye Vaart, niet langer ce zullen blyven ftaan:<br />

3, doch teffens, dac Hun Hoog Mog. alcoos de<br />

„ rechren van de Neucrale Vlag, volgens de<br />

„ principes door Haare Rusch-Keizerlyke Ma-<br />

„ jefteic geconflateerd, voor onbreekelyk zouden<br />

houden, als gegrond zynde op hec jus<br />

„ Gentium: dac wac becrof de onbelemmerde<br />

«i Vaarc in de Oosterfche Zeeën, Hun Hoog<br />

„ Mog. verlangden, dac opgegeeven wierd,.<br />

„ waarin, beftonden, en door wie en waarver-<br />

„ oorzaakc waren de voorgegevene gênes of be-<br />

„ lemmeringen: terwyl Hoogstdezelven aan-<br />

„ boden, tot voorkoming derzei ven in \ ver-<br />

„ volg, de noodige fchikkingen te maaken. Dat<br />

„ de Heer Fitz Herben hier op geantwoord had,<br />

„ dat fchoon hy zyn ULTIMATUM had voor-<br />

» gefteld, hy doch aannam het gezegde aan zyn<br />

j>, Hof meede te deelen, doch geen hoop op 'veran-<br />

„ de-


h<br />

Ö F H E L D È R I N O, ENZ. 259<br />

dering te hellen: dat hy ml kon zeggen, dal<br />

de klachten over die gênes, meerendeels haaré<br />

}, betrekking hadden op den doortocht door de Mo-<br />

3 ) lukkes, en dat de verdere lezwaaren der weder-<br />

„ zydfihe Compagnien, door wederzydfche Com-<br />

, t mis/arisfeu zouden kunnen vereffend wordend<br />

De Miniscers eindigden hunnen brief met ce<br />

zeggen: „ dac zy hec ancwoord van den Heer<br />

„ Fitz HerleH zouden afwachten, ert incusfchen<br />

j, niec nalaacen hunne devoiren by den Grave ]<br />

de Vergennes aan te wenden."<br />

Op den 3 April wierd eer Vergadering van<br />

Holland gerefolveerd, ce crachcen eer Genera-<br />

liceic ce doen befluicen, „ de Miniscers te ge-<br />

lasten, op het fterkfte aan ce dringen, op de<br />

,, bewuste belofte door Frankryk wegens hec<br />

ï, niec afzonderlyk fluicen gedaan, te vernee-<br />

j, men of het waar was, dat Trinconomale den<br />

? i Engelfchen weder ontnoomen was: en zoo<br />

ja* als dan nader op de herlevering van Ne-<br />

j, gapacnam ce ftaan, dewyl men van de bezic-<br />

„ cing van die plaacs niec zou afzien, als om<br />

j, Trinconomale weder ce krygen: die aan 'c<br />

Hof van Frankryk ce vercoonen, en deszelfs<br />

„ onderfteuning tot even gem. wedergeeving,<br />

s ) als meede van die van alle de genomene, of<br />

noch te neemene bezittingen van de Repu-<br />

R 2 ,j bliek;,


200 M E M O R I Ë N T O T<br />

/, bliek, te verzoeken: nochmaals den Heer<br />

„ Fitz Herben onder 't oog te brengen, hoe<br />

3, billyk deeze wedergeeving was, dewyl alles<br />

„ door zyne Briccannifche Majefteit in een<br />

„ offenfive Oorlog was genoomen:'" en eind-<br />

tyk* 13 byaldien dit alles niet helpen kon, als-<br />

33 dan de Vreede aan te neemen, onder inhepe<br />

3 ) van de meergem. verklaaring van de vrye<br />

,3 Vaart."<br />

Op den y April fïemden alle de Provintien,<br />

op Zeeland na, die by haare Staats-Ref. den<br />

4 Maart ter Generaliteit ingebracht bleef vol­<br />

harden, in den inhoud van de Hollandfehe Re­<br />

folutie: en dezelve wierd aan den Minister te<br />

Parys tot hun naricht gezonden. Ook gelast­<br />

ten Hun Hoog Mog. eenige dagen daar na den<br />

Heere Brantfen, den tytel van Ambasfadeur,<br />

noodig om te kunnen teeltenen; aan te nee­<br />

men, wanneer hy zulks paslyk zou achten.<br />

Ondertusfchen was men zeer zeker, dat met<br />

alle die Refolutien en beveelen niets zou uk-<br />

gericht worden: dat de zaak 'er toe lag, en de<br />

Engelfchen geenen ftap achterwaards zouden<br />

doen, ten zy men met hun afzonderlyk wilde<br />

handelen: doch waartoe, al moest alles hec<br />

onderst boven keeren, men niec wilde ko­<br />

men. <br />

Ter-


O P H E L D E R I N G , ENZ. üöt<br />

Terwyl het evengem. in den Haag en te Parvs<br />

voorviel, wierd ik van goeder hand onderricht,<br />

dat de Herrog de laVauguion, voordat<br />

hy naar Parys, werwaards hy in 't laatst van de<br />

maand een keer deed, vertrok, had kunnen goedvinden,<br />

om op zynen gewoonen meesterachtigen<br />

toon, aan Mevrouwc de Princesfe van<br />

Orange te zeggen,, dat hy taamlyk voldaan was,<br />

over 't gedrag van Myn - Heer den Prins, en het zo*<br />

blyven, zoo Hoogstdezelve bleef voüiarden by geene<br />

Verbintenisfen met Engeland te willen aangaan :<br />

dat hy Heer Prins tot dat einde van zich moest<br />

eloigneeren, Lynden van Hemmen, Rendorp,<br />

Heiden' en van der Hoop, voornaamlyk de twee<br />

eerften, en alleen den raadinneemen van den Raadpenfionaris,<br />

eenen man van ver/landen kunde, op<br />

wiens principes, in welke hy nimmer gevarieerd<br />

had, men kon ftaat maaken.<br />

Ik zal geene aanmerkingen over de befchéi-<br />

denheid van den Gezant maaken, maar die aan<br />

myne Lezers overlaaten.<br />

Voor dat het antwoord der Franfche en Engelfche<br />

Hoven op den inhoud van evengem.<br />

Refol. van 7 April gekomen was, fchreef de<br />

Heer Brantfen „ dat hy den Graaf de Vergennes<br />

„ over het aangaan van een commercie-Trac-<br />

*' taat onderhouden, en van denzelven tot antw<br />

o o r d<br />

R 3 »


St>2 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ woord bekomen had: dat byaldien de Koning<br />

f, aangezogt wierd, zyne Maj. daartoe wel ge-<br />

„ neegen zou zyn, en als dan daarby zou en<br />

„ kennen de PRINCIPES der gewapende Neu*<br />

n tralitët,"' Hierop wierden de Ministers gelast,<br />

daarover daadlyk een Memorie te prefen.<br />

teeren.<br />

1 Was niet dan op den 18 Aug. dat de Ambasfadeurs<br />

Hun Hoog Mog. lieten toekomen<br />

tot antwoord op de Ref. van 7 April, een verflag<br />

van 't geen zy met de Engelfche Ministers,<br />

en byzonder met Mylord Manchester, m<br />

plaats van den Heere Fitz Plerbert, doch met<br />

het Charaéter van Ambasfadeur, gekomen, verhandeld<br />

hadden; zendende teffens de Artyke*<br />

Jen die zy Ambasfadeurs den Engelfchen als<br />

frcliminaires hadden voorgefteld en overgegeeven.<br />

(a)<br />

Uit dit verflag van de Ambasfadeurs, en de<br />

door hun overgegeevene préliminaire Artyke*<br />

len bleek, dat al wat men met de handelingen<br />

met de Engelfche Ministers, onder het opzicht<br />

en met meedewerking van de Graave de Fergennes,<br />

gevorderd was, daar in beftond, dat de En,<br />

gel-<br />

(#) Zie dezelve, beneffens den evengem. briefin de<br />

JttTböeteH 1783, h U- isó 5. en volg,


O P H E L D E R I N G , ENK. ^<br />

«Ifchen nu noch met twee voorwaarden voor<br />

L dag kwamen, daar te vooren niet van ge-<br />

fprooken was: naamlyk, het geeven van t Saluc<br />

volgens het Traftaat van 1674, «<br />

van vreemde Scheepen, zonder onderfchetd, m<br />

de Havenen der beide Natiën op de Kust van<br />

Wat het eerfte betreft, had men zich niet<br />

kunnen voorftellen, dat de Engelfchen nu zouden<br />

afftaan eene eerbewyzing, meer dan eene<br />

W Uw de BritfcheVlag toegekend: en dat de<br />

Koning voor den Staat, die allezins deszelfs<br />

afkeer voor zyn Ryk betoonde, eene toegeeflykheid<br />

zou hebben , die hem by zyn Volk<br />

niet dan verachtelyk zou maaken. Doch op<br />

het tweede, waarvan de aangeleegenheid voor<br />

Engeland zeer gering was, ftonden zy zoo<br />

weinig, dat gelyk in dien brief gemeld jord,<br />

z v op het voorftel van onze Ambasfadeurs,<br />

om de reegeling van dat gefchil, na het fluiten<br />

der Vreede, aan wederzydfche Commisfansfen<br />

te laaten, gereedelyk aannamen. _<br />

Dat de Engelfchen het aangeboden Equivalent<br />

voor Negapatnam niet wilden aanneemen,<br />

was geen wonder, dewyl 'sCompagnie's Etablisfementen<br />

op de westkust van Sumatra en te<br />

Suratte van even weinig belang voor hun, als<br />

R 4 voor


: ; -.264 M E M O R I Ë N T O T<br />

voor ons zyn; en alhoewel Negapatnam voor<br />

hun varr oneindige mindere aangelee.enheid<br />

dan voor onze Compagnie was, zoo voldeeden<br />

zy veel beerer aan hun oogmerk, met ons te<br />

doen zien hoe weinig de tusfchenkomst van<br />

'•Franfche<br />

H o f o n s<br />

«mig w«, dan met het<br />

aanneemen van een equivalent, dat wy zonder<br />

groot nadeel konden misfehen: daar zy teffens<br />

door het aan zich houden van Negapatnam,<br />

een gereed middel behielden, om, zoo de om^<br />

ftandtgheeden eens veranderden, door het wc<br />

dergeeven van die bezitting, onze Natie eenen<br />

blyk van gunst en geneegenheid tot hernieu-<br />

wmg van vriendfehap tegoeden: t geen niet<br />

mooglyk wierd, zoo zy eene zomme gelds<br />

hoe zeer znlks op het oogenblik, daar de Oor'<br />

og hun fchatten gelost had, mooglyk best ge-<br />

Jeeken zou hebben, aangenoomen hadden de-<br />

wyl geld nimmer gevoeglyk kon wedergere-<br />

ven worden. ° s<br />

I ' r GeCn m K<br />

Ambasfadeurs fchreeven van<br />

t urgcertn der Engelfchen op het bevaaren der<br />

Oosterfche Zeeën, h e t zich, gelyk wy het reeds<br />

ter voor, bi. 2 4 9. h e b b e n a a n g e m c r k<br />

vooren: en zoo men der Vorften of hunner Mi-<br />

msters woorden, in hunnen waaren zin altyd<br />

konde opneemen, was zelfs de uitlegging die<br />

door


O P H E L D E R I N G , ENZ. 265<br />

door den Engelfchen Ambasfadeur gegeeven<br />

wierd, dat, naamlyk, de Koningniets eischte, dan<br />

V geen hem en alle Vorften, ingevolge van 't Recht<br />

der Volkeren, aan wien het bevaar en der opene Zeeën<br />

niet betwist kan worden, toekwam, voor ons niec<br />

ongunftig: en 't geen Mylord Manchester daar-<br />

by voegde, dat zoo men over dat punt in discus-<br />

fie wilde tréeden , .de Koning ALSDAN zou eis-<br />

fchcn PRODUCTIE van 't gefustineerd recht der<br />

Compagnie, wegens eenen uitfluitenden handel iti<br />

de Molucques, kon meede niet, kwaalyk voor ons<br />

uitgelegd worden, dewyl in dac gezegde niec on-<br />

duidelyk lag opgeflocen, dat byaldien men den<br />

vryen doortocht door de Oosterfche Zeeën den<br />

Engelfchen niec becwisce, die gefustineerde rech­<br />

ten door den Koning msede niec becwisc zou?<br />

den worden. Maar 'c was baarblykelyk genoeg,<br />

dac hec den Engelfchen cc doen was, o:n, zoo<br />

al niec een erkend rechc coc den handel mee de<br />

Molukfche Vorften, een minften meerder ge-<br />

makkelykheid cot zoodanigen handel, door eene<br />

onbelemmerde Vaart, te verkrygen: zoo dat,<br />

fchoon deeze vordering der Engelfchen,! op­<br />

pervlakkig befchouwd, niet fcheen onrecht-<br />

maatig te weezen, het toeltaan derzelver, al-<br />

• lergcvaarlykst voor de Compagnie, was.<br />

Hec blykc, eindlyk, uit gem. brief, dat, al-<br />

R. 5 hoe-


$.66 M E M O R I Ë N T O T<br />

hoewel Hun Hoog Mog. in hunne Refoh van<br />

4 Maart bepaald hadden , dat de Ministers zouden<br />

blyven ftaan op het verkrygen van eenige<br />

fchavergoeding, zy 'er zoo weinig kans toe<br />

hadden gezien, dat in 't gantfche verflag dat zy<br />

van hunne laatfte handelingen met de Engelfchen<br />

gaven, geen woord van fchavergoeding<br />

gefproken word: en dat zy ook niet eens noodig<br />

hadden geoordeeld, daarvan gewach te maaken<br />

in de Préliminaire Artykelen, die zy den<br />

Engelfchen hadden voorgefteld.<br />

Toen het evengem. verflag den a6 Aug. ter<br />

overweeging in de Vergadering van Holland<br />

gebracht wierd, ontbrak het niet aan Leeden,<br />

die gaarne zouden gezien hebben, dat'er noch<br />

eene proeve genomen was geworden, of 'er<br />

door handeling in Engeland, geene verzachting<br />

in het gevorderde zou kunnen verkreegen wor-<br />

-den. Negen der Negentien Leden, naamlyk, de<br />

Ridderfchap, Delft, Rotterdam, Schiedam,<br />

Briele, Enkhuizen, Edam, Munnikendam en<br />

Medenblik, waren 'er voor: en t'Amfterdam,<br />

alhoewel de Refol. van de Vroedfchap anders<br />

was uitgevallen, dachten veelen der voornaamfte<br />

Regenten, en onder deezen de Burgemeester<br />

Temminck, 'er even gunftig over. Maar de<br />

geenen,, die voor een ftokreegel gefteld hadden,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 267<br />

den, geene afzonderlyke handeling met, of in,<br />

Engeland te beginnen, wisten te bewerken, dat<br />

by de overige tien Leeden bepaald bleef, en<br />

dus met de meerderheid gcrefolvecrd wierd:<br />

dat byaldien eindlyk bleek, dat het volftrekt<br />

„ nutteloos was, langer by 't Hof van Frankryk<br />

aan te dringen, zoo als dat reeds zoo<br />

„ dikwyls gedaan was, om ons niet te verlaaten,<br />

daar wy op de zoo meenigvuldige toezeggingen<br />

van zyne Maj. vertrouwd hadden,<br />

„ als dan gemelde Préliminaires aan te nee-<br />

„ men en te teekenen."<br />

Te vergeefs trachtten gem. Leeden, de anderen<br />

gerust te ftellen, met voor te draagen dat<br />

„ de bezending naar Engeland niet zou gefchieden,<br />

dan na dat dezelve fmakelyk zou zyn<br />

„ gemaakt by het Hof van Verfailles, dat de-<br />

„ zelve niet zou ftrekken om eenige nieuwe<br />

„ Liaifom aan te gaan, of om voorige Traclaa-<br />

„ ten met het Hof van London te vernieu-<br />

„ wen, maar alleen om te beproeven, of'er<br />

„ door eene directe Negotiatie, noch iets ten<br />

voordeele van de Republiek, zou kunnen<br />

„ bedongen worden: en dat byaldien het Hof<br />

„ van Verfailles zoodanige bezending niet wils,<br />

de goedkeuren, of wel dat onze Ministers<br />

„ te Parys bevreesd zouden zyn, dat de Vreede<br />

» ge-


M E M O R Ï E N T O T<br />

fl, gedurende afzonderlyke handelingen, zom<br />

„ der ons, zou gefloten worden, zy in alle ge-<br />

„ vallen gelast zouden zyn, om alsdan meede<br />

„ te teekenen."<br />

Maar niets kon helpen: de zaak wierd door­<br />

gedrongen : zelfs wilde men de bezending naar<br />

Engeland doen voorkomen als fchandelyk en<br />

vemeederende voor de Republiek: daar het eer­<br />

der het toppunt van verneedering, en de hoog-<br />

fte fchande voor dezelve was, dat de toegee-<br />

venheid voor, en de verknochtheid aan eene<br />

Mogendheid, die haar in den Oorlog gefleept<br />

had, en daar na haar door fchoone beloften<br />

van byftand en gemeenfchappelyke handeling,<br />

belet had te beproeven, of zy geene eer-<br />

lyke Vreede zou kunnen verkrygen, zoo ver­<br />

re ging, dat men liever onrechtvaardigs en la-<br />

five voorwaarden (dus wierden ze door de<br />

meerderheid zelve in gemelde Refol. genoemd)<br />

zich wilde laaten welgevallen, dan te beproe­<br />

ven, door handelingen, (die ten minften voor<br />

zoo verre eerlyker waren, dewyl ze zouden<br />

gefchieden onafhangelyk van 't Hof van Ver­<br />

failles , en niet meer als fub praftdio van den<br />

Graave de Vergennes) beeter voorwaarden te<br />

verkrygen. Men leeze de aariteekeningen der<br />

voorgen:. Leeden in de Not. T. Holland.<br />

De-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 26*9<br />

Deeze Hollandfche Refolutie wierd aanftonds<br />

ter Generaliteit in 't fecreet Befogne, en op den<br />

2-8 e<br />

. in de Vergadering van Hun Hoog Mog.<br />

gebracht: en daar wierd overeenkomftig befioo-<br />

ten, offchoon Gelderland, Zeeland en Stad en<br />

Lande niet gereed waren, en tegens de Conclu­<br />

fie protesteerden.<br />

Ten zelfden dage wierden de Ambasfadeurs<br />

overeenkomftig gelast, en teffens ook op hun<br />

verzoek, om de Plenipotentiarisfen van Peters­<br />

burg en Weenen te nodigen, gelyk door En­<br />

geland en Frankryk reeds gedaan was, om het<br />

definitief Vreede's Traftaat meede te willen on­<br />

derteekenen.<br />

De groote haast die men maakte, was noch<br />

vermeerderd geworden, door dat onze Ambas­<br />

fadeurs intusfchen gefchreeven hadden, dat de<br />

Engelfche Ambasfadeur tot het teekenen der<br />

Prcliminaires niet langer uitftel wilde geeven,<br />

dan tot den 3 Sept. aanftaande.<br />

De geenen die de Ref: van 27 Aug. in Hol­<br />

land hadden doorgedreeven , vreesden niets<br />

meer, dan dat de Republiek buiten de gemeen-<br />

fchappelyke handelingen zou gefloten worden:<br />

en in de daad, zou dat zeekerlyk allernoodlot-<br />

tigst geweest zyn, zoo men geene gegronde<br />

reedenen had gehad, om te voorzien, dat men<br />

als-


&fO 1VI Ë M O R I E f) T O f<br />

alsdan van Engeland gunftiger voorwaarden të<br />

verwachten had, dan ons nu befproken wier-<br />

den. Engeland voelde, gelyk reeds te meermaa-<br />

len gezegd is, dat zy eenen verkeerden ftap ge*<br />

da;;n had, met ons door de behandelingen voor<br />

en gedurende den jongften Oorlog, van haar<br />

geheel af keerig te maaken: en dat dit niet kon<br />

verholpen worden, dan met ons van Frankryk<br />

af tefcheiden,-en door eene gunfrige behande­<br />

ling , het aangedaane leed te doen vergeeten.<br />

Daar was geene groote flaatkunde noodig<br />

om dit te bezeilen. Friesland in deszelfs Re-<br />

fol op den 28 Augustus ter Generaliteit inge^<br />

bracht, had erkend, dat zoo men afzonderlykmet<br />

Engeland wilde handelen, Negapatnam behouden<br />

en beetere voorwaarden aangaande de vrye Vaart<br />

in de Molukfche Zeeën als anderzins verkreegen<br />

zouden kunnen worden t maar zy beweerde, dat<br />

zulks niet te wenfchen was, om dat het tot ge­<br />

volg zou hebben, dat de Tracfaaten vart 1674 en<br />

1678 met Engeland weder vernieuwd zouden<br />

worden, en wy dus weder onder 't Engelsch juk<br />

Zouden geraaken.<br />

Zeker was het, dat de invloed van 't Hof<br />

van London voor den Oorlog zeer groot, ja<br />

te groot was: doch het fcheen geen volftrekt<br />

gevolg te zyn van de handelingen met het zel­<br />

ve.,


Ó P H E L D . E R I N ' G , ENZ. 27i<br />

ve, en van het roeftaan van gunftiger voor­<br />

waarden, dan de geene die wy door cusfchen-<br />

komst van dat van Verfailles hadden kunnen<br />

verkrygen, dat dac juk weder even zwaar zou<br />

moeten worden: maar 't was zeker, dat het<br />

Engelsch juk thans in een Fransch veranderd<br />

was: en dat zoo wy onder 't een of ander juk<br />

moesten leeven, noch verkiesbaarder was, dac,<br />

waardoor wy eene aanzienlyke bezicting, en<br />

eenen onbclemmerden privativen handel van<br />

de grootfte aangeleegenheid bleeven behou­<br />

den, dan een, waardoor hec eene verlooren,<br />

en hec ander in de waagfchaal gefteld wierd.<br />

Den 6 Sepcember oncving men verflag, door<br />

eenen brief van de Ambasfadeurs aan den Hee­<br />

re Griffier, in daco 3 Sepc. van 'c geen zy na<br />

'1 oncvangen van de Ref. van Hun Hoog Mog,<br />

van 27 Aug. verrichc hadden, (a) Men ziet<br />

in \ algemeen in denzei ven, dac zy, na alvoo-<br />

rens nochmaals alles by den Graave de Vergen-<br />

nes, doch even vruchteloos, ce hebben aange­<br />

wend , vermeend hadden in de noodzaaklykheid<br />

te zyn geweesc, om de préliminaire Arcykelen,<br />

te vooren door de Engelfchen voorgefteld (van<br />

welke zy het affchrifc mee den evengem brief<br />

liecen coekomen) genoegzaam woordeiyk aan<br />

(a) Zie Jaarboeken 1783, bl. 1534.<br />

ts


M E M O R I Ë N T O T<br />

te neemen; en zy verzochten, volgens affpraak<br />

met den Engelfchen Ambasfadeur, de goedkeu­<br />

ring van Hun Hoog Mog. binnen een maand<br />

te mogen ontvangen.<br />

't Geen mooglyk in dit verflag \n den eerften<br />

opflag vreemd zal voorkomen, is, het verlan­<br />

gen van onze Ministers om een definitief Trac­<br />

taat te willen teekenen, en de huiverigheid der<br />

Engelfchen deswegens. Maar 'c was geen won­<br />

der ; zy bevorderden beiden hunne geheime oog.<br />

merken, of ten minften die van hunne Princi­<br />

paalen. In Engeland , daar men gaarne met ons<br />

van Frankryk afgezonderd wilde handelen, be­<br />

hield men ook gaarne daartoe eenige mooglyk-<br />

heid, en dat wel, door niet definitief te fluiten.<br />

Aan onze zyde in tegendeel, verlangden de gee­<br />

nen die thans de zaaken en onze Parysfche Am­<br />

basfadeurs, befluurden, dat 'er maar een einde<br />

van kwam, om van alle gevaar, zoo als zy 'tin-<br />

zagen, yan met Engeland in handeling te tree­<br />

den, bevryd te zyn.<br />

Als men ondertusfchen opmerkt, de verzee-<br />

keringen die de Ambasfadeurs in evengem- brief<br />

in den mond van den Graye de Vergennes leg­<br />

gen, van deszelfs aangewende moeite, om hec<br />

Hof van London toe meerder infehiklykheid<br />

te brengen , en de exhortatien van dien Minis­<br />

ter,


Ö P H E L D B R I N O j ENZ. 2/j r<br />

ter, om, aangezien de vergeeffche, deswegens<br />

aangewende, moeite, de Préliminaires hoe eer-<br />

der zoo beeter te teekenen, zoo zou men ree­<br />

de hebben, byaldien men de geheime beweeg- -<br />

redenen niet wist, verwonderd te zyn, dat die<br />

Ambasfadeurs, die wisten hoe men waarfchyn-<br />

lyk, mits zonder tusfehenkomst van den vriert-<br />

delyken Graaf, beetere voorwaarden kon ver­<br />

krygen, zoo fterk by Hun Hoog Mog. hebbert<br />

aangehouden, om de last tot teekenen te ver*<br />

krygen. 't Is waar, dat zy zich daarnaverfchoon-<br />

den met te zeggen, dat de voorgem. openin­<br />

gen door 't Engelsch Ministerie aan hun niet<br />

gedaan warem<br />

Zoo dra de brief van de Ambasfadeurs ter'<br />

Generaliteit geleezen was, wierd befloten^ den-<br />

zelven, te zamen met de Préliminaire Articu-<br />

len, aan de Provintien, met verzoek, van teri<br />

fpoedigften tot de ratificatie te willen beduicen}<br />

rc zenden: waarop de Gedep. van Zeeland ver­<br />

klaarden , wel te mogen lyden, dat de brief aan<br />

de Bondgenooten gezonden wierd, maar zio'ri<br />

op den inhuud deszelven niet te kunnen inlaa<<br />

ten.<br />

Den 12e. daaraanvolgende brachten Holland j<br />

friesland, Overysfel, Stad en Lande, hunné<br />

toeflemming in: doch deeze laatfte alleen met<br />

II. DEEL. *S root-


S/4 M E M O R I Ë N T O T<br />

voorbehouding van de vrye deliberatie, betrek­<br />

lyk het befluit den 28 Aug. op het VreedeV<br />

werk, mee eene meerderheid van ééne Provin­<br />

tie, genomen.<br />

Niec dan op den 24e. bracht Utrechr haare<br />

roeftemmmg in: en Gelderland verklaarde , met<br />

de anderen wel ce willen concurreer en, doch<br />

klaagde teffens over de pracipitante wyze, met<br />

welke mee 4 Provintien, op den 24e.geconclu.<br />

deerd was geworden.<br />

Men befloot dan twee dagen daarna, op den<br />

26e. tot de Ratificatie, met zes Provintien, de­<br />

wyl de Gedep. van Zeeland ongelast waren 1<br />

daar zy twee dagen daarna op den 29e. hunne<br />

klachten over de meergem. conclufie van den<br />

28e. Aug. op de nadere beveelen aan de Am­<br />

basfadeurs, in de Vreedes voorwaarden geno­<br />

men, inleeverden. Zy verklaarden, die conclu­<br />

fie te zyn irregulier en ineonjiitmioneel, en dus<br />

dezelve voor onwetting te houden, terwyl zy<br />

de gevolgen voor de geenen, die ze genomen<br />

hadden , lieten. Zy inhasreerden, de zwaarighte-<br />

den die haare Provintie van den beginne, by-<br />

zonderlyk den ie. November 1781, gemaakt<br />

had, om ongewapend zich eenen Oorlog op den<br />

hals te haaien, of ten minften niet te trachten,<br />

denzelven door handelingen met Engeland voor


ö P H E L ri E R i N ci, ENZ; if$<br />

të koomen: eindelyk voegde zy daarby, dat alst<br />

hoch mee Engeland tot het verkrygen van bee~<br />

tere voorwaarden , afzonderlyk behoorde ge«<br />

handéld te worden.<br />

Stad en Lande vernieuwde op den 6e. No­<br />

vember deszelfs protest tegen het befluit vari<br />

den 28e. Augustus, met byvoegihg; dat dewyi<br />

Zy zich met den zaaklyken inhoud geconformeerd<br />

had, zy nu maar wilde verklaaren, iri 't ver­<br />

volg diergelyke handelingen en befluiten te zul­<br />

len aanzien, eh dezelvèn hóuden voor nul ed<br />

yan geene waarde.<br />

Zoo dra de ratificatie ter Generaliteit gecon­<br />

cludeerd was geworden, had men daarvan By'<br />

Expresfe den Ambasfadeurs kennis gegeeven,<br />

die ingëvölge hunne volmacht, de door de En­<br />

gelfchen voorgêfehrëevene Prélifft'inairès tee­<br />

kenden , én daarvan den 29e. Sept. öndèf adre*<br />

van den Heer Griffier kennis gaven r téffen#<br />

meldende, dat men overeengekomen was/ daf<br />

Trinconomale ons zoude wedergeleéverd Wor­<br />

den , ten overftaan van Engelfche, Franfche eii<br />

Hollandfche Commisfarisfeh; dat de eerden dé?<br />

plaats aan de Franfchen, en deezen dan weder'<br />

aan de Hollanders zouden övergeéven: docH<br />

dat ih die overeenkomst, door den Erigélfchérï<br />

Ambasfadeur niet was toegedemd, dan mits ter"<br />

S 2 gét"


