Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
EERSTE DEEL»
M E M O R I E N*<br />
D I E N E N DE T O T<br />
O P H E L D E R I N G *<br />
V A N H E T<br />
G E B E U R D E ,<br />
GEDUUR.ENDE DEN LAATSTEN<br />
ENGELSCHEN OORLOG,<br />
DOOR<br />
Mr. JOACHIM RENDORP»<br />
VRTHEER. VAN MARQUETTE,<br />
ENZ. ENZ.<br />
E E R S T E D E E L .<br />
TE AMSTERDAM, B*<br />
JOHANNES ALLART,<br />
MDCCXCII.
I N L E I D I N G .<br />
IVÜyn voorneemen is een helderer licht te<br />
doen fchynen, over het begin en het eindigen<br />
des laatften Engelfchen Oorlog: voornaamlyk<br />
over eenige byzondere Gebeurtenisfen, die geduurende<br />
denzelven plaats hebben gehad: zonder<br />
dat ik doch een aan ééngefchakeld verüag<br />
zal doen, van de bedryven der Oorlogende Mogendheden<br />
, die deel aan deezen Oorlog gehad<br />
hebben; daar dceze waereld-kundig, en door<br />
andere Schryvers te boek zyn gefteld.<br />
Ik wil boven al myne Leezers mededeelen,<br />
die omftandigheeden, die zelden by anderen,<br />
dan die in 't beltuur der Zaaken geweest zyh,<br />
bekend zyn. Doordien ik in 't begin van 1781<br />
Burgemeefter ben geworden, heb ik daartoe<br />
gelegenheid gehad: en vley my dus, dat'de<br />
openingen die ik geeven zal, de oplettendheid<br />
myner Leezers zullen verdienen , en teffens<br />
ftrekken, om te doen verdwynen de vooroordeelen,<br />
die zommige zig bevlytigd hebben te<br />
doen opkomen: waardoor het beftaan vag eenigen<br />
ten Hemel verheeven, en dat van anderen,<br />
als verderffelyk voor den Lande, uitgekreeten<br />
is geworden: daar men deezen in Couranten<br />
, Weekbladeren en naanalooze Gefchrif-<br />
I. DEEL. A ten,
* I N L E I D I N G .<br />
ten, op eene verregaande wyze heeft laten befchimpen<br />
en hoonen; met geen ander oogmerk,<br />
dan om te benemen alle achting voor bun moreel<br />
Cara&er, en alle vertrouwen op hunne beftiering.<br />
Alle die niet hebbén willen medewerken<br />
tot oogmerken, die in 't begin vyel onder<br />
den fchyn van Vaderlandsliefde, en van het<br />
voorneemen om des Ingezetens gerechtigheeden<br />
te handhaven tegen den machtigen invloed<br />
van den Stadhouder bedekt waren, doch waar<br />
van de fchadelykheid allengskens openbaar geworden<br />
is: alle die voorzagen, dat wanneer<br />
eens de yver van de Gemeente gaande zou<br />
zyn gemaakt, dezelve niet langer beftuurd zou<br />
kunnen worden , eri dat als dan eene volftrekte<br />
Regeeringloosheid zou gebooren worden,<br />
\vierden ten toon gefteld, als laage Vleyers,<br />
als Slaaven van den Stadhouder, als Verraders<br />
van hun Vaderland, als Pesten die men<br />
uit de Regeering en uit het Land moest verbannen.<br />
Ik hadde meerder dan andere myner<br />
Mederegenten te lyden van die razerny.<br />
In 't einde van 't Jaar' 1781 toen het Cabinet<br />
van Verfailles voornaamlyk begon te yveren ,<br />
en van deszelfs verkreegene invloed gebruik,<br />
te maken, om alle afzonderlyke handeling met<br />
Engeland te beletten, en ons in den Oorlog,<br />
die»
I N L E I D I N O. S<br />
dien men ons berokkend had, te houden, heeft<br />
men reeds getracht, dewyl ik die maatregelen<br />
niet blindelings wilde goedkeuren, my verdacht<br />
te maken, met my te doen voorkomen als een<br />
Anglmam, als eenen die de oprechte Vaderlandfche<br />
gevoelens had verhaten, en op eene<br />
laage wyze trachtte , de gunst van den Stadhouder<br />
te winnen.<br />
De Schryver van een fchandelyk Weekblad,<br />
de bekende Politieke Kruyer, de onbefchaamde<br />
Schryvers en Uytgeevers van de Hiftorifebe ,<br />
Nederlandfcbe, Vaderlandfcbe enZuidhollandjche<br />
Couramen, [muntten geduriglyk uit in my op<br />
eene verregaande wyze te lasteren, te befchim-<br />
Pen, en te beliegen. Ik was een Verraader van<br />
m Yn Vaderland , eerloos en meinëedig : met<br />
den bynaam van Bruggemaaker wilde men my<br />
befpottelyk maken, en verneederen met dien<br />
van eenen Brouwers Zoon. - '<br />
Di* alles zoo het fclieen was ik verfchuldigd<br />
aan het febryven van een briefje aan den Buigemeester<br />
Temmïnck, die des tyds op den Dagvaart<br />
was , terwyl ik in Gecommitteerde Raaden<br />
zat. In dit briefje vroeg ik dien Heer, of<br />
hy al wist dat Gyzelaar en Visfcber, den Generaal<br />
Dundas, laast naar Engeland verreisd, gelast<br />
hadden , om met het Ministerie aldaar over<br />
A 2 Vre-
4 I N L E I D I N G .<br />
Vrede te handelen: in zodanige of diergelyfce<br />
woorden in fubftantie.<br />
Tot dat fchryven had gelegenheid gegeeven<br />
dat op een ochtend by my was gekomen een<br />
Man van aanzien, die my die zelfde vraag deed:<br />
myn antwoord was geweest, neen, nog dit niet<br />
te geloven, om dat ik begreep, dat die twee Heeren<br />
beide bet Systema van Frankryk te veel waren<br />
toegedaan, om Vrede met Engeland te zoeken.<br />
Dan die Heer, die betrekkingen had, door<br />
welke hy van 't geen Dundas in Engeland zou<br />
kunnen betracht hebben, onderricht kondezyn,<br />
verzekerde my dat het doch zoo was. Na dat<br />
hy was heen gegaan, dacht ik, dat zeldzaam<br />
nieuws aan den ouden Burgemeefter te moeten<br />
melden, en fchreef het op een ftukje Papier,<br />
dat ik hem, alleen toegevouwen doch<br />
onbezegeld, toezond. Het antwoord was, dat<br />
hy het om dezelfde redenen die ik had,'niet<br />
geloofde.<br />
, Hoe of de inhoud van dit Briefje aan den<br />
Schryyer van te Politieke Kruyer, 0f om beter<br />
te zeggen, aan zyne Befïuurders gekomen is,<br />
weet ik niet. In 't Schendblad wierdt voorge'<br />
geeven, dat de gefcheurde ftukjes op de trap.<br />
pen van 't Stadhuis gevonden waren. De Burgemeefter<br />
Temminck, die ik 'er naar vroeg, zeide
I N L E I D I N G . 5<br />
de my er niets van te weeten, maar verzocht<br />
teffens dat ik er niet meer van fpreeken zou.<br />
De Man was 82 Jaaren.<br />
Maar wat daar van ook heeft mogen wee<br />
zen, weinige weeken liepen er voorby, of ik<br />
wierd in het 83 Nummer van den zoogenaam-<br />
den Politieke Kruyer, deerlyk over dat Briefje<br />
doorgeftreeken; en voorgefteld als de zwaar-<br />
fte misdadiger; als een trouwloos en meinëe-<br />
dig Mensen, een fchandvlek voor myn Vader<br />
land, dewyl ik de roekeloosheid had gehad, de<br />
geheiligde Perfoonen van de twee voornoem?<br />
de Penfionarisfen aan te randen.<br />
Het is den Mensen wel eigen, niet onge<br />
voelig te zyn aan lasteren, fchelden, befpot-<br />
ten en befchimpen: maar die aandoening ver<br />
liest aanmerkelyk van haare kracht, wanneer<br />
zulks door verachtelyke Lieden, en zonder<br />
fchyn van reden gefchied. Een Schryver van<br />
den Politieke Kruyer, eexiFynje, een Schuurman<br />
of Noms, een Costerus of Paling, Schryvers,<br />
Drukkers of Uitgeevers van de Hiftorifche,<br />
Diemermeerfche en Zuidhollandfche Couran<br />
ten, en andere Nieuws- en Weekbladfchry-<br />
vers, konden wezentlyk geen eerlyk Man dee-<br />
ren; zy vereerden die zy laakten, en onteer-<br />
den die zy preezen: noodlottig alleen was bet,<br />
A 3 dat
O I N L E I D I N G .<br />
dat daar veele, en de meefte van die Papieren,<br />
of met publieke Autoriteit, of ten minften met<br />
toelaating der Regeering verfpreid en verkocht<br />
wierden, de goede Gemeente in de waan moest<br />
vallen, dat, dewyl de Achtbaarden befchimpt<br />
en befpot wierden, zy dit minder of meerder<br />
verdiend hadden.<br />
Ik tvvyffel geenzints, by voorbeeld, of veele<br />
hebben gedacht dat de Schimpnaam van Bruggemaker<br />
my met reede gegeeven was, om den<br />
lpot met my te dry ven, als Ordonnateur of Arm<br />
chiteü van zekere Brug, die geduurende eenigen<br />
tyd over het water voor het Nieuwe-<br />
Werkhuis geleegen heeft.<br />
Het verwyt zou waarlyk niet groot zyn geweest,<br />
dewyl een goed Regent, in der daad<br />
een Hechte Bruggemaaker kan weezen: maar dat<br />
verwyt was noch onverdiend. Ik heb aan 't lig.<br />
gen van deeze Brug, geen ander deel gehad,<br />
dan dat in 't Jaar 1779 •> toen ik in geene hoegenaamde<br />
Stadsbediening was, my door Heeren<br />
Burgemeefteren vertoond, en myne gedachten<br />
gevraagd zynde geworden, over de Concept<br />
Tekeningen van evengemelde Huis, ik heb doen<br />
opmerken eenige gebreeken in de Ordonnantie:<br />
als, de nutteloosheid van zoo veel plaats<br />
voor de Vertrekken der Regenten: de naauw-<br />
te
X N L E I D I N C, 7<br />
t e der Binnenplaatzen, waar door ze te wei.<br />
I Zon konden krygen: de bekrompenhe d<br />
Jt voornaamfte Trap: de nuttelooze uitge-<br />
Lkcheid der Muur die het Gebouw omnngt.<br />
d e minder gefchiktheid van de P ^ " £ ^<br />
danig Gebouw, dan het Bolwerk, dat door de<br />
Heeren Thefaurieren daartoe was aangewee-<br />
Zen. Doch de meeste van die gebreeken konden<br />
niet verholpen worden, om dat de Fun<br />
damenten gelegd, en de Verdedingen van het<br />
Gebouw gemaakt waren. Verders deed k by<br />
di gelegenheid mede opmerken, dat dewyl<br />
men goed gevonden had, den voornaamen ge-<br />
" van het Gebouw, van de Stad af naar de<br />
Plantagie te ftellen, de voornaame toegang<br />
mede uit de Plantagie moest zyn. en dat het<br />
dus zeer ongefchikt zou weezen, dat men aan<br />
den voornaamen Ingang van zoo een aanzienlvk<br />
gebouw zylings zou komen.<br />
Burgemeesteren en Thefaurieren keurden<br />
myne aanmerkingen goed: aan dezelve wierdt<br />
z o o veel mogelyk voldaan, en door hun Ed.<br />
Gr Achtb. enEd.Achtb.tefTensgerefolveerd,<br />
dat men direa nit de Plantagie, vlak over den<br />
voornaamen Ingang, over eene Brug zou komen<br />
Maar het zamenftel van die Brug, de<br />
w y z e op welke die gemaakt is geweest, de ons<br />
e<br />
A 4<br />
"
8 I N I<br />
' E I D I N G .<br />
geryflykheid die voortkwam uit het plaatfender<br />
Boogen, is geenzints aan Heeren Burgemeefteren<br />
of Thefaurieren, veel minder aan<br />
my, die er zig verder niet mede .gemoeid heeft<br />
die daar geen zeggen in hadt, dewyl ik noch<br />
Burgemeefter noch Thefaurier was coen de Refolutie<br />
om de Brug te maken genomen is , te<br />
wyten»<br />
Wat myne Geboorte aangaat: het is in eene<br />
Republiek die alleen haar Opkomst, Welvaart<br />
en Beftaan aan den Koophandel en Zeevaart<br />
verfchuidigd is, eigen, dat geftadig Lieden<br />
die door hunnen arbeid en vlyt tot groot<br />
vermogen gekomen zyn, 't z y d i r e a d a a r d o o_<br />
of door aanhuvvelyken, tot Eerambten bevorderd,<br />
en met de aanzienlykften van den<br />
Lande als gelyk gefield worden. Veele zoo niet<br />
de meeste van die geflachten, die nu onder<br />
de aanzienlykfte geteld willen worden, zyn<br />
»i dat geval: en a!s men een eeuw of anderhalf<br />
agter uit rekend, zou zekerlyk een deel<br />
yan dien l uift er d i e h e n n u d o e t flikkeren<br />
verdvvynen. Doch 't zy verre dat zulks in<br />
ons Land tot oneere zoude ftrekken: een Ingezeten<br />
die door zyne nyverheid uit kleine<br />
beginfelen tot groot vermogen gekomen is,<br />
die met zyne winnende hand duizenden aan<br />
de
I N L E I D I N G . 9<br />
de kost geholpen heeft, is een vry nuttiger<br />
Lid der Maatfchappy, dan die, welke geduurende<br />
eeuwen, als by opvolging, door den<br />
invloed hunner Ouderen of Nabeüaanden, tot<br />
Eerambten bevorderd zyn geworden. Aan<br />
iemand dierhalyen in ons Land zyne geboorte<br />
te verwyten, als hy anderzints achting waardig<br />
is, is belachlyk, en kan niet opkomen<br />
dan in laage Geeften.<br />
Hoedanig dan myne Geboorte ook zou mogen<br />
weezen , zou ik geene geringe doch eer-<br />
Tyke Ouders verzaaken: en voornaamlyk niet,<br />
om dat zy eene Brouwery bezeeten hadden;<br />
daar de aanzienlykften van onze Stad, altyd in<br />
dat geval zyn geweest, en noch zyn.<br />
\ Zou niet pasfelyk weezen, hier een verflag<br />
te doen van myn Gellacht: maar 't zy verre<br />
dat ik my hetzelve zou moeten fchaamen.<br />
't Is nu ruim tweehonderd Jaaren geleeden,<br />
dat myne Voorouders uit het Hertogdom Lu«<br />
nenburg, in Holland gekomen zyn: aldaar aanzienelyke<br />
Goederen gekocht hebben, en dat een<br />
derzei ven, met eene Dochter uit het Amfterdamsch<br />
Gellacht der Bikkers getrouwd zynde,<br />
zig met der woon in deeze Stad heeft ter nedergezet:<br />
en offchoon zy Luthersch of Remonftrants<br />
zynde geweest, niet voor 1640 in<br />
As de
ÏO I N L E I D I N G .<br />
de Regeeringe zyn gekomen, zyn ze doch<br />
fteeds in aanzien, en mee de beste Gedachten<br />
door huwelyken vereenigd geweest.<br />
Deeze toeftel, te belachlyk en te gelyk te<br />
verachteiyk om er lang by ftil te ftaan, wierd<br />
ondertusfehen aangelegd, om my te doen voorkomen<br />
als een Ambitieus Mensch, die om Eerambten<br />
te verkrygen, niets naliet. Men verweet<br />
my onder anderen zekere Reis naar de<br />
Helder, (a) Men waande dat ik daar na toe<br />
was gegaan, om te verkrygen (Zyne Hoogheid<br />
was toen daar) het Ambt van Reprefentant in<br />
de Admiraliteits Collegien.<br />
Wat men gedacht heeft dat deeze Reis daar<br />
toe zou hebben kunnen doen, heb ik nooit<br />
kunnen bezeffen: ik kon genoeg gelegenheid<br />
vinden, om Zyne Hoogheid daar over te onderhouden<br />
, zoo ik iets dergelyks gezocht had.<br />
Maar 'r zy verre dat ik ooit een Ambt van<br />
zoo veel bödènkelykheid verlangd hebbe: ik<br />
zeg van zoo veel bedenkelykheid, om den afgunst<br />
aan hetzelve verknogt. Nimmer heb<br />
ik verlangd met eenig voordeelig Ambt bekleed<br />
te zyn: veel min iets gevraagd. Voor 't<br />
geen<br />
(a) Van deeze Reis en deszelfs oogmerk zal in 't<br />
vervolg nader gefprooken worden.
I N L E I D I N G . II<br />
geen ik ben, heb ik verplichting aan niemand,<br />
dan aan mynen Vader, en aan mynen Oom den<br />
Burgemeefter Calkoen. Door hunnen invloed<br />
ben ik Scheepen, Meefter-knaap van Holland,<br />
en Directeur van Surinamen geworden: myne<br />
Cornmisfien in de Hollandfche Rekenkamer;<br />
daar na het Burgemeefterfchap; vervolgens de<br />
Commisfien in Gecommitteerde Raaden, en in<br />
de Admiraliteit, ben ik aan de fchikkingen die<br />
in de Regeering van onze Stad plaatshebben,<br />
verfchuldigd. Gezegend met genoegzame middelen,<br />
heb ik'geene lucrativc Ambten nodig:<br />
en wat de Eere aangaat, zoo heb ik, tot dus<br />
verre, het Burgemeefterfchap myner geboorte-Stad<br />
aanzienlyk genoeg gefchat, om in den<br />
kring in welken ik gebooren ben, boven 't<br />
zelve in ons Land niets te ftellen. Ook is my<br />
van myn Jeugd af, door eenen allerwaardigften,<br />
en onbaatzuchtigften Vader ingefcherpt,<br />
en hoop het mynen eenigen Zoon ook in te<br />
boezemen, dat geen ingezeten van een vry<br />
Land, die genoegzaam van middelen voorzien<br />
is, wil hy waarlyk vry en onafhangelyk blyven,<br />
trachten moet Ambten of Bedieningen<br />
door gunst te verkrygen: dewyl hy door die<br />
gunstbewyzingen zich altyd minder of meerder<br />
verplicht maakt, en zich dikwyls in gevaar<br />
ftelt,
a I N L E I D I N G .<br />
ftelt, of minder rondborftig zyn gevoelen te<br />
kunnen zeggen, of van ondankbaarheid beticht<br />
te worden.<br />
Maar eene der voornaamlie befchuldigingen<br />
die tegen my ingebracht wierd, was die<br />
van Anglomanie. Ik beken zeer gaarne, dat ik<br />
den Oorlog met Engeland, in deszelfs oorfprong,<br />
voortgang en einde, als roekeloos<br />
ondernomen, flecht gevoerd, en fchandelyk geëindigd<br />
, volkomen heb afgekeurd: dat ik gaarne<br />
zou gezien hebben, dat men getracht had,<br />
door afzonderlyke handeling, eene betere Vrede<br />
te verkrygen: of dat men ten minften niet<br />
door een roekeloos vertrouwen op het Hof van<br />
Verfailles, zich in de noodzakejykheid had gebracht,<br />
om zoodanige Vrede te moeten aanneernen,<br />
als dat Hof ons daarna heeft opgedrongen<br />
: en dat ik nimmer met goede oogen heb<br />
kunnen aanzien, dat men de Republiek aan<br />
het welgevallen van evengem. Hof, kwanzuys<br />
uit erkentenisfe voor dienften bewezen in eenen<br />
Oorlog, dien het ons voor een gedeelte<br />
op den hals had gehaald, wilde onderfchikken,<br />
en van 't zelve veel afhangelyker maken, als<br />
zy immer van dat van Engeland geweest was.<br />
Maar zoo in my was opgekomen eenige byzohdere<br />
bereidwilligheid voor Engeland; eenig<br />
by-
I N L E I D I N G . 1^<br />
byzonder inzicht van voordeel; van vermeerdering<br />
of ftaving van invloed ; eenige laage toegevenheid<br />
voor de wyze van denken van den<br />
Heere Stadhouder; zou ik my zeiven verachten,<br />
even als ik veracht zoodaanige, die uit<br />
eigen voordeel, en tot bevordering van hunnen<br />
byzonderen Koophandel, Staatzuchtige inzichten,<br />
of wat des meer is, het vuur des Oorlogs<br />
in *t begin hebben aangeftookt; die daar<br />
na Frankryk naar de oogen hebben gezien;<br />
dit met deszelfs Ambasfadeur over de geheimfte<br />
Staatszaaken gehandeld hebben ; die eenige<br />
woelzieke Vreemdelingen begunftigd hebben,<br />
om door deeze de gisting der gemoederen<br />
te vermeerderen; en die voorts door alle<br />
zoorten van kunftenaryen getracht hebben<br />
tot hunne oogmerken te komen: oogmerken<br />
die, zoo als 'c daar na gebleekenis, geen andere<br />
waren, dan om de Regeeringsform te veranderen,<br />
en alles 't onderst boven te keeren.<br />
De naam van driflrocraat, dien men mydaar<br />
na mede heeft toebedeeld, was toen noch niet<br />
in de Mode. 't Is zeker dat dezelve als een<br />
Schimpnaam gegeeven is; en by aldien men<br />
daarmede bedoelde , eenen, die van oordeel<br />
was, dat in ons Land den Burgeren geen meerder<br />
of grooter invloed in de benoeming der<br />
Re-
*4 I N L E I D I N G .<br />
Regenten, of in 't beftuurderzaakentoekomt,<br />
dan dezelve zedert de oprechting der Republiek,<br />
ingevolge de Privilegiën der Steeden,<br />
zoo in Stadhouderlyke als Stadhouderlooze tyden,<br />
gehad hebben, kan ik niet ontkennen,<br />
dat die Tytel niet ten onrechte aan my gegeeven<br />
is.<br />
Het eenigst doel van alle Regeeringen is,<br />
het meest mogelyk welzyn der Leden , die<br />
onder de Maatfchappy behooren: zoo deeze<br />
gelukkig zyn, en hun gelukftaat door eene<br />
beftendige ondervinding beftempeld is geworden,<br />
zoo wordt de vraag, of eenige andere<br />
Regeeringsform, dan die, onder welke die Leden<br />
leeven, beter zy, eene zuivere befchouwende<br />
quxstie. Dit hadden de Hoofden der geenen,<br />
die in de laatfte onluften het niet onduidelyk<br />
op de verandering der Conftitutie<br />
hebben toegelegd, ten minfte zoo zy in de<br />
goede trouwe waren, in den beginne behooren<br />
onderzocht te hebben.<br />
' Wie zal ontkennen dat in onze Regeeringsform<br />
veele gebreeken zyn? Dat de Stadhouders<br />
te meermaalen de paaien van hun wettig<br />
gezach, dat niet duidelyk genoeg omfchreeven<br />
is, zyn te buiten gegaan. Dat in Stadhouderlooze<br />
tydea, de Regenten dikwyls door<br />
Sce-
I N L E I D I N G . 15<br />
Stedelyke, ja byzondere inzichten vervoerd,<br />
het algemeene welzyn verwaarloosd hebben?<br />
Dat het zamenftel van onze Regeeringsform,<br />
in veele opzichten, zoodanig is, dat het beftuur<br />
der Zaaken daar door dikwyls gebrekkig word.<br />
Ik wil dus gaarne bekennen, dat 'er eene<br />
betere Regeeringsform zou hebben kunnen<br />
uitgedacht worden. Maar de vraag is, zou het<br />
geluk van Land en Ingezeetenen , door verandering<br />
te maken in de tegenwoordige Conftitutie,<br />
vermeerderd zyn geworden ? of zoo<br />
men dit al wilde onderftellen, zou men zich<br />
hebben kunnen vleijen, dat die zedert meer dan<br />
tweehonderd Jaaren op den tegenwoordigen<br />
voet gevestigde Conftitutie zou kunnen veranderd<br />
worden, zonder het Land eene fchnfc<br />
te doen ondergaan, waar door ten minlien<br />
voor eenen geruimen tyd, alle de deelen van<br />
het publiek beftuür, op losfe fchroeven zouden<br />
gefield zyn geworden? En eindelyk,«zouden<br />
de In- en Opgezetenen in 't algemeen, ik<br />
meen de Gegoeden, (ik fpreek niet van de<br />
heff,) met den invloed, met eene zeer onbepaalde<br />
uitdrukking veelal de Volks invloed genaamd<br />
, dien men hun geven wilde, gelukkiger<br />
zyn geweest ? dat is, zou onze Koophandel<br />
bloeijender, onze Perfoonen en Goederen meerder
Ï6 \ w L E i h i N G:<br />
der voor alle geweld gedekt; in één woord j<br />
ónze Burgerlyke Vryheid grooter zyn geweest,'<br />
dan in de 200 Jaaren, die ftaande de tegenwoordige<br />
Conititutie verloopen zyn?<br />
Men fchreeuwt zeer tegen Familie Regeeringen:<br />
't zy verre dat ik goedkeure, dat<br />
men denkt alleen Regent te zyn, om zyne<br />
JNabeftaanden te bevorderen: maar zou het beter<br />
gaan, als de Verkiezingen door de Burgers<br />
gefchiedden? zyn de meeste der gemeene Burgers<br />
, en deeze zouden zekerlyk het grootfte<br />
getal in de Verkiezingen uitmaaken, in ftaat,<br />
om van de hoedanigheden tot het beltuur der<br />
publieke Zaaken nodig, te oordeelen? Zoude<br />
niet het gros der Kiezers, door kuiperyen ,<br />
of door den invloed van eenige weinigen beftuurd<br />
worden ? en hebben wy laatflelyk niet<br />
gezien, welk flag van Lieden het vertrouwen<br />
der meenigte hebben weeten te winnen? Zou<br />
men-kunnen verwachten, dat als dan waardiger<br />
en kundiger Regenten zouden verkoren<br />
worden? zouden die geene, die door hunne<br />
kuiperyen de Gemeente zouden beleezen, of<br />
de gunftelingen der geenen, die zig als be-<br />
Huurders van de menigte zouden opwerpen,<br />
tot de Regeering beter gefchikt zyn, dan die<br />
'er tegenwoordig door den invloed van zyne<br />
Hoog-
I N L E I D I N G . 17<br />
Hoogheid, of van hunne Nabeftaanden inkomen?<br />
Alle daaden die niet gefchieden kunnen,<br />
zonder tusfchenkohist der menfchelyke hartstochten,<br />
zullen meestentyds, zoo niet altyd,<br />
gebrekkig zyn: en dus is 't immers met het<br />
begeeven van Ambten en Bedieningen geleegen:<br />
gunst zal daar in altyd plaats hebben,<br />
't Is zeker dat nergens eene beetere en gefchiktere<br />
wyze van begeeven van Ambten zou kunnen<br />
zyn, dan daar dezelve aan eenen is toebetrouwd,<br />
dewyl de byzondere betrekkingen<br />
van deezen tot alle de Leeden der Maatfchappy,<br />
volftrekt minder moeten zyn, en hy<br />
dus onzydiger; zoo de ondervinding niet geleerd<br />
had, dat die betrekkingen gemultipliceerd<br />
worden, door bet getal der geenen, die byzonder<br />
in de gunst ftaan: en dat in de daad niet<br />
de Vorst, maar zyne Gunftelingen de Ambten<br />
begeeven.<br />
. Men befchouwe de zaak eens met een Historiekundig,<br />
en onpartydig oog : wie hebben<br />
in ons Land, in de onderfcheidene Staats-omwentelingen,<br />
den kreet doen opgaan? Ik meen<br />
in Stadhouderlooze tyden, de vrienden van<br />
't Huys van Oranje die buiten bewind waren,<br />
of hun gezach wilden vermeerderen met<br />
's Vorften bevordering: en in Stadhouderly-<br />
I. DEEL. B ke,
38 I N L E I D I N G .<br />
ke , r<br />
die geene, die naar hun inzien geen gezach<br />
genoeg in de Regeering hadden, of den<br />
Stadhouder wegens eenig ontvangen leed, een<br />
kwaad hart toedroegen.<br />
De eerfte deeden roepen, (want zy gaaven<br />
den toon aan de Volksftem,) dat eigenbelang<br />
alleen betracht, en 's Lands zaaken verwaarloosd<br />
wierden. De andere, op hunne beurt,<br />
dat de Vryheid in gevaar was, dat de Stadhouder<br />
de Privilegiën en Gerechtigheden met de<br />
voeten trapte.<br />
Ondertusfchen hoe is 't in ons Land gegaan,<br />
onze Perfoonen, onze Goederen zyn immers<br />
in Stadhouderlooze en Stadhouderlyke tyden<br />
even zeker geweest, en de geringde Ingezeeten<br />
heeft , veilig voor de oppermacht der aanzienlykften,<br />
in zynen flaat een gerust leven<br />
kunnen leiden.<br />
In Stadhouderlyke en in Stadhouderlooze<br />
tyden, heeft de Republiek fchitterende oogen-<br />
-blikken gehad: maar opmerkingwaardig is het,<br />
dat die fchitterende oogenblikken, in Stadhouderlooze<br />
tyden, daar zyn geweest, wanneer<br />
het voornaam beduur der Regeering geweest<br />
is in handen van eenen, of eenige weinigen,<br />
die door hunnen invloed met de daad<br />
het Stadhouderlyk gezach hadden, en daardoor<br />
in
I N L E I D I N G . 19<br />
in Haat waren, om de veelvuldige raderen,<br />
van 't algemeen beduur, die door zoo veele<br />
handen gedraaid worden, tot één einde te doen<br />
beweegen.<br />
Deeze opmerking, die zoo ik vermeen, op<br />
de gefchiedenisfen van ons Land, gegrond is,<br />
heeft my, zeedert ik eenig inzien in 's Lands<br />
zaaken heb gehad, doen befluiten, dat het -<br />
Stadhouderfchap een noodzaaklyk onderdeel<br />
Onzer Conftitutie is: en dat, offchoon er tyden<br />
zyn geweest, dat men vermeend heeft eenen<br />
Stadhouder in deszelfs onderfcheidene hoedanigheden<br />
te kunnen misfen, die tyden altoos<br />
met oproer en geweld, een einde hebben<br />
genoomen, eensdeels, om dat het Nederlandsen<br />
Volk, in 't algemeen, van hunne<br />
jeugd af, voor het Huis van Oranje voor- ingenoomen<br />
wordt: anderdeels, om dat de geenen,<br />
die geen deel aan de Regeering, tersminften<br />
niet naar hun genoegen hebben, geene geleegenheid<br />
laaten voorby gaan, om van die geneigdheid<br />
van 't volk gebruik te ma'aken, in<br />
hoope van op hunne beurt de zoetigheid en<br />
voordeden der Regeering te zullen genieten.<br />
Van dit zoort van baatzuchtige menfehen,<br />
want zoo moet men ze doch noemen, moeten<br />
onderfcheiden worden die geene, diewaar-<br />
B 12 iy fc
2 0<br />
I N L E I D I N G .<br />
lyk hun Vaderland lief hebben, die zonder baatof<br />
ftaatzucht zyn, doch met verheevene<br />
denkbeelden het beftuur der publieke zaaken<br />
befchouwen. Zy zien de feilen die er in zyn:<br />
zy trachten naar beetering: maar eylaas! zy<br />
verliezen uit het oog, dat die volmaakte bev<br />
ftuuring, die zy voor hun Vaderland verlangen,<br />
niet mogelykis: of dat, zoo men dit al<br />
eens wilde ftellen, óm ertoe te komen, middelen<br />
gebruikt zouden moeten worden, door<br />
welken bet Gemeenebest gevaar zouloopen,<br />
't onderst boven gekeerd te zyn, voor dat het<br />
gewenscht einde zou kunnen bereikt worden.<br />
Met reede heeft Huygb de Groot ergens aangemerkt,<br />
dat men vermyden moet van oude<br />
Regeerings verordeningen af te gaan: dat zulke<br />
veranderingen gevaarlyk zyn, en bet veiliger<br />
is, zich naar de gebreken te fchikken, daar''tvolk<br />
aan gewend is, dan naar de vervormingen te<br />
trachten.<br />
Zit daar myne wyze van denken: is dezelve<br />
Ariftocratiscb? het zy zoo! maar zoo<br />
men door Ariflocraat verflaat eenen die uit<br />
eigen belang of ftaatzucht zyne bevordering<br />
in de Regeering zoekt; die in 't beftuur zich<br />
zeiven alleen en niet het gemeene best befchouwt;<br />
die zyn gezach en invloed alleen<br />
be-
I N T, E 1 D I N G. 2T<br />
befteedt om de zynen te [helpen en te begun<br />
ftigen; dan vraag ik, en doe het met gerust<br />
heid, welk eerlyk mensch durft my dien tytel<br />
geven ?<br />
Maar hoe verachtelyk het geblaf van hetgefpuis<br />
dat my aanrandde ook weezen mochte,<br />
zoo heeft het my leed gedaan, ja van harte<br />
leed gedaan, by deeze gelegenheid ondervonden<br />
te hebben, dat ik als Burger, als Ingezeeten<br />
van eene Stad en Land, alwaar de genngfte<br />
tot dus verre altyd eene heul gevonden<br />
had by de onbefprokene bedeeling van het<br />
recht dat hun toekwam, tot dat recht nutteloos<br />
myne toevlucht zou genomen hebben.<br />
Ik wil niet ontveinzen, dat in 't begin,<br />
toen de fielten eerst begonden hunnen gruwelyken<br />
laster uit tefpuwen, ik gaarne gezien<br />
zou hebben dat hunne eerloosheid, en<br />
voornaamlyk die van den Politiek* Kruyer, en<br />
van zynen uitgeever Jan Verkm, anderen ten<br />
voorbeeld volgens de wetten van den Lande<br />
geftraft waren geworden : ik had gaarne gehad<br />
dat de geen onder wiens hoede de goede naam,<br />
de goederen en het leven der Ingezeetenen gefield<br />
zyn, de Hoofd-Schout onzer Stad als<br />
de geen aan wien de Hoge-Overheid haar<br />
recht heeft toevertrouwd om alle verftoord<br />
e r s<br />
B 3
22 I N L E I D I N G .<br />
ders van publieke rust te vervolgen en te<br />
. doen ftraffen, my in deezen te hub gekomen<br />
was. Dit was voornaamlyk , mpj's: oordeels ,<br />
den Graaflyke Officieren opgelegd by het Placaat<br />
van 7 Maart 1754, het welk door dat van<br />
19 Oftober 1781, beneffens alle vorige Placaten<br />
en Ordonnantiën tegen het drukken en<br />
divulgeeren van calunmieufe gefchaftcn, des<br />
noods, vernieuwd en bevestigd was geworden.<br />
Maar niettegenftaande , de aliezints , tenminften<br />
zoo als 't my voorkwam, duidelyke<br />
beftelling der Placaten, moest ik met leedwezen<br />
ondervinden, dat de 1<br />
verwachting die<br />
men had van de Administratie der JuiHtie,<br />
zoo gering was, dat men niet op zich durfde<br />
neemen, om recht te vorderen. — Men wees<br />
my naar de ordinaire Juftitie : daar kon ik eene<br />
Jbtio hjura inftituëeren, en dus aan myne<br />
Erfgenamen overlaten, een geding, dat m»<br />
gelyk by hunnen dood niet geëindigd zou zyn.<br />
En dat was de weg dien men algemeen aanwees,<br />
aan de geenen die door de Courantiers, en de<br />
bekende Week- of Maand- Blad-Schryvers,<br />
in hunnen goeden naam op het grievendst beleedigd<br />
waren. Men beweerde, dat de Graaflykheids<br />
Officieren niet gefchikt waren, om<br />
daar
ï N L E 1 D I N G. 2 3<br />
d a a r over eenige aftie, hoe klaar de bewyzen<br />
ook waren, te inftituëeren.<br />
Ik ftelde tevergeefs voor, dat zulks noch<br />
billyk noch rechtmatig was: dat alle Ingezetenen<br />
, van den voornaamften af, tot den<br />
geringften toe, recht hadden om zoo wel<br />
tot befcherming van hunnen goeden naam<br />
als tot die van hunne goederen, het pubhek<br />
gezach in te roepen: - dat het vreemd zou<br />
klinken, dat een Graaflyk Officier aan wien<br />
ik eenen gepleegden diefftal, met aanwyzing<br />
des dief's, aangaf, my zeide: 'tismy leedmaar<br />
kunt den dief dagvaarden om u het ge/look»<br />
leder te geeven: - dat het onderfcheid van<br />
eenen rover van myn goed, tot dien van mynen<br />
goeden naam, niet anders was, dan dat deeze<br />
veel fchuldiger moest gehouden worden. —<br />
dat alhoewel het niet ongefchikt was, dat de<br />
eene Ingezeeten den anderen beleedigende, niet<br />
aanftonds tot de Vindifta publica toegelaten<br />
wierd,maar tot den burgerlyken Rechter, zynen<br />
toevlucht moest neemen, doch dat wanneer<br />
iemands goede naam in publieke gefchnften,<br />
en wel zoodanige, die met publiek gezach<br />
of toelating verfpreid worden, gefchonden<br />
wierdt, het myns bedunkens, eene baarblvkelvke<br />
onrechtvaardigheid was, zoodanie<br />
n<br />
- B 4 S
24 I N L E I D x N G ><br />
gen de publieke hoede te ontzeggen, e n hen<br />
tot langwylige Procedures te verwyzen. Doch<br />
alles was te vergeefs.<br />
Dit te moeten ondergaan, kwam my destyds<br />
hard voor: maar zedert ik in 't vervolg<br />
gezien heb, dat alle de Courantiers, naar hun<br />
we gevallen, ftrafloos, de Leeden der Regeering,<br />
zelfs de Staats- en Stedelyke Reio'utien<br />
, wanneer ze niet naar den heerfchenden<br />
fmaak, of naar dien der geenen, wiens party<br />
zy trokken , waren, op eene fchand lyke<br />
wyze doorgeftreeken hebben : zedert ik gezien<br />
heb, dat een Perk*, een Schuurman, een/y».<br />
je, en zoortgelyke, in hunne Couranten, inmyne<br />
vaderlyke Stad gedrukt of opentlyk uitgegeeven,<br />
de Regeering derzelve, of ten minften<br />
het gedeelte dat hun niet aanftond, gefcholden,<br />
Burgemeefteren befpot, het volk<br />
op de fterkfte wyze openlyk hebben uitgedaagd,<br />
om op hunnen kreet van oproer, de<br />
wettige Regenten op eene geweldige wyze af<br />
te zetten, en andere in hunne plaats te verkiezen:<br />
zedert ik gezien heb, dat niet tegenflaande<br />
één dier Couranten, door de Vroedfchap<br />
by Refolutie was veïklaard, feditieus en<br />
oproerig, en aan myne Heer en van den Gerechte<br />
gelaaten was, om daar in te handelen zoo als zy<br />
zou-
I N L E I D I N G . £5<br />
zouden meenen te behooren, de meerderheid van<br />
deezen daar op verftaan heeft niets te moeten<br />
doen, heb ik my niet meer verwonderd, dat een<br />
verftandig, eerlyk, en allerwaardigst Graaf-<br />
lyk Officier, op aanraading zyner Confalen-<br />
ten, geene kans gezien heeft, om met eenige<br />
hoop van fticces, eene adie, ingevolge de Pla-<br />
caten, tegen dien Jan Verkm, of zoortge-<br />
lyken te inftituëeren.<br />
Ik heb dan zedert gelyk alle andere fat-<br />
zoenlyke en deugdzaame Lieden, met verach<br />
ting aangezien, de befchimpingen, bynaamen<br />
en leugens, die aan my gedaan, gegeeven en<br />
tegens my verfpreid zyn. Het zoude beneeden<br />
't geen een onbefproken mensch aan zich zei<br />
ven verfchuldigd is, geweest zyn, zich tegen<br />
die Scbotfchryvers te verantwoorden: doch<br />
jammer is het, dat veele eerlyke en onpar-<br />
tydige Lieden, zich fchier niet hebben kun<br />
nen onthouden van te geloven, dat er doch<br />
iets waar aan moest weezen, dewyl ingefchrif-<br />
ten met publiek gezach uitgegeeven, (de Cou<br />
ranten J zulks ftraffeloos gezegd wierdt. (*)<br />
Maar<br />
(J>) Jan Noms, een die Courantenfchryvers , heeft,<br />
toen de tyden veranderd waren, en hy bevreesd was<br />
over zyn euvelfchryven, in rechten aangefprooken te<br />
B 5<br />
w o r<br />
"
25- I N L E I D I N G . "<br />
Maar zoodanig waren de tyden : de Regeering<br />
had alle gezach, de Juftitie allen klem verloren:<br />
en de Courantiers fchreeven en leefden gerust<br />
onder de hoede der geenen, die zich alle<br />
gezach hadden aangematigd, en tot bevordering<br />
van wiens oogmerken en zekerheid, zy<br />
als trauwanten dienden.<br />
Geen gering genoegen heb ik doch gevoeld,<br />
dat de kwaadaartigften my niets hoe genaamd<br />
daadelyks, hebben kunnen verwyten: en het<br />
by algemeens fcheldwoordcn gebleeven is.<br />
Ik kon intusfchen hun, en eeneniegelykuitgedaagd<br />
hebben , en kan zulks gerust ten allen<br />
tyden doen, om aantetoonen, dat ooit iemand,<br />
met myn weeten, door my beledigd zy geworden:<br />
dat ik ooit iri het beftuur van's Lands<br />
of Stads zaaken, in de onderfcheidene aanzienlyke<br />
posten , met welken ik bekleed ben<br />
geweest, van myn gezach of invloed eenig<br />
ver<br />
worden, zich niet ontzien te zeggen, dat hy alleen de<br />
zamenfleJler, (redacteur) van een dier Couranten geweest<br />
was: dat Tegelaar de vriend vaa den Burgemeester<br />
Hooit, en de Burgemeester zelve hem opgaven, 't geen hy<br />
fchryven moest: en dat hy menigmaal daer over in gefprek<br />
was geweest met de Scheepen Bicier en van Lennep, ik<br />
wensch, ja wil vertrouwen, dat de deugniet deeze Lie<br />
den genoemd heelt, om zyne misdaad , als 't waare, door<br />
den naam van groote medelanders te verkleenen.
ï N L E I D I N G. ZJ<br />
verkeerd of flinks gebruikgemaakt, ofeenige<br />
blyk va» eigenbaat gegeeven heb.<br />
Men heeft getracht my te doen voorkomen<br />
als eenen draayer, als iemand die gedurig van<br />
party wisfelde. Wie, die my van naby kent,<br />
weet niet, dat ik door myn Carafter, mogelyk<br />
al te driftig en openhartig tot geene draayer<br />
y of plooyery gefchikt ben? Maar 't is waar,<br />
dat ik my nimmer aan de heethoofdigheid en<br />
verregaande onderneemingen van de eene of<br />
de andere party heb willen overgeeven.<br />
Ik dacht, en denk noch, dat de Regeering<br />
van Amfterdam, willen 's Lands zaaken wel<br />
gaan, met zyne Hoogheid in goede harmonie<br />
moet leeven: en heb deeze Leere altoos zoo<br />
verre ik zulks' als Regent en Ingezeeten in gemoede<br />
heb kunnen doen, aangekweekt,<br />
Toen ik in 1781 Burgemeefter geworden<br />
was, noemde men my, den Oranje Burgemeester:<br />
toen ik daarna mede de propofitie deede,<br />
ten einde zyne Hoogheid zich van eenen kleinen<br />
raad zoude bedienen, en vervolgens djn<br />
flap tegen den Heere Hertog, duidde men my<br />
zulks kwalyk: en toen ik in 't Jaar 1786 en<br />
1787 niet mede heb willen werken, om de<br />
dolle zoogenaamde Patriotten te helpen alles<br />
onderst boven te keeren, en zyne Hoogheid<br />
af
2 0<br />
I N L E I D I N G .<br />
af te neemen, 't geen Hoogstdenzelven wettig<br />
toekwam , heeft men my weder eenen Oranje-<br />
Mant genoemd: en zoo 't geviel, dat God verhoede<br />
! dat men door laage vleiery, en bovenmatige<br />
toegeevenheid, de hoogheid van den<br />
Vorst, ten koste van 's Lands voorrechten<br />
zou willen bevorderen, zou ik het befchermen<br />
van deezen, boven 's Vorften gunst noodwendig<br />
moeten ftellen. Doch dit myn Noodlot,<br />
is dat van allen, die in tumultueufe tyden<br />
geen party willen kiezen, maar betrachten<br />
, 't geen naar hun inzien, 's Lands oorbaar<br />
is.<br />
Ik getroost my zulks dierhalven gemakkelyk:<br />
myne wyze van denken, op 't ftuk van<br />
de publieke zaaken, van de Regeering, zoo<br />
van myn Vaderland, als van myne Geboorteftad,<br />
is altyd dezelfde geweest, en zal dezelfde<br />
blyven. Vry als de lucht die ik inadem ;<br />
door myne ofnftandigheden volftrekt onafhangelyk;<br />
gezeegend met goederen; gereezen tot<br />
den trap van eere, tot welken iemand van<br />
mynen ftaat kan komen; kan ik zelf gesne<br />
aanvechting gevoelen, om my anders dan<br />
myn geweeten en oordeel voorfchryven, te<br />
gedraagen.<br />
Ik eer en acht zyne Doorl. Hoogheid, en<br />
• doe
I N L B I D I N G . 29<br />
doe hulde aan deszelfs hoedanigheden: en byzonderaan<br />
deszelfs ingetogenheid, wegens het<br />
verkrygen van meerder gezach, daar men<br />
hoogstdezelve zoo fchandelyk by de goede<br />
gemeente over verdacht heeft gemaakt: maar<br />
nimmer heb ik zyne Hoogheid in den tyd,<br />
dat deszelfs gezach en invloed tot het hoogfte<br />
punt gereezen waren, en veele der geenen<br />
die hoogstdezelve in zynen tegenfpoedigen<br />
ftaat befcbimpt hebben , hun hof tot<br />
bejaging van eenig voordeelig ambt, voor hun<br />
zeiven of voor hunne vrienden maakten, iets<br />
voor my of voor de mynen gevraagd. Ik heb<br />
altyd onafhangelyk willen zyn, om dus myn<br />
gevoelen op eene vrymoedige, doch gepaste<br />
wyze te konnen uiten.<br />
Zou ik dan, reeds gekomen zynde tot ta«<br />
melyke hooge Jaaren, zonder eenigen fchyn<br />
van reeden, zonder eenig vooruitzicht van<br />
voordeel, alleen (zoo als in eenige belachelyke<br />
fprookjes verteld is,) om de eere van aan<br />
's Vorften tafel genodigd te worden, of om<br />
het deelen van een perfik met haare Koninglyke<br />
Hoogheid, (ik fchaam my byna de<br />
kwaadaartige zotheid van dien tyd te herhaalen,)<br />
myne gewoone rondborftige taal, uitgefproken<br />
in eenen tyd, dat dezelve my, zoo<br />
ik
%0 I N L E I D I N G .<br />
ik immer iets gezocht had, fcbadelyk zou hebben<br />
kunnen weezen, in laage vleiery en hoftaal<br />
hebben willen veranderen, — heeft dat<br />
eenige waarfchynlykheid?<br />
't Is waar, dat ik cenige weeken, na het<br />
op den 8 Juny voorgevallene betrekkelyk den<br />
Heere Hertog, toen ik als Burgemeester over<br />
's Stads zaaken zyne Hoogheid onderhouden<br />
moest, weder ten Move verfcheenen ben, en<br />
aldaar gegeeten heb. Maar zou men gewild<br />
hebben, dat ik na den ftap nopens den Heere<br />
Hertog , alle gemeenfchap en alle ommegang<br />
met zyne Hoogheid vermyd hadde ? Zou<br />
men begreepen hebben, dat als een Regentin<br />
zyne qualiteit iets zegt of doet, dat aan zynen<br />
Mederegent, ft zy my geoorloofd voor<br />
een oogenblik zyne Hoogheid dus te noemen,)<br />
niet aangenaam is, zulks dezelve dan in alle<br />
andere zaaken van elkander moet verwyderen ?<br />
In dat denkbeeld ben ik zekerlyk niet: maar<br />
geloof integendeel, dat geene onderfcheidene<br />
wyze van denken, hoe verfchillende die ook<br />
zy, Regenten van elkander zoodanig mag verwyderen,<br />
dat zy te zarffth de gemeene zaa.<br />
ken niet kunnen betrachten.<br />
Hoe zeer Burgemeesteren in 't Jaar 1781 vaii<br />
gedachten waren, dat de\raadgeeving van den<br />
Her-
I N L E I D I N G . 2t<br />
Hertog, met het waare nut van den Lande<br />
niet overeenkomltig was, en gemelde Hertog<br />
voor de voornaame oorzaak hielden, dat de<br />
Regenten in zyne Hoogheid het zoo hoodzaakelyk<br />
vertrouwen niet konden (tellen, zoo<br />
waren Burgemeefteren niet te min overtuigd,<br />
en booden zich daar toe aan, als uit de bekende<br />
Memorie aan zyne Hoogheid overgegeeven<br />
blykt, dat zy {reeds moestén trachten,<br />
gemeenfchappelyk met zyne Hoogheid<br />
mede te werken, tot bevordering van het algemeen<br />
welzyn.<br />
Alhoewel myn voorneemen in den beginne<br />
was, dit myn Werk aan het publiek mede te deelen,<br />
heb ik voor als noch beter geoordeeld,<br />
het alleen te brengen ter kennisfe van zommige<br />
myner goede vrienden; maar zoo het<br />
zelve te eeniger tyd ten algemeen gebruik<br />
te-voorfchya mochte komen, dan zy het nu<br />
voor als dan, aan U myne waarde Landgenooten<br />
aanbevoolen, als een blyk van myn<br />
verlangen, om by U te doen verdwynen de<br />
vooroordeelen, die men getracht heeft tegen<br />
my in te boezemen. Heb ik gefeild in<br />
myne Staatkundige inzichten en gedrag, het<br />
is geweest ter goeder trouwe. Ik kan geen ander<br />
oogmerk hebben, dan 't welzyn van myn<br />
Va-
32 I N L E I D I N ö.<br />
Vaderland: myn geheel beftaan is aan 't zelve<br />
verbonden: alle myne goederen zyn binnen<br />
myne Geboorteftad, en binnen deeze Provintie<br />
geleegen, of van dezelve afhangelyk • *t<br />
geen ik daar buiten bezit, is n i e t n o e m ens<br />
waardig: Engeland of Frankryk kunnen niet<br />
verzachten, het verlies dat ik door den ondergang<br />
van myn Vaderland zoulyden, endeelen<br />
dierhalven niet met myn Vaderland en Geboorteftad,<br />
in het belang dat ik in het beftaan<br />
en welvaaren van deeze neem.<br />
VAART WEL,<br />
M E-
MEMORIEN,<br />
DIENENDE TOT OPHELDERING VAN<br />
HET GEBEURDE, GEDUURENDE<br />
DEN LAATSTEN ENGEL-<br />
SCHEN OORLOG. 1<br />
Het is onbetwistbaar, dat de Oorlog voor<br />
alle handeldryvende Volkeren noodlot<br />
tig is: en dat de daar uit vloeijende nadeelert<br />
aangroeijen, in' evenredigheid der uitgeftrekt-<br />
neid van den Koophandel, en den daar van<br />
cnaficheidelyken Zeevaart. Geen Land is er<br />
derhalven, dat meerder dan het onze, alle<br />
gelegenheden, uit welke twist en vervolgens<br />
Oorlog zouden kunnen voortkomen, vermy-<br />
den moet: en dewyl Tractaten met vreemde<br />
Mogendheden, voornaamlyk zoodanige in wel<br />
ken tot wederzydfche befcherming iets be-<br />
jproken wordt, daar dikwyls gelegenheid toe<br />
geeven, zoo fchynen ze derlialven zoo min<br />
mogelyk aangegaan te moeten worden. Geluk<br />
kig is er geen Land dat zich van alle verbin-<br />
tenisfen, ten minden andere als Commercieels,<br />
zoo onthouden kan, dan het onze.<br />
Daar toe dient, voor eerst, de legging van<br />
I. DEEL. C de
34 M E M O R I E N TOT<br />
de Republiek. Van twee zyden gedekt, door<br />
eene Zee bezet met gevaarlyke banken, en<br />
welkers gaten en havens in klein getal en van<br />
ongemakkelyken toegang zyn: van de twee<br />
andere zyden , befchermd door groote rivieren.<br />
aanzienlyke, des noods, te doene inundatien,<br />
natuurlyke moerasfen, en Vestingwerken<br />
, kan zy den geduchtften Vyand eenen geruimen<br />
tyd afhouden.<br />
Ten anderen, behoeft deeze Staat minder<br />
dan eenige andere, zich door Tradiaten buitenlandfche<br />
hulp te befpreeken, uit hoofde der<br />
welgefleldheid der Ingezeetenen, en de evenredigheid<br />
met welke de goederen en rykdom<br />
onder deezen verdeeld zyn; waar door ze in<br />
ftaat zyn op te brengen, 't geen tot 's Lands<br />
befcherming vereischt wordt, en om teffens<br />
die lasten met gelyke fchouderen te draagen.<br />
Het Gemeene Land, byzonder de Provincie<br />
van Holland, heefc tot dus verre in dat algemeen<br />
Welvaren der Ingezeetenen, eene onuitputbaare<br />
bron gevonden, uit welke by Leening<br />
te ren eenen geringen Intrest is gehaaid geworden,<br />
't geen tot verval v an buitengewoone<br />
kost n benodigd is geweest: terwyl de gewo.me<br />
Lasten, op de draaglykfte wyze ingericht,<br />
overvloedig hebben opgebracht, 'tgeen<br />
no-
O P H E L D E R I N G , ENZ. $<br />
riodip is geweest, tot 's Lands onderhouden<br />
befcherming, en tot betaling der Interesfen van<br />
eene fchuld, te gelyk evenredig aan *s Lands<br />
vermogen, en aan de noodzakelykheid om den<br />
gegoede Ingezetenen gelegenheid te geeven,<br />
Om ten minden een gedeelte van hun geld alhier<br />
en niet buiten 's Lmds te plaatzen: terwyl<br />
men teffens door eene gepaste zuinigheid,<br />
in ftaat is geweest om in gewoone tyden af tb<br />
losfen, de Capitalen die by byzondere gelegenheden<br />
tot verval van ongewoone kosten,<br />
opgenomen waren.<br />
Eindelyk, zoo werkt de betrekking-der Republiek<br />
tot de Mogendheden van Europa<br />
mede tot haare zekerheid tegen buitenlanden<br />
geweld, daar zy altyd kan verwachten<br />
by den eenen of den anderen Vorst hulp<br />
te zullen vinden: dewyl het zeker belang van<br />
allen is, dat de Republiek eene onafhangelyke<br />
Staat blyve. Zoo zy vereenigd wierdt<br />
met de Nederlandfche bezittingen van t Huis<br />
van Oostenryk; zoo zy een Wingewest wierdt<br />
van Frankryk; zoo zy overrompeld wierdt<br />
door den Koning van Pruisfen; eindelyk*<br />
zoo zy door Engeland als vernietigd wierdt,<br />
door het vermedgen haarer Koophandel en<br />
Zeevaart, en door het overweldigen haarer be-<br />
C a<br />
z i t<br />
-
3^<br />
M E M O R I E N T O T<br />
zittingen in de Indien; zou de Balance van<br />
het Politiek vermogen zoodanig overhellen<br />
dat geen der evengenoemde Vorften immer<br />
kan toelaaten, dat zy ophoude te z y n eene<br />
Mogendheid op haar zelve beftaande.<br />
Geene Mogendheid heeft daar inmeerder belang<br />
dan Engeland ; de Republiek kan genoemd<br />
worden de Zeetel van deszelfs invloed<br />
op het vaste Land, e n ZOo zy vernietigd<br />
of van alle vermogen ontbloot wierdt z o u<br />
dat Ryk van het Staatkundig Beftaan van<br />
Europa geheel als afgefneeden zyn. Wat be<br />
treft Zweeden, Deenemarken, Rusland en de<br />
Vorften van het Duitfche Ryk, is het onbetwistbaar<br />
eerder van derzelver belang dat<br />
eene Mogendheid, van welke zy niets te'vreezen<br />
hebben, die de voortbrengen van hunne<br />
Landen doet vertieren, en dezelve van het<br />
nodige voorziet, eene onafhangelyke Staat<br />
blyve, dan dat eene machtiger Mogendheid<br />
zich van dit Land of van deszelfs Koophandel<br />
meester maake.<br />
Deeze voor ons beftaan zoo gelukkige gefte<br />
tems, kan doch niet tegen daadelyk geweld<br />
onwrikbaar gemaakt worden, dan door<br />
te zorgen, dat onze Land-en Zeemacht, benefiens<br />
onze Frontieren in behoorlyken ftaat<br />
on-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 37<br />
onderhouden worden. Daar toe is de Republiek,<br />
en dit vermeen Ik met zeekerheid te<br />
kunnen zeggen, volkomen in ftaat.<br />
Zy kan zonder haare Ingezeetenen te bezwaaren<br />
in Vredenstyd haare Landmacht op 40000<br />
geregelde Troupes houden, en 30 Schepen<br />
ot 2 0<br />
van Oorlog van 5° t bukken, tot protectie<br />
haarer Koophandel in geftadige Equipagie<br />
brengen; terwyl zy teffens in haare Havens<br />
kan onderhouden 20 Scheepen van Linie,<br />
en een evenredig getal Fregatten, om by de<br />
eerfte gelegenheid geëquipeerd en in Zee gebracht<br />
te kunnen worden: terwyl zy teffens<br />
de bygeleegene Mogendheden kan fubfidieeren,<br />
om, des noods, een goed aantal Militie te bezorgen.<br />
Waarlyk eene genoegzame macht om<br />
Haar geducht te maken, en om de Balance te<br />
doen overhellen, aan de zyde voor welke zy<br />
zich zou willen verklaaren.<br />
Maar eilaas! hoe zeldzaam hebben de geenen<br />
die aan 't hoofd van het bellier zyn geweest,<br />
het belang van ons Vaderland uit deszelfs waar<br />
oogpunt, zonder vooroordeel, befchouwt of<br />
betracht! De fchrandere Raadpenfionaris de<br />
Wltt, was zekerlyk genoodzaakt geweest om<br />
te wederftaan aan 't geweld van Cromwel en<br />
van Carelden Tweeden, onze Zeemacht in eenen<br />
C 3 ont-
38 M E M 0 R . I E N T O T<br />
ontzachelyken, ja, fchier ongelooflyken ftaat<br />
te brengen: Hy heeft daar doormogelyk, de<br />
Landmacht minder kunnen gadeflaan. Maar<br />
niemand kan den grooten Man geheel van onvoorzichtigheid<br />
vryfpreeken, dat Hy de Republiek<br />
van de Landzyde fchier weerloos ge.<br />
laaten heeft: dat Hy zich te veel in de Politieke<br />
handelingen der Vorften gdUcen, en<br />
ons daar door den Oorlog met Vra^kryk berokkend<br />
heeft: dat Hy voornaamiyk oorzaak<br />
is geweest, dat de aloude form van regeering<br />
met eenen Stadhouder, niet heefe kunnen<br />
weder ingevoerd worden, dan door oproer en<br />
geweldige beweegingen: eindelyk, dat de bovenmaatige<br />
invloed dien Hy aan Frankryk had<br />
traehren te bezorgen, veranderd is, zoo als<br />
dat gemeenlyk gaat, in geenen minderen van<br />
Engeland.<br />
Gelyk deWitfs uitdermatige vrees, van den<br />
jongen Prins van Oranje weder in de Waardigheden<br />
zyner Voorouderen herfteld te zien,<br />
den Lande lchadelyk was, is de haat die Ko.<br />
ning V/Mem den Franfchen toedroeg, en het<br />
voorwendzel om de Republiek te doen medewerken<br />
tot beteugeling der macht en verre<br />
uitzichten van Lodewyk den XIV, voor den<br />
Staat niet minder noodlottig geweest. Daar<br />
door
o l H U D E l l I N O , I N Z i 39<br />
door zyn wy voornaamlyk getrokken geworden<br />
in den zoogenaatnden Succesfie Oorlog, die<br />
met zoo veel roem gevoerd, en zoo onvoordeelig<br />
voor ons geëindigd is: dewyl wy, na<br />
onnoemelyke fchatten te hebben verfpüd ,<br />
Cwaar door ons Finantieweezen gedurende<br />
omtrent 40 Jaaren, in eenen deerlyken toeftand<br />
geraakt is,) en, ten gevaue van onze<br />
Geallieerden, de voordeeligfte Voorwaarden<br />
van de hand te hebben geweezen , eindelyk ,<br />
genoodzaakt zyn geworden, tot eene Vrede<br />
te komen, by welke wy niets anders hebben<br />
kunnen befpreeken, dan eene zoogenaamde<br />
Barrière, en een weinig uitgeflrekter Frontier<br />
aan den kant van Vlaanderen.<br />
Het eerfte, de Barrière, verre van nuttig te<br />
zyn heeft ons fchatten doen verkwisten, om<br />
eens anders Vestingen te verdeedigen, en is<br />
insgelyks oorzaak geweest, dat daar het gevaar<br />
verder fcheen te zyn, het verfterken der<br />
eigenlyke Frontieren in Braband en Vlaanderen,<br />
verwaarloosd is geworden: terwyl den<br />
Oorlog daar zynde, die afgeleegene Vestingen<br />
welhaast voor de overmacht der Vyanden<br />
hebben moeten bukken: daar de Krygsgevangen<br />
gemaakte Guarnizoenen, den Staat van<br />
Oorlog met de betaling van e*n aantal nuttel<br />
o o z e<br />
C 4
4° M E M O R I E N T O T<br />
hoze manfchap bleeven bezwaaren. Ik ve*<br />
meen waarlyk, doch onder verbetering, dalter<br />
zyde gefield de weinige vriend-nabüurlyke<br />
wyze op welke onlangs zyne Keizerlyke<br />
Majefteit ons van 't bewaaren zyner Vertingen<br />
geëxcufeerd heeft, Hoogstdezelve daar<br />
door aan den Staat eerder dienst dan ondienst<br />
gedaan heeft.<br />
Wat betreft het andere ter gelegenheid der<br />
Utrechtfche Vreede , befprooken voordeel,<br />
naamlyk, een weinig uitgeftrekter Frontier aan<br />
den kant van Vlaanderen; ieder weet hoe twistende<br />
Wy een gedeelte der by het Traélaat<br />
va/1716 afgeftaane Keizerlyke Landen bezeeten<br />
hebben, en hoedanig Wy nu onlangs aan,<br />
genomen hebben, ons te vreden te houden met<br />
het geen in 1664. ons reeds was toegevoegd,<br />
Wenfchelyk was het dan, dat door wyze<br />
en voorzichtige fchikkingen de Republiek ,<br />
zoo te Water als te Lande, altyd in ftaat gehouden<br />
wierdt, om met nadruk te kunnen<br />
handhaven, al 't geen Haar als eene fouvereiöe<br />
en onafhangelyke Mogendheid, voornamelyk<br />
betrekkelyk den Koophandel en Scheepvaart<br />
haarer Ingezeetenen, de bronnen haarer<br />
welzyn, met recht en rede, 't zy uit hoofde<br />
van het algemeen Recht der Volkeren,<br />
'c
O P H E L D E R I N G , ENZ. 4*<br />
\ zy uit hoofde van wederzydfche Commer<br />
cie Traftaten, niet betwist moest worden,<br />
zonder nodig te hebben Verbintenisfen aan te<br />
gaan, by welken zy zich verpligt, te geeven<br />
of te ontvangen zekere hulp te Land of ter Zee,<br />
Want alhoewel diergelyke Verbintenis<br />
fen wederkeeng zyn, zoo zyn de gevallen<br />
door welke andere Mogendheden in Oorlog<br />
kunnen geraken, zoo veel meenigvuldiger dan<br />
die welke de Republiek uit eene gewenschte<br />
Vrede kunnen brengen, dat de kans in 't ge<br />
heel niet gelyk is. Ons Land, dat, zoo als<br />
ik zoo even gezegd heb, zyn beftaan in zyne<br />
eigene krachten kan vinden, heeft tot de an<br />
dere Mogendheden fchier geene andere be<br />
trekkingen , dan Commercieels : daar die der<br />
machtigfte Vorften evenredig zyn aan den in<br />
vloed dien zy moeten of willen hebben op<br />
den toeftand van gantsch Europa: daar komt<br />
by, dat in eene éénhoofdige Regeering, de<br />
grilligheden'van eenen Vorst, het denkbeeld<br />
dat Hy zich vormt, van zyne wezenlyke of<br />
gewaande Eer, oorzaaken tot Oorlog kunnen<br />
geeven, die nimmer by eene Republiek plaats<br />
kunnen hebben. Maar boven alles is het on<br />
voorzichtig, by eenige Verbintenis voorwaar-<br />
den te befpreeken, die zoodanig met het be-<br />
C 5<br />
l a n<br />
§
4* M E M O R I E N T O T<br />
lang der Mogendheid van welke men ze bedingt<br />
ftrydig zyn, dat met geene waarfchynlykheid<br />
verwacht kan worden, dat men ze<br />
bet geval daar zynde, gerust zal kunnen ge'<br />
nieten.<br />
Dit is het geen men had moeten verwachten<br />
van het 3de e n 4de A r c. v a n h e t V £ m<br />
^io> 4. Daar was weinig doorzicht nodig, om<br />
met zekerheid te kunnen voorfpellen, dat<br />
Engeland nimmer vrywillig z o u toeftaan, dat<br />
onze Ingezeetenen, deszelfs Vyanden voorzien<br />
zouden van *c geen deezen om den Oor-<br />
Jog te voeren nodig hebben. Van Koningen<br />
en Vorften te verwachten, dat zy zich naar<br />
Traftaten vrywillig zullen fchikken, wanneer<br />
ze met fapa belang ftrydig z y n, i s 0nbe- *<br />
zonnen. Geen middel is 'er immer geweest,<br />
men leeze de Gefchiedenisfen van alle tyden,'<br />
om der Vorften ongerechtigheden tegen te<br />
gaan, dan eene genoegzaame Krygsmacht. Wy<br />
hebben dat te meermaalen, maar nimmer gevoeliger<br />
beproefd, dan in den laatften Engelfchen<br />
Oorlog. Onze redeneeringen, onze betoogen<br />
om het onrechtvaardig en het geweldig<br />
gedrag der Engelfchen aan te toonen,<br />
waren fraai en gegrond: maar de klem ontbrak<br />
'er aan: deeze kon niet gevonden worden,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 43<br />
den, dan in \ getal onzer Oorlogfchepen ,<br />
e n die hadden wy niet. Het was dus we.i-<br />
fcbelyk geweest dat men begreepen had, dat<br />
met ons goed, ja ontwïstbaar recht met ge<br />
weid, doch zonder kracht of macht door te ^<br />
zetten, niets verricht zou worden, dan onze<br />
Ingezeetenen bloot te ftdlen, aan de met<br />
macht en kracht gepleegde geweldige daaden<br />
der Engelfcheu.<br />
Wenfchelyk was het geweest, dat wy voor<br />
het uitbarften der Onlusten, of, Engeland op<br />
de best mogelyke wyze hadden toegegeeven;<br />
of de zaaken dragende gehouden tot dat on-<br />
z e' Zeemacht in beteren ftaat zou zyn: of<br />
eindelyk, ons door Frankryk, om wiens wil<br />
le alleen de Oorlog begonnen wierd, laaten<br />
toezeggen, ja daadelyk geeven , een genoeg<br />
zaam getal Oorlogfcheepen, dewyl wy, by ge<br />
brek van deezen, buiten ftaat waren, niet a leen<br />
eenen aanvallenden Oorlog te voeren, maar<br />
zelfs onze Kusten in Europa en onze Bezittin<br />
gen in de beide Indien te verdeedigen. Wy had<br />
den, 't is waar, of ten minften wy vermeenden<br />
hulp en byftand te hebben befprooken van Rus<br />
land, Zweeden en Deenemarken, die met ons<br />
het Tradtaat van de Gewapende Neutraliteit<br />
hadden aangegaan: maar om daar op eenige<br />
hoop
44 M E M O R I E N T O T<br />
hoop te hebben kunnen vestigen, had men ten<br />
nnnften duidelyk in fchrift, en niet in woorden,<br />
niet in verbale toezeggingen en gefprekken<br />
tusichen Ministers, moeten laaten bepaalen,<br />
wat verftaan moest worden, door de woorden<br />
van het Tracïaac, by welke men beloofde<br />
eikanderen by te fpringen, en wanneer men<br />
rekenen zou, het Cafus faa'eris daar te zyn.<br />
Doch van dit alles was niets gedaan, en wy<br />
hebben gevoeld en voelen noch, de droevige<br />
gevolgen van die noodlottigen Oorlog.<br />
Myn voorneemen, gelyk Ik reeds in de Ia.<br />
leiding van dit Werk gezegd heb, is eerder het<br />
Staat- dan Gefchiedkundig beloop, zedert het<br />
begin tot het einde der onlusten, en eenige byzondere<br />
gebeurtenisfen gedurende dezelven,<br />
myne Leezers onder het oog te brengen: fmertelyk<br />
voor alle waare Vaderlanders, zal dit tafereel<br />
zyn: voornaamlyk als men befchouwt,<br />
dat toen men in dien ongelukkigen Oorlog is<br />
ingewikkeld geworden, het weivaaren van<br />
ons Land, of van onzen Koophandel, (want<br />
die het eene noemt, duidt het andere tevens<br />
aan) tot eene hoogte gefteegen was, waar van<br />
geen voorbeeld, zedert de oprechting der Republiek<br />
te vinden is.<br />
De middelen te water, de inkoomende en<br />
uit-
O P H E L D ï R I N G, ENÏ, 45<br />
uitgaande Rechten der Admiraliteiten, en het<br />
Recht van de Waag, brachten een derde meerder<br />
op dan naar gewoonte. Het Finantie-weezen<br />
van Holland, was in zoodanigen voordeeligen<br />
toeftand, door de wyze fchikkingen van<br />
eene zuinige en geregelde beftiering gebracht,<br />
dat de oude fchulden, te hoog gelopen door<br />
de uitermatige kosten, die de vorige oorlogen<br />
en voornaamlyk die der Succesfie veroorzaakt<br />
hadden, en van welke de Intresfen,<br />
niet evenredig waren aan 't geen jaarlyks<br />
daar voor gefield kan worden, waren voor<br />
«en groot gedeelte afgelost: en daar en boven<br />
's Lands Schatkist rykelyk in voorraad voorzien.<br />
De Oost Indifche Maatfchappy, die zenuw<br />
van 's Lands welvaaren, die nu door den<br />
noodlottigen Oorlog Millioenen ten achteren<br />
is geraakt, en eene bezitting van de uiterfte<br />
aangelegenheid heeft moeten afftaan, was niet<br />
verre van haare oude fchulden te hebben'afgedaan,<br />
en weder aanzienlyke uitdeelingen te<br />
kunnen doen. Het is zeker, dat de Republiek »<br />
in eenen allergeduchtften ftaat te brengen zoude<br />
zyn geweest, zoo by tyds, 'c geen rykelyk<br />
voorhanden was befteed was geworden, om<br />
voornaamlyk haare Zeemacht, in goeden ftaat<br />
te brengen: of te» minften dit niet, toen men<br />
den
4^ M E M O R I E N TOT<br />
den OoclBg reeds kon voorzien, gedaan zyn-<br />
de, men den tyd gekavdt hadt, om intus-<br />
fchen de Republiek door eene genoegzaame<br />
Wapening te 'brengen, uit den weerloozen<br />
ftaat in welken zy zich bevondt.<br />
Aan wien is daar van de fch-uld te wyten ? zal<br />
een vreemdeling die onze Regeeringsform niet<br />
kent, of een Inboorling die dezelve niet ge<br />
noeg gade heeft geilaagen, vraagen. Geruste-<br />
lyk kan men antwoorden aan niemand! Ik zeg<br />
aan niemand in "t byzontkr.<br />
Het kwaad is voornaamlyk voortgekomen<br />
uit onze Regeeringsform; en mogelyk ook wel<br />
uit het Cara&er onzer Natie, Dezelfde bedaard<br />
heid van gemoedsgeftdtenisfe die ons eigen<br />
is, en in de dagelykfche zaamenleeving een<br />
gerust en ftil leven doet leiden, die veel ge<br />
vestigd is, op liet genot van gewoonlyk ge<br />
noegzaame middelen van beftaan, ftaat dik><br />
wyls over tot onverfchilli^heid: minder vat<br />
baar zynde voor aandoening over zaaken die<br />
reeds zyn, kunnen wy het noch minder weezen<br />
over die fïöeh gen.uren moecen: en wat onze<br />
Regeeringsform en haaren invloed op het be<br />
ftuur, en voo naamlyk op de uitvoering be<br />
treft, is 't fc ier onbegrypelyk, dat deeze<br />
Republ 'k &b lang ^lUan, en. fchitterende •<br />
oo-
O P H E L D E R ï N G, E N-Z. 47<br />
oogenblikken, zelfs in Oorlogs tyden, gehad<br />
heeft.<br />
Zeven Landfchappen, geheel onaf hangelyk<br />
van eikanderen, hebben ieder haar byzondere<br />
Regeeringsform: het beftuur in dezelve is aan<br />
meerder dan 1200 Perfoonen toevertrouwd.<br />
Als men zich nu voorftelt, dat gewotmlyk<br />
eerst in de byzondere Vergaderingen der Stem<br />
in Staat hebbende Leden, en vervolgens in<br />
de Staats-Vergaderingen, een befluit moet<br />
genomen worden, voor en al eer de Gedeputeerdens<br />
ter algemeene Staats-Vergadering<br />
gelast kunnen worden, om aldaar te mogen<br />
helpen befluiten, is het fchier onbegrypelyk<br />
hoe noch een afkomst van zaaken kan gemaakt<br />
worden.<br />
Voornaamlyk is de moeilykheid om tot een<br />
befluit te komen groot, wanneer in eene of<br />
andere Petitie door den Raad van Staate gedaan,<br />
Cenjent- moet gedragen worden. Zoo<br />
de Petitie de zaaken van de Zee betreft, is<br />
Holland dadelyk gereed; Zeeland en Friesland<br />
draalen ook niet; ten minften voor zoo<br />
verre by hunne Admiraliteiten hunne aandeelen<br />
befteed kunnen worden: maar de andere<br />
Provintien komen er niet dan fchoorvoetende<br />
toe. Doch is de Petitie gedaan tot verbeetering<br />
of
4
O P H E L D E R I N G , ENZ. 49<br />
heid hebben. Een bewys van die ongefchiktheid<br />
is, terwyl ik dit fchryf voorhanden.<br />
By den aanbouw van fcheepen van Linie, ter<br />
geleegenheid van den Engelfchen Oorlog, zyn<br />
'er zes aan de Admiraliteit van Noord-Holland<br />
te beurt gevallen: vyf zyn 'er van gebouwd,<br />
doch de zesde hebben ze niet kunnen<br />
in 't werk Hellen by gebrek aan Penningen.<br />
Maar wat gebeurt 'er? Het Collegie door zich<br />
zeiven geene middelen hebbende, om fcheepen<br />
van kleiner Charter te bouwen, heeft tegenwoordig<br />
vyf fcheepen van Linie, (van welke<br />
reeds één, dat nimmer in Zee is geweest,<br />
zoo vervuurd is, dat het zonder aanmerkelyke<br />
reparatie onbruikbaar zal zyn,) en daartegen<br />
maar twee Fregatten. By de Maas, daar men<br />
mede gereedelyk aan 't bouwen van de fcheepen<br />
van 'Linie, die men volgens de verdeeling<br />
keveren moest, voldaan heeft, is men zoo weinig<br />
van Fregatten voorzien, dat men een Vyftiger<br />
heeft moeten equipeeren, om op de Oost-<br />
Indifchc fcheepen te kruislén, in plaats van<br />
een Zesendertiger of Twintiger, die daar gewoonlyk<br />
toe gebruikt worden.<br />
Van de achterlykheid der Bondgenooten, in<br />
het voldoen van 't geen zy behooren toe te<br />
brengen tot de algemeene befchenning, vindt<br />
L DEEL. O men,
5° M E M O R I E N T O T<br />
men, van de eerfte tyden der Republiek af, g efladige<br />
voorbeelden; getuigen de vermaningen<br />
van den Raad van Staate by het doen der Petitiën:<br />
en om van die eerde tyden niet te fpreeken,<br />
zullen wy alleen kortelyknagaan, hetgeen<br />
zedert de laatlle 50 Jaaren deswegens, door den<br />
Raad van Staate, den Bondgenooten is voorr<br />
gehouden, en wel byzonderlyk aangaande het<br />
Zee weezen.<br />
In de Petitie van 1725 (p. m. 20) zegt de<br />
Raad, na dat Hy te voren geklaagt had, over<br />
den Hechten toefland der Militie, verwaarlozing<br />
der Vestingwerken, Hechten ftaat<br />
der Magazynen, en achterlykheid der Bondgenoten<br />
in het opbrengen der nodige Subft.<br />
dien: „ dat zedert het einde van den laatften<br />
„ Oorlog, wanneer de navale macht, ver be-<br />
„ needen het getal van Scheepen was waar uit<br />
., die behoorde te beftaan, dezelve nog zoo<br />
„ zeer verminderd is, dat 'eronderdeCollegien<br />
„ ter Admiraliteit zyn, welke geen één fchip<br />
„ zouden kunnen in Zee brengen: en dat<br />
„ misfchien geen twee Collegien hun Contin-<br />
„ gent zouden kunnen leeveren, in een Es-<br />
„ qua'der van importantie, men zwyge van<br />
„ eene Capitale Vloot."<br />
Aanmerkelyk is 't geen in de Petitie van<br />
wel-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 5*<br />
welke, zoo ik my niet bedrieg, de toenmaalige<br />
Thefaurier Generaal en daar na Raadpenfionaris,<br />
de fchrandere van Slingeland, de opfteller<br />
geweest IS, gezegt wordt, namelyk „ dat<br />
„ zedert 2o Jaaren, of zedert het overlyden<br />
„ van den laatften Admiraal Generaal, de ge-<br />
|, nerale Direftie of Super - Intendentie der<br />
zaaken van de Admiraliteit veel manker<br />
gegaan heeft dan te vooren: gelyk trou-<br />
, wens niet anders zyn kon, doordien op<br />
geenerleie wyze voorzien was, tegen het<br />
" d efed in de generale direftie, fpruitende<br />
* uit het misfea van eenen Amptenaar, wel-<br />
* k e het Hoofd was van de Collegien ter<br />
„ Admiraliteit, en van een ieder derzelve,<br />
„ volgens het 2de Art. van hunne Inftruc-<br />
„ tie." (a> £<br />
O») Zoo 'er eene beftiering in de Republiek is, in welke<br />
de daadelyke invloed van een Hoofd noodig is, is het die<br />
der Admiraliteiten; de geftadige verwisreling, die maakt<br />
dat de Gedeputeerden de noodige kunde niet kunnen ver-<br />
krygen. of die verkreegen hebbende, van dezelve een<br />
nuttig gebruik te maken; de gewoonte van die Commis-<br />
fien te befchouwen als voordeelige pesten, de byzondeie<br />
Stedelyke belangen: de verfchillendheid in de onderfchei-<br />
dene huishoudingen der Collegien: de tegenftrydigheden<br />
die daar uit voortvloeijen in de algemeene beftiering, en<br />
Da • w«
52 M E M O R I E N T O T<br />
In de Petitie voor dén Jaare 1738, wordt<br />
gelyk in alle de voorgaande , geklaagd, over de<br />
traagheid der Bondgenooten in het betaalen<br />
hunner verfchuldigdeg««wj; als mede over de<br />
verwaarloozing der Fortificatiën en Magazynen:<br />
en wat de Zee betreft, „ dat de na vale<br />
„ macht in zoodanig verval was, dat dewyl de<br />
» ordinaire middelen der Admiraliteiten niet<br />
„ konden toereiken tot betaaling van zwaare<br />
„ en krytende fchulden, en tot voldoening van<br />
„ interesfen en aflosfing van opgenomene Ca-<br />
„ pitalen, geene Equipagiën gedaan wierden,<br />
„ dan eenige geringe uit het Last-en veil geld:<br />
h ja dat in geen dertig jaaren tot aanbouw<br />
„ van<br />
wat des meer is, maken dat het allerwenfchelykst zou<br />
zyn, dat de Admiraal Generaal niet afgetrokken wierdt<br />
door deszelfs menigvuldige bezigheden: het zou dierhal-<br />
ven een allergrootst geluk voor de zaaken van de Zee zyn<br />
dat terwyl de oudfte der twee Printen zich toeleide op<br />
de Militaire zaaken te Lande, om i'èeMgen tyde op 'c<br />
fpoor zyner doorluchtige Voorouderen, over 's Lands Ar<br />
meen in perfoon te kunnen gebieden, Prins Fredrik aan<br />
't hoofd der Marine, als Reprefentant van zynen Hoer<br />
Vader, gefield wierdt: en daar door verkreeg de noodige<br />
kennisfe en hoedanigheden om te geljk de huishoudely-<br />
ke zaaken van de Zee te beituuren, en om tenens by<br />
tyde en wyle den naam van Orange Nasfau, z o roemruch-<br />
tig ter Zee te maken, als zy zedert zoo veele eeuwen<br />
te Land is.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 53<br />
„ van fcheepen iets gepetitioneerd, veel mm<br />
„ gecontribueerd was.<br />
Alhoewel vervolgens alle de Petitiën dezelfde<br />
klachten en vermaningen inhielden,<br />
hebben zy doch niet kunnen uitwerken, dat,<br />
toen men in den jaare i 743 in Oorlog raakte,<br />
de Vestingen in goeden ftaat, de Magazy'nen<br />
wel voorzien, het Leger en de Navale<br />
Macht op eenen goeden voet waren. Hier<br />
in 't breede, 't geen deswegens in de Staats-<br />
Registers gevonden wordt, te willen affchetfen,<br />
zou ons te ver brengen: 't is genoeg bekend,<br />
dat het noodlottig verlies in dien tyd<br />
van zoo veele Sterktens, voor een gedeelte ten<br />
minften, aan die verwaarloozing is toegefcbreeven:<br />
en dat de ongelukken ia dien Oorlog<br />
de Republiek overgekomen, den weg gebaand<br />
hebben tot de Staatsverwisfeling, die in 1747<br />
op eene zeer ongefchikte wyze heeft plaats .<br />
gehad.<br />
Maar zoo men in Stadhouderlooze tyden<br />
de gebreeken van onze Conftitutie, voornamelyk<br />
aangaande de zaaken der algemeene<br />
verdeedtging, en al wat daar toe behoort, en<br />
in 't algemeen eene verregaande traagheid,<br />
dikwyls voortkomende uit Provintiaale belangens,<br />
ondervonden heeft, is 't in dit opzicht<br />
j) 3 niet
54 M E M O R I E N TOT<br />
niet veel beeter gegaan, toen wy eenen Stadhouder<br />
hadden.<br />
In 1750 klaagde de Raad van Sraate, dat,<br />
in eene Petitie van drie millioenen, gedaan<br />
tot noodige reparatie van Vesting- en Zeewerken,<br />
Utrecht, Friesland en Groningen, in<br />
't geheel niet, of zeer geclaufuleerd geconfenteerd<br />
, en Gelderland en Holland noch maar zeer<br />
weinig hadden betaald: dat op de voorige<br />
Petitiën tot onderhoud der Vestingwerken,<br />
de betaalingen zoo gering waren geweest, dat<br />
die van Bergen op Zoom noch in den zelfden<br />
toeftand waren, als toen die Vesting door<br />
de Franfchen ontruimd was: dat de Petitiën<br />
tot aanvulling der Magazynen, van welke de<br />
voldoening, aangezien het ontzachlyk getal<br />
gefchut ons in den Oorlog ontnomen, zoo<br />
hoognodig was, even onbetaald bleeven:<br />
eindelyk, dat het Comptoir Generaal van de<br />
Um'e, in eenen zoo beklaaglyken toeftand<br />
was, dat het gefchapen ftont, dat niet alleen<br />
de verfchuldigde fubfidiën, by Tradiaten<br />
in den laatften Oorlog aan onderfcheidene<br />
Mogendheden beloofd, niet betaald zouden<br />
kunnen worden, maar zelfs niet de Interesfen<br />
der ten behoeve van de Unie opgenomene<br />
gelden.<br />
In
O P H E L D E R I N G , ENZ. 55<br />
In welken beklaaglyken toeftand van defen-<br />
fie de Republiek was, toen in 175*<br />
d e o n<br />
eenigheden tusfchen Frankryk en Engeland<br />
op het punt ftonden van uit te barften, en er<br />
reeds dadelykheden waren gepleegd, kan men<br />
zien in het advys den 9 July 1755» en in de<br />
generale Petitie voor 1756, door den Raad<br />
van Staate ter Algemeene Staatsvergadering<br />
overgegeeven.<br />
In de Petitie voor het volgende Jaar 1757<br />
wordt dezelfde toeftand voorgefteld: en aan<br />
gedrongen, dat de Provintiën hunne behoor-<br />
lyke Confenten zouden inbrengen op de Peti-<br />
tiën van i 744 en 1747voor het zoo noo-<br />
dig herftel der Vestingwerken, en aanvulling<br />
der Magazynen: en tot die van 1741 tot den<br />
aanbouw van de boog benoodigde Scheepen van<br />
Linie.<br />
De Petidën voor de volgende jaaren 1758,<br />
1759, 1760, 1761, 1762,176 3,i76 4en1765,<br />
(in welke twee laatfte, aan de Bondgenoo-<br />
ten wordt voorgefteld, het bepaalen van eene<br />
jaarlykfche Equipagie ten kosten van de Pro<br />
vintiën , boven 't geen de Collegien ter Ad<br />
miraliteit uit hunne eigene inkomften kun<br />
nen doen) zyn opgevuld met vertooningen<br />
wegens de achterlykheid in de Confenten en<br />
D 4<br />
'<br />
b c<br />
"
' M E M O R I E N T O T<br />
. betaalingen, en met aanmaaningen totbeetering.<br />
In de bekende Petitie voor i 766 , toen<br />
de meerderjarigheid van den tegenwoordigen<br />
Prinfe Erf-Stadhouder na by was, opgefteld dooiden<br />
Heer Thefaurier Generaal Hop, (wiens<br />
naam ik met hoogachting voor zyne bekwaamheid,<br />
met eerbied voor zyn moreel Caraöer<br />
en met aandoening uit hoofde der vriendfchap,<br />
' met welke Hy my vereerde, noem) ffelt die'<br />
uitmuntende Minister den Bondgenooten voor<br />
oogen, dat dewyl, by gebrek aan gemeen<br />
confent en genoegzaame betaaling, aan de Petitie<br />
van 1741 voor den aanbouw van «25 Oorlog<br />
Scheepen, niet heeft kunnen worden vol<br />
daan, en dat de Scheepen tut de gedaane kleine<br />
fourmsfementen aangebouwd, verfleeten, ge/loopt<br />
of anderzints verhoren waren , het hoognodig<br />
zou zyn, wilde men 's Lands gerino- e Zee<br />
macht in ftaat houden, eene nieuwe Petitie<br />
te doen, doch dat men zich n i e t vleien<br />
kon, dat dit eenigen ingang by de Provinciën<br />
zou vinden ; terwyl pndertusfehen, door de -<br />
gebrekkige fournisfementen der Provintiën<br />
op de Petitiën van 1744 én 1747, de Raad<br />
van Staate buiten ftaat was geweest, de Fortificatiën<br />
en Magazynen in behoorlyken ftaat te<br />
brengen.<br />
In
O P H E L D E R T NO, ENZ. 57<br />
In den Brief van H. H% M. M. van den 31<br />
Dec. 1776, dienende tot geleide van de Petitie<br />
van den Raad van Staate voorliet volgend jaar,<br />
zeggen zy, dat de Staat zich bevond, zonder<br />
genoegzame Landmilitie en Oorlogfcheepen;<br />
met zwakke Frontieren en zonder Voormuur.<br />
Zedert 1741 was geene Petitie tot buitenge-<br />
woone Equipagie gedaan dan in 1770: in welke<br />
Gelderland, Zeeland en Utrecht nooit toege-<br />
ftemd hebben: en in 1771 eene, groot ƒ407 8508.<br />
tot aanbouw van Scheepen, wepke eindelylc<br />
m 1778 wel geconcludeerd was (a), doch daar<br />
de Bondgenooten heden noch ƒ 507582. crp<br />
fchuldig zyn. In 1773 , was ƒ 388800. gepeti<br />
tioneerd , voor een Equipagie van6Scheepen;<br />
(0) Deeze fom is de eenigfte dewelke zedert 1741,<br />
toen eene Petitie voor den aanbouw van 25 Sc'ie^pen<br />
vaH Oorlog gedaan was (aan welke aanbouw, gelyk wy<br />
zoo even gezien hebben, zoo by gebrek van confent als<br />
betaling, niet voldaan had kunnen worden) tot het zelf<br />
de einde door den Raad vau Staite is gevraagd gewor-<br />
den : dus heeft de Heer Capelle tot den Maysch, in zyne<br />
aaufpraak of advys op den Gelderfchen Landdag (Jaar<br />
boeken 1781 b'. S81) zeer roekeloos gezegd: Is het niet<br />
opmerkelyk, dat, na zedert jaaren hent>aard>byna owoe-<br />
mehke fchatten tot d.n aanbouw van Scheepen te hebben ge •<br />
Jpetideerd.evenwel'onzeMarine niet ts'reikende heeft'kunnen<br />
worden, om onze Commercie en Navigatie te befchermen.<br />
D 5<br />
in
58 M E M O R I E N T O T<br />
i n l<br />
77$ f 6-53300, voor een extraordinaire<br />
Equipagie: en in 1776 ƒ 670740. voor de<br />
Equipagie van dat jaar. Deeze Petitiën zyn<br />
alle wel geconcludeerd geworden, doch de<br />
Provintien zyn op dezelve, hoe gering ze<br />
ook geweest zyn, noch ƒ 159928. fchuldig.<br />
Uit deeze korte fchets kan afgeleid worden,<br />
hoedanig het beftuur over zaaken, die 't gantfche<br />
Bondgenootfchap aangaan, en onder welke<br />
de algemeene defenfïe zekerlyk de voornaamfte<br />
is, altyd gebrekkig is geweest. Het is eene<br />
verouderde kwaaie; en geene naïver befchryving<br />
kan daar van gegeeven worden, clan de<br />
geene die men leezenkan, in het kort Verhaal<br />
van wegen den Landraad aan degeneraaleStaaten<br />
overgegeeven den 21 September 1584.<br />
Aanmerkelyk is het, dat onder de gebreeken,<br />
dewelke door den Landraad worden opgegeeven,<br />
als oorzaaken van 's Lands flecht<br />
beftuur, het confenteeren der Provintien in<br />
de Petitiën, met voorbefcheid zoo verre alle de<br />
andere van gelyken deeden, opgenoemd wordt.<br />
Dat gebrek, of er niet al genoeg waren, is als<br />
vernieuwd, zedert, dat eerst Gelderland, en<br />
op deszelfs voorbeeld, behalven Holland, alle<br />
de andere Provintien, zedert 5 a 6 jaaren<br />
weigeren, offchoon zy confent gedraagen hebben,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 59<br />
ben, eenige betaaling te doen, ten zy de Petitiën<br />
geconcludeerd zyn geworden: daar doch in de<br />
voorige Eeuw, en in deeze tot evengem. tyd<br />
toe de Provintien nimmer zwaarigheid hebben<br />
gemaakt, betaalingen te doen, zoo dra zy geconfereerd<br />
hadden. Ik vermeen zelfs, dat gedurende<br />
de gantfche Succesfie oorlog, geene extraordinaire<br />
Petitie gedaan is, in welke alle de<br />
Bondgtnootengeconfenteerdhtbloen, en dus geene<br />
geconcludeerd is geworden: terwyl doch de<br />
geconfenteerd hebbende Provintien geftadig<br />
de betaaling, dadelyk op haare toeftemming,<br />
hebben laaten volgen.<br />
Ik erken zeer gaarne dat volgens recht, ja<br />
feillykheid, alle die in dezelfde zaak belang,<br />
of tot deszelfs behoud zich verbonden hebben,<br />
gelykelyk behooren te contribueeren: maar<br />
zoo eenige onwillig zyn, is 't dan het belang<br />
der anderen de gemeene zaak verlooren te laaten<br />
gaan? Wat zou er van de Republiek geworden<br />
zyn, zelfs in deeze laatfte tyden, zoo<br />
Holland het zelfde Syftema had aangenoomen,<br />
en niet had willen betaalen, dan op Petitiën<br />
in welke alle de Bondgenooten hadden toegeftemd,<br />
en gelykelyk ieder voor deszelfs<br />
aandeel willen betaalen: en zoo deeze Provintie<br />
haare Gecommitteerde Raaden ftiptelyk<br />
ge-
CO M E M O R IE N T O T<br />
gehouden had, aan het 36*. Art. van derzelver<br />
Inflruclie, alwaar geboden word, te letten dat<br />
de fournisfementen op de Petitiën in gelykheid> en<br />
in proportie van de andere Provintien gefchieden !<br />
En waarlyk dit alleen zou genoeg zyn om<br />
te bewyzen, één der voornaamfte oorzaaken<br />
van 't verval der zaaken, dewyl het zeker is,<br />
dat wanneer de Provintien geene betaalingen<br />
doen, en alles op ééne Provintie laaten aankomen,<br />
de zaaken niet kunnen bevorderd worden.<br />
Toen in 1773 de oneenigheden tnsfchen Engeland<br />
en Frankryk ontftaan. waren, en het<br />
zeer waarfchynlyk was, dat de Staat daar in<br />
betrokken zou worden, en men dus bedacht<br />
moest zyn, om zich ten minften in ftaat van<br />
'tegenweer te ftellen, wierdt men we! eenigzints<br />
wakker, maar men kon doch niet ïpoedig tot<br />
een befluit komen. Men twistte zedert 1771<br />
over een Plan van vermeerdering van Landen<br />
Zee-macht, zonder zich te kunnen verftaan.<br />
De gantfche vermeerdering zou jaarlyks bedragen<br />
circa ƒ 1500000. Holland wilde er<br />
ƒ 700000. van hebben voor de Marine, en<br />
daar van, eene vaste post op den ftaat van Oorlog.<br />
Zyne Hoogheid had getracht, en was<br />
ook daar in geflaagd, de andere Provintien te<br />
over-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6l<br />
overreeden, om jaarlyks voor de Admiraliteiten<br />
ƒ 6oocoo. toe te ftaan; maar Holland<br />
was daar niet mede te vreden. Daar was dus<br />
niets van gekomen, en de Republiek was zonder<br />
genoegzame Land-macht, ten minften zoo<br />
eenige vermeenden, en zekerlyk zonder noemenswaardige<br />
Zeemacht gebleeven.<br />
Eindelyk doch hadden alle de Provintien,<br />
behalven Zeeland, in 1777 toegeftemd<br />
in eene Petitie van ƒ 2640960. tot aanbouw<br />
Van Scheepen: en alle, geene uitgezonderd,<br />
in eene andere van ƒ 1800000. tot reparatie<br />
van Scheepen en aankoop van Materialen:<br />
En in 't volgende jaar van 1778 confenteerden<br />
weder alle in eene van ƒ 1995840. voor<br />
de helft in een Equipagie van 32 Scheepen.<br />
Maar hoe zeer de Staaten van Holland, dadelyk<br />
voldeeden, aan 't geen van hun uit<br />
hoofde van gemelde Petitie geëischt wierd, zoo<br />
bleeven de andere Provintien achterlyk. Friesland<br />
alleen deedt op de laatfte Petitie eenige<br />
betaalingen ten behoeve van haare Admiraliteit<br />
(a).<br />
In 't volgende jaar 1779 wierdt door<br />
den Raad gedaan eene Petitie van ƒ 1500000.<br />
tot<br />
(a) Advys vaa den Raad van Staate op de Petitie<br />
vaa 1778.
6z M R M O R I E N T O T<br />
tot aanvulling der Admiraliteit» Magazynen:<br />
en in 1780 eene groot ƒ 2623590. tot Equipagie<br />
van 52 Scheepen. Op deeze volgde<br />
de toeftemming van alle de Bondgenooten:<br />
doch de eerfte wierdt niet geconcludeerd.<br />
Maar offchoon tot alle de gedaane Petitiën beiloten<br />
was geworden, wat zou dat hebben<br />
kunnen baaten ? Hoe kon verwacht worden,<br />
dat in den vervallen toeftand waar in de Marine<br />
was, zy in den tyd van twee jaaren<br />
zou kunnen in ftaat gebracht worden, om<br />
eenigzints het hoofd te kunnen bieden aan<br />
eenen machtigen vyand? De Admiraliteiten<br />
hadden reeds in 1779 (V) geadvyfeerd, dat<br />
wilde men de navale macht in eenen tamelyken<br />
ftaat brengen, 10 Scheepen a 70, 24 a6o ,<br />
7 a 50, en 5 a 40 ftukken aangebouwd moesten<br />
worden: en toen de Oorlog in 1781 een<br />
aanvang nam, was daar fchier niet aan begonnen<br />
, men zwyge van verricht.<br />
De Raad van Staate had wel reeds in 1771<br />
eene Petitie van ƒ 4078508. tot aanbouw van<br />
54 Scheepen van Oorlog gedaan: en alle cte<br />
Bondgenooten hadden eindelyk in May 1778<br />
daar in geeonfenteerd: maar het blykt uit de<br />
(a) Praradvys der Admiraliteiten 10 Maart 1779,<br />
be-
OP H E L D E R I N G , ENZ. 6g<br />
berichten, den 6, 7 en 21 Augustus, den 25<br />
en 28 September aan Hun Hoog Mog. gegeeven,<br />
hoe weinig daar in gedaan was. By de<br />
Maas waren voltooid 1 Schip a 60, en 1 a 50<br />
{lukken : t'Amfteldam 2 Scheepen a 64, en 2 a<br />
50 Hukken: in Zeeland 1 Schip a 50 Hukken : en<br />
in Friesland, was een nieuwe Vyftiger in Commisfie<br />
gefield, doch in den Balg by't kielen gezonken.<br />
Deerlyk vvaarlyk wordt de ftaat van onze<br />
Navale macht by evengem. berichten voorgefteld,<br />
zonder dat de fchuid daar van aan de<br />
Collegien kon gegeeven worden. Zy vertoonde<br />
dat „zedert 1741 er geene Petitie veel min<br />
„ Contributie tot eenigen aanbouw gedaan was:<br />
„ Dat de Admiraliteiten hadden noch geld noch<br />
„ behoorlyk voorziene Magazynen. Dat zy uit<br />
„ haare eigene en gewone inkomften kwalyk<br />
„ hadden kunnen goedmaken, de nodigeonkos-<br />
„ ten voor de jaarlykfche kleine Equipagien,<br />
„ en eenige weinige Fregatten kunnen aanbou-<br />
„ wen; Dat de meeste buiten ftaat waren, hun-<br />
„ ne groote Scheepen te onderhouden, en de<br />
„ Magazynen behoorlyk te voorzien. En dat<br />
,, van deeze achterlykheid, van deeze traagheid<br />
„ der Bondgenooten één der gevolgen was, dat<br />
„ dewyl geene Equipagien en geene Aanbou-<br />
„ win-
64 M E M O R I E N T O T<br />
„ wingen gedaan wierden, het Scheepsvolk en<br />
„ Scheepstimmerlieden verloopen waaren."<br />
In deezen noodlottigen toeftand heefi het<br />
niet ontbroken aan Lieden , die denzelven aan<br />
ilinkfche oogmerken hebben toegefchreeven.<br />
't Is niet te ontkennen dat het by veelen inge^<br />
worteld denkbeeld, voortgekomen uit de langdurige<br />
verbintenis met Engeland, dat het'belang<br />
der Republiek vereischte, dat zy met die<br />
Mogendheid nimmer moest breeken, gevoegd<br />
by een als ingebooren vooroordeel tegen de<br />
Franfchen, oorfprongelyk uit alle de Oorlogen<br />
ons door die Kroon, en voornamelyk in 1672<br />
aangedaan, mede gewerkt heeft, om den yver<br />
om zich in ftaat te ftellen van onbefchroomd<br />
het ongenoegen der Engelfchen te kunnen ondergaan,<br />
eenigzints te verdooven. Maar als<br />
men zonder drift en vooroordeel befchouvvt<br />
't geen ik te vooren op 't ftuk van onze'<br />
Regeeringsform, en de befluitéloosheiduit
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6 5<br />
0f nooit, zaaken van gewicht, wanneer eene<br />
tegenftrydige wyze van denken plaats heeft,<br />
met die bedaardheid en onpartydigheid behandeld<br />
worden, als 't algemeen belang zou vereisfchen.<br />
Menfchen zyn en blyven Menfchen:<br />
de eerlyktten, wanneer zy overtuigd zyn het<br />
beste voor te hebben, gaan dikwyls te ver; en<br />
hun einde pryzenswaardig zynde, zyn ze meerendeels<br />
te toegeevende in de middelen om tot<br />
dat einde te komen. Mooglyk hebben de geenen<br />
die het breeken met Engeland als noodlottig<br />
voor den Staat aanzagen, niet fterk genoeg<br />
aangedrongen eene waapening, die alleen<br />
dat breeken hadbehooren mooglyk te maaken:<br />
misfchien hebben de geenen die moede<br />
waren langer het Politiek Sistema van de Republiek<br />
geheel van Engeland te zien afhangen,<br />
en daarom Frankryk wilden toevallen, met te<br />
veel drift doorgezet, 't geen tot het bereiken<br />
van hun doelwit kon dienen, en verzuimd op<br />
te merken, dat het oogenblik allerongunfhgst<br />
was: dat ongewaapend tegen gewaapenden ten<br />
ftryde te gaan, hoe rechtvaardig de zaak weezen<br />
moge, alleen roekeloos en geenzints dapper<br />
noch roemwaardig is.<br />
Voor my, ik erken rondborftig, dat de invloed<br />
die het Hof von Lonüon hier te Lande<br />
T R had,<br />
li DEEL. u
66 M E M O R I E N T O T<br />
had, my dikwyls bovenmaatig is voorgekomsn;<br />
en dat ik gaarne de Republiek van die<br />
afhangelykheid zou hebben gezien ontflaagen^<br />
dat ik tot dat einde zoo veel mooglyk zou<br />
onderfteund hebben, alle de door den Raad van<br />
Staate voorgeftelde middelen, om de Landen<br />
Zeemacht, mitsgaders de Vestingwerkenen<br />
Magazynen by tyds in goeden ftaat te ftellen:<br />
al was het eens geweest, met eenigetoegeevendheid<br />
voor eene vermeerdering der<br />
Landmacht: offchoon, eensgefteld, die der<br />
Zeemacht noodzaaklyker was. Maar zoo ik<br />
daar in niet naar wensch had kunnen flaagen,<br />
zou ik nimmer de hand hebben geleend, aan<br />
het neemen van Refolutien, die by gebrek<br />
aan macht, niet konden volbracht worden:<br />
nimmer zou ik eene Refolutie tot het verleenen<br />
van onbepaalde Convooijen hebben helpen<br />
neemen, dewyl men daartoe buiten ftaat<br />
was , en by na zeeker kon zyn, dat 's Lands<br />
Vlag onteerd, en de Koopvaardy-lcheepen genomen<br />
zouden worden: en dat men, in plaats<br />
van die aangedaane oneer en gepleegd geweld<br />
te wreeken, zich eenen allerfchaadelykften oorlog<br />
op den hals zou haaien. Nimmer zou ik<br />
hebben willen meedewerken, om ons Land<br />
van het politiek juk der Engelfchen, onder dat<br />
der
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6?<br />
der Franfchen te brengen: om ten gevalle<br />
van eenige weinige Kooplieden, het welzyn<br />
van alle de anderen, in de treffendfte verliezen<br />
te doen verkeeren: om den zeetel der Koop •<br />
handel van dit Land naar elders over te brengen:<br />
om tot andere Natiën te doen overgaan,<br />
die vervoering van Koopmanfchappen, die<br />
w y tot dus verre meest alleen gedaan hadden<br />
: om onze weerlooze Colonien in de handen<br />
der vyanden zonder flag of ftoot te doen<br />
vallen: om den Handel en Scheepvaart van<br />
onze Compagnien te doen ftil ftaan, en dcrzelver<br />
bloeiienden ftaat in eenen allerdeerlykften<br />
voor den Lande en haare deelgenooten<br />
te doen veranderen: om ten gevalle van een<br />
nieuw Gemeenebest, en op de gewaande voordeden<br />
van eenen nieuwen Tak van Koophandel,<br />
den toenmaals allerbloeijendften handel<br />
te doen ftremmen, en toe te geeven aan de inbeelding<br />
opgekomen in de verhitte harfenen<br />
van zommigen, die ons uit America goud<br />
beloofden: om een Tractaat van eene zoogenaamde<br />
Gewaapende Neutraliteit te fluiten met •<br />
Moogendheden, die men niet verwachten kon<br />
(dewyl zy genoegzaam zeker waren dat haare<br />
Ingezeetenen niet zouden ontrust worden, en<br />
dierhalven geen belang hadden in oorlog te<br />
E % "ee-
63 M E M O R I E N T O T<br />
treeden) dat zy alleen uit grootmoedigheid en<br />
aankleeving der Traéïaten, om onzent wille,<br />
den Koophandel en Scheepvaart haarer Inge'<br />
zeetenen, en 't vertier van hunne Produften<br />
zouden opofferen.<br />
Ik erken zeer gaarne dat de weg van handeling<br />
dien de Provincie van Zeeland (*) wilde<br />
hebben ingeflagen, na de infolentien en geweldeuaryen<br />
der Engelfchen, niet zeer eerlyk zou<br />
zyn geweest. Ik erken meede, dat daarentegen<br />
de reedenen in de Ref: van haar H. H. M, M.<br />
van den 6 Feb: bygebracht, op haar zelve befchouwd,<br />
gegrond waren. Maar wanneer men<br />
de Eer van eenen Staat ,wil ophouden, moet<br />
men ook de middelen daar toe by de hand<br />
hebben: die niet hebbende, gelyk wy ze niet<br />
hadden, loopt men gevaar, en wy hebben 't<br />
ondervonden, met d'eer te wülen handhaaven<br />
met dan oneer te behaalen.<br />
Zoo myne gevoelens niet overeenkomftig<br />
zyn met hst geen ik myn Vaderland verfchuldigd<br />
ben, ben ik in eene beklagenswaardige<br />
dwaaling, maar doch ter goedertrouw, geweest.<br />
Met het tegendeel te hebben willen beweeren<br />
, of my niet overeenkomftig te hebben<br />
gedraagen, zou ik, beiden, myn geweeten en<br />
,,V_ „ myn<br />
(. ; Kef; geu: 8, 22 en 29 Febr.
O P H E L D E R I N G, ENZ. 69<br />
myn oordeel geweld hebben aangedaan. De<br />
innige overtuiging der waarheid van het geen<br />
ik tot dus verre heb ter nedergefteld, en de<br />
aandoening met welke ik befchouwde de onheilen<br />
die myn Vaderland overkwamen: het<br />
verlangen om zoo veel in my was wech te<br />
neemen de binnenlandfche oorzaaken van t<br />
kwaad : myn Vaderland te redden uitdennoodlottigen<br />
ftaat, in welken het gebracht was, en<br />
daar toe, naar myn inzien, de beste middelen<br />
te beraamen, is het eenigst richtfnoer van myn<br />
gedrag, en myn eenigst doelwit geweest. Het<br />
tafereel dat ik onder het oog myner Leezers<br />
zal brengen, zal hun in ftaat ftellen om te beflisfen<br />
hoe ik beoordeeld moet worden. Dit<br />
vermeen ik met gerustheid te kunnen zeggen,,<br />
dat in fteede van de onftandvastigheid met<br />
welke eenigen my befchuldigd hebben, ik nimmer<br />
van Siftema veranderd ben, en de binnenen<br />
buüenlandfche zaaken altyd met het zelfde<br />
oog befchouwd, en ook my overeenkomftig<br />
gedraagen heb.<br />
Toen in het jaar 1778 de oneenigheden tus-<br />
fchen Frankryk en Engeland op het punt ftonden<br />
van tot eenen openbaaren oorlog uit te<br />
barften, wierd ik door den Heer Griffier Fagel,<br />
uit naam van den Engelfchen Ambasfadeur Rid-<br />
E 3<br />
d e r
7° M E M O R I E S TOT<br />
der Yorke verzocht tot een gefprek met deezen<br />
Heer. Ik verfchoonde my in 't eerfte uit<br />
hoofde, dat in geene byzondere Post van regeering<br />
zynde, my met geene regeeringszaaken<br />
kon moeijen, en ook niet den minften<br />
invloed had: één en andermaal nochtans daar<br />
over weder aangefproken zynde geworden,<br />
nam ik het aan, en ontmoette den Heer Ambasfadeur<br />
op den 14 April, in het kamertje van<br />
den Heer Griffier: alwaar in fubftantie het volgende<br />
verhandeld wierdt.<br />
Zyn Excell. begon met mytevraagen: „ 0f<br />
„ het weder zou zyn als in den voorigen Oor-<br />
9, log, in welken men over de Navigatie van<br />
9, de Onderdaanen der Republiek zoo veel g e.<br />
» twist en zoo veel papier vuil gemaakt had ?"<br />
Ik antwoordde, „ dat zulks veel van Enge-<br />
„ land zou afhangen; dat zoomen de handel-<br />
„ dryvende Ingezeetenen van de Republiek in<br />
„ haare wettige Navigatie, zoo als dezelve hun<br />
volgens de Traftaten toekwam, wilde ont-<br />
» rusten, men niet moest verwachten, dat van<br />
» deeze gewillig Z Ou worden afgezien: dat niet<br />
9S dan gellaadige klachten en twisten konden<br />
„ verwacht worden , byaldien de Engelfchen<br />
» gelyk in den voorigen Oorlog, weder wiln<br />
Ó<br />
W Metten, den yryen Vaart en Handel<br />
» PP
O P H E L D E R I N G , ENZ. f%<br />
op de Franfche bezittingen in America."<br />
** De Ridder kwam aanftonds op de Tractaten<br />
van 1674 en 1678. Hy ftelde als ontwyffelbaar<br />
dat uit hoofde van het één, het Secours<br />
kon'geëischt worden: doch voegde daar by,<br />
dat byaldien zyn Meester, uit eene byzon-<br />
" dere toegeevenheid, en wetende, dat der<br />
" Republiek geen Oorlog leek, van het vraa-<br />
" g e n van het Secours afzag, Hoogstdezelve<br />
" zich als dan vleide, dat de Staaten niet zouden<br />
ftaan, op het geen by het Travaat van<br />
1674. wegens het vervoeren van Scheeps-<br />
" materialen, befproken was: maar dat betref-<br />
" fende de Vaart op de Franfche Manden,<br />
" Z Vn Meester niet zou kunnen toelaaten, dat<br />
" dezelve, gedurende den Oorlog, onverhin-<br />
Z derd gefchiedde, dewyl zy in vreedenstyd<br />
verboden was.<br />
Ik repliceerde daarop, „ dat Ik my op het<br />
niet of al beftaan van 't Cafus foderis met zou<br />
l uitbaten, om met zyn Excell. daar over m<br />
geen gefchil te geraaken, maar dat hetbeletten<br />
van het vervoeren van Scheepsmatena-<br />
" len, ingevolge het Traöaat van 1674, eene<br />
" onrechtvaardigheid zou zyn, dewyl men de<br />
" Ingezeetenen van de Republiek, daar door<br />
zou ontzetten van een voordeel, dat oor-<br />
" E 4 fpron-
7% M E M O R I E N T O T<br />
„ fprongelyk, en ten tyde van 't fluiten van<br />
» gem. Traétaat, ten behoeven der Engelfchen<br />
„ bedongen was, en van 'c welk zy het genot<br />
„ gehad hadden: maar dat gefield, men al eens<br />
„ wilde trachten eikanderen over 't een en 't<br />
" a n d e r t e<br />
verllaan, alle poogingen deswegens<br />
„ nutteloos zouden zyn, byaldien men alhier<br />
e e n e<br />
» §'<br />
gegronde hoop kon vestigen, op ee-<br />
>, nen onbelemmerden handel op de Franfche<br />
„ bezittingen, geduurende den Oorlog.<br />
Hier meede wierdt het gefprek dien dag af-<br />
gebroken: doch den volgenden, of eenige da-<br />
gen daar na, dat my oritfchoten is, weder dooi<br />
den gem: Ridder verzocht zynde, zeide zyn<br />
Excell. my toen „ dat by nadere bedenkinge<br />
„ Hem was voorgekomen, dat byaldien door<br />
„ de Republiek wierdt afgezien van de flipte<br />
" n a k o i<br />
§ van het Traclaat van Ï6 7 4, zyn<br />
~H Meester zich als dan veel gemakkelyker zou<br />
M betoonen, aangaande de bewuste Vaart op<br />
>, de Franfche bezittingen." Ik weder heb<br />
bende voorgewend, de weinige verwachting-<br />
die er kon weezen, dat de Staat zou toegee-<br />
ven een recht, denzelven by een Solemneel<br />
Traclaat befproken, repliceerde zyn Excell.<br />
» r<br />
Z y n M e e s t e r n i e t<br />
eischte, ten minften<br />
* ***/«* «iet, eene volftrekte vernietiging<br />
„ van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 73<br />
„ van gein. Tvaclaat, of van de Articulen in<br />
„ gefchü: maar dat terwyl de Koning tot be- •<br />
„ houd van de goede harmonie niet zou aan-<br />
„ dringen op het leeveren van 't Secours, 't<br />
„ geen zyn Majefleit vermeende ingevolge de<br />
„ duidelyke letter van het ïractaat te kunnen<br />
„ eisfchen, en zoo min mooglyk zou belem-<br />
„ meren den Handel en Vaart der Ingezeéte-<br />
„ nen van den Staat, op de Franfche bezittin-<br />
„ gen in America, het Hem Ambasfadeur<br />
„ voorkwam, dat de Republiek ook van haar<br />
„ kant eene gelyke blyk van haar geneegen-<br />
„ heid tot behoud der goede verftandhouding<br />
„ zou kunnen geeven. Dat het punt in quasr<br />
„ tie, het vervoeren van Scheepsmaterialen,<br />
„ tot een punt van onderhandeling tusfchen<br />
„ de twee Naden zou kunnen gebracht wor-<br />
„ den, om te trachten eikanderen deswegens<br />
,', te verftaan, of noodige fchikkingen te maa- -<br />
ken:'terwyl geduurende deeze handelingen,<br />
het voeren van zoodanige Scheepsmateria-<br />
'„ len naar vyandlyke havens, zou blyven als<br />
„ opgefchort".<br />
Ik vertoonde toen, „ dat te handelen over<br />
„ zoo een onbetwistbaar punt, als dat van<br />
„ 't vervoeren van Scheepsbehoeftens, my<br />
„ voorkwam te kunnen doen fchynen, als of<br />
E 5 Wy
74 M E M O R I E N T O T<br />
„ Wy hetzelve als eenigzints twyffelachtig<br />
„ befchouwden: ten zy men teffens handelde,<br />
„ over eenig punt den Engelfchen niet min-<br />
„ der onbetwistbaar toekomende: als , by<br />
„ voorbeeld, de beruchte Acte van Navigatie.<br />
„ Zyne Excell. fcheen de gegrondheid dier<br />
„ aanmerking niet te kunnen ontkennen."<br />
Deeze naadere opening van den Heere Ridder<br />
kwam my voor te zyn van zoodanigen aart,<br />
dat ik my verplicht achtte, daar van aan Lieden<br />
die invloed hadden in 't befHer van's Lands<br />
Zaaken, kennis te geeven. Ik deelde den Ambasfadeur<br />
myn voorneemen meede, na alvoorens<br />
doch te hebben gevraagd waarom zyn Excell.<br />
zelve daarover niet de Ministers van den<br />
Staat had aangefproken. Waarop my antwoordde<br />
„ dat dewyl de Stad van Amfteldam daar<br />
„ het meeste in betrokken was, Hy vermeend<br />
„ had allereerst haare denkwys te moeten in-<br />
„ neemen; en doordien onder de Regenten<br />
„ geene andere kennisfe had, die hy oordeelde<br />
„ tot zoodanige opening van zynen 't wegen<br />
„ gefchikt te zyn, dan my, Hy zich daarom<br />
„ aan my geaddresfeerd had."<br />
Ik nam dan voor, by de eerftegeleegenheid,<br />
het voorgevallene met den Engelfchen Ambasfadeur,<br />
aan den Burgemeester Temminck, die<br />
toen
O P H E L D E R I N G , ENZ, 75<br />
toen het voornaamfte Crediet in Amfterdam<br />
had, meede te deelen. Het voorgeftelde kwam<br />
my voor ten minften in aanmerking te moeten<br />
koomen, voor dat men tot het weigeren van<br />
het Secours, of het vorderen van de ftrikte<br />
nakoming van het meergem. Tradaat van<br />
1674 befloot, en wel om reede:<br />
1. Om de omftandigheden in welke de Republiek,<br />
betreffende haar navale macht, zich<br />
bevondt, dewyl de Admiraliteiten onvoorzien<br />
waren van Scheepen en Scheeps behoeftens;<br />
en onmooglyk met zoo veel fpoed van het één<br />
en 't ander konden voorien worden, indien de<br />
gefchillen eene fchielyke rupture veroorzaakten;<br />
en men dierhalven niet in ftaat was het<br />
vry vervoeren van grove Scheepsmaterialen,<br />
met kracht van waapenen te handhaaven, en<br />
daadelyk af te keeren, het geweld dat door Engeland<br />
zou worden in 't werk gefteld, om te<br />
beletten 't geen met haar belang zoo ftrydig was.<br />
2 0<br />
. Om dat het voordeel 't welk eenige-><br />
weinige handeldryvende Ingezeetenen zouden<br />
misfen, door het niet vervoeren van meergem:<br />
Scheepsmaterialen, in geene vergelyking kon<br />
gefteld worden, met de winften die de algemeene<br />
Koophandel zou doen, zoo de Republiek<br />
onzydig bleef, en de Vaart en Handel op<br />
de
76 M E M O R I E N T O T<br />
de Franfche bezittingen onbelemmerd kon gefchieden.<br />
3°. Om dat door het treeden in onderhandeling,^<br />
het befprokene by het meergem: Tractaat,<br />
niet zou worden toegegeeven; te minder,<br />
daar men voor 't aanvangen der handelingen<br />
zou hebben kunnen befpreeken, dat gelyk<br />
om Engeland's wille de Staaten in onderhandeling<br />
zouden treeden, over de voor Engeland<br />
nadeelige voorwaarden van het Tractaatvau<br />
1674, meede ten geval der Republiek,<br />
nader zouden onderzocht worden, de articulen<br />
van de voor dezelve zoo nadeelige Acïe<br />
van Navigatie, e n getracht op die beide punten<br />
, zich over en weder te verftaan.<br />
4°. Om dat aangezien de handelingen van<br />
welke het einde van zoo veele aangelegenheid<br />
voor de Republiek kon zyn, men zich met<br />
reede by Frankryk zou kunnen verfchoonen,<br />
dat men voor als noch niet met kracht doorzette,<br />
het onbepaald vervoeren van Scheepsmaterialen:<br />
daar Frankryk ondertusfehen verzeekerd<br />
kon zyn, dat het fecours door Engeland<br />
niet gevraagd veel min gegeeven zou<br />
worden: en dat intusfehen door den vryen<br />
Vaart, welken de Ingezeetenen van den Staat<br />
op de Franfche .bezittingen zouden hebben,<br />
die
O ï H E L D E R I N G, ENZ. 77<br />
die bezittingen van alles voorzien zouden<br />
kunnen worden.<br />
Eindelyk 5 0<br />
. om dat in den ongewaapenden<br />
ftaat, waarin de Republiek zich bevondt, het<br />
allernoodigst was, eenen bekwaamen tyd voor<br />
handen te hebben, om zich te kunnen waapenen:<br />
waar toe men die der handelingen genoegzaam<br />
zou kunnen gebruiken, en deeze doen<br />
duuren of af breeken, naarmaate het belang<br />
zulks zou vereisfchen.<br />
De oude Burgemeester fcheen deeze reedenen<br />
gegrond te vinden, en nam aan daar over<br />
met andere Leeden van Regeering te fpreeken.<br />
Of hy zulks gedaan heeft is my onbekend:<br />
ook kan ik my niet wel herinneren, of ik Van<br />
de bovengem: Zamenfpraak, aan andere Leeden<br />
der Regeering kennis gegeeven heb. Zeekeris't,<br />
dat daar niets van gekomen is: endoordien<br />
ik weinige dagen daarna, naar Spa en van<br />
daar naar Parys ben gegaan, en eenige maanden<br />
uicgebleeven, niets verzuimende dewyl ik<br />
buiten alle bewind was, heb ik geene geleegenheid<br />
gehad, het begonnen werk te vervolgen.<br />
My is welgezegd, dathet voordel van den<br />
Engelfchen Ambasfadeur niet aangenomen was<br />
geworden, om dat men vermeende dat door<br />
in onderhandeling over het Tracfaat in quastie
7 8' M E M 0 R Ï E N T O X<br />
tie te treeden, men den fchyn zou geeven, als<br />
of het onbetwistbaar recht van de Republiek<br />
in twyffel kon getrokken worden: doch, ge.<br />
lyk ik gezegd heb, het was my voorgekomen ,<br />
dat dewyl de handelingen over dat onbetwist'<br />
baar recht niet zouden gefchieden, dan teffens<br />
meede handelende over een recht den Engelfchen<br />
niet minder onbetwistbaar toekomende:<br />
naamlyk, dat van geene andere waaren door<br />
de Ingezeetenen van den Staat in Engeland<br />
te laaten invoeren, dan overeenkomftig de<br />
Afte van Navigatie van 1651, daar uit geene<br />
nadeelige gevolgtrekking gemaakt kon worden,<br />
ingeval de Republiek genoodzaakt wierdt,<br />
of goedvondt het befprokene by het meergem.<br />
Traélaat in den ruimften zin te doen gelden.<br />
Te minder noch, daar de Koning van Engeland<br />
noch niet openlyk verklaard had, niet te zullen<br />
dulden, dat grove Scheepsmaterialen door<br />
onze fcheepen, naar zyne vyanden zouden vervoerd<br />
worden; zoo als zyne Majefteit daarna<br />
op den 2 November 1778 door zynen Ambasfadeur<br />
liet doên: na welke verklaring men,<br />
door de aanneeming van de bovengem. aanbieding<br />
om over bet punt in qusstie in onderhandeling<br />
te treeden, eerst zou hebben kunnen<br />
fchynen toe te geeven , dat het zelve<br />
min
O P H E L D E R I N G , ENZ. 79<br />
min of meer twyffelachtig was: gelyk de Gecommitteerden<br />
van Hun Hoog Mog. in hun<br />
advys van 6 Nov. 1779><br />
z e e r w e l e n m e t r e e<br />
"<br />
de aangemerkt hebben Qa) : en mooglyk had<br />
men evenwel noch des tyds, die zwaarigheid<br />
kunnen te boven komen, met in het andwoord<br />
aan den Ambasfadeur te laaten invloeijen,, dat<br />
„ hoe zeer Hun Hoog Mog: vermeenden, dat<br />
„ Hun recht ontwyfelbaar en onbetwistbaar<br />
„ was, zy nochtans om eene blyk van hunne<br />
„ geneegenheid tot*behoud der goede verftand-<br />
„ houding te geeven, wel wilden beproeven,<br />
„ of door onderhandeling zoodanige wederzydfche<br />
fchikkingen konden gemaakt wor-<br />
„ den, dat de Vreede tusfchen de twee Staaten<br />
„ zoolang geexteerd hebbende,ongefchonden<br />
„ bleeve." Maar het noodlottig tydlïip van de<br />
Republiek fcheen niet ontweeken te kunnen<br />
worden.<br />
't Was op den 1 Febr. 1781, dus kort na<br />
het uitbarften van den Oorlog, dat ik tot<br />
Burgemeester verkoren wierd. Men wenschte<br />
my geluk, met dat myne Verkiezing onder<br />
gelukkiger gefternte dan die van mynen Vader<br />
in 1746 gefchied was: toen was de tyding<br />
van het inneemen van Brusfel, nu die van het<br />
tee-<br />
(«) Jaarboeken 1779 bl. 38.
3o M E M O R I E N T O T<br />
teekenen door onze Ambasfadeurs van de ge-<br />
waapende Neutraliteit, ingekoomen.<br />
De meeste zagen dit Tradaat aan, als aller<br />
heilzaamst voor de Republiek. Alles vertoon<br />
de zich ook in 't begin fraai; de gewaapende<br />
Neutraliteit fcheen een middel te zullen zyn<br />
om de Republiek te handhaven by de Rech<br />
ten, die haar ontwyifelbaar toekwamen, en<br />
die zy behoudens haare eer niet kon toegee-<br />
ven, doch geheel buiten ftaat was alleen te<br />
handhaaven. De hoop van eenen krachtdaa-<br />
digen byftand uit hoofde van hetTra&aat, was<br />
zelfs verfterkt geworden, toen de Prins Gal-<br />
litzin op den 17 July aan Hun Hoog Mog;<br />
kennis gaf, dat drie Rusufche Esquaders in on-<br />
derfcheidene Zeeën zouden kruisfen; en door<br />
dat onze Ministers te Petersburg van tyd tot<br />
tyd, de troostlykfte verzeekeringen van de<br />
ftandvastigheid der Keizerinne, en de goede<br />
meening van den Graave de Panin, gaven.<br />
Men was doch wegens het daadelyk geeven<br />
van dien byftand niet zonder zorge: voor het<br />
fluiten was reeds te kennen gegeeven, dat men<br />
verlangde duidelyker, en met ronde woorden<br />
bepaald te zien, wanneer men ons te hulp zou<br />
komen: en voornamelyk dat onze Indifche<br />
bezittingen ge>guar-eindeer•«'waren. Maar de Graaf<br />
van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 8l<br />
van Panin had onze Ministers verzeekert, en<br />
deezen fcheenen overtuigd te zyn, dat geene<br />
byzondere guarantie voor onze Indifche bezit tin-<br />
_ JJ- j»t aennett daarvan gezegd was in<br />
gen nuuui£ . , & o- • - -<br />
A„ Conventie met Dcenemarnen, *aie vu. 6w» «fpraak<br />
tot model zou dienen) dat men zig verlaaten<br />
kon op de oprechtheid der Keizerin.<br />
Het is aanmerkelyk dat in de Staats-Refolutiën<br />
van Friesland, Overysfel en Groningen,<br />
om tot de gewapende Neutraliteit te<br />
treeden, deeze Provintien verklaard hadden,<br />
dat het vertrouwen op die mondelinge verzeekeringen,<br />
de Staaten tot het Tractaat had<br />
doen befluiten («): daar in tegendeel my, onder<br />
verbeetering voorkomt, dat de zwaarigheden<br />
die het Hof van Petersburg, om zich rondelyk<br />
en in gefchrifte te verklaaren, geftadig<br />
gemaakt had , hadden behoren huiverig te maken,<br />
dewyl die zwaarigheden waarlyk niet<br />
dan uitvluchten waaren (f) : en men te meerder<br />
reede had om omzichtig te zyn, dewyl het<br />
antwoord van 't evengemelde Hof, op de bedenkingen<br />
van het Zweedfche, over het te<br />
werkllellen van het by de gewapende Neutra-<br />
(ei) Jaarboeken 1781. bl 1025,<br />
Jaarboeken 1781. bl. 1020.<br />
I. DEEL. F
82 M E M O R I E N T O T<br />
traliteit befprokene Secours, zeer bewimpeld en<br />
onduidelyk was geweest (dO: wordende, onder<br />
anderen , daar in gevonden, dat de Mogendheden<br />
alleen op Zee, eene gemeen e zaak zouden<br />
maaien, zoo veel dat deeze Verbintenis enkel de<br />
Zee betrof, hebbende geen ander onderwerp dan<br />
de Zeehandel en Scheepvaart. Voorts bad het<br />
Hof van Petersburg, verre van iets te bepaalen<br />
wegens het gedrag der contracteerende partyen<br />
in de werking deezer vereeniging in 't geval<br />
dat aan den eene of aan den anderen geweld<br />
aangedaan of fchade toegebragt zou worden<br />
, in het gemelde antwoord noch met zoo<br />
veele woorden gezegd : dat het bepaalde by het<br />
gedagte Trablaat, geene andere Scheepstoerusting<br />
qnderfïelde, dan die met de omftandighcden zou<br />
overeenkomen, volgens welke die noodzaakelyk zou<br />
gemaakt worden, of zoo als men dan zou overeenkomen,<br />
{b)<br />
Geen minder opzien had ook behoren te<br />
veroorzaaken, het gedrag van den Koning van<br />
Deenemarken. Alhoewel zyne Majefteit by het<br />
Traftaat van gewapende Neutraliteit meede,<br />
gelyk de andere contracteerende partyen ,<br />
de guarantie van het Traclaat van Commercie<br />
(a) Jaarboeken 1780, bl. 833.<br />
(J) ibid. bl. 837.<br />
dat
O P H E L D E R I N G , ENZ. 83<br />
dat Hy met Engeland had,befprookenhad, en<br />
datby dat Traclaat geene andere Waaren alsCfc»trabande<br />
waren uitgelloten, dan Canonnen , Mortieren,<br />
Musquetttn, Grenaten ,Petar-den, Bom*<br />
men, Pekkranfen, Fascines, Lavetten en toebehooren,<br />
Bandelriemen, Kruid, Loot, Salpeter, Kogels,<br />
PUken, Degenklingen, Stormhoeden, Krasfers,Hel*<br />
baarden, Lanfen, Jaaglynen, Paardezadels, Pistoolholfters<br />
, Port Epés &c. zoo was 'er by een<br />
uitleggend Articul tusfehen de twee Mogendheeden<br />
van Engeland en Deenemarken, reeds<br />
in January 1781 bepaald, dat meede onder de<br />
naam van Contrabande zou begreepen worden:<br />
Ruw Timmerhout, Pik, Teer, Kopere* Platen,<br />
Zylen, Hennip en Touw. (#)<br />
Op zoodanige onzeekere vooruitzicht, op<br />
zoodanige twyfelachtige toezegging , in eenen<br />
tijd dat men op zich zeiven niet beftaan kon ,<br />
en eene allerfpoedigfte hulp noodig had, heeft -<br />
men kunnen befluiten, met de meerderheid van<br />
èêne Provintie om te treeden in eene Verm-<br />
(«) Dit Articul is niet gepubliceerd geworden, maar<br />
den inhoud is aan de Kooplieden op de eene of andere<br />
wyze meedegedeelt. Zie Byl. La. A.<br />
(*) Holland, Friesland, Overysfel en Stad eu Landea,<br />
ftonden alleen toe.<br />
F a
8 4<br />
M E M O R I E N TOT<br />
bintenis, by welke men bepaaldelyk beoogde<br />
het handhaven, van 't geen men moest voorzien<br />
hebben, dat ons den Oorlog op den hals<br />
zou halen.<br />
Ik erken zeer gaarne, dat de angstvallige<br />
omftandigheden, in welke de Republiek zich<br />
bevondt, de voorgeftelde gewapende Neutra,<br />
liteit, in den eerften opflag heeft kunnen doen<br />
befchouwen, als een middel om ons te redden<br />
uit de nood: maar my komt, teffens voor,<br />
dat eene bedaarde overweeging welhaast die<br />
waan zou hebben doen verdwynen.<br />
Vooreerst, had men dienen op te merken,<br />
dat wy in het Tradaat van Neutraliteit befpraaken,<br />
de handhaving van een Tradaat,<br />
dat door de Mogendheid met welke het was*<br />
-aangegaan , reeds maanden te vooren gefufpen.<br />
deert was; terwyl de andere Contracterende<br />
Mogendheden, zich beriepen op Tradaatendie<br />
erkend en niet betwist wierden. 't Is waar dar<br />
die Sufpenfie als wederrechtelyk kon worden<br />
aangezien: maar men kon doch verwachten,<br />
dat ingeval van gefchil over dit Tradaat, en<br />
diens volgens, eisch van hulp, (waar toe de<br />
Mogendheden, zoo zy geen eigenbelang hebben<br />
, altyd fchoorvoetende komen, zoekende<br />
op allerlei wyzen de Tradaaten te ontduiken,)<br />
ge-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 85<br />
gemelde Sufpenfie ten minfte tot een voorwend-<br />
fel zou dienen: te meerder, dewyl Engeland<br />
noch daar by zou hebben kunnen voegen, dat<br />
Wy ons beriepen op een Tradaat, dat niet al<br />
leen gefiijpendeerd was, maar dat zelfs zedert de<br />
dood van den Vader van den tegenwoordigen<br />
Koning van Engeland, even weinig als de an-<br />
dere Tradaaten met die Kroon, niet meer in<br />
weezen was. Want 't is opmerkenswaardig,<br />
dat met deezen Koning de wederzydfe Trac-<br />
taaten niet vernieuwd zyn, zoo als dat gefta-<br />
dig met zyne Predecesfeurs, by hunne komst<br />
tot den Throon, gefchied is.<br />
Het is niet minder vreemd, dat men heeft<br />
willen doen guarandeeren, en zich beroepen<br />
' heeft, op een Tradaat met Frankryk, naamlyk<br />
dat van 1739, dat zeekerlyk niet meer in wee-_<br />
zen was, dewyl het maar voor 25 jaaren geflo<br />
ten, en daar na niet vernieuwd was.<br />
Ten tweeden: had men zich kunnen voorftel-<br />
len, de weinige waarfchynlykheid die'er was,<br />
dat Mevrouw de Keizerin, hoe fraay de ver-<br />
zeekeringen ook waren, om onzen 't wil in Oor<br />
log zou treeden, offchoon de Engelfchen Haa<br />
re 0<br />
Scheepen, of die van Haare ingezeetenen,<br />
geen leed aandeeden: die zich daar van wel<br />
zouden onthouden, dewyl zy met reede haare<br />
p 3 macht
86 ME M O R I K N T O T<br />
macht vreesden, en ook de Rusfifche Scheeps-<br />
Jbehoeftens volftrekt noodig hadden.<br />
Die zich op de edelmoedigheid der Vorften<br />
verlaat, wanneer hun belang daar meede ftry.<br />
dig is, bedriegt zich grovelyk. Doch al eensgeftelt,<br />
dat evengem. Vorftinne by het aangaan<br />
der Verbintenis, toen zy nog vol was van gloneryke<br />
yvcr, voor de door Haar voorgeftelde<br />
befcherming van de algemeene Volksrechten,<br />
het wel met ons meende; en dat de Graaft<br />
Panin, toen nog in volle Credit, oprecht met<br />
ons handelde: zoo moest men doch niet uit<br />
het oog verloren hebben, dat eene Vorftinne<br />
met vry is v a n de veranderlykheid aan haare<br />
kunne dikwyls eigen: en dat offchoon zy al eens<br />
had willen, uit grootmoedigheid, haar belang,<br />
of dat van haar Ryk, aan eene zyde Hellen,<br />
haare Raadslieden Haar zulks wel haast als te<br />
ichadelyk zouden afraaden: dat aan Haar Hof<br />
zich bevont, een verftandig en nyvrig Engelsch<br />
Minister, die zeer wel gebruik wist te maken<br />
van klinkende argumenten: dat op de invloed<br />
van den Graave Panin niet veel ftaat te maken<br />
was, dewyl aan de Hoven in 't algemeen de<br />
ftaat der gunftelingen afhangt van de ogenbhkkelyke,<br />
e n dikwils grillige. gevoelens van<br />
den Vorst: en men voornaamlyk aan 't Hof<br />
van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 87<br />
v a n Petersburg gewend was, aan eene gedu-<br />
nee afwisfeling. *»;*.-».<br />
Eindeiyk: had men kunnen opmaaken, dat het -<br />
toetreeden der andere Mogendheden Svveeden<br />
Deenemarken, Pruisfen, Frankryk en<br />
Spanje niets of weinig beduidde. S weeden was<br />
afhanklyk van Rusland : Deenemarken van Engeland:<br />
Pruisfen had geen enkel Fregat om<br />
zvfte eigene Scheepvaart te befchermen, veel<br />
roin om anderen by te ftaan: Frankryk en<br />
Spanje waren reeds in Oorlog.<br />
Ik kon my dan niet verblyden over het<br />
toetreeden tot die gewapende Neutraliteit.<br />
Welhaast ondervondt men ook, dat van dezelve<br />
weinig nuts te wachten was: en den<br />
L of die men Catbarina d* 11. in eene zeer<br />
ruime maate had toegezwaaid, veranderde m<br />
verwytingen en klachten over haare onftandvastigheid.<br />
Onder de geenen die het fterkst geyverd hadd<br />
e n voor het toeftaan van onbepaalde Convooijen;<br />
die gedreeven hadden, dat Engeland<br />
het hart niet zou hebben, ons den Oorlog aan<br />
te doen, en zich eenen nieuwen vyand op den<br />
hals te haaien; en die daar na niet minder gevVerd<br />
hadden voor het aanneemen der gewaande<br />
Neutraliteit, was de Penfionaris van<br />
^ F 4 oerc-
88 M E M O B . I E N T O T<br />
Berckel. Hy fcheen zich z o o verzeekerd te<br />
houden van de hulp, die wy van Mevrouw de<br />
Keizenn te wachten hadden, dat hy 7 elf s niet<br />
dulden kon, dat aderen daar aan twyfelden<br />
Kort na dat ik als Burgemeefter aangekoomcn<br />
was, en noch weinig omgang £ 2 a a k en<br />
met dien Minifter gehad had, gebeurde iets ten<br />
hmze van den Heere Burgemeefter Ihmminck<br />
dat mooglyk de grondflag geleegen heeft toï<br />
het kwaade hart, dat Hy my z e d e r t d i ,<br />
heeft toegedraagen.<br />
Op den * Maart, in c e n Befoigne van Burgemeefteren,<br />
o p z y n v e r z o e k ^<br />
belegd, kwam hy, z o ' t u i t e r I y k f c h e e n J<br />
verhit, aan Burgemeefteren meededeelen, dat<br />
m t zeekere onderricht was, dat de Keizerin<br />
haaren Gezant in den Haag gelast had, de Staa.<br />
ten te verzeekeren, dat Z y, d e R e p u b l i e k m e t<br />
den eerften door het zenden eener Vloote in<br />
de Noord Zee, machtig zou byftaan; de «•<br />
noomene Scheepen doen wedergeeven; eene<br />
behoorlyke fchavergoeding bezorgen, en de<br />
Tradhaten van ,6 7 4. en van de gewapende<br />
Neutraliteit handhaven: willende L, Pen!<br />
fionaris, dat noch dien avond van 's Stads<br />
weegen aan den Rusfifcben Envoyé Prince<br />
van Gm** '* ^m^^<br />
den,
O P HEI. D E R I N C, SNZ, 89<br />
den, om door middel van denzei ven haare Keizerl.<br />
Majefteit dank te zeggen, voor de groote<br />
gunsten die zy aan den Staat zou bewyzen.<br />
Uit der maate verwonderd, dat de Prins<br />
van Gallitfin, die myne byzondere goede<br />
kennis was, my daar van niets gemeld had,<br />
en my alleen verwittigd, dat gelast was, om<br />
de Medicatie van zyne Meesteresfe der Republiek<br />
aan te bieden, kon ik het gezegden van<br />
den Penfionaris niet gereedelyk aanneemeu:<br />
en nam de vryheid zyri Ed, te vraagen, hoe<br />
en door wie hy dat wist? het antwoord was<br />
aanftonds, niet gehouden te zyn, my dat te zeggen.<br />
Doch ziende dat de andere Heeren Burgemeefter<br />
en Temminck, Hooft en Elias, meede<br />
verlangden na meerder zeekerheid, voor de<br />
echtheid van het meedegedeelde nieuws, zeide<br />
hy nader, dat de Heer Oldecop, Agent van<br />
het Rusfifche Hof, hem, uk naam en op last<br />
van meergemelden Prins Gallitfin, zulks had<br />
meedegedeeld.<br />
De drift met welke de Heer van Berckel<br />
fprak, maakte doch, dat Burgemeefteren niet<br />
volkomen op het meedegedeelde dorrten ftaat<br />
maaken: zy vonden dierhalven goed, dat dien<br />
avond alleen in algemeene bewoordingen aan<br />
den Rusfifchen Gezant, door den Penfionaris,<br />
F 5 even-
9° M E M O R I E N T O T<br />
evenwel van Stads wegen, zou gefchreeven<br />
worden. De Minifter wierd daar op zeer verfbord,<br />
en weigerde in 't begin op die voet te<br />
fchryven; doch op het zeggen dat men den<br />
brief door eenen anderen, door den Heer Secretaris<br />
van Pabst, die daar meede tegenwoordig<br />
was, zou doen opfiellen, bedagt hy zich,<br />
en nam het aan.<br />
Willende grondig onderrecht zyn, van 't<br />
geen tot de bovengemelde opvatting van onzen<br />
oudften Penfionaris aanleiding had gegeeven,<br />
fchreef ik dien zelfden avond aan den<br />
Prince van Gallitfin, die my woordelyk antwoordde:<br />
llfaut, mon cher anti, quevotrePen-<br />
„fionaire alt éièfortemempris de vin, lorsqiilhne<br />
faifait dire des c kof es aux quelles, je riavais fealement<br />
pas penfé Voici ce que favois permis, et<br />
non pas ordonnê h Mr. Oldecop, de dire et Mr.<br />
van Berckel, „ Que favois orde d'effrir, a la<br />
„ Rcpublirqe la mediation de Tlmperatrice, que<br />
„ Mr. Simolin, etait chargé delamémeCommlsfi-<br />
„ onhLondres, et que falloispre/enter unmemoire<br />
;, a leurs II. H. P, P." Ma lettre txistechez Mr.<br />
Oldecop, et en la lui faifant demander de ma<br />
part, il votis ftrait bien facile de verifier tout.<br />
Ik ging zelv by den Heer Oldecop, en vroeg<br />
naar den Brief: zyn Ed. liet ze my leezen, en ik<br />
vond
O P H E L D E R I N G , ENZ. QI<br />
vond ze overeenkomftig, met het geen de<br />
Prins my gefchreeven had. De Heer Oldecop<br />
liet ze my, tot zyne verantwoording, den<br />
zelfden dag toekomen, zoo als ze geleezen<br />
kan worden onder de bylagen L a<br />
- B.<br />
Alhoewel veele niet met de zoo evenge-<br />
melde yveraars, den ftap die Engeland gedaan<br />
had, met ons openlyk den Oorlog aan te doen,<br />
onder de onmoöglyke zaaken gefteld hadlen,<br />
hadden doch alle, die de belangen van de bei-<br />
de Volken, met onpartydigheid en uit het waa-<br />
re oogpunt bcfchouwden, zeekerlyk reede ge<br />
had om te denken, dat het nimmer tusfchen<br />
hun tot eene openbaare breuke zou gekomen<br />
zyn. 't Was zeeker dat Engeland altyd deezen ~<br />
Staat, als een Bolwerk tegen de macht der Vor<br />
ften van het vaste Land, moest aanzien: en al<br />
hoewel van alle tyden wel veel nayver, wegens<br />
den Koophandel en Scheepvaart, tusfchen de<br />
twee Natiën was geweest, was het doch voor<br />
Engeland beeter, dat de zeetel van den Koop<br />
handel, en de daar uit voortvloeiende Ryk-<br />
dom en Macht, gevestigd bleef by eene Natie,<br />
van welke niets dadelyks te vreezen was, dan<br />
by eenige andere Mogendheid.<br />
Daar kwam by, dat men in Engeland zeer<br />
wel wist, dat hoe zeer de Navale-iaacht voor<br />
het
9 2<br />
' M E M O R I E N T O T<br />
het tegenwoordige , in eene beklaaglyke toeftand<br />
was, dezelve doch binnen weinig tyds,<br />
daar het geld overvloedig, en de nyverheid<br />
der Jngezeetenen bekend was, in eenen ftaat<br />
zou kunnen gebracht worden , maar al te duchtig,<br />
voor eene Mogendheid reeds door machtige<br />
Vyanden aangevallen: en dat daar en boven,<br />
de invloed die het EngeJsch Hof tot dus<br />
verre alhier gehad had, geheel verlooren zou<br />
gaan, en niet gemakkelyk wedergekregen worden,<br />
zoo, men met ons brak, en by gevolg ons<br />
noodzaakte, naauwe verbintenisfen met Frankryk<br />
aan te gaan. Maar men bedriegt zich dikwils<br />
grovelyk, wanneer men ftaat maakt, dat<br />
het gedrag der Vorften, van hunne Minifters,<br />
of van de geenen die in 't hoofdbeftier der<br />
zaaken zyn, gereegeld word, naar hun waar<br />
belang, of dat der Landen die zy regeeren en<br />
beftuuren.<br />
Het blykt uit de Briefwisfeüng van den Heere<br />
van Wel&eren, van welke wy nader zullen<br />
-fpretken, dat het toetreeden tot de gewapende<br />
Neutraliteit, de voornaamfte oorzaak van de<br />
openbaare breuke der Engelfchen met de Republiek<br />
geweest is: maar'dewyl het Hof van<br />
London, dat niet openlyk durfde erkennen,<br />
om ons geene gegronde reede te geeven, om<br />
als
O P H E L D E R I N G , ENZ. 93<br />
als dan de beloofde byftand van de meede Verbondene<br />
Mogendheden te eisfchen, (dewyl bepaald<br />
was, dat men eikanderen zou byfprin-<br />
Ten zoo eenige aanval uit haat der gewapende<br />
Neutraliteit gefchiede,) had het gemelde Hof<br />
zoo veel mooglyk zich met andere reedenen<br />
beholpen: en onder deeze was voornaamlyk<br />
het gedrag van Burgemeefteren van Amfteldam<br />
van 1778, en van hunnen oudften Penfionaris,<br />
ontdekt uit de Papieren, by den geweezen<br />
Prefident van het Americaans Congres<br />
Laurens Cordon, gevonden.<br />
Ik heb nimmer het opgemelde gedrag kunnen<br />
befchouwen, als gewichtig genoeg om eene<br />
gegronde reede tot Oorlog te geeven: doch<br />
men heeft het hier te Lande met minder of<br />
meerder ernst befchouwd, naar maate men<br />
het behoud der Vreede met Engeland noodzakelyk<br />
hielt, en den Penfionaris van Berckel<br />
gunst toedroeg, 'r. Is my altyd toegefcheenen,<br />
dat de zaak aan een onpartydig oog, niet dan<br />
vry beuzelachtig kan voorkomen, {a)<br />
Hoe zeer ook die geenen, die der Stad van<br />
Am-<br />
(0) De algemeene loop der zaak , en de inhoud der<br />
Papieren zelve, kan men leezen in de Jasrboeken van<br />
1781. bl» 15Ö. en volgende.
