02.05.2013 Views

I,d , , , 7 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

I,d , , , 7 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

I,d , , , 7 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

'attou()<br />

I<br />

, d , ,<br />

, 7, .,,,,, ,<br />

0.1E.Aeorizo tatr,evemaatikmi ay.


off:r)ix) fcbiat


ûô2J2thi^er^<br />

Oeve<strong>de</strong>igtm(le c hílaerto2t<br />

7^oCa1^^V0 -ei112J^<br />

acooalr :Li<br />

j ^ OefaalCteS^aat2<br />

-5^n we-ed.<br />

7 ecru &J1iP/5C12e ^zt^elc)fuE,<br />

eerc ^oo^ee^i 5eiz^isemf<br />

eezZxakefijkrecut¢e<br />

^oon ^zll ^^lÏ?J.{<br />

^Yz^p^ei^ r^é^^c^l^Cner^1Le C^ t inl 0200-1-a_


_Í`ebbff:;OD:1c66elvol6<br />

in i on 0'<br />

-e f^l^i^l(o ►^u^o^ ,,ierib&, raar<br />

ôlic ra^^tr^i^r^rr^^keev uoueen<br />

VofI&Iôrthtër<br />

?JC&!er1UWThiJr^se^a r^ ^<br />

OerJôaiii er dfieja ^r^<br />

gibQ.r^^t^uet^trbf^tf ^e ^éz1^r c^er1^^!^,<br />

CICQJG' l^d1111^^ ()ellaieefrt1ietiQaMtu<br />

utA ^r^Z ^esr6i^ppfa e^r^ vao<br />

iv ^Jo totesevx6oatdoweFoic^<br />

&400f1tVoJ&QJe1th&ijjppe


&eiiWoor oorôf<br />

s^


De negentien<strong>de</strong> eeuw, het wordt steeds dui<strong>de</strong>lijker, was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Dunsten,<br />

<strong>de</strong> architectuur uitgezon<strong>de</strong>rd, een groote tijd, waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne<br />

volksgroepen van Europa zich in <strong>de</strong> eigen taal uitspraken.<br />

In proza en poëzie, in symphonie en opera klonken <strong>de</strong> eigen accenten<br />

machtig en meesleepend. Frankrijk schrijft, Italië zingt, Holland<br />

schil<strong>de</strong>rt......<br />

Wat Holland schil<strong>de</strong>rt en wat het in <strong>de</strong> laatste vijf tig jaren uitsprak en<br />

nog uitspreekt, was héél <strong>de</strong> ziel van Ne<strong>de</strong>rland, die nooit dieper en<br />

rijker was.<br />

Tian <strong>de</strong> laatste vijf tig jaren, die liggen na ons litterair reveil van 1880,<br />

te verhalen, maakt een getuige zich op die als jongentje, nog bima aan <strong>de</strong><br />

hand van zijn va<strong>de</strong>r, in koortsachtige bewon<strong>de</strong>ring liep langs <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n<br />

van het maatschappelijk gebouw van Arti et Amicitiae te Amsterdam.<br />

Hij zag er <strong>de</strong> meesterstukken, die reeds nu <strong>de</strong>n tijd hun tol betaal<strong>de</strong>n,<br />

in prille schoonheid.<br />

Zijn va<strong>de</strong>r bracht hem te Lon<strong>de</strong>n in Alma Ta<strong>de</strong>ma's atelier, en zijn jong<br />

lidmaatschap bracht hem met Brenner aan <strong>de</strong> leestafel van Arti.<br />

Hij zag <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen nog nat van <strong>de</strong>n ezel, big <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l, vóór zij<br />

op <strong>de</strong> internationale tentoonstelling het e<strong>de</strong>lste Hollandsche vlagvertoon<br />

wer<strong>de</strong>n.<br />

Die werken zijn <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r zóó belend en <strong>de</strong> foto's er naar zijn zóó<br />

verspreid, dat er niet aan gedacht werd dit getuigenis er me<strong>de</strong> te verluchten.<br />

Krabbels, die <strong>de</strong> meesters karakteriseeren, mogen tusschen <strong>de</strong> tekst <strong>de</strong><br />

Herinnering aan lien verscherpen.<br />

De getuige schouw<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> Schil<strong>de</strong>rkunst, maar hid nam levendig<br />

<strong>de</strong>el aan haar leven. Hij is juist oud genoeg om irenisch te staan tegenover<br />

zijn confraters, en nog juist jong genoeg om in het rhythme van <strong>de</strong>n eigen<br />

hartslag het doorleef<strong>de</strong> neer te schrijven.


1 &LctorLrc& 1 ,4jàjj28 ^


DE ONTWIKKELING<br />

DER NEDERLANDSCHE SCHILDERKUNST VAN 1400-1850<br />

I<br />

DE VIJFTIENDE EEUW. — De eerste blanken, het karakter<br />

van <strong>de</strong> Bourgondisch-Ne<strong>de</strong>rlandsche Kunstbegaafdheid,<br />

Jan van Eyck.<br />

opals <strong>de</strong> Divina Commedia van Dante <strong>de</strong> samenvatting is van<br />

Iiéél het <strong>de</strong>nken en voelen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche sera, en<br />

tegelijkertijd een nieuwe wereld wordt ontsloten door <strong>de</strong>n schrijver van<br />

„La vita nuova", zoo staat hef Gentsche altaarstuk tusschen twee<br />

werel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> wending <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n.<br />

Het groote altaarstuk dat nu : „<strong>de</strong> Aanbidding van het Lam" maar<br />

vroeger het „johannesaltaar" genoemd werd, straal<strong>de</strong> eeuwen in <strong>de</strong><br />

zware pracht zijner verven in een kapel aan <strong>de</strong> St. Bavo te Gent.<br />

De Sixtina-zol<strong>de</strong>ring van Michel Angelo is geen grootschere samenvatting<br />

van het gevoelige <strong>de</strong>nken eener wereld, dan <strong>de</strong> 20 paneelen die<br />

samen vormen „<strong>de</strong> Aanbidding van het Lam", het veelluikig altaarstuk<br />

van Hubert en fan v an E y c k. Heel het mid<strong>de</strong>leeuwsche <strong>de</strong>nken<br />

en voelen wordt in het „herfsttij" <strong>de</strong>zer eeuwen nog eens saamgevat in<br />

het koele brein <strong>de</strong>zer Vlaamsche burgers, door het warme hart <strong>de</strong>ler<br />

kunstenaars en door hun geschool<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n gespreid op <strong>de</strong> tafels van<br />

dit altaarstuk. Wat 'n vreemd <strong>de</strong>nkbeeld, <strong>de</strong>ze meesters „primitieven"<br />

te noemen en ze zoo te blijven noemen !<br />

Zeker, alles wat <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw ons later zal brengen : <strong>de</strong>n opbloei<br />

van hei stilleven, <strong>de</strong> ontplooiing van het genrebeeld, <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

het portretstuk, is in het johannesaltaarstuk potentieel aanwezig. Als<br />

het landschap zich in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>voor</strong> ons ontrolt, of het<br />

stadsgezicht te pronk staat... zoekt gij <strong>de</strong>n oorsprong van elk Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

genre.... gij bomt op „<strong>de</strong> Aanbidding van het Lam" te Gent terug.<br />

Maar 't is tenslotte uiterst eenzijdig, <strong>de</strong> Van Eycken alléén te beschouwen<br />

in het licht <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw. Wijzen <strong>de</strong> overdadige mid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong><br />

13


overmatige <strong>de</strong>tailleeringen en <strong>de</strong> <strong>voor</strong> niets terugschrikken<strong>de</strong> virtuositeit<br />

van <strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>rs er niet op, dal zij klassiek rijn, zeper, maar toch ook op<br />

barokke wijze, naar het woord van Huizinga, in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst door<br />

zware gewa<strong>de</strong>n vol donker rood en goud en flonkeren<strong>de</strong> steenen vertolken<br />

„<strong>de</strong> pronken<strong>de</strong>grootsprakigheid van <strong>de</strong>n litterairen Bourgondischen hofstijl".<br />

Acht gij hun werk te statig evenwichtig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> omschrijving „barokke<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwers", noem ze dan : <strong>de</strong> klassieke schil<strong>de</strong>rs van het mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

Noor<strong>de</strong>n. Want veel moet er aan hun kunst zijn <strong>voor</strong>afgegaan,<br />

hoewel wij daarvan betrekeljk weinig over hebben.<br />

In het Museum te Antwerpen hangt een schil<strong>de</strong>rij van omstreeks 1363,<br />

'n Kalvarieberg, met het portret van <strong>de</strong>n knielen<strong>de</strong>n schenker, proostaarts<strong>de</strong>ken<br />

Hendrik van Rijn. Dit werd 50 jaar vóór <strong>de</strong> Ilan Eycken<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n geschil<strong>de</strong>rd. In <strong>de</strong> Kathedraal van Brugge valt een<br />

werk te bewon<strong>de</strong>ren, dat in 1400 wordt gesteld. In Yperen hangt het votiefschil<strong>de</strong>rij<br />

van Belle Jolanthe van een Vlaamschen meester omstreeks 1420.<br />

Er is in <strong>de</strong> kathedraal van Luik een Madonna met Heiligen. Maar al<br />

<strong>de</strong>ze werken hebben iets cosmopolitisch, en <strong>voor</strong>al veel Italiaansch.<br />

Het groote Ne<strong>de</strong>rlandsche werk vóór Van Eyck is het altaar van Jacques<br />

<strong>de</strong> Baerze in <strong>de</strong> Karthuizerkerk te Champmol bij Dijon, in 1398 door<br />

<strong>de</strong>n Bourgondischen hofschil<strong>de</strong>r Melchior Broe<strong>de</strong>rlam geschil<strong>de</strong>rd.<br />

In <strong>de</strong> groote altaarvleugels is <strong>voor</strong>al veel Italiaanschen invloed in <strong>de</strong><br />

architectuur ; <strong>de</strong> onmogelijke bergen, waarin alles speelt, mogen echt<br />

laat-gothisch zijn, maar er leeft iets uitgesproken genreachtigs in <strong>de</strong><br />

figuren, dat waarlijk van <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n is, en waar <strong>de</strong> invloed <strong>de</strong>r<br />

mysteriespelen zeker niet vreemd aan is.<br />

Dyon, <strong>de</strong> hofstad <strong>de</strong>r Bourgondiërs, is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche talenten het<br />

groote oord geweest. C la us S 1 u t e r en <strong>de</strong> zijnen zullen immers<br />

on<strong>de</strong>r Philippe le Hardi een eigen beeldhouwkunst tot ontwikkeling brengen,<br />

waardoor een Ne<strong>de</strong>rlandsche naam eigenlijk <strong>voor</strong> het eerst in <strong>de</strong> Europeesche<br />

kunsthistorie zijn plaats krijgt.<br />

Maar wij moeten niet alleen naar schil<strong>de</strong>rijen uitzien om <strong>de</strong> Vlaamsche<br />

kunst vóór Van Eyck te bestu<strong>de</strong>eren. Want het zijn eigenlijk alleen<br />

burgers die schil<strong>de</strong>rijen bestellen, <strong>de</strong> werkelijk rijke heerera doen opdrachten<br />

tot het weven van wandtapijten, te Arras, Doornik of Brussel.<br />

En dan zijn er <strong>de</strong> miniaturen. Tusschen 1410 en 1416 ontstaat het rijke<br />

getij<strong>de</strong>nboek —les Très Riches Heures — <strong>voor</strong> Jean, duc <strong>de</strong> Berry, te<br />

Chantilly bewaard, waaraan <strong>de</strong> drie gebroe<strong>de</strong>rs Paul, Johan en Herman<br />

van Limburg en ook Malouel of Maelwel arbei<strong>de</strong>n, terwijl in 1413 <strong>de</strong><br />

naam van Hubert van Eyck waarschijnlijk <strong>voor</strong> het eerst in een kroniek<br />

vermeld wordt, als Gentsche stadsrekeningen spreken van twee altaartafelen,<br />

14


Uit <strong>de</strong> kaart van Brugge van<br />

Mark Gheeraerts van 1562.<br />

3. <strong>de</strong> woning van Jan van Eyck.<br />

waar<strong>voor</strong> 5 schellingen betaald wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r Hubrecht.<br />

Maai in <strong>de</strong> boekverluchtingen, die vóór of in <strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>r Van Eycken<br />

geschil<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n, spreekt, naast een soort internationaal eclecticisme<br />

en <strong>de</strong> Italiaansche invloed, die via het pauselijk Avignon in <strong>de</strong> kunst<br />

van het Noor<strong>de</strong>n kwam, toch ook een nieuwe naturalistische stijl, <strong>voor</strong>al<br />

in <strong>de</strong> natuurgetrouwe afbeeldingen van <strong>de</strong> burchten van <strong>de</strong>n hertog. Ook<br />

het an<strong>de</strong>re beroem<strong>de</strong> boek <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n kunstzinnigen vorst gemaakt, <strong>de</strong><br />

„Très belles heures du duc <strong>de</strong> Berry" in <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> te Brussel, a<strong>de</strong>mt<br />

een geest, die verwant is aan dien van <strong>de</strong> van Eycken. 't Is overigens<br />

opmerkelijk, dat <strong>de</strong> werkers <strong>voor</strong> het huis Valois, waartoe ook <strong>de</strong><br />

Bourgondische hertogen behoor<strong>de</strong>n, meest Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs waren, dat neemt<br />

15


men tenminste aan van Broe<strong>de</strong>rlam, Claus Slater, Klaas <strong>de</strong> Werve, <strong>de</strong><br />

gebroe<strong>de</strong>rs van Limburg, Henri Hellechose, Jacques Coene, e. a.<br />

En terwijl wij ons in <strong>de</strong>n geest naar <strong>de</strong> St. Havo te Gent spoe<strong>de</strong>n, over<strong>de</strong>nken<br />

wij nog eens, wat we eigenlijk van <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Hubert en Jan<br />

van Eyck weten. Men laat, indien wij geloven dat Hubert geleefd<br />

heeft, wat in <strong>de</strong>n laatsten tijd door sommigen betwijfeld of ontkend<br />

wordt, dien oudste <strong>de</strong>r gebroe<strong>de</strong>rs omstreeks 1366 geboren wor<strong>de</strong>n, en<br />

men beroept zich op Van Man<strong>de</strong>r om fan 20 jaar jonger te verklaren,<br />

als gevolg van het beschouwen van hun z.g. portretten op het groote<br />

altaarstuk, 'n traditie die echter eerst an<strong>de</strong>rhalve eeuw na het ontstaan<br />

van het schil<strong>de</strong>rij opkomt, en nu weer is prijsgegeven.<br />

Op Hubert's grafschrift, dat in <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw nog aanwezig was, stond<br />

dat hij 18 September 1426 stierf.<br />

Algemeen wordt nu toch nog wel aangenomen dat <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs Limburgers<br />

waren, en uit hei stadje op <strong>de</strong>n linker Maaloever Maaseyck stam<strong>de</strong>n.<br />

Hier<strong>voor</strong> pleit immers ook, dat Jan's dochter zich daar in een klooster<br />

terugtrok.<br />

Van <strong>de</strong>n jongeren broe<strong>de</strong>r weten wij gelukkig wat meer, b.v. dat hij van<br />

24 October 1422 tot 6 Januari 1425 in dienst was van fan zon<strong>de</strong>r Gena<strong>de</strong><br />

van Beieren-Holland en dat hij diens paleis te 's-Gravenhalte moet ge<strong>de</strong>coreerd<br />

hebben. Als fan van Beieren 25 Januari 1425 sterft, dan weten<br />

wij ook dat op 19 Mei 1425 fan van Eyck „paintre et varlet <strong>de</strong> chambre",<br />

schil<strong>de</strong>r en hamerheer van Philips <strong>de</strong>n Goe<strong>de</strong>n van Bourgondie is, tegen een<br />

jaargeld van 100 pon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beschikking over een knecht en twee paar<strong>de</strong>n.<br />

Hoogelijk wordt hij aan het hof gewaar<strong>de</strong>erd; Hertog Philips, dien men<br />

beter <strong>de</strong>n Prachtlieven<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong>n Goe<strong>de</strong>n zou kunnen noemen, is peter<br />

van fan's zoon, en als bij een bezuiniging <strong>de</strong> hofhouding wordt ingekrompen,<br />

wordt er nadrukkelijk vermeld dat ,Jan hieron<strong>de</strong>r niet begrepen<br />

is. Wij <strong>de</strong>nken aan Rubens, als wij lezen van <strong>de</strong> vele reizen die Jan<br />

tusschen 1426 en 1436 <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n hertog maakte, o.a. naar Portugal om<br />

prinses Isabella, dochter van Juan I, te portretteeren „bien au vif",<br />

maar hij had ook blijkbaar, net als later Peter Paul, 'n diplomatieke<br />

missie, want hij wordt betaald <strong>voor</strong> het portret en an<strong>de</strong>re diensten :<br />

„certains services secrets".<br />

Maar zooals Rubens zich tenslotte neerzet te Antwerpen, zoo zal zich<br />

Jan tenslotte te Brugge vestigen, waar hij een soort kunstintendant van<br />

Philips <strong>de</strong>n Goe<strong>de</strong>n schijnt te zijn geweest, en waar hij <strong>de</strong>n laatsten Juni<br />

1441 sterft.<br />

Maar Gent is toch meer dan Brugge <strong>de</strong> stad <strong>de</strong>r Van Eycken gewor<strong>de</strong>n<br />

16


door het uit twintig schil<strong>de</strong>ringen samengestel<strong>de</strong> won<strong>de</strong>rwerk, het altaar in<br />

<strong>de</strong> kapel van <strong>de</strong> Sint Baaf dat er eeuwen compleet te zien was, beroemd<br />

als het sinds zijn ontstaan al da<strong>de</strong>lijk was gewor<strong>de</strong>n. Een eeuw nadat he<br />

geschil<strong>de</strong>rd werd, kwam Albrecht Durer het bestu<strong>de</strong>eren op zijn Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

reis, die het complement moest zijn van zijn Italiaanschen<br />

studietocht: Italië en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, die twee streken waar een schil<strong>de</strong>rkunst<br />

ontstond, zoo geheel verschillend —maar elkan<strong>de</strong>r waardig.<br />

Wij zien reeds, als het vleugelaltaar gesloten is, dat wij staan <strong>voor</strong> hef<br />

belangrijkste werk in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw, in het Noor<strong>de</strong>n gemaakt. De<br />

bei<strong>de</strong> Johannesfiguren „en camaieu" geschil<strong>de</strong>rd, als sculpturen in nissen,<br />

getuigen er van dat Vlaan<strong>de</strong>ren in dien tijd een groote vermaardheid had<br />

in het beeldsnij<strong>de</strong>n van rijke altaarretabels, die dan geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren<br />

had<strong>de</strong>n, om, gesloten geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> week, hei schitterend vergul<strong>de</strong> en gepolychromeer<strong>de</strong><br />

werk aan het oog <strong>de</strong>r geloovigen te onttrekken. De twee<br />

levensgroote knielen<strong>de</strong> schenkers, Jodocus Vijdt en Isabella Borluut,<br />

zijn er in al hun plastische bracht, om direct van het opstrevend Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

realisme een machtige getuigenis te geven in het portret, waarin<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r zal uitmunten.<br />

Op <strong>de</strong> bovenluiken wor<strong>de</strong>n Maria en <strong>de</strong> engel Gabriël geschil<strong>de</strong>rd als <strong>de</strong><br />

aankondiging van het verlossingswerk, dat het eigenlijke on<strong>de</strong>rwerp van<br />

het geheel zal zijn. Een echt Vlaamsch vertrek vormt <strong>de</strong>n achtergrond<br />

<strong>de</strong>zer figuren; door <strong>de</strong>n sterk oploopen<strong>de</strong>n grond en <strong>de</strong>n barokken<br />

plooienval wor<strong>de</strong>n wij weer aan <strong>de</strong> gesne<strong>de</strong>n altaren herinnerd.<br />

Maar het han<strong>de</strong>nwasch-fonteintje is reeds een prachtig staal van het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche indringen<strong>de</strong> schouwen, ook van <strong>de</strong> doo<strong>de</strong> dingen : een<br />

prachtig stilleven, die koperen schotel, aquamanile en linnen handdoel.<br />

Zien wij op het aansluiten<strong>de</strong> paneeltje uit het raam, dan blikken wij in<br />

een blank stadsgezicht, zooals het nog heel veel later niet onbevangener<br />

geschil<strong>de</strong>rd zal wor<strong>de</strong>n. Als op een mid<strong>de</strong>leeuwsch tooneel zitten<br />

profeten en sybillen op zol<strong>de</strong>r, en blikken, omgeven van hunne messiasuitspraken,<br />

van boven neer op <strong>de</strong>n aanvang van het verlossingswerk.<br />

Gaaf het altaarstuk open, dan grijpt ons het eerst <strong>de</strong> magie van <strong>de</strong><br />

f leur, dat diep emailgeflonker, dat <strong>de</strong> olieverf hier <strong>voor</strong> het eerst, maar<br />

volmaakt, geeft.<br />

En dan schiet het ons te binnen, dat in onze lagere schooljaren geleerd werd,<br />

dat Willem Beukelszoon het haringkapen en <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Van Eyck het<br />

olieverfschil<strong>de</strong>ren hebben uitgevon<strong>de</strong>n. Waar bestond die uitvinding nu<br />

eigenlijk in ?<br />

't Gaat er mee als met het boekdrukken : er zijn immers boeken, z.g.<br />

blokboeken gedrukt, vóór <strong>de</strong> uitvinding <strong>de</strong>r boekdrukkunst. Nootolie<br />

17


als vernis was reeds lang belend, olie als bindmid<strong>de</strong>l van verf werd <strong>voor</strong><br />

het polychromeeren van steenen beel<strong>de</strong>n wel gebruikt. Maar <strong>de</strong> van Eyc ken<br />

hebben, mogelijk zelfs on<strong>de</strong>r het schil<strong>de</strong>ren van dit altaarstuk, <strong>de</strong> vinding<br />

gedaan om door olie gebon<strong>de</strong>n verven aan te wen<strong>de</strong>n, in plaats van het toen<br />

gebruikelijke tempera. Want <strong>de</strong> „pre<strong>de</strong>lla" (<strong>de</strong> eerste zeer smalle opzet<br />

van <strong>de</strong> altaarretabel on<strong>de</strong>r het eigenlijke veelluik) schijnt nog met tempera,<br />

d. i. eiwitverf geschil<strong>de</strong>rd te zijn, omdat het bij 'n latere restauratie uitgewischt<br />

werd, terwijl het ver<strong>de</strong>re tegen die schoonmaak met water bestand<br />

bleep. Nu gaf <strong>de</strong> olie aan <strong>de</strong> verf glans en diepte, die noch het fresco<br />

(schil<strong>de</strong>ren met waterverf in natte kalk), noch het tempera (ei als bindmid<strong>de</strong>l)<br />

Ken<strong>de</strong>n, en 't zijn die zatte, volle, zware pleuren, waarin <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r<br />

noor<strong>de</strong>lijke gewesten van het leven in <strong>de</strong>ze streken en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze luchten<br />

verhaald hebben.<br />

Maar toch is er een an<strong>de</strong>re eigenschap, het zeer langzaam drogen <strong>de</strong>r verf,<br />

van veel grootere beteekenis geweest. Het Zui<strong>de</strong>n had in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />

technieken, die een snelle <strong>voor</strong>tvaren<strong>de</strong> uitvoering vroegen, volkomen bevrediging<br />

gevon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> het neerschrijven — breed en synthetisch —<br />

van hetgeen het zui<strong>de</strong>lijk intellect te zeggen had. Maar van 't noor<strong>de</strong>lijk<br />

materialisme moest door <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van Vlaan<strong>de</strong>ren op gansch an<strong>de</strong>re<br />

wijze verhaald wor<strong>de</strong>n. Analyseerend als zij waren, behoef<strong>de</strong>n zij vóór<br />

alles tijd, om het indringen<strong>de</strong> en omstandige verhaal te doen van<br />

's werelds schonnen schijn. Niet in lijnen „hachure", maar in een langzaam<br />

op te bouwen mo<strong>de</strong>lé vertel<strong>de</strong>n zij van vormen en kleuren, die zij, door<br />

herhaald terugkomen, uit <strong>de</strong> verf haal<strong>de</strong>n. De vinding van een procedé dat<br />

langzaam droog<strong>de</strong> en daardoor lang werken mogelijk maakte, was een<br />

„conditio sine qua non" <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontplooiing van het beel<strong>de</strong>nd vermogen<br />

<strong>de</strong>r noor<strong>de</strong>lijke schil<strong>de</strong>rs.<br />

En zoo bon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> van Eycken hemel en aar<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ren.... zóó dat <strong>de</strong><br />

hemel nog reëeler leep dan <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. Want hoe oneindig plastisch en werkelijk<br />

zitten daar <strong>de</strong> figuren van God, Maria en <strong>de</strong>n Dooper, levensgroot ten<br />

troon ; rood, blauw en groen zijn <strong>de</strong> kleurnoten die, aangezet door het goud,<br />

wezenlijk pralend zijn. De Maagd met haar lelie- en sterrenkroon, in<br />

aandacht verzonken in haar getijboek, Johannes met <strong>de</strong>n wijnen<strong>de</strong>n vinger,<br />

die hn gelijk schijnt te geven, die tegen <strong>de</strong> traditie in, in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nfiguur<br />

<strong>de</strong>n Christus willen zien. Want, waar op het bree<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rpaneel het Lam<br />

op het altaar <strong>de</strong>n verlossen<strong>de</strong>n Zoon <strong>voor</strong>stelt, <strong>de</strong> Durf die over het landschap<br />

gul<strong>de</strong>n stralen schiet <strong>de</strong>n H. Geest verbeeldt, daar zou <strong>de</strong> tronen<strong>de</strong><br />

figuur met <strong>de</strong> tiara op het hoofd, <strong>de</strong> kristallijnen scepter in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

rijke e<strong>de</strong>lsteenbezette Kroon aan <strong>de</strong> voeten, <strong>de</strong> majesteitelijke Va<strong>de</strong>r zijn<br />

in <strong>de</strong>n hemel. Daar is alles wel hédi reëel, <strong>de</strong> musiceeren<strong>de</strong> en zingen<strong>de</strong><br />

18


engelen zon<strong>de</strong>r vleugels, <strong>de</strong> zware waarachtigheid van stoffen en instrumenten,<br />

kleinoodiën en meubels. Maar op <strong>de</strong> aardsche verdieping van<br />

<strong>de</strong> polyptiek is eigenlijk meer toover, meer luister, want een postbaar<br />

glanzend licht maakt er <strong>de</strong> dingen eer hemelsch.<br />

In een schitterend landschap, in <strong>de</strong>n klaarsten dag dien men zich <strong>de</strong>nken<br />

kan, staan <strong>de</strong> torens van Vlaan<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n met exotisch<br />

geboomte uit tegen <strong>de</strong>n horizont, en van alle windstreken lomen zij, <strong>de</strong><br />

belij<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> maag<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> heremieten en Kluizenaars met <strong>de</strong> christenstrij<strong>de</strong>rs<br />

te paard, zich voegen bij aartsva<strong>de</strong>rs en profeten van het ou<strong>de</strong>,<br />

en heiligen van hef nieuwe verbond, om zich te groepeeren om <strong>de</strong>n Christus<br />

„het verlossen<strong>de</strong> Lam" dat zijn bloed in <strong>de</strong> kelp plengt, om „<strong>de</strong>n springbron<br />

<strong>de</strong>s Levens. "<br />

't Is direct treffend dat die vijf on<strong>de</strong>rste tafereelen het meest bij elkan<strong>de</strong>r<br />

hopren, en waar nu algemeen <strong>de</strong> gestalten van <strong>de</strong>n tropen<strong>de</strong>n God, van<br />

Maria en Johannes aan Hubert wor<strong>de</strong>n toegeschreven, daar is men geneigd<br />

het onvolprezen landschap met <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong> vegetatie (die fan in Portugal<br />

han hebben waargenomen) aan <strong>de</strong>n jongeren broe<strong>de</strong>r te geven. De kwestie<br />

welk aan<strong>de</strong>el ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r broe<strong>de</strong>rs in het werk gehad hebben, zal wel nooit<br />

wor<strong>de</strong>n uitgemaakt.<br />

Maar niet tot het oplossen van kunsthistorische <strong>de</strong>tailvragen noodt „<strong>de</strong><br />

Aanbidding van het Lam" te Gent ons uit, maar tot stille en ernstige<br />

beschouwing van het altaarstuk, en ook tot eerbiedige bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

meesters die in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n zóó vroeg aóó'n werk schiepen. Want wat<br />

'n on<strong>de</strong>rneming dit groote altaar, <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>rs die zich meer in <strong>de</strong> miniatuur<br />

dan in <strong>de</strong> groote schil<strong>de</strong>rkunst had<strong>de</strong>n geoefend. Wat 'n opgave,<br />

die figuren van Adam en Eva, die evenals aan geen <strong>de</strong>r groote cathedralen,<br />

evenmin aan dit verlossingsstuf mochten ontbreken.<br />

In hetzelf<strong>de</strong> jaar waarin <strong>de</strong> groote Masaccio in <strong>de</strong> /kapel van <strong>de</strong> Carmine<br />

te Florence, o.a. door <strong>de</strong> figuren van het eerste menschenpaar, <strong>de</strong> Italiaansche<br />

schil<strong>de</strong>rkunst nieuwe wegen wees, wordt hier in Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> het eerst<br />

een levensgrooten Adam naar <strong>de</strong> natuur (wij zijn geneigd te zeggen : in<br />

<strong>de</strong>n spiegel) geschil<strong>de</strong>rd, zeker niet in <strong>de</strong>n bree<strong>de</strong>n stijl en met het dramatiseeren<strong>de</strong><br />

synthetische vermogen van <strong>de</strong>n Italiaan, maar dan toch met een<br />

plastische Dracht van directe en langzame, maar indringen<strong>de</strong> waarneming,<br />

die potentieel heel <strong>de</strong> rijke Ne<strong>de</strong>rlandsche toekomst in zich draagt.<br />

Die toekomst zal <strong>de</strong> jongere van Eyck geheel ontsluiten in <strong>de</strong> fiere reeks<br />

zijner prachtige portretten.<br />

Er is van hem als vroegste belangrijke werk <strong>de</strong> z.g. „Vierge au Donateur"<br />

in het Louvre, waarvan <strong>voor</strong>al het portret van <strong>de</strong>n Knielen<strong>de</strong>n schenker<br />

19


of besteller van hefwerf , zoo aangrijpend levend is. 'i Is <strong>de</strong> befaam<strong>de</strong> Rollin,<br />

<strong>de</strong> kanselier van <strong>de</strong> schatkist van Bourgondië, eigenlijk <strong>de</strong> Benige groote<br />

Sinjeur die schil<strong>de</strong>rijen bestelt. De a<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> groote heerera, had<strong>de</strong>n hun<br />

<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> geweven tapijten, en lieten <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r kostbare schil<strong>de</strong>ringen<br />

over aan <strong>de</strong> burgers en <strong>de</strong> geestelijkheid.<br />

Rollin bestel<strong>de</strong> ook aan Rogier van <strong>de</strong>r Weg<strong>de</strong>n 't rijke altaarstuk met het<br />

Jongste Gericht in het hospitaal van Beaune, in Bourgondie, bij Dijon.<br />

Maar op het beroem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij in het Louvre is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> achtergrond<br />

in <strong>de</strong> laatste jaren door ons Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs goed bezien, omdat geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> wereldoorlog een attaché van het Louvre Museum ont<strong>de</strong>kte, dat <strong>de</strong><br />

afgebeel<strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> rivier met <strong>de</strong> brug, Maastricht en <strong>de</strong> Maas, vrij<br />

behan<strong>de</strong>ld, te zien geven.<br />

Willen wij <strong>de</strong> ontplooiing van Jan's talent volgen, dan gaan wij, alweer<br />

in gedachten, van Parijs naar Brugge, in het Museum waar <strong>de</strong> Madonna<br />

met Kanunnik Joris van <strong>de</strong> Paele en het beroem<strong>de</strong> portretje van <strong>de</strong> vrouw<br />

van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r hangen. „Hoc opus fecit fieri magister Georgics <strong>de</strong> Pala<br />

huius ecclesiae canonicus, per Johannem <strong>de</strong> Eyck pictorem." staat voluit<br />

op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> lijst van het in plechtstatig zwaar colonel geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> altaarstuk<br />

met <strong>de</strong> echte van Eycksche ou<strong>de</strong> mannetjesfiguur van het Christusk<br />

indje op <strong>de</strong>n schoot van <strong>de</strong> in een warm-roo<strong>de</strong>ra mantel gehul<strong>de</strong> Maria.<br />

De rijke dalmatier van St. Donates en het glimmend harnas van<br />

St. Joris gaan wij <strong>voor</strong>bij, <strong>voor</strong> dien prachtigen loop van <strong>de</strong>n schenker, hef<br />

onvolprezen portret! Dat gaven nu <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n als antwoord op het<br />

hooge lied van Italië, dit ge<strong>de</strong>gen proza, dit scherp waarnemen van het<br />

kleinste kleine, dit luisteren naar <strong>de</strong>n zachtsten zucht, met 'n oor dat 't<br />

gras hora hoorera groeien. Alleen <strong>de</strong> beeldhouwers van hef Quattrocento in<br />

Toscane, en die van Frankrijk in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw, hebben portretten gemaakt<br />

die geest en vorm van het mo<strong>de</strong>l tot uitdrukking brengen op een wijze,<br />

die echter die van Van Eyck niet <strong>voor</strong>bij streeft. Voor „van <strong>de</strong> Paele"<br />

of <strong>voor</strong> het vrouwenportret waarop staat : „Mijn leeftijd is 33 jaar, mijn<br />

man heeft mij voltooid <strong>de</strong>n le<strong>de</strong>n tent 1439", is geen terugblik in <strong>de</strong>n tijd<br />

noodig, want <strong>de</strong>ze mannelijke krachtige kunst leven wij me<strong>de</strong>, als waren<br />

<strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>ringen on<strong>de</strong>r onze Dogen ontstaan.<br />

Ilan Brugge gaan wij een oogenblik naar Antwerpen en zoeken in hef<br />

Museum in het z.g. van Ertbornzaaltje, naar Jan van Eyck. Van hem<br />

hangen hier twee van zijn kleinste, laatste en schoonste werkjes, n.l. <strong>de</strong><br />

H. Barbarateekening met het in wij<strong>de</strong>n plooienval zitten<strong>de</strong> heiligenfiguurtje<br />

en <strong>de</strong> naturalistische behan<strong>de</strong>ling van Barbara's iconografische teeken,<br />

<strong>de</strong> toren, en „Onze Lieve Vrouw met het fonteintje" uit 1439. Bei<strong>de</strong>n<br />

zitten nog in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> lijstjes; op dat van Barbara staat met het jaartal<br />

20


1437 : „lo Hes De Eyck me fecit," terwijl op het gemarmer<strong>de</strong> lijstje van<br />

het Maria-schil<strong>de</strong>rijtje o. a. Jan's spreuk : „Als ick han" gelezen wordt.<br />

Is het mogelijk in <strong>de</strong> kunst van het Noor<strong>de</strong>n zich iets schooners te <strong>de</strong>nken<br />

dan <strong>de</strong> achtergrond van St. Barbara, <strong>de</strong> schoone <strong>de</strong>tailleeringen van <strong>de</strong><br />

anclufecfuur van <strong>de</strong>n toren, ' f meesterlijk geteeken<strong>de</strong> lieuveiglooien<strong>de</strong> landschap<br />

en die karaktervolle bedrijvigheid in en om <strong>de</strong> „bouwhut", waar<br />

reeds al <strong>de</strong> levendigheid en <strong>de</strong> zin <strong>voor</strong> geestige natuurobservatie van een<br />

Pieter Breughel potentieel aanwezig zijn? En wat 'n kleuren heeft <strong>de</strong><br />

Maria met haar Kindje op <strong>de</strong>n arm en <strong>de</strong> springbron <strong>de</strong>s levens vóór haar 1<br />

Op het rijke brocaat dat, door engeltjes vastgehou<strong>de</strong>n, haar luisterlijf<br />

tot achtergrond dient, culmineert <strong>de</strong> Kleurpracht. Ddt is hef Vlaamsche<br />

coloriet, dot zijn <strong>de</strong> zware, gedragen, diepfonkelen<strong>de</strong> Fleuren, die geen<br />

an<strong>de</strong>r volk zóó rijp, zóó vol en verzadigd op het palet bijeenbracht 1<br />

En toch ligt in <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>rschoone werkjes niet het ware genie van Jan<br />

van Eyck. Hij is niet <strong>de</strong> lieflijke verhaler <strong>de</strong>r christelijke heilsgedachten,<br />

en <strong>de</strong> legendarische vertolker <strong>de</strong>r katholieke mythologie, die b.v. Hans<br />

Memling was. Voor het echt religieuze schil<strong>de</strong>rij mist lui <strong>de</strong> pathetische<br />

kracht van Rogier v. d. Wey<strong>de</strong>n. Hij is ook niet „zielig" als Dirk Bouts<br />

kan zijn, of dramatisch als van <strong>de</strong>r Goes.<br />

Jan van Eyck is afgemeten en „distant", zijn kunst is te veel een hofkunst<br />

om <strong>de</strong> menigte te bunnen aanspreken, hij is <strong>de</strong> groote rustige geniale realist.<br />

Daarom gaat niets boven zijn portretten; <strong>de</strong>nken wij slechts aan „Jan <strong>de</strong><br />

Leeuw <strong>de</strong>n goudsmid", en aan <strong>de</strong>n „Man met <strong>de</strong> anjelier" te Berlijn.<br />

Is hier reeds <strong>de</strong> stofuitdrukking die <strong>de</strong> meesters van dè 17<strong>de</strong> eeuw niet<br />

<strong>voor</strong>bij zullen streven, er is <strong>voor</strong>al weer die gespannen aandacht en die<br />

weergalooze macht van psychologische doordringing. Er is ook hier een<br />

eerbied <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waarheid en een strengen ernst, er is een hoog i<strong>de</strong>aal in dit<br />

volstrekte realisme. Er is die nuchterheid, die heel iets an<strong>de</strong>rs is dan het<br />

laag-bij-<strong>de</strong>-grondsche.<br />

Bezien wij een foto van <strong>de</strong> man met <strong>de</strong> anjelier, dan begrijpen wij wel<br />

dat er zijn, die in <strong>de</strong>n grijpen<strong>de</strong>n blip van dit portret het eigenaardige<br />

van het zelfportret meenen te zien.<br />

Zóó kijkt in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van zijn eigen portret. Mogelijk wordt<br />

het vermoe<strong>de</strong>n dat „<strong>de</strong> man met <strong>de</strong> anjer" Jan van Eyck zelf is, wel eens<br />

tot zekerheid.<br />

En nu lezers, gaan wij tenslotte naar Lon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dubbelbeeltenis<br />

van „Amolfini en zijn Vrouw", waar Jan van Eyck's eerbiedige<br />

aandacht <strong>voor</strong> het leven zich tot een soort ritueelen luister heeft ontplooid.<br />

,Nooit heeft die eerbiedige aandacht zich zoozeer verinnerlijkt als in dit<br />

21


prachtige werk in <strong>de</strong> National Gallery. „Als roerlooze beel<strong>de</strong>n staan zij<br />

naast elkan<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> echtgenooten, in <strong>de</strong> blanke en kalme intimiteit van het<br />

statig vertrek. Zooals <strong>de</strong>ze man met zijn gesluierd diplomatisch gelaat,<br />

en dit zoo onbedui<strong>de</strong>nd schijnen<strong>de</strong> zwangere vrouwtje, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n in een<br />

even plechtig als sober gebaar op elkan<strong>de</strong>r leggen, zooals Amolfini's opgeheven<br />

rechterhand stilte oproept, zooals <strong>de</strong> vertrouwdheid <strong>de</strong>r lamer<br />

— met 't hondje en <strong>de</strong> achteloos weggeschopte slofjes op <strong>de</strong>n vloer, en 't<br />

blozend appeltje in 't vensterkozijn —hem ontvangt, werd dit streng<br />

gestijl<strong>de</strong> kunstwerk een onvergankelijk poëem van het sacrale huwelijk.<br />

Van Eyck is nooit religieuser geweest".<br />

Zoo beschrijft Just Havelaar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij.<br />

Maar het werk is ook an<strong>de</strong>rs te bezien : <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong>n geweldigen realist<br />

staat hier onvolprezen, maar is hier ook niet een fijne ironist te beluisteren ?<br />

Er waart om <strong>de</strong> figuren <strong>de</strong> subtielste atmosfeer, maar er waart ook een<br />

geest van satire en lichte spot, en zoowel het een als het an<strong>de</strong>r hebben in<br />

<strong>de</strong> lunst <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n nog een groote toekomst. Met dit schil<strong>de</strong>rij<br />

maakt Jan van Eyck een begin aan die rij van moraliseeren<strong>de</strong> en ironische<br />

genrestukken, die over <strong>de</strong> werken van Breughel en Brouwer naar die van<br />

Jan Steen gaan.<br />

En zoo behoort <strong>de</strong> geniale realist Jan van Eyck tot <strong>de</strong> groote meesters uit<br />

alle tij<strong>de</strong>n, door wat hij als echte Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r gemaakt heeft, maar niet<br />

min<strong>de</strong>r groot is Jan v. Eyck, door wat er na hem gemaakt is. Want heel<br />

vroeg in onze Dunst heeft van Eyck het karakter ervan bepaald. Ernstigen<br />

eenvoudig, sterk uitgesproken realist is hij langs <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

stof tot <strong>de</strong>n geest gena<strong>de</strong>rd. Hij plaatst het analytische zien, tegenover<br />

het synthetische schouwen van het Zui<strong>de</strong>n.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r blijft na Jan van Eyck <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> trouwhartige portret<br />

schil<strong>de</strong>r, en niet alleen van <strong>de</strong> menschen, maar van <strong>de</strong> geheele natuur.<br />

6,._<br />

22


II.<br />

DE VIJFTIENDE EEUW. — Vlaamsche kunstenaars<br />

in het Noor<strong>de</strong>n geboren, het begin van een<br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>rschool.<br />

eeds <strong>de</strong> titel van dit boek verbiedt <strong>de</strong> Vlaarnsche Schil<strong>de</strong>rschool<br />

te vervolgen en na het Gentsche Altaar het prachtige veelluik<br />

in het hospice te Beaune (Bourgondie) van <strong>de</strong>n pathetischen Rogier van<br />

<strong>de</strong>r Weg<strong>de</strong>n te schouwen, of <strong>de</strong>n schepper van <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> Rollin geschapen<br />

„Laatste Oor<strong>de</strong>elretabel" ver<strong>de</strong>r te karaIiterizeeren.<br />

Wel moeten wij lier aanwijzen wie on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> meesters in Vlaan<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong><br />

vijf tien<strong>de</strong> eeuw uit Noord-Ne<strong>de</strong>rland Kwamen, en dan moet vastgesteld<br />

dat in <strong>de</strong> opvolging : Van Eyck, Rogier, Bouts en van <strong>de</strong>r Goes, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />

laatsten in ie<strong>de</strong>r geval geen Vlamingen van geboorte waren.<br />

Laten wij Petrus Christus, die in <strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong>n Bosch,<br />

te Baarle geboren werd, doch te Brugge, waar hij in 1444 <strong>de</strong>n meestertitel<br />

kreeg, werkte, als al te directe leerling in <strong>de</strong> schaduw staan van Jan van<br />

Eyck, dan gaan wij, on<strong>de</strong>r zijn twintig schoolsche werpen, zijn in 1449<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> lapel van het gil<strong>de</strong> <strong>de</strong>r goudsme<strong>de</strong>n te Antwerpen vervaardig<strong>de</strong><br />

St. Eligius toch niet <strong>voor</strong>bij. Het is immers <strong>voor</strong>al een genreschil<strong>de</strong>rij :<br />

het interieur van een goudsmidswinkel, en als door dit werk overdui<strong>de</strong>lijk<br />

blijft dat in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw <strong>de</strong> eigenlijke ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring, d.i.,<br />

die van het dageljksche leven, <strong>de</strong> kunst is binnengedrongen, dan is het<br />

moeilijk het van zich af te zetten dat <strong>de</strong> Hollandsche me<strong>de</strong>werking daartoe<br />

heeft bijgedragen.<br />

Oneindig aantrekkelijker dan Petrus Christus is <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r, die van<br />

Man<strong>de</strong>c als „uitghenomen Boet meester" Dierick van Haarlem noemt.<br />

Deze D i r c h Bouts werd te Leuven, waar hij in 1475 zal sterven,<br />

<strong>de</strong> schepper van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> werk in <strong>de</strong> trits <strong>de</strong>r groote altaarstukken, met het<br />

tusschen 1464 en'68 geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Sacramentsaltaar in <strong>de</strong> Sint Pieterskerk,<br />

23


waarin het Paaschmaal van Jezus en zijn leerlingen, het hoofdmotief, dmotief door:<br />

„Elias dooreen engel gespij zigd" ; het „Paaschfeest <strong>de</strong>rjo<strong>de</strong>n" ; <strong>de</strong> „Mannaregen";<br />

en „Abraham en Meichise<strong>de</strong>c" op <strong>de</strong> zijluiken wordt aangevuld.<br />

Is het verantwoord in Bouts' langgerekte, hoekige figuren <strong>de</strong> Hollandsche<br />

schuchterheid en nuchterheid reeds aan te dui<strong>de</strong>n ? Zon<strong>de</strong>r Vlaamsche<br />

zwier, buiten elke uitbundigheid, leven Bouts' menschen stil-<strong>voor</strong>-zich-heen,<br />

en <strong>de</strong> observatie van <strong>de</strong> vormen in rust is gelukkiger dan die van <strong>de</strong> figuren<br />

in beweging, terwijl zijn portretten in dubbelen zin, een vaak „zielige"<br />

uitdrukking hebben.<br />

Kalm en waardig staat Bouts' oeuvre, waarin dat van zijn zoons D i rc k<br />

(<strong>de</strong> meester <strong>de</strong>i Tibertijnsche Sibylle ?) en A e 1 b e r t wel wordt opgenomen,<br />

tegenover <strong>de</strong> heftige bewogenheid van <strong>de</strong>n uit Zeeland afkomstigen<br />

Hugo, die met het z.g. Portinarialtaar <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> monumentaal sacrale<br />

schil<strong>de</strong>ring van groote beteekenis schiep.<br />

Er vaart door Hugo van <strong>de</strong>r Goes' werk <strong>de</strong> macht van een<br />

grootsch gebaren<strong>de</strong> persoonlijkheid, en tragisch is het die persoonlijkheid<br />

te zien on<strong>de</strong>rgaan. Na <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n vertegenwoordiger <strong>de</strong>r Medici,<br />

( directeur van <strong>de</strong>n bij-bank zou<strong>de</strong>n wij nu zeggen) te Brugge, Tommaso<br />

Portinari, een werk te hebben geschapen dat aanvankelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kerk van<br />

St. Egidio te Florence was bestemd, en dat nu in het Uffizimuseum <strong>de</strong> macht<br />

van het Noor<strong>de</strong>n tegenover het Zui<strong>de</strong>n vaststelt, wor<strong>de</strong>n wij <strong>voor</strong> het<br />

„Sterfbed van Maria" te Brugge, herinnerd aan <strong>de</strong> retraite van <strong>de</strong>n zielszieken<br />

man in 1475 in het Augustijnerklooster „rouge clSitre" btu Brussel,<br />

(door Ruysbroeck eertijds bewoond). In dit Klooster, waar on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grooten<br />

<strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> die <strong>de</strong>n beroem<strong>de</strong>n man kwamen bezoeken, Keizer Maximiliaan<br />

genoemd wordt, bracht een zware melancholie hem in 1482 <strong>de</strong>n dood.<br />

Weet men dit eenmaal, dan waar<strong>de</strong>ert men in het Brugsche werk zeker<br />

<strong>de</strong> losse en levendige compositie, maar men onttrekt zich niet meer aan<br />

<strong>de</strong> benauwen<strong>de</strong> gedachte, in <strong>de</strong>ze Apostelen rond het sterfbed van Maria,<br />

een verzameling uiterst karaktervol gebaren<strong>de</strong> geesteszieken te zien.<br />

De starre ooggin, <strong>de</strong> afwezige blikken, maar <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> handbewegingen<br />

beel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n waanzin van <strong>de</strong>n grooten meester zelf.<br />

Maar hoe grootsch en met een vóór hem in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse/ze schil<strong>de</strong>rkunst<br />

ongekend ruimtegevoel, schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> „geboorte van Christus" <strong>voor</strong><br />

Florence, en <strong>de</strong> „aanbidding <strong>de</strong>r Koningen" <strong>voor</strong> het Spaansche klooster<br />

Monforte in Spanje (nu te Berlijn) I<br />

De aantrekkelijkheid die van <strong>de</strong> levensgroote rustieke figuren <strong>de</strong>r her<strong>de</strong>rs<br />

uitgaat, moge <strong>de</strong> aandacht niet aflei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> schoone portretten <strong>de</strong>r<br />

knielen<strong>de</strong> Italiaansche schenkers, in een prachtig landschap dat reeds<br />

eigen leven en stemming heeft.<br />

24


Dat landschap heeft zich nog meer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond geplaatst in <strong>de</strong><br />

werken van een <strong>de</strong>r laatsten van <strong>de</strong> Brugscha school G e r a rd David,<br />

te Ou<strong>de</strong>water tusschen 1450 en '60 geboren. 't Is het landschap dat ons<br />

<strong>voor</strong>al aangrijpt op het mid<strong>de</strong>ntafereel van een „Doop van Christus",<br />

door David geschil<strong>de</strong>rd <strong>voor</strong> Jean <strong>de</strong>s Trompes en Elisabeth van <strong>de</strong>r<br />

Meersch, die, vergezeld van hun patronen, op <strong>de</strong> vleugels staan van het<br />

altaarstuk, dat herinneringen aan Memling oproept.<br />

Zijn onbestre<strong>de</strong>n meesterstuk „<strong>de</strong> Maagd met het Kin<strong>de</strong>ke, door engelen<br />

omgeven", dat hij in 1509 aan <strong>de</strong> Carmelieten te Brugge schonk, bevindt<br />

zich in het museum te Rouen.<br />

In het lieflijke <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetter van Memling, in het weel<strong>de</strong>rige van zijn latere<br />

werk echt Vlaamsch, tracht men niet zon<strong>de</strong>r succes in zijn vroege werk<br />

een Hollandsche geaardheid aan te wijzen, een geaardheid die hem door<br />

zijn geboorteplaats reeds bindt aan A l b e r t v an Ouwa ter en<br />

Geertgen tot St. fans. Van <strong>de</strong> eerste weten wij slechts dat hij te<br />

Haarlem werkte, en dat lui volgens van Mandar <strong>de</strong> leermeester was<br />

van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>.<br />

De meester van <strong>de</strong>n prachtig weemoedigen, contemplatiever Johannes<br />

<strong>de</strong>n Doopar in het Museum te Berlijn, heette Geertgen, en daar lui btu <strong>de</strong><br />

Johanniters in Haarlem woon<strong>de</strong>, werd hij belend als G e e r t g e n tot<br />

S t. J a n s. De broe<strong>de</strong>rs van St. Jan zullen <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r wel verpleegd<br />

hebben, want, daar hij op 28-jarigen leeftijd stierf (geboren omstreeks 1467)<br />

is <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling gewettigd dat een kwaal hem ten grave sleepte.<br />

Zijn grootste schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong> familie van Maria" in het Rijksmuseum,<br />

wekt door het fraaie kerkinterieur waarin <strong>de</strong> personages geplaatst zijn,<br />

herinneringen aan het eenige werk dat met eenige zekerheid aan Albert van<br />

Ouwater wordt toegeschreven : <strong>de</strong> opwekking van Lazarus, in het Keizer<br />

Friedrich Museum te Berlijn, 'n on<strong>de</strong>rwerp dat Geertgen ook behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

op een schil<strong>de</strong>rij dat in het Louvre te Parijs hangt.<br />

Zoowel in <strong>de</strong> beschroomdheid van een blijkbaar vroeg werkje, <strong>de</strong> kleine<br />

„geboorte" te Amsterdam, als in <strong>de</strong> breedheid van zijn Waanscha luiben,<br />

waart een fijne echt Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche schuchterheid, die alles even<br />

natuurlijk, alles even eenvoudig houdt. Tegenover <strong>de</strong> Vlamingen is alles<br />

nuchter, maar echt.<br />

Beel<strong>de</strong>nstorm of oorlogsgeweld verwoesten het door van Man<strong>de</strong>c beschreven<br />

„Hoogaltaar <strong>de</strong>r Johanniters", slechts hef aan weerszij<strong>de</strong>n beschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

linkerzijluik bleef gespaard. Een „beweening van Christus" en <strong>de</strong> „lot<br />

gevallen van het gebeente van Johannes <strong>de</strong>n Doopar" getuigen er van hoe<br />

Geertgen figuren in een landschap wist te plaatsen, en hoe het atmospherische<br />

reeds binnen zijn bereik lag. In het laatstgenoem<strong>de</strong> werk Dunnen <strong>de</strong> tot<br />

25


een groep vereenig<strong>de</strong> Johanniters, als <strong>de</strong> vroegste aanduiding van het later<br />

zoo machtig uitgegroei<strong>de</strong> groepsportret gel<strong>de</strong>n.<br />

Want bij al zijn schuchterheid is onze Geertgen een „koene baanbreker".<br />

Hij streeft aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r vijf tien<strong>de</strong> eeuw naar vernieuwing, naar <strong>de</strong><br />

zaken an<strong>de</strong>rs te maken dan hip ze door an<strong>de</strong>ren (misschien Bouts) Uóór<br />

hem had zien doen, en van het gieten van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stof in nieuwe vorm.<br />

Op <strong>de</strong> vroege Amsterdamsche „Christus' geboorte" zien wij het kindje<br />

heel klein op <strong>de</strong>n grond, <strong>de</strong> Maria, in <strong>de</strong> strakke en eenvoudige plooien<br />

van een brokaten gewaad, en een nog jeugdigen Jozef, die ook een broe<strong>de</strong>r<br />

„tot St. Jans" zou bunnen zijn. Tusschen Maria en Jozef in, een drietal<br />

eveneens knielen<strong>de</strong> engeltjes; aan hun vlerken vermoe<strong>de</strong>n wij dat zij <strong>de</strong>n<br />

hemel bewonen, aan hun „recht en slecht" karakter weten wij dat het<br />

Haarlemsche hin<strong>de</strong>rtjes zijn, die „zóó in hun nachtponnetjes" uit hun bedjes<br />

zijn gekropen.<br />

In <strong>de</strong> fond heeft in een fijn landschapje op het veld, te mid<strong>de</strong>n van schaapjes<br />

en lammeren <strong>de</strong> verkondiging plaats, mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n zomer, in het volle<br />

daglicht.<br />

Dit was in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> gewoonte. Hoogstens werd Jozef, of <strong>de</strong><br />

her<strong>de</strong>rs, een bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kaars in han<strong>de</strong>n gegeven als aanduiding dat hef<br />

nacht was. Wij zeggen : als aanduiding, want zien dat het nacht was,<br />

hieraan was geen sprake. Maar 't han geen verwon<strong>de</strong>ring baren dat een<br />

Hollan<strong>de</strong>r, gekeerd naar het naturalisme als hij steeds is, spoedig ertoe<br />

Kwam het probleem van nachtelijk duisteren won<strong>de</strong>r schitterlicht uit <strong>de</strong><br />

kribbe, aan te vatten. Hoe noodig<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rwerp tot gedurfd experiment !<br />

In <strong>de</strong> National Gallery bevindt zich, uit <strong>de</strong> vroegere Berlijnsche verzameling<br />

Kaufmann, een „Christus' geboorte", een ware heilige nacht, want het<br />

werd door Geertgen als een echt nachtstuk behan<strong>de</strong>ld.<br />

Zeper, er is, vergeleken bij <strong>de</strong> latere resultaten, iets onbeholpens in <strong>de</strong> wijze<br />

waarop het probleem van licht en duister werd opgelost. Maar <strong>de</strong> helle<br />

stralen uit <strong>de</strong> kribbe strijken met fijn gevoel over het gelaat van <strong>de</strong> knielen<strong>de</strong><br />

Maria, en over <strong>de</strong> beminnelijke hemelingetjes in aanbidding, aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kribbe opgesteld, terwijl Jozef, <strong>de</strong> os en <strong>de</strong> ezel, half verscholen<br />

blijven in het duister. De schil<strong>de</strong>r streeft naar het vertolken van<br />

een „Kerstnacht schooner dan <strong>de</strong> dagen" en hij toont zich reeds een echt-<br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>r, die luister aan zijn werk gaf door zich in oneindige<br />

beschei<strong>de</strong>nheid te stellen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n toover <strong>de</strong>r optische verschijnselen.<br />

Groot respect past ons <strong>voor</strong> Geertgen's durf en energie, want ook in <strong>de</strong><br />

fond van het schil<strong>de</strong>rijtje straalt een lichten<strong>de</strong> engel, die <strong>de</strong>n her<strong>de</strong>rs van<br />

goe<strong>de</strong>n wille <strong>de</strong> geboorte van <strong>de</strong>n Vre<strong>de</strong>vorst aankondigt. Geertgen tot<br />

St. Jans bracht in zijn nachtstuk <strong>de</strong> aankondiging van een Hollandsche<br />

26


kunst die, een kleine twee eeuwenlater, in Rembrandt, het probleem<br />

van licht en duister <strong>voor</strong> altijd zou heffen tot het hoogste hoogtij.<br />

De jonge Geertgen het hoofd van een school, <strong>de</strong> Haarlemsche ? 't Is misschien<br />

wat veel gezegd. Maar in het werk van, niet bij namen belen<strong>de</strong>,<br />

Kunstenaars uit fief ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw, valt misschien zijn invloed<br />

aan te wijzen. Bij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van „d e S t. Lucia mar t e 1 i n ge n"<br />

in het Rijksmuseum, en bij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r dien wij naar „<strong>de</strong> zeven werken<br />

van barmhartigheid" (1504), uit Alkmaar in het Rijksmuseum gekomen,<br />

<strong>de</strong> meester v an A 1 k maa r noemen, zijn inwerkingen van<br />

Geertgen's stijl te bespeuren.<br />

Dit is zeker ook het geval bij een kunstenaar die men geneigd is in Delft<br />

of Gouda, dus betrekkelijk ver van Haarlem, te laten werken : d e<br />

meester van <strong>de</strong> „Virgo inter virgines".<br />

In een stillen hof zit Maria en het Jezuskind met Cecilia en Ursula, met<br />

Barbara en Katherina. In een dor gamma, vlak en hoogst onelegant geschil<strong>de</strong>rd,<br />

Ilan <strong>de</strong>ze „Maagd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maag<strong>de</strong>n" in het Rijksmuseum<br />

moeilijk als een werk van rang gel<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> „verkondiging" in Boymans<br />

is weinig aantrekkelijk.<br />

Een achttien-tal werken in het buitenland wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n zelf<strong>de</strong>n kunstenaar<br />

toegeschreven.<br />

Er moge re<strong>de</strong>n zijn op te merken dat <strong>de</strong> provinciale schil<strong>de</strong>r van<br />

<strong>de</strong>ze werken in <strong>de</strong>n laatsten tijd wat overschat wordt, uit <strong>de</strong> „Christus<br />

aan het Kruis" te Florence en meer nog uit <strong>de</strong> reproductie naar<br />

een „grafdroging van Christus" te Liverpool, lomen ons zulke aantrekkelijke<br />

onhandighe<strong>de</strong>n en zooveel opmerkelijke on-schoonheid tegen,<br />

dat wij <strong>de</strong>n meester Virgo inter virgines als typisch Hollandsch „links"<br />

en misschien als even typisch Hollandsch „op <strong>de</strong>n man af", zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen waar<strong>de</strong>eren.<br />

De bree<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len van Rogier zijn hem onthou<strong>de</strong>n, het ruimtegevoel van<br />

van <strong>de</strong>r Goes is hem volmaakt onbekend, maar in zijn provinciale beslotenheid<br />

en onbeholpenheid, lukt hef hem in <strong>de</strong> werken met bewogen<br />

on<strong>de</strong>rwerpen toch iets door te laten van <strong>de</strong> Hollandsche eigengereidheid<br />

en. . . . diepte.<br />

Moge in <strong>de</strong> diepte van een dramatisch gevoel iets zijn uitgedrukt van <strong>de</strong><br />

tragische gebeurtenissen, waaraan <strong>de</strong> menschheid bij heteindigen <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

door <strong>de</strong> na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verscheurdheid van het Christendom lij<strong>de</strong>n<br />

zou, een geestesgesteldheid die in een me<strong>de</strong>leven met het lij<strong>de</strong>n van Christus<br />

zich uit, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van Holland leven blijkbaar in-zich-zelf en reflekteeren<br />

ondui<strong>de</strong>lijk het tijdsbeeld.<br />

27


De angsten en dwang<strong>voor</strong>stellingen van een eindigen<strong>de</strong> wereld, die liet<br />

menschelijh brein doorspookten van hen, die toen waarlijk leef<strong>de</strong>n,<br />

wer<strong>de</strong>n tot in het superlatieve weerspiegeld in het werk van een universeel<br />

genie, dat niet overschat kan wor<strong>de</strong>n : meester f h e r o e n v an<br />

's-Hertogenbosch.<br />

6,2,<br />

28


III.<br />

DE VIJFTIENDE EEUW. — De Mid<strong>de</strong>leeuwsche zekerheid wankelt,<br />

<strong>de</strong> verstoring van het mediaevale evenwicht in <strong>de</strong> verfijning<br />

van het eeuwein<strong>de</strong> vertolkt door Iheronimus Bosch.<br />

oor hen die <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van Brabant kennen, is 's-Hertogenbosch<br />

een wel zeer historische plek, omdat <strong>de</strong>ze stad, in een<br />

belangrijk tijdvak van het leven onzer natie, gelegen heeft in <strong>de</strong> vuurlinie.<br />

Vanuit het Zui<strong>de</strong>n gesticht, als een <strong>voor</strong>uitgeschoven bastion, werd <strong>de</strong>ze<br />

plaats een belangrijk punt in het „glacis" van <strong>de</strong> vesting Holland.<br />

Tusschen <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> situaties in, len<strong>de</strong> 's-Hertogenbosch al <strong>de</strong> rampen<br />

van het „no-mans-land", aanval en ver<strong>de</strong>diging, uitval en overgave ;<br />

bestookt tusschen Noord en Zuid, is het een ar<strong>de</strong>nt mid<strong>de</strong>lpunt van een<br />

strijd die niet enkel met <strong>de</strong> wapenen gevoerd werd.<br />

En met wat fantasie rijzen uit <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n stofwolk <strong>de</strong>r historie figuren op<br />

als die van <strong>de</strong>n stadstichten<strong>de</strong>n Hertog, van <strong>de</strong>n Roomschen Keizer en<br />

zijn Vliesrid<strong>de</strong>rs. Wij herkennen'n Grobbendonck en'n Fre<strong>de</strong>rik Hendrik,<br />

wij hoorera <strong>de</strong> stappen van Duitsche huurlingen en van Fransche regimenten<br />

in dienst van <strong>de</strong> Staten; het gerucht van feestelijke intochten overstemd<br />

het geklaag <strong>de</strong>i wijken<strong>de</strong>n .... Op <strong>de</strong> steenera van <strong>de</strong> markt weerklinkt<br />

het paar<strong>de</strong>ngetrappel van het militaire escorte van <strong>de</strong>n pleinen grootera<br />

Napoleon, die ook te 's-Hertogenbosch „herstel<strong>de</strong>".<br />

Te 's-Hertogenbosch, Brabantsch hoofdstad, werd politiek bedreven, hier<br />

waren groote burgers, hier werd felle strijd, in een door godsdienst en<br />

ethiek verscheurd volk, gestre<strong>de</strong>n.<br />

Als nu <strong>de</strong> Faam, die zooals men zegt, waakt over alle Glories, boven<br />

's-Hertogenbosch <strong>de</strong> behoefte gevoel<strong>de</strong> haar gou<strong>de</strong>n, maar vermoei<strong>de</strong><br />

vleugelen te sluiten, dan streek zij steeds neer op <strong>de</strong> tinnen van het grootsche<br />

monument, dat <strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>leeuwers als blijven<strong>de</strong> gedachtenis aan een<br />

groot tijdperk in <strong>de</strong>ze stad hebben opgericht : <strong>de</strong> Cathedraal.<br />

29


Maar sinds een tiental jaren zal <strong>de</strong> Faam in haar glijvlucht over <strong>de</strong>n<br />

Bosch aarzelen.<br />

Sands 1930 zal zij een palm Dunnen hechten aan het beeld van een laten<br />

mid<strong>de</strong>leeuwer, een lauwer hunnen neerleggen bij een man, die heel het ein<strong>de</strong><br />

eener eeuw, heel het tumult van een eindigen<strong>de</strong> wereld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> menschen<br />

van alle tij<strong>de</strong>n heeft vastgelegd : <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r 1 h e ron i m us Bosch,<br />

van Wien men aanneemt dat hij omstreeks 1450 geboren werd, en die volgens<br />

het le<strong>de</strong>nboef <strong>de</strong>r Onze Lieve Vrouwe Broe<strong>de</strong>rschap in 1516 gestorven is.<br />

Waarom dit beeld?<br />

Richt men niet beel<strong>de</strong>n op <strong>voor</strong> <strong>de</strong> doo<strong>de</strong>n?<br />

Maar <strong>de</strong>ze meester Iheronimus leeft en zal blijven leven —want zijn<br />

werken zijn er, en met zijn werken wordt hij steeds weer herboren in hef<br />

begrijpen<strong>de</strong> brein en in het minnen<strong>de</strong> hart van <strong>de</strong>n beschouwer dier werken,<br />

tot zoolang als <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong> stof zijner schil<strong>de</strong>rijen en teelleningen zal sparen.<br />

De groote schil<strong>de</strong>r van het verloren hoogaltaar <strong>de</strong>r St. Janskerk schijnt<br />

een vermogend burger van 's-Hertogenbosch te zijn geweest. Niet alleen<br />

lid, maar ook proost <strong>de</strong>r Illustre Lieve Vrouwe Broe<strong>de</strong>rschap werd hij<br />

gemaakt, en on<strong>de</strong>r zijn opdrachtgevers waren grootera <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> als<br />

'n Philips <strong>de</strong> Schoones maar als een waar kunstenaar zal hij <strong>de</strong> stilte<br />

van zijn werkplaats verkozen hebben boven het gerucht <strong>de</strong>zer wereld.<br />

Maar hij moet wel fel van binnen hebben geleefd, <strong>de</strong>ze man die geboren<br />

was in <strong>de</strong>n tijd van het verval van <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwschen geest. Van<br />

dien tijd schreef terecht Prof. Gerard Brom „dat ze in veel opzichten<br />

afgeleefd, verou<strong>de</strong>rd en verrot" was.<br />

Iheronimus heeft met weifeling en onrust in het pari met die late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

afgerekend.<br />

Maar met het brein vol spookgestalten is zijn hand die van een meester,<br />

en met die sterke, nooit beven<strong>de</strong> hand werd hij <strong>de</strong> onwraakbare getuige<br />

van een perio<strong>de</strong>.<br />

Elbe tijd is waard geleefd te wor<strong>de</strong>n, maar tij<strong>de</strong>n met wen<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wegen<br />

zijn dubbel waard geleefd te wor<strong>de</strong>n. Niet in <strong>de</strong> lange rechte <strong>de</strong>elera van<br />

<strong>de</strong> baan geven <strong>de</strong> toeschouwers van <strong>de</strong>n wedloop hun volle aandacht,<br />

maar hoe rekken zich <strong>de</strong> halzen, als <strong>de</strong> bochten wor<strong>de</strong>n genomen 1<br />

Wij bunnen nu nog in <strong>de</strong> werken van Iheronimus, wiens va<strong>de</strong>r van Alen<br />

kwam, maar die in <strong>de</strong>n Bosch woon<strong>de</strong>, zien hoe fraai <strong>de</strong> bocht naar<br />

<strong>de</strong> vrije baan van het humanisme genomen werd, door <strong>de</strong>n barokken<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwer.<br />

Zeper, <strong>de</strong> imponeeren<strong>de</strong> rustige onaandoenlijke zekerheid van <strong>de</strong> van<br />

Eycken is hem verre. Het pathetische bree<strong>de</strong> volkswoord van een Rogier<br />

30


van <strong>de</strong>r Weg<strong>de</strong>n bomt hem niet over <strong>de</strong> dunne lippen. In <strong>de</strong> harmonieuze<br />

sprookjeswereld <strong>de</strong>r chnsfelyke heilsgedach!en ecu[ een Mcmlinck leef!<br />

hij niet. Maar met ontstellen<strong>de</strong> openhartigheid legt hij zijn gepijnig<strong>de</strong><br />

Iantasieën, zijn doorspookte zinnen <strong>voor</strong> ons open.<br />

Uit een prent, „het Laatste Oor<strong>de</strong>el", van Duhameel naar een teekening van Iheronimus Bosch.<br />

Zijn toegeknepen schil<strong>de</strong>rsblik „boort door <strong>de</strong>n sluier <strong>de</strong>r alledaagsche<br />

verschijnselen heen" en die blip „ontmoet er <strong>de</strong> Dogen van <strong>de</strong>n chaos".<br />

(Novalis).<br />

Is nu zijn verbeelding toomeloos, ongebrei<strong>de</strong>ld, zijn hand teelent strak in<br />

opperste wijsheid, terwijl door <strong>de</strong> fileuren van zijn palet iets heen brandt<br />

van <strong>de</strong>n gloed van het smeulend hout van <strong>de</strong>n brandstapel.<br />

Zijn oeuvre is ongehoord verschei<strong>de</strong>n. Wij raken er eerlijk gezegd niet meer<br />

wijs uit. lets wat <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagsche kunsthistorie gerust han berennen,<br />

omdat reeds direct na zijn dood door zijn allereerste biografen verklaard<br />

werd dat imitatoren en epigonen, copiïsten en vervalschers hans gezien<br />

31


had<strong>de</strong>n elk misverstand te stichten, en elke vergissing mogelijk te maken.<br />

't Zijn Herry met <strong>de</strong> Bles, Jan Mandijn, Peter Hugs en zelfs Patinir,<br />

om van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren niet te spreken, wier werken wij niet gemakkelijk meer<br />

uit het Iheronimus Bosch complex weghalen.<br />

Maar als wij zijn oeuvre terugbrengen tot <strong>de</strong> 11 schil<strong>de</strong>rijen waaraan elke<br />

twijfel uitgesloten is, dan vin<strong>de</strong>n wij nog van alles in zijn werk. Dan alen<br />

wij naast <strong>de</strong> religieuze karakterschil<strong>de</strong>ringen, <strong>de</strong> „duivelrijen" en „drolleries",<br />

naast <strong>de</strong> „Aanbidding <strong>de</strong>r koningen" in het Prado te Madrid en<br />

„<strong>de</strong> kruisdragen<strong>de</strong> Christus" te Gent, <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> „hooiwagen" en<br />

<strong>de</strong> „aardsche geneugten" uit het Escoriaal, en „<strong>de</strong> bekoring van<br />

St. Antonius" te Lissabon.<br />

Maar er is ook „<strong>de</strong> Verloren Zoon" uit <strong>de</strong> collectie Frigdor te Weenen,<br />

een meesterwerk dat <strong>de</strong> Rotterdammers nu met trots het hunne Dunnen<br />

noemen, waarin hij zich <strong>de</strong> wegberei<strong>de</strong>r toont van hei bree<strong>de</strong> naturalisme,<br />

waarin wij reeds hopren aanklinken het verlossen<strong>de</strong> accoord van'n Breughel.<br />

Zeker, naast zijn Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche tijdgenooten als <strong>de</strong> „nuchtere"<br />

Geertgen van St. Jans, en <strong>de</strong> „dorre" Meester Virgo inter Virgines,<br />

ligt <strong>de</strong> gecompliceer<strong>de</strong> Iheronimus vóór ons op het vlammenrooster <strong>de</strong>r<br />

zelfkwelling, om daarna ons het a<strong>de</strong>mbeklemmen<strong>de</strong> schouwspel te geven<br />

van <strong>de</strong>n koorddanser tusschen twee afgron<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> waanzin en <strong>de</strong> re<strong>de</strong>.<br />

't Eeuwige verontrust hem niet min<strong>de</strong>r, dan dat <strong>de</strong> materie hem drupt.<br />

Met ijlen<strong>de</strong> fantasie vertolkt hij een wereld, waarvan men zou kunnen zeggen<br />

dat ze hopeloos „in <strong>de</strong> knoop" was. In sommige zijner werken liggen,<br />

als 't ware, zijn ontrafel<strong>de</strong> zenuwen bloot.<br />

Maar uit elke Koorts redt hij zich door zijn humor, zijn blaren schil<strong>de</strong>rsblik<br />

en zijn onverbeterlijke schil<strong>de</strong>rtechniek.<br />

Denken wij slechts aan „'t Narreschip" of aan „<strong>de</strong>n kwakzalver" te<br />

St. Germain-en-Laye, dan voelen wij, <strong>voor</strong>al in liet laatste werk, reeds<br />

iets van <strong>de</strong> ontspanning, die <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw bij haar aanvang eerst zal<br />

brengen. In argelooze observatie van 't dagelijksch leven, gaat fan Steen<br />

niet ver<strong>de</strong>r dan Bosch in „<strong>de</strong> vraatzucht", <strong>de</strong>tail van het tafelblad <strong>de</strong>r<br />

hoofdzon<strong>de</strong>n in het Escoriaal, (erevijl het schoone émail van Iheronimus'<br />

verven, door die van <strong>de</strong>n Tateren klassieken Leyenaar maar zel<strong>de</strong>n werd<br />

geëvenaard.<br />

Een van Iheronimus' werken waarin dit <strong>voor</strong>treffelijk is waar te nemen,<br />

is het „Narreschip" uit hef Louvre, dat in <strong>de</strong> jaren 1927,1928 en 1929 in<br />

het Rijksmuseum te Amsterdam heeft gehangen.<br />

In het Rijksmuseum hing, en laat ons hoppen hangt weer sp oedig, een fragment,<br />

in waarheid een zeer Klein fragment, van een zijluik eener triptiek<br />

van <strong>de</strong>n z.g. „Maitre d'Aix". En het gelukte in 1927 Dr. Schmidt Degener,<br />

32


<strong>de</strong>n directeur van het Louvre bij zijn bezoek aan hit Rijksmuseum, in<br />

verband met <strong>de</strong> prachtige tentoonstelling van Fransche lunst die in 1926<br />

werd ingericht, bijzon<strong>de</strong>r warm te maken <strong>voor</strong> genoemd fragment, en er<br />

kwam <strong>voor</strong> 3 jaren een ruil tot stand tusschen ons fragment en het „Narreschip"<br />

van Bosch. 't Louvre Ikon <strong>de</strong>ze Bosch wel tij<strong>de</strong>lijk missen, want te<br />

Parijs waren drie werken van Iheronimus, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ontwerpteekening<br />

van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij die eertijds meer benend stond als „die blauwe Schuyte".<br />

Die naam komt <strong>voor</strong> op een prent van P. van <strong>de</strong>r Hey<strong>de</strong>n uit 1559, bij<br />

Cock te Antwerpen uitgegeven.<br />

De „blauwe Schuit" was een spotgil<strong>de</strong> van groepen van onmaatschappelij ken,<br />

die o.a. op Vastenavond spelen opvoer<strong>de</strong>n. Zij wor<strong>de</strong>n in Breda, <strong>de</strong>n Bosch<br />

en Bergen-op-Zoom vermeld.<br />

Het „Narreschip" behoort tot <strong>de</strong> „duvelrijen", tot <strong>de</strong> boertige genrebeel<strong>de</strong>n,<br />

tot <strong>de</strong> „drSleries". Maar het staat heel dicht bij <strong>de</strong> natuur. Er behoort<br />

niet veel fantasie <strong>voor</strong> om te zien waar Iheronimus Bosch het motief <strong>voor</strong><br />

zijn Narreschip vandaan haal<strong>de</strong>. Met Benige verbeeldingskracht immers<br />

zien wij het Narreschip, van wielen <strong>voor</strong>zien en door paar<strong>de</strong>n getrokken.<br />

Wij zien dan het schip niet op het water, maar boven <strong>de</strong> menschenzee uitkomen<br />

als praalwagen in <strong>de</strong>n Carnavalsoptocht te 's-Hertogenbosch.<br />

Dddr moet Iheronimus het motief <strong>voor</strong> zijn scheepsleen met zotten hebben<br />

opgedaan, ddt is wel zeker. Maar onmogelijk is het niet, ja, 't is zelfs<br />

waarschijnlijk dat hij zelf <strong>de</strong>n praalwagen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n satirieken stoet had<br />

ontworpen.<br />

In ie<strong>de</strong>r geval moet die wagen groot succes gehad hebben. Wij zien hem al<br />

boren <strong>de</strong> menigte uitwaggelen. De zot met zijn staf, <strong>de</strong> marotte, in <strong>de</strong> hand,<br />

zit op <strong>de</strong>n bok en ment <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n. Groene takken hebben ze aan <strong>de</strong>n<br />

mast gebon<strong>de</strong>n, een heele boom boven in <strong>de</strong>n mast van het scheepje bevestigd.<br />

't Is een hei<strong>de</strong>nsche wimpel, die het Narreschip voert, want wat is hei<strong>de</strong>nscher<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Mid<strong>de</strong>leeuwer, dan <strong>de</strong> halve maan, daar hoog in het schip.<br />

'n Achttal mannen en twee vrouwen zitten in het scheepje. Ze hebben meer<br />

drinken dan eten aan boord. Want behalve het bordje met radijzen, daar<br />

zullen zij het geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> vasten mee moeten doen, hangt er alleen een<br />

koer aan 'n touwtje. Ze mogen er niet aankomen, maar wel naar happen.<br />

Maar als één 't lekkers bijna te pakken heeft, dan slaat er een an<strong>de</strong>r tegen<br />

het touwtje .... en weg is <strong>de</strong> koek 1<br />

Drinken genoeg aan boord, ea is er op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>plecht al ziek van, <strong>de</strong> nar<br />

op z'n bok neemt nog een slokje, aan <strong>de</strong> achtersteven is 'n slimmerik bezig<br />

<strong>de</strong> koekhappers te verschalken, maar 'n vrouw heeft hem in <strong>de</strong> gaten ... .<br />

't lijkt 'n hardhandige tante 1 Zoo is alles bezig in hef schip van <strong>de</strong>n nar,<br />

en nu tracht <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> man hiervan te profiteeren. •Want in <strong>de</strong>n mast hangt<br />

3<br />

33


<strong>de</strong> napoen, 'n vette, met kastanjes gevuld, gereed om gebra<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n.<br />

En dat „panblaar" gevogelte hangt aan <strong>de</strong>n praalwagen hoog in <strong>de</strong>n mast,<br />

't vischje aan <strong>de</strong> boegspriet, dát wordt <strong>voor</strong>loopig het maal. Maar een is<br />

er die ze vechten laat om <strong>de</strong> koek, om stiekum <strong>de</strong> kip af te snij<strong>de</strong>n.<br />

Is het niet heel waarschijnlijk dat zoon praalwagen als 'n echt feestnummer<br />

in <strong>de</strong>n Carnavalsoptocht heeft meegere<strong>de</strong>n ?<br />

Maar <strong>de</strong> Pater dan ?<br />

Dat zou je nu niet moeten probeeren I<br />

't Zou onzinnig en smakeloos en .... verbo<strong>de</strong>n zijn.<br />

Maar we zijn in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw, en het met spot geeselen van een<br />

uitgemergel<strong>de</strong>n smulpaap was toén zeker niet onzinnig.<br />

Wij weten langzamerhand wel allemaal dat in die dagen een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r<br />

geestelijkheid 't er niet naar gemaakt laad, zich er niet naar gedroeg,<br />

om van spot verschoond te blijven.<br />

Trouwens in dien tijd non men van alle zij<strong>de</strong>n tegen een stootje, en zeker<br />

tegen een grap, en met Carnaval was veel geoorloofd en weinig verbo<strong>de</strong>n.<br />

Wij twijfelen er geen oogenblik aan of Iheronimus Bosch heeft het Narre..<br />

schip gezien, niet in zijn .verbeelding, maar met zijn eigen Dogen.<br />

Want om zóó schoon een verbeelding te schil<strong>de</strong>ren, moet men ze gezien<br />

hebben. Bosch heeft het grijs van <strong>de</strong> pij, 't gebroken wit en 't zwart<br />

van <strong>de</strong> leap, 't heele gamma van het paars en het rood van <strong>de</strong> kleedij gezien.<br />

Hij heeft <strong>de</strong> verhitte tronies van <strong>de</strong> pretmakers goed opgenomen. Maar<br />

hij zag ook hei hout van <strong>de</strong> plank, <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> radijzen met <strong>de</strong> afgeknipte<br />

staartjes op hei witgar<strong>de</strong>n bord, en <strong>de</strong> tinnen kroes.<br />

Dit en veel meer had hij gezien, toen al die werkelijkhe<strong>de</strong>n op vleugelen<br />

<strong>de</strong>r verbeelding wer<strong>de</strong>n gedragen tot een zoo schoon herinneringsbeeld, dat<br />

<strong>de</strong> beschouwer nu, na zooveel eeuwen, dat dagenlang niet meer Kwijtraakt.<br />

Hij nam het scheepje mee op <strong>de</strong> zwarte wateren <strong>de</strong>r vergetelheid. Op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond is het als een poel, op <strong>de</strong>n achtergrond lost het zich op als een<br />

meer ineen won<strong>de</strong>rlijk blauwgroene klaarte, waar <strong>de</strong> roze wimpel sprookjesschoon<br />

in wappert.<br />

Vreem<strong>de</strong> figuren nomen als duivelsverlokking uit het inktzwarte water<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond. Zij zijn angstig-echt van bewegingen type, maar <strong>voor</strong>al<br />

van fleur, die uitgeklee<strong>de</strong> Kerels met hun rood-verweer<strong>de</strong> gezichten. Eén<br />

heft er zwemmend, angstig <strong>de</strong>n loop boven water hou<strong>de</strong>nd, een coupe;<br />

't moet Kostbaar zijn 't vocht in dat tooverglas, want <strong>de</strong> zwemmer is<br />

doodsbenauwd er een druppel van te morsen.<br />

Werkelijkheid en sproke, natuur en verbeelding.<br />

Toen Bosch <strong>de</strong>n nar schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in zijn grijszij<strong>de</strong>n pall, zag hij in het<br />

gebrom<strong>de</strong> Kereltje een insect, <strong>de</strong> linten aan zijn rokje wor<strong>de</strong>n als voelhorens,<br />

34


<strong>de</strong> plooien in het buis als het schild-harnas van een gedierte, <strong>de</strong> kromming<br />

van <strong>de</strong>n rug als van een wesp.<br />

Toen hij in pleuren van brons en olijven <strong>de</strong>n boom schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n mast,<br />

zag hij er een gil op z'n nest big, en toen hip het hoen penseel<strong>de</strong> dacht lno<br />

aan thijm en peterselie, en <strong>de</strong> boschbessen die er bij gegeten moeten wor<strong>de</strong>n,<br />

en zij kwamen op het paneeltje.<br />

Maar met welke onzegbare pracht is dat alles geschil<strong>de</strong>rd ? 'i Felste<br />

karakter in <strong>de</strong> figuren is in uiterste verfijning van kleur en toon, en met<br />

groote Dracht in <strong>de</strong> penseelvoering uitgedrukt. Geen photo geeft van <strong>de</strong><br />

coloristische beteekenis van het werk ook maar een flauw beeld, misschien<br />

is echter op eene reproductie wel te zien hoe <strong>de</strong> kleine Doppen breed en groot<br />

gemo<strong>de</strong>lleerd zijn. Op neus, julibeen en <strong>voor</strong>hoofd, zitten van die typische<br />

„emp&temenfen" die <strong>de</strong> kenner <strong>voor</strong>al als het kenmerk van Bosch' techniek<br />

zou herbennen.<br />

Wij geldoven dat <strong>de</strong> naam „Iheronimus van Aken, gezegd Bosch." niet<br />

éen oeuvre <strong>de</strong>bt, en dat er zeer veelBosch'en zijn, die met meesterlheronimus<br />

niets te maken hebben.<br />

't Narreschip is niet alleen Ize'él zeker van <strong>de</strong>n grooten vijf tien<strong>de</strong>-eeuwschen<br />

realist, maar 't is een zeer sterk staal van zijn werk.<br />

Het is <strong>de</strong> Bossche praalwagen uit <strong>de</strong>n Carnavals-optocht, die hem hier bij <strong>de</strong><br />

werkelijkheid hield. Hier is hij <strong>de</strong> scherpe waarnemer, <strong>de</strong> schepper van het<br />

genrebeeld, dat over Breughel in Browner <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

Hollandsche „petits-maPtres" bereikt.<br />

Bijna twee eeuwen vóór fan Steen werd dus in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n op moraliseeren<strong>de</strong><br />

wijze, maar héél scherp, naar <strong>de</strong> natuur gezien, was <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r<br />

een weergaloos teekenaar van beweeglijke figuren, en was zijn netvlies<br />

verfijnd tot het opnemen van kleur en schakeering, en gevoelig <strong>voor</strong> harmonieën<br />

van <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lste, maar ook van <strong>de</strong> Drachtigste soort.<br />

Want het is niet in afgezwakte en vergrauw<strong>de</strong> nuance, maar in waarachtige<br />

kleur, dat Bosch <strong>de</strong> wereld ziet.<br />

In normalen tijd zou<strong>de</strong>n wij slechts naar <strong>de</strong> Vlaamsche zaal van het Rijksmuseum<br />

behoeven te gaan, om dit nog eens dui<strong>de</strong>lijk gewaar te wor<strong>de</strong>n.<br />

Daarhangteen prachtig plein werkje van B ro urne r, en een uitsteken<strong>de</strong> Teniers.<br />

David Terriers, die in zijn onwezenlijke hermissen zoo flauw is, en in<br />

zijn leege herbergen zoo vervelend Ilan zijn, is in <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> „Bekoring<br />

van <strong>de</strong>n H. Antonius" vol fijnheid en distinctie, maar het is bijna een<br />

grisaille. Vergeleken met Brouwer, maar <strong>voor</strong>al met het Narreschip, is het<br />

schil<strong>de</strong>rijtje van Terriers „een v 1 uc ht in het grijze", en <strong>de</strong>monstreert<br />

overdui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> vermoeienis van het Vlaamsche land, na <strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rgang van <strong>de</strong>n blon<strong>de</strong>n pleur- en lichtgod Rubens.<br />

35


Het „Narrenschip" heeft een drie-tal jaren in het Amsterdamsche museum<br />

op onze vijf tien<strong>de</strong>-eeuwsche sterke schil<strong>de</strong>rkunst, een nieuw licht geworpen.<br />

Er hangt in hetzelf<strong>de</strong> Museum een stuk, uit <strong>de</strong> school of een ou<strong>de</strong> Kopie naar<br />

een fragment van hef beroem<strong>de</strong> werk van Bosch te Lissabon, dat wij met<br />

<strong>de</strong> pracht van het Narreschip nog in <strong>de</strong> Dogen, an<strong>de</strong>rs zien. De ou<strong>de</strong> copie<br />

wordt <strong>de</strong>coratief, naast <strong>de</strong> treffen<strong>de</strong> atmosfeerschil<strong>de</strong>ring van „la nef <strong>de</strong>s<br />

fous." Ontneemt men <strong>de</strong>ze atmosfeerschil<strong>de</strong>ring aan een werk van onzen<br />

meester, dan heeft men <strong>de</strong> bloem er aan ontrukt, <strong>de</strong> parfum er van<br />

weggenomen.<br />

Reeds in <strong>de</strong> vijf tien<strong>de</strong> eeuw zag blijkbaar Iheronimus Bosch door onze<br />

waterrijke luchten, het licht gefilterd tot iets zéér }kostbaars.<br />

De zui<strong>de</strong>rlingen had<strong>de</strong>n altijd te veel licht, <strong>voor</strong> hen was het kopergeld<br />

gewor<strong>de</strong>n. Maar bij ons in het Noor<strong>de</strong>n waar, ook mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n zomer<br />

<strong>de</strong> zon ons zoo <strong>voor</strong>zichtig be<strong>de</strong>elt, komt het licht door onze zware regenluchten,<br />

tot ons als een gou<strong>de</strong>n kostbaarheid.<br />

Onze schil<strong>de</strong>rs gingen dan ook, en blijkens het „Narreschip" niet alleen<br />

in onze zeventien<strong>de</strong> eeuw, met <strong>de</strong>ze e<strong>de</strong>le stof om als alchimisten, trotsch<br />

op dat goud, dat zij op hun palet <strong>de</strong> natuur wisten te ontwringen.<br />

Zóó ver is <strong>de</strong> „vroege" Bosch nog niet als hij <strong>de</strong> „Bruiloft te Cana"<br />

schil<strong>de</strong>rt, wél echter ontbeert hij Zuid-Ne<strong>de</strong>rlandsche zwier, en toont een<br />

eer<strong>de</strong>r Hollandsche rechtzinnige stijfheid, in <strong>de</strong>n trant van Bouts. Zijn<br />

figuren, en dit schijnt karakteristiek <strong>voor</strong> het Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche, behou<strong>de</strong>n<br />

op het eind <strong>de</strong>r vijf tien<strong>de</strong> eeuw, het eer<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche horten<strong>de</strong> en<br />

stooten<strong>de</strong> rhythme. De ongesloten compositie van het schil<strong>de</strong>rij dat nu<br />

in hef Boymansmuseum hangt, geeft blijk van een onbevangen natuurobservatie,<br />

even karakteristiek als <strong>de</strong> strakheid en <strong>de</strong>, — ook geestelijke, —<br />

gewrichtsstijfheid zijner figuren.<br />

Van Rotterdam naar Madrid ligt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n he<strong>de</strong>ndaagschen beschouwer<br />

niet alleen een groote letterlijke afstand, maar geestelijk zijn <strong>de</strong> meesterstukken<br />

„<strong>de</strong> Hooiwagen" en „<strong>de</strong> Tuin <strong>de</strong>r lusten" wel zeer verwij<strong>de</strong>rd<br />

van <strong>de</strong> „Bruiloft" te Rotterdam. In het Escoriaal geeft <strong>de</strong> visionnaire<br />

Bosch zijn rijkste werken. Een fantasie, slechts in haar vormen door <strong>de</strong><br />

diepste en nauwgezetste natuurbestu<strong>de</strong>ering gebrei<strong>de</strong>ld, treedt hier en ook<br />

in het groote altaarstuk : „<strong>de</strong> Verzoeking van St. Antonius" te Lissabon,<br />

aan het licht ; 'n hallucinatie in <strong>de</strong> koorts van <strong>de</strong>n doodsstrijd <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

wereld geboren en met <strong>de</strong> schijnbaar rustigste zekerheid<br />

naverteld, een volstrekt uniefverschijnsel in <strong>de</strong> Europeesche schil<strong>de</strong>rkunst!<br />

Trouwens in geen an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>r kunsten heeft een zoo samengesteld<br />

verfijnd wezen. zijn benauwenissen weten te uiten. Vooral in „<strong>de</strong> Tuin <strong>de</strong>r<br />

lusten" onttrekt Bosch zich aan elke vergelijking, en is zijn fantasie van<br />

36


z00'h imarltjk eigen-aard, i ij oo p1aats en tijdloos, dat zij zeker<br />

niet met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n bizar en burlesk wordt omschreven.<br />

In het bizarre en in het burleske is <strong>de</strong> Bossche meester misschien het eerst<br />

en het langst gewaar<strong>de</strong>erd. Als wij in Huizinga's Herfstij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

lezen : „Het Breughelsche element is in <strong>de</strong> kunst omstreeks 1400<br />

reeds ten volle aanwezig", dan h eeft hij zeker gelijk, te wijzen op Melchior<br />

Broe<strong>de</strong>rlam, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r die, na schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n Vlaamschen<br />

Graaf Lo<strong>de</strong>wijk van Male te zijn geweest, big diens schoonzoon <strong>de</strong>n eersten<br />

hertog van Bourgondië in dienst kwam.<br />

Te Dijon geeft l3roe<strong>de</strong>rlam's werk van wat Huizinga noemt het „breugheleske",<br />

reeds zéér vroeg blijk in <strong>de</strong> vijf tien<strong>de</strong> eeuw. Maar het mag<br />

verwon<strong>de</strong>ring baren, dat <strong>de</strong> schrijver van het populaire boek over <strong>de</strong> late<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen niet rept van Iheronimus Bosch, die tusschen Broe<strong>de</strong>rlam en<br />

Breughel in met zijn „diableries" en „dróleries" zeer karakternol in staat.<br />

Tot <strong>de</strong> soort werken waarin het genreachtige werd aangezet tot het<br />

burleske, behoort het schil<strong>de</strong>rij <strong>de</strong> „Kruisiging" in het Museum te Gent,<br />

in zooverre als <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> levendigheid van zijn temperament,<br />

in sterke dramatiek, toch onmid<strong>de</strong>llijk naturalistisch is. In dit werk is<br />

hij een <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren van het bree<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche realisme, zooals zich<br />

dat in <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> eeuwen zou uitzetten. Dit neemt echter niet<br />

weg dat Bosch in „<strong>de</strong> Kruisgang" en aanverwante werken, volop moraliseerend<br />

is.<br />

Op <strong>de</strong> wijze van <strong>de</strong> late-mid<strong>de</strong>leeuwen houdt <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n beschouwer<br />

een spiegel <strong>voor</strong>, in het schrijnen<strong>de</strong> tafereel van Christus' bespotting op <strong>de</strong>n<br />

lij<strong>de</strong>nsweg. Het is meer naar <strong>de</strong>n geest van dien tijd <strong>de</strong> menschen het boosaardig<br />

afschrikken<strong>de</strong>, dan het goe<strong>de</strong> aanlokkelijke <strong>voor</strong> te hou<strong>de</strong>n.<br />

In al <strong>de</strong> werken, die zich wat karakter betreft, om het Gentsche schil<strong>de</strong>rij<br />

groepeeren, dringt zich <strong>voor</strong>al op : Ziet menschen, zoo boosaardig verachtelijk<br />

zijn wij I Pas daarna wordt men het gewaar : Zoo e<strong>de</strong>l, zoo<br />

lijdzaam was <strong>de</strong> Christus!<br />

Welke zijn nu die werken, die tot <strong>de</strong> serie <strong>de</strong>r lij<strong>de</strong>nsgeschie<strong>de</strong>nis behooren ?<br />

Wij hebben dan een Ecce Homo schil<strong>de</strong>rij uit <strong>de</strong> vroegere collectie Kaufmann<br />

te Berlijn, nu te Frankfort in het Stä<strong>de</strong>lsche Kunstinstituut. Het accent<br />

valt geheel op het spotten<strong>de</strong> volk.<br />

Op een klein vierkant schil<strong>de</strong>rij in het Escoriaal is <strong>de</strong> prachtige Christus<br />

meer hoofdpersoon, en het geheel meer mid<strong>de</strong>leeuwsch.<br />

Op <strong>de</strong> „Doomenkroning" te Antwerpen treffen <strong>de</strong> realistisch schoone<br />

Doppen rondom <strong>de</strong>n hoofdpersoon wel het meest, <strong>de</strong> Christus is er glad-af<br />

onbedui<strong>de</strong>nd. Dat is Hij eigenlijk ook op <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> „Bespotting" in het<br />

Escoriaal. Uit dat werk, dat met kleine variaties in een drieluik in het<br />

37


zelf<strong>de</strong> Spaansché Museum te zien is, tusschen rechts een „Gevangenneming"<br />

en links een ,yGeeseling van Christus", herinnert men zich <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> hevige<br />

beweging van <strong>de</strong> gepantser<strong>de</strong> vuist van <strong>de</strong>n sol<strong>de</strong>nier, en van dien an<strong>de</strong>re,<br />

die met een stok <strong>de</strong> doornenkroon in Jezus' hoofd drukt, en hierbij zich<br />

met een been op een tafel steun geeft.<br />

En dan is er die zeer bijzon<strong>de</strong>re „Veriooning van Christus aan het volk"<br />

in <strong>de</strong> collectie G. Johnson te Phila<strong>de</strong>lphia, waar meer ruimte in is en waar,<br />

op een estra<strong>de</strong> van barokke architectuur, Jezus te schan<strong>de</strong> staat.<br />

Hier is Bosdi <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ganger van Lucas van Lei<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> gravure van<br />

Lucas, waar wij op doelen, haar vervolg en glorieuze beëindiging vindt in<br />

Rembrandts beroem<strong>de</strong> ets : „Christus aan het volk vertoond."<br />

Op het schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong> Kruisdroging" uit <strong>de</strong> verzameling Léon Cordon te<br />

Brussel, grijpt ons <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong>n boer die Christus het Kruis<br />

helpt dragen. De eieren waarme<strong>de</strong> Simon van Cyrene naar <strong>de</strong> stad toog<br />

om ze te verkoopen, hangen in een mandje op zijn rug, en zijn echte boerengezicht<br />

is in alle opzichte Breughel waardig. Ook op <strong>de</strong> „Christus <strong>voor</strong><br />

Pilatus" in het Princeton Art Museum te New- Jersey, zijn het <strong>de</strong> schriftgeleer<strong>de</strong>n<br />

en oversten <strong>de</strong>s vollis met ringen in neus, boven- en of on<strong>de</strong>rlip, die<br />

<strong>de</strong> aandacht vasthou<strong>de</strong>n.<br />

Op het Gentsche schil<strong>de</strong>rij zijn <strong>de</strong> twee elementen <strong>de</strong> bul<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> beulen<br />

het schoonst verbon<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> opeengedrongen compositie is in <strong>de</strong> bijeenvoeging<br />

<strong>de</strong>r karakterkoppen, <strong>de</strong> stuwing van <strong>de</strong>n opgang ter gerechtsplaats<br />

bewaard, en te mid<strong>de</strong>n van al <strong>de</strong> opgezweepte karakters is <strong>de</strong> Jezusfiguur<br />

stil. Maar geenszins onbedui<strong>de</strong>nd. Te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r joelen<strong>de</strong> en schel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

menigte wordt het Lam ter slachtbank gevoerd, tusschen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> boeven,<br />

die met hem gekruisigd wor<strong>de</strong>n. De gelijkenis tusschen <strong>de</strong>n „goe<strong>de</strong>n moor<strong>de</strong>naar"<br />

en ,Jezus is wel zeer treffend, terwijl <strong>de</strong> verstokte zondaar op het<br />

<strong>voor</strong>plan van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij met zijn karikaturaal profiel geheel opgaat, —<br />

en hoe hevig van uitdrukking ook, —schuil gaat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jouwen<strong>de</strong> menigte.<br />

Geheel links on<strong>de</strong>r vin<strong>de</strong>n wij twee vrouwenkoppen, waarvan <strong>voor</strong>al die<br />

van Veronica on<strong>de</strong>r haar sluier van wisselen<strong>de</strong> pleuren (groen-blauw-geel)<br />

met <strong>de</strong>n zweetdoek, waarop Jezus aangezicht werd afgedrukt, bijzon<strong>de</strong>r<br />

treffend is.<br />

En hoe belangrijk zijn <strong>de</strong> karakterkoppen <strong>de</strong>r beulen, schriftgeleer<strong>de</strong>n en<br />

phariseeën, en slechts Leonardo da Vinci zal met evenveel overtuiging in<br />

<strong>de</strong>n zelf<strong>de</strong>n tijd studies maken, waarin hij <strong>de</strong> juistheid <strong>de</strong>r expressie zoekt<br />

door haar te overdrijven.<br />

Een van Bosch' oudste biografen Don Felipe <strong>de</strong> Caevara schreef reeds :<br />

„bij zijn dood verkeer<strong>de</strong> men door <strong>de</strong> vele werken van imitatoren in grootera<br />

twijfel omtrent <strong>de</strong> echtheid zijner schil<strong>de</strong>rijen", maar ook ik durf vol te<br />

38


hou<strong>de</strong>n dat Bosch nooit iets onnatuurlijks in zijn leven geschil<strong>de</strong>rd heeft,<br />

met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> dingen, in hel en vagevuur."<br />

Op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij in Gent staat, al is alles er ook sterk nadrukkelijk, niets<br />

onnatuurlijks.<br />

Ziet <strong>de</strong> uitpuilen<strong>de</strong> Dogen <strong>de</strong>r kriischen<strong>de</strong> mannen tegenover <strong>de</strong>n moor<strong>de</strong>naar<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, of kijkt naar <strong>de</strong>n monnik rechts boven, vlak <strong>voor</strong><br />

het lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, gelaten gezicht van <strong>de</strong>n rouwmoedigen zondaar, <strong>de</strong> weinige<br />

haren, die <strong>de</strong> tonsuur hem liet, rijzen in woe<strong>de</strong> te Berge.<br />

In een vizieriielm, die men uitbundig zou willen noemen, gaat het vette<br />

.glimmen<strong>de</strong> gezicht van een zelfgenoegzamen krijger schuil, <strong>de</strong> snorren<br />

opgedraaid als bij een „miles gloriosus" past. Naast hem staat een herel met<br />

<strong>de</strong> muts van een toovenaar, <strong>de</strong> rand met sterretjes bezaaid, en <strong>de</strong> punt<br />

verloopt in een staart als van een komeet. Er is een beul met een pleister<br />

op zijn loop, waarvan Carel van Man<strong>de</strong>r schreef, dat het een portret was<br />

van een berucht leelijken sergeant uit Haarlem ..<br />

't Is een gelukkige omstandigheid dat een tiental jaren terug een ,,Judas<br />

kus" in het Rijksmuseum kwam, die ons van dézen Bosch een <strong>de</strong>nkbeeld<br />

geven lean.<br />

Maar zelfs wij, menschen van een tijd die toch in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

muziek wendingen naar het fantastische hebben Dunnen volgen, zijn nog<br />

betrekkelijk onbekwaam om <strong>de</strong>n hédlen Bosch te omvatten.<br />

Martin Schongauer moge hem, met min<strong>de</strong>r fantasie, met een „pijniging<br />

van St. Antonius" <strong>voor</strong>afgaan, <strong>de</strong> Goya van <strong>de</strong> „Caprichos", <strong>de</strong> „Desastres"<br />

en <strong>de</strong> „Tauromaquia," moge hem in <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw met min<strong>de</strong>r beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bracht vervolgen, het Noord-Brabantsch genie,<br />

in ellen zin een duivelskunstenaar, staat als een hoog en grillig gebergte<br />

in <strong>de</strong> Europeesche lunst.<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwer, heeft hij <strong>de</strong> laatste achten<strong>de</strong>rtig jaar van zijn lenen<br />

me<strong>de</strong>gewerkt aan <strong>de</strong>n bouw van Ne<strong>de</strong>rlands schoonste Cathedraal. De<br />

bouwmeester Duhameel lean niet an<strong>de</strong>rs dan hem geraadpleegd hebben<br />

bij versiering van <strong>de</strong> lichtbogen van een zijschip, boertige kogels die<br />

uniek zijn in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> gothiek. Voor <strong>de</strong> 0. L. Vrouwe<br />

kapel teeken<strong>de</strong> Bosch glasramen. Bij het vertrek van <strong>de</strong> geestelijkheid<br />

in 1629, veroorloof<strong>de</strong> Fre<strong>de</strong>rik Hendrik <strong>de</strong> evacuatie van zes schil<strong>de</strong>rijen<br />

uit <strong>de</strong> kerk ; zij gingen verloren.<br />

Een <strong>de</strong>el van zijn oeuvre, wij schreven het reeds, is tijd en plaatslocs.<br />

Philips 11, <strong>de</strong> beste kunstpenner on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorsten van zijn tijd,<br />

voel<strong>de</strong> zich mogelijk verwant aan Bosch' genius. Zijn won<strong>de</strong>rlijkste<br />

schil<strong>de</strong>ringen Kwamen on<strong>de</strong>r dien vorst, maar ook on<strong>de</strong>r diens Kleinzoon<br />

39


Philips IV naar Spanje. Misschien zijn „<strong>de</strong> Droomen" van Francesco<br />

<strong>de</strong> Quevedo <strong>de</strong> meest directe litteraire neerslag van Bosch' schil<strong>de</strong>rijen in<br />

Spanje. In die werken schiep hij in waarheid visionaire vormen. Want<br />

vóór <strong>de</strong> microscoop en het diepzeeon<strong>de</strong>rzoek, schiep hij intuitief een flora<br />

en een fauna die eeuwen later ten <strong>de</strong>ele zou blijken te bestaan.<br />

Maar zijn figuren kunnen toch ook „recht en slecht" zijn als die van<br />

Bouts, en <strong>de</strong> Hollandsche gave om alles, ook het heilige dichtbij te trekken<br />

en in het dagelijksch leven over te brengen, heeft hij in hooge mate bezeten.<br />

Zij spreekt uit <strong>de</strong> „Driekoningen" te Madrid, maar niet min<strong>de</strong>r uit „<strong>de</strong><br />

Verloren Zoon" te Rotterdam, waar zijn Ne<strong>de</strong>rlandsch genie, in eenvoud,<br />

met died natuurgevoel en onnavolgbare kun<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n weg vrijmaakte <strong>voor</strong><br />

het Brabantsche genie <strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> eeuw : Boeren B r e u g h e 1.<br />

40


IV.<br />

DE ZESTIENDE EEUW. — De „nieuwe zoete stal" komt<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n binnen. Lucas van Lei<strong>de</strong>n<br />

en fan van Scorel.<br />

ij zagen in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw een rijke school van schil<strong>de</strong>rs<br />

in Vlaan<strong>de</strong>ren een verblin<strong>de</strong>nd schoone werkzaamheid<br />

tentoonsprei<strong>de</strong>n. De <strong>de</strong>ftige hoveling van Eyck moge allen met het sterke<br />

realisme van zijn machtige portretkunst overtreffen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren hebben<br />

allen, met een eigen karakter, bijzon<strong>de</strong>re beteekenis in wat toch aandoet<br />

als een gesloten school. Rogier van <strong>de</strong>r Weg<strong>de</strong>n is meer naar het religieuspathetische<br />

gericht, <strong>de</strong> zg. Meester van Flémalle meer naar <strong>de</strong> intimiteit,<br />

Dirk Bouts heeft meer schuchterheid en ascese, Hugo van <strong>de</strong>r Goes neigt<br />

meer naar het ruimtelijk-barokke, Memling naar het legendarische en<br />

Gerard David naar het poëtische. Wij zagen nuchteren Hollandschen zin<br />

bij Geertgen en visionaire fantasie bij Iheronimus Bosch. Maar allen te<br />

zamen geven zij aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche vijf tien<strong>de</strong> eeuw een luister, die niet<br />

on<strong>de</strong>rdoet <strong>voor</strong> het Italiaansche Quattrocento.<br />

In <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw gaat dit an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n. Aarzelen wij in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong><br />

eeuw in het geven van onze hoogste bewon<strong>de</strong>ring tusschen Noord en Zuid,<br />

tusschen Vlaan<strong>de</strong>ren en Italië, in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> is er geen aarzeling meer<br />

mogelijk: zij is <strong>de</strong> eeuw van land en volk, dat met <strong>de</strong> groote genieën van<br />

Florence, Rome en Venetië, het beel<strong>de</strong>nd vermogen tot <strong>de</strong> hoogste hoogte<br />

heeft opgestuwd.<br />

De groote figuren waarin Italië aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw haar<br />

beteekenis ten toon spreidt, moesten in het Noor<strong>de</strong>n wel aller Dogen tot<br />

zich trekken en, in het algemeen tot scha<strong>de</strong> van hun lunst, <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lingen<br />

tot nabootsing dwingen. Er ontstaat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunstenaars een<br />

„romanisme" dat zich <strong>de</strong> verovering van het Italiaansche intellectualisme<br />

wil toeeigenen, en <strong>de</strong> gebaren <strong>de</strong>r Italiaansche figuren imiteert, zon<strong>de</strong>r dat<br />

41


zij <strong>de</strong> uitdrukking zijn van het noor<strong>de</strong>lijk gevoel, en ze daardoor overdrijf t<br />

tot <strong>de</strong> caricatuur. Zij geven eigen kleurdiepte prijs <strong>voor</strong> lichtere en Drachtiger<br />

harmonieën, die niet van onze streken zijn. Hoe Italiaanscher zij zich<br />

tonnen, als <strong>de</strong>s te „mo<strong>de</strong>rner" wor<strong>de</strong>n zij gewaar<strong>de</strong>erd door <strong>de</strong> litterair<br />

geschool<strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke humanisten.<br />

De Vlaamsche manieristen „zien" niet zelf, maar teekenen „<strong>de</strong>nkend"<br />

naar <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>. Bij veel beweging in <strong>de</strong> figuren, is er geen waar leven in <strong>de</strong><br />

composities van Barend van Or le y of van zijn leerling P ie t er<br />

C o e c h van A e 1st. Zij geven <strong>de</strong>n eigen meer gesloten aard en eigen<br />

on<strong>de</strong>rwerpen prijs, in gemaniereer<strong>de</strong> tafereelen met mythologischen inhoud,<br />

als 'n Jan Co s s a e r t van Ma b u s e. Eenvoud gaat verloren <strong>voor</strong><br />

onechten wereldschen zwier, als bij Michel Co x ie of Frans Fio r i s.<br />

De laatste Bruggenaar Jan Provoost tracht van <strong>de</strong> school te red<strong>de</strong>n<br />

wat er van te red<strong>de</strong>n valt, terwijl Lance lo t B 1 o n d e e 1 Italiaansche<br />

ornamenten nabootst met een ijver, een betere zaak waardig... .<br />

De Renaissance in het Noor<strong>de</strong>n komt niet als die in Italië, om <strong>de</strong> bijkans<br />

verbroken ban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> natuur weer aan te knoopen. Door stereotiepe<br />

herhaling on<strong>de</strong>r Byzantijnschen invloed, was in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen in Italia<br />

<strong>de</strong> Dunst van „<strong>de</strong> heelding" verloren gegaan, en in ie<strong>de</strong>r geval niet bij machte<br />

geweest <strong>de</strong> nieuwe volkeren in die kunst te scholen. Na eeuwen van diepe<br />

inzinking, waarin <strong>de</strong> kunst van liet „teel<strong>de</strong>n" in <strong>de</strong> plaats trad van die <strong>de</strong>r<br />

„heelding", wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n weer rijp, en zijn <strong>de</strong> kunstenaars het hellenistisch<br />

niveau in Italië weer gaan na<strong>de</strong>ren. Wel eeuwen heeft het geduurd<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> barbarenvolken zich met oneindigen studiezin Deer<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong><br />

uitbeelding <strong>de</strong>r werkelijkheid; <strong>de</strong> Renaissance in Italië is min<strong>de</strong>r een<br />

weerkeer tot <strong>de</strong> klassieken, dan een gang naar <strong>de</strong> natuur.<br />

In <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n is er van aanknoopen van verbroken ban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

natuur geen sprake, eer<strong>de</strong>r het tegen<strong>de</strong>el.<br />

Die ban<strong>de</strong>n waren geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw zoo hecht als zij ooit<br />

ergens geweest zijn. Maar <strong>de</strong> zin <strong>voor</strong> een nieuw en bree<strong>de</strong>r leven oefen<strong>de</strong><br />

een bekoring die, aan het eind van een wereld, wij zagen dit in Iheronimus<br />

Bosch, <strong>de</strong> beste geesten open<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zui<strong>de</strong>lijken invloed, <strong>voor</strong>al als hij<br />

zich aandien<strong>de</strong> in <strong>de</strong> wereldomvatten<strong>de</strong> wijsheid van da Vinci, in <strong>de</strong> serene<br />

harmonie van Rafaël, in <strong>de</strong> christelijke zelfkwelling van Michel Angelo,<br />

of in <strong>de</strong> zinnenbedwelmen<strong>de</strong> kleurenweel<strong>de</strong> van Titiaan.<br />

Reeds in <strong>de</strong> portretten van <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw, in <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n,<br />

zien wij <strong>de</strong> rustige zekerheid van het vorige tijdvak verloren, <strong>de</strong> bid<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

mensch is <strong>de</strong> lezen<strong>de</strong> man gewor<strong>de</strong>n, er is niet meer <strong>de</strong> rustige harmonische<br />

geestesgesteldheid <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen. Wij zien <strong>de</strong>n zestien<strong>de</strong>-eeuwer op<br />

zijn portretten door vreemd gerucht gestoord, maar ook: <strong>de</strong> bewustwording<br />

42


Portret van Pieter Coeck, geb, te Aelst 1502, f te Brussel 1550.<br />

Gravure van Jerome Wierix, uitgegeven in 1572 door Jerome Cock.<br />

staat hem op <strong>de</strong> trekken te lezen; hij ziet een wereld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Dogen,<br />

die door <strong>de</strong> stoutmoedigheid van zeevaar<strong>de</strong>rs en natuurvorschers oneindig<br />

ruimer is gewor<strong>de</strong>n.<br />

43


Indien wij meen<strong>de</strong>n in Vlaan<strong>de</strong>ren slechts verlies te boelen, zou<strong>de</strong>n wij ons<br />

vergissen. Bij <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r eeuw reeds is er te Antwerpen een meester<br />

die een, zij het <strong>voor</strong>loopige harmonie, tusschen Noord en Zuid vindt:<br />

Q u i n ten M a t s ij s. Juist een eeuw <strong>voor</strong> Rubens zal hij <strong>de</strong> bruiloft<br />

tusschen Italië en Vlaan<strong>de</strong>ren inzetten.<br />

In een werk als <strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong> „Nood Gods"-tryptiek, tusschen 1588 en' 9Y<br />

<strong>voor</strong> het gil<strong>de</strong> <strong>de</strong>r schrijnwerkers van zijn va<strong>de</strong>rstad gemaakt, geeft hij<br />

het vroege uur van <strong>de</strong> verbintenis van noor<strong>de</strong>lijk karakter en zui<strong>de</strong>lijke<br />

schoonheid, zooals Rubens het late uur van <strong>de</strong>ze samensmelting zal zijn.<br />

Wij behoeven op <strong>de</strong>n „Nood Gods" te Antwerpen in het Museum, <strong>de</strong>n<br />

diep <strong>de</strong>erniswekken<strong>de</strong>n Christushop maar te bezien, om overtuigd te<br />

zijn dat <strong>de</strong> Vlaming zijn mysticisme niet opoffer<strong>de</strong>. 't Christus lichaam<br />

geeft in zijn drastische lijkstijfheid een prachtig <strong>voor</strong>beeld van sterfrealisme,<br />

maar toch is vergeleken met Rogier v. d. Weg<strong>de</strong>n, Matsijs' werk vermild,<br />

en in <strong>de</strong>n samenklank van <strong>de</strong> geheele groep leeft een monumentaliteit<br />

van Italiaansche huize. De Fleur mag dan wat ingeboet hebben in Dracht,<br />

zij on<strong>de</strong>rging vanuit het Zui<strong>de</strong>n een merkbare vertee<strong>de</strong>ring. Om <strong>de</strong> Doppen<br />

<strong>de</strong>r vrouwen waart het geestelijk geheimzinnige van Leonardo da Vinci,<br />

door Matrijs bijzon<strong>de</strong>r bestu<strong>de</strong>erd. Hoe boeiend zijn ook <strong>de</strong> zijluiken:<br />

<strong>de</strong> beulen op het linkerpaneel zijn herels als Shakespeare ze ter stoffeering<br />

zijner drama's aanwend<strong>de</strong>. Salome, op <strong>de</strong>n rechtervleugel is in haar<br />

Italiaansche kleedij betooverend pervers. Toen Quinten <strong>de</strong> steenera kruik,<br />

<strong>de</strong> vlammen<strong>de</strong> takkenbosschen of <strong>de</strong> rijke brocaatstof op het an<strong>de</strong>re zijluik<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, bena<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> ziel <strong>de</strong>r dingen, drupte hij <strong>de</strong> stof uit, als<br />

zijn vijf tien<strong>de</strong>-eeutvsche <strong>voor</strong>gangers en als <strong>de</strong> „kleine meesters" <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw het hem niet verbeter<strong>de</strong>n.<br />

Wen<strong>de</strong>n wij onze blikken naar Holland, dan zien wij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kunstenaars<br />

die niet <strong>de</strong> reien <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rs te Antwerpen zijn gaan dichten,<br />

maar in het Noor<strong>de</strong>n verbleven, een langzamer prijsgeven van <strong>de</strong> gothische<br />

elementen en een, aanvankelijk, min<strong>de</strong>re geestdrifthet Italiaansche <strong>voor</strong>beeld<br />

te volgen. Wij zien dit zeer dui<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong> vleugels van het hoogaltaar<br />

van <strong>de</strong> St. Nicolaaskerk te Calcar, van Jan J o e s t , een schil<strong>de</strong>r<br />

die van 1518 tot 1529 in ie<strong>de</strong>r geval te Haarlem werkte. Met heel veel<br />

goe<strong>de</strong>n wil heeft men in zijn werk Benige verwantschap kunnen speuren<br />

met Geertgen en met Bosch. Hij schijnt ons toch <strong>voor</strong>al een vijf tien<strong>de</strong> eeuwer<br />

die veel heeft gereisd, sommige zijner koppen zijn sterk geindividualiseerd,<br />

an<strong>de</strong>re, zeer verschillend beinvloed en gei<strong>de</strong>aliseerd. Waarschijnlijk is<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kunstenaar bekend on<strong>de</strong>r twee an<strong>de</strong>re namen, die van j u a n<br />

d e Ho 11 a n d e, schil<strong>de</strong>r van een altaar in <strong>de</strong> Cathedraal te Palencia,<br />

44


hem te Brussel in 1505 door <strong>de</strong>n Bisschop Juan <strong>de</strong> Fonseca besteld, en<br />

die van Jan <strong>de</strong>r N ie d e r 1 an d e r, die van 1491 tot '94 te Wittenberg<br />

zou gewerkt hebben.<br />

Een dui<strong>de</strong>lijker omschreven figuur is Jan Mo s t a e r t die, naar <strong>de</strong><br />

getuigenis van Van Man<strong>de</strong>c, hofschil<strong>de</strong>r van Margaretha van Oostenrijk<br />

zou geweest zijn. Nu wordt vrijwel aangenomen dat hij tot ongeveer zijn<br />

vijf en vijftigste jaar te Haarlem, waar hij omstreeks 1475 geboren zou zijn,<br />

werkte, om daarna bij <strong>de</strong> opvolgster van Margaretha, Maria van Hongarije<br />

in dienst te tre<strong>de</strong>n.<br />

Zijn groote altaarwerk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Sint Bavo is verloren maar uit zijn te<br />

Brussel, Amsterdam en Kopenhagen bewaar<strong>de</strong> sacrale werk bomt een<br />

onrustig componeeren<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r ons tegen, zon<strong>de</strong>r groote aantrekkelijkheid.<br />

Zijn portretten lijken ons het beste <strong>de</strong>el van zijn werk, en bewon<strong>de</strong>ring<br />

hunnen wij geven aan het portret van een hoogera heer in hermelijnomzetten<br />

mantel, met grijze handschoenen, tegen een achtergrond, waar, van een<br />

gothische steunbeer tot een Venetiaansche daktuin, alles bijeengebracht<br />

werd, wat <strong>de</strong> tijdgeest in <strong>de</strong> bouwkunst als mo<strong>de</strong>rn ervoer. Die architectuur<br />

gaat over in een landschap met, boven in <strong>de</strong> lucht, het visioen van <strong>de</strong> Tibur.<br />

tijnsche Sibylle. Maar al dit „tijdsche" kan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hef eeuwige<br />

in hef stille gelaat van <strong>de</strong>n geportretteer<strong>de</strong>n, en zijn <strong>voor</strong>name elegante<br />

terughou<strong>de</strong>ndheid, zoomin aantasten als het ons het genot dat <strong>de</strong> kleur<br />

biedt, be<strong>de</strong>rven lean.<br />

Meer karakteristiek Hollandsch dan Mostaert, kwamen <strong>de</strong> werken van<br />

<strong>de</strong>n „Braunschweiger Monogrammisten" <strong>de</strong> kunstgeleer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>.<br />

Nu wordt een schil<strong>de</strong>r die in <strong>de</strong> „Stá<strong>de</strong>lsche Galerie" te Frankfort een<br />

„slecht gezelschap" schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zon<strong>de</strong>r terughouding naturalistisch, en die<br />

met veel zin <strong>voor</strong> het pittoreske <strong>de</strong>tail <strong>de</strong> eerste Hollandsche (slechte)<br />

ze<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r is, Jan v an A ms t e 1 genoemd. Men neemt aan dat<br />

hij, omstreeks 1500 geboren, van 1527 te Antwerpen werkte, zijn naam<br />

wijst echter naar Amsterdam dat nog een uiterst beschei<strong>de</strong>n rol speel<strong>de</strong> in<br />

het leven van het Noor<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n rook van <strong>de</strong> latere wereldstad was<br />

vóór 1470 te Oostsanen Jacob C o r n e 1 i s z geboren. Van <strong>de</strong>n Zaan<br />

gekomen, zal hij aan <strong>de</strong>n Amstel een groote werkzaamheid ontplooien.<br />

Zel<strong>de</strong>n zal uit een drietal werken van een kunstenaar een dui<strong>de</strong>lijker beeld<br />

van <strong>de</strong>n aard en van <strong>de</strong> ontwikkeling van zijn kunst oplichten, als dit<br />

het geval is in het Rijksmuseum, waar een Calvariënberg, een fragment<br />

van een altaarstuk, en „Saul bij <strong>de</strong> hels van Endor" bijeenhangen.<br />

De Calvariënberg geeft een compositie van talrijke figuren rond <strong>de</strong>n ge.<br />

kruisig<strong>de</strong>n Christus. Hei werk herinnert er aanstonds aan dat Cornelisz<br />

van Oostsanen ,uóór 1470 geboren moet zijn. Zijn schil<strong>de</strong>rij is als een<br />

45


gouddoorweven wandtapijt, en hoewel verschillen<strong>de</strong> vrouwenfiguren<br />

nieuwmodisch, d.w.z. Italiaansch gekleed zijn, is het ineengedrongen passieverhaal<br />

mid<strong>de</strong>leeuwsch verhalend gedaan. Is dit een werk uit <strong>de</strong>n aanvang<br />

van zijn werkzaamheid, „Saul" moet er het ein<strong>de</strong> van zijn. De bijna<br />

naakte hels op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, omgeven door haar helpsters, bezig met<br />

tooverkunsten, staat on<strong>de</strong>r zoo directen invloed van <strong>de</strong> Renaissance, in haar<br />

hooggin vorm in Italië, dat het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand ligt dat van Oostlanen in dit<br />

werk geheel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n indruk is van zijn, na een langdurig verblijf te<br />

Rome, weergekeer<strong>de</strong>n genialen leerling fan van Scorel.<br />

't Meest getroffen wor<strong>de</strong>n wij zeker <strong>voor</strong> het fragment van een altaarstuk<br />

waar <strong>de</strong> portretten van <strong>de</strong> knielen<strong>de</strong> schenkers, 'n burgemeester en schepenen<br />

van Amsterdam, een hoog <strong>de</strong>nkbeeld geven van Oostsanen's rustigen blip op<br />

<strong>de</strong> werkelijkheid, en van zijn palet. De rechterhoek van het fragment<br />

is gevuld met <strong>de</strong>n sleep van het gewaad <strong>de</strong>r Madonna; achter het hoof d<br />

van <strong>de</strong>n schenker wijst een stuk blauwen mantel op een patroonheilige.<br />

Het fragment is dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> rest van een beeldstormen<strong>de</strong> wandaad, maar<br />

het is nog groot genoeg om te zien dat, als <strong>de</strong> opdracht van Oostlanen dicht<br />

bij <strong>de</strong> natuur houdt, <strong>de</strong>ze eerste meester van Amsterdam een belangrijk<br />

schil<strong>de</strong>r is. Zoo prefereeren wij verre zijn, waarschijnlijk, zelfportret<br />

uit het jaar van zijn dood 1533, boven <strong>de</strong> Salome uit 1524, waarin hij<br />

Zich moeite geeft, zui<strong>de</strong>lijke gratie in het popperige vrouwtje, en met nog<br />

min<strong>de</strong>r succes klassieke waardigheid in <strong>de</strong> architectuur, tot uitbeelding<br />

te brengen. In het <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijdgeest karakteristieke werk in het Mauritshuis,<br />

is eigenlijk het landschapje alleen voluit aantrekkelijk.<br />

Voor <strong>de</strong> kunst van meer belang dan Amsterdam was intusschen Lei<strong>de</strong>n<br />

gewor<strong>de</strong>n, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> werkzaamheid van <strong>de</strong>n, in 1468 geboren, C o rnelisz<br />

Engelbrechtsen.<br />

't Is niet gemakkelijk <strong>de</strong>ze Engelbrechtsen naar waar<strong>de</strong> te schatten.<br />

Hebt gij het ongeluk <strong>voor</strong> zijn Grafleggings altaarstuk in 1526 <strong>voor</strong><br />

het klooster Hartenpoel bij Lei<strong>de</strong>n geschil<strong>de</strong>rd, te <strong>de</strong>nnen aan Quinten<br />

Matrijs, dan valt uwe belangstelling <strong>voor</strong> dit werk waar, uitgenomen<br />

<strong>de</strong> doo<strong>de</strong> Christus en <strong>de</strong> in stille smart verzonken Moe<strong>de</strong>r, niets<br />

aantrekkelijk is.<br />

Van vijftien<strong>de</strong>-eeuwsch evenwicht, van stille Hollandsche ingetogenheid<br />

is niets meer over, in dat an<strong>de</strong>re groote stuk in het museum te Lei<strong>de</strong>n „het<br />

Kruisigings altaar". Wddr men <strong>de</strong>n invloed van Geertgen's innige kunst<br />

moet zien bij Engelbrechtsen is ons steeds een raadsel gebleven, meer voelen<br />

wij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> opmerkingen, dat hij op zijn wijze houtsne<strong>de</strong>n van Durer<br />

en Burgkmair heeft verwerkt. De als regel ongemoti eer<strong>de</strong> bewegingen<br />

van zijn figuren, het rekken en wringen, als een uitdrukking van het pathe-<br />

46


De ring, kopergravure toegeschreven aan Lucas van Ley<strong>de</strong>n, 1491-1533,<br />

tische in <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong> gemartel<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> onrust van heel <strong>de</strong> compositie<br />

is slechts te waar<strong>de</strong>eren als een neerslag van <strong>de</strong>n tijd, en verklaarbaar als<br />

veroveringszucht naar nieuwe beeldmg.<br />

47


Zijn Fleur vraagt bewon<strong>de</strong>ring, <strong>voor</strong>al als zij in meer stille werken als<br />

<strong>de</strong> „spijziging <strong>de</strong>r vii{duizend" <strong>de</strong> elegante postooms <strong>de</strong>r vrouwen<br />

glans verleend, of als zij, zooals in een plein paneel in een particuliere<br />

verzameling te Weersen, <strong>de</strong> „Verstooting van Hagar", figuren en landschap<br />

weet te bin<strong>de</strong>n....<br />

Met dat al zal Cornelisz Engelbrechtsen het meest gewaar<strong>de</strong>erd blijven<br />

in zijn leerling, <strong>de</strong>n vroegrijpen Lucas v an Ley<strong>de</strong>n. Als in <strong>de</strong><br />

verhouding Verrochio-Leonardo zoekt men gaarne wat hef jonge genie<br />

van Lucas, Engelbrechtsen gebracht heeft, hoewel in een schil<strong>de</strong>rijtje<br />

als <strong>de</strong> „onthoofding van Johannes" <strong>de</strong> invloed van Engelbrechtsen<br />

dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar is op het schil<strong>de</strong>rskind Lucas.<br />

Van Lucas' va<strong>de</strong>r weten wij slechts het beroep. Niets van zijn werk is over.<br />

Zijn zoon, die op 14 jaar zijn eerste Kopergravure dateer<strong>de</strong>, begon zijn<br />

loopbaan vroeg, hij zou haar ook vroeg eindigen; in 1494 geboren zal hij<br />

39 jaar oud in 1533 sterven, natuurlijk zon<strong>de</strong>r ons <strong>de</strong> volle maat van zijn<br />

groot talent te hebben geschonken. Na Geertgen tot St. Jans is hij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

meester in Holland, die te vroeg aan onze kunst onttrokken wordt.<br />

Min<strong>de</strong>r gemaniereerd als Dürer is zijn v roeg grafisch werk <strong>voor</strong>Hollandsche<br />

Dogen vaak aantrekkelijker dan dat van <strong>de</strong>n Duitschen grootmeester; in<br />

latere gravures neemt hij, als in „<strong>de</strong> Melkmeid", zulke echt Hollandsche<br />

on<strong>de</strong>rwerpen op, dat hij er me<strong>de</strong> <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw door aankondigt.<br />

Ilan <strong>de</strong> rol die Lucas als Italianiseerend renaissancist gespeeld heeft wor<strong>de</strong>n<br />

wij ons het diepst bewust <strong>voor</strong> zijn, in 1526 geschil<strong>de</strong>rd, hoofdwerk: het<br />

vleugelaltaarstuk met het „Jongste Gericht" in <strong>de</strong> Lakenhal te Eet<strong>de</strong>n. De<br />

afstand die het noor<strong>de</strong>lijke volgen scheidt van het zui<strong>de</strong>lijke schrij<strong>de</strong>n,<br />

treedt er evi<strong>de</strong>nt aan <strong>de</strong>n dag. Niet hef machtige geluid van <strong>de</strong> bazuinen<br />

van Michel Angelo roept <strong>de</strong> menschheid ten oor<strong>de</strong>el, maar een schril trompetje<br />

doet <strong>de</strong> doo<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> graven reizen. Wij staan niet als in <strong>de</strong> Sixtijnsche<br />

napel <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Rex tremendae majestatis op <strong>de</strong>n Dies irae, als<br />

<strong>de</strong> menschenzielen dwarrelen als verwelkte bla<strong>de</strong>ren, maar in een dun Aprilluchtje<br />

lomen bibberend van kou<strong>de</strong> <strong>de</strong> halffiguren van <strong>de</strong> Apostelen boven<br />

hun wolkenbank, rechts en links van <strong>de</strong>n eenzamen Rechter. Laat zich <strong>de</strong><br />

afstand tusschen Michel Angelo en Lucas niet meten, <strong>de</strong> vergelijking tusschen<br />

Lucas en Barend van Orley dringt zich op.<br />

Lucas zal bij het bezoek dat hij in 1521 aan Antwerpen bracht, en waar <strong>de</strong>,<br />

uit het dagboef benen<strong>de</strong> ontmoeting, met Albrecht Durer plaats vond,<br />

van Orley's, in 1519 bestel<strong>de</strong>, „Laatste Oor<strong>de</strong>el" wel, althans in opzet,<br />

hebben gezien. Van het uitbundig leven<strong>de</strong>, en ietwat bespottelijk zwierige,<br />

waarme<strong>de</strong> van Orley <strong>de</strong> serene „Disputa" van Rafael vertaal<strong>de</strong>, bracht<br />

hij niets me<strong>de</strong>. Wel poog<strong>de</strong> hij, als zijn Antwerpschen confrater, zijn<br />

48


naakten, heroische beweging en nieuwen stijl te geven, en als hij werd hij<br />

theatraal en onnatuurlijk.<br />

Het meest verschilt <strong>de</strong> Leienaar van <strong>de</strong>n Antwerpschen meester misschien<br />

in <strong>de</strong> fleur, die van zwaar, bruin en conventioneel bij Barend, licht, open<br />

en eigen gewor<strong>de</strong>n is bij Lucas. Die kleur is eigenlijk het meest bewon<strong>de</strong> renswaardig,<br />

afgezien van het grootsche pogen en het hooge grijpen dat uit<br />

héél het werk spreekt.<br />

Er zijn in Lucas van Lei<strong>de</strong>n's oeuvre <strong>de</strong>alen als <strong>de</strong> vroege „Schaakpartrj"<br />

en het latere „Kaartspel", waarin hij zich <strong>de</strong>n ze<strong>de</strong>schil<strong>de</strong>r toont, die wij<br />

tusschen <strong>de</strong> vijf tien<strong>de</strong> en zeventien<strong>de</strong> eeuw niet bunnen missen. In an<strong>de</strong>re<br />

werken neemt hij in lichtere en vrijere groepeering <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen als<br />

<strong>de</strong> „Aanbidding <strong>de</strong>r Koningen", met verlies aan natuur en waarheid,<br />

weer op. In <strong>de</strong> „Kerkprediking" van het Rijksmuseum is <strong>de</strong> naar<br />

onbegrepen Italiaansche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n ontworpen architectuur gladaf onmogelijk,<br />

en <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gewelven <strong>de</strong>r kerk gluren<strong>de</strong> „putti" eigenlijk<br />

bespottelijk, maar<strong>de</strong> bestellei en zijn familie (waaron<strong>de</strong>r misschien Lucas<br />

zelf) vormen een portretgroep die, bomen<strong>de</strong> na Geertgen's Johanniters, nog<br />

dui<strong>de</strong>lijker heenwijst naar het groepsportret dat tegen het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r eeuw<br />

in zwang Komt. 't Is alweer als bij van Oostsanen, wiens herkenbaren<br />

invloed hip heeft on<strong>de</strong>rgaan : <strong>de</strong> portretten zijn het meest aantrekkelijk.<br />

Reeds is Fromentin's uitspraak waarheid: „II était dans la <strong>de</strong>stinée <strong>de</strong> la<br />

Hollan<strong>de</strong> d'aimer ce qui resemble, d'y revenu un jour ou l'autre, <strong>de</strong><br />

se survivre et <strong>de</strong> se sauver par le portrait." Met welke mannelijke bracht<br />

staart zijn zelfportret te Bronswijk ons aan. Als <strong>de</strong> jonge Rembrandt<br />

schouwt hij in zijn wezen en peilt zijn waar<strong>de</strong>.<br />

Was Quinten Matrijs te Antwerpen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>afbeelding van Rubens, te Lei<strong>de</strong>n<br />

kan<br />

Lucas <strong>de</strong> aankondiger zijn van Rembrandt, die een eeuw later in diezelf<strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsstad van Holland geboren zal wor<strong>de</strong>n.<br />

Wezen wij bij Geertgen tot Sint fans op <strong>de</strong> beteekenis die licht en donker<br />

in <strong>de</strong> kunst van Holland zullen krijgen naar aanleiding van zijn „Kerstnacht"<br />

te Lon<strong>de</strong>n, er is in het Louvre één klein paneel van Lucas: „Lot<br />

en zijn dochters", on<strong>de</strong>r het hemelvuur dat Sodom vernietigt, waarin licht<br />

en donker kampen zooals het nog niet tot uitdrukking kwam vóór hem.<br />

Lichteffecten, toon en schaduw, hebben hier reeds het eigen leven dut geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eeuw zich zoo rijk ontplooien zal.<br />

Het meest representatief <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijd waarin lui leef<strong>de</strong> en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beschaving<br />

waarover wij schrijven, is, <strong>de</strong> heelefiguurgenomen, toch <strong>de</strong> leerling<br />

van Comeliszv. Oostsanen dien wij reedsnoem<strong>de</strong>n: Ja n van Score 1.<br />

Hem was het, in tegenstelling tot Lucas van Lei<strong>de</strong>rs, gegeven <strong>de</strong> volle maat<br />

van zijn zeer veelzijdige begaafdheid te openbaren, nadat hij <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>r<br />

4 49


Hollandsche kunstenaars is die naar Italië, het dorado <strong>de</strong>r kunst, vertrok<br />

om in eigen aanschouwing, en niet uit gravures, <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rgeboorte<br />

te on<strong>de</strong>rgaan en te bestu<strong>de</strong>eren.<br />

Als Erasmus werd hij als <strong>de</strong> natuurlijke zoon van een priester geboren.<br />

André Ouckeyn zou te Schoort bij Alkmaar zijn va<strong>de</strong>r zijn geweest. Maar<br />

Cornelis Buys, Alkmaarscli schil<strong>de</strong>r, broe<strong>de</strong>r van Jacob Cornelisz van<br />

Oostlanen, ont<strong>de</strong>kte zijn aanleg, naar alle zij<strong>de</strong>n, die van hem maken zou<br />

een man van ruime cultuures rijk intellect, een latinisten dichter, maar ook<br />

een ingenieur-architect, een volledig mensch in <strong>de</strong>n zin <strong>de</strong>r Renaissance.<br />

Op <strong>de</strong> latijnsche school te Alkmaar zat <strong>de</strong> jonge Scorel naast Alardus<br />

van Amsterdam, <strong>de</strong>n lateren vriend van Erasmus, en die twintig jaar<br />

daarna in latijnsche verzen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen van Scorel zou bezingen.<br />

In 151OgaatScorelnaarHaarlem, waarbij zich alshunstenaargaatvormen.<br />

Hij zet zijn studie drie jaar later te Amsterdam <strong>voor</strong>t, on<strong>de</strong>r leiding van<br />

Jacob Comelisz, en vertrekt vandaar naar Utrecht om zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

hofschil<strong>de</strong>r van Bisschop Philips van Bourgondie, Jan Gossaert uit Maubeuge,<br />

ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen.<br />

In 1518 begint Scorel eerst goed te reizen. Van Keulen brengt hem <strong>de</strong><br />

„wan<strong>de</strong>rreise" naar Spiers, vandaar naar Straatsburg. Hij bezoekt<br />

Durer te Neurenberg en schil<strong>de</strong>rt zijn eerste werk van beteekenis in het<br />

dorp Obervellach in Carinthië. Daar ontstaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> familie Frangipani<br />

in zijn volle meesterschap, maar vrij van Italiaanschen invloed, <strong>de</strong><br />

schoone tryptiek uit 1528, waarvan het mid<strong>de</strong>npaneel <strong>voor</strong>al, een imponeerend<br />

portretstuk is van Ne<strong>de</strong>rlandsche inspiratie en van Hollandsche<br />

huize.<br />

Daarna bereikt Scorel het land zijner droomera door hei betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Lagunenstad te Venetië, waar hij later nog eens terugkomt. Hij on<strong>de</strong>rgaat<br />

sterk <strong>de</strong>n invloed van <strong>de</strong> kunst van Giorgone en Palma Vecchio. Aan bei<strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs, waarvan bij Scorel's Domst <strong>de</strong> eerste reeds gestorven was, herinnert<br />

<strong>de</strong> „dood van Cleopatra" in het Rijns-Museum.<br />

Met min<strong>de</strong>r charme, maar met zeker zooveel plastische Dracht, schil<strong>de</strong>rt<br />

Scorel een eer<strong>de</strong>r Drachtig naakt, dat <strong>de</strong> nadrukkelijke vormen van zijn<br />

leerling Maarten van Heemskerk reeds in zich heeft.<br />

Te Venetië ontmoet hij Jerusalemgangers, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> pelgrims is een geestelijke<br />

uit Gouda. De vijf en twintig jarige schil<strong>de</strong>r scheept zich in naar het H<br />

Land. Op Benige van zijn latere werken moet te zien zijn dat hij in Jerusalem<br />

geweest is, maar door zijn tocht is hij „dalmist", palmdrager,<br />

gewor<strong>de</strong>n, en later zal hij als lid van pelgrimscongregaties, hef groepsportret<br />

een eigenlijk fundament geven.<br />

In 1520 uit Jerusalem terug te Venetië, iaat lui naar Rome, bestu<strong>de</strong>ert<br />

50


er zoowel <strong>de</strong> ruïnes als <strong>de</strong> antieke beeldhouwkunst ; hij bewon<strong>de</strong>rt en<br />

copiëert Rafael en Michel Angelo.<br />

Eigenlijn bomt hij te Rome in een eindigen<strong>de</strong> wereld. In 1521 sterft <strong>de</strong><br />

groote Medici-paus Leo X, en Benige weken later, op 9 Janauri 1522, wordt<br />

Adriaan Florist, <strong>de</strong> opvoe<strong>de</strong>r van Karel V, door het conclave als zijn<br />

opvolger aangewezen.<br />

De kunstenaars verlaten in drommen Rome. Scorel gelukt het toegang<br />

te verkrijgen tot <strong>de</strong>n nieuwen Paus, die hem volgens Van Man<strong>de</strong>r<strong>de</strong> directie<br />

van <strong>de</strong> Belve<strong>de</strong>re toevertrouwt. De vele Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs die jaarlijks <strong>de</strong><br />

beroem<strong>de</strong> Vaticaansche verzameling bezoeken, mogen er wel eens aan <strong>de</strong>nken<br />

dat Scorel woon<strong>de</strong> in een <strong>de</strong>r vertrekken van <strong>de</strong> Belve<strong>de</strong>re. Wat een<br />

leerschool <strong>voor</strong> het Schoorlsche jongetje, daarin het hart te leven van <strong>de</strong><br />

intellectueele en artistieke wereld 1 Scored schil<strong>de</strong>rt er Adriaan VI tweemaal;<br />

een <strong>de</strong>r resten van een Pausporiret handt nog in het college van <strong>de</strong><br />

Leuvensche Universiteit, als geschenk van Adriaan, oud-kanselier en rector<br />

van <strong>de</strong> Universiteit.<br />

In 1524 is hij in het va<strong>de</strong>rland terug, weldra is hij kannunnik te Utrecht.<br />

Is hij te Rome of in Utrecht priester gewijd ? Was hij wel priester? Er<br />

zijn er die er aan twijfelen, het was toen niet noodig dat een kannunik<br />

priester was. Zeper is het dat Scorel in hei Canonicaat alleen <strong>de</strong> preben<strong>de</strong>,<br />

alleen <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>lijke inkomsten zag. Dit maakte van hem een vrij man,<br />

en ten slotte een grand seigneur, waardoor hij hier in hef Noor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> typische<br />

renaissancist zou wor<strong>de</strong>n. De „dolce stile nuovo", zal hij zijn landgenooten<br />

doen bennen, <strong>de</strong> waarheid gebiedt te zeggen, dat hij zelf die „stile nuovo"<br />

niet begrepen heeft. Van <strong>de</strong> „bello et neova manies" heeft hij <strong>voor</strong>al<br />

<strong>de</strong> manier trachten over te nemen, hij brengt zijn landgenooten uit Italië<br />

meer nieuws dan schoons.<br />

Dat zien en weten wij nu, dat wisten in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs niet. Groote families als <strong>de</strong> Egmonts', <strong>de</strong> Lochorst's, <strong>de</strong><br />

Saens' <strong>de</strong><strong>de</strong>n Scorel al evenzeer bestellingen toekomen, als kerken en<br />

communoteiten het <strong>de</strong><strong>de</strong>n. Wat er van die schil<strong>de</strong>ringen over is, laat,<br />

wat <strong>de</strong> eigenaardige fleur betreft, <strong>de</strong> herinnering achter aan een rijk<br />

bloeien<strong>de</strong> hortensia.<br />

Van <strong>de</strong>ze vaak monumentale werken bleef ons nauwelijks, en dan nog<br />

slechts fragmentarisch, iets gespaard. Zij vielen het grauw in <strong>de</strong>, het<br />

christendom onteeren<strong>de</strong>, vernieling <strong>de</strong>r beeldstorm, ten prooi. Wij <strong>de</strong>nken<br />

daarbij niet alleen aan zijn werk <strong>voor</strong> Utrechtsche kerken, maar ook<br />

aan <strong>de</strong> in 1566 vernietig<strong>de</strong> retabel in <strong>de</strong> Nieuwe kerk te Delft.<br />

Waren zij ons gespaard gebleven, voluit bewon<strong>de</strong>ring zou<strong>de</strong>n wij ze niet<br />

bunnen geven, <strong>voor</strong>al ook daarom niet, omdat sterk <strong>de</strong> indruk bestaat dat<br />

51


Scorel <strong>voor</strong>al ook <strong>de</strong> naam van een werpplaats is. Hoewel hij als kunstenaar<br />

zich nooit in hef verversgil<strong>de</strong> heeft willen doen inschrijven, was hij toch,<br />

<strong>voor</strong>al na 1530, <strong>de</strong> patroon van een drub beklante „botte;gc', schil<strong>de</strong>rs..<br />

winkel. Maar zelfs <strong>de</strong> besten van zijn helpers misten zijn talent, als zij <strong>de</strong><br />

ontwerpen uitvoer<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> lijnen wer<strong>de</strong>n strakker, <strong>de</strong> fleuren har<strong>de</strong>r,<br />

hei geheel ongevoeliger dan Scorel zelf schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Hoewel ook hijzelf in<br />

<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom tusschen 1550 en '60 zijn werk „afroffel<strong>de</strong>."<br />

Hoe wij, in onzen tijd, staan tegenover het meest ka rakteristieke van<br />

Scorel's werk, bunnen wij vaststellen in het Rijksmuseum.<br />

Het groote onvoltooi<strong>de</strong> tafereel met <strong>de</strong> naakte Bathseba op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond<br />

tusschen marmeren beel<strong>de</strong>n, met <strong>de</strong> voeten in een vijvertje, begluurd dooreen<br />

ntinusculen David van uit zijn hebridisch paleis, tegen een achtergrond<br />

van <strong>de</strong> vreemdsoortigste bergformaties on<strong>de</strong>r een won<strong>de</strong>rlijk verwaai<strong>de</strong><br />

lucht, baart verwon<strong>de</strong>ring. Maar van bewon<strong>de</strong>ring onzerzijds han moeilijk<br />

gesproken wor<strong>de</strong>n.<br />

De „Koningin van Saba <strong>voor</strong> Salomon", een werk van hetzelf<strong>de</strong> formaat<br />

en grootte, is aantrekkelijker door <strong>de</strong> verzorg<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring, <strong>de</strong> gelukkige<br />

studie van <strong>de</strong> Italiaansche lunst die uit <strong>de</strong> vrouwenfiguren <strong>voor</strong>al spreekt,<br />

en om <strong>de</strong> vlijt waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> achtergrond vol vreem<strong>de</strong> bouwwerken werd<br />

gezet. Als wij <strong>de</strong>ze onmogelijke bouwwerken vergelijken met een krijger,<br />

op <strong>de</strong>n rug gezien op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, dan blijkt dat Scorel toch nog meer<br />

begrip had van zijn geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n in Italië, door het tenminste<br />

eenigszins verstaan van Mantegna, dan van zijn gebouw<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n.<br />

Van <strong>de</strong> nieuwe architectuur die <strong>de</strong> Italianen uit <strong>de</strong> Romeinsche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

wisten te doen opbloeien, begreep hij al heel weinig.<br />

Toch brengt <strong>de</strong> charme van Benige figuren uit <strong>de</strong>ze opgesloten compositie<br />

ons naar een werk dat in hetzelf<strong>de</strong> cabinet hangt, naar <strong>de</strong> „Maria Magdalena",<br />

da t in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n meesteralsem compleet meesterstuk<br />

onze volle bewon<strong>de</strong>ring trekt.<br />

Hier zette <strong>de</strong> meester zijn beste eigenschappen uit. De compositie, rechts<br />

dooreen boom, links door een grillige bergformatie gesloten, is evenwichtig<br />

en „integer (integritas = in zich zelf besloten). Een schoonheid a<strong>de</strong>men<strong>de</strong><br />

vrouw in Venetiaanschen dracht, met <strong>de</strong> rijk geciseleer<strong>de</strong> zalfpot op <strong>de</strong><br />

knieën, silhouetteert zich ten halve tegen een fijne lichtend-groenen hemel.<br />

Dat alles is met luchtige toets in vaak zoo dunne verf geschil<strong>de</strong>rd dat <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rteekening er doorheen slaat. De fleur is gouddoorgloed op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond,<br />

blauw, lichtdoorzeefd in het verschiet.<br />

Maar het is toch <strong>voor</strong>al het leven van het mooie Dopje van Maria<br />

Magdalena dat dit schil<strong>de</strong>rij onvergetelijk maakt <strong>voor</strong> hen, die in <strong>de</strong> Dogen<br />

van Agatha van Schoonhoven blikten. Want <strong>de</strong> vrouw van gegoe<strong>de</strong> huize,<br />

52


die met <strong>de</strong>n kanunnik een gezin stichtte, is het mo<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze gezalig<strong>de</strong><br />

ambits, smals zij hef sehalksehe bruidj is op lef trch1 wereldóirotm<strong>de</strong><br />

portretje in het Palazzo Doria-Pamfili te Rome (1529), en vijftien jaar<br />

later <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>re toegewij<strong>de</strong> vrouw op het paneeltje dat nu ook in het Rijksmuseum<br />

hangt.<br />

Dr. G. J. Hoogewerf heeft <strong>de</strong> juiste opmerking gemaakt, dat wij <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

12-jarigen schooljongen in Boymans ons <strong>voor</strong>stellen, <strong>voor</strong> het vroegwijzen<br />

Jantje uit Alkmaar zelf te staan. 't Is alweer het leven, eenvoudig en<br />

natuurlijk dat <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r ons hier geeft. Daarom waar<strong>de</strong>enen wij het<br />

prachtige paneeltje in het Rotterdamsche Museum boven <strong>de</strong> knappe<br />

aca<strong>de</strong>mische „Dooi in <strong>de</strong>n Jordaan" in het Frans Halsmuseum te Haarlem,<br />

omdat dddr alle figuren acteerera in een landschap dat meer schematisch<br />

is bedacht, dan ergens ontroerd gezien.<br />

Ook <strong>de</strong>ze Hollandschefiguurschil<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheidt zich <strong>voor</strong>al in hefportret,<br />

al heeft hij onloochenbare verdiensten, <strong>voor</strong> het opruimen van <strong>de</strong> laatste<br />

resten van <strong>de</strong> uitgebloei<strong>de</strong> kunst van een afgesloten tijdvak. Of, zooals<br />

Jan Gossaert, het Colosseum te Rome.<br />

53


zijn tijdgenoot Janus Secwzdus in latijnsclze verzen het uitdrupte :<br />

„hij is <strong>de</strong> trotsch <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rs, omdat hij naar zijn va<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> monumenten<br />

bracht <strong>de</strong>r latijnsche wereld, en Rome bracht aan <strong>de</strong> boog<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>n Rijn."<br />

54


V.<br />

DE ZESTIENDE EEUW. — Een die weerstond ;<br />

Pieter Breughel, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>.<br />

et is <strong>de</strong> trotsch van Pieter Breughel dat hij weerstond,<br />

dat hij <strong>de</strong>n tijdgeest teleurstel<strong>de</strong>. De geest <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n heeft<br />

hem begrepen, en zijn werken geplaatst op <strong>de</strong>n rang waar zij behooren:<br />

op <strong>de</strong>n eersten rang.<br />

Laten wij er ons rekenschap van geven, dat <strong>de</strong> kunstenaars niet slechts<br />

werken aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het eigen leven <strong>de</strong>r lunst, maar dat zij<br />

ook <strong>de</strong> tijdsgedachten vertolken. Nu zijn echter <strong>de</strong> groote kunstenaars<br />

niet alleen Kin<strong>de</strong>ren van hun tijd, maar met hun werken reiken zij ver over<br />

<strong>de</strong>n eigen tijd, en in hen vereeren wij meesters <strong>voor</strong> alle tij<strong>de</strong>n.<br />

Zoo is <strong>de</strong> groote zestien<strong>de</strong>-eeuwsche Brabanter Pieter Breughel ook een<br />

meester van <strong>de</strong>zen tijd. Want elke tijd zal zich in een <strong>de</strong>el van zijn<br />

werk kunnen terugvin<strong>de</strong>n.<br />

't Is niet te verwon<strong>de</strong>ren dat men in <strong>de</strong>n bloeitijd <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

romantiek, <strong>voor</strong>al oog had <strong>voor</strong> ddt <strong>de</strong>el van Breughel's arbeid, dat met<br />

„drSlerie" 't best wordt aangeduid.<br />

De romantiek heeft er behagen in geschept, Jeroen Bosch en Pieter Breughel<br />

tot grootmeesters te verklaren van een school van satirieke caricaturisten,<br />

welke men <strong>de</strong>n naam gaf van „Ecole <strong>de</strong>s drôles". 's-Hertogenbosch werd<br />

dan door meester Ihieronymus, die van Alen kwam, een hoofdstad in het<br />

land van <strong>de</strong> „Ecole <strong>de</strong>s drôles". De romantiek zal wel nooit sterven,<br />

dus altijd zullen er zijn die in <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> eigenschappen van Breughel<br />

het zwaartepunt van zijn oeuvre zullen aanwijzen.<br />

Maar sinds <strong>de</strong> romantiek haar greep op <strong>de</strong> groote massa <strong>de</strong>r beschaaf<strong>de</strong>n<br />

in West Europa verloor, zijn er in hef laatste kwartaal <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong><br />

eeuw, an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong>n van Breughel's werk sterker belicht, die <strong>de</strong>n meester<br />

een an<strong>de</strong>r silhouet geven.<br />

55


De Pieter Breughel van 1900 is een an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> Breughel van 1850,<br />

waarme<strong>de</strong> wij zeggen willen, dat elke tijd in het werk <strong>de</strong>r groote meesters<br />

zijn eigen beeld tracht te vin<strong>de</strong>n.<br />

Bij juister, maar <strong>voor</strong>al bij an<strong>de</strong>rs bezien van hef werk van Breughel,<br />

k warn men ras tot <strong>de</strong> overtuiging dat men, door te veel te letten op het<br />

grappige en caricaturale, zijn beste en grootste Zij<strong>de</strong>n had verwaarloosd.<br />

Want door al zijnwerkheen gloeit <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid,<br />

en stroomt <strong>de</strong> drift tot het beel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n meest karaktervollen vorm.<br />

Toch ljt hij <strong>voor</strong> velen, ook in het uitbeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r hem omringen<strong>de</strong> natuur,<br />

caricaturaal te werk te gaan. Dit lot <strong>de</strong>elt hij met alle realistische meesters,<br />

die hun persoonlijkheid en hun kunst, naast <strong>de</strong> meer klassieke scholen ontwikkel<strong>de</strong>n.<br />

De strenge eerlijkheid waarme<strong>de</strong> zij <strong>de</strong> natuur uitbeel<strong>de</strong>n,<br />

geven Jeroen Bosch en Pieter Breughel in, <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n van Memling en Gerard<br />

David, van Frans Floris en Michel Coxcie, hetzelf<strong>de</strong> karakter van „overdrijvers"<br />

als Manet en Clau<strong>de</strong> Monet, tegenover <strong>de</strong> meer traditioneele<br />

klassicisten in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwsche Fransche schil<strong>de</strong>rkunst schijnen te<br />

zijn. De kunstwerken van Bosch en Breughel zijn schakels in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> één grijpt al <strong>de</strong> volkspoëzie <strong>de</strong>r<br />

late mid<strong>de</strong>leeuwen samen op <strong>de</strong> realistisch Vlaamsche wijze <strong>de</strong>r 15<strong>de</strong><br />

eeuw, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zal 50 jaar later <strong>de</strong>n rijpen bloei te zien geven van datzelf<strong>de</strong>realisme,<br />

dat een zin is <strong>voor</strong> het werkelijke naar<br />

<strong>de</strong>n aard v an lan d en v o 1 h, van alle vreem<strong>de</strong> smetten vrij.<br />

En dit was niet eenvoudig. Vooral niet <strong>voor</strong> Breughel in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />

eeuw, die zoo bij uitstek <strong>de</strong> eeuw is van Italië. Alles blikt naar het<br />

Zui<strong>de</strong>n, alles reist naar Rome, want dda'r zijn <strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n 1<br />

En wij mogen het <strong>de</strong> z.g. Romanisten of Romaniseeren<strong>de</strong> meesters<br />

nauwelijks euvel dui<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> groote vaart, die in <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> en<br />

zestien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> ontwikkeling speciaal van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst in Italië<br />

gekregen had, hen meesleepte.<br />

Hei eenvoudige, innige, maar kleinburgerlijke leven in onze gewesten werd<br />

in die dagen geconfronteerd met het weidsch-Italiaansche, met <strong>de</strong> bree<strong>de</strong><br />

vormen van het Zui<strong>de</strong>n.<br />

Het breed uitwapperend intellectualisme en <strong>de</strong> mil<strong>de</strong>re vormen van het<br />

dagelijks leven in het Italiaansche paradijsland, grepen <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

kunstenaars. De grootsche werken van <strong>de</strong> „dolce stile nuovo", zooals<br />

aanvankelijk <strong>de</strong> Renaissance genoemd werd, kwamen in reproductie, d.i. in<br />

gravure, ook naar <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n, en 't is niet te verwon<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs in dien tijd geen rust had<strong>de</strong>n vóór zij die werken zelf met eigen<br />

Dogen had<strong>de</strong>n aanschouwd. Met graagte gaven zij zich aan al dit nieuwe,<br />

volslagen overrompeld wer<strong>de</strong>n zij door <strong>de</strong> hooge levensgolven van het<br />

56


Pieter Breughd <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>, 1525-1569. Fragment uit Caritas.<br />

57


Zui<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> „bello e nuova maniera" namen zij met enthousiasme over.<br />

Eigenlijk ston<strong>de</strong>n zij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werken <strong>de</strong>r groote Italianen te bibberen en te<br />

beven, en zelfverloren in bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> beschouwing verleer<strong>de</strong>n zij snel<br />

<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche wijsjes, toen zij trachtten het groote lied van hef<br />

Humanisme en <strong>de</strong> Renaissance mee te zingen.<br />

En op <strong>de</strong> terugreis brachten zij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kunst naar hun va<strong>de</strong>rland.<br />

Maar begrijpt 't goed: zij brachten van dit alles het nieuwe bleed mee,<br />

waarme<strong>de</strong> zij zich, terug in Antwerpen, opschikten. Maar <strong>de</strong> uitheemsche<br />

dracht was te Fleurig en te fleurig, en zij droegen het kleed niet natuurlijkelegant,<br />

maar gemaniereerd-opzichtig. Wat niet wegneemt dat ze bewon<strong>de</strong>rd<br />

wer<strong>de</strong>n. Wij zeggen nu: bovenmatig bewon<strong>de</strong>rd, en begrijpen niet goed dat<br />

<strong>de</strong> kunstkundige Antwerpsche burgers niet in Frans Floris „<strong>de</strong> aap" van<br />

Michel Angelo, en in Barend van Orley <strong>de</strong> imitator van Rafaël zagen.<br />

Natuurlijn had<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> manieristen en Antwerpsche romaniseeren<strong>de</strong><br />

meesters hun verdiensten. Zij hebben <strong>de</strong> laatste doo<strong>de</strong> resten van <strong>de</strong> Gothiek<br />

opgeruimd, en <strong>de</strong> ramen wijd opengezet <strong>voor</strong> het nieuwe leven.<br />

Maar, waar zij <strong>de</strong>n eigen aard en <strong>de</strong>n eenvoud verloren, wisten zij <strong>de</strong>n<br />

vreem<strong>de</strong>n stijl zich niet eigen te maken.<br />

't Is Breughel's onsterfelijke verdienste, dat hij te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze beweging<br />

het hoofd boel heeft gehou<strong>de</strong>n.<br />

De zestien<strong>de</strong> eeuw moet Breughel niet an<strong>de</strong>rs hebben kunnen zien dan<br />

als een „achterlijk" Kunstenaar, moet hem reactionnair geschol<strong>de</strong>n hebbers,<br />

in ie<strong>de</strong>r geval als „iemand die <strong>de</strong>n polsslag van <strong>de</strong>n tijd niet voel<strong>de</strong>"<br />

hebben aangeduid.<br />

De zestien<strong>de</strong> eeuwer wist niet, en lion niet weten wat wij na weten, dat<br />

Breughel's standhou<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong>n dwang uit het Zui<strong>de</strong>n hem <strong>voor</strong>bestem<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> schakel te zijn tusschen <strong>de</strong> groote lunst <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw, en <strong>de</strong>n<br />

zoo bij uitstek origineelen en grootschee opbloei in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n.<br />

Over zijn tijdgenoten heen, reikt hij met zijn krachtig noordsch realisme<br />

<strong>de</strong> hand aan een Brouwer en Avercamp, op <strong>de</strong>n drempel van <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n<br />

eeuw onzer schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

En meer dan <strong>de</strong> „nieuwlichters" om hem heen, bleek hij het juiste standpunt<br />

in te nemen, waardoor hij genoemd kan wor<strong>de</strong>n „<strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>r Gothieken<br />

en <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>r Mo<strong>de</strong>rnen".<br />

Wat weten wij uit <strong>de</strong> litteratuur van onzen Pieter Breughel <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>?<br />

Laten wij het direct zeggen dat wij van 's meesters leven niet heel veel<br />

weten — aangewezen als wij zijn op wat slordige aanteekeningen in ]iet<br />

„Schil<strong>de</strong>rboef van Carel van Man<strong>de</strong>r". Wat Giorgio Vasari <strong>de</strong>ed <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

Italiaansche lunst, <strong>de</strong>ed van Han<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche. Hij beschreef<br />

58


<strong>de</strong> levens en <strong>de</strong> waken hi1dc?9, rijn tjdgenooten, en van hen die hem<br />

waren <strong>voor</strong>afgegaan. Maar 't is ongeveer 'n halve eeuw later dat hij <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n aangaan<strong>de</strong> Pieter Breughel opteeken<strong>de</strong>.<br />

Het eerste betrouwbare jaartal waarover wij beschikken is 1551, toen Pieter<br />

Breughel werd ingeschreven in het Lucas Gil<strong>de</strong>boek <strong>de</strong>r Antwerpsche<br />

schil<strong>de</strong>rs. Want <strong>voor</strong> zijn geboortejaartal hebben wij <strong>de</strong> leuze tusschen<br />

<strong>de</strong> jaren 1520-1530.<br />

Wat zijn geboorteplaats betreft ? Wij zijn nu maar gezamenlijk overeengekomen<br />

dat hij uit het dorp Breughel bij Eindhoven afkomstig is. Want<br />

daar hebben wij, on<strong>de</strong>r aanvoering van <strong>de</strong>n Brabanter Vincent Cleerdin,<br />

in October 1926 een ge<strong>de</strong>nksteen neergelegd, die wij niet meer naar het<br />

dorp Breughel bij Breda Dunnen verleggen, of naar 'n an<strong>de</strong>r Breugheldorp,<br />

dat nog in Brabant of <strong>de</strong> Kempen gevon<strong>de</strong>n zou kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Trouwens Felix Timmermans heeft hem in dat dorp geroken — en daar<br />

hebben wij ons bij neergelegd. Hij heeft het bij <strong>de</strong> onthulling van het beschei<strong>de</strong>n<br />

monumentje <strong>voor</strong>treffelijk gezegd:<br />

„En toen ik hier bij <strong>de</strong> pruimgele avondschemering <strong>de</strong>n rook boven <strong>de</strong><br />

strooien daken in <strong>de</strong> kristallen vrieslucht zag opstijgen, en gin<strong>de</strong>r het<br />

vereenzaamd kerkje met zijn gemoe<strong>de</strong>lijken toren en torentje, als een<br />

madame, die haar Kin<strong>de</strong>ren draagt, nevens <strong>de</strong>n kalmen Dommel zag<br />

eerblauwen in <strong>de</strong>n avonddons, als een druif, en <strong>de</strong> stilte voel<strong>de</strong> <strong>de</strong>r hei<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong>r mastebosschen, toen heb ik na dit <strong>voor</strong>zichtig, en broos en heilig<br />

uur, hier Pieter Breughel geroken, zijn werk en zijn groote ziel, ineens,<br />

in één snuif hem heelemaal gewaar gewor<strong>de</strong>n, in 't profiel van dit kleine<br />

dorp, in <strong>de</strong> wezen<strong>de</strong> kleuren <strong>de</strong>r dingen."<br />

„Ih rook hem, en meteen zag ik in an oogopslag al zijn machtige<br />

werken. Als een boom vol kleurige vruchten, waarvan dit dorp <strong>de</strong><br />

gezon<strong>de</strong> wortel is ...."<br />

En hij, Timmermans, verklaar<strong>de</strong> dat dit Brabantsche dorp <strong>voor</strong> Pieter<br />

„eerre collaboratrice, eerre sublieme me<strong>de</strong>werkster" is geweest.<br />

„Hij is <strong>de</strong> vrucht van zijn dorp. Het heeft hem meegemaakt. Daar is <strong>voor</strong><br />

ons een groote les in, omdat wij het soms gaan zoeken waar het niet verloren<br />

is. We moeten niet ver gaan als er <strong>de</strong> groote ziel maar is, als <strong>de</strong><br />

groote asem over ons werk blaast, dan kan <strong>de</strong> kleine vlek die men op <strong>de</strong><br />

landkaart vergeet,'t symbool van heel <strong>de</strong> wereld en <strong>de</strong> menschheid wor<strong>de</strong>n."<br />

Na zulke mooie woor<strong>de</strong>n niet waard is <strong>de</strong> zaak uit: Pieter Breughel werd<br />

te Breughel bij Eindhoven geboren.<br />

Wij noem<strong>de</strong>n 't jaartal 1551 — toen was hij Broe<strong>de</strong>r van St. Lucas te<br />

59


Antwerpen, toen wist en ben<strong>de</strong> Breughel al veel. En het beste wat hij wist<br />

en len<strong>de</strong> heeft hij natuurlijk nooit geleerd.<br />

Lezers, 't moet U wel zijn opgevallen dat <strong>de</strong> dingen die ge echt-celzuur<br />

weet, dat ge die nooit geleerd hebt —altijd geweten hebt.<br />

Al heeft ook 'n ou<strong>de</strong>re door zijn lessen het-in-U-leven<strong>de</strong> helpen wekken.<br />

Leeren-on<strong>de</strong>rwijzen kan niet an<strong>de</strong>rs zijn dan „wekken".<br />

Twee van die wekkers wor<strong>de</strong>n genoemd als leeraren van Pieter Breughel,<br />

n.l. Jeroen Cock en Pieter Coeck van Aelst. Deze laatste <strong>voor</strong>al was een<br />

merkwaardig man. In Aelst geboren in 1502, had hij in Italiëgereisd en lang<br />

in Constantinopel vertoef dwaarvan hij veel schetsen en levendige teelleningen<br />

meebracht. In 1549 werd hij lijfschil<strong>de</strong>r-hofschil<strong>de</strong>r van Karel V, en stierf<br />

in 1553 te Antwerpen. Degenre-schil<strong>de</strong>ringen, <strong>de</strong>gravures en <strong>de</strong> architectuurteekeningen<br />

die wij van hem over hebben, schragen nu nog zijn reputatie.<br />

Maar dat hij <strong>de</strong> schoonva<strong>de</strong>r werd van Pieter Breughel, houdt zijn naam<br />

<strong>voor</strong> altijd in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis.<br />

Wat die leermeesters hem wel geleerd mogen hebben?<br />

't Beste zal wel geweest zijn dat ze in hem het onwe<strong>de</strong>rstaanbare verlangen<br />

opriepen naar het Zui<strong>de</strong>n. En in 1551-1552 ging Pieter Breughel op<br />

reis, met als einddoel <strong>de</strong> groote binnenzee aan wier boor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beschaving<br />

van ons wereld<strong>de</strong>el ontlook. Frankrijk eerst, —daarna Italië in-eenruk-door<br />

tot hij niet ver<strong>de</strong>r lion, — met zijn neus <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Etna. En<br />

daar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> straat van Messina zette hij zich neer om te teelenen.<br />

Schetste er <strong>de</strong> zeeschepen, zelfs Ne<strong>de</strong>rlandsche, die wij met het weidsche<br />

zeegezicht terugvin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij waar Icarus, als eerste verongelukte<br />

slachtoffer van <strong>de</strong> vliegkunst, wordt afgebeeld.<br />

In dit schil<strong>de</strong>rij gaf J3reughel nog iets an<strong>de</strong>rs.<br />

Als 't mythologische gebeuren zich in <strong>de</strong> fond van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring afspeelt,<br />

dan is op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond een Brabantsche boer rustig zijn landje aan 't<br />

omspitten, en heeft blijkbaar part noch <strong>de</strong>el aan, en eigenlijk ook geen<br />

belangstelling <strong>voor</strong> die hemelbestorming. Zijn landje is plein. Maar hij<br />

is honing op zijn erf — <strong>de</strong> Franschen zou<strong>de</strong>n zeggen: „Mon verre est<br />

petit — mais je bots dans mon verre" of: „le charbonnier est maitre<br />

cher sot." Dat is het beeld van Breughel zelf. Hij heeft eigenlijf lak<br />

aan <strong>de</strong> mythologie en aan het hooge streven <strong>de</strong>r Italianen.<br />

't Is Breughels' meesterschap geweest, om na eerst bij zijn schoonva<strong>de</strong>r<br />

in <strong>de</strong>n winkel te Antwerpen <strong>de</strong> gravures naar b.v. Rafaëls' „Disputs" of<br />

„Atheensche School" te hebben gezien, en daarna in <strong>de</strong> trotsche paleizen<br />

te Florence of Rome <strong>de</strong> werkelijke schil<strong>de</strong>ringen te hebben bekeren en<br />

bewon<strong>de</strong>rd, uitgeroepen te hebben : „En wat zou dat ?"<br />

60


Pieter Breughel <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> 1525, t 1569. Fragment uit Pru<strong>de</strong>ntia, 1559.<br />

En toen is hij Mil stil langs <strong>de</strong>n weg gaan zitten: er gaat een aardig opgetuigd<br />

paardje <strong>voor</strong>bij, een vreemd kereltje met gelapte kleeren; hij teekent<br />

dit, en alles wat hij op <strong>de</strong>n langen tocht door <strong>de</strong> Zwitsersche gebergten zag<br />

61


en wat hem trof, trouwhartig noordsch in zijn schetsboek, en is tenslotte<br />

weer blij bij zijn boeren in Brabant te zijn.<br />

Wij doen het veiligst ons Breughel op zijn reis steeds teekenen<strong>de</strong> <strong>voor</strong> te<br />

stellen — en dat niet alleen op zijn reis.<br />

Van hetgeen wij er nog van over hebben, bunnen wij met zekerheid besluiten<br />

dat Breughel enorm veel geteekend heeft: als alle groote meesters.<br />

De teekeningen van <strong>de</strong> Italianen vullen <strong>de</strong> prentencabinetten en verzamelingen<br />

van Europa: zij waai<strong>de</strong>n en flad<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n er bij hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n heen.<br />

In Teylers' Museum te Haarlem b.v., lean ie<strong>de</strong>reen zich overtuigen hoe<br />

<strong>de</strong> meesters van <strong>de</strong> groote <strong>de</strong>coratieve werken „karrevrachten" schetsen en<br />

teekeningen maakten. Deze zijn echter <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong>bereidingen <strong>voor</strong> hun<br />

groote schil<strong>de</strong>ringen, in <strong>de</strong> vorm van studies naar het leven die bij <strong>de</strong> uitvoering<br />

hun waren stijl eerst krijgen, of wel compositieschetsen, die na staag<br />

veran<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke versie van het kunstwerk in uitzicht stellen.<br />

Breughel's teekeningen zijn vaak notities, die ook een schil<strong>de</strong>r met een groot<br />

visueel geheugen als Breugel behoeft, maar vaak ook hebben zij geen<br />

an<strong>de</strong>r doel dan het prachtige landschap, met mensch en dier, met dorpen<br />

en stadjes vast te hou<strong>de</strong>n. Hij is in die teekeningen met min<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>len<br />

dan in zijn schil<strong>de</strong>rijen even compleet, maar <strong>voor</strong>al even vrij en argeloos.<br />

Albrecht Durer ziet bij verre <strong>de</strong> natuur niet zoo vrij en argeloos als Breughel,<br />

maar ook <strong>de</strong> meesters van het realistische landschap in latere eeuwen geven<br />

niet meer en niet dieper.<br />

En hoe moet Boeren-Breughel naar <strong>de</strong> menschen gekeken hebben in zijn<br />

gewest 1 Hij moet hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n schetsen gemaakt hebben, als <strong>de</strong> prachtige<br />

„Boertjes" in Boymans, <strong>voor</strong> zich, zoo ongeveer in 1556, bij hem <strong>de</strong><br />

Moralist en boer en k en ne r openbaar<strong>de</strong>. Waarom getwijfeld<br />

aan van Man<strong>de</strong>r's verhaal dat hij er met zijn vriend Hans Franckert op<br />

uit trok, vaak verkleed als boeren, om met hen aan te zitten en te feesten.<br />

Zij kondig<strong>de</strong>n zich aan als verre neven, of noem<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bruid hun nichtje<br />

bij <strong>de</strong> bruiloften, waar zij zonal niet geloofd wer<strong>de</strong>n, dan toch <strong>de</strong> satisfactie<br />

had<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> feestelijke tafel <strong>de</strong>el te nemen, nadat men hun ca<strong>de</strong>autjes<br />

had aanvaard. Waarom <strong>de</strong> anecdotes verwerpen ? Zij behelzen vaak<br />

meer waarheid dan het werkelijk gebeur<strong>de</strong>. Of <strong>de</strong>nkt U dat <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong><br />

boerenbruiloft geschil<strong>de</strong>rd ]ion wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r dat hij het boerenleven van<br />

<strong>de</strong> allernauwste beschouwing hen<strong>de</strong>l<br />

Menschenkenner bij uitnemendheid, leg<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong> altijd vast het lichamelijke<br />

en moreele type van <strong>de</strong>n Vlaamschen boer, met zijn sluwe trekken, zijn<br />

lompe bleeding, zijn marionnettenkop, die hij ons <strong>voor</strong>stelt overmatig<br />

eten<strong>de</strong> en drinken<strong>de</strong>, of zich op luidruchtig uitbundige wijze vermaken<strong>de</strong>,<br />

maar ook in zijn geduldig gele<strong>de</strong>n armoe<strong>de</strong> en kou<strong>de</strong>, of ten prooi aan<br />

62


mishan<strong>de</strong>lingen en plun<strong>de</strong>ring door <strong>de</strong> soldatenben<strong>de</strong>n, die in zijn tijd<br />

Brabant onveilig maakten.<br />

Als Breughel zijn land en zijn volk warm heeft liefgehad, dan make men<br />

echter van hem geen held van een bekrompen en enghartig nationalisme;<br />

daar<strong>voor</strong> heeft hij om te beginnen te veel ironie.<br />

Maar ook, daar<strong>voor</strong> is hij te breed van blip.<br />

Want als hij het Italianismo verworpen heeft, dan is hij er verre van af<br />

nationalistische oogkleppen te hebben aangedaan. Deze Brabanter is<br />

nationaal; hij is oneindig meer dan een grootne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r;<br />

hij is een groot m e n s c h, wars van alle Kleinzieligheid en zon<strong>de</strong>r<br />

gevoel <strong>voor</strong> purisme. Hij gebruikt vreem<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, als er in <strong>de</strong> eigen<br />

taal <strong>voor</strong> 'n begrip geen goed woord is.<br />

Als hij <strong>de</strong>n „toren van Babel" opbouwt, op zijn schil<strong>de</strong>rij in Weenen, dan<br />

laat hij zien hoe nauwkeurig hij het Colosseum te Rome heeft opgenomen<br />

en bewon<strong>de</strong>rd.<br />

Hij heeft <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke schil<strong>de</strong>rs bewon<strong>de</strong>rd, maar niet nagevolgd, mogelijk<br />

ook omdat hij 't Zui<strong>de</strong>n beter begreep.<br />

Daar staat op <strong>de</strong> „Kin<strong>de</strong>rmoord teBethlehem"op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond een springend<br />

zwart paardje, met een roodgin ruiter. Ziet I <strong>de</strong> nerveuze elegance van<br />

ros en ruiter komen zoo uit Italië. Op hetzelf<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij zijn meer<strong>de</strong>re<br />

motieven, die ervan verhalen hoe open hij was <strong>voor</strong> het vreem<strong>de</strong>.<br />

fa, bij het goed bezien van werken als „<strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rmoord" komt <strong>de</strong> beschouwer,<br />

die <strong>de</strong>n Venetiaanschen Carpaccio goed kent, diens werk <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n geest; dien moet Breughel open en vrij hebben bewon<strong>de</strong>rd. Hoe toegankelijk<br />

was hij ook <strong>voor</strong> exotische schoonheid, grondformatie en flora,<br />