S.?6 M E M O R I Ë N T O T<br />

gelyke tyd, de Caab de goede Hoop, door de.<br />

Franfchen ontruimd wierd: 't geen door den<br />

Grave de Vergennes was aangenomen te bezorgen,<br />

f»<br />

Hoe zeer de handelingen te Parys geheel beftuurd<br />

waren geworden, door de geenen, die<br />

toen reeds de meeste klem der Regeeringe in<br />

handen hadden, en die naderhand de voornaame<br />

Hoofden der zoogenamde Patriotten geweest<br />

zyn, en het hun bedryf was, liever<br />

de harde voorwaarden door Engeland voorgefchreeven,<br />

en ons door Frankryk (daar dit Hof,<br />

na zoo veel fchoone beloften, nu rondelyk<br />

verklaarde, ons niet te kunnen byflaan of helpen<br />

) opgedrongen, aan te neemen, dan iets<br />

beeter of draaglyker door direcle handelingen<br />

met Engeland te verwerven, zoo lieten veele<br />

heethoofden, wiens voornaam oogmerk daarna<br />

deerlyk gebleeken is, niet na, het teekenen<br />

of het aanneemen der Préliminairen , uit te kryten<br />

voor eene fchandelyke daad.<br />

Eenige Gelderfche Jonkers bevlytigden zich<br />

boven allen, om ter deezer geleegenheid, door<br />

het ruchtbaar maaken van hunne advyzen ter<br />

Staats- Vergadering, de goede Gemeente in te<br />

boezemen, dat gelyk men het fchandelyk voeren<br />

00 Jaarboeken 1783, bl. 1682.<br />

vaa


O P H E L D E R I N G , ENZ. 277<br />

vm den Oorlog, aan de Engelschgezindheid<br />

van zommigen, die zy noemden de verderfely-<br />

ke Cabale, verfchuldigd was, men aan dezelfde<br />

Cabale moest toefchryven, dat daar anderzins<br />

by de Natie moeds en vermogens genoeg zou zyn,<br />

om eenen afgematten uitwendigen Vyandpaaien<br />

perk te zetten, men nu genoodzaakt was, eene<br />

fchandelyke vreede aan te neemen, dewyl de<br />

verdervende invloed van die Cabale, alles wat in<br />

't werk Zou worden gefield, vruchtloos zou doen<br />

efloopen.<br />

Die fchranderc Staatslieden zeiden ftellig,<br />

„ dat het niet geeven van onbepaalde Convooi-<br />

„ jen, en het niet gereedelyk aanvaarden der<br />

gewapende Neutraliteit, beiden gevolgen<br />

„ van den invloed der verderffelyke Cabale,<br />

,5 oorzaak was van den droevigen toeftand,<br />

waarin ons Land, en voornaamlyk de Marine<br />

„ zich bevonden." Vervoerd door 't geen zy<br />

Vaderlands-liefde noemden, dachten zy niet,<br />

of wilden ten minften anderen doen vergeeten,<br />

dat toen eenige Kooplieden, die zich verbon­<br />

den hadden om Hout en Hennip aan Frankryk<br />

te leeveren, fchreeuwden om algemeene Con-<br />

vooijen, onze Admiraliteiten buiten ftaat wa­<br />

ren, om eenige voldoende te geeven: dewyl<br />

zy vao groote Scheepen onvoorzien waren, en<br />

S 3 de


S78 M E M O R I Ë N T Q T<br />

de weinige die zy noch in Zee gebracht hadden,<br />

de prooi der Engelfchen waren geworden.<br />

De goede lieden fcheenen geheel niet opgemerkt<br />

te hebben, dat wy van die gewapende<br />

Neutraliteit, en van de Bondgenooten die wy<br />

daardoor verkreegen hadden, geene de minde<br />

hulp of nut genooten hadden: en dat de zoo<br />

hoog gepreezene Catharina, die ons moest be T<br />

fchermen, en by 't geen ons volgens Traétaaten<br />

wettiglyk toekwam handhaven, onder beuzelachtige<br />

voorwendzels, zich daarvan verfchoond<br />

had; en , in de plaatze der Vlooce, die<br />

de Penfionaris van Berckel (a) noch in 't begin;<br />

yan 1781 aankondigde, geen Scheepje ter onzer<br />

hulpe gezonden had. Vous navés rien a attendre<br />

de la Rusfie, que peut être des bons offices,<br />

had de Keizer my t'Amfterdam gezegd (b) en<br />

de uf komst had die voorzegging maar al te veel<br />

bewaarheid.<br />

Zy konden niet ontkennen dat wy meerendeels<br />

den Oorlog met Engeland, aan die gewaapende<br />

Neutraliteit verfchuidigd waren: maar<br />

dat was hedzaam in hunne opgen: daar doorwaren<br />

wy vap 't Engelsch juk bevryd geworden:<br />

en dit was, gelyk de Staaten yan Friesland in<br />

(o) 1 fte Deel, bl. 88.<br />

(?) ifte Deel, bl. 231.<br />

de


O P H E L D E R I N G , ENZ, 279<br />

de Ref. op hec gelasten der Ambasfadeurs, die<br />

zy op den 28e. eer Generaliteit inbrachten, gezegd<br />

hadden meerder waardig dan Negapatnam,<br />

en de afzonderlyke vaart op de Molucques.<br />

Het niet zenden van onze beste Scheepen<br />

naar Brest, was ook, volgends het verftandig inzien<br />

van die lieden, een verderflyk ff.uk voor<br />

't Land geweest: en 't was meede onverantwoordelyk,<br />

dat men geene Alliantie met Frankryk<br />

gefloten had.<br />

Wat het eerfte betreft , heb ik reeds de<br />

vryheid genomen, myne gedachten te zeggen:<br />

maar wat de Alliantie met Frankryk aangaat,<br />

zoo kan ik niet denken, of het Hof van Verfailles<br />

meerder voor ons zou gedaan hebben,<br />

wanneer 'er van wederzyde door Ambasfadeurs,<br />

met alle de gewoonlyke folemniteiten, een verbond<br />

gefloten was geworden, dan het nu gedaan<br />

beeft, na de fterkfte beloften van zonder ons<br />

geene Vreede te maaken: en of het meerder<br />

tot afbreuk der gemeenen Vyand, met ons zou<br />

meedegewerkt hebben, dan het nu gedaan heeft,<br />

na dat het zoo breed had opgegeeven van het<br />

concerteeren der operatien, en uit dien hoofde<br />

ons als gedwongen heeft, om van alle afzonderlyke<br />

handelingen af te zien. Maar veele van<br />

die fchreeuwers wisten beeter; alhoewel ik ge~<br />

S 4 loof.


aÖO M E M O R I Ë N T O T<br />

loof, dat zommige inde goede trouw, doch kort»<br />

ziende waren.<br />

Hec voorgeeven, dat het eenigfte doel was,<br />

zich van de Engelfche politieke beheerfching<br />

ce ontflaan, en aan het zich te ver uitbreidend<br />

gezach van den Stadhouder paaien te ftellen,<br />

W^s wel klinkende: maar zoo dit by veelen het<br />

-waarachtig voorneemen geweest is, was het niet<br />

minder zeeker, dat zommige verder wilden gaan ,<br />

en alhoewel zy lang hunne inzichten vermom­<br />

den, bleek hec welhaast al te klaar, dac zy hec<br />

toelagen, op eene gantfche omkeering der Re­<br />

geeringsform. Ik ben zelfs niec ongeneegen te<br />

gelooven dac by deeze Jaatfte in den begin­<br />

ne, hec voorneemen nimmer geweest is, om<br />

tot die uiterftens, die daarna plaats hebben ge­<br />

had, te komen: maar het werktuig dat zy ge­<br />

bankt hebben, heefc hun bedrogen: zy moes­<br />

ten t Volk op hunne zyde hebben: dit word<br />

pooit geleid don door Enthoufiasme J zy moesten<br />

dierhalven de geesren der Gemeente verhitten,<br />

en dezelve doen gelooven, dat het op de Vry­<br />

heid wierd toegelegd: zy voorzagen ook toe hun<br />

oogmerk niet ce kunnen komen, zonder gewaa-<br />

pend Volk, en wel in zulk een getal, dat het kléin-<br />

der doch beeter gcoeffend getal der Militie,<br />

tegens de greote overmacht niec beftand zou<br />

2} r<br />

n,


O P H E L D E R I N G , ENZ. c3l<br />

zyn. De onëenigheeden met den Keizer gaven<br />

eene gereede geleegendheid om hec platte Land<br />

ce wapenen, en in de Sceeden Genootfchappen<br />

op te rechten, onder fchyn, dat de Leeden der­<br />

zelver beeter gefchikt waren, om zich in de wa­<br />

penen te ocflènen, dan gemeenlyk de Burger-<br />

Compagnien, die gelyk men, en niec zonder ree­<br />

de, voorgaf, geheel ongeoelTend waren. Maar<br />

gelyk die de doodfteek voor de rusc van 'c Land<br />

was, wierd daardoor ook hec gezach der Ma* -<br />

tadors, (gelyk ze door den Raad Penfionaris<br />

plachcen genoemd co worden) eer neder gö-<br />

plofd. De heldhaftige Pryheids Zoonen , zoo als<br />

zy zich noemden, de waapenen in handen heb­<br />

bende , kenden geen paal noch perk meer, en<br />

deeden welhaast hunne Meesters, hunne eerfte<br />

aanvoerders, naar hunne pypen dansfen. De<br />

Heemel weet welk loc de ongebondenheid had<br />

weggelegd, voor allen die hun niec aanbonden ,<br />

zoo de vyf Woerdenfche Dictators, hun eigen<br />

en hunner Metgezellen's val niec zelfs bewerkc<br />

hadden , door hec onbezonnen beltaan tegens<br />

Mevrouw de Princesfe. 't Is myns bedunkens<br />

opmerkingwaardig, dat die vyf Perfoonen, die<br />

zeekerlyk door de verftandigfte en voorzich»<br />

rigfie der Patriottifche beltuurders, gefchikt<br />

waren geworden, om ingeval van kwaaden uic-<br />

S 5 flag 4


M E M O R I Ë N T O T<br />

flag, de Slachtoffers te weezen , juist de geenen<br />

zyn geweesc, die door eene onbezonne daad,<br />

het gantsch Patriottisch gevaarte in ééns hebben<br />

doen inftorcen. Jammer is hec, ja een hoog*<br />

ften beklaaglyk, dac de hertelling door eene<br />

vreemde Mogendheid, mee vreemd Krygsvolk<br />

gefchied is: de harcen van alle waare Vaderlanders<br />

zyn gevoelig aan hec leed,den In- enOpgezeetenen,<br />

Prins- of Pacriocsgezind, aangedaan,<br />

door de oncuchc van losbandige Soldaaten:<br />

maar wac zou 'er van ons geworden zyn,<br />

zoo wy langer onder de beheerfching van de<br />

zoogenaamde Burger-Leegerejes gebleeven waren!<br />

Men vergeeve my deezen uitflap die my uit<br />

de pen gevloeid is, daar zulks niet onnatuurlyk<br />

is, aangezien de verregaande moedwilligheeden ,<br />

die ik gedurende de laacfïe jaaren, dat de euvelmoed<br />

der Patriotten allen, die niet van hunnen<br />

aanhang blindeling wilden zyn, deerlyk reiscerde,<br />

,heb ondergaan. Niec dac ik cegen de meesten,<br />

die ik achee zich te hebben laacen verleiden,<br />

eenige wrok behouder deezen beklaag ik,<br />

en vergeef hun gaarne hec leed my aangedaans<br />

anderen, die meerder hunne handen daarin heb»<br />

ben gehad, zyn genoeg geflrafc, dewyl zy balling-<br />

's Lands met Vrouw en Kinderen moeten


O P H E L D E R I N G , ENZ. £83<br />

ren omzwerven. Laat ons tot ons onderwerp<br />

wederkeeren.<br />

Zoo dra ter Vergadering van Hun Hoog<br />

Mog. de tyding der Ratificatie gekomen was,<br />

leeyerde de Heer Berenger > by afweezen van<br />

den Ambasfadeur de la Vaugion de zaaken van<br />

Frankryk waarneemende , eene Memorie ter<br />

Generaliteit, by welke hy bekend maakte de<br />

bereidwilligheid zyn's Meessers, om aan de Re­<br />

publiek haare bezittingen, door de Franfche<br />

waapenen op de Engelfchen heroverd, kost- en.<br />

fchadeloos, weder te geeven. (V)<br />

Deeze daad was zeekerlyk verplichtende voor.<br />

den Staat: maar de wyze op welke de Memo?<br />

rie was ingericht, zou heufcher geweest zyn ?<br />

zoo de gemelde Chargé d Affaires, niet goedge­<br />

vonden had daar in te ftellen, dat de Koning<br />

die goedheid wel wilde hebben, offchoon by<br />

zyne Maj. eenig mistrouwen was opgekomen, met<br />

betrekking tot de welmeenendheid', en zelfs tot de-<br />

geneigdheid der verëenigde Provintien*.<br />

Hard was het voorwaar, deeze taal te moe­<br />

ten verduuren, na dac de Staat zich om datRyk's<br />

wille eenen verderflyken Oorlog op den hals<br />

had gehaald; na dat men alle middelen om dee­<br />

zen te eindigen, ora Frankryk's wille, van de<br />

(«) Zie Jaarboeken 1783, bi. 1684,<br />

band


284 M E M O R I Ë N T O T<br />

hand had geweezen: en eindlyk, na dat men door<br />

Frankryk, niet tegengaande de fchoonfte beloften,<br />

verlaaten, genoodzaadt was geworden 3 eerder<br />

fchandelyke voorwaarden, onder de bemiddeling<br />

van Frankryk aan te neemen, dan te trachten,<br />

zonder Frankryk, beetere te verkrygen.<br />

Maar de toegedaanheid der geenen die gevoelden,<br />

dat tot de handhaving van 't gezach,<br />

dat zy zich toen reeds hadden aangematigd, en<br />

tot bevordering der oogmerken met welken<br />

zy zeekerlyk toen reeds zwanger gingen, de<br />

hoede en fteun van Frankryk hun volftrekt<br />

noodig was, was zoo groot, dat zy, niet te vreeden<br />

dat by Hun IIH. MM. op de evengem.<br />

Memorie alleen gerefolveerd was ? de dankzeggingen<br />

van den Staat door hunnen Griffier te<br />

doen geworden, wisten ter Vergadering van<br />

Holland op den 29e. O&ober te doen neemen,<br />

de Refolutie te vinden in de Jaarboeken 1783,<br />

bl. 1869. in welke, verre van te doengevoelen,<br />

dat, hoe zeer men de grootmoedigheid des<br />

Konings op haare prys ftelde, men doch in de<br />

volle verwachting was geweest, dat zyne Majefteit<br />

zonder ons niet zou gefloten hebben, in<br />

tegendeel, met de krachtigfte uitdrukkingen,<br />

alle dankbaarheid, als of de Koningin alles de<br />

Republiek beweldaadigd had, uitgeboezemd<br />

m


O P H E L D E R I N G , ENZ. 28$<br />

en beflooten wierd „ dat byaldien het'ter Generaliteit<br />

alleen by het gerefolveerde gelaa-<br />

„ ten wierd, alsdan de Hollandfche Gedepu-<br />

,, teerden aldaar zouden verklaaren, dat Hun<br />

„ Ed. Groot Mog. zich genoodzaakt zouden<br />

„ vinden, afzonderlyk aan zyne Majefteit de in-<br />

„ houd hunner Refolutie te doen geworden."<br />

Maar men defereerds ter Generaliteit aan 't<br />

verlangen der Staaten van Holland, en derzelver<br />

Refolutie, wierd aldaar, fchier woordelyk,<br />

in een Generaliteits Refolutie geconverteerd.<br />

(0)<br />

Terwyl men in Holland dus overbodig was*<br />

om het Cabinet van Verfailles te liefkoozen, hadden<br />

onze Ambasfadeurs te Parys getracht, voor<br />

het fluiten van het definitief Tractaat, beetere<br />

voorwaarden te verwerven: doch te vergeefs.<br />

Zy fchreeven dan den 23 Nov. aan Hun Hoog<br />

Mog. (b) „ dat dewyl zy te vergeefs, en na on-<br />

„ derfcheidene aanmaaningen aan den Hertog<br />

„ van Manchester, om een gunftig antwoord<br />

„ op het voorgeftelde Equivalent voor Nega-<br />

„ patnam, en de verzochte verzeekering, dat<br />

„ geene belemmering, der Hollandfche Maat-<br />

„ fchappy in haaren handel op Bengale door de<br />

(a) Jaarboeken 1783,0!. 1873,<br />

(b) Jaarboeken 1783, bl. 2051.<br />

» En-


fl86 M È M Ö R Ï E N T Ó T<br />

a Engelfchen zoü toegebracht worden, :<br />

zöö<br />

«, lang gewacht hadden, zy geoordeeld had-<br />

„ den, door langer wachten maar tyd verloó-<br />

„ ren zou worden: te meerder, daar de Her-<br />

Si cog hun te meermaalen gezegd had, geene<br />

„ gunftiger last te gemoet te zien : dat zy dier-<br />

3, halven aan evengem. Hertog hadden voor*<br />

„ gefteld, het geteekend Préliminair Traélaat<br />

in een definitief te veranderen: dart, dat dë<br />

„ Hertog daar op geantwoord had; last te heb-<br />

„ ben gekreegen, om aan Hun Hoog Mog.<br />

„ voor te ftellen, het definitief Tradaat te<br />

n London of in den Haag te fluiten." Dat<br />

zy Ambasfadeurs daarop wel hadden voorgefteld,<br />

„ dat dewyl de beide Mogendheeden<br />

i 3 aan derzelver refpeétive. Ministers reeds de<br />

„ volmachten hadden gegeeven, tot het vol-<br />

„ komene fluiten van de Vreede, en dat de<br />

i, Zaaken reeds zoo verre gevorderd waren 9~<br />

t» alle verdere handelingen nutteloos zouden<br />

zyn, en het ook niet noodig was, dat 'eree-<br />

» ö e<br />

propofitie gedaan wierd, die nergenstöë<br />

„ kon ftrekken, dan om het werk, tegen de<br />

fi neiging van den Staat, fleepende te houden.<br />

„ Dat zy niet konden verbergen, dat deeze<br />

„ propofitie weinig ingang zou vinden in dë<br />

a tegenwoordige omftandigheeden van zaaken,-<br />

„ en


O P H E L D E R I N G , ÉNZ. ö8/><br />

j, en in geenen deele gefchikt fcheen, om de<br />

„ beide Natiën met meerder fucces te leiden,<br />

,, tot eene wederzydfche vriendfchap. Doch<br />

dat, dewyl deeze vertooning nutteloos was<br />

„ geweest, zy zich verplicht hadden geacht,<br />

„ dit voorftel ter kennisfe van Hun Hoog Mog.<br />

„ te brengen."<br />

Ik kan niet nalaaten aan te merken, dat de<br />

Ambasfadeurs zoo wel van de gevoelens der<br />

geenen, die des tyds de zaaken naar hunne zinnelykheid<br />

fchikten, onderricht moeten zyn ge»<br />

weest, dac zy reeds voorloopig, en zonder hec<br />

befluit der Bondgenooten af te wachten, aan<br />

den Engelfchen Gezant hebben doen gevoelen,<br />

dat zyn voorftel ge'en ingang zou vinden;<br />

De inhoud van evengem. brief wierd den<br />

ie. December, by alle de Provintien overgenomen.<br />

Die van Friesland was het eerfte klaar,<br />

en bragc den 11 December eer Generaliteic in ,<br />

eene Staats-Re folutie, by welke het overbrengen<br />

der handelingen van Parys naar London of<br />

's Hage, geheel afgeflaagc-n wierd. (a) Maar *t<br />

was aanmerkelyk, dat die Heeren verklaarden.<br />

„ dat byaldien het Hof van London niet daa-<br />

„ delyk wilde toetreeden tot het fluiten van<br />

„ het definitief Tractaat, zy hec Prélimitiairt<br />

Qt) Jaarboeken 1783, bl. 3157,<br />

„ daar-


4"88 M E M O R I Ë N T O T<br />

s ? daarvoor zouden houden, en alle vërderë<br />

handeling afbreeken." Voorwaar eene by­<br />

zondere geleerdheid: die zeekerlyk aantoonde,<br />

dat drift en heethoofdigheid de Leermeesters<br />

waren.'*<br />

Zeeland die haare Refolutie den t^e. ter Ge­<br />

neraliteit inleeverde, vermeende inteegendeel:<br />

r<br />

it dat door afzonderlyke handeling moest wor-<br />

„ den getracht * beetere voorwaarden van Ert-<br />

„ geland te verkrygen, en niet geteekend wor-<br />

„ den, zoo lang de geringde hoop daartoe over •<br />

bleef: dat teffens de handelingen niet moesten<br />

, t overgebracht worden, voor dat men onder-<br />

, 3 zogt zou hebben, of men eenige gunstigere<br />

•„ voorwaarden zou kunnen verkrygen: doch<br />

„ dat 'er niets deswegens moest bepaald wor-<br />

y den, zonder het Hof van Frankryk, uit hoo£<br />

„ de der verplichtingen aan- het zelve, gedu*<br />

„ rende deii Oorlog."<br />

• Wat kon men reedelyker eri gepaster met de<br />

omflandigheden, in welke de Republiek zich,<br />

betreklyk Frankryk bevond, voordellen? Men<br />

onderfchiktc aan dit Hof's welgevallen, het al<br />

of niet aanneemen van het voordel van Enge­<br />

land. Maar dit alles mocht niet helpen: de ge-<br />

fprekken die ik des tyds in de Vergadering van<br />

Hun Hoog Mog. met de voornaamde en minst<br />

drif-


Ö P H È L D E R I N G , ENZ. 28J<br />

driftige der Patriotten, fde anderen verwaardig­<br />

den zich niet, met my te fpreeken ) had, zouden<br />

nu belachlyk voorkomen: toen was hun zeggen<br />

Vaderlandsch, het myne, zuivere Anglomanie.<br />

Toen de voergem. Refol. van Zeeland ter<br />

Vergadering wierd ingebracht, zeide ik aan ee­<br />

nige Leeden, „ dat ik onderilelde, dat menzee J<br />

# ker was, dat Engeland ons niets beetcrs te<br />

i, London of alhier zou geeven, of ten min*<br />

„ ften dat Frankryk de overbrenging der han-<br />

„ delingen afkeurde: dat my anders zou voof-<br />

„ komen, dat, daar nu geen periculum in mord<br />

a, was, dewyl de Preliminaires geteekend, endë<br />

,j Wapenfchorfing aangenoomen waren, men<br />

het voorftel van Zeeland behoorde in te wil-<br />

i, hgen.<br />

Maar het antwoord, mooglyk met meerder'<br />

drift dan de voorzichtigheid vereischte, uit deri<br />

mond gevloeid j was: Wy kunnen niets fi immers -<br />

doen, dan met Engeland in onderhandeling te tree-<br />

den. Men had zich wel zorgvuldig gewacht,<br />

van het Hof van London te laaten toetzen, of*<br />

'er by het overbrengen der handelingen vari<br />

Parys naar London of 's Hage, op eenige guns­<br />

tigere voorwaarden te hoopen zou zyn; dewyl<br />

men vreesde daarop een gunstig antwoord te?<br />

krygen.<br />

II, DEEI* % 0«


29O M E M O R I Ë N T O T<br />

De kern van hec Siscema, had Friesland m<br />

haare Ref. van Aug. 1783, rondborftig aan den<br />

dag gelegd, mee ce zeggen, dat mooglyk door af­<br />

zonderlyke handeling Negapatnam behouden en aan­<br />

gaande de Vaart door de Molucques beeter e voor­<br />

waarden verkreegen zouden kunnen worden, maar<br />

dat daardoor de Republiek weder aan 't Engelsch<br />

juk gefubmitteerd zou worden.<br />

Maar ia één woord, men kon noch durfde<br />

niec doen, dac 'c Hof van Verfailles onaange­<br />

naam was: de Hertog de la Vauguion, die zy­<br />

nen Meester maar al te wel, ten koste van ons<br />

Land, diende, had zoo wel weeten zich Mees­<br />

ter te maaken van de Geesten der geenen, die<br />

zich 't voornaam beftuur hadden aangematigd,<br />

dat zy als van zyne hand vloogen : daar zy ook<br />

nu, dewyl alle verftandhouding tusfchen zyne<br />

Hoogheid en de Regenten, zoo van Holland<br />

als van d'andere Provintien, die anders als zy<br />

dachten, en hen, geheel verbrooken was, de<br />

fteun en hoede van Frankryk niet ontbeeren<br />

konden.<br />

Ik heb niet in de Noculen van Hun Hoo"-<br />

Mog. gevonden, op welke dagen en op welke<br />

wyze. de andere Bondgenooten hunne advyzen<br />

op den inhoud van laastgem. brief van de Am­<br />

basfadeurs, hebben ingebrachc; maar op den<br />

12 Ja-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 20*<br />

12 January 1784 wierd aldaar befloocen* dat<br />

geantwoord zou Worden: „ Dat voor eene vas-<br />

3, te regel van het begin des Oorlog's gefteld<br />

3, was, niet zonder Frankryk te handelen: dat<br />

,t ingevolge te Parys gehandeld was, en de<br />

Préüminaires aldaar geöooten waren; en dac<br />

*, aan dezelve niets ontbrak, dan ze, gelyk<br />

„ tusfchen Engeland en Araerica gefchied was,<br />

„ in een formeel Tractaat ce converteeren. Daë<br />

3, al wat verder over de Oost- en West Indi-<br />

a fche Compagnie's zaaken noch verhandeld<br />

3 3 moest worden, door en met Comraisfarisfen<br />

i, wel zou kunnen gefchieden. Dat alle ver-<br />

n dere handelingen op eene andere plaars oofe<br />

„ kostbaar zouden zyn, en ftrydig meede Media-*<br />

j, rie door de Keizerlyke Hoven aangenomen;<br />

3, Dac dierhalven hoe eerder zoo beeter be*<br />

t i hoorde geftooteri te wonen* of dac anderzins<br />

3, Hun Hoog M g. hec by dezelve Prédminai-<br />

f > res zouden laaten, en alle verdere coiiicren-<br />

tien daarover nodeloos achten en declinee-<br />

„ ren." Voorts wierd beflooten, ,, dat van al*<br />

les aan "t Hof van Frankryk kennis zou wor-<br />

den gegeeven, mee verzoek om door goe*<br />

de ofEcien by dac van London te bewerken $<br />

dac van de verplaarzing zou worden afge*<br />

zien,<br />

T a Heg


M E M O R I Ë N ' T O T<br />

Hec was dezelfde zang, gefteld op dezelfde<br />

wys, die in alle de voorgaande Refolutien ge­<br />

vonden word: Friesland had nu den coon gegee­<br />

ven: alleen had men nu twee nieuwe reedenen<br />

uitgedacht, naamlyk, de ftrydigheid mee de dooi­<br />

de Keizerlyke Hoven aangenoraene Mediacie,.<br />

en dac hec te kostbaar zou weezen.<br />

Wac hec eerfte becrefc, zoo was hec belach-<br />

lyk ce onderftellen, dac de Mediaceurs gebelgd<br />

zouden zyn, over dac de verfchillende Party-<br />

en, iecs mee gemeen overleg, cot beecere weg­<br />

neeming van hunne gefchiüen bepaalden. En<br />

aangaande hec cweede; zoo was hec waar, in­<br />

dien men zeeker was,geene andere of beecere<br />

voorwaarden ce zullen verwerven, alle koscen<br />

overbodig zouden zyn: maar dit ce beproeven,<br />

daar de Engelfchen hec cegendeel niec ondui-<br />

delyk ce kennen gaven, was, zoo 'c fcheen, wel<br />

der moeite waardig, de kostbare Ambasfade te<br />

Parys te doen veranderen in conferencien in<br />

's Gravenhage, die zekerlyk zoo duur niec zou­<br />

den hebben komen ce ftaan, dan 'c geen de Heer<br />

Brantfen aan 's Lands kis gekost heeft. '<br />

Toen de conclufie op evengem. Refolutie<br />

genomen moest worden, prefideerde Zeeland:<br />

de Gedeputeerde gebonden aan de Provinciale<br />

Ref. van den iS Dec. laatstleedcn, kon hec be­<br />

fluit


O P H E L D E R I N G , ENZ. 203<br />

flcrit niec neemen; die gefchiedde dierhalven ,<br />

door den Heer die 's weeks ce vooren wegens<br />

Holland had voorgezeecen.<br />

Terwyl dac die befluit aan de Ambasfadeurs<br />

te Parys gezonden, en door hun aan de Hoven<br />

van Verfailles en London meedegedeeld wierd,<br />

vond hec laatfte goed, om noch een blyk van<br />

deszelfs bereidwilligheid om alle goede ver-<br />

ftandhouding weder ce doen herleeven, ce gee­<br />

ven , aan ce bieden, om, offchoon hec definitiva<br />

Tractaat noch niec geeeekend was, incusfehen<br />

nochcans eenen Miniscer naar den Haag ce zen­<br />

den, gelyk zulks teffens van den kanc van Hun<br />

Hoog Mog. zou gefchieden. Maar hec was te<br />

vergeefs: men beflooc alleen by de laastgeno-<br />

mene Refolutie ce perfifteeren, doch maakce<br />

evenwel hec voorftel Commisforiaal.<br />

Alhoewel men fcheen op dac tydpunt juist -<br />

geene reedenen ce hebben, om over den by­<br />

ftand van Frankryk ce vreeden ce zyn, en men<br />

weinig genot had gehad van de overbodige ver-<br />

zeekeringen die de Koning gegeeven had, van<br />

deszelfs verknochcheid aan de Republiek, en<br />

van de zoo herhaalde becuigingen om haare be­<br />

langen als zyne eigene re zullen bevorderen,<br />

wierd by de meeste der Regenten, die thans<br />

het rcer in handen hadden, de verwachting die<br />

T 3 uren


®94 M E M O R I Ë N T O T<br />

men van den machtigen byftand van Frankryk<br />

kon hebben, en de onontbeerlykheid derzel-<br />

ve, zoodanig ingeboezemd, dat de tyd dien men<br />

voorby liet gaan zonder eene Alliantie met dat<br />

Ryk te fluiten, als verloren befchouwd wierd.<br />

Friesland had 'er reeds in 1781 van gefproo-<br />

ken; en noch in de voorgaande maand van Au­<br />

gustus , in haare fecreete Refolutie genomen op<br />

den 28 Aug. 1783, verweecen,datmen daarnie?<br />

mar geluisterd had: nu deed zy daartoe op den<br />

24 Pebr. 1784 Het formeele voordel ter Gene­<br />

raliteit. Het wierd by alle de Provintien over­<br />

genomen, en teffens Commisforiaal gemaakt.<br />

In de maand April volgde Utrecht dat voor­<br />

beeld, en de Provintien die zich deswegens<br />

noch niet verklaard hadden , wierden daartoe<br />

Vermaand.<br />

le.-er weet dat het werk daarna zyn beflag<br />

gekreegen heeft, en 't is buiten myn perk daar.<br />

van omdandig verdag te doen; maar ik kan<br />

doch niet nalaaten van aan te merken, dat<br />

boe zeer het niet ontkend kan worden, dat de<br />

Republiek in zoodanige omdandigheeden kan<br />

komen , dat zy als genoodzaakt is, byzonde­<br />

re Verbindtenisfen met Vorsten aan' te gaan,<br />

en zich daar door tot het geeven van zeeke^<br />

fen byftand te Water of te Land te verplichten;