94 M E M O R I E N T O T<br />
Amfterdam geen goed hart toedroegen, de handelingen<br />
met de Americaanen hebben willen<br />
doen voorkomen, als ten hoogften ftrafwaardig,<br />
uit hoofde dat het geen Lid van Staat<br />
geoorloofd zou zyn, buiten kennis zyner meedeleeden<br />
met hem de hooge Overheid uitmaakende,<br />
verbintenisfen met andere Mogendheden<br />
aan te gaan is het zeeker, dat zulks in<br />
dit geval, nimmer het voorneemen van gem.<br />
Burgemeefteren geweest is: en dat zy daartoe<br />
willens en weetens, ook nimmer aanleiding gegeven<br />
hebben. Burgemeefteren hebben nooit<br />
gedacht om een Tractaat te maken; zy hebben<br />
alleen zoo veel mooglyk willen voorkomen,<br />
dat de Americaanen, in de handelingen<br />
met Engeland, die des tydsplaats hadden, niets<br />
nadeeligs voor de Republiek zouden bepaalen;<br />
nemaar zorgen , dat dezelve aan deeze, ten tyde<br />
der erkentenisfe hunner onafhankelykheid ,<br />
zoodanige voorwaarden zouden toeftaan, als<br />
voor derzelver handeldryvende Ingezeetenen<br />
meest voordeelig zouden zyn.<br />
Daar is voorwaar geen betoog noodig, (en<br />
• anderfints is het te vinden in het bericht door<br />
den voornamen Acteur den Penfionaris van<br />
Benkei opgefteld,) om te bewyzen, dat aan<br />
geen Lid van Staat als misdaad kan toegerekend
O P H E L D E R I N G , ENZ." 95<br />
kend worden, een overleg, met wie 't ook<br />
weezen mag, te maken, over 't geen hy oor<br />
deelt, by tyde en wyle, ten nutte en dienst<br />
van den Staat in 't algemeen, te zullen ftrek-<br />
ken.<br />
Daar toe en verder niet was de Penfionaris<br />
van Berckel gelast: De oorfpronkelyke Aanteekening,<br />
berustende in Burgemeesters Kamer,<br />
toont dit ten klaarlten aan.<br />
Daar leest men: Ter gelegendhdd van zeeher e<br />
deliberatie, gehouden in de Kamer van H e en<br />
Burgemeesteren rakende de onaf hanketykbeid van.<br />
Noord-dmerica, en van het voordeel dat onze<br />
Commercie, c AS o Q u o, daar van zou kunnen<br />
trekken, met den Hr. Penfionaris van Berckel,<br />
hebben de vier Heeren Burgemeefteren het neven-<br />
Jlaande Declaratoir, door gem. Heer uit baar naam<br />
getekend, gelast te zenden, aan den Heer Lee,<br />
een der Americaanfe Heeren, om daar van gebruik<br />
te maken daar 't behoord.<br />
Het gemelde nevenftaande, of in margine<br />
«efchreevene Declaratoir, luid woordelyk.<br />
De Hr. van Berckel zal uit de naam van Heeren<br />
Burgemeefteren der Stad Amfteldam, en op<br />
haare expresfe last fchryven aan den Heere Lee;<br />
„ Dat, in eene vaste onderftelling ''er in het Con-<br />
„ gres thans in America met de Engelfche Hee-<br />
M ren
96" M E M O R I E N T O T<br />
„ ren Commisfarisfen gehouden wordende, niets<br />
„ in het minfte zal worden vastgefleld of gerefoU<br />
„ veerd, tot nadeel van de Commercie van deeze<br />
„ Republiek, Burgemeefteren van haare zy de ge.<br />
„ neegen zyn, om, zo DRA DE ONAFHANGE-<br />
„ LYKHEID DER VEREENIG DE STAATEN VAN<br />
„ NOORD-AMERICA, DOOR ENGELAND ERKEND<br />
„ ZAL ZYN , naar hun vermogen de zaaken daar<br />
„ heen te dirigeeren, dat tusfchen de gem. verée-<br />
„ nigde Staaten, en deeze Republiek, een Trac-<br />
„ taat van eeuwigdurende Friendfchap en Com-<br />
„ mercie, tusfchen de wederzydfche Ingezeetenen<br />
„ worde gefiooten, met qualifcatie aan bovenge-<br />
„ melde Heere Lee, met behoorlyk menagement<br />
„ onder de band van deeze Haar Ed. Groot Achtb.<br />
„ opregtefemimenten, gebruik te maken, daar't<br />
„ behoord".<br />
Van deeze gevoelens van Burgemeefteren,<br />
gaf de Heer van Berckel, genoegzaam woordelyk<br />
volgens evengemelde aanteekeningen,<br />
doch in 't Fransch, kennis aan .meergemelde<br />
Heer Lee. Alleen voegde hy, na de laatfte<br />
woorden, daar 't behoord, of in 't Fransch, ou<br />
iljugera apropos, daarby: Nedoutantnullement<br />
que Mr. Lee ne Ie fera av eet out le menagement,<br />
que faprudence trouvera necesfaire, pourqifiln'en<br />
tranfplre Hen, aupres de eeux qui pourraient<br />
êlre
O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />
ttre interejfés, de faire échouer, iil étoitpofble,<br />
ou de rendre dijfcile texécution t?unplan, pul<br />
na d'autre hut que celui d'avancer les Intéréts reciproques<br />
des deux Republiques,<br />
In dit alles wordt het woord Trablaat niet<br />
gevonden: en de bovengemelde woorden houden<br />
zeekerlyk geene verplichting hoegenaamd<br />
in: de bereidwilligheid die men, doch alleen<br />
maar wederkeerig voor de nieuwe Republiek i<br />
zoo zy daar immer voor erkend wierdt, betoond<br />
, zou maar van den tyd dier erkentenisfe,<br />
dagteekenen.<br />
Burgemeefteren hebben dus niets anders gedaan<br />
, dan tot voorkoming dat ter geleegendheid<br />
der handelingen, die tusfchen Engeland<br />
en de Americaanen reeds plaats hadden, niets<br />
nadeeligs, voor den Koophandel der Ingezeetenen<br />
van deezen Staat in 't algemeen, zou<br />
bepaald worden, den Americaanen te doen aanzeggen<br />
, dat byaldien niets wierdt vastgefteld *<br />
tot nadeel der Commercie van deeze Republiek<br />
, Burgemeefteren van hunne zyde geneegen<br />
zouden zyn, zoo dra de onafbanglykbeidder<br />
Staaten van America door Engeland erkend zou<br />
weezen, naar hun vermogen de zaak daar heen<br />
te dirigeeren, dat' tusfchen de gem. Staateii<br />
I. DEEL. G eri
#8 M E M O R I E N T O T<br />
en de Republiek een Tradaat van eeuwige<br />
Vriendfchap gefloten mogte worden.<br />
Ik vraag aan alle onpartydigen, aan allen die<br />
niet vooringenoomen zyn, is die voorziening<br />
van Regenten van eene aanzienelyke Koopftad,<br />
wiens geheel beftaan op den bloei der<br />
Koophandel gevestigd is, niet eerder pryswaurdig?<br />
Maar is hunnen Minifter buiten kennis<br />
zyner Principaaïen verder gegaan, hy alleen<br />
is ftrafbaar.<br />
De Burgemeefter Temminck heeft my gezegd,<br />
nimmer het Tradaat te hebben gezien,<br />
voor dat het ter Vergadering van Holland is<br />
bekend geworden, 't Is waar, dat in het bericht,<br />
daarna door Burgemeefteren den Staaten<br />
overgegeeven , de ganfche handeling door<br />
Burgemeefteren erkend word. Maar dezelfd©<br />
Heer Temminck heeft my verzeekerd, dat zulks<br />
ten gevalle, en als tot redding van den Penfionaris<br />
van Berckel, gefchiedwas: datdegehoudene<br />
aantekening in Burgemeefters Kamer<br />
berustende, inhield, al 't geen in deezen, met<br />
kennis van Burgemeefteren, was voorgevallen.<br />
Het denkbeeld in °t welk de Penfionaris van<br />
B-rekel fehynt geweest te zyn, dat de nieuwe<br />
Americaanfche Republiek, een goudmyn<br />
voor
O P H E L D E R I N G , ENZ. 99<br />
voor de onze zou weezen, kan ten goede doen<br />
duiden, dat hy die voordeelen door het Tractaat,<br />
cafuquo, heeft willen verzeekeren: zyne<br />
Vaderlands- en Stads-liefde kan hem doen<br />
verfchoonen, daar hy zich met zoo veele anderen<br />
bedrogen heeft bevonden.<br />
Men wil dit liever onderftellen, dan gelooven<br />
't geen J. M. Stoktonvoorgeeft, dat, naamlyk,<br />
het concept Travaat, door Jan de Neufville<br />
Schildknaap, daar toe gedeputeerd, door den<br />
fenfienaris en Burgemeejiers der Stad Amfterdam,<br />
van de eene zyde, en door W. Lee, als<br />
Commisfaris van '/ Congres, van de andere zyde,<br />
op den 4>Jen September ondarteekend zou zyn. Uit<br />
het bovengemelde blykt, dat Burgemeefteren<br />
zoodanige volmacht niet gegeeven hebben: en<br />
't is niet waarfchynlyk, dat een ervaren Minifter,<br />
des tyds zeer wel met Burgemeefteren,<br />
op eigen gezach met den Schildknaap en Koopman<br />
de Ntufville, zoodanig zou gehandeld hebben:<br />
te minder noch, daar, hoe fchuldeloos<br />
het ook was, fchikkingen met de Americaanen<br />
te beraamen, om die , het geval daar en<br />
de omftandigheeden dezelfde zynde, door Arafterdam<br />
ter Vergadering van Holland te laaten<br />
onderfteunen en gunftig voordragen, het<br />
er gansch dus niet meede geleegen zou zyn,<br />
G a ze o
100 M E M O R I E N T O T<br />
-zoo een Minifter zonder uitdrukkelyke last zyner<br />
Principaalen, fchriftelyk en door handteekening<br />
die Principaalen verbonden had, om,<br />
voor zoo veel in hun was, de bepaalde fchikkingen<br />
in een Traélaat te doen veranderen,<br />
zoo dra de nieuwe Republiek voor onafhangelyk<br />
erkend zou zyn.<br />
't Is mooglyk dat de Neufville, om zich by<br />
het Americaans Congres te doen gelden en<br />
zich zeiven meerder aanzien toe te voegen<br />
grooter ophef van de zaak gemaakt heeft'<br />
dan zy w a a r 3 y k verdiende. (*>, Difi J<br />
Brief van J. W. Stokten bewyst, dat op zyn<br />
zeggen weinig ftaat te maken is. Zyne ftelling<br />
dat Amfterdam * in de Quote van Holland<br />
en Holland * in die van de Zeven Provinti'en<br />
betaald, toont zyne onkunde: en hy heeft<br />
even gemakkelyk, van Jan de Neufville een<br />
Ambasfadeur van den Penfionaris en van Burgemeefteren<br />
kunnen maaken, als hy van de<br />
Staaten Generaal, de Staaten van de zeeven vereenigde<br />
Provintien van Holland gemaakt heeft.<br />
Alleen zou kunnen doen denken, dat hy tamelyk<br />
wel onderrecht is geweest, doordien hy<br />
den Penfionaris voor Burgemeefteren noemt:<br />
(*) Jaarboeken 1781. BlaJz. 185.<br />
ten
O P H E L D E R I N G , ENZ. lOl<br />
ten minden zoo hy vermeend heeft, dat men<br />
den rang, naar den invloed of het gezach moest<br />
reegelen.<br />
Het is opmerkenswaardig, dat in dat gant-<br />
fche Tradaat doorgaans, wanneer van de Staa<br />
ten Generaal gefproken wordt, dezelven met<br />
denzelfden naam als de evengemelde Stokton<br />
hun geeft, naamlyk, de Staatên der Zeven Pro-<br />
vintiën van Holland, genoemd worden. Men<br />
zou waarlyk haast moeten gelooven, dat de<br />
Ambasfadeur de Neufville aan zynen Meester<br />
het Tradaat niet had laaten leezen.<br />
Wat dat beruchte Tradaat zelve betreft, is<br />
het waarlyk niet waardig zoo veel fpels te heb<br />
ben gemaakt. Zoo daar by eenig byzonder<br />
voordeel voor de handeldryvende ingezeete-<br />
nen van ons Land befproken was, zou ieder<br />
een, daarna, dewyl de meeste menfchen doch<br />
gezind zyn de zaaken by de uitkomst te beoor-<br />
deelen, den Penüonaris lof over zyn beftaan<br />
hebben toegezwaaid: maar daar is niets in, dan<br />
't geen, de eene handeldryvende natie, aan de<br />
andere in Vreede'styd niet weigeren kan: en<br />
altoos vast riet aan de onze, door de Ameri<br />
caanen geweigerd zou zyn: daar zy naar het<br />
fluiten der Vreede volftrekt niet konden mis-<br />
fchen, dat algemeen Crediet, dat men hier te<br />
G 3 Lan-
102 M E M 0 R I E N T O T<br />
Lande, zelfs mooglyk in te groote maate, aan<br />
alle de Kooplieden geeft: en zonder het welk<br />
„ fchier geene Negotie gedreeven kan worden.<br />
De America- noch meer dan Vaderland lievende<br />
Brief van den beruchten Ridder van der<br />
Capelk, toont genoeg aan, hoe de opkomende<br />
Republiek om geld verleegen was; daar hy<br />
haar raadt, geld tegens 5J a 6 percent te negotieeren,<br />
't Is waar, dat de vernuftige Ridder<br />
vermeent daar door, en zoo dit noch niet<br />
genoeg was, door hooger Interest, de Ingezeetenen<br />
van de Republiek te noopen, hun-<br />
Be fondfen in Engeland te verkoopen, om<br />
hun geld in America te plaatzen. Het is der<br />
moeite waardig dien Staatkundigen Brief te<br />
leezen (éi).<br />
Het komt my voor, dat eenTradhat, als het<br />
geflootene tusfchen de Neufville en Lee, gemakkelyk<br />
in alle gevallen gefloten zou hebben<br />
kunnen worden, in den tyd noodig om<br />
het op 't papier te ftellen.<br />
Daar is toch iets byzonders in; ik meen<br />
I l e t<br />
. A x t<br />
- h<br />
Y 't welk de Staaten der Zeeven Ver.<br />
eenigde Provimiën van Holland, op zich neemen<br />
aan hunne nieuwe Vrienden, eene onbc-<br />
0») Jaarboeken 1781. bl.<br />
lera-
O P H E L D E R I N G , ENZ. IO3<br />
lemmerde Vaart van wegens de Barbaryfche<br />
Mogendheden te bezorgen. Immers, daar tot<br />
„och toe het belang van onze Scheepvaart<br />
had meedegebragt, zoo veel mooglyk te be- -<br />
werken, dat die Rovers met ons m Vreede,<br />
en met de andere Mogendheden in Oorlog<br />
waren, om ons de Vaart, voornaamlyk die men<br />
n e et de Cabotage, in de Midd landfche Zee<br />
te begunftigen, fchynt het vreemd , dat men<br />
ten gevalle der nieuwe Vrienden van Systema<br />
verandert: en men kan niet zeggen, om iets<br />
wederkeerigs te bedingen, dewyl in 't gant-<br />
fche Tradaat niets byzonders ten voordeele<br />
van onze Ingezeetenen bedongen is. 't Is waar,<br />
dat da Neufville in zynen Brief aan den Prefi-<br />
dent van 't Congres O) zegt, dat het betrek-<br />
Me tot de Ajricaanfche Mogendheden over en<br />
weder bepaald was: doch zulks is niet wel te<br />
begrypen, dewyl Wy by dezelve geene voor-<br />
fpraak noodig hadden.<br />
Ondertusfchen fchynen de Staaten in twyffel<br />
te zyn geweest, en door het Bericht van<br />
Burgeraeesteren niet volkomen gerust te zyn<br />
«refteld, of het gedrag van Burgeraeesteren van<br />
Ï 7 78 en van hunnen oudften Penfionaris, niet<br />
' ftraf-<br />
(a) Jaarboeken 1781 bl. 114'<br />
G 4
2*4 M E BI O R i E N T OU T<br />
ftrafwaardig was: dewyl zy by Refolutie v ? n<br />
si December i 78o eenpaarig, 0p Amfterdam<br />
na, van den Hove eischten, deszelfs Confide<br />
ratien en Advis: en wel na dat by R efblu t i e<br />
van den o 3 November, door alle de overi Se<br />
Leeden, het geen door Burgemeesteren en<br />
hunnen oudften Penfionaris in deezen gedaan<br />
• was, gedesavoueen was; en vervolgens door<br />
allen, behalven Dordrecht en Haarlem, gere-<br />
lolveert, dat zou worden geëxamineert en over<br />
wogen, hoedanige nadere voorziening en meest<br />
efficacieufe mtddelen zouden kunnen en behoren<br />
te worden beraamd en vastgejield, w a a r door<br />
dtergelyke onderneemingen van een Lid der Hoo<br />
ge Regeering, voor het toekomende, g ep reveni»<br />
eerden tegengegaan zouden kunnen worden<br />
Het is niet twyffelachtig, dat de inhoud dee-<br />
zer Refoiutiën gefchoeid was, op de aloude<br />
toegeevenheid voor Engeland: maar'men kan<br />
doch met ontkennen, dat de toeftand in wel<br />
ken de Republiek zich bevondt, vereischte dat<br />
voorzichtiglyk het ongenoegen, dat oorzaak tot<br />
eene Vreedebreuk kon geeven, wierd voort<br />
komen. Doch dat neemt niet wech, datBurL-<br />
meesteren en de Vroedfchap van Amfterdam<br />
zich met reede beklaagd hebben, dat men hun<br />
heeft willen opftryden dat zy waarlyk een fqr-<br />
meel
O P H E L D E R I N G , ENZ. I&5<br />
meel Tractaat laadden willen fluiten; daar het<br />
immers overvloedig bleek, dat het zoogenaamr<br />
de Tradaat niet was dan een Concept. De inhoud<br />
der Vroedfchaps Refolutie van ai November<br />
1781, als protest in de Notulen van<br />
Holland geinfereert Qa) 9 toont zulks duidelyk<br />
aaii.<br />
Maar, zoo, naar myn inzien, deeze zaak<br />
niet waardig was, dat van dezelve zoo veel<br />
ophef gemaakt wierdt; en op zyn flimst kon<br />
befchouwd worden, als eene onvoorzichtige<br />
daad, van eenen yverigen Penfionaris, die<br />
te veel ingenomen met het by hem gevormde<br />
denkbeeld, van de grootheid der aanftaande<br />
nieuwe Republiek, en van de voordeden die<br />
voor zyne Stadsgenooten, daar uit zouden<br />
voortvloeijen, in eene te ruime zingenomen<br />
had, het verlof hem door zyne Meesters, om<br />
te handelen gegeeven: offchoon het gedrag<br />
der gemelde Penfionaris al eens in deezen ten<br />
hoogfte berispelyk ware geweest, zoo is dat<br />
van den Engelfchen Ambasfadeur niet minder<br />
aanftootelyk en hoonende voor de Republiek<br />
geweest.<br />
Draaglyk zou het geweest zyn, zoo het Ca-<br />
(a) Ja£rb:eken 1781. bl. 321.<br />
G 5<br />
bir
106 M E M O R I E N T O T<br />
bïnet van London [want men meent te kunnen<br />
verzeekeren dat de Ridder York zyne twee<br />
laatfte Memoriën van 10 November en n December<br />
1780 woordelyk, zoo als Hy ze heeft<br />
overgegeeven, ontfangen had] geklaagd had,<br />
over de beleedigingen, door liet gebeurde den<br />
Koning aangedaan: en vervolgens voldoening<br />
geëischt had: maar, eene Regeering van eene<br />
annzienlyke Stad, en anderen die zoo als deeze<br />
dachten, te noemen, eene Fatlie, eene toomlooze<br />
Cabaal, een Complot; die Stad af te fchilderen,<br />
als gezind om bet algemeen belang aan<br />
haare byzondere inzichten op te offeren, en. ze te<br />
befchuldigen van intrigues te gebruiken en gevaarlyke<br />
desfeinen te hebben, was teeerroovend,<br />
om geduld te kunnen worden: en het was zeeker<br />
zeer toegeevend, en noch een gevolg van<br />
den ouden Engelfchen invloed, dat niet, alvorens<br />
de Refolutie tot voldoening van zyne<br />
Brittannifche Majefteit te neemen, met wedergeeving<br />
der Memoriën geëischt wierdt, dat<br />
andere in gevoeglyker en gefchikter bewoordingen<br />
door den Ambasfadeur aangeboden mogten<br />
worden: daar de ongelukkige toeftand in<br />
welken de Republiek zich bevondt niet toehet,<br />
eene gepaste verontwaardiging daadelyk<br />
te betoonen.<br />
On-
O P H E L I) E R I N G, ENZ. IO?<br />
Ondertusfchen had het Hof van Holland,<br />
zich in ftaat gefteld om te voldoen aan de Refolutie<br />
van hun Ed. Groot Mog. van den 21<br />
December, by welke het gelast was hun Ed.<br />
Groot Mog. te dienen van derzelver Confideratien<br />
en Advys; eeniglyk en bepaaldelyk op de vraag, of<br />
in de voorfz Stukken ietwes word gevonden het<br />
welk naar Rechten, en volgens de Conflitutioneele<br />
ffetten en Placaaten deezer Landen, Materie zou-<br />
de kunnen opleveren, tot het wettiglyk entamee-<br />
ren van Crimineele Procedures jegens de Burge<br />
meesters en Regeerders der Stad Jmjleldam, die<br />
in den jaare 177%» 'V 1<br />
' wanneer het zelve •<br />
projtiï Traiïaat is ontworpen, geregeerd hebben}<br />
mitsgaders tegens den oudften Penfionaris derzel<br />
ver Stad. ,<br />
Men was onder de hand onderricht geworden<br />
, dat het befluit niet gunftig zou zyn5 in<br />
*t byzonder niet, voor den Penfionaris van<br />
Berckel. Ingevolge van deeze geruchten , wierdt<br />
ik door Burgemeesteren verzocht, hoe eerder<br />
zoo beeter, naar 's Hage te reizen, om met<br />
en beneffens den Penfionaris Visfcher die zich<br />
aldaar bevondt, alle mooglyke vlyt aan te wenden,<br />
om voor te komen, dat het raport van<br />
Commisfarisfen van den Hove in den vollen<br />
Pvaad niet gebragt wierdt: en dus voor als<br />
noch
I03 M E M O R I Ë N T O T<br />
noch niets gearresteerd kon worden. Men was<br />
onderricht dat zulks Dingsdag naast-komende,<br />
den 13 Maart, zou gefchieden.<br />
Ik vertrok derhalven Zondags den 11. naar<br />
's Hage, en deed aldaar, beneffens den Heere<br />
Vkfcher, de noodige demarches by zyne Hoog,<br />
heid, en by den Heer Prefident Sikher.<br />
Voor zoo veel ik my herinneren kan, want<br />
heb van 't verrichte geene aanteekeningen gehouden,<br />
vonden Wy den Prefident geneegen,<br />
om zoo veel mooglyk voor te komen, dat in<br />
de tegenwoordige omftandigheden, daar wy<br />
in Oorlog met Engeland waren, geen Advys.<br />
van 't Hof ter Vergadering van Holland wierdt<br />
ingebracht: 't geen, aangezien dien Oorlog<br />
ook fciieen niet paslyk te zullen zyn. Maar<br />
te vergeefs vertoonde Ik zyne Hoogheid, dat<br />
daar door, eene der reedenen die de Engelfchen<br />
tot het aanvangen der Kryg voorgewend<br />
hadden, als 't waare, gewettigd zou worden:<br />
dat het daarom alleen noodig was, dat ten minften<br />
voor als noch, het Raport dat Dingsdag<br />
in den Raad moest komen, agterbleeve, en<br />
het Hof aldus buiten ftaat bleef om te berich.<br />
ten. Zyne Hoogheid vermeende de loop der<br />
Justitie niet te kunnen, noch te mogen ftuiten.<br />
* .<br />
Des-
OP H E L D E R I N G , ENZ. IO9<br />
Des niettegenftaande bewerkte de Penfionaris<br />
en ik, dat het rapport Dingsdag niet gedaan<br />
wierdt, en de zaak dus geen voortgang<br />
hadt. Zedert, zoo als men weet, is dezelve<br />
blyven fteeken: voornaamlyk na dat het Hof<br />
aan de Staaten gefchreeven had, den Brief gedagteekent<br />
27 Maart 1781 (a): en dat door<br />
Haarlem op den 13 April, toen deeze zaak<br />
ter Vergadering van Holland, in deliberatie<br />
wierdt gebracht, voorgefteld Was geworden 1<br />
het Hof te excufeeren, te advyfeeren over eene<br />
vrage, waartoe de apparente aanleiding volgens de<br />
fentimenten van den Hove zelve gecesfeert waren:<br />
op welke voorftelling ook eenige Leden die<br />
gereed waren, hunne advyzen terug hebben<br />
gehouden. /<br />
De Penfionaris van Berckel had voor zich zeiven,<br />
en zonder medeweeten der Heeren van<br />
1778, die noch in leevénwaren, eene Memorie<br />
ter Vergadering van Holland ingeleeverd: (h)<br />
by deeze verzocht hy, of, dat zyne zaak, zoo<br />
ze daartoe gefchikt geoordeelt wierdt, in handen<br />
van Schout en Scheepenen van Amfterdam<br />
mogt gefteld worden: of dat de Staaten<br />
f» Jaarboeken 1781. bladz. 837.<br />
(i) Jaarboeken 1781. bladz. 1034.<br />
hem
1(10 M E M O R I Ë N T O T<br />
hem tot zuivering van zyne eer en goede naam,<br />
eene verklaaring geliefden te geeven., dat geen<br />
befcheiden door ofte van wegen den Ridder York<br />
of wie zulks anders zou mogen weezen, waren ingekomen<br />
, waar uit bleek, dat hy in zyn Perfoon<br />
fchuldig was, aan 't geen waarmeede hy in de Memoriën<br />
van opgemelde Ridder York beticht was<br />
geworden, ten einde om daar meede alle lasterende<br />
discourfen en infertien in de Nieuwspapieren,<br />
efficatieuslyk, tegen te kunnen gaan. Dewyl die<br />
Me moiie door de Lecden der Vergadering; is<br />
overgenomen , en dus verre zonder dispofitie<br />
gebleeven, zoo fchynt gem. Penfionaris noch<br />
niet ontheeven te zyn, van 't geen in de vorige<br />
Refolutien minder of meerder voor hem<br />
grievende legt opgeflooten: ja zou hy mooglyk<br />
befchouwd kunnen worden, als fub reatu,<br />
zynde.<br />
Alhoewel het zeeker is, dat het Hof nimmer<br />
Rechter kon weezen, en de Penfionaris<br />
niet beklaagd kon worden, dan door en voor<br />
Schout en Scheepenen van Amllerdam, zoo<br />
is het doch niet minder ontwyffelbaar, dat<br />
de hooge Overheid, uit wiens fchoot alle<br />
Rechtsgebied hier te Lande is voortgekomen,<br />
en in wiens naam, alle Rechtsvordering gefchiedt,<br />
met recht het Hof kon gelasten, haar<br />
te
O P H E L D E R I N G , ENZ. III<br />
te advyfeeren, of in deeze zoodanige Rechtsvordering<br />
gedaan moest worden. In dit twyffelachtige<br />
is.de hooge Overheid gebleeven,<br />
en daar is niet beflist, of in de {lukken den<br />
Hove ter hand gefteld, gevonden is, ietwcs, bet<br />
welk naar Rechten, en volgens de Conftrtutioneele<br />
Wetten en Placaaten deezer Lande , materie zoude<br />
kunnen opleeveren, tot bet wettiglyk entameeren<br />
van crimineele Procedures, (a)<br />
Maar 't zy de handelingen van Burgemeesteren<br />
van Amfterdara en van hunnen Penfionaris,<br />
veel of weinig toegebracht hebben,<br />
om ons den Oorlog te doen verklaaren, zoo<br />
zou die verderfelyke Oorlog, mooglyk nimmer<br />
plaatz hebben gehad, zoo 'er geene verregaande<br />
verwydering, reeds eenen geruimen<br />
tyd voor den Oorlog, ontflaan was, tusfchen<br />
den Engelfchen Ambasftideur, den Raadpenfionaris<br />
, en den Penfionaris van Berckel.<br />
De Ambasfadeureerlyk, oprecht, doch hoog<br />
van Charadter, en heel in zyne denkenswyze,<br />
de natie, alhoewel na een twimïg jaarig verblyf,<br />
weinig kennende, en van dezelve oordeelende,<br />
naar eenige weinige Lieden, met<br />
welken hy omging, heeft het kwaad humeur,dat<br />
(*) Jaarboeken 1781. bladz. *34«
Iia MEMORIËN TOT<br />
dat hy regens evengem. Minifters had opgei<br />
vat, voornaamlyk toen hy merkte of dacht,<br />
dat zy de vreedzaame gevoelens die hy in 't<br />
begin had , en van welken ik verflag heb gedaan<br />
, weinig achtten, en zy hem dwarsboomden,<br />
den ruimen teugel gevierd, en het vuur,<br />
dat begon te branden, eerder aangeftookt dan<br />
uitgedoofd.<br />
Maar 't geen de fierheid van den Ridder en<br />
deszelfs kleinachting voor de Republiek aanmerkelyk<br />
vermeerderde, was de weerlooze<br />
toeftand, daar zy, gelyk te vooren reeds aangetoond<br />
is geworden, zich in bevondt. Hem<br />
was zeekerlyk bekend, het rapport ter Vergadering<br />
van Hun Hoog Mog. door Gedeputeerden<br />
van de zaaken tot de Zee gedaan. Uit<br />
dit, en uit die der Admiraliteiten, was ten<br />
klaarften gebleeken, in welken toeftand ons<br />
Land zich bevondt: „ geene voorziening te-<br />
„ gens buitenlands geweld, op en langs de<br />
„ Kusten: in de Zeegaaten, fchier geenezwaa-<br />
„ re Scheepen, noch Volk, om de weinige die<br />
„ 'er noch waaren , te bemannen; geen genoegzaam<br />
aantal van Opper-, en noch minder<br />
,, van Onder-Officieren: geene voorraad van<br />
„ Gefchut en Scheepsmateriaalen."<br />
Men kan niet dan met ontroering die deer-<br />
ly-
O P H E L D E R I N G , ENZ. H3<br />
lyken toeftand befchouwen. De Admiraliteit<br />
van de Maas kon flechts leeveren, één Schip<br />
van 70, één van 6b, en vier van 50 Stukken.<br />
Die van Amfterdam hadt één Schip van 70,<br />
3 van 60, en 6 van 50 Stukken. Die van West»<br />
vriesland geen. Die van Zeeland 2 Scheepen<br />
van 60, en 1 van 50 Stukken. Die van Friesland<br />
1 van 50 Stukken: en alle te zaamen 19<br />
Fregatten: maar het flimfte was, zoo als reeds<br />
gezegd is, dat eene groote fchaarsheid van<br />
Zeevolk, het in Zee brengen van die Scheepen<br />
onmooglyk maakte.<br />
Daar tegen had Engeland, volgens grondige<br />
Informatien, des tyds in Zee, of kon daadelyk<br />
in Zee brengen, 3 Scheepen van ico, 1 van<br />
98 , 10 van 90, 2 van 84, 1 van 80, 43 van 74<br />
1 van 70, 1 van 68, 24 van 64, 4 van 60, en<br />
17 van 50 Stukken: te zaamen 126 Scheepen,<br />
behalven de .Fregatten.<br />
. De bewustheid van deezen ftaat van zwakheid,<br />
had zeekerlyk aan 't Hof van London<br />
doen voeren, eene taal, verre beneeden die<br />
geene welke de eene onaf hangelyke Mogendheid<br />
aan de andere verfchuldigd is: zy was \<br />
fchier niet te dulden geweest. Men fcheen dus<br />
niet dm eene bittere keuze te hebben: toeteftaan<br />
't geen op eenen hoonenden toon ge-<br />
I. DEEL. H eischt
114 M E M O R I Ë N T O T<br />
eischt wierdt, of zich eenen verderffelyken<br />
Oorlog op den bals te haaien.<br />
Uit dit labyrinth had men zich doch kunnen<br />
redden, zoo men de aanbiedingen van den Engelfchen<br />
Gezant, van welke ik in 't begin verflag<br />
heb gedaan, had aangendornen. Mooglyk<br />
had men noch eene taamelyke goede uitkomst<br />
gevonden, met aan te neemen het voorftel<br />
in Oftober 1778 door de Engelfch n gedaan,<br />
naamlyk, om de Laadingen van alle de opgebrachte<br />
Scheepen met >checpsmateriaalen, voor<br />
de Kroon te koopen, mts zy niet aan Franfche<br />
Ittgezeetenen toebehoorden.<br />
De Voorzichtigheid verboodt gewis, zoo<br />
geheel oogewaapend als men was, met eenen<br />
gewaapenden Vyand te gaan ftryden. Maar,<br />
zal men vraagen, zou men dan den aangedaa*<br />
nén hoon hebbes moeten dulden ? zou men de<br />
heiligde verbonden geduldig hebben moeten<br />
zien breeken?<br />
Het zou zeekerlyk hard gevallen, en wei-ig<br />
eerlyk voor den Staat, of om bee'er te zeggen,<br />
voor deszelfs Befluurders gewe st zynï<br />
maar die oneer zou den naapftigen Landman.'<br />
den -yvvken Koopman, den {tillen Burger<br />
met g -r ifen he ben : zy zou een g-volg van<br />
den weerloozen ftaat, in welken de Republiek<br />
zich
O P H E L D E R I N G , ENZ. H5<br />
zich bevondt, geweest zyn: en wy hebben<br />
gezien, wat daar van de oorzaak was.<br />
Die toeftand zoodanig zynde, wierdt het<br />
geroep, het beklag over Engelands trouwloos<br />
heid , loutere en nuttelooze klanken. De His<br />
toriën van alle tyden leeren, dat eigenbelang<br />
der Vorften Wetboek heeft opgefteld, en dat<br />
op het nakomen der Tfaftasten, geene an<br />
dere ftaat gemaakt kan worden, dan voor zoo<br />
verre zulks met dat belang ftrookt, of ze met<br />
geweld tegen geweld, desnoods gehandhaafd<br />
kunnen worden.<br />
Mobglyk zal men zeggen, dat het belang<br />
van den Koophandel niet duldde, dat men iets<br />
in het nakomen van het Tradaat van 1674<br />
toegaf: dat men dus om des Koopmans wille<br />
tegen de Engelfchen den Oorlog heeft moe<br />
ten voeren,<br />
Maar wie zal beweeren, dat om den tak van<br />
Negotie, daar het in deezen op aankwam,<br />
naamlyk die van Scheepsmateriaalen, te begun-<br />
ftigen, het voor den Lande en voor deszelfs<br />
handeldryvende Ingezeetenen oorbaar was , al<br />
le de andere d:n bodem in Haan?<br />
Niet zon'er reeden hebben de Gecommit-<br />
tetrdai van Hun Ed. Groot Mog. de Staaten<br />
van Holland en We?tvriesland, in hun Ad-<br />
11 2 vys
HÓ" M E M O R I Ë N T O T<br />
vys van 30 December i ? 73 f» gevraagd, of<br />
bet transport van Hout, waarby de Navigatie<br />
voornaamlyk bevoordeeld wierdt, maar ds Commercie<br />
niet veel meer als eene Commisfié verdiende,<br />
alleen kon opweegen tegens alle de takken van<br />
Koophandel en Scheepvaart te zaamen genoomen?<br />
Men had te meerder reede, om den algemeenen<br />
Koophandel en Scheepvaart, eerder dan<br />
eenen enkelen tak, derzelver gang te laaten gaan,<br />
...dewyl de Engelfchen aangenoomen hadden,<br />
zich te fchikken na de algemeene regel, vry<br />
Schip, vry goed, zelfs in geval van Cabotage,<br />
van de eene vyandelyke Haaven op de andere,<br />
en van het vervoeren van Goederen, naar<br />
en van de Colomen van den Staat, aan wien<br />
dezelve ook zouden moogen toebehooren, ja<br />
zelfs aan de Americaanen, waar over in den<br />
voorigen Oorlog zoo veel moeijelykheid geweest<br />
was.<br />
Met meerder grond kon men zeggen, dat<br />
wy in dien noodlottigen Oorlog ingewikkeld<br />
waren geworden, om dat ons belang meedebracht,<br />
Frankryk niet voor 't hoofd te ftooten,<br />
en dat Hof geëischt had, dat de Republiek<br />
, wilde zy als onzydig befchouwd worden,<br />
00 Jaarboeken 1779. bl. 152.<br />
gee-
O P H E L D E R I N G , ENZ. II?<br />
geene blyk van eenzydigheid zou geeven, met<br />
ten voordeele van Frankryks Vyanden, van<br />
een recht af te zien, waar van 't genot voor<br />
Frankryk van zoo veel belang was.<br />
't Is over bekend, hoedanig Frankryk reeds<br />
in den Jaare 1778 alles in 't werk had gefteld,<br />
om de Republiek als te noodzaaken, op het vervoeren<br />
van Scheepsmateriaalen, in den ruimften<br />
zin, te blyven ftaanr hoedanig het Hof<br />
van Verfailles, gebelgd over de Refolutie van<br />
19 November 1778, by welke bepaald was,<br />
geen Convooy tot het vervoeren van Maften<br />
en Hout, voor Oorlogfcheepen gefchikt, te geeven,<br />
aanftonds deszelfs ongenoegen getoond<br />
had, door den Koophandel der Ingezeetenen,<br />
behalven die der Haarlemmers en Amfterdammers,<br />
die door de Penfionarisfen vanZeebergh,<br />
van Berckel en Visjcber, verbecden waren, te<br />
belemmeren. (#)<br />
Alhoewel het gedrag der Franfchen, in dat<br />
geval, niet fchynt aan de rechtmatigheid getoetst<br />
te kunnen worden, dewyl, ons t3 willen<br />
noodzaaken een Tradaat te doen gelden,<br />
dat<br />
(3) Men kan de byzonderheeden vinden in de Jaar-<br />
boeken van 1779. bl. 84, 89, 129, 133, 164, 175, 421,<br />
430, 502, 508, 529, 565, 587.<br />
H 3
Il8 M E M O R I Ë N T O T<br />
dat buiten hun, en zonder hunne tusfchenkomst<br />
of guarantie, meer dan 100 jaaren geleeden,<br />
geflooten was, zeekerlyk niet rechtmatig<br />
was, zoo had doch het geen zy gedaan<br />
hadden getoond, het belang dat zy in het uitvoeren<br />
van dat Tracïaat fielden : en de ondervinding<br />
had ten allen tyde geleerd, dat het den<br />
Vorften gemeenlyk zeer onverfchillig is, op<br />
-wat wyze zy hun oogmerk bereiken. Het was<br />
de Franfchen niet alleen te doen , om van het<br />
noodige Scheepstimmerhout te worden voorzien,<br />
maar voornaamlyk om te doen breeken<br />
de aloude verbintenis, die 'er tusfchen de Republiek<br />
en Engeland was. Frankryk vreesde<br />
dat deeze, gevoegd by eene geneegendheid<br />
voor die Natie, by zommigen als aangebooren,<br />
de balance eindelyk zou doen overflaan,<br />
en voor Engeland party doen kiezen, of ten<br />
minden dat de haare nimmer hartelyk zou betracht<br />
worden.<br />
Van welken kant men dan de omftandigheden<br />
in welke de Republiek zich bevondt befchouwde,<br />
waren zy zeekerlyk kommerlyk:<br />
en deeze bekommerlyke toeftand kon in grootendeele<br />
gedagteckend worden, van het neemen<br />
der bewuste Refolutie van 19 November<br />
1773. om geene Gonvooyen, aan Scheepen
O P H E L D E R I N G , ENZ. IT£<br />
pen geladen met grof Scheepstimmerhout of<br />
Masten te geeven.<br />
't Is waar, die Refolutie moest kwanfuis<br />
geheim gehouden worden, en de Engelfchen<br />
daar van 'geene onmiddelyke kennis hebben of<br />
verkrygen \ en men had met eenen goeden uitflag<br />
hetzelfde gedaan in 1762. Maar waarom<br />
was het noodig, zoo eene Refolutie te neemen?<br />
Waarom zoodanige blyk van toegee-^<br />
ver.dheid aan Engeland gegeeven? Waarom<br />
Frankryk deswegens gemelyk gemaakt? Het<br />
was immers onnoodig deswegens iets te bepaalen.<br />
Het geeven van Convooijen verboodt zich<br />
van zeiven, dewyl wy geen Scheepen hadden,<br />
om een genoegzaam Convooy uit te maken:<br />
en het dus niet kon gefehieden, zonder de<br />
Vlag der Republiek aan hoon bloot te ftellen:<br />
't geen immers volftrekt vermyd moest worden.<br />
Wilden de Schippers zonder Convooy vaaren,<br />
zy konden: en ingeval van neeming, zouden<br />
de Engelfchen mooglyk gereedelyk hunne<br />
Goederen, mits geene Franfchen toebehoorende,<br />
voor de Kroon gekocht hebben, zoo<br />
als zy dat aangebooden hadden.<br />
Aanmerkelyk zyn de woorden der Staaten<br />
van Holland, in hunne Refolutie van 24 Juny<br />
1779, (a) by welke zy hunne Gedeputeer-<br />
(a) Jaarboeken 1779 bl. 605. den<br />
H 4
120 M E M O R I Ë N T O T<br />
den ter Generaliteit gelasten te trachten, al<br />
daar te doen befluiten, tot het geeven van onbepaalde<br />
-Convooyen, daar zeggen hun Ed.<br />
Gr. Mog. dat het prudent zoude zyn, zich hoe<br />
eerder zoo beeter, in een postuur van defenfie te<br />
Jiellen, en DAAR NA te refolveeren.<br />
Maar het fchreeuwen om Convooy, voornaamlyk,<br />
ja eeniglyk, voor de Houtfcheepen,<br />
was zoo groot, dat het moeilyk was, daar aan<br />
het oor niet te leenen. 't Was ook geenzints<br />
wonder, dat de Kooplieden eischten, dat eene<br />
Zee-Mogendheid hunne Zeevaarende Ingezeetenen,<br />
tegens buitenlands geweld, in het voeren<br />
van eenen wettigen Handel, befehermde:<br />
-ttaar de mooglykbeid was 'er niet. Veelen<br />
van die Kooplieden, waaren teffens Leeden der<br />
Regeering, en de ftaat in welken onze Marine<br />
zich bevondt, was hun bekend: doch de<br />
meesten hadden byzondere inzichten: of waaren<br />
vreemdelingen, die zich 's Lands algemeen<br />
welzyn weinig bekreunden. Maar dat Regenten,<br />
die geene Kooplieden waaren, die geen<br />
byzonder belang by het geeven der algemeene<br />
Convooyen hadden, daar op geftaan hebben,<br />
terwyl zy wisten, of hadden behooren te weeten,<br />
dat de Admiraliteiten daar toe buiten ftaat<br />
waren, is onbegrypelyk, zoo niet onvergeef-<br />
lyk:
O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏQ.1<br />
3yk: daar het intusfchen grievend is geweest,<br />
dat het welzyn van zoo veel duizenden opgeofferd<br />
is geworden, aan het gefchreeuw en de<br />
heethoofdigheid van eenige weinigen.<br />
In den beknelden toeftand daar de Republiek<br />
zich in bevondt, tusfchen Frankryk en Engeland,<br />
was de keuze zeekerlyk zwaar. In het reeds<br />
by gebrachte Advys van Gecommitteerden van<br />
Hun Ed. Gr. Mog. van den 30 December 1779,<br />
v/aren de voordeelen aan de vriendfchap der<br />
beide Natiën verknocht, opgegeeven en gewoogen:<br />
doch 't geen daar gezegd wordt, wegens<br />
de noodlottige legging van ons Land, fchynt<br />
de keuze welhaast te hebben moeten bepaaien.<br />
De Gecommitteerde vertoonden; „ dat dieleg-<br />
„ ging ons affnyt van alle de zuidelyke deelen<br />
van Europa: zonder te fpreeken van den<br />
„ naauwen doortocht van het Canaal, waarop<br />
,, alle de Zeehavens van Engeland, en de ver-<br />
„ eeniging van haare macht uitkomen, en eene<br />
„ directe infpecfie hebben: 't welk de Repu-<br />
., bliek direct affneed, van alle Secours, van<br />
die gcenen, met wien zy zich zoude kun-<br />
,, nen alliëiren, om hulp te zoeken: en Haar<br />
„ in eenen Oorlog met Engeland noodzaakt<br />
de onheilen van den Oorlog alleen te draagen,<br />
tot dat zy eene Vloot vergaderen kan,<br />
H 5 „ die
122 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ die in ftaat is, om die der Engelfchen het<br />
»» hoofd te bieden , en binnen haare Havens<br />
„ te honden."<br />
Daar fcheen dan minder gevaar te zyn, met<br />
aan Frankryk rondborfïig te verklaaren, dat by<br />
aldien zyne Allerchristelykfte Majefteit niet<br />
kon goedvinden, zyne nadeelige Edicten in te<br />
trekken, en onze Comttiercieerênde en Navi-<br />
geerende Ingezeetenen te laaten genieten, de<br />
zelfde voordeelen, die zy tot dus verre ge-<br />
^jiooten hadden, wy genoodzaakt zouden zyn<br />
de party der Engelfchen, hoe ongaarne ook,<br />
te kiezen, of ten minften te voldoen aan de<br />
Traétaaten, op welke deezen zich beriepen.<br />
- Hoe zeer Frankryk's belang zeekerlyk mee-<br />
debracht, alle Verbindtenisfen tusfchen de Re<br />
publiek en Engeland te doen ophouden: zoo<br />
ontbrak het doch niet aan reedencn, om het<br />
•Hof van Verfailles te doen verlangen, dat wy<br />
bïéeven by eene onzydigheid, die in veele op<br />
zichten voor Frankryk voordeelig was.<br />
Voor eerst: was het zeeker, dat byaldien wy,<br />
in den weerlozen toeftand, in welken wy ons<br />
bevonden, met Engeland in üorl.g geraak<br />
ten, wy buiten ftaat zouden zyn , onze Scheep<br />
vaart behoorlyk te befchermen: en dat hunne<br />
Ingezeetenen verliezen zouden al het voor<br />
deel,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 123<br />
deel, dat zv gedurende den Oorlog door onze<br />
Neutrale vaart, zouden kunnen trekk n.<br />
Ten tweeden: was het better, ten minften by<br />
voorraad, dat wy temport/eerden, tot dat onze<br />
Marine in boeter ftaat was.<br />
Ten derden: en wel voornaamlyk, was het belang<br />
der Franfthen , ons niet te fterk te benaauwen,<br />
om ons niet als in de noodzaaklykheid<br />
te brengen, om Engelands zyde te kiezen<br />
, waardoor zy daadelyk afgeflooren zouden<br />
zyn geworden, van alle communicatie.,,<br />
met de Noord- en Oost Zeeën.<br />
Niets had men, volgens myn inzien, onbeproefd<br />
behooren te laaten, om eene Vreedebreuk<br />
met Engeland voor te koomen. Met ree- —<br />
de had Zeeland, toen men op den eden Jaly ,<br />
1780 Ministers ter Generaliteit benoemde, om<br />
den Staat te doen treeden tot de Gewapende<br />
Neutraliteit, gezegd, dat men nimmer had wil-1<br />
len trachten, de zaaken met En gel and in der min-•<br />
ne te vinden.<br />
Zeeland was de eenigfte Provintie , in welke<br />
de onheilen des Oorlogs voorzien wierden.<br />
Op den 3ften January 1781, was door allen die<br />
in die Provintie belang in den Koophandel en<br />
Scheepvaart hadden, een Request aan de Staaten<br />
Generaal aangebooden, by't welk vertoond<br />
wierdt,
ï?4 M E M O R I Ë N T O T<br />
wierdt, dat de Vreedebreuk, tusfchen Engeland<br />
en den Staat, den geheelen ondergang van<br />
veele Huisgezinnen na zich zou fke^n, en<br />
verfcheide takken van negotie vernietigen f»<br />
Het befluit was H. H. M. M. te verzoeken<br />
alles aantewenden om voor te komen, dat de<br />
Oorlog niet ten hoogfïen uitbarste.<br />
Maar in plaatze van de maatreegelen, die de<br />
nmftandigheden zoo noodzaaklyk maakten, te<br />
neemen heeft de onvergeeflyke vooringenomenhdd<br />
van zommigen, Cdie waanden en anderen<br />
trachtten diets te maken, dat van de<br />
Engelfchen niets te vreezen was, terwyl zy<br />
zich reeds twee machtige vyanden op den hals<br />
hadden gehaald, en derhalven niet konden noch<br />
durfden aanvallen,) alle voorzichtigheid terzyde<br />
doen ftellen.<br />
Men floeg geen geloof aan het fchryven<br />
van den Graave van PVelderen, die zedert het<br />
VTFIZV'I I7<br />
°° 0<br />
'<br />
TEGEN HET<br />
^ ^<br />
van Engeland, voornaamlyk zoo men tot de<br />
Gewapende Neutraliteit accedeerde, te wach<br />
ten had, gewaarfchouwd had. Deeze braave<br />
Mimster, aan wien zoo onverdiend verweeten<br />
as, zyne nalatigheid in het onderrichten<br />
van<br />
O) Jaaiboekeu 1781. bl. 253.
O P H E L D E R I N G , ENZ. I«5<br />
van 't geen in Engeland omging: dien Ik zelf,<br />
Ik zeg het met leedweezen, dat verwyt gedaan<br />
heb; dien men met alle hardigheid behandeld<br />
heeft: wiens trouwe dienden waardig<br />
waren geweest, dat men hem, om weder naar<br />
Engeland in de voorige hoedanigheid te gaan,<br />
by de Vreede hadde aangezocht: dien men op<br />
eene verregaande wyze beknibbeld heeft, terwyl<br />
men ten gevalle van anderen, die niets<br />
ten nutte van den Lande hebben uitgericht<br />
's Lands Penningen ten besten heeft gegeeven:<br />
die braave Minister heeft my op myn<br />
verzoek, daar Ik gaarne aan zyne kunde en<br />
trouwe hulde wilde doen, en zoo veel mooglyk<br />
beeteren, het ongelyk Hem door my in<br />
't begin, en door anderen, mooglyk noch ten<br />
huldigen dage aangedaan, in Haat gefteld, het<br />
Publiek, of ten minften myne Leezers, door het<br />
mededeelen van den korten inhoud zyner Correspondentie,<br />
met den Raadpsnfionaris grondig<br />
te onderrichten, Ik heb ten dien einde onder<br />
de Bylagen van dit Werk laaten drukken,<br />
korte aanteekeningen der Correspondentie,<br />
tusfchen gemelde Graave en den Griffier eenen<br />
geruimen tyd voor 't uitbariten van den Uorlog<br />
gehouden. Zie Byl. C.<br />
Als men die gegeevene berichten inziet,<br />
fchynt
126 M E M O R I Ë N T O T<br />
fchynt het fchier onmooglyk, dat men niet geloofd<br />
heeft, dat het met Engeland ernst was:<br />
of dat men ten minfteri niet van den inhoud<br />
dier Brieven k mnisfe aan de voornaamfte Leeden<br />
van Staat gegeeven heeft: op dat, zoo<br />
rren al ni^t had willen vermyden, aan Engeland<br />
reede tot breeken te geeven, men ten<br />
minften had kunnen zorgen, dat naar Oosten<br />
West - Indien, en voornaamlyk naar de<br />
Caab, waarfchouwingen waaren gezonden, om<br />
op zyne hoede te zyn : en aan de Koopvaardy<br />
Scheepen bevel gegeeven, van niet zonder<br />
Convooy hoe gering het ook mochte weezen,<br />
te zeilen, ten einde, ten minften, voor het geweid<br />
der Kapers gedekt te zyn.<br />
't Is voornaamlyk onbegrypelyk, dat nadat<br />
de Heer van Weiderenden io^en Nov. 1780<br />
gefchreeven had, dat men ftaat kon maaken ,<br />
dat byaldien geen voldoend antwoord op den<br />
inhoud der meedegedeelde Papieren van Laurens<br />
g.geeven wierdt, de Oorlog vast was, men<br />
de Admiraliteiten, en de Oost-Indifche Compagnie<br />
mei gewaarfchouwd heeft, en daardoor<br />
voorgekoomen, het uitzeilen der twee Oorlogfcheepen,<br />
gecommandeerd door de Capiteinen<br />
6atink en Volbergen, en van het Oost-<br />
Indisch Schip, Schipper P. van Prooyen, die,<br />
ge-
OP H E L D E R I N G , EN Z. • 127<br />
gelvk bekend,,is, alle drie kort na het uitvaa-<br />
ren, in 's Vyands banden gevallen zyn, daar<br />
ze den a_$fP waaren uitgeloopen, toen daags<br />
te vooren 't vertrek des Engelfchen Gezant<br />
bekend was. (a)<br />
De zaaken eenen anderen keer dan veelen<br />
verwacht of beweerd hadden „ genoomen heb<br />
bende, en de Koning van Engeland naar zoo<br />
veele geweldige daaden, die op haar zeiven ene<br />
genoegzaame Oorlogs verklaaring inhielden ,<br />
zynen Arabas fade nr t'huis onrbooden, en eene<br />
Oorlogs verklaaring uitgegeeven hebbende,<br />
was . in de aaKelige omffandi^heid en weerloos<br />
heid, in welke men ziJi bevondt, goede raad<br />
duin-<br />
Hun Hoog Mog. keerden zich dan aan-<br />
ftonds tot de Noordfche Mogendheeden, met<br />
welke ,zy zich verbonden hadden. De Heer<br />
v n Lynden, onze Minister te Stokholm, gaf<br />
reeds op den 8ften February een Memorie al<br />
daar over, om het nakoomen vanher 7e, 8 e<br />
en<br />
(«) Wat 'er berrekkely'? tor de evengemeide penoorne-<br />
ne Scheepen is v.ontvallen, kan men ©mfrandlg genoeg<br />
leezen in de Jsarbaeten van 178 M #37; vt>te<br />
in her zelfde deel, bl. 27. en vólg. kan men oók zien hoe<br />
even onrechtvaardig de Graaf van W-lderen beichuidjgd<br />
is geworden, over \ achterblyven vm den Courier, dien<br />
hy afgezonden had met de tyding der Vreedebreuk.
Ï2S . M E M O R I Ë N T O f<br />
en 9e Articul, van de aangenoomene Verbindtenisfe<br />
der Gewapende-Neutraliteit te eisfchen.<br />
'c Is zeeker dat in het 8e zeer duidelyk bedongen<br />
was, dat zoo dra de Scheepen van eene<br />
der contracteerende Moogendheeden zouden<br />
worden ontrust, gekweld of aangerand, alle de<br />
verbondene Mogendheeden daarvan eenegemee-<br />
11e zaak zouden maaken, om zich over en weder te<br />
helpen ver weer en, om te bewerken en gemeenfchappelyk<br />
zich te doen geeven eene volledige en geheele<br />
voldoening. Nochtans was het antwoord niet<br />
zeer gunftig: het behelsde hoofdzaaklyk, dat<br />
de inhoud van die Memorie zoo gewichtig was,<br />
dat dezelve tyd van bedenking en ryp beraad<br />
vorderde.<br />
De Heer de la Calmeite had meede eene gelykzoortige<br />
Memorie te Coppeuhagen ingeleeverd,<br />
doch in 'c geheel geen antwoord ontfangen.<br />
(a)<br />
Ondertusfchen had Mevrouw de Keizerin,<br />
op den ifen Maart haare Mediatie aan de Republiek<br />
, en te gelykertyd aan Engeland doen<br />
aanbieden: men nam ze hier daadelyk aan.<br />
't Is my altyd vreemd voorgekoomen, dat in<br />
de toeftemming tot deeze aanneeming, of ter<br />
(*) Jaarboeken iz'81. bl. 658.<br />
ge-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 120<br />
geleegendheid derzelve, Hun Hoog Mog. beipraken,<br />
dat in geval die Mediatie geen effect<br />
had, zy dan het genot van de Conventie zouden<br />
erlangen. Lag in die woorden niet opgefiooten,<br />
dat gedurende dat de Keizerin als Mediatrice<br />
zou handelen , en deswegens niet alle<br />
hoop van fucces verlooren zou zyn, man van<br />
het genot van de Conventie afzag? en was<br />
dan de flap, dien men door de Ministers aan<br />
de Hoven van Petersburg, Zweeden en Deenemarken<br />
had laaten doen, om daadelyke hulp<br />
ingevolg van het Traclaat te eisfchen , immers<br />
vooreerst, niet nutteloos ?<br />
Niet minder onbegrypelyk is my voorgekomen,<br />
dat de Friefen, in hun Provinciaal Advys<br />
> by die geleegendheid ingebracht, zeiden, van<br />
geene Mediatie te willen hooren, ten zy de voor-<br />
•waarden van betTratlaatmet Engelandvani6? 4<br />
weder befproken wierden: en dat men dus aldaar<br />
niet bezefte, dat die ongelukkige voorwaarden<br />
wegens het vervoeren van grove Scheepsmateriaalen,<br />
die des tyds zoo noodlottig voor<br />
de Republiek waren, nooit dan noodlottig<br />
konden weezen.<br />
Vooreerst, konden Haare krachten nimmer<br />
tegen die van Engeland zoodanig opweegen,<br />
•dat Zy zich met eenigen fchyn kon vleien,<br />
I. DEEL. I met
13° M E M O R I Ë N T O T<br />
^met geweld te kunnen handhaaven iets, dat En»<br />
geland, in Oorlog zynde met Frankryk, nooit<br />
vrywillig kan gedoogen.<br />
Ten anderen, dat al eens gefteldt zy daar toe<br />
genoegzaame macht had, het belang van den<br />
algemeenen Koophandel altyd verbieden zou^<br />
dat dezelve, om eene byzondere tak, geheel<br />
geftremd zou worden.<br />
Maar de evengemelde vriendelyke aanbie<br />
ding had geen gevolg; in Engeland wierdze<br />
beleefdelyk van de hand geweezen (
O P H E L D E R I N G , ENZ. 13!<br />
Noch meldden zy in byzondere Brieven j<br />
dat de Graaf van Panin beloofd had, de recla<br />
me op het 7, 8 en 9e Art. van het Traébaat te<br />
appuieeren: en daar by te kennen gegeeven, dat<br />
het niet kwaad zou zyn, dat zy Ministers, zoö<br />
de zaaken geenen goeden keer namen, gequa-<br />
lificeerd wierden, tot het overneemen van ee<br />
nige Scheepen van Oorlog. Het bleek genoeg<br />
zaam uit deezen raad, dat men toen reeds be<br />
paald had, ons niet op eigene kosten met<br />
Scheepen by te ftaan; alhoewel Panin, die ons<br />
niet ongunllig fcheen, toen noch invloed had:<br />
doch daar kwam niets, noch van 't eene noch<br />
van 't andere.<br />
Men ondervondt dan al vroeg, de geringe<br />
geneegendheid der verbondene Mogendhee<br />
den , om aan het ïracfaat te voldoen: de woor<br />
den waaren doch duidelyk genoeg, maar zy be<br />
dienden zich van eene uitvlucht: zy beweer<br />
den, dat de aanval op de Republiek, geen ge<br />
volg was van de Gewapende Neutraliteit, en<br />
behielpen zich met de woorden van het 8e Art.'<br />
van het Tractaat: alwaar de hulp befprooken<br />
was, zoo bet gebeurde dat de eene of andere Mo<br />
gendheid, ter geleegenheid van of uit baat tegens<br />
de Conventie, moeilykheeden wier den aangedaan.<br />
Engeland had zyn best gedaan, om te doen<br />
I. 2 voor-
132 M E M O R I Ë N T O T<br />
voorkomen, geheele andere reedenen tot den<br />
Oorlog te hebben gehad, en zich gerept, toen<br />
men verftaan had, dat Hun Hoog. MOP. tot<br />
de Gewapende Neutraliteit waren toegetree-<br />
den, haar Ambasfadeur te herroepen, voor dat<br />
men van de toetreeding wettige kennis had<br />
gekreegen: zelfs bad de Engelfche Staats-Mi<br />
nister geweigerd, de Memorie inhoudende de<br />
kennisgeeving, door den Graaf van Weideren,<br />
aangeboden, aanteneemen. (0)<br />
— Ondertusfchen was doch niets zeekerer,<br />
dan dat het toetreeden tot die Verbindtem's,<br />
de voornaamfte reede van de r>i
O P H E L D E R I N G , ENZ. 133<br />
hadden kunnen, en behoren voorzien te wor<br />
den ; men had niet behoren te fluiten, voor<br />
dat het dubbelzinnige en het twyffelachtige;<br />
niet door verbale verzeekeringen, maar in ge-<br />
fchrifte was wech genomen geweest: men kon<br />
niet onbewust zyn, dat de Republiek zonder<br />
eene daadelyke hulp geen Oorlog kon voeren:<br />
en dat dewyl niet bepaaldelyk van Frank<br />
ryk bedongen was, om Ons met een genoeg<br />
zaam getal Oorloglcheepen by telpringen, op<br />
byftand geen ander uitzicht was, dan by de**<br />
Noordfche Mogendheeden, en noch wel al<br />
leen by Rusland.<br />
Dit Hof draalde met antwoorden, op onzen<br />
eisch om 't genot van 't Tractaat te hebben,<br />
voornaamlyk zoo de aan Engeland en aan ons<br />
•aangebodene Mediatie geen gevolg had, tot<br />
in 't laatst van May. Den n Juny ontvongen<br />
Hun Hoog Mog. een antwoord, doch geheel<br />
niet voldoende, en niets dan woorden behel<br />
zende: (a~) Op de klachten, die onze Ambas-<br />
fadeurs gedaan hadden, was door den Graave<br />
Panin geantwoord: ,, dat een Plan aan de Ho-<br />
„ ven van Deenemarken en Zweeden gezon-<br />
„ den was, van 't welk men geen opening kon<br />
„ geeven: dat men zich veel interes/eerde voor<br />
{*) Jaarboeken 1781. bladz. 1287,<br />
I 3<br />
„ de
134 M E M O R I Ë N T O T<br />
de Republiek, en trachten zou te bewer-<br />
„ ken, dat zy uit haaren tegenwoordigen toe-<br />
„ fland gered wierdt, voor de generaale paci-<br />
ficatie: als meede (daartoe hadden Hun Hoog<br />
„ Mog. het Hof van Petersburg laaten verzoe-<br />
,, ken) Zweeden te perfuadeer&n, Haar met eer<br />
„ nige Scheepen van Oorlog te voorzien."<br />
Ter gelykertyd fchreeven gem. Ambasfa-<br />
deurs, dat de invloed van den Graaf Panin<br />
verminderd was: en zy van goede hand on<br />
derricht waren, dat de Keizerin aan Engeland<br />
verklaard had, dat Zy begreep dat de Repu<br />
bliek niet was in V Cafus feederis; dat zy de<br />
Ministers daar over aangefproken hebbende,<br />
deezen het niet ontkend hadden, en dus ver<br />
meenden , daar aan niet te kunnen twyffelen.<br />
'tWasonwederfpreekelyk, dat by den plotze-<br />
lyken aanval van den Koning van Engeland,<br />
en den toeftand, in welken de Republiek zich<br />
bevondt [alle de Zeeën gevuld met onze Koop-<br />
vaardyfeheepen \ alle onze Colonien niet al<br />
leen buiten ftaat van tegenweer, maar ook zor<br />
geloos en zonder vrees voor aanranding] het<br />
Hof van Frankryk Ons aanzienlyke dienften<br />
deed, met zoo veel mooglyk de geleegenhee-<br />
den die het had te gebruiken, om onze Lie<br />
den van 't gevaar te doen waarfchouwen, en<br />
met
OP BEI, U E 'R ï N G, ENZ. I35<br />
met aan deszelfs Scheepen en Bevelhebbers de<br />
noodige beveelen tot eenen onbepaalden byftand<br />
te geevenen dat dit alles, alhoewel het<br />
uit eigen belang, daar onze zaak de hunne geworden<br />
was, voortkwam, nochtans, vereischte<br />
de erkentenisfe van de Republiek.<br />
De Hertog de la Vauguion, Ambasfadeur van<br />
zyne Allerchristelykfte Majefteit, kennende myne<br />
gevoelens deswegens, fprak my aan op den<br />
28 February, en ftelde my voor, om ten behoeven<br />
van zyn Hof, door onze Stad of door<br />
't Land te laaten negstiseren, de fom van 15<br />
a 20 Milliocr.en Guldens, tegen den gewoonen<br />
Interest van 22 pC.: om daarna die fom aan<br />
zyn Hof te verftrekken, tegens 4 a 5 pC.<br />
voegende Hy Ambasf. tot drangreede daar by,<br />
dat daar door een aanmerkelyk nadeel aan den<br />
gemeenen Vyand zou worden toegebracht ,<br />
doordien de Ingezeetenen geleegenheid zouden<br />
hebben, hunne gelden hier te plaatzen, en<br />
niet als genoodzaakt zyn, die naar Engeland<br />
te zenden: dat Hy my dit, voor als noch , in<br />
fecretesfe zeide, om myne gedachten te hooren,<br />
en zoo Ik het niet afkeurde, als dan den Raadpenftonaris<br />
daar over zou fpreeken. C]a).<br />
(a) Dit Geid was gefchikt tot onderftand voor de Americaanen.<br />
I 4<br />
Ik
1^6 M E M O R I Ë N T O T<br />
Ik antwoordde, dat het volftrekt onmdoglyk<br />
was, zoodanige Negotiatie door de Stad te<br />
laaten doen: dat Ik in de zaak zelve ook veele<br />
zwaarigheden zag: maar het voorftel aan<br />
myne Confraters wüde meededcelen, en zoo<br />
deezen het goedvonden, aan den Raadpenfionaris<br />
daar over fchryven.<br />
Reiden gefchiedde: doch het antwoord van<br />
laastgemeldén was geheel weigerende: en geen<br />
wonder, dewyl het te voorzien was, dat aanmerkelyke<br />
Negotiatien voor de Provintie zouden<br />
moeten gedaan, en de Ingezeetenen genoegzaame<br />
geleegendheid gegeeven worden,<br />
om hunne penningen te plaatzen. Nochtans<br />
eenigen tyd daarna met den Raadpenfionaris<br />
daar over gefproken hebbende, wierden wy 't<br />
eens, dat men by nader aanzoek van Frankryk,<br />
zou kunnen komen tot het negotieeren van<br />
vyf Millioenen: 't geen ook daar na op de<br />
voorgeftelde of diergelyke voorwaarden heeft<br />
plaats gehad.<br />
Omtrent deezen zelfden tyd, gebeurde iets,<br />
waarvan Ik nimmer den oorfprong en uitzicht<br />
recht heb kunnen bezefFen. In 't begin van April<br />
gaf my de Penfionaris Visfcber kennis, dat zeeker<br />
quidam, van geboorte een Engelschman,<br />
die Ik daar na gehoord heb Montagu te zyn<br />
ge-
O P H E L D E R I N G , ENZ. Ig7<br />
genaamd, zich had aangeboden, om 10 Engel-<br />
fche Fregatten van Oorlog, van 24 a 36 Stuk<br />
ken, in hunne volle Equipagien, ftuksgewy-<br />
ze, in Texel te leeveren, voor de fom van<br />
Ls. 8coco:- en geen geld bedongen, dan by<br />
de leevering.<br />
Het voorftel kwam my belachlyk voor,<br />
maar de verzeekeringeu waaren zoo fterk , daar<br />
men ook by bracht, het medeweeten van den<br />
Hertog de la P'auguion, en andere omftandig-<br />
beeden, die my nu niet te binnen fchieten,<br />
dat Ik aannam daar van aan de andere Heeren<br />
Burgemeesteren kennis te geeven.<br />
Ik deed zulks, en wy gaven tot antwoord,<br />
dat zoodanig aanbod, niet dan aangenaam kon<br />
zyn, en gaarne zouden zien, dat het in den<br />
Haag, daar 't behoorde, gefchiedde.<br />
Zyne Hoogheid en de Raadpenfionaris kree-<br />
gen 'er dan kennis van, en alle noodige fchik-<br />
kingen wierden gemaakt: men bepaalde de fei-<br />
nen om niet bedroogen te worden by het in'<br />
komen, en beraamde de noodige voorzorgen<br />
tegens overrompeling of verrasfing op de Rhee-<br />
de van Texel. Veel wierd van den byzonderen<br />
toeftand dier Schepen verteld; de naamen van<br />
eenigen, en van derzei ver Bevelhebbers ge<br />
noemd: maar niemand kon recht en duidelyk<br />
I 5 ver-
M E M O R I Ë N T O T<br />
verflag doen van de omftandigheeden van dat<br />
vreemd aanbod. De Ambasfadeur en de Penfionaris<br />
Visfchcr fcheenen aan de waarheid en den<br />
goeden uitflag niet te twyfelen: en toen Ik<br />
Zyne Hoogheid in 't laast van April aan de Helder<br />
aantrof, fcheen Hoogstdezelve alhoewel<br />
weinig verwachting van de zaak hebbende,<br />
nochtans niet onmooglyk te ftellen, dat die'<br />
Fregatten, of ten minften één of twee, want<br />
't getal was reeds verminderd, daaglyksin Texel<br />
zouden aankomen: zoo zelfs, dat op zeekeren<br />
middag of avond, Zyne Hoogheid aan Tafel<br />
zittende, en hoorende eenige Canonfchooten,<br />
die fcheenen volgens het beftemde fignaal gegeeven<br />
te worden, Z. H. zeide, daar zyn de<br />
Engelfche Fregatten. Doch toen noch nimmer<br />
zyn ze komen opdagen.<br />
Nochtans had de Penfionaris Visfcher verzogt,<br />
dat Burgemeesteren den Koopman Fu<br />
zeaux zouden machtigen, tot het aangaan van<br />
een dedit of rouwkoop van Ls. 3000, voor<br />
de zeekerheid der betaaling, voor het eerfte<br />
Schip dat in Texel zou aankomen 't welk een<br />
Fregat zou zyn van 36 ft. a 18 $ bals, nagel<br />
nieuw, genaamd de Dor/et. Gemelde Koopman<br />
wierdt daartoe door Burgemeesteren gemachtigd,<br />
doch het Fregat kwam even min<br />
als
0.3? H E L D E R I N G , ENZ. 139<br />
als de anderen te voorfchyn. Veele daagen hebben<br />
in de Stad gezworven, één of meerder<br />
Matroozen of ander Scheepsvolk, behoorende,<br />
zoo men zeide, tot de Equipagien van<br />
meergemelde Fregatten, die door den opge-,<br />
melden Heer Fizeaux, doch ten koste van de<br />
Stad, gedurende eenige weeken van het noodige<br />
voorzien zyn geworden: tot dat men eindelyk<br />
ziende, dat geen dier beloofde Fregatten<br />
kwam opdaagen, aan die lieden gezegd<br />
heeft, dat ze een goed heenkomen moesten<br />
zoeken.<br />
Het is overbekend dat onze Provintie onvoorzien<br />
is van bekwaame Havens, in en uit<br />
welke de Scheepen van Oorlog, voornaamlyk<br />
.die van Linie, met onderfcheidene ftreeken van<br />
het Compas kunnen uitloopen, en by Winter<br />
of Vreedestyd behoorlyk geborgen en opgelegd<br />
worden. Zedert het Goereefche Gat flecht is<br />
geworden, en daaglyks verflimmert, waartoe<br />
het bedyken van den zoogenaamden Hals op<br />
het Eiland van Over-Flacqué niet weinig heeft<br />
toegebracht: zedert de Maas van Rotterdam Zeewaarts<br />
verlandt en met aangroeiende tondieptens<br />
bezet is, is dat van ouds zoo vermaard en<br />
gerieflyk Zeegat, van weinig nut: te minder,<br />
daar de Rheede voor Hellevoet zeer onveilig<br />
is»
*4 a<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
is, wanneer de Wind uit het zuidwesten waaidr.<br />
Texel is geen Haven maar eene Rheede, en<br />
geduurende den Winter, kunnen de Scheepen,<br />
al was het maar uit hoofde der ysgang, daar<br />
niet blyven leggen.<br />
Het was dierhalven hoegnoodig, eene bekwaame<br />
plaats tot berging der groote Scheepen<br />
te vinden: daar dezelve niet naar en van<br />
•Amfrerdam kunnen gevoerd worden, zonder<br />
Kameelen, dus niet zonder uitdermaatige kosten,<br />
en met onzeekerheid van tyd voor de<br />
heen en weder reize.<br />
Men had wel eene tamelyke plaats voor de<br />
groote Scheepen, in 't zoogenaamde Veer voor<br />
de Oude Sluis gevonden; maar zy was, en is<br />
ook noch, aan ondetfeheidene gebreeken onderheevig.<br />
(*) Het Nieuwe Diep by de Helder,<br />
boodt eene allcrgevoeglykfte plaats aan, maar',<br />
behalven dat aldaar zelfs voor Fregatten geene<br />
genoegzaame diepte was, zoo washetinkoomen<br />
tusfchen het Hoofd van de Helder, en de zoogenaamde<br />
Herfens van de Zuidwal, bezet met<br />
een Bank, op welke by gewoonlyk Ty, kwalyk<br />
9 voeten water ftonden.<br />
De<br />
(*) Zie den ïïrief van d'Admiraliteit van Amflerdam,<br />
van io April 1781. Jaarboeken 1781., bl. 871.
OP H E L D E R I N G , ENZ. I4I<br />
De Heer Brandligt bad reeds eenige jaaren<br />
geleeden zyne bedenkingen om het gemelde<br />
Nieuwe Diep en het Vaarwater aldaar, tot eene<br />
bekwaame berg- en legplaats voor Oorlog en<br />
Koopvaardy Scheepen te maaken, in 't licht<br />
gegeeven: en beweerd, dat men hetgewenscht<br />
oogmerk zou bereiken, zoo men door het<br />
vernaauwen van het Vaarwater, tusfchen de<br />
Hollandfche Kust en den Zuidwal, door middel<br />
van Dyken, den Stroom zoo veel vermeerderde,<br />
dat zy door fchuuring aldaar eene genoegzaam<br />
e diepte kon maaken: wanneer, zy geholpen<br />
door Krabbers, het bovengemelde Bankje,<br />
dat in den Mond van het Nieuwe Diep lag,<br />
zou kunnen doen verdwynen. Alhoewel zyn<br />
ontwerp, als te omflachtig en te kostbaar, niet<br />
geheel goedgekeurd wierdt, zoo waren doch<br />
de kundigften het met hem eens, wegens het<br />
vernaauwen van het gemelde Vaarwater, cn<br />
de gevolgen daar van te wachten. Hoognoodig<br />
was het dan, dit Plan werkftellig te maaken<br />
: maar men kon voorzien dat byaldien de<br />
zaak, met degewoone langwyligheid, ter Vergadering<br />
van Holland behandeld wierdt, [naamlyk,<br />
door de Admiraliteit aan hun Ed. Groot<br />
Mog. te blaten verzoeken, het noodige te<br />
mogen aanwenden, om in 't Nieuwe Diep<br />
eene
142 M E M O R I Ë N T O T<br />
eene bekwaame bergplaats voor de Scheeperi<br />
te kunnen verkrygen; door deezen brief Conimisforiaal<br />
te maaken, en door des kundigen de<br />
geleegenheid te laaten opneemen; door vervolgens<br />
de bevindingen en bedenkingen van<br />
die kundigen weder in de Vergadering te brengen,<br />
en aldaar dezelve by alle de Leeden<br />
te zien overneemen, om door de wysheid van<br />
alle de Vroedfchappen beftempeld te worden]<br />
eenige Jaaren verloopen zouden, eer eene Refolutie<br />
zou genoomen worden: te meerder<br />
daar de Noordhollandfche Steeden , byzonder<br />
die in welke Admiraliteits Werven zyn, een<br />
tegenftrydig belang hadden.<br />
Om dan meerder, of den meest mooglyken<br />
fpoed te betrachten, fprak men af met eenige<br />
der voornaamfte Leeden van Holland, en voornaamlyk<br />
met Amfterdam, (-welke Stad, gelyk<br />
baarblykelyk was, een allergrootst belang daar<br />
by had,) dat op eenen brief door het Collegie<br />
der Admiraliteit te Amfterdam, aan Haar Ed.<br />
Gr. Mog. tot het bewuste einde gefchreeven,<br />
aanftonds zou worden gerefolveerd, Z. H. met<br />
eenige Heeren te machtigen, om het werk<br />
daadlyk te doen verrichten.<br />
Op deeze wyze moest men voorkomen, dat<br />
uit een gevolg van onze Regeeringsform, eene<br />
al-
O P H E L D E R I N G , ENZ. H3><br />
allerbeste en voor bet algemeen welzyn noodigfte<br />
zaak, uit hoofde van fteedelyke belangens,<br />
niet zou worden tegengegaan, en mooglyk<br />
geheel achterblyven.<br />
Geen reedelyk Mensch kon tegenfpreeken,<br />
dat hec voor de Republiek allergewichtigst,<br />
en voor eene Zee Mogendheid onontbeerlyk<br />
was, eene plaats te hebben, daar de groote<br />
Scheepen winterleeger konden houden, en in<br />
ftaat zyn, om by tyds tegen 't voorjaar weder<br />
Zee te kiezen: men had ondervonden, en ondervoudt<br />
daaglyks, dat de groote Scheepen,<br />
tusfchen Amfterdam en Texel, maanden opreis<br />
waaren; Dit alles nochtans zou niet zwaarer<br />
gewoogen hebben, dan de vrees van Medenblik,<br />
van Hoorn, van Enkhuizen, dat zoo in't<br />
Nieuwe Diep eene bekwaame legplaats, en met<br />
den tyd geleegenheid gemaakt wierdt om de<br />
Seheepen te repareeren , als dan minder vertier<br />
by Haar zou zyn. Alkmaar zelve vreesde,<br />
dat dewyl van Haar, geen Tranfport te water<br />
naar de Helder is, het vertier vanmondbehoeftens,<br />
ook daar by zou lyden.<br />
Ingevolge van deeze bekrompene wyze van<br />
befchouwen, lieten Alkmaar en Medenblik niet<br />
na, van zich te kanten tegen de Refolutie van<br />
Hun Ed. Gr. Mog. van den 20 April 1781 j by<br />
wel-
144 'M E M O R 1 E N T O T<br />
welke, op Schryvens van de Admiraliteit,<br />
ten zeiven dage ingekomen, daadelyk «re<br />
folveerd wierdt, Zyne Hoogheid tot het bo"<br />
vengemelde einde te machtigen. Alkmaar, h'<br />
welke Stad Dordrecht zich voegde, gaf k; a n!<br />
zins m de aanteekening, die zy tegens evengemelde<br />
Refolutie liet doen, voor reede, de<br />
tregulèrUèii, en voornaamlyk het gevaar van<br />
zoo eene willekeurige befchikking overs'Lands<br />
Fmantien, (b) Medenblik ontkende boven dat<br />
de Hellingen in het gunftig raport van de deskundigen<br />
ter neder gefteld, en wilde dat i„<br />
alle gevallen, niet toegeftemd wierdt, dan on<br />
verminderd de Refolutie van x 5 July en 2 De<br />
cember 1648.<br />
Korte dagen voor het neemen van deeze Re<br />
foïutie van 20 April, toen het gemelde overleg<br />
gemaakt wierdt, bevond Ik my in 's Ha« •<br />
en dewyl uit hoofde van * belang van onze<br />
Stad en haare Scheepvaart, Ik meede gewerkt<br />
had, om alle mooglyke fpoed te doen byzetten,<br />
en men gaarnehad, dat een Amfterdamsch '<br />
Burgemeester tegenwoordig was bydegefchillen<br />
die men voorzag, dat daar over noch ter<br />
O) Taarboeken 178r. blaJz. 869.<br />
O) Jaarboaken 1781. bladz. 873.<br />
plaat-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 145<br />
plaatze zelve, met Gecommitteerde Raaden van<br />
het Noorderkwartier zou voorvallen, betoonde<br />
my Zyne Hoogheid, dat het hoogstdenzelven<br />
aangenaam zou zyn, dat Ik my aan de Helder<br />
, werwaarts van voorneemens was zich tot<br />
het bewuste einde te begeeven, te gelyk liet<br />
vinden. Ik nam het aan op goedkeuring van<br />
myne Confraters.<br />
Deeze Heeren keurden het niet alleen goed,<br />
maar oordeelden dat myne tegenwoordigheid<br />
mooglyk meede niet ondienftig zou zyn, om te<br />
befpoedigen 't geen men toen gaarne gezien<br />
had, naamlyk, eene expeditie om te onderfcheppen<br />
zeeker transport Hanoverfche Troepen,<br />
dat men wist zedert eenen geruimen tyd<br />
op de Wezer gereed te leggen, om naar Engeland<br />
gevoerd te worden.<br />
Ik begaf my op reis den 19 April, en kwam<br />
des anderen daags, daar ik de nacht op Marquette<br />
had doorgebracht, aan de Helder.<br />
Een Uur daarna, kwam Zyne Hoogheid van<br />
het bezichtigen van eenige Scheepen, en zeide<br />
my aanftonds, dat den anderen dag, Zondag,<br />
bepaald was, om te fpreeken over 't Nieu.<br />
we Diep, en tot dat einde, onder anderen den<br />
Heere Groot Secretaris van Gecommitt. Raaden<br />
van 't Noorderkwartier, verzogt had zich al-<br />
1. DEEL. K daar
I46 M E M O R I Ë N T O T<br />
daar te laaten vinden: maar, voegde Z. H. daar<br />
by, my in 't oor luifterende, Ik heb om zes<br />
uuren eene befogne belegd , met de Heeren<br />
Hartzinck, Reynst, Zoutman en Kinsbergen, en<br />
verlang dat Gy daar by zyt. Ik verfchoonde<br />
my op dit laatfte, met te zeggen , dat dewyl het<br />
onderwerp van dat befogne denkelyk geheel<br />
militair zou zyn, en Ik geene genoegzaame<br />
kennis van militaire zaaken had, myne tegenwoordigheid<br />
aldaar vry ongepast, en nutteloos<br />
zou weezen. Zyne Hoogheid repliceerde,<br />
dat dewyl in dat befogne eene zaak van<br />
de hoogfte aangeleegenheid voor den Lande<br />
verhandeld zou worden, Hem aangenaam zou<br />
zyn, dat daar een regeerend Burgemeester van<br />
Amfterdam by de hand was, deeze, ten minften<br />
als getuige van 't geen verhandeld en beflooten<br />
zou worden, zou weezen.<br />
Ik nam dan aan daar te komen, te meer,<br />
daar Ik wist, dat het onderwerp zou zyn, het<br />
niet of al uitloopen van eenige Scheepen, om<br />
te trachten te onderfcheppen, het gem. Engelsch<br />
Transport van de Wezer.<br />
De Vice Admiraal Hartzinck had eenige dagen<br />
geleeden, aan Zyne Hoogheid kennis gegeeven,<br />
dat 's Lands Scheepen, a" Admiraal Generaal<br />
, d'Admiraal de Ruiter, d? Erfprins, de Bata-
O P H E L D E R I N G , ENZ. I47<br />
tavier, nevens de Fregaten d'Jrgo en Fenus,<br />
geheel in ftaat waren om te zeilen: en tevens<br />
meedegedeeld, de berichten die by bekomen<br />
had, wegens het meergemelde Convooy van<br />
de Wezer, naamlyk „ dat het beftond in 34<br />
„ Transportfcheepen voor 2800 Recruten,<br />
„ en 4 Fregatten van Oorlog, 2 van 36, 1 van<br />
„ 26, en 1 van 24 Stukken: dat de Engel-<br />
J } fchen voorgaven, dat noch meerder Schee-<br />
„ pen van Oorlog, daarby zouden komen ;<br />
dat eene Koopvaardy Vloot, binnen korten<br />
„ tyd, onder escorte van één Fregat, uit Schot-<br />
„ land zou zeilen: en eindelyk dat eene ande-<br />
„ re Koopvaardy Vloot, omtrent het midden<br />
„ of laast van Mey, uit Schotland naar deOost-<br />
„ Zee zou fteevenen."<br />
Deeze tydingen waren zoodanig aanmoedigende,<br />
om te trachten met 's Lands Zeemacht,<br />
hoe gering dezelve anderzints ook mochte<br />
weezer. • den Vyand eenige afbreuk te doen ,<br />
dat de'wyï Burgemeesteren my verzogt hadden<br />
, dat fcrj aldien, gedurende myn verblyf in<br />
Texel of aan de Helder, eenige geleegenheid<br />
zich mochte opdoen, om daar toe aan te moedigen,<br />
die niet te laaten voorby gaan, maar te<br />
zorgen, dat opgemelde Lands Scheepen van<br />
Oorlog, die gezegd wierden in gereedheid te<br />
K 2 zyn,
4§ M E M O R I Ë N T O T<br />
zyn, daar toe gebruikt mochten worden, Ik<br />
vermeende thans te moeten trachten, aan dat<br />
verlangen te voldoen.<br />
Voor het aangaan van 't befogne nam Ik<br />
de vryheid aan Zyne Hoogheid voor te Hellen<br />
, of het niet gefchikt en paslyk zou zyn ,<br />
de Hn. van de Admiraliteit, die met hun Jacht<br />
in 't Nieuwe Diep lagen, tot het befogne te<br />
nodigen, te meer, daar Ik teegenwoordig zou<br />
zyn. Doch Zyne Hoogheid vermeende, dat<br />
dewyl die Heeren daar in hunne qualiteit waaren<br />
, die qualiteit niet te pas* kwam in een zuiver<br />
Militair befogne dat Ik in 't zelve niet zou<br />
teegenwoordig zyn, om myn advys te zeggen<br />
. maar alleen om als Regent van eene Stad,<br />
die één der aanzienlykfte Leeden der hooge Regeering<br />
was, getuige te zyn, van 't geen ten<br />
beste van den Lande, befloten zou worden.<br />
Ik infieerde nochmaal met te zeggen, dat my<br />
onder verbeetering, voorkwam, dat de xeegenwoordigheid<br />
van Raaden ter Admira'aceït', nim.<br />
mer ongepast kon gereekend worden, wanneer<br />
over zaaken van de Zee, van welke natuur die<br />
mochten wezen, gehandeld wierdt: maar zyne<br />
Hoogheid bleef by zyne gedachten, en die<br />
Heeren wierden niet gevraagd.<br />
H Het befogne wierdt dan op het beftemde<br />
uur
OP H E L D E RING, ENZ. I49<br />
uur gehouden, en daar waren, gelyk Ik reeds<br />
gezegd heb, tegenwoordig, Zyne Doorl. Hoogheid,<br />
de Heeren Vice - Admiraals Hartzinck en<br />
Reinst, Schout- by Nacht Zoutman, en Capt.<br />
van Kinsbergen.<br />
De eerfte vraag die in overweeging wierdt<br />
gebracht, was — of men daadlyk Scheepen zou<br />
uitzenden; ofwel wachten, dat men ''er meer by elkanderen<br />
kon krygen.<br />
De advyzen verfchilden; eenige waren volftrekc<br />
tegen het uitloopen, en vermeenden ,, dat<br />
„ de Scheepen en het Volk, in geenen genoeg-<br />
„ zaamen ftaat waren: dat de macht te gering<br />
„ was, en men niet waagen kon, iets te ver-<br />
„ liezen, dewyl het verlies niet geboet kon<br />
„ worden: dat men geene genoegzaame kond-<br />
„ fchap had, van 't geen op de Kusten van<br />
„ Engeland omging, noch van de Scheepen,<br />
5, die de Engelfchen thans op deeze hoogte<br />
„ in Zee hadden: eindelyk, dat men zelf gee-<br />
„ ne rechte en zeekere kennis hadt; van den<br />
„ ftaat, in welken zich bet gemelde transport<br />
„ bevondt, en door welken, en hoe veel Schee-<br />
„ pen van Oorlog, het zou gedekt worden."<br />
Anderen ontkenden wel niet de waarheid<br />
en gegrondheid van het zoo evengemelde , maar<br />
vwaren nochthans van oordeel, dat men deez<br />
e<br />
K 3
15° M E M O R I Ë N T O T<br />
ze geleegenheid niet moest laaten voorbygaan.<br />
Zy beweerden „ dat in den Oorlog zonder<br />
„ waagen weinig te doen is: dat de gantfche<br />
„ Natie klaagde over werkeloosheid, en ver-<br />
„ wachtte, dat iets ondernomen zou worden:<br />
„ dat het dierhalven raadzaamer was, wat te<br />
„ waagen, al kwam men al iets te verliezen,<br />
„ dan binnen de Haven te blyven, en oor-<br />
„ zaak te geeven tot onvergenoegdheid, neer-<br />
„ flachtigheid, ja verregaande murmureerin-<br />
„ gen.<br />
Na dat deeze zaak eenen geruimen tyd, tusfchen<br />
de verfchillende Leeden, evenwel met<br />
alle bedaardheid, daar erkend wierdt dat veele<br />
zwaarigheeden zich aan weerszyden opdeeden,<br />
overwogen was geworden, nam Zyne<br />
Hoogheid, die noch niet gefprooken had, het<br />
woord: Hoogstdezelve, na alvorens de onderfcheidene<br />
Advyzen met veel netheid ontleed<br />
te hebben, trachtte het verfchil te middelen:<br />
en ftelde zyne gedachten zoo wel voor,<br />
dat de gevoelens vereenigd wierden, en eenpaarig<br />
beflooten wierdt: „ dat de Schout- by<br />
„ Nacht Zoutman, by aldienzeekere Scheepen niet<br />
„ ingekoomen zouden zyn (V), na den 2.6 aan-<br />
„ ftaan-<br />
(a) Z. H, beoogde de Scheepen, van welke Ik bj. 21<br />
gewaagd heb.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 15*<br />
„ ftaande zou uitzeilen, met de Scheepen, d'Ad-<br />
„ miraaide Ruiter, van64ftukken, Schout-by<br />
Nacht Zoutman, d"Admiraal Generaal, van<br />
,'74 ft ukken, Capt. van Kinsbergen, de Erf-<br />
„ prins, van 54 ftukken, Capt. Bedel, de Ar-<br />
„ go, van 40 ftukken, Capt. Staring, de Bata-<br />
T, vier, van 54ftukken, Capt. Bentinck, Meden-<br />
„ blik, van 36 ftukken, Capt. Rynevelt, de<br />
„ Amphitrite, van 36 ftukken, Capt. Braak,<br />
„ de Venus, van 20 ftukken, Capt. van Rech-<br />
„ teren, mdeAjax ,Cotter ,C^vanWclderen.<br />
„ Dat hy Schout- by Nacht, voornaamlyk<br />
„ zorg zou diaagen, door geen overmacht<br />
„ overvallen, en van Texel afgefneeden te<br />
„ worden: dat by aldien, door het uitzenden<br />
„ van de Ajax, of van eenig Fregat, hySchout-<br />
„ by Nacht zou meenen genoegzaame zeeker-<br />
„ heid te hebben, om voor geen overmacht<br />
„ te moeten vreezen, hy als dan zich zou<br />
kunnen eloigneeren, noordwaarts aan ftee-<br />
„ venen, en trachten te intercepteeren, het<br />
„ Convooy dat van de Wezer zeilen moest:<br />
„ voords wierd bepaald, dat men deManfchap-<br />
„ pen van de Scheepen, 't laatst in werving<br />
„ gekomen, en noch in geen genoegzaam ge-<br />
„ tal, om de Scheepen in Zee te kunnen laa-<br />
„ ten gaan, gebracht zouden worden, op de<br />
K 4 » bo-
I<br />
5 2<br />
" h0<br />
^SemeMS M E M O R I Ë N T O T - 1<br />
*"<br />
tot de Expeditie gefchikte<br />
" ;, T , d,<br />
' e<br />
" 0 C h een,<br />
'S «ebrek *>n Man-<br />
„ fchap hadden: terwyl dat Volk intusfchen<br />
„ gefuppkëerd zou worden, met « a 3oo Man<br />
1 M<br />
f iS<br />
'<br />
d<br />
°° r Z<br />
^ Hoogheid daar to. Z<br />
ordonneeren en door het Volk, dat door<br />
d e<br />
f West-Indifche Compagnie, en de Di-<br />
„ reétie van Surinamen in Texel lag, om naar<br />
n e<br />
" f S«"^ge geleegenheid, o m naar de Co-<br />
„ lomen gevoerd te worden, te wachten<br />
Men overlei vervolgens, of'er ook moogykheid<br />
Z Ou zyn, in eene der Havens, of op de<br />
Kusten van Engeland eenige é xp edUk o f ^<br />
que te doen: maar wierd door alle de Heeren<br />
Officieren eenpnarig begreepen , z u] k s , a a n_<br />
zien onze geringe Macht onmooglyk te zyn<br />
en dat men dus voor als noch alleen bepaalen<br />
nioest, den Handel en Vaart, voornaamlyk naar<br />
de Oostzee, zoo veel mooglyk, te befchermen.<br />
Toen dus de militaire zaaken , daar Ik intuc<br />
fchen mets anders dan een toehoorder geweest<br />
was, afgeloopen waren, nam Ik vryheid volgens<br />
gedaane affpraak met Burgemeesteren<br />
voor te draagen: „ Dat Burgemeesteren indach-<br />
„ ig den yver en bereidwilligheid, die het<br />
„ Hof van Frankryk in alles wat flrekken kon<br />
* om ons te helpen, betoond had, en niettwyf-<br />
fe
O P H E L D E R I N G , ENZ. 153<br />
„ felende, of het zou daadlyk deszelfs nava<br />
jo le Macht willen doen dienen, om die der<br />
,', Republiek te onderfteunen, my reeds ge-<br />
" last hadden toen Ik 't laatst in den Haag<br />
„ was, aan Zyne Hoogheid voor te ftellen, -<br />
„ om aan 't Hof van Frankryk voor te flaan,<br />
„ de operatien voor de aanflaande Campagne I<br />
„ te concerteeren: dat ik nu weder door Burge- I<br />
„ meesteren verzocht was, daarvan gewag te<br />
„ maaken: en ik dierhalven de vryheid nam<br />
„ van de tegenwoordige gebruik te maaken,<br />
„ en dus in Confideratie gaf, of zoodanig Con-<br />
„ s«rt voor de gemeene zaak niet dienftig zou<br />
zyn."<br />
Men overwoog myn voordel, doch de meer<br />
derheid begreep „ dat wy van zoodanig concert<br />
„ weinig of niets konden verwachten: dat de<br />
„ diverfie die de Franfche Vlooten van zeiven<br />
„ zouden maaken, ons alleen dienftig konde<br />
„ zyn: dat wy geen Machts genoeg hadden,<br />
„ om onze Scheepen buiten het Canaal met<br />
„ de Franfche te doen vereenigen: dat Frank-<br />
„ ryk nimmer zyne Scheepen in het Canaal,<br />
„ en waarfchynlyk niet in de Noordzee zou<br />
„ zenden; dat wy ons mooglyk zouden ver-<br />
„ binden, en onze beloften nakomen, terwyl<br />
„ Frankryk veel belooven, en weinig houden<br />
w 3ou." _<br />
K 5 D<br />
« e<br />
"
154 M E M O R I Ë N T O T<br />
Deeze feedenen kwamen my voor, wel gefchikt<br />
te zyn, om in bet Concerteeren van Oor<br />
logs bedryven met Frankiyk zeer behoedzaam<br />
en voorzichtig te weezen, maar niet om alle<br />
overleg tot wederkeerigen byftand af te raaden.<br />
Zyne Hoogheids vreeze was, dat door zoodanige<br />
handeling met Frankryk, wy ongevoelig<br />
in Verbindtenisfen zouden geraaken, tot het<br />
aangaan van welke met eenen machtigen Vorst<br />
men altyd fchroomachtig moet zyn.<br />
Dit kon niet ontkend worden, maar my<br />
kwam doch voor, dat het eene betracht, en<br />
het andere vermyd kon worden, (a)<br />
Zyne Hoogheid vermeende noch daarenboven,<br />
tot zoodanige Concerteering niet bevoegd te<br />
zyn, zonder daar van een voorftel ter Staatsvergadering<br />
te hebben gedaan, en behoorlyk<br />
daartoe gelast te weezen.<br />
Dit kon ik zoo niet toegeeven, dewyl ik my<br />
verbeelde, dat het concerteeren van Krygsöperatien<br />
een natuurlyk gevolg was van 't Oorlogs<br />
beftuur en beleid, die buiten twyffel aan<br />
den<br />
- («) Hoe zeer Ik op dat oogenblik daar over niet te<br />
vreeden was, moet Ik doch thans erkennen , dat de Heeren,<br />
die voorzagen, dat van dat concerteeren met Frankryk wei'<br />
xag nuts te wachten was, meer doorzicht hadden.
O p H E L D B R I N G, ENZ. 155<br />
den Admiraal Generaal by deszelfs commisfie<br />
waren opgedraagen. Doch ik kon Z. H. en<br />
de meerderheid niet overreeden, en daar wierd<br />
niets bepaald.<br />
Na dat door Zyne Hoogheid zelve, het ge<br />
melde betreklyk tot de voorgenoomene expe<br />
ditie, op 't papier was gefteld, fcheidde het<br />
befogne.<br />
Des anderen daags bezichtigde Ik eenige<br />
Scheepen, naamlyk die van de Heeren Zout<br />
man, Bedel, Kinsbergen en Bentinck, de goede<br />
order die op dezelven plaats had, was aanmerk-<br />
lylc, zelfs voor een onkundig oog: maar niet<br />
zoo'ftichtlyk was het befchouwen der aangeleg<br />
de Werken, aan of by de Helder.<br />
Alhoewel Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
den 28 Maart, reeds aan Hun Ed. Groot Mog.<br />
eefchreeven hadden, dat zy met betrekking tot de<br />
dekking der Zeekusten, de noodige ordres hadden<br />
gedepecheerd, enter executie gelegd, zoodat dezel<br />
ve provifioneel zich in beboorlyken ftaat van defen-<br />
Re bevonden. («) kon Ik niets vinden , dan 10a<br />
12 ftukken Gefchut, van 6 a 12 fB, beoosten<br />
het Dorp, gefteld op eenigelosfePlanken. Men<br />
was beezig op den hoek van Holland, bewesten'<br />
de Helder, eene Battery van in de 50 zwaare<br />
ftuk-<br />
00 Byl. D.
1<br />
^ M E M O R I E N T O T<br />
ftukken op te rechten, om het naaderen tot<br />
en het inkomen van de Texelfche Rheede, té<br />
beletten. '<br />
Eén Uur na den n i i d d a g 5 w a s b e f t<br />
het houden van het befogne, over het maaken<br />
van de werken aan de Herfens, en verder<br />
aan en langs het Nieuwe Diep. De Heeren<br />
\ice-Admiraal e n C a p t. v m .<br />
gen, meede door Zyne Hoogheid tot het befogne<br />
verzogt waren, reeds daags tevooren,<br />
de Heer Groot, >s Lands Opzienders den Borger<br />
en van Hargen, en de Heer Brandligt 's morgens<br />
aangekoonien. Wy g i n g e„ allernet zyne<br />
Hoogheid eene infpedtie neemen in floepen<br />
hier en daar de gronden peilende, terwyl de<br />
Heei-Brandligt aanwees, waar, zyns bedunkens,<br />
de Dyk die langs den Zuidwal zou moeten<br />
ftrekken, gelegd zou moeten worden<br />
Het Plan van gem. Heer Brandligt, reeds eenige<br />
jaaren te vooren door Hem in 't licht «weven,<br />
hadden de Heeren Vice -Admiraal Reinst<br />
en Capt. van Kinsbergen, geoordeeld gefchikt<br />
te zyn om tot grond voor het befogne te dienen<br />
De Fleer ^ floeg voor, „ dat, dewyl<br />
« het 2eeker was, dat het verkrygen van eene<br />
"<br />
H a V £ n<br />
p " C N i e u w e<br />
^ep, eene heilzaame<br />
?<br />
' *<br />
V 0 0 r d e n L a n d e<br />
allernuttige zaak zou<br />
» zyn ,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 157<br />
• zyn, 't voornaam onderwerp van het befog-<br />
" ne weezen moest, de wyze op welke zulks<br />
" best werkftellig zou kunnen gemaakt wor-<br />
„ den: dat het Plan van den Heer Brandligt<br />
" voor eerst in overweeging zou kunnen ge-<br />
\\ nomen worden, om te onderzoeken wel-<br />
„ ke veranderingen of verbeeteringen, daar<br />
" aan zouden behooren gemaakt te worden."<br />
De Heer van Kinsbergen en Ik, waren van<br />
dezelfde gedachten; maar de Heer Groot zeide,<br />
„ op dit voorftel niet te kunnen antwoorden:<br />
" dat Hem de zaak raauwlyk voorkwam: dat<br />
het onnoemlyke Sommen zou kosten: dat<br />
][ deswegens verzoek aan de Staaten behoor-<br />
" de te worden gedaan, en dat verzoek door<br />
Haar Ed. Groot Mog. gefteld worden in han-<br />
'„ den van Gecommitteerde Raaden van bei-<br />
„ de kwartieren, om daar op te berichten." Dit<br />
zeggen toonde aanftonds klaar aan, hoe heil<br />
zaam de voorzorg, om op het fchryven der Ad<br />
miraliteit, de bewuste Refolutie te laaten nee<br />
men , geweest was: daar de wandeling die de<br />
Heer Groot aan deeze zaak wilde laaten doen ,<br />
haar zoodamgen omweg zou hebben doen nee<br />
men, dat zy in geen jaaren, en mooglyk nim<br />
mer het bedoeld einde zou bereikt hebben.<br />
Men antwoordde den Heere Groot „ dat wy<br />
„ daar
I£ 8<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
„ daar niet waaren om iets te bepaalen- dat<br />
„ men alleen voorhad te overleggen, wat men<br />
„ doen moest om voor te komen, dat by het<br />
„ winterfaifoen, 's Lands Scheepen niet i n ' t<br />
„ uiterst gevaar wierden gefield: of reeds in 't<br />
„ laatst van September moesten ontwapend<br />
„ worden, om ze naar 't Veer ce brengen • dat<br />
„ by aldien het concept van den Heer Brandligt,<br />
in 't geheel of ten deele niet goed was<br />
„ de gedachten van kundigen, onder anderen<br />
„ van den opzichter den Berger, zou kunnen<br />
„ ingenoomen worden."<br />
Maar de Heer Groot, hoe zeer zyn Ed. erkende<br />
de hooge noodzaakelykheid van 't werk<br />
bleef 'er by, dat de propofitie en het befog!<br />
neeren over dezelve, behoorden tegefchieden,<br />
volgens gewoonte: en den Berger, na veele tegenwerpingen,<br />
die alle niet veel beteekenden,<br />
zeide, dat hem, als in dienst zynde van Gecommitteerde<br />
Raaden, by zyne Inftruclie verbooden<br />
was, eenige Concepten of werken voor<br />
anderen, dan voor Hun Ed. Mog. te maken.<br />
Wy hadden meer dan een Uur getwist, toen<br />
Zyne Hoogheid, die intusfchen zyne brieven<br />
was gaan depecheeren, zich by het b°fogne<br />
voegde. Na dat Ik kortelyk verflag van 't geene<br />
over en weder gezegd was, gedaan had,<br />
zei-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 159<br />
zeide Hoogstdezelve, „ dat dewyl wy allen 't<br />
eens waaren, dat 'er iets gedaan moest wor-<br />
, den, zulks ook moest gehouden worden<br />
„ voor gerefolveerd: ten minften voor zoo<br />
verre als het gefchieden kon, buiten de meedewerking<br />
van de Staaten. Dat, wat aanging<br />
het adres aan hun Ed. Gr. Mog., van<br />
't welk de Heer Groot gefprooken had, daar<br />
reeds aan voldaan was, door eenen brief,<br />
, door d'Admiraliteit van Amfterdam, tot dat<br />
11 'einde, aan Hun Ed Gr. Mog. gefchreeven:<br />
dat men de Refolutie daarop moest afwach-<br />
' ten: maar dat Hy Prins van Oranje , den<br />
„ opziender den Berger intusfchen gelastte:<br />
„ hoe eerder zoo beeter op 't papier te ftellen<br />
•' zoodanige middelen, als Hy den Berger zou<br />
„ oordeelen beeter te zyn, dan de voorge-<br />
„ fielden: terwyl Zyne Hoogheid van zynen<br />
„ kant zou inneemen, de Advyzen van twee<br />
„ of drie kundige Lieden." Dir befluit van Zyne<br />
Hoogheid, wierdt by ons allen, en met naame<br />
door den Heer Groot goedgekeurd, en door<br />
den Berger aangenoomen, zich daar na te zullen<br />
gedraagen: waar meede deeze Conferentie<br />
een einde nam.<br />
Zie daar 't verflag van 't geen tot myne<br />
Texe fchè Reis aanleiding gegeeven heeft, en<br />
op
IÓO M E M O R I Ë N T O T<br />
op dezelve voorgevallen is. Ik vertrouw dat<br />
de laster zelve, niets daar in zou kunnen vinden<br />
tot myn nadeel: nimmer had Ik ook kunnen<br />
verwachten, dat de boosheid daar uit fenyn<br />
zou gezoogen hebben. Het oogmerk van<br />
myne reis was, vooreerst, het bevorderen eenerzaak,<br />
daar 't gantfche Land zoo lang naar<br />
verlangd had; Ik meend'expeditie naar de VVe-<br />
. .zer: en van eene andere, uit welke het grootfte<br />
nut voor het Zeeweezen van de Republiek<br />
moest voortkomen: en aangezien den goeden<br />
nitflag, waarmeede de zaak tot noch toe bekroond<br />
is, en noch verder bekroond kan worden,<br />
verheug Ik my, dat, daar zy in 't begin<br />
zoo veele tegenftreevers vondt, Ik de hand<br />
daaraan gehouden, en mooglyk iets toegebracht<br />
heb, om dezelze te doen bepaalen, en voornaamlyk<br />
daar na door geftadige aanmaaningen<br />
te doen befpoedigen.<br />
Ik vertrok 's Maandags morgen uit Texel<br />
met geene kleine hoop op den goeden uitflag'<br />
van t geen in myne tegenwoordigheid was bepaald<br />
geworden. Dingdag deed ik verflag van<br />
myn wedervaaren aan Burgemeesteren, en ging<br />
Vrydags naar Marquette. Saturdag denken,<br />
de dag tot het uitzeilen gefteld, met een goed<br />
Vriend aldaar aan tafel zittende de wind Oost<br />
waay*
ö P H E L D E B. I N G, ENZ.' l6l<br />
waayende, en dus onderftellende, dat ons Exquader<br />
in Zee was, en vervolgens de fecrefesfe,<br />
welke wy hadden aangenomen, niet meer<br />
noodig, ftelde Ik een glaasje in op het goed<br />
fucces, en wierdt het zelve met hartelykheid,<br />
\ genoegen, en goede hoop gedronken.<br />
Maar dat genoegen duurde niet lang: des<br />
anderen daags vroeg in den ochtend, wierd Ik<br />
ondderricht, dat het Esquader niet uitgeloopen<br />
was. Ten uiterften verwonderd, daar Ik de<br />
ftellige ordres door Zyne Hoogheid, des Zondags<br />
Avonds, voor Hoogstdeszelfs vertrek,<br />
fchriftelyk, ingevolge van 't geen Ik hier booven<br />
heb aangeteekend gegeeven, gezien had,<br />
fchreef Ik dien dag aan Zyne Hoogheid, om<br />
die verwondering te betoonen: teffens verzoekende<br />
, zoo 't kon zyn , van de reedenen van<br />
deeze verandering onderricht te mogen worden.<br />
Zyne Hoogheid had de goedheid my te antwoorden<br />
, dat omtrent het uitgaan van het Esquader,<br />
Hoogtsdezelve den Vice- Admiraal Reynst<br />
gezegdhad, my het voorgevallene tecommuniéeeren.<br />
Ik kon niet voorzien, voegde Zyne Hoogheid<br />
daar by, dat de wind zoo fpoedig zou veranderd<br />
zyn, anders was Ik aan't Nieuwe Diep gebleeven,<br />
en de Scheepen zouden in myne prefentie vertrok-<br />
L DEEJ-. • L " ken
ÏÓ2 M E M O R I Ë N T O T<br />
ken zyn. "t Is niet de queitie over den rang, (dit<br />
had men verfpreid ,) die derzelver uitzeilen vertraagd<br />
heeft, maar eene fcrupule van den Scho<br />
by Nagt, en zommige Capiteinen, dat zy te veel<br />
geëxponeerd zouden zyn, en waaraan de Vice Admiraal<br />
heeft gemeend in zoo verre te moeten de<br />
reeren, dat Hy nadere ordres gevraagd heeft: than<br />
hoop Ik dat zulks is geredresfeerd,<br />
Hoe deeze zaak zich heeft toegedraagen, kan<br />
men meerendeels vinden in de Memorie van<br />
Zyne Hoogheid, bladz 51 en volg. en in No.<br />
19, der Byl. van dezelve. Op bladz. 52. wordt<br />
gefprooken, van zeekere tyding, die tusfchen<br />
den 19e April, dat de orders gegeeven waren,<br />
en den 26e dat ze ter uitvoer moesten zyn gebracht,<br />
zou zyn ingekomen, van een Engelsch<br />
Esquader, beftaande in verfcheide Scheepen<br />
van Linie, onderden CommandeurSwart: doch<br />
Ik heb des tyds daar van niets gehoord: en de<br />
Heeren Hartzinck en Zoutman hadden ook geen<br />
gewag daarvan gemaakt, of zulks totreedevan<br />
het niet uitloopen gegeeven, in het eerfte verllag,<br />
dat zy aan Zyne Hoogheid door den Luitenant<br />
Aherfon, zoo ik wel heb, Zondags na<br />
den 26e hadden laaten doen: en waarop Zyne<br />
Hoogheid bevolen had, denhoogenZeeKrygslaad<br />
daadelyk te beleggen.<br />
Wat
O F H E L J) E Jt I N G, ENZ. 163<br />
Wat daarvan zyn moge, wenfchelyk ware<br />
het geweest, dat men, vooreest, in eenen<br />
minder uirgeilrekten zin aangenomen had, het<br />
verflag va 1<br />
1 den Vice - Admiraal Hartzinck, toen<br />
Hy kort ^jr de reis van den Prins naar Texel,<br />
aan Zyne Hoogheid gefchreeven had, dat 4<br />
Scheepen en 2 Fregatten, compleet in ftaat waren<br />
om te zeilen: ten anderen, dat menden 1%<br />
April, toen meergemelde Krygsraad gehouden<br />
wierdt, grondig onderricht was geweest, van<br />
den toeftand der Scheepen, zoo als dezelve door<br />
de commandeerende Officieren, in evengemelde<br />
Scheepskrygsraad daar na voorgefteld zyn:<br />
om, ware het mooglyk geweest, daar in te<br />
voorzien, of anderzints geen orders te geeven<br />
die onuitvocrlyk waren. Maar noch wenschlyker<br />
ware het geweest, dat de Leeden van den<br />
grootften Scheeps Krygsraad van den 2often April<br />
zich hadden kunnen voegen by het Advys van<br />
de HeetcnHartzinck,vanKingsbergenenvanRecb'<br />
teren : naamlyk, om de expeditie te entameeren,<br />
mits eerst behoorlyk doende recognosfeeren, en<br />
tot dat einde voor of ^boven Texel kruysfende.<br />
't Zy verre dat Ik het Advys van deezen<br />
of geenen der Officieren, die in deezen geadvifeerd<br />
hebben, zou willen taxeeren: 't'geen<br />
de geenen, die voor niet uitzeilen geweest<br />
L 2 zyn,
I6"4 MEMORIËN TOT<br />
zyn, van den toeftand hunner Equipagien gezegd<br />
hebben, woog zeekerlyk zwaarj maar 't is<br />
noodlottig geweest, dat alle die omftandigheeden<br />
zaam geloopen hebben, Geenen tyd,<br />
dat het algemeen geroep reeds was, dat door<br />
werkeloosheid den Vyand geen afbreuk gedaan<br />
wierdt.<br />
Ondertusfchen deed het niet uitloopen van<br />
's Lands Esquader, dat algemeen verwyt van<br />
werkeloosheid ten toppunt ryzen: gelyk het<br />
met de geruchten gewoonlyk gaat, het fchreeuwen<br />
overtrof verre de weezentlykheid: maar<br />
het fcheen doch niet ontkend te konnen worden,<br />
dat eene zeekere flaauwheid in het beftuur<br />
der zaaken regeerde, en die flaauwheid<br />
gaf misnoegen tegens de geenen, die voornaamlyk<br />
aan 't hoofd van het beftuur waren.<br />
Men weet zulks byzonderlyk aan den invloed<br />
van den Heere Hertog van Brunswyk: men<br />
gaf voor, dat Zyne Hoogheid van zyne teedere<br />
jaaren gewend, eene byzondere hoogachting<br />
toe te draagen, en naar uirerlyken fchyn<br />
veel verplichting hebbende, aan zynen Oom,<br />
Voogd en Voedfterheer, hem door eenefchrandere<br />
en geliefde Moeder toegevoegd, te veel<br />
vertrouwen op dien Heer ftelde. Dit mishaagde<br />
de Natie, in 't algemeen, dit verdroot de<br />
Re-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 165<br />
Regenten, ja zelfs zoodanigen, die byzonder- i<br />
lyk Zyne Hoogheid en deszelfs Huis, waren<br />
toegedaan.<br />
Men verweet den Hertog, dat, om meester<br />
te blyven van 't algemeen beftuur, Hy trachte<br />
Zyne Hoogheid met kleinigheeden beezigte<br />
houden, in plaatze van Hoogstdenzelven de<br />
zaaken in 't groot, en omvattende alle derzelver<br />
betrekkingen, te doen befchouwen : dat<br />
Hy Zyne Hoogheid van veelen der voornaamfte<br />
Regenten verwyderd had, en deezen by<br />
Hoogstdenzelven verdacht gemaakt: dat daar<br />
door het vertrouwen tusfchen Zyne Hoogheid<br />
en de Regenten, zoo noodzaaklyk in 't beftuur<br />
van zaaken, geheel verlooren was, dewyl men<br />
wel Zyne Hoogheid, maar geenzints den Hertog,<br />
dat vertrouwen wilde geeven.<br />
Om deeze fchadelyke gefteltenisfen, zoo veel<br />
mooglyk, voor te koomen, had men zedert eenen<br />
geruimen tyd gewenscht, dat Zyne Hoogheid<br />
tot zich geroepen hadde eenige Leeden, die het<br />
algemeen vertrouwen zoo wel als het zyne, bezaaten,<br />
om met dezelven, al het noodige tot<br />
het beftuur der zaaken, te beraamen, en het<br />
beflootene met den meesten fpoed te doen in<br />
't werk ftellen.<br />
Niets vreemds fcheen daar in te zyn opge-<br />
L 3 floo-
l66 M E M O R I Ë N T O T<br />
flooten : Mevrouw de Princes Royaal, 'sPrinfcn<br />
doorluchtige Moeder, eene fchrandere en<br />
voortvaarende Vorstinne, was volgens eigen<br />
verkiezing, nimmer zonder raad geweest: Zy<br />
had daartoe veele aanzienlyke Regeerings-leeden,<br />
waar onder de eerfte Staats-Ministers,<br />
de Thefaurïer Generaal, de Griffier, de Raadpenfionaris,<br />
en de Secretaris van den Raad van<br />
Staate, veikooren. Het was byzonderlyk Burgemeesteren<br />
van Amfterdam voorgekoomen,<br />
allerwenfchelykst te weezen, dat insgelyks,<br />
door het verkiezen, door den Prins zeiven,<br />
van eenige voornaamen, en het algemeen vertrouwen<br />
genietende Perfoonen, onder de Regenten<br />
der zeven Provintien, de voorgemelde<br />
zwaarigheeden uit den weg geruimd wierden.<br />
Burgemeesteren waren wel volkomen overtuigd<br />
, dat de eerfte en voornaame oorzaak van<br />
de geringe poogingen die 'er gedaan wierden,<br />
om den Vyand afbreuk te doen, was, de droevige<br />
toeftand, in welken het Zeeweezen, en<br />
al wat daar toe betrekking had, zich bevondt,<br />
doch zy hadden teffens begreepen, dat 'er verfcheidene<br />
zaaken hadden kunnen gefchieden,<br />
die achter gebleeven waren. Zy hadden al vroeg<br />
daarom aan de hand gegeeven:<br />
Dat men een of meerder behendige Lieden<br />
naar
O P H E L D E R I N G , ENZ. 167<br />
Tiaar Engeland behoorde te zenden, om van 't<br />
geen aldaar, en voornaamlyk indeHaavens,<br />
omging, onderricht te zyn, en dat daartoe geen<br />
o-eld behoorde gefpaard te worden. •<br />
Dat men de Manfchappen der kleine Schee<br />
pen , die noch niet voltallig waren, behoor-<br />
de over te brengen, op de groote: en op de<br />
eerfte alleen zoo veel volks laaten, als noodig<br />
zou wezen, om ze op de Rheede leggende te<br />
regeeren.<br />
Dat men insgelyks de Manfchappen voor de<br />
Wagtfcheepen geworven, op de andere Scheepen<br />
moest doen overgaan, en deeze door Militairen<br />
laaten vervangen: terwyl men middelen<br />
benamen moest, om in deeze beide gevallen,<br />
de Capiteinen, voor wien de wervingen<br />
eige'nlyk gefchieden, fchadeloos te ftellen.<br />
Dat, terwyl de Scheepen in ftaat wierden<br />
gefteld, om hoe eerder zoo beeter Zee te kiezen,<br />
intusfchen met het Volk dat men zou<br />
kunnen kvygen , de Wagtfcheepen, die naar<br />
Zeeland beftemd waaren, konden gebracht, en<br />
de Zeeuwfche en Maasfche Scheepen van Oorlog<br />
die naar Texel moesten, gehaald worden,<br />
om dus onze macht m de Noordzee te vereenigen,<br />
en in ftaat te geraken, om het Esquader<br />
van den Admiraal Parker, daar toen in de<br />
L 4 Maand
163 M E M O R I Ë N T O T<br />
Maand van April reeds van gefprooken wierd<br />
liet hoofd te kunnen bieden.<br />
Dat men het Volk van den Czpitein de Bruyn<br />
zoo Hy zyn Schip niet in Zee kon brengen'<br />
op de andere Maasfche Scheepen, die hunne'<br />
Manfchappen niet voltallig hadden, behoorde<br />
te doen overgaan.<br />
Dat, om zoo veel mooglyk het daadlyk gebrek<br />
aan Artilleristen te heelen, Zyne Ho o*<br />
beid 'er zoo veele uit de Frontier.fteeden op<br />
de Scheepen zou bezorgen, als maar cenigzints<br />
mooglyk zou zyn: en dat, om zulks te faciliteeren,<br />
met de aanwerving der Artilleristen<br />
aanftonds een begin zou worden gemaakt ten<br />
minflen voor zoo verre de Quote van Holland<br />
zou kunnen ftrekken, dewyl alle de Provintien<br />
in de vermeerdering van de Landmacht<br />
noch niet toegeftemd hadden.<br />
Eindelyk, dat hoe eerder zoo beeter zou wor<br />
den aangenomen, de opening door den Fran<br />
fchen Ambasfadeur gedaan, om de operatien<br />
voor den aanftaanden Zomer te overleden'<br />
niettemin zorg dragende, geene nadere Ver'<br />
bmdtemsfen, met die Mogendheid te maaken<br />
maar zoo veel mooglyk in Z y n geheel te bly ven'<br />
Van dit alles, van ter zyde aan de hand J<br />
geeven, was weinig of .niets gedaan: het op.<br />
rech-
O P H E L D E R I N G , ENZ. IÖO<br />
rechten van een Corps Mariniers, was wel bepaald<br />
geworden, maar volgens 't oordeel van<br />
des kundigen, overtrof daar in het getal der<br />
Soldaaten veel te veel, dat der Matroozen.<br />
Wenfchelyk was het doch geweest, dat het<br />
voortgang had gehad, daar de gebreeken gebeeterd<br />
hadden kunnen worden: maar de ongunflige<br />
tyden, die kort daar na eenen aanvang<br />
genomen hebben, en gedurende welken,<br />
alles dat van den Stadhouder kwam, hoe nuttig<br />
het ook mochte zyn, van de hand geweezen<br />
wierdt, hebben eene zaak, zoo noodig voor<br />
het Zeeweezen, belet.<br />
Ik heb zoo even gezegd, hoedanig het algemeen<br />
denkbeeld in 't welk men was, dat de Heer<br />
'Erfftadhouder, een al te uitfluitend vertrouwen,<br />
in zynen ge weezenen Voogd flelde, het<br />
gewenscht vertrouwen tusfchen Zyne Hoogheid<br />
, en de voornaamfte Regenten als verbannen<br />
had; en dat Burgemeesteren daarom verlangd<br />
hadden, dat Zyne Hoogheid eenige Leeden<br />
had willen verkiezen, om derzelver raad,<br />
in zaaken van aangeleegenheid in te neemen:<br />
dit was de eenigfte oorzaak geweest van de<br />
propofitie die wegens Amfterdam, ter Vergadering<br />
van Holland, den i8 Mey 1781 (a) gedam<br />
(a) Jaaiboeken i;8r. bl. 1056.<br />
E 5
I^O M E M O R I Ë N T O T<br />
daan was: doch het zy verre dat de opftellers<br />
derzelve, immer gehad hebben, het voorneemen<br />
hun toegefchreeven, in zekere opheldering in<br />
de Maand January 1783, ter Vergadering van<br />
Holland overgegeeven f»: niet van wegens<br />
Burgemeesteren, of uit naam der Stad, maar<br />
door den Penfionaris van Berckel, die dezelve<br />
eerst by monde had voorgedragen, doch daar<br />
na op 't verzoek van eenige Leeden, zoo Hy<br />
zeide, in gefchrifte gefteld had.<br />
Nimmer heeft gemelde Penfionaris eenige<br />
last van zyne Committenten tot het doen dier<br />
uitlegging gehad, noch zelfs met hun daar over<br />
gefprooken: daar deezen doch best hunne meening<br />
hadden kunnen uitleggen. Zoo Hy Penfionaris<br />
de Heeren Temminck, Hooft, Elias en<br />
My, geraadpleegd had, zouden wy den inhoud,<br />
zeekerlyk niet goedgekeurd hebben.<br />
Wy zouden wel verzeekering gegeeven hebben<br />
, gelyk in die Memorie gezegd word, van<br />
geen voorneemen te hebben gehad, om het gezach<br />
van Hun Hoog Mog., van den Raad van<br />
Staate, van den Admiraal Generaal, of van<br />
de Admiraliteits Collegien, te verkorten: maar<br />
wy zouden gemeend hebben, tegenftrydig met<br />
die verzeekering te hebben gehandeld, indien<br />
(a) Jaarboekeu 1783. bi. 80.<br />
on-
O P H E L D E R I N G , ENZ. I7I<br />
onze meening was geweest, aan eenige Heeren<br />
Gedeputeerden de macht te doen verkenen,<br />
om zelfs buiten den Admiraal Generaal, aan<br />
wien de direètie en beleid van den Oorlog is opgedraagen,<br />
te befluiten en te doen uitvoeren.<br />
Wy zouden nimmer hebben durven voordellen,<br />
zoo als in die Memorie gedaan wordt,<br />
om eenige Leeden der Regeering, meerendeels<br />
onbedreeven in Militaire zaaken, te machtigen<br />
, om wanneer het niet doenlyk zou zyn, met<br />
den Admiraal Generaal te raadpleegen, als dan<br />
de operatien van 's Lands Vloot, te reguleeren,<br />
en te oordeelen , of de geleegendheid om den Vyand<br />
afbreuk te doen, voordeelig was.<br />
't Is waar dar in 1665, eenige Leeden van<br />
Hun Hoog Mog. naar Texel en naar Zeeland<br />
tot bevordering van de Equipagien , en het emplooi<br />
van 's Lands Vloot gezonden zyn geworden:<br />
maar<br />
Vooreerst, was de Republiek des tyds zon<br />
der Admiraal Generaal: en het beleid der zaa-<br />
ken van de Zee, aan niemand in 't byzonder<br />
opgedragen zynde, kon dierhalven de befchik-<br />
king over 's Lands Vloot, door Hun Hoog<br />
Mog, aan wien zy 't goedvonden, zonder ie<br />
mands recht te verkorten, toevertrouwd wor<br />
den.<br />
Ten
Tm -rtw,, was die Mcht in , SS 5 o p g e.<br />
«W». zoo e r o o t „iet a l s d e u i t, e g^. P<br />
J e t<br />
li-rj mi<br />
r° m<br />
" :<br />
. C0<br />
T iSftri<br />
" i»2* Re.<br />
"' wordt,<br />
Co
O P H E L D E R I N G , ENZ. I73<br />
te onderneemen, zonder vooringenomen advys<br />
van den Luitenant Admiraal, en des noods<br />
van de andere Hoofden van de Vloot: terwyl<br />
teffens aan den Admiraal Generaal, Extra 61<br />
van de Refolutie gezonden moest worden, met<br />
verzoek deszelfs Conftderatieu aan gemelde Gedeputeerdens<br />
tot hun naricht te êot® loekovun.<br />
Burgemeesteren zouden ook nimnt c V>' >nmisfarisfen<br />
, verantwoordelyk<br />
•maken, aan eene Prü^f!^ in *t % *» &<br />
hun beftuur moest 4^^, uver • - '> e<br />
*<br />
heele Bondgenoopfcbap betreffende: veel eerder<br />
zouden Burgemeesteren gedacht hebben,<br />
dat zoodanige Commisfarisfen, evenals de Gedepnteerdens<br />
in den Raad van Staate, zouden<br />
hebben moeten afzweeren, alle betrekking<br />
tot hunne byzondere Provintien: daar<br />
het bekend is, hoedanig het belang van ieder<br />
Provintie, aan deszelfs Gedeputeerdens, dikwyls<br />
meer ter harte gaat, dan dat van 't Bondgenoodfehap<br />
in 't algemeen.<br />
Nimmer zouden Burgemeesteren, die Commisfarisfen<br />
hun verblyf hebben willen doen<br />
houden, in onderfcheidene Havens van de Republiek:<br />
waarvan, dewyl zy geene ruggefpraak<br />
met eikanderen zouden kunnen houden, eene<br />
verdeeldheid in de operatien een noodzaaklyk<br />
ge-
174 M E M O R I Ë N T O T<br />
gevolg moest zyn: alzoo elk uit zyne Haven<br />
• met de by zich hebbende Scheepen, zoodanige<br />
expeditien zou laaten doen, als naar deszelfs<br />
inzien raadzaam zou oordeelen.<br />
Eindlyk zouden Burgemeesteren, om kvvanzuis<br />
de werkloosheid tedoenverdwynen, nimmer<br />
aan de hand hebben gegeeven, een middel,<br />
waar door ze niet dan grooter kon worden.<br />
Want hoe zou het mooglyk zyn, dat Commisfarisfen<br />
Oost en West verfpreid, met den noodigenfpoed,<br />
operatien, diegemeenfchappelyk<br />
overlegd moesten worden, ter uitvoer zouden<br />
kunnen doen brengen j? 't Is waar, zy worden<br />
voorgefteld, als uitvoerders der Refolutienvan<br />
Hun Hoog Mog.: maar, behai ven dat daar door<br />
zelfs eene aanmerklyke vertraaging moest veroorzaakt<br />
worden, zoo is 't genoeg bekend,<br />
dat die Vergadering, ja zelfs het fecreet Befogne,<br />
niet gefchikt zyn, om de Krygsöperatiën<br />
te beraamen, ten minften niet om tyd en<br />
byzonderheeden tot de uitvoering, te bepaalen.<br />
Deeze verdeeling in 't beftuur, was eerder<br />
lynrccht ftrydig, met het oogmerk van Burgemeesteren:<br />
dewyl zy, gelyk reeds gezegtis,<br />
voornaamlyk door hun voorftel beoogd hadden,<br />
alle de deelen van het publiek beftuur,<br />
zoo
O p II E L D E R I N O , ENZ. I?5<br />
z oo veel mooglyk, re vereenigen, en te zaam<br />
te laaten werken. Volgens hun oogmerk, zou -<br />
Z. H. in zyne hoedaanigheeden van Stadhou<br />
der , Capitein en Admiraal Generaal, 't voor-<br />
naame Spil, op welke alles zou draayen, geblee-<br />
ven zyn; doch tot betrachting van meerder<br />
eensgezindheid , befpoediging en onderfteu-<br />
ning in het uitvoeren, zou Hoogstdezelve, tot<br />
zyne Raadslieden, en als men ze zoo eens mag<br />
noemen, medehelpers, hebben gehad, zoodanige<br />
Perioonen, die door hunne bekwaamheid, en<br />
betrekking tot de onderfcheidene Departemen<br />
ten van het beftuur, door hem zeiven gefchikt<br />
zouden geoordeeld zyn geworden, om het be-<br />
flotene in die Departementen ter uitvoer te<br />
doen brengen; en die voorts, door hunnen in<br />
vloed ,'t zy als Regenten 't zy als Ministers, zou<br />
den bewerken, dat wanneer 'er Refolutien van<br />
Staat, of van andere hooge Vergaderingen, noo-<br />
dig zouden zyn, dezelve met meerder fpoed<br />
dan naar gewoonte zouden genomen worden.<br />
Alhoewel 'er weinig waarfchynlykheid was,<br />
toen Zyne Hoogheid ongeraaden vondt, in dit<br />
voorftel toe te ftemmen, dat deswegens iets<br />
bepaald zou worden, zoo vermeenden Burge<br />
meesteren doch ambtshal ven verplicht te zyn, de<br />
bekende Propofitie ter Vergadering van Hol<br />
land
* 7 6 M<br />
E M O R i E N TOT<br />
land te laaten doen: na dat ik doch alvorens<br />
op verzoek van Burgemeesteren, van dit voor'<br />
K v o o r<br />
neemen aan Z. H., bv een^n « • r, "<br />
l<br />
i-9 oy eenen Brief kennis had<br />
gegeeven, en dat op denzelven, ('t g e eh doch<br />
naderhand bleek, by roe val t e ' i y n ' ^<br />
Weeven,) geen antwoord gekomen was<br />
Alhoewel een Regent, in een Gemeenebest<br />
geene daadlyke, 0f al s Ik het zoo noemen ma!'<br />
eene ^ « / , verantwoording voor zyne Re-'<br />
geermgsdaaden verfchuldigd is, z o o k a n h e t<br />
Hem doch niet énverfchiliig zyn , hoe diedaadendoorzyne<br />
Land- enStadgenooten, envoornaamlyk<br />
door zyne meede Regenten, beoordeeld<br />
worden.<br />
Hier was 't geval zoo geleegen, de werkloosheid<br />
, waar uit ze ook mochte voortkomen<br />
was baarblyklyk: Burgemeesteren geloofden<br />
met de gantfche Natie, dat Zyne Hoogheid te<br />
veel en te byzonderlyk zyn vertrouwen op<br />
den Heer Hertog ftelde : en waren die gedachten<br />
aleensbovenmaatig, zy namen zeekerlyk<br />
het zoo onontbeerlyk vertrouwen, tusfchen<br />
Zyne Hoogheid e n de Regenten geheel we*.<br />
Hier „ diende volftrekt voorzien te wórden:<br />
dit hadden Burgemeesteren, aangefpoord doorhunne<br />
mede Regenten,getracht, onderdehand<br />
te doen: doch 't was mislukt: nu konden zy<br />
naar
O P H E L D E R ING, ENZ. I£7<br />
raar hun inzien niet IH1 zi'ten, zonder gevaar<br />
te loopen, van door deeze laatften van achteloosheid,<br />
of ten minden, flaauwheid beticht<br />
te worden.<br />
Ik breng de evcmgem reede, van het befluit<br />
van Burgemeesteren, hier zoo veel te eer<br />
by, om dat dezelve meede eene der voornaame<br />
dryfveeren geweest is, tot den flap, dien<br />
zy betrekkelyk den Hertog van Brunswyk, op<br />
den 6 Juny gedaan hebben.<br />
Het komt my voor der moeite waardig te<br />
zyn,'van het by die geleegenhtid gebeurde, een<br />
omftandig verflag te doen, dewyl de toedracht<br />
der zaake, in alle deszelfs deelen, nergens is<br />
te boek gefield, daar deze've doch alleropmerkenswaardigst<br />
is geweest, en zeer veel heefc<br />
toegebracht, tot het geen daarna gebeurd is:<br />
voornaamlyk betrekkelyk Zyne Hoogheid den<br />
Heere Erfftadhouder.<br />
Ik zal vooraf doch rondborflig erkennen,<br />
dat, had Ik kunnen voorzien de gevolgen die<br />
die flap gehad heeft, Ik niet gemaklyk daar<br />
in zou toegeftemd hebben. Myn waarachtig<br />
doel was, uit het midden te neemen, dien fteen<br />
des aanlloots, die geduurig belette, dat men<br />
met Zyne Hoogheid, in deszelfs onderfcheidene<br />
hoedaanigheeden kon handelen , met dat ver-<br />
I. DEEL. . M trou-
ï'?8 M E M O R I Ë N T O T<br />
trouwen, dat het welzyn der gemeene zaak<br />
vereischte. Ik geloofde, en zoo 't my voorkwam<br />
niet zonder reede, dat het vertrouwen<br />
dat Zyne Hoogheid in den Hertog (lelde , veel<br />
te groot was, en dat deez' Heer daagfyks den<br />
Vorst belette, gehoor te geeven, aan die geenen<br />
, die volitrekt belangeloos, Hoogstdenzelven<br />
ten zynen en 's Lands besten, rieden : en<br />
dit wierdt niet alleen geloofd by My, by Burgemeesteren<br />
, by de andere Regenten, by het<br />
grootfte deel der Natie, maar zelfs by de byzondere<br />
Vrienden van Zyne Hoogheid.<br />
Ik gevoelde zeer wel, hoe,ongemakiyk dat<br />
oogmerk berdkt kon worden. Men moest van<br />
den Vorst eiyfchen eene dar.d, die van Hem<br />
als mensch fchier niet te vergen was. Men<br />
wilde dat Hy zynen Voogd, den Beflierer zyner<br />
Jeugd, den Man aan wien zyne Vrouwe<br />
Moeder Hem betrouwd had, dien Hy niet<br />
verdenken kon Hem niet toegedaan te zyn,<br />
dewyl deszelfs beftaan geheel van 't zyne afhing<br />
, van zich zou verwyderen. Men kon fchier<br />
niet verwachten, dat Hy gewillig daar toe zou<br />
komen, Doch alhoewel de verwachting gering<br />
was, was Ik niet volllrekt zonder hoop,<br />
van den Forst te verkrygen, 't geen de Menscb,<br />
de gemoedelyke Mensth, zou weigeren, zoo deez*
ff p It E t B E S. I N C, 179<br />
-gemoedelyk Memch, kon gerust gefteld worden.<br />
Ik hoopte dat Zyne Hoogheid zelf overtuigd<br />
KOU worden, van de fchadelykheid van 's Her-<br />
.togs geitadigaanweezen, dewyl Hoogstdezelve<br />
niet kon twyffelen, dat die Heer, die in fchyn<br />
200 al niet de daad daar by kwam, de eenige<br />
Raadgeever van Zyne Hoogheid was, meeren-<br />
deels de oorzaak was, van de onaangenaamhee-<br />
den, die Hoogstdenzelven daaglyks in het be<br />
llier der zaaken voorkwamen.<br />
Ik hoopte, en ter goeder trouwe, dat het<br />
gevoelig hart van Zyne Hoogheid, met reede<br />
aangedaan, door 't ge2n men van het zelve<br />
vergde, gerust zou gefteld worden, door de be-<br />
fcho inving van het nut dat d.iar uit zou voort<br />
vloeien , voor een Gemeenebest, tot het welke<br />
Hoogstdezelve zoo veele en zoo groote be<br />
trekkingen had.<br />
't Kwam my voor, dat de betrekkingen die<br />
Zyne Hoogheid gewislyk to: den Hertog had,<br />
als zynen Voogd en Nabeftaanden , niet ver<br />
kracht wierden, zoo de ge wenschte ver wy de<br />
ring, met toeftemming van den Hertog zeiven,<br />
gefchicdde» Ik vleide my, dat het behouden van<br />
de Tytels en Penfioenen, aan 's Hertogs waar-<br />
digheeden gehecht, het neemen eener hono-<br />
rabie Refolutie ten zynen opzichte, zoo in<br />
M a Hol-
l8o M E M O R I Ë N T O T<br />
Holland, als ter Generaliteit; en boven al éi<br />
befchouwing van rynen geweezenen Prtpift<br />
welzyn; van de rust van 't Land, daar Hy met<br />
eer en weldaaden overlaaden was geworden;<br />
de fmerre zelve, voor eenen Heer"van zvne'<br />
geboorte en hoedanigheden, van de gunst die<br />
men hem toedroeg, veranderd te zien in afgunst,<br />
Hem zonden hebben doen befluiten. om<br />
zelf de handen te geeven, aan het benamen<br />
van eene eerlyke Retraite: en wel eerder, daa*<br />
de fchikkingen in 't uiterfte geheim tusfchen<br />
Zyne Hoogheid, Hem Hertog, en Burgemeesteren<br />
beraamd, zonder eenige krenking van<br />
deszelfs eere, ter uitvoer zouden hebben°kunnen<br />
gehragt worden.<br />
Eindelyk ftelde Ik my voor, dat zoo 't al<br />
eens gebeurde, dat noch Zyne Hoogheid, noch<br />
de Hertog, wilden treeden, in de voorgeuoomene<br />
fchikkingen, men dan kon achten, als of<br />
'er niets gebeurd was, en wachten op gunfïiger<br />
omftandigheeden en bekwaamer middelen :<br />
dewyl Burgemeefteren bepaald hadden, de zaak<br />
met het uiterst geheim te behandelen, en de<br />
geenen, die ze byzonderlyk aanging, het hoogst<br />
belang fcheenen te hebben, om het geheim te<br />
houden.<br />
Ongelukkig misten alle deeze onderftellin.<br />
gen;
O P H E L D E R I N G , ENZ. iSl<br />
gen: en Ik zeg noenmaal, had Ik kunnen voordien,<br />
dat Zyne Hoogheid zou vakoren hebben<br />
, het voordel ruchtbaar te maken , Ik zou,<br />
hoe zeer de verwydering van den Hertog my<br />
wenseh'yk, ja noodig voorkwam, den Hap afgeraaden<br />
hebben. Want men kun met reeden<br />
voorzien, dat, byaldien Zyne Hoogheid aan<br />
't verzoek niet wilde voldoen, en de Hertog<br />
niet wilde treeden in de fchikkingen die men,<br />
om zyne Retraite zoo ihm mooglyk onaangenaam<br />
te maken, beraamd had of nog beraahieti<br />
zou, en de zaak ruchtbaar wierdt, verregaande<br />
twisten en onaangenaamheden daaruit ontftaan<br />
zouden, üe invloeden het gezag van den<br />
Hertog was des tyds noch te groot, om met<br />
eenige fchyn van reede tc kunnen verwachten<br />
, dat het voordel tegens wil m dank zou<br />
worden doorgezet. Men had djerhalven zich<br />
kunnen voordellen, vooreerst, dat men den<br />
Hertog niet kwyt zou raaken, en dat, vervolgens,<br />
de werking van dien invloed dien men<br />
vreesde, noch fchadelyker zou worden, dewyl<br />
de geesten daar door niet dan aangezet en verbitterd<br />
konden worden.<br />
Maar noch eens, wie had kunnen verwachten,<br />
dat Zyne Hoogheid waereldkundig zou<br />
hebben willen maken, een voordel, dat He<br />
M 3 gee-
ï8a M E M O R I Ë N T O T<br />
geenen die het decden verzekerden, alleen-<br />
aan zeekere weinige Lieden, die zy noemden,<br />
bekend te zyn, en voor alle anderen, zoo Zyne<br />
Hoogheid het noodig oordeelde, onbekend<br />
zou blyven. Het zal, vertrouw Ik, uit het<br />
verflag dat Ik onder 't oog myner Leezers<br />
brengen zal blyken, hoedanig 't geen Ik kom<br />
te zeggen, de regel van het gedrag van Bur-<br />
gemeesteren geweest is,<br />
Zeedert de Gedeputeerden der Stad Amfter<br />
dam , op den . 8 May de meergem. Propoficie<br />
gedaan hadden, had men wel getracht Zyne<br />
Hoogheid te overtuigen, dat het voorneemen<br />
geenzints was, Hoogstdeszelfs wettig gezach<br />
te verminderen: en men vleide zich daarin ook<br />
min of meer gefkngd te zyn, wen de Raaupen-<br />
fionaris aan den Penfionaris Fhfcher zeide, dat<br />
Zyne Hoogheid verlangde, eene conferentie<br />
m de volgende Week, met Burgemeesteren te<br />
hebben.<br />
Het aanbod was te aangenaamer, dewyl men<br />
vermeende, eene bekwaame geleegenheid te<br />
zullen hebben, om aan Zyne Hoogheid rond-<br />
borilig voor te draagen, de fchaacfelykheid van<br />
het uitfluitend vertrouwen, dat men ver<br />
meende dat Hoogstdezelve in den Hertog ftel-<br />
de.<br />
De
« p H K L D E E I N G, ENZ. iff'<br />
D- lwat regens deezen Heer, was by groot en<br />
Hein ten top gereezen: eene dikwyls willeken-<br />
r i se wyze van handelen, byzonder m t Mi-<br />
linke : het vooiftaan van de onbepaalde Mi-<br />
litaire Jurisdictie, gedurende c!e minderjaa-<br />
rioheid van Zyne Hoogheid, had reeds veel<br />
ongenoegen gebaard, en deeze vermeerderde<br />
toen men daarna, zag, dat Zyne Hoogheid s<br />
Hertogs Raad, boven die van alle anderen volg-<br />
de Dit liep byzonder in 't oog der geenen,<br />
die daa-lvks rondom en by Zyn Hoogheid wa<br />
ren, van zyne beste vrienden, van Lieden die<br />
omwyfielbaar aan zyn belang verbonden wa<br />
ren: zy hadden my te meermaalcn gezegd, dat<br />
zoo lang de Hertog den geest van Zyne Hoog<br />
heid zoodanig zou regeeren, de zaaken fleent<br />
zouden gaan. Weinige dagen voor den 6 ju-<br />
ly had één der- aanzienlykfte en verftand^fte<br />
van die Heeren my met een bezoek op Mar-<br />
quette vereerd, en fpreekenue over het nadeel,<br />
dat uit het uitfluitend vertrouwen, van Zyne<br />
Hoogheid in den Hertog voortkwam, gezegd,<br />
waarom eischt gy Lieden, (mcenende Burge<br />
meesteren van Amfterdam) die voljtrekt onaf-<br />
hangelyk zyt, en geene menagementen behoeft te<br />
gebruiken, niet, dat de Hertog weggezonden wordt ?<br />
Geen wonder was het dan, dat anderen die<br />
M 4 tot
l 8<br />
4 M E M O R I E N T 0 T<br />
H 0<br />
HL l'Z ° g h e i d S C e n e<br />
^ere betrek<br />
k»g hadden, die alleen m a a r wenscheen 7<br />
Hoogstdezelve het gezach dat «[ ' C<br />
tfenlyke bedieningen'g n n f ^<br />
V„,J„ i J fe clvcn<br />
» ten beste van her<br />
bekend was geworden, doen gehete had £<br />
hooren „ b,y r en, g e z e g d j d a ^ ^<br />
zegd hebie» da„ de Uan ui, de P mc„ (J_<br />
door iemand, die *ch onkundig hield, gevrL<br />
r:;. w,edatwas?had<br />
^~rd,s<br />
Te meermaalen had g e m e l d e H c e r ^<br />
dereheuiene Leeden o a a e r S [ a d s R<br />
regelen verydeU wierden: d a t m e n i ,<br />
beurd was, dar wanneer Hy Ha,dpe„„„„ aris<br />
mer den Sradhouder was afgeCprokon, wei-<br />
»>g noren daarna, als Zyne Hoogheid me, der,<br />
Her-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 1$5<br />
Hertog gefprooken had, Hoogstdezelve Hem<br />
by een Biljet had laaten weeten, dat van ge<br />
dachten veranderd was.<br />
Maar 't geen voornaamlyk in de jongfte ty<br />
den, het wantrouwen en afkeer tegen den Her<br />
tog had doen vermeerderen, was, de vertrouw<br />
de ommegang met den Engelfchen Ambasfa-<br />
deur: en dat, na de ondraaglyke Memoriën,<br />
welke die Minister had overgeleeverd, ja tot<br />
het laatfle oogenblik, dat Hy dit Land verlaa-<br />
ten had: daar immers<br />
d e<br />
Hertog, die het be<br />
ftuur der Staats-zaaken t aanging, en zoo<br />
dikwyls van zich afgaf, zich daarmeede niet te<br />
moeyen, geene verplichting had, om met dien<br />
Heer eenigen ommegang te hebben, dan die de<br />
burgerlyke beleeftheid vereischte. Aanftoote*<br />
lyk voornaamlyk waren geweest, zeekere Zon-<br />
dagfche Conferemien, die zelfs by Zyne Hoog<br />
heid in 't oog waren geloopen, en de onge-<br />
fchiktheid de'rzelver, aan den Hertog te meer<br />
maalen vertoond had.<br />
Burgemeesteren waren verre van te den-,<br />
ken, dat de Hertog, zoo als zulks fchandelyk<br />
verfpreid wierdt, door 't Engelsch Goud om<br />
gekocht, het Land zou hebben willen verraa-<br />
den: dit kon niet opkomen in eenen Man van<br />
zyn aanzien en geboorte, bekend voor te zyn<br />
M 5 vry
l86* M E M O R I Ë N T O T<br />
vry van alle geldzucht en gierigheid: maar het<br />
gedrag der Engelfchen, voor het uitbreeken<br />
van den Oorlog, hunne geweldenaryen tegens<br />
de handeldryvende Ingezeetenen, zoo niet op<br />
last, ten minften met toelaatinr^ van het En-<br />
gelsch Ministerie gepleegd, hadden den Geest<br />
der gantfche Natie zoodanig verbitterd, dat<br />
niet als met afkeer kon befchouwd worden,<br />
al 't geen dat maar fchyn van goedgunfligheid<br />
voor de Engelfchen had. Het ongelukkigfte<br />
was, dat het ongenoegen tegen den Hertog op<br />
gevat, het verwyt als of Hy de Engelfchen<br />
begunftigde, op Zyne Hoogheid was overge<br />
gaan, dewyl men aan 's Hcrtogs raad toefchreef,<br />
de flapheid die men alom vermeende te befpeu-<br />
ren, in 't beftuur der publieke zaaken.<br />
Burgemeesteren hebben nimmer gctwyffeld,<br />
dat de eenige dryfveer van 's Hertegs gedrag<br />
is geweest eerzugt, en byzonder de vreeze, dat<br />
zoo Hy den Stadhouder aan zich zei ven over<br />
liet , of toeliet dat Hoogstdezelve den raad van<br />
anderen innam en volgde, Hy daar door ver<br />
liezen zou, dien onbepaalden invloed, dien<br />
Hy op den geest van zynen Pupil verkreegen<br />
had.<br />
Ten fterkilen dan overtuigd, dat de verwy-<br />
dering van den Hertog, eene allerheilzaamfte<br />
zaak
O P H E L D E R I N G , ENZ. 187<br />
za$: voor 't Land zou zyn, bcflooten Burge<br />
meesteren, ter gekegenheid van de verzogte<br />
Conferentie, hunne meening deswegens rond-<br />
borftig, doch in ^uiterst vertrouwen, aan Zy<br />
ne Hoogheid te k.-.nen te geeven.<br />
Zy lieten tot dat einde door den Penfiona<br />
ris Vnjcher op het Papier brengen, 't geen zy<br />
vermeenden te moeten zeggen: en verzochten<br />
den Heere Temminck en My , het zelve by mon<br />
de van evengemelden Penfionaris,, aan Zyne<br />
Hoogheid meede te deelen, en daarna in ,fchrif-<br />
te over te geeven.<br />
Wy vertrokken (de Penfionaris Visfcber, reeds-<br />
in den Haag zyndej Woensdag den 5 July der-<br />
waards. In 't Jacht lazen wy de Memorie noch<br />
eens na, en vonden noodzaaklyk de bewoor<br />
dingen op veele plaatzen te veranderen, en zoo<br />
danig in te richten, dat alle fchyn van befchul-.<br />
diging vermyd wierdt. Wy vermeenden te moe<br />
ten toonen, dat Burgemeesteren die algemeene<br />
verregaande befchuldigingen, alleen op publie<br />
ke geruchten fteunende, aanzagen als verdicht<br />
zelen van allen grond ontbloot: dat zy den Her<br />
tog hielden voor eenen Man, die gevoelens<br />
overeenkomftig zynen rang en geboorte hadt,<br />
die zy alleen vermeenden, dat uit hoofde der<br />
afgunst die men hem toedroeg , en van 't wan-<br />
1 trou-
183 M E M O R I Ë N T O T<br />
trouwen tegens Hem opgevat'? niet kon, ja tfa<br />
behoorde, Zyne Hoogheid als Raadsman , veel<br />
min als eenigfte Raadsman , te dienen<br />
Niemand dan de vier -geerende' Burgemeesteren<br />
en de Penfionaris Visfcher, had^n<br />
de bovengemelde Memorie geleezen: de Heeren<br />
van Maarfeveen, Graaflanden Bicker, welke<br />
twee laafden des tyds Gedeputeerden ter<br />
dagvaart waren, wisten wel dat WyZyrfeHoogheid<br />
over den Hertog zouden onderhouden,<br />
maar op wat wyze, was hun onbekend: gelyk<br />
Wy meede goed gedacht hadden, aan de Heeren<br />
van Dordrecht en Haarlem alleen te zeggen ,<br />
dat wy by Zyne Hoogheid eene audiëntie baddetl<br />
gevraagd, om Hoogstdenzelven over onze Propofit<br />
ia te onderkouden, en dat wy by die geleegenkeii<br />
van den Hertog zouden fpreeken. Zoo zeer hadden<br />
wy noodig geoordeeld te zorgen, dat alle'<br />
mooglyke geheimhouding betracht wierdt, om<br />
meesters te zyn, 't z y het voordel ingang vondt<br />
dan niet, van 't geen verder te doen zou daan.<br />
In den Haag gekomen, lieten wy door den<br />
Penfionaris Visfchtr, onze komst aan den Raadpensionaris<br />
melden, met verzoek, om aan Zyne<br />
Hoogheid kennis te geeven, van onze bereidwilligheid<br />
en verlangen, om met Hoogstdenzelven<br />
in conferentie te treeden-, en tot dat einde
O P H E L D E R I N G , ENZ. lÖp<br />
de het uur van Hoogstdeszelfs convenkntie te<br />
mogen weeten: daarby teffens verzoekende,<br />
dat Hy Raadpenfionaris by die conferentie tegenwoordig<br />
wilde zyn. Des. anderen daags melde<br />
ons evengemelde Heer, dat Zyne Hoogheid<br />
ons zou afwachten, Vrydags om half twaalf<br />
uurên, in 't Huis in 't Bosch;, en dat Hy Raadpenfionaris<br />
tegenwoordig zou zyn.<br />
De reede, om welke wy dit laatfte verlangden,<br />
was, dat wy ons vleüen, dat die Heer,<br />
die zich zoo meenigmaalen betreklyk den Hertog<br />
had uitgeladen 4 geene zwaarigheid zou<br />
maaken, het nadeelige, dat in de tegenwoordige<br />
omftandigheeden, in het uitlïeekend vertrouwen<br />
van Zyne Hoogheid op dien Heer lag<br />
opgefiooten, aan te dringen: daar Wy teffens<br />
gedacht hadden, beeter te zyn Hem geene<br />
voorafgaande kennis te geeven, om Hem<br />
niet in 't onaangenaam predicament te brengen,<br />
van te moeten kiezen, of ons voorneer<br />
men, voor de uitvoering, ter kennisfe van<br />
Zyne Hoogheid te brengen, of te zwygen , en<br />
daar door by gemelde Zyne Hoogheid te fchynen,<br />
eenigzints onheusch te hebben gehandeld:<br />
waarby noch kwam, dat volftrekt gelast zynde<br />
, den ftap te doen, Wy ons niet in 't gevaar<br />
wilden Hellen, met den Raadpenfionaris,<br />
zoo
100 MEMORIËN tof<br />
Zoo Hy dien afkeurde, daar over te twisten;<br />
Dewyl Wy hartelyk wenschten, dat -onze<br />
onderneeming ten beste van de gemeene zaak<br />
mogte gedyen, en begreepen, dat zulks mee-<br />
rendeels afhing van de wyze op welke Zyne<br />
Hoogheid ons voorfiel zou opneemen , 't welk<br />
zeekerlyk Hoo'gstdezelven, zoo niet te vooren<br />
eenigzints gewaarfchouwd was, noch vreem<br />
der in de ooren moest klinken, oordeelden Wy<br />
noodig, dat Ik daags te vooren, als uit My zei<br />
ven , in a'gemeene bewoordingen, van 't geen<br />
gebeuren zou, aan Zyne Hoogheid kennis zou<br />
geeven.<br />
• ïk zeide dan des Donderdags aan gem. Vorst<br />
in fubjiantie, ,, dat het voordel dat Wy 's an-<br />
„ deren daags zouden doen, Hoogstdenzelven<br />
„ denkelyk onaangenaam zou zyn : doch dat<br />
„ Wy dachten, zulks aan onze Stad, ons Land,<br />
„ onze Meede-regenten, en ons zeiven ver-<br />
„ fchuldigd te zyn: dat Burgemeesteren Hem<br />
s, Heere Prince van Orange volkomen ver-<br />
„ trouwden, maar den'Heere Hertog in 't ge-<br />
ji heel niet: dat zoo lang deez' Heer 's Prin<br />
ts een Raadsman zou zyn, genoegzaam geenè<br />
„ goede correspondentie tusfchen ZyneHoog-<br />
„ heid en de Stad Amfterdam plaats zou kun-'<br />
nen hebben."<br />
•i Dat
O P H U D E R I K O , E N 7 . IQI<br />
„ Dat niet alleen Wy Amfterdammers, en<br />
„ andere, zoo Provintiale als Steedelyke Re-<br />
genten, tegen den Hertog waren, maar 's Prin-<br />
, 5 fen beste en vertrouwde Vrienden."<br />
?<br />
„ Dat zoo de Hertog een weldenkend Man<br />
„ was, en waarlyk 'sPrinfen Vriend, Hy zei-<br />
,', ven behoorde te begrypen, dat de afgunst<br />
„ tegen Hem zoo groot was, dat Hy met zy-<br />
„ nen raad geen dienst meer kon doen : en dus<br />
" behoorde aan te bieden, zich ten minften,<br />
„ voor eenen poos naar zyn Gouvernement,<br />
„ of elders, te retireeren."<br />
Zyne Hoogheidantwoordde, met veel bedaard-<br />
heid, onder anderen, dat de Hertog zyn Raads<br />
man in alles niet was: dat men ongelyk had<br />
den Heer te mistrouwen: dat hyHem niet kon<br />
wegzenden, zoo uit hoofde der verplichting<br />
die hy aan Hem had, als der Post die de Her^<br />
t 0g in de Republiek, betreklyk tot de zeeven<br />
Provintien, bekleedde.<br />
Wy wisfclden eenen geruimen tyd verfchei-<br />
dene woorden, die Ik my thans niet herrinne-<br />
ren kan, noch aangeteekend heb, dan alleen,<br />
dat ik in 't affcheid neemen zei,Mynheer, Ik heb<br />
Uwe Hoogheid gezegd, zoo veel Ik macb, van't<br />
geen morgen gebeuren zal: wy zullen Uw Hoogheid<br />
V eecn-wy gezegd zullen hebben, vervat in eene<br />
• 6<br />
Mu
frjtè M E M O R I Ë N T O T<br />
Memorie, ter hand fteüenx lk bidde, dat Zy niet<br />
driftig worde, maar alles bedaar delyk aanhoor e,<br />
Uw Hoogheid kan zyne gedachten daar over laaten<br />
gaan, en zich daar na bepaalen. Hoogstdezelve<br />
nam zulks aan, en Wy lcheidden in goed<br />
verftand, zoo \ fcheen, van elkanderem<br />
Maar dien zelfden avond, of'sanderen daags<br />
's morgens vroeg, kreeg ik tyding, dat Zyne<br />
Hoogheid had kunnen goedvinden, den Hertogvan<br />
'tgeen Ik gezegd had kennis te geeven; en<br />
dat zedert daar over met deezen Heer in gefprek<br />
was geweest, de bedaardheid, in welke<br />
• Ik Zyne Hoogheid by 'i uitgaan gelaaten, en<br />
waar toe als zoo hoognoodig vermaand had,<br />
ten eenemaal verdweencn was.<br />
Des Vrydags overhandigde my de Raadpenfionaris<br />
in de Vergadering van Holland, een<br />
Biljet van Zyne Hoogheid, aan Hem Raadpenfionaris<br />
dien dag gefchreeven, in 't welk hoogstdezelve<br />
zich in fterke bewoordingen uitliet<br />
tegen 't oogmerk, dat onderftelde, dat van onze<br />
opwachting te zyn, en tegen de ongevoeg-<br />
Jykheid van 't geen Wy zouden'vorderen. Zyne<br />
Hoogheid fprak met grooten ernst, van<br />
zyne verplichtingen aan den Hertog: zeide<br />
-dat dien Heer befchouwde als zynen tweeden<br />
Vader, en tot 't geen men van Hem wilde vergen<br />
, nimmer zou overgaan. \\
O P H E L D E R I N G , ENZ. I93<br />
Ik deelde dat Biljet meede aan de Heeren<br />
Temminck en Visjcher; het maakte, noch kon<br />
ook niet maaken, daar Wy gelast waren, eenige<br />
verandering in ons voorneemen. Ik (telde<br />
het weder ter hand aan den Raadpenfionaris, en<br />
Wy namen de reis naar 't Huis in 't Bosch aan.<br />
Na dat de Raadpenfionaris aldaar meede was<br />
aangekomen, traden Wy gezamentlyk binnen,<br />
en na de gewone wederzydfche heuschheeden,<br />
gezeeten zynde, zei de Penfionaris Visfcher,<br />
in fubfiantie, „ dat het betoond verlangen van<br />
„ Zyne Hoogheid, om met eenige Regenten<br />
„ van onze Stad, eene conferentie te hebben,<br />
„ over de bewuste propofitie van den 18 May<br />
„ laastleeden, Burgemeesteren ten hoogfte aan-<br />
„ genaam was geweest, en wel byzonder, door-<br />
„ dien zy daardoor eene gunftige geleegenheid<br />
„ kreegen, om aan Zyne Hoogheid rondbor-<br />
„ ftig opening te doen, van de reedenen, om<br />
welke zy en de andere Regenten, dikwyls<br />
„ vermeenden, aan Zyne Hoogheid niet te<br />
kunnen geeven, die blyken van vertrouwen,<br />
„ die zy gaarne, overeenkomftig de hoogach-<br />
„ ting die zy, voor zyn Perzoon en hoedanig-<br />
„ heeden hadden, aan Hoogstdenzelven zou-<br />
„ den willen geeven." Voorts verlof gevraagd<br />
hebbende om Zyne Hoogheid voor te draagen,<br />
I. DEEL, N *t geen
194 M E M O R I Ë N T O T<br />
't geen waar meede Wy gelast waren, begon Hy<br />
Penfionaris de bewuste Memorie (a) voor te<br />
kezen.<br />
Zyne Hoogheid toonde al van den beginne<br />
eenige ongeduldigheid, maar toen de eerfte periode<br />
betrekkelyk den Hertog begonnen was,<br />
viel Hoogstdezelve den Penfionaris in de reeden,<br />
zeggende, Myn Heeren dat kan Ik den Hertog<br />
niet verzwygen, Ik zou het niet kunnen verantwoorden.<br />
Ik verzocht Zyne Hoogheid den<br />
Penfionaris toe te ftaan, het ftuk uit te kezen :<br />
waarmede dan voortgevaaren zynde, wierdt Hy<br />
weder geftoord, door den Raadpenfionaris, toen<br />
gekomen was aan de periode, in welke van hem<br />
gefprooken wierdt. Hy zeide „ niet te kun-<br />
„ nen nalaaten , den Heer Visfcher in te vallen,<br />
„ doordien zich niet herinnerde iets dierge-<br />
„ lyks gezegd te hebben, en zich alleen zedert<br />
„ eenen geruimen tyd om reedenen onthouden<br />
„ had, met den Hertog te fpreeken."<br />
De Heer Visfcher een wyl gezweegen hebbende,<br />
antwoordde; Wy hooren met verwondering<br />
Myn Heer, dat U Ed. zich daar van niets herinnert:<br />
Wy zouden doch de plaats daar, zoo alsfVy<br />
onderricht zy», £7 Ed. zich dus heeft uitgelaaten,<br />
O) Zie die Memorie in de Jaarboeksn 1781. bl. 1166:<br />
en
O P H E L D E R I N G , ENZ. 195<br />
en Lieden, die tegenwoordig zyn geweest, kunnen<br />
opnoemen, {cf)<br />
Na deeze korte ophouding, ging de Penfionaris<br />
i'ifchcr voort, en de leezing geëindigd<br />
hebbende, gaf hy de Memorie aan Zyne Hoogheid<br />
over.<br />
Gedurende dezelve was het ongenoegen' van<br />
Zyne Hoogheid oogfchynlyk vermeerderd , en<br />
Hoogstdezelve zeide aanftonds met veel heevig-<br />
{a) Burgemeesteren hadden in 't eerde wel in twyffel<br />
geweest, of zy die byzonderheid in hunne Memorie had-<br />
den behooren te «ellen, als mooglyk te nakomende, aan<br />
't geen de Raadpenfionaris, min of meer in vertrouwen<br />
gezegd had, zy hadden ook om deeze reeden geen gebruik<br />
willen maken, vau 't geen zyn Ed. by onderfcheidene ge-<br />
legenheeden, aan de Heeren Qlifford, van de Poll, Maar-<br />
feveen, Graafland, Fisjckerea My gezegd had: maar aan.<br />
gaande dit voorgemeld, waaren zy, vooreerst, onder<br />
licht, dat zyn Ed. het zelve , of iets diergelyks, in te-<br />
genwoordigheid van veelen, in de Vergadering van Hol<br />
land, gezegd had: ten anderen, was Hem voorgekomen,<br />
niets onbefcheiden in dezen te zyn opgeflooten, dewyl<br />
Zyne Hoogheid zeer wel onderricht was, van het misver-<br />
ftand, dat tusfchen den Hertog en den Raadpenfionaris<br />
Plaats had: eindelyk, hadden Burgemeesteren geene zwaa-<br />
righeid gevonden, om dit, in deeze Conferentie te zeg.<br />
gen , dewyl hunne oprechte meening was, het verhandel<br />
de toe niemands kennis te brengen, dan van Zyne Hoog-<br />
heid en van den Raadpenfionaris zeivan. .<br />
N 2
M E M O R I Ë N TOT<br />
vigheid, (in fubftantie,) >, dat de ftap dien<br />
„ Wy deeden, ongehoord en ten uiterfte hoo-<br />
„ nende voor zyn Perzoon was: dat men nooit<br />
„ iets diergelyks, aan een zyner Voorzaaten<br />
„ gezegd had, of zou hebben durven zeggen:<br />
„ dat men op meerder had toegelegd dan op het<br />
„ wegjaagen van den Hertog: dat men met dien<br />
„ Heer beginnen, en met Hem en zyn Huis ein-<br />
» d<br />
>gen zou : dat Amfterdam 'er op uit was om<br />
„ hem alle gezach af te neemen, en fteekind te<br />
„ maaken: dat men op hem wilde doen koo-<br />
„ men de haat van 't geen men zelfs gedaan<br />
„ had: dat Amfterdam de oorzaak was van alle<br />
„ de onheilen die het Land overkwamen: dat<br />
„ hy ondertusfchen niet zou dulden, dat den<br />
„ Hertog eenige kleinigheid wierdt aangedaan:<br />
J, dat men eene laagheid van hem kwam te vor-<br />
» deren, met te eisfchen dat hy zynen twee-<br />
„ den Vader , zynen Voogd, die gedurende<br />
M z<br />
yne minderjarigheid over hem door's Lands<br />
„ Overheid gefteld was geweest, zou wegjaaj><br />
gen: dat al wilde hy, hy het niet zou kun-<br />
„ nen doen, doordien die Heer in dienst van<br />
» Hun Hoog Moog. was: dat het fchaadelyk<br />
„ zou zyn, eenen Man van die geboorte en<br />
„ dien rang, als eenen fchelm enverraaderweg<br />
„ te jaagen: dat hy nimmer daar toe komen<br />
„ zou
O P H E L D E R I N G , ENZ. IQ?<br />
„ zou, enz." Voorts beweerde Zyne Hoogheid,<br />
dat Hy den raad van den Hertog niet<br />
altyd volgde, als, by voorbeeld, toen Hy het<br />
verkenen der Schotfe Brigade, tegen den<br />
zin van den Hertog, begunftigd had.<br />
Toen de drift, met welke Zyne Hoogheid<br />
zich geuit had, eenigzints bedaard was, gaf de<br />
Raadpenfionaris in bedenking, of het niet genaden<br />
zou zyn, dat de Heeren van Amfterdam,<br />
de Memorie weder te rug ontvingen, en<br />
deeze zaak gezust wierdt.<br />
Zyne Hoogheid daarop zwygende, en Ik gemerkt<br />
hebbende, dat de Heer Temminck voorde<br />
wedergeeving was, nam het woord op, en zeide<br />
(in fubftantie) „ dat het ons leed deedt,<br />
„ ons voorftel, door Zyne Hoogheid zoo eu-<br />
„ vel te zien opneemen; doch niet verwon-<br />
„ derd waaren, dat gevoelig was, aan 't geen<br />
„ betrof een Perzoon, zoo naauw aan Hoogst-<br />
„ denzelven verbonden: dat ons zulks van<br />
„ harte leedt deedt, doch overtuigd waren,<br />
„ dat zoo aan het voorgeftelde niet voldaan<br />
„ wierdt, de zaaken nimmer wel zouden gaan:<br />
„ dat wy dierhalven geoordeeld hadden, de<br />
„ ftap dien Wy deeden, voor het gemeenebest<br />
„ volftrekt noodig te wezen: dat Wy reeden<br />
„ willende geeven, waarom Wy dikwyls moes-<br />
Ni 3 „ ten
TpS M E M O R I Ë N T O T<br />
„ ten fchynen, in Zyne Hoogheid niet te ftel.<br />
„ len dat vertrouwen, dat Wy zeiven wenscb-<br />
„ ten, in Hoogstdenzelven te kunnen ftellen ,<br />
„ vermeend hadden, eindelyk onze meening<br />
,, rondborftig te moeten veskjaaren : dat Wy<br />
„ voorts met hartelyk leedweezen gehoord<br />
„ hadden, dat Zyne Hoogheid ons verdacht<br />
„ hieldt, als of Wy tegen Hoogstdenzelven<br />
„ en deszelfs Huis iets euvels in den zin had.<br />
„ den : dat Wy op het ernftigst en heiligst kon-<br />
„ den verklaaren, de hoogfte achting gepaard<br />
met geneegenheid te hebben voor deszelfs<br />
„ Perzoon en Huis: dat Wy vertrouwden, dat<br />
„ het zeggen, dat Wy eerst den Hertog, en<br />
„ daar na Zyne Hoogheid zeiven, zouden wil-<br />
len wegzenden, geen ernst was: dat Wy niet<br />
„ twyffelden aan de gevoelens van de Regee-<br />
„ ring van Amfteldam in 't algemeen, en van<br />
„ de onze de krachtigfte verzeekeringen kon-<br />
„ den geeven, dat verre van Zyne Hoogheid<br />
„ in iets te willen verkorten, Wy altyd gereed<br />
„ zouden zyn, om Hoogstdenzelven alle bly-<br />
M ken te geeven, van verknogtheid aan des-<br />
„ zelfs Perzoon en aanzienlyk Huis: dat wat<br />
„ betrof het voordel van den Raadpenfiona-<br />
„ ris, om onze Memorie weder terug te nee-<br />
„ men, Wy volgen zouden het goedvinden<br />
» van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 199<br />
van Zyne Hoogheid: dat van den inhoud<br />
„ niemand kennis had, dan de vier regeerende<br />
„ Burgemeesteren en de Penfionaris Visfcher,<br />
en ook geen anderen, ten zy Zyne Hoog-<br />
„ heid het anders mogt goedvinden, daar van<br />
„ kennisfe zouden krygen: eindelyk, dat het<br />
„ volkomen aan Hoogstdenzelven ftondt, de<br />
„ Memorie te houden, of weder te geeven."<br />
Zyne Hoogheid daarop gezegd hebbende,<br />
niet te kunnen nalaaten, alles aan den Heere Hertog<br />
mede te deelen,om denzelven dus gelcegenheid<br />
te geeven zich te zuiveren van 't geen waarmeede<br />
fVy hem betichtten, nam Ik de vryheid om te<br />
doen opmerken „ dat Wy dien Heer met mets<br />
„ beticht hadden, maar alleen gezegd, dat de<br />
„ haat en wantrouwen tegen zyn Perzoon<br />
" zoo hoog gereezen waren, dat zyne tegen-<br />
" woordigheid niet als fchadelyk kon zyn:<br />
„ dat doch Zyne Hoogh. volkomen meester<br />
" was, de Memorie in handen van den Heere<br />
" Hertog te ftellen, om zich by het Publiek<br />
" te kunnen verontfchuldigen: maar dat Ik<br />
l doch in overweeging gaf, o£ het wel raad-<br />
„ zaam voor dien Heer zou zyn, dat de Me-<br />
" morie publiek wierdt. Ik voegde daar einde-<br />
. l yk by, dat ons voorneemen geenzints was,<br />
" den Hertog fchandelyk te doen vi?egjaagen,
SOO MEMORIËN TOT<br />
„ zoo als Zyne Hoogh. goedgevonden had te<br />
„ zeggen: dat in tegendeel de Stad van Am.<br />
* ft2rdam d e e e r f t e<br />
^ zyn, om te trachten<br />
zyne retraite honorabel en aangenaam te maa<br />
» ken, door aan Hem te doen verzeekeren, het<br />
„ behoud van alle zyne Tytuls en Weddens<br />
„ Hem door de Provintie van Holland in 't<br />
* byzonder, of door de Provintien te zaamen<br />
»> toegelegd."<br />
Deeze discourfen, in fubftantie, over en weder<br />
gehouden zynde, drong de Raadpenfionaris<br />
andermaal aan, op het wederneemen der Memone.<br />
Wy verzeekerden nochmaals, dat wat<br />
ons betrof, Wy geen ander voorneemen hadden,<br />
dan het in deeze Conferentie voorgevallene<br />
te doen blyven, binnen de vier muuren<br />
tusfchen welken wy zaaten; ten zy Zyne Hoo,iieid<br />
mocht oordeelen, anders beeter te zyn<br />
dat Hoogstdezelve volkomen meester was te'<br />
zeggen of te doen, * geen zou goedvinden.<br />
Hierop gaf Zyne Hoogheid de Memorie weder<br />
aan den Penfionaris Visfcher.<br />
Het gefprek wierdt daarna zeer bedaardmen<br />
bleef noch lang, dewyl de audiëntie wei<br />
anderhalf uur duurde, over onderfcheidene<br />
zaaken fpreeken: eindelyk opgeftaan zynde,<br />
zeide Ik Cin fubftantie; „ dat hoe zeer deeze<br />
,, au-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 201<br />
„ audiëntie met veel heevigheid en drift be-<br />
„ gonrjen was, waartoe het ons leed was oor-<br />
,, zaak te hebben gegeeven, Wy hoopten dat<br />
,, Zyne Hoogheid overtuigd zou zyn, dat Wy<br />
,, geen ander oogmerk dan 't welzyn van 't Va-<br />
„ derland hadden: dat Wy gaarne daartoe met<br />
„ Zyne Hoogheid in alle vertrouwen altyd<br />
„ zouden meedewerken: en nimmer nalaaten<br />
„ te trachten, blyken te geeven van onze ver-<br />
„ knochtheid, aan deszelfs Perzoon en door-<br />
„ luchtig Huis." Waarop Zyne Hoogheid antwoordde,<br />
Ik hoop daarpreuves van te zullen hebben.<br />
Zoodanig was de wyze op welke gedaan is,<br />
eene ftap die in den tyd zo veel geruchts ge»<br />
maakt heeft, en van welke de gevolgen van<br />
zoo veel gewichts geweest zyn. De Hertog<br />
heeft getracht om die te doen befchouwen,<br />
als ten uiterften ftrafwaardig; en wel onder anderen,<br />
om dat zy door Burgemeesteren alleen, -<br />
zonder voorkennis en goedkeuring van de andere<br />
Leeden der Regeering, gefchied was.<br />
Maar, voor eerst, is Burgemeesteren toegefcheenen,<br />
dat het geen Regenten in hunne qualiteit<br />
doen, en zich verplicht achten, ter bevordering<br />
van de publieke zaak, die zy meede<br />
helpen beftuuren, te moeten doen, geen betoog<br />
, veel min verontfchuldiging noodig heeft.<br />
N 5 Ten
202 M E M O R I Ë N T O T><br />
Ten anderen hebben zy vermeend, dat de*<br />
wyl zy als Burgemeesteren aan 't hoofd van de<br />
Regeering van hunne Stad gefteld zyn, zy volkomen<br />
gerechtigd waren, tot het geene zy verricht<br />
hadden. *t Is waar zy zouden in andere<br />
gevallen mooglyk aan de Vroedfchap verantwoordelyk<br />
zyn, van zonder deszelfs voorkennis<br />
te hebben gehandeld, maar in het geval in<br />
questie, hebben zy geoordeeld, zich meerder<br />
verantwoordelyk te zullen maken, door eene<br />
ontydige mededeeling, waar door de zaak<br />
ruchtbaar zou zyn geworden: daar zy zich<br />
doch konden vleien, niet alleen de goedkeuring,<br />
maar den lof van den ganfchen Raad te<br />
zullen wegdraagen: zoo als dat daarna ook gebleeken<br />
is.<br />
Niet ongegrond komt my voor, 't geen ter<br />
geleegenheid, van het tusfchen Zyne Hoogheid<br />
en de Heeren van Amfterdam, voorgevallene,<br />
door Commisfarisfen van de Vroedfchap<br />
van die Stad, in het rapport vervat in<br />
de Refolutie van gem. Vroedfchap van
O P H E L D E R ING, ENZ. aoj<br />
nen, hoe ook genaamd, zyn gemêleerd, mits dien<br />
niets anders dan eene geheime Converfatie tusfchen<br />
eenige Leeden van de hooge Regeering van deeze<br />
'Provintie, over zaaken den ftaat van dit Land concerneerende,<br />
heeft uit gekeverd: waar van Commisfarisfen<br />
dan ook niet behoeven te zeggen: dat volgens<br />
den aard der zaaken, daarvan aan niemand,<br />
wie het ook weezen mogte, eenige verantwoording<br />
verfchuldigd is.<br />
De driftige wyze op welke de Hertog, het<br />
ftuk behandeld en fatisfaftie geëischt heeft, wegens<br />
gezegdens die Hy erkent, aan den Prince<br />
Èrfftadhouder in 't geheim te zyn gehouden,<br />
én door deezen alleen aan Hem te zyn medegedeeld,<br />
fchynt geheel ftrydig te zyn geweest,<br />
met deszelfs gewoone ingetogenheid, en met<br />
deszelfs {taalkundige en voorzichtige handelwyze.<br />
Zyne Hoogheid had in 't begin gezegd, het<br />
voor den Hertog niet te mogen verzwygen,<br />
op dat Hy zich zou kunnen verontfchuldigen:<br />
maar die befchuldigingen, (zoo 't geen Wy gezegd<br />
hebben dus genoemd kan worden,) waren<br />
immers van geenen klem, zoo Zyne Hoogheid<br />
ze onder zich gehouden had: dewyl, gelyk Ik<br />
van den beginne reeds had doen opmerken,<br />
de verontfchuldigingen, aangezien de algemeens
204 M E M O R I Ë N TOT.<br />
ne vooringenomenheid, by weinigen ingang<br />
zouden gevonden hebben. Ondertusfchen is<br />
het ten hoogflen noodlottig geweest, dat eene<br />
zaak die met een goed oogmerk begonnen was<br />
die van goed gevolg zou hebben kunnen Z y n *<br />
zoo de Hertog begreepen had, dat eenehono!<br />
rable en voordeelige aftreeding beeter, dan<br />
een onrustig en onaangenaam leeven was, niets<br />
heeft uitgewerkt, dan de tweefpalt, haatelykheid<br />
en verdeeldheid grooter te maaken<br />
Naauwlyks waren Wy des anderen daags te<br />
Amfterdam weder aangekomen, of Wy wierden<br />
onderricht, dat Zyne Hoogheid aan den<br />
Hertog, van 't geen Wy voorgedraagen hadden,<br />
gezegd had, 'c geen Hoogstdezelve vermeen,<br />
de daarvan te hebben onthouden.<br />
De goedwilligheid, met welke men voldaan<br />
had aan het voorftel van den Raadpenfionaris<br />
om de Memorie terug te neemen, wierf daardoor<br />
met alleen nutteloos, maar Burgemeeseren<br />
hepen gevaar, dat, 't geen zy hadden laaten<br />
zeggen, verkeerd of gebrekkig aan 't Publiek<br />
zou meedegedeeld worden. Zy beflooten<br />
daarom, de bewuste Memorie aan den Raadpenfionaris<br />
te zenden, met verzoek om dezelve<br />
aan Zyne Hoogheid ter hand te ftellen<br />
Ingevolgen gi„ g af, d e Brief t e vinden on-<br />
der
O P H E L D E R I N G , ENZ. 305<br />
der de Bylagen La. E. i. l c<br />
°. op welke daadlyk<br />
volgde, het antwoord van gem. Heer. E a.lco.<br />
' Weinige dagen daarna kwam in het licht een<br />
Brief van den Hertog, aan Hun Hoog Mog.<br />
in-dato 21 July, fV) die zoo veel mooglyk,<br />
den zelfden dag alomme verfpreid , en gezon<br />
den wierdt, aan alle Hoofd Officieren en Com<br />
mandanten , tot in de minfte Garnizoen plaat<br />
zen.<br />
Burgemeesteren namen toen in overweeging,<br />
om hunne Memorie meede te laten drukken:<br />
doch de beloofde geheimhouding wederhield<br />
hen zulks te doen, voor dat zy door het rap<br />
port in de Vergadering van Holland, eene wet<br />
tige kennis zouden gekreegen hebben, van het<br />
voorgevallene ter Generaliteit. Toen de Raad<br />
penfionaris daar van het rapport gedaan had,<br />
hadden de Heeren Hooft en Elias, en Ik, gaar<br />
ne gehad, dat de bewuste Memorie beneffens<br />
een kort verflag van den toedragt der zaake,<br />
door Stads Gedeputeerden ter gem. Verga<br />
dering waren ingebracht, en in de Notulen<br />
gefteld geworden: doch de Heer Temminck en<br />
verdere Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart,<br />
op raad, zoo zy zeiden, van onze Vrienden<br />
van<br />
(*) Jaarboeken 1781. bL 117'.