<strong>de</strong> bergen en <strong>de</strong> boomgin van Zwitserland.<br />

De weg naar Damascus op het schil<strong>de</strong>rij „Paulus bekeering" is een<br />

Zwitsersche bergweg. Op een an<strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rijtje stormen <strong>de</strong> legers van<br />

Saul en David op elkan<strong>de</strong>r in een bergkloof, die héél ver van huis, en<br />

zeer nauwkeurig door Breughel moet gezien en geteekend zijn.<br />

Wij noemen hem B r e u g h e 1 d e Ou d e, en dat geschiedt omdat hij<br />

<strong>de</strong> stamva<strong>de</strong>r werd van een groot schil<strong>de</strong>rend nageslacht; men spreekt<br />

van zesentwintig schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> Breughels, 'n zevental brachten het tot<br />

vermaardheid.<br />

Want Pieter <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> had twee talentvolle zoons.<br />

Pieter Breughel <strong>de</strong> Jonge of Helsche Breughel, en Jan<br />

B r e u g h e 1 <strong>de</strong> F 1 u we el e n bijgenaamd, volgens sommige naar <strong>de</strong><br />

fluweelen toets van zijn penseelvoering, volgens an<strong>de</strong>ren meer prozaisch<br />

naar het fluweelen wambuis dat hij doorgaans droeg.<br />

De Helsche Breughel muntte uit in helle-tafereelen, zooals <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ganger<br />

63


van zijn va<strong>de</strong>r, Jeroen Bosch, ze ook maakte. Hip heeft veel schil<strong>de</strong>rijen<br />

van zijn va<strong>de</strong>r gecopieerd in een hem eigen bruine toon. 'f Is nog niet zoolang<br />

gele<strong>de</strong>n, dat men <strong>de</strong> superioriteit van het koele grijze coloriet van <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

werken van zijn va<strong>de</strong>r, boven het zijne is gaan on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

fan Breughel <strong>de</strong> Fluweelen had weer twee zoons, fan<br />

Breughel <strong>de</strong> Jonge en Ambroos Breughel, waarvan <strong>voor</strong>al<br />

<strong>de</strong> laatst genoem<strong>de</strong> uitmuntte in het schil<strong>de</strong>ren van bloemen en vruchten.<br />

fan Baptist ó r e u g h e 1 is volgens sommigen <strong>de</strong> soon Uaf!<br />

Ambroos, dan zou diens broe<strong>de</strong>r Abraham B r e ug h e 1 dat ook zijn.<br />

Deze laatste werkte veel in Rome, en Kreeg daar <strong>de</strong>n bijnaam R h if ng<br />

r a a f, maar hij wordt ook wel <strong>de</strong> Napo li taan genoemd, omdat<br />

hip lang in Napels werkte.<br />

In 1720 stierf hij, en had dus tot in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> naam Breughel<br />

van het Lucasgil<strong>de</strong> hooggehou<strong>de</strong>n.<br />

Keergin wij nu tot <strong>de</strong>n stamva<strong>de</strong>r terug.<br />

De benaming Pieter l3reughel <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>, heeft dit tegen, dat<br />

wij bij <strong>de</strong> „ou<strong>de</strong>" <strong>de</strong>nken aan een oud man, terwijl zijn kunst eeuwig jong is.<br />

Pieter wordt ook genoemd Boeren-Breughel, maar dan wordt eenzijdig<br />

het accent gelegd op een <strong>de</strong>el van zijn oeuvre — <strong>de</strong> boeren schil<strong>de</strong>rijen.<br />

De beste benaming zou zijn <strong>de</strong> G r o o te B r e u g h e 1, want dan zien<br />

wij <strong>de</strong> Kunstenaar oprijzen met zijn heele werk, boven héel veel an<strong>de</strong>ren uit,<br />

en groot is hij misschien <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen tijd <strong>voor</strong>al als landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

En dan <strong>de</strong>nken wij aan <strong>de</strong> prachtige cyclus <strong>de</strong>r jaargetij<strong>de</strong>n te Weersen.<br />

Hij is in die werken <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ganger van Ruysdael, Millet en Segantini,<br />

maar ook <strong>de</strong> gelijke van v. Eyck en Leonardo da Vinci, door zijn<br />

volmaakte perspectievische plastiek.<br />

De reusachtige bergen, het doolhof <strong>de</strong>r valeitjes, <strong>de</strong> grijns <strong>de</strong>r ontbla<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

boomgin, <strong>de</strong> <strong>de</strong>solate blankheid van <strong>de</strong> besneeuw<strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n, het halfduister<br />

van <strong>de</strong> winterluchten, <strong>de</strong> har<strong>de</strong> witheid van <strong>de</strong> sneeuw die <strong>de</strong> dorpsplaats<br />

be<strong>de</strong>lt, platgetre<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> kleine menschjes, zoo kleurrijk als vlin<strong>de</strong>rtjes<br />

of zwart als torretjes, maar ook <strong>de</strong> glimlach van <strong>de</strong> lente op <strong>de</strong> akkers<br />

en op <strong>de</strong> groene wei<strong>de</strong>n, heeft <strong>voor</strong> hem geen geheimen meer.<br />

Zooals hij <strong>de</strong> hartstochtelijke maar getrouwe dichter is van het ruwe<br />

landvolk, zoo is hij ook <strong>de</strong> zanger van hun steeds veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>n grond,<br />

van <strong>de</strong>n akker dien zij ploegen, van <strong>de</strong> lucht die zij ina<strong>de</strong>men, van <strong>de</strong><br />

prachtige horizonten die hun kin<strong>de</strong>rlijken blik zoekt.<br />

En welk een kolorist I<br />

Indien men in zijn ruwe doch eerlijke gravures <strong>de</strong> chromatische finesses,<br />

het geleer<strong>de</strong> clair-obscur dat <strong>de</strong> fleuren suggereert, mist, dan vindt men<br />

64


Portret van Pieter Breughel,<br />

fragment uit <strong>de</strong> compositie van Barth. Spranger, door Eg. Sa<strong>de</strong>ler in koper gestoken.<br />

in zijn schil<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong> schittering Pvan!cle stevigste, zuiverste, en blijmoe.<br />

digste tonen, zacht als fluweel, of geëmailleerd, of doorzichtig als intarsia.<br />

De onvolprezen landschappen I Vooral die te Weenen I Weenen is het groote<br />

Breughelmuseum. Niet min<strong>de</strong>r dan vijftien van <strong>de</strong> allerbeste werken<br />

6 65


van <strong>de</strong>n meester zijn er bijeen, door keizer Rudolf II er heengebracht.<br />

Als iemand <strong>voor</strong> het onsterfelijke „Wintergezicht", met <strong>de</strong> tegen <strong>de</strong>n laten<br />

middag terugkeeren<strong>de</strong> vermoei<strong>de</strong> jagers en afgejakker<strong>de</strong> jachthon<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, zou verklaren: dat is het schoonste sneeuwgezicht<br />

dat ooit geschil<strong>de</strong>rd werd, — dan zou<strong>de</strong>n wij hem niet durven tegenspreken.<br />

Wat een grootheid I Wat 'n samengrijpen bij zooveel <strong>de</strong>tail l Wat een<br />

synthese bij zóó scherpe analyse 1<br />

Hoe spontaan en tegelijk wel-overlegd-kundig is <strong>de</strong> compositie. Ziet<br />

hoe een rij van perspectievisch zich verdunnen<strong>de</strong> boonren, <strong>de</strong>n blik van <strong>de</strong>n<br />

beschouwer van het <strong>voor</strong>plan van <strong>de</strong>n heuvel, afvoert naar <strong>de</strong> diepte, —naar<br />

<strong>de</strong> verte, — naar <strong>de</strong> eerste huizen van het dorp in het dal.<br />

En let dan eens op hoe een kraai in een boom op het eerste plan, een soortgenoot,<br />

een an<strong>de</strong>re braai nastaart, die met bree<strong>de</strong> vlucht <strong>de</strong>n laatste, <strong>de</strong>n<br />

verstverwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n boom verlaten heeft, om <strong>de</strong>n blik van <strong>de</strong>n beschouwer,<br />

zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong>ze zich daarvan bewust is, me<strong>de</strong> te nemen diep in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij,<br />

naar <strong>de</strong> heuvels van <strong>de</strong>n achtergrond.<br />

Hoe boor<strong>de</strong>-gevuld is zoon landschap I In Tateren tijd zullen wel een<br />

hon<strong>de</strong>rdtal motieven uit dit sneeuwgezicht, tot nieuwe werken uitgroeien.<br />

Maar <strong>de</strong> veelheid <strong>de</strong>r motieven grijpt Breughel samen tot wat <strong>de</strong> Duitscher<br />

noemen een „Gesamibild", en hierin is lui niet primifief, maar klassiek. Niemand<br />

als Breughel wist telkens in één schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong> hééle wereld" te<br />

beel<strong>de</strong>n. Achter elk huis leeft een familie, achter elk raam bewegen <strong>de</strong> menschen,<br />

in elke schuur bevroe<strong>de</strong>n wij het vee. Van elk arbei<strong>de</strong>nd figuurtje<br />

kunnen wij het ambacht lezen.<br />

Ja zelfs aan <strong>de</strong> beesten Ilan je zien of ze zich vervelen. De landschappen<br />

zijn niet <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r menschen. Maar eer<strong>de</strong>r gaan <strong>de</strong> menschen<br />

op in hun omgeving. Hoe verkleumd zijn ze in <strong>de</strong>n winter, hoe loom in<br />

<strong>de</strong>n zomer. Hoe prikkelt <strong>de</strong> lentelucht hun hersens, en hoe beeldt hij <strong>de</strong><br />

melancholie <strong>de</strong>r menschen, ook als ze bedrijvig zijn, in <strong>de</strong>n herfst.<br />

Als zuiver <strong>voor</strong>beeld van zijn coloristisch genie geldt zijn beroem<strong>de</strong><br />

tempera schil<strong>de</strong>ring van het Museum te Napels : <strong>de</strong> .,Parabel <strong>de</strong>r blin<strong>de</strong>n",<br />

Onsterfelijk meesterstuk van diepe menschelijke weemoed, maar ook van<br />

diafaan chromatisch Dunnen.<br />

Als een blin<strong>de</strong> een an<strong>de</strong>re leidi, vallen zij bei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n huil. Dat is <strong>de</strong><br />

inhoud van een beken<strong>de</strong> Evangelische parabel, en een Vlaamsche spreekwijze<br />

herhaalt het. Het landschap is moerassig, 't weer is hel<strong>de</strong>r; maar in <strong>de</strong> oogen<br />

is het nacht. Op <strong>de</strong> gezichten staat <strong>de</strong> somberheid van <strong>de</strong>n dood bij <strong>de</strong>ze<br />

zes blin<strong>de</strong>n die, achter elkan<strong>de</strong>r aanloopend, elkan<strong>de</strong>r steunen met hun<br />

lompen en stokken.<br />

Daar opent zich plotseling het gapen<strong>de</strong> gat van <strong>de</strong>n vijver, en allen zullen<br />

66


er met een ontzetten<strong>de</strong> schreeuw in wegvallen. Zijn tijdgenooten, v a n<br />

H e rn e s s e n of onze Amsterdamsche Pieter A e r t z e n, zou<strong>de</strong>n ook<br />

dit on<strong>de</strong>rwerp met hun glimlachen<strong>de</strong> fleuren hebben gegeven. Breughel<br />

is <strong>de</strong> eerste die door <strong>de</strong> macht van zijn palet een stemming kan schil<strong>de</strong>ren.<br />

Een sneeuwgezicht is bij Breughel koud, in <strong>de</strong> roestkleuren van zijn<br />

herfst waait <strong>de</strong> herfstwind ons legen. Hij schil<strong>de</strong>rt in zijn werken <strong>de</strong>n<br />

morgen of <strong>de</strong>n middag, en geeft door zijn palet <strong>de</strong> uren van <strong>de</strong>n dag<br />

watt. De natuur heeft bij hem haar eigen leven, zooals zij dat later bij<br />

Ruysdael en Clau<strong>de</strong> Lorrain ook zal hebben.<br />

Want op <strong>de</strong> „Parabel <strong>de</strong>r blin<strong>de</strong>n" is hef landschap niet een achtergrond<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> figuren, maar het vreedzame dorpje, met het kerkje tusschen <strong>de</strong><br />

boomer, waarin men <strong>de</strong> kerb van Breughel bij Eindhoven heeft willen<br />

herhennen, a<strong>de</strong>mt zoon rustig leven, dat <strong>de</strong> bedoeling, <strong>de</strong> steeds doorleven<strong>de</strong><br />

natuur in haar eigen rhythme te doen contrasteeren met het dramatisch<br />

menschelijk gebeuren op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, zich dui<strong>de</strong>lijk aandient.<br />

In 1563, omstreeks Paschen, trouw<strong>de</strong> Breughel in <strong>de</strong> Kapellenkerk te<br />

Brussel met <strong>de</strong> dochter van Pieter Coeck ; in het trouwregister staat nu<br />

nog te lezen : „Pieter Brugel solmt Mayken Cocks.<br />

In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kerk werd hij zes jaar later in 1569 begraven. In <strong>de</strong> Eglise<br />

<strong>de</strong> la Chapelle te Brussel, mochten wel meer<strong>de</strong>ren eens langs het grafmonument<br />

gaan, dat <strong>de</strong> herinnering bewaart aan <strong>de</strong>n grootgin schil<strong>de</strong>r<br />

en aan zijn vrouw, die er negen jaren na hem begraven werd.<br />

Maar 't is toch nog beter in het Museum te Brussel naar zijn werk te gaan<br />

zien, dat hij in zijn Brusselschen tijd maakte.<br />

Want in dien tijd, in het groote Belgische centrum leven<strong>de</strong>, ging zijn<br />

lief<strong>de</strong> steeds meer naar <strong>de</strong> uitbeelding van <strong>de</strong> historie.<br />

En in het Museum, vóór zijn „Volkstelling te Bethlehem", zien we<br />

da<strong>de</strong>lijk dat Breughel naar ons i<strong>de</strong>e geen zin <strong>voor</strong> <strong>de</strong> historie, beter, geen<br />

kennis droeg van <strong>de</strong> „historische reconstructie".<br />

De archeologie was immers nog niet geboren, en aan <strong>de</strong> verwarring van<br />

wetenschap en kunst, zooals <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw ons die te zien geeft,<br />

was zijn tijd niet toe.<br />

Hoe had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> groote meesters in Italië <strong>de</strong> historie in tafereelen verbeeld ?<br />

Wel, zij had<strong>de</strong>n alles teruggebracht tot „naabt" en „draperie", d.w.z. tot<br />

<strong>de</strong>n mensch en <strong>de</strong> meest eenvoudige, maar uitdrukkingsvolle kleedij. Zoo<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n Michel Angelo, Leonardo da Vinci en Rafael.<br />

De meesters van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang voegen in hun schil<strong>de</strong>ringen gaarne<br />

allerlei oudhe<strong>de</strong>n in, d.w.z. allerlei zaken die zij dachten dat Grieksch-<br />

Romeinsch waren.<br />

67


En hun nabootsers in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n overdreven dat nog meer, zoodat hun<br />

verbeeldingen doen <strong>de</strong>nken aan tooneelen, al te vol gestopt met ou<strong>de</strong>rwetsche<br />

requisieten.<br />

Breughel en Rembrandt doen an<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> eerste verplaatst het historisch<br />

gebeuren in zijn eigen tijd op het platteland van Brabant, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> iaat<br />

het l3ijbelsche verhaal geschie<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige menschen, die<br />

rondom zijn huis in <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nbreestraat wonen.<br />

Neen, <strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>r heeft geen zin <strong>voor</strong> het historische,. als hij <strong>de</strong> „Kin<strong>de</strong>rmoord<br />

te Bethlehem" doet geschie<strong>de</strong>n op een besneeuwd marktplein van<br />

een Brabantsch dorp, <strong>de</strong> soldaten van Hero<strong>de</strong>s <strong>de</strong> soldateska van Alva<br />

doet zijn, en handboogen en arbaleten in han<strong>de</strong>n geeft van <strong>de</strong> krijgslie<strong>de</strong>n,<br />

die Christus naar Calvarieën gelei<strong>de</strong>n.<br />

N e e n, hij heeft geen gevoel <strong>voor</strong> geschie<strong>de</strong>nis, maar zijn o o g e n<br />

z i e n, en zijn han<strong>de</strong>n geven prachtig <strong>de</strong> natuur en het leven weer.<br />

Niemand vóór Breughel en weinigen na Breughel zien Gods natuur eerbiediger<br />

aan; <strong>de</strong> eenvoudige waarheid heeft nooit een schil<strong>de</strong>r met meer<br />

waren eenvoud bena<strong>de</strong>rd.<br />

Dal nu heeft Breughel's tijd niet gezien, en hij lion het niet zien. De eigen<br />

tijd vergist zich als regel in <strong>de</strong> beteekenis zijner Kunstenaars. De menschen<br />

die er verstand van had<strong>de</strong>n, hebben immers in Breughel's tijd nauwelijks<br />

naar zijn werk gezien. De man was niet mo<strong>de</strong>rn.<br />

Hij flatteer<strong>de</strong> geen enkel modieus verlangen van <strong>de</strong>n tijdgeest; wij weten<br />

nu dat door niet te doen wat <strong>de</strong> „beaux esprits" van zijn tijd verlang<strong>de</strong>n,<br />

lui toen ou<strong>de</strong>rwetsch leek, —maar in werkelijkheid „nieuw" was, —<br />

en werkte <strong>voor</strong> volgen<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen tijd, en <strong>voor</strong> ellen tijd.<br />

En <strong>de</strong> kreet om natuur en waarheid, die toch ook in tij<strong>de</strong>n van onnatuur<br />

en pose door <strong>de</strong> beteren wordt geslaakt, zal, zoolang Breughel s werken<br />

bewaard blijven, steeds door hem beantwoord wor<strong>de</strong>n. En zijn oeuvre zal<br />

een les blijven dat eigen aard en raseigen, breed ontplooid, <strong>de</strong> groote<br />

meesters penmerken.<br />

Van Breughel zal altijd geleerd kunnen wor<strong>de</strong>n dat, zichzelf vin<strong>de</strong>n,<br />

zichzelf zijn en zichzelf blijven, in <strong>de</strong> kunst, zoowel als in het leven,<br />

een even hooge wet is als die <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>, <strong>de</strong> hoogste wet.<br />

68


VI.<br />

DE ZESTIENDE EEUW. — De Haarlemsche en Utrechtsche<br />

centra, het ontstaan van het groepsportret.<br />

eerera wij over <strong>de</strong>n Moerdijk naar het eigenlijke Holland<br />

terug, dan zal Haarlem ons in <strong>de</strong> eerste plaats bezig hou<strong>de</strong>n,<br />

omdat daar <strong>de</strong> zeer begaaf<strong>de</strong> leerling van Jan van Scorel diens werk<br />

<strong>voor</strong>tzet, met zooveel overtuiging en vaak, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> portretten, met<br />

zooveel geluk, dat een groot familieportret van het Museum te Cassel een<br />

Scorelportret lijkt, zoo machtig als <strong>de</strong> leeraar zelf het niet verwezenlijkte.<br />

Maerten van Heemskerck is <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van dit werk.<br />

In 1532, op vier en <strong>de</strong>rtig jarigen leeftijd vertrekt Maerten, als zijn<br />

meester, naar Italië, waar hij <strong>de</strong> vlijtigste stu<strong>de</strong>nt is die men zich <strong>de</strong>nken<br />

kan,<br />

blijkens <strong>de</strong> vele teekeningen naar kunstwerken van allerlei aard,<br />

die hij er vier jaar later van me<strong>de</strong>bracht, toen hij zich we<strong>de</strong>r te Haarlem<br />

vestig<strong>de</strong>.<br />

De worsteling in het aesthetische, die uit zijn sterk bewogen altaarstukken<br />

spreekt, mag ons niet aflei<strong>de</strong>n van het feit, dat <strong>de</strong> strijd in het ethische <strong>de</strong><br />

richting gaat bepalen die <strong>de</strong> Hollandsche kunst nemen moet, en dat veel<br />

van het heroisch strij<strong>de</strong>n, om <strong>de</strong> nieuwe vorm van het monumentale<br />

altaarstuk, vergeefs zal zijn. De lotgevallen van Holland in het ethische<br />

zijn hier<strong>voor</strong> beslissend.<br />

Hoe <strong>de</strong> ongestoor<strong>de</strong> gang van <strong>de</strong> vernieuwing van het sacrale schil<strong>de</strong>rij<br />

zou zijn verloopen, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tusschenkomst van het Calvinisme, is in <strong>de</strong><br />

Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n te zien. Daar gaat een Frans Floris in een groote<br />

werkplaats, dat het atelier van Rubens <strong>voor</strong>afbeeldt, een zeer groot aantal<br />

schil<strong>de</strong>rs, die hem in staat stellen <strong>de</strong> artistieke productie <strong>voor</strong> kerkelijk<br />

gebruik te bevredigen, bifeenbrengen. Een naar het <strong>de</strong>coratieve gericht<br />

streven zet tapijtontwerpers en glasschil<strong>de</strong>rs aan het werk, die het fondament<br />

leggen <strong>voor</strong> een, ook Kerkelijke, kunst als on<strong>de</strong>r Isabella en Albert<br />

69


in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n een tijdvak aanbreekt, dat met <strong>de</strong>n naam<br />

Rubens het dui<strong>de</strong>lijkst gekenmerkt wordt.<br />

Jammer, dat het meest monumentale van Maerten van Heemskerck's<br />

altaarstukken, dat hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> St. Laurens te Alkmaar schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zoo<br />

ver wegraakte, n.l. in <strong>de</strong> groote herb van Linköping in Zwe<strong>de</strong>n.<br />

Toen nu alweer een paar jaar gele<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong> tentoonstelling van Bijbelscha<br />

lunst D i r c k B a r en d s z' meesterstuk, het altaar van .,<strong>de</strong> Aanbidding<br />

<strong>de</strong>r her<strong>de</strong>rs" uit het Museum te Gouda, zoo was opgesteld dat men zich<br />

<strong>de</strong> plaatsing in een hagelabsi<strong>de</strong> goed <strong>voor</strong> lion stellen, en een savant<br />

aangebrachte kunstverlichting <strong>de</strong> kaarsengloed nabij kwam, waarop in<br />

<strong>de</strong>n kerstnacht <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij eeuwen gele<strong>de</strong>n baad<strong>de</strong>, maakte het werk<br />

grooten indruk.<br />

Zeper, van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong>-eeuwsche ingetogenheid is alles verloren, maar <strong>de</strong><br />

ingetogenheid, <strong>de</strong> stille <strong>de</strong>votie is slechts één aspect van het religieuze<br />

sentiment. Het ware onbillijk niet te willen zien, dat <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

schil<strong>de</strong>rs hun kerkelijke stukken, naast een jubelen<strong>de</strong> levenspracht, ook een<br />

geestelijk elan gaven, dat <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r Rubensche extase aankondigt.<br />

Te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n godsdienststrijd slijpt <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> Dirck Barendsz<br />

(1532-1592) zijn bekwaamhe<strong>de</strong>n, die hem in staat moeten stellen het<br />

in Italië geleer<strong>de</strong>, speciaal te Venetië, naar Van Mandar verklaart in<br />

Titiaan's werkplaats, aan te wen<strong>de</strong>n bij het uitvoeren <strong>de</strong>r monumentaal<br />

k erkeljke opdrachten die hem, naar hij vertrouwd, wachten. Ten opzichte<br />

van hun Italiaansche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, nemen <strong>de</strong> Hollandsche meesters<br />

bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>de</strong>zer opdrachten een zeer krachtige wending naar hef<br />

realisme.<br />

Zij is mogelijk het sterkst bij Pieter Aertsen, <strong>de</strong>n misschien te<br />

Amsterdam geboren meester, die zijn studiejaren te Antwerpen doorbracht,<br />

en die in Holland, rond Amsterdam, een bree<strong>de</strong> werkzaamheid gaat<br />

ontplooien.<br />

Van zijn hoofdwerk, een groote Altaarretabel met <strong>de</strong> aanbidding <strong>de</strong>r<br />

her<strong>de</strong>rs, is nog juist genoeg aan <strong>de</strong> vernieling ontsnapt, om ons een schil<strong>de</strong>ring<br />

<strong>voor</strong> ooggin te brengen die zeer dicht bij het verlossen<strong>de</strong> accoord van Rubens<br />

aanklinkt. De ou<strong>de</strong>re P i e ter A e r t s e n lijkt echter aardschar gericht<br />

dan <strong>de</strong> jongere Barendsz.<br />

Een Hollandsche monumentale kerkelijke schil<strong>de</strong>rkunst laat zich, naast,<br />

en ten<strong>de</strong>ele tegenover, <strong>de</strong> Vlaamsche kunst <strong>de</strong>r aanvangen<strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw, wel <strong>de</strong>nken, misschien het gemakkelijkst in <strong>de</strong> groote Kerb te Gouda,<br />

te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r glasschil<strong>de</strong>ringen <strong>de</strong>r Crabeth's, die juist van het verschil<br />

tusschen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> scholen getuigen. Aan dit alles kwam, bij het „omgaan"<br />

van <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke ste<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> Hervorming, een plotseling en vaak ruw<br />

70


HET<br />

Schil<strong>de</strong>r-Bocck<br />

wacr n <strong>voor</strong> ecrft dc1cer1ufli %<br />

ghclucght<strong>de</strong>ngrondt' <strong>de</strong> e<br />

GLVry SCHIIiDLRCONST t n A<br />

verfcheydcn dccicn Worc t`<br />

vooYshedraghen<br />

Dacr nac nIa/z ttcnQCl`<br />

mnacrdc<br />

doou(uchizqhe Schridcrr ;<br />

^<br />

dc^ ou<strong>de</strong>n, cn nitttmyd3<br />

yntJyc&<br />

io^rxosEo^v Ju6£Iusdzj N^,so<br />

n s Oock. dacrEcnffcnsçjt6S&znqic hr<br />

Iiqucrcit JOG. diem ch at nuit dut,<br />

Abi<strong>de</strong>rs Corcm:iia''rJ. Cu dichtcit ooc +<br />

(drat aten mrn rchrn,<br />

^ 05oor Aida* ^ttó^tí' )St ‘ii`u:<br />

Carel van Man<strong>de</strong>r, 1548-1606. Titelpagina van zijn Schil<strong>de</strong>r-Boeck,I<br />

71


ein<strong>de</strong>. Als onze <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren zullen „schoppen 't Roomsch autaer met<br />

Dracht uit alle Kercken", zullen zij in ie<strong>de</strong>r geval een <strong>voor</strong>loopig ein<strong>de</strong><br />

maken aan <strong>de</strong> kerkelijke kunst.<br />

Het <strong>de</strong>coratieve en monumentale streven vluchtte ten<strong>de</strong>ele in <strong>de</strong> mythologie,<br />

waartoe <strong>de</strong> Fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n dikwijls <strong>de</strong> Italiaansche vervingen, zon<strong>de</strong>r<br />

dat wij daarbij vergeten dat die Fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, of door Italiaansche<br />

meesters in het paleis van Fontainebleauwer<strong>de</strong>ngegeven, óf dat <strong>de</strong> Italiaansche<br />

inspiratie bij Fransche meesters <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw alles overheerschend was.<br />

Overelegante figuren, zooals <strong>de</strong> Florentijnen na Michel Angelo, en <strong>de</strong><br />

Franschen uit <strong>de</strong> school van Fontainebleau die gaven, aan hun, een ti/Zie<br />

erotische go<strong>de</strong>navonturen, vin<strong>de</strong>n wij bij <strong>de</strong>n leerling van Frans Floris,<br />

<strong>de</strong>n te Delft teruggekeer<strong>de</strong>n A n ton ie o an B 1 o c k land t. Vooral<br />

uit <strong>de</strong> gravures naar zijn werken zien wij zijn reizen naar Frankrijk<br />

en Italië. Waarnaar hij (1534-1583) en vele an<strong>de</strong>re van zijn generatie<br />

streef<strong>de</strong>n liep uit op Cornelis Cornelisz van Haarlem<br />

(1562-1638). Wij zijn dan weer in dat brandpunt, dat reeds zoo heel<br />

vroeg in onze lunst zooveel tot zich trok.<br />

De om <strong>de</strong>n geloove uit Antwerpen gevluchte Care 1 v an Man<strong>de</strong> r<br />

had zich in 1583 te Haarlem gevestigd, waar hij met Cornelis Cornelisz<br />

en Hendrick Goltzius, <strong>de</strong> Haarlemsche Aca<strong>de</strong>mie stichtte.<br />

Van Man<strong>de</strong>r, die te Meulebeke bij Brugge, in 1548 geboren was uit gegoe<strong>de</strong><br />

familie, bleek universeel, en zeer vroeg begaafd. Reeds in Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

had hij te Kortrijk van een „romanist" Pieter Vlerick, die bij Tintoretto<br />

in Venetië was geweest, les gehad. Vijf en twintig jaar oud vertrekt hij<br />

naar Rome. Als hij over Weersen en Nurnberg naar zijn land terugkomt,<br />

vindt hij Vlaan<strong>de</strong>ren in vuur en vlam. De „protestantischer Flüchtling<br />

ohne Vervolginssucht, scharfer Verurteiler <strong>de</strong>s Irrsiners <strong>de</strong>r Bil<strong>de</strong>rstürmerei,"<br />

zooals een Duitsche biograaf hem noemt, zal in 1603 van Haarlem naar het<br />

slot Sevenbergen, halfweg Alkmaar, trekken, waar hij naar het <strong>voor</strong>beeld<br />

van Giorgio Vasari, zijn, in 1604 uitgekomen „Schil<strong>de</strong>rboeck" schrijft.<br />

De twee<strong>de</strong> uitgave uit 1618 krijgt als toevoeging een levensbeschrijving<br />

van <strong>de</strong>n auteur, door Gerbrand Adriaens Bre<strong>de</strong>ro<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n genialen schrijver<br />

van <strong>de</strong> „Spaansche Braban<strong>de</strong>r". In <strong>de</strong>ze levensbeschrijving wordt on<strong>de</strong>r vier<br />

leerlingen van Van Man<strong>de</strong>r in diensHaarlemschen tij d, F rans Hals genoemd.<br />

Hals moet dan op <strong>de</strong> Haarlemsche Aca<strong>de</strong>mie ook lessen gehad hekben van<br />

Cornelis Cornelisz. Deze was in 1562 in een <strong>voor</strong>name woning te Haarlem<br />

geboren, en zou door Pieter Pietersz, een zoon van Pieter Aertsen tot<br />

schil<strong>de</strong>ren zijn gebracht. Als hij op zevenentwintig jaar op reis gaat<br />

„haalt" hij Italië niet, maar blijft te Frankrijk, te Rouen, om daarna<br />

nog lang hij Gilles Coignet, te Antwerpen, te stu<strong>de</strong>eren. Die studie stelt<br />

72


Íhi7' lïlr ►l ►llll111i111P1)';II;.í<br />

^► IíFR I<br />

Portret (fragment) van H. Goltzius, 1558-1617 door diens schoonzoon Jacques Matham.<br />

dok <strong>de</strong>n katholieken Cornelisz in staat, van het altaarstuk naar <strong>de</strong><br />

mythologie te zwenken. Wel schil<strong>de</strong>rt hij nog in 1590 een „Kin<strong>de</strong>rmoord te<br />

Bethlehem," in <strong>de</strong> plaats van een gesne<strong>de</strong>n altaar met een Maerten van<br />

Heemskerck, maar weldra maakt hij via een „Adam en Eva" (Rijksmuseum)<br />

zijn vlucht uit <strong>de</strong> gewij<strong>de</strong> stof, naar „het gou<strong>de</strong>n tijdvak" (te Brunswijk)<br />

<strong>de</strong>r mythologie. Zijn richting zou in <strong>de</strong> kunst van Holland zoo beslissend,<br />

en bij herhaling, geslagen wor<strong>de</strong>n, dat wij moeilijk zijn beteekenis en<br />

zijn waarlijk virtuoze gaven kunnen waar<strong>de</strong>eren.<br />

Der dritte im Bun<strong>de</strong> was H en d r ik Co 1 t z i u s. Te Würzburg<br />

geboren, was hij als negentienjarige, als leerling van Coomhert, naar Haarlem<br />

gekomen. Hij huwt, misschien te jong, een weduwe, wiens zoon Jacob<br />

Matham later zijn trouwste navolger wordt. Heeft een longlie<strong>de</strong>n me<strong>de</strong><br />

beslist over zijn gang naar het Zui<strong>de</strong>n ? Hij bereikt Napels over Duitschland,<br />

toeft te Venetië en werkt in 1591 te Rome, bij Fe<strong>de</strong>rigo Zuccaro.<br />

Zeer zwak komt hij te Haarlem terug, maar hij bereikt, dank zij een <strong>voor</strong>zichtig<br />

leven, <strong>de</strong>n zestigjaren leeftijd (f 1617).<br />

Een meer virtuoos graveur dan Goltzius reeds jong was, laat zich moeilijk<br />

<strong>de</strong>nken, zijn invloed op <strong>de</strong> graveurs, in dienst en in <strong>de</strong>n bring van Rubens,<br />

is dan ook heel groot geweest. Uit vele zijner prenten spreekt een ware verliefdheid<br />

op antieke statuën en ook <strong>de</strong> vereering <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Italianen van zijn<br />

73


tijd Barocci, Zuccaro en Giovanni da Bologna, die lui persoonlijk ontmoette;<br />

maar niet min<strong>de</strong>r zal het manierisme van Bartholomeus Spranger, hofschil<strong>de</strong>r<br />

te Weersen en Praag, hem beinvloe<strong>de</strong>n. Betrekkelijk Iaat gaat hij<br />

schil<strong>de</strong>ren, maar het is <strong>voor</strong>al door zijn kopergravures dat hij zal blijven<br />

leven als een meester, <strong>voor</strong>al waar hij niet vluchtte in <strong>de</strong> mythologie,<br />

een richting die in Holland ook ten doo<strong>de</strong> was opgeschreven.<br />

De aca<strong>de</strong>mische richting handhaaf<strong>de</strong> zich te Utrecht het langst, waar<br />

Joachim Wtewael(h566-1638)en Abraham Bloemaert<br />

(1564-1651), <strong>de</strong> laatste Hollandsche schil<strong>de</strong>r van altaarstukken, met<br />

Gerard Houthorst, <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche poging tot een Hollandsche<br />

hofkunst in uitzicht stellen.<br />

Oneindig rijker zal <strong>de</strong> ontwikkeling van het portret, van Scorel uit,<br />

zich ontplooien. In Maerten van Heemskerck zagen wij reeds een machtig<br />

conterfeiter; zijn zelfportret met <strong>de</strong> ruine van het Colosseum uit 1553 moge<br />

wat vreemd gecomponeerd zijn, het heeft een machtige en zelfs stemmingsvolle<br />

uitdrukking.<br />

Toch zal die an<strong>de</strong>re leerling van Scorel, Anton Mor van D a sh<br />

o r s t, hem nog overtreffen. Als Antonio Moro zal hij aan <strong>de</strong> hoven<br />

van Engeland en Spanje <strong>de</strong> eerste kunstenaar van Europeeschen stijl, <strong>de</strong><br />

belangrijkste portretschil<strong>de</strong>r vóór Rembrandt zijn.<br />

Aanvankelijk in dienst van Granvelle en Maria, <strong>de</strong> regentesse <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n,<br />

was <strong>de</strong> Utrechtsche schil<strong>de</strong>r door <strong>de</strong> laatste, in 1550 naar Portugal<br />

gezon<strong>de</strong>n. Denken wij aan van Eyck, dan schijnt het dat <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> weg naar Spanje over Portugal leidt. Na <strong>de</strong>n dood van<br />

Maria van Portugal, <strong>de</strong> vrouw van Philips II, gaat Mor naar Lon<strong>de</strong>n<br />

om 's konings twee<strong>de</strong> vrouw Maria Tudor, die hem <strong>de</strong> Engelsche<br />

Kroon schonk zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Spaansche daar<strong>voor</strong> in ruil te Krijgen, te portretteeren.<br />

In het Prado te Madrid hangt dit portret als een <strong>de</strong>r schoonste en<br />

meest karaktervolle. Als een idool zit <strong>de</strong> bleeke, pruikdragen<strong>de</strong> Mary<br />

met <strong>de</strong> roos van Tudor in <strong>de</strong> rechterhand; terecht heeft men van haar<br />

opgemerkt dat zij geen lippen en geen blip heeft.<br />

Toen <strong>de</strong> brandlucht <strong>de</strong>r Spaansche autodag s hem te sterk in <strong>de</strong> neusgaten<br />

woei, reis<strong>de</strong> Moro af naar Brussel, waar hij bij <strong>de</strong> nieuwe landvoog<strong>de</strong>s, Margareta<br />

van Parma, een gunstig onthaal vond.<br />

Veel van zijn Spaanschen arbeid is in <strong>de</strong>n brand in 1604 van hef jachtslot<br />

Pardo, bij Madrid, verloren gegaan. Wij, in Holland, behoeven sinds Benige<br />

jaren niet naar Madrid te gaan om Moro volledig te bewon<strong>de</strong>ren. Het<br />

prachtige portret van een rossen goudsmid in ron<strong>de</strong> dracht, in het<br />

Mauritshuis, vond aanvulling door <strong>de</strong> meesterstukken van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r :<br />

Lord Gresham, minister van financiën on<strong>de</strong>r Elisabeth, en diens vrouw.<br />

74


..• ^<br />

•• "47<br />

,rnNri+,17 ^ +<br />

; ^ AAI.<br />

•<br />

'++ +y^• 1 ; `^;hi+^^+.+.<br />

•<br />

•1., r yi n,7^^ :^^% r w ^ r ` v ^ti. ^I^s<br />

^/^r<br />

r 1:r1' • • —.a .y.., u 1 f^<br />

•<br />

. ; +I^^tl r<br />

' . •:+ ^5'<br />

. .... ..... _ .a.+..'.1{1<br />

. ., .: .(, ';:7^ :•: ^•^. ^u.+ •-^ _....^,: .^.<br />

^.,w°^:y^+y^^iïv: .^ij»,...,.,. . •^^ ^ ^<br />

=....++.iwti+^tTS;^i•^+5,.•....::^..:^ .T' ^^^<br />

rY ' i'ra7^.L•^•.r.^ -^^^.^ ^, `^•<br />

^ ^Myi. -^y;.^.~^+•.r.n ^f w\^., ^ ` ~I.Y , w^ r<br />

^^:-^Z ..., wr =.. r^„r ,=• •^^ • • ^<br />

.<br />

-f=<br />

^•. . ..<br />

H. Goltzius, 1558-1616. Pallas, f ragment van een gravure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Metamorphoses van Ovidius.<br />

De <strong>voor</strong>treffelijk ff ^k bewaar<strong>de</strong> portretten gingen, een tiental jaren gele<strong>de</strong>n, uit<br />

Sovjet bezit in Ne<strong>de</strong>rlandsch bezit over, en hangen nu, in prachtig licht, in<br />

ons Rijksmuseum.<br />

Als van Moro's Willem <strong>de</strong> Zwijger-portret, op vijf en twintig jarigen leef tijd,<br />

gezegd is dat hij <strong>de</strong>n politicus in het harnas schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, alsof hij diens geheele<br />

levensloopen<strong>de</strong>, k dan is <strong>de</strong> hoogste lof aan Mors psychologische intuïtie<br />

75


gebracht. 't Is me<strong>de</strong> door <strong>de</strong>ze psychologische intuïtie dat Mor zich<br />

verheft boven <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>treffelijken C o r n e 1 i s K e t e 1 (1548-1616),<br />

dien wij echter bij <strong>de</strong> ontwikkeling van het groepsportret zijn zeer<br />

belangrijke plaats zullen geven.<br />

Wij stipten reeds aan dat Jan van Scorel pelgrimcongregaties geschil<strong>de</strong>rd<br />

heeft. De „knielen<strong>de</strong> schenker" <strong>de</strong>r altaarstukken had zich in <strong>de</strong> 15<strong>de</strong> eeuw<br />

van zijn familie omringd. De stichter van een altaarstuk, dat aan <strong>de</strong>n<br />

Noord-Hollandschen „meester van Alkmaar" wordt toegeschreven, stelt<br />

zich zelf en zijn zeven zoons on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schotse van St. Jacob, zijn vrouw<br />

en haar acht dochters on<strong>de</strong>r die van Maria Magdalena.<br />

Van zoon religieus familiestuk naar een groep van leeken en geestelijken,<br />

die zich door een pelgrimstocht naar het H. Land eermaagd gevoelen, is<br />

slechts een kleine stap, die Scorel heeft afgelegd op <strong>de</strong> langgerekte paneelera<br />

in het Museum te Utrecht en te Haarlem, waarop <strong>de</strong> palmtakdragen<strong>de</strong><br />

Jerusalemgangers zich aaneenrijgen, en zelfs een enkele maal <strong>de</strong>n indruk<br />

wekken, in hun halffiguren aan ons <strong>voor</strong>bij te loopera.<br />

Nog eeuwen behou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schutters <strong>de</strong> namen <strong>de</strong>r patroonheiligen van hun<br />

Doelen, maar met <strong>de</strong> Hervorming wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze groepen in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r<br />

zestien<strong>de</strong> eeuw geheel profaan. Groepen zijn het aanvankelijk nauwelijks:<br />

<strong>de</strong> provinciale schil<strong>de</strong>rs A llae r t C 1 a es z, D i r i c k J a c o b s z,<br />

Aert Pietersz en Gerrit Pietersz hebben te Amsterdam<br />

nog veel moeite <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke beeltenissen op levensgrootte tot een geheel<br />

te maken, waarop kloveniers en schutters op natuurlijke wijze bijeen zijn.<br />

Men neemt gewoonlijk aan dat Co r n e 1 i s A n t h o n is z, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijke<br />

houtsnij<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> prachtige Amsterdamsche baart uit 1544,<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r is van <strong>de</strong> eerste schuttersmaaltijd. Wij hebben het oog op <strong>de</strong><br />

z.g. „Braspenningmaaltijd" uit 1533, waarbij het eten meer een aanduiding<br />

is, thans in het Rijksmuseum.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs die aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het groepsportret veel<br />

bijdroegen, waren zij, die zich meer internationaal bewogen, het gelukkigst.<br />

Pieter 1 s a acs z, uit Haarlemsche ou<strong>de</strong>rs te Elseneur in Denemarken<br />

geboren, en die daar hofschil<strong>de</strong>r werd, heeft in 1596 en 1599 Corporaalstukken<br />

te Amsterdam geschil<strong>de</strong>rd.<br />

Maar Dirck Barentsz, dien wij reeds als een groot meester leer<strong>de</strong>n hennen,<br />

die te Venetië Titiaan's werkplaats bezocht, was in zijn Amsterdamsche<br />

schuttersmaaltij<strong>de</strong>n van 1562 en 1566 bijzon<strong>de</strong>r gelukkig. Vooral in <strong>de</strong><br />

z.g. „Poseters" uit 1566, spreekt een zin <strong>voor</strong> losse groepeering, die een<br />

groote stap <strong>voor</strong>uit beteeken<strong>de</strong>.<br />

C o r n e lis K e t e 1, die te Gouda geboren was, ging, na bij Anthonie<br />

van Blocklandt te Delft in <strong>de</strong> leer te zijn geweest, te Fontainebleau<br />

76


het groepje Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs versterken die daar werkten. Wordt hij door<br />

onlusten tot terugkeeren gedwongen, dan vindt hij <strong>de</strong>ze ook in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n,<br />

waar beel<strong>de</strong>nstorm en geuzenopstand hem dwingen ditmaal in<br />

Engeland te gaan werken. Daar vindt hij een bijzon<strong>de</strong>re aanmoediging<br />

tot het portretschil<strong>de</strong>ren. (<strong>de</strong>nken wij slechts aan Holbein)<br />

In 1588 schept hij met „het Corporaalschap van Kapitein Dirck Jacobsz.<br />

Rosecrans en Luitenant Pauw", in het Rijksmuseum, het meesterstuk van<br />

<strong>de</strong>n tijd. Als op een Shakespearetooneel bewegen zich <strong>de</strong> levensgroote<br />

figuren, ten voeten uit, rond <strong>de</strong>n Kapitein en <strong>de</strong>n luitenant. Voor 't eerst<br />

maken <strong>de</strong> schutters een werkelijk herolschen indruk. Rembrandt, die het<br />

stuk niet alleen gekend, maar het goed bestu<strong>de</strong>erd moet hebben, heeft met<br />

zijn „Nachtwacht" van zijn bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> Ketel getuigd, door zich<br />

dicht op figuren en stan<strong>de</strong>n te inspireeren.<br />

Noch in <strong>de</strong> compositie, noch in het terugdringen <strong>de</strong>r <strong>de</strong>tails, noch in <strong>de</strong><br />

belichting werd echter in Ketel's werk <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeucusche samentrekking<br />

tot stand gebracht. Om die samentrekking worstelen 'n W e r n e r<br />

van Valkert en een Cornelis van <strong>de</strong>r Voort, bei<strong>de</strong>n<br />

nog in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw geboren, te Amsterdam, waar in het eerste kwart <strong>de</strong>r<br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw Thomas, zoon van <strong>de</strong>n architect-beeldhouwer <strong>de</strong>r<br />

stad Hendrick <strong>de</strong> Keyser, die samentrekking eerst bereikt in<br />

zijn „corporaalschap van kapitein Allart Cloeck" uit 1632.<br />

Maar nu wor<strong>de</strong>n wij weer naar Haarlem getrokken waar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r Franschen<br />

invloed gevorm<strong>de</strong>n C o r n e l i s van H a er le m, ook het<br />

groepsportret beoefend had. Zijn schutterstuk wordt in het Haarlemsche<br />

Museum verduisterd door het oeuvre van <strong>de</strong>n in Vlaan<strong>de</strong>ren omstreeks<br />

1580 geboren, maar sinds 1604 te Haarlem werken<strong>de</strong>n, Frans Hals, die<br />

hef genre met verblin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> glans, en op het laatst van zijn lange leven met<br />

verbeten ernst tot rijpheid bracht. Maar dan zijn wij in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw. Nu had<strong>de</strong>n wij slechts <strong>de</strong> bedoeling, te wijzen op <strong>de</strong>n zestien<strong>de</strong>neeuwschen<br />

oorsprong van een genre, dat Hollandsch is bij uitnemendheid.<br />

't Is ten slotte niet te verwon<strong>de</strong>ren dat een volk, dat met „verga<strong>de</strong>ren"<br />

een nationale <strong>de</strong>ugd (of on<strong>de</strong>ugd ?) beoefent, nog he<strong>de</strong>n, het verga<strong>de</strong>ringsschil<strong>de</strong>rij<br />

„uitvond", en tot bloei bracht.<br />

77


VII<br />

DE ZEVENTIENDE EEUW. — De internationale barokkunst<br />

vindt weerklank aan het stadhou<strong>de</strong>rlijk hof van<br />

Fre<strong>de</strong>rik Hendrik.<br />

e zeventien<strong>de</strong> eeuw is <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw van Holland. Zij wordt<br />

naar <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n onzer stadhou<strong>de</strong>rs ook wel : <strong>de</strong> eeuw van<br />

Fre<strong>de</strong>rik Hendrik genoemd. Bij een overzicht van die eeuw mogen wij<br />

haar aanvankelijk van uit die benaming bezien.<br />

De kunst <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw in Europa is <strong>de</strong> Barok. Zij is internationaal<br />

en staat in dienst of wel van <strong>de</strong> Kerk, en vormt een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

<strong>de</strong>r Contrareformatie zooals in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, het tegenwoordige<br />

België, ofwel, zij is een hofkunst als in Frankrijk, Engeland en<br />

Denemarken.<br />

En in Holland ? Daar bloeit zij rondom het stadhou<strong>de</strong>rlijk hof.<br />

Hoe ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Nassauers tegenover <strong>de</strong> kunst?<br />

Hoewel er een buitengewoon schoon portret van „<strong>de</strong>n Zwijger" bestaat<br />

waarin Anton Mor v an D a s h o r s t, meer bekend on<strong>de</strong>r zijn<br />

internationaler naam : Antonio Moro, Willem jong schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

alsof hij zijn ganschen levensloop reeds len<strong>de</strong>, bestaan er geen gegevens<br />

waaruit belangstelling van <strong>de</strong>n Prins <strong>voor</strong> iets an<strong>de</strong>rs blijkt dan <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

politiek.<br />

Politiek was <strong>voor</strong> hem kunst, zooals <strong>de</strong> krijg het zou wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> zijn<br />

zoon en directen opvolger Prins Maurits. Voor hem was <strong>de</strong> kunst — <strong>de</strong><br />

krijgskunst. Als bootoer was hij vestingbouwer. Zijn hof hield Maurits<br />

in dat kleine <strong>de</strong>el van het Haagsche hof dat ter beschikking van <strong>de</strong>n stadhou<strong>de</strong>r<br />

stond. Aan hef eind van zijn leven liet hij dit kwartier uitbrei<strong>de</strong>n en<br />

er een tuin aanleggen. Jacob d e G h e i n, Haarlemsch schil<strong>de</strong>r,<br />

had hierbij <strong>de</strong> leading.<br />

Toch vertelt <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst van Maurits door een paar grootere genre<br />

79


eel<strong>de</strong>n als : „een gezicht op <strong>de</strong> kermis te Rijswijk" door Adreaen van <strong>de</strong><br />

Venue. Maar ook door bestellingen aan portretschil<strong>de</strong>rs, en ook uit die<br />

bestellingen spreekt <strong>de</strong> militair.<br />

Tusschen 1611 en 1624 wer<strong>de</strong>n door fan van R a v e s t e i n 23<br />

Kapiteinsportretten geschil<strong>de</strong>rd, die nu in het Museum het Mauritshuis<br />

bewaard wor<strong>de</strong>n.<br />

De invloed van <strong>de</strong>n Hollandschen stadhou<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> kunst begint bij Willem<br />

<strong>de</strong>n Zwijger twee<strong>de</strong>n opvolger en zoon : Fre<strong>de</strong>rik Hendrik.<br />

Louise <strong>de</strong> Coligny gaf haar zoon een Fransche opvoeding. Op 14 jaar<br />

toef<strong>de</strong> <strong>de</strong> jonge Fre<strong>de</strong>rik Hendrik aan het hof van zijn peet : Henry IV<br />

<strong>de</strong>n Franschen boning. Hij Kwam er later na 11 jaar in 1609 terug en zag<br />

het Louvre en <strong>de</strong> galerij die <strong>de</strong> verbinding vormt met <strong>de</strong> Tuilleri&én,<br />

St Germain-en-Lage, en Fontainebleau, waarvan <strong>de</strong> kapel, on<strong>de</strong>r<br />

Louis X111 voltooid, dui<strong>de</strong>lijk het i<strong>de</strong>aal van <strong>de</strong>n tijd, speciaal van <strong>de</strong><br />

Europeesche hoven, vertoont.<br />

Hendrik IV had een zwak <strong>voor</strong> Fre<strong>de</strong>rik Hendrik en heeft Louise <strong>de</strong><br />

Coligny Benige malen <strong>voor</strong>gesteld hem aan zijn hof op te voe<strong>de</strong>n. 't Lijkt<br />

zeker dat het <strong>voor</strong>beeld van Henri IV Fre<strong>de</strong>rik Hendrik van uit zijn<br />

jeugd <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest zweef<strong>de</strong>.<br />

Zijn twee<strong>de</strong> peter was <strong>de</strong> boning van Denemarken Fre<strong>de</strong>rik 11. Deze vorst<br />

en <strong>voor</strong>al zijn zoon Christiaan IV(1588-1648) waren door een bouwlust,<br />

als die van Hendrik IV, bezeten. De zuster van Christiaan IV huw<strong>de</strong> met<br />

James I, <strong>de</strong>n Engelschen boning, die <strong>de</strong>n bouw van het paleis White Hall<br />

begint, dat grootsch en weidsch wordt ge<strong>de</strong>coreerd door Rubens.<br />

Van alle zij<strong>de</strong>n vindt Fre<strong>de</strong>rik Hendrik aanmoediging : Frankrijk,<br />

Denemarken, Engeland.<br />

Zijn huwelijk met een Duitsche gaat in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richting. Amalia van<br />

Solms was hofdame bij Fre<strong>de</strong>rik V van <strong>de</strong> Palts en diens vrouw Elisabeth,<br />

dochter van James 1 van Engeland.<br />

De „winterhoning" was <strong>de</strong> verjaag<strong>de</strong> Koning van Bohemen, die zich in<br />

1621 te 's-Gravenhalte vestig<strong>de</strong>.<br />

De relatie tusschen het stadhou<strong>de</strong>rlijk hof en <strong>de</strong> „Bohemers" bleef steeds<br />

een nauwe.<br />

En nu nog een laatste omstandigheid die Fr. H. aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r lunst<br />

bracht.<br />

Bij <strong>de</strong> aanvaarding van het stadhou<strong>de</strong>rsschap nam Fre<strong>de</strong>rik Hendrik<br />

Constantijn Huygens tot secretaris (1596-1687). Deze zeer begaaf<strong>de</strong><br />

man, dien men <strong>de</strong> hoveling on<strong>de</strong>r onze dichters genoemd heeft, dien<strong>de</strong> drie<br />

stadhou<strong>de</strong>rs : Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, Willem 11 en Willem 111. Prof. Prinsen<br />

stel<strong>de</strong> vast dat : „patricische <strong>de</strong>ftigheid, Calvinistische vroomheid, lief<strong>de</strong><br />

80


<strong>voor</strong> Oranje en standsbesef het milieu vorm<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> dichter opgroei<strong>de</strong>.<br />

In 1625 toen hij bij <strong>de</strong>n Prins in dienst kwam was hij reeds een belend<br />

dichter. Tot Fre<strong>de</strong>rik Hendrik stond hij in vertrouwelijke verhouding.<br />

Willem 111 behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hem uit <strong>de</strong> hoogte, hij len<strong>de</strong> zijn verdiensten niet<br />

<strong>voor</strong> het huis van Oranje". Fre<strong>de</strong>rik Hendrik vond in hem <strong>de</strong>n raadsman<br />

naar zijn hart. Huygens' lief<strong>de</strong> gaat naar <strong>de</strong> bouwkunst, hij begrijpt <strong>de</strong><br />

barokarchitectuur van zijn tijd, <strong>voor</strong>al op <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> Fransche<br />

meesters haar beoefenen. De begaaf<strong>de</strong> humanist Huygens, man van bree<strong>de</strong><br />

kennis en fijnen smaak, voer<strong>de</strong> <strong>de</strong>n nieuwen Franschen bouwtrant in<br />

Holland in. Hij had een eer<strong>de</strong>r Zuid-Ne<strong>de</strong>rlandsche opvatting van <strong>de</strong> klassieken<br />

en van <strong>de</strong> Palladiaansche architectuur en wist die tot verwezenlijking<br />

te brengen <strong>voor</strong>al in zijn eigen huis, dat hij bouw<strong>de</strong> op grond, in 1634 van<br />

<strong>de</strong>n stadhou<strong>de</strong>r ten geschenke gekregen.<br />

Op <strong>de</strong>n hoek Plein-Lange Poten verrees on<strong>de</strong>r toezicht van zijn vrouw<br />

weldra een groote woning die in 1637 voltooid was.<br />

De man, die hem mogelijk bij <strong>de</strong>n bouw van zijn huis raad gaf, was <strong>de</strong><br />

architect gewor<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r Jacob van C a m p e n. Als schil<strong>de</strong>r<br />

naar Italië vertrokken, was hij als bouwmeester teruggekeerd. Hij is <strong>de</strong><br />

vertrouwensman van Huygens, en weldra ook van <strong>de</strong>n Prins. „Deze<br />

had in 1612 een goed, „Honselaersdijk" geheeten, en gelegen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

gemeente Naaidwijk bij 's-Gravenhalte, gekocht. In 1620 werd er op last<br />

van <strong>de</strong>n Prins met <strong>de</strong> verbouwing begonnen, in 1525 werd het grootex<br />

opgezet, en in 1627 was het zoover voltooid, dat reeds opdrachten aan<br />

schil<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong> <strong>de</strong> binnen<strong>de</strong>coratie wer<strong>de</strong>n gegeven. In 1638 is het voltooid.<br />

Maria <strong>de</strong> Medicis heeft er bij haar bezoek aan Holland (eer<strong>de</strong>r een vlucht<br />

<strong>voor</strong> haar zoon) verschillen<strong>de</strong> dagen gelogeerd.<br />

Een droef lot was <strong>de</strong>zen bouw van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik beschoren. Na het<br />

vertrek van Prins Willem V in Y795, werd het groote Kasteel en zijn kunstschatten<br />

tot nationaal eigendom verklaard. In 1798 werd het ingericht tot<br />

staatsgevangenis en het volgend jaar tot militair hospitaal. In 1805<br />

werd er een militaire school in gevestigd, na <strong>de</strong> inlijving bij Frankrijk<br />

werd het weer als militair hospitaal gebruikt ; na het herstel van <strong>de</strong> Hollandsche<br />

onafhankelijkheid van 1813, kwam Honselaersdij on<strong>de</strong>r het<br />

bestuur <strong>de</strong>r rijksdomeinen. Het verkeer<strong>de</strong> evenwel toen in een zoodanigen<br />

staat van verval dat tot afbraak werd besloten. Aan <strong>de</strong> mogelijkheid van<br />

eerre restauratie, om <strong>de</strong> stichting van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik in ou<strong>de</strong>n luister te<br />

herstellen, werd niet gedacht. Koning Willem 1 heeft daar<strong>voor</strong> niet gevoeld,<br />

en bij besluit van <strong>de</strong>n soevereinen vorst van 21 December 1814,<br />

werd het kasteel in het openbaar <strong>voor</strong> afbraak verkocht. Van <strong>de</strong> stalgebouwen<br />

is nog iets aanwezig.


Niet gelukkiger verging het een an<strong>de</strong>r groot paleis, tot wells bouw Van<br />

Lampen en Huygens <strong>de</strong>n Prins reeds in 1630 <strong>de</strong><strong>de</strong>n besluiten. Van 1634<br />

tot 1638 bouwt Jacob van Lampen te Rijswijck, aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n<br />

Haag, een paleis, Nieuburg geheeten. Met groote paviljoens, 31 ramen<br />

in front, was het zeer indrukwekkend, en het verlies ook van dit paleis,<br />

waar niets meer van over is, is niet alleen groot <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lunst, maar ook<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> historie, want daar werd in 1697 <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> van Rijswijck geteekend<br />

tusschen Frankrijk, Holland, Engeland, Spanje en <strong>de</strong>n Keizer.<br />

Hier erken<strong>de</strong> Lodwijk XIV Willem 111 tot honing van Engeland. In<br />

Honselaersdijk en Rijswijck verrezen naar Van Campen's plannen twee<br />

buitenverblijven die, naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n reiziger <strong>de</strong> Lasserre, die in<br />

verrukking was over alles wat hij zag, <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong> Fransche<br />

paleizen van dien tijd hon<strong>de</strong>n doorstaan. Fransche meesters waren er<br />

trouwens aan het werk, want <strong>de</strong> tuinaanleg, even belangrijk als <strong>de</strong> architectuur,<br />

werd ontworpen door André Mollet, zoon van Clau<strong>de</strong> Mollet, die <strong>voor</strong><br />

Henri IV <strong>de</strong> tuinen had geteekend <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Tui lerieën, St. Germain en<br />

Laye en Fontainebleau. Ooh wordt als me<strong>de</strong>werker genoemd een zekere<br />

Joseph Dinant „fontainier et grottier". In dien tijd kwamen verschillen<strong>de</strong><br />

Fransche kunstenaars naar <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en<br />

naar het Hof van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs en teekenaar<br />

noemen wij Jacques Callot, Isaac <strong>de</strong> lon<strong>de</strong>rville en Jacques <strong>de</strong>s Rousseaux,<br />

en <strong>de</strong>n tuinarchitect Simon <strong>de</strong> la Vallée, zoon van Mann <strong>de</strong> la<br />

Vallée „maitre général <strong>de</strong>s oeuvres etc.", die o.a. het Luxembourg te Parijs<br />

voltooi<strong>de</strong>, en die allicht me<strong>de</strong> <strong>de</strong>n smaak <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vroege t ransche barok,<br />

uit <strong>de</strong> school van Salomon <strong>de</strong> Brosse, in Holland versterkte. De paleizen<br />

zijn gesloopt, <strong>de</strong> kunstwerken die zij bevatten over <strong>de</strong> Europeesche musea<br />

verspreid.<br />

In <strong>de</strong>n hoflering van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik ontstaan rond <strong>de</strong>n Vijverberg te<br />

's-Gravenhalte nieuwe grootsche bouwwerken ; Pieter Post maakt, on<strong>de</strong>r<br />

leiding van Van Lampen, in 1633, voo: J han Maur:ts van Saksen, „<strong>de</strong>n<br />

Braziliaan" genaamd, het tegenwoordige museum, het Mauritshuis,<br />

Arend Arendszoon van's-Gravezan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> „nieuwe Doelen", eveneens aan<br />

<strong>de</strong>n Vijverberg.<br />

Wij dienen echter ook een blik te werpen buiten onze grenzen en wel in <strong>de</strong><br />

eerste plaats naar Scandinavië.<br />

Als een kunstig weefsel over geheel Noor<strong>de</strong>lijk Europa uitgespreid, lagen<br />

daar <strong>de</strong> bouw- en beeldhouwwerken <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche meesters ; ook<br />

naar het Westen over Engeland strekt zich dit weefsel uit. Dat er vele<br />

kunstenaars naar het Noor<strong>de</strong>n trokken, is te begrijpen omdat <strong>de</strong> toestan<strong>de</strong>n<br />

daar buitengewoon gunstig waren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkeling <strong>de</strong>r<br />

82


Het paleis Honselaarsdijk van <strong>de</strong>n bouwmeester Van Campen.<br />

bouwkunst , <strong>voor</strong>al in vergelijking met <strong>de</strong> rampzalige toestan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, waar in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw vrijheid- en godsdienststrijd<br />

ontketend was. Niet alleen liet <strong>de</strong> Scandinavische a<strong>de</strong>l talrijke kasteeles<br />

bouwere, ook <strong>de</strong> koningen voer<strong>de</strong>n groote bouwplannen uit, en <strong>de</strong><strong>de</strong>n, wat hun<br />

belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bouwkunst betrof, niet on<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Italiaansche<br />

vorsten <strong>de</strong>r Renaissance. Wij <strong>de</strong>nken hierbij aan Johan III van Zwe<strong>de</strong>n<br />

(1568-1592) en aan Fre<strong>de</strong>rik 11 van Denemarken (1559-1588) die<br />

het ou<strong>de</strong> Slot Kroger liet verbouwen tot het machtige Kronborg, dat<br />

dien naam ontving, toen zijn zoon Christiaan IV op 12 April 1574 het<br />

levenslicht zag.<br />

Deze Christiaan <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> kwam tot groote machtspositie, toen hij met <strong>de</strong><br />

Sond <strong>de</strong> Oostzee beheerschte en <strong>de</strong> Hanzeste<strong>de</strong>n hun privilegies ontnam.<br />

De inkomsten die hij uit <strong>de</strong>n Sondtol putte, gebruikte hij ten<strong>de</strong>ele om<br />

bouwwerken te doen uitvoeren, die met <strong>de</strong>n naam van <strong>de</strong>n Koning, ook die<br />

van Ne<strong>de</strong>rlandsche Kunstenaars eer zou brengen.<br />

Wat in Denemarken door Fre<strong>de</strong>rik 11 en Christiaan IV is tot stand gebracht,<br />

behoort tot het beste.. wat <strong>de</strong> bouwkunst <strong>de</strong>r Renaissance heeft<br />

opgeleverd.<br />

Bedacht dient te wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> belangrijke bouwwerken van dien tijd<br />

83


^'„^ ^^2r Q^,~ 3n • ^^.+. . a . i:<br />

^ ^ , Q ^ • s ^^^*,<br />

^:^..a a ^s ae.s a^. ,a • a^•^ íri..;<br />

Y. J/ J / Vlr' y n^ j^ C fi1r SI ' J^.^<br />

•%" ^ . #Y^ ..^'+^ • .<br />

^^/ ^ . (^ ^.<br />

^1dif^,/J►^(T`rTl^.Lirrir<br />

^ Jf<br />

••,. ^ ._- ,<br />

—i^ ....•.<br />

t, .^<br />

III'li',Ilfl!!!fl'1' tt1{^i . . /^y, ♦•<br />

ar„ i i_<br />

-.._^.Y'.'"5^..^MI ^Il^:y'`:<br />

^1I!!^ 11111 ^'^y -... 11'11r11i1 ^ ') ^-<br />

_.... - ,.. ,,,..^•}Í<br />

L,.. ,^<br />

Het paleis Nieuwburg van <strong>de</strong>n bouwmeester Van Campen.<br />

ontstaan zijn als particuliere opdrachten, met <strong>de</strong>n boning als bouwheer.<br />

Fre<strong>de</strong>rik 11 heeft zich niet zeer intensief met zijn bouwwerken ingelaten,<br />

maar het is evenzeer bekend dat Christiaan IV, ontwijfelbaar naar vele<br />

zij<strong>de</strong>n begaafd, persoonlijk contact tusschen <strong>de</strong>n opdrachtgever en zijn<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche bouwmeesters veron<strong>de</strong>rstelt. An<strong>de</strong>rs ware het warmbloedige<br />

dat <strong>de</strong> bouwwerken, on<strong>de</strong>r hem tot stand gekomen, kenmerkt, niet te<br />

verklaren. Laurens en Hans van Steenwinckel zijn <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>rs<br />

van <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n van hun koninkljken opdrachtgever geweest. Aan hen<br />

moet Fre<strong>de</strong>rik Hendrik van Oranje zich gespiegeld hebben bij zijn kunstbemoeienissen.<br />

De jonge Ne<strong>de</strong>rlandsche Renaissance echter, die zulke<br />

schoone uitdrukkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n in het Noor<strong>de</strong>n had gevon<strong>de</strong>n, werd in<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, juist ten tij<strong>de</strong> van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, afgelost door een<br />

streven, dat uitging naar <strong>de</strong> studie <strong>de</strong>r klassieken en <strong>de</strong>r Italiaansche<br />

theoretici, die faca<strong>de</strong>s componeer<strong>de</strong>n met doorgaan<strong>de</strong> pilaster- of zuilenor<strong>de</strong>.<br />

In het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw zegevier<strong>de</strong> dit classicisme in Holland.<br />

Voor Fre<strong>de</strong>riksborg werkten vele Hollandsche schil<strong>de</strong>rs, zooals Pete r<br />

Isacicsz, en zijn leerling A driaan van Nieuland, Pieter<br />

Lastman, Rembrandt's leermeester, Jan Pijnas en W e r n e r<br />

84


Paleis Huis ten Bosch, bouwmeester Pieter Post<br />

van Vaickert. Evert Prijnsz. van <strong>de</strong>r Maas voer<strong>de</strong><br />

glasschil<strong>de</strong>ringen uit <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vensters van <strong>de</strong> koninklijke lamer. In <strong>de</strong><br />

groote feestzaal wer<strong>de</strong>n wandtapijten opgehangen, ontworpen door Care 1<br />

van Man<strong>de</strong>r, <strong>de</strong>n jongere.<br />

Hoe stond het nu met <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst in Holland, en welke meesters<br />

zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opdrachten ten <strong>de</strong>el Dunnen vallen, die Fre<strong>de</strong>rik Hendrik<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> binnen<strong>de</strong>coratie van zijn kasteelen te vergeven had ? Het zijn min<br />

of meer dui<strong>de</strong>lijk humanisten en aca<strong>de</strong>mische meesters. Het classicisme<br />

in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n lent eigenlijk twee richtingen.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> „manieristen", die wij op het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong><br />

eeuw te Haarlem aan het werk zagen.<br />

Maar er zijn jongeren, die te Utrecht in het zog van Italianen als<br />

Caravaggio en Carlo Marata varen. Tot die Utrechtsche school behoort<br />

H e n d r i k Ter B r u g g h e n 1588-1629, wiens vrouwekop in het<br />

Centraal Museum te Utrecht van zijn talent getuigt. De „Waarzegster"<br />

in hetzelf<strong>de</strong> museum is van <strong>de</strong>n knappen schil<strong>de</strong>r Pau 1 u s Bor<br />

1600-1669, aan wiep in <strong>de</strong>n laatsten tijd wel gepoogd wordt <strong>de</strong> z.g.<br />

„Diana van Vermeer toe te schrijven.<br />

De meester <strong>de</strong>zer school die geheel in <strong>de</strong> termen viel om in dienst van<br />

Fre<strong>de</strong>rik Hendrik zijn brachten te geven aan <strong>de</strong> versiering van paleiszalen<br />

85


en wiens portretten ook geheel passen in „les arts somptuaires" van dien<br />

tijd, is Gerard Honthorst die te Utrecht in 1590 geboren werd.<br />

Als jongeling, leerling van Abraham B 1 o e m a e r t, gaat Bonthorst,<br />

20 jaar oud, in 1610 naar Rome. Hij blijft er 10 jaar. De Italianen weten<br />

met zijn moeilijk uit te spreken naam geen raad, en noemen hem, daar<br />

hij tot <strong>de</strong> „tenebrosi" behoort, Gherardo <strong>de</strong>lla Notte. Te Rome<br />

vindt hij in markies Giustiniani en in Kardinaal Scipio Borghere enthousiaste<br />

beschermers. In 1618 schil<strong>de</strong>rt hij <strong>voor</strong> een berk te Albano, in opdracht<br />

van prinses Colonna Gonzaga, een „Madonna in <strong>de</strong> gloria" waarvan<br />

een <strong>de</strong>tail, St. Franciscus en <strong>de</strong> knielen<strong>de</strong> schenkster, een getuigenis is van<br />

het prachtige en eerlijke werk dat Gherardo Bella Notte in zijn jeugd<br />

schiep. Bij <strong>de</strong>n dood van Paulus Y (Borghere) gaat hij naar Florence, en<br />

vandaar terug naar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, en is in 1622 lid van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rscorporatie<br />

te Utrecht. In 1628 gaat hij naar Engeland, en schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong><br />

Karel l te Hampton Court. Zijn broe<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>r Wi 11 e m<br />

van Ho n t h o r s t, wordt een gezien portrettist aan het hof te Berlijn.<br />

Uit zijn mid<strong>de</strong>nperio<strong>de</strong> getuigen een „Jezus <strong>voor</strong> Pilatus" in <strong>de</strong> Nat.<br />

Gal. te Lon<strong>de</strong>n, een „St. Sebastiaan" in <strong>de</strong> kathedraal van Gent, een<br />

„Doornenkroning" te Brussel, van zijn werk uit dien tijd.<br />

Te Hampton Court ontstaat in 1630 een groote mythologische schil<strong>de</strong>ring<br />

in een trappenhuis dat ons een <strong>de</strong>nkbeeld han geven van <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratieve<br />

werken, ook in Holland gemaakt. Koning Fre<strong>de</strong>rik van Bohemen en Koningin<br />

Elisabeth, <strong>de</strong> dochter van James I, tronen er als Jupiter en Juno,<br />

terwijl Mercurius hen <strong>de</strong> 7 vrije kunsten <strong>voor</strong>stelt, die <strong>de</strong> trekken hebben<br />

van <strong>de</strong> lin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>n „Winterhoning". Ook <strong>voor</strong> het Noor<strong>de</strong>n zal<br />

Bonthorst werken. Door <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n zoon van Christiaan 1V, Fre<strong>de</strong>rik 111<br />

van Denemarken, 1609-1670, maakte hij tusschen 1630-1640 plafonds<br />

en <strong>de</strong>coratieve paneelen <strong>voor</strong> Kronborg. Zij zijn in <strong>de</strong>n aca<strong>de</strong>mischer stijl<br />

van dien tijd geschil<strong>de</strong>rd. Fre<strong>de</strong>riksborg heeft nog éen Bonthorst uit een<br />

serie, waarvan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> Zwe<strong>de</strong>n in 1659 wer<strong>de</strong>n gestolen.<br />

Nu echter zullen wij zijn werk bezien dat hij in opdracht van Fre<strong>de</strong>rik<br />

Hendrik maakte, in <strong>de</strong> eerste plaats het portret van <strong>de</strong>n stadhou<strong>de</strong>r en zijn<br />

vrouw, het sterke doek met groote plastische eigenschappen, in het Mauritshuis<br />

; daarna dat van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, Amalia van Solms en hunne<br />

lin<strong>de</strong>ren. Die portretten had<strong>de</strong>n tevens versieren<strong>de</strong> bedoeling.Op een doel<br />

van Samuel v a n Hooghstraten, zien wij hoe <strong>de</strong>ze paleisarchitectuur<br />

vroeg om <strong>de</strong>coratie, ook sculpturale. Zoon portretstuk met<br />

<strong>de</strong>coratieve bedoeling, getuige <strong>de</strong> ballustra<strong>de</strong>, <strong>de</strong> kolommen en <strong>de</strong> draperieën,<br />

is ook het portret van <strong>de</strong> dochter van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, Louise Henriette,<br />

gehuwd met Frie<strong>de</strong>rich Wilhelm, <strong>de</strong>n grootgin Keurvorst, en wier twee<strong>de</strong><br />

86


zoon <strong>de</strong> eerste Pruisenkoning Fre<strong>de</strong>rik I zou wor<strong>de</strong>n. Hef tegenstuk van dit<br />

schil<strong>de</strong>rij stelt <strong>de</strong>n lateren stadhou<strong>de</strong>r Willem 11 <strong>voor</strong>, en zijn ga<strong>de</strong> Maria<br />

Henriette Stuart. Hij zou slechts Dort leven, en op een doek van v. d.<br />

Helst in het Rijksmuseum zien wij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> Maria Henriette als weduwe.<br />

Gaan wij nu terug tot Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, en tot <strong>de</strong> allerlaatste groote on<strong>de</strong>rneming<br />

op het gebied van <strong>de</strong> bouwkunst, die on<strong>de</strong>r zijn regeermg werd<br />

aangevangen, maar eerst later door <strong>de</strong> piëteitvolle zorgen van zijn vrouw,<br />

werd voltooid. Wij bedoelen het paleis te 's Gravenhage, belend als het<br />

Huis ten Bosch. In 1645 leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> Koningin van Bohemen <strong>de</strong>n eersten steen.<br />

In 1616 wordt <strong>de</strong> weg erheen, <strong>de</strong> Bezui<strong>de</strong>nhoutscheweg, aangelegd. In 1647<br />

sterft Fre<strong>de</strong>rik Hendrik. De oorspronkelijke bestemming van het bouwwerk,<br />

een woning <strong>voor</strong> Amalia van Solms, wordt door <strong>de</strong> weduwe veran<strong>de</strong>rd<br />

tot een tempel aan <strong>de</strong>n roem van haar gestorven gemaal. Maria <strong>de</strong> Medicis<br />

had immers van het Luxembourg-Paleis een bouwwerk willen maken ter<br />

verheerlijking van Hendrik IV, terwijl Karel l van Engeland White-Hall<br />

rijk liet versieren, zijn va<strong>de</strong>r Jacobus 1 ter eere. Naar een ontwerp van<br />

Van Campen, werd het Huis ten Bosch door zijn leerling Pieter Post<br />

uitgevoerd. Maar welke schil<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n in het intérieur te werk wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld ? Ware hij nog in leven geweest, dan zou Rubens <strong>de</strong> meest<br />

aangewezen man daar<strong>voor</strong> geweest zijn. Ook van D ij c k, die juist<br />

op het eind van zijn leven naar monumentale opdrachten had gestreefd,<br />

was gestorven. Hij had in relatie gestaan met <strong>de</strong>n Stadhou<strong>de</strong>r en zijn<br />

vrouw ; in het Prado bevin<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> portretten van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik<br />

en Amalia van Solms van Anton van Dijck. Eén grootmeester <strong>de</strong>r<br />

Antwerpsche school was nog in leven, Jacob J o r d a e n s. Hem<br />

wer<strong>de</strong>n opdrachten verstrekt, met <strong>de</strong>s te meer genoegen, waar <strong>de</strong>ze, gehuwd<br />

met een dochter van zijn leermeester, <strong>de</strong>n protestant Adam van Noort,<br />

zelf ook tot <strong>de</strong> hervorming was overgegaan. In zijn Dunst was daar<br />

overigens niets van te bemerken, van puritanisme is in zijn arbeid geen<br />

spoor. Met hem wer<strong>de</strong>n nog zes an<strong>de</strong>re meesters uit Brabant, zooals<br />

men ze toen noem<strong>de</strong>, aan het werk gezet ; het waren d e C r a ye r,<br />

Seeghers, Willeboorts, Gonzalis Coques en van<br />

Thu 1 d e n. Zeven Hollandsche schil<strong>de</strong>rs hebben ook <strong>voor</strong> het „Huis ten<br />

Bosch" gewerkt, waarvan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste Ho n t h o r s t, L i e v e n s,<br />

van Everdingen, Zoutman en <strong>de</strong> Grebber waren.<br />

De achterwand van <strong>de</strong> groote zaal werd geheel ingenomen door <strong>de</strong> reusachtige<br />

compositie van Jordaens : „<strong>de</strong> apotheose van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik".<br />

Al te exuberant, mist het confuse geheel het or<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> meesterschap van<br />

Rubens. Leven en beweging, zwier en pracht heeft het wel. De schil<strong>de</strong>rs<br />

hebben geen vierkante meter in <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n onbe<strong>de</strong>kt gelaten. Nog in <strong>de</strong><br />

87


achttien<strong>de</strong> eeuw is er aan geschil<strong>de</strong>rd. Jacob d e Wit schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

„en camaïeu" een Diana en Eudymion, alsof het beeldhouwwerk was.<br />

Dit laatste noopt ons er toe ook wat te zeggen van <strong>de</strong> beeldhouwers. Ook<br />

hier gaf een Vlaming <strong>de</strong>n toon aan. Op 20 Januari 1648 werd <strong>de</strong> eerste paal<br />

geslagen van het weidsche Raadhuis van Amsterdam. In het jaar van <strong>de</strong>n<br />

dood van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, 1647, had van Campers <strong>de</strong> plannen hier<strong>voor</strong><br />

gemaakt. Eerst in 1655 werd het achtste wereldwon<strong>de</strong>r door <strong>de</strong> burgemeesteren<br />

van Amsterdam betrokken.<br />

Van Lampen heeft er slechts verdriet van beleefd. Een eerzuchtig stadsarchitect<br />

Daniël Stalpaert had <strong>de</strong>n meester zoo op <strong>de</strong>n achtergrond<br />

gedrongen, dat eeuwen van Campers's naam als bouwmeester van het<br />

Amsterdamsche Raadhuis, niet werd genoemd. Willem <strong>de</strong> Keijser, zoon<br />

van <strong>de</strong>n vermaar<strong>de</strong>n Hendrik <strong>de</strong> Keijser, bouwer van een reeks groote<br />

gebouwen en torens in Amsterdam, en vertrouw<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werker van Vare<br />

Campers, werd ontslagen. De Antwerpenaar A r t u s Que llin us die door<br />

Van Lampen <strong>de</strong> groote lans kreeg, het Stadhuis met beeldhouwwerk te<br />

versieren, koos <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van Stalpaert. Van Lampen, zéér gegriefd,<br />

verliet in 1654 Amsterdam, en trok zich op zijn buitenplaats Ran<strong>de</strong>nwijck<br />

te Amersfoort terug. Eerst in 1662 was het Raadhuis geheel on<strong>de</strong>r dale, en<br />

Quellinus' sculpturale versieringen grooten<strong>de</strong>els voltooid. Niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

stadhou<strong>de</strong>r, maar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Amsterdamsche magistraten, wier smaak <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n<br />

bant uitging als die van Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, heeft Quellinus gewerkt,<br />

o.a. <strong>voor</strong> burgemeester <strong>de</strong> Graeff, van Wien hij een prachtige marmerere<br />

buste maakte, nu in het Rijksmuseum.<br />

In het Rijksmuseum zijn ook <strong>de</strong> schetsen in gebakken aar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> het<br />

enorme, in marmer uitgevoer<strong>de</strong> tympanveld aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>- en <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong><br />

van het paleis. Hij toont zich in <strong>de</strong>ze werken een beeldhouwen<strong>de</strong> Jordaens;<br />

schil<strong>de</strong>rachtig en monumentaal is zijn werk, en vaak heeft het een origineele<br />

noot, zooals <strong>de</strong> figuur van Atlas, die <strong>de</strong>n bronzen wereldbol draagt, een<br />

bekroningsmotief.<br />

Voor <strong>de</strong> meér dan levensgroote marinere caryati<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vierschaar<br />

gaan <strong>de</strong> gedachten naar een Italiaansch <strong>voor</strong>beeld als het grafmonument<br />

van <strong>de</strong>n Doge Giovanni Pesaro, in <strong>de</strong> S.M. <strong>de</strong>i Frari te Venetië, dat<br />

Longhl in 1650 vervaardig<strong>de</strong>. Tusschen <strong>de</strong> weenen<strong>de</strong> vrouwenfiguren<br />

bevin<strong>de</strong>n zich een drietal verheerlijkingen van het Recht uit <strong>de</strong> Grieksch-<br />

Romeinsche en Joodsche oudheid, zooals het relief van Brutus en zijn<br />

zonen, dat een bijzon<strong>de</strong>r knap staal is van Quellinus' arbeid.<br />

Is in het stadhuis te Amsterdam <strong>de</strong> baroksculptuur zegevierend met het<br />

werk van Artus Quellinus, <strong>de</strong> barokschil<strong>de</strong>rkunst had het Dunnen zijn<br />

met Rembrandt, en het museum te Stockholm heeft <strong>de</strong> rest van het<br />

88


grootsche werk „<strong>de</strong> Samenzwering van Claudius Civilis" <strong>de</strong>n held <strong>de</strong>r<br />

Batavieren, in <strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>r Romeinsche overheersching, on<strong>de</strong>r haar schatten.<br />

De barok, zooals Rembrandt die in dit werk tot uiting bracht, was <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> Amsterdamsche regenten te radicaal. Zij had<strong>de</strong>n er geen vre<strong>de</strong> mee<br />

in het „puik <strong>de</strong>r Bataven", zooals het daar aan tafel zat, met drank en<br />

glazen, hun <strong>voor</strong>geslacht te herbennen. De me<strong>de</strong>werking van Rembrandt<br />

nam met dit werk, dat nooit geplaatst werd, en dat, afgesne<strong>de</strong>n van alle<br />

Zij<strong>de</strong>n door een Zweedsch kunstliefhebber werd gekocht, een ein<strong>de</strong>.<br />

Rembrandt was overigens tot <strong>de</strong> helft van zijn leven met hart en ziel <strong>de</strong><br />

internationale baroprichting toegedaan, en een Hollandsche Rubens. De<br />

„Nachtwacht", waar alles beweegt en vol leven is, waar licht en donker<br />

hampen, waar het <strong>de</strong>coratieve in weidsche emphase te pronk staat, is<br />

eigenlijk het meesterstuk <strong>de</strong>r barok in het Noor<strong>de</strong>n.<br />

In een brillante schets, „<strong>de</strong> Eendracht van het Land" geheeten, en nu<br />

in het Boymansmuseum te Rotterdam, toont Rembrandt zich een <strong>de</strong>corateur<br />

in <strong>de</strong>n trant <strong>de</strong>r groote Venetianen.<br />

Men lean zich niet <strong>de</strong> historie naar <strong>de</strong>n internationaler smaak van <strong>de</strong>n<br />

tijd, levendiger, schitteren<strong>de</strong>r en romantischer <strong>voor</strong>gesteld wenschen.<br />

Indiers uit dit alles werd afgeleid dat <strong>de</strong> Hollandsche lunst van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw was opgegaan in <strong>de</strong> algemeene Europeesche richting van<br />

dien tijd, dan zou men zich vergissen. Naast, en eigenlijk tegenover die<br />

k wist en haar vertolkers, was een pure nationale richting tot ontwikkeling<br />

gekomen, die eer<strong>de</strong>r aansloot bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche lunst <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong><br />

eeuw, dan dat zij zich <strong>de</strong> lessen van Italië in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw had eigen<br />

gemaakt. De schil<strong>de</strong>rs die wij op het oog hebben, staan met hun werk in het<br />

grootst mogelijke contrast met <strong>de</strong> mythologie en <strong>de</strong> classieke geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>de</strong>r barok<strong>de</strong>coratie. Een „ontbijtje" van Pieter C t a e s z. zal op <strong>de</strong>n<br />

duurerkend wor<strong>de</strong>n als het beste en het meest oorspronkelijke dat Holland<br />

tegenover Italië te stellen had. Hier is uitsluitend het oog meester, en <strong>de</strong><br />

emotie van <strong>de</strong> geziene natuur <strong>de</strong> drijfveer. Deze Hollandsche schil<strong>de</strong>rs zijn<br />

heel an<strong>de</strong>re menschen dan een Bonthorst, zooals wij hem in zijn aca<strong>de</strong>mische<br />

<strong>de</strong>ftigheid uitgebeeld zien op zijn zelfportret van 1655, in het<br />

Rijksmuseum. Zij staan ver van het hof en van <strong>de</strong> Regenten, maar dichter<br />

bij het volk, en wij hunnen het hun aanzien. Adriaan B r o uwer<br />

staat wel heél ver van elke internationale levenshouding, maar zeer dicht<br />

bij <strong>de</strong> Kleine burgers van <strong>de</strong> Hollandsche ste<strong>de</strong>n. Heél dui<strong>de</strong>lijk komt dit uit<br />

op zijn zelfportretje in het Mauritshuis in Den Haag. Deze schil<strong>de</strong>rs hebben<br />

nauwelijks on<strong>de</strong>rwerpen <strong>voor</strong> hun schil<strong>de</strong>rijen ; als zij <strong>de</strong> meest eenvoudige<br />

<strong>voor</strong>werpen schil<strong>de</strong>ren, dan is licht en belichting het eigenlijke on<strong>de</strong>rwerp.<br />

89


Wilt gij <strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r zien van <strong>de</strong> zuiver nationale richting,<br />

beziet hem dan, zooals hij in zijn werkplaats op het schil<strong>de</strong>rij van<br />

Adriaen van Osta<strong>de</strong> te Dres<strong>de</strong>n in volle concentratie, in <strong>de</strong>n grootst mogelijken<br />

eenvoud aan het werk is. Niet op <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van berken of paleizen,<br />

niet langs <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>ring van weidsche zalen schrijft hij een vurig schrift,<br />

als <strong>de</strong> Italianen en hun Fransche en Vlaamsche volgelingen, maar <strong>de</strong> stof<br />

wordt afgetast tot <strong>de</strong>n fijnsten vezel, en met onnavolgbaar geduld <strong>voor</strong> het<br />

oog van <strong>de</strong>n beschouwer herschapen.<br />

Geen on<strong>de</strong>rwerpen, maar <strong>de</strong> gesublimeer<strong>de</strong> materie. Is er ooit iets ne<strong>de</strong>rigers<br />

geschil<strong>de</strong>rd dan „het puttertje" van F a b r i t i u s ? Maar is er ooit<br />

geschil<strong>de</strong>rd zóó in <strong>de</strong> eigenlijke bedding van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst, dan door<br />

<strong>de</strong>ze meesters ?<br />

Geen vorstenverheerlijking, geen veldslagen en geen jac/zttafereelen,<br />

an<strong>de</strong>rs dan die <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs hebben meegemaakt en gezien. Een „slag"<br />

tusschen boeren in <strong>de</strong> herberg, zooals Brouwer U <strong>voor</strong>zet op het schil<strong>de</strong>rij<br />

te Florence, is een bij uitstek Ne<strong>de</strong>rlandsch werk.<br />

Gij zult geen an<strong>de</strong>r jachttafereel kunnen vin<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> nationale schil<strong>de</strong>rs<br />

dan dat wat op een schil<strong>de</strong>rijtje van G e r a r d T e r bo r g h te zien is :<br />

een moe<strong>de</strong>r „jaagt" op het hoofdvan haar hind naar het kleinste ondier<br />

Maar nog eens, een on<strong>de</strong>rwerp heeft <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

nationale richting niet noodig, om ons door het won<strong>de</strong>r van zijn kunst<br />

te overtuigen.<br />

Niet <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs rond het stadhou<strong>de</strong>rlijk hof, niet <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong><br />

internationale richting <strong>de</strong>r barok zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toekomst hebben.<br />

Maar <strong>de</strong> in hun werkplaats teruggetrokkenen die zon<strong>de</strong>r opdrachten,<br />

Zon<strong>de</strong>r maatschappelijke functie, en zon<strong>de</strong>r maatschappelijke plaats aan<br />

het werk togen, verover<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eeuwigheid. Zij von<strong>de</strong>n geen an<strong>de</strong>ren steun<br />

dan die van <strong>de</strong> burgers, die hun Kleine schil<strong>de</strong>rijtjes aan <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van hun<br />

woningen hingen. In ruil <strong>voor</strong> dien steun wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs hun eigenlijke<br />

opvoe<strong>de</strong>rs, omdat zij met <strong>de</strong> spiegeling van land en volk <strong>de</strong>n Hollan<strong>de</strong>r<br />

van zijn nationaal karakter bewus: maakten.<br />

Is <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw ook <strong>de</strong> „gou<strong>de</strong>n eeuw" onzer schil<strong>de</strong>rkunst, dan zijn<br />

het <strong>de</strong> kleine meesters die hier<strong>voor</strong> het goud hebben gedolven.<br />

90


VIII<br />

DE ZEVENTIENDE EEUW. — De portretschil<strong>de</strong>rs van het<br />

groepsverband, het schuttersstuk, het regenten- en<br />

anatomiestuk.<br />

apen wij in een vorig hoofdstuk, dat <strong>de</strong>coratieve opdrachten i<br />

dienst van <strong>de</strong>n vorst en van het paleis, <strong>de</strong> Hollandsche begaafdheid<br />

niet liggen, op bestelling van schutters en regenten, en ter plaatsing in<br />

„doelen", verga<strong>de</strong>rzalen van charitatieve instellingen en gil<strong>de</strong>kamers heeft<br />

zich in <strong>de</strong> groote groepsportretten, die wij schutters-, regenten- en anatomiestukken<br />

noemen, een bij uitstek origineel, uitsluitend Hollandsch, genre<br />

ontwikkeld. Deze groote schil<strong>de</strong>rijen ontston<strong>de</strong>n geheel vrij van elk verband<br />

met <strong>de</strong> architectuur, al zullen toch <strong>de</strong>ze groepsportretten vaak in het<br />

Hollandsche interieur uitstekend passen.<br />

Wij noem<strong>de</strong>n fan v an Score 1, met <strong>de</strong> stukken waarop <strong>de</strong> palmtakdragen<strong>de</strong><br />

Jerusalemgangers zich aaneenrijen, <strong>de</strong> eerste bewuste schil<strong>de</strong>r<br />

van het groepsportret.<br />

Is ook Jan van Scorel <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van het groote stuk in het Rijksmuseum,<br />

dat 17 schutters in harnas uit 1531 bijeenbrengt tegen een landschap van<br />

uiterst fantastische bergformaties, dan is hij <strong>de</strong>n opmarsch begonnen naar <strong>de</strong><br />

„Nachtwacht".<br />

Op <strong>de</strong>n weg tusschen <strong>de</strong> schutters van Rotte A uit 1531 en <strong>de</strong> compagnie<br />

van Frans Banning Coca uit 1642, waren wij gena<strong>de</strong>rd tot 1604, het jaar<br />

waarin te Haarlem Frans H a 1 s zijn verbluffend talent tot ontwikkeling<br />

bracht.<br />

't Is in het Frans Halsmuseum <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n „Maaltijd van officieren van <strong>de</strong>n<br />

St. Joris-doelen" uit 1616, dat wij <strong>de</strong>n afstand Runnen meten tusschen<br />

dit reeds vrij gecomponeer<strong>de</strong> en brillant geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stuk en <strong>de</strong>n nog pijnlijk<br />

geconcipieer<strong>de</strong>n maaltijd van schutters, na het papegaaischieten van 1599,<br />

door Cornelis Cornelisz. van Haarlem. Bij Frans<br />

91


Hals zitten <strong>de</strong> schutters ein<strong>de</strong>lijk werkelijk aan tafel, er is ruimte <strong>voor</strong><br />

hun vaak zeer omvangrijke lichamen, er is plaats <strong>voor</strong> een tafel waaraan<br />

kapitein Pieter Schout Jacobsz. <strong>de</strong>n armslag vrij heeft om <strong>de</strong>n zwijnskop,<br />

of het hoen, aan te snij<strong>de</strong>n. Zij zitten juist niet met <strong>de</strong>rtien aan tafel, <strong>de</strong><br />

welgedane heeren. In een zwaar gamma : zwart, rood en olijfgroen heeft<br />

Frans Hals dit eerste zijner schuttersstukken geschil<strong>de</strong>rd, maar in sommige<br />

<strong>de</strong>r figuren, speciaal <strong>de</strong> vaan<strong>de</strong>ldragers, is <strong>de</strong> toets reeds zwierig en luchtig<br />

en speelt het zwiepen<strong>de</strong> penseel reeds zijn dartel en verbluffend spel. Maar<br />

hoe heeft Hals' weergaloos talent in het bijeenbrengen van vele portretten<br />

tot een geheel, dat, eer<strong>de</strong>r uitbundig van fleur, geen bontheid lent, van 1616<br />

tot 1627, zich ontwikkeld! Er is een luchtige harmonie in <strong>de</strong> fleur die als<br />

een openbaring uit het feestmaal van <strong>de</strong> officieren van <strong>de</strong>n kloveniersdoelen<br />

spreekt. 't Wil ons steeds <strong>voor</strong>komen dat wel wat meer nadruk gelegd<br />

mocht wor<strong>de</strong>n op Hals' Vlaamsche geboorte om zijn coloristisch meester-'<br />

schap te verklaren, immers als Rubens is hij, <strong>voor</strong>al tot in <strong>de</strong> werken van<br />

zijn mid<strong>de</strong>nperio<strong>de</strong>, in letterlijken zin colorist, d.w.z. dat hij spelend <strong>de</strong><br />

meest <strong>de</strong>sperate kleuren aaneen huwt. Den donkeren achtergrond van zijn<br />

eerste stuk heeft hij verwisseld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> raamdoorboor<strong>de</strong> lichte wan<strong>de</strong>n<br />

van een vertrek. De lichtcirculatie is bewon<strong>de</strong>renswaardig om <strong>de</strong> uiterst<br />

levendige portretten, elke zwaarte verdween, een lichte beweeglijkheid<br />

in elk figuur accentueert het ongedwongene van <strong>de</strong> groep. Wat er aan<br />

mannelijke vriendschap, aan genoeg'lijke samenhoorigheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schutters<br />

leef<strong>de</strong>, <strong>de</strong> „panache" van het fleurige spel, zooals <strong>de</strong>ze in glinsterend<br />

wapentuig, glanzen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong> en wapperen<strong>de</strong> ve<strong>de</strong>ren te pronk stond heeft<br />

Hals breed uitgemeten, zon<strong>de</strong>r iets te hort te doen aan <strong>de</strong> individualiteit van<br />

elk zijner mo<strong>de</strong>llen. De vaandrig Peter Ramp is ons door het werk uit<br />

1627 een belen<strong>de</strong> gewor<strong>de</strong>n. En <strong>de</strong> levendig brutale hop van Michiel <strong>de</strong><br />

Wael op „<strong>de</strong>n Maaltijd van officieren van <strong>de</strong>n St. Joris-Doelen", eveneens<br />

uit 1627, blijft ons zóó bij, dat wij hem, iets ou<strong>de</strong>r gewor<strong>de</strong>n, terstond<br />

herkennen op het fameuze stuk: „Officieren en on<strong>de</strong>rofficieren van <strong>de</strong>n<br />

St. Jorisdoelen" uit 1639. Wij noemen dit para<strong>de</strong>stuk fameus, omdat in <strong>de</strong>n<br />

achtergrond Hals zich zelf heeft mogen uitbeel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs: Hendrik Pot en Van <strong>de</strong>r Schalke. Zij drieën<br />

waren sergeanten, en behoor<strong>de</strong>n zich dus op te stellen achter <strong>de</strong> officieren<br />

en <strong>de</strong>n kapitein Florens van <strong>de</strong>r Hoef.<br />

Tusschen dit laatste en uiterst brillante schuttersstuk en <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> uit 1627,<br />

liggen er nog twee, omstreeks 1633 door Hals geschil<strong>de</strong>rd.<br />

Er is dan eerst <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van „Officieren van <strong>de</strong>n Kloveniersdoelen"<br />

uit 1633, waarin <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r met vlaggen en hellebaar<strong>de</strong>n een<br />

aantrekkelijk lijnenspel schept rond kapitein Johan Claesz. Loo, en dan <strong>de</strong><br />

92


Romein <strong>de</strong> Hooghe, 1689, <strong>de</strong> CIooeniers-Doelen te Haarlem.<br />

z.g. „Maagere Compagnie" door Frans Hals in 1633 begonnen, en in 1637 door<br />

Pieter Cod<strong>de</strong> voltooid. Dit stuk, het Benige <strong>voor</strong>beeld van zoon opdracht,<br />

hem door niet-Haarlemmers gegeven, heeft zijn geschie<strong>de</strong>nis, die door<br />

Dr. Bredius in 1913 uit oorkon<strong>de</strong>n werd vastgesteld. Dit Amsterdamsche<br />

schuttersstuk bevindt zich in het Rijksmuseum en zijn eigenlijke naam is :<br />

„hef korporaalschap van kapitein Reynier Reael en luitenant Cornelis<br />

Michielsz. Blaeuw". Kapitein en luitenant bei<strong>de</strong>n dra<strong>de</strong>n beroem<strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

namen, <strong>de</strong> eerste is verwant aan <strong>de</strong>n Oost-Indiëvaar<strong>de</strong>r en<br />

magneetgeleer<strong>de</strong> Laurens Reuel, en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> is een familielid van <strong>de</strong>n<br />

aflasdrukker.<br />

In het Frans Halsmuseum zijn wij geneigd, <strong>de</strong>n politieben zin van <strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r te prijzen die blijkbaar alle moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schikking van<br />

zijn groepen met heeren schutters.... en hun familiele<strong>de</strong>n, wist op te lossen.<br />

Den eenigen heer dat hij met Amsterdammers te doen kreeg schoten blijkbaar<br />

zijn politieke gaven te lort, want <strong>de</strong> opdrachtgevers klagen bitter over <strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r. En weldra krijgt <strong>de</strong>ze een bezoek van <strong>de</strong>n provoost <strong>de</strong>r Amsterdamsche<br />

burgerij en een notaris. Hals die <strong>voor</strong>geeft een „zeer been" te<br />

93


hebben, ontvangt hen te bed en ducht eveneens zijn grieven : hij ion <strong>de</strong><br />

Amsterdamsche hoeren niet tot poseeren krijgen, en hij wordt genoodzaakt<br />

in zijn A insterdamsch hotelletje te veel geld uit te geven, hoewel <strong>de</strong> afspraak<br />

was, dat hij zou wor<strong>de</strong>n vrijgehou<strong>de</strong>n. Op die manier bomt hij met <strong>de</strong>n<br />

bedongen prijs van 60 Gld. per kop niet uit, en hij vraagt 6 Gld. toeslag<br />

per portret. Hij stelt <strong>voor</strong> dat <strong>de</strong> hoeren in Haarlem zullen lomen poseeren;<br />

<strong>de</strong> paar die dat absoluut niet zou<strong>de</strong>n kunnen zal hij dan, bij uitzon<strong>de</strong>ring,<br />

in Amsterdam Domen schetsen....<br />

Hoe het geschil tenslotte tot een oplossing Kwam weten wij niet, wij zijn op<br />

stijlkritiek aangewezen om vast te stellen wat van Hals en wat van Cod<strong>de</strong> is.<br />

Zon<strong>de</strong>r twijfel is <strong>de</strong> prachtige compositie van <strong>de</strong> „Magere Compagnie"<br />

van <strong>de</strong>n Haarlemschen meester. De schutters, ten voeten uit, vormen ee<br />

uiterst levendige groep, waaraan het lichtspel in <strong>de</strong>n achtergrond bijzon<strong>de</strong>ren<br />

luister bijzet. De uiterst linksche figuur, <strong>de</strong> vaan<strong>de</strong>ldrager, door<br />

Hals geschil<strong>de</strong>rd, staat er als een <strong>de</strong>monstratie van <strong>de</strong>n afstand tusschen<br />

geniaal en talentvol werk. Geen betere gelegenheid dan <strong>de</strong>ze, om te zien<br />

hoe groot en brillant schil<strong>de</strong>r Hals is tegenover Cod<strong>de</strong>, die met talent<br />

het ver<strong>de</strong>re werk voltooi<strong>de</strong>.<br />

In <strong>de</strong> jaren dat „<strong>de</strong> Magere Compagnie" geschil<strong>de</strong>rd werd, werkte te<br />

Amsterdam Thomas d e K e ij se r. Wij zagen dit reeds en wij<br />

roem<strong>de</strong>n zijn „colporaalschap van kapitein Allart Cloeck" uit 1632.<br />

Vergeten mogen wij niet dat ook Nico la es E 1 i a s, gezegd „Picquenooi",<br />

een verdienstelijk schil<strong>de</strong>r in dit genre te Amsterdam geweest is.<br />

Hij en Jaco 6 B a c k e r had<strong>de</strong>n schuttersstukken in <strong>de</strong> zelf<strong>de</strong> Doelenzaal<br />

waar<strong>voor</strong> Rembrandt „<strong>de</strong> Nachtwacht" schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Daar hing ook<br />

het enormedoek waaropBartholomeusvan <strong>de</strong>r Helst in<br />

1639 het „Corporaalschap van Kapitein Roelof Bicker" schiep, een<br />

waarlijk brillant stuk, zeven en een halven meter lang, dat alleen door „<strong>de</strong><br />

Nachtwacht" in <strong>de</strong> schaduw zou wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

Nu <strong>de</strong> groote werken van Elias, Backer, Ilan <strong>de</strong>r Helst en Rembrandt<br />

we<strong>de</strong>r in één zaal vereenigd zijn, is er alle gelegenheid het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n<br />

tijdgenoot, <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van Hoogstraeten te toetsen. Deze confrater stelt<br />

het vast „dat Rembrandt meer werk maakte van het groote beeld zijner<br />

verkiezing als van <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re afbeeldsels, die hem waren aenbesteet".<br />

Maar het meesterstuk <strong>de</strong>r barok in het Noor<strong>de</strong>n is als zoodanig toch<br />

wel even aangevoeld door dienzelf<strong>de</strong>n van Hoogstraeten, als hij schrijft :<br />

„Echter zal dat zelve werk, hoe berispelijk, na mijn gevoelen al zijn<br />

mee<strong>de</strong>strevers verdueren, zijn<strong>de</strong> zoo schil<strong>de</strong>rachtig van gedachten, zoo<br />

zwierich van sprong, en zoo krachtich, dat, nae zommiger gevoelen,<br />

al d'an<strong>de</strong>re stukken Baer als kaerteblaren nevens staan". Met overstelpen<strong>de</strong><br />

94


dui<strong>de</strong>lijkheid wordt <strong>de</strong> bezoeker van <strong>de</strong> Nachtwachtzaal in' t Rijksmuseum<br />

<strong>de</strong>n oneindigen afstand gewaar die het Genie scheidt van groote talenten.<br />

Maar <strong>voor</strong>al, wij krijgen het gevoel dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs, van R a v es t e in<br />

tot H a 1 s, zij<strong>de</strong>n wambuizen en glimmen<strong>de</strong> wapens, fleurige sjerpen en<br />

Klateren<strong>de</strong> ven<strong>de</strong>ls toch eigen!ijk vruchteloos in volle kracht van het boze<br />

handwerk geschil<strong>de</strong>rd had<strong>de</strong>n, als wij <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> glorieuze houding<br />

van Rembrandt's schutterstuk, met <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>n naam „Nachtwacht".<br />

In 1808 wordt in een officieel stuk bij het overbrengen van het schil<strong>de</strong>rij<br />

naar het Trappenhuis <strong>de</strong> naam genoemd „Nagt-patrouille van Rembrandt".<br />

Die naam lijkt toen algemeen aangenomen; <strong>de</strong> vervuil<strong>de</strong> toestand<br />

<strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>ring heeft tot dit misverstand zeker bijgedragen. Wij weten<br />

nu dat <strong>de</strong> benaming uit 1748 „Schuttersgezelschap in 't optrekken" niet<br />

onjuist is, omdat in onzen tijd een soort familiealbum van Frans Banning<br />

Coat gevon<strong>de</strong>n werd, en dat <strong>de</strong> besteller bij een schetsje naar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij<br />

geschreven heeft : „Schets van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rtje op <strong>de</strong> groote Sael van <strong>de</strong><br />

Cloveniers Doelen daerinne <strong>de</strong> Jonge Heer van Purmerlandt als Capitein,<br />

geeft last aan synen Lieutenant, <strong>de</strong> Heer van Vlaerdingen, om lijn Compagnie<br />

Burgers te doen marcheren".<br />

Zoo ongeveer in 1640 Kreeg Rembrandt <strong>de</strong> opdracht. Zestien schutters<br />

moest hij op het doer brengen en zijn bestellers zullen gedacht hebben een<br />

prettig en vlotgeschil<strong>de</strong>rd portretstuk te krijgen in <strong>de</strong>n geest van Frans Hals,<br />

waar zij allen zoo <strong>voor</strong><strong>de</strong>elig mogelijk op zou<strong>de</strong>n uitkomen. Natuurlijk<br />

was er geen bezwaar, <strong>de</strong> figuren schil<strong>de</strong>rachtig te groepeeren, liefst aan tafel,<br />

want <strong>de</strong>ze schutters kon<strong>de</strong>n beter eten dan vechten. En toen dit won<strong>de</strong>rlijk<br />

stub....!<br />

Wij prijzen Rembrandt niet omdat hij zijn opdracht, naar het oor<strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong>n tijdgenoot, slecht vervul<strong>de</strong>, maar omdat hij zijn hoogere opdracht<br />

zwaar<strong>de</strong>r liet wegen. Die hoogere opdracht was het op groote schaal verwezenlijken<br />

van opgaven, die <strong>de</strong> barok ook aan het Noor<strong>de</strong>n moest stellen:<br />

die van <strong>de</strong> beweging en het heldhaftige gebaar. En die<br />

opdracht heeft hij in <strong>de</strong> „Nachtwacht" tot in het superlatieve vervuld :<br />

hij greep <strong>de</strong> gelegenheid in een uiterst levendig figuurstuk, door groepeering<br />

en lichtval, het probleem <strong>de</strong>r beweging, zooals <strong>de</strong> barok die stel<strong>de</strong>, tot<br />

grootsche oplossing te brengen, hij vatte alles samen tot een luisterrijk<br />

totaalbeeld, dat het ein<strong>de</strong> werd van het Hollandsche Schutterstuk.<br />

Als 8 jaar later, bij gelegenheid van <strong>de</strong>n Vre<strong>de</strong> van Munster (1648), Ilan<br />

<strong>de</strong>r Helst <strong>de</strong> Compagnie van Kapitein Witsen aan een maaltijd zet, tot<br />

viering van dien Vre<strong>de</strong>, dan hebben wij <strong>de</strong>n grootsten eerbied <strong>voor</strong> <strong>de</strong>s<br />

schil<strong>de</strong>rs werkmanschap, maar ten opzichte van <strong>de</strong> „Nachtwacht" on<strong>de</strong>rgaan<br />

wij zijn befaam<strong>de</strong>r „Schuttersmaaltijd" als een anti-climax.<br />

95


Maar in het zelf<strong>de</strong> jaar waarin <strong>de</strong> „Nachtwacht" werd voltooid, (1642)<br />

gaf Rembrandt eigenlijk nog een twee<strong>de</strong> „Nachtwacht" in <strong>de</strong> brillante<br />

schets, bijna „en camaieu" : „<strong>de</strong> Eendracht van 't Land", waarop wij<br />

nu terug moeten nomen. Deze volledig uitgedrukte, geweldige compositie<br />

geeft op min<strong>de</strong>r dan een vierkanten meter, een soort „Nachtwacht te<br />

paard" te zien : het uittrekken van cavalerie uit <strong>de</strong>ze benar<strong>de</strong> veste,<br />

een uitval van schutters te paard uit <strong>de</strong> vesting Holland. Een schitteren<strong>de</strong>r<br />

ruiterstoet, aangevoerd door een aan Titiaan herinneren<strong>de</strong> ueldheersfiguur,<br />

kwam er wel nooit uit een stadspoort op een vijand tegemoet.<br />

Artillerie brandt los van <strong>de</strong> vestingwallen, wapengekletter klinkt door<br />

<strong>de</strong> geheele <strong>voor</strong>stelling heen.<br />

Levend, in <strong>de</strong>ze uiterste beweeglijkheid, werd een allegorie ingeweven. In<br />

„Hollands' tuin" ligt het monster van <strong>de</strong>n tweedracht gekluisterd, en<br />

heerscht <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid <strong>de</strong>r Hollandsche ste<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ineengeregen<br />

han<strong>de</strong>n en wapens, waaron<strong>de</strong>r dat van Amsterdam <strong>de</strong> eereplaats heeft.<br />

Een geblinddoekte Justitia aan <strong>de</strong> voet van een lutrijn, waarop, hoog<br />

verheven, het boen <strong>de</strong>r Openbaring ligt. Hoe zijn ook in die schets alle<br />

registers van het rijk georchestreer<strong>de</strong> orgel opengetrokken, hoe dreunt het<br />

licht ook door <strong>de</strong>ze compositie heen 1<br />

In bei<strong>de</strong> werken is er bij alle theatrale opstelling toch een natuurlijkheid.<br />

Men verlieze echter niet uit het oog dat al <strong>de</strong>ze natuurlijkheid, om <strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n van fan Veth te gebruiken, „versmelt in <strong>de</strong>n verren glans van een<br />

glorieus herinneringsbeeld", omdat <strong>de</strong>ze natuurlijkheid verheerlijkt<br />

werd „in <strong>de</strong> dichterlijke nevelen van <strong>de</strong>n koortsachtigten, <strong>de</strong>n fenomenaalsten<br />

aller schil<strong>de</strong>rsdroomen".<br />

Naast het schutterstuk, <strong>de</strong> „panache", <strong>de</strong> wuiven<strong>de</strong> ve<strong>de</strong>rbos van het<br />

Hollandsche burgerdom, werd het regentenstuk <strong>de</strong> afstraling van <strong>de</strong> sociale<br />

werkzaamheid van een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el dier burgers.<br />

De vroegste „Staalmeesters" wor<strong>de</strong>n door A er t P i e t e r s z in 1599<br />

geschil<strong>de</strong>rd, zes fraai geteeken<strong>de</strong> Doppen en een vreemd ban<strong>de</strong>nspel; het<br />

stuk is in het Rijksmuseum. In 1618 en in 1624 zullen Co r n e 1 i s va<br />

<strong>de</strong>r Voort en Werner van Valckertbljken grootevor<strong>de</strong>ringen<br />

te hebben gemaakt.<br />

Op <strong>de</strong> stukken van Werner van Valckert in het Rijksmuseum zal in <strong>de</strong><br />

architectuur, achter <strong>de</strong> regenten, op reliefs „<strong>de</strong> barmhartige Samaritaan"<br />

en „<strong>de</strong> arme Lazarus" het verband van het genre met <strong>de</strong> religieuze<br />

schil<strong>de</strong>rij uitspreken. Achter <strong>de</strong> regentessen zien wij het nog dui<strong>de</strong>lijker,<br />

daar is het heele tafereel van <strong>de</strong>n rijken man aan tafel en <strong>de</strong>n arme aan<br />

<strong>de</strong>n voet van <strong>de</strong> trap, als een verklarend tooneel geschil<strong>de</strong>rd.<br />

96


Gaanwijwerken van Nicolaas Elias en T h o m a s <strong>de</strong> Key-<br />

S e r uit 1628 en '38 <strong>voor</strong>bij, dan staan wij in 1641 <strong>voor</strong> een meesterstuk:<br />

„<strong>de</strong> Regenten van het St. Elisabethgesticht" te Haarlem. Twintig jaar vdór<br />

Rembrandt's meesterstuk, schil<strong>de</strong>rt Frans H a 1 s in zijn rijpen tijd<br />

vijf ernstige mannenfiguren rond een tafel, en legt heel <strong>de</strong> kleurpracht in<br />

gradaties van wit en zwart en het spel van het groene tafelkleed, tegen het<br />

incarnaat van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> koppen. Niets leidt ons af van <strong>de</strong> prachtig<br />

geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> mansportretten, ook niet <strong>de</strong> kaart van Vlaan<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong>n<br />

achtergrond. Maar <strong>de</strong> herinnering aan <strong>de</strong> „Staalmeesters" doet ons<br />

toch <strong>de</strong>n hoogsten lof inhou<strong>de</strong>n, bij Rembrandt immers bereikt het<br />

regentenstuk zijn hoogste hoogte als <strong>de</strong> meester in 1661 <strong>de</strong> harmonie, het<br />

rustige evenwicht en <strong>de</strong> stilte voelbaar zal maken in een zitting van <strong>de</strong><br />

overhe<strong>de</strong>n van het Amsterdamsche manufactuursgil<strong>de</strong>.<br />

Wat doen die mannen in het zwart, op <strong>de</strong> meest eenvoudige en klassieke<br />

wijze gegroepeerd achter een tafel, die met <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van een oostersch<br />

tapijt be<strong>de</strong>kt is? Keuren zij een partij laren, op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond gedacht,<br />

Trachten zij <strong>de</strong> bezwaren van een gil<strong>de</strong>broe<strong>de</strong>r te ontzenuwen met een<br />

beroep op geschreven of gedrukte contracten ? De mannen met het geopen<strong>de</strong><br />

boek in het mid<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n hier op wijzen. Of schei<strong>de</strong>n zij twisten<strong>de</strong><br />

manufacturiers, die op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong>n beschouwer veron<strong>de</strong>rsteld wor<strong>de</strong>n?<br />

Of loopt <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> wijze mannen ten ein<strong>de</strong> en leeft <strong>de</strong> toeschouwer<br />

<strong>de</strong> aarzelingen me<strong>de</strong> van confereeren<strong>de</strong> menschen, die er geen<br />

eind aan hunnen vin<strong>de</strong>n, als <strong>de</strong> een <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r het sein tot opbreken<br />

niet geven wil ? Hoe dan ook, wij staan hier <strong>voor</strong> <strong>de</strong> grootste eenvoudigheid<br />

van het eeuwige schoon in eene samenvoeging van menschelijke bewegingen,<br />

alle op tijdsduur berekend, met aarzelingen en langzame gedragingen,<br />

die het gesprek tusschen <strong>de</strong> Staalmeesters on<strong>de</strong>rling, en <strong>voor</strong>al ook met<br />

<strong>de</strong>n beschouwer weten te rekken, om daardoor tot eene intimiteit te<br />

geraken, die <strong>de</strong> stilte en het zwijgen verdraagt en dan ook tot diepe<br />

aandacht noodt.<br />

In een zwaar tempo voelt men bijna <strong>de</strong> stilte.<br />

Stilte en zwaarte als antipo<strong>de</strong>n van gerucht en leegte. Hier is <strong>de</strong> stilte<br />

als hoogste expressie van zielssympathie, zooals ze gedragen en genoten<br />

wordt on<strong>de</strong>r vrien<strong>de</strong>n.<br />

Op <strong>de</strong>zen zang, wij mogen het niet vergeten, schreef Hals in <strong>de</strong>n laten<br />

avond van zijn schil<strong>de</strong>rsleven, het vervolg. Het zijn <strong>de</strong> regentessen en<br />

regenten in het Haarlemsche Museum, door <strong>de</strong>n meester op zes-en-tachtigjarigen<br />

leeftijd geschil<strong>de</strong>rd, en waarvan zoo graag gezegd wordt, dat ze met<br />

beven<strong>de</strong> hand wer<strong>de</strong>n geschil<strong>de</strong>rd. Maar niet in het beven <strong>de</strong>r hand,<br />

I<br />

97


maar in het trillen <strong>de</strong>r ziel, zit het geheim van <strong>de</strong>ze sobere en sombere<br />

werken, waar <strong>de</strong> „douce mélancolie" van <strong>de</strong>n kunstenaar overheen gespreid<br />

bigt als een zonson<strong>de</strong>rgangnevel, na een stralen<strong>de</strong>r dag over een rijk<br />

landschap.<br />

't Overprikkel<strong>de</strong> netvlies van groote coloristen als Hals of Tiliaan verdraagt<br />

ten slotte slechts <strong>de</strong> afgestoef<strong>de</strong> nuancen en grauwe harmonieen,<br />

waar een enkele kleurnoot doorheen zingt, als <strong>de</strong> weemoedige herinnering<br />

van een heel leven van kleurenvreugd en lichtpracht. En <strong>de</strong> naklank van<br />

dit alles is, zoo niet droevig, dan toch aangrijpend, juist door dien enkelen,<br />

wat lang aangehou<strong>de</strong>n cellostreek, die <strong>de</strong>n colorist <strong>de</strong>n zanger <strong>de</strong>r psalmen<br />

doet na<strong>de</strong>ren: „en h heb alles geschouwd wat geschiedt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon en<br />

ik zag dat het ij<strong>de</strong>lheid was."<br />

„De Staalmeesters" blijft het hoogtepunt in <strong>de</strong> serie van <strong>de</strong> Hollandsche<br />

regentenstukken. Als steeds, bij <strong>de</strong> waarlijk groote portretten, is het<br />

werk hoog boven het genre uitgestegen en komen wij in die regionen, waarin<br />

alle Dunsten zich ontmoeten : muziek en architectuur. 't Zijn niet <strong>de</strong><br />

vertrouwensmannen van het gil<strong>de</strong> <strong>de</strong>r manufacturiers, waarnaar wij<br />

vragen <strong>voor</strong> „<strong>de</strong> Staalmeesters", maar wij zijn ten volle bevredigd opgenomen<br />

te zijn in een monumentale wereld, waarin kleur en licht als een<br />

dreunen<strong>de</strong> fuga ons omhullen.<br />

In het Rijksmuseum is die bevrediging zoo volmaakt, dat wij <strong>de</strong> aandacht<br />

missen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toch waarlijk prachtige schil<strong>de</strong>rijen die Covert Flinch en<br />

Ferdinand Bol in hetzelf<strong>de</strong> museum ons <strong>voor</strong>hou<strong>de</strong>n. Co ver t F 1 i n c h,<br />

die in een brillant geschil<strong>de</strong>rd schuttersfeest, bij gelegenheid van <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong><br />

van Munster, zijn groote gaven van figuurschil<strong>de</strong>r en colorist ontplooi<strong>de</strong>,<br />

had reeds, in 1642, overhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> schutterij van Amsterdam in stemmig<br />

zwarte dracht aan tafel geschil<strong>de</strong>rd. Maar <strong>voor</strong>al F e r d i n a n d<br />

Bo 1 had, in 1649, een indrukwekkend ruimtelijk opgevat schil<strong>de</strong>rij gewijd<br />

aan <strong>de</strong> „Regenten van het Leprozenhuis", dat zon<strong>de</strong>r „<strong>de</strong> Staalmeesters"<br />

een wereldvermaard schil<strong>de</strong>rij zou gewor<strong>de</strong>n zijn. Er is weinig aan te<br />

veran<strong>de</strong>ren, maar te Amsterdam hunnen noch Van <strong>de</strong>r H e 1st,<br />

met zijn „Bestuursle<strong>de</strong>n van het St. Sebastiaans- of Handboogschuttersgil<strong>de</strong>"<br />

uit 1635, noch Nico la es Maes met <strong>de</strong> „zes Bestuursle<strong>de</strong>n van<br />

het Chirurgijnsgil<strong>de</strong>", onze volledige bewon<strong>de</strong>ring krijgen, met het visioen<br />

van „<strong>de</strong> Staalmeesters" nog in <strong>de</strong> ooggin.<br />

Eerst in het Frans Hals Museum te Haarlem hebben wij ons zuiver oor<strong>de</strong>el<br />

weer terug, om f a n d e Bray voluit te waar<strong>de</strong>eren in zijn „Regenfee<br />

van het Kin<strong>de</strong>rarmenhuis", twee jaar na <strong>de</strong> „Staalmeesters" geschil<strong>de</strong>rd.<br />

Ook hier hebben <strong>de</strong> vijf regenten en <strong>de</strong> huismeester hun grijpen<strong>de</strong> blikhere<br />

gericht op <strong>de</strong>n beschouwer, die <strong>de</strong> aandacht teruggeeft aan <strong>de</strong> natuurlijk<br />

98


schil<strong>de</strong>rachtige groep in een Doel en lichtend gamma, geschil<strong>de</strong>rd door<br />

<strong>de</strong>n meester die <strong>de</strong> laatste glorie is van <strong>de</strong> Haarlemsche school.<br />

Het anatomiestuk, 't spreekt wel vanzelf, kent <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ontwikkeling als<br />

het schutters- en regentenstuk.<br />

A e r f P i e t e r z verstaat het, in 1603, al evenmin in zijn „Anatomie<br />

van Dr. Sebastiaen Egbertsz", Rijksmuseum, een waarlijk gesloten groep<br />

te maken van <strong>de</strong> negen-en-twintig portretten van doctoren rond <strong>de</strong> snijtafel,<br />

als hem dit bij zijn schutterstukken gelukte.<br />

In 1617 is P. M i e re v e 1 d t <strong>de</strong> J o n g e gelukkiger in zijn schil<strong>de</strong>rij<br />

in het Gasthuis te Delft, maar toch: <strong>de</strong> aandacht is over het geheele stuk<br />

te ver<strong>de</strong>eld, en er is weinig or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> rangschikking van wat belangrijk is<br />

in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling.<br />

Thomas d e Keyser zal te Amsterdam, twee jaar later, meer<br />

zeventien<strong>de</strong>-eeuwsch zijn in <strong>de</strong> „Anatomie van Dr. Sebastiaen Egbertsz.<br />

<strong>de</strong> inrij", doch 't is volkomen begrijpelijk hoe groot succes <strong>de</strong> jonge R e mb<br />

r a n d t verwierf met „<strong>de</strong> Anatomie van Dr. Tulp", door <strong>de</strong>n vijfentwintigjarige<br />

in 1632 geschil<strong>de</strong>rd <strong>voor</strong> 't chirurgi =nschgil<strong>de</strong> te Amsterdam.<br />

Er is geen overtuigen<strong>de</strong>r bewijs <strong>voor</strong> Rembrandts' jong en groeiend zelfvertrouwen<br />

dan het groote schil<strong>de</strong>rij, dat als „<strong>de</strong> Anatomische Les in het<br />

Mauritshuis al te groote vermaardheid kreeg. Het werk is heel levendig<br />

en theatraal van opstelling, een opstelling naar het recept <strong>de</strong>r barok<br />

gecombineerd, die nu nog menig fotograaf als bijzon<strong>de</strong>r gelukkig zal<br />

<strong>voor</strong>komen.<br />

Wat er knap en Kundig is in dit werk behoeft niet aangewezen te wor<strong>de</strong>n,<br />

hef viel <strong>de</strong>n tijdgenoot, en het valt het nageslacht nog he<strong>de</strong>n, op.<br />

Bij na<strong>de</strong>re beschouwing zijn er groote zwakhe<strong>de</strong>n in „<strong>de</strong> Anatomische<br />

Les". De twee Doppen links zijn herhalingen van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> noot, <strong>de</strong> twee<br />

<strong>voor</strong>overbuigen<strong>de</strong> Doppen eveneens. De opgeprikte professor Tull lijkt 'n<br />

pedante schoolmeester, maar <strong>voor</strong>al : niets is er heelemaal echt in <strong>de</strong><br />

expressie <strong>de</strong>r figuren. De professor speelt een doceerend leeraar, 'n viertal<br />

stu<strong>de</strong>nten trekken zich van zijn verhaal niets aan, een drietal an<strong>de</strong>ren<br />

letten te veel op, en doen <strong>de</strong> opzichtige, weinig belangrijke <strong>de</strong>monstratie (het<br />

buigen van <strong>de</strong> vingers <strong>de</strong>r linkerhand van het cadaver) te veel eer aan.<br />

Zij zijn allen op z'n Zondags gekleed, en het glasachtige lijk is bene<strong>de</strong><br />

Rembrandt's gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> werk uit zijn vroege perio<strong>de</strong> gebleven. Onbegrijpelijk<br />

is het, hoe schrijvers, elkaar <strong>voor</strong>tdurend napraten<strong>de</strong>, <strong>de</strong> verkorting<br />

van het cadaver als iets bijzon<strong>de</strong>r geslaagds Duinen aandui<strong>de</strong>n. Maar<br />

<strong>voor</strong>al : het werk geeft <strong>de</strong>n indruk met té groot zelfvertrouwen te zijn<br />

on<strong>de</strong>rnomen.<br />

99


Dat hij trotsch was op <strong>de</strong> bestelling, was begrijpelijk ; om te beginnen was<br />

Tulp een <strong>voor</strong>aanstaand Amsterdammer en dan, Thomas <strong>de</strong> Keyser en<br />

E 1 i a s, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> gevier<strong>de</strong> portrettisten van <strong>de</strong> hoofdstad, had<strong>de</strong>n in hetzelf<br />

<strong>de</strong> vertrek van het chirurgijnsgil<strong>de</strong>, waar zijn werk moest komen te<br />

hangen, ie<strong>de</strong>r een anatomiestuk. De jonge veroveraar lion zich hier met<br />

hen meten. En in<strong>de</strong>rdaad, het samenbin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke portretten<br />

in een, zij het dan opzichtige, han<strong>de</strong>ling en het door het licht samenvatten<br />

tot een, zij het dan wat hol geheel, beteeken<strong>de</strong> een groote schre<strong>de</strong> <strong>voor</strong>uit in<br />

<strong>de</strong> ontwikkeling van het genre. Voorbands is dit immers Rembrandt's<br />

roeping : in alle soorten van gegevens <strong>de</strong> barok in het Noor<strong>de</strong>n tot ontwikkeling<br />

te brengen.<br />

Een geheel an<strong>de</strong>r mensch zal in 1656 volkomen zelfvergeten, geroerd<br />

tot diep in het hart, getroffen tot in <strong>de</strong> ziel bij het lugubere schouwspel <strong>de</strong>r<br />

anatomische sectie, <strong>de</strong> collegezaal van Prof. Deyman betre<strong>de</strong>n, om een<br />

an<strong>de</strong>re anatomieopdracht om te zetten tot het meest aangrijpen<strong>de</strong> schouwspel<br />

dat mogelijk ooit geschil<strong>de</strong>rd werd. Nu onttrekt hij zich aan <strong>de</strong><br />

eigenlijke opdracht om verre er boven uit te gaan. Hij dringt <strong>de</strong>n doctor<br />

en zijn leerlingen terug en stelt zich in diepen eerbied tegenover <strong>de</strong>n majestueuzen<br />

dood. Geen losse en zwierige barokcompositie als in 1632....,<br />

neen, heelemail geen compositie. Geen behaaglijke schikking van leeraar<br />

en leerlingen .... , neen, in 't geheel geen opstelling. Geen theatraal hooginvallend<br />

licht...., neen, geen verlichting, maar een lichten van binnen-uit<br />

van het in sterke verkorting, geheel en face geziene lijf, en 'n klassieke<br />

gebon<strong>de</strong>nheid in vorm, waar<strong>voor</strong> Mantegna's „Nood Gods" hem hef<br />

<strong>voor</strong>beeld had gegeven.<br />

Van het schil<strong>de</strong>rij bleef slechts het mid<strong>de</strong>nstuk gespaard. 'n Stomme<br />

brand verteer<strong>de</strong>, mèt het houten beschot waarop het werk hing, <strong>de</strong> entourage.<br />

't Essentieele van „Deijman's Anatomie" is bewaard. De han<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>n professor zijn alles wat er over is van <strong>de</strong> hoofdfiguur, die echter, in<br />

Rembrandts' oogera in het geheel geen hoofdfiguur was.<br />

De hoofdfiguur is het cadaver. Over <strong>de</strong> voeten heen, blikken wij met bek<br />

lemmen<strong>de</strong> emotie in <strong>de</strong> open borstholte, maar wor<strong>de</strong>n dan fascineerend<br />

getrokken naar <strong>de</strong>n gescalpeer<strong>de</strong>n hop, waarvan het sche<strong>de</strong>lvel, neerhangend<br />

aan bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n, het gelaat een glanzing van gedachten geeft, en <strong>de</strong><br />

beangstigen<strong>de</strong> vraag licht in ons op : leeft <strong>de</strong>ze man ?<br />

Wij Dennen <strong>de</strong>ze gevoelens : 'n Poe, 'n Bau<strong>de</strong>laire, 'n Roltrait hebben ons<br />

met <strong>de</strong>rgelijke gevoelens vertrouwd gemaakt. Maar ineens begrijpen wij<br />

het an<strong>de</strong>rs : er is niets „griezeligs", want er vaart eene plechtigheid en eene<br />

religieuse wijding door het werk, waardoor <strong>de</strong>ze doo<strong>de</strong> wordt als het<br />

100


eeld van <strong>de</strong>n lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n, zich geven<strong>de</strong>n mensch. Is het een Christushop of<br />

het gelaat van <strong>de</strong>n Meester zelf ?<br />

En dan is er <strong>de</strong> assistent van <strong>de</strong>n professor, als wikkend en wegend,<br />

beschouwend en droomend ; „tctsschen hemel en aar<strong>de</strong> zijn meer dingen<br />

dan...." Die scalp in <strong>de</strong> hand is als <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>n jongen Yorick,<br />

als een drinknap waar <strong>de</strong> levensdrank en zijn purperen droesem in<br />

bezonken ligt.<br />

Het oproepen van Shakespeare's naam is een getuigenis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> diepte<br />

van een werk, dat het glorierijke ein<strong>de</strong> beteekent van <strong>de</strong>zen vorm van het<br />

groepsportret, dat k e r k e 1 ij k bij „ Jerusalemgangers" begon en dat<br />

religieus u s eindigt, na alle schakeeringen van ernst en jolijt,<br />

zwier en statigheid, te hebben doorloopen.<br />

Gherard Terborgh, teekening, galant gezelschap.<br />

101


Karel Dujardin, <strong>de</strong> her<strong>de</strong>r achter <strong>de</strong> boom.<br />

102


Ix.<br />

DE ZEVENTIENDE EEUW. — Het landschapschil<strong>de</strong>ren<br />

wordt, door sterk picturaal voelen, tot ongemeen<br />

rijken bloei gebracht.<br />

n <strong>de</strong> Italiaansche lunst werd laat het landschap tot ontwikkeling,<br />

of beter gezegd, tot half eigen leven gebracht. Want als Titiaan<br />

schoone landschappen schil<strong>de</strong>rt, zijn het <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n van zijn<br />

figuurstukken. In <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw zijn <strong>de</strong> Italiaansche landschappen<br />

dat nog steeds, en als een enkel werk van Giorgione, benend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

naam „het Onweer", van een meer zelfstandig karakter getuigt, trekt het<br />

juist <strong>de</strong> aandacht als uitzon<strong>de</strong>ring. Vanaf het vroegste Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

schil<strong>de</strong>ren neemt het landschap zijn plaats in tusschen <strong>de</strong> genres, en vanuit<br />

<strong>de</strong> miniaturen <strong>de</strong>r getij<strong>de</strong>nboeken lent <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche lunst zuivere<br />

landschappen in <strong>de</strong> belen<strong>de</strong> kalen<strong>de</strong>rafbeeldingen dier verluchte handschriften.<br />

Wie heeft niet eens reproducties on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Dogen gehad van <strong>de</strong><br />

handschriften die Jean, duc <strong>de</strong> Berry, <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r van Philips-<strong>de</strong>n-Stoute<br />

van Bourgondié, liet maken, of facsimile's gezien uit <strong>de</strong> later tot stand<br />

gekomen verzameling miniaturen, beroemd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam Breviarium<br />

Grimani, en, verrast, naar <strong>de</strong> schoone landschappen gezien die <strong>de</strong> jaargetij<strong>de</strong>n<br />

of <strong>de</strong>n cyclus <strong>de</strong>r maan<strong>de</strong>n uitbeel<strong>de</strong>n?<br />

In <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rij, <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> altaarretabel, het<br />

veelluik in <strong>de</strong> St. Bavo te Gent, wij zagen het reeds, neemt het landschap<br />

een groote plaats in. Niet alleen dat <strong>de</strong> eigenlijke „Aanbidding van het<br />

Lam" plaats heeft op een wei<strong>de</strong> met geboomte, waarachter <strong>de</strong> torens <strong>de</strong>r<br />

laffe lan<strong>de</strong>n opdoemen, maar op <strong>de</strong> luiken die er btu aansluiten nomen d<br />

christenstrij<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> eremieten en anachoreten, <strong>de</strong> monniken en kluizenaars<br />

toegetre<strong>de</strong>n in landschappen, die door hun zui<strong>de</strong>lijke flora getuigen<br />

van Jan van Eycks' Portugalreis.<br />

Hoe snel krijgt het landschap, ook als het achtergrond blijft van <strong>de</strong>n<br />

103


knielen<strong>de</strong>n schenker op het zijluik <strong>de</strong>r altaartryptieken, eigen leven en<br />

vraagt het steeds dringen<strong>de</strong>r eigen aandacht. Op <strong>de</strong> zijluiken van Hug o<br />

van <strong>de</strong>r Go e s' Florentijnsch altaarstuk knielt <strong>de</strong> familie Portinari<br />

in zulke stemmingsvolle landschappen, dat menigeen <strong>de</strong>ze landschappen<br />

heeft onthou<strong>de</strong>n, maar zich <strong>de</strong> trekken van <strong>de</strong> kunstlieven<strong>de</strong> Florentijnen<br />

niet meer <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest lean halen.<br />

Bij <strong>de</strong>n laatsten Brugschen meester, <strong>de</strong>n uit Noord-Ne<strong>de</strong>rland afkomstigen<br />

Gerard David, trekt het landschap, waarin op <strong>de</strong> Jean <strong>de</strong> Tombestryptiek,<br />

Christus door Johannes in <strong>de</strong>n Jordaan gedoopt wordt, wel in<br />

<strong>de</strong> eerste plaats belangstelling. Ook bij Ihieronymus Bosch, wij had<strong>de</strong>n<br />

gelegenheid het op te merken, Krijgt het landschap naast <strong>de</strong> figuren een<br />

bijna vrijstaan<strong>de</strong> beteekenis.<br />

Bij <strong>de</strong>n Waalschen meester ,% o a c h i m P a t i n i r, (1484-1524),<br />

nemen wij gewoonlijk aan dat <strong>voor</strong> het eerst het evenwicht tusschen <strong>de</strong><br />

figuren en het landschap, ten <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele van het laatste, verbroken<br />

wordt en <strong>de</strong> figuren tot stoffage wor<strong>de</strong>n teruggedrongen. Albrecht Durer,<br />

die te gast is op <strong>de</strong> bruiloft van Patinir, noemt hem in zijn „dagboek"<br />

een uitstekend landschapschil<strong>de</strong>r. Als Patinir hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp behan<strong>de</strong>lt<br />

als Gerard David „<strong>de</strong> Doop van Christus", dan treedt het landschap<br />

overwegend over <strong>de</strong> figuren op, en als hij „een vlucht naar Egypte"<br />

tot on<strong>de</strong>rwerp biest, moeten wij in het weidsche landschap, een paraphrase<br />

op het bergachtig Maalland, zoeken naar het ezeltje dat Moe<strong>de</strong>r en Kind<br />

draagt, en naar Jozef die het geleidt, zoo on<strong>de</strong>rgeschikt is <strong>de</strong> figuratie<br />

gewor<strong>de</strong>n , ten opzichte van het landschap, dat <strong>de</strong> totaliteit van onze<br />

belangstelling opeischt. Niet het landschap siert en steunt als achtergrond<br />

<strong>de</strong> figuratie, maar <strong>de</strong> figuren wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> steeds meer bijkomstige stoffage<br />

van het landschap.<br />

Wij stel<strong>de</strong>n het vast, dat, in het twee<strong>de</strong> kwart <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw, bij<br />

Pieter B r e u g h e 1, het landschap zoo vrij levend gewor<strong>de</strong>n was<br />

dat een meesterstuk als „<strong>de</strong> Winter", ook wel „Februari" geheeten, te<br />

Weenen, door velen met re<strong>de</strong>n beschouwd wordt als het meest imposante<br />

sneeuwgezicht dat ooit geschil<strong>de</strong>rd werd.<br />

Hoewel bij <strong>de</strong>n genialen Brabanter <strong>de</strong> stijl verhalend is gebleven, zijn <strong>de</strong><br />

landschappen reeds volkomen stemmingsvol. Het duister van <strong>de</strong>n laten<br />

herfst aan <strong>de</strong> Maas, <strong>de</strong> stralen<strong>de</strong> zonneweel<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Straat van Messina,<br />

komen in magistraler trant uit zijn doelen en bereiken op indrukwekken<strong>de</strong><br />

wijze <strong>de</strong>n beschouwer.<br />

De formule van Pieter Breughel wordt, min of meer met „italianismo"<br />

vermengd, vervolgd door Lucas van Valckenborgh, Joos<br />

<strong>de</strong> Momper, Abel Grimmer en ook door Jan Breughel,<br />

104


• /<br />

^<br />

I I ^<br />

*,<br />

-.~.:, ---7•4.?<br />

~ 1.:7-7:::.:,N-:.;<br />

•^pA^ ,M ^^ •„^^ MI ^•<br />

^^ ' 1 ' ^<br />

WM/f1M^ ~^<br />

, , ,( `•<br />

•<br />

/ , \,<br />

1 \<br />

• • ^ ^ *N ^ M, ^^ ^ •<br />

Gerard Terborgh. Teekening, <strong>de</strong> werkplaats van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, 1631.<br />

<strong>de</strong>n F 1 u w e e le n, van Wien in het Mauritshuis een „Paradijstuin”<br />

hangt, waarin Rubens bijzon<strong>de</strong>r gelukkig het eerste menschenpaar schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Rubens zelf zal in <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw landschappen<br />

schil<strong>de</strong>ren die, door- en over- <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong>-eeuwsche Engelschen,<br />

<strong>de</strong> Fransche landschapschil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw zullen beinvloe<strong>de</strong>n.<br />

Rubens echter leent, evenals Rembrandt, <strong>de</strong> hartstochten <strong>de</strong>r eigen<br />

persoonlijkheid aan een landschap, waarvan romantici in latere eeuwen <strong>de</strong><br />

schoonheid proeven.<br />

Niet luisteren naar zichzelf en naar <strong>de</strong> harteklop van het eigen rhythme,<br />

maar geheel zich on<strong>de</strong>rwerpen aan het stille leven <strong>de</strong>r natuur en in ootmoed<br />

zich overgeven aan <strong>de</strong> stem van land en water, lucht en geboomte, was<br />

weggelegd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs, die, vrij van <strong>de</strong>coratieve bedoelingen,<br />

het portret van het land en <strong>de</strong> zee met grooter objectiviteit Kon<strong>de</strong>n geven.<br />

Eerst zijn het echter uitgeweken Vlamingen, Protestanten, die in Holland<br />

naar <strong>de</strong> beproef<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw : bruinen <strong>voor</strong>grond,<br />

groen twee<strong>de</strong> plan en blauwverschieten<strong>de</strong> verten, landschappen schil<strong>de</strong>ren.<br />

Gilles van Coninxloo, David Vinckboons, maar<br />

<strong>voor</strong>al Roe 1 a n t S a v e r y (die fraai in ons Rijksmuseum vertegenwoordigd<br />

is) geven het landschap met een oneindigheid van <strong>de</strong>tails, maar<br />

waarin toch <strong>de</strong> worsteling om het geconcentreer<strong>de</strong> effect zich aankondigt.<br />

Hun invloed is bij <strong>de</strong> Hollandsche teekenaars en schil<strong>de</strong>rs te volgen, zooals<br />

ook die van <strong>de</strong>n te Rome werken<strong>de</strong>n Duitscher Adam Elsheimer niet te<br />

ontkennen is. Doch <strong>de</strong> Dracht van <strong>de</strong>n eigen aard is bij <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs zóó<br />

105


groot, dat alle invloe<strong>de</strong>n spoedig tot verworvenhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n omgezet.<br />

H e n d r i k A v er k a mp (1585-1663), <strong>de</strong> z.g. Stomme van Kampen<br />

en Arent Cabe 1 hebben bij <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw<br />

nog niet <strong>de</strong> wijsheid van het beschouwen<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> bracht zich geheel te<br />

concentreeren op eenvoudige gegevens. Maar in hun sterk met figuurtjes<br />

gestoffeer<strong>de</strong> landschappen zakt <strong>de</strong> horizon ; er wordt reeds iets min<strong>de</strong>r<br />

verhaald dan bij Breughel, en hier en daar wordt in <strong>de</strong> overdaad van<br />

figuren toch ernstig gepoogd onze aandacht op één punt te richten. In het<br />

gewoonlijk vroolijke geheel heeft zich een primitieve fleurigheid nog<br />

niet stilgelegd.<br />

Bij Esaias van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> en bij Adriaan van <strong>de</strong> Venne<br />

vin<strong>de</strong>n wij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> worstelingen, die echter bij Jan v an Co yen<br />

gestre<strong>de</strong>n zijn. Want btu hem heeft zich in al zijn eenvoudige innigheid<br />

het Hollandsche landschap gerealiseerd. Nu zijn zuivere toonwaar<strong>de</strong>n<br />

van licht en atmosfeer, als exponenten van <strong>de</strong>n meest strikten picturalen<br />

aanleg, aan het woord. Nu Domen onze bree<strong>de</strong> rivieren en lan<strong>de</strong>lijke ste<strong>de</strong>n,<br />

het zeestrand en zijn duinenreeks, maar <strong>voor</strong>al onze statig drijven<strong>de</strong><br />

wolkenluchten op het in effect geconcentreer<strong>de</strong> doen, met al het hel<strong>de</strong>re,<br />

lyrische, stemmingsvolle, waartoe <strong>de</strong> wij<strong>de</strong> horizonten van het laffe land<br />

ons no<strong>de</strong>n. Dit alles zon<strong>de</strong>r uitbundigheid, eer<strong>de</strong>r met een tikje weemoed,<br />

in een rijben toon van grijs, waarbij wij echter goed doen te ge<strong>de</strong>nken<br />

dat een zekere verkleuring van Jan van Goyen's arbeid in aanmerking<br />

genomen han wor<strong>de</strong>n.<br />

Zijn he<strong>de</strong>ndaagsche biografen maken van <strong>de</strong>n in 1596 te Lei<strong>de</strong>n geboren<br />

schil<strong>de</strong>r een onrustige geest, die onbestendig zich met alles heeft bezig<br />

gehou<strong>de</strong>n.<br />

In 1631 verlaat hij Lei<strong>de</strong>n ; van 1634 af, zal hij Den Haag blijvend<br />

bewonen. Hij is van alles geweest : speculant in grond en huizen, maar ook<br />

gokker in <strong>de</strong>n tulpenhan<strong>de</strong>l, hij is kunsthan<strong>de</strong>laar en makelaar in<br />

schil<strong>de</strong>rijen, maar <strong>voor</strong>al : hij is een oneindig vlijtig teekenaar en schil<strong>de</strong>r,<br />

die een <strong>de</strong>r vruchtbaarsten on<strong>de</strong>r onze meesters geweest is. Geen uitbundigheid,<br />

maar wel een ongelooflijke „bravoure" om land en water <strong>de</strong>r lage<br />

lan<strong>de</strong>n te portretteeren. Hij heeft die meesterschap niet met <strong>de</strong> geboorte<br />

meegekregen, maar wel had hij van jongsaf <strong>de</strong> faculteit om door heel hard<br />

werken en door stage oefening vaardig te wor<strong>de</strong>n, om met lichte hand<br />

neer te schrijven wat hij door ijverige natuurstudie verwierf. Een speelsche<br />

vrijheid, of moet ik schrijven : een vrije speelschheid, wordt op <strong>de</strong>n duur<br />

zijn <strong>de</strong>el, en bomt ons uit zijn ontelbare teelleningen, evengoed als uit<br />

'zijn luchtig getoetste schil<strong>de</strong>rijen, tegen.<br />

In van Goyen's oeuvre is <strong>de</strong> ontwikkeling van het vroegzeventien<strong>de</strong>-<br />

106


eeuwsche landschapschil<strong>de</strong>ren tot <strong>de</strong>n vollen bloei van het genre te volgen. In<br />

<strong>de</strong> werken die hij vóór 1630 maakte is het landschap nog Hief geheel tot eigen<br />

object gewor<strong>de</strong>n, het is nog eer<strong>de</strong>r het tooneel waar het bedrijvige leven van<br />

alledag zich afspeelt. De han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> marktgangers in dor<strong>de</strong>n en stadjes, <strong>de</strong><br />

schippers op <strong>de</strong> rivier, <strong>de</strong> visschers aan het strand bij hun schepen, <strong>de</strong> barren<br />

op <strong>de</strong>n landweg en <strong>de</strong> sle<strong>de</strong>n op het ijs, hou<strong>de</strong>n hem in <strong>de</strong> eerste plaats bezig.<br />

JollANNESAGOYEN2^ ^a^t<br />

Zoizrovz./a<br />

ge-444144i ^i^fvr<br />

^<br />

rí<br />

Karel <strong>de</strong> Moor, portret van Jan van Goyen.<br />

107


Jan van Goyen, riviergezicht,<br />

Van Goyen sluit niet alleen in zijn <strong>voor</strong>stellingen, maar ook in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rlijke<br />

behan<strong>de</strong>ling van zijn on<strong>de</strong>rwerpen, bij zijn <strong>voor</strong>gangers aan. De<br />

kleur en <strong>de</strong> dikkere verflaag heeft hij van hen afgezien, al zal hij dan<br />

ook reeds vroeg zich van hen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door een gevoel <strong>voor</strong> schakeering<br />

en toonwaar<strong>de</strong>, dat zijn <strong>voor</strong>gangers niet in die mate bezitten.<br />

Na 1630 is het zuivere landschap regel ; hij Deert zich van <strong>de</strong> menschen<br />

eer<strong>de</strong>r af en wendt zich, steeds meer overtuigd, naar het natuurmotief dat,<br />

hoe plein hij het ook moge uitzoeken, zijn geheele belangstelling krijgt.<br />

In <strong>de</strong> omstreken van <strong>de</strong>n Haag en aan het strand te Scheveningen is het <strong>de</strong><br />

duinstreek, het bree<strong>de</strong> banaal of <strong>de</strong> blip op <strong>de</strong> open zee die hij, aanvankelijk<br />

eenvoudig, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n beschouwer neerzet zon<strong>de</strong>r dat gecompliceer<strong>de</strong> perspectief,<br />

licht- en luchtwerking binnen zijn bereik zijn. Maar door een<br />

steeds intiemer verkeer met <strong>de</strong> natuur, in een tweegesprek dat steeds<br />

inniger wordt, bomt hij er toe steeds ver<strong>de</strong>r te grijpen, met han<strong>de</strong>n, die door<br />

stage oefening in het teekenen naar <strong>de</strong> natuur geen moeilijkhe<strong>de</strong>n meer uit<br />

<strong>de</strong>n weg gaan. De kleur <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werpen dringt hij terug <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n toon.<br />

De geheel eigen atmosfeer van het waterdoordrongen land Komt hem<br />

steeds Klaar<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> Dogen en <strong>de</strong> laagdrijven<strong>de</strong> wolken, die het hemellicht<br />

<strong>de</strong>khen, opvangen, of zeven, hangt hij boven zijn spiegelen<strong>de</strong> rivieren of<br />

boven zijn bewogen zeen. De concentratie van het effect wordt steeds<br />

strenger, ook als <strong>de</strong> compositie <strong>de</strong>n indruk geeft in volle argeloosheid<br />

108


Roelant Roghman, landschap.<br />

<strong>de</strong> toevallighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r natuur meer te volgen, dan dat <strong>de</strong> kunstenaar ze<br />

dwingend samenbrengt. Bij het rangschikken van zijn schil<strong>de</strong>rijen tot het<br />

jaar van zijn dood, in 1656, wordt <strong>de</strong> werking van het licht in zijn<br />

landschappen, waarvan <strong>de</strong> liniaire- en luchtperspectief gecompliceer<strong>de</strong>r is<br />

gewor<strong>de</strong>n, steeds fijner en wordt <strong>de</strong> stemming, door het steeds zuiver<strong>de</strong>r<br />

afstemmen van <strong>de</strong>n toon, meester in zijn werk.<br />

Door <strong>de</strong>ze, zoo dui<strong>de</strong>lijk te volgen evolutie, is van Goyen's positie in onze<br />

zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche landschapschil<strong>de</strong>rkunst een centrale.<br />

De tijdgenoot die, met recht, steeds met hem vergeleken wordt is <strong>de</strong> Haarlemmer<br />

Salomon Ruysdael (1602-1670).<br />

Slechts lort had van Gogen als leerling van Esaias van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> in<br />

Haarlem gewerkt; <strong>de</strong> rustige Ruysdael, die in zijn stad het leven van een<br />

gezeten en gezien burger sleet, toont ook in zijn oeuvre een onbewogenheid<br />

die met van Gogen contrasteert. Wat niet wegneemt dat vaak Salomon<br />

Ruysdaels <strong>voor</strong> Van Goyens wer<strong>de</strong>n, en wor<strong>de</strong>n, aangezien.<br />

Want met alle verschil in individualiteit is het schoolverband dier meesters<br />

héél sterk. Er zijn compositieregels die vanuit Breughel te volgen zijn. De<br />

schaduwstreep op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>sten <strong>voor</strong>grond, waaraan vaak een bla<strong>de</strong>rlooze<br />

of ijlbebla<strong>de</strong>r<strong>de</strong> boom vastzit, grijpt met zijn takken het la<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rij. 't Is <strong>de</strong>ze eerste coulisse, van Averkamp of van <strong>de</strong> Venne,<br />

die wij eigenlijk nog aantreffen in <strong>de</strong> laatste romantisch-naturalistische<br />

109


tooneel<strong>de</strong>coraties rond 7900.... Alles wordt in <strong>de</strong>ze landschappen tenslotte<br />

teruggedrongen <strong>voor</strong> het in één toon samenbin<strong>de</strong>n van al het uitgebeel<strong>de</strong>,<br />

goudachtig- of bronshleurig grijs bij Van Goyen en Salomon Ruysdael.<br />

dij A e r t van <strong>de</strong>r Neer (1603-1677) zal het nachtelijk duister<br />

<strong>de</strong>ze bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> functie verrichten in zijn terecht vermaar<strong>de</strong> „maannachten,"<br />

Eerwijl <strong>de</strong> warme kopertoon van <strong>de</strong>n schel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n dag alles bijeenhoudt op<br />

A e I b e r t C u y p's riviergezichten. Bij Cuyp hangt <strong>de</strong>ze vroege avondschemering<br />

boven Dordrecht samen met het nieuwe „Italianismo" van<br />

Jan Both (1610-1699), C l a e s B e r c h e m (162(1-1688) en<br />

J a n H a c k a e r t (1629-1699), die niet het „Italianismo" <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong>-eeuwers<br />

aanhangen, maar <strong>voor</strong> wie het vrije leven te mid<strong>de</strong>n van<br />

een schil<strong>de</strong>rachtig volk in het zui<strong>de</strong>lijke Klimaat, onwe<strong>de</strong>rstaanbaar was<br />

Romantische Italiaansche motieven in hun schetsboeken geteekend, kwamen<br />

hen te hulp, als zij op hun visueel geheugen aangewezen waren om <strong>de</strong><br />

warme namiddagatmosfeer van het zui<strong>de</strong>lijke land op hun doelen aan te<br />

brengen, — op <strong>de</strong>n duur met kennelijke eentonigheid.<br />

De werken <strong>de</strong>zer meesters, waarbij wij ook Jan A s s e 1 ij n (1610-<br />

1652), Ph. Wouwermans (16'19—Y668) en Karel Dujardin<br />

(1635-1678) moeten noemen, hangen in het Rijksmuseum bijeen, en 't is of<br />

één lucht in één zelf <strong>de</strong>n warmen toon, geschil<strong>de</strong>rd achter al hun motieven,<br />

zich <strong>voor</strong>tzet van het Bene schil<strong>de</strong>rij naar het an<strong>de</strong>re. Een landschap<br />

uit <strong>de</strong> Romeinsche Campagna baadt in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n lieflijken gloed als <strong>de</strong><br />

laan esscheboomen van een Hollandsche buitenplaats, het meesterwerk<br />

van Jan Hackaert. Wij noem<strong>de</strong>n A e 1 b e r t C u y p, <strong>de</strong>n zoon van<br />

<strong>de</strong>n figuurschil<strong>de</strong>r Jacob G e r r i t s z C u y p, geb. 1575. Aelbert<br />

(1620-1691) was van een verbluffen<strong>de</strong> veelzijdigheid. Rijst <strong>de</strong> grootsche<br />

bouw van zijn riviergezichten <strong>voor</strong> ons op, dan <strong>de</strong>nken wij toch ook aan<br />

zijn paar<strong>de</strong>n en vee dat hij meesterlijk schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Bij dit laatste lomen<br />

<strong>de</strong>namenvan Paulus Potter en Adriaen van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong><br />

als vanzelf bij ons op. Bij Potter (1625-1654) gaan onze gedachten<br />

niet in <strong>de</strong> eerste plaats naar zijn al te beroem<strong>de</strong>n „Stier", maar naar<br />

kleine wei<strong>de</strong>n met vee, waarin hij een te<strong>de</strong>re stemming paart aan een<br />

weergalooze uitbeelding van dieren, dig hip kent als geen an<strong>de</strong>r. Hij en van<br />

<strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> (1635-1672) hebben <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>rlandschen grond met een getrouwheid<br />

en eenvoud gevolgd, die eigenlij f alleen een Hollan<strong>de</strong>r op volkomen<br />

waar<strong>de</strong> han schatten. Potter, Enkhuyzer van geboorte, die te Delft, Den<br />

Haag en Amsterdam werkte, stierf op 29 jaar aan <strong>de</strong> tering, maar liet een<br />

oeuvre na, boor<strong>de</strong>vol van een bree<strong>de</strong> simpele natuurlief<strong>de</strong>, die door technische<br />

volmaaktheid elk <strong>de</strong>nkbeeld van schil<strong>de</strong>ren uitwist en die <strong>de</strong>n beschouwer<br />

<strong>de</strong> geuren <strong>de</strong>r natuur toewaait.<br />

110


Adriaen van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> behoort tot het geslacht dat in vijftig jaren, zes<br />

meesters van beteekenis aan <strong>de</strong> Hollandsche kunst gaf. Van <strong>de</strong>n zeeschil<strong>de</strong>r,<br />

zijn va<strong>de</strong>r Willem van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n Ou<strong>de</strong>, heeft hij al even weinig overgenomen<br />

als van Jan W ij n a n t s die ons als zijn leermeester wordt<br />

aangewezen. Potter, Karel Dujardin en Nicolaes Berchem hebben hem<br />

meer beinvloed; zijn specialiteit werd het met menschen en vee gestoffeer<strong>de</strong><br />

landschap, en wel zóó, dat er geen confraters van hem te Amsterdam zijn<br />

aan te wijzen, die hem niet verzochten hun landschappen le animeeres.<br />

Op het kameraadschappelje verkeer <strong>de</strong>zer schil<strong>de</strong>rs werpt <strong>de</strong>ze werkzaamheid<br />

van v. d. Lel<strong>de</strong> een bijzon<strong>de</strong>r licht. Op een 150-tal landschappen<br />

van Wijnants schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij figuren en vee. Jan van <strong>de</strong>r Hey<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed<br />

wel 100 maal een beroep op hem, terwijl ook Jan Hackaert, Fre<strong>de</strong>rick<br />

Moucheron, Philips <strong>de</strong> Kopinch, Jacob van Ruysdael en Mein<strong>de</strong>rtHobbema<br />

van zijn diensten gebruik maakten. Bo<strong>de</strong> merkt op dat zelfs E g 1 o n<br />

van <strong>de</strong>r Neer, zelf een <strong>voor</strong>treffelijk figurist, van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> aan het<br />

werk zette, omdat niemand als hij het verstond figuurtjes te doen samenhangen<br />

met het landschap van confraters, waarvan dij op won<strong>de</strong>rlijke<br />

wijze <strong>de</strong>n stijl begreep. Naar <strong>de</strong> geaardheid van <strong>de</strong> landschappen wijzig<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> zijn manier, als hij met zijn figuurtjes het wezen van al die<br />

toch verschillen<strong>de</strong> landschappen een feestelijk accent gaf.<br />

De naam van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> roept <strong>de</strong> zee <strong>voor</strong> ons op, <strong>de</strong> zee, die immers na<br />

onzen onafhankelijkheidsstrijd, het element van onze wereldmacht zal<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Wat <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs op het gebied van het zeegezicht zou<strong>de</strong>n gaan<br />

beteekenen, werd reeds profetisch <strong>voor</strong>zegd door Pieter Breughel in zijn<br />

„Zeestorm", in het Weensche museum.<br />

In <strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw begint in Holland het zeestuk<br />

met het portretteeren van onze schepen op schil<strong>de</strong>rijen die <strong>de</strong> overwinningen<br />

op <strong>de</strong> Spaansche vloot tot on<strong>de</strong>rwerp hebben : H e n d r i c h Corn e-<br />

1 i s z Vroom te Haarlem heeft hierin uitgemunt. Maar in <strong>de</strong> twintiger<br />

en <strong>de</strong>rtiger jaren <strong>de</strong>r eeuw vatten <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> taak op, <strong>de</strong> impressie van<br />

zee en lucht, havens en schepen, vast te leggen met <strong>de</strong> gegroei<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> heelding waarover ook <strong>de</strong> landschapschil<strong>de</strong>r is gaan beschikken. De,<br />

in zijn jeugd, naar Holland gekomen Vlaming fan Porcellis<br />

opent <strong>de</strong> rij van meesters, die <strong>de</strong> compositie, door <strong>de</strong> subtiele mid<strong>de</strong>len<br />

van beheerschte luchtperspectief, diepte geven en die <strong>de</strong> Fleur, door een<br />

oneindige schakeering van toon, verrijken. Zij weten het zilte nat, waarop<br />

schuimen<strong>de</strong> golven <strong>de</strong> uitdrukking zijn van <strong>de</strong>n wind, aan laag hangen<strong>de</strong><br />

wolken te verbin<strong>de</strong>n.<br />

111


Ludolph Backhuyzen, zeegezicht.<br />

Simon <strong>de</strong> Vlieger, Janvan Goyen, Salomon Ruysd<br />

a e 1 vervallen door een al te nadrukkelijk streven naar toon, door het<br />

<strong>voor</strong>bijzien van elke lokale kleur, en door een al te weifelen<strong>de</strong> teekening<br />

tot een zekere flauwe gelijkvormigheid. In reactie hierop, zullen J a n<br />

van <strong>de</strong> Capelle, Aelbert Cuyp en Willem van <strong>de</strong><br />

V e 1 d e, schepen, masten en zeilen als coulissen behan<strong>de</strong>lend, in <strong>de</strong> grauwheid<br />

van het zeegezicht nieuw leven brengen.<br />

Op <strong>de</strong>n duur krijgt <strong>de</strong> stoffeering van <strong>de</strong> zee geheel <strong>de</strong> overhand en wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> composities even onrustig als onwaar. In het verval tot een al te anecdotische<br />

behan<strong>de</strong>ling is Ludo 1 f B a c h h u y z en (1631-1709) <strong>de</strong><br />

gevier<strong>de</strong> meester.<br />

In het geslacht Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> zien wij <strong>de</strong> ontplooiing van het genre dui<strong>de</strong>lijk,<br />

terwijl <strong>de</strong> verplaatsing van <strong>de</strong> werkplaats van Holland naar Engeland<br />

een eigenaardig licht werpt op het patriotisme van kunstenaars. Zij wer<strong>de</strong>n,<br />

als schil<strong>de</strong>rs van overwinningen ter zee, na <strong>de</strong>n eersten Engelschen oorlog,<br />

gaan<strong>de</strong>weg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Keuze gesteld ofwel <strong>de</strong> „bottega" te sluiten (niemand<br />

112


LudoIph Backhuyzen, zeegezicht.<br />

immers bestelt ne<strong>de</strong>rlagen ter zee), of het atelier te verplaatsen naar het<br />

land van <strong>de</strong>n vijand, toen <strong>de</strong> Victorie van onze vloten naar die van <strong>de</strong><br />

Engelschen was overgevlogen.<br />

Hetwas Willem van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>, te Lei<strong>de</strong>n in 1610<br />

geboren, die <strong>de</strong> werkplaats naar Engeland overbracht. Hij teelen<strong>de</strong> zijn<br />

zeeslagen met <strong>de</strong> pen op geprepareerd doer met ongelooflijke technische<br />

nauwkeurigheid, een werkwijze, die hij alleen heeft toegepast. Eerst op het<br />

eind van zijn leven ging hij tot penwelen en verf over. Hij en zijn zoon<br />

W i 11 e tu d e F o n g e, (broe<strong>de</strong>r van Adriaen) waren <strong>de</strong>n Engelschen<br />

Ironing Karel II zeer welkom. De va<strong>de</strong>r stierf, gepensionneerd door <strong>de</strong>n<br />

vorst, te Lon<strong>de</strong>n in 1693, <strong>de</strong> zoon, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van „het Avondschot" in het<br />

Rijksmuseum, in 1707 te Greenwich.<br />

De mid<strong>de</strong>npositie, het Klassieke standpunt, wordt zoowel in het zeegezicht<br />

als in het landschap ingenomen door f a c o b van R u y s d a e 1,<br />

( 1628-1682) <strong>de</strong>n oomzegger van Salomon. „De tousles peintres hollandais,<br />

Ruysdael est celui qui resemble le plus noblement a son pays. II en a<br />

8<br />

113


l'ampleur, la tristesse, la placidité un peu morne, le charme monotone et<br />

tranquille". Met <strong>de</strong>ze juiste karakterteekening begint <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r Eugbze<br />

Fromentin het prachtige hoofdstuk VII vas zijn onvergelijkelijke „les<br />

Maltres d'autrefois". In<strong>de</strong>rdaad, <strong>de</strong> groote schoonheid van Jacob van<br />

Ruysdaels' oeuvre dringt zich evenmin op als <strong>de</strong> natuur van zijn va<strong>de</strong>rland<br />

het doet. Eerst na langere beschouwing ontplooit <strong>de</strong>ze zich in majesteit.<br />

Noch het wezen van <strong>de</strong>n kunstenaar, noch <strong>de</strong> aard van zijn begaafdheid<br />

hou<strong>de</strong>n ons aanvankelijk bezig <strong>voor</strong> werken, waarin <strong>de</strong> diepe stem <strong>de</strong>r<br />

natuur zelf ons toespreekt in lange gedragen zinnen.<br />

Prezen wij <strong>de</strong> ijle klaarte, het snelle schrift, <strong>de</strong> lichte toets van v. Goyen,<br />

dan mogen wij <strong>de</strong>n diepen toon, <strong>de</strong>gedragen <strong>voor</strong>dracht en <strong>de</strong> zware uitdrukking<br />

van Jacob van Ruysdael's kunst, als het stille evenwicht van het<br />

k lassieke moment van het landschapschil<strong>de</strong>ren, waar<strong>de</strong> geven.<br />

Op een riviergezicht van v. Gogen stuwt een windstoot <strong>de</strong> snelle rimpels<br />

van het water, het druipend geboomte langs <strong>de</strong>n oever sid<strong>de</strong>rt, en in snel<br />

tempo jagen <strong>de</strong> wolken <strong>voor</strong>bij. In hetzelf<strong>de</strong> tempo volgt <strong>de</strong> kunstenaar<br />

het wisselend natuurbeeld, dat door <strong>de</strong> rappe hand van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r snel<br />

wordt vastgegrepen.<br />

Maar <strong>de</strong> wateren van <strong>de</strong>n Rijn gaan uiterst langzaam en loom langs Wi jk..<br />

Jacob van Ruysdael, ets, <strong>de</strong> strook hut op <strong>de</strong>n heuvel.<br />

114


ij-Duurste<strong>de</strong>, waarboven <strong>de</strong> statige wolken eer<strong>de</strong>r hangen dan drijven,<br />

trwij1 áe tuinel nauwelijks bracht heeft om <strong>de</strong> wish@n van <strong>de</strong>n moten in<br />

beweging te hou<strong>de</strong>n, „Evi<strong>de</strong>mment la lentear sst une beauté 1" moet<br />

Rodin, naar Judith Cla<strong>de</strong>l verhaalt, eens hebben, uitgeroepen gezeten <strong>voor</strong><br />

een cafétje aan <strong>de</strong> Maas <strong>voor</strong> Dordrecht, toen hij <strong>de</strong> langzame rivier<br />

bezag en <strong>de</strong> stil drijven<strong>de</strong> wolken er boven, toen hij in plechtig tempo <strong>de</strong><br />

schepen <strong>voor</strong>bij zag lomen en <strong>de</strong> langzamegedragingen <strong>de</strong>r menschen opnam.<br />

Wij <strong>de</strong>nken ook aan <strong>de</strong> wijding die er uitgaat van <strong>de</strong> vertraag<strong>de</strong> film... .<br />

Ruysdael grijpt ons, noch door een toverachtig licht als dat waarme<strong>de</strong><br />

Cuyp's riviergezichten zijn overgoten, noch door een colorist dat zeker<br />

niet „eclatant" is. Zijn toets is niet luchtig impressionistisch als die van<br />

Van Goyen, en hij werkt ook niet in <strong>de</strong>n prachtigen stevigen trant van<br />

Hobbema. Maar met grouter stelligheid, dan waarme<strong>de</strong> Ruysdael binnen<br />

het gou<strong>de</strong>n ba<strong>de</strong>r zijn wereld bouwt is geen an<strong>de</strong>r landschapschil<strong>de</strong>r ooit<br />

aan <strong>de</strong>n arbeid geweest. Fromentin zegt het onverbeterbaar : „ Je ne dis<br />

pas que tout pelisse á cSté <strong>de</strong> vette peinture d'éclat médiocre, <strong>de</strong> colons<br />

discret, <strong>de</strong> procédés constamment voile's: mais tout se d é s o rg a n is e,<br />

se vi<strong>de</strong> et se découd."<br />

De kunstenaar zelf gaat geheel schuil achter zijn werken. Hij zal noch<br />

Jacob van Ruysdael, ets, <strong>de</strong> hut bid het water.<br />

115


gelukkig, noch ongelukkiggenoeggeweest zijn om zijn stempel op zijn natuurtafereelen<br />

te drukhen. Met zachten weemoed heeft hij zich als eenzaam<br />

wan<strong>de</strong>laar vertrouwd gemaakt met al <strong>de</strong> aspecten van land, water en lucht.<br />

Als die an<strong>de</strong>re Haarlemmer in <strong>de</strong>n aanvang van onze kunst, was hij<br />

vrijgezel en overviel hem in zijn beste jaren een zware ziekte. Als Geertgen<br />

zich aan <strong>de</strong> Broe<strong>de</strong>rs van St. Jan toevertrouw<strong>de</strong>, heeft Jacob van Ruysdael<br />

zich aan <strong>de</strong> verpleging van zijn vrien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Menoniten moeten overgeven,<br />

daar<strong>voor</strong> was hij uit Amsterdam, waar hij in 1659 burgerrechten verwierf,<br />

overgekomen. Na Benige maan<strong>de</strong>n ziekte stierf hij in 1682, vier-en-vijftig<br />

jaar oud, zon<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n tijdgenoot <strong>de</strong>n lof te hebber geoogst, dien hij<br />

verdien<strong>de</strong>. Heelemail mis zal Houbraken het wel niet gehad hebben toen<br />

hij schreef „egter heb ik niet bunnen bemerken, dat hij 't geluk tot zijn<br />

vriendin gehad heeft". Maar hij moet aan <strong>de</strong> natuur zijn hart en zijn<br />

teleurstellingen verloren hebben om haar zoo te Dunnen uitbeel<strong>de</strong>n als op <strong>de</strong><br />

beroem<strong>de</strong> „Gezichten op Haarlem, vanaf <strong>de</strong>n Overveenschen weg".<br />

Geen an<strong>de</strong>r landschapschil<strong>de</strong>r ter wereld heeft het vermogen „in <strong>de</strong> diepe<br />

borst <strong>de</strong>r natuur als in <strong>de</strong> boezem van een vriend te schouwen". Om nog<br />

eens Faust's woor<strong>de</strong>n te gebruiken : „was hem <strong>de</strong> natuur tot koninkrijk<br />

gegeven met <strong>de</strong> bracht haar te voelen en te genieten". Met <strong>de</strong> e<strong>de</strong>le terughou<strong>de</strong>ndheid<br />

van een gelief<strong>de</strong> heeft hij van zijn koninkrijk verteld. Dat<br />

koninkrijk lag in Ne<strong>de</strong>rland, waarvan hij <strong>de</strong> zee en <strong>de</strong> kusten goed ken<strong>de</strong>,<br />

maar evenzeer <strong>de</strong> landsgrenzen naar het Oosten, die hij een enkele maal<br />

overschreed, toen hij het kasteel te Bentheim op zijn heuvel tot een indrukwekkend<br />

schil<strong>de</strong>rij maakte. Het Noorsche woeste bergland met zijn schuimen<strong>de</strong><br />

watervallen len<strong>de</strong> hij slechts uit <strong>de</strong> teelleningen die A laer t v an<br />

Everdingen (1621-1675) van een verblijf in Scandinavië meebracht.<br />

Hef gebruik van <strong>de</strong>ze documenten door Ruysdael en an<strong>de</strong>ren,<br />

getuigt van <strong>de</strong>n eenvoudigen en kameraadschappeljken geest, die <strong>de</strong>n<br />

omgang <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw blijkbaar kenmerkte.<br />

In <strong>de</strong> Achterhoef heeft Ruysdael gewerkt met zijn vriend en leerling<br />

Mein<strong>de</strong>rt H o b b e ma (1638-1709,), die zijn gelijke niet is,<br />

doch die in één werk zichzelf heeft overtroffen : n.l. „het Laantje van<br />

Mid<strong>de</strong>lharnas", dat tegelijk een argelooze en uiterst verfijn<strong>de</strong> weergave<br />

is van het Hollandsche landschap en dat op <strong>de</strong> hoogte staat van Ruysdael's<br />

„Molen" en V e r mee r's „Gezicht op Delft".<br />

In <strong>de</strong>n zin van Poussin, Le Lorrain, Breughel of Ruysdael is R e mb<br />

r an d (geen eigenlijk landschapschil<strong>de</strong>r. Zijn werken in dit genre zijn<br />

daartoe te heftig, en zij missen daartoe placi<strong>de</strong> sereniteit. Rembrandt's<br />

landschappen I Gij vindt er min<strong>de</strong>r het rustige leven <strong>de</strong>r natuur, naar <strong>de</strong><br />

116


eeuwige rhythmen van God, maar alles beweegt zich naar het heftig bruisen<strong>de</strong><br />

menschentemperament. Wij <strong>de</strong>nken ons <strong>de</strong>n meester, mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

elementen, anticipeerend op Hugo, uitroepend: „Leven-voos, orages désirés!"<br />

Maar er is ook een reeks vluchtige maar weel<strong>de</strong>rig geziene landschappen<br />

in Amsterdam's onmid<strong>de</strong>llijke omgeving geëtst in 1640, '41. Er is een vlot<br />

neergeschreven gezicht op <strong>de</strong> stad. 't Levendige silhouet van Amsterdam,<br />

dat boven scheepswerven en pakhuizenreeksen en stadswallen uitstaat,<br />

waar molens draaien en waaruit zich <strong>de</strong> van vitaliteit tintelen<strong>de</strong> torens<br />

verheffen, wordt zoo machtig gedragen door Ne&land's weekgin grond.<br />

Leven, lucht en licht I Niets van <strong>de</strong> grootsche terughou<strong>de</strong>ndheid van<br />

Ruysdael, alles ongemeen vrij, ongemeen frank, ongemeen vroolijk.<br />

Maar hij maakt van het landschap ook an<strong>de</strong>re prenten. „De Amstel bij<br />

<strong>de</strong>n Omval" is hiervan het type. Hier is niet <strong>de</strong> flaneeren<strong>de</strong>, zijn zorgen<br />

vergeten<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>ling aan het woord, die eenvoudig, direct innig en vaak<br />

romantisch verhaalt van „<strong>de</strong>n buiten", maar hier begint <strong>de</strong> meester <strong>de</strong><br />

natuur te dramatiseeren. Hier heeft <strong>de</strong> lieve zon met bare rozevingeren<br />

die rimpels niet weggestreken, welke knellen<strong>de</strong> zorgen <strong>de</strong>n veertigjarige<br />

in het <strong>voor</strong>hoofd groef <strong>de</strong>n, hier heeft het speuren naar <strong>de</strong>n ein<strong>de</strong>r het<br />

dichtbije leed niet doen vergeten, hier hebben ruischen<strong>de</strong> win<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>bijtrekken<strong>de</strong><br />

wolken hem <strong>de</strong> ziel niet stil gemaakt en <strong>de</strong> frissche lucht hem<br />

niet buiten-zich-zelf gebracht. Integen<strong>de</strong>el I Hier spiegelt <strong>de</strong> natuur hem<br />

zijn eigen beeld, en herkent hij in het ou<strong>de</strong> geboomte langs <strong>de</strong>n weg zichzelf.<br />

In <strong>de</strong>n knoestigen stam van <strong>de</strong>n wilg, in <strong>de</strong> diepe schaduw on<strong>de</strong>r het trillend<br />

loof vindt hij in duistere schuilhoeken zijn leed. Gelijk <strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong> wilg<br />

aan <strong>de</strong> tochtige bocht van <strong>de</strong>n Amstel, in weer en wind, staat hij zelf immers<br />

aan <strong>de</strong>n weg, gestriemd door 's leveras wil<strong>de</strong> stormen.<br />

De voren van zijn zorgen vindt hij als geploegd in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> schors aan het<br />

verwrongen geboomte, dat een but van takken en bla<strong>de</strong>ren bouwt om een<br />

minnend paar, verstoken in het fluweelen zwart van <strong>de</strong> ets.<br />

En om dien wilg heen gaat het leven zijn gang. Boothuizen, een sleephellinkje,<br />

zeilscheepjes, een paar molens aan <strong>de</strong>n overkant ; het rimpelen<strong>de</strong><br />

water vloeit <strong>voor</strong>bij, een bootje spelevaren<strong>de</strong>n gaat <strong>de</strong>n stroom op, 'n beetje<br />

muziek doet misschien <strong>de</strong>n kaasboer zich keergin.... maar al het effect<br />

is saamgetrokken op dien ou<strong>de</strong>n wilg d.i. op Rembrandt zelf, alles draait<br />

om zijn bedrukte ziel ; het hart van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r dramatiseert het natuurgegeven.<br />

Maar Rembrandt had toen, in 1645, reeds twee jaar daar<strong>voor</strong>, het grafisch<br />

meesterstuk in dit genre gegeven. Wij bedoelen „De drie boomgin".<br />

Op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond een watertje, 'n poel, met ruig romantische oeverbegroeiing<br />

in schaduw gehuld,'n visschertje nauwelijks zichtbaar. De aandacht<br />

117


Albert van Everdingen, <strong>de</strong> hut van achteren gezien.<br />

gaat direct naar het licht achter <strong>de</strong> drie boomer op het heuvelbruggetje,<br />

naar dat licht dat langs <strong>de</strong> stammen glijdt, en stralend waart over <strong>de</strong><br />

beem<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong>n horizon. Dat vlak gestrekte land met boerenhoeven, molens<br />

en een stadstorensilhouet in <strong>de</strong> verte, gestoffeerd met vee, heeft alles om<br />

onze aandacht vast te hou<strong>de</strong>n, en toch is het <strong>de</strong> glorieuse werking van <strong>de</strong><br />

lucht die ons boeiend vastgrijpt, telkenmale als <strong>de</strong> ets ons on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Dogen<br />

bomt. 't Is die strijd in <strong>de</strong> lucht tusschen licht en duister, zon en schaduw,<br />

wolken en uitspansel, 't is het angstige maar zoo aantrekkelijke moment<br />

van plotselinge weersveran<strong>de</strong>ring, dat ons hier wordt geschil<strong>de</strong>rd in contrastwerking<br />

tusschen fijne droge-naald-lijnen in <strong>de</strong> wolken, en <strong>de</strong> nijdige<br />

krassen van een neerslaan<strong>de</strong> bui, links op <strong>de</strong> plaat.<br />

