deze hele Maandbrief - Stichting Leerhuis & Liturgie
deze hele Maandbrief - Stichting Leerhuis & Liturgie
deze hele Maandbrief - Stichting Leerhuis & Liturgie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vellen. Wie als laatste overblijft gaat met een kwart miljoen<br />
naar huis. Er groeit uiteraard een band tussen de bewoners,<br />
die op elkaar zijn aangewezen. De bewoners missen hun<br />
kinderen en dierbaren met wie ze nauwelijks contact<br />
kunnen onderhouden, maar de bewoners missen ook<br />
maatjes uit het Big Brother gebeuren die af moeten of<br />
willen vloeien: Bart zet stoer de tanden op elkaar om het<br />
ook zonder Sabine te rooien en Karin besluit na het<br />
opstappen van Bianca om maar geen nieuwe emotionele<br />
banden met vrouwen in de groep aan te gaan om ‘niet weer<br />
zo’n pijn bij een afscheid te voelen’. Binnen de muren van<br />
het huis kijken mensen op een bijzondere manier naar<br />
elkaar: er groeit een echte band en tegelijk is iedereen op<br />
zijn hoede naar de ander. Je ziet de leuke en mooie dingen<br />
van andere mensen en houdt op hetzelfde moment altijd<br />
een waakzame blik: hoe lig ik in de groep? Wie zou mij<br />
eventueel kunnen nomineren?<br />
Manipulatie<br />
De rol van de kijkers is ook een bijzondere! Enerzijds zijn<br />
de programmamakers van hen afhankelijk: kijkcijfers tellen<br />
immers. Zij krijgen de uiteindelijke kans om uit de<br />
genomineerden een kandidaat neer te sabelen. Het<br />
Nederlandse publiek is daarmee voor de bewoners de<br />
onzichtbare massale beul, een duizendkoppige draak is<br />
numeriek gezien nog een zwakke uitdrukking. De kijker<br />
leeft in de illusie ‘alles’ te zien en bewoners leven met het<br />
besef dat alles gezien kan worden. Als kijker – ook ik ben er<br />
eentje – voel ik me soms door Veronica bedonderd. Zij<br />
maken dagelijks een compilatie van beelden, geen neutrale<br />
weergave van een groepsproces maar een gemanipuleerde<br />
selectie van shots. In de montagekamer wordt van de<br />
bewoners door de regisseurs een bewust ‘image’ gemaakt:<br />
de kijker ziet de bewoners zoals de regie van Big Brother<br />
hen wil tonen. Om 24 uur per etmaal aan internet<br />
gekluisterd te zitten voert wat ver: maar ook daar geldt dat<br />
‘het zien’ door het oog van de camera wordt bemiddeld en<br />
geperverteerd.<br />
Het ‘zien’ is bij Big Brother tot het ultieme spektakel<br />
verheven. Enkele aspecten van het programma hebben<br />
voor mij een metafore betekenis. In onze omgang met<br />
elkaar zien we elkaars mooie en bijzondere dingen. Maar<br />
ook de kwellende en knellende vragen: ‘hoe lig ik in de<br />
groep?’, of: ‘zullen ze mij nomineren?’ behoren tot de<br />
dagelijkse realiteit. Angst om niet gezien te worden, angst<br />
om wel gezien te worden, maar niet goed genoeg bevonden<br />
te worden. Mensen worstelend om hun plek te vinden in<br />
hun gezin van herkomst of in hun liefdesrelaties. Vaders en<br />
moeders die piekerend wakker liggen van de vraag of ze wel<br />
een goede ouder zijn. Mensen die de WAO verkiezen<br />
boven een genadeloos knokken om posities binnen bedrijf<br />
of universiteit. Mensen die voelen hoe broodnodig het is<br />
om zich gezien te voelen door de ander, maar het liefst<br />
wegkruipen uit angst voor elke blik.<br />
Zou de massale fascinatie met Big Brother te verklaren zijn<br />
uit dit perspectief? Is <strong>deze</strong> soap een verbeelding van een<br />
reële angst? Misschien geeft het lucht om te mogen<br />
nomineren en te stemmen om zo, voor heel eventjes, niet<br />
genomineerd of gekozen te kunnen worden.<br />
De vraag blijft staan: is het mogelijk, die open, niet<br />
gewelddadige blik, die ruimte laat aan de ander en aan jou<br />
om er gewoon te mogen zijn.<br />
Al televisie kijkend denk ik wel eens aan een tekst uit het<br />
bijbelboekje Qo<strong>hele</strong>t: ‘Ons oog is meer dan verzadigd van<br />
zien, ons oor is overstelpend vervuld van horen. We zien<br />
niet eens meer wat er nieuw is onder de zon omdat alles<br />