2o5 M E M O R I Ë N T O T<br />
van Dort en Haarlem, kwamen zulks niet m:<br />
en onze Memorie wierdt blotelyk aan de Vergadering<br />
medegedeeld. Doch Burgemeesteren<br />
konden dit niet goedkeuren, en gelasten op<br />
nieuws meergem. Gedeputeerden, by de eerfte<br />
geleegenheid, aan Hun verlangen te voldoen;<br />
Intusfchen waren by Hun Hoog Mog. op<br />
den 2 en 4 July, min of meer voor den Hertog<br />
gunftige Refolutiën genomen, (a) De Staaten<br />
van Utrecht hadden zoo dra mooglyk,'een<br />
Placaat tegen alle Pasquillen, byzonder tegen<br />
den Hertog, beraamt, (b) Maar geene Provintie,<br />
of ten minften de meerderheid der Staatsieeden<br />
in dezelve, fcheen zich 's Hertogs zaak<br />
zoo aan te trekken, als Gelderland. (Y)<br />
Geen wonder zou het zekerlyk geweest zyn,<br />
dat de Staaten der zeven Provintien, zich hadden<br />
aangetrokken, het gezegden, tegens eenen<br />
zoo aanzienlyken Amptenaar, als hunnen Veldmaarfchalk,<br />
zoo in'der daad waar was geweest,<br />
't geen in de aangehaalde Refolutie van 2 Ju-<br />
(a) Jaarboeken 1781. bl. 1357, en 1360.<br />
(i) Jaarboeken 1781. bladz. 1301.<br />
O) Kortheid's halven zal ik den Leezer wyzen, 20Q<br />
hy verlangt te weeten wat by de audere Provintien in<br />
deeze zaak gerefolveerd is toe de Jaarboekea van 1781<br />
«n 1782.
OP H E L D E R I N G , ENZ. 20?<br />
ly gefteld was, naamlyk, dat gemelde Veldmaarfchalk,<br />
door de Heeren van Amfterdam,<br />
openlyk geblameerde as geworden: maar daar, gelyk<br />
naar waarheid gezegd is, het voorneemen<br />
was, geene de minfte publiciteit, aan den gedaanen<br />
ftap te geeven, en daarvan de fterkfte<br />
verzeekering aan den Prince Erfftadhouder<br />
gegeeven was, verviel daardoor 't geen Hun<br />
Hoog. Mog. vermeenden, in dien ftap voor hunnen<br />
Veldmaarfchalk opendyk beleedigend te<br />
zyn.<br />
Toen de Raadpenfionaris op den 4 July ter<br />
Vergadering van Holland rapport had gedaan,<br />
van 't geen ter Generaliteit was voorgevallen, en<br />
daarop des anderen daags geraadpleegd wierdt,<br />
waren in 't begin, 14 van de 19 Leeden voor<br />
het eenvoudig overneemen van den Brief van<br />
den Hertog: maar de Raadpenfionaris, die denkelyk<br />
wilde toonen, dat Hy zoo kwalyk niet<br />
met-den Hertog was, als de Heeren van Amfterdam<br />
hadden voorgegeeven, wist eenige Leeden<br />
te overreeden, en dat op eene wyze den anderen<br />
zeer onaangenaam; met naamlyk, de advyzeerende<br />
Leeden in de reede te vallen; met<br />
twee a drie maal omvraage te doen; ja zelfs met<br />
eenigen onheuschlyk aan te fpreeken. Hier<br />
door lieten 5 van de 14? zich overhaalen, zoo<br />
dat
ao8 M E M O R I Ë N T O T<br />
dat met 10 tegen 9 ftemmen beflooten wierdt,<br />
den Brief Commisforiaal te maaken: waar tegen<br />
Dordrecht, Haarlem, Leiden, Amfterdam, Rotterdam,<br />
Schiedam en Alkmaar doch eene aanteekening<br />
lieten doen.<br />
Die de loop der Vergadering van Holland<br />
niet kennen, zullen mooglyk niet bezeffen,<br />
waarom de Raadpenfionaris zoo fterk voor 't<br />
Commisforiaal maaken, Amfterdam voor 't overneemen<br />
was: maar zy gelieven te weeten, dat<br />
wanneer men aldaar voorziet, dat de Gedeputeerden<br />
, die als Conciliarii Principes, meer endeels<br />
zonder last in de Befognes advyzeeren, op de<br />
zaak die men wil doen doorgaan, gunftiger<br />
denken, dan van de Vroedfchappen verwacht<br />
wordt, men dan tracht zoo eene zaak Commisforiaal<br />
te maaken. 't Is waar, het rapport<br />
van t Befogne kan daar na ter deliberatie van<br />
die Vroedfchappen gebragt worden: maar dat<br />
kunnen de Gedeputeerden dikwyls vermyden,<br />
en ondertusfchen heeft men ook een gunftig<br />
rapport in de waereld weeten te brengen.<br />
Terwyl dat de zaak van den Hertog de op<br />
lettenheid van 't Publiek gaande hield, kwam<br />
de Heer van Lynden van Blitterswyk, laatst<br />
's Lands Minister te Stokholm, aan 's Stads<br />
Gedeputeerden in 's Hage mondeling kennis<br />
gee»
O P H E L B E I i . I N G , Ê N Z k<br />
9Ö0<br />
ireeven, dat Hy eenige daagen te vooren , aan<br />
Zyne Hoogheid verklaard had, de aan Hem*<br />
opgedraagene Commisfie naar Weenen, niet te<br />
zullen aanneemen, noch eenige Buitenlandfche<br />
hoegenaamd, zoo lang de Hertog van Brunsvvyk,<br />
de invloed op de Geest van den Prins 5<br />
en in 't politiek beftuur der zaaken zou hebben<br />
, dien Hy thans had: verzoekende Hy Heet?<br />
van Lynden, dat Gedeputeerden van dit zytï<br />
gezegden, aan hunne Committenten kenni3<br />
wilden geeven.<br />
Deezen Heer had op den Zelfden tyd, aait<br />
den Prefident van Hun Hoog Mog. eenen brief<br />
ter hand gefteld, (a) doch denzelven'sanderen<br />
daags wederom verzocht, en ze direct aan dé<br />
Vergadering van Hun Hoog Mog, afgezonden*<br />
Na dat Burgemeefteren van 't gezegden van<br />
den Heere van Lynden kennis hadden gekreegen,<br />
hadden zy 's Stads Gedeputeerden gelast<br />
te trachten, dat aan de Hollandfche Gedeputeerden<br />
ter Generaliteit, last zou worden gegeëven,<br />
om ter Vergadering van Hun Hoog Mog*<br />
voor te ftellen, dat aan gem. Heer van Lynden<br />
zou worden afgevraagd, welke reedenen zyn Ed.<br />
had, om zoo kwalyk te denken van den invloedvan<br />
den<br />
(«) Jaarboeken van 1781. bladz. 13874<br />
I. DEEL. O
2IO M E M O R I Ë N T O T<br />
den Hertog. Maar toen meergem. Heer hier<br />
van kennis wierdt gegeeven, véïftond men<br />
met geene geringe verwondering, dat Hy j n<br />
een gefprek met 's Stads Gedeputeerden, de<br />
Heeren J. Graafland Pietersz. en Penfionaris<br />
Visfcher verzocht had, „ in geene deelen daar<br />
„ in behaald te worden, dat zyn naam en mis-<br />
„ live aan Hun Hoog. Mog, niet moest g e.<br />
„ noemd worden: dat die Misüve by Holland<br />
» zoo wel, als by de andere Leeden van de<br />
„ Generaliteit, voor Notificatie mogt wor-<br />
„ den aangenoomen": dat hy ons alleen de we*<br />
geweezenhad. Waar op gevraagd Z y nde, wat<br />
Hy verftondt door deeze laatfte woorden, was<br />
-het antwoord, dat aan Zyne Hoogheid door een<br />
formeels deputatie onzer Stad, behoorde, OP ZYN<br />
WOORD VAN CAVALIER , gevraagd te worden, of<br />
Hoogstdezelve den Hertog als eenig Confulent had<br />
aangenoomen, en of daarvan een a£te gepasfeerd<br />
•was. Meermaalen aandringende op het vraagen<br />
naar dat Confulentfchap, beoogende daar meede<br />
de Acte die daar na zoo veel gerucht gemaakt<br />
heeft.<br />
Burgemeesteren waren door My onderricht<br />
geworden, van 't geen My wegens die Ade,<br />
door middel van mynen waarden en hooggeachten<br />
Vriend den Heere F. Fagel, tweeden<br />
Grif-
O P H E L D E R I N G , SN 2. £11<br />
Griffier van Hun Hoog Mog. (wiens affieï-<br />
ven in den bloei zyner jaaren, voor zynevriert»<br />
den grievende, en voor het Vaderland nood»<br />
lottig geweest is,) bekend was, 't geen beflond<br />
in 't volgende:<br />
Evengeraelde Heer had my in 't jaar i?68,<br />
toen Ik in den Haag, als Gedeputeerde in de<br />
Hollandfche Rekenkamer, woonachtig was,<br />
verhaald, „ dat de Heer van Bleiswyk. toen<br />
„ noch Penfionaris van Delft, en den Heere<br />
Erfftadbouder en den Hertog byzonder toe-<br />
,', gedaan, aan zynen Vader den Heere Grfiier<br />
„ Fagel gezegd had, dat dewyl Hun Hoog<br />
„ Moe hadden goedgevonden, by hunne Re-<br />
„ folutie van 14 April 1766, de Keizerin te<br />
„ vezoeken, den Hertog, die in haare Ma-<br />
„ jefteits en des Ryks dienst was, toe te laa-<br />
„ ten, noch tenigen tyd met zynen wyzen raad,<br />
Zyne Hoogheid te adfifteeren; en dat het ver-<br />
" zoek was toegeftaan, het noodig was gem,<br />
Hertc daar toe als nu te verbinden". » Dat<br />
l gem. Griffier daarop gevraagd had, wljj*<br />
„ zal daartoe het noodig opftel maaken, en de Heer<br />
„ van Bleisvoyk geantwoord, dat zal Ik weldoen.<br />
„ Dat eene korte poos daarna, laatstge-<br />
, melde Heer een concept van die Acte aan den<br />
„ Griffier vertoond had, doch dat deeze met<br />
O 3 i» ^
212 M E M O R I Ë N TOT<br />
„ had kunnen goedkeuren, dat in het eerfte<br />
„ Articul zonder bepaaling gezegd wierdt, dat<br />
„ de Hertog Zyne Hoogheid met raad en daad,<br />
„ TEN ALLEN TYDE, zou hy/laan. als daar<br />
„ in opgeflooten leggende, eene verplichting,<br />
„ als of Zyne Hoogheid ten allen tyde den raad<br />
„ van den Hertog zou moeten vraagen: dat<br />
„ de Heer Griffier dierhalven vermeend had,<br />
„ dat noodwendig, i n plaats van ten allen ty-<br />
» den, behoorde gefteld te worden, zoomeenig.<br />
„ maal wy zulks van Hoogstdenzelven zullen re-<br />
„ quireeren, en voor ons dienftig en noodig oor-<br />
„ deden: als meede dat de duurzaamheid van<br />
„ opgeroeide verbintenis bepaald wierd, op 3<br />
„ jaaren. Dat men daarop goedgevonden had,<br />
„ ingevolge de eerfte aanmerking de zoo even-<br />
„ gem. woorden in Art. 1. te ftellen: en om te<br />
„ voldoen aan de andere, in 't einde by te<br />
„ voegen, en dit alles alzoo byprovifie, en tot<br />
„ ons wederzyds kennelyk wederzeggen toe".<br />
„ Dat de acte op dien voet gepaleerd was,<br />
„ met kennis en goedkeuring van den Raad-<br />
„ penfionaris Stein, doch buiten weeten van<br />
„ den Heer van Rhoon, die daar na dezelve ten<br />
„ hoogften had afgekeurd, gelyk meede den<br />
„ Engelfchen Arnbasfadeur Ridder Torke ge-<br />
„ daan hadt.<br />
In
O P H E L D E R I N G , ENZ. 213<br />
In het begin van 1781, fpreekende met Zyne<br />
Hoogheid, over het groot ongenoegen, dat<br />
Burgemeesteren van Amfterdam, en veel Regenten<br />
met hun, tegen den Hertog hadden<br />
opgevat, en Hoogstdenzelven verzeekerende,<br />
dat de voornaame en mooglyk eenige grond<br />
daar van was, het misbruik dat men vermeende,<br />
dat gem. Heer maakte, van den invloed,<br />
die op Princen's geest, door de gegeevene<br />
opvoeding verkreegen bad, fprak Ik van die<br />
Acte: Zyne Hoogheid zeide my hoofdzaaklyk<br />
den inhoud, en voegde daar by, dat de guarantie<br />
ten behoeven van den Hertog, die in dezelve<br />
gevonden wordt, tot geen ander einde<br />
daar in gefteld was, als om dien Heer te be<br />
vryden, van alle gevolgen, van wegens den<br />
Prins en Princesfe van Weilburg, by het affterven<br />
van Hem Prince van Oranje, wiens<br />
toeftand des tyds gezondheidshalven zeer bedenkelyk<br />
was.<br />
De jonge Heer Fa gel had my zelfs onderricht<br />
, dat de Hertog de evergemelde glimp aan<br />
die Aéle had willen geeven, maar datHy, de<br />
Heer van Rhoon, en andere Vrienden van Zyne<br />
Hoogheid, van gedachten waren, dat die<br />
Heer daar meede zyn voorneemen had willen<br />
bewimpelen , en onder fchyn van zich tot het<br />
O 3 gee- 1
214 M E M O R I Ë N T O T<br />
geeven van raad te verbinden, zich genoegzaam<br />
tot eenigen raadgeever te maaken, en anderen<br />
te verwyderen. Die voorneemen wierdt<br />
waarfchynlyker, door 't geen te vooren door<br />
den Heer van Bleiswyk in de Acte gefteld, en<br />
alleen op aanhouding van den Griffier veranderd<br />
was.<br />
Burgemeesteren dachten dat, alhoewel het<br />
geen Regent geoorloofd is, zich te verbinden,<br />
om den raad van een of meerder Perzoonen,<br />
in zaaken zyn Ambt betreffende, te moeten in'<br />
neemen, het daartegen aan ieder vry ftaat, iemand<br />
van wiens wysheid en kunde hy veel 'zeekerheid<br />
en verwachting vermeend te hebben,<br />
tot zynen Confultnt aan te neemen, en aan te<br />
ftellen. Zy vermeenden, dat men te minder<br />
Zyne Hoogheid in deezen kon berispen, of 't<br />
geen Hoogstdezelve gedaan had euvel opneemer,,<br />
dewyl tot Raadsman verkooren had, den<br />
Voogd, die door zyne Vrouwe Moeder over<br />
II m gefteld was geweest: die door 's Lands<br />
Staaten was gekooren geworden, om gedurence<br />
zyne minderjaarigheid zyne bedieningen<br />
waar te neemen: die onlangs door de Staaten<br />
van alle de Provintien, met dankzeggingen<br />
vereerd was:, ten wiens gevalle de Staaten de<br />
verzocht hadden, by Refolutie van<br />
H
O P H E L D E R I N G , ENZ. £1$<br />
,4 April i ?68, zoo weinig tyd voor het pasfceren<br />
van meergemelde Acte genoomen, dat<br />
Haare Majefleit geliefde te agreëren, en hemlhaen<br />
dat Zyne Hoogheid de Heer Hertog van Bruns-<br />
L'k' verder in dienst van deezen Staat mogt continueren,<br />
zoo om defunBien hier te Lande aan<br />
Hem toevertrouwd, te bovenwaar neemen, ahorn<br />
te voldoen aan 't verlangen van den Heere Vnnce<br />
Van Grange en Nasfauw, die noch gaarne cemge<br />
tyd Van DESZELFS WÏZE RAAD EN ADSISTENTIE<br />
gediend zou zyn.<br />
Deeze opmerkingen hadden Burgemeesteren<br />
weerhouden, van die Acte in de bewuste<br />
Memorie te fpreeken: en zy vonden vervolgens<br />
'niet geraaden, den weg door den Heertw» Lynden<br />
aangcweezen, te bewandelen: te mmder,<br />
daar zyn Ed. veikoozen had, dien te verlaaten.<br />
Dus kwam van die zaak, daar in 't begin zoo<br />
veel ophef van gemaakt was, niets.<br />
Intusfchen, in verwachting dat ter volgende<br />
Vergadering van Holland, weder over de<br />
zaak van den Hertog zou gedelibereerd worden,<br />
voorzag de Vroedfchap de Gedeputeerden<br />
van eene Refolutie, by welke zy gelast<br />
wierden „ in geene deliberatien hoegenaamd,<br />
„ over den meergem. Brief van den Hertog te<br />
, treeden: ad qmmum te doen revoceeren, voorts<br />
O 4 »<br />
r &<br />
'
fltf M E M O R I Ë N TOT<br />
„ repareeren, de gedane demarche van den<br />
" "7 g<br />
" ?<br />
e d s<br />
P<br />
'<br />
b y<br />
/ d k e H<br />
y ^ t gedrag der Stad"<br />
u t e e r d<br />
^ , als fTrafbair had willen<br />
„ doen voorkoomen, en deswegens voldoe,<br />
.nmge.schre: zichten nerkften te beroeoen<br />
„ op de Refolutien van i 586, l 6ai en 166*<br />
„ by welkegezorgdisgeworden, om de Leeden'<br />
„ derVei^adering te dékken, tegens de moeilykheeden<br />
. aan welke z y, dcor het uitbrengen<br />
„ van coraate aarzen, b]ootgefte]d 20UJ<br />
„ kunnen zyn: te bewerken, dat het gedrag<br />
" t W kndfthe G e d e<br />
— n ter ffi<br />
* toe«, voor zoo verre zy rot het neemen der<br />
" b 0 V e<br />
"^elde Refolütiën van a en 4 July<br />
« geconcurreerd hadden, zou worden afj<br />
» * ^ t last, i„ geene andere of verdere<br />
el<br />
" fp f era<br />
: ien t e r<br />
Generaliteit over de zaak<br />
M<br />
!V e<br />
" ; m a a r<br />
'<br />
a l d a<br />
» voldoening te eisfohen<br />
wegens de indecente en vreemde de-<br />
'<br />
V a n d e n<br />
Hertog, als zynde dezelve<br />
* fegg ^ * c 0^W,<br />
onbefttanbaar met het respect, dat een Officier<br />
v t Land aan Hun Ed. Gr. Mog. Fer sa.<br />
» Jerwg, e n aan derzelver Leeden verfchuldld<br />
1, «, en beledigende voor gemelde Souveraine Ver.<br />
e i n d c I y k d a t z v<br />
>• f^ Gedeputeerden<br />
t. ^r Vergadering zouden vtrklaaren, dat by
O P H E L D E R I N G , ENZ, Zl?<br />
„ aldien onverhoopt, by Hun Ed Gr. Mog.<br />
eene met het gerefolveerde van de Vroed-<br />
„ fchap ftrydige Refolutie mocht genomen<br />
„ worden, Burgemeesteren en Vroedfchappen<br />
niet zouden kunnen dulden, dat eeni-<br />
„ ge Publicatie, ingevolge de voorzieninge<br />
„ by de Refolutie van Hun Hoog Mog. voor-<br />
„ geOagen, binnen derzelver Stad zou wor-<br />
„ den gedaan."<br />
Op den 6 September 1781 wierdt in de daad<br />
ter Vergadering van Holland, de bewuste Brief<br />
in deliberatie gebragt: maar veele Leeden noch<br />
ongelast zynde, wierdt 'er nietsbefloten. Doch<br />
op den ao February, wierdt door de Ridderfchap<br />
ter Vergadering overgelegd, eene verklaaring<br />
van Zyne Hoogheid, in welke de<br />
Vorst zynen geweezenen Voogd voorftelde,<br />
als geheel vry van 't geen denzelven, zoo<br />
Hoogstdezelve vermeende, wierd te laste gelegd.<br />
00<br />
De Ridderfchap was van gedachten, „ dat<br />
„ genoegen hier mede diende genoomen te<br />
worden, doch dat zy op inftantie van de Ge-<br />
„ deputeerden van Amfterdam declareerden,<br />
„ wel te mogen lyden, dat door Hun Ed, Mog.<br />
(a) Jaarboeken 17S2 bl. 166.<br />
O 5<br />
» ge-
218 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ gedeclareerd wierdt, dat aan de Heeren van<br />
" A l n f t<br />
«dam. even als aan alle de andere Lee-<br />
„ den van de Souverainiteit, competeert het<br />
„ recht, om, ter Vergadering van Hun Ed<br />
„ Gr. Mog, of aan Zyne Hoogheid, in Hoogst-<br />
„ deszelfs eminente betrekking tot deezen<br />
„ Staat, zoodanige voorflaagen te doen, als<br />
„ ten meesten dienfte van den Lande oordee-<br />
„ len te behooren: zonder deswegens in 't<br />
„ minfte verantwoordelyk te weezen, noch<br />
u in rechte, noch daar buiten aangefprooken<br />
„ te kunnen worden, en dat onder beneficie<br />
„ van dit declaratoir, deeze zaak zou worden<br />
„ gefeponeerd, en by provifie buiten delibe-<br />
„ ratie gelaaten." (a)<br />
Eindelyk wierdt deeze zaak op den daaraan<br />
volgende ?de Maart afgedaan: 't befluit<br />
wierdt genoegzaam woordelyk, volgens het<br />
zoo evengemelde advys van de Ridderfchap<br />
genomen.<br />
Tegen dit befluit, volgens het gevoelen der<br />
Ridderfchap, en der Steeden Delft, Gouda<br />
Schoonhoven, den Briele, Hoorn, Enkhuyzen,<br />
Monnikendam, Medenblik en Purmerende,<br />
dus by meerderheid genoomen, lieten Dordrecht,<br />
Haarlem, Leiden, Amfterdam, Rotter-<br />
r \ ,r r , d a m<br />
Kfi) A'ot. tiohand. 2* Febr. 178a.
O P H E L D E R I N G , ENZ* 219<br />
dam en Gorcum ee;*e aanteekening doen, we<br />
gens het eenvoudig [spon.erzn, „ van eene zaak,<br />
, in welke zy vermeenden, tiat aan de Hoog<br />
heid der Souveraine Vergadering, en aan<br />
„ deszelfs Leedeu ce kort was gedaan," (X)en<br />
Alkmair liet haare ganfehe Vroedfcliaps Re-<br />
folitie van II October 1781, in de Notulen<br />
Hellen (b)<br />
Ik heb onder de Bylagen L*. F. laaten druk<br />
ken, de aanteekeifngen door my en eenige goe<br />
de vrienden in de Vergadering gehouden, van<br />
't geen aldaar op den 7de Maart geadvyzeerdis.<br />
Als mede onder IA O. de Refolutie vanH tjt<br />
Hoog Mog. van den 16 November 1781 geno<br />
men, ter geleegonheid, dat de Heer Hertog aan<br />
den Heere Prefidecrende ter Generaliteit, mon<br />
deling verklaard had, nimmer eenig voornee<br />
men te hebben gehad , om fatisfattïe te verzoe<br />
ken , daar het niettemin zeer duidelyk uit den<br />
Brief van gemelden Vorst aan Hun Hoog Mog.<br />
biykt, dat Hoogstdezelve zulks wel deegelylc<br />
verlangd bad: maar dewyl uit de onderfchei-<br />
dene Advyzen der Leeden van Staat, genoeg<br />
gebleeken was, hoedanig alle , die 't gunftigfte<br />
dachten, die eisch wnfathfuftie ongerymdvon<br />
(s) Jaarboeken 1782. bl 207.<br />
(Jbj Jaarboeken 1781. bladz. 1915*<br />
den,
220 M E M O R I Ë N T O T<br />
den, zoo fchynt de Heer Hertog raadzaam te<br />
hebben geoordeeld, te doen voorkoomen, zulks<br />
deszelfs voorneemen niet te zyn geweest, en<br />
tot dat einde de evengem, verklaaring aan den<br />
Prefident van Hun Hoog jflog. te hebben gedaan:<br />
doch de meeste hebben ze aangezien als<br />
een recantatie van 't geen Hy Hertog in'teerst<br />
met zoo veel drift gezegd en geëischt had.<br />
Zoodanig einde nam, voor dien tyd, eene<br />
zoo veel gerucht gemaakt hebbende zaak: 't<br />
is buiten myn bellek verllag te doen van 't<br />
geen daarna ten opzichte van den Hertog ter<br />
Vergadering van Holland is voorgevallen: men<br />
kan dat nagaan in de Notulen van Holland, en<br />
- in de Jaarboeken van het Jaar 1784. Daar<br />
men toen reeds begon te volgen de geweldige<br />
Maatregelen, van welke men de droevige ondervinding<br />
daarna gehad heeft, was de behandeling<br />
die men dien Heer liet ondergaan zeer<br />
hard: men verloor geheel uit het oog, 't geen<br />
men eenen man van die geboorte verfchuldigd<br />
was: en hoe zeer de voornaamfte Regenten van<br />
Amfterdam gedacht hebben, dat het verrichte<br />
in I; 8I, zoo het de verwydeiing van den<br />
Hertog had veroorzaakt, voor het Land oorbaar<br />
zou zyn geweest, hebben zy hetgeweldige<br />
gedrag in 1770. nimmer kunnen goedkeur<br />
e n<br />
- Het
0 Ï H E L D E<br />
K -<br />
I N G<br />
» E N Z<br />
* 22*<br />
Het is fchier de moeite niet waardig, te<br />
wederleggen zeekere lankwylige Apologie ,want<br />
geen andere naam kan men geeven aan een<br />
vry dik boek, eenigen tyd geleeden uitgekomen,<br />
voerende tot tytel, Lodewyk Ernst Hertog<br />
van Brunswyk Lunenburg, eehte befcbeiden,<br />
enz. De Schryver, die ten gevalle van zynen<br />
Held, zich door den drift, buiten alle befcheidenheid<br />
heeft laaten vervoeren, fchynt onzen<br />
Landaard de wreveligfte haat toe te draagen,<br />
en de grootfte kleinachting voor 's Lands Regenten<br />
te hebben.<br />
Ik kan doch niet nalaaten, eenige pasfagi-<br />
en, die dit, als meede 's Mans onkunde bewy-<br />
zen, kortelyk aan te flippen.<br />
Hy zegt op bl. 68, (van de Nederduitfche<br />
overzetting) dat de Koning van Engeland,<br />
Guarandeur was der nieuwe gehaate Constitutie<br />
van 1748. Waar hy die Guarantie gevonden<br />
heeft weet ik niet: my is niet bekend, dat<br />
eenige Mogendheid, onze Gonjlitutie te vooren<br />
geguarandeerd hebbe.<br />
Op bl. 69 zegt hy, dat in 1776 de Hertog<br />
de la Vauguion, kwam by dat bedorven Volk, (de<br />
Amilerdammers) met de Negotiatien van den Grave<br />
d' Avaux in de eene band, en met 5 Milioenen<br />
Livres in zyn Brievetas, om voor zyn éVorst nieu-<br />
•we Vrienden te werven. Kan
222 M E M O R I Ë N TOT<br />
Kan het 'er eenigzinrs door, dat een Vreemdeling,<br />
een gehuurd Scbry-er, alleen op 't<br />
gezach van een Hoogduitsch Nieuwspapier,<br />
dat hy, om zyn gezegde te ftaaven aanhaalt,<br />
een aantal Regenten, onder de verdenking van<br />
Laitidvcrraadery brengt ?<br />
Op bl. 73 zegt hy, met die uitgelaaten woede,<br />
die op TROUWLOOZE Vrienden wilder aanvalt,<br />
dan op gezworene Vyanden, maakte nu de Britten<br />
in alle Zeeën, op de Scheepen der Republiek<br />
jagt: en in weinig maanden waaren byna i van<br />
de Uollandfche Koopvaardyfcheepen, EE;NE WEL-<br />
VERKREGENE BRITSCHE BUIT.<br />
Zoo de Hertog dat welverkreegen recht der<br />
Engelfchen uit het zelfde oogpunt bcfchouwd<br />
heeft, als het hier zyn Verdeediger doet, is't<br />
geen wonder, dat Zyne Hoogheid, terwyl de<br />
Engelfchen reeds beezig waren voor den Oorlog<br />
dat welverkreegen recht te oeffenen, den<br />
Engelfchen Arnbasfadeur altyd zoo heuschlyk<br />
behandeld hééft.<br />
Bladz. 102 leest men, de Heeren van Amfler~<br />
dam bedachten zich , namen het Papier weder over,<br />
en beloofden geen verder gebruik daarvan te zullen<br />
maaken. Dit is eene onwaarheid: de drift<br />
heeft den Man vervoerd, Hy zou anders opgemerkt<br />
hebben, dat, zoo dit waar was, Zyne<br />
Hoog-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 223<br />
Hoogheid de Prins Erfftadhouder, niet ten<br />
eenemaal, 't zy met eerbied gezegd van onheuschheid<br />
zou kunnen vry gefproken worden<br />
: want, voor een oogenblik gefteld, dat men<br />
dat aan de Heeren van Amfterdam had doeri<br />
belooven, zou Zyne Hoogheid dan gerechtigd<br />
zyn geweest, om de zaak publiek te maaken.<br />
Bladz. 103 leest men, Eindelyk wilden zy het<br />
den Stadhouder, als eene infebikkelyhbeid toereekenen<br />
, dat zy bet papier weder tot zich genomen hadden<br />
: doch zoo wilde de Forst dit niet aangemerkt<br />
hebben, maar boodt zich aan om het te behouden 1<br />
maar daartoe hadden zy voor ditmaal geen moeds<br />
genoeg.<br />
De zuivere waarheid is, dat Wy het behouden<br />
of wederneemen volkomen in Zyne Hoogheids<br />
keuze hebben gelaaten, en niet dan op<br />
het tweede aandringen van den Raadpenfionaris<br />
het hebben wedergenomen; doch zoo dra wy<br />
verftaan hadden, dat Zyne Hoogheid goedgevonden<br />
had, den inhoud den Hertog meede te<br />
deelen, hebben wy geoordeeld noodig te weezen,<br />
het ftuk zeiven aan den Vorst weder te<br />
doen geworden. Geen moeds genoeg, zegtdeMan;<br />
voor wie en wat hadden doch de Amfterdamfche<br />
Heeren te vreezen?<br />
Op bladz. 104 wordt gezegd, de HeerenTzmminck,
£24 M E M O R I Ë N T O T<br />
minck, Rendorp en Visfcher tradenfchuw terug,<br />
protefieerden, ontfcbuldigden zich %ftaaken hunn<br />
onbefchaamde Memorie in bun zak.<br />
Noch Zyne Hoogheid, die heeft de waarheid<br />
te lief, noch de Hertog die wel wist, dat<br />
die drie Heeren niet gemakkelyk fchuw en bevreesd<br />
waien, hebben dit den Schryver kunnen<br />
vertellen, Het gedrag dat gem. Heeren gehouden<br />
hebben, toen de zaak waereldkundig<br />
was geworden, heeft immers niet doen zien,<br />
dat zy zoo fchuw en bevreesd waren? De inhoud<br />
van den Brief, welken Ik uit naam van<br />
Burgemeesteren, ter geleide der Memorie gefchreeven<br />
heb, duidt zoo 't my voorkomt,<br />
noch fchuwbeid noch bevreesdheid aan.<br />
Bladz. 106 ftaat, de Mis Jive van den Hertog<br />
aan de Staaten Generaal had de Am fier damfebe<br />
kwaadaardige Lasteraars, ineene groote verleegen<br />
beid gebracht.<br />
Men moet zoo onkundig als de Schryver<br />
zyn,omdatternederteftellen. Wie, onze Regeeringsform,<br />
en voornaamlyk onze Rechtspleeging<br />
maar eenigzints kundig, weet niet, dat<br />
hoe euvel ook de ftap der Amfterdamfche Heeren<br />
by Hun Hoog Mog. mochte zyn opgenoomen<br />
geworden, zy van dat Collegie, hoe anderzints<br />
aanzienlyk, niets te vreezen hadden,<br />
des-
O P H E L D E R I N G , EN 2. 225<br />
deszelfs gezach kon immers geenzints zich<br />
over hun uitftrekken: want als byzondere Perfoonen,<br />
konden zy niet dan voor hunnen daaglykfchen<br />
Rechter aangeklaagd worden: als Leeden.<br />
van Staat, waren zy geene reekening van<br />
hun bedryf in Staatszaaken verfchuldigd, dan<br />
aan de Vergadering reprefenteerende de Opperheerfchappy<br />
deezer Landen, van welke zy<br />
zeiven Leeden waaren. Zoo zy den Hertog<br />
waarlyk beleedigd hadden, moest Hy Hun,<br />
niet by de Staaten Generaal, maar by de Staaten<br />
van Holland aangeklaagd, of voor hunnen<br />
daaglykfchen en eenigen Compefenten Rechter<br />
gedagvaard hebben : dus is die Heer kwalyk<br />
beraaden geweest, toen Hy zich ter Generaliteit<br />
vervoegd heeft.<br />
Maar hoe weinig de meergemelde Heeren<br />
reeden hadden, om verleegen te zyn, is genoeg<br />
gebleeken, (al eens aan eene zyde gefield, 't<br />
geen by de andere Provintien deswegens verhandeld<br />
is, terwyl ze doch alle zyn overeengekomen,<br />
dat het eene Provintiale zaak was,)<br />
uit de byna eenpaarige afkeuring in Holland,<br />
van 't gedrag der Hollandfche Gedeputeerdens<br />
ter Generaliteit, die den 2 Tulvtoegeftemd<br />
hadden in de Refolutie, by welke Hun Hoog<br />
Mog. hadden afgekeurd, 't geen in naamlooze<br />
L DEEL. P
9.2b M E M O R I Ë N T O T<br />
gefchriften, tegen den Hertog gezegd was:<br />
en noch meerder, uit het advys der Heeren<br />
van de Ridderfchap, die, alhoewel zy onder<br />
de Leeden der Hollandfche Staatsvergadering,<br />
het gunftigfte ten aanzien van den Hertog, en<br />
het ongunftigde op het gedrag der Amfterdamfche<br />
Heeren, dachten, nochtans niet hebben<br />
kunnen nalaaten, op den 20 Febr 1782 te<br />
verklaaren, wel te moogen lyden, dat Hun Ed.<br />
Groot Mog. verklaarden, dat aan de Heeren van<br />
Amfterdam, gelyk ook aan alkandere Meedekede<br />
der Souverainiteit, het recht toekwam, om zoo w<br />
hy de Vergadering van Hun Ed. Groot Mov. als<br />
aan den Stadbsuder in deszelfs eminente betrekk<br />
op deezen ctaat, zulke voor/lagen te doen, als z<br />
ten grootften nutte van het Land dienjlig te zyn,<br />
oordeelden: zonder deswegens in het geringfte<br />
ge verantwoording te hebben, of gerechtelyk of bu<br />
ten rechten daarvoor aanfprakelyk te zyn.<br />
't Is onbegrypelyk, dat gem. Schryver gedurig<br />
wil doen gelooven, dat de Amfterdamfche<br />
Heeren in groot gevaar of vreeze waaren:<br />
men kan doch niet onderftellen, dat de Heer,<br />
wiens Apologie Hy tracht te maken, de waarheid<br />
zoo weinig lief heeft gehad, dat Hy Hem<br />
den toedragt der zaake, zoo zal hebben meedegedeeld.<br />
Men mach ook denken, datdenaamen<br />
van
O P H E L D E R I N G , , ENZ. 22/<br />
van Zotten, kivaadaartige Lasteraars, Bedriegers<br />
, Schurken, die hy zoo vaardig uitdeelt, alleen<br />
van Hem komen: terwyl zy een gering<br />
denkbeeld van zyne opvoedinge geeven.<br />
Maar de verontwaardiging wegens de boosaartigheid<br />
van dien mensch heeft my reeds<br />
te veel doen zeggen , en dit zou mooglyk<br />
doen befl uiten, dat Ik verantwoorden wil eene<br />
daad, die Ik doch vermeen geene verantwoording<br />
noodig te hebben, 't Is ongelukkig, dat<br />
Lieden van een hoog aanzien, doch niet gefchikt<br />
om hunne eigene pen te gebruiken, hunnen<br />
toevlucht neemen, tot die van Schryvers,<br />
wiens ftyl en uitdrukkingen overeenkomftig<br />
zyn, met hunnen ftaat en opvoeding,<br />
't Was geen wonder, dat de Hertog onderricht<br />
van den ftap dien Ik, beneffens myne<br />
Ambtgenooten gedaan heb, tegen mytenhoogften<br />
onvergenoegd was, enmy zulks ten kwaad-<br />
Hen duidde; maar Ik ben verzeekerd, dat die<br />
Heer, noch my noch myne Ambtgenooten,<br />
zou hebben uitgefcholden voor Zotten, Schur*<br />
ken, boosaartige Lasteraars: noch ons beticht<br />
hebben van boog verraad, om dat Wy, alhoewel<br />
alleen gelast door Burgemeesteren,<br />
gefprooken hadden uit naam onzer Frincipaalen.<br />
P 2 't IS
a<br />
28 M E M O R I Ë N T O T<br />
't Is waar, dat de Hertog ons ditlaatfte, als een<br />
fchandelyk ftuk verwee«n heeft: maar Ik zou<br />
van het doorzicht van dien Hoer verwacht hebben,<br />
dat Hy het niet zou hebben gedaan, zoo<br />
Hoogstdezelve ondderricht was geweest, dat<br />
Burgemeesteren van Amfterdam, in de Staatsvergadering,<br />
door des Stads Gedeputeerden,<br />
dikwils zuo genoemd worden: dat Burgemeesteren<br />
alleen bevoegd zyn, om de Credentialen aan<br />
de Gedeputeerden te geeven: dat Burgemeesteren<br />
in het doen afleggen van eene Staatscommïsfie,<br />
niet noodig hebben de Vroedfchap te beleggen<br />
, zoo zy denken, de zaak niet gefchikt<br />
te zyn, om in dezelve gebragt te worden: en<br />
eindelyk, zoo Zyne Hoogheid had gelieven optemerken,<br />
dat de Amfterdamfche Burgemeesters<br />
Kamer, die zich toen noch kon vleien genoegzaamen<br />
invloed te hebben, al eens gefteld, dat<br />
de meedewerking der Vroedfchap noodig was<br />
geweest, de noodige authorifatie gemakkelyk<br />
had kunnen krygen: daar het ook met de daad<br />
gebleeken is, dat de Vroedfchap de daad, die de<br />
meergem. Schryver met den tytel van hoog Verraad<br />
beftempelt, volkomen heeft goedgekeurd.<br />
Kort na dat de ftap tegen den Hertog gedaan<br />
was, vereerde Zyne Roomsen Keizerlyke Majefteit,<br />
onder den naam van Grave vanFalken-<br />
ftein,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 229<br />
ftein, dit Land, en byzonder onze Stad, met<br />
een bezoek.<br />
Men bad geen kleine ophef gemaakt van het<br />
ongenoegen, by deezen Heer, tegens Burgemeesteren<br />
van Amfterdam opgevat, wegens<br />
(zoo als men het noemde,) hun jiout beftaan,<br />
regens een Perzoon, niet alleen eene aanzienlyke<br />
Post in Hoogstdeszelfs dienst bekleedende,<br />
maar daar en boven Hoogstdeszelfs Bloedverwant.<br />
Ik wierd daags voor 's Keizers komst te<br />
Amfterdam gewaarfchouwd, dat het ongenoegen<br />
voornaamlyk tegen my was opgevat» Dit<br />
verwonderde my te meer, dewyl de Vorst<br />
my had laaten weeten, dat Hy verlangde, gedurende<br />
deszelfs verblyf te Amfterdam, met<br />
my te fpreeken; en niet te denken was, dat<br />
zoodanig aanzoek kon voortkomen, uit eenig<br />
beginzel van onheuschheid; dewyl zulks even<br />
ftrydig zou zyn geweest, met de edelmoedigheid,<br />
als met het doorzicht van eenen Vorst,<br />
die te zeer bewust was, dat een Regent van<br />
een vry Land, aan niemand eenige verantwoording,<br />
van 't geen hy in zyne hoedanigheid verricht<br />
heeft, fchuldig is, dan aan zyne wettige<br />
Overheid: maar 't viel uit zoo als Ik verwacht<br />
Had.<br />
P g Toen
230 M E M O R I Ë N T O T<br />
Toen zyne Majesteit den 13 July's avonds te<br />
Amfterdam aangekoomen was, vervoegde Ik<br />
my aanftonds, volgens affpraak met den Heer<br />
Generaal vanReischach ,een der Heeren die den<br />
Vorst verzelden, aan Hoogstdeszelfs Loge- .<br />
ment, en had de eere , aldaar met Hoogstdenzelven<br />
, geduurende eenen geruimen tyd, een afzonderlyk<br />
gefprek te houden.<br />
Van de eerfte onderwerpen die daar in verhandeld<br />
wierden , was de zoo inwendige als<br />
uitwendige toeftand, in welken de Republiek<br />
zich bevond, dus ook de gefchillen, die toen<br />
betrekkelyk den Hertog, zweevende waren.<br />
Het zou niet gevoeglyk, ja onheusch zyn,<br />
te boek te Rellen , 't geen zyne Keizerlyke<br />
Majefteit deswegens zeide, doch Ik vertrouw,<br />
dat het my geoorloofd is te melden, dat toen<br />
Hoogstdezelve my fprak, over den flap, dien<br />
de Stad van Amfterdam tegens den Hertog o-edaan<br />
had, en Ik te kennen gaf, dat dezelve<br />
meerendeels zoo niet eeniglyk voortgekomen<br />
was uit het denkbeeld, dat de Heer Prins Erfftadhouder,<br />
een geheel uitfluitend vertrouwen<br />
in den Hertog ftelde, zyne Majefteit'my glimlachende<br />
antwoordde, etvousautres vous n'avéz<br />
gueres conjiance en lui: daarby voegende, dat<br />
de Hertog gewcnscht had, dat Hy zich in de<br />
zwee-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 23I<br />
zweevende gefchillen, om zynen wil, zou neeken,<br />
doch dat Hy zulks van de hand had geweezen,<br />
als Hem niet aangaande.<br />
Het zal, vertrouw Ik, myne Leezers met<br />
onaangenaam zyn, noch te kort doen, aan den<br />
eerbied die Ik den Vorst verfchuldigd ben,<br />
dat Ik alhier te boek ftelle , 't geen tusfchen<br />
Hoogstdenzelven en my, ter geleegenheid der<br />
politieken toeftand , waar in de Republiek zich<br />
bevond, verhandeld is.<br />
Na dat de converfatie over den Hertog, en<br />
eenige andere aanzienlyke Perzoonen geëindigd<br />
was, viel het gefprek op den Oorlog met<br />
Engeland: zyne Majefteit zeide, „ dat wy on-<br />
, gelyk hadden, oorzaak tot eenen oorlog te<br />
" hebben gegeeven, terwyl wy niets hadden<br />
" om denzelven te voeren: dat het eene dwaasheid<br />
was te hebben verwacht, of noch te .<br />
verwachten, eenige daadlyke hulp van Rus-'<br />
" land, of van de Noordfche Mogendheeden:<br />
]] dat de Keizerin overbodig zou zyn, om<br />
" haare goede Officien aan te bieden, maar<br />
,', niets meer geeven zou: dat Zweeden niets<br />
Z zou, noch niets kon doen, en bekend was,<br />
„ welke geest in Denemarken heerschte: dat,<br />
„ al kon men in Rusland de wil goed ftel-<br />
„ len, zulks weinig zou baaten, dewyl dat<br />
R v k<br />
P 4 »
M E M O R I Ë N T O T<br />
„ Ryk met eenige weinige Oorlogfcheepen<br />
,, hier en daar verfpreid, en die welhaast de<br />
» prooi der Engelfchen zouden worden, Ons<br />
„ met dan van geringe dienst kon zyn- dat<br />
„ dus de Vreede voor ons het beste was; voe.<br />
» gende daar by, doch verzoekende verfchoo-<br />
„nmg voor de uitdrukking, quil euu p lus<br />
„ facüe, de faire unefottife que de la reparer "<br />
Voorts zeide zyne Majefteit, „ dat wy de<br />
„ eemgfte niet waren, die ons weinig wyslyk<br />
„ gedraagen hadden: dat de Engelfchen in 't<br />
>, begin, kort na dat Frankryk hun den Oor<br />
„ log verklaard had, hunnen flag gemist had-<br />
„ den: dat zy toen, daar hunne Zeemacht<br />
„ verre die van Frankryk overtrof, hadden<br />
„ behooren de Américanen, een wyl aan hun<br />
„ eigen noodlot over te laaten, en op de Fran-<br />
„ fche Colonien, toen van alle middelen om<br />
„ tegenftand te bieden, ontbloot, te zyn g e<br />
„ vallen: dat het gedrag der Franfchen mee-<br />
„ de niet zeer vvys was geweest: dat zy, zoo<br />
„ als wy, den Oorlog begonnen hadden zon-<br />
„ der gereed te zyn, en nu noch onlangs den<br />
„ dwaasten ftap van allen gedaan hadden, met<br />
„ den Heer Necker weg te zenden."<br />
Ik kon niet nalaaten te erkennen, dat ons<br />
gedrag in 't begin, over het al of niet geeven<br />
van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 233<br />
van onbepaalde Convooyen, weinig voorzichtig<br />
was geweest. Ik ftelde kortelyk voor, de<br />
waare reedenen van onze werkloosheid, en hoe<br />
de Oorlog, in welken wy gewikkeld waren,<br />
een gevolg was van de partyfchappen, die in<br />
het Land heerschten, dewelke veel het neemen<br />
der noodige maatregels belet hadden, terwyl<br />
geene der partyen, zoo als dac gemeenlyk<br />
gaat, voornaamlyk, wanneer door de Ministers<br />
der Moogendheeden daar onder geftookt<br />
wordt, iers wil toegeeven, in 't geen<br />
met haar aangenoomene beginzelen ftrydig is;<br />
dat, wat betrof de gewapende Neutraliteit,<br />
verfcheide Regenten met my, niet veel verwachting<br />
van dezelve hadden : dat wy daarom<br />
t e 'meerder gehoopt hadden, dat Engeland de<br />
aangebodene Mediatie zou hebben aangenomen,<br />
om daar door de Vreede weder te krygen,<br />
zonder Frankryk te verftooren.<br />
Zyne Majefteit antwoordde, dat zonder twyffel,<br />
de Vreede voor ons de wenfchelykfte zaak<br />
was: mats qiion ne faifait pas la pais fans coups<br />
de Canon: dat ook de menagementen die Wy voor<br />
Frankryk moesten hebben, de zaak ongemakkelyk<br />
maakte: en dat dit Hof alles doen zou,<br />
om eenen Vyand meerder aan Engeland te<br />
doen hebben.<br />
P 5 Zy-
£34 M E M O R I Ë N T O T<br />
Zyne Majefteit vroeg my, wat de Stad Am»<br />
fier dam zou doen, met de laatfic aangebodene Mediatie.<br />
Ik antwoordde, dat het aan Burgemeesteren<br />
weinig paslyk fcheen te zyn, van de Keizerinne<br />
tot het nakomen van het Tradaat te vergen,<br />
en te gelyk haare Mediatie aan te neemen.<br />
Zyne Majefteit erkende, dat daar in iets ongerymds<br />
fcheen opgeflooten te zyn: maar<br />
merkte daarby aan, dat zoo wy de Mediatie<br />
niet aannamen, wy geen Gemachtigden zouden<br />
kunnen zenden op het Vredens Congres,<br />
dat men voorhad te houden: Hoogstdezelve<br />
had daarop de goedheid my meede te deelen,<br />
hoe verre het toen met dat Congres gevorderd<br />
was, en my op te noemen, de Ministers,<br />
die Hoogstdezelve en andere Mogendheeden<br />
, daartoe reeds gefchikt hadden, my teffens<br />
vragende na de onzen. Ik zei, dathetdenkelyk<br />
de Heer van Wasfenaar Twickelo zou weezen<br />
: Hy betuigde, die- keuze Hem aangenaam<br />
te zullen zyn, daar Hy met dien Heer kennis<br />
had gemaakt, ter geleegenheid van het bezichtigen<br />
van deszelfs Buitenplaats Zuidwyk.<br />
Ik heb reeds gezegd, dat het ongepast zou<br />
zyn bier te melden, al 't geen, waar over zyne<br />
Majefteit goedvondt, my te onderhouden,<br />
te
O P H E L D E R I N G , ENZ. -235<br />
te meer, daar Hoogstdezelve het gefprek eindigde<br />
, met te zeggen : Vous pouvez dire d qui<br />
vous voudrèz ce que je vous ai dit au fujet des affaires<br />
publiques, je ne veux pas qu'on ignore ma<br />
fagon de penfer: mais fur ce que je vous ai dit dg<br />
certaines perfonnes particulieres, foyez dhcret.<br />
Waar na Zyne Majefteit my met de uiterfte<br />
heuschheid congedieerde.<br />
Zoo als dit gefprek 's Vrydags plaats had<br />
gehad, wierd my uit den Haag gefchreeven,<br />
dat de Keizer bewust was, van zekere openingen<br />
, die de Graaf de Mirabel, Sardinifche Gezant<br />
in 's Hage , betrekkelyk eene afzonderlyke<br />
Vreede met Engeland, my gegeeven had,<br />
en van welke ik daadlyk aan de Heeren Burgemeesteren<br />
Temminck en Elias, als meede aan<br />
eenige andere Heeren van de Regeering kennis<br />
had gegeeven. Eerstgemelden, dieikditSchryven<br />
mededeelde, vonden goed, dat Ik den Keizer<br />
daar over zou onderhouden , en by die geleegenheid<br />
aan denzelven te kennen geeven,<br />
dat Burgemeefteren, wegens het niet of al aanneemen<br />
der laast aangeboodene Mediatie, gaarne<br />
deszelfs Raad wilden inneemen en volgen.<br />
Ik heb reeds te vooren gezegd, dat Burgemeesteren<br />
niet voor 't aanneemen waren: onder<br />
anderen, om de ongevoeglykheid van tot<br />
Me-
M E M O R I Ë N T O T<br />
Mediatrice te neemen , eene Vorftinne , by<br />
welke men op 't fterkfte drong, om de Republiek,<br />
volgens het getroffen Traftaat van Neu.<br />
trahteit, daadlyk met de Wapenen by te ftaan<br />
Ik verzocht dan gehoor by zyne Majefteit'<br />
die daartoe bepaalde het uur van drieën des<br />
Sondags na den middag.<br />
Op't beftemde uur aan 's Keizers Logement<br />
gekomen zynde, kwam zyne Majefteit my te<br />
gemoet, en met my getreeden zynde in dezelfde<br />
Kamer daar my ' t eerfte gehoor verleend<br />
had, vroeg Hoogstdezelve my , wat ik verlangde.<br />
Ik zei, het geen my uit den Haag gefchreeven<br />
was: waarop zyne Majefteit my, i n fubftantie,<br />
antwoordde : „ dat het waar was, dat Hy<br />
„ aan den Hertog de laVauguion, gevraagd had,<br />
„ of Hy Hertog onderricht was, van zeekere<br />
„ openingen, door de Graaf de Mirabel gedaan:<br />
„ en dat op het antwoord van neen, Hy daar<br />
» by had gevoegd, dat door iemand, zonder<br />
„ te kunnen zeggen wie, onderricht was, dat<br />
" d e z e l v e<br />
P laat<br />
s hadden gehad : voegende zy-<br />
» ne Majefteit heuschlyk daar by, dat zoo Hy<br />
„ had kunnen denken, daar door de geringfte<br />
„ moeite aan Burgemeesteren te kunnen doen,<br />
» mets zou gezegd hebben."<br />
Ik
O P H E L D E R I N G , ENZ. 23?<br />
Ik repliceerde, „ dat dewyl zyne Majefteit<br />
„ de goedheid had. gehad, te toonen der Stad<br />
„ Amfterdam en derzelver Regeering niet on-<br />
„ gunftig te zyn, Burgemeeesteren daar door<br />
„ aangemoedigd waren geworden, om in het<br />
„ uiterst vertrouwen, aan Zyne Majefteit van<br />
„ al het voorgevallene verflag te doen."<br />
Ik erkende dat 'er door tusfchenkomst van<br />
den Sardinifchen Minister, eenige poincten<br />
van fchikking waren voorgefteld geworden:<br />
dat eenige myner Ambtgenooten, en eenige<br />
weinige Leeden onzer Regeering, als meede<br />
Zyne Hoogheid en de Raadpenfionaris,<br />
daarvan kennis hadden. Ik deed daarop kortelyk<br />
verflag van 't geen ter dier geleegenheid<br />
was voorgevallen, en in 't vervolg te boek<br />
zal ftellen.<br />
Ik vertoonde vervolgens, alle de voordeelen<br />
, die voor ons Land met de Vreede verzeld<br />
gingen : en^hoedanig deeze, voor ons altyd<br />
boven den Oorlog te verkiezen was: maar dat<br />
nochtans alle Vrede voor ons niet aanneem*<br />
lyk was: dat wy 'er geene, dan eene eerlyke<br />
en voordeelige konden aanneemen: dat wy<br />
gantsch niet buiten hoop waren, den Oorlog<br />
met eere te kunnen voeren, dat getergd, zoo<br />
als wy waren, wy zulks ook zouden doen:<br />
dat
M E M O R I Ë N T O T<br />
dat het onzer Natie eigen was, zich tegen de<br />
moeilykheden te harden : dat wy nu omtrent<br />
alles verlooren hadden, wat wy konden verliezen,<br />
doch met reeden konden vertrouwen,<br />
het overige te zullen behouden: dat de Caab<br />
de Goede-Hoop, de meeste onzer bezittingen in<br />
de Oost-Indien, en Suriname inde West-Indien<br />
, genoegzaam verzekerd, en onze Oost-<br />
Indifche Scheepen den Vyand ontfnapt waaren<br />
: dat in 't algemeen, onze omftandigheeden<br />
zedert eenigen tyd oneindig beeter, en verre<br />
boven onze verwachting waren: dat Ik daar<br />
tegen erkende, dat onze binnenlandfche verdeeldheid,<br />
voor ons nooodlottig kon zyn: dat<br />
wy ook wel voelden van Rusland weinig hulp<br />
te kunnen verwachten; mooglyk goede Officien,<br />
doch niets meer, maar dat wy, aangezien<br />
de omftandigheeden waar in Engeland<br />
zelve zich bevondt, de hulp van vreemde Mogendheeden<br />
konden ontbéeren, zoo men waarlyk<br />
gebruik wilde maaken, van alle de middelen<br />
die voor handen waren: dat de finantien<br />
nooit in beeter ftaat waren geweest, terwyl<br />
het tegengeftelde zich bevondt by onzeVyanden.<br />
Ik voegde eindelyk daar by, dat Ik met<br />
zyne Majesteit fgefproken had, met die rondborftigheid,<br />
die mynen Landaard en My by-<br />
zon-
O P H E L D E R I N G, ENZ. 2S9<br />
zonder eigen was: dat Ik van gedachten was,<br />
dat eene volkomene goede trouw kon, ja behoorde<br />
, zoo wel de grondflag te zyn, van alle<br />
ftaatkundige , als van alle burgerlyke handelingen:<br />
dat Ik zyne Majefteit needrig verzocht,<br />
het vertrouwen, dat Ik betoond had, aan te<br />
neemen, als eene hulde, die Burgemeesteren<br />
deeden, aan de oprechtheid, die zy vermeenden<br />
aan 't Caracter van zyne Majesteit eigen<br />
te zyn: dat Ik hartelyk verzocht, dewyl Ik<br />
met Haar gefprooken had , als of Hoogstdezelve<br />
myn Landgenoot was , zy ook my en<br />
myne Meede-Regenten geliefde te vereeren<br />
met Haaren goeden raad, aangaande de party,<br />
die wy , in de neetelige omftandigheeden in<br />
welke de Republiek zich bevond, zouden behooren<br />
te kiezen: dat wy verzeekerd waren,<br />
dat zyne Majesteit Oorlog en Vreede als in de<br />
hand had, en wy niets te vreezen zouden hebben<br />
, zoo wy volgden den raad, dien Hy ons<br />
geeven zou.<br />
. De Keizer antwoordde: dat evenals Ik dacht,<br />
op 't ftuk van de noodzaaklykheid en nuttigheid<br />
der goede trouw , in alle Staatkundige<br />
en Burgerlyke handelingen : dat hy gul en<br />
openhartig was , ja niet anders kon weezen:<br />
dat Hy gevoelig was , aan het betoond ver-<br />
trou-
240 M E M O R I Ë N T O T<br />
trouwen : mats que je l'embarasfais un peu en<br />
lui demandant Conseil: qu'il devoit alors oublier<br />
qu'il etait Empereur, et fe figurer qu'il et ah Hollandais:<br />
qu'il le youlait bien pourtant: datdierhalven<br />
my dan moest zeggen, dat wy wel zouden<br />
doen, ons met Engeland te verzoenen: datHy<br />
doch wel voelde, zulks ongemakkelyk te zul<br />
len zyn, zoo om Frankryk, die wy moesten<br />
ontzien, als om de Keizerin, die mooglyk te<br />
onvreeden zou zyn, zoo de zaaken buiten haar<br />
gevonden wierden: dat, wat hem betrof, qu'il<br />
trouvait le metier de Mediateur tres mauvais ,par.<br />
ce qu'on n'y gagne rien, et qu'on mecontente tout<br />
le monde: dat Hy my ter goeder trouw kon verzeekeren,<br />
dat de Vreede Hem aangenaam zou<br />
zyn, en het zyne gaarne zou bybrengen, om<br />
dezelve aan Europa weder te geeven : qu'il<br />
favait bien que fes fujets gagnaient a la guerreet<br />
qu-avec 300,000 Hommes, il n'avait rienacraindre:<br />
dat het Hem aangenaam zou zyn, zoo<br />
wy ons met Engeland konden verftaan, maar<br />
teffens vermaande, ons in ftaat te ftellen, om *<br />
in alle gevallen, den Oorlog te kunnen voeren<br />
: dat Hy ons raadde, welke keer de zaak<br />
ook mochte neemen, de Mediatie aan te neemen,<br />
om reede, dat wy anders niemand op<br />
het Congres zouden kunnen zenden , dewyl<br />
wy
O P H E L D E R I N G , ENZ. £41<br />
Wy aldaar niet als contracteerende Party zouden<br />
kunnen toegelaaten worden: qu'alors nous<br />
ferions obligés de faire parler la France poar<br />
nous ce qu'il creiait nepas nous convenir, dat het<br />
wenfchelyk was, dat, offchoon wy al geene .afzonderlyke<br />
Vreede met Engeland konden maaken,<br />
't zy om dat men 't over de voorwaarden<br />
niet zou kunnen eens worden, 't zy om Frankryk<br />
te ontzien, men ten minften met dat Hof kon<br />
affpreeken, wegens de voorwaarden, die men<br />
over en weder by eene algemeene Vreede zou<br />
bedingen.<br />
Toen zyne Majesteit ukgefprooken had, bedankte<br />
Ik dezelve voor de goedheid, die Zy wel<br />
had willen hebben, van zich dus duidelyk en<br />
openhartig te uiten: Ik verzeekerde, dat dewyl<br />
Zy oordeelde, dat het aanneeraen der Mediatie<br />
voor de Republiek noodig was, Burgemeesteren<br />
niet aarzelen zouden, met daar in toeteftemmen<br />
: terwyl Ik ondertusfchen myne Stad<br />
en Vaderland aan Hoogstdeszelfs goedgunftig.<br />
heid aanbeveelde, en inftantelyk verzocht, mee<br />
alle haare magt en gezach te willen meedewerken,<br />
om ons te doen bereiken het oogmerk,<br />
.dat Hoogstdezelve geoordeeld had, voor ons het<br />
feeste te weezen.<br />
De Vorst betoonde zyn byzonder genoegen,<br />
h DEEL. Q e n
24^ M E M O R I Ë N T O T<br />
en verklaarde, ten uiterften gevoelig te zyn,<br />
aan het vertrouwen, dat Burgemeesteren in<br />
Haar Helden, en zulks indachtig te zullen zyn:<br />
daar eenige heuschheeden by voegende.<br />
Ik zei toen, dat alhoewel het myne Ambt-<br />
» genooten, en my, leed deede, dat zyne Ma-<br />
„ jesteit maar weinige dagen, onze Stad, met<br />
„ deszelfs tegenwoordigheid vereerd had , Ik<br />
„ de vryheid moest neemen ta zeggen, dat Ik<br />
„ Hoogstdenzelven met vry meer gerustheid<br />
„ zag vertrekken , dan had zien aankomen."<br />
Waarom? was de vraag: omdat, nam Ik de vry<br />
heid te antwoorden, men zyne Majesteit had af-<br />
gefchilderd, als eenen Forst, die ons Land weinig<br />
goeds wilde, en voornaamlyk den Regenten onzer<br />
Stad, om de zaak van den Hertog, geen goed hart<br />
toedroeg; die voorts verjiond, dat wy voljlrekt Vree<br />
de met Engeland, hoe di voorwaarden ook mog-<br />
ten weezen, moesten maaken.<br />
Enfortc, viel de Vorst my in, que vous m'a-<br />
vez cru bien ANGLOMANE? mais je ne le fuis<br />
pas, il s'en faut bien, je fuis Cosmopolite, aimant<br />
les hommes, etpar confequent la paix, voegende<br />
daar by, „ dat Hy niets had, tegen ons, noch<br />
„ tegen onze Stad: dat Hy zeer te vreeden was,<br />
over 't geen, èn over de geenen, (Ö) die<br />
» Hy<br />
(«) De Hoofd Officier Dedel, en de Burgemeesters Hooft<br />
en Elias, hadden met ray by den Vorst een bezoek afgelegd,
O P H E L D E R I N G . , ENZ, 243<br />
& Hy 'er gezien had: dat, wat de zaak van den<br />
„ Hertog betrof, Hy 'er zich niet meede zou<br />
„ moeijen" , herhaalende voorts, 't geen in ons<br />
eerfte gefprek gezegd was, en daar noch 't eenen<br />
ander tot gerustftelling byvoegéhde.<br />
Na noch eenen korten tyd over onverfchillige<br />
zaaken te hebben gefprooken, gaf zyne<br />
Majesteit my myn affcheid, zeggende op eene<br />
zeer heufche wyze , Haar aangenaam te zyn,<br />
met my kennis te hebben gemaakt: my voorts<br />
bedankende, en verzoekende zulks uit deszelfs<br />
naam myne Ambtgenooten te doen, voor de<br />
betoonde beleefdheid, die zy nimmer vergeeten<br />
zou. Een Uur daarna begaf zyne Majesteit zich<br />
op reis.<br />
Des anderen daags kwam dé Generaal van<br />
Reischac'i, ten mynen huize, en my daar niet<br />
hebbetide gevonden , op het Stadhuis opwach- •<br />
ten. Ik ontving dien Heer in Burgemeesters<br />
vertrek, alwaar zyn Ed. my zeide, „ dat de<br />
ti Keizer hem belast had, met dankzeggingen<br />
„ voor Myne Heeren de Burgemeesteren van<br />
„ Amfterdam" , fes bons amis. Ik verzeekerde<br />
zyn Ed. van hunne gevoeligheid deswegens,<br />
en van de eerbiedige hoogachting, die zy den<br />
Vorst toedroegen: voegende daarby, h geen<br />
Ik reeds den Keizer zei ven gezegd had- dat wy<br />
Q * Hoogst-
ffi{4 M E M O R I Ë N T O T<br />
Hoogstdenzelven met meerder gerustheid hadden<br />
zien vertrekken dan aankomen. Hier op<br />
antwoordde de Generaal, „ gy hebt niets te vree-<br />
„ zen: Gy hebt misfchien gedacht dat de Keizer<br />
de Schelde zou willen openen: maar wilt gy<br />
„ weeten wat zyne Majesteit geantwoord heeft<br />
„ aan den Antwerpfchen Burgemeeester, die aan<br />
„ Hoogstdenzelven daar van voorftel gedaan<br />
„ heeft, Ik ben niet gelast het U te zeggen,<br />
„ maar zyne Majesteit weet dat ik het U zeg-<br />
„ gen zal. Het antwoord is geweest: Gy komt<br />
„ my zehrlyk Myn Heer, teffens verwittigen,<br />
„ dat het Tra&aat van Munfter niet meer in<br />
,, weezen is, want zoo lang dat niet vernietigd<br />
„ zal zyn, moet gy niet denken aan 't geen gy<br />
„ van my verlangt, daar zyn al genoeg oneenig-<br />
„ heeden in Europa, zonder dat Ik die vermeerder:<br />
„ dat Uwe Stadsgenooten, en myne andere Onder-<br />
„ zaaten, zich de omjlandighedcn ten nutte maa-<br />
„ ken , dat zy $ich verryken met den Koophan-<br />
„ del en Scheepvaart op O/lende: maar dat zy<br />
„ zich haasten, want de Vreede eens weder ge-<br />
troffen zynde, zal alles wederkeeren, naar de<br />
p plaatzen, daar het van daan gekomen is."<br />
Dewyl men veel gefprooken had, reeds in<br />
'c begin van den Oorlog, van het openen der<br />
Schelde, dat men wist dat de Antwerpenaars<br />
daar
O P H E L D E R I N G , ENZ. 245<br />
daar zeer op gefteld waren, en opgewonden wa<br />
ren geworden, door den Ridder Tork, geduu-<br />
rende zyn verblyf in hunne Stad, na dat Hy<br />
uit den Haag vertrokken was, had Ik reeds van<br />
dien tyd af doen opmerken: dat, alhoewel het<br />
belang van Engeland zeiven niet meede bracht,<br />
te verlangen of meede te werken, dat de Schel<br />
de geopend, en dat daar door eene machtige<br />
Mogendheid, de Souverain der Nederlanden,<br />
eene Commerceerende en Navigeerende Mogend,<br />
heid wierd, en dat ook die opening niet kon<br />
gefchieden , als met verzaaking van het Trac-<br />
taat van Munfter, de voorzichtigheid noch<br />
tans vereischte, deswegens een waakend oog te<br />
bouden, dat men tot dat einde, eenen bekwaa-<br />
me Minister behoorde te houden te Weenen,<br />
en teffens by Frankryk verneemen, of men<br />
aldaar gezind zou zyn , zich in 't geval daar<br />
tegen te kanten. Dat men ook teffens , den<br />
Koning van Pruisfen onder 't oog moest bren<br />
gen, hoe gevaarlyk het was, het Huis van Oos-<br />
tenryk, door dat middel noch machtiger te laa<br />
ten worden ; en hoe het dierhalven van zyn's<br />
Majesteits belang was, zich daar tegen te ver<br />
zetten. Dat om de Republiek niet bloot te<br />
Rellen aan eenen onverwachten aanval van dien<br />
kant, men behoorde hoe eerder zoo beter ver-<br />
Q 3 bin-
246 M E M O R I Ë N T O T<br />
bintenisfen met eenige Dukfche Vorften aan<br />
te gaan, om tegen eene machtige fubfidie, uit<br />
's Generaliteits Kas, een genoegzaam getal<br />
Manfchappen te onderhouden, en ze des noods<br />
te leeveren.<br />
De langzaamheid, met welke gewoonlyk de<br />
zaaken in ons Land behandeld worden, gevoegd<br />
by dé bedremmeldheid, gevolg van den ramp-<br />
fpoedigen ; toeftand, daar men zich in bevond, en<br />
waar in men niet wist, wat men 't eerst tot af kee-<br />
ring van 't gevaar by de hand zou neemen, hadden<br />
gemaakt, dat men op myne voorflagen weinig acht<br />
had gegeeven. De vrees voor dat openen van de<br />
Schelde, was gebleeven, en vermeerderd gewor<br />
den,door het fchryven in May, van den Heere<br />
Hop, onzen Minister te Brusfel, „ dat die van<br />
9, Antwerpen, Brusfel en Leuven, deswegens<br />
„ een Adres aan Zyne Keizerlyke Majesteit ge-<br />
„ daan hadden," en door dat van den Heer van<br />
Starrenburg , meldende, dat de Rusfifche Mi<br />
nister hem verwittigd had, dat zeker Antwerpe<br />
naar zich aan hem geaddresfeerd had, wegens<br />
eene dire&e vaart van Petersburg en andere Rus<br />
fifche plaat zen op Antwerpen , en 's Keizerin's<br />
goede Officien verzocht, wegens het openen der<br />
Schelde. <<br />
' Het was dus licht te begrypen, dat het ge-<br />
: .' "" zeg-
OP H E L D E R I N G ' , ENZ.<br />
zegde van den Heer van Reischach, ons zeer aan-<br />
genaam was: maar de ondervinding heeft geleerd,<br />
dat zyne Keizerlyke Majesteit zederc aanmerkelyk<br />
van gedachten veranderde.<br />
Ondertusfchen waren, agtervolgens den raad<br />
van zyne Keizerlyke Majesteit, onze Gedeputeerden<br />
in 's Hage gelast geworden, om meede in het<br />
aanneemen der Mediatie van de beide Keizerlyke<br />
Hoven toe te ftemmen: tot welke dan ook kort<br />
daarna, naamlyk den 8 Augustus, ter Generaliteit<br />
befloten wierd.<br />
Het is over bekend, hoedanig dezelve van<br />
geen het minfte gevolg geweest is, en niets heeft<br />
toegebracht, om het vuur des Oorlogs te maatigen,<br />
de Heer Hop., 'sLands Minister had reeds<br />
gefchreeven, toen de Keizer te Brusfel was, dat<br />
zyne Majesteit Hem gezegd had, „ dat de onlus-<br />
„ ten in de Republiek Hem leed deeden: datHy<br />
„ het einde derzelver, en het herftellen der Vree-<br />
„ de, gaarne zou zien: dat Hy nochtans<br />
„ meende, dat de Negotiatien in Rusland op niets<br />
„ zouden uitloopen , en niets dan onkosten en<br />
„ fpendatien veroorzaaken."<br />
De Penfionaris Visfcher fchreef my den 4 Ju-<br />
]y, dat de Raadpenfionaris Hem gezegd had,<br />
dat de Prins Gallitzin, fterk op een fpoedig en<br />
voldoend antwoordpresfeerde; dat deKeizer zeer<br />
Q 4 ft 0<br />
^»
24S M E M O R I Ë N T O T<br />
(lond,ophetMediatewfchap- en dat de acceptatie<br />
van dat aanbod, op den voet, als My Raadpenfiona<br />
ris de extenfie geconcipieerd had, niet obfieeren zcu,<br />
aan eene onderhandfche handeling met Engeland:<br />
waarvan zoo dezelve reüsfeerde, in het vertrouwen<br />
aan de Keizerin kennis kon gegeeven worden: dat<br />
het 'er voms niet veel op aankwam, of men in het<br />
te geeven antwoord aan Rusland , meer of<br />
min fterkinfteerde op adfiflentie, dewyl wy dezelve<br />
„„doch nooit obtineeren zouden, alzoo de Keizerin<br />
rond uit verklaard had, dat het CASUS FOEDERUS ,<br />
met opzicht tot ons niet exteerde.<br />
Het antwoord van Rusland, op den eisch van<br />
den byftand by het Traclaat beloofd , was in-<br />
tusfchen den 11 Juny ter Vergadering van Hun<br />
Hoog Mog. reeds ingekomen, en gantsch niet<br />
voldoende , behelzende meer woorden dan zaa<br />
ken, -bevonden: en ter zei ver tyd hadden onze<br />
Ambasfadeurs gefchreeven , dat op hunne klag.<br />
ten deswegens, door den Grave Panin geant<br />
woord was, „ dat een Plan, aan de Hoven van<br />
„ Zweeden en Denemarken was afgezonden,<br />
„ van 't welke men geen opening kon gee-<br />
„ ven. Dat men zich veel interesfeerde voor de<br />
„ Republiek, en trachten zou te bewerken, dat<br />
„ zy uit haafen tegenwoordigen toeftand, voor<br />
„ de algeméene Pacificatie gered wierd , als<br />
„ mee-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 249<br />
„ meede Zweden te perfuadeeren , Haar van<br />
„ eenige Scheepen van Oorlog te vóórzien."<br />
Noch fchreeven zy, dat de invloed van Panin<br />
begon te verminderen, en zy van goeder hand<br />
onderricht waren , dat Rusland aan Engeland<br />
had verklaard , dat zy de Republiek niet be-<br />
fchouwde in 't cafus foederis te zyn. Dat zy<br />
Ambasfadeurs zich by het Ministerie vervoegd<br />
hebbende, om naar de waarheid te verneemen,<br />
liet by 't zelve wel ontkend was, doch dat zy<br />
vermeenden te kunnen verzeekeren, dat het even-<br />
gemelde waar was.<br />
Hoe zeer de krachten der Republiek op ver<br />
re na noch niet gelyk waren aan 'c geen zy<br />
konden en hadden behooren te zyn, veel min<br />
evenredig aan die van Engeland , zoo hadden<br />
Wy doch het genoegen gehad, van op den 5<br />
Augustus de Engelfche fierheid te doen zwich<br />
ten ; en met een kleiner getal, en vry klei<br />
ner Scheepen dan die der fiere Britten, deezen<br />
manmoedig af te flaan, en te dwingen, geheel<br />
*\-f ra lirmrtan • pn
ggo M E M O R Ï E N T O T<br />
aanmoedigende om met yver te werken aan ?<br />
t<br />
geen noch ontbrak, om ons Zeeweezen in<br />
eenen behoorlyken ftaat te ftellen, dat Zyne<br />
Doorluchtige Hoogheid, en alle de Ingezeetenen,<br />
met reede hunne dankbaarheid voor de betoonde<br />
dapperheid en beleid, aan alle die geenen<br />
, die eenig deel aan die gebeurtenis gehad<br />
hadden, betoonden.<br />
De publieke Nieuwspapieren zyn vervuld<br />
geweest, met de omftandigheeden van dit gevegt:<br />
Ik zal dierhalven myne Leezers, van welken<br />
de meesten daarvan noch een volkomen<br />
geheugen hebben, met een verflag niet ophouden.<br />
/<br />
Ik zou nu kunnen overgaan tot dat gedeelte<br />
van dit werk, dat mooglyk de oplettenheid<br />
myner Leezers 't minst onwaardig zal zyn: Ik<br />
meen het verflag der Vreedehandeling met Engeland:<br />
doch heb dat gefchikt voor een ander<br />
deel. Ik zal dit eindigen, met aan te teekenen<br />
eene gebeurtenis, die, alhoewel op zich zelve<br />
van gering belang, mooglyk niet weinig heeft<br />
toegebracht , om den geest van den Man, die<br />
voornamlyk daar in betrokken is geweest, zodanig<br />
te verbitteren, dat Hy daar door tot wreeking<br />
van den hoon, Hem, (zoo hy waande,)<br />
aangedaan, op het fterkfte heeft meedegewerkc<br />
tet
O P H E L D E R I N G ; ENZ. 251<br />
tot het geen wy, voornaamlyk in het Janr 1787,<br />
hebben zien gebeuren: en zich als aan 't hoofd<br />
heeft gefteld, der geenen, die zedert 5 a 6 jaa<br />
ren getracht hebben op eene geweldige wyze,<br />
alles naar hunne grilligheden te fchikken, en de<br />
wettige Conftitutie het onderst boven te keeren:<br />
der geenen, die het Volk door bedrieglyke<br />
en muitzuchtige gefchriften opgeruid hebben,<br />
om hun in hunne doemwaardige oogmerken<br />
behulpzaam te zyn: der geenen, die een goed<br />
deel der In- en Opgezeetenen de wapens in<br />
de handen gefteld hebben , om door hun met<br />
geweld onderfteund te worden : en eindelyk,<br />
der geenen, die de zaaken tot dat uiterfte ge<br />
bracht hebben, dat zy zeiven geen meesters<br />
zynde, om het Paard, dat zy den breidel op den<br />
rug gefmeeten, en door de fcherpfte fpoor-<br />
fiagen als tot razernye gebracht hadden, te<br />
regeeren , de waare oorzaak zyn geweest, dat<br />
men vreemde Troepes heeft moeten toelaaten, ja<br />
zelfs over derzelver komst, hoe ook in veelen<br />
opzichten noodlottig voor den Lande, zich ver<br />
heugen , om het hollend Ros t'onder te bren<br />
gen.<br />
Toen in 't laatst van 1780 , Zyne DoorL<br />
Hoogheid, de Papieren by den geweezen Pre-<br />
iident van het Americaansch Congres Lau-<br />
rens
252 M E M O R I Ë N T O T<br />
rens gevonden, in de Vergadering van Holland ge<br />
bracht had, was de Penfionaris van Berckel, met<br />
zoodanige fchrik bevangen geworden, dat Hy<br />
zedert zich niet in den Plaag had durven betrou<br />
wen; zoo, dat Hy, door Heeren Burgemeeste<br />
ren gevraagd, wat deswegens zyn voorneemen<br />
was, verklaard had, uit hoofde der, zoo hy<br />
vermeende, rechtmatige vreeze van door Zy<br />
ne Hoogheid vast gezet te worden, niet naar<br />
den Haag te zullen gaan, ten zy de Penfiona<br />
ris Visfcher derwaarts gezonden wierd, om d'in-<br />
tentie van Zyne Hoogheid, omtrent de perfo-<br />
neele zeekerheid van Hem Penfionaris, te ver-<br />
ftaan.<br />
Burgemeesteren willigden zulks in, de Penfio<br />
naris Visfcher vertrok met die belachelyke bood-<br />
fchap aan Zyne Hoogheid. De Vorst maakte<br />
geene zwarigheid, om de fterkfte verzekeringen<br />
voor 's Penfionaris veiligheid te geeven. Doch<br />
dit kon niet helpen. Visfcher verflag van zyne<br />
Commisfie in een Befogne van Burgemeeste<br />
ren aan het Huis van den Burgemeester<br />
Clifford gedaan hebbende, bleef de Heer van<br />
Berckel weigeren: onder andere voorgeevende,<br />
dat zyne Huisvrouw vol angst en vreeze, zyn<br />
vertrek niet wilde gedogen.<br />
Het zy dan uit eigene vreeze, of om aan<br />
die
O P H E L D E R I N G , ENZ. £53<br />
die van zyne Huisvrouw te voldoen, de Penfionaris<br />
was niet weder op zyn Post in den<br />
Haag geweest, toen Burgemeesteren, in 't begin<br />
van April 1781 hoorden, dat dewyl door den<br />
Oorlog, de zaak wegens opgemelde Papieren<br />
flapende was gebleven, Hy Penfionaris nu weder<br />
moed gefchept had , en van voorneemen<br />
was, naar den Haag te gaan, om kwanfuis verflag<br />
te doen van de Commisfie, die Hy zedert<br />
eenige jaaren gewoon was, jaarlyks naar Ens<br />
en Emmeloort af te leggen.<br />
Alhoewel Burgemeesteren met verontwaardiging<br />
gezien hadden, dat de eerfte Minister<br />
van de Stad, door eene kinderachtige vreeze<br />
bevangen, of om te voldoen aan de zwakheeden<br />
van eene Vrouwe, nagelaaten had, zyne<br />
plicht te betrachten, hadden zy nochtans met<br />
genoegen gezien, dat daar door 's Stads zaaken<br />
eer bevorderd, dan verachterd waren geworden.<br />
De tweede Penfionaris, 't is waar, was niet<br />
zeer gefchikt om de Vergadering alleen waar<br />
£e neemen; maar men kon Hem ten minften gebruiken<br />
, om met Zyne Hoogheid en den Raadpenfionaris<br />
te fpreeken: daar in tegendeel, deeze<br />
beide Heeren te kennen hadden gegeeven,<br />
met den Penfionaris van Berckel niet te kunnen
254 M E M O R I Ë N T O T<br />
nen of te willen handelen. Zyne onheufch'è<br />
manieren ert toon, gevoegd by zyne bekende<br />
toegedaanheid aan het Hof van Frankryk, en<br />
vertrouwelyken ommegang met deszelfs Am-<br />
basfadeur, waren daar de voornaame oórzafa-<br />
Ren van. Hiér kwam noch by, dat dé Héér<br />
J. Elias Aarnoudsz. die met my als Burgemees<br />
ter op i February was aangekómen, rondelyk<br />
verklaard had, mét den Penfionaris van Berckel,<br />
over wiens vérregaande onheuschheid, Hy ver<br />
meende gegronde klachten te hebben, en voorts<br />
genoegzaame redenen, om deszelfs ommegang<br />
te vermyden , niet naar den dagvaart te kun<br />
nen of te willen gaan.<br />
Men had dan, en reeds zedert het voorge<br />
vallene in het Befogne by den Burgemeester<br />
Clifford, den Penfionaris niet meer aangefpro-<br />
ken om ter Dagvaart te gaan, terwyl Hy doch<br />
in het gewoon Credentiaal fleeds genoemd was<br />
geworden. Maar Burgemeesteren nu, zoo als Ik<br />
zoo even zeide, gehoord hebbende , dat Hy<br />
van zins was naar den Haag te gaan, vondea<br />
goed Hem op den 4 April in hunne Kamer te<br />
ontbieden, en Hem aldaar by monde van den<br />
Heere Temminck, in prefentie van den Heer<br />
Hooft en van My, (de Heer Elias in den Haag<br />
zynde,) na eenige woordenwisfeling over het<br />
doen
ÖPKTEI, D Ê R l t f G ÉNZ. 3$$<br />
doen van rapport van de Commisfie naar Ens<br />
en Emraeloort, te doen aanzeggen: dat Burge-<br />
• meesteren van gedachten waren, dat het gem. rap<br />
port voor deeze reize door Hem niet gevóeglyk kon<br />
gedaan worden, en dat zy begreepen, dat Hy Pen<br />
fionaris van Berckel byprovifie niet in de Vergade<br />
ring van Holland zou verficrynen.<br />
Ik vinde niet in myne daaglykfche aanteeke-<br />
ningen van het voorgevallene in Burgemeesters<br />
Kamer, dat gem. Penfionaris toen daar iets op<br />
geantwoord heeft, doch zeeker is 't, dat Hy<br />
zich daar aan, des tyds, gedraagen heeft.<br />
Doch Burgemeesteren in 't begin der Maand<br />
Juny onderricht zynde geworden, dat gemel<br />
de Penfionaris, nietteegenftaande het gemeld<br />
verbod, van voorneemen was, het bewuste ra-<br />
port wegens Ens en Emmeloort, in de Ver<br />
gadering van Holland te doen, (voorgeeven-<br />
de die Commisfie te zyn, eene perfoneele Com-<br />
misfie van Hun Ed. Groot Mog., van welke<br />
door geen anderen verflag kon gedaan worden,<br />
te meerder, daar zyn Meede-Gedeputeerde, de<br />
Heer Meer ens van Hoorn, door zwaare ziekte<br />
belet wierd, Hem te vervangen, en het rap<br />
port niet langer uitgefteld kon worden, om dat<br />
her vertrek der nieuwe Commisfie na by was)<br />
Burgemeesteren, zeg lk, die begreepen dat het<br />
meer-
256 " M E M O R I Ë N tOt<br />
meergemelde raport zeer wel in gefchrift ter<br />
Vergadering kon ingeleeverd worden, vonden<br />
goed, den toenmaals Prefideerende Heere Burgemeester<br />
Henrik Hooft Danielsz. te verzoeken,<br />
den Penfionaris ten zynen Huize te ontbieden<br />
, en Hem aldaar aan te zeggen, dat Burgemeesteren<br />
eenpaarig van begrip waren 3 dat<br />
raport van de meergemelde Commisfie door He<br />
Penfionaris niet in Perfoon ter Vergadering van<br />
Holland moest gedaan worden , en Hem des noo<br />
zulks wel expresfelyk verboden.<br />
De Heer Hooft deedt den a6 Juny verflag,<br />
dat zyn Ed. het evengem. aan den Penfionaris<br />
van Berckel aangkondigd had: en dat Hy van<br />
Berckel daarop in fubfiantie, geantwoord had,<br />
had, „ dat Hy aan de beveelen van Burgemees-<br />
„ teren zou voldoen, en aannam, by provifie<br />
„ geen raport van meergem. Commisfie te<br />
„ doen: maar dat Hy verders over eene zaak,<br />
„ van die aangeleegenheid, nader zyne gedach-<br />
„ ten zou laaten gaan."<br />
Burgemeesteren vonden doch goed, gemelden<br />
Penfionaris in het Credentiaal van den 17<br />
July , voor de Gedeputeerden ter naaste gewoone<br />
Staats-Vergadering te ftellen, alzo zy begreepen<br />
, dat dit eene zaak zynde, tusfchen<br />
Hun en hunnen Minister het niet nodig was,<br />
dat
OPHELDERING, ENZ. S5J<br />
dat de Leeden van Holland onderricht wierden,<br />
en dat daar door maar eene onnodige kleinigheid<br />
aan den meergemelde Minister zou worden<br />
aangedaan: doch zy oordeelden teffens noodig<br />
te zyn, het gerefolveerde te brengen ia<br />
den Oud-Raad van Regeerende en Oud Burgemeesteren.<br />
Zy deeden 'er dan by monde<br />
van hunnen toenmaaligen Prefident, den Heer<br />
Hooft, den 31 July verflag van: en wierd by<br />
alle de prefente Heeren, Temminck, Hooft,<br />
Rendorp, jfacob Elias Arnmdsz., regeerende,<br />
Huyghens en van de Poll, Oud - Burgemeesteren<br />
, eenpaarig genomen de volgende Refolutie.<br />
Refolutie van den OUD-RAAD, 31 July 1781.<br />
„ Heden door Burgemeesteren aan den Oud-<br />
„ Raad gecommuniceert zynde geworden, dat<br />
„ Hun Ed. Groot Achtb. hadden goedgevons,<br />
den, dat de Penfionaris van Berckel by pro-<br />
) % vifie niet weder zou verfchynen in de Vergade<br />
ring van Holland, waarvan ook aanzeg»<br />
3, ging aan gemelden Penfionaris gedaan was,<br />
3, hebben de Heeren Leeden van den Oud-<br />
„ Raad, Burgemeesteren voor die Communi-<br />
„ catie bedankt, en zich met de genomen©<br />
i DUEL. R ^ RQ.
M E M O li f É N- T O T<br />
,, Refolutie geconformeerd: zoodanig, datg£-<br />
melde Refolutie thans geworden zynde,<br />
5, eene Refolutie van den Oud-Raad, goed-<br />
,, gevonden is, daar van deeze aanteekening<br />
,, te houden , en dezelve te deponeeren in het<br />
Cabinct van Burgemeesteren, om tedieneti<br />
,, tot naricht voor de Heeren, die fuccesfi-<br />
velyk tot Burgemeesteren zullen verkoren<br />
j, worden ; edoch is om rcedencn, Qa) begree-<br />
pen , hier van geene aanteekening te laaten<br />
„ doen, in de Notulen van den Oud-Raad,"<br />
Aldus gearresteerd, prefent alle de Burge<br />
meesteren, en de Oud Burgemeesteren Huyg-<br />
hens en van de Poll, den 3r July 1781.<br />
(IVas gei.)<br />
E. de Vry Temminck.'<br />
H. Hooft, Ds.<br />
J. Rendorp.<br />
J. Elias, Arnoadz. •<br />
Onder het affchrift van deeze Refolutie,<br />
zoo<br />
(cfi Deeze reedenen waren, dat dewyl het verbod maar<br />
provifiotieel was , zoo het eens mochte gebeuren, dat de<br />
l'eniionaris met volkomen genoegen toegelaten wkrd,<br />
om weder naar de Vergadering te gaan, men als dan in de<br />
mooglykheid zoude zyn, om alle blyk van het voorge<br />
vallene te doen verdwynen.
O V tl E L D E R I N G , EN Z. 2^<br />
zoo als in dezelve gezegd word, gedeponeerd<br />
in 't Cabinet van Burgemeesteren ftaat aan-<br />
ge teekend.<br />
Deeze Refolutie fucccsfivclyk aan de abfent ge<br />
weest zynde Heeren Burgemeesteren gecommuni»<br />
ceerd zynde geworden, is dezelve door allen aange-<br />
hoomen.<br />
Ingevolge van evengemelde Refolutie, ver-<br />
fcheen dan de Heer van Berckel niet meer in<br />
de Vergadering van Holland: Hy deedtfchrifte-<br />
lyk verflag wegens zyne Commisfie naar Ens en<br />
Emmeloort, en de Penfionaris Visfcher, wierd<br />
in zyne fteede benoemd, om die Commisfie te<br />
gaan verrichten.<br />
Doch in 't volgende jaar 1782, toen zom-<br />
migen al begonnen den rol te fpcelen, dien zy<br />
in de volgende Jaaren, ten koste van den Lan<br />
de , iiitgefpeeld hebben, begon men ook fterk<br />
te yveren , voor het wederzenden van den<br />
Penfionaris van Berckel, naar de Staats • Ver<br />
gadering. Die dat zochten, verfpreiddenalom-<br />
me, dat het de begeerte der goede Burgery<br />
was; en dat, zoo men daar niet in bewilligde,<br />
voor kwaade gevolgen, ja opftand, te duch<br />
ten was. De Franfche Ambasfadeur yverde<br />
niet weinig daar voor, en men had de Burge<br />
meester H. Hooft Ds., ook weeten op zyn hand<br />
R 2 te
2ÓO M E M O R I Ë N T O T<br />
te krygen, niet tegenftaande Hy in 't voorgaan<br />
de jaar in het gerefol veerde op het ftuk van<br />
van Berckel, volkomen en zonder tvvyfeling<br />
toegeftemd, en de Refolutie met zyn hand on-<br />
derteckend had: men had vvecten gebruik te<br />
maaken van 's Mans zwak herfensfte], en van<br />
„zyne drift, voor 't geen Hy noemde Vryheids<br />
en Vaderlands liefde: daar bet eene eerder<br />
was ongebondendbeid en verkrachting van al<br />
le herkomens en gewoontens, en het andere<br />
eene dweepery, gefchikt naar de bedrieglyke<br />
en oproerige fiellingen van zommigen, die uit<br />
haat, wraak en ftaatzucht, of om hunne by<br />
zondere grootheid en voordeel te bejagen, de<br />
Conftitutie, het koste wat het koste, onderst<br />
boven wilden keeren.<br />
Het konde evengem.Burgemeestcr,denzelfden<br />
dien in 't jaar 1787, in blaauwboekjcs cn op-<br />
roerdeuntjes, onder den naam van Vader Hoof r,<br />
zoo veel lofs is toegezwaaid, het konde dien<br />
Man gelusten, den 26 Apiil 1782, Hy prefi-<br />
deerend Burgemeester zynde, in Burgemees<br />
ters Kamer, na bet afioopen van den Oud Raad,<br />
en na alvorens breed te hebben opgegeeven ,<br />
van de verplichting, die de gantfche Natie aan<br />
den Penfionaris van Berckel had, over zyne<br />
handelingen met de Americanen, voor te Hel<br />
len-,
O P H E L D E R I N G , ENZ. * 2$I<br />
len, de voorgem. Refolutie van 31 July, be<br />
trekkelyk evengemelde Penfionaris, te vernie<br />
tigen.<br />
• Toen Hy op dat voorftel gevraagd bad de<br />
gedachten der prefente Oud-Burgemeesteren,<br />
vroeg de Meer Temminck, of dat voorftel ge-<br />
fchiedde uit naam van de regeerende Burge<br />
meesteren gezamentlyk. Hier op wierddoorde<br />
Heeren Huyghens;cn Pieter Elias, de Heer van<br />
Hoorn op den dagvaart zynde, geantwoord,<br />
„ dat het een voorftel was van den Heer Hooft<br />
„ alleen: dat zy vergeefs getracht hadden, zyn<br />
„ Ed. daarvan te doen afzien: te racer, daar<br />
„ Hy Heer Hooft, van zich had gegeeven, dat<br />
„ byaldien de Leeden van den Oud-Raad, Hem<br />
„ in deezen niet wilden toevallen , Hy de zaak<br />
„ in de Vroedfchap zou brengen."<br />
De Heer Hooft ziende dat alle de Leeden<br />
zeer t'onvreeden waren over zynebehandeling,<br />
voer (in ftibftantie) op het allerdriftigfte uit,<br />
zeggende, „ dat Hy wilde en zoude van Berc-<br />
„ kei meedeneemen: dat Hy aan de Refolutie<br />
„ niet gehouden was, als zynde maar provifio-<br />
„ neel: dat zoo de Heeren anders dachten ,<br />
„ Hy 't vast in de Vroedfchap zou brengen:<br />
„ dat de ganfche Burgerftaat éischte, dat van<br />
„ Berckel weder in de Vergadering ver fcheen;<br />
R 3 „ dat
3.6z M E M O R I Ë N T O T 1<br />
„ dat die iets tegen Hem te zeggen hadden,<br />
„ Hem in rechte konden aanfpreeken: dat Hy<br />
„ Henrik Hooft Ds. voor de rechtvaardigheid<br />
„ was, en daar voor zou bly ven, al moest Am-<br />
„ fterdam het onderst boven keeren: datbyal-<br />
„ dien andere Burgemeesteren van Berckel niet<br />
„ wilden meedeneemen, zulks Hem onver-<br />
„ fchillig was, maar dat Hy, en allen die zoo<br />
„ als Hy dachten, de vryheid daartoe moesten<br />
„ hebben: dat Hy voor rekening der geenen ,<br />
„ die van Berckel voorlecden jaar geweerd<br />
„ hadden, en nu noch wilden weerenliet, het<br />
„ nadeel, dat zy aan 't Vaderland hadden ge-<br />
„ daan, en noch zouden doen, met zoo'n groot<br />
„ Man buiten de zaaken te houden."<br />
Toen de Heer Hooft het bovengemelde en<br />
veele andere woorden met de hecvigfle drift<br />
uitgeboezemd had, vertoonde Hem de Heer<br />
Temminck, met zyne gewoone bedaardheid,<br />
„ hoe weinig men van zyn Ed. als Burgemees-<br />
„ ter kon verwachten, dat Hy dusdanig zou<br />
„ handelen, dat Hy Hr. Hooft wel wist, dat van<br />
„ Berckel niet om de Americaanfche zaak uit<br />
„ den Haag gehouden was, maar om dat Hy<br />
.„ zich by de meeste Leeden der Vergadering,<br />
_„ en naamlyk by den Prins en de Raadpen-<br />
„ fionaris, door zyne oplopendheid, en brutale<br />
» *7-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 263<br />
„ wyze van handelen, ('t waren's Mans woor-<br />
„ den ,) zoodanig gehaat had gemaakt: dat Hy<br />
„ 's Stads nut aldaar niet. langer kon bevor-<br />
„ deren, dewyl zyne Hoogheid en de Raad-<br />
„ penfionaris ronduit gedeclareerd hadden,<br />
„ met van Berckel niet te kunnen of te wil-<br />
„ len fpreeken , dac oorfpronglyk Hy van<br />
Berckel, zelfs oorzaak was, dat niet weder<br />
,, ter Vergadering was gezonden, door in het<br />
„ voorig jaar te hebben geweigerd derwaards<br />
„ te gaan,onder het beuzelachtig voorwendfel,<br />
., dat men hem daar, uit hoofde der bewuste<br />
Papieren van Laurens, iets euvels zou brou-<br />
s, wen: niettegenflaande Burgemeesteren van<br />
dien tyd, en Hy Burgemeester Temminck<br />
in 't byzonder, Hem daartoe had aangemoe-<br />
digd,cn dat zelfs de Penfionaris Visfcher der-<br />
vvaarts gezonden was, om te onderzoeken,<br />
of 'er iets voor Hem van Berckel te vreezen<br />
3, was: dat Hy Heer Hooft zelf, aan van Bercr<br />
j, kei gezegd,had, dat Burgemeesteren verfton-<br />
,, den, dat lly niet naar den Haag zou gaan,<br />
om het rapport wegens de Commisfie naar<br />
Ens en Emraeloort te doen: dat, wat her;<br />
„ brengen in de Vroedfchap aanging, het<br />
met geene mooglykhcid kon gefchieden,<br />
, dewyl het niet aan de Vroedfchap ftond,<br />
R 4 „ haar
46*4 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ naar den dagvaard te zenden, dien zy goed.<br />
„ vonden, en de Penfionarisfen volgens hun-<br />
3, ne Inftru&ien aan Burgemeesteren moesten<br />
gehoorzaamen: dat wel waar was, dat van<br />
Berckel in het Credentiaal ftond, maar dat<br />
Hy Heer Hooft wel wist, dat zulks alleen<br />
3, gedaan was, uit een zeker menagemem voor<br />
„ Hem van Berckel, en om niet in den Haag<br />
„ te doen denken, dat Hy volkomen uitge-<br />
„ floten was."<br />
De Heer Hooft repliceerde op dit alles weder<br />
met veel drift, en befloot met te zeggen, „dat<br />
„ byaldien de Oud-Raad bieef perfifteeren by<br />
„ de genoomene Refolutie, en van Berckel niet<br />
„ naar den Haag ging, Henrik Hooft Danielsz.<br />
als dan ook niet zou gaan." Waarop de Heer<br />
Temminck antwoordde, dat Hy deswegens Mees<br />
ter was te handelen naar zyn welgevallen.<br />
De Heer Hooft een weinig aan 't bedaaren<br />
zynde geraakt, verzocht toen, dat die Heeren,<br />
die fcheenen in deeze anders dan Hy te den<br />
ken, by den anderen wilden komen, om teza<br />
men , buiten Hem die in deeze Parthy was, be-<br />
paaldelyk te refolveeren, of men de bewuste<br />
Refolutie, aangaande den Heer van Berckel, zou<br />
vernietigen, dan wel behouden.<br />
De Heer Huyghens vroeg daarop, of Hy,<br />
Heer
O P H E L D E R I N G , ENZ. 20$<br />
Heer Hooft zich aan 't geen in die Conferen»<br />
tie bepaald zou worden , houden zou , dit met<br />
Ja! beantwoord zynde, hebben de prefente<br />
Heeren Huyghens, P. Elias, regeerende, Tem<br />
minck , Heemskerk, Clifford, Hasfelaar, Rendorp<br />
en J. Elias Amoiidsz. Oud - Burgemeesteren<br />
aangenomen, dien zelfden dag ten 5 uuren,<br />
te komen ten Huize van den Heer Huyghens.<br />
Aldaar is verftaan door allen, (behalvenden<br />
Heere van Heemskerk, die van gedachten was,<br />
dat aan ieder Burgemeester vryheid moest ge-<br />
laaten worden, van Berckel meede te neemen,<br />
of t'huis te laaten,) om reedenen, reeds door<br />
den Burgemeester Temminck in Burgemeesters<br />
Kamer bygebracht, by de bewuste genomene<br />
Refolutie te blyven: maar dewyl de Burge<br />
meester van Hoorn niet teegenwoordig was,zyn-<br />
de zyn Ed. op den Dagvaart, is de Heer Huyg<br />
hens verzocht, des anderen daags aan den Hee<br />
re Hooft te zeggen, dat, alhoewel alle de pre<br />
fente Heeren, behalven de Heer van Heems<br />
kerk van gedachten waren, dat by provific by<br />
de bewuste Refolutie behoorde gebleven te<br />
worden, men doch niets had willen befluiten,<br />
voor dat men de gedachten van den Heer van<br />
Hoorn zou hebben vernomen. Doch deezen<br />
weinige dagen daar na wedergekeerd zynde,<br />
R 5<br />
e n
266 Ji E li O R I E N T O T<br />
en zich meede tegens het zenden van den Heer<br />
van Berckel naar den Haag verklaard hebbende,<br />
heeft de Heer Hooft des tyds, zonder nader aan<br />
zoek over die zaak te doen, alleen aan Gedepn-<br />
tcerdens tot den dagvaart, in 't begin van Mey,<br />
wanneer het quartaal van zyn Ed. begonnen<br />
was , gezegd, dat hy voor deeze reis niet meende<br />
pieede ter dagvaart te gaan.<br />
Maar weinige weeken liepen voorby, of dee<br />
ze zaak vvierd weder leevendig gemaakt. Gee.<br />
re aanteekening daar van gehouden hebben<br />
de , wyders als van 't geen tot nu toe gezegd<br />
heb, kanlkgeen volleedig verflagdoen. Ik her<br />
inner my alleen,dat eenige Heeren uit de Vroed<br />
fchap, onder anderen, zoo ik wel heb, Ahbema<br />
en Bicker, voorgeevende het verlangen der"<br />
gantfche Burgcry, in Burgemeesters Kamer,<br />
en niet zonder bedreigingen, zyn komen ver<br />
zoeken, dat de Penfionaris van Berckel weder<br />
de Vergadering van Holland zou mogen gaan<br />
bywoonen : dat Burgemeesteren daarover in<br />
genomen hebben de gedachten van Oud-Bur-<br />
gemcesteren: dat eenige getracht hebben, een<br />
(middel aan de hand te geeven, om ten minften<br />
den Penfionaris niet dan op een hebbelyke wy<br />
ze weder te admitteeren: dat daartoe voorge-<br />
iteld is, dat gem. Penfionaris in gefchrifte aan<br />
Bur,
O P H E h D T. R I N G, ENZ. 20?<br />
Burgemeesteren zou te kennen geeven, „ dat<br />
„ byaldien Hy Heeren Burgemeesteren eenig<br />
„ ongenoegen bad gegeeven, Hem zulks leed<br />
„ deed, en daartoe geene intentie had gehad:<br />
„ dat Hy voortaan in alle gevallen zou be-<br />
„ toonen zyne byzondere achting voor alle<br />
„ de beveelen van Hun Ed. Groot Achtb.,<br />
„ en tochten zyn Ambt tot dcrzclver genoe-<br />
„ gen, en het welzyn van Land en Stad, waar<br />
„ te neemen."<br />
De Heer Hooft zelvcn, keurde het opftel<br />
dat daar van gemaakt was, volkomen goed:<br />
zeide, dat van Berckel kwaiyk zou doen, met<br />
zich daar aan niet te willen gedraagen, en nam<br />
aan het aan Hem mecdetedcelen. Maar de Pen<br />
fionaris was niet van die gedachten, en wei<br />
gerde plat uit, iets in fchrifte over tcgeeven.<br />
Over die zaak zyn zeedert noch één of twee<br />
Befognes by Regeerende en Oud-Burgemeeste-<br />
ren gehouden; maar niet kunnende meedewer-<br />
ken, om aan 't geen door zommigen verlangd<br />
wierd, en door anderen niet durfde gewei<br />
gerd worden, te voldoen: en ziende dat Ik<br />
nutteloos de kleinigheid, die aan Burgemecs»<br />
ters Kamer zou gefchieden, zou willen tecgen-<br />
gaan, heb Ik , op Marquette zynde , de moeite<br />
niet willen neemen, om die Befognes naar de<br />
l c i<br />
Stad te gaan. ^ -
268 M E M O R I Ë N T O T<br />
Men kon niet meer op den geest van den<br />
Penfionaris verwerven, dan dat Hy in Burgemeesters<br />
Kamer mondeling en vervolgens in<br />
fchrift met zyn hand onderteekend, overgaf<br />
het volgend declaratoir.<br />
„ Dat Hy bereid was de orders van Hun<br />
„ Ed. Gr. Achtb. te executeeren: en zich te<br />
» laaten employecren, overal waar de dienst<br />
„ van deeze Stad zulks zal vereisfehen: zul-<br />
„ lende het Hem vervolgens aangenaam zyn *<br />
„ byaldien Hem de geleegenheid daar toe zal<br />
„ worden gegeeven: niets hartelyker verlan-<br />
„ gende, als om de eer en digniteit van de Re-<br />
„ geering van deeze Stad, door alle mooglyke<br />
„ middelen te helpen handhaaven en bevorde-<br />
„ ren, en zyne deference aan derzelverbevee-<br />
„ len fteeds te betoonen." Waarop Hem dooiden<br />
prefideerende Heer Burgemeester gezegd<br />
is, Dat Hy weederom naar den Dagvaart konde<br />
gaan. (JL)<br />
De Burgemeester P. Elias, die teegen het<br />
wederzenden van den Penfionaris geweest was,<br />
wierd dus verplicht meedeteneemen, eenen Minister,<br />
die zedert niet nagclaatcn heeft, byalle<br />
geleegendheden zyne kleinachting voor Bur-<br />
ge-<br />
• («) Een affchrift hier van legt in 't Cabinet van Bur-,<br />
jgeraeesteren.
O P H E L D E R I N G , ENZ. %6(f<br />
gemcestercn te betoonen: en die van het oo- -<br />
genbük zyner terugkomst in de Vergadering<br />
van Holland, met de bekende anderePenfionarisfen,<br />
den grondflag geleegen beeft, tot die<br />
verregaande vermeetelheid, met welke zy alles<br />
naar hunnen zin, 't fcheelde hun weinig hoe<br />
zy 'er toe kwamen, befteid, en daardoor deeze<br />
Provintie in zoodanigen toeftand gebracht<br />
hebben, dat zonder byzondere, en niet te voorziene<br />
omftandigheeden, de zaaken nimmer, 't<br />
zy verre van in 't geheel, tamelyk hcrfteld<br />
zouden hebben kunnen worden.<br />
Te beklaagen en ten boogften te beklaagen<br />
zyn die ongelukkigen, die ter goeder trouwe<br />
gewaand hebben , ten beste van Landen Stad te<br />
hebben gehandeld, en nu de flachtoffers zyn<br />
van de verfoeilyke kunstgreepen van doemenswaardige<br />
verleiders. Hoe veele zyn 'er, die<br />
alles geteekend hebben, die uit getrokken zyn,<br />
en Vrouw, Kinderen, Handwerken en Kostwinningen<br />
veriaatende , zulks uit de beste<br />
beginzcls hebben gedaan, en vermeend niét<br />
te kunnen feilen, daar zy tot aanmoedigers<br />
en voorgangers hadden, lieden van aanzien,<br />
aan wien niet alleen van alomme lof wierd<br />
toegezwaaid, maar die noch, als't ware, door<br />
't gezach der Staats-Vergadering onderfteund<br />
wier-
2p MÜMÖRtÉS} TOT OPHELDERING, ENZ."<br />
wierden: terwyl dat teegen de geenen die an<br />
ders dachten, in de publieke Nieuwspapieren<br />
en andere Gefchriften, die zoo al niet op pu<br />
bliek gezach uitgegeeven , ten minftendoordè<br />
Overheid'niet teegengegaan wierden, gefchol-<br />
den , ja dezelve met de fnoodfte denkenswyze<br />
beticht wierden.<br />
Behalven deezen , hoe veel duizenden zyn 'er<br />
geweest, lieden van'tgeringdezoort, vreem<br />
delingen, die in 't Land noch woonden noch<br />
gehuisvest waren, die uitgelokt door het week<br />
geld dat hun wierd toegelegd, liever verkoo-<br />
zen met Soldaatje te fpcclen, 6 a 7 Gulden,<br />
dan met arbeiden, een Kroon, een Ryksdaal.<br />
der, ja minder, in de Week te verdienen.<br />
Men bedenke dit, en het ftrekke om uit te<br />
wisfehen het ongenoegen , dat men teegen dui.<br />
zenden van zyne Meedeburgers en Ingezeete-<br />
nen heeft opgevat: men vergeeve denzelven<br />
hun onvoorzichtig gedrach, en alle twecfpale<br />
verdvvyne uit den Lande!<br />
B y-
B Y L A G E N.