O P H E L D E R I N G , ENZ. £95<br />

ten: (want ik (preek niet van verdragen van<br />

Koophandel,) diergelykc Verbindeenden doch<br />

altyd gevaarlyk zyn, en het wcn^chlyk ware,<br />

dat dezelve altyd vermyd konden worden. Ver­<br />

bindtenisfen van deezen aart, zyn volgends myn<br />

inzien niet gefchikt dan voor machtige Mogend­<br />

heeden onder eikanderen, of voor zeer zwak­<br />

ke, met zoodanige machtigen, onder wiens hoe­<br />

de zy de noodige veiligheid kunnen genieten.<br />

De machtigen moeten zich met anderen veree-<br />

nigen, om een evenwicht tegen overmacht te<br />

vormen: de zwakken hebben geen ander mid­<br />

del om zich, ten minften eenigzins, te bevei­<br />

ligen, tegen den eerften die haar leed of geweld<br />

zou willen aandoen; haare zeekerheid is dan in<br />

evenreedigheid van het ontzach dat men heeft<br />

voor haaren Befchermcr, en 't gevaar gelyk<br />

aan dat van de onmiddelyke Onderdaanen en<br />

Bezittingen van deezen.<br />

Maar voor Mogendheeden van eene middel­<br />

matige macht, doch die nochthans aan de zyde<br />

aan welke zy zich voegen, een aanmerklyk ge­<br />

wicht kunnen byzetten, is 't, myns bedunkens,<br />

gevaarlyk, dat zy zich aan de eene meerder dan<br />

aan de andere machtige Mogendheid verbinden.<br />

Deeze alle hebben belang dat zy niet over­<br />

meesterd worden, maar teffens ook dat zy met<br />

T 4 gee-


§9^ M E M O R I Ë N T O T<br />

geene van haar eenige byzondere Verbindte*<br />

nisfe aangaan: haare zeekerheid is gevestigd<br />

op de B'ayver, op de Jaloezy der machtige Mo.<br />

gendheeden, wiens belang het is, dat de macht<br />

van de eene of de andere geen byvoegzel kry-<br />

ge, waardoor de evenaar der fchaale van hun<br />

vermogen, aan de eene of andere zyde zoude<br />

pverflaan. Doch hier moet voor die middelma­<br />

tige Mogmdh'cden bykomen, een voorzich­<br />

tig en regelmatig Staatkundig gedrag in de bui-<br />

tenlandfehe, en een wys beitier in de binnenr<br />

landfche zaaken, een goed finantieweezen, en<br />

pen behoorlyke Staat van Oorlog: dit alles moet<br />

te zamenwerken, om haar de achting van haare<br />

machtige Naburen te verwerven<br />

Men pasfe dit toe op deeze Republiek, laat.<br />

haare ommegang met haare machtige Nabuu-<br />

ren omzichtig en heusch zyn; laaten door haav<br />

re bellierders de meenkvuldige raderen haa­<br />

rer Regeeringsform met de zoo hoognodige<br />

eensgezindheid en gclykvormige beweeging,<br />

bewogen worden; laaten haare finantien altyd<br />

beftuurd worden met die zuinigheid, die, ge­<br />

paard met yver en nyverheid, haare Ingezee­<br />

tenen tot het toppunt van pecunieel vermogen<br />

gebracht, en haar een fchier onbegrypelyk ere­<br />

miet, en boven dat van alle Volkeren verworven


O P H E L D E R I N G , ENZ. SO?<br />

ven heeft: laat zy haare Grenzen door de Na­<br />

tuur zelve verfterkt, noch met een behoorlyk<br />

aantal wel geoeffend Krygsvolk bezetten, en<br />

zoo tot de hoede van haaren Koophandel en<br />

Zeevaart, als tot verzeekering haarer Havens<br />

en Kusten, een goed aantal Oorlogfcheepen by<br />

de hand zyn. Welke Mogendheid, hoe mach­<br />

tig, zal alsdan haar durven aanranden? Welke<br />

Mogendheid zal haar in haaren Handel en Zee­<br />

vaart durven deeren? Welke Mogendheid zal<br />

dulden, dat eene andere door overmacht, zich<br />

meester maake van een ftukje Lands, op zich-<br />

zelven klein, maar in ftaat om zich te bezor­<br />

gen alle de vereischtens, die wy zoo even,<br />

als tot haare zekerheid noodig, opgeteld heb­<br />

ben?<br />

Wat behoeft zy dan Verbindtenisfen van be-<br />

fcherming, by welke zy doch eene evenredige<br />

befcherming van haaren kant moet belooven aan<br />

te gaan ? en zich in gevaar te ftellen, om, wan­<br />

neer het cafits faderis daar is, en zy ter goeder<br />

trouw aan 't geen waartoe zy zich verplicht<br />

heefc wil voldoen, van dan, hoe aanzienlyk<br />

de macht van haare Bondgenoot, hoe ontzach-<br />

lyk de hulp die zy hem kan bijzetten, wezen<br />

mogen, haaren Koophandel en Zeevaart, de<br />

bronaders van haar welvaart, geftremd te zien?<br />

T 5 De


5f S M E M O R I Ë N T O T<br />

De Gefcbiedenisfen van alle tyden leeren,<br />

hoedanig de Vorften de TraAaaten hebben na­<br />

gekomen, en welke paaien zy ftellen aan hun­<br />

ne verplichting; naamlyk geen andere dan hun<br />

belang, 't Is niet van Traétaaten, maar van 't<br />

belang der Vorften in haar behoud, dat de Re­<br />

publiek haar heil te wachten heeft.<br />

Geen klaarder denkbeeld kan men vormen<br />

van 'sVorftcn's leer op dit ftuk, dan uit 't geen<br />

de laatst overleeden Koning van Pruisfen, de<br />

groote Fredrik gefteld heeft, der Vorften's<br />

plicht te weezen. De pasfage te vinden in de<br />

laatst uitgegeevene Oeuvers Posthumes van dien<br />

Vorst, is zoo aanmerkelyk, dat ik niet kan<br />

nalaaten, dezelve alhier overgezet, in te las-<br />

fchen:<br />

„ Het komt my klaar en baarblyke-<br />

lyk voor, dat een gemeen Burger (un<br />

„ particulier) zich aan zyn woord zorg-<br />

vuldiglyk moet houden, al had hy<br />

„ het onbedachte lyk gegeeven : zoo<br />

„ men hem niet geeft 't geen hem toe-<br />

komt, kan hy zich op de wetten be-<br />

„ roepen; en wat 'er gebeurd, 't is maar<br />

M<br />

e e n<br />

enkeld Mensch die 'er by komt<br />

„ te lyden. Maar tot welke rechtbank<br />

„ zal een Vorst zyne toevlucht nee-<br />

oi men,


O P H E L D E R I N G , ENZ. 299<br />

„ men, zoo een ander deszelfs Verbindtenisfen<br />

verbreekt? „ Het breeken<br />

van het woord van een gemeen Bur-<br />

„ ger, fleept het ongeluk van één<br />

Menseh met zich, maar dat van ee<br />

„ nen Vorst de algemeene onheilen van<br />

„ geheele Volkeren. De geheele vraag<br />

komt daarop uit: Is het beeter dat<br />

„ het Volk verga, of dat dat de Vorst zyne<br />

„ Verbindtenifen verbreeke ? Wie zal<br />

„ onnozel genoeg zyn om te twylfelen<br />

w dit te beflisfen ?<br />

„ Gy ziet door 't geen wy voorgefteld<br />

„ hebben, dat alvoorens een beflisfend<br />

„ oordeel over een's Vorften's daaden<br />

,, te vellen, men beginnen moet met ry-<br />

„ pelyk te onderzoeken de omftandigheeden<br />

in welke hy zich bevonden<br />

„ heeft, 't gedrag zyner Bondgenocen,<br />

„ de middelen die hy had of die hem ont-<br />

„ braken, om aan zyne verplichtingen<br />

„ te voldoen: want, gelyk wy gezegd<br />

„ hebben, de goede of kwaade ftaat der<br />

„ Geldmiddelen , zyn als de pols der Staa»<br />

ten, die meerder invloed op de Staat-<br />

„ en Krygskundige verrichtingen heb-<br />

„ ben, dan men geloofd of weet. Hoe<br />

„ Pu»


3 CI<br />

* M E M O R I Ë N T O T<br />

», Publiek, aan wien die kleinigheeden<br />

„ C details) onbekend zyn, oordeelt maar<br />

„ op het utterlyke, en bedriegt zich<br />

„ gevolgelyk in zyne beöordeeling: de<br />

„ voorzichtigheid belet dat men hem<br />

„ te recht helpt, dewyl het 't toppunt<br />

„ van zotheid zoude zyn, zelfs uit yde-<br />

,3 le glorie, den 'zwakke kant van den<br />

„ Staat ruchtbaar te maaken : daar de<br />

„ vyanden bekoord door zoodanige ont-<br />

„ dekking, niet nalaaten zouden hun<br />

„ voordeel daarvan te maken.<br />

„ De wysheid vereischt dan, dat aan<br />

„ het Publiek de vryheid in zyne roeke*<br />

?, looze beöordeelingen gelaaten wor-<br />

„ de, en dat een Vorst zich niet kun-<br />

„ nende rechtvaardigen by zyn leeven<br />

„ zonder het belang van den Staat in<br />

„ de waagfchaal te ftellen, te vreede<br />

33 z<br />

y» zyne daaden te wettigen voor de<br />

„ onzydige oogen van het Nagedacht."<br />

Oeuvres Posthumes de Frederic, Roi<br />

de Prusfe, Tom. I. avant propos, pag.<br />

14. & fuiv.<br />

Zeer glimpig voorwaar, is dit voorgefteld:<br />

en het is onbetwistbaar, volgends de wetten der<br />

goede Staatkunde, ja der rechtmatigheid, dat<br />

wan»


O P H E L D E R N G , ENZ. gót<br />

wanneer een Vorst kiezen moet tufchen hec<br />

breeken zyner Tractaaten, of den ondergang,<br />

ja aanmerkelyk onheil zyns Volks, die laatfte<br />

by hem hec zwaarfte weegen moer. Maar wan­<br />

neer de Vorften aan hunne Verbindtenisfen<br />

niec voldoen uic enkele zuchc om hunne machc<br />

en aanzien ce vergrooten, zyn zy, offchoon Vj<br />

door hunne machc zulks ftrafloos kunnen doen,<br />

niec minder doemwaardig dan byzondere Lie­<br />

den, die aan Wecten en Rechcbanken onder-<br />

heevig zyn. Niemand zal den grooten Fredrik<br />

veroordeeien, om dac hy in 'c begin van den<br />

zevenjaarigen Oorlog, dair hy achter de gehei­<br />

me oogmerken der Hoven van Weenen, Pe­<br />

tersburg en Dresde gekomen was, deeze dosr<br />

eenen gewaapenden inval, niettegenftaande de<br />

Tractaaten mee de eerfte en laacfte korc ce vo­<br />

ren geflocen, verydeld heefc: maar re vergeefs<br />

wil de groote Vorsc, de leer die hy inzooever><br />

gem. Voorrede voorlteld, coepasfelyk maaken<br />

op de zoogenaamde verdeeling van Polen. Zie<br />

het s d&<br />

deel van het zelfde Werk.<br />

Myne Leezers houden my deezen uitflap een<br />

bescen: gecroffen, door dac ik in de Hiscorie<br />

van onze Republiek, (ik meen zederc ze op haar<br />

zeiven heefc kunnen beftaan, en fpreek niet<br />

van den tyd in welken zy volftrekt uitheem-<br />

fche


$02 M E M O R I Ë N Tot<br />

fche hulp noodig had , en alles, zelfs haare op*<br />

perheerfchappy daarvoor aanbood) gevonden<br />

heb, dac geen Traécaec, geene Verbindcenisfe,<br />

in welke zy zich tot het geeven van hulp ver­<br />

plichte, haar immer voordeelig, ne maar fcha-<br />

delyk, geweest is, heb ik niet kunnen nalaacen,<br />

myne denkenswyze ce boek ce ftellen; daar hec<br />

doch zeer mooglyk is, dat ik ongelyk hebbe,<br />

en dat anderen, die achten dac de zeekerheid<br />

der Republiek op Alliantien met machtiger<br />

Mogendheeden, van welken zy eenen machti­<br />

gen byftand des noods befpreekr, en eenen aan<br />

haare machc geëvenredigden byftand toezegr,<br />

gevestigd is, 's Lands oorbaar beeter inzien.<br />

Ik keer weder ter zaake.<br />

Den 28 April ontvingen H. H. M. M. fchry-<br />

vcns van de Ambasfadeurs , by hec welk zy<br />

meldden, dac de Engelfche Miniscer hun had laa­<br />

ten weeten, dat hy de noodige beveelen ont­<br />

vangen had, om het definitief Vreede 's Trac­<br />

taat te teekenen: en dac zy Ambasfadeurs met<br />

gem. Miniscer waren overeengekomen , om,<br />

onder goedkeuring der Bondgenooten , de on­<br />

derhandelingen in de volgende week roe het<br />

voorz. einde voort te zetten.<br />

Daartoe wierd aanftonds lasc gegeeven, door<br />

alle de Provintien behalven Zeeland , die haa-<br />

rs


O P H E L D E R I N G , ENZ. 303<br />

re Staats- Refolutie den 18 Dec. van't voorige<br />

jaar, by welke zy de afzonderlyke handeling<br />

met Engeland, onder zeekere voorwaarden<br />

had aangeraaden , bleef inh.treeren.<br />

Ingevolge van deeze last, kreeg het Vree»<br />

dc'swerk dan den si Mey zyn beftag , en de<br />

Ambasfadeurs zonden het definitief Tractaat<br />

aan Hun Hoog Mog. , met een verflag van 'c<br />

geen by de laatfte onderhandeling was voorgevallen.<br />

Zie die Misfive, en het Tractaat zeiven<br />

, onder de Ryl. L a<br />

. B. B.<br />

Het klinkt vreemd, dat, daar men, om de aangebodene<br />

directe handelingen met Engeland<br />

van de hand te wyzen, had voorgegecven, dat<br />

dezelve onnoodig waren, dewyl 'er doch niets<br />

meerder te handelen was , en de préliminaire<br />

Articulen alleen als definitive waren te teekenen;<br />

men nu noch wilde handelen over eene<br />

naauwere bepaaling van de ces/ie van Negapatnam<br />

, met de dependentiën van dien: en over eene<br />

Verbindtenis van de zyde yan zyne Groot-<br />

Britt. Maj. om de commercie van de Nederland- !<br />

fche Ingezeetenen, in Bengale en andere plaatzen<br />

yan de Indien, niet te zullen geneer en.<br />

De Plenipotentiarisfen, ten minften de tweede,<br />

(die meer dan den anderen in *tgeheim was)<br />

hadden om zichzelven gelyk te weezen, en het<br />

voor-


S©4 M E M O R I Ë N T O T<br />

voorgeeven van hunne beftuurders, dat 'er doé<br />

loven de préliminairepunclen niets te verkrygen was ,<br />

te bekrachtigen„ maar daadlyk definitief moeten<br />

geteekend hebben, zonder de lieden, die anders<br />

als zy dachten , geleegenheid te geeven om te<br />

zeggen, V geen gy nu vraagt, zou tenminfienhet<br />

onderwerp van afzonderlyke handeling hebben kun<br />

nen weezen t<br />

Maar wat daarvan zyn moge, de Ambasfa­<br />

deurs hadden geteekend, en verzochten om de<br />

Ratificatie, binnen den geftelden tyd van een<br />

maand. Deeze wierd, by een circulaire Mis­<br />

five aan de Staaten Generaal ten zelfden dage<br />

afgezonden, verzocht.-<br />

Holland, Zeeland en Utrecht ftemden 'er in<br />

me, den -oe Juny: Friesland den 14?: Overys-<br />

fel en Stad en Lande den i s<br />

e<br />

daaraanvolgende:<br />

cn 'c befluit wierd ook op deezen dag genomen,<br />

alhoewel Gelderland verzocht als noch onge-<br />

fast, dat het mocht worden uitgeffeld.<br />

Dusdanig was her einde van eenen Oorlog,"<br />

•die door het toedoen der zelfde heethoofdige<br />

Lieden, die de voornaarnffe oorzaaken van des-<br />

zelfs begin waren geweest, door dit ongunftig<br />

Tractaat geëindigd wierd : die Oorlog bekleed<br />

eene aanmerkJyke plaats in de gefchiedenisfen<br />

van ons laud, doordien dezelve vast de eer-<br />

11©


O P H E L D E R I N G , ENZ. 305<br />

Se aanleiding gegeeven heeft, tot alle de onlusten<br />

die de Republiek op het pnnt van haaren<br />

ondergang gebragt hebben: en van welke<br />

onlusten zy noch de droevige gevolgen gevoelt,<br />

zoo door gisting die noch in de gemoederen<br />

heerscht: als door het misfen van zoo<br />

Veele Ingezeetenen , onder welken 'er zeekerlyk<br />

vee'len zyn, ja de meesten,die begoocheld,<br />

door de Kunstenaryen der hoofden, en vervoerd<br />

door den kreet van geweld en vryheid,<br />

die men beurtelings heeft doen opgaan, zich<br />

wel fchuldig hebben gemaakt, maar teffens meedelyden<br />

en toegeevenheid waardig zyn. Deezen<br />

ondertusfchen zyn de flachtoffers, om dat<br />

zy met minder doorzicht voorzien, zich hebben<br />

laaten beleezen, om opentlyk te pleegen<br />

daaden van oproer en geweld, alleen aan hunne<br />

verhitte geesten voorgefchreeven, door de<br />

geenen, die alhoewel de beleiders en aanftookers<br />

van de fchandelykue bedryven, de verdiende<br />

ftraf ontweeken hebben, 't zy door het Land -<br />

te ruimen: 't zy door zich voorzichtiglyk, als<br />

't ware gedekt te hebben, door Statelyke of<br />

Steedelyke Refolutien, die zy nochthans door<br />

hunnen invloed hebben doen neemen.<br />

Het is eene moeilyke zaak, een recht en met<br />

onpartydigheid gevormd tafereel te maaken vaa<br />

IL DEEL. Y


gp6 M E M O R I E S T O T<br />

de verregaande biiitenfpoorigheden, als ik ze dus<br />

•noemen mag, die voornaamlyk in hec jaar van<br />

1787 in het Staats en Scadsbeftuur hebben plaats<br />

gehad. Dat tydffip is nu noch te naby, om de<br />

waare beweegredenen aan den dag te kunnen<br />

brengen, alzoo zulks niet kan gefchieden , zon­<br />

der de Lieden te noemen, die de voornaamfte<br />

rollen gefpeeld hebben, en veelen derzelver<br />

in het allerongunstigst licht te doen voorko*<br />

men: maar men kan in 't algemeen zeggen, en<br />

dit blykt niet duider uic 't geen ik in deeze<br />

Memoriën heb ce boek gefteld, dac hec onge­<br />

lukkig befluit om met Engeland te breeken in<br />

.eenen tyd dat de Republiek volftrekt buiten<br />

ïLac was om cegenweer ce doen, men zwyge<br />

van Oorlog re voeren, de oorfprong van alles<br />

geweest is. De noodlotcige flagen die de Re­<br />

publiek gedurende denzei ven heefc ondergaan;<br />

hec algemeen ongenoegen daar uit ontftaan, aan»<br />

-gekweekt door de geenen, die, 'c zy uic byzon­<br />

dere inzichten van Ambitie, 'c zy uic eigen be.<br />

lang, 'c zy uic wraakzucht, over gewaand of<br />

Wgezentlyk aangedaan leed, maakten de Natie<br />

fatbaar voor die indrukzelen, die men haar on»<br />

der de welklinkende naamen van Vryheid en<br />

Vaderlandsliefde, wilde doen aanncemen.<br />

Mm dcnkc niet ? en ik durf uic hoofde der<br />

grcn-


O P H E L D E R I N G , ENZ. 307<br />

grondige kennis, die ik vermeen van den inborst<br />

van zommigen te hebben, verzeekeren,<br />

dat de beginfelen van allen, die in 't vervolg<br />

voor de hoofden gehouden, en ook waarlyk ge- •<br />

weest zyn, Hecht zyn geweest; geenzins, ee- -<br />

nc vrees, gegrond of niet, voor het vermogen<br />

van den Stadhouder, (mooglyk vergroot door<br />

het herdenken aan leed in perzoon of familie<br />

ontvangen) een niet ongegrond ongenoegen<br />

over den grooten invloed van 'c Hof van London<br />

: en nog grooter over het in veele opzichten<br />

zwak beftuur en de haat daardoor tegens<br />

den Hertog van Brunswyk, die men 'er<br />

meerendeels de fchuld van gaf, zyn ontwyffelbaar<br />

de eerfte reedenen geweest, van 'c gedrag<br />

dat zommige, toen het Franfche Hof deel aan<br />

de Americaanfche onlusten genomen, en geene<br />

kunstenaryen gefpaard heeft, om ons in den<br />

Kryg in te wikkelen, hebben gehouden.<br />

Een groot ongeluk is geweest, dat de Lieden<br />

die het fpel, als ik my zoo eens mag uitdrukken,<br />

begonnen hebben, van gedachten zyn<br />

geweest den fteun van 't Hof van Verfailles<br />

noodig te hebben, om als een tegenwicht tegen<br />

dat van London te dienen: waardoor zy<br />

zich allengskens daaraan zoodanig verbonden<br />

hebben, dat zy eindlyk het voorfchrift van dat<br />

Va Hof


3°8 M E M O R I Ë N T O T<br />

Hof hebben moeten volgen. Ik heb langza­<br />

merhand den weg zien baanen, voor alle de<br />

akelige gebeurtenisfen, die onlangs ons land<br />

beroerd, en het zelve op den oever van des­<br />

zelfs ondergang gebragt hebben, en noodzaak-<br />

lyk gemaakt, eene redding, die alle welgeaar-<br />

te en oprechte Vaderlanders niet als met af­<br />

keer konden wenfchen, en met geen zuiver ge­<br />

noegen, nemaarmet droefheid, hoe zeer daar<br />

ook in 'c byzonder in betrokken, befchouwd<br />

hebben.<br />

De wederkaatzing is in de natuurkunde aan<br />

de kaatzing gelyk: zoo fterk als men het ge­<br />

vestigd gezach van den Stadhouder aanviel,<br />

200 fterk moest de wederftand zyn: het belang<br />

van 'c Hof van Frankryk was, de daaden van<br />

deszelfs Vrienden daartoe in te richten, en ze<br />

te onderfteunen; een party daartoe onder de<br />

Regenten te maaken, was niet genoeg: deeze<br />

kon vooreerst niet groot genoeg weezen, om<br />

volftrekt Meester te zyn, zoo lang de Stadhou­<br />

der den anderen onderfteunden, deez' moest<br />

dan uit den weg, of ten minften zyn gezach<br />

merkelyk gefnuikt worden.<br />

My is wel voorgekoomen, dat men zich een<br />

poos gevleid heeft, dit oogmerk, zonder op­<br />

roer te kunnen bereiken; en 't Stadhouderlyk


O P H E L D E R I N G , ENZ. 3Ö£<br />

gezach, dooreen berichtfchrifc, zonder aan het -<br />

wettig gezach derzei ven, by 't aanvaarden zy-<br />

ner bedieningen, opgedraagen, te kort te doen,<br />

eens voor al te omfchryven. Veele onder die<br />

zoo dachten, zouden niet dan met afgryzen<br />

hebben kunnen befchouwen, 'c geen daarna,<br />

zoo zy hadden kunnen voorzien, dat men zulks<br />

voorhad, gebeurd is: en zouden zeekerlyk de<br />

hand daartoe niet gebooden hebben. De mees­<br />

ten by gebrek aan doorzicht, hebben zich laa­<br />

ten verleiden: men heefc hen allengskens ver­<br />

der gebracht: de kunstenaryen van 'c Franfche<br />

Hof, 'c geld door 'c zelve , zoo niec coc cor-<br />

rupcie der Regencen, ctn minften coc aanruyïng<br />

der Gemeence gefpandeerd, daar na hec gevoel<br />

dac men ce ver gekomen was, en men nu niec<br />

ac'icer uic kunnende, Frankryk's hulp niet ont-<br />

beeren kon; die alles heefc eindlyk genood-<br />

zaakc, de geweldigfte middelen by de hand ce<br />

neemen , en daartoe de gewapende Inwoonders<br />

in de Steeden en ten platten Lande te gebrul-'<br />

ken. Het natuurlyk en noodzaaklyk gevolg<br />

daarvan is geweesc, hec ophouden van alle wec-<br />

tig gezach, en het gedwongen gehoor geeven<br />

aan eenen drom van reedelooze en verhitte<br />

menfchen, die meerendeels geleid wierden door<br />

V 3<br />

l i e<br />

'


3IO MERÏORIEH T O T<br />

lieden, die geene andere gefchiktheid daartoe<br />

hadden, dan dac zy uicmuncten in drifc en on-<br />

bezonnenheid boven hunne makkers.<br />

De Notulen van de Vroedfchap dezer Stad,<br />

gedurende dien tyd, houden in de bewyzen<br />

dac de Regeering, en de geenen die deeze naar<br />

hunnen zin gefchikt hadden, volkomen zonder<br />

gezach waren, zoó dra hunne denkbeelden met<br />

die van de Gedepuceerden van den groocen<br />

.-Krygsraad en van de zoogenaamde Gecommic-<br />

teerden van meer dan 17000 Ca) Inwoonders<br />

van de Stad, of van haare Jurisdictie nier ftrook-<br />

ten. Hec oogenblik is daar geweesc, dac de Re-<br />

gee-<br />

Ca) Een groot getal, voorwaar, alhoewel mooglyk<br />

«iet groot genoeg, om de Volks-ltem in eene Stad, daar<br />

omtrent 250,000 Inwoonders geteld worden, uittemaa-<br />

ken: maar alle twyffeling daar van vervalt, als men de<br />

lyst der teekenaaren van die beruchte Afte van Qualifi-<br />

catie befchouwt, geen tiende deel derzelven kunnen Bur­<br />

gers genaamd worden, en deezen zyn doch alleen die mei»<br />

kan zeggen de Volks-ftem te kunnen uitmaaken, de mees­<br />

ten zyn van 't laagfte (lag van Volk, Vreemdelingen,<br />

Knechts, wiens Meesters of Baazen hun genoodzaakt had­<br />

den te teekenen. Zeekere Fabrikanten hebben, hunne<br />

naaraen tekenende,en daar in gevolgd door hunne Knechts<br />

hunnen en deezen 's naamen , met eenen kring omtrokken,<br />

als of zye» corps de Acte onderteckend hadden.


