RX1052 v3 DUT_Issue_1.indd - Rotel

RX-1052 Middengolf/FM tuner/versterker
den de tijd om de gewenste wijziging door te
voeren. Verander de bron door een bepaalde
ingang in te toetsen. Wanneer een bepaalde
ruimte “in beeld” komt, kunt u, na het indrukken
van de toets “ZONE” eS ook de geluidssterkte
instellen en de betreffende ruimte
aan- en uitzetten.
Door langdurig te drukken op de toets “SEL”
schakelt u het “partygebruik” uit en keren alle
ruimtes terug naar hun aanvankelijk ingeschakelde
bronnen.
De indicator “ZONE” 3
Dit lampje gaat branden wanneer een bepaalde
ruimte wordt geactiveerd. Het lampje
knippert wanneer de installatie in de “partyweergavewijze”
wordt gebruikt.
De toets “DISP” D
Met deze toets kunt u de verlichting van het
infoscherm aan- of uitzetten.
Tijdens de ontvangst van FM-zenders met
RDS-data kunt u met de toets “DISP” door de
verschillende RDS-mogelijkheden gaan, zoals
de zendernaam, programmasoort, tijdmelding
en de voorbijrollende tekstinformatie.
De toets “LABEL” H
Met de naamgeeftoets “LABEL” op de afstandsbediening
kunt u, in samenwerking
met de toets “ENTER” I, een eigen naam
geven aan de diverse ingangstoetsen. Deze
zelfgemaakte namen verschijnen dan in het
infoscherm wanneer die bepaalde ingang
wordt gekozen.
De toets “ENTER” I
De toets “ENTER” op de afstandsbediening
heeft twee functies:
Het inschakelen van de toonregeling. Druk
meerdere malen op “ENTER” om te kiezen tussen
lage- (BASS) en hoge (TREBLE) tonenregeling.
Stel vervolgens de toonregeling in met de
toetsen “CHARACTER” + en/of – Q.
Bij de naamgeving van de ingangstoetsen, na
het indrukken van de toets “LABEL” H.
De golflengtetoetsen “BAND”
5O
Gebruik deze toetsen, op de RX-1052 of de
afstandsbediening, om tussen middengolf (AM)
en FM ontvangst te kiezen
18
De afstemtoetsen “TUNING”
4M
Met de toetsen “TUNING < >” kunt u, afhankelijk
van de ingestelde modus, op twee
manieren afstemmen: op frequentie of op
voorkeuze.
De geheugentoets “MEMORY”
=F
De toets “MEMORY” op de RX-1052 en de
toets “MEM” op de RR-AT96, worden in samenwerking
met de numerieke toetsen gebruikt
om de voorkeuzestations in het geheugen
te zetten.
De numerieke toetsen E
De numerieke toetsen op de afstandsbediening
worden gebruikt om op een voorkeurszender
af te stemmen of om een bepaalde zendfrequentie
bij het afstemmen in te kunnen toetsen.
Deze toetsen worden ook gebruikt bij het bedienen
van een Rotel cd- of dvd-speler.
De toets “DIRECT” P
Weet u de frequentie van een gewenst station,
dan kunt u (in samenwerking met de numerieke
toetsen) middels de “DIRECT” toets op
de afstandsbediening de gewenste frequentie
direct intoetsen.
De toets “MONO” -G
Met de toets “MONO” op de voorkant of op
de afstandsbediening schakelt u over van
stereo- op mono-ontvangst.
De toets “TUNE/PRESET” 0 en
De toets “T/P” N
Met deze toetsen kunt u kiezen tussen voorkeurenafstemming
en het afstemmen op frequentie.
De bedieningstoetsen voor een
CD- of DVD-speler K
Met de toetsen “.” stop, “/” afspelen, “{”
“}” nummer terug resp. nummer verder en
“RANDOM” kunt u Rotel cd- en dvd-spelers
bedienen. Ze worden niet gebruikt voor het
bedienen van de RX-1052.
De lettertoetsen “CHARACTER
+/-” M
De toetsen “CHARACTER +/-“ op de afstandsbediening
hebben drie functies.
Samen met de toets “SEL” R worden ze gebruikt
om een bron te kiezen waarvan u kunt
opnemen en om een alternatieve ruimte te
kunnen activeren.
Samen met de toets “T” I worden ze gebruikt
om de hoge en lage tonen in te kunnen
stellen.
Samen met de toets “LABEL” H worden ze
gebruikt om letters te kiezen voor het aanmaken
van zelf te maken labels voor bepaalde
ingangen.
De toetsen PTY, TP en TA
TUV
Deze toetsen worden gebruikt voor het afstemmen
op zenders met RDS-informatie. Zie
hiervoor ook het stukje “RDS-ontvangst” in het
hoofdstuk “Extra mogelijkheden van de RX-
1052” elders in deze gebruiksaanwijzing.
De Basisbediening
Dit hoofdstuk behandelt de basisbediening van
de RX-1052 en zijn afstandsbediening.
De aan/uit mogelijkheden
2\A
Met de hoofdschakelaar \ op de achterkant,
zet u het apparaat echt aan of uit. Deze tuimelschakelaar
moet dus op “ON” staan om
de RX-1052 te kunnen bedienen.
Normaal gesproken staat dus de hoofdschakelaar
\ altijd aan en zet u de RX-1052
aan of uit met één van de standby opties 2
of A. Wanneer u op één van deze wijzen
de RX-1052 aanzet, is hij volledig functioneel
en is het infoscherm verlicht. Zet u hem
op dezelfde wijze uit dan gaat het apparaat
in “standby”, waarbij de microprocessor onder
spanning blijft.
Extra informatie: Wanneer de RX-1052
op het lichtnet is aangesloten en de hoofdschakelaar
\ staat op “ON”, brandt het
lichtje bij STANDBY, of het apparaat nu wel
of niet aanstaat.
De “STANDBY” toets op het apparaat is de
druktoets waarmee u de RX-1052 zowel aan
als uit kunt zetten. De aan/uittoetsen “ON”
en “OFF” op de afstandsbediening doen hetzelfde,
alleen de bediening verschilt.