B Y L A G E L*. A.<br />
O p dat de Kooplieden met zeekerheid in 't bedryven<br />
van hunne Negotie, zouden kunnen g'informeerd<br />
zyn, welke Waaren eti Koopmanfchappen,<br />
ingevolge de tusfchen Denemarken en Engeland geflootene<br />
Tractaaten en overeenkomst zoude aangemerkt<br />
worden, of als Contrabande, of als vrypasfeerende;<br />
zoo heeft liet Koninglyke Generaal-Land-<br />
Oeconomie en Commercie-Collegie,over beide foorten<br />
van Goederen, een fpecifkatie van den volgenden<br />
Inhoud laaten publiceeren, als:<br />
„ Door den Terminus van Contrabande, is men<br />
„ overeengekoomen, dat men onder die benaaming<br />
niet anders zal verdaan: als Gewee-<br />
„ ren en allerlei foort van Wapens, met hun-<br />
„ ne toebehoorende fortimenten van Canon-<br />
„ nen, Mnsquetten, Mortieren, Petarden ,Bom-<br />
„ men, Granaten , Pikkranzen, Faschines, La-<br />
„ vetten en toebehoore'n, Bandeel Riemen,<br />
„ Kruit, Lonten, Salpeter , Kogels, Pieken,<br />
,, Degenklingen,Stormhoeden ,Krasfers, Hel-<br />
„ lebarders, Lanfen, Jaaglynen, Paardezadels<br />
„ Pistool-Holfters, Porte-Epées , en algemeen<br />
„ alle foorten, welke kunnen dienen om in den<br />
Oorlog gebruikt te worden, insgelyksBouw-<br />
.„ Timmerhout, Pik, Teer, Kopere Plaaten ,<br />
„ Zeilen, Hennip en Touw, en algemeen al-<br />
I DEEL. S „ l e s,
B Y L A G E V. A.<br />
,, les, wat eigentlyk dienen kan tot Scheeps*<br />
,, uitrusting, doch zal onverwerkt Yzer en<br />
Vuure Deelen daarvan geëxcludeert zyn,<br />
daartegen is uitdrukkelyk gefb'puleerd, dat<br />
„ men onder Contrabande niet zal verftaan Vis,<br />
„ vers of gezouten Vlees, en alle foorten van<br />
„ Graanen, Fruiten, Oly, Wyn, en algemeen<br />
alles wat dienen kan tot 's Levens onder-<br />
„ houd, dus kunnen alle deeze Articulen ver-<br />
,, voerd en verzonden worden, gelyk andere<br />
„ Koopmans Goederen, al was het zelfs tot<br />
„ vyandlyke Steeden en Havens, indien dezelve<br />
niet belegerd of geblocqueerd zyn."<br />
Quod Attestor.<br />
( Was get.)<br />
Drabye.<br />
't Welk de Magiftraat hiermede alleen fchriftlyk<br />
en zonder eenig opentlyke Publicatie, aan de<br />
Stads twaalf Mannen en hunne Negotiëerende Mede-Burgers<br />
tot hunne Naricht, zoude communiceeren.<br />
Dronthems Raadhuis den 29 January 178*.<br />
{Was geteekend.<br />
Nordahl. Angell.<br />
Klingenberg. Nisfen.<br />
BY-
B Y L A G E L". B.<br />
EDEL GROOT ACHTBAAR ÏIEERS<br />
N a de Befogne waarmeede U: Ed: G: Achtb: my<br />
gister avond vereerd heeft, en 't geen U: Ed: Gr:<br />
Achtb: de goedheid gehad heeft my omtrent myne<br />
gehoudene Entrevuë met den W: Ed: Heer van<br />
Berckel te vertrouwen, zoo verzoeke U: Ed: Gr:<br />
Achtb: by deezen my te permitteeren, tot maintien<br />
van myn credit, om U: Ed: Gr: Achtb:, als<br />
een Man van eer te verklaaren, dat ik direcl: noch<br />
indireft niets aan den W: E: Heer van Berckel uit<br />
naam van S: H: den Heere Prince van Gallitzin nebbe<br />
gezegd , als alleenlyk volgens den inhoud der<br />
Misfive door U: Ed: Gr: Achtb: zeiver geleezen,<br />
en welke ook origineel aan den W: Ed: Heer van<br />
Berckel vertoond hebbe. Wat ik voorts met Zyn<br />
W: Ed: gefprooken hebbe is familiair, en als particulier<br />
gefchied, kunnende den W: Ed: Heer van<br />
Berckel my abzolut niets imputeeren, als of ik Ministerialykhebbe<br />
geageerd, zulks zoude, buiten order,<br />
niet alleen onvoorzichtig, maar ten hoogden<br />
blamabel zyn, en geheel en al ftrydig aan die achting<br />
voor altoos aan d'Edel Groot Achtbaare Heeren<br />
Burgemeesteren gevoueerd.<br />
Want hoewel een onderdaan myner allergenadigfte<br />
Souveraine, zoo is myn hart, ( zoo veel als<br />
S 2 myn
B Y L A G E L». B.<br />
myn eer, eed en plicht betaamt,) goed Hollandsen,<br />
gezind, daar van het Rusch Keizerlyk Ministerie<br />
ten vollen overtuigd is. Met die gevoelens bezield ,<br />
die my niets verwyten, noch doen bloozen, zoo is<br />
het met een welmeenend hart gefchied, dat ik door<br />
het opgegeeven Concept, door de Couranten de<br />
ongeruste en neergeflagen gemoederen hebbe trachten<br />
op te beuren, waarvan 'er my gepasfeerde ochtend<br />
kwaamen questioneeren. Zie daar Edel Groot<br />
Achtbaar Heer het reëele van al het gepasfeerde,<br />
laatende aan U: Ed: Gr: Achtb: volkomen goedvinden<br />
over, om van deeze Brief gebruik te maaken,<br />
daar ü: Ed: Gr: Achtb: zulks nodig oordeelt,<br />
niets inhoudende als de waare fentimenten van myn<br />
Hart.<br />
Hebbe d'Eer met alle verfchuldigde Hoogachting<br />
te zyn &c.<br />
Amft. 6 Maart 1781.<br />
(JVas getekend')<br />
J. H. F. OLDECOP.<br />
B Y-
B Y L A G E L». C<br />
Memorie van Secreete Informatien die Ik, (GRAAF<br />
VAN WELDER.EN) verzocht heb, dat met alle<br />
menagement gebruikt mochte worden.<br />
Den 7 Maart 1780.<br />
Heb ik kennis gegeeven, dat ik geinformeert<br />
was, dat 'er Leeden van het Cabinet waaren, die<br />
het laatïïe Advis van de Admiraliteiten aanzagen als<br />
een doorflaand bewys , dat de Republiek hostile<br />
intentien had, tegen Engeland, en alleenlyk uitftelde,<br />
om die te excuteeren, tot dat zich hadde in ftaat<br />
geftelt; Dat men derhalven het zelve moest voorkomen<br />
, dat zonder voor de abfolute waarheid te<br />
kunnen inftaan, ik 'er voor vreesde , doordien 'er<br />
my bygevoegt was, dat dit Advis is van de zelfde<br />
Leeden, die de Attaque van den Grave van Byland<br />
hebben doorgedrongen.<br />
Den 10 Maart 1780.<br />
By myne voorgaande gevoegd, dat de Refolutie<br />
was genomen, geen menagement meer te hebben<br />
voor de Scheepen van den Staat, indien het Secours<br />
niet geaccordeert wierd, dat de laatfte decreeten<br />
van het Admiraliteits-Hof, ingevolge de Refolutie<br />
waaren gegeeven.<br />
S 3 Den
B Y L A G E La. C.<br />
Den 31 Maart 1780.<br />
Een particuliere Converfatie met Lord Stormont<br />
gerelateert, waarin die Heer zyn Sentimenten geöit<br />
had, als zynde met hart en ziel voor het oud<br />
Systema, dat hy roet fmerte zag, dat men inde<br />
Republiek een ander omhelsde , en daardoor een<br />
geheel nieuw Systema ging introducceren, voerende<br />
hymet alle delicatesfe aan, dat men ftandvastig<br />
zoude handelen, ingevolge de Memorie van<br />
de Heer Torke, en noch meer de gevolgen, die daar<br />
uit zouden kunnen voortvloeien , •• Ik heb 'er<br />
by gevoegd, dat ik hoopte, dat men in de Republiek<br />
verzeekert zoude zyn, dat het in Engeland<br />
ernst was, en dat men geloof zoude flaan aan myn<br />
voorgaande.<br />
Den 21 April 1780.<br />
Dat fommige Leeden van Advis waaren, dat ïngevalle<br />
de Republiek eene Alliancie met Rusland<br />
wilde maaken, op de gronden,
B Y L A G E L». C.<br />
Cabinet-Raad aan het Officie van Lord Stormont<br />
was geweest, doch laat gezeeten had.<br />
Den 15 April 1780.<br />
Heb ik myn Brief van den 21 gereïtereert.<br />
Den 28 April 1780.<br />
Myne voorgaande wederom gereïtereert.<br />
Den a Mey 1780.<br />
Dat ik alies mogelyk hadde gedaan, om rakende<br />
het geene ik den 21 April gefchreeven had, met<br />
meerder zekerheid te kunnen fchryven, dat ik zeeker<br />
geloofde, dat 'er Leeden van dat Advys waaren<br />
; maar hoe verre het geheele Cabinet en de Koning<br />
gekomen waren, ik met geen zeekerheid wist.<br />
Dat een point, waarin ik het geheele Cabinet eenpaarig<br />
dacht, was, om de voorgeflagen Alliantie met<br />
Rusland, tot geen confidentie te laaten komen, het<br />
andere , dat men het eerfte Convoy, dat uit de Republiek<br />
zoude zeilen, zeer ferieus zoude attaqueeren.<br />
Den 9 Mey 1780.<br />
Dat ik gehoord had, dat het Ministerie narichten<br />
had uit Vrankryk, dat de Heer de Sartine fprak,<br />
als of 'er questie was van een Alliantie met de Republiek.<br />
Den 28 July 1780.<br />
Dat ik met zeekerheid wist, dat de Directeuren<br />
S 4<br />
v J l<br />
»
B Y L A G E L». C.<br />
van de 0: I: C: aan het Ministerie hadden kennis<br />
gegeeven, dat haare Vyanden door de Bediendens<br />
ran de Hollandfche Compagnie alle byfland, zelve<br />
met geld kreegeri, en verzoekende het Ministerie<br />
om asfiftentie, het geen volgens myne informatien<br />
niet geaccordeert was geworden. '<br />
Hen 4 Aug. 1780.<br />
Heb ik gerelateert een Converfatie met Lord<br />
S^mnt fa dewelke zyn Ed. m y communiceerde<br />
de lnfiruéhen, die Hyaan de Heer Torke gezonder,<br />
had, om aan de Leeden van de Regeering op de<br />
meest vriendelykfte wyze voor te houden, dat inmen<br />
de Republiek dezelve Declaratie als Rusland<br />
wilde doen, zulks in Engeland aangezien zou moeten<br />
worden , als of de Republiek onvriendelyk ge-<br />
«iclineert ware, dewyl zy engagementen had, uit<br />
hoofde van dewelke zy genoodzaakt was Engeland<br />
te asfifteeren, dat men van de kant van Engeland<br />
wenschte, de oude Commercien en Vriendfchap op<br />
te houden en dat zulks de reede was, waarom hy<br />
d Heer Torke had aangefchreven, om de Leeden<br />
van de Regeenng onder het oog te brengen, de<br />
gevolgen die zoodanige demarche, als h° et doen<br />
van die declaratie, zoude hebben. Dat hy d t H e e r<br />
Ijie verders gelast had, om op de vriendelykfte<br />
wyze kermis te geeven, dat de Bediendens van de<br />
HoUandfche Compagnie, de Vyanden van Engeland<br />
en in 't particulier de Fr.nfch eD, onder de<br />
hand alle hulp en byfland verleenden. Wa.rop ik<br />
een-
B Y L A G E IA C.<br />
eenvoudig geantwoord liadde, van wegens den Staat<br />
nooit iets ontfangen te hebben, 't welk reiatien<br />
had tot de zaken, waarover hy my fprak.<br />
Den i Sept. 1780.<br />
Heb ik gerelateert een particuliere Converfatie<br />
met Ymand, wel geïnformeert van het geen 'er irt<br />
het Cabinet omging, hier op uitkomende, dat hy<br />
wenscbte, dat 'er middelen gevonden konden worden<br />
, om voor te komen , dat twee zulke oude Gea'llieerdens,<br />
als Engeland en de Republiek zich niet<br />
verder, en opentlyk brouilleerden, dat hy meende<br />
my te kunnen verzeekeren, dat de Koning en alle<br />
de Leeden van Zyn Ministerie, van het zelfde gevoelen<br />
op dat ftuk waren, namentlyk, om dat zoo<br />
lang mogelyk was te eviteeren, maar dat, niet tegenffaande<br />
dat, de Refolutie zeer vast genomen<br />
was, van niet ftil te zitten, ingeval de Staat haar<br />
Vloot gebruikte, om den Vyand van Engeland in<br />
ftaat te fiellen, om den Oorlog voort te zetten, of<br />
een Declaratie deed, op den voet, als die van Rusland.<br />
Dat men in Engeland niet dacht, dat Rusland de<br />
Guarantie, die den Staat als Preliminair vroeg, zoude<br />
accordeeren, maar dat het echter niet belette<br />
dat den Staat zocht een Traftaat te maken tegens<br />
Engeland , 'hoewel daar niet in genoemd, daar noch<br />
by voegende, dat de Directeuren van de O: 1: C:<br />
zich al verfcheide malen geadresfeert hadden'aan'<br />
Lord Hillsborough, ter occafie van de tydingen die<br />
S<br />
5 zy
BYLAGE IA C.<br />
zy ontfangen hadden, dat de Hollandfche Bediendens<br />
haare Vyanden zoo veel adfilientie gaven ,<br />
maar tot nu toe met beleefdheid van de hand waaren<br />
geweezen, dat, ingevolge berichten, de Hollandfche<br />
Specery-Eilanden, in drie maanden veroverd<br />
konden worden , en dat de narichten uit Rusland<br />
meedebrachten, dat de Keizerinne vriendelyk<br />
geïnclineert was.<br />
Den 22 Sept. 1780.<br />
Gefchreeven, dat ik geen kans zag, om te cffectueeren,<br />
dat Engeland eenige faveurs aan den Staat<br />
betoonde, dat ik geen Ministeriaale démarche kon<br />
doen, dewyl ik geene Inltructien, hoegenaamt had,<br />
en ten eenemaal onkundig was van de intenticn van<br />
den Staat; als meede van het geen het Hof van<br />
Engeland door haaren Ambasfadeur liet negotiëeren<br />
en of hy geëxecuteert had de orders , die Lord<br />
Slormont my gecommuniceert hadde, aan hem te<br />
hebben gezonden, en wat effect die hadden gedaan,<br />
dat ik derhalven gevaar zoude lopen, van te ageeren<br />
contrarie aan het but van den Staat, en dat de<br />
zaak van te delicate natuur was geworden, om te<br />
risqueeren, ietwes te zeggen ofte te doen daar ik<br />
van gedesavoueert kon worden.<br />
Dat als een particulier fpeekende, ik altoos getracht<br />
hadde meer verwydering voor te komen, en<br />
aan te toonen, hoe nadeelig een rupture voor beide<br />
zoude zyn; en by alle gelegendheid voorgehouden,<br />
hoe wenfchelyk het ware, dat, om zulks te<br />
pra>
B Y L A G E L a<br />
. C.<br />
prsevenieeren , Engeland eenige faveurs aan de Republiek<br />
wilde doen, maar dat ik klaar gemerkt bad ,<br />
in alle de Converfatien, die ik op dat fubject gehad<br />
hadde, dat dat Hof daartoe nooit te brengen<br />
zoude zyn, dat 'er zelve Leeden van gedachten waaren,<br />
dat zulks een kwaad effect zoude doen, dat<br />
men my van verre had te verdaan gegeven, dat,<br />
zoo den Staat ouvertures deed, men halfweg te gemoet<br />
zoude komen, en dat de Heer Torke volkomen<br />
geïnftrueert was op dat fubject.; en dat hy ook<br />
duidelyk de intentien van zyn Hof had te kennen<br />
gegeeven, ingevalle de Republiek Convoy verleende,<br />
of dezelfde Declaratie deed, als Rusland, —<br />
die intentien in myn Brieven van den 4 Aug. en<br />
I Sept. gedetailleert, heb ik wederom gereïtereert<br />
en geconfirmeert.<br />
Verders, dat de Heer Harris altyd fchreef, dat<br />
de Keizerinne van Rusland, by continuatie verzeekeringen<br />
van Vriendfchap gaf, en dat het Ministerie<br />
zich daarmeede flatteerde. Eneindelyk,<br />
heb ik kennis gegeeven, dat het Ministerie Informatien<br />
ontfangen had, dat de Hertog de la Fau~<br />
guion zich flerk gemaakt had by zyn Mof, van een<br />
rupture, tusfchen de Republiek en Engeland te<br />
efFectueeren, dat het Cabinet van Verfailles niet<br />
eenparig was geweest, of zoodanige ruptuur, op<br />
zich zelve genomen, voordeelig voor haar was, ofte<br />
niet; maar dat zy het alles aanmerkte als een<br />
événement, dat het Credit van Zyne Doorl: Hoogheid<br />
fterk zoude affecteeren.<br />
Den
B Y L A G E IA C.<br />
Den 20 OSlob. 1780.<br />
Gefchreeven, dat de verbittering zedert de ontdekking<br />
van de Papieren van Laurens zeer vermeerdert<br />
was, wederom gerepeteert, dat men in<br />
Engeland een gedecideerde parthy had genomen ,<br />
en dat het Convoyeeren naar de Havenen van de<br />
Mogendheeden, in Oorlog met Engeland, of het<br />
overftappen van de gevraagde Guarantie aan Rusland,<br />
van een ruptuur gevolgd zoude worden, en<br />
dat ik vreesde voor onze Bezittingen in de Oost.<br />
en West-Indien, en dat men zich by continuatie<br />
flatteerde van de perfoneele geneegenheid van de<br />
Keizerinne van Rusland.<br />
Den 3 Nov. 1780.<br />
Gefchreeven, dat na de beste informatien, die ik<br />
hadde kunnen krygen, het greotfte gedeelte van de<br />
Leeden van het Cabinet van Advys waaren, dat men<br />
zoo lang mogelyk de oude Commercieu en Vriendfchap<br />
moest ophouden, en dat in het tegenwoordige<br />
oogenblik Engeland vyanden genoeg had, zon.<br />
der zich met eene andere Mogendheid in een Oorlog<br />
te wikkelen. —— Andere waaren van Advis,<br />
dat de Republiek zulke hostile desfeinen tegens<br />
Engeland manifesteerde, zoo wel binnen als buiten<br />
Europa, dat die oude Vriendfchap en Connexie<br />
ten eenemaal aan een einde fcheen te zyn, en (laande<br />
hielden, dat het allefints voordeeliger was voor<br />
En.
B Y L A G E La. C.<br />
Engeland, van in Oorlog te zyn met de Republiek,<br />
als langer op dien voet te blyven. Dat ik<br />
dacht, dat het van de Refolutien , die de Republiek<br />
zoude neemen, in de differente zaken, daar tegenwoordig<br />
over gedelibereert wierd, zoude afhangen<br />
welk fentiment praevaleeren zou.<br />
Den io Nov. 1780.<br />
Rapport gedaan , dat ik meende wel onderricht<br />
te zyn, dat zoo 'er geen voldoende Refolutie genomen<br />
wierd, omtrent de gecommuniceerde Papieren<br />
, die by de Heer Laurens gevonden waren, een<br />
Oorlog vast was, en dat ik geloofde, dat men hier<br />
ftaat op kon maaken.<br />
Den 21 Nov. 1780.<br />
Gefchreeven, dat voor zoo veel ik wist, de Heer<br />
Torke noch geen order had om zich te retireeren,<br />
ten waare dezelve hem deezen dag gezonden<br />
ware geworden; — dat 'er s' morgens een Cabinet-Raad<br />
over Buitenlandfche zaken gehouden was.<br />
Den 24 Nov. 178a.<br />
Dat volgens het geene ik met eenige zekerheid<br />
had kunnen weeten, men naar de Hollandfche Brieven<br />
wagtede, om een finaale Refolutie te neemen.<br />
Den 5 Dec. 1780.<br />
Dat ik niet had kunnen weeten , wat Refolutien<br />
men
B Y L A G E L». O<br />
men genomen had, zedert den ontfangst van de<br />
Brieven van den 18 pasfato, alleen, dat ik met zeekerheid<br />
gehoord had, dat Prins Frederic zyn reis<br />
nam over.Vlaanderen, en niet over Holland, en dat<br />
hy noch in den loop van de Maand zoude vertrekken,<br />
— En dat man in de City dacht, dat de<br />
zaaken tot een Oorlog zouden kornen.<br />
Den 8 Dec. 1780.<br />
Dat'er drie dagen agter een, Cabinet-Raden<br />
geweest waren, rakende de Situatie van zaaken<br />
tusfchen Engeland en de Republiek, dat, wat moeite<br />
ik my ook gegeeven bad, ik niet had kunnen<br />
weeten, of men tot eenige Refolutie was gekoomen,<br />
dat ik alleen wist, dat men daags te vooren noch<br />
niets finaals gedetermineert had, en dat het fcheen,<br />
dat men de Hollandfche Posten wilde afwachten.<br />
Den 15 Dec 1780.<br />
Dat de drie manqueerende Posten gearriveert waren,<br />
en dat ik dien dag eerst gehoord hadde, dat<br />
de Heer Torke order had gekreegen, om een nadere<br />
Memorie te prefenteeren, om antwoord te<br />
hebben op die van den 10 Nov., dat ik dacht, dat<br />
hy dien Dingsdag geprefenteert zoude hebben, en<br />
dat men zoude afwagten, wat daar op in deu loop<br />
dezer week zoude gedaan worden, voor dat men<br />
tot een finaale Refolutie kwam.<br />
Den
B Y L A G E L». C.<br />
Den 17 Dec. 1780.<br />
Dat de Heer Frafer my uit naam van Lord Stor-<br />
«?OH* kennis had gegeeven, dat men orders gezonden<br />
had aan den Heer Torke, om te vertrekken zonder<br />
affcheid te neemen, zonder my te zeggen, wat oorzaak<br />
tot die orders had gegeeven, • dat ik<br />
gehoord had, dat 'er daags te vooren een Courier<br />
van de Heer Torke gearriveert was, en dat 'er<br />
s'avonds Iaat een Cabinet-Raad gehouden was,daar<br />
die Refolutie in genoomen was.<br />
Den 26. Dec. 1780.<br />
Dat 'er order gezonden was, om St. Euftatius<br />
en St. Martin te attacqueeren; en dat ik niet zonder<br />
vreeze was,dat d'expeditie, waarvoor men 3000<br />
Man met zwaare Artillerye infcheepte, de Kaap de<br />
goede Hoop zoude gelden.<br />
B Y-
B Y L A G E L». D.<br />
Extract Misfive van Gecomm. Raaden van<br />
't Noorder Kwartier.<br />
w y hebben, &c.<br />
By deezen neemen wy ook de gelegenheid, om<br />
UEd. Gr. Mog., conform derzelver Ref. van den<br />
10 Jan. deezes Jaars, met communicatie van Zyne<br />
D. H. den Heere Prince Ërfftadhouder, met betrekking<br />
tot dekking der Zeekusten, de nodige orders<br />
hebben gedepecheerd , en ter Executie gelegd ,<br />
zoo dat dezelve Provifioneel zich in behoorlyke<br />
ftaat van defenfie bevinden: zullende Wy niet achterlaaten<br />
zonder ophouden het noch verder benodigde<br />
te doen te werk ftellen.<br />
( Was getekend')<br />
De Gecomm.<br />
Ter Ordonnatie van dezelve,<br />
Nkolaas Groet.<br />
BY-
BYLAGE La. E. N». i><br />
HOOG ED. GESTR. HEER!<br />
•Durgemeesteren hebben tot hurt uiterst leedwee,<br />
zen verttaan, dat Z. D. H. zich over het op vootledene<br />
Vrydag gedaane voorftel, aan onderfcheidene<br />
Lieden ten tterkften beklaagd, en zelfs in fcriptis<br />
gefteld heeft, 't geen Z. D. H. meent, door ons<br />
tegens den Heere Hertog te zyn ingebracht geworden.<br />
Hoe zeer het ruchtbaar maaken van eene zaak ,<br />
(die Burgem. niet verricht hebben dan na ryp overleg,<br />
en als daar toe gedwongen door d'omftandigheden,<br />
in welke het Vaderland zich bevind, dewelke<br />
naar hunne gedachten, velftrekt vereischten, dat<br />
alle reedenen, die tot eenig mistrouwen tusfchen<br />
Z. D. H. en de Regenten, eenige aanleiding zouden<br />
kunnen geeven, hoe eerder zoo beeter weggenomen<br />
worden,) hun onverfchillig is, zoo kunnen Zy<br />
niet ontveinzen, dat de verkeerde begrippen, het<br />
zy met behoorlyken eerbied gezegd, in welke Z.<br />
D. H. na de mondelinge voortelling, doof den Penfionaris<br />
Visfcher gedaan, getoond heeft te zyn, wegens<br />
de wyze, op welke gem. Penfionaris op 'tfubjeér.<br />
van bovengem. Heere Hertog, zich geuit had,<br />
Hun doen vreezen, dat Hoogstdezelve by deszelfs<br />
denkbeelden perfifleerende, mooglyk hunne uitdrukkingen,<br />
niet zoodanig gefield zal hebben, als zy<br />
!• DML. T w a a r.
B Y L A G E L*. E. N°. i.<br />
waarlyk en in de daad geweest zyn. Burgemeesteren<br />
zouden gaarne gezien hebben, dat de Memorie<br />
door den Penfionaris Visfcher voorgeleezen, daarna<br />
overgegeeven, in Zyne Doorl. Hoogh. handen gebleeven<br />
was, om Hoogstdezelve te overtuigen, dat<br />
wel verre van den Heere Hertog te befchuldigen,<br />
Burgemeesteren op het fterkfte hebben verklaard,<br />
dien Heer geenzints te verdenken, wegens de fchandelyke<br />
uitfirooifelen, tegens een Heer van zyn aanzien<br />
en geboorte, maar dat zy Burgemeesteren deszelfs<br />
verwydering om geene andere reede geëischt<br />
hebben, dan om dat door het algemeen wantrouwen,<br />
met of zonder reede, tegens Zyne HoogePerzoon<br />
opgevat, het uitfluitend vertrouwen, hetwelk<br />
Z. D. H. op dien Heer gefteld heeft, het beftuur<br />
der publieke zaaken fchaadelyk kwam te zyn: als<br />
wordende daar door het vertrouwen, dat men in<br />
Z. D. H. noodwendig dient te ftellen, willen de<br />
zaaken wel gaan, zoo niet ten eenemaal weggenomen<br />
, ten minften zeer verzwakt.<br />
Burgemeesteren protefteeren als noch, en verzeekeren<br />
op het allerferieuste, dat zy uit geene<br />
byzondere haat, afgunst, of verregaande verdenkingen,<br />
tegens meergem. Heere, den bewusten ftap<br />
gedaan hebben, en zy hoopen, dat aan hunne woorden,<br />
geene andere beteekenis gegeeven zal worden,<br />
als die met hunne waarachtige intentie overeenkomftig<br />
is.<br />
Zy hebben beloofd, dat de Memorie, door den<br />
Penfionaris Visfcher voorgeleezen, niet zou gecommuniceerd<br />
worden, aan anderen, dan aan de gee><br />
nen,
B Y L A.GE La. E. N». i .<br />
nen, die dezelve dier tyd gezien hadden, naamlyk,<br />
de vier Regeerende Burgemeesteren, en de Penfionaris<br />
Fisfchgr: zy hebben die beloften ook heilig<br />
nagekomen: maar zy zouden niet gaarne zien,<br />
dat zy by v- publiek, by hunne meede - Regenten ,<br />
zoo van deJze als andere Provinciën voorgefteld<br />
wierden, als hebbende den Heere Hertog waarlyk<br />
befchuldigd met het geene, waarmede die Heer<br />
in eerlooze en infame libellen befchuldigd wordt,<br />
't Zy verre van hun, te kunnen denken, dat Z. D.<br />
H. met opzet, en als ter kwaader trouwe, het doen<br />
van zulke of diergelyke befchuldigingen, aan Burgemeesteren<br />
zoude willen aanwryven, maar de aandoening,<br />
dewelke Z. D. H. gevoeld heeft op't hooien<br />
van een voorftel, zoodanig ftrydig met de hoogachting<br />
en liefde, die hoogstdezelve voorhaarengeweezen<br />
Voogd, natuurlyk hebben moet, haarongetwyffeld<br />
geprevenieerd hebbende, tegen de geenen<br />
, die dat voorftel gedaan hebben, zoo zou het<br />
geen wonder zyn, zoo Zy zich waarlyk by aanhouding<br />
verbeeldde, anders gehoord te hebben, dan onze<br />
Penfionaris geleezen heeft.<br />
't Is om die reede, Hoog Ed: Geftr: Heer, dat<br />
Ik, uit naam van Burgemeefteren, de vryheid neem,<br />
U. H. Ed. Geftr. te doen geworden, dat zelfde ftuk,<br />
dat onze Penfionaris voorleeden Vrydag heeft voorgeleezen;<br />
met verzoek, om het zelve met communicatie<br />
deezes, aan Z. D. H. ter hand te ftellen,<br />
Burgemeesteren hebben daar meede geen ander<br />
inzicht, dan om aan Z. D. H. de eigsnlyke woor-<br />
T 2<br />
dea,
13 Y JL A G E L«. E. N. i.<br />
den, dewelke Stads Gedeputeerden gebruikt hebben<br />
, onder 't oog te brengen.<br />
Het zal, 't zy met eerbied gezegd, aan Z. D. H.<br />
volkoomen vryftaan, van deeze Memorie zoodanig<br />
gebruik te maaken, als zy zal kunne^goedvinden,<br />
terwyl Burgemeesteren, ten zy daartoe gedwongen ,<br />
dezelve aan geene anderen zullen meededeelen.<br />
Voorts verzoeken Burgemeesteren zeer ernftig, dat<br />
U. H. Ed. Geftr. den Heere Prince verzeekere van<br />
hunne oprechte verknochtheid aan deszelfs Perzoon<br />
en aanzienlyk Huis, De betrekkingen tusfchen particulieren<br />
en de betrekkingen tusfchen Regenten, zyn<br />
in haare uitwerkzelen zeer onderfcheiden: men dient<br />
dierhalven noodwendig met een ander oog te befchouwen,<br />
't geen tusfchen deezen of geenen gefchied:<br />
Particulieren hebben geene betrekking dan<br />
tot eikanderen, en alles wlat dezelve treft, treft de<br />
particulieren alleen, en ftrekt zich niet uit buiten<br />
hunne Perzoonen: maar. Regenten hebben eene gemeene<br />
betrekking tot het gemeene-best, aan'thoofd<br />
of in de Regeering van 't welke zy gefteld zyn. Alles,<br />
wat hen in't byzonder zou treffen, moet zwichten<br />
voor de betrekking die zy hebben tot dat Gemeene-best,<br />
en deeze is heilig: welk misverftand<br />
en onmin ook onder hun lieden mogen weezen,<br />
zoo behooren zy één hart, één oog, één mond<br />
te zyn voor het algemeen welzyn. Al had Z. D:<br />
H. op het allertreffcndfte Burgemeesteren van Amfterdam<br />
in hunne byzondere Perzoonen beleedigd;<br />
al had Z. D. H. op de allerbitterfte wyze hun onverdiende<br />
verwytingen gedaan, zy zouden noch gereed
B Y L A G E L». E. N \ i.<br />
reed zyn, om met den Heere Stadhouder, met het<br />
aanzienlyk Hoofd van dit noch onlangs aanzienlyk<br />
Gemeenebest, op de vertrouwde, openhartigfte en<br />
cordaatde wyze te overleggen, al wat gedaan moet<br />
worden , ten beste van hetzelve. Hoe veel te<br />
meer, zyn zy daar toe gereed, terwyl zy de Perzoon<br />
van Z. D. H. eerbiedigen, en overtuigd van<br />
deszelfs perfoneele hoedanigheeden, voor Denzelven<br />
alle hoogachting hebben, en gereed zyn om alle<br />
vertrouwen op Z. D. H. te dellen. Zy durven<br />
de allerferieuste verzeekeringen geeven van hunne<br />
volkoomene bereidwilligheid, om met Z. D. H. in de<br />
allerbeste en oprechtde correspondentie te leeven,<br />
enz.<br />
Amfterdam<br />
12 Juny 1788.<br />
(Was geteekend)<br />
J. R E N D O R P.<br />
T 3 BV-
B Y L A G E L». E. N°. 2.<br />
W E L ED. GESTR. HEER!<br />
J^Lccufeerende de receptie van Uw WelEd. Geffr.<br />
Misfive, heeden ontfangen, heb Ik d'Eer te melden,<br />
dat geen Oogenbiik heb verzuimd om het daar<br />
hy gevoegde ftuk, met voordragt van den inhoud<br />
dier Misfive, aan Zyn Hoogheid de Heer Erflladhouder<br />
ter hand te ftellen.<br />
Myn Heer, niets zoude my in de loop van myn<br />
allerverdrietigst Ministerie aangenaamer zyn dan te<br />
konnen medewerken tot herfiel en bevordering van<br />
eene by my op het hartelykst gewenschte, en voor<br />
het lieve Vaderland altoos, en ten allen tyden , maar<br />
vooral thans , zeer hoognoodige eensgezindheid,<br />
tusfchen Uw Wel Ed. Geftr. Stad, en hooggem.<br />
Zyne Hoogheid.<br />
Ik verzoek Uw Wel Ed. Geftr. de verdere Heeren<br />
Burgemeesteren van myn refpect te verzeekeren,<br />
teiwyl d'eer heb met de yverigfte gevoelens van<br />
achting en aankleving te zyn<br />
Wel Edele Geftrenge Heer!<br />
U Wel Ed. Geftr. Onderdanige<br />
en Gehoorzaame Dienaar<br />
'slïagei3juny P. v. BLEISWYK.<br />
1781.<br />
EY-
B Y L A G E L». F.<br />
Den 7 Maart 1782.<br />
Deliberatie over het beklag van den Hertog, aan<br />
H. H. Mog. over Gedeputeerden van Amfterdam,<br />
in Juny 1781, volgens Refolutie van<br />
20 Febr. 1782, tot af komst heeden.<br />
Ridderfchap. Perüfteert by voorig Advys. Zie<br />
Not. 20 Feb. 1782 , van Holland.<br />
Dordrecht, 't Is niet de eerfte reis, dat de Reedenen<br />
hunner Principaalen geuit hebben van hunne<br />
bevoegdheid tot reclame der Refolutie, voor al van<br />
1663, en dat op fundament der belofte, in die Refolutien<br />
met eede vervat, dat de Leeden aan elkander<br />
verplicht zyn indemniteit, of de gemolesteerde<br />
Leeden, volgens den aart en Conftitutie der Regeering<br />
te maintineeren: in dit geval is Amfterdam:<br />
uit hoofde van die gereclameerde Refolutie, behoort<br />
op fundament derzelve eene recriminatie te zyn:<br />
zouden gaarne met allen aandrang de gefundeerdheid<br />
daarvan nader toonen, maar zullen dat niet doen:<br />
niet, om dat geen belang in 't refultat ftellen, maar<br />
alleèn om reeden van gegrond wantrouwen, dat een<br />
nader adftruftie geen vat op de Leeden zou hebben :<br />
konden ook toonen, dat het declaratoir van Z. II.<br />
en 't Advys der Edelen te ver gaat: dat het zelve<br />
hier niet te pas komt, zynde ingericht om te decideren<br />
een point, dat nooit in deliberatie is geweest;<br />
f 4 waar
B Y L A G E L*. F.<br />
waar op nooit de Leeden hebben gedacht: dat nooiï<br />
kan decideeren , het poijit hier in questie; zullen dat<br />
declaratoir tot geen fundament van deliberatie leggen:<br />
geene nieuwe, kan uit hoofde van dat declaratoir<br />
of Advys, plaats hebben: zullen alleen inhaereeren<br />
hunvooriggeavanceerde, endaar byten krachtigllen<br />
perfifleeren; kunnen echter niet voorby, hunne<br />
verwondering te toonen, dat de Ridderfchap perfifteert<br />
by een declaratoir dat niets inhoud: voornaamlyk<br />
om de deliberatie te feponeeren : hadden mogen<br />
verwachten, dat de Ridderfchap zon concurreeren<br />
tot een finaal befluit, gelyk de Refolutie op de propofitie<br />
van Amfterdam, dat klaar vordert; daar de<br />
Ridderfchap perfifteert by een declaratoir, om de<br />
zaak by provifie buiten deliberatie te laaten : op zulk<br />
een contenance is al vry wat bedenking: twyffelen<br />
of veel zal vorderen ; geeven die" zaak over aan de<br />
meerderheid, met referve van zich nader te expliceeren.<br />
Haarlem. Hebben zich te meermaal geëxpliceert<br />
byzonder ook over 's Ridderfchap's voorflag, tot<br />
afdoening quafi: zullen'er thans alleen byvoegen,<br />
dat, rapport doende van 't laatst gepasfeerde, van<br />
den ftaat der deliberatie, van het dcclareeren der<br />
Ridderfchap, en van de voorflag om de zaak te feponeeren<br />
, gevonden hebben dat in geenen deele te<br />
pas komt, of van infiuentie kan zyn, 't declaratoir<br />
van Z. H.; zeggen alleen : dat hunne [Principaalen<br />
compleet geapprobeert hebben , hunne conduite, als<br />
conform de principes der Regeering; en geen nieuwe<br />
deliberatie nodig geacht, die ook eenigfints de<br />
vo-
B Y L A G E La. F.<br />
vorige principes zouden ondermynt hebben: dat in<br />
geen ampel detail zouden treeden , maar alleen 't<br />
voorig gezegde herhaalen. De materie was gewicht<br />
tig genoeg: erkennen dit met Dordrecht: zyn ver<br />
wondert over de contenance van de Ridderfchap,<br />
en voorgebrachte fentimenten van toegeevendheid,<br />
daar niet vatbaar zyn voor recht, reeden, billykheid<br />
en gezonde Policie: dat het inutil zal zyn,<br />
veele refleclien te maken: dat ze inbajreeren hun<br />
Jagt wel expres, en daar by perfifteeren: dat de<br />
Regeering van Haarlem op dat fujet haar plicht,<br />
als Lid der vSouverainiteit heeft gedaan, ftrekt tot<br />
hunne Satisfactie; zynde verplicht, op 't nadrukkelykst<br />
pogingen te doen, om de gedachtenis voor de<br />
posteriteit te conferveeren, en daarom de rechten<br />
der Souverainiteit hebben gemaintineert: wenfchen<br />
dat de Leden, die in dit geval zo laauw zyn, de<br />
applicatie van gem. Ref. voor zich zeiven niet zullen<br />
behoeven te reclameeren.<br />
Delft. Als de Regeering kort na de Misfive van<br />
den Hertog ter Vergadering overgebracht was ,<br />
alle om Handigheden had overwogen , kwam tot<br />
Conclufie best voor, om deeze onaangenaame zaak<br />
te laaten flaapen, en buiten verdere deliberatie te<br />
houden, met geen ander oogmerk , als dat, welke<br />
Refolutie ook wierd genoomen, het niet anders als<br />
onaangenaame gevolgen kon hebben: dat de Regeering<br />
van het declaratoir van Z. H., en van de Ridderfchap<br />
gekreegen , kennis hebbende, thans eenvoudig<br />
had nagegaan, of na dien tyd ook 't een of ander<br />
was voorgevallen, om Haar van 't fystema om<br />
T 5 de
P. Y L A G E L\ F.<br />
de zaak finaal te feponeeren , te doen afgaan, maar<br />
zy daar in volmaakt gefierkt was; dat als men<br />
al eens wilde volgen het fystema van Dordrecht<br />
en andere, begrypende, dat men de demarche van<br />
den Hertog ad aninum moet meenen; dat Gedeputeerden<br />
ter Generaliteit moeten reprefenteeren ,<br />
Hun Ed. Groot Mog. gevoeligheid over die demarche;<br />
dat de Hertog heeft geattaqueert de maximes en<br />
•wetten van de Souverainiteit, en aangegaan tegen't<br />
verfchuldigd refpeft, dat een Officier van den Staat<br />
fchuldig is, en daarom by Hun Hoog Mog. inftee.<br />
ren, om die daad behoorlyk te doen repareeren:<br />
men ten ifie vraagt, wat effect, zal zulke Refolutie<br />
ter Generaliteit doen, daar reeds 4 Provinciën, als<br />
Gelderland, Utrecht, Overysfel en Stad en Lande<br />
van ander begrip zyn, ooit die Satisfactie ter Generaliteit<br />
tc bezorgen is ? Of niet eer te vreezen is,<br />
dat die Provinciën noch onaangenamer Refolutien<br />
zullen neemen die, daar de meerderheid der Bondgenooten<br />
van contrarie opinie is , noch onaangenaamer<br />
Refolutien voor Holland konden zyn ? dat Holland<br />
zich wel niet moet laaten intimideeren , of van Refolutien<br />
affchrikken, maar hier alle redenis, om die<br />
zaak te laaten flaapen: dat Denemarken reeds in<br />
July 1781 gedeclareert heeft,dat de Koning het niet<br />
onverfchillig aanzag: dat tot tweemaal toe de Konin°van<br />
Pruisfen niet onduister ge'ïnfinuëert had, hoe<br />
op die materie dacht: dat wy ons niet daar aan zouden<br />
behoeven te ftooren, maar de omftandigheeden<br />
raaden, terwyl geen effect, ter Generaliteit te wachten<br />
is, en dat andere Mogendheeden zich daar in<br />
laa-
B Y L A G E L*. F.<br />
laaten zien. dit te laaten blyven. Eindelyk, dat dewyl<br />
het declaratoir van Z. H. in Holland gecommuniceert,<br />
eene Juftificatie van den Hertog bevat, als<br />
dan een Refolutie tot flrafvordcring niet allergevoeligst<br />
voor Z. H. , als eerfte Regent zou zyn. Dat<br />
alles concurreert, om dat werk te fmooren. Zien<br />
het declarat: van de Ridderfchap aan met een ander<br />
oog: het voldoet eenigszins aan 't begeerde; betitelt<br />
vast, dat Amfterdam en alle de Leeden van Holland<br />
recht hebben tot voorflagen te doen, als 't belang het<br />
vordert: als dat declaratoir word gevolgt, verklaaren<br />
zulks ook de Staater», en daar dit zelve by geleegendheid<br />
der demarche van den Hertog word gedaan,<br />
geeft de Staat implicité daar mede te kennen,<br />
dat het verzoek van den Hertog om Satisfactie niet<br />
te pas komt. Het point der recriminatie moet worden<br />
gefeponeert, de omftandigheeden verbieden een<br />
Refolutie die nadeelig zou zyn en groter oneenigheeden<br />
verwekken. Onder dit declaratoir meet de<br />
zaak gefeponeert blyven, niet by provifie, maar geheel<br />
buiten verdere deliberatie, om de harmonie te<br />
cultiveeren. Nopens de wensch van Haarlem zoo<br />
vvenfehen meede, dat, als ooit zo ongelukkig worden<br />
, dan te toonen, dat de gevoeligheid moet worden<br />
opgeofFert aan de Eendracht.<br />
Leiden. Als de ftaat der deliberatie en de conduite<br />
van Gedeputeerden hebben t'huis gebracht,<br />
is hun doen eenpaarig geapprobeert; konden met<br />
Dordrecht en Haarlem zeggen, dat zich zeer duide-<br />
Jyk een en andermaal hebben geëxpliceert, en daarby<br />
perfevereeren; maar dat alles wilden opofferen<br />
tot
B Y L A G E L. F.<br />
tot haimonie, waar van noch onlangs preuves hadden<br />
gegeeven: dat nu afgevraagt, wat in deeze materie<br />
konden doen , de condufie was geweest, dat door eed<br />
en plicht verhonden waren; dat zulks van 't begin<br />
reeds gezegd hadden : dat 'er dus weinig moeite was<br />
om in deze parry te kiezen: dat 'er geen Lid is die<br />
niet bezwooren heeft de rechten der Souverainiteit<br />
ten fterkften te maintineeren: dat hier geïmpieteert<br />
is op een der eminentlfe rechten, en een Lid reclameert<br />
de trouw en guarantie van de andere Leeden:<br />
dat alles over hebben voor harmonie, maar<br />
niet daar eed en pligt hun verbinden: dat by eenpaarige<br />
Refolutie der Vroedfchap is geperfevereert,<br />
by 't voorfchrift van Anno 1621: dat zeer weinige<br />
dagen daarna ter Generaliteit Satisfactie gevraagd<br />
is: of in eene reclame van die natuur per<br />
plura kan geconcludeerd worden, laten dat om nader<br />
te bedenken : als de conclufie valt alleen van<br />
hun begrip, zullen niet alleen protesteeren, maarzo<br />
een aanteekening referveeren, als tot maintien de-,<br />
zer Souveraine vergadering behoort.<br />
Amfterdam. Kunnen niet zonder veel aandoening<br />
op nieuws van deze materie fpreeken, om 't gewicht<br />
der zaak, te meer, daar een coufluentie van<br />
Toehoorders fchynt zamen gekomen, om bytewoonen<br />
de uitvaart hunner gerechtigheeden en vrydommen<br />
, geleid door een Heer, wiens Voorouders met<br />
zoo veel lof daar voor geftreeden hebben: principaal<br />
tegen een confiliarius van een Vorst, die noch<br />
niet zou fchroomen, daar alles voor op te zetten:<br />
moeten opmaaken, dat de Leeden veel woorden van<br />
hun
BYLAGE L a<br />
. F.<br />
hun wagten: dewyl met zo veel iever door voorzit*<br />
tende Leeden alles herhaalt is, zou het maar vergeefïche<br />
moeite zyn: reclameeren alleen de bezvvooren<br />
geguarandeerde Privilegiën en Voorrechten:<br />
kannen volftaan zig te voegen by Dorth, Haarlem<br />
en Leiden wat ook 't befluit zy: de voorflag der<br />
Ridderfchap betekent niets: zelfs ten uiterften verwondert,<br />
dat zy fchynt die rechten niet te erkennen:<br />
't is- hun leed, dat de tyden zoo zyn verandert,<br />
dat die zelve Vergadering, die in een Jaar zonder<br />
aanbelang, den 26 Mey 1621. eene zoorigoureufe<br />
Refolutie nam, nu zoo laf is, om dat de Perfoon<br />
wat meer verheeven is van geboorte, fchoon een<br />
Dienaar van den Staat: dat men uit deference voor<br />
hem tot die laagheid komt, om de zaak te feponeeren:<br />
of zulks iemands Confcientie voldoen kan, daar zy<br />
zoo indignegeattaqueert worden: zullen om perfoneele<br />
haatelykheid liefst voorbygaan, 't geen Delft zegt:<br />
zyn verwondert over de vrees voor gedwonge Refolutie<br />
der Provinciën, die niet unaniem zyn: dat<br />
het verhaal van vreemde Ministers aan den Griffier<br />
(misfchien weet d'Hr. Emants meer,)zoo vermoet<br />
brengen, om deliberatien die betrekking tot de rechten<br />
van 't Land hebben, te fchikken naar zaken daar<br />
men niet mede te doen heeft: toen het declaratoir<br />
van Zyn Hoogheid is ingebracht, recommandeerde<br />
een Lid het menagement, zo dat betrekkelyk is op<br />
de Advyzen der Leeden, zullen zy dat niet taxeeren<br />
dewyl thans niet te pas komt: nooit is door Amfterdam<br />
in deliberatie gebracht eene propofitie aan Zyn<br />
Hoogheid, door haar gedaan, nooit is eene decifie<br />
daar
B Y L A G E IA F.<br />
daar op gevraagd: zou ook niet bekend zyn geworden<br />
: hebben Z. H. niet willen binden aan 't gebruik<br />
ten beste, maar hebben niets ter kennisfe gebracht<br />
van 't Publiek: deze deliberatie bepaalt zich eenvoudig,<br />
tot het adres van den Hertog om Satisfactie<br />
: 't is meer als eens getoond, dat de attaque is<br />
gedaan op de vryheid en Rechten; zullen die vasthouden;<br />
repondeeren niet voor de gevolgen: zoo<br />
eene haatelyke Oorlog hunne Principaalen niet te<br />
rug hield van'eenige verdere demarche, zouden zy<br />
zich byna fchaamen op deeze plaats te blyven zitten:<br />
zouden zich anders afzonderen van eene Vergadering<br />
, daar zoo onbehoorlyk behandelt worden.<br />
Gouda. Hebben bevonden dat van de Ridderfchap<br />
behelst 3 deelen : 1, declaratoir van Zyn Hoogheid:<br />
2, het declaratoir van de Ridderfchap : 3, een finaal<br />
afdoen: ad 1 zyn 't volmaakt eens met Amfterdam ,<br />
komt niet te pas: de questie is alleen, over 'tadres<br />
van Amfterdam aan Zyn Hoogheid: of 't verzoek<br />
van den Hertog, wel of kwalyk is , is hier geen object,<br />
zwygen daarop: ad 2, behelst een conciliatoir.<br />
a , De Leden hebben het recht, &c,: b, gelyk recht<br />
heeft Zyn Hoogheid: c, men wil feponecren. Ad#,<br />
zyn 't daar omtrent volkomen eens, is geen object<br />
van dispuut, is door de wet gejustificeerc: het declaratoir<br />
van de Ridderfchap is overbodig, alzoowet<br />
exteerd. Adb t als niet zullen varieeren, zou men nader<br />
recherche moeten doen, waar en waar omtrent niet<br />
convenieeren: de Wet van 1586, 1663, en 't cxempel<br />
van 1621, alleen relatif tot propofitien in Holland
B Y L A G E L a<br />
. F.<br />
land gedaan: zeggen dat niet gratis, de Wet zegt,<br />
dat moeten gedaan worden in de Vergadering, Staatsgewys:<br />
dat brengt de zin der eerfte Wet van 15S6<br />
al mede: is alleen gemaakt tot vermeerdering Van<br />
confidentie, dat het eene Lid niet meer zou weeten<br />
als het andere: als in Holland geopenbaart worden<br />
zaaken tot nut van den Staat, moeten die niet alleen<br />
gefecreteert, maar die ze reveleert moet voor een<br />
vyand van 't Vaderland gehouden worden: d'inttitutie<br />
is goed: had Amfterdam dat exempel niet kunnen<br />
volgen, de fecretesfe reclameeren, was 'er dan<br />
niet dezelve fecuriteit geweest? alles is doch gefchied<br />
tot vermyding van eclat. Amfterdam heeft<br />
eene goede intentie gehad, en 't welzyn van 't Land<br />
beoogt, maar kan die intentie bevryden van de wet?<br />
als 't in Holland was gebracht, had het daar kunnen<br />
blyven onder fterke belofte van fecretesfe, het kan<br />
nu niet blyven buiten eclat: als men nu let op de<br />
daad, de woorden der wet , en d'aanleidende oorzaak<br />
tot de wet, dat het gefchied is om de rechten der<br />
Souverainiteit te maintineeren, hoe is dan Am".erdam<br />
niet in de termen der wet? God Almachtig<br />
is getuige van de oprechtheid hunner gevoelens:<br />
beroepen zich op 't Opperwezen, hebben niets<br />
meer gewenscht als een harmonieuze afkomst, daarom<br />
gewenscht de zaak te feponeeren , en 't werk te<br />
laaten flaapen, om dat geen uitkomst zien: hebben<br />
als dus gedacht, om 't gewicht van 't werk: vinden<br />
geen reeden te devieeren van deeze beraifönneerde<br />
Principes; 't zyn de waarachtige gevoelens<br />
van hun hart, fchoon in dat derde eens waren met<br />
Am-
B Y L A G E IA F;<br />
Amfterdam, dat over de daad als daad Amfterdam<br />
niet moet verantwoordelyk zyn, dat onder zulk deelaratoir<br />
advyfeeren tot het finaal feponeeren.<br />
Rotterdam. Als het declaratoir van Z. H. en van<br />
de Ridderfchap, na ferieufe deliberatie en naauwkeurig<br />
onderzoek geëxamineert hebben, hebben geen<br />
reeden te devieeren van voorige last, herhialen die<br />
niet: behalven dat het nodeloos zyn zou, en apparent<br />
vergeefs: dat thans 't opjeft van deliberatie<br />
is , of onder dat declaratoir de zaak tusfchen Amfterdam<br />
en den Hertog kan gefeponeerd: noch het declaratoir<br />
van Z. H. noch dat van de Ridderfchap is<br />
daar toe gefchikt: het declaratoir van Z. H. is van<br />
geen applicatie op 't beklag van den Hertog, over<br />
een Lid der Souverainiteit van Holland, ter Generaliteit<br />
gedaan: 't advys en declaratoir van de Ridderfchap<br />
niet rechtflreeks: moge wel lyden, dat<br />
iets, waarover men reeds zedert 2 eeuwen in gefchil<br />
is, by nadere Refolutie gevestigd worde: wel<br />
ver van onder dat declaratoir de hoofdzaak te feponeeren,<br />
voldoet het niet, 't is daar geheel ongefchikt<br />
toe, moeten maintineeren en handhaaven de<br />
Souverainiteit, zo plechtig bezwooren, daar in te<br />
lacheren is van de kommerlykfte gevolgen, moeten<br />
daarom voorige last ten fterkften inhereeren, en<br />
daarby perfifteeren.<br />
1 Corimhem. Als verflag gedaan hebben van hun<br />
voorig gezegde, is dat geapprobeert, moeten fpeciaal<br />
declareeren, dat noch zyn in dezelfde fentimenten,<br />
't heeft hun zeer vervreemd, dat de Ridderfchap<br />
onder zulk declaratoir een zaak van die<br />
in>
B Y L A G E IA F.<br />
importantie wil feponeeren, of doen voorkomen, als<br />
of Amfterdam recht heeft tot propofitien tot welzyn<br />
van 't Vaderland, uit een toegeevendheid van<br />
de Ridderfchap: den aart der Vergadering zou het<br />
dus hachelyk maaken om met malkander te fpreeken;<br />
dat declaratoir beduid niets: kunnen niet komen<br />
tot een Refolutie, om te feponeeren, maar moeten<br />
expres protefteeren en referveeren, daar omtrent<br />
te handelen na behooren.<br />
Schiedam. De Cordaatheid eicht, dat femper<br />
idem, de leus der finaale deliberatie zy; als deeze<br />
getoetst hebben aan hunne Refolutie van 4 Sept.<br />
1781, en de gronden daar by gelegt, zyn ver af<br />
van een abfolute intentie, om die zaak zoo te feponeeren<br />
, om niet te neemen een Refolutie, over<br />
het gefchii zelve; het declaratoir van de Ridderfchap<br />
is een overbodige verklaaring, om dat daar<br />
in nooit gehaefiteert hebben , berust op Refolutie<br />
yan 25 Aug. 1586, en de adte van indemniteit<br />
van 1663; ook na den aart en digniteit der Vergadering<br />
competeert aan ieder Lid het recht om vry<br />
te ipreeken, al was 'er geen periode in gem. Refolutie,<br />
offchoon aan de applicabiliteit getwyffek is<br />
door Gouda; echter is het declaratoir niet volko.<br />
men zonder blyk van de irregularitsit van de Conduite<br />
van den Hertog, en derzelver violatie van de<br />
Conltitutioneele wetten van het Land, van den Staat<br />
en van de Ingezeetenen, kunnen zulks niet nalaaten<br />
te remarqueeren, tot voorkoming van foortgelyke<br />
adresfen aan H. H. M., dewyl den minften<br />
rang bekleedende Officier zulke excesfen zou kun-<br />
V nen
E Y L A G E IA F.<br />
nen pleegen ; tot confervatie der Burgerlyke Vryheid<br />
zorg voor eer en eigen belang en waakzaamheid<br />
voor de rechten van de Republiek; dat den<br />
Hertog 17 Nov. 1781, by Memorie aan H. H. M.<br />
Prefident wel heeft verklaart, dat zyn intentie niet<br />
geweest is, door zyn adres by H. H. Mog. onmiddelyk<br />
Satisfactie tegen Amfterdam te vragen: dan<br />
dat dit declaratoir is post festum , dan had zoodanig<br />
adres gepast geweest aan H. E. G. M. Wat betreft<br />
de conduite van Gedeputeerden ter Generaliteit,<br />
moeten die weder desavoueeren; H. E. G. M.prae.<br />
fentie en venerabel gezach, had hun meer circumfpectie<br />
moeten doen gebruiken; zoodanige overhaasting<br />
was niet nodig, de bewerkte Misfive kon<br />
in Holland gebracht zyn geworden: hadden meer<br />
circumfpeetie en prudentie verwacht. Wat betreft<br />
de recriminatie tot een eclatante Satisfactie, was<br />
voorzichtigst en ftaatkundigst daaromtrent alle deliberatien<br />
te feponeeren, om dat onmogelyk de evenreedigheid<br />
is te bepaalen, en effecten zou doen , die<br />
de rust zouden turbeeren, en de circumfpeetie vereischt<br />
niet ten ftrengften te excuteeren de rechten:<br />
het declaratoir van Z. H. is geen motif tot<br />
een Refolutie in deeze, achten Z. H. incapabel iets<br />
te verklaaren tegen zyn gemoed, verlangen dat op<br />
zyn tyd zich zullen manifesteeren de waare oorzaaken<br />
der inactiviteit, om de fchadelyke nagedachtenis;<br />
hier is niet gerequireert den Hertog vry<br />
en oufchuldig te verklaaren: 't Cardinale point is<br />
over de propofitie van Amfterdam aan Z. H., en<br />
of een Refolutie moet genoo'men worden over de<br />
de*
B Y L A G E L*. F.<br />
demarche van den Hertog by H. H. M. — Zy kunnen<br />
zich met de Ridderfchap conformeeren , voor<br />
zoo veel uit de Refolutie zal blyken dat Ridderfchap's<br />
verklaaring gefchied is tot compleete bevestiging<br />
der Refolutie van 15 Aug. 1586. en van<br />
de aéte van indemniteit van 1663 : dat de demarche<br />
van den Hertog is ten uiterffen informeel en ongepast<br />
, en dat de conduite van de Gedeputeerden<br />
ter Generaliteit, moet gedesavoueert en afgekeurd<br />
worden; dat hun advys niet voortkomt uit drift of<br />
animofiteit, maar gegeeven wordt tot maintien der<br />
rechten van de Souvereiniteit: en dat onder dusdanig<br />
declaratoir zy alle deliberatien wel willen<br />
houden voor afgedaan.<br />
Schoonhoven. Zyn unanim geweest om te perfifteeren.<br />
Brielle. Zullen zich (lipt aan den eed dezer Vergadering<br />
houden: hebben op die principes menigvuldige<br />
deliberatien gehouden, zyn niet geconvinceert,<br />
dat de Refolutien van 1586 en 1663, in dit<br />
geval van de juiste applicatie zyn; doch meenen<br />
teffens dat door de Regeering van Amfterdam, geene<br />
fatisfaftie behoord gegeeven te worden: dat<br />
doch aan den Hertog niet ten kwaade geduid kan<br />
worden, dat zich van de blaam heeft trachten te<br />
zuiveren: als nu daar aan hebben getoetst het declaratoir<br />
van Z. H, en van de Ridderfchap: dat de<br />
jnhoud hoofdzakelyk met hun jast en ideeslover<br />
een komt: dat onder beneficie van het declaratoir<br />
van de Ridderfchap van deeze gantfche zaak een<br />
V a af-
E Y L A G E LA F.<br />
afkomst behoord gemaakt en niet gerecrimineert<br />
te worden.<br />
Alkmaar. Dewyl 'er geen reden is , om van hun*<br />
ne begrippen in de Refolutie van n October vervat<br />
af te gann, perfifteeren zy daarby: en zo tegen alle<br />
rechtmaatige verwachting de Refolutien op de<br />
hoofdzaak een tegenflrydige conclufie by meerderheid<br />
genomen inhielt, zullen dan hunne last tot<br />
verantwoording in de Registers doen aanteekenen.<br />
Hoorn. Hebben zich den 25 October geëxpliceert,<br />
om de gehet le zaak te feponeeren, doch teffens geconvinceert<br />
van de applicatie der Refolutie van 1586<br />
en 1663 perfifteeren daar by, te meer, daar het<br />
declaratoir van Z„ H. den Hertog vryfpreekt: dus,<br />
tot bevordering van harmonie en rust, en om te<br />
beletten dat andere Mogendheden zich daarmede<br />
bemoeijen: alles feponeeren en zo ver het declaratoir<br />
van de Ridderfchap in te fchikken, als kon<br />
dienen tot interpretatie of applicatie der voorzeide<br />
Refolutien.<br />
Enckhuizen. Hebben nader kennis gegeeven aan<br />
hunne Principaalen: feponeeren en buiten verder<br />
deliberatie, mits in de Refolutie een verklaring van<br />
Hun Ed. Gr. Mog., conform 't declaratoir van de<br />
Ridderfchap van 20 Febr., en de remarques der voorzittende<br />
Leeden geinfereerd worde, 't Declaratoir<br />
van Z. H. is thans buiten applicatie: 't is een declaratoir<br />
van den Stadhouder in zyn eminente qualiteit.<br />
Hoogstdezelve weet de zaak best; in vertrouwen,<br />
dat de ftap van Amfterdam uit Vaderlandsliefde<br />
is gedaan, hebben niet gehaefiteert te reclamee-
B Y L A G E L'. F.<br />
meeren de Refolutien van 1586 en 1663; een recriminatie<br />
is van zeer facheufe gevolgen; zullen<br />
zich niet inlaaten of die Refolutien thans van zulk<br />
effect zyn, de Stadhouder van de 7 Provinciën heeft<br />
zyne wyze van denken over die zaak, te kennen<br />
gegeeven: de meefte wachten niets goeds van eene<br />
recriminatie; alle uiterftens zyn van de grootfte<br />
zwarigheden en naffaande dwaling, als eens het<br />
fentiment der voorzittende Leden als onbetwistbaar<br />
doorging, zou de executie dezer Refolutie thans de<br />
Republiek in vuur en vlam zetten, daar men eer<br />
en goed tot afbreuk van den Vyand moet opzetten.<br />
Salus Patrite moet zyn Suprema Lex: de intentie<br />
van Amfterdam is finceer geweest: flatteeren<br />
zich van Amfterdamfche Patriottifche Sentimenten ,<br />
dat aan de eensgezindheid ook wat zullen opofferen,<br />
en de zaak niet pousfeeren.<br />
Edam, Zonder confideutie en eensgezindheid is<br />
'er geen middel om de Republiek te fauveeren,<br />
zyn daarom voor het fitrcheeren, doch dat hunne<br />
Principalen alvorens, dit hun advys getoetst hadden<br />
aan het declaratoir van de Ridderfchap, en gezien<br />
, dat aan de Leeden, de vereischte rechten toegekent<br />
worden; advyfeeren dierhalven conform dat<br />
declaratoir met uitlaating van by provifie, dus finaal<br />
feponeeren.<br />
Monnikendam, 't Conciliatoir van de Ridderfchap<br />
volmaakt conform hunne last; behalven byprovifie<br />
moet finaal gefeponeerd worden.<br />
Medemblik. Als Monnikkendam, zagen 't gaarne<br />
heden afgedaan^<br />
V 3 i>»r-
B Y L A G E ' L ' . F.<br />
Purmerend. Zyn niet geconvinceert, dat de aangehaalde<br />
Refolutien applicabel zyn op Amfterdam,<br />
finaal feponeeren: geen verdere deliberatie.<br />
De Heer van Noordwyk concludeert by meerderheid<br />
tot feponeeren, onder beneficie van het<br />
declaratoir afdoen, mag wel lydeii, dat de<br />
woorden by provifie uitgelaaten worden.<br />
Dordrecht. Wat die conclufie aangaat, is 't van<br />
hun departement niet te beoordeelen, of zodanige<br />
wyze van concludeeren by de Inftruétie van de Raadpenfionaris<br />
is voorgefchreeven: laten zich daarop<br />
niet uit: kunnen niet nalaten deeze conclufiie te attribueeren<br />
aan een verregaande influentie, die buiten<br />
deeze deur behoorde geüooten; protesteeren<br />
ten krachtigften en referveeren nader protest en<br />
zodanige efiicacieufe middelen, als hunne Principaalen<br />
zullen goedvinden.<br />
Haalem. Als Dordrecht: de Heer van Noordwyk<br />
als Raadpenfionaris moet weeten, of mag concludeeren<br />
of niet, laaten zich daar niet op uit, maar<br />
zoo aldus concludeert, zullen zy tegen de Refolutie,<br />
als volttrekt informeel protesteeren, en referveeren<br />
middelen als te rade zullen worden.<br />
Delft. Als geconcludeert word en Dordrecht en<br />
Haarlem doen aanteekeningen, zullen zy contra aanteekeningen<br />
doen.<br />
Leiden. Met goeden ernst twyffelen zy, of een<br />
reclame der fondamenteele Conftitutie kan per<br />
plura doorgaan, laten dat aan 't oordeel van hun<br />
Ed, Gr. Mog.j, als de Re£ volgens de conclufie geno-
B Y L A G E L». F.<br />
nomen word, zullen zy ten fterkfte protesteeren,<br />
en referveeren middelen tot maintien der rechten.<br />
Jmfterdam. Treden niet in de zaaken van de Ridderfchap<br />
, of van den lieer van Noordwyk laten<br />
zulks aan hem over: als concludeert per plura, referveeren<br />
zy zoodanige efficacieufe middelen tegen<br />
eene Refolutie, die de Conftitutie der Vergadering<br />
zo fenfibel grieft.<br />
Gouda. Als gerefolveerd word per plura, en 'er<br />
aanteekeningen komen, zullen zy ook contra aanteekeningen<br />
doen, en zich niet laaten affchrikken.<br />
Rotterdam. Zien de conclufie aan als informeel en<br />
referveeren zich aanteekening.<br />
Gorinchem. Zoo dus geconcludeerd word, protesteeren<br />
zy.<br />
Schiedam. Zoo per plura, geconcludeerd word,<br />
zullen zy 't aanzien, doch aanteekening doen.<br />
Schoonhoven. Zoo tegen de conclufie geprotesteerd<br />
word, zullen ze contra aanteekening doen.<br />
Brielle. Ut fupra.<br />
Alkmaar. Als de Refolutie genomen word ftrydig<br />
met hunne Vroedfchap'3 Ref: dan, volgens hunne<br />
last, deeze infereeren, en tegen de conclufie<br />
per plura aanteeken: referveeren.<br />
Boom. Referveeren contra aanteekening.<br />
Enckhuizen. Ut fupra.<br />
De Heer van Noordwyk deze dag tot afkomst<br />
van deeze zaak geftelt hebbende, moet hy dus<br />
concludeeren. De Ridderfchap referveert<br />
aanteekening: liever niet; maar om de<br />
protesten &c.<br />
V 4 B Y-
B Y L A G E La. G.<br />
Extract uit het Register der Refolutien<br />
van de Hoog Mog.<br />
Heeren Staaten Generaal der<br />
Vereenigde Nederlanden.<br />
Veneris den 16de November 1781.<br />
D e Heer Pagniet ter Vergaderinge Prafideerende,<br />
heeft aan haar Hoog Mog. voorgedragen en bekend<br />
gemaakt, dat den Heer Hertog van Brunswyk<br />
deezen Morgen by hem was geweest, en aan hem<br />
gezegd had; dat hy tot wegneeming van alle misvamngen,<br />
welke zelfs by eenige Leeden van Staat,<br />
in de refpeóhve Provinciën fchynen plaats te vinden,<br />
ten aanzien van den zin en waare bedoeling<br />
van deszelfs adres aan naar Hoog Mog. den 21 J uny<br />
laastWden. raadzaam heeft geoordeeld te declareeren:<br />
Dat z y n e intentie nimmer geweest is<br />
om daarby van haar Hoog Mog. een gerechtelyk<br />
onderzoek van zyn zaak, nochte vervolgens by<br />
Hoogstdezelven een or.middelyke Satisfactie te verzoeken<br />
; veel min daar door in twyffel te trekken<br />
de hooge Souverainiteit, en het altoos by hem gerefpeéfeert<br />
rechtsgebied, aan ieder der refpective<br />
Provinciën ontwyffelbaar competeerende: maar alleenlyk<br />
om in zyne relatie als Veldmaarfchalk van<br />
deezen Staat, de Hoogt J>roteÜie te reclameeren<br />
van
BYLAGE IA G.<br />
«n haar Hoog Mog., als Hem bekleed hebbende<br />
met voorsz. Caracter, 't welk van zyn Perzoon in<br />
deezen onaffcheidelyk is, en waarom hy oordeelde,<br />
dat den blaam, op zyn Perzoon gelegd, aan Hoogstdezelven<br />
ook niet onverfchillig konde zyn; en zulks<br />
ten einde alzoo, door Hoogstderzelvtr gunftige itttercesfie,<br />
daar van te worden gezuiverd, terplaatze,<br />
en in dervoegen, als zulks zoude behooren; dat<br />
zulks te meer evident is, dewyl hy terftond, na het<br />
meemen van haar Hoog Mog. Refolutie van den<br />
j uiy laatstleeden, op den 4* daaraanvolgende,<br />
aan den Heere praafideerende, met zoo veel woorden<br />
gedeclareerd heeft, ever dezelve zaak zyne klag*<br />
ten niet direSt aan haar Hoog Mog. gebracht te heb'<br />
len, het welk, vergeleeken met zyn eerfte adres,<br />
duidelyk, (zoo hy vertrouwd,) deeze zyne meening<br />
manifesteert; als hebbende daar by van haar<br />
Hoog Mog. verzocht, dat door Hoogstdezelven,<br />
mocht worden gecfe&ueert, dat Hy op eene convenable<br />
wyze, van den blaam, Hem opgelegd, zoude<br />
worden gezuiverd, en dat Hoogstdezelven ten<br />
dien einde het daar heenen zouden gelieven te dirigeeren,<br />
dat Hy voor het oog van de geheele Waereld<br />
zoude mogen werden gejustificeert.<br />
Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden<br />
en verftaan, mits deezen te verzoeken, de Heeren<br />
Gedeputeerden van de respeftive Provinciën, om<br />
van het gunt voorsz. kennis te willen geeven aan<br />
de Heeren Staaten hunne Principaalen, ten einde<br />
by de deliberatien op de Misfive van den Heere<br />
Hertog van Brunswyk, van den2iftej unyi aatsti ee.<br />
V 5 den ,
B Y L A G E L«. G.<br />
den, daarop zoodaanige reflectie moge worden gemaakt,<br />
als Hoogstdezelve zullen oordeelen te be-<br />
Jiooren.<br />
Accordeert met voorz. Register.<br />
Minde van het Eerfte Deel,
MEMORIËN,<br />
D I E N E N D E T O T<br />
OPHELDERING,<br />
V A N II E f<br />
G E B E U R D E ,<br />
GEDUURENDE DEN LAATSTEN<br />
ENGELSCHEN OORLOG,<br />
DOOR.<br />
Mr. JOACHIM RENDORP,<br />
VR TH EER VAN M ARQU E TTE »<br />
ENZ. ENZ.<br />
T W E E D E D E E L„<br />
TE AMSTERDAM, B Y<br />
JOHANNES ALLART,<br />
MDCCXCII.
MEMORIËN,<br />
DIENENDE TOT OPHELDÈRINQ<br />
VAN HET GEBEURDE, GEDU<br />
RENDE DEN LAATSTEN EN<br />
GE L S C [ IÉ N OORLOG.<br />
Het geen ik in 'c voorig deel gezegd heb ^<br />
heeft genoegzaam aangetoond, dat Ik dé<br />
rupture met Engeland, als zeer noodlottig voor<br />
den Lande in 't algemeen, en voor deszelfs<br />
handeldryvende Ingezeetenen in 't byzonder,<br />
heb aangezien. Deezen hebben zulks ook op<br />
het gevoeligst ondervonden: en geen wonder:<br />
de ongewaapende ftaat in welken de Republiek<br />
zich bevond, kon geene de minfte hoop geeven,<br />
om den Engelfchen behoorlyk het hoofd<br />
te kunnen bieden, veel min hun eenige afbreuk<br />
te doen.<br />
Deeze toeftand, gelyk ik reeds gezegd heb, en<br />
fny niet fchaamte herzeggen, zou my, indien ik<br />
ih 's Lands beftier voor i February 1781, eenigeninvloed<br />
gehad had,denzelven hebben doett<br />
befteeden , om die noodlottige rupture, of ge-><br />
heel voor te komen, of ten minften te doen<br />
vervvylen, tot dat wy, zoo niet ten eenemaal,<br />
II. DEÈI,. A even-
2 M E M O R I Ë N T O T<br />
evenwel eenigzins in ftaat zouden zyn geweest,<br />
om 's Vyands geweld te kunnen afkeeren: ter<br />
wyl intusfchen onze Colonien van het maken<br />
de gevaar gewaarfchouwd, en onze Kusten en<br />
Havens in eenen verweerbaaren ftaat gebracht<br />
-hadden kunnen worden: daar het niet deeze zoo<br />
gefteld was, dat her. meerder aan het verzuim<br />
of de onachtzaamheid der Vyanden is toe te<br />
fchryven, dac deeze Provincie, en voornaam<br />
lyk die van Zeeland, van aanranding en lan<br />
dingen vry gebleevcn is , dan aan de weini<br />
ge mooglykheid die daar toe was, of aan de<br />
Voorzorgen die daar teegen genomen waren.<br />
Noodzaaklyk moest ik dan, volgens myn in<br />
zien, naar Vreede verlangen. Myne Ambt<br />
genooten , de Heeren Temminck en Elias be-<br />
fchouwden de zaaken met het zelfde oog: voor<br />
naamlyk na dat de eerfte eindeJyk bezeft hadt, de<br />
geweldige denkens- en handel wyze van zommi-<br />
gen, die, of uit eigenbaat tot bevordering van<br />
hunne byzonderen handel, of om te voldoen<br />
aan hunne wraakzucht over 't leed , dat zy<br />
waanden hen of de hunnen te zyn aangedaan,<br />
het vuur hadden aangeftookt, en de Republiek<br />
in den Oorlog ingewikkeld.<br />
't Was doch verre van ons, dat wy eene<br />
Vreede, hoe die ook mochte wezen, verlang<br />
den .*
Q I* H É L D E R 1 N G , ENZ. 3<br />
den: wy waren wel, aan de eene zyde, getrof<br />
fen door de evengem. ongelukkige omftandig<br />
heeden , en vreesden de onheilen, die daar uit<br />
noodwendig moesten voortkomen , maar aan de<br />
andere, kenden wy ook de innerlyke krachten<br />
van dit Land, en wisten, dat byaldien hes: ah<br />
eens de felfte (lagen, in den onweerbaren ftaat,<br />
in welken het was, ondergaan moest, het doch<br />
weder het hoofd zou kunnen opbeuren , en voor<br />
Engeland eenen geduchten Vyand worden.<br />
Wy vermeenden, dat dit deeze Kroon ook<br />
hiet onbekend was: en even daarom vleiden<br />
wy ons , dat de Koning , en die van zynen<br />
Raade, als meede de beide Huizen van 't Par<br />
lement, daar het niet ontbrak aan Leeden , die<br />
den Oorlog met de Tvepubliek hadden afgekeurd,<br />
zouden bezcffen, dat de ftap, door welke zy<br />
het oud Politiek Systema verbroken hadden,<br />
moest gebeeterd, en dat Systema hcrfteld wor<br />
den , door eene Vreede , die , behoudens 't geen<br />
éerlyke Regenten aan hun Land verfchuidigd<br />
zyn, kon aangenomen worden.<br />
't Was in dit denkbeeld, dat ik reeds kort<br />
na het uitbreeken van den Oorlog, toen ik Bur<br />
gemeester was geworden, gelegenheid had ge<br />
had, van naby te befchouwen de droevige om<br />
ftandigheeden, waar in ons Land zich bevond,<br />
A a "»a
4 M E M O R ' I E N T O T<br />
aan eenige Leeden van de Regeering had voof-<br />
gefteld: „ dac, terwyl men niets verzuimen<br />
„ moest om den Oorlog teegen Engeland met<br />
„ alle kracht voort te zetten, waartoe Burge-<br />
„ meesteren eenige middelen aan de hand had-<br />
„ den gegeeven, (V) men ook niet de gering-<br />
„ fte geleegenheid moest laaten voorbygaan,<br />
„ om te trachten de gefchillen te vereffenen."<br />
„ Dat, zoo wy uit het Noorden geene hulp<br />
„ kreegen, daar men weinig vervvagting van<br />
5, had, wy geene andere Geallieerden hebben-<br />
„ de, weeder op ons zeiven zouden flaan."<br />
„ Dat ik wel tot dus verre niet zag, op wel-<br />
„ ke wyze men tot eene Vreede, ten minften<br />
„ tot eene cerlyke, met Engeland zoude kun-<br />
„ nen geraaken , maar dat, myn's oordeels het<br />
„ altyd raadzaam en nuttig zou zyn, onder<br />
„ het een of andere voor wendzel, een vertrouwd<br />
„ Perzoon in Engeland te hebben, om aldaar<br />
„ een waakend oog te houden, en van ter zy-<br />
„ de de geneigdheid te kunnen ondertasten;<br />
„ dewyl ik vertrouwde, ja zelfs in 'c zeekere<br />
„ onderricht was, dat alle verftandige en be-<br />
„ daarde Lieden, aldaar zoo wel als hier te<br />
., Lande, van gevoelen waren, dat deeze Oor-<br />
„ log voor de beide Natiën bederflyk was;<br />
(ti) Zie ifle Deel, bl. 166. en volg.<br />
» dat
OP H E L D E R I N G , ENZ. 5<br />
„ dat de Engelfchen, door de Hagen die zy op<br />
ons deeden vallen, zich zeiven de gevoe-<br />
„ ligfte toebrachten, en het van hun belang<br />
„ geenzins was, den Koophandel van hier naar<br />
„ elders, en voornaamlyk niet naar Brabant<br />
„ of Vlaanderen , te verplaatzen.<br />
Dat in der daad de Engelfchen moesten<br />
„ begrypen, dat, wanneer de Rykdom, die in dit<br />
„ Land alleen haaren oorfprong uit den Koop-<br />
„ handel heeft,met deeze gevveeken zou zyn,<br />
„ Engeland voortaan vry minder kans zou heb-<br />
„ ben, in geval van Geld leeningen, het on-<br />
„ ontbeerlyk Giediet te vinden, dat het tot<br />
„ dus verre by onze ryke Ingezeetenen ge-<br />
n<br />
vonden had."<br />
„ Eindlyk, dat de Engelfchen meE reeden<br />
„ moesten vree zen , dat byaldien zy ons tot<br />
„ wanhoop brachten, wy ons ten eenemaal aan<br />
„ Frankryk zouden overgeeven: en zy als dan<br />
gevaar liepen, van voor altoos van allen in-<br />
,, vloed hier te Lande verdoken te zullen zyn."<br />
Myne aanmerkingen vonden by veelen in<br />
gang; maar de verhitting teegen al wat Engelsch<br />
was, (en waarlyk geen wonder, aangezien de<br />
wyze, op welke zy ons geteisterd hadden,)<br />
was in 't algemeen zoo groot, datzommigen<br />
niet wilden hooren, en dat anderen, bevreesd<br />
A 3 voor
6 M E M O R I Ë N T O T<br />
voor de befchuldiging van Anglomanie, zelf**<br />
niet durfden fchynen , maar eenigzins ooren<br />
naar verdrag re hebben: 't was ook waarlyk<br />
riet. dan de befchouwing van den weerloozen<br />
Haat, in welken wy ons bevonden,en 't gevaar<br />
waarin wy waaren, die my de Vreede, boven<br />
eene recbtmaatige wraak deeden ftellen.<br />
Die anders dachten,hadden groote verwach<br />
ting van de gewaapende Neutraliteit, en van<br />
den byftand van Frankryk. De Franfche Am,<br />
basfadeur liet niet na, de grootfte verzeekerin-<br />
gan van 'c deel dat zyn Meester in onze zaa<br />
ken nam, te geeven: doch by my was de ver<br />
wachting gering, zoo van 'c een als van het<br />
ander. Van Rusland, Zweeden en Deenemar<br />
ken wachtte ik zelfs niets, en ik voorzag, dat<br />
Frankryk , alhoewel zy in 't begin van den<br />
Oorlog ons aanmerklyke dienften deed, wan<br />
neer zy Vreede met Engeland zou maaken ,<br />
zich onzer weinig bekreunen zou. Gaarne had<br />
ik gezien, dac Engeland, de eerfte door de Kei<br />
zerin aangeboodene Mediatie, had aangenoo-<br />
men en zelfs had ik wel mogen fyden, dat ee<br />
ne ftilftand van Wapenen plaats had gehad, ge-<br />
durende welke men zou hebben kunnen trach<br />
ten zich te verftaan over het voornaame punt,<br />
fö&ftïjftÉ- de Navai fiores ; en al was daar niets<br />
van,
O P H E L D E R I N G , ENZ. ?<br />
van gekomen,zou ten minften de tyd daardoor<br />
gerekt zyn geworden, en wy gelegenheid ge<br />
had hebben,om onzen weerloozen ftaat eenig-<br />
zins te verbeeteren, of ten minflen onze Co-<br />
lonien te kunnen waarfchouwen.<br />
Maar ongelukkig weigerde Engeland, en de<br />
gemoederen der Landzaaten wierden door de<br />
nieuwe toegebrachte felle flagen, en verregaan<br />
de mishandelingen, hoe langer hoe meer ver<br />
bitterd.<br />
De Keizerlyke Hoven hadden daar na wel<br />
weder hunne Mediatie aangebooden, maar daar<br />
was weinig van te wachten: aangezien de al-<br />
gemeene drift, om alles by eene algemeene<br />
Vreede te regelen: alhoewel het niet twyffel-<br />
achtig was, dat alsdan om onze byzondere be<br />
langen weinig gedacht zou worden, gelyk het<br />
gemeenlyk gaat, als zwakke Mogendheeden<br />
met machtigere handeler.<br />
la dien toeftand onzer zaaken wierd ik in 't<br />
kast van April, of begin van May 1781, door<br />
de Heer TriquettU Conful van Sardinien ta<br />
Amfterdam, aangefprooken, en gevraagd, of de<br />
Regeering van onzeSt ad gezind zou zyn, met En<br />
geland Vreede te maken?<br />
Ik antwoordde, dat ik daaraan niet twyffelds,<br />
byaldien men eenen fchaadelyken Oorlog tegen<br />
A 4 ctns
8 M E M O R I Ë N T O T<br />
eene eerlyke Vreede kon verwisfelen: waarop<br />
gemelde Conful repliceerde, datgelykegeneigd<br />
heid in Engeland was, en hy my zulks op<br />
goede gronden kon verzeekeren.<br />
Hier op vertoonde Hy my eenen Brief van<br />
den Marquis de Cordon, Minister van Sardinië<br />
in Engeland, gefchreeven aan den Graaf de<br />
Mirabel, Minister van het zelfde Hof in 's Ha.<br />
ge, in welken gem, Marquis, fpreekende van<br />
de geneigdheid om Vreede te maaken,zich dus<br />
uitliet; Les intentions me parais Jent toujours Ja-<br />
verables: on vifè a contenir et non a maltraiter *<br />
enfin on a regret auxpertes, quon caufe au Pais<br />
ou vous Étes. O) Vraagende de Heer Triquetti<br />
my daarop, of ik oordeelde, dat-men eenig gebruik<br />
van die openingkon maaken. Ik antwoordde, dat<br />
dezelve zoo gering was, en de daaden der Engel*<br />
fchen zoo firydig met de goede wil die-men voor<br />
gaf, dat Ik niet zag, dat men met veel hoop van<br />
goeden uitfiag, van het door den lieer de Cordon<br />
gemelde gebruik zou kunnen maken: doch dat het<br />
niet kwaad kon zyn,zonder zich, in te laaten,<br />
naa?<br />
f» De voorneemens komen, my voor, altyd.gunfiig;<br />
te zyn, men bedoelt te weerhouden, maar niet te mishapder<br />
len. In één woord, men heeft weerzin in defchadenj, die-,<br />
gen. het Land., daargyzyt, toebrengt.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 9<br />
waader van evengem. Heer te vemeemen, wat<br />
•men van die gunfïige 1 N T E N T I E N zou kunnen<br />
verwachten.<br />
De Heer Triquetti ftelde my toen voor aan<br />
den Heer de Cordon te laaten afgaan de vol<br />
gende Brief:<br />
„ Voiant avec plaifir par les Lettres donc<br />
\ vous venéz de m'honorer, que les intentie<br />
„ ons paraisfent toujours favorables , qu'on<br />
„ vife a contenir & non h maltraiter : enfin<br />
„ que c'est h regre: qu'on caufe des pertes a<br />
„ ce païs ci: je dois vous prier, Monfieur,en<br />
„ toute confiance, de vouloir, bien me dire,<br />
„ fi vous avez lieu de croire pofitivement,<br />
„ que le Ministère Britannique, feraic dispo-<br />
„ fé pour un Accomodement particulier, a des<br />
„ condiuons bonrêtes, & telles qui d'après la<br />
grande & antique bafe d'une Union Natu-<br />
„ re 11e , feraient dirigées a pourvoir equitable-<br />
„ ment a tous les objets esfentiels de dignité<br />
„ & de convenance reciproque ; fi vous êtes<br />
„ dans le cas de me donner la desfus des asfu-<br />
„ rances, je pourrais ausfi me trouver dans le<br />
„ cas de vous en dire davantage, moiennanc<br />
„ des eclaircisfemens analogues."<br />
Na<br />
(a) Ziende met veel genoegen in de Brieven, met wek<br />
A 5 ka
lO M E M O R I Ë N T O T<br />
Na verloop van drie weeken deelde my ds<br />
Heer Triquetü meede, het volgende Extracc<br />
uit eenen Brief van den voorgemelden Mar<br />
quis.<br />
„ L'on ne doit pas ignorer en Hollande, les<br />
„ dispofltions de 1'Angleterre, aiant pour ga-<br />
„ rant fon Manifeste, & ] es anciennes iiaifons<br />
„ fondées fur les intéréts reciproques, & nul-<br />
„ lement oubliées ici. Ne les aiant rompu,<br />
„ qu'a regret, je me perfuade que 1'Angleter-<br />
„ re-y reviendra volontiers,dès quon voudra<br />
„ les reprendre fincèrement en Hollande. Si<br />
„ vous<br />
ke U Ed. my vereerd heeft, dat de voornemens altyd<br />
fchynen gunftig te zyn: dat men bedoelt te weerhouden,<br />
maar niet te mishandelen: elndlyk, dat men met weer!<br />
zin befchouwt de fchadens die men dit Land toebrengt,<br />
moet ik U verzoeken , Myn Heer, my, in't uiterst ver'<br />
trouwen te willen zeggen, of UEd. reede heeft, om Hel-<br />
lig te gelooven, dat het Britfche Ministerie gene :<br />
gd zou<br />
weezen tot eene afzonderlyke vereffening, 0pbetaamelyke<br />
voorwaarden, zoodanige, die ingevolge van de groote en<br />
aloude beginzelen van eene natuurlyke vereniging , zou<br />
den gcfchikt zyn, om op eenereehtmaatige wyzete'voor-<br />
zieri, betrekkelyk alle de esfentieele onderwerpen van<br />
wederzydfche Eer en convenientie; zoo U Ed. in 't °-e-<br />
valis,my désWeegens eenige verzeekering te geeven, zou<br />
ik meede in 't geval kunnen zyn, ü hier op meerte'kun-<br />
nen zeggen, onder bemiddeling van gepaste opnelderfo.<br />
gen,
O P H E L D E R I N G , ENZ. I|<br />
„ vous vous ouvréz davantage, cela me met-<br />
„ tra dans le cas de vous repondre plus ca-<br />
„ thegoriquement. (jï)<br />
Na eenige woordewisfeling over het- evengem.<br />
antwoord, dat my voorkwam niets anders<br />
in te houden, dan de byzondere gedachten van<br />
den Marquis, fteldemy de Heer Triquetü voor,<br />
aan deezen Heer het volgende te fchryven.<br />
„ Comme vous avéz la bonté, Monlieur<br />
„ de me dire que Ton ne doit pas ignorer ici<br />
„ les dispofitions de 1'Angleterre, aiant pour<br />
„ garant fon Manifeste, & les anciennes liai-<br />
„ fons fondées fur 1'Intèret reciproque, & que<br />
„ ne les aiant rompu qu'aregrèt, vous vous per-<br />
M fuadéz qu'elle y reviendra volontiers , dès<br />
„ qu'on voudra les reprendre de la part de ce<br />
„ pais ci, ajoutant au furplus que fi je m'ou-<br />
„ vrais davantage, cela vous mettrait dans le<br />
„ cas<br />
(a) Men moet in Holland niet onkundig zyn van de<br />
neiging van Engeland: hebbende van dezelve tot borghel<br />
Manifest, en de oude Verbindtenisfen, gegrondvest op<br />
de weederzydfche belangen , en alhier geenzins vergeeten.<br />
Dewyl men ze met weerzin gebrooken heeft, hou ik mij verzeekerd,<br />
dat Engeland gaarne tot dezelve zal wederkeeren,<br />
zoo dra men zulks in Holland weedcroprechtlijkzal<br />
willen aanueemen;zoo UEd. zich meerder opent, zal ik<br />
geleegcnheid hebben om UEd. meerder Cathegorisch-1«<br />
antwoorden,
14 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ cas de me repondre plus cathegoriquement,<br />
„ je dois vous prier Monfieur, de verifier fi<br />
„ les points fuivans pourraient fervir de bafe<br />
„ k une Negotiation directe.<br />
i e<br />
. „ Le renouvellemetiE des anciens Trai-<br />
„ tés,avec des modificationsequitables,adap-<br />
j, tées aux circonfiances prèlintes & aux In-<br />
têrets mutuels."<br />
a c<br />
, „ Une Satisfaction convenable a fa Maj.<br />
„ Britannique , fur 1'incidenc des Papiers du<br />
„ S r<br />
. Laurens.<br />
3 e<br />
. „ Un arrangemenr amical & proportion-<br />
„ né aux Interets reciproques fur 1'Arc. 4 e<br />
.<br />
„ du Traité de 1674, d'après les principes adop-<br />
„ tés en dernier Keu entre 1'Angleterre & le<br />
„ Danemarc."<br />
4e. „ Un Arrangement tel que Iequité, pour-<br />
„ ra le diéier au fujet des prifes, & autres ef-<br />
;<br />
„ fets de la Guerre." Qa)<br />
Na<br />
(a) Dewyl UEd. de goedheid heeft, Mynheer, my t«<br />
zeggen , dat men alhier niet onkundig moet zyn van de<br />
Veigingen van Engeland,hebbende tot borg deszelfs Ma-<br />
nifesc, en de oude Verbindtenisfen, gegrondvest op hec<br />
wederzydsch belang en dewyl men ze niet dan met weer<br />
zin verbroken heeft, L Ed. in de verzeekering is, dat En<br />
geland tot dezelve zal weederkeeren, zoo dra men ze wee-<br />
der in dit Land zal willen aangaan, daar by voegende,<br />
dat
O P H E L D E R I N G , ENZ. I.3<br />
Na dit alles mee alle oplettenheid te hebben<br />
©verwoogen, zeide ik aan meergem. Heere:<br />
„ dat Amfterdam, en Ik in 't byzonder , niet<br />
„ gefteld waren , om de voornaamfie rol in<br />
„ eene Negotiatie met Engeland te fpeelen :<br />
„ om reeden, onder anderen, dat de haat, die<br />
„ door de verregaande mishandelingen, teegen<br />
„ de Engelfchen was opgevat, zoo groot was,<br />
„ dat de geen, of de geenen , die zich met dat<br />
werk zouden willen bemoeijen, zeer ongc-<br />
„ maklyk vry zouden raaken , van ongunffi-<br />
„ ge vermoedens te doen opvatten, en moei-<br />
» lyk<br />
dat byaldien ik my meerder opende, U Ed. daar door in<br />
't geval zou (lellen , my meer Cathegorisch te antwoorden,<br />
zo moet ik U verzoeken , Mynheer, na te vorfchen,<br />
of de volgende punten zouden kunnen dienen tot eene<br />
unmïddelyke handeling.<br />
i e<br />
. De vernieuwing der oude Traftaaten, met bepa*-<br />
Jingen gefchikt naar deteegenwoordige omftandigheeden,<br />
en de wederzydfche belangen.<br />
2 e<br />
. Eene gepaste voldoening aan zyne Britfche Majefteit,<br />
weegens 't geval der Papieren van den Heer Laurens.<br />
3 e<br />
. Eene vriendelyke fchikkinsr,en geëvenreedigd aa:t<br />
de weederzydfche belangens, weegens het 4 tie<br />
Art. van 't<br />
Tra&aat van 1674., volgens de gronden laatstlyk aangenoomen,<br />
tusfchen Engeland en Deenemarken.<br />
V=. Eene fchikking zoodanig als de rechtmatigheid dezelve<br />
zal kunnen voorfchryven , betreklyk de gemaakte<br />
Dryzen, en andere gevolgen van den Oorlog.
Ï4 MEMORIËN f o T<br />
„ lyk het algemeen wantrouwen , als of ze<br />
t, Engelsch - gezind waaren , zouden kunnen<br />
„ ontgaan."<br />
„ Dat me» daar en boven met reeden be-<br />
„ vreesd moest zyn, dat,zoo men in den Haag<br />
„ ontdekte, dat door ons t'Amfterdam, eeni-<br />
„ ge voorloopige of afzonderlyke handeling<br />
„ begonnen was,daar van gebruik zou gemaakt<br />
„ worden, om aan te toonen, dat wy, die ge-<br />
„ houden wierden voor de voornaame aan-<br />
„ voerders van den Oorlog, nu de eerfte wa-<br />
„ ren, om onze hartige Refolutien in ilappe<br />
„ taal te veranderen. "<br />
„ Dat, wat de vier voorgefteldepreliminaire<br />
„ Articulen aanging, op het eerfte, naamlyk,<br />
„ de vernieuwing der oude Traftaaten, met<br />
„ rechtmaatige bepaalingen,gefchikt naar de<br />
„ tegenwoordige omftandigheeden, en de weder-<br />
„ zydfche belangen, onderfteid zynde dat het<br />
„ belang van de Republiek eischte verbintenis-<br />
„ fen aan te gaan, provifwneel geene aanmer-<br />
„ kingen te maken waren , dewyl men te vooren<br />
„ moest weeten, waar in die bepalingen zouden<br />
„ beftaan."<br />
„ Dat op het & eene gepaste voldoening aan<br />
„ zyne Groot Britannifche Majesteit, weegens<br />
„ de Papieren van Laurens, voorzeeker aan te<br />
„ mer-
O P H E L D E R I N G , ÈNZ. l§<br />
5% fnerken was, dat byaldien zyne Koningly-<br />
„ ke Majefteit nog eenige Satisfactie vorder-<br />
„ de , na dat Hoogstdezelve zich ingevolge<br />
„ deszelfs Manifest, die met eigene handen<br />
„ verfchaft had, die Satisfactie,zoo men 'eral<br />
,, eene verfchuldigd mochte weesen, niet dan<br />
„ zeer gering zou kunnen zyn: en niets des-<br />
„ weegens kunnen worden toegeltaan, ten zy,<br />
„ in dit Artykel bygevoegd wierd, dat de Re-<br />
„ publiek , voor den hoon, haare Vlag en<br />
„ Grondgebied aangedaan, behoorlyke voldoe-<br />
„ ning zou erlangen, dewyl zy op vry beeter<br />
„ gronden Satisfactie konde eisfchen."<br />
„ Dat de inhoud van het 3 e<br />
. eene vriendelyke<br />
„ fchikking, en evenreedig aan de weederzydfche<br />
„ belangen, weegens het sf.Art.vanhetTrac-<br />
,, taat van 1674, volgens de principes, laatst-<br />
„ lyk aangenomen, tusfchen Engeland en Deene-<br />
„ marken, te voorloopig was, en een onderwerp<br />
„ moest zyn , van de onderhandelingen , en<br />
men dus niet meerder behoorde te zeggen,<br />
„ dan by 'c eerfte Art. reeds gezegd was."<br />
„ Dat op het 4 e<br />
. eene fchikking volgens de<br />
billykheid,op het ftuk van gemaaktepryzen en<br />
andere gevolgen van den Oorlog, Ik ook gee-<br />
„ ne aanmerking had: maar dat 'er noodwen-<br />
;, dig noch één Artykel moest by gevoegd<br />
„ wor-
19 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ worden, naamlyk, eene volkoomene Reftitutïè<br />
„ van de bezittingen, van welke men zich Mees*<br />
„ ter zal hebben gemaakt: zoo veel mooglyk, in<br />
„ den ftaat daar men ze in zal gevonden hebben:*<br />
„ Dat in geval deeze aanmerkingen en ver-<br />
„ naderingen voldoende wierden gevonden ,<br />
„ ik als dan wel wilde van de zaak opening<br />
„ geeven, aan eenige vertrouwde Regenten."<br />
Eenigen tyd daarna zei my de Heer Tri<br />
quetü, dat men myne aanmerkingen had goed<br />
gekeurd, en verzocht 4 van de opgemele4 Ar-<br />
ticulen te zamen met myne aanmerkingen ,<br />
kennis te geeven, daar ik zou vermeenen zulks<br />
van dienst te kunnen zyn»<br />
Ik gaf dan daar van de eerfte kennis aan de<br />
Heeren , J. Elias Arnoudsz. Regeerend Burge<br />
meester , van Maarfeveen, Graaflanden Deutz j<br />
de Heer Temminck meede Regeerend Burge-<br />
gemeester, was op den Dagvaart: en de Heer<br />
Hooft, die ook Regeerend was, wierd van 't<br />
geheim onkundig gelaaten, om dat allernood^<br />
zakelykst geoordeeld wierd, het zelve zorg<br />
vuldig te bewaaren.<br />
De opgemelde punten kwamen in 't algemeen<br />
niet ongefchikt voor, om tot praliminairen te<br />
kunnen dienen, behalven nochtans het geeven<br />
van Satisfactie, dopr of van weegens onze Stad,<br />
of
O P H E L D E R I N G , ÉNZ. \f<br />
of döor één of meerder van haare Regenten.<br />
Alvoorens doch iets verders daar in te doen,<br />
vonden wy goed van 't voorgevallene kenhis te'<br />
geeven, aan de Heeren Temminck en Huyghens $<br />
als meede aan den Penfionaris Visfcher.<br />
De Heer van Maarfeveen, die op zich genomen<br />
had, dien zelfden dag naar buiten gaande<br />
, den Heere Huyghens, die meede op zyn buiten-goed<br />
wasj over de zaak te onderhouden i<br />
meldde my des anderen daags, dat hy evehgem.<br />
Heer zeer huiverig had gevonden : dat zyn<br />
Ed: gezegd had: „ dat de wyze, op welke dë<br />
,, Historie by ons aangevangen wierd, Hem<br />
,, geheel niet aanfiont, en wy de Dupes van<br />
„ zoortgelykepourparlers zouden kunnen zyn :<br />
^, dat Burgemeesteren van Amfterdam in deêzen<br />
zeer voorzichtig moesten weezen, örri<br />
geen gevaar te loopen,dat men hun de ftap^<br />
tegen den Hertog gedaan, eens deed betaaj,<br />
len: dat men op het eerfte point niet kori<br />
i, fchynen iets toe te willen geeven, dewyl<br />
j, zulks ten eenemaal van de Noordfche Mof,<br />
gendheeden afhing, dat de Engelfchen vol-<br />
,-, ftrekt geene de minfte Satisfactie kenderi<br />
vorderen, dewyl zy ons, en wy niet hen bejj<br />
leedigd hadden: dat hy dierhalven niet kori<br />
I, begrypen, dat men van Satisfactie fprak, eri<br />
\l. DEEL. B h &ï
*8 M E M O R I Ë N T O T<br />
*> wy tot die laagheid niet behoorden te ko-<br />
„ men: dat hy dierhalven oordeelde, het aan-<br />
„ zoek van de hand behoorde geweezen te<br />
„ worden."<br />
Alhoewel de reedenen van den Heere Huyg<br />
hens niet zonder grond waren, kwamen zy my<br />
doch niet fterk genoeg voor, om een geheel af<br />
keurend andwoord te geeven : want, vooreerst,<br />
konden wy, ten aanzien der voorzegde pour<br />
parlers, met genoegzame voorzichtigheid te<br />
werk gaan, daar het zeeker was, zoo als de<br />
Beer Huyghens wel aanmerkte, dat Burgemees<br />
teren van Amfterdam voorzichtiger dan ande<br />
ren moesten zyn.<br />
Ten tweeden, kon ik niet erkennen, dat men<br />
op het eerfte punt, naamlyk dat van de Naval<br />
flores, niets kon toegeeven, om dat zulks van de<br />
Noordfche Mogendheden afhing. Ik vermeende<br />
het tegendeel: vooreerst, om dat by het Trac-<br />
taat der gewaapende Neutraliteit wel befproo-<br />
ken was, de handhaaving der vrye Vaart vol<br />
gens dewederzydfcheTraclaaten, maar niet uit-<br />
geflooten het maaken van zoodanige overeen-<br />
komften en uitleggingen van die Tracfaacen,<br />
als men by tyd en wylen zou goedvinden :<br />
zoo als Deenemarken zulks ook laatst getoond<br />
had. Ten anderen: om dat, daar de Noordfche<br />
Mo-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 10<br />
Mogendheeden , zeer verre waren , van ons<br />
de hulp, by het Traclaat van gewaapende Neu<br />
traliteit befprooken, te geeven, wy niet gehou<br />
den waren, om haaren 't wille in Oorlog te bly<br />
ven : terwyl men ook reeds genoegzaam on<br />
derricht was, dat het maaken van eene afzon-<br />
derlyke Vreede , aan de Keizerin niet onge<br />
vallig zou zyn.<br />
Ten derden: dat, offchoon het zeekerlyk waar<br />
was, dat Engeland eerder aan Ons, dan wy<br />
aan Engeland Satisfactie behoorde te geeven,<br />
het doch niet te ontkennen was, dat de han<br />
deling met de Americaanen zeer aanftootlyk,<br />
zoo niet hoonende voor den Koning van En<br />
geland geweest was. Waarby noch kwam, dat<br />
zoo wy eenige Satisfactie zouden moeten gee<br />
ven, dezelve niet dan zeer gering zou zyn,<br />
en pari pasfu gaan, met de geene, die wy van<br />
de Engelfchen zouden verkrygen.<br />
Maar 'c geen my voornaamlyk met tegenzin<br />
van de aangebodene handelingen deed afzien ,<br />
was de befchouwing van den droevigen toe<br />
ftand, in welken ons Land zich bevond, en ik<br />
niets dan onheil in den Oorlog voorzag, dewyl<br />
wy ongewaapend en verdeeld waren.<br />
Ondertusfchen was de huiverigheid van even-<br />
gem. Heer, ook tot de andere Heeren over-<br />
B a ge-
M E M O R I Ë N T O T<br />
gegaan: en daar de Heer Triquetü op antwoord<br />
aandrong, kon ik dus denzei ven niet anders<br />
zeggen , dan dat ik niet geloofde, dat van onze<br />
kant veel in die zaak zou gedaan worden, en men<br />
zich in den Haag zou moeten adresfeeren, Waar-<br />
opHy my antwoordde, dat hetonnoodigwas• eeni<br />
ge n flap in den Haag te doen , zoo lang men niet,<br />
ten minften eenigzins, onderricht was, van de ge<br />
dachten van de Heeren van Amfterdam: dat te<br />
vooren geene flappen zouden gedaan worden.<br />
Ondertusfchen had ik den Heere van Maar-<br />
feveen in antwoord van 'c geen zyn Ed. my<br />
wegens het gevoelen van den Heere Huyghens<br />
gemeld had, zoodanig gefchreeven, als te zien<br />
is in deBylag. Lett. A. en op den 13 J u] y on<br />
derhield ik den Heer Huyghens, die in de Stad<br />
gekomen was, zeiven daar over.<br />
Ik vond dien Heer toen vry minder huiverig,<br />
dan ik uit het fchryven van den Heere van<br />
Maarfeveen befloten had. Zyn Ed. keurde vol<br />
komen goed, 'tgeen ik in den beginne, onder<br />
eenige aanmerkingen, op het i«, 3e e n 4e p u n t,<br />
gezegd had. Daar heenen gingen ook de gedach<br />
ten der andere Heeren. Wy waaren het allen<br />
eens, dat het beeter was, zich op het tweede<br />
punt, naamlyk, op het geeven van Satisfactie,<br />
te excufeeren , en zulks beleefdelyk van de<br />
hand
O P H E L D E R I N G , ENZ. 21<br />
hand te wyzen: om allezins te vermyden, dat<br />
Amfterdam zou kunnen fchynen goed te keuren,<br />
het geeven van eene voldoening wegens het<br />
punt in questie,hoe gering die voldoening ook<br />
zou mogen weezen.<br />
Doch alvorens op deeze voet aan den Heer<br />
Triquetü geantwoord wierd, gebeurde 'er iets,<br />
dat ons, en byzonder my,noodzaakte, meerder<br />
omzichtigheid te gebruiken. De Penfionaris Vis<br />
fcher meldde my uit 'sllage, dat de Keizer ge<br />
zegd had, onderricht te zyn, qu'il y avait des<br />
Uaifons entre Mr. Rendorp & Mr. Triquetti,<br />
pour faire traiter enAngleterre, d'une pa ix par<br />
ticuliere,par fentremife de fon atni Cordon. (V)<br />
Iets diergelyks was aan den Heere Graafland<br />
meede uit 's Hage gefchreeven, en door zyn<br />
Ed. my meedegedeeld. 'tEen en ander had tot<br />
gevolg, dat wy beflooten af te fnyden, alles<br />
wat eenigen fchyn van afzonderlyke handeling,<br />
van onzen kant begonnen of voortgezet, zou<br />
kunnen hebben: en dat ingevolgen, door my<br />
aan den Heer Triquetti zou gezegd worden: dat-, i<br />
aangezien Amfterdam maar een Lid van Staat,<br />
en van de Souvereiniteit was, zy niet kon of wilde<br />
voor-<br />
(a) Ik heb reeds in 't voorgaande Deel verflag gedaaa<br />
van 'c geen deswegens tusfchen den Keizer en my ves-<br />
üjandeld was. B %
4 2<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
_ vooruitloopen: dat zoo men met deeze zaak voort<br />
wilde gaan,men daar vankennis moest«eeven<br />
terplaatze alwaar volgens de Conjlttutie der<br />
Regeering , zomgelyke zaaken verhandeld<br />
moeten worden.<br />
Ik kweet my daarvan by meergem. Heere<br />
en kon teffens niet nalaaten aan zyn Ed. eenig'<br />
*ins myne gevoeligheid te betoonen, over het<br />
uitlekken deezer zaak: waar op zyn Ed. zich<br />
ten besten verontfchuldigde.<br />
Daar wierd te geJyk bepaald, dat ik naar den<br />
Haag zou gaan: vooreerst, om de Heeren Tem<br />
minck en Visfcher opening van alles te geeven:<br />
en ten anderen, om met goedvinden van even-<br />
gemelde Heeren, kortlyk alles aan den Heere<br />
Raadpenfionaris meede te deelen, met byvoe-<br />
g>ng, dat wy zyn Ed. daar van kennis gaven,<br />
om daarvan by zoodanige Perzonen, als zou<br />
goedvinden, gebruik te maaken.<br />
Ik vertrok dan den ,5, naar 'sHage, en vol-<br />
deed aan onze affpraak: en wel by den Raad<br />
penfionaris, met de noodige omzichtigheid, om<br />
geene reede te geeven tot het zeggen, dat Am<br />
fterdam het eerfte aan de hand kwam.<br />
Evengcm. Heer vroeg my, hoe wy op de<br />
zaak dachten? maar niet goedvindende my daar<br />
op verder uit te laaten, zeide ik alleen: dat
O P H E L D E R I N G , ENZ. 23<br />
byaldien wy meergem. Artt. vol ft rekt verwerp-<br />
lyk hadden gevonden, wy de moeite niet zou<br />
den hebben genomen, dezelve over te neemen,<br />
en 'er zyn Ed. kennis van te geeven.<br />
Ik erken zeer gaarne, dat wy, en in 't by<br />
zonder ik, de voorzichtigfte party, met op de<br />
voorfchreeve wyze te handelen, verkooren<br />
hebben: maar kan niet zeggen, dat zy, tot be<br />
vordering van 't heil van den Staat, de beste<br />
was. Vry beeter was het geweest, dat die wei<br />
nige Lieden, die in het vertrouwen waren ,<br />
getracht hadden, van de waare oogmerken van<br />
't Hof van Engeland nader onderricht te wor<br />
den : en dat byaldien zy die oogmerken bevon<br />
den hadden , overeenkomftig te zyn met het<br />
welzyn van den Staat, zy als dan al hun ver<br />
mogen en invloed , (en dat van Amfterdam<br />
was°toen niet gering) , gebeezigd hadden , om<br />
de zaak tot een goed en vreedzaam einde te<br />
brengen.<br />
Het fprak van zeiven , dat zy zich, veel<br />
minder de Republiek , niet moesten verbin<br />
den, noch handelen, zoo als de Penfionaris van<br />
Berckel met de Americaanen gehandeld had.<br />
Hier teegen was, zoo 't my voorkwam, nie-s<br />
anders dan de perfoneele vrees, dat die han-<br />
delwyze door eenige heethoofden kwaalyk ge-<br />
B 4<br />
d u i d<br />
>
?4 M E M O R I Ë N T O T<br />
duid, en daar van gebruik gemaakt zou zyn ge<br />
worden , om de geenen, die zich daar meede ge<br />
moeid hadden , by de Gemeente verdacht te maa<br />
ken Ik beken 't, men liep dat gevaar : maar een<br />
braaf Regent die zyn leeven en goederen voor<br />
zyn Vaderland veil heeft, kan getroost zyn, zy-<br />
"en goeden naam, tot dat zelfde einde, inde<br />
-^aagfchaal te ftellen. Was'tnietreedsongeluk!<br />
^g genoeg,datin 't voorig Jaar eenige heet-<br />
hoomen den Staat in eenen noodlottige Oor<br />
log hadden ingewikkeld? Moest men zich nu<br />
«fc t ware,fchaamen,daareenige dier heethoof<br />
den nu hunnen invloed verlooren hadden te<br />
trachten het aangedaane leed, zoo fchielyk moog-<br />
Jyk te heelen ? Amfterdam was in February<br />
1781 met meer, 'c g e en Amfterdam in 1780 ge<br />
weest was. Zoo als de zaaken nu aldaar wierden<br />
»ge»en, was men gezind, om door eene ge<br />
paste omzichtigheid, dezelven wederom te bren<br />
gen, zoo 't eenigzïnts mooglyk was. in den<br />
ftaat,uit welken een ontydige yver ze gebracht<br />
had Zy had thans bezadigde R e g e n t e n . d i<br />
Oflchpon 2y met verontwaardiging gevoelden,<br />
de verregaande mishandelingen, door de Engel<br />
fchen hunne Medeburgeren aangedaan, teffens<br />
metde uiterfte aandoening«agen, dat deStaat<br />
die aan hunne zorgen gedeekelyk was toever<br />
trouwd,
O P H E L D E R I N G , ENZ. «IJ<br />
q-ouwd, teegen dat geweld niet beftand was.<br />
Regenten, die ziels genoeg hadden, om in de<br />
nood, ter eere van hun Vaderland, alles aan<br />
te fpannen, liever dan eene fchandelyke Vree<br />
de aan te gaan: maar die niet konden, noch<br />
mochten twyffelen, dat ecrlyke Vreede, voor<br />
een handeldryvend Volk, altyd boven Oorlog<br />
verkiesbaar is: en voornaamlyk boven eenen,<br />
die reeds zoo noodlottig was, en waarfchynlyk<br />
noch noodlottiger zou worden, voor dat men<br />
in ftaat zou zyn , zich te verweeren : men<br />
fpreekt niet van aanvallen.<br />
Het zou zeekerlyk niet zeer pasfelyk zyn ge<br />
weest, dat, daar een der Burgemeesteren, die<br />
in 't jaar 1780 in regeering was geweest, nu<br />
weder in regeering was, Amfterdam geree-<br />
delyk in het geeven van Satisfactie had toege-<br />
ftemd: maar dit had immers beleefdelyk van<br />
de hand kunnen geweezen worden: of men<br />
had ten minften kunnen hooren, of Engeland<br />
daarop zou hebben blyven ftaan : behalven<br />
dat, gelyk ik zoo even gezeed heb, en in myn<br />
eerfte gefprek met den Heere Triquetti reeds<br />
bepaald was, van de Republiek geene Satis<br />
factie voor 't bewuste geval geëischt zou wor<br />
den, ten zy Haar door den Koning Satisfactie<br />
toegezegd wierd.<br />
B 5 Men
2,6 M E M O R I Ë N T O T<br />
Men had dus t'Amfterdam van de voorge-<br />
ftelde handelingen met Engeland afgezien, toen<br />
de Heeren Temminck en Visfcher, Gedeputeer<br />
den ter Dagvaart, door den Raadpenfionaris,<br />
uit naam van Zyne Hoogheid, tot het houden<br />
eener Conferentie op Vrydag den 27 July,<br />
genodigd wierden.<br />
Die Heeren zich by Zyne Hoogh. vervoegd<br />
hebbende, verftonden, dat Hoogstdezelve genee-<br />
gen zynde, met eenige Regenten van de voor-<br />
naamfte Stad in Holland te raadpleegen, over<br />
zaaken waar in de Republiek het allergrootfts<br />
belang had, gemelde Heeren tot dat einde by<br />
zich had verzocht, om van hun te verftaan,<br />
„ of de Regeering van Amfterdam geneegen zou<br />
5» zyn, op eene of andere wyze, de gevoelens<br />
„ van het EngelfcheHof te laaten ondertasten:<br />
„ en zoo ja, welke daartoe het meest gefchikt<br />
„ voorkwam.<br />
Gemelde Heeren, na daar op met de gepaste<br />
heuschheid geantwoord te hebben, voegden<br />
daar by, „ dat zy, zonder de Heeren hunne Prin-<br />
„ cipaalen te willen vervangen, wel durfden<br />
„ verzeekeren, dat dezelven 'er niets teegen<br />
„ zouden hebben, zoo 'er het een of ander om-<br />
,, trent deeze zaak onder de hand getenteerd<br />
„ kon worden: dat zy verzochten, vooraf het<br />
„ prse-
O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />
„ prceadvys van Zyne Hoogheid te moogen ver-<br />
„ neemen, en of in deezen al eenig tentamen ge-<br />
„ daan was: terwyl zy voor Hoogstdezelve niec<br />
„ wilden verbergen, onder daags informatie te<br />
„ hebben ontvangen, da: 'er reeds eenigen tyd<br />
„ geleeden, tusfchen de twee Sardinifche Mi-<br />
„ nisters deMirabel en Cordon, in denHaag en te<br />
„ London refideerende, Correspondentie had<br />
„ plaats gehad: en zelfs dat ons vifie was gegee-<br />
„ ven, van eenige Articulen, waar op het En-<br />
„ gelsch Ministerie, mooglyk, wel in onderhan-<br />
'„ deling zou willen treeden: dat zy niet twyf-<br />
„ felden, of Zyne Hoogh. zou hier van reeds<br />
„ onderricht zyn."<br />
Zyne Hoogheid erkende, dat hem wel iets<br />
omtrent de gehoudene Conferentie bekend<br />
was, en zelfs diags te vooren daarover, door<br />
den Heere de Mirabel, by geleegenheid van<br />
een Soupé op de Oranje - Zaal, onderhouden<br />
was: dan Hoogstdezelve fcheen niet te willen<br />
weeten van eenige Articulen, welke de Raad<br />
penfionaris nochtans erkende gezien te hebben.<br />
Doch Zyne Hoogh. zeide „ in de Perzoonen,<br />
„ die de gezegde Correspondentie begonnen, en<br />
„ eenigen tyd voortgezet hadden geen zin te<br />
,, hebben: dat van gedachten was, dat men 'er<br />
„ geen vreemden in moest haaien, of gebruik<br />
„ maa-
28 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ maaken van zoodaanigen, die zich daartoe van<br />
„ zelfs opwierpen, of aanboden; dewyl het<br />
„ voornaam oogmerk van dar. zoort van Minis-<br />
„ ters meestentyds was, eenige prefenten of<br />
„ groote belooningen voor zich te verkrygen:<br />
» gclyk gebeurd was met den Minister deFiry,<br />
„ meede wegens Sardinien in 's Hage gerefi-<br />
„ deerd hebbende:" dat van oordeel was, het<br />
beste te zyn, van hier een bekwaam Perzoon,<br />
doch zonder Character, naar London te zen.<br />
den, om de gevoelens van hetEngelsch Minis<br />
terie te polfen: of zoo als de Raadpenfionaris<br />
die noemde, om te hooren, te zien , en te zwygen.<br />
Op dit voorftel wierd door meergem. Hee<br />
ren in fubltantie gerepliceerd: „ dat zy voor<br />
„ hun wel konden zeggen, het employ van<br />
„ zoodanig iemand, als Zyn Hoogheid voor-<br />
„ floeg, en met geen verder of uitgeftrekter<br />
„ last voorzien, verkoozen, boven dat vanMi-<br />
„ nisters van vreemde Mogendheeden: doch<br />
,, dat zy niet konden nalaaten, Zyne Hoogh.<br />
„ met één woord, alles nochtans zonder de<br />
„ Heeren hunne Principaalen te vervangen ,<br />
„ eenige aanmerkingen meede te deelen, op<br />
„ de Articulen welke aan eenige Heeren van<br />
„ Amfterdam ter hand gefield waren: en wel<br />
** °P het eerfte, aangaande de vernieuwing der-<br />
,5 Trae-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$<br />
?, Trüclaten, dat dit hun ongeraaden voor-<br />
j 5 kwam: dewyl dezelve, hoe voordeelig ze ook<br />
„ konden fchynen, nooit voordeel aanbrach-<br />
i y ten; alzoo te meermaalen ondervonden was,<br />
„ dat op den tyd dat de Republiek daar van<br />
,, de voordeelen kon genieten , Engeland altyd<br />
„ door haar overmacht, middelen had wèeten<br />
„ uit te vinden, om zulks te beletten : ter-<br />
„ wyl dat Hof doch nooit naliet, de nako-<br />
„ ming derzelve, voornaamlyk by Oorlog met<br />
„ Frankryk, zelfs offchoon het cafus fcederis<br />
niet exteerde, te Vorderen.<br />
Dit voorgeftelde, dat door de Heeren meer<br />
uitgebreid wierd, fcheen de Prins toe te Hem<br />
men, en ook van gedachten te zyn, dat het ge-<br />
Val met opzicht tot de Republiek, die nooit.<br />
Oorlog zocht, of daartoe aan de Nabuuren wet<br />
tige reedenen gaf, en dus zelden of nooit in<br />
de noodzaaklykheid kwam, om hulp van Geal<br />
lieerden te eisfchen , zoo te zeggen geen plaats<br />
kon hebben.<br />
Gem. Heeren voegden voorts daar by: dac<br />
Op het 2?.punt, „de teruggaave derposfesfien<br />
aan weerskanten, geene remarques vielen:<br />
dan alleen, dat zy vermeenden, dat met reede<br />
„ van Engeland fchavergoeding kon geëischt<br />
„ worden, vopr de fchade en ruïne van St,<br />
„ Epftatiu-s." ,> D»t
3° M E M O R I Ë N T O T<br />
„ Dac op het 3e eene billyke fchikking, met op-<br />
„ zicht tot de Scheepen en Goederen., gedurende<br />
„ den Oorlog genomen en gearresteerd, Zy<br />
„ meede geene reflectien zouden maaken, dewyl<br />
„ men eerst diende onderricht te zyn, wac Enge-<br />
„ land hier omtrent zou willen voorftellen."<br />
„En dat,eindelyk, wat de gerustftelling te-<br />
„ gens de gevoeligheid van andere Mogendhe-<br />
„ den, en byzonder van Frankryk aanging, zy<br />
„ daaromtrent hadden op te merken, dat het<br />
„ ongenoegen van dat Ryk niet te verwach-<br />
„ ten was,indien de Republiek zich niet zeer<br />
ondankbaar betoonde, aan den byftand Haar,<br />
„ voornaamlyk ten opzichte van de Oost-In-<br />
„ difche Compagnie, beweezen: en dat, inge-<br />
„ val toegeeflykheid wierd gebruikt, omtrent<br />
„ het verzoek door den Ambasfadeur, reeds<br />
„ voor lang,en nu by herhaaling, gedaan,om<br />
„ dat Ryk by leening, of door Guarantie van<br />
„ eene Negotiatie hier te Lande, met vyf Mi-<br />
„ lioenen by te ftaan , het Hun voorkwam, dat<br />
„ men van dien kant niets te vreezen, maar in<br />
„ tegendeel alle infchikkelykheid te wachten<br />
„ had."<br />
Het kwam gemelde Heeren voor, dat Zyne<br />
Hoogh. deeze Geld-Negotiatie, op welke zy<br />
onderricht waren, dat de Raadpenfionaris zich<br />
reeds
O P H E L D E R I N G , ENZ. 31<br />
reeds gunftig aan den Franfchen Ambasfadeur<br />
geëxpliceerd had, wel wilde goedkeuren : doch<br />
het fcheen dat Hoogstdezelve haar noch wat -<br />
wilde verfcbuiven, om haar naderhand te doen<br />
dienen tot een middel van belooning voor den<br />
gegeeven byftand : daar Zyne Hoogh. fcheen<br />
te vreezen , dat men ons wel eens een Apothecars<br />
Reekening, voor de gedaane dienfien<br />
zou willen maken.<br />
De Heeren Temminck en Visfcher, na alvorens<br />
Zyne Hoogh. voor deeze vertrouwde opening<br />
bedankt te hebben, namen aan daar van aan<br />
hunne Principaalen verflag te doen: zich teffens<br />
aanbiedende, om daar over en alle andere zaaken<br />
met Zyne Hoogh. meede te werken, zoo<br />
dikwyls en daar, Hoogstdezelve het zoude goedvinden.<br />
De Penfionaris Visfcher had, zoo dra deeze<br />
Conferentie geëindigd was , het verhandelde<br />
aangeteekend, en in de volgende Week aan<br />
Burgemeesteren gezonden: en 't is uit die aanteekeningen,<br />
dat ik het bovengem. genoegzaam<br />
woordely.k hier heb ingevoegd. Het gaf Burgemeesteren<br />
geen gering genoegen , te zien,<br />
dat de gedachten van Zyne Hoogh., zoodanig<br />
flrookten met de hunnen.<br />
Maar terwyl dat dit in den Haag voorviel,<br />
en
M Ê M O I i l E N Ï Ö f<br />
en voor dat Burgemeesteren daar over Zy'rié<br />
Hoogheid nader konden laaten onderhouden<br />
kreegen de Heer Jean Deutz, Scheepen eri<br />
Raad van onze Stad, (een deugdzaam en kun*<br />
dig Regent, in wien de Dood, aan de Maatfchappy<br />
in 't algemeen, en aan deeze Stad iri<br />
't byzonder, een achtenswaardig en nuttig Lid*<br />
in het beste van zyn leeven, ontvoerd heeft,)<br />
en Ik aanzoek, door eenen Heere Paul Went^<br />
worik, onzer beiden goeden bekenden, om met-<br />
Hem een gefprek over de publieke zaaken tè<br />
houden*<br />
Hy was eenËngelschman,die zich des tyds,<br />
ten minften zoo hy voorgaf, in Holland bevond<br />
, uit hoofde van zekere Plantagien die hy<br />
in Suriname bezat; Voorts was hy bekend voor<br />
een braaf weldenkend mensch, begaafd met verftand<br />
en bekwaamheid. Wy wisten dat hy dikwyls<br />
door 't Engelsch Ministerie was gebruikt<br />
geweest, en wel Hond by de Lords Stormont<br />
North en Germaine. Hy was uit hoofde zyner<br />
geboorte, zynde een bloedverwant van Lord<br />
Kockingham, wiens familie - naam mede Wentworth<br />
is, in aanzien, 't Kwam dus waarfchynlyk<br />
voor,dat dit aaanzoek niet gefehiedde zonder<br />
medeweeten van het Engelsch Ministerie,<br />
Waar by noch kwam , dat hy meenigvuldigë<br />
Ui*
O P H E L D E R I N G , ENZ. 3§<br />
blyken van zyne geneegenheid voor ons Land<br />
gegeeven had: byzonder ten behoeven van oni<br />
ze Colonie van Suriname , en het bewerken<br />
eener fchikking, door welke, met goedkeuring<br />
van het Engelsch Ministerie, de Navigatie tus<br />
fchen onze Colonien in America, en 't vaste<br />
Land aldaar , gedurende den Oorlog zou ge-<br />
bleeven zyn: her. geen alleen geen plaats had<br />
gehad, door het fpoedig overgaan aan de En<br />
gelfchen, tot hunne verwondering, van Deme-<br />
rary en Esfequebó.<br />
De Heer Deutz en Ik, tyding van het gem.<br />
aanzoek door den Heere J. C. van der Hoopi<br />
toen Secretaris der Direitie van Suriname nu<br />
Fiscaal der Admiraliteit, gekreegen hebbende,<br />
en vermeenende verplicht te zyn , ten minften<br />
te hooren, 'c geen de H r<br />
. Ifentworth ons wilde<br />
zeggen, namen het voorftel aan, engaavenhem<br />
rendez vous op den aSjuly, op de Buitenplaats<br />
van evengemelde Heer van der Hoop , genaamd<br />
Meershoef, geleegen by Velzen.<br />
De Heer IVentworth aarzelde niet, met by<br />
den aanvang van ons gefprek te erkennen, dac<br />
zyn eenigst oogmerk by deeze zyne aankomst<br />
was, om van den Heere Deunen My, tot wel<br />
ken hy meerder dan tot andere Leeden der Re<br />
geering betrekking had, ce verltaan, of in önè<br />
It. DEEL. C Land,
34 M E M O R I Ë N T O T<br />
Land, en voornaamlyk te Amfterdam , geneegen-<br />
heid was,om de gereezene gefchillen by te leggen.<br />
Wy antwoordden,ótef wy van die geneegenheid<br />
volle verzekering konden geeven, mits men daar<br />
toe kon vinden, eene redelyke, gepaste en eerlykè<br />
wyze.<br />
Hier op volgde een zeer lang gefprek, over<br />
de wederzydfche belangen der twee Natiën ,<br />
om verbonden te zyn: en over 'c gevaar van<br />
Frankryk, en het Huis van Bourbon zoo groot te<br />
maaken, dat alles daar voor zou moeten bukken.<br />
Wy waren het daar over taamelyk eens:<br />
maar hy gaf de Republiek, wy Engeland de<br />
fchuld van den Oorlog : hy verweet ons de<br />
drift van den Penfionaris van Berckel, wy hem<br />
die van den Ridder Tork.<br />
Hy vroeg ons vervolgens, op welke voorwaar<br />
den wy dachten, dat de Republiek haare oude<br />
Vriendfchap aan Engeland zou willen weder,<br />
geeven.<br />
Het antwoord was, dat wy byzondere Per<br />
zoonen , en zonder eenige last zynde, daarop niet<br />
konden antwoorden: maar dat wy gaarne wilden<br />
hooren, zoo hy ons daarvan iets kon of wilde zeg<br />
gen , wat men in Engeland wilde doen, om de on-<br />
noemlyke fchade ons toegebracht, en den hoon ons<br />
aangedaan, te vergoeden en te keeteren.<br />
Hy
O P H E L D E R I N G , ENZ. 35<br />
Hy repliceerde in fubftantie, „ dat hy mee-<br />
^ de een particulier was, zonder eigenlyke qud-<br />
-„ lificatie, dac alleen met de Ministers voor<br />
„ zyn vertrek gefprooken had, en van hunnë<br />
„ geneegenheid, omtrent het werk der Vree-<br />
,, de, verzeekerd was."<br />
Hy vroeg voorts, „ of men gereed was,<br />
„ den Koning eene gevoeglyke Satisfactie té<br />
„ geeven, wegens de Papieren van Laurens,<br />
„ en de daad van den Penfionaris van Berckel"<br />
Deezen Heer noemde hy by herhaaling alleen.<br />
Wy antwoordden, dat men van geene anders<br />
Satisfablie fpreeken moest, dan van de geene , dis.<br />
'reeds gegeeven was, naamlyk, de afkeuring eé<br />
desaveu , door de Staaten van Holland gegeeven.<br />
Waarop hy weder in fubfiantie zei, „ dat<br />
„ die Satisfactie waarlyk volledig zou zyn ,<br />
als men den Brief van 't Hof liet inkomen :<br />
„ dewyl men in Engeland wist , dat by den-<br />
„ zeiven de Penfionaris fixafbaar zou verklaard<br />
„ worden, en dat de Koning dan te vreederi<br />
„ zou zyn."<br />
Wy vertoonden hem, dat hy zich vergiste,<br />
met te denken, dat het advys van V Hof, al eèns<br />
geftdd, dat het voor den H r<br />
. van Berckel niet gunflig<br />
was, ooit eene condemnatie zou kunnen inhouden<br />
t dat deeze niet kon komen daa van den com-<br />
C c pit
%6 M E M O R I Ë N " T O T<br />
petentim Rechter: dat die alleen de Scheepensbank<br />
van Am foliant was, dewyl geen lngezeeten alhier<br />
zoo wel als in Engeland, van zynen daaglykfchen<br />
competenten Rechter kan worden afgetrokken: dat<br />
men in Engeland verzeekerd kon zyn, dat na het<br />
/luiten der Vreede, door de Heeren die in de zaak<br />
betrokken waren geweest, aangedrongen zou worden,<br />
om het gem. Advys le doen inkomen, en om te<br />
onderzoeken, of eene daad, ten minften zoo als Burgemeesteren<br />
in den tyd daar toe last hadden gegeeven<br />
, welke van geene de minfte gevolgen kon zyn,<br />
dewyl in alle gevallen haar werking volfirekt afhing<br />
van eene daad des Konings zeiven, als Crimineel<br />
befchouwd kon worden. (
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2?<br />
geeven ie worden: maar dat IVy eene rechtmatige<br />
Satisfactie te eisfchen hadden, en ook daadlyk zouden<br />
vorderen, voor het geweld op ons Territoir<br />
gepleegd, en den hoon, ome Vlag aangedaan.<br />
De Heer Wentworth antwoordde, „ dat men in<br />
„Engeland nimmer meerder had kunnen ver<br />
hangen, als dat men, volgens de wetten van<br />
„den Lande, tegen de bewuste Perfoonen ge<br />
procedeerd had, dewyl men aldaar met den<br />
„geringften onderdaan niet anders kon hande-<br />
„len." Hy gaf teffens te kennen, dat men in<br />
Engeland niet zeer te vreeden was over 't ge<br />
drag van den Heer Tork: dat de Memoriën door<br />
hem over gegeeven, hier te Lande waren op-<br />
gefteld: dat zy op de verzeekerkigen van even-<br />
gem. Ridder, dat men hier op dien toon fpreken<br />
moest. door 't Ministerie waren goedgekeurd.<br />
Dit afgehandeld hebbende, vroeg de Heer<br />
IV'intworth, wat men hier doen wilde, aangaande<br />
de bewuste Artt. van hetTraclaat van 1674.<br />
Wy, wat men in Engeland zou begeeren.<br />
Hy verklaarde daar op rond uit, verbod van<br />
alle waaren tot het opbouwen en equipeeren van<br />
Oorlogfcheepen nodig: als zwaar Hout, Masten,<br />
Hennip,Pik, geflaagenTzer,Koper ePlaaten. &c.<br />
Wy antwoordden, „ dat gefield, men al eens<br />
„ voprzag, dat men, by eenen anderen Oorlog,<br />
Q 3 » in
38 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ in Engeland weder meerder in aanfchouw<br />
„ zou neemen , de convenientie onderfteund<br />
door ge weid, dan de letter der Tractaaten, en<br />
„ de rechtmatigheid van aan hunne Bondgenoo?<br />
„ ten op hunne beurt te laaten genieten, 't geen<br />
„ ten voordeele van Engeland in den tyd ge-<br />
„ field was, en men doch om vreede te hou*<br />
„ den iets zou willen toegeeven, die toegee-<br />
„ venheid altoos niet verder zou gaan, dan tot<br />
„ het ftellen onder de waaren van Contraban-<br />
„ de, zwaar Scheepstimmerhout en Masten van<br />
„ zeekere grootte: maar dat men nooit zich zoo<br />
„ verre de handen zou laaten binden, om zulks<br />
„ uit te breiden, tot Hennip, Pik, geftaagenTzer,<br />
,, Kopere Plaaten, enz.: dat dit te vorderen, ook<br />
„ eene zuivere dwinglandy zou zyn , dewyl<br />
„ het toevoeren van deeze waaren volftrekt<br />
„ nutteloos wordt, zoo dra het leeveren van<br />
„ Scheepstimmerhout en van Masten belet<br />
„ word."<br />
£)it verder onaangeroerd laatende, vroeg hy,<br />
O P H E L D E R I N G , ENZ. 29<br />
niet meerder zouden doen , en desaangaande<br />
handelen als voor den Oorlog.<br />
Dit gaf geleegenbeid om te fpreeken over<br />
't geval van Pauljones: in 't begin gefchiedde<br />
zulks niet zonder merkelyke geemelykheid ;<br />
maar op de verzeekering die wy hem gaven,<br />
dat veele van d'omftandigheeden den Koning<br />
door den Ridder Tork, niet geheel naar waar<br />
heid , of ten minften in een ongunftig daglicht<br />
waren voorgedragen, (daar hy ook fcheen niet<br />
geheel van onkundig te zyn ,) liet hy dat onder<br />
werp vaaren.<br />
Wy deeden toen opmerken, dat wy den tyd<br />
tot dus verre, nutteloos met disputeeren ver<br />
spild hadden, terwyl wy noch niet gefprooken<br />
hadden, van iets, dat volftrekt vooraf, of ten<br />
minften met alles gepaard moest gaan, naamlyk,<br />
eene fchavergoeding voor de Scheepen en Goede<br />
ren , onzen Ingezeetenen op zoo'n geweldige en<br />
onrechtvaardige wyze ontnoomen.<br />
Hy zeide daarop: „ dat de genomene Schee-<br />
„ pen niet konden wedergegeeven worden:<br />
„ dat zy volgens de wetten van 't Ryk aan<br />
„ de neemers toegeweezen waren: dat zulks<br />
„ gevestigd was, op eene Acte van 'c Parle-<br />
„ ment van den tyd der Koninginne Anna, en<br />
dat dus de Koning zulks niet in zyne mlacht<br />
CA flad:
40 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ had: dat wy genoeg voordeel zouden heb-<br />
„ ben, door boven alle anderen re genieten,<br />
v<br />
het voorrecht van vry Schip, vry Goed: dat<br />
„ Engeland St. Euftatius, Demerary en Esfe-<br />
v<br />
quebo weder zou geeven: dat de verliezen<br />
door het neemen van onze Scheepen en van<br />
„ St. Euftatius, eerder op Engeland, daar de;<br />
v<br />
meeste Scheepen verzeekerd waren, was ge-<br />
„ vallen, dan op dit Land: voorts vertoonde<br />
hy, dat men van Frankryk niets te vreezen<br />
had: dat de Keizer nimmer zou dulden, da.t<br />
,, dat Ryk ons te Land zou aanranden : da.t<br />
wy zeer roekeloos handelden , met meede te<br />
„ werken, om het Huis van Bourbon grooter<br />
„ en machtiger te maaken: en dat wy, by de<br />
,, algcmeene Vreede, zoo wy van te vooren ons<br />
„ niet met Engeland verzoenden, het Slacht-<br />
„ offer zouden zyn, en de ballen betaalen."<br />
Wy disputeerden zeer lang over deeze pun<br />
ten , zonder malkanderen te kunnen verliaan.<br />
Het beiluit was eindlyk van onzen kant, „ dat<br />
„ wy op dien vpet tot geene Vreede zouden<br />
kunnen belluiten, en ons dus, hoe ongaar-<br />
„ ne, den Oorlog zouden moeten getroostent<br />
„ dat eene Vreede op dien voet te fluiten , een<br />
,, onwederfpreekelyke blyk zou zyn , dat wy<br />
„ de wet van Engeland ontvingen : dat geen
O P H E L D E R I N G , ENZ. 41<br />
„ eerlyk Regent daartoe zou willen inftem-<br />
„ men: en wilde hy al eens, dat hy het niet<br />
zou kunnen doen, zonder zyn Perzoon en<br />
„ Goederen bloot te ftellen, aan de als dan<br />
„ verfchoonbaare woede zyner Meedeburge-<br />
„ ren: dat byaldien Engeland ons geene eer-<br />
„ lyke Vreede wilde geeven, wy eindlyk ge-s<br />
noodzaakt zouden zyn, ons in de armen van<br />
„ Frankryk te werpen, om het dringenlte on-<br />
„ heil te ontwyken; alhoewel wy gevoelden,<br />
„ dat naderhand daaruit ons onheil, en dat van<br />
„ Engeland gebooren zou worden : dat men<br />
., voorts in Engeland moest opmerken , dat<br />
„ onze omftandigheeden zedert eenigen tyd<br />
„ vry beeter waren: dat wy naar het neemen<br />
„ van onze Scheepen in eenen tyd, dat men<br />
„ nergens op bedacht was, desaangaande niets<br />
„ meer te verliezen hadden: dat hetgeen ons in<br />
,, de West-Indien noch overbleef, in eenen ge-<br />
„ noegzamen ftaat van tegenweer gefteld was:<br />
,, dat'onze Oost-Indifche Scheepen in behou-<br />
„ de Haven waren: dat de Caap in zeekerheid<br />
„ gefteld was: en dat in Oost - Indien,niet Wy,<br />
„ maar de Engelfchen te vreezen hadden."<br />
Het gefprek wierd hier meede afgebroken,<br />
en wy dachten, dat het eene afgedaane zaak<br />
was: maar na de Maaltyd, die ondertusfchen ge-<br />
£ £ hou,-
42 M E M O R I Ë N T O U<br />
houden wierd, kwam men weder op dit onderwerp.<br />
De Heer IVentworth iprak niet meer van Satisfactie<br />
, ten minften niet van 't inleeveren van<br />
?<br />
t advys van 't Hof: hy matigde vervolgens zynen<br />
eisch wegens het vervoeren van Scheepstimmerhout,<br />
Hennip, Pek, &c. en zei: „ dat<br />
,, men voor Contrabande zou houden, de waa-<br />
„ ren , die volftrekt niet anders konden die-<br />
nen, als tot den aanbouw van Scheepen van<br />
„ Oorlog: als, by voorbeeld, Hout van eene<br />
„ zeekere zwaarte, Masten en Kabels van eene<br />
„ zeekere dikte,"<br />
Hy gaf meede te kennen, „ dat alhoewel de<br />
„ Koning alle de genomene Scheepen niet<br />
„ kon doen wedergeeven , zyne Maj. doch<br />
,, kon afftaan van die, welken behoorden on-<br />
„ der 't Recht van de Admiraliteit, naamlyk,<br />
die zonder Brieven van Marqué of Commisfie<br />
genomen waren: gelyk 'er eenige zich in<br />
„ 't geval bevonden."<br />
Hy erkende,,, dat de voorzichtigheid vereischte,<br />
dat men zich zoo weinig mooglyk<br />
„ met Frankryk brouilleerde: en gaf als eene<br />
„ confideratie aan de hand, dat men by provi-<br />
„ fie geene volftrekte bepaaling, door hetaan-<br />
„ gaan van een formeel Traéïaat, wegens het<br />
v<br />
v e r<br />
:
O P H E L D E R I N G , ENZ. 43.<br />
vervoeren van Scheepsmaterialen zou maa-<br />
„ ken: dat het by provifie genoeg zou zyn,<br />
„ zoo men voor eenen bepaalden tyd, van eeni-<br />
,, ge maanden, het vervoeren van Scheepsmater<br />
iu len llremde , onder voorwendzel, ze zelf<br />
„ noodig te hebben.''<br />
Hy voegde daar by , „ dat die vriendelykheid<br />
„ aanftonds erkend zou worden, door het ver-<br />
„ leenen van onbepaalde permisfie tot uitvoer<br />
„ van Mondbehoeftens uit Yerland naar onze<br />
„ Colonien, onder welke neutrale Vlag men<br />
„ zou goedvinden."<br />
Hy erkende, „ dat de Regenten geene an-<br />
„ dere Vreede konden maaken , dan zoodani-<br />
„ ge , die de voornaamfte en beste lngezete-<br />
„ nen voldoen zou : en verzeekerde ander-<br />
„ maal op het fterkfte, dat men in Engeland<br />
„ begreep, dat de Vreede met ons raadzaam<br />
„ en allernuttigst was, mits de Eer van de<br />
„ Kroon bewaard kon worden: dat alle de Mi-<br />
„ nisters juist niet even gemakkelyk dachten,<br />
„ maar dat hy de fterklte verzeekeringen kon<br />
„ geeven , van de vreedzaame gevoelens van<br />
„ Mylord North, ja zelfs van den Koning, en<br />
„ dat het met kennisfe van zyne Maj. was, dat<br />
,, hy met ons [prak," voegende nochtans onmiddelyk<br />
daar by, „ dat wy doch niet moesten<br />
:> den-
44 M E M O R I Ë N T O T<br />
denken, dat hy byzouderlyk gelast was, of<br />
„ by ons eenig aanzoek kwam doen."<br />
Wy antwoordden: „ dat wy befchouwden 't<br />
„ geen tusfchen zyn Ed: en ons gehandeld<br />
„ wierd, als zuivere particuliere handelingen,<br />
„ in welke wy van weerskanten niet behaald<br />
„ wilden zyn: maar dat wy doch gaarne wil-<br />
„ den weeten, vertrouwende op 't geene hy<br />
„ ons van de vredelievendheid in Engeland,<br />
„ byzonder van die van Mylord North gezegd<br />
„ had, op welke wyze men daar van zou kun-<br />
„ nen, ten beste der beide Natiën, eenig ge-<br />
s, bruik maaken."<br />
Hy antwoordde, „ dat een bekwaam middel<br />
„ zou zyn, door iemand van hier, in fubftan-<br />
,, He , aan Mylord North te doen fchryven,<br />
,, dat dewyl men hier gehoord had, dat men in<br />
„ Engel and tot vreede inclineerde , men gaarne<br />
„ zou weeten, of zulks waar was- Dat zyn Lord-<br />
,, fchap daar op zou antwoorden, zulks in der<br />
,, daad zoo te zyn: waarop men van hier zou<br />
b< --oren te repliceeren, dat men gaarne zou<br />
„ zien, dat "er uit Engeland een vertrouwd Per-<br />
„ zoon, hy Wen th worth by voorbeeld, overkwam,<br />
„ om te trachten eikanderen te verft aan. Dat zo-<br />
danig fchryven moest gefchieden door iemand<br />
„ van de Regeering, doch niet in zyne quali-<br />
v teit,.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 45<br />
„ teit, maar als particulier: gelyk meede aan<br />
„ Mylord North, niet moest gefchreeven Wor-<br />
„ den als Minister , maar als particulier, en<br />
,, aan 'c hoofd der brieven gefield worden en<br />
„ confidence: op dat gem. Lord alsdan niet ver-<br />
„ plicht zou zyn kennis te geeven aan de ande-<br />
re Ministers, maar alleen aan den Koning: dat<br />
,, de zaak niet zou gecommuniceerd worden<br />
„ daar zy behoorde, dan na dat men 't genoeg-<br />
,, zaam eens zou zyn , dewyl de uiterfte Se-<br />
,, cretesfe noodig was: dat byaldien 'er niets<br />
,, van kwam, men eene volftrekte geheimhou-<br />
„ ding beloofde; en men ftaat kon maaken op<br />
„ het eerlyk en cordaat Charaéfer van Mylord<br />
,, North, aan my in 'c byzonder bekend."<br />
Hy erkende vervolgens, „ van 't geen de<br />
„ Graaf de Mirabel gedaan had, kennis te heb-<br />
,, ben; maar te vermeenen, dat men beeter zou<br />
,, flagen, wanneer men direct, zonder tusfchen-<br />
„ komst der Ministers, met Mylord North, en<br />
„ door deezen met den Koning handelde," Hy<br />
voegde daar by, „ dat byaldien men niemand van<br />
„ Engeland alhier wilde toelaaten, of derwaards<br />
„ zenden , men als dan mooglyk met vrugt<br />
„ van den Marquis de Cordon, om zyne op-<br />
„ rechtheid, goed verlland , en discretie, by<br />
„ ieder zeer geacht, zou kunnen gebruik maa-<br />
„ ken;
%6 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ ken; mits hy zulks op zich nam als particu-<br />
,, lier, maar niet als Minister."<br />
Na dat men dus met eikanderen meerder<br />
dan drie uuren gefproken, en zoo veel moog<br />
lyk de zaaken tot klaarheid gebracht had, naa-<br />
men wy aan, om aan eenige van onze goede<br />
en vertrouwde vrienden kennisfe, en aan zyn<br />
Ed. op de volgende Donderdag antwoord te<br />
geeven.<br />
Zoo dra het gefprek geëindigd was, fielden<br />
wy, daar het geheugen noch varsch was, op<br />
het papier, ten minlte in fubftantie , 't geen<br />
Van wederszyden gezegd was. Wy oordeelden<br />
voorts noodig, ja verplicht te zyn, zulks niet<br />
onder ons te houden, en deeden by de eerfte<br />
geleegenheid daar van verflag aan de Heeren<br />
Temminck en Elias, myne Ambtgenooten, als<br />
meede aan den Burgemeester Huyghens en Pen<br />
fionaris Visfcher: de Heeren van Maarfeveen en<br />
Graafland, die van de voorige handelingen met<br />
den Heer Triquetti onderricht waren geweest*<br />
en die wy nu niet buiten het geheim wilden<br />
houden, waaren niet in de Stad.<br />
Wy belloten eenpaarig, vooreerst, door den<br />
Penfionaris Visfcher Zyne Hoogheid tc laaten<br />
verzoeken, zich niet te willen verhaasten, met<br />
iemand naar Engeland te zenden, om reedenen,<br />
die
O P H E L D E R I N G , ENZ. 47<br />
die de Burgemeester Rendorp aan den Heeré<br />
Raadpenfionaris zou melden;<br />
Ten tweeden: dat ik aan den Heer Raadpen<br />
fionaris van alles fchriftelyk verflag zou doen;<br />
Ten derden: dat de Heer Deutz en Ik, des an<br />
deren daags den Heer Wenthworth by mondé<br />
-woordelyk zouden zeggen:<br />
„ Wy hebben Myn Heer, aan eenige voor-<br />
„ naame Leeden onzer Regeering meedege^<br />
„ deeld, de converfacie, die wy d'eere gehad<br />
,, hebben, laascleeden Zaturdag op de Buiten-<br />
„ plaats van den Heere van der Hoop met U té<br />
„ houden. Wy kunnen U verzeekeren, dat wy<br />
„ allen Zeer oprechtelyk wenfchen, krachtda-<br />
,, diglyk meede te werken, aan de herftelh'ng<br />
„ der Vreede tusfchen de twee Natiën: maar<br />
,, wy vleien ons, dat men in Engeland begrypt,<br />
„ dat wy niet kunnen aanneemen , dan eer-<br />
„ lyke en gefchikte voorwaarden."<br />
,, Wy hebben onze wyze van denken voor<br />
U opengelegd, (en ze is die van alle onze<br />
„ vrienden) in het gefprek dat wy met U<br />
„ gehad hebben. Wy hoopen dat men 'er in<br />
Engeland acht op zal flaan: 't zou anders<br />
nutteloos weezen, in eene hoegenaamde han-<br />
„ deling te treeden. 't Zal voor ons een zeer<br />
groot genoegen zyn, zoo in 't begin, en tot<br />
,, dac
48 M E M O R I Ë N T O T<br />
dat de zaaken toe eene zeekere hoogte gekod-<br />
„ men zullen zyn, wy alleen zullen te hande :<br />
,j leh hebben met Mylord North. Deszelfs alge-<br />
„ meene naam van oprechtheid en eerlykheid,<br />
„ en zyne bedaardheid in zyne wyze van den-<br />
„' ken en handelen, heeft hem de achting van<br />
„ gansch Europa, en de onze in 'c byzonder,<br />
,, verworven. Daarenboven zal men daar vce-<br />
„ le hindernisfen door vermyden, en hec zoo<br />
,, noodig geheim beeter betracht worden, 't Is<br />
„ ons te gelyk ten hoogften aangenaam, Myn<br />
„ Heer, dat hec met het meedeweeten van<br />
,, dien Heer is, dat UE. zich met eene zaak van<br />
„ zoo veele aangeleegenheid gemoeid heeft.<br />
„ Uwe doorzicht en kunde zyn ons bekend.<br />
„ De goedwilligheid die UE. altyd voor dit<br />
„ Land in 't algemeen betoond heefc, de dien-<br />
ften door U aan onze Colonie van Surina-<br />
„ me gedaan, en de byzondere kennis die wy<br />
„ met U gemaakt hebben, hebben U ons ver-<br />
„ trouwen verworven. Wy wenfehen op het<br />
,, fterkfte, dat het werk door U, en door geene<br />
,, anderen, behandeld worde."<br />
„ Die is iets , waar op wy heden aandriri-<br />
„ gen, by de kennisgeeving van het voorge-<br />
„ vallene aan den Raadpenfionaris. Wy dee-<br />
len hem teffens meede, uwe gedachten op<br />
I<br />
j," dé
O P H E L D E R I N G , ENZ. 43$<br />
de wyze, om de zaak aan den gang te hel-<br />
,, pen: naamlyk, dat men zou moeten fchry-<br />
ven aan Mylord North, dat, dewyl men ver-<br />
,, n'oomen had, dat men in Engelandgeneegeti<br />
„ was, om de oude Ferbintenisfen met de Repu-<br />
„ bliek te vernieuwen, men verlangde te weeten *<br />
„ of dat zoo was. Dat gem. Lord, op die alge-<br />
„ meene vraag,een antwoord in algemeene be-<br />
„ woordingen zou geeven, inhoudende verzee*<br />
„ keringen van de goedwilligheid des Konings op<br />
„ dat /luk. Dat wy daarop zouden repliceereni<br />
„ dat het ons aangenaam zou zyn, dat zyn Lord •<br />
fchap iemand van vertrouwen herwaardè<br />
zondty met wien wy zouden kunnen fpreeken y<br />
„ en trachten de noodige fchikkingen te maaken \<br />
„ om te kunnen bereiken, het heilzaam oogmerk<br />
„ dat zoo oprecht lyk gewenscht wierd: dat keu<br />
,, zeer aangenaam zou zyn, zoo die perzoon van<br />
„ vertrouwen was de Heer Wenthworth* Dac<br />
„ boven aan den brief zou moeten ftaan, de<br />
„ woorden, In vertrouwen: op dat gem. Lord<br />
„ daar door ontheeven zou wezen, om 'er aan<br />
„ anderen, dan den Koning, van te fpreeken."<br />
„ Wy neemen aan, de verzeekeringen, die<br />
„ UEd. ons gegeeven heefc, van volftrekt<br />
geheim te houden, al 't geen betreklyk dee-<br />
,, ze zaak voorgevallen is, of noeh zou ku )ü-'<br />
II. BEEL. S ?j oei
50 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ nen voorvallen, en verlaaten ons ter goe-<br />
der trouw daarop."<br />
Wy gaven woordelyk het bovenfiaande ant<br />
woord aan den Heere fVenïworth, die 'er wel<br />
meede te vreeden fcheen: en hadden weder te<br />
dier geleegenheid een tamelyk lang gefprek<br />
met hem, in den thuin van den Heere Schee<br />
pen Munter, aan d'Amftelfluis.<br />
Zyn Ed. fprak weder van 'c niet toelaaten<br />
van Americaanfche Scheepen, en wy herhaal<br />
den, dat wy daartoe nimmer zouden komen.<br />
Hy klaagde, ,, dat men van onzen kant alles<br />
„ wilde hebben, doch niets geeven."<br />
Wy antwoordden gereedelyk , „ dat wy al<br />
„ veel toegaaven, met toe te geeven in de be-<br />
„ wuste Artt. van 't Tractaat van 1674.. "<br />
Hier aflïappende, zeide de Heer Wentworth,<br />
„ dat wy getoond hadden te verlangen , dat<br />
„ de fchadens, aan de Republiek toegebracht,<br />
„ op de eene of andere wyze mochten gebee-<br />
„ terd worden: dat daartoe mooglyk zou kun-<br />
„ nen dienen, het Eiland Tortola, eene der<br />
„ Maagden - Eilanden dat vruchtbaar en gecul-<br />
„ tiveerd was, in plaats van St. Euftatius, aan<br />
„ ons te geeven."<br />
Dat Eiland was ons onbekend, en wy kon<br />
den dus niet daarop antwoorden, dan alleen,<br />
* das
O P H E L D E R I N G , ENZ. gi<br />
„ dat de Republiek haare omnomene bezit-<br />
tingen eerst weder moest hebben, en dat<br />
„ men dan over 't aanneemen van Tortola zoü<br />
„ kunnen handelen, en zien, of het rot eene<br />
bekwaame fchavergoeding zou kunnen ftrek-<br />
,, ken." Wy voegden daarby, „ dat hec Ei-<br />
„ land Tabago daarcoe mooglyk gefchikter zott<br />
,, zyn, en ons door de Franfchen, die het ge-<br />
duurende deezen Oorlog genomen hadden,<br />
by 'c maaken der Vreede zou kunnen over-<br />
gegeeven worden. Gylieden wilt te veel heb-<br />
„ ben " viel hy in, „ en Lord North zal lag-<br />
„ chen, als ik hem zeggen zal, gy kunt de Vreede<br />
5, van de Hollanders krygeu, mits gy ze van hun<br />
.}, wilt koopen. tf<br />
Wy maakten een einde van deeze conferen<br />
tie , met te beloven, van al het geen over en we<br />
der gezegd was, geen gebruik te maaken, om<br />
eikanderen ergens in te behaalen, maar allea<br />
aan te zullen zien , als tusfchen goede vrien<br />
den in 't vertrouwen gezegd. Hy verzocht<br />
byzonderlyk, geen gebruik te maaken van 'c<br />
geen hy op 'c fujec van den Heer Tork gezegd<br />
had; ook niec ter ooren van Mylord Stormond<br />
te doen komen, *t geen met Mylord North ver<br />
handeld zou worden. Wy fpraken af, dar wy<br />
alleen aan Zyne Hoogh. en aan den HeerRaad->
M E M O R I Ë N T O T<br />
penfionaris van 'c verhandelde kennis zou<br />
den geeven, met verzoek, om verders aan nie<br />
mand, hoe genaamd, zulks mede tedeelen: dat<br />
men als noch van onzen kant niets zou doen,<br />
voor dat hy van 't voorgevallene aan Mylord<br />
North verflag zou gedaan, en aan my nader<br />
gefchrceven hebben: zyn Ed. was van voor<br />
neemen, om direct over Ostende naar London<br />
te vertrekken.<br />
Dewyl ik daags te vooren mynen brief aaa<br />
den Raadpenfionaris, by gebrek aan tyd, niet<br />
had kunnen in gereedheid krygen, had ik daar<br />
door geleegenheid, om zyn Ed. zoo wel van,<br />
dit laatfle gefprek , als van het eerfte verflag<br />
te doen.<br />
Ik voegde daar by, „ dat ik vertrouwde, dat<br />
„ zyn Ed. nu niet verwonderd zou zyn, dat<br />
„ Burgem. volgens 't geen zyn Ed. laatst door<br />
„ den Penfionaris Visfcher gefchreeven was,<br />
„ zich zoo rondelyk tegen het zenden van ie-<br />
„ mand naar Engeland, verklaard hadden. Dat<br />
„ men zich in dien brief niet duidlyk had kun-<br />
„ nen uiten, en alles zeggen, om dat de Bur-<br />
„ gem. Hooft niet van alles onderricht was»<br />
„ Dat wy niet twyffelden , of Zyne Hoogh.<br />
„ en zyn Ed. zouden met ons volkomen eens<br />
,, zyn , dac oneindig beeter was, iemand uk<br />
„ En-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 53<br />
Engeland te verwachten, dan iemand ,der-<br />
„ waards te zenden. Dat het altyd ongemak-<br />
„ lyk zou zyn, zoodaanigen perzoon met de<br />
„ noodige en genoegzaame inftruftien te voor-<br />
„ zien: terwyl, alleen hooren, zien en zwygeft,<br />
„ altyd moeilyk valt. Dat dit gefchieden kon,<br />
„ zoo men ons aanfprak , maaronmooglyk was,<br />
„ zoo wy aanfpraaken. Dat op de eerde vraag,<br />
„ wat wilt gy ? aanftonds duidelyk 'vaperemtoir<br />
„ geantwoord kon worden. Dat men al over<br />
„ lang, gelyk Ik het aan Zyne Hoogheid,vier<br />
„ maanden geleeden, had voorgefteld, moest<br />
,, getracht hebben , het waare voorneemen van<br />
„ Engeland te ontdekken. Dac het nu zoo<br />
,, verre wel uitvalt, dewyl Engeland nu zelve<br />
„ aankomt, 't geen beeter en eerlyker was:<br />
maar waar van men ook gebruik moest maa-<br />
„ ken."<br />
De Heer Raadpenfionaris antwoordde my ge-<br />
reedlyk, dat de inhoud by hem ten uiterften<br />
geheim zoude blyven , en aan niemand, dan<br />
aan Zyne Hoogheid meedegedeeld worden. Dat<br />
de zaak in 's Hage volmaakt in zyn geheel was,<br />
en men dus kon afwachten, de nadere tydrng,<br />
die ik van den Heere Wentworth zou ontvan<br />
gen.<br />
Voor dac de evengem. Heer de ïeis naar En-<br />
D 3 ge-
54 M E M O R I Ë N T O T<br />
geland aannam, fchreef hy my noch het volgend<br />
briefje:<br />
r<br />
,, Une reflexion de plus , mon trés chèr<br />
„ Monfieur: ne feraic il pas necesfaire, a 1'An-<br />
glererre, de ^arder la bienfeance Stdemena-<br />
, ger la Rusfie? en ce cas, ne ferait il pas in-<br />
„ dispenfable,après que la chofe fera arrivée,<br />
„ jusqu'a un certain point, que vous envoias-<br />
„ Gé/, quelqu'un en Angkterre. De plus fur<br />
„ la maniere de voie que je vous ai indiquée,<br />
„ i! faut necesfairement que vous adoptiéz cet-<br />
„ te idee, & potnquoi ne pas propofer d'ecri-<br />
„ re a Mylord North, par maniere de doute,<br />
„ comme difanr, ne ferait il pas bon d''aller d'a^<br />
„ hord en tatant les feminiens de ce Seigneur,<br />
v<br />
en fon particulier. & ceux du Roi, fans al-<br />
„ Ier en droiture aux Ministère J'ai 1'honneur<br />
„ d'ètre trés parfaitement a jamais "<br />
T. T.<br />
P. W.<br />
P. S. „ On ne reusflra pas, ni par la jalou-<br />
„ fie, ni par Ja mesintelligence: evitons dong<br />
M d'exciter, 1'une ou 1'autre." (a)<br />
Op<br />
Noch eene aanmerking, Myn waarde Heer: zou<br />
feet niét voor Engeland noodig zyn, dat zy de welvoeg-<br />
lyk-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 55<br />
Op dit briefje, in 't welk eenige duisterheid<br />
is, voortkomende uit de middelmatige kennis,<br />
die de Heer Wenfworth van de Franfche Taal<br />
had, liet ik hem, met overleg der vertrouwde<br />
Heeren, hec volgend antwoord toekomen:<br />
„ Quand on verra Monfieur, que 1'afiaire<br />
„ prendra un bon tour , il faudra certaine-<br />
„ ment, faire les demarches neceffaircs, pour<br />
„ qu'on foit content, du moins pas mecontent,<br />
„ en Rusfie. A 1'egard de Mylord North, que<br />
„ pourra c'on faire de mieux, que de lui ecri-<br />
„ re<br />
lykheid aangaande Rusland , hield , en omzichtig met haar<br />
handelde. In dit geval, zou het niet noodzaaklyk zyn,<br />
dat gy, na dat de zaaken tot eene zeekere hoogte geko.<br />
'men zullen zyn, iemand naar Engeland zond? Wat be<br />
treft de wyze van werken, die ik U aangeweezen heb ,<br />
moet gy noodwendig die idéé aaneemen. — En waar<br />
om niet voornellen te fchryven aan Mylord North,<br />
by wyze van twyffeling , als zeggende, zou het niet goed<br />
zyn , vooreerst te ondertasten degevoelensvan dien Heer , in<br />
zyn particulier, en die des Konings, zonder direft te gaan<br />
tot het Ministerie. Ik heb d'eere voor altoos volmaakt, -<br />
te zyn.<br />
T. T.<br />
(Was get.y<br />
P. W.<br />
P. S. Men zal nietreüsfeeren , noch door jaloufie , noch<br />
door misverftand, laat ons vermyden het een of ander<br />
aan te ftooken.<br />
D 4
gó* M E M O R I Ë N T O T<br />
„ re, comme a un particulier: qu'on k appris<br />
„ qu'on esc porteen Angleterre, pourlapaix:<br />
,, qu'on defire de favoir, ce qui en est: &<br />
„ qui fur fa reponfe, que cela est vrat, on le<br />
„ prie, de vous envoier,&c. tout cela, comme<br />
„ nous avons du enconfidence. Je necomprends<br />
„ pas ce que vous vouléz dire, par qu'on ne<br />
'-„ réuisfic, nipar lajaloufie , nipar la mefiance.<br />
„ Je ne penfe certainemenc pas a faire naitre<br />
„ 1'une ou 1'autre, tachons de reüsfir & de pro-<br />
„ eurer de tout notre pouvoir, le bien de nos<br />
„ Patries : fauvons la mienne du danger, ou<br />
„ Ellefe trouve d'être , peutétreobligée, pour<br />
„ prevcnir un mal prefent, d'occafioner un<br />
„ mal futur,qui entrainerait laperte de 1'une &<br />
„ de 1'autre."<br />
P. S. „ En relifant votre billet, je crois<br />
„ deviner, que vous vouiés, que cc foit moi<br />
„ qui vous écrive, ne ferat tl pas bondefonder<br />
„ d'abord, les fentimens duRoi& du dit Seig-<br />
,, neur ,fans aller dire&ement, au Ministère? Si<br />
„ c'eft la votre idéé , c'eft fort bien: faites<br />
„ d'abord comme fi je vous avois ecric fur ce<br />
„ ton : ou bien expliquéz vous plus claire-<br />
„ ment, dans votre fuivante. J'ai mandé le<br />
;, tout a la Haye, on ne fera rien avant que<br />
^ vous m'aiéz encore ecrit,"<br />
J'ai
OPHELDERING, ENZ, 57<br />
J'ai l'honneur d'tkre, &c. Qa)<br />
Na<br />
(a) Als men zien zal, Mynheerl dat de zaak eenen goe*<br />
den keer zal neemen, zal men zeekerlyk de noodige de<br />
marches moeten doen, op dat men in Rusland te vree<br />
den zy: ten minden niet te onvrceden. Aangaande Mylord<br />
North, wat zal men beeter kunnen doen, dan hem te fchry<br />
ven, als aan een particulier: dat men vernomen heeft,<br />
dat men in Engeland tot de Vreede geneigd is: dat men<br />
verlangt te weeten, wat daar van is, en dat op het ant<br />
woord , dat het waar is, men hem verzoekt, U henvaards<br />
te zenden: alles zoo als wy gezegd hebben ,in vertrou<br />
wen. Ik begryp niet wat U Ed. zeggen wil, met dat men niet<br />
rcihfeert door jaloezie,noch door misver/land. Ik heb zeeker<br />
lyk niet in myne gedachten , om het een of ander te doen<br />
opkomen. Laat ons ons best doen, om wel te flaagen,<br />
en het welzyn van ons \vederzyds Vaderland te bevorde<br />
ren. Laat ons het myne redden, uit het gevaar, in't welk<br />
het is, van om een tegenwoordig kwaad te vermyden,<br />
een toekomend te doen gebooren worden, dat mooglyk<br />
den ondergang van beide de Natiën zal veroorzaaken.<br />
P. S. Andermaal Uwen brief leezende , verbeelde ikmy<br />
te bezefièn,dat gy wilt dat ik aan Ufchryve: Zal het niet<br />
goed zyn, den Koning en den bewusten Lord te polfen, zon<br />
der regelrecht zich hy V Ministerie te vervoegen ? Zoo dat<br />
Uwe gedachte is, is het zeer wel. Houd U aanftonds,<br />
of ik U op dien voet gefchreeven had: of doe U duide-<br />
Jyker verftaan in eenen volgenden. Ik heb alles naar den<br />
Haag gefchreeven: men zal niets doen, voor dat UEd,<br />
my nochmaals gefchreeven zal hebben.<br />
Hebbe d'eer te zyn, &c.<br />
ö 5
g8 M E M O R I Ë N T O T<br />
Na alle deeze handelingen mee den Keere<br />
JVentworth, hadden wy verwacht een fpoedig<br />
antwoord , na zyne komst in Engeland, te<br />
ontvangen: doch vergeefs. Verwonderd over<br />
dit ftilzwygen, verzogt ik den Heere Fiscaal<br />
van der Hoop, by gem. Heer naar de reede daar<br />
van te verneemen.<br />
Hier op kwam het volgend antwoord in *t<br />
Engelsch, dat ik overgezet, hier laat volgen:<br />
Ik heb, Myn waarde Heer! uwen aange-<br />
„ naamen met veel genoegen ontvangen , al-<br />
„ hoewel gemengd met een weinig moeite :<br />
„ myne Hechte gezondheid zal de fchyn zelve<br />
, van verzuim doen verdwynen: alhoewel an-<br />
„ deren mooglyk meerder oplettenheid zouden<br />
„ hebben gehad Jalouzie is altyd eene dwaas-<br />
„ heid, ik vrees doch, dat deeze het werk be-<br />
„ durven hebbe, maar ik hoop, dat het goe-<br />
„ de weikin den Haag aan den gang.is, onder<br />
„ den invloed (the auspices) van eenen mach<br />
tigen Vriend der beide Landen. Weinig<br />
„ dagen geleeden, had ik eene geringe hoop,<br />
„ deeze wensch van myn hart vervuld te zien.<br />
„ Ik heb fterke Koortfen, en de Jigt in myn<br />
„ hoofd gehad , 'c geen my belet heeft, my<br />
„ met eenige zaak, hoe genaamd, op te hou-<br />
„ den ; en kon my van een's ander's hand in<br />
„ de
O P H E L D E R I N G , ENZ. 59<br />
„ de bewuste zaak niet bedienen. Iemand te<br />
Amfterdam of in 's Hage, is achter ons ge-<br />
„ heim gekomen: en heeft zich daarop geuit<br />
„ op zeekere plaats, tegen onze intentie, voor<br />
,, myne komst, en onze plaats ingenomen; maar<br />
„ dat is niets, zoo een ander beeter is, en met<br />
het gewenscht fucces bekroond word.'*<br />
Dit fchryven kwam ons duister voor, en wy<br />
begreepen in 't eerst niet, wat gemelde Heer<br />
verftond door die jalouzie, veel min , wat hy<br />
beoogde, met dien aanzienlyken Vriend van<br />
beide de Landen, onder wiens auspicie het Vree-<br />
de's fV*.rk in den Haag bevorderd zou worden.<br />
De Heer van der tloop fchreef dan andermaal,<br />
met vertooning , hoedaanig wy meenden ree<br />
de te hebben, hem van verzuim en van klein-<br />
achting voor ons te verdenken , met byvoe-<br />
ging, dat wy niet konden uitdenken, wie het<br />
geheim had uitgebracht,en wy ook gaarne wil<br />
den weeten, of noch fchryvens van Mylord<br />
North te wachten was.<br />
Hier op ontving gem. Fiscaal een antwoord,<br />
in 't welke hy, Heer Wentworth, zyn ftilzwy-<br />
genheid verfchoonde, met dat hy zeer gevaar-<br />
Jyk krank was geweest: dat hy aan 't papier<br />
niet dorst betrouwen, de verdere reedenen ,<br />
om welke tot dus verre aan my, door Lord<br />
North
60 M E M O R I Ë N T O T<br />
North niet gefchreeven was, maar daar toe de<br />
eerfte bekwaame geleegenheid zou waarnee-<br />
men. My voegde daarby, „dat hy eenige hoop<br />
„ op de goede Officien van Pruisfen had, dat<br />
„ Mylord North overbodig was, om alle de<br />
„ zwaarigheeden, die in de handelingen voor<br />
,, mochten komen, uit den weg te ruimen,<br />
„ dat het geen SOUPCONS, maar een FAIT<br />
„ was, dat ons Plan aan den Ridder York be-<br />
„ kend was, voor dat hy, Wentworth, weder<br />
„ in Engeland was gekomen: en dat ik wel<br />
„ wist, dat gem. Ridder hem geen goed hart<br />
„ toedroeg, enz."<br />
Dit diende dan tot uitlegging van 'c geen<br />
wy in 'teerst niet begreepen hadden: doch voor<br />
den ontvangst van deezen laatflen brief, had-<br />
den wy reeds bezefc, dac de Man van aanzien,<br />
yan welken de Heer Wentworth in zynen even<br />
voorgaanden gefprooken had, geen ander kon<br />
zyn, dan de Heer Tork. Wy wisten dat hy<br />
altyd kwaalyk met dien Heere geweesc was, en<br />
befloten, dac daar men denkelyk aan gem. Rid<br />
der iecs uit den Haag van 't verhandelde ge<br />
fchreeven , en deezen daarvan in Engeland ge<br />
fprooken had, de Heer Wentworth, die nier zon<br />
der reede alleen d'eere van den goeden uitflag<br />
wilde hebben, daar over te onvreeden was ge-<br />
wor-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6t<br />
worden : en dus uit misnoegen de zaak bad<br />
laaten fïeeken.<br />
Terwyl wy te vergeefs naar den voortgang<br />
van eene zaak , die fcheen onder zoodanige<br />
goede auspiciën te zyn begonnen, en door den<br />
verkeerden nayver van den Perfoon , die ze<br />
zelfs had aangebooden, ten minften voor eenen<br />
geruimen tyd, fteeken bleef, kreegen de Heer<br />
Raadpenfionaris, Penfionaris Visfcher en Ik, ty-<br />
ding uit Engeland, door den Heere van der Ou<br />
der meuien, van de geneigdheid van de Lords<br />
Germain en Stormont, en van die van den Hee<br />
re Tork byzonderlyk , om de oneenigheeden<br />
een einde te doen neemen.<br />
Gem. Heer van der Oudermeulen bevond zich<br />
te London, uit naam van eenige Geinteresfëer-<br />
dens in de Coloniën van Esfcquebo en Demera-<br />
ry, om by 't Ministerie hunne byzondere be-<br />
langens waar te neemen: voornaamlyk wegens<br />
zeekere Arresten, door middel van welke de<br />
Eigenaars in gemelde Coloniën, door zommige<br />
Engelfchen, na dat hunne Landsgenooten zich<br />
meesters van de Plantagien gemaakt hadden,<br />
van het beftuur hunner gronden waren ont<br />
zet geworden.<br />
Gedurende de Maanden Augustus en Sep<br />
tember , had die Heer my dikwyls over de bo<br />
ven-
02 M E M O R Ï B N T O t<br />
vengem. goede wil in onderfcheidene brieven<br />
onderhouden, en gemeld, dat hy te meermaalen<br />
door den Heer York over 't herftellen der goe<br />
de harmonie was aangefproolcen, met verzee<br />
kering van deszelfs goede wil , om daartoe<br />
meede te werken.<br />
Het fchynt, dat de Heer Wentworth ook<br />
over deeze handelingen eenige ombrage hadde<br />
opgevat: maar wat daar van zyn moge, de bo-<br />
vengem. verzeekeringen, die niec dan zeer al<br />
gemeen waren geweest, waren door my mee<br />
de in algemeene bewoordingen beantwoord,<br />
doch in 't begin van Oétober fchreef my gem.<br />
Heer Oudermeulen, „ dat Mylord Germain hem<br />
„ ter geleegenheid, dac hy by zyn Lordfchap<br />
„ aanhield, op 'tontflag van zeekere Arresren,<br />
gedaan op Plantagien te Demerary, zyn Lord-<br />
„ fchap zich niet ongunftig op het verzoek ge-<br />
uit had, en in fubftantie daar by gevoegd,<br />
,, tout eet te affaire des Plant at ions, est une mi-<br />
fere, qui ne mettrapas d'obftacle d la paixi<br />
,, dit es d vos Mesfieurs les Bourguemaitres, que<br />
„ tous les Ministres duRoi, la deft'rent avec vuus<br />
„ autres, c'est a dire avec les Hollandais: ecri-<br />
„ yèz qu'on vous envoie des Ordres, & nous<br />
traiterons enfemble, vous & moi: fóit fut 1<br />
Van-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6$<br />
„ V ancien pied, ou nous fer ons des traités tout<br />
nouveaux, ce qui [eroh bien mieux. " («)<br />
Ik bracht denzelven , gelyk ik den voorigen<br />
gedaan had, ter kennisfe van de Heeren, die<br />
in 't vertrouwen waren , die eenpaarig oor<br />
deelden , dit niet onbeantwoord te laaten ,<br />
waarop het volgend antwoord aan gem. Hee«<br />
re afging:<br />
WEL EDELE HEER!<br />
„ Burgemeesteren hebben met veel genos-<br />
„ gen uit uwen aan my, zeer geëerden, van<br />
,, den 28 Sept. gezien, het zeggen van My-<br />
„ lord Germain, zoo ten aanzien van het ar-»<br />
„ resteeren, en het ontflaan der Plantagien hun-<br />
„ ner Ingezeetenen, geleegen in Esfequebo<br />
„ en Demerary, als wegens de geneegenheid,<br />
„ om met deezen Staat Vreede te maaken,<br />
„ Zy betuigen van harte te wenfchen , een<br />
„ ein-<br />
(a) Die gantfche zaak der Plantagien is eene beuze<br />
ling, die geen beletzel aan de Vreede zal geeven. Zeg<br />
aan Uwe Heeren Burgemeesteren, dat alle 's Konings Mi<br />
nisters, haar met U lieden wenfchen, dat is te zeggen,<br />
met de Hollanders. Schryf, dat men U last zende, en<br />
wy zullen zaamen handelen, of op den ouden voet, of<br />
wy zullen geheele nieuwe Traftaaten maaken: 't geen<br />
Veel beeter zal zyn.
