Ultra S - Normstahl

1-kanaals-gebruik
[42] Eerste toets is geprogrammeerd.
Meerkanaals gebruik
[43] 2-kanaals-gebruik:
Eerste, tweede of willekeurige
toets programmeren.
[44] 3-kanaals-gebruik:
Eerste, tweede, derde of willekeurige
toets programmeren.
[45] 4-kanaals-gebruik:
Eerste, tweede, derde en vierde
toets programmeren.
Wissen van alle ingeprogrammeerde
radiografische commando’s
(alleen indien nodig)
[46] Taster „Programma“ (2) minstens 5
seconden bedienen. De rode lichtgevende
diode (3) knippert dan 2
seconden snel en dooft - nu is het
wissen (duur ongeveer 5 s) beëindigd.
Alle ingeprogrammeerde
handzenders zijn gewist.
[47] Toewijzing van
aansluitingen
De klemmen 1 - 16 van de ingebouwde
klemlijst zijn in de fabriek aangesloten
(= standaardtoewijzing).
Klem Extra aansluitingen
15 Extra lamp 230 V AC,
L geschakeld, gezekerd
16 Extra lamp 230 V AC, N
17 Antenne radio
18 Massa antenne
Extra instellingen
In de basisinstelling van de fabriek is de
zachte uitloop in sluitrichting ingeschakeld
en de waarschuwingstijd van het
aandrijvingslampje uitgeschakeld. De
zachte uitloop in openingsrichting is vast
ingesteld en kan niet worden gewijzigd.
Zo nodig zijn de volgende extra instellingen
mogelijk:
Zachte uitloop uit-/inschakelen
[48] Taster „Programma“ (2) 1-maal indrukken,
de rode lichtgevende diode
(3) knippert 1-maal. Taster „Impuls“
(1) 1-maal indrukken, de rode
lichtgevende diode (3) knippert 2maal.
Taster „Programma“ (2) 1maal
indrukken, de zachte uitloop
in sluitrichting uitgeschakeld.
Voor het weer inschakelen van de
zachte uitloop de bovenstaande
stappen herhalen.
Waarschuwingstijd in-/
uitschakelen
Door het inschakelen van de waarschuwingstijd
brandt bij iedere commandogever-impuls
eerst alleen het aandrijvingslampje,
4 seconden later wordt dan
pas de motorloop gestart.
[49] Taster „Programma“ (2) 1-maal indrukken,
de rode lichtgevende diode
(3) knippert 1-maal. Taster „Impuls“
(1) 2-mal indrukken, de rode
lichtgevende diode (3) knippert 3maal.
Taster „Programma“ (2) 1maal
indrukken, de waarschuwingstijd
is ingeschakeld.
Om de waarschuwingstijd weer uit
te schakelen de bovenstaande
stappen herhalen.
Sluitautomatiek instellen
De instelling mag alleen door
een erkende vakman worden uitgevoerd.
De sluitautomatiek is een besturingsfunctie,
die de deur uit de openingsstand
automatisch weer in sluitstand brengt.
Het tijdstip van sluiten is vrij instelbaar
(van 2 s tot max. 8,5 min). In de instelling
van de fabriek is de sluitautomatiek
uitgeschakeld, de jumper bevindt zich in
stand „SL1“ [50].
Het bedienen met sluitautomatiek
is alleen geoorloofd, als er een
extra veiligheidsvoorziening (fotocel/
optosensor/veiligheidslijst) geïnstalleerd
wordt. De instelling gebeurt bij
aanliggende netspanning. Voor de instelling
moet de aandrijvingskap worden
gedemonteerd, zie [57].
[51] Sluitautomatiek met de jumper (19)
instellen:
Deur in openingsstand brengen.
Na het bereiken van de gewenste
tijd van openhouden de jumper in
stand „AZ“ omzetten, de deur gaat
in sluitstand. De ingestelde tijd blijft
opgeslagen. Aandrijvingskap weer
monteren.
De ingestelde sluitautomatiek blijft
ook na het terugzetten van de besturing
(reset) bewaard. Programmeerbewegingen
worden navenant vertraagd.
Extra verlichting
Nederlands
De aansluiting van een extra verlichting
mag alleen door een elektromonteur
worden uitgevoerd.
Naast de aandrijvingslamp (40 W) kan
een extra verlichting van max. 60 W
(geen TL-buis of energiespaarlamp) worden
aangesloten.
[47] Extra lamp aan de klemmen 15 en
16 (licht) parallel aan de aandrijvingslamp
n extraerdweer uit te
schakelen aansluiten.
Looprichting veranderen
Verandering van looprichting is
voor vleugeldeuren en eventueel voor
zijwaarts openende gelede deuren nodig.
[52] RJ45-stekker met groene brug (5)
ontgrendelen en eruit trekken.
[53] Taster „Programma“ 1-maal indrukken,
de rode lichtgevende diode
knippert 1-maal. Taster „Impuls“ (1)
5-maal indrukken, de rode lichtgevende
diode knippert 6-maal. Taster
„Programma“ 1-maal indrukken,
de verandering van looprichting
heeft plaatsgehad en de elektronica
is teruggezet (reset).
[54] RJ45-stekker met groene brug (5)
er weer insteken.
Basisinstelling (programmeerbewegingen)
uitvoeren, zie [35].
Extra veiligheidsaansluitingen
[30] In leveringstoestand zijn in de externe
aansluitingen „Noodstop“ (5)
en „veiligheidslijst/fotocel“(6) gebrugde
RJ45-stekker gestoken (5
= groen, 6 = geel).
Aansluiting „Noodstop“ (5)
Aan deze ingang kan een noodstopvoorziening
(klinket-veiligheidsvoorziening of
nood-uit-slagtaster) worden aangesloten:
[54] RJ45-stekker met groene brug ontgrendelen,
eruit trekken en bewaren.
Noodstopvoorziening installeren en
d.m.v. RJ45-stekker aansluiten.
Werking controleren: als de noodstopvoorziening
tijdens het lopen
van de deur wordt bediend, moet
de motor meteen stoppen.
21