ÖPHËLflERINdjEftZ. (gl<br />

geering door den Krygsraad en door de voor<br />

noemde Gecommitteerden genoodzaakt zou zyn<br />

geworden 3 om de Stad aan alle de aakelighee-<br />

den van eene beleegering bloot te ftellen, ter-<br />

wyl op denzelfden tyd, die heethoofden zich<br />

niet hadden kunnen verftaan , op herhaalde aan*<br />

maning der Vroedfchap, om een bekwaam Per-<br />

foon, de Militaire zaaken verftaande, te benoe­<br />

men, maar liever aan hun hoofd hadden,Men*<br />

fchen die eerder gewend waren de pen dan den<br />

deegen te gebruiken, en over hunne winkel-<br />

knegts dan over gewapende lieden te gebie^<br />

den: terwyl men tot Commandant van eene<br />

Stad als Amfterdan, in welke by de 7000 ge-<br />

wapenden, behdven de Burgery 3<br />

waren, en<br />

die, men wilde eene beleegering doen onder­<br />

gaan, had aangefteld, eenen Jongeling, diegee-<br />

ne andere kennis noch ondervinding in Mili'<br />

taire zaaken had, dan de geene die hy op de<br />

Slagvelden der gewapende Genootfchappen had<br />

opgedaan t<br />

Ons Land in 't algemeen, deeze groote Stad<br />

in 't byzonder, was gekomen tot dat punt vari<br />

ongeluk, dat zy door hunzelven niet konden<br />

gered worden: zoo de Pruisfchen niet geko­<br />

men waren, hadden de Franfchen ingeroepen<br />

V 4 nioë-


312 M E M O R I Ë N T O T<br />

moeten worden: welken van beiden \ besr<br />

huis zou gehouden hebben, weet ik niet. \ I»<br />

zeeker dat de eerfïen, wegens hun gedrach ten<br />

platten Lande, het niet fchappelyk gemaakt heb-<br />

'ben: maar zoo zy niet gekomen waren, wat<br />

zou van alle de geenen, die niec met de heer-<br />

fchende party hadden willen meedewerken,<br />

geworden zyn ? Zouden alle die gewapende<br />

Corpfen, die zich van alle ontzach voor de Re­<br />

geering ontfiagen hadden, niet tot uiterstens<br />

gekoomen zyn'?<br />

Is 't dan niet natuurlyk, dat wy ons over<br />

die verlosfing verheugd hebben ? en te meer­<br />

der, daar wy ons niet te verwyten hebben,<br />

vreemde Troupes in ons Land re hebben doen<br />

komen. Men mag daarvan gelooven wac men<br />

wil, my is niec bekend, en ik vermeen taam-<br />

Jyk wei onderricht re weezen, dac immer door<br />

of van weegen eenig Regent of Regenten aan<br />

't Hof van Berlin adres gemaakt zy om Trou­<br />

pes herwaards ce zenden. Zy zouden waar-<br />

fchynlyk nimmer gekomen zyn, zoo de onbe-<br />

zonne ophouding van Mevrouw de Princes,<br />

zyne Majeffeic van Pruisfen niec als genood-<br />

zaakc had, zich den hoon zyne Zuster aange­<br />

daan, aan te trekken. Deeze, voor de geenea<br />

die


O P H E L D E R I N G , ENZ. 3*3<br />

die de oude Conftitutie waren toegedaan, zoo<br />

gelukkige gebeurtenis, moet de geenen, die,<br />

om zichzelven te dekken, en anderen, voor 'c<br />

geen zy Bfetéfe doen, verantwoordelyk te maaken<br />

, het zoogenaamd Woerden's Defenfieweezen<br />

ter Vergadering van Holland hebben doen<br />

benoemen meenigmaal berouw doen hebben,<br />

dat zy tot hunne Voorvechters., Lieden vaa<br />

zoo weinig doorzicht verkooren hebben.<br />

Ik zeide zoo even , dat zoo de Pruysfifchen<br />

nier gekomen waren, de Franfchen zouden gekomen<br />

zyn, en ik niet beflisfen wil, wie van<br />

beiden het met plunderen en rooven best gemaakt<br />

zouden hebben, alhoewel het niet denkelykzouzyn<br />

geweest, dat men in den Franfchen<br />

Bevelhebber , die voorzichtigheid , bedaardheid<br />

, verftand en oordeel zou hebben aangetroffen,<br />

die in den Pruysfifchen zoo uitmuntten.<br />

Maar 't is zeeker dat de geenen, tot wiens<br />

hulpe en onderfleuning de Franfchen zouden<br />

gekomen zyn, niet hebben kunnen zeggen, dat<br />

ze niet geroepen waren. Zoo veele Franfchen<br />

Canonniers en Ingenieurs die alomme den zogenaamden<br />

Patriotten ten dienst hebben geftaan,<br />

op eene bedekte wyze in het Land gekomen:<br />

bet beloofde Secours door Frankryk, en hec<br />

V s vee


314 M E M O R I Ë N T O T<br />

verzoek om hetzelve te mogen hebben $ de<br />

klachten dat het niet gekomen was, en mooglyk<br />

nimmer komen zou: zyn ontegenfpreeke-lyke<br />

bewyzen, dat men met het Ministerie van<br />

Frankryk daarover gehandeld had. Het komt<br />

my onder vcrbeetering voor , dat eene daad<br />

van die aangeleegenheid, gepleegd door eenige<br />

byzondere P.-rfoonen , zonder genoegzame<br />

last, want nimmer is daartoe eenig Staatsbefluit<br />

genomen, altyd is cn blyft ten uiterfteh<br />

ftrafwaardig. Zonder dit met veelvuldige bewy^en,<br />

zoo als gemakkelyk zou kunnen gedaan<br />

worden, te ftaaven, zal ik alleen onder 't<br />

oog myner Leezers brengen den brief, den 21<br />

Septemb. 10% op last van de Vroedfchap deezer<br />

Stad, door den Penfionaris van Berckel aan<br />

den Koning van Frankryk gefchreeven, luidende<br />

:<br />

S I R E .<br />

Nous avons apris cjue des dix neuf mem-<br />

„ bres qui compofent lWemblée Souveraine<br />

w des Etats d'Hollande, il y en a eu fix qui


O P H E L D E R I N G , ENZ. $15<br />

fe font conformés avec une propoficion au<br />

,, corps des Nobles de cette Province, pour an-<br />

„ nulier toutes les Refolutions des dits Etats<br />

„ prifes ci devant au fujet de la fuspenflon<br />

„ du Prince d'Orange, comme Capitaine Gen:<br />

„ de cette Province, & au fujet du Comman-<br />

„ dement de la Garnifon de la Haye. Le len-<br />

„ demain les deputés de quatre autres villes<br />

„ ont eté forcés par les armes Prusfiennes qui<br />

., viennent d'attaquer cette Province de fe<br />

joindre aux fix membres fusmentionès de<br />

& forte que nonobftant, 1'abfence des deputés<br />

de notre ville & de ceux de huk autres qui<br />

ont du fe retirer du lieu ordinaire de la rei<br />

fidence des Etats, ou les deliberations ne<br />

pouvaienc être continuées fans un danger<br />

„ eminent, on a pris le 18 dernier une Refolu-<br />

„ tion conforme a la dice propofition du Corps<br />

„ des Nobles. Refoluton diftée par la force ,<br />

' & fans la concurrence des membres de la<br />

, plus grande Confideration, qui par cela mê.<br />

me ne fauroit ctre confiderée, que comme<br />

\\ abfolumentnulle & illègale, fur toutencon-<br />

" fideration de notre demarche equitable par<br />

, la quelle nous avons invités tous les mem-<br />

'-. bres de la dite asfemblee dans notre ville,<br />

„ pour


316 M E M O R I Ë N T O T<br />

„ pour y deliberer avec plus de fureté & fans<br />

„ être fujet aux incurfions de Troupes etran-<br />

„ géres aux quelles la Haye par fa fituauon<br />

„ etait expofée. Cependanc nous aprenons que<br />

„ les dix membres qui de cetre ficori fe font<br />

„ feparés de nous ont trouvés a propos de fai*<br />

r e<br />

»><br />

indiquer a votre Majesté què les Etats<br />

„ d'Hollande eusfent remis le Prince d'Oran-<br />

„ ge dans toutes fes foncfions, ce qui pourrait<br />

& imam e votre Majesté dans 1'erreur, comme<br />

„ fi cela e>:t eté decreté d'une maniére legitime<br />

„ & fans contrainte. C'est pour quoi nous avons<br />

,_, 1'honneur de communiquer a votre Majefté<br />

„ les veritables circonffances de cette affaire.<br />

„ Ce n'est pas 1'asfemblée des Etats d'Hollan.<br />

„ de qui au pris une telle Refoliuion, ce n'est<br />

qu'une partie tres mince de cette asfem-<br />

„ b!ée qui s'est rangée du coté du Prince<br />

„ d'Orange, pour il y a quelque temps s'op-<br />

„ pofer a ceux qui ont foutenus la conftitu-<br />

„ tion originelle de cette Republique, contra<br />

fes ufurpations , a ce petit nombre fe font<br />

„ joint, les deputés de quelque villes qui ont<br />

„ eté forcées par les armes Prusfiennes, ou par<br />

„ la crainte d'en être attaquées. La ville d'Am-<br />

„ fterdam, a refufé hautement d'envoyer des<br />

» de


O P H E L D E R I N G ENZ. 317<br />

„ deputés a une asfemblée ou la crainte & fles<br />

,, defespoir diftérent les Refolutions. Elle a<br />

protesté contre tout ce qui fe pasfa dans une<br />

„ asfemblée de gens asfujettis au bon plaifir<br />

„ d'une Puisfance etrangére."<br />

„ Voila, Sire, la fituation aftuelle d'une Pro-<br />

vince qui a 1'honneur d'etre votre alliée, &<br />

„ d'une ville qui ne fauroit être indifferen-<br />

„ te aux puisfances de 1'Europe, comme elle<br />

„ est le foutien des Provinces Unies. Voiant<br />

„ arriver les maux qui 1'accablent elle a re-<br />

„ clamé avec la plupart des membres de cetté<br />

„ Province, 1'asfiftance de votre Majesté. El-<br />

„ le la reclame encore avec le plus grand em-<br />

„ presfement, dans le moment ou elle doit pa*<br />

„ rer toute feule les attaques der Troupes<br />

„ Prusfiennes, dans 1'esperance que votre Ma-<br />

„ jefté n'en fera pas detournée par des infor.<br />

„ mations qu'ElIe fuira appercier, d'après ce<br />

„ que nous avons eu 1'honneur de mettre fous<br />

„ fes yeux."<br />

Met dit ftuk zal ik dit werk befluiten, en<br />

wel met den wensch dat het der Voorzienig­<br />

heid behagen moge, myn Vaderland, dat in des­<br />

zelfs opkomst en voortgang, zoo oogfchynlyk<br />

derzelver genadigen invloed gevoeld heeftj', in<br />

Haa-


3l8 MEMORIËN TOT OPHELDERING ENZ.<br />

Haare geftadige hoede te neemen, en door het<br />

afwenden van alle ongelukken de geesten van<br />

deszelfs Inwoonders te bewaren voor die -onrustige<br />

en wanhoopende denk- en handelwyze die<br />

dikmalen voortkomen uit ramp- en tegen»<br />

fpoed.<br />

B Y-


B Y L A G E N.


BY,


B Y L A G E L*. A.<br />

Den 10 July.<br />

Als ikbefchouw, Heer en Vriend, de droevige<br />

omftandigheeden , in welke ons arm Land zich be­<br />

vind , en de weinige reeden dié 'er is om te ver­<br />

wachten , dat wy 'er door onze eigene krachten of<br />

door hulp van anderen uit gered zullen worden,<br />

kan ik niet nalaaten van te fidderen, dat men van<br />

de hand wyst, de aanbiedingen om eene Negotia­<br />

tie te entameeren, onder préliminaire voorwaarden ,<br />

die in de daad tot niets verbinden : die alleen maar<br />

vooruitzicht geeven van de vernietiging van een<br />

punt aan 't welk wy thans onzen droevigen toeftand<br />

verfchuldigd zyn: een punt dat wy nimmer zullen<br />

wederkrygen, veel minder kunnen handhaven. Aan<br />

het geeven van eene Satisfticlie, dewelke, eerfte-<br />

lyk, conditioneel en wederkeeriggefteld wordt, ten<br />

anderen, niet bepaald word hoe en op hoedanige<br />

wyze gefchieden zal en dierhalven een punt van<br />

onderhandeling moet zyn, en waarlyk eene zoo<br />

geringe zaak in tegenftelling der Vrede, 't Is he-<br />

laas! de vraag niet, wat Engeland ten on: ri be­<br />

hoeven en tot reparatie van hec leed ons aangedaan<br />

Mioorde te doen, maar wat men met reede, inden<br />

ftaat in welken onze zaaken en die van Europa zyn,<br />

verwachten kan, dat men van dat Ryk zal kunnen<br />

bedingen. Zal men wachten om Vreede te maaken<br />

datd'algemeenegeflooten worde? of, om beter te<br />

ii. DEEL. X zeg-


B Y L A G E L a<br />

. A.<br />

zeggen, zal men tot die tyd fïil zitten, endenftap<br />

die nu van wegens Engeland, (want zoomoet men<br />

't confidereeren,) gedaan wordt, yan de handwy.<br />

zen? Vleit men zich, dat de Mogendheeden by<br />

die algemeene Vreede onze belangens zullen beharugen<br />

? daartoe is immers geene de mindftc waarfchynlykheid:<br />

een Traftaat op den voet van die der<br />

andere Mogentheden, en de «edergeeving van onze<br />

veröverde Coloniën , is het beste dat wy kunnen<br />

verwachten Maar wie kan hoopen dat de Engelfchen,<br />

wanneer zy met hunne machrfgfte Vyanden<br />

Vreede zu !<br />

len gemaakt hebben, aan onsSatis.<br />

factie voor den hoon ons aangedaan, of beetering<br />

voor de fchade ons toegebracht, geeven zullen? of<br />

dat die Mogendheeden, dien daar niets aangeleegen<br />

legt, dat voor ons zullen vorderen en de Vreede<br />

daarvan laaten afharden? Wy kunnen waarlyk<br />

mets goeds verwachten dan door afzonderlyke handeiinge.<br />

Ik ftem gaarne toe dat wy door dathandelen,<br />

ons niet in een ander gevaar moeten werpen,<br />

naamlyk Oorlog met Frankryk of eenige andere<br />

Mogendheid: maar even daarom moet de handeling<br />

voorzichtig voortgezet en Engeland zelve<br />

daardoor aangezet worden,om ons voordeelige voorwaar<br />

• tl, die ons gedrach bv Vrankrvken de Noordfche<br />

Mogendheeden in allen gevallen kunnen billyken,<br />

toe te ftaan: wan t wil Engeland met ons eene<br />

afzonderlyke Vreede maaken, zoo moet ze die Vreede<br />

voor ons zoo eerlyk en voordeelig maaken, dac<br />

Frankryk zelve niec kvvaalyk neemen kan, dac wy<br />

2 2<br />

kernen. Ik prys zeekerlyk de voorzichtig-<br />

heid »


B Y L A.G E L\ A.<br />

heid, maai- om uit een verregaand wantrouwen , de<br />

Sardimfche Ministers te fuspe&eeren van kwaade<br />

trouw, daar zy buiten eigenbelang zyn, is tot een<br />

ander exces overflaan. Ik benmetUE. van gedachten<br />

geweest, dat wyonsniet direct moeten vertoonen;<br />

maar de gantfche handeling daarommc van de<br />

hand te wyzen , dan gaat te ver. Ik heb immers de<br />

ftukken in handen uit welken altyd blyken kan dat<br />

niet door ons maar aan ons het eerfte aanzoek gedaan<br />

is. Ik heb van de morgen uw antwoord en dat van<br />

den Heer Hmghtns zakelyk aan de andere Heeren<br />

gccommuniccert: dus is die zaak geëindigd, enwy<br />

moeten nu hoopen dac 'er rigöureufe middelen gebruikc<br />

zullen worden, en dac zc van fucceszullen<br />

zyrij dewyl de zachte van de hand worden geweezen:<br />

en van den tyd, die ons doch, geeneRoozen<br />

beloofc, afwachten, welk noodlot ons befchooren<br />

is. Ik zié met leedweezen dac de fchoone woorden<br />

van eenen Ambasfadeur, die eer plaacze zynde,<br />

ons met fchoone woordengedoekcheeft, terwyl<br />

de declaratien tegen ons, zonder dat hy iecs<br />

oncdekc had, gedaan wierden, wederom ingang vinden,<br />

en nieuwe hoop, die men zoo lang vruchceloos<br />

gevoed heefc, doen herleeven. Vous neferéz<br />

rienen Rusfie, heefc de Keizer aan Hop gezegd, que<br />

perdre vos péines & depenfer votre ar gent: en daar zal<br />

alles op uitkomen.<br />

Blyve &e.<br />

Xe ' ï Y.


E Y L A G E L". B.<br />

Reponfe du Ministre Anglaisau<br />

Ministre de la Suède le Baron<br />

de Nokken, du 18 Sept. 1781.<br />

-La confervation de la trahquilité publique a eeé<br />

le premier objet des foins de fa Majesté pendant<br />

tout le cours defonregne. Le commencement de ce<br />

regne a eté fignalé par Ie retour de la paix.<br />

Le Roi a fait des grands facrifices pour procurer<br />

ce bonheur a 1'humanité, & il avait lieu de fe natter,<br />

que par cette moderation au milieu de la victöire<br />

, il asfurait le repos public fur desfondements<br />

folides & darables. Mais fes esperances ont été<br />

trompés, & ces fondements ont été ebranlés par<br />

la politique ambitieufe de la cour de Verfailles.<br />

Cette Cour après avoir foutenue en fecret la rebellion<br />

allumée en Amerique s'eft liguée ouvertement<br />

avec les fujets rebelles de fa Majesté, & par cette<br />

violation de la Foi publique, par eet acte d'hosti-<br />

Eté directe elle a commencée la Guerre.<br />

La conduite de la Republiqued'HolIande pendant<br />

tout le cours de cette Guerre a excité une inJignation<br />

Generale. Cette Nation fe prefente fous un<br />

aspect bien different de celui d'une Nation uniquement<br />

commergante: c'est unePuisfancerespeüable<br />

liée depuis longtemps avec la Grande Bretagne par<br />

1'alliance la plus étroite. Le principal objet de cette<br />

allian.ee était leur fureté commune, & nomme-<br />

meot


B Y L A G E L a<br />

. B.<br />

ment leur protecfion mutuelle, contre les desfins<br />

d'un voifin dangereux que leurs efforts reunis ont<br />

fi fouvent fait avorter pour leur bonheur reciproque<br />

& pour celui de 1'Europe enticre.<br />

La defertion de tous les principes de cette al- -<br />

liance que le Roi de fon coté avait conftamment<br />

maintcnue, un refus obftiné de remplir les Engagements<br />

les plus facrés, une infrachon particuliere<br />

des Traites les plus folemnels,dcsfecoursfournisa<br />

ces mêmes ennerais, concre lesquels le Roi était en<br />

dro t de les reclamer. • un azile & proteftion<br />

accordée dans les ports Hollandais aux Pirates Americains<br />

en violadon directe des ftipulations les plus<br />

t-laircs & les plus precifes . & pour combler la<br />

niefure un deni de juftice & de SatisfaChon pour<br />

raffront fait a la dignité du Roi, par uneligue clandestine<br />

avec fes fujets Rebelles, tous ces griefs<br />

aecurnuléS n'ont laisfés au Roi d'autre parti a pren-<br />

dre que celui qu'il a pris avec 1c regret ie plus fen-<br />

fibie.<br />

En expofant au public les raifons, qm ont rendus<br />

cette rupture inevitable, fa Majesté a attribué<br />

la conduite de la Republique k fa veritabie caufe,<br />

^1'influence funeste d'une faction, qui facriflaitl'interec<br />

national a des vues particulières.<br />

Mais le Roi a marqué en même temps Ie defirle<br />

plus fincêre de pouvoir ramener la Republique a ce<br />

ïistème d'union étroite, d'allianee efficace & de protecfion<br />

mutuelle, qui a tant contribué a laprofperité<br />

& a la gloire des deux Etats.<br />

Lorsque flmperaSrice de toutes les Rusfies a<br />

X 3<br />

o f<br />

'


B Y L AG E L\ B.<br />

offert fes bons offices pour effectuer une reconcillation<br />

par une paix féparée: Le Roi entemoignantfa<br />

juste reconnaisfance de cette nouvelle preuve d'une<br />

amitié, qui Lui est fi precieufe, aevité decompro-<br />

Hïettre la mediation de fa M. I. dans une Negooation<br />

infruttueufe. Mais aétuellement qu'il y a quelques<br />

marqués d'un changement de dispofition dans<br />

la Republique , quelques indices d'une envie de retourner<br />

a ces principes que la partie la plus fage de<br />

la Nation batave n'a jamais defertés, uneNegociation<br />

pour une paix fepsrée entre le Roi & leursH,<br />

H. P. P. pourra s'ouvrir avec quelqu'esperance de<br />

fucces, fous la mediation de 1'lmperatrice de tou,<br />

tesles Rusfies, qui a été la première aoffrir fes bons.<br />

offices pour eet ouvrage fakitaire: SiS. M. n'en a<br />

pas profité d'abord, c'eft qu'il y ayait tout lieu de<br />

croire que la Republique ne cherchait alors qu'a<br />

amufer par une negociadon infidieufe, mais le Roi<br />

croirait mal repondre aux fentiments, qui ont dictés<br />

ces premières offres, & manquer aux égards fi<br />

justement dus a fa Majesté Imperiale, & a la confiance<br />

qu'elle infpire, s'il asfociait a cette negotiation<br />

celle d'aucune autrepuisfancc, mêmecelled'un<br />

Allié le plus refpeclable & pour qui Ie Roi a i'amitié,<br />

la plus fincère,


B Y L A G E L a<br />

. C.<br />

WEL ED. HEER!<br />

Den 9 Nov. 17S1.<br />

ïTeden is de tyding, dat het Hef van Engeland<br />

de Mediatie der Keizerin van Rusland heeft aangenoomen,<br />

ingekomen, maar in welke termen, ismy<br />

noch onbekend, 't Gem. Hof heeft die vanZweeden<br />

geweigerd, en wel in eene Memorie, doorliet<br />

Engelfche Ministerie aan den Baron Noleken ovcrgegeeven.<br />

In deeze Memorie worden tegen de Republiek<br />

zoodanige infolente bewoordingen gebruikt,<br />

cn gerepeteerd alle de zotheden die in het Engelsch<br />

Oorlogs Mamfest ftaan; dat Ik niet begrypen kan,<br />

dat men in Engeland van gedachten op 't fujet van<br />

de Republiek en voornaamlijk van onze Stad veranderd<br />

zoude zyn, daar men niet heeft kunnen nalaaten,<br />

zioh het nutteloos vermaak te geeven. om<br />

zonder eenige noodzaakjijkheid, den Staat op eene<br />

verregaande en hoonende wyze in eene Memorie,<br />

aan eene andere Mogendheid overgegeeven , en het<br />

onderwerp het zekerlyk niet vereischte, te inculpeeren.<br />

Men heeft in Engeland immers wel kunnen<br />

verwachten, dat die Memorie ons bekend zou<br />

worden: en vervolgens verbit ering verwekken: wat<br />

wil men? Vreede of Oorlog? wat beduiden die<br />

fchoone woorden die UE. my heefc overgebrieft ?<br />

Nu zyn die 10 a 14 dagen om, cn men heeft tyd<br />

i n s<br />

X 4


B Y L A G E 'L». C.<br />

ding uit 't Noorden: wat zal men nu doen ? Men<br />

fpreekt in opgem. Memorie van Negotiations infidieufes<br />

die men van onze kant zou hebben willen<br />

beginnen, maar ik vrees dat die benaaming beeter<br />

aan die van hunne kant zou pasfen.<br />

Ik heb UE. dit willen melden, om dat ik in der<br />

daad getroffen ben door de bewoordingen van meergem.<br />

Memorie. Ik weet wel dat het maar woorden<br />

zyn , maar weinige ooren zyn zoodanig daar tegen<br />

gehard, dat door die onaangenaame klanken een<br />

goed deel der bereidwilligheid niet worde weggejiomen.<br />

Ik blyve met alle achting &c.<br />

B7-


B Y L A G E L\ D.<br />

WEL ED. GESTRENGE HEER!<br />

XjEd: Geftr: geëerde letteren van den 13. heb<br />

ik gisteren ontvangen; den inhoud heeft my getoucheert,<br />

al wat ikde eer heb gehad UEd: tc<br />

berichten ben ik van overtuigt geweest, blyf zulks<br />

nog. Vreedzaame gevoelens heeft men. Weest daar<br />

vanverzeekert. Zoo veel als wy, verlangt men daar<br />

na. en het is haar interest. Maar nu die Courier<br />

zoo lang weg blyft. (Want nog is dezelve hier niet.)<br />

Misfchiei) willen zy nu ook wagten na de tyding<br />

van Amerika. Die moet eerstdaags inkomen, die<br />

kan decifief zyn. Ik houdemy verzeekertdat UEd.<br />

Geft. denken en zeggen zult, nu is 'er geen twyfel<br />

aan, men dupeert ons, eerst de Cour: van R: en<br />

nu weer tyding van Amer: — Alle zaaken in de<br />

Wereld zyn mogelyk. Maar zo als ik hier nu alles<br />

gezien en gehoord heb t'zedert 3 a 4.Maanden, zo<br />

zoude ik myn leven durven zetten, dat het oprecht<br />

ernst is. Nog een weinig tyd en UEd: Geft: zal<br />

dan ondervinden dat ik my niet bedrogen heb.<br />

De bewuste Memorie is my belooft, die zoude<br />

niet, voor zoo veel men zich konde herinneren in<br />

terme gefchr: zyn om ons techoqueeren. Maar wel<br />

pour faire plaifir a Madame, die alleen de eer wil<br />

hebben van Mediatrice te zyn, en zig min of meer<br />

het zig heefc aangetrokken, dat twee andere Mogendh:<br />

zig daar mee hebben willen moeijen.<br />

X 5 Do


B Y L A G E IA D.<br />

De tyd en de omftandigheeden zullen my ten<br />

overftaan van UEd. Geft: juftificteren, en UEd:<br />

Geft: t'eeniger tyd doen ondervinden, dat ik hier<br />

meer goed gedaan heb als UEd Geft. zig verbeeld.<br />

Ik hoop dat alles zignogna wensch voor het nieuwjaar<br />

zal fchikken. Dit zeg ik in een ruim tydperk<br />

te neemen. Hebt dog geen wantrouw en in my, want<br />

zulks meriteer ik niet. Ik heb de eer van met de<br />

uiterfte hoogachting te zyn.<br />

Wel Edele Geftrenge Heer!<br />

London,<br />

den 20 Nov. 1781.<br />

Uw Ed: Geftrengens<br />

zeer ootmoedige Dienaar<br />

B. v. d. Oudermeulen.<br />

BY.


B Y L A G S LA D. A°.<br />

W E L E D E L E H E E R !<br />

H et is thans zeker dat de Mediatie door Engeland<br />

is, en door ons zal aangenoomenworden, wat<br />

wil men nu aldaar ? wil men, ingevolge van den<br />

eisch der Keizerin , een Plaats tot een Congres . en<br />

Plenipotentiarisfen verkiezen? Wil men (zoo als<br />

men voorgeeft dat de Keizerin verlangt) Petersburg<br />

daar toe bepaalen ? Dit laatfte zou ons zeekerlyk<br />

niet aanftaan: en wy zouden geen zin hebben om<br />

zoo verre over de importantfte belangens van de<br />

Republiek te gaan handelen. Of verkiest men on,<br />

der de hand en in fecretesfe, evenwel met de nodige<br />

communicatie aan de Keizerin, 't zy hier,'tzy<br />

jn Engeland te handelen ?<br />

Op dit alles verzoek ik hoe eerder zoo beeter<br />

Cathegorisch antwoord. Naar dat antwoord zalik<br />

my reguleeren, om myn oordeel te vestigen wegens<br />

't geen men te wagten heefc: en het zal dan biyken<br />

of de daaden zoo heusch zullen zyn, als de<br />

woorden geweesc zyn. ,<br />

Ik blyve &c.<br />

Amfterdam,<br />

den 20 Nov. 17 81,<br />

BY-


B7LAGE LA E.<br />

WEL E D. HEER.'<br />

Ik heb UEd*. zeer geëerdens van den 16, 20 en<br />

23 Novemb. op den rechten tyd wel ontfangen,<br />

maar niet geantwoord, om dat wat naders verwachte.<br />

Gisteren zyn my UEds. van den 25 en 270e<br />

geworden over Amfterdam. My dunkt men maakt<br />

veele Complimenten, ik hoop, of wensch ten minften,<br />

dat dezelve op watdcegelyks zullen uitkoomen,<br />

en dat wy in onze verwachting niet bedrogen<br />

zullen zyn. Zoo men voor den dag wilde koomen<br />

met voorftellen, dien wy niet zonder fchande,<br />

(ik verfta dat woord in eene Hollandfche, niet<br />

ia eene Engelfche zin) zouden kunnen aanneemen,<br />

is 't beeter niets te beginnen. Daar is van my en<br />

van myne Stad, gaande ik in alles d.e concert mee<br />

myn Confraters, anders niets te wachten. Onzegeneigdheid<br />

tot verzoening is finceer ; maar 't moet<br />

op eene eerfyke wyze gefchieden: zoodanig, dat<br />

onze Medeburgers, ;'a gantsch Europa het befluit<br />

in den tyd niet anders dan zullen kunnen, ja moeten<br />

goedkeuren. W y zullen vertrouwen dat de Ridder<br />

zulks ook begrypt. Ik denk niet dat de Keizer<br />

zich met de zaak bemoeijen zal. Wat zegt men in<br />

Engeland van dien Heer zyn voorneemen , om het<br />

overfchotvan de Barrière te deftrueeren. DeTraptaaten<br />

desaangaande zyn ook ten behoeven van Engeland<br />

gemaakt: en zoo ooit het oude Sistema weder


B Y L A G E IA E.<br />

der herfteld word, zal Engeland mooglyk met geene<br />

goede oogen kunnen aanzien, dat Frankryk met<br />

koufen en fchoenen in de Nederlanden zal kunnen<br />

treeden.<br />

't Is my lief dat Petersburg tot handelplaats te<br />

bepaalen, in Engeland zoo weinig fmaakt als hier,<br />

zeekerlyk geloof ik dat het goed zou zyn, dat iemand<br />

uit Engeland hier kwam, 't is zeer difficiel<br />

dat wy van hier, zonder veel op fpraak, iemand naar<br />

Engeland zenden.<br />

UEd. begrypt zulks, en ik vertrouw ook, God<br />

dank, van 't jaar in de politie zyn, om wel naar de<br />

Vreede te wenfchen, doch den Oorlog niet te vreezen.<br />

Gaandeweg worden wy fterker, daar het tegendeel<br />

voor Engeland waar is.<br />

, UEd. fpreekt my altyd van Y. maar wat zeggen<br />

S. N. en G.<br />

Ik blyve met veel achting &c.<br />

's Hage,<br />

den 7 Dec. 1781.<br />

BY-


B Y L A G E LA F.<br />

Extract of a Letter from Blackeaey Dec: 19.<br />

O n Thursday evening last two Cod fmacks to<br />

wed in to ihis harbour a large Dutch hospital Ship<br />

which had broke from her moorings in the Texel<br />

in a hardgale of wind, and was drove out to fea in<br />

a most distresfed fituation, her crew beingnotonly<br />

deprived of almost all medical asfiftance, but<br />

likewife, nearly of every necesfary of life. There<br />

"were 74 men on board, 30 of whon were unable<br />

to get out of their haramocks, and were inaperishing<br />

State.