zich in zo’n hoog tempo vernieuwt, dat het niet meer bij te<br />
houden is’. Werkelijk zien vraagt er om dat we ons eerst<br />
6<br />
leeg kunnen maken van een veelheid aan beelden. Rust,<br />
aandacht en concentratie vinden en dan zien alsof het de<br />
eerst keer is.<br />
Kain<br />
Ik heb de keuze gemaakt om met jullie het verhaal over het<br />
kijken van Adonaj en Kain uit Genesis 4 te lezen. Een<br />
verhaal dat nog onthullender is dan welke reality-soap dan<br />
ook. Een verhaal over twee zonen die wel heel verschillend<br />
worden gepresenteerd: van Kain worden zijn verwekking<br />
en de zwangerschap van zijn moeder Eva genoemd. Geen<br />
gewone jongen, zegt Eva, maar een mens met Adonaj<br />
verwekt. Kains naam hangt samen met ‘kana’: scheppen,<br />
een woord dat ook voor Adonajs scheppende activiteiten<br />
wordt gebruikt. Over nummertje twee kunnen we blijkbaar<br />
korter zijn: verder werd Abel door haar gebaard. Abels<br />
naam betekent ‘lucht’ of ‘ademtocht’, geen adem die leven<br />
geeft maar die vervliegt, als een blad in de herfstwind. Een<br />
mens die nergens vandaan komt en nergens heen gaat. Een<br />
waardeloos leven.<br />
Opvallend is dat gezegd wordt: ‘zij baarde zijn broer Abel’,<br />
Abel wordt meteen in zijn hoedanigheid als broer neergezet<br />
en daarmee weten we het eigenlijke thema van het verhaal:<br />
de mens en zijn broer, de mens en haar zus. Beiden<br />
brengen voor Adonaj een offer en JHWH keek naar Abel<br />
en zijn offer, maar naar Kain en zijn offer keek hij niet.<br />
Veel mensen lezen dit verhaal psychologisch en kunnen<br />
zich goed met Kain vereenzelvigen: het is toch ook<br />
oneerlijk dat er niet naar jou als persoon en je gave gekeken<br />
wordt! Toch nodig ik jullie uit om dat spoor los te laten.<br />
Adonaj kijkt allereerst naar een persoon en niet naar het<br />
offer. Bovendien is de blik van de Allerhoogste allereerst<br />
gericht op de mens die blijkbaar in de ogen van anderen<br />
waardeloos is, niets meer dan een zuchtje wind. Kain kreeg<br />
tot nog toe de aandacht. Daarom is het waarschijnlijker dat<br />
Kain niet jaloers is omdat Abel succesvoller is dan hij, maar<br />
omdat Adonaj kijkt naar zo’n prutser als Abel en niet naar<br />
hem. Adonaj ziet het en vraagt: ‘Waarom ben je boos en<br />
waarom is je gezicht gevallen? Is het niet zo, dat als je goed<br />
doet er opheffing is van je gezicht? En als je niet goed doet<br />
de zonde om te liggen loeren aan de deur ligt? Naar jou<br />
gaat het verlangen – van de zonde – uit, maar jij kunt het de<br />
baas worden’. Wanneer het gezicht van de mens ‘valt’ en<br />
het oogcontact verbreekt, raken mensen uit elkaars<br />
gezichtsveld. Daar vallen mensen uit elkaars genade en<br />
worden doelloos en onvindbaar. Daar verandert ‘zien’ in<br />
‘loeren of in de gaten houden’. Waar het gezicht valt, daar<br />
gaat genomineerd worden, daar gaan mensen afvallen in de<br />
race. Al in Genesis 4 krijgen we daarmee een heldere<br />
definitie van wat zonde is: dat je gezicht valt en de ander<br />
daarmee buiten beeld raakt. Het zien en oordelen over de<br />
ander zijn samengevallen. Er volgt geen gezonde ruzie meer<br />
– een van de mooiste vormen van contact! – om het<br />
gezicht weer naar elkaar op te heffen. Er is geen bereidheid<br />
meer om elkaar te zoeken. Daar sterft het zien en wordt de<br />
gewelddadige blik geboren. De werkelijke moord begint bij<br />
de dood van het zien.<br />
De ander en de aarde<br />
In de theologie van <strong>deze</strong> ekklesia is de Joodse filosoof<br />
Levinas niet meer weg te denken: het gezicht van de ander<br />
zou de maat van ons handelen moeten zijn. De blik van de<br />
ander begrenst ons en doet ook telkens een appèl op ons.<br />
Het verhaal van Genesis voegt echter nog iets toe: niet<br />
alleen de ander maar ook de aarde heeft een gezicht. Kain<br />
voelt zich verjaagd van het gezicht van de aarde. Na zijn<br />
daad van geweld is hij de zwakkere geworden en mag zich<br />
tocht verheugen in een genadeteken dat Adonaj schenkt.