't Is <strong>de</strong> strijd tusschen goed en kwaad, hoog in <strong>de</strong> lucht, rondom die drie<br />

statige wachters op <strong>de</strong>n heuvel, die ons altijd wil <strong>voor</strong>komen te zijn eerre<br />

<strong>voor</strong>afschaduwing van die drie an<strong>de</strong>re kruisboomen op <strong>de</strong>n heuvel van<br />

Golgotha, het dramatische werk dat hij ons tien jaar later, in 1653, zal geven.<br />

In „<strong>de</strong> Molen" in <strong>de</strong> Landsdowncollectie, uit 1650, schil<strong>de</strong>rt Rembrandt wat<br />

in „<strong>de</strong> Drie Boomgin" reeds werd aangekondigd, in grootgin rustigen bouw :<br />

118


Albert van Everdingen, <strong>de</strong> twee bootjes.<br />

<strong>de</strong>n stadswal, het water, het boomsilhouet en <strong>de</strong>n molen, niet in wording, in<br />

beweging, maar alles geeft <strong>de</strong>n indruk er van eeuwigheid af geweest te zijn.<br />

Dit is het landschap na <strong>de</strong>n grootera inkeer, het klassieke landschap van<br />

<strong>de</strong>n eeuwig rustigen Bouwer.<br />

't Is goed dat dit landschap er is, omdat wij dus ook in dit genre het werk<br />

van <strong>de</strong>n „twee<strong>de</strong>n" Rembrandt kunnen aandui<strong>de</strong>n, en omdat <strong>de</strong>ze zich met<br />

dit werk dringt tusschen <strong>de</strong> groote landschapschil<strong>de</strong>rijen van alle scholen.<br />

Wij mogen over Rembrandts' landschappen niet spreken zon<strong>de</strong>r H e r c u l e s<br />

S e g h e r s (1590-1645) te noemen, <strong>voor</strong>al als er sprake is van „<strong>de</strong><br />

Drie Boomer", die door Seghers' fanatici aan <strong>de</strong>zen zeer belangrijken<br />

en uiterst curieusen kunstenaar wordt toegeschreven.<br />

Die zijn boeien<strong>de</strong> persoonlijkheid wil leerera bennen heeft zich slechts aan<br />

's Rijksprentenkabinet te mel<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>n aantrekkelijken en uitzon<strong>de</strong>rlijker<br />

grafischen arbeid, die in twee substantiëele portefeuilles wordt bewaard, <strong>voor</strong><br />

zich uitgestald te zien. On<strong>de</strong>r zijn weinige schil<strong>de</strong>rijen is misschien het<br />

landschap in het Museum <strong>de</strong>r Uffiziën te Florence het schoonste.<br />

119


Een an<strong>de</strong>r meester in Rembrandt's omgeving Phi 1 r p K o n i n c k<br />

(1619-1688) heeft ten <strong>de</strong>ele Ruysdael en Hobbema <strong>voor</strong>bereid, in werken<br />

met wij<strong>de</strong> vergezichten in Holland of Gel<strong>de</strong>rland. Moeilijk lean men zich<br />

„die ansicht freier" <strong>de</strong>nken dan in <strong>de</strong> panoramagezichten over rivieren<br />

en ste<strong>de</strong>n, die Koninck met „erhohener Geist" in zich opnam en in vaste<br />

teellening en warm palet weergaf.<br />

Maar waarom ze allen te noemen, gesteld zelfs dat <strong>de</strong> aard van dit geschrift<br />

het toeliet, die als landschapschil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong><br />

opvoe<strong>de</strong>rs van ons volk geweest zijn ? Zij allen, van hoe verschillen<strong>de</strong><br />

begaafdheid ook, hebben hun landgenooten gewezen op <strong>de</strong> schoonheid van<br />

<strong>de</strong>n grond „waarop hun a<strong>de</strong>m gaat" en „hun wieg op stond", een schoonheid<br />

van zoo schil<strong>de</strong>rachtiger aard als zij nergens ter wereld gevon<strong>de</strong>n wordt.<br />

6,2_,<br />

120


X.<br />

DE ZEVENTIENDE EEUW. — „De copiéerlust <strong>de</strong>s dagelijkschen<br />

levens" vindt in het schoone burgerwoonhuis in het mid<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw een prachtig gegeven tot <strong>de</strong> hoogste<br />

ontplooiing van het genre-schil<strong>de</strong>rij.<br />

e luiken van het altaar van Jacques <strong>de</strong> Baerze, door Melchior<br />

Broe<strong>de</strong>rlam in <strong>de</strong>n tijd van Philips <strong>de</strong>n Stouten te Dijon in<br />

Bourgondië geschil<strong>de</strong>rd, wor<strong>de</strong>n als een paar <strong>de</strong>r vroegste Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

schil<strong>de</strong>ringen beschouwd. Zij wer<strong>de</strong>n in een eer<strong>de</strong>r Italiaansch-cosmopolitsche<br />

taal gesproken, maar zij hebben reeds, door <strong>de</strong> figuur van Jozef op<br />

hef tafereel van <strong>de</strong> „vlucht naar Egypte", een Ne<strong>de</strong>rlandschen tongval.<br />

Want op een halte op <strong>de</strong>n weg, waar <strong>de</strong> afgodsbeel<strong>de</strong>n van hun voetstuk<br />

vallen, neemt <strong>de</strong> heilige man uit een veldflesch een slokje I<br />

Dit <strong>de</strong>tail wijst op een werkelijkheidszin die tot het drastische gaat,<br />

en waardoor het Ne<strong>de</strong>rlandsche karakter in <strong>de</strong> lunst reeds werd aangekondigd<br />

in 1398.<br />

Hef portret van hef dagelijksche leven, het portret van ze<strong>de</strong>n en gewoonten,<br />

van land en volk, dat wat het ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>rij of het g e a r es<br />

c h i 1 d e r ij genoemd wordt, kreeg nooit grootere lansen dan toen <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst hun rol gingen spelen. Zeker, ook bij <strong>de</strong><br />

Italianen is door <strong>de</strong> grootsche en weidsche religieuze composities heen,<br />

leven van land en volk in <strong>de</strong>n eigen tijd van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs waar te nemen,<br />

maar eerst héél laat in hun kunst vraagt hef „genre" <strong>voor</strong> zich zelf<br />

belangstelling.<br />

Het portret van land en volk I<br />

Wij zagen hoe het portret van het land, en van dien an<strong>de</strong>ren „grond"<br />

van <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs : <strong>de</strong> zee, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs bracht tot een schil<strong>de</strong>rkunst,<br />

die nergens ter wereld haar gelijke vindt.<br />

Tusschen het land en het volk ligt d e s tad en het dor p. De<br />

121


portretten van bei<strong>de</strong>n behooren tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen van meesters. De<br />

schil<strong>de</strong>ring van het land en het dorp houdt nauw verband met elkan<strong>de</strong>r.<br />

Maar bij het ontstaan van het stadsgezicht krijgt men <strong>de</strong>n indruk dat het<br />

portretteeren van monumentale architectuur daarbij zijn rol gespeeld heeft.<br />

In <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw hebben architecten, en schil<strong>de</strong>rs die hen zeer na ston<strong>de</strong>n,<br />

architectuurfantasieën gemaakt, die eer<strong>de</strong>r oefening zijn zoowel in<br />

bouwkunst als in perspectief, dan werken van schil<strong>de</strong>rkunst. Bart h<br />

van Bassen, Hendric k van Steenwij k waren bouwmeesters,<br />

Hans V r e d e ma n d e Vries een theoreticus en vulgarisator <strong>de</strong>r<br />

nieuwe vormen van bouw- en sierkunst.<br />

In het begin van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw zal een <strong>voor</strong>treffelijk schil<strong>de</strong>r<br />

Pieter S a e n re d a m (1597-1665) in teellening en schil<strong>de</strong>ring het<br />

monumentale gebouw van <strong>de</strong> stad : d e K e r k van buiten en van binnen<br />

portretteeren. Hij was voldoen<strong>de</strong> bouwkundige om <strong>de</strong> architectuur <strong>de</strong>r<br />

Romaansche en Gothische heiligdommen te begrijpen en goed te zien,<br />

hij was ten volle schil<strong>de</strong>r om <strong>de</strong> zichtbare schoonheid <strong>de</strong>zer kunstwerken<br />

in het won<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r koele belichting, (na het vergrijzelen <strong>de</strong>r gebrandschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

vensters) waar te nemen en uit te beel<strong>de</strong>n. De te Assen<strong>de</strong>lft geboren meester<br />

heeft met strakke ernst geteekend en met een sobere, het nuchtere na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>,<br />

fleur geschil<strong>de</strong>rd, en in ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> grimmige ernst van <strong>de</strong> Protestantsche<br />

inrichting van <strong>de</strong> Hollandsche herhen met veel Karakter vertolkt.<br />

In zijn meesterstuk in het Museum Boymans: <strong>de</strong> „Mariakerh te Utrecht"<br />

gaf hij een volledig stadsgezicht, dat met zijn magere, maar lichten<strong>de</strong>,<br />

coloratie, een prachtig begin vormt van het genre.<br />

Is Pieter Saenredam het vroege moment in het kerkportret, E m m a n u el<br />

d e Witte (1617-1692), <strong>de</strong> te Delft geschool<strong>de</strong> melancholicus vormt<br />

het latere moment. Diens imposante kerkinterieurs zijn meer geschakeerd<br />

dan die van Saenredam, <strong>de</strong> toon en het licht staan in meer dramatische<br />

tegenstelling tot elkan<strong>de</strong>r, tegenover <strong>de</strong> beschroomheid van zijn <strong>voor</strong>ganger<br />

is hij eer<strong>de</strong>r uitbundig, en <strong>de</strong> figuratie neemt, ook door <strong>de</strong> fleur van een<br />

mantel of door een geve<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hoed, een belangrijker <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> uitdrukking.<br />

Door dit alles bomt <strong>de</strong> Calvinistische trek van <strong>de</strong> ontluister<strong>de</strong><br />

gebouwen veel min<strong>de</strong>r tot zijn recht, maar <strong>de</strong> romantische bewogenheid<br />

van het licht door <strong>de</strong> hooge gothische vensters is bij <strong>de</strong> Witte veel sterker<br />

geaccentueerd. De diepe melancholie, die bij hem tot een gewelddadig ein<strong>de</strong><br />

zal voeren, ligt sterker in <strong>de</strong>n koud-blauwen toon van zijn „vischmarkten".<br />

Tusschen <strong>de</strong> Saenredam's en <strong>de</strong> <strong>de</strong> Witte's vin<strong>de</strong>n H o u c k g e e s t's<br />

kerkinterieurs hun plaats. Terwijl <strong>de</strong> „Utrechtsche Mariaplaats als<br />

stadsgezicht <strong>voor</strong>tzetting vindt in <strong>de</strong> „Groote Marlt te Haarlem" van<br />

G. A. Berckhey<strong>de</strong>.<br />

122


Pieter Aertzen, groentenverkoopster, fragment.<br />

123


In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw zal het stadsgezicht zooals hei<br />

ook door <strong>de</strong> Va n d e Ve 1 d e's en door B u y te we c h geschil<strong>de</strong>rd werd,<br />

ontplooiing vin<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>n curieuzer Amsterdamschen brandmeester en<br />

uitvin<strong>de</strong>r Jan van <strong>de</strong>r H e y d e n (1637-1712). Hij geeft, met<br />

zijn, als stillevens behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, vrien<strong>de</strong>lijke huizenrijen en grachtengezichten,<br />

het genre door aan <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw, die het, in ie<strong>de</strong>r geval, vlijtig zat<br />

blijven beoefenen.<br />

Het schoonste, meest monumentale, stadsgezicht van <strong>de</strong> school werd door<br />

Johannes Ve r meer geschapen in zijn „Gezicht op Delft", in<br />

het Mauritshuis, waarin kleur en lichtpracht <strong>de</strong>els verkregen wer<strong>de</strong>n<br />

door mid<strong>de</strong>len die eeuwen later systematisch zullen wor<strong>de</strong>n toegepast en<br />

ontwikkeld. Vermeer gaf in dit stadsgezicht een glorieus beeld van een<br />

Hollandsche stad, dat een centrale plaats heeft ingenomen in het Hollandsche<br />

schil<strong>de</strong>ren. Het werk dat wij terloops reeds noem<strong>de</strong>n, toen wij het landschapschil<strong>de</strong>ren<br />

in zijn middaghoogte bespraken, heeft in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw wekken<strong>de</strong> bracht getoond. Bo<strong>de</strong> schreef terecht : „In die Allgemeinheit<br />

ist die Erkenntnis von <strong>de</strong>m Wert <strong>de</strong>s Werpes freilich erst in neuerer<br />

Zeit gedrongen, vor allem Burch die mo<strong>de</strong>rne Kunst. Man Dann sagen,<br />

dafi sick die neoere Landschaftsmalerei in Holland and zum Teil selbst in<br />

Belgien, seit<strong>de</strong>m das Bild in <strong>de</strong>r Galerie <strong>de</strong>s Haag ausgestellt ist, enter <strong>de</strong>m<br />

direkten Einflufi dimes Gemiil<strong>de</strong>s entwickelt hat".<br />

Ilan het portret van <strong>de</strong> stad, verzameling van woningen, naar dat van het<br />

enkele huis, is een stap dien wij bij <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n Deifschen meester kunnen<br />

Zetten, bij Vermeer, „die <strong>de</strong>n eenvoudigen aard <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen heeft<br />

geërfd en die het argelooze <strong>de</strong>r Primitieven mengt met <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkennis<br />

van zijn eigen tijd."<br />

„Het Straatje", uit 1664, is een Delftsch gevel-schil<strong>de</strong>rijtje, waarvan<br />

Dr. F. Schmidt Degener terecht heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> bekoring <strong>de</strong>r<br />

compositie schuilt „in fijne tegenstellingen van kleur, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> baksteen, <strong>de</strong><br />

blanke lucht, <strong>de</strong> zacht-groene luiben, <strong>de</strong> stukjes witgekalkte muur. In dit<br />

buiten-buurtje <strong>de</strong>r eeuwigheid staat een vrouwtje aan <strong>de</strong> waschtobbe, op <strong>de</strong><br />

stoep spelen lin<strong>de</strong>ren, bij <strong>de</strong>n drempel zit <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r te verstellen. In<br />

woor<strong>de</strong>n opgelost is dit alles niets : <strong>de</strong> blip die zag en <strong>de</strong> hand die vertolkte<br />

zijn hier alles".<br />

Maar dit „niets" is toch niet weinig, <strong>voor</strong>al niet in <strong>de</strong> ze d e n s c h i 1 d er<br />

i n guar Holland, omdat het leven in huis een bij uitstek Hollandsche<br />

ze<strong>de</strong> is. Er zijn zui<strong>de</strong>lijke volkeren, die slechts thuis slapen en eten. Er<br />

zijn volkeren, die ook dat eten niet als regel in hun woning doen, en wier<br />

leven zich eer<strong>de</strong>r buiten-<strong>de</strong>-<strong>de</strong>ur dan binnen hun huizen afspeelt.<br />

Onze volksze<strong>de</strong>n moesten wel in onze schil<strong>de</strong>rkunst een groote plaats<br />

124


vragen aan <strong>de</strong> uitbeelding van het leven in onze woningen, die ook <strong>de</strong><br />

kleinste burgers met zeer veel zorg inrichtten. Als dit laatste ook nog in<br />

<strong>de</strong>zen tijd het geval is, dan was dat ook, en misschien nog meer het geval<br />

in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw.<br />

Wij hebben in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n van uit <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen ons binnenhuis<br />

zelf opgebouwd, zij het dan ook dat mogelijk Benige Spaanse/ze invloed<br />

daarbij is aan te wijzen.<br />

Met eenvoud en zuiveren smaak ontwikkel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> stijl onzer vertrekken,<br />

totdat <strong>de</strong> Fransche hegemonie in <strong>de</strong>n levensstijl en <strong>de</strong> Dunsten ook hierop<br />

haar stempel drukte, maar dan ligt ook <strong>de</strong> bloeitijd van het geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

binnenhuis achter ons.<br />

Schoone en zuivere verhoudingen hebben <strong>de</strong> vertrekken van onze burgerhuizen<br />

van onze gou<strong>de</strong>n eeuw. Uit schoone en zuivere materialen zijn zij<br />

opgebouwd, in dat geheel van kloeke fleuren dat het penseel van onze<br />

schil<strong>de</strong>rs vasthield. Ron<strong>de</strong> aar<strong>de</strong>n plavuizen, of zwart en witmarmeren<br />

steepen be<strong>de</strong>nken <strong>de</strong>n vloer, witte wan<strong>de</strong>n met blauw aarsgetoetste tegels, die<br />

ze afzetten, schragen <strong>de</strong> warm eikenhouten balkzol<strong>de</strong>ringen. Stijlvolle<br />

betimmeringen sieren <strong>de</strong>uren en bedste<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> vuurplaatsen tot<br />

schoone accenten wer<strong>de</strong>n.<br />

Maar boven dit alles treffend is <strong>de</strong> verlichting <strong>de</strong>r vertrekken. Want als<br />

onze laatmid<strong>de</strong>leeuwsche schil<strong>de</strong>rs ons <strong>de</strong> woningen van hun tijd reeds<br />

uitvoerig schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, dan trokken zij onze aandacht wel eens naar <strong>de</strong><br />

schouw, maar gewoonlijk naar het venster.<br />

De geschie<strong>de</strong>nis van het noor<strong>de</strong>lijke woonhuis is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke worsteling tegen <strong>de</strong> duisternis, die zich<br />

overigens <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong>n kerkbouw voltrekt. Hédi hei probleem van <strong>de</strong><br />

gothiek is <strong>de</strong> strijd om hef licht. Italië heeft die worsteling tegen <strong>de</strong><br />

duisternis, dien veroveringstocht om het licht, niet gekend ; het gothische<br />

stelsel behoef<strong>de</strong> zich daar niet tot uiterste consequentie te ontwikkelen,<br />

omdat <strong>de</strong> kwaliteit van het licht in het Zui<strong>de</strong>n oneindig sterker is dan<br />

in hef Noor<strong>de</strong>n.<br />

Hoe ontwikkel<strong>de</strong> zich nu het venster in <strong>de</strong>n noor<strong>de</strong>lijken profaanbouw ? In<br />

<strong>de</strong> „dictionnaire" van Viollet-le-Duc is dit goed te volgen. De kleine<br />

rondboogvenstertjes, vaak rechthoekig afgesloten, zijn niet met vensterglas<br />

gedicht, zij zijn door houten luihen tegen kou<strong>de</strong> en zon, wind en regen beschermd.<br />

Die luiben had<strong>de</strong>n vaak kleine lichtopeningen waarin stukjes<br />

glas, z.g. „fonds <strong>de</strong> bouteille", ook wel „voetglas" geheeten, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lichttoevloeiing<br />

waren aangebracht. Deel vroeger dan gewoonlijk gedacht wordt,<br />

doet het bruisvenster zijn intre<strong>de</strong> in <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke bouwkunst. Reeds<br />

in <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw Komt het in <strong>de</strong>n grofaanbouw <strong>voor</strong>, vier kleine luiben<br />

125


geven <strong>de</strong>n bewoners reeds <strong>de</strong> gelegenheid het licht te doseeren, <strong>de</strong> toevloeiing<br />

ervan te regelen.<br />

Werpen wij een blip op een werk van <strong>de</strong>n „meester van Flemalle", <strong>de</strong><br />

beroem<strong>de</strong> kleine tryptiek uit <strong>de</strong> verzameling <strong>de</strong> Méro<strong>de</strong> te Brussel, dan<br />

wor<strong>de</strong>n wij omtrent het regelen van <strong>de</strong> toevloeiing van het licht in het laatmid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

interieur volledig op <strong>de</strong> hoogte gebracht. Niemand beter<br />

dan die schil<strong>de</strong>r heeft het binnenhuis van zijn tijd vertolkt, en aangetoond<br />

hoe reeds on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vijf tien<strong>de</strong>-eeuwsche Ne<strong>de</strong>rlandsche architecten meesters<br />

waren, kundig in het oproepen van een sfeer in het huis, doordat zij Kenners<br />

waren van <strong>de</strong> beteekenis van licht en donker <strong>voor</strong> het interieur. Zij wer<strong>de</strong>n<br />

dit steeds meer. In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw zijn zij hierin onovertroffen.<br />

Als wij het licht een materie zou<strong>de</strong>n noemen, dan hebben speciaal <strong>de</strong><br />

Hollan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> schoonste materie op dit gebied ter hunner beschikking.<br />

Paul Clau<strong>de</strong>l heeft eens neergeschreven dat het Hollandsche licht,<br />

speciaal boven Delft, is: „la plus folie lumière qui soit I" In ons noor<strong>de</strong>lijke<br />

rivier<strong>de</strong>ltaland wordt het licht, gezeefd door onze wolkenluchten, tot een<br />

gou<strong>de</strong>n kostbaarheid. 't Is er een, eer<strong>de</strong>r kostbare, zeldzaamheid. In<br />

Holland in <strong>de</strong>n gul<strong>de</strong>n tijd, d.i. <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw,<br />

wordt er nipt gemorst met licht, zooals dit vaak in Italië geschiedt. Het<br />

licht: ook dat is een kwestie van vraag en aanbod. In Italië is het kopergeld,<br />

<strong>de</strong> kunstenaars hebben er vaak me<strong>de</strong> gestrooid als op een vorstelijke bruiloft.<br />

De Hollandsche schil<strong>de</strong>r gaat met het licht op zijn palet uiterst spaarzaam<br />

om, maar als een kenner van het licht bij uitnemendheid.<br />

Onze bouwmeesters uit dien tijd, die <strong>de</strong>n naam „architecte d'intérieur"<br />

niet len<strong>de</strong>n, maar wddr meesterschap aan <strong>de</strong>n dag leg<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> conceptie<br />

van <strong>de</strong> woonruimten van hei huis, waren in hun eenvoud <strong>de</strong> gelijken van<br />

onze schil<strong>de</strong>rs. Zien wij <strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij van<br />

Osta<strong>de</strong> te Dres<strong>de</strong>n in zijn armelijk gemeubel<strong>de</strong> werkplaats, maar waar<br />

het licht kunstvol samengetrokken is, met <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n opeen aan het werk,<br />

dan geeft hij zich aan zijn kleine on<strong>de</strong>rwerpen, als stillevens, met <strong>de</strong><br />

grootste concentratie. Niets heeft hij te zoeken in <strong>de</strong> breedte, maar alles<br />

in <strong>de</strong> diepte.<br />

Ontle<strong>de</strong>n wij <strong>de</strong> bekoring <strong>de</strong>r vroege stillevens van <strong>voor</strong>werpen die op zoo<br />

natuurlijke wijze bijeenkwamen, dan Domen wij toch steeds weer tot het<br />

besluit dat het <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> lichtval is die <strong>de</strong> werken van Pieter C 1 a e s z,<br />

of van Kalraet, van Kalf of van Van Beieren tot zoo<br />

groote kunstwerken maakte. Geven wij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>rs roem, dan moge toch<br />

zeker een <strong>de</strong>el van die glorie gegeven wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> meester-timmerlie<strong>de</strong>n<br />

en metselaars die <strong>de</strong> huizen bouw<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> vertrekken maakten van zóó<br />

schoone verlichting, dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen er luisterrijk wer<strong>de</strong>n.<br />

126


Adriaen van Osta<strong>de</strong>, het tafelgebed.<br />

4I<br />

127


Slaan wij, bij wijze van intermezzo, 'n blip in <strong>de</strong> wereld van het Hollandsche<br />

S t i 11 e v e n, dan zullen wij, na er aan herinnerd te hebben dat<br />

op het Altaarstuf <strong>de</strong>r Van Eycken in het paneel met het „han<strong>de</strong>nwaschfonteintje"<br />

reeds een stilleven <strong>voor</strong>komt, <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw laten rusten, om<br />

in <strong>de</strong>zestien<strong>de</strong>eeuwbijhet z.g. keukenschil<strong>de</strong>rij even stil te staan.<br />

Wig hebben dan ook gelegenheid nog eens terug te bomen op P i e t e r<br />

A e r t s e n (1508-1575) die, na in Antwerpen meester te zijn gewor<strong>de</strong>n,<br />

omstreeks het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw weer in zijn geboortestad Amsterdam<br />

als schil<strong>de</strong>r van altaarstukken, en in het groepsportret, aan het werk is.<br />

Zijn verdienste ligt <strong>voor</strong>al in een stoer, wat ruw realisme, waardoor hij<br />

van het beukeninterieur weldra overgaat naar levensgroote uitbeeldingen<br />

van keukenmei<strong>de</strong>n in hun bedrijf, groentenverkoopers en verkoopsters<br />

temid<strong>de</strong>n van hun koopwaar, of een boerin te mid<strong>de</strong>n van zuivelproducten.<br />

Het Vlaamsche keukeninterieur, dat <strong>voor</strong>al gelegenheid gaf zeer samengestel<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>coratieve stillevens van etenswaar te etaleeren, zal ook door<br />

zijn zonen en door zijn neef f o a c h i m B e u k e 1 a a r in groote<br />

schil<strong>de</strong>rijen vertolkt wor<strong>de</strong>n. Ooh hier weer is <strong>de</strong> afkomst uit <strong>de</strong> religieuse<br />

schil<strong>de</strong>rij van <strong>de</strong> vijf tien<strong>de</strong> eeuw dui<strong>de</strong>lijk : <strong>de</strong> „vroege" keukens zijn die<br />

van Martha, die in tegenstelling tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zuster van Lazarus, Maria,<br />

„bezorgd was over vele zaken".<br />

Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze zijn <strong>de</strong> „vroege" ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ringen met <strong>de</strong> H. Schrift<br />

verbon<strong>de</strong>n. Zelfs Aertsén's beroem<strong>de</strong> „Eierdans" in het Rijksmuseum, 'n<br />

zeer gestoffeerd Brabantsch boereninterieur, verraadt zijn verbon<strong>de</strong>nheid<br />

met het Bijbelsche on<strong>de</strong>rwerp „<strong>de</strong> Verloren Zoon". Ook slechte ze<strong>de</strong>n<br />

bunnen vertolking vin<strong>de</strong>n, als zij maar in <strong>de</strong>n Bijbel zijn aan te wijzen.<br />

Noe zou an<strong>de</strong>rs, juist in die zestien<strong>de</strong> eeuw, een on<strong>de</strong>rwerp als Lot en zijn<br />

dochters zoo vaak geschil<strong>de</strong>rd zijn?<br />

Vanuit het weel<strong>de</strong>rig realisme <strong>de</strong>r uitstallingen van groenten en vruchten,<br />

rauw vleestb en gepluimd gevogelte, wordt doorbeperking het Hollandsche<br />

stilleven <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw geboren.<br />

De schil<strong>de</strong>rijen van Floris van Schooten vormen <strong>de</strong>n overgang<br />

van het keukenstuk naar die eenvoudige en kloeke werken van <strong>de</strong>n Haarlemmer<br />

Pieter C 1 a e s z (1597-1661), waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kleinsten, <strong>de</strong><br />

z.g. „Ontbijtjes", misschien <strong>de</strong> schoonsten zijn.<br />

Op <strong>de</strong>n hoefvan <strong>de</strong> tafel heeft moe<strong>de</strong>r- <strong>de</strong>-vrouw het klassieke recept<br />

tegen <strong>de</strong>n „later", <strong>de</strong> haring, blaar gezet, het va<strong>de</strong>rlandsche co<strong>de</strong>tje ligt<br />

er neven, en ook het groote glas bier, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n nadorst, wacht <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r<br />

op, die wat laat is thuis gekomen. Maar in het schoone morgenlicht staan die<br />

eenvoudige <strong>voor</strong>werpen in luister <strong>voor</strong> zijn schil<strong>de</strong>rsoogen — en hij gaat niet<br />

aan tafel, maar <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ezel zitten.<br />

128


Zijn iets jongere stadgenoot W i 11 e m C la es z H e d a (1594-1681)<br />

is misschien wat beschaaf<strong>de</strong>r, zijn belichting is misschien wat meer genuanceerd,<br />

maar reeds stelt hij zijn stillevens min<strong>de</strong>r natuurlijk, werpt, als 't<br />

meer gelegenheid geeft tot vertoon van kun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen om. Hoe<br />

aantrekkelijk ook, Pieter Claesz's sterken eenvoud streeft hij niet <strong>voor</strong>bij.<br />

On<strong>de</strong>r zijn leerlingen is f a n J a n s z T r e k 'n meester die natuurlijk<br />

bijeengebrachte <strong>voor</strong>werpen, in schoon licht, weet uit te beel<strong>de</strong>n.<br />

Men heeft stillevenschil<strong>de</strong>ren wel het gammaspelen van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r<br />

genoemd. Wij hebben er geen bezwaar tegen, als 't maar dui<strong>de</strong>lijk is dat<br />

ook in <strong>de</strong>ze kunst geldt wat van <strong>de</strong> muziek kan opgemerkt wor<strong>de</strong>n :<br />

étu<strong>de</strong>s van Liszt of Chopin zijn even complete kunstwerken als welke<br />

an<strong>de</strong>re vorm van <strong>de</strong> musikale gedachte. Er is in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst zelfs geen<br />

on<strong>de</strong>rwerp dat meer specifiek picturaal is, <strong>voor</strong>al on<strong>de</strong>r Hollandsche<br />

han<strong>de</strong>n. Het noor<strong>de</strong>lijk materialisme vindt immers, door <strong>de</strong> z.g. stofuitdrukking,<br />

gelegenheid <strong>de</strong> stille dingen <strong>de</strong>r natuur tot leven te brengen<br />

en het licht in al zijn trillingen in studie te nemen. Als er ooit sprake zou<br />

moeten zijn van „absolute schil<strong>de</strong>rkunst", overigens een even dwaze en<br />

onnoodige uitdrukking als „abstracte schil<strong>de</strong>rkunst", dan zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

meesters van het stilleven die schil<strong>de</strong>rkunst, zon<strong>de</strong>r literaire en an<strong>de</strong>re<br />

bijgedachten, beoefend hebben. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> golf van Hollandsche stillevenschil<strong>de</strong>rs<br />

zijn fan D a v id z. d e Heem, W i 11 e m K a 1 f,<br />

Abraham van Beyeren en Jan Baptist Weenix<br />

corypheeën.<br />

De Heem heeft ook zijn plaats in het bloemstuk, een vorm van stillevenschil<strong>de</strong>ring<br />

die lang is achtergebleven, en die eerst zeer laat tot ware eenvoud<br />

en natuurlijkheid kwam. Bij Ambrosius Bosschaer t,<br />

bij Jacob <strong>de</strong> G he y n,eneigenlijkoonogbij<strong>de</strong> bei<strong>de</strong> jonge<br />

Bosschaerts en Roelant Savery, is er geen sprake vanhet<br />

schikken van bloemen in een vaas, maar vanuit hun schetsboek voegen zij<br />

bloemen aaneen, „bigin étonnées <strong>de</strong> se trouver ensemble", uit verschillen<strong>de</strong><br />

seizoenen en uiteenliggen<strong>de</strong> streken, terwijl zij <strong>de</strong> natuurlijkheid eer<strong>de</strong>r<br />

gaan zoeken in dauwdruppels, vliegen en torretjes. 't Is Jan Davidz <strong>de</strong><br />

Heem, die hier in het noor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong>n Antwerpenaar Daniel<br />

Seghers, wat meer natuurlijkheid, ook in <strong>de</strong> belichting aanbrengt.<br />

,% a n W e n ix d e l o n g e (1633-1719) keert zich naar het wild,<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> pels van <strong>de</strong>n haas wordt met onnavolgbare virtuositeit door<br />

hem geschil<strong>de</strong>rd. Melchio r d'Hon <strong>de</strong>coe te r schil<strong>de</strong>rt naast<br />

levend pluimvee ook doo<strong>de</strong> vogels in vaak zeer ingewikkel<strong>de</strong>, maar niettemin<br />

<strong>de</strong>coratieve samenvoeging.<br />

Wij veroorloof <strong>de</strong>n ons <strong>de</strong>ze uitweiding, omdat het ons steeds wil <strong>voor</strong>komen<br />

9 129


dat <strong>de</strong> prachtige verlichte zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche behuizing, een groot<br />

aan<strong>de</strong>el heeft gehad in <strong>de</strong> meesleepen<strong>de</strong> atmosjeerschil<strong>de</strong>ring, die het<br />

stilleven zijn waren glans gaf.<br />

De gelukkig aangebrachte en <strong>de</strong> juiste soort ramen hebben <strong>de</strong> sfeer in huis<br />

opgeroepen.<br />

Bezien wij in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw het raam aan <strong>de</strong> buitenzij<strong>de</strong>,<br />

dan blijkt, uit het vermaar<strong>de</strong> „Straatje" van Vermeer, welke<br />

prachtige en fijn uitgewogen compositie <strong>de</strong> gevels van het stadskuis ons te<br />

zien geven. Zelfs als in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw <strong>de</strong> burgerbouwkunst een<br />

klassicistische richting inslaat, dan nog behoudt, blijkens „het buitenhuis"<br />

van Pieter d e H o o g h, <strong>de</strong> gevel het fraaie venster, waar luihen <strong>de</strong><br />

regulatuur vormen van <strong>de</strong> lichttoevloeii'ig.<br />

Dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs steeds <strong>de</strong> grootste belangstelling <strong>voor</strong> het venster had<strong>de</strong>n<br />

h an men aan hunne werken aflezen. Een overeenkomst tusschen het raam<br />

in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij drong zich op. Wij zien <strong>de</strong> beeltenis van<br />

Theod. Schrievelius, op een werk van Frans Hals, door een geschil<strong>de</strong>rd<br />

ovaal raam. Op een an<strong>de</strong>r portretstuk van <strong>de</strong>nzelf <strong>de</strong>n meester, steekt <strong>de</strong><br />

geportretteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> hand door het ovale raam. Als Rembrandt in 1647 <strong>de</strong><br />

prachtige beeltenis van zijn schoonzuster, bekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam van<br />

„<strong>de</strong> vrouw met <strong>de</strong> waaier" (Buckingham Palace, Lon<strong>de</strong>n) schil<strong>de</strong>rt, dan<br />

staart <strong>de</strong> zuster van Saskia als door een venster en <strong>de</strong> vrije hand steunt<br />

tegen het raamwerk.<br />

Op schil<strong>de</strong>rijen van Rembrandt, te Berlijn en te Stockholm, leunt Hendrikje<br />

Stoffels op <strong>de</strong> vensterbank. „Een Kindje uit het raam zien<strong>de</strong>" is <strong>de</strong> betiteling<br />

van een an<strong>de</strong>r stuk van <strong>de</strong>nzelf <strong>de</strong>n meester. Een meisjesportret in een<br />

„boven<strong>de</strong>ur" uit 1645, trok op een <strong>de</strong>r laatste Rembrandt exposities groote<br />

belangstelling, terwijl Rembrandt's leerling Nicolaas Maes met zijn „Meisje<br />

aan het Venster met perziken", in het Rijksmuseum, een meesterstuk<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Maar wat doen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs met het venster van binnen? Zij stellen reeds<br />

zeer vroeg hun mo<strong>de</strong>llen op bij het raam. De vijf tien<strong>de</strong>-eeuwsche diptychon<br />

van Hans Memling, met het portret van Martinus van Nieuwenhoven<br />

heeft een achtergrond die „geheel raam is".<br />

In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw plaatsen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> personages van hun<br />

genre-beel<strong>de</strong>n vlak <strong>voor</strong> het raam. Schil<strong>de</strong>ren zij kleermakers aan het<br />

werk, zooals Q u e r ij n a r e k e I e n h a m het <strong>de</strong>ed, dan is dit meer<br />

dan natuurlijk, maar Rembrandt plaatst ook <strong>de</strong> figuren van zijn dubbel<br />

portret van <strong>de</strong>n „Scheepstimmerman en Vrouw" vlak bij het venster. „De<br />

Man lezend bij het venster" van <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n meester, te Kopenhagen, is<br />

een prachtig getuigenis <strong>voor</strong> het schoone intérieur van dien tijd, zooals het<br />

130


Adriaen van Osta<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Vioolspeler.<br />

131


„Huisgezin van <strong>de</strong>n Timmerman” van Rembrandt in het Louvre, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

prachtigen inval van het licht in het Hollandsche huis een overtuigend<br />

bewijs is. Voor <strong>de</strong>n luister en <strong>de</strong>n toover van het venster en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> e<strong>de</strong>le<br />

intimiteit van het woonvertrek, zijn <strong>de</strong> werken onzer schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> schoonste<br />

getuigenissen.<br />

Maar eigenlijk zijn wij in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van hef ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>rij nog<br />

rid zoo ver gevor<strong>de</strong>rd, dat <strong>de</strong> fraaie woonvertrekken <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw er een rol in spelen.<br />

lie schoone woonruimten <strong>de</strong>r vijf tien<strong>de</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>n dat echter reeds, en wij<br />

herinneren U slechts aan Jan van Eyck's dubbelportret van Arnolfini en<br />

diens vrouw, dat een waar ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>rij is, waarvan het tooneel een<br />

fraai vijftien<strong>de</strong>-eeuwsch slaapvertrek is. Kan dui<strong>de</strong>lijker verteld wor<strong>de</strong>n<br />

Tian een groote eetzaal in een vijf tien<strong>de</strong>-eeuwsche patricierswoning dan<br />

birch Bouts het <strong>de</strong>ed in zijn „Avondmaaltafereel", in <strong>de</strong> St. Pieterskerk<br />

ire Leuven ? Wij stel<strong>de</strong>n reeds vast dat op <strong>de</strong> „Andachtsbil<strong>de</strong>r" van <strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r, dien wij „<strong>de</strong> meester van Flémalle" noemen, <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>schil<strong>de</strong>ring<br />

Os het kleine intieme woonvertrek <strong>de</strong>r vijf tien<strong>de</strong> eeuw, nauw verbon<strong>de</strong>n zijn.<br />

In <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw is <strong>de</strong> verbintenis tusschen <strong>de</strong> woning en <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>ring niet min<strong>de</strong>r innig, doch <strong>de</strong> woonruimten zijn oneindig min<strong>de</strong>r<br />

interessant. De z.g. Braunschweiger Monogrammist", die ons in slechte<br />

g<br />

ezelschappen brengt, onthoudt ons wel niets omtrent <strong>de</strong> behuizingen waar<br />

zich zijn weinig stichtelijke samenkomsten afspelen, maar zij doen niet<br />

oezenlijk mee in <strong>de</strong> uitdrukking van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij. Voorloopig brengen<br />

ons ook <strong>de</strong> vroege werken <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw nog niet in <strong>de</strong> schoone<br />

vertrekhen die wij reeds roem<strong>de</strong>n. Vooral ook omdat het niet <strong>de</strong> beste,<br />

en zelfs niet <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n zijn, die <strong>de</strong> Dogen van <strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>rs het<br />

irieest boeien. Drinken<strong>de</strong>, spelen<strong>de</strong> en vechten<strong>de</strong> boeren en arbei<strong>de</strong>rs,<br />

ijoffeeren <strong>de</strong> rustieke binnenhuizen van Breughel en Brouwer.<br />

Als <strong>de</strong> Tij<strong>de</strong>n rustiger wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> burgerij welvaren<strong>de</strong>r, zijn <strong>de</strong><br />

samenkomsten beschaaf<strong>de</strong>r en het binnenhuis schooner. Alles wordt stiller<br />

én <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r dieper geboeid.<br />

Wij zien dit misschien het best in <strong>de</strong> werken van A cl r i a e n van<br />

Osta<strong>de</strong> die, tegelijk met Adriaen Brouwer, te Haarlem bij<br />

Hals werkte, maar waarschijnlijk het meest leer<strong>de</strong> van Brouwer. De helsche<br />

bezetenheid waarme<strong>de</strong> Brouwer's boeren in gesloten herbergen zich te<br />

lijf gaan, heeft van Osta<strong>de</strong> niet nagevolgd. Aanvankelijk waren zijn<br />

landlie<strong>de</strong>n ruwe klanten. Gelei<strong>de</strong>lijk aan zullen <strong>de</strong>ze rauwe gasten zich<br />

beschaven, op <strong>de</strong> zelf<strong>de</strong> wijze als <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rmanier van Osta<strong>de</strong> zich verfijnt,<br />

haar kleurigheid verwisselt <strong>voor</strong> schakeering. De vechten<strong>de</strong> boeren van<br />

132


Brouwer zijn gemoe<strong>de</strong>lijk kletsen<strong>de</strong> en zwetsen<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n gewor<strong>de</strong>n. In het<br />

Haarlemsche milieu wordt door Osta<strong>de</strong>'s broe<strong>de</strong>r 1 s a c k, door C o rne<br />

lis Bega en Cornelis busart het genre <strong>voor</strong>tgezet, terwijl<br />

ook Jan Miense Molenaar een genreschil<strong>de</strong>r is, die het meeren<strong>de</strong>el<br />

zijner mo<strong>de</strong>llen in meer burgerlijke kringen zoekt. Dat doet ook <strong>de</strong><br />

fijnschil<strong>de</strong>r bij uitnemendheid Gerard Do u, te Lei<strong>de</strong>n. Toen Rembrandt<br />

zelf nog een leerling was gaf hij Dou lessen ; een goed oog, een vaste<br />

hand bunnen wij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> „Avondschool" niet ontzeggen, maar<br />

hij heeft met <strong>de</strong> Dogen noch goed gezien, noch met <strong>de</strong> hand goed geschil<strong>de</strong>rd,<br />

in <strong>de</strong>n zin van <strong>de</strong> meesters. Toch kan het geen verwon<strong>de</strong>ring baren dat hij<br />

bij zijn leven, en lang daarna, bewon<strong>de</strong>rd werd. Zijn werk immers geeft<br />

<strong>de</strong>n indruk van uiterste verzorging, terwijl het slechts geduldig en glad is.<br />

Bij <strong>de</strong>n inzinken<strong>de</strong>n smaak van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eeuw moest zijn werk en dat<br />

van zijn leerlingen Frans van Mieris, Godfried Schalk<br />

e n en Pieter v an S 1 i n g e 1 a n d te hoog wor<strong>de</strong>n aangeslagen.<br />

G a b r i ë 1 M e t s u was horten tijd te Lei<strong>de</strong>n Dou's leerling. Hem<br />

trok tenslotte <strong>de</strong> wereldstad Amsterdam, waar ook Rembrandt was gaan<br />

werken en wiens leerling Nico laas Maes (1632-1693), naast<br />

bree<strong>de</strong> portretten, ook in het genrestuk, en wij <strong>de</strong>nken aan zijn „Spinsters"<br />

en <strong>voor</strong>al aan het groote z.g. „Gebed zon<strong>de</strong>r eind", iets brengen zou<br />

van 's meesters licht en duister en warme Fleur.<br />

Te Amsterdam ontplooi<strong>de</strong> zich ook <strong>de</strong> Zwollenaar Gerard T e rb<br />

o r g h (1617-1681) tot een <strong>de</strong>r eerste meesters van Holland.<br />

Indien wij naast Rembrandt slechts Benige meesters zou<strong>de</strong>n stellen, dan<br />

heeft Eugene Fromentin Jacob van Ruysdael en Paulus Potter <strong>voor</strong>gesteld,<br />

Bo<strong>de</strong> noem<strong>de</strong> Jan Vermeer of Pieter <strong>de</strong> Hoogh, maar W. Burger,<br />

pseudoniem van <strong>de</strong>n Franschman <strong>de</strong> Thoré, die <strong>voor</strong> het eerst in een<br />

<strong>de</strong>gelijk geschrift <strong>de</strong> Hollandsche kunst behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, eischte die hooge plaats<br />

op <strong>voor</strong> Gerard Terborgh : „je ne sais pas, si après Rembrandt, on ne<br />

<strong>de</strong>vait pas le mettre tout à fait hors ligne, seal á son rang, comme les vrais<br />

grands bommes".<br />

Gerard Terborgh werd in 1617, als zoon van een schil<strong>de</strong>r-ambtenaar<br />

te Zwolle geboren ; ook zijn zoon zal het ambt van ontvanger van <strong>de</strong><br />

belastingen in zijn va<strong>de</strong>rstad bekle<strong>de</strong>n. In 1632 is het zeker dat hij te<br />

Amsterdam werkt, waar hij veel geleerd moet hebben van <strong>de</strong> genreschil<strong>de</strong>rs<br />

Pieter Cod<strong>de</strong>, Simon Kick en Willem Duyster.<br />

Pieter Mo 1 ij n schijnt hem te Haarlem lessen te hebben gegeven.<br />

Maar tenslotte was, als <strong>voor</strong> alle Ne<strong>de</strong>rlandsche meesters, <strong>de</strong> natuur zijn<br />

leermeesteres, terwijl het binnenhuis zijn eigenlijk terrein was. Hoe lent<br />

hij <strong>de</strong> rust van <strong>de</strong> „sael" en <strong>de</strong> o<strong>de</strong>ur van het „salet", hoe beluistert hij <strong>de</strong><br />

133


klanken van het spinet, <strong>de</strong> cello, of <strong>de</strong> luit. Als gij ze eens gezien hebt<br />

vergeet gij ze niet meer, <strong>de</strong> zalmkleurige atlaszij<strong>de</strong> rokjes, bont omzet,<br />

van <strong>de</strong> vrouwtjes uit <strong>de</strong> wereld en <strong>de</strong> halve wereld. Wat <strong>de</strong>n beschouwer<br />

van zijn kleine portretten ook bijblijft, is <strong>de</strong> grijze stilte rondom <strong>de</strong> statige<br />

en <strong>de</strong>ftige figuren. Bij niemand min<strong>de</strong>r dan Velazquez he eft hij die sfeer<br />

geborgd. Hij leer<strong>de</strong> Castillianen bennen, vóór hij ze in 1646, te Munster<br />

op zijn „Vre<strong>de</strong>scongres", <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftigheid gaf waarme<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs wedijveren<br />

als er een ein<strong>de</strong> gemaakt wordt aan een oorlog, die Watergeuzen<br />

begonnen waren.<br />

Van <strong>de</strong> jeugd uit schijnt hij reislustig te zijn geweest. Houbrake n stelt het<br />

vast : „toen hij op eigen wieken kon drijven, reislustig was, en vreem<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n heeft bezocht als Duitsland, Italië, Engeland, Frankrijk, Spanje<br />

en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n". Is het omdat hij zoo reis<strong>de</strong> dat hij huis en inferieur<br />

met zoo warme genegenheid schouw<strong>de</strong> ?<br />

Is het omdat hij in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r Klimaat, an<strong>de</strong>re interieurs<br />

zag, dat hij het Hollandsche binnenhuis zoo vruchtbaar bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>?<br />

Min<strong>de</strong>r reislustig dan Terborgh, <strong>de</strong><strong>de</strong>n dit overigens vele Hollandsche<br />

schil<strong>de</strong>rs insgelijks.<br />

P i e f e r d e H o o g h, die het laatste <strong>de</strong>el van zijn leven eveneens te<br />

Amsterdam werkzaam zal zijn, was te Rotterdam geboren (1629), maar<br />

134<br />

•V<br />

^^; ^^^= lC1 ^<br />

lt_AW14 _<br />

°^ ~<br />

_^ 1^111^^^ ^^<br />

^ la<br />

.II I J^I Ili^<br />

rr..^ •r..^ ^^.^^ ,IH I^^ I I ,,,^ 1•' r. w<br />

..-."--<br />

^_—<br />

i<br />

III<br />

Gerard Terborgh. Gezicht op Zwolle.<br />

•<br />

tuna<br />

^ •^<br />

11I01^ 1<br />

^.,,^,, I^<br />

• ^^nJ<br />

lnu<br />

h(<br />

„'^'^<br />

^^^^ r^^llli►<br />

^,1, •II^<br />

I^^<br />

II,.{ ,^<br />

7 I<br />

^4^^^í1^ ^,} 111^11^^^^1,,-^ ,^ , rp<br />

i q ( ^^ 4"/„. ._.._. ' ►<br />

► I ^I^^ ^ , ,,I^ ^!^ ^•<br />

^ ^ ^— . ^,, ,^,• ^ N _ ^<br />

-^---.a ^ ^^^^^^ ^r.0^.<br />

r,^. %Í/ ^-t ^-.^++<br />

;


zijn rijpste en veruit schoonste werkzaamheid ontwikkel<strong>de</strong> zich in het<br />

stadje, dat <strong>voor</strong>bestemd was een door <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst meest be<strong>voor</strong>rechte<br />

plekken ter wereld te wor<strong>de</strong>n : Delft.<br />

Als er één Hollandsche stad is, die wij op bijzon<strong>de</strong>re wijze in verband<br />

moeten brengen met het „binnenhuis", dan is het Delft. Daar had in het<br />

(Zwartier van <strong>de</strong>n Abt van het Sinte Agathaklooster, met Willem <strong>de</strong>n<br />

Zwijger, het hart van Holland geklopt. Later zou het stadje bestemd zijn<br />

tot het wegdommelen in een provinciale rust, die het op <strong>de</strong>n duur geschikt t<br />

zou maken tot <strong>de</strong>n zetel van een Hoogeschool.<br />

Nog steeds echter heeft het <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n hemel.<br />

„Wat er te zien is in Delft ?" vraagt <strong>de</strong> Fransche schrijver Paul Clau<strong>de</strong>!<br />

zich af, en hij geeft zelf het antwoord : „het schoonste, het zuiverste, het<br />

fijnste licht van Holland." „Het is iets zoowel van intellectueele als van<br />

waarneembare or<strong>de</strong>, dat noch van <strong>de</strong> paarl, noch van <strong>de</strong> bloem is, maar<br />

<strong>de</strong> optische ziel van bei<strong>de</strong>n. Heel Vermeer is vloeibaar gebleven in <strong>de</strong>ze<br />

vochtige en toch hel<strong>de</strong>re atmosfeer".<br />

Uit <strong>de</strong>ze hel<strong>de</strong>re atmosfeer zijn als kristallijnen won<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> veertig<br />

werken van Vermeer ontsproten, door Maurice l3arrès genoemd : le mystére<br />

en pleine lumire. De herinnering die elk van die werken achterlaat, is<br />

<strong>voor</strong>al die van geconcentreer<strong>de</strong> Fleur en lichtpracht, die vanuit <strong>de</strong> luchten<br />

boven het Kustland, als een gave <strong>de</strong>s hemels neervalt.<br />

Toen <strong>de</strong> jonge Vermeer, in 1632 geboren, begon te werken, waren er in Delft<br />

veel schil<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong>n arbeid, on<strong>de</strong>r wie Ant. Pala me <strong>de</strong> s, Leonard<br />

en Pieter Bramer, Pieter en Nicolaas Bronckhorst,<br />

Gerard van Hoe ck g eest en Emanuel <strong>de</strong><br />

Witte, Pieter Steenwijc en Willem van Aelst.<br />

Simon <strong>de</strong> Vlieger wasnaarAmsterdam,en Paulus Potter<br />

naar Den Haag gegaan, maar uit Amsterdam was Care 1 F a b r it<br />

i u s (1622-1754) gekomen, in uien men gaarne <strong>de</strong> leermeester van<br />

Vermeer aanwijst.<br />

Deze Fabritius staat tot Rembrandt in <strong>de</strong> verhouding van Giorgione tot<br />

Titiaan. In bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong>nkt men, bij Giogione en Fabritius, aan doublures<br />

die <strong>de</strong> rijke natuur in reserve hield. Giorgione, naar Nasari's getuigenis<br />

„dilettoso continuamente Belle core d'amore", Krijgt op drie-en-<strong>de</strong>rtig<br />

jarigen leeftijd, roekeloosminnen<strong>de</strong> man, Boar een kus van <strong>de</strong> bemin<strong>de</strong><br />

vrouw <strong>de</strong> Diem van <strong>de</strong> pestziekte die hem ten grave brengt. Ware hij niet<br />

zoo jong gestorven, hij zou zeker een Titiaan gewor<strong>de</strong>n zijn. Ware Carel<br />

Fabritius niet bij <strong>de</strong> ontploffing van het Delftsche kruithuis, nog een jaar<br />

jonger dan Giorgione, met een leerling en zijn mo<strong>de</strong>l omgekomen, hij zou<br />

135


een Rembrandt zijn gewor<strong>de</strong>n; zijn prachtig zelfportret uit het jaar van<br />

zijn dood, is er ons borg <strong>voor</strong>. Niet meer dan tien werken schragen <strong>de</strong>n<br />

roem van een meester die zich aan Rembrandt's invloed ontworstel<strong>de</strong>, en<br />

in „het Puttertje" (1654) toon<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> stilte van Delft hem gegrepen had,<br />

juist vóórdat hij, met een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>r stad, in het buskruitgeweld ten<br />

on<strong>de</strong>r ging.<br />

De tijdgenoot wees Vermeer aan, als <strong>de</strong> Phoenix die uit <strong>de</strong> asch van<br />

Fabritius herrees. Maar 't was wel een geheel an<strong>de</strong>re vogel die uit <strong>de</strong> asch<br />

opsteeg. Want in tegenstelling tot het vroeg omgekomen „tumultueuze"<br />

genie, zou <strong>de</strong> stille, geconcentreer<strong>de</strong>, beschouwelijke Vermeer (1632-<br />

16i5) geheel in <strong>de</strong> contemplatieve sfeer van Delft opgaan. Al moge dan<br />

een enkel „vrouweportret" (uit <strong>de</strong> collectie Esterhazy, te Budapest) <strong>de</strong>n<br />

invloed van Fabritius verra<strong>de</strong>n, een vroeg werk als „Christus in het<br />

huis van Martha en Maria", te Edinburg, toont dui<strong>de</strong>lijk afhankelijkheid<br />

tot <strong>de</strong> Utrechtsche school.<br />

Op die afhankelijkheid steunt ook <strong>de</strong> toeschrijving van <strong>de</strong> „Diana" in hei<br />

Mauritshuis, waarbij overigens ook wel gedacht wordt aan <strong>de</strong>n knappen<br />

Utrechtschen meester Paulus Bor.<br />

Tot Vermeer's vroege werken behoort ook <strong>de</strong> fameuze „Keukenmeid" uit<br />

het Rijksmuseum, dat nog een bontheid in <strong>de</strong> fleur vertoont, die <strong>de</strong> latere<br />

arbeid niet meer lent. Reeds is het licht meester in <strong>de</strong> compositie. Dit licht<br />

immers brengt <strong>de</strong> open fleuren rood en blauw, geel, groen en paars in<br />

harmonie.<br />

Van nu af speelt het schoone intérieur en <strong>voor</strong>al hef raam, zijn allesbeheerschen<strong>de</strong><br />

rol on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> weinige requisieten waarme<strong>de</strong> Vermeer zijn, nu<br />

wereldvermaar<strong>de</strong>, composities opbouwt. Zijn briefschrijfsters en lezeressen,<br />

zijn vrouwtjes met parelsnoeren in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n of met het wijnglas aan <strong>de</strong>n<br />

mond, <strong>de</strong> meisjes met <strong>de</strong> vingers op <strong>de</strong> toetsen aan het spinet, of aan <strong>de</strong><br />

klossen van hef kantkussen, zijn slechts schijnbaar <strong>de</strong> hoofdmomenten <strong>de</strong>zer<br />

composities. De stoelen, <strong>de</strong> tafel en het oostersche tapijt, het witte Delftsche<br />

kannetje of <strong>de</strong> schaal met fruit, zijn het evenmin. Hoe het raam echter<br />

van alles overheerschend belang is, wor<strong>de</strong>n wij <strong>voor</strong>al gewaar <strong>voor</strong> werken<br />

waarin het venster niet te zien of te ra<strong>de</strong>n is. Een vergelijking tusschen <strong>de</strong>n<br />

z.g. „Teekenaar" in het Stä<strong>de</strong>lsches Kunstinstitut te Frankfurt en <strong>de</strong><br />

„Geograaf" uit <strong>de</strong> collectie Jonas te Parijs, maakt, door het ontbreken<br />

van het venster, het twee<strong>de</strong> werk opmerkelijk min<strong>de</strong>r belangrijk. Is het<br />

venster er wél, dan wordt <strong>de</strong> witte wand, met <strong>de</strong> vergeel<strong>de</strong> landkaart of het<br />

schil<strong>de</strong>rij, on<strong>de</strong>r het van links invallen<strong>de</strong> licht, het klankbord <strong>voor</strong> een<br />

kleurpracht die, in een beperking, zelfs van <strong>de</strong>n drietoon blauw-geel-rood,<br />

tot <strong>de</strong> enkele tegenstelling van een bever<strong>de</strong>n goudtoon en een trillend blauw,<br />

136


Cornelis Bega, in <strong>de</strong> Kroeg.<br />

137


niet min<strong>de</strong>r indrukwekkend is. Zon<strong>de</strong>r toets, zon<strong>de</strong>r waarneembare<br />

factuur, eer<strong>de</strong>r in gesmolten glasvloed dan in verven, staan Vermeer's<br />

meesterstukken op een eenzame hoogte in onze Dunst.<br />

De an<strong>de</strong>rs Beaar<strong>de</strong>n, meer menschelijk bewogen Pieter <strong>de</strong> Hoogti, bomt<br />

hem in zijn „Interieur" in <strong>de</strong> National Gallery nabij; Gabriël Metsu<br />

dankt hem het belangrijkste van zijn meesterstuk „het Ziele Kind" in het<br />

Rijksmuseum, maar van <strong>de</strong> kleine wereld in het zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

woonhuis, waarin Vermeer verwijlt, werd niet indringen<strong>de</strong>r, niet met meer<br />

geduld en verbeten toewijding, verhaald, dan door hem. Die Kleine wereld<br />

heeft hij in een concentratie van Fleur, die eraan <strong>de</strong>nken doet dat <strong>de</strong> camera<br />

obscura, als optisch insfruritent, in die dagen reeds groote belangstelling had,<br />

opgebouwd in <strong>de</strong> grootste gemoedsrust, met onnavolgbaar werkmanschap.<br />

Maar zijn kleine wereld, overigens eene van vrouwen, wijn en muziek,<br />

van galante gesprekken en minnebriefjes, eene van gesloten huiselijkheid<br />

in <strong>de</strong> smaakvolste en schoonst verlichte vertrekken die er ooit waren,<br />

is niet die van het Hollandsche volksleven in zijn algemeenheid. Vermeer<br />

proeft uit zijn eigen kleine glas zijn eigen zelfgebottel<strong>de</strong>n wijn, jan Steen<br />

drinkt uit alle roemers <strong>de</strong>n rinschen wijn <strong>de</strong>r bourgeoisie, maar ook met<br />

lange teugen, uit alle steepen kroezen, <strong>de</strong>n volksdrank.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche Hollandsche meesters is zeker f a n<br />

Steen (1627-1679) <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>r bij uitnemendheid, er is er geen<br />

die, naar <strong>de</strong> strikte beteekenis van het woord, het mar is. Hoewel hij<br />

elke <strong>de</strong>nkbare entourage van landschap en binnenhuis geschil<strong>de</strong>rd heeft,<br />

staat <strong>de</strong> mensch en zijn gedragingen in het hart van zijn Dunst, en is <strong>de</strong><br />

humor <strong>de</strong> grondslag van zijn genie. Ongehoord veelzijdig, is hij evenwel<br />

zeer ongelijk, maar in zijn meest verzorg<strong>de</strong> werk staat hij in het eerste<br />

gelid van <strong>de</strong> meesters.<br />

Terecht werd hij <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> Molitre genoemd, en in<br />

zijn immense oeuvre, (Hofste<strong>de</strong> <strong>de</strong> Groot tel<strong>de</strong> zelfs een duizendtal<br />

werken) spiegelt zich heel het leven van <strong>de</strong>n Hollandschen zeventien<strong>de</strong>eeuwschen<br />

mensch in al <strong>de</strong> geledingen <strong>de</strong>r maatschappij, van <strong>de</strong>n landlooper<br />

tot <strong>de</strong>n doctor, van <strong>de</strong> slet tot <strong>de</strong> patriciërsvrouw, maar ook van hef<br />

hind tot <strong>de</strong>n grijsaard.<br />

Te Lei<strong>de</strong>n geboren, heeft <strong>de</strong>ze brouwerszoon te Delft, te Lei<strong>de</strong>n, te Haarlem<br />

en daarna weer te Lei<strong>de</strong>n gewoond. Brouwer en herbergier, heeft hij in het<br />

levenson<strong>de</strong>rhoud van zijn gezin Dunnen <strong>voor</strong>zien, iets wat hij als schil<strong>de</strong>r<br />

zeker niet zou hebben gekund. Zijn maatschappelijke positie stel<strong>de</strong> hem in<br />

staat, het leven van het vrijgevochten volk in zijn volle schil<strong>de</strong>rachtigheid<br />

op te nemen; zijn blijkbare beschaving, die Bijbel en mythologie len<strong>de</strong>,<br />

en goed Ken<strong>de</strong>, plaatste hem, vaak moraliseerend, maar steeds met humor,<br />

138


oven zijn me<strong>de</strong>menschen, zon<strong>de</strong>r iets van het contact te verliezen tot<br />

mensch en ding van allen dag.<br />

Menschenschil<strong>de</strong>r als geen an<strong>de</strong>r, vond hij in het eigen gezin, te mid<strong>de</strong>n<br />

van het hin<strong>de</strong>rtal dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rsdochter Margriet van Goyen hem schonk,<br />

een observatieveld dat, door het autobiografisch karakter van verschillen<strong>de</strong><br />

zijner werken, ook <strong>voor</strong> ons nog open ligt.<br />

In <strong>de</strong> Hollandsche uitgave van het Vlaamsche Driekoningenfeest van<br />

Jordaens : „soo d'ou<strong>de</strong>n longen, soo pijpen <strong>de</strong> jongen", het fraaie stuk in<br />

het Mauritshuis, zit bijna levensgroot moe<strong>de</strong>r Margriet in al haar vroolijken<br />

levenslust op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond, en is het <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom <strong>de</strong>r hin<strong>de</strong>ren die<br />

Stem's biografen het jaartal van ontstaan doet gissen. De fameuze<br />

„St. Nicolaasavond" heeft <strong>de</strong> overtuigen<strong>de</strong> allure van een meegeleefd<br />

familiefeest. In „Prinsjesdag" vieren wij in <strong>de</strong> gesloten herberg van <strong>de</strong>n<br />

katholieken, dus Oranjegezin<strong>de</strong>n Jan Steen, het verbo<strong>de</strong>n feest on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

Republiek. Oranjestrikken sieren het portret van het Prinsje en het<br />

knoopsgat of <strong>de</strong>n hoed <strong>de</strong>r bezoekers. Nog eens beschrijven we <strong>de</strong> scene.<br />

De waard vertoont een „chara<strong>de</strong>", die op een beschreven vel papier op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond wordt verklaard : lang leve het Oranjebaasje, in <strong>de</strong> eene hand<br />

het zwaard in het an<strong>de</strong>re het glaasje I Dit werk is <strong>de</strong> Hollandsche wijze<br />

van vorstenhul<strong>de</strong>, die in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n en bij an<strong>de</strong>re volkeren in weidscher<br />

<strong>de</strong>coratieven stijl vertolking vond, maar nooit dieper en inniger, on<strong>de</strong>r een<br />

schors van spot en humor tot uiting kwam, dan hier bij Jan Steen.<br />

De „roomsche" Steen, vrij van <strong>de</strong> calvinistische geslotenheid, staat open<br />

<strong>voor</strong> elk schouwspel en vreest geen uitbundigheid in <strong>de</strong> vertolking, die het<br />

eenzijdige beeld dat 'n Vermeer, 'n <strong>de</strong> Hoogh, 'n Terborgh, van het<br />

Hollandsche volli hebben nagelaten, aanvult. Hij heeft op het terrein <strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>ren, en zelfs in hun stijl, prachtig werk gemaakt, dat aanleiding werd<br />

tot <strong>de</strong> bouta<strong>de</strong> : fan Steen is het best als hij het minst zich zelf is.<br />

Maar nog eens : hij is <strong>de</strong> Hollandsche ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>r bij uitnemendheid,<br />

en boven <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren. Zoomin als er bij an<strong>de</strong>re volkeren dan het Fransche<br />

en in an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw een twee<strong>de</strong> Molière is aan te<br />

wijzen, heeft <strong>de</strong> Hollandsche fan Steen een rivaal, waar ter wereld ook.<br />

Wij bunnen immers <strong>de</strong>snoods Hogarth <strong>de</strong> Engelsche fan Steen noemen,<br />

maar het ware belachelijk Steen als <strong>de</strong> Hollandsche Hogarth aan te<br />

dui<strong>de</strong>n. Hoewel opgemerkt moet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> hooge waar<strong>de</strong> van Jan<br />

Steen, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> dagen en door het werk van <strong>de</strong>n Engelschen genreschil<strong>de</strong>r<br />

algemeen is doorgedrongen. Zijn ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verdiensten wer<strong>de</strong>n<br />

toen zoo algemeen erkend, dat zijn zuivere picturale kwaliteiten, zonal<br />

geen miskenning, dan toch wat uit het oog verloren raakten. Wij hebben<br />

slechts op zijn beste werken te zien naar <strong>de</strong> prachtige uitbeelding<br />

139


waarme<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> doo<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen tot stil leven brengt, om Jan Steen,<br />

ook daardoor, als een <strong>de</strong>r grootsten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>rs te<br />

waar<strong>de</strong>eren.<br />

Toen Potgieter met een smalen<strong>de</strong> bedoeling sprak van „<strong>de</strong> copiëerlust<br />

<strong>de</strong>s dagelijkschen levens", die zich in <strong>de</strong> Camera Obscura van Hil<strong>de</strong>brand<br />

uitleef<strong>de</strong>, gaf hij een <strong>voor</strong>treffelijke omschrijving van onze Hollandsche<br />

begaafdheid, niet in één tijd, maar in alle tij<strong>de</strong>n. Holland schil<strong>de</strong>rt zichzelf;<br />

als het dat doet is het origineel en uniek in <strong>de</strong> wereld.<br />

140


XI.<br />

DE ZEVENTIENDE EEUW. — Het zieleleven,<br />

<strong>de</strong> Bijbel, Rembrandt.<br />

oen in <strong>de</strong> eerste jaren <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw in Holland een<br />

pleia<strong>de</strong> van schil<strong>de</strong>rs het licht zag, kon men zeggen dat <strong>de</strong><br />

talenten als pad<strong>de</strong>nstoelen in ons vochtige landje uit <strong>de</strong>n grond schoten.<br />

In<strong>de</strong>rdaad als pad<strong>de</strong>nstoelen I Die groeien immers in een bring. Als wij <strong>de</strong>n<br />

kring bij Haarlem beginnen, en hem vandaar langs Lei<strong>de</strong>n, Den Haag,<br />

Delft en Rotterdam vervolgen, dan kunnen wij <strong>de</strong>n cirkel ver<strong>de</strong>r trekken<br />

over Dordrecht en Utrecht, en hem over Amsterdam naar Haarlem sluiten.<br />

Zoon bloei is, buiten Italië, in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst slechts aan te wijzen in <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche school, <strong>de</strong> Benige die in laatste instantie, naast, en in zekeren<br />

zin tegenover Italië te stellen is. In die school <strong>de</strong>r Lage Lan<strong>de</strong>n is, in <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw, die van Holland in volmaaktheid in zichzelf besloten,<br />

als zij haar beperkt maar prachtig plan ten uitvoer legt.<br />

Holland schil<strong>de</strong>rt zichzelf 1<br />

Wij zagen het portret van <strong>de</strong> menschen, ook in groepsverband. Wij zagen<br />

het portret van het volk in zijn bedrijvigheid. Wij zagen het portret van<br />

stad en land, <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>r tot <strong>de</strong>n zol<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> rivier, <strong>de</strong> zee<br />

en <strong>de</strong> schepen.<br />

Maar schil<strong>de</strong>rt Holland ook zijn ziel, zijn innerlijk leven?<br />

Wl zagen wij <strong>de</strong>n levensmoed en <strong>de</strong> levensvreug<strong>de</strong> op <strong>de</strong> tronies <strong>de</strong>r<br />

mannen, <strong>de</strong> stille ernst en <strong>de</strong> lieve zorgen op <strong>de</strong> gezichten <strong>de</strong>r vrouwen.<br />

Wd zagen wij van het Hollandsche zieleleven wat er van te zien was<br />

in <strong>de</strong> ernstige en besloten maskers, in <strong>de</strong>n vastbera<strong>de</strong>n blik en in <strong>de</strong>n geestelijken<br />

glimlach om <strong>de</strong>n mond. Wd zagen wij <strong>de</strong>n opbouw van het oeconomisch<br />

leven in <strong>de</strong> welvaart, die door het binnenhuis wordt gespiegeld, <strong>de</strong>n veestapel<br />

zagen wij groeien, <strong>de</strong> scheepvaart zich ontwikhelen ... .<br />

Is dit genoeg ?<br />

141


Rembrandt, teekening, <strong>de</strong> ontrouwe dienaar.<br />

Neen.<br />

Waartoe had, na <strong>de</strong> ineenstorting van Willem <strong>de</strong>n Zwijger's politiek,<br />

<strong>de</strong> Pacificatie van Gent: Noord en Zuid, roomsch en onroomsch, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<br />

ineen <strong>voor</strong> een vrij nationaal bestaan, het noor<strong>de</strong>lijke eigengerei<strong>de</strong><br />

volk zich aangegord ? Door <strong>de</strong> verovering van <strong>de</strong> staatkundige en oeconomische<br />

vrijheid, maar zeker ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrijheid <strong>de</strong>n Bijbel te lezen in<br />

<strong>de</strong> eigen taal, en Gods woord naar eigen geweten te verklaren.<br />

Zullen wij nu ook dit door <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs zien belij<strong>de</strong>n?<br />

In een, als altijd, <strong>voor</strong>treffelijk geschreven opstel, heeft Schmidt Degener<br />

zich veel moeite gegeven om ons <strong>de</strong>n bloei van een Bijbelsche ponst in <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw, <strong>voor</strong> te hou<strong>de</strong>n.<br />

„In hei Calvinisme uit zich een tegenspraak : het heeft niet aangemoedigd<br />

wat het wel mogelijk heeft gemaakt : het had het gemoed geopend <strong>voor</strong> een<br />

dieper begrip van <strong>de</strong>n Bijbel — het sloot <strong>de</strong> herken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lunst die dit<br />

begrip aanschouwelijk pon malen".<br />

„Deze uitbanning trof in hoofdzaak <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst. Het was niet een<br />

uitbanning <strong>de</strong>r ij<strong>de</strong>lheid, noch het verbod van afbeelding van het geschapene:<br />

predikanten van alle gezindten lieten zich portretteeren, en soms in houdingen<br />

van een zeker pathos niet vrij. Het was evenmin een uitbanning<br />

<strong>de</strong>r schoonheid, want <strong>de</strong> kunstnijverheid handhaaf<strong>de</strong> haar plaats met<br />

142


orgelopbouw, hoorafsluitingen, koperen luchters, avondmaalszilver. En<br />

ook <strong>voor</strong> zoover <strong>de</strong> kerken begraafplaats waren, behield <strong>de</strong> beeldhouwkunst<br />

haar emplooi : <strong>de</strong> menschelijke ij<strong>de</strong>lheid vroeg om graftomben en<br />

familiewapens, om epitaphea, glorieus omlijst, en om bazuin-engelen boven<br />

admiraalsfiguren. Maar <strong>de</strong> geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> weergave van <strong>de</strong>n Bijbel was<br />

buitengesloten".<br />

Dit alles komt ons zeer juist <strong>voor</strong>. Zoo ook <strong>de</strong> gevolgtrekking dut <strong>de</strong>ze<br />

houding van het Calvinisme, <strong>de</strong>els <strong>de</strong>n bloei van het profane in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

ten goe<strong>de</strong> kwam (portret, landschap, interieur, stilleven), <strong>de</strong>els <strong>de</strong><br />

Bijbel-vertolking, en <strong>de</strong>n Kunstenaar afhankelijk maakte van opdrachten.<br />

Nu is het juist <strong>de</strong> groote tentoonstelling van Bijbelsche Dunst, die van<br />

8 Juli tot 8 October 1939 in het Rijksmuseum gehou<strong>de</strong>n werd, die onze<br />

overtuiging gesterkt heeft, dat slechts één schil<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw<br />

van die onafhankelijkheid van opdrachten waarlijk gebruik maakte :<br />

Rembrandt van Rhijn.<br />

In <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw beston<strong>de</strong>n geen an<strong>de</strong>re dan christelijk-religieuze<br />

on<strong>de</strong>rwerpen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs, wij zagen hef; alle genres waren er van<br />

afhankelijk.<br />

De zestien<strong>de</strong> eeuw, ook in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, 't bleek op <strong>de</strong> tentoonstelling<br />

dui<strong>de</strong>lijk, is katholiek, in <strong>de</strong>n ruimen zin van „algemeen" genomen. Onze<br />

schil<strong>de</strong>rs reizen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n het verband met héél <strong>de</strong> Europeesche kunst.<br />

De zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche schil<strong>de</strong>rkunst ontleent haar wereldhistorische<br />

beteekenis aan haar particularistisch karakter. Ook als in dien tijd <strong>de</strong><br />

Hollan<strong>de</strong>r ver van huis is, behoudt hij zijn afgeslotenheid. Het is in die<br />

eeuw dat het Calvinisme van onze kunst een Bijbelsche had bunnen maken,<br />

indien het niet mét het badwater, het hind had weggeworpen.<br />

Zeper, <strong>de</strong> meeste onzer schil<strong>de</strong>rs hebben wel een on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong>n Bijbel<br />

behan<strong>de</strong>ld, doch zij <strong>de</strong><strong>de</strong>n dit zon<strong>de</strong>r eenigen samenhang en <strong>voor</strong>al —<br />

zij <strong>de</strong><strong>de</strong>n het niet onbaatzuchtig. Hun vereering <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Bijbel sleept<br />

hen niet me<strong>de</strong>, maar zij zoeken en vin<strong>de</strong>n in het Boek van (o<strong>de</strong>n en<br />

Christenen on<strong>de</strong>rwerpen, die geheel stroken met hun talent en hun <strong>voor</strong>keur.<br />

Een schil<strong>de</strong>r van spelers en drinkers als H e n d r i c k ter B r u g g h e n,<br />

vindt die ook in het Nieuwe Testament, en hij noemt zijn schil<strong>de</strong>rij : „<strong>de</strong><br />

Roeping van Mattheus". Een schil<strong>de</strong>r van volksopstootjes en relletjes als<br />

Jan S t e e n schil<strong>de</strong>rt „<strong>de</strong> bruiloft van Cana", en <strong>de</strong> Benige volstrekt<br />

onbelangrijke figuur is Christus. Zij die, als Jan d e Bray, familiegroepsportretten<br />

schil<strong>de</strong>ren, vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n Bijbel on<strong>de</strong>rwerpen die hen al<br />

heel weinig uit hun doen halen. De diepe aandacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> doo<strong>de</strong> stof, <strong>de</strong><br />

lof aan <strong>de</strong> stilte en <strong>de</strong> tegenstelling van geel en blauw, blijven <strong>de</strong> uitdrukking<br />

van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring beheerschen, ook als Vermeer met zijn gebruike-<br />

143


Rembrandt, ets, naar zijn moe<strong>de</strong>r.<br />

lijpe en beperkte requisieten en<br />

een tweemaal aangewend mo<strong>de</strong>l,<br />

zijn prachtig „Emmaus" schept.<br />

Zij die landschap en riviergezicht<br />

schil<strong>de</strong>ren als E s a i a s<br />

v a n <strong>de</strong> Veld e, kunnen, zon<strong>de</strong>r<br />

hun gewone werk op' t eerste<br />

gezicht te wijzigen, Christus op<br />

'n scheepje zetten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> prediking,<br />

waar niemand werkelijk<br />

naar luistert, zoo weinig is <strong>de</strong><br />

gewone bedrijvigheid zijner<br />

figuurtjes veran<strong>de</strong>rd.<br />

Het zou aan een buitenkerkelijken<br />

geest (het gelukte niet<br />

Rembrandt bij een kerkgenootschap<br />

in te <strong>de</strong>elen) gegeven wor-<br />

<strong>de</strong>n het geloof van héél een volk te belij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst, die zon<strong>de</strong>r<br />

Rembrandt <strong>de</strong> ziel van Holland niet volledig zou hebben weerkaatst.<br />

De geheele geschie<strong>de</strong>nis Dent niet eén kunstenaar die zoo on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> inspiratie<br />

<strong>de</strong>r Schriften heeft gewerkt, niet eén schil<strong>de</strong>r die speciaal <strong>de</strong>n Evangelischen<br />

geest zoo tot uiting bracht, als hij. 't Valt niet te ontkennen: <strong>de</strong> groote,<br />

trotsche Italianen hebben zoo vaak Bijbelverhaal en Evangeliewoord als<br />

motief gebruikt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meesterlijke oplossingen van <strong>de</strong> zwaarste composifieproblemen.<br />

Zeker in driekwart van wat wij wel gewoon zijn religieuze<br />

kunst te noemen, is het „godsdienstige" niet meer dan een geval.<br />

Zulke grootsche composities bloeien niet altijd op, als bij een Michel<br />

Angelo, in <strong>de</strong> verbeelding van <strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Heilige Boeken bezetenen, neen,<br />

in die Boelen wordt vaak alleen gevon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> titel, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> grandiose<br />

scheppingen van het fiere renaissance-brein.<br />

Het zich plaatsen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stof, het zich laten beheerschen door die stof,<br />

ddt is <strong>de</strong> Dracht van <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen schil<strong>de</strong>rsaard, en Rembrandt<br />

heeft dat gedaan ten opzichte van „het Woord", met vermorzeld hart.<br />

Rembrandt heeft het „Ou<strong>de</strong> Boek vanaf <strong>de</strong> knieën zijner moe<strong>de</strong>r,<br />

Neeltje Willemsdochter, gekend, er uit hooren <strong>voor</strong>lezen eerst, er daarna<br />

zelf in gelezen, zijn leven lang. Geen uithoek van <strong>de</strong>ze oneindige wereld<br />

bleef hem onbekend, geen nog zoo overlezen tekst, of hij wist hem leven te<br />

geven in zijn vertolking. Hij herschiep het woord in beel<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>r menschheid<br />

een eeuwig goed zijn gewor<strong>de</strong>n, en <strong>voor</strong>al hij gaf <strong>de</strong>n Christus een<br />

144


gestalte, die noch in <strong>de</strong> uitdrukking van het god<strong>de</strong>lijke, noch in levensintensiteit<br />

door Benig an<strong>de</strong>r kunstenaar nabij getre<strong>de</strong>n werd en wordt.<br />

Hij verkondigt een mild Christendom, dat ver uitging boven <strong>de</strong> enghartige<br />

kerkschheid van zijn tijd en daarom ook niet door dien tijd lion wor<strong>de</strong>n<br />

aangenomen.<br />

Maar alles wat hij, door Oud- en Nieuw-Testament geinspireerd, schiep,<br />

heeft <strong>de</strong> eigenschappen van het zelf-doorleef<strong>de</strong>.<br />

Hij ontleent niet Simson aan het boek Rechteren maar hij is <strong>de</strong> Bijbelsche<br />

Herakles zelf, vanaf diens snorken<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>nverhalen tot diens blinding toe.<br />

Met dien an<strong>de</strong>ren blin<strong>de</strong>, met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Tobias tast hij met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n naar<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>uropening, die hij reeds <strong>voor</strong>bij is, als hij door <strong>de</strong> stem van <strong>de</strong>n ver.<br />

Loren gewaan<strong>de</strong>n zoon wordt aangetrokken. Dien zoon heeft hij, als <strong>de</strong>n<br />

Engel, naar verre lan<strong>de</strong>n vergezeld, met dien zoon bracht hij het geneesmid<strong>de</strong>l<br />

<strong>voor</strong> va<strong>de</strong>rs blindheid. Hij doorleeft Saul, van zijn bezoek aan <strong>de</strong><br />

heks van Endor tot diens Godverlatenheid on<strong>de</strong>r het snarenspel van <strong>de</strong>n<br />

jongen her<strong>de</strong>r David.<br />

Rembrandt vindt in <strong>de</strong>n Bijbel stof <strong>voor</strong> zijn „verre en hooge nagedachten",<br />

waarover <strong>de</strong> tijdgenoot-schil<strong>de</strong>r van Hoogstraeten geschreven heeft,<br />

maar hij vindt er ook stof <strong>voor</strong> zijn teekenstift en etsnaald als hij met een<br />

doorwerktheid, die alleen het<br />

visionnaire steun geeft, <strong>de</strong> meest<br />

fantastische tafereelen van<br />

tempelbouw en hoog-priesterljkambt<br />

in het ou<strong>de</strong> Israël<br />

oproept, of met enkele lijnen<br />

<strong>de</strong> parabels van het Nieuwe<br />

Testament leven geeft. Want<br />

hij heeft tenslotte een <strong>voor</strong>keur<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Evangeliën en <strong>de</strong>n<br />

persoon van Jezus. Tian uit<br />

Bethlehem heeft hij Hem gevolgd,<br />

om <strong>voor</strong>al bij zijn<br />

leeraarsambt stil te staan.<br />

In <strong>de</strong> compositie van <strong>de</strong> groote<br />

ets, belend als „<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rdgul<strong>de</strong>nprent",<br />

uit 1649, speelt<br />

nog iets van „<strong>de</strong> Nachtwacht"<br />

door, 'n stadswal en een poort<br />

waaruit, niet als in 1642 een<br />

schitteren<strong>de</strong> schuttersstoet te<br />

10<br />

Rembrandt, ets, <strong>de</strong> blin<strong>de</strong> Tobias.<br />

145


Loet of te paard ons tegemoet komt, maar een golf van menschelijke ellen<strong>de</strong><br />

kruipt, als uit een cloaca. Wat schamele stoet bomt uit <strong>de</strong> verborgenhe<strong>de</strong>n<br />

van menschelijk lij<strong>de</strong>n, uit <strong>de</strong> diepe duisternis van het wee, op het troosten<strong>de</strong><br />

licht van <strong>de</strong> openbaring af. En zij die hun „plaats in <strong>de</strong> zon" hebben?<br />

Even ziek als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren, rijken, laffen en twijfelmoedigen. Daartusschen<br />

in : twee moe<strong>de</strong>rs en drie kin<strong>de</strong>ren ; tot hén gaat al <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> van <strong>de</strong> hoofdfiguur<br />

uit ; <strong>de</strong>n zieke wordt in hope <strong>de</strong>n weg naar <strong>de</strong>n hemel gewezen door<br />

<strong>de</strong> opgeheven linkerhand ; <strong>de</strong> uitgestrekte rechterhand wil <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>ren,<br />

en <strong>de</strong>genen die hen gelijk zijn, omarmen, niettegenstaan<strong>de</strong> het afweren<strong>de</strong><br />

Behaar van <strong>de</strong>n apostel.<br />

Ook in <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> groep <strong>de</strong>r discuteeren<strong>de</strong> schriftgeleer<strong>de</strong>n,<br />

maar <strong>voor</strong>al in het leven<strong>de</strong> spel van licht en donker klinkt iets van <strong>de</strong><br />

groote barokwerken van <strong>de</strong>n eersten Rembrandt na. Er is misschien nooit<br />

een ets gemaakt, waarin hef zwart schooner gemo<strong>de</strong>lleerd werd en <strong>de</strong><br />

tusfchentonen soepeler afglij<strong>de</strong>n naar het licht, dan op <strong>de</strong>ze prent. De<br />

<strong>voor</strong>grond reeds is met oneindige zorg bewerkt, <strong>de</strong> groote slagschaduw<br />

op het eerste plan won<strong>de</strong>rlijk uitgediept, 't heerlijkste zwart schuift door<br />

<strong>de</strong> groep <strong>de</strong>r ongelukkigen heen, om in <strong>de</strong>n stadsmuur tot <strong>de</strong> grootste<br />

intensiteit te geraken en daarna, hoog in <strong>de</strong> plaat, in eene oneindige complicatie<br />

van karaktervolle harceering, op te lichten tot fijn grijs. Ile lichte<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n afdruk zijn niet min<strong>de</strong>r won<strong>de</strong>rlijk. Met enkele lijnen<br />

zijn sommige figuren maar aangegeven, vaak alleen <strong>de</strong> kop of 'n hand,<br />

ofwel een wat ver<strong>de</strong>r doorgevoerd <strong>de</strong>tail van <strong>de</strong> kleeding, maar daardoor<br />

misschien is er bij <strong>de</strong> meest natuurgetrouwe levensexpressie van alle <strong>de</strong>tails,<br />

in het geheel, <strong>de</strong> onmiskenbare illusie bewaard van het onvoltooi<strong>de</strong>.<br />

Het rechtsche <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> prent is met groote zorg behan<strong>de</strong>ld ; dit <strong>de</strong>el<br />

sluit zich 't meest aan bij het werk uit zijn eersten tijd ; sommige figure<br />

hebben een vage gelijkenis met ou<strong>de</strong> beken<strong>de</strong>n ; <strong>de</strong> zieke man op <strong>de</strong>n kruiwagen<br />

brengt ons zelfs, door teekening en verlichting, <strong>de</strong> „Anatomische<br />

les" te binnen. Hier is alles in toon gezet en tot in het uiterste fijn geharceerd<br />

en in <strong>de</strong> belichting volkomen verklaard en doorgevoerd.<br />

Geheel links is <strong>de</strong> plaat veel sober<strong>de</strong>r, maar nog meesterlijker behan<strong>de</strong>ld;<br />

als in schets wordt hier het leven gegeven aan <strong>de</strong> figuren, met <strong>de</strong> uiterste<br />

oeconomie in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len, <strong>de</strong> meest mil<strong>de</strong> verkwisting van innerlijk<br />

me<strong>de</strong>leven : <strong>de</strong> „twee<strong>de</strong>" Rembrandt is hier zon<strong>de</strong>r twijfel aan het woord.<br />

Tusschen links en rechts is een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> groep : <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong> rijke jongeling<br />

met het hoofd in <strong>de</strong> hand, vlak boven hem <strong>de</strong> weifelen<strong>de</strong> Erasmusfiguur,<br />

<strong>de</strong> heftige Petrus en <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r met het hind op <strong>de</strong>n arm. Vooral door <strong>de</strong><br />

Christusfiguur krijgt het geheel echter <strong>de</strong> rust, het evenwicht en <strong>de</strong> klassieke<br />

gebon<strong>de</strong>nheid, waarnaar, na <strong>de</strong>n levensweg ten halve, Rembrandt met<br />

146


<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> overtuiging zal teruggrijpen, al, hij er zich aanvankelijk van<br />

verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Al stond er niets op <strong>de</strong> koperplaat dan <strong>de</strong> ontroeren<strong>de</strong><br />

Christusfiguur .... ziet, dan nog behoor<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze prent tot <strong>de</strong> hoogste<br />

goe<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r menschheid. Voor hen die ernstig dit figuurtje hebben bekeken,<br />

zijn geen an<strong>de</strong>re Christus-figuren eigenlijk meer aannemelijk.<br />

Indien wij, na langere beschouwing van <strong>de</strong> „hon<strong>de</strong>rdgul<strong>de</strong>nprenf" <strong>de</strong> kleine<br />

ets „<strong>de</strong> prediken<strong>de</strong> Christus", het z.g. „La Tombeprentje" slechts noemen,<br />

dan is dat <strong>voor</strong>al niet omdat <strong>de</strong> ontroeren<strong>de</strong> Prediker van het Godsrijk<br />

en van <strong>de</strong> Lief<strong>de</strong> op <strong>de</strong>ze ets een, ook maar iets min<strong>de</strong>re, creatie beteekent,<br />

maar omdat <strong>de</strong> aard van dit geschrift het niet toelaat.<br />

Wel mogen wij Uw aandacht vragen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> groote etsen uit 1653, toen <strong>de</strong><br />

stormen van het leven Rembrandt reeds zoo striemend geslagen had<strong>de</strong>n<br />

en het z.g. „heilige jaar" van Christelijkere inkeer, 1648, nog zoo dicht<br />

achter hem lag, dat hij, met dramatische verbeeldingskracht tot het uiterste<br />

gevoerd, <strong>de</strong> barre rots beklimt, waar Jezus tusschen misdadigers ten kruise<br />

hangt in het blaffen<strong>de</strong> licht van Godverlatenheid en menschelijke bespotting,<br />

waar te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> geschokte natuur hemel en aar<strong>de</strong> verzoening vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> uitgestrekte armen van <strong>de</strong>n Menschenzoon.<br />

Op het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uur van <strong>de</strong>n middag, in het bange licht <strong>de</strong>r duistere zon,<br />

in het hart van <strong>de</strong> geschokte wereld, hangt hier <strong>de</strong> Lief<strong>de</strong> tusschen hemel<br />

en aar<strong>de</strong> hulpeloos en verlaten en toch met hooge majesteit, in <strong>de</strong>n glanzen<strong>de</strong>n<br />

schijn van het bovenaardsche, dat <strong>de</strong>n hoofdman doet knielen en<br />

roepen : „Deze is waarlijk Gods Zoon I"<br />

Beweeg van paar<strong>de</strong>n en ruiters, naleven<strong>de</strong> farizeeërs die trachten te<br />

vluchten en zich te bergen in <strong>de</strong> duisternis, terwijl <strong>de</strong> laatste getrouwen<br />

als opgeslurpt wor<strong>de</strong>n door het licht om <strong>de</strong>n Gekruiste. Met ongehoord<br />

meesterschap is <strong>de</strong> groep <strong>de</strong>r bezwijmen<strong>de</strong> vrouwen in het licht aangegeven<br />

en <strong>de</strong> voetkussen<strong>de</strong> Magdalena on<strong>de</strong>r het kruis geschetst.<br />

En op <strong>de</strong>n eersten „staaf" reeds, waar alles met zooveel zorg is verklaard,<br />

is het toch <strong>voor</strong>al het ongewoon aangrijpen<strong>de</strong> natuurverschijnsel, <strong>de</strong> }damp<br />

tusschen licht en donker, die <strong>de</strong>ze verbeelding tot het Benige Golgothatafereel<br />

maakt dat aannemelijk is.<br />

Brengt U uit alle tij<strong>de</strong>n en scholen het tooneel van Christus' Kruisdood<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest, en stelt het naast Rembrandt's bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> visioen, — krijgt<br />

dan niet elke an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>stelling iets van Oberammergau?<br />

Wat Rembrandt hier geeft werd misschien aangeduid door Mantegna,<br />

in diens ets van Christus' graflegging of door Tintoretto in <strong>de</strong> Kruisigingschil<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> Scuola di San Rocco te Venetië.<br />

De meester heeft <strong>de</strong>ze etsplaat doorgewerkt, ze staag veran<strong>de</strong>rd en op<br />

147


<strong>de</strong>n duur geheel getransformeerd. In <strong>de</strong>n laatsten „staat" verdonkeren<br />

hevige verticale lijnen en schrappingen het geheel. Al wat er nog natuurlijk<br />

was in het won<strong>de</strong>re moment, wordt meedoogenloos uit hei Doper geschrapt.<br />

Mei driftige hand valt Rembrandt alles aan in zijn prent wat nog zichtbare<br />

schoonheid a<strong>de</strong>mt, té natuurlijk kwam hem bij het terugzien van zijn<br />

schepping ten slotte het geheel nog <strong>voor</strong>, spookachtiger gedaanten had hij<br />

willen scheppen in een blin<strong>de</strong> wereld; wind en regen, bou<strong>de</strong> en duisternis,<br />

alles te zamen angst en beven, huiver en beklemming, dat moest <strong>de</strong> afdruk<br />

van <strong>de</strong> plaat hunnen geven, en in wanhoop schuurt en krabt hij in het<br />

)doper. Steeds barbaarscher valt hij op zijn werk aan, en <strong>de</strong> compositie<br />

rukt hij aan flar<strong>de</strong>n. Wat had een God aan 't bruis met compositie te<br />

maken ? De atmosfeer van <strong>de</strong> prent moest schrijnen<strong>de</strong>r zijn. 't Gaat niet<br />

over licht en donker, noch over stralen of duisternis : 't gaat over <strong>de</strong>n gescheur<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>hang <strong>de</strong>s Tempels, over geopen<strong>de</strong> graven en verrezen<br />

duo<strong>de</strong>n, 't gaat over <strong>de</strong> Kosmische storingen bij <strong>de</strong>n dood van Gods Zoon.<br />

Rembrandt wil <strong>de</strong> onmacht niet voelen om dat tot uiting te brengen. Met<br />

steeds meer lijnen, met steeds meer zwart compliceert, en vereenvoudigt<br />

I hij tevens, <strong>de</strong>n afdruk ; heele figuren verdwijnen, en moeten ze weer<br />

opgezet wor<strong>de</strong>n, dan gunt hij zich <strong>de</strong>n tijd niet, want van een medaille van<br />

Pisanello brabbelt hij, zenuwachtig, <strong>de</strong>n man te paard na. Die penning<br />

lag waarschijnlijk on<strong>de</strong>r zijn bereik en als hij zoo met weinig overleg die<br />

figuurtjes nateekent, is hef alsof hij het met <strong>de</strong> linkerhand doet, uit<br />

vreeze dat <strong>de</strong> vaardige rechter hem zou verra<strong>de</strong>n.<br />

't Is geen won<strong>de</strong>r, dat <strong>de</strong> tijdgenoot hem hier zeker niet kon volgen en<br />

dat ook nu nog velen <strong>de</strong> ontroeren<strong>de</strong> onmacht als uitdrukking van hoogste<br />

meesterschap, moeilijk aanvaar<strong>de</strong>n.<br />

In uiterste benauwenis werd <strong>de</strong>ze vier<strong>de</strong> „staat" geboren, maar <strong>de</strong> schepper<br />

ervan heeft het grootste drama <strong>de</strong>r wereldgeschie<strong>de</strong>nis mee doorleefd, en<br />

zijn kreet is niet min<strong>de</strong>r fel en ingewandverscheurend als die van Maria<br />

Magdalena op <strong>de</strong> „Pièta" van <strong>de</strong>n stokou<strong>de</strong>n Titiaan, in <strong>de</strong> Acca<strong>de</strong>mia<br />

te Venetië.<br />

Nu het v o 1 b r a c h t is brengt hij ons, d.w.z. <strong>de</strong> menschheid van allen<br />

tijd en van elk volk, in 1654 weer terug op <strong>de</strong>n top van Golgotha, aan <strong>de</strong><br />

voet van hef Kruishout, als hef <strong>de</strong>erniswaardig lichaam van <strong>de</strong>n Gemartel<strong>de</strong><br />

langs een lijnwaad in <strong>de</strong> armen van een werkman neergelaten wordt,<br />

terwijl diens kameraad <strong>de</strong>n lad<strong>de</strong>r afdaalt en een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> het lugubere<br />

nachtelijke tafereel met een toorts belicht.<br />

De beengin van <strong>de</strong>n Doo<strong>de</strong>, waarvan <strong>de</strong> linkervoet nog aan het bruis genageld<br />

is, zijn scherp verlicht door <strong>de</strong> toortsvlam, <strong>de</strong> tors en <strong>de</strong> onzegbaar<br />

148


ontroeren<strong>de</strong> Christus-kop zijn reeds half verzwolgen door het schaduwrijk.<br />

Langs <strong>de</strong>n abrupten rotskant aan <strong>de</strong>n voet <strong>de</strong>s Kruises glijdt het licht naar<br />

<strong>de</strong> baar aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r prent, waar het witte laken met aandoenlijke<br />

tee<strong>de</strong>rheid door <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n discipel wordt gespreid. Alles gedrenkt in lief<strong>de</strong><br />

en me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n van het allerzuiverste gevoel.<br />

De prent „De Kruisafname bij toortslicht" is met rouwe gedrukt van een<br />

plaat, met tranen geëtst. Maar <strong>voor</strong> alles wat sentimenteel is wordt<br />

Rembrandt bewaard door zijn sterk gevoel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid ; het<br />

leven en <strong>de</strong> natuurlijkste beweeglijkheid is geen oogenblik opgeofferd aan<br />

een effect of een opstelling in <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re manier. Want <strong>de</strong> laatste<br />

„manier" van Rembrandt is : er heelemaal géén te hebben.<br />

De schrijnen<strong>de</strong> natuurlijkheid, <strong>de</strong> ongehoor<strong>de</strong> eenvoud van <strong>de</strong> gebeurtenis<br />

op <strong>de</strong> barre rots dringt juist door <strong>de</strong> langzame en zware, echt menschelijke<br />

bewegingen, zoo sterk tot ons door. Tegenover <strong>de</strong>n berg <strong>de</strong>s hells verheft<br />

zich, uit het diepe duister van het rechtsche <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r prent, op een an<strong>de</strong>re<br />

berg, het klassieke bou<strong>de</strong>, trotsche bouwsel van <strong>de</strong>n tempel. Het groeit<br />

uit <strong>de</strong> duisternis op als een macht, dit hoovaardig tempelgebouw, 'n<br />

imposante, eeuwen-tarten<strong>de</strong> macht.<br />

't Is alsof op <strong>de</strong> tinne <strong>de</strong>s tempels <strong>de</strong> obelisk <strong>de</strong> plaats aanduidt, waar<br />

eenmaal <strong>de</strong> engel <strong>de</strong>s kwaads <strong>de</strong>n nu Gekruiste bracht om Hem <strong>de</strong> schatten<br />

<strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> aan Zijn voeten te leggen. Wat 'n afgrond nu tusschen dien<br />

tempel en <strong>de</strong>n hemeltop, waar het offer werd voltrokken 1<br />

En uit dien afgrond van duisternis doemen toch nog wat figuur<strong>de</strong>tails op.<br />

Niet het minst aangrijpend lijkt wel die ter hulpe gestrekte hand. Is het<br />

die hand, opgedoemd uit <strong>de</strong>n purperen duisternis van <strong>de</strong>n tijd, die op <strong>de</strong>n<br />

jongsten dag misschien <strong>de</strong> Benige getuigenis vóór het menschdom zal zijn?<br />

De hand, die hongerigen spijzig<strong>de</strong>, dorstigen laaf<strong>de</strong>, naakten kleed<strong>de</strong> en<br />

doo<strong>de</strong>n begroef. .. .<br />

En dan nu ten slotte naar Emmaus, het vlek bij Jerusalem, naar <strong>de</strong>n<br />

Verrezene en <strong>de</strong> twee leerlingen van Jezus waarvan Lucas in XXIV: :<br />

13-35 verhaalt.<br />

Door tal van werken heeft Rembrandt blijf gegeven zich bijzon<strong>de</strong>r aangetrokken<br />

te voelen tot <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>re stof. Waar <strong>de</strong> uitgave van <strong>de</strong>n<br />

Rembrandtbjbel er aan herinnerd heeft dat Rembrandt, door trouw en<br />

diep me<strong>de</strong>gevoel en door rijkdom en verschei<strong>de</strong>nheid van <strong>voor</strong>stelling, alle<br />

kunstenaars te zamen overtreft, daar is het niet dan natuurlijk dat zijn<br />

zienersoog zich vaak richten zal naar het eenvoudige vertrek in Emmaus,<br />

waar een God te herkennen valt aan hef breken <strong>de</strong>s broods.<br />

Reeds als jongen nog, in 1629, gaf hij in een geniale barokoplossing vol<br />

149


leven en bedrijf, vol licht en geluid het won<strong>de</strong>r van Emmaus als'n schokken<strong>de</strong><br />

gebeurtenis, als een verschijnsel dat in driftige vaart <strong>de</strong>n beschouwer meesleept....<br />

reeds vóór hij wezenlijk ontroerd is.<br />

Van het hevige en heftige werk uit <strong>de</strong> Parijsche verzameling André<br />

Jacquemart naar het stille heilige schil<strong>de</strong>rij in het Louvre, is <strong>de</strong> gang van<br />

<strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche barok van <strong>de</strong>n jongen Rembrandt naar <strong>de</strong> klassieke<br />

reactie die <strong>de</strong>n meester aanhing, toen hij <strong>de</strong> oneindig dieparen mensch<br />

gewor<strong>de</strong>n was, die niet <strong>de</strong>n tijdgeest dien<strong>de</strong>, maar <strong>de</strong>n Geest <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n als<br />

een sterre in het oog hield.<br />

Toen vond hij <strong>voor</strong> het gelief<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp inste<strong>de</strong> van een levendige barokcompositie,<br />

een statiger symmetrischer bouw, geen ingenieuse mise-en-sdne,<br />

maar <strong>de</strong> meest gewone opstelling, in rust en eenvoud. Als bij Leonardo da<br />

Vinci in het „Avondmaal" te Milaan, zit Jezus, in rustigen driehoekvorm<br />

in het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> tafel. Geen romantisch interieur, waar licht<br />

en schaduw hoorbaar<br />

Dampen, maar een statige<br />

wand, waar <strong>de</strong><br />

aanzet van twee machtige<br />

pilasters zich afteekent,<br />

en waar een<br />

wij<strong>de</strong> nis zich plechtig<br />

welft. Geen gaten vol<br />

schaduw, geen hel<strong>de</strong>r<br />

Ilitsendvuur, maar een<br />

zachte beving van het<br />

licht, geen verblin<strong>de</strong>nd<br />

aureool om het opgeheven<br />

hoofd van <strong>de</strong>n<br />

God, maar een phosphoriseeren<strong>de</strong><br />

glanzing<br />

om het even gebogen<br />

gelaat van <strong>de</strong>n verrezen<br />

Lij<strong>de</strong>r. Hier gebeurt<br />

niets opeens en<br />

hevig, alles gaat langzaam<br />

en als vanzelf.<br />

De discipelen herkennen<br />

<strong>de</strong>n Meester niet<br />

als door een bliksem..<br />

schicht getroffen, <strong>de</strong><br />

150<br />

l".I íIYIIIMII^I<br />

^^Il^,11‘ ,<br />

\ \ \,^0\l<br />

^\^:::`^,,,,:<br />

Rembrandt, ets, 1654, <strong>de</strong> leerlingen van Emmaus.


lindheid valt hert niet plots als schellen van <strong>de</strong> oogen, maar heel, héél<br />

langzaam wordt het licht in hunne zielen, 'n wazig gordijn wordt uiterst<br />

langzaam <strong>voor</strong> hen opgetrokken ; niet getroffen, maar geroerd blikken<br />

zij in het lief<strong>de</strong>volle gelaat van <strong>de</strong>n Heiland. En met hoe weinig wordt<br />

<strong>de</strong> ontroering <strong>de</strong>r jongeren geteekend I Wij zien er een op <strong>de</strong>n rug, zijn<br />

profil-perdu is maar even aangegeven, door <strong>de</strong> heffing van <strong>de</strong> hand<br />

verraadt hij zijn ontroering, De an<strong>de</strong>re, die met <strong>de</strong> linkerhand <strong>de</strong><br />

leuning van <strong>de</strong>n stoel heeft losgelaten, grijpt met <strong>de</strong> rechter zijn servet<br />

bijeen en speurt met ingehou<strong>de</strong>n a<strong>de</strong>m in <strong>de</strong> trekken van <strong>de</strong>n Vreem<strong>de</strong>ling,<br />

<strong>de</strong>n profeet van Galileo. Den bedienen<strong>de</strong>n jongeling ontgaat het gansche<br />

gebeuren.<br />

Hoe zou<strong>de</strong>n wij dit alles met stille stem willen zeggen, en in woor<strong>de</strong>n zoo<br />

eenvoudig als het gevoel van <strong>de</strong>n man die dit schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> I<br />

Welti een afstand tusschen he knappe theaterstuk van <strong>de</strong>n jongen Rembrandt<br />

en dit simpele maar diepe tafereel uit 1648. Naar het uiterlijk :<br />

een terugkeer van barokke losbandigheid naar klassieke gebon<strong>de</strong>nheid,<br />

van geweldige en oorspronkelijke oplossingen naar <strong>de</strong> vredige, beproef<strong>de</strong><br />

schemas <strong>de</strong>r Italianen, van ingewikkel<strong>de</strong>, eer<strong>de</strong>r noor<strong>de</strong>lijke karakteristiek,<br />

naar eenvoudige, eer<strong>de</strong>r zui<strong>de</strong>lijke klaarheid.<br />

En naar het innerlijke ? Bestaat er iets aangrijpen<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong>ze weemoedstralen<strong>de</strong><br />

Christus ? Rembrandt vraagt van ons <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stille<br />

aandacht, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lange blikhen, waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> mannen van Emmaus <strong>de</strong><br />

transfiguratie aanschouwen van <strong>de</strong>n bleeken mageren Man.<br />

Heeft men hem ooit zoo gezien, vraagt Eugene Fromentin : „in zijn pelgrimskleed,<br />

met donkergeleur<strong>de</strong> lippen waar het lij<strong>de</strong>n zijn sporen liet,<br />

zijn groote bruine oogen, die zacht en wijdgeopend naar <strong>de</strong>n hemel blikhen,<br />

met dien nauwelijks glanzen<strong>de</strong>n nimbus, die Hem Doel omstralend in<br />

schemerlicht zet, met iets van ik-weet-niet-wat van een a<strong>de</strong>men<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong>,<br />

maar die heel zeker door <strong>de</strong>n dood is gegaan ? De houding van <strong>de</strong>ze<br />

God<strong>de</strong>lijke Geestverschijning met een gebaar, niet te beschrijven, maar<br />

zeker niet na te bootsen, met een type, dat zon<strong>de</strong>r lijnen werd vastgelegd<br />

c waarvan <strong>de</strong> uitdrukking door <strong>de</strong> beving <strong>de</strong>r lippen en door <strong>de</strong>n blip is<br />

ontstaan, — <strong>de</strong>ze dingen, <strong>de</strong>n kunstenaar ingegeven en waarvan men niet<br />

begrijpt, hoe hij ze heeft uitgedrukt, dit alles kent in kostbaarheid zijn<br />

we<strong>de</strong>rgave niet. Geen lunst lijkt hierop ; niemand vóór Rembrandt, niemand<br />

ná hem heeft zulke dingen gezegd". 't Is dit waarlijk godmenschelijk<br />

gelaat dat wij missen op <strong>de</strong> ets van 1654, waar toch het essentieele van <strong>de</strong><br />

compositie van 1648 werd bewaard en ook op een teekening van hetzelf<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerp waar een ledige stoel in een blin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lichtschittering <strong>de</strong> plaats<br />

van <strong>de</strong>n Verrezene inneemt.<br />

151


Wat Rembrandt <strong>de</strong> menschen in dit werk uit „het heilige jaar", (zoo<br />

werd door biografen het jaar 1648 aangeduid), en later, heeft willen zeggen,<br />

<strong>de</strong> tijdgenooten hebben het niet begrepen, hoewel mogelijk hun collectief<br />

geloof in <strong>de</strong>n Bijbel zich in Rembrandt uitsprak. Twee eeuwen heeft het<br />

geduurd aleer <strong>de</strong> luister van dit werk, dat vergeten in het Louvremuseum<br />

hing, is opgeluid als uit verre klokken van een verborgen rijk. Door hen die<br />

Doren hebben om te hooren, stijgt uit <strong>de</strong> pelgrims van Emmaus een fluisterencle<br />

stem tot <strong>de</strong> ziel, die hen zegt, dat, zoolang doen en verf gespaard<br />

blijven, <strong>de</strong>ze e<strong>de</strong>le stof van het Evangelie door <strong>de</strong>n grootsten aller kunstenaars<br />

tot <strong>de</strong> menschen gebracht zal wor<strong>de</strong>n met die stille bracht, die hart<br />

na hart in vlammen zal zetten.<br />

Eigenlijk is Rembrandt in zijn latere werken steeds geestelijk, zooal niet<br />

bijbelsch. Zijn laatste lief<strong>de</strong>zangen getuigen het. De „Verloren Zoon"<br />

in <strong>de</strong> Eremitage, is een Evangelische parabel. In <strong>de</strong> „ Joodsche Bruid" is <strong>de</strong><br />

portretopdracht zoo boven zichzelf uitgetild, dat „Boon en Ruth" een<br />

van <strong>de</strong> vele Bijbelsche betitelingen is, aan het stuk gegeven. In zijn laatste<br />

werk, uit 1669, werd „het gezin" in zijn glorie zoo veralgemeend dat „<strong>de</strong><br />

Gelukkige Familie", in het Museum te Brunswijk baadt in een christelijk<br />

geestelijke sfeer.<br />

De menschelijke ziel op het eerste plan 1<br />

Rembrandt's latere portretten herstellen het evenwicht in <strong>de</strong> Hollandsche<br />

lunst <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw.<br />

Een ernstige mannebeeltenis van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n M i c h i e l van M i e p e.<br />

v e 1 d (1567-1644, <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van onze zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche portretkunst),<br />

of een „zin<strong>de</strong>lijk" vrouweportret van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n C u y p, zet<br />

ons het mo<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> oogen. Een zwierig geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> regentesse van Hals,<br />

een burger-patricische van Abraham v an <strong>de</strong>n Tempe 1 of<br />

Bartholomeus van <strong>de</strong>r Helst latenonsomtrentnietswat<br />

er te zien is aan <strong>de</strong> afgebeel<strong>de</strong>, in hef duister. Maar wat er niet te zien is<br />

met menschelijke oogen, maar slechts voelbaar is met het hart, glanst uit<br />

„<strong>de</strong> Vrouw met <strong>de</strong>n waaier", 1641, in Buckingham Palace of uit „HendriclZje<br />

Stoffels", het werk uit 1661 in het Louvre, dat <strong>voor</strong> Hollandsche<br />

Dogen <strong>de</strong> Mona Lisa van Leonardo in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zaal, verduistert.<br />

Wordt <strong>de</strong> vraag herhaald : Schel<strong>de</strong>rf Holland in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw ook<br />

<strong>de</strong> ziel en het zieleleven ? Greep <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>r, na <strong>de</strong> stof tot <strong>de</strong>n<br />

fijnsten borrel te hebben afgetast, ook naar <strong>de</strong> onzichtbare dingen van <strong>de</strong>n<br />

geest ? Er is an afdoend antwoord : Rembrandt.<br />

152


XII.<br />

DE ACHTTIENDE EEUW. — Een ingezonken perio<strong>de</strong> houdt<br />

in Holland <strong>de</strong> lamp bran<strong>de</strong>nd.<br />

ilt ge het verschil zien tusschen <strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r in<br />

<strong>de</strong> achttien<strong>de</strong>- en dien in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw en daarme<strong>de</strong> <strong>de</strong>n<br />

afstand meten tusschen <strong>de</strong> kunst van het schil<strong>de</strong>ren in onze gou<strong>de</strong>n eeuw<br />

en in die <strong>de</strong>r bewustwording, dan vragen wij uw aandacht <strong>voor</strong> een prentje<br />

van fan L u y k e n in diens „het Menschelijk Bedrijf". Van <strong>de</strong>n dichter<br />

graveur (1649-1712) zijn 3200 gravures beffend en van zijn zoon en<br />

me<strong>de</strong>werker, Caspar, 1100. Tot zijn meest belen<strong>de</strong> prentjes en rijmpjes,<br />

die <strong>de</strong>n geest van <strong>de</strong> achtien<strong>de</strong>-eeuw reeds uitspreken, behooren die, welke<br />

samen vormen „het Menschelijk Bedrijf" dat tachtig ambachten en<br />

bedrijven van zijn tijd behan<strong>de</strong>lt en in 1694 het licht zag ; on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

ambacht- en handwerklie<strong>de</strong>n vindt ook <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r zijn plaats.<br />

Hoe rustig en goed geinstalleerd en uitgerust, zit, gepruikt en in kamerjapon,<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> zijn ezel. Van <strong>de</strong> tachtig ambachtslie<strong>de</strong>n lijkt <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Benige „heer". In zijn ruime werkplaats blikken wij door <strong>de</strong> <strong>de</strong>uropening<br />

in een schonnen welon<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n hof. Hij zelf tempert met het mes<br />

op het palet <strong>de</strong> kleur tot schakeering, zijn ustensiliën heeft hij naast zich,<br />

er ontbreekt hem niets, mogelijk alleen.... werklust, en misschien meer<br />

nog.... werkdrang. Eerlijf gezegd zit <strong>de</strong>ze fin-<strong>de</strong>-si&le-schil<strong>de</strong>r 'n<br />

beetje te lanterfanten, als wij hem vergelijken met het eenvoudige hardwerken<strong>de</strong><br />

kereltje op een schil<strong>de</strong>rij van Adriaen van Osta<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>n aanyang<br />

<strong>de</strong>r eeuw was <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r veel min<strong>de</strong>r „heer". Zijn spullen heeft hij<br />

niet gemakzuchtig zoo on<strong>de</strong>r zijn bereik, zijn werkplaats is een oneindig<br />

eenvoudiger vertrek. Maar alles a<strong>de</strong>mt : arbeid. De beenera over elkan<strong>de</strong>r,<br />

<strong>de</strong> tors naar zijn schil<strong>de</strong>ring gebogen, <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n opeen, wij zijn er zeker<br />

van, werkt <strong>de</strong>ze man on<strong>de</strong>r hoogera druk, — alsof a ij n leven er<br />

van afhangt.<br />

153


En in<strong>de</strong>rdaad, zijn leven als<br />

kunstenaar wordt bestendigd<br />

naar <strong>de</strong> mate hij zich geheel<br />

geeft aan zijn taak: indringend<br />

Zien, en in directheid en eenvoud<br />

weergeven. Wij hunnen<br />

niet zien waaraan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<br />

van Osta<strong>de</strong> werkt, maar 't<br />

moet een levendig beeld zijn<br />

van burgers en boeren, dat hij<br />

zich naar <strong>de</strong> teekening, die hij<br />

misschien <strong>de</strong>n vorigen avond in<br />

<strong>de</strong> herberg maakte, weer <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n geest haalt, of beter: <strong>voor</strong><br />

oogen brengt. In ie<strong>de</strong>r geval<br />

schil<strong>de</strong>rt hij, met volledige<br />

overgave en hartstocht, héél<br />

iets an<strong>de</strong>rs dan het sierlijk<br />

geboomte dat fan Luyken's<br />

A. v. Osta<strong>de</strong>, fragment uit een ets.<br />

schil<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> zich heeft op een<br />

landschap, dat hij nooit heeft<br />

gezien, maar waarvan hij heeft „gehoord" en dat hij stoffeert met e<strong>de</strong>lgedrapeer<strong>de</strong><br />

figuurtjes, zooals er in geen geval in zijn va<strong>de</strong>rland rondloopen.<br />

De in <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw geboren Hollandsche schil<strong>de</strong>rs<br />

had<strong>de</strong>n in een sterk schoolverband hun profane kunst van eenvoudige<br />

natuurbeschouwing tot een hoogte gebracht, waarop <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lste goe<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r<br />

menschheid zich weten te verheffen. Mid<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r hen, maar boven hen<br />

uit, had Rembrandt op een eenzamen top als een Kristal geschitterd. De<br />

eigenschappen van land en volk, gesublimeerd, waren haast onherkenbaar<br />

naar het universeele uitgegroeid. Zijn laatste leerling, <strong>de</strong> aantrekkelijke<br />

A e r t d e G e l<strong>de</strong> r zal tot in 1727, (het jaar van zijn dood), in fijne<br />

manestralen nog iets doorgeven van 's meesters machtig en warm zonnelicht.<br />

Dat Rembrandt <strong>voor</strong>tgezet zou hunnen wor<strong>de</strong>n zou een even vreem<strong>de</strong><br />

gedachte zijn als dat dit met Shakespeare, het genie waarme<strong>de</strong> Rembrandt<br />

in menig opzicht te vergelijken is, het geval zou hunnen zijn.<br />

Maar ook <strong>de</strong> groote talenten, die wij in het portret, hef genre en het landschap<br />

aan het werk zagen, wor<strong>de</strong>n niet door een gelijkwaardige equipe<br />

afgelost, en het eind <strong>de</strong>r eeuw geeft een dui<strong>de</strong>lijke inzinking te zien.<br />

154


In <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r historie blijkt<br />

telkens, dat er tusschen staatkundige<br />

macht, welvaart en<br />

kunst maar een zeer betrekkelijke<br />

relatie bestaat. De lunst<br />

die haar eigen leven heeft, ontwikkelt<br />

zich naar hef rhythme<br />

van haar eigen categorie.<br />

Dat militaire kracht niet persé<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n schept <strong>voor</strong><br />

een geestelijke hegemonie is zoo<br />

dui<strong>de</strong>lijk, dat eer<strong>de</strong>r het tegenovergestel<strong>de</strong><br />

regel lijkt. Als<br />

Hellas volkomen machteloos<br />

ligt on<strong>de</strong>r het Romeinsche juk,<br />

neemt Griekenland met het<br />

Hellinisme bezit van hetgeestelijhleven<br />

in het berken van <strong>de</strong><br />

Mid<strong>de</strong>llandsche zee. Als in 70<br />

Jerusalem verwoest is door <strong>de</strong><br />

Jan Luyken, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r.<br />

troepen van Titus, en het<br />

Joodsche volk verstrooid wordt, zal <strong>de</strong> Monotheistische gedachte, het<br />

uitsluitend geestelijk eigendom van Israël, in haar volmaakten vorm van<br />

het Christendom, bezit nemen van het religieuse <strong>de</strong>nken van heel <strong>de</strong> toenmaals<br />

belen<strong>de</strong> Europeesche wereld. Maar ook, staatkundige macht,<br />

welvaart en kunst vallen niet persé samen. Eest toen Venetië koningin in<br />

strijd en han<strong>de</strong>lsmacht geweest was, werd zij heerscheren in het rijk <strong>de</strong>r<br />

Dunsten. Daarna is zij een schitteren<strong>de</strong> Reine du bal, om in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw te wor<strong>de</strong>n eene Vestaalsche in <strong>de</strong>n Tempel <strong>de</strong>r herinnering.<br />

Toen haar lunst hef hoogste bloei<strong>de</strong> was haar macht <strong>voor</strong>bij.<br />

Ook Rubens is niet <strong>de</strong> bloem van Antwerpen's <strong>voor</strong>spoed, <strong>de</strong> stad was<br />

in Rubens' tijd reeds het sterk vervallend Antwerpen. Want behalve<br />

<strong>de</strong> Spaansche furie had immers, vóór Rubens' Domst, <strong>de</strong> stad in 1583—'84<br />

geduren<strong>de</strong> veertien maan<strong>de</strong>n het beleg on<strong>de</strong>r Alexan<strong>de</strong>r Farnese te doorstaan.<br />

In haar grootgin bloeitijd had <strong>de</strong> stad 125000 inwoners, vóór<br />

het Spaansche beleg tel<strong>de</strong> zij 85000, en in 1589 nog slechts 55000<br />

bewoners. De gena<strong>de</strong>slag was het verlies <strong>de</strong>r Schel<strong>de</strong>vaart, die in 1609<br />

aan <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijken werd toegewezen .... en in hetzelf<strong>de</strong> rampjaar<br />

komt Rubens triomfantelijk terug uit Italia en begint zijn meesterwerken<br />

te schil<strong>de</strong>ren, die volgela<strong>de</strong>n van opulent leven, tot op he<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

155


illusie weten te wekken van een rijk zeventien<strong>de</strong>-eeueusch Antwerpen.<br />

Die Rembrandt's werken ge<strong>de</strong>nkt of het Amsterdamsche Raadhuis als een<br />

achtste wereldwon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> zich ziet oprijzen, heeft moeite te geloven<br />

dat <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche bloeitijd <strong>de</strong>r stad reeds achter haar lag.<br />

Wij zagen reeds Jan Steen in „Prinsjesdag" aan het werk in het eerste<br />

stadhou<strong>de</strong>rlooze tijdvak, perio<strong>de</strong> waarin het centrale gezag ten opzichte<br />

van stad en gewest al heel weinig beteebenis had, terwijl er naar expansie<br />

niet meer met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> energie als in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r eeuw werd gestreefd.<br />

Wel was <strong>de</strong> welvaart en <strong>de</strong> rijkdom toegenomen, en een zekere smaak <strong>voor</strong><br />

statie en praal, vóórdien bij ons volk onbekend, trad aan <strong>de</strong>n dag. De tijd<br />

<strong>voor</strong> eens herhaling van wat on<strong>de</strong>r Fre<strong>de</strong>rik Hendrik beproefd werd leek<br />

aangebroken, <strong>voor</strong>al, omdat het Fransche <strong>voor</strong>beeld on<strong>de</strong>r Lo<strong>de</strong>wijk XIV<br />

veel overtuigen<strong>de</strong>r was, dan dat in<strong>de</strong>rtijd door het Frankrijk van Henri IV,<br />

gegeven. Nu was in Frankrijk, on<strong>de</strong>r Colbert en Lebrun en <strong>de</strong> persoonlijke<br />

impuls van <strong>de</strong>n Zonnehoning, een stijl ontstaan die in <strong>de</strong> binnenarchitectuur<br />

<strong>de</strong>r paleizen zijn volledige ontplooiing vond. Eenheid werd nagestreefd en<br />

bereikt tusschen architectuur en sculptuur, schil<strong>de</strong>rkunst, meubelen en<br />

tapijtwerk, en „les arts somptuaires" kregen een beteekenis, die geen<br />

an<strong>de</strong>re tijd hen gegeven had.<br />

Reeds had men zich in ons land in dien samenhang <strong>de</strong>r kunsten geoefend<br />

in <strong>de</strong> versiering van het Amsterdamsche Raadhuis, waar <strong>de</strong> beeldhouw<br />

kunst <strong>de</strong> leiding had, en in <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratie van <strong>de</strong> Haagsche Statenzaal of bij<br />

<strong>de</strong> inrichting van kleinere stadhuizen, waar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst meer op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond trad.<br />

De terugkomst van een Oranje aan .het roer van Staat, toen internationale<br />

verwikkelingen het afdwongen, beteeken<strong>de</strong> ook een coördinatie van <strong>de</strong><br />

kunstinrichting die wij bespreken, maar die, wij mogen het niet vergeten,<br />

in ons volksbewustzijn niet haar uitgangspunt vond. Het mid<strong>de</strong>lpunt van<br />

<strong>de</strong>ze beweging is natuurlijk Den Haag, waar <strong>de</strong> confrérie „Pictura" reeds <strong>de</strong><br />

schaduw was van <strong>de</strong> „Académie <strong>de</strong> peinture et <strong>de</strong> sculpture", door Lebrun<br />

in 1698 te Parijs gesticht, om <strong>de</strong> kunstenaars van <strong>de</strong> tyrannie <strong>de</strong>r gil<strong>de</strong>n<br />

vrij te maken.<br />

Willem 111, <strong>de</strong> belangrijkste politieke tegenstan<strong>de</strong>r van Lo<strong>de</strong>wijk XIV<br />

in Europa, schuwt allerminst het Fransche <strong>voor</strong>beeld. Zal hts bij zijn<br />

paleisbouw, als Fre<strong>de</strong>rik Hendrik, een bouwmeester Post vin<strong>de</strong>n, dan zal<br />

hij weldra in <strong>de</strong>n Hugenoot-banneling Daniel Marot <strong>de</strong>n Franschen meester<br />

waar<strong>de</strong>eren, die zijn verlangens vorm zal geven. Maurits Post zal<br />

tusschen 1674 en '78 aan het paleis Soestdijk werken, terwijl D a n i ë 1<br />

Marot, 1661-1752, na 1684 aan het „Nieuwe Huis op 't Loo" zijn<br />

156


achten geeft. Ook in Engeland doet <strong>de</strong> stadhou<strong>de</strong>r-Boning en zijn<br />

vrien<strong>de</strong>n, door hem tot hooge ambten gebracht, beroep op <strong>de</strong>n Franschman,<br />

die dan ook als een van <strong>de</strong> scheppers van <strong>de</strong>n „William and Mary style"<br />

beschouwd moet wor<strong>de</strong>n.<br />

Na <strong>de</strong>n dood van Willem 111 in 1702 sleept ook in ons land <strong>de</strong> paleisbouw<br />

en sierkunst zich <strong>voor</strong>t tot <strong>de</strong>n Vre<strong>de</strong> van Utrecht in 1713.<br />

Bij <strong>de</strong>ze paleis-sierkunst in ons land moest een beroep gedaan wor<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r. Hoe staat het met hem ? Wij zei<strong>de</strong>n het<br />

reeds : <strong>de</strong> laatste schil<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong>n gou<strong>de</strong>n eeuw wor<strong>de</strong>n niet door gelijkwaardigen<br />

vervangen. Wij wezen reeds op A e r t d e G e 1 d e r, wij<br />

noemen nu on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> genreschil<strong>de</strong>rs Richard B r a h e r b u r g en<br />

C o r n e l i s D u s a r t, die respectievelijk in 1702 en 1704 van het<br />

tooneel verdwijnen, en W i 11 e m van M i e r is en zijn zoon Frans.<br />

Als <strong>de</strong>ze laatste in 1763 sterft, is <strong>de</strong> Leidsche genre-school van Gerard<br />

Dou en Frans van Mieris <strong>de</strong>n Ou<strong>de</strong>n, in flauwen smaak verloopen.<br />

Het landschap als natuurlijk beeld van <strong>de</strong> Hollandsche natuur was al<br />

eer<strong>de</strong>r verloren. Na Ludolf Bakhuizen, wiens werkzaamheid in 1708<br />

een ein<strong>de</strong> neemt, zullen noch V i t r i n g a, noch Rietschoof, of <strong>de</strong><br />

vroeg gestorven H e n d r i k Kobe 11 het zeegezicht in stand hou<strong>de</strong>n.<br />

De traditie van Ph. W o u w er mans houdt militaire schil<strong>de</strong>rs als<br />

fan Wijck, Dirk Maes en fan Hugtenburg nog op<br />

<strong>de</strong> been, fan W e e n i x is in 1719 gestorven, het vogelstuk in <strong>de</strong>n<br />

trant van H o n d e c o e t e r vindt bij <strong>de</strong>n Dordtschen schil<strong>de</strong>r A e r t<br />

Schouman en Abraham Bischop steun.<br />

Zulke stillevens, en <strong>voor</strong>al bloemstukken, incorporeeren zich trouwens heel<br />

goed in <strong>de</strong> nieuwe <strong>de</strong>coratieve lunst. fan Weenix maakte zelfs een groot<br />

<strong>de</strong>coratief ensemble van jachtstillevens, op bestelling van Johan Willem<br />

van <strong>de</strong> Palts <strong>voor</strong> het slot Bensberg, dat later naar Schleissheim in Beieren<br />

werd overgebracht. Geheel naar een eenvoudig en grootsch naturalisme als<br />

dat waartoe <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re genres in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw waren uitgegroeid,<br />

was het Hollandsche bloemstuk niet ge'e'volueerd. Tot hef mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />

achttien<strong>de</strong> eeuw zullen fan van Huysum, Rachel Ruysch<br />

en L e e n r a a d R a e p e 1 hun tactisch samengestel<strong>de</strong>, <strong>de</strong>coratieve<br />

bloemstillevens, gezocht weten te maken in heel Europa. Op hun tradities<br />

werken fan van 0 s, 1744-1808, en zijn zoon George J. v a n<br />

0 s <strong>voor</strong>t, en zullen ook <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> S p a e n d o n c h s tot diep in <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw hef bloemstilleven in eere hou<strong>de</strong>n.<br />

Als <strong>de</strong> paleisstijl van Willem 111 tenein<strong>de</strong> is, dan zijn toch zijn <strong>de</strong>coratieve<br />

pogingen nog niet verloren.<br />

157


Van het vorstenverblijf naar <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong>n regent, of <strong>de</strong>n grootera<br />

koopman in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eéuw, is slechts een stap.<br />

Hoe veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw het woonhuis Hoe veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

meubels 1<br />

Van een stoel in <strong>de</strong> gloriedagen van Vermeer of Pieter <strong>de</strong> Hoogti, Ilan<br />

moeilijk gezegd wor<strong>de</strong>n dat hij „gemakkelijk" is. Men ziet aan <strong>de</strong>ze<br />

stoelen dat er niet veel op gezeten werd ; <strong>de</strong> mannen zijn ter vaart, heel<br />

om <strong>de</strong>n wereldkloot, <strong>de</strong> vrouwen zijn bezig. De achttien<strong>de</strong>-eeuwsche stoel<br />

is er een om op te zitten. Dat moeten ze in <strong>de</strong> achtlen<strong>de</strong> eeuw veel gedaan<br />

hebben ; die stoelen zijn ware afdrukken van gezeten menschen. Zeper,<br />

<strong>de</strong> rijke loopman stond wel eens op, maar dan was het om op <strong>de</strong> hooge<br />

stoep met een pijp in <strong>de</strong>n mond <strong>de</strong> vaten en balen te tellen, die in zijn on<strong>de</strong>rhuis,<br />

vanuit <strong>de</strong> schepen in <strong>de</strong> gracht, wer<strong>de</strong>n binnengedragen of gerold.<br />

Het groote grachtenhuis in Holland zou in Italië <strong>de</strong> benaming „palazzo"<br />

volkomen verdienen. De Fransche invloed van Marot heeft er lang nagewerkt,<br />

in <strong>de</strong> versiering van <strong>de</strong> op zeer ontwikkel<strong>de</strong> plattegrond opgetrokken<br />

woningen, en <strong>de</strong> Fransche mo<strong>de</strong> op het gebied van <strong>de</strong> sierkunst zal er in<br />

wor<strong>de</strong>n opgenomen, beter: verwerkt wor<strong>de</strong>n, want <strong>de</strong> Hollandsche geaardheid<br />

gaat er niet in te loor.<br />

In <strong>de</strong>n tijd van Willem 111 had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs T e r west en<br />

en v an <strong>de</strong>r S c h u e r in <strong>de</strong> Trveszaal een goe<strong>de</strong> staal gegeven van<br />

die internationale sierkunst, die in het Haagsche milieu wordt nagestreefd.<br />

Zoowel Augustinus Terwesten, í169U, als Mattheus<br />

T e r w es ten 1* 1696, waren Kunstenaars van <strong>de</strong> beteekenis van G e r a r d<br />

d e La i r e s s e, die uit Luik naar Amsterdam was gekomen. Ooh diens<br />

aca<strong>de</strong>mische kunst leen<strong>de</strong> zich <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> <strong>de</strong>coratieve toepassing, en eigenlijk<br />

is het jammer dat <strong>de</strong> Rotterdammer Adriaan van <strong>de</strong>r Werf f<br />

zich tot schil<strong>de</strong>rijen, en vaak zeer kleine, bepaal<strong>de</strong> ; zijn kunst zou, versierend<br />

toegepast, heel veel beter te waar<strong>de</strong>aren zijn geweest, dan nu zij in<br />

glas- en porseleinachtige behan<strong>de</strong>ling, in precieus en pretentieus formaat,<br />

('t kleine is dit zelfs vaker dan het groote) niet te verdragen is. Ilan <strong>de</strong>r<br />

Werff's leerling H e n d rik v a n L i m b o r c h was ten minste een<br />

goed portrettist.<br />

Vanuit <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw reeds had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs door hef schoorsteenstuk<br />

<strong>de</strong>l genomen aan <strong>de</strong> versiering van het interieur. Aan het eind van <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> lassos-<strong>de</strong>-porie een an<strong>de</strong>re gelegenheid om door<br />

een stilleven van wild en gevogelte, of door een bloemvaas <strong>de</strong>el te nemen aan<br />

het décor van het interieur. Weldra zullen <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n vrij zijn <strong>voor</strong><br />

beschil<strong>de</strong>ring in allegorische figuurstukken en litteraire landschappen, die<br />

in <strong>de</strong> plaats komen van <strong>de</strong> Vlaamsche wandtapijten, „verduren" genoemd.<br />

158


De Franschman Fre<strong>de</strong>rik <strong>de</strong> Moucheron was in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong><br />

eerste die in Holland met landschappen als wandversiering aankwam,<br />

landschappen die aansloten bij het „Italianismo" uit hef laatste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r<br />

eeuw. Voor figuurschil<strong>de</strong>rs kwamen in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw ook <strong>de</strong> groote<br />

ron<strong>de</strong>, ovale, of gebogen omlijn<strong>de</strong> zol<strong>de</strong>rvlakken ter beschikking, toen <strong>de</strong><br />

balkzol<strong>de</strong>ringen vervangen wer<strong>de</strong>n door plafonds in stuc.<br />

De eenige onzer schil<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n gelegenheid met meesterschap<br />

vervul<strong>de</strong> is <strong>de</strong> Amsterdammer f a co h d e Wit, 1695-1754, die te<br />

Antwerpen geschoold werd door het copieëren van Rubens. Hij ontwikkel<strong>de</strong><br />

zich tot een <strong>de</strong>corateur van internationaler snit. Hij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

altaren <strong>de</strong>r Amsterdamsche schuilkerken altaarstukken, en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zalen<br />

<strong>de</strong>r grachtenhuizen plafonds. Met virtuoze vaardigheid werpt hij zijn<br />

f<br />

iguren in plafonneeren<strong>de</strong> perspectief op wolken en tegen het blauw <strong>de</strong>r<br />

lucht. Door een levendig spel in kleur en belichting vergeet <strong>de</strong> beschouwer<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling, en heeft <strong>de</strong> verveling van <strong>de</strong> allegorie geen vat op hem.<br />

Er is iets van Veronese, er is wat meer van Coipel in zijn werk, maar er<br />

is tenslotte toch ook wel iets stevig Hollandsch in <strong>de</strong> struische ste<strong>de</strong>maag<strong>de</strong>n<br />

en zelfs in <strong>de</strong> tuimelen<strong>de</strong> en stoeien<strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rfiguren.<br />

De naam van <strong>de</strong> Wit is <strong>voor</strong>t blijven leven door zijn imitaties van reliefs,<br />

„en camaieux", uitgevoerd. 't Is typisch Hollandsch dat wat er imitatief,<br />

illusionistisch, „ref echt", in zijn werk was, het meest en liet langst aansloeg.<br />

De nabootsing van <strong>de</strong>ze grauwtjes, van <strong>de</strong>ze „Witjes" geeft een geslacht<br />

van latere <strong>de</strong>corateurs arbeid, on<strong>de</strong>r hen heeft <strong>de</strong> Amsterdammer f a cq<br />

u e s Kuyper, als een <strong>de</strong>r laatsten (1761-180tí) uitgemunt.<br />

Toen Amsterdam <strong>de</strong> eenige groote opdracht <strong>de</strong>r eeuw te vergeven had,<br />

bleef het dui<strong>de</strong>lijk dat er niemand an<strong>de</strong>rs was om haar te vervullen dan<br />

Jacob <strong>de</strong> Wit. 't Moet uiterste noodzaak zijn geweest dat <strong>de</strong> wand in <strong>de</strong><br />

zaal van het Raadhuis, die door <strong>de</strong>n opdracht <strong>de</strong>n naam Mozeszaal kreeg,<br />

aan <strong>de</strong>n katholieken <strong>de</strong> Wit werd gegeven.<br />

Schmidt Degener heeft terecht opgemerkt, dat <strong>voor</strong> het on<strong>de</strong>rwerp„ Mozes<br />

kiest <strong>de</strong> Oudsten <strong>de</strong>s vollis" <strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong>bij was toen met het internationale<br />

aca<strong>de</strong>misme <strong>de</strong> Olympus en zijn bewoners waren teruggekeerd.<br />

Een sterke trek naar het internationale kenmerkt <strong>de</strong> eeuw. Rome heeft weer<br />

nieuwe aantrekkelijkheid. Jean Grandjean en Daniël Dupré<br />

behooren tot hen die er heen trekken. Zij zijn niet geïnspireerd door <strong>de</strong><br />

beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vlucht <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst als <strong>de</strong> naar Italië trekken<strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>eeuwers.<br />

Zij zoeken niet als hun confraters van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw<br />

frissche indrukken van een volksleven, on<strong>de</strong>r een warmen hemel en een mild<br />

klimaat, maar zij gaan er heen ter bestu<strong>de</strong>ering van het nieuwe klassicisme,<br />

dat als een golf over Europa zal gaan. Dat an<strong>de</strong>rzijds Parijs een magneet<br />

159


is spreekt van zelf, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs die er heen gaan wordt H a a g,<br />

<strong>de</strong> dierenschil<strong>de</strong>r genoemd en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> graveurs-illustrators : R e i n ier<br />

Y i n h e le s, die aan het Fransche <strong>voor</strong>beeld een zekere sierlijkheid in<br />

het teekenen en losheid in het hanteeren van <strong>de</strong> graveernaald komt vragen.<br />

Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>n Stadhou<strong>de</strong>r-koning wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> artistieke ban<strong>de</strong>n met Engeland<br />

niet meer verbroken : A er t S c h o u m n n gaat in 1765 en W ij n an d<br />

Hendriks in 1775 naar Lon<strong>de</strong>n.<br />

De internationale orienteering op staatkundig terrein maakte met <strong>de</strong><br />

Fransche Revolutie in 1795 een <strong>voor</strong>loopig ein<strong>de</strong> aan onze onafhankelijkheid.<br />

Mr. A. Staring schrijft over dat eeuw-ein<strong>de</strong> terecht :<br />

„Ook bij <strong>de</strong> kunst kregen <strong>de</strong> praten<strong>de</strong> theoretici <strong>voor</strong>loopig <strong>de</strong> overhand.<br />

Er kwam wel geen algeheele afbraak van het bestaan<strong>de</strong>, maar er werd ruim<br />

baan gemaakt <strong>voor</strong> bombast en <strong>voor</strong> hoogheidswaan. De Dunst <strong>de</strong>r natuur<br />

moest zich terugtrekken op een stillen achtergrond. Al geeft hit ein<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw op Kunstgebied niet het beeld van Krachtigen bloei, <strong>de</strong><br />

gezon<strong>de</strong> knop was er waaruit <strong>de</strong> bloem moest <strong>voor</strong>tkomen".<br />

De schrijver han daarbij niet het oog gehad hebben op <strong>de</strong> bloemschil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>corateurs van <strong>de</strong>ur- en spiegelstukken, noch op <strong>de</strong> landschapschil<strong>de</strong>rs<br />

die tot behangselschil<strong>de</strong>rs waren afgedaald, al mag dan ook, <strong>voor</strong>al tegen<br />

het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r eeuw, als <strong>de</strong> gefantaseer<strong>de</strong> Italiaansche landschappen vervangen<br />

wor<strong>de</strong>n door gezichten op <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>rlandschen bo<strong>de</strong>m, hun werk ware<br />

charme hebben. Hij moet oog hebben op an<strong>de</strong>ren, en van die wordt het tijd<br />

te verhalen.<br />

„La Hollan<strong>de</strong> se sauve toujours par le portret" heeft Eugène Fromentin<br />

terecht geschreven, en het is dan ook steeds bij <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>rs dat wij<br />

het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren veilig weten. Hef portret houdt niet alleen<br />

<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r als vanzelf binnen <strong>de</strong> bedding zijner kunst, maar het is een<br />

<strong>voor</strong>tgezet verlangen van het publiek, ook in tijdperken waarin <strong>de</strong> kunstzin<br />

daalt, <strong>de</strong> Kunstmin zakt.<br />

Aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw werd het portret in formaat verkleind.<br />

De portretverzamelingen <strong>de</strong>r burgers, die <strong>voor</strong> het aanleggen ervan<br />

in aanmerking kwamen, had<strong>de</strong>n reeds veel van <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n in vertrekken en<br />

gangen opgeëischt. De <strong>voor</strong>treffelijke schil<strong>de</strong>rskwaliteiten van <strong>de</strong> latere<br />

meesters als Barth. v an d e r H e ls t en fan M ij tens ston<strong>de</strong>n<br />

het volgend geslacht ten <strong>voor</strong>beeld, maar <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> kleine portretten van<br />

Caspar N e t s c h e r (1639-1684) wer<strong>de</strong>n zeer bewon<strong>de</strong>rd en hun<br />

klein formaat overgenomen. Caspar Netscher, te Hei<strong>de</strong>lberg geboren, werkte<br />

vrij lang te Parijs waar hij Madame <strong>de</strong> Montespan en haar zoontje <strong>de</strong>n<br />

„duc <strong>de</strong> Maine" schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Ooh aan zijn Hollandsche mo<strong>de</strong>llen gaf hij een<br />

160


zekere Fransche chic die waar<strong>de</strong>ering vond. Zijn bei<strong>de</strong> zoons zetten zijn<br />

portretwerk <strong>voor</strong>t, Constantijn Netscher tot 1723, Theodoor<br />

N e t s c h e r, waarvan heel weinig, maar goed werk is overgebleven,<br />

tot 1732.<br />

In <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd werkt <strong>de</strong> Dortsche portretschil<strong>de</strong>r Arno 1 d Bo on<br />

e n te Amsterdam. Zijn naam is <strong>voor</strong>al bewaard als die van <strong>de</strong>n leeraar<br />

van <strong>de</strong> twee belangrijke meesters <strong>de</strong>r eeuw : Cornelis Troost en Johan<br />

Maurits Quinkhard.<br />

Het regentenstuk dat na „<strong>de</strong> Staalmeesters" niet honger stijgen kon, vindt<br />

daarom nog wel talentvolle toewijding. In Haarlem schil<strong>de</strong>rt Fran a<br />

Decker, 1684-1751, <strong>de</strong> regentessen van het Elisabeth Gasthuis, het<br />

zelf<strong>de</strong> gesticht waarvan Hals <strong>de</strong> regenten in 1641 bijeenbracht op zijn<br />

beroemd stuk. Care 1 d e Moo r, 1656-1738, uit Lei<strong>de</strong>n, schil<strong>de</strong>rt in<br />

1717 het regentenstuk met kwaliteiten, dat zich in het Haagsche Raadhuis<br />

bevindt.<br />

Doch in 1724 ontstaat het imponeeren<strong>de</strong> „Collegiam Medicum" van<br />

Cornelis Troost (1697-1750).<br />

Met groote schil<strong>de</strong>rsvaardigheid, met smaak en geest, zijn <strong>de</strong> opgeblazen<br />

doctors geschil<strong>de</strong>rd. De ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>r in Troost gaat op in <strong>de</strong>n portrettist,<br />

die een scherp typeer<strong>de</strong>r van zijn mo<strong>de</strong>llen is. Dezen zijn nu eenmaal<br />

niet <strong>de</strong> wijze mannen van Rembrandt, maar van hun waardigheid heeft<br />

Troost niets in het duister gelaten, dank zij een macht over verf en penseelen,<br />

die geen an<strong>de</strong>r kunstenaar van dien tijd meer heeft, en die zeker<br />

zoo groot is als die van Van <strong>de</strong>r Helst.<br />

Bij zijn al te groot „Regentenstuk van het Aalmoezeniers-Weeshuis'<br />

uit I729, overheerscht <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>r, en is een an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> van Troost's<br />

talent innig met het werk vervlochten, want ook <strong>voor</strong> het schil<strong>de</strong>ren van<br />

tooneelschermen had hij bijzon<strong>de</strong>re vaardigheid, en meer dan éen décor<br />

van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n schouwburg op <strong>de</strong> Keizersgracht is door hem geschil<strong>de</strong>rd.<br />

Wagenaar heeft een <strong>de</strong>zer décors beschreven : „De nieuwe Hofzaal, door<br />

<strong>de</strong>n kunstrijken Cornelis Troost geschil<strong>de</strong>rd, bestaat eveneens uit vier<br />

schermen aan elke zij<strong>de</strong>, en uit twee schutschermen of achterstukken,<br />

een met eene Poort van <strong>de</strong> Korinthische or<strong>de</strong> en eene met een Troon. Alles<br />

is met zinnebeel<strong>de</strong>n versierd. Men lean <strong>de</strong>ze zaal ook bij <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

scherm afsluiten, door een schutdoek, waarop een fraaie schoorsteen geschil<strong>de</strong>rd<br />

is ; en <strong>de</strong> zijschermen met groen geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> paneelgin behangen,<br />

wanneer zij eene zwierige he<strong>de</strong>ndaagsche kamer vertoont". In zoon soort<br />

décor zitten <strong>de</strong> regenten bijeen en vormen wel een zeer potsierlijk gezelschap.<br />

Waar is <strong>de</strong> gezondheid <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren, b.v. die van <strong>de</strong> schutters<br />

uit Hals' eerste stuk uit 1616 gevaren, vragen wij ons af <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lange<br />

11<br />

161


krijtwitte gezichten. 't Is moeilijk te geldoven dat dit groote werk, toen het<br />

<strong>de</strong> opdrachtgevers getoond werd, heelemaal au sérieux genomen is. En toch<br />

moet dit het geval geweest zijn. Een dui<strong>de</strong>lijker beeld van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong><br />

ontaarding van <strong>de</strong> Hollandsche beau-mon<strong>de</strong> lean men niet wenschen.<br />

Toch is het ook al weer niet goed <strong>de</strong>nkbaar dat Troost, die een zeer vermaakt<br />

beschouwer van zijn tijd geweest is, niet iets toegevoegd heeft<br />

aan <strong>de</strong> potsierlijkheid.<br />

Want in een an<strong>de</strong>r soort werk, dat hij in een eigen procédé, half pastel,<br />

half waterverf en krijt, uitvoer<strong>de</strong>, heeft hij met geslepen opmerkingsgaven<br />

<strong>de</strong> dwaashe<strong>de</strong>n en hebbelijkhe<strong>de</strong>n, malle strijkages en drastische vrijages<br />

buitengemeen weten te karakteriseeren. Hij heeft dit gedaan als illustrator<br />

van Lingelbach's „Ont<strong>de</strong>kte Schijn<strong>de</strong>ugd" of van Asseljn's „Jan Claeszoon<br />

ofte gewaan<strong>de</strong> Dienstmaaght", maar ook in on<strong>de</strong>rwerpen aan zijn eigen<br />

brein ontsproten.<br />

In het kleine zaaltje van het Mauritshuis hangen zij bijeen, <strong>de</strong> pastelteekeningen,<br />

bekend als „Een kransje bij Biberius", en meer nog on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

titel „N.E.L.R.1." 't Gaat over een letterkundig vrien<strong>de</strong>nkransje dat van<br />

lieverle<strong>de</strong> ontaard was in een slempcollege, een dronkemanspartij zon<strong>de</strong>r<br />

weerga, waarin Troost zich <strong>de</strong> verre nazaat van Steen toont. De serie<br />

verdient haar reputatie, mogelijk echter gaan <strong>de</strong> „Huwelijksaanvraag van<br />

Baartje Jans" en <strong>de</strong> „Lief<strong>de</strong>sverklaring van Reinier Adriaanszen aan<br />

Saartje fans" er in karakterteekening nog boven uit.<br />

Q u i n k h a r d, 1688-1772, is zeker <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re van Troost doch<br />

een zeer aantrekkelijk portretschil<strong>de</strong>r, ook in hef klassieke formaat van <strong>de</strong><br />

miniatuur. Hij schiet te lort in <strong>de</strong> teekening, maar heeft een warm aangenaam<br />

coloriet. De gegoe<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand poseer<strong>de</strong>, bij <strong>voor</strong>keur in familiegroepen,<br />

met <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Amsterdammer, die ook <strong>de</strong> omgeving<br />

van <strong>de</strong> geportretteer<strong>de</strong>n tot haar recht <strong>de</strong>ed lomen. De portretten van <strong>de</strong>n<br />

jonggestorven Julius Quinkhard, van Tibout Regters<br />

en van an<strong>de</strong>ren, na<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> belangstelling, die zij aan het vertrek<br />

en <strong>de</strong> meubileering geven, het genreschil<strong>de</strong>ren. Als altijd, alleen als <strong>de</strong><br />

Hollan<strong>de</strong>r zijn volle aandacht geeft, heeft hij kansen.<br />

En die aandacht geven Phi 1 i p s v an Dij 1, 1683-1753, Hier on<br />

ymus van <strong>de</strong>r M ii, 1687-1762, en Jacobus Buys, leerling<br />

van Troost. Ook het Regentenstuf behoudt die aandacht : A e r t<br />

S c h o u man schil<strong>de</strong>rt zijn Regentenstuk in het Raadhuis te Mid<strong>de</strong>lburg<br />

in 1787, en W y b r a n d H e n d r ik s, geboren Amsterdammer, die<br />

zich in 1776 te Haarlem vestigt, schil<strong>de</strong>rt levensgroot in 1785 <strong>de</strong><br />

Regenten van Teyler's hofje.<br />

Maar Hendriks is zeker niet het meest te waar<strong>de</strong>eren in zijn groote<br />

162


schil<strong>de</strong>rijen, waarin hij noch <strong>de</strong> perspectivische ruimtewerking <strong>de</strong>r achtergron<strong>de</strong>n,<br />

noch <strong>de</strong> anatomische plastiek <strong>de</strong>r figuren volkomen beheerscht.<br />

In ie<strong>de</strong>r geval Komt hij in die werken <strong>de</strong> Engelsche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, die hij<br />

op een reis in 1755 heeft kunnen opnemen, niet nabij.<br />

Had hij aanvankelijk lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> binnenhuis en landschap, en wist hij<br />

<strong>de</strong>ze tot uitrdukking te brengen in behangselschil<strong>de</strong>rijen, dan wordt hij<br />

toch <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> zeer verdienstelijke schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> menistenburgers<br />

van Haarlem, toen hij <strong>de</strong>ze in groepen, in kleiit formaat, in<br />

hun wel stijlvolle, maar toch ook wel wat duffe interieurs, uitbeeld<strong>de</strong>.<br />

Met levendige penseelstreek weet hij het karakter zijner personages tot<br />

aan <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> caricatuur <strong>voor</strong> ons neer te zetten in hamers,<br />

waarvan hij <strong>de</strong> atmosfeer voelbaar maakt, door gewetensvolle schil<strong>de</strong>ring<br />

van binnenhuis en stilleven.<br />

Er zou<strong>de</strong>n nog veel meer goe<strong>de</strong> portrettisten aan te wijzen zijn. Maar die<br />

wij noemen Dunnen reeds <strong>de</strong> meering staven, dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van het portret<br />

en <strong>de</strong> groep zich on<strong>de</strong>r hun confraters het best hiel<strong>de</strong>n. Zij droegen er ook<br />

niet weinig toe bij om, zien<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> menschen die zich in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft<br />

<strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw lieten portretteeren, weer courage te krijgen.<br />

Met een waarlijk aandoenlijke berusting zijn <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n afgetre<strong>de</strong>n<br />

van het hooge staatkundige voetstuk waarop <strong>de</strong> moed, <strong>de</strong> ontembare on<strong>de</strong>rnemingslust<br />

en het Koppige doorzettingsvermogen van een paar generaties<br />

het gemeenebest geplaatst had<strong>de</strong>n. Na <strong>de</strong> Engelsche oorlogen is Holland<br />

geen groote mogendheid meer, en't heeft natuurlijk eerogen tijd gevor<strong>de</strong>rd<br />

<strong>voor</strong> wij dit goed beseften. Maar het is dui<strong>de</strong>lijk : <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs nemen<br />

hun lot weer in han<strong>de</strong>n en richten hun staatshuishou<strong>de</strong>n op een lager plan<br />

opnieuw in.<br />

De lamp van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst is, in ie<strong>de</strong>r geval, bran<strong>de</strong>nd gebleven. dolland<br />

bleef schil<strong>de</strong>ren. Wij hebben zelfs wel eens <strong>de</strong>n indruk dat in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong><br />

eeuw, nog meer dan in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>, geschil<strong>de</strong>rd en geteekend werd en<br />

dat het publiek eer<strong>de</strong>r meer, dan min<strong>de</strong>r, meeleef<strong>de</strong>. Dit werd toen <strong>de</strong>n<br />

burger gemakkelijker gemaakt. Eens<strong>de</strong>els wer<strong>de</strong>n, wij zagen het, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs<br />

„artisans", kunsthandwerkslie<strong>de</strong>n, die als décorateurs en <strong>voor</strong>al als<br />

behangselschil<strong>de</strong>rs dichtbij <strong>de</strong>n werkman kwamen, maar <strong>de</strong> fijn-schil<strong>de</strong>rs<br />

en portrettisten waren in <strong>de</strong>n regel theoretisch geschool<strong>de</strong>, naar het<br />

klassicisme gekeer<strong>de</strong> geesten.<br />

De zeventien<strong>de</strong> eeuwsche schil<strong>de</strong>rijen waren „á prendre ou á laisser",<br />

<strong>de</strong> burger nam ze op, Lo<strong>de</strong>wijk XIV liet ze liggen (Enlevez-moi ces<br />

magots 1). Over <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw viel te praten. Het<br />

klassicisme immers was te leerera, en <strong>de</strong> leek kon zich door studie toegang<br />

163


verschaffen tot die wereld. De dilettant kwam in persoonlijker omgang met<br />

<strong>de</strong>n kunstenaar, die immers een „heer" was, zooals <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r-teekenmeester,<br />

door zijn leerlingen, toegang had tot <strong>de</strong> families.<br />

De belangstelling en <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> wil is heel levend en het moet hierop zijn dat<br />

Mr. Staring, misschien nog meer dan op Benige goe<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs, zijn<br />

optimisme bouwt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eeuw.<br />

164


XIII.<br />

DE NEGENTIENDE EEUW. — In het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw<br />

wordt weer een groote tijd <strong>voor</strong> het Hollandsche<br />

schil<strong>de</strong>ren ontsloten.<br />

olland schil<strong>de</strong>rt ook aan het eind van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw.<br />

De teekengenootschappen rijzen in <strong>de</strong> Hollandsche ste<strong>de</strong>n uit<br />

<strong>de</strong>n grond.<br />

In <strong>de</strong> hoofdstad wordt in 1777 Felix Merites opgericht, dat in een nieuw,<br />

bijzon<strong>de</strong>r weidsch gebouw aan <strong>de</strong> Keizersgracht in 1789, ook zalen <strong>voor</strong><br />

muziek en beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> }dunst ter beschikking heeft.<br />

Op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen in het Rijksmuseum van <strong>de</strong>n te Tilburg geboren<br />

Adriaan d e L e I i e, 1755-1820, vin<strong>de</strong>n wij het enthousiasme van<br />

geleer<strong>de</strong>n, van kunstenaars en dilettanten vertolkt op <strong>de</strong> „lezing van Prof.<br />

van Swin<strong>de</strong>ren", 1788, „<strong>de</strong> Anatomische les van Prof. Bonn", 1792, „<strong>de</strong><br />

Teekenzaal", 1801, en <strong>de</strong> „Beel<strong>de</strong>ngalerij" van 1807. 't Zijn in al hun<br />

eenvoud en „droogte" toch zeer amusante schil<strong>de</strong>rijen. Vooral kleine<br />

figuren, portretten, die hij ook als zoodanig behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, weet hij levendig<br />

te groepeeren en van wat er uit Felix Merites of <strong>de</strong> Stadsteekenaca<strong>de</strong>mie<br />

aan belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunsten werd gevraagd en verkregen, vertellen<br />

zijn schil<strong>de</strong>rijen overtuigend.<br />

Het teekenen behoort in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw tot elke opvoeding,<br />

en dit teekenen heeft zon<strong>de</strong>r twijfel tot het vormen van een vruchtbaar<br />

maecenaat niet weinig bijgedragen, toen Holland een welvaren<strong>de</strong><br />

mogendheid van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang was gewor<strong>de</strong>n.<br />

Men kan vaststellen, dat goe<strong>de</strong> smaak op het gebied van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

vrij algemeen verspreid was. Niet alleen dat <strong>de</strong> meesters, speciaal die<br />

van het portret, in Frankrijk en in Engeland juist wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rkend.<br />

Maar aan het eind van <strong>de</strong> eeuw hebben <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

165


zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zaten, weer dui<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> Dogen.<br />

Hebben wij in het begin van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> uitloopers van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

genres Runnen volgen tot hun schijnbaar ein<strong>de</strong>, aan het ein<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r eeuw ontmoeten wij weer <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw, maar dan als stimuleerend<br />

<strong>voor</strong>beeld, waar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs overigens ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>erd on<strong>de</strong>r blijven.<br />

Jan E h e 1 s, geb. 1759, heeft het zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche binnenhuis op<br />

hef oog. Jan v an 0 s, geb. 1744 probeert het opnieuw met het ou<strong>de</strong><br />

zeestuk. Jacob v an S t r ij, geb. 1756, heeft Cuyps' werk in het<br />

hoofd. Johannes Kobe 11, geb. Ií78, <strong>de</strong>nkt bij het schil<strong>de</strong>ren<br />

van zijn landschappen met vee aan Paulus Potter. Egbert v an<br />

Drielst, geb. 1746, Pieter Barbiers, geb. 1748, en fan<br />

H u 1 s w it gaan bij ,Jacob van Ruysdael en Mein<strong>de</strong>rt Hobbema in <strong>de</strong><br />

leer, als zij hun romantisch geboomte opbouwen.<br />

Zoo ontstaat weer <strong>voor</strong>zichtig een landschapschil<strong>de</strong>rkunst, geënt op <strong>de</strong>n<br />

ou<strong>de</strong>n stam. Aan <strong>de</strong>n jonggestorven Wouter Johannes v an<br />

T r o o s t w ij k, 1782-1810, die aan Adriaan van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> herinnert, lean<br />

ook nu nog, niet alleen aandacht, maar ook bewon<strong>de</strong>ring gegeven wor<strong>de</strong>n.<br />

De portretschil<strong>de</strong>rs, die zich langer dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren „goed" had<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n,<br />

loopera nu terug.<br />

Bij alle belangstelling, die portretten en portretgroepen van P. C. W o n<strong>de</strong>r<br />

of R i e n k J e ig e r h u i s ook van ons vragen, is het toch<br />

uitgesloten, dat wij ver<strong>de</strong>r gaan en onze bewon<strong>de</strong>ring geven.<br />

De vervelen<strong>de</strong> vertrekken waarin <strong>de</strong> geportretteer<strong>de</strong>n bijeenzitten, bezien<br />

wij tot in kleinighe<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> menschen zelf beschouwen wij als curiosa en,<br />

zijn tog er <strong>voor</strong> in <strong>de</strong> stemming, dan mijmeren wij niet ongenoeg'lijh <strong>voor</strong>t<br />

over <strong>de</strong>n tijd waarin zij leef<strong>de</strong>n .... Van warmte om het hart, die <strong>de</strong><br />

gloed, <strong>de</strong> schoonheid, of het karakter van kunstwerken bij ons oproept, is<br />

geen sprake. 't Is daarom niet te verwon<strong>de</strong>ren, dat aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> Franschman P e r r o nn e au en <strong>de</strong> Duitscher T i s c hb<br />

e i Hopdrachten kregen ; in dien tijd schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> geen Hollan<strong>de</strong>r met<br />

zoo fijne en psychologische toets als Perronpeau, en had geen Hollandsch<br />

palet fleuren tot het schil<strong>de</strong>ren van een incarnaat, als dat wat Tischbein,<br />

op het portret van Wilhelmina van Pruisen, in harmonie wist te brengen<br />

met het bestoven wit van het haar en het frissche groen van <strong>de</strong> bleeding.<br />

In het eerste kwart <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw zal <strong>de</strong> Engelschman C. H.<br />

Hodges, 1764-1837, geen me<strong>de</strong>dinger van formaat te bekampen<br />

hebben on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Hollandsche portretschil<strong>de</strong>rs, als hij met al <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvinding<br />

van <strong>de</strong> Engelsche school, in <strong>de</strong>n trant van Sir T h o m a s<br />

Lawrence, houding weet te geven aan <strong>de</strong> portretten van mannen<br />

166


en vrouwen van beteekenis in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. Met leerstellige zekerheid<br />

geeft hij zijn figuren plastiek, en met een vast kleurgevoel weet hij die<br />

plastiek ook op een afstand tot haar recht te doen komen. Van Hodges'<br />

teekening en fleur is <strong>de</strong> studiekop <strong>voor</strong> het statieportret van Koning<br />

Willem I in het Rijksmuseum, een overtuigend <strong>voor</strong>beeld.<br />

J. W. P i e n e m a n is <strong>de</strong> eerste naam, waarin <strong>de</strong> aankondiging van het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch réveil <strong>de</strong>r eeuw klinkt. Er bray zich, met <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van<br />

„<strong>de</strong> slag bij Waterloo", moed en Dracht opnieuw door, toen het Fransche<br />

<strong>voor</strong>beeld, door Louis David gegeven, weerklank vond in <strong>de</strong>zen sterken<br />

man, die met enthousiasme het historieschil<strong>de</strong>ren ook ten onzent opnam,<br />

om daarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst op een nieuw en honger plan, in een meer<br />

respirabele sfeer te heffen. Het hartstochtelijk beroep op <strong>de</strong> klassieken<br />

droeg ook bij hem vrucht.<br />

Bij al zijn wereldsche manieren was hij een eer<strong>de</strong>r ruwe persoonlijkheid.<br />

Met forschheid en spontaneïteit red<strong>de</strong> hij zijn theatralen veldslag.<br />

Deze tijd heeft weer eerbied gekregen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n moed en het vertrouwen,<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnemingsgeest en het doorzettingsvermogen van een J. W.<br />

Pieneman, die in een hamer van een woning in <strong>de</strong> Warmoesstraat te<br />

Amsterdam zijn „Hel<strong>de</strong>nmoed <strong>de</strong>s Prinsen van Oranje bij Quatre-Bras"<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, en door <strong>de</strong> beperkte ruimte zijn doek bij <strong>de</strong>elgin voltooi<strong>de</strong>,<br />

daar hij het niet geheel kon ontrollen. Op <strong>de</strong> „bonne fooi" begon hij zijn<br />

„Waterloo", waarvan hij alleen kon hopen, dat <strong>de</strong> ]honing het stuk ten<br />

slotte zou aankoopen.<br />

Meet <strong>de</strong> fouten van het doer zoo breed uit als gij wilt, er blijft zooueel over<br />

aan zichtbare Kwaliteiten, dat <strong>de</strong> nieuwe <strong>voor</strong>treffelijke opstelling in het<br />

Rijks Museum er volkomen door gerechtvaardigd wordt.<br />

Prof. Barge te Lei<strong>de</strong>n bezit het levensgroote portret van zijn grootmoe<strong>de</strong>r,<br />

dat J. W. Pieneman schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> met een meesterschap, dat waarlijk niet<br />

ver af ligt van dat, wat David in zijn potretkunst tot uiting bracht, een<br />

mooie, jonge vrouw in haar bruidstoilet, met veel plastische kracht uitgebeeld.<br />

In een prachtige gave techniek staat het witte satijn tegen <strong>de</strong> stevige<br />

fleur van het incarnaat en alles is zon<strong>de</strong>r aarzeling, en met <strong>voor</strong>tvarendheid,<br />

tot stand gekomen in 1846.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> J. W. Pieneman met drift en allure portretten, zijn zoon<br />

Nico 1 a as P i e n e m an weet <strong>de</strong> zijne wel een zekere waardigheid te<br />

geven, maar hij mist te zeer <strong>de</strong> kracht van zijn va<strong>de</strong>r, <strong>voor</strong>al als wij hem<br />

uitsluitend beoor<strong>de</strong>elen naar zijn portretten van zijn koninklijken vriend<br />

Willem III. Als Rid<strong>de</strong>r Pieneman echter <strong>de</strong> hoflucht verlaat en een meisjeskopje<br />

schil<strong>de</strong>rt zooals dat in het museum Fodor, dan is hij tenslotte toch een<br />

167


meester, maar niet van hetfôrmaat van zijn va<strong>de</strong>r, die ook maatschappelijk<br />

<strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r bracht op een an<strong>de</strong>r plan dan waarop <strong>de</strong><br />

behangselschil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> paysagisten, <strong>de</strong> bloemen-streefen<strong>de</strong> artisans en <strong>de</strong><br />

miniatuur-penseelen<strong>de</strong> fijnschil<strong>de</strong>rs zich bewogen.<br />

Wij zullen er op terugkomen, wat J. W. Pieneman als eerste presi<strong>de</strong>nt van<br />

Arti et Amicitiae en als eerste directeur van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten tot stand bracht, maar reeds nu opmerken, dat hem als stuwend<br />

<strong>voor</strong>ganger en leeraar,' door zijn leerling Jozef Israëls steeds groote lof<br />

werd gegeven en warme dank werd gebracht.<br />

Kan er niet geaarzeld wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Pieneman te verkiezen boven <strong>de</strong>n<br />

jongen Pieneman, zulks is ook het geval als wij oom en neef K r use man<br />

tegen elkan<strong>de</strong>r afwegen.<br />

Zij bei<strong>de</strong>n zijn het best te genieten als portretschil<strong>de</strong>rs. De weeke evangelische<br />

schil<strong>de</strong>rijen van oom C o r n e l i s von<strong>de</strong>n in zekere religieuze<br />

kringen groote waar<strong>de</strong>ering. Maar <strong>voor</strong> ons staat <strong>de</strong> zoetelijke theatraliteit<br />

van „ Jesus bij Martha en Maria" al te ver van een doorleef<strong>de</strong> kunst en een<br />

kun<strong>de</strong> met eigen karakter, en geeft het zoo weinig blijk van natuurobservatie,<br />

dat slechts <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong> sentimenteele romantiek, waarme<strong>de</strong> neef<br />

I. A. Kruseman gebeurtenissen uit onze va<strong>de</strong>rlandsche geschie<strong>de</strong>nis omhing,<br />

er <strong>de</strong> betrekkelijke waar<strong>de</strong> van in het licht stelt.<br />

Als portretschil<strong>de</strong>rs, d.w.z. als schil<strong>de</strong>rs die uit <strong>de</strong>n aard van <strong>de</strong> opdracht<br />

dicht bij <strong>de</strong> werkelijkheid moesten blijven, zijn oom en neef het meest te<br />

waar<strong>de</strong>eren, wij schreven het reeds. Onze waar<strong>de</strong>ering ten opzichte van<br />

elfan<strong>de</strong>r blijft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>. Cornelis Kruseman weet door iets levends en<br />

Irisc/i ons te treffen, doch al <strong>de</strong> kun<strong>de</strong> van J. A. Kruse in a n gaat<br />

ook in dit genre schuil on<strong>de</strong>r zoon armelijk theatrale en sentimenteele<br />

opstelling zijner figuren, dat wij er toe lomen haar te on<strong>de</strong>rschatten.<br />

De kolommen en draperieën, <strong>de</strong> balustra<strong>de</strong>n en tuinvazen van <strong>de</strong> Engelsche<br />

portretschil<strong>de</strong>rs zijn tot flauwe en onwezenlijke requisieten gewor<strong>de</strong>n, in<br />

afwachting van hun <strong>de</strong>finitieven dood in het atelier van <strong>de</strong>n portretfotograaf.<br />

En dan .... <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n I Indien er nu eens een enkele, zooals op het portret<br />

van Mevrouw Provo Kluit-Assing uit 1833, zijn meesteres aankeek<br />

alsof hij zeggen wil<strong>de</strong> : „weet U nog, hoe ik U als hind van <strong>de</strong>n dood<br />

red<strong>de</strong> door U uit <strong>de</strong>n vijver te halen I" Maar als J. A. Kruseman <strong>de</strong>n<br />

verzamelaar van <strong>de</strong>r Hoop schil<strong>de</strong>rt, vindt hij weer een hond die, in dit<br />

geval, zijn meester van een verdrinkingsdood op jeugdigen leeftijd red<strong>de</strong>...<br />

Tegenover <strong>de</strong>ze portretschil<strong>de</strong>rs, wier stijl en kun<strong>de</strong> <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> lijn volg<strong>de</strong>n<br />

van een <strong>voor</strong>bije glorie, was er toch reeds éénan het werk geweest die met<br />

aarzelen<strong>de</strong> toets eer<strong>de</strong>r een nieuw schil<strong>de</strong>ren aankondig<strong>de</strong>. In 1786 te<br />

Keulen geboren, was Jean Augustin D a i w a i 11 e iets ou<strong>de</strong>r<br />

168


dan J. W. Pieneman. blij bezocht, met zijn ou<strong>de</strong>rs naar Holland<br />

gekomen, het atelier van A. <strong>de</strong> Lelie. Van <strong>de</strong> zelfverzekerdheid van een<br />

Ii Wj Pieneman bezat hij niets. Zijn levensloop is dig van een bs1uite1oo2e.<br />

Korten tijd directeur van <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie, verliet hij <strong>de</strong>ze<br />

met <strong>de</strong> bedoeling naar Brazilië te gaan als agent van <strong>de</strong> Han<strong>de</strong>lmaatschappij.<br />

Hij vestig<strong>de</strong> zich echter te Rotterdam als portretschil<strong>de</strong>r, en<br />

overleed aldaar in 1850. De eenvoud en <strong>de</strong> natuurlijkheid in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>dracht<br />

van een portret als dat van <strong>de</strong>n Heer van Demmeltraadt, het<br />

tastend taakenen in analyseeren<strong>de</strong> plastiek van zijn zelfportret, <strong>de</strong> blon<strong>de</strong><br />

lichtval en <strong>de</strong> fijne atmosferische pleur van een vrouwenportret, doen<br />

ons in Daiwaille een directen <strong>voor</strong>looper zien van het réveil in ons figuurs..<br />

schil<strong>de</strong>ren, speciaal zooals het zich in Israëls' portretten zou uitspreken.<br />

Cornelis Kruseman was Daiwailles leerling, 't ware begrijpelijker indien<br />

Jozef Israëls het geweest ware.<br />

Het groote genre was en bleef, in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw, het<br />

figuurschil<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong>n vorm van het historiestuk. De aandacht, die door<br />

het beschaaf<strong>de</strong> publiek aan <strong>de</strong>ze kunstuiting gegeven werd, bunnen wij ons<br />

nu nauwelijks <strong>voor</strong>stellen. Zeker is, dat <strong>de</strong> „historie" hierbij verre boven<br />

het „schil<strong>de</strong>ren" werd gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

Dit historieschil<strong>de</strong>ren is een algemeen Europeesch verschijnsel, dat van uit <strong>de</strong><br />

Fransche romantiek in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong> zuiverste aanmoediging kreeg.<br />

E u g é n e D e 1 a c r o i x is te Parijs <strong>de</strong> wel bestre<strong>de</strong>n, maar toch<br />

algemeen erken<strong>de</strong> meester, die in <strong>de</strong> groote zaal van het Louvre, waarin<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw hangen, met Benige zeer groote en belangrijke<br />

doeken vertegenwoordigd is.<br />

Wij hebben <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> „1'Entrée <strong>de</strong>s Croisés á Constantinople", dat<br />

Delacroix in 1841 schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong> Versailles, waar Louis-Philippe hef<br />

Museum <strong>de</strong>r Fransche geschie<strong>de</strong>nis van wil<strong>de</strong> maken.<br />

In dit zeer groote schil<strong>de</strong>rij herleven Titiaan, Veronese en Rubens alle drie.<br />

Maar in <strong>de</strong>ze kalme overwinningsscène, „triomphale et apaisée", leeft<br />

volkomen origineel het beste van <strong>de</strong>ze tij<strong>de</strong>n : geen losgelaten barbaren<br />

komen <strong>de</strong> marmeren paleizen <strong>de</strong>r J3yzantijnsche keizers binnen, — maar<br />

<strong>de</strong> menschelijhe, e<strong>de</strong>lmoedige en melancholieke overwinnaars buigen zich<br />

van hun hooge paar<strong>de</strong>n naar grijsaards, vrouwen en hin<strong>de</strong>ren. Dit sentiment<br />

is zoo overheerschend dat het ons zelfs afleidt van <strong>de</strong> breedheid van het<br />

<strong>de</strong>coratieve en <strong>de</strong> pracht van het gezicht op <strong>de</strong>n „gou<strong>de</strong>n horen", 'n witte<br />

stad tegen het blauw en groen van zee en lucht, zooals Eugene Delacroix<br />

ze zag in Noord-Afrika. 0p dit hooge plan heeft niemand ten onzent<br />

romantische historie geschil<strong>de</strong>rd.<br />

169


Toch vond in Frankrijk zelf een Hollan<strong>de</strong>r zijn plaats in <strong>de</strong>ze beweging.<br />

jong was Ary S c h e f f e r, 1795-1858, uit Dordrecht, met zijn<br />

jongeren broer door moe<strong>de</strong>r Scheffer naar <strong>de</strong> Fransche hoofdstad gebracht.<br />

De moe<strong>de</strong>r, die een gou<strong>de</strong>n toekomst <strong>voor</strong> haar zoon verwachtte, is zeker<br />

niet teleurgesteld. 't Gelukte Ary Scheffer met één schil<strong>de</strong>rij <strong>de</strong> attentie<br />

van heel <strong>de</strong> wereld op zich te vestigen : „<strong>de</strong> jonge Augustinus en zijn<br />

moe<strong>de</strong>r Monica <strong>voor</strong> zijn inscheping in Ostia", 'n zeer romantisch<br />

on<strong>de</strong>rwerp, dat hij echter eer<strong>de</strong>r op klassicistische wijze in beeld bracht.<br />

Romantisch schil<strong>de</strong>r is hij meer in zijn „Graaf Eberhard <strong>de</strong>r Greiner" in<br />

Boymans, want daar is niet alleen het on<strong>de</strong>rwerp: <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, die hef tafellaken<br />

tusschen zich en zijn zoon doorsnijdt, romantisch, maar ook <strong>de</strong> op diep<br />

bruin ingestel<strong>de</strong> coloratie. Een „Gretchen aan <strong>de</strong> bron" maakte, in Holland<br />

tentoongesteld, veel indruk op <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> nieuwe generatie. In<br />

het va<strong>de</strong>rland zochten <strong>de</strong> historieschil<strong>de</strong>rs niet alleen gaarne on<strong>de</strong>rwerpen<br />

in <strong>de</strong> sfeer <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen, waar e<strong>de</strong>lvrouwen <strong>de</strong> Dogen ten hemel slaan<br />

en minstreelen, met zwierige haren en een ponjaard in hun gor<strong>de</strong>l, tegen <strong>de</strong>n<br />

zetel van <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lvrouw leunen, maar ook in <strong>de</strong> eigen historie vin<strong>de</strong>n zij<br />

opwekking, als een Nicolaas Pieneman die „Jacoba van Begeren en haar<br />

hofdames" bijna potsierlijk uitbeeldt.<br />

„Emilia van Nassau" van W. H. Schmidt, 1807-1849, is in Boymans<br />

een typische staal van hetzelf<strong>de</strong> soort werk. J. S p o e 1, 1820—'68,<br />

Rotterdam, is in zijn „Re<strong>de</strong>rijhersoptocht" heel wat makkelijker te<br />

waar<strong>de</strong>eren, terwijl wij ons <strong>de</strong> bekendheid van H. A. v an T r i g t nog<br />

beter Runnen <strong>voor</strong>stellen. Zijn „Spaansche gevangenis", maar <strong>voor</strong>al<br />

zijn „Erasmus" kregen algemeene bekendheid. Een gravure naar het<br />

Erasmusschil<strong>de</strong>rij vond groote verspreiding, en <strong>de</strong> laatste dagyen van <strong>de</strong>n<br />

grootgin Hollandschen philoloog te mid<strong>de</strong>n van zijn vrien<strong>de</strong>n, uitgever<br />

en drukher, te Basel doorgebracht, sloeg aan, <strong>voor</strong>al door <strong>de</strong> eenvoudige<br />

natuurlijkheid en <strong>de</strong> genreachtige behan<strong>de</strong>ling.<br />

De Hollan<strong>de</strong>r heeft ook als historieschil<strong>de</strong>r steeds <strong>de</strong> geneigdheid gehad,<br />

het historiestuk als genre-beeld te behan<strong>de</strong>len. Misschien is 't ook an<strong>de</strong>rs<br />

te zeggen : er zijn er, die <strong>de</strong> figuren op hun genreschil<strong>de</strong>rijen in historisch<br />

costuum steken.<br />

„De Echtscheiding" van J. H. van <strong>de</strong>r Laar, 1807-1874 is hier<br />

een <strong>voor</strong>beeld van.<br />

De archeologie, die eigenlijk eerst op het eind van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw haar<br />

invloed <strong>de</strong>ed gel<strong>de</strong>n, wordt gemeengoed on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> geletter<strong>de</strong>n. Ziet slechts,<br />

hoe <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>eren<strong>de</strong> jeugd er zich <strong>voor</strong> gaat inspannen, haar Dennis op dit<br />

gebied te toongin.<br />

170


De oorsprong van <strong>de</strong> historische optochten <strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten is geen an<strong>de</strong>re.<br />