E Y L A G E L«. G.<br />

WEL EDELE GEBOOREN HEER!<br />

Ingevolge het gcconvenieerde met U Wel Ed.<br />

Gcb. voor myn vertrek naar herwaerts, omme by<br />

het Ministerie alhier te ondertasten, op welke wys<br />

men by hetzelve denken en handelen zoude, ingeval<br />

de Republiek eene afzonderlyke Vreede met<br />

Engeland, kwam te maaken, zoo hebbe thans het<br />

genoegen U Wel Ed. Gebore deswegens hetgeen<br />

my is voorgekomen, te kunnen communiceeren.<br />

Gepasfeerde Dingsdag ordinair Verfailles voor<br />

de Ambasfadeurs, en Chargés d'Affaires by den<br />

Heere Graaf de Vergennes dineerende, zoo deede<br />

zyn Hoog Ed. Geb. my de eer aan my afzonderling<br />

te neemen, en te zeggen, dat hy wel wenste<br />

een afzonderlinge converfatie met my te hebben<br />

over zaaken, niet de Compagnie, maar de Republiek<br />

raakende Ik betuigde niets geëmpresfeerder<br />

te hebben, als aan deszelfs ver/.oek te voldoen , en<br />

dat ik my op Donderdag daaraan by zyn Hoog<br />

Ed. Geboore zoude vervoegen, om half twaalf maakte<br />

ik te Verfailles te zyn, waarop direct ons entre.<br />

tien een aanvang nam.<br />

De Introductie van deszelfs converfatie belfond<br />

in eenige flatteufe uitdrukkingen ten mynen opzichte<br />

zoo wegens perfoneel vertrouwen , ze betuigde<br />

verder zich tot heeden nimmer een denkbeeld<br />

had kunnen vormen van een feperate Vreede


B Y L A G E LA G.<br />

detusfchen de Republiek en Groot Brittannien, zon»<br />

der dat de eerfte geheel of gedeeltelyk afging van<br />

de gronden, waaruit den Oorlog zyn oorfprong had<br />

genoomen, of dat Engeland een laagheid deede,<br />

die nimmer in het verftand dier Natie op zoude<br />

kunnen koomen, gevolglyk dit beide in dat daglicht<br />

befchouwd, zich desweegens nimmer had bekommerd.<br />

Toch dac hy Minister, thans ziende .<br />

men niettemin deeze twee oncwiscbaare zekerheeden,<br />

voortging van de zyde van de Republiek , van<br />

zich toe zoo een feparace Vreede geneegen ce toonen<br />

, en men dus eenige geneigdheid moec gevoelen<br />

, om eer bekooming der Vreede van het zwaarwichtig<br />

Articul, waarby alle zuidelyke Natiëngcinteresfeerd<br />

zyn, het zy te glisfeeren, dan wel hetzelve<br />

te modereeren i of wel dat de betuiging van<br />

Engeland van gehoor na Vreede met de Republiek<br />

te willen geeven, een kunstgreep dier Natie was,<br />

om de Republiek deeze winter in eene cal m te te<br />

houden, en dus teegen het fomerfaizoen minder tegenftand<br />

van hare zyde Ce wachten te hebben. Dat<br />

de Kroon van Frankryk de Republiek op geenerhande<br />

wyze paaien konde noch wilde zetcen, om<br />

zich al of niec mee Engeland feparaat ce bevreedigen,<br />

doch dac wel gemelde Kroon van de heusheid<br />

en vriendfehap van de Republiek verwachtte om<br />

hun van hunne onderhandelingen niet ignorant ce<br />

willen laacen; wilde dezelve hetzelve niec Minisceriëel<br />

doen, als dan hetzelve konde laacen verrichten<br />

door zoodanige particulier, waarop de Republiek<br />

ten volle hun vertrouwen zoude kunnen vestigen ;<br />

dat


BYLAGE U. G.<br />

dat' dewij! de maatregelen door de Kroon te nedmen<br />

; om Engeland te beöorloogen, alsdan van gedaante<br />

zouden veranderen, en in plaats van een Zeemacht<br />

in de Oost-Indien ter dekking en beveiliging<br />

onzer Bezittingen, en om dezelve niet in's Vyands<br />

handen te zien vallen, te zenden en te houden,<br />

dezelve voordeeiiger voor de Kroon te emploijeeren;<br />

dat ook, ingeval 'er in de voorftellingen van<br />

Engeland eenige volftrekt fchadelyke pointenvoor<br />

de Kroon van Frankrijk mochten voorkoomen, dat<br />

'er als dan middel op deeze wys zoude weezen, om<br />

dezelve te verzachten of te veranderen, befluitende<br />

met te betuigen, niets vuurigertebegeeren, als<br />

de Republiek buiten volftrekte fchaade van zyn<br />

Ryk te zien prospereeren.<br />

Ik betuigde op dit alles zeer gevoelig te zyn zoo<br />

Omtrent de byzondere blyken van vertrouwen, de<br />

genegendheid mywaarts, als teffens over de gevoelens<br />

van Vriendfchap, -welke hy Graaf ten opzichte<br />

onzer Republiek verklaarde te hebben, dat ik<br />

in de eerfte plaats vryheid verzocht dezelve aaü<br />

myn vertrouwdfte Vrienden, invloed in hetMinisterie<br />

hebbende te mogen openbaaren, op dat de<br />

Republiek van dezelve het noodige gebruik zoude<br />

kunnen maaken<br />

In de tweede plaats, dat dewyl den Heere Hertog<br />

de la Vauguion dikwyls met te veel yver en<br />

vuur de belangens van zyn Kroon wilde doen verftaan,<br />

hem Ambasfadeur wat gemaatigdheid wilde<br />

inboezemen.<br />

Zyn Hoog Ed. Gebore beantwoordde het eerfte<br />

II. D E E L. Y roet


B Y L A G E L». G.<br />

met zich gerust op myne discretie en doorzicht te<br />

verlaaten, en het tweede met te zeggen, den Hertog<br />

een eigenhandige inftrucfle te hebben toegezonden,<br />

om zich ftiptelyk na te gedraagen.<br />

Zie daar, Mynheer, my van myne beloften<br />

uwaards aan de eene zyde, en van myn pligt als<br />

regtgeaard Nederlander gekweeten, overlaatende<br />

aan die het bewind in handen hebben, daarvan<br />

zoodanig gebruik te maaken, als ten nutte van<br />

de Republiek zullen dienftig en noodig oordeelen,<br />

my ten vollen verlaatende op de ftipfte fecretesfe<br />

zoo van de zyde van U Wel Ed. Gebore als van die<br />

geene, aan wie U Wel Ed, Gebore noodig zult oordeelen<br />

ouverture van myn verhandelde te geeven.<br />

Het is onder betuiging van de opregtfte hoogachting<br />

, dat ik de Eer heb te zyn<br />

Wel Edele Geboren Heer!<br />

Parys,<br />

den 7 Dec. 178L<br />

ü Wel Ed. Geboren Onderdanige<br />

en Gehoorzaame Dienaar<br />

P. E. VAN BE PERRE.<br />

BY -


a t<br />

P - 2


B Y L A G E. L'. H.<br />

tnen S f<br />

. Petersburg zal kiezen, en het als een tccken<br />

van attentie zal aanzien, dat hymy dit niet Ministeriëel<br />

zeide, maar dat Ik het doch als uit my<br />

zeiven aan den Staat konde melden, als dat voorzeeker<br />

vernoomen te hebben. Je ne doute point, "<br />

voegde hy' er by, qu'en confequence vous recevrcs<br />

incesfamment vos inftruótiofis & pleins pouvoirs cela<br />

fera bien plus convenable, & micuxpourlachofe;<br />

foiés fur, que nous nous interesfcrons vivement<br />

pour les Etats Generaux, quand vous fercs tnuni,<br />

nous parierons plus ouverrement cnfemble.<br />

Ik kan U Ed. Geftr. verzeekeren, dat de Staat ïich<br />

ferm moet houden, geene zwakheid toonen, en met<br />

digniteit fpreeken.<br />

Ik heb d'eer, enz.<br />

St. Petersburg,<br />

den 2 Nov. 1781.<br />

WASSENAE».<br />

BY-


Dat 2 fvr „<br />

Rcc22p ov<br />

- ^Sï,<br />

B Y L A G E L'. L<br />

HOOG EDELE GESTRENGE HEER 1<br />

.<br />

Ïïier nevens zal U Ho. Ed. Geftr. ingeflooten<br />

vinden een verbale infinuatie, welke de Heer Vice<br />

Cancclier laatstïeeden Woensdag aan my, gelyk aan<br />

den Heer Ambasfadeur yan Wdsfenaer gedaan en<br />

*tcr hand gefteld heeft, ten einde als UHo.Ed. Geftr.<br />

uit dezelve infinuatie waartoe my gehoorzaamst ge»<br />

draage, breder zal gelieven te verftaan.<br />

Ik zend dezelve niet direct over aan den Staat,<br />

dewyl veronderftelle, dat de Heer van Wasfenaer<br />

zulks zal hebben gedaan, het geene vertrouwe, dac<br />

my niet ten kwade zal geduid worden, terwyl den<br />

Heer Vice Cancelier my dezelve infinuatie ter hand<br />

fteldc, chargeerde en verzocht zyn Excell my noch<br />

particulier, dat by het noodige gebruik, da t daarvan<br />

zoude maaken den Scaac de krachtigfteenfterkfte<br />

verzeekering zoude geeven van hec verlangen en<br />

de dispofitien waar meede haare Keizerlyke Majefteit<br />

geanimcerc was, om, zoo veel, als van haar'<br />

afhing, te contribuecren , om de twisten tusfchen<br />

den Staat en Engeland door een prompt accomodement<br />

te termineeren van de'activiteit, den yver en<br />

de volmaakfte onzydigheid , waarmede Hoogstdezelve<br />

daartoe zoude werkzaam zyn, en van de fcru-<br />

Y 3 pu-


B Y L A G E IA L<br />

puleusheid, welke Hoogstdezelve zoude gebruiken<br />

in het menageeren van de ouvertures en propofi»<br />

tien, welke haar Ho. Mo. op de voorfz infinua.<br />

tie zouden willen doen, zonder dat daarvan eemg<br />

gebruik gemaakt zoude worden, waardoor haar dig.<br />

niteit en belangens gecompromitteert zouden worden<br />

, ik heb de Eere my van dien opdracht hier mede<br />

onder adres van UHo. Ed. Geftr gehoorzaamst<br />

tekwyten, niet twyffelende, of Hoogstdezelve zal<br />

wel daarvan zulks, en daar het behoord, de nodige<br />

ouvertures gelieven te doen.<br />

(N.B. dit volgende in Cyffer.)<br />

Na my aldus gekweeten te hebben van het geene<br />

waarmede de Heer Vice Cancelier my particulier<br />

opgedragen heeft, zo laat ik aan het oordcel van<br />

. LI Ho. Ed. G. over, of en in hoe verre het met de<br />

digniteit en de belangen van den Staat overeenkomt,<br />

om aan de ingemeldc infinuatie onthoudene propolitien<br />

te defereeren.<br />

Het komt dezelve zeer illu foir voor, en maar ge»<br />

•fchikt, om de prteftatie van het effect van de Maritime<br />

conventie te eloigneeren, en op een glimpige<br />

wyze te ontgaan.<br />

Ik kan UHo. Ed. Geftr. daarby ook verzeekeren,<br />

dat de Koning van Engeland in deszelfs antwoord,<br />

waarby de feparate Mediatie van de Keizerin aanneemt<br />

, altoos prasfupponeert, dat de Republiek aan<br />

engagementen zoude voldoen, en terugkeeren tot<br />

deszelfs, vorige principes. Dus zie ik daaruit gcens.<br />

zints,


B Y L A G E L«. I.<br />

zints, dat de Koning van Engeland het omtrent de<br />

Vreede met de Republiek ernst is, maar dat veel<br />

meer opzettelyk blyft ftaan, om van de Republiek<br />

te eisfchen, Conditiën, die met deszelfs digniteit en<br />

belangen incompatibel zyn .derhalve geloove,dat,<br />

byaldien by het antwoord op de voorfz. infinuatie<br />

haar Ho. Mo. op eene gepaste wyze zouden willen<br />

infinueeren, dat Hoogstdezelve, alvoorenszich daar<br />

op te kunnen verklaaren, verlangden prsalabelyk<br />

gerust gefteld te worden, dat de Koning van En-<br />

geland het principe van de Neutraliteits conventie<br />

aanneeme en erkenne, als een belang, waarin met<br />

haare Geallieerden gemeenfchappelyk betrokken<br />

zynde, aan den onzeekcren uitval van een Vredes<br />

Negotiatie of aan de convenientie van den Koning<br />

van Engeland niet kunnen abandonneeren. Ik zal<br />

U Ho. Ed. Geftr. op dit fubject met volgende myne<br />

gedachten breder mededcelen.<br />

Ik heb de Eer, &c.<br />

§t. Petersburg,<br />

den 2 Nov 1781.<br />

y 4<br />

J. J. DE SwART.<br />

BY.


