Anatomie blok 14: neuroanatomy
Anatomie blok 14: neuroanatomy
Anatomie blok 14: neuroanatomy
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hersenzenuw kernen<br />
Afferente kernen<br />
Vezels met algemene informatie (druk, pijn, temperatuur, aanraking) vanuit het hoofd gaan de<br />
hersenen in via de n. trigeminus (V) bij de pons en eindigen in de sensorische nucleus trigeminus.<br />
Vezels die informatie bevatten over het gehoor en positie informatie lopen via de n.<br />
vestibulocochlearis (VIII). Ze eindigen in de nucleus vestibularis en de nucleus cochlearis in de<br />
medulla. Viscerale afferenten (waaronder smaak) eindigen in de nucleus solitarius van de medulla.<br />
Efferente kernen<br />
Dit kan worden verdeeld in drie groepen.<br />
1. kernen van de somatische efferente celkolom<br />
- oculomotorius (III): m. levator palpebrae superior en alle extraoculaire spieren (behalve<br />
de m. obliques superior en de m. rectus lateralis)<br />
- Trochlearis (IV): m. obliques superior<br />
- Abducens (VI): m. rectus lateralis<br />
- Hypoglossus (XII): intrisieke en extrisieke spieren van de tong<br />
2. kernen van de branchiomotor celkolom: het innerveert striated spieren afkomstig van de<br />
branchiale bogen.<br />
- Trigeminus (V): motorische nucleus trigeminus kauwspieren, tensor tympani, tensor<br />
velli palitini, m. mylohyoideus en de m. digasticus venter anterior.<br />
- Facialis (VII): spieren voor de gezichtsuitdrukking en m. stapedius<br />
- Nucleus ambiguus: motorische vezels in de glossopharyngeus (IX), vagus (X) en het<br />
craniale deel van de accessorius (XI) voor innervatie spieren van de pharynx en larynx.<br />
3. kernen van de parasympathische celkolom bestaat uit preganglionaire parasympathische<br />
neuronen van de:<br />
- oculomotorius (III)<br />
- facialis (VII)<br />
- Glossopharyngeus (IX)<br />
- Vagus (X)<br />
Er zijn een aantal kernen:<br />
- Edinger_Westphal nucleus: van de oculomotorius naar de sfincter pupilae en de ciliary<br />
spieren.<br />
- Nucleus salvitorius superior: facialis lacrimal gland en de nasale en orale mucose<br />
membranen<br />
- Nucleus salvitorius inferior: glossopharyngeus parotis klier<br />
- Nucleus vagus (dorsaal motorisch): thoracale en abdominale viscera<br />
Hersenzenuwen<br />
III n. oculomotorius<br />
Bevat de meerderheid van somatische motorische neuronen die de extraoculaire spieren innerveren<br />
en verantwoordelijk zijn voor de bewegingen van de ogen. Hij bevat ook preganglionaire<br />
parasympathische neuronen die controle hebben over de gladde spieren in de oog. Hij innerveert de<br />
m. obliques superior en de m. rectus lateralis niet. Maar de ogen eleveren, depressie en adduceren.<br />
Hij innerveert wel de m. levator palpebrae superior. Het zorgt ook voor de constrictie van de pupillen<br />
door de preganglionaire parasympathische vezels.<br />
De motor neuronen hebben de cellichamen in de nucleus oculomotorius<br />
De preganglionaire parasympathsiche neuronen hebben de cellichamen in de Edinger-Westphal<br />
nucleus<br />
12