Maar het falen van <strong>de</strong> „reconstruction historique" is nergens dui<strong>de</strong>lijker<br />

dan hier te zien. De historische reconstructie mislukt altijd, en overal,<br />

zelfs in <strong>de</strong> literatuur en in een zoo goed <strong>voor</strong>beeld als „Salombo" van<br />

Gustave Flaubert, omdat ook <strong>de</strong> archeologie een wisselen<strong>de</strong> wetenschap is,<br />

en steeds weer <strong>de</strong> oudheid, <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> oudhe<strong>de</strong>n, naar het i<strong>de</strong>aal<br />

van <strong>de</strong>n tijd wor<strong>de</strong>n herschapen. Men zoekt in het verle<strong>de</strong>n, wat men in het<br />

he<strong>de</strong>n hoopt te vin<strong>de</strong>n. Er spreekt, het lean niet an<strong>de</strong>rs, in <strong>de</strong> historische<br />

reconstructie steeds veel me<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n eigen tijd <strong>de</strong>r reconstructeurs.<br />

Zoo is het ook bij <strong>de</strong> restauratie van bouwwerken, iets wat vroeger onbekend<br />

was, maar wat in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw in Frankrijk tot ontwikkeling<br />

komt. Doch aan een gerestaureerd monument in ons land als <strong>de</strong> St. Janskerk<br />

te's-Hertogenbosch han <strong>de</strong> ter zake kundige, gothiek van 1860 dui<strong>de</strong>lijk<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van die van 1880, en zal hij <strong>de</strong> gothische reconstructies van<br />

1900 niet verwarren met die van 1920; en toch meen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong><br />

restauratie-architecten telkens ter goe<strong>de</strong>r trouw dat zij „gothiek" bouw<strong>de</strong>n.<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwsche rid<strong>de</strong>rs in een stu<strong>de</strong>ntenoptocht in 1870 zien er heel<br />

an<strong>de</strong>rs uit dan die in 1900. Hoe zou het an<strong>de</strong>rs kunnen ? 'n Lorenzo<br />

<strong>de</strong> Medici, op het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw te Delft, is wel een heel<br />

an<strong>de</strong>r man dan <strong>de</strong> Lorenzo <strong>de</strong> Medici op het eind <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw te<br />

Florence, al meent dan ook (fen onrechte) <strong>de</strong> Delftsche, dat hij hetzelf<strong>de</strong><br />

costuum draagt als <strong>de</strong> Florentijnsche heerscher.<br />

De geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> historie-reconstructies uit <strong>de</strong> dagen waarover wij schrijven,<br />

zijn niet min<strong>de</strong>r relatief. Men ziet dit overdui<strong>de</strong>lijk aan een schil<strong>de</strong>r als<br />

T e t a r v an E 1 v e n, 1826-1896, die niet zon<strong>de</strong>r verdiensten door<br />

<strong>de</strong>n droom van het historieschil<strong>de</strong>ren zijn talent forceer<strong>de</strong>.<br />

Maar uit dit historieschil<strong>de</strong>ren lomen dan toch twee meesters <strong>voor</strong>t :<br />

Char les Rochussen, een illustratief talent bij uitnemendheid, en<br />

Laurens A lma Ta d e m a, die in London een wereldreputatie zal<br />

verwerven tegen het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r eeuw.<br />

Het publiek blijft <strong>voor</strong> het historieschil<strong>de</strong>ren belang stellen, en <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mieleeraren<br />

Philip Koelman en J. E. J. van <strong>de</strong>n Berg te<br />

's-Gravenhalte en E g e n b e r g e r en W ij nv e 1 d te Amsterdam<br />

blijven het historieschil<strong>de</strong>ren, klassicistisch of romantisch, trouw, als <strong>de</strong><br />

nieuwe schil<strong>de</strong>rsgeneratie er zich van afwendt. De Hagenaar H. A. d e<br />

B 1 o e me en <strong>de</strong> te Amsterdam werken<strong>de</strong> f o h. G. Schwartz e<br />

wor<strong>de</strong>n eerst waarlijk schil<strong>de</strong>rs als zij <strong>de</strong> historie vaarwel zeggen, om<br />

in het portret hun waren weg te vin<strong>de</strong>n.<br />

Wij bespraken aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw een ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring,<br />

171


die in nabootsing van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuivsche meesters haar bracht zocht.<br />

Die kracht was, en bleef <strong>voor</strong>loopig, zwakte. Wij noem<strong>de</strong>n van S t r ij,<br />

en zijn <strong>de</strong> geduldig gelifte en verflauw<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring indachtig, maar <strong>de</strong><br />

Dordtenaar P. Font if n is al even weinig waarlijk schil<strong>de</strong>r.<br />

Noch Fontijn, noch Van Strij, noch <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren, zien <strong>de</strong> tafereelen<br />

die zij schil<strong>de</strong>ren, ze <strong>de</strong>nken ze naar hun zeventien<strong>de</strong> -eeuwsche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

na. Als <strong>de</strong> Lelie of Wybrandt Hendriks genrebeel<strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>ren waarop geen portretten hen dwingen bij <strong>de</strong> werkelijkheid<br />

te blijven, zijn zij niet veel beter. P. v an S c h e n d e 1's „kaarslichtjes"<br />

zijn waarlijk het ein<strong>de</strong> van een specialiteit. 't Meest geinteresseerd<br />

David Bles, een omtrek met <strong>de</strong> pen, fragment uit „Overwinnend Holland".<br />

172


is <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagsche beschouwer <strong>voor</strong> een „boekwinkel" of een „apotheek"<br />

van Johannes J e 1 g e r Ii u i s, <strong>de</strong>n zoon van Rienk Jelgerhuis,<br />

<strong>de</strong>n portretteekenaar en pastellist.<br />

Met historieschil<strong>de</strong>ren begonnen, zal <strong>de</strong> Hagenaar David J o s e p h<br />

B 1 e s, 1821-1899, een genreschil<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n zooals Holland er zeker in<br />

geen eeuw een gezien had.<br />

Door zijn eersten leermeester C. Kruseman en door <strong>de</strong> aanmoediging van<br />

Koning Willem 11, zal lui het Bijbel- en historieschil<strong>de</strong>ren beoefenen, en<br />

naar Italië reizen. In Parijs stu<strong>de</strong>ert hij on<strong>de</strong>r leiding van Robert Fleury.<br />

Terug in Den Haag, in 1843, verrast hij een jaar later met zijn eerste werk<br />

in een comisch-humoristisch genre: „<strong>de</strong> Muziekliefhebbers. 't Is of Bles nu<br />

spiegelen gaat, wat zich ook in <strong>de</strong> litteratuur van zijn tijd zoowel in<br />

Engeland als Ne<strong>de</strong>rland uitspreekt. Van Lennep, Van Koetsveld, Beets,<br />

Klipspaan e.a. gaan naar <strong>de</strong>n luimigen kant, dien Charles Dickens in<br />

zijn in 1836—'37 geschreven Pickwick ook uitging. Maar ook, David<br />

Bles weet <strong>de</strong> verbintenis met <strong>de</strong> Fransche achttien<strong>de</strong> eeuw te behou<strong>de</strong>n,<br />

als hij zich tot een genreschil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n eersten rang ontwikkelt en als<br />

Cornelis Troost ten <strong>de</strong>ele in hem herleeft.<br />

Met veel geest heeft hij zijn on<strong>de</strong>rwerpen als „Wie teekenen leert, leert<br />

zien" (Boymans, Rotterdam) of „Herstelling" en „Acht jaar gewacht",<br />

die intieme huiselijke tafereelen zijn, behan<strong>de</strong>ld, terwijl „Overwinnend<br />

Holland" (Rijksmuseum), het maatschappelijk leven tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Bataafsche<br />

Republiek schil<strong>de</strong>rt.<br />

Een schil<strong>de</strong>rij als „<strong>de</strong> Negen<strong>de</strong> Dag" moest reeds door het on<strong>de</strong>rwerp<br />

populair wor<strong>de</strong>n, en „<strong>de</strong> Ledige Stoel" door <strong>de</strong>n diepen weemoed van <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>stelling hef publiek grijpen. Die zin <strong>voor</strong> een goed gekozen on<strong>de</strong>rwerp<br />

zou echter weinig beteekenen indien David Bles zich niet tot een uitmuntend<br />

schil<strong>de</strong>r ontwikkeld had. De studie en <strong>de</strong> nabootsing <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw<br />

dragen ein<strong>de</strong>lijk vrucht in een „echten" schil<strong>de</strong>r, die z i e t, met scherpen<br />

schil<strong>de</strong>rachtiger zin, en <strong>de</strong> natuur volgt met <strong>de</strong>n eerbied en <strong>de</strong> argeloosheid<br />

<strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>n.<br />

De Benige die met hem te vergelijken is, is <strong>de</strong> jongere, <strong>voor</strong>treffelijke<br />

A. H. B a h h er Ko r f f, 1824-1882. Te 's Gravenhalte geboren<br />

zal hij in <strong>de</strong> stad van hef „genre" bij uitnemendheid, Lei<strong>de</strong>n, sterven.<br />

Ook hij was een leerling van C. Kruseman. Zijn eerste groote schil<strong>de</strong>rijen<br />

a<strong>de</strong>men <strong>de</strong>n Bijbelschep geest van zijn leermeester. Kleine composities<br />

met <strong>de</strong> pen bewaart het Museum Tetar van Elven te Delft. Op <strong>de</strong> manier<br />

van <strong>de</strong>n Engelschen klassicist gaf Ind in omtreklijnen <strong>de</strong> historie van<br />

Gretchen en Faust. Evenals Bles wordt Balker Korff eerst van beteekenis,<br />

als hij in achttien<strong>de</strong>-eeuwsche interieurs ou<strong>de</strong> vrijsters <strong>voor</strong> <strong>de</strong> piano plaatst,<br />

173


on<strong>de</strong>r een palm laat samenzweren, of ze in bewon<strong>de</strong>ring doet buigen over<br />

een goudvisschenkom. Uitmuntend typeer<strong>de</strong>r van figuren in <strong>de</strong>ze wereld,<br />

is hij <strong>voor</strong>al een prachtig stillevenschil<strong>de</strong>r, die kleur en toon bij <strong>de</strong> uitdrukking<br />

van <strong>de</strong> stof nauwlettend volgt. Als hij <strong>de</strong> Hollandsche Meissonier<br />

genoemd werd, dan weten wij nu dat hij noch <strong>de</strong>n Franschen genreschil<strong>de</strong>r<br />

imiteer<strong>de</strong>, noch zijn min<strong>de</strong>re was. Meesterwerken als „De Romance" of<br />

„The school for Scandal" bleven ook in <strong>de</strong> dagen van het overwinnend<br />

impressionisme zeer gewaar<strong>de</strong>erd. Tot <strong>de</strong> groep van meesters <strong>de</strong>r kabinetk<br />

unst in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw behooren Rochussen en A I 1 e b é,<br />

met meer eere dan Bakker Korff's leerling Herman ten Kat e<br />

en diens broe<strong>de</strong>r Mari ten Kate.<br />

Hoe schil<strong>de</strong>rt in <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r eeuw <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r het landschap?<br />

Mejuffrouw G. H. Marius heeft terecht vastgesteld dat <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw inzette met vijf landschapschil<strong>de</strong>rs, waarvan wij er reeds een paar<br />

genoemd hebben, die niet nalieten het landschapschil<strong>de</strong>rij van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw te bewon<strong>de</strong>ren en te bestu<strong>de</strong>eren. Het zijn : Jacob v an<br />

Strif, Dirk Jan van <strong>de</strong>r Laen, Jan Kobell, Wouter<br />

Joannes van Troostwijk en George Peter Westenberg.<br />

Hun arbeid zal op <strong>de</strong>n duur vruchtbaar blijken te zijn, maar hun streven<br />

naar nauwletten<strong>de</strong> natuurstudie in <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>r Hollan<strong>de</strong>rs, wordt doorkruist<br />

door het enthousiasme dat <strong>de</strong> studie van het klassicisme opriep en<br />

ook het landschapschil<strong>de</strong>ren naar het Zui<strong>de</strong>n dreef.<br />

Zooals <strong>de</strong> figuurschil<strong>de</strong>rs, als sujet, aan een vrouw uit <strong>de</strong> Romagna verre<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur geven boven een boerin uit Gel<strong>de</strong>rland, zullen zelfs J. W.<br />

Pieneman, als ook het landschap hem opeischt, <strong>de</strong> arcadische gezichten<br />

met her<strong>de</strong>r en her<strong>de</strong>rin in <strong>de</strong>n trant van Nicolas Poussin, ten <strong>voor</strong>beeld zijn.<br />

Een bekwaam Italianiseerend landschapschil<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> Brabanter J. A.<br />

Kni p, 1777-1847, die in een „Gezicht op Terni" <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke namiddagverlichting<br />

van 'n Asselijn han gieten op een compositie, die aan Berchem<br />

herinnert. Van bedoeld gezicht op Terni bestaat <strong>de</strong> aquarel van het Italiaansche<br />

landschap, vergezicht over een wij<strong>de</strong> vlakte, die in boelen toon<br />

met groote directheid genoteerd werd. P. L. D u b o u r c q is een<br />

Amsterdamsche schil<strong>de</strong>r, die tot <strong>de</strong> laatsten behoort die Italiaansche<br />

landschappen met bouwvallen uit <strong>de</strong> oudheid, naar zijn teekeningen, met<br />

instemming van het naar het klassicisme gerichte geletter<strong>de</strong> publiek,<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. P. R. Klein, 1785-1816, richtte zich echter in zijn vergezichten<br />

reeds weer naar onze eigen rivieren.<br />

De schil<strong>de</strong>r die, heel vruchtbaar, het duinlandschap, al of niet met ruines<br />

in romantischer stijl en in <strong>voor</strong>treffelijke techniek vertolken zal, is<br />

174


A. S c h e lf hout, 1789-1870, die in zijn lange leven groote successen zal<br />

oogsten, <strong>voor</strong>al met zijn wintergezichten, waarop het ijs wat al te doorschijnend<br />

en <strong>de</strong> sneeuw wat te suikerachtig is, en <strong>de</strong> stoffeering wat al te romantisch<br />

aandoet. De glad<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring stond een volgend geslacht eer<strong>de</strong>r<br />

tegen, maar nu <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> het ruige schil<strong>de</strong>ren zich wat heeft neergelegd,<br />

en <strong>voor</strong>al nu <strong>de</strong> gevolgen van dat schil<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> verwoesting van veel,<br />

wat er <strong>de</strong> schoonheid van was, gebleken is, han <strong>de</strong> gave techniek van een<br />

Schelfhout weer waar<strong>de</strong>ering gegeven wor<strong>de</strong>n.<br />

De romantische landschapschil<strong>de</strong>rkunst leed een gevoelig verlies bij <strong>de</strong>n<br />

dood van W. J. J. Nu ye n, die, in 1813 geboren te 's-Gravenhalte, aldaar<br />

op zes-en-twintig jaar stierf en die blijkens <strong>de</strong> „ou<strong>de</strong> verbran<strong>de</strong> Molen" en<br />

<strong>de</strong> schets „Haltepreek", bei<strong>de</strong>n in het Haagsche Museum, <strong>de</strong> meest begaaf<strong>de</strong><br />

van zijn generatie geweest is.<br />

De ou<strong>de</strong> H. van <strong>de</strong> San<strong>de</strong> Bakhuizen, 1795-1860, en<br />

L. H a n e d o e s, 1822-1905, waren succesvolle meesters van hef<br />

landschap, maar <strong>de</strong> Koekoeks, <strong>voor</strong>al B. C. Koekoek 1803-1862,<br />

overtroffen allen in <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering van het publiek.<br />

f o h a n n e s H e r m a n u s Koekoek, 1778-1851, die bekendheid<br />

verwierf als zee- en rivierschil<strong>de</strong>r, had zich op typische wijze uit het<br />

achttien<strong>de</strong>-eeuwsche handwerf tot kunstenaar weten te verheffen, hip was<br />

n.1. zijn loopbaan begonnen op een behangselfabriek. Zijn zoon had het<br />

gemakkelijker, want van <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r en leermeester kreeg hij het door<br />

natuurstudie verover<strong>de</strong> me<strong>de</strong>. Barend C o r n e l i s Koe k o ek<br />

was in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw <strong>de</strong> centrale figuur van onze landschapschil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Zijn groote boschgezichten kan men ook nu niet een zekeren krachtigen<br />

stijl, die aan Wijnands herinnert, ontzeggen, noch Ilan men een warme<br />

natuurlief<strong>de</strong>, die zich uit in nauwgezette bestu<strong>de</strong>ering van het geboomte<br />

in zijn landschappen, ontkennen. Hij bestu<strong>de</strong>ert boom en tak, bruid en<br />

blad zelfs zóó, dat lijf tot een overdrijving bomt, die ons, met een Koekoekeik<br />

in het hoofd, <strong>voor</strong> een ou<strong>de</strong>n eik in <strong>de</strong> natuur zou doen opmerken :<br />

,,is dat alles" ? De Koekoek-eikestam is té kurkachtig en té bemost,<br />

zijn takken té knoestig en <strong>de</strong> bliksem heeft té veel, juist op dien boom,<br />

zijn brachten geconcentreerd.<br />

In <strong>de</strong> stoffeering van zijn schil<strong>de</strong>rijen met figuren en vee bomt die overdrijving<br />

nog sterker uit. Als Koekoek in een hollen weg van het woud<br />

menschen tegenkomt, zijn het mannen, vrouwen en lin<strong>de</strong>ren, komt het vee<br />

door een boschweg, dan zijn het koeien en stieren, schapen en geiten in een<br />

„gesorteer<strong>de</strong>" kud<strong>de</strong>, zooals in werkelijkheid niemand er ooit een ontmoet.<br />

De worsteling om eenvoud en waarheid in hef landschap<br />

175


wordt in het volgend geslacht eerst uitgestre<strong>de</strong>n. Men verwaarlooze echter<br />

Hief het potentieel van <strong>de</strong>n studiezin van een B. C. Koekoek en zijn tijdgenooten.<br />

't Is hun collectieve ijver, 't is hun gezamelijke „noeste vlijt",<br />

die het spelend gemak <strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> generatie heeft opgeroepen. Eerst als een<br />

geslacht alle takken en alle blaadjes heeft uitgebeeld, kan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

generatie <strong>de</strong> suggestie van <strong>de</strong>n boom op eenvoudige en directe wijze tot<br />

ons brengen.<br />

Op <strong>de</strong> expositie, door het Ste<strong>de</strong>lijk Museum te Amsterdam in <strong>de</strong>n winter<br />

van 1940 ingericht, hing een Kleine studie van geboomte van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n<br />

W i 11 e m Roe 1 o f s, 1822-1897, niet ver van een monumentaler<br />

Koekoek; wat er van <strong>de</strong> romantiek naar het naturalisme was veran<strong>de</strong>rd,<br />

kon niet dui<strong>de</strong>lijker wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>monstreerd. 't Is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> afstand die een<br />

zuivere studie van P. J. C. G a b r i ë 1, 1828-1903, scheidt van een<br />

poëtisch schil<strong>de</strong>rij, van b.v. „het Meertje", van J. W. B i 1 d e r s. Tot welke<br />

dichterlijke suggestie <strong>de</strong>ze, in 1811 te Utrecht geboren meester, in staat was,<br />

kan ie<strong>de</strong>r zien, die het trappenhuis opgaat van het gebouw van Arti et<br />

Amicitiae en een blik werpt op hef groote landschap, dat als een beeld<br />

uit <strong>de</strong>n oertijd, van grootheid en verlatenheid spreekt.<br />

Een afzon<strong>de</strong>rlijke vermelding, reeds in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r eeuw, verdient<br />

J. B. f o n g k i n d, 1819-1891, die in <strong>de</strong> vroege golf van het Fransche<br />

impressionnisme <strong>de</strong> plaats van een pionier heeft bezet. Zon<strong>de</strong>r zijn<br />

Hollandsch karakter te verloochenen, zon<strong>de</strong>r zelfs <strong>de</strong> herinnering aan <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> meesters van Holland Kwijt te raken, grijpt hij het atmosferische<br />

met <strong>de</strong> nieuwe Fransche technische mid<strong>de</strong>len, in riviergezichten, die juist<br />

hierin contrasteeren met <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van het water, die in het va<strong>de</strong>rland<br />

gebleven zijn.<br />

Deze, te Latdorp bij Ootmarsum (Overijsel), in 1819 geboren schil<strong>de</strong>r,<br />

zou <strong>de</strong> eerste stevig gevestig<strong>de</strong> reputatie van onze negentien<strong>de</strong>-eeuwsche<br />

school wor<strong>de</strong>n.<br />

Ilan Schelfhout nam zijn schil<strong>de</strong>rkunst een aanvang. In Frankrijk<br />

werd hij tot het nieuwe schil<strong>de</strong>ren gewekt toen hij in Normandië, te Harfleur,<br />

te Tréport, te Saint- Valery-en- Caux of te Le Havre, met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n<br />

Bouvin en <strong>de</strong>n jongen Clau<strong>de</strong> Monet, in <strong>de</strong> natuur het vloeien<strong>de</strong> zilveren<br />

licht en <strong>de</strong> fijne grijze luchten, met Benig neergezette toetsen vertolkte.<br />

Het is <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring van het licht in het landschap dat hem tot een schil<strong>de</strong>r<br />

stempelt, die in <strong>de</strong> groep Monet, Sisley, Pissarro een pioniersplaats heeft.<br />

In 1882 schreef Edmond <strong>de</strong> Goncourt : „Een ding treft mij, en dat is<br />

<strong>de</strong> invloed van Jongkind. Al het landschap dat op het oogenblik waar<strong>de</strong><br />

heeft, komt van <strong>de</strong>zen schil<strong>de</strong>r, ontleent aan hem zijn luchten, zijn atmosfeer,<br />

zijn <strong>voor</strong>gron<strong>de</strong>n."<br />

176


't Zijn <strong>voor</strong>al zijn <strong>voor</strong>tvarend tot stand gekomen aquarellen, waarvan<br />

er vele bij zijn jaarlijksche overkomst uit Parijs, aan <strong>de</strong> plassen btu<br />

Rotterdam en Dordrecht ontston<strong>de</strong>n en die hem als studies dien<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />

zijn schil<strong>de</strong>rijen, die nog he<strong>de</strong>n een frischheid en spontaneiteit vertoonen<br />

die treffend zijn. Zijn nieuwe schil<strong>de</strong>ren hechtte zich op zijn Hollandsch<br />

compositievermogen. Want er zijn „Maannachten" van Jongkind waarin<br />

<strong>de</strong> atmosferische nuances oneindig fijner zijn dan in die van Aert van<br />

<strong>de</strong>r Nees, maar waarvan <strong>de</strong> opzet en <strong>de</strong> expressie, teruggebracht in zwart<br />

en wit, zeer verwant is aan het zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche <strong>voor</strong>beeld, dat hij<br />

blijkbaar niet uit het oog verloor.<br />

Weinig Hollandsche schil<strong>de</strong>rs hebben dat in<strong>de</strong>rtijd gezien. Eigenlijk<br />

is Charles Rochussen <strong>de</strong> Benige die, vanuit <strong>de</strong>ry tijd dat Jongkind te<br />

Maassluis op een notariskantoor zat, hem met interesse gevolgd heeft,<br />

toen hij met een subsidie van <strong>de</strong>n Kroonprins, ter studie naar Parijs<br />

trok. Daar vond hij geen welstand, maar appreciatie die na zijn dood<br />

tot roem zou uitgroeien.<br />

Na Ludoif Bakhuyzen is J. C. Schotel, 1787-1838, <strong>de</strong> eerste die<br />

weer in groote schil<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong> zee aandurft, en die door een dui<strong>de</strong>lijk uitgesproken<br />

effect, door zekerheid in <strong>de</strong> uitvoering verkregen, niet nalaat te<br />

imponeeren. Zijn zekerheid is ons nu te groot, zijn kleur te conventioneel,<br />

zelfs vergeleken met zijn eigen meer zilverige waterverfteekeningen, zijn<br />

luchten zijn ons <strong>voor</strong>al te weinig drijvend, en zijn zee.... te veel zee.<br />

In <strong>de</strong>nzeif<strong>de</strong>n zin als Koekoek, brengt Schotel op zijn schil<strong>de</strong>rijen te veel<br />

samen, er is een te veel aan golven, te veel aan wind en te veel aan schepen.<br />

Voor hen die <strong>de</strong> zee slechts zou<strong>de</strong>n kennen uit Schotel's schil<strong>de</strong>rijen moet <strong>de</strong><br />

werkelijke zee een „tegenvaller" zijn.<br />

Ten opzichte van zijn leermeester M a r t in us S c h o u ma n, 17i'0-<br />

Y848, die overigens een kleurgevoelig schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> zee was, is er in<br />

Schotel een streven naar stijl, dat <strong>de</strong> tijdgenoot heeft erkend door hem „<strong>de</strong><br />

roem <strong>de</strong>r zeeschil<strong>de</strong>rs van zijn tijd" te noemen.<br />

Tusschen J3akhuyzen en Schotel ware misschien nog <strong>de</strong> Harlinger<br />

Nico la a s Bauer, 1767-1820, te noemen, wiens kleine zee- en<br />

rivierstukjes het tegenover Schotel nog wel uithou<strong>de</strong>n, maar ndch<br />

B r o n d g e e s t, 1786-1849, nosh A. W a 1 d o r p, 1803-1866, of<br />

J. A. van <strong>de</strong>r Drift, 1808-1883, komen hem nabij ; slechts<br />

J. H. Louis Meyer, 1810-1866, overtreft hem soms.<br />

In een zeer systematische schil<strong>de</strong>ring, waarvan een volgend geslacht<br />

zich al te zeer heeft afgewend, heeft hij in kleinere schil<strong>de</strong>rijen dan<br />

Schotel meer atmosfeer en gevoel gelegd. Dat Jacob en Matthijs Marls<br />

12 177


op zijn atelier gewerkt hebben, moge hem ten goe<strong>de</strong> gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />

Hijzelfwas leerling van George Pieter Westenberg, 1791-1873.<br />

Met Westenberg staan wij in het stadsgezicht, dat in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r<br />

eeuw zich zoo luisterrijk zal ontplooien, maar waar<strong>voor</strong> van af het begin<br />

<strong>de</strong>r eeuw <strong>de</strong> condities wor<strong>de</strong>n geschapen.<br />

In een schil<strong>de</strong>rij, het sneeuwgezicht op „<strong>de</strong> slijpsteenen en het zeerecht te<br />

Amsterdam" van G. P. W e s f e n b e r g, is zooveel natuur, zooveel<br />

eenvoud, zooveel waarheid, dat <strong>de</strong>ze, te Nijmegen geboren maar vanaf 1808<br />

te Amsterdam werken<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, tot <strong>de</strong> meesters gerekend moet wor<strong>de</strong>n.<br />

In 1857 ging hij met zijn gezin naar Batavia, als Bewaar<strong>de</strong>r van het<br />

Kleinzegel. Waarschijnlijk is hij we<strong>de</strong>r een <strong>voor</strong>beeld van een goed schil<strong>de</strong>r<br />

die niet van zijn kunst kon leven, maar <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> niet „nam".<br />

Vele schil<strong>de</strong>rs gaven zich aan het stadsgezicht, toen, oneindig meer dan nu<br />

van het Hollandsche stadsschoon bewaard was. Van T r o o s t w ij k en<br />

J e 1 g e r h u i s schil<strong>de</strong>ren te Amsterdam, J. Smies en G. Craey..<br />

vanger r beoefenen met vrucht hef genre waaraan B. J. van Hove,<br />

te 's-Gravenpage, tusschen zijn <strong>de</strong>coratieschil<strong>de</strong>ren in, zijn beste brachten<br />

geeft.<br />

Met <strong>de</strong> vaardigheid uit zijn beroep gekregen, heeft B a r t h o 1 o m e u s<br />

J o h a n n e s van Ho v e, 1790-1880, <strong>de</strong>coratieschil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n<br />

Haagschee schouwburg, achitectuurschil<strong>de</strong>rijtjes geschil<strong>de</strong>rd, die het werk<br />

178<br />

David Bles, schets <strong>voor</strong> „Wie teekenen leert, leert zien."


van latere schil<strong>de</strong>rs aankondigt. Hij schil<strong>de</strong>rt een gezicht op het Mauritshuis,<br />

dat een vroege K 1 i n k en b e r g lijkt, kerken van buiten, die zijn<br />

leerling H. J. W e is e n b r u c h <strong>voor</strong>spellen, en gezichten in het boor van<br />

kerken,<br />

zooals zijn leerling Johannes Bosboom ze later, en<br />

veel schooner, óók zal schil<strong>de</strong>ren. Zijn zoon Huib van Hove,<br />

1819-1865, wordt genreschil<strong>de</strong>r en geeft in „doorkijkjes" <strong>de</strong> architectuur<br />

van zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche huizen. Hij doet dat eigenlijk beter dan<br />

zijn leerling J. A. B. S t r o e b e 1, 1821-1905, die het genre, met<br />

geforceerd effect en veel min<strong>de</strong>r argeloosheid, <strong>voor</strong>tzet.<br />

Dit speelt zich af te Den Haag, terwijl in Amsterdam Westenberg's neef<br />

en leerling Kaspar K a r se n, 1810-1896, in groote fijnheid zijn<br />

stadsfantasieën componeert ; werkelijkheidszin en romantische geest<br />

versenigen zich in zijn werk, dat meer kunst toont dan zijn leerling C o rn<br />

e lis Springer, 1817-1891, die juist in <strong>de</strong> topografische juistheid<br />

van zijn stadsgezichten zijn kracht zoekt. Van Kaspar kreeg natuurlijk<br />

ook diens zoon, <strong>de</strong> meester <strong>de</strong>r Amsterdamsche school, Eduard Karsen,<br />

zijn eerste lessen.<br />

Misschien is toch <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Jan We is s e n b r u c h, 1822-1880, <strong>de</strong>gene<br />

die het eerst het stadsgezicht, niet alleen beschrijft en omschrijf f, maar het<br />

ook z i e t, werkelijk ziet op <strong>de</strong> wijze waartoe in <strong>de</strong> beste tij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />

kunst <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r in staat was.<br />

Een groote tijd <strong>voor</strong> het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren is weer ontsloten.<br />

6:,__<br />

179


Zoo ongeveer is het beeld dat Clio „mit <strong>de</strong>m gerichten Griffel", van <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rkunst heeft gegrift op <strong>de</strong> tafelen<br />

<strong>de</strong>r historie.<br />

Er werd naar objectiviteit gestreefd in het verhalen van ons beel<strong>de</strong>nd<br />

scheppen in het verle<strong>de</strong>n, echter zon<strong>de</strong>r persoonlijke <strong>voor</strong>keur geheel te<br />

on<strong>de</strong>rdrukken. De lezer moet het bemerkt hebben dat figuren als Bosch en<br />

Breughel, Hals en Rembrandt <strong>de</strong>n schrijver meer in <strong>de</strong> pen gaven dan <strong>de</strong><br />

herinnering aan an<strong>de</strong>re meesters, wier beteekenis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontplooiing van<br />

het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren daarom niet min<strong>de</strong>r belangrijk is.<br />

Waar dit boek allerminst een leerboef wil zijn, meen<strong>de</strong> <strong>de</strong> schrijver, ook<br />

als hij on<strong>de</strong>r gelei<strong>de</strong> liep van <strong>de</strong> muze <strong>de</strong>r historie, hier en daar wat langer<br />

te mogen stilstaan, en zelfs te mogen afdwalen, als <strong>de</strong> schoonheid van het<br />

binnenhuis of <strong>de</strong> lichtval in het zeventien<strong>de</strong> eeuwsche interieur hem tot<br />

uitweidingen lokte. Als een uitbundige schuttersoptocht <strong>voor</strong>bijtrok werd<br />

hij afgeleid, en mannen in het zwart rond een tafel <strong>de</strong><strong>de</strong>n hem stilstaan... .<br />

maar <strong>de</strong> stem <strong>de</strong>r muze bracht hem, hij wil het hopen, toch spoedig weer in<br />

beweging.<br />

Naar <strong>de</strong> muze <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis wor<strong>de</strong> nu ver<strong>de</strong>r niet geluisterd, want<br />

het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed van dit boek heeft niet <strong>de</strong> bedoeling het eerste <strong>de</strong>el te<br />

vervolgen.<br />

Wat over <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong>r laatste vijf tig jaren geschreven zal wor<strong>de</strong>n,<br />

heeft <strong>voor</strong>al niet <strong>de</strong> pretentie een vergelijkend oor<strong>de</strong>el uit te spreken over <strong>de</strong><br />

kunst van dien tijd, en nog min<strong>de</strong>r <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Kunstenaars uit die dagen<br />

tegen elkan<strong>de</strong>r af te wegen. Naar objectiviteit wor<strong>de</strong> nu niet meer gestreefd,<br />

vrijmoedig wor<strong>de</strong> het doorleefd getuigenis afgelegd, in <strong>de</strong> wetenschap<br />

dat hij die een tijd me<strong>de</strong>leeft, <strong>de</strong>zen niet han schouwen, zoomin als<br />

een zwemmen<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n stroom tegelijkertijd op <strong>de</strong> kant han staan, om<br />

wat <strong>de</strong> rivier <strong>voor</strong>bijvoert, naar volstrekte beteekenis te schiften.<br />

Een later geslacht moge <strong>de</strong> eeuwigheidswaar<strong>de</strong> in <strong>de</strong> kunst <strong>de</strong>r laatste <strong>de</strong>cennia<br />

in objectiviteit vaststellen; <strong>de</strong>n tijdgenoot past geen kritiek, hij geve<br />

zijn bewon<strong>de</strong>ring subjectief en warm, hij geve zijn getuigenis in ootmoed en<br />

eenvoud.<br />

180


a)oo<strong>de</strong>eM Getaieeaif s^


newel <strong>de</strong>n lezer in „een woord <strong>voor</strong>af" reeds werd aangekondigd<br />

dat in het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van dit boek slechts het zelf doorleef <strong>de</strong><br />

zou wor<strong>de</strong>n geboekstaafd, meent <strong>de</strong> auteur toch dat hij nog eens moet<br />

wijzen op het subjectieve, en <strong>voor</strong>al ook op het a u t o b i o g r a f is c h e<br />

karaktervan hetgeen hier volgen gaat.<br />

Hij is zoo overtuigd dat <strong>de</strong> Kritiek van <strong>de</strong>n tijdgenoot het masker <strong>de</strong>r<br />

onpartijdigheid niet dragen mag, en dat slechts het volkomen naar <strong>de</strong><br />

eigen persoonlijkheid neerschrijven van het meegeleef<strong>de</strong>, waarlijk beschei<strong>de</strong>n<br />

is, dat <strong>de</strong> autobiografie <strong>de</strong> eenige vorm is waaron<strong>de</strong>r hij dit twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />

van zijn boek schrijven kan. Vooral omdat hij geen pretentie naar <strong>de</strong><br />

schoone <strong>letteren</strong> heeft, kan slechts wat hij zelf weet, door het zelf te hebben<br />

ervaren, slechts dat wat hij gelooft met heel zijn hart, eenige waar<strong>de</strong><br />

hebben <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>ren.<br />

De herinneringen die hij zich nu <strong>voor</strong>stelt neer te schrijven, reiken natuurlijk<br />

niet tot zijn geboorte te Parijs op 6 juni 1881. Maar hij is later vaak <strong>de</strong><br />

kerk binnengetre<strong>de</strong>n waar hij werd gedoopt, 'n Kerk die hij in din loop<br />

<strong>de</strong>r jaren steeds overtuig<strong>de</strong>r bewon<strong>de</strong>ring gegeven heeft boven an<strong>de</strong>re,<br />

ou<strong>de</strong>re en meer gerespecteer<strong>de</strong> Panische be<strong>de</strong>huizen. Louis bimier, kenner<br />

van christelijke architectuur, heeft van <strong>de</strong> Saint Vincent <strong>de</strong> Paul geschreven;<br />

Elle est une <strong>de</strong> nos plus belles églises. Le plan <strong>de</strong> la basilique<br />

romaine s'y développe dans sa majesté, et le péristyle qui l'annonce est<br />

achevé dans ses proportions, comme dans le beaufût <strong>de</strong> ses colonnes (L'Eglise<br />

et l'Art).<br />

Boven in het langschip van Hittorf's kerb bevindt zich aan weerszij<strong>de</strong><br />

een fries, met levensgroote statige figuren op gou<strong>de</strong>n grond door Hyppolite<br />

Flandrin, een knappen leerling van Ingres, die ook een „Christus in<br />

Majestate" schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in <strong>de</strong> absi<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> Mariakapel, achter <strong>de</strong> absi<strong>de</strong>,<br />

bevin<strong>de</strong>n zich tafereelen van William I3ouguereau, „<strong>de</strong> Geboorte van<br />

Christus" en „<strong>de</strong> Aanbidding <strong>de</strong>r Koningen".<br />

183


In <strong>de</strong> St. Vincent <strong>de</strong> Paul wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r een prachtig bronzen bruisbeeld<br />

van Ru<strong>de</strong>, dat na <strong>de</strong> scheiding van kerk en staat naar het Louvre ging,<br />

<strong>de</strong> namen van <strong>de</strong>n boorling genoemd: Hubert Marie.<br />

Twee jaar na zijn geboorte verhuis<strong>de</strong> <strong>de</strong> familie naar Maisons-Lafitte,<br />

vermaard door een kasteel, dat in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw Francois Mansart<br />

bouw<strong>de</strong>, en in welker tuinen een renbaan werd aangelegd.<br />

Van die tuinen schrijft Jean Cocteau: „Le chdfeau <strong>de</strong> Maisons-Lafitte<br />

ome un vaste part <strong>de</strong> tilleuls, <strong>de</strong> pelouses, <strong>de</strong> plates-ban<strong>de</strong>s, <strong>de</strong> jets d'eau,<br />

<strong>de</strong> barrières blanches <strong>de</strong> tennis, <strong>de</strong> chevaux <strong>de</strong> courses, <strong>de</strong> bicyclistes et <strong>de</strong><br />

propriétés bourgeoises". Het is in een <strong>de</strong>zer „propriétés bourgeoises" dat<br />

<strong>de</strong> kleine familie Luns zich vestig<strong>de</strong>. Een eenvoudige villa met een perron,<br />

aan weerszij<strong>de</strong>n „versierd" met gegoten ijzeren vazen, waarschijnlijk met<br />

agaven getooid.<br />

Die ijzeren vazen, telkens opnieuw brons geverfd, volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> familie van<br />

Maisons-Lafitte naar Haarlem, vandaar naar Amsterdam, Bussum,<br />

Brussel, en terug naar Amsterdam, waar ze trouwens nog in <strong>de</strong> familie zijn.<br />

't Zal wel nooit uit te maken zijn of zij te leelijk of te zwaar waren om<br />

weg te doen.<br />

Va<strong>de</strong>r Th. Luns ging dagelijks per spoor naar Parijs waar hij zijn zaken<br />

had, en nam een enkele keer <strong>de</strong> kleine Hubert mee. Bij zoon gelegenheid,<br />

in <strong>de</strong> spoorwegcoupé, zijn va<strong>de</strong>r vertel<strong>de</strong> het hem steeds met plezier, had<br />

het jongetje eens aan <strong>de</strong> „barbe <strong>de</strong> fleuve" van <strong>de</strong>n wereldvermaar<strong>de</strong>n<br />

genreschil<strong>de</strong>r Jean-Louis-Ernest Meissonier, die naast hem zat, getrokken.<br />

Dit was zijn eerste aanraking met een confrater.<br />

„Titer la barbe" aan een académicien, aan een „grootbons", als <strong>de</strong>n bij<br />

zijn leven zoo vereer<strong>de</strong>n en na zijn dood on<strong>de</strong>rschatten meester, zou een<br />

prachtig begin geweest zijn van <strong>de</strong> loopbaan van een meer révolufionnair<br />

gezin<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> schrijver.<br />

't Was overigens <strong>de</strong> laatste leer dat hij op zoo onheusche wijze contact<br />

zocht, <strong>de</strong> laatste (zeer dat hij een collega bij <strong>de</strong>n baard trok, eens<strong>de</strong>els<br />

omdat <strong>de</strong> confraters, <strong>de</strong> een na <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r, <strong>de</strong>zen hebben afgeschoren,<br />

an<strong>de</strong>r<strong>de</strong>els omdat hij met zijn eigen baard genoeg te stellen zou krijgen.<br />

184


VoopIereic)irt6 ,_z-


Charles Rochussen, détail „Kunstbeschouwing" in Arti et Amicitiae, 1847, met <strong>de</strong> portretten van<br />

I. W. Pieneman, N. Pieneman, P. L. Dubourcq, C. N. Klijn, <strong>de</strong> Brune, e.a.<br />

186


I.<br />

DE VOORBEREIDING en het gloren van het rived:<br />

<strong>de</strong> stichting en <strong>de</strong> ontwikkeling van Arti et<br />

Amicitiae en Pulchri Studio.<br />

oolong mijne herinneringen reiken, heb ik teekenen en schil<strong>de</strong>ren<br />

als <strong>de</strong> natuurlijke bezigheid mijner han<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

kunst als <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> bezigheid van mijn geest beschouwd. Dat ik iets<br />

an<strong>de</strong>rs zou hebben kunnen wor<strong>de</strong>n dan schil<strong>de</strong>r, is nooit bid mij opgekomen.<br />

Toen vond ik het doodnatuurlijk, nu waar<strong>de</strong>er ik het als een bijzon<strong>de</strong>r<br />

hel<strong>de</strong>r inzicht dat een oom, broer van mijn moe<strong>de</strong>r, in een door mij afgeluisterd<br />

gesprek, mijn ou<strong>de</strong>rs ried mij te laten teekenen, betoogend dat<br />

een uitgesproken levensrichting bij een hind, een door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs niet genoeg<br />

te waar<strong>de</strong>eren gesteldheid is.<br />

Mijuou<strong>de</strong>rs vroegen overigens niets liever dan mij „mijn gang te laten<br />

gaan ,, .<br />

Mijn va<strong>de</strong>r had uit zijn jeugdjaren te Lon<strong>de</strong>n, en uit <strong>de</strong> eerste huwelijksjaren<br />

te Parijs doorgebracht, niet alleen zekere „buitenlandsche" manieren<br />

overgehou<strong>de</strong>n, maar ook een begrip om zaken in bree<strong>de</strong>r verband te bezien<br />

dan vele an<strong>de</strong>ren. Mijn moe<strong>de</strong>r was musicienne en had <strong>voor</strong> haar huwelijk<br />

een enkele maal solo gezongen, on<strong>de</strong>r Nicolai, in Diligeitia te Den Haag;<br />

mijn va<strong>de</strong>r hoor<strong>de</strong> ik vaak verklaren dat zijn Bach, Offenbach was, maar<br />

hij hield van schil<strong>de</strong>rijen. Hij zag graag het dier als on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r: een leeuw van Landseer, een hond van te G e m p t, paar<strong>de</strong>n<br />

van Verschuur of van Nakken, en op Arti had Eerelman<br />

zijn bijzon<strong>de</strong>re belangstelling. Breiteer, die hem wat te veel was gaan<br />

„blad<strong>de</strong>ren", vergaf hij veel vanwege zijn rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> artillerie, die, op een<br />

rijkelijk hoog gehangen schil<strong>de</strong>rij in het Rijksmuseum, in een duinweg<br />

om een hoek kwam aangere<strong>de</strong>n.<br />

Toen ik reeds een jong schil<strong>de</strong>r was gewor<strong>de</strong>n, heeft hij mij dikwijls half<br />

lachend, half ernstig, toegevoegd: „Waarom wordt je toch geen dierschil<strong>de</strong>r?"<br />

In ie<strong>de</strong>r geval was mijn va<strong>de</strong>r geen snob, hij had een natuurlijke<br />

bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> een schil<strong>de</strong>rij van Rosa Bo n h e u r of van Ver la t.<br />

Wat ik als bind mooi vond ?<br />

187


Als vijftigjarige <strong>de</strong> rococozaal van het Venetiaansche operagebouw <strong>de</strong><br />

„Fenice" betre<strong>de</strong>nd, herinner<strong>de</strong> ik het mij zeer scherp. Mij overweldig<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n tooi van <strong>de</strong> zaal als <strong>de</strong> ontknooping van <strong>de</strong> dweepzieke veneering<br />

<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>rjaren <strong>voor</strong> in goud gedrukte nieuwjaarsbrieven, waaron<strong>de</strong>r er<br />

waren met beweegbare duiven en bloemen, maar waaraan <strong>de</strong> met blinken<strong>de</strong><br />

sneeuw bestrooi<strong>de</strong> wintergezichten mij toen in verrukking brachten, als<br />

later in het Museum te Weenen Pieter Breughel's schil<strong>de</strong>rijen het zou<strong>de</strong>n<br />

doen . . . .<br />

1k zou dan mogen teekenen, maar eerst <strong>de</strong> H.B.S. afloopen I<br />

Van <strong>de</strong> zwarte verveling van <strong>de</strong>zen H.B.S.-tijd zonk bijna alles weg in<br />

een <strong>de</strong>r diepe gaten die, gelukkig, <strong>de</strong> levensherinnering Dent.<br />

Zaterdagmiddag's mocht ik teekenen 1<br />

Ik behoef nauwelijks het zoeklicht, dat langs <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong>n nacht<br />

die zich achter ons verdicht heeft, heenflitst, om een gezichtof een pleb van<br />

beteekenis het maximum van uitdrukking en herrijzenis te geven, in be-<br />

Weging te zetten, om mijn eerste teekenschool <strong>voor</strong> mij te zien.<br />

Op <strong>de</strong> bovenste verdieping van een streng achttien<strong>de</strong>-eeuwsch gebouw,<br />

zetel van „het Nut van het Algemeen", had<strong>de</strong>n Theo Molkenboer en zijn<br />

broer Antoon een Zaterdagmiddag-teekenschool gevestigd, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

beschermen<strong>de</strong>n naam: Hendrick <strong>de</strong> Keijser.<br />

Het schoone hardsteenen gebouw stond achter het Paleis aan <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Zijds<strong>voor</strong>burgwal, juist op <strong>de</strong> plaats waar nu hef agressief-onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

girokantoor staat, als waardig pendant van het niet min<strong>de</strong>r leeljke<br />

postkantoor, dat bij zijn inwijding reeds „een proeve van fruitarchitectuur"<br />

werd geschol<strong>de</strong>n, lettend op <strong>de</strong> bekroning van daken en torens.<br />

Vanuit <strong>de</strong> ramen van <strong>de</strong> teekenschool was een verkeer met Quellinus'<br />

raadhuistympan mogelijk. Het zoo hoogst origineele, en nog steeds on<strong>de</strong>rschatte<br />

meesterwerk, welks exuberantie <strong>de</strong> Koele strakheid van Jacob<br />

van Campen's architectuur in evenwicht bracht, een zwierige Vlaamsche<br />

correctie op Hollandsche geslotenheid, heb ik als jongen, met een platte neus<br />

tegen <strong>de</strong> ruiten, vereerend in mij opgenomen.<br />

Wat ik als jongetje mooi vond ?<br />

Urenlang volg<strong>de</strong> ik op prenten uit <strong>de</strong> London News, door mijn va<strong>de</strong>r uit<br />

zijn Engelschen tijd bewaard, <strong>de</strong> Carlistenstrij<strong>de</strong>rs in het Spaansche<br />

gebergte. „The civil war in Spain" was het hoof d waaron<strong>de</strong>r verslag werd<br />

uitgebracht van een burgeroorlog die, als een opstand in 1868 begonnen,<br />

door <strong>de</strong> Carlisten in 1874 werd verloren .... om hem in 1938 te winnen.<br />

Maar niet „<strong>de</strong> philosophic <strong>de</strong> l'histoire" kon toen tot het jongetje doordringen,<br />

maar wel nam hij gretig het werk <strong>de</strong>r Engelsche illustrators in<br />

188


zich op, om mogelijk toch <strong>de</strong> palm te geven aan Gustave Doré's prenten<br />

in Michaud's „Histoire <strong>de</strong>s Croisa<strong>de</strong>s".<br />

Het jongetje koester<strong>de</strong> zijn eerste boeken.<br />

De biografieën van <strong>de</strong> groote schil<strong>de</strong>rs begonnen bij Velhagen and Klasmg,<br />

on<strong>de</strong>r leiding van Knackfusz, uit te nomen.<br />

ik bare nu nog <strong>de</strong>ze boefjes, <strong>de</strong> eerste die tegen beschei<strong>de</strong>n prijs, in <strong>voor</strong><br />

dien tijd schoone reproducties, <strong>de</strong> meesterwerken <strong>de</strong>r ponst on<strong>de</strong>r ie<strong>de</strong>rs<br />

ooggin brachten, niet juist zien, zooals ze zijn. Het bruin-rood en room-wit<br />

van <strong>de</strong>n omslag brengen mij nil nog <strong>de</strong> vertee<strong>de</strong>ring, waarme<strong>de</strong> ik als<br />

jongen <strong>de</strong>ze boeltjes bekeek. Even zeker als bij velen een geur een heel<br />

complex van gevoelens Ilan terugroepen, even zeker han een kleurcombinatie<br />

een wereld van vereering en begeerte <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest brengen. On<strong>de</strong>r mijn<br />

boelen zijn er nog eenigen waaraan ik <strong>de</strong> liefkoozi ngen nog kan voelen,<br />

die zij van mijn jonge han<strong>de</strong>n ontvingen. Ili <strong>de</strong>ny daarbij aan „William<br />

Morris, his art, writings and public life" door Aymer Valiance, een werk<br />

dat later zoo vermaard zou wor<strong>de</strong>n, en niet min<strong>de</strong>r aan „the Pageant<br />

1896", een uitgave verwant aan „the Studio", waarvan <strong>de</strong> invloed in die<br />

jaren grooter geweest is dan ooit een <strong>de</strong>rgelijke publicatie later zou hebben.<br />

Maar door Knackfusz verkeer<strong>de</strong> ik met <strong>de</strong> meesters, maar niet min<strong>de</strong>r<br />

door het Rijksmuseum, dat toen in <strong>de</strong> zware <strong>de</strong>coratieve stoffeering van<br />

Cuypers zéér indrukwekkend was.<br />

De bouwmeester moge dan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen eer<strong>de</strong>r als versiering van zijn<br />

bouwwerk hebben beschouwd, het geheel was een theatrale creatie, zon<strong>de</strong>r<br />

twijfel door een volgend geslacht on<strong>de</strong>rschat. Het binnentre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

groote hal lion niet an<strong>de</strong>rs dan als een feest door een kunstgevoelig jochie<br />

on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, een feest dat hem bedremmel<strong>de</strong>, maar ook wezenlijk<br />

aangreep.<br />

Maar zelfs boven dat feest waren er <strong>de</strong> bezoeken, op Zondag met mijn<br />

va<strong>de</strong>r, aan Arti. Want, als ik daar langs <strong>de</strong> toen nieuwe trappen van <strong>de</strong><br />

bouwmeesters Berlage en Bleys opging, wist ik, dat ik nu het werk te zien<br />

kreeg van tijdgenooten schil<strong>de</strong>rs, on<strong>de</strong>r wie ik hoopte, en eigenlijk reken<strong>de</strong>,<br />

een plaats te gaan innemen.<br />

„Leven<strong>de</strong> Meesters" noem<strong>de</strong> men toen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> tijdgenooten, en<br />

op een groot percentage hunner was <strong>de</strong> uitdrukking van letterlijke toepassing.<br />

Behalve op <strong>de</strong> „driejaarlijksche", later „vierjaarlijksche", ste<strong>de</strong>lijke tentoonstelling<br />

van kunstwerken, en in <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l, was Arti et Amicitiae's<br />

gebouw <strong>de</strong> uitsluiten<strong>de</strong> tempel <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne kunst; 't woord mo<strong>de</strong>m werd<br />

toen overigens slechts sporadisch gebruikt.<br />

,.<br />

189


't Ste<strong>de</strong>lijk Museum, toen Suasso-rnuseum genoemd, was nog in aanbouw<br />

en in <strong>de</strong> eerste jaren heeft het uitsluitend aan zijn doel, hef tonnen van een<br />

permanente verzameling van he<strong>de</strong>ndaagsche lunst, beantwoord.<br />

De <strong>voor</strong>- en <strong>de</strong> najaarstentoonstelling van Arti waren groote gebeurtenissen<br />

en wij, mijn va<strong>de</strong>r en ik, sloegen ze niet over.<br />

Wij voel<strong>de</strong>n ons overigens door <strong>de</strong>n toenmaliger <strong>voor</strong>zitter een beetje<br />

van <strong>de</strong> familie van Arti. De beeldhouwer Bart van Hove was een opmerkelijke<br />

figuur, in <strong>de</strong>n tijd dat mijn ou<strong>de</strong>rs met hem en zijn vrouw vriendschappelijhomgingen.<br />

De jonge Bart stam<strong>de</strong> uit een soort artistieke dynastie.<br />

B. J. van Hove (1790-1880), H. van Hove, (1814-1864), J. H. van<br />

Hove (1827-1865) waren verdienstelijke schil<strong>de</strong>rs, Mevrouw Offermansvan<br />

Hove eene befaam<strong>de</strong> zangeres. Hij had aanvankelijk zeeofficier willen<br />

wor<strong>de</strong>n en hoewel hij jong reeds <strong>de</strong> kunstenaarsloopbaan opging, had zijn<br />

leest en zijn markant opgeheven hoofd het type van <strong>de</strong>n marineofficier<br />

behou<strong>de</strong>n, of verkregen, want zijn autoritair karakter had zich met <strong>de</strong><br />

jaren sterk ontwikkeld.<br />

Als beeldhouwer, Fransch van vorming, had hij in Holland bij <strong>de</strong> burgerij,<br />

en speciaal ook in hofkringen, succes. In kunstenaarsleringen wreekte men<br />

het overwicht van zijn persoon door een on<strong>de</strong>rschatting van zijn gaven.<br />

Als jongen heb ik veel van hem gehou<strong>de</strong>n, maar ik had <strong>voor</strong> zijn werk<br />

niet <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring die ik er later aan zou geven. De <strong>de</strong>coratieve<br />

busten van kunstbroe<strong>de</strong>rs als Rochussen, Bosboom of David Bles, heeft<br />

een van zijn kunst afgewend geslacht, toch lang laten staan aan <strong>de</strong>n ingang<br />

van het Ste<strong>de</strong>lijk Museum te Amsterdam, in <strong>de</strong> vestibule van Pulchri<br />

Studio, en boven aan <strong>de</strong> trap van Arti.<br />

Van Arti et Amicitiae nu was Bart van Hove jaren <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter, die<br />

er <strong>de</strong> traditie van fiere onafhankelijkheid van <strong>de</strong> stichters hoog hield.<br />

De stichting van het kunstgenootschap, en het zeven jaar later te<br />

's-Gravenpage gestichte Pulchri Studio, is zoowel een aankondiging als<br />

een afglans van ons réveil in hef mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw, en als zoodanig<br />

waard ietwat omstandig te wor<strong>de</strong>n verhaald.<br />

Op <strong>de</strong>n 2lsfen October 1654 werd volgens Houbraken's „groote Schouburgh<br />

<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlantsche Korstschil<strong>de</strong>rs" in <strong>de</strong> hoofdstad eene „Broe<strong>de</strong>rschap<br />

<strong>de</strong>r Schil<strong>de</strong>rkunst, ingewijdt door Schil<strong>de</strong>rs, Beeldthouwers en <strong>de</strong>rzelver<br />

begunstigers". Deze broe<strong>de</strong>rschap vier<strong>de</strong> haar inwijdingsfeest in dën<br />

St. Joris Doelen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gasten, 100 in getal, bekleed<strong>de</strong> <strong>de</strong> grijze<br />

Von<strong>de</strong>l <strong>de</strong> eereplaats, en hij bekroon<strong>de</strong> dit feest ook we<strong>de</strong>r met een zijner<br />

gedichten. Het Benige oogmerk <strong>de</strong>zer Broe<strong>de</strong>rschap schijnt intusschen<br />

geweest te zijn jaarlijks, op St. Lucasdag, bij elkan<strong>de</strong>r te komen. Houbra ken<br />

190


meldt tevens met groot leedwezen, dat dit <strong>voor</strong>nemen, „door <strong>de</strong>n nijd<br />

verij<strong>de</strong>ld is gewor<strong>de</strong>n, dat wangunst en eigenbaat <strong>de</strong>zen band verbraken,<br />

en dat <strong>de</strong> groote verwachtingen, in <strong>de</strong> talrijke gedichten uitgedrukt, spoedig<br />

in <strong>de</strong> vergetelheid wer<strong>de</strong>n begraven".<br />

Gelukkig heeft <strong>de</strong> menschheid geen geheugen.<br />

Waar zou an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> kleine verga<strong>de</strong>ring kunstenaars, die op Dinsdag <strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n December 1839 in het „losaal genaamd <strong>de</strong> Kerseboom" in <strong>de</strong><br />

Kalverstraat te Amsterdam bijeenkwamen, <strong>de</strong>n moed vandaan gehaald<br />

hebben vast te stellen, dat er behoefte bestond aan een vereeniging „om <strong>de</strong><br />

kunstenaars on<strong>de</strong>rling te verbroe<strong>de</strong>ren en eerre gelegenheid te openen om<br />

zich door leerzame gesprekken over kunst te verlustigen en elkan<strong>de</strong>r het<br />

k unstnieuws zoowel van binnen- als buitenlandsch me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen" ?<br />

filet getuigt van frissche courage, dat zij <strong>de</strong>nzeif<strong>de</strong>n avond overgingen tot<br />

<strong>de</strong> verkiezing van J. W. Pieneman tot presi<strong>de</strong>nt, L. J. J. Postma tot<br />

secretaris en W. C. M. Klijn tot penningmeester, en in <strong>de</strong> notulen lieten<br />

opnemen, dat „<strong>de</strong> geest van het gezelschap zich doorgelijkheid, openhartigheid<br />

en vrolijkheid zou<strong>de</strong> kenmerken". Uit <strong>de</strong>ze opmerking sproot vanzelf<br />

hef motto: Kunst en Vriendschap, dat op <strong>voor</strong>stel van een <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n<br />

„staan<strong>de</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring" in het latijn werd omgezet: Arti et Amicitiae.<br />

Op <strong>de</strong>ze eerste verga<strong>de</strong>ring wer<strong>de</strong>n J. A. Kruseman, B. Taurel en M. G.<br />

Tétar van Elven aangewezen om een reglement op te stellen. Maar hoerael<br />

toen <strong>de</strong> Karseboom <strong>voor</strong>loopig als vereenigingslokaal werd gekozen,<br />

werd op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van 12 December 1839 een uitnoodiging<br />

tot <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n gericht „on<strong>de</strong>rzoek te doen naar een geschikt losaal".<br />

Op <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring werd besloten naar <strong>de</strong>n huurprijs van het Gebouw<br />

<strong>de</strong>r Mij. tot Nut van 't Algemeen te informeeren. Als wij in <strong>de</strong> notulen<br />

van <strong>de</strong>ze verga<strong>de</strong>ring lenen, dat besloten werd in zittingen van korten duur,<br />

of als buitenle<strong>de</strong>n tegenwoordig zijn, of an<strong>de</strong>re buitengewone omstandighe<strong>de</strong>n<br />

plaats grijpen, het rooken te verbie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> verwachting, dat „<strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n gaarne <strong>voor</strong> Benige oogenblikken een klein offer zullen brengen aan<br />

<strong>de</strong> achtbaarheid <strong>de</strong>r Verga<strong>de</strong>ring", zijn wij geneigd haar als niet zeer<br />

belangrijk te beschouwen. Maar twee <strong>voor</strong>stellen kwamen ter tafel, die in<br />

<strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> Arti et Amicitiae van het grootste belang zou<strong>de</strong>n<br />

blijken te zijn. C. Steffelaar doet het <strong>voor</strong>stel „gelegenheid te openen <strong>voor</strong><br />

Tentoonstellen" en L. Royer, <strong>de</strong> beeldhouwer, brengt het stichten van een<br />

fonds ter verzorging van weduwen en weezen van overle<strong>de</strong>n kunstbroe<strong>de</strong>rs,<br />

ter sprake.<br />

Reeds in haar <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bijeenkomst teelent zich dus Arti et Amicitiae's<br />

artistiek- en maatschappelijk karakter af : <strong>de</strong> kunst dienen door het bie<strong>de</strong>n<br />

van expositieruimten, <strong>de</strong> vriendschap door het verleenen van socialen steun.<br />

191


Uit Wagenaar's ..Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschie<strong>de</strong>nis enz."<br />

van 1765, blijkt dat in het begin <strong>de</strong>r 18<strong>de</strong> eeuw op het <strong>voor</strong>malig stadhuis<br />

Bene kunsthamer werd ingericht, geschikt tot toon- en verkoopplaats van<br />

kunstwerken, maar tevens lezen wij dat <strong>de</strong>ze kunstkamer weinig aan bare<br />

bestemming beantwoord heeft, daar zij meermalen tot het geven van<br />

on<strong>de</strong>rwijs dien<strong>de</strong>.<br />

't Lijkt zeker dat het ter beschikking krijgen van tentoonstellingslokaliteit<br />

reeds <strong>de</strong>n drie kunstenaars die het initiatief namen tot het bijeenroepen<br />

van confraters in <strong>de</strong> Karseboom, <strong>voor</strong> oogen stond. Want op het feest,<br />

dat het in 1838 opgerichte Genootschap Natura Artis Magistra gaf, ter<br />

inwijding van nieuw aangebouw<strong>de</strong> lokalen, zullen het juist <strong>de</strong>ze zalen<br />

geweest zijn, die <strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r Kruseman, <strong>de</strong>n graveur Taurel en<br />

<strong>de</strong>n architect Tétar van Elven een begeerenswaardig bezit <strong>voor</strong>kwamen<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunstenaars. Arti's jaarverslag van 1840 spreekt met dankbaarheid<br />

van „dien ge<strong>de</strong>nkwaardigen avond in „Ards", waar het plan<br />

gemaakt werd om <strong>de</strong> kunstenaars bijeen te roepen, met het hierboven<br />

reeds gemel<strong>de</strong> gevolg.<br />

Op 10 December 1840 hon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Arti-le<strong>de</strong>n reeds tentoonstellen in een<br />

eigen gebouw. In Juli van datzelf<strong>de</strong> jaar kwam in openbare veiling het<br />

lokaal <strong>de</strong> „Grand Salon" van Duport op het Rokin, met het belen<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

logement „Het Wapen van Utrecht", benevens een huis daarachter gelegen<br />

in <strong>de</strong> Kalverstraat, in het bezit <strong>de</strong>r kunstenaars.<br />

Zon<strong>de</strong>r Benige an<strong>de</strong>re garantie dan die van on<strong>de</strong>rling vertrouwen was <strong>voor</strong><br />

20.000 Gld. op een geheimzinnige inteekenlijst geteekend en toen dit niet<br />

voldoen<strong>de</strong> was, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n ten bedrage van 52.000 Gld.<br />

spoedig ingeschreven. De samenwerking was zoo groot geweest dat, hoewel<br />

velen van <strong>de</strong> plannen in Dennis waren gesteld <strong>de</strong> pan<strong>de</strong>n aan het Robin<br />

te koopen, op <strong>de</strong>n avond van <strong>de</strong> veiling niemand on<strong>de</strong>r het publiek zelfs<br />

maar vermoed<strong>de</strong> wie <strong>de</strong> koopers waren.<br />

Als een weerspiegeling van <strong>de</strong>n innerlijken groei <strong>de</strong>r Maatschappij ontwikkel<strong>de</strong><br />

zich het maatschappelijk gebouw.<br />

Op 30 Maart 1841 werd besloten <strong>de</strong>n architect M. G. Tétar van Elven,<br />

gesteund door een commissie van an<strong>de</strong>re bouwmeesters on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />

heergin C. M. W. Kljn, A. C. Pierson en J. Warnsinck, te belasten met<br />

een verbouwing, waardoor op 1 November 1841 een nieuwe kunstzaal kon<br />

wor<strong>de</strong>n ingewijd met een tentoonstelling.<br />

In Juni 1855 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> gebouwen gesloopt, en op 7 Augustus d.a.v.<br />

leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> Voorzitter <strong>de</strong>r Maatschappij, N. Pieneman, <strong>de</strong>n eersten steen<br />

<strong>voor</strong> een nieuwen bouw naar het ontwerp van architect J. H. Leliman.<br />

Op 15 Sept. 1856 werd het voltooi<strong>de</strong> gebouw feestelijk ingewijd; zangers,<br />

192


on<strong>de</strong>r leiding van Richard Hol, brachten een gelegenheidscompositie van<br />

Dr. J. J. Viotta ten gehoon.<br />

Ire 1893 Ord tat ten OhiOUwW, die zich hoofdzakelijk lol <strong>de</strong> binnen..<br />

architectuur bepaal<strong>de</strong>, besloten. Zij werd opgedragen aan <strong>de</strong> bouwmeesters<br />

H. P. Berlage Nzn. en A. C. Bleys. Zij was voltooid op 1 Mei 1894,<br />

waarna we<strong>de</strong>rom in het verjong<strong>de</strong> Arti een reeks van feesten werd gegeven,<br />

waar o.a. „Rhodopis", een dramatisch fragment van Willem Kloos, werd<br />

uitgevoerd.<br />

In 1939 werd op <strong>de</strong>n begaven grond een kunstzaal bijgebouwd, die<br />

als een bewijs van goed vertrouwen, van geestesvrijheid en onverstoorbaarheid<br />

in zwaren tijd, me<strong>de</strong> een hul<strong>de</strong> beteekent aan <strong>de</strong> kunstenaars,<br />

die <strong>voor</strong> hon<strong>de</strong>rd jaren <strong>de</strong> eerste vereeniging van beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunstenaars in<br />

nationaal verband, in Ne<strong>de</strong>rland stichtten.<br />

Was dit het resultaat van <strong>de</strong>n opzet, <strong>de</strong>n kunstenaars tentoonstellingsruimte<br />

te bie<strong>de</strong>n, door lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Kunst ingegeven, <strong>de</strong> Vriendschap, die<br />

blijkens hetzelf<strong>de</strong> verslag van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bijeenkomst van Arti et Amicitiae<br />

zich uitte door <strong>de</strong> oprichting van het „Fonds <strong>voor</strong> Weduwen en Weezen"<br />

mocht op niet min<strong>de</strong>r succes bogen. Want in <strong>de</strong> notulen <strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> jaren<br />

vin<strong>de</strong>n wij lange opsommingen van giften ten bate van het fonds, dat zich<br />

tot he<strong>de</strong>n bloeiend wist te handhaven.<br />

De Stichting die <strong>de</strong>n naam draagt van „het Fonds <strong>voor</strong> Wed uwen<br />

en Weezen van kunstenaars, le<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Maatschappij<br />

„A r t i e t Amicitiae", verleent tot op he<strong>de</strong>n behoeftige<br />

nabestaan<strong>de</strong>n van kunstenaars gel<strong>de</strong>lijken steun.<br />

Daarnaast kwamen an<strong>de</strong>re fondsen ter beschikking van Arti. Door testamentaire<br />

beschikking kwam <strong>de</strong> Maatschappij in 1879 in het bezit van ee<br />

vrij groot kapitaal waarvan <strong>de</strong> rente bestemd is om jeugdige Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

kunstenaars te on<strong>de</strong>rsteunen in hun studiën, en dat naar <strong>de</strong>n<br />

erflater genoemd wordt: het „Fonds Willink van Cohen".<br />

Hieruit wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rscheidingen toegekend aan vele jonge kunstenaars,<br />

die later groote reputatie verwierven.<br />

'n Schenker, die onbekend wenschte te blijven, stel<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Maatschappij een<br />

som gelds ter beschikking <strong>voor</strong> het door hem zelf genoemd „David sfond<br />

s", waarvan <strong>de</strong> rente op soortgelijke wijze als die van het „Willink<br />

van Collenfonds" wordt besteed. Dit waren wel <strong>de</strong> belangrijkste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

legaten die Arti mocht ontvangen, terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re in haar steunfonds<br />

wer<strong>de</strong>n gestort. Uiterst belangrijk was <strong>de</strong> erflating van <strong>de</strong>n historieschil<strong>de</strong>r<br />

Paul Tétar van Elven. In 1932 kwam Arti in het bezit van een<br />

Kapitaal, waarvan <strong>de</strong> rente haar in staat stelt om <strong>de</strong> vier jaar een soort<br />

13 193


„Rome-wedstrijd” uit te schrijven, die <strong>de</strong> bedoeling heeft het historie- en<br />

figuurschil<strong>de</strong>ren te stimuleeren, door vierjarige studie van <strong>de</strong>n prijswinnaar<br />

in het buitenland. Met het „Paul Tétar van Elvenfonds",<br />

kw am dus, in <strong>de</strong>n jongsten tijd, Arti 's bestuur een hoogst waar<strong>de</strong>volle<br />

prijs die nationale beteekenis heeft, in han<strong>de</strong>n.<br />

Een neveninstelling van bijzon<strong>de</strong>r belang werd <strong>de</strong> „V e re en i g i n g<br />

tot bevor<strong>de</strong>ring van beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunsten" on<strong>de</strong>r beheer<br />

van het bestuur <strong>de</strong>r Maatschappij.<br />

Zij richt zich tot kunstminnen<strong>de</strong>n, die <strong>voor</strong> een cotisatie van 5 gul<strong>de</strong>n een<br />

aan<strong>de</strong>el krijgen in <strong>de</strong> jaarlijksche verloting van kunstwerken.<br />

Van 1846 af is door het verstrekken van een premie ook aan hen, die het<br />

lot niet in het bezit bracht van een kunstwerk, <strong>de</strong> Maatschappij uitgeefster<br />

gewor<strong>de</strong>n van prenten en ook van plaatwerken.<br />

De lijst van door Arti uitgegeven prenten lean indrukwekkend genoemd<br />

wor<strong>de</strong>n. Houtsne<strong>de</strong>n, koper- en staalgravures, etsen en lithografieën,<br />

reproduceerend of vrijscheppend, door grafische kunstenaars in opdracht<br />

vervaardigd, weerspiegelen een lange perio<strong>de</strong> van beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst in ons<br />

land.<br />

Maar ook <strong>de</strong> door haar uitgegeven plaatwerken, aan <strong>de</strong> meesterstukken in<br />

onze openbare- en particuliere verzamelingen gewijd, waren <strong>voor</strong>beeldig.<br />

Een jaar na <strong>de</strong> stichting had <strong>de</strong> kunstenaarsgroepeering haar maatschappelijke<br />

plaats blijkbaar reeds gevon<strong>de</strong>n. Want <strong>de</strong> Gouverneur van Noord-<br />

Holland en <strong>de</strong> heer Van <strong>de</strong>r Hoop, als vertegenwoordiger van het Ste<strong>de</strong>lijk<br />

Bestuur, namen <strong>de</strong>el aan het souper waaraan 150 personen aanzaten, na<br />

<strong>de</strong> feestverga<strong>de</strong>ring van 10 December 1840. In <strong>de</strong> 9<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van<br />

6 Februari 1840 werd verslag uitgebracht van een audiëntie bij <strong>de</strong>n Gouverneur<br />

<strong>de</strong>r Provincie, terugijl tevens gewag gemaakt wordt van het verzoek<br />

van <strong>de</strong>n Burgemeester van Amsterdam het lokaal <strong>de</strong>r verga<strong>de</strong>ringen op<br />

te geven.<br />

Reeds bij haar oprichting nationale instelling van beteekenis, was Koning<br />

Willem I haar beschermheer. Bij <strong>de</strong> troonwisseling in 1840 aanvaard<strong>de</strong>n<br />

Koning Willem 11 en Koningin Anna Paulowna <strong>de</strong> titels van Beschermheer<br />

en Beschermvrouwe. Maar van 1849 af zal <strong>voor</strong>al Koning Willem 111 <strong>de</strong>r<br />

Maatschappij een warm hart toedragen, waartoe niet weinig zal hebben<br />

bijgedragen, dat <strong>de</strong> Voorzitters Nic. Pieneman en Herman F. C. ten Kate<br />

's Konings vriendschap genoten. Moge niet vergeten wor<strong>de</strong>n wat <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r<br />

van onze Koningin <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lunst in ons land heeft gedaan. H.M. <strong>de</strong><br />

Koningin Regentes continueer<strong>de</strong> <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n medaille, in 1870 <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

jaarlijksche tentoonstelling van Arti, door wijlen Haar Gemaal ingesteld.<br />

Na <strong>de</strong> inhuldiging in 1898 verleen<strong>de</strong> jaarlijks H.M. Koningin Wilhelmina<br />

194


<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheiding en bij het jaarlijksclze verblijf in <strong>de</strong> hoofdstad<br />

werd gewoonlijk een bezoek gebracht aan Arti, als bewijs van Harer<br />

Majesteits onverflauw<strong>de</strong> belangstelling in een kunst die Zij zelf beoefent<br />

en in <strong>de</strong> lotgevallen <strong>de</strong>r Maatschappij, waar Zij ter expositie werken<br />

afston d.<br />

Arti et Amicitiae had zich van <strong>de</strong>n aanvang af lan<strong>de</strong>lijk georiënteerd.<br />

Op <strong>de</strong> YO<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring, op 13 Febr. 1840, geven zich C. Kruseman en<br />

Joh. Bosboom te 's-Gravenhalte, met nog twee Hagenaars, als buitenle<strong>de</strong>n<br />

op. Op <strong>de</strong> feestverga<strong>de</strong>ring van 1840 wordt lof gebracht aan „<strong>de</strong>n heer<br />

Bosboom, die zooveel zorg had gehad <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 24 le<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n Haag",<br />

'n bemoeienis die later zou uitgroeien tot <strong>de</strong> stichting van Arti's zustervereeniging<br />

Pulchri Studio.<br />

Het le<strong>de</strong>naantal van <strong>de</strong> Maatschappij groei<strong>de</strong> snel en weldra waren alle<br />

belangrijke kunstenaars van Ne<strong>de</strong>rland lid van ATti, terwijl <strong>de</strong> imposante<br />

reeks van haar belangwekken<strong>de</strong> tentoonstellingen een aanvang nam. Die<br />

tentoonstellingen en kunstbeschouwingen van Arti<br />

et Amicitiae zijn even innig verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Kunst <strong>de</strong>r laatste eeuw als <strong>de</strong>ze door Arti's verdienstelijkste le<strong>de</strong>n<br />

zelf geschreven is. Arti plaatste als hoogste eerbetoon hun namen op een<br />

e e r e s c h i 1 d, in het trappenhuis van het maatschappelijk gebouw.<br />

Het eenvoudig lezen van <strong>de</strong>ze namen geeft het kunstenaarsgenootschap<br />

meer lof dan dat door literaire uitwijdingen haar zou Runnen wor<strong>de</strong>n<br />

toegezwaaid, terwijl het bree<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>el, dat bij <strong>de</strong> plaatsing <strong>de</strong>r namen<br />

spreekt van een in alle richtingen gaan<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering, hans maakt het<br />

goedkeurend zegel van <strong>de</strong>n tijd te verkrijgen.<br />

De schil<strong>de</strong>rsnamen rijgen zich als volgt aaneen: Jozef Israëls, J. Bosboora,<br />

A. Mauve, Ch. Rochussen, Jacob Maris, Geo Poggenbeek, H. W. Mesdag,<br />

L. Alma Ta<strong>de</strong>ma, J. H. Weissenbruch, Matthijs Maris, Willem Maris,<br />

Alb. Neuhuys, Aug. Allebé, B. J. Blommers, P. J. C. Gabniël, Th.<br />

Schwartze-van Duyl, G. H. Breiteer, W. Witsen, G. W. Dijsselhof,<br />

Jan Veth, A. J. Der Kin<strong>de</strong>ren, Pieter <strong>de</strong> Josselin <strong>de</strong> Jong, Floris Hendrik<br />

Versten, Jan Toorop, M. A. J. Bauer, Isaac Israëls en J. Voerman.<br />

Er is alle re<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>ze her<strong>de</strong>nking ook <strong>de</strong> namen te noemen van hen,<br />

die op een twee<strong>de</strong> eenschild, vanwege hunne bijzon<strong>de</strong>re verdiensten <strong>voor</strong><br />

Anti, wor<strong>de</strong>n geëerd. Het zijn, behalve <strong>de</strong> reeds genoem<strong>de</strong> stichters, Joh.<br />

Georg Schwartze en Kasper Karren, A. Schelfhout en B. J. van Hove,<br />

C. Springer, J. A. B. Stroebel en H. J. Scholten. Ooi <strong>de</strong>n Voorzitters<br />

Bart van Hove, Carel L. Dake, A. Herreliek, A. M. Gorter en C. G.<br />

't Hooft wordt op <strong>de</strong>ze wijze verdien<strong>de</strong> hul<strong>de</strong> gebracht, terwijl het <strong>de</strong><br />

bedoeling is, dat ook <strong>de</strong> secretarissen John. F. Hulk, N. van <strong>de</strong>r Waay en<br />

195


A. F. Reicher, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong>ze aanteekening, niet zullen wor<strong>de</strong>n vergeten.<br />

Wij meld<strong>de</strong>n reeds, dat door koninklijke belangstelling sinds 1870 Arti<br />

nog een an<strong>de</strong>r eerbetoon, en wel jaarlijks, mag uitreiken: d e gou<strong>de</strong> n<br />

medaille.<br />

Toen, ter gelegenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum van H.M.<br />

Koningin Wilhelmina, een tentoonstelling werd ingericht van werk van <strong>de</strong><br />

laatste veertig gemedailleer<strong>de</strong>n, werd algemeen hul<strong>de</strong> gebracht aan <strong>de</strong><br />

opvolgen<strong>de</strong> besturen, die zeer gelukkig waren geweest in <strong>de</strong> vertolking van<br />

het schil<strong>de</strong>rsoor<strong>de</strong>el, dat vaak <strong>voor</strong>uitliep op een latere meer algemeene<br />

erkenning.<br />

De stichting van Arti et Amicitiae, nu ruim hon<strong>de</strong>rd jaar gele<strong>de</strong>n, was <strong>voor</strong><br />

kunst en kunstenaars in Ne<strong>de</strong>rland een feit van beteekenis. Er moge aan<br />

herinnerd wor<strong>de</strong>n, dat het zelfs in het tijdvak <strong>de</strong>r maatschappelijke<br />

or<strong>de</strong>ning bij uitnemendheid: <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>neeuwen, niet gelukte kunst en<br />

kunstenaars in een maatschappelijk systeem in te sluiten. Reeds Dante<br />

streed tegen <strong>de</strong> poging hem in te <strong>de</strong>elen ófwel bij het notarisgil<strong>de</strong>, ófwel<br />

bij dat van <strong>de</strong> apothekers.<br />

In Arti's jaarverslag van 1847 stelt <strong>de</strong> secretaris A. Oltmans vast, bij zijn<br />

betoog, „dat men wel hier en daar, hoewel zon<strong>de</strong>r Benig bepaald gevolg,<br />

gepoogd heeft datgene af zon<strong>de</strong>rlijk daar te stellen, wat onze Maatschappij<br />

in haar geheel heeft ten uitvoer gebracht", dat <strong>de</strong> kunstenaars in vroeger<br />

eeuwen vaak on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gil<strong>de</strong>n waren gemengd. Hij haalt Houbraken<br />

aan als hij schrijft: „In 1641 werd een genootschap van St. Lucas,<br />

.,zoogezeit <strong>de</strong> fijnschil<strong>de</strong>rs" te Dordrecht opgericht, terwijl <strong>de</strong> kunstenaars<br />

te 's-Gravenhalte in 1656, na bekomen verlof van <strong>de</strong> Regeermg, zich<br />

afschei<strong>de</strong>n van het Gild <strong>de</strong>r Glazenmakers, Stoelenmakers en Boekbin<strong>de</strong>rs,<br />

terwijl toen reeds te Haarlem een bloeijen<strong>de</strong> Kunstgenootschap bestond".<br />

In dienzeif<strong>de</strong>n tijd wordt te Parijs, op instigatie van Charles le Brun,<br />

in 1648, <strong>de</strong> „Académie <strong>de</strong> peinture et <strong>de</strong> sculpture" gesticht om <strong>de</strong>n<br />

kunstenaar aan <strong>de</strong>n onduldbaren dwang <strong>de</strong>r gil<strong>de</strong>n te onttrekken.<br />

Naar <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> beginselen als in Frankrijk, stelt, in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r 18<strong>de</strong><br />

eeuw, te Lon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>corateur van St. Paul's, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r James Tomhill,<br />

<strong>de</strong> stichting van <strong>de</strong> „Royal Aca<strong>de</strong>my" <strong>voor</strong>, waarvan Sir Joshua Reynolds<br />

<strong>de</strong> groote presi<strong>de</strong>nt zal wor<strong>de</strong>n.<br />

lets in dien geest stond <strong>de</strong>n stichters van Arti et Amicitiae <strong>voor</strong> Dogen.<br />

Hun opvolgers wisten hun stichting in stand te hou<strong>de</strong>n en hun kunstenaarshuis<br />

als een klein „Burlington House" te blijven bewonen. Stichting en<br />

gebouw, expositiezalen, sociëteit en boekerij staan nog steeds open <strong>voor</strong> alle<br />

schil<strong>de</strong>rs en beeldhouwers, die een norm van vakbekwaamheid aannemen<br />

en die het oor<strong>de</strong>el van een onafhankelijk confraterscollege over hun werk<br />

196


niet vreezen. Noch leeftijd, noch kunstopvatting is een beletsel om <strong>de</strong>el uit<br />

te maken van <strong>de</strong> Maatschappij. Dat <strong>de</strong> jongeren in geen perio<strong>de</strong> van haar<br />

hon<strong>de</strong>rdjarig bestaan wer<strong>de</strong>n afgestooten, was me<strong>de</strong> oor zaak van haar bloei.<br />

Dat naast het maatschappelijk en sociaal sterk gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Arti en Pulchri<br />

zich zeer vele groepeeringen, die als Benig doel Dennen: tentoonstellen in<br />

lokaliteiten door stad en land ter beschikking te stellen, hebben gevormd,<br />

is geen bezwaar, zoolang <strong>de</strong> Amsterdamsche Maatschappij en het Haagsche<br />

Genootschap zich principieel ten bate van allen handhaven.<br />

Reeds twee malen werd het Genootschap P u I c h r i Studio genoemd en<br />

ik moge dan nu uw blikken richten op <strong>de</strong>n Haag.<br />

Op <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> Maatschappij Arti et Amicitiae op<br />

13 Februari 1840, gaven zich Cornelis Kruseman en Joh. Bosboom met<br />

nog twee Hagenaars als buitenle<strong>de</strong>n op. In <strong>de</strong> feestverga<strong>de</strong>ring van 1840<br />

wordt lof gebracht aan „<strong>de</strong>n heer Bosboom die zooveel zorg had gehad<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> vier-en-twintig le<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n Haag".<br />

't Is <strong>de</strong>ze bemoeienis die in 1847 zou uitgroeien tot <strong>de</strong> stichting van A rij's<br />

zustervereeniging: Pulchri Studio. Het schijnt dal aanvankelijk het gezamenlijk<br />

teekenen naar mo<strong>de</strong>l en het hou<strong>de</strong>n van kunstbeschouwingen, d<br />

stoot gegeven heeft tot <strong>de</strong> lokale samenwerking van Jan en J. H. Weisenbruch,<br />

L. en J. F. Har<strong>de</strong>nberg, W. A. en J. F. van Deventer, J. J. v. d.<br />

Maaten, H. Michael en Willem Roelofs Sr. Spoedig tra<strong>de</strong>n ook J. Bosboom,<br />

B. J. van Hove, Charles Rochussen, S. en E. Verveer, David Bles<br />

e.a. toe tot <strong>de</strong> teekenclub, in een huis Wagenstraat 81.<br />

Dat Haagsche gezamenlijk teekenen had een geschie<strong>de</strong>nis die veel ou<strong>de</strong>r<br />

was dan 1847. De „schil<strong>de</strong>rsconf rerie Pictura" was op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als<br />

Pukhri in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw begonnen, toen boven <strong>de</strong> Nieuwe Waag,<br />

en later boven <strong>de</strong> Korenbeurs, teekenbijeenkomsten gehou<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n waar<br />

in 1682 <strong>de</strong> Teeken-Aca<strong>de</strong>mie uit ontsproot. De schil<strong>de</strong>rs Willem Doudijns,<br />

Theodorus van <strong>de</strong>r Schuer, Daniel Mijters, Augustinus Terwesten en<br />

Robert Duval had<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> gelijke verdienste van<br />

<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> Haagsche schil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. Het feesten ging<br />

in die confrerie Pictura hand in hand met teekenen en kunstbeschouwen,<br />

zooals dat in een <strong>de</strong>rgelijke omstandigheid ook te Amsterdam het geval was.<br />

Als in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw in <strong>de</strong> hoofdstad <strong>de</strong> grijze Von<strong>de</strong>l het feestmaal<br />

<strong>voor</strong>zat en een dichtwerk <strong>voor</strong>droeg, dan zal in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong><br />

dichter Bil<strong>de</strong>rdijk, in 1794, in <strong>de</strong> hofstad Bene re<strong>de</strong>voering hou<strong>de</strong>n in<br />

Pictura, „over <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijkheid <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong>rzelver <strong>voor</strong>werp<br />

beschouwd".<br />

In 1821 ging Pictura op in <strong>de</strong> Stads-Teekenaca<strong>de</strong>mie, die in 1839 aan <strong>de</strong><br />

197


Princesse-grachi een stijlvol gebouw kreeg, dat, jammer genoeg, <strong>voor</strong> Benige<br />

jaren werd gesloopt.<br />

Doch uit <strong>de</strong> „confrérie" kwam ook <strong>de</strong> eerste openbare tentoonstelling van<br />

kunstwerken <strong>voor</strong>t in 1841. Deze bemoeienis echter zou na 1847 langzaam<br />

maar zeker door Puchri Studio wor<strong>de</strong>n overgenomen.<br />

De kunstbeschouwingen, waarbij evenals dat in Arti et Amicitiae het<br />

geval was, aan een lange tafel <strong>de</strong> teekeningen en aquarellen van hand tot<br />

hand wer<strong>de</strong>n doorgegeven, had<strong>de</strong>n aanvankelijk plaats in <strong>de</strong> groote zaal<br />

van „De ou<strong>de</strong>n Doelen", en wer<strong>de</strong>n daarna verplaatst naar <strong>de</strong> loge-zaal<br />

op <strong>de</strong>n Fluweelen Burgwal. Mid<strong>de</strong>lerwijl was <strong>de</strong> teekenkamer verplaatst<br />

naar een behuizing naast <strong>de</strong> Hal op <strong>de</strong> Groenmarkt, waar tot December<br />

1847 <strong>de</strong> séances naar het mo<strong>de</strong>l gehou<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n. De huur bleek echter te<br />

hoog, en verhuizing naar een zol<strong>de</strong>r boven een stal drong zich op. Spoedig<br />

echter ging het weer beter en Ikon een ruime lokaliteit, hoen Buitenhof-<br />

Gevangenpoort, betrokken wor<strong>de</strong>n.<br />

Uit <strong>de</strong> gezelligheid van dit teekencollege kwam <strong>de</strong> opwekking tot sociëfeifs.<br />

leven.<br />

't Kan geen bevreemding wekken dat in <strong>de</strong> hofstad het Koninklijk Huis<br />

interesse betoon<strong>de</strong>. Koning Willem 11 was in het oprichtingsjaar 1847<br />

reeds beschermheergewor<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> Prinsen eerele<strong>de</strong>n. In 1856 aanvaard<strong>de</strong><br />

Willem 111 <strong>de</strong> bescherming van het genootschap.<br />

1 Mei 1861 is een belangrijke datum in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van Pulchri Studio.<br />

Toen werd het hoof dgebouw van het „Hofje van Nieuwloop" betrokken,<br />

en begon <strong>de</strong> groote bloei van hef schil<strong>de</strong>rkundig genootschap, die samenvalt<br />

met <strong>de</strong> bloei van het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>n naam kreeg van<br />

„Haagsche School", en waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> tentoonstellingen van Pulchri van<br />

groot belang waren.<br />

In 1893 schreef Johan Gram: „Sinds jaren heeft Pulchri Studio groote<br />

populariteit in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> verworven. Zijn kunstbeschouwingen zijn alom<br />

<strong>de</strong>kend, zijne tentoonstellingen vermaard en zijn feesten gezocht. Speciaal<br />

<strong>voor</strong> die feesten had het schil<strong>de</strong>rkundig genootschap in <strong>de</strong> Regentenzaal<br />

tan 't Hofje van Nieuwloop een prachtig la<strong>de</strong>r gevon<strong>de</strong>n. Dat hofje was<br />

in 1658 gesticht door <strong>de</strong> erfgenamen van <strong>de</strong>n heer Johan <strong>de</strong> Bruin van<br />

Buitenweck, Heere van Nieuwhoop, Noor<strong>de</strong>n en Achttienhoven. De gewelf<br />

<strong>de</strong> koepel met zijn eikenhouten betimmering, <strong>de</strong> fraai gebeeldhouw<strong>de</strong><br />

hooge schoorsteen, <strong>de</strong> rijke lichtkroon, <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche lasten en<br />

meubelen, zooals <strong>de</strong>ze ons in teekeningen van Bosboom zijn bewaard,<br />

drukken hun stempel op <strong>de</strong> „gezellige bijeenkomsten", waarvan Sam<br />

herveer verklaar<strong>de</strong> dat het al even moeilijk was aan h e t h ofj e, als<br />

aan h e t hof te Domen. De Haagsche schil<strong>de</strong>rs schijnen <strong>de</strong>n toegang tot<br />

198


hun gezochte feesten zoo met voetangels en klemmen te beleggen, dat men<br />

allerlei listen verzon om er binnen te bomen".<br />

Tot het schil<strong>de</strong>rijenbezit van het tegenwoordige Pulchri behoort nog een<br />

groote schil<strong>de</strong>ring, die Jacob Maris <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n schoorsteenmantel van het<br />

Hofje schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, naar een prentje met een afbeelding van een Veronese.<br />

Een Madonna met Christuskindje, mid<strong>de</strong>n tusschen St. George en<br />

St. Catherina, werd in het prachtige coloriet van Maris overgezet,<br />

en het werk kraam, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> suggestieve factuur, tot een<br />

volkomen eigen leven. Als souvenir van <strong>de</strong> schoone omgeving waarin<br />

<strong>de</strong>ze vroege Pulchriperio<strong>de</strong> zich afspeel<strong>de</strong>, heeft het daarenboven historische<br />

waar<strong>de</strong>.<br />

Hoe groot ook <strong>de</strong> belangstelling was van het publiek en <strong>de</strong> z.g. kunstlieven<strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n, er kwam aan Pulchri's bloeitijd in't Hofje een zeer prozaïsch<br />

ein<strong>de</strong>: <strong>de</strong> financieele lasten waren te hoog. Het huis Prinsengracht 57 werd<br />

7 Oct. 1886, alweer feestelijk, ingewijd. Een dui<strong>de</strong>lijk beeld van <strong>de</strong>n<br />

financieelen toestand van het genootschap geven zijn geschiedschrijvers<br />

niet. Want, waar <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n ontbraken <strong>voor</strong> huur en belasting van 't Hofje<br />

van Nieuwkoop, wordt toch ook gewag gemaakt van een gift uit <strong>de</strong>n<br />

boezem van Pulchri, die aanleiding werd tot het oprichten van een museum<br />

van mo<strong>de</strong>rne lamst. En waar kwam dan nu ineens het geld vandaan <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> kunstzaal en <strong>de</strong> ruime behuizing, nu betrokken ? Er wordt op een<br />

verloting van kunstwerken gewezen, <strong>voor</strong> dit doel georganiseerd. Maar <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Haagsche School, die een zeer uitzon<strong>de</strong>rlijk gunstiger<br />

commercieelen tijd meemaakten, tel<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r zich een zeer vermogend<br />

man, <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r H. W. Misdag.<br />

De ou<strong>de</strong> Willem Roelofs Sr. moge <strong>de</strong> grootste verdienste hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

richting die <strong>de</strong> Haagsche landschap- en figuurschil<strong>de</strong>rs insloegen, toen zij,<br />

door het Fransche <strong>voor</strong>beeld geprikkeld, met vernieuw<strong>de</strong> vereering zich<br />

tot <strong>de</strong> natuur wend<strong>de</strong>n, 't is Mesdag's verdienste dat hij die Fransche<br />

<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n door aankoop naar <strong>de</strong>n Haag bracht (het Museum Mesdag<br />

zou daar later uit groeien), maar ook dat hij op zijn zeventigsten<br />

verjaardag, in 1901, Pulchri Studio installeer<strong>de</strong> in het prachtige huis<br />

Lange Voorhout 15. Mesdag, <strong>voor</strong>zitter van het genootschap, maakte <strong>de</strong><br />

aankoop van dit huis en tuinen, benevens het poetshuis aan <strong>de</strong> Hooge<br />

Nieuwstraat, mogelijk. Zij die <strong>de</strong>n zetel van het he<strong>de</strong>ndaagsche Pulchri<br />

terecht bewon<strong>de</strong>ren, zoowel <strong>de</strong> ongerepte Louis Quinzezaal met <strong>de</strong> fraaie<br />

stucco's van schoorsteenmantel en plafond, als <strong>de</strong> ruime en uitstekend<br />

verlichte kunstzalen, mogen wel eens weten dat Paul Durieu, kunstlievend<br />

lid van Pulchri, <strong>de</strong> knappe architect is van die zalen en annexen.<br />

Meer nog dan <strong>de</strong> schoonheid van het gebouw zal <strong>de</strong> herinnering aan <strong>de</strong><br />

199


meesters, wier namen innig verbon<strong>de</strong>n zijn met Pulchri Studio, <strong>de</strong>n<br />

binnentre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, die op <strong>de</strong> hoogte is, imponeeren. Maar welk kunstlievend<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r weet niet dat Jozef Israëls, <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Mans, Joh.<br />

Bosboom, Anton Mauve, Gabriël en vele an<strong>de</strong>re talenten, het Hollandsche<br />

schil<strong>de</strong>ren weer hebben opgestuwd tot zijn hoogste hoogte?<br />

6,<br />

200


tjwtotcerWAiiy -.Digl


R. Vinkeies, fragment van een gravure uit 1768. De Stadsteekenaca<strong>de</strong>mie boven het corps <strong>de</strong> gar<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> Leidsche Poort te Amsterdam.<br />

202


II,<br />

HET KUNSTONDERWIJS, <strong>de</strong> Rijks-Normaalschool <strong>voor</strong><br />

teekenon<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

k verhaal<strong>de</strong> U dat Theo Molkenboer directeur was van <strong>de</strong><br />

teekenschool Hendrick <strong>de</strong> Keyser, die ik in <strong>de</strong> H.B.S. jaren<br />

Zaterdagmiddags bezocht.<br />

Op zeer natuurlijke wijze (Zwam ik, langs <strong>de</strong>n zoon, op <strong>de</strong> kunstschool<br />

waar <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r W. B. G. Molkenboer <strong>de</strong> directie voer<strong>de</strong>, en waar het Rijk<br />

<strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong>r feekenleeraren ter hand had genomen.<br />

Was <strong>voor</strong> dit laatste re<strong>de</strong>n ?<br />

Luisteren wij naar wat hieromtrent <strong>de</strong> nestor van hetNe<strong>de</strong>rlandsche teekenon<strong>de</strong>nuijs,<br />

<strong>de</strong> nu 93-jarige Jan Rubberman, schreef over <strong>de</strong> wijze waarop<br />

hij in Schiedam als jong „broekie" teekenles Kreeg.<br />

„In <strong>de</strong> bovenlokalen van <strong>de</strong> beurs te Schiedam bestond een stadsteekenschool,<br />

waar alle avon<strong>de</strong>n werd les gegeven in handteekenen, in bouwkundig<br />

teekenen en wis- en natuurkun<strong>de</strong>. De twee ineenloopen<strong>de</strong> teekenzalen<br />

had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n vorm van een rechthoek van groote afmetingen; 72 jaar<br />

gele<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed ik daar mijn entrée".<br />

„De heer <strong>de</strong> Meijer uit Rotterdam leer<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuw aangekomenen teekenen;<br />

het aantal leerlingen was zeer groot en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong> bleek het noodig, twee<br />

suppoosten achter <strong>de</strong> leerlingen te laten loopen t bij Benig vergrijp werd je<br />

door zoo'n kod<strong>de</strong>beier (een van hen was een pootigen kleermaker) bij je<br />

lurven gepakt en op onzachte wijze <strong>de</strong> zaal uitgewerkt. [dan zoo'n rechtspleging<br />

werd <strong>de</strong> heer <strong>de</strong> Meijer soms niets gewaar, <strong>de</strong> man zelf had niet het<br />

minste gezag. Bij <strong>de</strong> entrée wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n dag gehaald,<br />

geschaduw<strong>de</strong> teekeningen door <strong>de</strong>n heer <strong>de</strong> Meijer vervaardigd, en van<br />

Juliest, oogera, neuzen, Doren, Doppen, busten en beel<strong>de</strong>n; ook étu<strong>de</strong>s á<br />

<strong>de</strong>ux crayons. le<strong>de</strong>r haal<strong>de</strong> het zijne en men begon. De heer <strong>de</strong> Meijer<br />

liep geregeld <strong>de</strong> vier zij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n rechthoek af, gaf Benige aanwijzingen<br />

en <strong>de</strong> „affe" teekeningen wer<strong>de</strong>n gesigneerd: „Gez. K. G. <strong>de</strong> M." Ver<strong>de</strong>r<br />

kregen we nog landschappen, boerenwoningen, liar, waterput enz.; er werd<br />

veel werk gemaakt van <strong>de</strong>n „boomslag". Alle teekeningen van Julien<br />

wer<strong>de</strong>n gearceerd zooals <strong>de</strong>ze dat aangaf. 1k was hierin nog al een bol<br />

203


(schrijft Rubberman). De verlichting was zeer primitief (hef stuk speelt<br />

in 1858) men gebruikte hangen<strong>de</strong> olielampen, die niet steeds oliedicht<br />

waren, wat dikwijls aan <strong>de</strong> teekeningen merkbaar was. Na al dat plaatteekenen<br />

kwam gips aan <strong>de</strong> beurt, ornamenten soms met 0.1. inkt gewasschen.<br />

Ver<strong>de</strong>r han<strong>de</strong>n, voeten, koppen, maskers en busten; <strong>de</strong> laatste<br />

on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong>n heer Gips —<strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n Delftschen<br />

hoogleeraar (mijn directe <strong>voor</strong>ganger. L.)"<br />

„En nu gebeur<strong>de</strong> het in diezelf<strong>de</strong> dagen, dat er kisten arriveer<strong>de</strong>n met<br />

volledige collecties Dupuis, ijzerdraadfiguren, blokben etc. die, op <strong>de</strong>n<br />

beken<strong>de</strong>n standaard geplaatst, zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geteekend. Zoo herinner<br />

ik me dat ik na het copieeren van <strong>de</strong>n kof van Laöcoon een vierzijdige<br />

pyrami<strong>de</strong> van ijzerdraad te teekenen kreeg ...."<br />

U leest het: ingrijpen van hoogex hand in <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van ons teekenon<strong>de</strong>rwijs,<br />

was geen overtollige bemoeizucht.<br />

Luistert nu een oogenblik naar wat <strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls overle<strong>de</strong>n Amsterdamschen<br />

teekenleeraar en kunstenaar B. W. Wierink in een ge<strong>de</strong>nkschrift<br />

van <strong>de</strong> „Ned. Ver. v. Teekenon<strong>de</strong>rwijs in 1930" opmerkte:<br />

„Het hoor<strong>de</strong> zoo in het begin <strong>de</strong>r 19<strong>de</strong> eeuw bij een voltooi<strong>de</strong> opvoeding,<br />

als hoogsels aan te brengen: Fransch, pianospelen, teekenen en dansen, en<br />

dat was nog zoo mal niet als sommigen onzer allicht zullen <strong>de</strong>nken, want<br />

zeker zijn het vier eerste klasse beschavingsmid<strong>de</strong>len, als ze tenminste<br />

goed on<strong>de</strong>rwezen wor<strong>de</strong>n; wat het laatste vak betreft, schijnt men het in<br />

<strong>de</strong>zen tijd over het algemeen met mij eens te zijn, <strong>voor</strong> teekenen moet<br />

nog wel eens een lans gebroken wor<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al bij autoriteiten die er zelf<br />

niets van kunnen".<br />

„Die eerste teekenmeesters, die bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>name families, aan <strong>de</strong> spes patriae<br />

<strong>de</strong> e<strong>de</strong>le kunst van teekenen on<strong>de</strong>rwezen, waren geen speciale teekenmeesters,<br />

zooals we ze nu kennen, doch kunstschil<strong>de</strong>rs die, zooals 't nog<br />

gaat, met hun penseel een zeer incompleet inkomen had<strong>de</strong>n, en het tekort<br />

door het geven van teekenon<strong>de</strong>rwijs trachtten te <strong>de</strong>kken, in alle gevalle<br />

menschen die teekenaars van huis uit waren, en een zekere heilige vereering<br />

<strong>voor</strong> hun vak had<strong>de</strong>n".<br />

„De nageur van het classicisme hing nog omstreeks 1850 in <strong>de</strong> lucht, dus<br />

was het klassieke beeld nog een <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>naamste mo<strong>de</strong>llen waarnaar men<br />

streef<strong>de</strong>, en <strong>voor</strong>tbouwen<strong>de</strong> op <strong>de</strong> overleveringen van <strong>de</strong> renaissancemeesters,<br />

was copieëren van classieke teekenmo<strong>de</strong>llen, prenten zoowel als gips, <strong>de</strong><br />

hoofdzaak".<br />

On<strong>de</strong>r die teekenmeesters-schil<strong>de</strong>rs moeten er uitsteken<strong>de</strong>n geweest zijn, die,<br />

huisvrien<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> families waar zij lessen gaven, veel moeten hebben<br />

204


gedaan om kunstlief<strong>de</strong> en kunstbegrip om zich heen te versprei<strong>de</strong>n en aan<br />

te moedigen.<br />

Het bestellen van portretten, <strong>de</strong> aankoop van schil<strong>de</strong>rijen, het verzamelen<br />

van teekeningen is zeker door hen vanuit <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw gestimuleerd.<br />

In <strong>de</strong>n „nachten" tijd waarin zij leef<strong>de</strong>n, gevoel<strong>de</strong>n zij dit lesgeven aan<br />

beschaaf<strong>de</strong> leerlingen in fraaie behuizingen, nauwelijks als een last. Dit zou<br />

natuurlijk veran<strong>de</strong>ren toen een perio<strong>de</strong> van meer scheppen<strong>de</strong> bracht er<br />

Bene van beschouwelijkheid kwam aflossen. Luisteren wij slechts naar het<br />

antwoord van <strong>de</strong>n jongere Mauve aan zijn va<strong>de</strong>r.<br />

Dominee Mauve, strij<strong>de</strong>nsmoe tegenover <strong>de</strong> imperatieve verlangens van zijn<br />

zoon Anton, gaf hem, op het punt te zwichten, nog <strong>de</strong>zen raad: „Zorg in<br />

elk geval dat je een goed teekenmeester wordt, dan kun je ten minste met<br />

lesgeven je brood verdienen". Hierop reageer<strong>de</strong> <strong>de</strong> zoon met: „liever als<br />

koloniaal naar <strong>de</strong> Oost dan mijn brood te verdienen met iets, dat ilk zelf<br />

nooit leeren zal I" U hoort het, u ziet het, in het kleed van <strong>de</strong>n ne<strong>de</strong>rigen<br />

hoogmoed richt zich <strong>de</strong> jonge kunstenaar hoog in <strong>de</strong>n za<strong>de</strong>l op. Maar als<br />

<strong>de</strong> besten zich uit het lesgeven terugtrekken, dan is er alle re<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>de</strong>r teekenleeraren zóó te verbeteren, dat ook zij, die met min<strong>de</strong>r persoonlijk<br />

talent begaafd zijn, nuttig werk hunnen doen.<br />

De Museumscholen te Amsterdam: <strong>de</strong> Rijksschool <strong>voor</strong> Kunstnijverheid<br />

en <strong>de</strong> Rijks-Normaalschool <strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijs, die op <strong>de</strong> bovenverdieping<br />

van het Rijksmuseum een jaar vroeger geopend wer<strong>de</strong>n dan<br />

dat <strong>de</strong> rijksverzamelingen <strong>voor</strong> geschie<strong>de</strong>nis en kunst <strong>voor</strong> het publiek<br />

toegankelijk wer<strong>de</strong>n gesteld, waren geboren uit <strong>de</strong>n drang om onze<br />

nijverheidskunsten en ons teekenon<strong>de</strong>rwijs op het peil te brengen waarop,<br />

door congressen en tentoonstellingen, o.a. te Weenen en te Lon<strong>de</strong>n, gebleken<br />

was dat in het buitenland gewerkt werd.<br />

'n Zeer sterk driemanschap wist zich omstreeks 1880 in <strong>de</strong>ze zalen<br />

invloed te verzekeren: Cuypers <strong>de</strong> bouwmeester, zijn zwager Alberdingk<br />

Thijm en Victor <strong>de</strong> Stuers.<br />

De romantiek van Thijm wist zich, tegenover hef klassicisme van Vosmaer,<br />

meer dan te handhaven. De architectuur van Cuypers was <strong>de</strong> Benige van<br />

die dagen. Op <strong>de</strong> Cuypers-tentoonstelling van 1927 in het Rijns-Museum,<br />

hebben wij er ons nog eens van kunnen overtuigen, hoe sma<strong>de</strong>lijk ongewapend<br />

<strong>de</strong> oppositie was. Da'dr werd namelijk <strong>voor</strong> hef eerst honing<br />

Willem Ill's contra-project <strong>voor</strong> een rijksmuseum vertoond. Hoe onmachtig<br />

<strong>de</strong> architect, die 's koning's stallen te 's-Graven page gebouwd had, <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

groote opdracht stond, bleek zonneklaar.<br />

De drie genoem<strong>de</strong>n vorm<strong>de</strong>n een driehoekscombinatie, die niet alleen aan<br />

alle zij<strong>de</strong>n front kon maken, maar die op verschillen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

205


H. J. Haverman, fragment van een teekening uit 1896. Jhr. Mr. Victor <strong>de</strong> Stuers, Referendaris van<br />

Kunsten en Wetenschappen.<br />

206


hechtste samenwerking, eigenlijk alleen in staat was scheppend werk te<br />

verrichten. Zii kreten invloed: niet door hun vriendschap, maar door<br />

hun tot leven<strong>de</strong> bracht gewor<strong>de</strong>n overtuiging en door <strong>de</strong> breedheid van hun<br />

oor<strong>de</strong>el en houding, alle tegenwerking, openbare en achterbaksche, ten spijt.<br />

Lange jaren wisten zij openbaar anti-papisme en geheim maconiekfanatisme<br />

het hoofd te bie<strong>de</strong>n.<br />

Natuurlijk had Jhr. Victor <strong>de</strong> Stuers zijn fouten, maar zijn <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n zijn<br />

af te meten naar <strong>de</strong> leegte die <strong>de</strong> referendaris <strong>voor</strong> lamst en wetenschap<br />

achterliet, en die een halve eeuw na zijn dood nog even gapend is.<br />

Alleen on<strong>de</strong>r Victor <strong>de</strong> Stuers lion gesproken wor<strong>de</strong>n van een blijken<strong>de</strong><br />

regeeringsbelangstelling <strong>voor</strong> het kunston<strong>de</strong>rwijs, dat na hem, in steeds<br />

meer versneld tempo, werd verwaarloosd.<br />

Niemand in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> lean dit in verband met zijn loopbaan met meer<br />

kennis van zaken neerschrijven dan hij, die als jongen van 16 jaar <strong>de</strong><br />

ein<strong>de</strong>looze steepen trappen opging die <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong>r Rijks-Normaalschool<br />

te beklimmen had<strong>de</strong>n, vóár zij <strong>de</strong> hooge en opwekken<strong>de</strong> sfeergin<br />

betra<strong>de</strong>n waar zij werkten. De romantische behuizing die, ten <strong>de</strong>ele<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kap van het groote gebouw, <strong>de</strong>n indruk maakte zich te bevin<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> kraken<strong>de</strong> ingewan<strong>de</strong>n van een oud houten schip, en waarvan <strong>de</strong> zeer<br />

uiteenliggen<strong>de</strong> lokaliteiten bereikt wer<strong>de</strong>n langs een soort kippenlooptrappen<br />

over <strong>de</strong> museumgewelven, die aan ruggen van olifanten <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>nnen, drupte een zoo sterken stempel op <strong>de</strong>n geest van <strong>de</strong>n knaap, dat<br />

<strong>de</strong> kleinste <strong>de</strong>tails van werkplaatsen en outillage hem <strong>voor</strong> Dogen bleven.<br />

Hij kon <strong>de</strong> scherpte van <strong>de</strong>zen indruk controleeren toen hij, 25 jaar later,<br />

als opvolger van Molkenboer, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> trappen opging, om van uit hetzelf<strong>de</strong><br />

Izooggewelf<strong>de</strong> Faustatelier <strong>de</strong> directie te voeren van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> Rijns-Normaalschool<br />

<strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijs.<br />

W. B. G. Molkenboer had als kunstenaar, hij had in zijn jeugd gebeeldhouwd,<br />

geen bijzon<strong>de</strong>re gaven, maar door zijn bemoeienissen met het<br />

teekenon<strong>de</strong>rwijs, hij sprak makkelijk en geestig en schreef zeer leesbare<br />

rapporten, was hij een figuur van beteekenis gewor<strong>de</strong>n. De gelijkenis<br />

met Renah was niet uitsluitend uiterlijk, want tot hoe klein formaat U<br />

zijn beteekenis zoudt willen terugbrengen, W. B. G. behoor<strong>de</strong> tot netgenus<br />

„groote mannen". Bree<strong>de</strong>r ontwikkeld dan an<strong>de</strong>ren die zich practisch<br />

<strong>voor</strong> het teekenon<strong>de</strong>rwijs inspan<strong>de</strong>n, was <strong>de</strong> allure van zijn geest en van<br />

zijn eer<strong>de</strong>r burlesk uiterlijk <strong>de</strong>coratief, terwijl een leven<strong>de</strong> zin <strong>voor</strong> humor,<br />

niet zon<strong>de</strong>r zelfironie, zich on<strong>de</strong>r alle omstandighe<strong>de</strong>n wist te uiten.<br />

Hoewel hij in Lei<strong>de</strong>n geboren was, had hij Zuid-Ne<strong>de</strong>rlandsche manieren.<br />

In zijn jonge jaren was hij leeraar in <strong>de</strong>n Bosch geweest, waar hij <strong>de</strong><br />

zuster van Antoon Derkin<strong>de</strong>ren had getrouwd. Hij was teekenleeraar aan<br />

207


<strong>de</strong> H.B.S. te Leeuwar<strong>de</strong>n, toen hij door Victor <strong>de</strong> Stoers geroepen werd<br />

een rijksopleiding <strong>voor</strong> teekenleeraren te besturen.<br />

Leeraren <strong>voor</strong> sommige takken van kunston<strong>de</strong>rwijs waren er in die dagen<br />

in ons land niet te vin<strong>de</strong>n. De eerste hoogleeraar in <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis,<br />

speciaal die <strong>de</strong>r bouwkunst, aan <strong>de</strong> Technische Hoogeschool te Delft, was<br />

<strong>de</strong> Duitscher Eug. Gagel, <strong>de</strong> eerste hoogleeraar in <strong>de</strong> graveerkunst aan <strong>de</strong><br />

Rijks-Aca<strong>de</strong>mie was Rudolf Stang, <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong> undigste leerkracht<br />

die er in Holland in het <strong>de</strong>coratief-schil<strong>de</strong>ren geweest is, was <strong>de</strong> Weever<br />

Georg Sturm.<br />

Jonger, beeldhouwer, evenals Sturm leeraar aan <strong>de</strong> k unstnijverheidsschool,<br />

was evenals hij, Oostenrijker. Ook <strong>de</strong> leeraar in bouwkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> R.N.S.<br />

was een vreem<strong>de</strong>ling: <strong>de</strong> Zuid-Duitscher Ludwig Beirer. Deze laatste,<br />

een man die alleen „op <strong>de</strong> penning" was en naast zijn ambt eigenbouwer<br />

werd, is er hef beste afgekomen. Want <strong>de</strong> buitenlan<strong>de</strong>rs hebben van hun<br />

benoemingen in het „steinreiche" Holland geen genoegen beleefd. Sturm had<br />

alles tegen om als Kunstenaar in ons land gewaar<strong>de</strong>erd te wor<strong>de</strong>n: perfecte,<br />

wat zwierige Weensche manieren, een bijzon<strong>de</strong>r mooie stijlvolle vrouw<br />

en ....als oud-cavallerieofficier reed hij paard. Da't, en zijn onmiskenbare<br />

vaardigheid, was voldoen<strong>de</strong> om hem het leven in die dagen bij ons<br />

zuur te maken. Jonger, die <strong>de</strong> beste penningen boetseer<strong>de</strong> die er in dien tijd<br />

bij ons gemaakt wer<strong>de</strong>n, vond niet veel meer meer dan geringschatting.<br />

Hij werd steeds meer melancholicus en simuleer<strong>de</strong> verstandsverbijstering,<br />

om vóór <strong>de</strong> uiterste le eftijdsgrens naar Weenen te }dunnen terugkeeren.<br />

Toén was het ruim voldoen<strong>de</strong> om een rechter hand aan een linker arm<br />

te boetseeren om als geestesziek door te gaan. Twintig jaar later ware<br />

dit heel zeker onvoldoen<strong>de</strong> geweest. De gang die „<strong>de</strong> kunst in dien<br />

korten tijd naar het pathologische heeft afgelegd, kan aan dit <strong>voor</strong>val<br />

gemeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Als steeds en overal leer<strong>de</strong> men ook op <strong>de</strong>ze kunstscholen, (er was een zeer<br />

nauwe samenwerking tusschen <strong>de</strong> Rijksschool <strong>voor</strong> kunstnijverheid en <strong>de</strong><br />

Rijps Normaalschool) meer van zijn me<strong>de</strong>leerlingen dan van zijn leeraren.<br />

't Ware echter onbillijk het opwekken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong>n jongen Kromhout,<br />

die juist bij mijn Domst Joseph Cuypers was opgevolgd, te vergeten.<br />

Als Kromhout op <strong>de</strong> op het rooster aangegeven les verscheen, dan was het<br />

toch steeds te laat. Ddt reeds gaf ons leerlingen het i<strong>de</strong>e dat hij niet op<br />

het on<strong>de</strong>rwijs was aangewezen. Willem Kromhout Czn. was <strong>de</strong> bouwmeester<br />

van „Americain", dat juist in die dagen uit <strong>de</strong>n grond kwam.<br />

Menig <strong>de</strong>tail, ik herinner mij speciaal <strong>de</strong> 1900 koperen luchters, ontston<strong>de</strong>n<br />

op het bord van het theorielokaal van <strong>de</strong> school. Dda'r ook teeken<strong>de</strong> Kromhout<br />

met rake luchtige lijntjes <strong>de</strong>n Koepel van Brunelesco, en hing hij <strong>de</strong><br />

208


schetsen in krijten waterverf op, die hij in Italië en in Frankrijk op studiereizen<br />

maakte.<br />

Kromhout doceer<strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis, á batons rompus, aan kunstwerken<br />

die hij uit eigen aanschouwing ben<strong>de</strong>. Ook bij Kromhout moet ik aangevoeld<br />

hebben dat anti-doctrinaire, het ontbreken van die uiterste leerstelligheid,<br />

waarvan ik toen reeds overtuigd was afgekeerd. Men luister<strong>de</strong><br />

met groote aandacht naar zijn zachte stem, waarvan hij zelf overigens<br />

<strong>de</strong> uitwerking ben<strong>de</strong>.<br />

Jan Versluis, „van <strong>de</strong> boeltjes" doceer<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, speciaal perspectief<br />

en beschrijven<strong>de</strong> meetkun<strong>de</strong>, zoo droog als dat nu eenmaal betaam<strong>de</strong> en<br />

Dr. A. R. Cohen <strong>de</strong> anatomie, zoo smeuig als dat mogelijk was. Hij wist<br />

van dit vak oneindig meer, en zijn lessen waren <strong>voor</strong> kunstenaars van meer<br />

nut dan die van zijn collega Prof. Carl Dale aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie,<br />

die geduren<strong>de</strong> zijn leeraarschap in anatomie er slechts zeer langzaam iets<br />

van te weten (zwam.<br />

Terugkomend op <strong>de</strong>n directeur, zij opgemerkt dat wij hem niet alleen<br />

waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n om zijn karikaturaal profiel dat zich zoo gemakkelijk op<br />

schotten en muren liet neerklad<strong>de</strong>n, maar <strong>voor</strong>al om <strong>de</strong> wijze waarop hij<br />

methodologie doceer<strong>de</strong>. Als hij vertel<strong>de</strong> wie <strong>de</strong> eerste serie wandplaten <strong>voor</strong><br />

het teekenon<strong>de</strong>rwijs in ons land ontwierpen, liet hij niet achterwege dat<br />

Graat von Ueberfelt een gewezen officier was, en <strong>de</strong> heer Bing een houten<br />

been had, of als hij het jaartal kwijt was waarop Zwier en Dansma's<br />

prenten verschenen, dit wereldschokken<strong>de</strong> gebeuren in <strong>de</strong>n tijd ophing<br />

dat „onze Theo <strong>de</strong> kinkhoest had" ... .<br />

Zou ik dit alles beschouwen van uit het retrospectieve fatalisme dat <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>re Goethe erken<strong>de</strong> toen hij zijn levenslooi overzag, dan komt uit <strong>de</strong><br />

studiejaren van <strong>de</strong>n jongen Luns een geheel van begaafdhe<strong>de</strong>n en aspiraties<br />

boven, dat toen reeds wees naar het leeraarsambt. Aan lesgeven dacht hij,<br />

niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding van het mid<strong>de</strong>lbaar teekenexamen, in<br />

het geheel niet. Noch <strong>de</strong> begeerte, noch <strong>de</strong> bereidheid een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n tijd<br />

van <strong>de</strong> kunstbeoefening af te staan, leef<strong>de</strong> in hem.<br />

Zou hij toen er aan gedacht hebben op <strong>de</strong>n duur teekenlessen te gaan geven,<br />

dan zou hij weinig nut gehad hebben van het <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong>n teekenleeraar<br />

<strong>de</strong>r museumscholen, D. Huibers.<br />

Te Munchen scheen <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> jeugd goe<strong>de</strong> figuurstudies te hebben ge<br />

schil<strong>de</strong>rd. En hoewel zijn werk later in <strong>de</strong>n stroom van het binnenhuisschil<strong>de</strong>ren<br />

werd meegesleept, had hij omtrent het teekenen van een kop<br />

Benige, wel elementaire, maar toch constructieve begrippen, die hij wel op<br />

ons wist over te dragen, niettegenstaan<strong>de</strong> een evi<strong>de</strong>nt tekort aan uitdrukkingsvermogen.<br />

14<br />

zog


Hoe ontoereikend dat vermogen was bleek op een dag dat Huibers, die<br />

gewoonlijk te veel leerlingen had om er aan te beginnen zich met hen te<br />

bemoeien, mij eens alleen aantrof in het lokaal. Hij vond er toen <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

naar om mij wat intensiever correctie te geven.<br />

Gewoonlijk gaf hij met half verstaanbare zinnen en met dl te verstaanbare<br />

inkrassing van een langen nagel in onze teelleningen, Benige steeds <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong><br />

fouten aan: in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong> gezicht<strong>de</strong>elen te groot <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n sche<strong>de</strong>l,<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails te ver behan<strong>de</strong>ld tegenover <strong>de</strong> z.g. doo<strong>de</strong> plekken tusschen oog,<br />

neus en mond. Kon hij er ver<strong>de</strong>r niet uitkomen, dan sloot hij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rrichting<br />

met: „en daarom is Rafael zoo groot I" Dat hij hierme<strong>de</strong> wil<strong>de</strong><br />

zeggen, dat harmonie <strong>de</strong> hoogste eigenschap is die een kunstenaar in zijn<br />

werk tot uitdrukking lion brengen, zou ik natuurlijk eerst heel veel later<br />

begrijpen.<br />

Maar zooals gezegd, dien morgen zou hij zich wat meer bunnen laten<br />

gaan, ik was ook bij hem bekend als een studieus leerling, wiep zijn raad dus<br />

wel besteed zou zijn. Die raad zou toen culmineeren in het nemen van een<br />

<strong>voor</strong>beeld aan een schil<strong>de</strong>rij van .... Ja, <strong>de</strong>n naam van <strong>de</strong>n meester was<br />

hij vergeten, en dat hij gezien had ....was het in een museum ? bij een<br />

k unsthan<strong>de</strong>laar ? dat was hem ontgaan. En toen raakte hij blijkbaar zoo<br />

in <strong>de</strong> war, dat hij verklaar<strong>de</strong> ook niet meer te weten wat het schil<strong>de</strong>rij<br />

<strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> ....Maar dat <strong>de</strong>ed er nu ver<strong>de</strong>r niet toe: „Neem da'a'r maar<br />

een <strong>voor</strong>beeld aan I"<br />

Eens gaf mij, in een gelukkig oogenblik, Huibers een geslaagd beeld van <strong>de</strong><br />

Hollandsche kunstbegaafdheid, dat mij is bijgebleven. Hij wil<strong>de</strong> zeggen<br />

dat <strong>de</strong> bedding <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst „zien en weergeven "is. An<strong>de</strong>ren hebben<br />

dat vóór hem gedaan.<br />

Als een Grieksch schrijver Zeuxis wil prijzen, vertelt hij van een schil<strong>de</strong>ring<br />

van een korfdragen<strong>de</strong> vrouw, waarvan <strong>de</strong> vruchten zóó reëel geschil<strong>de</strong>rd<br />

waren dat <strong>de</strong> duiven, toen het werk in <strong>de</strong> zon te drogen stond, er naar<br />

pikten. In dit Grieksche verhaal is sprake van vrouwen en vruchten, van<br />

<strong>de</strong> zon en van duiven.<br />

Een Vlaamsche schrijver, die wil vaststellen dat Quinten Matrijs ter<br />

werving van zijn bruid, van smid, schil<strong>de</strong>r is gewor<strong>de</strong>n, brengt ons in het<br />

slaapvertrek van Matrijs' aanstaan<strong>de</strong>n schoonva<strong>de</strong>r. De ou<strong>de</strong> heer is nog<br />

te bed, en Quinten, in het volle meesterschap van zijn beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst,<br />

schil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> pantoffels van <strong>de</strong>n slapen<strong>de</strong> <strong>voor</strong> diens bed. Als bij hef<br />

opstaan <strong>de</strong> nog slaapdronken man zich <strong>de</strong> voeten besmeurd door <strong>de</strong>zen<br />

in <strong>de</strong> geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> muilen te steken, geeft hij zich gewonnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

k un<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n jongen Matrijs.<br />

De strekking van het Grieksche en hef Vlaamsche verhaal is hetzelf<strong>de</strong>,<br />

210


maar naar 's lands aard en ze<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> elementen ; nu<br />

gaat het over een slaapvertrek en pantoffels, over een schoonva<strong>de</strong>r en<br />

bloote voeten.<br />

Hoe werd nu hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeeld door <strong>de</strong>n Hollandschen Huibers vertolkt<br />

Hij haalt een gul<strong>de</strong>n uit zijn zak, legt dien op <strong>de</strong> tafel: „als U dien gul<strong>de</strong>n<br />

niet op tafel zóó kunt schil<strong>de</strong>ren dat ik dien in het <strong>voor</strong>bijgaan eraf wil<br />

nemen, dan verstaat U uw vak niet, dan zijt gij geen schil<strong>de</strong>r".<br />

Te Athene, het vrije licht en <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n zon, te Antwerpen <strong>de</strong> burgerlijke<br />

intimiteit van een slaapvertrek, te Amsterdam gaat het over <strong>de</strong>n gaven<br />

gul<strong>de</strong>n, — <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nkt nu eenmaal in geld.<br />

De studie aan <strong>de</strong> Rijks-Normaalschool <strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rtvijs en die aan<br />

<strong>de</strong> Rijksschool <strong>voor</strong> kunstnijverheid was een goe<strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use <strong>voor</strong> die<br />

aan <strong>de</strong> Rijns-Aca<strong>de</strong>mie, waar het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> bijvakken op veel<br />

min<strong>de</strong>r hoog peil stond. De kunsthistorie werd gedoceerd door een<br />

aca<strong>de</strong>mische vermaardheid, maar zóó dat het een mid<strong>de</strong>l leek tegen<br />

<strong>de</strong> meest hardnekkige slapeloosheid.<br />

De hoogleeraar die met anatomieon<strong>de</strong>rwijs belast was, 't werd reeds opgemerkt,<br />

wist er weinig van, en zijn perspectiefon<strong>de</strong>rwijs bleef zoo laag bij<br />

<strong>de</strong>n grond als op een ambachtsschool.<br />

Maar het practisch on<strong>de</strong>rwijs in teekenen en schil<strong>de</strong>ren ging natuurlijk<br />

ver<strong>de</strong>r en hooger, op dit ou<strong>de</strong> instituut van honger kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

Oud instituut<br />

Haar oorsprong is te zoeken in <strong>de</strong> Confrerieën of Broe<strong>de</strong>rschappen van<br />

k unstenaars in het mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r 17e eeuw, en vraagt U mij een datum, da<br />

zou ik <strong>voor</strong>stellen 20 October 1653, toen in <strong>de</strong>n St. Joris-Doelen een feesteljke<br />

maaltijd werd aangericht om <strong>de</strong> stichting eener nieuwe „Broe<strong>de</strong>rschap<br />

<strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst" te vieren.<br />

Toen aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> Fransche revolutie <strong>de</strong> kreet<br />

slaakte „het ambacht is vrij", ontlaad<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> die dat allerwegen<br />

verwekte, <strong>de</strong> ergernis, die <strong>de</strong> tyrannie <strong>de</strong>r sterven<strong>de</strong> gil<strong>de</strong>n reeds<br />

lang had verwekt. Met <strong>de</strong> kunstenaars en <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>n had hef nooit geboterd.<br />

Men heeft nooit precies geweten, ook niet in <strong>de</strong> groote dagen <strong>de</strong>r gil<strong>de</strong>n,<br />

rváár kunstenaars on<strong>de</strong>rgebracht moesten wor<strong>de</strong>n : <strong>voor</strong> Dante aarzel<strong>de</strong><br />

men tusschen apothekers en notarissen, en in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw weiger<strong>de</strong><br />

Jan van Scorel reeds bij herhaling zich bij het gil<strong>de</strong> <strong>de</strong>r versvers aan te<br />

sluiten. Als in 1648 <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r Lebrun, on<strong>de</strong>r Colbert, te Parijs <strong>de</strong> „Aca<strong>de</strong>"mie<br />

<strong>de</strong> peinture et <strong>de</strong> sculpture" sticht, dan is dit met <strong>de</strong> aperte bedoeling<br />

<strong>de</strong> kunstenaars aan <strong>de</strong> dwingelandij <strong>de</strong>r gil<strong>de</strong>n te onttrekken.<br />

Zooals ik reeds opmerkte, was het 5 jaar later dat te Amsterdam „Schil<strong>de</strong>rs,<br />

211


Beelthouwers, Tekenaars en hunne begunstigers door bant van on<strong>de</strong>rlinge<br />

gemeenschap verknocht" bijeenkwam en om een nieuwe bond te stichten.<br />

Die bond heeft het jaarfeest nog eens herhaald en wij danken hieraan<br />

het gedicht „Broe<strong>de</strong>rschap <strong>de</strong>r Schil<strong>de</strong>rkunst" van Asselijn, en „Inwijdinge<br />

<strong>de</strong>r Schil<strong>de</strong>rkunste" op Sint Lukasfeest, van Joost van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l.<br />

Maar <strong>de</strong>n bond, die het ou<strong>de</strong> Ambachts-verband moest vervangen, lukte<br />

het toch niet te Amsterdam een „Oefen-schole" op te richten die, nu <strong>de</strong><br />

„Schil<strong>de</strong>rwinkels" „geen volledige opleiding meer bo<strong>de</strong>n", op vrije avon<strong>de</strong>n<br />

gelegenheid gaf tot een ongerepte schoonheidsbeoefening <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>rs,<br />

beeldhouwers, architecten en plaatsnij<strong>de</strong>rs, borduur<strong>de</strong>rs en glasschrijvers.<br />

In an<strong>de</strong>re plaatsen gelukte dit oprichten van teekenkamers en aca<strong>de</strong>mies<br />

wd, wij zagen dit bij <strong>voor</strong>beeld te 's-Gravenha,e, maar te Amsterdam<br />

zijn een paar schil<strong>de</strong>rs op eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid begonnen, wat el<strong>de</strong>rs<br />

door <strong>de</strong> Confrerie wel aangevangen en <strong>voor</strong>tgezet was. Volgens Wagenaar<br />

open<strong>de</strong>n Barend Graat, en <strong>voor</strong>al Gerard <strong>de</strong> Lairesse, in here huizen<br />

<strong>de</strong> gelegenheid om naar aca<strong>de</strong>misch beginsel <strong>de</strong> teekenkunst te beoefenen.<br />

Bij <strong>de</strong>n dood <strong>de</strong>zer schil<strong>de</strong>rs, in 1709 en 1711, eindig<strong>de</strong> <strong>de</strong> werkzaamheid<br />

<strong>de</strong>zer particuliere aca<strong>de</strong>mies. Mid<strong>de</strong>lerwijl was in het jaar 1708 <strong>de</strong> beschikking<br />

verkregen van Burgemeesteren over een vertrek boven het<br />

„Corps <strong>de</strong> Gar<strong>de</strong>" op <strong>de</strong> Leidsche poort, door Jan Wan<strong>de</strong>laar, teehenaar<br />

en plaatsnij<strong>de</strong>r van groote verdienste, en dààr werd dus <strong>de</strong> Stads-Aca<strong>de</strong>mie<br />

officieel gesticht. Toen echter Wan<strong>de</strong>laar naar Lei<strong>de</strong>n verhuis<strong>de</strong> verliep<br />

<strong>de</strong> zaak, niettegenstaan<strong>de</strong> Bernard Picart, een an<strong>de</strong>r graveur, alles <strong>de</strong>ed<br />

om <strong>de</strong> instelling boven <strong>de</strong> „Forte-gaar<strong>de</strong>", verbastering van „Corps <strong>de</strong><br />

Gar<strong>de</strong>", in stand te hou<strong>de</strong>n. Men leest in <strong>de</strong> stukken van <strong>de</strong>n tijd: „Door<br />

on<strong>de</strong>rlinge ver<strong>de</strong>eldheid, <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r niets willen<strong>de</strong> toegeven, ... .<br />

wierd <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie gesloten".<br />

Toen begon alles weer opnieuw, oefeningen in het atelier van een schil<strong>de</strong>r,<br />

in een gehuur<strong>de</strong> kamer, tot men na veel tobben zich weer vestig<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

„korte gaar<strong>de</strong>". De zaak (zwam eerst „op pootera", toen in 1765 on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

hoofddirectie van Burgemeester Jonas Witsen, kunstenaars als J. Buys,<br />

C. Ploos van Amstel, A. Ziesenis en R. Vinkeles, <strong>de</strong> zaak <strong>de</strong>r Stadsteekenaca<strong>de</strong>mie<br />

kon<strong>de</strong>n behartigen in een zaal van het schoone en zoo<br />

monumentale Raadhuis. Er kwamen ook mo<strong>de</strong>llen ter beschikking, in <strong>de</strong><br />

vorm van maquettes van bouw- en beeldhouwwerken, die <strong>de</strong> stad had laten<br />

uitvoeren. Er wer<strong>de</strong>n ook „antieke beel<strong>de</strong>n", d.w.z. afgietsels naar<br />

Grieksch-Romeinsche statues, geschonken en aangekocht. Ook <strong>de</strong> verzameling<br />

ou<strong>de</strong> teekeningen en prenten werd weldra zoo belangrijk, dat in<br />

1748 aan Jan van Dijk, door Burgemeesters het beheer over <strong>de</strong> „hunst-<br />

Izamer" werd toevertrouwd.<br />

212


Het is in dien tijd dat <strong>de</strong> Stads-Teekenaca<strong>de</strong>mie bloei<strong>de</strong>, wel te verstaan<br />

ging het niet alleen over teerenen, want bij irgerrncfrrljj van<br />

1768 werd <strong>de</strong>n directeur het recht gegeven ook in schil<strong>de</strong>ren en boetseeren<br />

les te geven. Doch <strong>de</strong> na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> maatschappelijke beroeringen dreven<br />

weldra <strong>de</strong> Stads-Teekenaca<strong>de</strong>mie uit het groote gebouw op <strong>de</strong>n Dam,<br />

naar een ne<strong>de</strong>rige behuizing aan <strong>de</strong> Raamstraat. Toen <strong>de</strong> storm geluwd<br />

was en onze nationale onafhankelijkheid hersteld was, waren het niet <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke magistraten, maar <strong>de</strong> centrale landsregeering, die <strong>de</strong> zaak <strong>de</strong>r<br />

Aca<strong>de</strong>mie opnam. Bij een besluit van <strong>de</strong>n Souvereinen Vorst van 13 April<br />

1817 werd ook het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> schoone Dunsten geregeld, en werd <strong>de</strong><br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie aangewezen om het honger kunston<strong>de</strong>rwiis te<br />

dienen.<br />

Veel tijd ging verloren aan het opstellen van reglement en instructies, die<br />

op 8 Januari 1820 wer<strong>de</strong>n goedgekeurd. De schil<strong>de</strong>rs J. W. Pieneman,<br />

J. A. Daiwaille en Jan Hulswit, <strong>de</strong> beeldhouwer P. J. Gabriël, <strong>de</strong> graveur<br />

J. E. Marcus en <strong>de</strong> bouwmeester T. Suys, wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het oppertoezicht<br />

van <strong>de</strong>n Raad van Bestuur, wiens <strong>voor</strong>zitter <strong>de</strong> Burgemeester was, aangewezen<br />

het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> Koninklijke Aac<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kruisten te geven.<br />

Eerst op 11 Januari 1822 kon <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie met haar lessen aanvangen<br />

op <strong>de</strong> bovenverdieping van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Beurs op <strong>de</strong>n Vijgendam, het fraaie<br />

gebouw van Hendrik <strong>de</strong> Keyser, dat echter <strong>voor</strong> het doel zeer ongeschikt<br />

was. Van <strong>de</strong> 1140 leerlingen die zich had<strong>de</strong>n ingeschreven, kon<strong>de</strong>n er<br />

slechts 262 wor<strong>de</strong>n geplaatst, een getal dat men door het uiterste overleg<br />

tot 350 schijnt te hebben kunnen opvoeren.<br />

Wij zullen U niet <strong>de</strong>n geheelen lij<strong>de</strong>nsweg van <strong>de</strong>ze Kon. Aca<strong>de</strong>mie schetsen,<br />

hoe zij van <strong>de</strong> Beurs verhuis<strong>de</strong> naar het Ou<strong>de</strong> Mannen- en Vrouwengasthuis.<br />

Een rijksbezuiniging van 1851 bracht haar aan <strong>de</strong>n rand van <strong>de</strong>n<br />

afgrond. Een legaat van C. J. Fodor van f 10.000 heeft haar van wissen<br />

on<strong>de</strong>rgang gered. Toen in 1853 Pieneman stierf en <strong>de</strong> beeldhouwer Louis<br />

Roger <strong>de</strong> leiding kreeg, schijnt Arti et Amicitiae op het punt gestaan te<br />

hebben een eigen Aca<strong>de</strong>mie te stichten. Allerlei <strong>voor</strong>stellen tot verbetering<br />

wer<strong>de</strong>n gedaan, van Nicolaas Pieneman, van J. W. Kaiser en van Tétar<br />

van Elven in 1839, in 1860, in 1863. Tot ein<strong>de</strong>lijk in 1870 een wetsontwerp<br />

van Minister Fock, met groote meer<strong>de</strong>rheid van stemmen door <strong>de</strong><br />

volksvertegenwoordiging aangenomen, <strong>de</strong> Kon. Aca<strong>de</strong>mie veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> 'Kunsten.<br />

Een vijf tal hoogleeraren kreeg <strong>de</strong> verzorging van een breed werkplan in<br />

han<strong>de</strong>n, en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n eersten directeur B. <strong>de</strong> Poorter werd, in 1875, het<br />

gebouw aan <strong>de</strong> Stadhou<strong>de</strong>rska<strong>de</strong> betrokken. Bij het optre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n<br />

213


Georg Rueter, teekening naar zijn in 1914, geschil<strong>de</strong>rd portret van Aug. AIlebé, hoogleeraar van <strong>de</strong><br />

Rijks-Aca<strong>de</strong>mie.<br />

twee<strong>de</strong>n directeur, <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>treffelijhen genreschil<strong>de</strong>r August Allebé,<br />

begon in 1879 <strong>de</strong> bloeiperio<strong>de</strong> <strong>de</strong>r instelling. Met groote persoonlijke toewijding<br />

en bezieling heeft hij <strong>de</strong> Rijns-Aca<strong>de</strong>mie bestuurd, en wees hij zijn<br />

leerlengen, waarvan het meeron<strong>de</strong>el een roemvolle loopbaan wachtte, <strong>de</strong>n<br />

weg. Zoo nuttig ren<strong>de</strong>ment <strong>voor</strong> onze Hollandsche lunst als on<strong>de</strong>r Prof.<br />

214


Allebéheeft <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie tot he<strong>de</strong>n niet meer kunnen geven, omdat zij<br />

nooit mier dan in dien tijd was gericht naar <strong>de</strong> speciale Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

schil<strong>de</strong>rsbegaafdheid, die nooit in het <strong>de</strong>coratief-monumentale, maar<br />

steeds in het intiem-naturalistische gelegen heeft. Een zeer roemvol aan<strong>de</strong>el<br />

had in dien tijd <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie in het schitterend reveil van <strong>de</strong><br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>rkunst, zich uitsprekend in <strong>de</strong> Haagsche en Amsterdamsche<br />

school.<br />

Jozef Israëls reeds was leerling van J. W. Pieneman in <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r<br />

Kon. Aca<strong>de</strong>mie, en in <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r Rijks-Aca<strong>de</strong>mie, on<strong>de</strong>r Allebé, werd het<br />

gezien dat een meester als G. H. Breiteer nog eens <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rklasse ging<br />

bezoeken.<br />

August Allebé is zeker <strong>de</strong> merkwaardigste kunstpaedagoog die Holland<br />

heeftgehad, en die op al zijn leerlingen een onuitwischbaren indruk maakte.<br />

Toen hij <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie dreef als een zaak, had zij een bloeiperio<strong>de</strong><br />

die se<strong>de</strong>rt niet meer bena<strong>de</strong>rd werd. Vrijgezel, was <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie zijn huis<br />

en zijn winkel, en was niets hem te veel als het <strong>de</strong> leerlingen of het on<strong>de</strong>rwijs<br />

betrof. Allebé leef<strong>de</strong> in een stage angst dat, indien <strong>de</strong> blikken <strong>de</strong>r regeering<br />

te veel zijn bant wer<strong>de</strong>n uitgetrokken, zij, zonal niet tot directe afschaffing<br />

van een zoo nutteloos instituut zou overgaan, dan toch tot beknotting van<br />

<strong>de</strong> aan zijn zorgen toevertrouw<strong>de</strong> instelling. Diezelf<strong>de</strong> angst bracht <strong>de</strong>n<br />

directeur <strong>de</strong>r Rijks-Aca<strong>de</strong>mie er toe een <strong>de</strong>el van het mo<strong>de</strong>llengeld zelf<br />

te betalen, als <strong>de</strong> rekening hem hieraan wat groot begon te wor<strong>de</strong>n.<br />

Uiterst bekwaam teekenaar, gevoelig en geestig romantisch schil<strong>de</strong>r, had<br />

hij zijn kunstenaarsloopbaan <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el prijs gegeven. Jong hoogleeraar<br />

gewor<strong>de</strong>n, was hij vermoe<strong>de</strong>lijk met zijn figuur in het <strong>de</strong>ftige ambt<br />

wat verlegen geweest, en toen schijnt hij zich een, door blazen afgewisseld,<br />

spreken te hebben aangewend, dat later een twee<strong>de</strong> natuur was gewor<strong>de</strong>n<br />

en die zijn conversatie, die reeds naar hef bizarre zweem<strong>de</strong>, nog opvallen<strong>de</strong>r<br />

maakte.<br />

Was hij als kunstenaar tot <strong>de</strong> romantische school te rekenen, als leeraar<br />

was hij klassiek georienteerd, en hij corrigeer<strong>de</strong> ons als een discipel van<br />

Ingres. Parijs en <strong>de</strong> Fransche school had<strong>de</strong>n zijn hart, en over bei<strong>de</strong> sprak<br />

hij met mij, sinds hij op mijn geboortebewijs gezien had dat ik in <strong>de</strong> Ville<br />

Lumiére hef levenslicht zag.<br />

Mijn eerste groote opdracht dankte ik aan Prof. Allebé, die mij had aangewezen<br />

als een jonge schil<strong>de</strong>r, in staat een plafond met figuren te schil<strong>de</strong>ren<br />

<strong>voor</strong> een rijlzgewor<strong>de</strong>n paar<strong>de</strong>nkoopman, die zich een dure villa aan <strong>de</strong>n<br />

Amstel had laten bouwen. Ik liet het ontwerp aan Allebé zien, hij was er<br />

tevre<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>. Maar in ware bewon<strong>de</strong>ring geraakte hij toen ik hem<br />

vertel<strong>de</strong> waarom ik <strong>de</strong> jaargetij<strong>de</strong>n, en niet Apollo op <strong>de</strong>n zonnewagen,<br />

215


zooals ik eerst van plan was, als on<strong>de</strong>rwerp genomen had. 1k meen<strong>de</strong><br />

dat <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n zonnegod nooit naar <strong>de</strong>n zin van een gewezen<br />

stalhou<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n zijn uitgevallen, en die overigens in <strong>de</strong> leuze van dit<br />

on<strong>de</strong>rwerp reeds een allusie zou zien waarop hij niet gesteld was. „Wat<br />

'n wijsheid I (blazen). Wat een menschenhennis (blazen) <strong>voor</strong> een zoo<br />

jong man ! Veel ou<strong>de</strong>r dan U had ik die nog niet, an<strong>de</strong>rs had ik mij<br />

<strong>de</strong> vergeefsche reis naar Restaurant Riche gespaard, toen ik meen<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong><br />

eigenaar, mijnheer Vruchtmans, bijzon<strong>de</strong>r gesteld zou zijn op 'n prachtige<br />

studie van Jac. van Loog, een kalfskop op schotel".<br />

De sterkste indruk uit mijn leerjaren behield ik aan <strong>de</strong>n eersten avond, dat<br />

ik <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie binnenkwam. Het binnenbomen van het groote<br />

lokaal, waar <strong>de</strong> warmte van het ruischen<strong>de</strong> gaslicht <strong>de</strong> hitte van <strong>de</strong> groote<br />

kolomkachel nog kwam versterken, en waar <strong>voor</strong> het eerst in al <strong>de</strong> pracht<br />

van een roze incarnaat een vrouwelijk naakt als een waar won<strong>de</strong>r <strong>voor</strong><br />

mijn Dogen stond, is mij steeds bijgebleven.<br />

In mijne herinnering wint <strong>de</strong>ze emotie het zelfs van het binnenkomen van<br />

<strong>de</strong> S. Marco te Venetië of <strong>de</strong> Kathedraal te Amiens, van <strong>de</strong> confrontatie<br />

met <strong>de</strong> „Entierro di ton<strong>de</strong> di Orgaz" te Toledo, of het eerstgehoor<strong>de</strong> aanzwellen<br />

van het Kyrie uit Beethoven's Missa Solemnis.<br />

't Spreekt wel van zelf, dat wij op <strong>de</strong> Rijps-Normaalschool er naar<br />

haakten 's avonds op <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie naar levend mo<strong>de</strong>l te teekenen.<br />

Het werken naar gipsafgietsels van meesterwerken uit <strong>de</strong> groote perio<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r Europeesche lamst, ligt eigenlijk boven <strong>de</strong> brachten van <strong>de</strong>n jongen<br />

leerling. Slechts het stilstaan van het afgietsel maakt het als teekenobject<br />

geschikt, in <strong>de</strong>n tijd, dat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> studie naar <strong>de</strong> antieken even<br />

ver boven <strong>de</strong> bevatting van <strong>de</strong>n leerling ligt, als <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong>n Griek<br />

onbena<strong>de</strong>rbaar <strong>voor</strong> hem is.<br />

De „koppen" die het dichtst kwamen bij het leven: eenl5<strong>de</strong> eeuwsche Florentijn<br />

of een 18<strong>de</strong> eeuwsche Parijzenaar, had<strong>de</strong>n natuurlijk onze <strong>voor</strong>keur,<br />

maar teekenen naar het leven begrepen wij instinctmatig als arbeid, die ons<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats zou liggen. Indien mij toen zou zijn <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n dat<br />

ik ruim <strong>de</strong>rtig jaren later, met hartstochtelijke overgave zou teekenen aan<br />

een weergave van <strong>de</strong> marmeren sarcophaag <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jonggestorven dochter<br />

van Colleoni, door G. Antonio Ama<strong>de</strong>o <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Kapel te Bergamo gehouwen,<br />

zou ik dat <strong>voor</strong> onmogelijk hebben verklaard, zóó stond ons in <strong>de</strong> jeugd<br />

het afgietsel tegen.<br />

't Was een eer<strong>de</strong>r „gevul<strong>de</strong>" groote jonge vrouw; Bart van Hove had<br />

haar met het gevoel van <strong>de</strong>n plasticus een eenvoudige stand gegeven. In<br />

216


zijn onbeweeglijkheid gaf mij dat roze pralen<strong>de</strong> vrouwenlijf, in waarheid<br />

stralend en lichtgevend, een schok die ik religieus zou willen noemen. Al <strong>de</strong><br />

eerbied <strong>voor</strong> het won<strong>de</strong>r van het schoone, alle lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> wat met kunsten<br />

verband hield, heeft mij bij het binnentre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> avondteekenklasse <strong>de</strong>r<br />

Rijks-Aca<strong>de</strong>mie toen doortrild. Van dien eersten indruk heb ik altijd<br />

iets behou<strong>de</strong>n, het naakt bleef mij heilig en <strong>de</strong> studie naar het naakt, die<br />

ik ben blijven beoefenen, bleef ik steeds beschouwen als <strong>de</strong> toetssteen evenzeer<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> religieus-artistieke ontroering, als <strong>voor</strong> het beel<strong>de</strong>nd vermogen.<br />

In 1904 kwam ik opnieuw met Prof.<br />

@1f• 1.


in Holland beproefd een staatskunst in het leven te roepen, doch het is<br />

immer op verlies <strong>voor</strong> onze kunst uitgeloopen. Noch on<strong>de</strong>r Fre<strong>de</strong>rik<br />

Hendrik, noch on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n Stadhou<strong>de</strong>r-Koning Willem 111 was dit gelukt.<br />

Niemand <strong>de</strong>nkt er over, <strong>de</strong>n vaardigen Bonthorst of <strong>de</strong> knappe Terwesten's<br />

op een lijn te stellen met <strong>de</strong> stille burgerlijke kleine meesters van Holland,<br />

die noch een maatschappelijke plaats, noch een maatschappelijke rol warm<br />

toebe<strong>de</strong>eld, maar in wier werk, buiten-maatschappelijk, het beste en het<br />

meest origineele van Holland leef<strong>de</strong>.<br />

Hieraan wisten <strong>de</strong> vier jonge schil<strong>de</strong>rs, die in loge naar hun verzegel<strong>de</strong><br />

schets een schil<strong>de</strong>rij gingen maken „Eliscr wekt het zoontje van <strong>de</strong> Sunamitische<br />

vrouw ten leve" weinig of niets; zij zagen slecht <strong>de</strong> eerepenning<br />

en het reisstipendium. Jan Sluijters kreeg bei<strong>de</strong> welverdiend. Een jeugdige<br />

begaafdheid, die spoedig tot het virtuoze zou uitgroeien, bracht, met<br />

een sterk gevoel <strong>voor</strong> het eigentijdsche en actueele, <strong>de</strong>zen schil<strong>de</strong>r immers<br />

aan het hoofd van zijn schil<strong>de</strong>rsgeneratie.<br />

Toen hij op vijftien jaar zich opmaakte zijn studie te beginnen aan <strong>de</strong><br />

Rijks-Normaalschool voo r tee kenon<strong>de</strong>rivijs,<br />

was hij reeds een handig<br />

teekenaar. Een sensatieblaadje,<br />

naar Amerikaansch <strong>voor</strong>beeld, op<br />

rose papier gedrukt „Het Politienieuws",<br />

gaf we e ij s een misdadigersscene<br />

inliet licht, van <strong>de</strong>n<br />

jongen Sluijters, die <strong>de</strong>ze zelf<br />

op steen teelen<strong>de</strong>. Zijn visueel<br />

geheugen, zijn <strong>voor</strong>stellingsvermogen<br />

en zijn technische vaardigheid,<br />

stel<strong>de</strong>n hem hiertoe in staat op<br />

een leeftijd, waarop vele an<strong>de</strong>re<br />

schil<strong>de</strong>rs nog kin<strong>de</strong>rteekeningen<br />

maken. 't Werd een boeiend<br />

schouwspel, <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

het talent van Sluijters te volgen,<br />

die na twee jaar <strong>de</strong> „Prix" liet<br />

vallen, toen <strong>de</strong>ze hem niets meer<br />

te brengen had.<br />

Bij ons vond <strong>de</strong> Prijs-van-Romewinnaar,<br />

terug van zijn studie,<br />

Jan Sluijters, prent !behooren<strong>de</strong> bij het geillustreerd<br />

Politienieuws van 12 Oct.1899. (zeer verkleind).<br />

218<br />

niet als in Frankrijk een „gespreid<br />

bed", maar eer<strong>de</strong>r het


tegen<strong>de</strong>el. In ie<strong>de</strong>r geval meen<strong>de</strong> <strong>de</strong> regeermg, na zoon geweldige<br />

verspilling van rijksgel<strong>de</strong>n (ongeveer twee duizend gul<strong>de</strong>n per jaar) van<br />

<strong>de</strong>n <strong>de</strong>linquent geheel af te zijn. Menig prijswinnaar is uit het buitenland<br />

in het va<strong>de</strong>rland weergekeerd, met een <strong>voor</strong>tijdig gebroken carriére. Hij<br />

stond er al te vaak bloot aan alle boosaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kritiek. Niet<br />

aldus Jan Sluyters; hij kwam op vijf en twintig jaar, niet zon<strong>de</strong>r vrien<strong>de</strong>n<br />

en relaties en met een goed gezin<strong>de</strong>n avant-gar<strong>de</strong> pers, in Holland terug.<br />

219


220<br />

W. A. van Konijnenburg, penteekening.


foo<strong>de</strong>4


Prof. N. van <strong>de</strong>r Waay, penteekening uit 1891. In het huis van Alma Ta<strong>de</strong>ma.<br />

222


III,<br />

LONDEN, een bezoek aan het atelier van Alma Ta<strong>de</strong>ma. „De Vlin<strong>de</strong>rs"<br />

van Thijs Maris bij van Wisselingh te Amsterdam.<br />

oor mijn va<strong>de</strong>r was het een bijzon<strong>de</strong>r genoegen zijn oudsten<br />

zoon op 16 jaar mee te nemen op een reisje naar Lon<strong>de</strong>n, om hem<br />

<strong>de</strong> stad te tonnen waar hijzelf als jonge man een aantal jaren gewerkt had.<br />

Natuurlijk wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> National Gallery en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re musea in <strong>de</strong> eerste<br />

plaats bezocht. Maar een beozek aan het atelier van Alma Ta<strong>de</strong>ma stond<br />

ook op het programma. Als antwoord op een briefje van Bart van Hove,<br />

had mijn va<strong>de</strong>r in zijn hotel in <strong>de</strong> Inns of Court, een vrien<strong>de</strong>lijk briefje<br />

gekregen van <strong>de</strong>n Engelsch gewor<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r.<br />

Sir Lawrence had in dankbaarheid <strong>voor</strong> het in Engeland behaal<strong>de</strong> succes<br />

<strong>de</strong>ze stap on<strong>de</strong>rnomen. Als wij er nu aan <strong>de</strong>nken wat Ta<strong>de</strong>ma in Holland<br />

had verlaten en wat hij in Engeland vond, dan hebben wij <strong>de</strong> verklaring<br />

<strong>voor</strong> dien stap.<br />

Wij noem<strong>de</strong>n reeds <strong>de</strong>n naam van Paul Tetar van Elven, als een <strong>de</strong>r<br />

laatsten die het historieschil<strong>de</strong>ren beoefen<strong>de</strong>n. Een van mijn <strong>voor</strong>gangers aan<br />

<strong>de</strong> Technische Hoogeschool te Delft (die toen nog geen hoogeschool was) , moet<br />

hij vaak diep melancholisch gestemd zijn geweest. Ili werd daarvan overtuigd,<br />

toen ik 'n veertigtal jaren later curator werd van <strong>de</strong> „Stichting Paul<br />

Tetar van Elven", die financieel veel moeite heeft het huis van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r,<br />

als een klein instructief museum in stand te hou<strong>de</strong>n.<br />

Tetar van Elven had te Antwerpen, Parijs en Dres<strong>de</strong>n gestu<strong>de</strong>erd en had<br />

<strong>de</strong> meesters gecopiëerd in smaakvolle Kleine schil<strong>de</strong>rijtjes.<br />

In zijn schetsboekjes maakte hij aardige waterverfnotities, als hij in Valhenburg<br />

of Vaassen, in Gulpen of Bochum volkomen argeloos naar <strong>de</strong> natuur<br />

werkte. Als hij met potlood of houtskool een meisje aan <strong>de</strong> piano of bij<br />

<strong>de</strong>n schoorsteen schetste, bereikte hij een „Camera Obscura" stemming die<br />

oneindig beter te waar<strong>de</strong>enen is dan zijn groote schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong> Droom van<br />

Dido", 'n leeg, 'n hol, maar opgeblazen werk, dat met kunst niet veel<br />

heeft uit te staan. Dat hij als historieschil<strong>de</strong>r ver bene<strong>de</strong>n zijn eigen verwachtingen<br />

bleef, is een van die drama's die in kunstenaarslevens zooveel<br />

<strong>voor</strong>komen, en die A. L. H. Obreen schrijven <strong>de</strong>ed: „een dichter zou een<br />

223


224<br />

Picter <strong>de</strong> Josselin <strong>de</strong> Jong, portretkrabbel naar Charles Rochussen.


alla<strong>de</strong> Runnen maken ter eere van Tetar van Elven, als laatste historieschil<strong>de</strong>r<br />

op <strong>de</strong> bouwvallen <strong>de</strong>r Romantische school". Men krijgt juist uit<br />

een geschrif t van Obreen over Tetar, een <strong>de</strong>nkbeeld van het huisbakken milieu<br />

waarin <strong>de</strong> kunstenaar in dien tijd leef<strong>de</strong>: „Eens had Tetar zich uitgesloofd<br />

een portefeuille vol mooie teekeningen gereed te leggen <strong>voor</strong> heeren en<br />

dames, die hij te gast had. Een van die aquarellen stel<strong>de</strong> een ba<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

vrouw <strong>voor</strong>, die bij hem in hooge eer stond om <strong>de</strong> gratie van haar lijnen.<br />

Maar hij verbleekte toen hij een <strong>de</strong>r rijke burgeressen, vrouw van een<br />

boterhan<strong>de</strong>laar, half hard tot haar buren hoor<strong>de</strong> zeggen: Ik zou niet graag<br />

housen willen breien <strong>voor</strong> die dikke beerven I En Obreen voegt er aan toe:<br />

Die man moet in zijn binnenste veel gele<strong>de</strong>n hebben".<br />

Als gij het duffe luchtje uit het een en an<strong>de</strong>r geroken hebt, werpt dan <strong>de</strong>n<br />

eersten steen naar Alma Ta<strong>de</strong>ma 1<br />

MaarCharles Rochussenbieefdantochini-Jolland! Ja, en lui<br />

vond er <strong>voor</strong> zijn onuitputtelijke arbeidslust het terrein <strong>de</strong>r illustratie. Hij<br />

werd immers <strong>de</strong> Benige verluchter van formaat in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r eeuw.<br />

Hij werd als historieschil<strong>de</strong>r dien bant wel opgedrongen. Willem 11, die<br />

misschien in navolging van Louis Philippe in Frankrijk, en on<strong>de</strong>r invloed<br />

van <strong>de</strong> Pieneman's en Kruseman's, een historische galerij had kunnen<br />

aanleggen, liet dit initiatief over aan <strong>de</strong>n Amsterdamschen verzamelaar<br />

Voss, die er natuurlijk niet aan lion <strong>de</strong>nken iets te on<strong>de</strong>rnemen als <strong>de</strong> z.g.<br />

Galerie <strong>de</strong>s batailles te Versailles, waar Baron Gros en Eugene Delacroix,<br />

en ook <strong>de</strong> Vemets in wandschil<strong>de</strong>ringen het historische genre ontvouw<strong>de</strong>n,<br />

met <strong>de</strong> bracht <strong>de</strong>r romantische overtuiging.<br />

De overblijfselen van <strong>de</strong> z.g. historische galerij van Voss, die lang in het<br />

Ste<strong>de</strong>lijk Museum te Amsterdam te zien waren, beston<strong>de</strong>n uit paneeltjes<br />

die <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche geschie<strong>de</strong>nis uitbeel<strong>de</strong>n, en waaron<strong>de</strong>r een nauwelijks<br />

geoefend schil<strong>de</strong>rloog <strong>de</strong> kleine tafereeltjes van Alma Ta<strong>de</strong>ma, Charles<br />

Rochussen en August Allebé direct on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>. De an<strong>de</strong>re kleine<br />

schil<strong>de</strong>rijtjes zijn, om te beginnen, niet goed genoeg geschil<strong>de</strong>rd, maar zij<br />

<strong>de</strong>rven te veel monumentaal gevoel in <strong>de</strong> compositie om zelfs maar<br />

behoorlijke illustraties te zijn. Bij alle losheid in <strong>voor</strong>dracht hebben<br />

Rochussen's composities vaak iets monumentaals, dat ze tot schoone verluchtingen<br />

stempelt.<br />

't Is heel jammer dat Rochussen in zijn kwaliteit van illustrator te lij<strong>de</strong>n<br />

had on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> primitieve reproductietechniek dier dagen. De autotypie<br />

was wel in zijn latere levensjaren in opkomst, maar te veel is zijn werk<br />

afhankelijk geweest van <strong>de</strong> Kundigheid <strong>de</strong>r laatste houtgraveurs. De Dun<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>zer grafici was wel groot. Dennen wij slechts aan het atelier dat Gustave<br />

Doréwist op te bouwen en aan het resultaat dat zijn houtgraveurs bereikten.'<br />

15 225


Rochussen had zulke meester-werklie<strong>de</strong>n niet tot zijn beschikking, maar<br />

ook: hij teeken<strong>de</strong> niet als Doré naar <strong>de</strong>ze reproductietechniek toe. Zijn<br />

eigenlijk materiaal was <strong>de</strong> waterverf die hij met <strong>de</strong> volle virtuositeit van<br />

een Bosboom hanteer<strong>de</strong>. De liniaire omzetting van Rochussen's werk<br />

ontnam er het luchtig sierlijke aan, waarin het uitblonk.<br />

Na <strong>de</strong>n vroegen dood van zijn eersten leermeester, <strong>de</strong>n talentvollen romantischen<br />

Nuyen, ]Zwam hij op het atelier van Waldorp. Rochussen bleef ook<br />

later in olieverf schil<strong>de</strong>ren, en op <strong>de</strong> wijze van <strong>de</strong>n zeventien<strong>de</strong>-eeuwschen<br />

Adriaan van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, heeft hij menig schil<strong>de</strong>rij van conf raters met figuurtjes<br />

gestoffeerd. Zagen wij niet onlangs een boschgezicht van Hanedoes, waar<br />

aan <strong>de</strong>n beeldrand een elegant en fleurig pic-nic gezelschap door Rochussen<br />

geschil<strong>de</strong>rd werd Op een hei<strong>de</strong>gezicht van Hoppenbrouwersgallopeerteen<br />

jachtstoet van Rochussen, die in zoon on<strong>de</strong>rwerp uitmuntte, me<strong>de</strong> omdat<br />

hij paar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>treffelijk uitbeeld<strong>de</strong>.<br />

Hij was archeoloog genoeg om zijn figuurtjes <strong>de</strong> costuums hunner dagen<br />

te geven, en ten volle figuurteekenaar om ze, in die bleeding en uitrusting,<br />

natuurlijk in beweging te zetten.<br />

't Waren <strong>de</strong> vroege dagen van het waterverfschil<strong>de</strong>ren die Rochussen meemaakte.<br />

Monochroom (in an kleur) gewasschen in sepia of spijkerinkt, zijn<br />

ons van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche meesters teelleningen bij hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

gebleven, maar eigenlijk is Adriaen van Osta<strong>de</strong> <strong>de</strong> Benige on<strong>de</strong>r hen die<br />

veelkleurige waterverfteekeningen maakte, of beter, die zijn penteekeningen<br />

opwerkte met het penseel en met meer<strong>de</strong>re waterkleuren. In <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong><br />

eeuw zijn het ten onzent Cornelis Troost en Dirk Langendijk die met<br />

waterverf gekleur<strong>de</strong> penteekeningen maakten. In het laatst van die eeuw<br />

komt het aquarelleeren, zooals <strong>de</strong> Haagsche meesters het begrepen, in zwang<br />

in Engeland. Thomas Girtin en Joseph Turner zijn <strong>de</strong> eersten die landschappen<br />

teekenen met louter waterverf, waarin <strong>de</strong> licht- en <strong>de</strong> schaduwpartijen<br />

wor<strong>de</strong>n te <strong>voor</strong>schijn geroepen, <strong>de</strong>els door het uitsparen van het<br />

witte papier, <strong>de</strong>els door het laten doorschijnen van <strong>de</strong> Bene fleur door <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re. Dit dunne en ijle, dit lichte en zachtvloeien<strong>de</strong> aanzien, was wel<br />

biton<strong>de</strong>r geëigend om <strong>de</strong> fijne tonen van grijs en blauwgrijs en grauw,<br />

die alle omtrekken <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>werpen in elkan<strong>de</strong>r doen vloeien in het landschap<br />

in Zuid-Engeland en in Ne<strong>de</strong>rland, uit te beel<strong>de</strong>n.<br />

Op <strong>de</strong>n duur zal het aquarelleeren in Holland, b.v. van een AlbertNeuhuys,<br />

schil<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n, bij Rochussen echter blijft het nog teekenen. De waterverf<br />

was het medium, bij uitstek geschikt, om zijn fantasie onbelemmerd tot<br />

uitdrukking te brengen. Teekenaar van bewegen<strong>de</strong> figuurtjes, is Rochussen<br />

als een Jan Luyken aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw, wiens fantasie hij<br />

evenaardt en wiens vruchtbaarheid hij nabij komt.<br />

226


Hij strooi<strong>de</strong> ze wel kwistig rond, en legio zijn <strong>de</strong> schetsen en schetsjes met<br />

composities uit alle tij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r historie die, waren zij met al haar charme<br />

gereproduceerd, wereldvermaardheid had<strong>de</strong>n kruinen verkrijgen.<br />

Dit was echter wel het laatste waar <strong>de</strong> gulle en beschei<strong>de</strong>n kunstenaar zich<br />

zorg over maakte. Hij had in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> een gerespecteer<strong>de</strong> positie, en<br />

vrien<strong>de</strong>n alom die bij ge<strong>de</strong>nkdagen zijn geaquarelleer<strong>de</strong> groetenissen<br />

kregen, zooals <strong>de</strong> grootou<strong>de</strong>rs mijner vrouw, die op hun vijf-en-twintig<br />

jarigen trouwdag een toepasselijk waterverfteekeningetje ontvingen, waar<br />

ik vaak naar zit te kijken ... .<br />

't Is juist iets wereldveroverends dat in <strong>de</strong>n jongen Alma Ta<strong>de</strong>ma gezeten<br />

moet hebben, toen hij als zestienjarige van Leeuwar<strong>de</strong>n naar Antwerpen<br />

trok, waar hij on<strong>de</strong>r Wappers en <strong>de</strong> Keyzer, maar <strong>voor</strong>al on<strong>de</strong>r Leys<br />

zich school<strong>de</strong>. Hij heeft zich toen, misschien niet geheel bewust, maar<br />

daarom niet min<strong>de</strong>r beslist, afgewend van het Hollandsche. Hij had daar<br />

in Friesland, waar hij als zoon van een notaris te bronrijp geboren was,<br />

met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>ren Bisschop, een van <strong>de</strong> eigenlijke Hollan<strong>de</strong>rs, afwijkend<br />

standpunt, ingenomen. Bij Ta<strong>de</strong>ma zou zich <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring steeds sterker<br />

doen gevoelen. Niet naar <strong>de</strong> impressie, maar naar <strong>de</strong> omstandige omschrijving<br />

zou zich zijn trant ontwikkelen, niet naar het intiem-naturalistische<br />

maar naar het monumentaal-gestyleer<strong>de</strong> ging toen reeds zijn begeerte uit.<br />

Toen Hendrik Leys zijn befaam<strong>de</strong> archaïseeren<strong>de</strong> frescos in Antwerpens'<br />

raadhuis schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, was Ta<strong>de</strong>ma een zijner helpers. Wie weet wat Alma<br />

Ta<strong>de</strong>ma op <strong>de</strong>n wand had kannen schrijven, indien hij daar lust toe had<br />

gevoeld. Hij zelf schijnt verklaard te hebben dat hij juist het schil<strong>de</strong>rijen<br />

maken van Leys had geleerd, maar heel zeker heeft <strong>voor</strong>al ook <strong>de</strong><br />

archeoloog in Leys hem gepakt, terwijl kennismaking en omgang in een<br />

bring van te Antwerpen wonen<strong>de</strong> Duitschers, die <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, <strong>voor</strong>al<br />

het tijdperk <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> Germanen bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, invloed op hem had. In<br />

dit verband las hij <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> geschriften van Augustin Thierry.<br />

Het eerste werk waar Ta<strong>de</strong>ma naam mee maakte was „De opvoeding van<br />

<strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>ren van Clovis", dat door een gravure van Arti et Amicitiae<br />

ruime verspreiding vond. Door die prent hangt nog aan <strong>de</strong>n wand van<br />

menige logeerhamer, Ta<strong>de</strong>ma's werk van 1861. Weinig werken van Alma<br />

Ta<strong>de</strong>ma bleven in Ne<strong>de</strong>rland of lavamen er heen. In Dordt hangt <strong>de</strong><br />

„Fortunafus", in het Rijksmuseum een tweetal werken met oud-Egyptische<br />

on<strong>de</strong>rwerpen. De Fre<strong>de</strong>gon<strong>de</strong> en Praetextatus werd bij ons goed gekend,<br />

omdat het als bruikleen jaren in het Ste<strong>de</strong>lijk Museum te Amsterdam hing.<br />

„De pottenbakker", een van <strong>de</strong> drie fragmenten waarin Ta<strong>de</strong>ma een<br />

al te groot schil<strong>de</strong>rij: „Keizer Marcus Aurelius in <strong>de</strong>n winkel van<br />

227


<strong>de</strong>n pottenbakker" sneed, hield in 1939 op <strong>de</strong> eeuwtentoonstelling van<br />

Anti Ta<strong>de</strong>ma's roem hoog.<br />

Dat die roem zou tanen direct na zijn dood, zelfs in Engeland dat zijn<br />

huist zoo warmhartig steun<strong>de</strong>, daaraan dacht noch <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, noch het zoontje<br />

die het vrien<strong>de</strong>lijke briefje, tot bezoek aan 's meesters' atelier, ontvingen.<br />

Zoo gingen wij dan, mijn va<strong>de</strong>r en ik, op naar St. Johns Wood, London<br />

N.E., naar Ta<strong>de</strong>ma's befaam<strong>de</strong> atelier, waarvan ik wist dat het in Romeinschen<br />

stijl was gebouwd en versierd. Hoewel ik mij dat nu niet meer precies<br />

Ilan herinneren, moet ik 't toch wel 'n beetje „eng" gevon<strong>de</strong>n hebben, toen<br />

mijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n saterkop-klopper op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> villawoning van<br />

<strong>de</strong>n beroem<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r liet vallen.<br />

Zoon mooi, rijk huis had ik nog niet gezien. Niets van <strong>de</strong> artistieke slordighe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> echte Hollandsche schil<strong>de</strong>rswoning van dien tijd; in uiterste<br />

verzorging was alles in postbaar materiaal tot stand gekomen, terwijl inste<strong>de</strong><br />

van het half duister waarin „<strong>de</strong> gezellige hoefjes" van het Hollandsche<br />

atelier gedompeld waren, hier alles baad<strong>de</strong> in vol, hel light. On<strong>de</strong>r een<br />

pergola, door vestibules en een vestiaire als een paleis, langs sober maar<br />

rijkversier<strong>de</strong> gangen en trappen, bereikten wij het ruime gewelf<strong>de</strong> atelier<br />

waarover <strong>de</strong> koepelzol<strong>de</strong>ring in matzilver, mij danig imponeer<strong>de</strong>. Mijn<br />

va<strong>de</strong>r, die een onbegrens<strong>de</strong> vereering <strong>voor</strong> Ta<strong>de</strong>ma had, groei<strong>de</strong> er in dat<br />

zijn eigenwijs jongetje hier niet van terug had 1<br />

Alles imponeer<strong>de</strong> mij, <strong>de</strong> paneeltjes met composities van <strong>de</strong> eerste Engelsche<br />

schil<strong>de</strong>rs, vrien<strong>de</strong>n van Sir Alma Ta<strong>de</strong>ma, geincrusteerd in <strong>de</strong>n gebogen<br />

wand van <strong>de</strong> absi<strong>de</strong>, <strong>de</strong> fijngeslepen albasten platen die <strong>de</strong> ramen dichtten,<br />

maar transluci<strong>de</strong>, doorlichtend waren, <strong>de</strong> rustbank met dierenvellen, <strong>de</strong><br />

vermaar<strong>de</strong> vleugelpiano in J3yzantynschen stijl van Fox, <strong>de</strong> pauw in <strong>de</strong>n<br />

schoorsteen die <strong>de</strong> vorm had van een Etruskisch graf, <strong>de</strong> ineengestrengel<strong>de</strong><br />

naamletters van <strong>de</strong>n meester in <strong>de</strong> vloertegels, alles imponeer<strong>de</strong> mij, maar<br />

niet het minst het Kleine eenvoudige heertje, dat temid<strong>de</strong>n van die pracht,<br />

om te zien, een echte Hollan<strong>de</strong>r gebleven was.<br />

Was het <strong>de</strong> brief van Bart van Hove die hem zoo vrien<strong>de</strong>lijk gemaakt<br />

had, die hem zich zooveel moeite <strong>de</strong>ed geven ? Was het <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n welleven<strong>de</strong>n<br />

va<strong>de</strong>r, of was het toch <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n langen eigengerei<strong>de</strong>n slungel die een aankomend<br />

schil<strong>de</strong>rtje was, dat hij nagenoeg zijn heele woning doorliep,<br />

<strong>de</strong> oud-hollandsche vertrekken toon<strong>de</strong> waar Lady Laura Alma Ta<strong>de</strong>ma,<br />

een goe<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>res, leerlinge van haar man, werkte en bezoekers ontving ?<br />

Het <strong>de</strong>ed Ta<strong>de</strong>ma kennelijk genoegen dat ik bijna alle <strong>voor</strong>werpen stilistisch<br />

pon thuis brengen, en in <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> biljarthamer een reliek uit een<br />

Egyptisch graf herlen<strong>de</strong>.<br />

228


Toen begon hij van zijn reis naar Egypte te vertellen, die hid op<br />

uitnoodiging van <strong>de</strong>n grooten waterbouwkundigen aannemer Sir folie<br />

Aird on<strong>de</strong>rnomen had.<br />

Toen, in 1898, werd <strong>de</strong> stuwdam te Assouan, die door het opnieuw bevaarbaar<br />

maken van <strong>de</strong>n Nijl nieuwe welvaart aan Egypte zou brengen, ingewijd.<br />

Natuurlijn waren <strong>de</strong> feestelijkhe<strong>de</strong>n niet te vergelijken met die van 1869,<br />

toen op 17 November het Suezkanaal werd geopend, en waarvan <strong>de</strong> op<br />

bestelling van <strong>de</strong>n Khedive door Verdi geschreven opera Aida in <strong>de</strong> kunst<br />

<strong>de</strong> herinnering vasthield, maar Ta<strong>de</strong>ma maakte een schil<strong>de</strong>rij.<br />

Terug in het atelier toon<strong>de</strong> <strong>de</strong> meester het werk dat hij als dankbare<br />

gast zijn gastheer zou aanbie<strong>de</strong>n: een grootsch Egyptisch paleis, waar het<br />

kindje in het „biezen mandje" gevon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> koningsdochter wordt nagedragen;<br />

en dan héél hoog tusschen <strong>de</strong> Kolommen een plein lichtend streepje,<br />

dat <strong>de</strong>n Nijl in het geheugen riep. Waar hij geen landschap- en zeker<br />

geen rivierschil<strong>de</strong>r was, had hij zich op <strong>de</strong>ze elegante en ingenieuze<br />

manier, van zijn dankbaarheid tegenover <strong>de</strong>n firmant van John Aird and<br />

Son gekweten.<br />

't Meeste succes verwierf Alma Ta<strong>de</strong>ma met zijn Grieksch-Romeinsche<br />

on<strong>de</strong>rwerpen, <strong>voor</strong>al als hij Romeinsche vrouwen <strong>de</strong> schoonheid gaf van<br />

<strong>de</strong> beste specimina van het Angelsaksische ras. Zoon werk stond „aangelegd"<br />

op <strong>de</strong>n ezel. 't Woord „aangelegd" is min<strong>de</strong>r juist gekozen, <strong>voor</strong>een<br />

teekening getrokken met e'en streng en dun lijntje op een wit geplamuurd<br />

paneel, terwijl een paar figuren en Benige architectonische <strong>de</strong>tails quasi<br />

voltooid geschil<strong>de</strong>rd waren. Hieruit reeds was te zien hoe ver Alma Ta<strong>de</strong>ma<br />

het impressionnisme gebleven was, en van hoe vast en onveran<strong>de</strong>rlijk palet<br />

hij in die dagen schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. 't Betrof een „Gezicht in het Circus Maximus"<br />

vanuit <strong>de</strong> keizerlijke loge. De zuilen van porfier en brons van <strong>de</strong> overhuiving<br />

<strong>de</strong>r loge waren geschil<strong>de</strong>rd, en Ta<strong>de</strong>ma wees ons het zeer Kleine<br />

plastische mo<strong>de</strong>l van zoon zuil en basement in <strong>de</strong> bewuste materialen,<br />

waarnaar hij gewerkt had. Naast een <strong>de</strong>zer zuilen stond een jonge vrouw<br />

zooals <strong>de</strong> „English speaking world", en eigenlijk <strong>de</strong> heele wereld, gaarne<br />

ziet. Als alles bij dit bezoek imponeer<strong>de</strong> mij ook dit, maar dat ik het<br />

werkelijk schoon vond, geloof ik niet. ik <strong>de</strong>el<strong>de</strong>, meegesleept in <strong>de</strong>n<br />

machtigen stroom van het impressionnisme, ook <strong>de</strong> <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>elen van<br />

<strong>de</strong>ze beweging, die bij Ta<strong>de</strong>ma's dood zóó machtig was dat zijn oeuvre<br />

als in een diepe put <strong>de</strong>r vergetelheid wegviel. Bij zijn leven te veel geprezen,<br />

kwam later <strong>de</strong> natuurlijke terugslag.<br />

Ik herlas <strong>de</strong>zer dagen het stuk meesleepend proza, waarin van Deyssel<br />

Alma Ta<strong>de</strong>ma hoont, Thys Maris ter eere. Onze eerbied <strong>voor</strong> <strong>de</strong> literaire<br />

229


prestatie is niet vermin<strong>de</strong>rd, maar <strong>de</strong> tegenstelling tusschen <strong>de</strong> twee aan<br />

Lon<strong>de</strong>n verloren Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs is wel zeer geforceerd, en het aesthetisch<br />

oor<strong>de</strong>el reeds na verou<strong>de</strong>rd.<br />

Ta<strong>de</strong>ma is historieschil<strong>de</strong>r, en een het impressionnisme niet meer volledig<br />

toegewijd geslacht ziet zijn verdiensten dui<strong>de</strong>lijker, dan van Deyssel's<br />

generatie dat vermocht. Marts is natuurlijk geen schil<strong>de</strong>r van historie, maar<br />

is een schil<strong>de</strong>r van sprookjes. De historieschil<strong>de</strong>r tracht alles een waar,<br />

in ie<strong>de</strong>r geval waarschijnlijk, accent te geven, een sprookjesschil<strong>de</strong>r als<br />

Thys tracht juist alles zoo irreëel mogelijk te maken, en' t is dui<strong>de</strong>lijk dat<br />

dit ad absurdum <strong>voor</strong>tgezette streven, hem buiten <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst moest<br />

brengen.<br />

Nemen wij aan dat Alma Ta<strong>de</strong>ma zich op <strong>de</strong>n duur zoo met „<strong>de</strong> wereld"<br />

vereenzelvigd had, dat hij die wereld slechts in vleitaal lion toespreken,<br />

daar is het evenmin twijfelachtig dat ThijsMaris, misanthroop en menschenschuw,<br />

zich van <strong>de</strong> wereld zoo had teruggetrokken, dat hij haar op <strong>de</strong>n duur<br />

niets meer verstaanbaars te zeggen had. Toen, als bij „<strong>de</strong> Vlin<strong>de</strong>rs", sproke<br />

en werkelijkheid vervlochten waren, en toen hij ons bracht in een an<strong>de</strong>re<br />

doch mogelijke wereld, met al <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len van fleuren toon die zijn palet<br />

te bie<strong>de</strong>n had, was Thys een schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> beteekenis van zijn broe<strong>de</strong>rs,<br />

maar al het snobisme eener aesthetiseeren<strong>de</strong> wereld, zal het vorm- en kleurboze<br />

werk <strong>de</strong>r laatste jaren niet binnen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst hunnen hou<strong>de</strong>n.<br />

Pr of. Gerard Brom ziet het juist, als hij in dit verband schrijft: „dat hij <strong>de</strong><br />

geniale zou zijn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Narissen, vormt wel een legen<strong>de</strong> van dwepend<br />

bijgeloof, waarmee 't m.i. ein<strong>de</strong>lijk tijd wordt te breken".<br />

Toch had hij in <strong>de</strong> jeugd <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>ren broe<strong>de</strong>r Jacob geimponeerd en <strong>de</strong>n<br />

jongeren Willem zijn invloed doen gevoelen. Op zestien jaar gaat hij met<br />

Jacob naar Antwerpen. Als hij een en twintig jaar oud is reist hij naar<br />

Zwitserland, en op <strong>de</strong>n tocht er heen gaat <strong>de</strong> wereld <strong>de</strong>r Duitsche romantici<br />

<strong>voor</strong> hem open en is zijn bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> Alfred Rethel grooter dan die<br />

<strong>voor</strong> Legs te Antwerpen. Freiburg en Lausanne inspireeren hem tot <strong>de</strong>n<br />

schooner „Doopgang" en het prachtige achterbuurtje bekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

naam „De Waschdag", het postbaar bezit van <strong>de</strong>n heer H. E. ten Cate.<br />

In 1860 is hij in <strong>de</strong>n Haag terug en ontwikkelt hij zijn indrukken. Maar<br />

in <strong>de</strong> afgewend<strong>de</strong> blikken <strong>de</strong>r jonge vrouwen aan het spinrokken of <strong>voor</strong><br />

het keukenfornuis, is <strong>de</strong> steeds ver<strong>de</strong>r gaan<strong>de</strong> afgewendheid van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> werkelijkheid reeds te bevroe<strong>de</strong>n. Als hij <strong>de</strong> werkelijkheid met een<br />

stille en niet aan te wijzen romantischen toover overhuift, maakt hij van<br />

een stadsrand met molens iets even monumentaals als Jacob, maar met<br />

een geestelijk element erin dat <strong>de</strong> natuur bezielt, en juist daarom zoo<br />

volledig aangrijpend is. Dit werk, geïnspireerd op <strong>de</strong> vier windmolens die<br />

230


dicht bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlijke woning bid <strong>de</strong> Loosduinsche brag ston<strong>de</strong>n, is geteekend<br />

M.M. '71, het jaar dat Matthijs zich te Parijs on<strong>de</strong>r het vaan<strong>de</strong>l<br />

<strong>de</strong>r Commune schaar<strong>de</strong>. In dit zelf<strong>de</strong> jaar vereenzelvigt hij zich met <strong>de</strong>n<br />

kleinen man in zwarte kleeding, die over <strong>de</strong> grachtleuning hangt om een<br />

schip te volgen dat zich door een sluisje wringt, op het z.g. „Souvenir<br />

d'Amsterdam", dat hij droomend, <strong>voor</strong> een prentbriefkaart van een houten<br />

ophaalbrug, schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Alleen <strong>voor</strong> het bijna arrogante Kleine zelfportret<br />

k unnen wij ons <strong>de</strong>zen droomschil<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>stellen met het geweer van <strong>de</strong>n<br />

Communard in <strong>de</strong> hand.<br />

Te Lon<strong>de</strong>n, waar hij in 1877 op aanra<strong>de</strong>n van bevrien<strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>laren<br />

heengaat, om er tot zijn dood op 17 Aug. 1917 te wonen, wordt het evenwicht<br />

tusschen droom en daad, sproke en historie, waan en werkelijkheid<br />

steeds meer verstoord. Maar in evenwicht hebben <strong>de</strong>ze elementen on<strong>de</strong>r<br />

Thijs Maris' han<strong>de</strong>n een kunst gegeven van zeer hoog gehalte.<br />

In <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> zaak van Wisselingh te Amsterdam op het Spui, op <strong>de</strong>n hoek<br />

van het straatje naast het Maag<strong>de</strong>nhuis, is Thijs Maris' schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong><br />

Vlin<strong>de</strong>rs" forten tijd te zien geweest; 't was een groote en e<strong>de</strong>le sensatie.<br />

Als jongen stond ik er <strong>voor</strong> als aan <strong>de</strong>n grond genageld, en <strong>de</strong>n indruk die<br />

het roodblon<strong>de</strong> hind op <strong>de</strong>n blon<strong>de</strong>n duingrond maakte is onuitwischbaar<br />

gebleven.<br />

Met een enkel bloemetje is <strong>de</strong> duingrond een toovertuin, door wat parelen<br />

in het haar is het meisje een prinsesje gewor<strong>de</strong>n. Een natuurlijke fleur<br />

werd, door <strong>de</strong> harmonie van een blond palet, bovenaardsch. Hier greep,<br />

met geen an<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>len dan die <strong>de</strong>r natuur, <strong>de</strong> kunstenaar ons in het<br />

hart, hier wist hij in het schouwspel <strong>de</strong>r natuur iets te accentueeren en te<br />

elimineeren, dat ons droomvermogen bij dag aanzet.<br />

Er bestaat een stuk waarop een jonger meisje, ten halve lijve geschil<strong>de</strong>rd,<br />

eveneens van vlin<strong>de</strong>rs omflad<strong>de</strong>rd, in zandgrond neerligt, dat ik slechts<br />

uit <strong>de</strong> fotografie hen, maar dat mij na mogelijk nog schooner lijkt dan<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij die mij als jongen overrompel<strong>de</strong>.<br />

Jacob en Willem Marls bleven met <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> voeten geplant in <strong>de</strong> Hollandsche<br />

Klei, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lste <strong>de</strong>r drie gebroe<strong>de</strong>rs ging eenzaam een weg die hem<br />

leid<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> groote en drukke wereldstad, waarheen Ta<strong>de</strong>ma, met geheel<br />

tegenovergestel<strong>de</strong> bedoeling, eveneens heentrok. De laatste vond er wereldschen<br />

omgang en het gerucht van <strong>de</strong>n roem, <strong>de</strong> eerste bijna volstrekte eenzaamheid<br />

en <strong>de</strong> stille hul<strong>de</strong> van gelijkgezin<strong>de</strong>n; bei<strong>de</strong>n sterven met hun<br />

gedachten ver van het va<strong>de</strong>rland.<br />

Het heengaan van Thijs Maris is tenslotte even natuurlijk als het vertrek<br />

van Alma Ta<strong>de</strong>ma; noch het een, noch hef an<strong>de</strong>r valt achteraf te betreuren.<br />

231


Prof. J. H. Jurres. Het lijk van Richard III gevon<strong>de</strong>n door zijn heraut.<br />

Het Hollandsche realisme was weer onbeperkt vaardig over een generatie<br />

van sterke schil<strong>de</strong>rs, die, met behoud van hun persoonlijkheid, in schoolverband<br />

optra<strong>de</strong>n. Noch <strong>de</strong> historie, noch <strong>de</strong> sproke was hun doelwit. Zij<br />

Ken<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Fransche bouta<strong>de</strong>: „être un oeil, riep qu'un oeil".<br />

Zij zou<strong>de</strong>n in ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> Dogen wijd openhou<strong>de</strong>n, hoogstens <strong>de</strong> oogle<strong>de</strong>n<br />

wat knijpen, om <strong>de</strong>n schijn <strong>de</strong>r wereld grouter en eenvoudiger te maken,<br />

maar ze te sluiten, om achter die gesloten oogle<strong>de</strong>n <strong>de</strong> historie of <strong>de</strong><br />

sproke te zien, was wel het laatste waartoe zij zich opmaakten.<br />

Heeft het schil<strong>de</strong>ren van historie en sproke geen toekomst meer ? De oppervlakkige<br />

beschouwer zou het bunnen veron<strong>de</strong>rstellen. Op onze tentoonstellingen<br />

zijn <strong>de</strong> doeken waarin geschie<strong>de</strong>nis en legen<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rwerp<br />

vormen, uiterst zeldzaam. Een belangrijke prijs als die van het „fonds<br />

Paul Tetar van Elven" is, als gevolg van <strong>de</strong> afgekeerdheid van <strong>de</strong> jonge<br />

generatie, in <strong>de</strong> laatste jaren niet meer uitgekeerd bunnen wor<strong>de</strong>n. Zij die<br />

echter weten hoe snel en radicaal het in <strong>de</strong>ze zaken lean omslaan, en zij<br />

die beseffen dat <strong>de</strong> weg van <strong>de</strong>n geringsten weerstand in vermoei<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n<br />

ook <strong>de</strong> sterkeren verlokt, zijn geneigd zich min<strong>de</strong>r positief uit te laten.<br />

't Is merkwaardig dat het weer twee Friezen, als Bisschop en Ta<strong>de</strong>ma,<br />

twee Leeuwar<strong>de</strong>rs: J. H. J u r r e s en G. Westermaan zijn, die in<br />

vaak zeer omvangrijke doeken historie en sproke schil<strong>de</strong>ren. De latere<br />

232


G. Westermann. „Graaf Adolf is gebleven in Friesland in <strong>de</strong>n slag".<br />

hoogleeraar aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie had reeds jong een illustratief talent<br />

als een Rochussen, met Wien hij ook <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> — en <strong>de</strong> studie van —<br />

het paard gemeen had. Meteen vaardigheid in het olieverfschil<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong><br />

soort van een Delacroix, had hij ook diens belangstelling in literatuur,<br />

waaraan immers <strong>de</strong> Fransche meester, op één enkele uitzon<strong>de</strong>ring (<strong>de</strong> z.g.<br />

„Barrica<strong>de</strong>" of „la Liberté guidant le people") na, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen van zijn<br />

schil<strong>de</strong>ringen ontleen<strong>de</strong>.<br />

De Bijbel <strong>voor</strong>al, maar daarnaast <strong>de</strong> werken van Shakespeare en Cervantes,<br />

van Beaumarchais en Flaubert, bie<strong>de</strong>n Jurres hun stof <strong>voor</strong> uiterst<br />

schil<strong>de</strong>rachtige composities, waarin figuur- en dienstudie samenkomen in<br />

feestelijke verve.<br />

Zon<strong>de</strong>r een streep te wijken en met indrukwekken<strong>de</strong> overtuiging, vervolg<strong>de</strong><br />

hij zijn reeds vroeg gevon<strong>de</strong>n weg. Zijn „losse hand" zou hem tot <strong>de</strong>coratief<br />

sier<strong>de</strong>n van groote wandvlakken bestemd hebben, indien niet een hoogst<br />

onvruchtbaar misverstand (waarop later teruggekomen wordt) dit wandschil<strong>de</strong>ren<br />

juist <strong>voor</strong> talenten als Juryes gesloten hield. Op <strong>de</strong> wereldtentoonstelling<br />

te Neus-York in 1939, vond hij ein<strong>de</strong>lijk, en als door een<br />

toeval, gelegenheid te toongin wat hts waard was.<br />

Met min<strong>de</strong>r gemak, maar met evengroote vasthou<strong>de</strong>ndheid, blijft ook<br />

Westermann zijn genre trouw.<br />

Een vorstelijke karos met zes paar<strong>de</strong>n bespannen, eene door duiven<br />

233


omflad<strong>de</strong>r<strong>de</strong> amazone, zijn on<strong>de</strong>rwerpen die ver afliggen van „nieuwe<br />

zakelijkheid", maar die ou<strong>de</strong> gevoelens, in telkens nieuwe menschen,<br />

vermogen te treffen als zij met schil<strong>de</strong>rsmid<strong>de</strong>len verwezenlijkt wor<strong>de</strong>n.<br />

Meer sprookjes- dan historieschil<strong>de</strong>r, hebben <strong>de</strong> beste on<strong>de</strong>r Westermann's<br />

werken een <strong>de</strong>coratieve bedoeling die echter volkomen picturaal blijft.<br />

Als Jurres houdt ook hij <strong>de</strong> lamp bran<strong>de</strong>nd van een genre dat eer<strong>de</strong>r<br />

<strong>voor</strong> „hooge en verre nagedachten", <strong>voor</strong> fantasie, openstaat, zon<strong>de</strong>r in<br />

sur-realistischen waanzin weg te zinken.<br />

Een terrein waar, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> studie en <strong>de</strong>n zin <strong>voor</strong> historie, plaats bleef,<br />

is <strong>de</strong> versiering van openbare bouwwerken, door <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

steepen of glazen wand werkt, of <strong>voor</strong> figurale tapijten ontwerpen teelcent.<br />

234<br />

W. A. van Konijnenburg, penteekening.


In zijn „Amsterdamsche Mirakelprocessie" is D e r k i n d e ren een<br />

historieschil<strong>de</strong>r van groote beteekenis. Als Rol a n d H o 1 s t <strong>de</strong> silhouetten<br />

van <strong>de</strong> groote filosofen van het recht laat uitdiepen in <strong>de</strong>n marmeren<br />

wand van <strong>de</strong> groote zaal van <strong>de</strong>n Hooggin Raad <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, dan<br />

grijpt hij in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis terug, <strong>voor</strong> zijn versierend didactisch streven.<br />

In <strong>de</strong>n kooromgang van <strong>de</strong> Nieuwe Kerk te Delft, het pantheon <strong>de</strong>r<br />

Oranjes, toont W. A. v an Konijnenburg zich een meester, die in<br />

<strong>de</strong> ontwerpen <strong>de</strong>r gebrandschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> vensters, onze geschie<strong>de</strong>nis op grootsche<br />

wijze vertolkt. Hij is dit niet min<strong>de</strong>r in zijn „Zacharias", en in <strong>de</strong><br />

prachtige teekeningen, waarin hij op eclectische wijze het verle<strong>de</strong>n vertolkt,<br />

doch met zooveel zin <strong>voor</strong> het lenen, dat hij gewoonlijk het anchea<br />

logische overwint.<br />

Een groot beel<strong>de</strong>nd vermogen, dat van speelsche vaardigheid tot strakke<br />

leerstelligheid Ilan gaan, en een uitzon<strong>de</strong>rlijk fijne smaak, in dienst van<br />

een hooggestemd i<strong>de</strong>alisme, geven zoowel <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong>n in 1868<br />

geboren meester, als diens zin <strong>voor</strong> het historische, een bijzon<strong>de</strong>re plaats<br />

in onze kunst. Maar noch <strong>de</strong> strakheid zijner portretten, noch <strong>de</strong> vastheid<br />

van vele zijner composities, mogen er ons van onthou<strong>de</strong>n in van Konijnenburg<br />

toch een scherp en nauwgezet waarnemer van <strong>de</strong> werkelijkheid, en<br />

een <strong>de</strong>r natuur on<strong>de</strong>rworpen Ne<strong>de</strong>rlandsch talent, te on<strong>de</strong>rkennen.<br />

Als hei in <strong>de</strong> bedoeling ligt hei speciale talent van <strong>de</strong>n Hollandschen<br />

schil<strong>de</strong>r, en <strong>de</strong>ft bijzon<strong>de</strong>ren aard van het Ne<strong>de</strong>rlandsch schil<strong>de</strong>ren, scherp<br />

in het licht te stellen, dan wil ik mij er niet aan blootstellen misverstaan<br />

te wor<strong>de</strong>n. Bedoeld wordt allerminst <strong>voor</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rwereld<br />

een bedompt slop, waar het vrije licht van alle hemelstreken<br />

niet zou mogen doordringen.<br />

Alles wat er buiten onze grenzen in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst gebeurt, en alles<br />

wat an<strong>de</strong>rs geaar<strong>de</strong> kunstenaars dan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche zoeken en vin<strong>de</strong>n,<br />

is ook <strong>voor</strong> ons van belang, <strong>voor</strong> een behoorlijke air-conditioning. De<br />

studie <strong>de</strong>r historie en <strong>de</strong> vertolking van groote gebeurtenissen uit het<br />

verle<strong>de</strong>n, zijn, als luchtverversching van een atmosfeer die al te rustig,<br />

al te loom zou Dunnen wor<strong>de</strong>n, te waar<strong>de</strong>enen; zij kunnen me<strong>de</strong> helpen<br />

spanning en beweging te hou<strong>de</strong>n in onze schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

235


236<br />

2__<br />

W. A. van Konijnenburg, ruiters.<br />

---7


&xirC& JC&OOJ a


238<br />

Jozef Israéls, <strong>de</strong> schaapher<strong>de</strong>r.