64 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ einde van deezen fchaadelyken Oorlog té<br />
„ zien. Amfterdam heeft zeekerlyk zoo veel<br />
belang als London, in de welvaart van den<br />
„ Koophandel: en Burgemeesteren voelen zeer<br />
„ wel, dat, hoe eer de Vreede aan de beide Na-<br />
„ tien bezorgd word, hoe heilzaamer het voor<br />
„ beiden zal zyn. UEd. kan zyn Lordfchap<br />
„ verzeekeren, dat tot het maaken van eene<br />
„ beftendige, en dierhalven eerlyke Vreede,<br />
„ zy het hunne gaarne zullen toebrengen : maar<br />
„ UEd. weet zeer wel, dat de ordres die men<br />
„ verlangd, van hun alleen niet kunnen ko«<br />
„ men, noch dat zy alleen tot dat heilzaam<br />
„ werk, demarches by het Ministerie van En^<br />
„ geland kunnen laaten doen. Zy dienen zoo<br />
„ niet aan allen, ten minften aan eenige wei*<br />
„ nige voornaame Leeden van Staat, daar van<br />
„ opening te geeven: en wil men, dat die ope-<br />
,, ning van eenigen invloed zy , zoo dienen<br />
„ Burgemeesteren onderricht te zyn, van de<br />
„ voorwaarden, op welke men het gefchil zou<br />
„ willen vereffenen, of ten minften in onder*<br />
„ handeling treeden."<br />
„ 't Geen UEd. van zeeker Heer ten uwen<br />
„ opzicht zegt, maakt de zaak meede onge-<br />
„ maklyker: eene zaak, zy mooge zoo goed<br />
„ zyn als 't mooglyk is, wordt niet wel opge-<br />
„ noo*
O T H E L D E f t l N G , ENZ. 6$<br />
i, noomen, zoo zy door iemand, die men nier<br />
b wel wil, word voorgebracht. Van wien zul-<br />
len wy zeggen, dat wy de ouvertures vaii<br />
„ Lord Germain ontvangen hebben ? men zal<br />
,, zulks mooglyk in den wind flaan, en dar<br />
„ zou ons moeite doen."<br />
„ Wenschlyk was het, dat men met iemand,<br />
,i die minder of meerder het vertrouwen Van<br />
„ 'c Engelsch Ministerie had, alhier kon fpree-<br />
,, ken: van hier iemand derwaafds te zenden;<br />
„• is de zaak aan den kleepel hangen,daar 'cge-<br />
„- heim nochtans zeer, ja hoogstnoodig is: ook<br />
„ zou de verkiezing van zoodanig Perzoon<br />
,< zeer ongemaklyk zyn, één zoude Ons, maar<br />
,< weder anderen niet fmaaken."<br />
,, Burgemeesteren zyn het met UEd. eens, 1<br />
dat men aan Frankryk verplichting heefc,<br />
,, en men dierhalven, aangaande die Natie niet<br />
,j alleen Omzichtig, maar ook niec ondankbaar<br />
moet- handelen. Maar welke ook onze vcr-<br />
plichting desaangaande zou moogen weezen,"<br />
„ Frankryk kan nimmer van ons vergen, noch<br />
verwachten, dac wy, daar de Staat geene ei-<br />
,,- genlyke verbindtenisfen met dat Ryk heefc,<br />
., ons niet uic eenen fchaadelyken, ên altyd<br />
,j voor een Land wiens eenige welvaart op dé<br />
h Commercie en Navigatie ge?eschjd is, ver-<br />
II. DEE-Ï. Ei ft ete-
65 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ nieicnde Oorlog, op eene eerlyke en met<br />
s'Lands waar belang overeenitem mende wy-<br />
„ ze, zouden trachten te redden."<br />
„ Dit zyn de waarachtige gevoelens van<br />
„ Burgemeesteren , en men kan uit dezelve<br />
„ genoegzaam befluiten, hoe zeer, en op wel-<br />
„ ke wyze zy geneegen zyn, een einde aan<br />
„ de rampen van den Oorlog te helpen be-<br />
„ vorderen. "<br />
„ Ik heb d'eere enz."<br />
Om dezelfde reedenen öm welke Burge<br />
meesteren , gelyk wy reeds te vooren gezien<br />
hebben, huiverig waren geweest, om in hande<br />
ling met den Heere Wentworth te komen, waren<br />
zy het nu weder; te meerder, daar in deezen<br />
noch minder grond tot iets daadlyks, zich tot<br />
noch toe opdeed: en deeze huiverigheid vermin<br />
derde niet, zedert het afgaan van laatstgemel-<br />
den brief, doordien 'er geen antwoord van eenig<br />
belang op kwam, niettegenftaande te meermaa-<br />
len op iets Cathegorisch en baarblyklyks, be<br />
treffende de intentie van 'c Hof van London,<br />
gedrongen wierdt. Men gaf altyd voor, dat,<br />
dewyl men zonder of buiten kennis van 'c Rus-<br />
fisch Hof, (daar nu gelyk bekend was, de hek<br />
ken aanmerklyk verhangen waren) niet kon<br />
handelen , de Courier derwaards gezonden,<br />
eerst weder te rug moest zyn gekomen.<br />
Ge-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 6f<br />
Gedurende den gantfchen Maand November<br />
kwam niets nader: terwyl doch dë Heer<br />
yan der Oüdermeülen noch onophoudlyk verzeekering<br />
gaf, van de bereidwilligheid van 'c<br />
Engelsch Ministerie, eh voornaamlyk van deri<br />
Heere Ridder, van wiens grooten invloed by<br />
den Koning, hy verzeekerde men byzonder nut<br />
zou kunnen trekken , zoo men voornaamlyk<br />
met zyn Ed. wilde handelen.<br />
Ik had te meermaalèn aan den Heer van der<br />
Oüdermeülen gezegd, dat, zoo Burgemeesteren<br />
al eens geneegen waren om dit laatfte te doen,<br />
Zulks niet raadzaam zou weezen, uit hoofde<br />
van 'c verregaand ongenoegen, by de meesten<br />
hier te Lande tegens gem. Ridder opgevat: daar<br />
men van zynë gevoelens oordeelde, uit zyri<br />
gedrag voor den Oorlog, en men niet kon gelooven,<br />
dac dezelve thans zoo veranderd waren.<br />
Ik hdd teffens verzogt, den gem. Heere,'<br />
óp eene bebbelyke en gepaste wyze, zulks te<br />
doen begrypen.<br />
Dit wierd tot myn leedweezen, by den Ridder<br />
niet wel opgenomen: doch hy bleef niettemin<br />
verzeekering geeven, van zyne aanhoudende<br />
bereid willigheid, om' de goede zaak cö<br />
bevorderen.<br />
Wac myn gevoelen betrof,' zooi was ik niëè<br />
E s vef
O P H E L D E R I N G , FNZ. ÓO<br />
hoopen van de voorgegcevene dispofitien van<br />
dat van London. (V) Doch by eenen Brief van<br />
den 2o lle<br />
gaf de Heer van der Oüdermeülen my<br />
weder de lterkiïe verzeekeringen van de goe<br />
de trouw en den ernst van 't Engelsch Minis<br />
terie: en teffens, dat het geen voorneemen had<br />
gehad, om in de bovengem. Nota te choquee-.<br />
ren: dac de weigering der Mediatie van Zwee-<br />
den alleen gedaan was, om hec Hof aan Me-<br />
vrouwe de Keizerin te maaken. (è)<br />
\ Vervolgens meldde my de Heer van der Oü<br />
dermeülen, dat de Heer York gezegd had, das<br />
V wel dingsdag zou worden, eer een Cathego-<br />
risch antwoord op myne vraagpoin&en kon ge<br />
geeven worden.<br />
Dewyl dit antwoord niet kwam , vonden<br />
Burgemeesteren goed, dat ik nochmaals rond-<br />
borftig onze gevoelens over al die talmeryen,<br />
zou fchryven en verklaaren; dat wy met com<br />
plimenten niet gediend waren : dat wy wel Vree<br />
de , maar eene eerlyke, en die daar voor by onzs<br />
Natie en geheel Europa kon gehouden worden,<br />
verlangden: dat wy wel om de Vreede weusck-<br />
ten, maar God dank in de pofitie waren, om<br />
dén Oorlog niet te moeten vreezen, &c. (V)<br />
Op<br />
t» Cyl. C.<br />
O) Byl. D. i en 2 La.<br />
tO Byi- E- E 3,
70 M E M O R I Ë N T O T<br />
Op deezen kreeg ik van den Heer van der<br />
Oüdermeülen geen antwoord: maar hy kwam<br />
zelfs over, en bracht meede een eigenhandigen<br />
brief van den Heer Tork aan my: De Ridder<br />
zei in denzelven, in fahflantie: „ dat dewyl<br />
,, de Courier uit Rusland gearriveerd was, hy<br />
,, eindlyk een einde kon maaken van zyn ftil-<br />
„ zwygen: dat hy daar lang, zoo als de Heer<br />
„ Oüdermeülen kon getuigen , naar verlangd<br />
,, had: doch dat hy zich verliet op myne discre-<br />
„ tie, wegens de tederheid der ftap, dien hy<br />
„ deed, en de noodwendigheid van 'c geheim."<br />
„ Dat hy verzeekeren kon, dat de dispoll»<br />
,, tie om de beide Landen uit de beklaaglyke<br />
„ omftandigheden , in welken zy waren , te<br />
,, trekken, zoo waarachtig in Engeland wa-<br />
,, ren, als ze by ons konden zyn: dat men<br />
,, gaarne wilde weeten, myne gedachten over<br />
„ de wyze, die het gefchiktfte zou zyn, om de<br />
„ zaak tot een goed einde te brengen: en of<br />
?, men liever had, iemand van hun by ons, of<br />
„ iemand van ons by hun te hebben. Dat in<br />
3, 't eerfte geval, by provifie, zoo'n Perzoon<br />
„ aan niemand anders dan aan my zou kunnen<br />
,, geadresfeerd worden, zonder eenig Charac-<br />
3, ter, en men myn antwoord zou afwachten,<br />
s, eer men verder iets zou bepaalen."<br />
„ Dat
O P H E L D E R I N G , ENZ. ?l<br />
., Dat hy Ridder deezen fchreef, met wee-<br />
„ ten en toeftemming de fes fuperieurs, enz."<br />
Ik deelde den inhoud deezes briefs aanftonds<br />
meede aan de vertrouwde Heeren, en voorts<br />
met hunner kennis aan Zyne Hoogheid en den<br />
Heere Raadpenfionaris : daarby voegende hec<br />
volgende Concept antwoord , waar op Ik de<br />
goed- of afkeuring verzogt.<br />
MONSIEUR!<br />
„ Je fuis fenfible comme je le dois a Ja con-<br />
„ fiance , que vos fuperieurs & vous vouléz<br />
„ bien me temoigner. J'ai communiqué celle<br />
„ dont vous m'avéz honoré, a quelques uns<br />
„ des principaux membres de la Rcgencp. On<br />
„ vous asfure, Monfieur. que 1'on est toujours<br />
„ dans les dispofitions les plus finceres pour<br />
„ lacher de retablir Tanden fisième d'amitié,<br />
„ encre la Grande Bretagne & la Republique,<br />
„ & de travailler pour eet effec h une Paix ho*<br />
„ norable & convenable, en prenanc les pré-<br />
„ cautions necesfaires, pour eviter les fuites<br />
„ facheufes, qui pourraient refulter du mecon-<br />
„ tentement de nos puisfants Voifins, auprès<br />
„ desquels nous avons été necesïués de faire<br />
„ des demarches, qui demandenc la plus grande<br />
„ prudence & circonfpeclion. On 4efire Mon-<br />
E 4 n fieuf,
?Z M E M O R I Ë N T O T<br />
5, ileur, que vous nous envoiés que'qu'un de.<br />
„ confiance, avec qui nous puisfions nous ou*<br />
„ vrir libremenc, & qui pourra de fon coté<br />
,, donner les ouvertures necesfaires. Je n'ui<br />
,, pas befoin de vous dire, k vous, qui con-<br />
„ naisfc-s I'Esprit & la Conflitution du Gou-<br />
„ vernemen* de ce Païs, les raifons pour les<br />
„ quelles, on defire d'avoir plutot quelqu'un<br />
de chéz vous, que d'envoier queiqu'un d'ici<br />
,, en Angleterre : nous y avons d'ailleurs le<br />
„ S r<br />
van der Oüdermeülen., de 1'entremife de<br />
„ qui on pourra toujours fe fervir au cas que<br />
„ les circonftances le requierenc. J'ai don-<br />
,, né connoisfance du contenu de votre Let-<br />
„ tre & de ce que M r<br />
. van der Oüdermeülen,<br />
m'a dit, au Prince & au confeijler Penfionai,-<br />
„ re: je fuis perfuadc que les vues de tous les<br />
„ deux s'accordent parfaitement avec les mien-<br />
nes, & celles de mes Collegues. Puisfe Ia<br />
réusfite, rcpondre aux voeux que je fais(<br />
„ Soiés perfuadé Monfieur, qu'ils font fince-<br />
res, & daigncs croire, que je fuis avec la<br />
„ plus haute confideration, &c."<br />
La Haie ce 21 Dec. 1781. Qa)<br />
(V) M Y N [IE ER'<br />
Kor*<br />
Jk ben gevoelig, zoo als dat behoort,aan het vertrou.<br />
wen
O P H E L D E R I N G , ENZ. f§<br />
Kort voor dac de Heer van der Oüdermeülen<br />
aangekomen was, had de Heer van der Hoop<br />
.yan den Heere IVentworth eenen brief, meede<br />
gewen<br />
dat vos fuperieurs en U Ed. my gelieven te betoo-<br />
jien. Ik heb den brief, met welken U Ed. my vereerd<br />
heeft, aan eenige voornaame Leeden der Regeering meed«<br />
gedeeld. Men verzeekert U, Myn Heer! dat men altoos in<br />
de oprechtfte geneigdheid is, om het oud Sistema en de<br />
Vriendfchap tusfchen Groot Brittanje en de Republiek te<br />
herftellen: en tot dat einde te werken, aan eene eerlyka<br />
en gevoeglykeVreede, met de noodige behoedzaamheid,<br />
om te vermyden de ongunftigc gevolgen, die zouden kun<br />
nen voortkomen, uit de gevoeligheid van onze machtige<br />
ïNTabuuven ,tot weiken wy genoodzaakt zyn geweest ftap.<br />
pen te doen,die de grootfte voor- en omzichtigheid ver-<br />
eisfehen. .Men verlangt, Mynheer, dat Ulieden een ver<br />
trouwd Perzoon zenden, aan welken wy in vryheid ons<br />
zullen kunnen openen: en die van zynen kant ons de<br />
iioodige openingen zal kunnen geeven. Ik behoef niec<br />
je zeggen aan U, die de geest en de forin van onze Re<br />
geering kent, de reedenen om welke men verlangt, eer<br />
der iemand van Uwen 't hier te hebben, dan van hier<br />
iemand ten Uwen 't te zenden. Bovendien zullen wy 'er<br />
hebben den Heere v.an der Oüdermeülen, van wien men<br />
zich a)tyd zal kunnen bedienen, zoo de omftandighee<br />
den het vereisfehen. Ik heb kennis van den inhoud Uw's<br />
briefs, en van 't geen de Heer van der Oüdermeülen my<br />
gezegd heeft, aan den Prince en aan den Raadpenfiona<br />
ris gegeeven. Ik ben verzeekerd , dat de inzichten<br />
yan beiden volmaakt met de myne en die yan myne<br />
Ambtgenooten overeenkomen. Dat de uitflag aan my<br />
ne wenfchen moge beantwoorden ! UEd. zy verze-<br />
E 5 kerd,
74 M E M O R I Ë N T O T<br />
gedagteekend den 29 November, ontvangen:<br />
zyn Ed. meldde in denzei ven, „ dat Lord North<br />
„ het voorftel, om iemand herwaards te zen--<br />
„ den , om over een Cartel te handelen , fcheen<br />
„ goed te keuren: dat gemelde Lord ook ge-<br />
„ neegen was, door den Perfoon, die openlyk<br />
„ tot dat einde zou gezonden worden, over de<br />
„ Vreede te laaten handelen." Be Ridder,<br />
voegde de Heer Wentworth daarby, „ is zoo<br />
ik hoor, dikwyls in gefprek met den Heers<br />
,, Oüdermeülen: en zoo U deezen Heer aan-<br />
ftaat, die is hier, en beeter gefchikt dan<br />
„ eenig die door dit Land zou kunnen benoemd<br />
„ worden. Ik vlei my, dat dewyl ik een yverig<br />
„ Vriend yan Engeland ben, ik geen kwaad<br />
„ Vriend van Holland weezen kan; geloven-<br />
„ de, zoo als ik waarlyk doe, dat haare gemee-<br />
„ ne zeekerheid vereischt, dat zy te zaamen<br />
„ vriendelyk harmonieeren, en verbonden bly-<br />
ven aan dezelfde Staatkundige gronden."<br />
Onder deeze, zoo ze ons voorkwamen, vreed-<br />
zaame auspicia, vertrok de Heer van der Ou-<br />
dermeulen weder naar London, belast met den<br />
voor-<br />
kcrd, Mynheer, dat deeze oprecht zyn; en dat ik met<br />
de meeste hoogachting ben , enz.<br />
's Hage den 21 Dec. 1781.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 75<br />
voorgemelden brief aan den Heere York, van<br />
welken de inhoud door Zyne Hoogheid en den<br />
Heer Raadpenfionaris goedgekeurd was geworden.<br />
De Heer Oüdermeülen ftelde denzelven ten<br />
eerfte aan den Ridder ter hand , en deezen deelde<br />
ze aan Lord Stormont meede. Beiden waren<br />
te vreeden over den inhoud, maar bleeven<br />
aanhouden op hec zenden van iemand van hier.<br />
Dit fchreef my de Heer van der Oudermensen<br />
, in zyne brieven van den 28 Dcc. 1 en 3<br />
Jan., en teffens dat de Heer York, (van wiens<br />
invloed en goede intentie zyn Ed. geftadig hoog<br />
opgaf) gaarne zou hebben, dat men met hem<br />
handelde.<br />
Wy zagen alhier, dat blyven ftaan op het<br />
zenden van iemand van hier derwaards , aan,<br />
als verwylingen , die van de oprechcheid der<br />
vreedzaame gevoelens van het Engelsch Ministerie<br />
weinig goeds deeden wachten : men<br />
vondc dierhalven goed , dat ik den Heer van<br />
der Oüdermeülen zou melden :<br />
„ Dat Burgemeesteren met verwondering<br />
„ zagen, dat men bleef ftaan op die zending:<br />
„ te meer , daar men ons hier in de keuze<br />
„ gelaaten had: dac zy niec huiverig waren,pour<br />
,, tirer au baton, maar om dac, vooreersc, ge-<br />
,, lyk
f6 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ Jyk den Heer Tork bekend was, die zending<br />
„ zeer ongemaklyk was , zoo uit hoofde van<br />
„ den Perzoon, als om dac daar door hec zoo<br />
„ naodzaaklyk geheim gevaar zouloopen. Ten<br />
„ anderen , om dac noch de Prins, noch de Raad-<br />
,, penfionaris, en noch veel minder Burge-<br />
„ meesteren, bevoegd waren, om iemand daap-<br />
„ toe genoegzaam te qualificeeren. En eind-<br />
„ lyk, om dat hec fchier niet mooglyk, ten<br />
„ minden zeer ongemaklyk was ^_op twee plaat-<br />
„ zen over eene zaak te handelen."<br />
Op deezen brief kreegen wy coc antwoord:<br />
„ Dat de Heer Tork over den voortgang der<br />
„ zaake in Holland zeer mismoedig was: das<br />
„ met traanen in zyn oogen gezegd had, met<br />
,, hartlyk leedweezen opgemerkt te hebben ,<br />
„ dat men in Holland noch zoo tegen hem<br />
,, geanimeerd bleef: dat zulks hem hard viel,<br />
„ en 'cr in Engeland zoo wel eene parcy ce-<br />
„ gens Holland was, als eene in Holland te-<br />
„ gens Engeland: dac Hy al zyn vermoogenhad<br />
„ aangewend , om die party te appaifeeren,<br />
,, en het zoo ver te brengen, als het gebracht<br />
„ had: dac men moest erkennen, dat de ftap.,<br />
„ dien hy, niet als particulier, maar uit naam<br />
„ van den Koning en deszelfs Ministers gedaan<br />
5, had , alierfterkst was: dat hy den Koning<br />
„ nu
O P H E L D E R I N G , ENZ.<br />
nu geëxponeerd had: dac hy het niet ver<br />
ft kreegen had, zonder onaangenaamheeden ca<br />
,, esfuyeeren, doch die mee genoegen had on-<br />
dergaan, in de, zoo hy vermeende, gegron»<br />
„ de hoop, dac men in Holland overtuigd zou<br />
„ zyn, van zyre welmeenende gevoelens, om<br />
„ de zaaken op den ouden voet weder her-<br />
„ field ce zien: doch dat hy met leedweezeri<br />
„ zag . dat er noch Geesten in Holland waren ,<br />
„ die tegens hem regeerden: dac hy, men kon<br />
,, in Holland doen wac men wilde, zou too-<br />
„ nen beeter te denken , en niet afgefchrike<br />
zou worden, van te doen al wat in zyn ver-<br />
„ moogen zou zyn, om de beide Na-tien we*<br />
der tot eikanderen te brengen."<br />
De Heer van der Oüdermeülen voegde daarby,-<br />
dat de poogingen van den Ridder, zoo by<br />
„ den Koning als byde Ministers, allerwelmee*<br />
„ nendst waren: dac men aan hem, wiens in-<br />
„ vloed zeer grooc was, alleen verfchuldigd<br />
}, zou zyn , het wedergeeven van hec Oosc-<br />
„ Indisch Hospitaal Schip , (V) cerwyl eeni-<br />
„ gen van advys waren , dac men 'c bcboor-<br />
,, de re houden, gelyk men by ons het geürand<br />
„ Oosc-Indisch Schip gehouden had."<br />
00 Byk F»<br />
Niet
j-8" M E M Ó il I E N T O T<br />
Niet om de wille van de Heer York, maar oni<br />
de wille van om Land, zeide -de Heer van der<br />
Oudermeulen in den zelfden brief, folliciteer ik<br />
U wel Ed. Geftr. alle poogingen aan te wenden, oni<br />
temaaken dat gem.Heer niet buiten de zaak gehouden<br />
word, want hy zal *er hier niet buiten gehouden<br />
worden, dal verzeeker ik U: niets word 'er<br />
met betrekking tot Holland ondernomen, of zyn Edi<br />
word eerst geraadpleegd. Hoe polkter en vriendelyker<br />
wy van onzen kant met zyn Ed.handelen, hoe<br />
voordeeliger Conditiën wy zullen kunnen maaken.<br />
Menprofiteere van de gelee genheid; de Vreede word<br />
Ons aangebooden, de tyd is nu daar: God bewaars<br />
ons Land! laat ons hetoogenblik, dat voor om zoo<br />
gun/lig is, niet laaten voorby flippen, ik weet hei<br />
te wel, en heb het hier te zeeker gezien.<br />
Ik zeg het nochmaal: byaldièn ik alleen de'<br />
zaaken beftuurd had, Ik had my op de goede neiging<br />
van den Heere Tork, evenwel met gepaste<br />
behoedzaamheid, verlaaten , en de handelingen<br />
met hem aangevangen. Maar niemand<br />
kende den Ridder zoo als ik: daar zyne hoogmoedigheid<br />
my zeekerlyk bekend was, kende<br />
ik ook teffens zyne rondborftfgheid en goede<br />
trouwe. Ik had van deeze beiden proeven gehad,<br />
niet alleen in zynen ommegang, maar byzcnderlyk<br />
in de handelingen over eene zaak<br />
Van
O P H E L D E R I N G , ENZ. 79<br />
Van de uiterffe aangeleegenheid , betreffende<br />
de Sociëteit van Surinamen , die ik gelukkig,<br />
na dat zy zedert den jaare 1688 eene geftadi-<br />
ge twistappel geweest was, met dien Ambas-<br />
fadeur geëindigd had. Maar de meeste Hee<br />
ren , die in 't vertrouwen waren, beoordeel<br />
den den Ridder op zyn gedrag en handclwyzé<br />
kort voor den Oorlog: en het kon niet ont<br />
kend worden, dat deeze zeer aanftootlyk, en<br />
om alle verwachting, van zyne geneegenheid<br />
voor dit Land, weg te neemen, gefchikt wa<br />
ren geweest. Hy was daar door by de ganfché<br />
Natie in haac geraakt, terwyl hy ook daaren<br />
boven reeds te vooren in d'uiterffe onmin ge<br />
leefd had, met den geenen, zonder wien gee<br />
ne handelingen konden begonnen worden: Ik<br />
meen den Raadpenfionaris. Het was dierhal-<br />
ven geen wonder, dat anderen aangaande den<br />
Ridder, mindergunfiig dachten, dan Ik: en dat<br />
dierhalven beflooten wierd, dat Ik den 7 Jan.<br />
het volgend antwoord zou geeven: daar ik te<br />
gereeder toe wierd, om dat, in eenen brief van<br />
J e<br />
den 3 , de Heer van der Oudermeulen gemeld<br />
had, dat men op het punt, vry Schip vry goed,<br />
eenigzins agterlyker fcheen te worden.<br />
Myn evengem. fchryvens luidde:<br />
W E L
8o M E M O R I Ë N T Ó T<br />
W E L ED. HEER!<br />
„ Wy willen geenzins dat de bewtiste Heef<br />
j- buiten de zaaken gehouden wordt: 't zy ver-<br />
re: in tegendeel zal 't ons aangenaam wee-<br />
,5 zen , dat zyn Ed. geleegenheid hebbe, dé<br />
„• geneegenheid, die hy fchynt voor ons Land<br />
,, weder te hebben opgevat, ten goede te be-<br />
,i fteeden."<br />
„ Als die Heer nagaat, 't geen hy gëduren-<br />
de den laatften tyd van zyn verblyf alhier<br />
,, gedaan heefc, kan hy niet verwonderd zyn,<br />
,j dat, offchoon wy al eens met hem direct<br />
, ? zouden willen handelen, wy zulks niet zou-<br />
£ den kunnen doen, zonder de haat der Natie<br />
,, op ons te laaden, en ons buiten ftaat te ftel-<br />
len, iets nuttigs te verrichten."<br />
„ Wy zyn niec te min gevoelig, en gy kunr<br />
„ zyn Ed. daar van verzeekering geeven, aan<br />
,y de demarches, die zyn Ed. ten besten ge-'<br />
,•, daan heefc, en hoopen en wenfchen, dac zyn<br />
,, Ed. in deszelfs goede Officien wel zal wil-<br />
len volharden."<br />
„ Om dezelfde reedenen die ons beletten,'<br />
„ direét van de vriendlykheid van gem. Heef<br />
h<br />
te profiteerea, kunnen wy, gelyk UEd. in 1
O P H E L D E R I N G , ENZ. 81<br />
j-, myne vorige gezegd heb, niemand zenden ,<br />
ik refereer my daaraan by deezen."<br />
„ Ik heb UEd. geëerden van den i Jan. gis-<br />
,, teren, en de Copie van dien van 28 Dec. mee<br />
„ het ingefiotene briefje, door den Heer Vis-<br />
fcher, (die in den Haag is) heden ontvangen,<br />
„ te zamen niet het geene UEd. aan gemelderi<br />
„ Heere gefchreeven heefc."<br />
„ Zoo het Are. van vry Schip vry goed, ag-<br />
„ ter uit gaar,, dan behoeft men niec verder<br />
„ te gaan, alles is dan afgedaan, en men dcet<br />
,', zeer wel, van niemand herwaards te zen-<br />
„ den. Zonder dat, kunnen noch willen wy<br />
niet fluiten; hec zenden van of naar Enge-<br />
„ land zal daar niec af of aandoen. En zoö<br />
-men aldaar, zoo van alles geïnformeerd is,<br />
„ zal men dac wel weecen, &c. "<br />
En drie dagen daarna, den 10 Jan. fchreef<br />
ik verder aan denzelfden Heer:<br />
W E L ED. HEER!<br />
„ Ik heb UEd. laatften van den 28 Dec. aan<br />
den Prins en Raadpenfionaris gecommuni-<br />
,, eeerd: Zy refereeren zich beiden tot het geert<br />
ik UEd. in mynen laatften van den ? e<br />
i (ni<br />
H failor~) geantwoord heb, zoo men volftrekc<br />
II. DEEL. F j, daar
8.2 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ daar op ftaat, dac wy iemand zenden, is de<br />
„ zaak afgedaan, en, in Gods naam, wy zul-<br />
„ len 'er om moeten vechten. De gemoede-<br />
„ ren van veelen , zyn hier zoodanig aan 't<br />
„ gisten, dac wy ons ten uiterften zouden ex-<br />
„ poneeren, met iemand derwaards te zenden.<br />
„ Men heeft in Engeland door UEd. genoeg<br />
„ kennis gekreegen, van de punten, op wel-<br />
„ ken wy de Vreede willen maaken: ftaan die<br />
„ aan, gelyk UEd. ons verzeekerd heefc, wac<br />
., draalt men dan? wy zyn gereed, en ver-<br />
„ trouwen het werk tot een goed einde te zul-<br />
„ len kunnen brengen."<br />
„ Ieder ftap dien men in Engeland agter uit<br />
„ gaat, brengt ons een ftap voorwaards naar<br />
„ Frankryk: wil men zulks beletten, heeft het<br />
„ Engelsch Ministerie vreedzaame voornee-<br />
„ mens, het geeve ons geleegenheid, door het<br />
„ fluicen van eene honorable Vreede, om gee-<br />
„ ne verdere verbintenisfen aan dien kant te<br />
„ moeten aangaan. Zy willen iemand hebben;<br />
„ wel nu, gy zyt daar. Ik heb 't reeds gezegd,<br />
„ myne Correspondentie met U is eene on-<br />
„ twyffelbaare blyk van uwe zending, en van<br />
„ 't vertrouwen dat men in U heeft: maar<br />
„ UEd. een preciefe qualificatie te geeven, dat<br />
,, kunnen wy niet doen, en noch minder eene<br />
„ fchrif-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 83<br />
,, fchrifcelyke inftruécie: de omzichtigheid, die<br />
„ wy in de politie in welke wy zyn, gcbrui-<br />
„ ken moeten, maakt zulks onmooglyk: ook<br />
„ is 'c genoeg, dat zy door U, onze intentie<br />
„ weeten. "<br />
„ Terwyl ik dit fchryve , ontvang ik den<br />
„ uwen van den 3 Jan. Ik zie uit denzei ven,<br />
„ dat UEd. my den ie. gefchreeven heefc, 'c<br />
„ geen my noch niec geworden is. De inhoud<br />
„ van den gemelden van den 3 J.m, beüestigd<br />
»» m<br />
y meer en meer in de gedachten, dat die<br />
„ groote geneegenheid door den Ridder in zy<br />
„ nen brief getoond, of niet oprecht is ge-<br />
„ weesc, of verflaauwd is. Hoe kan men zeg-<br />
„ gen, dat men niet weec, op welke gronden<br />
„ wy Vreede verlangen? vrye Zee, reflitutic<br />
„ van het op ons geconquesteerde, en hehoor-<br />
„ lyke fchavergoeding, zyn driepunren, aan<br />
„ welke wy altyd gewaarfchouwd hebben,<br />
„ onwrikbaar te zullen aankleeven. Hoe kan<br />
„ UEd. zeggen, dat zich desaangaande maar<br />
„ iets herinnert? UEd. zie myne brieven na,<br />
„ en zy zal hec gemelde op meerder dan eene<br />
„ plaats vinden. Zoo men nu iemand anders<br />
„ dan Uid. of UEd. met eene volitrekce qua-<br />
„ lificacie, die wy, gelyk men, zoo men wil,<br />
wel begrypen kan, niec kunnen geeven, in<br />
F 3 En.
84 M E M O R I E S T O T<br />
„ Engeland wil gezonden hebben , waaröra<br />
heeft men ons dan in de keuze gegeeven, of<br />
„ Wy liever iemand van daaf wilden hebben,<br />
,, dan van hier zenden ? " Spykers op laag waa-<br />
„ ter, myn Vriend! zoo komen wy 'er niec."<br />
„ Ik heb den inhoud deezes weder aan den<br />
„ Prins en Raadpenfionaris gecommuniceerd.<br />
„ Hoogstdezelven hebben zich in 'c geheel<br />
„ daaraan gerefereerd, en wy kunnen verders<br />
„ daar niets byvoegen."<br />
„ Ik verwacht nu zoodanig ancwoord, dat<br />
„ wy eens zullen weecen, waar wy Ons nan<br />
„ moecen houden ; anders word de Correspon-<br />
„ dencie nucteloos, en hec fchryven en wry-<br />
ven onaangenaam. Heefc men humeur, het<br />
,, fpyt my , dat komc in zaaken niec te pas:<br />
„ wy hebben 'c niec, wy blyven en zullen<br />
„ blyven dezelfden. "<br />
„ VVac hec accepteeren der Mediatie aan-<br />
„ gaat, dat zal gefchieden: het tydfiip moet<br />
„ den voortgang der handeling, zoo men goe-<br />
„ de intentien heefc, niec beleccen.<br />
„ Na de acrimonie die de Ridder door zyn<br />
„ gedrag, alhier in de geescen gebrachc heefc,<br />
„ moec men niec verwonderd zyn, dac veele<br />
„ van vreede mee Engeland, of van 'c geen<br />
„ daartoe aanleiding geeven zou, niec willen<br />
„ hoor
O P H E L D E R I N G , ENZ. 85<br />
„ hooren reppen : deezen moeten met zagt-<br />
„ zinnigheid en geduld nedergezet, en totbee-<br />
„ tere gedachten gebracht worden: daar is<br />
„ tyd toe noodig, om dat men alles niet zeg-<br />
„ gen kan.<br />
„ Ik heb heden met den Prins Gallitzindnar<br />
„ over gefprooken: zyn E. begrypt dat met my.<br />
„ Wy zullen 'er komen, maar langzaam. Ik<br />
„ blyve, enz.<br />
Terwyl dit omging, ontving ik eenen brief<br />
van den Heer Wenïworth van den 4 Jan., in<br />
welken zyn Ed my tyding gaf van zyne benoe<br />
ming om herwaards te komen, ten einde over<br />
zeeker Cartel, waartoe by Hun Hoog Mog. be-<br />
floten was, te handelen. Je crains, fchreef hy,<br />
quun certain refus et les termes qui fexpriment<br />
enfemble, avec la prèdileclion que je dois a votre<br />
amitiè, ne ntexcitent des ennemis & des obfta'<br />
(les; maïs comme Mylord North, meparait fince-<br />
re & bien dispofé, jene me laisferaipas decoura-<br />
gcr. II m"a decidé d'accepter la Gommis fton dene-<br />
gocïcr un echange des prifonniers,&felon les cir-<br />
conftances des objets uiterieurs. (a)<br />
Niet<br />
(a) Ik vrees dat zeekere weigering, en de bewoording<br />
in welke zy gefchiéd is, gevoegd by de voorkeuze die ik<br />
|Ka uwe vriendfctiap vcrfchuldigd ben, my vyanden zul-<br />
F 3<br />
I c<br />
*
86 M E M O R I Ë N T O T<br />
Niet onduidlyk gaf de Fleer Wentworth mee<br />
de evengem. woorden un certain refus, &c. te<br />
kennen, onze weigering om met den Heer Tork<br />
te handelen, en zyne vreeze, dat het kwaad hu<br />
meur , van 'c welk de Heer Oudermeulen my ge<br />
fchreeven had, vermeerderd door de voorkeur<br />
die men aan hem had fehynen te geeven, de<br />
handelingen niet voordeelig zou zyn.<br />
De Heer van der Oudermeulen die my den 18<br />
Jan, di komst van den Heere IVentworth ge<br />
meld had, fchreef my den 22^, dac de Heer<br />
Tork hem verzogc had, aan Zyne Hoogheid,<br />
den Heere Raadpenfionaris en my te zeggen,<br />
dat hy zich altoos als een goed Engelschmanen<br />
als een goed Hollander had geconfedereerd, en<br />
noch deed en doen zou, wat maar mooglyk zou<br />
zyn, om de twee Natiën tót een te brengen.<br />
Mee meedeweeten van den Raadpenfionaris<br />
antwoordde ik den 28 Jan., „ dac wy voor de<br />
„ komsc en hec hooren van den Heer Went-<br />
„ worth niets pofitiefs aan hem (Oudermeulen')<br />
ZOU-<br />
len maaken,en hindernisfen doen opkomen: maar dewyl<br />
Mylord North my voorkomt oprecht en wel gedisponeerd<br />
te zyn, zal ik my niet laaten affchrikken, Gem. Lord heeft<br />
my overgehaald, om aan te neemen de commisfie tot het<br />
uitwisfelen van Krygsge vangenen , en "volgens de ornflaih<br />
digheeden pver verders onderwerpen te. handelen.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 87<br />
„ zouden antwoorden : dat doch zyn verblyf<br />
„ te London by ons noch noodig wierd geacht,<br />
„ en dat uit 's Lands Kas zou gefalariè'erd wor-<br />
„ den: dat zyn vooriïel om gebruikt te wor-<br />
„ den , ingeval 'er over de opgave der waar-<br />
„ de der Scheepen moest gehandeld worden,<br />
„ niet mishaagde." Eindelyk voegde ik daarby:<br />
„ Dat zoo men in Engeland niet wilde toegeeven<br />
,, aangaande het punt der vrye Zee, Meester<br />
„ Paul Wentworth wel aan den anderen kant<br />
,, der Zee kon blyven, en hy Fleer van der Ou-<br />
,, dermeulen wederkeeren"<br />
Men heeft by 't verflag dat Ik van myn ge<br />
fprek met zyne Keizerlyke Majesteit gedaan<br />
heb, gezien , hoedanig Hoogstdezelve door den<br />
Hertog de la Vauguion onderricht was gewor<br />
den van de handelingen over het Vreede's werk<br />
met den Minister van Sardinië. Ik had wel des<br />
tyds aan gem. Hertog geen kennis gegeeven<br />
van 't geen tusfchen den Heere Triquetti en<br />
my voorgevallen was; doordien ik oordeelde,<br />
dat daar zulks van geen gevolg was geweest,<br />
het niet alleen onnoodig was, maar zelfs, uit<br />
hoofde dat het argwaan zou kunnen verwek<br />
ken , fchaadlyk zou hebben kunnen zyn; doch<br />
toen de Heer Wentworth beiiemd was, om her-<br />
waards te komen, en de handelingen, niet zon-<br />
F 4 der
88 M E M O R I Ë N T O T<br />
der hoop van eenen goeden uitflag zouden be<br />
gonnen worden, had ik, mee goedvinden van<br />
de Heeren die in 'c vertrouwen waren , den<br />
Ambasfadeur daarvan niet onkundig gelaaten.<br />
Zonder te melden de punten over welke, en<br />
wat , over dezelve gehandeld was, had ik te<br />
kennen gegeeven , dat aangezien de Vreede<br />
voor ons wenschlyk, en de Oorlog allerfchaad-<br />
lykst was , voornaamlyk in de omftandighee<br />
den in welke ons Land zich bevondt, en die<br />
hem Ambasfadeur genoeg bekend waren , wy<br />
naar Vreede verlangden, doch dac ik kon ver-<br />
zeekeren, dat de Stad Amfterdam nimmer coc<br />
eene andere Vreede zou ftemmen , dan eene<br />
eerlyke, en wel zoodanige, die. de Republiek<br />
zich zou kunnen vleien, door zyne Allcrchris-<br />
telykfte Majefteic zelve , niec zou afgeraaden<br />
worden : en dac Amfterdam nimmer zou af<br />
gaan van de principes der gewaapende Neu<br />
traliteit, vry Schip vry goed: van het bedingen<br />
der wedergeeving van hec geconquesteerde ,<br />
en van een behoorlyke fchavergoeding.<br />
Ik had noch daar menigmaalen bygevoegd,<br />
dat byaldien zyne Allerchriscelykfte Majesteit<br />
verlangde, dac wy , niet tegen ftaan de het aan<br />
bod van voordeelige voorwaarden, in den Oor<br />
log zouden volharden, wy aan dac verlangen<br />
ZOU-;
O P H E L D E R I N G - , ENZ. 89<br />
zouden voldoen, mits zyne Majesteit zich vol-<br />
ftrekc verbondt, geene Vreede te maaken, dan<br />
zoodanige, by welke aan de Republiek het bovengem.<br />
naamlyk , vry Schip, vry goed, Restitu<br />
tie der veroverde bezittingen, en eene gevoeglyks<br />
fchavergoeding, befprooken zou worden.<br />
Zoo dikwyls ik den Ambasfadeur hier over<br />
onderhouden had, had hy wel altyd de groot<br />
fee verzeekeringen van 't deel dat zyn Mees<br />
ter in 't welzyn van de Republiek nam , gegee<br />
ven, en zich beroepen op de gefignaïeerde dien-<br />
ften, zoo als zyne Excell. ze noemde, die zy<br />
ne Majesteit in deezen Oorlog aan Haar bewee-<br />
zen had, doch op de bygevoegde mits zich nim<br />
mer uitgelaaten ; en alleen gezegd , dat het van<br />
de Engelfche zyde niet dan bedriegery en een<br />
loklias was, om ons inaclïef te houden. Ik had<br />
erkend, dar dit zeer mooglyk was: dat men daar<br />
om zeer voorzichtig en behoedzaam te werk<br />
moest gaan, en niet ophouden, gelyk men waar<br />
lyk niet deed, met zich in ftaat te ftellen, om,<br />
het gewenscht oogmerk niet kunnende berei<br />
ken, den Oorlog met kracht voort te zetten,<br />
terwyl men ook gereed was, om voor de aan-<br />
ftaande Campagne met het Hof van Frankryk<br />
het noodig overleg re maaken.<br />
Toen men in 't begin van November wist,<br />
F 5 dac
QO M E M O R I Ë N T O T<br />
dat de Keizerin haare Mediatie zou aanbieden,<br />
maakte ik voornaamlyk myn werk, gelyk Ik reeds<br />
te vooren gemaakt had, om te weeten, wat wy<br />
van Frankryks byftand zoo wy in Oorlog blee-<br />
ven te wachten hadden: om daar na hec ant<br />
woord op de aanbieding van gem. Vorstin, te<br />
regelen: daar men zorgen moest, dezelve niet<br />
roekloos voor 'c hoofd te ftooten.<br />
Dewyl Ik dus volftrekc noodig oordeelde,<br />
zoo veel mooglyk, grondig van de wyze van<br />
denken van evengem. Hof onderrichc ce zyn,<br />
had ik reeds den Heere van der Perre, by des<br />
zelfs vertrek naar Parys voor 's Compagnies<br />
zaaken , laaten verzoeken, zulks zoo veel moog<br />
lyk na te gaan , en daar van verflag te doen. In<br />
gevolge fchreef gem. Heer den 7 Nov., zoo<br />
ik wel heb , aan den Heer Fiscaal van der Hoop ,<br />
dat de Graaf van Vergennes hem in een af-<br />
zonderlyk en vertrouwd gefprek, in fubftan.<br />
tie , gezegd had, „ dat hy Graaf van Vergennes,<br />
„ zich tot heden nimmer een denkbeeld had<br />
„ kunnen vormen , van eene feparate Vreede<br />
„ tusfchen Engeland en de Republiek , zon-<br />
„ der dat deeze geheel of gedeeltlyk afging,<br />
„ van de gronden, uic welke de Oorlog zyn<br />
„ oorfprong had genomen: of dat Engeland<br />
eene laagheid zou doen, die nimmer in het<br />
., ver-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 91<br />
„ verftond dier Natie op zou kunnen komen:<br />
„ gevolglyk, dac hy de zaak in dat daglichc<br />
„ befchouwende, zich desvvegens nimmer had<br />
„ bekommerd. Doch dac hy thans ziende, dac<br />
,, men niettegenftaande deeze twee onbetwisc-<br />
„ baare zeekerheeden, voortging met zich tot<br />
„ eene feparate Vreede geneegen ce toonen ,<br />
,, Hy befluiten moesc dac men alhier geneegen<br />
„ moesc zyn, om eer bekoming dier Vreede,<br />
„ van hec zwaarwichtig Are. waarby alle Com-<br />
,, mercieerende Natiën geïnceresfeerd zyn, hec<br />
„ zy te glisfeeren, of wel hec zelve te moderee'<br />
ren: of, dac de becuiging van Engeland om<br />
„ Vreede aan de Republiek ce willen geeven,<br />
„ een kunstgreep dier Natie was, om de Re-<br />
„ publiek deeze winter in eene kalmte te hou-<br />
„ den, en dus tegen het zomerfaifoen minder<br />
,, tegenlland van haare zyde te wachten te heb-<br />
„ ben. Dat de Kroon van Frankryk de Repu-<br />
,, bliek op geenerbande wyze paaien konde,<br />
„ noch wilde zetten, om zich niet of al, met<br />
„ Engeland afzonderlyk te bevreedigen, doch<br />
„ dac welgem. Kroon van de heuschheid en<br />
„ vriendfehap van de Republiek verwachtte,<br />
„ om haar van haare handelingen niet onkun-<br />
„ dig te laaten : en dat, wilde zy die kennisg€a-<br />
„'ving niet Ministerieel doen, dezelve als dan<br />
„ door
91 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ door zoodanig Particulier, waarop de Repu-<br />
„ bliek haar vertrouwen ten vollen konde ves-<br />
„ tigen , zou kunnen gegeeven worden &c." (a)<br />
Die was ook omcrenc hec zelfde 'c geen my<br />
de Heer Ambasfadeur ce meermaalen gezegd<br />
hack: de evengem. Staatsminister had zelfs zich<br />
ffelliger, op hec verlangen om ons in Oorlog<br />
te houden geuit, dan de Ambasfadeur : doch<br />
beiden fcheenen zy de Republiek, ten minden<br />
zoo als zy voorgaaven, in volkomene Vryheid<br />
te laaten, om haar belang, met het niet of al<br />
aangaan van eene afzonderlyke Vreede te be<br />
vorderen : alleen wilde hec Hof van Verfail-<br />
Jes van hec voorneemen deswegens onderrichc<br />
zyn, om deszelfs krygsverrichtingen in de vol<br />
gende Veldcochc daar na ce kunnen reegelen,<br />
(zie hec vervolg van den even aangehaalden<br />
Brief,. Byl. G.)<br />
Ondertusfchen was het zeekerlyk waar, ge<br />
lyk de Graaf de Vergennes aan den Heer van<br />
der Perre gezegd had, dat het niet ce verwach<br />
ten was, dac Engeland zou afgaan van hec punt,<br />
dat eigenlyk oorzaak coc den Oorlog gegeeven<br />
had: naamlyk: het vervoeren van zeekere Scheeps-<br />
Materialen: maar dac was zoo zeer de questie<br />
niet. Wy hebben gezien uic hec verhandelde<br />
(?) Byl. G.<br />
mee
O P H E L D E R I N G , ENZ. 93<br />
met den Heere Wentworth, dat men dacht hier<br />
op te kunnen toegeeven, mits men verders kon<br />
bedingen, vry Schip, vry goed, wedergeeving<br />
van de veroverde Bezittingen, en eene reede-<br />
lyke Schavergoed'mg: en, op het eerfte punt<br />
aangaande de Scheeps-Materialen, toegeevend-<br />
heid te gebruiken , was niet ftrydig met de<br />
gronden van de gewaapendeNeutraliteit,dewyl<br />
deeze maar bepaalde, dat men gedurende den<br />
Oorlog, andere Mogendheden , die niet in Oor<br />
log waren, zou handhaven in 't vervoeren naar<br />
de Havenen der in Oorlog zynde Mogendhee<br />
den, van 't geen by de wederzydfche Tractaa-<br />
ten, niet als Contrabande verboden was: en<br />
offchoon by hetTraétaat van 1674 alle Scheeps-<br />
Materialen , zonder uitzondering , verklaard<br />
waren, geene Contrabande te zyn, kon men,<br />
gelyk Engeland en Deenemarken gedaan had<br />
den, by eene nadere Conventie deswegens be<br />
paalingen maaken, zonder daarom gehouden te<br />
worden , te handelen tegen de Principes der<br />
gewaapende Neutraliteit.<br />
Voorts kon de Heer de Vergennes volkomen<br />
gelyk hebben, dat het een kunstgreep van En<br />
geland was, om ons gedurende den winterwerk<br />
loos te houden: maar 't was onze zaak, daar te<br />
gen te waaken; gelyk wy ook moesten doen,<br />
te-
4<br />
94 M E M O R I Ë N T O T<br />
tegen de Staatkundige inzichten van *c Hof van<br />
Verfaiiles, dat ons wel wilde in den Oorlof<br />
houden , doch niet opentlyk verklaaren zulks<br />
te verlangen; om daar door niec in hec geval<br />
te zyn van zich te moeten verbinden, om gee<br />
ne Vreede te maaken, zonder meede aan Ons<br />
goede voorwaarden te bezorgen.<br />
Om dus met alle omzichtigheid in eene zaak<br />
van zoo veele aangeleegenheid te werk te gaan,<br />
te gelyk niec ce verzuimen 't geen waar uic hec<br />
heil van de Republiek kon ontftaan, en noch<br />
tans Frankryk, ten minften zoo veel mooglyk,<br />
niec voor 'c hoofd ce ftoocen, vonden Burge<br />
meesteren en de andere Heeren, die in 'c ver<br />
trouwen waren, goed, zoo dra by Hun Hoog<br />
Mog. de Admiraliteit van Amfterdam gemach<br />
tigd was geworden, om over het uicwisfclen van<br />
Krygsgevangenen in onderhandeling ce tree-<br />
den, en daar door geleegenheid ce doen voor<br />
komen, om over zaaken van meerder belang<br />
te handeien, aan Zyne Hoogheid en den Heer<br />
Raadpenfionaris voor re ftellen, „ of hec niet<br />
„ raadzaam was, door onzen Ambasfadeur te<br />
„ Parys, niec Ministerieel,maar enConfidence<br />
„ aan 't Hof van Verftulles kennis ce geeven<br />
„ van de komsc van den Heere Wentworth, met<br />
„ verzeekering, dat byaldien men met denzel-<br />
„ ven
O P H E L D E R I N G , ENZ. 95<br />
„ ven eenige onderhandeling over het Vree-<br />
„ de's werk begon, men niet afgaan zou van<br />
„ de gronden der gewaapende Neutraliteit?<br />
„ Of het niet insgelyks nuttig zou zyn van<br />
„ het voorneemen om eene eerlyke Vreede<br />
„ met Engeland te fluiten, aan den Keizer ken-<br />
nis te geeven, aangezien zyne Majesteit ten<br />
„ tyde zyn's verblyfs te Amfterdam, gezegd<br />
„ had, dit voor de Republiek allerheilzaamst<br />
„ te oordeelen."<br />
„ Of hec zelfde niet behoorde te gefchie-<br />
„ den aan 't Rusfisch Hof, door middel van<br />
,, den Prins van Gallitzin ?<br />
„ Of men niec hoe eerder zoo beeter dien-<br />
„ de aan te neemen, de laatfte aangebodene<br />
„ Mediatie, maar te gelyk refolveeren, om de<br />
„ krygsöperatiën voor de aanftaande Campag-<br />
„ ne mee Frankryk ce concerceeren, om daar<br />
„ door die geenen, die roe hec eerfte huiverig<br />
„ waren, gemaklyker te maaken: zonder doch<br />
„ voor als noch, iets te bepaalen wegens de<br />
„ voorgefielde Alliantie mee Frankryk, maar<br />
„ die te laaten in medio, als zynde eene zaak<br />
„ van de ukerfte aangeleegenheid?"<br />
Eindlyk gaven Burgemeesteren in overwee.<br />
ging, „ of niet het best zou zyn, af te wach-<br />
„ ten, dat de Heer JVentworth uitkwam, of ten<br />
„ min-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 97'<br />
Ën op den 13 daaraanvolgende, had die Mi<br />
nister aan den Prefident van Hun Hoog Mog*<br />
bekend gemaakt, dat het Hof van Engeland de<br />
Mediatie had aangenomen, en dat hy Prins Gal-<br />
litzin vermeende, zonder het nochtans te kun<br />
nen , verzeekeren, dat het evengem. Hof, té<br />
gelyk de voorwaarden op welken het wil dé-<br />
handelen had meedegedeeld.<br />
Burgemeesteren waren van gedachten, dac<br />
men de Mediatie hoe eerder zoo beeter dien<br />
de aan te neemen, niet zoo zeer om dat zy<br />
veel goeds verwachtten van de goedgunfiigheid<br />
der Keizerin, als om, vooreerst, de grootmoe<br />
dige Vorftin niet voor 't hoofd te fiooten; ten-<br />
tweeden , om dat het aanneemen van eene Me*<br />
diatie, ftrekkende om eene afzonderlyke Vree<br />
de merEngeland te bevorderen, overeenkom<br />
ftig was, met het verlangen dat zy Burgemees<br />
teren hadden, dat zoodanige Vreede kon ge<br />
troffen worden: maar ten derden, en wel voor»<br />
naamlyk, om dat men by die geleegenheid op<br />
het kraehtigfte kon bepaalen de volftrekte ver<br />
knochtheid aan het Cardinale punt , zonder<br />
het vastftellen van het welk , men in geené<br />
handeling wilde treeden, naamlyk , dat van<br />
vry Schip vry goed.<br />
Wy hebben reeds in het eerfte Deel van dif-<br />
II* DEEL* 0 WerK
()8 M E M O R I Ë N T O T<br />
Werk getoond,en 't is genoeg waereldkundig,<br />
dat de Republiek van de gewaapende Neutrali<br />
teit, en byzonder van haare Verbindtenisfe niet<br />
het Hof van Petersburg, geen het minlte nut<br />
getrokken had: en dat het volmaakt uitgeko<br />
men was op het zeggen van den Keizer, eerst<br />
aan den Heere Hop te Brusfel, (die hec des<br />
tyds, zoo ik wel heb, aan den Griffier fchreef)<br />
én daar na aan my ce Amfterdam: naamlyk, dat<br />
wy van gem. Hof mooglyk eenige goede Officien<br />
te wachten hadden, maar anders niets. Al<br />
toos na de verwydering van den Graaf de<br />
Panin, was de invloed van 'c Hof van Londoh<br />
op dac van Petersburg zoo groot geworden,<br />
dat wy verzeekerd konden zyn, daar van daan<br />
niets te kunnen wachten, dat de Engelfchen<br />
eenigzins nadeelig zou zyn.<br />
Men leeze daarop na, 't geen de Heer van<br />
Starrenburg'vn. zynen brief van den 2.6 Nov. (a)<br />
fchreef, wegens de gevoelens van den voor-<br />
naamfte Staats-Minister, becreklyk de verwach<br />
ting die hy had van die Mediatie, en de weini<br />
ge gezindheid die 'er by Engeland was, wegens<br />
het toegeeven op hec punc van vry Schip vry<br />
goed: als meede 'c geen de Refidenc de Swart<br />
(«) Byl. II.<br />
des-
OP H E L D E R I N G , ENZ. 99<br />
deswegens melde in zyn Misfive aan den Heer<br />
Griffier, van den zelfden datum. (ei)<br />
Maar hoe zeer de geringe geneegenheid van<br />
Rusland om de zaaken tusfchen Engeland en de<br />
Republiek onpartydig te fchikken, niet twyP.<br />
felachtig was, is het doch te verwonderen, ja<br />
fchier onbegryplyk, 't geen de Heer van Star-<br />
renburg in meergemelden brief van 2 Nov.<br />
fchryfe: naamlyk, dat een Minister van Staat,<br />
zoo als de Graaf van Osterman, op hec oogen-<br />
blik dac hy van wegens zyne Souveraine eene<br />
Mediacie voorftelc, waarfchouwc, dat men zich<br />
niet betrouwen moest, en dat hy Minister ge<br />
ringe gedachten van die Mediatie had. Die is<br />
zeekerlyk een blyk van 'c grooc vercrouwen<br />
van den fchranderen Miniscer, in den Heere<br />
van Starrenburg, maar zoo men niec verplicht<br />
was ce geloven , dac 's Lands Ambasfadeur<br />
zyne Meescers geene onwaarheeden kon mel<br />
den , zou men kunnen denken, dac hy in den<br />
mond van den Miniscer, de woorden gelegd<br />
had, die hy zei ven zou gebruikc hebben, om<br />
zyn gevoelen te melden.<br />
Laac ons nu cóc de handelincrcn mee den<br />
Heere Wentworth wederkeeren.<br />
(a) Byl. r.<br />
G 2<br />
ïflfi
IOO M E M O R I Ë N T O T<br />
Ingevolgen van de confideratien van Burgemeesteren<br />
, wegens de wyze, op welke men<br />
mee dien Heere zou handelen , werd befluten,<br />
hem alleen te hooren, en niet te Amfterdam,<br />
maar in den Haag met hem te handelen: en dewyl<br />
zulks niet wel gevoeglyk kon gefchieden<br />
direét door en met den Raadpenfionaris, daar<br />
hy Wentworth openlyk alleen gezonden wierdt,<br />
om over de uitwisfeling der Krygsgevangersen<br />
te handelen, (waartoe by nadere Refol.<br />
van Hun Hoog Mog. alle de Fiscalen der Admiraliteiten<br />
, ten minften die prefent wilden<br />
zyn, benoemd waren,) wierd beftemd, dat de<br />
Fiscaal van der Hoop afzonderlyk zou gelasc<br />
worden, met de handeling over zaaken die<br />
buiten de uitwisfeling der Krygsgevangenen,<br />
door den Heere Wentworth zouden voorgefteld<br />
worden.<br />
Doch terwyl men noch opentlyk die geneegenheid<br />
om de zaaken met Engeland te vinden,<br />
zonder na eene algemeene bevreediging<br />
te wachten, betoonde, waren 'er doch veele<br />
die toen reeds begonnen blyken te geeven van<br />
hunne geneigdheid tot naadere Verbindtenisfe<br />
- met Frankryk, en om behendiglyk alle fchikkingen<br />
met Engeland af te weeren. In 't laatst<br />
vanjanuary fprak ik daar over met den Pen-<br />
fio-
O P H E L D E R I N G , ENZ. IOI<br />
fionaris van Haarlem, die my rorid uit zeide,<br />
dat de Engelfchen niets anders zochten, dan<br />
om ons te verjlrikken, inaclief te maken, en<br />
geene Vreede in den zin hadden.<br />
Ik beweerde, dat het onze- zaak was, op te<br />
pasfen, dat wy niet verftrikt wierden, en niet<br />
moesten ophouden, ons in ftaat te ftellen, den<br />
Oorlog met kracht, zoo de Vreede onverhoopt<br />
niet getroffen mocht worden, door te zetten:<br />
maar dat ik het met hem niet eens was, dat<br />
de Engelfchen geene Vreede zochten : dat myn<br />
oordeel gevestigd was op hun eigen belang, ~<br />
'c geen Vreede met ons, en wel eene afzon-<br />
derlyke, vereischte: dat ik dacht volftrekt noo<br />
dig te zyn, met hun te handelen, en te trach<br />
ten de beste voorwaarden te bedingen, al was<br />
't alleen maar, om aan 'cHof van Verfailles de<br />
zelve te kunnen voorleggen, en te eisfchen,<br />
dat byaldien het volftrekt wilde, dat wy gee<br />
ne afzonderlyke Vreede met Engeland zou<br />
den maken, het als dan aannam en beloofde,<br />
geene Vreede, afzonderlyke of algemeene, met<br />
dat Ryk te fluiten , zonder ons evengelyke<br />
voordeelige voorwaarden te doen verwerven,<br />
als de Engelfchen tot nu toe lieten voorko<br />
men , ons te willen toeftaan.<br />
Myne Leezers vestigen een oogenblik hun-<br />
G 3 nen
102 M E M O R I Ë N T O T<br />
nen aandacht op dit laatfte gedeelte myn's ge<br />
zegden 's aan den gem. Penfionaris. Hec ver<br />
zuimen van deezen, zoo ik durf zeggen, goe<br />
den en voorzichtigen raad, heefc de grondflag<br />
geleegen, toe de .fchandelyke Vreede , die eene<br />
blinde toegeevenheid voor het Fransch Minis<br />
terie, rustende op den byftand dien men. tot<br />
bevordering van zyne bedekte oogmerken, en<br />
uitvoering van verregaande onderneemingen ,<br />
noodig had, ons berokkend heefc, en die wy<br />
ons door hec Fransch Ministerie hebben moe<br />
ten laaten opdringen.<br />
Dus ftonden de zaaken, toen de Heer Went<br />
worth den ie Feb. 1782 in den Haag kwam:<br />
maar voor dat ik nu overga toe hec verder ver<br />
flag van 'c geen mee deezen Heer aldaar ver<br />
handeld is, kan ik niec nalaaten, kortlyk aan<br />
te teekenen, de reedenen die my zyn voorge<br />
komen, het Hof van London te hebben ge<br />
noopt, om de handelingen die met den zelfden<br />
Heere Wentworth in den Zomer van 1781 be<br />
gonnen waren, weder levendig te maken; en<br />
om den eerften ftap te doen met iemand her?<br />
waards te zenden, daar wy in het verhandelde<br />
met den Heere van der Oudermeulen gezien<br />
hebben, hoe hec gem. Hof 'er op ftond, dat<br />
wy iemand derwaards zonden.<br />
De
O P H E L D E R I N G , ENZ. IP3<br />
De handelingen in den Zomer met den Heere<br />
•Wentworth en die met den Heere van der Oudermeulen<br />
, hadden zeekerlyk reeden gegeeven<br />
om te denken, dat 'er by 't Ministerie van Engeland<br />
geneegenheid was, om de goede verftandhouding<br />
met de Republiek weder te herftellen:<br />
maar wy hebben gezien dat de eerfte,<br />
mooglyk door jalouzie, eensklaps waren blyven<br />
fteeken, en dat de andere, denklyk door<br />
het ongenoegen van den Heer Tork, over dac<br />
men met hem direct niec wilde handelen, geenen<br />
beeteren voortgang hadden gehad. Nu<br />
kwam men weeder eensklaps van den kanc van<br />
Engeland aan de hand,en men had aldaar greetiglyk<br />
aangenomen de geleegenheid, om onder<br />
voorwendzel van eene uicwisfeling van Gevangenen,<br />
over Vreede ce handelen. Twee aanzienlyke<br />
Perfonagien, cwee voornaame Staats-Ministers<br />
verwaardigden zich , eigenhandig aan<br />
eenen Regcnc van eene enkele, 'c is waar, aanzienlyke<br />
Scad, tot dat einde te fchryven, niette"-enftaande<br />
zy wisten dac die Regenc en deszelfs<br />
Meede-Ambcenaaren en Vrienden, geene<br />
Vreede wilden, zoo als zy zich te meermaalen<br />
geuic hadden, dan zoodanige die zou kunnen<br />
gezegd worden, niec van Engeland gekochc te<br />
zyn , maar allezins voor de Republiek cerlyk<br />
en voordeelig ce weezen.<br />
G 4 Geen
I©4 M E M O R I Ë N T O T<br />
Geen andere reede van dit gedrag van Enge<br />
land kan 'er uitgedacht worden, dan dat men<br />
aldaar eindJyk het waar ftaatkundig belang be-<br />
fchouwd had, en betrachten wilde: dat men<br />
eindlyk had begreepen , dat men tegen alle<br />
gronden van goede Staatkunde had gewerkt,<br />
met ons den Oorlog aan te doen. De hoogheid<br />
van hunnen Ambasfadeur : het geftadig door<br />
hem inboezemen, dat de weerlooze ftaat, in<br />
welken de Republiek zich bevondt, haar alles<br />
geduldig zou doen ondergaan; gepaard moog<br />
lyk met de befchouwing der voordeelen in den<br />
beginne op ons te behaalen, en der fchade ons<br />
toe te brengen, hadden in Engeland tot Oor<br />
log doen befluiten.<br />
Maar die voordeelen en die toegebrachte<br />
fchadens , konden nimmer opweegen , tegen<br />
bet nadeel dat Engeland in 't - vervolg moesc<br />
gevoelen i door, niet alleen den invloed dien<br />
het in dit Land zoo lang gehad had, te verlie<br />
zen , maar noch denzelven geheel te zien over-;<br />
gaan coc een Hof, dac altyd geweesc was, en<br />
zoo 'c politiek Systema van Europa niet geheel<br />
t'ondersc boven gekeerd worde, altyd weezen<br />
zal, de tegenparty van Engeland.<br />
Daar was by gekomen, dat de Engelfchen<br />
den Qorlog niec gelukkig gevoerd hadden: zy<br />
hacj-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 10$<br />
hadden in America veel volk en geld verbo<br />
ren: de Zeemacht van Frankryk en Spanje had<br />
den de hunne het hoofd geboden: en hoe ge<br />
ring de onze in den beginne ook geweest was,<br />
(en zy ftondt nu aanzienlyker te worden) had<br />
de verdeeling die zy van de hunne, om de on-<br />
I ze, hadden moeten maken, het evenwigt op<br />
Zee, .zoo niet ten eenemaal verbroken , ten<br />
minften zeer in de waagfchaal gefteld. Eindlyk<br />
was het zeeker, dat het Volk in Engeland in<br />
't algemeen, den Oorlog met de Hollanders als<br />
onnatuurlyk aanzag, en de wyze, op welke de<br />
Burgery van London, in zeeker fmeekfchrift<br />
aan den Koning, ingericht om den Oorlog een<br />
einde te doen neemen, zich had uitgedrukt,<br />
was aanmerklyk. (#)<br />
Als men dit alles zamenvoegde, kon men<br />
gemaklyk bezeffen, dat Engeland verlangen<br />
moest, om Vreede met ons te maken: want,<br />
bleeven wy in den weerloozen, of ten minden<br />
weinig geduchten ftaat, in welken wy tot heden<br />
geweest waren, konden zy ons, 't was waar ,<br />
noch gevoelige dagen toebrengen , en onzen<br />
Koophandel en Zeevaart bederven, maar dat<br />
zelve was, zoo als ik zoo even zeide , haar<br />
be-<br />
(a) Jaarboeken 1781. bl. 2237.-<br />
G 5
106 M E M O R I Ë N T O T<br />
belang niec; dewyl wy als dan als gedwongen<br />
wierden , ons geheel aan Frankryk over te geeven<br />
: of geraakten wy allengskens in eenen beeteren<br />
ftaat, zoo ftondt het gefchaapen, dat zy<br />
eindlyk voor de overmacht hunner Vyanden<br />
zouden moeten bukken. Het waarachtig belang<br />
der Engelfchen was dan , geene geleegenheid<br />
voorby te laaten gaan, om zich met ons<br />
te verzoenen: en daartoe,om zulks behoudens<br />
haar eer te kunnen doen, gaf het aanbod door<br />
Rusland van eene Mediatie tot bevordering van<br />
eene afzonderlyke Vreede , hun , eene volmaakte<br />
geleegenheid.<br />
De komst van meergemelden Heer met een<br />
Staatkundig oog befchouwd, was dus zoo wonderlyk<br />
niet, en alhoewel men met reede moesc<br />
beducht zyn, dat zy gefchiedde, om ons, zoo<br />
als men zegt, in de luieren te leggen, zoo was<br />
'er ook gronds genoeg om te denken, dat het<br />
Hof van London de zaaken nu beeter inziende<br />
ter goeder trouw met ons wilde handelen. Tot<br />
het verflag van die handelingen ga ik nu over.<br />
Zoo dra de Heer Wentworth op den i February<br />
1782 in den Haag gekomen was, gaf<br />
men Hem kennis van de Refolutie van Hun<br />
Hoog Mog. by welke, de Fiscalen der Admiraliteiten<br />
gelast waren geworden, om met hem<br />
over
O P H E L D E R I N G , ENZ, I07<br />
over de uitwisfeling te handelen : maar hy ver<br />
klaarde, dat hy alleen gelast was om te hande<br />
len met de Admiraliteit te Amfterdam, en ook<br />
van voorneemen was, s'anderen daags zich derr<br />
waards te hegeeven.<br />
Aldaar gekomen, ftelde hy my ter hand ee<br />
nen eigenhandigen brief van Mylord Stor-<br />
mont, en eenen diergelyken van Lord North.<br />
Die van den eerften gedagteekend, St. James<br />
14 Jan. 178a, luidde:<br />
M O N S I E U R !<br />
„ Monfieur Wentworth aura 1'honneur de<br />
„ vous remettre cette Lettre. Outre la Com-<br />
„ misfion ostenfible, dont il est muni pour ne-<br />
,, gocier un Echange de Prifonniers, il est char-<br />
„ gé de traiter d'objets ulterieurs , & d'une<br />
„ beaucoup plus grande importance."<br />
„ Quant a la maniere de les traiter, il fui-<br />
,, vra celle qui lui fera indiquée, comme la<br />
„ plus convenable aux vues des Bien-intentio-<br />
„ nés, & la plus conforme a la Conftitution<br />
„ de la Republique. Je fcais, Monfieur, quele<br />
„ merite de Monfieur Wentworth, vous esc<br />
„ connu depuis longtems, & que vous 1'ho-<br />
„ norez de votre amitié. Je puis vous asfu-<br />
„ rer que cette circonftance n'a pas peu con-<br />
„ tri-
I08 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ tribué a decider Ie choix qu'on a fait de lui<br />
o u r c e t t e<br />
» P importante Befogne, dontia reus-<br />
„ iite doic inrêresfer toüs ceux des deux Païs,<br />
„ qui fentent combien le retour de leur an-<br />
„ cienne Union, est esfentiel k leur Prospe-<br />
„ rité mutuelJe."<br />
„ Quoique je n'aie pas J'honneur de vous<br />
„ connoitre , Monfieur, perfonnellement, H<br />
„ y a longtems que je vous connois de repu-<br />
„ tation, & c'esr avec une fatisfaétion reëlle,<br />
„ que je faifis cette occaflon de vous offrir<br />
„ 1'hommage de la confideration distinguée<br />
„ avec la quelle J'ai 1'honneur d ecre<br />
MONSIEUR.'<br />
votre trés humble<br />
& trés obeisfant Serviteur<br />
(Signé) Stormom." (a)<br />
(a) M Y N II E E R!<br />
Die<br />
De Heer tVentwrth zal d'eer hebben U deezen brief<br />
ter hand te Hellen. Behalven de vertoonbaare Commis<br />
fie, met welke hy voorzien is, om te negotieeren eene<br />
uitwisfeling van Gevangenen, is hy ook gelast om te han<br />
delen over verdere onderwerpen, en van veel grootere<br />
aangeleegenheid.<br />
Wat betreft de wyze van handelen, zal hy volgen die<br />
kern aangeweezen zal worden, als meest overeenkomftig<br />
met
O P H E L D E R I N G , ENZ. iop<br />
Die van Mylord North van denzelven datum,<br />
was van den volgenden inhoud:<br />
M O N S I E U R !<br />
„ Notre ami, Monfieur IVentworth, aura<br />
„ fhonneur de vous prefenter cette Lettre,<br />
„ & vous fera part de ma fincère reconnois-<br />
„ fance de toutes vos politesfes, de votre fou-<br />
„ venir obligeant, & de la bonne opinion que<br />
„ vous avez concue de mes principes & de<br />
„ mes fentiments. Vous me rendez justice,<br />
„ Monfieur, en les croyanc tres pacifiques. En<br />
„ ef-<br />
met de inzichten der wel Geintentioneerden, en de Re<br />
geeringsform der Republiek. Ik weet, Mynheer, dat do<br />
waarde van den Heere tVentwrth U zcedert lang bekend<br />
is, en dat UEd. hem.met Uwe Vriendfchap vereert. Ik<br />
kan U verzeekeren dat dit niet weinig heeft meedege-<br />
werkt, om op hem te vestigen de keuze tot dit belang-<br />
ryk werk; in welks goeden uitflag deel moet neemen,<br />
allen die gevoelen, hoedanig voor het welzyn der beide<br />
Landen, van aangeleegenheid is, dat zy tot haare voo<br />
rige eensgezindheid wederkeeren.<br />
Alhoewel ik d'eere niet heb, U perfoneel te kennen,<br />
ken ik U lang van naam: en 't is met een waar genoe<br />
gen, dat ik deeze geleegenheid waar neem, om U aan<br />
te bieden de hulde van de byzondere achting, met wel«<br />
ke ik d'eere heb te zyn<br />
M Y N H E E R ! &c.
110 M E M O R I Ë N T O T<br />
» efFet, il fembleroit que, quand on confidère<br />
„ ma pofkion, il ne feroit pas posfible, qu'on<br />
„ puisfe les revoquer en doute, & je me flat.<br />
„ te, que la Commisfion fecrette & importan-<br />
„ te, dont notre ami s'est chargé me mettra '<br />
„ bientót dans le cas de me rejouir avec vous<br />
„ duretablisfement de 1'ancienne harmonie, q U'i<br />
» f u b f i s t a fi<br />
longtems entre Ia Grande Bretag-<br />
„ ne & lesProvinces Unies, ft leur bonheur<br />
„ reciproque. Vous me trouverez toujours<br />
„ trés dispofé ft y contribuer: mais les formes<br />
„ de notre Gouvernement, la repartkion des<br />
„ affaires chez nous, ne me permettent pas<br />
„ d'y travailler feu* U n'en refukera, pour-<br />
„ tant aucun inconvenient pour la Paix; car<br />
„ vous pouvez vous asfurer, Monfieur,'que<br />
» t o u c l e C o n f e i l<br />
^ fa Majesté, esc animé du<br />
„ même defir de Ia retablir au plutót, a des<br />
„ conditions convenables. Nous n'en pouvons<br />
„ donner de meilleure preuve que Ie choix que<br />
M nous avons fait de Mr. Wentworth, pour la<br />
„ negocier: fes talents, fon zélê pour Ia pros-<br />
„ perité mutuelle des deux Nations, fa con-<br />
„ noisfance de leurs veritables interets, fes an-<br />
„ ciennes liaifons avec ce qu'il y a de plus res-<br />
„ peciable chez vous, nous 1'onc defigné com-<br />
„ me la perfonne en Anglecerre la plus capa-<br />
„ ble
O P H E L D E R I N G , ENZ. III<br />
„ ble d'avancer eet ouvrage falutaire. II f'y<br />
„ prendra dans 1'esprit qu'il faut,c'est a dire,<br />
„ en homme, qui ne vife pas a un accomode-<br />
„ ment platré & précaire, mais a faire revivre<br />
„ 1'ancien fystéme d'Union parfaite & cordia-<br />
„ le, dont nos Ancêcres ont tiré de fi grands<br />
,, avantages, & qui nous paroic a tous les deux<br />
„ plus necesfaire a prefent, qu'il n'ait jamais<br />
„ eté. Vos vues, Monfieur, font les memes,<br />
„ & je vous avoue que , vue 1'opinion que<br />
„ nous avons de vötre Patriotisme, de vötre<br />
„ amour pour la paix & de vötre autorité ,<br />
„ j'augure un heureux fuccès a la Negociation<br />
„ de notre ami. J'ai 1'honneur d'étre avec la<br />
„ plus parfaite Confideration<br />
MONSIEUR!<br />
j» M Y N H E E R !<br />
vötre trés humble<br />
& trés obeisfant Serviteur<br />
(Signé)<br />
North." (V)<br />
Na<br />
Onze Vriend, de Heer Wentworth, zal d'eer hebben-<br />
U deezen aan te bieden, en U teffens meededeelen de<br />
óprechte erkentenis voor alle Uwe heuschheeden, voor<br />
Uwe verplichtende getuigenis, en voor het goede denk<br />
beeld dat UEd. gevormd heeft van myne beginzelen en<br />
gevoelens. UEd. doet my recht, Myuheer, met ze zeer<br />
vreede
I 12 M E M O R I Ë N T O T<br />
Na dac ik die brieven geleezen en myne ge<br />
voeligheid over de heusehheid der beide Hee-<br />
req<br />
vreedzaam' te houderi. In de daad, hét zou toefchynen,<br />
dat als men myne politic befchouwd, dezelve met geene<br />
mooglykheid in twyffel kunnen getrokken worden, en ik<br />
v' ' ïny, dat de geheime zending, welke onze vriend op<br />
'*~. genoomen heeft, my welhaast in 't geval zal ftellen,<br />
. om my met U te verheugen, over de herftelling der oude<br />
harmonie, die zoo lang beftaan heeft tusfchen Grootsrittanje<br />
en de verëenigde Provinciën, tot hun wederzyds<br />
geluk. UEd. zal my altyd zeer gereed vinden, daar<br />
toe alles toe te brengen, maar de Vorm van onze Regcering,<br />
en de verdeeling der zaaken by ons, laaten my niet<br />
toe, dat werk alleen te verrichten. Daar uit zal nochtans<br />
geene verhindering voor de Vreede fpruiten. Want UEd;<br />
kan verzeekerd zyn, Mynheer^ dat de ganfche Raad van<br />
Z. M. met dezelfde lust bezield is, om ze met den eerfte<br />
op pasfelyke voorwaarden te herftellen. Wy kunnen<br />
'er geen beeter bewys van geeven, dan de keuze die wy<br />
van den Heer Wentworth gedaan hebben, om daar over<br />
te handelen. Zyne hoedaauigheeden, zyn yver voor den<br />
wedcrzydfchen welvaart der beide Natiën, zyne kennisfe<br />
van haare waare belangen, zyne oude Verbindtenisfen met<br />
de achtingwaardigften ten uwent, hebben hem by ons<br />
aangeftipt, als den bekwaamften in Engeland om dit heilzaam<br />
werk voort te zetten. Hy zal 't beginnen in de daar<br />
toe behoorlyke meening: dat is, als iemand, die niet be«<br />
oogd een fchynbaar en tydlyk vergelyk, maar om te doen<br />
herleeven het oud Sistema van eene volmaakte en hartelyke<br />
verëenigiug, uit Welke onze Voorouders zulker<br />
groote voordeelen getrokken hebben 7 en die aan ons<br />
bei*
O P H E L D E R I N G , ENZ. II3<br />
ren betoond had, zeide ik, ,, dat Ik van harte<br />
„ wenschte , dat aan de heilzame oogmerken<br />
„ ten beste en nutte der beide Natiën zou kua-<br />
„ nen voldaan worden, en het my aangenaam<br />
„ was, hem verkooren te zien, om daar toe<br />
„ werkzaam te zyn. Dat hy tot dat einde wel<br />
„ zou doen, hoe eerder zoo beeter naar den<br />
„ Haag te gaan, om de noodige opening toe<br />
„ het beginnen der handelingen te geeven."<br />
Fly anrwoordde, dat hy gelast was te Am-<br />
fier dam, en niet in den Haag te handelen:<br />
en dat hy kwam vragen, wat wy begeerden.<br />
Ik repliceerde op het eerfte, „dat het onge-<br />
„ voeglyk zou zyn, dat over eene zaak van<br />
„ die natuur , als was de geene , over welke<br />
„ het esfentieelfle van zyne Commisfie ging ,<br />
„ te Amfterdam,en met de Leeden van deRe-<br />
„ geering van eene Stad, gehandeld zou wor-<br />
„ den :dat het veel paslyker was, dat zulks ge-<br />
„ fchiedde in den Haag, offchoon niet direéï,<br />
„ met<br />
heiden voorkomt thans noodiger te zyn, dan ooit. Uwe<br />
inzichten, Mynheer, zyn dezelfde, en ik erken dat ik<br />
van uwe Vaderlands-Liefde, vaa uwe wysheid, van<br />
uwe zucht voor de Vreede, en van uw gezach, eenen<br />
goeden uitflag voorzie, voor de handeling van onzen<br />
'Vriend. Ik heb d'eere met de volmaaktfte achting te<br />
zyn. enz.<br />
II. DEEL. H
I'4 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ niet het Eminent Hoofd van de Republiek<br />
en de Raadpenfionaris der voornaamfie Pro-<br />
„ vintie, ten minften onder 'c oog derzelven:<br />
„ dat tot dat einde, de Heer Fiscaal van der<br />
„ Hoop, wiens Perzoon men zich gevleid had,<br />
„ hem en zyne Meesters niet onaangenaam te<br />
„ zullen weezen, benoemd was."<br />
Op het tweede point zyn's gezegden's, naam<br />
lyk, wat wy begeerden, deed ik hem opmer<br />
ken: „dat de Engelfchen, niet wy, de aanval-<br />
„ Iers geweest waren:dat wy nimmer den Oor-<br />
„ log zouden begonnen hebben: dat zy ons in<br />
„ de omftandigheid gebracht hadden, van nu<br />
„ fchier genoodzaakt te zyn den Oorlog voort<br />
„ te zetten, dewyl wy, gelyk hem zeekerlyk<br />
„ bewust was, verplichtingen hadden, die ons<br />
„ niet toelieten,de eens, alhoewel als gedwon-<br />
„ gen, genoomene party te verlaaten: cenzy^<br />
„ ons Zoodanige voorwaarden wierden aange-<br />
„ boden, die het maaken van eene afzonder-<br />
., lyke Vreede, zelfs by de geenen,die ons tot<br />
„ dus verre hadden bygeftaan, zouden moeten<br />
„ doen goedkeuren: dat zoo hy zich herinner-<br />
„ de, gelyk Ik niet twyffeide, 'c geen tusfchen<br />
„ hem en eenige Heeren , in den laatften Zo-<br />
„ mer verhandeld was, hy ook genoegzaam<br />
„ van onze gevoelens onder- ichi was."<br />
Hy
O P H E L D E R I N G , ENZ. lij<br />
f-Jy antwoordde daarop, dat hy hoopte, dak<br />
men niet zou blyven [laan op eenige punten, van<br />
welke hy wel aangenoomen had raport te doen,<br />
maar die noch niet bepaald waren geworden.<br />
Ik repliceerde: „ dat ik niet wilde, en ook<br />
j, niet kon, met hem in eenige onderhandeling<br />
komen , maar dat ik hem als een vriend, eri<br />
y, in myn particulier, met de openhartigheid,<br />
„ die hy wist dat my eigen was, kon zeggen,<br />
j, dat byaldien hy niet gelast was om toe te<br />
„ ftaan , i e<br />
. Hut punt van vry Schip , vry)<br />
goed, 22. De reftitutie van onze genomens<br />
„ Bezittingen. 3 e<br />
. Eene reedelyke Schavergoe-<br />
„ ding voor onze Kooplieden, we gens de genoo-<br />
,, mene Scheepen, Ik hem raadde,direcl weder<br />
„ naar Hellevoetfiuys te keeren, zonder dcri<br />
„ Haag eens aan tè doen: want dat ik hem ver-<br />
zeekeren kon, dat, hoe zeer ik verlangde na<br />
„ Vreede, en dëzelve als allerheilzaamst voor<br />
myn Vaderland aanzag, ik noch niemand on*<br />
„ zer, offchoon men in den Haag al eens wil-<br />
„ de, ooit zou helpen befluiten tot eene Vree-<br />
dë, by welke aan den Staat, wegens de drie<br />
„ voorgem. punten , geene genoegzame vol-<br />
doening zou worden gegeeven. "<br />
Ik herhaalde twee k drie maaien de nutloos-<br />
lieid der Haagfcbe reis, zoo om dat ik 'er van<br />
H 'i mi-<br />
1
I\6 M E M O R I Ë N T O T<br />
overtuigd was, als om te hooren, wat hy zou<br />
antwoorden: 'c welk eindlyk was: dat dewyl<br />
hy verzekerd was van de vredelievende gevoelens<br />
van den Koningen deszelfs Ministers,het onge<br />
lukkig zou zyn, daar het nu zo ver gevorderd was,<br />
dat ""er niets van zou komen: dat hy beproeven wil<br />
de , wat hy in den Haag zou kunnen uitrichten.<br />
Ik deelde dien zelfden ochtend de twee gem.<br />
brieven der Lords meede, aan Burgemeesteren<br />
en verdere Heeren, en wy beflooten dezelve<br />
hoe eerder zoo beeter, te zaamen mee de con<br />
cept antwoorden, aan Zyne Doorl. Hoogheid<br />
en den Raadpenfionaris te zenden.<br />
Dit gefchiedde des anderen daags , gem. con<br />
cept antwoorden waren luidende:<br />
Aan Mylord Stormont.<br />
M Y L O R D !<br />
„ J'ai été trés fenfible aux expresfions obli-<br />
„ geantes contenues dans la Lettre, dont votre<br />
„ Excellence m'a honoré , & que Monfieur<br />
„ Wentworth m'a remis a fon arrivée ici. Je<br />
„ defire fincerement, que les talents & le zêle<br />
„ qui le diflinguent , puisfent retablir entre<br />
„ les deux Etats,cette Union & cette concor-<br />
„ de fi esfemielle, pour eux, & fi interesfan-<br />
„ te
O P H E L D E R I N G , ENZ. II7<br />
„ te pour 1'Europe entiere , qu'il auraic été<br />
„ a fouhaiter qu'elles neusfent jamais et.és in-<br />
terrompues."<br />
„ J'aipris la liberté d'indiquer,comme ladefire<br />
votre Excell. au Seigneur ïVentworth,<br />
„ la maniere dont, nous croions mes amis &<br />
„ moi, qu'il fera bien de traiter des objets<br />
„ importants dont il est chargé."<br />
„ Je fuis trés flatté de la bonne opinion<br />
„ qu'on a donné de moi a votre Excell. Je la<br />
prie d'etre perfuadée qu'elle trouvera tou-<br />
,, jours en moi avec la candeur d'un homme<br />
„ vrai & le zêle d'un bon citoien, les fent><br />
„ ments de la plus haute estime pour Elle, &<br />
,, que je ne cesferai jamais d'etre avec une par-<br />
„ faite & respeétueufe confideration Stc.<br />
Amfterdam ce 6 Fev. 1781. Qa):<br />
Aan<br />
(a) M Y L O R D!<br />
Ik ben zeer gevoelig aan de heufche uitdrukkingen-,<br />
bevat in den brief, met welken Uwe Excellentie-my vereerd<br />
heeft, en dien de Heer Wentworth by zyne komst<br />
my heeft overgegeeven. Ik verlang opreclnelyk, dat de<br />
hoedaanigheeden en de yver die hem doen uitmunten,<br />
mogen Krekken om tusfchen de twee Volken te doen<br />
herleeven, die vereeniging en die eensgezindheid, voor<br />
hen zoo noodig: en zoo belangryk voor gantsch EuVopa,<br />
dat het te wenfchen ware geweest, dat ze nimmer<br />
geftremd waren geworden.<br />
H 3 ik
|I0 MEMORIËN TOT<br />
Aan Mylord North.<br />
M Y L O R D !<br />
„ C'est avec un plaifir trés fenfible que j'a|<br />
recu la Lettre, que Monfieur IVentworth,<br />
?, m'a remis, de la part de votre Excell. Je<br />
„ n'ai jamais cesfé malgré 1'espace de presque<br />
,, 3oans, de conferver, les fentiments d'esti-<br />
„ me & de Confideration que vous avés fait<br />
„ naitre en moi, quand j'eus 1'honneur de faire<br />
,, votre connaisfance k Dresde & k Huberts-<br />
„ bourg. J'ai fenti trés fouvent combien fa Maj.<br />
p Brittannique pouvoit fe felicirer d'avoir ren-<br />
„ du jufiice a vos talents distingués & a vos<br />
" ?, éminentes qualités, & quel est Je bonheur<br />
„ de votre patrie d'en avoir pu profiter. Que<br />
„ vo<br />
lk heb, zoo als UEd. zulks verlangt, aan den lieer<br />
Wentworth aangeweezen, de wyze, op welke myne vrien-<br />
den en ik geloven, dat hy wel zal doen de belangryke<br />
onderwerpen, met welke hy gelast is, te verhandelen.<br />
Ik ben gevoelig aan de goede gedachten die men van<br />
my aan uwe Exceil. gegeeven heeft. Ik bidde haar overtuigd<br />
te zyn, dat zy altyd in my vinden zal de openhartigheid<br />
van een oprecht Mensch, en den yver van een<br />
goed Burger, gevoegd by de gevoelens van de hoogfte<br />
achting voor uweExc. als meede dat ik nimmer zal opl<br />
houden te zyn met eene volmaakte en eerbiedige hoogachting,<br />
&c.<br />
Amfterdam den__6 Feb. 1781,
n<br />
O P H E L D E R I N G , ENZ. 110<br />
, 3 votre Excell. me permette de Lui dire avec<br />
la franchife qui esc infeparable de mon Ca-<br />
„ racfere, qui je fuis perfuadé, que fi les prin-<br />
„ cipes qui la dirigenc avec tanc de droitnre,<br />
„ avoienc feulseté fuivls, cette malheureufe &<br />
„ pernicieufe guerre n'auroit pas eue lieu :<br />
„ Elle aurait appercu de ce coup d'oeil, qu'el-<br />
„ le a fi juste, & avec ce discernement qui lui<br />
„ esc fi naturel, que quoique quelques Perfon-<br />
, nes emportées par un zéle, qu'elles croiaient<br />
, patriotique, & d'autres par un ton de hau-<br />
ceur & des expresfions peu mefurées,eusfent<br />
„ portés les chofes a un point de crife, il n'en<br />
aurait jamais du refulter une guerre,dont les<br />
evenements de quelque coté qu'ils fasfenc<br />
„ pancher la balance,ne peuvent être que per-<br />
„ nicieux pour 1'avenir. Mais le mal est faic,<br />
„ Dieu veurlle qu'on y puisfe apporcer un<br />
„ prompc remede. J'aime mon païs, Mylord;<br />
fes interets me font plus chers que les<br />
miens , & le devoir comme 1'inclination<br />
„ m'ont obligé de les étudier: j'ofe me flaccer<br />
„ de les connoicre pasfablemenc."<br />
„ Votre Excellence peut etre asfurée que<br />
mon zêle & ma bonne volonté iront au de-<br />
,* vanc de ce que le Sieur Wentworth pourra<br />
" propofer de posfible, pour conduire la be-<br />
H 4 ''<br />
f o<br />
S*
Ï20 M E M O R I Ë N T O T<br />
» f o<br />
n e<br />
S<br />
a une heureufe fin. Maïs je fuis fa-<br />
„ ché de le dire, ce travail n'esc pas fans de<br />
„ grandes difficuhés. Si les Negotiations en-<br />
„ tamées, avec lui eet Eté, avaient etés con-<br />
tinuées, nous en ferions deja peut être ou<br />
„ nous defirons de parvenir. Mais les circon-<br />
„ ftances font bien changées. Ceux qui ne<br />
,, voient que le moment, & c'est par cout,<br />
„ vous le favés, Mylord, Je plus grand nombre'<br />
„ voient dans celui ci votre païs plus affligé<br />
„ par les evenements de la Guerre, vos Fi-<br />
„ nances, de plus en plus oberées & le credit<br />
„ public fe foutenant a peine: pendant qu'ils<br />
„ nous voient par contre, fords de eet etat<br />
„ d'inaclion & de faiblesfe, ou vous nous avés<br />
„ furpris, & nos finances & notre cred.c dans<br />
„ le meilleur êtat: ajoutés a cela: que cecte<br />
„ graine d'aigreur & de haine, qu'on* a femé<br />
„ ici fi abondamment,n'afait malheureufement<br />
„ que trop de progrés. li ne faut pas plus que<br />
„ cela,pour faire crier, contribuoüs a écrafer<br />
„ un ennemi qui nous a maltraité par fes pa,'<br />
„ roles & par fes a&ions, allions nous avec<br />
„ fes ennemis & battons nous a outrance. "<br />
„ Voilaen effet le cri genéral, Mylord; mais<br />
„ ceux qui font plus f a g e s , croient que J e s<br />
„ fantes de queiques parciculiers, ne doivenc<br />
j> pas
O P H E L D E R I N G , ENZ. 121<br />
„ pas caufer la ruine des deux Nations. Ils<br />
,, voient dans 1'avenir, & font perfuadés que<br />
„ leur prospèrité mutuelle, doit faire leur mu-<br />
„ tuelle fecurité. Ils ne defirent donc rien da-<br />
„ vantage que la paix. Mais la Guerre, que<br />
„ vous nous avés declarée & faite , comme<br />
„ un armé la declare & la fait a un desarmé,<br />
„ nous a mis dans la necesfité d'avoir recours,<br />
„ a un trop puisfant voifin, & nous met main-<br />
„ tenant dans 1'abfolute iroposfibiliré, de faire<br />
„ une paix fous d'autres conditions, que eel-<br />
„ les dont cette Puisfimce ne faurait a juste<br />
„ titre être choquée. Je vous parle franche-<br />
ment, Mylord, non comme a un Ennemi,<br />
„ mais comme, permettés moi de le dire, a<br />
„ un ancien ami, & bien plus encore comme<br />
„ a un Homme droit & jufte, comme a un<br />
„ Ministre d'Etat, ausfi vertueux qu' habile.<br />
„Qu'on n'exige donc pas l'imposfible, qu'on<br />
„ ne nous reduife pas, dans la dure necesfité,<br />
„ ou bien de contrafler des Liaifons ulterieu-<br />
„ res, ou bien de devoir courir des dangers<br />
trop certains. Que votre Excell. prenne<br />
„ en Confideration ce que je vais avoir 1'hon-<br />
„ neur de lui dire, & qu'Elle veuille bien en-<br />
„ gager le Cabinet a y refléchir ferieufement.<br />
„ 11 ne s'agit pour le moment que de tirer les<br />
H 5 „ dewx
122- M E M O R I Ë N T O T<br />
5, deux Nations de la Situarion critique & fa-<br />
„ cheufe ou elles fe trouvenc 1'une & 1'autre:<br />
„ on pourra aprés cela, & 1'on devra, la tran-<br />
„ quilité & 1'harmonie etant une fois reta-<br />
., blies, prendred'un commun accord les arran-<br />
„ gcments convenables pour le retablisfement<br />
„ & la continuation de 1'ancien fisteme. Je<br />
,, vous parle, Mylord, avec une franchife &<br />
„ une cordialité qui font peut être plus d'un<br />
„ Republicain que d'un Courtifan ou d'un<br />
„ Politique, mais j'ai cru devoir le faire pour<br />
,, le bien de la chofe, connaisfant, comme je<br />
„ crois pouvoir ra'en flatter, la fituation des<br />
,, affaires dans ce Pais."<br />
- ,, D'ailleurs la haute opinion que j'ai du Ca-<br />
„ raéfere de votre Excell. & de fes qualités<br />
„ & les temoignages de bienveillance qu'ElIe<br />
„ k bien voulu me donner, dans celle dont<br />
„ Elle a daignè m'honorer, ne me laisfe d'au-<br />
„ tre ftile a prendre avec Elle, que celui de<br />
„ la candeur & de la verité. Qu'ElIe me per-<br />
„ mette de la fuplier de vouloir continuer<br />
,, dans fes fentiments pacifiques, & que fi le<br />
„ malheur des temps & des circonfiances era-<br />
„ pechent , que nous goutions 1'elfet de nos,<br />
„ vues falutaires, qu'ElIe foit perfuadée que,<br />
„ cumine je la prie de vouloir toujours m'ho-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 123<br />
?, norcr de; fa bienveillance, je ferai toujours<br />
,, avec la plus haute confideration, & les fen-<br />
„ timents les plus distingués. &c."<br />
Amfterdam ce 6 Fev. 1782. O)<br />
ft) M Y L O R D !<br />
Zyne<br />
Het is met een innig genoegen, dat ik den brief, dien<br />
de Heer Wentworth my van wegens uwe Excellentie,<br />
overhandigd heeft, heb ontvangen. Ik heb nimmer, alhoewel<br />
in eene loop van 30 jaaren opgehouden, de ge.<br />
yoelens van achting en eerbied te behouden, die uwe<br />
Exc. by my heeft doen opkomen., toen ik d'eere had<br />
met haar te Dresde en te Hubertsburg kennis te maaken.<br />
Ik heb dikwyls opgemerkt hoe zyne Britfche Maj. zich<br />
zei ven geluk kon wenfchen , dat hy had recht gedaan aan<br />
uwe voortreflyke gaven, en uitmuntende hoedaanigheeden:<br />
en wat een geluk voor uw Vaderland, het genot<br />
daarvan te hebben mogen fmaakên. Dat uwe Excell. my<br />
toelaate, haar met die oprechtheid die van myn Charac<br />
ter onaffcheidlyk is te zeggen, dat ik overtuigd ben,<br />
dat, zoo de beginzels die uwe Lordfchap met zoo veel<br />
oprechtheid volgt, alleen gevolgd waren geworden, dee-<br />
2e ongelukkige Oorlog geen plaats zou hebben gehad.<br />
Uw Lordfchap zou met een opilag van een oog dat zoo<br />
juist treft, met dat doorzicht 't welk haar zoo eigen is,<br />
gezien hebben, dat, alhoewel eenige Lieden , vervoerd<br />
door eenen yver, die zy voor patriottisch hielden, en<br />
door eenen toon van hoogheid, en ongematigde uitingen,<br />
de zaaken gebracht hadden tot ecu punt van crifis,<br />
er
124 M E M O R I Ë N T O T<br />
Zyne Hoogheid en den Heer Raadpenfionam<br />
keurden dezelve goed, en men gafze aan<br />
den<br />
er nimmer uit voortgevloeid zou moeten z y n eenOorloe<br />
van welken de gevolgen, aan welke zyde de Ba ans" ü k<br />
y<br />
«ochte overheüen,„ i e t d a n h o o g s t<br />
° et<br />
toekomende kan weezen. Maar het kwaad i s daar. oöd<br />
geeve dat een fpoedig hulpmiddel aan 't zelve kan tegebragt<br />
worden. Ik bemin myn Land, Mylord. Deszelfs<br />
belangen zyn my dierbaarerdan myne eigene. Myn plicht<br />
te gelyk met myne geneigdheid , hebben my dezelve<br />
doen nagaan en ik vlei my, 2 e reedelyk te kennen.<br />
UweExc. kan verzeekerd zyn , dat mynyver en goede<br />
-1 te^emoetzunen komen, aan ai hetmooglyke lac de<br />
goed eu.de te brengen. Maar 't i s my leed dat ik Z<br />
Zoo de handelingen voorleeden Zoomer met dien Heer<br />
begonnen, waaren doorgezet geworden, zouden wy mooglyk<br />
al 2y„, daar wy nu willen komen. De omftandigheed-m<br />
zyn zeer veranderd; de geenen, die niet dan het tegenwoordige<br />
befchouwen, en die maaken, Gy weet het<br />
Mylord, over al het grootfte getal uit, zien thans uw<br />
Land meer geteisterd door de gevolgen van den Oorlog<br />
uwe Finantien meerder uitgeput, en het publiek Credie<br />
zich ten uwent kwaalykftaande houdende: terwyl zy inte-<br />
S g e r e 6 Z e n U k die<br />
E?e °" " ftaat v a n<br />
werLosbeid<br />
en zwakheid,in welken gy o n s verrast hebt, en onze<br />
Fmantien en Crediet in den best,,, ftaat: UEd. voege<br />
daar by, dat dat zaad van verbittering en haat, dat men<br />
h.er gezaaid heeft, ongelukkig maar al te veel voortgang<br />
gemaakt heeft. . Dit is genoeg om te doen fchreeuvven<br />
m ons alles toebrengen, om eenen Vyand te verdelgen,
O P H E L D E R I N G , ENZ» 125<br />
den Heere Wentworth , om ze te doen ge<br />
worden.<br />
Wy<br />
gen, die ons met Ui/oorden en daaden mishandeld heefc:<br />
laaten wy ons met deszelfs Vyanden vereenigen, en tot<br />
het uiterfte vechten.<br />
Dit is waarlyk, lMylord,de algemeene roep: maar die<br />
wyzer zyn befefïen., dat de feilen van eenige byzondere<br />
Perfoonen, niet moeten veroorzaaken de ondergang der<br />
beide Volken. Zy zien in het toekomende, en zyn overtuigd<br />
, dat derzelver wederzyds welvaaren, derzelver we*,<br />
derzydfche zeekerheid moet uitmaaken. Zy begeeren dan<br />
niets meerder dan óf Vreede. Maar de Oorlog dien gy<br />
ons verklaard hebt, en tegen ons voert,zoo als een Gewapende<br />
dezelve aan eenen ongewapenden verklaart en<br />
aandoet,heeft ons in de noodzaaklykheid gebracht, onzen<br />
toevlucht tot eenen te machtigen nabuur te neemen, en<br />
ftelt ons thans in do volitrekte onmooglykheid , pene<br />
Vreede onder andere voorwaarden te maaken, dan zoodanige<br />
, over welke c'üe Mogendheid zelve, zich met reede<br />
niet zou kunnen heigen. Ik fpreek openhartig tegea<br />
uw Lordfchap: niet als tegen eenenVyand, maar als tegen,<br />
vergun my het te zeggen, als tegen eenen ouden<br />
vriend: en noch meer als tegen een oprecht en rechtvaardig<br />
Man', als tegen eenen Minister, zoo deugdzaam<br />
als bekwaam. Dat mén het onmooglyke niet verge: dat<br />
men ons niet breuge in de harde noodzaaklykheid, om<br />
of wel nadere verbinrenisfeii aan te gaan, of wel al te zekere<br />
gevaaren te moeten loopen. Dat uwe Exc. in overweeging<br />
neeme.'tgeeiï ik d'eere zal hebben,haar te zeggen<br />
,'en dat zy gelieve het Cabinet te noop^n-; om 'er ernflelyk<br />
op te denken. De zaak op dit oogenblik is alleen,<br />
de
I2Ö M E M O R I Ë N j;o f<br />
Wy hadden de beide brieven >der Lords, rrieé<br />
zoo veel te meerder genoegen geleezen, om<br />
de twee Natiën te redden nit den bedenklyken en moet?<br />
lyken ftaat, in welken zy zich bevinden. Men kan '<br />
en men zal moeten, wanneer de rust en harmonie eens'<br />
herfteld zullen zyn, met gemeen overleg, de gepaste<br />
fchikkingen maaken, voor de herftelling en voortzetting<br />
van 't oud Sistema.<br />
Ik heb met U, Mylord, gefprooken met hartelykheid<br />
en oprechtheid, mooglyk meerder als ecu Rep'ublLcaaner,<br />
dan als een Hoveling, of Staatkundige: maar ik heè :<br />
geoordeeld, dat de bevordering va.n 't werk zulks vereischte.en<br />
de toeftand van zaaken, ;:0o ik my vleye,my<br />
bekend is:ook laaten de hooge gedrchten die ik voede',<br />
wegens het Charafter van uwe Exc. en van haare hoedanigheden<br />
, gevoegd by de betuigingen van goedwillig<br />
heid, die uw Lordfchap my wel t.eeft willen geeven,<br />
in den brief, met welken zy zich verwaardigd he3ft my<br />
te verëeren, my niet toe, eenige andere fclnyvenswyke<br />
met haar te gebruiken, dan die der oprechtheid en<br />
waarheid.<br />
Dat uw Lordfchap my toelaate, haar te bidden van wel<br />
te willen volharden in haare vreedzaame gevoelens, en<br />
zoo het ongeluk der tyden en der omftandigheeden beletten<br />
, dat wy niet moogen fmaaken de vrugten van onze<br />
heilzaame oogmerken, dat Zy doch verzeekerd zy, dat,<br />
gelyk ik Haar verzoek my altyd met haare goedwilligheid<br />
te verëeren, ik altyd met de meeste hoogachting<br />
en uitfteekende gevoelens weezeu zal, &c.<br />
Amfterdam den 6 Feb. Tfte;<br />
dit
O P H E L D E R I N G , ENZ. 12^<br />
dat ze afgezonden door twee der voornaara-<br />
jfte Ministers van den Koning , ontwyffelbaar<br />
aantoonden , dat niet Wy, maar het Hof vanLon-<br />
don aanzoek tot Vreede gedaan had; en Wy<br />
dus zeekerlyk bevryd waren van 't verwyt,<br />
dat zommige, die geen heil dan in den Oor<br />
log, of in eene blinde toegeevenheid voor het<br />
Hof van Frankryk zagen, ons zouden hebben<br />
kunnen doen: terwyl bovendien , deeze Hap<br />
gedaan door eene Mogendheid, welkers fierheid<br />
genoeg bekend was , tot geen gering bewys<br />
ftrekte, dat zy ter goeder trouwe handelde.<br />
Maar wy zaagen niec zonder leedweezen,<br />
dat men fprak van te vernieuwen, les ancien<br />
nes Liaifons, & faire revivre, V ancien Sistetne.<br />
Hoe zeer wy overtuigd waren, dat een Oor<br />
log met Engeland altyd nadeelig voor onzen<br />
Koophandel, en dus voor ons Land moet zyn,<br />
zoo begreepen wy niet te min, dat zoo men<br />
door de evengemelde woorden verftond, het<br />
vernieuwen der Traflaaten , naamlyk dac van<br />
1678 , en ons weder re verbinden, tot het gee<br />
ven, in zeekere gevallen, van hulp te water of<br />
te lande, het voor ons niet raadzaam was. Dit<br />
punt dan te beantwoorden, zonder aan den ee<br />
nen kanc, dac aanbod in 'c geheel te verwerpen,<br />
en zonder aan den anderen, zich daartoe volko<br />
men
128 M E M O R I Ë N T O T<br />
men gereed te toonen, was niet zonder moei-<br />
lykheid. Terwyl de toeftand, in welken de Re<br />
publiek zich bevond, door de verplichting die<br />
zy aan Frankryk had, en de noodzaaklykheid<br />
om dat Hof, welks byftand, zoo de Oorlog<br />
voortduurde , niet gemist kon worden , niet<br />
geheel voor 'c hoofd te ftooten, ook maakte,<br />
dat men zeekerlyk niet opentlyk kon toonen,<br />
de gezindheid, al had men die gehad, om het<br />
oud Sistema weder te herftellen.<br />
Hier toe was ook, in den zin die waarfchyn-<br />
lyk door Engeland verftaan wierdt, by weini<br />
gen geneegenheid: te minder, dewyl het waar-<br />
fchynlyk was, dat eene der voornaamfte ree<br />
denen die de Koning van Engeland en des<br />
zelfs .Ministerie naar Vreede deed verlangen,<br />
was , ons daar door geheel van Frankryk af<br />
te trekken.<br />
Het was dus te vreezen, dat zoo het Hof<br />
van London zag, dat daartoe alhier geene ge<br />
negenheid was, het geene Vreede zou willen<br />
maaken. Moeilyk was het, ondertusfchen eenen<br />
middelweg te vinden , men moest, zoo als men<br />
zegt, geeven en neemen ; 't was doch niet<br />
zonder lang wikken en weegen, dat men goed.<br />
keurde, de aanmerklyke periode, die in even-<br />
gem. 'brief gevonden wordt, luidende:<br />
Qua
O P H E L D E R I N G , ENZ. 12Q<br />
Qiie votre Excell.prenne en confideration ce que<br />
je vais avoir Vhonneur de lui dire, 6? qiiElle<br />
veuille bien engager le Cabinet dyréflechir feri~<br />
eufement. IInes'agitpour le moment, que de titer<br />
les deux Nations de la fttuationcritique, &fa-<br />
cheufe ou Elles fe trouvent Vune & TautreL^on<br />
pourra après cela,&Ton devra, Vharmonie etant<br />
une fois retablie, prendre d'un commun accord<br />
les arrangements convenables ,pour le retablijfe-<br />
ment & la confervation de Tanden Sistême.<br />
Hoe zeer ik niec dan als eene zeer v/enschlyke<br />
zaak kon befchouwen, hec fluiten van eene af<br />
zonderlyke Vreede mee Engeland, op de meer<br />
gem. voordeelige voorwaarden, van vry Schip,<br />
vry Goed, weder•geevingonzer Bezittingen of een<br />
Equivalent, en eene reedelyke Schavergoeding;<br />
en hec my voorkwam, dac hec gewichc dac hec<br />
Hof van Engeland reedelyker wyze , en vol<br />
gens deszelfs waar belang, moesc ftellen, in te<br />
beletten, dat wy, zoo als 'c anders noodwen<br />
dig gebeuren moesc, volflagen afhanglyk van<br />
Frankryk wierden, hec coeftaan van evengem.<br />
voorwaarden, niec als een herfenfehim moest<br />
doen aanzien , terwyl de wyze van handelen<br />
van 's Konings Ministers, en de komst van den<br />
Heere Wentworth , de goede verwachting ver<br />
meerderd hadden, terwyl dezelve noch verfterkc<br />
II. DEEL. I was
I30 M E M O R I Ë N T O T<br />
was geworden, door de komst in 'c Ministerie<br />
dier Leeden, die het meest teegen het breeken<br />
met de Republiek, in den tyd geyverd hadden<br />
had dit alles doch by my niet geheel doen verdwynen,<br />
de confideratien die daar teegen waren.<br />
Hec oogmerk van Engeland kon zeekerlyk zyn,<br />
door fchynfchoone woorden ons om den tuin<br />
te leiden, en werkloos te maaken, terwyl zy de<br />
handelingen zouden rekken. Dan ik vermeende<br />
teffens, gelyk Ik reeds gezegd heb, dat men hier<br />
teegen behoedzaam kon zyn: en kon niet onderftellen,<br />
dat men, daar onze Marine een weinig<br />
begon uit eenen deerniswaardigen (Iaat te verry/en,<br />
nu weder werkloos zou worden: te minder,<br />
daar de voortgang zoo noodzaaklyk was,<br />
om de handelingen te onderfteunen, en aan dezel<br />
-<br />
e kracht by te zetten.<br />
Maar 'c geen voor ons in allen gevallen, 't<br />
zy van Oorlog of Vreede, van 't grootfte belang<br />
was, was voor eerst, grondig onderricht te<br />
zyn, hoe Frankryk het op zou neemen, zoo<br />
wy afzonderlyk met Engeland handelden. De<br />
Herrug de la Vauguion had nimmer rondelyk<br />
willen verklaaren, dat zyn Meester daar ceegen<br />
was : en de Graaf van Vergennes daar over getoetst,<br />
had zich niet duidelyker aan onzen Ambasfadeur<br />
gwüic, en zich alcyd daarby gehouden,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 131<br />
den, dat het niet mooglyk was , dat de Engel<br />
fchen óns ooit zoodanige voorwaarden , op<br />
welke wy Vreede zouden kunnen maaken ,<br />
zouden toeflaan.<br />
Ten tweeden na te vorfchen, wat Frankryk<br />
doen zou, zoo 2y zoodaanige handeling,gelyk<br />
het waarfchynlyk was, euvel opnam.<br />
Ten derdent direct met het Fransch Minis<br />
terie te handelen , en voornaamlyk met den<br />
Minister der Marine, Monfieur de Castries ,<br />
Over den daadlyken byftand, dien wy te wach<br />
ten hadden: en met den Heer de Vergennes y<br />
over de voorwaarden die zyn Hof ons by de<br />
algemeene Vreede zou bezorgen. Eindelyk: te<br />
Parys een waakend oog te 'houden , op de<br />
onderhandelingen die tusfchen Engeland en<br />
Frankryk, zouden kunnen plaats hebben.<br />
Zedert dat de Heer JVentworth weder her-<br />
waards was gekomen , had ik, om zoo veel<br />
mooglyk grondig van de denkenswyze en han<br />
delingen van de Franfche Ministers onderricht<br />
te zyn , voorgefteld, iemand van vertrouwen<br />
naar Parys te zenden, zonder publiek Charac-<br />
ter, doch aan wien men, door middel van on*<br />
zfen gewoonen Ambasfadeur , toegang tot de<br />
Ministers, en voornaamlyk tot den Grave dè<br />
Vergennes zou bezorgen.<br />
I a Zynê
I3 2<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
Zyne Hoogheid en de Heer Raadpenfionaris,<br />
zagen meede wel de nuttigheid van zoodanige<br />
zending, maar 't was moeilyk daartoe een ge-<br />
fchikt, en teffens vertrouwd Perzoon, te vin<br />
den. Het is noodlottig, dat in ons Land, de<br />
Jeugd zoo weinig opgeleid word tot de kennisfe<br />
van zaaken van Staat, en de behandeling der-<br />
zelve. In de gewoone opvoeding,die gegeeven<br />
word, word daar fchier niet aan gedacht. De<br />
Rechtsgeleerdheid, en noch wel byzonderlyk<br />
die der Romeinen, is 't voornaamfte daar de<br />
jonge Lieden zich op toe leggen: en wanneer<br />
dan daarby komt, eene maatige oeffenfng in de<br />
Praétyk, zyn zy zeekerlyk in ftaat , om met<br />
alle roem Scheepen in hunne geboorte-Stad te<br />
weezen: maar gewoon alles te toetfen, aan de<br />
juistheid, die eene onontbeerlyke eigenfchap<br />
der fchaale van Themis moet weezen,zyn hun<br />
ne geesten zelden gefchikt tot die meerdere<br />
toegeevenheid, die in 'c beftuur der publieke<br />
zaaken volftrekt noodig is: terwyl hun geheel<br />
ontbreekt de vereischte kennisfe der Traéha- -<br />
ten: en voornaamlyk die der byzondere belan<br />
gen der Europeefche Mogendheeden.<br />
In deeze bekommering ftelde ik Zyne Hoog<br />
heid voor, den Heere Boers, eerften Advocaat<br />
van de Oost-Indifche Compagnie, thans om<br />
's Com-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 133<br />
's Compagnies zaaken te Parys, die my voor<br />
kwam toe het oogmerk allergefchiktst te zyn,<br />
van daar te ontbieden, om denzelven , zoo mon<br />
deling als fchriftelyk, te kunnen injlrueeren.<br />
Zyne Hoogheid keurde het goed, en gelas<br />
te my , gem. Heer door den Heere Bewindheb<br />
ber Graafland, op dat de zaak zoo veel moog<br />
lyk geheim zou blyven, kwanfuis om 's Com<br />
pagnie 's zaaken te laaten ontbieden.<br />
Ondertusfchen Helde ik op,een concept van<br />
'c geen ik vermeende, dat aan den Heere Boers<br />
diende aanbevoolen, en teffens in 'c algemeen,<br />
betreklyk de publieke zaaken, by de andere Ho.<br />
ven, gedaan te worden. Ik zond het aan Zyne<br />
Hoogh. en. aan den Heere Raadpenfionaris,<br />
die den inhoud goedkeurden. (V) Doch de laat-<br />
fte vermeende, dat de voorgeltelde aanfehry-<br />
ving aan den Ambasfadeur niet kon gefchieden,<br />
zonder voorkennisfe van Hun Hoog Mog.<br />
Deeze zwaarigheid veroorzaakte, dat alhoe<br />
wel de Heer Boers by zyne overkomst, inge<br />
volge hetevengem. Concept, fchriftlyk gelast<br />
wierd, hy , en zyn meede-Gedeputeerde de<br />
Heer van der Perre, by 'c Fransch Ministerie<br />
niet zoodanigen ingang en invloed kreegen ,<br />
Zie dit Concept onder Byl. L.<br />
I 3<br />
als
134 M E M O R I Ë N T O T<br />
als tot hec volbrengen van 'c geen, waarmeeda<br />
zy gelast waren ,noodig was: 'c geen byzonder.<br />
lyk van de grootfte nuttigheid zou hebben kun<br />
nen zyn , toen vervolgens over de puntten<br />
van de Vreede gehandeld wierdt.<br />
Van 'c overige in meergem. concept voorge<br />
leide, alhoewel't des tyds de goedkeuring van<br />
Zyne Hoogh, en van den Heere Raadpenfio-<br />
nuris wegdroeg, is ook myn 's weetens, niets<br />
gekomen. Laatstgem. had eenig misnoegen op<br />
gevat, om dat hy vermeende, dat Zyne Hoogh.<br />
hem niet tydig genoeg kennis van het ontbie<br />
den van den Heer i?cwj gegeeven had, en fcheen<br />
daardoor minder geneegen te zyn, om van den<br />
dienst van deezen Heer gebruik te maaken.<br />
De Reet Boers, Ais na eenige weinige da-en<br />
roevens, naar Parys was wedergekeerd, voldeed<br />
kort daarna, aan 't geen by hec 7e Art. van<br />
evengem. Inftrudtie van hem gevorderd was,<br />
met aan den Raadpenfionaris kennis te geeven,<br />
» dac Is Keizers oogmerken, aangaande de Schel-<br />
„ de te Antwerpen, voor zoo onzeker wier-<br />
den gehouden , dat voor vry aanzienlyke<br />
„ Sommen weddenfehappen voor- en teegen<br />
„ wierden gedaan. Dac de nayver 'voor uitge-<br />
„ firekter Koophandel te Antwerpen zeer<br />
V Sroot was: dat deeze byzonder aangezet was<br />
» ge-
O P H E L B E R I N G , ENZ. 135<br />
,, geworden, door de voordeelige ujtflag der<br />
, reize van drie Oostenrykiche Scheepen uit<br />
„ China te Ostende aangekomen : dat die Oosc-<br />
., Indifche Handel door eenen zeekeren Heer<br />
„ Proli van Antwerpen , onder zoo'n fraaijen<br />
„ fchyn wierd voorgefteld, dat op één voor-<br />
„ middag, door de Antwerpenaars twee Milli-<br />
„ oenen Guldens waaren ingefchreeven : dat<br />
„ ook de fpraak ging, dat zeeker Heer Pelgrim,<br />
„ Neef van gem. Proli, als Keizerlyke Agent<br />
,, of Corful op het Eiland S-. Mauritius, (Jsle<br />
„ de France) zou gaan refideeren. Dat de Kei-<br />
„ zer onlangs order had gegeeven, tot het flech-<br />
„ ten van het Fort S', Philippe aan de Schel-<br />
„ de , en by zommigen vermoed wierd, dat de<br />
,, Vorst hec zelfde zou verlangen, ten aanzien<br />
„ van Lillo, om dus de Rusfifche Scheepen,<br />
„ welke dien Zomer algemeen verwacht wier-<br />
„ den, den vryen doortochc langs de Schelde<br />
„ te bezorgen, (a) Dac de overvloed van ge~<br />
„ reede Penningen, voortkomende uit het los<br />
„ worden van Capicalen, te vooren geleend<br />
„ aan<br />
(\a) Korten tyd daarna fchreef de Ambasfadeur van Star-<br />
rsnburg aan den Heere Griffier, dat het gerugt aldaar al<br />
gemeen was, dat ceu Rusfisch Schip direct van Pctc-rs-<br />
bwg naar Antwerpen zou vaaren.<br />
I 4
M E M O R I Ë N T O T<br />
„ aan Kloosters, die nu moesten ontruimd<br />
„ worden, tot evengem. yver veel had tocge-<br />
„ bracht, dewyl daardoor die Capitalen, op<br />
,, eene voordeelige wyze, zoo men vermeende,<br />
„ geplaatst wierden. Dat ook verwacht wierd'<br />
,, dat veele Renteniers derwaards zouden ge'<br />
trokken worden, door de uirgeftrekte Vry-<br />
„ heid van Godsdienst, onlangs door den Kei-<br />
„ zer verleend."<br />
^ Den II April fchreef dezelfde Heer aan den<br />
Heere Raadpenfionaris , dat ter geleegenheid<br />
dat hy het gefprek met den Graave de Vergen-<br />
nes, voorbedagdyk op het ftuk der afzonder<br />
lyke handelingen over eene Vreede met En-<br />
geland, gebracht had, het antwoord hoofdzaak-<br />
lyk daarop was uitgekomen, dat men van de<br />
wysheid der Republiek een daarmeede ovehen-<br />
komfiigbefluit verwachtte: 'tgeen hy Heer Boers<br />
vermeende, in denftylvan Verfailles niet anders<br />
^te bet eekenen, dan dat de afzonderlyke Vreede<br />
niet zoufmaaken. Dat hem niet onwaarfchynlyk<br />
voorkwam, dat de weerzin tegen eene afzonder<br />
lyke Vreede was aangegroeid, zedert de gemaak<br />
te verandering in V Engehch Ministerie, van ><br />
welk men fcheen veel energie in deszelfs verrich<br />
tingen te verwachten, daar men ook wist, dat<br />
Mylord Shelburne in V geheel geen Vriend der-<br />
Franfche Natie was.<br />
De
O P H E L D E R I N G , ENZ. I37<br />
De Heer Boers ftelde vervolgens in deezen<br />
Brief den Heere Raadpenfionaris voor , of hy<br />
betreklyk het Vrede's werk met Engeland, niet<br />
zou kunnen vraagen, of, terwyleenegemcenfchap<br />
yan Interest tusfchen Frankryk en de Republiek,<br />
de Oor logs operatien tegen Engeland deedcon*<br />
eer teer en, men oordeelde, dat eveneens het werk<br />
yan de Vreede zou kunnen geconcerteerd, en door<br />
de Republiek zoodanige Maatreegelengenoomen<br />
worden, dat in haar befluit en antwoord, de<br />
roet gelegd wierd, tot eene algemeene Vreede.<br />
Zyn Ed. vermeende, dat aan zoodanig voor<br />
ftel , eene Vorm zou kunnen gegeeven worden, die<br />
gefchikt zou zyn om de goede verf andhouding tus<br />
fchen Frankryk en de Republiek, aan te kweeken,<br />
en te yer/lerken, en dat vervolgens op het zelve<br />
een klaar en onbewimpeld antwoord zou komen.<br />
Dan hier toe verzogt hy naadere last.<br />
De gem. brief behelsde noch eenige be<br />
richten, betreklyk de bereidwilligheid van de<br />
Weener en Rusfifche Hoven , om tot de al<br />
gemeene Vreede meede te werken : en van<br />
het zamenftellen , door het laatfte , van een<br />
Wetboek voor den vryen Handel ter Zee: als<br />
meede van de geneigdheid van 't Cabinet van<br />
Verfailles, tot de algemeene Vreede, zoo maar<br />
America vry verklaard wierdt, ten minften zoo<br />
I 5 het
I3 8<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
hec niet wederhouden wierd'door Spanje, daar<br />
men volftrekt Gibralcer weeder wilde he'bben.<br />
Hy verzeekerde wyders alle reedenen ce heb<br />
ben, om vast ce ftellen, ,, dac'er voor ais noch<br />
„ geene fchaduw van onderhandeling tusfchen<br />
;, Engeland en Frankryk was, maar wel dac<br />
„ 'er by Engeland neiging tot eene algemeene<br />
„ Vreede was: dat de Americaanen, offchoon<br />
„ de erkentnis van onafhanglykheid hun wierd<br />
„ aan^ebooden , evenwel tot geene afzonder-<br />
„ Jyke Vreede zouden beüuiten, en dac het Hof<br />
„ van Verfailies vermeende, dat de gefteldheid<br />
» v a n<br />
' c<br />
Rmüsch Hof grond genqeg verfchaf-<br />
„ te , om aan eene zyde ce ftellen de bedenk-<br />
» l i k<br />
heden voor onaangenaame gevolgen van<br />
„ dien kant ingeval de Republiek befloot, om<br />
„ geen gebruik van deszelfs Mediatie, tot eene<br />
„ byzondere Vieede, te maaken.<br />
Eindt lyk verzeekerde hy,., dac men in Frank-<br />
„ ryk geen kennis had gehad van 's Keizers ge-<br />
"„ drag. betreklyk onze Barrière." Hy herhaal<br />
de, „ dat men aldaar als onwaarfchynlyk aan-<br />
„ zag, het oogmerk van dien Vorsc, aangaande<br />
„ hec openen der Schelde , doch dac hy geene<br />
„ verzeekeringen kon geeven, hoe verre men<br />
„ m Frankryk hec Recht der Republiek deswe-<br />
„ gens, des noods, zou willen onderfteunen.<br />
Hy
O P II E L D E R I N G, EN Z. 139<br />
Hy befloot met naadere opening wegens den<br />
ftaac der handelingen, over het Mirquifaat van<br />
Bergen op Zoom , te verzoeken.<br />
Dusdanig was de wyze op welke de Meer<br />
Boers zich zedert zyn vertrek uic 's Hage ge-<br />
kweeten had , betreklyk tot den inhoud der<br />
aan hem gegeevene Inftruélie. Maar hoe zeer<br />
hy verlangde daarop eenig antwoord te krygen,<br />
en hy my gefchreeven had, het zelve byzon-<br />
derlyk met ongeduld te gemoet te zien, aan<br />
gaande de door hem voorgeffelde wyze,om het<br />
voortzetten der byzondere handelingen met En<br />
geland , aan 't Hof van Verfailles voor te draa-<br />
gen, dewyl hy vermeende op het allerfterkst<br />
te kunnen verzeekeren, dat men daardoor in<br />
de allerbeste onderhandeling des waerelds zou<br />
kunnen geraaken, en de beste verftandhouding<br />
tusfchen het gem. Hof en de Republiek, voor<br />
den verderen loop van het gantfche werk ge<br />
vestigd zou worden, zoo kwam daarop, of op •<br />
eenig ander punt, geen antwoord. Dus bleef-<br />
men als te vooren genoodzaakt, om alles te<br />
laaten gaan, door het Canaal van den Hertog<br />
de la Vauguion, en daar men den Heere JW;<br />
Berkenrode weinig of niet gebruikte, kon men<br />
haast zeggen, dat hy Hertog de zaaken der bei<br />
de Natiën waarnam,' dewyl hy door zynen<br />
invloed alhier, de onze meest beftuürde.<br />
Ik
143 M E M O R I Ë N T O T<br />
Ik heb 't geen dat betreklyk is tot die voor<br />
gemelde handelingen, door de Gedeputeerden<br />
der O. f. Comp., hoe zeer de gevolgen gering<br />
waren, agter een te boek willen ftelïen, om in<br />
\ vervolg het verhaal niet af te breeken. Ik<br />
keer nu weder tot den Heere Wentworth, die<br />
wy t'Amflerdam gelaaten hebben.<br />
Daags na dat Hy my de brieven van de Lords<br />
Stormont en North had overgegeeven, was Hy<br />
naar's Hage vertrokken, en aldaar met den Fis<br />
caal van der Hoop, zoo over het openbaar on<br />
derwerp zyner komfte als over het Vreede 's<br />
werk, in onderhandeling getreeden.<br />
Ik had inttisfchen fchryvens van den Heer van<br />
der Oudermeulen gehad, waarby Hy my meld<br />
de , dat het humeur van den Heer York noch<br />
niet bedaard was, maar nochtans welgezind<br />
bleef, doch zich uiterlyk met de zaaken niet<br />
langer wilde moeijen, om reedenen, die hy<br />
Heer van der Oudermeulen wel mondling ,<br />
maar niet fchriftlyk kon zeggen.<br />
Het bleek kort daarna, dat die reedenen wa-<br />
ren, de geheele verandering van het Ministe<br />
rie, waardoor de Lords Stormont en North<br />
buiten invloed geraakten.<br />
Ondertusfchen vorderden de handelingen met<br />
den Heer Wentworth in 's Hage weinig; of zulks<br />
moet
O P H E L D E R I N G , ENZ. lil<br />
moet toegefchreeven worden, aan de zwaarig-<br />
heeden, die hy Wentworth op de drie vooi naam-<br />
fte en als voorafgaande punten maakte, dan of<br />
de vrees voor zommigen, die teen reeds be- -<br />
gonnen te toonen geneigd te zyn, tot 't geen<br />
zy daarna zoo ftout beftaan hebben, den geest<br />
van anderen zoodanig bedremmeld heeft, dat<br />
zy onder de hand gedwarsboomd hebben, 'c geen<br />
zy doch niet openlyk, als ftrydig met het gee<br />
ne zy tot dus verre hadden fcliyneii te begun-<br />
ftigen, dorsten teegen gaan, is my nimmer klaar<br />
gebleeken.<br />
Dewyl wy t'Amfrerdam bepaald hadden , ons,<br />
daar nu de zaak in train gebragt was, met de<br />
zelve verder direft niet te moeijen, wierd ik<br />
van de daaglykfche toedragt der zaaken niet on<br />
derricht: maar toen ik veertien dagen, na dat<br />
de Heer Wentworth in den Haag gekomen was,<br />
derwaards een keer deede , klaagde hy fterk<br />
over de wyze, op welke men met hem gehan<br />
deld en opgehouden had. 'c Is waar, dat alle<br />
die tegen handelingen met Engeland waren ,<br />
en het Sistema van 't Hof van Frankryk toege<br />
daan , hun best hadden gedaan, om hen ver-<br />
blyf van den Heer Wentworth als nadeelig te<br />
doen befchouwen, en hem door zeekere Lie<br />
den niet onduidlyk te kennen was gegeeven,<br />
dac
14^ M E M O R I Ë N T O T<br />
dar hy wel zou doen, te vertrekken: waarop<br />
hy ook zyn vertrek op den volgenden ochtend ,<br />
zoo als ik 's avonds in den Haag kwam, bepaald<br />
had.<br />
Ik had op zyne klachten geantwoord, „ dat de-<br />
« wy] ik niet omftandig van het voorgevallene<br />
„ onderricht was, ik niet kon oordeelen, hoe<br />
», verre de klachten gegrond waren, maar dat<br />
„ my voorkwam, dat hy volkomen had kunnen<br />
„ voorzien, welke einde de handelingen zou-<br />
„ den hebben, door't geen ik hem t'Amfterdam<br />
„ gezegd had, naamlyk: datwy niet af zouden<br />
„ gaan van de drie, van den beginne af, bepaal-<br />
* de punten, vry Schip, vry Goed, wedergeeving<br />
„ der gevoomeneBezittingen, en eme behoorlyke<br />
„ Schavergoedingr \ h my oncfchoocen, wat<br />
hy my daarop eigenlyk antwoordde : maar 't<br />
kwam my voor, dat de toen betoonde geneegen<br />
heid, voornaamlyk in Holland, om den Heer<br />
Adams als Americaans Minister te adr,,itteeren,<br />
de Engelfchen huiveriger gemaakt had.<br />
Gem. Heer Adams, had reeds in 't voorgaan-<br />
de jaar zich als Minister van 't Congres aan<br />
geboden, en om in die hoedanigheid een Ver<br />
bond met de Republiek aan te gaan. De Pro<br />
vintien hadden, toen daarvan rapport ter Ge<br />
neraliteit gedaan was , dac voorftel overgeno<br />
men 5
O P H E L D E R I N G , ENZ. I43<br />
men, en de zaak was niet weder in overwee-<br />
gffig gebracht. Nu had gem. Heer het zelfde<br />
verzoek en aanbod , in een bezoek aan den<br />
Prefident der Vergadering van Hun Hoog<br />
Mog. vernieuwd , en daarvan aan de Staaten<br />
van Holland kennis gegeeven.<br />
Alle die voor den Oorlog waren , waren<br />
ook gezind om den nieuwen Minister te ér-<br />
kennen en zyn aanbod aan te neemen : maar<br />
anderen, die eene eerlyke Vreede met Enge<br />
land als heilzaam aanzagen, konden niet goed<br />
vinden , dat dit ten eenemaal hooploos zou<br />
gemaakt worden , door den Americaanfchen<br />
Afgezondenen , als Gezant van eenen onaf-<br />
hanglyken Staat te ontvangen. Van dit gevoe<br />
len was men ook te Amfterdam: doch men<br />
dacht teffens , dat daarom de Heer Adams<br />
niet voor 't hooft moest geftooten worden;<br />
maar, dat men door middel van Gedeputeerden<br />
daaitoe te benoemen kon hooren, wat hy te<br />
zeggen en aantebieden had.<br />
Men was t'Amfterdam van begrip , dat het<br />
handelen met Afgezanten van Volkeren, wel<br />
kers onafhanglykheid noch niet erkend was,<br />
juist niet zoodanige erkentnisfe met zich bracht,<br />
zoo als men daarvan in onze eigene Gelchiede-<br />
nislén meenigvuldige voorbeelden kon vinden.<br />
In
144 M E M O R I Ë N T O T<br />
In 1575 hadden de Gemachtigdens van des<br />
Koning van Spanje, van den Opperheer,tegen<br />
wien wy opgedaan waren, met die der Staa-<br />
ten te Breda gehandeld.<br />
In 1575 waren van hier Gezanten naar En<br />
geland gezonden, mee welken Koningin Eli-<br />
zabeth zich had ingelaaten.<br />
In 1578 had dezelfde Vorflin een verdrag<br />
met de Staaten,zonder hunne onafhanglykheid<br />
te erkennen, gefloten.<br />
In 1584 hadden de Staatfche Gezanten open<br />
baar gehoor aan 't Hof van Frankryk gekree-<br />
gen: en kort daarna was de Franfche Gezant<br />
Prumeaux hier te Lande gekomen , en aan<br />
denzelven verhoor in de Staats Vergadering te<br />
Delfc verleend. En ter zeiver tyd was door<br />
Joachim. Ortel', een verdrag te London met<br />
de Koningin gefloten geworden.<br />
In 1587 had Koningin Elizabeth openbaar<br />
gehoor aan de Staatfche Gezanten, onder<br />
welken genoemd word Ortel Agent der alge<br />
meene Staaten te London, verleend.<br />
In 1588 had de Koning van Schotland onze<br />
Gezanten ontvangen.<br />
In 1589 reisden geftadig Gezanten van En<br />
geland en van deezen Staat, over en weder.<br />
In 1591 had Hendrik de IV* door zynen<br />
Ge-
O P H E L D E R I N G , ENZ. I45<br />
Gezant Buzanval, een onderftand in geld aan<br />
de Staaten laaten vraagen.<br />
In 1594 liet de Aartshertog Ernest, eenen<br />
brief aan de Staaten, door Gemachtigdens, over-<br />
geeven.<br />
In 1597 had de Keizer en de Duitfche Vor<br />
ften , een Gezantfchap herwaards willen fchik-<br />
ken, dat beleefdelyk was afgeweezen.<br />
Deeze voorbeelden genomen uit tyden , in<br />
welken onze onaf hanglykheid zeekerlyk noch by<br />
geene Mogendheid erkend was, en by welken<br />
noch veele anderen , van 't begin der i? e<br />
. Eeuw<br />
tot de Vreede van Munfïer zouden kunnen<br />
gevoegd worden, waren oorzaak, dat van we<br />
gens Amfterdam ter Vergadering van Holland<br />
wierdt voorgefteld, om het ter Generaliteit daar<br />
heenen te fchikken, dat van wegens Hun Hoo
I46" M E M O R I Ë N T O T<br />
Op de zwaarigheedendiede Heer Wentworth<br />
betreklyk meergem. toelaating maakte, brachc<br />
ik hem het evengemelde onder 't oog: maar hec<br />
point d'honneur, d'eere zyns Konings , waaraan<br />
hy vermeende, dac door handelingen mee Rebel<br />
len, zoo als hy die noemde, aanmerklyk te kort<br />
zou worden gedaan, liet hem niec toe, zoo hy<br />
zeide , mee my in te Hemmen: en hy verzeeker-<br />
de my, dac hoe zeer hy nier wanhoopte hec voor-<br />
naame punc, vry Schip, vry Goed, na wederzyds<br />
genoegen te kunnen doen recgelen , de Ko<br />
ning nimmer met goede oogen zou kunnen aan<br />
zien , dat met zyne rebelleerende Onderdaa-<br />
nen gehandeld wierdc , voor dac hunne onaf-<br />
hanglykheid door hem erkend zou zyn.<br />
Voor dac de Heer Wentworth deren daags<br />
naar Engeland vertrok, fchreef hy my noch een<br />
oriefje, luidende:<br />
,, Si on veut, mon cher Monfieur, fe refou-<br />
„ dre chez moi, a vous céder le grand poinc,<br />
,, & que je n'ai pas du cems a attendre ici, quel-<br />
„ le fera votre deciftonl Je repete le decifion a<br />
„ 1'egard du Sieur Adams" (
O P H E L D E R I N G , ENZ. I47<br />
Ik antwoordde daarop den 23^:<br />
„ Je n'ai pu rèpondreplutöt, mon cherMon-<br />
,, fieur, h votre billet, qui ne m'a éiérenduque<br />
„ jeudi au foir, quoique daté du io e<br />
. Je n'ai<br />
„ pu parler au Confeiller- Penfionaire, que hier<br />
„ au foir trop tard, pour pouvoir ecrire avec<br />
„ le Courier de ce jour Ja : mais je faifis la<br />
„ première occafion, pour vous dire, qu"aqucl-<br />
„ que parti , qu'on fe refuive chez vous au<br />
„ fujet du grand Point, la Republique devra<br />
„ toujours ecouter le Sieur Adams, pourfavoir<br />
ce qu'il a a propofer. Votre Parlement nous<br />
„ donne la desfus le plus bel exemple." (V)<br />
Ik moest op zoodanige wyze fchryven , cm dat<br />
de meesten zoo dachten: maar wat my betrof,<br />
zoude ik, zoo-lk eenige zeekerheid had kun<br />
nen krygen, dat Engeland ons het voornaame<br />
Punt<br />
(«) Jk heb niet eerder, myn waarde Heer, op uw biljet<br />
kunnen antwoorden , dewyl het my eer>t Donderdag avond<br />
d e<br />
is ter hand gefield, alhoewel hec van den ip gedagtee-<br />
kend was. Ik heb niet dan gister avond met den Raadpen<br />
fionaris kunnen fpreeken : te laat om met den Postbode van<br />
dien dag te kunnen fchryven; maar ik vat d'eerfte gelee-<br />
genheid om U te zeggen, dat, welk befluit men ook ten<br />
uwent aangaande hec hoofdpunt neenie, de Republiek den<br />
Heere Adams altyd zal moeten hooren, om te westen,<br />
wat hy heeft voor te Hellen. Uw Parlement geeft ons<br />
«5aar het fraaifte voorbeeld van.<br />
K a
I48 MEMORIËN TOT<br />
Punt zou toegeeven, het hooren van Adams<br />
daaraan gegeeven hebben , zeer gerust dat wy<br />
dezelfde geneigtheid altyd by de Americaanen<br />
zouden weedervinden, d.iar zy ten minften zoo<br />
veel belang hadden, met ons als wy met hun te<br />
handelen. Met de laatfte woorden votre Park-<br />
ment &c. beoogde Ik de handelingen met de<br />
Americaanen, door de Engelfchen zeiven be<br />
gonnen, en die tot het werk van van Berckel<br />
aanleiding hadden gegeeven.<br />
Daar ik doch volftrekt tegen was, en 'tgeen<br />
ik ook zoo lang Ik Regeerend Burgemeester ben<br />
geweest, tegengehouden heb, was hec erkennen<br />
van den Heer Adams als Geaccrediteerd Mi-<br />
~ nister. Maar welhaast verliet men alle maacree-<br />
gelen, die mee hec Siscema , dac ik reeds in Ja-<br />
nuary merkelyk veld had zien winnen, naam<br />
lyk, eene geheele verknochtheid aan Frankryk,<br />
niec overeenkwamen.<br />
Terwyl de Heer Wentworth naar Engeland<br />
op reis was , gefchiedde de bekende omvvence-<br />
ling in hec Parlemenc aldaar: de Heer van der<br />
Oudermeulen gaf 'er my aanftonds kennis van:<br />
en korc daarna, van de verandering in hec Mi<br />
nisterie. Zyn Ed. fchreef my eelTens, dat zulks<br />
voor ons als eene zeer gelukkige Epoque kon be-<br />
fchouwd worden. En in de daad, hec was niet<br />
on-
O P H E L D E R I N G , ENZ. I49<br />
onwaarfchyniyk. Her was bekend, hoe zeer<br />
de Party die thans booven dreef, naamlyk,<br />
die der Oppofitie, tegen het breeken met de<br />
Republiek geyvert hadt: men kon dierhalven<br />
verwachten, dat wilde zy zich gelyk zyn, zy<br />
thans noch den Oorlog moest afkeuren: waar-<br />
by noch opgemerkt moest worden, dat wan<br />
neer in het beltuur der publieke zaaken, de<br />
onderleggende party 'er boven op komt, dee<br />
ze haar invloed noodwendig dient te ftyven,<br />
door het volgen van geheele andere maatree<br />
gelen: en offcboon de voorige party reeds ee<br />
nige flappen tot verzoening gedaan had, zoo<br />
waren deeze maar bedektlyk gefchied , daar<br />
ze thans in 't openbaar, zoo als men zegt Mi<br />
nisterieel, konden gedaan worden: en in die<br />
verwachting , gelyk naderhand bleek, vond<br />
men zich ook niet bedrogen.<br />
't Geen altyd als de grondflag van alle han<br />
delingen met Engeland was befchouwd gewor<br />
den , en geoordeeld by het maaken van eene af<br />
zonderlyke Vreede met dat Ryk, eene Conditie<br />
fine qua non te moeten zyn, was devryeVaart y<br />
volgens de gronden der gewaapende Neutrali<br />
teit. Die woorden van vrye Vaart konden doch<br />
zeekerlyk eene dubbelde beteekenis hebben;<br />
men koa 'er door verfhan, de Zeevaart zoo vry<br />
K 3 sli
J<br />
50 M E M O R I Ë N T O T<br />
als men die had willen hebben, volgens het<br />
Trafoat van 1674: en de Republiek kon dan,<br />
eershalven, daar den Oorlog om die reede be<br />
gonnen was, opentlyk daar van niec afzien: te<br />
minder, dewyl by het Traéhat der gewaapen-<br />
de Neutraliteic, de Contractanten over en wee<br />
der bcfprooken hadden, eikanderen te handha<br />
ven , by de Trachaten tusfchen Hun en andere<br />
Mogendheeden plaats hebbende.<br />
Maar door evengem. woorden van vryeZee,<br />
kon ook begreepen worden, die Vryheid val<br />
Vaart, volgens welke 's Vyands goederen in<br />
Vriendcn's Scheepen gelaaden, en geene be<br />
paalde Contrabande zynde, vrygelaaten moe<br />
ten worden, cn zoo als men gemeenlyk zegt,<br />
vry Schip , vry goed.<br />
Hec was zeeker wenfchelyk geweesc, dac de<br />
Republiek zich in ftaac had bevonden,om zich<br />
te kunnen handhaaven tegen die geenen, die<br />
Haar van 't geen haar wettig toekwam, wil<br />
den ontzetten: maar gefield, Zy had zulks eens<br />
kunnen doen, dan zou hec noch onvoorzich<br />
tig zyn geweesc, by hec aangaan van een nieuw<br />
Verbond, wederom iets te befpreeken, waar<br />
van men nimmer zich kon vleijen, het rustig ge<br />
not te zullen hebben, dewyl met geene moog-<br />
lykheid de Engelfchen goedfehiks kunnen dul<br />
den,
OP H E L D E R I N G , ENZ. 151<br />
den, dat terwyl zy in Oorlog met Frankryk<br />
zyn, aan dat Ryk, door de Ingezeetenen der<br />
Republiek, grof Scheepstimmerhout, en ande<br />
re diergelyke Scheepsbehoefcens, onverlet toe<br />
gevoerd worden: terwyl aan den anderen kant<br />
die toevoer voor onze handel in 'c algemeen,<br />
nimmer van die aangeleegenheid kan zyn, om<br />
'er eenen Oorlog aan te waagen, en de rest van<br />
den Koophandel en Scheepvaart te doen, zoo<br />
niet flil ftaan , ten minften te ftremmen: en bo<br />
vendien noch verftooken te zyn, van de on-<br />
fchatbaare voordeelen , die gedurende eenen<br />
Oorlog tusfchen Engeland en Frankryk, door<br />
de Zeevaart herwaards vloeien.<br />
't Was dan al van den beginne, by het maaken<br />
van het Tractaat van 1674 onvoorzichtig ge<br />
weest, gelyk ik te vooren al heb doen opmer<br />
ken , de vrye vervoering van zoodanige Scheeps-<br />
behoeftens te hebben bedongen :en hec zou on-<br />
vergeeflyk zyn geweest, dezelfde onvoorzich<br />
tigheid weder te hebben begaan.<br />
IVlen zou dan moeten te vreede zyn geweest,<br />
zoo men had kunnen befpreeken vry Schi x<br />
goed, dat is, het vervoeren van alle fVaarcv<br />
Ingezeetenen en Vreemden, uitgezonderd die van<br />
Contrabande , werwaards het ook zou.L mogen<br />
•weezen, zoo in tyden van Oorlog als van Vree-<br />
31<br />
K 4 de,
Ï5 2<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
de, bshalven naar geblocqueerde of beleegerde<br />
Plaatfen. En waarlyk zoude hec voordeel, al<br />
waren de zoogenaamde Naval flores, onder de<br />
Waaren van Contrabande begreepen geworden,<br />
oneindig grooc zyn geweesc: dewyl wy de<br />
vyandlyke bezictingen, mits niec geblocqueerd<br />
of beleegerd, en naamlyk die in America, van<br />
alles zouden hebben kunnen voorzien.<br />
Wy hebben gezien hoedanig voor het jaaf<br />
1781, de fchatten der gantfche Waereld, naar<br />
die, toen gelukkig Land, zyn toegevloeid, of-<br />
fchoon doch het vervoeren van gem. Scheeps-<br />
behoefcens door de Engelfchen belemmerd<br />
wierdt: terwyl zelfs kort daarna de winzucht<br />
eenen nieuwen weg voor die vervoering, die<br />
de Engelfchen over Zee niet wilden toelaa-<br />
ten, heeft doen vinden.<br />
Deeze befchouwingen hadden tot rigtfnoer<br />
gediend, in de handelingen over het Vreede's<br />
werk in 't jaar 1781, gelyk te zien is uit 'cgeen<br />
ik deswegens heb aangeteekend. Zy bleeven<br />
-,poch wel even gegrond, maar de gemoederen<br />
waren zeedert merkelyk ongunfliger voor hec<br />
byleggen der gefchillen geworden : waartoe<br />
de aanftookingen , verzeld met fraaije belof<br />
ten en vleijende aanzoekingen van den Ambns-<br />
fadeur van Frankryk, by de geenen, die toen<br />
reeds
O P H E L D E R I N G , ENZ. I53<br />
reeds begonnen de klem der Regeering in han<br />
den te krygen, veel hadden toegebracht.<br />
Ik had al eenen geruimen tyd een kwaad oog<br />
op de bedekte handelingen van evengemelden<br />
Gezant gehad, en deszelfs meesterachtige toon<br />
had my zeer geftooten. Ik had den Heer van der<br />
Perre, by zyn vertrek naar Parys verzocht te<br />
bewerken, dat aan dien Minister door zyn Hof<br />
eene andere handelwyze wierd voorgefchree-<br />
ven. In eenen brief van evengem. Heere, (V)<br />
had zyn Ed. daarop gemeld: dat de Gr ave de<br />
Vergennes hem gezegd had, den Hertog eene<br />
eigenhandige Inftrttclie te hebben toegezonden,<br />
om zich jliptelyk naar dezelve te gedragen.<br />
Maar kort voor 't vertrek van evengemelden<br />
Hertog naar Parys, in 'c laast van December , of<br />
begin van January,had hy doch,niet alleen op<br />
eenen zeer hoogen toon van Zyne Hoogheid,<br />
opening van 't geene de Republiek in de aan-<br />
ftaande Veldtocht zou kunnen en willen ver<br />
richten, geëischt, maar zeer duidelyk doen ver-<br />
ftaan, toen zyne Hoogheid hem geantwoord<br />
had, dat men gereed was deswegens alles met<br />
Frankryk te overleggen, en dienvolgens aan zyn<br />
Hol van de te neemene Maatregelen kennis te<br />
(V) Byl. G.<br />
K 5<br />
gce«
*54 M E M O R I Ë N T O T<br />
geeven , dat hy Ambasfadeur de operatien<br />
alhier wilde helpen concerteeren, daarna dezel<br />
ve aan zyn Hof communiceer en, doch ze voorts<br />
ooit wilde dirigeeren.<br />
Deeze pretenfien kwaamen voor van zooda<br />
nige verre uitzicht te zyn,dat ik den Heere van<br />
Lynden van Blitterswyk, die met evengem.<br />
Heer van der Perre in briefwisfeling was, ver<br />
zocht, deezen te verzoeken zich te willen 'er-<br />
kondigen op de wyze, op welke men dit te<br />
Verlailles begreep.<br />
Hierop ontving de Heer van Lynden het<br />
sanmerklyk antwoord, te vinden onder de Byl.<br />
La. M. In 't zelve kan men zien, hoedanig<br />
gem. Minister zich een gezach aanmaatigde,<br />
dat zyn Meester hem niet toekende: 't geen<br />
veel voortkwam, uit de genadige aanmoedi<br />
ging die zommige alhier hem gaven. De Heer<br />
van der Perre fchynt een voorzeggende geest<br />
te hebben gehad , wegens het bovenmaatig<br />
gezach der Franfchcn.<br />
Oudertusfchen had de Fiscaal van der Hoop,<br />
aan den Ambasfadeur voor zyn vertrek, op last<br />
van Zyne Hoogheid, tot bevordering van bo-<br />
vengem. concerteering, en om te voldoen aan<br />
des Ambasfadeur's verlangen, ter hand gefteld,<br />
de Nota te vinden onder de Byl. L a<br />
. N. met<br />
wel-
O P H E L D E R I N G , ENZ. I55<br />
welke de Gezant kort daar na zich op reis be<br />
gaf naar Parys.<br />
Na 't geen men algemeen verfpreid had, van<br />
de werkloosheid in de Marine, was het zee<br />
kerlyk te verwonderen, dat dezelve in één jaar<br />
tyds in ftaat gebracht was,om zoo'n aantal van<br />
Scheepen, meest alle, ten minften de groote,<br />
nieuw, in Zee te kunnen brengen. Maar 't<br />
geen men zoo fchielyk niet had kunnen vin<br />
den, waren Officieren, voornamentlyk fubal-<br />
ternen: en't algemeen gebrek aan Scheepsvolk,<br />
was ook oorzaak dat de Equipagien niet kon<br />
den voltallig gemaakt worden.<br />
Terwyl de Heer Wentworth noch in den Haag<br />
was, en met hem gehandeld wierdt, had men<br />
op den 4e. Maart ter Generaliteit befloten, aan<br />
Rusland op de Note verbale, in fubftantie te<br />
laaten antwoorden, „ dat Hun Hoog Mog.<br />
„ deeze aangebodene Mediatie wel aannamen,<br />
„ doch geenzins wilden afgaan , van de reeds<br />
„ by de eerfte door haare Rusch - Keizerlyke<br />
,, Majefteit aangcbooden bemiddeling, gelegde<br />
„ gronden, en dus geene verandering in de<br />
„ vrye Zeevaart, volgens verklaaring van Haa-<br />
,, re Maj. zelve, konden gedoogen. " Voorts<br />
hadden Hun H. H. M. M. by een geheim be<br />
fluit bepaald, aan den Prince van Gallltzin te<br />
doen
15^ M E M O R I Ë N T O T<br />
doen verklaaren, dat zy eenen tyd gefteld hadden,<br />
binnen welken, als Groot Brittanje zich niet verklaarde<br />
wegens de voorwaarden op welke men zou<br />
trachten Vreede te maaken, Hun H. H. M. M.<br />
alsdan de aanneeming van de Mediatie voor nul<br />
Meldenden als niet gedaan. En ten zelfden dage,<br />
hadden hun H. H. M. M. ook befloten , dat Zyne'<br />
Doorluchtige Hoogheid zou verzocht worden ,<br />
ten fpoedigften met het Hof van Frankryk tt con'<br />
certeeren, de wyze om gezamentlyk en gemeenzamer<br />
hand, den Vy and ter Zee te beoorlogen (a).<br />
Deeze Refolutie wierd genomen met zes Provintien,<br />
dewyl Friesland verklaarde ongereed te<br />
zyn, en kort te vooren gezegd had , alleen<br />
voor het cmcerteeren te weezen. Voorts was<br />
dat antwoord meerendeels gefchikt , naar 't<br />
geen ter Vergadering van Holland bepaald ,<br />
en ter Generaliteit op den 18 Feb. door Gedeputeerden<br />
van deeze Provintie, voorgefteld<br />
was geworden (b).<br />
De Penfionaris Visfcher had denzelfden dag<br />
aan Burgemeesteren gefchreeven, dat de Franfche<br />
Ambasfadeur over de genomene Ref. niet<br />
te vreeden was, en het niet zou zyn, ten zy<br />
verklaard wierd, dat het Concert eens gemaakt<br />
zyn-<br />
00 Jaarboeken ,781. bl. i 7 9 < 373. *74 en 275.<br />
W Jaarboeken 1781. bl. 162 en 163.
