Gemeente Mortsel - Lokale Politie

Deel IV: openbare veiligheid
Titel I: Brandveiligheid - Algemeen
Middelen en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand en ontploffingen
Artikel 248
Het is verboden:
− op de openbare weg vuur te maken, knalbussen of om het even welk vuurwerk af te steken, tenzij
hiertoe door de burgemeester toelating werd verleend:
− open vuren te maken zowel in open lucht als in gebouwen.
Artikel 249
Schoorstenen, haarden en ovens moeten zo gemaakt zijn dat er geen gevaar voor brand bestaat en dat
ze ook gemakkelijk kunnen gekuist worden.
Zij dienen steeds in goede staat onderhouden te worden.
In elk geval is eenieder ertoe gehouden ovens, schoorstenen of fabrieken waar gebruik wordt
gemaakt van vuur steeds in goede staat te onderhouden en indien nodig te herstellen of reinigen.
De gebruikers van schoorstenen, welke verwarmen met vaste of vloeibare brandstoffen, zijn ertoe
gehouden hun schoorstenen minstens jaarlijks te laten reinigen. Het reinigen van de schoorstenen
gebeurt door een beëdigd schoorsteenveger. Het bewijs hiervan moet steeds kunnen worden
voorgelegd bij controle door de burgemeester of zijn gemachtigde.
Artikel 250
De eigenaars, vruchtgebruikers en huurders van boomrijke plaatsen, op het grondgebied van de
gemeente, zijn gehouden, regelmatig deze plaatsen te onderhouden.
Bij het ingebreke blijven van deze onderhoudswerken, binnen de acht dagen na aanmaning, kunnen de
onderhoudswerken geschieden door de diensten van het gemeentebestuur.
Artikel 251
Al wie brand, hoe klein ook, waarneemt dient onmiddellijk de dichtst bijgelegen brandweerpost of politie
te verwittigen.
Deze verplichting berust eveneens op de personen die, door de benadeelde van de plaats waar de
brand is ontstaan, verzocht wordt die verwittiging te doen.
Artikel 252
Politiereglement Mortsel –gemeenteraad oktober 2008 49
en februari 2009.