Iv.<br />

DE JIAAGSCHE SCHOOL. De vlijt van een toegewij<strong>de</strong>,<br />

maar opgeoffer<strong>de</strong> generatie, brengt bij een volgend<br />

geslacht bloem en vrucht.<br />

e instelling van „<strong>de</strong> commissie <strong>voor</strong> het toekennen van<br />

koninklijke subsidie <strong>voor</strong> jeugdige figuurschil<strong>de</strong>rs", behoort<br />

tot <strong>de</strong> vele gelukkige initiatieven, door Koning Willem III genomen.<br />

Niet lang gele<strong>de</strong>n kwam Arti et Amicitiae in het bezit van in het Fransch<br />

gestel<strong>de</strong> brieven van <strong>de</strong>zen vorst aan zijn vriend, <strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r<br />

Nicolaas Pieneman. Uit <strong>de</strong>ze jeugdbrieven van <strong>de</strong>n koning bleek zoo<br />

overvloedig diens warme belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunsten en diens toegenegen<br />

vriendschap <strong>voor</strong> kunstenaars, dat men <strong>de</strong>n inhoud ervan verspreid zou<br />

wenschen, tenein<strong>de</strong> ze ten goe<strong>de</strong> te doen komen aan <strong>de</strong> reputatie van <strong>de</strong>zen<br />

nog vaak on<strong>de</strong>rschatten Oranje.<br />

Toen ik een jongen van twintig was had <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> commissie tot secretaris<br />

<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r Louis Apol. Louis Apol behoor<strong>de</strong>, als een <strong>de</strong>r laatsten, tot dat<br />

groote geslacht van Hollandsche schil<strong>de</strong>rs, die een vertolking gegeven hebben<br />

van het landschap, zooals <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> massa van ons kunstlievend volk hei<br />

zag. Den schil<strong>de</strong>r van het „bruggetje van Apol", <strong>de</strong> naam waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

„Winterdag in het Haagsche Bosch" vermaardheid verwierf, werd hul<strong>de</strong><br />

gebracht met 'n eenstemmigheid, die in onzen gespleten tijd niet meer<br />

<strong>voor</strong>komt. Hij verkreeg een populariteit van goe<strong>de</strong>n huize, te benij<strong>de</strong>n<br />

door een geslacht als het onze, dat zich al te vaak reeds tevre<strong>de</strong>n toont<br />

met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering van een kunstcôterk. Tot Apol richtte ik, na vele<br />

verscheur<strong>de</strong> Kladjes, een schrijven en naar zijn adres zond ik mijn werk<br />

ter beoor<strong>de</strong>eling, in <strong>de</strong> hoop pensionnaire van H.M. te wor<strong>de</strong>n, want <strong>de</strong><br />

Koningin-Moe<strong>de</strong>r had <strong>de</strong>ze steun aan jonge Kunstenaars <strong>voor</strong>tgezet.<br />

In <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> over het bericht van welslagen dat Bart van Hove, lid van<br />

<strong>de</strong> commissie, bracht, had ik er aanvankelijk niet op gelet dat van Hove<br />

er bij verteld had dat in <strong>de</strong> commissie Willem Marls had tegengestemd.<br />

Wat later informeer<strong>de</strong> ik bij van Hove waarom Willem Marls mij zijn<br />

stem had onthou<strong>de</strong>n. „Hij vond dat je werk niet genoeg direct vanuit <strong>de</strong><br />

natuur inspiratie vond".<br />

239


I<br />

Jozef Israëls, krijtkrabbel.<br />

In <strong>de</strong> eigenwijsheid mijner jonge jaren heb ik <strong>de</strong>stijds Mans' opinie niet<br />

ernstig opgenomen. 1k vond het eer<strong>de</strong>r „jammer <strong>voor</strong> hem". Toch heb<br />

ik het nooit vergeten, en toen ik <strong>de</strong>rtig jaar later door H.M. Koningin<br />

Wilhelmina in <strong>de</strong> commissie benoemd werd, waarvan een an<strong>de</strong>re sneeuwschil<strong>de</strong>r,<br />

Louis van Soest, secretaris was, heb ik steeds bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>eling<br />

van het werk <strong>de</strong>r aanvragers getracht Willem Maris' criterium aan te<br />

leggen. Het ware talent wordt direct vanuit <strong>de</strong> natuur gevoed, en <strong>de</strong> meest<br />

waar<strong>de</strong>volle inspiratie bereikt <strong>de</strong>n jongen kunstenaar niet langs <strong>de</strong> werken<br />

van an<strong>de</strong>ren, en zeker niet uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Ili geloof dat in Willem Maris' uitlating het credo van <strong>de</strong> Haagsche School<br />

dui<strong>de</strong>lijk werd uitgesproken. Zij kwam <strong>voor</strong>t, of beter: zij volg<strong>de</strong> op, wat<br />

genoemd wordt <strong>de</strong> romantische school die, het spreekt van zelf, wel <strong>de</strong><br />

natuur bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, maar met Dogen die te veel staar<strong>de</strong>n op wat men <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r meesters noem<strong>de</strong>, om <strong>de</strong> natuur in volle vrijheid, naar <strong>de</strong>n<br />

eigen aard, te hunnen zien, terwijl <strong>de</strong> hand, te sterk gebon<strong>de</strong>n aan het stelselmatige,<br />

niet vrij was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> besturing door eigen aandrift.<br />

Bij velen <strong>de</strong>r jonge schil<strong>de</strong>rs is <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>ring als een breuk gekomen,<br />

bij an<strong>de</strong>ren als een ontwikkeling tot eene uitein<strong>de</strong>lijke vrijmaking. Dit<br />

laatste is het best te volgen in het oeuvre van Israëls, terwijl uit diens loopbaan<br />

tevens blijkt welke gena<strong>de</strong> het lange leven <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n kunstenaar<br />

beteekent. Ware hij jong gestorven, zijn naam zou in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

onbekend zijn gebleven. Ware f o z e f 1 s r a ë 1 s op mid<strong>de</strong>lbaren<br />

leeftijd heengegaan, hij zou zeker niet <strong>de</strong> grootmeester van een school<br />

gewor<strong>de</strong>n zijn ; in hopgen ou<strong>de</strong>rdom was hij dat onbetwist.<br />

1k hoor nog Dake vertellen aan <strong>de</strong> bittertafel in Arti, dat hip <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n<br />

240


Jozef Israëls, krijtkrabbel.<br />

Israëls te Den Haag had opgezocht, om hem over etsen te spreken die<br />

Doke naar zijn werk maakte. „Ik zat al 'n tijdje in zijn atelier te wachten,<br />

toen ik plotseling een geluid hoor<strong>de</strong> uit wat ou<strong>de</strong> kleeren op 'n stoel, waar<br />

ik aanvankelijk niet op gelet had".<br />

Wij wer<strong>de</strong>n toen geregeld herinnerd aan Israëls <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n hoogen<br />

leeftijd, door het inschrompelen van zijn toch reeds uiterst tenger lichaam,<br />

maar ook door <strong>de</strong> huldigingen bij zijn 60sten, 65sten, 70sten, 75sten, 80sten<br />

verjaardag, wanneer hij steeds door H. W. Mesdag werd toegesproken.<br />

Deze laatste verstond het overigens niet zijn toespraken te variëeren, en<br />

begon steeds met er aan te herinneren dat hij in Groningen, als bind,<br />

met <strong>de</strong>n jubilaris op straat geknikkerd had. Waar nu Israëls, tusschen zijn<br />

eigen feestelijkhe<strong>de</strong>n in, Mesdag huldig<strong>de</strong> en daarbij het knikkeren ook<br />

niet vergat, wist langzamerhand heel Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong>ze bijzon<strong>de</strong>rheid, maar<br />

ook dat Israëls <strong>de</strong> nestor <strong>de</strong>r Haagsche schil<strong>de</strong>rs was, en uit zijn werken<br />

wist het reeds lang dat hij <strong>de</strong> belangrijkste Kunstenaar van zijn generatie was.<br />

Zijn vroege werk staat mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> romantiek van Ary Scheller, dien<br />

hij <strong>de</strong>stijds bovenmatig bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, en wiens „Gretchen", in 1845 te<br />

16 241


Amsterdam geëxposeerd, hem bijzon<strong>de</strong>r had getroffen. Zijn vroege historiestukken<br />

, waar<strong>voor</strong> hij <strong>de</strong> stof aan onze vrijheidsoorlog ontleen<strong>de</strong>, zijn wel<br />

beter geschil<strong>de</strong>rd, maar in wezen toch niet veel belangrijker dan die van<br />

Tetar van Elven, hoewel zij zich <strong>voor</strong> ons, die zijn ontwikkeling hennen,<br />

toch wel on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door een zeker sentiment, en een vage aanduiding<br />

van lichtschil<strong>de</strong>ring.<br />

242<br />

Jozef Israéls,<br />

krijtkrabbel.


Zijn eigen on<strong>de</strong>rwerpen vond hij te Zand<strong>voor</strong>t, waar hij beterschap zocht<br />

<strong>voor</strong> een zwakke gezondheid. Hij werd er <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Hollandse/ze<br />

visschers, en aanvankelijk op een romantische wijze die het publiek<br />

behoor<strong>de</strong>. Wat hij vertel<strong>de</strong> was naar het sentimenteele, en zijn beel<strong>de</strong>nd<br />

vermogen was door studie ontwikkeld. Ooh door zijn tweejarig verblijf<br />

te Parijs, was zijn geest verruimd. Niet <strong>de</strong> enkele aanwijzingen van<br />

schil<strong>de</strong>rs als Horace Vernet en Paul Delaroche of <strong>de</strong>n beeldhouwer<br />

Prather zullen hem hebben verrijkt, maar wel het bruisen<strong>de</strong> Parijsche<br />

leven, dat in 1848 tot revolutionnaire actie kwam, die Israëls weer terug<br />

gedreven had naar het Ka<strong>de</strong>rland.<br />

^`^ . ^ .,1,r ,.r . • ,,^ t,<br />

•<br />

1^^ r^^^.t/w« ♦ ^<br />

• .Y. .Ir .rr.w.. ^ . w w ^ ♦1^ •<br />

^<br />

^1 I .. r ..<br />

.i. w• ^<br />

^.......• rY<br />

^<br />

__.^,,,Q-• :..-<br />

^<br />

r^,^,I.-•^.^^ w • .•<br />

.... . -•^ ^..+^<br />

,, ....r<br />

US. • ^/.Y .....r^<br />

M.I••••'~.. •••i<br />

y .<br />

•<br />

Jozef Israëls, krijtkrabbel.<br />

243


In 1856 schil<strong>de</strong>rt Israëls <strong>de</strong>n levensgrooten visscher met zijn zoontje aan<br />

<strong>de</strong> hand en een jonger bind op <strong>de</strong>n arm, dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel „Langs Moe<strong>de</strong>rs<br />

graf", groote bekendheid verwierf. De picturale kwaliteiten heffen het<br />

werk niet boven het conventioneel-pathetische on<strong>de</strong>rwerp.<br />

Zeker, er zijn goed geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stukken in hef schil<strong>de</strong>rij, maart is <strong>voor</strong>al<br />

won<strong>de</strong>rlijk te zien met hoe vage aanduidingen het publiek genoegen neemt<br />

en zijn me<strong>de</strong>gevoel geeft. le<strong>de</strong>r weet dat aan het strand niet begraven<br />

wordt, en dat een houten kruisje op een graf geplaatst niet xóó snel<br />

vervallen is ... .<br />

En toch is „fangs Moe<strong>de</strong>rs graf" in mijn Dogen veel beter dan het stuk<br />

waar grootmoe<strong>de</strong>r, moe<strong>de</strong>r en hind in angst verkeeren om va<strong>de</strong>r.<br />

Met <strong>de</strong>n besten wil heb ik in „Na <strong>de</strong>n Storm" ooit een belofte, laaf staan<br />

<strong>de</strong> belofte die Jozef Israëls zoo schitterend heeft ingelost, kunnen zien.<br />

Nauwelijks werk van een schil<strong>de</strong>r 1 Eer<strong>de</strong>r een ontwerp <strong>voor</strong> een tafereel<br />

uit een revue van Henri Ter Hall, een sane die met een belichting door<br />

een gaasscherm iets schil<strong>de</strong>rijachtigs zal krijgen. On<strong>de</strong>r het bezien van<br />

„Na <strong>de</strong>n Storm" hoor<strong>de</strong> ik steeds het gerammel van <strong>de</strong> collectebus <strong>voor</strong> het<br />

Donis Rijkersfonds. Het platte <strong>de</strong>cor waarin zich alles afspeelt, en dan<br />

het bind, dat in <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rstoel on<strong>de</strong>r hef paplepelen, zoo bezorgd na<strong>de</strong>nkt<br />

over <strong>de</strong> mogelijk treurige gevolgen van <strong>de</strong>n storm...., 't is even valsch<br />

van gevoel, als <strong>de</strong> geheele schil<strong>de</strong>rij valsch van toon is.<br />

Israëls heeft zijn on<strong>de</strong>rwerpen te Zand<strong>voor</strong>t gevon<strong>de</strong>n, maar eerst langzaam<br />

zal hij na 1869 te Scheveningen <strong>de</strong>zen weten te verdiepen en zal hij een<br />

groot schil<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. Hij gaat in vereenvoudiging steeds meer tot <strong>de</strong><br />

I<strong>de</strong>m van het menschelijk gevoel, als hij zijn composities ontdoet van het<br />

bijkomstige en <strong>de</strong> atmosferische schoonheid van het natuurbeeld ont<strong>de</strong>kt.<br />

't Is vreemd, maar het publiek merkte <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van Israëls' werk<br />

niet op, of wil<strong>de</strong> hef niet opmerken. Het had uit zijn eerste werken Israëls'<br />

naam gehoord en het leer<strong>de</strong> zijn talent bewon<strong>de</strong>ren. Toen het die bewon<strong>de</strong>ring<br />

eenmaal gegeven had, ontnam het die niet toen zijn werk zoo veran<strong>de</strong>rd<br />

was dat het eer<strong>de</strong>r tegenstond dan meesleepte, en toen hij waarlijk<br />

schil<strong>de</strong>r werd bleef <strong>de</strong> publieke opinie hem trouw.<br />

't Is niet gemakkelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> menschen van nu te zien, hoe ongelooflijk<br />

machtig en origineel <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>n visscher, van <strong>de</strong>n schaapher<strong>de</strong>r,<br />

van <strong>de</strong> vrouwen en kin<strong>de</strong>ren van het visschersdorp, eigenlijk is.<br />

Er is natuurlijk het Fransche <strong>voor</strong>beeld. De generatie van Millet ont<strong>de</strong>kt<br />

het honingschap van <strong>de</strong>n arbeid, 'n ont<strong>de</strong>kking die verband houdt met<br />

sociale i<strong>de</strong>alen, die in het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> wereld wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n.<br />

De steenklopper van Courbet en <strong>de</strong> boer van Millet vin<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong>n mijnwerker en puddler van Constantijn Meunier een lotgenoot, en<br />

244


in <strong>de</strong>n schelpenvisscher van Israëls een kameraad. Roep echter in uw<br />

herinnering terug het rauwe messentrekken<strong>de</strong> herbergvolk van Brouwer,<br />

of <strong>de</strong> meer leutiggebaren<strong>de</strong> Osta<strong>de</strong>-mannetjes, en plaats daar dan tegenover<br />

Israëls' werken<strong>de</strong> menschheid, en <strong>de</strong> grootheid van <strong>de</strong> conceptie bomt u<br />

weer frisch <strong>voor</strong> oogen.<br />

Israëls werd een heel groot schil<strong>de</strong>r, toen hij het vloeien<strong>de</strong> licht als een<br />

aanbid<strong>de</strong>lijk schouwspel in zich opnam, toen hij het menschelijke, zon<strong>de</strong>r<br />

sentimentaliteit, in zijn mo<strong>de</strong>llen peil<strong>de</strong>, toen hij zijn penseel in rich<br />

doopte om dagelijks weerkeerend leed uit te beel<strong>de</strong>n. Als een won<strong>de</strong>r<br />

stroomt het licht door het raam van <strong>de</strong> visscherswoning binnen; <strong>de</strong> vrouw,<br />

van elke romantische schoonheid gespeend, heeft <strong>de</strong> har<strong>de</strong> trekken die <strong>de</strong><br />

dagtaak haar gaf; <strong>de</strong> doodsangst om hen die op zee zijn, doemt uit een<br />

palet op dat <strong>de</strong> zuivere weerkaatsing is van <strong>de</strong> sombere on<strong>de</strong>rtoon <strong>de</strong>s<br />

levens. Die sombere on<strong>de</strong>rtoon <strong>de</strong>s levens is niet zon<strong>de</strong>r hoop. Die hoop<br />

sneeuwt door het raam van <strong>de</strong> visscherswoning „in afwachting", zij glanst<br />

plechtig door het venster in <strong>de</strong> Tot and Verklarung van „Alleen op, <strong>de</strong><br />

Wereld", zij streept zich af als een rozige klaarte in <strong>de</strong> lucht van menig<br />

somber landschap „langs vel<strong>de</strong>n en wegen".<br />

Na eeuwen kwam in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst van het Lage Land een figuur in het<br />

zicht, die <strong>de</strong> herinnering aan Rembrandt bracht. Als Rembrandt greep hij<br />

diep in <strong>de</strong> menschelijke ziel, als <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuwer omwasem<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> vormen<br />

in een lichtglans, die van goud bij Rembrandt, zilver werd bij Israëls;<br />

hun bei<strong>de</strong>r werk won in <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom oneindig aan beteekenis.<br />

Dat het genie <strong>de</strong>r noor<strong>de</strong>lijke barok, tot e<strong>de</strong>l klassicisme verstild, het<br />

<strong>voor</strong>beeld was <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n negentien<strong>de</strong>-eeuwer, het ware dwaasheid het te<br />

ontkennen, evenmin is het loochenbaar dat <strong>de</strong> Haagsche meester zelf<br />

steeds meer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n indruk raakte van <strong>de</strong> vergelijking. Een „Adam en<br />

Eva, een „Joodsche Bruid", een „David en Saul" waren an<strong>de</strong>rs door<br />

Israëls mogelijk niet geschil<strong>de</strong>rd. Maar het is even zeker dat het rhythme<br />

waarin <strong>de</strong>ze, en werken als „<strong>de</strong> Man van het ou<strong>de</strong> Volk" en „<strong>de</strong><br />

Wetschrijver" verschenen, zijn levensavond een grootschee stijl gaven.<br />

De groote „David en Saul", in hopgen ou<strong>de</strong>rdom geschil<strong>de</strong>rd, zag ik eens<br />

gehangen aan <strong>de</strong>n langen wand van <strong>de</strong> groote zaal van het Ste<strong>de</strong>lijk<br />

Museum te Amsterdam, zoo opgesteld dat bij hef opgaan van <strong>de</strong> vestibule<br />

trappen, het schil<strong>de</strong>rij langzaam oprees. Op zoo groote afstand week <strong>de</strong><br />

sombere figuur van <strong>de</strong>n Godverlaten koning terug <strong>voor</strong> <strong>de</strong> plechtige schoonheid<br />

van het blauwwasemen<strong>de</strong> vergezicht, dat als on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vingers van<br />

<strong>de</strong>n harpspelen<strong>de</strong>n her<strong>de</strong>rsknaap werd opgeroepen.<br />

Die latere werken von<strong>de</strong>n instemming in <strong>de</strong> geheele schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wereld,<br />

een instemming die misschien culmineer<strong>de</strong> in Israëls' succes op <strong>de</strong> Parijsche<br />

245


'/n ♦ -<br />

f1/4...._, • f..<br />

i<br />

.<br />

l+f ....,i .<br />

-, 4-,‘..y,v..0 O<br />

.,,<br />

- :...1.<br />

r,4..<br />

IN1\ ! . '. 't' .<br />

.M` • ^.,<br />

M<br />

^^i^<br />

H. W. Mesdag. Strand te Scheveningen.<br />

wereldtentoonstelling van 1900, toen <strong>de</strong> geheele kunstzinnige wereld zich<br />

boog <strong>voor</strong> het genie van <strong>de</strong>n Haagschen meester.<br />

Voor <strong>de</strong>ze zelf<strong>de</strong> wereldtentoonstelling had W i 11 e m Ma r is een groot<br />

wei<strong>de</strong>gezicht geschil<strong>de</strong>rd, dat, nog nat van <strong>de</strong>n ezel, bij J3uffa in <strong>de</strong><br />

Kalverstraat te zien was, vóór het naar Parijs zou wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n.<br />

De heer Slagmuller, eigenaar van <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l, was steeds vrien<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>voor</strong> jonge schil<strong>de</strong>rs, maar als negentienjarige was ik niet erg op mijn<br />

gemak toen ik toegang vroeg om <strong>de</strong> Mans te zien, <strong>de</strong>n winkel doorliep, en<br />

<strong>de</strong> paar tre<strong>de</strong>n opging naar het heilige <strong>de</strong>r heilige, waar het groote schil<strong>de</strong>rij,<br />

laag op <strong>de</strong>n ezel, in volle pracht van stralend licht, mij opnam in <strong>de</strong><br />

optrekken<strong>de</strong> morgennevelen boven een drassig land.<br />

Het warme zonlicht heeft zijn strijd tegen het dampen<strong>de</strong> water vrijwel<br />

gestre<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> loeien met <strong>de</strong> ponten in <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> sloot, overgoten van licht,<br />

behooren bij <strong>de</strong>n rietomzoom<strong>de</strong>n kluitigen wei<strong>de</strong>grond. Het licht is meester,<br />

als Gods Geest zweeft het over <strong>de</strong> wateren en doordringt alles met zijn<br />

levenwekken<strong>de</strong> bracht. Geen spoor van zichtbaar arrangement in dit stuk<br />

Hollandsche natuur, waarvan het water en het weiland, <strong>de</strong> lucht en het<br />

licht, zoo dicht <strong>de</strong>n beschouwer na<strong>de</strong>ren, dat hij Neerlands weeken grond<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voeten, en <strong>de</strong> veendamp in <strong>de</strong> neusgaten, voelt.<br />

En het drong zich aan mij op, dat heel <strong>de</strong> arbeid <strong>de</strong>r gou<strong>de</strong>n eeuw een<br />

246


Jhr. C. N. Storm van 's-Gravenson<strong>de</strong>, loodsbooten.<br />

<strong>voor</strong>bereiding was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> glorie van dit werk, en dat van Goyen en Ruysdael,<br />

Cuyp en Potter tenslotte ook nog Beleef<strong>de</strong>n gewerkt hebben <strong>voor</strong> dit<br />

geslacht van meesters.<br />

Kleinere stukken natuur als Willem Maris' slootkantjes wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n<br />

loop <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n nooit grooter gezien, nooit dieper geschouwd. Als hij er<br />

zijn een<strong>de</strong>n als plod<strong>de</strong>rs room in neerwerpt, vat hij heel <strong>de</strong>n arbeid samen<br />

van generaties Hollandsche schil<strong>de</strong>rs.<br />

Men verbeel<strong>de</strong> zich niet dat Maris' sloten en wei<strong>de</strong>n, wilgen en elzen,<br />

broos en riet, loeien en een<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> onbegrensd toegewij<strong>de</strong> studie<br />

van een <strong>voor</strong>afgaand geslacht, zijn opgebloeid.<br />

De schil<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> eerste generatie van het reveil hebben <strong>voor</strong> hun directe<br />

opvolgers „het oog gewasschen, het hart gezuiverd", en zij hebben hen<br />

„spiegelen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> plassen van Loosdrecht en <strong>de</strong> Kaag, <strong>de</strong>n hemel diep<br />

doen zien" (Werumeus Burring).<br />

't Zijn niet alleen zij die aan <strong>de</strong> meesters <strong>voor</strong>afgaan die hun weg geeffend<br />

hebben, die van belang zijn, maar <strong>de</strong> steun die <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re schil<strong>de</strong>rs in een<br />

perio<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst geven, wordt doorgaans on<strong>de</strong>rschat.<br />

Wordt er niet te veel geschil<strong>de</strong>rd ?<br />

Zijn er niet te veel schil<strong>de</strong>rs?<br />

Deze vragen wor<strong>de</strong>n nog al eens gesteld, terwijl er dan gewoonlijk bij<br />

247


vergeten wordt dat velen moeten geroepen wor<strong>de</strong>n, om weinigen tot uitverkorenen<br />

te maken. Het schil<strong>de</strong>ren is, in een land als het onze, niet alleen<br />

een continu- maar ook een collectief bedrijf. Als er zijn die <strong>de</strong> vruchten<br />

plukken, dan zijn er velen van noo<strong>de</strong> die ne<strong>de</strong>rig werk verrichten in <strong>de</strong><br />

gaar<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>dat <strong>de</strong> druiven bersten van <strong>de</strong>n wijn.<br />

De Verveers, Sam en Elchanon, D. A. Constant Artz<br />

en Phi 1 i p S a d é e en ook B. J. B 1 o m me r s hebben het visschersdorp<br />

als hun arbeidsveld gekozen en het visschersleven in studie gehad,<br />

opdat Jozef Israëls hun aller meester zou zijn. Het genreschil<strong>de</strong>rij heeft in<br />

Balher Korff en David Bles, en daarna in Aug. Allebé,<br />

uiterst gelukkige beoefenaars gevon<strong>de</strong>n, maar wie zou durven zeggen<br />

dat <strong>de</strong> Ten Kate's, Herman en Mari, of Tony Offermans<br />

geen <strong>de</strong>el gehad hebben aan het meesterschap van een Albert Neuhuijs,<br />

en zelfs epigonen als Evert Pieters en Bernard <strong>de</strong> Hoog<br />

mogen niet geheel uit <strong>de</strong> glorie van <strong>de</strong>n meester wor<strong>de</strong>n gebannen.<br />

W i lle m Roe lofs moge dan <strong>de</strong> eerste zijn die het landschap weer<br />

onbevangen zag en <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>righeid hervond die <strong>de</strong> grootheid is van <strong>de</strong>n<br />

Hollandschen landschapschil<strong>de</strong>r, hoe groot<br />

het aan<strong>de</strong>el is dat J. W. B i 1 d e r s en<br />

Julius J. van <strong>de</strong> San<strong>de</strong> B akh<br />

u y z en genomen hebben in <strong>de</strong> ontplooiing<br />

van het nieuwe landschapschil<strong>de</strong>ren, is niet<br />

juist te meten, maar 't is heel zeker belangrijk.Zou<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> Haas en <strong>de</strong> Stortenbeker's,<br />

Johan en Pieter, en zelfs<br />

Jan Y r o 1 ij k niet betrokken zijn in<br />

Willem Maris' meesterschap over run<strong>de</strong>ren<br />

en koebeesten ? Een heele generatie van ste<strong>de</strong>schil<strong>de</strong>rs,<br />

waarvan wij Ka rsen, Springer<br />

en <strong>de</strong> jongere K 1 in k e n b e rg, maar <strong>voor</strong>al<br />

Johannes Weissenbruch noem<strong>de</strong>n,<br />

stuwt aan op Jacob Maris' Bree<strong>de</strong>n blik<br />

op Amsterdam en Dordrecht.<br />

B. I. Blommers, krabbel.<br />

248<br />

Dien Bree<strong>de</strong>n blikhad Jacob Mans<br />

trouwens niet van ston<strong>de</strong> af aan, analytisch<br />

zien is het synthetische schouwen <strong>voor</strong>afgegaan,<br />

zooals het <strong>voor</strong>zichtig teekenen het roekeloosbrabbelen<br />

van later mogelijk maakte.<br />

De leerling van Stroebel en van Huib van


Hove, die copieën maakte naar Schelfhout, legt in <strong>de</strong> grootste consciëntie<br />

<strong>de</strong> grondslagen van zijn kun<strong>de</strong>. Als hip zijn Antwerpschen studietijd en<br />

zijn reizen in Duitschland, Zwitserland en Frankrijk reeds achter <strong>de</strong>n rug<br />

heeft, en <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n zeeschil<strong>de</strong>r Louis Meyer bijstaat in het voltooien van<br />

diens schil<strong>de</strong>rijen, is Jacob een eer<strong>de</strong>r „fijnschil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>" genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Het moet in <strong>de</strong> jaren 1865—'71 te Parijs zijn geweest, dat ]rij langzaam,<br />

maar beslist, zich wen<strong>de</strong>n ging tot liet landschap, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring<br />

die <strong>de</strong> meesters van Barbizon bij hem opriepen. Rousseau en Dupré, Millet<br />

en Corot moeten, met hun vrijen schoon schil<strong>de</strong>ren, grootera indruk op hem<br />

gemaakt hebben, en 't is door het realisme van die Fransche meesters dat<br />

hij wordt aangezet <strong>de</strong> Oud-Hollandsche landschapschil<strong>de</strong>rs, met enthousiasme<br />

door hen bestu<strong>de</strong>erd, met nieuwe<br />

Dogen op te nemen. Als hij in 1870 <strong>de</strong><br />

bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> „Veerpont" schil<strong>de</strong>rt dankt<br />

hij aan <strong>de</strong> Franschen en van Goyen, maar<br />

niet min<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> natuur, <strong>de</strong> frischheid<br />

van het werk, in contrast met het dorre<br />

en conventioneele schil<strong>de</strong>ren dat nog welig<br />

tier<strong>de</strong> in het va<strong>de</strong>rland.<br />

Noodig was het natuurlijk dat hij terug<br />

k warn naar <strong>de</strong>n Kleigrond onzer rivieren,<br />

<strong>de</strong>n geestgrond en het strand van Holland,<br />

om er <strong>de</strong>n monumentaler vertolker van<br />

te wor<strong>de</strong>n.<br />

Reeds in 1872 is hij dat. Want dan<br />

ont<strong>de</strong>kt hij het monument in <strong>de</strong> Hollandsche<br />

werktuigwoning, <strong>de</strong> molen, het emblematische<br />

beeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n, waar<br />

<strong>de</strong> wind in flappert en ruischt als in <strong>de</strong><br />

zeilen van een schip, om <strong>de</strong>n mensch het<br />

meel uit <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lste vrucht <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong><br />

vrij te maken. Hij plaatst <strong>de</strong> molen niet<br />

tegen <strong>de</strong> oneindigheid van <strong>de</strong>n hemel, maar,<br />

hem afsnij<strong>de</strong>nd door het la<strong>de</strong>r, zet hij <strong>de</strong><br />

rustieke monumentaliteit aan, tegenover<br />

<strong>de</strong> nietige huizen die aan zijn hoe<strong>de</strong> zijn<br />

toevertrouwd. Hij vindt dan met <strong>de</strong> zware<br />

en diepe fleuren, die bij uitstek van <strong>de</strong>ze<br />

lan<strong>de</strong>n zijn, <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> toets <strong>de</strong>r penseelvoering<br />

die macht over vorm en atmosfeer<br />

Jozef Israéls, krabbel.<br />

249


H. J. Haverman, portret van Jacob Mara.<br />

250


krijgt, als nog geen schil<strong>de</strong>r in<br />

<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw ten onzent<br />

wist te veroveren.<br />

De Fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n blijven<br />

rusten en <strong>de</strong> „Italiaansche meisjes",<br />

die hij als leerling van<br />

Hébert te Parijs schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zijn<br />

snel vergeten. Holland met zijn<br />

prachtige baksteenen ste<strong>de</strong>n, met<br />

zijn bree<strong>de</strong>, loom door <strong>de</strong> zware<br />

blei stroomen<strong>de</strong> rivieren, met<br />

zijn zwaar bewolkten hemel,<br />

neemt hem in zijn ban. Amsterdam,<br />

van het Y gezien, wordt<br />

reeds in <strong>de</strong> zeventiger jaren een<br />

zijner on<strong>de</strong>rwerpen. Als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

Karren componeert hij vrij zijn<br />

stadsgezichten, zet <strong>de</strong>n Schreierstoren<br />

en het groene koepeldak<br />

van <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> Luthersche Kerb<br />

neer, waar hem dit goeddunkt.<br />

Ruysdael herleeft in het rijke<br />

evenwicht van gecomponeer<strong>de</strong><br />

land-, zee- en stadsgezichten in<br />

Jacob Maris, ets, ware grootte.<br />

zware kleurpracht. Grootscher<br />

dan Cuyp het <strong>de</strong>ed, grijpt hij Dordrecht samen in haar groote kerk en<br />

haven. Als Vermeer hem in zijn onvolprezen „Gezicht op Delft" een<br />

<strong>voor</strong>beeld is, dan is dit <strong>voor</strong>beeld hem een verworvenheid, dan wil Jacob<br />

Marts en zijn begenadigd geslacht niet herhalen, maar <strong>voor</strong>tbouwen. De<br />

ambitie van hef vorige geslacht ging niet ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> herhaling, en als<br />

steeds werd die ambitie niet ten volle bevredigd en bleven <strong>de</strong> resultaten ver<br />

on<strong>de</strong>r het gehoopte. Nu gaat <strong>de</strong> ambitie ver<strong>de</strong>r; diep in <strong>de</strong> natuur zullen<br />

<strong>de</strong> jonge Hollandsche schil<strong>de</strong>rs doordringen en hun <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n uit het<br />

verle<strong>de</strong>n achter zich laten. Zij verkeeren met <strong>de</strong> natuur inniger dan <strong>de</strong><br />

vorige generatie, die door <strong>de</strong> blaadjes en <strong>de</strong> takken <strong>de</strong> boom, en door <strong>de</strong><br />

boomgin het bosch niet zagen, die wel <strong>de</strong> steengin tel<strong>de</strong>n, maar toch het huis<br />

niet waarlijk zagen, en die door <strong>de</strong> huizen <strong>de</strong> stad niet <strong>voor</strong> Dogen kregen.<br />

In <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke omgeving van <strong>de</strong>n Haag wordt lang en ernstig gewan<strong>de</strong>ld,<br />

ook met confraters. Wat wij te danken hebben aan <strong>de</strong> samensprekingen,<br />

mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> objecten, van Mans en Mauve, als zij op hun tochten door<br />

251


<strong>de</strong> tuin<strong>de</strong>rijen van liet Westland of langs het Scheveningsche strand, elkan<strong>de</strong>r<br />

bemnvloed<strong>de</strong>n, is slechts te bevroe<strong>de</strong>n. Zij wedijver<strong>de</strong>n in argeloosheid<br />

tegenover het schouwspel <strong>de</strong>r natuur en in openheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wisselingen van<br />

het licht, waarvan zij weten dat het meester is over het geschapene.<br />

Zij hon<strong>de</strong>n het leeren van <strong>de</strong> meesters, maar nog dui<strong>de</strong>lijker het zelf in <strong>de</strong><br />

natuur zien, dat in <strong>de</strong> luchten het accent ligt van het Hollandsche landschap,<br />

en zij geven weer aan <strong>de</strong>n hemel zijn ruime plaats in het ka<strong>de</strong>r,<br />

en dringen <strong>de</strong> stoffage terug tot <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rige rol die zij, én bij <strong>de</strong> meesters,<br />

én in <strong>de</strong> werkelijkheid, vervult. Hoe nietig is het aspect van het schuimen<strong>de</strong><br />

randje <strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>looze zee tegenover het weidsche gekoepelte van <strong>de</strong>n hemel!<br />

En is een eenzame schelpenvisscher niet nog <strong>de</strong> meest waardige herinnering<br />

aan <strong>de</strong>n mensch? Mag het witte trekpaard op het jaagpad ons afhou<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong>n dramatischen strijd tusschen zonnestralen en wolken, tusschen<br />

windvlagen en regenhoozen, die zich boven hem afspeelt Draaien <strong>de</strong><br />

molenwieken in het<br />

ijle? Of is <strong>de</strong> lucht<br />

een stof als het water,<br />

waardoor <strong>de</strong> ra<strong>de</strong>ren<br />

van een an<strong>de</strong>r soort<br />

molens wor<strong>de</strong>n gestuwd<br />

? Moet dan ook<br />

<strong>de</strong> stuwen<strong>de</strong> stof rond<br />

<strong>de</strong>n windmolen niet<br />

voelbaar en zichtbaar<br />

gemaakt wor<strong>de</strong>n ? Dat<br />

nu verstond Jacob<br />

Marts meesterlijk, en<br />

niet het minst dooreen<br />

nieuwe schil<strong>de</strong>rtrant,<br />

die 'n ruige verfopdracht<br />

een atmosferisch<br />

kleurspel, als er<br />

nog nooit beproef d was,<br />

mogelijk maakte. In<br />

een sterk kleurgamma,<br />

dat zich later weer wat<br />

vergrijs<strong>de</strong>, bond hij<br />

met een door over-<br />

- -- schil<strong>de</strong>ring verkregen<br />

Jacob Marls, krijtkrabbel.<br />

impasto, aar<strong>de</strong>, water<br />

252


en lucht aaneen. Vooral aan <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond wordt door stage schil<strong>de</strong>ring<br />

een ruige stevigheid gegeven, waarop dan al <strong>de</strong> rest gedragen wordt. Met<br />

<strong>de</strong> breedheid van een roekeloos schil<strong>de</strong>ren, groeit het formaat naar hef<br />

horizontale. Misschien was zijn zwaar lichaamspostuur, dat hem dwong<br />

uitsluitend zittend aan <strong>de</strong>n ezel te werken, me<strong>de</strong> een re<strong>de</strong> geweest dat Ind<br />

het hoogteformaat min<strong>de</strong>r aanwend<strong>de</strong>, maar het vlakke land, <strong>de</strong> bree<strong>de</strong><br />

stroomen en <strong>de</strong> lange trekvaarten eischtten niet min<strong>de</strong>r het bree<strong>de</strong> formaat<br />

op. In het vierkant heeft hij overigens ook vaak indrukwekkend gecomponeerd.<br />

lk herinner mij<br />

hoe ik als jongen werd<br />

opgenomen in het natte<br />

groen van zoon vierkante<br />

tuin<strong>de</strong>rij, waarboven<br />

<strong>de</strong> regenwolken<br />

een oogenblik weken<br />

<strong>voor</strong>een lichtstraal, die<br />

niet <strong>de</strong> zon, maar een<br />

herinnering aan haar<br />

was.<br />

Als ik <strong>voor</strong> <strong>de</strong> magis.,trale<br />

„Zee", met <strong>de</strong><br />

zoo aan Ruysdczel herinneren<strong>de</strong><br />

hooge lucht<br />

in het Rijksmuseum<br />

sta, is mijn eerste gedachte<br />

steeds : hoe<br />

spijtig dat <strong>de</strong> jonge<br />

.<br />

schil<strong>de</strong>rs van nu dit<br />

werk niet meer zien<br />

kunnen in al <strong>de</strong> pracht<br />

van een schil<strong>de</strong>ring, die<br />

helaas niet tegen <strong>de</strong>n<br />

,<br />

tijd bestand bleek. Gebarsten<br />

in bijna al haar<br />

h ',.ki;<br />

x,, ^^ ,., ,<br />

leuren, met vergeel<strong>de</strong><br />

plekken in <strong>de</strong> blanke<br />

.. ,<br />

...=^ .<br />

,<br />

lucht, is <strong>de</strong>ze „Zee"-<br />

.<br />

.. ,<br />

!^1 r^<br />

een schaduw van wat Q<br />

zij geweest is.<br />

w<br />

if<br />

Mogen wij hun wel<br />

Jacob Maris, krijtkrabbel.<br />

253


euvel dui<strong>de</strong>n dat hun schil<strong>de</strong>rijen niet bestand waren tegen <strong>de</strong>n tijd?<br />

Hun vereen waren, een enkele Fleur uitgezon<strong>de</strong>rd, goed. De on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> nooit drogen<strong>de</strong> betume is nu algemeen bekend, maar moest in <strong>de</strong><br />

dagen van <strong>de</strong> Haagsche School nog blijken. Een Larensch moestuintje van<br />

Mauve of een portret van T/iérèse Schwartze zijn er om te bewijzen, dat<br />

<strong>de</strong> olieverf van dien tijd goed was. Maar een Israëls en 'n Marls hebben<br />

te veel gevraagd aan <strong>de</strong> olieverf. Door het telkens overschil<strong>de</strong>ren raakten,<br />

en daar werd naar gestreefd, <strong>de</strong> fleuren „uit <strong>de</strong> verf". Maar het heele<br />

werk zou op <strong>de</strong>n duur „uit <strong>de</strong> verf" raken, d.w.z. zich niet meer<br />

bevin<strong>de</strong>n binnen dat, wat aan olieverf gevraagd han wor<strong>de</strong>n. Zip dwongen<br />

<strong>de</strong> verf, als materie, tot prestaties boven haar Dracht, en <strong>de</strong> verf heeft<br />

zich gewroken.<br />

Gebarsten, en plaatselijk vergeeld waar met olie werd uitgehaald, staan nu<br />

ook Jacob Mans' genreschil<strong>de</strong>ringen ge<strong>de</strong>eltelijk ontluisterd. En wat is er<br />

toch nog oneindig veel schoons overgebleven van <strong>de</strong> huiselijke tafereelen<br />

uit zijn familieleven, die zijn landschapschil<strong>de</strong>rijen aanvullen I Het boor<br />

lingetje in kanten kleedje ligt op <strong>de</strong>n schoot van <strong>de</strong> baker, haar ron<strong>de</strong> hand<br />

met <strong>de</strong>n zilveren ring op <strong>de</strong> doopjury, <strong>de</strong> glanzing van het lichtblauwe<br />

lint on<strong>de</strong>r haar cornet. Het ou<strong>de</strong>re zusje, op 'n afstand, maar naar het<br />

kleine won<strong>de</strong>r gebogen, staart broertje aan. Dat broertje zal, wat jaren<br />

later, in een fluweelen pakje viool spelen bij <strong>de</strong> diepzwarte vleugelpiano,<br />

in hetzelf<strong>de</strong> interieur.<br />

Dat interieur was in een tijd, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> binnenarchitectuur zeker geen<br />

goe<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> was, door <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>rssmaak van <strong>de</strong>n bewoner, schoon.<br />

Het diepkleurig rood van oostersche tapijten, het donker eikenhout van<br />

<strong>de</strong> glimmend gewreven meubelen met hier en daar een fluweel lussen, dat<br />

in volmaakte harmonie was met het geheel, het zwart van <strong>de</strong> piano en <strong>de</strong><br />

gou<strong>de</strong>n glanzing van een schil<strong>de</strong>rijlijst, dat alles bleef in het gamma van<br />

's meesters palet.<br />

Dit interieur verried ook <strong>de</strong>n welstand van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, een welstand die<br />

<strong>de</strong> corypheëen <strong>de</strong>r school dankten aan <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l. De geschie<strong>de</strong>nis<br />

van dien han<strong>de</strong>l in dien tijd is, bij mijn weten, nog niet geschreven. Wat<br />

firma's als Coupil, v. Wisselingh, Preyer, Buffa, Voskuil of Knoedler te<br />

New- York <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verspreiding van het Hollandsche schil<strong>de</strong>rij gedaan<br />

hebben, is moeilijk te overdrijven. Zeper, zij waren uit op hun eigen gewin,<br />

maar zooals men nu eenmaal niet han<strong>de</strong>len Ilan in steenkool zon<strong>de</strong>r bij<br />

gelegenheid min of meer zwart te wor<strong>de</strong>n, kregen velen van hen <strong>de</strong> laatst<br />

lief. Natuurlijk waren er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>laren, die <strong>voor</strong>al han<strong>de</strong>laren<br />

waren en bleven, maar er waren er zeker ook die met lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunst<br />

begonnen, en die lief <strong>de</strong> niet verloren als zij door omgang met groote schil<strong>de</strong>rs<br />

254


aan inzicht wonnen. Natuurlijn weet ik, en ik zal het wel ter sprake<br />

brengen, dat <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l ook, als alle dingen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> zon, zijn schaduwzij<strong>de</strong> had, maar al had <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l slechts <strong>de</strong> Hollandsche<br />

schil<strong>de</strong>rkunst naar alle zij<strong>de</strong>n weten te versprei<strong>de</strong>n, dan stond zijn<br />

beteekenis reeds vast. Niet alleen dat <strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>l een belangrijk aan<strong>de</strong>el<br />

had in hef opnemen van Hollandsche schil<strong>de</strong>rijen in <strong>de</strong> musea van Europa,<br />

maar ook die van <strong>de</strong> nieuwe wereld open<strong>de</strong>n zich <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Hollandsch<br />

meesters: het Metropolitan Museum te New-York en dat te ' Boston, Phila<strong>de</strong>iphia,<br />

Washington, St. Louis, Chicago e.d. En was <strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>l niet<br />

betrokken bij het samenstellen van collecties als die van E. van Essen,<br />

Dentz van Schaik, E. H. Crone, C. D. Reich Jr., M. P. Voûte en zoovele<br />

an<strong>de</strong>re te Amsterdam, W. H. van Bil<strong>de</strong>rbeek te Dordrecht, van Randwijn<br />

en van <strong>de</strong>r Scheer te's-Gravenhalte, of die van J. C. J. Drucker te Lon<strong>de</strong>n,<br />

die later in rijksbezit zou overgaan ? Maar <strong>voor</strong>al, en dit wor<strong>de</strong> niet<br />

vergeten, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l heeft in dien tijd een tiental belangrijke schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><br />

zorgen <strong>voor</strong> het dagelijks brood ontnomen, en hun naar die zij<strong>de</strong> rust en<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid van concentratie op hun werk geschonken, zon<strong>de</strong>r welke<br />

zij zeker niet zoo vruchtbaar geweest zou<strong>de</strong>n zijn.<br />

Vruchtbaar waren zij ook omdat zij tusschen hun groote olieverfschil<strong>de</strong>rijen,<br />

ter <strong>voor</strong>bereiding van een monumentaal werk, of als afglans van een<br />

kapitaal stuk, waternerf teeheningen maakten. Het woord aquarelleeren<br />

werd hier<strong>voor</strong> op <strong>de</strong>n duur gebruikt, maar aanvankelijk heette het, en<br />

was het ook, waterverfteekenen, d.i. teelenen met waterverf. Dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />

Rochussen en Bosboom als zij <strong>de</strong> waterverf al teekenend opbrachten.<br />

Johannes Bosboom<strong>voor</strong>al <strong>de</strong>ed dit prachtig, en dat niet alleen<br />

in zijn kerkinterieurs, maar evenzeer in zijn binnenhofgezichten en boeren<br />

<strong>de</strong>elen. Hij had in <strong>de</strong> jeugd veel gereisd. Vanuit het atelier van Huib van<br />

Hove, waar hij als jongen tooneel<strong>de</strong>cors schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, behield hij belangstelling<br />

<strong>voor</strong> architectuur. In 1835, achttien jaar oud, maakt hij met Sam<br />

Verveer een reis naar Keulen en Coblenz, twee jaar later naar België.<br />

Voor reisschetsen was het waterverfteekenen als aangewezen. In 1838 is<br />

hij te Rouaan en te Parijs, en in '41 opnieuw in België. Dan beginnen zijn<br />

tochten door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n waar het exterieur, maar meer nog het interieur<br />

van herhen zijn aandacht houdt. Mij nomen nog steeds zijn waterverfteekeningen<br />

schooner <strong>voor</strong> dan zijn olieverfschil<strong>de</strong>rijen, hoe indrukwekkend<br />

Benige er van ook zijn, en hoe waardig zij zich aansluiten bij het werk van<br />

<strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche Saenredam, Houckgeest en Em. <strong>de</strong> Wit. Well<br />

een afstand tusschen een kerninterieur van Waldorp en Bosboom I Maar<br />

toch zegt hij mij teekenend meer, ik volg liever zijn waterverfpenseel dan<br />

zijn schil<strong>de</strong>rkwast. Hij geeft meer ruimte aan <strong>de</strong> fantasie als hij het<br />

255


ongebroken wit van het papier mee doet zingen, in <strong>de</strong> doorschijnen<strong>de</strong><br />

melodie welke hij vorm geeft.<br />

Dit waterverf teelenen vindt misschien alleen bij Bauer in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

generatie, evenwaardige <strong>voor</strong>tzetting. Door het aanwen<strong>de</strong>n van een an<strong>de</strong>r<br />

woord suggereer<strong>de</strong>n wij reeds dat het waterverven veran<strong>de</strong>rt. Aquarelleeren<br />

houdt het woord teekenen niet meer in, hef verliest alle speelsche<br />

luchtigheid, als het in kleurenspel en diepte van toon <strong>de</strong> olieverfschil<strong>de</strong>ring<br />

bena<strong>de</strong>rt.<br />

Als Mauve <strong>de</strong>n papieren grond nog niet vrij geeft, dan zullen Maris en<br />

Weissenbruch <strong>de</strong> opperhuid van het papier oplossen in <strong>de</strong> <strong>de</strong>kken<strong>de</strong> verflaag<br />

van het geheel, en er ontstaat een geheel nieuw uitdrukkingsmid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>ry schil<strong>de</strong>r, dat <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r alleen tot volledige ontplooiing bracht.<br />

In een savante combinatie van <strong>de</strong>kken<strong>de</strong> gouache en doorschijnend lalt, in<br />

een herhaal<strong>de</strong> bewerking van opbrengen en afwasschee, waartegen het<br />

beroem<strong>de</strong> Engelsche Whatmanpapier bestand was, werd dit aquarelleeren<br />

in <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>n Hollandschen colorist een volkomen nieuwe techniek,<br />

die <strong>de</strong> kunstwereld verover<strong>de</strong>. Is het wel erg te verwon<strong>de</strong>ren dat ons natte<br />

landje juist in waterverf zooveel van zijn ‘aard teruggaf ? 'n Aquarel van<br />

Neuhuys of Weissenbruch werd zoo vast en stevig van toon, dat <strong>de</strong> witte<br />

J. H. Weissenbruch, penteekening.<br />

256


passe-partout van het ou<strong>de</strong>re waterverf teelenen, tegen <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n lijst<br />

van het olieverfschil<strong>de</strong>rij verwisseld kon wor<strong>de</strong>n.<br />

Niet dat dit aquarelleeren olieverf nabootste, maar in een volkomen eigen<br />

behan<strong>de</strong>ling wordt <strong>de</strong>ze van teekenen, schil<strong>de</strong>ren, zoodat een aquarelle van<br />

H. J. W e i s s e n b r u c h een compleetheid kreeg, zoo volstrekt als<br />

zijn olieverfstukken.<br />

Wat een aantrekkelijke kunstenaar, <strong>de</strong>ze in 1824 geboren Haagsche meester,<br />

die het atelier van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Bart van Hove bezocht, maar te Scheveningen,<br />

in het Dekkersduin te Voorschoten en te Naor<strong>de</strong>n, door <strong>de</strong> natuur tot<br />

kunstenaar werd gewelkt 1<br />

Ik roem<strong>de</strong> reeds zijn stadsgezichten, die blijk gaven dat hun maker meer<br />

„oog" had dan zijn tijdgenooten-ste<strong>de</strong>schil<strong>de</strong>rs.<br />

In zilveren atmosfeerschil<strong>de</strong>ring (eer<strong>de</strong>r dan an<strong>de</strong>ren heeft zich Weissenbruch<br />

van <strong>de</strong> bruine voerkleur bevrijd) schil<strong>de</strong>rt hij daarna boer<strong>de</strong>rijen,<br />

om tenslotte weidsche gezichten van rivieren en stran<strong>de</strong>n te aquarelleeren,<br />

waarvan er sommigen, door het gebruik van slecht papier, veel verloren<br />

hebben van hun oorspronkelijke macht. Die macht naar het evocatieve was,<br />

als bij Jacob Maris, bij Weissenbruch heel groot, en ook, hij behoort tot <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs wie het gegeven was, het specifiek Hollandsche schil<strong>de</strong>ren weer op<br />

te stuwen tot <strong>de</strong> hoogte, waarop <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n Haagsche School ons kettert.<br />

.,<br />

W. B. Tholen, een huisje, 1886.<br />

17 257


't Is niet belangrijk dat, na een tijd van belachelijk hooge geldwaar<strong>de</strong>ering,<br />

er een gevolgd is van even belachelijk lage han<strong>de</strong>lswaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> werken<br />

van die meesters. De intrinsieke waar<strong>de</strong> van hun kunst han in <strong>de</strong> waar<br />

<strong>de</strong>ering slechts stijgen, verankerd als hun schil<strong>de</strong>ren ligt in Holland's beste<br />

eigenschappen: natuurlief<strong>de</strong> en natuurlijkheid, beschei<strong>de</strong>nheid die ware<br />

menschelijkheid is, en eenvoud die naar grootheid reikt.<br />

'{ •<br />

k‘9, 24',.;<br />

. t , ^^ ,<br />

^n ^/<br />

^ ^.!<br />

v_ r ^<br />

`^^ ^^, ^'^t^` a k^.x^ 1<br />

Willem Roelofs. Penteekening, bij Vogelenzang.<br />

258<br />

r'<br />

^ ...i<br />

I ^.


f&e


,-..^...,<br />

."...,....<br />

260<br />

.•<br />

#<br />

,-<br />

...e.'- 1-...0.,'<br />

Ant. Mauve, kriftkrabbd.<br />

...... ..m.werod. '


V.<br />

DE SCHOOL VAN LAREN. Contact met een ongerept lan<strong>de</strong>lijk<br />

dorp, en verkeer met een schil<strong>de</strong>rachtige boerenbevolking,<br />

brengen het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren groote winst.<br />

n mijn prille jeugd kwam <strong>de</strong> vacantie in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>, in <strong>de</strong>n zin dat,<br />

<strong>de</strong>s zomers <strong>de</strong> stad uitgaan om een optrekje op het land te zoeken,<br />

in zwang kwam, ook bij <strong>de</strong> bourgeoisie.<br />

Gingen mijn ou<strong>de</strong>rs later een week of zes in een in <strong>de</strong> natuur gelegen hotel,<br />

als <strong>de</strong> Witte Brug tusschen Den Haag en Scheveningen toen nog was,<br />

of naar Maiwald te Kleef, dan was <strong>de</strong> eerste vacantieverpoozing van <strong>de</strong><br />

familie het vertrek naar Inren, waar <strong>de</strong> woonkamers van <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij van<br />

Baas Puick wer<strong>de</strong>n gehuurd.<br />

Laren was toen nog een volkomen lan<strong>de</strong>lijk boerendorp in het vrijwel<br />

ongerepte Gooi. Hilversum begon toen al <strong>de</strong> eigenaardige afschuwelijkheid<br />

te krijgen van het steedsche <strong>de</strong>el in <strong>de</strong>n omtrek van het station, maar in<br />

Laren wuif <strong>de</strong>n <strong>de</strong> hooge olmen rond <strong>de</strong> meent, een buitengewoon fraaie<br />

kom van een lieflijk lan<strong>de</strong>lijk dorp. In 1882, vier jaren <strong>voor</strong> hij er zich met<br />

zijn gezin zou vestigen, schreef Mauve uit Laren aan zijn vrouw: „'t Is<br />

aandoenlijk mooi hier, zoo een fijnheid van lijnen, zooals nergens. Eene<br />

liefelijke poëzie straalt uit alles, binnenhuizen, wegen, akkers, boschjes en<br />

<strong>de</strong> prachtige hei<strong>de</strong>. De menschen zijn van <strong>de</strong> lief ste soort, dat te be<strong>de</strong>nken is".<br />

Als kind nog, herinner ik mij van Laren het best <strong>de</strong> klachten, en wat er<br />

bij hoor<strong>de</strong>, van Baas Puick, als wij wat lang zoek waren in <strong>de</strong>n moestuin,<br />

waar wij door <strong>de</strong>n boer betrapt wer<strong>de</strong>n tusschen <strong>de</strong> bessen en frambozen.<br />

Maar het staat mij toch ook nog dui<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> dat te Laren, hier en<br />

daar, in verbouw<strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen groote ramen door <strong>de</strong> rieten daken staken.<br />

Dddr werkten, het schil<strong>de</strong>rtje in <strong>de</strong>n dop wist dit reeds, <strong>de</strong> kunstenaars<br />

die aan het dorp wereldvermaardheid zou<strong>de</strong>n geven.<br />

Wat er precies achter die atelierramen te zien was, en van wat er achter die<br />

hooge vensters gestre<strong>de</strong>n en gele<strong>de</strong>n werd, lion ik natuurlij li geen begrip hebben.<br />

Wat er te zien was, b.v. in Mauve's werkplaats?<br />

De schil<strong>de</strong>r Ter Meulen heeft het in 1893 met een paar eenvoudige zinnen<br />

verteld.<br />

261


A. Mauve, krijtkrabbel.<br />

„Ik werd verrast door die schil<strong>de</strong>rijen, zoo aantrekkelijk en tevens zoo<br />

eenvoudig. Alles was er zoo alledaagsch mogelijk. De beesten had<strong>de</strong>n geene<br />

aardige stan<strong>de</strong>n en vorm<strong>de</strong>n geene mooie groepen; <strong>de</strong> landschappen waren<br />

uit een land, „waar niets te zien was"; <strong>de</strong> luchten waren evenmin „intéressant-<br />

, alle stil, vele grauw en regenachtig. Maar het scheen wel alsof hier<br />

het omgekeer<strong>de</strong> plaats had van wat ik mij placht <strong>voor</strong> te stellen: alsof juist<br />

het gewone, <strong>de</strong> stilte, <strong>de</strong> soberheid alles zoo <strong>de</strong> moeite van het aankijken<br />

waard maakte. ik wist wel, dat het theatrale uit <strong>de</strong>n booze was, dat<br />

mensch noch dier mocht „poseeren"; maar ik dacht mij dat meer als een<br />

uiterste, dat men wel niet bereiken, maar toch terwille van het indruk.<br />

wekken<strong>de</strong> soms nabij mocht Domen, — niet als iets waarvan juist het<br />

tegen<strong>de</strong>el zoo bevallig en .... indrukwekkend kon zijn. In het hort: ik<br />

kw am on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bekoring van het karakteristieke, opgevat dooreen geniaal<br />

man van fijnen smaak; ik maakte eens goed Dennis, om een woord van<br />

Mauve zelf te gebruiken, met het „echte"."<br />

Maar hoe dit „echte", dit stille, dit eenvoudige veroverd werd, is in<br />

Mauve's brieven te bevroe<strong>de</strong>n. In '64 schrijft hij uit Oosterbeer aan<br />

Willem Mans:<br />

„Doe een christelijke daad, en kom hier een verdool<strong>de</strong>n kunstbroe<strong>de</strong>r<br />

opheffen uit zijn hersenschimmige overspanning, en maak een mensch<br />

262


A. Mauve. krijtkrabbel.<br />

van hem 1" Hij schrijft er een brief overheen waarin <strong>de</strong> noodkreet blinkt:<br />

„Kom spoedig om een doo<strong>de</strong> weer tot bewustzijn te brengen", en hij voegt<br />

er aan toe „Ik ben op dit oogenblik zoover gevor<strong>de</strong>rd met mijn kunst, dat<br />

ik er niets meer van begrijp". In een an<strong>de</strong>r schrijven uit hetzelf<strong>de</strong> jaar,<br />

ditmaal uit Amsterdam, lezen wij: „Ik verlang erg om met je te praten,<br />

niet het minst over kunst".<br />

„Ik maak tegenwoordig leeljke dingen — maar vind ze toch beter clan<br />

vroeger, meer uit me zelven, eenvoudig loeien met lucht en groenigheid".<br />

Van <strong>de</strong>n strijd, die gestre<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n vóór <strong>de</strong> „on<strong>de</strong>rwerplooze<br />

kunst" van <strong>de</strong>n Hollandschen schil<strong>de</strong>r in het zicht komt, geeft dit slechts<br />

een flauw beeld.<br />

Reeds het vin<strong>de</strong>n van een natuur „waar niets te zien is", was niet<br />

eenvoudig.<br />

Van Haarlem, waar <strong>de</strong> jonge Mauve van <strong>de</strong>n teekenmeester-schil<strong>de</strong>r<br />

P. F. van Os lessen had, die hem niet meer zou<strong>de</strong>n brengen dan een levenslang<br />

behou<strong>de</strong>n eerbied <strong>voor</strong> het metier, was hij naar Oosterbeer getrokken.<br />

Daar vond hij <strong>de</strong> sterken<strong>de</strong> vriendschap van <strong>de</strong>n zwakken, jonggestorven<br />

G. Bil<strong>de</strong>rs, en daar had hij een ontmoeting van beslissen<strong>de</strong>n aard, die door<br />

H. L. Berkenhoff in 1890 in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regelen werd vastgehou<strong>de</strong>n: „De<br />

han<strong>de</strong>n nog altoos gebon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> geest gekneld in <strong>de</strong> conventie van zijn<br />

eersten leerlingtijd, zat Mauve op dien heugelijken morgen naar <strong>de</strong> natuur<br />

te teelenen, zich afmattend in het angstig weergeven van <strong>de</strong> bewegelijke<br />

omtrekken <strong>de</strong>r natuur. Daar zat hij we<strong>de</strong>r, het fijngepunte potlood in <strong>de</strong><br />

hand, benauw<strong>de</strong> streepjes op het papier zetten<strong>de</strong>".<br />

263


„Achter hem stond een jong kereltje, dat vroeg of hij mijnheer ook hin<strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

„Neen mannetje, kijk maar gerust toe", antwoord<strong>de</strong> Mauve".<br />

„Straps bemerkte hij, dat het mannetje ook een „album" in <strong>de</strong> hand hield<br />

en hij vroeg het eens in te zien. Nauwelijks had Mauve het schetsboek opengeslagen<br />

of hij riep: „God beware me —wat een artist ben jij 1" en hij<br />

pakte het mannetje in vervoering beet, als had hij hem willen pussen. Die<br />

krachtig gevoel<strong>de</strong> horten<strong>de</strong> krijtstrepen, zwellen<strong>de</strong> van leven alsof er een<br />

bloedstroom door werd <strong>voor</strong>tgestuwd, hier en daar met <strong>de</strong>n duim weggeveegd,<br />

tot tonige schaduw. Mauve voel<strong>de</strong> zijn polsslag versnellen. Er<br />

was hem een licht opgegaan; het werkte als Bene openbaring I Het mannetje<br />

heette Willem Maris ....”<br />

De natuur van Oosterbeek zal hij ook na zijn vertrek blijven waar<strong>de</strong>eten.<br />

In '65 schrijft hij vandaar, weer aan Willem Maris in Den Haag: „Toe<br />

herel, laat je niet wachten, loom hier, of heb je er geen behoefte aan eens<br />

te rollen in het welige gras ?" En hij voegt er, wat zichzelf aangaat aan<br />

toe: „Wat zou ik graag eens heelemaal koe wezen om zoo recht eens dat<br />

kin<strong>de</strong>rlijk plezier te voelen, dat zoon beest heeft als het in <strong>de</strong> wei rondholt<br />

met <strong>de</strong>n staart in <strong>de</strong> hoogte, allerlei malle sprongen doet en uit <strong>de</strong> volheid<br />

van zijn hart bulten bullet ? Ili ga dikwijls naar <strong>de</strong> Amhemsche beestenmarkt.<br />

Verle<strong>de</strong>n waren er over <strong>de</strong> 2000 stuks vee. Je han begrijpen dat<br />

liet mooi was".<br />

Maar zijn hart trok geregeld, ook door <strong>de</strong> vriendschap met <strong>de</strong> Narissen,<br />

naar Den Haag, waar hij zal huwen en waar het „Dekkersduin" hem<br />

op <strong>de</strong>n duur zoo aantrok, dat hip in een boer<strong>de</strong>rij „Kranenburg" zijn<br />

tenten opsloeg. Hoe aantrekkelijk <strong>de</strong> blon<strong>de</strong> duingrond <strong>voor</strong> hem ook was, en<br />

hoe zijn ontwikkeling als kunstenaarook <strong>voor</strong>tschreed, hij ken<strong>de</strong> er tij <strong>de</strong>n van<br />

vertwijfeling, niet zon<strong>de</strong>r be<strong>de</strong>nking <strong>voor</strong> zijn geestesleven. Daarbij kwam<br />

dat het Dekkersduin langzaam maar zeker ontluisterd werd, het natuurschoon<br />

werd aan <strong>de</strong> bouwspeculatie ten offer gebracht en toen ook <strong>de</strong> schapen<br />

wegtrokken, werd het landschap met her<strong>de</strong>r en vee <strong>de</strong> stoffage ontnomen.<br />

Toen heeft Mauve het in Drenthe geprobeerd, maar het zwaarmoedige<br />

Drenthsche landschap wist hij met zijn reeds aanwezige on<strong>de</strong>rtoon van<br />

melancholie gelukkig te ontgaan, toen hij in het Gooi zijn i<strong>de</strong>ale landschap<br />

en een bijzon<strong>de</strong>r gezon<strong>de</strong>n lucht <strong>voor</strong> zijn gestel vond.<br />

Na er drie jaren alleen <strong>de</strong> zomermaan<strong>de</strong>n te hebben doorgebracht, nam<br />

Mauve in 1886 het besluit zich <strong>voor</strong>goed te Laren te vestigen. Daar wist zijn<br />

elegische natuur zich geheel met het landschap te vereenigen, daar vond zijn<br />

blon<strong>de</strong> palet <strong>de</strong> matzilveren atmosfeer en <strong>de</strong> Fleuren die in hem leef<strong>de</strong>n.<br />

Mauve behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> hyper-sensitieve naturen, en zijn zwak zenuwgestel,<br />

dat hem niet ou<strong>de</strong>r dan vijftig jaar <strong>de</strong>ed wor<strong>de</strong>n, was tegen zware<br />

264


A. Mauve, knjtkrabbeL<br />

265


schokken niet bestand. H. L. Berckenhoff heeft er van verteld, hoe het<br />

invallen van het Door in Beethoven's negen<strong>de</strong> symphonie hem zoo nerveus<br />

maakte, dat hij het concert moest verlaten, en dat een opvoering van Shakespeare's<br />

Macbeth een te groote Krachtproef <strong>voor</strong> zijn zenuwen was. Een<br />

schets naar het dramatische, als die van <strong>de</strong> „Schapen in <strong>de</strong> sneeuw" in het<br />

Haagsche museum, is van een <strong>voor</strong> Mauve uitzon<strong>de</strong>rlijk krachtig effect.<br />

Hef grootsche en gigantische in <strong>de</strong> natuur, zoowel als in <strong>de</strong> lunst, stond hem<br />

tegen als een al te sterken drank. Al wat bracht was in zijn natuur bond<br />

hij samen in een strijd tegen het mystiek-overspannen dat in hem was<br />

als een dreigen<strong>de</strong> sloopmg van zijn wezen. Welre overwinningen van<br />

klaarheid en eenvoud die strijd hem bracht weten wij uit zijn werk,waar<br />

<strong>de</strong> trouwe lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> natuur hem <strong>de</strong> intieme poëzie van het hei<strong>de</strong>- en<br />

wei<strong>de</strong>landschap, dat het best overeenstem<strong>de</strong> met zijn innerlijk, toefluister<strong>de</strong>.<br />

^^^.1 •^....• ^ ^.^•rat.,,,tr• NM.NM .4MV • ^ •w • • lY., ~<br />

^ •• , •^^rá^^^^^^^J rrY•7 ^<br />

.^ i ^ .«......•r..^.r«^^^fi.^rK:^:^fn^ ` j -7^<br />

:..^ {.`1 • ~ ,^^^..^^..• ^.<br />

'^.^ ^^^^^: ." 11r.. 1<br />

' • ' •^ ' .wW' ..<br />

~• j^^^' . r. ••.Y.^ ^ • :•+^ I!'^<br />

L' s .v.^ , -.^..wrr ' "' a^^ ' ,•'. _....>^^ ' +^r<br />

ii i r•<br />

A. Mauve, krijtkrabbel.<br />

266<br />

44 '11<br />

'•^^^"^"^


Toen ik, zeven-en-twintig jarige, <strong>de</strong>n zich met pensioen terugtrekken<strong>de</strong><br />

A d. L e c o m t e opvolg<strong>de</strong> als hoof dleeraar aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie van<br />

Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, heb ik in<br />

gesprekken met mijn <strong>voor</strong>ganger, die, behalve een celebriteit op het gebied<br />

<strong>de</strong>r <strong>de</strong>coratieve lunst, ook een gevoelig schil<strong>de</strong>r van riviergezichten was,<br />

zooveel als oorbaar, hem „uitgehoord" over zijn beroem<strong>de</strong>n zwager<br />

Mauve. Hij vertel<strong>de</strong> mij echter niet meer dan eigenlijk ie<strong>de</strong>reen han zien<br />

in zijn schil<strong>de</strong>rijen, waterverfteekeningen en krijtkrabbels: dat het beste<br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>ren in Mauve leef<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> grootste onzer landschapschil<strong>de</strong>rs<br />

in hef verle<strong>de</strong>n, ons <strong>de</strong> ritselen<strong>de</strong> wind in laag geboomte, het lichten<br />

van blanke slanke berkenstammetjes, <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n stofwolken van een huppelen<strong>de</strong><br />

schapenkud<strong>de</strong>, of het dampen van een Koestal, niet zoo dichtbij gebracht<br />

hebben als hij, die in een langdurig samenleven met <strong>de</strong> natuur niets ontging.<br />

Omstreeks 1880 kwam A 1 b e r t N e u h u y s te Laren, aanvankelijk<br />

^ _<br />

^ Y ^<br />

^'•<br />

C .^<br />

1•ii<br />

. ^. 3 • ,<br />

-<br />

rt rPq;y .<br />

Iti. ^-<br />

.'. ,,,,<br />

• • • ,. .<br />

^:..^^ .-^— • : . ^• . ^ ,.. .<br />

^^•~ . A•• • ^..r^^^'^,^ ^<br />

I }'<br />

r`^e•o ^ •^<br />

•f, •• .4,. AI<br />

.0 • .f t .. .<br />

,^/.rix../<br />

^.,<br />

.<br />

^ 5<br />

.^ - t 7` •<br />

vela<br />

...q5%/./'Y ' II•^,<br />

• •^.•{ ^ 71 i • .^<br />

^• a • •<br />

' F ^ J^^ . - • ^'M iI rj .<br />

! '^..•i\ +, • ^ 4,10r4.!.• • ^<br />

• r'<br />

` , ^ •rlx• r1Y.^ ,^•V}. •~<br />

^J ► S!<br />

• ^<br />

A. Mauve, krijtkrabbel.<br />

i<br />

,<br />

267


Albert Neuhuys, krijtkrabbel.<br />

om er telkens een tijdje te werken, maar spoedig verhuis<strong>de</strong> hij er van Den<br />

Haag met zijn familie heen en betrok een villa op <strong>de</strong>n Naar<strong>de</strong>rweg, juist<br />

naast Mauve. Hij begon er <strong>de</strong> reeks van prachtige stukken met vaak<br />

levensgroote figuren uit het Gooische boerenleven, die zijn naam naast en<br />

met dien van Mauve aan <strong>de</strong> glorie van het dorp zou verbin<strong>de</strong>n. Wat later<br />

heeft hij op <strong>de</strong>n Brink gewoond, en tusschen 1885 en 1888 te Hilversum,<br />

van waaruit hij te Blaricum bleef werken.<br />

Albert Neuhuys was in 1849 te Utrecht geboren. Hij was <strong>de</strong> jongste van<br />

acht lin<strong>de</strong>ren, waarvan <strong>de</strong> oudste, Jan, studiegenoot van Alma Ta<strong>de</strong>ma<br />

te Antwerpen was. Met groote moeite worstel<strong>de</strong> Albert zich naar <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rkunst; <strong>de</strong> teekenmeester Gijs Craeyvanger heeft hem tegen <strong>de</strong>n zin<br />

van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Neuhuys daarbij geholpen. Met koninklijke subsidie gaat<br />

hij naar Antwerpen op <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie, waar hij als historieschil<strong>de</strong>r zijn<br />

loopbaan aanvangt. Van Antwerpen gaat hij in 1872 bij zijn ou<strong>de</strong>rs te<br />

Amsterdam wonen.<br />

Vier jaar vroeger had Albert reeds een Nunspeetsch boereninterieur geschil<strong>de</strong>rd,<br />

en nu in Amsterdam zet Ind <strong>de</strong> binnenhuisschil<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong>t, en<br />

268


daarme<strong>de</strong> het historieschil<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong>n kant. Zijn werk vindt waar<strong>de</strong>ering<br />

bij Israëls, Mauve en <strong>de</strong> Marissen.<br />

Bij zijn huwelijk in 1876 vestigt hij zich te's-Gravenhage, dat hem boven<br />

Amsterdam aantrok door milieu en menschen. 't Is op <strong>de</strong>n N.-W. Binnensingel<br />

dat hij zich neerzet, .... naast Jacob Maris. Dit vertrek naar<br />

Den Haag, waar <strong>de</strong> Marissen en Bosboom woon<strong>de</strong>n en ook Israëls zich<br />

gevestigd had, is begrijpelijk, en Neuhuys verklaar<strong>de</strong> zelf „er was meer<br />

milieu, er ging meer om, er viel meer te leeren". Hoe <strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>rs in<br />

on<strong>de</strong>rling verkeer en door on<strong>de</strong>rlinge kritiek zich ontwikkel<strong>de</strong>n, begrepen<br />

spoedig <strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>l en het maecenaat, en zelfs <strong>de</strong> Staat, die op advies<br />

van Jhr. Victor <strong>de</strong> Stuers „Visschersvrijage" aankocht <strong>voor</strong> het Rijksmuseum.<br />

In zijn eersten Larenschen tijd, 1883—'85, is <strong>de</strong> kleine, hooggeschou<strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

wat scheeve man reeds populair in ons land, als hij in Noord-<br />

Holland, maar ook in Brabant aan het werk is. 't Is misschien in <strong>de</strong><br />

Hilversumsche perio<strong>de</strong> die er op volg<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong><br />

stappen doet naar <strong>de</strong> grootheid in zijn kleine on<strong>de</strong>rwerpen, en dat hij met<br />

„Moment <strong>de</strong> peine" of <strong>de</strong><br />

„Lente", na 1888, uitreikt<br />

boven het genreschil<strong>de</strong>ren.<br />

Als hij in 1900 te Amsterdam<br />

gaat wonen en overal heentrekt,<br />

en zelfs in 1911 ten behoeve<br />

van zijn jongsten zoon te<br />

Zurich woont, dan zal hij toch<br />

steeds in <strong>voor</strong>- en najaar te<br />

Laren, met <strong>de</strong> applicatie van<br />

een jongstu<strong>de</strong>eren<strong>de</strong>, aan het<br />

werk zijn. Hij zal bij zijn<br />

mo<strong>de</strong>llen in huis, bijna aan hun<br />

leven <strong>de</strong>elnemend, zijn beste<br />

kunst scheppen. Hoe origineel<br />

die kunst was, heeft Prof.<br />

Martin in zijn prachtig ga m.<br />

streerd boekwerk, dat in't jaar<br />

van 's meester's<br />

dood,1914, reeds<br />

4 r N r -<br />

w„^q^W _<br />

verscheen, <strong>voor</strong>- ;" r ..^ ,. ^u iii..<br />

^M!~^ '~<br />

treffelijk vastge- ....... ,-,--<br />

-,r,<br />

steld: „Reeds <strong>de</strong><br />

oud-Hollandsche<br />

A. Mauve, krijtkrabbel.<br />

269


meesters weliswaar hebben in hun schil<strong>de</strong>rijen boerenbinnenhuizen afgebeeld.<br />

Maar men vergete niet, dat hunne opvattingen op tal van punten van<br />

die <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>men afwijken. Zoo is b.v. het boereninterieur met verschei<strong>de</strong>n<br />

groote figuren een zeldzaamheid in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw. Een enkele maal<br />

vin<strong>de</strong>n wij het, maar niets belangrijks werd in dit opzicht in die jaren<br />

hier te lan<strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgebracht. In dien tijd van reusachtige portretgroepen is<br />

bij<strong>voor</strong>beeld een levensgroote of bijna levensgroote boerenvrijage on<strong>de</strong>nkbaar,<br />

omdat het als picturaal gegeven noch <strong>de</strong>n toenmaligen kunstenaar, noch<br />

<strong>de</strong>n liefhebber voldoen<strong>de</strong> belang inboezem<strong>de</strong>. Ook is in het algemeen het<br />

zeventiend' eeuwsche boerenbinnenhuis niet an<strong>de</strong>rs dan op anecdotische wijze<br />

geschil<strong>de</strong>rd, behalve daar, waar het stilleven op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt en<br />

het figuur bijzaal is gewor<strong>de</strong>n. Eerst <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw heeft, met <strong>de</strong><br />

Fransche lunst <strong>voor</strong>op, <strong>de</strong> mogelijkheid geschapen van an<strong>de</strong>re opvattingen,<br />

en het is ten onzent o.a. Albert Neuhuys geweest, die <strong>de</strong>ze in een<br />

groot <strong>de</strong>el zijner werken heeft gehuldigd en die daarin, wat het weergeven<br />

van het huttenleven <strong>de</strong>r Larensche boerenarbei<strong>de</strong>rs betreft, onzen schil<strong>de</strong>rs<br />

is <strong>voor</strong>gegaan".<br />

Daar<strong>voor</strong> trok hij, als zijn schoon en rijkgemeubeld atelier hem niet<br />

inspireer<strong>de</strong>, naar <strong>de</strong> woningen zijner mo<strong>de</strong>llen om er te werken. Zijn<br />

vrien<strong>de</strong>n hebben hem vaak gevraagd hoe hij er toe kwam zijn gerieflijke en<br />

gezellige woning telkens tij<strong>de</strong>lijk te ruilen <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el, of vochtig boerenhuis,<br />

en Neuhuys, die geen man van veel woor<strong>de</strong>n was, moet dan telkens<br />

gezegd hebben: „jelui weten niet hoe mooi die witte muurtjes zijn ...."<br />

Nu weet <strong>de</strong> heele wereld het. En als het niet is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> witte muurtjes op<br />

zijn aquarellen, dan is het om <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring van het hind, waarin hij zelfs<br />

Pieter <strong>de</strong> Hoogh overtreft, dat men Neuhuys driemaal naar <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Wereld noodigt. En telkens was zoon Amerikaansche reis een groot succes<br />

<strong>voor</strong> Holland en zijn schil<strong>de</strong>rs.<br />

Men heeft Neuhuys terecht een <strong>de</strong>r meest aangrijpen<strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rschil<strong>de</strong>rs<br />

genoemd. Ili mag niet vergeten licht te werpen op zijn vertolking van het<br />

onbedorven Hollandsche boerenkind, <strong>voor</strong>al als het met an<strong>de</strong>re Kin<strong>de</strong>ren<br />

speelt of met zich zelf bezig is.<br />

Dat <strong>de</strong>el van Neuhuys' oeuvre heeft <strong>de</strong> tien jaar jongere J. S. H. K e v e r<br />

het best begrepen en <strong>voor</strong>tgezet. Hij is <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> belangrijke Larensche<br />

schil<strong>de</strong>r. Hij was Amsterdammer, en werkte ook in Brabant en te Nunspeet.<br />

Niet dat hij Israëls' compositiegevoel na<strong>de</strong>rt, of Neuhuys coloristische<br />

grootheid heeft, maar wel is hij als bei<strong>de</strong>n ontvankelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoone<br />

lichtcirculatie in het boerenvertrek, waar zijn menschen en hin<strong>de</strong>ren wel<br />

„leven". Als het hem gelukt in <strong>voor</strong>namen <strong>voor</strong>dracht tegen <strong>de</strong>n grijzen<br />

achtergrond <strong>de</strong> sobere kleurigheid van bloemen te plaatsen, is hij een<br />

270


stillevenschil<strong>de</strong>r van rang, en is hij onafhankelijk van Laren en van<br />

Neuhuys. Eenige jaren was Laren een wereldvermaard dorp. Van<br />

1896-1900 was er een Engelsch pension waar hoof dzakelijk Amerikanen<br />

logeer<strong>de</strong>n. Er waren goe<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r die Amerikanen, als Barlow,<br />

Barthold en Darling.<br />

Max Liebermann werkte jaren in het Gooische dorp. Een zijner meest<br />

beken<strong>de</strong> doelen, „<strong>de</strong> Vlasspinnerij", maakte hij in het atelier, dat later als<br />

<strong>de</strong> „Vlasschuur" werd aangeduid, en dat nu nog een atelier is.<br />

In Laren's vroege dagen behoor<strong>de</strong>n H e n d r i k V a 1 h en b u r g en<br />

Tony Off e r m a n s tot <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs wier streven zich in <strong>de</strong> richting<br />

<strong>de</strong>r drie grootmeesters bewoog. Ook To o n d e J o n g schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> toen<br />

binnenhuizen in het Gooi. Mevrouw Wally Moes woon<strong>de</strong> er en<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> er een enkele maal een Huizer boerin, met een evi<strong>de</strong>nt zoeken<br />

naar stijl, dat buiten het Larensche Schoolverband stond. fan Vet h<br />

en A n t. D e rk in d e re n ston<strong>de</strong>n daar natuurlijk eveneens buiten,<br />

hoewel Veth enkele malen typische specimina <strong>de</strong>r bevolking tot mo<strong>de</strong>l nam<br />

<strong>voor</strong> zijn straklijnige portretkunst. F. Hart N i b b r i g behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

wel speciaal Larensehe on<strong>de</strong>rwerpen, maar in een zoo van <strong>de</strong> Hollandsche<br />

meesters afwijken<strong>de</strong> techniek, dat hij met zijn leerstellig pointillé toch<br />

moeilijk tot <strong>de</strong> school lean gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />

Een twee<strong>de</strong> golf van kunstenaars streek omstreeks 1896 te Laren neer.<br />

On<strong>de</strong>r hen schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> te vroeg gestorven F rans D e u t man n, in<br />

fijnen toon, figuur. Toen kwamen ook C o B rem a n, die het minst ver<br />

van Hart Nibbrig stond, D. K o m t e r, D. M e lis en Ever t<br />

Pieters, van Vlaamsche huize, die te Blaricum en ook te Katwijk zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerpen in <strong>de</strong>n trant van Neuhuys zocht.<br />

Een paar jaar later volgt een grootere groep van kunstenaars, waaron<strong>de</strong>r<br />

er verschillen<strong>de</strong>n zijn die Laren niet als een sketching ground, maar als<br />

een aangename woongemeente beschouw<strong>de</strong>n, en <strong>voor</strong> wie een omgang met<br />

confraters rond Hamdorf, bekoring had.<br />

De beeldhouwer Men<strong>de</strong>s da Costa maakte te Laren zijn Amsterdamsche<br />

volksfiguren in aar<strong>de</strong>werk. D i r k W i g g e r s bleef er zijn Gel<strong>de</strong>rsche<br />

vergezichten even trouw als H. H e y en b roc h zijn hoogovens en<br />

fabrieksinterieurs , en A u g. L e e r a s werkte te Laren <strong>de</strong> indrukken<br />

van zijn reizen in Algerië uit, maar zette zich ook wel eens neer in een<br />

Larenschen stal. In 1898 (Zwam ook H. J. Wo 1 t e r er <strong>voor</strong> Benige jaren<br />

wonen, zon<strong>de</strong>r dat dit bijzon<strong>de</strong>ren invloed op zijn werk had. Fran s<br />

L a n g e v e 1 d ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zijn picturale belangstelling tusschen <strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>lijke gemeente en <strong>de</strong> hoofdstad. De Amsterdammer J a a p<br />

Doo yew a a r d vond er on<strong>de</strong>rwerpen, maar weldra bevriend met <strong>de</strong>n<br />

271


David Schulman, Larensch dorpsgezicht.<br />

<strong>voor</strong>treffelijken Amerikaanschen schil<strong>de</strong>r Singer, trekt hij met <strong>de</strong>zen<br />

geregeld naar het hooge Noorwegen.<br />

Ver<strong>de</strong>r woon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> Korteren of langeren tijd te Inren Mejuffr. v. cl.<br />

Willigen, en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs Leo Gestel, H. M. Krabbé,<br />

van Blaa<strong>de</strong>ren, Broe<strong>de</strong>let, Court On<strong>de</strong>rwater,<br />

J a c. S n o e k e.a. W. G. F. Jansen, <strong>de</strong> landschapschil<strong>de</strong>r, bleef Laren<br />

trouw, en David S c, h u 1 m a n, een onzer zeldzame schil<strong>de</strong>rs van<br />

dorpsgezichten, vindt in <strong>de</strong> ongerepte <strong>de</strong>elgin van het schoongelijn<strong>de</strong> land<br />

nog inspiratie <strong>voor</strong> zijn beste werk. Die inspiratie zoeken er niet <strong>de</strong> jongste<br />

schil<strong>de</strong>rs als Raoul Hynckes, Rilling en Halsbergen.<br />

Ongerepte <strong>de</strong>elgin van Laren zijn wel zeldzaam gewor<strong>de</strong>n, maar dat is<br />

niet min<strong>de</strong>r het geval in het Oosterbeek van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> Bil<strong>de</strong>rs', het Oosterbeek<br />

waar Mauve en Willem Mans kennismaakten, of in Nunspeet dat<br />

B ri ë t tot het laatst trouw bleef. Ware Nunspeet ongerept gebleven, Briët<br />

ware niet verplicht geweest op eigen erf een huisje te bouwen, waar hij met<br />

<strong>de</strong> Dun<strong>de</strong> van een panopticum- of panorama<strong>voor</strong>grondartist, een boerenwoning<br />

imiteer<strong>de</strong> met boersche bric-brac, die hij, van hier en daar, in<br />

zijn lange leven had verzameld.<br />

't Is niet te ontkennen dat in later tijd ook <strong>de</strong> boerenbevolking van Laren<br />

ingeboet had aan rusticiteit.<br />

Als ik er op wijs dat Jan Sluijters van 1909-1911 te Laren woon<strong>de</strong>,<br />

dan is het om op te merken dat hij mogelijk da'dr zijn wrok tegen <strong>de</strong> naar<br />

het sentimenteele gerichte laffe lieflijkheid van <strong>de</strong> epigonen van Neuhuys<br />

en Kever, op<strong>de</strong>ed. Eer<strong>de</strong>r zwakke navolgers gaven in hun werk niets van<br />

272


<strong>de</strong> dramatische grootheid van Israëls in zijn „Boeren<strong>de</strong>el", of van <strong>de</strong> tragische<br />

spanning in zijn „In Afwachting". Te Stophorst zag Sluijters boeren<br />

en boerinnen, wel heel ongelijk aan <strong>de</strong> beroepsmo<strong>de</strong>llen van Laren. Dddr<br />

greep hem hun hard lof, hun geestelijke afzon<strong>de</strong>ring, hun in <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

wortelend bestaan. Niet op idylische wijze, maar in hard realisme zou lui<br />

verhalen van een wereldschuwe afgetob<strong>de</strong> bevolking, maar <strong>voor</strong>al hij zou<br />

ze niet vrijmaken van hun omgeving. Hij zou <strong>de</strong> menschen niet plaatsen<br />

boven hun dorp en hun huizen, hij zou in het mid<strong>de</strong>n laten of <strong>de</strong> grond en<br />

het land hen zóó had<strong>de</strong>n gemaakt, of dat hun tragisch leven zijn stempel<br />

drukte op hun omgeving. Hij zou trachten razend en bran<strong>de</strong>nd hun karakter<br />

tot uitdrukking te brengen, en zou daar<strong>voor</strong> geen vervormingen schuwen.<br />

Als Sluijters zich te Stophorst <strong>voor</strong>nam „boerengestalten" te schil<strong>de</strong>ren,<br />

dan zal niemand ontkennen dat hem dit gelukt is, en dat <strong>de</strong> nawerking<br />

ervan als een hallucinatie bijblijft, waarin <strong>de</strong> wrangen smaak van een<br />

dieptonig palet elke „hoop laat varen", 'n „I.QSC1aiC ogni speranza",<br />

waarin <strong>de</strong> koperschatering van een melkkan, of hef roze van <strong>de</strong> wangen<br />

van een idiote dochter, geen glimpje ware hoop vermag te wekken.<br />

Er is in dit Stophorst een protest, niet tegen Mauve en Neuhuys, maar<br />

tegen het in exploitatie genomen Laren, tegen het mercantisme dat er in <strong>de</strong><br />

nadagen van <strong>de</strong>n Amerikaanschen han<strong>de</strong>l hoogtij vier<strong>de</strong>, toen niet <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>l <strong>de</strong> kunst dien<strong>de</strong>, maar <strong>de</strong> kunst <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l.<br />

Maar nooit zal een protest kunnen opgaan tegen het beschei<strong>de</strong>n werk<br />

van <strong>de</strong> stille en eenvoudige schil<strong>de</strong>rs die zich, zon<strong>de</strong>r genialiteit, maar met<br />

onaantastbare sinceriteit, wij<strong>de</strong>n aan hef lieflijk aspect van <strong>de</strong> blon<strong>de</strong> hei,<br />

<strong>de</strong> fijne berkenstammen en <strong>de</strong> zachte tinteling van het zilveren van <strong>de</strong><br />

wat armelijke omgeving van hetHollandsche Barbizon, waar zij in trachten<br />

door te dringen met het oog <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>, als zij ongekunsteld en pretentieloos<br />

aan <strong>de</strong>n arbeid zijn.<br />

Maar hebben schil<strong>de</strong>rs dan het recht zich zoo af te zon<strong>de</strong>ren, zoo ver<br />

te blijven van wat een intellectueele élite aan ethische i<strong>de</strong>alen nastreeft,<br />

of van wat <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r massa op sociaal en politiek gebied beweegt ?<br />

Als in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd, het vaak satirieke talent van<br />

vele schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>elneemt aan <strong>de</strong>n strijd <strong>de</strong>r meeringen, mogen dan in<br />

Holland schil<strong>de</strong>rs in Kalme gemoedsstemming, in vaak <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen,<br />

van een tot het dweepzieke gaan<strong>de</strong> natuurlief<strong>de</strong> getuigen?<br />

Voor het antwoord verwijzen wij naar <strong>de</strong> gloriedagen van onze kunst.<br />

Gaan wij naar het „Huis ten Bosch" niet een beetje uit plichtsbesef, en<br />

dan nog slechts eens in ons leven ? Als wij <strong>de</strong> apotheose van het gebeuren<br />

dier dagen op <strong>de</strong> doeken van Jordaens of van van Thul<strong>de</strong>n volgen, zijn<br />

18<br />

273


wij dan een oogenblik <strong>de</strong> kleine meesters van Holland vergeten ? En nemen<br />

wij dan niet het besluit, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zooveelste maal naar het Mauritshuis<br />

te gaan, om hef werk van schil<strong>de</strong>rs te bezien, die, zon<strong>de</strong>r kritiek op het<br />

maatschappelijke leven van hun tijd, <strong>de</strong> rustige grootheid van hun land<br />

en <strong>de</strong> kleurenriikdom van het menschelijh bedrijf, onovertroffen aanschouwelijk<br />

gemaakt hebben ?<br />

Als wij tot Laren nog eenmaal terugkeeren, laat het dan zijn om met<br />

Mej. G. H. Marius <strong>de</strong> vraag te stellen: „Heeft Mauve, <strong>de</strong> eenvoudigste,<br />

of liever <strong>de</strong> meest enkelvoudige, in <strong>de</strong> scherpte zijner waarneming, in <strong>de</strong><br />

raakheid, in het intellectueele ook van zijn waarneming, waarmee hij<br />

zon<strong>de</strong>r sentimentaliteit het lan<strong>de</strong>lijke leven te boek stelt, een nieuwe bladzij<strong>de</strong><br />

aan onze schil<strong>de</strong>rkunst toegevoegd, en zoo ja, is hij wezenlijk zooveel<br />

ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> natuurlijkheid zijner waarneming gegaan dan een Osta<strong>de</strong>;<br />

— heeft hij zoo uit het volle leven —niet dat van <strong>de</strong>n arbeid, dat ken<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong>n niet —gegrepen als <strong>de</strong>ze, <strong>de</strong> menschen, zoo heel en al levend<br />

om hans zelfs wil, te zien gegeven?"<br />

De lezer moge met een volmondig ja antwoor<strong>de</strong>n.<br />

6,„<br />

274


v*2CedVO1k IOdi -ate


Jean-Baptiste-Camille Corot (1796-1875), mogelijk het eerste schetsje naar een schil<strong>de</strong>r die huilen,<br />

in het vrije Iicht, schil<strong>de</strong>rt, omstreeks 1830.<br />

276


VI.<br />

VINCENT VAN GOGH. Een Hollandsche schil<strong>de</strong>r van beteekenis<br />

neemt roemvol <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het<br />

nieuwe impressionnisme in Frankrijk.<br />

n<strong>de</strong>r hen die in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw in Frankrijk <strong>de</strong>n glorieuzer<br />

strijd stre<strong>de</strong>n, waren Ary S c h e f f e r, J o n g k in d en<br />

Van Gogh, Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs.<br />

De eerste, Ary Scheller, heeft zijn plaats in <strong>de</strong> beweging die <strong>de</strong> „romantische"<br />

genoemd wordt, terwijl Jongkind en van Gogh in <strong>de</strong> eerste en in<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> golf van het „impressionnisme" terecht tot <strong>de</strong> stuwen<strong>de</strong> brachten<br />

gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />

Zij bleven Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs, doch indien Ary Scheffer in Dordrecht was<br />

gebleven en Johan Barthold Jongkind Overijsel niet verlaten had, dan<br />

had<strong>de</strong>n zij en hun werk niet <strong>de</strong> plaats die zij verkregen. Wddr een kunste<br />

naar sterft zegt ons vaak meer aangaan<strong>de</strong> zijn oeuvre dan <strong>de</strong> naam van<br />

zijn geboorteplaats.<br />

In 1858 stierf Scheffer te Argenteuil bij Parijs, in 1891 Jongkind<br />

straatarm te La Côte-Saint-André, in het Fransche <strong>de</strong>partement Isère, en<br />

in 1890 was hem Mincent Willem van Gogh in <strong>de</strong>n dood <strong>voor</strong>afgegaan<br />

te Auvers-sur-Oise.<br />

Wat nu van Gogh betreft, mag geen artistiek patriotisme het verdoezelen<br />

of uitwisschen: zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grootsche ontplooiing van zijn talent vanaf 1888<br />

te Arles, St. Remyen Anvers, zou zijn oeuvre <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve aantrekkelijkheid<br />

missen. De zon van Provence gaf zijn werk <strong>de</strong> verblin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> straling<br />

die het op zoovelen uitoefent.<br />

Sne<strong>de</strong>n wij het Fransche werk uit zijn oeuvre, het zou onthoofd zijn.<br />

Met dit werk staat hij mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> groep neo-impressionisten, neemt hij<br />

<strong>de</strong>el aan een evolutie van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst naar het directe, en naar het<br />

licht, dat <strong>de</strong>ze school haar plaats geeft in <strong>de</strong> ontwikkeling eenergod<strong>de</strong>lijke<br />

scheppingsgedachte, die in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst te pronk staat.<br />

Zeker, wat van Gogh in Brabant teeken<strong>de</strong> en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> heeft waar<strong>de</strong>, als<br />

<strong>de</strong> worsteling van een moeizaam tot ontwikkeling gekomen talent, maar <strong>de</strong><br />

277


z.g. „maniére noire et verte" zou<strong>de</strong>n wij met heel an<strong>de</strong>re Dogen zien als<br />

wij het werk uit zijn Franschen tijd niet len<strong>de</strong>n.<br />

Vooral in zijn Fransche jaren is Vincent van Gogh een groot schil<strong>de</strong>r,<br />

wiens figuur zich overigens leent tot elk misverstand.<br />

Want naast een groot schil<strong>de</strong>r is hij ook een groot schrijver. Waar hij er nu<br />

nog een zeer merkwaardig mensch bij geweest is, en die in zielsziekte zijn<br />

ein<strong>de</strong> vond, zijn er alle elementen om verwarring te stichten, ook bij <strong>de</strong>n<br />

eerlijksten beschouwer van zijn schil<strong>de</strong>rkunst. Ik duid het slechts aan, dat<br />

<strong>de</strong> lotgevallen van het menschenleven van een kunstenaar zich bij menig<br />

schil<strong>de</strong>r hebben ontwikkeld onafhankelijk van zijn lunst, dat bij an<strong>de</strong>ren<br />

het autobiografische karakter van hun kunstwerken, <strong>de</strong>n indruk wekt dat<br />

hun menschenbestaan en hun oeuvre geheel vervlochten zijn.<br />

Er moge ver<strong>de</strong>r op gewezen wor<strong>de</strong>n dat meer schil<strong>de</strong>rs goe<strong>de</strong>, ja zelfs<br />

uitsteken<strong>de</strong> schrijvers waren.<br />

Om in Frankrijk en <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw te blijven, kunnen wij Eugene Delacroix<br />

aanwijzen als een <strong>voor</strong>treffelijk literator, blijkens zijn beroem<strong>de</strong> dagboel<br />

en zijn correspon<strong>de</strong>ntie. In <strong>de</strong>n zelf <strong>de</strong>n tijd was <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r Eugéne Fromen.<br />

tin <strong>de</strong> geniale schrijver van <strong>de</strong> roman „Dominique" en van „Les MaI'tres<br />

d'Autrefois" . De lezers van „Un été dans le Sahara" van <strong>de</strong>nzelfclen<br />

schrijver, lomen er gemakkelijk toe Fromentins' schil<strong>de</strong>rijen van woestijn.<br />

on<strong>de</strong>rwerpen te i<strong>de</strong>aliseeren, getroffen als zij reeds zijn door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong>n schrijver.<br />

Van Gogh's meesterlijk geschreven brieven, zelfs als zijn gedachten in<br />

slecht Fransch zijn vervat, geven uiting aan wat er in zeer veel schil<strong>de</strong>rs<br />

omgaat. Slechts zeer weinigen hebben het talent dit an<strong>de</strong>rs te uiten dan<br />

in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst. Van Gogh staat met dit dubbele talent <strong>voor</strong> het<br />

nageslacht in een zeer be<strong>voor</strong>rechte positie, nog afgezien van het feit dat<br />

hij met <strong>de</strong>ze dubbele begaafdheid een dubbel publiek treft.<br />

De dramatische levensgang van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r laat niet na velen aan te<br />

grijpen, en dit alles verklaart, dat men heeft bunnen zeggen en drukken<br />

dat Vincent „<strong>de</strong> grootste schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r latere eeuwen" is.<br />

Niemand meer dan van Gogh zelf zou zich daarover geërgerd hebben,<br />

daar hij zelf een ongemeen blare beoor<strong>de</strong>elaar geweest is van zijn talent.<br />

Van Kunstenaars spreke men niet van groot, grooter, grootst. Men blijve<br />

buiten elk wedstrijdgevoel. Meer eer, dan vast te stellen dat Vincent een<br />

prachtige schakel is in <strong>de</strong>n beten van kunstenaars, waardoor <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re niet is van an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n, behoef<br />

van Gogh niet te wor<strong>de</strong>n gegeven.<br />

Er geschiedt in die negentien<strong>de</strong> eeuw in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst iets dat niet<br />

ie<strong>de</strong>reen ge<strong>de</strong>nkt, en waarvan niet ie<strong>de</strong>r het belang en <strong>de</strong> gevolgen lent.<br />

278


Eerst in het mid<strong>de</strong>n dier eeuw plaatsen <strong>de</strong> kunstenaars <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>rsezel<br />

in <strong>de</strong> open lucht en in het vrije licht, dan wordt er in <strong>de</strong> natuur <strong>voor</strong> het<br />

eerst naar haar geschil<strong>de</strong>rd.<br />

Wat dit speciaal <strong>voor</strong> het landschapschil<strong>de</strong>ren zou beteekenen, is niet te<br />

overdrijven.<br />

De landschapschil<strong>de</strong>rs in vroeger tij<strong>de</strong>n teeleen<strong>de</strong>n in en naar <strong>de</strong> natuur,<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n echter naar hun teelleningen in <strong>de</strong> werpplaats.<br />

Het schil<strong>de</strong>ren was een moeizaam en langdurig bedrijf, waar niemand aan<br />

dacht dat het buiten lion geschie<strong>de</strong>n. En ook toen het prima schil<strong>de</strong>ren in<br />

<strong>de</strong> plaats kwam <strong>voor</strong> het schil<strong>de</strong>ren in twee tempi, lavamen <strong>de</strong> kunstenaars<br />

er niet toe het toch nog beslommerend bedrijf van olieverfschil<strong>de</strong>ren in het<br />

vrije veld uit te voeren.<br />

Het schil<strong>de</strong>ren in twee tempi beteekent het mo<strong>de</strong>lleeren van <strong>de</strong> vormen, eerst<br />

in z.g. doodverf, en het kleuren daarna in <strong>de</strong>els doorschijnen<strong>de</strong> lazuren.<br />

Prima schil<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>ed reeds vaak een Frans Hals, als hij met vrije toetsen<br />

en in-eens, vorm en fleur tegelijk neerschreef.<br />

De uitvinding verf te bewaren en me<strong>de</strong> te voeren in z.g. tuben, was een<br />

noodzakelijke <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>dat <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>zel en <strong>de</strong> parasol in het<br />

Jozef Israéls, krabbel naar <strong>de</strong> natuur met ingeschreven kleuren.<br />

279


plein-air zou<strong>de</strong>n geplant wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rlist, palet en verven<br />

kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n meegenomen.<br />

Waar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs daar<strong>voor</strong> op hun visueel geheugen en summaire indicaties<br />

in hun schetsen waren aangewezen om het natuurbeeld op hun doeken<br />

te herscheppen, daar Ikon nu het doer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n frisschen indruk <strong>de</strong>r<br />

natuur ontstaan.<br />

Ik meen dat hef hierbij gereproduceer<strong>de</strong> teekeningetje van Corot, uit<br />

ongeveer 1830, het vroegste geteeken<strong>de</strong> bericht van dien aard is. Wel<br />

heeft men <strong>voor</strong>dien schil<strong>de</strong>rs buiten aan het werk, speciaal als stoffage<br />

van landschappen, uitgebeeld, doch dan, ôf wan<strong>de</strong>lend met een portefeuille<br />

op zoek naar het sujet, ôfwel gezeten met een teekenbordje op <strong>de</strong> knieën,<br />

aan het werk aan schetsen of uitvoerige teelleningen, die in het atelier <strong>voor</strong><br />

het schil<strong>de</strong>ren op doer of paneel zullen wor<strong>de</strong>n aangewend.<br />

Lang bleven <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs geteeken<strong>de</strong> notities getrouw, getuige het hierbij<br />

afgedrukte kriitkrabbeltie van Jozef Israëls, waarop hij in woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

kleuren noteer<strong>de</strong>, zooals Pieter Breughel en PeterPaulRubens het ook <strong>de</strong><strong>de</strong>n.<br />

Toen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs buiten gingen schil<strong>de</strong>ren, zagen zij aanvankelijk <strong>de</strong><br />

natuur, zooals zij gewoon waren haar uit te beel<strong>de</strong>n in het atelier.<br />

Weldra viel hun <strong>de</strong>ze betrekkelijke blindheid als schellen van <strong>de</strong> oogen.<br />

De beschouwers echter behiel<strong>de</strong>n nog langer die betrekkelijke blindheid, en<br />

eerst langzaam open<strong>de</strong>n <strong>de</strong> impressionisten <strong>de</strong> oogen van het publiek <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> nieuwe kleuren en het nieuwe licht.<br />

Voor <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs was onbevangenheid <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>, <strong>voor</strong> het publiek een<br />

zich vrijmaken om het nieuwe schil<strong>de</strong>ren te hunnen waar<strong>de</strong>eren.<br />

Van dit nieuwe schil<strong>de</strong>ren is „<strong>de</strong> Bloeien<strong>de</strong> Boom", bekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

naam „Souvenir <strong>de</strong> Mauve", in het Museum Kröller-Müller op <strong>de</strong> Hooge<br />

Veluwe, een prachtig staal, ook van zijn meest geslepen techniek.<br />

De uitdrukking: geslepen techniek, moge ik wat ruimer toelichten.<br />

Natuurlijk heb ik in <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r jaren met leken vaak gesprekken gevoerd<br />

over Vincent van Gogh, en dan trof het mij vaak welke zon<strong>de</strong>rlinge<br />

meeningen omtrent <strong>de</strong>zen schil<strong>de</strong>r bij velen hebben post gevat.<br />

't Komt er vaak op neer dat zij van Gogh beschouwen als een heel an<strong>de</strong>r<br />

schil<strong>de</strong>r dan zij nconf raters; zij gelooven vaak niet dathij een beroepsschil<strong>de</strong>r<br />

is, of willen hem niet als zoodanig beschouwd zien. Van dat „beroepsschil<strong>de</strong>r"<br />

hebben zij dan een <strong>de</strong>nkbeeld dat niet ver afligt van het begrip:<br />

broodschil<strong>de</strong>r. In<strong>de</strong>rdaad is het van Gogh zeer tegen zijn zin, en tot zijn<br />

waar verdriet, niet gelukt met zijn kunst zijn brood te verdienen — dit<br />

heeft hij echter met hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n kunstbroe<strong>de</strong>rs gemeen. In zijn tijd, en in<br />

alle tij<strong>de</strong>n trouwens, beston<strong>de</strong>n er quasi geen kunstenaars-broodschil<strong>de</strong>rs.<br />

Want iemand die er in <strong>de</strong> eerste plaats op uit zou zijn z'n brood, en iets<br />

280


er op of er naast, te verdienen, zal <strong>de</strong> kunstenaarsloopbaan niet liezen.<br />

Trouwens die loopbaan wordt nooit gekozen. Als er kwestie zou zijn van<br />

keuze, dan zou niemand dien levensweg inslaan. Zelfs 'n Goethe wordt geen<br />

schil<strong>de</strong>r omdat hij in <strong>de</strong> jeugd aarzelt, en dus blijkbaar kan liezen.<br />

Tot schil<strong>de</strong>ren wordt men onwe<strong>de</strong>rstaanbaar aangedreven, het talent roept<br />

imperatief. Het riep van Gogh als alle an<strong>de</strong>ren, en als alle an<strong>de</strong>ren lion hij<br />

aan dien roep geen weerstand bie<strong>de</strong>n, zelfs niet toen zijn hart hem tot<br />

an<strong>de</strong>re religieuze en sociale arbeid drong.<br />

Dat van Gogh, tegen alle tegenwerpingen in van zijn omgeving, en tegen<br />

alle omstandighe<strong>de</strong>n in, schil<strong>de</strong>r werd, is niet iets uitzon<strong>de</strong>rlijks, maar<br />

't is <strong>de</strong> regel.<br />

Een <strong>de</strong>el van het publiek meent ook, en ik heb nooit begrepen waarom, dat<br />

Vincent slechts matige belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> technische zij<strong>de</strong> van het vak<br />

had, en om dat uit te drukben wor<strong>de</strong>n dan zinnetjes gebruikt waarvan die<br />

„dat hij van binnenuit werkte" <strong>de</strong> begrijpelijkste is.<br />

Doch van binnenuit werken doet ie<strong>de</strong>r kunstenaar, en Leonardo da Vinci's<br />

„la pittura é mentale" is een eeuwige waarheid.<br />

Als ik dan vroeg hoe men aan 't vreem<strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeeld kwam dat Vincent<br />

van Gogh maar matige belangstelling had <strong>voor</strong> Dun<strong>de</strong>, dan werd ik naar<br />

zijn brieven verwezen, en nu is 't won<strong>de</strong>rlijke dat in zijn brieven heel<br />

dui<strong>de</strong>lijk het tegenovergestel<strong>de</strong> staat, en dat <strong>de</strong> technische zij<strong>de</strong> van het<br />

teelenen en schil<strong>de</strong>ren, dat hij als een vak wil beoefenen, hem bij <strong>voor</strong>tduring<br />

bezighoudt.<br />

In hetfraaie boekje: Vincent v. Gogh, Rijks Museum Kröller-Müller, dat<br />

een St. Hubertus uitgave is, en waar W. Auping Jr. bij elk werk van <strong>de</strong>n<br />

meester een uittreksel uit zijn brieven geeft, han men haast geen bladzij<strong>de</strong><br />

opslaan zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> worsteling van Vincent met <strong>de</strong> materie van krijt en<br />

papier, verf en doer blijkt. „L' art eest un combat — dans l'Art it faut y<br />

mettre sa peau" heeft hij zelf neergeschreven, alsme<strong>de</strong> „dat het bliksems<br />

moeilijk" is om te komen tot het waarachtige, „men moet er lang en veel<br />

<strong>voor</strong> werpen. "<br />

In een an<strong>de</strong>re brief stelt hij vast „ie<strong>de</strong>re teellening die men maakt, ie<strong>de</strong>re<br />

studie die men schil<strong>de</strong>rt, is een stap".<br />

Want hij werkt om <strong>de</strong> verovering van zijn uitdrukkingsmid<strong>de</strong>len en hij<br />

voegt er apert bij: „als veel an<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n en doen" en hij noemt die<br />

studies eigenlijk geen kunstwerken, als hij zegt dat „ze het zaad zijn<br />

waar later teelleningen van lomen".<br />

Over zijn vor<strong>de</strong>ringen is hij vaak diep teleurgesteld; op an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n<br />

spreekt hij <strong>de</strong> verwachting uit dat zijn kun<strong>de</strong> zich „net als bij ie<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r,<br />

die met lief<strong>de</strong> werkt," zegt hij uitdrukkelijk „op zijn tijd ontwikkelen zal".<br />

281


Maar Vincent schrijfthetook weltriornfanteljk neer: „Enfin, tegenwoordig<br />

voel ik toch: „ilk heb een teekenknuist en ik ben erg blij dat ilk zoo'n<br />

instrument aan 't lijf heb, al is het nog onhandig".<br />

Om dat instrument handig te maken laat hij niets na, ook niet hef teekenen<br />

naar fotografieën, hij „houdt 't er <strong>voor</strong> dat het een goe<strong>de</strong> oefening is".<br />

Want van stage oefening verhoopt hij het teekenen als een schrift te leerera.<br />

„Het schijnt een mirakel als men een schoolmeester zoo vlug ziet schrijven".<br />

Hij voelt zich als een bind als hij <strong>de</strong> prachtige steenteekeningen <strong>voor</strong> zich<br />

ziet, uitgegeven als „Excercices du fusain" van Barque, en hij schrijft<br />

dat hij ze aanhou<strong>de</strong>nd en herhaal<strong>de</strong>lijk nateekent. Vaardigheid tracht hij<br />

ook te verkrijgen door het copiëeren van <strong>de</strong> door hem zeer bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

Holbein-koppen in een an<strong>de</strong>re serie: Modtles d'aprs les maf tres.<br />

Vaak ontmoette ik <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling alsof van Gogh, zon<strong>de</strong>r verband met <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs van zijn tijd, als revolutionnair kunstenaar, ook <strong>de</strong> relaties met<br />

<strong>de</strong> meesters van het verle<strong>de</strong>n verbrak. Noch het een, noch het an<strong>de</strong>re is<br />

juist. Zijn vereering <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meesters van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst heeft hij, alweer<br />

blijkens zijn brieven, niet on<strong>de</strong>r stoelen en banken gestoken.<br />

Troost en inspiratie vindt van Gogh naar zijn eigen getuigenis in <strong>de</strong><br />

beschouwing van „<strong>de</strong> Nacht" van Mic h e 1 A ng e 10, „<strong>de</strong> Dronkaard"<br />

van D a u m i e r, „<strong>de</strong> Spitters" van Mille t of „een oud Paard" van<br />

Mauve. Vaak <strong>de</strong>nkt hij na „over wat <strong>de</strong> groote meesters hebben geschil<strong>de</strong>rd",<br />

en letterlijk zegt hij : „mijn lief<strong>de</strong> en respect <strong>voor</strong> <strong>de</strong> groote<br />

kunstenaars neemt toe" en dat, naarmate hij zelf van datgene „wat tracht<br />

te maken dat men alle dagen op straat ziet".<br />

Millet, wiens „Glaneuses" hij klassiek acht — als ie<strong>de</strong>reen — noemt hij <strong>de</strong><br />

essentieel mo<strong>de</strong>rne schil<strong>de</strong>r", D u p r é en L h e r m i t t e hebben zijn<br />

groote bewon<strong>de</strong>ring, hij schrijft van „1' excellent peintre M o n t i c e 11 i".<br />

In <strong>de</strong> natuur <strong>de</strong>nkt hij aan <strong>de</strong> meesters en spreekt van „een grijs luchtje<br />

zoo stil, zoo vredig als Co r o f of van Co y e n". 1 s r a ë 1 s is zijn<br />

<strong>voor</strong>beeld en hij is er trotsch op met B r e i t n e r door oud-Amsterdam te<br />

flaneeren. Te Parijs behoor<strong>de</strong>n S i g n a c en <strong>voor</strong>al S e u r a t tot zijn<br />

vrien<strong>de</strong>n. Uiterst breed en ruim is zijn waar<strong>de</strong>ering, zij gaat van Delacroix<br />

„et ses tons rompus" naar <strong>de</strong> „prachtige houtsne<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> Graphic" die<br />

hij verheugd te pakken heeft gekregen, en hij schrijft zelfs van zijn<br />

„enthousiasme <strong>voor</strong> die teekenaars".<br />

In vereering <strong>voor</strong> <strong>de</strong> meesters, zij Vincent <strong>de</strong>n jongeren steeds ten <strong>voor</strong>beeld<br />

gehou<strong>de</strong>n.<br />

En wat zijn tijdgenooten betreft, over verschillen<strong>de</strong> heeft hij met jaloersche<br />

bewon<strong>de</strong>ring geschreven. Hij benijdt hun kun<strong>de</strong> als een hoog goed.<br />

282


Vincent van Gogh, krijtkrabbel in Holland.<br />

Er kan geen bezwaar tegen zijn v. Gogh <strong>voor</strong> te stellen als een autodidact,<br />

als er slechts bij wordt gedacht dat hij het niet meer en an<strong>de</strong>rs was dan<br />

an<strong>de</strong>ren.<br />

Alle schil<strong>de</strong>rs hebben hun beel<strong>de</strong>nd vermogen zelf veroverd.<br />

Als leeraar in het kunston<strong>de</strong>rwijs, 30 jaar lang, moge ik het vaststellen:<br />

niemand heeft ooit van iemand schil<strong>de</strong>ren en teelenen geleerd. le<strong>de</strong>r<br />

schil<strong>de</strong>r heeft 't zich zelf geleerd.<br />

De kunst van <strong>de</strong> individueele passie bij uitnemendheid: <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst,<br />

behoeft een schrift dat individueel is, en dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r zichzelf aanleert<br />

en verovert naar <strong>de</strong> mate er om gestre<strong>de</strong>n wordt, en Vincents' brieven zijn<br />

één lang oorlogsbulletin.<br />

Wil dit zeggen dat hij niet —als alle schil<strong>de</strong>rs — raad kreeg van an<strong>de</strong>re<br />

en Knappe confraters? In het geheel niet.<br />

Ein<strong>de</strong> December 1881 vertrekt Vincent van Etten in Brabant, waar zijn<br />

va<strong>de</strong>r dominee is, naar Den Haag waar hij twee jaar verblijft en lessen<br />

krijgt van Anton Mauve, een familielid <strong>de</strong>r van Goghs, die door<br />

Vincent als kunstenaar zeer hoog wordt geschat.<br />

Mauve geeft hem raad en bemoedigt hem, en weldra schrijft hij aan zijn<br />

broe<strong>de</strong>r Theo: „Mauve zegt dat het goed zal gaan, ik heb er zelf ook wel<br />

hoop op", maar naar zijn eigen uitdrukking moet hij op zijn teeheningen<br />

283


Vincent van Gogh, Mid<strong>de</strong>llandsche zee.<br />

„ter<strong>de</strong>ge sjouwen". Bij een an<strong>de</strong>re gelegenheid zegt hij: „Mauve heeft nog<br />

een nieuwen weg gewezen om iets te maken, n.l. het aquarelleeren. III zit<br />

te smeren en weer uit te wasschen" en hij noemt het waterverfprocedé:<br />

„quelque chose <strong>de</strong> diabolique".<br />

Mauve moet hem „troosten als zijn teelleningen zwaar, dik, mod<strong>de</strong>rig<br />

zwart en dood wor<strong>de</strong>n" en hij verklaart het dui<strong>de</strong>lijk, „ik heb Mauve<br />

of iemand an<strong>de</strong>rs die heel knap is, noodig om me wat courage te geven".<br />

Wat later schrijft hij Theo triomfantelijk. „Theo, ik heb zoo door Mauve<br />

Benig licht gekregen in <strong>de</strong> mysteries van 't palet en het aquarelleeren".<br />

Juist toen van Gogh <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij „<strong>de</strong> Bloeien<strong>de</strong> Boom" geschil<strong>de</strong>rd had,<br />

bereikte hem in 1888 het bericht van Anton Mauve's overlij<strong>de</strong>n, en hij<br />

schrijftaan Theo in het Fransch: „1k werkte aan een doek no. 20, buiten<br />

in een boomgaard, een paarse omploeg<strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, een omheining in riet, twee<br />

perzikboompjes tegen een glorieuze lucht, blauw en wit. W a a r s c h if n.<br />

lijk het beste landschap dat ik gemaakt heb. Op<br />

het oogenblik dat ik het thuis bracht Kreeg ik van onze zuster een Hollandsch<br />

284


geschrift gewijd aan Mauve's herinnering, met zijn portret (heel goed dat<br />

portret). Maar <strong>de</strong> tekst slecht, nietszeggend, een fraaie ets erbij gereproduceerd.<br />

Iets onzegbaars is mij toen overvallen, en <strong>de</strong> Deel dichtgesnoerd<br />

en ik heb op mijn schil<strong>de</strong>rij geschreven:<br />

Souvenir <strong>de</strong> Mauve, Vincent et Theo.<br />

en als je hef werk, zooals 't is, goed vindt, dan zullen wij het van ons<br />

tweeën naar Mevrouw Mauve zen<strong>de</strong>n.<br />

Ik nam met noordacht <strong>de</strong> beste studie die ik hier maakte, ik weet niet<br />

wat ze er bij ons van zullen zeggen, maar dat is mij om het even, 't komt<br />

mij <strong>voor</strong> dat als herinnering aan Mauve iets t e e d e r s en hee 1<br />

v roo ij k sen geen studie in een meer ernstig gamma zich opdrong .<br />

En als Vincent, van Arles het werk naar Theo te Parijs heeft gezon<strong>de</strong>n,<br />

schrijft hij hieromtrent:<br />

„Als je het souvenir aan Mauve dragelijk vindt, dan zou het bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

zending naar Den Haag gezon<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n in een eenvoudige<br />

witte lijst".<br />

En nu hangt dit werk, even glorieus als <strong>de</strong> lucht achter <strong>de</strong> perzik.<br />

boompjes, in het Museum Kröller-Müller en on<strong>de</strong>rschrijf ik gaarne <strong>de</strong>s<br />

schil<strong>de</strong>rs oor<strong>de</strong>el: „Probablement le meilleur paysage que j'ai fait", ook<br />

al <strong>de</strong>nken wij er bij dat 'n schil<strong>de</strong>r zijn laatste werk gewoonlijk het<br />

beste oor<strong>de</strong>elt.<br />

Vanuit dit werk spreekt ons van Gogh toe in <strong>de</strong> volle rijpheid van zijn<br />

talent, in <strong>de</strong> fijnste geslepenheid van zijn ontplooi<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rtechniek.<br />

Hij kwam te Arles uit Parijs, en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> daar doorgebracht, werd terecht<br />

genoemd een tijdvak van aanpassing aan een nieuwe technische uitrusting,<br />

om het won<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Provenvaalsche zon te kunnen uitbeel<strong>de</strong>n.<br />

De zon te Arles verovert Vincent. Hij gelooft in die zon zóó dat hij<br />

„god<strong>de</strong>loos" noemt hen, die <strong>de</strong>ze zon niet vereeren:<br />

„Ah, ceux qui ne croient pas au soleil d'ici sort bien impies". En hij tijgt<br />

aan het werk als een bezetene — maar als een k e r n g e z o n d schil<strong>de</strong>r.<br />

Want als ooit schil<strong>de</strong>rstverk in <strong>de</strong> ware bedding van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

vloei<strong>de</strong>, dan is het wel dit werk, waarin <strong>de</strong> eenvoudige weergave van het<br />

natuurbeeld het eeuwige program van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r vormt.<br />

In <strong>de</strong>n letterlijken zin is Vincent van Gogh in dit werk een groot colorist;<br />

een breed gamma van Fleuren ligtop zijn palet, <strong>de</strong> meest disparate kleuren<br />

huwt hts aaneen tot een harmonie, die door <strong>de</strong> aanwending ook van<br />

dissonanten, tot een polyphonen rijkdom kwam als <strong>de</strong> muziek van <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw.<br />

285


Laat ik hier invoegen dat Vincent van kleuren wel een gebruik heeft willen<br />

maken, dat ik „heraldisch" zou willen noemen. In <strong>de</strong> heraldiek immers<br />

wordt <strong>de</strong> leeuw wel rood gekleurd omdat rood <strong>de</strong> fleur is van <strong>de</strong> bracht<br />

en van <strong>de</strong>n moed, <strong>de</strong> fleur heeft dan <strong>de</strong>nzeif<strong>de</strong>n symbolischer zin als <strong>de</strong><br />

leeuw als vorm.<br />

In dit verband schrijft van Gogh: „Ik zou het portret willen schil<strong>de</strong>ren<br />

van een kunstenaar-vriend, die groote droomera droomt, die werkt als <strong>de</strong><br />

nachtegaal zingt, omdat het zijn natuur is. Die man is blond. ik zou in<br />

mijn schil<strong>de</strong>rij al <strong>de</strong> genegenheid willen leggen die ik <strong>voor</strong> hem gevoel.<br />

ik overdrijf het blond van zijn haren, ik stuw het op tot oranje tonen, tot<br />

chroomgeel en bleeke citroenkleur. Achter <strong>de</strong> kop, in ste<strong>de</strong> van <strong>de</strong> banale<br />

muur van hef beroepen appartement weer te geven, schil<strong>de</strong>r ik <strong>de</strong> oneindigheid,<br />

ik maak een fond van blauw, hef rijkste en meest intense dat ik<br />

maken han en door <strong>de</strong>ze eenvoudige combinatie Krijgt <strong>de</strong> blon<strong>de</strong> verlichte<br />

kop tegen die rijke blauwe grond, een mysterieus effect als een ster tegen<br />

diep azuur".<br />

Van die, zooals ik het noem<strong>de</strong>, „heraldische" toepassing van <strong>de</strong> kleur is<br />

in ons schil<strong>de</strong>rij geen sprake. Als er sprake is van symbolische kleur dan<br />

is het die van <strong>de</strong> natuur, die met <strong>de</strong> roze bloesem van het perzikboompje<br />

ons het <strong>de</strong>nkbeeld <strong>de</strong>r lente inprent.<br />

Vincent is in „Souvenir <strong>de</strong> Mauve" <strong>de</strong> eenvoudige en trouwe vertolker<br />

van het natuurbeeld, dat hij in wij<strong>de</strong> opening in zich opnam, om het in<br />

vereering en met drift aan ons over te dragen.<br />

Hij schrijft uit Arles aan zijn broer: „ Je suis dans une rage <strong>de</strong> travail,<br />

puisque les arbres lont en fleur et que je voulais faire un verger <strong>de</strong><br />

Provence d'une gaieté monstre".<br />

In een an<strong>de</strong>re brief bericht hij „1k heb zes studies van het <strong>voor</strong>jaar on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>n,<br />

waaron<strong>de</strong>r twee boomgaar<strong>de</strong>n. 't Vraagt groote haast want <strong>de</strong><br />

effecten zijn <strong>voor</strong>bijgaand".<br />

Aan zijn vriend Bernard laat hij een nieuwe boomgaardstudie toekomen,<br />

eenvoudig van compositie: een witte boom, een klein groen boompje, een<br />

vierkant hoekje groen, een paarse grond, een oranjekleurig dak en een<br />

groote blauwe lucht.<br />

En Ilan Gogh voegt er bij: 1k ben met negen boomgaar<strong>de</strong>n bezig, een witte,<br />

een roze, bijna rood, een blauwachtig witte, een grijs-roze en een groen<br />

en roze.<br />

De beschouwers van dit werk in onzen tijd, kunnen zich geen <strong>de</strong>nkbeeld<br />

maken van <strong>de</strong> frischheid en van <strong>de</strong> prille pracht die het schil<strong>de</strong>rij in 1888<br />

286


^ `^<br />

.<br />

^....^.^^.u^•<br />

'^^<br />

^,'^ ^t ^ Ri ^^ `( f<br />

1^^>^ :', , f^ iq 1 ^`.^^,,<br />

i ^^<br />

1 ^ ^^,,<br />

^ii;<br />

.^ 1<br />

, ^ i IP^ ± ,I- ,y.<br />

i 4^^q^( . '^l; ^<br />

^, L ^`;^ur^tlu;1!'U mil ^ ^ = : 'Tv<br />

- - ^ 1<br />

-"' !Ji!ir,' ^ e:,....3.<br />

:iw<br />

Vincent van Gogh, krabbel uit een brief.<br />

uitstraal<strong>de</strong>. De tijd heeft haar „patina" over <strong>de</strong> verf gelegd, het kleurgamma<br />

volkomen veran<strong>de</strong>rd, of beter, <strong>de</strong> toonhoogte omgezet, <strong>de</strong> harmonie<br />

niet vermin<strong>de</strong>rd, maar waar <strong>de</strong> witten vergeeld zijn, heeft <strong>de</strong> schateren<strong>de</strong><br />

toon van het lentemotief zich verzacht.<br />

Men Ilan nu 'n van Gogh evenmin in <strong>de</strong> oorspronkelijke pracht <strong>voor</strong> zich<br />

zien als een Pissarro of 'n Sisley, meesters die in een verwante techniek<br />

werkten, en <strong>de</strong> fleuren eer<strong>de</strong>r mengen wil<strong>de</strong>n in het oog van <strong>de</strong>n beschouwer<br />

dan op hun palet, als zij met kleine grillige toetsen ongebroken fleuren,<br />

licht en leven van <strong>de</strong> natuur, buiten het bruine conventioneele gamma van<br />

hun <strong>voor</strong>gangers, vertolkten. Als <strong>de</strong>ze Fransche impressionisten on<strong>de</strong>r hooge<br />

inspiratie werken, komt niet alleen het zonlicht uit hun doelen, maar <strong>de</strong><br />

geuren van het land stroomen ons toe, als <strong>de</strong> zon en het parfum van <strong>de</strong><br />

lente uit van Gogh's boomgaar<strong>de</strong>n.<br />

Ilan <strong>de</strong> inspiratie en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tvarendheid waarme<strong>de</strong> zij werkten geeft<br />

Mincent een zeer welsprekend verslag.<br />

„ Je dofs te prévenir que tout le mon<strong>de</strong> va trouver que je travaille trop<br />

vite. N'en crois rien.<br />

Volkomen juist: Als wij ge<strong>de</strong>nken wat <strong>de</strong>ze meesters maken willen, dan<br />

werken zij nooit snel genoeg. Immers, om het vlugtige effect van het schuiven<strong>de</strong><br />

zonlicht bij te hou<strong>de</strong>n, moeten <strong>de</strong>s schil<strong>de</strong>rs rappe han<strong>de</strong>n, zijn<br />

287


prompte blikben kunnen volgen om <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zonnewagen van<br />

Apollo bij te hou<strong>de</strong>n.<br />

En Vincent vervolgt: „West ce pas l'émotion, la sincérité du sentiment <strong>de</strong><br />

la nature, qui nous twine et si ces émotions lont quelquefois si fortes qu'on<br />

travaille sans sentir qu'on travaille, lorsque quelquefois les touches viennent<br />

avec une suite et <strong>de</strong>s rapports entre eux, comme les mots dans un discours<br />

ou dans une lettre".<br />

In<strong>de</strong>rdaad, vlin<strong>de</strong>rlicht heeft <strong>de</strong> kleur zich op het doek gespreid, neergeschreven<br />

als een prachtigen evenwichtigen zin staat het verhaal van <strong>de</strong><br />

triomfantelijke lucht, die zich welft over <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>rige bloemenstruis.<br />

Maar niet immer vloeit alles zoo vanzelf uit het penseel, en Vincent waarschuwt<br />

zich zelf : „il faut alors se souvenir que cela n'a pas toujours été<br />

ainsi, et que dans l'avenir it y aura Bien <strong>de</strong>s jours lourds, sans inspiration."<br />

Zware dagen zou<strong>de</strong>n spoedig Domen.<br />

Tusschen Februari 1888 en Mei 1889, werkte hij met waarlijk toomelooze<br />

passie, in <strong>de</strong> schroeien<strong>de</strong> zon. Als die zengen<strong>de</strong> zon alles vrij sloeg wat er<br />

nog sluimer<strong>de</strong> in zijn talenten, was zij dan me<strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong> eerste<br />

verschijnselen <strong>de</strong>r zielsziekte, die een schril tegenbeeld vormen tot het<br />

gezon<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rswerk, toen verricht? Wie zal het zeggen?<br />

De pijnlijke inci<strong>de</strong>nten tusschen van Gogh en Gauguin, die in Arles op<br />

Vincents herhaal<strong>de</strong> smeekingen bij hem kwam wonen, zijn in aantocht,<br />

en zij zijn <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bo<strong>de</strong>n van zijn opname in het hospitaal te Arles en in<br />

<strong>de</strong> inrichting <strong>voor</strong> zenuwzieken te St Remy.<br />

De sterfelijke van Gogh gaat op 27 Juli 1890, 37 jaar oud, te Anvers-sur-<br />

Oise btu zijn vriend Dr. Cachet ten on<strong>de</strong>r.<br />

Van toen af keer<strong>de</strong> zich <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r alles ten beste.<br />

Hij liet <strong>de</strong> wereld een boeiend oeuvre na, dat, waar hij nimmer verkocht<br />

had, bijeengebleven was. Zijn literair talent bleef in zijn brieven bewaard,<br />

en het tragisch ein<strong>de</strong> van zijn jonge leven gaf een wrang accent, dat op<br />

duizen<strong>de</strong>n indruk maakte; ware vereering riep <strong>de</strong> gestorven van Gogh op.<br />

Geen dui<strong>de</strong>lijker blijk van het een en van het an<strong>de</strong>r dan het prachtige<br />

Museum, dat door <strong>de</strong>n Belgischen bouwmeester van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>, toch<br />

<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> <strong>de</strong> collectie <strong>de</strong>r van Gogh's werd gebouwd, op bestelling van<br />

Mevrouw Kröller-Müller, die tot <strong>de</strong> meest toegewij<strong>de</strong> propagandisten van<br />

het oeuvre van van Gogh behoor<strong>de</strong>.<br />

Die propagandisten waren aanvankelijk zeer noodig in een land als<br />

het onze, met zijn schil<strong>de</strong>rsbeschaving van eeuwen her.<br />

Uit Vincent's geweldige nalatenschap, wer<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r scherpe keuze,<br />

288


cel te omvangrijke tentoonstellingen ingericht. Daar hin<strong>de</strong>n zijn overwinningen<br />

naast zijn ne<strong>de</strong>rlagen. Fanatieke bewon<strong>de</strong>raars kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

ne<strong>de</strong>rlagen niet on<strong>de</strong>rkennen, terwijl <strong>de</strong> bedillers <strong>de</strong> overwinningen niet<br />

wil<strong>de</strong>n zien.<br />

De ou<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rsbeschaving, die liefst in schakeering zich uitsprak, werd<br />

ruw aangesproken door een vrijmoedig tegen elkan<strong>de</strong>r plaatsen van ongebroken<br />

forsche kleuren, terwijl een eeuwenou<strong>de</strong> gecultiveer<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rssmaak<br />

zich gesteld zag tegenover een culte van het leelijke, die bij na<strong>de</strong>re<br />

beschouwing vaak een zin <strong>voor</strong> nieuw-schoon bleep te zijn.<br />

Maar dit nieuwe schoon moest verworven wor<strong>de</strong>n door het publiek, zooals<br />

het door een schil<strong>de</strong>r veroverd was, zelfs, en wij begrijpen dit nu niet<br />

meer zoo goed, in zijn prachtige bloemstukken.<br />

Pissarro moet van v. Gogh's bloemen gezegd hebben: „zij lijpen op menschen",<br />

en Emile Bernard: „zij lijpen op prinsessen". Het was <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n tijdgenoot reeds moeilijk genoeg er waarlijk bloemen in te zien, zoo<br />

<strong>voor</strong>naam, en tegelijk hin<strong>de</strong>rlijn, ston<strong>de</strong>n zij te bloeien, of in <strong>de</strong>ernis<br />

te sterven.<br />

Toch waren er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jonge Kunstenaars reeds velen, <strong>voor</strong> wie <strong>de</strong> eerste<br />

van Gogh-tentoonstelling, in het Panoramagebouw te Amsterdam in 1892<br />

gehou<strong>de</strong>n, al dit werk, in heroische worsteling ontstaan, als een openbaring<br />

openging. Die tentoonstelling was mogelijk gewor<strong>de</strong>n, toen na <strong>de</strong>n dood<br />

van Theo van Gogh, een half jaar na het overlij<strong>de</strong>n van Vincent, Theo's<br />

weduwe in het bezit geraakte van heel het oeuvre.<br />

't Werd reeds vastgesteld, een algemeen succes waren noch <strong>de</strong> Amsterdamsche,<br />

noch <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> tentoonstellingen te Groningen, Den<br />

Haag en Rotterdam.<br />

Niet bij het groote publiek, maar toch in ruimen bring, 'drong van<br />

Gogh's beteekenis door, sinds Vincent's vriend Emile Bernard, <strong>de</strong> aan<br />

hem en aan Theo gerichte brieven publiceer<strong>de</strong>.<br />

L e eren is nog steeds gemakkelijker dan z i e n, en <strong>de</strong> vrijmoedigheid<br />

en <strong>de</strong> Dracht waarme<strong>de</strong> het picturale standpunt van <strong>de</strong>n schrijver ver<strong>de</strong>digd<br />

werd, maakte indruk. Nog meer sleepte het literaire meesterschap,<br />

waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> strijd (van alle schil<strong>de</strong>rs) beteekend werd, en als iets vertrouwelijks<br />

werd opgenomen, vele lezers me<strong>de</strong> in een ware cultus, die,<br />

zoo <strong>de</strong>ze al niet zuiver picturaal was, warmhartig om zich heen bewon<strong>de</strong>ring<br />

spreid<strong>de</strong>.<br />

't Is te <strong>voor</strong>zien dat <strong>de</strong> vlammen van <strong>de</strong> van Goghcultus zich wat zullen<br />

neerleggen, als <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> historie van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst zijn <strong>de</strong>finitieve<br />

plaats zal hebben gekregen.<br />

19 289


Dan zullen naast <strong>de</strong> hooimijten van Clau<strong>de</strong> Monet en het cabaret van<br />

Toulouse Lautrec, <strong>de</strong> riviergezichten van Pissaro en <strong>de</strong> winters van Sisley,<br />

naast het ballet van Degas en <strong>de</strong> baadsters van Renoir, <strong>de</strong> bloeien<strong>de</strong> boomgaar<strong>de</strong>n<br />

van Vincent van Gogh <strong>de</strong> wijding van <strong>de</strong> historie gekregen hebben.<br />

Vincent's beste werken zullen dan geen „ou<strong>de</strong>" kunstwerken zijn. Want<br />

die bestaan niet. Het kunstwerk is eeuwig jong, want het wordt steeds<br />

opnieuw, in <strong>de</strong> hoof <strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> harten van <strong>de</strong>n aandachtigen en lief<strong>de</strong>vollen<br />

beschouwer, herboren.<br />

Van Gogh zal steeds <strong>de</strong> tijdgenoot blijven van hen, die met warm natuurgevoel<br />

in bloeien<strong>de</strong> boonren heel <strong>de</strong> lente <strong>voor</strong> zich zien — en die zullen<br />

er altijd zijn.<br />

290


ffLiiftaTllJC& JC&OOI s^


292<br />

G. H. Breitner, krabbel.


VII.<br />

Tusschen 1885 en 1890 dient zich een nieuw geslacht van schil<strong>de</strong>rs aan,<br />

waarvan <strong>de</strong> meesten, on<strong>de</strong>r leiding van August Allebe, op <strong>de</strong><br />

Rijks-Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam gevormd wor<strong>de</strong>n.<br />

e grootmeesters van <strong>de</strong> Amsterdamsche School, G. H. Breiteer<br />

en Marius Bauer, wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> mij wezens van vleesch en<br />

bloed, toen ik, door <strong>de</strong> relatie Bart van Hove, bij het huwelijk van <strong>de</strong><br />

Koningin in 1901, van <strong>de</strong> figuratie mocht zijn in <strong>de</strong> tableaux vivants die,<br />

on<strong>de</strong>r leiding van die Kunstenaars, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gala<strong>voor</strong>stelling in <strong>de</strong>n<br />

Stadsschouwburg gegeven wer<strong>de</strong>n.<br />

In „Prinsjesdag", het beroem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij van Jan Steen, dat geimiteerd<br />

werd, vervul<strong>de</strong> ik <strong>de</strong> rol van een jongen die een baring eet op <strong>de</strong> klassieke<br />

manier. Toen ik niet voldoen<strong>de</strong> „fond" was, genoot ik <strong>de</strong> eer door Breiteer<br />

met een paar zachte pastels getoond te wor<strong>de</strong>n, mijn witte kraag, maar<br />

ook mijn gezicht.<br />

ik kwam toen <strong>voor</strong> het eerst achter <strong>de</strong> coulissen, in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong>n schijn,<br />

die op zoovelen onwe<strong>de</strong>rstaanbare aantrekkingskracht uitoefent. Toen<br />

snoof ik <strong>voor</strong> het eerst theaterlucht die, an<strong>de</strong>rs, maar even penetrant en<br />

herkenbaar is als circuslucht. Ili rook <strong>voor</strong> het eerst dat mengsel van stof<br />

en.... féminité, <strong>voor</strong>al toen hef ballet van <strong>de</strong> Berlijnsche Opera als een<br />

vlucht groote vlin<strong>de</strong>rs langs mij heen stoof.<br />

Het comité had in het va<strong>de</strong>rland van <strong>de</strong>n Prins, te Schwerin, gezocht naar<br />

een nummer dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n gala-avond geschikt t zou zijn, maar had tenslotte<br />

uit Berlijn ballerina's meegebracht, die nu haar kunsten ten tooneele vertoon<strong>de</strong>n<br />

.... ik zag ze volkomen gebroken achter <strong>de</strong> coulissen terugkomen,<br />

met <strong>de</strong>n glimlach, als een angstige greins, nog op <strong>de</strong> gezichten.<br />

Had Breiteer schil<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> Hollandsche meesters in beeld gebracht,<br />

Bauer had zich meer moeite gegeven toen hij oostersche tafereelen ontwierp,<br />

die naar ik nil meen héél fraai waren, en door gebruik van sluieren<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>hangen, braam het effect zijner tableaux vivants zeer dicht bij dat van<br />

zijn leven<strong>de</strong> aquarellen.<br />

De benaming Amsterdamsche School is een vager begrip dan <strong>de</strong> uitdrukking<br />

<strong>de</strong> Haagsche School, omdat bij het laatste dui<strong>de</strong>lijker gedacht kan wor<strong>de</strong>n<br />

aan Den Haag als <strong>de</strong> woonplaats van <strong>de</strong> kunstenaars die tot die school<br />

293


G. H. Breitner, krabbel.<br />

^^e,,.,- ^._ -- ^. __^_ _..fi• ..4 4r-r1w....<br />

.,.`►^+- .^^ .."'_ ^ ^,•^<br />

'^w ._ .,<br />

^^- ^v . ►<br />

^^ - ^ ^ ^, •.^<br />

'+ti"<br />

ti w^-ro►.arn. .....^ . * / \l<br />

\ \,<br />

,-,,,<br />

^<br />

1/4„.____<br />

gerekend wor<strong>de</strong>n, terwijl Amsterdam dat niet in gelijke mate is, ten opzichte<br />

van <strong>de</strong> kunstenaars die men tot <strong>de</strong> Amsterdamsche School rekent.<br />

Er wordt slechts mee vastgesteld dat <strong>de</strong> hoofdstad, na oorspronkelijk <strong>de</strong><br />

stad van Pieneman en <strong>de</strong> zijnen te zijn geweest, haar eerste positie in <strong>de</strong><br />

kunst in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> weer had hernomen na <strong>de</strong>n Haagschen bloei, toen na<br />

Israëls en <strong>de</strong> Narissen een nieuwe generatie schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> aandacht vroeg.<br />

Bedoeld wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r generatie, waarvan er in het begin <strong>de</strong>r<br />

tachtiger jaren aan <strong>de</strong> Rijns-Aca<strong>de</strong>mie aan het werk waren: W i 11 e m<br />

Witsen en Eduard Karsen, Jan Veth en Anton Derh<br />

in<strong>de</strong>ren, Jacobus van Looy en fan Toorop, De<br />

Zwart en v an <strong>de</strong>r V a lk e.a. Er werd reeds gewag gemaakt<br />

van het opnieuw bezoeken <strong>de</strong>r Rijks-Aca<strong>de</strong>mie van Breiteer, toen <strong>de</strong>ze zijn<br />

Haagschee aca<strong>de</strong>mietijd reeds eenigen tijd achter <strong>de</strong>n rug had. Ook hij<br />

behoort dus tot <strong>de</strong> groote equipe, die overigens door een dui<strong>de</strong>lijk zwakkere<br />

werd afgelost, waaron<strong>de</strong>r ter arakteriseering te noemen zijn: S c h a a p<br />

en Krabbé, Verka<strong>de</strong> en Vlaan<strong>de</strong>ren, Graadt van<br />

Roggen en Gil<strong>de</strong>meester, Paul Rink, Carl Breitenstein<br />

en R. N. Roland Holst.<br />

Amsterdam en Breiteer behooren bijeen als Titiaan en Venetië; die het eerre<br />

woord uitspreekt <strong>de</strong>nkt aan het an<strong>de</strong>re. George Hendrik Breitner<br />

is <strong>de</strong> eeuwige hoe<strong>de</strong>r van Amsterdam's langzaam verwelken<strong>de</strong> schoonheid.<br />

De herinnering die ik in mij bewaar van Breitner's uiterlijk is die van een<br />

stevig, sterk lichaam van mid<strong>de</strong>lbare grootte, dat eer<strong>de</strong>r naar achteren dan<br />

294<br />

..^'..,,^


„:.1,::<br />

oh Kt<br />

G. H. Breitner, krabbel.<br />

naar voren boog en dat <strong>de</strong>n hop met dichtgeplant haar hoog droeg, terwijl<br />

bijziendheid aan <strong>de</strong>n blik iets opmerkelijks gaf.<br />

Breitner was zeker geen man van veel woor<strong>de</strong>n, maar toch had ik als zeer<br />

jonge man aan <strong>de</strong> leestafel in Arti, het geluk, ik begreep dat toen reeds als<br />

zoodanig, een lang gesprek met hem te mogen voeren. Hij vertel<strong>de</strong>, vrij<br />

omstandig, dat in <strong>de</strong> jeugd historieschil<strong>de</strong>ren zijn i<strong>de</strong>aal was geweest en<br />

verzeker<strong>de</strong> dat, als hij <strong>de</strong> „spullen” had gehad, of geld om costuums te<br />

koopera of te huren, hij zeker historieschil<strong>de</strong>rijen zou gemaakt hebben. In dit<br />

verband gaf hij hoog op van Rochussen, die zijn eerste leermeester-raadgever<br />

geweest was. Het was ook op diems raad dat hij van Rotterdam, waar hij<br />

in 1857 geboren was, naar Den Haag kwam om er in 1876 <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie te bezoeken. Koelman, <strong>de</strong> directeur <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie, „la <strong>de</strong>rrière<br />

cartouche" van het klassicisme in ons land, zal hem, zoo min als Suze<br />

Robertson, Floris Verster en Willem <strong>de</strong> Zwart, veel beïnvloed hebben.<br />

't Mag opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> jonge Brenner, als besluit van zijn<br />

teekenstudies, in 1877 het leeraarsdiploma M.O. behaal<strong>de</strong>. 't Heeft hem<br />

geen kwaad gedaan, maar het stel<strong>de</strong> hem wel in staat <strong>de</strong>n eersten moeilijken<br />

tijd, door hef geven van avondlessen, door te lomen. Toen echter schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

hij on<strong>de</strong>r Willem Maris, in het kleurengamma van Jacob.<br />

Blijkens zijn vroegste teekeningen, (ten <strong>de</strong>ele in het bezit van zijn weduwe),<br />

die ik <strong>de</strong>zer dagen nog eens mocht doorzien, had hij van nature een zin<br />

295


<strong>voor</strong> het weergeven van bewegingen van menschen en paar<strong>de</strong>n, maar toch<br />

niet het compositiegemak en het <strong>voor</strong>stellingsvermogen, dat b.v. Charles<br />

Rochussen aangeboren was. Zijn eerste on<strong>de</strong>rwerpen zijn militaire geweest,<br />

en als hij later <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van manoeuvres van het Ne<strong>de</strong>rlandsche leger<br />

zal wor<strong>de</strong>n, dan hangt dit toch ook samen met <strong>de</strong>n lust <strong>voor</strong> historieschil<strong>de</strong>ren,<br />

die trouwens weerslag vond in zijn oeuvre.<br />

Er is een prachtige aquarel uit zijn zeer vroegen tijd, napoleontische stafofficieren<br />

rond kaarten op een tafel, <strong>voor</strong> een breed raam. 't Is <strong>de</strong> teekening<br />

waarover in November 1882 Vincent van Gogh schreef : „Bij v. d. Weele<br />

zag ik een uitmunten<strong>de</strong> schets van Brenner, een teekening die niet af was<br />

— misschien ook niet af te maken — het stel<strong>de</strong> <strong>voor</strong> officieren, die over een<br />

landkaart of plan <strong>de</strong> bataille zitten te <strong>de</strong>libereeren <strong>voor</strong> een open raam...."<br />

Zij wordt gewoonlijk aangeduid als: „Krijgsraad (Bataafsche Republiek)".<br />

En dan zijn er <strong>de</strong> „Ruiters in <strong>de</strong> Sneeuw" dat zich zoo leent om vergeleken<br />

te wor<strong>de</strong>n met een historiestuk van groote bekendheid, „1814 " van Meis-<br />

G. H. Breitner, krijtkrabbel.<br />

z96


Bonier. In <strong>de</strong> compositie doet het er sterk aan <strong>de</strong>nken en lijkt het er zelfs<br />

op geïnspireerd. Zooals Napoleon zijn état-major <strong>voor</strong>uitrijdt, doet ook <strong>de</strong><br />

groote huzaar het zijn escadron. Waar echter van <strong>de</strong> figuren van <strong>de</strong>n<br />

Franschen historieschil<strong>de</strong>r getuigd kan wor<strong>de</strong>n : it ne marque pas un bouton<br />

aux guêtres, daar kan ons <strong>de</strong>, op zijn manier Breitner bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>,<br />

criticus Loffelt op weg helpen om het groote verschil met <strong>de</strong>n Hollandschen<br />

impressionnist te omschrijven.<br />

Als hij zegt dat bei<strong>de</strong> stukken, op een tentoonstelling door Breiteer<br />

ingezon<strong>de</strong>n, „<strong>de</strong>n prijs ten volle waard zijn", dan moet het hem<br />

uit <strong>de</strong> pen: „het figuur te paard heeft noch spieren, noch been<strong>de</strong>rengestel,<br />

men <strong>de</strong>nkt meer aan een stok waarover een jas is gehangen dan aan een<br />

mensch." In het woordje „<strong>de</strong>nken" ligt <strong>de</strong> fout, een schil<strong>de</strong>rij van Breiteer<br />

moet niet gedacht, maar gezien wor<strong>de</strong>n. Meissonier heeft veel<br />

gedacht bij het ineenzetten van zijn, overigens terecht, vermaard schil<strong>de</strong>rij,<br />

maar Breitner heeft beter gezien. Daardoor is <strong>de</strong> laatste een grouter<br />

schil<strong>de</strong>r — want hij doet ook <strong>de</strong>n beschouwer meer zien op zijn „Ruiters<br />

in <strong>de</strong> Sneeuw", en wel in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> atmosferische pracht van het<br />

wintersche schouwspel, waaraan <strong>de</strong> figuratie on<strong>de</strong>rgeschikt is. Reeds door<br />

G. H. Breitner, krijtkrabbel.<br />

297


het tegen elkan<strong>de</strong>r zien en aaneenschil<strong>de</strong>ren van lucht en sneeuw, van<br />

ruiters en boomstammen, is hij aan het begin van zijn loopbaan een meester,<br />

met een kleurkrachtig en dieptonig palet geboren. Met dat dieptonig palet<br />

is hij te Den Haag aan het werk, verbluffend <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs die hem<br />

zien werken. 't Zijn <strong>voor</strong>al militaire stukken, direct uit <strong>de</strong> natuur opgenomen,<br />

en waarin het paard een zeker zoo <strong>voor</strong>name plaats inneemt als<br />

<strong>de</strong> mannen die uit zijn han<strong>de</strong>n Domen, zoo boor<strong>de</strong>vol van leven en beweging,<br />

dat <strong>de</strong> burger er geen raad mee weet. De schil<strong>de</strong>rs zien het wel, dat sinds<br />

Frans Hals <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> kwast in geen vaardiger hand gelegd was, en dat die<br />

Inwast <strong>de</strong> natuur trillend levend uit <strong>de</strong> zware pate te <strong>voor</strong>schijn brengt, of<br />

uit <strong>de</strong> volle vloeiing van <strong>de</strong> waterverf laat uitstroomen.<br />

Breitner is zeven-en-twintig jaar als liii, in 1884, een tijdje te Parijs werkt<br />

op het atelier van Cormon, <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van „<strong>de</strong> Familie van CaIn". Het<br />

glorieuze werk, dat in zijn oeuvre van dien Parijschen studietijd getuigt, is<br />

hef witte paard, ook wel genoemd — „Souvenir <strong>de</strong> Montmartre", dat on<strong>de</strong>r<br />

zijn meesterwerken telt.<br />

In 1885 gaat hij met d e Zwart die, als hij, van een sonoor palet<br />

directe impressies schil<strong>de</strong>rt, naar Drenthe.<br />

Een jaar later Komt Breitner met zijn „Gele Rij<strong>de</strong>rs" te Amsterdam sterk<br />

in <strong>de</strong> algemeene belangstelling, terwijl het stuk vrij onverwacht, op <strong>voor</strong>stel<br />

van Jhr. Victor <strong>de</strong> Stuers, door het Rijk werd aangekocht. Ili lean mij uit<br />

mijn jongensjaren goed herinneren hoe het stuk, wel wat hoog, en eigenlijk<br />

ook wel wat eenzaam, in het Rijksmuseum hing en hoe mijn va<strong>de</strong>r, die in<br />

<strong>de</strong>n grond Verschuur en Nakken prefereer<strong>de</strong>, toch <strong>voor</strong> „<strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

artillerie die <strong>de</strong>n hoek om kwam", respect had.<br />

In het najaar van 1886 komt Breiteer naar Amsterdam, waar <strong>de</strong> soldatenschil<strong>de</strong>r<br />

wijken gaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n stadsgezichtenschil<strong>de</strong>r die hij zich opmaakt te<br />

wor<strong>de</strong>n, en waardoor hij zoo vast geklonken raakt aan Amsterdam, dat<br />

alleen zij, die <strong>de</strong>ze won<strong>de</strong>rschoone stad van het hoogste picturaal gehalte<br />

bennen, in staat zijn <strong>de</strong> volle grootheid van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong> te geven.<br />

Natuurlijn was het grootsche schil<strong>de</strong>rachtige van <strong>de</strong> stad een attractie, maar<br />

niet <strong>de</strong> Benige; het geestelijk leven dat er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongeren was opgebloeid<br />

was het niet min<strong>de</strong>r. Het sprak zich uit in schil<strong>de</strong> r s en schrijver svriendschappen<br />

als die van Witsen en Kloos, Verster en Verwey, Isaac<br />

Israëls en van Deyssel. Daar kwam dan nog bij dat Allebé en <strong>de</strong> Rijks-<br />

Aca<strong>de</strong>mie op een kunstenaar als Breiteer, die er steeds op uit was zijn<br />

aangeboren talent een grond van studie te geven waarop het ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

toekomst zou kunnen groeien, aantrekkelijkheid uitoefen<strong>de</strong>n.<br />

't Is ook in dien tijd dat <strong>de</strong> Kempenaar f a n Voerman, die reeds van<br />

1876 af vier jaar op <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie gewerkt had, na een verblijf te<br />

298


Brussel, en na lessen van Verlat aan <strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie, als logeleerling<br />

van Allebé te Amsterdam terugkwam. Mogelijk on<strong>de</strong>r diens<br />

invloed werd hij een tijd Airztdamh lettre-schil<strong>de</strong>r, tom hij fob 1SSO<br />

daar verbleef, en op <strong>de</strong> Rozengracht het ou<strong>de</strong> atelier van Jozef Israëls<br />

bewoon<strong>de</strong>.<br />

Als hij later, door <strong>de</strong>n geboortegrond getrokken, weer naar Kampen trekt<br />

om op <strong>de</strong>n duur <strong>de</strong> meester van Hattum te wor<strong>de</strong>n, die in blijkbare reactie<br />

tegen het al-te-zegevierend impressionisme eigen wegen zoekt, dan blijft<br />

<strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>r van '80 door en door Hollandsch. De eenvoud en <strong>de</strong> directheid<br />

van <strong>de</strong> stille aandacht, dig hij aan een eenvoudig potje met Oost-<br />

Indische hers of met rozen geven zou, als hij in blank-zuivere aquarellen<br />

een rustig en <strong>de</strong>coratief effect bereikte, is even va<strong>de</strong>rlandsch als <strong>de</strong> bouw<br />

van zijn weidsche riviergezichten, die hij, na zich in waterverf volledig<br />

te hebben uitgesproken, in dunne olieverf vertolken zal. Een wei<strong>de</strong> met<br />

koeien of noppen<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r een bijna architectonisch Bebouw<strong>de</strong>n<br />

wolkenhemel van Voerman, staat op het eerste gezicht wel ver van Breiteer,<br />

maar behoort toch tot <strong>de</strong> werken van <strong>de</strong> school, waarin zooveel eigen accent<br />

bleef, dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r ervan, naast <strong>de</strong> meer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond tre<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

meesters, zich in het stille Hattum een blijven<strong>de</strong> plaats lion veroveren in <strong>de</strong><br />

kranst van zijn tijd en van zijn land.<br />

Breitner's eerste groote schil<strong>de</strong>rij te Amsterdam is geen stadsgezicht, maar<br />

hef in zijn atelier op <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schans geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portret van Mevrouw<br />

Frenkel-Bouwmeester in <strong>de</strong> rol van Franciion. Het baar<strong>de</strong> op <strong>de</strong> najaarstentoonstelling<br />

van Arti groot opzien. In 1901 schreef fan Veth : „,%ammer<br />

genoeg bestaat dit werk niet meer." Het is sinds ten<strong>de</strong>ele herrezen uit <strong>de</strong>n<br />

staat waarin <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r, met ergernis <strong>voor</strong> zooveel misverstaan bij publieh....<br />

en mo<strong>de</strong>l, het werk gebracht had. Hij loog<strong>de</strong> het in volle pate<br />

beschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> doer met groene zeep af, en hij schijnt het zelfs ten<strong>de</strong>ele overgeschil<strong>de</strong>rd<br />

te hebben. Natuurlijk is het nu een schaduw van wat het geweest<br />

is. De compositie en <strong>de</strong> grootsche lijnen en kleurvlekken zijn gespaard en<br />

verkrijgen onze volle bewon<strong>de</strong>ring. Tenslotte is er toch genoeg overgebleven<br />

om <strong>de</strong>ze vrouw, als een monumentale Jacob Marisfiguur, tegen het glimmend<br />

zwart van <strong>de</strong> piano te zien staan. Er zijn weinig werken van Breiteer<br />

waarin <strong>de</strong> greep naar het gecomponeer<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij steviger gedaan werd.<br />

Tot een gelijke figurale grootheid verhief hij zich in 1861, toen een<br />

viertal groote naakten ontston<strong>de</strong>n, waarvan er een al <strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen van glorieus<br />

schil<strong>de</strong>ren van heel <strong>de</strong> school samenbracht, in <strong>de</strong> meest monumentale schets<br />

naar een trillend vrouwenlichaam, dat ooit geschil<strong>de</strong>rd werd. De meesterlijke<br />

beschrijving ervan door Jan Veth moge het werk in Uw aller gedachten<br />

roepen.<br />

299


David Oyens, portret, inktkrabbel naar Pieter Oyens.<br />

„Wat een schil<strong>de</strong>r I Wat een durven en een kunnen, zooals er misschien nog<br />

nooit gekund is. Manet, met zijn stoute, franke zien, heeft geloof ik, niet<br />

zóó geschil<strong>de</strong>rd. Brenner heeft niets van het pedantisme van knapheid,<br />

hij laat niet merken hoe verbazend geweten alles is, hij souligneert niet,<br />

hij is nergens opzettelijk, hij schil<strong>de</strong>rt zoo, of het van zelf spreekt, blij-weg,<br />

als met zuiver ingeboren, koninklijke kracht".<br />

„Het is alles bij hem het heitres Wissen, het bol<strong>de</strong>s Können, waarover<br />