B Y L A G E L«. L,<br />

PRO M E M O R I A .<br />

De reedenen om welke men van gedachten is,<br />

dat met en beneevens onzen Ambasfadeur, de Heeren<br />

thans Gedeputeerden der O. I. C. behoorden<br />

gequalificcerd te worden, om met de Ministers van<br />

het Kabinet in Frankryk, over zaaken der Republiek<br />

jn 't algemeen aangaande te kunnen handelen, zyn,<br />

voor een groot gedeelte, opgcflootën in de kennisfe<br />

die men heeft van de hoedaanigheeden van den<br />

Ambasfadeur, en van die Gedeputeerdens, Menonderfleld<br />

dan, dat de nuttigheid daarvan erkend is.<br />

Om de nodige Qualiflcatie aan gem. Ministers te<br />

doen verkrygen, en dezelve by het opgem. Ministerie<br />

te legitimeeren, geeft men in bedenking de<br />

volgende wyze:<br />

Door den Heer Griffier of Raadpenfionaris aan<br />

den Heere van Berkenrode te laaten fchryven • houdende:<br />

„ dat dewyl de zaaken van d'O. I. Comp.<br />

H Qver welke in Frankryk gehandeld wordt, zoo-<br />

» danig tegenwoordig met die van de Republiek<br />

« in 't algemeen verknocht zyn, dat over dezelve<br />

„ fchier niet onderfcheidelyk kan gehandeld wor-<br />

» den; Hy Heer Ambasfadeur, met kennisfe van<br />

» Z. D. H gelast wordt, voortaan met deGedep.<br />

ft van gem. Comp., over alle voorkomende zaaken,<br />

M met welke Hy Ambasfadeur, van weegens den<br />

„ Staat gechargeerd zal worden; (ten zy Hem cxn<br />

piesr


B 7 L A G E L\ L,<br />

„ presfelyk eene volftrekte geheimhouding gelasfc<br />

„ wierdt) communicatief te handelen, en de be-<br />

„ kwaamfte middelen te beraamen: gelyk aan gem.<br />

„ Gedep. van Comps. wegen belast zal worden,<br />

„ niets te doen dan met overleg, kennis en befchik-<br />

„ king van Hem Ambasfadeur. Dat Hy Ambasfa-<br />

„ deur gem. Gedep. aan zoodanige van 's Konings<br />

„ Ministers en op zoodanige plaatzen zal prcfcn-<br />

„ teeren, als Hy noodig zal achten, daar byzeg-<br />

„ gende, dat Hy gelast is, te verzoeken , dat aan-<br />

„ gezien de zaaken van de O. I. Comp. thans zoo<br />

„ naauwmet die van den Staat verbonden zyn,dat<br />

„ feparatelyk over de eene, zonder den anderen<br />

„ niet kan'gehandeld worden, 's Konings Ministers,<br />

voortaan aan Gedep. van gem. Comp. met<br />

* naamen de Heeren van der Perre en Boers, het<br />

„ zelfde geloof en vertrouwen gelieven te gee-<br />

„ ven, zoo wel in zaaken der Rep. in'talgemeen,<br />

„ als der Comp. in 't byzonder aangaande, als<br />

„ aan Hem Ambasfadeur "<br />

Voorts noch aan gem. Ambasfadeur te fchryven,<br />

dat men van de komst van den Heer Boers gebruik<br />

zal maaken, om aan Hem Heer Boers zoodanige<br />

Inftruótien te geeven, als Hyby zyne terugkomst<br />

„ te Parys aan Hem Heer Ambasfadeur en aan zynen<br />

mede Gedeputeerden zal communiceeren "<br />

Wat aangaat gem. Inftniftien, zou men voordellen<br />

, dat dezelve zouden behooren te gaan over ds<br />

volgende pohóten:<br />

10. Trachten te ontdekken, de gedachten van't<br />

Hof van Verfailles over eene afzonderlyke Vreede<br />

y j m-


B Y L A G E V. L,<br />

tusfchen de Republiek en Engeland, alhoewel het<br />

niet denkelyk is, dat de Vreede voor heteindigen<br />

der Krygsöperacien geflpoten zal kunnen worden,<br />

zoo zouden doch onderhandelingen over dat heilzaam<br />

werk plaats kunnen hebben, dewelke hetzelve<br />

voor het Najaar zouden kunnen applaneeren,<br />

wanneer men, doch zeer geëmbarasfeerd zou zyn,<br />

zoo men niet beeter dan heden van Frankryks Intentien<br />

geinformeerd was, 'c is dan noodig, dat<br />

het evengem. poincl niet verzuimd worde, maar<br />

dac men crachce deswegens hec nodig lichc tekrygen,<br />

voornaamlyk, aangaande het geen Frankryk<br />

doen zou, byaldien de Republiek eene Vrc-ede,<br />

die niet naar deszelfs zin zou zyn, kwam tefluiten.<br />

2°. Het Ministerie onder 't oog brengen, hoedanig<br />

eene Vreede, by welke men eene volftrckte<br />

vryheid van Zee zou bedingen, voor Frankryk<br />

zeiven voordeelig zou zyn: dewyl men als dan hec<br />

Ryk zou kunnen voorzien van genoegzaams<br />

Scheeps- Macerialen: dac bovendien de Navigatie<br />

in 't algemeen, als dan weder van en op Frankryk<br />

door de Scheepen onzer Ingezeetenen gedaan kunnende<br />

worden, het Ryk niet meer zou behoeven<br />

te geeven, die ontzachlyke Convooyen, en dus<br />

hunne Oorlogfchecpen gebruiken, om den Vyand<br />

meerder afbreuk ce doen.<br />

3°. Voornaamlyk crachcen te ontdekken^ de intentien<br />

van 't meergem. Hof, aangaande deCaab,<br />

Sc. Euftatius, Isfequebo enDemerary, (daar men<br />

denkt • dat zy nu Meesters van zullen zyn) byab<br />

dien wy een afzonderlyke Vreede mee Engeland<br />

öoocen. 4 U<br />

. Het


B Y L A G E IA L.<br />

4°, Hec rcgulceren der Krygsöperatien, ingeval<br />

zulks becer te Parys dan hier gefchieden kan, en<br />

hier gefcbicdende, als dan , voor zoo verre daar<br />

over in Frankryk met hec Miniscerie gehandeld zal<br />

moeten worden.<br />

5°. Na te fpooren hoe verre en op welke voorwaarden<br />

het Hof van Frankryk zoude toelaacen,<br />

dac de Americaanen zich met de Engelfchen verzoenden.<br />

— Of men dulden zou dac aan Engeland<br />

eenig commercieel voordeel boven de andere Natiën<br />

zoude worden toegedaan. — Of men in Frank»<br />

ryk gaarne zien zou, dat wy de onafhangelykheid<br />

van America, voor en al eerder zulks door de andere<br />

Mogendheeden of eenige derjelven gefchiede,<br />

erkenden, — en zoo ja, of men dan zou<br />

meedewerken , of een minften aanzien, dac gem.<br />

Americanen ons eenige byzondere voorrechten boven<br />

de andere Nacien coekenden, welke<br />

voorrechten dac zouden kunnen of mogen zyn.<br />

6 '. Na te vorfchen of 'er eenige onderhandeling<br />

met Engeland plaats heefc, en welke.<br />

70. Insgelyks of 'er byzondere liaifons, cn zoo<br />

ja, welke, cusfehen de Hoven van Weenen en<br />

Verfailles plaacs hebben. Of men te Verfailles<br />

van 'c flechcen der Barrière Ce vooren kennis heeft<br />

gehad Of 'er quescie is van eenige ruiling in<br />

de Nederlanden cegen Lotharingen of den Elzas:<br />

of mooglyk beiden.<br />

8°. Of'er zyn, liaifons, en zoo ja, welke, tusfchen<br />

Frankryk en Rusland, — welkeinfluentiehet<br />

eerfte in het bepaal en der voorwaaiden der gewa.<br />

pende Neutraliteit gehad heeft. s>°. Wel-


B Y L A G E Lf«. L,<br />

9". Welke liaifons en van wat natuur'er zyn mee<br />

den Koning van Pruisfen, • als meede met<br />

Zweeden.<br />

10". Informeeren waarom Spanje de onaf hange-<br />

Jykheid van America noch niet erkend heeft. er<br />

En waarom door Frankryk daar niec op geltaai<br />

word<br />

n°. Na tevorfchen, of, byaldien het Spaanfche<br />

Hof ftond op hec verkrygen van Gibralter, en zien<br />

piet wilde laaten vergenoegen mee Portmahon, cn<br />

daardoor de algemeene Vreede belet wierd, Frankryk<br />

Spanje daarin fouceneeren zou.<br />

12°. Trachten teweeten, de voorwaarden welke<br />

de Keizer (zoo als zyne Maj. aan den Burgemeester<br />

Rendorp gezegd heeft) aan Engeland aangebooden<br />

heefc toe bevordering der algemeene Vreede ,<br />

en die by Engeland zyn afgeweezen.<br />

13 0<br />

. Na te vorfchen, of 'er, en als dan welke menées»<br />

door Frankryk gebruikt worden of zyn ,om<br />

den Oorlog tusfchen de Keizerin en den grooten<br />

Heer te beftooken.<br />

?4'. Byzonder na ce fpeuren, of men iets weet<br />

van 's Keizers intentien aangaande de Schelde; cn<br />

te verneemen hoe verre Frankryk, a'sGuarantvan<br />

bet Tractaat van Munfcer, het poinct aangaande de<br />

gem. Schelde, zou willen handhaven.<br />

15°. Op eene behendige en zeer voorzichtige wyze<br />

aan den Heere de Vergennes en aan anderen van<br />

's Konings Ministers, die gelyk de Marquis de Casfries<br />

niet ce parciaal zyn voor den Hertog & UiVmguion<br />

te doen zien, hoe verkeerdelyk gem. Hertog<br />

alhier gehandeld heeft, en noch handclc. Ein-


ÈY.L A G E V li<br />

Èindcl/k zou men, den Heere Boers by mondd<br />

kunnen gelaften met alle omzichtigheid, en daar"<br />

alleen maar gebruik van makende, wanneer hy zou<br />

achten zulks ten voordeele en tot nutte van den<br />

Staat te kunnen doen, aan het Franfche Ministerie<br />

te doen blyken, dat 'er mooglyk wel inclinatie zou<br />

zyn, om na dat wy eene afzonderlyke Vreede met<br />

Engeland gemaakt zouden hebben, of de algemeene<br />

Vreede gefloocen zoude zyn, alsdan aan Frankryk<br />

te cesfeeren zekere Etablisfementen van onze<br />

O. I Comp. mits men aangaande het maaken van<br />

eene zoodanige afzonderlyke Vreede eene gepaste<br />

faciliteit betoonde: of dat men zich engageerde,<br />

om by het maaken van eene algemeene. onze belangens<br />

te bevorderen, voornaamlyk aangaande het<br />

poincf. van eene gevocglyke fchavergoeding.<br />

N.B. Men heeft hier in 't oog de cesfie van<br />

zoodanige Etablisfementen, die der Comp.<br />

tot last zyn; de Heer Boers kan deswegens<br />

nadere Illucidatie geeven.<br />

Men neemt noch de vryheid hier by te voegen,<br />

dat men oordeelt nodig te zyn, aan 't Hof van W eenen,<br />

hoe eerder zoo beeter verflag te laaten doen,<br />

van 't geen, tusfchen Engeland en ons, aangaande<br />

het maaken van eene afzonderlyke Vreede gepasfeerd<br />

is. Zyne K. M. gedachten daarop en op<br />

het Vreede 's werk in 't algemeen te verneemen —<br />

te trachten te ontdekken, welke Verbindtenisfen'er<br />

zyn, tusfchen den Keizer en den K, van Frankryk. —<br />

Tus-


B Y L A G E L«. L.<br />

Tusfchen den Keizer en de Keizerin van Rusland.—<br />

Welke zyn de voorwaarden daar reeds van gefprooken<br />

is, die in 't Voorledene Jaar aan Engeland ge'<br />

boden zyn. Hoe verre thans het algemeen<br />

Vreede's werk gevorderd is. Hoe verre de<br />

Idéés van den Keizer op 't verftand van de gewaapende<br />

Neutraliteit zich uitftrekken Of<br />

zyne Maj. op dat ftuk op zyn Fransch of op zyn<br />

Deensch denkt. Of zyne Maj. eenige intentie<br />

aangaande de Schelde heeft, en welke. Met<br />

welk oog Hoogstdezelve zou aanzien, dat Engeland<br />

noch meerder gehavend wierd: dat hetgeconquesteerde<br />

in America in handen der Franfchen en Spanjaards<br />

bleeve, dat Portmahon en Gibralter aan deezen<br />

gecedeerd wierden, om hun tot de Vreede over<br />

te haaien. Met eene gepafte discretie te vertoonen,<br />

hoe gevaarlyk het voor gantsch Europa zou<br />

kunnen worden, dat het Huis van Bourbon zo machtig<br />

wierd, dat het Huis van Oostenryk, Engeland<br />

en Wy altyd de balance hadden kunnen houden. —<br />

Dat Engeland gevaar liep, van na deezen Oorlog,<br />

ten minften voor een ruim getal van Jaaren, niette<br />

zullen zyn dan eene Mogendheid van den tweeden<br />

rang. Dat hoe machtig de Keizer thans ook<br />

mochte weezen,'Hoogstdezelve doch vooreerst gee.<br />

*e Zeemogendheid konde worden, daar Spanje en<br />

Frankryk door derzelver gelegenheid, beiden ter<br />

Zee en te Land machtig zyn; én daardoor altyd geducht<br />

voor de Staaten van 't Huis van Oostcnrvk<br />

in Italië. Dat het Huis van Bourbon door de bezitting<br />

van Napels en Sicilië, en door middel van<br />

de


B Y L A G E La. L.<br />

de Rep. van Genua, altyd afhangclyk van Frankryk,<br />

evengem. Staaten merkelyk beftoken en benaauwen<br />

kan Na te vorfchen, of 'er iets<br />

wegens Bergen op Zoom, te Weenen op het tapyt<br />

Is. Eindelyk te zien of het mooglyk zou<br />

weezen, den Keizer uit confideratie voor onze toegeeflykheid<br />

op het ftuk der Barrière te perfuadeeren,<br />

om ons over te geeven, te verkoopen of te<br />

cedeeren, de gronden dewelke Hem toebehooren,<br />

en zoo men wel onderricht is, volftrekt nodig zyn,<br />

tot het in ftaat brengen der Fortificatiën en Inundatien<br />

van onze Barrière.<br />

Men onderftelt, dat men taamlyk wel geinformeerd<br />

is van het Sistema en d'lntentien van 't Hof<br />

van Berlyn: terwyl de komst van den Heer Marcoff,<br />

die denkelyk meerder in 't vertrouwen van<br />

zyn Hof is dan de P. Gallitxin, geleegenheid zal<br />

geeven, om van d'intentien van de Keizerin geïnformeerd<br />

te worden.<br />

BY-


B Y L A G E L=. M.<br />

Extract uit eenen Brief van den<br />

Heere van der Perre aan den<br />

Heere van Lynden van Emterswyk.<br />

Parys den 3 Jan. 1782.<br />

HOOG E D. &C<br />

Hebbe d'eere gehad te ontvangen U Wel Ed.zoo<br />

zeer geëstirneerde van den 24 laastleden. De<br />

gevolgen die Ü H. Ed Geb. uit myn mondgefprek<br />

met den Heere Graave de Vergennes trekt zyn ten<br />

hoogften flatteus voor My. Ik zal trachten het<br />

vertrouwen van dien waardigen Minister, door zyn<br />

Hoog Ed. Geb. voor zoo verre my daartoe de vrybeid<br />

vergund en Ik in ftaat gefteld worde, van het<br />

te pasfeerene in de Republiek op eene openhartige<br />

wyze ouverture te geeven, te cultiveeren, endaardoor<br />

de ongehoorde pretentien van deszelfs Ambasfadeur<br />

en de daaruit voortfpruitende desordres<br />

en Cabaalen tegen te gaan.<br />

Een nieuwe proef dat dien Heer tegens de ordres<br />

en intentien van dien Minister aangaat, is zyne<br />

geformeerde pretentie aan den Heere van der<br />

Hoop voorgefteld, om de gecombineerde operatien<br />

voor het aanftaande faifoen door zyn Canaal aan<br />

zyn Hof te communiceeren en dirigeeren, niemand<br />

anders in dezelve willende gekend hebben, terwyl<br />

den


B Y L A G E L a<br />

. M.<br />

den Heer de Vergennes aan wien deeze pretentictï<br />

communiceerde, declareerde zulks geheel verkeerd<br />

en de lange weg zou zyn: dewyl indien men de<br />

arrangementen hier in loco neemt, men in een ogen­<br />

blik (na omftandigheden van tyden die van het eene<br />

moment tot het andere vérfchülen) plans kan be-<br />

raamen, en ter uitvoer laaten brengen: vermeenen-<br />

de den Heer Hertog die thans in loco is, over zy­<br />

ne pretentien te onderhouden en te gelasten zich 1<br />

des wegens niet te bemoeijen,<br />

Het doet my leed, dat ik dien Minister, dié<br />

zeer veel perfonede qualiteiten heeft, op die wys<br />

aan onaangenaame reproches bloot ftelle, doch Ik<br />

begryp daar tegen, dat 'er geen ander middel is,<br />

om dien Heer te maatigen, die van trap tot trap<br />

opklimmende, zoude eindigen met te gebieden:<br />

te.meerder, dewyl het fchynt 'er Lieden in de'<br />

Republiek zyn, die zich door zyn Ed. laaten in-<br />

quieteeren, terwyl anderen zyn gedrag laaten die­<br />

nen om eene heersehzuchtige denkenswyze van dit<br />

Hof te doen voorkomen, die, gelyk U Exc. uit<br />

myne vorige zult gemerkt hebben niet quadreerd<br />

met de converfatien die met den Heere Grave ge­<br />

had heb, en noch dagelyks hebbe.<br />

Ik ben en blyve van gevoelen, dat wil de Repu­<br />

bliek zulke zaaken Ministeriaal behandeld hebben ^<br />

den Heere van Berkenrode (omtrent wien ik noch-<br />

maals myne mondelinge converfatie met U Exc. eri<br />

Zyne Hoogh herhale, en men zich bedriegd, in-<br />

geval men begrypc geen invloed ten Hove heeft)<br />

daartoe zoude dienen te worden geëmploieerd:<br />

JJu D E E L Z wif-


B Y L A G E L a<br />

. M.<br />

verkiest men onderhandeling en fchikking buiten<br />

het Ministeriale, zoo blyf ik op den duur bereid,<br />

my daartoe wel te willen laaten emploieeren, betuigende<br />

geene andere ambitie te hebben, als myn<br />

Vaderland tot nut te zyn.<br />

Ben Uw Exc. enz.<br />

P. S. Wat nu aanbelangd Uw Exc. verzoek, hoe<br />

de flooping der Barrière Steeden alhier wordt opgenomen,<br />

en of men 'er iets prealabel heefc van<br />

geweeten, zoo kan Ik U Hoog Edg. verzeekeren,<br />

dat men hier even ignorant van dat voorneemen geweesc<br />

is als in de Republiek: ja dat meer is, hetzelve<br />

niet zeer gefmaakt wordt; doordien men<br />

hetzelve aanmerkt, als een voorzorg die de Keizer<br />

gebruikt, om by rupture met Frankryk, zyne<br />

Nederlanden niet op eene reize in hunne macht te<br />

zien, dat dezelve niet als met eene zwaare Armée<br />

en onnoemlyke kosten te verdryven zyn, gelyk<br />

den Oorlog van 1747 zulks ten klaarften heefc aangecoond.<br />

Ik zie mogelyk, enz.<br />

BY-


B Y L A G E L\ N.<br />

N O T E .<br />

Son Excell'. Mr. 1'Ambasfadeur de France est<br />

prié d'être informé, qu'au i r<br />

. Avril pouroient êcre<br />

prets j Vaiffeaux a 60 Pieces & le Tigre.<br />

8 ou 9 a 50.<br />

3 a 40.<br />

11 a 36.<br />

10 a 20.<br />

Au 1 May, 1 a 70 Pieces & 4 a 60.<br />

Au courant de 1'Eté & de 1'Automne pouront<br />

être achévés 2 a 70 Pieces ,4a 60. ia 50 & 3 a<br />

4 a 40. Mais les Officiers & 1'Equipage manqueront<br />

peut être.<br />

Les operadons abfolument necesfaires font un<br />

Convoy pour la Mer Baldque, un Convoy aux Indes<br />

Occidenta'es, & le depart des Vailléaux des<br />

Indes Orientales.<br />

Si donc fa Majesté le Roi de France, voudroit<br />

vers le tems que la Flotte peut fortir du Texel,<br />

faire blocquer le Canal par fon Esquadre, combinée<br />

avec celle d'Espagne, afir que les forces de<br />

1'Angleterre fusfent divjfées, & que la Republique<br />

pouroit nettoyer la Mer du Nord, & interceptor<br />

les Convoys Anglais allant vers & venant de la Mer<br />

Baldque, & ouvrir un pasfage libre pour leNord,<br />

fa Majesté feroit un bien eflentiel a la Republique.<br />

Son Excellence M>-. le Duc de la Vauguion est<br />

prié de feconder ces vues par ces bons offices.<br />

La Have 21 Dec. 1781.<br />

Zo BY-


B Y L A G E L». O.<br />

N O T E .<br />

"Fn vertu des Rcfolutions de Leurs Hautes Pufsfances<br />

du 4 & 25 de ce Mois pour concerter avec<br />

la Cour de France les operadons de la Campagne<br />

prochaine le fousfigné Confeiller & Fiscal pour<br />

1'Amirauté d'Amfterdam, a été autorite de communiquer<br />

a fon Exccllcnce Monfieur Ie Duc de la<br />

Vmguion, que lts operations maridmes indispenfables<br />

pour eet Etat font de donner proteclion<br />

Aux Vaifleaux destinés pour les Indes Orientales.<br />

A ceux destinés pour les Indes Occidentalcs:<br />

& a ceux qui le font pour' la Mer Baltique.<br />

Afin de prócurer la proteftion requifé a ces Na.<br />

vires.<br />

1 Vaiffeau de 70 Pieces.<br />

7 a 8 . de 60 •<br />

6 a 7 . de jo • ,<br />

Le Tigre.<br />

2 a 40<br />

10 a 36 «. «.<br />

7 a 20<br />

feront prets vers la Mi-Avril ou au plus tard vers<br />

e premier du May, fi l e s tempetes, qui ont eu<br />

l>eu ce Mois ci, ne retardent d'autant les preparatifs<br />

necesfaires.<br />

F<br />

L'intention feroit de les faire tousfortiralafois,<br />

& que


B Y L A G E L». O.<br />

& que les Vaifleaux de Ligne formasfent un<br />

Esquadre d'obfervation, afin de proteger les Fregattes<br />

qui convoient les Vaifleaux Marchands.<br />

Cet Esquadre conduiroic vers la hauteur de la<br />

Mer Balcique, les Vaifleaux deftinés pour ces Pa«<br />

rages, & vers la hauteur de Hitland, les Vaifleaux<br />

pour les deux Indes: & detacheroit avec eux un<br />

Vaisfeau de 60, 2 a 50, & 3 a 4 Fregattes, qui<br />

feroient voile enfuite vers Dronthem, pour prendre<br />

fous leur protedtion les Vaifleaux des Indes,&<br />

les ramener dans nos Parts: retourneroient enfuite<br />

vers la Mer Baltique, pour prendre les Vaifleaur<br />

qui fe trouveroienc prets, & les reconduiroient a<br />

la hauteur de nos Ports. Puis Elle croiferoit dans<br />

la Mer du Nord, pour couvrir nos Ports, qui<br />

manquent des moyens de defenfe qui feroient a<br />

defirer, n'y ayant pas asfez de Vaifleaux de Guerre<br />

pour pouvojr s'eq fervjr fur les Rades 3 la oefen<br />

fe des Cótes.<br />

Cet Esquadre tacheroit de faire dans la Mer du<br />

Nord autant de tort a 1'ennemi que les circonftances<br />

le permettroient. Peut être pourroit Elleencore<br />

une fois reconduire vers la Baltique les Vaifleaux<br />

qui dans ce tems fe feroient apprêtés pour faire ce<br />

ypyage, y reprendre ceux qu'ElIe trouveroit prets<br />

a retourner, & les ramener dans nos Ports: aller<br />

enfuite a la rencontre des Vaifleaux attendusdesln.<br />

desOccidentales, qui pourroient être vers le Mois<br />

d'Oólobre dans ces Parages: & pour lors les Vaisfeaux<br />

reviendroient a la fin du dit Mois tous enfemble<br />

dans nos Ports, fe preparer a entrer dans<br />

Z 3 leurs-


B Y L A G E IA O.<br />

leurs ftations d'Hyver, ce qui malheurcufement vu<br />

la conftitution des Ports de cette Republique doit<br />

étre fait de bonne heure.<br />

Mais comme il est necesfa :<br />

re pour ofer entreprendre<br />

toutes ces operations, fans manquer a Ia<br />

prudence qu'exigent les circonftances denotreMarine,<br />

qui ne peut fouffrir beaucoup d'echécs , vu<br />

le manque total de Vailfeaux, d'Officiers & de<br />

Matelots, pour remplacer ceux qui pourroient<br />

tomber entre les mains des Ennemis, que leurs forces<br />

Navales foient occupées quelque autre part,<br />

les operations reciproques devroient principalement<br />

tendre a ce but.<br />

Son Excellence Monfieur le Duc de la Vauguioti,<br />

est prié de vouloir faiie pasfer ce Memoire a fa<br />

Cour, & de communiquer les Inftructions qu'il regevra<br />

a cet egard, ainfi que les moyens & les forces,<br />

qui fa Cour pourroit ou voudroit employer<br />

pour atteindrc le but qu'on vient depropofer, afin<br />

que les ordres pour effecluer les operations ci desfus<br />

mentionnces, puisfent être donnés avec quelque<br />

esperance de fuccès.<br />

La Haye<br />

26 Mars 1782.<br />

(figné)<br />

J: C: VAN DER HOOP.<br />

B Y-


B Y L A G E L». P.<br />

T'ay fait parvenir au Roy le plan des mefuies<br />

lïostiles contre 1'Angleterre que Monfieur le Confeiller<br />

Fiscal de l'Amirauté d'Amfterdam, aétéautor<br />

fé a me remettre: fa Majesté me charge d asfu<br />

r qu'ellefera tout ce que les circonftance,<br />

lurei qu f avor;fer efficacement les<br />

lui permettront, pour tavoi ler i<br />

operations, qui y font developpées & ^ pen<br />

flqu'il est important<br />

houder continue d'en prepaier, cc QCU<br />

cution avec la plus grande achvite.<br />

La Haye,<br />

le 8 Avril 1782.<br />

(fignê)<br />


8 Y L A G E L». q.<br />

La Haie ce ,J Avril 1782.<br />

T<br />

J->e fousfigné Confeiller & Fiscal de l'Amirauté<br />

d'Amfterdam, ayant communiqué la Note de fon<br />

Excellence Monfieur le Duc de la Vauguion, dacée<br />

«du 8 Avril 1782 mais qu'il n'a recue°quelematin<br />

du i6 3 est chargé de reprefenter a fon Excellence:<br />

Que cette Note ne determine en aucune facon<br />

les demandes , que le fousfigné a fait dans Ie Memoiré<br />

du 26 Mars par le quel fon Excellence est<br />

pnée de communiquer les Inftruftions qu'il recevra<br />

ainfi que les moyens & les forces, que fa Cour<br />

pourroit ou voudroit employer pour atteindre le<br />

but propofé, afin que les ordres pour effeétuerles<br />

operations puisfent être donnés avec quelque esperance<br />

de fuccès,<br />

Qu'ainfi cette Note - ne peut être reguardée que<br />

Comme une réponfe provifionelle, & une preparaten<br />

pour des Inftructions ulterieures & plusparticuheres,<br />

qui fixent un concert d'operations.<br />

Le fousfigné peut asfurer fon Excellence, que<br />

toutes les mefures pour mettre les plans propofés<br />

cn execution fe font avec toute 1'acfivité posfible.<br />

La fortie d'une petite Esquadre vers les Indes Oc-<br />

Cidentales il y a quelques jours en fert de preuvemais<br />

la Prudence, qu' exige les circonftances &la<br />

fitua-


B Y L A G E IA Q.<br />

fituation de la Marine de 1'Etatne permet pas d'executer,<br />

quelque deur que 1'on en aye, les autres<br />

operations projecties, avant d'être informé avec<br />

plus d'exaétftude des moyens & des forces, que fa<br />

Majesté Tres Chretienne voudra bien employer<br />

pour faire diverfion aux forces des Ennemis: ce<br />

que ne peut que rallentir 1'execution des operations<br />

ulterieures.<br />

Z5<br />

BY-


B Y L A G E L». R.<br />

La Haye, le 17 Avril.<br />

Ï_/e Courrier que j'ai expedié 1c 27 Mars pour<br />

faire parvenir au Roy fans delay, le Memoire que<br />

vous avés été autorifé a me remettre, esc revenu<br />

ici le 6 avril. J'ai eu 1'honneur de faire part a<br />

Monfieur le Prince Stathouder, que Sa Majesté me<br />

chargeoit de 1'asiurer, qu'ElIe feroit tout ce que<br />

les circonftances luy permettroient, pour favorifer<br />

efficacement les operations developées dans Ie<br />

Plan que luy a été communiqué, & qu'Ellepcnfoit,<br />

qu'il étoit important, qu'il en preparat& en fuivit<br />

1'execution avec la plus grande activité. Monfieur<br />

le Prince Stathouder me pria d'asfurer fa Majefté,<br />

qu'il ne negligeroit rien pour les accelerer, & j'ai<br />

transmis trés exax tement fa reponfe.<br />

Lorsque j'ai eu 1'honneur de m'entretenir avec<br />

vous avant hier matin, vous m'avez paru defirer<br />

que je vous remisfe par écrit, ce que j'ai ditaMonfieur<br />

le Prince Stathouder, & je me fuis empresfé<br />

de vous addresfer la Note, que vous avez recu.<br />

J'ai cru devoir la dater du 8 de cemois, par ce<br />

qu'elle contient precifement, ce que j'ai eu 1'honneur<br />

de dire ce jour la, a Monfieur le Prince Stathouder.<br />

Recevez Monfieur une nouvelle asfurance des<br />

fentiments inviolables avec les quels j'ai 1'honneur<br />

d'être, vosre trés humble & trés obeisfant Serviteur.<br />

(Jigne) Le Duc<br />

DE LA VAUcuYON.<br />

B Y-


B Y L A G E L". S.<br />

J'ai pris la liberté de mettre dans la Note, que<br />

j'ai eu 1'honneur de remettre hier a vótre Excellence<br />

, que la Note datée du 8 Avril n'avoitcté recue<br />

que le 16, pour faire connoitrea la Cour de France<br />

les raifons du delay de cette reponfe , que n'a pu<br />

être datée avant le 16, & prouver par la, que les<br />

égards dus a fa Majefté nous font agir avec tout<br />

le zele & 1'ardeur posfible. Et pour fixer plus particulierement<br />

le fens de Parade, que cette Note ne<br />

peut être regwrdée que comme une reponfe provifionelle,<br />

6f une preparation pour des InfiruEtiom ulterieures<br />

& plus particulieres , qui fixent un concert d'operations<br />

, je puisavoir 1'honneur d'informer votre Excellence,<br />

qu'en dresfant ce Memoire ccparaculierement<br />

cet arücle , je n'ai employé ces expresfions<br />

que dans un fens Militaire, «St que j'ai eu en vue<br />

de temoigner a votre Exellence, quefonMemoi-<br />

Te du 26 Mars, n'étoit point asfez detaillé pour<br />

pouvoir donner en confequence des ordres, ausfi<br />

precis qu'il le faudroit, pour faire fortir toute la<br />

Flotte; & qu'eile ne contenoit pas ce developpement<br />

& cette expofition des mefures, que fa Majesté<br />

le Roy de France voudroitbien prendre, pour<br />

atteindre le but propofé, nommement la diverfion<br />

des forces de PEnnemL Et je puis asfurer votre<br />

Excellence , que cet article de mon Memoire n'est<br />

nullemenc deftiné a établir, que puisque le concert<br />

pro-


B Y L A G E U. S.<br />

propremenc d;t n'étoit pas fixé, les Refolutions<br />

de leurs Hautes Puisfances de 4 & 25 Mars pourroient<br />

par Ia perdre leur valeur, &porter quelque<br />

alteradon aux engagements envers la Cour de<br />

France<br />

Je viens de communiquer Ie contenu de celle ci,<br />

de même que cette explication a S. A S. Monfieur<br />

le Prince d'Orange, qui y donne fon entiere approbation,<br />

& confirme que le vrai fens de 1'artiqle<br />

en question est tel, que je viens de Ie developper<br />

a votre Excellence.<br />

La Haye,<br />

Je 17 Avril 1782.<br />

BY-


B Y L A G E L a<br />

. T,<br />

Na te remife a Monfieur van der Hoop,<br />

Je 3 May, I^8'Ï. ce qui contientle<br />

refultat de 1'entretien , que j'ai eu<br />

avec Monfieur le Prince Stathouder.<br />

Le 50 Avril.<br />

X^e Roy a fait le plus ferieufe attention aux obfervations<br />

contenues dans le nouveau Memoire que<br />

Monfieur van der Hoop, a eté autorifé a me remettre<br />

relativement au Concert, que les Etats Gcneraux<br />

ont propofé a fa Majesté, & qu'elle aagrée. —<br />

Elle me charge de temoigner a Monfieur le Prince<br />

Stathouder, qu'elle a vu avec le plus grand interet<br />

& la plus grande iatisfaction l'adtivité, qu'il a mife<br />

a accelerer les preparatifs de la Flotte de la Republique<br />

, ce qui confirme 1'opinion qu'ElIe avoit de<br />

la fincerité de fes dispofitions.<br />

Sa Maiefté a priscn confideration tous les moyens<br />

d'opcrer la plus puisfante diverfion des forces Angloifes;<br />

deja les armements preparés dans les ports<br />

ont appellé fur les cótes du Royaume. tous les<br />

Vaisfeaux, qui fe trouvoient prèts dans ceux de la<br />

Grande Bretagne, & ont par la asfuré le pasfage<br />

de 1'Esquadre Hollandoife defiinéeaux Indes Occidentales<br />

& fortie du Texel le 8 Avril. Desque la<br />

graa-


B Y L A G E L». T.<br />

grande Flotte combinée, que dok agir dans les<br />

parages de 1'Europe, fera en Mer, il esc vraifemblable,<br />

qu'elle atcirera la plus grande partie des<br />

forces Britaniques dans les poincs qu'elleoccupera,<br />

& que 1'ennemi commun fera ainfi privé des moyens<br />

d'augmencer celles, qu'il deftine a la MerduNord.<br />

Les dispoficions relacives aux operations de la<br />

Manche devant êcre combinés avec les autres entreprifes<br />

a faire pendant le cours de la Campagne,<br />

Ie Roy a demandé au Roy c'Ëspagne une reponfe<br />

definicive a cec egard qui doit Lui parvenir incesfammenc.<br />

C'est pour la hater, & pouvoir repondre<br />

plus promptemenc a tous les defirs cemoignés<br />

par Monfieur le Prince Scachouder, que fa Majesté,<br />

le 23 du mois dernier, le lendemain de 1'arrivée<br />

de mon Courrier, en a fait expedier un nouveau<br />

a Madrid, dont le recour est accendu avec<br />

la plus vive impacience.<br />

(figné)<br />

Le Duc<br />

DE LA VAl'GUYON.<br />

BY-


1<br />

B Y L A G E IA V.<br />

EDEL MOGENDE HEEREN!<br />

Zo dra ik kennis gekregen heb van de Refolutien<br />

van Haar Hoog Mog. van den 4 en 25 Maart van<br />

dit lopende jaar, heb ik den Raaden Advocaat Fiscaal<br />

van het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam,<br />

gelast om met den Heere Hertog de laFau-<br />

Kuym in negotiatie te treeden, tot het concerteeren<br />

van de wyze, op welken de operatien ter Zee van wederzyden<br />

voor de aanftaande Campagne zouden kunnen worden<br />

ingericht. Dezelve heeft vervolgens den volgenden<br />

dag den 26 Maart, (na dat Hy reeds op den<br />

2i Dec. des voorigen jaars met myne voorkennis<br />

aan gemelden Heer Ambasfadeur fchriftelyk had<br />

verzogt, dat zyne Excellentie zyne goede officien<br />

daar heen zoude rigten, dat tegens den tyd, dat de<br />

Vloot van de Republiek uit Texel zoude kunnen<br />

zeilen, een gecombineerd Esquader van de Hoven<br />

v,n Frankryk en Spanje het Canaal blocqueerde)<br />

van Mynent wegen aan den Heere Hertog delaVauguion<br />

overgegeven eene Nota, in welke gedetailleert<br />

z y n de militaire operatien, welke na myn begrip<br />

in dit jaar door den Staat gedaan moesten worden;<br />

opgegeeven de magt met welke zulks zoude kunnen<br />

gefchieden; en bepaald den tyd, tegens welken<br />

die operatien zouden kunnen worden begonnen.<br />

Teffens is aan gemelden Heere Ambasfadeur te<br />

kennen gegeeven, dat de voorzichtigheid en de toeftand


B Y L A G E L\ V.<br />

ftand van de Marine van den Staat vorderden, da£<br />

om die operatien met gerustheid werkftellig temaak<br />

ken, de magt van den Vyand wierd afgetrokken en<br />

gediverteerd, en dat de wederzydfe of Concert-operatien,<br />

voornamentlyk dat oogmerk ten doelwit<br />

moesten hebben. En vervolgens is ge m Heer Am<br />

basfadeur verzogt, die Nota te willen zenden aan<br />

zyn Hof, en aan my te willen meededeelen de In<br />

ftructien die zyn Exc. hier omtrent zoude ontfangen:<br />

als mede de middelen en de magt, die het<br />

Hof van Frankryk zoude willen en kunnen gebruiken,<br />

om voorsz. oogmerk te bereiken, opdat de<br />

orders tot uitvoering der ontworpene öperatiën,<br />

met hoop van fucces zouden kunnen worden gegeeven.<br />

Gemelde Heer Ambasfadeur heeft my op den 8<br />

April mondeling, en op den 16 fchriftelyk aan den<br />

gemelden Raad Fiscaal geantwoord, dat zyne Ma.<br />

jefteic de Koning zyn Meester hem had gelast te<br />

verzekeren, dat Hoogstdezelve alles doen zoude<br />

wat de omftandigheeden permitteerden, om de voorgefielde<br />

öperatiën met kragt te favorifeeren, en<br />

dagt van aangelegenheid te zyn . dat ik met alle activiteit<br />

zoude voortgaan in 't gereed maaken en<br />

exëcuteeren der voorsz. Plans.<br />

Dien zelfden dag heeft gem Raad Fiscaal aan<br />