O P H E L D E R I N G , ENZ. I57<br />
zynde, men geene Vreede voor 'c eindigen der<br />
Campagne zou maaken. Ook gaf gem. Ambas<br />
fadeur tot dac einde op den 18 Maart eene Me<br />
morie over, in welke hy rondelyk verklaarde,<br />
dat wilde men dat zyn Meester over het voor<br />
ftel wegens het Concert zou delibereeren, men<br />
belooven moest, zich van het onderling bepaalde<br />
ontwerp niet te zullen verwy deren, om welke ree-<br />
dencn, om welke inzichten, hoegenaamd, het ook<br />
zou moogen weezen. (V)<br />
Men draalde niec mee hier over te deliberee<br />
ren: en den 25e. voldeeden hun Hoog Mog.<br />
gereedelyk, aan het verlangen van zyne Aller-<br />
christelyklte Maj. met zich tot het verzochte<br />
te verbinden.<br />
Het klonk wat vreemd, om dit in 't voorby-<br />
gaan aan te meiken, voor de geenen, die niet<br />
blindeling konden goedkeuren 't geen Frank<br />
ryk deed, dat de Ambasfadeur in evengem. Me<br />
morie zeide, dat de Koning getrouw aan de be<br />
ginzelen van gemaaügdheid', die den weezentlyken<br />
grondflagvan zyn politicq Sist erna uitmaakten,<br />
zich zorgvuldiglyk had gewacht, Hun H. H. M.<br />
M. te engageeren, om deel te neemen aan de on<br />
lusten , die 'er tusfchen Frankryk en Engelandont-<br />
flaan waren. Dit voorgeeven was zeekerlyk<br />
00 Jaarboeken 1781. bl. 27Ö.<br />
op-
1$$ MEMORIËN TOT<br />
opmerkenswaardig, dewyl aan een ieder bekend<br />
was, dat wy ons den Oorlog op den hals<br />
hadden 1<br />
gehaald, om te voldoen aan 't verlangen<br />
van Frankryk, wegens het vervoeren van<br />
Scheepsbehoeftens: dat zyne Maj. zelfs dwangmiddelen<br />
gebruikt had, om de Leeden van Staat,<br />
die hem minder waren toegedaan, over te haaien<br />
, en door haatlyke uitzonderingen aan de<br />
andere zyn genoegen getoond had.<br />
't Was verre van my, dat ik afkeurde, dat<br />
men de middelen beraamde, om den gemeenen<br />
Vyand de meeste afbreuk te doen: integendeel<br />
was de Ref. van Hun Hoog Mog. van den 4*<br />
Maart, by welke Zyne Hoogheid daartoe verzogtwas<br />
geworden, allezins pryswaardig: maar<br />
zich te verbinden, om niec af te gaan van operatkn,<br />
die noch niec overlegd waren, en men<br />
dus niet weeten kon, hoe verre dezelve nuttig<br />
zouden kunnen weezen , en dat byzonderlyk"<br />
op eenen tyd, dac men mee Engeland in oni<br />
derhandeling was, en door 'cveranderen van 'c<br />
Ministerie verwachten kon, dat 'er eene vreedzaame<br />
neiging was, was rechtftreeks, zoo 'c<br />
my voorkwam, ftrydig, mee alle gezonde Staatkunde.<br />
'<br />
Dus ftonden de zaaken, dus was de geileldheid<br />
der gemoederen , toen op den 3 April ds<br />
bei-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 159<br />
beide Rusïïfche Ministers , Prins van Gallitzin<br />
en Heer van Marcow hunne Memorie , ter geleide<br />
van den volgenden brief van den Staatsecretaris<br />
Fox, aan den Rusfifchen Minister te<br />
London, inleeverde: luidende gem. brief:<br />
MONSIEUR!<br />
„ Aiant mis fous les yeux du Roi, 1'éxtrait<br />
„ de la Lectre, que vous m'avés faic 1'honneur<br />
„ de me communiquer, de M 1<br />
'. le Pr. de Gallit-<br />
„ zin & de M r<br />
. de Blarkow, j'ai les ordres de fa<br />
„ Maj. de vous informer, que le Roi, defirant<br />
„ donner des preuves de fon intention envers<br />
,, leursH. H. P. P., & de renouvcller 1'amitié qui<br />
„ aéié li malheureufement interrompue, entre<br />
„ des anciens Ailiés, qui devraient être unispar<br />
„ les liens de leurs interets mutuels, est pret<br />
„ d'entrer dans une Negotiation avec leurs<br />
„ Hautes Puisfances, pour former un Traité de<br />
Paix furie pied du Traité de 1674, entre fa<br />
,, Majesté & la Rcpublique: & que pour facili-<br />
„ ter 1'execution d'un objet que fa Maj. a tanc<br />
„ h coeur, le Roi est pret a donner des ordres<br />
„ immediats pour une armistice, fideleurcoté<br />
„ les Seigneurs Etats Generaux jugent une tel'<br />
„ le mefure convenabie au but propofé. Sa<br />
» Maj.
IÓO M E M O R I Ë N T O T<br />
» Maj. mordonne, de vous expliquer, Mon-<br />
« fieur, fes fentiments fur un objet fi important,<br />
& de vous prier de les faire parvenir<br />
„ aux Ministres de fa Majesté Imperiale au-<br />
„ prés de leurs H. H. P. P. p 0ur qu'iis foienc<br />
„ communiqués fans Ie moindre dèlai aux Mi-<br />
„ nistres de la Republique: jugeant cette ma-<br />
„ mére la plus convenable, pour parvenir avec<br />
„ la Mèdiation & bons offices de fa Maj I m p<br />
„ a mettrefinauxfléauxde la Guerre, qui mal-'<br />
„ heureufemenc fubfiste entre les deux Nati-<br />
„ ons." (a)<br />
00 M Y N H E E R !<br />
Eeni-<br />
Hebbende onder 't oog van.zyne Majefteit gebracht,<br />
een umrekfel van den brief, (dien UEd. m y d'eereheefc<br />
aangedaan my m é ede te deelen) van den Heer Prince van<br />
Gnttuzin en van den Heere Marcow Mh f k I a s t v a n<br />
Zyn Maj. u te onderrichten, dat de Koning verlangende<br />
re geeven, biyken van zyn voorneemen<br />
Mog. en van te vernieuwen de Vriendfchap diezooonge-<br />
, U k , U g<br />
^ h<br />
° ^ - ^worden, tusfchen oude Bondge-<br />
nooten, die door hun eigen belang behoorden vereenL<br />
te zyn , gereed is om aan te gaan, een Traftaat van Vree-<br />
de,op den voet van dat van 1*74, met de Republiek: eu<br />
om te bevorderen de uitvoering van eene zaak, die zyne<br />
Majefteit zoo ter harte neemt, is de Koning gereed om<br />
daadlyk last te geeven tot eenen Wapenftilft and, z o o de<br />
Heeren Staaten Generaal van hunnen kant oordeelen dat<br />
ZO
O P H E L D E R I N G , ENZ. lêl<br />
Èenige dagen na dac gem. Memorie was in<br />
gekomen, fchreef my de Heer Wentworth , die<br />
in 't begin van February, gelyk wy gezien heb-<br />
ben, juist op den tyd dac hec Ministerie veran<br />
derde, vertrokken was:<br />
„ Le changement total que je trouvai a mon<br />
„ arrivèe, & dans les principes politiques &<br />
„ dans les hommes a les diriger , vous aura<br />
„ faic fentir que j'ai du trouver de 1'embarras:<br />
„ cependant j'ofe croire que mon retour a éré<br />
„ utile, au moins j'ai toute raifon d'etre flat-<br />
»» ^ par Ia reception gratieufe du Roi, air.fi<br />
>, que de celle de Monfieur Fox. Je n'ai pas<br />
„ perdu un moment a Lui faire mon raport,<br />
„ qui fut fuivi d'une heure de converfation<br />
M trés interesfante avec lui & Monfienr de Sï-<br />
,, mo-<br />
zoodanige ftap voor het voorgetelde einde, noodig is.<br />
Z. M. gelast my, U onder 't oog te brengen, Mynheer,<br />
haare gevoelens, over een zoo belangryk onderwerp: en<br />
U te verzoeken, dezelve te laaten toekomen aan de Mi<br />
nisters van haare Keizerlyke Majefteit by Hun Hoog<br />
Mog: op dat ze zonder eenig uitftel, medegedeeld wor<br />
den aan de Ministers van de Republiek: oordeelende zy<br />
ne M. dit het bekwaamde te zyn, om met de Mediatie<br />
en goede Officien van haare K. M. een einde van de on-<br />
heilen des Oorlogs, die ongelukkig tusfchen de twee Na<br />
tiën plaats heeft, te maaken.<br />
II. DEEL. Jj
1Ó2 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ moïin. Ce quiregarde mon particulier, je n'ai<br />
„ point du regret, que de n'avoir pas eu plu-<br />
„ tót un eclaircisfement avec vous Monfieur,<br />
„ & avec le grand Penfionaire, qui auroic ac-<br />
„ celeré une decifion dans les affaires , fans<br />
„ faire tort a perfonne. Je me flatte que la<br />
„ bonne harmonie ne tardera pas a fe reta-<br />
„ blir." (a)<br />
Ik deelde deezen brief meede aan die geenen,<br />
op wiens geest Ik vermeende-, dat dezelve,<br />
als eene bekrachtiging van 't fchryven van den<br />
Engelfchen Staats Secretaris, eenigen invloed<br />
zou<br />
O) De geheele verandering die ik by myne aankomst<br />
vondt, en in de Staatkundige beginzelen, en in de Lee<br />
den , die dezelve beftuuren moeten, zal U hebben doen<br />
begrypen, dat ik eenige hindernis heb moeten vinden. Even<br />
wel mag ik gelooven , dat myne komst nuttig geweest is:<br />
'ten miniten heb ik alle reeden om voldaan te zyn over<br />
de heufche wyze, op welke zyne Majefteit en de Heer<br />
Fox my ontvangen hebben. Ik heb geen oogenblik ge<br />
draald met hem verflag te doen, 'tgeeu gevolgdis gewor<br />
den dooreen bclangryk gefprek, geduurende een uur,<br />
met hem en den Heer Simolin. Wat my betreft, heb ik<br />
geene fpyt dan dat ik niet eerder eene opheldering by U<br />
en by den Raadpenfionaris gezogt heb, 't geen eene be-<br />
flisfing inde zaaken zou verhaast hebben, zonder iemand<br />
te verongelyken. Ik vlei my dat de goede veritandhou-<br />
tling wel dra kerfteld zal zyn.
O P H E L D E R I N G , ÈNZ. 163<br />
zou kunnen hebben: maar het baatte weinig, de<br />
Geesten van eenigen waren te fterk opgewonden<br />
, en die van anderen, wierden door den<br />
ftroom meedegefleepc.<br />
Toen de evengem. brief ter Staatsvergadering<br />
geleezen was, fchreeuwde men zeer over'<br />
de duisterheid deszei ven: dan ter goeder trouwe,<br />
is ze my nimmer zoo voorgekomen: mits<br />
den inhoud aanneemende, met die behoedzaamheid,<br />
als het paslyk was, daar ze van eenen Vyand<br />
kwam.<br />
Daar wierd voornaamlyk in dien brief voorgefteld<br />
, het maaken van een Trablaat 'op den veei<br />
van dat van \ 674, en hy voorraad eene IVaapenfchorfing.<br />
De Koning bood aan een Tractaat<br />
bp den voet van dat van 1674 te maaken. Dit was<br />
immers 'c geen veele verlangden?<br />
Dewyl de Koning liet zeggen op den voet<br />
van het Tractaat van 1674, behoefde men dit<br />
niet woordelyk te volgen: en men kon, of dezelfde<br />
voorwaarden befpreeken, of afzien van<br />
't vervoeren van Scheepsbehoeftens, en alleen<br />
bedingen, vry Schip vry goed, en de lyst der'<br />
Contrabande goederen vermeerderen , met de*<br />
goederen over welke men getwist had.<br />
Maar men beredeneerde de zaak weinig; eri<br />
ilep alleen j dat de Engelfchen niet ter goeder'
IC>4 M E M O R I Ë N T O T<br />
trouw handelden ; dat zy ons maar in de luieren<br />
wilden leggen.<br />
Dit kon waar zyn, en alle voorzichtigheid was<br />
pryswaardig: doch hun voorftel had minder ver<br />
dacht behooren te zyn, vooreerst, om dat hun<br />
belang meedebracht, gelyk ik vermeen te voo<br />
ren klaar te hebben aangetoond, dat de vyand-<br />
lykheden tusfchen hun en ons, eens een ein<br />
de namen; zoo om zich te ontdoen van eenen<br />
Vyand, die daaglyks geduchter wierd, als om,<br />
en die was wel 'c voornaamfte, ons van Frank<br />
ryk af te houden . en het oud Sistema weder<br />
te doen herlceven. Ten anderen, om dat hun<br />
aanbod een gevolg was, van hec Sistema, dat<br />
de Leeden van hec tegenwoordig Ministerie,<br />
toen zy noch in de oppofitie waren, gevolgd<br />
hadden.<br />
Aanmerklyk waren de woorden van den<br />
Heer Fox , in zyne Reede voering in 't Parlement<br />
den 30 April uicgefprooken. Na zich verwon<br />
derd te hebben over de roekeloosheid van 't<br />
laatde Ministerie, in hec noodzaaken der Hol<br />
landeren cot den Oorlog, cerwyl Engeland reeds<br />
onder den Kryg mee Frankryk bezweek, voeg<br />
de hy daarby:<br />
fVie zou hebben durven gelooven, dat Ministers<br />
noch ae hardnekkigheid hadden, tegen de be-<br />
mid-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 165<br />
middelende Mogendheden te durven fpreeken van<br />
het ftrafen van van Berckel: en zelfs eene voor<br />
beeldige flrafeisfchen, als een preliminair Ar<br />
tykel van een Vreedes Trabiaat met Holland.<br />
Maar wat van de goede of kwaade intentie<br />
van 't nieuw Engelsch Ministerie ook weezen<br />
mochte: zoo vraag ik, of het wyslyk , of het voor<br />
zichtig was, alles ce verwerpen, en verbinte-<br />
nisfen aan te gaan, door welke men zich benam,<br />
de mooglykheid, om van de aanbieding, zoo zy<br />
ter goeder trouw gefchiedde, gebruik te kun<br />
nen maaken ?<br />
Het cweede gedeelte van 't voorftel van En<br />
geland was, eene Waapenfchorfmg: daar wilde<br />
men in 'c geheel niet van hooren : dat was, riep<br />
men, zuiver bedrog, en zou nergens toedienen,<br />
als om de Republiek geheel werkloos te maaken,<br />
om daarna met dezelve naar welgevallen te kun<br />
nen handelen.<br />
't Kon waar zyn : maar wac belecce , gedu<br />
rende die Waapenfchorfmg, mee de toebereid-<br />
felen tot den Oorlog, voort te gaan, en van den<br />
tyd gebruik te maaken, om, konden de zaaken<br />
niet gevonden worden, in eenen geduchter ftaat<br />
te zyn?<br />
Deeze onvoorzichtigheid beging men , in ee<br />
nen tyd, dat men, gelyk Ik zoo even zeide, noch<br />
L 3 niet
ïtfé" M E M O R I E S T O T<br />
met wist, wat Frankryk voor ons zou doen •<br />
en wy alleen noch niets konden uitrichten.<br />
Men zie den inhoud der Note, door den Fiscaal<br />
van der Hoop aan den Franfchen Ambasfadeur<br />
overgegeeven , onder Byl. N. Alles wat<br />
men voorzag in Mey i„ Zee te kunnen brengen<br />
beftond in i zeeventiger, o zestigers, 8a<br />
9 vyftigera, beneffens eenige Fregatten van 40<br />
S^en 20 ftukken. Waarlyk eene geringe Macht<br />
om de Kusten te befchermen , de Havens en<br />
Reeden onbelemmerd te houden, en de Koopvaardyfcheepen<br />
te convoijeeren; laat ftaan den<br />
Vyand afbreuk te tloen!<br />
Men vreesde voor werkloosheid.' Daar over<br />
had men , 't is waar niet zonder reeden, van den<br />
beginne van den Oorlog af geklaagd: maar, had<br />
d;e noch plaats, zoo was s<br />
er weinig hoop, dat<br />
ze zoude overwonnen worden, en dan leek on«<br />
zeekerlyk de Oorlog niet: was zy niet meer'<br />
daar, of ten minften minder, dan konden immers<br />
die geenen, die ze hadden doen ophouden<br />
, met dezelfde yver haar hebben blyven<br />
weeren , terwyl ondertusfchen tyd gewonnen<br />
W-d omby hec evengen, getal Scheepen n<br />
den Zomer of teegen 'c Najaar ce kunnen voegen,<br />
a zeeventigers, 4zestigers, en noch x vyf.<br />
ïiger. Zie dezelfde Note J>.<br />
Het
O P H E L D E R I N G , ENZ. l6><br />
Hec blykc uic de Petitie van den Raad van<br />
Scaace, en uic den brief van de algemeene Staa-<br />
ccn, aan de Bondgenooten ter geleide van dee<br />
zen gefchreeven, in welken ftaat de Republiek<br />
toen noch was, en de geringe hoop die men<br />
voedde, om tegen den Zomer in eenen tamely-<br />
ken ce weezen.<br />
Maar daar fcheelde hec niec; zommigen, die-r<br />
zich door de kunftenaryen en vleijeryen van<br />
'c Franfche Hof hadden laacen beleezen, had<br />
den reeds bepaald, geene afzonderlyke Vreede<br />
mee Engeland ce maaken, cerwyl zy zich veel<br />
beloofden van 'c bewuste Concert.<br />
Anderen, die onpartydiger waren, wierden<br />
wederhouden door de vrees voor de gevoelig<br />
heid van 'c evengem. Hof.<br />
De Franfche Ambasfadeur had met zoo veel<br />
ophef van dac Concert gefproken , dac veele<br />
Leeden der Regeering, voornaamlyk in Holland<br />
en Friesland, 'er zoodanige verwachting van had<br />
den, dac zy fcheenen te denken, dac hec vallen<br />
en hec ftaan der Republiek daarvan zouden af<br />
hangen. Wy zullen in 'c vervolg zien, hoe deer-<br />
lyk men mee dat Concert geftaan heefc.<br />
Om dan het treffen van een afzonderlyk ver-<br />
gelyk met Engeland tegen ce gaan, ja fchier on-<br />
mooglyk te maaken, had men twee middelen<br />
L 4<br />
i n
J<br />
68 M E M O R I Ë N T O T<br />
in 't werk gefield: vooreerst het toèlddten van<br />
den Heer Adam s, als Minister van V Congres; de<br />
wyl men verwachtte, dat de Koning van En-<br />
-geland, eershalven zich met de Republiek niet<br />
zou kunnen verzoenen , als derzelver Staaten<br />
zyne rebelleerende Onderzaaten voor haare<br />
Vrienden en Bondgenooten aannamen, 0f ten<br />
minften met hun als een onaf hanglyk Volk han<br />
delden. Ten tweeden: het concerteeren der ope<br />
ratien voor den aanflaanden Veldtocht , met<br />
de verplichting om van ^ C O N C E R T , om<br />
geene reede, hoe genaamd, af te gaan.<br />
Wat het eerfte betreft, de admisfie van en<br />
het handelen met den Heer Adams , zoo heb<br />
ben wy gezien, hoedanig men in 1781 en noch<br />
in 't begin van 178a, voornaamlyk te Amfter<br />
dam daarop dacht. (bl. 145.) Maar welhaast deel<br />
de men overal in de algemeene yver voor de<br />
nieuwe Republiek, de geesten wierden over<br />
al warm gemaakt, door in 't openbaar en on<br />
der de hand, hoog op te geeven, van de voor<br />
deelen, die de Ingezeetenen van den Staat, in<br />
't algemeen, maar in 't byzonder de Fabryken,<br />
daar door zouden verkrygen.<br />
Te Amfterdam, re Leiden, te Haarlem en in<br />
andere plaatzen, wierden Kequesten aan de Re<br />
geering ingeleeverd, om den Heere Adams te<br />
ad-
O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏÓ9<br />
'admitteeren , en een Traébat van Koophan<br />
del met de nieuwe Republiek te fluiten. Die<br />
nieuwsgierig zyn, om de tafereelen te zien,<br />
die verhitte harfens wisten te maaken, van de<br />
onbegryplyke voordeelen, die daaruit zouden<br />
voortvloeijen , leezen de Requesten en de<br />
Dank - Adresfen, daar over, in deeze Provintie<br />
en in de andere, ingeleeverd. (V)<br />
Maar die de zaak met een onpartydig oog,<br />
en met bedaardheid befchouwden, konden ge<br />
noeg verwachten ,'t geen gebeurd is,naamlyk,<br />
dat van alle die fraaye herfenfchimmen , van<br />
welke de beruchte Ridder van der Capelle tot<br />
den Poll , een der voornaamfte vertoonders<br />
was, als fchimmen verdweenen zyn.<br />
Vry bezaadigder, en vry verftandiger dan<br />
evengem. politiquen Held, liet zich over deeze<br />
zaak uit, de Schryver der Nederlandfche Jaar<br />
boeken, in zyn ftukje van Jan. 1731 , bl. 29.<br />
„ Daar zyn," zegthy, „ die zich hieruit veel<br />
„ goeds, en eenen nieuwen bloei voor onze<br />
„ vervallene Fabrieken voorfpellen: doch an-<br />
„ deren meenen, dat de lasten en duurte der<br />
3, leevensmiddelen, en daardoor,by noodzaak-<br />
„ lyk<br />
(V) Jaarboeken van 17 82 , bl. 27S, 465). 477. 505.<br />
500. 512 en 518.<br />
1<br />
L 5
17° M E M O R I Ë N T O T<br />
„ lyk gevolg, de arbeidsloonen hier te Lande<br />
„ zoo hoog zynde, en noch daaglyks door den<br />
„ teegenwoordigen Oorlog hooger fteigerende,<br />
„ hec onmooglyk is, dac wy hier uic voordeel<br />
„ zouden kunnen trekken: dac als hec waar is<br />
„ gelyk hec waar is,dac wy alreeds voorlanf,<br />
„ om die zelfde reede, vreemde handwerken en<br />
„ goederen naar onze eigene Volkplantingen<br />
„ hebben moecen zenden, hec niet minderwaar<br />
„ zal zyn, dac de nieuwe Republiek de gefa-<br />
„ briceerde Stoffen van daar zal trekken, waar<br />
„ zy die het beste koop vind. Derhalven dat<br />
„ zoo wyal die naar Noord - America zouden<br />
„ willen zenden, dan noch onze Kooplieden<br />
„ die ftoffen van die plaatzen zouden moeten<br />
„ ontbieden, waar men dezelve ten minften<br />
„ pryze zoude leeveren."<br />
Maar dit alles kon niet helpen, Vreede met<br />
Engeland wilde men niec, en alles dac die beleccen<br />
kon, moesc by de hand genomen worden.<br />
In Friesland, daar de beftiering het teegengefielde<br />
was, van de geene, die gedurende het<br />
jaar 1787 zoo veel roems aan de Regenten aldaar<br />
verfchaft heeft, was eer Scaacsvergadering<br />
befloocen, geen anewoord aan Rusland op de<br />
aangeboodene Mediatie ce geeven , voor dat<br />
Adams als Minister erkend zou zyn.<br />
In
O P H E L D E R I N G , ENZ. IJl<br />
In Holland wierd de zaak den 29 Maart in<br />
overweeging gebracht , en des anderen daags<br />
befloten: „ Dat de zaak van wegens Hun Ed.<br />
„ Gr. Mog. ter Generaliteit daar heen zou wor-<br />
„ den gedirigeert, en daarop ten fterkften ge-<br />
„ infteerd, dat de Heer Adams als Afgezant<br />
„ van de vereenigde Staacen van America, ten<br />
„ fpoedigften by Hun Hoog Mog. moge wor-<br />
„ den geadmitteerd en erkend : en de Raadpen-<br />
„ lionaris gelast, den voorsz. Heere Adams van<br />
„ deeze Hun Ed. Groot Mog. Refolutie, on-<br />
der de hand te informeereh.<br />
In 't voorbygaan kan ik niet nalaaten te doen<br />
opmerken, hoedanig die last en zoortgelyke,<br />
altyd ftrydig zyn met de beginzelen van onze<br />
Regeeringsform,en aanduiden,dat in 'tbeftuur<br />
der zaaken geen order gevolgd wordt, 't Is<br />
immers onwederfpreeklyk, dat alle de zaaken<br />
die ter deliberatie der Bondgenooten, of hun<br />
ner afgezondenen ter Generaliteit , gebracht<br />
moeten worden, als, by voorbeeld, het al of<br />
niet admitteeren van vreemde Gezanten , haar<br />
beflag niet kunnen krygen, voor dat zy aldaar<br />
geconcludeerd zyn: dierhalven is het teegen al- -<br />
le goede order, dat één enkeld Lid van de Re<br />
geering, van zyn byzonder advys, kennis gee-<br />
ve, en de deliberatien van den Staat, als 't wa<br />
re, vooruit loopt. Dier-
*7 a<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
Diergelyke ongeregeldheden, die wel al<br />
toos . maar nimmer zoo dikwyls als zeedert<br />
eenige jaaren plaats hebben gehad, duiden<br />
voorzeekeraan, eene afwyking van de waare<br />
grondbeginzelen van beftiering, en eene Re-<br />
geeringloosheid, die wy, God beeterc, maat<br />
al te veel beproefd hebben. Maar dit, gelyk<br />
Ik gezegd heb \ in 't voorbygaan.<br />
De andere Provintien volgden welhaast het<br />
voorbeeld van Holland en Friesland: zoo dat<br />
op den ipe. A p r ü h y ,_ f u n H o Q g M o g > b e f l o_<br />
ten wierd, den Heere Adams als Afgezant van<br />
de verëenigde Staaten van Noord- America te<br />
erkennen: ( ay en kort daar na wierd noch ge<br />
regeerd , een Commercie Tractaat met de<br />
aanilaande nieuwe Mogendheid aan te gaan,<br />
welk Traftaat in de volgende Maand van<br />
Gclober zyn befhg kreeg, (by<br />
Of deeze nieuwe hinderpaal aan het needer-<br />
leggen der twist tusfchen Engeland en de Repu<br />
bliek niet genoeg ware, had men eene tweede<br />
koorde aan zynen boog: naamlyk, het concer<br />
teeren der operatien voor den volgendenVeldtochi<br />
met i ran*ryi, m<br />
met deeze was men zoo vol-<br />
00 Jaarboeken I 78 2. bl. 459. en volg.<br />
W Jaarboeken i 7%2. bi. l 6 6 u<br />
lee-
O P H E L D E R I N G , ENZ. *73<br />
leedig gedaagd,dat men niet alleen, gelyk wy<br />
gezien hebben, ter Generaliceit had doen be-<br />
fluiten, zoodanig een overleg te maaken, maar<br />
ook kort daarna op de eerfte vertooning van<br />
den Franfchen Ambasfadeur bepaald had, daar<br />
van , gedurende de Campagne, om geene rede,<br />
af te gaan.<br />
In deezen ftaat van zaaken, de onafhanglyk-<br />
heid van de Americanen plegtig erkend, en de<br />
handen gebonden door de Refolutie, op aan<br />
drang van den Franfchen Ambasfadeur geno<br />
men ('t geen alles gefchied was , voor dat de<br />
bovengem. brief van den Staatsfecretaris Fox,<br />
op den 3e April door de Rusfifche Ministers aan<br />
Hun Hoog Mog. was meedegedeeld) deed hec<br />
weinig tot de zaak , of die brief duister of on<br />
duister was. Het geliefde oogmerk om den Oor<br />
log mee Engeland, een gevalle van Frankryk,<br />
te doen voortduuren, was bereikt: men had<br />
zich roekloos aan 'c welgevallen van hec Hof<br />
van Verfailles volftrekc overgegeeven; zonder<br />
alvoorens beproefd ce hebben , of de Engel<br />
fchen ter goeder of kwaader trouwe handel<br />
den; zonder mee hec Hof van Verfailles ce zyn<br />
afgefprooken, dac hec geene Vreede zou maa<br />
ken, zonder aan ons ce bezorgen , de zelfde<br />
voorwaarden, die men altyd tot den grondflag<br />
der
*U M E M O R I Ë N T O T<br />
der verzoening met Engeland g e, e gd W .<br />
vrye vaan, we,er geevin g, V a n ^ *J£<br />
Hl M<br />
'
O P H E L D E R I N G , ENZ. iJTj<br />
tnorie der Rusfifche Gezanten te antwoorden,<br />
„ dat, dewyl het Interest deezer Republiek het<br />
„ volftrekt noodzaaklyk maakte, om een plan<br />
„ van Oorlogs- operatiën met Frankryk voor<br />
„ de aanftaande Campagne te concerteeren t en<br />
„ eenen Minister der vereenigde Staaten van<br />
„ America te admitteeren, Hun Hoog Mog.<br />
i, zich verplicht vonden, den voorflag onlangs<br />
„ door het Hof van Engeland gedaan, om tot<br />
„ verkryging van eene particuliere Vreede ,<br />
„ op den voet van h Tradaat van 1674 in on*<br />
„ derhandeling te treeden, te declineeren."<br />
Men kan zeggen, dat toen de grondflag ge<br />
legd is van den noodlottigcn toeftand, in wel<br />
ken door den invloed van het Franfche Hof i dit<br />
eertyds zoo gelukkig, zoo machtig en zoo ge<br />
acht , daarna zoo ongelukkig , zoo verzwakt<br />
en zoo veracht, en nu noch zoo wankelend<br />
Gemeenebest, gebracht is geworden. Het ver<br />
haal van't geen verder tot het fluiten der Vree<br />
de gebeurd is, zal toonen, hoe onberaaden,<br />
hoe roekloos het is,zich te ftellen in de nood<br />
zaaklykheid van te moeten volgen,de maatree<br />
gelen, die door machtige Bondgenooten wor<br />
den voorgefchreeven. Ik wil niet beweeren ,<br />
dat geene andere Mogendheid als Frankryk,<br />
ons zoodanig lot zou hebben doen ondergaan,<br />
geens-
1?6 M E M O R I Ë N T O T<br />
geenszins: aile Hoven denken en handelen op<br />
dezelfde wyze: hun oogmerk te bereiken, is de<br />
zaak, de wyze op welke,onverfchiJlig. Eenen<br />
verdervenden Oorlog aan eenen Bondgenoot te<br />
berokkenen; tot deszelfs byftand zoo weinig<br />
mooglyk te beueeden; deszelfs belang op te<br />
ófferen, als het eigen daardoor bevorderd kan<br />
worden, is de handelwyze van alle Vorften, in<br />
alle tyden geweest.<br />
De één is niet beeter, als ik het zoo zeggen<br />
. mag, dan de ander, Vriendfchap, Edelmoedig<br />
heid, en diergelyke deugden zyn maar klanken<br />
in de Zcedcnlcer der Hoven. Men bedriegt<br />
zich,zoo men denkt dat Machiavel zyne eige-<br />
ne gevoelens aan den dag heeft gelegd, \ zyn<br />
die der Hoven, die hy gefchetst hcefr.<br />
Maar laat ons wèderkeeren tot hec verflag<br />
dat ik begonnen heb te geeven, van hec voor<br />
gevallene eer geleegenheid van hec handelen<br />
over hec bewusc Concert.<br />
De Franfche Ambasfadeur, die, gelyk wy ge<br />
zien hebben, (bl. , 5 4 0 v o o r z y n v e r c r e k M a r<br />
Parys, van 'c geen de Republiek die jaar in Zee<br />
zou kunnen brengen, en daarmeede uitgericht<br />
zou kunnen worden, kennis gekreegen had<br />
mee verzoek om zynen Meeseer te noopen \<br />
taec deszelfsZeemacht die po,gingen te onder-<br />
fteü-
O P H E L D E R I N G ; ENZ. %7f<br />
fteuhen, was in 't laatst van Janüary of begiri<br />
van February wedergekeerd, doch zonder ee«<br />
hig antwoord van belang op de aan hem over-<br />
gegeevene Note. Hy liet evenwel niet na,<br />
veel van den byftand zyn's Meesters te beloö-<br />
ven, en daarvan hoog op te geeven, zo meri<br />
aannam van de te neemene Maatregelen voor<br />
het eindigen des Veldtochts, wat 'er gebeuren<br />
mocht, niet af te gaan;<br />
Toen op dit onderwerp by Hun Hoog Mog.'<br />
Op den 25 Maart overeenkomftig beflocen was,<br />
gelastte Zyne Hoogh. den Fiscaal yan dsr Hoop t<br />
te gelyk met die Refolutie aan gem. Ambasfa<br />
deur ter hand te ftellen eene Note, in welke<br />
te kennen wierd gegeeven: ,3 dat in Ybegiri<br />
„ van Mey, van ons in Zee zou zyn een Es-<br />
i } quader, beftaande uit 1 Schip van 70, 7 a<br />
9 i 8 van 60, 6 a 7 van 50, en 4 van 40 ftuk-<br />
i } ken, teneffens 10 Fregatten van 36, en 7<br />
,j van 20 ftukk n. Dac van deeze Scheepen 1<br />
„ zestiger, 2 vyftigers,en 3 a 4 Fregatten af-<br />
A gezonderd zouden worden, om de S.:heeperi<br />
„ naar de Indien gef~hikt, tot op de hoogte<br />
„ van Hitland te convoyeeren, terwyl de an-<br />
S ) deren, de Oost-lndifche Sjheepen in Dronv<br />
b, chem leggende, zouden gaan af haaien, oni<br />
ze te zaamen, met die uit de Oostzee ver*<br />
n<br />
II. DEEL. M „ wacht
M E M O R I Ë N T O T<br />
* wacht wierden, naar de Havens deezer Lan~<br />
„ den te geleiden." Dat vervolgends dit Es.<br />
» quader in de Noord-zee zou kruisfen, om<br />
z e H a v e n s t e d e k<br />
» °" ken , den Vyand aldaar<br />
„ zoo veel mooglyk afbreuk te doen, de Koop-<br />
„ vaardy Scheepen naar de Oost-zee te gelei-<br />
» den, en de Oost-Indifche Scheepen, die te-<br />
„ gen Oclober op die hoogte zouden kunnen<br />
„ komen, te gcmoet te zeilen, waarna het-<br />
„ zelve in 't einde van die Maand weder zou<br />
„ invallen, om winterlaag te houden, waar-<br />
„ toe de ongelukkige legging van onze Havens nood-<br />
„ zaakt vroegtyJig te moeten komen." Maar dat,<br />
„ om dit alles te durven onderneemen, zonder<br />
„ te kort te doen aan de voorzichtigheid, die<br />
„ te meer vereischt wierd, dewyl de ftaat on-<br />
„ zei Zeemacht , die aangezien het noch gering<br />
„ getal van Scheepen, en het gebrek aan Offi-<br />
„ eieren en Matroozen niet veel afbreuk kon<br />
„ lyden, het allernoodzaaklykst was, dat de<br />
„ Navale macht der Engelfchen elders beezig.<br />
„ wierd gehouden, en zulks het voornaamfte<br />
„ doel der geconcerteerde operatien moest wee*<br />
i>' zen."<br />
,, Dat de Heer Hertog dierhalven verzocht<br />
„ wierd, het bovengemelde plan aan zyn Hof<br />
„ meede te deelen, om op het fpoedigfte<br />
>•> mo-
ö P Ü ï L n E R t Ü (5, ENZ. 17$<br />
i, mogen weeten dé middelen eh de krachteri<br />
j, die hetzelve In 't werk zoude kunnett ert<br />
Ü Willeh ftellen, om tot de geftelde eindens<br />
,j meedë te werken." (a)<br />
Op den 8e. April kwam dë franfche Am<br />
basfadeur mondeling aan Zyne Hoogheid bren<br />
gen j het antwoord van zynen Meester op dett<br />
inhoud van evengemelde Note: de Gezant Zei<br />
hoofdzaaklyk: dat zyne Allerchristelyklté<br />
j, Majefteit doen Zou, alles wat de omftandig-<br />
i, heeden zouden toelaaten, om efficaceniem tè<br />
j, begünftigen de operatien die in de Note gede*<br />
}, vèloppeerd waren j en dat zyne Maj. dacht vari<br />
ü zeer veel belang te zyn, da;t de Heef Prins<br />
Stadhouder voortging met dë uitvoering<br />
iy daartoe te prepdreerëh, en té ver volgen met<br />
3, de gröotfte détotttU? (£)<br />
Zyne Hoogheid dèn Ambasfadeur verzocht<br />
hebbende zyn gezegde iri fchrift te vervatten $<br />
deed dié Heer o p den 16e. daaraanvolgende $<br />
aan den Heer Fiscaal geworden, het Biljet té<br />
vinden onder de Byl. IA B. gedagteekend deri<br />
8 e<br />
. April, inhoudende 't geen zynë Excell. bp<br />
deezen dag mondeling, zoo als wy zoo everi<br />
(V Byl. O.<br />
(i) Byl. P.<br />
M a<br />
gé*
ï8o M E M O R I Ë N TOT<br />
gezien hebben, aan Zyne Hoogh. gezegd had..<br />
De Fiscaal vertoonde fchriftelyk aan den Am<br />
basfadeur, dat deszelfs Note, in geenen deele<br />
beantwoordde 3 aan het verzoek den a6 Mjart<br />
fchriftelyk gedaan, dewyl zyne Excell. niet al<br />
leen verzocht was, 't geen van onzen kant zou<br />
gedaan worden ter kennis van zyn Hof te bren<br />
gen, maar ook teffens Ons meede te deelen, de<br />
Inftructun die hy Ambasfadeur ontvangen zou:<br />
en byzonderlyk de middelen, en de macht die<br />
zyn Hof zou kunnen of willen gebruiken, om<br />
het voorgeftelde doel te bereiken, op dat de<br />
noodige beveelcn alhier zouden kunnen gegee<br />
ven worden, (a)<br />
Het fchriftlyk antwoord van den Ambasfa<br />
deur daarop den 17e. aan meergem. Fiscaal over<br />
handigd, hield doch niets naders in: (bj maar 'c<br />
fehynt dat de Note op dit laatfte antwoord ten<br />
zelfden dage aan den Ambasfadeur, door meer<br />
gem. Fiscaal ter hand gefteld, (c) eenige meer<br />
dere aandrang bevattende , geleegenheid heefc<br />
gegeven tot de Note door zyne Excell. aan<br />
denzelfden Fiscaal overgegeeven den 3 Mey. (d)<br />
00 Byl. q.<br />
OPHE L D E R I N G , ENZ. l8l<br />
In deeze beweerde de Ambasfadeur, na de<br />
gewoone vertooning van 's Konings bereid<br />
willigheid, „ dat reeds als een gevolg van toe»<br />
„ bereidzelen in zyne Majefteits havens, ge-<br />
„ reekend moest worden, het gelukkig uitloo-<br />
„ pen van ons klein Esquader naar de West-<br />
„ Indien op den 8 €<br />
. April te vooren, dewyl<br />
„ door die toebereidzelen, de Engelfche Zee-<br />
„ macht geheel naar de Franfche Kusten ge-.<br />
„ trokken was: en dat het ook waarfchijnlyk<br />
„ was, dat zoo dra de gecombineerde Franfche en<br />
„ Spaanfche Vlooten in Zee zouden zyn, zy<br />
„ de gantfche Britfche Zeemacht zouden doen<br />
„ wenden naar de ftreeken die gem. Vlooten<br />
„ zouden bezetten, en Engeland dus buiten<br />
„ ftaat zou gefteld worden om te vermeerde-<br />
„ ren, 't getal der fcheepen die voor de Noord-<br />
„ Zee gefchikf waren. Dat de fchikkingen be-<br />
„ treklyk de operatien in het Canaal, geree-<br />
„ geld moetende worden, met de geene, die<br />
„ gedurende de gantfche Campagne plaats moes-<br />
„ ten hebben, zyne Allerchr. Maj. den Ko-<br />
ning van Spanje, aangaande deeze om beflis-<br />
„ fend antwoord gevraagd, en tot dat einde ee-<br />
„ nen Courier reeds den S3 April laastleedén<br />
„ naar Madrid gezonden had, die noch niet was<br />
s, wedergekeerd."<br />
M 3<br />
K o r t
ïffo "MEMORIËN T O T<br />
Kort daarna, den 14e. derzelver Maand,<br />
fchreef de Penfionaris Visfcher aan Burgemees*<br />
leren:<br />
„ Dat de Franfche Ambasfadeur aan den<br />
„ Raadpenfionaris gecommuniceerd had, dat de<br />
„ Koning zyn Meester van intentie was, pro?<br />
„ chainement, ( dit was het woord 1 de operati-<br />
„ en yan 's Lands Esquader te doen onder-,<br />
„ fteunen; dat Hy tot dat einde, eene gecoxnbi-<br />
v neerde v loot van 40 Scheepen van linie ' a) in<br />
„ Zee zou doen verfchynen, die in de Middel-<br />
„ landlche Zee en jn den mond van 't Canaal<br />
3, zou kruisfen, om daardoor de macht der Enfi<br />
gelfchen te verdeden a en van de Noord zee<br />
„ te verwyderen; terwyl men het retour van<br />
,» een Courier, naar Spanje gezonden , afvvacht-<br />
1* te, om nader kennis te geeven, wat eigen-<br />
p lyk de vereenigde Vlooten zouden doen."<br />
Dé<br />
(V De Heer Boers die des tyds zich te Parys voor "s Com.<br />
pagnies Zaaken bevond, fchreef my den 24-. Mey, dat voor<br />
zooveel hy had kunnen nagaan, het getal der Scheepen,<br />
die des tyds teBre«,I'Orient, Toulon en Rochefortzich,<br />
bevonden, beftond in ,8 a : 9, dewelke met die, die, on<br />
der g ( lejde van Mc de Quiche uit Kadix moesten komen ,<br />
22 a 23 uitmaakten: dat 'er wel meerder in de Havens<br />
F»ren, en ook aangebouwd wierden, maar buiten Raat<br />
firn yoor als npcji dienst te doen.
O P H E L D E R I N G , EHZ.' 183<br />
De Penfionaris voegde daar by, dat men in '*<br />
zeekere onderricht was, dat de Engelfchen op zyn<br />
hoogst 25 Scheepen van Unie in Zee kenden brai-<br />
Maar behalven dat hier weder geene bepaa<br />
ling van tyd was, wanneer die Scheepen zou<br />
den uitboren, en dat de Franfche Gezant,<br />
(volgens een nader fchryven van den Penfio<br />
naris Visfcher aan Burgemeesteren) gevraagd,<br />
of de gecombineerde Vlooten waren uitgeloo-<br />
pen , geantwoord had, dat hem daar niets van be<br />
wust -was, zoo fcheen evengem. Gezant, zoo<br />
kleine verwachting van de verrichtingen van<br />
die Vloot te hebben, dat hy omtrent dien zelf<br />
den tyd op de Rheede van Texel zich bevin<br />
dende, het uitloopen van ons Esquader fLrk<br />
afried, en zelfs de Scheepen, die toen op die<br />
Rheede lagen, en voor Frankryks Reekcning<br />
naar Oost-Indien moesten, liet neutralifeeren. (a~)<br />
't Is waar, dat in 't begin van Juny, hec<br />
Hof<br />
(V) 't Is te bewonderen dat een Minister van een groot<br />
Vorst, bekleed met het aanzienlyk en allezins eerbied<br />
waardig Characier van Ambasfadeur, waardoor hy dus<br />
als de Koning zelve moest befchouwd worden, zich vér-<br />
neederde, pin meede eene daad te pleegen, dienimmer<br />
aan de goede trouw getoetst heefc kunnen worden. '<br />
M 4
184 M E M O R I Ë N T O Ï<br />
Hof van Frankryk aan Hun Hoog Mog. ken<br />
nis gaf, dac 32 Scheepen van linie, meesc Spaaa-t<br />
fche, van Cadix naar hec Canaal zouden zeilen,<br />
waardoor, zoo hec gem. Hof zeide, terwyl de<br />
Engelfche Zeem: chc beezig zou gehouden wor<br />
den, ons Esquader geleegenheid zou hebben<br />
pm uic ce loopen, en 'c een of 'c ander ce on-<br />
derneemen.<br />
Maar korc daarna, kwam doch een Engelsch<br />
Esquader van 16 zwaare Scheepen voor onzen<br />
wal; cn alhoewel eenige derzelven , zich een<br />
poos daarna van onze Kusten verwyderden,<br />
wierd nochthnns by den Zee-Krygsraad betlo-<br />
ten, dat ons E-quader niec kon in Zee loor<br />
pen , om d; t hec te zwak was. 'c Is waar dat<br />
'er re gelykertyd eene ziekce heerschte , die<br />
een groot gedeelte der Matroozen buicen ftaat<br />
ftelde.<br />
r Deeze Zieken beeterden doch allengskens^<br />
en de gecombineerde Spaan fche en Franfche Vloo<br />
ten hadden eene diverfie kunnen maaken,<br />
Van welke wy party hadden kunnen trekken,<br />
zoo de geallieerde Hoven hadden kunnen goed<br />
vinden, gemeld; Vlooten wat langer omtrent<br />
de Engelfche Kusten, en op de hoogte van 't<br />
Canaal te laaten vertoeven. Maar in tegendeel,<br />
de aangekondigde gecombineerde Vloot vertoonde
O P H E L D E R I N G , ENZ. 185<br />
de zich wel ter beftemder tyd, doch de Fran<br />
fche Ambasfadeur gaf reeds in 't begin van<br />
Augustus kennis, dat zy binnen weinig dagen<br />
het Canaal zou. verlaaten.<br />
Te meermaalen wierden zyne goede Offi-<br />
cien, om de Vloot noch te doen vertoeven,<br />
tot dat ten minften de Scheepen der Oost - fnd.<br />
Compagnie binnen geloopen, en in behoude Ha<br />
ven zouden zyn, zonder vrucht verzocht: doch<br />
eindlyk nam hy aan, eenen Courier naar zyn<br />
Hof te zenden, om nadere Inftruétien te vraa-<br />
gen, zeggende'doch teffens, dat hy zulks niet<br />
deed , comme une fuite & en confequence du Con*<br />
fert, mais comme êtant le voeu de la Republiquei<br />
ppenlyk beweerende, dat door het Concert niets<br />
anders verftaan moest worden, dan dat men<br />
aangenomen had, elkander te waarfchouwen van<br />
't geen men doen zou: maar dat 'er nimmer hec<br />
voorneemen geweest was, om eenige operatie<br />
te concerteeren..<br />
Eenigen tyd daarna beweerde zelfs de Gezant,<br />
dat nimmer grooter dienst, dan door het even-<br />
gem. vroegtydig vertrek, aan de Republiek ge<br />
daan was, dewyl daardoor de Engelfchen ge<br />
noodzaakt waren geworden, die Vloot te vol<br />
den en de Noord-Zee te verlaaten. Hy beweer<br />
de zelfs, dac men ter kwaader trouw ons Esquar<br />
M 5
£85<br />
M E M O R I Ë N TOT<br />
der niet had laaten uitloopen, zoo dra de Engelfche<br />
Vloot ach w v o o r T e x d v e r w y d e r d<br />
had: ea Hy fcheen zeer kwaalyk te neemen,<br />
dat men geen geloof had willen flaan, a a n eenen<br />
parnculieren brief, die hy u* Oliënde ontvangen<br />
had, m welken gemeld wierd, darde Engelfche<br />
Scheepen in hunne Havenen waren ingevallen:<br />
terwyl doch alle de berichten die wy<br />
hadden meedebrachten, dat ze naar 't Noorden<br />
gezeild waren, om de Koopvaardy Vloot die<br />
zy uit de Oost-Zee verwachten te dekken.<br />
Hoe beuzelachtig die zwetfery van den Gezant<br />
was, is tastbaar: welke waarfchynlykheid<br />
was er, dat de Engelfchen, terwyl de gecombineerde<br />
Vlooten op hunne Kusten zouden zyn<br />
geweest, de hunne, door detachementen zouden<br />
verzwakt hebben, om Texel en de Noord-<br />
Zee t e b e z e t r e n ? m ^<br />
zu.dvvaards fteevenende, wierden zy zeekerlyk<br />
van a«e vrees voor hunne Kusten bevryd<br />
en kreegen de handen weder ruim.<br />
'< Was geen wonder, dat de Ambasfadeur 't<br />
gedrag van zyn Hof, dat, na den ophef dien<br />
men van 't nut dat de Republiek van die gecomhneerde<br />
Vlooten zou trekken gemaakt had, zeer<br />
vreemd moest voorkoomen, trachtte goed te<br />
maaken; m a a r ' t w a s o n h e u s c h y o m g ^ ^<br />
ker
pp H E L D E R I N G ) ENZ. 187<br />
ker woord re gebruiken, de geest van verwar<br />
ring die 'er regeerde, en het wantrouwen tegen<br />
de direclie van den Admiraal-Generaal te ver<br />
meerderen , met te beweeren, dat het de fchuld<br />
van deezen Heer, ja verzeld met kwaade trouw ,<br />
was.<br />
9<br />
t Is zeeker dat die Gezant zynen Meester<br />
jn veele opzichten wel gediend heeft, en vol<br />
gens de gewoonte der Franfchen, den ingang<br />
dien hy by zommige Regenten of voornaame<br />
Ministers had verkreegen, daartoe heefc laaten<br />
dienen: dewyl hy zeekerlyk zich verbeeld heefc,<br />
dac om zyn oogmerk te bereiken, het noodig<br />
was, den cweefpalc tusfchen de Regenten, en<br />
voornaamlyk cusfchen eenigen deezer, en zy<br />
ne Hoogheid, op hec fterkfte, aan ce ftooken:<br />
maar 5<br />
c is cefFens zeeker, dat daar uit, ten na-<br />
deele van Frankryk zelve, die werkeloosheid die<br />
hy en de zynen aan booze oogmerken coefchree-<br />
ven, dikwyls ontdaan is.<br />
't Geen wy hier te bock hebben gefteld,<br />
in alles wac aangaande dac zoo veel geruches ge-<br />
maakc hebbende Concert, is voorgevallen. Nim<br />
mer heefc men van 'c Hof van Frankryk kun»<br />
nen verkrygen, dac eenige bepaaling van dc<br />
macht mee welke, en van den cyd en plaacs op<br />
Welken, de gezaamenclyke operatien door haar<br />
zou-
* g S<br />
MEMORIËN TOT<br />
zouden onderfteund worden, gegeeven wierd.<br />
Nooit is 'er iets gekomen van dat antwoord van<br />
den Koning van Spanje, dat, zoo als de Fran<br />
fche Ambasfadeur gezegd had, alleen gewacht<br />
Wierd om de operatien te regelen naar die geene<br />
dte in de gantfche Campagne plaats zoudenmoeten<br />
nebben, (ff)<br />
Wy trokken nimmer het minde voordeel van<br />
dat Concert: zelfs weigerde Don Cordova, die het<br />
opperbevel over de gecombineerde Vloot voer<br />
de, onze Oost-Indilche Scheepen die te Kadi*<br />
mgeloopen waren, onder zyn Convoy, ten<br />
minften tot Brest, te geiden: voorgeevende<br />
geene last daartoe te hebben, en zelfs zynedesti-<br />
natte naar die plaats niet te weezen. Zn Monfieur<br />
de Gmche, die 't gebied over de Franfche Schee<br />
pen voerde, en die men voorgaf door 't Fran<br />
fche Hof gelast te zyn, die Scheepen (welks<br />
ladingen aan Franfchen verkocht waren ) naar<br />
eene der Franfche havenen te geleiden, ver-<br />
fchoonde zich deswegens, met te zeggen, dat<br />
«'et hy, maar Don Cordova het bevel over de<br />
Vloot voerde.<br />
In 't algemeen zyn de handelingen over dat<br />
Concert, ons zeer nadeelig geweest, dewyl,daar<br />
men gedurig in de verwachting w a s, dat 'er<br />
(fi) Byl. T.<br />
1CtS
O V H E L D H I N G , ENZ.<br />
iets van komen zou , niets bepaald heefc kunnen<br />
worden, wegens eenige afzonderlyke verrichting,<br />
die onze Scheepen zouden hebben<br />
kunnen doen.<br />
't Is dus alleen geweesc om hec genoc te heb- -<br />
ben van de voorgemelde waarfchouwing (zie<br />
bl. 71) dac wy de Mediatie van de Keizerin,<br />
en de afzonderlyke handelingen met Engeland<br />
van de hand geweezen, en ons verbonden hebben,<br />
geene Vreede, hoe voordeelig die ons<br />
ook mochte aangeboden worden, te maaken,<br />
voor dat de beraamde Maacregelen ce werk<br />
zouden zyn gefteld.<br />
Moec men de fchuld van alles den Franfchen<br />
geeven? geenzins, naar myne gedachcen, gelyk<br />
Ik reeds ce vooren heb opgemerkt, 'c Geen bedriegery<br />
zou heecen van Burger roe Burger, is<br />
fhatkundige behendigheid by de Vorften of<br />
hunne Ministers. De Hertog de la Vauguion had<br />
ten behoeven zyn's Meesters, zich ten nutte<br />
gemaakt het enthousiasme, in 't welk men voor<br />
zyn Hof was, Ons van Engeland af te houden;<br />
ons in den Oorlog te doen volbarden 5<br />
ons zoo veel, zyn Meester zoo min mooglyk,<br />
te verbinden, was 'c geen hy betrachten moest.<br />
Die geenen, die lichtgeloovig genoeg zyn geweesc<br />
, om zich op zyne fraaye woorden te ver-<br />
laa*
*£Ö Hl É M O R I E N T 0 f<br />
ÏT' ^ d<br />
" S r 0 e k e l 0 0 S d 6 n S t a a c<br />
-rbonderi<br />
hebben, zonder alvoorens verzeckerd te zyn<br />
dat dezelve 't genot van het beloofde zou'<br />
hebben, die alleen zyn te befchuldigen. Wat<br />
een geroep was 'er van dat Concert geweest! 'c<br />
heil van t Land fcheen
O P H E L D E R NG, ENZ. ÏOI<br />
vooren gezien hebben, aan den Franfchen Aro><br />
basfadeur gegeeven waren, nochtans de Natie<br />
en hunne meede Staatsieeden, in den waan hiel<br />
den , en diets maakten, dat dat geliefd Concert<br />
van weerszyde zyn beflag gekreegen had, en de<br />
uitvoering van 't beraamde, niet aan der Fran<br />
fchen, maar aan onze zyde agterbleef.<br />
Men gebruikte zulks, voornaamlyk om den<br />
Heere Stadhouder te befchuldigen, en den blaam<br />
op Hoogstdenzelven te doen vallen. Ik nam<br />
de vryheid zulks Zyne Hoogheid onder 't oog<br />
te brengen, en voor te ftellen, om van den<br />
toeftand der zaaken, voornaamlyk betreklyk<br />
dat Concert, opening ter Generaliteit te geeven.<br />
Myn doel met die kenntsgeeving was vooreerst,<br />
om aan de gantfche Waereld te doen zien, dac<br />
niet van den kant der Republiek, maar van dien<br />
van't Franfche Hof, aan 't heilzaam oogmerk dat<br />
men met dit Concert voorhad, niet beantwoord<br />
was. Ten tweeden, om Zyne Hoogheid, wien<br />
meerendeels de fchuld van het niet voldoen aan<br />
den Concert gegeeven wierd, van dien blaam<br />
volkomen vry te doen erkennen: en ten derden,<br />
om te doen bedriten toe reprefentatien aan 'c<br />
Hof van Frankryk.<br />
Men had dienvolgens gaarne gehad, dat Zy<br />
ne Hoogheid die kennisgeeving had ingericht<br />
vol-
102 M E M O R I Ë N T o f<br />
volgens het plan, te vinden onder Bylage Lai<br />
V.:en dat vervolgens ter Generaliteit, tot het<br />
doen der verlangde Reprefëntatien genomen<br />
was geworden, de Refolaue te vinden onder de<br />
Byl. La. W.<br />
Maar hoe zeer Zyne Hoogheit in 't eerst<br />
daartoe fcheen geneegen te zyn, zoodanig dat<br />
Hoogstdezelve reeds de Heeren yan Lynden<br />
van Hemmen, Griffier Fage/,- en Raadpenfiona<br />
ris ontboden had, om hun van zyn voornee<br />
men kennis te geeven, zoo wierd Hoogstde-<br />
-zelve door den laatften, die een ogenblik voor'<br />
de anderen ter audiendie van Zyne Hoogh. toe-<br />
.gelaaren wierd, daarvan wederhouden : en Zy<br />
ne Hoogh.^ deed vervolgens op den 6 Mey,<br />
alleen in 'c fecreet Befogne in plaatze van in<br />
de Vergadering van Hun Hoog Mog. he- ver<br />
flag te vinden onder La. X. in 't welk de pre.<br />
misfen wel dezelfde zyn, maar het flor geheel<br />
anders is dan in het bovengem. Concept, (a)<br />
dewyl daar afgelaaten is geworden, de aanwy-<br />
'Zing van het onbetaamlyk gedrag van Frank<br />
ryk, en het betoog der noodzaaklykheid om<br />
deswegens aan dat Hof de noodige reprefënta<br />
tien te doen, daar het doch, wilde de ftap van<br />
(a) Byl w".<br />
Zyne
O P H E L D E R I N G , ENZ. I95<br />
Zyne Hoogheid eenigzins van klem zyn, op<br />
aankwam.<br />
Die ftap was dan nutteloos * Zyne Hoogheid<br />
wierd bedankt voor-de gegeevene Communica<br />
tie en gelaudeerd: maar niemand buiten de 9<br />
ol 10 Leeden , die gewoonlyk het groot Be-<br />
fo-me uitmaaken, wierd van den waaren ftaat,<br />
in welken het Concert zich bevond, onderrichr f<br />
en ieder bleef in de gedachten, dat alles met<br />
Frankryk overlegd en geconcerteerd was: zóo,<br />
dat Burgemeesceren van Amfterdam , toen de<br />
Penfionaris Visfcher, (die doch van den waaren<br />
toeftand der zaake onderricht was,) by eene<br />
Misfive van u Aug. gefchreeven uit 'sHage*<br />
aan Hun voorftelde, om eene propofitie van<br />
Stads wegen ter Vergadering van Holland te<br />
doen , om d'operacien voor iƒ83 weder mep<br />
het Hof van Frankryk te concerteeren > daar ge"<br />
reedelyk in toéftemden, zonder aan te merken i<br />
gelyk anders natuurlyk zou Zyn geweest, dac<br />
zoo dat concerteeren voor 1783 geen beecer ge<br />
volg had, dan dac van 1782, het vry nutteloos<br />
zou zyn, zich daardoor weder de handen ce<br />
binden.<br />
Die propoficie wierd dan gedaan op den i f$.<br />
daaraanvolgende, en oo den 19e. September we<br />
der in deliberatie gebragt. Delft ftelde toen<br />
II. DEEL. N foor,
I#4 M E M O R I Ë N T O T<br />
voor, het Concert* niet alleen voor 1783, maar<br />
voor den gantfchen Oorlog te maaken: en dit<br />
wierd op den 1 ie. Oftober eenpaarig , op de<br />
Ridderfchap naa, die 't alleen voor 1783 wilde<br />
doen, bedoten.<br />
Aangezien dan de verknochtheid van zommige<br />
Regenten, aan de belangen van Frankryk,<br />
en de vooringenomenheid der meesten voor<br />
die Mogendheid, 't geen genadig bevorderd<br />
wierd, door de vleijende taal van den Ambasfadeur,<br />
terwyl het geheugen, der door de Engelfchen<br />
toegebrachte gevoelige flagen, by de<br />
gantfche Natie noch versch was, was het geen<br />
wonder, dat het aanzoek van Engeland van<br />
de hand geweezen , en de brief van den eerften<br />
Staatsdienaar voor duister en hedriegïyk<br />
verklaard wierd : dat even nutteloos dezelfde<br />
Staatsdienaar den 4e. Mey eenen tweeden brief<br />
tot uitlegging, en bekrachtiging des eerden,<br />
den Rusfifchen Minister te London, den Heere<br />
Smm ter hand (lelde , om door middel<br />
van den Rusfifchen Minister in 'sHage, met<br />
eene bygevoegde ter zaake dienende Memorie<br />
ter kennis van Hun Hoog Mog. gebracht tl<br />
worden. Ca) De brief luidde:<br />
MON-<br />
(«) Zie de Memorie, Jaarboeken \jfö f bl. 5 4 4.
O P H E L D E R I N G } ENZ. Ip5<br />
MONSIEUR!<br />
Je nai pas tardé d mettre faas les yèiix da<br />
Roi, la communicaüon que vous me fitesFlumneuf<br />
de me faire le V'. du mois, S. M. Fa recue comme<br />
une nouvelle marqué d'amitié de la part de fa<br />
Maj, Imp. & comme une frreuye de Finteret vif<br />
& fineer e quells prend au retablisfhncnt de la paix<br />
entre la Grande Bretagne & fin ancienne Alliée.<br />
Je crois qu'il ferait inutile de vous marquer , Monfieur,<br />
que fa Maj. a entendu les fentiments de fa<br />
Maj. Imp. avec dautani plus de fatisfaclion qifils<br />
renferment des conjèils en tout point conformes aux<br />
demarches que fa Maj. a deja prifes pour fecow<br />
der les bons Offices de la Cour de Petersbourg,<br />
Le Roi fe promet d'avance que fa Maf. Imp. entendra<br />
avec plaifir, quil a des longtems prevenu<br />
fes fagss confeils, en offrant aux Hollandais<br />
une liberté de Navigation enticre felon le Traité<br />
de 1674, entre la Grande Bretagne & la Repu*<br />
blique. Traité, par le quel les principes de la Neutralité<br />
armée font etablis, quant aux farties con-><br />
tra&antes dans leur plus grande etendue. Sa Maf<br />
na donc aucune d':fficultê de dire qu'ElIe accept<br />
te pour bafe de la paix particuliere er.trcEllc&<br />
les Etats Generaux, la Navigation libie, felo-t<br />
N a let
106* M E M O R I Ë N T O T<br />
les principes réclamés, par fa Maf. Imp. dans fa<br />
dedaration du 8 Fevrier 1780,<br />
Au reste, Monpeur, vous me per mettrés de re<br />
marquer, qifen vous communiquant cesfentiments<br />
du Roi, je ne crois que répéter ce que feus !hon-<br />
neur de vous ecrire, par fon ordrele i
O P H E L D E R I N G , ENZ. ÏO7<br />
Op den ie. July wierd dan by Hun Hoog<br />
Mog. in navolging van 't geen reeds op den<br />
12 Juny by de Staaten van Holland bepaald<br />
was , befloten : aan de Keizerin van Rusland<br />
te verklaaren , „ dat men om reede der gecon-<br />
„ certeerde operatiën met Frankryk, buiten<br />
(laat was, om over eene afzonderlyke Vree-<br />
„ de met Engeland in onderhandeling te tree*<br />
„ den." (a )<br />
Het befluit wierd doch niet eenpaarig ge-<br />
noomen : Zeeland bleef Hemmen voor afzon- -<br />
derlyke handeling , mits het wedergeeven on<br />
zer genoomene bezittingen, en eene reedelyke<br />
fchavergoeding kon bedongen worden: en voor<br />
af het point der vrye Vaart wierd toegegee.<br />
ven : een wapenililtland verlangde de Provin<br />
tie niet, maar wel dat men Frankryks goedkeu<br />
ring zou trachten te verwerven. Het was<br />
d'eerftemaal niet, dat die Provintie fcheen de<br />
voorzichtigfle party te hebben gekoozen.<br />
Kort voor dat dit antwoord aan 't Hof<br />
van Petersburg in een Memorie aangeboodets<br />
wierd, (&) had hetzelve aan dac van Verfail<br />
les laaten verwonen, hoe zeer het verwachcee,<br />
(a) Jaarboeken 1782, bl. 6j8, 722.<br />
f<br />
h) Jaarboeken 1782 , bl 724.<br />
N 3<br />
dat
Ip8 W E M Q R I E N T O T<br />
dat men aldaar het maaken van eene afzonderly-<br />
ke Vreede niet zou afkeuren: en het antwoord<br />
oaarop was geweesc, „ dat hoe zeer men de<br />
„ Republiek deswegens niet wilde" geneer en,<br />
men aoch niet ontkennen kon, dat het overleg, om<br />
te zaamen gedurende deeze Campagne te ageer en,<br />
, zoo verre gevorderd zynde, deeze Vreede voor ah<br />
noch als omydig deed voorkomen.<br />
Weinige dagen na dat het voorgem. antwoord<br />
der Staaten aan Mevrouw de Keizerin afgezon<br />
den was, betoonde de Franfche Ambasfadeur<br />
by eene Memorie Ca) het genoegen zyn's Mees<br />
ters, over die afwyzing: met de fterktte en<br />
fraaifte verzeekeri ,gen van bet deel dat zy,<br />
ne Maj. nam, in 't welzyn van de Republiek:<br />
cn dat Hoogstdezelve haar voordel en verlan.<br />
gen, om by het maaken eener algemeene Vree<br />
de, Haar belangen niet van de zyne af te fcheü<br />
den, met vermaak aannam.<br />
Ook had de Penfionaris Vifcher reeds den<br />
5e-Juny aan Burgemeesteren gefchreeven, dat<br />
de Ambasfadeur hem gezegd had,,, dat de Heer<br />
„ Granvüle aan de Graaf de Vergennes voor-<br />
9S da gen tot eene afzonderlyke Vreede ge-,<br />
i, daan hebbende, van den Graaf rot antwoord<br />
„ gckreegen had, aat mgem tn zou werden ge..<br />
r \ T . , h tre&<br />
(•) ,8-rboJvea * ? R 2 , bi . ,24,
O P H E L D E R I N G , ENZ. IQ?<br />
,, treeden, zonder dat daar onder begrepen mer-<br />
„ den allen die deel in den tegenwoordigen Oor-<br />
„ log hadden: dat Granville daarop gerepliceerd<br />
„ hebbende, dat zulks alleen toepaslyk kon-<br />
„ de zyn op de geallieerden van zyne Maie-<br />
„ Iteit, de Vergennes hem daar weder op had-<br />
5, de toegevoegd: Dat wel waar was, dat zyn ~<br />
„ Meester geene dire&e alliantie met de Republiek<br />
„ had, maar dat zyne grootmoedigheid en groot-<br />
„ heid ' fa magnanimité & dignité ) niet toelie-<br />
„ ten, dat hy de Republiek aan haar zeiven overliet"<br />
Wenschlyk ware het geweest, dat eens on*<br />
derfteld, dat 's Konings Ambasfadeur i zyne<br />
Majelteits waarachtige gevoelens uitboezemde<br />
, zyne Maj. by dezelve gebleeven was: maar<br />
wy zullen zien, hoedanig die gevoelens des<br />
Allerchristelykften Konings, of ten minften van<br />
zyne Ministers, hun minder in 1783 bezielden.<br />
Wy hebben te vooren, (bl. 132 envolg.)gezien,<br />
hoedanig in het begin het voorneemen<br />
had gefcheenen te zyn, de Gedeputeerden der<br />
Oost lnd. Compagnie te Parys, van der Perre<br />
en Boers, tot zeekere geheime- handelingen aldaar<br />
te gebruiken, en hoedanig daar weinig of<br />
niets van gekoomen was, doordien de Raad- -<br />
N 4 pen-
3oq<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
penfionaris het fchryven van den laatften onbe<br />
antwoord, en hun van nadere Inftrudfien on<br />
voorzien gelasten had.<br />
Maar toen het hoogstwaarfchynlyk was ge<br />
worden , dat de Vredehandelingen te Païys<br />
zouden worden voortgezet, oordeelde men vol<br />
ftrekt noodig, iemand van hier, ter adfifientic<br />
van den Htere van Berkenrode te zenden<br />
Friesland had den 28! July ter Vergadering<br />
vm Hun Hoog Mog. voorgefteld, iemand naar<br />
Vf®» te zenden, om de conferentien by te<br />
woonen. Te vooren had men reeds daartoe<br />
gedoodverfd, den Heere Brantfen, Burgemees<br />
ter van Arnhem, en wegens Gelderland Gede.<br />
puteerde ter Generaliteit, van wiens bekwaam<br />
heid, zoo uit hoofde zyner natuurlyke talenten,<br />
goed voorkomen, als verkreegene , ondervin<br />
ding in het behandelen der publieke zaaken<br />
men m 't algemeen, goede verwachting had/<br />
Toen het voorneemen om evengem. Heere<br />
te benoemen, te Parys bekend wierd, beviel<br />
het weinig: zelfs wierd de Hertog de la V aUr<br />
•gmon gelast, by den Raadpenfionaris, en daar<br />
het verder dienft-g mochte zyn, te vertoonen,<br />
dat men gaarne zou zien, dat de Heeren van<br />
der Perre en Boers, den Heere van Berkenrode,<br />
'. dc onderhandelingen wierden toegevoegd:<br />
de-
OPHELDERING, ENZ. SOI<br />
dewyl doch de zaaien van d'Oosc Ind. Comp.<br />
ten minften voor een groot gedeelte, het onder»<br />
werp van die handelingen zouden uitmaaken.<br />
Ook deed men blyken, dat het mishagen zou,<br />
zoo men den gewoonen Ambasfadeur, die men<br />
byzondere achting toedroeg , eenen anderen<br />
toevoegde.<br />
Maar dit behaagde geenszins aan de geenen, -<br />
die toen reed» begonden de zaaken te beftuu-<br />
ren, met die overheerfching, van welke men<br />
eenigen tyd daarna, en wel tot na de gelukki<br />
ge omwenteling, in September 1787 voorgc«i<br />
vallen, zoo veel gevoel gehad heeft.<br />
Nogtans was het ontzach voor Frankryk zoo<br />
groot, dat men met de benoeming niet durfde<br />
voortgaan, maar den Hertog de la Vaugnion,<br />
door den Raadpenfionaris liet verzoeken, daar<br />
over eenen Courier naar zyn Hof te zenden, met<br />
verzoek, dac doch de Koning de Republiek niet<br />
wilde gerteeren, in de toevoeging van iemand<br />
aan den Heere yan Berkenrode.<br />
Hierop kwam kort daarna verzeekering van<br />
den Graaf de Vergennes, dac zulks hec oogmerk<br />
•niec was, maar dac hy gemeend had, mee voor<br />
kennis van zyne Maj. poogingen te mogen doen,<br />
om voor ce komen iecs, dac noodwendig ftrek-<br />
'ken moesc, om aan eenen Miniscer van de<br />
N 5 Re^
202 M E M O R I E N T O T<br />
Republiek, die zoo lang aan 't Hof van zyne<br />
Maj. op eenen aangenaamen voer geweest was,<br />
een weerzin in zynen post te doen krygen: dat<br />
hy Grave de Vergennes daarom die poo-ingen<br />
als noch herhaalde: en te eerder, om 3at hy<br />
oordeelde, dat 'er geene reedenen waren, om<br />
zich zoo zeer te verhaasten.<br />
Men vond doch niet goed, aan 't gevoelen<br />
van gem. Graave te defereeren. De Gedepp<br />
van de Compagnie, van welken men niet verwachtte<br />
die tocgeevenheid, die men by de onderhandelingen<br />
over 't Vreede'swerk verlangde,<br />
waren niet naar den fmaak.<br />
De Heer Brantfen wierd dan benoemd , en den<br />
io Aug. wierd zyne Inftrucfie gearresteerd (a);<br />
Toen deeze aan Burgemeesteren van Arafteldam<br />
door 's Stads Gedeputeerdens ter dagvaart,<br />
gezonden wierd, zonder alvoorens het<br />
concept aan hun te hebben medegedeeld, zoo<br />
als dat gewoonlyk gefchied, fchreeven Gedepp<br />
voorn, daar by, dat het eerfte voorneemen wel<br />
was geweest, om volgens het verlangen van<br />
Burgemeesteren, daar in te ftellen, dat 's Compagnies<br />
Gedeputeerdens te Parys , by de Vreedehandelingen<br />
, wanneer over 's Compagnie's<br />
zaaken gehandeld zou worden, tegenwoordig<br />
(«) Bv2. y. moes»
O P H E L D E R I N G , ENZ. 203<br />
moesten zijn; doch dat zulks geheel uit het geheugen<br />
verboren was geworden. Zonder dat<br />
doch door gem. Stads Gedeputt. daarvan eenige<br />
reede gegeeven wierd.<br />
't Natuuriyke gevolg daarvan is geweest, dat<br />
's Compagnies Gedeputeerden, ook daarna zelden<br />
of nooit geraadpleegd, veel min by de handelingen<br />
geroepen zyn geworden.<br />
Men had zich met hc: benoemen van den Heer<br />
Brantfen eenigzins verhaast, om dat men den<br />
1 a Aug. met een Expresfe van den Heere van<br />
Berkenrode, de tyding ontvangen had, dar de<br />
Heer Fitz Herben, Engelsch Minister te Parys,<br />
hem Ambasfadeur kennis had gegeeven,<br />
„ dat hy gelast was, om met de bettigereerende<br />
„ Mogendheeden over eene algemeene Vree-<br />
„ de te handelen: dat de Graaf de Vergennes<br />
hem, Fitz Herbert, op depropofitie,oai met<br />
ieder dier Moogeidheeden afzonderlyk te<br />
handelen, gezegd had, dat hy in allescommu-<br />
„ nicatief cn eenfchappelyk met de Oorlogende<br />
„ Moogendheeden te werk zou gaan." En men<br />
had noch te gemaklyker tot de benoeming beflootcn,<br />
om dat de Heer van Berkenrode, hoe<br />
zeer hy zyn ongenoegen over de meergem. benoeming<br />
aan Zyne Hoogh. te kennen had gegeeven,<br />
als nu verzocht, dat hem iemand zou<br />
toe-
?e>4 M E M O R I Ë N T O T<br />
toegevoegd worden: en aan den Raadpenfionaris<br />
gefchreeven had, dat die benoeming in de<br />
tegenwoordige omftandigheeden, hem geene<br />
moeite zou* doen, ja zelfs daarna te verlangen.<br />
De Inftruétie van den Heere Brantfen hield,'<br />
gelyk men zien kan,, f» niets in, dan eene algemeene<br />
last, en fchoon men noch hoog opgaf<br />
van de ftandvastigheid Van den Koning<br />
voor onze belangen, konde het, ten minften<br />
aan die, die niet vooringenomen waren, niet<br />
twyffelachtig voorkomen, dat wy niet dan nadeelige<br />
voorwaarden by het maaken der Vreede,<br />
zouden kunnen befpreeken. Ook had de<br />
Hertog de la Vauguian, reeds in July, aan den<br />
-Heere Stadhouder gezegd, dat men by de onderhandelingen<br />
over een dedommagement zou<br />
kunnen fpreeken, maar dat het belachlyk zou<br />
zyn, daar op te blyven ftaan.<br />
De flechte uitzicht die men dan had op het<br />
uiteinde van dat werk, maakte dat 'er meede<br />
eene zeer geringe wa S voor d'eere, door eenen<br />
Minister daarby in te leggen : en men had waarlvk<br />
reede den Heere Brantfen verplicht te zyn,<br />
dat hy die Commisfie wel op zich wilde nee.<br />
men, en de aangenaamheden van \ Paryfche<br />
-verblyf zoo duur kopen, 't Is waar, dac het<br />
00 Byi. Y, ver.
O P H E L D E R I N G , E N Z. 2Ö>J<br />
Vertrouwen, dat die Heer reeds gedeekelyk<br />
voor zyn vertrek had, en daarna Volkomen ge<br />
had heeft, van die geenen die zich toen reeds<br />
als Opperbeftuurders gedroegen, dien post voor<br />
hem draaglyker gemaakt heeft, dan dezelve<br />
voor eenen anderen zou geweest zyn.<br />
Toen evengem: Heer te Parys kwam, was<br />
het Vreeden's werk noch niets gevorderd: men<br />
begreep zelfs aan 't Hof van Verfailles niet,<br />
wat m.m in Engeland met het zenden van den<br />
Heere Fitz Herben beoogd had: en men had,<br />
om deswegens onderricht te zyn, Monfieur de<br />
Raineval één der Commiefen van het Departe<br />
ment der buitenlandfche zaaken, dervvaards ge- 1<br />
Zonden. Deez' bleef daar maar weinige dagen;<br />
en kwam weinig beeter onderricht weder t'huis.<br />
Mylord Shelburne, die toen het voornaam be<br />
wind in handen had , had zeekerlyk niets be<br />
paalds kunnen zeggen op het Cardinale punt,<br />
de onaf hanglykheid van America, dewyl men het<br />
gevoelen van 't Parlement, dat noch niet ver<br />
gaderd was geweest, niet had kunnen vernee-<br />
men.<br />
Maar terwyl Mr. de Raineval in Engeland<br />
was, gefchiedde iets, dat daarna tot het fluiten'<br />
der vreede veel heeft toegebracht,- n:.rimtyk,<br />
het bekend verbranden der vlottende Bacieryen
fiOfj M E M O R I Ë N T O T<br />
ryen voor Gibraltar, dat zeekerlyk bewerkt<br />
heeft, het afzien van Spanje van het wederkrygen<br />
dhr Vesting.<br />
• Omtrent deezen zelfden tyd, wierden de<br />
geesten der In- en Opgezeetenen in de Republiek,<br />
of zy niet al genoeg verhit waren, noch<br />
meer opgewonden, door eene gebeurtenis,<br />
die was zy niet door een aantal Staats Refolutien<br />
buiten alle gefchiedkundige twyffeling geftcld,<br />
by de nakomelingfchap, denklyk, voor<br />
zeer verdacht zou gehouden worden.<br />
Het is genoeg bekend, uit welken elendigen<br />
toeftand, onze Zeemacht, gedurende den loop<br />
van de Jaaren I 73I en 1782. allengskens het<br />
hoofd had beginnen op te beuren, zoodanig dat<br />
wy in July 1782. in zee brachten een Esquader<br />
onder bevel van den Vice-Admiraal Hartfmck,<br />
beftaandc uit 1 Schip van 70, 4 van 68, 1 van<br />
64, 1 van 60, 7 van 54 ftukken gefchuts, behalven<br />
4 van 40 ftukken en eeniga Fregatten.<br />
Doch deeze macht wierd noch zoo weinig beffend<br />
tegen die der Engelfchen geoordeeld,<br />
dat, na dat het Esquader omtrent half Augustus<br />
door ftorm genoodzaakt was geworden binnen<br />
te vallen, alle de Officieren in eenen Krygsraad,<br />
op last van Zyne Hoogheid den o September<br />
beleid, begreepen, dat iet roekeloos zou<br />
me-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 207<br />
weezen, 's Lands Navale Macht in zulk een haar m<br />
blyklyk gevaar te jlellen Terwyl zy op den 4e,.<br />
even te vooren, na hetzelfde vertoond te heb-,<br />
ben, hun advys beflocen hadden, met aan te.<br />
wyzen hoedanig 's Lands Schecpen, zoo in<br />
Texel als in \ Vlie, geplaatst zouden kunnen<br />
worden, om die Zeegaten te befchermen te<br />
gens 's Vyands geweld. Qa s<br />
Uit de Lysten der Admiraliteiten (F) blykt:<br />
dat gedurende hec jaar 1782 by de L o^legien<br />
van de Maas en Amfterdam in Equipagie zyn<br />
geweest, en binnen Europa gediend hebben , 1<br />
Schip van 70 , 8 van 60, en 7 van 50 ftukken<br />
behalven de Fregatten, by welke noch op»<br />
genoemd kunnen worden 1 van 70 en 1 van<br />
50 uit Zeeland, naamlyk Zuid - Beveland en<br />
Goes.<br />
In deezen ftaac was onze Zeemachc, coen de<br />
Hercog de la Vaugion, eersc mondeling, en<br />
daarna by twee onderfcheidene Memori.n, aan<br />
Zyne Hoogheid, uit naam van zyn Hof, voor-<br />
ftelde, om tien van's Lands Scheepen terftond<br />
naar Bresc re z?nden, om mee 's Konings's Schee<br />
pen ce conjungeeren, welke Scheepen van daar,<br />
zoo<br />
fa) Zie de Byl, behoorende tot het vervolg van de<br />
Misfive van Zyne Hoogheid, No. 1 en 2. bl.3 ené<br />
(i)Byl. L». Z. i, a en 3.
£ö8 M E M O R I Ë N T O T<br />
zoo als de Ambasfadeur zeide, indien Hun H.<br />
H. M. M. zulks raadzaam oordeelden; de midde<br />
len yan defènfie van Hoogstderzel>cr Etablisfc^<br />
ment en, byzonder die in Afia geleegèn Zyn, zou<br />
den kannen protegeer en, of wel de concert met<br />
de Scheepen, die zyne Aller christelykfle Majefteii<br />
te Br est had, afhebben zou, het westen en zuiden<br />
yan Engeland blocqueeren, dé Convooyen des l'y.<br />
ands intercepteereh, en aan deszelfs commercie af<br />
breuk dnen: en wyders dat de Floot van de Repu<br />
bliek zonder uit/iel mochte gezonden worden aan de<br />
andere zyde van 't Canaal, om aldaar, zoo het<br />
mooglyk was, een zeer ryk gelaaden Convooy, het<br />
welk men vcrzeekerde, dat in V begin van Augus^<br />
tus, onder geleide van den Admiraal'Rodneyver<br />
trokken was, te ihtercepteeren.<br />
Zyne Hoogheid, zoo als Hoogstdezelve in<br />
deszelfs Mi five en Memorie aan Hun Hoo*<br />
Mog. (a) zegt, bevond zich door dac voor<br />
ftel in geene kleine verleegenheid, y dewyl<br />
„ dez 'Ive aan den eenen kanc gaarne alles wat<br />
„ aan hec Hof van Frankrijk eenigzins onaart-<br />
}, genaam weezen kon, wilde vermyden : en<br />
„ aan den anderen kant, meer dan eenezwaa-<br />
„ righeid in dac voorftel bevond: zoo om dat de<br />
w<br />
Krygsoperacien met hec zélfde Hof geeoiï-<br />
„ zet*<br />
(«) Zie het evengem. aangehaald vervolg, bl. 33*
O P H E L D E R I N G , ENZJ ao«?<br />
3, certeerd, als ten einde liepen: om dat Zyne<br />
j, Hoogheid vreesde, dat de macht van de Re-<br />
i, publiek op deeze wyze verdeeld worden-<br />
j, de, de mooglykheid benomen zou worden,<br />
j, om het noodige ter beveiliging der verwacht<br />
5, wordende Oost-Indifche Scheepen, en der<br />
• Scheepen uit de Oost - Zee, in het werk te<br />
,, ftellen: of ten min'len dat langs deezen weg,<br />
's Lands Navale macht in de Noord-Zee,<br />
li in het voorjaar van 1783 niet dan zeer ge-<br />
j, ring zou kunnen zyn."<br />
Zyne Hoogheid befloot dierhalven, na al-<br />
voorens te hebben ingenomen de gedachten<br />
van de Heeren Fiscaalen Bisdom en van der'<br />
Hoop b en van de Vice- Admiraals Reinst en<br />
Zoutman, (van welken, zoo ik vermeene, de<br />
eerfte ongünftig, en de andere gunftig op het<br />
voorftel dachten,) gem. Memorie op den 23'<br />
Sept. meede te deelen, aan het fecreet Befog<br />
ne van Hun Hoog Mog.<br />
Alvoorens daarop' te befluiten wierd goed<br />
gevonden, het advys der Admiraliteiten in te<br />
neemen. Van deeze bevond zich de meerder<br />
heid daarvoor te zyn. De zaak vervolgens we<br />
der in 'c fecreet Befogne gebracht zynde, keur<br />
den de Gedeput. van Holland, de Heer van den<br />
Sandheuvel en de Raadpenfionaris: vau Fries*'<br />
II. D E E L . O landf
SIO M E M O R I Ë N T O T<br />
land de Heer van Kuffeler: en van Overysfel de<br />
Heer van Dedem, het voordel goed: maar de<br />
Heeren George yan Randwyk, Lynden van Bli£~<br />
tmwyk, Brantzenhirg en Tjasfens, refp. Gede<br />
puteerden van Gelderland, Zeeland, Utrecht<br />
en Groningen, waren huiverig: men befloot<br />
dus niets, en het Befogne wierd gecontmu*<br />
eerd.<br />
Doch de Heer de la Faitguion een befluitend<br />
antwoord op zyne Memorie gevraagd hebben<br />
de, drongen de Holïandfche Heeren op den 2S<br />
Sept. dat een raporc mochte uitgebracht wor<br />
den : en dewyl de Groningfche Heer intus-<br />
fchen zich had laaten overhaalen, om zich by<br />
de Hollandfchen te voegen, zoo wierd op den<br />
28e,. daaraanvolgende, na dat de Hertog noch-<br />
maals had aangedrongen, het raport overeen-<br />
komdig de gedachten van Holland, ter Verga<br />
dering van Hun Hoog Mog. uitgebracht: doch<br />
Gelderland, Zeeland en Utrecht verzocht heb<br />
bende, dat het beduit tot Maandag mochte uit-<br />
gefteld worden, wierd die dag daartoe bepaald,<br />
Men vond doch niet goed óp den bepaalden<br />
dag tot een beduit te komen, om dat tyding<br />
ingekomen was, dat de Admiraal Hom, uit hoof<br />
de van geleedene fchaade op de kust van Frank<br />
ryk, de reis niet had kunnen, en ook om het<br />
ter-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2J1<br />
verbranden der vlottende Batceryen, niet had<br />
wilien vervorderen.<br />
Maar op den 3e. Odober wierd ter Generaliteit<br />
met vier Provinciën , Holland , Fries»<br />
land, Overysfel en Scad en Lande (want Zeeland<br />
referveerde de vrye deliberatien haarer<br />
Principaalen, en ik vinde. niet dat Gelderland<br />
en Utrecht zich verklaard hebben) befloten,^<br />
Zyne Hoogheid zou verzocht worden, om hoe eerder<br />
zoo beter te willen despicieeren seenenvlag-Officier,<br />
mitsgaders 4 a 5 Scheepen van 60, 3 a 4 van 50, en<br />
a d 3 Fregatten,met een Kotter ofAdvysjacht, om<br />
naar Br est te doen detacheren: ten einde aldaar te<br />
everwinteren, en de nadere ordres van hier aftewachttn:<br />
of gecombineerd met een Fransch Esquader, zoodanige<br />
Expeditien in de Europifche Zeeën te doen 3<br />
als de voorn. Flag-Officier met overleg van den commandeerenden<br />
Officier aldaar, dienftig zou moogen<br />
mrdeelen: met dien verftande nochtans, dat voorsz.<br />
erdre van H. H. M. zou moeten worden gehouden<br />
voor vervallen, wanneer door aanhoudende westelyke<br />
of yariè'erende winden, of ook door eenig<br />
onvoorzien toeval, V Lands Scheepen mochten worden<br />
opgehouden en verhinderd, om de voorsz. reize<br />
voor den 8 Otlober eerstkomende voort te zetten<br />
, op dat aan den AdmiraalHowe , by zyn retour<br />
ym Gibraltar, of aan eenige anders fuperieurs<br />
© a F r
212 IÖEMOR1EN T O T<br />
Vyandlyke macht, geene geleegenheid wierd gegeeven,<br />
om het voorsz. klein Esquader op te vangen<br />
of te vernielen.<br />
Het is over bekend, dat die Scheepen niet<br />
uitliepen, en hoedaanig veelert dit aanzagen,<br />
als een gevolg van eene verraderlyke handel-<br />
wyze. Myn voorneemen is niet te onderzoe<br />
ken , hoe verre de Officieren, aan welken door<br />
den Admiraal Generaal, het bevel om naar Brest<br />
te fteevenen, ingevolge de Reibl. van Hun Hoog<br />
Mog. gegeeven was, aan dat bevel, zelf met<br />
het in gevaar ftellen der Bodems, die aan hun<br />
ne zorge waren toevertrouwd, blindeling moes-<br />
ten gehoorzaamd hebben. Ik laat aan de Staa<br />
ten, in welker, zoo byzondere als algemeene<br />
Vergaderingen, nu niet meer regeert die geest<br />
van vooringenomenheid, die zoo veele Staats-<br />
leedcn, zeekerlyk in meenigvuldige gelecgen-<br />
heeden , ter liefde en ter gevalle van 'c Fran<br />
fche Hof, vervoerd heeft, die zaak uiteindig te<br />
-beflisfen en afdoen: maar ik kan niet nalaaten,<br />
myne verwondering te betoonen , dat drift,<br />
party-zucht en verblindheid , zommigen zoo ver<br />
re vervoerd hebben, dat zy op zich hebben dur<br />
ven neemen , om door te dringen een voor<br />
ftel, het welk, met bedaarde zinnen overwoo-<br />
gen, eerder verdiende geacht te zyn gewor*<br />
den,
O P H E L D E R I N G , ENZ. SI3<br />
•den, uit verdervende gevoelens, voor de Repu<br />
bliek voortgefprooten, dan tot deszelfs nut te<br />
zyn uitgedacht. Hoe is 't mooglyk, zullen<br />
onze opvolgers vraagen, dat, terwyl men in<br />
eenen heevigen Oorlog tegens eenen machti-,<br />
gen Vyand was, en onze Zeemacht even uit<br />
haare asfche verreezen , noch kwaalyk in ftaat<br />
was, om onze Havens en Kusten te befcher-<br />
men, daar men in alles by der hand had, één<br />
Schip a 70, (a) 8 a 60 en 10 k 50. men van die<br />
geringe macht naar eene vreemde haven heeft<br />
willen zenden, 5 Scheepen van 60, en 4 van 50<br />
Stukken?<br />
Ik beken , dat de Haven van Bresr aan de<br />
Scheepen die 'er gelukkig zouden aangekomen<br />
zyn, het voordeel zou gegeeven hebben, om<br />
eerder en beeter dan uit onze Zeegaaten, in 't<br />
vroege voorjaar tot het doen van tochten, ge<br />
reed te zyn: maar behalven de meenigvuldige<br />
zwaarigheeden, die wy zoo even gezien heb<br />
ben dat Zyne Hoogheid met zoo veel gronds<br />
tegen dit vreemd voorftel had ingebracht, zoo<br />
kon men de voorftanders van 't zelve vraagen:<br />
vooreerst, was 't wyslyk in de maand van Octo-<br />
(a) Ik tel de zeeventlger van Zeeland niet, zy m$<br />
in Hechten ftaat.<br />
O 3
*I4 MEMORIËN TOT<br />
tober zwaare Scheepen langs 's Vyands Kus<br />
ten te zenden, daar zy, in geval van teegen-<br />
winden, genoodzaakt zouden zyn geweest, wee-<br />
ken op Zee te zwerven, dewyl zy, ingeval van<br />
ftorm, geene Haven in de nabuurfchap, of op<br />
hunnen weg hadden, om te vluchten? Ten twee<br />
de, was het voorzicht^, in de afhanglykheid<br />
van eene vreemde Mogendheid te ftellen, de<br />
kern, op dat oogenbiik, van 's Lands navale<br />
maht? Ten derden, was 't raadzaam, was 't<br />
verantwoordlyk, met de geringe macht die wy<br />
hadden, om het doen van expeditien na Afia,<br />
Africa of America te denken, in eenen tyd, dat<br />
wy kwaalyk in ftaat waaren, om onze Havens<br />
en Kusten te befchermen ? Ten vierden, was<br />
het voorzichtig, aan de Franfchen onze Schee<br />
pen, tot het doen van expeditien te leenen,<br />
zonder alvoorens gereegeld te hebben, wat zy<br />
zouden doen: daar men zoo geleerd had met<br />
het beruchte Co«^,tot 't welk van onzen kant<br />
alles, van Frankryks zyde niets deegelyks was<br />
aangebooden geworden ?<br />
Men zal mooglyk zeggen, dat men het voor<br />
uitzicht had, van in 't volgend jaar, met ande<br />
re Scheepen, die omtrent gereed waren, de<br />
plaats der verzondene Scheepen te kunnen<br />
vervullen: maar Wat was daartoe voorhanden?<br />
wat
O P H E L D E R I N G , ENZ. 215<br />
•wat heefc men in 'c volgend jaar meerder gehad?<br />
Uic de Lyscen (a) blykc, dac 'er cwee nieu<br />
we zeventigers, de Jupiter en de Vryheid, en<br />
drie nieuwe zestigers in diensc gebrachc zyn,<br />
terwyl een zevenciger, de Admiraal Generaal<br />
onbruikbaar, en een zestigvr, de Unie, veron<br />
gelukt waaren. (b) Deeze Scheepen gevoegd<br />
by de 5 zestigers, en 4 vyftigers, die men<br />
naar Brest wilde zenden , zouden zeekerlyk<br />
eene tamelyk aanzienlyke Vloot hebben kun<br />
nen uitmaaken, dewyl dezelve als dan uic 2<br />
zevencigers, 10 zestigers, en 8 vyfug.rs zou<br />
beflaan hebben; maar de Schepen naar Brest<br />
gaande, zou immers niets dan 2 zeventigers,<br />
5 zestigers., en 4 vyftigers overgebleeven<br />
• zyn.<br />
Als men ontleed het oorfpronglyk voorftel<br />
van den Franfchen Ambasfadeur, zoo heefc men<br />
reede om verwonderd te zyn, dat die Heer zoo<br />
veel op zynen invloed betrouwd heeft, dat hy<br />
zich heefc durven vleijen, heczelve een oogen-<br />
blik als aanneemlyk ce doen befchouwen. Hy<br />
vroeg 10 Scheepen, wy hadden 'er in 'c geheel<br />
20 by de hand: de 10 gezondene zouden met<br />
's Ko-<br />
(3) Te vinden onder de Byl, La. Z. 2 a 4 Locis c<br />
{b) Hst Schip van de Capitein van ffdderen.<br />
O 4
9l6 M E M O R I E N T O T<br />
's Konings Scheepen,onder andere, het Westen<br />
en 't Zuiden van Engeland bhcqueeren. Ik vraag<br />
wat bleef 'er dan over, ik fprce-k niet om En"<br />
geland in het Oo.ten en Noorden te benau<br />
wen, maar om in en benoorden het Canaal, langs<br />
onze Kusten, onze Koopvaardy Scheepen naar<br />
en uit de Oost-Zee te convoyeeren ? Men<br />
kon immers niet verwachten, dat de Franfchen<br />
ons aan deeze zyde van 't Canaal eenige hulp<br />
zouden byzetten, dewyl de ondervinding altyd<br />
geleerd ha.d, en noch feacsHyk by het hande<br />
len over het bewuste Concert, dat zy nimmer<br />
daartoe gezind zyn.<br />
Maar het flot van het voorftel was het fraai-<br />
fte: en wyders, zeide de Ambasfadeur, dat de<br />
V^ot yan de Republiek, zonder uit/lel, (N. B in<br />
de maand van October) mocht uitgezonden wor<br />
den , aan de andere zyde van V Canaal, om aldaar-<br />
zoo het mooglyk was, een zeer ryk gelaadea Con<br />
vooy, het welk men verzeekerde, dat in 't begin<br />
van Augustus onder geleide van den AdmiraalRod»<br />
ney vertrokken was, te intercipiecren,<br />
2 Zeventigers, 3 zestigers en 5 vyftigers s<br />
(van welke laatfte 'er op dien tyd noch 3 naar<br />
Dronthem waren, om d'Oost-Indifche Schee-<br />
pen af te haaien) was alles wat ons overbleef:<br />
en dit overfcl- wilde hy, dat wy, zonder uic-<br />
ftel
O P H E L D E R I N G , ENZ. 21?<br />
ftèl zouden zenden, om een ryk gclaaden Con<br />
vooy door eenen Admiraal geleid, te doen in-<br />
fercipieeren.<br />
't Is waar, dat op het oogenblik zeiven, vol<br />
gens raporten, de macht der Engelfchen in de<br />
Noord-Zee zeer gering w r<br />
as: (V) maar hoe wei<br />
nig ftaat men dacht, op die zw«kheid van den<br />
Vyand te kunnen maaken , blykt uit de gem.<br />
Ref. van Hun Hoog Mog zelve, dewyl daar de<br />
uitvoering volftrekt bepaald was, tot op den<br />
8e. October: dus in 5 dagen, en langer niet, uit<br />
vrees voor 's Vyands overmacht.<br />
©ndertusfehen deed het gem. voorftel aan-<br />
ftonds dat kwaad, dat het belette, de expedi<br />
tie van een klein Esquader, om, gebruik maa-<br />
kende van evengemelde gunftige omftandighcê"-<br />
den, de Convooyen van en naar de OostrZee te<br />
doen: en byzonderlyk, om het inloopen van de<br />
Oost-Indifc: e Scheepen, die in Noorweegen<br />
lagen, te begunftigen: terwyl 's Lands Vloot<br />
daarna door tegenwinden belet wierd (b) Zee<br />
te kiezen, en het, aangezien het reeds verloo-<br />
pen faifoen, niet te verwachten was, dat de<br />
geleegenheid zich daartoe weder zou opdoen.<br />
Veel<br />
(
M E M O R I Ë N T O 1<br />
Veel is ' e r in den tyd over dat voorftel gefprooken:<br />
de begunftigers hebben het niet uitvoeren<br />
van hetzelve wil/en doen befchouwen<br />
als een verraad, en hebben getracht, den Admiraal-Generaal,<br />
en alle die geenen, die zy maar<br />
eemgzins daar in hebben kunnen betrekken<br />
met de zwartfie verwen af te fchilderen. Ik<br />
heb my bevlytigd, in den tyd te ontdekken<br />
hoe, en door wien het ontwerp in de waereld<br />
gekoomen was: zie hier wat ik daarvan, zoo ik<br />
vermeene op goede gronden, te boek kan ftellen.<br />
Het is niet tegen te fpreeken, dat de ongun-<br />
%e legging en ftaat onzer Havens, voornaamlyk<br />
der geenen, die voor berging van groote<br />
Scheepen kunnen dienen, zoo men uitzonderd<br />
die van Vlisfingen, zeer ongefchikt zyn: dat<br />
men daar door genoodzaakt is, de Scheepen<br />
vroegtydig in Winterlaag te brengen, waar uit<br />
zc tegen het voorjaar met veel moeilykheid<br />
weder op de Rheeden gebracht worden. Dit<br />
moest noodwendig eene Mogendheid, die met<br />
ons den Oorlog voerde, verdrieten: en 't was<br />
dus niet zonder reede, dat de Marquis de Casirrn,<br />
des tyds aan 't hoofd van 't beftuur der<br />
Jeezaakcn, om deeze zwaarigheid te verminderen,<br />
op zeekeren dag aan den Graave de Ver-
O P H E L D E R I N G , ENZ. *1$<br />
gennes voorfloeg, door 's Konings Ambasfadeur<br />
in 's Hage, den Staaten te laaten voorftellen,<br />
om eenige.Scheepen naar Brest te zenden. De<br />
Graaf die zynen Brief voor Holland reeds in<br />
gereedheid had, plaatffe 'er noch die gedachten<br />
in, en gelastte den Heer de la Vauguion daarvan •<br />
het noodige gebruik te maaken: en op deeze<br />
last was gevolgd het mondeling, en daarna het<br />
fchriftelyk voorftel, van gem. Ambasfadeur.<br />
Men wil dat in het opftellen van dit laatfte, -<br />
en voornaamlyk in de bepaaling van 't getal<br />
der Scheepen, de Penfionarisfen de Gyzelaar en<br />
Visfcher, de hand hebben gehad. Hoe verre dit<br />
waar zy, kan ik niet verzeekeren, maar wel,<br />
dat de Ambasfadeur nimmer gelast is geweest,<br />
het voorftel als eenen eisch van Frankryk te<br />
doen; en dat men ook te Verfailles niet verwacht<br />
heeft, dat het om die reede zou aangenomen<br />
worden. Men vond zelfs aldaar eenigzins<br />
vreemd, dat in de Refolutie op dat ftuk<br />
by Hun Hoog Mog. genomen, gefproken wierd,<br />
van een verzoek van den Koning: 't geen dierhalven<br />
van 's Konings ongenoegen verfpreid<br />
wierd, was meede van allen grond ontbloot.<br />
Ik had in disn tyd geleegenheid, om by den<br />
Graave de Vergennes deswegens informatien te<br />
neemen ; waardoor ik van het voorgevallene<br />
gron»
22© M E M O R I E S T O T<br />
grondig onderricht wierd, en was het dus, dat<br />
toen de Graaf de Vergennes en de Marquis de<br />
Castries vernamen, dat van de voorgeftelde ex<br />
peditie naar Brest niets gekomen was, zy al<br />
leen zeiden: ('t zyn fchier hunne eigene woor<br />
den) dat men de Republiek beklaagde, dat oor•zaa<br />
ken , die men fcheen te hebben kunnen voorkomen,<br />
de Uitvoering van een plan verhinderd hadden, 't<br />
geen men in Frankryk had aangezien als nuttig<br />
Vöor haar belangen.<br />
Maar daarna, toen men reedenen moest uit<br />
denken, om zoo veel mooglyk te verontfchul-<br />
digen, de wyze op welke Frankryk met de Re<br />
publiek handelde, en trachten de fchuld, zoo<br />
veel doenlyk , op haar te werpen, wierd dit<br />
„opgewarmt en anders opgedischt. De Ambas<br />
fadeur voerde ook gantsch andere taal, dan de<br />
opgemelde Heeren; daar hy doch van alle on<br />
ze omftandigheeden grondig onderricht, en,<br />
zyn oordeel niet beneeveld zynde, of niet be<br />
hoorde te zyn, door de partyzucht, zeer wel<br />
wist, dat onze opkomende Zeemacht noch te<br />
klein was, om de aanzienlykffe helft derzelver<br />
van onze Havens te verwyderen, en door het<br />
Canaal naar eene vreemde Haven te zenden: en<br />
dat wel in 't begin van Oef ober, in een oogen-<br />
biik, het was waar, dat de Britfche macht in die<br />
Zee-
O P H E L D E R I N G ^ ENZ. 221<br />
Zeeën gering was, maar doch in den tvd, die<br />
de reis van Texel tot Brest kon duuren, aanzienlyk<br />
kon worden. Doch hec was de zaak defgoede<br />
Vrienden ma den Gezant, dat hy het<br />
misfchen van die expeditie, als zeer noodlottig<br />
deed voorkomen, dewyl daar door de haat tegen<br />
den Admiraal-Generaal, dien de voornaamfte<br />
fchuld daarvan gegeeven moest worden,<br />
vermeerderd wierd.<br />
Men wist dan ook ter Vergadering van Holland<br />
te bezorgen, dat aldaar gerefolveerd wierd *<br />
om aan den meergem. Ambasfadeur het leedweezen<br />
van Hun Ed. Groot Mag* over het<br />
mislukken deezer expeditie, by monde van hunnen<br />
eerften Staatsdienaar, den Raadpenfiona-»<br />
ris, te laaten betoonen.<br />
Niet meer zal ik zeggen van een ontwerp,<br />
en deszelfs gevolgen, da? zoo veel gerucht.»<br />
gemaakt heefc; die verlangen van de omftandigheeden<br />
verder en nader onderricht te wcezen,<br />
leezen de ftukken daartoe betrekkelyk: zoo het<br />
raport door de Staats-Commisfie aangaande deeze<br />
zaak gedaan, als 't geen men daarvan vinden<br />
kan in het vervolg van de Misfive en Memorie<br />
van Zyne Hoogh. bl. 23. en volg. en in<br />
de verantwoording van den Heere Schouc hy<br />
Nachc Graave van Beland.<br />
Ter-
3 2<br />
* M E M O R I E N T O T<br />
Terwyl dat deeze zaak de gemoederen van<br />
grooten en kleinen noch meer aan 't gisten<br />
maakte, en meedewerkre, om de verwydering<br />
tusfchen Zyne Hoogh. en eenige Scaacs.Lee-<br />
den tot dac punt ce doen üygen , daar zy na-<br />
derhand coe gekomen is, e n dus ook toe de<br />
oogmerken der geenen, die op die verwyde-<br />
rmg, byzonderlyk gegrondvest hadden , hun<br />
voorneemen om de Regeeringsform op eenen<br />
anderen voer ce brengen, gingen de Vreede's<br />
onderhandelingen te Parys langzaam voort.<br />
Hun Hoog Mog. ontvingen den , 3 e. Nov<br />
eenen bnef vr.n hunne Ministers aldaar, in wel<br />
ken deezen verflag deeden van 'c geen de Graaf<br />
deVergennes gezegd had,ter geleegenheid daczy<br />
denzelven meededeelden, hec gezegde van dea<br />
Heere Fitz Herben, „ dac hoe zeer noch ordres<br />
n noch Indruccie ontvangen had, om mee hun<br />
„ m onderhandeling ce creeden, hy doch van<br />
ter zyde onderrichc was, dac men in Engeland<br />
„ mee zeer vergenoegd fcheen ce zyn, dac zy<br />
Miniscers in de eerfte Conferentie mee hun,<br />
„ de concesfie van de vrye Vaart, als eeneprzlimi*<br />
} y naire conditie, fine qua non hadden gevorderd"-<br />
en zy Ministers daarop hunne verwondering"<br />
betoond hadden,dat, daar de Heer Fox dicpoint<br />
reeds had toegedaan, het Engelsch Ministerie<br />
thans
OPBILDfKRING, ENZ. «2g<br />
tBans daaromtrent, of ten minften omtrent de<br />
wijze op welke zij Ministers 't zelve , overeenkomftig<br />
hunne Inftructie , hadden voorge»<br />
field, eenige zwaarigheid fcheen te maaken.<br />
De Graaf de Vergennes die van deze bedenkingen<br />
van 't Engelsch Ministerie niet fcheen ƒ,<br />
onbewust te zyn, had hun geantwoord, „ dac ƒ<br />
„ hy niet zonder vreeze was, dat deeze onza<br />
Preliminaire vordering, onze geheele han-<br />
„ deling zou kunnen ftremmen, terwyl de an-<br />
5 ) dere helligeretrende Mogendheden , met de<br />
hunne zouden voortgaan, en dat wy dusj<br />
„ eene ophouding aan dat heilzaam werk zouden<br />
toebrengen. Dat hy vermeende, dat hetj<br />
„ ons niet tot nadeel zou ftrekken, zoo wy<br />
„ alle onze vorderingen in eens deeden; do<br />
„ vrye Vaart aan 't hoofd ftellende, even ge*<br />
„ lyk Engeland ten opzichte van Frankryk ge-<br />
„ daan had. Dat men, voornaamlyk,aan Enge-,<br />
„ land alle geleegenheid, om delayen oïprateje-<br />
9, ten, te zoeken, beneemen moest. Hy had<br />
daarby doen opmerken, „ dat de vordering van<br />
de vrye vaart op den voet van, het Tiacteae<br />
„ van de gewaapende Neutraliteit, niet buiten<br />
„ bedenklykheid was: dat het by gem. Trac»<br />
„ taat bepaald Sistema, maar alleen by de hoO"<br />
„ ge Contractanten, geenzins by de Mogend»<br />
n hee-.
224 M E M O R I Ë N T O T<br />
heeden van Europa aangenomen was, erJ<br />
„ by veelen mooglyk niec ais overeenkomftig<br />
„ mee hunne belangens, zou aangezien wor<br />
den: dac Engeland de grondbeginzelen van de<br />
„ gewaapende Neutraliceic, raec betrekking tot<br />
„ de Moven van Rusland, Sweeden, Deene-<br />
„ n.arken 3<br />
en andere ook nooit erkend had,<br />
3, maar alleen verklaard, de vrye Vaart dier Vol-<br />
„ keren re zullen erkennen, ingevolge de in<br />
„ weezen zynde weder/ydfche Traócaaten.<br />
Eindlyk : „ dat hy deeze aanmerkingen ,<br />
s, van zoo veel gewichts geoordeeld had, dac<br />
,j hy den Hertog de la Vauguion gelast bad,<br />
„ dezelve aan het Ministerie in de Republiek<br />
„ voor te houden, en hy de Ministers ried ce<br />
„ verzoeken, dac deswegens hunne Inftruc-<br />
tien mochten veranderd worden."<br />
Men wil, dat, overeenkomftig dit verlangen,<br />
de Hertog in het doortrekken van Dordrecht,<br />
op zyne te rug reize van Parys, werwaards hy<br />
een keer had weezen doen, zou getracht heb<br />
ben, door middel van den Penfionaris de Gyze-<br />
laar,óe Regeering van die Stad, daartoe over te<br />
haaien; è?.n dat de Penfionaris het voordel niec<br />
had durven doen. In den Haag daagde de Ge<br />
zant niet beeter by zyne goede Vrienden.<br />
Ik heb van deezen Brief, (Byl, La. A A.<br />
om-
Ö P H Ë L D E R I N G, ENZ, èsg<br />
Ömdandig verflag gedaan, om dat ze myn's bor<br />
deels klaar aanduidde, wat meii van deaanftaan-<br />
de handelingen te wachten had. Na zoo veel<br />
moeite en geld gefpild, na ter liefde der gewaa<br />
pende Neutraliteit, ons den Oorlog op den hals-<br />
te hebben gehaald; na alle afzonderlyke han<br />
deling van de hand te hebben geweezen, word<br />
ons nu door onzen getrouwen Vriend , door<br />
de Mogendheid, ten wiens behoeven dit alles<br />
gefchied Was, rond uit aangezegd, dat zoo wy<br />
óns willen houden aan 't punt, om 't welk de Oor<br />
log gevoerd, en het maaken van Vreede door oni<br />
fleeds van de hand geweezen was, 'er voor ons gee<br />
ne Vreèdè op wüs, en wy maar nutteloos het heil<br />
zaam werk zouden ophouden , terwyl de andere Oor<br />
logende Mogendheeden doch met hunne handelin.<br />
gén zouden voortgaan: dat hei gantsch Sistema der<br />
gewapende Neutraliteit niet anders was $ dan eeni<br />
byzondere Conventie, tusfchen de geenen 3 die te on<br />
der eikanderen hadden aangegaan, maar welkers<br />
gronden veelè Mogendheeden , als ftrydig met haarè<br />
belangen, niet zouden willen aanneemen.<br />
Noodlottige gewapende Neutraliteit! de toe*<br />
treeding tot dezelve, had ons den Oorlog ge<br />
geeven : gedurende deezeh, hadden wy geeri<br />
het minde nut van dezelve getrokken : en by<br />
't maaken der Vreede verklaart die Mogend-<br />
II. DEEL. P heid,
22& M E M O R I Ë N TOT<br />
heid, om welker's wille wy ons fïiptelyk aan<br />
dezelve gehouden hadden , dat zij niet anders<br />
is, dan eene bijzondere overeenkomst tusfchen<br />
eenige weinige Mogendheeden, die door de an<br />
deren, na de byzondere belangen, al of niet aan<br />
genomen zal worden: en ons dus vermaanen-<br />
de, daarvan af te zien! Terwyl men genoeg<br />
zaam uit het gezegde van den Graaf de Vergen<br />
nes kon afleiden, dat het Vreede's werk, bui<br />
ten kennis van de Republiek, tusfchen de an<br />
dere Mogendheeden reeds taamlyk gevorderd<br />
moest weezen, waarvan het wederzyds verlof<br />
tot het vaaren der Paquetbooten tusfchen Dou-<br />
vres en Galais, daar de Vergennes aan onze Mi<br />
nisters ter zeiver tijd kennis van gaf, meede een<br />
blyk was.<br />
Voorts fielden de gem. Ministers in denzelf<br />
den brief, Hun Hoog Mog. voor, om hun toe<br />
te laaten, ten einde, zeggen zy, zich te meer van<br />
't appuy van het Franfche Hof te ver zeeker en,<br />
», volgens 't verlangen van den Heere de Ver-<br />
„ gennes, voor zoo verre van het Cardinale<br />
n<br />
punt te moogen afgaan, dat zy het zelve,<br />
„ met alle de anderen, te gelyk, zouden voor-<br />
„ ftellen, edoch over de minderen niet hande-<br />
„ len, voor dat het eerfte zou zyn toegedaan."<br />
Men kan ter goeder trouwe niet ontkennen,<br />
dat
O P H E L D E R I N G , ENZ. §sf<br />
dat het Franfche Hof de natuur van het Trac<br />
taat der gewaapende Neutralit.it naar waarheid<br />
befchouwde. Welke ophef men ook van 'c groot<br />
ontwerp van Mevrouw de Keizerf nne gemaakt<br />
had, als of zy zich had opgedaan als de Befchernv<br />
fier van *t Recht van eene altoos vrije Zee ,<br />
en van haare nodiging der andere Mogendhee<br />
den, om daartoe meede te werken, was in de<br />
daad de uitgebreidheid Van de heteekenis vari<br />
de woorden vrye Vaart of Vrye Z.ee, aanmerk-<br />
lyk bepaald geworden , door de verklaaring^<br />
dat men over tn weder elkander niet guaran-<br />
deerde, dan het genot der voorwaarden vari<br />
vervoering der Waaren, die by Traclaaten voor<br />
behouden waren : en het fprak dus van Zeiven,<br />
dat de vervoering van zoodanige Waaren, die 1<br />
by het Tractaat wel niet uitgezonderd waren,<br />
maar die eene Mogendheid met reede niet kon<br />
toelcaten, dat aan < ene andere met welke zy<br />
in Oorlog was, toegevoerd wierden , nimmer<br />
uit hoofde der gewaapende Neutraliteit kon<br />
gewettigd worden.<br />
Daar kwam by , dat geene Mogendheid kofi<br />
verwacht worden te zullen erkennen , dat het<br />
Woord Zee alleen genoeg Zou zyn, om toe te<br />
laaten. dat alle Scheepen , toebehoorende sari<br />
Mogendheeden, met welke zy ia Vree Je zou-<br />
P 2 óe
228 M E M O R I Ë N T O T<br />
de zyn, zonder onderfcheid van Oorlog of Vree-<br />
de's tyd , dezelve vry zouden bevaaren , wy<br />
zeiven (men denke om de Oosterfche Zeeën)<br />
hadden een tegenftrydig belang, en met ree<br />
de had de Graaf de Vergennes doen opmerken,<br />
dat Engeland betreklyk Rusland, Zweeden en<br />
Deenemarken, met welken zy in volle Vriend-<br />
fchap leefde, verklaart had, de vrye Vaart niet<br />
te zullen refpeEteeren, dan conform de fubffleeren-<br />
de Tra&aaten.<br />
Uit dien hoofde was het belachlyk, tót een<br />
Cardinaal en preliminair punt te bedingen , eene<br />
valflrekte vrye Zee.<br />
Kort na het evengem. fchryvens van de Mi<br />
nisters te Parys, bekrachtigden zy by eene na<br />
dere Misfive, 't geen zy gemeld hadden van het<br />
gezegde door den Graave de Vergennes, door<br />
't geen de Heer Fitz Herbert in een gefprek met<br />
hem gehouden, gezegd bad.<br />
Op den 2^. December wierd doch by Hun<br />
Hoog Mog. bepaald, „ dat de vrye Vaart vooraf<br />
„ en preliminair erkend moest worden, te meer<br />
„ daar de Secretaris Fox dat punt reeds had<br />
„ toegegeeven, en het gevaarlyk zou zyn, de<br />
»i eerpe erkende principes te laaten vaaren: dat<br />
„ wat betrof de ouvertures op de andere pun-<br />
„ ten, de Ministers, met overleg van den Graa-<br />
„ ve
O P H E L D E R I N G , ENZ. 229<br />
,3, ve de Vergennes zich zouden kunnen gedraa-<br />
„ gen na Convenientie, mies zich houdende aan ]<br />
„ hunne inftruótie. Dat zy deeze last meede-<br />
„ deelende aan den opgem. Graave, teffens<br />
„ zouden verklaaren, dat Hun Hoog Mog. in-<br />
„ gevolge de gunftige verzeekeringen van den<br />
„ Koning, verwachtten dat zyne Majefteit van<br />
„ het aangenomen Sistema niet zoude afgaan,<br />
„ en met deszelfs zeggen aan onze Ministers,<br />
9, alken gebuteerd'had'in de formaliteit deezerNe-<br />
„ gotiatie, alles voor te komen, V welk de Vre-<br />
„ de's zaak zoude kunnen retardeeren: dat byal-<br />
„ dien de naam van gewaapende Neutraliteit<br />
s, al niet gefpeld wierd, de zin van dezelve<br />
„ ten minften allerduidelykst in het te maake-<br />
„ ne Traétaat moest uitgedrukt worden , en<br />
„ dat zoo de Engelfchen deswegens difficulteer-<br />
s > den." Hier zou men verwachten, dat de<br />
last dan zou zyn, om nergens in te komen, maar<br />
neen, men vergenoegde zich met te zeggen:<br />
dat zulks een blyk zou zyn van hunne kwaade<br />
„ trouw:" even als of dat 'er iets toe doen<br />
zou, om het verlangde minder of meerder te<br />
verkrygen.<br />
Maar men durfde zoo bout niet fpreeken, om<br />
dat men wel gevoelde, dat men op 't laatst zou •<br />
moeten fluiten op den voet dien het Hof van<br />
p g Frank-,
*3 a<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
Frankryk zou goedvinden. Wat het verwyt<br />
van kwaade trouw betreft, zoo was het zeeker<br />
lyk waar, dac Engeland het Cardinalepunt, vry<br />
willig had aangeboden: maar 'c was niec min<br />
der waar, dac wy hun aanbod van de hand had.<br />
den geweezen, en dan was de vraag: of men<br />
hun van kwaade trouw kon befchuldigen, zoo<br />
zy by deeze onderhandelingen hun voorig aan<br />
bod geen gefhnd wilden doen?<br />
Alle de Provintien keurden hec voorgem<br />
Raporc en RefoL goed, behalven Zeeland, die'<br />
daarop wilde inneemen hec goedvinden van haa<br />
re Principaalen.<br />
Alhoewel onze Miniscers van den Graave<br />
de Vergennes, eer geleegenheid dac zy der Staa<br />
ten gevoeligheid hadden betoond, over 't geen<br />
Frankryk wegens hec m eigen der uicgeftrekt-<br />
heid der vrye Vaart gevorderd had, verzeeke,<br />
ring ontvangen hadden, dac de Koning geene<br />
toegeevenheid omcrenc die fiuk, en de verde.<br />
re aanfpraak der Republiek op Engeland zou<br />
beroonen, nemaar haare belangen? by de Vre<br />
dehandelingen, op hec vuurigfte ter harte nee,<br />
nun, zno had nochtans de inhoud van opgem.<br />
brief, gevoegd by de kennis die men daagiyks'<br />
meer en meer kreeg, van de kleine gezindheid<br />
van 't Hof van Frankryk, om ingevolge de zoo<br />
dik.