Heine het heeft".<br />

„Zie hoe <strong>de</strong>licieus in <strong>de</strong> platte pate van gave verf, die hooge blanke heup<br />

en dat ge<strong>de</strong>elte build om die won<strong>de</strong>rteer gekleur<strong>de</strong> glooiing, van <strong>de</strong> naar voren<br />

komen<strong>de</strong> dij geschil<strong>de</strong>rd zijn, en hoe vrij, hoe magistraal fijn die blozen<strong>de</strong><br />

lijnen van <strong>de</strong> kneep aan <strong>de</strong> kniebuiging er sierlijk ingewipt staan, en hoe<br />

groot dan weer <strong>de</strong> vaste streek teelcent van het doffe licht over <strong>de</strong> glanzen<strong>de</strong><br />

strakke huid van <strong>de</strong> scheen. Dat is in zijn volle bracht, het nobele talent<br />

van <strong>de</strong>n, —vergeving <strong>voor</strong> het woord dat in discrediet schijnt te zijn —<br />

van <strong>de</strong>n geweldigen schil<strong>de</strong>r".<br />

Na een ziekte, waar<strong>voor</strong> hij in 1893 te Nunspeet genezing zocht, komt<br />

300


Breitner in zijn atehier<br />

op <strong>de</strong> Lauriersgracht<br />

en doet zich<br />

kennen als genreschil<strong>de</strong>r,<br />

niet op <strong>de</strong> wijze<br />

van Jan Steen, maar<br />

op die van Vermeer.<br />

Nu het genreschil<strong>de</strong>ren<br />

ter sprake komt,<br />

mogen <strong>de</strong> namen van<br />

een zeer begaaf<strong>de</strong>n<br />

tweeling: David en<br />

Pieter Oyens,<br />

uit een groote Amsterdamschekoop-----mansfamilie<br />

gespro-<br />

ten, genoemd wor<strong>de</strong>n<br />

en hun kunst bespro- ' :^<br />

ken wor<strong>de</strong>n.<br />

Mijn va<strong>de</strong>r, die met<br />

een ou<strong>de</strong>ren broe<strong>de</strong>r, 16„,,zky^" .R 9,<br />

Gerrit Oyens, in<br />

zaken te Parijs ge-<br />

David Oyens, krijtkrabbel, <strong>de</strong> Amstel.<br />

associeerd geweest was, had hen vaak ontmoet en verklaar<strong>de</strong> steeds, dat<br />

het in hun doen en laten <strong>de</strong> meest volstrekte schil<strong>de</strong>rs waren, die men zich<br />

kon <strong>voor</strong>stellen. Ter staving hiervan vertel<strong>de</strong> hij dan, dat bij <strong>de</strong> begrafenis<br />

van hun moe<strong>de</strong>r, van wie zij bijzon<strong>de</strong>r veel gehou<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, bij <strong>de</strong><br />

geopen<strong>de</strong> groeve, een <strong>de</strong>r broe<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren had aangestooten, en toegefluisterd<br />

: „zie je rechts die prachtige lucht I"<br />

Tot ontsteltenis van hun va<strong>de</strong>r zat het i<strong>de</strong>e, schil<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n, reeds heel<br />

vroeg in <strong>de</strong>n tweeling. Als <strong>de</strong> jongens, die op school niet veel presteer<strong>de</strong>n,<br />

<strong>voor</strong> hun gezondheid naar het land gezon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, dan zullen <strong>de</strong> schoonhe<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r Gel<strong>de</strong>rsche natuur niet het doeltreffen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l blijken te zijn<br />

om <strong>de</strong> jongens van hun idée fixe af te brengen. Integen<strong>de</strong>el, alles en elkeen<br />

strekte hen tot mo<strong>de</strong>l, en niet het minst <strong>de</strong> frissche boerenmei<strong>de</strong>n, wier<br />

kleurenrijke en levendige carnatie zij bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. De bewoners van Apeldoorn<br />

weten weldra dat zij schil<strong>de</strong>rtjes zijn, <strong>de</strong> jongens in zwierige blauwe<br />

buisjes boven schotsbonte pantalons; zij zien het aan hun lustig in <strong>de</strong>n wind<br />

wapperen<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> dassen en aan <strong>de</strong> tot <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs rijtien<strong>de</strong> blon<strong>de</strong> haren.<br />

301


Toen zij zoo, en in uitsteken<strong>de</strong> gezondheid in Amsterdam terugkwamen,<br />

gaf <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, bankier-makelaar, het ver<strong>de</strong>r maar op, en op aanra<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r J. Kruseman gaan <strong>de</strong> jongelui naar Brussel, waar<br />

zij plaats krijgen in het atelier van Portgels, <strong>de</strong>n beroem<strong>de</strong>re schil<strong>de</strong>r van<br />

„une Loge a l'Opéra <strong>de</strong> Budapest". In 1860 had <strong>de</strong>ze leerling en schoonzoon<br />

van Navez (uitmuntend portretschil<strong>de</strong>r, die lessen kreeg van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n<br />

Louis David, in ballingschap te Brussel) een atelier opengesteld <strong>voor</strong> een<br />

twintigtal begaaf<strong>de</strong> leerlingen.<br />

In ruim drie jaren zijn David en Pieter Oyens, in het atelier van Portgels,<br />

<strong>de</strong> prachtige genreschil<strong>de</strong>rs gewor<strong>de</strong>n wier werken en werkjes, Hollandsch<br />

in alles, <strong>de</strong> waardige <strong>voor</strong>tzetting zijn van het ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r<br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw.<br />

Hoewel zij nooit in elkan<strong>de</strong>rs arbeid schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, hebben zij steeds samen<br />

gewerkt. Eenige jaren waren zij uit elkan<strong>de</strong>r. Uit Brussel weer naar<br />

Amsterdam gekomen, schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n zij nog eenigen tijd on<strong>de</strong>r P. Greive, en<br />

had<strong>de</strong>n tot me<strong>de</strong>leerling August A 11 e b é, die zich ook tot een<br />

uitmuntend romantisch genreschil<strong>de</strong>r ontwikkel<strong>de</strong>. In 1866 huw<strong>de</strong> David,<br />

en trok weer naar Brussel. In 1869 ging Pieter naar Parijs, waar hij in het<br />

Louvre copiëer<strong>de</strong>. De oorlog van 1870 en <strong>de</strong> tweelingdrang dreven hem terug<br />

naar zijn broe<strong>de</strong>rlijken alter ego. Van toen af verlieten zij elkan<strong>de</strong>r niet<br />

meer en werkten in een uitnemend atelier in <strong>de</strong> stille rue <strong>de</strong> la Charité,<br />

Benige stappen van <strong>de</strong> drukke Avenue <strong>de</strong>s Arts, te Brussel.<br />

Toen ik als jonge man bij Mommen mijn verf bocht, dacht ik er steeds aan<br />

dat het atelier van Oyens in het achterhuis van <strong>de</strong>ze zaak gelegen had.<br />

1k noem<strong>de</strong> het zoo juist een uitmunten<strong>de</strong> werkplaats. Hiervan getuigen hun<br />

werken. Als regel schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n zij immers hun atelier, waarvan zij <strong>de</strong> belichting<br />

portretteer<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> nauwgezetheid, als waarme<strong>de</strong> zij<br />

elkan<strong>de</strong>r uitbeeld<strong>de</strong>n. Nauwgezetheid ? fa, maar dan een heel an<strong>de</strong>re<br />

dan die van <strong>de</strong> fijnschil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r eeuw, die niet waarlijk<br />

zagen. De Ogens'en zien <strong>de</strong> fijnste schakeeringen van licht en toon,<br />

en schil<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> volle pate <strong>de</strong> Fleurigheid van hun, in hoog licht stralend,<br />

atelier. Zij volgen dat licht, met <strong>de</strong>n <strong>de</strong>emoed van <strong>de</strong>n waren Hollan<strong>de</strong>r<br />

uit alle tij<strong>de</strong>n. Waar het zich hecht, weet <strong>voor</strong>al David met zijn fijn<br />

impasto, nieuwe lichten te ontsteken; zijn clair-obscur wordt er van doorzeefd.<br />

De ron<strong>de</strong> baret van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> blanke borst van het mo<strong>de</strong>l,<br />

<strong>de</strong> glimlachten van <strong>de</strong> gedraai<strong>de</strong> pooten van een stoel, overstralen <strong>de</strong> fijne<br />

grijze atmosfeer van het interieur, waarin <strong>de</strong> menschen zoo waarlijk leven<br />

als in <strong>de</strong> binnenhuizen van hun zeventien<strong>de</strong>-eeuwsche <strong>voor</strong>gangers. Als zij,<br />

wer<strong>de</strong>n zij on<strong>de</strong>rschat ; naar mijn gevoel wor<strong>de</strong>n zij het nog. Maar dat is<br />

nu eenmaal het lot van <strong>de</strong>n uitsluiten<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r. Werpen waar eigenlijk<br />

302


zoo min over te praten als te schrijven valt, waar slechts naar ge zien<br />

moet wor<strong>de</strong>n, hebben hef steeds moeilijk.<br />

Niet in <strong>de</strong>n zin van David Ovens, was G. H. Breitner een genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Wel zijn er Benige werken van Breitner, en ik <strong>de</strong>ny daarbij o.m. aa<br />

„<strong>de</strong> Dame met Kat", die vrij dicht bij Pieter Ovens' grootere figuurschil<strong>de</strong>ringen<br />

staan, maar Breiteers genrestukken uit <strong>de</strong> negentiger jaren zijn,<br />

meer nog dan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rijen van Vermeer, eigenlijk stillevens.<br />

Bij zijn eerste bezoek aan het Rijksmuseum was <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r zeer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

indruk van't won<strong>de</strong>r in blauw en oud goud, dat „hef Brieflezen<strong>de</strong> Vrouwtje"<br />

van Vermeer is. Het meesterstuk zweeft hem <strong>voor</strong> Dogen bij „hef Vrouwtje<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Spiegel". In strenge schema's een enkele maal in het zuivere vierkant,<br />

vindt Breiteer eenvoudige opstellingen <strong>voor</strong> zijn in kimono geklee<strong>de</strong><br />

meisjes. De „japonnerie" vier<strong>de</strong> in heel Europa hoogtij. Whistler had er<br />

boeien<strong>de</strong> accenten aan ontleend. Nauwelijks aantrekkelijk als lui met krijt<br />

teekent, is Breiteer uiterst vaardig en meesleepend als hij met het penseel<br />

in volle verf teekent. Een oostersch tapijt, een geborduurd Japansch costuum,<br />

beeldt hij uit met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> juistheid, als waarme<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

architectuur<strong>de</strong>tails opneemt en weergeeft.<br />

In 1890 maakt hij, met een monumentale schil<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong>n Dam, een<br />

begin aan <strong>de</strong> reeks uitbeeldingen van Amsterdam, waarin het krachtigst<br />

zijn genie tot uiting kwam. Hij ziet Amsterdam zoo in het hart, dat <strong>de</strong><br />

Amsterdammers, die hij zijn visie opdrong, het nooit an<strong>de</strong>rs meer kunnen<br />

zien. Was Amsterdam eigenlijk ooit geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> De arme Jan van<br />

<strong>de</strong>r Heij<strong>de</strong>n wordt naast Breiteer.... een brandmeester, en Springer... .<br />

een teekenmeester.<br />

Met het vurige en het plotselinge, dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtoon is van zijn werk, doorgloeit<br />

Breiher zijn stadsgezichten, die in waarheid „gezichten" zijn.<br />

Juist misschien omdat hij er niet was opgegroeid, zag hij het organisch<br />

stevige van <strong>de</strong>n Amsterdamschen gevel, <strong>de</strong> karakteristiek van <strong>de</strong>n bruinzwarte<br />

geólie<strong>de</strong>n baksteen, het warme wit <strong>de</strong>r houten vensterkozijnen, Benig<br />

in <strong>de</strong> wereld, en wist hij het harmonisch uitgebouw<strong>de</strong> van <strong>de</strong> binnenstad te<br />

doorgron<strong>de</strong>n.<br />

Met driftzet hij ons het zware schouwspel <strong>voor</strong>, als hij zijn penseel zoo<br />

diep dooit in <strong>de</strong> atmosfeer <strong>de</strong>r stad, dat alleen Amsterdammers het in <strong>de</strong>n<br />

diepsten grond kunnen waar<strong>de</strong>eren. Niet <strong>de</strong> tourist die eens rondkijkt in<br />

Rembrandt's stad, maar slechts zij, die <strong>de</strong> diepe melancholie van <strong>de</strong>n<br />

winterschee toon, maar ook <strong>de</strong> vurige vlagen van bruisend leven die langs<br />

haar gevels strijken, kennen, weten Breitner's Amsterdam volledig te<br />

genieten. De internationale waar<strong>de</strong>ering van zijn werk heeft daaron<strong>de</strong>r<br />

303


gele<strong>de</strong>n. Als hij niet <strong>de</strong> bekendheid van <strong>de</strong> grootmeesters <strong>de</strong>r Haagscha<br />

school kreeg, clan, zoo heeft het mij steeds willen <strong>voor</strong>komen, is <strong>de</strong> onbekendheid<br />

met het specifiek Amsterdamsche schoon, <strong>de</strong> oorzaak.<br />

Slechts een enkele maal schijnt <strong>de</strong> zon langs <strong>de</strong> boomer van <strong>de</strong> gracht,<br />

en het zijn niet zijn beste werken die dat effect vertolken.. Grijs weer geeft<br />

het Amsterdamsche palet maximum uitdrukking, en als <strong>de</strong> grauwe sneeuw<br />

tegen <strong>de</strong> rosse somberheid van <strong>de</strong> winternamiddaglucht staat, dan is <strong>de</strong><br />

stad met iets eeuwigs geteekend. Maar met stoute kracht ontstel<strong>de</strong> het <strong>de</strong>n<br />

beschouwer, en zelfs <strong>de</strong> bijna dagelijksche omgang met een compleet werk<br />

van Breitner, ontneemt er het ontstellen<strong>de</strong> niet aan. ik kon dit controlearen<br />

aan „<strong>de</strong> Lauriergracht in <strong>de</strong> Sneeuw", het dierbare bezit van Arti et<br />

Amicitiae, waaraan ik, niettegenstaan<strong>de</strong> ik het bijna dagelijks <strong>voor</strong> Dogen<br />

heb, nooit „wen". De huizenrij, <strong>de</strong> sleeperswagen met het hulppaard <strong>voor</strong><br />

het tweespan, en rechts <strong>de</strong> struische Jordaansche met haar doek van<br />

hemelsch roze in het zware grauw van het geheel, behield macht over mijn<br />

ontroering, als weinig dingen in <strong>de</strong>n loop van mijn leven.<br />

De kou verstijft <strong>de</strong> menschen, maar <strong>de</strong> dieren bewegen zoo natuurlijk, dat<br />

het prachtig gebruik <strong>de</strong>r fotografie er uit valt af te lar<strong>de</strong>r. Breitner fotografeercie<br />

uitstekend ; Witsen <strong>de</strong>ed dat ook. Bart van Hove heeft mij in 1899<br />

verteld dat, bij gelegenheid van <strong>de</strong> huldiging van <strong>de</strong>n zeventigjarigen<br />

Duitschen genreschil<strong>de</strong>r Ludwig Kraus, Breiteer en hij, namens Arti et<br />

Amicitiae naar Berlijn gegaan waren. Geduren<strong>de</strong> het forte bezoek aan <strong>de</strong><br />

Duitsche hoofdstad nam Breiteer 200 foto's in <strong>de</strong> straten, <strong>voor</strong>al naar<br />

bewegen<strong>de</strong> menschen en dieren. De documentatie, <strong>de</strong> hulp aan zijn visueel<br />

geheugen, die <strong>de</strong> foto hem bood, heeft hij meesterlijk aangewend. Slechts ee<br />

enkele maal, ik herinner mij een sleeperswagen op een brug, heeft die documentatieh<br />

verra<strong>de</strong>n, als regel wist hij haar dienstbaar te maken aan zijn<br />

picturale expressie. En die werd tusschen 1890 en 1900 staag grootar en<br />

machtiger : <strong>de</strong> Reguliersgracht, <strong>de</strong> Paleisstraat, <strong>de</strong> bruggen met <strong>de</strong> meisjes<br />

in wind en regen, of in <strong>de</strong> sneeuw.... Het mid<strong>de</strong>n van Amsterdam staat<br />

ook in het mid<strong>de</strong>n van Breitner's werk: <strong>de</strong> Dam bij avond, <strong>de</strong> Dam met<br />

het schil<strong>de</strong>rachtige trambedrijf.<br />

Vaak zijn wij met dat schil<strong>de</strong>rachtig een slag achter. In <strong>de</strong>n tijd van <strong>de</strong><br />

paar<strong>de</strong>ntram spreekt menigeen van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige diligence. Nu het<br />

te laat is, spreken wij van het schil<strong>de</strong>rachtige trampaard tegenover <strong>de</strong><br />

autobus, maar toen het nog tijd was heeft Breiteer het gezien, en het ons<br />

on<strong>de</strong>r het oog gebracht<br />

Ook in waterverf heeft hij <strong>de</strong> witte hoppen <strong>de</strong>r paar<strong>de</strong>n gegeven, tegen het<br />

spel van het blafar<strong>de</strong> licht van <strong>de</strong>n schel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n dag en <strong>de</strong> ron<strong>de</strong> en groene<br />

tramlichtjes, die zich als Fleurige slangetjes in <strong>de</strong> natte straat reflekteeren.<br />

304


Het herven in het lillen<strong>de</strong> vleesch van <strong>de</strong> binnenstad, b.v. bij het slaan van <strong>de</strong><br />

Raadhuisstraat in onzen grachtengor<strong>de</strong>l 1 Mr rcitncr tQt z{jn prachtige<br />

afbraken, op <strong>de</strong> wijze waarop van Gogh tot zijn verwelkte zonnebloemen<br />

)zwam. Picturale feesten zijn, on<strong>de</strong>r Breitner's penseel, <strong>de</strong> romantische<br />

wanor<strong>de</strong>n die hei houweel geschapen heeft, of die in <strong>de</strong>n nieuwbouw door<br />

onvoltooi<strong>de</strong> huizenblokken verkregen wer<strong>de</strong>n. Tusschen afbraak en <strong>de</strong>n<br />

nieuwbouw ligt <strong>de</strong> put, <strong>de</strong> heistelling en het grondwerk; onbe<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>eld<br />

zoeker naar schoonheid in karakter, vindt hij on<strong>de</strong>rwerpen die niemand<br />

<strong>voor</strong> hem bevroed<strong>de</strong>.<br />

Zoo omstreeks 1900 kreeg men <strong>de</strong>n indruk dat Breitner achteruitging, hij<br />

verloor aan spanning en zijn kleurkracht boette in aan sonoren klank. Later<br />

heb ik mij wel afgevraagd of dit oor<strong>de</strong>el wel juist was, gedachtig zijn groote<br />

heiwerken, zijn grondkruiers en werkpaar<strong>de</strong>n, en ook zijn houthavens<br />

met <strong>de</strong> half besneeuw<strong>de</strong> houtvlotten. Zeper, zij zijn in een lichteren toon geschil<strong>de</strong>rd,<br />

maar ze zijn dan ook hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r en geven meer ruimte, en dat<br />

laatste <strong>voor</strong>al is geen verlies. Maar al ware <strong>de</strong> scheppingsperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n<br />

kunstenaar vroeger geëindigd dan zijn leven, dan han dit slechts een tragische<br />

omstandigheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r zelf zijn, maar zij kan <strong>de</strong> geheel<br />

uitgesproken figuur van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r in onze kunst, niet scha<strong>de</strong>n. Die figuur<br />

is er Bene zooals Zola ze teelen<strong>de</strong> in „1' Oeuvre" , en in haar compleetheid<br />

een pure Amsterdamsche glorie, uitstralend over zeer begaaf <strong>de</strong> tijdgenooten.<br />

1 s a ii c I s r a ë 1 s was een buitengewoon vroegrijp schil<strong>de</strong>r, die op<br />

zestien jaar zijn va<strong>de</strong>r reeds respect afdwong met zijn : „Begrafenis van<br />

een Marinier", en „Kolonialen op <strong>de</strong> Rotterdamsche Willemsbrug". Reeds<br />

<strong>de</strong>ze start heeft hij, wat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen aangaat, met Breitner gemeen,<br />

maar hij schil<strong>de</strong>rt als jongen heel an<strong>de</strong>rs en omschrijft met zooveel <strong>de</strong>tail<br />

<strong>de</strong>n vorm dat hij nauwelijks een impressionist is. Dit veran<strong>de</strong>rt als hij<br />

in 1885 van Den Haag, waar hij <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie bezocht, naar Amsterdam<br />

bomt.<br />

't Wil mij steeds <strong>voor</strong>komen dat, zon<strong>de</strong>r Breitner, zijn weg een an<strong>de</strong>re<br />

had kunnen zijn.<br />

Zijn omzwervingen door <strong>de</strong> stad met <strong>de</strong>n acht jaar ou<strong>de</strong>ren meester, beinvloe<strong>de</strong>n<br />

hem aanvankelijk diep. Als Breiteer zal hij een schil<strong>de</strong>r van het<br />

volk wor<strong>de</strong>n, als hij, gaat hij <strong>de</strong> beweging in zijn figuren hartstochtelijk<br />

najagen. In <strong>de</strong> danstenten van <strong>de</strong>n Zeedijk noteert hij, met een aan Breiteer<br />

sterk verwant palet, <strong>de</strong> draaien<strong>de</strong> paren. Op <strong>de</strong> Amsterdamsche grachten<br />

schil<strong>de</strong>rt hij snel <strong>de</strong> dienstmeisjes en vangt er, tusschen <strong>de</strong> boomer, wat meer<br />

dan Breiteer, licht en schaduw als vluchtighe<strong>de</strong>n op. Trouwens Breitner's<br />

<strong>voor</strong>beeld wijst hem wel een richting, maar vindt bij Isaac Israëls op <strong>de</strong>n<br />

20<br />

305


duur zeker geen navolging ; Breitner's <strong>voor</strong>beeld vuurt hem aan. Hij is<br />

an<strong>de</strong>rs geaard, en <strong>voor</strong>al, <strong>de</strong> greep van Amsterdam op <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r is<br />

losser en laat hem spoedig vrij. Het licht ean Ile-<strong>de</strong>-France stemt in <strong>de</strong>n<br />

grond meer overeen met Israëls wezen. De luchtige gratie van Parijs, waar<br />

hij lang en geregeld gaat werken, oefent ook in het atmosferische sterken<br />

invloed op hem uit, zooals ook het zuivere en open licht aan het Scheveningsche<br />

strand hem ongemeen bekoort.<br />

Niet naar <strong>de</strong> kracht, maar naar <strong>de</strong> opperste picturale distinctie gaat zijn<br />

streven, hij on<strong>de</strong>rscheidt tot in <strong>de</strong> lichtste vibratie kleur en toon. Niet <strong>de</strong><br />

zwaarte van het in wezen zijn<strong>de</strong>, maar het ijle van <strong>de</strong>n schijn noteert hij<br />

met weergalooze vaardigheid. Elk nieuw werk is een waagstuk, in elke<br />

on<strong>de</strong>rneming speelt hij va-banque.<br />

Hij varieert op <strong>de</strong>n duur zijn on<strong>de</strong>rwerpen : modieus geklee<strong>de</strong> en ontklee<strong>de</strong><br />

vrouwtjes, <strong>de</strong> meisjes van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>zaken wisselen af met kermisgasten,<br />

ruiters in jachtcostuum nemen <strong>de</strong> plaats in van hin<strong>de</strong>ren op stran<strong>de</strong>zels,<br />

Parijsche parkwan<strong>de</strong>laars maken plaats <strong>voor</strong> Indische dansers en gamelangspelers,<br />

die hij op <strong>de</strong>n daltuin van zijn groote atelierwoning te<br />

's-Gravenhalte laat poseeren.<br />

Maar zijn manier, zijn werkwijze, eenmaal gevon<strong>de</strong>n, wijzigt zich niet<br />

meer. Het gecomponeer<strong>de</strong> figuurschil<strong>de</strong>rij, waar<strong>voor</strong> hij als jongen zooveel<br />

aanleg toon<strong>de</strong>, Deert hij resoluut <strong>de</strong>n rug toe, slechts een enkele maal gaat<br />

hij in het portret boven het snel schetsmatige uit.<br />

Telkens opnieuw zet hij zijn volle picturale vermogens in, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n strijd<br />

van één uur. Hij neemt geen maatregelen tegen een ne<strong>de</strong>rlaag, hij zoekt geen<br />

<strong>de</strong>kking en stelt zich nooit zeker. Als hij zich in niets langdurig vastbijt,<br />

dan strijdt hij toch niet min<strong>de</strong>r vinnig, al is zijn gevecht, als dat op <strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>gen, kort.<br />

Hij weet dat geen vlijt en geen hardnekkigheid hem Dunnen baten in het<br />

kansspel, dat hij speelt met <strong>de</strong> vluchtige natuur, waaruit hij zoo vaak als<br />

volledig overwinnaar te <strong>voor</strong>schijn Komt. Vraagt niet aan dit kansspel <strong>de</strong><br />

bevrediging, die een lang en diepgaand tweegesprek met <strong>de</strong> natuur U geven<br />

kan, maar aanvaardt dankbaar <strong>de</strong> opwinding die het U aanbiedt.<br />

Als zelfs van <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> gezegd wordt dat zij zijn kan „on first sight",<br />

geniet dan van dien eersten blik dien Isaac Israëls vasthoudt met een<br />

vaardigheid die, meer nog dan die van Breitner, <strong>de</strong>nken doet aan Hals.<br />

En die eerste blip is <strong>de</strong> zuiverste en <strong>de</strong> meest geraffineer<strong>de</strong> van zijn generatie.<br />

Wat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen aangaat meer verwant, wat <strong>de</strong> manier betreft meer<br />

verschei<strong>de</strong>n dan Breitner en Isaac Israëls, waren Breitner en Willem Witsen<br />

levenslang bevriend. Kort na elkan<strong>de</strong>r gestorven, von<strong>de</strong>n zij hun laatste<br />

307


ustplaatsen naast elkan<strong>de</strong>r. Op <strong>de</strong> Ooster-begraafpiaats te Amsterdam<br />

kunnen <strong>de</strong> nu beroem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rsnamen in een a<strong>de</strong>m gelezen wor<strong>de</strong>n. Als<br />

jongen heb ik W i 11 e m Witsen veel gezien, later hem mogen ontmoeten.<br />

Groot liefhebber van zwemmen (Zwam ik geregeld in <strong>de</strong> over<strong>de</strong>kte zwem-<br />

F. Bobeldijk, 1916, inktkrabbel naar Willem Witsen.<br />

inrichting aan „<strong>de</strong> Heilige Weg." ik had <strong>de</strong>ze zien bouwen op <strong>de</strong> plaats<br />

waar het ou<strong>de</strong> Amsterdamsche Spinhuis was gesloopt, slechts het fraaie<br />

poortje van Hendrik <strong>de</strong> Keyser bleef gespaard. Ik herinner mij niet alleen<br />

dat ik met mijn va<strong>de</strong>r een bezoek bracht aan het ou<strong>de</strong> cachot, maar in een<br />

mijner oudste schetsboekjes staan teekeningetjes van <strong>de</strong> massief eiken<br />

cel<strong>de</strong>uren, die met zware gren<strong>de</strong>ls en sloten waren overla<strong>de</strong>n, en als<br />

308


dingen uit een ver en romantisch verle<strong>de</strong>n (ten minste zoo leek het<br />

toen) mijn volle jongensbelangstelling had<strong>de</strong>n.<br />

De zweminrichting, <strong>de</strong> eerste over<strong>de</strong>kte die Amsterdam kreeg, was een<br />

groote attractie en ilk was een <strong>de</strong>r luidruchtigste bezoekers, maar<br />

zag ilk Willem Witsen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> douche staan, dan bond ik direct in,<br />

want wat <strong>de</strong>ze lange, sterkgebouw<strong>de</strong> man, die het zwartbehaar<strong>de</strong> hoofd<br />

wat <strong>voor</strong>over droeg, en die heel lang en schijnbaar onaandoenlijk on<strong>de</strong>r<br />

heete en bou<strong>de</strong> waterstralen stond, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunst van het schil<strong>de</strong>ren<br />

beteeken<strong>de</strong>, wist ik. Was <strong>de</strong> „Winter" in hef Ste<strong>de</strong>lijk Museum, het licht<br />

Willem Witsen, fragment van een ets, <strong>de</strong> Schaapher<strong>de</strong>r.<br />

309


esneeuw<strong>de</strong> huizenrijtje op <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Schans, dat zich op een druileriger<br />

doormiddag spiegelt in goor water waar ijsschollen drijven, niet een meesterwerk,<br />

waar wij, jongens, stil van wer<strong>de</strong>n, en was ik nu dit bewijs van eerbied<br />

niet evenzeer <strong>de</strong>n maker schuldig ? Een onzer had eens gezegd : „Zie, aan<br />

<strong>de</strong> rust, aan <strong>de</strong> waardigheid van dit schil<strong>de</strong>rij hun je zien dat <strong>de</strong> Witsen's<br />

in vorige eeuwen burgemeesters van Amsterdam waren." Dit werd gezegd<br />

tientallen jaren vóór geschreven werd „Amsterdam zien als een hooghartig<br />

patriciër, was een van <strong>de</strong> eigenschappen die Witsen lang had...."<br />

An<strong>de</strong>re eigenschappen, die wel eens te veel uitgespeeld wer<strong>de</strong>n ten opzichte<br />

van zijn olieverfschil<strong>de</strong>ren, waren zijn formidabele grafische kwaliteiten.<br />

Vooral wist hij door aquatint zijn zuiver gevoel <strong>voor</strong> valeurs in zijn<br />

etsen tot uiting te brengen. Zijn heele Dun<strong>de</strong> en distinctie maakte hij dienstbaar<br />

aan een uitbeelding van Amsterdam, die veel min<strong>de</strong>r spontaan engel is<br />

dan die van Breitner, maar die als zelfstandige vertolking haar plaats heeft<br />

naast die van Breitner, zooals een meer bezadig<strong>de</strong> natuur zich lean laten<br />

gel<strong>de</strong>n tegenover een driftig temperament.<br />

Hij is zeker niet alleen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rlijke vertolker van Amsterdam, maar hij<br />

is het ook, tusschen 1888 en '91, geweest van Lon<strong>de</strong>n, waarvan hij <strong>de</strong><br />

grootheid en het massale van bruggen en pleinen heeft gegeven met een<br />

macht, die hij later misschien niet meer had.<br />

Hij beeld<strong>de</strong> ook het landvolk, zwaar tegen <strong>de</strong>n avondhemel of fel in <strong>de</strong> zon<br />

van <strong>de</strong>n middag, met groote forschheid van silhouet. De inspiratie van<br />

Millet laat zich aflezen van zijn, overigens volkomen Hollandsche,<br />

schaapher<strong>de</strong>rs of aardappelenrooiers. Reeds met <strong>de</strong> eerste serie van zijn<br />

buitenfiguren, die hij in zijn doorwerkte etstechniek uitgaf, verkreeg hij <strong>de</strong><br />

aandacht van <strong>de</strong> picturale wereld.<br />

Als hij in later jaren aan pracht en <strong>voor</strong>al ook aan lust tot scheppen<br />

inboette, forceer<strong>de</strong> hij toch, door menig eenvoudig portret of bloemstuk,<br />

<strong>de</strong> achting, <strong>voor</strong> een nog steeds groot bunnen, van zijn pairs.<br />

Willem Witsen met iets van Thijs Marrs, zou een omschrijving kunnen<br />

zijn van het werk van een schil<strong>de</strong>r die wel eens een Amsterdamsche gracht<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, maar gewoonlijk aan <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong>ljken buitenkant van <strong>de</strong> stad zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerpen vond, indien niet met <strong>de</strong>n naam Eduard K a r s e n<br />

een sterk origineel talent werd aangeduid. Hij is <strong>de</strong> rustigste en meest<br />

in zichzelf besloten picturale persoonlijkheid van <strong>de</strong> Amsterdamsche School.<br />

Zijn duister palet is <strong>de</strong> uitdrukking van dwepen<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ongereptheid<br />

van boerenbehuizing en erf. Hij geeft <strong>de</strong> romantiek van zijn va<strong>de</strong>r<br />

Kasper, maar in een oneindig zwaar<strong>de</strong>ren tijd. Zijn schil<strong>de</strong>ring in toon,<br />

die op <strong>de</strong>n duur inboet aan klank, heeft een schoone gebon<strong>de</strong>nheid, die <strong>de</strong>n<br />

beschouwer tot mijmeren en droomen brengt. Een tegenbeeld van Isaac<br />

310


M. Bauer, krijtkrabbel, Benares.<br />

311


Israëls is <strong>de</strong>ze Eduard Kansen, die alles wat vluchtig is ontgaat, die met<br />

hardnekkigheid in zijn kleine schil<strong>de</strong>rijtjes het langzame nastreeft, en in een<br />

kunst, zon<strong>de</strong>r weidschheid, dieper tast dan op'teerstegezicht mogelijk schijnt.<br />

Aan <strong>de</strong> lichtlooze somberte waarin soms Kansen vervalt, doet het werk'<br />

van <strong>de</strong>n iets ou<strong>de</strong>ren, in 1857 geboren, Haagschen figuurschil<strong>de</strong>r M. v a n<br />

<strong>de</strong>r M a a r e 1, <strong>de</strong>nken.<br />

Deze heeft wel weidschheid, maar <strong>de</strong> doodsheid van zijn in al te<br />

gelijkmatige toets geschil<strong>de</strong>rd werk, maakt te zel<strong>de</strong>n plaats <strong>voor</strong> <strong>de</strong> diepe,<br />

fonkelen<strong>de</strong> kleur, die hij nastreeft.<br />

Aan Karsen's zorgvuldig architectuurschil<strong>de</strong>ren doet een enkele maal<br />

F l o r is V e r s ter <strong>de</strong>nken. Deze Lei<strong>de</strong>rsaar was een jaar eer<strong>de</strong>r dan<br />

Karren geboren, in 1861. Op een avondteekenschool kreeg het joggie les<br />

van <strong>de</strong>n jongen teekenleeraar Brenner. later zal hij in menig bloemstuk<br />

en stilleven diens schil<strong>de</strong>rdrift nabijkomen, als fonteinen van pralen<strong>de</strong><br />

kleuren ontspringen aan zijn palet. Maar er is ook een an<strong>de</strong>re Venster, die<br />

van <strong>de</strong> Leidsche stadsteekeningen of van het Oegstgeestsche buurtje. In dien<br />

Venster steekt iets van Karsen's zorgvuldigheid, hardnekkigheid en bezinning.<br />

Later, zullen stillevens als „<strong>de</strong> T innen Kannetjes" en „<strong>de</strong> Eieren"<br />

van die veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gezindheid blijk geven, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n rijkdom en <strong>de</strong>n gloed<br />

van zijn zware ron<strong>de</strong>n, groenen en gou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zooveel natuurlijker<br />

geboren, vroegere werken, te doen vergeten.<br />

M. Bauer, inktteekening, Russische be<strong>de</strong>laars.<br />

312


Keergin wij tot Amsterdam terug, dan weten wij dat in het Rijksmuseum<br />

<strong>de</strong> werken van Breitner en Bauer dicht bijeenhangen, en <strong>de</strong> kern vormen<br />

van <strong>de</strong> opstelling <strong>de</strong>r werken met <strong>de</strong> Amsterdamsche School. Want, hoewel<br />

Mari Alexan<strong>de</strong>r JacquesBauernietteAmsterdammaar<br />

te 's-Gravenpage geboren is, brillante studies maakte aan <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie en in het Pulchri-milieu zijn eerste ontwikkeling vond, is toch<br />

zijn latere grootheid aan Amsterdam gebon<strong>de</strong>n. Indien <strong>de</strong>ze reiziger, naast<br />

het Oosten, nog een tehuis gehad heeft dan is dat bij, of in, Rembrandt's stad.<br />

Reiziger ? Als geen an<strong>de</strong>r Hollandsch schil<strong>de</strong>r 1<br />

De gou<strong>de</strong>n Hoorn of <strong>de</strong> Nijl eerst, Moskou en het Kremlin, <strong>de</strong> Ganges en<br />

Benares later, om ten slotte <strong>de</strong> J3oroboedoer en Bali te bezoeken.<br />

„Om recht te genieten van Istamboel moet je een beetje verbeelding hebben,<br />

en steeds <strong>de</strong>n boel aanzien zooals het heeft kunnen zijn, en zeker ook<br />

geweest is, <strong>voor</strong> een paar hon<strong>de</strong>rd jaar."<br />

Naast verbeelding had Mari Bauer <strong>voor</strong>stellingsvermogen, dat oneindig meer<br />

waard is, en in een mate die hem waarlijk in staat stel<strong>de</strong> het parfum van<br />

het verle<strong>de</strong>n toe te voegen aan <strong>de</strong> lucht van het he<strong>de</strong>n. Geboren met een<br />

„teekenhand" zoo soepel, zoo vrij, zoo los, dat, ofwel hef lijntje van zijn<br />

krabbel alles en precies geeft wat het brein opnam, ofwel uit een gewirwar<br />

van streepjes wordt <strong>de</strong>n beschouwer <strong>de</strong> leus gelaten, waardoor <strong>de</strong>ze actief<br />

betrokken wordt in het werk, op <strong>de</strong> wijze van Rembrandt. Vanuit <strong>de</strong><br />

geboorte had hij vele gaven, maar zijn hooge en onwrikbare plaats in <strong>de</strong><br />

...<br />

e<br />

M. Bauer, teekening in inkt.<br />

313


kunst van zijn tijd en van zijn land verover<strong>de</strong> hij in een leven, dat zeldzaam<br />

uitsluitend aan <strong>de</strong>n arbeid werd gewijd. Gecultiveer<strong>de</strong> geest als<br />

weinigen, was zijn bree<strong>de</strong> en diepe beschaving <strong>de</strong> steun van zijn picturaal<br />

wezen, en niet omgekeerd. Zijn mondiale succes dankt hij aan zijn<br />

etswerk. Wij moeten terug tot Rembrandt om een grafisch oeuvre te<br />

vin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>zen snit. Zijn groote, zoo oneindig doorwerkte prenten<br />

hebben hun weerga niet.<br />

Fantastisch ? Men zij <strong>voor</strong>zichtig. Als het U gegeven was zijn schetsbla<strong>de</strong>n<br />

en notitieboekjes te doorbla<strong>de</strong>ren, ge zoudt U rekenschap geven<br />

van <strong>de</strong>n Hollandschen aard van zijn kunst, die uit <strong>de</strong> zuiverst opgenomen<br />

détails het geheel construeert. 'n Studiezin bleef tot het ein<strong>de</strong> van zijn bestaan<br />

levend in hem. Op zijn eerste reizen naar het verre Oosten noteert hij op het<br />

blauw-gelinieer<strong>de</strong> pocketbook in fijne lijntjes als van een etsnaald, met<br />

potlood of krijt, alles wat een zoekend en geboeid oog speurt in vreem<strong>de</strong><br />

grondformatie, won<strong>de</strong>rlijke architectuur of uitheemsche menschelijkheid.<br />

Hij doet dat aanvankelijk scherp en juist, om aan het eind van <strong>de</strong>n tocht,<br />

of bij een twee<strong>de</strong> reis, met enkele vlekken het schil<strong>de</strong>rij te noteeren dat hij<br />

er van zal maken. Het verwezenlijken, later in <strong>de</strong> Aer<strong>de</strong>nhoutsche of<br />

Amsterdamsche werkplaats, zal dan toch nog blijven hef hachelijk avontuur<br />

dat <strong>de</strong> geboorte van een Kunstwerk steeds is, en zal hem vaak het hoofd<br />

in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n doen nemen en uitroepen dat hij <strong>de</strong> ongelukkigste <strong>de</strong>r menschen<br />

is.... Maar het effect blijft luchtig en spelend, <strong>de</strong> smaak als van zoete<br />

confiture, <strong>de</strong> geur als van een bloem, terwijl alles een elegante allure heeft<br />

die wel eens misverstaan werd als zorgeloosheid. Meer toegewij<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<br />

dan Bauer is er in <strong>de</strong> school niet geweest, al was hij dan ook <strong>voor</strong>al graficus.<br />

Niet dat zijn schil<strong>de</strong>rijen in olieverf niet schoon en evocatief zijn, 'maar<br />

aan ets en waterverf teellening gaf zijn schrift een luister, die niet zoo gemakkelijk<br />

en natuurlijk van het olieverfpalet op het doer kwam. Hij<br />

werd een groot waterverfteekenaar, met <strong>de</strong>n nadruk op teekenaar. Want niet<br />

op <strong>de</strong> wijze van 'n Weissenbruch of 'n Neuhuys be<strong>de</strong>lt hij het papier, of<br />

beter, lost hij het papier op in <strong>de</strong> waterverf, maar zijn penseel streelt het<br />

vlak waarvan het wit tot leven wordt gebracht.<br />

ik wees er el<strong>de</strong>rs reeds op dat Bauer <strong>de</strong> Benige groote <strong>voor</strong>tzetter was van<br />

I3osboom's waterverf teehenen. Hij had met <strong>de</strong>n Haagschen grootmeester<br />

ook gemeen zijn zin <strong>voor</strong>, en kennis van, architectuur. In dit verband mag<br />

er op gewezen wor<strong>de</strong>n dat ook Breitner <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijke weergave van<br />

bouwkunst, gegrondvest op zijn kennis ervan, nastreef<strong>de</strong> en bereikte. De<br />

Nieuwe Kerb op <strong>de</strong>n Dam te Amsterdam is met juisten zin <strong>voor</strong> proportie en<br />

met volmaakte Dennis van het <strong>de</strong>tail, op het doek gekomen. Maar Bauer<br />

is een kundiger en vaardiger teekenaar, en hij noteert met natuurlijk gemak<br />

314


of •7<br />

M. Bauer, inktteekening.


alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elen van <strong>de</strong> meest uitheemsche bouwkunst, waarover hij in zijn<br />

aquarellen en etsen niet journalistisch verhaalt, maar ze opneemt in zijn<br />

picturale visie, waarin mensch en dier toch <strong>de</strong> hoofdrol vervullen : hef<br />

gedrang in <strong>de</strong> straten van Bagdad, <strong>de</strong> menigte die <strong>de</strong> Ganges afdaalt te<br />

Benares, kameelen bij Cairo, olifanten te Delhi, maar ook <strong>de</strong> Maleische<br />

die een bloem neerlegt bij diet I3ouddhabeeld. ...<br />

Hoe verschei<strong>de</strong>n toch is <strong>de</strong> individualiteit aan <strong>de</strong>ze picturaal verbon<strong>de</strong>nen!<br />

Naast Bauer op zijn tapijt uit <strong>de</strong> 1001 Nacht, <strong>de</strong> „boersche" instelling<br />

van 'n Poggenbeek, die bij zijn ]koebeesten en Dalveren blijft. G. J. H.<br />

Pogg e n b e e k blijft er waarlijk zoo dicht bij als een Mauve. Hij is<br />

mét zijn halveren in die sappige wei<strong>de</strong>n met dotterbloemen, die hij schoon<br />

uitbeeldt. Te jong gestorven, hij werd juist vijftig jaar, gaf hij <strong>voor</strong>al in<br />

waterverf <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid van vee en wei<strong>de</strong>, gras en hemel, tot die<br />

weel<strong>de</strong>rige volheid, die alleen hef Hollandsche pol<strong>de</strong>rland biedt.<br />

N i c. E a s t e r t, met Wien Poggenbeek zeven jaren samenwerkte,<br />

wiens invloed hij on<strong>de</strong>rging, en die met hem naar Frankrijk reis<strong>de</strong>, werd een<br />

kerngezond Hollandsch landschapschil<strong>de</strong>r. Sommigen prefereeren zijn eenvoudige,<br />

vroege studies, boven <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> riviergezichten als <strong>de</strong> Vecht. De<br />

besten er van hebben echter een frischheid in <strong>de</strong>n opzet, een hel<strong>de</strong>rheid in<br />

<strong>de</strong>n lichten<strong>de</strong>n wolkenhemel, een kristallijnen puurheid in het spiegelen<strong>de</strong><br />

water, die ze een aantrekkelijke natuurlijkheid geven.<br />

Die natuurlijkheid hebben ook <strong>de</strong> pretentielooze werken van J. H.<br />

W ij s m u 11 e r en <strong>de</strong> beste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> havengezichten van H. W. ,J a ns<br />

e n. Ook A. M. Gorter was een vaak gelukkig en steeds vaardig<br />

uitbeel<strong>de</strong>r van Gel<strong>de</strong>rsche dreven, Achterhoeksche boerenplaatsen, en van<br />

opgaand geboomte langs slootomran<strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n. Hij nam in <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

formatie een soortgelijke plaats in als T h eo ph i 1 e d e Bo c h<br />

in het Haagsche milieu....<br />

Mag ik ze weer opnemen in <strong>de</strong>n roem van <strong>de</strong> meesters, die tientallen van<br />

schil<strong>de</strong>rs die, min<strong>de</strong>r éclatant begenadigd dan hun gelukkiger confraters,<br />

het gros van het leger versterkten, dat <strong>de</strong>n opmarsch naar <strong>de</strong> schoonheid<br />

mogelijk maakte van een begaafd geslacht, dat na <strong>de</strong> Haagsche meesters<br />

gekomen, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming Amsterdamsche School wordt samengevat.<br />

Die opmarsch naar <strong>de</strong> schoonheid was echter niet zoo eensgezind en zoo<br />

eensgericht als die van <strong>de</strong> meesters <strong>de</strong>r Haagsche School. Het absolute<br />

schil<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> vorige generatie, waarin <strong>de</strong> kleur, geheel on<strong>de</strong>rworpen<br />

aan <strong>de</strong>n invloed van het licht, en waarin <strong>de</strong> lijn slechts <strong>de</strong>grees was tusschen<br />

kleur- en toonwaar<strong>de</strong>n, riep reacties op die, gevoed door literairen smaak,<br />

en door <strong>de</strong> van Engeland over Europa vaardig gewor<strong>de</strong>n belangstelling<br />

316


^r '^ ^ pittili`1^^► ^^/<br />

►<br />

,<br />

.,,<br />

^<br />

^+,+^^^^^l,^I<br />

^^^^<br />

^ l<br />

1,/,p,',//,'// ^ f/ti'i/lii'<br />

Il ^<br />

{ ^, i !Ii^ Ij^^^^ ^,<br />

, /^<br />

, ill/I II^ ^'^^ /II, /,,<br />

^Í1^,^,,^/.^<br />

► ,<br />

;1100,4A/it ^^1,-,l<br />

.<br />

^^ ^l^^ ^^ ^, ►<br />

s'y<br />

► !^ ^ ^^ ^I ^h, ^,^<br />

i ^ ^'<br />

r j,i,,,ti,/t,i1/,,<br />

I<br />

. ^.^ ^„, ^ ► ^<br />

Ill<br />

I . +tij(<br />

I<br />

^ ^•,^:<br />

111<br />

í<br />

^ ,i<br />

^<br />

,^ ^ ^ ^i^.<br />

.<br />

, ^^1+'^^ i ^^^ ^; ^<br />

`^^ ^<br />

Iiiii/i,,,it,i//,',,,/ ^^<br />

l ,<br />

^I,'l^ ^I^ ^, iii `<br />

^^^' ^^^^'^^<br />

+<br />

1.<br />

^<br />

^^<br />

^^, ^ ^r ^ , ^,<br />

,^,.^,^, I 1<br />

",^^, ^'i^^„f, ^^,,,^<br />

^^<br />

,I +' ^,+^^^ ^/^^ ' ^^^/<br />

^, ^ pi^ l ^ ! ^^^<br />

I^,^^<br />

^<br />

^ ^^'^^^<br />

;4,, ,',,i0i)1,),';,?(///,',/,<br />

'^,^<br />

,,^i^ ^<br />

^^ +l,^ ^,,,^Í ^<br />

^ ^ ^^,I^I r ' / ^^i,^<br />

^^<br />

^,; ^ ^^^<br />

4,i<br />

! ;^ , l, f' ,,, ^<br />

: I ^^;l ^^ ^^ ^^ ,<br />

^,•^^<br />

k'3;<br />

^,1/11,//ii-,11 1,1/<br />

r, ► ,^I,1 j ,<br />

►11 ^ r, , - lilrfi I / ^^^' ^^ i I, ^,^^^!^l^I^^<br />

,^ I,, ► ^ , . ,,l ^<br />

, l ' (+' ^II;,+i^'^^^!1, 01 '^•^I ^<br />

+^ f<br />

l I ' I^il , 1,,'l^i i<br />

^^<br />

'j ^IIII' I '^I^) ^' ^ '7J<br />

i ' + t<br />

i ^^l^ ^ ^ 1 ^/<br />

;<br />

( ^ ./^ ^<br />

^ ^ ^ I I, + ^ ► ;^ I,I ^ ^^ , + ' ^<br />

^ ,^ I I<br />

^Í , ► ^ ► ^,i^!'^^:,^ ^^^10 ^ ,, ,> >^ ,^ If<br />

^I, ^ ' I ^ ► ,I^I^I^1',';I^^^ ► ,;^^;, ,, JJ ; 1<br />

I,• , ^, f ' ( /+^^^^^^ !. ^^ ! ^1^^1 I;^ ..<br />

^ ^ ^,, Í^^^^', ^,^ , ,^^ Ih ^ ,I^<br />

1<br />

'<br />

: 0"1!;i , y. ^ ! ^^^ ” í^l'l^<br />

;1i-,I,,,^^s, l ,<br />

,<br />

tfli 1<br />

^<br />

?^^l^lj I a '^ 41^. (I<br />

\li<br />

^^^^<br />

,<br />

I 41';',;;;;<br />

+,, i,<br />

^,^ ^<br />

Ait<br />

^^^ ^I^<br />

^<br />

,^^Il<br />

^ ii ,^'<br />

i ^^ ^ ^,,^, ^ ^^^ +^ ^^^^ i ',<br />

^/ ^'^ '^^^^ i^<br />

I 4^^ /^/^, ,^ I ^( ^ ^^ , I ^I^ ^,<br />

^ ^` I^ ^<br />

l I ' ^, '^ ^ Í çl<br />

/^ , i r, I I^<br />

^ï►^ . -<br />

,–.<br />

t!'<br />

' ' ^/ ►<br />

'^^<br />

'4Jj1<br />

^ ;, ^<br />

itt<br />

^,<br />

^<br />

/<br />

IIi^<br />

!^ ^ ^,<br />

. ^ '^ ^ ^ ►<br />

N^ it /(4)1,', /'<br />

^ ^ - ^^<br />

^^ ^ l, I^r^<br />

pM^.!^i► ^^►,^^^ ,^^, ^^<br />

► ^ ^<br />

^^ ,r+:^ A/<br />

^„^:: :^•;^^I^I^ ^ '^^^^ i<br />

I<br />

^<br />

,<br />

^iir^^„^i^^^rl I^ (' II I+ 'I I<br />

"''i^^'^'i^:^ j ^^^ ^j<br />

^ f ^ f' I<br />

;i^^ ^;"'^^Í/^ll ^^^<br />

/ ^ ^^<br />

^i • /1:'1' 1I ;^^r^ i^!^%^^ ^`.Illl.+l ,!^I ^^•l / ^I^^I ^ I<br />

^^i^^^R iii^Ó! 7;^ ^^í^1 I l<br />

, ..,. :,r<br />

. ,,,<br />

Í rr ILfI ^ /^`^ j 'III<br />

'i ^t11^ ^„^:: ::i ii1^i"^^! ^^t/ ,^^'I<br />

^^ r.,<br />

. ^ ,:: , : ' ^'<br />

^ / 1I<br />

^^;; ^^ ^^ „^^^^r^. ^I'^► '^^1^+<br />

^.^.,^^^'^^ir^i'^^iN1'.,,,' I^IÍÍ^ ► 'l^ ^^'41 ^ ^ I<br />

j'^^^;;.;:^ . ^;;,.^.:^1^ ,<br />

,<br />

^^ I^ ^ r ^ ^ , ^Ir^^ ,,,,,• ^:^;;<br />

+ ^ I ^ ^<br />

^ ^ ^^i<br />

, ,.;,.,. . . - . ,, ;.: y^ II ' ^ , ,r^/ ' ^^ ^^'^'` 1 ^^,<br />

%.1,i;:',9-. ^ % ^ 'ï%^^ l ^,^ ^ 0 , 0'0 ^ 1 ! I^^^ ^1^'<br />

^, ► ^%^..''..f!,..:',/<br />

I 1'<br />

,,,..^<br />

. ^ , ^ ^ ^ ^ I ^I ^^<br />

:i^^;^^'^,i^i,^: l ^ ,<br />

1, 1 +<br />

: , . ^I'I,+`'',I'^' ^<br />

^ ! ,^ I<br />

r ,^'';' ^^ ' , ^^ ^ g' # ^ ^ ^^^i+, ^<br />

^ ^+ ^^^ ^<br />

^^^ r ^';'^,j l,' ,I o^ 04 1/ 01110 ^,^ I I r ,^^ ^<br />

, :..: ,,, ^ ;, ; ” ^'^' . 1 ^'; ^^ ^ ^ I (^' 1 t,<br />

^r i<br />

^ ",,., ^'i , (^, ►^^^ , ^^I^ ^<br />

► Í ^^<br />

^^^<br />

^.^<br />

4#/'<br />

^1;;' l ';: ' '^ U lv ^^<br />

'<br />

' ^^ ^+^^^ , ^i,^ ,<br />

I^ r, ^ „I{^ 1^ l ^ ^, 1 ^1 ^ 1 ^ ^'^<br />

^^ ^/ ^ '^ • ^^I^^, ^( i^<br />

♦ ^ ,<br />

. 4,0;ii ^^, l l^i`,<br />

^^ ^^' 1 ^ , ^l, ^ I ^^ ^<br />

^ ^,^


<strong>voor</strong> <strong>de</strong> nijverheidskunsten, aan het on<strong>de</strong>rwijs en aan <strong>de</strong> lijn, nieuwe<br />

waar<strong>de</strong> toeken<strong>de</strong>n.<br />

Als in <strong>de</strong> Amsterdamsche School zuivere impressionnisten, als Breiteer<br />

en Isaak Israëls, <strong>voor</strong>aan gingen, dan zullen er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs van<br />

1880 ook zijn als Veth en Haverman, Derkin<strong>de</strong>ren en<br />

Too r o p, die niet als zoodanig bunnen wor<strong>de</strong>n aangemerkt.<br />

Wantrouwend, evenzeer tegenover <strong>de</strong> volstrekte weergave <strong>de</strong>r impressionnisten<br />

aan het zichtbare schoone, als tegenover <strong>de</strong>n uitsluiten<strong>de</strong>n hartstocht<br />

van het schil<strong>de</strong>ren, bomt een kritische zin tot uiting, die literaire<br />

werkzaamheid bij hen oproept.<br />

Een enkele, Jacobus van Loo y, hoog begaafd schil<strong>de</strong>r, wordt<br />

dit in <strong>de</strong> Dogen van het publiek, als hij <strong>de</strong> schrijfpen ter hand neemt,<br />

zóó indrukwekkend, dat hij in zijn schil<strong>de</strong>ren met verf en penwelen,<br />

wordt on<strong>de</strong>rschat.<br />

Y a n <strong>de</strong>r V a 1 k is misschien <strong>de</strong> eerste die naar pen en schrijfpapier<br />

grijpt; Jan V e t h is zeker niet <strong>de</strong> minste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schrijvers in „<strong>de</strong><br />

Nieuwe Gids", en <strong>de</strong> Weekbla<strong>de</strong>n „<strong>de</strong> Amsterdammer" en „<strong>de</strong> Kroniek"<br />

wij<strong>de</strong>n kolommen aan schil<strong>de</strong>rsbewon<strong>de</strong>ringen, schil<strong>de</strong>rsverontwaardigingen,<br />

en bijten<strong>de</strong> satire.<br />

Mais tout cela, eest une autre histoire, waarover in een volgend hoofdstuk<br />

verhaald zal wor<strong>de</strong>n.<br />

Floris Verster, krijtkrabbel.<br />

318<br />

rio-vr^^ V/t..o' .


I<strong>de</strong>ffectiolirme -


Jan Veth, inktschets, Prof. C. H. Bakker.<br />

320


VIII.<br />

Het intellectualisme en <strong>de</strong> nijverheidskunsten lei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>treffelijke<br />

kTachien Van <strong>de</strong>n hoJIieg win het Ho1Iidiehe<br />

schil<strong>de</strong>ren af.<br />

e indruk, dien het werk van een kunstenaar op <strong>de</strong>n tijdgenoot<br />

maakt, wordt vaak me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong> eigenschappen<br />

van <strong>de</strong>n kunstenaar op an<strong>de</strong>r gebied dan het zijne. Treffen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

heb ik daarvan aan te wijzen. Een portret van Jan Veth was <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

„ontwikkel<strong>de</strong>n" beschouwer omhangen met veel van <strong>de</strong> „brio" van <strong>de</strong><br />

persoonlijkheid van <strong>de</strong>zen, naar zoo vele zij<strong>de</strong>n begaaf<strong>de</strong>n, man. Vóór<br />

zij hef zagen had<strong>de</strong>n velen reeds een <strong>de</strong>nkbeeld omtrent een nieuw werk<br />

van <strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r, wiens ponst-politiele gaven heel groot waren.<br />

Niet alleen dat <strong>voor</strong> velen het eens geklasseer<strong>de</strong> reeds waar<strong>de</strong>vol is, maar<br />

het zien met <strong>de</strong> hersens is nu eenmaal <strong>voor</strong> meer<strong>de</strong>ren gemakkelijker dan<br />

het zien met <strong>de</strong> ooggin.<br />

Geslachten die een kunstenaar niet hebben gekend, zijn persoonlijke charme<br />

niet hebben on<strong>de</strong>rgaan, begrijpen dan ook vaak weinig of niets van <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>ering door <strong>de</strong>n tijdgenoot. Het beste <strong>voor</strong>beeld dat mij nu <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

geest komt is, wat genoemd zou Dunnen wor<strong>de</strong>n, het misverstand Mignard.<br />

En Rigaud, én Largillire prefereert nu ie<strong>de</strong>reen, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>rs<br />

ten tij<strong>de</strong> van Lo<strong>de</strong>wijk XIV, boven Pierre Mignard, die blijkens onwraakbare<br />

getuigen, door <strong>de</strong> tijdgenooten boven <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> meesters gesteld<br />

werd. Als in zijn „les Caractères ou les Moeurs" La Gruyére schrijft: „V.<br />

est un peintre, C. un musicien, et l'auteur <strong>de</strong> Pyrame est un poète ; mais<br />

Mignard est Mignard, Lolly est Lolly et Corneille est Corneille", dan geeft<br />

hij hierme<strong>de</strong> uitdrukking aan <strong>de</strong>n indruk, die <strong>de</strong> blijkbaar overrompelen<strong>de</strong><br />

persoonlijke eigenschappen van Mignard, wiens werken door het nageslacht<br />

als te zoet en als zon<strong>de</strong>r karakter wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong>n<br />

tijdgenoot maakten.<br />

Simplistisch <strong>de</strong>nken velen: een knap man moet, als hij schil<strong>de</strong>rt, ook een<br />

knap schil<strong>de</strong>r zijn.<br />

Simplistisch is het echter ook, als het publiek gemakshalve een veelzijdig<br />

kunstenaar klasseert, acht slaan<strong>de</strong> op één zij<strong>de</strong> van zijn begaafdheid en<br />

werkzaamheid. De Fransche schrijvers beschouw<strong>de</strong>n lang <strong>de</strong>n auteur van<br />

21 321


„Dominique", Eugne Fromentin, als een schil<strong>de</strong>r, terwijl <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs in<br />

hein <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>n schrijver zagen. Ook J a c. v an Loo y heeft ten<br />

onzent hieron<strong>de</strong>r gele<strong>de</strong>n en zijn ergernis niet <strong>voor</strong> zich kunnen hou<strong>de</strong>n.<br />

Bij herhaling heeft hij zich beklaagd dat het publiek hem on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Hollandsche<br />

schrijvers van hooggin rang had geplaatst, maar daarme<strong>de</strong> dan ook<br />

van hem af wil<strong>de</strong> zijn. Gaarne werd volop eer gegeven aan <strong>de</strong>n schrijver van<br />

„Jaapje", „<strong>de</strong> Nachtcactus" of „het Stierengevecht", maar dit ging dan<br />

z.i. ten hoste van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering, waarop hij zelf meen<strong>de</strong> recht te hebben<br />

als schil<strong>de</strong>r. Die placht was niet ongegrond, en hef on<strong>de</strong>rschatten van fac.<br />

van Looy als schil<strong>de</strong>r, hield verband met'n zelf<strong>de</strong> soort simplisme dat vaal<br />

een artist, op straffe van broo<strong>de</strong>loosheid, in een genre knel<strong>de</strong>, dat vrij<br />

willekeurig door het publiek werd aangewezen : Mauve moest schapen<br />

schil<strong>de</strong>ren, en Willem Marts koeien, want, zoo re<strong>de</strong>neer<strong>de</strong>n vele tentoonstellingbezoekers<br />

in hun on<strong>de</strong>rbewustzijn : „Er is mij alles aan gelegen<br />

dat ik op een expositie reeds in <strong>de</strong> verte zien lean wie <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r van een<br />

schil<strong>de</strong>rij is. Waar zou 't naar toe gaan als ik een Mauve niet herlen<strong>de</strong> of<br />

mij in een Willem Marts vergiste ? Den stijl, het schrift van <strong>de</strong>n meester<br />

kan ik toch niet herbennen, maar zijn on<strong>de</strong>rwerpen kan ik tenminste<br />

onthou<strong>de</strong>n." Schil<strong>de</strong>rs die zich, via <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l, dit publieke<br />

standpunt lieten opdringen, hebben hiervan, ten koste van hun lunst,<br />

vaak financieele vruchten geplukt.<br />

Het opsluiten van een schil<strong>de</strong>r in een genre heeft, ik heb het vaak gezien,<br />

groote bezwaren. Men moet een zeer krachtige persoonlijkheid zijn om zich<br />

niet in een genre te verarmen, maar om in een beperking rijk te zijn, en het<br />

te blijven. Zeldzaam zijn b.v. <strong>de</strong> uitsluiten<strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>rs die zich<br />

van gemanieerdheid vrijhou<strong>de</strong>n, als zij niet geregeld een heilzame vlucht<br />

nemen in een geheel an<strong>de</strong>r genre. Wijs zijn <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>rs die, na lang<br />

achtereen zwarte jassen geschil<strong>de</strong>rd te hebben, naar bloemen grijpen om<br />

in die kleurigheid zich <strong>de</strong> Dogen te spoelen.<br />

On<strong>de</strong>r het publiek zijn er die weten, dat het <strong>voor</strong>tgezet portretschil<strong>de</strong>ren<br />

in vele gevallen een zekere matheid bij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r tengevolge heeft,<br />

en doen daarom portretbestellingen bij landschapschil<strong>de</strong>rs. Zoo eenvoudig<br />

is dat ook weer niet, maar T h o 1 e n heeft, van <strong>de</strong> opinie dat alleen<br />

iemand die zoo nu en dan een portret schil<strong>de</strong>rt, het aantrekkelijk doen<br />

lean, geprofiteerd.<br />

De z.g. contemporaine kunstkritiek in dagblad, tijdschrift en ook een<br />

enkele maal in lossen brochurevorm, heeft in <strong>de</strong>n tijd dat ik haar heb Dunnen<br />

volgen, nooit iets goeds, maar wel veel verwarring gesticht.<br />

De beste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> critici had<strong>de</strong>n steeds het oog gericht op <strong>de</strong> literatuur.<br />

De schil<strong>de</strong>r Termeulen heeft, in een Gidsartikel van 1874 reeds, en later<br />

322


nog eens in '79, <strong>de</strong> stem van <strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r doen hopren : „dat een<br />

schil<strong>de</strong>rij als kunstweik waarh<br />

bezit, alleen in zooverre er zichtbaar<br />

schoon aanwezig is dat in<br />

woor<strong>de</strong>n niet is uit te drukhen."<br />

Aphoristisch, en bij wijze van<br />

bouta<strong>de</strong>, zou men kunnen zeggen<br />

dat van schil<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> in<br />

omgekeer<strong>de</strong> verhouding staat tot<br />

wat er over geschreven kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Termeulen haalt een geval aan van<br />

iemand, die zich buitengewoon belachelijk<br />

maakte door een schil<strong>de</strong>rij<br />

met alle macht op te hemelen om<br />

een heele geschie<strong>de</strong>nis, die, n.b. hij<br />

zelf er bij fantaseer<strong>de</strong>, en tenslotte<br />

uit te roepen : „Ziet mijne heerera,<br />

dat is schil<strong>de</strong>ren I"<br />

Termeulen meen<strong>de</strong> dat uit het<br />

kamp <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rs wel eens het<br />

antwoord mocht Domen : „Neen<br />

mijnheer I dat is schrijven I"<br />

WAS Fv- BOWEL<br />

E306-ÇBINIDER<br />

KERKSTRAAT 53<br />

AMSTBRDAM<br />

Theo Molkenboer, affiche. iche.<br />

In 1892 schreef Jan Meth een boekje om Derkin<strong>de</strong>ren's wandschil<strong>de</strong>ring<br />

in het Bossche Stadhuis aan te prijzen, dat direct daarop door <strong>de</strong>n heer<br />

van Duyl in een tegenbrochure niet zeer steekhou<strong>de</strong>nd werd bestre<strong>de</strong>n.<br />

Ik herlas <strong>de</strong>zer dagen Veth's geschriftje, dus ongeveer een halve eeuw na<br />

zijn uitkomen, en proef<strong>de</strong> <strong>de</strong>n wrangen smaak van een niet verwezenlijkt<br />

i<strong>de</strong>aal dat ik, zoo tusschen <strong>de</strong> 20 en 25 jaar, ten <strong>de</strong>ele me<strong>de</strong> had bele<strong>de</strong>n.<br />

Hef kan niet ontkend wor<strong>de</strong>n dat het impressionnisme <strong>de</strong>r Haagsche en<br />

Amsterdamsche school, zoo omstreeks 1900, vaak een benepen tyrannie<br />

uitoefen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> tentoonstellingsjurys en in <strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l.<br />

Tot <strong>de</strong> jongeren van die dagen, die hiertegen in verzet kwamen, behoor<strong>de</strong><br />

Theo Mo 1 k e n b o e r, mijn eerste leermeester. Zijn wat archaïseerend<br />

werk is <strong>de</strong> eerste invloed dien ik in <strong>de</strong> Dunst on<strong>de</strong>rging, en die een<br />

afspiegeling vond in mijn allereerste portretjes.<br />

Theo Molkenboer's lot zou droevig zijn.<br />

Pinnig bekampt door <strong>de</strong> „uitsluiten<strong>de</strong>" schil<strong>de</strong>rs, niet gesteund door <strong>de</strong><br />

in <strong>de</strong>n grond gelijkgezin<strong>de</strong>n, brachten zijn geteeken<strong>de</strong> en gelithografeer<strong>de</strong><br />

portretten het niet tot <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering die Veth's en Haverman's werken<br />

323


verkregen. Zijne in hout gesne<strong>de</strong>n of op steen geteeken<strong>de</strong> affiches, fiches, wer<strong>de</strong>n niet<br />

met die van Cachet of Dysselhof op een lijn gesteld. Zijne pogingen om goed<br />

en goedkoop meubilair te vervaardigen, gingen on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> algemeene mislukking<br />

van Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n's sociale on<strong>de</strong>rnemingen. Jong verbitterd,<br />

verloor Theo Molkenboer echter <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>n strijd tegen zichzelf. In een<br />

laatste worsteling tegen <strong>de</strong> tuberculose, dolf hij op 49-jarigen leeftijd het<br />

on<strong>de</strong>rspit. Zijn dood te Meran, vervreemd van zijn vrien<strong>de</strong>n, maakte <strong>de</strong>n<br />

indruk van een verlossing.<br />

blaar in <strong>de</strong>n tijd waarover ik nu schrijf lag dit alles nog in <strong>de</strong>n schoot van <strong>de</strong><br />

duistere Nemesis. Molkenboer had toen het belangrijke portret van <strong>de</strong>n<br />

Jezultenpater van Schijn<strong>de</strong>l geschil<strong>de</strong>rd, het affiche <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n boekbin<strong>de</strong>r<br />

Em. van Bommel in langs-perenhout gesne<strong>de</strong>n, en zijn frissche, goedjeschreven<br />

eerste opstellen in „Van Onzen Tijd" waren verschenen.<br />

Het kon wel niet an<strong>de</strong>rs, of ook <strong>de</strong> jonge beweging in <strong>de</strong> „Arts en Crafts"<br />

en haar rationalistische theorieën, door velen hier te lan<strong>de</strong> rond 1900 met<br />

bracht en geest ver<strong>de</strong>digd, moest ook jonge schil<strong>de</strong>rs meesleepen. Daarbij<br />

kwam een waarlijk fanatieke, door <strong>de</strong> triomf van het impressionnisme als<br />

reactie opgeroepen, bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Pre-Rafaëlitische meesters. Met<br />

<strong>de</strong>zen bedoel ik niet <strong>de</strong> Engelsche imitatoren, die zijn hier eigenlijk nooit<br />

geheel gewaar<strong>de</strong>erd, daar<strong>voor</strong> waren zij al te weinig „schil<strong>de</strong>rs", maar <strong>de</strong><br />

meesters <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw, Vlaamsche en Italiaansche.<br />

Stern voel<strong>de</strong>n in die dagen mijn me<strong>de</strong>leerlingen en ik, <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> aan<br />

vijftien<strong>de</strong>-eeuwsche kunstwerken van ons Rijksmuseum. Wel maakte Dr.<br />

Pit in die dagen een aanvang met <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> sculptuur en <strong>de</strong> meubels<br />

uit <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>neeuwen, een opstelling waaruit <strong>voor</strong> het eerst een Noord-<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche school random het fragment <strong>de</strong>r „musiceeren<strong>de</strong> engelen"<br />

in het licht zou komen, maar afgezien van Geertgen tot St. Jans, was ons<br />

schil<strong>de</strong>rijenbezit uit dien tijd vrij pover. Mijn lieve Va<strong>de</strong>r zal nooit precies<br />

hebben bunnen weten wat hij zijn jongen gaf, toen een reisje naar Brugge,<br />

Genten Antwerpen hem <strong>de</strong> kunstschatten van Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> Dogen stel<strong>de</strong>.<br />

En wat Italië betreft ? ik herinner mij scherp, hoe op een zomermiddag<br />

op hef terras van Americain, Theo Molkenboer op het cafétafeltje een rolletje<br />

uit Rome open<strong>de</strong> en aan fan Kalf en Gust. van Erven Dorens (<strong>de</strong><br />

latere directeuren van het Rijksbureau <strong>voor</strong> <strong>de</strong> monumentenzorg en het<br />

Openluchtmuseum), en ook aan mij, <strong>de</strong> eerste foto's toon<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

frescos van Pinturicchio, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kaiklaag van <strong>de</strong> Borgiavertrekken van<br />

het Vaticaan juist te <strong>voor</strong>schijn gehaald.<br />

Het fotografeeren van kunstwerken maakte groote vor<strong>de</strong>ringen en <strong>de</strong> reproductietechnieken<br />

gingen met <strong>de</strong>n dad <strong>voor</strong>uit. Héél fraaie boeken verschenen,<br />

waarin plastische kunstwerken in lichtdruk, z.g. heliogravure,<br />

324


gcrcprcducccrd wcricn, nvv fri els Mets ham tcn hp meer gedrukt<br />

wordt. Deze en an<strong>de</strong>re technieken zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n vulgariseeren<strong>de</strong>n druk<br />

van <strong>de</strong>zen tijd te postbaar gewor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kundige retoucheurs er<strong>voor</strong> vereischt,<br />

zijn in Frankrijk zelfs uitgestorven. Uiterst vaardige itihografen<br />

verzorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kleurenlitho's, in <strong>de</strong> Kostbare werken die <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratieve ponst<br />

<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>bije eeuwen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oogen van <strong>de</strong>n kunststu<strong>de</strong>nt bracht. De<br />

kunstenaars grepen met hun enthousiasme en hun spontaneïteit in <strong>de</strong><br />

grafische technieken in. De stempelband werd door <strong>de</strong>n ontwerper zelf in<br />

hout gesne<strong>de</strong>n, het programma of <strong>de</strong> verpakking door hem zelf op steen<br />

gebracht, maar <strong>de</strong> beroepslithografie ging, toen zij teruggedrongen werd<br />

naar het min<strong>de</strong>re en minste werk, langzaam ten gron<strong>de</strong>.<br />

In ste<strong>de</strong> <strong>de</strong> kun<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze artisans aan te wen<strong>de</strong>n bij hef op steen brengen<br />

van kunstenaarsontwerpen, wer<strong>de</strong>n zij door Prinzipienreiterei buiten het<br />

werk gesteld. ,laren lang heeft men maar steeds met stelligheid herhaald dat<br />

Dürer's houtsne<strong>de</strong>n door hem zelf gesne<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n, terwijl toch Passavant<br />

(1787-1861) reeds onomstootelijk vaststel<strong>de</strong> dat het niet waar was, en dat<br />

hij zijn werk uitgaf aan, ten <strong>de</strong>ele bij name benen<strong>de</strong>, beroepsgraveurs.<br />

Het intellectualisme en <strong>de</strong> beweging in <strong>de</strong> kunstnijverheid bei<strong>de</strong>, hebben<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>rsbegaafdheid onheil gesticht. Zij brachten<br />

Benige schil<strong>de</strong>rs van beteekenis uit hun baan en an<strong>de</strong>ren geheel uit hun werk.<br />

't Eerste is het dui<strong>de</strong>lijkst waar te nemen in <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong>n zoo<br />

hoog begaaf<strong>de</strong>n Brabanter, Anton Oerhin<strong>de</strong>ren.<br />

In <strong>de</strong> jeugd schil<strong>de</strong>rt Derkin<strong>de</strong>ren het portret van een prelaat <strong>de</strong>r Premonstratensers<br />

van <strong>de</strong> Abdij van Heeswijck, dat tot <strong>de</strong> beste beeltenissen<br />

behoort van <strong>de</strong>n tijd. Hij verrast met het zoo schil<strong>de</strong>rachtigegroote processiestuk,<br />

door Mgr. Klönne <strong>voor</strong> het Bagijnhof besteld. De schil<strong>de</strong>r is in dit<br />

waarlijk monumentale werk <strong>de</strong> kameraad en me<strong>de</strong>strij<strong>de</strong>r van Brenner,<br />

of van welken an<strong>de</strong>ren grootgin schil<strong>de</strong>r, uit <strong>de</strong> school dien U zoudt willen<br />

noemen. 't Groote doel, dat in<strong>de</strong>rtijd in zoo fraai licht indrukwekkend hing<br />

in het Ste<strong>de</strong>lijk Museum te Amsterdam, werd, na <strong>de</strong>n dood van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r,<br />

door <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> zorgen ( ?) van vrien<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong> slechtste belichting die <strong>de</strong>nkbaar<br />

is in <strong>de</strong> herkaan het Bagijnhof weggezet, on<strong>de</strong>r het pretext dat het daar<strong>voor</strong><br />

geschil<strong>de</strong>rd was, alsof <strong>de</strong> uitvoering niet heel ver boven <strong>de</strong> opdracht reikte.<br />

't Is in <strong>de</strong> hal van het Bossche Raadhuis dat <strong>de</strong> onbe<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

noodlottige vergissing, die tegen 1900 het wandschil<strong>de</strong>ren tot een af zon<strong>de</strong>rlijk<br />

soort schil<strong>de</strong>ren proclameer<strong>de</strong>, hef dui<strong>de</strong>lijkst tegemoet bomt. Zelfs in <strong>de</strong>n<br />

wat vervuil<strong>de</strong>n en verbruin<strong>de</strong>n staat, is <strong>de</strong> z.g. „eerste Bossche wand" een<br />

kunstwerf van hooggin rang, schoone gedachten wor<strong>de</strong>n er zuiver picturaal<br />

vertolkt in een toon en schil<strong>de</strong>rtrant, die volkomen aansluiten bij <strong>de</strong> meesters<br />

van Holland. In bree<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring staan tafereelen <strong>voor</strong> ons, die ons tref-<br />

325


G. W. Dysselhof, , in houtgesne<strong>de</strong>n vignet <strong>voor</strong> „Kunst en samenleving."<br />

fen door <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, in een tijd dat zijn Dunst volledig<br />

ontplooid was. 't Fransche <strong>voor</strong>beeld van Puvis <strong>de</strong> Chavannes is<br />

volkomen op <strong>de</strong>n achtergrond gebleven en <strong>de</strong> eigen Hollandsche aard<br />

spreekt zich uit in teekening en schil<strong>de</strong>ring.<br />

Draait <strong>de</strong> beschouwer zich om en richt hij zijn blikken naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

zij<strong>de</strong>, dan is <strong>de</strong> désillusie volkomen. Links van ons schil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> confrater<br />

en <strong>de</strong> tijdgenoot van een Breitner (die overigens <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>r figuren<br />

poseer<strong>de</strong>), rechts houdt <strong>de</strong> archeologisch geschool<strong>de</strong> literator een re<strong>de</strong>voering.<br />

Van toonschil<strong>de</strong>ring geen spoor. Schoone gedachten ? Ili wil het graag<br />

aannemen, maar tusschen <strong>de</strong>n eersten en <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n Bosschee wand is<br />

<strong>de</strong> groote schil<strong>de</strong>r ten on<strong>de</strong>r gegaan in <strong>de</strong>n theoreticus en oudheidkenner.<br />

Wat moet er in <strong>de</strong> meest volmaakte goe<strong>de</strong> trouw, gelezen, bekeken en<br />

besproken zijn, om palet en penwelen zóó terug te dringen, en een groot<br />

picturaal talent <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Hollandsche school verloren te doen gaan.<br />

Tot het publiek drong dit aanvankelijk niet door. De intellectueelen, die<br />

<strong>de</strong> pers in han<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, verdubbel<strong>de</strong>n hun lofza ngen bij <strong>de</strong> onthulling van<br />

<strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n wand. Hoe zou 't publiek ook <strong>de</strong> „pastiche" in stijl, van dit<br />

en an<strong>de</strong>r werk, gewaar wor<strong>de</strong>n ? De kostbare uitgaven met reproducties<br />

van mid<strong>de</strong>neeuwsche wandschil<strong>de</strong>ringen, als die van Gilot, Didot en Laf116,<br />

k wamen niet on<strong>de</strong>r zijn oogen, en daar alles er zorgvuldig uitzag en zelfs<br />

„dui<strong>de</strong>lijker" was dat op <strong>de</strong>n eersten wand, gaven velen zich gaarne over<br />

aan verklaren<strong>de</strong> teksten en brochures. Lezen is altijd gemakkelijker dan<br />

326


Prof. Dr. A. Derkin<strong>de</strong>ren, vignet <strong>voor</strong> „Gijsbrecht van Aemstel".<br />

zien. 't Zijn <strong>de</strong> bemoeienissen van <strong>de</strong>n knappen Jan Veth, die het mis<br />

verstand accentueer<strong>de</strong>n. Hij werd <strong>voor</strong> zijn getheoretiseer in zijn eigen werk<br />

gestraft, dat op <strong>de</strong>n duur aan picturale Kwaliteiten verloor toen hij zijn<br />

bree<strong>de</strong> kwasten verwissel<strong>de</strong> <strong>voor</strong> fijne penseeles, en kleur niet meer zag<br />

toen hij een wit boord vergrauw<strong>de</strong>, een zwarte jas vervaal<strong>de</strong> en het incarnaat<br />

verbruin<strong>de</strong>, zoodat er van spontanen schil<strong>de</strong>rsblik, als die uit zijn vroeg<br />

portret van <strong>de</strong>n jongen Verwey sprak, eigenlijk niets meer overbleef. Toch<br />

is Jan Veth <strong>voor</strong> onze cultuur van heel groote beteekenis geweest en dat<br />

niet alleen als schrijver en kunsthistoricus, maar ook door <strong>de</strong> lange reeks<br />

van beeltenissen van Hollandsche intellectueelen van zijn tijd, aan wie hij<br />

geestelijk verwant was, en ze dus, begrijpend, hos uitbeel<strong>de</strong>n. Min<strong>de</strong>r<br />

schil<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> Josselin <strong>de</strong> Jong of Thérse Schwartze, heeft hij <strong>voor</strong>al in<br />

knappe lithografieën scherpe karakterteekeningen gemaakt, waardoor<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Alberdingk Thijm in zijn stu<strong>de</strong>ervertrek, Cuypers aan zijn<br />

teekentafel, <strong>de</strong> jongere Schaepman gebogen over zijn schrifturen, <strong>de</strong> geleer<strong>de</strong><br />

Winkler boven <strong>de</strong> microscoop en zoovele an<strong>de</strong>ren, zullen blijven leven.<br />

Veth's ingrijpen in <strong>de</strong> kunstnijverheidsbeweging 1900, waarvan hij <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>alen, maar ook <strong>de</strong> misvattingen, <strong>de</strong>el<strong>de</strong>, Ikon niet gelukkig zijn.<br />

De fern van het misverstand was dat men een scheiding beproef<strong>de</strong> tusschen<br />

327


hythme en emotie en men overeenkwam te spreken en te schrijven over :<br />

een rhythmische of <strong>de</strong>coratieve, en een emotioneele of vrije lunst.<br />

't Is nu wel dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>eling kunstmatig en gevaarlijk was.<br />

Immers, rhythmische kunst die geen emotie wekt is geen Dunst, terwijl<br />

emotioneele kunstwerken zon<strong>de</strong>r rhythme, niet bestaan.<br />

Er is echter maar één schil<strong>de</strong>rkunst, maar één<br />

beeldhouwkunst.<br />

De dwaling „vlakke figuren" (in een afschuwelijk misverstand „gestyleer<strong>de</strong><br />

figuren" genoemd) ten spijt, is het nu al wel zeker dat slechts die <strong>de</strong>coratieve<br />

lunst in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw in haar volle waar<strong>de</strong> zal blijven, die haar vast<br />

verband met <strong>de</strong> lunst tout-court had behou<strong>de</strong>n. Want wandschil<strong>de</strong>rkunst<br />

en bouwbeeldbouwkunst hebben slechts te maken met <strong>de</strong>n mensch en zijn<br />

plaats in <strong>de</strong> wereld. En of in een zekeren tijd <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r dat standpunt<br />

uiteenzet op doer in een lijst, of op 'n muur, mag en han in wezen geen<br />

verschil maken.<br />

Daarom is <strong>de</strong> strenge scheiding tusschen rhythmiek en emotie, gebon<strong>de</strong>nheid<br />

en vrijheid, Kunstmatig en gevaarlijk, al blijft het waar dat een wandschil<strong>de</strong>ring<br />

allicht een meer apparent rhythme zal te zien geven dan een<br />

schil<strong>de</strong>rij, een verplaatsbaar wandvlak.<br />

Dat er een <strong>de</strong>coratieve schil<strong>de</strong>rstijl zou bestaan naast een an<strong>de</strong>ren vrijen<br />

schil<strong>de</strong>rtrant, is even dwaas als te spreken van een religieuzen naast een<br />

profanen stijl.<br />

Tusschen <strong>de</strong>n stijl van een kerkelijk en een profaan bouwwerk is, noch in <strong>de</strong><br />

vroege noch in <strong>de</strong> late Mid<strong>de</strong>neeuwen wezenlijk verschil. Als het <strong>de</strong> tijd is<br />

<strong>voor</strong> eene weel<strong>de</strong>rige, beweeglijke en overdadige vormgeving wordt er geen<br />

verschil gemaakt tusschen <strong>de</strong> versieringswijzen van een kerk en van een<br />

paleis. Als het tijd is <strong>voor</strong> rococovormen dan wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze toegepast bij het<br />

maken van stoelen, maar evenzeer bij het ontwerpen van altaren. De mid<strong>de</strong>neeuwsche<br />

beeldbouwers <strong>de</strong>r cathedralen, rond 1400, hebben geen twee stijlen:<br />

een <strong>voor</strong> heiligen en een an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> vorstenbeeltenissen, evenmin als Bernini's<br />

St. Theresia er an<strong>de</strong>rs uitziet dan zijn buste van <strong>de</strong>n jongen Lo<strong>de</strong>wijk XIV.<br />

Een even groote dwaling, niet min<strong>de</strong>r gepropageerd in <strong>de</strong>n tijd waarover wij<br />

schrijven, is <strong>de</strong> meering dat <strong>de</strong> aan te wen<strong>de</strong>n techniek, als zoodanig,<br />

van veel invloed is op <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratieve vormen.<br />

De historie leert het an<strong>de</strong>rs. Tusschen een vroeg-mid<strong>de</strong>neeuwsche schil<strong>de</strong>rin<br />

en een vroeg-mid<strong>de</strong>neeuwsch wandtapijt is geen verschil in stijl. Een Vlaamscheg<br />

uit <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw geeft ôfgetuigenis van Italianismo, dat ook<br />

schil<strong>de</strong>rijen te zien geven, ofwel 't is in <strong>de</strong> taal van Pieter Breughel geweven.<br />

Tusschen een altaarretabel (schil<strong>de</strong>rij) van Giotto en een wand<strong>de</strong>coratie<br />

(fresco) van <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n meester, is geen wezenlijk on<strong>de</strong>rscheid. Een schil<strong>de</strong>rij<br />

328


van Botticelli in <strong>de</strong> Uffizi te Florence en een wandschil<strong>de</strong>ring van meester<br />

Sandro in <strong>de</strong> Sixtina te Rome, vertoont geen stijlverschil. Zoo zijn ook <strong>de</strong><br />

weinige tafelschil<strong>de</strong>ringen aan Michel Angelo toegeschreven, naar <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

principes geschil<strong>de</strong>rd als zijn groote fresco's.<br />

Een geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>coratie van Boucher en een gobelin van <strong>de</strong>n zelf<strong>de</strong>n<br />

schil<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheidt men slechts van zeer dichtbij, als men <strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n<br />

van het weefsel kan zien. Zoo zijn <strong>de</strong> figuurtjes van dieren en jagers op een<br />

Perzische miniatuur, volkomen gelijk aan die op hun tapijten.<br />

Heel iets an<strong>de</strong>rs is het natuurlijk, vast te stellen dat er dingen zijn die meer<br />

geschikt t zijn blijvend op een wand te staan, dan op 'n schil<strong>de</strong>rijdoek te<br />

wor<strong>de</strong>n geworpen. In het algemeen zal statistische rust beter bij een wand<br />

passen dan dynamische bewogenheid. Ooh vraagt het van dichtbijzien<br />

van een schil<strong>de</strong>rij meer détailuitwerking en laat het een meer ingewikkeld<br />

rhythme toe dan een wandschil<strong>de</strong>ring, waar juist het rhythme eenvoudiger<br />

en <strong>de</strong> massawerking krachtiger moet zijn. Zoo is eerigothisch ivoren beeldje<br />

dat met <strong>de</strong> hand betast kan wor<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong> uitvoering meer gekeerd naar het<br />

analytische, terwijl een steepen beeld uit <strong>de</strong>nzeif<strong>de</strong>n tijd in een portaalnis<br />

geplaatst, iets meer naar het synthetiseeren<strong>de</strong> zal gaan ; maar nog eens :<br />

geen wezenlijk stijlverschil.<br />

Er zijn geen twee beeldhouwkunsten en twee schil<strong>de</strong>rkunsten. Er is maar<br />

an schil<strong>de</strong>rtaal in een tijd en in een land, zooals er maar an spreektaal<br />

<strong>voor</strong> een volk in een perio<strong>de</strong> is. Zij die meenee dat er een profane taal en een<br />

religieuze taal is, vergissen zich, en hebben bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> verzuchting<br />

opgeroepen : verlos ons van <strong>de</strong>n preektoon. Er is maar één leven<strong>de</strong> wijze<br />

van spreken, over welk on<strong>de</strong>rwerp en <strong>voor</strong> welk doel dan ook. Natuurlijk<br />

blijft er : het accent.<br />

Als het <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> taal is die van mensch tot mensch gebruikt wordt om onze<br />

gedachten over te brengen, en die van <strong>de</strong>n mensch tot <strong>de</strong> menigte wordt<br />

gesproken, dan is het dui<strong>de</strong>lijk dat langzaam en met nadruk het woord<br />

gevoerd wordt in een groote zaal.. Langzaam en met nadruk hebben <strong>de</strong><br />

meester-schil<strong>de</strong>rs uit alle tij<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n wand <strong>de</strong> ééne schil<strong>de</strong>rtaal gesproken.<br />

Een an<strong>de</strong>r gelief<strong>de</strong> vergissing dier dagen: versierend werk moet op <strong>de</strong> plaats<br />

zelf wor<strong>de</strong>n gemaakt, is als uitspraak al evenmin juist.<br />

Viollet-le-Duc heeft opgemerkt dat aan <strong>de</strong> sculpturen van het Parthenon<br />

détails <strong>voor</strong>komen die alleen door <strong>de</strong> vogels gezien wor<strong>de</strong>n. Dat is juist.<br />

Maar hij had er bij kunnen opmerken dat dit ook het geval is met <strong>de</strong><br />

versieren<strong>de</strong> beeldhouwkunst <strong>de</strong>r door hem zoo vereer<strong>de</strong> cathedralen. 't Zou<br />

<strong>de</strong> moeite zijn er over na te <strong>de</strong>nken of die <strong>de</strong>elgin van versieringen, die <strong>de</strong><br />

beschouwer op <strong>de</strong>n begaven grond niet ziet, geheel <strong>voor</strong> hem, en <strong>voor</strong> het<br />

werk, verloren zijn. Zou <strong>de</strong> onbaatzuchtigheid, het e<strong>de</strong>lmoedige élan<br />

329


waarme<strong>de</strong> versier<strong>de</strong>rs zich geheel geven aan <strong>de</strong> ciselure van een monument,<br />

buiten <strong>de</strong> optische waar<strong>de</strong>, geen beteekenis hebben ?<br />

De plaats waar <strong>de</strong> kunstenaar zijn versierend werk maakt is alleen geestelijk<br />

genomen streng omschreven, hij bou<strong>de</strong> zich aan <strong>de</strong> plaats die <strong>de</strong> bouwmeester<br />

hem aanwijst, hij aanvaar<strong>de</strong> <strong>de</strong> plaats die hem in het orkest wordt<br />

toegewezen. Maar het schil<strong>de</strong>ren of beeldhouwen op <strong>de</strong> plek waar het<br />

schil<strong>de</strong>r- of beeldhouwwerk moet wor<strong>de</strong>n aangebracht heeft vaak veel, en<br />

ook wel eens alles, tegen.<br />

Dat wat er vóór zou zijn aan te voeren : <strong>de</strong> kunstenaar in het bouwwerf<br />

zelf arbei<strong>de</strong>nd, geeft zich eerst recht rekenschap van het effect van zijn<br />

werk, is maar heel zel<strong>de</strong>n waar.<br />

Steigerhout onttrekt vaak <strong>de</strong>n wand, en altijd het plafond, aan zijn blikken.<br />

Gewoonlijk ziet <strong>de</strong> <strong>de</strong>corateur op <strong>de</strong> steigers heel weinig van zijn werk,<br />

maar bijna nooit vindt hij daar <strong>de</strong> rust en <strong>de</strong> concentratie, <strong>voor</strong> zulken<br />

arbeid een allereerste behoefte. Een hoovaardig kunstenaar op <strong>de</strong>n steiger<br />

is als <strong>de</strong>corateur gevaarlijker dan in zijn atelier.<br />

De <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n zijn er dan ook te over, dat <strong>de</strong> geest van het ter plaatse<br />

ontstane werk oneindig min<strong>de</strong>r op zijn plaats is, dan b.v. <strong>de</strong> <strong>de</strong>coraties<br />

van Puvis <strong>de</strong> Chavannes, die steeds in <strong>de</strong> rustige sfeer van zijn atelier<br />

wer<strong>de</strong>n geschil<strong>de</strong>rd, zelfs wel <strong>voor</strong> bouwwerken die hij nooit had gezien,<br />

zooals b.v. <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> te Boston. Om dit te Dunnen doen is slechts<br />

eene elementaire architectonische opleiding noodig, die <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r of beeldhouwer<br />

in staat stelt bouwkundige teelleningen te hunnen lezen, als voedsel<br />

<strong>voor</strong> zijn verbeeldingspracht.<br />

Dit zijn zoo Benige van <strong>de</strong> misvattingen die bij het <strong>de</strong>coratieve streven<br />

„1900" behoor<strong>de</strong>n. De grootste misvatting was echter misschien dat men<br />

<strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re opvattingen verhief tot eeuwige en onvergankelijke principes.<br />

De bracht van <strong>de</strong> beweging, dat zij alles wat zij verkondig<strong>de</strong> als onwrikbare<br />

beginselen huldig<strong>de</strong>, was in <strong>de</strong>n grond haar zwakte. In perfecte goe<strong>de</strong> trouw<br />

meen<strong>de</strong>n velen dat nu ein<strong>de</strong>lijk d e stoel was ontworpen, het vrouwecostuum<br />

was gesne<strong>de</strong>n, d e letter was geteekend I Dat vijf jaren reeds lang<br />

was <strong>voor</strong> een mo<strong>de</strong> werd wel toegegeven, maar ontkend werd dat <strong>de</strong> boekinbinding<br />

naar „<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> beginselen van het boekbin<strong>de</strong>n" een mo<strong>de</strong> was,<br />

dat het in ahornhout snij<strong>de</strong>n van een aanplakbiljet wel eens zou gaan<br />

vervelen, dat goe<strong>de</strong>, met „pen en gat" geconstrueer<strong>de</strong> meubelen, door een<br />

jonger geslacht als afschuwelijk verou<strong>de</strong>rd zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

Als wij het nu be<strong>de</strong>nken wat een schil<strong>de</strong>r als Klaas van Leeuwen 'n energie<br />

heeft verloren aan het teelenen van leerstellige wandplaten en stijve monogrammen,<br />

en wat er in het algemeen verspild werd aan <strong>de</strong> eendagsvlieg<br />

330


het affiche, dan is het moeilijk recht te doen aan <strong>de</strong> overtuig<strong>de</strong> en toegewij<strong>de</strong><br />

dienaren van een beweging, die toch <strong>voor</strong>tbracht <strong>de</strong> falence van het<br />

vroege Rozenburg van Colenbran<strong>de</strong>r, een rijk gebatikt Kamerschut als<br />

dat <strong>de</strong>r paarlhoen<strong>de</strong>rs, van Dysselhof en een prachtige teekening als die<br />

van <strong>de</strong>n Katwijkschen visscher, op het beste „plakat" dat in Holland gemaakt<br />

werd, door Jan Toorop.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kunstenaars van het eeuwein<strong>de</strong>, die zich op an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong><br />

oerou<strong>de</strong> Hollandsche wegen bewogen, had Jan Too r o p, in scheppend<br />

vermogen en in lyrische vervoering, zijn gelijke niet.<br />

De schil<strong>de</strong>rkunst heeft hij in alle richtingen verkend. Hij zag <strong>de</strong> natuur<br />

Jan Toorop, meisjeskopje.<br />

331


doordringend en zuiver, <strong>de</strong> Thames, het Katwijksche strand of <strong>de</strong> Domburgsche<br />

duinen. Hij leek naar buiten met <strong>de</strong> half toegeknepen Dogen van<br />

<strong>de</strong>n impressionnist, maar achter <strong>de</strong> gesloten oogle<strong>de</strong>n blikte hij diep in <strong>de</strong><br />

wereld van <strong>de</strong>n droom. Hij troffel<strong>de</strong> <strong>de</strong> verf op het doek of stipte <strong>de</strong> kleur<br />

op hef paneel, hij wiesch in papier of streel<strong>de</strong> met waskrijt over carton.<br />

Hij kerf<strong>de</strong> met zwart tot het gruizel<strong>de</strong> in zijn han<strong>de</strong>n of blies <strong>de</strong> fijnste<br />

grijzen over het glas.... maar steeds wist hij met zijn werk <strong>de</strong> verbeelding<br />

van zijn tijdgenooten te prikkelen.<br />

Het aesfheticisme eener eindigen<strong>de</strong> wereld is hij met zijn grafische symboliek<br />

tegemoet getre<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> uiterste grenzen van eenera verfijn<strong>de</strong>n smaak.<br />

Elbe materie was hem een willig medium. Tot verhoog<strong>de</strong> schoonheid werd<br />

het licht als het veel door gebrandschil<strong>de</strong>rd glas van Jan Toorop. Droge<br />

naald en ets, houtsne<strong>de</strong> en litho, had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> hem geen geheimen. Hij<br />

ciseleer<strong>de</strong> en emailleer<strong>de</strong>, sneed in har<strong>de</strong> pate <strong>de</strong> gevoeligste bas-reliefs<br />

en in sextiel mo<strong>de</strong>leer<strong>de</strong> dij <strong>de</strong> krachtigste verbeeldingen.<br />

Aan vignet en boekband, aan programma en affiche gaf hij zijn krachten,<br />

en waartoe hij in staat was zegt ons het elegante slaoliebiljet, het nerveuze<br />

affiche <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrouwebeweging en <strong>de</strong>n reeds genoem<strong>de</strong>n Katwijkschen<br />

visscher.<br />

Mid<strong>de</strong>n in Toorop's leven staat zijn overgang naar het Catholicisme, die<br />

een gebeurtenis werd van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van Von<strong>de</strong>ls toetreding in <strong>de</strong> 17<strong>de</strong><br />

eeuw. Het aanvaar<strong>de</strong>n van Toorop's overgang wordt ie<strong>de</strong>r gemakkelijk<br />

gemaakt, die <strong>de</strong>nken wil aan <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> vlucht die sindsdien zijn werk nam,<br />

aan <strong>de</strong> groote hoeveelheid arbeid die hij verrichtte en die bij alle verschei<strong>de</strong>nheid<br />

van opgave en oplossing een bewon<strong>de</strong>renswaardige eenheid kreeg.<br />

Zijn felle en meesleepen<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>ngestalten ontston<strong>de</strong>n toen. Zijn portretten<br />

wer<strong>de</strong>n rustiger en dieper : Pater Raaymakers behoort tot <strong>de</strong> schoonste<br />

beeltenissen van <strong>de</strong>n tijd.<br />

Klaar<strong>de</strong>r en eenvoudiger wer<strong>de</strong>n zijn symbolieke teekeningen, want hoe<br />

modieus en gekunsteld wordt niet „<strong>de</strong> Tuin <strong>de</strong>r Weeëre", vergeleken bij hei<br />

onvolprezen „Brugge of <strong>de</strong> God<strong>de</strong>lijke Lief<strong>de</strong>gang"; zijn fantasie heeft nu<br />

een bedding, zijn verbeelding haar grenzen gevon<strong>de</strong>n....<br />

En toch, als U zich nu <strong>de</strong>n enormer bijval herinnert die in aesthetiseeren<strong>de</strong><br />

Dringen, en ver daarbuiten, Toorop's werk verkreeg, dan komt U dat reeds<br />

nu moeilijk begrijpelijk <strong>voor</strong>. Er was in Toorop's wezen een element van<br />

modieusheid, dat <strong>de</strong>nken doet aan <strong>de</strong>n uitroep van <strong>de</strong>n driejarigen Alfred<br />

<strong>de</strong> Musset: „DépêcheZ-voos donc manvan, mes souliers neufs seront vieux I"<br />

zóó ongeduldig was het jongetje om zijn roo<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne schoentjes <strong>de</strong>n<br />

volke te tonnen. Toorop's roo<strong>de</strong> schoenen hebben hun aantrekkingskracht<br />

reeds verloren.<br />

332


Jan Toorop, schets naar Hugo Verriest.<br />

333


Wat er van hem gebleven is, is dat, wat boven <strong>de</strong>n tijdgeest uitgegroeid,<br />

rij f t naar een gaaf Ne<strong>de</strong>rlandsch vijf tien<strong>de</strong>-eeuwsch verle<strong>de</strong>n. Zijn werk<br />

won aan beteekenis, naar <strong>de</strong> mate het zich hechtte aan <strong>de</strong>n aard van land<br />

en volk. Want <strong>de</strong> greep naar het monumentale en samenvatten<strong>de</strong>, hield hij<br />

steeds meer terug <strong>voor</strong> analytische vormomschrijving, en dit streven bindt<br />

hem aan alle groote Ne<strong>de</strong>rlandsche kunstenaars van verle<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n.<br />

Toorop moge dan het teelenen van een loop bij <strong>de</strong>n ooghoek of een neusvleugel<br />

beginnen, <strong>de</strong> bril van <strong>de</strong> Koningin-Moe<strong>de</strong>r werd als een tegenbeeld<br />

van <strong>de</strong> oogglazen van van Eyck's kannunnik van <strong>de</strong> Paele.<br />

Hoe het Ne<strong>de</strong>rlandsche realisme het merg was van het beste <strong>de</strong>el van zijn<br />

lunst, is goed te zien in het werk van zijn imitatoren en epigonen, die<br />

meen<strong>de</strong>n oogera zon<strong>de</strong>r traanbuisjes, of luipen zon<strong>de</strong>r mondhoeken te hymnen<br />

teekenen.... in Toorop's stijl.<br />

Aan het eind van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw hebben <strong>de</strong> wetenschappen een vrij<br />

scheppen in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst eer<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>n weg gestaan. De archeologie,<br />

ik merkte het naar aanleiding van het historieschil<strong>de</strong>ren op, was <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

eer<strong>de</strong>r tegenovergesteld. Rijpend inzicht in wat <strong>de</strong> Dunsten ons in het<br />

verle<strong>de</strong>n reeds brachten moet eclectisch of archai'seerend werken : het<br />

schouwen en het scheppen, dat een mystische drang is, zijn<br />

van verschillen<strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

Waar zij niet scherp uiteengehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, vloeit het leven weg.<br />

R. N. R o 1 a n d Ho 1st ' s oeuvre geeft een dui<strong>de</strong>lijk beeld van <strong>de</strong><br />

vermenging van schouwen en scheppen in <strong>de</strong>n trant <strong>de</strong>r Pre-Rafaelieten.<br />

Zijn kunst was, als die van <strong>de</strong> nu te zeer verguis<strong>de</strong> Engelschen, een i nz<br />

i c h t, met literaire smaak en overtuiging <strong>voor</strong>gedragen.<br />

Zij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs die het minst dachten maar het meest zagen,<br />

hebben <strong>de</strong> grootste lans door hun werk te blijven leven. Als zij, vrij van<br />

eclectisme en archaisme, met oorspronkelijke schil<strong>de</strong>rsdrift, als mystisch<br />

gedwongenen, aan het werk zijn in <strong>de</strong> ware bedding <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rkunst,<br />

wars van on<strong>de</strong>rwijzen en prediken, dan zullen hun werken, indien <strong>de</strong>ze<br />

slechts feesten <strong>voor</strong> d e o o g e n zijn, <strong>de</strong> wisselen<strong>de</strong> inzichten ten<br />

spijt, blijvend wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

6,2,<br />

334


Jc&[()ereIJeIl 9z-


Lizzy Ansingh, teekening naar The'rése Schwartze.<br />

336


IX.<br />

Nooit in <strong>de</strong> kunsthistorie, en nergens ter wereld, verover<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>ressen een zoo volkomen gelijkheid met <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r,<br />

als in onzen tijd in Holland.<br />

Qns hoofdleeraarschap aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

en Technische Wetenschappen te Rotterdam bracht Ferdinand<br />

G. W. Ol<strong>de</strong>welt en mij in <strong>de</strong> jury <strong>voor</strong> <strong>de</strong> laatste vierjaarlijksche, in die<br />

stad gehou<strong>de</strong>n. Zij werd ingericht in <strong>de</strong> lokaliteiten van het ou<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>miegebouw<br />

aan <strong>de</strong> Coolvest.<br />

't Was bij die gelegenheid, en daar, dat ik kennis maakte met Thérè,se<br />

Schwartze. 1k zag haar toen <strong>voor</strong> het eerst. Natuurlijk stond mij haar<br />

jeugdige zelfportret in <strong>de</strong> Uffizi te Florence, waar zij met typisch gebaar<br />

van <strong>de</strong> rechterhand <strong>de</strong>n blip beschut tegen het hoog invallend licht van het<br />

atelier, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest. Ooh len<strong>de</strong> ik foto's uit lateren tijd. Maar ik had mij<br />

toch niet heelemaal <strong>voor</strong>gesteld dat zij zoon pittig, kernachtig, parmantig<br />

vrouwtje gebleven was. On<strong>de</strong>r haar loopgin door <strong>de</strong> zalen tikte zij met een<br />

stokje op <strong>de</strong>n vloer en was een en al belangstelling.<br />

ik wist dat zij als jong meisje in Parijs eens van zich zelf geschreven had:<br />

„Gif wilt weten hoe ik er uitzie ? Wel als altijd: sproeterig, klein, mager,<br />

leelijk met uitpuilen<strong>de</strong> Dogen (geen zwarte) en een bleeke gelaatskleur.<br />

Voila Thérèse Schwartze". 't Was nu op haar vier-en-zestigsten jaar nog<br />

dui<strong>de</strong>lijk te zien dat zij zich <strong>de</strong>ze coquetterie toen kon veroorloven.<br />

Te Rotterdam, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> genoeglijke déjeuners, die nu eenmaal bij<br />

jurywerk behooren, had ik <strong>de</strong> meest levendige sympathie <strong>voor</strong> Thértse<br />

van Duyl-Schwartze, die onze maaltij<strong>de</strong>n geestelijk en geestig presi<strong>de</strong>er<strong>de</strong>,<br />

ook al omdat Willem Witsen, die een man van <strong>de</strong> wereld was, haar die<br />

plaats overliet. Thérse had niets van een Rosa Bonheur, die in mannenkleeren<br />

in het atelier meen<strong>de</strong> te moeten rondloopen en zware sigaren rookte<br />

om, in dien tijd dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> vrouw steeds als dilettante werd<br />

aangezien, <strong>voor</strong> vol te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n.<br />

Zeper, in vorige eeuwen zijn kunstenaressen in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rscholen<br />

van Europa aan te wijzen, waaron<strong>de</strong>r Mad. Vigee-Lebrun in<br />

Frankrijk en Angelica Kauffmann in Duitschland, misschien <strong>de</strong> meeste<br />

vermaardheid verwierven.<br />

22 337


In 1938 werd bij gelegenheid <strong>de</strong>r Frans Hals-tentoonstelling te Haarlem<br />

bijzon<strong>de</strong>r licht geworpen op Hals' <strong>voor</strong>treffelijke leerlinge Judith Legster,<br />

<strong>de</strong> latere „mevrouw" Jan Mierse Molenoer.<br />

Hoe in 1881 schil<strong>de</strong>ressen en haar werk ten onzent wer<strong>de</strong>n besproken,<br />

moge het volgen<strong>de</strong> wel zeer verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> proza van Johan Gram U leergin:<br />

„Wie lent het begaafd trio niet, <strong>de</strong> dames Bakhuyzen, Adriana Haanen en<br />

Marguerite Roosenboom, die met zooveel virtuositeit het lieflijk genre van<br />

bloemen en vruchten beoefenen. In smaakvolle rangschikking en verschei<strong>de</strong>nheid<br />

geven zij elkaar weinig toe, maar in opvatting zijn zij zoo<br />

verschillend, dat een kenner niet licht <strong>de</strong> rozen of druiven van juffrouw<br />

Roosenboom met die van bare bei<strong>de</strong> me<strong>de</strong>-kunstenaressen verwarren zal.<br />

De composities van juffrouw Adriana Johanna Haanen<br />

(geb. 1814 te Oosterhout) zijn dikwerf uitgebrei<strong>de</strong>r dan die harer twee<br />

kunstzusters; ik herinner mij gele en ron<strong>de</strong> rozen van haar, zoo magistraal<br />

getoetst, het losse, doorschijnen<strong>de</strong> en <strong>de</strong> fijne schakeeringen zoo heerlij<br />

teruggeven<strong>de</strong>, dat men aan verf noch penseelgin meer dacht. In hare fruitstudiën<br />

bereikt juffrouw Haarsen soms eene bracht en diepte, die het door<br />

haar beoefend genre hoogere waar<strong>de</strong> schenken."<br />

„Juffrouw Gerardine van <strong>de</strong> San<strong>de</strong> Bakhuyzen (geb.<br />

1835 te 's-Gravenpage) is hierin haar evenknie.<br />

Zoo gezond, frisch en natuurlijk schil<strong>de</strong>rt en teekent zij bare bloemen en<br />

vruchten, dat men een bezoek van <strong>de</strong> vogelen <strong>de</strong>s hemels uit hef sprookje<br />

van Apelles niet onverwacht zou vin<strong>de</strong>n".<br />

„Het schoonti talent van Juffrouw Margaretha Roosenboom<br />

(geb. 1843 te 's-Gravenhalte) lean, dunkt mij, niet beter en gunstiger gekenschetst<br />

wor<strong>de</strong>n dan door pare treffen<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij „Herinnering", ter<br />

Rotterdamsche tentoonstelling van 1879. Rozen en klimop slingeren zich<br />

om een guitare, <strong>de</strong>els met rouwfloers be<strong>de</strong>lt. Het geheel trekt onweerstaanbaar<br />

aan door <strong>de</strong>n heerlijken toon en het fijngevoelige <strong>de</strong>r opvatting.<br />

Hare rozen zijn min<strong>de</strong>r kleurig, het bijwerf is stiller en ge<strong>de</strong>mpter, soms<br />

doet <strong>de</strong> olijfkleurige toon <strong>voor</strong> overdrijving vreezen, maar over het geheel<br />

heeft <strong>de</strong> fijne, tee<strong>de</strong>re opvatting van juffrouw Roosenboom's scheppingen<br />

<strong>voor</strong> mij eene zeldzame aantrekkingskracht." ,<br />

„Als men juffrouw Haarsen noemen en over j uffrouw Maria Vos<br />

(geb. 1824 te Amsterdam) zwijgen wil<strong>de</strong>, zou het zijn alsof men Aagje<br />

Delen van Betje Wolff scheid<strong>de</strong>. Bei<strong>de</strong>n toch, <strong>de</strong> dames Haarsen en Vos,<br />

zijn eveneens door innige vriendschap aan elkaar verbon<strong>de</strong>n, bewonen<br />

één huis te Oosterbeek, hebben één gezamenlijk atelier en, zou men haast<br />

bij het aanschouwen van enkele harer werken zeggen, schil<strong>de</strong>ren van één<br />

palet."<br />

338


„In het schil<strong>de</strong>ren van stillevens vindt men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tegenwoordige schil<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong> weerga<strong>de</strong> niet van juffrouw Maria Vos. Haar kloeke, echt artistieke<br />

opvatting herinnert aan onzen Weenix en Heda. Niet min<strong>de</strong>r uitmuntend<br />

van uitvoering dan van tegenstelling van kleuren, behoren bare spreken<strong>de</strong><br />

zonnige stillevens het oog door hunne groote natuurlijkheid en prachtigen<br />

toon. Verbeeld u eene eetzaal met vakken door <strong>de</strong>ze vier dames beschil<strong>de</strong>rd;<br />

stel u daarin een wel<strong>voor</strong>zienen disch <strong>voor</strong>, waaraan het begaafd quartet<br />

gezeten is, dat even eenvoudig en beschei<strong>de</strong>n is als bare lunst boeiend en<br />

schitterend.”<br />

„Niet min<strong>de</strong>r belend en geëerd dan <strong>de</strong>ze kunstenaressen, is Mevrouw R o nn<br />

e r-K n i p (geb. 31 Mei 1821 te Amsterdam) te Brussel, <strong>de</strong> populaire<br />

dierenschil<strong>de</strong>resse, die een veel moeilijker genre beoefent. Slechts door<br />

studie <strong>de</strong>r anatomie, <strong>de</strong> volledige kennis van het dier, dat men wil afbeel<strong>de</strong>n,<br />

door het geduldig toezien en <strong>de</strong> fijne waarneming zijner bewegingen en<br />

eigenaardighe<strong>de</strong>n, is het mogelijk, het volkomen natuurlijk weer te geven.<br />

Een figuurschil<strong>de</strong>r han mo<strong>de</strong>llen nemen, geeft <strong>de</strong>zen <strong>de</strong>n stand dien hij<br />

verlangt en brengt het daarme<strong>de</strong> een heel eind ver. Natuurlijk is ook het<br />

mo<strong>de</strong>l slechts een gebrekkig hulpmid<strong>de</strong>l, en waar het op <strong>de</strong> uitdrukking<br />

van een gemoedstoestand, op actie aankomt, moet <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> éérste<br />

plaats weten en gevoelen, hoe hij dit zal <strong>voor</strong>stellen, en han hij het mo<strong>de</strong>l<br />

vóór hem slechts met omzichtigheid raadplegen."<br />

„In dit moeilijk genre nu heeft mevrouw Ronner het zéér ver gebracht,<br />

en <strong>voor</strong>al het leven <strong>de</strong>r Fatten zoo nauwlettend ga<strong>de</strong>geslagen, dat zij ons<br />

die in alle stan<strong>de</strong>n en steeds even waar <strong>voor</strong>stelt. Daarbij is zij coloriste,<br />

zoodat elk karakterstukie ook in dat opzicht veel aantrekkelijks heeft.<br />

Haar dieren-epos is nimmer uitgeput. Tellens voegt zij er een geestig<br />

couplet big, en telkens zijn wij opnieuw verrast door eene of an<strong>de</strong>re boze<br />

streek harer guitige latjes. Welk eene studie en <strong>voor</strong>tdurend ga<strong>de</strong>slaan en<br />

339


onthou<strong>de</strong>n, eer men in staat is, <strong>de</strong> als kwikzilver zoo bewegelijke diertjes<br />

op hef doek te brengen ; want ie<strong>de</strong>reen begrijpt, dat van gezet schil<strong>de</strong>ren<br />

naar het leven hier geen sprake han zijn."<br />

„Van al <strong>de</strong>ze dames is mejuffrouw T h é r é s e S c h w a r t z e, dochter<br />

van wijlen <strong>de</strong>n beken<strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r, zeker <strong>de</strong> jongste. Zou men het<br />

ae kleine tengere gestalte aanzien, dat zij het penseel zoo kloek,<br />

als 't ware mannelijk hanteert ?"<br />

De laatste opmerking is mogelijk nog het meest verou<strong>de</strong>rd, want niemand<br />

in Holland twijfelt eraan, dat vrouwen Inwasten en penwelen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

kracht en breedheid voeren als mannen.<br />

De <strong>voor</strong>treffelijke portretschil<strong>de</strong>r John George Schwartze (1815-1874)<br />

„wiens zelfportret zoo iets boeiends van opvatting, zoo iets grootsch van<br />

schil<strong>de</strong>ring bezit, zooiets zielsvols in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>dracht" (Mej. G. H. Marius),<br />

werd te Amsterdam <strong>de</strong> „stichter" van het hoofdste<strong>de</strong>lijk schil<strong>de</strong>rsgeslacht,<br />

waaraan zijn dochter Thérése zoo grooten luister zou brengen : Thérése<br />

Schwartze immers werd, na <strong>voor</strong>tgezette studie te Munchen bij Lenbach<br />

en te Parijs bid Bonnat, <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>res bij uitnemendheid in <strong>de</strong> eerste<br />

„Wilhelmijnsche perio<strong>de</strong>". Een uiterst vlot talent maakte haar bij uitstek<br />

tot <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>res van het representatieve portret van mannen, die in haar tijd<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond tra<strong>de</strong>n, als een minister van Tienhoven, een architect<br />

Dr. Cuypers, een generaal Joubert, een presi<strong>de</strong>nt Kruger en niet min<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> vrouwen uit <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> en aristocratische kringen van Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Met psychologisch inzicht en met grooten smaak stelt zij haar mo<strong>de</strong>llen<br />

en leunt in <strong>de</strong>compositie vaak aan tegen <strong>de</strong> groote Engelschen. Op Hollandsche<br />

wijze wordt het licht een rol toebe<strong>de</strong>eld, die <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> plastiek<br />

op een afstand ten goe<strong>de</strong> bomt. In <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> olieverf is zij een<br />

virtuoze, zij kent door en door die moeilijke en vaak verra<strong>de</strong>rlijke stof,<br />

die zij geheel naar <strong>de</strong>n aard op het doer brengt. Zon<strong>de</strong>r bitume, maar<br />

in een even warmen toon, staat ongebarsten en onverkleurd haar werk<br />

nu nog in volle pracht, niet omdat zij an<strong>de</strong>re, betere verf gebruikte dan<br />

haar confraters, maar omdat zij beter schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, d.w.z. het <strong>voor</strong>tdurend<br />

overschil<strong>de</strong>ren vermeed en onnoodig zwaar impasto niet aanwend<strong>de</strong>.<br />

In 1885 begon Thérése Schwartze <strong>de</strong> verovering van haar bril lante<br />

pasteltechniek, welke <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> vele kin<strong>de</strong>rportretten bijzon<strong>de</strong>r gelukkig<br />

toepassing vond. Het pastelportret, in bezit van Arti et Amicitiae, van<br />

H. M. <strong>de</strong> Koningin is een <strong>voor</strong>treffelijke staal van haar kunst en wel even<br />

belangrijk als het groote portret <strong>de</strong>r Vorstin <strong>voor</strong> Mecklenburg, in olieverf<br />

geschil<strong>de</strong>rd.<br />

De herinnering aan <strong>de</strong> groote schil<strong>de</strong>res, uit 1916 te Rotterdam, hangt<br />

340


<strong>voor</strong> mij vast aan wat ik het inci<strong>de</strong>nt van het „conclave" <strong>voor</strong> <strong>de</strong> medailles<br />

zou willen noemen. Het was <strong>de</strong> plompe, vierkante aankomst van Tholen,<br />

die met meer okehhddighatd dan noodig was, tot uitdrukking bracht dat lui<br />

zich slechts ge<strong>de</strong>rangeerd had om <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n medaille <strong>voor</strong> zijn vriend Jan<br />

Vetti te komen halen. Als Vetti een portret schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van Oerkin<strong>de</strong>ren,<br />

dan was <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n verdubbeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n „partisan" om zich in te spannen.<br />

Hij <strong>de</strong>ed dit dan ook met een plompe scherpte die tegenspraak niet wel<br />

mogelijk maakte. Thérèse, qui voyait venir le coup, schetste een tegenstand<br />

die niet ver<strong>de</strong>r dan een schets kwam.<br />

Deze medaille aan haar concurrent was <strong>voor</strong> haar <strong>de</strong> dissonant aan het<br />

ein<strong>de</strong> van een aardig liedje. lk ben er zeker van dat <strong>de</strong> dagen, in Rotterdam<br />

doorgebracht, <strong>voor</strong> haar genoegelijk geweest waren.<br />

Is 't behoorlijk te spreken van concurrent ? 't Is nu eenmaal zoo dat het<br />

kunstenaarschap mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> wereld van vraag en aanbod staat, en <strong>voor</strong>al<br />

in een plein land als Holland bewegen zich <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs zoo dicht op elkan<strong>de</strong>r,<br />

dat zij elkan<strong>de</strong>rs temen bijna niet vermij<strong>de</strong>n hunnen.<br />

Veth en Thérèse waren te Amsterdam, Josselin <strong>de</strong> Jong en Haverman<br />

te Den Haag, een tijdlang <strong>de</strong> portretschil<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r wie <strong>de</strong> portretopdrachten<br />

van beteekenis wer<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld. De, steun, die <strong>de</strong> kunstkritiek in <strong>de</strong> pers<br />

in toenemen<strong>de</strong> mate aan Vetti verleen<strong>de</strong> zou beter te verdragen zijn geweest,<br />

indien zij niet gepaard was gegaan met een kennelijke onwelwillendheid<br />

tegenover Thérse Schwartze, 'n onwelwillendheid die <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>res<br />

niet an<strong>de</strong>rs dan als een onrecht moet gevoeld hebben, want zij moet gei<br />

weten hebben wat zijzelf waard was, en bij volle erkenning van Veth's<br />

verdiensten, wist zij toch ook dat het vaak diens tekortkomingen waren die<br />

geroemd wer<strong>de</strong>n.<br />

Maar zelfs <strong>de</strong> onwelwillendste kritiek waag<strong>de</strong> het niet <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>res, als<br />

vrouw, in een min<strong>de</strong>re positie te plaatsen tegenover haar mannelijke confraters.<br />

In Holland was <strong>de</strong> volkomen gelijkheid door <strong>de</strong> vrouw in <strong>de</strong> kwast<br />

verkregen, een <strong>de</strong>finitieve verovering waartoe ook <strong>de</strong> in 1857 te 's-Gravenhage<br />

geboren schil<strong>de</strong>res S u x e Rober t s o n het bare had bijgedragen.<br />

Als Thérése Schwartze verwissel<strong>de</strong> zij van naam, werd <strong>de</strong>ze Mevrouw<br />

van Duyl, dan werd zij, na haar huwelijk met <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r Richard<br />

Bisschop, Suze Bisschop-Robertson. Zij behoort tot <strong>de</strong> sterkste coloristische<br />

talenten <strong>de</strong>r Hollandsche school die, hoewel ten slotte weer te<br />

's-Gravenhave gevestigd, eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n Amsterdamschen invloed van Brenner<br />

on<strong>de</strong>rging. De sonore kleurpracht van haar stillevens, haar persoonlijke<br />

visie op het figuur en <strong>de</strong> vurige hartstocht die uit haar stadsgezichten<br />

spreekt, behooren tot hef beste door impressionnisten in Holland <strong>voor</strong>tgebracht.<br />

Hoe ver staat <strong>de</strong> summaire vormgeving van dit werk, met zijn fonkelen<strong>de</strong><br />

341


kleurkracht, af van <strong>de</strong> zorgvuldigheid <strong>de</strong>r bloemstillevens van mejuffrouw rocttu<br />

Roosenboom ? Welre afstand tusschen haar bree<strong>de</strong> toets en zware empatementen<br />

van een „Poort te Har<strong>de</strong>rwijk", en Henriëtte Ronner's<br />

1 kattenschil<strong>de</strong>rijen!<br />

Dichter bij het eer<strong>de</strong>r tragische accent<br />

van Suze Bisschop staat <strong>de</strong> arbeid van<br />

Sina Mesdag-van Houten, die,<br />

te Groningen in 1834geboren, te' s-Gravenhage<br />

als <strong>de</strong> echtgenoote van <strong>de</strong>n zeeschil<strong>de</strong>r<br />

H.W . Mesdag, haar bree<strong>de</strong> hei<strong>de</strong>gezichten<br />

en haar groote stillevens van sierpompoenen<br />

in forschen trant schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Uit hetzelf<strong>de</strong> begaaf<strong>de</strong> geslacht <strong>de</strong>r van<br />

,Houten'strokBarbara van Houten<br />

Mevr. S. Mesdag-van Houten, krijtk abbd. <strong>de</strong> aandacht door haar zeer bijzon<strong>de</strong>re<br />

etsen. In <strong>de</strong> zeldzaam gewor<strong>de</strong>n portefeuilles<br />

van „<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub" komt haar werk, dat niets meer<br />

heeft van het wat schuchtere dilettantisme dat vrouwewerk <strong>voor</strong>heen<br />

wel kenmerkte, tot zijn recht.<br />

Keerera wij tot <strong>de</strong> Schwartzes terug met L i z z y A n s i n g h, nicht van<br />

Thérése Schwartze en van Georgine Schwartze, <strong>de</strong> beeldhouwster, dan<br />

komt met haar een lichte en romantische verbeelding zich voegen bij <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rlijke eigenschappen <strong>de</strong>r familie. Met portretten, met een tikje<br />

ironischer humor, en poppenschil<strong>de</strong>rijen, welke nauwelijks stillevens zijn<br />

en waarvan <strong>de</strong> toets uiterst levendig, vaak elegant en <strong>de</strong> kleur even vaak<br />

boeiend is, plaatste zij zich in het allereerste gelid van onze Kunstenaars.<br />

Dda'r is ook <strong>de</strong> plaats van Coba R i t s e m a, met wie zij in 1894<br />

aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie ging werken. Deze werd in het stillevenschil<strong>de</strong>ren<br />

van waarlijk grootsche allure. Coba Ritsema's begaafdheid ligt in het hart<br />

van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst en doet wel, ook wat <strong>de</strong> kwaliteit betreft, <strong>de</strong>nken aan<br />

J3reitner, die haar lessen gaf, door <strong>de</strong> volle fleur en het grootsche schrift.<br />

Zij die zich om <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ressen van zeer groot talent groepeer<strong>de</strong>n,<br />

wer<strong>de</strong>n wel aangeduid als „<strong>de</strong> Amsterdamschejoffers", en in<strong>de</strong>rdaad lean<br />

van een school gesproken wor<strong>de</strong>n, door een verwant fijn Kleurspel dat,<br />

in een gevoelige maar ]drachtige toets, gloed geeft aan figuurstudies en<br />

stillevens.<br />

Coba S u r i e, die van 1908 tot 1910 bij Coba Ritsema werkte, komt<br />

<strong>de</strong>ze wel eens nabij in schil<strong>de</strong>rijen, waarin zij het figuur met stilleven<br />

verbindt. Met forschen streek brengt zij rijp coloriet in haar werk.<br />

342


B. Westendorp-Osieck, potloodteekening, Arles,<br />

343


^-<br />

Bijzon<strong>de</strong>r gelukkige accenten<br />

van fijne grijzen<br />

vond, in cursief geteeken<strong>de</strong><br />

stillevens in olieverf,<br />

vaak Marie van<br />

Resteren Altena,<br />

leerlinge van Poggenbeek<br />

en Van <strong>de</strong>r Valli.<br />

Ans van <strong>de</strong>n Berg,<br />

die lessen had van Paul<br />

Rink, schil<strong>de</strong>rt bloemen<br />

in een aan haar kunstzusters<br />

verwanten trant.<br />

De schoone stillevens en<br />

:. k % '<br />

z r<br />

" ,. krachtige figuurstudies<br />

, ,,. van Mevr B a u e r-<br />

,:,:^ ^ ^^, ,.^^^, ^,%^ ,;^ ; ^<br />

Mevr. Bauer-Stumpf f, portretkrabbel naar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van Bauer.<br />

t.^. ^t S t u m hou<strong>de</strong>n,wat<br />

ff<br />

' ° het karakter betreft, hef<br />

mid<strong>de</strong>n tusschen die van<br />

Coba Ritsema en die va<br />

Mevr. Westendorp-<br />

Osieck. De laatste is<br />

mogelijk <strong>de</strong> meest Fransche van <strong>de</strong> groep. Vaak heeft haar schoon<br />

coloristisch werk een zekere mondaine elegantie die, ook in <strong>de</strong> luchtige<br />

lijnen van haar etsen en reisschetsen, van overtuigen<strong>de</strong> charme is.<br />

Wil men <strong>de</strong> kenmerken<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen van al dit werk toetsen aan een<br />

vorige generatie, dan kan <strong>de</strong> vergelijking er van met dat van een W all y<br />

Moes, t 1918, of van een Marie Wandscheer, r 1937, die<br />

dui<strong>de</strong>lijk in het licht stellen. Plasschaert roemt Wally Moes' werk als<br />

„soms van ware vrouwelijkheid" en noemt <strong>de</strong> figuurstukken van Marie<br />

Wandscheer „van ou<strong>de</strong>rwetsche tee<strong>de</strong>rheid". Haar bei<strong>de</strong>r talent, dat wat<br />

moeizaam tot ontwikkeling kwam, lijkt <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding te zijn geweest<br />

tot <strong>de</strong> schijnbare „dësinvolture" waarme<strong>de</strong> het volgend geslacht zich zou<br />

gaan uitspreken. Naast het centrum Amsterdam, kent Den Haag on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>ressen niet <strong>de</strong> aangesloten groep die wij hierboven behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n,<br />

maar wel meer afzon<strong>de</strong>rlijke talenten als A n n a A b r a h a m s, t 1930,<br />

die bloemen op een zeer eigen feekenwijze en in een verfijnd mo<strong>de</strong>rne lichte<br />

kleur schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Met haar vergeleken, is het werk van Mej. M. V 1 i e-<br />

1 a n d e r H e i n eer<strong>de</strong>r aan dat van <strong>de</strong> Amsterdamsche schil<strong>de</strong>ressen<br />

verwant. De blanke, min<strong>de</strong>r impressionnistisch geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stillevens van<br />

344


Lucie van Dam<br />

van Isselt, die<br />

vaak, met een aan <strong>de</strong><br />

primitieven ontleen<strong>de</strong><br />

aandacht, <strong>de</strong> stof beziet,<br />

zijn ook meer<br />

op Haagsche dan op<br />

Amsterdamsche tentoonstellingen,<br />

te zien<br />

geweest. Jo Koster,<br />

die reeds haar zeventigsten<br />

verjaardag<br />

vier<strong>de</strong>, met belangrijke<br />

naar het luminisme<br />

gekeer<strong>de</strong> landschappen ,<br />

in „Pulchri Studio",<br />

werd te Kampen geboren.<br />

Te Rotterdam<br />

vorm<strong>de</strong> zich Mevr<br />

S. Heyberg-Le<strong>de</strong>boer<br />

tot een portrettiste<br />

van formaat.<br />

Ook <strong>de</strong> nieuwste stroomingen<br />

von<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<br />

M. E. van Regieren Altena, reisschets.<br />

vrouwen overtuig<strong>de</strong> en<br />

zeer talentvolle a<strong>de</strong>pten ; dochter van een geniaal va<strong>de</strong>r vindt Mevr.<br />

Char le y To o r o p's uiterst karaktervol werk ook ver ,buiten onze<br />

grenzen bewon<strong>de</strong>ring, terwijl ook Els e Berg's expressievolle mo<strong>de</strong>rniteit<br />

ruime waar<strong>de</strong>ering gegeven wordt.<br />

Bij gelegenheid van het veertigjarig regeeringsjubileum van H. M. Koningin<br />

Wilhelmina, die zelf zich tot een goed landschapschil<strong>de</strong>ren ontwikkel<strong>de</strong>,<br />

heeft Arti et Amicitiae een tentoonstelling ingericht van <strong>de</strong> kunst van<br />

vrouwen, die in die perio<strong>de</strong> aan het werk waren. Het werd Bene <strong>voor</strong>treffelijke<br />

verzameling zeer verschei<strong>de</strong>n werk, dat in niets achterstond bij het werk <strong>de</strong>r<br />

mannen. Want dat is <strong>de</strong> belangrijke verovering <strong>de</strong>r vrouwen in dien tijd<br />

geweest. Toen dan ook, wat jaren terug, <strong>de</strong> auteur, daartoe aangezocht,<br />

een groep schil<strong>de</strong>ressen trachtte te overtuigen dat het van belang was dat <strong>de</strong><br />

Hollandsche vrouwen uit zou<strong>de</strong>n komen op een tentoonstelling te Parijs, waar<br />

werk van vrouwelijke kunstenaars uit alle <strong>de</strong>elen <strong>de</strong>r wereld bijeengebracht<br />

345


werd, is hem dit nauwelijks gelukt. De dames von<strong>de</strong>n dat Holland<br />

juist niet meer aan zoon expositie behoef<strong>de</strong> <strong>de</strong>el te nemen, daar zij <strong>de</strong> v o 1h<br />

omen gel ij k h e i d met hun confraters immers reeds bevochten<br />

had<strong>de</strong>n. Zij had<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze opvatting geen ongelijk. Alleen uit solidariteitsgevoel<br />

in <strong>de</strong>n strijd van <strong>de</strong> vrouwen in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, besloten zij ter elf<strong>de</strong>r<br />

ure in te zen<strong>de</strong>n.<br />

Ondoenlijk is het allen te noemen, die glans geven aan <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong>n dag<br />

en op <strong>de</strong> periodieke tentoonstellingen aandacht trekken.<br />

Zon<strong>de</strong>r Benige aanspraak op volledigheid signaleeren wij <strong>de</strong>n lezer nog : <strong>de</strong><br />

krachtige Jkvr. d e Jonge, die zich ook als leidster van een Internationaal<br />

Atelier te Amsterdam liet Dennen. Mevr. Olga van I t t e r s o n-<br />

K n o e p f 1 e, die zwierig visschep schil<strong>de</strong>rt op een ron<strong>de</strong> tafel, is een<br />

levendig talent. Henriëtte R e u c h 1 i n-L u c a r d i e, die haar werkzaamheid<br />

ver<strong>de</strong>elt tusschen Rotterdam en Parijs, ontbreekt met haar<br />

portretten en naakten zel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> „Salon", Mej. Franken en<br />

haar stillevens, Sari Goth en haar kin<strong>de</strong>rportretten even zel<strong>de</strong>n op<br />

Arti of St Lucas. Mevr. L u t tg e-D e e t man Kreeg met haar frissche<br />

buitenstudies uit Marokko en haar schil<strong>de</strong>rijen van het Italiaansche<br />

boerenleven, een vaste plaats op <strong>de</strong> tentoonstellingen.<br />

Waar<strong>de</strong>eren<strong>de</strong> aandacht verkregen ook N e 11 y Bo d e n Ii e i m, een<br />

<strong>de</strong>coratief talent dat teelent en lithografeert met geest en fijnen smaak,<br />

mevr. Peizel-Ansingh, die bloemstukken en figuurstuken on<strong>de</strong>rteekent:<br />

Sore 11 a (zuster van Lizzy Ansingh),<br />

Mevr. Woutersen-van<br />

Doesburg h, een <strong>de</strong>r heel weinigen<br />

die miniatuurportretten schil<strong>de</strong>rt.<br />

Mej. Bieroma Oosting en<br />

haar sterke mo<strong>de</strong>rne grafiek, heeft<br />

een eigen publiek. Twee dochters van<br />

Schil<strong>de</strong>rs : Elise Domen mevr.<br />

Loos Brinks-Sluji ters zijn<br />

veelbeloven<strong>de</strong> Kunstenaressen ... .<br />

't Moge tenslotte nog eens herhaald<br />

wor<strong>de</strong>n, en uit het bovenstaan<strong>de</strong><br />

moge het gebleken zijn, dat in geen<br />

land en in geen tijd door vrouwen<br />

aan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst zooveel frisch<br />

talent gegeven werd, als in Holland<br />

Mevr. L. Brinks-Sluijfers, Berber-vrouw. <strong>de</strong> laatste vijftig jaren.<br />

346


vertmUWeD ^-


348<br />

Jan Sluijters, het Bad.


X.<br />

VERTROUWEN. — Met onvermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> toewijding blijven <strong>de</strong><br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong>n arbeid.<br />

an een onzer eerste schil<strong>de</strong>rs kreeg ik <strong>de</strong>zer dagen het volgen<strong>de</strong><br />

schrijven :<br />

Waar<strong>de</strong> vriend,<br />

Zooals je weet matigen zich een groep van schil<strong>de</strong>rs, (die ik aanduid<br />

als archaisanten), het recht aan te beweren, dat het impressionnisme<br />

d o o dg el o o p en is en dat zij, om weer tot het werkelijke schil<strong>de</strong>rij<br />

te geraken, teruggaan tot <strong>de</strong> primitieven en het handwerf weer in<br />

eere willen herstellen.<br />

Over dat handwerf-techniek valt te praten. Ik geloof dat er héél<br />

wat meer vakbekwaamheid noodig is om een stuk naakt, zooals b.v.<br />

Breitner dat schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, in elkaar te borstelen, dan een naakt<br />

zooals die heerera dat maken. Het eerste is m.i. behalve kunst, een<br />

uiting van groot technisch kunnen, het twee<strong>de</strong>, behalve slechte of<br />

géén kunst, slechts een kwestie van maniertje of truc.<br />

Ili zoek in mijnwerf , zooals je weet, evenmin er naar het impressionisme<br />

<strong>voor</strong>t te zetten. 1k tracht van <strong>de</strong> veroveringen van het<br />

impressionisme een dankbaar gebruik te maken, om daarop <strong>voor</strong>tbouwend<br />

(dus vervolgend en niet herhalend), evenals <strong>de</strong>ze bovengenoem<strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs meer tot hef gecomponeer<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij te komen.<br />

Wanneer het mij, of an<strong>de</strong>ren, die een soortgelijke opvatting hebben,<br />

gelukt <strong>de</strong>n weg te banen naar een nieuwe klassieke kunst, dan han<br />

dat een <strong>voor</strong>uitgang beteekenen op vroegere kunstperio<strong>de</strong>s, terwijl<br />

hef streven <strong>de</strong>r archaisanten slechts han lei<strong>de</strong>n tot een slappe<br />

herhaling van wat eens prachtig geweest is, en dus feitelijk niets<br />

an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong>generatie beteekent.<br />

349


ik schrijf je dit naar aanleiding van een lezing van een kriticus,<br />

die het door mij aangehaal<strong>de</strong> beweer<strong>de</strong>, n.l. dat het impressionnisme<br />

afgedaan had (wat feitelijk zeggen wil, dat het nooit als kunstuiting<br />

van belang was) en dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs, die hij op het oog had, in<br />

<strong>de</strong>ze Kunstvernieuwing het behoud <strong>de</strong>r kunst zagen.<br />

Hierop volg<strong>de</strong>n collegiale plichtplegingen en <strong>de</strong> handteeening.<br />

Dit schrijven moge iets oplichten van <strong>de</strong>n sluier, die <strong>de</strong>n strijd <strong>de</strong>bt welke<br />

ook <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>r steeds te voeren heeft tegen <strong>de</strong> altijd leven<strong>de</strong><br />

bekoring, het te gaan zoeken waar het niet verloren is. Niets schijnt eenvoudiger,<br />

maar blijkt moeilijker, dan het bewan<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>n hoofdweg,<br />

waar telkens lokken<strong>de</strong> zijpa<strong>de</strong>n, wegen van min<strong>de</strong>ren weerstand, zich<br />

openen. Want ik zou er U van willen doordringen: alles is gemakkelijker<br />

dan zien en weergeven. En het is treffend met hoeveel ijver<br />

menig, in oorsprong begaafd schil<strong>de</strong>r, zich geestelijk en technisch gaat<br />

inspannen niet te schil<strong>de</strong>ren.<br />

Ili heb ze in mijn veertigjarigen paedagogischen arbeid ga<strong>de</strong> geslagen,<br />

<strong>de</strong> jongelui die met ernst aan <strong>de</strong> studie waren en plotseling, zoo leef het<br />

tenminste, het roer omwierpen. De strijd tegen wind en golven was hen te<br />

zwaar, ma wind en golven werd alles eenvoudiger. Zij liepen een tijd<br />

geduldig langs <strong>de</strong> slingeren<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n, die in elke ernstige studie bewan<strong>de</strong>ld<br />

moeten wor<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>uitgaan<strong>de</strong>, maar ook schijnbaar achteruitgaand....<br />

Tot zij plotseling het i<strong>de</strong>e kregen zoogenaamd recht op het doel af te gaan,<br />

buiten <strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n om, dwars door <strong>de</strong> perken, bloem en blad vertrappend,<br />

recht door te loopera, om tenslotte <strong>de</strong>n uitgang te missen, tegen een muur te<br />

staan waar geen doorbomen aan is. . . .<br />

Waarom met zooveel zorg teekenen en schil<strong>de</strong>ren als <strong>de</strong> jonge Willem Mans,<br />

als het toch <strong>de</strong> bedoeling is te gaan werken als Penmeke ? Waarom <strong>de</strong><br />

natuur bestu<strong>de</strong>eren, waarom haar met een menschelijk oog doorvorschen,<br />

als <strong>de</strong> lens van <strong>de</strong> camera het veel beter doet, waarom <strong>de</strong> zichtbare wereld<br />

uitbeel<strong>de</strong>n, als <strong>de</strong> fotografie dat van ons heeft overgenomen ?<br />

't Ongeluk is dat zij <strong>de</strong>zen en an<strong>de</strong>ren onzin vaak zelf gelooven, en zij<br />

beginnen vlakken te ver<strong>de</strong>elera, ze te rhythmeeren, streepjes, puntjes en<br />

vierkantjes te teekenen. En er ontstaan ontwerpen <strong>voor</strong> bed<strong>de</strong>kleedjes in<br />

olieverf. Zij vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meest dwaze van alle uitdrukkingen: „abstracte<br />

kunst", alsof niet alle kunst in <strong>de</strong> eerste plaats, uit <strong>de</strong> abstractie en in<br />

d e realiteit moet gebracht wor<strong>de</strong>n!<br />

Het zijn vaak juist <strong>de</strong> tekortkomingen in het werk van meesters, waarop zij<br />

zich beroepen als <strong>voor</strong>beeldig. Niet <strong>de</strong> schoongebroken tonen van Cézanne,<br />

maar het scheeve van zijn potjes en pannen komt op hun doek. En telkens<br />

350


heeft die leugen een schooner naam. Uit verzuchtingen van Cézanne in<br />

zijn strijd om het ruimtelijke, wordt het woord „cubisme" gelanceerd.<br />

Als een paar uiterst vaardige Italianen <strong>de</strong> beweging tot paroxisme brengen<br />

en beschei<strong>de</strong>n hun werk „futurisme" noemen, dan is er weer een woord<br />

<strong>voor</strong> iets, dat niet <strong>de</strong> toekomst had en geen vijf jaren heeft geduurd. Als <strong>de</strong><br />

realiteit buiten het beel<strong>de</strong>nd vermogen blijkt, na aanvankelijke inspanning,<br />

dan kan je je bergen in het „surréalisme".Als je dan merkt dat een muziekinstrument,<br />

zelfs in projectie, bijzon<strong>de</strong>r moeilijk te teelenen is, wel, dan<br />

teeken je het slechts ten halve, en vult <strong>de</strong> leege plek aan met een slecht<br />

gesilhouetteerd vrouwebeen.<br />

Een „echte" schil<strong>de</strong>res zond mij hierover het volgen<strong>de</strong> :<br />

Geef ons guitaren en nog eens guitaren<br />

En weer guitaren en meer guitaren<br />

Cylin<strong>de</strong>rs en ballen<br />

Steengin druiven en duiven<br />

getuimeld, gevallen,<br />

Een dwalen<strong>de</strong> arm, van een vrouw gereten,<br />

En al dt dooreengesmeten<br />

Alsof er een heete wind kwam gevaren,<br />

Daarna, ijzige hou<br />

Die alles verstar<strong>de</strong>,<br />

Die alles verhard<strong>de</strong>,<br />

Opdat het tot Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunst wor<strong>de</strong>n zou.<br />

En mandolinen en blokken en strepen,<br />

Om mee te dwepen,<br />

Een loerend oog<br />

Dan een boog.<br />

Een cirkel, een krant<br />

Een brok van een hand —<br />

En guitaren guitaren I<br />

Ilan omlaag, van omhoog.<br />

Zijn <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong>ze dwaashe<strong>de</strong>n dwazen ? Als regel zeker niet. Men<br />

han <strong>de</strong> Ketterij verfoeien en <strong>de</strong>n ketter in zijn hart sluiten. Hij die <strong>de</strong>n<br />

weg van <strong>de</strong>n minsten weerstand inslaat weet dit bijna nooit. Hip leeft zich<br />

uit, hij ontwikkelt zich in zijn eigen rhythme, en maakt alles goed door een<br />

ontwijfelbare sinceriteit. 't Is daarom niet min<strong>de</strong>r waar dat <strong>de</strong> dwaasheid<br />

„<strong>de</strong>s coupes Bombres" slaat, ook in onze Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rsbegaaf dheid,<br />

351


en dat <strong>de</strong> vraag om natuur en waarheid <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lste roep, <strong>de</strong> verovering<br />

van <strong>de</strong>n eenvoud, een nooit overbodige kreet is.<br />

Er zijn kunstenaars die le<strong>de</strong>ren invloed on<strong>de</strong>rzoeken, die alle „ismen"<br />

doorloopen vóór zij in het Hollandsche visueel-picturale terugkeeren.<br />

Wie zal ze hierin veroor<strong>de</strong>elen ? Er zijn naturen, en het zijn vaak <strong>de</strong><br />

sterkste, die zich slechts gewonnen geven aan <strong>de</strong>n uitslag van het eigen<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Diezelf<strong>de</strong> naturen zijn slechts bereid afstand te . doen van die<br />

zaken, die in waarheid hun bezit zijn, die <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> willen afleggen als<br />

zij er door gekoesterd zijn, die het gekunstel<strong>de</strong> slechts verwerpen, als zij het<br />

door en door verbruikt hebben, die <strong>de</strong> heilige armoe<strong>de</strong> aanhangen, als <strong>de</strong><br />

rijkdom hen daartoe geschikt maakte.<br />

Als beperking <strong>de</strong>n meester kenmerkt, dan is vóóron<strong>de</strong>rsteld dat zijn<br />

terrein ruim, ja onbegrensd was. Als wij ons overgeven aan <strong>de</strong> majesteit<br />

van het rimpellooze watervlak in stralen<strong>de</strong>n zonneschijn, dan is dat <strong>voor</strong>al<br />

omdat wij het stormgeweld <strong>de</strong>r golven en <strong>de</strong> jagen<strong>de</strong> wolkgevaarten<br />

die het licht verduister<strong>de</strong>n, nog versch in hef geheugen hebben.<br />

Zoo zijn <strong>de</strong> laatste werken van fan S 1 u ij ter s een terugkeer in het<br />

uitsluitend picturale, <strong>de</strong> weerkeer in <strong>de</strong> bedding van een kolken<strong>de</strong>, <strong>de</strong> uiterwaar<strong>de</strong>n<br />

ver overstroomen<strong>de</strong> rivier.<br />

Sluijters' oeuvre zal komen<strong>de</strong> geslachten een beeldgenen van <strong>de</strong> stroomingen,<br />

die ook <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>rkunst vanaf 1900 stimuleer<strong>de</strong>n en verontrustten.<br />

Het kenmerk van <strong>de</strong>n jongen Sluijters was reeds zijn openheid <strong>voor</strong><br />

alle indrukken en zijn afzijdigheid van elk <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el. Wat er speciaal<br />

tusschen 1907 en 1914 wordt geëxperimenteerd, houdt Jan Sluijters bezig.<br />

Zijn avant-gar<strong>de</strong> geest heeft het juiste gevoel <strong>voor</strong> wat het oogenblik vraagt,<br />

hij weet precies waar het op een oogenblik tijd <strong>voor</strong> is.<br />

Zijn dit <strong>de</strong> juiste speculaties van een berekenen<strong>de</strong>n geest ? Slechts zeer ten<br />

<strong>de</strong>ele, daar<strong>voor</strong> klinkt alles wat hij maakt te vol, daar<strong>voor</strong> draagt alles<br />

te veel het kenmerk <strong>de</strong>r roekeloosheid, daar<strong>voor</strong> is <strong>de</strong> overgave te volstrekt.<br />

Men vergete ook niet dat Sluijters' groote vaardighe<strong>de</strong>n hem in staat<br />

stel<strong>de</strong>n het : „on<strong>de</strong>rzoek alle dingen" van Augustinus, op zijn terrein,<br />

in praktijk te brengen. Zijn scherpe intelligentie doet hem <strong>de</strong> kern van<br />

<strong>de</strong> ..ismen", die hem verlokten, on<strong>de</strong>rkennen, terwijl zijn vaardigheid<br />

hem in staat stelt technische mogelijkhe<strong>de</strong>n naar alle zij<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rzoeken,<br />

om tenslotte, <strong>voor</strong>al door zijn portretten, <strong>de</strong> Hollandsche visueele klassieke<br />

schil<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n, die hij in 1940 is.<br />

Met welke mid<strong>de</strong>len suggereert Sluijters ons in zijn portretten zijn meesterschap<br />

? Door <strong>de</strong> afwezigheid van elke extravagantie, door <strong>de</strong> aanwending<br />

van <strong>de</strong> eenvoudigste schil<strong>de</strong>rwijze en het soberste coloriet.<br />

Dit nu Ilan <strong>de</strong> negen-en-vijftigjare Sluijters zich veroorloven. Eerst na<br />

352


Prof. H. J. Wolter, havengezicht, Bretagne.<br />

een leven van speuren en zoeken, wringen en worstelen, kunnen <strong>de</strong> leegte<br />

en <strong>de</strong> stilte veroverd wor<strong>de</strong>n. Met het kapmes baant <strong>de</strong>n jeugd, aan <strong>de</strong> voet<br />

van <strong>de</strong>n berg, zich een doortocht. Met het zwaard wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n middag<br />

<strong>de</strong> lianen van <strong>de</strong> ondoordringbaar lijken<strong>de</strong> moeilijkhe<strong>de</strong>n en verlokkingen<br />

doorsne<strong>de</strong>n. Langs bloedsporen wor<strong>de</strong>n hoogten na hoogten beklommen.<br />

Maar als het plateau bereikt is, wordt <strong>de</strong> ruimte met lange teugen gedronken<br />

en valt <strong>de</strong> stilte als een gave <strong>de</strong>s hemels.<br />

In dit opzicht heeft Sluijter's generatie het veel moeilijker gehad dan die<br />

van Breiteer en die van <strong>de</strong> Narissen. Vooral zij die, min<strong>de</strong>r soepel en<br />

eer<strong>de</strong>r stug aan het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren vasthiel<strong>de</strong>n, zijn met <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n<br />

opeen aan het werk geweest, bloot als zij ston<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verwijten „<strong>de</strong>n<br />

polsslag van <strong>de</strong>n tijd niet te voelen", als zij met stillen ernst <strong>de</strong> natuur<br />

ingingen of zich met gesloten opvatting aan het portret gaven.<br />

In <strong>de</strong> nijverheidskunsten ging alles <strong>voor</strong>bij, maar <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij die, door aan<br />

<strong>de</strong> monumentaliteit verpan<strong>de</strong> zielen, dood was verklaard, blief leven.<br />

De architecten weer<strong>de</strong>n steeds overtuig<strong>de</strong>r het schil<strong>de</strong>ren uithunbouwwerken,<br />

maar „<strong>de</strong> kunst aan touwtjes", naar <strong>de</strong> smalen<strong>de</strong> uitdrukking van een<br />

begaafd schrijver, hangt nog steeds, en verkrijgt nog volop het beste <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> Hollandsche kunstbegaafdheid.<br />

Bij een vorig geslacht zagen wij schil<strong>de</strong>rs vanuit <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratieve- en nijverheidskunsten,<br />

terugkeeren naar palet en penseelgin. Dysselhof eindig<strong>de</strong> als<br />

23<br />

353


schil<strong>de</strong>r, Klaas van Leernoen eveneens, een Wenckebach sier<strong>de</strong> en illustreer<strong>de</strong>,<br />

maar is als landschapschil<strong>de</strong>r overle<strong>de</strong>n ; een ,$, H, <strong>de</strong> Roos, die zijn leven<br />

wijd<strong>de</strong> aan letter en typografie, teelent weer, on<strong>de</strong>rworpen, naar <strong>de</strong><br />

natuur.<br />

Maar ook <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst als zoodanig <strong>de</strong>ed zich weer gel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> versieren<strong>de</strong><br />

kunst, b.v. in die van het gebran<strong>de</strong> glas. De generatie, die in 1900<br />

hierin <strong>de</strong>n boventoon voer<strong>de</strong>, heeft zich nooit hunnen <strong>voor</strong>stellen dat het<br />

schil<strong>de</strong>ren op glas <strong>de</strong>n speelschep schil<strong>de</strong>rijvorm zou aannemen, die jongere<br />

glazeniers er reeds aan gegeven hebben, evenmin dat het affiche tot <strong>de</strong> losse<br />

lettering zou geraken, die nu in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> is. Van <strong>de</strong> „ambachtelijke zuiverheid"<br />

zooals die in 1900 werd geponeerd, is niets meer te zien. Deze<br />

dingen gaan <strong>voor</strong>bij .... Wat in Holland nooit <strong>voor</strong>bijgaat is <strong>de</strong> schoone<br />

natuur en <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> haar uit te beel<strong>de</strong>n.<br />

Hoe groot het aantal is van hen die in ons land teekenen en schil<strong>de</strong>ren, is<br />

gebleken toen, in <strong>de</strong>n winter van 1939-1940, het ontruim<strong>de</strong> Rijksmuseum<br />

zijn poorten open<strong>de</strong> <strong>voor</strong> dc beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunstenaars van het he<strong>de</strong>n. 3200<br />

kunstwerken wer<strong>de</strong>n tentoongesteld. Deze expositie „Onze Kunst van<br />

He<strong>de</strong>n" heeft antwoord gegeven op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rkunst<br />

van <strong>de</strong>gen tijd als geheel genomen, beteekenis heeft.<br />

Alle groepeeringen van kunstenaars had<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze juryvrije tentoonstelling<br />

me<strong>de</strong>gewerkt. Hoewel <strong>de</strong> overgroote meer<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>r samenwerken<strong>de</strong><br />

vereenigingen eer<strong>de</strong>r naar het selectieve waren gekeerd, had<strong>de</strong>n<br />

Martin Monnic1 endam, Amsterdamsch stadsgezicht.<br />

354


zij het vertrouwen gewaar<strong>de</strong>erd, dat van honger hand gesteld werd in het<br />

ambachtelijk geweten <strong>de</strong>r vereenigingen, en haar oor<strong>de</strong>el aanvaard, dat het<br />

lidmaatschap een waarborg was <strong>voor</strong> het bonafi<strong>de</strong> kunstenaarsschap.<br />

Een adviescommissie had in zake <strong>de</strong> toelating van niet georganiseer<strong>de</strong><br />

kunstenaars ruimhartig raad gegeeen. De <strong>voor</strong> zitter <strong>de</strong>zer commissie<br />

constateer<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> opening :<br />

„Zij die zich afzijdig hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong><strong>de</strong>n dat bewust. Deze afwezigen, een zeer<br />

kleine groep, had<strong>de</strong>n ongelijk. Sommigen on<strong>de</strong>r hen bleken te zorgzame<br />

hoe<strong>de</strong>rs van een precaire reputatie, an<strong>de</strong>ren verkozen het veilige haventje van<br />

<strong>de</strong>n kunsthan<strong>de</strong>l en vrees<strong>de</strong>n <strong>de</strong> open bries en <strong>de</strong>n golfslag van <strong>de</strong> vrije zee."<br />

De directeur van het Rijksmuseum Dr. F. Schmidt Degener stel<strong>de</strong> in het<br />

<strong>voor</strong>woord van <strong>de</strong>n catalogus vast dat <strong>de</strong> museumzalen „in normale tif<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>n eerbied leeren <strong>voor</strong> een schil<strong>de</strong>rscultuur uit vroeger eeuwen. Zij verkondigen<br />

wat <strong>de</strong>ze cultuur <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wereld te beteekenen kreeg : geen<br />

relaas over menschelijke beschaving, of het geeft ook aandacht aan het<br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>rij. Deze zelf<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n verkondigen op dit oogenblik<br />

<strong>de</strong>n omvang van een herboren streven naar zelf-uitdrukking : zij vertellen<br />

van worsteling en openbaring en beschouwelijkheid; zij vertellen van het<br />

oog en van <strong>de</strong> ziel die om <strong>de</strong> dingen dwaalt en van hen die aldus het<br />

wezenlijke trachten te veroveren."<br />

„De kunstenaar han in tij<strong>de</strong>n van maatschappelijke benauwenis weinig<br />

positiefs doen om rampen af te wen<strong>de</strong>n, maar wel kan hij door me<strong>de</strong> te<br />

helpen nationale uitingen op het eigenaardigst naar voren te brengen het<br />

gemeenschapsbesef versterpen."<br />

F. Everbag, Amsterdamsch stadsgezicht.<br />

355


S. Garf, inktkrabbel, stilleven.<br />

Tenslotte sprak Dr. Schmidt Degenen een verwachting uit : „Toppunten<br />

van talenten of genius blijven ook in tij<strong>de</strong>n van grootgin bloei, uitzon<strong>de</strong>ring.<br />

Wel verwachten wij <strong>de</strong> erkenning dat het huidige schil<strong>de</strong>rs-vermogen zich,<br />

zij het op een verschillend geacci<strong>de</strong>nteerd, maar toch ruim en hoog plan<br />

beweegt."<br />

In <strong>de</strong>ze verwachting zat vertrouwen, een vertrouwen dat door <strong>de</strong> tentoonstelling<br />

volledig werd ingelost.<br />

Want het hooge gehalte waarop het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van het werk stond, is<br />

niemand ontgaan. In geen land ter wereld, ook niet te Parijs, zou een proef,<br />

als hier werd genomen, een resultaat hebben opgeleverd, als hier werd bereikt.<br />

Het Ne<strong>de</strong>rlandsche volk bleek nog steeds een schil<strong>de</strong>rsvolk te zijn, én door<br />

het aantal aan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst toegeurij<strong>de</strong>n, én door <strong>de</strong> mate van zijn<br />

begaafdheid. Bij geen volk als het Hollandsche bleef nog steeds een aangeboren<br />

gevoel <strong>voor</strong> kleur in <strong>de</strong> ooggin, en een gave <strong>voor</strong> het teekenen in <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>n, te zijn gelegd. Zij die met aandacht het schil<strong>de</strong>rlijk leven van<br />

ons volk ga<strong>de</strong>sloegen, had<strong>de</strong>n het getuigenis van „onze Kunst van He<strong>de</strong>n"<br />

niet van noo<strong>de</strong>, om vertrouwen te stellen in <strong>de</strong> toekomstige lotgevallen van<br />

onze schil<strong>de</strong>rkunst. Zij wisten van het opgewekte picturale leven dat in <strong>de</strong><br />

tentoonstellingen van <strong>de</strong> vereenigingen zich uitsprak. De vraag werd reeds<br />

356


eantwoord, of er mogelijk bij ons en inliet he<strong>de</strong>n te veel geschil<strong>de</strong>rd wordt.<br />

Wat hieraangaan<strong>de</strong> werd opgemerkt, chat er zeer veel geroepenen moeten<br />

zijn om weinigen tot uitverkorenen te maken, slaat ten<strong>de</strong>ele ook op <strong>de</strong><br />

vraag of er naast <strong>de</strong> Maatschappij Arti et Amicitiae en het Genootschap<br />

Pulchri Studio, wel plaats is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vele groepeeringen van beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

kunstenaars die in <strong>de</strong> laatste vijftig jaren ontston<strong>de</strong>n.<br />

Ik heb het bij verschillen<strong>de</strong> gelegenhe<strong>de</strong>n uitgesproken, dat <strong>de</strong>ze kleinere<br />

en grootere vereenigginen een uitdrukking zijn van <strong>de</strong> vele schakeeringen<br />

waartoe geduren<strong>de</strong> een gespleten tijd, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rtaal van een volk als<br />

het onze aanleiding geeft. Die vereenigingen zijn slechts in sommige<br />

gevallen elkan<strong>de</strong>rs doublures.<br />

Als regel zijn zij <strong>de</strong> rijke uitdrukking van <strong>de</strong> schakeering van het geheel<br />

ontplooien<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rsleven, ook tot in, wat men <strong>de</strong> uithoeken noemt van<br />

Ne<strong>de</strong>rland. Een kunstenaar die in <strong>de</strong> groepeering A niet thuis hoort,<br />

er ge<strong>de</strong>balloteerd zou wor<strong>de</strong>n, vindt in <strong>de</strong> vereeniging B zijn plaats en<br />

wordt er als een belangrijke aanwinst ontvangen.<br />

Eert norm <strong>voor</strong> het schil<strong>de</strong>ren kan in <strong>de</strong> twintigste eeuw niet wor<strong>de</strong>n aangelegd.<br />

Ik heb mij volkomen vrij uitgesproken over wat ik houd <strong>voor</strong> het<br />

wezen en <strong>de</strong>n aard van onze peinture. Maar dit inzicht kan en mag<br />

niemand wor<strong>de</strong>n opgelegd, het moet m.i. veroverd wor<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong><br />

tegensprekers zijn van noo<strong>de</strong>, en zelfs kan <strong>de</strong> beteekenis van dit zuiver<br />

Hollandsche visueele schil<strong>de</strong>ren slechts volledig blijken in confrontatie, ik<br />

zeg niet, met haar tegen<strong>de</strong>el, maar toch in ie<strong>de</strong>r geval met afwijken<strong>de</strong><br />

opvatting. Men make <strong>voor</strong>al geen splitsing tusschen kunstenaarsschap e<br />

technische vaardigheid. Als er van geen dwingend op te leggen kunstenaarsnorm<br />

sprake mag zijn, dan is er ook geen norm <strong>voor</strong> het technisch<br />

kunnen. Dddr schort het in geen gevat. Er is in <strong>de</strong>zen tijd een groot en<br />

Herbert van <strong>de</strong>r Poll, panter.<br />

357


wijd verbreid technisch vermogen, dat echter even genuanceerd is, als heir<br />

wezen van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst verschillend wordt begrepen.<br />

In het slijpen van <strong>de</strong> diamant hebben Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs een wereldreputatie;<br />

bij het slijpen tot vele facetten van <strong>de</strong>n e<strong>de</strong>lsteen van onze schil<strong>de</strong>rkunst<br />

hebben zij eveneens blijk gegeven van scherpte en zuiverheid. De straalr<br />

breking door <strong>de</strong> vele vereenigingen van streven en strijd in onze groote<br />

ste<strong>de</strong>n, doch ook in onze provinciale centra, is zuiver en scherp en in <strong>de</strong>zen<br />

tijd onmisbaar.<br />

Ik moge U vragen mij te volgen naar <strong>de</strong> periodieke exposities <strong>de</strong>r vereenigingen,<br />

tenein<strong>de</strong> het opgemerkte bevestigd te zien.<br />

Als wij bij <strong>de</strong> oudste en nog steeds grootste vereeniging in <strong>de</strong> hoofdstad<br />

beginnen, dan zijn het <strong>de</strong> vier Kunstzalen op <strong>de</strong> verdieping en een nieuwe<br />

zaal op <strong>de</strong>n beganer grond van het eigen gebouw van <strong>de</strong> Maatschappij<br />

Arti et Amicitiae, die wij in gedachten in het <strong>voor</strong>jaar bezoeken. 't Is<br />

di&?ir dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ressen vrijwel en bloc exposeeren, zij wer<strong>de</strong>n reeds<br />

genoemd, en er werd over haar werk reeds gesproken. Het portret vindt<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n steeds bekwame beoefening. De losse hand van F é 1 i c i e n<br />

B o b e 1 d ij k en <strong>de</strong> meer strakke van Georg Rueter zijn er op<br />

hoog plan aan het werk, terwijl ook 1 a n S 1 u ij t e r s geen tentoonstelling<br />

van <strong>de</strong> Maatschappij, die hem bij haar eeuwfeest, als gevolg van een<br />

referendum <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke medaille uitreikte, overslaat. Figuurschil<strong>de</strong>rs als<br />

A. J. G. Colnot, landschapkrabbd.<br />

358


P r o f. D u r r es en G. W e s ter man n, die ook nooit ontbreken,<br />

wer<strong>de</strong>n reeds gekarakteriseerd. P r o f. H. J. Wolter zendt even<br />

geregeld zijn boeiend werk, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zonverlichte Amstel als on<strong>de</strong>rwerp,<br />

in ie<strong>de</strong>rs geheugen bleef. Vaak zijn het ook in Bretagne of het zui<strong>de</strong>n<br />

van Europa geziene sujetten die hij in teekening of olieverf vertolkt.<br />

Martin Mo n n ic k e n d a m, wiens meesterlijke portretten <strong>voor</strong>al<br />

van theaterfiguren tot het beste Amsterdamsche werk behooren, ontbreekt<br />

zel<strong>de</strong>n. Zijn groote, in kleurenweel<strong>de</strong> ba<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, figurale composities<br />

wisselen zich in Arti af met zijn uit Italië meegebrachte impressies van<br />

kunstste<strong>de</strong>n. De Nestor van <strong>de</strong> Maatschappij, Eduard K a r s e n,<br />

neemt bij gelegenhe<strong>de</strong>n nog slechts <strong>de</strong>el aan Arti's kunstmanifestaties,<br />

en vindt er steeds groote waar<strong>de</strong>ering.<br />

Zoo is hei ook met <strong>de</strong> tonige stadgezichten en <strong>de</strong> café-interieurs van<br />

Marinus v an R a a lte en <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> landschappen en grootsch<br />

geziene stillevens van A. J. G. Co lno t.<br />

Het stilleven, steeds een toetsteen van het picturaal vermogen, omdat het<br />

on<strong>de</strong>rwerp <strong>de</strong>n beschouwer gewoonlijk niet afleidt van <strong>de</strong> zuivere waar<strong>de</strong>ering<br />

van die vermogens, vindt in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n steedsgroote beoefening.<br />

Op <strong>de</strong> tentoonstellingen van „Arti" vragen gewoonlijk, naast <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ressen,<br />

D. H. W. Filarsky, Germ. <strong>de</strong> Jong en J. N. Buning<br />

aandacht, maar ook S. Garf, F.Ev erba g, H. Y k e 1 e n s t a m,<br />

D. Komter, A. P. van Merg er, L. van <strong>de</strong>r Vlist,<br />

W i 1 m Wouters en J. van Tongeren, weten op on<strong>de</strong>rling<br />

A. G. Huishof f Pol, Pol<strong>de</strong>rland.<br />

359


¼iç. ^<br />

f ^"' v.....<br />

tt^<br />

verschillen<strong>de</strong> wijze, in het stilleven<br />

arbeid van beteekenis te leveren.<br />

S. Garf is echter ook een <strong>voor</strong>treffeelijk,<br />

in verzorg<strong>de</strong> techniek schil<strong>de</strong>rend<br />

kurist, ook Wouters zendt vaak<br />

figuurschil<strong>de</strong>rijen in, zooals Everbag<br />

een stadsgezicht en Ykenlenstam een<br />

landschap, en <strong>de</strong> Jong en Filarsky<br />

werken, naar reisnotities geschil<strong>de</strong>rd.<br />

De he<strong>de</strong>ndaagsche Hollandsche schil<strong>de</strong>rs<br />

reizen. S. L. Schwarz, wiens<br />

formule <strong>voor</strong> het affiche waar<strong>de</strong>ering<br />

vindt, was in Zuid Frankrijk en op<br />

Majorca. A. M. L u t t g e, <strong>de</strong> eerste<br />

winner van <strong>de</strong>n Tétar van Elvenprijs,<br />

reis<strong>de</strong> in Spanje en Italië en was<br />

langeren tijd in Marokko, waar ook<br />

Kuno Brinks, prix <strong>de</strong> Rome in<br />

<strong>de</strong> graveerkunst, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. De portretschil<strong>de</strong>r<br />

Ho f k e r werkte langeren<br />

tijd in Indië, terwijl <strong>de</strong> genreschil<strong>de</strong>r<br />

L. H. H. Schutte zijn illustratief<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen nog al eens<br />

in mid<strong>de</strong>n-Europa zoeft.<br />

De gang naar „Artis" is zeker een<br />

vorm van reizen die <strong>voor</strong> het werk<br />

Willy Sluiter, Krabbel <strong>voor</strong> een portret. van vele tijdgenooten vruchtbaar is.<br />

Herbert van <strong>de</strong> Poll stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

er naar het dier en maakte er <strong>de</strong> schetsen en studies <strong>voor</strong> zijn beste<br />

werk. Dok S a m. van Beek, broe<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n landschapschil<strong>de</strong>r<br />

Bernard v an Beek, vond in „Adis" een „skefchingground"<br />

<strong>voor</strong> zijn, vaak naar het <strong>de</strong>coratieve gerichte, vogelschil<strong>de</strong>ringen.<br />

C. J. M en Sion gaat als Delftenaar eer<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> Rotterdamsche<br />

Diergaar<strong>de</strong> als hij naar leeuwen en tifgers, herten en beren, studies maakt<br />

<strong>voor</strong> dierschil<strong>de</strong>rijen, die op Arti's exposities even gewaar<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n<br />

als op die van Pulchri.<br />

Op <strong>de</strong> tentoonstelling van S t. L tt c a s, waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter, <strong>de</strong> knappe<br />

portretschil<strong>de</strong>r Bart P ei z e 1, en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter E d. Ger<strong>de</strong>s,<br />

natuurlijk hun beste werk bewaren, vin<strong>de</strong>n wij van <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong><br />

en an<strong>de</strong>re Amsterdamsche schil<strong>de</strong>rs, als J o s. Rover s, vaak het meer<br />

360


omvangrijke werk dat in <strong>de</strong> groote<br />

zalen van het Ste<strong>de</strong>lijk Museum<br />

bijzon<strong>de</strong>r tot zijn recht komt. Doch-<br />

Ier van Arti, heeft St. Lucas een<br />

opgewekt vereenigingsleven, waaraan<br />

<strong>de</strong> namen van Gorter en<br />

Schaap verbon<strong>de</strong>n zullen blijven,<br />

vanuit haar oorsprong weten te<br />

bewaren, en dit in menige expositie<br />

tot uitdrukking weten te brengen.<br />

Ook <strong>de</strong> Onafhankeljken<br />

exposeeren in het Ste<strong>de</strong>lijk Museum,<br />

nadat zij in hun „storm en drang",<br />

met het zwarte schaap in 't vaan<strong>de</strong>l,<br />

in min<strong>de</strong>re loyaliteiten hun meerrevolutionnaire<br />

gezindheid had<strong>de</strong>n<br />

uitgevierd. Toch behiel<strong>de</strong>n zij, boven<br />

<strong>de</strong> kleine formaties als d e Maa tschappij<br />

Rembrandt en<br />

<strong>de</strong> Brug, waar Jan <strong>de</strong> Boer<br />

en Gerard van Vliet, Kees .<br />

Heijnsius en Otto Hanrath<br />

nooit ontbreken, een eigen karakter<br />

van experimenteerend streven, waarbij<br />

zij <strong>de</strong> aanvankelijke juryvrijheid ^/ i-(2.....—<br />

tot op zekere hoogte wisten te be-'<br />

waren. De groote figuur-schil<strong>de</strong>rijen, P. van <strong>de</strong>r Hem, krabbel <strong>voor</strong> een portret.<br />

met on<strong>de</strong>rwerpen gewoonlijk aan het<br />

circusleven ontleend, van <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zitter C. J. M a k s, hangen er<br />

tusschen „nieuwe zakelijkheid" en „abstracte kunst", in. Door het uiteenloopend<br />

streven van <strong>de</strong> inzen<strong>de</strong>rs, is <strong>voor</strong> velen <strong>de</strong> tentoonstelling van <strong>de</strong><br />

„Onafhankelijken" juist aantrekkelijk.<br />

Op <strong>de</strong> Hollandsche Kunstenaarskring is gewoonlijk werk<br />

te zien van schil<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> z.g. Bergsche School, een wel wat weidsche<br />

naam <strong>voor</strong> een groepeering die zich in het Noord-Hollandsche dorp nestel<strong>de</strong>.<br />

Leo Gestel en A. J. G. Colnot, Piet en Math. Wiegman,<br />

S. L. Schwarz en Els a Berg behooren tot die groep. Ook Filarsky<br />

woon<strong>de</strong> in Bergen, waar Charley Toorop en Th. Lau, Kasper<br />

Niehaus en Jaap Weynand, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> 'Graadt van Roggen<br />

en <strong>de</strong> jonge Harry K u y ten nu nog wonen. Het ware onjuist <strong>de</strong><br />

361


verzamelaars B o e n d e r m aker en R e g n a u 1 t, die veel bijdroegen<br />

tot hef succes <strong>de</strong>r Bergsche schil<strong>de</strong>rs, niet te noemen.<br />

Piet van W if n g a a r d t is in <strong>de</strong> Hollandsche Kunstenaarskring<br />

een geziene persoonlijkheid. Zijn breed coloristisch werk staat in <strong>de</strong><br />

scherpste tegenstelling tot <strong>de</strong> „nieuwe zakelijkheid" van schil<strong>de</strong>rs wier<br />

werken, steeds meer, uitsluitend in <strong>de</strong>n K u n s t h an d e l te zien zijn.<br />

Pijpe Koch en Raoul Hijnckes, Willink, v. d. Vel<strong>de</strong><br />

en F e r n h o u t, maar ook van Herwijnen, laten hun werk niet<br />

meer op <strong>de</strong> vereenigingstentoonstellingen zien.<br />

In Den Haag zijn <strong>de</strong> periodieke exposities van „Pulchri Studio" soortgelijke<br />

manifestaties als die van „Arti" te Amsterdam. In <strong>de</strong> prachtige zalen<br />

van het Genootschap bomt het werk <strong>de</strong>r Haagsche schil<strong>de</strong>rs bijzon<strong>de</strong>r tot<br />

zijn recht. Het figuur vindt er o.m. beoefening bij W z 11 y S 1 u i t e r,<br />

<strong>de</strong>n presi<strong>de</strong>nt, bij van Wijngaerdt, P o 1. Dom, bij J a n<br />

Franken, huP. C. <strong>de</strong> Moor, bij Willem van <strong>de</strong>n Berg,<br />

die, ook na zijn benoeming tot hoogleeraar-directeur <strong>de</strong>r Rijks-Aca<strong>de</strong>mie<br />

Den Haag niet vergeet, bij Piet v an <strong>de</strong>r Hem, <strong>de</strong>n uiterst vaardigen<br />

meester van het groepsportret, een <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> glories van Holland.<br />

In het landschap on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich gewoonlijk Louis v an Soest,<br />

Louis Bron, Ype Wenning.<br />

Het stilleven vindt ook in „Pulchri", door ou<strong>de</strong>ren en <strong>voor</strong>al door jongeren,<br />

op velerlei wijzen beoefening; het is er dan ook steeds ruim, in ellen zin<br />

S. L. Schwarz, Havenstadje in het Zui<strong>de</strong>n.<br />

362


genomen, te zien. Als een enkele maal W i 11 e m van Ko n if n e nb<br />

u r g in „Pulchri" exposeert, trekt <strong>de</strong>ze meester steeds <strong>de</strong> grootste<br />

belangstelling met zijn in monumentaler zin gebouwd figuraal werk, dat bij<br />

zijn meest veelzijdige bemoeienissen, levend en aan <strong>de</strong> natuur verbon<strong>de</strong>n<br />

bleef. De steeds hooggestem<strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong>zen fijnzinnigen geest, tot<br />

<strong>de</strong>n stand van hef Haagsche werk, han moeilijk overschat wor<strong>de</strong>n.<br />

D e Haagsche Kunstkri ng, schepping van Th. <strong>de</strong> Bock,<br />

staat tot Pulchri Studio, als St. Lucas tot Arti et Amicitiae. De le<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>rs<br />

vormen er een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>, ook op an<strong>de</strong>re terreinen <strong>de</strong>r<br />

,dunst, werkzame vereeniging. Met hoogten en laagten wist zij toch, in<br />

<strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n, menige frissche tentoonstelling in te richten.<br />

Ook een formatie van Tateren datum, d e Ne<strong>de</strong>r la n d s c h e K u n s tk<br />

r in g, die ook wel in Amsterdam en el<strong>de</strong>rs exposeert, heeft haar zetel<br />

te 's-Gravenhalte.<br />

't Moet verwon<strong>de</strong>ring baren hoe <strong>de</strong>, door het mo<strong>de</strong>rne verkeer toch zoo vlak<br />

naast elkan<strong>de</strong>r gelegen ste<strong>de</strong>n, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, op<br />

kunstgebied toch ver van elkan<strong>de</strong>r liggen. Schil<strong>de</strong>rsnamen die in Rotterdam<br />

een goe<strong>de</strong>n klank hebben, zijn in Amsterdam onbekend. Als een Rotterdammer<br />

als H. J. v an M a s t e n b r o e k naar Den Haag gaat<br />

wonen en overal zijn havergezichten tentoonstelt, of als een portretschil<strong>de</strong>r<br />

als A. C. M e e s, met reproducties naar werk, door <strong>de</strong> pers bekendheid<br />

Krijgt, is het natuurlijk an<strong>de</strong>rs. Doch zij die wat té uitsluitend in Rotterdam<br />

op tentoonstellingen van <strong>de</strong> Rotterdamsche Kunstenaars-<br />

S o C i ë t e i t of van R. 33 te zien zijn, dringen niet gemakkelijk door<br />

Kuno Brinks, Marokkaansche stad.<br />

363


Sam van Beek, Flamingos.<br />

in <strong>de</strong> kunstminnen<strong>de</strong> belangstelling van <strong>de</strong> hoofd- en van <strong>de</strong> hofstad. Ik<br />

weet door mijn tienjarig /zoofdleeraarschap aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Rotterdam,<br />

beter dan wie ook, hoeveel toewijding door Rotterdamsche kunstenaars<br />

en hoeveel daadwerkelijke steun door het grootere en kleinere mecaenaat<br />

van onze eerste havenstad gegeven wordt, en welk vruchtbaar contact<br />

met het beste buitenlandsche werk, door mid<strong>de</strong>l van d e Rot ter d a ms<br />

c h e Kunstkring, on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n werd.<br />

Overal in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> wisten <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs kringen te formeeren. Te Utrecht<br />

bloeit het Genootschap Kunst 1 i e f d e, te Groningen werken<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van „d e P 1 o e g", met overtuiging naar alle zij<strong>de</strong>n. In het<br />

uiterste Zui<strong>de</strong>n wordt door <strong>de</strong> L í m b u r g s c h e K u n s t k r i n g en<br />

an<strong>de</strong>re formaties in regionaler zin gewerkt, zij von<strong>de</strong>n zeer talentvolle<br />

le<strong>de</strong>n, die een, dui<strong>de</strong>lijken invloed hebben op heel ons kunstleven.<br />

Ten<strong>de</strong>elegaanhaarle<strong>de</strong>nopin <strong>de</strong> Algemeene Katholieke<br />

Kunstenaarsvereeniging, die in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst op <strong>de</strong><br />

liturgische aanwending bijzon<strong>de</strong>r licht werpt. De religieuze kunst wist<br />

zich vrij te maken van een al te stereotyp karakter, en het zoet-idyllische<br />

uit <strong>de</strong>n weg te gaan.<br />

Het oudste kunstleven in Brabant ontwikkel<strong>de</strong> zich te 's-Hertogenbosch ;<br />

<strong>de</strong> bijhans hon<strong>de</strong>rdjarige „Koninklijke School" is er nog he<strong>de</strong>n <strong>de</strong> reeks<br />

van; 'n Pieter <strong>de</strong> Josselin <strong>de</strong> Jong, 'n Anton Derk<br />

in d e r e n, maar ook een Jan S t u ij t e r s kregen er hun eerste<br />

364


C. J. Mension, Beertjes,<br />

teekenon<strong>de</strong>rwijs. Een schil<strong>de</strong>rsfamilie als die <strong>de</strong>r S 1 ag e r's en een<br />

vruchtbaar illustrator als Herman Mo e r k e r k, verkregen in heel<br />

ons land bekendheid. Veel Hollandsche schil<strong>de</strong>rs waren korteren of langeren<br />

tijd rond Den Bosch werkzaam, en Hollandsche krachten als <strong>de</strong> Rotterdammer<br />

André Ve r k o r s t zijn er aan het kunston<strong>de</strong>rwijs verbon<strong>de</strong>n.<br />

Naast Den Bosch kwamen ook Tilburg, met <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie van <strong>de</strong> R. K.<br />

Leergangen, en Eindhoven met zijn fraai Museum van Abbe, in het krijt,<br />

terwijl in <strong>de</strong>n jongsten tijd <strong>de</strong>Bredasche Kunstkring levendige<br />

werkzaamheid ontwikkelt.<br />

Meer<strong>de</strong>re kunstscholen in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> steun<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst. Te Arnhem<br />

oefent <strong>de</strong> School van het Genootschap Kunstoefening<br />

met haar talentvollen directeur, <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r G. J. van L e r v e n,<br />

een invloed uit als in<strong>de</strong>rtijd <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Vries Lam te Leeuwar<strong>de</strong>n,<br />

door zijn picturaal on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie Minerva. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leerlingen<br />

van <strong>de</strong> Arnhemsche kunstschool werd <strong>de</strong>, te jong gestorven, D. Ke t,<br />

een meester.<br />

Natuurlijk bleef bij het formeeren van kunstkringen het Gooi niet achter.<br />

Twee vereenigingen, n.l. die van Laren - B 1 a r i c u m en die v a n<br />

Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunst te Hilversum, zijn er werkzaam en<br />

behartigen er <strong>de</strong> kunstbelangen van <strong>de</strong> streek.<br />

Kleinere ste<strong>de</strong>n als Haarlem, Amersfoort en Delft, om slechts <strong>de</strong>ze te<br />

noemen, hebben hun kunstkringen. De uitsteken<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r H. F. Boo t<br />

te Haarlem, heeft in „Kunst zij ons Doe 1" beroepsschil<strong>de</strong>rs en<br />

365


amateurs weten te vereenigen, het Ame rfoortsche Kunsten<br />

a a r s g i 1 d e heeft op verschillend gebied van zich doen spreken.<br />

De grafische kunstenaars zijn reeds lang afzon<strong>de</strong>rlijk georganiseerd in<br />

<strong>de</strong> Vereeniging ter bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r Grafische<br />

Kunst, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stichters in 1914 : T h. van Ho y t e m a,<br />

R. N. Roland Holst, Alb. Hahn en Ph. Zilcken<br />

genoemd mogen wor<strong>de</strong>n. Van <strong>de</strong> veteranen geven J. G. V e 1 d h e e r,<br />

W. 0. J. Nieuwenkamp en G. A. H. van <strong>de</strong>r Stoknog<br />

hun Drachten aan een vereeniging, die vernieuwing vond in jonge toegewij<strong>de</strong><br />

opvolgers op het gebied van houtsne<strong>de</strong>, kopergravure, ets en lithografie.<br />

Een vereeniging <strong>voor</strong> Penn i ng kunst verzorgt een<br />

kunst die tusschen beeldhouw- en schil<strong>de</strong>rkunst in ligt, en waarvan <strong>de</strong> eerste<br />

geniale beoefenaar, Pisanello, zich met Benige ostentatie „pictor" noem<strong>de</strong>.<br />

Ook moet er op gewezen wor<strong>de</strong>n dat het illustreeren van boeken en<br />

tijdschriften in ons land op hoog peil staat. Als in een vorige generatie<br />

een Joh. Braakensiek, een J. Hoynck van Papendrecht,<br />

en Bene Mej. C. v an <strong>de</strong>r Hart uitsteken<strong>de</strong> krachten waren, dan<br />

zijn nil, om er slechts twee te noemen, een J o Spieren een Do e v e,<br />

hun min<strong>de</strong>ren niet.<br />

ik ben mij volkomen bewust dat het noemen van eigentijdsche schil<strong>de</strong>rsnamen,<br />

zooals dit hierbovengeschied<strong>de</strong>, een uiterst hachelijke on<strong>de</strong>rneming is.<br />

Want, zelfs het volkomen subjectieve van <strong>de</strong> keuze in aanmerking genomen,<br />

waardoor het zeker geen on<strong>de</strong>rscheiding behoeft te wezen in <strong>de</strong>ze opsomming<br />

te zijn opgenomen, lean <strong>de</strong>ze niet dan een slordige zijn. 't Is zeker dat ik<br />

namen vergat van schil<strong>de</strong>rs, die ook ik hoogschat en wier kunst een facet<br />

vormt van het va<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>ren. De bedoeling zat <strong>voor</strong>, het vereenigingsleven<br />

<strong>de</strong>r Hollandsche schil<strong>de</strong>rs, als levend en rijk, te schetsen.<br />

Het zou ons in<strong>de</strong>rdaad te ver voeren, indien wij van het zoo uiterst geschakeerd<br />

vereenigingsleven van <strong>de</strong>n Hollandschen kunstenaar, een geheel<br />

uitgepenseeld beeld wil<strong>de</strong>n geven. Hetzij genoeg vast te stellen dat in 1940<br />

Holland schil<strong>de</strong>rt als in het verle<strong>de</strong>n, dat het beste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r Hollandsche<br />

hunstbegaafd/ieid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst gereserveerd blijft, dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs<br />

zich in vrijheid bon<strong>de</strong>n, en reeds een eeuw gele<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>beeldige organisaties<br />

stichtten, die nog niets van hun werfkracht verloren hebben.<br />

Wat <strong>de</strong> maatschappelijke positie van <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandsche kunstenaar betreft,<br />

heb ik mij even vrij en overtuigd uitgedrukt, als ilk dit <strong>de</strong>ed over het wezen<br />

en <strong>de</strong>n aard van zijn bijzon<strong>de</strong>re begaafdheid. De belangrijkste, <strong>de</strong> meest<br />

origineele en <strong>de</strong> meest karakteristieke kunstenaars van Holland, hebben<br />

a-maatschappelijk geleefd en gewerkt. Zij waren in dienst van niet s<br />

366


en van niemand, d.w.z. zij waren in dienst van <strong>de</strong> natuur en van<br />

zichzelf. Von<strong>de</strong>n zij geen an<strong>de</strong>re aansporing dan in zichzelf en geen<br />

an<strong>de</strong>re bescherming dan van het eigen geweten, dan waren zij, in volle<br />

on<strong>de</strong>rworpenheid aan <strong>de</strong> natuur, niemands knecht. Elke an<strong>de</strong>re bescherming<br />

is in Holland <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst tot scha<strong>de</strong> geweest. Terwijl <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong><br />

bescherm<strong>de</strong>n vergeten zijn, blijken die van <strong>de</strong> in stilte en maatschappelijke<br />

afzon<strong>de</strong>ring werken<strong>de</strong>n, nog met leven<strong>de</strong> klaarte.<br />

Maar 't is alweer zoo : die stilte en maatschappelijke afzon<strong>de</strong>ring mogen<br />

en kunnen niet opgelegd wor<strong>de</strong>n, zij moeten in vrije leuze wor<strong>de</strong>n aanvaard.<br />

Zij die dit Hollandsche standpunt niet innemen, of nog niet veroverd<br />

hebben, moeten <strong>voor</strong> hun overtuiging een uiting kunrien vin<strong>de</strong>n.<br />

Als naar mijn inzicht er <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen schil<strong>de</strong>r niets ver<strong>de</strong>rfelijker<br />

is dan een staatskunst, mag toch hen die trachten, tegen <strong>de</strong> leering<br />

welke <strong>de</strong> gebeurtenissen in <strong>de</strong>n aanvang en aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw (Fre<strong>de</strong>rik Hendrik en Willem 111) inhoudt, in, iets <strong>de</strong>rgelijks te<br />

beproeven, slechts <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n dat zij zich vergissen. Zoo' staat<br />

het ook met <strong>de</strong> m.i., <strong>voor</strong>al in Ne<strong>de</strong>rland onaantastbare waarheid, dat<br />

kunst, zoomin als godsdienst, regeeringszaak is, maar een zaak van het<br />

individueele geweten. Ali hit zonneklaar blijft uit heel <strong>de</strong> historie<br />

Wilm Wouters, krabbel met <strong>de</strong> pen.<br />

367


van onze lunst, en niet het minst uit haar lotgevallen van <strong>de</strong> laatste vijftig<br />

jaar, dat <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>r noch een maatschappelijke taak,<br />

noch een maatschappelijke plaats heeft, dan zullen alweer zij, die <strong>de</strong>ze<br />

waarheid niet hunnen of niet willen zien, verre van onnuttig zijn <strong>voor</strong><br />

het kunstleven, omdat zij, in contrast, me<strong>de</strong>helper <strong>de</strong> majesteit van het<br />

Hollandsche standpunt in het licht te stellen.<br />

Een groote groep, <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst in haar visueel karakter aanvaar<strong>de</strong>nd,<br />

met al <strong>de</strong> beperkingen die dat meebrengt, is ook ntí met <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n opeen<br />

aan het werk. In die groep zijn Benige meesters; <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis krijgt vast<br />

te stellen wie <strong>de</strong>ze meesters zijn en tot welke hoogte zij het zijn. Om <strong>de</strong>ze<br />

groep strij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zwakkere Drachten in hun rol van „supporter", zij<br />

hebben een niet kleire en niet onbelangrijk <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> zege van enkelen.<br />

Maar ook zij, die het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren verwerpend, met verf en penseelen<br />

op an<strong>de</strong>re wijze aan het werk zijn, mogen, ik betoog<strong>de</strong> het met<br />

nadruk, niet als „onnutte knechten van het schoone beschouwd wor<strong>de</strong>n.<br />

Nog eens, nooit genoeg zal het beseft wor<strong>de</strong>n hoe het schil<strong>de</strong>ren een continu,<br />

maar ook een collectief bedrijf is. Ook zij b.v., die in een m.i. onnoodige<br />

zelfkwelling zich <strong>de</strong> ascese hebben opgelegd van een nieuw begin, nu er<br />

nog geen sprake is van een versleten ein<strong>de</strong>, hebben nog een kans <strong>de</strong> rol van<br />

een onnoodig, opgeofferd geslacht te spelen, ten opzichte van nakomers,<br />

wier hun geduld en vlijt ten goe<strong>de</strong> komt.<br />

Laat het ook nooit vergeten wor<strong>de</strong>n dat elke toewijding, zelfs van <strong>de</strong>n minst<br />

succesvollen dilettant, elke lief<strong>de</strong>volle gedachte, zelfs van <strong>de</strong>n meest verstrooi<strong>de</strong>n<br />

beschouwer, haar waar<strong>de</strong> hebben. Want <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> is ook hier <strong>de</strong><br />

stille kracht die achter heel dit innerlijk bedrijf, verzinnelijkt met verf<br />

en penwelen, leeft.<br />

Elke steun, aan schil<strong>de</strong>rkunst en schil<strong>de</strong>r gegeven, vindt zijn directe beboning,<br />

want het schoone schil<strong>de</strong>rij legt U iets open van <strong>de</strong> schoone wereld<br />

die gij miskent, of on<strong>de</strong>rschat.<br />

In het hart van Oslo, tusschen <strong>de</strong> standbeel<strong>de</strong>n van Bjoernson en Ibsen,<br />

Strindberg indachtig, en met <strong>de</strong> muziek van Grieg in <strong>de</strong> noren, kreeg <strong>de</strong><br />

Noor <strong>voor</strong> mij gestalte. In <strong>de</strong> Scala te Milaan on<strong>de</strong>r Italiaanschen<br />

mannenzang, die is als „<strong>de</strong> trillen<strong>de</strong> schaduw van een palmboom in <strong>de</strong><br />

woestijn", prentte het zich in mij vast : 1 t a 1 i ë zingt 1 Te Sevilla<br />

han het een ie<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n dat Spanje danst... .<br />

Moge dit geschrift <strong>de</strong>n lezer sterken in zijn overtuiging dat Ho 11 a n d,<br />

met ongeschokt vertrouwen in zijn begaafdheid, schil<strong>de</strong>r t en zal<br />

blijven schil<strong>de</strong>ren, omdat schil<strong>de</strong>ren zijn van God gegeven taal is.<br />

368


iT<strong>de</strong>fiiI recijLei aa<br />

De gegevens van dit Zakelijk Register, dat met me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong>n<br />

publicist H. P. van <strong>de</strong>n Aardweg tot stand gekomen is, zijn <strong>de</strong>els ontleend<br />

aan <strong>de</strong> inlichtingen, welke <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs en schil<strong>de</strong>ressen op ons verzoek zelf<br />

verstrekt hebben en <strong>de</strong>els aan bestaan<strong>de</strong> biografische handboeken.<br />

Dit Register Ilan overigens niet an<strong>de</strong>rs zijn dan een groote stap na<strong>de</strong>r tot<br />

een comp 1 e e t register, waaraan Mej. G. Marius en Alb. Plasschaert<br />

reeds gewerkt hebben.<br />

Een zoo uitgestrekt on<strong>de</strong>rzoek als thans werd ingesteld, had nog niet plaats.<br />

Het resultaat mag echter niet zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>behoud bevredigend genoemd<br />

wor<strong>de</strong>n, waar lang niet allen op <strong>de</strong> hun gestel<strong>de</strong> vragen geantwoord hebben.<br />

Wij laten <strong>de</strong> mogelijkheid open, dat in <strong>de</strong>zen tijd niet allen het tot hen<br />

gerichte verzoek in han<strong>de</strong>n kregen.<br />

Vooral een groote moeilijkheid was het achterhalen van <strong>de</strong>n sterfdatum<br />

van menig kunstenaar.<br />

Schil<strong>de</strong>ressen wer<strong>de</strong>n aangeduid met eens, schil<strong>de</strong>rs over wie wij geen<br />

gegevens hon<strong>de</strong>n krijgen wer<strong>de</strong>n met twee** geteekend en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ressen<br />

met drie***.<br />

H. L.<br />

24 369


Aa, D. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1731 te Den Haag.<br />

Over!. 23 Februari 1809.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

In hoofdzaak ontwerper van tapijten en schil<strong>de</strong>r<br />

van kin<strong>de</strong>rgroepen.<br />

Aanholt, J. van<br />

Werkt in verschillen<strong>de</strong> stijlen.<br />

Aarts, J. J.<br />

Geb. Augustus 1871 te Den Haag.<br />

Gest. 19 Oct. 1934 te Amsterdam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Verwierf <strong>voor</strong>al vermaardheid als graficus.<br />

Hoogleeraar in <strong>de</strong> grafische vakken aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam.<br />

A6bing, F. H.<br />

Geb. 8 Mei 1901 te Teteringen bij Breda.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten te Amsterdam.<br />

Zijn picturale belangstelling gaat ook naar het<br />

<strong>de</strong>coratieve uit.<br />

Abels, J. Th.<br />

Geb. 1 Sept. 1803 te Amsterdam.<br />

Over!. 13 Juni 1866 te Abcou<strong>de</strong>.<br />

Leerling van J. v. Ravenzwaay. Figuren en<br />

dieren in landschap.<br />

*Abrahams, Anna A<strong>de</strong>lai<strong>de</strong>.<br />

Geb. 16 Juni 1849 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Gest. 1930.<br />

Leerlinge van Schutz te Mid<strong>de</strong>lburg, van Mej.<br />

Wildrik en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Den Haag.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>al bloemstillevens.<br />

Adams, Jean.<br />

Geb. 3 Febr. 1899.<br />

Leerling van het Rijksinstituut tot opleiding van<br />

Teekenleeraren en van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong><br />

Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten te Amsterdam. Thans is hij<br />

pastoor van een klein plaatsje en heeft hij allen tijd<br />

zich aan <strong>de</strong> kunst te wij<strong>de</strong>n. Hij schil<strong>de</strong>rt hoofdzakelijke<br />

religieuze on<strong>de</strong>rwerpen, doch ook wel<br />

portretten,<br />

Adamse, Mar.<br />

Geb. 17 Oct. 1891 te Dordrecht.<br />

Was eerst bij Bouvy te Dordrecht. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

van 1911113 13 te Munchen. Schil<strong>de</strong>r van portretten<br />

en landschappen.<br />

Addicks, Christiaan Johannes.<br />

Geb. 6 Juni 1871 te Rotterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Winteravondschool ,<strong>de</strong>r Rotterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r van landschap en stilleven.<br />

Addiks, H.<br />

Geb. Febr. 1853 te Amsterdam.<br />

Gest. ?<br />

Les gehad van P. Kiers, Mej. C. Kiers en E.<br />

Verwoerd. Hoofdzakelijk bloemen.<br />

A<strong>de</strong>r-Bergsma. E. C.<br />

Geb. 25 Sept. 1902.<br />

Leert. v. J. Nieweg en J. J. Voskuil. Landschap,<br />

stilleven en bloemen.<br />

Adolfs, Ger. P.<br />

Vooral Indische tafereelen.<br />

Adriaans, G.<br />

Geb. 15 Febr. 1898.<br />

Voorlief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> pastel en linosne<strong>de</strong>. Stadsgezicht<br />

en portret.<br />

*Adriani-Hovy,E.<br />

Geb. 25 Jan. 1873 te Amsterdam.<br />

Leerlinge van E. S. Witkamp en H. W. Jansen.<br />

Vooral bekend door haar teekeningen naar ou<strong>de</strong><br />

monumenten en ste<strong>de</strong>n.<br />

Aerts, Johan Petrus.<br />

Geb. 22 Aug. 1898.<br />

Kreeg zijn eerste aanwijzingen van <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r<br />

Schutz te Mid<strong>de</strong>lburg en zette later zijn studie<br />

<strong>voor</strong>t bij Ton Meijer te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>rt stillevens, landschappen en portretten.<br />

A k en, M. A. van.<br />

Geb. 24 Jan. 1854 te Den Haag.<br />

Gest. ?<br />

Leerling van J. W. F. Kachel.<br />

*A leersloot-Berg, B.<br />

Geb. 16 Dec. 1851 bij Oslo, Noorwegen.<br />

Gest. 18 Dec. 1922 op Vlieland.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te München en te Parijs, werkte te<br />

Scheveningen en op Vlieland.<br />

Akkeringa, Johannes Evert.<br />

Geb. 17 Jan. 1864 op het eiland Banca, 0.1.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche en Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mies.<br />

Schil<strong>de</strong>r van stillevens, bloemen, naakt,<br />

<strong>voor</strong>al bekend door zijn strandgezichten.<br />

Akkersdijk, Jac.<br />

Geb. 12 Febr. 1815 te Rotterdam.<br />

Overl. 4 Jan. 1863 te Rotterdam.<br />

Voornamelijk dorps- en stadsgezichten en boerenkermissen.<br />

Alandt, M. A.<br />

Geb. 8 Juni 1875 te Amsterdam.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Quellinusschool ; 's avonds op<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie. Voornamelijk landschappen.<br />

Alban, C. J.<br />

Geb. 20 Jan. 1873.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portretten, landschap, stadsgezicht<br />

en stilleven. Ook houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Albers, Henk.<br />

Geb. 2 Febr. 1898. Autodidact.<br />

Landschap, stilleven, dieren.<br />

371


Alessie, C. R.<br />

Geb. 10 Juli 1896.<br />

Overl. 13 Dec. 1938.<br />

Aquarelleer<strong>de</strong> <strong>voor</strong>al.<br />

A l e w ij n, Jhr. D.<br />

Geb. 7 Maart 1797 te A'dam en aldaar overle<strong>de</strong>n<br />

9 Maart 1837.<br />

Ale'w ij n, Jhr. Mr. W.<br />

Geb. 9 Mei 1769 te Amsterdam.<br />

Overl. 4 Dec. 1839 te Utrecht.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Alf f, Paulus Nicolaas van.<br />

Geb. 10 Maart 1878.<br />

Veelal figuren. Ook „heraldisch teekenaar".<br />

AlIebé, Auguste.<br />

Geb. 19 April 1838 te Amsterdam.<br />

OverI.10 Jan. 1927, A' dam.<br />

Leerling van P. F. Greive en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Genreschil<strong>de</strong>r van beteekenis. Op aandringen van<br />

Israéls gaan lithografeeren. Als Hoogleeraar-<br />

Directeur aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie groote invloed<br />

uitgeoefend op <strong>de</strong> jongere generatie.<br />

Alma, P.<br />

Geb. 18 Jan. 1886 te Sumatra.<br />

Leerling Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Werkte op het<br />

atelier Humbert. Maakte studies te Pa rijs.<br />

Hoofdzakelijk wandschil<strong>de</strong>ring.<br />

Alozerij, G.<br />

Geb. 24 Maart 1872.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> acte teekenen L.O. en M.O.<br />

o.l.v. J. Visser. Ging schil<strong>de</strong>ren o.l.v. G. W.<br />

Knap. Heeft geen bepaal<strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur. Stadsgezichten,<br />

landschappen, figuren en stillevens.<br />

Altink, Jan.<br />

Geb. 21 Ocotober 1885.<br />

Schil<strong>de</strong>r van landschappen, portretten en stillevens.<br />

Altmann, G.<br />

Geb. 25 Mei 1877 te Rotterdam.<br />

Gest. 17 Aug. 1940 Rotterdam.<br />

Ontving les van Jan <strong>de</strong> Jong te Rotterdam en<br />

stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

In hoofdzaak landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Altmann, Sybr.<br />

Geb. 6 Sept. 1822 te Den Burg op Tessel.<br />

OverI. 6 Juni 1890 te Amsterdam.<br />

Leerling van P. van Schen<strong>de</strong>l.<br />

Van 1880 af Professor aan <strong>de</strong> Teeken-aca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam.<br />

Hij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten en lithografeer<strong>de</strong>.<br />

372<br />

AItorf, Johan Coenraad.<br />

Geb. 1 Jan. 1876 te Den Haag.<br />

Stud. a. d. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Voorn. beeldhouwer.<br />

*Amesz, Nans.<br />

Geb. 4 Nov. 1897.<br />

Ontving haar opleiding aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Verricht illustratief werk.<br />

Schil<strong>de</strong>rt naakt, Madonna's (in olieverf) en teekent<br />

portretten.<br />

**Amey<strong>de</strong>n, K. van<br />

Figuur en portret.<br />

A n d r é a, W. F.<br />

Geb. 20 Maart 1875.<br />

Leerling van <strong>de</strong> TeekenschooI v. Kunstnijverheid<br />

te Haarlem en kreeg ook les van P. van Looy.<br />

Lithografeer<strong>de</strong> ook.<br />

Anrooy, A. van.<br />

Geb. 11 Jan. 1870 te Zaltbommel.<br />

Behaal<strong>de</strong> in 1892 het diploma architect aan <strong>de</strong><br />

Polytechnische school te Delft. Bezocht ook <strong>de</strong>n<br />

Avondcursus <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Vooral<br />

portretschil<strong>de</strong>r. Se<strong>de</strong>rt 1896 in Lon<strong>de</strong>n.<br />

*Ansingh, M. E. G.<br />

(Noemt zich Lizzy.)<br />

Geb. 13 Maart 1875 te Utrecht.<br />

Leer<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ren op het atelier van haar tante<br />

Thérèse Schwartze. Op 12-jarigen leeftijd hulp<br />

van Prof. van <strong>de</strong>r Waay. In 1893 aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam gaan stu<strong>de</strong>eren.<br />

Schil<strong>de</strong>res van portretten, landschappen, dieren,<br />

poppen, bloemen en stadsgezichten.<br />

Apol, Louis F. H.<br />

Geb. 6 Sept. 1850 te Den Haag.<br />

Overl. 1936 te Den Haag.<br />

Leerling van Joh. Hoppenbrouwers en P. Stortenbeker.<br />

Schil<strong>de</strong>r van boschgezichten en landschappen.<br />

Zijn sneeuwgezichten zijn vermaard.<br />

A p o 1, L. P. H.<br />

Geb. 12 Maart 1874 te Dan Haag.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Antwerpen en<br />

Den Haag.<br />

Apol, P. J.<br />

Geb. 12 Aug. 1876 te Den Haag.<br />

Werkte te Florence, Brussel en Amsterdam.<br />

*A r end, D. J. M. v. d.<br />

Geb. 1861 te Haarlem.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool (hoofdzakelijk<br />

Grabijn) en korten tijd bij H. Krabbe'. Schil<strong>de</strong>res<br />

van bloemen en stillevens.<br />

*Arendsen, Ar. H.<br />

Geb. 1840 te Haarlem.<br />

Over!. 1915.<br />

Leerlinge van C. Lieste. Voornamelijk bloemen<br />

en vruchten.