den Heere Ambasfadeur wederom uit mynen naam<br />

en met myne kennis fchriftelyk gereprefenteert,<br />

dat die Memorie geenszints beantwoorde aan de<br />

vragen, die op den 26 Maart gedaan waren, om namentlyk<br />

mede te deelen de magt en de middelen,<br />

met


B YLA GE li». V.<br />

tnet Welken het Hof van Frankryk voorsz. óógmerk<br />

der Concertöperatiën zoude onderfteunen.<br />

Dat zyn Exc. zich verzekert kon houden, dat alles<br />

wierdt aangewend om met de meeste activiteit<br />

de voorgeftelde Plans ter uitvoer te brengen: dat<br />

daar van ten bewyze ftrekte het uitloopen van een<br />

klein Esquader naar de West-Indien: maar dat de<br />

•voorzichtigheid, die de toeftand van de Marine van<br />

den Staat vorderde, niet permitteerde de andere<br />

öperatiën uit te voeren, voor dat 'er eene naauwkeuriger<br />

opening gedaan wierd van de magt en middelen,<br />

die zyne Majefteit wel zoude willen gebruiken<br />

, om de magt van den Vyand te occuperen of<br />

buiten activiteit te houden.<br />

Vervolgens heeft gemelde Heer Ambasfadeur nader<br />

aan my op den 30 April mondeling, en aan den<br />

Fiscaal van der Hoop op den 3 Mey fchriftelyk geantwoord,<br />

dat de Koning z:yn Meester hem gelast<br />

had aan my te betuigen, met genoegen te hebben<br />

gezien den iever en activiteit, met welken depra><br />

paratien tot het gereed maaken van de Vloot waaren<br />

voortgezet. —<br />

Dat zyne Majefteit in overweging had genomen<br />

alle dé middelen om eene krachtdadige diverfie van<br />

des Vyands magt te veröorzaaken: — dat reeds de<br />

toerustingen, die in zyne Havenen gemaakt wierden<br />

, op de kusten van zyn Ryk hadden te zamen<br />

getrokken, alle de Scheepen, die in Engeland gereed<br />

waren, en daardoor verzekert de doortogt<br />

van het Esquader van deezen Staat, het welk<br />

den 8 April na de West - Indien was uitgezeilt.<br />

n. DEEL. A» Dat


B Y L A G E L a<br />

. V.<br />

Dat zoodra de groote gecombineerde Vloot,<br />

die in de Zeeën van Europa moest ageren, in Zee<br />

zoude zyn, het waarfchynlyk was, dat die tot zich<br />

zoude trekken het grootfte gedeelte der Engelfche<br />

Zeemagt, en daardoor den gemeenen Vyand beletten<br />

te vermeerderen de magt, die dezelve voor de<br />

Noord Zee had gefchikt.<br />

Dat de dispofitien omtrent de öperatiën by het<br />

Canaal moetende worden verbonden met de andere<br />

. die geduurende den loop van deze Campagne<br />

zullen worden gedaan, — de Koning zyn Meester<br />

aan den Koning van Spanje, een definitief antwoord<br />

daaromtrent gevraagt had, welke eerlang<br />

gewagt wierd. Dat om dat te verhaasten, de Koning<br />

zyn Meester den 23 I. J. een ander Courier had<br />

gezonden, waarvan de terugkomst met ongeduld<br />

gewagt wierd.<br />

Ik kan niet verbergen, Edele Mogende Heeren,<br />

dat deeze fuccesfive antwoorden van 'c Hof van<br />

Frankryk my niet zo voldoende zyn voorgekomen<br />

als ik ze verlangt en verwagt hadde, terwyl ik aan<br />

UEd. Mog. moet doen opmerken, dat de drie voornaame<br />

verëischten en onderling geconcerteerde<br />

öperatiën ontbreken, de bepaaling namentlyk van de<br />

magt, met welke die zouden worden ondernoomen,<br />

— van den tyd tegens welken die zouden<br />

beginnen, en — van de plaats op welke die zoude<br />

worden gedirigeert.<br />

En het komt my voor, dat zonder zoodanige<br />

naauwkeurige kennis de voorgenomene öperatiën<br />

met dezelfde gerustheid niet kunnen worden begon-


B Y L A G E L». V.<br />

gonnen, waarom ik dan' ook UEd. Mog. in bedenking<br />

geeve of niec nadere reprefentacien aan 't<br />

Hof van Frankryk zullen behooren gedaan, en<br />

daarby voorgedragen ce worden. Dac hun Hoog<br />

Mog. mee alle bereidwilligheid zyn gekomen tot<br />

het geeven van zoodanige verzeekeringen, als de<br />

Heer Hertog tie la Vauguim op den i8 2<br />

. Maart<br />

heefc voorgefteld, en op den 25. daar aanvolgende<br />

, rondborftig hebben gedeclareerd, dac zy zich<br />

op geenerly wyze, en om geenerley oorzaaken<br />

van de uicvoering van hec vastgeftelde concerc der<br />

öperatiën eer Zee, geduurende d'aanftaande Campagne<br />

, ten zy met onderlinge bewilliging zullen<br />

afgaan, of zich daarvan laaten detourneeren. —<br />

Dat hun Hoog Mog. met alle ernst verlangende<br />

van hunne zyde, die engagementen ce volbrengen<br />

, den Admiraal Generaal van de Unie verzogc<br />

hadden met het Hof van Frankryk ten fpoedigften<br />

te concerteeren, de wyze op welke, d'operacien<br />

ter Zee van wederzyden voor d'aanftaande Campagne<br />

zouden moeten worden ingericht —Dat hun<br />

Hoog Mog. uit de informatien hun door gem. Admiraal<br />

Generaal gegeeven, gezien hebben, dat<br />

met alle mooglyke openhartigheid en vertrouwen<br />

aan den Ambasfadeur van zyne Allerchriscelykfte<br />

Majefteit opening is gegeeven van de operatien die<br />

gem. Admiraal Generaal ce recht vermeende dat van<br />

wegens dezen Staat moesten worden gedaan. •<br />

Dan dat aan Hun Hoog Mog zynde meede gedeeld<br />

geworden, de fuccesfive antwoorden van opgem.<br />

Ambasfadeur, omtrent het doen van onderlinge opa-<br />

Aa 2 ra-


B Y L A G E L". V.<br />

ratiën, Hun Hoog Mog. wel hadden gewenscht,<br />

in dezelve te vinden eene meerdere opening van<br />

de macht, met welke zyne Majefteit deeze öperatiën<br />

zou doen onderfteunen; van den tyd dat dezelve<br />

zouden beginnen, en der plaatfen daar dezelve<br />

zouden worden gedirigeerd, • Dat de<br />

kennisfe, van alle die zaaken, van de uitterfte<br />

aangelegenheid is, om daar op te kunnen bepaalen,<br />

de diverfie van de macht van den vyand, en<br />

dat die kennisfe, juist in dat tydftip van de meeste<br />

aangeleegenheid is, om dat de tyd tot het doen<br />

der öperatiën d:ar is, en dat anderzints ook de<br />

voorgenomene öperatiën naauwlyks immers niet<br />

met dezelfde gerustheid kunnen worden werkftellig<br />

gemaakt. Dat hun Hoog Mog. wel begrypen,<br />

dat zyne Majefteit wederhouden word, zich<br />

klaarder uit te laaten, doordien Hoogstdezelve<br />

billyk verlangde , de gedachten van den Koning<br />

van Spanje, daarover te verneemen, doch datondertusfchen<br />

de zaak presfeert, en dierhalven zyne<br />

Majefteit verzogt word, door zynen Ambasfadeur<br />

zoodanige openingen te laaten geeven, door welke<br />

de geprojecteerde öperatiën kunnen worden<br />

werkftellig gemaakt. Eindelyk, dat copie van het<br />

gerefolveerde zal gezonden worden aan den Ambasfadeur<br />

van Berkenroede, met last, om dien<br />

conform, en daar Hy 't van de meeste vrucht<br />

zal oordeelen de noodige reprefentatien te doen.<br />

Ik vertrouw dat hun Hoog Mog. met my zullen<br />

begrypen, dat byaldien op die reprefentatien, geen<br />

fpoedig en voldoend antwoord komt, van het concert


B Y L A G E L*. V.<br />

eert weinig vrucht te wachten is, en men de macht<br />

van den fraat niet langer werkeloos moetende hou-,<br />

den, naarmaate 's Lands Oorlogfcheepen in gereedheid<br />

zullen zyn, van dezelve ter voorziening<br />

en defenfie van de Coloniën van den Staat, en protectie<br />

van de Commercie en Navigatie van deszelf»<br />

Ingezeetenen, met verdubbelde voorzichtigheid,<br />

gebruik zal behoren getóaakt te worden, terwyl ik<br />

U Hoog Mogende kan verzeekeren, dat ik daarin<br />

met alle mogelyke zorgvuldigheid en voorzichtigheid<br />

te werk zal gaan.<br />

Aa 3<br />

BY-


B Y L A G E L». W.<br />

CONCEPT RESOLUTIE.<br />

Hebben H. E. M., Z. H. bedankt voor Hoogst,<br />

deszelfs attentie en voortduwende zorg voor het<br />

welzyn van de Republiek, en is voorts goedgevonden<br />

en verdaan, dat den Heere Hertog de la<br />

Vauguion zal werden verzogt zyne Allerchristelykfte<br />

Majefteit te reprefenteeren.<br />

Dat H. H. Mog. by aanhoudenheid hebbende<br />

ondervonden, de onderfteuning van zyne Majefteit<br />

in het verfterken van hunne posfesfien in Oost-Indien,<br />

nader op den 24 April LI. hebben vernomen<br />

uit één ten dien dage ontvangen Brief van John Salomon<br />

Gilles, gefchreeven uit St. Martin den 1 Dec,<br />

1781, en geSdresfeert aan Be wind hebberen van de<br />

W. I. Comp. dezer Landen; dat het zelve Eiland<br />

door de roemrugtige wapenen van zyne Majefteit,<br />

op den 27 Nov. des vorigen jaars op de Engelfchen<br />

was hernomen, en het Commando aan den<br />

voorigen Commandeur Abraham Heiliger, Pz, uit<br />

naam van H. H. Mog was gegeeven.<br />

Dat die tyding H. H. Mog. met de levendigfte<br />

erkentenis en verpligting aan zyne Majefteit heeft<br />

vervult, en H. H. Mog. op hetkrachtigfte verfterkt,<br />

in haar verlangen om van Hoogstderzelven ook te<br />

erlangen, die 'hulp en medewerking in de Zeeën<br />

van Europa, die de toeftand van de Marine van<br />

den


B Y L A G E. L\ W.<br />

den Staat in vergelyking van die van den Vyand<br />

noodzakelyk vorderden.<br />

Dat H. H. Mog., ten uiterften gevoelig over de<br />

zeer gunftige verzeekeringen van zyne Majefteits<br />

aanhoudende vriendfehap en voortduurende zorg en<br />

hulp, met alle bereidwilligheid zyn gekomen tot<br />

het geven van zoodanige verzekeringen, als de<br />

Heer Hertog de la Vauguym op den 18 Maart heeft<br />

voorgefteld, en op den 25 daaraanvolgende rondborftiggedeclareert,datH.H<br />

Mog zeer mogilyk zich.<br />

op geenerleye wyze en om geenerley oorzaaken van de<br />

uitvoering van het vastgejlelde concert der öperatiën ter<br />

Zee, geduurende de aangaande Campagne , ten zy met<br />

onderlinge bewilliging zullen afgaan, of zich daarvan<br />

laten détourneren.<br />

Dat H. H. Mog. met alle ernst verlangen van<br />

hunne zyde te volbrengen die engagementen, die<br />

door deze hunne bsfluiten op hun leggen, en zelfs<br />

geïnclineert zyn door geenerlei voorflagen zich<br />

van dezelven te laten détourneren.<br />

Dat dan ook H. H. Mog. aan Zyn Hoogheid,<br />

als Admiraal Generaal van d'Unie, hebben verzogt<br />

met het Hof van Frankryk ten fpoedigften te concerteeren<br />

de wyze op welken d'operatiën ter Zee<br />

van wederzyden voor d'aanftaande Campagne zouden<br />

kunnen worden ingerigt, en nu uit delnformatien<br />

door Hoogstderzelven aan Hun gegeeven,<br />

hebben gezien, dat met alle mogelyke openhartigheid<br />

en vertrouwen aan Hoogstdeszelfs Ambasfadeur<br />

opening is gegeeven van de öperatiën, die<br />

Aa 4 Z.H.<br />

r


B Y L A G E L». W.<br />

Z. H. te regt vermeende, dat van wegens dezen<br />

Staat moesten worden gedaan.<br />

Doch dat teffens aan Hun zynde medegedeeltde<br />

fuccesfïve antwoorden van den Heere Hertog de la<br />

Vauguyon omtrent het doen van die onderlinge operatiën,<br />

H. H. Mog. wel hadden gewenscht in dezelve<br />

te vinden een meerdere opening van de magt<br />

met welke het zyne Majefteit zal behagen de operatiën<br />

te onderfteunen, — van den tyd dat dezeU<br />

ve zouden beginnen, en der plaatfen, daar dezelve<br />

zouden worden gedirigeert.<br />

Dat de kennisfe van alle die zaaken van de uiterfte<br />

aangelegenheid is, om daarop te kunnen bepalen<br />

de diverfie van de magt van den vyand. eq<br />

dat die kennisfe juist in dit tydftip van de meeste<br />

aangelegenheid is, omdat de tyd tot het doen van<br />

Krygs-operatien daar is.<br />

pat vervolgens ook, devoorgenomeneöperatiën<br />

paauwjyks, jmmers niet met dezelfde gereedheid,<br />

kunnen worden werkftellig gemaakt.<br />

Dat H. H. Mog. wel begrypen dat zyne Majesteit<br />

wederhouden wierd, zich klaarder uit te laten,<br />

doordien Hoogstderzelve billyk verlangt, de gedachten<br />

van den Koning van Spanje daarover te vernemen.<br />

Doch dat ondertusfchen de zaakpresfeert,<br />

en dat derhalven Hy Heer Ambasfadeur verzogt<br />

word, hy zyne Majefteit ernftigaan te houden, dat<br />

he.t Hoogstderzelve behagen moge, om op de hier<br />

voorgaande punclen zoo fpoedig mooglyk nadere<br />

ïnftructie te geeven, ten einde Hy Heer Ambasfaffew<br />

zoodanige opening kan geeven, door welken<br />

de


B Y L A G E L a<br />

. W.<br />

de geprojecteerde öperatiën met gerustheid zouden<br />

kunnen worden werkftellig gemaakt, en H. H.<br />

Mog. grond mogen hebben, om zich met derzelver<br />

goed fucces te vleijen.<br />

Dat wyders Copie van voorfz. Rapport van Z. H.<br />

en van de Republiek zal worden gezonden aan den<br />

Heer Ambasfadeur van Berkenrode, met last om die<br />

conform, en daar hy het van de meeste vrugt zal<br />

oordeelen, de noodige reprefentatie te doen.<br />

Aa 5<br />

BY-


B V L A G E IA X.<br />

Exhibitum den 6 Mey 1782.<br />

SECREET.<br />

EDEL MOGENDE HEERENI<br />

Zodra ik kennis gekregen heb van de Refolutien<br />

van Haar Hoog Mog. van den 4 en 25 Maart van<br />

dit lopende jaar, heb ik den Heere van der Hoop,<br />

Raad en Advocaat Fiscaal van 't Collegieter Admiraliteit<br />

te Amfterdam, gelast om met den Heere<br />

Hertog de la Vauguyon in Negotiatie te treeden,<br />

tot het Concerteren van de wyze, op welkende operatien<br />

ter Zee van wederzyden, voor de aangaande Campagne<br />

zouden kunnen worden ingericht.<br />

Dezelve heeft vervolgens aanflonds den volgenden<br />

dag den 26 Maart, (na dat Hy reeds op den<br />

21 Dec. des voorigen jaars met myne voorkennis<br />

aan gemelden Heer Ambasfadeur' fchriftelyk had<br />

verzogt, dat zyne Excellentie zyne goede officien<br />

daar heen zoude rigten, dat tegens den tyd, dat de<br />

Vloot van de Republiek uit Texel zoude kunnen<br />

zeilen, het Gecombineerde Esquader van de Hoven<br />

van Frankryk en Spanje het Canaal blocqueerde)<br />

van mynentwegen aan den Heere Hertog de la Fauguion<br />

overgegeven eene Nota, in welke gedetailleert<br />

zyn de Militaire operaticn, welke naar myn begrip<br />

in dit jaar door den Staat gedaan moesten worden;<br />

opgegeeven de magt mee welke zulks zoude kun-<br />

nen


B Y L A G E L». X.<br />

nen gefchielen; en bepaalt den tyd, tegens welken<br />

die operatien zouden kunnen worden begonnen.<br />

Teffens is aan gemelden Heere Ambasfadeur te<br />

kennen gegeeven, dat de voorzichtigheid en de<br />

toeftand van de Marine van den Staat vorderden,<br />

dat, om die öperatiën met gerustheid werkftellig te<br />

maaken, de magt van den Vyand wierd afgetrokken<br />

en gediverteerd, en dat de wederzydfche of<br />

Concert-operatien, voornamentlyk dat oogmerk ten<br />

doelwit moesten hebben. En vervolgens is gem.<br />

Heer Ambasfadeur verzogt, die Nota te willen<br />

zenden aan zyn Hof, en aan my te willen meededeelen,<br />

de Inftrufftien die zyn Exc. hier omtrent<br />

zoude ontfangen: als mede de middelen en de magt,<br />

die het Hof van Frankryk zoude willen en kunnen<br />

gebruiken, om voorsz. oogmerk te bereiken, opdat<br />

de orders tot uitvoering der ontworpene öperatiën,<br />

met hoop van fucces zouden kunnen worden<br />

gegeeven-<br />

Gemelde Heer Ambasfadeur heeft my op den 8<br />

April mondeling, en op den iö fchriftelyk aan den<br />

gemelden Raad Fiscaal geantwoord, dat zyne Majefteit<br />

de Koning zyn Meester hem had gelast te<br />

verzekeren, dat Hoogstdezelve alles doen zoude<br />

wat de omftandigheeden permitteerden, om de<br />

voorgeftelde öperatiën met kragt te favorifceren,<br />

en dagt van aangeleegenheid te zyn, dat ik met<br />

alle adtiviteit zoude voortgaan in 't gereed maaken<br />

en exëcuteeren der voorsz. Plans.<br />

Dien zelfden dag heeft gem. Raad Fiscaal aan<br />

den Heere Ambasfadeur wederom uit mynen naam<br />

en


BY L A G E L\ X.<br />

en met myne kennis fchriftelyk gereprefenteert,<br />

dat die Memorie geenzints beantwoorde aan de<br />

vragen, die op den 26 Maart gedaan waren, om<br />

namentlyk mede te deelen de magt en middelen,<br />

met welken het Hof van Frankryk voorsz. oogmerk<br />

der Concert öperatiën zoude onderfteunen.<br />

Dat zyn Excellentie zich verzekert kon houden,<br />

dat alles wierd aangewend, om met de meeste activiteit<br />

de voorgeftelde Plans ter uitvoer te brengen:<br />

dat daarvan ten bewyze ftrekte het uitloopen van<br />

een klein Esquader naar de West-Indiën, maar dat<br />

de voorzichtigheid, die de toeftand van den Staat<br />

vorderde, niet permitteerde de andere operatien<br />

uit te voeren, voor dat 'er eene naauwkeurige<br />

opening gegeeven wierd van de magt en middelen<br />

die zyne Majefteit wel zoude willen gebruiken om<br />

de magt van den Vyand te occuperen of buiten<br />

activiteit te houden.<br />

Vervolgens heeft gemelde Heer Ambasfadeur<br />

nader aan my op den 30 April mondeling, en aan<br />

den Fiscaal van der Hoop op den 3 Mey fchriftelyk<br />

geantwoord dat de Koning zyn Meester hem gelast<br />

had aan my te betuigen met genoegen te hebben<br />

gezien de iever en activiteit, met welken de<br />

prteparatien tot het gereed makqn van de Vloot<br />

waren voortgezet.<br />

Dat zyne Majefteit in overweeging had genomen<br />

alle de middelen om eene kragtige diverfie van<br />

des Vyands magt te veroorzaaken: dat reeds de<br />

toerustingen die in zyne havenen gemaakt wierden<br />

, op de Kusten van zyn Ryk hadden te zamen<br />

ge-


B Y L A G E L a<br />

. X.<br />

getrokken alle de Scheepen , die in Engeland gereed<br />

waren, en daardoor verzekert de doortogt<br />

van't Esquader van den Staat, het welk op den 8<br />

April naar de West-Indien was uitgezeild.<br />

Dat zoo dra de groote Gecombineerde Vloot,<br />

die in de Zeeën van Europa moest ageeren, in<br />

Zee zoude zyn, het waarfchynlyk was, dat die<br />

tot zich zoude trekken het grootfte gedeelte der<br />

Engelfche Zeemagt, en daardoor den gemeenen Vyand<br />

beletten te vermeerderen de magt die dezelve<br />

voor de Noord Zee had gefchikt.<br />

Dat de dispofitien omtrent de operatien by het<br />

Canaal moetende worden verbonden met de andere,<br />

die gedurende den loop van deeze Campagne<br />

zullen worden gedaan, de Koning zyn Meester aan<br />

den Koning van Spanje een definitif antwoord<br />

daar omtrent gevraagd had, het welk eerlang ge.<br />

wagt wierd.<br />

Dat om dat te verhaasten, de Koning zyn Mees­<br />

ter den 23 April een ander Courier had gezon­<br />

den, waarvan de terugkomst met ongeduld gewagt<br />

wierd.<br />

Ik hebbe gemeent Edele Mogende Heeren, van<br />

al 't bovengemelde aan UEd. Mogende openinge<br />

te moeten geeven, in hoope en verwagtinge van<br />

in dezen aan de Intentie van Hun Hpog Mog. te<br />

hebben voldaan, in welk geval ik my vleye dat<br />

Hoogstdezelve myn gedrag wel zullen gelieven te<br />

approberen.<br />

Voor het overige vertrouwe ik, dat UEd. Mog.<br />

met my zullen begrypen, dat de Zeemagt van den<br />

Staat


B YLAGE L>< X.<br />

Staat niet werkloos zal moeten blyven, maar dat,<br />

naar maate 's Lands Oorlogfcheepen in gereedheid<br />

zullen zyn, van dezelve ter voorziening en defenfie<br />

van de Coloniën van den Staat en protectie van<br />

de Commercie en Navigatie van deszelfs Ingezetenen,<br />

met verdubbelde voorzigtigheid gebruik zal<br />

behoren gemaakt te worden, terwyl ik UEd.<br />

Mog. kan verzekeren, dat ik daarin met alle mogelyke<br />

yver en omzigtigheid te werk zal gaan.<br />

BY-


B Y L A G E IA Y.<br />

Den 19 Aug. 1782.<br />

SECREET.<br />

INSTRUCTIE voor den Heer Gerard<br />

Brantfen, Gedeputeerde ter Vergaderinge<br />

van haar Hoog Mogende,<br />

gaande als Minister Plenipotentiaris<br />

na het Hof van Frankryk. om nevens<br />

den Heere ordinaris Ambasfadeur Lestevenon<br />

van Berkenrode, de aanftaande<br />

Vreedens Negotiatien aldaar by te<br />

woonen.<br />

Cjemelde Heer Brantfen deeze Inftructie en zyne<br />

verdere Depêches ontfangen hebbende, zal zich<br />

op het fpoedigfte, en hoe eerder zo beeter begeeven<br />

na Frankryk, en te Parys aangekoomen zynde,<br />

zal hy zich terftond addresfeeren aan haar<br />

Hoog Mogende bovengemelde ordinaris Ambasfadeur,<br />

den Heere Lestevenon van Berkenroede, en<br />

aan hem overgeeven het dubbeld van deeze zynen<br />

lasden Inftructie, om door hun gezamentlyk en de<br />

concert uitgevoerd te worden.<br />

Vervolgens zal hy Heer Brantfen, met overleg<br />

van gemelde Heer Lestevenon van Berkenrode, van<br />

zyne aankomst kennis geeven, zyne credentialen<br />

oyerleeveren, audiëntie verzoeken, en de curialitt<br />

*&


B Y L A G E IA Y.<br />

afleggen, zoo by den Koning, als daar het verder<br />

behoort, op zoodanige wyze, als het zelve aldaar,<br />

ten opzigt van Ministers Plenipotentiarisfen gebruikelyk<br />

is, of zoo als hy zal vermeenen, tot uitvoering<br />

van zyne Commisfie, best te conveniëeren.<br />

Zal voorts in zyne eerfte audiëntie en vervolgens,<br />

zoo dikwyls het te pas komt, de concert met gemelde<br />

Heere Lestevenon van Berkenroode op het allerkragtigfte<br />

aan zyne Majefteit betuigen de hooge<br />

achting, die haar Hoog Mogende hebben voor<br />

de Perfoon van zyne Majefteit en haare byzondere<br />

gevoeligheid aan zyn MajefteitsVriendfchap,<br />

en geneegendheid voor deezen Staat, waarvan zy<br />

de daadelyke blyken zedert eenigert tyd met veel<br />

dankbaarheid hebben ontvangen en erkennen, en<br />

daar by verzeekeren. dat haar Hoog Mogende ten<br />

hoogften estimeeren het geluk, dat zy hebben,<br />

van met zyne Majefteit, niet alleen in Vreede en<br />

Vriendfchap te leeven, maar ook door een onderlinge<br />

verftandhouding, ten besten en tot fecuriteit<br />

van weederzydfche Ryken, Staaten en Landen te<br />

zyn verbonden.<br />

Dat volkomen geneegen en gerefolveeit zyn,<br />

de fchikkingen, die ten gemeene beste reeds gemaakt<br />

zyn, of nog verder gemaakt zouden mogen<br />

worden oprechtelyk na te komen en te onderhouden,<br />

en alles wat in haar vermogen is, te contribueeren<br />

tot confervatie en vermeerdering van de goe.<br />

de intelligentie tusfchen wederzydfche Ryken, Staaten<br />

en Onderdaanen, en by alle geleegendheeden te<br />

toonen, dat de affettie en geneegendheid van zyne<br />

Ma*


B Y L A G E L\ Y.<br />

Majefteit voor den Staat, aan haar zeer dierbaar<br />

en waard is, in hoop, dat zyne Majefteit die zyne<br />

affectie aan den Staat wel zal willen blyven<br />

gunnen en continueeren.<br />

Zyne Allerchristelykfte Majefteit door deszelfs<br />

alhier refideerende Ambasfadeur den Heer Hertog<br />

de la Vauguyon, op de verpligtendfte wyze gemanifesteert<br />

hebbende, Hoogstdeszelfs gunftige intentie<br />

, om by de Negotiatien over de generaale<br />

Pacificatie het belang van de Republiek in het OOJ;<br />

te houden, zullen de voornoemde Heeren Lestevenon<br />

van Berkenroode en Brantfen, niets verzuimen,<br />

maar alle vlyt en yver aanwenden, om deeze favorabele<br />

dispofitie van Hoogstgedagte zyne Majefteit<br />

en Hoogstdeszelfs geneegendheid voor deezen<br />

Staat, meer en meer aan te kweeken en te verfterken.<br />

Ten dien einde zullen gemelde Heeren omtrend<br />

al het geen de onderwerpen van hunne Commisfie<br />

aangaat , of daartoe eenigzints betrekkelyk kan<br />

zyn, communicatif en de concert met het Ministerie<br />

van Hoogstgedagte zyne Majefteit te werk gaan,<br />

en aan hetzelve van alles confidente opening geeven.<br />

Zullen zig in geene onderhandeling over de Vree.<br />

de tusfchen het Ryk van Groot Brittannien en de<br />

Republiek inlaaten of daarover met de Miniscer van<br />

het Hof van Engeland in conferentie treeden, zonder<br />

alvoorens ten duidelykfte en bui een alle dubbelzmnigheid<br />

verzekert Ce zyn, dac hec de ware intentie<br />

van zyne Groot Brict. Majefteit dadelyk is<br />

en blyft, om aan de Republiek volleedig toe te<br />

kennen en haar ongeftoort te laaten genieten de<br />

ii. DEEL, Bb rech-


B Y L A G E L a<br />

. Y.<br />

rechten van de neutrale Vlag en de vrye Vaart en<br />

Navigatie in conformiteit en volgens de teneur der<br />

* Pointen, by de declaratie van haare Majefteit de<br />

Keizerinne van Rusland, in dato den 28 February<br />

1780, in het breede vervat.<br />

De gemelde Heeren hiervan gecertioreert, en des-<br />

weegens de noodige verzeekering bekomen heb-<br />

bende, zullen voorts in de als dan tehoudenecon-<br />

ferentien met de Minister van zyne Gr. Britt. Ma­<br />

jefteit de zaak daarheen dirigeeren, dat by het con­<br />

cepteeren van een Tractaat van Vreede en Vriend-<br />

fchap tusfchen Hoogstged. zyne Majefteit en de<br />

Republiek, alle depointen, concerneerende de vrye<br />

vaart uit de voorsz. declaratie van Haare Rus Kei­<br />

zerlyke Majefteit woordelyk en na de Letter geadap-<br />

teert, en in het zelve Tractaat overgebragt wer­<br />

den, en dat verder, ten aanzien van de definitie der<br />

Contrabande wesaangaande by de opgemelde declara­<br />

tie tot het Commercie Traftaat tusfchen de refpcfti.<br />

ve Mogendheeden, als toen fubfifteerende gerefe-<br />

reert wierd, als nu van nieuws zoodanige precife<br />

en duidelyke bepaaling werdegeftatueert, waardoor<br />

ten klaarfte kome te blyken, dat alle NavaleMuni-<br />

tien of naval flores voor vrye goederen werden ge­<br />

houden, en geenfints onder de benaaming van Con­<br />

trabande gereekend zullen mogen werden; mitsga-<br />

ders dat met opzigt tot de vifftatïé van de Koop.<br />

vaardyfeheepen, als vaste en onwrikbaare reegels<br />

werde geconftateert 10. Dat de Schippers der Koop-<br />

vaardyfeheepen zullen kunnen volftaan, met de Ex­<br />

hibitie van haare Scheeps Papieren, waaruit van de<br />

La-


B Y L A G E U. Y.<br />

Ladingen zal kunnen confteeren, en waaraan ge»<br />

loof zal moeten werden gegeeven, zonder dat dezelve<br />

aan eenig molest van vifitatie onderheevig<br />

zullen zyn, en 2°. dat wanneer de Koopvaardyfcheepen<br />

door oorlogfcheepen werden geconvojeert,<br />

aan de commandeerende Officieren het Convoy<br />

geleidende op hun woord en affirmatie nopens<br />

den aard der inhebbende Ladingen volkoomen geloof<br />

zal werden .geattribueert, zonder dat van geconvoyeerde<br />

Scheepen eenige exhibitie van Papieren<br />

, veel min vifitatie gevergt zal mogen werden.<br />

Dezelve Heeren zullen voorts aandringen en als<br />

een Conditie fine qua non vasthouden, dat alle de<br />

Posfesfien door de Oorlogfcheepen of ArmateurS<br />

van zyne Groot Britt: Majefteit of door de wapenen<br />

van de Engelfche Oost - Indifche Compagnie ^<br />

geduurende de tegenswoordige Oorlog op de Republiek<br />

verovert, en die voor het fluiten der Vreede<br />

verder geconquesteert mogten werden, aan haar,<br />

onder gelykeeventueele Verbinteniffe, gereftituee'rC<br />

zullen moeten werden: en zulks zoo veelmogclyk<br />

in die Staat, als dezelve zich ten tyde der invafie<br />

hebben bevonden. En nademaai verre de meestë<br />

van die Posfesfien althans door de wapenen van'<br />

zyne Allerchristelykfte Majefteit op de gemeens'<br />

Vyand wederom zyn hernoomen, zoo zullen welgemelde<br />

Heeren by Hoogstged. zyne Majefteit eS<br />

het Ministerie ten kfagtigfte infteeren, ten einde<br />

door een belofte van de dadelyke reftitut ;<br />

e dier<br />

Posfesfien aan deezen ftaat na het fluiten der Vree*<br />

de reëele preuves der zoo zeer betuigde geneegend-<br />

JBb 2 beid


B Y L A GE L». Y.<br />

heïd en affectie van Hoogstgemelde zyne Majefteit<br />

vooi' de Republiek gegeeven mogen werden.<br />

En zullen voorn. Heeren ten fterkfte infteeren<br />

op behoorlyke dedommagement en vergoeding van<br />

alle de fchadens en verliezen door de Kroon van<br />

Groot Brittanien den Staat en deszelfs Ingezeetenen,<br />

zo in als buiten Europa onregtvaardiglyk<br />

toegebragt.<br />

De voorn. Heeren zullen in zaken de belangens<br />

van de O. Ii Comp. deezer Lande aangaande de<br />

confideratien van de Gecommiteerdens, die zich<br />

wegens dezelve Compagnie althans tot Parys bevinden,<br />

moeten inneemen, en met dezelve in die<br />

zaaken, de concert gaan.<br />

En zullen dezelve Heeren in alles goede Correspondentie<br />

en onderlinge Communicatie houden,<br />

met de Ministers van de Verdere oorlogende Mo*<br />

gendheeden, wordende aan dezelve Heeren wel fpe*<br />

cialyk geinjungeert en aanbevoolen, dezaakendaar<br />

heen te dirigeeren, datbyde voorsz. onderhandelingen<br />

geenerhande aanleiding gedaan worde, om<br />

eenige Traétaten of ftilftand van wapenen, anders<br />

dan met gemeene en gelyktydige concurrentie van<br />

de belligereerende Mogendheden te fluiten of te<br />

treffen.<br />

De voorn. Heeren zullen voorts in 't generaal,<br />

geduurende den loop van deeze geheele Negotiatie<br />

in het oog houden, dat de Conferentien te Parys<br />

voor als nog alleen als préparatoir en preliminair<br />

moeten worden aangemerkt, en dat de beflisfing<br />

der pointen, welke als differentiaal mogten over-<br />

bly


B Y L A G E L*. Y.<br />

blyven, te gelyk met de finale adjufteering van<br />

het definitief Tractaat van Vreede, tot het generaai<br />

Congres gereferveert zullen dienen te worden:<br />

alles ten ware Hun Hoog Mogende van het fucces<br />

deezer onderhandelingen en de inclinatie der oorlogende<br />

Mogendheeden nader geinformeert zyn.<br />

de, tot acceleratie van de Vreede, mogteu goedvinden<br />

hen tot het finaal en peremtoir fluiten van<br />

een Tractaat te qualificeeren.<br />

Voorts zal hy Heer Brantfen, neevens den Heer<br />

Lestevenon van Berkenrode, hem reguleereu na al het<br />

geen aan hun by aanfehryving van haar Hoog Mogende<br />

hier na zal worden aanbevoolen, en na zyn<br />

vermogen tragten het zelve te effeftueeren, aan<br />

haar Hoog Mogende van tyd tot tyd advifeerende,<br />

het geen hem daarop, als anderfints zal voorkomen,<br />

van zaken, die reflexie en confideratie verdienen.<br />

Aan hem zal een Sleutel van een Cyffer ter hand<br />

gefteld worden, om gebruikt te kunnen worden in<br />

zaken, fecretesfe vereisfehende, die hy zal oor.<br />

deelen in Cyffer gefchreeven te moeten worden,<br />

de zaaken in" of buiten Cyffer, vervattende in een<br />

brief apart, zonder daarmeede andere zaaken te<br />

vermengen, om hetSecreet te beeter alhier gemenageert<br />

te kunnen worden, addresfeerende zyne<br />

fecreete brieven aan den Griffier van haar Hoog<br />

Mog. volgens de Refolutie van haar Hoog Mogende<br />

van den 31 July 1651 > op de groote Zaal alhier<br />

genoomeu, daarvan een Extract aan hem zal<br />

worden ter hand gefteld.<br />

Met de Ministers van uitheemfche Koningen,<br />

B b 3 Pr in<br />

*


B Y L A G E L\ Y.<br />

Princen en Staten, Vrienden en Geallieerden van<br />

den Staat, of met haar in Neutraliteit fta-ande, die<br />

zich aan het Hof van Frankryk bevinden, zal hy<br />

goede Correspondentie onderhouden, om daardoor<br />

te eerder en te beeter van alles, den dienst<br />

van den Lande, dierectelyk of indireófelyk rakende<br />

geinformeert te worden.<br />

Zal de Hoogheid en Rang van haar Hoog Mogende<br />

allen thalve conferveeren, zoo in concurrentie<br />

met andere Ministers als overal daar het te pas<br />

zoude mogen koomen ; houdende rang, immediatelyk,<br />

na de Ministers van de Koningen en van de<br />

Republiek van Venetien.<br />

Ook zal hy puncfuelyk agtervolgen haar Hoog<br />

Mogende Refolutien van den 10 Aug. 1651, en<br />

yan den 29 April 1675, op het fubject van giften,<br />

gaven of gefchenken genoomen, ten welken einde<br />

Extract, van gemelde Refolutien aan hem zal worden<br />

ter hand geftelt.<br />

t' Zyner wederkomst, zal hy van zyne verrigtinge<br />

en wedervaaren aan haar Hoog Mogende<br />

rapport doen, ook fchriftelyk verbaal overleevc<br />

ren omtrend het doen van her voorsz. Rapport<br />

hem reguleerende naar haar Hoog Mogende Refolutie<br />

van den r Juny 1671, meede by Copie aan<br />

hem ter hand ftellen.<br />

Eindelyk zal hy gehouden zyn, in alles zich wel<br />

cn getrouwelyk te gedragen, en de zaken hem aanbevolen,<br />

die het vereisfchen, fecreet houden, niet<br />

alleen geduurende zyne Commisfie, maar ook daarna<br />

Aldus gedaan &c. den<br />

B Y-


B Y L A G E L\ Z. I. L«>.<br />

Lyst der Scheepen van Linie, die van<br />

50 ftukken daar onder begreepen, welke<br />

in de Jaaren 1782 en 1783, by het Collegie<br />

ter Admiraliteit op de Maze in dienst<br />

zyn geweest, binnen Europa.<br />

De Kortenaar a 64 ft.<br />

Prins Frederik a 64 ft.<br />

De Wasfenaar a 64 ft.<br />

„ n. Deeze drie Scheepen<br />

De Hercules a 64 it. -j z y n e e r s t n a den Oor-<br />

De Prins Willem * 64 ft. L log in dienst gekoo-<br />

„ \ men, doordien te vo-<br />

De Tromp a 54 ft. J r e n niet klaar hadden<br />

De Schiedam a 54 &.<br />

Bb 4<br />

k u n n e n z y n<br />

'<br />

B Y»


