01.09.2013 Views

REPUBLIC OF KENYA v. NEDERMAR TECHNOLOGY BV LTD ...

REPUBLIC OF KENYA v. NEDERMAR TECHNOLOGY BV LTD ...

REPUBLIC OF KENYA v. NEDERMAR TECHNOLOGY BV LTD ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.12. Artikel 4.1 (b) van de overeenkomst bevat een exclusieve verwijzing naar de<br />

Engelse rechter. Het is dan ook duidelijk niet de bedoeling van partijen geweest een<br />

eventueel geschil voor te leggen aan de Nederlandse rechter. Er zijn voorts onvoldoende<br />

aanknopingspunten met Nederland om anderszins te oordelen. De enkele omstandigheid<br />

dat namens Nedermar hier te lande diverse beslagen ten laste van Kenia zijn gelegd en<br />

Kenia dientengevolge dan ook gehouden is de Nederlandse rechter te verzoeken die<br />

beslagen op te heffen leidt evenmin tot een ander oordeel. Niet gezegd kan worden -mede<br />

gezien ook de aard van deze procedure- dat Kenia daarmee blijk geeft van de<br />

uitdrukkelijke intentie niet de Engelse rechter doch de Nederlandse rechter aan te wijzen<br />

als de bevoegde rechter. Daarenboven zou Nedermar alsdan enkel door het doen leggen<br />

van beslagen elders dan in Engeland, de bevoegdheid van de rechter van het land alwaar<br />

zij beslagen heeft doen leggen zelf kunnen creëren. Duidelijk is dat dat uitdrukkelijk niet<br />

de bedoeling van partijen is geweest. Om die reden kan dan ook niet geoordeeld worden<br />

dat de Nederlandse (voorzieningen)rechter bevoegd is om over de reconventionele<br />

vordering te oordelen. De eventuele connexiteit doet daaraan niet af.<br />

3.13. Het bovenstaande leidt tot de conclusie, nu Kenia ter zitting en voor alle weren<br />

expliciet een beroep heeft gedaan op de arbitrageovereenkomst alsmede op de<br />

uitdrukkelijke verwijzing naar de Engelse rechter in de overeenkomst, dat de<br />

voorzieningenrechter zich onbevoegd dient te verklaren van de onderhavige vordering<br />

kennis te nemen.<br />

3.14. Nedermar zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de<br />

kosten van dit geding.<br />

4. De beslissing<br />

De voorzieningenrechter:<br />

In conventie<br />

heft op het ten laste van Kenia gelegde beslag dat Nedermar op 10 maart 2006 heeft<br />

gelegd onder de ABN Amro Bank N.V.;<br />

verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;<br />

bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;<br />

wijst af het meer of anders gevorderde.<br />

In reconventie<br />

verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen;<br />

veroordeelt Nedermar in de kosten van dit geding, aan de zijde van Kenia begroot op €<br />

408,-- aan procureurssalaris.<br />

Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 10<br />

augustus 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.<br />

nk<br />

1. The facts<br />

On the ground of the documents and the arguments put forward at the hearing on 25 July<br />

2006, the following are taken as points of departure in these proceedings:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!