Arends, Albert.<br />

Geb. 25 Febr. 1881 te Grave.<br />

Eerst leerling van zijn va<strong>de</strong>r, daarna van Friedr.<br />

Hummel. Ook gestu<strong>de</strong>erd te Munchen.<br />

Arntzenius, Paul.<br />

Geb. 20 Mei 1883 te Den Haag.<br />

Leerling van W. B. Tholen en van <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Werkte vier maan<strong>de</strong>n bij H. v. d. Poll.<br />

Bekend door stillevens, landschappen, portretten<br />

en etsen.<br />

Arntzenius, P. Florens N. J.<br />

Geb. 9 Juni 1864 te Soerabaja. Gestu<strong>de</strong>erd aan<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Amsterdam en Antwerpen.<br />

Hoofdzakelijk stadsgezichten van Den Haag ;<br />

duingezichten en portretten.<br />

Arps, B.<br />

Geb. 1 Sept. 1865 te Culemborg.<br />

Aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie gestu<strong>de</strong>erd en<br />

aan <strong>de</strong> Polytechnische School. Hoofdzakelijk<br />

portretten, landschappen en lithographieën.<br />

Arian <strong>de</strong> Saint Martin, L.<br />

Geb. 24 Mei 1890 te Nieuwpoort.<br />

Hij was leerling van Mariette en vertrok on<strong>de</strong>r<br />

invloed van <strong>de</strong> meesters van Barbizon naar Parijs.<br />

Voornamelijk zeegezichten.<br />

Artz, D. A. C.<br />

Geb. 18 Dec. 1837 te Den Haag.<br />

Overl. 8 Nov. 1890 te Den Haag.<br />

Hij stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Ging in 1866 on<strong>de</strong>r invloed van Josef Israëls<br />

naar Parijs en bleef daar tot 1874. Inmid<strong>de</strong>ls<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij ook in Schotland, Duitschland,<br />

Engeland en Italië. Men noemt hem een leerling<br />

van J. Israëls.<br />

Asperen P. van<br />

Leeuwar<strong>de</strong>r Landschap en stadsgezicht.<br />

*Asscher, H.<br />

Geb. te Amsterdam.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Normaalschool <strong>voor</strong> teekenen.<br />

En van Ed. Frankfort. Schil<strong>de</strong>res van stillevens,<br />

vruchten en bloemen.<br />

Assen<strong>de</strong>lf t, Corn. Alb. van.<br />

Geb. 11 Mei 1870 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Hij heeft on<strong>de</strong>r invloed gestaan van Vincent<br />

van Gogh. In hoofdzaak landschappen.<br />

Aten, W.<br />

Geb. 1894 te Zaandam.<br />

Leerling van Alb. Scheerens, Feith, Carl Dake,<br />

Harry Kuyten.<br />

Werkt hoofdzakelijk in <strong>de</strong> Zaanstreek.<br />

Aué, J.<br />

Geb. 25 Augustus 1895 te Bussum.<br />

Schil<strong>de</strong>r van landschappen, pastels ; <strong>voor</strong>al ook<br />

penteekeningen.<br />

Augustini, J. L.<br />

Geb. 30 April 1748 te Haarlem en stierf aldaar<br />

4 Aug. 1822. Etste ook.<br />

**A <strong>voor</strong> t, H. v. d.<br />

Baak, Nico.<br />

Geb. 10 Mei 1892.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rijksnormaalschool te Amsterdam,<br />

daarna naar <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Van<br />

1918-1920 loge-leerling van Prof . Der Kin<strong>de</strong>ren.<br />

**Baardscheer, J. H.<br />

**Baaren Ruysenaars M. T. v.<br />

Baarsel, C. W.<br />

Geb. 1791.<br />

Overl. 17 April 1854 te Amsterdam.<br />

Baarsel, P. W. van.<br />

Geb. 21 Aug. 1877 te Delft.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r van<br />

intérieurs en landschappen. Teekenaar van kleine<br />

portretten op perkament.<br />

Bach, F. H.<br />

Geb. 28 Mei 1865.<br />

Bezocht eerst <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie „Minerva" te Groningen.<br />

In 1884 behaal<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lbare Acte<br />

teekenen. Thans is hij leeraar aan „Minerva".<br />

Hij schil<strong>de</strong>rt portretten, landschappen en stadsgezichten,<br />

kruiswegen in olieverf.<br />

Bach, J. M.<br />

Geb. 2 Jan. 1866 te Den Haag.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> o.a. Aca<strong>de</strong>mie v. B.K. in zijn geboorteplaats.<br />

Werkte on<strong>de</strong>r leiding van Lecomte. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

o.a. glasramen.<br />

BageIaar, E. W. J.<br />

Geb. 16 Juli 1775 te Eindhoven.<br />

Overl. 8 Febr. 1837.<br />

Schil<strong>de</strong>r van portretten, dieren en Iandschappen.<br />

***B a k e, Mia.<br />

B a k e, W. A.<br />

Geb. 1821.<br />

Overl. 1845 te Aricia.<br />

Leerling van Pieneman en Eeckhout.<br />

Bakeis, Dr. R. S.<br />

Geb. 4 Aug. 1873 te Hoorn.<br />

Eerst jurist, daarna, in 1904, gaan schil<strong>de</strong>ren.<br />

Vooral portretten en landschappen.<br />

373


*Bakema, Francina Petronella<br />

josephina.<br />

Geb. 19 Juni 1902.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Brussel, te Parijs, aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam. Is beeldhouwster en portretschil<strong>de</strong>res.<br />

Signeert : Nel Bakema.<br />

**Bakhoven, J. A. P.<br />

Bakker, Ar.<br />

Geb. 14 Aug. 1806 te Rotterdam.<br />

Over!. 10 Jan. 1843 bij Schiedam.<br />

Bakker, C.<br />

Geb. 5 Juni 1771 op Goeree.<br />

Overl. 9 Jan. 1849 te Rotterdam.<br />

Leerling van A. C. Hauck.<br />

Meestal landschappen met vee.<br />

**Bakker, Charles.<br />

Bakker, Frans.<br />

Geb. 6 Aug. 1871.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie v. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten. Maakte studiereizen door Ne<strong>de</strong>rl.<br />

India en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche en Indische<br />

landschappen.<br />

**Bakker, Jan A.<br />

Bakker, Jan.<br />

Geb. 1 Juli 1879 te Schiedam.<br />

Bezocht geduren<strong>de</strong> twee jaar <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

v. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten ; later kreeg hij<br />

eenige leiding van W. B. Tholen.<br />

Meestal schil<strong>de</strong>rt hij waterlandschappen.<br />

Bakker, Teunis.<br />

Geb. 3 Nov. 1896 te Purmerend.<br />

Bezocht Rijks Normaalschool <strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijzers<br />

en Rijks Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Bakker Korf f, A. H.<br />

Geb. 31 Augustus 1824 te Den Haag.<br />

Overl. 28 Jan. 1882 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Kleine interieurs met figuren. Genreschil<strong>de</strong>r van<br />

beteekenis. Leert. van C. Kruseman en J. E. J.<br />

v. d. Berg.<br />

Baksteen, D.<br />

Geb. 29 Maart 1886 te Rotterdam.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>namelijk landschappen en stillevens.<br />

Baksteen, G.<br />

Geb. 2 Dec. 1887 te Rotterdam.<br />

Eerst naar <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

te Antwerpen on<strong>de</strong>r Prof. Juliaan <strong>de</strong><br />

Vriendt.<br />

374<br />

Bal, C. G.<br />

Geb. 11 Sept. 1841.<br />

Overl. 2 Febr. 1908.<br />

Balvee, C. A.<br />

Geb. 14 Augustus 1863 te Amsterdam.<br />

Over!. ?<br />

Verkreeg zijn opleiding aan <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool<br />

te Haarlem.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Iandschap, o.m. te Nunspeet.<br />

***Ban, E. F. v. d.<br />

Ban<strong>de</strong>r, Jan C.<br />

Geb. 4 Aug. 1885 te Amsterdam.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rijksnormaalschool en <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam. Boetseer<strong>de</strong> ook en is<br />

thans meer speciaal portret- en landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

*Ban<strong>de</strong>r-Lutomirski, Leonie.<br />

Geb. 4 April 1887 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksnormaalschool en aan <strong>de</strong><br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten te Amsterdam.<br />

Figuur in het intérieur, stillevens, bloemen en<br />

landschappen.<br />

Bantzinger, C. A. B.<br />

Portret en figuur.<br />

Barbiers, B.<br />

Geb. 1740 te Amsterdam.<br />

Over!. 1808 te Amsterdam.<br />

Ontwerper van tooneeldécors en landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Barbiers Pzn. B.<br />

Geb. 1784 te Amsterdam.<br />

Over!. 28 April 1816 te Amsterdam.<br />

Leerling van P. Barbiers Pzn. In hoofdzaak<br />

landschappen.<br />

*Barbiers, M. G.<br />

Geb. ?<br />

Overl. 30 Jan. 1849 te Haarlem.<br />

Leerlinge van P. Barbiers Bzn. Schil<strong>de</strong>res van<br />

bloemen.<br />

Barbiers Bzn., P.<br />

Geb. 23 Jan. 1772 te Amsterdam.<br />

Over!. 18 Sept. 1837 te Haarlem.<br />

Leerling van B. Barbiers. Voornamelijk historische<br />

schil<strong>de</strong>rijen en landschappen.<br />

Barbiers Jr., P.<br />

Geb. 27 April 1798 te Haarlem.<br />

Over!. 29 Nov. 1848 te Zwolle.<br />

Barendregt, W.<br />

Geb. 15 Febr. 1880 te Dreischor (Schouwen).<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en<br />

<strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. In 1903 naar <strong>de</strong><br />

Rijksnormaalschool. Daarna leerling <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie.


Barnouw, N.<br />

Geb. 22 April 1809 te Schiedam.<br />

Overl. 1873 te Overschie.<br />

tn hoofdzaak landscha] ken ; toerkte ook veel te<br />

Renhum.<br />

Bastert, Nicolaas.<br />

Geb. 7 Jan. 1854 te Maarsseveen.<br />

Gest. 18 April 1939 te Loenen afd. Vecht.<br />

Leerling van P. J. Lutjens en M. Heyl en van<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Antwerpen en Amsterdam.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r van beteekenis, kregen <strong>voor</strong>al<br />

zijn riviergezichten groote vermaardheid. Hij<br />

werkte <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> Vecht, te Nigtevecht en<br />

te Nieuwersluis.<br />

***Baucke-Kleine, A. J.<br />

Bauer, M. A. J.<br />

Geb. 25 Jan. 1864 te Den Haag.<br />

Over!. 18 Juli 1932 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> van 1879—'84 aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te<br />

Den Haag.<br />

Schil<strong>de</strong>r, aquarellist, maar <strong>voor</strong>al graficus.<br />

Reis<strong>de</strong> naar Rusland, Britsch Indië en Ne<strong>de</strong>r<br />

landsch 0.1. Zijn etsen behooren tot het beste<br />

door <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw op dit gebied <strong>voor</strong>tgebracht.<br />

*Bauer-Stumpf, J.<br />

Geb. 22 Maart 1873 te Amsterdam.<br />

Leerlinge van Prof. Allebé aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam; <strong>voor</strong>al stilleven, ook bloemen en<br />

portretten.<br />

Bauffe, Vict.<br />

Geb. 1849.<br />

Over!. 13 Oct. 1921 te Den Haag.<br />

Schil<strong>de</strong>r van landschappen en stillevens.<br />

Baukema, Sieger J.<br />

Geb. 3 April 1852 te Ou<strong>de</strong> Mirdum (Fr.)<br />

Overl. 10 Sept. 1936 te A rnhem.<br />

Tot zijn 25ste jaar on<strong>de</strong>rwijzer geweest. Behaal<strong>de</strong><br />

in 1879 <strong>de</strong> acte M.O. teekenen. Directeur <strong>de</strong>r<br />

Arnhemsche teekenschool. Schil<strong>de</strong>r van portretten<br />

en landschappen.<br />

*Baukema-Philipse, M.<br />

Geb. 16 April 1863 te E<strong>de</strong>, Gld.<br />

Schil<strong>de</strong>res van stadsgezichten.<br />

Baur, N.<br />

Geb. 12 Sept. 1767 te Harlingen.<br />

Over!. 28 Maart 1820 te Harlingen.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r (J. A. Baur).<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stads- en zeegezichten.<br />

B a u r, J. A.<br />

Voornamelijk bekend als portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Bautz, D.<br />

Geb. 3 Juni 1884 te Den Haag.<br />

Leerling aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie ; werkte van<br />

4904—'O6 On<strong>de</strong>r leiding van F. Jansen. Bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

te Parijs ou<strong>de</strong> Italiaansche en Spaansche<br />

meesters. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veel stillevens van gevogelte.<br />

*Bayens, Bets.<br />

Geb. 14 Sept. 1891.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Industrieschool en leer<strong>de</strong> het handteekenen<br />

; later kreeg zij les van Kees Spoor en<br />

v. Bayens.<br />

Bij <strong>voor</strong>keur schil<strong>de</strong>rt zij „karakterpoppen" ;<br />

ook stillevens en portretten.<br />

Bayens, H.<br />

Landschap en naakt.<br />

Becht, Ed.<br />

Geb. 25 April 1868 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Hij speel<strong>de</strong><br />

eenigen tijd tooneel. Schil<strong>de</strong>r van landschappen.<br />

Becker, Frid.<br />

Geb. 24 Maart 1830 te Den Haag.<br />

Over!. 2 Maart 1895.<br />

Was een vriend <strong>de</strong>r Marissen.<br />

Beckhuis, H.<br />

Leeuwar<strong>de</strong>n 5 Juni 1887.<br />

Schil<strong>de</strong>rt stillevens en bloemen.<br />

Beef tink, A.<br />

Geb. 1 Juni 1908.<br />

Leeraar M.O. Teekenen. Stilleven en landschap.<br />

Beek A. van<br />

Delftsch schil<strong>de</strong>r en restaurateur.<br />

Beek, B. A. van.<br />

Geb. 30 Jan. 1875 te Amsterdam.<br />

Over!. 6 Maart 1941, Kortenhoef.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r.<br />

Schil<strong>de</strong>r van landschappen <strong>voor</strong>al te Kortenhoef.<br />

Beek, J. A. B. ter.<br />

Geb. 23 Aug. 1799 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl. ?<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten, landschappen enz.<br />

*Beek, Sam v.<br />

***Beek-Stroeve, Bella.<br />

Beek, W. van.<br />

Geb. 14 Juni 1867 te Amsterdam.<br />

Geduren<strong>de</strong> één winter stillevens geteekend bij<br />

Georg Rueter. Bekend als schil<strong>de</strong>r van stillevens.<br />

Beekman, Chris H.<br />

Geb. 28 Mei 1887.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Ver<strong>de</strong>r autodidact, Figuur.<br />

landschap en stilleven. Graficus.<br />

375


**Beerendonk, Th.<br />

**Beers, Han.<br />

Beest, Alb. van.<br />

Geb. 11 Juni 1820 te Rotterdam.<br />

OverI.8 Oct. 1860 te New York.<br />

Schil<strong>de</strong>r van zeegezichten, dieren en landschappen.<br />

Beever, E. van.<br />

Geb. 28 Maart 1876 te Antwerpen.<br />

Overl. Juni 1912.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Quellinusschool en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam. Schil<strong>de</strong>r van intérieurs, stillevens<br />

en dorpsgezichten.<br />

Behr, C. J.<br />

Geb. 9 Juli 1812 te Den Haag.<br />

Over!. 10 Nov. 1895 te Den Haag.<br />

Leerling van B. J. van Hove. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in hoof dzaak<br />

stadsgezichten.<br />

Bekker Jr., C. F.<br />

Geb. 31 Dec. 1890.<br />

Korten tijd Rijksaca<strong>de</strong>mie en Aca<strong>de</strong>mie Antwerpen.<br />

Voornamelijk Iandschappen.<br />

**Bekker, P.<br />

**Bekman, Hubert.<br />

Belmer, J. D.<br />

Geb. 6 April 1827.<br />

Over!. 6 Mei 1909 te Barneveld.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Antwerpen. Schil<strong>de</strong>rt<br />

stillevens en landschappen.<br />

Bendorp, Sr. C. F.<br />

Geb. 1736 te Sas van Gent.<br />

Over!. 3 October 1814 te Dordrecht.<br />

Leerling van W. Uiterlimmige. Hij etste<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stadsgezichten.<br />

Bendorp, Jr. C. F.<br />

Geb. 21 Jan. 1819 te Dordrecht.<br />

Overl. 1864.<br />

Bendorp, J. C.<br />

Geb. 1767 te Dordrecht.<br />

Overl. 15 Nov. 1849 te Dordrecht.<br />

Leerling van D. Langendijk.<br />

Maakte teekeningen en kopergravures.<br />

Benner, J. Ph.<br />

Geb. 31 Oct. 1876 te Amsterdam.<br />

Leerling van Herbert van <strong>de</strong>r Poll, Iandschap.<br />

*Berch van Heemste<strong>de</strong>, jkvr. C. v. d.<br />

Geb. Maart 1885 te Neer Langbroek.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

376<br />

portretten,<br />

en<br />

*Berg, A. C. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 18 Febr. 1873 te Amsterdam.<br />

Werkte op het atelier van M. Hagemans te<br />

Brussel, daarna bij P. Rink en stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Parijs.<br />

Zij schil<strong>de</strong>rt bloemen, figuren en intérieurs.<br />

Berg, A. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 19 Mei 1852 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r van figuren, stillevens en landschappen.<br />

***Berg, Else.<br />

Berg, Johannes Fre<strong>de</strong>ricus (noemt<br />

zich Freek van <strong>de</strong>r)<br />

Geb. 29 Mei 1918.<br />

Kreeg eenigen tijd les van J. Wiertz en Han<br />

van Dam en bekwaam<strong>de</strong> zichzelf ver<strong>de</strong>r. Hij<br />

schil<strong>de</strong>rt figuren, portretten, landschappen en<br />

stillevens.<br />

Berg, Jhr. J.<br />

Geb. 3 Juni 1851 le Amsterdam.<br />

Gest. ?<br />

Leerling van P. Greive, Allebé en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Antwerpen. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Zeeuwsche figuren.<br />

Berg, J. E. J. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 1802.<br />

Overl. 1861.<br />

Naar <strong>de</strong> klassieken gericht schil<strong>de</strong>r, anatomie en<br />

proportieleer.<br />

Berg, Mijn<strong>de</strong>rt van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 5 Juli 1876.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie v. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

te Den Haag.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschappen en stadsgezichten.<br />

Berg, S. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 4 Nov. 1812 te Overschíe.<br />

Over!. 8 Juli 1891 te Arnhem.<br />

Leerling van P. G. van Os. Directeur van het<br />

Mauritshuis. Vooral dierenschil<strong>de</strong>r.<br />

Berg, W. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 16 Febr. 1886 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en werkte on<strong>de</strong>r<br />

Ieiding van zijn va<strong>de</strong>r, A. v. d. Berg. Maakt<br />

stillevens, portretten en landschappen. Hoogleeraar<br />

directeur van <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Bergh, P. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 30 Nov. 1865 te Den Haag.<br />

Leerling van Th. <strong>de</strong> Bock en W. Maxis.<br />

**Bergman, C.<br />

**Bertels, M. J.


Bergsma, G.<br />

Geb. 19 April 1873 te Winterswijk.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam ; bezocht<br />

Italië en Munchen. Schil<strong>de</strong>r van figuren en landschappen.<br />

Berten, H. G.<br />

Larensch schil<strong>de</strong>r. Debuteer<strong>de</strong> eerst op zes en<br />

veertigste jaar. Landschap.<br />

Den Besten, Pieter.<br />

Geb. 15 Februari 1894.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie v. B. K. en T. W. te<br />

Rotterdam.<br />

Toegepaste kunsten, portretten en stillevens.<br />

Besters, A. J.<br />

Geb. 1747 te Den Haag.<br />

Overl. 11 Sept. 1819 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

**Betzema, B. C.<br />

Beur<strong>de</strong>n, A. F. W. E. van. Schoonhoven<br />

van.<br />

Geb. 28 October 1883.<br />

Behaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare acte handteekenen en<br />

kunstgeschie<strong>de</strong>nis. Is leeraar aan het Amsterdamsch<br />

Lyceum. Schil<strong>de</strong>r van landschappen,<br />

bloemen en symboliek.<br />

**B e u s e k o m, D. Ch. v.<br />

Beveren, Ch. van.<br />

Geb. 6 April 1809 te Mechelen.<br />

Over!. 16 Sept. 1850 te Amsterdam.<br />

Bezocht Rome. Schil<strong>de</strong>r van portretten en intérieurs.<br />

*B e y m a, Jhvr. T. v an.<br />

Geb. 24 Juni 1878 te Den Haag.<br />

Leerling van W. J. Bampse te Lei<strong>de</strong>n en van<br />

W. C. Rip.<br />

Bezaan, Johannes.<br />

Geb. 2 Aug. 1894.<br />

Is autodidact • kreeg slechts eenige aanwijzingen<br />

van K. Hentschel.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschappen met en zon<strong>de</strong>r figuur<br />

en portretten en stillevens.<br />

Bieling, H. F.<br />

Geb. te Rotterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>r en beeldhouwer.<br />

**Bielkine Wlad.<br />

Bieruma Oosting vgl. Oosting.<br />

Bies, Marinus Johan.<br />

Geb. 12 Februari 1894.<br />

Kreeg ruim een jaar les en leiding van A. M.<br />

Gorter te Amsterdam. Ver<strong>de</strong>r autodidact.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschappen, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Peel en zijn<br />

bewoners.<br />

I<br />

**Biesiot, P.<br />

Bil<strong>de</strong>rs, A. G.<br />

Geb. 19 Dec. 1838 te Utrecht.<br />

Overt. 8 Maart 1865 te Amsterdam.<br />

Protégé van Kneppelhout ; leerling van zijn va<strong>de</strong>r.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r leiding van Charles Humbert.<br />

Bil<strong>de</strong>rs, J. W.<br />

Geb. 18 Aug. 1811 te Utrecht.<br />

Overt. 29 Oct. of 1 Nov. 1890 te Oosterbeek.<br />

Maakte kunstreis door Duitschland. Schil<strong>de</strong>r van<br />

landschappen.<br />

*Bil<strong>de</strong>rs-van Bosse, M. Ph.<br />

Geb. 21 Febr. 1837 te Amsterdam.<br />

Overl. 12 Juli 1900 te Wiesba<strong>de</strong>n.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>res.<br />

Leerlinge van v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen en J. W.<br />

Bil<strong>de</strong>rs. Ontving ook hulp van Bosboom.<br />

Birnie, G.<br />

Geb. 28 April 1879 te Groningen.<br />

Bezocht <strong>de</strong> H.B.S. te Groningen. Daarna schil<strong>de</strong>rles<br />

van W. Roelofs en van B. Schregel. Maakte<br />

portretten.<br />

Birnie, J.<br />

Geb. 31 Oct. 1866 te Djember ( Java).<br />

Gest. ?<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie Minerva te Groningen.<br />

Etser en landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Bisschop, Chr.<br />

Geb. 22 April 1828 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overt. 6 Oct. 1904 te Scheveningen.<br />

Leer<strong>de</strong> teekenen bij Wester. Kwam in 1846 te<br />

Amsterdam bij Schoemaker Doyer, daarna bij<br />

H. W. Schmidt. Stel<strong>de</strong> zich in 1848 on<strong>de</strong>r leiding<br />

van H. van Hove. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Parijs on<strong>de</strong>r leiding<br />

van Gleyre. Figuurschil<strong>de</strong>r, <strong>voor</strong>al Friesche<br />

intérieurs en portretten.<br />

*Bisschop-Swift, C. S. F.<br />

Geb. 6 April 1834 te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Over!. ?<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n trant van haar man.<br />

Bisschop, R.<br />

Geb. 21 Juni 1849 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Over!. ?<br />

Leerling van zijn oom Chr. Bisschop en van <strong>de</strong><br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret en kerkinterieur.<br />

*Bisschop-Robertson, S.<br />

Geb. 17 Dec. 1857 te Den Haag.<br />

Overl. 18 Oct. 1922.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie ; nam eenige<br />

lessen aan <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en<br />

stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> o.l.v. P. v. d. Vel<strong>de</strong>n.<br />

Landschap, figuur, stilleven in zwaar coloriet.<br />

377


BIaa<strong>de</strong>ren, G. W. van.<br />

Geb. 18 Juni 1873 te Nieuwer Amstel.<br />

Overl.?<br />

Leerling van H. Hulk en Vaarzon Morel. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

één jaar aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Antwerpen.<br />

Schil<strong>de</strong>r van stadsgezichten, stillevens en figuren.<br />

Bleckmann, W. C. C.<br />

Geb. 14 Febr. 1853.<br />

Leerling van Allebé. Schil<strong>de</strong>r<br />

landschappen.<br />

Bleeker, L. M.<br />

Geb. 20 Mei 1905.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Portretschil<strong>de</strong>r en glazenier.<br />

*Bleeker, M. A.<br />

Geb. 20 Jan. 1885 te Groningen.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie Minerva in haar geboortestad<br />

en van <strong>de</strong> Haagsche Tee kenaca<strong>de</strong>mie.<br />

Zij etst en schil<strong>de</strong>rt stillevens.<br />

*Bleuland, van Oordt. A.<br />

Geb. 5 Juni 1862 te Rotterdam.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

ook on<strong>de</strong>r leiding van Tony Offermans ermans en G.<br />

Henkes. Kin<strong>de</strong>rportretten.<br />

*Bleuland van Oordt, J.<br />

Geb. 28 Aug. 1865 te Katendrecht bij Rotterdam.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Zij schil<strong>de</strong>rt<br />

en boetseert.<br />

Bles, David J.<br />

Geb. 19 Sept. 1821 te Den Haag.<br />

Overl. 1899.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Haagsche Teekenaca<strong>de</strong>mie en<br />

te Parijs bij Robert Fleury. Werkte ook in het<br />

Louvre. Genreschil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

*Block-Smul<strong>de</strong>rs, A. <strong>de</strong><br />

Geb. 14 Oct. 1876 te Rotterdam.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Kreeg<br />

ook les van Toorop. Te Ajaccio op Corsica heeft<br />

zij een atelier gehad. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

BIoem, H. van.<br />

Geb. 31 Maart 1874 te Amsterdam.<br />

Leerling van Heynen. Trok <strong>de</strong> aandacht van<br />

Th. <strong>de</strong> Bock en van Poggenbeek.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stadsgezichten en landschappen.<br />

Bloeme, H. A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 17 Sept. 1802 te Den Haag.<br />

Overl. 3 Nov. 1867.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Teekenschool „Het Nut" te Amsterdam,<br />

van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en van Pieneman.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ook aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Vooral portretschil<strong>de</strong>r.<br />

378<br />

van portretten en<br />

**B l o m, P.<br />

Blommers, B. J.<br />

Geb. 30 Jan. 1845 te Den Haag.<br />

Overl. 5 Dec. 1914.<br />

Werd aanvankelijk opgeleid tot lithograaf. Was<br />

later leerling van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en van<br />

Christoffel Bisschop. Hij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> intérieurs,<br />

portretten, strand- en dorpsgezichten en ook eenige<br />

portretten en vervaardig<strong>de</strong> lithografieen en etsen.<br />

*Blommestein, L. A. van.<br />

Geb. 17 Maart 1882 te Parijs.<br />

Les van Blanc Garin te Brussel. Schil<strong>de</strong>res van<br />

bloemen, stillevens en kin<strong>de</strong>rportretten.<br />

Boasson, I.<br />

Geb. 21 Nov. 1875 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Leerling van W. Schutz en J. C. Ritsema.<br />

Werkte ook met Corn. Kuyper. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veel<br />

landschappen uit het Oosten.<br />

Boas-Zélan<strong>de</strong>r, M. C.<br />

Geb. 5 Sept. 1889.<br />

Leerling van H. F. Boot en S. Garf en <strong>de</strong> Rijks<br />

Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam. Vooral stilleven.<br />

Bobeldijk, F.<br />

Geb. 17 October 1876 te Koog a/d. Zaan.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en van<br />

Willem Witsen. Etser en lithograaf en schil<strong>de</strong>r<br />

van landschap en stadsgezicht en <strong>voor</strong>al van portretten,<br />

in <strong>de</strong>n lateren tijd ook van bloemstukken.<br />

Bock, Th. E. A. De<br />

Geb. 14 Jan. 1851 te Den Haag.<br />

Overl. 22 Nov. 1904 te Haarlem.<br />

Eerst een betrekking bekleed bij <strong>de</strong> Holl. Spoorwegmaatschappij.<br />

Daarna is hij gaan schil<strong>de</strong>ren<br />

en leerling gewor<strong>de</strong>n van J. W. van Borselen en<br />

J. H. Weissenbruch. Heeft veel invloed on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n<br />

van Jacob Maris. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>al het<br />

Gel<strong>de</strong>rsche landschap.<br />

**Bockstal, W. F.<br />

Bodaan, J. J.<br />

Geb. 1 Febr. 1881.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Stilleven, dieren en bloemen.<br />

*Boddaert- te JolIe, S. A.<br />

Geb. 10 Febr. 1790 te Amsterdam.<br />

Over!. 21 April 1856 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res,<br />

Bo<strong>de</strong>, J. F. G.<br />

Geb. 12 Juni 1870 te Breda.<br />

Leerling van P. Balmaker te Breda. Gewerkt bij<br />

Paul Bodif ee te Deventer.


*Bo<strong>de</strong>nheim, I. C. H. Nelly.<br />

Geb. 27 Maart 1874 te Amsterdam.<br />

Eerst naar <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam, daarna<br />

gewerkt bij Jan Veth. Zeer bekend door haar<br />

prentenboeken, bewoog zich ook op het gebied <strong>de</strong>r<br />

Kunstnijverheid.<br />

Bodif ée, P.<br />

Geb. 29 Juni 1866 te Amsterdam.<br />

Over!. 23 Jan.1938 te Deventer.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Normaalschool van Teekenon<strong>de</strong>r.<br />

wijzers te Amsterdam en waarschijnlijk van <strong>de</strong><br />

Bock. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Iandschappen, buurtjes en wintergezichten<br />

te Deventer.<br />

Hoen<strong>de</strong>rmaker, C.<br />

Geb. 27 Mei 1904 te Amsterdam.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd te Haarlem en Amsterdam, kreeg<br />

ook lessen van Gestel, Colnot en M. Wiegman.<br />

Vooral stilleven.<br />

*Boer (Stella <strong>de</strong>n Boer), Estella<br />

Johanna Emerance.<br />

Geb. 24 Mei 1912.<br />

Behaal<strong>de</strong> in 1933 het einddiploma aan het<br />

Instituut <strong>voor</strong> Kunstnijverheidson<strong>de</strong>rwijs te Amsterdam<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> grafische vakken. De Iaatste<br />

jaren wijdt zij zich geheel aan <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst en<br />

vervaardigt Iandschappen, stillevens en bloemen.<br />

Boer, G. J. J. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 23 Nov. 1847 te Amsterdam.<br />

Ontving teekenles aan <strong>de</strong> Rijksnormaalschool<br />

<strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijzers en aan <strong>de</strong> Quellinusschool.<br />

Schil<strong>de</strong>rt figuren en Iandschappen.<br />

Boer, Jan <strong>de</strong>.<br />

Geb. 3 Oct. 1877 te Harlingen.<br />

Oorspronkelijk bestemd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zeevaart ; reis<strong>de</strong><br />

veel met zijn va<strong>de</strong>r, die koopvaardij-kapitein<br />

was. Als schil<strong>de</strong>r heeft hij zich zelf gevormd.<br />

Beeldt <strong>de</strong> natuur in sprookjesvorm uit.<br />

Boer, J. <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 19 Nov. 1877 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Leerling van Schiitz. Schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur<br />

boerenwoningen op Walcheren.<br />

Boer, 0. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1797.<br />

Overl. 1856.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veelal Bijbelsche on<strong>de</strong>rwerpen.<br />

*Boer, Wilh. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 26 Juni 1880 Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> fe Rotterdam on<strong>de</strong>r Heiberg en <strong>de</strong><br />

Jong. Ging naar Java. Stilleven en Iandschap.<br />

**Boermeester, L.<br />

**Boers, Frans<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Boers, Willy.<br />

Geb. 13 Oct. 1905 te Amsterdam.<br />

Autodidact. Stadsgezichten uit Parijs, landschappen<br />

uit Zuid-Frankrijk, portretten, stilleven<br />

en figuren. Ook beeldhouw<strong>de</strong> hij eenige koppen.<br />

*Boevé, Cesina B.<br />

Geb. 1 Dec. 1881 te Rotterdam.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie v.<br />

B. K., en T.W.<br />

Beweegt zich <strong>voor</strong>al op grafisch gebied (etsen en<br />

Iitho's).<br />

Bogaerts, J. J. M.<br />

Geb. 6 Juli 1878 te 's-Hertogenbosch.<br />

Eerst opgeleid bij Antoon van Welie. Ook leerling<br />

van J. en A. <strong>de</strong> Vriendt. Kreeg bekendheid door<br />

zeer uitvoerig geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stillevens.<br />

Bogman, Herman.<br />

Geb. 22 Sept. 1890.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Stadsgezichten en stillevens.<br />

**Bogtman, L.<br />

*Bóhncke-Kelting, Marie.<br />

Geb. 29 Oct. 1886.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> in „Artis" o.l.v. Aug. Allebé.<br />

Dieren, bloemen, stillevens, portretten.<br />

Bóhncke, Petrus Thed. Henr.<br />

Geb. 7 Mei 1873.<br />

Autodidact. Dieren en figuren.<br />

*Boks, G. J. W.<br />

Geb. 18 Maart 1873 te Apeldoo rn.<br />

Leerlinge van Coba Ritsema en Mevr. H. v.<br />

Voorthuysen-van Hove.<br />

Boks, M.<br />

Geb. 1849.<br />

Overl. 1885.<br />

Leerling van Mauve en Jacob Mails.<br />

*Bol-Smit, Elizabeth.<br />

Geb. 13 Febr. 1904.<br />

Doorliep <strong>de</strong> 5-j. H.B.S. Ging eerst in 1935<br />

regelmatig teekenen en schil<strong>de</strong>ren. Kreeg van<br />

Karel van Veen aanmoediging en veel technische<br />

aanwijzingen.<br />

Schil<strong>de</strong>rt portretten en stillevens.<br />

Bolding, C.<br />

Geb. 7 Jan. 1897 te Wormerveer.<br />

Leerling van Meta Cohen Gosschalk, Prof. G.<br />

Sturm, N. v. d. Waay en van J. H. Jurres.<br />

Schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>namelijk figuren en stadsgezichten.<br />

Leeraar Aca<strong>de</strong>mie v. B.K. te 's Gravenhage.<br />

379


BoIomey, B.<br />

Geb. 19 Mei 1739 te Lausanne.<br />

Over!. 19 Dec. 1819 te Lausanne.<br />

Portrettist van <strong>de</strong>n Prins van Oranje.<br />

*Bolte, H.<br />

Bombled, K. F.<br />

Geb.1 Maart 1822 te Den Haag.<br />

Overl. 4 Jan. 1902 te Chantilly.<br />

In het bijzon<strong>de</strong>r etser.<br />

Bomhof, Evert.<br />

Geb. 15 Nov. 1886 te Zwolle.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschap en figuur.<br />

*Bonebakker, Claire.<br />

Geb.1 Mei 1904.<br />

Leerlinge van Ernst Richard Dietze te Dres<strong>de</strong>n<br />

en van An<strong>de</strong>rs Osterlind te Parijs.<br />

Schil<strong>de</strong>res van portretten, landschappen en stillevens.<br />

Bonebakker, J. A.<br />

Geb.1 Aug. 1889 te Amsterdam.<br />

Leerling van G. v. d. Wal Perné, van H. v. d. Poll<br />

en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rt in hoofdzaak<br />

portretten.<br />

Bongers, B. A.<br />

Geb. 2 Juli 1866 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r van intérieurs<br />

en stadsgezichten<br />

**Bonttres, J.<br />

**Boogaard, Herm. v. d.<br />

*Boom-Pothuys, Ch.<br />

Geb. 13 April 1869 te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Werkzaam geweest bij Meyer <strong>de</strong> Haan en bij<br />

Jan<br />

Ztircher. Etste.<br />

Boom, K. A. A. J.<br />

Geb. 26 Oct. 1862 te Semarang.<br />

Eerst leerling <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie, daarna gewkrkt<br />

on<strong>de</strong>r leiding van Jac. Smit. Bij 1<strong>voor</strong>keur tr schil<strong>de</strong>rt, hil<br />

hij stadsgezichten en portretten.<br />

Boon, Jan.<br />

Geb. 2 Dec. 1882 te Nieuwer-Amstel.<br />

Kreeg te 's-Gravenhage zijn eerste lessen van<br />

Ph. Zilcken.<br />

Vooral graficus (etser).<br />

**Boon, W.<br />

Boon, A. v. cl.<br />

Geb. 30 Sept. 1836.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en van Dirk Wiggers. Landschap.<br />

380<br />

Boot, H. F.<br />

Geb. 8 Febr. 1877 te Maastricht.<br />

Leerling van Weingartner te Breda en van.<br />

<strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie ; ver<strong>de</strong>r van Maasdijk,<br />

D. G. Ezerman en Mie<strong>de</strong>ma.<br />

Voornamelijk figuren en stillevens.<br />

BorseIen, J. W.<br />

Geb. 20 Sept. 1825 te Gouda.<br />

Overl. 24 Sept. 1892 te Den Haag.<br />

Leerling van A. Schelf hout. Vooral bekend door<br />

zijn „wilgen". Hij etste ook en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veer<br />

landschappen.<br />

Bos, G. J.<br />

Geb. 1825.<br />

Over1. 1898 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Dierschil<strong>de</strong>r.<br />

**Bos, A. v. cl.<br />

Bosboom, Johannes.<br />

Geb. 18 Febr. 1817 te Den Haag.<br />

Overl. 14 Sept. 1891 te Den Haag.<br />

Leerling van B. J. van Hove, gaat in 1837<br />

naar België, in 1838 met C. Kruseman naar<br />

Parijs. Vermaard schil<strong>de</strong>r van kerkinterieurs,<br />

waterverfschil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

Bosch, E.<br />

Geb. 10 Mei 1863 te Amsterdam.<br />

Overl. ?<br />

Werkte on<strong>de</strong>r Koelman aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

Schil<strong>de</strong>r van stadsgezichten in Italië, figuren en<br />

stillevens.<br />

Bosch-Reitz, S. C.<br />

Geb. 20 Febr. 1860 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te München en Pa rijs, <strong>voor</strong>namelijk<br />

Iandschap.<br />

**Bosma, Wim.<br />

*Bosscha, Aï J.<br />

Geb. 6 Nov. 1858 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Leerlinge van Arnand Gerkes, van <strong>de</strong> Haagsche<br />

Teekenaca<strong>de</strong>mie en van Ol<strong>de</strong>welt.<br />

Voornamelijk stadsgezicht.<br />

***Bosschaert, L.<br />

Bottema, Hil.<br />

Woont en werkt te Katwijk aan Zee. Illustreert<br />

Kin<strong>de</strong>rboeken.<br />

Bottema, Tjeerd.<br />

Geb. 6 Febr. 1884 te Langezwaag in Friesland.<br />

Overle<strong>de</strong>n 1940.<br />

Ontving eerst teekenles bij Rosenbeek te Heerenveen<br />

en volg<strong>de</strong> daarna te Amsterdam avondlessen<br />

op <strong>de</strong> Ambachtsschool van <strong>de</strong>n werken<strong>de</strong>n stand.<br />

Avondlessen aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Lithografeer<strong>de</strong> affiches.


Bottema, Tjerk.<br />

Geb. 12 Maart 1882 te Schoterland (Fr.)<br />

Over!. Juli 1940.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam ;<br />

studies op <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Teekenaar geweest van „De Notenkraker" ;<br />

schil<strong>de</strong>r van maaiers en Lon<strong>de</strong>nsche stadsgezichten.<br />

Bou<strong>de</strong>wijnse, A. J. P.<br />

Geb. 23 Juli 1862 te Den Haag.<br />

Overl. Febr. 1909 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en van Cormon<br />

te Parijs.<br />

Bij <strong>voor</strong>keur schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij portretten, stalintérieurs<br />

en Zeeuwsche landschappen.<br />

**Bouhuys, Jaap.<br />

Bouman, Prof. Dr. K. H.<br />

Roogleeraar in <strong>de</strong> Psychiatrie aan <strong>de</strong> Amsterd.<br />

Universiteit. Verdienstelijk liefhebberij-schil<strong>de</strong>r.<br />

Bout, J. D.<br />

Geb. 12 Jan. 1891.<br />

Raad van Joop Weyand en Klaas van Leeuwen.<br />

Figuur en dieren. Graficus.<br />

Bouten, Ch.<br />

Geb. 1871 te Amsterdam.<br />

Over!. 1895.<br />

Schil<strong>de</strong>r van dieren, stadsgezichten en stillevens.<br />

Bouwmeester, Goosen Egbert.<br />

Geb. 26 Sept. 1897.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portretten, stillevens, landschappen, figuur.<br />

*Braakensiek-Dekker,AnnaMaria<br />

Gestu<strong>de</strong>erd in Antwerpen en Parijs. Gereisd<br />

in Frankrijk, Spanje en Italië. Stillevens, portretten,<br />

maar in hoofdzaak landschappen.<br />

Braakensiek, Joh.<br />

Geb. 24 Mei 1858 te Amsterdam.<br />

Over!. 27 Februari 1940 te Amsterdam.<br />

Leerling van Tetar van Elven en van <strong>de</strong> Rijks<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Teekenaar en illustrator.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook het Hollandsche volksleven.<br />

Kreeg ook inte rnationale bekendheid door <strong>de</strong><br />

wekelijksche politieke prenten van <strong>de</strong> Groene<br />

Amsterdammer, die hij zelf op steen teeken<strong>de</strong>.<br />

Braat, L. P. J.<br />

Geb. 23 Nov. 1908 te Arnhem.<br />

Na gymnasium, naar <strong>de</strong> Kunstnijverheidschool te<br />

Arnhem ; stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Parijs ; <strong>voor</strong>n. portretten.<br />

**Braken, P. v. d.<br />

Bran<strong>de</strong>nburg, C.<br />

Geb. 5 Dec. 1884 te Wormerveer.<br />

Leerling van George Rueter; aar<strong>de</strong>werkschil<strong>de</strong>r<br />

op <strong>de</strong>lateelbakkerij „De Distel". Daarna<br />

avondles paan <strong>de</strong> Ri 1'ksaca<strong>de</strong>mie<br />

on<strong>de</strong>r Allebé,<br />

later on<strong>de</strong>r Derkin<strong>de</strong>ren. Leer<strong>de</strong> etsen van Dupont<br />

en werkte bij Schnabel.<br />

**Brandt, W. J.<br />

Brante, Gerrit Lubertus.<br />

Leerling van het Rijksinstituut tot Opleiding<br />

van Teekenleeraren. Logeleerling o.l.v. Prof. H. J.<br />

Wolker. Schil<strong>de</strong>r van portretten, figuren, landschappen<br />

en stillevens.<br />

*Brante-Bloemen, Maria Anna.<br />

Geb. 5 Maart 1909 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

in haar geboortestad. In 1934 behaal<strong>de</strong><br />

zij <strong>de</strong> zilveren medaille <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Prix <strong>de</strong> Rome<br />

vrije schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Schil<strong>de</strong>rt alle genres.<br />

**Breemen, J. W. van.<br />

Breetvelt, Adolf.<br />

Geb. 31 December 1892.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie v. B.K. te Den Haag.<br />

Maakte studiereizen naar Spanje, Italië, Egypte,<br />

Fransch Indo China, Japan en Ned. India.<br />

Abstracte fantasieën (olieverf) en avuardlen<br />

geduren<strong>de</strong> zijn reizen.<br />

Breitenstein, C. A.<br />

Geb. 23 Dec. 1864 te Amsterdam.<br />

Overl. 5 Sept. 1921 te Velsen.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in luministischen trant landschappen<br />

en <strong>voor</strong>al zeegezichten.<br />

Breitner, G. H.<br />

Geb. 12 Sept. 1857 te Rotterdam.<br />

Over!. 5 Juni 1923 te Amsterdam.<br />

Leerling van Neur<strong>de</strong>nburg en van Rochussen en<br />

van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Grootmeester van <strong>de</strong> Amsterdamsche school. De<br />

impressionistische schil<strong>de</strong>r van het Amsterdamsche<br />

stadsgezicht. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook eenige beroem<strong>de</strong><br />

„naakten". Groot aquarellist.<br />

Breman, Co.<br />

Geb. 7 Dec. 1865 te Zwolle.<br />

Gest. 18 Nov. 1938 te Laren.<br />

Opgeleid door J. D. Huibers. Hij ging naar<br />

Brussel en Parijs. Vestig<strong>de</strong> zich later in het Gooi.<br />

Landschap, stadsgezicht en figuur.<br />

*Breman..Schouten, Lizzy.<br />

Geb. 29 November 1887 te Amsterdam.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

Geh. met wijlen Co Breman.<br />

Bremmer, H. P.<br />

Geb. 1872 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Verwierf <strong>voor</strong>al bekendheid als spreker en schrijver<br />

over kunst.<br />

381


Bren<strong>de</strong>r A Brandis, G. A.<br />

Geb. 21 Maart 1878 te Den Haag.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie ; 1889-1900<br />

in <strong>de</strong> kolonie van Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n ; daarna<br />

weer een half jaar aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur landschappen, stillevens en<br />

figuren. Woont te Blaricum.<br />

Breuhaus <strong>de</strong> Groot, F. A.<br />

Geb. 13 Juni 1824 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 23 Juni 1875 te Brussel.<br />

Hij etste en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> riviergezichten.<br />

Briedé, Johan.<br />

Geb. 2 Mei 1885.<br />

Kreeg een <strong>de</strong>coratieve opleiding bij Chris Lebeau<br />

en ging illustreeren en schil<strong>de</strong>ren bid L. W. R.<br />

Wenckebach.<br />

Schil<strong>de</strong>r van zee, strand, schepen en havens.<br />

Illustreert.<br />

**Briel, E. van.<br />

Briét, A. H. C.<br />

Geb. 25 Januari 1867 te Madioen.<br />

Overl. 23 Febr. 1939 te Nunspeet.<br />

Kreeg te Utrecht les van Hoevenaar ; daarna<br />

naar Antwerpen en naar Parijs. Schil<strong>de</strong>r van het<br />

binnenhuis en het boerenleven.<br />

**Brink, Jan van <strong>de</strong>n.<br />

Brinks, Kuno.<br />

Geb. 24 Maart 1908 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan het Rijks Instituut tot opl. v.<br />

TeekenIeeraren en aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie te<br />

Amsterdam. Prix <strong>de</strong> Rome. Kopergravure 1933,<br />

<strong>voor</strong>al graficus.<br />

Broeckman, A. M.<br />

Geb. 1 Maart 1874 te Amsterdam.<br />

Werkte bij Alex Boom en Dijsselhof. Hij copieert<br />

en schil<strong>de</strong>rt portretten en stillevens.<br />

*Broeckman-Klinkhamer, A.<br />

Geb. 4 December 1876 te Amsterdam.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Etste<br />

later bij Zilcken. Zij illustreert.<br />

Broe<strong>de</strong>let, A. V. L.<br />

Geb. 7 Augustus 1872 te Batavia.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie te Den Haag en van Frits<br />

Jansen. Binnenhuis en figuur.<br />

*Broe<strong>de</strong>let, Hetty.<br />

Geb. 18 Jan. 1877.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie v. B. K. on<strong>de</strong>r<br />

Frits Jansen.<br />

Haar genre is <strong>voor</strong>namelijk stillevens en bloemen.<br />

***Broekman-Klinkhamer.<br />

382<br />

**Broekman, N. M.<br />

*Broeksmit, F. H.<br />

Geb. 14 Augustus 1875 te Charlois bij Rotterdam.<br />

Leerlinge van H. Melis en van <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in Noorwegen.<br />

**Broers, Dick.<br />

*Broers, Edm, W.<br />

Geb. 12 November 1877 te Geertrui<strong>de</strong>nberg.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche teekenaca<strong>de</strong>mie en van<br />

Haverman.<br />

Zij is portretschil<strong>de</strong>res.<br />

Bron, J, L. H. Louis.<br />

Geb. 6 Juli 1884 te Den Haag.<br />

Kreeg les van B. A. Bongers en aan <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rt land- en zeegezicht.<br />

Brondgeest, A.<br />

Geb. 2 Dec. 1786 te Amsterdam.<br />

Overl. 30 Juli 1849 te Amsterdam.<br />

Leerling P. G. van Os en H. Numan. Riviergezichten.<br />

Broos, Dick.<br />

Geb. 23 Febr. 1903.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zes jaren aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie v.<br />

Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten te Amsterdam, voo rnamelijk<br />

o.l.v. Prof. Jurres en Prof. Roland Holst.<br />

Is ook houtsnij<strong>de</strong>r en glasschil<strong>de</strong>r (hoofdzakelijk<br />

mozaieklegger).<br />

Broos, J. J. Zui<strong>de</strong>ma<br />

Geb. 5 September 1833 te Vor<strong>de</strong>n.<br />

Overl. ?<br />

Leerling van Bakker Korf f. .<br />

Brouwer, A.<br />

Geb. 18 Juli 1827 te Nijkerk.<br />

Overl. 4 Juli 1908 te Hilversum.<br />

Hij is naast kerkschil<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> ontwerper en hoofduitvoer<strong>de</strong>r<br />

van het Panorama- Jerusalem geweest.<br />

***Brouwer, A.<br />

**Brouwer, Fred.<br />

Brouwers, Jul. H. J. M.<br />

Geb. 26 Juli 1869 te Gulpen (L.)<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bij Gabriél te Scheveningen en een jaar<br />

aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Luik. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschap.<br />

Browne, R. Ives.<br />

Geb. 6 April 1866 te Rotterdam.<br />

Leerling van F. Jansen.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur landschappen, intérieurs<br />

en stillevens.


Bruckman, W. L.<br />

Geb. 11 Maart 1866 te 's Gravenhage.<br />

Overl. 28 Sept. 1928 te Laren, N.H.<br />

Heeft in Engeland gewerkt. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Brug, H. ter.<br />

***Bruggen, B. v.<br />

Brugghen, G. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 2 November 1811 te Nijmegen.<br />

Overle<strong>de</strong>n 18 Juli 1891 te Ubbergen.<br />

Leerling van P. G. van Os.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n.<br />

*Bruin, Annie Martha EIisabeth.<br />

Geb. 24 Sept. 1870.<br />

Schil<strong>de</strong>rt in hoofdzaak landschappen ; is leerares<br />

M.O. teekenen.<br />

*Bruining, J. J.<br />

Geb. 9 April 1865 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Leerlinge van Suze Robertson.<br />

Schil<strong>de</strong>res van bloemen, stillevens en landschappen.<br />

Bruyn, J.<br />

Geb. 19 Sept. 1906.<br />

Les van G. Rueter en Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Portret.<br />

Bruyn Ouboter, R.<br />

Geb. 7 Juli 1894 te Hulst.<br />

Leerling van Bernard Schregel en stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te<br />

Minhen en Parijs, ook in Italië.<br />

Vooral waterverf, stilleven en bloemen.<br />

Bueno <strong>de</strong> Mesquita, D. A.<br />

Geb. 23 Maart 1889 te Amsterdam.<br />

Leerling Rijks Aca<strong>de</strong>mie on<strong>de</strong>r Prof. Derkin<strong>de</strong>ren.<br />

Prix <strong>de</strong> Rome : 1913. Woont en werkt te<br />

Florence.<br />

Buisman, H. van Borsen.<br />

Gek 1 Jan. 1873 te Wieringerwaard.<br />

Leerling van Le Comte, van <strong>de</strong> Haagsche en van <strong>de</strong><br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Conservator van het Teylers Museum te Haarlem.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur portretten.<br />

**Buitink, F.<br />

Buning, J. N.<br />

Geb. 19 Juni 1893.<br />

Vorm<strong>de</strong> zichzelf.<br />

Schil<strong>de</strong>r van stillevens en Iandschappen.<br />

**Bunit, Livinus v. d.<br />

Burg, Marinus Arnold Hendrik<br />

van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 4 Juni 1880.<br />

Bezocht bij Prof. Allebé <strong>de</strong> Avondklasse van <strong>de</strong><br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mic.<br />

Zijn genre is stillevens.<br />

Burgers, H. J.<br />

Geb. 9 Januari 1834 te Huissen bij Arnhem.<br />

Oval. October 1899 te Parijs.<br />

Leerling van Louis Royer en J. Israëls.<br />

Burgh, H. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1796 te Den Haag.<br />

Overl. 1858 te Den Haag.<br />

Genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Burgh, H. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Zoon van H. v. d. Burgh. Wei<strong>de</strong>n met vee.<br />

Burgh, P. D. van <strong>de</strong>r.<br />

Zoon van H. v. d. Burgh. Stadsgezichten.<br />

Burnier, R.<br />

Geb. 6 Augustus 1826 te Den Haag.<br />

Overl. 17 Maart 1884 te Dusseldorp.<br />

Leerling van T royon te Parijs ; stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ook<br />

on<strong>de</strong>r Achenbach en J. W. Schirmer.<br />

Hij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschappen met vee.<br />

Buse', J. C.<br />

Geb. 18 Sept. 1891.<br />

Les van Herm. Kruy<strong>de</strong>r. Enkele jaren in Parijs<br />

gewerkt.<br />

Butter, M.<br />

Geb. 23 Maart 1877 te Den Hel<strong>de</strong>r.<br />

Over!. 1940 te 's-Gravenhage.<br />

Ontving zijn opleiding aan <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Antwerpen on<strong>de</strong>r Prof.<br />

P. Verhaert. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> figuur.<br />

Buys, Corn.<br />

Geb. 1745 te Amsterdam.<br />

OverI.1826 aldaar.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschappen en stadsgezichten err<br />

teeken<strong>de</strong>.<br />

Buys, C. B.<br />

Geb. 25 Maart 1808 te Groningen.<br />

Overl. (?)<br />

Leerling van zijn oom, E. J. Eelkama en van<br />

Otto Broers, later naar <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>r van portretten en bloemen.<br />

Buys, Jac.<br />

Geb. 19 November 1724<br />

Overt. 7 April 1801 te Amsterdam.<br />

Leerling van C. Pronk, van <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Teekenschool en van C. Troost. Later directeur<br />

v. d. Amsterdamsche Teekenaca<strong>de</strong>mie.<br />

Illustreer<strong>de</strong> en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten.<br />

*Bijsterveld, L. J. van.<br />

Geb. 1 Febr. 1888 te Den Haag.<br />

Les gekregen van Bernh. Schregel.<br />

Schil<strong>de</strong>rt stillevens enz.<br />

383


***Bijsterveld, L. J. van.<br />

Bijvoet, H, A.<br />

Geb. 14 Febr. 1897, A'dam.<br />

Rijks Aca<strong>de</strong>mie Amsterdam.<br />

Bijbelsche on<strong>de</strong>rwerpen.<br />

Cachet, Lion C. A.<br />

Geb. 28 November 1864 te Amsterdam.<br />

Teeken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r leiding van B. Wierink en<br />

lithografeer<strong>de</strong>. Figuur van beteekenis in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Kunstnijverheid. Vooral <strong>de</strong> versiering<br />

van groote Mailschepen bracht hem vermaardheid.<br />

Calisch, M.<br />

Geb. 12 April 1819 te Amsterdam.<br />

Overl. 14 Maart 1870 te Amsterdam.<br />

Leerling van A. C. Kruseman.<br />

**Calkoen Jr., H. J.<br />

*Callenf els- Von Stein, J. W.<br />

Geb. 7 December 1831 te Vlaardingen.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Leerlinge van D. van Lokhorst en Oppenoorth.<br />

Zij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> liet liefst landschappen en bloemen.<br />

***Cambier v. Nooten, W. van.<br />

Can<strong>de</strong>l, W. Ph.<br />

Geb. 16 Juli 1838 te Den Haag.<br />

Overl. 8 December 1909 te Den Haag.<br />

Leerling van A. Dona.<br />

*Canta, Agnes.<br />

Geb. 14 November 1888 te Rotterdam.<br />

Leerlinge van Nachtweh, Maasdijk en Ol<strong>de</strong>welt<br />

van <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Bij <strong>voor</strong>keur<br />

schil<strong>de</strong>rt zij stillevens en landschappen.<br />

***Carbon-Gips, W.<br />

Cardinaals, L. H. A.<br />

Geb. 27 April 1895.<br />

Autodidact. Figuur, landschap en stilleven.<br />

**Carrasio, F.<br />

*Carsten, M. P.<br />

Geb. 3 September 1893 te Roermond.<br />

Les gehad aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Den Haag en<br />

als leerlinge gewerkt bij Alb. Roelofs.<br />

Caspari, H. W.<br />

Geb. 28 Januari 1770 te Wezel.<br />

Overl. 8 September 1829 te Amsterdam.<br />

Leerling van G. Grijpmoed ; portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Caspari, J. W.<br />

Geb. 1779 te Amsterdam.<br />

Overl. 1838 aldaar.<br />

Graveer<strong>de</strong> vele portretten van zijn broer, H. W.<br />

Caspari.<br />

384<br />

Casteelen, J. G.<br />

Geb. in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r 19<strong>de</strong> eeuw te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 1850 aldaar.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r en beeldhouwer.<br />

Cate, H. G. ten.<br />

Geb. 22 Febr. 1803 te Amsterdam.<br />

Overl. 6 Maart 1856 aldaar.<br />

Leerling van P. G. Westerberg.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bloemen, stadsgezichten, landschappen,<br />

enz.<br />

Cate, P. ten.<br />

Geb. 21 Jan. 1869 te Scherpenzeel.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Den Haag.<br />

Landschappen en stillevens.<br />

Cate, S. J. ten.<br />

Geb. 27 Febr. 1858 te Sneek.<br />

OverI. Dec. 1908 te Parijs.<br />

Les van Schmidt Crans en Ieerling van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Antwerpen. Reis<strong>de</strong> ook in Egypte.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stadsgezichten en landschappen.<br />

Cels, Cornelis.<br />

Geb. 10 Juni 1778 te Lier.<br />

Overl. 3 Maart 1859 te Brussel.<br />

Was directeur <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie te Doornik. Bekend<br />

om zijn portretten.<br />

Cevat, Nicolaas F. H.<br />

Geb. 15 Mei 1884 te Aken.<br />

Korten tijd les gehad v. Simon Mara. Landschap<br />

en stilleven.<br />

**Chabot, H.<br />

**Chabot, Wim.<br />

Chantal, L.<br />

Geb. 1822 te Amsterdam.<br />

Overl. 14 Nov. 1899.<br />

Leerling van J. A. Kruseman. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

**Chapchal, Paul.<br />

Chattel, F. J. van Rossum du.<br />

Geb. 10 Febr. 1856 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Over1. 10 Maart 1917 te Yokohama.<br />

Bezocht eerst <strong>de</strong> teekenschool van Mathesis<br />

Scientiarum Genetrix te Lei<strong>de</strong>n ; later kreeg hij<br />

hulp bij zijn werk van Willem Mara. In 1908<br />

naar Indië. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Chimaer van Ou<strong>de</strong>ndorp, W. C.<br />

Geb. 11 Juli 1822 te Osten<strong>de</strong>.<br />

Overl. 1 Jan. 1873 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten.


Christ, J. F.<br />

Geb. 11 Nov. 1790 te Nijmegen.<br />

Overl. 9 Maart 1845.<br />

Leerling van J. van Eijn<strong>de</strong>n. Stadsgezichten en<br />

landschappen.<br />

Citroen, Paul<br />

Geb. 15 Dec. 1896.<br />

Stud. te Berlijn en<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

figuur.<br />

Roelof.<br />

***Ci'troen, v. Leeuwen F. C.<br />

Cler, Jan <strong>de</strong><br />

Schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r realiteit. Na<strong>de</strong>rhand werkz. in een<br />

reclame-studio.<br />

Cocheret, Ch. A.<br />

Geb. 4 September 1880 te Rotterdam.<br />

Kreeg eerst les van Weyns en werkte later op het<br />

atelier van C. J. Mension te Delft. Teeken<strong>de</strong><br />

caricaturen.<br />

Cock, Aart.<br />

Geb. 1905 te Menado. M. 0. Teekenen. Inlandsche<br />

motieven. Ook portret.<br />

Coenen, P. H.<br />

Geb. 18 Aug. 1894.<br />

Landschap, stilleven, portret.<br />

Weimar. Was docent a. d.<br />

Portretten, Iandschappen,<br />

Coert, A.<br />

Geb. 14 Dec. 1872 te Goe<strong>de</strong>ree<strong>de</strong>.<br />

Leerling van Lampe te Lei<strong>de</strong>n. Was on<strong>de</strong>rdirecteur<br />

van het Museum aldaar. Schil<strong>de</strong>r van<br />

landschappen en stadsgezichten.<br />

Cohen, M.<br />

Geb. 4 Maart 1901 te Tiel.<br />

Leerl. Rijks Aca<strong>de</strong>mie te A'dam. Landschap en<br />

figuur.<br />

***Cohen Bendriks Jacobson, M.<br />

Cohen Gosschalk, J.<br />

Geb. 3 Nov. 1873 te Zwolle.<br />

Overl. 18 Mei 1912 te Amsterdam.<br />

Portret en landschapschil<strong>de</strong>r. Leert. v. Jan Veth.<br />

Legateer<strong>de</strong> een prijs a.d. Rijks Aca<strong>de</strong>mie v.<br />

Beeld. Kunst. te A dam.<br />

Colk,W.A.v.d.<br />

Geb. 27 April 1889.<br />

Leerling van J. Ritsema. Stillevens, bloemen en<br />

planten.<br />

Collette, Joan.<br />

Geb. 1889 te Delft.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Kunstnijverheidsschool. Had in<br />

Toorop een raadgever. Kerkschil<strong>de</strong>r en graficus.<br />

C o l n o t, A. J. G.<br />

Geb. 26 Jan. 1887 te Amsterdam.<br />

Werkte bij Jan Maandag. Schil<strong>de</strong>rt stillevens en<br />

landschappen. Wordt gerekend tot <strong>de</strong> „Bergsche<br />

school".<br />

Comte, A. le.<br />

Geb. 30 Aug. 1850 b.d. Geestbrug.<br />

Gest. ?<br />

Zwager van Mauve, was ook hij landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Heeft zich <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratieve kunst veel<br />

moeite gegeven. Was ook verbon<strong>de</strong>n a.d. „Porceleyne<br />

Fles" te Delft. Leeraar a.d. PoIyt. Techn.<br />

school en daarna hoofdleeraar a.d. Ac. v. B. K.<br />

en T.W. te Rotterdam.<br />

Cooke, W.<br />

Geb. 27 April 1803 te Rotterdam.<br />

Over!. ?<br />

Eerst gestu<strong>de</strong>erd on<strong>de</strong>r leiding van Ouboter en<br />

A. J. Offermans ermans en daarna aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te<br />

Antwerpen.<br />

Cool, S. Th.<br />

Geb. 12 December 1831.<br />

Overl. 29 Aug. 1870.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie te Den Haag. Was ook etser.<br />

*Cornel<strong>de</strong>r-Dof f egnies, Th. A.<br />

Geb. 2 April 1865 te Zevenaar.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie v. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten te Den Haag. Toorop gaf haar wenken.<br />

Cornet, J. L.<br />

Geb. 1815, overl. 1882. Verwant aan <strong>de</strong> Visie<br />

van <strong>de</strong> Haagsche school.<br />

Cossaar, J. C. W.<br />

Geb. 8 Aug. 1874 A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> A'dam, Lon<strong>de</strong>n en Parijs.<br />

Stadsgezichten.<br />

Coster, J. H.<br />

Geb. 26 Juli 1846 te Almelo.<br />

Leerl. v. Prof. Allebé en Wijnveld. Ook<br />

richt v. H. Valkenburg. Landschap.<br />

Court On<strong>de</strong>rwater, H. Th.<br />

Geb. 6 Aug. 1877 te Dordrecht<br />

Overl. 8 Mei 1905 aldaar.<br />

Schil<strong>de</strong>r v. binnenhuizen te Laren.<br />

Couwenberg, A. J.<br />

Geb. 1806 te Delft. t.<br />

Overl. 6 April 1844 te Arnhem.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Couwenberg, H. W.<br />

Geb. 1814.<br />

Overl. 1845.<br />

**C o x, C.<br />

on<strong>de</strong>r-<br />

25 385


Cozijnsen, Ton.<br />

Werkte veel in het buitenland. Caricaturist.<br />

Craeyvanger, G.<br />

Geb. 21 Oct. 1810 te Utrecht.<br />

Overl. 17 Juli 1895 te Utrecht.<br />

Was leerling van J. W. Pieneman en op zijn<br />

beurt leeraar van Alb. Neuhuys. Ook etste hij.<br />

*Cramer, Rie.<br />

Geb. 10 Oct. 1887 te Soekaboemi.<br />

Eerst naar <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie ; kreeg Iater<br />

raad van Th. Hoytema en wenken van W. van<br />

Konijnenburg en Veldheer. Haar illustraties en<br />

etsen zijn bekend.<br />

Crans Schmidt, J. M.<br />

Geb. 30 April 1830 te Rotterdam.<br />

Overl. 14 Nov. 1907.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

*Cremers, M. E.<br />

Geb. 12 Jan. 1875 A' dam.<br />

Leerlinge v. Georg. Schwarzte en v. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

Amsterdam. Kreeg ook les v. J. Veth<br />

en Marie v. Regteren Altena.<br />

Croin, Jos.<br />

Geb. 15 Maart 1894.<br />

Opl. a. d. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en Rijksac.<br />

Amsterdam.<br />

***Croin.Engelhardt, Mauja.<br />

*Croiset van <strong>de</strong>r Kop, Behrend J.<br />

Geb. 1862 te Den Haag.<br />

Teeken<strong>de</strong> en schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in haar jeugd o.l.v.<br />

S. Mesdag van Houten.<br />

Cunaeus, G.<br />

Geb. 1 Nov. 1828 te Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>.<br />

Overl. 5 Sept. 1895 te N. Amstel.<br />

Leerling van Pieneman.<br />

CuyIenburg, C. van.<br />

Geb. 1754 te Utrecht.<br />

Overl. 1824 te Den Haag.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Daalhof, H. A. van.<br />

Geb. 1867.<br />

Stond on<strong>de</strong>r invloed van Toorop en Thorn<br />

Prikker. Schil<strong>de</strong>r van stillevens en stadsgezichten.<br />

Daamen, Kreel.<br />

Geb. 2 Febr. 1916.<br />

Bijbelsche en Volksche tafereelen; portretten.<br />

Daiwaille, J. A.<br />

Geb. 1786 te Keulen.<br />

Overl. 12 April 1850 te Rotterdam.<br />

Leerling van A. <strong>de</strong> Lelie.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r en etser.<br />

386<br />

Daiwaille, A. J.<br />

Geb. 21 Jan. 1818 te Amsterdam.<br />

Overl. 1888 te Brussel.<br />

Leerling van J. A. Daiwaille en van B. C.<br />

Koekoek.<br />

D a k e, Jr. C.<br />

Geb. ?<br />

Zoon v. Prof. Dake.<br />

Invloed on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Barbizonners.<br />

Vooral landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Dak e, C. L.<br />

Geb. 26 Aug. 1857 te Amsterdam.<br />

Overl. 8 Aug. 1918.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mic ; tevoren<br />

had hij gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam,<br />

waar hij Iater Hoogleeraar werd. Hij schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

en verwierf <strong>voor</strong>al bekendheid als etser en in latere<br />

jaren als kunstcriticus.<br />

**Dam, Han van.<br />

*Dam, H. Ch. van.<br />

Geb. 14 Aug. 1884 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Leerlinge van haar va<strong>de</strong>r ; schil<strong>de</strong>res van portretten<br />

en stillevens.<br />

Dam, Willem J. van.<br />

Geb. 21 Sept. 1895 te Montfoort.<br />

Exposeer<strong>de</strong> in Indië en Zuid-Amerika. Landschap<br />

en portret. Etst en lithografeert.<br />

Dam, Max. van<br />

Geb. 19 Maart 1910 te Winterswijk.<br />

Leerl. Rijksaca<strong>de</strong>mie en daarna van Prof. Is.<br />

Opsoomer te Antwerpen. Figuur en Landschap.<br />

*Dam-van Isselt, L. van.<br />

Geb. 15 Juni 1871 te Bergen op Zoom.<br />

Te Kampen ontving zij les van Belener ; daarna<br />

stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zij aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rt<br />

landschappen en stillevens.<br />

D a m m e, J. J.<br />

Geb. 8 Dec. 1877.<br />

Op!. a. d. Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijzers<br />

te A'dam. Voorn. bloemen.<br />

Dankmeyer, Ch.<br />

Geb. 8 April 1861 te Amsterdam.<br />

Over!. 11 Maart 1923 te Den Haag.<br />

Schil<strong>de</strong>r van landschappen, stadsgezichten, riviergezichten<br />

en stillevens.<br />

Dantzig, M. M. van.<br />

Geb. 4 Juni 1903.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap, portret, stip<br />

leven, figuur.<br />

Dasveldt, J. J.<br />

Geb. 1770 te Amsterdam.<br />

Over!. 11 Febr.1855 te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>al hon<strong>de</strong>n.


**Davids, Arnold.<br />

Dee, Dr. C. H.<br />

Geb. 20 April 1862 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>al veel bloemen.<br />

**Deene, J. F. van.<br />

**Dehé, Emile.<br />

*Deinum, Maria Elizabeth.<br />

Geb. 22 Mei 1907 Semarang.<br />

Les van mevr. Mid<strong>de</strong>righ-Bokhorst en Lizzy<br />

Ansingh. Bloemen en boekillustraties.<br />

Dekker, H. A. C.<br />

Geb. 28 September 1836 te A'dam.<br />

Overl. 12 Mei 1905.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

(A. B. B. Taurel) en van Rochussen. Ook lessen<br />

v. d. grafeur J. W. Kayser. Lithografeer<strong>de</strong> en etste.<br />

Delft, Jan P. van.<br />

Geb. 6 Sept. 1879.<br />

Koninkl. School te Den Bosch en Rijksnormaalschool,<br />

A'dam. Portret, bloemen en stillevens.<br />

Werken bij kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

Derkin<strong>de</strong>ren, A. J.<br />

Geb. 20 Dec. 1859 te Den Bosch.<br />

Overl. 2 Nov. 1925 te A'dam.<br />

Eerst opgeleid <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>rwijzer aan <strong>de</strong> Kweekschool<br />

te 's-Hertogenbosch ; daar kreeg hij teekenles<br />

van J. Stracké. Later stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij aan <strong>de</strong><br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en ging hij met Toorop<br />

naar Brussel. Figuur v. beteekenis in <strong>de</strong> monumentale<br />

schil<strong>de</strong>rkunst. Maakte schil<strong>de</strong>ringen in 't<br />

Bossche Raadhuis, Beurs v. A dam (glasvensters)<br />

en had als directeur v. d. Rijksacad. te Amsterdam<br />

grootera invloed.<br />

Derksen, G.<br />

Geb. 25 Nov. 1870 te Doesburg.<br />

Overl. 24 April 1920 te Arnhem.<br />

Leerling van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs H. W. Jansen en Baukema<br />

en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Amsterdam en<br />

Den Haag.<br />

Derkzen, A.<br />

Vooral etsen.<br />

Derkzen van Angeren, A. Ph.<br />

Geb. 11 April 1878 te Delft.<br />

Was tot 1901 aan een aar<strong>de</strong>nwerk f abriek werkzaam<br />

te Delft. Vindt te Rotterdam zijn weg als<br />

etser van havengezichten. Ook werkzaam bij het<br />

kunston<strong>de</strong>rwijs te Rotterdam.<br />

Destrée, J. J.<br />

Geb. 27 Maart 1827 te Laeken bij Brussel.<br />

Overl. 17 Maart 1888 te Den Haag.<br />

Leerling van B. J. van Hove en A. Schelfhout. hout.<br />

Bekend zijn <strong>voor</strong>al zijn landschappen en zeegezichten.<br />

**Determeyer, Paul.<br />

**Deurse, J. van.<br />

Deutmann, Fr.<br />

Geb. 27 Maart 1867 te Zwolle.<br />

Overl. 18 Juli 1915.<br />

Eerst les gehad van J. D. Huibers, daarna van<br />

Verlat. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> intérieurs uit Laren en portretten.<br />

Deventer, J. F. van.<br />

Geb. 27 November 1822 te Brussel.<br />

Overl. 1866.<br />

Kreeg les van H. v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen. Hij<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschappen en etste.<br />

***Deventer, Joh. v.<br />

Deventer, W. A.<br />

Geb. 30 Juni 1824 te Den Haag.<br />

Overl. 1893.<br />

Leerling van H. v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> rivier-, strand- en zeegezichten.<br />

*Dieleman-Magendans, J. C. F. H.<br />

Geb. 7 Mei 1876.<br />

Voorkeur <strong>voor</strong> zeegezichten.<br />

Dieperink, Alex Gerhardus.<br />

Geb. 13 Oct. 1901.<br />

Stud. a. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Stillevens, portretten, landschap.<br />

**Dieperink, A. G.<br />

Dieperink Jzn., H. B.<br />

Geb. 7 Mei 1887.<br />

Les bij verschillen<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs.<br />

Bloemen en landschap.<br />

Dievenbach, H. A.<br />

Geb. 25 Juli 1872 te Haarlem.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie. Hij schil<strong>de</strong>rt<br />

<strong>voor</strong>al figuren.<br />

Dillen, P. M.<br />

Geb. 6 Aug. 1890 te Mierlo.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r van beesten en figuren.<br />

*Dingemans-Numans, H. G.<br />

Geb. 15 Aug. 1877 te Singtang op Borneo.<br />

Leerlinge van H. van Thol en van Akkeringa.<br />

Portretten, stillevens en mo<strong>de</strong>l.<br />

Dingemans, Waalko Jans.<br />

Geb. 16 Juni 1873 te Lochem.<br />

Overl. 9 Oct. 1925 Haarlem.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie „Minerva", Groningen en<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur- en dierschil<strong>de</strong>r (paar<strong>de</strong>n).<br />

387


**Dingemans Jr., Waalko.<br />

Dirckx, A.<br />

Geb. 6 Oct. 1878 te Rotterdam.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

***Disselhof, M.<br />

DisseIvelt, A. G.<br />

Geb. 24 Febr. te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Over!. 19 Sept. 1903 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stillevens.<br />

Dittlinger, Jhr. M.<br />

Geb. 20 Maart 1864.<br />

Overl. ?<br />

Schil<strong>de</strong>r van stadsgezichten, portretten en landschappen.<br />

Dobbenburgh, Aart van.<br />

Geb. 30 Sept. 1899 te A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> a.d. Quellinusschool, A'dam. Spec.<br />

zich in <strong>de</strong> Lithografie.<br />

DoeIeman, J. H.<br />

Geb. 1848 te Rotterdam.<br />

Overl. 18 Mei 1913 te Voorburg.<br />

Voornamelijk landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Does, G. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 20 Juni 1878 te Den Haag.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie en aan<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie Julian te Parijs. Landschappen,<br />

portretten en stillevens.<br />

*Doesburgh, E. L. H. van.<br />

Geb. 7 Dec. 1875 te A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> a. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie en te Stuttgart.<br />

Doeser, J. J.<br />

Geb. 8 Dec. 1884 te Utrecht.<br />

Autodidact ; stond on<strong>de</strong>r invloed van Vinc.<br />

van Gogh. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Dokkum, G. W. van.<br />

Geb. 1828.<br />

Overl. 1904.<br />

Leerling van <strong>de</strong>n portretschil<strong>de</strong>r Poorter.<br />

Dokkum, G. W. P. van.<br />

Geb. 19 Febr. 1870 te Utrecht.<br />

Werkte aldaar.<br />

*Dom, Elise.<br />

Geb. 14 Juli 1913.<br />

Autodidacte. Figuur en stilleven.<br />

**Dom, Pol.<br />

Dona, J.<br />

Geb. 1 Febr. 1870.<br />

Overl. 7 Mei 1941.<br />

Ac. v. B.K. te Den Haag. Ver<strong>de</strong>r autodidact.<br />

Stilleven en bloemen.<br />

388<br />

Doncker, Ko.<br />

Geb. 6 April 1874 te Haarlem.<br />

Overl. 1917.<br />

Was een leerling van Duco Crop, Ol<strong>de</strong>welt en<br />

K. Sluiterman.<br />

D o n g e n, C. (zich noemen<strong>de</strong> Kees) v a n.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en woont<br />

se<strong>de</strong>rt 1898 te Parijs, waar hij zich een internationale<br />

reputatie verwierf door portretten, bloemstukken<br />

en landschappen.<br />

**Donker Duyves,<br />

**Doorman, Cl.<br />

Geb.1 Mei 1907.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

*Doornik, Tine van.<br />

Geb. 25 Juli 1906.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Landschap en dieren.<br />

Dooyewaard, Jaap.<br />

Geb. 12 Aug. 1876 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> in zijn geboortestad aan <strong>de</strong> Quellinusschool<br />

en aan <strong>de</strong> Normaalschool <strong>voor</strong> Teekenen.<br />

Werkte in Amerika, Spanje, Frankrijk en<br />

Noorwegen. Schil<strong>de</strong>rt portretten en intérieurs.<br />

Dooyewaard, Willem.<br />

Geb. 7 Oct. 1892 te A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> a. d. Rijksschool v. Kunstnijverheid,<br />

A'dam en bij Prof. Strasser te Weenen. Heeft veel<br />

gereisd.<br />

Dorgelo, Al.<br />

Geb. 10 Febr. 1888 te Winterswijk.<br />

Nam teekenlessen te Den Haag en Deventer.<br />

Maakt landschappen, bloemen, stillevens, en<br />

inktteekeningen.<br />

**Dor p, L. H. 0. v an.<br />

Dort Sr., W. van.<br />

Geb. 8 Sept. 1875.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Antwerpen. Rivieren en figuur.<br />

**Douwes, P. L.<br />

Doyer, J. Schoemaker.<br />

Geb. 24 Juni 1792 te Krefeld.<br />

Overl. 9 Juni 1867 te Zutphen.<br />

Leerling van J. Andriessen en M. I. van<br />

Bree.<br />

*Doyer, Sonja.<br />

Les Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Indische motieven.<br />

Dozy, R.<br />

Geb. 28 Sept. 1880 te Nijmegen.<br />

Nam les te Antwerpen en te Parijs. Maakte<br />

houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Drabbe, J.<br />

Geb. 21 Juli 1865 te Bergen op Zoom.<br />

On<strong>de</strong>rging <strong>de</strong>n invloed van Toorop.<br />

J.


Drayer, R. J.<br />

Geb. 10 Juli 1899.<br />

Autodidact. Landschap en stilleven.<br />

Dreibholtz, C. L.<br />

Geb. 8 Sept. 1799 te Utrecht.<br />

Overl. 16 Maart 1874.<br />

Leerling van J. C. Schotel.<br />

Drielst, Egb. van.<br />

Geb. 1746 te Groningen.<br />

Overt. 4 April 1818 te Amsterdam.<br />

Leerling van Jan Augustini. Schil<strong>de</strong>r bid <strong>voor</strong>keur<br />

in Drente.<br />

Driesten, A. J. van.<br />

Geb. 12 April 1878 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Heeft veel te danken aan Th. <strong>de</strong> Bock. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Drift, J. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1808 te Den Haag.<br />

OvenI.1883 te Weert.<br />

Leerling van A. Schelf hout. Schil<strong>de</strong>r van stadsgezichten.<br />

Etste.<br />

**bronsberg v. d. Lin<strong>de</strong>n, C.<br />

Dros, A. H.<br />

Geb. 11 Maart 1862 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Autodidact.<br />

***Drost, Fré.<br />

**Drost, G.<br />

Drumpt, J. D. D. van.<br />

Landschap.<br />

**Drunen, J. van.<br />

*Dropsteen, W. C.<br />

Geb. 10 October 1880 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijksnormaalschool v. Teekenen en<br />

<strong>de</strong> Rijksschool v. Kunstnijverheid ; schil<strong>de</strong>rt<br />

portretten, stillevens en landschappen. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Dubourcq, P. L.<br />

Geb. 25 April 1815 te Amsterdam.<br />

Overl. 5 Mei 1873 aldaar.<br />

Was een leerling van J. van Ravenzwaay en<br />

A. Schelf hout. Is <strong>voor</strong>al bekend om zijn tafereelen<br />

uit Italië.<br />

Duffelen, G. van.<br />

Geb. 21 September 1889 te Rotterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Stillevens, figuren en stadsgezichten. Etst.<br />

*Duivenbo<strong>de</strong>n, Milly van<br />

Stilleven en iguur.<br />

Dulmen Krumpelman, E. B. van.<br />

Geb. 25 Augustus 1897 te Kreuznach afd. Nahe.<br />

Liet zijn studies beoor<strong>de</strong>elen door Allebé, Breitner<br />

en Witsen. Stadsgezichten en figuren.<br />

Dumont, Ch.<br />

Geb. 10 Juni 1866 te Semarang.<br />

Kreeg les van C. v. d. Windt te Lei<strong>de</strong>n. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

landschappen en etste.<br />

Dunselman, J.<br />

Geb. 5 Augustus 1863 te Den Hel<strong>de</strong>r.<br />

Overle<strong>de</strong>n te A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie ; won<br />

<strong>de</strong>n Prix <strong>de</strong> Rome. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten en<br />

„kruiswegen" in kerken.<br />

Dupont, P.<br />

Geb. 5 Juli 1870 te Amsterdam.<br />

Overl. 7 Feb. 1911 Hilversum.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rijksnormaalschool v. Teekenon<strong>de</strong>rwijs<br />

en van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie v. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten. Werd hoogleeraar i. d. Grafische Kunst<br />

a. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie. Verwierf groote vermaardheid<br />

als grafeur in koper.<br />

**Dupont, W. F.<br />

**Duynen, J. van.<br />

**Duyvendak, J.<br />

*Duyvis Debora, G.<br />

Geb. 17 Febr. 1886.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Graf eert.<br />

*Duyvis, Li ze.<br />

Geb. 12 Dec. 1889.<br />

Leerlinge v. Coba Ritsema. Stillevens.<br />

Dijk, A. v.<br />

Geb. 2 Febr. 1859 te R'dam.<br />

Overl. te Lei<strong>de</strong>n 27 Dec. 1924.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te R'dam aan <strong>de</strong> Ac. v. B. K. en T.W.<br />

Landschappen.<br />

Dijk, Louis van.<br />

Geb. 22 Sept. 1910 te Buitenzorg (N.O.I.).<br />

Rijksinstituut <strong>voor</strong> teekenen. Stilleven, planten<br />

en bloemen. Illustreert. Graficus.<br />

**D ij k, W. J.<br />

**Dijk, W. Z. van.<br />

389


*Dij k man, A. S.<br />

Geb. 15 Jan. 1876.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mies te Rotterdam en Den<br />

Haag. Etste.<br />

Dijkstra, Johan.<br />

Geb. 23 Dec. 1896 te Groningen.<br />

Stud. Ac. Minerva Groningen en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Vooral etsen en houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Dij k wel, M. Theo.<br />

Geb. 15 Juli 1881 te Dordt.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Brussel en te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bloemen en vruchten en lithografeert.<br />

Dijsselhof, G. W.<br />

Geb. 8 Febr. 1866 te Zwollerkerspel.<br />

Overl. 14 Juni 1924 te Overveen.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie, aan <strong>de</strong><br />

Normaalschool en aan <strong>de</strong> School v. Kunstnijverheid<br />

te Amsterdam. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> veel aquariumstukken<br />

en landschappen ; verkreeg in <strong>de</strong> nijverheidskunst<br />

grooten naam.<br />

Dijxhoorn, P. A.<br />

Geb. 1810.<br />

Overl. 1839.<br />

Leerling van M. Schouma. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zeegezichten.<br />

Eberhard, G. A. G.<br />

Geb. 17 Oct. 1879 te Maastricht.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Rijksac. te A'dam.<br />

Bloemen en stadsgezicht.<br />

E k, G. A. 0. van.<br />

Geb. 27 Febr. 1865 te Gorkum.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> o.a. aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen, hofjes etc.<br />

Eck, Willem van.<br />

Geb. 17 Juli 1901.<br />

Stilleven, portret, bloemen.<br />

**Eckhart, C. H.<br />

***Eckhart-Bisschop, S.<br />

E<strong>de</strong>n, E. M.<br />

Geb. 5 Juli 1885 te Amsterdam.<br />

Ontving teekenles van N. M. Krabbé en stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

Ee<strong>de</strong>n, Paul van<br />

Figuur.<br />

**Eekman, N.<br />

Eelkema, E. J.<br />

Geb. 8 Juli 1788 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 27 Nov. 1839 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Bloemenschil<strong>de</strong>r.<br />

390<br />

*Eelsingh, Stien.<br />

Geb. 1 Sept. 1903 te Zwolle.<br />

Les v. H. Meyer te Den Haag. Autodidacte.<br />

Eerelman, 0.<br />

Geb. 23 Maart 1839 te Groningen.<br />

Overl. (?)<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie Minerva te Groningen en<br />

bekwaam<strong>de</strong> zich daarna te Brussel in figuuren<br />

dierschil<strong>de</strong>ren.<br />

Eernink, Henr.<br />

Geb. 13 Dec. 1874.<br />

Stadsgez., stilleven. Etst.<br />

**Eewij k, H. van.<br />

Egenberger, J. H.<br />

Geb. 22 April 1822 te Arnhem.<br />

Overl. 14 Mei 1897.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Egmond, P.<br />

Geb. 12 Jan. 1864 te Hoogwoud.<br />

Overl. 31 Oct. 1908 te Bergen.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Quellinusschool te Amsterdam en<br />

werkte te Brussel. Maakte een studiereis naar<br />

Algiers en Tunis.<br />

*Egter van Wissekerke, A.<br />

Geb. 23 Sept. 1872.<br />

Werkte en stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Manhen.<br />

Etste en lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Eiselin, N.<br />

Geb. 3 Oct. 1885 te Den Hel<strong>de</strong>r.<br />

Kreeg lessen van Beever te Laren.<br />

Eitjes, Willem.<br />

Geb. 1 Mei 1893.<br />

Autodidact. Landschap, havens.<br />

Ekker, E.<br />

Geb. 21 Oct. 1858 te Kampen.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Antwerpen, Lyon<br />

en Weenen. Schil<strong>de</strong>r van portretten, figuren en<br />

stillevens.<br />

Elf f ers, D.<br />

Geb. 9 Dec. 1910, R' dam.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Wandschil<strong>de</strong>ringen. Werkzaam<br />

bij 't on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Eling, Rieks.<br />

Geb. 16 Maart 1898.<br />

Portret, figuur, stilleven.<br />

*Elout.Drabbe, M.<br />

Geb. 4 Maart 1875 te Utrecht.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Den Haag. Zij<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschappen, stillevens en kin<strong>de</strong>rportretten.


EIsinga, Joh.<br />

Geb. 5 Dec. 1893 te Wommels.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam.<br />

Landschap en portret.<br />

*EIst, J. J. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 24 April 1899 te Amsterdam.<br />

Les gehad van Alb. Roelofs en W. van Konijnenburg.<br />

Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Elven, P. H. Th. Teter van<br />

Geb. 13 Sept. 1823 te Antwerpen.<br />

Overl. 28 Febr. 1896 te Scheveningen.<br />

Leerling van E. J. E. v. d. Berg ; woon<strong>de</strong> te<br />

Parijs en te Turijn. Historie- en genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Was leeraar Pol. Tech. school te Delft.<br />

Engel Jzn., F.<br />

Geb. 3 Nov. 1872 te Koog aid. Zaan.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Quellinusschool te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschap en vee.<br />

Engelberts, W. J. M.<br />

Geb. 21 Jan. 1809 te Amsterdam.<br />

Overt. 9 Mei 1887 te Aalst (Gel<strong>de</strong>rf.)<br />

Leerling van Fr. <strong>de</strong> Braeckeleer. Etste ook.<br />

**Engels, P. A. M.<br />

*Enschedé, A. M.<br />

Geb. 29 Sept. 1864 te Haarlem.<br />

Bloemen.<br />

*Enschedé, C. G. A.<br />

Geb. 10 Dec. 1791 te Haarlem.<br />

Overl. 6 Maart 1873.<br />

Stillevens.<br />

*Enschedé, C. J. A.<br />

Geb. 7 Juni 1828 te Haarlem.<br />

Over!. 24 Oct. 1883 te Bloemendaal.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res.<br />

Ensinck, C. V.<br />

Geb. 1836 te Breda.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Antwerpen en te<br />

Parijs.<br />

Overl.?<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten.<br />

Epen, Jop van.<br />

Geb. 14 Maart 1880.<br />

Autodidact. Schil<strong>de</strong>rt van alles.<br />

Er f mann, F. G.<br />

Geb. 12 Oct. 1901.<br />

Autodidact. Figurale compositie.<br />

Erkelens, A.<br />

Geb. 22 Maart 1885 te Alphen.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Es, B. van.<br />

Geb. 15 Sept. 1876 te Amsterdam.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Teekenschool v. Kunstambachten.<br />

Landschappen, figuur en dieren.<br />

**Eshuis, C. J.<br />

**Eshuis, Joh.<br />

Essen, J. C. van.<br />

Geb. 25 Febr. 1854 te Amsterdam.<br />

Overl. 23 Mei 1936 te Scherpenzeel.<br />

Kreeg les van P. F. Greive en werkte op het<br />

atelier van Valkenburg.<br />

Figuur, Landschap, <strong>voor</strong>al dieren.<br />

Essers, B.<br />

Geb. 1893.<br />

Landschap.<br />

**Everbach, F.<br />

Everdingen, A. v.<br />

Geb. 22 Juni 1832 te Utrecht.<br />

Overl. 4 Sept. 1912 te Utrecht.<br />

Leer!. W. Bil<strong>de</strong>rs te Utrecht. Landschap.<br />

*Evers-Keg, M. S.<br />

Geb. 10 Febr. 1887 te Princenhage.<br />

Leerlinge van Schutz te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>namelijk stadsgezichten, bloemen,<br />

portretten ; ook houtsne<strong>de</strong>n.<br />

*Everts, A.<br />

Geb. 1869 te Rotterdam.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Rotterdamsche en Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mies. Kin<strong>de</strong>rportretten.<br />

Everts, Jan.<br />

Geb. 8 Nov. 1899.<br />

Leert. v. Louis Goudman en van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

te A'dam. Portret, stilleven, landschap.<br />

**Exter, B. <strong>de</strong>n.<br />

Eyck, Charles H.<br />

Geb. 24 Maart 1897 te Meerssen ; Stud. a. d.<br />

Rijksac te A'dam ; vervul<strong>de</strong> in latere laren<br />

<strong>de</strong>coratieve opdrachten, ook in kerken.<br />

Eijs<strong>de</strong>n, R. van.<br />

Geb. 22 April 1810 te Rotterdam.<br />

Overl. Oct. 1890 te Apeldoorn.<br />

Portretten.<br />

*Eysinga, Jkv. E. H. J. van.<br />

Geb. 12 Febr.1881 te Noordwijkerhout.<br />

Kreeg les van Th. van Hoytema en van Frits<br />

Jansen. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ook te Dres<strong>de</strong>n en teeken<strong>de</strong> in<br />

Italië.<br />

391


Ezerman, D. G.<br />

Geb. 4 Juli 1848 te Zutfen.<br />

Overl. 5 Nov. 1913 te Rotterdam.<br />

Gewerkt en gestu<strong>de</strong>erd o.I.v. Allebé en Wijnveld.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portretten, stillevens en landschappen.<br />

Faber, J.<br />

Geb. 19 Juli 1902.<br />

Aca<strong>de</strong>mie „Minerva" Groningen.<br />

Landschappen, hoofdzakelijk in Groningen.<br />

***Famers-Testas, M. M. <strong>de</strong>.<br />

F a u r e, M. J. A.<br />

Geb. 14 Dec. 1893.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag en Sloteschool, Lon<strong>de</strong>n.<br />

Dieren, portretten, landschap.<br />

Favier, Jacob.<br />

Geb. 5 Febr. 1864 te Horsen (Geld.).<br />

Stud. a. d. Ac. te Den Haag. Landschap.<br />

Feldmann, C. A.<br />

Geb. 24 Aug. 1894 te Keulen.<br />

Te Delft gestu<strong>de</strong>erd bij A. F. Gips en A. W. M.<br />

O<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ook te Munchen. Portretten.<br />

Fels, I. I.<br />

Geb. 1816 te Kampen.<br />

Overt. ?<br />

Leerling B. C. Koekoek. Landschappen.<br />

**Fernhout.<br />

*Fernhout-Toorop, Ch.<br />

Geb. 24 Maart 1890 te Katwijk.<br />

On<strong>de</strong>r invloed van haar va<strong>de</strong>r ging zij schil<strong>de</strong>ren.<br />

Zij is bekend door haar f iguurstukken en portretten.<br />

Ferwerda, B.<br />

Geb. 3 April 1880 te Amsterdam.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Landschappen.<br />

Feu<strong>de</strong>l, A.<br />

Geb. 27 Maart 1857 te Harthau in Saksen.<br />

Bezocht <strong>de</strong> K. Aka<strong>de</strong>mie te Dres<strong>de</strong>n en te Manchen.<br />

Heeft 17 jaar in Amerika gewoond. Portetten,<br />

landschappen en zeegezichten.<br />

**Fi ks, A.<br />

Filarski, D. H. W.<br />

Geb. 15 October 1885 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Quellinusschool te Amsterdam en<br />

<strong>de</strong> Kunstnijverheidschool aldaar. Werkte samen<br />

met Colnot, Rae<strong>de</strong>cker, Bendien, Smorenberg.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bloemen en landschappen en etste ook.<br />

392<br />

Fles, M. (Etha).<br />

Geb. 1857.<br />

Gestorven?<br />

Stadsgezichten, schrijfster.<br />

Fleur, Willy.<br />

Geb. 13 Juni 1888.<br />

Autodidact. Geen specifiek genre.<br />

Flier, H. R. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 26 Nov. 1827 te Baarn.<br />

Gestorven ?<br />

Leerling van J. <strong>de</strong> Rijk.<br />

Fock, G. H. G. Bracken<br />

Geb. 28 Dec. 1859 te Kou<strong>de</strong>rkerke.<br />

Gestorven ?<br />

Kreeg teekenles van J. F. Schatz. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

bij <strong>voor</strong>keur landschappen.<br />

**Foktrens, Phocas.<br />

*Fontein, Adriana S.<br />

Geb. 5 Juli 1888.<br />

Landschap, bloemen, stilleven.<br />

**Fortuin, Anton.<br />

Fortuin, Pieter.<br />

Geb. 25 Febr. 1879 te Lemmer.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

***Fo u re, J.<br />

*Fraissinet, E.<br />

Geb. ?<br />

Over!. 23 Oct. 1912 te Hilversum.<br />

Franck, C. F.<br />

Geb. Mei 1758 te Zwolle.<br />

Overl.1816 te Bennebroek.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Franckenberg en Proschlitz, D.<br />

0. L. van.<br />

Geb. 16 Jan. 1822 te Sas van Gent.<br />

Over!. Dec. 1907 te Den Haag.<br />

Leerling van W. H. Schmidt te Delft.<br />

*Franco, M. J. E. Cohen-Gosschalk.<br />

Geb. 10 Dec. 1877 te Zwolle.<br />

Les v. H. J. Haverman.<br />

Francq van Berkhey, J. le.<br />

Geb. 1729 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 1812.<br />

Franken, Jan.<br />

Geb. 8 April 1878 Tilburg.<br />

Werkte te Parijs en Keulen.<br />

Figuur- en portretschil<strong>de</strong>r.


Franken, Pzn., J.<br />

Geb. 18 Nov. 1896, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Reis<strong>de</strong> naar Italië, Frankrijk,<br />

België en Duitschland. Portret en figuur. IIlustreert.<br />

Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Franken, J. C.<br />

Geb. 7 Jan. 1866 te Tilburg.<br />

Overl. 25 Juli 1911.<br />

Werkte te Parijs en Keulen. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Veeschil<strong>de</strong>r.<br />

*Franken, Marianne.<br />

Geb. 11 Maart 1884, A'dam.<br />

Les van Monnickendam en Jkvr. M. <strong>de</strong> Jonge.<br />

Figuur en stilleven.<br />

Frankfort, Ed.<br />

Geb. 21 Jan. 1864 te Meppel.<br />

Overl. 19 Aug. 1920 Laren.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Amsterdam en<br />

te Antwerpen. Maakte intérieurs (synagogen),<br />

landschappen en portretten.<br />

**Frankot, R.<br />

Franquinet, Rob.<br />

Schreef gedichten. Portretten.<br />

Frater, J.<br />

Geb. 1887 te Vlissingen.<br />

Kreeg les van Nuys te Mid<strong>de</strong>lburg ; stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Brussel, Parijs en later<br />

bij Hart Nibbrig te Laren.<br />

Figuur, landschap en stilleven.<br />

Frauenfel<strong>de</strong>r, H.<br />

Geb. 10 Juni 1885 te Vught.<br />

Overl. 1922.<br />

Autodidact; landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Fre<strong>de</strong>riks, G.<br />

Geb. 3 Mei 1890.<br />

Kunstnijverheidschool Haarlem.<br />

Landschap en stilleven.<br />

Fresco, A.<br />

Geb. 20 Juni 1903.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en Rijksaca<strong>de</strong>mie Amsterdam.<br />

Portret, figuur, stilleven.<br />

**Frielink, A. B.<br />

*Fritslin, M. Ch. L.<br />

Geb. 16 Oct. 1870 te A'dam.<br />

Opl. Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>res.<br />

Froonen, H. A. G.<br />

Geb. 6 Jan. 1878 te Nieuwer Amstel.<br />

Kreeg raad van J. Toorop. Schil<strong>de</strong>rt figuren,<br />

landschappen en stillevens.<br />

**Funke, A.<br />

Gabriël, P. J. C.<br />

Geb. 5 Juli 1828 te Amsterdam.<br />

Overl. 23 Aug. 1903 te Scheveningen.<br />

Leerling Rijksaca<strong>de</strong>mie en B. C. Koekkoek. Bevriend<br />

met Mauve te Haarlem en te Brussel met<br />

W. Roelofs en <strong>de</strong> Haus. Landschapschil<strong>de</strong>r van<br />

beteekenis, schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook bloemstillevens (violen).<br />

Gall, J. Ph. Th.<br />

Geb. 30 Dec. 1880.<br />

Autodidact. Stilleven, figuur.<br />

**Gallas, C. E.<br />

Garf, S.<br />

Geb. 6 Dec. 1879 te Amsterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool en aan<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie. Portret, figuur en stilleven.<br />

Garjeanne, J. J.<br />

Geb. 30 Nov. 1860 te Delft.<br />

Opgel. Aca<strong>de</strong>mie Den Haag en Polytechnische<br />

School te Delft. Zee- rivier- en landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Garms, C. M.<br />

Geb. 4 Sept. 1863 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Quellinusschool en <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie <strong>de</strong>s<br />

Beaux Arts te Brussel.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r en etser.<br />

*Gast-Rosse, B. S. ter.<br />

Geb. 1 Sept. 1884.<br />

Stud. te Lon<strong>de</strong>n en Parijs. Ook Acad. v. B.K. te<br />

Den Haag. Landschap en portret.<br />

*Gavere, C. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 25 Jan. 1877 te Meester Cornelis ( Java).<br />

Kreeg les aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res.<br />

Gebhard, Joh.<br />

Geb. 14 Nov. 1865 te Amsterdam.<br />

Overl. ?<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie in zijn geboortestad ;<br />

werkte 4 jaar in Algerie.<br />

**Geel, Chr. 0.<br />

Geerling. J. S.<br />

Geb. 25 Juni 1893. Kreeg Iessen van <strong>de</strong>n glasschil<strong>de</strong>r<br />

Veldhuis en Bongers, schil<strong>de</strong>r, bei<strong>de</strong>n te<br />

Delft. Stud. lithografie b. v. Dobbenburgh.<br />

Geerlings, J. H.<br />

Geb. 11 Sept. 1859 te<br />

Over!. 26 Nov. 1939 te<br />

Leerling van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n. Etste<br />

***Geesink, S.<br />

Laagkeppel (Geld.)<br />

Zeist.<br />

te Amsterdam.<br />

en lithografeer<strong>de</strong>.<br />

393


Gel<strong>de</strong>r, Bobette van.<br />

Geb. 1897. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Berlijn, Lon<strong>de</strong>n en Parijs.<br />

Teekeningen en olieverfschil<strong>de</strong>rijen.<br />

*Gel<strong>de</strong>r, Hendrika van.<br />

Geb. 7 Mei 1870 A'dam.<br />

Leerlinge v. Ed. Frankfort.<br />

Geldorp, P. J. van.<br />

Geb. 1873 te Rotterdam.<br />

Bezocht het gymnasium ; eerst kreeg hij les<br />

van zijn va<strong>de</strong>r en later stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij vier jaar<br />

aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam. IIlustrator.<br />

Gempt, B. te.<br />

Geb. 25 April 1826 te Wychen.<br />

Overl. 2 Jan. 1879 te Amsterdam.<br />

Leerling van N. Pieneman. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>voor</strong>al<br />

hon<strong>de</strong>n.<br />

Geraerdts, Pieter.<br />

Geb. 5 Juni 1911.<br />

Portret, Landschap, Religie.<br />

Geraerdts, Wijnand Aloysius.<br />

Geb. 5 Juni 1883.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Antwerpen, Manhen.<br />

Portret, Kerkelijke kunst.<br />

**Gerber, J.<br />

Gerbrandts, Roelf.<br />

Geb. 11 Nov. 1891 te Groningen.<br />

Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rw jzers.<br />

Landschap, bloemen. Etst en lithografeert.<br />

Ger<strong>de</strong>s, E.<br />

Geb. 3 Jan. 1887 te Amsterdam.<br />

Leerling van Deutmann. Intérieur, portret, landschap<br />

en stilleven.<br />

Gerkens, J. C. D'Arnaud.<br />

Geb. 22 Mei 1823 te Den Haag.<br />

Overl. 21 April 1892 aldaar.<br />

Leerling van L. Vincent ; maakte houtskool.<br />

schetsen.<br />

Gerrits, Ger.<br />

Geb. 24 Dec. 1893.<br />

Les van zijn va<strong>de</strong>r. Hoofdzakel. autodidact.<br />

Stilleven, landschap. Graf eert.<br />

Gerritsen, Huub.<br />

Geb. 23 Mei 1897.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap en portret (<strong>voor</strong>al<br />

kin<strong>de</strong>ren). Lithografeert.<br />

Geselschap, Ed.<br />

Geb. 1814 te Amsterdam.<br />

Gestorven ?<br />

Figuur en intérieur.<br />

394<br />

Gestel, D.<br />

Geb. 31 Aug. 1862 te Dirksland.<br />

Leerling van Weintgartner en van <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Landschap en stilleven.<br />

Lithografeer<strong>de</strong> en etste.<br />

Gestel, Leo.<br />

Geb. 22 Nov. 1881 te Woer<strong>de</strong>n.<br />

Rijksnormaalschool v. Teekenon<strong>de</strong>rw. en volg<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> avondteekenklasse <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie te<br />

A'dam. Wordt gerekend tot <strong>de</strong> „Bergsche School".<br />

Zijn oeuvre heeft een wisselend aspect. Figuur en<br />

landschap. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Gestel, W.<br />

Geb. 22 Febr. 1853.<br />

Landschappen, stilleven.<br />

Geursen, J.<br />

Geb. 13 Nov. 1889 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Den Haag en<br />

Groningen.<br />

In hoofdzaak figuren, stillevens en landschappen.<br />

Gidding, Jaap.<br />

Geb. 10 Mei 1887.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Rotterdam. Stud. ook München en<br />

Berlijn. Stilleven.<br />

Gidding, M.<br />

Geb. 23 Mei 1863 te Rotterdam.<br />

Over!. ?<br />

Kreeg les van J. H. Wijtenkamp en bezocht <strong>de</strong><br />

Acad. v. B.K. en T.W. te Rotterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stillevens.<br />

*Giesberts, Julia.<br />

Geb. 9 Mei 1893.<br />

Acad. v. B.K. te Amsterdam. Landschap met<br />

architectuur, stadsgezichten. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Giltay, W.<br />

Geb. 20 Mei 1877.<br />

Autodidact. Bloemen, stilleven, landschap.<br />

Gimbel, P. C.<br />

Geb. 5 Dec. 1912.<br />

Autodidact. Vooral portret.<br />

Gispen, W. H.<br />

Sillevens, landschap en stadsgezicht.<br />

Gits, B. T.<br />

Geb.1892 (?)<br />

Overl. 17 Juni 1918 te Rotterdam.<br />

***Gleichstein.<br />

*Goe<strong>de</strong>waagen, Nelly.<br />

Geb. 16 Aug. 1880 te Gouda.<br />

Leerl. Aca<strong>de</strong>mie Den Haag, en v. Bernh. Schregel.


Goedhart, J,<br />

Stilleven en landschap.<br />

Goedvriend, Th. Fr.<br />

Geb. 31 Jan. 1879 te <strong>de</strong> Steeg.<br />

Leer!. v. A. J. Derkin<strong>de</strong>ren en v. Hoytema.<br />

Gewerkt te Munchen, Florence en Rome.<br />

Stillevens (<strong>voor</strong>al pad<strong>de</strong>stoelen), landschap.<br />

*Goes, Jkvr. H. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 6 Mei 1881 te Den Haag.<br />

Leerlinge van W. Roelofs Jr. Stillevens.<br />

G o g h, V. v a n. (ook Vincent).<br />

Geb. 30 Maart 1853 te Zun<strong>de</strong>rt.<br />

Over!. 29 Juli 1890 te Anvers sur Oise.<br />

Meester van het neo-impressionisme in Frankrijk.<br />

Kreeg lessen van Mauve werkte <strong>voor</strong> zijn f ran-.<br />

schen tijd <strong>voor</strong>al in Noord-Brabant.<br />

Goot, A. J. J. van.<br />

Geb. 15 Febr. 1901 Lon<strong>de</strong>n.<br />

Autodidact. Stilleven, bloemen, figuur, landschap.<br />

*Goor, J. G. A. van.<br />

Geb. 23 Juli 1884 te Makassar.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en kreeg schil<strong>de</strong>rlessen<br />

van Van Horssen. Zij schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur<br />

stillevens en keukenintérieurs.<br />

*Gori, B,<br />

Geb. 8 Nov. 1873 te Breda.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en gewerkt bij<br />

Haverman.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>res ; lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Gorter, A. M.<br />

Geb. 3 Dec. 1866 te Ambt-Almelo.<br />

Overl. 16 Sept. 1933 A'dam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> Teekenon<strong>de</strong>rwijzers<br />

en van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Vruchtbaar Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

*Gorter, H.<br />

Geb. 11 Juni 1866 te Sneef.<br />

Les van haar neef, A. M. Gorter, van W. Hamel<br />

en later van Carl Sierig.<br />

Gosschalk, Jos. H.<br />

Autodidact. Portret, landschap en stadsgezicht.<br />

Graficus.<br />

Goteling Vinnis, E. R.<br />

Geb. 15 April 1868 te Haarlem.<br />

Overl. 26 Sept. 1894.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Teekenaca<strong>de</strong>mie te Den Haag on<strong>de</strong>r<br />

Koelman. Landschappen, intérieurs, portretten.<br />

Goth, M.<br />

Geb. 2 Maart 1873 te Szatmar (Hong).<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Munchen, Weenen<br />

en Parijs.<br />

Portretten en landschappen.<br />

*Gi th, Sari (Chart.)<br />

Geb. 29 Maart 1900.<br />

Leert. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Werkte te Mi nchen<br />

en Parijs. Kin<strong>de</strong>rportret en stilleven.<br />

Goudman, L. J.<br />

Geb. 29 Aug. 1880 te Brussel.<br />

Oven . 26 Sept. 1939 te A'dam.<br />

Stud. a. d. Rijksschool <strong>voor</strong> Kunstnijverheid en<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Voord portretschil<strong>de</strong>r.<br />

*Goudschaal, A. C. G.<br />

Geb. 23 Febr. 1877 te Ro<strong>de</strong>n (Dr.)<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie „Minerva" te Groningen.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res.<br />

Gouwe, A. H.<br />

Geb. 8 Mei 1875 te Alkmaar.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool te Amsterdam.<br />

Vervolgens leerling <strong>de</strong>r Rijksacad. v. Bed<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten. Behaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>n Prix <strong>de</strong> Rome in 1901.<br />

Limburgsche tafereelen en het landleven (<strong>voor</strong>al<br />

paar<strong>de</strong>n). Vertrok naar Tahiti.<br />

Graadt van Roggen, J. M.<br />

Geb. 28 Mei 1867 te A'dam.<br />

Stud. aan „Minerva" te Groningen en Rijks<br />

Aca<strong>de</strong>mie te A'dam ; Landschappen. Verwierf<br />

<strong>voor</strong>al bekendheid als grafisch kunstenaar (etst en<br />

lithografie).<br />

*Graaff, Jacoba A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 28 Sept. 1857 te Rotterdam.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Leerlinge van H. J. Melis en van <strong>de</strong> Rotterd.<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen met vee ; etste ook.<br />

Graaff, Jac. W. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 26 Oct. 1876 te Oud-Vossemeer.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> Teekenon<strong>de</strong>rw.<br />

te A dam.<br />

Aquarellen en krijtteekeningen.<br />

Graafland, Jhr. Rob.<br />

Geb. 26 Nov. 1875 te Maastricht.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Normaalsch. v. Teekenon<strong>de</strong>rw.<br />

en aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam. Figuur in<br />

pleinair. Etste ook.<br />

*Grandmont.Hubrecht, A. A. L.<br />

Geb. 21 Juli 1855 te Rotterdam.<br />

Overl. 5 Nov. 1913 in Surrey (Eng.).<br />

Leerlinge van Prof. Allebé.<br />

Schil<strong>de</strong>res van Italiaansche tafereelen ereelen en van<br />

portretten.<br />

Gras, A. J. le.<br />

Geb. 21 Febr. 1864 A' dam.<br />

Overl. 1 Nov. 1915 te Laren (N.H.)<br />

Stud. a. d. Rijksac. v. B. K. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook in<br />

Algerië en Tunis.<br />

395


Gratama, G. D.<br />

Geb. 22 Maart 1874 te Groningen.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mies te Den Haag en Antwerpen.<br />

Directeur v. h. Frans Halsmuseum te Haarlem.<br />

Portretten en stillevens.<br />

Grauss, G. H.<br />

Geb. 9 Juli 1882 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overl. 1 Oct. 1929, Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Antwerpen en Brussel.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Grave, J. A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 21 Oct. 1878 te Groningen.<br />

Leerling Haagsche en Groningsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret- en bloemenschil<strong>de</strong>r.<br />

**Gre'goire, Jr., J.<br />

Greive, J. C.<br />

Geb. 2 April 1837 te Amsterdam.<br />

Overl. 14 Mei 1891.<br />

Leerling van zijn oom P. F. Greive en van<br />

C. Springer.<br />

Greive, P. F.<br />

Geb. 25 Maart 1811 te Amsterdam.<br />

Overl. 4 Nov. 1872.<br />

Leerling van C. J. L. Poortman.<br />

Stadsgezichten.<br />

**Grieken, Jos. J. v.<br />

Griep, J. P.<br />

Geb. 5 Sept. 1886.<br />

Autodidact. Landschappen, stillevens.<br />

Groen, H. P.<br />

Geb. 16 Juni 1886 te Kralingen.<br />

Avondlessen aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Etste ook.<br />

Groeneveld, B. H.<br />

Geb. 4 Nov. 1866 te Groningen.<br />

Les v. G. W. Knap en v. M. Monnickendam.<br />

Stadsgezichten.<br />

Groeneveld, Theo J.<br />

Geb. 18 Maart 1897 te Haarlem.<br />

Bezocht School v. Kunstnijverh. te Haarlem.<br />

Als schil<strong>de</strong>r Autodidact.<br />

Grondhout, W. Adr.<br />

Geb. 16 Febr. 1878 te Dinxperloo.<br />

Overl. 12 Aug. 1934 te Den Haag.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen en stadsgezichten.<br />

Groot, A. M. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 10 Aug. 1870 te Sliedrecht.<br />

Stud. te München en Parijs. Portretten.<br />

396<br />

Groot, C. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 28 Aug. 1878 te Rotterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Scheveningen o.l.v. Akkeringa_<br />

Voornamelijk landschappen.<br />

Groot, J. W. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 2 Sept. 1877 te Rotterdam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie..<br />

Bezocht Spanje, Italië, Frankrijk. Landschappen.,<br />

figuren en intérieurs. Lithografeer<strong>de</strong> ook.<br />

**Grootens, A. J.<br />

**Grosman, J.<br />

Gruppe, Ch. P.<br />

Geb. 6 of 3 Sept. 1860 te Picton (Canada).<br />

Overl. 30 Sept.1940 te New-York.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te München ; na<strong>de</strong>rhand invloed<br />

on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Haagsche school.<br />

***Gruyter, <strong>de</strong> Feuerstein, G.<br />

Gruyter, J. W.<br />

Geb. 7 April 1856, A' dam.<br />

Over!. 15 Juni 1908 Egm. a. Zee.<br />

Les v. z. va<strong>de</strong>r.<br />

Gruyter, Jr. W.<br />

Geb. 6 Sept. 1817 te Amsterdam.<br />

Over!. 7 Jan. 1880 aldaar.<br />

Leerling van H. Koekkoek. Zeeschil<strong>de</strong>r.<br />

Grijs, H. F. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 19 Maart 1866 te Groningen.<br />

Oven.14 Nov.1933, AImelo.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Intérieurschil<strong>de</strong>r.<br />

***Gunzburg, L. <strong>de</strong>.<br />

*Gijswijt, Agnieta Cornelia.<br />

Geb. 19 Dec. 1873 te Gorkum.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te Amsterdam..<br />

o.I.v. Prof. Allebé. Etste.<br />

Haag, F. Ph. C.<br />

Geb. 1737 te Cassel.<br />

Overl. 1812 te Den Haag.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Haak, J. J.<br />

Geb. 28 Maart 1890 te Wageningen.<br />

Leerling van zijn grootva<strong>de</strong>r J. A. M. Haak<br />

en ver<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool te<br />

Haarlem.<br />

Landschap- en portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Haan-Meyer, I. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 14 April 1852 te Amsterdam.<br />

Over!. 24 Oct. 1895 aldaar.<br />

Leerling van P. F. Greive. Portretschil<strong>de</strong>r.


,Haanebrink, Th. P.<br />

Geb. 24 Mei 1901.<br />

Acad. B.K. te Den Haag. Lithografeert.<br />

Maanen, G. C.<br />

Geb. 23 Aug. 1807 te Utrecht.<br />

Overl. 1879 te Bilsen.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, C. Haanen. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

intérieurs.<br />

Haanen, R. A. van.<br />

Geb. 5 Jan. 1812 te Oosterhout.<br />

Overl. 13 Aug. 1894 te Aussee.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, C. Haanen. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Haanstra, Joh.<br />

Geb. 8 Jan. 1914.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam.<br />

Figuur in Iandschap en intérieur.<br />

Haar. H. P. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 2 Dec. 1867 te Avenhorn.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie te Dusseldorf. Landschappen<br />

en portretten.<br />

*Haaren, Adriana Johanna.<br />

Geb. 14 Juni 1814 te Oosterhout.<br />

Overl.?<br />

Leerlinge van haar va<strong>de</strong>r C. Haanen. Stillevens,<br />

bloemen.<br />

Haaren, D. J. van.<br />

Geb. 21 April 1878 te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>rt landschappen en paar<strong>de</strong>n.<br />

Haarman, P.<br />

Geb. 24 Mei 1854 te Den Haag.<br />

Overl. 31 Jan. 1937 Haarlem.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en van H. ten<br />

Cate. Stilleven en figuur.<br />

Haas, J. H. L. d e.<br />

Geb. 6 Maart 1832 fe He<strong>de</strong>l.<br />

Overl. 6 Aug.1908 te Kinigswinter.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie en van<br />

G. P. van Os. Landschap en dieren.<br />

*Haas, C. P. Hermine van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 13 Juni 1843 te Amsterdam.<br />

Overl. ?<br />

Leerlinge van J. Ph. Koelman en J. Stroebel.<br />

Schil<strong>de</strong>res van bloemen.<br />

Haas, W. F.<br />

Geb. 3 Aug. 1878 te Den Haag.<br />

Leerling van Prof. Allebé ; ging met v. d. Hem<br />

naar Parijs.<br />

Landschappen, portretten en bloemen. Etste ook.<br />

**Haas, Wim <strong>de</strong>.<br />

H a b e s, H. R. M.<br />

Geb. 23 Aug. 1902 A'dam.<br />

Stud. Rijksac. A'dam.<br />

Kleine stillevens in pastel; portretjes.<br />

Habets, J. H.<br />

Geb. 11 Aug. 1882.<br />

Kunstgewerbeschule Aken. Eerst Iandschap, thans<br />

zgn. neo-classisme.<br />

***Haersolte-De Lange,<br />

J. S. Baronesse van.<br />

*Haes-Gram, J. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 28 Dec. 1865 te Den Haag.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Teekenaca<strong>de</strong>mie ;<br />

schil<strong>de</strong>res van figuren en bloemen.<br />

**Hage, H. A.<br />

**Hage, Matthijs.<br />

Hahn, A.<br />

Geb. 17 Maart 1877 te Groningen.<br />

Overl. Aug. 1918 te Amsterdam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Groningsche Aca<strong>de</strong>mie, van <strong>de</strong><br />

School v. Kunstnijverheid te Amsterdam en van <strong>de</strong><br />

Aca<strong>de</strong>mie aldaar.<br />

Teekenaar van politieke prenten; lithografeer <strong>de</strong> ook.<br />

H a h n Jr., A. P.<br />

Geb. 10 Sept. 1894.<br />

Vooral les van zijn va<strong>de</strong>r. Buitenl. studiereizen.<br />

Illustraties en politieke prenten.<br />

Halewijn, Louis Ernest.<br />

Geb. 8 Jan. 1910 Bandoeng.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Ham, Jan van.<br />

Geb. 4 Maart 1892.<br />

Autodidact. Aanvankelijk het dorpsbeeld in<br />

Zeeland en N.-Brabant, later dorpsgezichten uit<br />

België en Frankrijk ; stadsgez. in Marokko.<br />

**Ham, Toon v.<br />

Hamburger,<br />

Geb. 1809.<br />

Overl. 1871.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

J. C.<br />

*Hameetman-Schlette, E.<br />

Geb. 20 Aug. 1878 te Den Haag.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie ; werkte<br />

in Munchen en kreeg wenken van Franz v.<br />

Lenbach. Portret- en figuurschil<strong>de</strong>res.<br />

Hamel, Jack.<br />

Geb. 24 Nov. 1890 te Kralingen.<br />

Leerl. v. W. Hamel. Figuur, landschap, stilleven.<br />

397


Hamel, W.<br />

Geb. 16 Nov. 1860 te Rotterdam.<br />

Landschap en portret.<br />

**Hamers, F.<br />

Hammes, C. H.<br />

Geb. 13 Oct. 1872 te Andijk.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Quellinusschool en aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

te Amsterdam. Landschappen en intérieurs.<br />

Hamstra, Rinze.<br />

Geb. 30 Juli 1895.<br />

Hij schil<strong>de</strong>rt, zooals hij het zelf noemt, <strong>de</strong> uitbeelding<br />

<strong>de</strong>r i<strong>de</strong>e.<br />

Hanau, J. H. L.<br />

Geb. 26 Aug. 1864 te Utrecht.<br />

Overl. 18 Jan. '29 te Utrecht.<br />

Leerling van Huibers. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stadsgezichten.<br />

Was bij 't Kunston<strong>de</strong>rwijs werkzaam.<br />

**Handgraaf, J.<br />

Hanedoes. L.<br />

Geb. 14 Juli 1822 te Woudrichem.<br />

Overt. 9 Febr. 1905 aldaar.<br />

Leerling van C. Kruseman en B. C. Koekkoek.<br />

Boschgezichten en landschappen.<br />

Hanrath, J. Otto.<br />

Geb. 8 April 1882 A'dam.<br />

Leerl. v. Alb. Hahn.<br />

Landschap, figuur en bloemen.<br />

Hanrath, Th.<br />

Geb. 22 Sept. 1854 te Amsterdam.<br />

Overl. 10 Sept. 1883 aldaar.<br />

Leerling van J. H. Veldhuyzen.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

**Hansen, Co.<br />

**Hansen, J. G.<br />

Hansen, L. J<br />

Geb. 12 Aug. 1803 te Staphorst.<br />

Overl. 21 April 1859 te Amsterdam.<br />

Kreeg les van zijn va<strong>de</strong>r C. L. Hansen, van<br />

J. W. Pieneman en J. 0. Daiwaille. Etste ook.<br />

*Har<strong>de</strong>nberg, M. E.<br />

Geb. 21 Nov. 1869 te Den Haag.<br />

Leerlinge van haar va<strong>de</strong>r, Lambertus Har<strong>de</strong>nberg.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>res<br />

van stillevens.<br />

Hari, J.<br />

Geb. 24 Oct. 1772 te Den Haag.<br />

Overl. 7 Oct. 1819 te Den Haag.<br />

Leerling van J. G. Teissier.<br />

Schil<strong>de</strong>r van militaire figuren.<br />

398<br />

*Harinxma thoe Slooten,A. Baronesse<br />

van.<br />

Geb. 8 Jan. 1900 te Groningen.<br />

Kreeg teekenles van Fr. v. d. Feltz en schil<strong>de</strong>rles<br />

van Nanninga. Ook leer<strong>de</strong> zij houtsnij<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

Grafische School. Etst.<br />

*Hart, C. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 5 Dec. 1851 te Fort <strong>de</strong> Kock (Sum.).<br />

Overl. ?<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuren, stadsgezichten, landschappen, <strong>voor</strong>al<br />

illustraties met <strong>de</strong> pen.<br />

Hart Nibbrig, Ferd.<br />

Geb. 5 April 1866 A'dam.<br />

Oven.12 Oct.1915 Laren N.H.<br />

Opl. Rijksac. A'dam en in 't atelier v. Cormon te<br />

Parijs. De meest consequente aanhanger van 't<br />

„pointillisme" in ons land. Landschap en figuur.<br />

Harting, D. H. M.<br />

Geb. 8 Maart 1884 te Salatiga ( Java).<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie bij P. Dupont.<br />

Vooral etser. Lithografeert ook.<br />

**Hartman, A. F.<br />

Hartman, Wibo Ch. J. E.<br />

Geb. 2 Nov. 1903.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Reis<strong>de</strong> in Italië. Voord<br />

portret. Naakt. Landschap.<br />

*Hartong, Marianne.<br />

Geb. 25 Nov. 1879 te Rotterdam.<br />

Leerlinge van Rott. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur- en bloemenschil<strong>de</strong>res.<br />

Hartz, Louis.<br />

Geb. 11 Sept. 1869 te Amsterdam.<br />

Over!. 18 Oct. 1935 te Heemste<strong>de</strong>.<br />

Portret en figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Hartz, Sem.<br />

Geb. 28 Jan. 1921.<br />

Zoon van Louis Hartz.<br />

Rijksac. on<strong>de</strong>r Prof. Aarts. Grafeur in Koper.<br />

*Hasselt, B. van.<br />

Geb. 22 Sept. 1876 te Zwolle.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

En lessen v. H. P. Bremmer.<br />

*Hasselt, Marg. Livina.<br />

Geb. 1879 te A'dam.<br />

Over!. 1935 te Fon<strong>de</strong>n bij Voorst.<br />

Leert. v. Paul Rink, Rijksacad. en Monnickendam.<br />

Hasselt, W. van.<br />

Geb. 1885 te Rotterdam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

***Hatterman, Nola.


Hauck, A. C.<br />

Geb. 3 Maart 1742 te Mannheim.<br />

Over!. 1801 te Rotterdam.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, J. Hauck. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Havelaar, Just.<br />

Geb. 12 Febr. 1880 te Rotterdam.<br />

Overl. ?<br />

Stud. Aca<strong>de</strong>mie Rotterd. en bij Dirk Wiggers.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r en maakte naam als schrijver.<br />

**Haver, Droese .1.<br />

Havercorn van Rijsewijck, H. A.<br />

Geb. 26 Febr. 1868.<br />

Gestorven ?<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Haverkamp, G. C.<br />

Geb. 15 Juni 1872.<br />

Autodidact. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

*Haverkamp-Mackwirth,<br />

Geb. 21 Oct. 1874 te Moordrecht.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret- en figuurschil<strong>de</strong>res.<br />

*Haverman-Birnie, C.<br />

Geb. 1864 te Djember.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie. Portretten,<br />

bloemen en stadsgezichten.<br />

Haverman, H. J.<br />

Geb. 25 Oct. 1857 te Brummen.<br />

Overl. 11 Aug. 1928 te Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie en later <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Antwerpen on<strong>de</strong>r Verlat. Reis<strong>de</strong> in Algeria.<br />

Zeer gewaard. portretschil<strong>de</strong>r, landschap en naakt.<br />

Heeft veel portretten van beken<strong>de</strong> tijdgenooten<br />

gelithografeerd.<br />

**Havermans, J. W.<br />

Heck, N. H. van<br />

Portretten.<br />

Heel, Jan van.<br />

Geb. 27 Juli 1898 Rott.<br />

Leerl. Ac. B.K. en T.W. Rott. Werkt regelmatig<br />

te Parijs. Clowns en stadsgezichten.<br />

*Heemskerck van Beest, Jhr. Bern<br />

a r d.<br />

Geb. 1 April 1876 te Den Haag.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Raad van<br />

Toorop. Lithografeer<strong>de</strong> en etste.<br />

Heemskerck van Beest, Jhr. J. E.<br />

Geb. 1828.<br />

Overl. 1883.<br />

Zeeschil<strong>de</strong>r.<br />

J.<br />

Heer, Simon <strong>de</strong>.<br />

Geb. 16 Nov. 1885.<br />

Rijksac. v. B.K. te. A'dam.<br />

Portret, landschap. Etst.<br />

Heesters, J. H.<br />

Geb. 8 Jan. 1893 te Schijn<strong>de</strong>l.<br />

Stud. o.a. Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie en Rijksac. te<br />

Amsterdam. Werkte ook in Frankrijk, Italia,<br />

Spanje en Noord Afrika.<br />

**Hei<strong>de</strong> Hemsing, A. P. v. d.<br />

**H e i l o, R.<br />

Heilo, Jzn, R.<br />

Geb. 27 Jan. 1882.<br />

Autodidact. Bloemen, stillevens.<br />

Hein, C. H.<br />

Geb. 1815 te BellingwoI<strong>de</strong>.<br />

Overl. ± 187,5 te Kampen.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Rijk te Hilversum.<br />

Hein, J. W.<br />

Geb. 1822 te Kampen.<br />

Overl. ± 1872 aldaar.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stillevens.<br />

*Hein.Vlielan<strong>de</strong>r, M.<br />

Geb. Sept. 1871 te Den Haag.<br />

Les van Mej. L. Metselaar en C. v. d. Hart ;<br />

ook kreeg zij eenige lessen van B. Schregel..<br />

Stillevens.<br />

Heinekee, Wim.<br />

Geb. 20 Oct. 1895.<br />

Ac. v. B.K. en T.W. Rotterdam.<br />

Stilleven, bloemen.<br />

*Heineken, M. H.<br />

Geb. 8 Juni 1844 te Amsterdam.<br />

Overl. 1 Maart 1930 te Amsterdam.<br />

Les van Allebé en Greive.<br />

Hekker, Th.<br />

Geb. 7 Febr. 1880 te Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Stillevens.<br />

Helf f erich, Franciscus Willem.<br />

Geb. 9 Febr. 1871.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie, waaraan hij na<strong>de</strong>rhand.<br />

42 jaar leeraar geweest is.<br />

**Hell, Jan van.<br />

**Hellcndoorn, Eduard.<br />

399


Hem, P. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 9 Sept. 1885 te Wirdum (Fr.)<br />

Bezocht eerst <strong>de</strong> Kunstnijverlieidsschool te<br />

Amsterdam. Later stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij aan <strong>de</strong> Rijks<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Reizen gemaakt naar Parijs, Rome,<br />

Spanje en Moskou. Portretten en figuren, ook<br />

jachttaf ereelen.<br />

Hemelman, A.<br />

Geb. 7 Jan. 1883 te Nee<strong>de</strong> in Gel<strong>de</strong>rland.<br />

Leerling van Klaas van Leeuwen, van <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool<br />

te Amsterdam en van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

aldaar. Landschappen. Etst.<br />

Hemkes, Johannes.<br />

Geb. 3 April 1894 te Schalsum (Friest.)<br />

Autodidact. Teekenaar en graficus.<br />

Hendriks, Arend.<br />

Geb. 31 Oct. 1901 te A'dam.<br />

Autodidact. Teekenaar en graficus.<br />

*Hendriks, A. S.<br />

Geb. 3 Juni 1901.<br />

Les v. Prof. Willem v. d. Berg. Portret, dieren.<br />

Hendriks, B. L.<br />

Geb. 8 Dec. 1830 te Arnhem.<br />

Overl. 6 April 1899.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Amsterdamsche en Haagsche Aca<strong>de</strong>mies.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

*Hendriks, Elis.<br />

Geb. 19 Aug. 1865.<br />

Overl. 4 Oct. 1887.<br />

Leerlinge van haar oom, B. Hendriks. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

stillevens.<br />

Hendriks, Fr. H.<br />

Geb. 17 Jan. 1808 te Arnhem.<br />

Overl. 4 Mei 1865 aldaar.<br />

Les van Van Amerom. Cremer was zijn leerling.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Hendriks, H.<br />

Geb. 27 Maart 1882 te Amsterdam.<br />

Kreeg raad van Haverkamp. Etser.<br />

Hendriks, J.<br />

Geb. 24 Jan. 1859.<br />

Leerling van B. Hendriks.<br />

Kerkintérieurs.<br />

Hendriks, W.<br />

Geb. 24 Juni 1744 te Amsterdam.<br />

Overl. 28 Jan. 1831 te Haarlem.<br />

Directeur Teyler's verzameling. Etste.<br />

Hendrikse, W. N.<br />

Geb. 27 Maart 1863 te Zierikzee.<br />

Overl. ?<br />

Leerling <strong>de</strong>r Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten.<br />

400<br />

H e n k e, C. J.<br />

Geb. 22 Maart 1885.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret, figuur, stilleven.<br />

Henkes, G.<br />

Geb. 25 Juni 1844 te Delf spaven.<br />

Gest. 1 Mei 1927 te Den Haag.<br />

Leerling van J. Spoel en <strong>de</strong> Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

Intérieurs en figuur.<br />

Henricus (eigenlijk Henricus Jansen).<br />

Geb. 2 Jan. 1867 te Den Haag.<br />

Overl. Febr. 1921 aldaar.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Bezocht Normandië, Bretagne en Tunis.<br />

Figuur, landschap, stadsgezicht en wandschil<strong>de</strong>ringen.<br />

**Henriet, H. A.<br />

**Herfst, J. A.<br />

Herwijnen, J. v.<br />

Geb. 4 Nov. 1889.<br />

Landschap, stilleven, figuur.<br />

*Heshusius, M.<br />

Geb. 1881 te Amsterdam.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Rotterdam en<br />

Den Haag. Gewerkt te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Hess, Felix.<br />

Geb. 20 Juni 1878 A'dam.<br />

Stud. a.d. Rijksaca<strong>de</strong>mie te A'dam. Genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Teeken<strong>de</strong> het kladschrift van Jantje in <strong>de</strong><br />

Groene Amsterdammer.<br />

***Hessen-Goe<strong>de</strong>ket,H. E. van.<br />

Hesterman Jr., J. A.<br />

Geb. 30 April 1877 te Amsterdam.<br />

Eerst les van zijn va<strong>de</strong>r, die schil<strong>de</strong>rijenrestaurateur<br />

was en later naar <strong>de</strong> Rijksnormaalschool<br />

<strong>voor</strong> Teekenon<strong>de</strong>rw. te Amsterdam. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

*Heteren-Vink, R. V.<br />

Geb. 1875 te Utrecht.<br />

Leerling van Joh. Gabrielse.<br />

**Hettinga Tromp, F. G. M. van.<br />

Heuff, H. D.<br />

Geb. 9 Juli 1875 te Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en werkte on<strong>de</strong>r<br />

Fl. Arntzenius. Maakt stadsgezichten, <strong>voor</strong>al<br />

etser.<br />

***Heukelom-Mouthaan,P. J.G.van.


Heukelom, S. van.<br />

Geb. 1885 te Amersfoort.<br />

Ent o.l.v. van Dokkam ; daarna gotid cr4<br />

aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Antwerpen. Les van v. d.<br />

Valk. Stadsgezichten.<br />

Heuperman, Joh.<br />

Geb. 2 Dec. 1886.<br />

Quellinusschool A'dam. Stilleven.<br />

**Heus<strong>de</strong>n, B. J. van.<br />

Heuvel, W. van <strong>de</strong>n.<br />

Geb. 27 April 1874 te Utrecht.<br />

Overl. 6 Aug. 1925 te BiIthoven.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Heyberg, J. G.<br />

Geb. 9 Dec. 1869 te Rotterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rijen,<br />

<strong>voor</strong>al militaire , on<strong>de</strong>rwerpen ; portretten. Gaf<br />

zich in latere uren uitsluitend aan 9 t Kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

*H e y b e r g-Le<strong>de</strong>boer, S.<br />

Geb. 1867 te Rotterdam.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret<br />

en figuur.<br />

**Heybroek, Folke M.<br />

Heyenbrock, H.<br />

Geb. 24 Juli 1871 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Rotterdam. Havengezichten<br />

en hoogovenbedrijven. Dir. van 't Museum<br />

v. d. Arbeid te Amsterdam.<br />

H e y I. F. M.<br />

Geb. 22 Maart 1835 te Utrecht.<br />

Overl. 29 Jan. 1931 te A'dam.<br />

Landschappen.<br />

Heyligers, H.<br />

Geb. 22 Febr. 1877 te Batavia.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies te Den Haag en<br />

Parijs. Etste.<br />

Heynes, M.<br />

Geb. 8 Maart 1888 te Amsterdam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r QuellinusschooI te Amsterdam.<br />

Maakte in Zand<strong>voor</strong>t studies van visschen.<br />

Werkte ook in Bretagne.<br />

***Heyningen-Giesberts, J. v.<br />

*Heynis, Joh. A.<br />

Geb. 1868 te Delfshaven. shaven.<br />

Leerlinge van <strong>de</strong> Teekenschool van Mej. Kerlen<br />

te Amsterdam. Schil<strong>de</strong>rles van Mej. Keuchenius.<br />

Later lessen van Van Walchren te Renkum.<br />

26<br />

Heynsius, Kees.<br />

Geb. 29 April 1890 te Schoonhoven.<br />

Stud. a.d. Aca<strong>de</strong>mie te 's-Gravenhage. Overigens<br />

autodidact. Reis<strong>de</strong> naar Frankrijk en Belie'.<br />

Landschappen. Graf eer<strong>de</strong>.<br />

H e y z e, J.<br />

Geb. 16 Sept. 1882 te Zierikzee.<br />

Kreeg te Mid<strong>de</strong>lburg teekenles van Nuys en<br />

stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Amsterdam aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur en naakt.<br />

HilIe, van H.<br />

Geb. 12 Sept. 1903.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten, stilleven, landschap.<br />

Hilverdink, E. A.<br />

Geb. 12 Mei 1846 te Amsterdam.<br />

Overl. 12 Oct. 1891 aldaar.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, J. Hilverdink.<br />

Stadsgezichten.<br />

Hilverdink, J.<br />

Geb. 18 Jan. 1813 te Groningen.<br />

Overl. 1 Oct. 1902 te Amsterdam.<br />

Leerling van J. A. Daiwaille en<br />

Pieneman.<br />

Zeegezichten.<br />

Hingman, J.<br />

Geb. 5 Oct. 1864 te Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rt figuur,<br />

naakt, landschap en intérieur.<br />

**Hirsch, F.<br />

**Hoboken, J. van.<br />

J. W.<br />

Hodges, Ch. H.<br />

Geb. 1764 te Porthmouth.<br />

Overl. 24 Juli 1837 te Amsterdam.<br />

Portrettist van groote beteekenis uit <strong>de</strong> Engelsche<br />

school.<br />

Hoef. G. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 2 Maart 1879 te Amsterdam.<br />

Ging naar Brussel, waar hij 's winters <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

bezocht. Maakte wandschil<strong>de</strong>ringen in een<br />

kerk. Etste.<br />

*Hoef, G. W. ten.<br />

Geb. 9 Sept. 1857 te Amsterdam.<br />

Ging in 1894 naar <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie. Ook les<br />

gehad van Th. <strong>de</strong> Bock.<br />

*Hoeven, G. E. C. Pruys van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 22 Febr. 1839 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 29 Aug. 1921 te Den Haag.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res.<br />

got


Hoevenaar, W. P.<br />

Geb. 16 Maart 1806.<br />

Over!. 31 Oct. 1863.<br />

Leerling van C. van Gielen en P. Won<strong>de</strong>r.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> binnenhuizen. Etste en lithografeer<strong>de</strong>.<br />

***Hof , D r. M.<br />

Hof f. A. J. van 't.<br />

Geb. 7 Dec. 1893 te Den Haag.<br />

Over!. 1933.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en kreeg schil<strong>de</strong>r-<br />

Ies van F. Jansen en D. Bautz en etsles van Grondhout.<br />

Landschappen, visschcn en pad<strong>de</strong>stoelen.<br />

Hof ker, W. G.<br />

Geb. 3 Mei 1902 Den Haag.<br />

Rijksacad. A'dam. Ook leert. v. Willem Witsen.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r en graficus. Maakte reis naar Indië.<br />

Hofs, G.<br />

Geb.1 Juli 1874 te Winch.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie ; gewerkt op 't<br />

atelier van v. d. Poll. Etste.<br />

*Hogendorp-'s Jacob, Baronesse v.<br />

Geb. 28 Jan. 1859 te Batavia.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Leerlinge van Liernur en van <strong>de</strong>n Bergh. Werkte<br />

drie jaar op het atelier van Mej. M. Roosenboom.<br />

Hogerwaard, Frans.<br />

Geb. 10 Nov. 1882 te Batavia.<br />

Overl. 15 Juni 1921 te Den Haag.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Kunstnijverheidsschool te Haarlem.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> twee jaar aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Behaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>n Prix <strong>de</strong> Rome, reis<strong>de</strong> in Spanje.<br />

Hogerwaard, Georges.<br />

Geb. 9 Sept. 1878 Soerabaja.<br />

Overl. 1940 te 's-Gravenhage.<br />

Zes maan<strong>de</strong>n a. d. Rijksac v. B. K. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Hollan<strong>de</strong>r Czn., H.<br />

Geb. 7 Aug. 1823 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Over!. 1 Juni 1884 te Amsterdam.<br />

Leerling van J.W. Pieneman en van Nic. Pieneman.<br />

Hollestelle, .J. H.<br />

Geb. 19 Nov. 1858 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en <strong>de</strong> Polytechnische<br />

School te Delft. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

HolIman, Charles.<br />

Impressionist. Landschap en stadsgezicht.<br />

Holst, R. N. Roland.<br />

Geb. 1869.<br />

Overl. 31 Dec. 1938 te Bloemendaal.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Maakte Muurschil<strong>de</strong>ringen<br />

in <strong>de</strong> Beurs van Berlage te Amsterdam<br />

en als laatste werk : versiering van het gebouw<br />

van <strong>de</strong>n Hoogenraad te 's-Gravenhage.<br />

Directeur van <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Steun<strong>de</strong> ook met geschriften <strong>de</strong> monumentale<br />

schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Lithografeer<strong>de</strong> een reeks beken<strong>de</strong> affiches.<br />

402<br />

Holswil<strong>de</strong>r, J.<br />

Geb. 1850 te Lei<strong>de</strong>n.<br />

Over!. 1890 te Den Haag.<br />

Van 1885 af werkt hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Lantaarn.<br />

Teekenaar v. pol. prenten en caricaturen.<br />

**Holthe tot Echten, M. L. v.<br />

Homberg, D.<br />

Geb. 8 Dec. 1885 te Rotterdam.<br />

Leerling van J. H. Weyns en <strong>de</strong> Rotterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Homberg-Hannema, Nita.<br />

*Honig, Nellie G.<br />

Geb. 26 Oct. 1879 te Helsingfors.<br />

Rijksnormaalschool en Rijksac. te A'dam.<br />

*Honig, Tine.<br />

Geb. 10 Dec. 1894.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Stilleven.<br />

*Hooft, Ina.<br />

Geb. 17 Jan. 1894 Den Haag.<br />

Leert. Ac. Beeld. Kunsten te Den Haag. Leer!.<br />

v. Fl. Arntzenius. Figuur.<br />

**Hooft, J. P.<br />

Hooft, C. G. 't.<br />

Geb. 30 Juni 1866 te Dordrecht.<br />

Overt. 7 Jan. 1936 te A'dam.<br />

Leerling van J. Vetti en G. Breitner. Conservator<br />

van het Fodor Museum. Stadsgezicht en schepen.<br />

Hoog, B. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 19 Nov. 1867 te Amsterdam.<br />

Les van J. Hulk en J. van Essen. Intérieur.<br />

Hoog, H. L. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 27 Oct. 1886 te Rotterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie in zijn geboortestad.<br />

*Hoogendijk, Maria Ida Adr.<br />

Geb. 20 Mei 1875 Krimpen a. d. I J.<br />

Les te Arnhem v. Geerlings. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Hoogerhey<strong>de</strong>n, Eng.<br />

Geb. 13 Oct. 1740 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Over!. 1809 aldaar.<br />

Marineschil<strong>de</strong>r.<br />

Hoogeveen, Dr. D. M.<br />

Geb. 4 Maart 1891.<br />

Leerling van M. W. v. d. Valk. Landschap en<br />

stilleven.<br />

Hoogeweegen, Henri.<br />

Portret, bloemen.<br />

***Hoogewerf.Goddard L.


Hooiberg, Elb.<br />

Geb. 21 Nov. 1903.<br />

Les v. z. va<strong>de</strong>r. Overigens autodidact. Schil<strong>de</strong>rt<br />

het volksleven.<br />

**Hoonaard, Sr.<br />

**Hoowy, J. H.<br />

Hippe, B.<br />

Geb. 20 Febr. 1841 te Kleef.<br />

Oven. 22 Dec. 1922, A'dam.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Dásseldorp.<br />

Landschappen en riviergezichten.<br />

Hoppe, Theo P. J.<br />

Geb. 20 Aug. 1872 A' dam.<br />

Overl. 26 Jan. 1928 te Best.<br />

Stud. en werkte te Amsterdam. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

Hoppenbrouwers, J. F.<br />

Geb. 16 April 1819.<br />

OvenI.18 Juli 1866.<br />

Leerling van Schelf hout. Landschappen.<br />

**Hordij k, Gerard.<br />

**Horn, Jos. ten.<br />

Horn, Lex.<br />

Geb. 23 Jan. 1916.<br />

Riiksacad. A'dam. Monumentale schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Horrix, H. M.<br />

Geb. 30 Mei 1845 te Den Haag.<br />

Overl. ?<br />

Leerling van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie, van Van<br />

Leuven en Ph. Sa<strong>de</strong>e. Schil<strong>de</strong>rt Zeeuwsche figuren.<br />

Horssen, W. B. van.<br />

Geb. 8 Mei 1863 te Rijswijk.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en bid<br />

Tony Offermans. ermans.<br />

**Horst, L. ter.<br />

Horstok, J. P. van.<br />

Geb. 1 April 1745 te Overveen.<br />

Overl. 20 Maart 1825 te Haarlem.<br />

Leerling van P. H. Jelgersma en van P. Barbiers.<br />

Boerentafereel.<br />

Houbolt, Ed.<br />

Geb. 9 Aug. 1885 te Delft.<br />

Autodidact. Bijbelsche figuren, portret, stillevens.<br />

Hout, P. in 't.<br />

Geb. 9 Febr. 1879 te Den Haag.<br />

Leerling van J. en P. Stortenbeker. BIoemen en<br />

boschgezichten.<br />

*Houten, van Alida.<br />

Geb. 22 Aug. 1868 te Groningen.<br />

Acad. Minerva. Stilleven en bloemen. Ook<br />

landschap.<br />

*Houten, Barbara E. van.<br />

Geb. 8 April 1862 te Groningen.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie, Normaalschool<br />

te Amsterdam en van Rijks Aca<strong>de</strong>mie aldaar.<br />

Grafica.<br />

Houten, G. van.<br />

Geb. 29 Aug. 1866 te Groningen.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven en<br />

landschap.<br />

*Houten, M. van.<br />

Geb. 22 Aug. 1868 te Groningen.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Groningsche Aca<strong>de</strong>mie. Bloemen<br />

en portretten.<br />

***Houtman-v. d. Spoel, C.<br />

**Houweninge, Chiem van.<br />

Hove, B. J. van.<br />

Geb. 28 Oct. 1790 te Den Haag.<br />

Overl. 8 Nov. 1880 aldaar.<br />

Leerling van J. H. van Hove en A. Breckenheimer.<br />

Leermeester van Bosboom en Weissenbruch.<br />

Stadsgezicht en intérieur.<br />

Hove, Huib van.<br />

Geb. 14 Mei 1814 te Den Haag.<br />

Overl. 14 Nov. 1864 te Antwerpen.<br />

Leermeester van J. Marls.<br />

Zijn werk omvat landschappen, binnenhuizen en<br />

stadsgezichten.<br />

Hove, J. H. van.<br />

Geb. 7 Maart 1827 te Den Haag.<br />

Over!. 1865.<br />

Leerling van B. J. van Hove.<br />

*Hove, van Maria Arnoldina.<br />

Geb. 12 Mei 1884 Nieuwer-Amstel.<br />

Overle<strong>de</strong>n ? te A'dam.<br />

Dochter v. d. beeldh. prof. Bart v. Hove. Rijksacad.<br />

A'dam.<br />

***Hove ter Kuile, M. G. v.<br />

Hovenkamp, A.<br />

Geb. 4 Mei 1896.<br />

Autodidact. Bloemen en landschap.<br />

Hoynck van Papendrecht, J.<br />

Geb. 18 Sept. 1858 te Amsterdam.<br />

Over!. 11 Dec. 1933 te Den Haag.<br />

Leerling v. d. Aca<strong>de</strong>mies te Antwerpen en Munchen.<br />

Schil<strong>de</strong>r en teekenaar van militaire on<strong>de</strong>rwerpen<br />

en landschappen.<br />

403


***Hoytema, Antoinette van.<br />

Hoytema, Th. van.<br />

Geb. 18 Dec. 1863 te Den Haag.<br />

Overl. 28 Aug. 1917 te Den Haag.<br />

Teeken<strong>de</strong> op <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Dieren,<br />

planten en stadsgezichten. Lithografeer<strong>de</strong> jaarlijks<br />

een kalen<strong>de</strong>r die groote bekendheid verwierf.<br />

Hubeck, Frits.<br />

Geb. 1 Oct. 1884.<br />

Landschap, stilleven en bloemen.<br />

*Hubrecht, Abr.<br />

Geb. 2 Juli 1855 te Rotterdam.<br />

Overl. 5 Nov. 1913 in Engeland.<br />

Leerlinge van Aug. Allebé. Langen tijd in Sicilië<br />

gewoond. Portretten en stillevens.<br />

*Hugenholtz, Ar.<br />

Geb. 20 Sept. 1851 te Haarlem.<br />

Overle<strong>de</strong>n?<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Bevriend met Mauve. Landschapschil<strong>de</strong>res. Etste.<br />

Huibers, J. D.<br />

Geb. 27 Dec. 1830 te Deventer.<br />

Overl. 7 April 1918.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie te A'dam en stud.<br />

<strong>voor</strong>ts te Mi nchen en Nurnberg. Les in teekenen<br />

o.a. Rijksnormaalschool, A'dam.<br />

Hui<strong>de</strong>kooper, Chr.<br />

Geb. 2 Juni 1878 Groningen.<br />

Overl. 1939 te Rabat (Sp. Marokko). Bezocht<br />

Rijksnormaalschool v. Teekenon<strong>de</strong>rw. en was een<br />

jaar leerl. v. Jac. v. Looy. Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en verbleef<br />

in latere jaren in Spanje. Figuur en landschap.<br />

**Huisman, C.<br />

**Hui, N.<br />

Hulk, J. F.<br />

Geb. 29 Jan. 1829 te Amsterdam.<br />

Overl. 12 Juli 1911.<br />

Leerling van zijn broe<strong>de</strong>r, A.Hulk. Stadsgezichten.<br />

Hulk Jr., John F.<br />

Geb. 17 Nov. 1855 te Amsterdam.<br />

Overl. 14 Juni 1913 te Vreeland.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r (J. F.) en van <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Leiding van Boulanger en<br />

Lef évre. Portret en dieren. Conservator v. Teylers<br />

Stichting te Haarlem.<br />

Hulsbergen, J. E.<br />

Geb. 12 Mei 1901 Hengelo (0.). Rijksac. A'dam.<br />

Figuur.<br />

404<br />

Hulshoff Pol, A. G.<br />

Geb. 12 Febr. 1883 te Hengelo.<br />

Kreeg leiding van Gorter. Reis<strong>de</strong> in Italië. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

**Hulsing, Ber.<br />

Hulst, J. B. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1790 te Lei<strong>de</strong>n of Leuven.<br />

Overl. 1862 te Den Haag of Brussel.<br />

Leerling van J. G. Geerts. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Hulswit.<br />

Geb. 11 April 1706 te Nieuwer Amstel.<br />

Overl. 8 Aug. 1922 aldaar.<br />

Leerling van P. Barbiers Pzn. Landschappen en<br />

stadtgezichten. Etste.<br />

Humalda v. Eysinga, Jhr. A. E.<br />

Geb. 8 Nov. 1878.<br />

Les v. Th. v. Hoytema. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Stilleven, figuur, vogels, landschap, houtsne<strong>de</strong>n.<br />

***Hustinx, K.<br />

**Huszar, V.<br />

***Huussen, C. T.<br />

Huygens, J.<br />

Geb. 25 Jan. 1833 te Den Haag.<br />

Overl. ?<br />

Leerling van F. L. Huygens en Weiszenbruch.<br />

Zeeschil<strong>de</strong>r.<br />

**Huysmans, F.<br />

**Huysmans, J.<br />

**Huysser, G.<br />

Hynckes, Raoul.<br />

Geb. 11 Mei 1893 Brussel.<br />

Stud. Acad. Brussel on<strong>de</strong>r Monthald. Schil<strong>de</strong>r<br />

van zeer uitvoerige stillevens.<br />

Hyner, A.<br />

Geb. 18 Sept. 1866 te Arnhem.<br />

Overl. Juli 1916.<br />

Leerling van Schulman en van <strong>de</strong> Antwerpsche en<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mies. Figuren, portretten, stil-<br />

Ievens en dieren.<br />

Idserda, A.<br />

Geb. 1879.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen<br />

**Idserda, J.<br />

**Idserda v. cl. Lee, C.


Immerseel, Chr.<br />

Geb.1 Maart 1809 te Den Haag.<br />

Overl. 1866.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> landschap met vee.<br />

Ingen, H. van.<br />

Geb. 16 Juni 1846 te Renkum.<br />

Overl. Maart 1920.<br />

Dierenschil<strong>de</strong>r.<br />

***Ingen-Reerink, E. v.<br />

**Ingenhoes, Jan.<br />

Stillevens.<br />

L o r d e n s, D. J. R.<br />

Geb. 6 Aug. 1855.<br />

Overl. 10 Jan. 1939.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag en leert. v. P. v. d. Vel<strong>de</strong>n<br />

en Roermeester, Landschap. Ook stilleven en<br />

binnenhuis.<br />

Isaacson, J. J.<br />

Geb. 20 April 1859 te Den Haag.<br />

Overl. ?<br />

Bezocht <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en <strong>de</strong> Polytechnische<br />

School. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ook o.l.b. Meyer <strong>de</strong> Haan.<br />

Bracht 9 maan<strong>de</strong>n in Egypte door.<br />

Fantastische tafereelen.<br />

Ishoven, J. L. van.<br />

Geb. 1870 te Amsterdam.<br />

Overl. ?<br />

Leerling <strong>de</strong>r Kunstnijverheidsschool. Etste. Teekenaar<br />

van volkstypen.<br />

Israëls, Is.<br />

Geb. 3 Febr. 1865 te Amsterdam.<br />

Overl. 7 Oct. 1934 te 's-Gravenhage.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en werkte<br />

te Parijs, Lon<strong>de</strong>n, in Zwitserland en Indië.<br />

Portretten, stadsgezichten, circusfiguren en gamelanspelers.<br />

Groot impress. schil<strong>de</strong>r.<br />

Israëls, J.<br />

Geb. 27 Jan. 1824 te Groningen.<br />

Overl. 12 Aug. 1911 te Den Haag.<br />

Eerst naar <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie ..Minerva" te Groningen.<br />

Later teeken<strong>de</strong> hij te Parijs op <strong>de</strong> Ecole <strong>de</strong>s<br />

Beaux Arts. Noem<strong>de</strong> zich zelf leerling van J. W.<br />

Pieneman en J. A. Kruseman. Grootmeester <strong>de</strong>r<br />

Haagsche school met wereldreputatie.<br />

Isselman, D.<br />

Geb. 29 Oct. 1890.<br />

Les van zijn va<strong>de</strong>r, J. W. F.<br />

Bloemen en stillevens.<br />

*Iterson Knoepfle, Olga van.<br />

Geb. 3 Oct. 1879 te Ueberlingen i. Ba<strong>de</strong>n.<br />

Vooral leerl. v. Isidor Opsomer te Antwerpen.<br />

Groote stillevens.<br />

**Itserda, A.<br />

***Itserda-v. d. Lee.<br />

Jaarsma, E. M.<br />

Geb. 12 Jan. 1883.<br />

Rijksschool <strong>voor</strong> Kunstnijverh. A'dam en Aca<strong>de</strong>mie<br />

Antwerpen. Portret, landschap, stilleven,<br />

caricatuur.<br />

*Jacobson, Mirjam Rosa.<br />

Geb. 14 Juli 1887.<br />

Leert. Rijksschool v. Kunstnijverh. en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Portretten, stilleven, bloemen.<br />

*Jama-van Ra<strong>de</strong>n, Louise.<br />

Geb. 1871 te Batavia.<br />

Leerlinge <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portretschil<strong>de</strong>res, Etste.<br />

Jamin, 0. F.<br />

Geb. 23 Jan. 1838 te Amsterdam.<br />

Overl. 6 Jan. 1865 aldaar.<br />

Leerling van P. F. Greive.<br />

**Jans, Jan.<br />

**Jansen, E. A.<br />

Jansen, Fr. J.<br />

Geb. 1856 te Den Haag.<br />

Overl. ?<br />

Leerling <strong>de</strong>r Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Leeraar aan en on<strong>de</strong>rdirecteur van <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Jansen, H. W.<br />

Geb. 12 Dec. 1855 te Nijmegen.<br />

Overl. 2 Nov. 1908 te Zeist.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in Hamburg en Venetië. Schepen,<br />

dokken, landschappen en kerkintérieurs.<br />

**Jansen, J.<br />

**Jansen, Jan H.<br />

**Jansen, Lamb.<br />

**Jansen, W.<br />

*Jansen-Rob, M.<br />

Geb. 5 Nov. 1878 te Nijmegen.<br />

Leerlinge van H. Luyten te Antwerpen.<br />

Lan dschapschi l<strong>de</strong> res.<br />

*Jansen-Grothe, S.<br />

Geb. 11 Aug. 1852 te Zeist.<br />

Overl. ?<br />

Gehuwd met H. W. Jansen.<br />

Stillevens en portretten.<br />

405


J ansen, W. G. F.<br />

Geb. 25 Dec. 1871 te Harlingen.<br />

Leerling van <strong>de</strong> Kunstnijverheidschool te Haarlem.<br />

Landschappen en stadsgezicht.<br />

Janson, J. C.<br />

Geb. 1763 te<br />

Overl. 17 Oct. 1823 te Den Haag.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, Joh. Janson.<br />

Janssen, B. A. M.<br />

Geb. 1874 te Amsterdam.<br />

Leerling J. Geerlings ; ook gestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong><br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Janssen-v. Kruiningen, H.<br />

**Jaspers, J.<br />

**Jekel, E. M. Th.<br />

Jelgershuis, J.<br />

Geb. 24 Sept. 1770 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 6 Oct. 1836 te Amsterdam.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r, R. Jelgershuis en P.<br />

Barbiers Pzn.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> stadsgezichten en intérieurs. Etste.<br />

Jelgershuis, R.<br />

Geb. 1729 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 1806 te Amsterdam.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

**Jeltsema, F. E.<br />

**Jessurun <strong>de</strong> Mesquita, S.<br />

**Joghem, J. A. F.<br />

**Jonas, H. C.<br />

J o n g, A. J. d e. (Toon).<br />

Geb. 14 Aug. 1879 te Laren.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rijksschool <strong>voor</strong> Kunstnijverheid<br />

A'dam. Etst.<br />

Jong, Germ. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 8 Maart 1886 te St. Jacobi-Parochie (Fri.)<br />

Leerling <strong>de</strong>r Quellinusschool te Amsterdam en <strong>de</strong>r<br />

Aca<strong>de</strong>mie te Rotterdam. Stillevens en landschap.<br />

Jong. Jan <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1863 te Rotterdam.<br />

OverI. 1901.<br />

Leerling van Weitkamp ; bezocht ook <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

te Rotterdam.<br />

J o n g. J. d e (Jurjen <strong>de</strong> Jong).<br />

Geb. 7 Oct. 1807 te Harlingen.<br />

Over!. 7 Mei 1890 aldaar.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

406<br />

*Jonge, Jkvr. E. M. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1872 te Amersfoort.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam ;<br />

was leidster van het Intern. Atelier. Stillevens.<br />

Jonge, Jhr. Mr. J. A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 7 Nov. 1864 te Rotterdam.<br />

Leerling van Fr. Becker en Fr. Jansen.<br />

Schil<strong>de</strong>rt bij <strong>voor</strong>keur intérieurs, strand- en<br />

zeegezichten.<br />

*Jonge, <strong>de</strong> J. A. C.<br />

Geb. 4 Febr. 1888.<br />

Les v. H. M. Savry te Haarlem.<br />

**Jongert, Jac.<br />

longkind, J. B.<br />

Geb. 3 Juni 1819 te Latrop (0v.).<br />

Over!. 15 Sept. 1891 te C6te St. André.<br />

Leerling van Schelf hout.<br />

Kreeg een eervolle plaats in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />

het Fransche Impressionisme.<br />

**Jongman, Rollf.<br />

Jonnis, J. L.<br />

Geb. 1789.<br />

Over!. 1866.<br />

Leermeester van Bil<strong>de</strong>rs.<br />

Miniatuurportretten.<br />

Joosten, D. J. H.<br />

Geb. 25 Sept. 1818 te Haarlem.<br />

OverI. 7 Juni 1882 aldaar.<br />

Leerling van G. J. J. van Os.<br />

Stillevens, bloemen en vruchten.<br />

Jordaan, L. J.<br />

Geb. 30 Dec. 1885 te Amsterdam.<br />

Bezocht <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie ; teekenaar van<br />

politieke prenten.<br />

**Jor<strong>de</strong>ns, D.<br />

**Jor<strong>de</strong>ns, J. G.<br />

Jorissen, Willem.<br />

Geb. 15 Oct. 1871 Dordrecht.<br />

Overt. 6 Jan. 1910 te Princenhage.<br />

Leert. Rijksac. te A'dam.<br />

*Jorissen_Cox, Marie C.<br />

Geb. 20 Nov. 18 72 Batavia.<br />

Geh. met Willem Jorissen; bezocht Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam.