B Y L A G E U. Z. 2. J>.<br />

T<br />

X-/yst der Scheepen van Linie, de vyftigers<br />

daar onder begreepen, die geduu.<br />

rende het Jaar 1782, by het Collegie ter<br />

Admiraliteit te Amfterdam, binnen Europa<br />

in dienst zyn geweest,<br />

Admiraal Generaal a 70 ft.<br />

Amfterdam a 6 o<br />

Admiraal de Ruiter a 60 ft»<br />

ü t r e c h c<br />

a 60 ft.<br />

Gelderland a 60 ft.<br />

ü n i e<br />

a 60 ft.<br />

Rhynland a 6 q ft><br />

Princes Louifa a 5c ft.<br />

Erfprins a J O ft><br />

Admiraal Piet Hein a jo ft.<br />

Glinthorst a j 0<br />

Batavier a S o ft§<br />

B y-


E Y L A G E L\ Z. 3. L c<br />

°.<br />

Iiyst der Scheepen van Linie, by het<br />

Collegie van Zeeland.<br />

De Zuyd-Beveland a 70 ftukken.<br />

De Goes a yo — — 1<br />

fib s


B Y L A G E h\ Z. 4.<br />

JL/yst der Scheepen van Linie, de vyftigers<br />

daar onder begreepen, die geduurende<br />

het Jaar 1783 by het Collegie ttr<br />

Admiraliteit te Amfterdam, binnen Europa<br />

in dienst zyn geweest.<br />

Nieuw. De Vryheid a 70 ftukken.<br />

Nieuw. Jupiter a 70 ft.<br />

Amfterdam a 60 ft.<br />

Admiraal de Ruyter a 60 ft.<br />

Gelderland a 60 ft.<br />

Nieuw. Overysfel a 60 ft.<br />

Nieuw. Utrecht a 60 ft.<br />

Nieuw. Drenthe a 60 ft.<br />

Rhynland a 50 ft.<br />

De Princes Louifa a 50 ft.<br />

De Erfprins a 50 ft.<br />

Admiraal Piet Hein a 50 ft.<br />

De Batavier. a 50 ft.<br />

B Y-


B Y L A G E L». AA.<br />

Misfive van dc Heeren Berkenroode<br />

en Brantfen.<br />

D a t<br />

' 7<br />

?Nov. 1782.<br />

Ree. 13]<br />

SECREET.<br />

HOOG EDELE GESTRENGE HEER!<br />

anneer wy onderdaags aan den Heer Grave<br />

de Vergennes communiceerden, dat de Heer Fitz<br />

Herbert in eene particuliere converfatie aan den<br />

tweede ondergef. bad te kennen gegeeven, dat toe<br />

hiertoe noch wel geen nrdres of inftruftien van<br />

zyn Hof had ontfangen, om met ons in eenige onderhandeling<br />

te treeden, maar dat echter van ter<br />

zyde geïnformeerd was dat men in Engeland niet<br />

zeer vergenoegd fcheen te zyn, dat wy in onze eerfte<br />

conferentie met hem, de confesfie van de vrye<br />

Navigatie, als een preliminaire conditie fine qua non ,<br />

hadden gevorderd, en daar aan het al of niet handelen<br />

over de Vreede hadden teaccrocheerd, en<br />

dat wy te gelyker tyd aan zyne Excell. onze verwondering<br />

betoonden, dac, daar de Heer Fox, voormaals<br />

Secretaris van Staat, die poinereeds had toegeftaan,<br />

( hoewel na 'c begrip van Haar Hoog Mo;::<br />

niet klaar en duidelyk genoeg, om daar in volkomen<br />

te berusten) het Engelsch Ministerie thans<br />

daar omtrent, of ten minften omtrent de wyze, op<br />

welke wy 't zelve overeenkomftig onze Inftruccie<br />

hadden voorgefteld, eenige zwarigheid fcheen te<br />

maa-


B Y L A G E IA AA.<br />

maaken, toonde Hy van deeze bedenkingen van de<br />

zyde van Engeland niet onbewust te zyn en deed<br />

ons te gelyk gevoelen zyne vreeze, dat deeze preliminaire<br />

vordering misfchien onze geheele Neaotiatie<br />

zoude kunnen retardeeren, terwyl ondertus*<br />

fchen de Ministers der andere belligereerende Mogendheeden<br />

met de hunne zouden vorderen, en dat<br />

wy alzoo een oponthoud zouden geeven aan eene<br />

zaak, die voor het gemeene welzyn zoo falutair<br />

en wenfchelyk was,<br />

Hy zeide verder dat men zich na zyne gedachten<br />

niet zoude prtejudiciëeren, wanneer men alle<br />

de pointen, die wy tot een bafis van onderhandeling<br />

wilden ftellen , ce gelyk proponeerden, dat men<br />

't Artikul van de vrye Navigatie aan 't hoofd konde<br />

plaatfen, dat zy op dezelfde wyze alle hunne<br />

preliminaire conditiën hadden voorgefteld, en dat<br />

men dan vervolgens in discusfie kon komen.<br />

Dat Hy immers meende, dat men aan Engeland<br />

alle gelegenheid moest beneemen, om praïtexten<br />

of delayen te zoeken.<br />

Dat men daar en boven diende t'obferveeren,<br />

dat de vordering van de vrye Navigatie, op den voet<br />

van 't Trattaat van de gewapende Neutraliteit, zeekerlyk<br />

by het Ministerie van Engeland reflexie<br />

moest baaren.<br />

Dat 't geconveniëerde by dat Tractaat alleen de<br />

hooge Contractanten concerneerde, en dit tot hier<br />

toe noch geen algemeen Zee regt was geworden,<br />

terwyl 't zelfs mogelyk zoude zyn, dat'er Mogendheeden<br />

gevonden wierden, die de gemaakte fchik-<br />

kin-


B' Y L A G E L\ AA,<br />

longen by het gementioneerde Tractaat nietvaö<br />

haare convenientie oordeelden.<br />

Dat 't Hof van Groot Brittannien de principes<br />

van 't zelve Tractaat, met opzigt tot de Hoven<br />

van Rusland, Zweeden, Denemarken, &c. ook<br />

nooit had geadopteerd, maar op de declaratoiren<br />

van de gem. Hoven alleen verklaard had, de vrye<br />

vaart te zullen refpe&eeren, conform de fubfifteerende<br />

Traclaaten.<br />

Hy voegde 'er eindelyk by, dat alle deeze confideratien<br />

hem van zoo veel gewigt waren voorgekomen<br />

dat hy ons niet wilde verbergen, dac<br />

s'avonds te vooren, ter geleegenheid van het afzenden<br />

van een Cnurier nan den Heer Hertog de In<br />

Vauguyon daarover gefchreeven ce hebben, teneinde<br />

dit aan het Ministerie in de Republiek voor ce<br />

houden, en dac wy niec kwalyk zouden doen om<br />

daar omcrenc ook nadere Inftrudtien te vraagen.<br />

Wy hebben wel niet nagelaaten aanftonds te reprasfenceeren<br />

de remarques, die 'er zouden kunnen<br />

vallen om in zoo verre eenige verandering in onze<br />

Inftrucfie te maaken, maar echter ook gemeend<br />

de kennis van deeze converfacie aan haar Hoog<br />

Mog: niet te moeten onthouden, gelyk wy thans<br />

dan ook d'eer hebben ons daar van onder U Hoog<br />

Ed. Geftr. addres t'acquiteeren en daarby in bedenking<br />

ce geeven, of, ingevalle haar Mog: zouden<br />

mogen oordeelen in de cegenwoordige omftandigheeden,<br />

om zich te meer van het appuy van dit Hof<br />

te verzeekeren, aan de confideratien van hetFranfche<br />

Ministerie te kunnen defereeren, als dan evenwel


B Y L A G E L\ AA,<br />

wel ons niet zouden gelieven te gelasten, om niet<br />

anders, dan na mate de gefteldheid van zaaken ons<br />

mogt voorkomen 't volftrekt te vereisfchen, de gevorderde<br />

conditie, fine qua non, tegelykmctdean.<br />

dere pointen, doch aan het hoofd van dezelve,<br />

voor te ftellen en ons in geene discusfie van die volgende<br />

pointen, immers in geen andere, dan voor<br />

zoo ver dezelve zoude kunnen ftrekken tol een nuttige<br />

ontdekking van de waare meening van den Engelfchen<br />

Minister omtrent dezelve, in te laaten, dan<br />

na dat 't eerfte tot klaarheid zou zyn gebragt.<br />

Wy denken dat daar door genoegzaam aan de<br />

idéés van den Heer Gravel Vergennes voldaan zynde,<br />

de gevreesde pretexten om onze onderhandeling<br />

te traineeren, weggenomen, en de noodige<br />

fermeteit, welkers vermindering tenuiterftenadeelig<br />

zoude zyn, betoond zoude blyven.<br />

Wy onderwerpen niet te min refpeéfueufelyk<br />

deezen onzen voorflag aan haar Hoog Mog: hooge<br />

wysheid en doorzigt, en zullen niet in gebreeke blyven,<br />

om, zoolang wy geene nadere ordres bekomen,<br />

en de Heer Fitz Herbert aanzoek by ons mogt<br />

doen tot 't hervatten der Conferentien, op de concesfievan<br />

't preliminaire point, zonder ons verder over<br />

iets t'elargeeren, ftandvastig te blyven aandringen.<br />

Wy hebben d'eer &c.<br />

Hoog Edele Geftrenge Heer .' &c.<br />

Parys den 7 November 1782.<br />

LESTEVENON VAN BERKENROODE.<br />

G. BRANTSEN.<br />

B Y-


B Y L A G E L*. BB.<br />

SECREET.<br />

Misfive van-haar Hoog Mog. met eenMis'<br />

Jive der Ambasfadeurs in Frankryk waar<br />

by de Ratificatie van Engeland op het V


B Y L A G E L«. BB.<br />

EDELE MOGENDE HEEREN!<br />

D e Heeren Lestevenon van Berkenroode en Brantfen,<br />

Onze ordinaris en extraordinaris Ambasfadeurs<br />

en Plenipotentionarisfen refpeótive aan het Hof van<br />

Frankryk, hebben by derzelver Misfive van den 22<br />

deezer loopende maand, waarvan Copie hier neevens<br />

gaat, aan Ons kennis gegeeven van de uit.<br />

wisfeling der Ratificatien van het Traótaat van<br />

Vreede tusfchen Ons en zyne Majefteit den Koning<br />

van Groot-Brittannien, opdenèoMeylaatstleeden<br />

te Parys geflooten, en daar by overgezonden de<br />

Origineelc ACte vou RatlC^-aUi. j;


B Y L A G E L». BB.<br />

aan U Edele Mog. gelyk meede aan de Heeren<br />

Staaten van de andere Provinciën toe te zenden,<br />

om te ftrekken tot hoogstderzelver informatie.<br />

Waar meede<br />

eindigende, bidden Wy God Almngtig, Edele<br />

Mogende Heeren, U Edele Mog. te willen houden<br />

in zyne heilige protectie. In den Hage den 28 Juny<br />

1784.<br />

Onder ftond,<br />

Uwer Edele Mogentheeden goede<br />

Vrunden,<br />

De Staaten Generaal der<br />

vereenigde Neederlanden.<br />

Was gepaiaphccrt,<br />

R. Sloet, vt.<br />

Lager ftond»<br />

Ter ordonnantie<br />

van dezelve.<br />

Was geteekent,<br />

H. Fagel.<br />

II. DEEL. Cc HOOG-


K O O G E D E L E G E S T R E N G E H E E R J<br />

2JOO ras Wy gepasfeerde Vrydag ochtend met<br />

de Courier van Bazel d'eer hadden te ontfangen<br />

haar Hoog Mog, Misfive van den 15 deezer, tot<br />

Bylage hebbende hoogstderzelver Refolutie, ten<br />

zelvei daage genoomen, mitsgaders de Acte van<br />

Ratificatie van het Tradtaat van Vreede, tusfchen<br />

haar Hoog Mog., en zyne Majefteit den Koning<br />

van Groot Brittannien op den 20 Mey laastleeden<br />

alhier geflooten, hebben Wy niet nagelaaten daar<br />

van aanftonds aan den Heer Huiles Minifter Pleni-<br />

potentiaris van hoogstgedagte zyne Majefteit adver­<br />

tentie te geeven, en aan denzelven voorgeflagen<br />

om, terwyl Wy reeds geinformeert waren, dat<br />

hy de Afte van Ratificatie insgelyks van zyn Hof<br />

had bekomen, en Wy Ons dien dag na Verfailles<br />

moesten begeeven, om op het Levé van den Ko­<br />

ning te zyn, des anderen daags 's morgens aan het<br />

Huis van den eerst ondergeteekende by een te ko­<br />

men, om de uitwisfeling van de voorfz. Aflens te<br />

komen doen.<br />

Gemelde Heer zig daar toe gereed getoond heb­<br />

bende, hebben Wy ter beftemder uur en plaats,<br />

na voorgaande lefluure van de refpeclive Aflens<br />

van Ratificatie , en het daar by geinfereerde Trac­<br />

taat, dezelve uitgewisfelt, en hebben de eerde<br />

Origineele Acte van Ratificatie van zyne Groot-<br />

Brittannifche Majefteit, hier by, onder Uw Hoog<br />

Edele Geftrenge addres aan haar Hoog Mog. te<br />

doen


B'Y L A G E IA BB.<br />

dóen toekomen, terwyl Wy teffens tot Uw Hoog,<br />

Edele Geftrenge informatie daar by moeten voegen,<br />

dat Wy by de lectuure van het in de Engelfche<br />

Acte van Ratificatie geinfereerde Vreedes Tractaat<br />

geremarqueert hebbende-, dat in de titulature van<br />

den Heer Hailes, geomitteert waren de woorden,<br />

le trés excellent Seigneur en dat in de titulature van<br />

den eerfte ondergeteekende, in plaats van Ambasfadeur<br />

ordinaire aaprès de fa Majefté le Roi de France,<br />

gefteld was, auprè-s de fa Majefié tres Chrefiienne y<br />

de Heer Hailes Ons heeft gezegt, dat Lord Carmanhen<br />

hem had gefchreeven, dat men de eerfte<br />

gemelde omisfie gedaan had, cm dat hy Iïeer Hai-,<br />

les het carafter van Ambasfadeur nier hebbende,<br />

ook geene titulature te pas kwam, en dat delaastgemelde<br />

verandering gemaakt was, om dat haar<br />

Hoog Mog. in ons Pleinpouvoir gebruikt hadden<br />

de woorden apud Majeftatem Chriftiananisji.nam,<br />

verzoekende Ons inftantelyk, dat Wy, bevorens<br />

de uitwisfeling te doen, het affchrift van het Tractaat,<br />

in de Acte van Ratificatie van haar : !<br />

oog<br />

Mog gcinfereert, dien conform wilden redresfeercn.<br />

Wy hebben ten aanzien van het laatfte, wel<br />

aanftonds begreepen, dat dit de' waare reeden van<br />

die gemaakte verandering niet was, maar dat de<br />

de Koning van Engeland den titul neemende van<br />

Roi de France, en geene andere aan den Koning<br />

van Frankryk geevende, dan die van Roi trés Chrestien,<br />

het Minifterie in een publicque Acte ook liever<br />

geen andere wilde admitteeren tot voorkoming<br />

Cc 2 van


B Y L A G E IA BJ5.<br />

van de confeqaentien, die daar uit zouden kunnen<br />

getrokken worden, dan deeze beide poinclen van<br />

geen het minfte belang voor den Staat zynde, en<br />

het ons mitsdien volftrektonnoodig voorkomende,<br />

om daar over in eenige difcusfie te treeden, of<br />

een oponthoud aan de uitwisfeling van de refpective<br />

Actens van Ratificatie toe te brengen, hebben<br />

wy aan den Heer Hailes geantwoord, dat wy, om<br />

een uniformiteit aan de weederzydfche Fxemplaaren<br />

te geeven, geen zwaarigheid maakten dievefzogte<br />

omisfie en verandering te admitteeren,gelyk<br />

wy dan ook dadelyk hebben gedaan, vertrouwende<br />

wy, dat hun Hoog Mog. het zelve zullen aggreëeren.<br />

Wy hebben de eer met alle hoogagting te zyn<br />

Hiog-Edele Geftrenge Heer eïfe.<br />

Parys,<br />

«den 22 Juny 17S4.<br />

Was getcekent,<br />

Leftevenon van Berkenroode.<br />

G. Brantfen*<br />

TR AI-


TRAITÉ DE PAIX<br />

E N T R E<br />

SA MAJESTÉ LE ROI DE L A<br />

GRANDE BRETAGNE,<br />

E T<br />

LEURS H A U T E S PUISSANCES<br />

LES ETATS GENERAUX DES<br />

PROVINCES UNIES DES<br />

F AIS-BAS.<br />

Au mm de la Très-Sainte &f Indivifible Trinhè,<br />

Pere, Fils 6? Saint Esprit, ainjifoit-il<br />

Soit notoire h touï ceux qu'il appartiendra ou<br />

peut appartenir en maniere quelconque, le ferenifiime<br />

& trés puiffanc Prince & Seigneur George<br />

Trois, par la grace de Dieu, Roi de la Grande<br />

Bretagne, de France & d'Irlande, Duc de Brunsvic<br />

& de Lunenburg, Archi-Treforier & Eledeur du<br />

Saint Empire Romain &c. & les Hauts & PmlTans<br />

Seigneurs les Etats Generaux des Provinces Unies<br />

des i'ais-bas, ayant pofé les fondemens de Pajx par<br />

les Preliminaires fignés a Paris le 2 Septembre dernier<br />

& fa dite Majefté «Sc les Etats Generaux voulant<br />

confommer un fi grand & falucaire ouvrage<br />

ont nommé & authorifé favoir, de Ia parede fa<br />

Maiefté Britannique, Daniël Hailes Ecuyer, Mimsu<br />

c<br />

Cc 3


B Y L A G E IA BB.<br />

tre Tlenipotentiaire de fa Majeflé Brkarinfqoe<br />

prés dc fa Maicfté -trés Chretienne, & de la part<br />

de Leurs Haur.es PuiiTances les dks Etats Generaux les<br />

trés nobles & trés Excellents Seigneurs Mattheus<br />

Lesteveion, Seigneur de Berkenroode & Stryen, Deputé<br />

a raflemblée des Etats Generaux des Provinces<br />

Unies des Pais bas de la part de IaProvincede<br />

Hollande, & leur Ambasfadeur ordinaire auprèsde<br />

fa Majefté le Roi Trés Chretien, & GerardBranU<br />

Jen, Bourgemaitre & Senateur de la Ville d'Arnhem,<br />

Confeiller & grand Maitre des monnoves de<br />

la Republique, Deputé aux Etatt Generaux des Provinces<br />

Unies ,.& leur Ambasfadeur extraordinaire &<br />

Plenipotentiaire prés fa Majefté trés Chretienne;<br />

Lesquels apres s'ètre duement communiqué leurs<br />

pleinpouvoirs en bonne forme font convenus des<br />

Articles fuivans.<br />

Article premier.<br />

II y aura une Paix Chretienne, Univerfelle, per.<br />

petuellc tanc par Mer que par Terre, &uneamitié<br />

fmcere & conftante fera retablie entre fa Majetté<br />

Britannique , fes Heritiers & Succeffeurs , Royaumes<br />

Etats de Sujets & Leurs Hautes Puisfances les<br />

dits Etats Generaux & leurs Etats & Sujets de quelque<br />

qualité & condition qu'ils foyent fans exception<br />

de lieux ni de Perfonnes. Eniorte que les hautes<br />

parties Contraétantes apporteront la plus grande<br />

attention a maintenir entre Elles & leurs dits<br />

Etats & Sujets cette amitié & correspondance reciproque,<br />

fans permettre dorenavant, que de pare<br />

ni d'autxe on commette aucunes fortes d'hoftilités<br />

par


B Y L A GE L*. BB.<br />

par Mer ou par Terre, pour quelquecaufeou fcus<br />

quelque pretexte que ce puisfe être, & on évitera<br />

foigneufemenc tout ce qui pourroit alterer a 1'avc<br />

nir 1'union heureufement retablie, s'attachant au<br />

contraire a fe procurer reciproquement tout ce qui<br />

pourroit contribuer a leur gloire , intéréts &avantages<br />

mutuels, fans donner aucun fecours ou proteétion<br />

dire&ement ou indiredlement a ceux qui<br />

voudroient porter quelque prejudice a 1'une ou 1'autre<br />

des dites hautes parties Contraétantes. Ilyaura<br />

un oubli géneral de tout ce qui a pü être fait ou<br />

commis avant ou depuis le commenccment de la<br />

Guerre qui vient de finir.<br />

I I.<br />

A 1'égard des honneurs du Pavillon & du S al ut<br />

en Mer par les Vaifleaux de la Republique, vis-avis<br />

de ceux de fa MajeHé Britannique, il en fera<br />

ufé refpectivement de la mêrae manitre qui a été<br />

patiquée avant le commencement de la Guerre qui<br />

vient de finir.<br />

I I I.<br />

Tous les Prifonniers faits de part & d'autre tant<br />

par Terre que par Mer, & les Ota-es enlevés ou<br />

donnés pendant la Guerre, & qui nc font pas enco.<br />

re reftitués conformement au Traité Preliminaire ,<br />

feront reftitués au plutöt fans rancon, chaque Puisfance<br />

foldant refpectivemene les avances & 1'entretien<br />

de fes Prifonniers par le Souvcrain du Pais, ou<br />

ils aurout été detenus conformement aux regus &<br />

états conftatés & autres titres authentiques, qui feront<br />

fournis de part & d'autre; & il feradonnére-<br />

Cc 4<br />

ci<br />

*


B Y L A G E L». BB.<br />

ciproquc-ment des furetés pour le paiement des<br />

Dettes que les Prifonniers auroient pu contracteidans<br />

les Etats ou ils auront été detenus jusqu'aleur<br />

entiere liberté.<br />

Et tous les Vaiffeaux tant de Guerre que Marchands,<br />

qui auroient été pris depuis 1'expiration<br />

des termes convenus pour la celTation deshoftilités<br />

par Mer feront parcillemcnt rendus de bonne foi,<br />

avec tous leurs Equipages & Cargaifons, &onprocédera<br />

a 1'execution de cet Articleimmediatement<br />

après 1'echange des Ratifications du prefent Traité.<br />

I V.<br />

Les Etats Généraux des Pro vinces Unies cedent<br />

& garantiffent en toute proprieté a fa Majefié Britannique<br />

la Ville de Negapatnam avec les depen.<br />

dances d'icelle; mais vu 1'importance, que les Etats<br />

Generaux des Provinces Unies attachenc a la posfesfion<br />

de la fusdite Ville, Je Roi de la GrandeBretagne<br />

pour Marqué de bienveülance envers les fusdits<br />

Etais promet, non obflant la dite cesfiun de<br />

recevoir & de traiter avec eux pour la reftitution de<br />

la dite Ville, en cas que les Seigneurs Etats auront<br />

a Pavenir quelque Equivalent.<br />

V.<br />

Le Roi de Ia grande Bretagne reftituera aux Etats<br />

Generaux des Provinces Unies Trinquemale ainfi<br />

que toutes les autres Villes, Forts, Havres&Etabhsfemcns,<br />

qui dans le Cours de la Guerre ont été<br />

conquis dans quelque partie du monde quecefoit,<br />

par les Armes de fa Majefié Britanniqueouparcelles<br />

de la Compagnie des Indes Orientales Angloife,<br />

& dont


B Y L A G E L a<br />

. BB.<br />

& dont il fe trouveroit en posfesfion, le tout daas<br />

1'état ou ils fe trouveront.<br />

VI.<br />

Les Etats Generaux des Provinces Unies promettent<br />

& s'engagent a ne point gêner la Navigation<br />

des Sujets Britanniques dans les Mers Orientales.<br />

VII.<br />

Comme il s'effc élevé des differens entre la Compagnie<br />

Africaine Angloife, & la Compagnie des Indes<br />

Occidentales Hollandoife relativement a la Navigation<br />

fur les cótes d Afrique, ainfi qu'au Sujet<br />

du Cap Apollonia , pour prevenir toute caufe de<br />

plaintes entre les Sujets des deux Nations fur ces<br />

cótes, il est convenu que, de part & d'autre, on<br />

nommera des Commisfaires pour-faire aces égards<br />

desarraneements convenables.<br />

VIII.<br />

Tous les Pais & Territoires qui pouroicnt avoir<br />

été conquis ou qui pourroient 1'être dans quelque<br />

partie du monde que ce foit, par les Armes de fa<br />

Majefté Brittannique, ainfi que par celles des EtatS<br />

Generaux qui ne font pas compris dans ces Articles,<br />

ni a titre de cesfion, ni a titre derestitution, 'fe.<br />

ront rendus fans difficulté & fans exiger de compenfation.<br />

IX.<br />

Comme par 1'Article 9 du Traité preliminaire il<br />

a été ftipulée & fïxée par les Hautes Parties Contractantes<br />

une époque pour les reftitutions & évapuations<br />

a faire de part & d'autre des Villes, Pla-<br />

Cc 5 ces


B Y L. A G E L a<br />

. BB.<br />

ces & Territoires, dont leurs Armes refpeétives fe<br />

feroient emparées & dont Elles fe trouveroient en<br />

posfesfion a 1'exception de ce qui avoit été cedécc<br />

que le terme énoncé dans le fusdit p Article s'est<br />

deja écoulé, les dites Hautes Parties Contraétantes<br />

s'engagent reciproquement & de bonne foi d'obferver<br />

les dites ftipulations, & dans lecas, que par<br />

quelque accident ou autrement les cesfions & reftitutions<br />

y comprifes n'auroient pas eu lieu , d'expedier<br />

dire&ement les ordres necesfaires, afin qu'il<br />

ne reste aucun retardement a 1'accomplisfementdes<br />

dites ftipulations.<br />

X.<br />

Sa MajefTé Brittannique & Leurs Hautes Puisfances<br />

les fusdits Etats Generaux promettent d'obedier<br />

fincéreraent & de bonne foi tous les Articles contenus<br />

& établis dans ce préfent Traité, &Ellesne<br />

fouffriront pas, qu'il y foit fait de Contravention<br />

directe ou indirecfe par leurs Sujets refpeétifs. Et<br />

les fusdites Hautes Parties Contraótantesfeguarantisfent<br />

généralement & reciproquement toutes les<br />

ftipulations du préfent Traité.<br />

XI.<br />

Les Ratifications Solemnelles du prefent Traité,<br />

expediées en bonne & due forme feront échangées<br />

en cette Ville de Paris entre les Hautes Parties Contraétantes<br />

dans 1'cfpace d'un mois ou plutot fi faire<br />

fe peut, a compter du jour de la fignature du préfent<br />

Traité.<br />

En foi de quoi nous Souffignés Leurs AmbafTadeurs<br />

& Miniftres Plenipotcntiaires avons figné de notre<br />

main


B Y L A G E L a<br />

. BB.<br />

main en LeurNom, & en vertu de nos pleinpoavoirs<br />

le prefent Traité Defmibf & y avons fait<br />

appofer le Cachet de nos Armes.<br />

Fait a Paris le vingt de Mai mil fept cent quatre<br />

vingt quatre.<br />

Signé,<br />

(L. S ) Dan 1<br />

. Hailes.<br />

(L. S.) Lestevenon van Berkenroode.<br />

(L S.) Brantfen.<br />

Article feparé.<br />

Xl a été convenu & arieté que Ia langue Frangoife<br />

employee dans tous les Exemplaires du prefent<br />

Traité ne formera point un exemple qui puiffeêtre<br />

allegué ni tirer a confequence, ni porter préjudice<br />

en aucune maniere a 1'une ou a 1'autre des PuilTan.<br />

ces Contraaantes, & que 1'on fe conformera a i'avenir<br />

a ce qui a été obfervé & doit être obfervé,<br />

a 1'égard & de la part des Puiifances qui font en<br />

ufage & en poffeffion de donner & de recevoir des<br />

Exemplaires de femblables Traités en une aucre<br />

Langue que la Franeoife, le préfent Traité ne<br />

laiffant pas d'avoir la même force & vertu que fi le<br />

fusdit ufage y avoit été obfervé.<br />

En foi de quoi nous foulïïgnés Ambasfadeurs &<br />

Miniftres Plenipotentiaires de fa Majefté Britannique<br />

& des Etats Generaux des Provinces Unies<br />

avons figné le prefent Article feparé & y avons fait<br />

appofer le Cachet de nos Armes.<br />

Fait


B Y L A G E L a<br />

. BB.<br />

Fait h Paris le vingt de Mai mil fept cent quatre<br />

vingc quatre.<br />

Signé.<br />

(L. S.) Dan Hailes.<br />

(L S.) Lestevenon van Berkenroode.<br />

(L. S.) Brantfen.<br />

3L>es Etats Generaux des Provinces Unies des<br />

Païs-Bas, a tous ceux qui ces prefentes verront,<br />

Salut. Aïant vu & exatniné les Articles du Traité<br />

de Paix avec 1'Article feparé conclus &fignésa Paris<br />

le vingtieme jour de Mai mille fept cent quatre<br />

vingt & quatre, y&r Daniël Hailes Esciiyer ,Mïmft.ïe<br />

Plenipotentiaire de fa Majefié le Roi de la Grande<br />

Bretagne, au nom & de la part de fa diteMajefté<br />

& les trés Excellents Seigneurs Matthieu Lestevenon<br />

de Berkenroode &.Gerard Brantfen, refpeétivement<br />

Ambasfadeur & Ambasfadeur extraordinaire<br />

& Plcnipctentiaire en Notre Nom & de Notre part,<br />

en vertu de leur pleinpouvoirs refpeétifs, desquels<br />

Articles de Paix la teneur s'en fuit.<br />

Fiat infertio.<br />

Nous voulant bien donner des marqués de Notre<br />

fincerité, avons agrée, approuvé & ratifié Ie dit Traité<br />

de Paix, & unchacundes Articlesd'iceluicedesfus<br />

trancrits comme Nous lesagréons, approuvons<br />

& ratifions par ces prefentes; promettant en bonne<br />

foi & fincerement de les garder, obferver & executer<br />

felon leur forme & teneur, fans allernivenir<br />

au


B Y L A G E L\ BB.<br />

au contraire en quelque maniere que ce ibit direc-<br />

temenc.<br />

Eu foy de quoi Nous avons fait figner ces prefentes<br />

par le Préfident de Notre Aflemblée, contrë<br />

figner par Notre Greffier, & y attacher Notre<br />

Grand Sceau.<br />

A la Haye le quinfiéme Juin mil fept cent qua­<br />

tre vingt quatre,<br />

Onder ftond,<br />

Par Ordonnance des fusdits Seigneur<br />

Etats Generaux.<br />

Gec-rgius Tertius, Dei Graua, Magne Britan,<br />

nis, Francie «5c Hibernie Rex Fidei Defenfor,<br />

DuxBrunsvicenfis «Sc Luneburgenfis, Sacri Romam<br />

Imperii Archi-Thefaurarius «Sc Princeps Elector&c.<br />

Omnibus & fingulis ad quos prefentes he Licere<br />

pervenerint, Salucem.<br />

Ouandoquidem, benigno Numine, opusfalutare<br />

exopcatumque Pacis, & Amicicie reftaurande Nos<br />

inter ac Celfos «Sc Prepocences Dominos Ordmes<br />

Generales Fcederati Belgü, quod non ica pridem<br />

fi-nacis Arciculis Preliminaribus inchoatum erat nunc<br />

demum felicicer confeftum fit, atque Traftacunt<br />

Definitivum inter Nos, & fupra Diftos Dommos<br />

Ordines Generales, per Plenipocentianos utnnque<br />

fufficienter Auftoricate inftrudcos,Die Vicefimo men-,<br />

fis Currenrs , Lucetie Parifiorum conclufum, fignacumque<br />

fueric, Forma & Verbis que fequuncur.


B Y L A G E IA BB.<br />

Fiat infertio.<br />

Nos vifo perpenfoque Traftaeu definitivo fupra<br />

fêripto, eundem in omnibus & fingulis ejus Arciculis<br />

& Claufulis, approbavimus, racum graeum. firmumque<br />

habuimus, ficutperPraefent.es, pronobis,<br />

Heredibus & fuccesforibus noftris, eundem appro<br />

bamus, racum, gratum firmumque habemus; fpondences<br />

& in Verbo Regio promitcentes, Nosomnia<br />

& fingula qua; in prediftoTractatuDefinitKocontinencur,<br />

fincere & bona fide prefh'curos neque pasfuros<br />

unquam, quancum innobis eft, uc aquopiam<br />

•violentur, aut ut ullonodo iisdem in contrarium eatur.<br />

In quorum omnium Majorem Fidem ac Robur hiscc<br />

Prsrentibus mauu Nortra Regia fignatis, magnam<br />

nofcrüm magne Briteannie Sigillum appendi<br />

fccimus. Que dabantur in Palatio Noftro Divi<br />

Jacobi Die Decimo Menfis Junii. Anno Domini<br />

nsillefimo feptingentifimo O&ogefimo Quarco,<br />

Ecgnique Noflri Vicefimo Cniarto.<br />

Signa tum. -<br />

GEÖRGIUS, R.<br />

Inprimê a la ÏIATE, chez J. SCHELTUS.<br />

Imprimeur des Etacs Généraux.<br />

E I N D E .

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!