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2.^1<br />
dikwyls gedaanc belofte , ronder ons; goüfe<br />
Vreede te maaken, by de geenen die noch niet<br />
geheel aan de belangcns van Frankryk waren<br />
overgegeeven , veel ongenoegen gebaard: en<br />
by de anderen geene geringe vrees verwekt,<br />
dat eindlyk de oogen geopend, en aan hun de<br />
fchuld van de gevolgen van het noodlottig ver<br />
trouwen , zou gegeeven worden.<br />
Daar was om dit te ontduiken niet veel an<br />
ders op, dan te doen voorkomen, als of het<br />
die van den Prins en van de zoogenaamde An-<br />
glomanen was.<br />
De Ambasfadeur ftond hun weder hierin<br />
trouw by: en zei nu, dat het niet zenden der<br />
Scheepen naar Brest eene der naaste reedenen van<br />
'sKonings ongenoegen, en mindere geneegenheid,<br />
om de Republiek by te ftaan, was.<br />
Ik heb hier voor,(bl.86.)aangeteekend, hoe<br />
men te Verfailles in den tyd daarover gedachr<br />
had , en de voornaamften alhier, wijten dat<br />
zeer wel.<br />
De discourfen van den Ambasfadeur deeden •<br />
zoo veel te meerder kwaad, om dat, niet al<br />
leen door dezelve het wantrouwen, en vervol<br />
gens ook de werkloosheid vermeerderd wier<br />
den, maar om dat dezelve het gantsch gedrag<br />
van Frankryk zoo noodlottig voor de Repu-<br />
p 4 bliek
?3 2<br />
M E M O R I Ë N TOT<br />
bliek wettigden. Hy deed fteeds voorkomen,<br />
dat hy altyd te worfteien had, m e t eene En<br />
gelfche Faftie, en dat daarom alhier geene ge-<br />
noegzaame maatregelen , om alle de vermo<br />
gens tot het voeren der kryg fo te fpannen,<br />
genomen konden worden. Doch die waren<br />
waarlyk harfenfehimmen: die Engelfche party<br />
was destyds nergens in weezen, dan in de har-<br />
fens van den Gezant: of wierd voorgegeeven<br />
door de geenen, die verlangden, dat de zaa<br />
ken tot geene rust kwamen: of zoo 'er noch<br />
eenige Engdschgezinden overbleeven, was hun<br />
invloed zoo geknakt, dat deielve geheel kracht-<br />
loos was.<br />
Alle die kunftenaryen veroorzaakten de ver<br />
meerdering der tweefpalt, haat en wantrou<br />
wen, en vervolgens befluit- en werkloosheid-<br />
gelyk het gaat, wanneer de beflnitende en uit<br />
voerende machten het niet eens zyn , of ten<br />
ÏHinden niet te zaamenwerken.<br />
Het Hof van Verfailles heeft, myn's oor<br />
deels, destyds de allerbeste geleegenheid ver<br />
loeren, om deszelfs invloed op de zeekerde<br />
gronden, zoo 'er immer eene ftaatkundige zee<br />
kerheid kan zyn, te vestigen. De voornaam-<br />
fto Regenten, zoo wel die geenen die altyd<br />
ffeer voor Frankryk dan voor Engeland geweest<br />
waa-
O P H E L D E R I N G , ENZ. C33<br />
waren, als die, daar nu de invloed van Frank<br />
ryk door het van de hand wyzen van alle by,<br />
zondere handeling over afzonderlyke Vreede,<br />
gevestigd was, de eerften niet wilden tegen<br />
gaan , en het aangenomen Sistema weder om-<br />
verre werpen, waren gereed, om met Frankr<br />
ryk meede te werken, en geene verbintenis-<br />
fen met Engeland, dan gemeenfchaplyk met<br />
Frankryk, aan re gaan: mits dit Hof aannam ,<br />
geene Vreede te maaken, zonder aan de Re<br />
publiek eerlyke voorwaarden te doen verwer<br />
ven. Het Cabinet van Verfailles had zelfs de<br />
fchoonfte geleegenheid, om den Stadhouder te<br />
noodzaaken, in zyn belangen over te gaan; de<br />
wyl deszelfs beftaan, dat zoo naauw, ja zeer<br />
onaffcheidelyk aan dat van 't Land verbonden<br />
is, vereischte, dat hy thans den ftroom niet te<br />
genging, nemaar, door eene wyze en tydige<br />
toegeevenheid, de rust aan 't Land en aan zich-<br />
zelven, ter afwending der onaangenaamheden<br />
voor Hem en voor zyn Huis, die Hy toen reeds<br />
begon te gevoelen, en van welke hec flimfte ce<br />
wachcen was, gelyk, God beecerc, de onder<br />
vinding maar ce veel geleerd heefc, wedergaf.<br />
Dewyl ik geleegenheid had, myne gedachten<br />
directelyk aan den Graave de Vergennes te doen<br />
geworden, liet ik niet; na het evengem. met de<br />
P 5
£34 M E M O R I Ë N T O T<br />
my mooglykst helderfb verwen af te fchilde-<br />
ren, Maar i mocht niet helpen, en 'c was ook<br />
natuurlyk, dat 'sKonin;s Gezant meerder in<br />
vloed hadde dan ik. Deez Heer , in fteede<br />
van de goede verftandhouding met den Stad<br />
houder te zoeken, fcheen daaglyks meer gezind<br />
om Hoogstdenzelven kleinigheden aan te doen ;<br />
cn onderfteunde de verregaande handelwyze<br />
der geenen, die toen noch onder den dekmantel<br />
van 't Stadhouderlyk gezach binnen deszelfs<br />
paaien te houden, reeds toeleidcn, op 't geen<br />
naderhand fchier gelukt is.<br />
Op den 6\ December, dus voor dat men ant<br />
woord hebben kon op den inhoud van de voor-<br />
gem. Refolutie van Hun Hoog Mog., ontvin<br />
gen deezen weder eenen brief van 's Lands Mi<br />
nisters te Parys, in welken deezen meldden,<br />
5, dat de Heer Adams hun in vertrouwen, zy-<br />
„ ne vorderingen in de Vredehandelingen<br />
„ had meedegedeeld: terwyl doch de geheele<br />
i, waereld wist, dat de Praeliminaires met En-<br />
„ geland geteekend waaren."<br />
Voorts vf rzeekerden zy,, „ dat onze, door de<br />
r<br />
„ Franfche hernomene Coloniën, ons zouden<br />
„ wedergegeeven worden: dat *s Konings voor-<br />
Ü neemen nimmer geweest was , dezelve in<br />
f, reekening tegens eenige pretentie der En-<br />
» gel-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 235<br />
, s gelfchen te brengen ; dat hec punt van de<br />
„ vrye Zee, tot genoegen der Republiek zou<br />
„ gereegeld worden : doch dut betreklyk de<br />
„ fchavergoeding eenige verzachting plaacs zou<br />
,, moecen hebben."<br />
By Hun Hoog Mog. wierd daarop daadlyk<br />
beflocen, „ zyne Alkrchriscelykfle Majefteit ,<br />
,, door de Ministers te Parys, te laaten bedan-<br />
,, ken , voor deszelfs gunstige dispolitie, be»<br />
„ treklyk de Coloniën." En het Hof van Frank»<br />
ryk beantwoordde de heuschheid van Hun H>og<br />
Mog., met gelyke hoflykheid, met byvoeging<br />
der fterklte verzeekeringen van 's Konings ge<br />
neegenheid, „ om te onderlleunen de voor-<br />
„ waarden, die door onze Ministers, omtrent<br />
„ deezen tyd, aan den Heere Fitz Herbett wa-<br />
„ ren overgegeeven."<br />
Niettegenftaande evengemelde horlyke ver<br />
zeekeringen , was het zeer waarfchyniyk , dat<br />
reeds toen de zaaken, ten minften voor het<br />
grootfte gedeelte, tusfchen Engeland en Frank<br />
ryk gereegeld waren. Te Parys beweerde men,<br />
dat het vertrek van den jongen Graaf de Ver<br />
gennes zulks ontwyffclbaar aandui.lde : en dat<br />
deeze met de Vreede, zoo als men zegt, in de<br />
zak, zou t'huis komen.<br />
Zeeker was hec, dat onze Ministers van<br />
niets,
23^ M E M O R I Ë N T O T<br />
niets, van 'c geen tusfchen de Franfche en En-'<br />
gelfche Ministers omging, onderricht waren :<br />
byzonderlyk niet van 'c geen door Monfieur<br />
de Raineval in Engeland verricht wierdt: alhoe<br />
wel Hun Hoog Mog. den 23 December refol-<br />
yeerden, dat de voorwaarden die men by de<br />
Vreede zou bedingen, zoo veel mooglyk met<br />
het Hof van Frankryk zouden worden gecon<br />
certeerd, en dat men eikanderen daar in znu feu*<br />
teneeren. Men vleide zich noch geftadig met,<br />
en verliet zich op den byftand van Frankryk.<br />
De Penfionaris van Berckel fchreef den 31<br />
December aan Burgemeesteren : op dit oogen-<br />
hlik werd ik uit de eerfte hand geïnformeerd y ZOO<br />
DANIG DAT UED. GROOT ACHTB. DAAR<br />
OP STAAT KUNNEN MAAKEN dat de Graaf<br />
de Vergennes, uit naam van den Koning heeft<br />
laaten verzeekeren. dat zyne Maj. geene Vreede met<br />
let Engelsch Hof zal fluiten , voor en aleer aan<br />
de billyke eisfehen van deeze Republiek door En<br />
geland zal zyn voldaan. De Penfionaris meldde '<br />
teffens, dit de Graaf de Vergennes daarvan ken-<br />
nis aan onze Ministers, en deezen aan den<br />
Raadpenfionaris gegeeven hadden.<br />
Hun Hoog Mog. ontvingen ook den 11 Jan.<br />
1783 eenen brief van meergem. Ministeis, in<br />
welken deezen wel kennis gaven, „ dat de eis-<br />
9, fche»
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$?<br />
,' s fchen der Engelfchen dubbelzinnig en buiten-<br />
„ fpoorig waren, maar dat zy van den Graave<br />
„ de Vergennes verzeekering ontvangen had-<br />
„ den, dat Frankryk niet fluiten zou, zoo lang<br />
„ de Oorlogende Mogendheeden niet op eene.<br />
„ equitable wyze voldaan waren:" meldende<br />
teffens, dat zy eenen brief aan Monfieur de<br />
Raineval, ten dien einde gefchreeven, met ge<br />
noegen geleezen hadden.<br />
De verwachting en 't vertrouwen dat door<br />
toedoen van Frankryk, de Kooplieden vergoe<br />
ding der fchade door het neemen hunner Schee-<br />
pen veroorzaakt, zouden verkrygen, bleef doch<br />
zoo groot, dat in 't laatst van de voorgaande<br />
maand December, gedrukt en gemeen gehaakt<br />
wierd een gefchrift, tot tytel voerende, Regle<br />
menten Informatie» voor de commercieerende In*<br />
gezeetenen der Stad Amfterdam, welke ter Reken<br />
kamer willen opgaven doen van de fchade ,hun door<br />
de Engelfchen toegebracht, (a).<br />
Niemand is myn's weetens ter Rekenkamer<br />
daarvoor opgekoomen, maar te Rotterdam ver<br />
voegden de Kooplieden zich tot het evengem.<br />
einde met een Request aan de Regeering , op 't<br />
welk deeze antwoordde: dat de Gedep. ter dag<br />
vaard, overeenkomftig het gedaan verzoek, gelast<br />
C«) Jaarboeken 1782, bl. 1589'<br />
z«u-
23$ M E M O R I Ë N TOT<br />
zouden worden, en dat intusfchen de lysten van<br />
fchaden behoorden te worden opgemaakt.<br />
Terwyl onze Ministers te Parys met klei<br />
ne en flechte voortgang over onze zaaken met<br />
den Heer Fitz Herben , en onder 't oog van<br />
den Graave de Vergennes handelden, gaf deeze<br />
Heer te kennen, dat niet ongefchikt zou zyn ,<br />
dat iemand zonder tytel of charadter van hier<br />
naar Engeland gezonden wierd, om aldaar over<br />
de voorwaarden, die wy gaarne zouden bedin<br />
gen, met het Ministerie onder de hand te han<br />
delen.<br />
De Heer Brantfen, die dit den Heer Raad<br />
penfionaris, zoo ik bet wel heb , mededeelde,<br />
droeg daartoe voor den Heere van der Ouder<br />
meulen, van wien wy te meermaalen gewach<br />
hebben gemaakt.<br />
Zyne Hoogheid was niet vreemd van dit<br />
voordel , maar de Raadpenfionaris, denkelyk<br />
weerhouden door her gezach dac de geenen,<br />
die volftrekt alle afzonderlyke handelingen met<br />
Engeland afkeurden, verkreegen hadden, keur<br />
de het af: en wierd dus weder van de hand ge<br />
weezen, het eenigfte middel, om noch eene<br />
draaglyke Vreede van Engeland re vcrkrvvcn;<br />
d-wyl die aanbod zeekerlyk door Eng. land met<br />
geen' ander inzicht wierd gedaan, dan om ons<br />
daar
O P H E L D E R I N G , EfiZ. 239<br />
daardoor van eene volftrekte toegedaanheid aan<br />
Frankryk te wederhouden, Wy zullen in 't<br />
vervolg zien, hoedanig wy door hec Engelsch<br />
Ministerie daanoe verder aangezocht zyn ge<br />
worden.<br />
Ondercusfchen hadden onze Miniscers ge<br />
meld, dac de Heer Fitz Herbert, hun fchrifte-<br />
1-yk had ce kennen gegeeven, dat zyn Mees-<br />
„ ter zoodanige Vryheid op Zee aan de Repu-<br />
„ bliek zou geeven, als hy aan Frankryk en<br />
„ Spanje zou toekennen: dat hy alle onze ge-<br />
„ nomene bezittingen zou wedergeeven, be-<br />
„ halven Trinconomale : en dat zoo de ïn-<br />
„ gezeetenen der Republiek, iets van die van<br />
„ Engeland te pretendeeren hadden , wegens<br />
het neemen van Scheepen , zy zulks by wee*<br />
„ ge van rechten, zouden kunnen eisfchen."<br />
Op dsn 23 Jan, van 'c nieuw begonnen jaar,<br />
deeden onze Miniscers weder verflag van den<br />
loop en toeftand der handelingen. „ Engeland<br />
„ bleef aanbieden de evengem. Vryheid ter<br />
„ Zee: zag af van Trinconomale, maar eisch»<br />
„ te volftrekt Negapatnam , en deszelfs grond-<br />
„ gebied, als meede de ongeftoorde vaarc door<br />
de Ooscerfche Zeeën."<br />
Deeze harde voorwaarden waren door de<br />
Miniscers aan den Graave de Fergennes meede-
*40 M E M O R I Ë N T O T<br />
gedeeld geworden, doch hadden aldaar weinig<br />
troost gevonden: maar de Graaf had zeer aan<br />
gehouden, dat zy zouden fluiten, dewyl Ame<br />
rica reeds geteekend had, Spanje daartoe zeer<br />
gezind was, en de toeftand der zaaken in Frank-<br />
ryk, voornaamlyk die der Finantien, geen lan<br />
ger uitftel konden toelaaten.<br />
Deeze aanzegging , zoo ftrydig met de edel<br />
moedige en belangelooze verzeekeringen die<br />
men zoo dikwyls, zedert 't begin van den Oor<br />
log, doch voornaamlyk toen men ons weerhóu?<br />
den wilde, van onder gunftige voorwaarden<br />
over eene afzonderlyke Vreede te handelen,<br />
gegeeven had, trachtte men nu te verfchoonen'<br />
-door verwytingen aan de Republiek te doen!<br />
Men gaf voor, dat men alles voor Haar, zy<br />
niets voor de gemeene zaak gedaan had. Men<br />
verweet Haar nu, het niet zenden van de Schee<br />
pen naar Brest: en men eindigde die troostloo-<br />
zeaanfpraak, met te vraagen, of zy meede be-<br />
greeptn wilde weezen in de Armistice, die men<br />
voorhad te bedingen.<br />
Na dat onze Ambasfadeurs dit gefprek met<br />
den Graave de Vergennes gehad hadden, zon<br />
der dat die Heer zich eenigzins verder over<br />
het voorneemen om afzonderlyk te fluiten, had<br />
uirgelaaten, wierden '* anderen daags den 20<br />
Jan.
O P H E L D E R I N G , É M Z* *4*<br />
Jan.* 's morgens ten n uuren, de Préliminairs<br />
tusfchen Frankryk, Spanje en Engeland geteekend,<br />
zonder meede weeten van onze.Ambasfadeurs;<br />
wordende aan de Republiek alleen<br />
de vryheid gelaaten, om des goedvindende,<br />
daar aan te kunnen accedeeren. (a)<br />
Al wilde men al eens onderftellen, dat de<br />
klachten van 't Hof van Frankryk min of meer<br />
gegrond waren, zoo waren die verwytingen<br />
thans blykbaar voortkomende , uit de verlegenheid<br />
in welke het Fransch Ministerie zich<br />
bevond; dewyl al 't geen het nu tot zyne verfchooning<br />
bybracht, gebeurd en bekend was,<br />
toen de Penfionaris van Berckel, den 3'. Dec <br />
aan Burgemeesteren fchreef, (¥) „ dat de Graaf<br />
de Vergennes uit naam van den Koning ver-<br />
„ zeekerd had, dal zyne Maj. geene vreede zou<br />
„ maaken, vóórdat aan debillyke eisfchen van dé<br />
„ Republiek door de Engelfchen zou zyn voldaan?<br />
en toen de Graaf dit zelfde, in fubftantie, aan<br />
onze Ministers te Parys herhaalde.<br />
Maar<br />
fa) Onze Ministers warén zoo weinig van dieteeké-<br />
hing onderricht, dat de eerfte tyding die zy'er van ont<br />
vingen, was, dat zy op Straat, volgens 't gebruik, hoof<br />
den roepen, les préliminairs: fignis,. &c,<br />
(6) Bl. 236.<br />
II DEEL. Q
242 M E M O R I Ë N T O T<br />
Maar met welke verkleining het Hof van<br />
Frankryk ook altyd gefproken heeft, van 't<br />
geen door ons gedurende den Oorlog verricht<br />
was, zoo kan niet geloochend worden, dat voor<br />
den byftand, aan de Oost-Indifche Compagnie<br />
gegeeven, Frankryk aanmerklyke voordeelen<br />
door deeze genoten heeft. De Compagnie heeft<br />
by 't gebruik van haare Reeën, Havens, en<br />
Baaijen, noch toegeftaan, dat van haare Schee<br />
pen en mindere Vaartuigen: Zy heefc uk haa<br />
re Magazynen allerhande Scheeps- en andere<br />
behoeft ens in eene ruime maate aan de Fran<br />
fche Vloote verftrekt, en door de vereeniging<br />
van veelerleie zoorten van gerieflykheeden , de<br />
zelve in ftaat gefteld, om, in plaats gelyk voor<br />
heen, tegen den wintertyd, hunne Öorlogfchee-<br />
pen, naar Isle de Frmce te zenden, en alzoo<br />
haar kryg ter Zee eenige maanden op te fchor-<br />
ten, dezelve het geheele jaar te kunnen doen<br />
voortgaan; terwyl die Vlooten in Afia von<br />
den, al dat geene dat in voorige Oorlogen,<br />
dezelve, met groote kosten, en mee noch groo-<br />
ter gev-ar, relkens uic Europa moesc cocgezon-<br />
den worden: en of'er noch iecs mochc hebben<br />
ontbroken, ter betooning eener onbepaalde en<br />
weerkeerige dienscvaerdijrheid , van de zyde<br />
van de Nederlandfche Compagnie, heefc zy een<br />
y j ere-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 243<br />
crediec van vyf Millioenen Livrès voor de<br />
Franfche geopend, die daar van zich, zelfs bo<br />
ven die zom, bediend heefc.<br />
Onze Miniscers gaven in voorgem. brief ré<br />
gelyk kennis aan Hun Hoog Mog. van het laat-<br />
fie gefprek mee den Graaf, en van hec evengem*<br />
teekenen, verzoekende nadere last.<br />
De Provintien keurden op den 29e. Jan. goed,<br />
't geen de Ministers verricht hadden, en ge<br />
lastten Hun de Wapenftilftanddie intusfeheri<br />
door den Engelfchen Minister den' onzen aan<br />
geboden was,- aan té neemen,- doch hielden aan<br />
zich, nader over het Vreede's werk te raad-<br />
pleegen.<br />
Toen de Raadpenfionaris even gem. brief<br />
by welken onze Ministers verflag deeden, vari<br />
het afzonderlyk teekenen der Préliminaires,<br />
en van 't geen by die geleegenheid was voor°<br />
gevallen, aan Stads Gedeputeerden had mee-<br />
degedeeld, fchreef de Penfionaris van Berckel<br />
aan den toen prefideerenden Burgemeester van<br />
Hoorn, „ dat mek zich mee hec ceekenen zoo<br />
„ verhaasc had, om reede van onze inactivi-<br />
„ reit, en byzonder om de geweigerde expe*<br />
dicie naar Bresc."<br />
Wy hebben ce vooren gezien dac in der daad<br />
de Graaf de Vergennes, gedrongen door onze<br />
Q s Mi-
S44 M E M O R I Ë N T O T<br />
Ministers, om niet met Engeland, zonder ons,<br />
te fluiten, getracht had, dat fluiten, dat korc<br />
daarna gefchiedde, te verfchoonen: maar't klonk<br />
wat vreemd, dat evengem. Penfionaris, als nu<br />
die beuzelachtige verfchooning van Frankryk<br />
billykte. Hy was immers van 't geheim der zaa<br />
ken onderricht: hy wist, of ten minften kon<br />
weeten, wat tot het voorftel tot het zenden<br />
dier Scheepen oorzaak had gegeeven: hy wist<br />
zeekerlyk, dat de weinige afbreuk die wy aan<br />
den gemeenen vyand hadden toegebrachc, veel<br />
meer aan den zwakken ftaat van onze Zeemacht,<br />
dan aan eene voorbedachte inactiviteit, te wy-<br />
ten was: hy had noch op den 31e. Decemb.<br />
laastl. gefchreeven, in 't zeekere te zyn onder-<br />
richt, dat de Koning van Frankryk geene Fr eede<br />
met het Engelsch Hof zou fluiten, wor en al eer<br />
aan de hillyke eisjchen van de Republiek zou zyn<br />
voldaan, (a)<br />
Noch vreemder was het, dat die Penfionaris,<br />
niet tegenftaande de onwederfpreekelyke blyk,<br />
die het Hof van Verfailles ons door het even<br />
gem. teekenen kwam te geeven, van 't geen wy<br />
-verders van hetzelve te wachten hadden, noch<br />
geftadig bleef berusten in den byftand van Frank-<br />
ryk; en in denzelfden brief meldde, datdeFran-<br />
00 bl» 23
O P H E L D E R I N G , ENZ. 245<br />
fche Ambasfadeur, die hy over de zaak onder<br />
houden had, verzeekerdhad, dat zyn Hof PER<br />
SISTEERDE om de Republiek by CONTINUA<br />
TIE alle bewyzen van geneegenheid en behartiging<br />
haarer belangen te geeven: voegende daar doch<br />
by, dat de Ambasfadeur wat verleegen was, en<br />
zich behielp met te zeggen, dat alle de Mogend<br />
heeden den Oorlog moede waaren , en dat Frank<br />
ryk alleen het werk niet kon gaande houden, daar<br />
de Republiek gedurende den gantfchen Oorlogniets<br />
«edaan had. Maar de drift van den Man was _<br />
zoo groot, dat hy voor waarheid ftelde, al c<br />
creen tot het bereiken zyner oogmerken dien<br />
ftig was. Het was by hem geene bedriegery,<br />
maar verblindheid: doch men ziet uit evengem.<br />
fchryven, dat de Ambasfadeur niet gefprooken<br />
had van 't achterblyven van d'expeditie naar<br />
Brest: 't geen ook tusfchen hem en den Pen<br />
fionaris weinig paslyk zou zyn geweest, daar<br />
ze beiden agter het geheim waren.<br />
Voor 't overige was de verfchooning niet<br />
onbillyk. De Vreede was zeekerlyk voor alle<br />
de Mogendheeden, voornaamlyk voor Enge<br />
land en Frankryk, wiens geldmiddelen uitge<br />
put waren, hoog noodig. Wy waren zeeker<br />
looslyk om den tuin geleid; maar hadden meer<br />
reede om ons te beklaagen, over die geenen,<br />
Q 3<br />
d i e
346" M E M O R I Ë N T O T<br />
die door een blind vertrouwen op vorstelyke<br />
grootmoedigheid, ons in den val gebracht hadden,<br />
dan over Koninglyke Ministers, dienaar<br />
de gewoone zeedekunde, in het beduur der<br />
Staatszaaken, lang voor den tyd van Machiavel<br />
aangenomen, zich gedraagen hadden. De<br />
Hertog de la Vauguion, die zeekerlyk geene<br />
middelen gefpaard had, om ons het alleruitgeftrektst<br />
vertrouwen op zyn 's Meesters bydand<br />
te doen krygen, doch die in deezen, zoo als de<br />
Penfionaris van Berckel gemeld had wat verleegen<br />
was, verzeekerde op het allerheiligst, van<br />
het na by zyn van het teekenen der Préliminaires,<br />
niets ge weeten te hebben.<br />
Het voortduren van 't vertrouwen in 't Hof<br />
van Verfailles, bewerkt door dezelfde lieden,<br />
die ons daarvan het ellendig dacht - offer hadden<br />
gemaakt, gevoegd by de fchier voldrekteregeeringloosheid,<br />
die door de verdeeldheden, die<br />
alle verdandhouding tusfchen de Provintien<br />
Steeden en Leeden der Regeering onderling, en<br />
tusfchen dezelve en den Stadhouder hadden we
O P H E L D E R I N G , ENZ. 247<br />
de oogen kon aanzien: 't was van haar belang<br />
ons door eene heufche behandeling, by ol ter<br />
geleegenheid van het handelen over het em-<br />
Len eens Oorlogs, die men in Engeland zeiven,<br />
doch te laat, erkende, niet ftaatkundig<br />
te zyn begonnen, weder eenigft* tot haar te<br />
trekken: nja*r 't was teffens met haar belang<br />
geheel ftrydig, dat aan ons eenig byzonder v >ordeel,<br />
door toedoen of bemiddeling van Frankryk,<br />
toegevoegd zou worden: 't geen altyd fchynen<br />
zou, zoo zulks gefchiedde, ingevolge van<br />
handelingen te Parys: de Engelfche Minister,<br />
hadden zulks niet onduidelyk te kennen ge-,<br />
geeven.<br />
\Was dan de zaak der Engelfchen, en, zoo<br />
als veelen dachten, niet minder de onze, afzonderlyk<br />
met het Hof van London te handelen.<br />
Daartoe was, gelyk wy gezien hebben,<br />
reeds in 'tbegin, door den Heere Fitz Herbert,<br />
daarna noch te meermaalen, en nu weder aan.<br />
zoek gedaan.<br />
Maar men wilde alhier daartoe niet verftaan:<br />
men fchuwde al wat eenigzins den fchyn van<br />
de oude gemeenzaamheid met Engeland te herftellen,<br />
kon hebben. De Raadpenfionaris hadgezegd,<br />
dat genoeg by deezen Oorlog gewonnen zou<br />
zyn, zoo dezelve om ten eenemaal van Engeland<br />
q 4 los-
24» M E M O R I Ë N T O T<br />
losmaakte: en de Heer Brantfen, die eerst voor<br />
eene byzondere zending naar Engeland geweesr<br />
was, zoo als wy gezien hebben, keurde nu de-<br />
zelve af, om dat hy vermeende, dat de EngeU<br />
feben wederom de oude Verbindtenisfen zoudenwil-<br />
len vernieuwen, dat ons niet lyken zou - en al<br />
hoewel korte dagen daarna, Rotterdam voor-<br />
Helde, om iemand naar Engeland te zenden<br />
waren de gedachten van de meeste Leeden daar<br />
tegen.<br />
In een Befogne den si Febr. gehouden over<br />
eenen brief van onze Paryfche Ministers, had<br />
den de meesten gezegd, dat men de Liaifonsmet<br />
ingeland met moest renouvelleeren: en deeze del,<br />
üng zou zeekerlyk niet vreemd z y n geweest'<br />
zoo dezelve berustte op de gemrlykheid, van<br />
mime Liaifons met machtige Mogendheeden-<br />
raaar zy kon niet dan als partydig befchouwd<br />
worden, dewyl men daadiykgelykzoortige Liah<br />
pns met Frankryk trachtte aan te gaan.<br />
Ondertusfchen wist men niet waartoe te be-<br />
fluicen. De Engelfchen hadden van hunnen eisch<br />
op Trinconomale wel afgezien, maar vorder-<br />
den m plaats, Negapatnam: en bleeven ftaan op<br />
de onbelemmerde Vaart in de Oosterfche Zeeën<br />
De vordering die zy wegens dit laatrte dee-<br />
depj was eenigzins duister, en het bleek niet<br />
Waar s
O P H E L D E R I N G , ENZ. 249<br />
klaar, hoe verre zy die Vaart wilden uitftrekken.<br />
Zoo het een enkel vaaren door die Zeeën<br />
was, kon het volgens die beginzelen, daar wy<br />
zeiven ons op beriepen, naamlyk die der gewapende<br />
Neutraliteit, niet gevoeglyk geweigerd<br />
worden: maar zoo zy /daardoor vérftonden, -<br />
eene vryheid, om door handelingen met de Molukfche<br />
Vorften, die met de Compagnie in verbinten<br />
Isfen ftonden, aan deeze afbreuk te doen,^<br />
en daardoor de Speceryhandel in 't geheel of<br />
ten deele, tot zich over te brengen, konden<br />
wy niet anders dan ons op het krachtigfte tegen<br />
zoodanige vordering verzetten. Onze Ministers<br />
hadden dan aan Hun Hoog Mog. gefchreeven,<br />
dat zy den eisch niet klaar begreepen,<br />
Niet onwaarfchynlyk is 't my voorgekomen,<br />
dat deeze dubbelzinnigheid, met voordacht door<br />
de Engelfchen gebruikt was, om geleegenheid<br />
te geeven, daar over zich onder eikanderen,<br />
zonder tusfchenkomst van Frankryk, te verftaan,<br />
en het gevorderd recht minder of meerder<br />
uit te breiden, naar maate men Frankryk<br />
buiten de handelingen daar over, zou willen<br />
laaten.<br />
Wat Ncgapatnam betrof, alle die eene Vree<br />
de door afzonderlvke handeling met Engeland<br />
kQ5<br />
t e
*50 M E M O R I Ë N T O T<br />
te verkrygen, afkeurden, deeden hun best om<br />
te beduiden, dat die bezitting voor de Compagnie<br />
van klein belang was. Men had zich ook<br />
tot dus verre niet verwaardigd, noch van hier,<br />
noch te Parys, sCompagnie's Gedeputeerden<br />
over de handelingen die hec welzyn, ja hec beilaan<br />
van de Compagnie, zoo na becroffen, te<br />
raadoleegen; noch zich by hun te erkondigen,<br />
of Negnpatnam eene beziccing van aangelegenheid<br />
was, dan niec. Had men zulks gedaan,<br />
hadden deezen die niec alleen betoogd, maar<br />
tevens hec noodige aan de hand gegeeven, om<br />
aan te coonen, hoe nadeelig hec voor Frankryk<br />
zelve was, dac die bezicting in handen der<br />
Engelfchen bleef, en dus het Fransch Ministerie<br />
genoopt, om hec belang der Republiek of<br />
der Compagnie deswegens, op hec fterkfte ce<br />
helpen bevorderen.<br />
's Was de Heer Boers, eerfte advocaac van de<br />
Compagnie, en een van deszelfs Gedeputeerden<br />
te Parys, aan wiens bekwaamheid in 't algemeen,<br />
en byzonder in 'sCompagnie's zaaken<br />
mee gecwyffeld kan worden, die my op myn<br />
verzoek, de aangelegenheid van Negapacnam<br />
bevestigde.<br />
- Hy deed my opmerken: dat die Stad, geleegen<br />
zynde i n \ R y k v a n T a i j j o e r > ^ d e f<br />
voorr
O P H E L D E R I N G , ENZ. S5I<br />
voornaamde Mogendheeden op de Kust van<br />
Choromandel, de Engelfchen eens in 't bezie<br />
derzelve geraakende, daardoor geleegenheid,<br />
zouden hebben, vooreerst, om gem. Votst van<br />
hun af hanglyk te maaken, ten anderen, om door<br />
dien Vorst te laaten uitvoeren, al 't geen zy,<br />
zomtyds, zouden fchroomen, op hunnen eigen<br />
naam te verrichten: dat de Comp. een gelyk<br />
noodlot beproefd had in Bengalen 9 en voor<br />
d'overmacht der Engelfchen en hunnen invloed<br />
op 'sLands yorden, ten aanzien van alle de<br />
takken haarer Negotie, had moeten bukken: dat<br />
het gem. Ryk van Tanjoer, uit hoofde van<br />
deszelfs aanzienlyke voortbrengzelen van Ryst,<br />
de Spyskamer van die Kust is: dat de Engelfchen,<br />
reeds aldaar zoo machtig, zoo zy noch<br />
meesters van Negapatnam wierden, het zouden<br />
zyn, om der Maatfchappy ter bekoming<br />
van de noodige behoeftens voor haare bezittingen,<br />
en voornaamlyk over het naby geleegen<br />
Ceilon , den pas af te fnyden: dat de nabuurfchap<br />
van eene zoo machtige Mogendheid,<br />
niet dan ten uiterden gevaarlyk voor 's Compagnies<br />
bezittingen op het evengem. Eiland<br />
kon weezen; te meerder, dat daardoor de<br />
verleidingen, van welke men weet dat de Engelfchen<br />
by den Keizer van Candia fteeds gebruik<br />
maa-
*5 a<br />
M E M O R I Ë N T O T<br />
maaken, om deezen tegens de Maatfchappy op<br />
te zetten, veel gemaklyker zouden kunnen in 't<br />
werk gefteld worden : eindlyk, dat het bezitten<br />
van meergem. plaats voor de Franfche bezit<br />
tingen op de Kust, even gevaarlyk was, als<br />
voor die van onze Compagnie: voornaamlyk<br />
voor Pondichery en Carnicol die meede uit<br />
het Tanjoerfche gefpyzigd worden.<br />
De Heer Boers meldde my teffens, dat de Mar<br />
quis de Castries hem gezegd had, van de aange-<br />
leegenheid van meergem. plaats voor Frankryk<br />
allezins overtuigd te zyn.<br />
De Advocaat vermeende dan, dat het van<br />
groote aangeleegenheid was, deeze plaats niet<br />
af te ftaan: te minder , om dat geen andere op die<br />
Kust kon uitgedacht worden, om eengelykzoor-<br />
tig Etablisfement te maaken; zoo als hy Advo<br />
caat den Heer Brantfen, die hem eindlyk daar<br />
na gevraagd had, onlangs ook onderricht had.<br />
Hy verlangde ook te meerder, dat men, ten min<br />
ften by provifie, tot het afftaan van eene zoo be-<br />
langryke bezitting niet kwam, om dat met ree<br />
de , aangezien de ontwyffelbaare fuperieuriteit,<br />
die men op dat tydftip in de Indien op de En<br />
gelfchen had, op de herneeming van Negapat-<br />
nam gehoopt kon worden.<br />
Omtrent deezen tyd drong de Compagnie mee<br />
de
O P H E L D E R I N G , ENZ. C^g<br />
de op hec belang van Negapacnam aan, by eene<br />
Memorie, die zy eer Generaliteit overgaf, by<br />
welke zy teffens aancoonde, de gevaarlykheid<br />
van roegee/endh eid op hec ft uk der vrye vaart<br />
in de Ooscerfche Zeeën. Maar hoe zeer al het<br />
geen deswegens gezegd wierd , oncegenfpreeke-<br />
lyk was, zoo kon doch her verlies, hoe grooc<br />
hec ook mochce weezen, de vrees van afzon<br />
derlyke handeling, of handeling ce London,<br />
niec op weegen.<br />
Toen de Préliminaires cusfehen Engeland,<br />
Frankryk en Spanje geceekend waren, had<br />
den onze Miniscers nader mee den Engelfchen<br />
gefproken over de voorwaarden, die wy had<br />
den opgegeeven: en byzonder over een aan<br />
geboden Equivalenr voor Negapacnam, naam<br />
lyk, de West-Kust van Sumatra: doch de Heer<br />
Fitz Herben had dit, en alles wat wy voorftel-<br />
den, niec alleen van de hand geweezen, maar<br />
zelfs zich niec ontzien van te zeggen, dat Frank<br />
ryk aangenomen had ons te laaten dryven, indien<br />
Wy de aan ons voorgefielde voorwaarden niet aannamen.<br />
Onze Ministers zich deswegens by den<br />
Graaf de Vergennes beklaagd hebbende, hadden<br />
wel goede woorden, doch weinig hoop gekree-<br />
gen, en dierhalven om nadere last verzocht.<br />
Deeze wierd allernoodigst, dewyl de Graaf «fe<br />
Ver-
$54 M E M O R I É N TÓT<br />
Vergennes korte dagen daarna, (zoo als dë<br />
Heer Brantfen in eenen geheimen brief aan den<br />
Raadpenfionaris gemeld had) gewaarfchouwd<br />
had, dat zoo onze Ministers, op de komst derty.<br />
ding, dat de Keizerlyke Hoven de Mediatie ha&<br />
den aangenomen, niet finaal gelast waren, men<br />
Zonder hun finaal zou fluiten,<br />
Daags na dat de voorgem. Brief ter Genera-<br />
liteit was ingekomen, naamlyk den 4 Maart,<br />
wierd van wegens het fecreet Befogne aldaar<br />
voorgefteld, om aan gem. Ministers te fchry<br />
ven: „ dat zy by aanhoudendheid moesten bly-<br />
i, ven aandringen op de vrye Vaart: en byal-<br />
* d l e n d c<br />
Engelfchen zich daarop niet duide-<br />
t, lyk wilden verklaaren, als dan hun aanzeg.<br />
» gen, dat Hun Hoog Mog. gezind waren zich<br />
„ volftrekt te houden aan de principes van de<br />
} t gewapende Neutraliteit, met zoo veel kracht<br />
door Mevrouw de Keizerinne beftempeld,<br />
» en op het recht der Volkeren gegrondvest/*<br />
„ Datzy Ministers moesten trachten te bewer-<br />
« ken, dat diergelyke verklaaring door Frank-<br />
„ ryk, Spanje en America meede gedaan wierd:<br />
H dat zy zorgvuldig moesten vermyden, meu-<br />
i, we liaifins met Engeland te maaken, als<br />
„ zynde dezelve nadeelig en van fchadelyke<br />
« gevolgen bevonden: dat zy het af ftaan van<br />
Ne-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 2$$<br />
„ Negapamam by aanhoudenheid moesren bly-<br />
„ ven weigeren: dat zy betrekkelyk de génes 7<br />
„ die de Engelfchen voorgaaven, in hunne<br />
„ Vaart door de Oosterfehe Zeeën,' van we-<br />
„ gens de Compagnie te ondergaan, en waarop'<br />
„ zy hunnen eisch op die Zeeën grondvesten,<br />
„ vertoonen moesten, dat over die gênes nim-<br />
„ mer door de Engelfchen geklaagd was; daar in-<br />
„ tegendeel, door de Compagnie dikwyls klach-<br />
„ ten over 't gedrag der Engelfchen in dat Wae-<br />
„ relddeel, en altyd nutteloos, gedaan waren;<br />
„ doch dat men doch gereed was, des wegens<br />
„ wederzydfche fchikkingen te maaken: dat<br />
„ zy als noch moesten aandringen, op eene<br />
„ fchavergoeding, met vertooning, hoe hard<br />
„ het zou zyn, dit over te laaten aan de wil-<br />
„ lekeurige beflisfingen van de Engelfche Ad-<br />
„ miralittit; doch dat zy, zoo zy niets bepaalds<br />
deswegens konden verkrygen, als dan moes-<br />
„ ten trachten te bewerken, dat de fchikkingen<br />
„ deswegens overgelaaten wierden, aan daar-<br />
„ toe van wederzyde te benoemene Commis-<br />
„ farisfeneindlyk: „ dat zy by \ Hof van Ver-<br />
„ failles zouden blyven aandringen, op de zoo<br />
„ dikwyls gedaane beloften, van geene Vree«<br />
„ de, zonder aan de Republiek goede voor<br />
waarden te bezorgen, te maaken."<br />
Gel-
S50 M E M O R I Ë N T O T<br />
• Gelderland, Holland, Utrecht en Overysftl<br />
hadden aanltonds op het raport van het fecreet<br />
Befogne, eene overeendemmende Refol. hel<br />
pen neemen: Friesland en Stad en Lande, die<br />
sis ongehst de conclufie eerst hadden aangezien,<br />
(temden daar in toe op den iode e n l 4d e daar<br />
aanvolgende: maar dë Gedeputeerden van Zee-<br />
fend zeiden, zich daarna niet te kunnen fchik-<br />
ken, en gelast te zyn te zorgen, dat geene con<br />
clufie op Vreede's articulen gênoomen wierd ^ dan<br />
met concurrentie van hunne Provintie.<br />
Het leed niet lang, tot den 19de naamlyk, of<br />
daar kwam van Parys tot antwoord op den in<br />
houd van evengem. Refolutie: 3, Dat de Mi-<br />
,, nisters zich in 'c minde niet konden vleijen,<br />
„ dat het Hof Van Verfailles het verlangen van<br />
Hun (loog Mog. zou kunnen of willen on-<br />
„ dei-deunen: dat Vergennes zelfs ongenoegen<br />
betoond had, dat men niet gemaklyker was;<br />
>, terwyl hy den ongelukkigen loop des Oorlogs<br />
aan onze werkloosheid toefchreef, en breed<br />
a c pgaf van de moeite die hy genomen had,<br />
„ om de Engelfchen tot het toedaan van bee-<br />
i- ter voorwaarden te brengen, en hun tenmin-<br />
,D ften van Trinconomale had doen afzien: dat<br />
5 i 't geen de Engelfchen nu vorderden, het ui-<br />
„ terfle was: dat dewyl de Koning van Enge-<br />
» land
O P H E L D E R I N G , ENZ. &57<br />
s ) land niec geneegen was, dé verklaaring wet,<br />
gens de vrye Vaan ce geeven, voorgeeven-<br />
„ de dezelve nutteloos te zyn, en de Republiek<br />
„ zich in ftaat moesc ftellen, om haare Vlag te<br />
„ doen eerbiedigen: dac Frankryk doch by een<br />
„ re makene commercie - Tracfaac de gem. ver-<br />
„ klaaring in gepasce Termes wel wilde doen :<br />
„ dan dac de Graaf zeer cautieus was om eenl-<br />
„ ge belofte tot wegneeming der zwaarighee-<br />
„ den aangaande de vrye Vaart in de Ooster-<br />
„ fche Zeeën re doen, maar dac hy goedkeur-<br />
„ de hec voorftel om de gefchillen door wc-<br />
„ derzydfche Commisfarisfen ce doen regulee-<br />
„ ren. Dac wac betrof de belofte om niec zon-<br />
„ der de Republiek ce fluken, hy Graaf, zon-<br />
„ der daartoe eenige verplichting op zich ce<br />
„ willen neemen, gezegd had, dat ieder Mogend-<br />
„ heid haare convenientie moest combineeren, dac<br />
„ gelyk de Republiek de haare calculeerde, de<br />
„ Koning genoodzaakc was' dit ook ce doen:<br />
dac doch onder voorwendzel van de Media-<br />
„ cie der Keizerlyke Hoven ce vraagen, het<br />
„ finaal fluiten was uicgefteld: en dar men zich<br />
„ dien ryd re nutte kon maaken, en in ftaat ftellen."<br />
Voorts meldden de Ministers, „ dat<br />
ze op alle punten, hunaanbevoolen, wol fterk<br />
„ aangedrongen hadden, doch zonder hoop ran<br />
11, BEEL. R „ fi»
258 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ fucces, om dat Frankryks handen reeds geèoü'-<br />
3, den waren; en dat toen zy van hunnen na 7<br />
„ deren last aan den Heere Fitz Herben ope-<br />
„ ning hadden gedaan, deeze gezegd had, zw<br />
„ ultimatum te hebben opgegeeven, en het door den<br />
„ Graave de Vergennes was goedgekeurd. Dac<br />
„ zy Ministers dus ziende niec ce kunnen vor-<br />
„ deren, ingevolge hunnen lasc verklaard hadden,<br />
op eene nadere verklaaring wegens de<br />
i'i vrye Vaart, niet langer ce zullen blyven ftaan:<br />
3, doch teffens, dac Hun Hoog Mog. alcoos de<br />
„ rechren van de Neucrale Vlag, volgens de<br />
„ principes door Haare Rusch-Keizerlyke Ma-<br />
„ jefteic geconflateerd, voor onbreekelyk zouden<br />
houden, als gegrond zynde op hec jus<br />
„ Gentium: dac wac becrof de onbelemmerde<br />
«i Vaarc in de Oosterfche Zeeën, Hun Hoog<br />
„ Mog. verlangden, dac opgegeeven wierd,.<br />
„ waarin, beftonden, en door wie en waarver-<br />
„ oorzaakc waren de voorgegevene gênes of be-<br />
„ lemmeringen: terwyl Hoogstdezelven aan-<br />
„ boden, tot voorkoming derzei ven in \ ver-<br />
„ volg, de noodige fchikkingen te maaken. Dat<br />
„ de Heer Fitz Herben hier op geantwoord had,<br />
„ dat fchoon hy zyn ULTIMATUM had voor-<br />
» gefteld, hy doch aannam het gezegde aan zyn<br />
j>, Hof meede te deelen, doch geen hoop op 'veran-<br />
„ de-
h<br />
Ö F H E L D È R I N O, ENZ. 259<br />
dering te hellen: dat hy ml kon zeggen, dal<br />
de klachten over die gênes, meerendeels haaré<br />
}, betrekking hadden op den doortocht door de Mo-<br />
3 ) lukkes, en dat de verdere lezwaaren der weder-<br />
„ zydfihe Compagnien, door wederzydfche Com-<br />
, t mis/arisfeu zouden kunnen vereffend wordend<br />
De Miniscers eindigden hunnen brief met ce<br />
zeggen: „ dac zy hec ancwoord van den Heer<br />
„ Fitz HerleH zouden afwachten, ert incusfchen<br />
j, niec nalaacen hunne devoiren by den Grave ]<br />
de Vergennes aan te wenden."<br />
Op den 3 April wierd eer Vergadering van<br />
Holland gerefolveerd, ce crachcen eer Genera-<br />
liceic ce doen befluicen, „ de Miniscers te ge-<br />
lasten, op het fterkfte aan ce dringen, op de<br />
,, bewuste belofte door Frankryk wegens hec<br />
ï, niec afzonderlyk fluicen gedaan, te vernee-<br />
j, men of het waar was, dat Trinconomale den<br />
? i Engelfchen weder ontnoomen was: en zoo<br />
ja* als dan nader op de herlevering van Ne-<br />
j, gapacnam ce ftaan, dewyl men van de bezic-<br />
„ cing van die plaacs niec zou afzien, als om<br />
j, Trinconomale weder ce krygen: die aan 'c<br />
Hof van Frankryk ce vercoonen, en deszelfs<br />
„ onderfteuning tot even gem. wedergeeving,<br />
s ) als meede van die van alle de genomene, of<br />
noch te neemene bezittingen van de Repu-<br />
R 2 ,j bliek;,
200 M E M O R I Ë N T O T<br />
/, bliek, te verzoeken: nochmaals den Heer<br />
„ Fitz Herben onder 't oog te brengen, hoe<br />
3, billyk deeze wedergeeving was, dewyl alles<br />
„ door zyne Briccannifche Majefteit in een<br />
„ offenfive Oorlog was genoomen:'" en eind-<br />
tyk* 13 byaldien dit alles niet helpen kon, als-<br />
33 dan de Vreede aan te neemen, onder inhepe<br />
3 ) van de meergem. verklaaring van de vrye<br />
,3 Vaart."<br />
Op den y April fïemden alle de Provintien,<br />
op Zeeland na, die by haare Staats-Ref. den<br />
4 Maart ter Generaliteit ingebracht bleef vol<br />
harden, in den inhoud van de Hollandfehe Re<br />
folutie: en dezelve wierd aan den Minister te<br />
Parys tot hun naricht gezonden. Ook gelast<br />
ten Hun Hoog Mog. eenige dagen daar na den<br />
Heere Brantfen, den tytel van Ambasfadeur,<br />
noodig om te kunnen teeltenen; aan te nee<br />
men, wanneer hy zulks paslyk zou achten.<br />
Ondertusfchen was men zeer zeker, dat met<br />
alle die Refolutien en beveelen niets zou uk-<br />
gericht worden: dat de zaak 'er toe lag, en de<br />
Engelfchen geenen ftap achterwaards zouden<br />
doen, ten zy men met hun afzonderlyk wilde<br />
handelen: doch waartoe, al moest alles hec<br />
onderst boven keeren, men niec wilde ko<br />
men. <br />
Ter-
O P H E L D E R I N G , ENZ. üöt<br />
Terwyl het evengem. in den Haag en te Parvs<br />
voorviel, wierd ik van goeder hand onderricht,<br />
dat de Herrog de laVauguion, voordat<br />
hy naar Parys, werwaards hy in 't laatst van de<br />
maand een keer deed, vertrok, had kunnen goedvinden,<br />
om op zynen gewoonen meesterachtigen<br />
toon, aan Mevrouwc de Princesfe van<br />
Orange te zeggen,, dat hy taamlyk voldaan was,<br />
over 't gedrag van Myn - Heer den Prins, en het zo*<br />
blyven, zoo Hoogstdezelve bleef voüiarden by geene<br />
Verbintenisfen met Engeland te willen aangaan :<br />
dat hy Heer Prins tot dat einde van zich moest<br />
eloigneeren, Lynden van Hemmen, Rendorp,<br />
Heiden' en van der Hoop, voornaamlyk de twee<br />
eerften, en alleen den raadinneemen van den Raadpenfionaris,<br />
eenen man van ver/landen kunde, op<br />
wiens principes, in welke hy nimmer gevarieerd<br />
had, men kon ftaat maaken.<br />
Ik zal geene aanmerkingen over de befchéi-<br />
denheid van den Gezant maaken, maar die aan<br />
myne Lezers overlaaten.<br />
Voor dat het antwoord der Franfche en Engelfche<br />
Hoven op den inhoud van evengem.<br />
Refol. van 7 April gekomen was, fchreef de<br />
Heer Brantfen „ dat hy den Graaf de Vergennes<br />
„ over het aangaan van een commercie-Trac-<br />
*' taat onderhouden, en van denzelven tot antw<br />
o o r d<br />
R 3 »
St>2 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ woord bekomen had: dat byaldien de Koning<br />
f, aangezogt wierd, zyne Maj. daartoe wel ge-<br />
„ neegen zou zyn, en als dan daarby zou en<br />
„ kennen de PRINCIPES der gewapende Neu*<br />
n tralitët,"' Hierop wierden de Ministers gelast,<br />
daarover daadlyk een Memorie te prefen.<br />
teeren.<br />
1 Was niet dan op den 18 Aug. dat de Ambasfadeurs<br />
Hun Hoog Mog. lieten toekomen<br />
tot antwoord op de Ref. van 7 April, een verflag<br />
van 't geen zy met de Engelfche Ministers,<br />
en byzonder met Mylord Manchester, m<br />
plaats van den Heere Fitz Plerbert, doch met<br />
het Charaéter van Ambasfadeur, gekomen, verhandeld<br />
hadden; zendende teffens de Artyke*<br />
Jen die zy Ambasfadeurs den Engelfchen als<br />
frcliminaires hadden voorgefteld en overgegeeven.<br />
(a)<br />
Uit dit verflag van de Ambasfadeurs, en de<br />
door hun overgegeevene préliminaire Artyke*<br />
len bleek, dat al wat men met de handelingen<br />
met de Engelfche Ministers, onder het opzicht<br />
en met meedewerking van de Graave de Fergennes,<br />
gevorderd was, daar in beftond, dat de En,<br />
gel-<br />
(#) Zie dezelve, beneffens den evengem. briefin de<br />
JttTböeteH 1783, h U- isó 5. en volg,
O P H E L D E R I N G , ENK. ^<br />
«Ifchen nu noch met twee voorwaarden voor<br />
L dag kwamen, daar te vooren niet van ge-<br />
fprooken was: naamlyk, het geeven van t Saluc<br />
volgens het Traftaat van 1674, «<br />
van vreemde Scheepen, zonder onderfchetd, m<br />
de Havenen der beide Natiën op de Kust van<br />
Wat het eerfte betreft, had men zich niet<br />
kunnen voorftellen, dat de Engelfchen nu zouden<br />
afftaan eene eerbewyzing, meer dan eene<br />
W Uw de BritfcheVlag toegekend: en dat de<br />
Koning voor den Staat, die allezins deszelfs<br />
afkeer voor zyn Ryk betoonde, eene toegeeflykheid<br />
zou hebben , die hem by zyn Volk<br />
niet dan verachtelyk zou maaken. Doch op<br />
het tweede, waarvan de aangeleegenheid voor<br />
Engeland zeer gering was, ftonden zy zoo<br />
weinig, dat gelyk in dien brief gemeld jord,<br />
z v op het voorftel van onze Ambasfadeurs,<br />
om de reegeling van dat gefchil, na het fluiten<br />
der Vreede, aan wederzydfche Commisfansfen<br />
te laaten, gereedelyk aannamen. _<br />
Dat de Engelfchen het aangeboden Equivalent<br />
voor Negapatnam niet wilden aanneemen,<br />
was geen wonder, dewyl 'sCompagnie's Etablisfementen<br />
op de westkust van Sumatra en te<br />
Suratte van even weinig belang voor hun, als<br />
R 4 voor
: ; -.264 M E M O R I Ë N T O T<br />
voor ons zyn; en alhoewel Negapatnam voor<br />
hun varr oneindige mindere aangelee.enheid<br />
dan voor onze Compagnie was, zoo voldeeden<br />
zy veel beerer aan hun oogmerk, met ons te<br />
doen zien hoe weinig de tusfchenkomst van<br />
'•Franfche<br />
H o f o n s<br />
«mig w«, dan met het<br />
aanneemen van een equivalent, dat wy zonder<br />
groot nadeel konden misfehen: daar zy teffens<br />
door het aan zich houden van Negapatnam,<br />
een gereed middel behielden, om, zoo de om^<br />
ftandtgheeden eens veranderden, door het wc<br />
dergeeven van die bezitting, onze Natie eenen<br />
blyk van gunst en geneegenheid tot hernieu-<br />
wmg van vriendfehap tegoeden: t geen niet<br />
mooglyk wierd, zoo zy eene zomme gelds<br />
hoe zeer znlks op het oogenblik, daar de Oor'<br />
og hun fchatten gelost had, mooglyk best ge-<br />
Jeeken zou hebben, aangenoomen hadden de-<br />
wyl geld nimmer gevoeglyk kon wedergere-<br />
ven worden. ° s<br />
I ' r GeCn m K<br />
Ambasfadeurs fchreeven van<br />
t urgcertn der Engelfchen op het bevaaren der<br />
Oosterfche Zeeën, h e t zich, gelyk wy het reeds<br />
ter voor, bi. 2 4 9. h e b b e n a a n g e m c r k<br />
vooren: en zoo men der Vorften of hunner Mi-<br />
msters woorden, in hunnen waaren zin altyd<br />
konde opneemen, was zelfs de uitlegging die<br />
door
O P H E L D E R I N G , ENZ. 265<br />
door den Engelfchen Ambasfadeur gegeeven<br />
wierd, dat, naamlyk, de Koningniets eischte, dan<br />
V geen hem en alle Vorften, ingevolge van 't Recht<br />
der Volkeren, aan wien het bevaar en der opene Zeeën<br />
niet betwist kan worden, toekwam, voor ons niec<br />
ongunftig: en 't geen Mylord Manchester daar-<br />
by voegde, dat zoo men over dat punt in discus-<br />
fie wilde tréeden , .de Koning ALSDAN zou eis-<br />
fchcn PRODUCTIE van 't gefustineerd recht der<br />
Compagnie, wegens eenen uitfluitenden handel iti<br />
de Molucques, kon meede niet, kwaalyk voor ons<br />
uitgelegd worden, dewyl in dac gezegde niec on-<br />
duidelyk lag opgeflocen, dat byaldien men den<br />
vryen doortocht door de Oosterfche Zeeën den<br />
Engelfchen niec becwisce, die gefustineerde rech<br />
ten door den Koning msede niec becwisc zou?<br />
den worden. Maar 'c was baarblykelyk genoeg,<br />
dac hec den Engelfchen cc doen was, o:n, zoo<br />
al niec een erkend rechc coc den handel mee de<br />
Molukfche Vorften, een minften meerder ge-<br />
makkelykheid cot zoodanigen handel, door eene<br />
onbelemmerde Vaart, te verkrygen: zoo dat,<br />
fchoon deeze vordering der Engelfchen,! op<br />
pervlakkig befchouwd, niet fcheen onrecht-<br />
maatig te weezen, het toeltaan derzelver, al-<br />
• lergcvaarlykst voor de Compagnie, was.<br />
Hec blykc, eindlyk, uit gem. brief, dat, al-<br />
R. 5 hoe-
$.66 M E M O R I Ë N T O T<br />
hoewel Hun Hoog Mog. in hunne Refoh van<br />
4 Maart bepaald hadden , dat de Ministers zouden<br />
blyven ftaan op het verkrygen van eenige<br />
fchavergoeding, zy 'er zoo weinig kans toe<br />
hadden gezien, dat in 't gantfche verflag dat zy<br />
van hunne laatfte handelingen met de Engelfchen<br />
gaven, geen woord van fchavergoeding<br />
gefproken word: en dat zy ook niet eens noodig<br />
hadden geoordeeld, daarvan gewach te maaken<br />
in de Préliminaire Artykelen, die zy den<br />
Engelfchen hadden voorgefteld.<br />
Toen het evengem. verflag den a6 Aug. ter<br />
overweeging in de Vergadering van Holland<br />
gebracht wierd, ontbrak het niet aan Leeden,<br />
die gaarne zouden gezien hebben, dat'er noch<br />
eene proeve genomen was geworden, of 'er<br />
door handeling in Engeland, geene verzachting<br />
in het gevorderde zou kunnen verkreegen wor-<br />
-den. Negen der Negentien Leden, naamlyk, de<br />
Ridderfchap, Delft, Rotterdam, Schiedam,<br />
Briele, Enkhuizen, Edam, Munnikendam en<br />
Medenblik, waren 'er voor: en t'Amfterdam,<br />
alhoewel de Refol. van de Vroedfchap anders<br />
was uitgevallen, dachten veelen der voornaamfte<br />
Regenten, en onder deezen de Burgemeester<br />
Temminck, 'er even gunftig over. Maar de<br />
geenen,, die voor een ftokreegel gefteld hadden,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 267<br />
den, geene afzonderlyke handeling met, of in,<br />
Engeland te beginnen, wisten te bewerken, dat<br />
by de overige tien Leeden bepaald bleef, en<br />
dus met de meerderheid gcrefolvecrd wierd:<br />
dat byaldien eindlyk bleek, dat het volftrekt<br />
„ nutteloos was, langer by 't Hof van Frankryk<br />
aan te dringen, zoo als dat reeds zoo<br />
„ dikwyls gedaan was, om ons niet te verlaaten,<br />
daar wy op de zoo meenigvuldige toezeggingen<br />
van zyne Maj. vertrouwd hadden,<br />
„ als dan gemelde Préliminaires aan te nee-<br />
„ men en te teekenen."<br />
Te vergeefs trachtten gem. Leeden, de anderen<br />
gerust te ftellen, met voor te draagen dat<br />
„ de bezending naar Engeland niet zou gefchieden,<br />
dan na dat dezelve fmakelyk zou zyn<br />
„ gemaakt by het Hof van Verfailles, dat de-<br />
„ zelve niet zou ftrekken om eenige nieuwe<br />
„ Liaifom aan te gaan, of om voorige Traclaa-<br />
„ ten met het Hof van London te vernieu-<br />
„ wen, maar alleen om te beproeven, of'er<br />
„ door eene directe Negotiatie, noch iets ten<br />
voordeele van de Republiek, zou kunnen<br />
„ bedongen worden: en dat byaldien het Hof<br />
„ van Verfailles zoodanige bezending niet wils,<br />
de goedkeuren, of wel dat onze Ministers<br />
„ te Parys bevreesd zouden zyn, dat de Vreede<br />
» ge-
M E M O R Ï E N T O T<br />
fl, gedurende afzonderlyke handelingen, zom<br />
„ der ons, zou gefloten worden, zy in alle ge-<br />
„ vallen gelast zouden zyn, om alsdan meede<br />
„ te teekenen."<br />
Maar niets kon helpen: de zaak wierd door<br />
gedrongen : zelfs wilde men de bezending naar<br />
Engeland doen voorkomen als fchandelyk en<br />
vemeederende voor de Republiek: daar het eer<br />
der het toppunt van verneedering, en de hoog-<br />
fte fchande voor dezelve was, dat de toegee-<br />
venheid voor, en de verknochtheid aan eene<br />
Mogendheid, die haar in den Oorlog gefleept<br />
had, en daar na haar door fchoone beloften<br />
van byftand en gemeenfchappelyke handeling,<br />
belet had te beproeven, of zy geene eer-<br />
lyke Vreede zou kunnen verkrygen, zoo ver<br />
re ging, dat men liever onrechtvaardigs en la-<br />
five voorwaarden (dus wierden ze door de<br />
meerderheid zelve in gemelde Refol. genoemd)<br />
zich wilde laaten welgevallen, dan te beproe<br />
ven, door handelingen, (die ten minften voor<br />
zoo verre eerlyker waren, dewyl ze zouden<br />
gefchieden onafhangelyk van 't Hof van Ver<br />
failles , en niet meer als fub praftdio van den<br />
Graave de Vergennes) beeter voorwaarden te<br />
verkrygen. Men leeze de aariteekeningen der<br />
voorgen:. Leeden in de Not. T. Holland.<br />
De-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 26*9<br />
Deeze Hollandfche Refolutie wierd aanftonds<br />
ter Generaliteit in 't fecreet Befogne, en op den<br />
2-8 e<br />
. in de Vergadering van Hun Hoog Mog.<br />
gebracht: en daar wierd overeenkomftig befioo-<br />
ten, offchoon Gelderland, Zeeland en Stad en<br />
Lande niet gereed waren, en tegens de Conclu<br />
fie protesteerden.<br />
Ten zelfden dage wierden de Ambasfadeurs<br />
overeenkomftig gelast, en teffens ook op hun<br />
verzoek, om de Plenipotentiarisfen van Peters<br />
burg en Weenen te nodigen, gelyk door En<br />
geland en Frankryk reeds gedaan was, om het<br />
definitief Vreede's Traftaat meede te willen on<br />
derteekenen.<br />
De groote haast die men maakte, was noch<br />
vermeerderd geworden, door dat onze Ambas<br />
fadeurs intusfchen gefchreeven hadden, dat de<br />
Engelfche Ambasfadeur tot het teekenen der<br />
Prcliminaires niet langer uitftel wilde geeven,<br />
dan tot den 3 Sept. aanftaande.<br />
De geenen die de Ref: van 27 Aug. in Hol<br />
land hadden doorgedreeven , vreesden niets<br />
meer, dan dat de Republiek buiten de gemeen-<br />
fchappelyke handelingen zou gefloten worden:<br />
en in de daad, zou dat zeekerlyk allernoodlot-<br />
tigst geweest zyn, zoo men geene gegronde<br />
reedenen had gehad, om te voorzien, dat men<br />
als-
&fO 1VI Ë M O R I E f) T O f<br />
alsdan van Engeland gunftiger voorwaarden të<br />
verwachten had, dan ons nu befproken wier-<br />
den. Engeland voelde, gelyk reeds te meermaa-<br />
len gezegd is, dat zy eenen verkeerden ftap ge*<br />
da;;n had, met ons door de behandelingen voor<br />
en gedurende den jongften Oorlog, van haar<br />
geheel af keerig te maaken: en dat dit niet kon<br />
verholpen worden, dan met ons van Frankryk<br />
af tefcheiden,-en door eene gunfrige behande<br />
ling , het aangedaane leed te doen vergeeten.<br />
Daar was geene groote flaatkunde noodig<br />
om dit te bezeilen. Friesland in deszelfs Re-<br />
fol op den 28 Augustus ter Generaliteit inge^<br />
bracht, had erkend, dat zoo men afzonderlykmet<br />
Engeland wilde handelen, Negapatnam behouden<br />
en beetere voorwaarden aangaande de vrye Vaart<br />
in de Molukfche Zeeën als anderzins verkreegen<br />
zouden kunnen worden t maar zy beweerde, dat<br />
zulks niet te wenfchen was, om dat het tot ge<br />
volg zou hebben, dat de Tracfaaten vart 1674 en<br />
1678 met Engeland weder vernieuwd zouden<br />
worden, en wy dus weder onder 't Engelsch juk<br />
Zouden geraaken.<br />
Zeker was het, dat de invloed van 't Hof<br />
van London voor den Oorlog zeer groot, ja<br />
te groot was: doch het fcheen geen volftrekt<br />
gevolg te zyn van de handelingen met het zel<br />
ve.,
Ó P H E L D . E R I N ' G , ENZ. 27i<br />
ve, en van het roeftaan van gunftiger voor<br />
waarden, dan de geene die wy door cusfchen-<br />
komst van dat van Verfailles hadden kunnen<br />
verkrygen, dat dac juk weder even zwaar zou<br />
moeten worden: maar 't was zeker, dat het<br />
Engelsch juk thans in een Fransch veranderd<br />
was: en dat zoo wy onder 't een of ander juk<br />
moesten leeven, noch verkiesbaarder was, dac,<br />
waardoor wy eene aanzienlyke bezicting, en<br />
eenen onbclemmerden privativen handel van<br />
de grootfte aangeleegenheid bleeven behou<br />
den, dan een, waardoor hec eene verlooren,<br />
en hec ander in de waagfchaal gefteld wierd.<br />
Den 6 Sepcember oncving men verflag, door<br />
eenen brief van de Ambasfadeurs aan den Hee<br />
re Griffier, in daco 3 Sepc. van 'c geen zy na<br />
'1 oncvangen van de Ref. van Hun Hoog Mog,<br />
van 27 Aug. verrichc hadden, (a) Men ziet<br />
in \ algemeen in denzei ven, dac zy, na alvoo-<br />
rens nochmaals alles by den Graave de Vergen-<br />
nes, doch even vruchteloos, ce hebben aange<br />
wend , vermeend hadden in de noodzaaklykheid<br />
te zyn geweesc, om de préliminaire Arcykelen,<br />
te vooren door de Engelfchen voorgefteld (van<br />
welke zy het affchrifc mee den evengem brief<br />
liecen coekomen) genoegzaam woordeiyk aan<br />
(a) Zie Jaarboeken 1783, bl. 1534.<br />
ts
M E M O R I Ë N T O T<br />
te neemen; en zy verzochten, volgens affpraak<br />
met den Engelfchen Ambasfadeur, de goedkeu<br />
ring van Hun Hoog Mog. binnen een maand<br />
te mogen ontvangen.<br />
't Geen mooglyk in dit verflag \n den eerften<br />
opflag vreemd zal voorkomen, is, het verlan<br />
gen van onze Ministers om een definitief Trac<br />
taat te willen teekenen, en de huiverigheid der<br />
Engelfchen deswegens. Maar 'c was geen won<br />
der ; zy bevorderden beiden hunne geheime oog.<br />
merken, of ten minften die van hunne Princi<br />
paalen. In Engeland , daar men gaarne met ons<br />
van Frankryk afgezonderd wilde handelen, be<br />
hield men ook gaarne daartoe eenige mooglyk-<br />
heid, en dat wel, door niet definitief te fluiten.<br />
Aan onze zyde in tegendeel, verlangden de gee<br />
nen die thans de zaaken en onze Parysfche Am<br />
basfadeurs, befluurden, dat 'er maar een einde<br />
van kwam, om van alle gevaar, zoo als zy 'tin-<br />
zagen, yan met Engeland in handeling te tree<br />
den, bevryd te zyn.<br />
Als men ondertusfchen opmerkt, de verzee-<br />
keringen die de Ambasfadeurs in evengem- brief<br />
in den mond van den Graye de Vergennes leg<br />
gen, van deszelfs aangewende moeite, om hec<br />
Hof van London toe meerder infehiklykheid<br />
te brengen , en de exhortatien van dien Minis<br />
ter,
Ö P H E L D B R I N O j ENZ. 2/j r<br />
ter, om, aangezien de vergeeffche, deswegens<br />
aangewende, moeite, de Préliminaires hoe eer-<br />
der zoo beeter te teekenen, zoo zou men ree<br />
de hebben, byaldien men de geheime beweeg- -<br />
redenen niet wist, verwonderd te zyn, dat die<br />
Ambasfadeurs, die wisten hoe men waarfchyn-<br />
lyk, mits zonder tusfehenkomst van den vriert-<br />
delyken Graaf, beetere voorwaarden kon ver<br />
krygen, zoo fterk by Hun Hoog Mog. hebbert<br />
aangehouden, om de last tot teekenen te ver*<br />
krygen. 't Is waar, dat zy zich daarnaverfchoon-<br />
den met te zeggen, dat de voorgem. openin<br />
gen door 't Engelsch Ministerie aan hun niet<br />
gedaan warem<br />
Zoo dra de brief van de Ambasfadeurs ter'<br />
Generaliteit geleezen was, wierd befloten^ den-<br />
zelven, te zamen met de Préliminaire Articu-<br />
len, aan de Provintien, met verzoek, van teri<br />
fpoedigften tot de ratificatie te willen beduicen}<br />
rc zenden: waarop de Gedep. van Zeeland ver<br />
klaarden , wel te mogen lyden, dat de brief aan<br />
de Bondgenooten gezonden wierd, maar zio'ri<br />
op den inhuud deszelven niet te kunnen inlaa<<br />
ten.<br />
Den 12e. daaraanvolgende brachten Holland j<br />
friesland, Overysfel, Stad en Lande, hunné<br />
toeflemming in: doch deeze laatfte alleen met<br />
II. DEEL. *S root-
S/4 M E M O R I Ë N T O T<br />
voorbehouding van de vrye deliberatie, betrek<br />
lyk het befluit den 28 Aug. op het VreedeV<br />
werk, mee eene meerderheid van ééne Provin<br />
tie, genomen.<br />
Niec dan op den 24e. bracht Utrechr haare<br />
roeftemmmg in: en Gelderland verklaarde , met<br />
de anderen wel ce willen concurreer en, doch<br />
klaagde teffens over de pracipitante wyze, met<br />
welke mee 4 Provintien, op den 24e.geconclu.<br />
deerd was geworden.<br />
Men befloot dan twee dagen daarna, op den<br />
26e. tot de Ratificatie, met zes Provintien, de<br />
wyl de Gedep. van Zeeland ongelast waren 1<br />
daar zy twee dagen daarna op den 29e. hunne<br />
klachten over de meergem. conclufie van den<br />
28e. Aug. op de nadere beveelen aan de Am<br />
basfadeurs, in de Vreedes voorwaarden geno<br />
men, inleeverden. Zy verklaarden, die conclu<br />
fie te zyn irregulier en ineonjiitmioneel, en dus<br />
dezelve voor onwetting te houden, terwyl zy<br />
de gevolgen voor de geenen, die ze genomen<br />
hadden , lieten. Zy inhasreerden, de zwaarighte-<br />
den die haare Provintie van den beginne, by-<br />
zonderlyk den ie. November 1781, gemaakt<br />
had, om ongewapend zich eenen Oorlog op den<br />
hals te haaien, of ten minften niet te trachten,<br />
denzelven door handelingen met Engeland voor
ö P H E L ri E R i N ci, ENZ; if$<br />
të koomen: eindelyk voegde zy daarby, dat alst<br />
hoch mee Engeland tot het verkrygen van bee~<br />
tere voorwaarden , afzonderlyk behoorde ge«<br />
handéld te worden.<br />
Stad en Lande vernieuwde op den 6e. No<br />
vember deszelfs protest tegen het befluit vari<br />
den 28e. Augustus, met byvoegihg; dat dewyi<br />
Zy zich met den zaaklyken inhoud geconformeerd<br />
had, zy nu maar wilde verklaaren, iri 't ver<br />
volg diergelyke handelingen en befluiten te zul<br />
len aanzien, eh dezelvèn hóuden voor nul ed<br />
yan geene waarde.<br />
Zoo dra de ratificatie ter Generaliteit gecon<br />
cludeerd was geworden, had men daarvan By'<br />
Expresfe den Ambasfadeurs kennis gegeeven,<br />
die ingëvölge hunne volmacht, de door de En<br />
gelfchen voorgêfehrëevene Prélifft'inairès tee<br />
kenden , én daarvan den 29e. Sept. öndèf adre*<br />
van den Heer Griffier kennis gaven r téffen#<br />
meldende, dat men overeengekomen was/ daf<br />
Trinconomale ons zoude wedergeleéverd Wor<br />
den , ten overftaan van Engelfche, Franfche eii<br />
Hollandfche Commisfarisfeh; dat de eerden dé?<br />
plaats aan de Franfchen, en deezen dan weder'<br />
aan de Hollanders zouden övergeéven: docH<br />
dat ih die overeenkomst, door den Erigélfchérï<br />
Ambasfadeur niet was toegedemd, dan mits ter"<br />
S 2 gét"
S.?6 M E M O R I Ë N T O T<br />
gelyke tyd, de Caab de goede Hoop, door de.<br />
Franfchen ontruimd wierd: 't geen door den<br />
Grave de Vergennes was aangenomen te bezorgen,<br />
f»<br />
Hoe zeer de handelingen te Parys geheel beftuurd<br />
waren geworden, door de geenen, die<br />
toen reeds de meeste klem der Regeeringe in<br />
handen hadden, en die naderhand de voornaame<br />
Hoofden der zoogenamde Patriotten geweest<br />
zyn, en het hun bedryf was, liever<br />
de harde voorwaarden door Engeland voorgefchreeven,<br />
en ons door Frankryk (daar dit Hof,<br />
na zoo veel fchoone beloften, nu rondelyk<br />
verklaarde, ons niet te kunnen byflaan of helpen<br />
) opgedrongen, aan te neemen, dan iets<br />
beeter of draaglyker door direcle handelingen<br />
met Engeland te verwerven, zoo lieten veele<br />
heethoofden, wiens voornaam oogmerk daarna<br />
deerlyk gebleeken is, niet na, het teekenen<br />
of het aanneemen der Préliminairen , uit te kryten<br />
voor eene fchandelyke daad.<br />
Eenige Gelderfche Jonkers bevlytigden zich<br />
boven allen, om ter deezer geleegenheid, door<br />
het ruchtbaar maaken van hunne advyzen ter<br />
Staats- Vergadering, de goede Gemeente in te<br />
boezemen, dat gelyk men het fchandelyk voeren<br />
00 Jaarboeken 1783, bl. 1682.<br />
vaa
O P H E L D E R I N G , ENZ. 277<br />
vm den Oorlog, aan de Engelschgezindheid<br />
van zommigen, die zy noemden de verderfely-<br />
ke Cabale, verfchuldigd was, men aan dezelfde<br />
Cabale moest toefchryven, dat daar anderzins<br />
by de Natie moeds en vermogens genoeg zou zyn,<br />
om eenen afgematten uitwendigen Vyandpaaien<br />
perk te zetten, men nu genoodzaakt was, eene<br />
fchandelyke vreede aan te neemen, dewyl de<br />
verdervende invloed van die Cabale, alles wat in<br />
't werk Zou worden gefield, vruchtloos zou doen<br />
efloopen.<br />
Die fchranderc Staatslieden zeiden ftellig,<br />
„ dat het niet geeven van onbepaalde Convooi-<br />
„ jen, en het niet gereedelyk aanvaarden der<br />
gewapende Neutraliteit, beiden gevolgen<br />
„ van den invloed der verderffelyke Cabale,<br />
,5 oorzaak was van den droevigen toeftand,<br />
waarin ons Land, en voornaamlyk de Marine<br />
„ zich bevonden." Vervoerd door 't geen zy<br />
Vaderlands-liefde noemden, dachten zy niet,<br />
of wilden ten minften anderen doen vergeeten,<br />
dat toen eenige Kooplieden, die zich verbon<br />
den hadden om Hout en Hennip aan Frankryk<br />
te leeveren, fchreeuwden om algemeene Con-<br />
vooijen, onze Admiraliteiten buiten ftaat wa<br />
ren, om eenige voldoende te geeven: dewyl<br />
zy vao groote Scheepen onvoorzien waren, en<br />
S 3 de
S78 M E M O R I Ë N T Q T<br />
de weinige die zy noch in Zee gebracht hadden,<br />
de prooi der Engelfchen waren geworden.<br />
De goede lieden fcheenen geheel niet opgemerkt<br />
te hebben, dat wy van die gewapende<br />
Neutraliteit, en van de Bondgenooten die wy<br />
daardoor verkreegen hadden, geene de minde<br />
hulp of nut genooten hadden: en dat de zoo<br />
hoog gepreezene Catharina, die ons moest be T<br />
fchermen, en by 't geen ons volgens Traétaaten<br />
wettiglyk toekwam handhaven, onder beuzelachtige<br />
voorwendzels, zich daarvan verfchoond<br />
had; en , in de plaatze der Vlooce, die<br />
de Penfionaris van Berckel (a) noch in 't begin;<br />
yan 1781 aankondigde, geen Scheepje ter onzer<br />
hulpe gezonden had. Vous navés rien a attendre<br />
de la Rusfie, que peut être des bons offices,<br />
had de Keizer my t'Amfterdam gezegd (b) en<br />
de uf komst had die voorzegging maar al te veel<br />
bewaarheid.<br />
Zy konden niet ontkennen dat wy meerendeels<br />
den Oorlog met Engeland, aan die gewaapende<br />
Neutraliteit verfchuidigd waren: maar<br />
dat was hedzaam in hunne opgen: daar doorwaren<br />
wy vap 't Engelsch juk bevryd geworden:<br />
en dit was, gelyk de Staaten yan Friesland in<br />
(o) 1 fte Deel, bl. 88.<br />
(?) ifte Deel, bl. 231.<br />
de
O P H E L D E R I N G , ENZ, 279<br />
de Ref. op hec gelasten der Ambasfadeurs, die<br />
zy op den 28e. eer Generaliteit inbrachten, gezegd<br />
hadden meerder waardig dan Negapatnam,<br />
en de afzonderlyke vaart op de Molucques.<br />
Het niet zenden van onze beste Scheepen<br />
naar Brest, was ook, volgends het verftandig inzien<br />
van die lieden, een verderflyk ff.uk voor<br />
't Land geweest: en 't was meede onverantwoordelyk,<br />
dat men geene Alliantie met Frankryk<br />
gefloten had.<br />
Wat het eerfte betreft , heb ik reeds de<br />
vryheid genomen, myne gedachten te zeggen:<br />
maar wat de Alliantie met Frankryk aangaat,<br />
zoo kan ik niet denken, of het Hof van Verfailles<br />
meerder voor ons zou gedaan hebben,<br />
wanneer 'er van wederzyde door Ambasfadeurs,<br />
met alle de gewoonlyke folemniteiten, een verbond<br />
gefloten was geworden, dan het nu gedaan<br />
beeft, na de fterkfte beloften van zonder ons<br />
geene Vreede te maaken: en of het meerder<br />
tot afbreuk der gemeenen Vyand, met ons zou<br />
meedegewerkt hebben, dan het nu gedaan heeft,<br />
na dat het zoo breed had opgegeeven van het<br />
concerteeren der operatien, en uit dien hoofde<br />
ons als gedwongen heeft, om van alle afzonderlyke<br />
handelingen af te zien. Maar veele van<br />
die fchreeuwers wisten beeter; alhoewel ik ge~<br />
S 4 loof.
aÖO M E M O R I Ë N T O T<br />
loof, dat zommige inde goede trouw, doch kort»<br />
ziende waren.<br />
Hec voorgeeven, dat het eenigfte doel was,<br />
zich van de Engelfche politieke beheerfching<br />
ce ontflaan, en aan het zich te ver uitbreidend<br />
gezach van den Stadhouder paaien te ftellen,<br />
W^s wel klinkende: maar zoo dit by veelen het<br />
-waarachtig voorneemen geweest is, was het niet<br />
minder zeeker, dat zommige verder wilden gaan ,<br />
en alhoewel zy lang hunne inzichten vermom<br />
den, bleek hec welhaast al te klaar, dac zy hec<br />
toelagen, op eene gantfche omkeering der Re<br />
geeringsform. Ik ben zelfs niec ongeneegen te<br />
gelooven dac by deeze Jaatfte in den begin<br />
ne, hec voorneemen nimmer geweest is, om<br />
tot die uiterftens, die daarna plaats hebben ge<br />
had, te komen: maar het werktuig dat zy ge<br />
bankt hebben, heefc hun bedrogen: zy moes<br />
ten t Volk op hunne zyde hebben: dit word<br />
pooit geleid don door Enthoufiasme J zy moesten<br />
dierhalven de geesren der Gemeente verhitten,<br />
en dezelve doen gelooven, dat het op de Vry<br />
heid wierd toegelegd: zy voorzagen ook toe hun<br />
oogmerk niet ce kunnen komen, zonder gewaa-<br />
pend Volk, en wel in zulk een getal, dat het kléin-<br />
der doch beeter gcoeffend getal der Militie,<br />
tegens de greote overmacht niec beftand zou<br />
2} r<br />
n,
O P H E L D E R I N G , ENZ. c3l<br />
zyn. De onëenigheeden met den Keizer gaven<br />
eene gereede geleegendheid om hec platte Land<br />
ce wapenen, en in de Sceeden Genootfchappen<br />
op te rechten, onder fchyn, dat de Leeden der<br />
zelver beeter gefchikt waren, om zich in de wa<br />
penen te ocflènen, dan gemeenlyk de Burger-<br />
Compagnien, die gelyk men, en niec zonder ree<br />
de, voorgaf, geheel ongeoelTend waren. Maar<br />
gelyk die de doodfteek voor de rusc van 'c Land<br />
was, wierd daardoor ook hec gezach der Ma* -<br />
tadors, (gelyk ze door den Raad Penfionaris<br />
plachcen genoemd co worden) eer neder gö-<br />
plofd. De heldhaftige Pryheids Zoonen , zoo als<br />
zy zich noemden, de waapenen in handen heb<br />
bende , kenden geen paal noch perk meer, en<br />
deeden welhaast hunne Meesters, hunne eerfte<br />
aanvoerders, naar hunne pypen dansfen. De<br />
Heemel weet welk loc de ongebondenheid had<br />
weggelegd, voor allen die hun niec aanbonden ,<br />
zoo de vyf Woerdenfche Dictators, hun eigen<br />
en hunner Metgezellen's val niec zelfs bewerkc<br />
hadden , door hec onbezonnen beltaan tegens<br />
Mevrouw de Princesfe. 't Is myns bedunkens<br />
opmerkingwaardig, dat die vyf Perfoonen, die<br />
zeekerlyk door de verftandigfte en voorzich»<br />
rigfie der Patriottifche beltuurders, gefchikt<br />
waren geworden, om ingeval van kwaaden uic-<br />
S 5 flag 4
M E M O R I Ë N T O T<br />
flag, de Slachtoffers te weezen , juist de geenen<br />
zyn geweesc, die door eene onbezonne daad,<br />
het gantsch Patriottisch gevaarte in ééns hebben<br />
doen inftorcen. Jammer is hec, ja een hoog*<br />
ften beklaaglyk, dac de hertelling door eene<br />
vreemde Mogendheid, mee vreemd Krygsvolk<br />
gefchied is: de harcen van alle waare Vaderlanders<br />
zyn gevoelig aan hec leed,den In- enOpgezeetenen,<br />
Prins- of Pacriocsgezind, aangedaan,<br />
door de oncuchc van losbandige Soldaaten:<br />
maar wac zou 'er van ons geworden zyn,<br />
zoo wy langer onder de beheerfching van de<br />
zoogenaamde Burger-Leegerejes gebleeven waren!<br />
Men vergeeve my deezen uitflap die my uit<br />
de pen gevloeid is, daar zulks niet onnatuurlyk<br />
is, aangezien de verregaande moedwilligheeden ,<br />
die ik gedurende de laacfïe jaaren, dat de euvelmoed<br />
der Patriotten allen, die niet van hunnen<br />
aanhang blindeling wilden zyn, deerlyk reiscerde,<br />
,heb ondergaan. Niec dac ik cegen de meesten,<br />
die ik achee zich te hebben laacen verleiden,<br />
eenige wrok behouder deezen beklaag ik,<br />
en vergeef hun gaarne hec leed my aangedaans<br />
anderen, die meerder hunne handen daarin heb»<br />
ben gehad, zyn genoeg geflrafc, dewyl zy balling-<br />
's Lands met Vrouw en Kinderen moeten
O P H E L D E R I N G , ENZ. £83<br />
ren omzwerven. Laat ons tot ons onderwerp<br />
wederkeeren.<br />
Zoo dra ter Vergadering van Hun Hoog<br />
Mog. de tyding der Ratificatie gekomen was,<br />
leeyerde de Heer Berenger > by afweezen van<br />
den Ambasfadeur de la Vaugion de zaaken van<br />
Frankryk waarneemende , eene Memorie ter<br />
Generaliteit, by welke hy bekend maakte de<br />
bereidwilligheid zyn's Meessers, om aan de Re<br />
publiek haare bezittingen, door de Franfche<br />
waapenen op de Engelfchen heroverd, kost- en.<br />
fchadeloos, weder te geeven. (V)<br />
Deeze daad was zeekerlyk verplichtende voor.<br />
den Staat: maar de wyze op welke de Memo?<br />
rie was ingericht, zou heufcher geweest zyn ?<br />
zoo de gemelde Chargé d Affaires, niet goedge<br />
vonden had daar in te ftellen, dat de Koning<br />
die goedheid wel wilde hebben, offchoon by<br />
zyne Maj. eenig mistrouwen was opgekomen, met<br />
betrekking tot de welmeenendheid', en zelfs tot de-<br />
geneigdheid der verëenigde Provintien*.<br />
Hard was het voorwaar, deeze taal te moe<br />
ten verduuren, na dac de Staat zich om datRyk's<br />
wille eenen verderflyken Oorlog op den hals<br />
had gehaald; na dat men alle middelen om dee<br />
zen te eindigen, ora Frankryk's wille, van de<br />
(«) Zie Jaarboeken 1783, bi. 1684,<br />
band
284 M E M O R I Ë N T O T<br />
hand had geweezen: en eindlyk, na dat men door<br />
Frankryk, niet tegengaande de fchoonfte beloften,<br />
verlaaten, genoodzaadt was geworden 3 eerder<br />
fchandelyke voorwaarden, onder de bemiddeling<br />
van Frankryk aan te neemen, dan te trachten,<br />
zonder Frankryk, beetere te verkrygen.<br />
Maar de toegedaanheid der geenen die gevoelden,<br />
dat tot de handhaving van 't gezach,<br />
dat zy zich toen reeds hadden aangematigd, en<br />
tot bevordering der oogmerken met welken<br />
zy zeekerlyk toen reeds zwanger gingen, de<br />
hoede en fteun van Frankryk hun volftrekt<br />
noodig was, was zoo groot, dat zy, niet te vreeden<br />
dat by Hun IIH. MM. op de evengem.<br />
Memorie alleen gerefolveerd was ? de dankzeggingen<br />
van den Staat door hunnen Griffier te<br />
doen geworden, wisten ter Vergadering van<br />
Holland op den 29e. O&ober te doen neemen,<br />
de Refolutie te vinden in de Jaarboeken 1783,<br />
bl. 1869. in welke, verre van te doengevoelen,<br />
dat, hoe zeer men de grootmoedigheid des<br />
Konings op haare prys ftelde, men doch in de<br />
volle verwachting was geweest, dat zyne Majefteit<br />
zonder ons niet zou gefloten hebben, in<br />
tegendeel, met de krachtigfte uitdrukkingen,<br />
alle dankbaarheid, als of de Koningin alles de<br />
Republiek beweldaadigd had, uitgeboezemd<br />
m
O P H E L D E R I N G , ENZ. 28$<br />
en beflooten wierd „ dat byaldien het'ter Generaliteit<br />
alleen by het gerefolveerde gelaa-<br />
„ ten wierd, alsdan de Hollandfche Gedepu-<br />
,, teerden aldaar zouden verklaaren, dat Hun<br />
„ Ed. Groot Mog. zich genoodzaakt zouden<br />
„ vinden, afzonderlyk aan zyne Majefteit de in-<br />
„ houd hunner Refolutie te doen geworden."<br />
Maar men defereerds ter Generaliteit aan 't<br />
verlangen der Staaten van Holland, en derzelver<br />
Refolutie, wierd aldaar, fchier woordelyk,<br />
in een Generaliteits Refolutie geconverteerd.<br />
(0)<br />
Terwyl men in Holland dus overbodig was*<br />
om het Cabinet van Verfailles te liefkoozen, hadden<br />
onze Ambasfadeurs te Parys getracht, voor<br />
het fluiten van het definitief Tractaat, beetere<br />
voorwaarden te verwerven: doch te vergeefs.<br />
Zy fchreeven dan den 23 Nov. aan Hun Hoog<br />
Mog. (b) „ dat dewyl zy te vergeefs, en na on-<br />
„ derfcheidene aanmaaningen aan den Hertog<br />
„ van Manchester, om een gunftig antwoord<br />
„ op het voorgeftelde Equivalent voor Nega-<br />
„ patnam, en de verzochte verzeekering, dat<br />
„ geene belemmering, der Hollandfche Maat-<br />
„ fchappy in haaren handel op Bengale door de<br />
(a) Jaarboeken 1783,0!. 1873,<br />
(b) Jaarboeken 1783, bl. 2051.<br />
» En-
fl86 M È M Ö R Ï E N T Ó T<br />
a Engelfchen zoü toegebracht worden, :<br />
zöö<br />
«, lang gewacht hadden, zy geoordeeld had-<br />
„ den, door langer wachten maar tyd verloó-<br />
„ ren zou worden: te meerder, daar de Her-<br />
Si cog hun te meermaalen gezegd had, geene<br />
„ gunftiger last te gemoet te zien : dat zy dier-<br />
3, halven aan evengem. Hertog hadden voor*<br />
„ gefteld, het geteekend Préliminair Traélaat<br />
in een definitief te veranderen: dart, dat dë<br />
„ Hertog daar op geantwoord had; last te heb-<br />
„ ben gekreegen, om aan Hun Hoog Mog.<br />
„ voor te ftellen, het definitief Tradaat te<br />
n London of in den Haag te fluiten." Dat<br />
zy Ambasfadeurs daarop wel hadden voorgefteld,<br />
„ dat dewyl de beide Mogendheeden<br />
i 3 aan derzelver refpeétive. Ministers reeds de<br />
„ volmachten hadden gegeeven, tot het vol-<br />
„ komene fluiten van de Vreede, en dat de<br />
i, Zaaken reeds zoo verre gevorderd waren 9~<br />
t» alle verdere handelingen nutteloos zouden<br />
zyn, en het ook niet noodig was, dat 'eree-<br />
» ö e<br />
propofitie gedaan wierd, die nergenstöë<br />
„ kon ftrekken, dan om het werk, tegen de<br />
fi neiging van den Staat, fleepende te houden.<br />
„ Dat zy niet konden verbergen, dat deeze<br />
„ propofitie weinig ingang zou vinden in dë<br />
a tegenwoordige omftandigheeden van zaaken,-<br />
„ en
O P H E L D E R I N G , ÉNZ. ö8/><br />
j, en in geenen deele gefchikt fcheen, om de<br />
„ beide Natiën met meerder fucces te leiden,<br />
,, tot eene wederzydfche vriendfchap. Doch<br />
dat, dewyl deeze vertooning nutteloos was<br />
„ geweest, zy zich verplicht hadden geacht,<br />
„ dit voorftel ter kennisfe van Hun Hoog Mog.<br />
„ te brengen."<br />
Ik kan niet nalaaten aan te merken, dat de<br />
Ambasfadeurs zoo wel van de gevoelens der<br />
geenen, die des tyds de zaaken naar hunne zinnelykheid<br />
fchikten, onderricht moeten zyn ge»<br />
weest, dac zy reeds voorloopig, en zonder hec<br />
befluit der Bondgenooten af te wachten, aan<br />
den Engelfchen Gezant hebben doen gevoelen,<br />
dat zyn voorftel ge'en ingang zou vinden;<br />
De inhoud van evengem. brief wierd den<br />
ie. December, by alle de Provintien overgenomen.<br />
Die van Friesland was het eerfte klaar,<br />
en bragc den 11 December eer Generaliteic in ,<br />
eene Staats-Re folutie, by welke het overbrengen<br />
der handelingen van Parys naar London of<br />
's Hage, geheel afgeflaagc-n wierd. (a) Maar *t<br />
was aanmerkelyk, dat die Heeren verklaarden.<br />
„ dat byaldien het Hof van London niet daa-<br />
„ delyk wilde toetreeden tot het fluiten van<br />
„ het definitief Tractaat, zy hec Prélimitiairt<br />
Qt) Jaarboeken 1783, bl. 3157,<br />
„ daar-
4"88 M E M O R I Ë N T O T<br />
s ? daarvoor zouden houden, en alle vërderë<br />
handeling afbreeken." Voorwaar eene by<br />
zondere geleerdheid: die zeekerlyk aantoonde,<br />
dat drift en heethoofdigheid de Leermeesters<br />
waren.'*<br />
Zeeland die haare Refolutie den t^e. ter Ge<br />
neraliteit inleeverde, vermeende inteegendeel:<br />
r<br />
it dat door afzonderlyke handeling moest wor-<br />
„ den getracht * beetere voorwaarden van Ert-<br />
„ geland te verkrygen, en niet geteekend wor-<br />
„ den, zoo lang de geringde hoop daartoe over •<br />
bleef: dat teffens de handelingen niet moesten<br />
, t overgebracht worden, voor dat men onder-<br />
, 3 zogt zou hebben, of men eenige gunstigere<br />
•„ voorwaarden zou kunnen verkrygen: doch<br />
„ dat 'er niets deswegens moest bepaald wor-<br />
y den, zonder het Hof van Frankryk, uit hoo£<br />
„ de der verplichtingen aan- het zelve, gedu*<br />
„ rende deii Oorlog."<br />
• Wat kon men reedelyker eri gepaster met de<br />
omflandigheden, in welke de Republiek zich,<br />
betreklyk Frankryk bevond, voordellen? Men<br />
onderfchiktc aan dit Hof's welgevallen, het al<br />
of niet aanneemen van het voordel van Enge<br />
land. Maar dit alles mocht niet helpen: de ge-<br />
fprekken die ik des tyds in de Vergadering van<br />
Hun Hoog Mog. met de voornaamde en minst<br />
drif-
Ö P H È L D E R I N G , ENZ. 28J<br />
driftige der Patriotten, fde anderen verwaardig<br />
den zich niet, met my te fpreeken ) had, zouden<br />
nu belachlyk voorkomen: toen was hun zeggen<br />
Vaderlandsch, het myne, zuivere Anglomanie.<br />
Toen de voergem. Refol. van Zeeland ter<br />
Vergadering wierd ingebracht, zeide ik aan ee<br />
nige Leeden, „ dat ik onderilelde, dat menzee J<br />
# ker was, dat Engeland ons niets beetcrs te<br />
i, London of alhier zou geeven, of ten min*<br />
„ ften dat Frankryk de overbrenging der han-<br />
„ delingen afkeurde: dat my anders zou voof-<br />
„ komen, dat, daar nu geen periculum in mord<br />
a, was, dewyl de Preliminaires geteekend, endë<br />
,j Wapenfchorfing aangenoomen waren, men<br />
het voorftel van Zeeland behoorde in te wil-<br />
i, hgen.<br />
Maar het antwoord, mooglyk met meerder'<br />
drift dan de voorzichtigheid vereischte, uit deri<br />
mond gevloeid j was: Wy kunnen niets fi immers -<br />
doen, dan met Engeland in onderhandeling te tree-<br />
den. Men had zich wel zorgvuldig gewacht,<br />
van het Hof van London te laaten toetzen, of*<br />
'er by het overbrengen der handelingen vari<br />
Parys naar London of 's Hage, op eenige guns<br />
tigere voorwaarden te hoopen zou zyn; dewyl<br />
men vreesde daarop een gunstig antwoord te?<br />
krygen.<br />
II, DEEI* % 0«
29O M E M O R I Ë N T O T<br />
De kern van hec Siscema, had Friesland m<br />
haare Ref. van Aug. 1783, rondborftig aan den<br />
dag gelegd, mee ce zeggen, dat mooglyk door af<br />
zonderlyke handeling Negapatnam behouden en aan<br />
gaande de Vaart door de Molucques beeter e voor<br />
waarden verkreegen zouden kunnen worden, maar<br />
dat daardoor de Republiek weder aan 't Engelsch<br />
juk gefubmitteerd zou worden.<br />
Maar ia één woord, men kon noch durfde<br />
niec doen, dac 'c Hof van Verfailles onaange<br />
naam was: de Hertog de la Vauguion, die zy<br />
nen Meester maar al te wel, ten koste van ons<br />
Land, diende, had zoo wel weeten zich Mees<br />
ter te maaken van de Geesten der geenen, die<br />
zich 't voornaam beftuur hadden aangematigd,<br />
dat zy als van zyne hand vloogen : daar zy ook<br />
nu, dewyl alle verftandhouding tusfchen zyne<br />
Hoogheid en de Regenten, zoo van Holland<br />
als van d'andere Provintien, die anders als zy<br />
dachten, en hen, geheel verbrooken was, de<br />
fteun en hoede van Frankryk niet ontbeeren<br />
konden.<br />
Ik heb niet in de Noculen van Hun Hoo"-<br />
Mog. gevonden, op welke dagen en op welke<br />
wyze. de andere Bondgenooten hunne advyzen<br />
op den inhoud van laastgem. brief van de Am<br />
basfadeurs, hebben ingebrachc; maar op den<br />
12 Ja-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 20*<br />
12 January 1784 wierd aldaar befloocen* dat<br />
geantwoord zou Worden: „ Dat voor eene vas-<br />
3, te regel van het begin des Oorlog's gefteld<br />
3, was, niet zonder Frankryk te handelen: dat<br />
,t ingevolge te Parys gehandeld was, en de<br />
Préüminaires aldaar geöooten waren; en dac<br />
*, aan dezelve niets ontbrak, dan ze, gelyk<br />
„ tusfchen Engeland en Araerica gefchied was,<br />
„ in een formeel Tractaat ce converteeren. Daë<br />
3, al wat verder over de Oost- en West Indi-<br />
a fche Compagnie's zaaken noch verhandeld<br />
3 3 moest worden, door en met Comraisfarisfen<br />
i, wel zou kunnen gefchieden. Dat alle ver-<br />
n dere handelingen op eene andere plaars oofe<br />
„ kostbaar zouden zyn, en ftrydig meede Media-*<br />
j, rie door de Keizerlyke Hoven aangenomen;<br />
3, Dac dierhalven hoe eerder zoo beeter be*<br />
t i hoorde geftooteri te wonen* of dac anderzins<br />
3, Hun Hoog M g. hec by dezelve Prédminai-<br />
f > res zouden laaten, en alle verdere coiiicren-<br />
tien daarover nodeloos achten en declinee-<br />
„ ren." Voorts wierd beflooten, ,, dat van al*<br />
les aan "t Hof van Frankryk kennis zou wor-<br />
den gegeeven, mee verzoek om door goe*<br />
de ofEcien by dac van London te bewerken $<br />
dac van de verplaarzing zou worden afge*<br />
zien,<br />
T a Heg
M E M O R I Ë N ' T O T<br />
Hec was dezelfde zang, gefteld op dezelfde<br />
wys, die in alle de voorgaande Refolutien ge<br />
vonden word: Friesland had nu den coon gegee<br />
ven: alleen had men nu twee nieuwe reedenen<br />
uitgedacht, naamlyk, de ftrydigheid mee de dooi<br />
de Keizerlyke Hoven aangenoraene Mediacie,.<br />
en dac hec te kostbaar zou weezen.<br />
Wac hec eerfte becrefc, zoo was hec belach-<br />
lyk ce onderftellen, dac de Mediaceurs gebelgd<br />
zouden zyn, over dac de verfchillende Party-<br />
en, iecs mee gemeen overleg, cot beecere weg<br />
neeming van hunne gefchiüen bepaalden. En<br />
aangaande hec cweede; zoo was hec waar, in<br />
dien men zeeker was,geene andere of beecere<br />
voorwaarden ce zullen verwerven, alle koscen<br />
overbodig zouden zyn: maar dit ce beproeven,<br />
daar de Engelfchen hec cegendeel niec ondui-<br />
delyk ce kennen gaven, was, zoo 'c fcheen, wel<br />
der moeite waardig, de kostbare Ambasfade te<br />
Parys te doen veranderen in conferencien in<br />
's Gravenhage, die zekerlyk zoo duur niec zou<br />
den hebben komen ce ftaan, dan 'c geen de Heer<br />
Brantfen aan 's Lands kis gekost heeft. '<br />
Toen de conclufie op evengem. Refolutie<br />
genomen moest worden, prefideerde Zeeland:<br />
de Gedeputeerde gebonden aan de Provinciale<br />
Ref. van den iS Dec. laatstleedcn, kon hec be<br />
fluit
O P H E L D E R I N G , ENZ. 203<br />
flcrit niec neemen; die gefchiedde dierhalven ,<br />
door den Heer die 's weeks ce vooren wegens<br />
Holland had voorgezeecen.<br />
Terwyl dac die befluit aan de Ambasfadeurs<br />
te Parys gezonden, en door hun aan de Hoven<br />
van Verfailles en London meedegedeeld wierd,<br />
vond hec laatfte goed, om noch een blyk van<br />
deszelfs bereidwilligheid om alle goede ver-<br />
ftandhouding weder ce doen herleeven, ce gee<br />
ven , aan ce bieden, om, offchoon hec definitiva<br />
Tractaat noch niec geeeekend was, incusfehen<br />
nochcans eenen Miniscer naar den Haag ce zen<br />
den, gelyk zulks teffens van den kanc van Hun<br />
Hoog Mog. zou gefchieden. Maar hec was te<br />
vergeefs: men beflooc alleen by de laastgeno-<br />
mene Refolutie ce perfifteeren, doch maakce<br />
evenwel hec voorftel Commisforiaal.<br />
Alhoewel men fcheen op dac tydpunt juist -<br />
geene reedenen ce hebben, om over den by<br />
ftand van Frankryk ce vreeden ce zyn, en men<br />
weinig genot had gehad van de overbodige ver-<br />
zeekeringen die de Koning gegeeven had, van<br />
deszelfs verknochcheid aan de Republiek, en<br />
van de zoo herhaalde becuigingen om haare be<br />
langen als zyne eigene re zullen bevorderen,<br />
wierd by de meeste der Regenten, die thans<br />
het rcer in handen hadden, de verwachting die<br />
T 3 uren
®94 M E M O R I Ë N T O T<br />
men van den machtigen byftand van Frankryk<br />
kon hebben, en de onontbeerlykheid derzel-<br />
ve, zoodanig ingeboezemd, dat de tyd dien men<br />
voorby liet gaan zonder eene Alliantie met dat<br />
Ryk te fluiten, als verloren befchouwd wierd.<br />
Friesland had 'er reeds in 1781 van gefproo-<br />
ken; en noch in de voorgaande maand van Au<br />
gustus , in haare fecreete Refolutie genomen op<br />
den 28 Aug. 1783, verweecen,datmen daarnie?<br />
mar geluisterd had: nu deed zy daartoe op den<br />
24 Pebr. 1784 Het formeele voordel ter Gene<br />
raliteit. Het wierd by alle de Provintien over<br />
genomen, en teffens Commisforiaal gemaakt.<br />
In de maand April volgde Utrecht dat voor<br />
beeld, en de Provintien die zich deswegens<br />
noch niet verklaard hadden , wierden daartoe<br />
Vermaand.<br />
le.-er weet dat het werk daarna zyn beflag<br />
gekreegen heeft, en 't is buiten myn perk daar.<br />
van omdandig verdag te doen; maar ik kan<br />
doch niet nalaaten van aan te merken, dat<br />
boe zeer het niet ontkend kan worden, dat de<br />
Republiek in zoodanige omdandigheeden kan<br />
komen , dat zy als genoodzaakt is, byzonde<br />
re Verbindtenisfen met Vorsten aan' te gaan,<br />
en zich daar door tot het geeven van zeeke^<br />
fen byftand te Water of te Land te verplichten;
O P H E L D E R I N G , ENZ. £95<br />
ten: (want ik (preek niet van verdragen van<br />
Koophandel,) diergelykc Verbindeenden doch<br />
altyd gevaarlyk zyn, en het wcn^chlyk ware,<br />
dat dezelve altyd vermyd konden worden. Ver<br />
bindtenisfen van deezen aart, zyn volgends myn<br />
inzien niet gefchikt dan voor machtige Mogend<br />
heeden onder eikanderen, of voor zeer zwak<br />
ke, met zoodanige machtigen, onder wiens hoe<br />
de zy de noodige veiligheid kunnen genieten.<br />
De machtigen moeten zich met anderen veree-<br />
nigen, om een evenwicht tegen overmacht te<br />
vormen: de zwakken hebben geen ander mid<br />
del om zich, ten minften eenigzins, te bevei<br />
ligen, tegen den eerften die haar leed of geweld<br />
zou willen aandoen; haare zeekerheid is dan in<br />
evenreedigheid van het ontzach dat men heeft<br />
voor haaren Befchermcr, en 't gevaar gelyk<br />
aan dat van de onmiddelyke Onderdaanen en<br />
Bezittingen van deezen.<br />
Maar voor Mogendheeden van eene middel<br />
matige macht, doch die nochthans aan de zyde<br />
aan welke zy zich voegen, een aanmerklyk ge<br />
wicht kunnen byzetten, is 't, myns bedunkens,<br />
gevaarlyk, dat zy zich aan de eene meerder dan<br />
aan de andere machtige Mogendheid verbinden.<br />
Deeze alle hebben belang dat zy niet over<br />
meesterd worden, maar teffens ook dat zy met<br />
T 4 gee-
§9^ M E M O R I Ë N T O T<br />
geene van haar eenige byzondere Verbindte*<br />
nisfe aangaan: haare zeekerheid is gevestigd<br />
op de B'ayver, op de Jaloezy der machtige Mo.<br />
gendheeden, wiens belang het is, dat de macht<br />
van de eene of de andere geen byvoegzel kry-<br />
ge, waardoor de evenaar der fchaale van hun<br />
vermogen, aan de eene of andere zyde zoude<br />
pverflaan. Doch hier moet voor die middelma<br />
tige Mogmdh'cden bykomen, een voorzich<br />
tig en regelmatig Staatkundig gedrag in de bui-<br />
tenlandfehe, en een wys beitier in de binnenr<br />
landfche zaaken, een goed finantieweezen, en<br />
pen behoorlyke Staat van Oorlog: dit alles moet<br />
te zamenwerken, om haar de achting van haare<br />
machtige Naburen te verwerven<br />
Men pasfe dit toe op deeze Republiek, laat.<br />
haare ommegang met haare machtige Nabuu-<br />
ren omzichtig en heusch zyn; laaten door haav<br />
re bellierders de meenkvuldige raderen haa<br />
rer Regeeringsform met de zoo hoognodige<br />
eensgezindheid en gclykvormige beweeging,<br />
bewogen worden; laaten haare finantien altyd<br />
beftuurd worden met die zuinigheid, die, ge<br />
paard met yver en nyverheid, haare Ingezee<br />
tenen tot het toppunt van pecunieel vermogen<br />
gebracht, en haar een fchier onbegrypelyk ere<br />
miet, en boven dat van alle Volkeren verworven
O P H E L D E R I N G , ENZ. SO?<br />
ven heeft: laat zy haare Grenzen door de Na<br />
tuur zelve verfterkt, noch met een behoorlyk<br />
aantal wel geoeffend Krygsvolk bezetten, en<br />
zoo tot de hoede van haaren Koophandel en<br />
Zeevaart, als tot verzeekering haarer Havens<br />
en Kusten, een goed aantal Oorlogfcheepen by<br />
de hand zyn. Welke Mogendheid, hoe mach<br />
tig, zal alsdan haar durven aanranden? Welke<br />
Mogendheid zal haar in haaren Handel en Zee<br />
vaart durven deeren? Welke Mogendheid zal<br />
dulden, dat eene andere door overmacht, zich<br />
meester maake van een ftukje Lands, op zich-<br />
zelven klein, maar in ftaat om zich te bezor<br />
gen alle de vereischtens, die wy zoo even,<br />
als tot haare zekerheid noodig, opgeteld heb<br />
ben?<br />
Wat behoeft zy dan Verbindtenisfen van be-<br />
fcherming, by welke zy doch eene evenredige<br />
befcherming van haaren kant moet belooven aan<br />
te gaan ? en zich in gevaar te ftellen, om, wan<br />
neer het cafits faderis daar is, en zy ter goeder<br />
trouw aan 't geen waartoe zy zich verplicht<br />
heefc wil voldoen, van dan, hoe aanzienlyk<br />
de macht van haare Bondgenoot, hoe ontzach-<br />
lyk de hulp die zy hem kan bijzetten, wezen<br />
mogen, haaren Koophandel en Zeevaart, de<br />
bronaders van haar welvaart, geftremd te zien?<br />
T 5 De
5f S M E M O R I Ë N T O T<br />
De Gefcbiedenisfen van alle tyden leeren,<br />
hoedanig de Vorften de TraAaaten hebben na<br />
gekomen, en welke paaien zy ftellen aan hun<br />
ne verplichting; naamlyk geen andere dan hun<br />
belang, 't Is niet van Traétaaten, maar van 't<br />
belang der Vorften in haar behoud, dat de Re<br />
publiek haar heil te wachten heeft.<br />
Geen klaarder denkbeeld kan men vormen<br />
van 'sVorftcn's leer op dit ftuk, dan uit 't geen<br />
de laatst overleeden Koning van Pruisfen, de<br />
groote Fredrik gefteld heeft, der Vorften's<br />
plicht te weezen. De pasfage te vinden in de<br />
laatst uitgegeevene Oeuvers Posthumes van dien<br />
Vorst, is zoo aanmerkelyk, dat ik niet kan<br />
nalaaten, dezelve alhier overgezet, in te las-<br />
fchen:<br />
„ Het komt my klaar en baarblyke-<br />
lyk voor, dat een gemeen Burger (un<br />
„ particulier) zich aan zyn woord zorg-<br />
vuldiglyk moet houden, al had hy<br />
„ het onbedachte lyk gegeeven : zoo<br />
„ men hem niet geeft 't geen hem toe-<br />
komt, kan hy zich op de wetten be-<br />
„ roepen; en wat 'er gebeurd, 't is maar<br />
M<br />
e e n<br />
enkeld Mensch die 'er by komt<br />
„ te lyden. Maar tot welke rechtbank<br />
„ zal een Vorst zyne toevlucht nee-<br />
oi men,
O P H E L D E R I N G , ENZ. 299<br />
„ men, zoo een ander deszelfs Verbindtenisfen<br />
verbreekt? „ Het breeken<br />
van het woord van een gemeen Bur-<br />
„ ger, fleept het ongeluk van één<br />
Menseh met zich, maar dat van ee<br />
„ nen Vorst de algemeene onheilen van<br />
„ geheele Volkeren. De geheele vraag<br />
komt daarop uit: Is het beeter dat<br />
„ het Volk verga, of dat dat de Vorst zyne<br />
„ Verbindtenifen verbreeke ? Wie zal<br />
„ onnozel genoeg zyn om te twylfelen<br />
w dit te beflisfen ?<br />
„ Gy ziet door 't geen wy voorgefteld<br />
„ hebben, dat alvoorens een beflisfend<br />
„ oordeel over een's Vorften's daaden<br />
,, te vellen, men beginnen moet met ry-<br />
„ pelyk te onderzoeken de omftandigheeden<br />
in welke hy zich bevonden<br />
„ heeft, 't gedrag zyner Bondgenocen,<br />
„ de middelen die hy had of die hem ont-<br />
„ braken, om aan zyne verplichtingen<br />
„ te voldoen: want, gelyk wy gezegd<br />
„ hebben, de goede of kwaade ftaat der<br />
„ Geldmiddelen , zyn als de pols der Staa»<br />
ten, die meerder invloed op de Staat-<br />
„ en Krygskundige verrichtingen heb-<br />
„ ben, dan men geloofd of weet. Hoe<br />
„ Pu»
3 CI<br />
* M E M O R I Ë N T O T<br />
», Publiek, aan wien die kleinigheeden<br />
„ C details) onbekend zyn, oordeelt maar<br />
„ op het utterlyke, en bedriegt zich<br />
„ gevolgelyk in zyne beöordeeling: de<br />
„ voorzichtigheid belet dat men hem<br />
„ te recht helpt, dewyl het 't toppunt<br />
„ van zotheid zoude zyn, zelfs uit yde-<br />
,3 le glorie, den 'zwakke kant van den<br />
„ Staat ruchtbaar te maaken : daar de<br />
„ vyanden bekoord door zoodanige ont-<br />
„ dekking, niet nalaaten zouden hun<br />
„ voordeel daarvan te maken.<br />
„ De wysheid vereischt dan, dat aan<br />
„ het Publiek de vryheid in zyne roeke*<br />
?, looze beöordeelingen gelaaten wor-<br />
„ de, en dat een Vorst zich niet kun-<br />
„ nende rechtvaardigen by zyn leeven<br />
„ zonder het belang van den Staat in<br />
„ de waagfchaal te ftellen, te vreede<br />
33 z<br />
y» zyne daaden te wettigen voor de<br />
„ onzydige oogen van het Nagedacht."<br />
Oeuvres Posthumes de Frederic, Roi<br />
de Prusfe, Tom. I. avant propos, pag.<br />
14. & fuiv.<br />
Zeer glimpig voorwaar, is dit voorgefteld:<br />
en het is onbetwistbaar, volgends de wetten der<br />
goede Staatkunde, ja der rechtmatigheid, dat<br />
wan»
O P H E L D E R N G , ENZ. gót<br />
wanneer een Vorst kiezen moet tufchen hec<br />
breeken zyner Tractaaten, of den ondergang,<br />
ja aanmerkelyk onheil zyns Volks, die laatfte<br />
by hem hec zwaarfte weegen moer. Maar wan<br />
neer de Vorften aan hunne Verbindtenisfen<br />
niec voldoen uic enkele zuchc om hunne machc<br />
en aanzien ce vergrooten, zyn zy, offchoon Vj<br />
door hunne machc zulks ftrafloos kunnen doen,<br />
niec minder doemwaardig dan byzondere Lie<br />
den, die aan Wecten en Rechcbanken onder-<br />
heevig zyn. Niemand zal den grooten Fredrik<br />
veroordeeien, om dac hy in 'c begin van den<br />
zevenjaarigen Oorlog, dair hy achter de gehei<br />
me oogmerken der Hoven van Weenen, Pe<br />
tersburg en Dresde gekomen was, deeze dosr<br />
eenen gewaapenden inval, niettegenftaande de<br />
Tractaaten mee de eerfte en laacfte korc ce vo<br />
ren geflocen, verydeld heefc: maar re vergeefs<br />
wil de groote Vorsc, de leer die hy inzooever><br />
gem. Voorrede voorlteld, coepasfelyk maaken<br />
op de zoogenaamde verdeeling van Polen. Zie<br />
het s d&<br />
deel van het zelfde Werk.<br />
Myne Leezers houden my deezen uitflap een<br />
bescen: gecroffen, door dac ik in de Hiscorie<br />
van onze Republiek, (ik meen zederc ze op haar<br />
zeiven heefc kunnen beftaan, en fpreek niet<br />
van den tyd in welken zy volftrekt uitheem-<br />
fche
$02 M E M O R I Ë N Tot<br />
fche hulp noodig had , en alles, zelfs haare op*<br />
perheerfchappy daarvoor aanbood) gevonden<br />
heb, dac geen Traécaec, geene Verbindcenisfe,<br />
in welke zy zich tot het geeven van hulp ver<br />
plichte, haar immer voordeelig, ne maar fcha-<br />
delyk, geweest is, heb ik niet kunnen nalaacen,<br />
myne denkenswyze ce boek ce ftellen; daar hec<br />
doch zeer mooglyk is, dat ik ongelyk hebbe,<br />
en dat anderen, die achten dac de zeekerheid<br />
der Republiek op Alliantien met machtiger<br />
Mogendheeden, van welken zy eenen machti<br />
gen byftand des noods befpreekr, en eenen aan<br />
haare machc geëvenredigden byftand toezegr,<br />
gevestigd is, 's Lands oorbaar beeter inzien.<br />
Ik keer weder ter zaake.<br />
Den 28 April ontvingen H. H. M. M. fchry-<br />
vcns van de Ambasfadeurs , by hec welk zy<br />
meldden, dac de Engelfche Miniscer hun had laa<br />
ten weeten, dat hy de noodige beveelen ont<br />
vangen had, om het definitief Vreede 's Trac<br />
taat te teekenen: en dac zy Ambasfadeurs met<br />
gem. Miniscer waren overeengekomen , om,<br />
onder goedkeuring der Bondgenooten , de on<br />
derhandelingen in de volgende week roe het<br />
voorz. einde voort te zetten.<br />
Daartoe wierd aanftonds lasc gegeeven, door<br />
alle de Provintien behalven Zeeland , die haa-<br />
rs
O P H E L D E R I N G , ENZ. 303<br />
re Staats- Refolutie den 18 Dec. van't voorige<br />
jaar, by welke zy de afzonderlyke handeling<br />
met Engeland, onder zeekere voorwaarden<br />
had aangeraaden , bleef inh.treeren.<br />
Ingevolge van deeze last, kreeg het Vree»<br />
dc'swerk dan den si Mey zyn beftag , en de<br />
Ambasfadeurs zonden het definitief Tractaat<br />
aan Hun Hoog Mog. , met een verflag van 'c<br />
geen by de laatfte onderhandeling was voorgevallen.<br />
Zie die Misfive, en het Tractaat zeiven<br />
, onder de Ryl. L a<br />
. B. B.<br />
Het klinkt vreemd, dat, daar men, om de aangebodene<br />
directe handelingen met Engeland<br />
van de hand te wyzen, had voorgegecven, dat<br />
dezelve onnoodig waren, dewyl 'er doch niets<br />
meerder te handelen was , en de préliminaire<br />
Articulen alleen als definitive waren te teekenen;<br />
men nu noch wilde handelen over eene<br />
naauwere bepaaling van de ces/ie van Negapatnam<br />
, met de dependentiën van dien: en over eene<br />
Verbindtenis van de zyde yan zyne Groot-<br />
Britt. Maj. om de commercie van de Nederland- !<br />
fche Ingezeetenen, in Bengale en andere plaatzen<br />
yan de Indien, niet te zullen geneer en.<br />
De Plenipotentiarisfen, ten minften de tweede,<br />
(die meer dan den anderen in *tgeheim was)<br />
hadden om zichzelven gelyk te weezen, en het<br />
voor-
S©4 M E M O R I Ë N T O T<br />
voorgeeven van hunne beftuurders, dat 'er doé<br />
loven de préliminairepunclen niets te verkrygen was ,<br />
te bekrachtigen„ maar daadlyk definitief moeten<br />
geteekend hebben, zonder de lieden, die anders<br />
als zy dachten , geleegenheid te geeven om te<br />
zeggen, V geen gy nu vraagt, zou tenminfienhet<br />
onderwerp van afzonderlyke handeling hebben kun<br />
nen weezen t<br />
Maar wat daarvan zyn moge, de Ambasfa<br />
deurs hadden geteekend, en verzochten om de<br />
Ratificatie, binnen den geftelden tyd van een<br />
maand. Deeze wierd, by een circulaire Mis<br />
five aan de Staaten Generaal ten zelfden dage<br />
afgezonden, verzocht.-<br />
Holland, Zeeland en Utrecht ftemden 'er in<br />
me, den -oe Juny: Friesland den 14?: Overys-<br />
fel en Stad en Lande den i s<br />
e<br />
daaraanvolgende:<br />
cn 'c befluit wierd ook op deezen dag genomen,<br />
alhoewel Gelderland verzocht als noch onge-<br />
fast, dat het mocht worden uitgeffeld.<br />
Dusdanig was her einde van eenen Oorlog,"<br />
•die door het toedoen der zelfde heethoofdige<br />
Lieden, die de voornaarnffe oorzaaken van des-<br />
zelfs begin waren geweest, door dit ongunftig<br />
Tractaat geëindigd wierd : die Oorlog bekleed<br />
eene aanmerkJyke plaats in de gefchiedenisfen<br />
van ons laud, doordien dezelve vast de eer-<br />
11©
O P H E L D E R I N G , ENZ. 305<br />
Se aanleiding gegeeven heeft, tot alle de onlusten<br />
die de Republiek op het pnnt van haaren<br />
ondergang gebragt hebben: en van welke<br />
onlusten zy noch de droevige gevolgen gevoelt,<br />
zoo door gisting die noch in de gemoederen<br />
heerscht: als door het misfen van zoo<br />
Veele Ingezeetenen , onder welken 'er zeekerlyk<br />
vee'len zyn, ja de meesten,die begoocheld,<br />
door de Kunstenaryen der hoofden, en vervoerd<br />
door den kreet van geweld en vryheid,<br />
die men beurtelings heeft doen opgaan, zich<br />
wel fchuldig hebben gemaakt, maar teffens meedelyden<br />
en toegeevenheid waardig zyn. Deezen<br />
ondertusfchen zyn de flachtoffers, om dat<br />
zy met minder doorzicht voorzien, zich hebben<br />
laaten beleezen, om opentlyk te pleegen<br />
daaden van oproer en geweld, alleen aan hunne<br />
verhitte geesten voorgefchreeven, door de<br />
geenen, die alhoewel de beleiders en aanftookers<br />
van de fchandelykue bedryven, de verdiende<br />
ftraf ontweeken hebben, 't zy door het Land -<br />
te ruimen: 't zy door zich voorzichtiglyk, als<br />
't ware gedekt te hebben, door Statelyke of<br />
Steedelyke Refolutien, die zy nochthans door<br />
hunnen invloed hebben doen neemen.<br />
Het is eene moeilyke zaak, een recht en met<br />
onpartydigheid gevormd tafereel te maaken vaa<br />
IL DEEL. Y
gp6 M E M O R I E S T O T<br />
de verregaande biiitenfpoorigheden, als ik ze dus<br />
•noemen mag, die voornaamlyk in hec jaar van<br />
1787 in het Staats en Scadsbeftuur hebben plaats<br />
gehad. Dat tydffip is nu noch te naby, om de<br />
waare beweegredenen aan den dag te kunnen<br />
brengen, alzoo zulks niet kan gefchieden , zon<br />
der de Lieden te noemen, die de voornaamfte<br />
rollen gefpeeld hebben, en veelen derzelver<br />
in het allerongunstigst licht te doen voorko*<br />
men: maar men kan in 't algemeen zeggen, en<br />
dit blykt niet duider uic 't geen ik in deeze<br />
Memoriën heb ce boek gefteld, dac hec onge<br />
lukkig befluit om met Engeland te breeken in<br />
.eenen tyd dat de Republiek volftrekt buiten<br />
ïLac was om cegenweer ce doen, men zwyge<br />
van Oorlog re voeren, de oorfprong van alles<br />
geweest is. De noodlotcige flagen die de Re<br />
publiek gedurende denzei ven heefc ondergaan;<br />
hec algemeen ongenoegen daar uit ontftaan, aan»<br />
-gekweekt door de geenen, die, 'c zy uic byzon<br />
dere inzichten van Ambitie, 'c zy uic eigen be.<br />
lang, 'c zy uic wraakzucht, over gewaand of<br />
Wgezentlyk aangedaan leed, maakten de Natie<br />
fatbaar voor die indrukzelen, die men haar on»<br />
der de welklinkende naamen van Vryheid en<br />
Vaderlandsliefde, wilde doen aanncemen.<br />
Mm dcnkc niet ? en ik durf uic hoofde der<br />
grcn-
O P H E L D E R I N G , ENZ. 307<br />
grondige kennis, die ik vermeen van den inborst<br />
van zommigen te hebben, verzeekeren,<br />
dat de beginfelen van allen, die in 't vervolg<br />
voor de hoofden gehouden, en ook waarlyk ge- •<br />
weest zyn, Hecht zyn geweest; geenzins, ee- -<br />
nc vrees, gegrond of niet, voor het vermogen<br />
van den Stadhouder, (mooglyk vergroot door<br />
het herdenken aan leed in perzoon of familie<br />
ontvangen) een niet ongegrond ongenoegen<br />
over den grooten invloed van 'c Hof van London<br />
: en nog grooter over het in veele opzichten<br />
zwak beftuur en de haat daardoor tegens<br />
den Hertog van Brunswyk, die men 'er<br />
meerendeels de fchuld van gaf, zyn ontwyffelbaar<br />
de eerfte reedenen geweest, van 'c gedrag<br />
dat zommige, toen het Franfche Hof deel aan<br />
de Americaanfche onlusten genomen, en geene<br />
kunstenaryen gefpaard heeft, om ons in den<br />
Kryg in te wikkelen, hebben gehouden.<br />
Een groot ongeluk is geweest, dat de Lieden<br />
die het fpel, als ik my zoo eens mag uitdrukken,<br />
begonnen hebben, van gedachten zyn<br />
geweest den fteun van 't Hof van Verfailles<br />
noodig te hebben, om als een tegenwicht tegen<br />
dat van London te dienen: waardoor zy<br />
zich allengskens daaraan zoodanig verbonden<br />
hebben, dat zy eindlyk het voorfchrift van dat<br />
Va Hof
3°8 M E M O R I Ë N T O T<br />
Hof hebben moeten volgen. Ik heb langza<br />
merhand den weg zien baanen, voor alle de<br />
akelige gebeurtenisfen, die onlangs ons land<br />
beroerd, en het zelve op den oever van des<br />
zelfs ondergang gebragt hebben, en noodzaak-<br />
lyk gemaakt, eene redding, die alle welgeaar-<br />
te en oprechte Vaderlanders niet als met af<br />
keer konden wenfchen, en met geen zuiver ge<br />
noegen, nemaarmet droefheid, hoe zeer daar<br />
ook in 'c byzonder in betrokken, befchouwd<br />
hebben.<br />
De wederkaatzing is in de natuurkunde aan<br />
de kaatzing gelyk: zoo fterk als men het ge<br />
vestigd gezach van den Stadhouder aanviel,<br />
200 fterk moest de wederftand zyn: het belang<br />
van 'c Hof van Frankryk was, de daaden van<br />
deszelfs Vrienden daartoe in te richten, en ze<br />
te onderfteunen; een party daartoe onder de<br />
Regenten te maaken, was niet genoeg: deeze<br />
kon vooreerst niet groot genoeg weezen, om<br />
volftrekt Meester te zyn, zoo lang de Stadhou<br />
der den anderen onderfteunden, deez' moest<br />
dan uit den weg, of ten minften zyn gezach<br />
merkelyk gefnuikt worden.<br />
My is wel voorgekoomen, dat men zich een<br />
poos gevleid heeft, dit oogmerk, zonder op<br />
roer te kunnen bereiken; en 't Stadhouderlyk
O P H E L D E R I N G , ENZ. 3Ö£<br />
gezach, dooreen berichtfchrifc, zonder aan het -<br />
wettig gezach derzei ven, by 't aanvaarden zy-<br />
ner bedieningen, opgedraagen, te kort te doen,<br />
eens voor al te omfchryven. Veele onder die<br />
zoo dachten, zouden niet dan met afgryzen<br />
hebben kunnen befchouwen, 'c geen daarna,<br />
zoo zy hadden kunnen voorzien, dat men zulks<br />
voorhad, gebeurd is: en zouden zeekerlyk de<br />
hand daartoe niet gebooden hebben. De mees<br />
ten by gebrek aan doorzicht, hebben zich laa<br />
ten verleiden: men heefc hen allengskens ver<br />
der gebracht: de kunstenaryen van 'c Franfche<br />
Hof, 'c geld door 'c zelve , zoo niec coc cor-<br />
rupcie der Regencen, ctn minften coc aanruyïng<br />
der Gemeence gefpandeerd, daar na hec gevoel<br />
dac men ce ver gekomen was, en men nu niec<br />
ac'icer uic kunnende, Frankryk's hulp niet ont-<br />
beeren kon; die alles heefc eindlyk genood-<br />
zaakc, de geweldigfte middelen by de hand ce<br />
neemen , en daartoe de gewapende Inwoonders<br />
in de Steeden en ten platten Lande te gebrul-'<br />
ken. Het natuurlyk en noodzaaklyk gevolg<br />
daarvan is geweesc, hec ophouden van alle wec-<br />
tig gezach, en het gedwongen gehoor geeven<br />
aan eenen drom van reedelooze en verhitte<br />
menfchen, die meerendeels geleid wierden door<br />
V 3<br />
l i e<br />
'
3IO MERÏORIEH T O T<br />
lieden, die geene andere gefchiktheid daartoe<br />
hadden, dan dac zy uicmuncten in drifc en on-<br />
bezonnenheid boven hunne makkers.<br />
De Notulen van de Vroedfchap dezer Stad,<br />
gedurende dien tyd, houden in de bewyzen<br />
dac de Regeering, en de geenen die deeze naar<br />
hunnen zin gefchikt hadden, volkomen zonder<br />
gezach waren, zoó dra hunne denkbeelden met<br />
die van de Gedepuceerden van den groocen<br />
.-Krygsraad en van de zoogenaamde Gecommic-<br />
teerden van meer dan 17000 Ca) Inwoonders<br />
van de Stad, of van haare Jurisdictie nier ftrook-<br />
ten. Hec oogenblik is daar geweesc, dac de Re-<br />
gee-<br />
Ca) Een groot getal, voorwaar, alhoewel mooglyk<br />
«iet groot genoeg, om de Volks-ltem in eene Stad, daar<br />
omtrent 250,000 Inwoonders geteld worden, uittemaa-<br />
ken: maar alle twyffeling daar van vervalt, als men de<br />
lyst der teekenaaren van die beruchte Afte van Qualifi-<br />
catie befchouwt, geen tiende deel derzelven kunnen Bur<br />
gers genaamd worden, en deezen zyn doch alleen die mei»<br />
kan zeggen de Volks-ftem te kunnen uitmaaken, de mees<br />
ten zyn van 't laagfte (lag van Volk, Vreemdelingen,<br />
Knechts, wiens Meesters of Baazen hun genoodzaakt had<br />
den te teekenen. Zeekere Fabrikanten hebben, hunne<br />
naaraen tekenende,en daar in gevolgd door hunne Knechts<br />
hunnen en deezen 's naamen , met eenen kring omtrokken,<br />
als of zye» corps de Acte onderteckend hadden.
ÖPHËLflERINdjEftZ. (gl<br />
geering door den Krygsraad en door de voor<br />
noemde Gecommitteerden genoodzaakt zou zyn<br />
geworden 3 om de Stad aan alle de aakelighee-<br />
den van eene beleegering bloot te ftellen, ter-<br />
wyl op denzelfden tyd, die heethoofden zich<br />
niet hadden kunnen verftaan , op herhaalde aan*<br />
maning der Vroedfchap, om een bekwaam Per-<br />
foon, de Militaire zaaken verftaande, te benoe<br />
men, maar liever aan hun hoofd hadden,Men*<br />
fchen die eerder gewend waren de pen dan den<br />
deegen te gebruiken, en over hunne winkel-<br />
knegts dan over gewapende lieden te gebie^<br />
den: terwyl men tot Commandant van eene<br />
Stad als Amfterdan, in welke by de 7000 ge-<br />
wapenden, behdven de Burgery 3<br />
waren, en<br />
die, men wilde eene beleegering doen onder<br />
gaan, had aangefteld, eenen Jongeling, diegee-<br />
ne andere kennis noch ondervinding in Mili'<br />
taire zaaken had, dan de geene die hy op de<br />
Slagvelden der gewapende Genootfchappen had<br />
opgedaan t<br />
Ons Land in 't algemeen, deeze groote Stad<br />
in 't byzonder, was gekomen tot dat punt vari<br />
ongeluk, dat zy door hunzelven niet konden<br />
gered worden: zoo de Pruisfchen niet geko<br />
men waren, hadden de Franfchen ingeroepen<br />
V 4 nioë-
312 M E M O R I Ë N T O T<br />
moeten worden: welken van beiden \ besr<br />
huis zou gehouden hebben, weet ik niet. \ I»<br />
zeeker dat de eerfïen, wegens hun gedrach ten<br />
platten Lande, het niet fchappelyk gemaakt heb-<br />
'ben: maar zoo zy niet gekomen waren, wat<br />
zou van alle de geenen, die niec met de heer-<br />
fchende party hadden willen meedewerken,<br />
geworden zyn ? Zouden alle die gewapende<br />
Corpfen, die zich van alle ontzach voor de Re<br />
geering ontfiagen hadden, niet tot uiterstens<br />
gekoomen zyn'?<br />
Is 't dan niet natuurlyk, dat wy ons over<br />
die verlosfing verheugd hebben ? en te meer<br />
der, daar wy ons niet te verwyten hebben,<br />
vreemde Troupes in ons Land re hebben doen<br />
komen. Men mag daarvan gelooven wac men<br />
wil, my is niec bekend, en ik vermeen taam-<br />
Jyk wei onderricht re weezen, dac immer door<br />
of van weegen eenig Regent of Regenten aan<br />
't Hof van Berlin adres gemaakt zy om Trou<br />
pes herwaards ce zenden. Zy zouden waar-<br />
fchynlyk nimmer gekomen zyn, zoo de onbe-<br />
zonne ophouding van Mevrouw de Princes,<br />
zyne Majeffeic van Pruisfen niec als genood-<br />
zaakc had, zich den hoon zyne Zuster aange<br />
daan, aan te trekken. Deeze, voor de geenea<br />
die
O P H E L D E R I N G , ENZ. 3*3<br />
die de oude Conftitutie waren toegedaan, zoo<br />
gelukkige gebeurtenis, moet de geenen, die,<br />
om zichzelven te dekken, en anderen, voor 'c<br />
geen zy Bfetéfe doen, verantwoordelyk te maaken<br />
, het zoogenaamd Woerden's Defenfieweezen<br />
ter Vergadering van Holland hebben doen<br />
benoemen meenigmaal berouw doen hebben,<br />
dat zy tot hunne Voorvechters., Lieden vaa<br />
zoo weinig doorzicht verkooren hebben.<br />
Ik zeide zoo even , dat zoo de Pruysfifchen<br />
nier gekomen waren, de Franfchen zouden gekomen<br />
zyn, en ik niet beflisfen wil, wie van<br />
beiden het met plunderen en rooven best gemaakt<br />
zouden hebben, alhoewel het niet denkelykzouzyn<br />
geweest, dat men in den Franfchen<br />
Bevelhebber , die voorzichtigheid , bedaardheid<br />
, verftand en oordeel zou hebben aangetroffen,<br />
die in den Pruysfifchen zoo uitmuntten.<br />
Maar 't is zeeker dat de geenen, tot wiens<br />
hulpe en onderfleuning de Franfchen zouden<br />
gekomen zyn, niet hebben kunnen zeggen, dat<br />
ze niet geroepen waren. Zoo veele Franfchen<br />
Canonniers en Ingenieurs die alomme den zogenaamden<br />
Patriotten ten dienst hebben geftaan,<br />
op eene bedekte wyze in het Land gekomen:<br />
bet beloofde Secours door Frankryk, en hec<br />
V s vee
314 M E M O R I Ë N T O T<br />
verzoek om hetzelve te mogen hebben $ de<br />
klachten dat het niet gekomen was, en mooglyk<br />
nimmer komen zou: zyn ontegenfpreeke-lyke<br />
bewyzen, dat men met het Ministerie van<br />
Frankryk daarover gehandeld had. Het komt<br />
my onder vcrbeetering voor , dat eene daad<br />
van die aangeleegenheid, gepleegd door eenige<br />
byzondere P.-rfoonen , zonder genoegzame<br />
last, want nimmer is daartoe eenig Staatsbefluit<br />
genomen, altyd is cn blyft ten uiterfteh<br />
ftrafwaardig. Zonder dit met veelvuldige bewy^en,<br />
zoo als gemakkelyk zou kunnen gedaan<br />
worden, te ftaaven, zal ik alleen onder 't<br />
oog myner Leezers brengen den brief, den 21<br />
Septemb. 10% op last van de Vroedfchap deezer<br />
Stad, door den Penfionaris van Berckel aan<br />
den Koning van Frankryk gefchreeven, luidende<br />
:<br />
S I R E .<br />
Nous avons apris cjue des dix neuf mem-<br />
„ bres qui compofent lWemblée Souveraine<br />
w des Etats d'Hollande, il y en a eu fix qui
O P H E L D E R I N G , ENZ. $15<br />
fe font conformés avec une propoficion au<br />
,, corps des Nobles de cette Province, pour an-<br />
„ nulier toutes les Refolutions des dits Etats<br />
„ prifes ci devant au fujet de la fuspenflon<br />
„ du Prince d'Orange, comme Capitaine Gen:<br />
„ de cette Province, & au fujet du Comman-<br />
„ dement de la Garnifon de la Haye. Le len-<br />
„ demain les deputés de quatre autres villes<br />
„ ont eté forcés par les armes Prusfiennes qui<br />
., viennent d'attaquer cette Province de fe<br />
joindre aux fix membres fusmentionès de<br />
& forte que nonobftant, 1'abfence des deputés<br />
de notre ville & de ceux de huk autres qui<br />
ont du fe retirer du lieu ordinaire de la rei<br />
fidence des Etats, ou les deliberations ne<br />
pouvaienc être continuées fans un danger<br />
„ eminent, on a pris le 18 dernier une Refolu-<br />
„ tion conforme a la dice propofition du Corps<br />
„ des Nobles. Refoluton diftée par la force ,<br />
' & fans la concurrence des membres de la<br />
, plus grande Confideration, qui par cela mê.<br />
me ne fauroit ctre confiderée, que comme<br />
\\ abfolumentnulle & illègale, fur toutencon-<br />
" fideration de notre demarche equitable par<br />
, la quelle nous avons invités tous les mem-<br />
'-. bres de la dite asfemblee dans notre ville,<br />
„ pour
316 M E M O R I Ë N T O T<br />
„ pour y deliberer avec plus de fureté & fans<br />
„ être fujet aux incurfions de Troupes etran-<br />
„ géres aux quelles la Haye par fa fituauon<br />
„ etait expofée. Cependanc nous aprenons que<br />
„ les dix membres qui de cetre ficori fe font<br />
„ feparés de nous ont trouvés a propos de fai*<br />
r e<br />
»><br />
indiquer a votre Majesté què les Etats<br />
„ d'Hollande eusfent remis le Prince d'Oran-<br />
„ ge dans toutes fes foncfions, ce qui pourrait<br />
& imam e votre Majesté dans 1'erreur, comme<br />
„ fi cela e>:t eté decreté d'une maniére legitime<br />
„ & fans contrainte. C'est pour quoi nous avons<br />
,_, 1'honneur de communiquer a votre Majefté<br />
„ les veritables circonffances de cette affaire.<br />
„ Ce n'est pas 1'asfemblée des Etats d'Hollan.<br />
„ de qui au pris une telle Refoliuion, ce n'est<br />
qu'une partie tres mince de cette asfem-<br />
„ b!ée qui s'est rangée du coté du Prince<br />
„ d'Orange, pour il y a quelque temps s'op-<br />
„ pofer a ceux qui ont foutenus la conftitu-<br />
„ tion originelle de cette Republique, contra<br />
fes ufurpations , a ce petit nombre fe font<br />
„ joint, les deputés de quelque villes qui ont<br />
„ eté forcées par les armes Prusfiennes, ou par<br />
„ la crainte d'en être attaquées. La ville d'Am-<br />
„ fterdam, a refufé hautement d'envoyer des<br />
» de
O P H E L D E R I N G ENZ. 317<br />
„ deputés a une asfemblée ou la crainte & fles<br />
,, defespoir diftérent les Refolutions. Elle a<br />
protesté contre tout ce qui fe pasfa dans une<br />
„ asfemblée de gens asfujettis au bon plaifir<br />
„ d'une Puisfance etrangére."<br />
„ Voila, Sire, la fituation aftuelle d'une Pro-<br />
vince qui a 1'honneur d'etre votre alliée, &<br />
„ d'une ville qui ne fauroit être indifferen-<br />
„ te aux puisfances de 1'Europe, comme elle<br />
„ est le foutien des Provinces Unies. Voiant<br />
„ arriver les maux qui 1'accablent elle a re-<br />
„ clamé avec la plupart des membres de cetté<br />
„ Province, 1'asfiftance de votre Majesté. El-<br />
„ le la reclame encore avec le plus grand em-<br />
„ presfement, dans le moment ou elle doit pa*<br />
„ rer toute feule les attaques der Troupes<br />
„ Prusfiennes, dans 1'esperance que votre Ma-<br />
„ jefté n'en fera pas detournée par des infor.<br />
„ mations qu'ElIe fuira appercier, d'après ce<br />
„ que nous avons eu 1'honneur de mettre fous<br />
„ fes yeux."<br />
Met dit ftuk zal ik dit werk befluiten, en<br />
wel met den wensch dat het der Voorzienig<br />
heid behagen moge, myn Vaderland, dat in des<br />
zelfs opkomst en voortgang, zoo oogfchynlyk<br />
derzelver genadigen invloed gevoeld heeftj', in<br />
Haa-
3l8 MEMORIËN TOT OPHELDERING ENZ.<br />
Haare geftadige hoede te neemen, en door het<br />
afwenden van alle ongelukken de geesten van<br />
deszelfs Inwoonders te bewaren voor die -onrustige<br />
en wanhoopende denk- en handelwyze die<br />
dikmalen voortkomen uit ramp- en tegen»<br />
fpoed.<br />
B Y-
B Y L A G E N.
BY,
B Y L A G E L*. A.<br />
Den 10 July.<br />
Als ikbefchouw, Heer en Vriend, de droevige<br />
omftandigheeden , in welke ons arm Land zich be<br />
vind , en de weinige reeden dié 'er is om te ver<br />
wachten , dat wy 'er door onze eigene krachten of<br />
door hulp van anderen uit gered zullen worden,<br />
kan ik niet nalaaten van te fidderen, dat men van<br />
de hand wyst, de aanbiedingen om eene Negotia<br />
tie te entameeren, onder préliminaire voorwaarden ,<br />
die in de daad tot niets verbinden : die alleen maar<br />
vooruitzicht geeven van de vernietiging van een<br />
punt aan 't welk wy thans onzen droevigen toeftand<br />
verfchuldigd zyn: een punt dat wy nimmer zullen<br />
wederkrygen, veel minder kunnen handhaven. Aan<br />
het geeven van eene Satisfticlie, dewelke, eerfte-<br />
lyk, conditioneel en wederkeeriggefteld wordt, ten<br />
anderen, niet bepaald word hoe en op hoedanige<br />
wyze gefchieden zal en dierhalven een punt van<br />
onderhandeling moet zyn, en waarlyk eene zoo<br />
geringe zaak in tegenftelling der Vrede, 't Is he-<br />
laas! de vraag niet, wat Engeland ten on: ri be<br />
hoeven en tot reparatie van hec leed ons aangedaan<br />
Mioorde te doen, maar wat men met reede, inden<br />
ftaat in welken onze zaaken en die van Europa zyn,<br />
verwachten kan, dat men van dat Ryk zal kunnen<br />
bedingen. Zal men wachten om Vreede te maaken<br />
datd'algemeenegeflooten worde? of, om beter te<br />
ii. DEEL. X zeg-
B Y L A G E L a<br />
. A.<br />
zeggen, zal men tot die tyd fïil zitten, endenftap<br />
die nu van wegens Engeland, (want zoomoet men<br />
't confidereeren,) gedaan wordt, yan de handwy.<br />
zen? Vleit men zich, dat de Mogendheeden by<br />
die algemeene Vreede onze belangens zullen beharugen<br />
? daartoe is immers geene de mindftc waarfchynlykheid:<br />
een Traftaat op den voet van die der<br />
andere Mogentheden, en de «edergeeving van onze<br />
veröverde Coloniën , is het beste dat wy kunnen<br />
verwachten Maar wie kan hoopen dat de Engelfchen,<br />
wanneer zy met hunne machrfgfte Vyanden<br />
Vreede zu !<br />
len gemaakt hebben, aan onsSatis.<br />
factie voor den hoon ons aangedaan, of beetering<br />
voor de fchade ons toegebracht, geeven zullen? of<br />
dat die Mogendheeden, dien daar niets aangeleegen<br />
legt, dat voor ons zullen vorderen en de Vreede<br />
daarvan laaten afharden? Wy kunnen waarlyk<br />
mets goeds verwachten dan door afzonderlyke handeiinge.<br />
Ik ftem gaarne toe dat wy door dathandelen,<br />
ons niet in een ander gevaar moeten werpen,<br />
naamlyk Oorlog met Frankryk of eenige andere<br />
Mogendheid: maar even daarom moet de handeling<br />
voorzichtig voortgezet en Engeland zelve<br />
daardoor aangezet worden,om ons voordeelige voorwaar<br />
• tl, die ons gedrach bv Vrankrvken de Noordfche<br />
Mogendheeden in allen gevallen kunnen billyken,<br />
toe te ftaan: wan t wil Engeland met ons eene<br />
afzonderlyke Vreede maaken, zoo moet ze die Vreede<br />
voor ons zoo eerlyk en voordeelig maaken, dac<br />
Frankryk zelve niec kvvaalyk neemen kan, dac wy<br />
2 2<br />
kernen. Ik prys zeekerlyk de voorzichtig-<br />
heid »
B Y L A.G E L\ A.<br />
heid, maai- om uit een verregaand wantrouwen , de<br />
Sardimfche Ministers te fuspe&eeren van kwaade<br />
trouw, daar zy buiten eigenbelang zyn, is tot een<br />
ander exces overflaan. Ik benmetUE. van gedachten<br />
geweest, dat wyonsniet direct moeten vertoonen;<br />
maar de gantfche handeling daarommc van de<br />
hand te wyzen , dan gaat te ver. Ik heb immers de<br />
ftukken in handen uit welken altyd blyken kan dat<br />
niet door ons maar aan ons het eerfte aanzoek gedaan<br />
is. Ik heb van de morgen uw antwoord en dat van<br />
den Heer Hmghtns zakelyk aan de andere Heeren<br />
gccommuniccert: dus is die zaak geëindigd, enwy<br />
moeten nu hoopen dac 'er rigöureufe middelen gebruikc<br />
zullen worden, en dac zc van fucceszullen<br />
zyrij dewyl de zachte van de hand worden geweezen:<br />
en van den tyd, die ons doch, geeneRoozen<br />
beloofc, afwachten, welk noodlot ons befchooren<br />
is. Ik zié met leedweezen dac de fchoone woorden<br />
van eenen Ambasfadeur, die eer plaacze zynde,<br />
ons met fchoone woordengedoekcheeft, terwyl<br />
de declaratien tegen ons, zonder dat hy iecs<br />
oncdekc had, gedaan wierden, wederom ingang vinden,<br />
en nieuwe hoop, die men zoo lang vruchceloos<br />
gevoed heefc, doen herleeven. Vous neferéz<br />
rienen Rusfie, heefc de Keizer aan Hop gezegd, que<br />
perdre vos péines & depenfer votre ar gent: en daar zal<br />
alles op uitkomen.<br />
Blyve &e.<br />
Xe ' ï Y.
E Y L A G E L". B.<br />
Reponfe du Ministre Anglaisau<br />
Ministre de la Suède le Baron<br />
de Nokken, du 18 Sept. 1781.<br />
-La confervation de la trahquilité publique a eeé<br />
le premier objet des foins de fa Majesté pendant<br />
tout le cours defonregne. Le commencement de ce<br />
regne a eté fignalé par Ie retour de la paix.<br />
Le Roi a fait des grands facrifices pour procurer<br />
ce bonheur a 1'humanité, & il avait lieu de fe natter,<br />
que par cette moderation au milieu de la victöire<br />
, il asfurait le repos public fur desfondements<br />
folides & darables. Mais fes esperances ont été<br />
trompés, & ces fondements ont été ebranlés par<br />
la politique ambitieufe de la cour de Verfailles.<br />
Cette Cour après avoir foutenue en fecret la rebellion<br />
allumée en Amerique s'eft liguée ouvertement<br />
avec les fujets rebelles de fa Majesté, & par cette<br />
violation de la Foi publique, par eet acte d'hosti-<br />
Eté directe elle a commencée la Guerre.<br />
La conduite de la Republiqued'HolIande pendant<br />
tout le cours de cette Guerre a excité une inJignation<br />
Generale. Cette Nation fe prefente fous un<br />
aspect bien different de celui d'une Nation uniquement<br />
commergante: c'est unePuisfancerespeüable<br />
liée depuis longtemps avec la Grande Bretagne par<br />
1'alliance la plus étroite. Le principal objet de cette<br />
allian.ee était leur fureté commune, & nomme-<br />
meot
B Y L A G E L a<br />
. B.<br />
ment leur protecfion mutuelle, contre les desfins<br />
d'un voifin dangereux que leurs efforts reunis ont<br />
fi fouvent fait avorter pour leur bonheur reciproque<br />
& pour celui de 1'Europe enticre.<br />
La defertion de tous les principes de cette al- -<br />
liance que le Roi de fon coté avait conftamment<br />
maintcnue, un refus obftiné de remplir les Engagements<br />
les plus facrés, une infrachon particuliere<br />
des Traites les plus folemnels,dcsfecoursfournisa<br />
ces mêmes ennerais, concre lesquels le Roi était en<br />
dro t de les reclamer. • un azile & proteftion<br />
accordée dans les ports Hollandais aux Pirates Americains<br />
en violadon directe des ftipulations les plus<br />
t-laircs & les plus precifes . & pour combler la<br />
niefure un deni de juftice & de SatisfaChon pour<br />
raffront fait a la dignité du Roi, par uneligue clandestine<br />
avec fes fujets Rebelles, tous ces griefs<br />
aecurnuléS n'ont laisfés au Roi d'autre parti a pren-<br />
dre que celui qu'il a pris avec 1c regret ie plus fen-<br />
fibie.<br />
En expofant au public les raifons, qm ont rendus<br />
cette rupture inevitable, fa Majesté a attribué<br />
la conduite de la Republique k fa veritabie caufe,<br />
^1'influence funeste d'une faction, qui facriflaitl'interec<br />
national a des vues particulières.<br />
Mais le Roi a marqué en même temps Ie defirle<br />
plus fincêre de pouvoir ramener la Republique a ce<br />
ïistème d'union étroite, d'allianee efficace & de protecfion<br />
mutuelle, qui a tant contribué a laprofperité<br />
& a la gloire des deux Etats.<br />
Lorsque flmperaSrice de toutes les Rusfies a<br />
X 3<br />
o f<br />
'
B Y L AG E L\ B.<br />
offert fes bons offices pour effectuer une reconcillation<br />
par une paix féparée: Le Roi entemoignantfa<br />
juste reconnaisfance de cette nouvelle preuve d'une<br />
amitié, qui Lui est fi precieufe, aevité decompro-<br />
Hïettre la mediation de fa M. I. dans une Negooation<br />
infruttueufe. Mais aétuellement qu'il y a quelques<br />
marqués d'un changement de dispofition dans<br />
la Republique , quelques indices d'une envie de retourner<br />
a ces principes que la partie la plus fage de<br />
la Nation batave n'a jamais defertés, uneNegociation<br />
pour une paix fepsrée entre le Roi & leursH,<br />
H. P. P. pourra s'ouvrir avec quelqu'esperance de<br />
fucces, fous la mediation de 1'lmperatrice de tou,<br />
tesles Rusfies, qui a été la première aoffrir fes bons.<br />
offices pour eet ouvrage fakitaire: SiS. M. n'en a<br />
pas profité d'abord, c'eft qu'il y ayait tout lieu de<br />
croire que la Republique ne cherchait alors qu'a<br />
amufer par une negociadon infidieufe, mais le Roi<br />
croirait mal repondre aux fentiments, qui ont dictés<br />
ces premières offres, & manquer aux égards fi<br />
justement dus a fa Majesté Imperiale, & a la confiance<br />
qu'elle infpire, s'il asfociait a cette negotiation<br />
celle d'aucune autrepuisfancc, mêmecelled'un<br />
Allié le plus refpeclable & pour qui Ie Roi a i'amitié,<br />
la plus fincère,
B Y L A G E L a<br />
. C.<br />
WEL ED. HEER!<br />
Den 9 Nov. 17S1.<br />
ïTeden is de tyding, dat het Hef van Engeland<br />
de Mediatie der Keizerin van Rusland heeft aangenoomen,<br />
ingekomen, maar in welke termen, ismy<br />
noch onbekend, 't Gem. Hof heeft die vanZweeden<br />
geweigerd, en wel in eene Memorie, doorliet<br />
Engelfche Ministerie aan den Baron Noleken ovcrgegeeven.<br />
In deeze Memorie worden tegen de Republiek<br />
zoodanige infolente bewoordingen gebruikt,<br />
cn gerepeteerd alle de zotheden die in het Engelsch<br />
Oorlogs Mamfest ftaan; dat Ik niet begrypen kan,<br />
dat men in Engeland van gedachten op 't fujet van<br />
de Republiek en voornaamlijk van onze Stad veranderd<br />
zoude zyn, daar men niet heeft kunnen nalaaten,<br />
zioh het nutteloos vermaak te geeven. om<br />
zonder eenige noodzaakjijkheid, den Staat op eene<br />
verregaande en hoonende wyze in eene Memorie,<br />
aan eene andere Mogendheid overgegeeven , en het<br />
onderwerp het zekerlyk niet vereischte, te inculpeeren.<br />
Men heeft in Engeland immers wel kunnen<br />
verwachten, dat die Memorie ons bekend zou<br />
worden: en vervolgens verbit ering verwekken: wat<br />
wil men? Vreede of Oorlog? wat beduiden die<br />
fchoone woorden die UE. my heefc overgebrieft ?<br />
Nu zyn die 10 a 14 dagen om, cn men heeft tyd<br />
i n s<br />
X 4
B Y L A G E 'L». C.<br />
ding uit 't Noorden: wat zal men nu doen ? Men<br />
fpreekt in opgem. Memorie van Negotiations infidieufes<br />
die men van onze kant zou hebben willen<br />
beginnen, maar ik vrees dat die benaaming beeter<br />
aan die van hunne kant zou pasfen.<br />
Ik heb UE. dit willen melden, om dat ik in der<br />
daad getroffen ben door de bewoordingen van meergem.<br />
Memorie. Ik weet wel dat het maar woorden<br />
zyn , maar weinige ooren zyn zoodanig daar tegen<br />
gehard, dat door die onaangenaame klanken een<br />
goed deel der bereidwilligheid niet worde weggejiomen.<br />
Ik blyve met alle achting &c.<br />
B7-
B Y L A G E L\ D.<br />
WEL ED. GESTRENGE HEER!<br />
XjEd: Geftr: geëerde letteren van den 13. heb<br />
ik gisteren ontvangen; den inhoud heeft my getoucheert,<br />
al wat ikde eer heb gehad UEd: tc<br />
berichten ben ik van overtuigt geweest, blyf zulks<br />
nog. Vreedzaame gevoelens heeft men. Weest daar<br />
vanverzeekert. Zoo veel als wy, verlangt men daar<br />
na. en het is haar interest. Maar nu die Courier<br />
zoo lang weg blyft. (Want nog is dezelve hier niet.)<br />
Misfchiei) willen zy nu ook wagten na de tyding<br />
van Amerika. Die moet eerstdaags inkomen, die<br />
kan decifief zyn. Ik houdemy verzeekertdat UEd.<br />
Geft. denken en zeggen zult, nu is 'er geen twyfel<br />
aan, men dupeert ons, eerst de Cour: van R: en<br />
nu weer tyding van Amer: — Alle zaaken in de<br />
Wereld zyn mogelyk. Maar zo als ik hier nu alles<br />
gezien en gehoord heb t'zedert 3 a 4.Maanden, zo<br />
zoude ik myn leven durven zetten, dat het oprecht<br />
ernst is. Nog een weinig tyd en UEd: Geft: zal<br />
dan ondervinden dat ik my niet bedrogen heb.<br />
De bewuste Memorie is my belooft, die zoude<br />
niet, voor zoo veel men zich konde herinneren in<br />
terme gefchr: zyn om ons techoqueeren. Maar wel<br />
pour faire plaifir a Madame, die alleen de eer wil<br />
hebben van Mediatrice te zyn, en zig min of meer<br />
het zig heefc aangetrokken, dat twee andere Mogendh:<br />
zig daar mee hebben willen moeijen.<br />
X 5 Do
B Y L A G E IA D.<br />
De tyd en de omftandigheeden zullen my ten<br />
overftaan van UEd. Geft: juftificteren, en UEd:<br />
Geft: t'eeniger tyd doen ondervinden, dat ik hier<br />
meer goed gedaan heb als UEd Geft. zig verbeeld.<br />
Ik hoop dat alles zignogna wensch voor het nieuwjaar<br />
zal fchikken. Dit zeg ik in een ruim tydperk<br />
te neemen. Hebt dog geen wantrouw en in my, want<br />
zulks meriteer ik niet. Ik heb de eer van met de<br />
uiterfte hoogachting te zyn.<br />
Wel Edele Geftrenge Heer!<br />
London,<br />
den 20 Nov. 1781.<br />
Uw Ed: Geftrengens<br />
zeer ootmoedige Dienaar<br />
B. v. d. Oudermeulen.<br />
BY.
B Y L A G S LA D. A°.<br />
W E L E D E L E H E E R !<br />
H et is thans zeker dat de Mediatie door Engeland<br />
is, en door ons zal aangenoomenworden, wat<br />
wil men nu aldaar ? wil men, ingevolge van den<br />
eisch der Keizerin , een Plaats tot een Congres . en<br />
Plenipotentiarisfen verkiezen? Wil men (zoo als<br />
men voorgeeft dat de Keizerin verlangt) Petersburg<br />
daar toe bepaalen ? Dit laatfte zou ons zeekerlyk<br />
niet aanftaan: en wy zouden geen zin hebben om<br />
zoo verre over de importantfte belangens van de<br />
Republiek te gaan handelen. Of verkiest men on,<br />
der de hand en in fecretesfe, evenwel met de nodige<br />
communicatie aan de Keizerin, 't zy hier,'tzy<br />
jn Engeland te handelen ?<br />
Op dit alles verzoek ik hoe eerder zoo beeter<br />
Cathegorisch antwoord. Naar dat antwoord zalik<br />
my reguleeren, om myn oordeel te vestigen wegens<br />
't geen men te wagten heefc: en het zal dan biyken<br />
of de daaden zoo heusch zullen zyn, als de<br />
woorden geweesc zyn. ,<br />
Ik blyve &c.<br />
Amfterdam,<br />
den 20 Nov. 17 81,<br />
BY-
B7LAGE LA E.<br />
WEL E D. HEER.'<br />
Ik heb UEd*. zeer geëerdens van den 16, 20 en<br />
23 Novemb. op den rechten tyd wel ontfangen,<br />
maar niet geantwoord, om dat wat naders verwachte.<br />
Gisteren zyn my UEds. van den 25 en 270e<br />
geworden over Amfterdam. My dunkt men maakt<br />
veele Complimenten, ik hoop, of wensch ten minften,<br />
dat dezelve op watdcegelyks zullen uitkoomen,<br />
en dat wy in onze verwachting niet bedrogen<br />
zullen zyn. Zoo men voor den dag wilde koomen<br />
met voorftellen, dien wy niet zonder fchande,<br />
(ik verfta dat woord in eene Hollandfche, niet<br />
ia eene Engelfche zin) zouden kunnen aanneemen,<br />
is 't beeter niets te beginnen. Daar is van my en<br />
van myne Stad, gaande ik in alles d.e concert mee<br />
myn Confraters, anders niets te wachten. Onzegeneigdheid<br />
tot verzoening is finceer ; maar 't moet<br />
op eene eerfyke wyze gefchieden: zoodanig, dat<br />
onze Medeburgers, ;'a gantsch Europa het befluit<br />
in den tyd niet anders dan zullen kunnen, ja moeten<br />
goedkeuren. W y zullen vertrouwen dat de Ridder<br />
zulks ook begrypt. Ik denk niet dat de Keizer<br />
zich met de zaak bemoeijen zal. Wat zegt men in<br />
Engeland van dien Heer zyn voorneemen , om het<br />
overfchotvan de Barrière te deftrueeren. DeTraptaaten<br />
desaangaande zyn ook ten behoeven van Engeland<br />
gemaakt: en zoo ooit het oude Sistema weder
B Y L A G E IA E.<br />
der herfteld word, zal Engeland mooglyk met geene<br />
goede oogen kunnen aanzien, dat Frankryk met<br />
koufen en fchoenen in de Nederlanden zal kunnen<br />
treeden.<br />
't Is my lief dat Petersburg tot handelplaats te<br />
bepaalen, in Engeland zoo weinig fmaakt als hier,<br />
zeekerlyk geloof ik dat het goed zou zyn, dat iemand<br />
uit Engeland hier kwam, 't is zeer difficiel<br />
dat wy van hier, zonder veel op fpraak, iemand naar<br />
Engeland zenden.<br />
UEd. begrypt zulks, en ik vertrouw ook, God<br />
dank, van 't jaar in de politie zyn, om wel naar de<br />
Vreede te wenfchen, doch den Oorlog niet te vreezen.<br />
Gaandeweg worden wy fterker, daar het tegendeel<br />
voor Engeland waar is.<br />
, UEd. fpreekt my altyd van Y. maar wat zeggen<br />
S. N. en G.<br />
Ik blyve met veel achting &c.<br />
's Hage,<br />
den 7 Dec. 1781.<br />
BY-
B Y L A G E LA F.<br />
Extract of a Letter from Blackeaey Dec: 19.<br />
O n Thursday evening last two Cod fmacks to<br />
wed in to ihis harbour a large Dutch hospital Ship<br />
which had broke from her moorings in the Texel<br />
in a hardgale of wind, and was drove out to fea in<br />
a most distresfed fituation, her crew beingnotonly<br />
deprived of almost all medical asfiftance, but<br />
likewife, nearly of every necesfary of life. There<br />
"were 74 men on board, 30 of whon were unable<br />
to get out of their haramocks, and were inaperishing<br />
State.
E Y L A G E L«. G.<br />
WEL EDELE GEBOOREN HEER!<br />
Ingevolge het gcconvenieerde met U Wel Ed.<br />
Gcb. voor myn vertrek naar herwaerts, omme by<br />
het Ministerie alhier te ondertasten, op welke wys<br />
men by hetzelve denken en handelen zoude, ingeval<br />
de Republiek eene afzonderlyke Vreede met<br />
Engeland, kwam te maaken, zoo hebbe thans het<br />
genoegen U Wel Ed. Gebore deswegens hetgeen<br />
my is voorgekomen, te kunnen communiceeren.<br />
Gepasfeerde Dingsdag ordinair Verfailles voor<br />
de Ambasfadeurs, en Chargés d'Affaires by den<br />
Heere Graaf de Vergennes dineerende, zoo deede<br />
zyn Hoog Ed. Geb. my de eer aan my afzonderling<br />
te neemen, en te zeggen, dat hy wel wenste<br />
een afzonderlinge converfatie met my te hebben<br />
over zaaken, niet de Compagnie, maar de Republiek<br />
raakende Ik betuigde niets geëmpresfeerder<br />
te hebben, als aan deszelfs ver/.oek te voldoen , en<br />
dat ik my op Donderdag daaraan by zyn Hoog<br />
Ed. Geboore zoude vervoegen, om half twaalf maakte<br />
ik te Verfailles te zyn, waarop direct ons entre.<br />
tien een aanvang nam.<br />
De Introductie van deszelfs converfatie belfond<br />
in eenige flatteufe uitdrukkingen ten mynen opzichte<br />
zoo wegens perfoneel vertrouwen , ze betuigde<br />
verder zich tot heeden nimmer een denkbeeld<br />
had kunnen vormen van een feperate Vreede
B Y L A G E LA G.<br />
detusfchen de Republiek en Groot Brittannien, zon»<br />
der dat de eerfte geheel of gedeeltelyk afging van<br />
de gronden, waaruit den Oorlog zyn oorfprong had<br />
genoomen, of dat Engeland een laagheid deede,<br />
die nimmer in het verftand dier Natie op zoude<br />
kunnen koomen, gevolglyk dit beide in dat daglicht<br />
befchouwd, zich desweegens nimmer had bekommerd.<br />
Toch dac hy Minister, thans ziende .<br />
men niettemin deeze twee oncwiscbaare zekerheeden,<br />
voortging van de zyde van de Republiek , van<br />
zich toe zoo een feparace Vreede geneegen ce toonen<br />
, en men dus eenige geneigdheid moec gevoelen<br />
, om eer bekooming der Vreede van het zwaarwichtig<br />
Articul, waarby alle zuidelyke Natiëngcinteresfeerd<br />
zyn, het zy te glisfeeren, dan wel hetzelve<br />
te modereeren i of wel dat de betuiging van<br />
Engeland van gehoor na Vreede met de Republiek<br />
te willen geeven, een kunstgreep dier Natie was,<br />
om de Republiek deeze winter in eene cal m te te<br />
houden, en dus teegen het fomerfaizoen minder tegenftand<br />
van hare zyde Ce wachten te hebben. Dat<br />
de Kroon van Frankryk de Republiek op geenerhande<br />
wyze paaien konde noch wilde zetcen, om<br />
zich al of niec mee Engeland feparaat ce bevreedigen,<br />
doch dac wel gemelde Kroon van de heusheid<br />
en vriendfehap van de Republiek verwachtte om<br />
hun van hunne onderhandelingen niet ignorant ce<br />
willen laacen; wilde dezelve hetzelve niec Minisceriëel<br />
doen, als dan hetzelve konde laacen verrichten<br />
door zoodanige particulier, waarop de Republiek<br />
ten volle hun vertrouwen zoude kunnen vestigen ;<br />
dat
BYLAGE U. G.<br />
dat' dewij! de maatregelen door de Kroon te nedmen<br />
; om Engeland te beöorloogen, alsdan van gedaante<br />
zouden veranderen, en in plaats van een Zeemacht<br />
in de Oost-Indien ter dekking en beveiliging<br />
onzer Bezittingen, en om dezelve niet in's Vyands<br />
handen te zien vallen, te zenden en te houden,<br />
dezelve voordeeiiger voor de Kroon te emploijeeren;<br />
dat ook, ingeval 'er in de voorftellingen van<br />
Engeland eenige volftrekt fchadelyke pointenvoor<br />
de Kroon van Frankrijk mochten voorkoomen, dat<br />
'er als dan middel op deeze wys zoude weezen, om<br />
dezelve te verzachten of te veranderen, befluitende<br />
met te betuigen, niets vuurigertebegeeren, als<br />
de Republiek buiten volftrekte fchaade van zyn<br />
Ryk te zien prospereeren.<br />
Ik betuigde op dit alles zeer gevoelig te zyn zoo<br />
Omtrent de byzondere blyken van vertrouwen, de<br />
genegendheid mywaarts, als teffens over de gevoelens<br />
van Vriendfchap, -welke hy Graaf ten opzichte<br />
onzer Republiek verklaarde te hebben, dat ik<br />
in de eerfte plaats vryheid verzocht dezelve aaü<br />
myn vertrouwdfte Vrienden, invloed in hetMinisterie<br />
hebbende te mogen openbaaren, op dat de<br />
Republiek van dezelve het noodige gebruik zoude<br />
kunnen maaken<br />
In de tweede plaats, dat dewyl den Heere Hertog<br />
de la Vauguion dikwyls met te veel yver en<br />
vuur de belangens van zyn Kroon wilde doen verftaan,<br />
hem Ambasfadeur wat gemaatigdheid wilde<br />
inboezemen.<br />
Zyn Hoog Ed. Gebore beantwoordde het eerfte<br />
II. D E E L. Y roet
B Y L A G E L». G.<br />
met zich gerust op myne discretie en doorzicht te<br />
verlaaten, en het tweede met te zeggen, den Hertog<br />
een eigenhandige inftrucfle te hebben toegezonden,<br />
om zich ftiptelyk na te gedraagen.<br />
Zie daar, Mynheer, my van myne beloften<br />
uwaards aan de eene zyde, en van myn pligt als<br />
regtgeaard Nederlander gekweeten, overlaatende<br />
aan die het bewind in handen hebben, daarvan<br />
zoodanig gebruik te maaken, als ten nutte van<br />
de Republiek zullen dienftig en noodig oordeelen,<br />
my ten vollen verlaatende op de ftipfte fecretesfe<br />
zoo van de zyde van U Wel Ed. Gebore als van die<br />
geene, aan wie U Wel Ed, Gebore noodig zult oordeelen<br />
ouverture van myn verhandelde te geeven.<br />
Het is onder betuiging van de opregtfte hoogachting<br />
, dat ik de Eer heb te zyn<br />
Wel Edele Geboren Heer!<br />
Parys,<br />
den 7 Dec. 178L<br />
ü Wel Ed. Geboren Onderdanige<br />
en Gehoorzaame Dienaar<br />
P. E. VAN BE PERRE.<br />
BY -
a t<br />
P - 2
B Y L A G E. L'. H.<br />
tnen S f<br />
. Petersburg zal kiezen, en het als een tccken<br />
van attentie zal aanzien, dat hymy dit niet Ministeriëel<br />
zeide, maar dat Ik het doch als uit my<br />
zeiven aan den Staat konde melden, als dat voorzeeker<br />
vernoomen te hebben. Je ne doute point, "<br />
voegde hy' er by, qu'en confequence vous recevrcs<br />
incesfamment vos inftruótiofis & pleins pouvoirs cela<br />
fera bien plus convenable, & micuxpourlachofe;<br />
foiés fur, que nous nous interesfcrons vivement<br />
pour les Etats Generaux, quand vous fercs tnuni,<br />
nous parierons plus ouverrement cnfemble.<br />
Ik kan U Ed. Geftr. verzeekeren, dat de Staat ïich<br />
ferm moet houden, geene zwakheid toonen, en met<br />
digniteit fpreeken.<br />
Ik heb d'eer, enz.<br />
St. Petersburg,<br />
den 2 Nov. 1781.<br />
WASSENAE».<br />
BY-
Dat 2 fvr „<br />
Rcc22p ov<br />
- ^Sï,<br />
B Y L A G E L'. L<br />
HOOG EDELE GESTRENGE HEER 1<br />
.<br />
Ïïier nevens zal U Ho. Ed. Geftr. ingeflooten<br />
vinden een verbale infinuatie, welke de Heer Vice<br />
Cancclier laatstïeeden Woensdag aan my, gelyk aan<br />
den Heer Ambasfadeur yan Wdsfenaer gedaan en<br />
*tcr hand gefteld heeft, ten einde als UHo.Ed. Geftr.<br />
uit dezelve infinuatie waartoe my gehoorzaamst ge»<br />
draage, breder zal gelieven te verftaan.<br />
Ik zend dezelve niet direct over aan den Staat,<br />
dewyl veronderftelle, dat de Heer van Wasfenaer<br />
zulks zal hebben gedaan, het geene vertrouwe, dac<br />
my niet ten kwade zal geduid worden, terwyl den<br />
Heer Vice Cancelier my dezelve infinuatie ter hand<br />
fteldc, chargeerde en verzocht zyn Excell my noch<br />
particulier, dat by het noodige gebruik, da t daarvan<br />
zoude maaken den Scaac de krachtigfteenfterkfte<br />
verzeekering zoude geeven van hec verlangen en<br />
de dispofitien waar meede haare Keizerlyke Majefteit<br />
geanimcerc was, om, zoo veel, als van haar'<br />
afhing, te contribuecren , om de twisten tusfchen<br />
den Staat en Engeland door een prompt accomodement<br />
te termineeren van de'activiteit, den yver en<br />
de volmaakfte onzydigheid , waarmede Hoogstdezelve<br />
daartoe zoude werkzaam zyn, en van de fcru-<br />
Y 3 pu-
B Y L A G E IA L<br />
puleusheid, welke Hoogstdezelve zoude gebruiken<br />
in het menageeren van de ouvertures en propofi»<br />
tien, welke haar Ho. Mo. op de voorfz infinua.<br />
tie zouden willen doen, zonder dat daarvan eemg<br />
gebruik gemaakt zoude worden, waardoor haar dig.<br />
niteit en belangens gecompromitteert zouden worden<br />
, ik heb de Eere my van dien opdracht hier mede<br />
onder adres van UHo. Ed. Geftr gehoorzaamst<br />
tekwyten, niet twyffelende, of Hoogstdezelve zal<br />
wel daarvan zulks, en daar het behoord, de nodige<br />
ouvertures gelieven te doen.<br />
(N.B. dit volgende in Cyffer.)<br />
Na my aldus gekweeten te hebben van het geene<br />
waarmede de Heer Vice Cancelier my particulier<br />
opgedragen heeft, zo laat ik aan het oordcel van<br />
. LI Ho. Ed. G. over, of en in hoe verre het met de<br />
digniteit en de belangen van den Staat overeenkomt,<br />
om aan de ingemeldc infinuatie onthoudene propolitien<br />
te defereeren.<br />
Het komt dezelve zeer illu foir voor, en maar ge»<br />
•fchikt, om de prteftatie van het effect van de Maritime<br />
conventie te eloigneeren, en op een glimpige<br />
wyze te ontgaan.<br />
Ik kan UHo. Ed. Geftr. daarby ook verzeekeren,<br />
dat de Koning van Engeland in deszelfs antwoord,<br />
waarby de feparate Mediatie van de Keizerin aanneemt<br />
, altoos prasfupponeert, dat de Republiek aan<br />
engagementen zoude voldoen, en terugkeeren tot<br />
deszelfs, vorige principes. Dus zie ik daaruit gcens.<br />
zints,
B Y L A G E L«. I.<br />
zints, dat de Koning van Engeland het omtrent de<br />
Vreede met de Republiek ernst is, maar dat veel<br />
meer opzettelyk blyft ftaan, om van de Republiek<br />
te eisfchen, Conditiën, die met deszelfs digniteit en<br />
belangen incompatibel zyn .derhalve geloove,dat,<br />
byaldien by het antwoord op de voorfz. infinuatie<br />
haar Ho. Mo. op eene gepaste wyze zouden willen<br />
infinueeren, dat Hoogstdezelve, alvoorenszich daar<br />
op te kunnen verklaaren, verlangden prsalabelyk<br />
gerust gefteld te worden, dat de Koning van En-<br />
geland het principe van de Neutraliteits conventie<br />
aanneeme en erkenne, als een belang, waarin met<br />
haare Geallieerden gemeenfchappelyk betrokken<br />
zynde, aan den onzeekcren uitval van een Vredes<br />
Negotiatie of aan de convenientie van den Koning<br />
van Engeland niet kunnen abandonneeren. Ik zal<br />
U Ho. Ed. Geftr. op dit fubject met volgende myne<br />
gedachten breder mededcelen.<br />
Ik heb de Eer, &c.<br />
§t. Petersburg,<br />
den 2 Nov 1781.<br />
y 4<br />
J. J. DE SwART.<br />
BY.
B Y L A G E L«. L,<br />
PRO M E M O R I A .<br />
De reedenen om welke men van gedachten is,<br />
dat met en beneevens onzen Ambasfadeur, de Heeren<br />
thans Gedeputeerden der O. I. C. behoorden<br />
gequalificcerd te worden, om met de Ministers van<br />
het Kabinet in Frankryk, over zaaken der Republiek<br />
jn 't algemeen aangaande te kunnen handelen, zyn,<br />
voor een groot gedeelte, opgcflootën in de kennisfe<br />
die men heeft van de hoedaanigheeden van den<br />
Ambasfadeur, en van die Gedeputeerdens, Menonderfleld<br />
dan, dat de nuttigheid daarvan erkend is.<br />
Om de nodige Qualiflcatie aan gem. Ministers te<br />
doen verkrygen, en dezelve by het opgem. Ministerie<br />
te legitimeeren, geeft men in bedenking de<br />
volgende wyze:<br />
Door den Heer Griffier of Raadpenfionaris aan<br />
den Heere van Berkenrode te laaten fchryven • houdende:<br />
„ dat dewyl de zaaken van d'O. I. Comp.<br />
H Qver welke in Frankryk gehandeld wordt, zoo-<br />
» danig tegenwoordig met die van de Republiek<br />
« in 't algemeen verknocht zyn, dat over dezelve<br />
„ fchier niet onderfcheidelyk kan gehandeld wor-<br />
» den; Hy Heer Ambasfadeur, met kennisfe van<br />
» Z. D. H gelast wordt, voortaan met deGedep.<br />
ft van gem. Comp., over alle voorkomende zaaken,<br />
M met welke Hy Ambasfadeur, van weegens den<br />
„ Staat gechargeerd zal worden; (ten zy Hem cxn<br />
piesr
B 7 L A G E L\ L,<br />
„ presfelyk eene volftrekte geheimhouding gelasfc<br />
„ wierdt) communicatief te handelen, en de be-<br />
„ kwaamfte middelen te beraamen: gelyk aan gem.<br />
„ Gedep. van Comps. wegen belast zal worden,<br />
„ niets te doen dan met overleg, kennis en befchik-<br />
„ king van Hem Ambasfadeur. Dat Hy Ambasfa-<br />
„ deur gem. Gedep. aan zoodanige van 's Konings<br />
„ Ministers en op zoodanige plaatzen zal prcfcn-<br />
„ teeren, als Hy noodig zal achten, daar byzeg-<br />
„ gende, dat Hy gelast is, te verzoeken , dat aan-<br />
„ gezien de zaaken van de O. I. Comp. thans zoo<br />
„ naauwmet die van den Staat verbonden zyn,dat<br />
„ feparatelyk over de eene, zonder den anderen<br />
„ niet kan'gehandeld worden, 's Konings Ministers,<br />
voortaan aan Gedep. van gem. Comp. met<br />
* naamen de Heeren van der Perre en Boers, het<br />
„ zelfde geloof en vertrouwen gelieven te gee-<br />
„ ven, zoo wel in zaaken der Rep. in'talgemeen,<br />
„ als der Comp. in 't byzonder aangaande, als<br />
„ aan Hem Ambasfadeur "<br />
Voorts noch aan gem. Ambasfadeur te fchryven,<br />
dat men van de komst van den Heer Boers gebruik<br />
zal maaken, om aan Hem Heer Boers zoodanige<br />
Inftruótien te geeven, als Hyby zyne terugkomst<br />
„ te Parys aan Hem Heer Ambasfadeur en aan zynen<br />
mede Gedeputeerden zal communiceeren "<br />
Wat aangaat gem. Inftniftien, zou men voordellen<br />
, dat dezelve zouden behooren te gaan over ds<br />
volgende pohóten:<br />
10. Trachten te ontdekken, de gedachten van't<br />
Hof van Verfailles over eene afzonderlyke Vreede<br />
y j m-
B Y L A G E V. L,<br />
tusfchen de Republiek en Engeland, alhoewel het<br />
niet denkelyk is, dat de Vreede voor heteindigen<br />
der Krygsöperacien geflpoten zal kunnen worden,<br />
zoo zouden doch onderhandelingen over dat heilzaam<br />
werk plaats kunnen hebben, dewelke hetzelve<br />
voor het Najaar zouden kunnen applaneeren,<br />
wanneer men, doch zeer geëmbarasfeerd zou zyn,<br />
zoo men niet beeter dan heden van Frankryks Intentien<br />
geinformeerd was, 'c is dan noodig, dat<br />
het evengem. poincl niet verzuimd worde, maar<br />
dac men crachce deswegens hec nodig lichc tekrygen,<br />
voornaamlyk, aangaande het geen Frankryk<br />
doen zou, byaldien de Republiek eene Vrc-ede,<br />
die niet naar deszelfs zin zou zyn, kwam tefluiten.<br />
2°. Het Ministerie onder 't oog brengen, hoedanig<br />
eene Vreede, by welke men eene volftrckte<br />
vryheid van Zee zou bedingen, voor Frankryk<br />
zeiven voordeelig zou zyn: dewyl men als dan hec<br />
Ryk zou kunnen voorzien van genoegzaams<br />
Scheeps- Macerialen: dac bovendien de Navigatie<br />
in 't algemeen, als dan weder van en op Frankryk<br />
door de Scheepen onzer Ingezeetenen gedaan kunnende<br />
worden, het Ryk niet meer zou behoeven<br />
te geeven, die ontzachlyke Convooyen, en dus<br />
hunne Oorlogfchecpen gebruiken, om den Vyand<br />
meerder afbreuk ce doen.<br />
3°. Voornaamlyk crachcen te ontdekken^ de intentien<br />
van 't meergem. Hof, aangaande deCaab,<br />
Sc. Euftatius, Isfequebo enDemerary, (daar men<br />
denkt • dat zy nu Meesters van zullen zyn) byab<br />
dien wy een afzonderlyke Vreede mee Engeland<br />
öoocen. 4 U<br />
. Het
B Y L A G E IA L.<br />
4°, Hec rcgulceren der Krygsöperatien, ingeval<br />
zulks becer te Parys dan hier gefchieden kan, en<br />
hier gefcbicdende, als dan , voor zoo verre daar<br />
over in Frankryk met hec Miniscerie gehandeld zal<br />
moeten worden.<br />
5°. Na te fpooren hoe verre en op welke voorwaarden<br />
het Hof van Frankryk zoude toelaacen,<br />
dac de Americaanen zich met de Engelfchen verzoenden.<br />
— Of men dulden zou dac aan Engeland<br />
eenig commercieel voordeel boven de andere Natiën<br />
zoude worden toegedaan. — Of men in Frank»<br />
ryk gaarne zien zou, dat wy de onafhangelykheid<br />
van America, voor en al eerder zulks door de andere<br />
Mogendheeden of eenige derjelven gefchiede,<br />
erkenden, — en zoo ja, of men dan zou<br />
meedewerken , of een minften aanzien, dac gem.<br />
Americanen ons eenige byzondere voorrechten boven<br />
de andere Nacien coekenden, welke<br />
voorrechten dac zouden kunnen of mogen zyn.<br />
6 '. Na te vorfchen of 'er eenige onderhandeling<br />
met Engeland plaats heefc, en welke.<br />
70. Insgelyks of 'er byzondere liaifons, cn zoo<br />
ja, welke, cusfehen de Hoven van Weenen en<br />
Verfailles plaacs hebben. Of men te Verfailles<br />
van 'c flechcen der Barrière Ce vooren kennis heeft<br />
gehad Of 'er quescie is van eenige ruiling in<br />
de Nederlanden cegen Lotharingen of den Elzas:<br />
of mooglyk beiden.<br />
8°. Of'er zyn, liaifons, en zoo ja, welke, tusfchen<br />
Frankryk en Rusland, — welkeinfluentiehet<br />
eerfte in het bepaal en der voorwaaiden der gewa.<br />
pende Neutraliteit gehad heeft. s>°. Wel-
B Y L A G E Lf«. L,<br />
9". Welke liaifons en van wat natuur'er zyn mee<br />
den Koning van Pruisfen, • als meede met<br />
Zweeden.<br />
10". Informeeren waarom Spanje de onaf hange-<br />
Jykheid van America noch niet erkend heeft. er<br />
En waarom door Frankryk daar niec op geltaai<br />
word<br />
n°. Na tevorfchen, of, byaldien het Spaanfche<br />
Hof ftond op hec verkrygen van Gibralter, en zien<br />
piet wilde laaten vergenoegen mee Portmahon, cn<br />
daardoor de algemeene Vreede belet wierd, Frankryk<br />
Spanje daarin fouceneeren zou.<br />
12°. Trachten teweeten, de voorwaarden welke<br />
de Keizer (zoo als zyne Maj. aan den Burgemeester<br />
Rendorp gezegd heeft) aan Engeland aangebooden<br />
heefc toe bevordering der algemeene Vreede ,<br />
en die by Engeland zyn afgeweezen.<br />
13 0<br />
. Na te vorfchen, of 'er, en als dan welke menées»<br />
door Frankryk gebruikt worden of zyn ,om<br />
den Oorlog tusfchen de Keizerin en den grooten<br />
Heer te beftooken.<br />
?4'. Byzonder na ce fpeuren, of men iets weet<br />
van 's Keizers intentien aangaande de Schelde; cn<br />
te verneemen hoe verre Frankryk, a'sGuarantvan<br />
bet Tractaat van Munfcer, het poinct aangaande de<br />
gem. Schelde, zou willen handhaven.<br />
15°. Op eene behendige en zeer voorzichtige wyze<br />
aan den Heere de Vergennes en aan anderen van<br />
's Konings Ministers, die gelyk de Marquis de Casfries<br />
niet ce parciaal zyn voor den Hertog & UiVmguion<br />
te doen zien, hoe verkeerdelyk gem. Hertog<br />
alhier gehandeld heeft, en noch handclc. Ein-
ÈY.L A G E V li<br />
Èindcl/k zou men, den Heere Boers by mondd<br />
kunnen gelaften met alle omzichtigheid, en daar"<br />
alleen maar gebruik van makende, wanneer hy zou<br />
achten zulks ten voordeele en tot nutte van den<br />
Staat te kunnen doen, aan het Franfche Ministerie<br />
te doen blyken, dat 'er mooglyk wel inclinatie zou<br />
zyn, om na dat wy eene afzonderlyke Vreede met<br />
Engeland gemaakt zouden hebben, of de algemeene<br />
Vreede gefloocen zoude zyn, alsdan aan Frankryk<br />
te cesfeeren zekere Etablisfementen van onze<br />
O. I Comp. mits men aangaande het maaken van<br />
eene zoodanige afzonderlyke Vreede eene gepaste<br />
faciliteit betoonde: of dat men zich engageerde,<br />
om by het maaken van eene algemeene. onze belangens<br />
te bevorderen, voornaamlyk aangaande het<br />
poincf. van eene gevocglyke fchavergoeding.<br />
N.B. Men heeft hier in 't oog de cesfie van<br />
zoodanige Etablisfementen, die der Comp.<br />
tot last zyn; de Heer Boers kan deswegens<br />
nadere Illucidatie geeven.<br />
Men neemt noch de vryheid hier by te voegen,<br />
dat men oordeelt nodig te zyn, aan 't Hof van W eenen,<br />
hoe eerder zoo beeter verflag te laaten doen,<br />
van 't geen, tusfchen Engeland en ons, aangaande<br />
het maaken van eene afzonderlyke Vreede gepasfeerd<br />
is. Zyne K. M. gedachten daarop en op<br />
het Vreede 's werk in 't algemeen te verneemen —<br />
te trachten te ontdekken, welke Verbindtenisfen'er<br />
zyn, tusfchen den Keizer en den K, van Frankryk. —<br />
Tus-
B Y L A G E L«. L.<br />
Tusfchen den Keizer en de Keizerin van Rusland.—<br />
Welke zyn de voorwaarden daar reeds van gefprooken<br />
is, die in 't Voorledene Jaar aan Engeland ge'<br />
boden zyn. Hoe verre thans het algemeen<br />
Vreede's werk gevorderd is. Hoe verre de<br />
Idéés van den Keizer op 't verftand van de gewaapende<br />
Neutraliteit zich uitftrekken Of<br />
zyne Maj. op dat ftuk op zyn Fransch of op zyn<br />
Deensch denkt. Of zyne Maj. eenige intentie<br />
aangaande de Schelde heeft, en welke. Met<br />
welk oog Hoogstdezelve zou aanzien, dat Engeland<br />
noch meerder gehavend wierd: dat hetgeconquesteerde<br />
in America in handen der Franfchen en Spanjaards<br />
bleeve, dat Portmahon en Gibralter aan deezen<br />
gecedeerd wierden, om hun tot de Vreede over<br />
te haaien. Met eene gepafte discretie te vertoonen,<br />
hoe gevaarlyk het voor gantsch Europa zou<br />
kunnen worden, dat het Huis van Bourbon zo machtig<br />
wierd, dat het Huis van Oostenryk, Engeland<br />
en Wy altyd de balance hadden kunnen houden. —<br />
Dat Engeland gevaar liep, van na deezen Oorlog,<br />
ten minften voor een ruim getal van Jaaren, niette<br />
zullen zyn dan eene Mogendheid van den tweeden<br />
rang. Dat hoe machtig de Keizer thans ook<br />
mochte weezen,'Hoogstdezelve doch vooreerst gee.<br />
*e Zeemogendheid konde worden, daar Spanje en<br />
Frankryk door derzelver gelegenheid, beiden ter<br />
Zee en te Land machtig zyn; én daardoor altyd geducht<br />
voor de Staaten van 't Huis van Oostcnrvk<br />
in Italië. Dat het Huis van Bourbon door de bezitting<br />
van Napels en Sicilië, en door middel van<br />
de
B Y L A G E La. L.<br />
de Rep. van Genua, altyd afhangclyk van Frankryk,<br />
evengem. Staaten merkelyk beftoken en benaauwen<br />
kan Na te vorfchen, of 'er iets<br />
wegens Bergen op Zoom, te Weenen op het tapyt<br />
Is. Eindelyk te zien of het mooglyk zou<br />
weezen, den Keizer uit confideratie voor onze toegeeflykheid<br />
op het ftuk der Barrière te perfuadeeren,<br />
om ons over te geeven, te verkoopen of te<br />
cedeeren, de gronden dewelke Hem toebehooren,<br />
en zoo men wel onderricht is, volftrekt nodig zyn,<br />
tot het in ftaat brengen der Fortificatiën en Inundatien<br />
van onze Barrière.<br />
Men onderftelt, dat men taamlyk wel geinformeerd<br />
is van het Sistema en d'lntentien van 't Hof<br />
van Berlyn: terwyl de komst van den Heer Marcoff,<br />
die denkelyk meerder in 't vertrouwen van<br />
zyn Hof is dan de P. Gallitxin, geleegenheid zal<br />
geeven, om van d'intentien van de Keizerin geïnformeerd<br />
te worden.<br />
BY-
B Y L A G E L=. M.<br />
Extract uit eenen Brief van den<br />
Heere van der Perre aan den<br />
Heere van Lynden van Emterswyk.<br />
Parys den 3 Jan. 1782.<br />
HOOG E D. &C<br />
Hebbe d'eere gehad te ontvangen U Wel Ed.zoo<br />
zeer geëstirneerde van den 24 laastleden. De<br />
gevolgen die Ü H. Ed Geb. uit myn mondgefprek<br />
met den Heere Graave de Vergennes trekt zyn ten<br />
hoogften flatteus voor My. Ik zal trachten het<br />
vertrouwen van dien waardigen Minister, door zyn<br />
Hoog Ed. Geb. voor zoo verre my daartoe de vrybeid<br />
vergund en Ik in ftaat gefteld worde, van het<br />
te pasfeerene in de Republiek op eene openhartige<br />
wyze ouverture te geeven, te cultiveeren, endaardoor<br />
de ongehoorde pretentien van deszelfs Ambasfadeur<br />
en de daaruit voortfpruitende desordres<br />
en Cabaalen tegen te gaan.<br />
Een nieuwe proef dat dien Heer tegens de ordres<br />
en intentien van dien Minister aangaat, is zyne<br />
geformeerde pretentie aan den Heere van der<br />
Hoop voorgefteld, om de gecombineerde operatien<br />
voor het aanftaande faifoen door zyn Canaal aan<br />
zyn Hof te communiceeren en dirigeeren, niemand<br />
anders in dezelve willende gekend hebben, terwyl<br />
den
B Y L A G E L a<br />
. M.<br />
den Heer de Vergennes aan wien deeze pretentictï<br />
communiceerde, declareerde zulks geheel verkeerd<br />
en de lange weg zou zyn: dewyl indien men de<br />
arrangementen hier in loco neemt, men in een ogen<br />
blik (na omftandigheden van tyden die van het eene<br />
moment tot het andere vérfchülen) plans kan be-<br />
raamen, en ter uitvoer laaten brengen: vermeenen-<br />
de den Heer Hertog die thans in loco is, over zy<br />
ne pretentien te onderhouden en te gelasten zich 1<br />
des wegens niet te bemoeijen,<br />
Het doet my leed, dat ik dien Minister, dié<br />
zeer veel perfonede qualiteiten heeft, op die wys<br />
aan onaangenaame reproches bloot ftelle, doch Ik<br />
begryp daar tegen, dat 'er geen ander middel is,<br />
om dien Heer te maatigen, die van trap tot trap<br />
opklimmende, zoude eindigen met te gebieden:<br />
te.meerder, dewyl het fchynt 'er Lieden in de'<br />
Republiek zyn, die zich door zyn Ed. laaten in-<br />
quieteeren, terwyl anderen zyn gedrag laaten die<br />
nen om eene heersehzuchtige denkenswyze van dit<br />
Hof te doen voorkomen, die, gelyk U Exc. uit<br />
myne vorige zult gemerkt hebben niet quadreerd<br />
met de converfatien die met den Heere Grave ge<br />
had heb, en noch dagelyks hebbe.<br />
Ik ben en blyve van gevoelen, dat wil de Repu<br />
bliek zulke zaaken Ministeriaal behandeld hebben ^<br />
den Heere van Berkenrode (omtrent wien ik noch-<br />
maals myne mondelinge converfatie met U Exc. eri<br />
Zyne Hoogh herhale, en men zich bedriegd, in-<br />
geval men begrypc geen invloed ten Hove heeft)<br />
daartoe zoude dienen te worden geëmploieerd:<br />
JJu D E E L Z wif-
B Y L A G E L a<br />
. M.<br />
verkiest men onderhandeling en fchikking buiten<br />
het Ministeriale, zoo blyf ik op den duur bereid,<br />
my daartoe wel te willen laaten emploieeren, betuigende<br />
geene andere ambitie te hebben, als myn<br />
Vaderland tot nut te zyn.<br />
Ben Uw Exc. enz.<br />
P. S. Wat nu aanbelangd Uw Exc. verzoek, hoe<br />
de flooping der Barrière Steeden alhier wordt opgenomen,<br />
en of men 'er iets prealabel heefc van<br />
geweeten, zoo kan Ik U Hoog Edg. verzeekeren,<br />
dat men hier even ignorant van dat voorneemen geweesc<br />
is als in de Republiek: ja dat meer is, hetzelve<br />
niet zeer gefmaakt wordt; doordien men<br />
hetzelve aanmerkt, als een voorzorg die de Keizer<br />
gebruikt, om by rupture met Frankryk, zyne<br />
Nederlanden niet op eene reize in hunne macht te<br />
zien, dat dezelve niet als met eene zwaare Armée<br />
en onnoemlyke kosten te verdryven zyn, gelyk<br />
den Oorlog van 1747 zulks ten klaarften heefc aangecoond.<br />
Ik zie mogelyk, enz.<br />
BY-
B Y L A G E L\ N.<br />
N O T E .<br />
Son Excell'. Mr. 1'Ambasfadeur de France est<br />
prié d'être informé, qu'au i r<br />
. Avril pouroient êcre<br />
prets j Vaiffeaux a 60 Pieces & le Tigre.<br />
8 ou 9 a 50.<br />
3 a 40.<br />
11 a 36.<br />
10 a 20.<br />
Au 1 May, 1 a 70 Pieces & 4 a 60.<br />
Au courant de 1'Eté & de 1'Automne pouront<br />
être achévés 2 a 70 Pieces ,4a 60. ia 50 & 3 a<br />
4 a 40. Mais les Officiers & 1'Equipage manqueront<br />
peut être.<br />
Les operadons abfolument necesfaires font un<br />
Convoy pour la Mer Baldque, un Convoy aux Indes<br />
Occidenta'es, & le depart des Vailléaux des<br />
Indes Orientales.<br />
Si donc fa Majesté le Roi de France, voudroit<br />
vers le tems que la Flotte peut fortir du Texel,<br />
faire blocquer le Canal par fon Esquadre, combinée<br />
avec celle d'Espagne, afir que les forces de<br />
1'Angleterre fusfent divjfées, & que la Republique<br />
pouroit nettoyer la Mer du Nord, & interceptor<br />
les Convoys Anglais allant vers & venant de la Mer<br />
Baldque, & ouvrir un pasfage libre pour leNord,<br />
fa Majesté feroit un bien eflentiel a la Republique.<br />
Son Excellence M>-. le Duc de la Vauguion est<br />
prié de feconder ces vues par ces bons offices.<br />
La Have 21 Dec. 1781.<br />
Zo BY-
B Y L A G E L». O.<br />
N O T E .<br />
"Fn vertu des Rcfolutions de Leurs Hautes Pufsfances<br />
du 4 & 25 de ce Mois pour concerter avec<br />
la Cour de France les operadons de la Campagne<br />
prochaine le fousfigné Confeiller & Fiscal pour<br />
1'Amirauté d'Amfterdam, a été autorite de communiquer<br />
a fon Exccllcnce Monfieur Ie Duc de la<br />
Vmguion, que lts operations maridmes indispenfables<br />
pour eet Etat font de donner proteclion<br />
Aux Vaifleaux destinés pour les Indes Orientales.<br />
A ceux destinés pour les Indes Occidentalcs:<br />
& a ceux qui le font pour' la Mer Baltique.<br />
Afin de prócurer la proteftion requifé a ces Na.<br />
vires.<br />
1 Vaiffeau de 70 Pieces.<br />
7 a 8 . de 60 •<br />
6 a 7 . de jo • ,<br />
Le Tigre.<br />
2 a 40<br />
10 a 36 «. «.<br />
7 a 20<br />
feront prets vers la Mi-Avril ou au plus tard vers<br />
e premier du May, fi l e s tempetes, qui ont eu<br />
l>eu ce Mois ci, ne retardent d'autant les preparatifs<br />
necesfaires.<br />
F<br />
L'intention feroit de les faire tousfortiralafois,<br />
& que
B Y L A G E L». O.<br />
& que les Vaifleaux de Ligne formasfent un<br />
Esquadre d'obfervation, afin de proteger les Fregattes<br />
qui convoient les Vaifleaux Marchands.<br />
Cet Esquadre conduiroic vers la hauteur de la<br />
Mer Balcique, les Vaifleaux deftinés pour ces Pa«<br />
rages, & vers la hauteur de Hitland, les Vaifleaux<br />
pour les deux Indes: & detacheroit avec eux un<br />
Vaisfeau de 60, 2 a 50, & 3 a 4 Fregattes, qui<br />
feroient voile enfuite vers Dronthem, pour prendre<br />
fous leur protedtion les Vaifleaux des Indes,&<br />
les ramener dans nos Parts: retourneroient enfuite<br />
vers la Mer Baltique, pour prendre les Vaifleaur<br />
qui fe trouveroienc prets, & les reconduiroient a<br />
la hauteur de nos Ports. Puis Elle croiferoit dans<br />
la Mer du Nord, pour couvrir nos Ports, qui<br />
manquent des moyens de defenfe qui feroient a<br />
defirer, n'y ayant pas asfez de Vaifleaux de Guerre<br />
pour pouvojr s'eq fervjr fur les Rades 3 la oefen<br />
fe des Cótes.<br />
Cet Esquadre tacheroit de faire dans la Mer du<br />
Nord autant de tort a 1'ennemi que les circonftances<br />
le permettroient. Peut être pourroit Elleencore<br />
une fois reconduire vers la Baltique les Vaifleaux<br />
qui dans ce tems fe feroient apprêtés pour faire ce<br />
ypyage, y reprendre ceux qu'ElIe trouveroit prets<br />
a retourner, & les ramener dans nos Ports: aller<br />
enfuite a la rencontre des Vaifleaux attendusdesln.<br />
desOccidentales, qui pourroient être vers le Mois<br />
d'Oólobre dans ces Parages: & pour lors les Vaisfeaux<br />
reviendroient a la fin du dit Mois tous enfemble<br />
dans nos Ports, fe preparer a entrer dans<br />
Z 3 leurs-
B Y L A G E IA O.<br />
leurs ftations d'Hyver, ce qui malheurcufement vu<br />
la conftitution des Ports de cette Republique doit<br />
étre fait de bonne heure.<br />
Mais comme il est necesfa :<br />
re pour ofer entreprendre<br />
toutes ces operations, fans manquer a Ia<br />
prudence qu'exigent les circonftances denotreMarine,<br />
qui ne peut fouffrir beaucoup d'echécs , vu<br />
le manque total de Vailfeaux, d'Officiers & de<br />
Matelots, pour remplacer ceux qui pourroient<br />
tomber entre les mains des Ennemis, que leurs forces<br />
Navales foient occupées quelque autre part,<br />
les operations reciproques devroient principalement<br />
tendre a ce but.<br />
Son Excellence Monfieur le Duc de la Vauguioti,<br />
est prié de vouloir faiie pasfer ce Memoire a fa<br />
Cour, & de communiquer les Inftructions qu'il regevra<br />
a cet egard, ainfi que les moyens & les forces,<br />
qui fa Cour pourroit ou voudroit employer<br />
pour atteindrc le but qu'on vient depropofer, afin<br />
que les ordres pour effecluer les operations ci desfus<br />
mentionnces, puisfent être donnés avec quelque<br />
esperance de fuccès.<br />
La Haye<br />
26 Mars 1782.<br />
(figné)<br />
J: C: VAN DER HOOP.<br />
B Y-
B Y L A G E L». P.<br />
T'ay fait parvenir au Roy le plan des mefuies<br />
lïostiles contre 1'Angleterre que Monfieur le Confeiller<br />
Fiscal de l'Amirauté d'Amfterdam, aétéautor<br />
fé a me remettre: fa Majesté me charge d asfu<br />
r qu'ellefera tout ce que les circonftance,<br />
lurei qu f avor;fer efficacement les<br />
lui permettront, pour tavoi ler i<br />
operations, qui y font developpées & ^ pen<br />
flqu'il est important<br />
houder continue d'en prepaier, cc QCU<br />
cution avec la plus grande achvite.<br />
La Haye,<br />
le 8 Avril 1782.<br />
(fignê)<br />
8 Y L A G E L». q.<br />
La Haie ce ,J Avril 1782.<br />
T<br />
J->e fousfigné Confeiller & Fiscal de l'Amirauté<br />
d'Amfterdam, ayant communiqué la Note de fon<br />
Excellence Monfieur le Duc de la Vauguion, dacée<br />
«du 8 Avril 1782 mais qu'il n'a recue°quelematin<br />
du i6 3 est chargé de reprefenter a fon Excellence:<br />
Que cette Note ne determine en aucune facon<br />
les demandes , que le fousfigné a fait dans Ie Memoiré<br />
du 26 Mars par le quel fon Excellence est<br />
pnée de communiquer les Inftruftions qu'il recevra<br />
ainfi que les moyens & les forces, que fa Cour<br />
pourroit ou voudroit employer pour atteindre le<br />
but propofé, afin que les ordres pour effeétuerles<br />
operations puisfent être donnés avec quelque esperance<br />
de fuccès,<br />
Qu'ainfi cette Note - ne peut être reguardée que<br />
Comme une réponfe provifionelle, & une preparaten<br />
pour des Inftructions ulterieures & plusparticuheres,<br />
qui fixent un concert d'operations.<br />
Le fousfigné peut asfurer fon Excellence, que<br />
toutes les mefures pour mettre les plans propofés<br />
cn execution fe font avec toute 1'acfivité posfible.<br />
La fortie d'une petite Esquadre vers les Indes Oc-<br />
Cidentales il y a quelques jours en fert de preuvemais<br />
la Prudence, qu' exige les circonftances &la<br />
fitua-
B Y L A G E IA Q.<br />
fituation de la Marine de 1'Etatne permet pas d'executer,<br />
quelque deur que 1'on en aye, les autres<br />
operations projecties, avant d'être informé avec<br />
plus d'exaétftude des moyens & des forces, que fa<br />
Majesté Tres Chretienne voudra bien employer<br />
pour faire diverfion aux forces des Ennemis: ce<br />
que ne peut que rallentir 1'execution des operations<br />
ulterieures.<br />
Z5<br />
BY-
B Y L A G E L». R.<br />
La Haye, le 17 Avril.<br />
Ï_/e Courrier que j'ai expedié 1c 27 Mars pour<br />
faire parvenir au Roy fans delay, le Memoire que<br />
vous avés été autorifé a me remettre, esc revenu<br />
ici le 6 avril. J'ai eu 1'honneur de faire part a<br />
Monfieur le Prince Stathouder, que Sa Majesté me<br />
chargeoit de 1'asiurer, qu'ElIe feroit tout ce que<br />
les circonftances luy permettroient, pour favorifer<br />
efficacement les operations developées dans Ie<br />
Plan que luy a été communiqué, & qu'Ellepcnfoit,<br />
qu'il étoit important, qu'il en preparat& en fuivit<br />
1'execution avec la plus grande activité. Monfieur<br />
le Prince Stathouder me pria d'asfurer fa Majefté,<br />
qu'il ne negligeroit rien pour les accelerer, & j'ai<br />
transmis trés exax tement fa reponfe.<br />
Lorsque j'ai eu 1'honneur de m'entretenir avec<br />
vous avant hier matin, vous m'avez paru defirer<br />
que je vous remisfe par écrit, ce que j'ai ditaMonfieur<br />
le Prince Stathouder, & je me fuis empresfé<br />
de vous addresfer la Note, que vous avez recu.<br />
J'ai cru devoir la dater du 8 de cemois, par ce<br />
qu'elle contient precifement, ce que j'ai eu 1'honneur<br />
de dire ce jour la, a Monfieur le Prince Stathouder.<br />
Recevez Monfieur une nouvelle asfurance des<br />
fentiments inviolables avec les quels j'ai 1'honneur<br />
d'être, vosre trés humble & trés obeisfant Serviteur.<br />
(Jigne) Le Duc<br />
DE LA VAUcuYON.<br />
B Y-
B Y L A G E L". S.<br />
J'ai pris la liberté de mettre dans la Note, que<br />
j'ai eu 1'honneur de remettre hier a vótre Excellence<br />
, que la Note datée du 8 Avril n'avoitcté recue<br />
que le 16, pour faire connoitrea la Cour de France<br />
les raifons du delay de cette reponfe , que n'a pu<br />
être datée avant le 16, & prouver par la, que les<br />
égards dus a fa Majefté nous font agir avec tout<br />
le zele & 1'ardeur posfible. Et pour fixer plus particulierement<br />
le fens de Parade, que cette Note ne<br />
peut être regwrdée que comme une reponfe provifionelle,<br />
6f une preparation pour des InfiruEtiom ulterieures<br />
& plus particulieres , qui fixent un concert d'operations<br />
, je puisavoir 1'honneur d'informer votre Excellence,<br />
qu'en dresfant ce Memoire ccparaculierement<br />
cet arücle , je n'ai employé ces expresfions<br />
que dans un fens Militaire, «St que j'ai eu en vue<br />
de temoigner a votre Exellence, quefonMemoi-<br />
Te du 26 Mars, n'étoit point asfez detaillé pour<br />
pouvoir donner en confequence des ordres, ausfi<br />
precis qu'il le faudroit, pour faire fortir toute la<br />
Flotte; & qu'eile ne contenoit pas ce developpement<br />
& cette expofition des mefures, que fa Majesté<br />
le Roy de France voudroitbien prendre, pour<br />
atteindre le but propofé, nommement la diverfion<br />
des forces de PEnnemL Et je puis asfurer votre<br />
Excellence , que cet article de mon Memoire n'est<br />
nullemenc deftiné a établir, que puisque le concert<br />
pro-
B Y L A G E U. S.<br />
propremenc d;t n'étoit pas fixé, les Refolutions<br />
de leurs Hautes Puisfances de 4 & 25 Mars pourroient<br />
par Ia perdre leur valeur, &porter quelque<br />
alteradon aux engagements envers la Cour de<br />
France<br />
Je viens de communiquer Ie contenu de celle ci,<br />
de même que cette explication a S. A S. Monfieur<br />
le Prince d'Orange, qui y donne fon entiere approbation,<br />
& confirme que le vrai fens de 1'artiqle<br />
en question est tel, que je viens de Ie developper<br />
a votre Excellence.<br />
La Haye,<br />
Je 17 Avril 1782.<br />
BY-
B Y L A G E L a<br />
. T,<br />
Na te remife a Monfieur van der Hoop,<br />
Je 3 May, I^8'Ï. ce qui contientle<br />
refultat de 1'entretien , que j'ai eu<br />
avec Monfieur le Prince Stathouder.<br />
Le 50 Avril.<br />
X^e Roy a fait le plus ferieufe attention aux obfervations<br />
contenues dans le nouveau Memoire que<br />
Monfieur van der Hoop, a eté autorifé a me remettre<br />
relativement au Concert, que les Etats Gcneraux<br />
ont propofé a fa Majesté, & qu'elle aagrée. —<br />
Elle me charge de temoigner a Monfieur le Prince<br />
Stathouder, qu'elle a vu avec le plus grand interet<br />
& la plus grande iatisfaction l'adtivité, qu'il a mife<br />
a accelerer les preparatifs de la Flotte de la Republique<br />
, ce qui confirme 1'opinion qu'ElIe avoit de<br />
la fincerité de fes dispofitions.<br />
Sa Maiefté a priscn confideration tous les moyens<br />
d'opcrer la plus puisfante diverfion des forces Angloifes;<br />
deja les armements preparés dans les ports<br />
ont appellé fur les cótes du Royaume. tous les<br />
Vaisfeaux, qui fe trouvoient prèts dans ceux de la<br />
Grande Bretagne, & ont par la asfuré le pasfage<br />
de 1'Esquadre Hollandoife defiinéeaux Indes Occidentales<br />
& fortie du Texel le 8 Avril. Desque la<br />
graa-
B Y L A G E L». T.<br />
grande Flotte combinée, que dok agir dans les<br />
parages de 1'Europe, fera en Mer, il esc vraifemblable,<br />
qu'elle atcirera la plus grande partie des<br />
forces Britaniques dans les poincs qu'elleoccupera,<br />
& que 1'ennemi commun fera ainfi privé des moyens<br />
d'augmencer celles, qu'il deftine a la MerduNord.<br />
Les dispoficions relacives aux operations de la<br />
Manche devant êcre combinés avec les autres entreprifes<br />
a faire pendant le cours de la Campagne,<br />
Ie Roy a demandé au Roy c'Ëspagne une reponfe<br />
definicive a cec egard qui doit Lui parvenir incesfammenc.<br />
C'est pour la hater, & pouvoir repondre<br />
plus promptemenc a tous les defirs cemoignés<br />
par Monfieur le Prince Scachouder, que fa Majesté,<br />
le 23 du mois dernier, le lendemain de 1'arrivée<br />
de mon Courrier, en a fait expedier un nouveau<br />
a Madrid, dont le recour est accendu avec<br />
la plus vive impacience.<br />
(figné)<br />
Le Duc<br />
DE LA VAl'GUYON.<br />
BY-
1<br />
B Y L A G E IA V.<br />
EDEL MOGENDE HEEREN!<br />
Zo dra ik kennis gekregen heb van de Refolutien<br />
van Haar Hoog Mog. van den 4 en 25 Maart van<br />
dit lopende jaar, heb ik den Raaden Advocaat Fiscaal<br />
van het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam,<br />
gelast om met den Heere Hertog de laFau-<br />
Kuym in negotiatie te treeden, tot het concerteeren<br />
van de wyze, op welken de operatien ter Zee van wederzyden<br />
voor de aanftaande Campagne zouden kunnen worden<br />
ingericht. Dezelve heeft vervolgens den volgenden<br />
dag den 26 Maart, (na dat Hy reeds op den<br />
2i Dec. des voorigen jaars met myne voorkennis<br />
aan gemelden Heer Ambasfadeur fchriftelyk had<br />
verzogt, dat zyne Excellentie zyne goede officien<br />
daar heen zoude rigten, dat tegens den tyd, dat de<br />
Vloot van de Republiek uit Texel zoude kunnen<br />
zeilen, een gecombineerd Esquader van de Hoven<br />
v,n Frankryk en Spanje het Canaal blocqueerde)<br />
van Mynent wegen aan den Heere Hertog delaVauguion<br />
overgegeven eene Nota, in welke gedetailleert<br />
z y n de militaire operatien, welke na myn begrip<br />
in dit jaar door den Staat gedaan moesten worden;<br />
opgegeeven de magt met welke zulks zoude kunnen<br />
gefchieden; en bepaald den tyd, tegens welken<br />
die operatien zouden kunnen worden begonnen.<br />
Teffens is aan gemelden Heere Ambasfadeur te<br />
kennen gegeeven, dat de voorzichtigheid en de toeftand
B Y L A G E L\ V.<br />
ftand van de Marine van den Staat vorderden, da£<br />
om die operatien met gerustheid werkftellig temaak<br />
ken, de magt van den Vyand wierd afgetrokken en<br />
gediverteerd, en dat de wederzydfe of Concert-operatien,<br />
voornamentlyk dat oogmerk ten doelwit<br />
moesten hebben. En vervolgens is ge m Heer Am<br />
basfadeur verzogt, die Nota te willen zenden aan<br />
zyn Hof, en aan my te willen meededeelen de In<br />
ftructien die zyn Exc. hier omtrent zoude ontfangen:<br />
als mede de middelen en de magt, die het<br />
Hof van Frankryk zoude willen en kunnen gebruiken,<br />
om voorsz. oogmerk te bereiken, opdat de<br />
orders tot uitvoering der ontworpene öperatiën,<br />
met hoop van fucces zouden kunnen worden gegeeven.<br />
Gemelde Heer Ambasfadeur heeft my op den 8<br />
April mondeling, en op den 16 fchriftelyk aan den<br />
gemelden Raad Fiscaal geantwoord, dat zyne Ma.<br />
jefteic de Koning zyn Meester hem had gelast te<br />
verzekeren, dat Hoogstdezelve alles doen zoude<br />
wat de omftandigheeden permitteerden, om de voorgefielde<br />
öperatiën met kragt te favorifeeren, en<br />
dagt van aangelegenheid te zyn . dat ik met alle activiteit<br />
zoude voortgaan in 't gereed maaken en<br />
exëcuteeren der voorsz. Plans.<br />
Dien zelfden dag heeft gem Raad Fiscaal aan<br />
den Heere Ambasfadeur wederom uit mynen naam<br />
en met myne kennis fchriftelyk gereprefenteert,<br />
dat die Memorie geenszints beantwoorde aan de<br />
vragen, die op den 26 Maart gedaan waren, om namentlyk<br />
mede te deelen de magt en de middelen,<br />
met
B YLA GE li». V.<br />
tnet Welken het Hof van Frankryk voorsz. óógmerk<br />
der Concertöperatiën zoude onderfteunen.<br />
Dat zyn Exc. zich verzekert kon houden, dat alles<br />
wierdt aangewend om met de meeste activiteit<br />
de voorgeftelde Plans ter uitvoer te brengen: dat<br />
daar van ten bewyze ftrekte het uitloopen van een<br />
klein Esquader naar de West-Indien: maar dat de<br />
•voorzichtigheid, die de toeftand van de Marine van<br />
den Staat vorderde, niet permitteerde de andere<br />
öperatiën uit te voeren, voor dat 'er eene naauwkeuriger<br />
opening gedaan wierd van de magt en middelen,<br />
die zyne Majefteit wel zoude willen gebruiken<br />
, om de magt van den Vyand te occuperen of<br />
buiten activiteit te houden.<br />
Vervolgens heeft gemelde Heer Ambasfadeur nader<br />
aan my op den 30 April mondeling, en aan den<br />
Fiscaal van der Hoop op den 3 Mey fchriftelyk geantwoord,<br />
dat de Koning z:yn Meester hem gelast<br />
had aan my te betuigen, met genoegen te hebben<br />
gezien den iever en activiteit, met welken depra><br />
paratien tot het gereed maaken van de Vloot waaren<br />
voortgezet. —<br />
Dat zyne Majefteit in overweging had genomen<br />
alle dé middelen om eene krachtdadige diverfie van<br />
des Vyands magt te veröorzaaken: — dat reeds de<br />
toerustingen, die in zyne Havenen gemaakt wierden<br />
, op de kusten van zyn Ryk hadden te zamen<br />
getrokken, alle de Scheepen, die in Engeland gereed<br />
waren, en daardoor verzekert de doortogt<br />
van het Esquader van deezen Staat, het welk<br />
den 8 April na de West - Indien was uitgezeilt.<br />
n. DEEL. A» Dat
B Y L A G E L a<br />
. V.<br />
Dat zoodra de groote gecombineerde Vloot,<br />
die in de Zeeën van Europa moest ageren, in Zee<br />
zoude zyn, het waarfchynlyk was, dat die tot zich<br />
zoude trekken het grootfte gedeelte der Engelfche<br />
Zeemagt, en daardoor den gemeenen Vyand beletten<br />
te vermeerderen de magt, die dezelve voor de<br />
Noord Zee had gefchikt.<br />
Dat de dispofitien omtrent de öperatiën by het<br />
Canaal moetende worden verbonden met de andere<br />
. die geduurende den loop van deze Campagne<br />
zullen worden gedaan, — de Koning zyn Meester<br />
aan den Koning van Spanje, een definitief antwoord<br />
daaromtrent gevraagt had, welke eerlang<br />
gewagt wierd. Dat om dat te verhaasten, de Koning<br />
zyn Meester den 23 I. J. een ander Courier had<br />
gezonden, waarvan de terugkomst met ongeduld<br />
gewagt wierd.<br />
Ik kan niet verbergen, Edele Mogende Heeren,<br />
dat deeze fuccesfive antwoorden van 'c Hof van<br />
Frankryk my niet zo voldoende zyn voorgekomen<br />
als ik ze verlangt en verwagt hadde, terwyl ik aan<br />
UEd. Mog. moet doen opmerken, dat de drie voornaame<br />
verëischten en onderling geconcerteerde<br />
öperatiën ontbreken, de bepaaling namentlyk van de<br />
magt, met welke die zouden worden ondernoomen,<br />
— van den tyd tegens welken die zouden<br />
beginnen, en — van de plaats op welke die zoude<br />
worden gedirigeert.<br />
En het komt my voor, dat zonder zoodanige<br />
naauwkeurige kennis de voorgenomene öperatiën<br />
met dezelfde gerustheid niet kunnen worden begon-
B Y L A G E L». V.<br />
gonnen, waarom ik dan' ook UEd. Mog. in bedenking<br />
geeve of niec nadere reprefentacien aan 't<br />
Hof van Frankryk zullen behooren gedaan, en<br />
daarby voorgedragen ce worden. Dac hun Hoog<br />
Mog. mee alle bereidwilligheid zyn gekomen tot<br />
het geeven van zoodanige verzeekeringen, als de<br />
Heer Hertog tie la Vauguim op den i8 2<br />
. Maart<br />
heefc voorgefteld, en op den 25. daar aanvolgende<br />
, rondborftig hebben gedeclareerd, dac zy zich<br />
op geenerly wyze, en om geenerley oorzaaken<br />
van de uicvoering van hec vastgeftelde concerc der<br />
öperatiën eer Zee, geduurende d'aanftaande Campagne<br />
, ten zy met onderlinge bewilliging zullen<br />
afgaan, of zich daarvan laaten detourneeren. —<br />
Dat hun Hoog Mog. met alle ernst verlangende<br />
van hunne zyde, die engagementen ce volbrengen<br />
, den Admiraal Generaal van de Unie verzogc<br />
hadden met het Hof van Frankryk ten fpoedigften<br />
te concerteeren, de wyze op welke, d'operacien<br />
ter Zee van wederzyden voor d'aanftaande Campagne<br />
zouden moeten worden ingericht —Dat hun<br />
Hoog Mog. uit de informatien hun door gem. Admiraal<br />
Generaal gegeeven, gezien hebben, dat<br />
met alle mooglyke openhartigheid en vertrouwen<br />
aan den Ambasfadeur van zyne Allerchriscelykfte<br />
Majefteit opening is gegeeven van de operatien die<br />
gem. Admiraal Generaal ce recht vermeende dat van<br />
wegens dezen Staat moesten worden gedaan. •<br />
Dan dat aan Hun Hoog Mog zynde meede gedeeld<br />
geworden, de fuccesfive antwoorden van opgem.<br />
Ambasfadeur, omtrent het doen van onderlinge opa-<br />
Aa 2 ra-
B Y L A G E L". V.<br />
ratiën, Hun Hoog Mog. wel hadden gewenscht,<br />
in dezelve te vinden eene meerdere opening van<br />
de macht, met welke zyne Majefteit deeze öperatiën<br />
zou doen onderfteunen; van den tyd dat dezelve<br />
zouden beginnen, en der plaatfen daar dezelve<br />
zouden worden gedirigeerd, • Dat de<br />
kennisfe, van alle die zaaken, van de uitterfte<br />
aangelegenheid is, om daar op te kunnen bepaalen,<br />
de diverfie van de macht van den vyand, en<br />
dat die kennisfe, juist in dat tydftip van de meeste<br />
aangeleegenheid is, om dat de tyd tot het doen<br />
der öperatiën d:ar is, en dat anderzints ook de<br />
voorgenomene öperatiën naauwlyks immers niet<br />
met dezelfde gerustheid kunnen worden werkftellig<br />
gemaakt. Dat hun Hoog Mog. wel begrypen,<br />
dat zyne Majefteit wederhouden word, zich<br />
klaarder uit te laaten, doordien Hoogstdezelve<br />
billyk verlangde , de gedachten van den Koning<br />
van Spanje, daarover te verneemen, doch datondertusfchen<br />
de zaak presfeert, en dierhalven zyne<br />
Majefteit verzogt word, door zynen Ambasfadeur<br />
zoodanige openingen te laaten geeven, door welke<br />
de geprojecteerde öperatiën kunnen worden<br />
werkftellig gemaakt. Eindelyk, dat copie van het<br />
gerefolveerde zal gezonden worden aan den Ambasfadeur<br />
van Berkenroede, met last, om dien<br />
conform, en daar Hy 't van de meeste vrucht<br />
zal oordeelen de noodige reprefentatien te doen.<br />
Ik vertrouw dat hun Hoog Mog. met my zullen<br />
begrypen, dat byaldien op die reprefentatien, geen<br />
fpoedig en voldoend antwoord komt, van het concert
B Y L A G E L*. V.<br />
eert weinig vrucht te wachten is, en men de macht<br />
van den fraat niet langer werkeloos moetende hou-,<br />
den, naarmaate 's Lands Oorlogfcheepen in gereedheid<br />
zullen zyn, van dezelve ter voorziening<br />
en defenfie van de Coloniën van den Staat, en protectie<br />
van de Commercie en Navigatie van deszelf»<br />
Ingezeetenen, met verdubbelde voorzichtigheid,<br />
gebruik zal behoren getóaakt te worden, terwyl ik<br />
U Hoog Mogende kan verzeekeren, dat ik daarin<br />
met alle mogelyke zorgvuldigheid en voorzichtigheid<br />
te werk zal gaan.<br />
Aa 3<br />
BY-
B Y L A G E L». W.<br />
CONCEPT RESOLUTIE.<br />
Hebben H. E. M., Z. H. bedankt voor Hoogst,<br />
deszelfs attentie en voortduwende zorg voor het<br />
welzyn van de Republiek, en is voorts goedgevonden<br />
en verdaan, dat den Heere Hertog de la<br />
Vauguion zal werden verzogt zyne Allerchristelykfte<br />
Majefteit te reprefenteeren.<br />
Dat H. H. Mog. by aanhoudenheid hebbende<br />
ondervonden, de onderfteuning van zyne Majefteit<br />
in het verfterken van hunne posfesfien in Oost-Indien,<br />
nader op den 24 April LI. hebben vernomen<br />
uit één ten dien dage ontvangen Brief van John Salomon<br />
Gilles, gefchreeven uit St. Martin den 1 Dec,<br />
1781, en geSdresfeert aan Be wind hebberen van de<br />
W. I. Comp. dezer Landen; dat het zelve Eiland<br />
door de roemrugtige wapenen van zyne Majefteit,<br />
op den 27 Nov. des vorigen jaars op de Engelfchen<br />
was hernomen, en het Commando aan den<br />
voorigen Commandeur Abraham Heiliger, Pz, uit<br />
naam van H. H. Mog was gegeeven.<br />
Dat die tyding H. H. Mog. met de levendigfte<br />
erkentenis en verpligting aan zyne Majefteit heeft<br />
vervult, en H. H. Mog. op hetkrachtigfte verfterkt,<br />
in haar verlangen om van Hoogstderzelven ook te<br />
erlangen, die 'hulp en medewerking in de Zeeën<br />
van Europa, die de toeftand van de Marine van<br />
den
B Y L A G E. L\ W.<br />
den Staat in vergelyking van die van den Vyand<br />
noodzakelyk vorderden.<br />
Dat H. H. Mog., ten uiterften gevoelig over de<br />
zeer gunftige verzeekeringen van zyne Majefteits<br />
aanhoudende vriendfehap en voortduurende zorg en<br />
hulp, met alle bereidwilligheid zyn gekomen tot<br />
het geven van zoodanige verzekeringen, als de<br />
Heer Hertog de la Vauguym op den 18 Maart heeft<br />
voorgefteld, en op den 25 daaraanvolgende rondborftiggedeclareert,datH.H<br />
Mog zeer mogilyk zich.<br />
op geenerleye wyze en om geenerley oorzaaken van de<br />
uitvoering van het vastgejlelde concert der öperatiën ter<br />
Zee, geduurende de aangaande Campagne , ten zy met<br />
onderlinge bewilliging zullen afgaan, of zich daarvan<br />
laten détourneren.<br />
Dat H. H. Mog. met alle ernst verlangen van<br />
hunne zyde te volbrengen die engagementen, die<br />
door deze hunne bsfluiten op hun leggen, en zelfs<br />
geïnclineert zyn door geenerlei voorflagen zich<br />
van dezelven te laten détourneren.<br />
Dat dan ook H. H. Mog. aan Zyn Hoogheid,<br />
als Admiraal Generaal van d'Unie, hebben verzogt<br />
met het Hof van Frankryk ten fpoedigften te concerteeren<br />
de wyze op welken d'operatiën ter Zee<br />
van wederzyden voor d'aanftaande Campagne zouden<br />
kunnen worden ingerigt, en nu uit delnformatien<br />
door Hoogstderzelven aan Hun gegeeven,<br />
hebben gezien, dat met alle mogelyke openhartigheid<br />
en vertrouwen aan Hoogstdeszelfs Ambasfadeur<br />
opening is gegeeven van de öperatiën, die<br />
Aa 4 Z.H.<br />
r
B Y L A G E L». W.<br />
Z. H. te regt vermeende, dat van wegens dezen<br />
Staat moesten worden gedaan.<br />
Doch dat teffens aan Hun zynde medegedeeltde<br />
fuccesfïve antwoorden van den Heere Hertog de la<br />
Vauguyon omtrent het doen van die onderlinge operatiën,<br />
H. H. Mog. wel hadden gewenscht in dezelve<br />
te vinden een meerdere opening van de magt<br />
met welke het zyne Majefteit zal behagen de operatiën<br />
te onderfteunen, — van den tyd dat dezeU<br />
ve zouden beginnen, en der plaatfen, daar dezelve<br />
zouden worden gedirigeert.<br />
Dat de kennisfe van alle die zaaken van de uiterfte<br />
aangelegenheid is, om daarop te kunnen bepalen<br />
de diverfie van de magt van den vyand. eq<br />
dat die kennisfe juist in dit tydftip van de meeste<br />
aangelegenheid is, omdat de tyd tot het doen van<br />
Krygs-operatien daar is.<br />
pat vervolgens ook, devoorgenomeneöperatiën<br />
paauwjyks, jmmers niet met dezelfde gereedheid,<br />
kunnen worden werkftellig gemaakt.<br />
Dat H. H. Mog. wel begrypen dat zyne Majesteit<br />
wederhouden wierd, zich klaarder uit te laten,<br />
doordien Hoogstderzelve billyk verlangt, de gedachten<br />
van den Koning van Spanje daarover te vernemen.<br />
Doch dat ondertusfchen de zaakpresfeert,<br />
en dat derhalven Hy Heer Ambasfadeur verzogt<br />
word, hy zyne Majefteit ernftigaan te houden, dat<br />
he.t Hoogstderzelve behagen moge, om op de hier<br />
voorgaande punclen zoo fpoedig mooglyk nadere<br />
ïnftructie te geeven, ten einde Hy Heer Ambasfaffew<br />
zoodanige opening kan geeven, door welken<br />
de
B Y L A G E L a<br />
. W.<br />
de geprojecteerde öperatiën met gerustheid zouden<br />
kunnen worden werkftellig gemaakt, en H. H.<br />
Mog. grond mogen hebben, om zich met derzelver<br />
goed fucces te vleijen.<br />
Dat wyders Copie van voorfz. Rapport van Z. H.<br />
en van de Republiek zal worden gezonden aan den<br />
Heer Ambasfadeur van Berkenrode, met last om die<br />
conform, en daar hy het van de meeste vrugt zal<br />
oordeelen, de noodige reprefentatie te doen.<br />
Aa 5<br />
BY-
B V L A G E IA X.<br />
Exhibitum den 6 Mey 1782.<br />
SECREET.<br />
EDEL MOGENDE HEERENI<br />
Zodra ik kennis gekregen heb van de Refolutien<br />
van Haar Hoog Mog. van den 4 en 25 Maart van<br />
dit lopende jaar, heb ik den Heere van der Hoop,<br />
Raad en Advocaat Fiscaal van 't Collegieter Admiraliteit<br />
te Amfterdam, gelast om met den Heere<br />
Hertog de la Vauguyon in Negotiatie te treeden,<br />
tot het Concerteren van de wyze, op welkende operatien<br />
ter Zee van wederzyden, voor de aangaande Campagne<br />
zouden kunnen worden ingericht.<br />
Dezelve heeft vervolgens aanflonds den volgenden<br />
dag den 26 Maart, (na dat Hy reeds op den<br />
21 Dec. des voorigen jaars met myne voorkennis<br />
aan gemelden Heer Ambasfadeur' fchriftelyk had<br />
verzogt, dat zyne Excellentie zyne goede officien<br />
daar heen zoude rigten, dat tegens den tyd, dat de<br />
Vloot van de Republiek uit Texel zoude kunnen<br />
zeilen, het Gecombineerde Esquader van de Hoven<br />
van Frankryk en Spanje het Canaal blocqueerde)<br />
van mynentwegen aan den Heere Hertog de la Fauguion<br />
overgegeven eene Nota, in welke gedetailleert<br />
zyn de Militaire operaticn, welke naar myn begrip<br />
in dit jaar door den Staat gedaan moesten worden;<br />
opgegeeven de magt mee welke zulks zoude kun-<br />
nen
B Y L A G E L». X.<br />
nen gefchielen; en bepaalt den tyd, tegens welken<br />
die operatien zouden kunnen worden begonnen.<br />
Teffens is aan gemelden Heere Ambasfadeur te<br />
kennen gegeeven, dat de voorzichtigheid en de<br />
toeftand van de Marine van den Staat vorderden,<br />
dat, om die öperatiën met gerustheid werkftellig te<br />
maaken, de magt van den Vyand wierd afgetrokken<br />
en gediverteerd, en dat de wederzydfche of<br />
Concert-operatien, voornamentlyk dat oogmerk ten<br />
doelwit moesten hebben. En vervolgens is gem.<br />
Heer Ambasfadeur verzogt, die Nota te willen<br />
zenden aan zyn Hof, en aan my te willen meededeelen,<br />
de Inftrufftien die zyn Exc. hier omtrent<br />
zoude ontfangen: als mede de middelen en de magt,<br />
die het Hof van Frankryk zoude willen en kunnen<br />
gebruiken, om voorsz. oogmerk te bereiken, opdat<br />
de orders tot uitvoering der ontworpene öperatiën,<br />
met hoop van fucces zouden kunnen worden<br />
gegeeven-<br />
Gemelde Heer Ambasfadeur heeft my op den 8<br />
April mondeling, en op den iö fchriftelyk aan den<br />
gemelden Raad Fiscaal geantwoord, dat zyne Majefteit<br />
de Koning zyn Meester hem had gelast te<br />
verzekeren, dat Hoogstdezelve alles doen zoude<br />
wat de omftandigheeden permitteerden, om de<br />
voorgeftelde öperatiën met kragt te favorifceren,<br />
en dagt van aangeleegenheid te zyn, dat ik met<br />
alle adtiviteit zoude voortgaan in 't gereed maaken<br />
en exëcuteeren der voorsz. Plans.<br />
Dien zelfden dag heeft gem. Raad Fiscaal aan<br />
den Heere Ambasfadeur wederom uit mynen naam<br />
en
BY L A G E L\ X.<br />
en met myne kennis fchriftelyk gereprefenteert,<br />
dat die Memorie geenzints beantwoorde aan de<br />
vragen, die op den 26 Maart gedaan waren, om<br />
namentlyk mede te deelen de magt en middelen,<br />
met welken het Hof van Frankryk voorsz. oogmerk<br />
der Concert öperatiën zoude onderfteunen.<br />
Dat zyn Excellentie zich verzekert kon houden,<br />
dat alles wierd aangewend, om met de meeste activiteit<br />
de voorgeftelde Plans ter uitvoer te brengen:<br />
dat daarvan ten bewyze ftrekte het uitloopen van<br />
een klein Esquader naar de West-Indiën, maar dat<br />
de voorzichtigheid, die de toeftand van den Staat<br />
vorderde, niet permitteerde de andere operatien<br />
uit te voeren, voor dat 'er eene naauwkeurige<br />
opening gegeeven wierd van de magt en middelen<br />
die zyne Majefteit wel zoude willen gebruiken om<br />
de magt van den Vyand te occuperen of buiten<br />
activiteit te houden.<br />
Vervolgens heeft gemelde Heer Ambasfadeur<br />
nader aan my op den 30 April mondeling, en aan<br />
den Fiscaal van der Hoop op den 3 Mey fchriftelyk<br />
geantwoord dat de Koning zyn Meester hem gelast<br />
had aan my te betuigen met genoegen te hebben<br />
gezien de iever en activiteit, met welken de<br />
prteparatien tot het gereed makqn van de Vloot<br />
waren voortgezet.<br />
Dat zyne Majefteit in overweeging had genomen<br />
alle de middelen om eene kragtige diverfie van<br />
des Vyands magt te veroorzaaken: dat reeds de<br />
toerustingen die in zyne havenen gemaakt wierden<br />
, op de Kusten van zyn Ryk hadden te zamen<br />
ge-
B Y L A G E L a<br />
. X.<br />
getrokken alle de Scheepen , die in Engeland gereed<br />
waren, en daardoor verzekert de doortogt<br />
van't Esquader van den Staat, het welk op den 8<br />
April naar de West-Indien was uitgezeild.<br />
Dat zoo dra de groote Gecombineerde Vloot,<br />
die in de Zeeën van Europa moest ageeren, in<br />
Zee zoude zyn, het waarfchynlyk was, dat die<br />
tot zich zoude trekken het grootfte gedeelte der<br />
Engelfche Zeemagt, en daardoor den gemeenen Vyand<br />
beletten te vermeerderen de magt die dezelve<br />
voor de Noord Zee had gefchikt.<br />
Dat de dispofitien omtrent de operatien by het<br />
Canaal moetende worden verbonden met de andere,<br />
die gedurende den loop van deeze Campagne<br />
zullen worden gedaan, de Koning zyn Meester aan<br />
den Koning van Spanje een definitif antwoord<br />
daar omtrent gevraagd had, het welk eerlang ge.<br />
wagt wierd.<br />
Dat om dat te verhaasten, de Koning zyn Mees<br />
ter den 23 April een ander Courier had gezon<br />
den, waarvan de terugkomst met ongeduld gewagt<br />
wierd.<br />
Ik hebbe gemeent Edele Mogende Heeren, van<br />
al 't bovengemelde aan UEd. Mogende openinge<br />
te moeten geeven, in hoope en verwagtinge van<br />
in dezen aan de Intentie van Hun Hpog Mog. te<br />
hebben voldaan, in welk geval ik my vleye dat<br />
Hoogstdezelve myn gedrag wel zullen gelieven te<br />
approberen.<br />
Voor het overige vertrouwe ik, dat UEd. Mog.<br />
met my zullen begrypen, dat de Zeemagt van den<br />
Staat
B YLAGE L>< X.<br />
Staat niet werkloos zal moeten blyven, maar dat,<br />
naar maate 's Lands Oorlogfcheepen in gereedheid<br />
zullen zyn, van dezelve ter voorziening en defenfie<br />
van de Coloniën van den Staat en protectie van<br />
de Commercie en Navigatie van deszelfs Ingezetenen,<br />
met verdubbelde voorzigtigheid gebruik zal<br />
behoren gemaakt te worden, terwyl ik UEd.<br />
Mog. kan verzekeren, dat ik daarin met alle mogelyke<br />
yver en omzigtigheid te werk zal gaan.<br />
BY-
B Y L A G E IA Y.<br />
Den 19 Aug. 1782.<br />
SECREET.<br />
INSTRUCTIE voor den Heer Gerard<br />
Brantfen, Gedeputeerde ter Vergaderinge<br />
van haar Hoog Mogende,<br />
gaande als Minister Plenipotentiaris<br />
na het Hof van Frankryk. om nevens<br />
den Heere ordinaris Ambasfadeur Lestevenon<br />
van Berkenrode, de aanftaande<br />
Vreedens Negotiatien aldaar by te<br />
woonen.<br />
Cjemelde Heer Brantfen deeze Inftructie en zyne<br />
verdere Depêches ontfangen hebbende, zal zich<br />
op het fpoedigfte, en hoe eerder zo beeter begeeven<br />
na Frankryk, en te Parys aangekoomen zynde,<br />
zal hy zich terftond addresfeeren aan haar<br />
Hoog Mogende bovengemelde ordinaris Ambasfadeur,<br />
den Heere Lestevenon van Berkenroede, en<br />
aan hem overgeeven het dubbeld van deeze zynen<br />
lasden Inftructie, om door hun gezamentlyk en de<br />
concert uitgevoerd te worden.<br />
Vervolgens zal hy Heer Brantfen, met overleg<br />
van gemelde Heer Lestevenon van Berkenrode, van<br />
zyne aankomst kennis geeven, zyne credentialen<br />
oyerleeveren, audiëntie verzoeken, en de curialitt<br />
*&
B Y L A G E IA Y.<br />
afleggen, zoo by den Koning, als daar het verder<br />
behoort, op zoodanige wyze, als het zelve aldaar,<br />
ten opzigt van Ministers Plenipotentiarisfen gebruikelyk<br />
is, of zoo als hy zal vermeenen, tot uitvoering<br />
van zyne Commisfie, best te conveniëeren.<br />
Zal voorts in zyne eerfte audiëntie en vervolgens,<br />
zoo dikwyls het te pas komt, de concert met gemelde<br />
Heere Lestevenon van Berkenroode op het allerkragtigfte<br />
aan zyne Majefteit betuigen de hooge<br />
achting, die haar Hoog Mogende hebben voor<br />
de Perfoon van zyne Majefteit en haare byzondere<br />
gevoeligheid aan zyn MajefteitsVriendfchap,<br />
en geneegendheid voor deezen Staat, waarvan zy<br />
de daadelyke blyken zedert eenigert tyd met veel<br />
dankbaarheid hebben ontvangen en erkennen, en<br />
daar by verzeekeren. dat haar Hoog Mogende ten<br />
hoogften estimeeren het geluk, dat zy hebben,<br />
van met zyne Majefteit, niet alleen in Vreede en<br />
Vriendfchap te leeven, maar ook door een onderlinge<br />
verftandhouding, ten besten en tot fecuriteit<br />
van weederzydfche Ryken, Staaten en Landen te<br />
zyn verbonden.<br />
Dat volkomen geneegen en gerefolveeit zyn,<br />
de fchikkingen, die ten gemeene beste reeds gemaakt<br />
zyn, of nog verder gemaakt zouden mogen<br />
worden oprechtelyk na te komen en te onderhouden,<br />
en alles wat in haar vermogen is, te contribueeren<br />
tot confervatie en vermeerdering van de goe.<br />
de intelligentie tusfchen wederzydfche Ryken, Staaten<br />
en Onderdaanen, en by alle geleegendheeden te<br />
toonen, dat de affettie en geneegendheid van zyne<br />
Ma*
B Y L A G E L\ Y.<br />
Majefteit voor den Staat, aan haar zeer dierbaar<br />
en waard is, in hoop, dat zyne Majefteit die zyne<br />
affectie aan den Staat wel zal willen blyven<br />
gunnen en continueeren.<br />
Zyne Allerchristelykfte Majefteit door deszelfs<br />
alhier refideerende Ambasfadeur den Heer Hertog<br />
de la Vauguyon, op de verpligtendfte wyze gemanifesteert<br />
hebbende, Hoogstdeszelfs gunftige intentie<br />
, om by de Negotiatien over de generaale<br />
Pacificatie het belang van de Republiek in het OOJ;<br />
te houden, zullen de voornoemde Heeren Lestevenon<br />
van Berkenroode en Brantfen, niets verzuimen,<br />
maar alle vlyt en yver aanwenden, om deeze favorabele<br />
dispofitie van Hoogstgedagte zyne Majefteit<br />
en Hoogstdeszelfs geneegendheid voor deezen<br />
Staat, meer en meer aan te kweeken en te verfterken.<br />
Ten dien einde zullen gemelde Heeren omtrend<br />
al het geen de onderwerpen van hunne Commisfie<br />
aangaat , of daartoe eenigzints betrekkelyk kan<br />
zyn, communicatif en de concert met het Ministerie<br />
van Hoogstgedagte zyne Majefteit te werk gaan,<br />
en aan hetzelve van alles confidente opening geeven.<br />
Zullen zig in geene onderhandeling over de Vree.<br />
de tusfchen het Ryk van Groot Brittannien en de<br />
Republiek inlaaten of daarover met de Miniscer van<br />
het Hof van Engeland in conferentie treeden, zonder<br />
alvoorens ten duidelykfte en bui een alle dubbelzmnigheid<br />
verzekert Ce zyn, dac hec de ware intentie<br />
van zyne Groot Brict. Majefteit dadelyk is<br />
en blyft, om aan de Republiek volleedig toe te<br />
kennen en haar ongeftoort te laaten genieten de<br />
ii. DEEL, Bb rech-
B Y L A G E L a<br />
. Y.<br />
rechten van de neutrale Vlag en de vrye Vaart en<br />
Navigatie in conformiteit en volgens de teneur der<br />
* Pointen, by de declaratie van haare Majefteit de<br />
Keizerinne van Rusland, in dato den 28 February<br />
1780, in het breede vervat.<br />
De gemelde Heeren hiervan gecertioreert, en des-<br />
weegens de noodige verzeekering bekomen heb-<br />
bende, zullen voorts in de als dan tehoudenecon-<br />
ferentien met de Minister van zyne Gr. Britt. Ma<br />
jefteit de zaak daarheen dirigeeren, dat by het con<br />
cepteeren van een Tractaat van Vreede en Vriend-<br />
fchap tusfchen Hoogstged. zyne Majefteit en de<br />
Republiek, alle depointen, concerneerende de vrye<br />
vaart uit de voorsz. declaratie van Haare Rus Kei<br />
zerlyke Majefteit woordelyk en na de Letter geadap-<br />
teert, en in het zelve Tractaat overgebragt wer<br />
den, en dat verder, ten aanzien van de definitie der<br />
Contrabande wesaangaande by de opgemelde declara<br />
tie tot het Commercie Traftaat tusfchen de refpcfti.<br />
ve Mogendheeden, als toen fubfifteerende gerefe-<br />
reert wierd, als nu van nieuws zoodanige precife<br />
en duidelyke bepaaling werdegeftatueert, waardoor<br />
ten klaarfte kome te blyken, dat alle NavaleMuni-<br />
tien of naval flores voor vrye goederen werden ge<br />
houden, en geenfints onder de benaaming van Con<br />
trabande gereekend zullen mogen werden; mitsga-<br />
ders dat met opzigt tot de vifftatïé van de Koop.<br />
vaardyfeheepen, als vaste en onwrikbaare reegels<br />
werde geconftateert 10. Dat de Schippers der Koop-<br />
vaardyfeheepen zullen kunnen volftaan, met de Ex<br />
hibitie van haare Scheeps Papieren, waaruit van de<br />
La-
B Y L A G E U. Y.<br />
Ladingen zal kunnen confteeren, en waaraan ge»<br />
loof zal moeten werden gegeeven, zonder dat dezelve<br />
aan eenig molest van vifitatie onderheevig<br />
zullen zyn, en 2°. dat wanneer de Koopvaardyfcheepen<br />
door oorlogfcheepen werden geconvojeert,<br />
aan de commandeerende Officieren het Convoy<br />
geleidende op hun woord en affirmatie nopens<br />
den aard der inhebbende Ladingen volkoomen geloof<br />
zal werden .geattribueert, zonder dat van geconvoyeerde<br />
Scheepen eenige exhibitie van Papieren<br />
, veel min vifitatie gevergt zal mogen werden.<br />
Dezelve Heeren zullen voorts aandringen en als<br />
een Conditie fine qua non vasthouden, dat alle de<br />
Posfesfien door de Oorlogfcheepen of ArmateurS<br />
van zyne Groot Britt: Majefteit of door de wapenen<br />
van de Engelfche Oost - Indifche Compagnie ^<br />
geduurende de tegenswoordige Oorlog op de Republiek<br />
verovert, en die voor het fluiten der Vreede<br />
verder geconquesteert mogten werden, aan haar,<br />
onder gelykeeventueele Verbinteniffe, gereftituee'rC<br />
zullen moeten werden: en zulks zoo veelmogclyk<br />
in die Staat, als dezelve zich ten tyde der invafie<br />
hebben bevonden. En nademaai verre de meestë<br />
van die Posfesfien althans door de wapenen van'<br />
zyne Allerchristelykfte Majefteit op de gemeens'<br />
Vyand wederom zyn hernoomen, zoo zullen welgemelde<br />
Heeren by Hoogstged. zyne Majefteit eS<br />
het Ministerie ten kfagtigfte infteeren, ten einde<br />
door een belofte van de dadelyke reftitut ;<br />
e dier<br />
Posfesfien aan deezen ftaat na het fluiten der Vree*<br />
de reëele preuves der zoo zeer betuigde geneegend-<br />
JBb 2 beid
B Y L A GE L». Y.<br />
heïd en affectie van Hoogstgemelde zyne Majefteit<br />
vooi' de Republiek gegeeven mogen werden.<br />
En zullen voorn. Heeren ten fterkfte infteeren<br />
op behoorlyke dedommagement en vergoeding van<br />
alle de fchadens en verliezen door de Kroon van<br />
Groot Brittanien den Staat en deszelfs Ingezeetenen,<br />
zo in als buiten Europa onregtvaardiglyk<br />
toegebragt.<br />
De voorn. Heeren zullen in zaken de belangens<br />
van de O. Ii Comp. deezer Lande aangaande de<br />
confideratien van de Gecommiteerdens, die zich<br />
wegens dezelve Compagnie althans tot Parys bevinden,<br />
moeten inneemen, en met dezelve in die<br />
zaaken, de concert gaan.<br />
En zullen dezelve Heeren in alles goede Correspondentie<br />
en onderlinge Communicatie houden,<br />
met de Ministers van de Verdere oorlogende Mo*<br />
gendheeden, wordende aan dezelve Heeren wel fpe*<br />
cialyk geinjungeert en aanbevoolen, dezaakendaar<br />
heen te dirigeeren, datbyde voorsz. onderhandelingen<br />
geenerhande aanleiding gedaan worde, om<br />
eenige Traétaten of ftilftand van wapenen, anders<br />
dan met gemeene en gelyktydige concurrentie van<br />
de belligereerende Mogendheden te fluiten of te<br />
treffen.<br />
De voorn. Heeren zullen voorts in 't generaal,<br />
geduurende den loop van deeze geheele Negotiatie<br />
in het oog houden, dat de Conferentien te Parys<br />
voor als nog alleen als préparatoir en preliminair<br />
moeten worden aangemerkt, en dat de beflisfing<br />
der pointen, welke als differentiaal mogten over-<br />
bly
B Y L A G E L*. Y.<br />
blyven, te gelyk met de finale adjufteering van<br />
het definitief Tractaat van Vreede, tot het generaai<br />
Congres gereferveert zullen dienen te worden:<br />
alles ten ware Hun Hoog Mogende van het fucces<br />
deezer onderhandelingen en de inclinatie der oorlogende<br />
Mogendheeden nader geinformeert zyn.<br />
de, tot acceleratie van de Vreede, mogteu goedvinden<br />
hen tot het finaal en peremtoir fluiten van<br />
een Tractaat te qualificeeren.<br />
Voorts zal hy Heer Brantfen, neevens den Heer<br />
Lestevenon van Berkenrode, hem reguleereu na al het<br />
geen aan hun by aanfehryving van haar Hoog Mogende<br />
hier na zal worden aanbevoolen, en na zyn<br />
vermogen tragten het zelve te effeftueeren, aan<br />
haar Hoog Mogende van tyd tot tyd advifeerende,<br />
het geen hem daarop, als anderfints zal voorkomen,<br />
van zaken, die reflexie en confideratie verdienen.<br />
Aan hem zal een Sleutel van een Cyffer ter hand<br />
gefteld worden, om gebruikt te kunnen worden in<br />
zaken, fecretesfe vereisfehende, die hy zal oor.<br />
deelen in Cyffer gefchreeven te moeten worden,<br />
de zaaken in" of buiten Cyffer, vervattende in een<br />
brief apart, zonder daarmeede andere zaaken te<br />
vermengen, om hetSecreet te beeter alhier gemenageert<br />
te kunnen worden, addresfeerende zyne<br />
fecreete brieven aan den Griffier van haar Hoog<br />
Mog. volgens de Refolutie van haar Hoog Mogende<br />
van den 31 July 1651 > op de groote Zaal alhier<br />
genoomeu, daarvan een Extract aan hem zal<br />
worden ter hand gefteld.<br />
Met de Ministers van uitheemfche Koningen,<br />
B b 3 Pr in<br />
*
B Y L A G E L\ Y.<br />
Princen en Staten, Vrienden en Geallieerden van<br />
den Staat, of met haar in Neutraliteit fta-ande, die<br />
zich aan het Hof van Frankryk bevinden, zal hy<br />
goede Correspondentie onderhouden, om daardoor<br />
te eerder en te beeter van alles, den dienst<br />
van den Lande, dierectelyk of indireófelyk rakende<br />
geinformeert te worden.<br />
Zal de Hoogheid en Rang van haar Hoog Mogende<br />
allen thalve conferveeren, zoo in concurrentie<br />
met andere Ministers als overal daar het te pas<br />
zoude mogen koomen ; houdende rang, immediatelyk,<br />
na de Ministers van de Koningen en van de<br />
Republiek van Venetien.<br />
Ook zal hy puncfuelyk agtervolgen haar Hoog<br />
Mogende Refolutien van den 10 Aug. 1651, en<br />
yan den 29 April 1675, op het fubject van giften,<br />
gaven of gefchenken genoomen, ten welken einde<br />
Extract, van gemelde Refolutien aan hem zal worden<br />
ter hand geftelt.<br />
t' Zyner wederkomst, zal hy van zyne verrigtinge<br />
en wedervaaren aan haar Hoog Mogende<br />
rapport doen, ook fchriftelyk verbaal overleevc<br />
ren omtrend het doen van her voorsz. Rapport<br />
hem reguleerende naar haar Hoog Mogende Refolutie<br />
van den r Juny 1671, meede by Copie aan<br />
hem ter hand ftellen.<br />
Eindelyk zal hy gehouden zyn, in alles zich wel<br />
cn getrouwelyk te gedragen, en de zaken hem aanbevolen,<br />
die het vereisfchen, fecreet houden, niet<br />
alleen geduurende zyne Commisfie, maar ook daarna<br />
Aldus gedaan &c. den<br />
B Y-
B Y L A G E L\ Z. I. L«>.<br />
Lyst der Scheepen van Linie, die van<br />
50 ftukken daar onder begreepen, welke<br />
in de Jaaren 1782 en 1783, by het Collegie<br />
ter Admiraliteit op de Maze in dienst<br />
zyn geweest, binnen Europa.<br />
De Kortenaar a 64 ft.<br />
Prins Frederik a 64 ft.<br />
De Wasfenaar a 64 ft.<br />
„ n. Deeze drie Scheepen<br />
De Hercules a 64 it. -j z y n e e r s t n a den Oor-<br />
De Prins Willem * 64 ft. L log in dienst gekoo-<br />
„ \ men, doordien te vo-<br />
De Tromp a 54 ft. J r e n niet klaar hadden<br />
De Schiedam a 54 &.<br />
Bb 4<br />
k u n n e n z y n<br />
'<br />
B Y»
B Y L A G E U. Z. 2. J>.<br />
T<br />
X-/yst der Scheepen van Linie, de vyftigers<br />
daar onder begreepen, die geduu.<br />
rende het Jaar 1782, by het Collegie ter<br />
Admiraliteit te Amfterdam, binnen Europa<br />
in dienst zyn geweest,<br />
Admiraal Generaal a 70 ft.<br />
Amfterdam a 6 o<br />
Admiraal de Ruiter a 60 ft»<br />
ü t r e c h c<br />
a 60 ft.<br />
Gelderland a 60 ft.<br />
ü n i e<br />
a 60 ft.<br />
Rhynland a 6 q ft><br />
Princes Louifa a 5c ft.<br />
Erfprins a J O ft><br />
Admiraal Piet Hein a jo ft.<br />
Glinthorst a j 0<br />
Batavier a S o ft§<br />
B y-
E Y L A G E L\ Z. 3. L c<br />
°.<br />
Iiyst der Scheepen van Linie, by het<br />
Collegie van Zeeland.<br />
De Zuyd-Beveland a 70 ftukken.<br />
De Goes a yo — — 1<br />
fib s
B Y L A G E h\ Z. 4.<br />
JL/yst der Scheepen van Linie, de vyftigers<br />
daar onder begreepen, die geduurende<br />
het Jaar 1783 by het Collegie ttr<br />
Admiraliteit te Amfterdam, binnen Europa<br />
in dienst zyn geweest.<br />
Nieuw. De Vryheid a 70 ftukken.<br />
Nieuw. Jupiter a 70 ft.<br />
Amfterdam a 60 ft.<br />
Admiraal de Ruyter a 60 ft.<br />
Gelderland a 60 ft.<br />
Nieuw. Overysfel a 60 ft.<br />
Nieuw. Utrecht a 60 ft.<br />
Nieuw. Drenthe a 60 ft.<br />
Rhynland a 50 ft.<br />
De Princes Louifa a 50 ft.<br />
De Erfprins a 50 ft.<br />
Admiraal Piet Hein a 50 ft.<br />
De Batavier. a 50 ft.<br />
B Y-
B Y L A G E L». AA.<br />
Misfive van dc Heeren Berkenroode<br />
en Brantfen.<br />
D a t<br />
' 7<br />
?Nov. 1782.<br />
Ree. 13]<br />
SECREET.<br />
HOOG EDELE GESTRENGE HEER!<br />
anneer wy onderdaags aan den Heer Grave<br />
de Vergennes communiceerden, dat de Heer Fitz<br />
Herbert in eene particuliere converfatie aan den<br />
tweede ondergef. bad te kennen gegeeven, dat toe<br />
hiertoe noch wel geen nrdres of inftruftien van<br />
zyn Hof had ontfangen, om met ons in eenige onderhandeling<br />
te treeden, maar dat echter van ter<br />
zyde geïnformeerd was dat men in Engeland niet<br />
zeer vergenoegd fcheen te zyn, dat wy in onze eerfte<br />
conferentie met hem, de confesfie van de vrye<br />
Navigatie, als een preliminaire conditie fine qua non ,<br />
hadden gevorderd, en daar aan het al of niet handelen<br />
over de Vreede hadden teaccrocheerd, en<br />
dat wy te gelyker tyd aan zyne Excell. onze verwondering<br />
betoonden, dac, daar de Heer Fox, voormaals<br />
Secretaris van Staat, die poinereeds had toegeftaan,<br />
( hoewel na 'c begrip van Haar Hoog Mo;::<br />
niet klaar en duidelyk genoeg, om daar in volkomen<br />
te berusten) het Engelsch Ministerie thans<br />
daar omtrent, of ten minften omtrent de wyze, op<br />
welke wy 't zelve overeenkomftig onze Inftruccie<br />
hadden voorgefteld, eenige zwarigheid fcheen te<br />
maa-
B Y L A G E IA AA.<br />
maaken, toonde Hy van deeze bedenkingen van de<br />
zyde van Engeland niet onbewust te zyn en deed<br />
ons te gelyk gevoelen zyne vreeze, dat deeze preliminaire<br />
vordering misfchien onze geheele Neaotiatie<br />
zoude kunnen retardeeren, terwyl ondertus*<br />
fchen de Ministers der andere belligereerende Mogendheeden<br />
met de hunne zouden vorderen, en dat<br />
wy alzoo een oponthoud zouden geeven aan eene<br />
zaak, die voor het gemeene welzyn zoo falutair<br />
en wenfchelyk was,<br />
Hy zeide verder dat men zich na zyne gedachten<br />
niet zoude prtejudiciëeren, wanneer men alle<br />
de pointen, die wy tot een bafis van onderhandeling<br />
wilden ftellen , ce gelyk proponeerden, dat men<br />
't Artikul van de vrye Navigatie aan 't hoofd konde<br />
plaatfen, dat zy op dezelfde wyze alle hunne<br />
preliminaire conditiën hadden voorgefteld, en dat<br />
men dan vervolgens in discusfie kon komen.<br />
Dat Hy immers meende, dat men aan Engeland<br />
alle gelegenheid moest beneemen, om praïtexten<br />
of delayen te zoeken.<br />
Dat men daar en boven diende t'obferveeren,<br />
dat de vordering van de vrye Navigatie, op den voet<br />
van 't Trattaat van de gewapende Neutraliteit, zeekerlyk<br />
by het Ministerie van Engeland reflexie<br />
moest baaren.<br />
Dat 't geconveniëerde by dat Tractaat alleen de<br />
hooge Contractanten concerneerde, en dit tot hier<br />
toe noch geen algemeen Zee regt was geworden,<br />
terwyl 't zelfs mogelyk zoude zyn, dat'er Mogendheeden<br />
gevonden wierden, die de gemaakte fchik-<br />
kin-
B' Y L A G E L\ AA,<br />
longen by het gementioneerde Tractaat nietvaö<br />
haare convenientie oordeelden.<br />
Dat 't Hof van Groot Brittannien de principes<br />
van 't zelve Tractaat, met opzigt tot de Hoven<br />
van Rusland, Zweeden, Denemarken, &c. ook<br />
nooit had geadopteerd, maar op de declaratoiren<br />
van de gem. Hoven alleen verklaard had, de vrye<br />
vaart te zullen refpe&eeren, conform de fubfifteerende<br />
Traclaaten.<br />
Hy voegde 'er eindelyk by, dat alle deeze confideratien<br />
hem van zoo veel gewigt waren voorgekomen<br />
dat hy ons niet wilde verbergen, dac<br />
s'avonds te vooren, ter geleegenheid van het afzenden<br />
van een Cnurier nan den Heer Hertog de In<br />
Vauguyon daarover gefchreeven ce hebben, teneinde<br />
dit aan het Ministerie in de Republiek voor ce<br />
houden, en dac wy niec kwalyk zouden doen om<br />
daar omcrenc ook nadere Inftrudtien te vraagen.<br />
Wy hebben wel niet nagelaaten aanftonds te reprasfenceeren<br />
de remarques, die 'er zouden kunnen<br />
vallen om in zoo verre eenige verandering in onze<br />
Inftrucfie te maaken, maar echter ook gemeend<br />
de kennis van deeze converfacie aan haar Hoog<br />
Mog: niet te moeten onthouden, gelyk wy thans<br />
dan ook d'eer hebben ons daar van onder U Hoog<br />
Ed. Geftr. addres t'acquiteeren en daarby in bedenking<br />
ce geeven, of, ingevalle haar Mog: zouden<br />
mogen oordeelen in de cegenwoordige omftandigheeden,<br />
om zich te meer van het appuy van dit Hof<br />
te verzeekeren, aan de confideratien van hetFranfche<br />
Ministerie te kunnen defereeren, als dan evenwel
B Y L A G E L\ AA,<br />
wel ons niet zouden gelieven te gelasten, om niet<br />
anders, dan na mate de gefteldheid van zaaken ons<br />
mogt voorkomen 't volftrekt te vereisfchen, de gevorderde<br />
conditie, fine qua non, tegelykmctdean.<br />
dere pointen, doch aan het hoofd van dezelve,<br />
voor te ftellen en ons in geene discusfie van die volgende<br />
pointen, immers in geen andere, dan voor<br />
zoo ver dezelve zoude kunnen ftrekken tol een nuttige<br />
ontdekking van de waare meening van den Engelfchen<br />
Minister omtrent dezelve, in te laaten, dan<br />
na dat 't eerfte tot klaarheid zou zyn gebragt.<br />
Wy denken dat daar door genoegzaam aan de<br />
idéés van den Heer Gravel Vergennes voldaan zynde,<br />
de gevreesde pretexten om onze onderhandeling<br />
te traineeren, weggenomen, en de noodige<br />
fermeteit, welkers vermindering tenuiterftenadeelig<br />
zoude zyn, betoond zoude blyven.<br />
Wy onderwerpen niet te min refpeéfueufelyk<br />
deezen onzen voorflag aan haar Hoog Mog: hooge<br />
wysheid en doorzigt, en zullen niet in gebreeke blyven,<br />
om, zoolang wy geene nadere ordres bekomen,<br />
en de Heer Fitz Herbert aanzoek by ons mogt<br />
doen tot 't hervatten der Conferentien, op de concesfievan<br />
't preliminaire point, zonder ons verder over<br />
iets t'elargeeren, ftandvastig te blyven aandringen.<br />
Wy hebben d'eer &c.<br />
Hoog Edele Geftrenge Heer .' &c.<br />
Parys den 7 November 1782.<br />
LESTEVENON VAN BERKENROODE.<br />
G. BRANTSEN.<br />
B Y-
B Y L A G E L*. BB.<br />
SECREET.<br />
Misfive van-haar Hoog Mog. met eenMis'<br />
Jive der Ambasfadeurs in Frankryk waar<br />
by de Ratificatie van Engeland op het V
B Y L A G E L«. BB.<br />
EDELE MOGENDE HEEREN!<br />
D e Heeren Lestevenon van Berkenroode en Brantfen,<br />
Onze ordinaris en extraordinaris Ambasfadeurs<br />
en Plenipotentionarisfen refpeótive aan het Hof van<br />
Frankryk, hebben by derzelver Misfive van den 22<br />
deezer loopende maand, waarvan Copie hier neevens<br />
gaat, aan Ons kennis gegeeven van de uit.<br />
wisfeling der Ratificatien van het Traótaat van<br />
Vreede tusfchen Ons en zyne Majefteit den Koning<br />
van Groot-Brittannien, opdenèoMeylaatstleeden<br />
te Parys geflooten, en daar by overgezonden de<br />
Origineelc ACte vou RatlC^-aUi. j;
B Y L A G E L». BB.<br />
aan U Edele Mog. gelyk meede aan de Heeren<br />
Staaten van de andere Provinciën toe te zenden,<br />
om te ftrekken tot hoogstderzelver informatie.<br />
Waar meede<br />
eindigende, bidden Wy God Almngtig, Edele<br />
Mogende Heeren, U Edele Mog. te willen houden<br />
in zyne heilige protectie. In den Hage den 28 Juny<br />
1784.<br />
Onder ftond,<br />
Uwer Edele Mogentheeden goede<br />
Vrunden,<br />
De Staaten Generaal der<br />
vereenigde Neederlanden.<br />
Was gepaiaphccrt,<br />
R. Sloet, vt.<br />
Lager ftond»<br />
Ter ordonnantie<br />
van dezelve.<br />
Was geteekent,<br />
H. Fagel.<br />
II. DEEL. Cc HOOG-
K O O G E D E L E G E S T R E N G E H E E R J<br />
2JOO ras Wy gepasfeerde Vrydag ochtend met<br />
de Courier van Bazel d'eer hadden te ontfangen<br />
haar Hoog Mog, Misfive van den 15 deezer, tot<br />
Bylage hebbende hoogstderzelver Refolutie, ten<br />
zelvei daage genoomen, mitsgaders de Acte van<br />
Ratificatie van het Tradtaat van Vreede, tusfchen<br />
haar Hoog Mog., en zyne Majefteit den Koning<br />
van Groot Brittannien op den 20 Mey laastleeden<br />
alhier geflooten, hebben Wy niet nagelaaten daar<br />
van aanftonds aan den Heer Huiles Minifter Pleni-<br />
potentiaris van hoogstgedagte zyne Majefteit adver<br />
tentie te geeven, en aan denzelven voorgeflagen<br />
om, terwyl Wy reeds geinformeert waren, dat<br />
hy de Afte van Ratificatie insgelyks van zyn Hof<br />
had bekomen, en Wy Ons dien dag na Verfailles<br />
moesten begeeven, om op het Levé van den Ko<br />
ning te zyn, des anderen daags 's morgens aan het<br />
Huis van den eerst ondergeteekende by een te ko<br />
men, om de uitwisfeling van de voorfz. Aflens te<br />
komen doen.<br />
Gemelde Heer zig daar toe gereed getoond heb<br />
bende, hebben Wy ter beftemder uur en plaats,<br />
na voorgaande lefluure van de refpeclive Aflens<br />
van Ratificatie , en het daar by geinfereerde Trac<br />
taat, dezelve uitgewisfelt, en hebben de eerde<br />
Origineele Acte van Ratificatie van zyne Groot-<br />
Brittannifche Majefteit, hier by, onder Uw Hoog<br />
Edele Geftrenge addres aan haar Hoog Mog. te<br />
doen
B'Y L A G E IA BB.<br />
dóen toekomen, terwyl Wy teffens tot Uw Hoog,<br />
Edele Geftrenge informatie daar by moeten voegen,<br />
dat Wy by de lectuure van het in de Engelfche<br />
Acte van Ratificatie geinfereerde Vreedes Tractaat<br />
geremarqueert hebbende-, dat in de titulature van<br />
den Heer Hailes, geomitteert waren de woorden,<br />
le trés excellent Seigneur en dat in de titulature van<br />
den eerfte ondergeteekende, in plaats van Ambasfadeur<br />
ordinaire aaprès de fa Majefté le Roi de France,<br />
gefteld was, auprè-s de fa Majefié tres Chrefiienne y<br />
de Heer Hailes Ons heeft gezegt, dat Lord Carmanhen<br />
hem had gefchreeven, dat men de eerfte<br />
gemelde omisfie gedaan had, cm dat hy Iïeer Hai-,<br />
les het carafter van Ambasfadeur nier hebbende,<br />
ook geene titulature te pas kwam, en dat delaastgemelde<br />
verandering gemaakt was, om dat haar<br />
Hoog Mog. in ons Pleinpouvoir gebruikt hadden<br />
de woorden apud Majeftatem Chriftiananisji.nam,<br />
verzoekende Ons inftantelyk, dat Wy, bevorens<br />
de uitwisfeling te doen, het affchrift van het Tractaat,<br />
in de Acte van Ratificatie van haar : !<br />
oog<br />
Mog gcinfereert, dien conform wilden redresfeercn.<br />
Wy hebben ten aanzien van het laatfte, wel<br />
aanftonds begreepen, dat dit de' waare reeden van<br />
die gemaakte verandering niet was, maar dat de<br />
de Koning van Engeland den titul neemende van<br />
Roi de France, en geene andere aan den Koning<br />
van Frankryk geevende, dan die van Roi trés Chrestien,<br />
het Minifterie in een publicque Acte ook liever<br />
geen andere wilde admitteeren tot voorkoming<br />
Cc 2 van
B Y L A G E IA BJ5.<br />
van de confeqaentien, die daar uit zouden kunnen<br />
getrokken worden, dan deeze beide poinclen van<br />
geen het minfte belang voor den Staat zynde, en<br />
het ons mitsdien volftrektonnoodig voorkomende,<br />
om daar over in eenige difcusfie te treeden, of<br />
een oponthoud aan de uitwisfeling van de refpective<br />
Actens van Ratificatie toe te brengen, hebben<br />
wy aan den Heer Hailes geantwoord, dat wy, om<br />
een uniformiteit aan de weederzydfche Fxemplaaren<br />
te geeven, geen zwaarigheid maakten dievefzogte<br />
omisfie en verandering te admitteeren,gelyk<br />
wy dan ook dadelyk hebben gedaan, vertrouwende<br />
wy, dat hun Hoog Mog. het zelve zullen aggreëeren.<br />
Wy hebben de eer met alle hoogagting te zyn<br />
Hiog-Edele Geftrenge Heer eïfe.<br />
Parys,<br />
«den 22 Juny 17S4.<br />
Was getcekent,<br />
Leftevenon van Berkenroode.<br />
G. Brantfen*<br />
TR AI-
TRAITÉ DE PAIX<br />
E N T R E<br />
SA MAJESTÉ LE ROI DE L A<br />
GRANDE BRETAGNE,<br />
E T<br />
LEURS H A U T E S PUISSANCES<br />
LES ETATS GENERAUX DES<br />
PROVINCES UNIES DES<br />
F AIS-BAS.<br />
Au mm de la Très-Sainte &f Indivifible Trinhè,<br />
Pere, Fils 6? Saint Esprit, ainjifoit-il<br />
Soit notoire h touï ceux qu'il appartiendra ou<br />
peut appartenir en maniere quelconque, le ferenifiime<br />
& trés puiffanc Prince & Seigneur George<br />
Trois, par la grace de Dieu, Roi de la Grande<br />
Bretagne, de France & d'Irlande, Duc de Brunsvic<br />
& de Lunenburg, Archi-Treforier & Eledeur du<br />
Saint Empire Romain &c. & les Hauts & PmlTans<br />
Seigneurs les Etats Generaux des Provinces Unies<br />
des i'ais-bas, ayant pofé les fondemens de Pajx par<br />
les Preliminaires fignés a Paris le 2 Septembre dernier<br />
& fa dite Majefté «Sc les Etats Generaux voulant<br />
confommer un fi grand & falucaire ouvrage<br />
ont nommé & authorifé favoir, de Ia parede fa<br />
Maiefté Britannique, Daniël Hailes Ecuyer, Mimsu<br />
c<br />
Cc 3
B Y L A G E IA BB.<br />
tre Tlenipotentiaire de fa Majeflé Brkarinfqoe<br />
prés dc fa Maicfté -trés Chretienne, & de la part<br />
de Leurs Haur.es PuiiTances les dks Etats Generaux les<br />
trés nobles & trés Excellents Seigneurs Mattheus<br />
Lesteveion, Seigneur de Berkenroode & Stryen, Deputé<br />
a raflemblée des Etats Generaux des Provinces<br />
Unies des Pais bas de la part de IaProvincede<br />
Hollande, & leur Ambasfadeur ordinaire auprèsde<br />
fa Majefté le Roi Trés Chretien, & GerardBranU<br />
Jen, Bourgemaitre & Senateur de la Ville d'Arnhem,<br />
Confeiller & grand Maitre des monnoves de<br />
la Republique, Deputé aux Etatt Generaux des Provinces<br />
Unies ,.& leur Ambasfadeur extraordinaire &<br />
Plenipotentiaire prés fa Majefté trés Chretienne;<br />
Lesquels apres s'ètre duement communiqué leurs<br />
pleinpouvoirs en bonne forme font convenus des<br />
Articles fuivans.<br />
Article premier.<br />
II y aura une Paix Chretienne, Univerfelle, per.<br />
petuellc tanc par Mer que par Terre, &uneamitié<br />
fmcere & conftante fera retablie entre fa Majetté<br />
Britannique , fes Heritiers & Succeffeurs , Royaumes<br />
Etats de Sujets & Leurs Hautes Puisfances les<br />
dits Etats Generaux & leurs Etats & Sujets de quelque<br />
qualité & condition qu'ils foyent fans exception<br />
de lieux ni de Perfonnes. Eniorte que les hautes<br />
parties Contraétantes apporteront la plus grande<br />
attention a maintenir entre Elles & leurs dits<br />
Etats & Sujets cette amitié & correspondance reciproque,<br />
fans permettre dorenavant, que de pare<br />
ni d'autxe on commette aucunes fortes d'hoftilités<br />
par
B Y L A GE L*. BB.<br />
par Mer ou par Terre, pour quelquecaufeou fcus<br />
quelque pretexte que ce puisfe être, & on évitera<br />
foigneufemenc tout ce qui pourroit alterer a 1'avc<br />
nir 1'union heureufement retablie, s'attachant au<br />
contraire a fe procurer reciproquement tout ce qui<br />
pourroit contribuer a leur gloire , intéréts &avantages<br />
mutuels, fans donner aucun fecours ou proteétion<br />
dire&ement ou indiredlement a ceux qui<br />
voudroient porter quelque prejudice a 1'une ou 1'autre<br />
des dites hautes parties Contraétantes. Ilyaura<br />
un oubli géneral de tout ce qui a pü être fait ou<br />
commis avant ou depuis le commenccment de la<br />
Guerre qui vient de finir.<br />
I I.<br />
A 1'égard des honneurs du Pavillon & du S al ut<br />
en Mer par les Vaifleaux de la Republique, vis-avis<br />
de ceux de fa MajeHé Britannique, il en fera<br />
ufé refpectivement de la mêrae manitre qui a été<br />
patiquée avant le commencement de la Guerre qui<br />
vient de finir.<br />
I I I.<br />
Tous les Prifonniers faits de part & d'autre tant<br />
par Terre que par Mer, & les Ota-es enlevés ou<br />
donnés pendant la Guerre, & qui nc font pas enco.<br />
re reftitués conformement au Traité Preliminaire ,<br />
feront reftitués au plutöt fans rancon, chaque Puisfance<br />
foldant refpectivemene les avances & 1'entretien<br />
de fes Prifonniers par le Souvcrain du Pais, ou<br />
ils aurout été detenus conformement aux regus &<br />
états conftatés & autres titres authentiques, qui feront<br />
fournis de part & d'autre; & il feradonnére-<br />
Cc 4<br />
ci<br />
*
B Y L A G E L». BB.<br />
ciproquc-ment des furetés pour le paiement des<br />
Dettes que les Prifonniers auroient pu contracteidans<br />
les Etats ou ils auront été detenus jusqu'aleur<br />
entiere liberté.<br />
Et tous les Vaiffeaux tant de Guerre que Marchands,<br />
qui auroient été pris depuis 1'expiration<br />
des termes convenus pour la celTation deshoftilités<br />
par Mer feront parcillemcnt rendus de bonne foi,<br />
avec tous leurs Equipages & Cargaifons, &onprocédera<br />
a 1'execution de cet Articleimmediatement<br />
après 1'echange des Ratifications du prefent Traité.<br />
I V.<br />
Les Etats Généraux des Pro vinces Unies cedent<br />
& garantiffent en toute proprieté a fa Majefié Britannique<br />
la Ville de Negapatnam avec les depen.<br />
dances d'icelle; mais vu 1'importance, que les Etats<br />
Generaux des Provinces Unies attachenc a la posfesfion<br />
de la fusdite Ville, Je Roi de la GrandeBretagne<br />
pour Marqué de bienveülance envers les fusdits<br />
Etais promet, non obflant la dite cesfiun de<br />
recevoir & de traiter avec eux pour la reftitution de<br />
la dite Ville, en cas que les Seigneurs Etats auront<br />
a Pavenir quelque Equivalent.<br />
V.<br />
Le Roi de Ia grande Bretagne reftituera aux Etats<br />
Generaux des Provinces Unies Trinquemale ainfi<br />
que toutes les autres Villes, Forts, Havres&Etabhsfemcns,<br />
qui dans le Cours de la Guerre ont été<br />
conquis dans quelque partie du monde quecefoit,<br />
par les Armes de fa Majefié Britanniqueouparcelles<br />
de la Compagnie des Indes Orientales Angloife,<br />
& dont
B Y L A G E L a<br />
. BB.<br />
& dont il fe trouveroit en posfesfion, le tout daas<br />
1'état ou ils fe trouveront.<br />
VI.<br />
Les Etats Generaux des Provinces Unies promettent<br />
& s'engagent a ne point gêner la Navigation<br />
des Sujets Britanniques dans les Mers Orientales.<br />
VII.<br />
Comme il s'effc élevé des differens entre la Compagnie<br />
Africaine Angloife, & la Compagnie des Indes<br />
Occidentales Hollandoife relativement a la Navigation<br />
fur les cótes d Afrique, ainfi qu'au Sujet<br />
du Cap Apollonia , pour prevenir toute caufe de<br />
plaintes entre les Sujets des deux Nations fur ces<br />
cótes, il est convenu que, de part & d'autre, on<br />
nommera des Commisfaires pour-faire aces égards<br />
desarraneements convenables.<br />
VIII.<br />
Tous les Pais & Territoires qui pouroicnt avoir<br />
été conquis ou qui pourroient 1'être dans quelque<br />
partie du monde que ce foit, par les Armes de fa<br />
Majefté Brittannique, ainfi que par celles des EtatS<br />
Generaux qui ne font pas compris dans ces Articles,<br />
ni a titre de cesfion, ni a titre derestitution, 'fe.<br />
ront rendus fans difficulté & fans exiger de compenfation.<br />
IX.<br />
Comme par 1'Article 9 du Traité preliminaire il<br />
a été ftipulée & fïxée par les Hautes Parties Contractantes<br />
une époque pour les reftitutions & évapuations<br />
a faire de part & d'autre des Villes, Pla-<br />
Cc 5 ces
B Y L. A G E L a<br />
. BB.<br />
ces & Territoires, dont leurs Armes refpeétives fe<br />
feroient emparées & dont Elles fe trouveroient en<br />
posfesfion a 1'exception de ce qui avoit été cedécc<br />
que le terme énoncé dans le fusdit p Article s'est<br />
deja écoulé, les dites Hautes Parties Contraétantes<br />
s'engagent reciproquement & de bonne foi d'obferver<br />
les dites ftipulations, & dans lecas, que par<br />
quelque accident ou autrement les cesfions & reftitutions<br />
y comprifes n'auroient pas eu lieu , d'expedier<br />
dire&ement les ordres necesfaires, afin qu'il<br />
ne reste aucun retardement a 1'accomplisfementdes<br />
dites ftipulations.<br />
X.<br />
Sa MajefTé Brittannique & Leurs Hautes Puisfances<br />
les fusdits Etats Generaux promettent d'obedier<br />
fincéreraent & de bonne foi tous les Articles contenus<br />
& établis dans ce préfent Traité, &Ellesne<br />
fouffriront pas, qu'il y foit fait de Contravention<br />
directe ou indirecfe par leurs Sujets refpeétifs. Et<br />
les fusdites Hautes Parties Contraótantesfeguarantisfent<br />
généralement & reciproquement toutes les<br />
ftipulations du préfent Traité.<br />
XI.<br />
Les Ratifications Solemnelles du prefent Traité,<br />
expediées en bonne & due forme feront échangées<br />
en cette Ville de Paris entre les Hautes Parties Contraétantes<br />
dans 1'cfpace d'un mois ou plutot fi faire<br />
fe peut, a compter du jour de la fignature du préfent<br />
Traité.<br />
En foi de quoi nous Souffignés Leurs AmbafTadeurs<br />
& Miniftres Plenipotcntiaires avons figné de notre<br />
main
B Y L A G E L a<br />
. BB.<br />
main en LeurNom, & en vertu de nos pleinpoavoirs<br />
le prefent Traité Defmibf & y avons fait<br />
appofer le Cachet de nos Armes.<br />
Fait a Paris le vingt de Mai mil fept cent quatre<br />
vingt quatre.<br />
Signé,<br />
(L. S ) Dan 1<br />
. Hailes.<br />
(L. S.) Lestevenon van Berkenroode.<br />
(L S.) Brantfen.<br />
Article feparé.<br />
Xl a été convenu & arieté que Ia langue Frangoife<br />
employee dans tous les Exemplaires du prefent<br />
Traité ne formera point un exemple qui puiffeêtre<br />
allegué ni tirer a confequence, ni porter préjudice<br />
en aucune maniere a 1'une ou a 1'autre des PuilTan.<br />
ces Contraaantes, & que 1'on fe conformera a i'avenir<br />
a ce qui a été obfervé & doit être obfervé,<br />
a 1'égard & de la part des Puiifances qui font en<br />
ufage & en poffeffion de donner & de recevoir des<br />
Exemplaires de femblables Traités en une aucre<br />
Langue que la Franeoife, le préfent Traité ne<br />
laiffant pas d'avoir la même force & vertu que fi le<br />
fusdit ufage y avoit été obfervé.<br />
En foi de quoi nous foulïïgnés Ambasfadeurs &<br />
Miniftres Plenipotentiaires de fa Majefté Britannique<br />
& des Etats Generaux des Provinces Unies<br />
avons figné le prefent Article feparé & y avons fait<br />
appofer le Cachet de nos Armes.<br />
Fait
B Y L A G E L a<br />
. BB.<br />
Fait h Paris le vingt de Mai mil fept cent quatre<br />
vingc quatre.<br />
Signé.<br />
(L. S.) Dan Hailes.<br />
(L S.) Lestevenon van Berkenroode.<br />
(L. S.) Brantfen.<br />
3L>es Etats Generaux des Provinces Unies des<br />
Païs-Bas, a tous ceux qui ces prefentes verront,<br />
Salut. Aïant vu & exatniné les Articles du Traité<br />
de Paix avec 1'Article feparé conclus &fignésa Paris<br />
le vingtieme jour de Mai mille fept cent quatre<br />
vingt & quatre, y&r Daniël Hailes Esciiyer ,Mïmft.ïe<br />
Plenipotentiaire de fa Majefié le Roi de la Grande<br />
Bretagne, au nom & de la part de fa diteMajefté<br />
& les trés Excellents Seigneurs Matthieu Lestevenon<br />
de Berkenroode &.Gerard Brantfen, refpeétivement<br />
Ambasfadeur & Ambasfadeur extraordinaire<br />
& Plcnipctentiaire en Notre Nom & de Notre part,<br />
en vertu de leur pleinpouvoirs refpeétifs, desquels<br />
Articles de Paix la teneur s'en fuit.<br />
Fiat infertio.<br />
Nous voulant bien donner des marqués de Notre<br />
fincerité, avons agrée, approuvé & ratifié Ie dit Traité<br />
de Paix, & unchacundes Articlesd'iceluicedesfus<br />
trancrits comme Nous lesagréons, approuvons<br />
& ratifions par ces prefentes; promettant en bonne<br />
foi & fincerement de les garder, obferver & executer<br />
felon leur forme & teneur, fans allernivenir<br />
au
B Y L A G E L\ BB.<br />
au contraire en quelque maniere que ce ibit direc-<br />
temenc.<br />
Eu foy de quoi Nous avons fait figner ces prefentes<br />
par le Préfident de Notre Aflemblée, contrë<br />
figner par Notre Greffier, & y attacher Notre<br />
Grand Sceau.<br />
A la Haye le quinfiéme Juin mil fept cent qua<br />
tre vingt quatre,<br />
Onder ftond,<br />
Par Ordonnance des fusdits Seigneur<br />
Etats Generaux.<br />
Gec-rgius Tertius, Dei Graua, Magne Britan,<br />
nis, Francie «5c Hibernie Rex Fidei Defenfor,<br />
DuxBrunsvicenfis «Sc Luneburgenfis, Sacri Romam<br />
Imperii Archi-Thefaurarius «Sc Princeps Elector&c.<br />
Omnibus & fingulis ad quos prefentes he Licere<br />
pervenerint, Salucem.<br />
Ouandoquidem, benigno Numine, opusfalutare<br />
exopcatumque Pacis, & Amicicie reftaurande Nos<br />
inter ac Celfos «Sc Prepocences Dominos Ordmes<br />
Generales Fcederati Belgü, quod non ica pridem<br />
fi-nacis Arciculis Preliminaribus inchoatum erat nunc<br />
demum felicicer confeftum fit, atque Traftacunt<br />
Definitivum inter Nos, & fupra Diftos Dommos<br />
Ordines Generales, per Plenipocentianos utnnque<br />
fufficienter Auftoricate inftrudcos,Die Vicefimo men-,<br />
fis Currenrs , Lucetie Parifiorum conclufum, fignacumque<br />
fueric, Forma & Verbis que fequuncur.
B Y L A G E IA BB.<br />
Fiat infertio.<br />
Nos vifo perpenfoque Traftaeu definitivo fupra<br />
fêripto, eundem in omnibus & fingulis ejus Arciculis<br />
& Claufulis, approbavimus, racum graeum. firmumque<br />
habuimus, ficutperPraefent.es, pronobis,<br />
Heredibus & fuccesforibus noftris, eundem appro<br />
bamus, racum, gratum firmumque habemus; fpondences<br />
& in Verbo Regio promitcentes, Nosomnia<br />
& fingula qua; in prediftoTractatuDefinitKocontinencur,<br />
fincere & bona fide prefh'curos neque pasfuros<br />
unquam, quancum innobis eft, uc aquopiam<br />
•violentur, aut ut ullonodo iisdem in contrarium eatur.<br />
In quorum omnium Majorem Fidem ac Robur hiscc<br />
Prsrentibus mauu Nortra Regia fignatis, magnam<br />
nofcrüm magne Briteannie Sigillum appendi<br />
fccimus. Que dabantur in Palatio Noftro Divi<br />
Jacobi Die Decimo Menfis Junii. Anno Domini<br />
nsillefimo feptingentifimo O&ogefimo Quarco,<br />
Ecgnique Noflri Vicefimo Cniarto.<br />
Signa tum. -<br />
GEÖRGIUS, R.<br />
Inprimê a la ÏIATE, chez J. SCHELTUS.<br />
Imprimeur des Etacs Généraux.<br />
E I N D E .