Josselin <strong>de</strong> Jong, P. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 2 Aug. 1861 te St. Oe<strong>de</strong>nro<strong>de</strong>.<br />

Overl. 2 Juni 1906 te A'dam.<br />

Leerling van P. M. Slager te 's Hertogenbosch.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te Antwerpen en te<br />

Parijs aan <strong>de</strong> Ecole <strong>de</strong>s Beaux Arts. Vooral<br />

portret- en figuurschil<strong>de</strong>r, fabrieksint.<br />

Jungmann, M. J. B.<br />

Geb. 7 Sept. 1877 te Rotterdam.<br />

Leerling <strong>de</strong>r Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur,<br />

landschap en stilleven.<br />

Jurres, J. H.<br />

Geb. 7 Jan. 1875 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverheid en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Werd hoogleeraar a.d. Rijks Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r, groote romantische historiestukken.<br />

Kaal, Jaap.<br />

Geb. 23 Oct. 1893 te Wormerveer.<br />

Rijksacad. Amsterdam (avondklasse). Stillevens<br />

en figuur.<br />

Kaemmerer, F. H.<br />

Geb. 1839 Den Haag.<br />

Overl. 1893 Parijs.<br />

Figuur; <strong>voor</strong>treffelijk illustrator in Franschen<br />

trant.<br />

**Kagie Jr., Jan.<br />

Drentsch schil<strong>de</strong>r.<br />

*Kahn, Dorry.<br />

Geb. 19 Mei 1896.<br />

Portret interieur en stilleven.<br />

Kal<strong>de</strong>nbach, J. A.<br />

Geb. 2 Jan. 1760.<br />

Overl. 29 April 1818.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

*Kalshoven-Biermins, El.<br />

Geb. 29 Juli 1878 te Aken.<br />

Overl. ?<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Kamerlingh Onnes, H. H.<br />

KamerIingh-Onnes, M.<br />

Geb. 25 Febr. 1860, Brussel.<br />

Overl.?<br />

Stud. a. d. Poly Techn. School. Was portretschil<strong>de</strong>r<br />

en aquarellist van stillevens.<br />

**Kamman, J.<br />

**Kammer, A. H.<br />

**Kamp, J. B.<br />

**Kamstra, F.<br />

Kan, M. J. H. E. G. van.<br />

Geb. 9 Febr. 1886 Maastricht.<br />

Overl. 15 Sept. 1930 Parijs.<br />

Leerl. v. Klaas v. Leeuwen.<br />

Karsen, Ed.<br />

Geb. 10 Maart 1860 A'dam.<br />

Gewaar<strong>de</strong>erd meester <strong>de</strong>r Amsterdamsche school.<br />

Stads- en dorpsgezichten en enkele maal figuur.<br />

Karsen, Kars par.<br />

Geb. 2 April 1810 A'dam.<br />

Overl. 24 Juli 1896 te Biberich.<br />

Leerl. v. P. G. Westenberg. Schil<strong>de</strong>r van stadsfantasieën.<br />

Va<strong>de</strong>r v. E. Karsen.<br />

Kat, Otto B. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 7 Juni 1907 Dordrecht.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam en daarna Ac. <strong>de</strong>s Beaux<br />

Arts te Brussel. Portret en landschap.<br />

Kate, ten H. F. C.<br />

Geb. 16 Febr. 1822 Den Haag.<br />

Over1. 26 Maart 1891 te Den Haag.<br />

Leerl. v. C. Kruseman. Figuur en illustraties.<br />

Kate, ten J. M. H.<br />

Geb. 4 Maart 1831, Den Haag.<br />

Over1. 1910 te Den Haag.<br />

Leerl. v. zijn broe<strong>de</strong>r H. F. C. Reis<strong>de</strong> naar India.<br />

*Kaulbach, H. A. K. van.<br />

Geb. 6 Febr. 1900.<br />

Les v. h. va<strong>de</strong>r en op <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie Munchen.<br />

Portret, stilleven.<br />

**K e e l i n g, W. J.<br />

*Keer, El.<br />

Geb. 12 Juni 1871.<br />

Leerl. v. Baukema. Etste.<br />

***Keezer-SIijper, Viry.<br />

Keizer, Anthony.<br />

Geb. 3 Maart 1897 Meppel.<br />

Gestud. Brugge en Genève. Reizen naar Duitschland,<br />

Zwitserland en I talia. Drentsche hei<strong>de</strong>land..<br />

schappen.<br />

Kel<strong>de</strong>r, Toon.<br />

Geb. 24 Nov. 1890 te Rotterdam.<br />

Aca<strong>de</strong>mies Rotterdam en Den Haag. Werkte<br />

daarna autodidactisch te Lon<strong>de</strong>n. Figuur en landschap.<br />

*Ketting, Marie.<br />

Geb. 29 Oct. 1886 A' dam.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverheid. Dieren en planten.<br />

407


Kerkhof, B. J.<br />

Geb. 7 Mei 1879.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven, landschap.<br />

Kerkhof f, Gerard.<br />

Geb. 7 Jan. 1872.<br />

Aca<strong>de</strong>mie A'dam en Rotterdam. Stilleven.<br />

Kerkmeyer, J. C.<br />

Geb. 9 Dec. 1875 Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Leerl. Rijksnormaalschool v. Teekenon<strong>de</strong>rw.<br />

A'dam. Stadsgezicht en landschap.<br />

*Kerling, A.<br />

Geb. 19 Maart 1862 Den Haag.<br />

Overl. ?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret, landschap.<br />

K e s l e r, J. G.<br />

Geb. 28 Sept. 1878 Haarlem.<br />

Kunstnijverheidschool Haarlem.<br />

Bloemen en stilleven.<br />

***Kessenich, Michiels van, Judy.<br />

**Kesteren, C. L. v.<br />

Kef, Dirk Hendr.<br />

Geb. 10 Oct. 1902, Den Hel<strong>de</strong>r.<br />

Overl. 15 Sept. 1940, Bennekom.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> op „Kunstoefening" te Arnhem.<br />

Portretten en stillevens.<br />

KeuItjes, G. L.<br />

Geb. 10 Aug. 1786 Utrecht.<br />

Overl. ± 1817.<br />

Zeegezicht.<br />

Keus, A.<br />

Geb. 7 Sept. 1875 Rotterdam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap. Etst.<br />

Kever, J. S. H.<br />

Geb. 19 Juni 1854 A'dam.<br />

Over!. 29 April 1922, Laren.<br />

Leerling v. P. F. Greive, A'dam en Verlat.<br />

Stillevens, intérieurs. Meester v.d. Larensche school.<br />

K i e f t, J.<br />

Geb. 10 Juli 1798.<br />

Over!. 20 Dec. 1870 A'dam.<br />

Portretten.<br />

K i e r s, G. L.<br />

Geb. 26 Jan. 1838.<br />

Overl. 22 Juli 1916.<br />

Leert. v. Louis Meyer, Den Haag.<br />

Kievit, P. W. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 22 Juli 1889, Utrecht.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

408<br />

Kikkert, C.<br />

Geb. 23 Nov. 1882, Den Haag.<br />

Stillevens.<br />

**K i m p e, R.<br />

***Kingma-Key, G.<br />

**K i o n, P.<br />

*Klaassen, Nel.<br />

Geb. 21 Oct. 1906.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam. Figuur en dieren.<br />

Klaver, L.<br />

Geb. 21 Sept. 1870 te Hattem. •<br />

Les van Voerman. Landschap en stilleven.<br />

Etst en lithografeert.<br />

**Kleef, J. A. W. v.<br />

**Kleima, E. A.<br />

**Klein, Frits.<br />

**Klein, Leo.<br />

**Klein, W.<br />

Kleintjes, J. L.<br />

Geb. 24 Mei 1872 Rotterdam.<br />

Leer!. v. C. v. Dopperen en van <strong>de</strong> Rijksacad.<br />

A'dam. Portret, figuur, landschap.<br />

*Kleintjes-van Osselen, H. C. A.<br />

Geb. 1 April 1871 te Putten, (Geld.).<br />

Over!. 1936 te Heer<strong>de</strong>. Stillevens.<br />

Klene, B.<br />

Geb. 1870, A'dam.<br />

Stud. Antwerpen, Munchen en Brussel. Intérieur,<br />

dieren en landschap.<br />

KIey, Henri.<br />

Geb. 13 Nov. 1903.<br />

Landschap.<br />

Kleyn, L. J.<br />

Geb. 14 Aug. 1817 Eikenduinen.<br />

Over!. ?<br />

Les v. Schelf hout. Wintergezichten.<br />

Kleyn, P. R.<br />

Geb. 1785 Lage Zwaluwe.<br />

Over!. in 1816.<br />

Les v. J. v. Strij. Landschap.<br />

Klinkenberg, J. C. K.<br />

Geb. 14 Jan. 1852, Den Haag.<br />

Overt. ?<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Stadsgezicht. Etste.


**Klinkenberg, S.<br />

Klinkhamer, H. A.<br />

Geb. 9 Jan. 1810.<br />

Overl. 1872. Etste.<br />

Kloes, P. C.<br />

Geb. 28 Oct. 1898.<br />

Landschap en portret.<br />

Kloos, C.<br />

Geb. 11 Nov. 1895.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur.<br />

Klooster, J. F. E. ten.<br />

Geb. 7 Aug. 1873 te Koedoes.<br />

Les v. W. v. Konijnenburg. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

***KIuitman, Nel.<br />

Kluyver, M.<br />

Geb. 18 Jan. 1872 te Koog a.d. Zaan.<br />

Leerling v. C. Spoor en Herb. v. d. Poll. Dierschil<strong>de</strong>r.<br />

Kluyver, P. L. Fr.<br />

Geb. 6 Maart 1816 A'dam.<br />

Overl. ?<br />

Landschap.<br />

**Klijn, Albert.<br />

**Klijn, Willem.<br />

Knap, G. W.<br />

Geb. 2 Mei 1873, A'dam.<br />

Overl. 24 Nov. 1931, A'dam.<br />

School v. Kunstnijverheid.<br />

Figuur- en stadsgezicht.<br />

*Knap, Jos.<br />

Geb. 16 Febr. 1900, A'dam.<br />

Leerl. v. h. va<strong>de</strong>r G. W. Knap. Figuur, poppen.<br />

(gehuwd met M. Smeenk).<br />

*Kneppelhout, S. E.<br />

Geb. te Doorn.<br />

Werkte te A'dam en Lon<strong>de</strong>n. Later on<strong>de</strong>r leiding<br />

van H. P. Bremmer. Portret en stilleven.<br />

Knip, J. A.<br />

Geb. 3 Aug. 1777, Tilburg.<br />

Overl. 1 Oct. 1847, Berlicum.<br />

Landschap.<br />

Knip, W. A.<br />

Geb. 31 Jan. 1883, A' dam.<br />

Les v. Lebeau. Landschap.<br />

*Knipscheer, Rie.<br />

Geb. 4 Juni 1911, A'dam.<br />

Leert. Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam.<br />

Intérieur en figuur.<br />

Knoll, F. C.<br />

Geb. 1771, Rotterdam.<br />

Overl. 23 Maart 1827, Utrecht.<br />

Stallen.<br />

***Knuttel, Elize.<br />

Knuttel, G.<br />

Geb. 8 Dec. 1880, Delft.<br />

Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Kobell, J.<br />

G e b. 18 April 1800, Rotterdam.<br />

Overl. 8 Nov. 1838, Rotterdam.<br />

Wei<strong>de</strong>n met vee.<br />

Kobell, J. B.<br />

Geb. 8 Nov. 1778, Delfshaven. shaven.<br />

Overl. 23 Sept. 1814, A'dam.<br />

Landschap. Etste.<br />

**Kochen, H. L. D.<br />

Koekkoek, B. C.<br />

Geb. 11 Oc t. 1803, Mid <strong>de</strong>l b.<br />

Overl. 5 April 1862, Kleef.<br />

Landschappen. Lithografeer<strong>de</strong>. Meester <strong>de</strong>r romantische<br />

school.<br />

Koekkoek, G.<br />

Geb. 27 Mei 1871, Hilversum.<br />

Leerl. v. z. va<strong>de</strong>r J. H. B. Landschap.<br />

Koekkoek, H.<br />

Geb. 14 Maart 1815, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overl. ?<br />

Zee- en riviergezicht.<br />

Koekkoek, H. J.<br />

Geb. 5 Dec. 1811, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overl. 8 April 1831, Breda.<br />

Watergezichten. Etste.<br />

Koekkoek, J. H.<br />

Geb. 17 Aug. 1778 te Veere.<br />

Overl. 1851, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Riviergezichten.<br />

Koekkoek, J. H. B.<br />

Geb. 6 Juli 1840, A'dam.<br />

Overl. 24 Jan. 1912, Hilversum.<br />

Landschap, zeegezicht.<br />

Koelman, J. D.<br />

Geb. 1831, Den Haag.<br />

Overl. 20 Maart 1857.<br />

Dieren.<br />

Koelman, J. H.<br />

Geb. 22 Jan. 1820, Den Haag.<br />

Over1. 1887, Rome.<br />

Les v. C. Kruseman. Portretten.<br />

409


Koelman, J. Ph.<br />

Geb. 11 Maart 1818, Den Haag.<br />

Overl. 1887 te Den Haag.<br />

Les v. C. Kruseman. Directeur Haagsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

**Koeman, J.<br />

Koerse, Willem.<br />

Geb. 20 Juli 1905.<br />

„Kunstoefening" Arnhem en Rijksaca<strong>de</strong>mie,<br />

A'dam. Landschap.<br />

Koets, D. J.<br />

Geb. 16 Juli 1895, Wissekerke.<br />

Landschap, stilleven. Boetseert.<br />

Koetser, H.<br />

Geb. 1877, Maastricht.<br />

Leerl. Rijksaca<strong>de</strong>mie en Ed. Frankfort A'dam.<br />

Intérieurs en landschap.<br />

K ó h l e r, Mr. W. H.<br />

Geb. 16 Dec. 1876, Ravesteijn.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

*Kohnstamm, D.<br />

Geb. 21 Aug. 1869, A'dam.<br />

Overl.?<br />

Les v. M. Monnickendam.<br />

Stilleven. Etst, lith.<br />

Kok, W. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 8 Juni 1883.<br />

Gestud. o.a. te Munchen en Rome. Vooral. portret.<br />

Kol<strong>de</strong>wey, B. M.<br />

Geb. 23 Nov. 1859 te Dordt.<br />

Overl. 17 Dec. 1898 aldaar.<br />

Les van J. C. <strong>de</strong> Vogel. Landschap.<br />

**Kolthoff, M.<br />

Komter, D.<br />

Geb. 13 April 1871 te Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverh. en Rijksacad.<br />

A dam en Acad. Brussel. Stilleven.<br />

Koning, A. H.<br />

Geb. 2 April 1860, Winschoten.<br />

Rijksacad. A'dam. Landschap.<br />

Koning, Cornelis.<br />

Geb. 10 Juli 1873, Zaandijk.<br />

Rijksacad. A'dam. Figuur en landschap.<br />

**Koning, Dirk.<br />

Koning, Edzard W.<br />

Geb. 1869.<br />

Figuur en landschap.<br />

410<br />

Koning, Roeland.<br />

Geb. 5 Aug. 1898, A'dam.<br />

Stud. a.d. Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Figuurschil<strong>de</strong>r<br />

en teekenaar.<br />

Konijnenburg, W. A. v.<br />

Geb. 1868.<br />

Meester van <strong>de</strong> monumentale schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

Portretten, figurale composities, gebrand glas.<br />

Kooi, W. B. v. d.<br />

Geb. 1768.<br />

Overl. 1837.<br />

Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

**Kooistra, Ulco.<br />

*Kool, Cath.<br />

Geb. 12 Juni 1860, A'dam.<br />

Overl. 26 April, 1933, E<strong>de</strong>.<br />

Leerl. v. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

**Kool, Han.<br />

*Koolhaas, Lind<br />

„Naaldschil<strong>de</strong>rijen."<br />

**Kooten Jr., L. W. van.<br />

KoppenoI, C.<br />

Geb. 26 Dec. 1865.<br />

Leerl. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en landschap.<br />

***KoppenoI-Lehman, A. E. F.<br />

Korf f, A. H. Bakker.<br />

Geb. 1824, Den Haag.<br />

Overl. 1882 te Den Haag.<br />

Leert. v. C. Kruseman en v. Huib v. Hoven.<br />

Vermaard genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Kort, A. W.<br />

Geb. 13 Febr. 1881 te Haarlem. Leerling van<br />

Krabbé en <strong>de</strong> Vries. Landschappen, figuur.<br />

Kortenhorst, L. A.<br />

Geb. 26 Nov. 1884 te Weesp.<br />

Leerl. Rijksnormaalschool v. T.O. en Rijksacad.<br />

A'dam. Stud. ook te Munchen. Vooral landschap.<br />

Korthals, Jan.<br />

Geb. 1 Mei 1916.<br />

Kunstnijverh. school A'dam.<br />

Portret, stilleven, stadsgezicht.<br />

Koster, A. L.<br />

Geb. 8 Aug. 1859, Terneuzen.<br />

Overl. 28 Mei 1937, Heemste<strong>de</strong>.<br />

Acad. te Den Haag. Landschap (tulpenvel<strong>de</strong>n).<br />

*Koster, Jo.<br />

Geb. 16 April 1869, Kampen.<br />

Stud. Aca<strong>de</strong>mie Rotterdam en Brussel. Figuur en<br />

landschap in luministischen trant.


Koster, K.<br />

Geb. 13 Jan. 1885.<br />

Rijksnormaalschool en Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Figuur en Iandschap.<br />

***Koster-Thoe Schwartzenberg<br />

en Hohenlansberg, Baronesse.<br />

**K o u w, C. M. L.<br />

**Kraag, S.<br />

Krabbé, H. M.<br />

Geb. 4 Mei 1868 te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 22 Dec. 1931.<br />

Figuur. Aquarelleer<strong>de</strong> groote portretten.<br />

Kraemer-Obreen, E.<br />

Teekenaca<strong>de</strong>mie Rotterdam. Stillevens.<br />

Kramer, Martinus.<br />

Geb. 3 Aug. 1860 te Den Haag.<br />

Stud. o.a. Acad. v. Rotterdam en Den Haag.<br />

Landschap. Etste.<br />

**Kramer, P. C.<br />

Krauss, J. Ph.<br />

Geb. 12 Nov. 1865, Rotterdam.<br />

Overl. 24 April 1909, Den Haag.<br />

Leerl. Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Havengezichten.<br />

Krausz, S. A.<br />

Geb. 1760, Den Haag.<br />

Overl. 1825, Den Haag.<br />

Leert. v. d. Luikschen schil<strong>de</strong>r C. Defrance en<br />

leeraar v. H. v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen.<br />

Krat', Hein.<br />

Landschap en portret.<br />

*K r e e k-v. d. Werff, Cl. v. d.<br />

Geb. 12 Aug. 1895.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Bloemen, landschap, portret.<br />

Kreuz, Alf r. F.<br />

Geb. 3 Mei 1899 te Weenen.<br />

Bezocht Aca<strong>de</strong>mie aldaar en behaal<strong>de</strong> Prix <strong>de</strong><br />

Rome in 1926. Stilleven, figuur en landschap.<br />

Krol, G. C.<br />

Uitbeel<strong>de</strong>r van het oorlogsleed te platten lan<strong>de</strong>.<br />

**Kroon, J. J.<br />

Religieuse on<strong>de</strong>rwerpen.<br />

**Kroone, G.<br />

***Kroone, Greetje.<br />

Monnikendam. Illustratriece.<br />

**Kropff, J.<br />

Krug, Han.<br />

Geb. 21 Dec. 1890, Den Haag.<br />

Leerl. Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Werkte in Frankrijk,<br />

België en Engeland. Landschap, zeegezicht,<br />

bloemen. Ook houtsne<strong>de</strong>n.<br />

**Kruger, L.<br />

**Krui f, T. <strong>de</strong>.<br />

**Kruininga, H. van.<br />

Kruizinga, Dirk.<br />

Geb. 24 Nov. 1895, Deventer.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag.<br />

Kruseman, C.<br />

Geb. 1797, A'dam.<br />

Overt. 1854.<br />

Schil<strong>de</strong>r v. bijbelsche on<strong>de</strong>rwerpen en van portretten.<br />

Kruseman, J. A.<br />

Geb. 1804.<br />

Overl. 1862.<br />

Vooral vermaard als portretschil<strong>de</strong>r. Directeur<br />

v. d. Aca<strong>de</strong>mie te A'dam.<br />

**Kruseman Jr., J. A.<br />

**Kruy<strong>de</strong>r Bouman, J.<br />

Kruyf, f, J. R. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 12 Aug. 1844.<br />

Overt. 23 Jan. 1923.<br />

Stud. te Delft en Weenen. Dir. Rijksschool v.<br />

Kunstnijverh. A'dam.<br />

**Krijnsen, Mijn<strong>de</strong>rt.<br />

**Kuilenberg, W. v.<br />

**Kuipers, H. J.<br />

**Kuperus, Sjoerd.<br />

***Kuster, GiseIle.<br />

Kuus, Evert.<br />

Geb. 1871.<br />

Overt. 1933.<br />

Eigenaardige kin<strong>de</strong>rfiguren.<br />

**K u y k, L. v.<br />

Kuypers, C.<br />

Geb. 22 Sept. 1864 te Gorinchem.<br />

Stud. te Amsterdam. Landschappen.<br />

Kuypers, Johan.<br />

Figuur (boeren).<br />

Kuyten, Harry.<br />

Geb. 19 Dec. 1883 te Utrecht.<br />

Stud. Antwerpen on<strong>de</strong>r Juliaan <strong>de</strong> Vriendt.<br />

Landschap en figuur.<br />

**Kwint, Corn.<br />

** Kijff, J.<br />

411


Laan, G. v. d.<br />

Geb. 9 Juni 1844, Heerenveen.<br />

Overl. 15 Nov. 1915, Den Haag.<br />

Zeegezichten.<br />

**Laan, K. J.<br />

Laar, J. H. v. d.<br />

Geb. 1807 Rotterdam.<br />

Over!. 1874 Rotterdam.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Laars, Tiete v. d.<br />

Geb. 31 Aug. 1861, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overl.?<br />

Rijksschool V. Kunstnijverh. en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A dam. Deed zich <strong>voor</strong>al kennen als heraldicus<br />

**Labberbon.<br />

**Labots, G. D.<br />

Laen, D. J. v. d.<br />

Geb. 16 April 1719, Zwolle.<br />

Overl. 26 Febr. 1829, Zwolle.<br />

Landschap.<br />

Laguna, B. Lopes <strong>de</strong> Leao<br />

Geb. 16 Febr. 1864, A'dam.<br />

Aca<strong>de</strong>mie A'dam. Larensche intérieurs. Portretten<br />

en bloemen.<br />

Lam, D. <strong>de</strong> Vries.<br />

Geb. 20 Jan. 1869, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 5 Juli 1937, Groningen.<br />

Leert. Acad. A'dam. Directeur „Minerva" Groningen.<br />

Landschap en stadsgezicht.<br />

Lamberts, G.<br />

Geb. 1776.<br />

Overl. 1850.<br />

Stads- en kerkgezichten.<br />

**Lamberts, J. B. H.<br />

Lamme, Arie.<br />

Geb. 1748.<br />

Overl. 1801.<br />

Decoratieschil<strong>de</strong>r, Dordrecht. Grootva<strong>de</strong>r van<br />

Ary Scheffer. er.<br />

**Lammers, A. B.<br />

Lamoen, H. J. M. van.<br />

Geb. 6 April 1900.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Rotterdam. Glazenier.<br />

**Lamsweer<strong>de</strong>, Mr. C. Baron van.<br />

Landheer, Hugo.<br />

Geb. 9 Dec. 1896.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Landschap en stadsgezicht,<br />

kin<strong>de</strong>r- en dierfiguren, kerkinterieurs en zeegezichten.<br />

412<br />

**Landkroon, P.<br />

***Landt, Anna C. op 't.<br />

Lange, A. F.<br />

Geb. 22 Aug. 1861, Den Haag.<br />

Leert. v. Ph. Koelman te Den Haag en v. Jul.<br />

Lef évre te Parijs. Landschappen.<br />

Lange, Daan <strong>de</strong>.<br />

Geb. 31 Oct. 1873.<br />

Autodidact. Landschap. Graf eert ook.<br />

**Lange, J. B. <strong>de</strong>.<br />

Langelaan, H.<br />

Geb. 1799, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Lon<strong>de</strong>n. Portret en dieren.<br />

Langeveld, Fr.<br />

Geb. 1877 te A'dam.<br />

Over!. ?<br />

Leert. v. Dysselhof. . Stadsgezicht.<br />

**Langeweg, G.<br />

Lanooy, Chris.<br />

Geb. 1881 op Tholen.<br />

Hoof dz. pottenbakker.<br />

Lapidoth, M. C.<br />

Geb. 1 Mei 1868, Amsterdam.<br />

Heigezichten. '<br />

L a r y, J.<br />

Geb. 7 Dec. 1879 te Dordrecht.<br />

Over!. ?<br />

Werkte in Ne<strong>de</strong>rl. India.<br />

Landschappen.<br />

Lary, Rol.<br />

Geb. 22 Dec. 1855, Dordrecht.<br />

Overt. ?<br />

Les Antw. Aca<strong>de</strong>mie. Werkte in Brabant. Portretten,<br />

stilleven, landschap.<br />

Last, C. C. A.<br />

Geb. 11 Dec. 1808.<br />

Over!. 17 Dec. 1876.<br />

Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

L a u, M. J.<br />

Geb. 6 Febr. 1889 te <strong>de</strong> Rijp.<br />

Werkte in Keulen en Dusseldorf. Landschappen.<br />

Lavieren, Rijk van.<br />

Geb. 26 Maart 1889.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Rotterdam. Schil<strong>de</strong>r en graficus.<br />

Portret, figuur, landschap, stadsgezicht en bloemen.<br />

Leck, B. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 26 Nov. 1876, Utrecht.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur. Etst en lithografeert.


**Leef lang, A.<br />

Leegstra, Eelco C.<br />

Geb. 25 Oct. 1891.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Figuur en Iandschap. Lith.<br />

**Leemhuis, W. H.<br />

Leen, W. van.<br />

Geb. 1753 te Dordt.<br />

Over!. 6 April 1825, Delf shaven.<br />

Bloemen.<br />

***Leer, F. van.<br />

**Leeuw, D. <strong>de</strong>.<br />

Leeuw, H.<br />

Geb. 7 Oct. 1861, Roermond.<br />

Overl. ?<br />

Dieren. Etste. Lithografeer<strong>de</strong>.<br />

Leeuw, Louis L. P. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 21 Dec. 1875, Arnhem.<br />

Aca<strong>de</strong>mie „Minerva", Groningen. Lithografeert.<br />

Leeuw, J. P. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 28 Juni 1889, Goes.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten en boekban<strong>de</strong>n.<br />

**Leeuwen, Cornelis van.<br />

Leeuwen, G. J. van.<br />

Geb. 29 Juni 1736, Arnhem.<br />

Over!. 28 April 1825.<br />

Bloemen en vruchten.<br />

**Leeuwen, H. van.<br />

Leeuwen, KI. van.<br />

' Geb. 12 Oct. 1868, Harlingen.<br />

Overl. 10 Aug. 1935, Aalsmeer.<br />

Amst: Aca<strong>de</strong>mie. Portret, figuur, stilleven. Etste.<br />

Verdienstelijk paedagoog.<br />

**Leeuwen, Marinus W. J. van.<br />

**Leeuwen, W. A. van.<br />

Legner, J. C.<br />

Geb. 2 Nov. 1859, Schiedam.<br />

Overl. 29 Dec. 1932, Haarlem.<br />

Polytechn. school. Werkzaam bij kunston<strong>de</strong>rwijs<br />

in Utrecht. Portret en stadsgezicht.<br />

Legras, Aug.<br />

Geb. 21 Febr. 1864, A'dam.<br />

Over!. 1 Nov. 1915, Laren.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Portretten en dieren. Maakte<br />

reis naar N. Afrika.<br />

*Lehmann, A.<br />

Geb. 1876 Delft.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven, landschap. Etst.<br />

Leickert, C. H.<br />

Geb. 22 Sept. 1816, Brussel.<br />

Over!. 1907.<br />

Leert. v. W. Nuyen en A. Schelf hout.<br />

Zee- en wintergezichten. Etste.<br />

Lelie, A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 19 Mei 1755, Tilburg.<br />

Over!. 30 Nov. 1820, A' dam.<br />

Portretten, groote figuurcomposities en groepsportretten.<br />

**Lelyveld, L. J. J.<br />

Lelyveld, Th. B. van.<br />

Geb. 18 Febr. 1867. Semarang.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret, Iandschap. Etst.<br />

Lennep, Jhr. D. J. van.<br />

Geb. 28 Dec. 1896.<br />

Autodidact. Portretten en caricaturen.<br />

Lensvelt, Fr.<br />

Geb. Maart 1886 te Den Haag.<br />

Stud. te Lon<strong>de</strong>n. Boekillustraties. Costuumkun<strong>de</strong><br />

en toonel.<br />

*Lensvelt, N.<br />

Geb. 22 Juli 1882 te Doesburg.<br />

Rijksnormaalschool A'dam. Portret, landschap,<br />

bloemen.<br />

***Lent-Gort, Henriette J. van.<br />

Leon, M.<br />

Geb. 10 April 1838.<br />

Overt. 1865.<br />

Les van Bles en Greive.<br />

*Leonhardt-Wirix. V.<br />

Geb. 28 Juni 1875, Maastricht.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Les v. Coba Ritsemá. Portret,<br />

bloemen en stilleven.<br />

Leopold, Joh.<br />

Geb. 26 Dec. 1877.<br />

Autodidact. Landschap, bloemen en stilleven.<br />

Lerven, Joh, Gerard van.<br />

Geb. 24 Nov. 1885.<br />

Leer!. Rijksschool v. Kunstnijverheid. Dir.<br />

Kunstnijverheidschool „Kunstoefening" te Arnhem.<br />

Landschap en bloemen.<br />

**Leucker, E.<br />

413


Leus<strong>de</strong>n Jr., W. van.<br />

Geb. 25 Sept. 1885 te Utrecht. Haagsche en<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mies. Etste. Portret en stilleven.<br />

**Levendig, F. J.<br />

**Levigne, Hub.<br />

*Lewin, A.<br />

Geb. 5 Juli 1858 in Westphalen.<br />

Overt. ? te Den Bosch.<br />

Les van Ant. v. Welie. Portret en figuur.<br />

Ley<strong>de</strong>n, Ernst 0. M.<br />

Geb. 16 Mei 1892, R'dam.<br />

Aca<strong>de</strong>mie aldaar. Figuur, landschap, stilleven.<br />

Liernur, W. A. A.<br />

Geb. 7 Febr. 1856, Den Haag.<br />

Overt. ?<br />

Interieurs. Etste.<br />

Lierop, W. van.<br />

Geb. 2 Juli 1891 te Nieuwer Amstel.<br />

Rijksnormaalschool v. T.O. en v. George Rueter.<br />

Stilleven.<br />

Lieste. C.<br />

Geb. 28 Oct. 1817, Haarlem.<br />

Overt. 25 Juli 1861, Haarlem.<br />

Hei<strong>de</strong>gezichten.<br />

**Lin<strong>de</strong>, J. van <strong>de</strong>r.<br />

**Lin<strong>de</strong> Jr., J. van <strong>de</strong>r.<br />

Lingeman, L.<br />

Geb. 26 April 1829, A'dam.<br />

Overt. 19 Oct. 1894, Abcou<strong>de</strong>.<br />

Leerl. v. P. F. Greive. Figuur en intérieur.<br />

Linse, Joh.<br />

Geb. 30 Maart 1875, R'dam.<br />

Overl. ?<br />

Rotterd. en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Decoratief<br />

teekenen.<br />

***Lint, Suze <strong>de</strong>.<br />

Linthorst, J.<br />

Geb. 1745, A'dam.<br />

Overl. 7 Aug. 1815 aldaar.<br />

Stillevens.<br />

Lintz, F.<br />

Geb. 22 Dec. 1824, Brussel.<br />

Overl. ?<br />

Genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Lintz, F. E.<br />

Geb. 2 Maart 1833, Den Haag.<br />

Overt. ?<br />

Dierschil<strong>de</strong>r.<br />

414<br />

**Lób, Alfred.<br />

**Lo<strong>de</strong>izen, J.<br />

**Loeber, Lou.<br />

Loeff, H. D.<br />

Geb. 6 Febr. 1774.<br />

Overl. 1845.<br />

Portret.<br />

Lohman, Th. W. E.<br />

Geb. 18 Maart 1880, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Autodidact. Illustreert. Stadsgezicht en landschap.<br />

**Lohmann, J. B. A.<br />

Lohr, J.<br />

Geb. 27 Febr. 1882 te Salemba.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap. Etste.<br />

Lokhorst, D. van.<br />

Geb. 11 Nov. 1818 te Utrecht.<br />

Overl. 1893 aldaar.<br />

Les v. J. W. Bil<strong>de</strong>rs. Dierenschil<strong>de</strong>r. Etste.<br />

*Loon, M a u d. v.<br />

Werkte te Parijs. Stilleven.<br />

**Loontjes, Huub.<br />

**Loots, Alb.<br />

Looy, Jac. v.<br />

Geb. 12 Sept. 1855, Haarlem.<br />

Overl. 24 Febr. 1930, Haarlem.<br />

Prix <strong>de</strong> Rome. Reis door Italië, Spanje, Marokko.<br />

Figuur, portret, landschap, intérieur. Groot letterkundige.<br />

Looy, P. van.<br />

Geb. 13 Maart 1803, Haarlem.<br />

Les v. z. va<strong>de</strong>r en op <strong>de</strong> Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Etste.<br />

Lopes Suasso, Jhr. Abr.<br />

Geb. 3 Febr. 1855, A'dam.<br />

Overl. ?<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Les v. Gabriel en v. Willem<br />

Mais.<br />

Louwerse, H. C.<br />

Geb. 19 Sept. 1878, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschap, stilleven.<br />

Louwerse, J.<br />

Geb. 24 Maart 1882, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>rt en teelcent portretten.<br />

Etst.<br />

L ii c k e r, E. F. J.<br />

Geb. 9 Juli 1876, Roermond.<br />

Aca<strong>de</strong>mies Brussel en Leuven. Etst.


L u g t, H.<br />

Geb. 6 Nov. 1881, A'dam.<br />

Les v. Jan Veth. Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portretten,<br />

stadsgezichten.<br />

Lulof, G.<br />

Geb. 9 Juli 1870.<br />

Stilleven en portret.<br />

Luns, Huib M.<br />

Geb. 6 Juni 1881, Parijs.<br />

Rijksnorm. v. T.O. Rijks Ac. A'dam. Werkte te<br />

Brussel. Portret en figuur. Hoogleeraar in handteek.<br />

en kunstgesch. a. d. T.H. te Delft.<br />

Luns, T h. M. H.<br />

Geb. 22 Juni 1910.<br />

Leerl. Rijksinst. v. teekenleer en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Portret, landschap en stilleven.<br />

**Lunteren, J. van.<br />

*L iip s, E. M. D.<br />

Geb. 17 Juli 1889 te Velp.<br />

Leert. v. Kunstoefening te Arnhem en v. d.<br />

schil<strong>de</strong>r L. W. v. Soest.<br />

Luttge, J. M.<br />

Geb. 24 Mei 1904, Buiksloot.<br />

Rijksnormaalschool en Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Verkreeg <strong>de</strong>n prijs Paul Tetar v. Elven v. Arti et<br />

Amicitiae. Verbleef in Italië, Spanje, Marokko.<br />

Figuur, landschap.<br />

*Luttge-Deetman, A. G.<br />

Geb. 10 Aug. 1902 te Zwolle.<br />

Leerlinge v. d. Rijksnormaalschool en Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Verbleef in Spanje, Italië en<br />

Marokko. Figuur, landschap, bloemen.<br />

Luyn, Dick G. van.<br />

Geb. 29 Sept. 1896 te Utrecht.<br />

Autodidact. Landschap en figuur.<br />

Luyt, A. M.<br />

Geb. 24 April 1879, Sliedrecht.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuurschil<strong>de</strong>r. Militair<br />

genre en wand<strong>de</strong>coraties.<br />

*Lyn<strong>de</strong>n, Besse. Machtella van.<br />

Geb. 1880, Haarlem.<br />

Kunstnijverheidschool Haarlem. Rijksacad. A dam<br />

en les v. H. J. Haverman te Den Haag.<br />

Maandag. D.<br />

Landschap en stilleven.<br />

Van Maanen, G. D.<br />

Geb. 4 Sept. 1876, Hoorn.<br />

Autodidact.<br />

**Maas, Harry.<br />

**Maas, L. v. d.<br />

Maasdijk, A. H. R.<br />

Geb. 1856 te Brussel.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Aca<strong>de</strong>mie Brussel. Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Maaten, J. J. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1820 te Den Haag.<br />

Overl. 1879.<br />

Landschappen.<br />

Maarel, M. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 1 Sept. 1857, Den Haag.<br />

Over!. 19 Maart 1921.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur, portret, strandgezichten<br />

en stillevens.<br />

Mackenzie, M. H.<br />

Geb. 3 Aug. 1878.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stadsgezicht, havens en<br />

portretten.<br />

**Mac Lean, H. C.<br />

Mak, P. J.<br />

Geb. 1842, Schiedam.<br />

Overt. ?<br />

Landschappen.<br />

Makkink, J. H.<br />

Geb. 6 Maart 1868.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Landschap en dieren.<br />

Maks, C. J.<br />

Geb. 22 Aug. 1876, Amsterdam.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Amsterdam en v. Breitner. Studiereizen<br />

door Italië, Spanje. Figuren en dieren, <strong>voor</strong>al<br />

circusscones.<br />

Manche, Louis Emile. (z. n. Lou).<br />

Geb. 4 Dec. 1908.<br />

School v. K. T. en A. te Den Bosch. Portret,<br />

muurschil<strong>de</strong>ring, illustraties. Ook glas in lood.<br />

*Manen, E. C. van.<br />

Geb. 30 April 1873 te Winkel.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Werkte ook in Indië.<br />

Portretten.<br />

Mankes, J.<br />

Geb. 15 Aug. 1889 te Meppel.<br />

Overl. 1920 te Eerbeek.<br />

Avondcursus Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Autodidact.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, etste en lithogr.<br />

Mangold, Adolf.<br />

Geb. 9 Oct. 1858 te Semarang.<br />

Leerl. v. P. A. Haaxman en H. W. Mesdag.<br />

415


**Mansveld, F. J. v.<br />

Marchal, A.<br />

Geb. 19 Juni 1887.<br />

Autodidact. Stilleven en bloemen.<br />

*Marchant, C. W.<br />

Geb. 6 Juni 1866 te Gorinchem.<br />

Leerlinge van Baukema. Bloemen en portretten.<br />

**Marchant, W.<br />

*Marcus, H.<br />

Geb. 9 Juni 1891 te Amsterdam.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie Amsterdam. Portret, bloemen<br />

landschap.<br />

***Maria, Karin.<br />

**Maris, Jac.<br />

Maris, Jacob H.<br />

Geb. 25 Aug. 1837, Den Haag.<br />

Overt. 7 Aug. 1899 te Karlsbad.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie, Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur, portret, landschap. Etste, lithogr. Meester<br />

<strong>de</strong>r Haagsche School.<br />

Maris, Matthijs.<br />

Geb. 17 Aug. 1839 te Den Haag.<br />

Oven . 22 Aug.1917 te Lon<strong>de</strong>n.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur, landschap, dieren.<br />

Etste en litogr. Meester van <strong>de</strong> Haagsche School.<br />

Maris W z n., S.<br />

Geb. 21 Mei 1873 te Den Haag.<br />

Overt. 22 Jan. 1935, A'dam.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r en van <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en portret.<br />

Maris, Willem.<br />

Geb. 18 Febr. 1844 te Den Haag.<br />

Overt. 10 Oct. 1910. Les van zijn broe<strong>de</strong>rs en<br />

van <strong>de</strong> Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Weiland met vee,<br />

slootkant met een<strong>de</strong>n. Meester <strong>de</strong>r Haagsche<br />

School.<br />

Maris Jcbzn., W.<br />

Geb. 11 Juni 1872 Den Haag.<br />

Overl.?<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r en van <strong>de</strong> Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Werkte in Spanje. Landschappen.<br />

*Marius, G.<br />

Geb. 7 Juni 1854 te Hengelo.<br />

Overl. 8 November 1919, Den Haag.<br />

Les van Allebé. Ook critica. Schreef een boek over<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rl. schil<strong>de</strong>rkunst.<br />

416<br />

en<br />

Markus, A.<br />

Geb. 7 Sept. 1870 te Arnhem.<br />

Kwam on<strong>de</strong>r invloed <strong>de</strong>r Barbizonners. Portretten<br />

en Iandschap.<br />

Martens, G. G.<br />

Geb. 8 Nov. 1894 te Groningen.<br />

Les van zijn va<strong>de</strong>r. Zeegezichten.<br />

Martens, W.<br />

Geb. 1 December 1856 te Semarang.<br />

Overt. 24 Jan. 1927 te Den Haag.<br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Parijs.<br />

Portretten en figuren buiten.<br />

Martens, Willy J.<br />

Geb. 1839.<br />

Overl. 1895.<br />

Landschappen, <strong>voor</strong>al Italiaansche.<br />

Maschhaupt, J. H.<br />

Geb. 20 November 1826 te Amsterdam.<br />

Overl. 30 Mei 1903.<br />

Portretten.<br />

**Massink, A. J.<br />

Mastenbroek, J. H.<br />

Geb. 4 Dec. 1875 te Rotterdam.<br />

Autodidact. Havengezichten.<br />

Matthes, 0. P.<br />

Geb. 24 Jan. 1872 te Koningsbergen.<br />

Autodidact. Stadsgezichten.<br />

Mauve, Anton.<br />

Geb. 18 Sept. 1838, Zaandam.<br />

Overl. 5 Febr. 1888, Arnhem.<br />

Leert. v. P. F. v. Os en W. F. Verschuur. Woon<strong>de</strong><br />

van 1886 af te Laren en werd <strong>de</strong> grootmeester <strong>de</strong>r<br />

schil<strong>de</strong>rschool, die daar ontstond. Landschappen<br />

met vee, hei<strong>de</strong>gezichten met schapen, boerenhoeven<br />

en boschgezichten. Etste.<br />

Mauve, A. R.<br />

Geb. 10 Dec. 1877 te Den Haag.<br />

Haagsche en Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap,<br />

figuur en portret (<strong>voor</strong>al zeegezichten).<br />

M a y, J. W.<br />

Geb. 24 Aug. 1792, Amsterdam.<br />

Overl.1 Juli 1866, Lon<strong>de</strong>n.<br />

Portret.<br />

Meeles, D. W.<br />

Geb. 11 Februari 1872, Deventer.<br />

Les van Allebé. Stilleven en landschap.<br />

Meeles, Th. T. C.<br />

Geb. 12 Dec. 1877 te Deventer.<br />

Avondklasse. Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Boetseer<strong>de</strong><br />

ook.


***Meeles-v. Groningen, L.<br />

Meer, E. A. V. A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 30 Jan. 1846, Den Haag.<br />

Overl. 10 Mei 1899 aldaar.<br />

Leert. van „Minerva" te Groningen. Landschappen.<br />

*Meer <strong>de</strong> Walcheren-Verbrugge,<br />

Chr. v. d.<br />

Geb. 10 Aug. 1876 te Vlissingen.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> in Italië. Litogr. ook.<br />

Mees, F. A.<br />

Geb. 27 Juli 1887 te Batavia.<br />

Over!. ?<br />

Leer!. van M. Monnickendam.<br />

Portret, dieren, stadsgezichten.<br />

**Mees, Herman.<br />

*Mees, H. Ellen.<br />

Geb. 1880 te Veendam.<br />

Les Amsterd. en Rott. Aca<strong>de</strong>mies. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en<br />

werkte in Lon<strong>de</strong>n. Portretten.<br />

Meester, Annie Roland Holst-<strong>de</strong>.<br />

Geb. 9 Juni 1894, Rotterdam.<br />

Leert. Rott. Aca<strong>de</strong>mie en v. J. Voerman. Portretten.<br />

*Meester-Obreen, A. H. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1866 te Breda.<br />

Rijksnormaalschool en Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Stud. ook te Parijs. Weduwe van <strong>de</strong>n schrijver<br />

Johan <strong>de</strong> Meester.<br />

**Meine Jansen, J.<br />

Meiners, H. C.<br />

Geb. 19 Aug. 1819 te Amsterdam.<br />

Overt. 20 April 1894 bij Arnhem.<br />

Les van Koekkoek. Landschap.<br />

Meiners, P.<br />

Geb. 1 November 1857.<br />

Over!. 15 Oct.1903 op <strong>de</strong> Lage Vuursche.<br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret en stilleven.<br />

Etste ook.<br />

**M ei s c h k e, Ir. M. C. A.<br />

Meissner, Th. G.<br />

Geb. Jan. 1884 te Batavia.<br />

Les van Th. van Hoytema en van Haverman.<br />

Portret, naakt, stilleven en landschap.<br />

Mekkink, J.<br />

Geb. 27 Aug. 1904.<br />

Portret en stilleven.<br />

Melchers, Fr. M.<br />

Geb. 16 April 1863 te Munster.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Brussel.<br />

Landschap, figuur, intérieur, portret.<br />

Melgers, H.<br />

Geb. 11 April 1899.<br />

Aca<strong>de</strong>mie „Minerva". Groningen. Figuur en<br />

landschap.<br />

**Melis, L. G.<br />

Mets, Jack.<br />

Woont en werkt in Brabant.<br />

**Men dli k, 0.<br />

Mens, I. M. C. van.<br />

Geb. 15 Aug. 1890, Berlicum, N. Br.<br />

Autodidact.<br />

Mension, C. J.<br />

Geb. 11 Maart 1882 te Delft.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen en stadsgezichten.<br />

Vooral echter dieren. Etste.<br />

***Meppelink, G.<br />

Mertens, J. C.<br />

Geb. 1743 te Amsterdam.<br />

Over!. 1821 aldaar.<br />

Leert. v. J. M. Quinckhard.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> in Antwerpen. Figuur.<br />

Mesdag, H. W.<br />

Geb. 23 Febr. 1831, Groningen.<br />

Over!. 10 Juli 1915, Den Haag.<br />

Aanvankelijk in <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l en gaat na<strong>de</strong>rhand<br />

schil<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r invloed van J. W. Bil<strong>de</strong>rs.<br />

Werkte te Brussel. Meester van het Ho!!. Zeegezicht.<br />

Etste en lithogr.<br />

*Mesdag-van Calcar, G.<br />

Geb. 2 Juli 1851 te Hoogezand.<br />

Overl. ?<br />

Leert. „Minerva" Groningen. Landschap en<br />

intérieur.<br />

Mesdag, Taco.<br />

Geb. 21 Sept. 1829, Groningen.<br />

Over!. Augustus 1902 te Den Haag.<br />

Leert. van „Minerva" te Groningen.<br />

Landschap (met schapen).<br />

*Mesdag-van Houten, S.<br />

Geb. 23 December 1834, Groningen.<br />

Overl. 20 Maart 1909, Den Haag.<br />

Gehuwd met H. W. Mesdag. Landschap, stillevens<br />

en dieren.<br />

Mesker, J. J.<br />

Geb. 25 Febr. 1834, Den Haag.<br />

Over!. 1890.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

27 417


Mesker, Th.<br />

Geb. 25 Febr. 1843, Den Haag.<br />

Over1. 1894.<br />

Les v. W. Marls.<br />

Figuur en stadsgezicht.<br />

Mesquita, D. Bueno <strong>de</strong>.<br />

Geb. 23 Maart 1889, A'dam.<br />

A'damsche Aca<strong>de</strong>mie ; Prix <strong>de</strong> Rome. Kleine<br />

mythologische schil<strong>de</strong>rijen. Portret en illustraties.<br />

Mesquita, H. J. Bueno <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1 Juli 1887, A'dam.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Wijd<strong>de</strong> zich later a. d. Kunstnijverheid.<br />

Mesquita, S. Jessurun <strong>de</strong>.<br />

Geb. 6 Juni 1868, A'dam.<br />

Autodidact. Figuur en dieren. Grafisch kunstenaar.<br />

On<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich door houtsne<strong>de</strong>n.<br />

**Mettez, Frans.<br />

Metzelaar, C.<br />

Geb. 1846, A'dam.<br />

Overl. 1881, A'dam.<br />

Les v. Karssen en P. F. Greive. Landschap.<br />

Werkte te Parijs.<br />

Metzoldt, M.<br />

Geb. 19 Mei 1859.<br />

Overt. ?<br />

Berl. en Antw. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en intérieur.<br />

Meulemans, A.<br />

Geb. 24 Aug. 1766, R'dam.<br />

Over!. 30 Mei 1835, Den Haag.<br />

Intérieurs.<br />

*Meulen, Antonia Elisabeth ter.<br />

Geb. 30 Oct. 1886.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Portret, dieren en stilleven.<br />

Meulen, F. P. ter.<br />

Geb. 9 Maart 1843.<br />

Overt. 11 Juni 1927, Den Haag.<br />

Les v. H. v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen.<br />

Landschap met schapen, on<strong>de</strong>r invloed van<br />

Mauve.<br />

***Meulen, Ony ter.<br />

Meurs, Harmen.<br />

Geb. 17 Jan. 1891.<br />

Figuur, landschap en stilleven.<br />

**Meurs, Jan van.<br />

Meyer, A. P. van.<br />

Geb. 27 Jan. 1899, Zaandam.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie, A'dam. Stillevens, landschap en<br />

figuur.<br />

418<br />

***Meyboom.Meyboom, L. H. F.<br />

Meyer, Henk.<br />

Geb. 22 Dec. 1884.<br />

Les „Minerva", Groningen. Hoof dleeraar Haagsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Portret.<br />

Meyer, Joh.<br />

Geb. 5 April 1885, A'dam.<br />

Leerl. v. A. M. Gorter. Landschap.<br />

Meyer, J. H. Louis.<br />

Geb. 9 Maart 1810.<br />

Overl. 31 Maart 1866.<br />

Les v. J. W. Pieneman. Meester van het zeegezicht.<br />

***Meyer_Smets, A. J.<br />

**Meyer, Sal.<br />

Meyer, Ton.<br />

Geb. 17 Maart 1892, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverheid. Werkte in Frankrijk<br />

en Spanje. Portret, landschap en stilleven.<br />

**Meyers. F.<br />

**Meys, Louis.<br />

Michaëlis, G. J.<br />

Geb. 1775, A'dam.<br />

Overl. 31Oct. 1857, Haarlem.<br />

Landschap.<br />

**Michel, P. J.<br />

**Mie<strong>de</strong>ma,<br />

J.<br />

**Min<strong>de</strong>rman, W.<br />

Minne, Mr. E. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 2 Dec. 1883, Zevenbergen.<br />

Overt. 4 Dec. 1932.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret, figuur en stilleven.<br />

Miolee, A.<br />

Geb. 2 April 1879 te Vlissingen.<br />

Kunstnijverh. school, Haarlem.<br />

Landschappen.<br />

Miranda, A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 12 Sept. 1888, A'dam.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en dieren.<br />

*Mirandolle, E.<br />

Geb. Dec. 1870, R'dam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur. Etste.


Moen, Chr. A.<br />

Geb. 9 Maart 1878 te Amsterdam.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverh. Aca<strong>de</strong>mie Amsterdam.<br />

Figuur, portret, bloemen.<br />

M o e n s, J. F.<br />

Geb. 14 Augs. 1856 te Edam.<br />

Overl. ?<br />

Autodidact. On<strong>de</strong>rging <strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r Barbizonners.<br />

Moerkerk, H.<br />

Geb. 2 Maart 1879, Den Bosch.<br />

Les van Th. van Kempen. Illustrator. Teekenaar<br />

van caricaturen.<br />

*Moes, Wally.<br />

Geb. 16 Nov. 1856, Amsterdam.<br />

Overl. 1918 te Laren.<br />

Leerlinge van AIIebé. Intérieur en figuur. Etste<br />

ook.<br />

**Mogendorf f, Ro.<br />

Mol, W.<br />

Geb. 21 Maart 1785 te Haarlem.<br />

Overl. 30 Augs. 1857 aldaar. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te<br />

Parijs. Portretten.<br />

**Molen, Tom v. d.<br />

Molkenboer, A.<br />

Geb. 8 April 1872, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Rijksnormaalschool T.O. en Rijksacad. A'dam.<br />

Figuur. Ook caricatuur, en in latere jaren wandschil<strong>de</strong>ring<br />

en mozaïek.<br />

Molkenboer, Th.<br />

Geb. 23 Febr. 1871, Amsterdam.<br />

Overl. 1 Dec. 1920 te Lugano.<br />

Leerl. Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> T.O. A'dam,<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portretten en figuur. Wijd<strong>de</strong><br />

zich ook a. d. Kunstnijverheid.<br />

M o l 1, E.<br />

Geb. 15 December 1878, Voorburg.<br />

Autodidact. Werkte te Parijs en Lon<strong>de</strong>n. Rivieren<br />

zeegezichten.<br />

**M o 11, T.<br />

Molijn, P. M.<br />

Geb. 9 Juli 1819.<br />

Overl. 28 April 1849, Antwerpen.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Mondriaan, Fr.<br />

Geb. 16 April 1853 te Den Haag.<br />

Overle<strong>de</strong>n ?<br />

Ontving raad van W. Mais.<br />

Landschappen en intérieurs.<br />

Mondriaan, P.<br />

Geb. 7 Maart 1872, Amersfoort.<br />

Kreeg les van zijn oom F. Mondriaan. Amsterd.<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en landschap. Later schil<strong>de</strong>r<br />

van „abstracte kunst".<br />

Mondt, J. A.<br />

Geb. 5 Maart 1859, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Les v. Roermeester. Landschappen.<br />

Monnickendam, M.<br />

Geb. 25 Febr. 1874, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en werkte te<br />

Parijs. Stadsgezicht, portret, landschap. Reis<strong>de</strong><br />

in Italia.<br />

M o o g, F. A.<br />

Geb. 4 Oct.1884.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stadsgezicht.<br />

**Mooihuizen, J. J.<br />

Landschap en portret.<br />

**Moor, Chr. <strong>de</strong>.<br />

**Moor, Corn. <strong>de</strong>.<br />

Moor, P. Cornelis <strong>de</strong>.<br />

Geb. 28 Mei 1866.<br />

Les op <strong>de</strong> Rott., Antw. en Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Reis naar Jeruzalem. Figuur, landschap, dieren<br />

en bloemen.<br />

**M o o y, F. A.<br />

M o o y e n, P. A. J.<br />

Geb. 26 Juni 1879, Kloetinge (Zeel.).<br />

Antw. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Morel, I. Vaarzon.<br />

Geb. 1803 te Amsterdam.<br />

Overl. 20 Febr. 1876 te Gorinchem.<br />

Bloemen.<br />

*Morel, Petronella.<br />

Geb. 15 Juni 1905 te Oosterbeek.<br />

Les van haar va<strong>de</strong>r. Dieren en illustraties.<br />

Morel, W.<br />

Geb. 26 Maart 1901 te Arnhem.<br />

Les van zijn va<strong>de</strong>r. Landschap, stilleven en<br />

intérieur.<br />

Morel, W. F. A. J. (noemt zich Vaarzon<br />

Morel) .<br />

Geb. 9 Augs. 1868 te Zutphen.<br />

Kunstnijverheidschool Haarlem. Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, etste en lith. Illustrator.<br />

419


Moret, Chr.<br />

Geb. 25 Augs. 1870, A' clam.<br />

Rijksnormaalschool T.O. A'dam.<br />

Moritz, L.<br />

Geb. 29 Oct. 1773 te Den Haag.<br />

Overt. 23 November 1850, Amsterdam.<br />

Portret-, figuur- en historieschil<strong>de</strong>r.<br />

**Moulijn, E.<br />

Moulijn, S.<br />

Geb. 20 Juli 1866 te Rotterdam.<br />

Rotterd. en Amst. Aca<strong>de</strong>mies. Landschappen.<br />

Etst ook. Lithografeert <strong>voor</strong>al.<br />

'k H. C. van.<br />

**Hoort , .<br />

**Mourik, J. van.<br />

*Mouthaan, P. J. G. v. Heukelom.<br />

Geb. 29 Jan. 1892 te Vrijenban.<br />

Stud. bij Prof. O<strong>de</strong> en Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

**Mul<strong>de</strong>r, A. B. J.<br />

Mul<strong>de</strong>r, J. Ch. A. W.<br />

Geb. 30 Maart x895.<br />

Autodidact. Geen speciaal genre.<br />

**Mul<strong>de</strong>r, J. L.<br />

Mul<strong>de</strong>r, L.<br />

Geb. 9 April 1822.<br />

Over!. 1908.<br />

Werkte o.a. in Italië. Stillevens.<br />

**Mul<strong>de</strong>r, Petrus.<br />

**Mul<strong>de</strong>r, Riet.<br />

**Mul<strong>de</strong>r, W.<br />

Muller, G. F.<br />

Geb. 20 Jan. 1861, Amsterdam.<br />

Overt. 26 Maart 1929.<br />

Amsterd. en Antw. Aca<strong>de</strong>mies. Werkte in Spanje,<br />

Algiers, België en Frankrijk. Portretten en landschap.<br />

*Muller-Bos, Tini.<br />

Geb. 4 Dec. 1911.<br />

Rijksinst. v. Teekenleeraren. Bloemen en fruit.<br />

Munninghoff, Xeno.<br />

Geb. 25 Augs. 1873 Deventer.<br />

Stud. te Deventer en A'dam. Landschappen.<br />

***Munninghof f-v. Vliet, M. J.<br />

Munthe, G. Morgenstjerne.<br />

Geb. 7 Augs. 1875 te Diisseldorp.<br />

Aca<strong>de</strong>mie aldaar. Zee- en strandgezichten.<br />

420<br />

Muys, Nic.<br />

Geb. 1740, Rotterdam.<br />

Over!. 1808, aldaar.<br />

Genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Muysenberg, Toon v. d.<br />

Geb. 17 Febr. 1901.<br />

Les v. D. Kruizinga. Autodidact. Landschap,<br />

stadsgezicht en stilleven.<br />

**M ij e, D. v. d.<br />

**Naar<strong>de</strong>n, Is.<br />

**Naastepad, P.<br />

Nachenius, J. C.<br />

Geb. 12 Augs. 1890, Soest.<br />

Les v. Haverkamp en Voerman. Landschap.<br />

N a c h t w e h, J. H. F. C.<br />

Geb. 21 Febr. 1875, Deventer.<br />

Overl. 1 Maart 1941, Rotterdam.<br />

Leert. Rijksaca<strong>de</strong>mie. Was leeraar a.d. Roil.<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

N a k k e n, W. C.<br />

Geb. 9 April 1835, Den Haag.<br />

Over!. 4 Jan. 1926.<br />

Les v. A. F. Dona en op Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Paar<strong>de</strong>n in landschap. Werkte in <strong>de</strong> Ar<strong>de</strong>nnen en<br />

in Normandië.<br />

Nanninga, D. B.<br />

Geb. 15 Sept. 1868, Arnhem.<br />

Stilleven en Iandschappen in pastel en olieverf.<br />

Etst.<br />

**Nanninga, F. C.<br />

Nardus, L.<br />

Geb. 1868, Utrecht.<br />

Les Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

Nat, W. H. v. d.<br />

Geb. 4 Sept. 1864, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Autodidact. Lith., illustr., landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Ook vee.<br />

Nauta, Max.<br />

Geb. 2 April 1896, Deventer.<br />

Leerl. Rijksschool v. Kunstnijverh. en Rijksacad.<br />

A'dam. Figuur, ook gebrandschil<strong>de</strong>rd glas.<br />

Nek, H. van.<br />

Geb. 24 Augs. 1881, Zaan di j k.<br />

Rijksac. A'dam. Stilleven.


*Neree tot Babberich v. Houten, C.<strong>de</strong>.<br />

Geb. 4 Mei 1858 te Curaçao.<br />

Over!. ?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. BIoemen en figuur, <strong>voor</strong>al<br />

geborduurd.<br />

Neree tot Babberich, C. H. K. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 18 Maart 1880.<br />

Overl.19 Oct. 1901 te Todtmos.<br />

Illustrator on<strong>de</strong>r invloed van Beardsly.<br />

Neree tol Babberich, Fr. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 13 Febr. 1882.<br />

Broe<strong>de</strong>r v. C. H. K.<br />

Naakt, bloemen en caricaturen.<br />

Net, G. van 't<br />

Vindt inspiratie bij Cezanne. Lithografeert.<br />

**Neuberger, S. E.<br />

**Neuhuys, Albert.<br />

Neuhuys, J.<br />

Oudste broe<strong>de</strong>r v. J. Albert Neuhuys. Antw.<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Neuhuys, J. AIbert.<br />

Geb. 10 Juni 1844, Utrecht.<br />

Over!. 6 Febr. 1914, Locarno.<br />

Les v. G. Craeyvanger en op <strong>de</strong> Antw. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Aanv. portretten en historiestukken, wordt na<strong>de</strong>rhand<br />

<strong>de</strong> meester v. 't boerenintérieur te Laren.<br />

Neuhuys, J. H.<br />

Geb. 7 April 1841, Utrecht.<br />

Overt. Maart 1890, Warmond.<br />

Leer!. v. z. broe<strong>de</strong>r Albert en v. d. Antw. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen.<br />

**Neujean, A. B.<br />

Neumann, J. H.<br />

Geb. 1819, Keulen.<br />

Over!. 1898, Den Haag.<br />

Leert. v. J. A. Kruseman en N. Pieneman.<br />

Portretten. Zijn dochter Clasina maakte ook<br />

portretten.<br />

**Neut, M. v. d.<br />

**Neven, G. A.<br />

Nicolaas Jr. Joh.<br />

Geb. 14 Juni 1885, A'dam.<br />

Leer!. v. G. W. Knap en H. M. Krabbé. Schil<strong>de</strong>r<br />

en etser.<br />

Nicolas, Joep A. H. F.<br />

Geb. 6 Oct. 1897, Roermond.<br />

Rijksschool Kunstnijverh. A.dam. Figuurschil<strong>de</strong>r<br />

en glazenier.<br />

***Nie-van Ni e, J. M. v.<br />

Niehaus, Kasper.<br />

Geb. 29 Oct. 1889, Groningen.<br />

Leerl. v. d. Acad. „Minerva", Groningen en<br />

Rijksacad. A'dam. Figuur, landschappen.<br />

**Niehorster, Leo.<br />

Niekerk, C. C. van.<br />

Geb. 22 Jan. 1897, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r, etser, lith. en<br />

vervaardigt houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Niekerk, M.<br />

Geb. 11 Sept. 1871, A' dam.<br />

Leert. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Niemantsverdriet, J. F.<br />

Geb. 12 Nov. 1885 te Kolimaro.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven. Etst.<br />

Nieweg, J.<br />

Geb. 26 Mei 1877 te Hoogebeintum.<br />

Predikant. Schil<strong>de</strong>rles v. H. P. Bremmer. Landschap.<br />

**Nieuwenhoven, Willem van.<br />

Nieuwenhuis, A. J.<br />

Geb. 21 Juli 1865, Deventer.<br />

Stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> in zijn geboorteplaats bij J. Striening<br />

en Baukema en te Delft bij Tetar v. Elven en<br />

A. Ie Comte.<br />

*Nieuwenhuis, E.<br />

Geb. 1882, Utrecht.<br />

Les v. Sarah Hense te Zeist.<br />

Acad. A'dam. Illustreert.<br />

Nieuwenhuis, Th.<br />

Geb. 26 April 1866.<br />

Les Rijksschool v. Kunstnijverh. Wijd<strong>de</strong> zich<br />

later uitsluitend aan <strong>de</strong> Kunstnijverheid.<br />

Nieuwenkamp, W. 0. J.<br />

Geb. 27 Juli 1874, A'dam.<br />

Autodidact. Etste en sneed in hout. Reizen naar<br />

Indië, woont te Florence.<br />

**Nieuwenhuyzen, L. v. d.<br />

Ni f teri k, G. van.<br />

Geb. 6 Juni 1886, A'dam.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

**Ninaber v. Eyben, A.<br />

Noord, J. L. v.<br />

Geb. 18 Mei 1878, Hin<strong>de</strong>loopen.<br />

Over!. 13 Juni 1937, Soest.<br />

Eerste opl. te Heerenveen en daarna te A'dam.<br />

421


**Noor<strong>de</strong>n, Frans.<br />

*Noor<strong>de</strong>wier, Gr.<br />

Geb. 6 Nov. 1869.<br />

Overt. 30 Sept. 1916.<br />

Les van Le Comte.<br />

**Noor<strong>de</strong>wier, Dr. M.<br />

**Noordijk, Willem.<br />

Nooy, W. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1765 te Nijkerk.<br />

Overl. ?<br />

Stadsgezichten.<br />

**Nor<strong>de</strong>n, Hans van.<br />

Noteboom, D,<br />

Geb. 19 Mei 1877, R'dam.<br />

Acad. Rotterdam ; ging naar Indië.<br />

Numan, H.<br />

Geb. 1744 te Ezinge.<br />

Overl. 8 Maart 1820, A'dam.<br />

Leerl. v. z. va<strong>de</strong>r. Portret.<br />

N u y en, W. J. J.<br />

Geb. 4 Maart 1813, Den Haag.<br />

Overl. 2 Juni 1839.<br />

Kerkintérieurs, stads- en riviergezichten. Romantisch<br />

schil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

Nyland, D. Hid<strong>de</strong>.<br />

Geb. 2 April 1881 te Dordrecht.<br />

Les van Derkin<strong>de</strong>ren. Landschap, rivier- en stadsgezicht,<br />

figuur en portret. Graficus. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Nijland, J. C.<br />

Geb. 16 Augs. 1888 te Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stillevens. Boetseer<strong>de</strong> ook.<br />

Obbes, J. F.<br />

Geb. 30 Nov. 1869, Assen.<br />

Les van Zilcken. Etst en lith.<br />

Obbes, L.<br />

Geb. 15 Dec. 1875.<br />

Autodidact. Waterverf- en penteekeningen.<br />

Oberman, A.<br />

Geb. 1781, A'dam.<br />

Oven .1845, A'dam.<br />

Dieren. Etste.<br />

Ocker, J.<br />

Geb. 9 Augs. 1882, A'dam.<br />

Aca<strong>de</strong>mie aldaar. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Oepts, Willem.<br />

422<br />

Oer<strong>de</strong>r, F. D.<br />

Geb. 7 April 1867, Rotterdam.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Portret en stilleven. Reist naar<br />

Z.-Afrika.<br />

**Oever, 0. ten.<br />

Of f ermans, Tony L. G.<br />

Geb. 8 Nov. 1854, Den Haag.<br />

Overl. 23 Augs. 1911 te Laren.<br />

Les v. B. J. Blommers. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Oger, AIb. L.<br />

Ol<strong>de</strong>welt, Ferdinand L. W.<br />

Geb. 19 Augs. 1857 te A'dam.<br />

Overl. 22 April 1935 te Laren.<br />

Amst. en Antw. Aca<strong>de</strong>mies. Later hoogleeraar.<br />

Rotterd. Acad. Portretten, bloemen en stadsgezichten.<br />

**Olff, C.<br />

**Oltermeyer, P.<br />

On<strong>de</strong>rwater, H. Th. Court.<br />

Geb. 6 Augs. 1877, Dordt.<br />

Overl. 8 Mei 1905.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Intérieur, figuur, portret.<br />

Oort, J. M. van.<br />

Geb. 29 Mei 1867 te Sluis.<br />

Over!. 12 Oct. 1938, Geldrop (N.B.).<br />

Amsterd. Acad. Volkstypen en dieren. Aquarellist.<br />

**Oortmessen, J. v.<br />

Oosterzee, H. A. van.<br />

Geb. 5 Dec. 1863, Rotterd.<br />

Overt. 12 Mei 1933.<br />

Les v. Striening en Gabriel. Landschappen. Etste<br />

en lith.<br />

**Oosthout, L.<br />

*Oosting, A. J. W. Bieruma.<br />

Geb. 5 Febr. 1898, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Les school v. Kunstnijverh. Haarlem. Etst.<br />

Oppenoorth, W. J.<br />

Geb. 2 Oct. 1847, A' dam.<br />

Over!. 19 Mei 1905, Den Haag.<br />

Aca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

***Op 't Landt, A.<br />

Opzoomer, S.<br />

Geb. 19 Sept. 1819, R'dam.<br />

Overl. 1878 te Antwerpen.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.


Ortiz Echaque, A.<br />

Geb. 1883 te Guadalajara.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Julian te Parijs. Portrettist. Deze<br />

Spanjaard werkte geruimen tijd in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Os, A. van.<br />

Geb. 6 Febr. 1888.<br />

Overl. 21 Oct. 1940. Aca<strong>de</strong>mie, R'dam.<br />

O s, G. J. J. van.<br />

Geb. 20 Nov. 1782, Den Haag.<br />

Overl. 23 Juli 1861, Parijs.<br />

Stillevens, bloemstukken, landschap.<br />

O s, J. v.<br />

Geb. 23 Febr. 1744, Mid <strong>de</strong>lharnis.<br />

Overt. 7 Febr. 1808, Den Haag.<br />

Bloemen.<br />

**O s, J. P. C.<br />

*0 s, M. M. van.<br />

Geb. 1780, Den Haag.<br />

Over!. 17 Nov.1862, aldaar.<br />

Stillevens.<br />

Os, P. F. van.<br />

Geb. 1808.<br />

Overt. 1860.<br />

Inspireer<strong>de</strong> zich op Paulus Potter. Leermeester v.<br />

Mauve.<br />

Os, P. G. van.<br />

Geb. 8 Oct. 1776, Den Haag.<br />

Over!. 28 Maart 1839, aldaar.<br />

Les v. z. va<strong>de</strong>r J. v. Os, Dieren.<br />

Os-Delhez, Henri van.<br />

Geb. 20 Nov. 1880, Nieuwer AmsteI.<br />

Les v. A. M. Gorter. Landschap en stilleven.<br />

*Osieck, B. Westendorp.<br />

Geb. 29 Dec. 1880 te A'dam.<br />

Les v. Lizzy Ansingh en <strong>de</strong> Amst. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portretten, stillevens, stadsgezichten.<br />

Offerbeek, J. H.<br />

Geb. 31 Juli 1839, Den Haag.<br />

Over!. ?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten.<br />

**Oud, Tames.<br />

**Ouwersloot,<br />

Oven, C. van.<br />

Geb. 21 Sept. 1883 te Dordt.<br />

Antw. en Brusselsche Aca<strong>de</strong>mies. Portretten.<br />

J.<br />

Overbeek, G. J. van.<br />

Geb. 19 Juli 1882 te Dordt.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Dieren.<br />

*Oyen, Dorine van.<br />

Geb. 30 Sept. 1887, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en landschap.<br />

Ovens, D.<br />

Geb. 29 Juli 1842 te Amsterdam.<br />

Over!. 1902 te Brussel.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd te Brussel. Portret, intérieur, landschap.<br />

Meester van het intérieur.<br />

Oyens, P.<br />

Geb. 29 Juli 1842 te Amsterdam.<br />

Overl. 1894 te Brussel.<br />

Gestu<strong>de</strong>erd te Brussel. Landschap, intérieur.<br />

Als zijn broe<strong>de</strong>r D. Oyens schil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

**Pabst, C. J.<br />

Geb. 12 Nov. Woer<strong>de</strong>n.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven, landschap enz.<br />

P a b s t, J. C.<br />

Geb. 12 Aug. 1853 te Den Haag.<br />

Overl.?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschap, intérieur.<br />

*Paehlig, Hanny.<br />

PaereIs, W.<br />

Geb. 15 Juli 1878 te Delft.<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in Scheveningen, Rotterdam, Brussel<br />

en Parijs.<br />

Landschap, stilleven. Etste.<br />

Paets, B. Th.<br />

Geb. 13 Juli 1872 te Woer<strong>de</strong>n.<br />

Landschap.<br />

**Pakkoo, A.<br />

***Pallandt, C. Bar. v.<br />

***Palstra-Hesterman,<br />

**Pan<strong>de</strong>r, J.<br />

***Pannekoek van Bemmel, G.<br />

*Paré, H. M.<br />

Geb. 14 Juli 1896 te Druten.<br />

Les van J. van Vucht Tijssen, Albert Roelofs en<br />

W. van Konijnenburg.<br />

**Paré, Ru.<br />

Paul, Jean.<br />

Geb. 1922.<br />

M.<br />

Pauli<strong>de</strong>s, H.<br />

Geb. 19 Juli 1892, Utrecht.<br />

Leert. v. Klaas v. Leeuwen en <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

A'dam. Figuurschil<strong>de</strong>r. Ook wandschil<strong>de</strong>ring;<br />

maakt een reis naar Indië.<br />

423


**Pauw, M.<br />

*Peere, W. d' Auméri- van.<br />

Geb. 27 Dec. 1962, R'dam.<br />

Over!. 23 Dec. 1938 aldaar.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Rotterdam.<br />

**Peeters, J.<br />

Peizel, B.<br />

Geb. 6 Aug. 1887 te Veendam.<br />

Rijksnormaalschool v. T. 0. A'dam.<br />

Portret, bloemstukken en stadsgezichten.<br />

Pelt, G. Th. M. van.<br />

Geb. 17 Jan. 1873 te Antwerpen.<br />

Overt.?<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. BIoemen.<br />

**Penning, R.<br />

**Pennings, Jan H.<br />

***Pesch, C. R. v.<br />

Peski, M. F. van.<br />

Geb. 19 Mei 1889 R'dam.<br />

Les van Jan Voerman te Hattum.<br />

**Pessers, Henriette.<br />

**Peterich, Lukas.<br />

**Peters, P.<br />

**Petri, J. J.<br />

Philippeau, K. F.<br />

Geb. 31 Aug. 1825 te Amsterdam.<br />

Overt. 15 April 1897 te Princenhage.<br />

Amsterdamsche en Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mies.<br />

Figuur.<br />

Philippi, J. R. Th.<br />

Geb. 1 Febr. 1871 te Rotterdam.<br />

Over!. 10 Aug. 1914 te Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap met koeien.<br />

*Pieck, A. J.<br />

Geb. 29 April 1894 te Scheveningen.<br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie; les van Knip.<br />

Landschap, bloemen en figuur.<br />

*Pieck, Gretha.<br />

Geb. 16 Aug. 1898 te Amsterdam.<br />

Overt. 31 Maart 1920.<br />

Les van Knip en Toon <strong>de</strong> Jong.<br />

Penteekeningen. Etste. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

424<br />

Pieck, H. C.<br />

Geb. 19 April 1895, <strong>de</strong>n Hel<strong>de</strong>r.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie; schil<strong>de</strong>r en illustrator.<br />

***Pieneman, Johanna.<br />

Pieneman, J. W.<br />

Geb. 7 Nov. 1779, Abcou<strong>de</strong>.<br />

Over!. 8 April 1853, A'dam.<br />

Autodidact. Portret- en historieschil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

Pieneman, N.<br />

Geb. 1 Jan. 1810, Amersfoort.<br />

Over!. 30 Dec. 1860, A'dam.<br />

Leert. v. z. va<strong>de</strong>r J. W. Portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Pieters, Evert.<br />

Geb. 11 Dec. 1856, A'dam.<br />

Overl. 17 Febr. 1932, Laren.<br />

Leert. v. Theod. Verstraeten te Antwerpen.<br />

Schil<strong>de</strong>r v. h. Larensche boerenleven.<br />

**Pieterse, M.<br />

Pietersen, Joh.<br />

Geb. 23 Dec. 1893, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap, Stilleven. Ook<br />

etser.<br />

**Pinkhof, L.<br />

PIas, Adr. v. d.<br />

Geb. 31 Jan. 1899.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Ook graficus.<br />

Plas, W. P. v. d.<br />

Geb. 10 Febr. 1913 te U<strong>de</strong>nhout N.-Br.<br />

stud. Rijksinst. v. Teekenlcer te A'dam en Antw.<br />

Aca<strong>de</strong>mie. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

*Plekker-Muller, B.<br />

Geb. 1887 te Heerlen.<br />

Landschap, stilleven, bloemen.<br />

Pletser, J.<br />

Geb. 25 Juni.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven, landschap.<br />

PIuymers, Toon.<br />

Geb. 25 April 1910, Mid<strong>de</strong>lburg. d <strong>de</strong>lburg.<br />

Figuur, Iandschap en stilleven.<br />

*Poel, Fem.<br />

Geb. 6 Jan. 1902.<br />

Stilleven, bloemen en landschap.<br />

Poesiat, Henk B.<br />

Geb. 25 Jan. 1913.<br />

Utrechtsche Vrije Aca<strong>de</strong>mie.


Poggenbeek, G. J. H.<br />

Geb. 20 Juli 1853, A'dam.<br />

Overt. 4 Jan. 1903 aldaar.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r, wei<strong>de</strong>n met vee. Meester <strong>de</strong>r<br />

Amsterdamsche School.<br />

Pointl, Chr.<br />

Geb. 19 Dec. 1889.<br />

Portret, stilleven, figuur.<br />

*Pointl_Marcus, Henr.<br />

Geb. 9 Juni 1891.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Portret, stadsgezicht, landschap.<br />

Poi, A. v. d.<br />

Geb. 4 Nov. 1886.<br />

Impressionisme.<br />

Pol<strong>de</strong>rman, H. N.<br />

Geb. 17 April 1886 Nieuwland bij Leerdam;<br />

te Arnhem „Kunstoefening" en Rijksnormaalschool<br />

v. T. 0. te A'dam.<br />

Poll, Herbert v. d.<br />

Geb. 23 April 1877, A'dam.<br />

Les v. Hobbe Smith en Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

Dierenschil<strong>de</strong>r, ook portretten.<br />

Poll, Jkvr. J. v. d.<br />

Geb. 30 Dec. 1872.<br />

Pollones, J. A.<br />

Geb. 23 Sept. 1882, A'dam.<br />

Les v. Hart-Nibbrig en Jan Veth.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r. Werkte te Parijs.<br />

PoIvliet, B. J. W.<br />

Geb. 2 Dec. 1869 te Schoonhoven.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Ponsioen, J.<br />

Ponstijn, J. P.<br />

Geb. 3 Oct. 1883 te A'dam.<br />

Rijksnormaalschool <strong>voor</strong> T. 0. aldaar. Bloemen.<br />

Ook als sierkunstenaar werkzaam geweest.<br />

**P o o l e, S. le.<br />

Poortenaar, Jan.<br />

Geb. 23 Juli 1886.<br />

Portret, stilleven en stadsgezichten. Vooral graficus.<br />

Poorter, B. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1813.<br />

Overl. 1880.<br />

Bij 't Kunston<strong>de</strong>rwijs te A'dam werkzaam.<br />

Port, Justin v. d.<br />

Geb. 9 Mei 1895.<br />

Portret, landschap enz.<br />

Portman, G. J. L.<br />

Geb. 20 Oct. 1779, A'dam.<br />

Overl. 18 Oct. 1867, Parijs.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r. Leermeester van P. F. Greive.<br />

**Postma, H. N.<br />

Pothast, B. J. C.<br />

Geb. 30 Nov. 1882.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie en Ecole <strong>de</strong>s Beaux Arts Parijs.<br />

Figuur en intérieur.<br />

Pou<strong>de</strong>royen, C.<br />

Geb. 20 April 1868, Rotterdam.<br />

Leerl. v. Jan Striening aldaar. Landschap.<br />

Werkz. bij het Kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

**Prange, J. M.<br />

Graficus.<br />

Prikker, J. Thorn.<br />

Geb. 6 Juni 1868, Den Haag.<br />

Overt.?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Monumentaal schil<strong>de</strong>r. Glas<br />

in Lood. Etste. Lith.<br />

Prins, B.<br />

Geb. 21 Jan. 1860, Arnhem.<br />

Overt. 4 Oct. 1934, A'dam.<br />

Amsterdamsche en Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuren.<br />

Prins, Claas.<br />

Geb. 22 Jan. 1903.<br />

Landschap.<br />

Prins, J. H.<br />

Geb. 1758, Den Haag.<br />

Overl. 1806, Utrecht.<br />

Stadsgezichten. Etste.<br />

**Prins, L. K. C.<br />

Prins, R.<br />

Geb. 25 April 1905.<br />

Autodidact. Landschap.<br />

Proost, J.<br />

Geb. Geervliet.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschap, figuur. Etste.<br />

Prooyen, A. J. van.<br />

Geb. 7 Sept. 1834, Groningen.<br />

Overl.?<br />

Landschappen.<br />

425


*Psicha, F.<br />

Geb. 9 April 1866, Brussel.<br />

Leert. v. Marie Wandscheer. Amsterdamsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Boetseeren, Etste.<br />

PuffeIen, C. van.<br />

Geb. 16 Juni 1859, Mid<strong>de</strong>lburg<br />

Over!. 1921, Den Haag.<br />

Rotterdamsche en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

***Putten-Lanzing, H. van.<br />

Puyl, I. F. G. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 4 Maart 1750, Utrecht.<br />

Overt. 1807.<br />

Portrettist.<br />

Puype, P.<br />

Geb. 13 Sept. 1874.<br />

Rijksschool v. Kunstnijverheid.<br />

Pijnenburg, R. M.<br />

Geb. 19 Febr. 1884, Vught.<br />

Les v. P. H. Slager te Den Bosch en Antw. Acad.<br />

Werkte veel in Spanje en Marokko. Figuur.<br />

***Pijpers, Edith.<br />

Raalte, M. van.<br />

Geb. 31 Dec. 1873, Rotterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie en M. v. d. Valk.<br />

Figuur. Stadsgezichten. Etste.<br />

**Raag, J. v.<br />

Rabbers, E.<br />

Geb. 31 Jan. 1875, Hengelo.<br />

Autodidakt.<br />

Rackwitsz, F.<br />

Geb. 19 Juni 1887, Rotterdam.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen. Etste.<br />

Rackwitsz, P.<br />

Geb. 8 Maart 1892, Rotterdam.<br />

Autodidakt, Romant. landschap. Etste.<br />

Raemaekers, L.<br />

Geb. 6 April 1869, Roermond.<br />

Werkte te Amsterdam, Brussel, Parijs.<br />

Portretten, Landschap, Genre. Maakte naam als<br />

teekenaar van politieke prenten in <strong>de</strong>n wereldoorlog.<br />

*Ranitz, Jkvr. E. <strong>de</strong>.<br />

Les o.a. van Martin Monnickendam. Bloemen,<br />

landschap, interieur en portret.<br />

426<br />

Ranitz, Jhr. S. M. S. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 1847, Nijmegen.<br />

Overl. Den Haag.<br />

Landschap, bloemen.<br />

Rappard, A. G. A. Rid<strong>de</strong>r van.<br />

Geb. 14 Mei 1858, Zeist.<br />

Overl. 1892 Santpoort.<br />

Rijks Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Intérieurs, Scenes uit fabrieken. Etste.<br />

Ravenzwaay, J. van.<br />

Geb. 29 Nov. 1789, Hilversum.<br />

Over!. 2 Maart 1869, Hilversum.<br />

Leerling P. G. v. Os. Dierstukken.<br />

**Rebel, J.<br />

Reekers, H.<br />

Geb. 21 Sept. 1815, Haarlem.<br />

Over1.15 Mei 1854, Haarlem.<br />

Leert. Joh. Reekers en G. J. v. Os.<br />

Vruchten, bloemstukken. Lith.<br />

Reekum, J. van.<br />

Geb. 31 Mei 1877, Rotterdam.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen, Dieren.<br />

**Reel p, L.<br />

*Rees, E. van.<br />

Geb. 15 Mei 1890, Buitenzorg.<br />

Leer!. B. Schregel.<br />

Pastel, Aquarel, Penteekenen.<br />

Rees, Koen, v.<br />

Geb. 5 April 1885.<br />

Aca<strong>de</strong>mie R'dam<br />

Landschap en figuur.<br />

Rees, 0. van.<br />

Geb. 20 April 1884 Freiburg.<br />

Leert. van Toorop.<br />

Landschappen. Decoratief figuurschil<strong>de</strong>r. Lith.<br />

Rees, W. K. van.<br />

Geb. 1 Juli 1880.<br />

Leerling school <strong>voor</strong><br />

bloemen, stilleven.<br />

**Regout, G.<br />

R e g t, P. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 3 Juni 1877.<br />

Leerling van Markus.<br />

Landschappen. Etste.<br />

kunstnijverheid. Portret,<br />

*Regteren Altena, M. van.<br />

Geb. 19 Sept. 1866.<br />

Overl. 10 Oct. 1908 te Apeldoorn.<br />

Leerling J. Veth. Portret en figuur.


Regteren Altena, M. E. van.<br />

Geb. 28 Dec. 1868, Amsterdam.<br />

Leerlinge G. Poggenbeek en Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Stillevens. Een van <strong>de</strong> Amsterd. Joffers.<br />

**R e h m, H.<br />

Reicher, A. F.<br />

Geb. 1858, Kampen.<br />

Oven .1937.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Etste. Stadsgezichten.<br />

**Reiher, H.<br />

Rein<strong>de</strong>rs, W. F.<br />

Geb. 18 Febr. 1881, Noordlaren.<br />

Groningsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen.<br />

**Reitman, F. H. P.<br />

**Reitsma Valenta, E.<br />

Reitz, S. C. Bosch.<br />

Geb. 20 Febr. 1860, Amsterdam.<br />

Overl.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Mïinchen.<br />

Landschappen.<br />

***Remhof f.Behrens, Di.<br />

**Remiens, A.<br />

**Remmen, H. v.<br />

Remmers, J. W.<br />

Geb. 8 Dec. 1874, Rotterdam.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Antwerpen.<br />

Rensburg, E.<br />

Geb. 1872, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Etser.<br />

*Repelaer van Driel, Jkvr. C.<br />

Geb. 4 Sept. 1880, Arnhem.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Historische figuren. Stillevens. Etst.<br />

*Repelius, B.<br />

Geb. 31 Jan. 1848, Amsterdam.<br />

Overl. 23 Jan. 1921, Amsterdam.<br />

Amsterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Intérieur.<br />

Rest, P. v. d.<br />

Geb. 20 Juli 1895, Rotterdam.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

*Reuchlin.Lucardie, H. J.<br />

Geb. 28 April 1877, Rotterdam.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Figuur, landschap en<br />

stilleven. Reis<strong>de</strong> en werkte te Parijs.<br />

***Reurhof f..Behrens, J.<br />

Reus, M. P.<br />

Geb. 4 Aug. 1865, Dordrecht.<br />

Leert. Rol. Lary.<br />

Portretten. Landschappen. Stadsgezichten.<br />

Reyenga, J.<br />

Geb. 19 Aug. 1867 te Groningen.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam.<br />

Reyenga, Tj.<br />

Geb. 24 Febr. 1858 te Groningen.<br />

Reyntjes, H. E.<br />

Geb. 1817 Amsterdam.<br />

Overl. 1850.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Reysen, L. Fl. van.<br />

Geb. 3 Maart 1798, Haarlem.<br />

Overt. 28 Maart 1883, Haarlem.<br />

Landschappen.<br />

Rezelman, P. D.<br />

Geb. 11 Febr. 1887 te AnnapauIowna.<br />

Autodidact.<br />

Rhynnen, J. v.<br />

Geb. 1 Dec. 1859, Den Haag.<br />

Overl. 28 Juni 1927, Den Haag.<br />

Leerl. v. Vrolijk en W. Roelofs.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Boschgezichten.<br />

Richters, B.<br />

Geb. 27 Maart 1888, Rotterdam.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

*Richters, letske.<br />

Geb. 22 Maart 1912.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret.<br />

Richters, M. J.<br />

Geb. 20 Maart 1878, Rotterdam.<br />

Rotterdamsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Etste, Houtsne<strong>de</strong>n, Stadsgezichten, Havens.<br />

Riegen, N.<br />

Geb. 31 Mei 1827, Amsterdam.<br />

Overl. 27 November 1889, Amsterdam.<br />

Zeeschil<strong>de</strong>r.<br />

**Riegstra, Th.<br />

**Rietveld, G.<br />

427


Ringeling, H.<br />

Geb. 1812 Lei<strong>de</strong>n.<br />

Overl.?<br />

Stadsgezichten.<br />

Rink, P. P.<br />

Geb. 25 Sept. 1852, Veghel.<br />

Overl. 2 Sept. 1903, Edam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur en Landschappen. Lith.<br />

*Rink-Boellaard, Corrie.<br />

Geb. 6 Febr. 1869 Nijmegen.<br />

Stud. A'dam en Parijs.<br />

Weduwe van P. Rink en Prof. Hector Treub.<br />

Rinsema, Thijs.<br />

Geb. 18 Juni 1877.<br />

Stilleven.<br />

R i p, W. C.<br />

Geb. Februari 1856, Rotterdam.<br />

Leerling van Eys<strong>de</strong>n.<br />

Landschappen. Plassen. Lith.<br />

*Ritsema, J. (Coba).<br />

Geb. 26 Juni 1876, Haarlem.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Eén van <strong>de</strong> Amsterd. Joffers.<br />

Stillevens. Coloriste v. beteekenis.<br />

Ritsema, J. C.<br />

Geb. 10 Juni 1869, Haarlem.<br />

Leerling van Gabriël.<br />

Plassen, hofjes en landschap.<br />

Ritzen, Henri.<br />

Schil<strong>de</strong>r v. h. Limburgsche landschap.<br />

Riviére, A. <strong>de</strong> la.<br />

Geb. 1857, Rotterdam.<br />

Overl. 29 April 1941.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Aquarellen.<br />

**Rober, G.<br />

*Robertson, Suze Bisschop-<br />

Geb. 17 Dec. 1855, Den Haag.<br />

Overl. 18 Oct. 1922.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur, stillevens en stadsgezichten. Kunstenaresse<br />

v. beteekenis.<br />

Rochussen, Charles.<br />

Geb. 1 Aug. 1814, Rotterdam.<br />

Overl. 22 Sept. 1894, Rotterdam.<br />

Leerling W. J. J. Nuyen en W. Waldorp. Roman!.<br />

historieschil<strong>de</strong>r en illustrator van beteekenis. Vooral<br />

aquarellist. Lith. Etste.<br />

Roelandse, J. C.<br />

Geb. 6 April 1888.<br />

Autodidact. Landschap.<br />

428<br />

Roelofs, 0. W. Albert.<br />

Geb. 5 Sept. 1877, Schaerbeek.<br />

Over!. 31 Dec. 1920, Den Haag. Les v. z. va<strong>de</strong>r<br />

en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuurschil<strong>de</strong>r. Etste. Lith.<br />

Roelofs Sr., W.<br />

Geb. 10 Maart 1822, Amsterdam.<br />

Over!. 12 Mei 1897, Berchem.<br />

Leerling H. v. d. San<strong>de</strong> Bakhuyzen. Landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

De vroegste meester v. d. Haagsche School.<br />

Etste. Lith.<br />

Roelofs Jr. W. E.<br />

Geb. 24 April 1874, Schaerbeek.<br />

Overl. 2 Juni 1940, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven (visschen). Etser.<br />

Lith.<br />

***Roelofs-Blec k mann, E.<br />

**Roelofsen, G. J.<br />

Roermeester, G. J.<br />

Geb. 24 Febr. 1844, Den Haag.<br />

Over!. 2 Maart 1936.<br />

Landschappen on<strong>de</strong>r invloed van Mara.<br />

Roest, J. C. G. A.<br />

Geb. 29 Sept. 1899.<br />

Autodidact.<br />

**Roggeveen, D.<br />

**Rol, C.<br />

*Roland Holst-<strong>de</strong> Meester, A. M. J.<br />

Geb. 9 Juni 1893, Rotterdam.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Teekenaresse van portretten<br />

(kin<strong>de</strong>ren). Ook <strong>de</strong>coratief schil<strong>de</strong>res.<br />

Roland Holst, R. N.<br />

Geb. 4 Dec. 1868, A'dam.<br />

Over!. 31 Dec. 1938 te Bloemendaal.<br />

Monumentaal schil<strong>de</strong>r en graficus. Gebrandschil<strong>de</strong>rd<br />

glas en beken<strong>de</strong> affiches. Hoog!. Dir.<br />

Rijksac. v. B. K. te A'dam.<br />

Ming, G. V. A.<br />

Geb. 16 Aug. 1904, Den Bosch.<br />

Rijksacad. A'dam. Figuurschil<strong>de</strong>r, ook <strong>de</strong>coratief.<br />

. Hoogl. Rijksac. A'dam.<br />

***Riïling-Grolle, T.<br />

**Romondt, B. Ph. v.<br />

**Rompelman, M.<br />

o mij n, H.


Ronda, Fr.<br />

Geb. 25 April 1899.<br />

Autodidact. Landschap.<br />

*Ronner, A.<br />

Geb. 1857, Brussel.<br />

Vooral stillevens. Dochter v. M. Ronner-Knip.<br />

*Ronner-Knip, Henriette.<br />

Geb. 31 Mei 1821, Amsterdam.<br />

Overl. 2 Maart 1909, Brussel.<br />

Leerlinge J. A. Knip. Beken<strong>de</strong> dierenschil<strong>de</strong>res.<br />

*Ron<strong>de</strong>-Heyermans, M. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 14 October 1859, Rotterdam.<br />

Haagsche en Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuurschil<strong>de</strong>res.<br />

Lith.<br />

Roo<strong>de</strong>nburg, H. E.<br />

Geb. 23 Juli 1895, Den Haag.<br />

Leerling Ph. Zilcken. Stadsgezichten. Etser.<br />

Roos, C. F. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 15 Sept. 1802, Amsterdam.<br />

Overl. 18 Juli 1874, Hilversum.<br />

Landschappen.<br />

Roos, S. H. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 14 Sept. 1877.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Portret in Iandschap.<br />

Roosenboom, M.<br />

Geb. 24 Oct. 1843.<br />

Over1. 26 Dec. 1896 te Voorburg.<br />

Leerling v. h. va<strong>de</strong>r N. Roosenboom. Stillevens,<br />

bloemen, vruchten.<br />

**Roovers, D.<br />

Geb. 15 Dec. 1893.<br />

Landschap en figuur. Naakt.<br />

**Ros, J. D.<br />

*Rose, L.<br />

Geb. 1875, Venlo.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten. Stillevens.<br />

Rosemeier, A. C.<br />

Geb. 18 Juli 1888.<br />

Les van A. Bayens. Portret, figuur en landschap.<br />

Rosierse, J.<br />

Geb. 1818, Dordrecht.<br />

Overl. ?<br />

Schil<strong>de</strong>r van „Kaarslichtjes".<br />

Roskam, Ch.<br />

Geb 1853, Amsterdam.<br />

Over!. 10 Oct. 1921, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Tooneel<strong>de</strong>coratie.<br />

Rosse, Hermann.<br />

Geb. 1887.<br />

Leert. v. K. J. Sluyterman en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Werkte 25 jaar in Amerika. Hoogt. in <strong>de</strong> Decor.<br />

Kunst a. d. T. H. S. te Delft.<br />

Rot, J.<br />

Geb. te Zaandam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Karikaturen, Red. teekeningen,<br />

houtsne<strong>de</strong>n. Lith.<br />

Roth, G. A.<br />

Geb. 11 Sept. 1809, Amsterdam.<br />

Overl. 28 Juli 1887, Amsterdam.<br />

Leerling P. Westenberg. Landschappen.<br />

**Rothmeyer, A.<br />

RouvilIe <strong>de</strong> Meux, H. J. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 17 Nov. 1863, Curacao.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Fig. in landschap. Etser. Lith,<br />

Rovers, J. J.<br />

Geb. 15 Dec. 1893.<br />

Figuur, landschap, naakt.<br />

Roy, Chr. le.<br />

Geb. 21 Maart 1884, Deventer.<br />

Leerling Liernur en Korteling Sr. Landschappen,<br />

stillevens, bloemen en planten.<br />

Royaards, J. J.<br />

Geb. 4 Sept. 1903 te Westham (Engl.).<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Figuur- en Stadsgezicht.<br />

**Rozendaal, W. J.<br />

***Rueb, G. J. W.<br />

Rueter, W. Ch. Georg.<br />

Geb. 8 Maart 1875, Haarlem.<br />

Rijksnormaalschool en Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portretten, Lith. Houtsne<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>coratief werk.<br />

**Rummers, J.<br />

Rust, J. A.<br />

Geb. 13 April 1828.<br />

Overl. 28 Juli 1915, Amsterdam.<br />

Stadsgezichten.<br />

***Rutgers v. d. Loeff-Mielziner Fr.<br />

***Ruys-Ty<strong>de</strong>man, De.<br />

***Ruyzenaars, C.<br />

Rijf f, Eduard.<br />

Zeegezichten.<br />

Rijk, J. d e.<br />

Geb. 17 Mei 1806, Hilversum.<br />

Overl. ?<br />

Leerling J. v. Ravenzwaay. Figuren en dieren.<br />

RijIaarsdam, J.<br />

Geb. 2 Maart 1911.<br />

Les van Hulshoff Pol. Schil<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad.<br />

429


Saalborn, L.<br />

Geb. 1890, Rotterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret, Landschap, Stadsgezicht. Etser. Bekend<br />

tooneelspeler.<br />

Sadie, Ph. L. J. F.<br />

Geb. 7 Februari 1837, Den Haag.<br />

Over!. 14 Dec. 1904, Den Haag.<br />

Leerling J. E. J. v. d. Berg. Intérieurs, Zeeën,<br />

Stadsgezichten.<br />

Salberg, F.<br />

Geb. 6 Januari 1876, Dusseldorf. .<br />

Overl. 16 Mei 1909, Voorburg.<br />

Leerling M. v. d. MaareI. Fig., Bloemen, Stadsgezichten,<br />

Etser.<br />

Saleh (Ra<strong>de</strong>n).<br />

Geb. te Semarang 1814.<br />

Overt. te Buitenzorg 23 April 1880.<br />

Leerling A. Schelf hout en C. Kruseman. Historische<br />

fig., dieren. Lith.<br />

**S a 1 i m.<br />

*San<strong>de</strong> Backhuyzen, G. J. v. d.<br />

Geb. 1826.<br />

Over!. 1895.<br />

Les v. h. va<strong>de</strong>r H. v. d. S. B. Bloemen.<br />

San<strong>de</strong> Backhuyzen, H. v. d.<br />

Geb. 2 Jan. 1795.<br />

Overl. 12 Dec. 1860.<br />

Dieren.<br />

San<strong>de</strong> Backhuyzen, J. J. v. d.<br />

Geb. 18 Juni 1835.<br />

Overt. 21 Oct. 1925.<br />

Leerl. v. z. va<strong>de</strong>r H. Landschappen en stadsgezichten.<br />

Sangster, H. A.<br />

Geb. 25 Sept. 1825 te Nijkerk.<br />

Overt. 23 Febr. 1901 te Amsterdam.<br />

Portrettist.<br />

Santen, G. J. van.<br />

Geb. 1 Juni 1912.<br />

Amateurschil<strong>de</strong>r. Stilleven.<br />

*Sauerbier, H. G.<br />

Geb. 18 Sept. 1885 te Rotterdam.<br />

Leal. van Neur<strong>de</strong>nburg.<br />

Savry, H.<br />

Geb. 4 Nov. 1823, Haarlem.<br />

Overl. 13 Maart 1907.<br />

Schil<strong>de</strong>r v. dieren.<br />

430<br />

Savry, H. H.<br />

Geb. 13 Dec. 1871, Haarlem.<br />

Les van zijn va<strong>de</strong>r. Herfst- en winterimpressies.<br />

**Sax, Jaap.<br />

**Schaaf, C. C.<br />

Schaap, E. R. D.<br />

Geb. 4 Juli 1862, Nigtevecht.<br />

Overl. 24 Mei 1931.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Etser, Lith.<br />

*Schaap-v. d. Pek, H. W. J.<br />

Geb. 9 Jan. 1867, Amsterdam.<br />

Overl. 27 Juli 1914.<br />

Amst. Aca<strong>de</strong>mie. Portretten, landschappen.<br />

Schaefer, D.<br />

Geb. 12 Febr. 1864, Den Haag.<br />

Over!. Febr. 1941.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Bloemen, Composities.<br />

Etser.<br />

Schaer, S. v. d.<br />

Geb. 11 Maart 1879.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Etser.<br />

***Schaer-SchregeI, B.<br />

Schafer, Karl, Willy.<br />

Geb. 14 Febr. 1908.<br />

Stud. te Erfurt. Maakte studiereizen. Emailschil<strong>de</strong>r.<br />

**Schaft, M. v. d.<br />

Schagen, G. F. van.<br />

Geb. 7 Maart 1881.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Autodidact.<br />

Schaik, H. W. van.<br />

Geb. 24 Juni 1875 te Beetsterzwaag.<br />

Leiding van Bisschop en van Herkomer. Landschappen.<br />

Etser.<br />

Schaik, W. H. van.<br />

Geb. 8 Aug. 1874, Beetsterzwaag.<br />

Leiding C. Bisschop. Landschap. Caricatuur.<br />

*Schaik-Russell, A. M. van.<br />

Geb. 12 Aug. 1876 te St. Bees (Engl.).<br />

Leert. v. Herkomer. Bloemen.<br />

**Scheerboom, H.<br />

Scheeres, H.<br />

Geb. 3 Aug. 1829.<br />

Over!. 12 Jan. 1864.


Scheffer, Ary.<br />

Geb. 10 Febr. 1795, Dordt.<br />

Overl. 15 Juni 1858, Argenteuil.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r J. B., daarna Parijs.<br />

Heeft z. plaats in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Fransche<br />

romantiek. Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Scheffer, H.<br />

Geb. 1797.<br />

Over!. 1862.<br />

Leerling van Guérin. Portrettist, Intérieur, Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Broer v. Ary.<br />

Scheffer, J. B.<br />

Geb. 1765.<br />

Overl. 1809 te Amsterdam.<br />

Leer!. van Tischbein. Portrettist, Binnenhuizen.<br />

Schelfhout, A.<br />

Geb. 16 Febr. 1787, Den Haag.<br />

Overl. 19 April 1870, Den Haag.<br />

Leert. J. H. A. A. Brechenheimer. Wintergezichten,<br />

Landschappen, Zeegezicht, Strand. Lith. Etser.<br />

Schelfhout, L.<br />

Geb. 23 Aug. 1881, Den Haag.<br />

Leerling v. Vrolijk, Schregel en Maris. Historische<br />

fig. Landschappen. Vooral graficus.<br />

Scheltema, L.<br />

Geb. 7 Aug. 1876, Nes op Ameland.<br />

Leert. van Plasschaert, Bongers, Artz. Landschap.<br />

Portret.<br />

Scheltema, T.<br />

Geb. 1760, Harlingen.<br />

Overl. 1837.<br />

Portrettist.<br />

Scheltema, T.<br />

Geb. 2 April 1831, Arnhem.<br />

Overt. 14 Oct. 1867, Den Haag.<br />

Leert. J. E. J. v. d. Berg. Romantisch.<br />

Schen<strong>de</strong>l, P. van.<br />

Geb. 21 April 1805, Terhey<strong>de</strong>.<br />

Overt. 28 Dec. 1870, Brussel.<br />

Leal. M. J. v. Bree.<br />

Historische fig. portret, Stadsgezichten.<br />

Schenkel, J. J.<br />

Geb. 7 Februari 1829, Amsterdam.<br />

Overt. 16 Juli 1900, Amsterdam.<br />

Leer!. van Bing en van Braat v. Ueberf eld. Stadsgezichten.<br />

Schermer, C. A. J.<br />

Geb. 12 Juni 1824, Den Haag.<br />

Overl.?<br />

Leerling van C. Kruseman. Paar<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>r. Etste.<br />

**Schermer, W.<br />

**Scherpbier, R.<br />

Scherrewitz, J. F. C.<br />

Geb. 18 Maart 1868, A'dam.<br />

Landschap.<br />

Schiedges, P. P.<br />

Geb. 7 Juni 1812.<br />

Overt. 1 Dec. 1876.<br />

Leerling van Louis Meyer.<br />

Schiedges, P. P.<br />

Geb. 21 Maart 1860, Den Haag.<br />

Overt. 3 Nov. 1922.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap met molens.<br />

Schild, H. D.<br />

Geb. 1 Sept. 1872, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schildt, M.<br />

Geb. 29 Aug. 1867, Rotterdam.<br />

Overt. 15 Juni 1921, Rotterdam.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Historische fig., Intérieur„<br />

Volkstypen, Stillevens, Stadsgezichten.<br />

Schiller, Frits.<br />

Autodidact. Bloemen, stilleven en figuur.<br />

Schilling, J. H. E.<br />

Geb. 27 Juni 1893, Delft.<br />

Leerling van A. Plasschaert. Historische fig. Lith..<br />

Schilt, L. A.<br />

Geb. 24 Oct. 1873, Stolwijk.<br />

Landschappen.<br />

**Schipper, M.<br />

Schipperus, P.<br />

Geb. 6 Maart 1840, Rotterdam.<br />

Overt. 4 Oct. 1929.<br />

Boschgezichten.<br />

**Schluter, C. E.<br />

Schmidt, G. A.<br />

Geb. 17 Mei 1791, Dordt.<br />

Overt. 22 Maart 1844, Dordt.<br />

Leerling van P. Hofman. Genreschil<strong>de</strong>r.<br />

Schmidt, Iz.<br />

Geb. 11 Juli 1746, Amsterdam.<br />

Overt. 17 Mei 1818, Amsterdam.<br />

Leerling van J. M. Quinckhardt. Portrettist.<br />

**Schmidt, Joh.<br />

431


Schmidt, W. H.<br />

Geb. 12 April 1809, Rotterdam.<br />

Overl. 4 Juni 1849, Delft.<br />

Leerling van G. <strong>de</strong> Meyer. Historische fig.<br />

Schmidt Crans, J. M.<br />

Geb. 30 April 1830, R'dam.<br />

Overl. 15 Nov. 1907.<br />

Stud. te R'dam en later bij Ary Scheffer er te Parijs.<br />

Schoenmakers, J.<br />

Geb. Nov. 1755, Dordt.<br />

Overl. 4 Juni 1842, Dordt.<br />

Leerling van J. v. Strij. Stadsgezichten.<br />

Scholten, H. J.<br />

Geb. 24 Juli 1824, Amsterdam.<br />

Overl. 29 • Mei 1907, Heemste<strong>de</strong>.<br />

Leerling van P. F. Greive. Historische fig. Etser.<br />

*Scholten v. Heek, Ina.<br />

Geb. 4 Mei 1860, Ensche<strong>de</strong>.<br />

Les v. E. Frankfort.<br />

**Schonberg, R.<br />

**Schoonboom, J.<br />

**Schoonbrood, H. L. D.<br />

**Schoonhoven, J.<br />

***Schoonhoven-v. Beur<strong>de</strong>n, W.<br />

Schooten, J. A. van.<br />

Geb. 9 Febr. 1870 te Deventer.<br />

Schotel, A.<br />

Geb. 20 April 1896, Rotterdam.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Etser.<br />

Schotel, A. P.<br />

Geb. 5 Sept. 1890, Dordrecht.<br />

Stud. i. z. geboorteplaats. Zee- en riviergezichten.<br />

Schotel, J. C.<br />

Geb. 11 November 1787, Dordt.<br />

Overl. 21 December 1838, Dordt.<br />

Leerling van M. Schouman en Meulemans. Zeeen<br />

riviergez. Lith.<br />

*Schotel, J. M. P.<br />

Geb. 10 Dec. 1884 te Sitoebondo ( Java).<br />

Acad. Den Haag en Antwerpen.<br />

Schotel, P. J.<br />

Geb. 19 Aug. 1808.<br />

Overl. 23 Juli 1865.<br />

Les v. z. va<strong>de</strong>r J. C. Zee en schepen.<br />

**Schotman, J.<br />

432<br />

Schouman, M.<br />

Geb. 29 Januari 1770, Dordt.<br />

Overl. 30 October 1848, Breda.<br />

Leerling van M. Versteeg en A. Schouman. Zeeschil<strong>de</strong>r.<br />

Schram, Wout.<br />

Geb. 17 Nov. 1895, A'dam.<br />

Leert. v. Kl. v. Leeuwen en Rijksacad. Stilleven,<br />

figuur.<br />

Schregel, B. P.<br />

Geb. 17 Mei 1870, Den Haag.<br />

Leerling van Fr. Jansen en J. Vrolijk. Molens,<br />

boschgezichten, duinstreken.<br />

Schreu<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Coolwijk, J. W.<br />

H. M.<br />

Geb. 28 Febr. 1868.<br />

Leerling van J. Rosier.<br />

Stillevens en naakt. Intérieur.<br />

Schrikbel, Louis.<br />

Geb. 6 Sept. 1902.<br />

Stilleven, bloemen en landschap.<br />

**Schró<strong>de</strong>r, Sierk.<br />

**Schuhmacher, W.<br />

Sch aller, J. C.<br />

Geb. 1872.<br />

Overl. 12 Jan. 1915, Nunspeet.<br />

Etser.<br />

Schulman, D.<br />

Geb. 31 Oct. 1881, Hilversum.<br />

Landschappen.<br />

Schulman, L.<br />

Geb. 27 Maart 1851, Hilversum.<br />

Overl.?<br />

Leerling van J. <strong>de</strong> Rijk.<br />

Schultze, P.<br />

Geb. 7 Mei 1893, Hilversum.<br />

Figuren.<br />

**Schuilpen, H. G. v.<br />

Schut, H.<br />

Geb. 28 Aug. 1872, Groningen.<br />

Gron. Aca<strong>de</strong>mie. Decoratieschil<strong>de</strong>r.<br />

Schutte, L. H. H.<br />

Geb. 24 Juli 1904, Aalsmeer.<br />

Rijksacad. A'dam. Figuur in intérieur en landschap.<br />

Schutz, J. F.<br />

Geb. 2 Dec. 1817.<br />

Overl. 27 Febr. 1888, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Zeeschil<strong>de</strong>r.


Schutz, W. J.<br />

Geb. 18 Aug. 1854, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overl.?<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r. Schil<strong>de</strong>r v. Zeeuwsche<br />

stroomen met schepen.<br />

Schwartze, J. G.<br />

Geb. 20 Oct. 1815, Amsterdam.<br />

Over!. 28 Aug. 1874, Amsterdam.<br />

Figuur- en portretschil<strong>de</strong>r.<br />

*Schwartze- Th. van Duyll.<br />

Geb. 20 Dec. 1852, Amsterdam.<br />

Overl. 23 Dec. 1918, Amsterdam.<br />

Leerlinge van haar va<strong>de</strong>r J. G. en G. Max en<br />

Von Lenbach. Vermaard portrettiste en figuurschil<strong>de</strong>res,<br />

ook in pastel.<br />

Schwarz, S. L.<br />

Geb. 28 Juli 1879 te Zutphen.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap en stilleven.<br />

Gelith. affiches.<br />

**Schijffelen, D.<br />

Sebes, P. W.<br />

Geb. 1830, Harlingen.<br />

Overl.?<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Seckel, J. A.<br />

Geb. 23 Dec. 1881, R'dam.<br />

Rott. Aca<strong>de</strong>mie. Stud. te Parijs. Figuur en stilleven.<br />

Segaar, A.<br />

Geb. 14 April 1888.<br />

Autodidact. Landschap, bloemen en portret.<br />

**Selhorst, Ad.<br />

Sen f, L. J.<br />

Geb. 11 Maart 1860, Delft.<br />

Overl.?<br />

Lith. Etser. Landschap.<br />

Sengers, Lo<strong>de</strong>.<br />

Geb. 5 Sept. 1896.<br />

Lessen van Huib Luns, Moulijn en Derksen van<br />

Angeren, Muurschil<strong>de</strong>ringen, mozaiek en grafiek.<br />

Serton van Roswey<strong>de</strong>, P. A.<br />

Geb. 28 Oct. 1888, Utrecht.<br />

Overl. 30 Juni 1914, Utrecht.<br />

Kunstnijverh. School. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Sicking, Henri.<br />

**Sie<strong>de</strong>nburg, W.<br />

**Siegers, F.<br />

Sierig, F. C.<br />

Geb. 12 Maart 1893, Den Haag.<br />

Over!. 19 Oct. 1905, Den Haag.<br />

28<br />

**Simon, J. B. L.<br />

**Sinemus, W.<br />

Singer, W. H.<br />

Geb. 5 Juli 1868 te Pittsburgh (U.S.A.).<br />

Stud. Parijs. Werkte in Noorwegen en te Laren.<br />

Landschapschil<strong>de</strong>r. Sneeuwgezichten.<br />

**Sinnecker, F. W.<br />

*S i x, Willy, Bloemen.<br />

Sjo!lema, D. P.<br />

Geb. 1760, Terbanterschans.<br />

Overl. 1840, Terbanterschans.<br />

Landschappen.<br />

**Sjollema, J. S.<br />

*Slager, Corrie.<br />

Geb. 6 Mei 1883, Den Bosch.<br />

Leerl. van haar va<strong>de</strong>r. Stillevens,<br />

Aquarellen.<br />

Slager, Frans.<br />

Geb. 23 April 1876, Den Bosch.<br />

Leerling v. z. va<strong>de</strong>r. Stadsgezichten<br />

schappen.<br />

*Slager, Jeanette.<br />

Geb. 14 Juli 1881, Den Bosch.<br />

Leerlinge van haar va<strong>de</strong>r en broer.<br />

Bloemen, Stillevens, Kin<strong>de</strong>rportretten.<br />

*Slager-van Gilze, Marie P. A.<br />

Geb. 19 Aug. 1891.<br />

Zelfstudie en lessen v. h. echtgenoot Frans Slager.<br />

Studiereizen naar buitenland. Figuur en landschap.<br />

Slager, P. J. Th.<br />

Geb. 12 Nov. 1871, Den Bosch.<br />

Over!. 8 Febr. 1938 te Den Bosch.<br />

Antw. Aca<strong>de</strong>mie en les v. z. va<strong>de</strong>r P. M. Landschap,<br />

figuur, portretten. Was bij kunston<strong>de</strong>rwijs<br />

werkzaam.<br />

Slager, P. M.<br />

Geb. 4 December 1841, Den Bosch.<br />

Over!. 10 November 1912, Den Bosch.<br />

Kon. School Den Bosch. Portrettist. Leeraar v.<br />

P. <strong>de</strong> Josselin <strong>de</strong> Jong.<br />

***Slager-Velzen, Suze.<br />

Geb. 6 Nov. 1883 te Oostburg.<br />

Les v. haar man P. Slager Jr. en A. B r i ê t.<br />

Brabantsche boerenerven met bloemen en intérieur<br />

van het boerenwoonhuis Elst.<br />

S l e b e, F. J.<br />

Bloemen- en vruchtenstillevens.<br />

BIoemen,<br />

en land-<br />

433


Sleeswijk, A. C.<br />

Geb. 15 Jan. 1870, A' dam.<br />

Rijksacad. A'dam. Stadsgezichten.<br />

Sluiter, J. W. (Willy).<br />

Geb. 24 Mei 1873, Amersfoort.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuurschil<strong>de</strong>r, portrettist,<br />

Landsah. Caricaturist.<br />

Sluizer, Kurt.<br />

Geb. 26 April 1911, A'dam.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie A'dam. Figuurschil<strong>de</strong>r.<br />

**Sluyter, G.<br />

Sluyter, H.<br />

Geb. 16 Juni 1839.<br />

Overl. 26 Febr. 1931.<br />

Acad. A'dam.<br />

Sluyters, Jan C. B.<br />

Geb. 17 Dec. 1881, Den Bosch.<br />

Rijksnormaalschool v. Teekenon<strong>de</strong>rwijs. Rijksac.<br />

Prix <strong>de</strong> Rome. Figuurschil<strong>de</strong>r en portrettist van<br />

beteekenis. Ook stillevens en stadsgeziciit. Lith.<br />

Sluyters Jr., Jan.<br />

Geb.1 Sept. 1914.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Portret, landschap en stadsgezicht.<br />

*Sluyters, Louise Brinks-.<br />

Geb. 14 April 1908, A'dam.<br />

Rijksnormaalschool en Rijksacad. A'dam. Figuur<br />

en landschap.<br />

Smalt, A.S.<br />

Geb. 1852.<br />

Overl. 1930.<br />

Figuur.<br />

*Smeenk-Knap, Jos. A.<br />

Geb. 16 Febr. 1901.<br />

Les v. h. va<strong>de</strong>r. Figuur en portret.<br />

Smeerdijk, A.<br />

Geb. 3 Aug. 1885, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie en H. v. d. Poll. Stillevens,<br />

Landschap, portretten en kerkintérieurs.<br />

Smeet, R.<br />

Geb. 14 Sept. 1905.<br />

Wandschil<strong>de</strong>ringen, glazenier.<br />

Smissaert, Jhr. F. A. E. L.<br />

Geb. 28 Aug. 1862, Den Haag.<br />

Haa 8sche<br />

Teekenaca<strong>de</strong>mie. Figuur en<br />

sc Vp<br />

.<br />

*Smit, G.<br />

Geb. 4 Maart 1883, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Smit, H. F.<br />

434<br />

Land-<br />

***Smit, Ineke.<br />

**Smit Kin,, J.<br />

Smit, W. B.<br />

Geb. 9 Nov. 1860, SIikkerveer.<br />

Smith, Hobbe.<br />

Geb. 7 Dec. 1862, W i t marsum.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r van zee- en riviergezichten.<br />

Ook landschappen.<br />

Smith, Joh.<br />

G e b. 10 Jan. 1900, A'dam.<br />

Landschappen en bloemen.<br />

Smits, J. C.<br />

Geb. 2 Febr. 1823, Den Haag.<br />

Over!. 8 September 1910, Den Haag.<br />

Stads- en dorpsgezichten. Aquarellen.<br />

Smorenberg, D.<br />

Geb. 4 Sept. 1883, Alkmaar.<br />

Landschap. Mo<strong>de</strong>rn <strong>de</strong>coratieschil<strong>de</strong>r.<br />

**Smout, C. A.<br />

*Smul<strong>de</strong>rs, Annie.<br />

Geb. 14 Oct. 18 76, R'dam.<br />

Acad. R'dam. Advies Toorop. Porirettiste.<br />

*Snethlage, W. A.<br />

Geb. 31 Dec. 1890.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Bloemen.<br />

Snoeck, Jhr. J. C.<br />

Geb. 2 Jan. 1881, Den Haag.<br />

Overl. 8 Dec. 1921, Laren.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Intérieurs v. kerken.<br />

**Snij<strong>de</strong>rs, Chr.<br />

Soer, Chr.<br />

Geb. 23 Febr. 1882.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Landschappen.<br />

Soeren, G. J.<br />

Geb. 20 Juni 1859, Amsterdam.<br />

Over!. 9 Maart 1888, Amsterdam.<br />

Dieren.<br />

Soest, L. W. van.<br />

Geb. 5 April 1867, Poerworecjo op Java.<br />

Autodidact. Rivier- en Wintergezichten. Etser.<br />

***Solopub, Leonia.<br />

***Someren-Greve, F. v.<br />

**Soonius, Louis.


*Sorella, geh. m. B. Peizel.<br />

Pseud. v. mevrouw Peizel-Ansingh (zuster v.<br />

Lizzy Ansingh).<br />

Spaling, Johan.<br />

Geb. 3 Juni 1891.<br />

Stilleven en berglandschappen.<br />

*Spanjaard-Spanjaard, R.<br />

Geb. 5 Dec. 1866, Borne.<br />

Leert van E. Frankfort. ort. Bloemen, Portretten.<br />

Speenhoff, J. H.<br />

Geb. 23 Oct. 1869, Kralingen.<br />

Vruchten, bloemen, landschappen. Prentjes bij zijn<br />

liedjes. Vermaard als bard en dichter van levensliedjes.<br />

Spier, Jo.<br />

Geb. 26 Juni 1900 le Zutphen.<br />

Les van B. Stomps, Klaas v. Leeuwen en op <strong>de</strong><br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Atelier Cormon Parijs. Vooral<br />

teekenaar en illustrator.<br />

Spoel, J.<br />

Geb. 19 Oct. 1820, Rotterdam.<br />

Overl. 30 Oct. 1868, Rotterdam.<br />

Leerling van H. W. Schmidt, Historie en portretschil<strong>de</strong>r.<br />

Lith.<br />

Spoor, C. R. H.<br />

Geb. 1867, Den Haag.<br />

Overt. 22 Febr. 1928.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portrettist.<br />

*Spoor, N.<br />

Geb. 24 Mei 1885, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Illustratrice.<br />

**Sprenkels, V. H.<br />

Springer, C.<br />

Geb. 25 Mei 1817, Amsterdam.<br />

Overl. 18 Febr. 1891, Hilversum.<br />

Leert. van J. v. d. Stok, H. C. ten Kate en C.<br />

Karssen. Stadsgezichten. Houtskoolteekeningen.<br />

Lith. Etser.<br />

***Spronck, E.<br />

Spijker, Jan L.<br />

Geb. 9 Oct. 1876, Den Haag.<br />

Overl. 22 Juli 1906.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Stahl, L. A.<br />

**Stainer, L.<br />

Stal, Jacq.<br />

Geb. 13 April 1891.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

28*<br />

I<br />

**Stal, H. J. v. d.<br />

Staller, G. J.<br />

Geb. 2 Jan. 1880.<br />

Aca<strong>de</strong>mie A'dam. Stadsgezichten en f igtmr,<br />

Stamhart, F.<br />

Geb. 27 October 1875, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Zwart en wit.<br />

**Stap, H. N.<br />

**Starrenburg, A. P. W.<br />

**Stauthamer, Cephas.<br />

Steel, H. van.<br />

Geb. 28 Febr. 1856, Waddinxsveen.<br />

Overl.?<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

Steelink, A. G.<br />

Geb. 26 Nov. 1844, A'dam.<br />

Overl.?<br />

Acad. Amsterdam.<br />

Steelink, W.<br />

Geb. 30 April 1826, Amsterdam.<br />

Overl. 1913.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Etser.<br />

Steelink, W.<br />

Geb. 16 Juli 1856, Amsterdam.<br />

Over/. 27 Nov. 1928.<br />

Amsterd. en Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Interieurs<br />

met figuren. Etser.<br />

Steen, Louis v. d.<br />

Geb. 28 Maart 1891.<br />

Autodidact. Bloemen, stilleven en landschap.<br />

**Steene, C. v. d.<br />

Steenhof f, W. J.<br />

Geb. 13 Jan. 1863, Utrecht.<br />

Overl.?<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Publiceer<strong>de</strong> boeken over<br />

schil<strong>de</strong>rkunst. Landschappen. Etser.<br />

**Steenhuis, J. Jelmes.<br />

Steenwijk, H. van.<br />

Geb. 14 Sept. 1864, Amsterdam.<br />

Aristerd. en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Steffelaar v. d. Kerkhoff.<br />

Geb. 22 Jan. 1886.<br />

Bloemen en stilleven.<br />

435


*Steffens, L. E.<br />

Geb. 1841.<br />

Over!. 1865.<br />

Kloosterintérieurs.<br />

**Stein, J. A. W. von.<br />

Stern, W. J. C. J. L.<br />

Geb. 4 Juli 1879, Sluis.<br />

Kunstnijverh. school. Bloemen, Stillevens.<br />

**Sterre <strong>de</strong> Jong, J. F.<br />

Geb. 22 Juni 1866 te A'dam.<br />

Rijksacad. te A'dam. Figuur en landschap.<br />

Steuerwald, J. D.<br />

Geb. 13 April 1805.<br />

Overl. 16 Mei 1869.<br />

Steyn, W.<br />

Geb. 28 Jan. 1914.<br />

Landschap en portret (<strong>voor</strong>al het eerste).<br />

**Stik<strong>voor</strong>t, Koos.<br />

**Stiphout, Th. G. W.<br />

**Stok, C h. v. d.<br />

Stok, G. A. H. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 28 Jan. 1870 te Pelatoengan Java.<br />

Muurschil<strong>de</strong>ringen en gebrand glas. Droge naald.<br />

Lith. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

***Stok, Suze v. d.<br />

Stokvisch, H.<br />

Geb. 6 Febr. 1768, Loenen.<br />

Overl. 1824 te Amsterdam.<br />

Leerling van J. G. Schultz. Landschap met dieren.<br />

*Stolk, A. J. E. van.<br />

Geb. 16 Nov. 1898.<br />

Lessen van verschillen<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs. Portret, figuur,<br />

Iandschap en stilleven.<br />

**Stol k, S. L. v.<br />

**Stolle, H.<br />

***Stolp, Corrie.<br />

Stomps, B. H.<br />

Geb. 6 Jan. 1867, Gouda.<br />

Rijksnormaalschool Amsterdam. Zeegezichten en<br />

bloemen.<br />

***Stoppelaar, C.<br />

**Stordia, P.<br />

436<br />

*Stork-Kruyf f, A. M. (later mevr. v. d.<br />

Werk).<br />

Geb. 19 Nov. 1870, Sassenheim.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portret, Landschap, Intérieur<br />

Etste.<br />

Storm van'sGravesan<strong>de</strong>. Jhr. C.N.<br />

Geb. 21 Jan. 1841, Breda.<br />

Overl.?<br />

Leerling van W. Roelofs en F. Rops. Vooral<br />

graficus.<br />

Storm van'sGravesan<strong>de</strong>, Jhr. L.<br />

Geb. 16 Juni 1861, Vor<strong>de</strong>n.<br />

Overl. 3 Juli 1930, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Kin<strong>de</strong>rportreiten. Miniaturen.<br />

Stortenbeker, C. S.<br />

Geb. 29 Oct. 1838, Den Haag.<br />

Over!. ?<br />

Leerling van P. Stortenbeker en C. Bisschop.<br />

Vogels.<br />

Stortenbeker, J.<br />

Geb. 29 October 1821, Den Haag.<br />

Overl.?<br />

Figuur- en <strong>de</strong>coratieschil<strong>de</strong>r.<br />

Stortenbeker, P.<br />

Geb. 21 April 1828, Den Haag.<br />

Overl. 17 April 1898, Den Haag.<br />

LeerI. van J. Stortenbeker en H. v. d. San<strong>de</strong>-<br />

Bakhuyzen. Dieren.<br />

**Stouthamer, C.<br />

**Straesheim, H. J. P.<br />

***Strathon-v. Gel<strong>de</strong>r, B.<br />

Streurman, G. H.<br />

Geb. 8 Maart 1892 te Helpman.<br />

Leerl. van Molenaar en 0. Eerelmann. Landschap<br />

en Stillevens.<br />

Striening, Jr. J.<br />

Geb. 27 Febr. 1827, Haarlem.<br />

Overl. 3 Jan. 1903, Rotterdam.<br />

Leerling van J. P. Blom. Werkzaam bij Kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

Portrettist.<br />

Stroebel, J. A. B.<br />

Geb. 23 Nov. 1821, Den Haag.<br />

Overl. 21 Aug. 1905.<br />

Leerl. van B. J. v. Hove en H. v. Hove. Binnenhuisschil<strong>de</strong>r.<br />

Etser. Lith.<br />

**Strube, J.


Stry, A. van.<br />

Geb. 31 Dec. 1753, Dordt.<br />

Overt. 7 Maart 1826, Dordt.<br />

Leal. van J. Ponse. Fig. en Intérieur. Etser.<br />

Stry, J. van.<br />

Geb. 2 Oct. 1756, Dordt.<br />

Overt. 4 Febr. 1815, Dordt.<br />

Leert, van A. C. Leus. Landschappen met vee.<br />

Etser.<br />

Stuber, M.<br />

Geb. 9 Mei 1873, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap. Stillevens.<br />

Stuers, Jhr. C. M. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 10 Dec. 1894, Pasoeroean, Java.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Fig. en Stillevens.<br />

Stuers, Jhr. E. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 15 Febr. 1879, Soe rat a ja.<br />

Landschap en Figuur.<br />

*Stuiveling-van Essen, J. L.<br />

Geb. 29 April 1870, Den Haag.<br />

Leert. van Scheurleer.<br />

Sturm, G.<br />

Geb. 12 Aug. 1855 te Weenen.<br />

Overl. 1923 te Wageningen.<br />

Kunstnijverh. school te Weenen. Portrettist en<br />

<strong>de</strong>coratief figuurschil<strong>de</strong>r. Werkz. b. h. kunston<strong>de</strong>rwijs.<br />

Stutterheim, L. Ph.<br />

Geb. 15 Aug. 1873.<br />

Acad. Rotterdam en les v. Jan Stroebel te Den<br />

Haag.<br />

**Stuyvenberg, P. 0.<br />

Suasso, Jhr. A. Lopes.<br />

Geb. 3 Febr. 1855, Amsterdam.<br />

Over!.?<br />

Leert. van H. Texeira <strong>de</strong> Mattos en W. Mais.<br />

Landschappen.<br />

*Suermondt-v, d. Hoeven, S.<br />

Geb. 1869 te Rotterdam.<br />

Over!.?<br />

Leert. v. S. Robertson en R Bisschop. Portrettiste.<br />

*Surie, J.<br />

Geb. 5 Sept. 1879, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur, portretten, bloemen,<br />

stillevens. Etste. Eene <strong>de</strong>r Amst. Joffers.<br />

Swagema kers, Theo.<br />

Werkte te Parijs.<br />

Portretten.<br />

**Swart, T j.<br />

***Swart-Hunziker, Frieda.<br />

**Sijthoff, G. J.<br />

***Sythof f-v. Rijswijk, J. B.<br />

Taanman, J.<br />

Geb. 9 Oct. 1836, Zaandam.<br />

Overt. 2 April 1923, Amsterdam.<br />

Leert. van J. Arents en P. F. Greive. Portretten.<br />

Intérieurs. Etste.<br />

Taanman, W. J.<br />

Geb. 10 Juni 1876, Nee<strong>de</strong>.<br />

Rijksschool Kunstnijverh. Rijksac . A'dam. Landschappen.<br />

**T a d e ma, A. A.<br />

Tadama, F.<br />

Geb. 1871 te Bandar, Sumatra.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Etser. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

* Tadama-Groeneveld, Th. H. B. J.<br />

Geb. 15 Oct. 1872 te Utrecht.<br />

Leert. van W. v. Konijnenburg. Strandgezichten.<br />

Ta<strong>de</strong>ma, Sir L. Alma.<br />

Geb. 8 Januari 1836, Dronrijp.<br />

Overt. 25 Juni 1912, Wiesba<strong>de</strong>n.<br />

Leert. van L. Wappers en van <strong>de</strong> Keyzer en<br />

werkte on<strong>de</strong>r Leys. Etser. Lith. Vermaard historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Takx, A.<br />

Geb. 28 Dec. 1872, Roosendaal N.B.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Dorps- en boschgezichten.<br />

Tamson, G. M.<br />

Geb. 20 Sept. 1873, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overt. 14 Nov. 1939.<br />

Leer!. van Huibers.<br />

Landschappen. Stadsgezichten. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

**T ebben, J. T h. L.<br />

**Teding v. Berkhout, H.<br />

***Teding v. Berkhout-<strong>de</strong> Meyere, W.<br />

Teer4link, A.<br />

Geb. 5 Nov. 1776, Dordrecht.<br />

Overt. 26 Mei 1857, Rome.<br />

Leert. van M. Versteegh en A. Lamme. Ital.<br />

Landschappen.<br />

Teerlink, A. A.<br />

Geb. 16 Jan. 1854, Dordrecht.<br />

Overt. 6 Juli 1908.<br />

Leer!. Rijksschool v. Kunstnijverh. A'dam.<br />

437


**Teeseling, C. G. van.<br />

Teixeira <strong>de</strong> Mattos, H.<br />

Geb. 21 Dec. 1856, Amsterdam.<br />

Overt. 19 Dec. 1908, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Beeldhouwer (portretten,<br />

dieren). Interieur schil<strong>de</strong>r.<br />

Teixeira <strong>de</strong> Mattos, Jos.<br />

Geb. 29 Juli 1892, A'dam.<br />

Leert. v. S. Jessurun <strong>de</strong> Mesquita. Vooral teekenaar.<br />

Figuur en landschap.<br />

Temminck, L.<br />

Geb. 1753, Den Haag.<br />

Overl. 1831, Den Haag.<br />

Portrettist.<br />

*Tepe, Josef a.<br />

Geb. 5 Mei 1884.<br />

BIoemen en stillevens.<br />

**Termote, A. P.<br />

*Terpstra-Rurink, W. M.<br />

Geb. 1863, Lochem.<br />

Rijksacad. A'dam.<br />

Terwey, J. P.<br />

Geb. 11 October 1883, Amsterdam.<br />

Quellinusschool en Rijksaca<strong>de</strong>mie. Decoratief<br />

Landschap. Relig. figuren. Etser. Lith.<br />

**Testas, M. M. <strong>de</strong> Famars.<br />

Testas, W. <strong>de</strong> Famars.<br />

Geb. 30 Aug. 1834, Utrecht.<br />

Overt. 24 Maart 1896, Arnhem.<br />

Leert. van J. E. J. v. d. Berg. Historische fig.<br />

in interieur.<br />

Illustratie. Etser.<br />

*Testas, W.<br />

Geb. 5 November 1876, Amsterdam.<br />

Leert. van J. Hoevenaar Hzn. Mo<strong>de</strong>rn Borduurwerk.<br />

**Teunissen, P.<br />

*** Thalé-Hulst.<br />

Drentsch schil<strong>de</strong>res.<br />

***Thieme, Lucie.<br />

**Thoenies, Carl.<br />

*T hol-Ruysch, A. J. J. van.<br />

Geb. 6 Aug. 1860, Den Hel<strong>de</strong>r.<br />

Leerl. van E. Doors. Stillevens. Binnenhuizen.<br />

Landschappen.<br />

Thol, H. 0. van.<br />

Geb. 28 Dec. 1859, Den Haag.<br />

Overt. 4 Juli 1902, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Winterlandschappen.<br />

438<br />

*Tholen, M.<br />

Geb. 1870, Kampen.<br />

Overt. 19 Juni 1911, Apeldoorn.<br />

Leert. van Gabrid en v. Voerman. Stillevens.<br />

Landschappen.<br />

Tholen, P. H. H.<br />

Geb. te Bo<strong>de</strong>graven 1829 of 1831?<br />

Over!. 8 Dec. 1913, Apeldoorn.<br />

Leert. van Gebr. Hein. Stillevens.<br />

Tholen, W. B.<br />

Geb. 13 Febr. 1860, Amsterdam.<br />

Over!. 5 Dec. 1931, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Schil<strong>de</strong>r van land- en watergezichten.<br />

Etser, Lith. Aluminiumplaatjes.<br />

***T hij n, P.<br />

T h y s e n, C. J.<br />

Geb. 28 Aug. 1867, Rotterdam.<br />

Over!.?<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Hist. fig., portretten.<br />

Tid<strong>de</strong>ns, J. R.<br />

Geb. 2 Febr. 1793, Groningen.<br />

Over!. ?<br />

Kaarslichtles.<br />

Tiele, J. C.<br />

Geb. 8 Juli 1884, Utrecht.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Bloemenschil<strong>de</strong>r.<br />

**Tielens, George.<br />

**Tielens, J.<br />

**Tilburg, K. C. v.<br />

**Timmer, C.<br />

Timmermans, H.<br />

Geb. 6 April 1858, Antwerpen.<br />

Stud. Acad. Antw. on<strong>de</strong>r V erlat.<br />

***Timmermans-Viertelkousen,<br />

J. H.<br />

**Timmers, Adr.<br />

**Timmers, Fr.<br />

Tom, J. B.<br />

Geb. 4 Maart 1813, Boskoop.<br />

Overt. 18 Juli 1894, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Leerl. van P. v. Os en A. Schelf hout. Wei<strong>de</strong>n mei<br />

run<strong>de</strong>ren. Hei<strong>de</strong>. Etser.<br />

Tomkins, D.<br />

Geb. 24 Mei 1880 te Deventer.<br />

Illustreert kin<strong>de</strong>rboeken met houtsne<strong>de</strong>n<br />

teekeningen.<br />

of pen


Tonge, L. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 24 Febr. 1871, Amsterdam.<br />

Overl. 11 Dec. 1937, Laren.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Binnenhuis met figuur.<br />

Tongeren, J. v.<br />

Geb. 28 Juni 1897.<br />

Leerl. v. Klaas v. Leeuwen en <strong>de</strong> Rijksnormaalschool.<br />

Landschap en stilleven.<br />

**Tonneyck, R. P.<br />

*Toorop, Ch.<br />

Geb. 24 Maart 1890, Katwijk.<br />

Dochter v. Jan Toorop. Figuursclu'l<strong>de</strong>res.<br />

Toorop, J. Th. (Jan).<br />

Geb. 20 Dec. 1858, Poeru'oredjo, Java.<br />

Overl. 3 Maart 1928, Den Haag.<br />

Pol. School. Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie, naar alle zij<strong>de</strong>n<br />

begaafd meester, portrettist, monumentaal schil<strong>de</strong>r,<br />

glazenier en graficus.<br />

***T o t h, E.<br />

**Trautwein, K.<br />

*Treub-Boellaard. C.<br />

Geb. 1879, Nijmegen.<br />

Leerl. van P. Rink. Landschap.<br />

Trigt, H. A. van.<br />

Geb. 22 Oct. 1829, Dordt.<br />

Overl. 6 Juni 1899, Heilo.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Historiestukken. Aquarellen.<br />

Troelstra, Jelle.<br />

Geb. 17 Jan. 1891, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Leerl. v. W. Schuhmacher. Figuur, landschap,<br />

stilleven.<br />

Tromp, J. Zoetelief.<br />

Geb. 13 Dec. 1872, Batavia.<br />

Overl. ?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Binnenhuis.<br />

Troostwijk, W. J. van.<br />

Geb. 28 Mei 1782 te Amsterdam.<br />

Overl. 20 Sept. 1910 te Amsterdam.<br />

Leerl. van A. Andriessen. Landschappen. Stadsgezichten.<br />

Etser.<br />

***T rijnes, L.<br />

Turken, H.<br />

Geb. 10 Dec. 1791, Eindhoven.<br />

Overl. ?<br />

Portrettist.<br />

Tussenbroek, 0. van.<br />

Geb. 5 Febr. 1882, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Landschappen. Stillevens. Wijd<strong>de</strong> zich in latere<br />

jaren aan <strong>de</strong> kunstnijverheid.<br />

Tutein Nolthenius, B. C. J.<br />

Geb. 5 Nov. 1851, A' dam.<br />

Overt. ?<br />

Les v. Lef ébre, Boulanger en Harpiynies.<br />

**Tuynman, L.<br />

T yssen, J. v. Vucht.<br />

Gcb. 5 Sept. 1884, Nijmegen.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Portrettist, Fig. in interieurs.<br />

Tijssen, N.<br />

Geb. 2 April 1898.<br />

Stadsgezichten, landschap, stillevens.<br />

**Tijssen, W.<br />

**U h I, J.<br />

Uiterwaal, S.<br />

Geb. 8 Jan. 1809.<br />

Figuur.<br />

Urk, Kees v.<br />

Geb. 26 Maart 1895.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap, figuur (religieus).<br />

**Utterwaal, J.<br />

***Uyl<strong>de</strong>rt-Mayer, Lotte.<br />

***Vaillant, H.<br />

**V a k e n, G. v. d.<br />

Valk, A. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 24 April 1884, Delft.<br />

Haagsche en Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Etser. Lith.<br />

Valk, M. W. v. d.<br />

Geb. 16 Dec. 1857, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Stillevens.<br />

Etser. Lith.<br />

**Valk, H.<br />

**Val k, W.<br />

Valkema Blouw, J. P.<br />

Geb. 23 Oct. 1884, Haarlem.<br />

Landschap, bloemen, stillevens. Wajangpoppen.<br />

Etser. Lith.<br />

*Valkema-Hermann, M.<br />

Geb. 18 April 1880. Soekamadjoe. Java.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten. Bloemen.<br />

Valkenburg, H.<br />

Geb. 8 Sept. 1826, Deventer.<br />

Overt. 29 Oct. 1896 te Laren.<br />

Intérieurs. Boerenleven.<br />

439


Valois, J. Fr.<br />

Geb. 1778 te Paramaribo.<br />

Overt. 7 Dec. 1833, Den Haag.<br />

Landschappen. Stadsgezichten.<br />

**Valstar, J.<br />

*Varenhorst..Schenck, G. G.<br />

Geb. 23 Jan. 1858, Kampen.<br />

Overt.?<br />

Rijksnormaalschool Amsterdam. Stillevens. BIoemen.<br />

Etste.<br />

*Veegens, A.<br />

Geb. 25 Jan. 1850.<br />

Portret en stilleven.<br />

**Veen, D r. H.<br />

**Veen, G. J. v. d.<br />

Veen, K. J. van.<br />

Geb. 23 Aug. 1898, Rotterdam.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stillevens. Landschappen.<br />

Portret. Intérieur.<br />

*Veer, E. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 23 Juni 1887, Schoonhoven.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret. Illustratrice.<br />

**Veer, J. L. ter.<br />

Veerman, Jaap.<br />

Geb. 7 Juni 1902.<br />

Stilleven.<br />

Vel<strong>de</strong>, C. W. M. v. d.<br />

Geb. Dec. 1818, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Overt. 20 Maart 1898 te Besancon.<br />

Vel<strong>de</strong>, H. v. d.<br />

Geb. 14 Jan. 1896, A'dam.<br />

Leer!. v. H. M. Krabbé. Stud. te Parijs en<br />

Florence.<br />

Vel<strong>de</strong>n, P. v. d.<br />

Geb. 5 Mei 1837, Rotterdam.<br />

Over!. 1915.<br />

Leermeester van Suze Robertson. Visschersleven.<br />

Lith.<br />

Veldheer, J. G.<br />

Geb. 4 Juni 1866, Haarlem.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Grafisch meester.<br />

**Veldhuizen, J. v.<br />

Ven, E. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 12 Nov. 1866, Den Bosch.<br />

Teekenschool Den Bosch. Landschap. Stillevens.<br />

440<br />

**Ven, Paul v. d.<br />

**Verbeek, A. W.<br />

**Verboog, E.<br />

**Verburg, H.<br />

**Verburg, H. M.<br />

Verdonk, F. W.<br />

Geb. 1903.<br />

Portret en stilleven.<br />

**Vergeer, J. N. A.<br />

**Verheul, Jr., D.<br />

***Verheus, Marg.<br />

Verheyen, J. H.<br />

Geb. 22 Dec. 1778, Utrecht.<br />

Overl. 16 Jan. 1846.<br />

Stadsgezichten.<br />

**Verheyen, Jos.<br />

**Verhoeven, K.<br />

Verhoeven, L.<br />

Geb. 11 Oct. 1883, Dordt,<br />

Bloemen en Stillevens.<br />

**Verhorst, A.<br />

**Veringa, J.<br />

Verka<strong>de</strong>, J.<br />

Geb. 18 Sept. 1868, Zaan da m.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Stillevens.<br />

Muurschil<strong>de</strong>ringen. Werd Benedictijner monnik.<br />

Verkerk, H. M. G.<br />

Geb. 9 Oct. 1880, Amersfoort.<br />

Leerling van W. SteeIink en P. P. Schied es.<br />

Landschappen. Stillevens.<br />

**Verkoren, L.<br />

Verleur, A.<br />

Geb. 1876 te Amsterdam.<br />

Leiding v. W. Mais en Th. <strong>de</strong> Bock. Landschappen.<br />

***Verman<strong>de</strong>, W.<br />

Vermeulen, A.<br />

Geb. 23 Maart 1763, Dordt.<br />

Over!. 6 Juli 1814, Amsterdam.<br />

Leer!. van zijn va<strong>de</strong>r C. Vermeulen.<br />

Landschappen. Wintergezichten.


Vermeulen, M.C.T.<br />

Geb. 19 Jan. 1868, Tilburg.<br />

Leert. Rijksnorm. v. T. 0.<br />

*Vermijne, J.<br />

Geb. 30 April 1886, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten.<br />

**Verschuren, A. J. J.<br />

Verschuur, W.<br />

Geb. 11 Juni 1812, Amsterdam.<br />

Over!. 4 Juli 1874, Vor<strong>de</strong>n.<br />

Leerl. v. P. G. v. Os. Leermeester van Mauve.<br />

Paar<strong>de</strong>n en stalintérieurs. Lith.<br />

Versluys, A.<br />

Geb. 7 Maart 1893.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret.<br />

Versteeg, J. A.<br />

Geb. 22 Mei 1877, Giesendam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Bloemstukken.<br />

**Versteeg, L. P.<br />

Versteegh, M.<br />

Geb. 30 Augustus 1756, Dordt.<br />

Over!. 14 Nov. 1863, Dordt.<br />

Paar<strong>de</strong>n en intérieurs.<br />

Verster, F. H.<br />

Geb. 9 Juni 1861, Lei<strong>de</strong>n.<br />

Over!. 21 Jan. 1927 aldaar.<br />

Leerling van Breitner. Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Schil<strong>de</strong>r van beteekenis. Vooral stillevens. Etste<br />

en Lith.<br />

Verstijnen, H. C. G. M.<br />

Geb. 9 Juli 1882, Soekaboemi.<br />

Dieren en planten. Lith.<br />

Vertin, P. G.<br />

Geb. 21 Maart 1819, Den Haag.<br />

Over!. 14 Sept. 1893, Amsterdam.<br />

Leert. van B. J. v. Hore. Stadsgezichten. Etser.<br />

Lith.<br />

Verveer, E.<br />

Geb. 19 April 1826, Den Haag.<br />

Overl. 24 Aug. 1909, Den Haag.<br />

Leert. van S. L. Verveer. Visschersleven.<br />

Verveer, S. L.<br />

Geb. 30 Nov. 1813, Den Haag.<br />

Overl. 5 Jan. 1876, Den Haag.<br />

Leert. van B. J. v. Hove. Zeegezichten.<br />

Stillevens.<br />

Etser.<br />

Verwey, Kees.<br />

Geb. 20 April 1900, A'dam.<br />

Leert. v. H. F. Boot en v. d. Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

Stadsgezichten, landschap en stilleven.<br />

Verwey van U<strong>de</strong>nhout, L.<br />

Geb. 2 Oct. 1884, Sidohardjo, Java.<br />

Overl. 4 October 1913, Maarssen.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten. Etser.<br />

Veterman, Ed.<br />

Geb. 9 Nov. 1901.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Tooneel<strong>de</strong>cors, portretten,<br />

figuur.<br />

Veth, Cornelis.<br />

Neef van Jan Veth.<br />

Caricaturist en criticus.<br />

Veth, Dr. Jan P.<br />

Geb. 1864 te Dordt.<br />

Over!. 1 Juli 1925, A'dam.<br />

Rijksacad. A'dam. Portretschil<strong>de</strong>r van beteekenis.<br />

Etate, Lith. Belangrijk schrijven over kunst.<br />

Vettewinkel Dzn., H.<br />

Geb. 20 Oct. 1809, Amsterdam.<br />

Overl. 8 Mei 1878, Amsterdam.<br />

Schepen.<br />

Viegen, Jos.<br />

Stadsgezicht en figuur. Schreef on<strong>de</strong>r pseudomiem<br />

verzen.<br />

Vincent, L. A.<br />

Geb. 1812.<br />

Over!. 1842.<br />

Leerl. van B. J. v. Hove en C. Kruseman. IIIustrator.<br />

Vinger, B. L.<br />

Geb. 15 Dec. 1881.<br />

Les v. D. Lako. Illustrator.<br />

*Vinger, Truus.<br />

Geb. 10 Maart 1903.<br />

Opgeleid door haar va<strong>de</strong>r. Illustratrice.<br />

Vis, D.<br />

Geb. 8 Juli 1906, Ne<strong>de</strong>rhorst <strong>de</strong>n Berg.<br />

Stilleven en intérieur.<br />

Vis, H.<br />

Geb. 28 Febr. 1883, Zaandam.<br />

Leert. van Arents. Schepen en landschap.<br />

**Visscher, R.<br />

Visser Jr., J.<br />

Geb. 18 Oct. 1856, Groningen.<br />

Overl. 3 Dec. 1938 te Aer<strong>de</strong>nhout.<br />

Acad. „Minerva" Groningen. Werkz. b. Kunston<strong>de</strong>rw.<br />

Uitmuntend portretlithograaf. Figuur en<br />

stilleven.<br />

Visser, J.<br />

Geb. 18 Maart 1879, Alkmaar.<br />

Teekenschool <strong>voor</strong> Kunstnijverheid. Landschap,<br />

portretten. Etser.<br />

441


Visser, L.<br />

Geb. 7 Sept. 1880, Amsterdam.<br />

Leert. van G. Westermann en J. Visser Jr. Decoratieve<br />

werken. Lith.<br />

**Visser, P. <strong>de</strong>.<br />

Visser, Tj.<br />

Geb. 12 Dec. 1876, Workum.<br />

Normaalschool, Amsterdam. Beeldhouwer. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

*Vista, Tula di.<br />

Geboren in Portugal.<br />

Portret en landschap.<br />

**Vlaan<strong>de</strong>ren, André.<br />

Illustrator.<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren, J.<br />

Geb. 15 Aug. 1867, Kralingen.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap. Bloemen. Etser.<br />

*Vlielan<strong>de</strong>r Hein, M. J. M.<br />

Geb. 6 Sept. 1891.<br />

Lessen van mej. C. v. d. Hart en raad v. W. Marls<br />

Jacobzn. en Bluch Schregel. Stilleven.<br />

Vliet, Ger. v.<br />

Geb. 10 Dec. 1880, A'dam.<br />

Rijksnorm. T. 0. Landschap en stadsgezicht.<br />

V l i s t, L. v. d.<br />

Geb. 11 Mei 1894 te Numansdorp.<br />

Leerl. v. W. v. d. Nat en W. <strong>de</strong> Zwart en v. d.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stillevens.<br />

Vlijmen, Bernard van.<br />

Geb. 23 Oct. 1895, Den Haag.<br />

Rijksnormaalsch. en Rijksac. A 'dam. Teek.<br />

Portretten.<br />

**Vlij men, J. v.<br />

Vlijmen, Koos van.<br />

Geb. 15 Juli 1909.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Werkte in Frankrijk en Italië.<br />

Voerman, Jan.<br />

Geb. 23 Jan. 1857, Kampen.<br />

Overl. 25 Maart 1941.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschappen en bloemstillevens. Zijn riviergezichten<br />

en wei<strong>de</strong>n met vee kregen vermaardheid.<br />

Voerman Jr., J.<br />

Geb. 23 Jan. 1890.<br />

Leerling van zijn va<strong>de</strong>r. Vooral lithogr. van<br />

bloemen.<br />

Vogel, C. J. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 29 Dec. 1824, Dordt.<br />

Overl. 9 Mei 1879, Dordt.<br />

Landschappen.<br />

442<br />

v.<br />

Vogel, H. P.<br />

Geb. 27 Nov. 1833.<br />

Overt. 5 Jan. 1886.<br />

Leerling van Fromberg.<br />

Vogel, J. G.<br />

Geb. 25 Juni 1828, Hooge Zwaluwe.<br />

Overl. 15 Mei 1915, Velp.<br />

Leert. van A. Schelf hout. Landschappen.<br />

*Vogel-Rooseboom, H. C. J. W.<br />

Geb. 23 Oct. 1843, Den Haag.<br />

Overt. 26 Dec. 1896, Den Haag.<br />

Leert. van haar va<strong>de</strong>r N. Rooseboom. Bloemen.<br />

**Vogel, L. <strong>de</strong>.<br />

Vogelaar, J.<br />

I Geb. 23 Nov. 1865, Dinteloord.<br />

Overl.?<br />

Les van J. v. Looy. Landschappen.<br />

**Vogtschmidt, J.<br />

**Volkers, A.<br />

**Volkhemer, M.<br />

V o l m a r, H. W. N.<br />

Geb. 26 Dec. 1881.<br />

Over!. 1921.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Etser.<br />

**Volmer, W.<br />

**V o l z, D. H.<br />

**Voogd, G. A. A. d e.<br />

**V o o g t, J. C.<br />

Voogt, Kees <strong>de</strong>.<br />

Geb. 12 Dec. 1893.<br />

Aca<strong>de</strong>mies Rotterdam en Munchen. Landschap,<br />

stilleven en stadsgezicht.<br />

Voor<strong>de</strong>n, A. W. van.<br />

Geb. 25 Nov. 1881 te Rotterdam.<br />

Overt. 2 Oct. 1921, Rotterdam.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stads- en havengezichten,<br />

**Voorn, A. J.<br />

*Voorthuyzen-v. Hove, H. var..<br />

Geb. 6 Sept. 1861, Den Haag.<br />

Over!. 18 Dec.1918, A'dam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

**Vos, Ch.<br />

**Vos F. <strong>de</strong>.


**Vos, Henri.<br />

Vos, Hubert.<br />

Geb. 17 Febr. 1855, Maastricht.<br />

Overt.?<br />

Had in Amerika een succesvolle Ioopbaan. Portretten.<br />

*Vos, M.<br />

Geb. 21 Dec. 1824, Amsterdam.<br />

Overl.11 Jan. 1906, Oosterbeek.<br />

Leert. van P. Kiers. Stillevens. Vooral bloemen.<br />

Etste.<br />

**Voskull, J. J.<br />

Voskuyl, H.<br />

Geb. 10 April 1893.<br />

Autodidact.<br />

**Voskuyl, Jeroen.<br />

Vossen, Andr. v. d.<br />

Geb. 26 Febr. 1893, Haarlem.<br />

School v. Kunstnijverh., Graficus.<br />

Vree<strong>de</strong>nburgh, C.<br />

Geb. 25 Aug. 1880, Woer<strong>de</strong>n.<br />

Leerl. van Roermeester, A. Roelofs. Landschappen.<br />

Etst.<br />

Vree<strong>de</strong>nburgh, G.<br />

Geb. 26 Maart 1849, Nieuwerbrug.<br />

Overl.?<br />

Portret, Landschap, Stillevens, Tooneel<strong>de</strong>cor.<br />

Vree<strong>de</strong>nburgh, Gijsb.<br />

Geb. 6 Maart 1876, Woer<strong>de</strong>n.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Brussel. Aquarellen.<br />

Vree<strong>de</strong>nburgh, Jr. G.<br />

Geb. 28 Oct. 1873, Woer<strong>de</strong>n.<br />

Brusselsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

Vree<strong>de</strong>nburgh, H.<br />

Ceb. 20 April 1887, Woer<strong>de</strong>n.<br />

Landschap. Stillevens.<br />

*Vree<strong>de</strong>nburgh-Schotel, M.<br />

Geb. 10 Dec.1884, Sitoebondo, Java.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Vries, A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 13 Febr. 1841, Amsterdam<br />

Over!. Dec. 1872, Haarlem.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Vries, Jr. B. A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 2 Mei 1868, A'dam.<br />

Overt. 25 Maart 1906.<br />

Rijksacad. Stillevens.<br />

Vries, D. <strong>de</strong>.<br />

Ceb. 21 Juli 1895, Utrecht.<br />

Haart. Kunstnijverh. School. Etser. Lith. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Vries, Hendrik <strong>de</strong>.<br />

Geb. 17 Aug. 1896.<br />

Autodidact. Figuur en landschap.<br />

**Vries, Henk <strong>de</strong>.<br />

**Vries, Joh. <strong>de</strong>.<br />

**Vries J r., R. W. P. <strong>de</strong>.<br />

Graficus en criticus.<br />

*Vries, S. C. Henriette <strong>de</strong>.<br />

Geb. 29 Mei 1867, A'dam.<br />

Leer!. Rijksnorm. school en Rijksacad. Figuur.<br />

Etst.<br />

Vrint, C. C.<br />

Geb. 21 Jan. 1870, A'dam.<br />

Leert. Haagsche Acad.<br />

V r o l y k, J. M.<br />

Geb. 1 Febr. 1846, Den Haag.<br />

Over!. 2 Sept. 1896, Den Haag.<br />

Leerl. van P. Stortenbeker. Schil<strong>de</strong>r v. dieren,<br />

wei<strong>de</strong>n met vee. Etser.<br />

Vrijthof f, Jhr. A. J. Th.<br />

Geb. 18 Sept. 1863, Maastricht.<br />

Overl.11 Juli 1924.<br />

Romantisch Landschap.<br />

Vuuren, J. van.<br />

Geb. 26 Jan. 1871, Molenaarsgraaff. .<br />

Leerling van Dysselhof. . Boschgezichten. Ou<strong>de</strong><br />

Stadjes.<br />

**Vijlbrief, P.<br />

*Vijzel, Constance van <strong>de</strong>.<br />

Geb. 20 April 1882, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

*Vijzel, Ida v. d.<br />

Geb. 10 Aug. 1880, Hilversum.<br />

Leert. Rijksacad. A'dam.<br />

Waay, N. van <strong>de</strong>r.<br />

Geb. 15 Oct. 1855, Amsterdam.<br />

Over!. 18 Dec. 1936.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Hoogleeraar Rijksacad.<br />

A'dam. Portret, landschap en figuur. Weesmeisjes.<br />

**Waegeningh, Leo v.<br />

Landschap.<br />

443


Waereld, E. F. v. d.<br />

Geb. 18 Oct. 1857, Amsterdam.<br />

Overl.?<br />

Leerling van Bing. Etser van Stadsgezichten.<br />

**Wagemaker, A.<br />

**Wagemaker, Janus.<br />

**Wagenaar, W.<br />

W al, H. A. v. d.<br />

Geb. 29 Juni 1882.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Landschap.<br />

**Walchren, P. M.<br />

Waldorp, A.<br />

Geb. 22 Maart 1803, Den Haag.<br />

Overt. 12 Oct. 1866, Amsterdam.<br />

Binnenhuizen, portretten, kerkintérieurs, riviergezichten.<br />

Lith.<br />

Wall, W. R. v. d.<br />

Geb. 1756.<br />

Overl. 1813.<br />

Leermeester van Kobell. Dieren.<br />

Wall Perné, G. v. d.<br />

Geb. 18 Mei 1877, Apeldoorn.<br />

Overl. 28 Dec. 1911.<br />

Rijksnormaalschool. Decoratief landschap en<br />

figuur. Ook graficus.<br />

W a l l e, W. A. v. d.<br />

Geb. 15 Mei 1906.<br />

Rijksnormaalschool A'dam. Decoratief figuur,<br />

glazenier en graficus.<br />

**Walrecht, B.<br />

**Walstra, H.<br />

*Wandscheer, M.<br />

Geb. 19 Nov. 1856, Amsterdam.<br />

Overl. 18 Sept. 1936, E<strong>de</strong>.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en stilleven. Etste.<br />

Waning, C. A. van.<br />

Geb. 26 Juli 1861, Den Haag.<br />

Overl. 27 Oct. 1829, Den Haag.<br />

Leerl. van Bosboom. Riviergezichten.<br />

*Waning.Stevels, M. van.<br />

Geb. 2 Dec. 1874, Gorkum.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portretten, dieren en stillevens.<br />

Waning, M. van.<br />

Geb. 1888, Den Haag.<br />

Landschappen. Portretten. Lith.<br />

**Warf f emius, E.<br />

444<br />

***Warmelo-Russell, A. M. v.<br />

*Wartena, Fr.<br />

Geb. 28 Juli 1857, Akkrum.<br />

Overl.?<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Binnenhuizen.<br />

*Wasch, J.<br />

Geb. 31 Oct. 1886, Rotterdam.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Leerl. van Zilcken en<br />

Roelofs. Portretten. Stillevens.<br />

Wassenaar, W. A.<br />

Geb. 14 Dec. 1873, Katwijk aid. Rijn.<br />

Leerling van Toorop. Landschappen. Etser.<br />

*Wassink, C. E.<br />

Geh. geweest m. Mr. N. J. Vonck.<br />

Geb. 2 Maart 1891, A'dam.<br />

Les v. H. M. Krabbe'.<br />

***Waterschoot v. d. Gracht,<br />

Giséle.<br />

Wattez, J. H.<br />

Geb. 31 Juli 1882, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Leerl. van W. Schutz.<br />

**Wed<strong>de</strong>pohl, C. H.<br />

Weegewijs, H.<br />

Geb. 7 Jan.1875, Nieuwer-Amstel.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stillevens. Etser.<br />

W e e l e, H. J. v. d.<br />

Geb. 13 Januari 1852, Mid<strong>de</strong>lburg.<br />

Overl. 2 Dec. 1930.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap met koeien.<br />

Ploegen<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n. Etser.<br />

Weeme, B. H. ter.<br />

Geb. 28 April 1880.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en stillevens.<br />

Weeme, Th. ter.<br />

Geb. 27 Juli 1868, Nieuwer AmsteI.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Stillevens.<br />

Figuren.<br />

Weeshoff, Dirk.<br />

Geb. 1825.<br />

Overl. 1886.<br />

Bloemen.<br />

Weezel Errens, A. v.<br />

Geb. 8 Juli 1866.<br />

Overl.?<br />

Werkz. bij 't on<strong>de</strong>rwijs.<br />

**Wei<strong>de</strong>ma, Fed<strong>de</strong>.<br />

Wei<strong>de</strong>n, Mathé, P. J. v. d.<br />

Geb. 27 Juni 1890.<br />

School <strong>voor</strong> kunstnijverh. Haarlem. Portret, stilleven<br />

en <strong>de</strong>coratief werk.


Weissenbruch, Is.<br />

Geb. 27 Aug. 1826, Den Haag.<br />

Overl.13 Nov. 1912.<br />

Houtgraveur.<br />

Weissenbruch, Jan.<br />

Geb. 18 Maart 1822, Den Haag.<br />

Over!. 15 Febr. 1880, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Stadsgezichten. Etser. Lith.<br />

Weissenbruch. J. H.<br />

Geb. 30 Nov. 1824, Den Haag.<br />

Overl. 14 Maart 1903, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Duingezichten. Etser.<br />

Weissenbruch J. Hz., W.<br />

Geb. 14 Febr. 1864, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Stillevens.<br />

Etser.<br />

Weitkamp, J. H.<br />

Geb. 12 Juni 1834, Rotterdam.<br />

Overt.?<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Boerenleven, Etste en Lith.<br />

Welie, A. van.<br />

Geb. 18 Dec. 1866 te Affer<strong>de</strong>n er<strong>de</strong>n Geld.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Internationaal portrettist.<br />

Wenckebach, L. 0.<br />

Geb. 16 Juni 1895, Heerlen.<br />

Kunstnijverh. school Haarlem. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Hoogleeraar Boetseeren a. d. T. H. te Delft.<br />

Wenckebach, L. W. R.<br />

Geb. 12 Jan. 1860, Den Haag.<br />

Overt. 25 Juni 1937 te Santpoort.<br />

Leert. van D. v. Lokhorst. Amsterd. Stadsgezichten.<br />

Etser. Lith.<br />

Wenning, Y. H.<br />

Geb. 26 Sept. 1879, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Ook graficus.<br />

**Werk, W. M. v. d.<br />

***Werk-K r u y f f, A. Mar. v. d.<br />

**Werkman, H. N.<br />

Werner, Frans.<br />

Geb. 7 April 1879.<br />

Les v. Bart v. Hove.<br />

Wervelman, Jan.<br />

Geb. 9 Mei 1901.<br />

Acte M. 0. Teekenen. Portret en landschap.<br />

**Wesselaar, H.<br />

Wesseling, H. J.<br />

Geb. 26 Febr. 1881, Haarlem.<br />

Leert. van Fr. Loots. Portrettist. Bloemen. Stillevens.<br />

Landschap.<br />

West, J. H. van.<br />

Geb. 30 Sept. 1803, Den Haag.<br />

Over!. 1881, Den Haag.<br />

Leert. van C. Kruseman. Intérieurs.<br />

Westenberg, P. G.<br />

Geb. 1791, Nijmegen.<br />

Over!. 16 Dec. 1873, Brummen.<br />

Leert. van J. Huiswit. Stadsgezichten.<br />

**Westerdorp-Osieck, B.<br />

Geb. 29 Dec. 1880, A'dam.<br />

Leer!. v. Lizzy Ansingh en Rijksacad. Stilleven,<br />

portret, figuur, reisschetsen. Etst.<br />

Westerbeek, C.<br />

Geb. 13 April 1844, Sassenheim.<br />

Over!. 22 Oct. 1903, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap met koeien.<br />

Westermann, G. B. J.<br />

Geb. 25 Dec. 1880, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Romantisch figuur- en landschapschil<strong>de</strong>r.<br />

Ook paar<strong>de</strong>n. Illustreer<strong>de</strong>.<br />

Westerwoudt, J. B. A. H.<br />

Geb. 20 Dec. 1849, Amsterdam.<br />

Overt. 2 April 1906, Arnhem.<br />

Amsterd. en Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Stadsgezichten.<br />

Wetering- <strong>de</strong> Rooy, J. E. v. d.<br />

Geb. 7 Aug. 1877 te Woudrichem.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Stadsgezichten.<br />

Weyand, J. G.<br />

Geb. 8 Maart 1886, Amsterdam.<br />

Rijkschool v. Kunstnijverheid en Rijksacad.<br />

Portret, figuur en stilleven. Ook glazenier.<br />

Wegers, B. W.<br />

Geb. 11 Mei 1866, Kampen.<br />

Leert. v. W. B. Tholen. Stilleven.<br />

W e y n s, J. H.<br />

Geb. 6 Dec. 1864, Zwolle.<br />

Rijksnormaalschool. Landschap en portret.<br />

*Wichers Wierdsma, R. M.<br />

Geb. 30 Oct. 1891 te Franeker.<br />

Larensche Kunstschool. Droge naal<strong>de</strong>n. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Lith.<br />

445


Wichmann, E.<br />

Geb. 11 Aug. 1890, Utrecht.<br />

Overl.?<br />

Leert. v. Von Kreyfeldt en v. d. Laars. Houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Kopergravures. Lith. Etser.<br />

Wiegers, J.<br />

Gcb. 31 Juli 1893, Kommerzijl.<br />

Gron. en Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Portret en stilleven<br />

en grafiek.<br />

Wiegersma; H. J. M.<br />

Geb. 7 Oct. 1891.<br />

Autodidact.<br />

Figuur, landschap en glasbran<strong>de</strong>r.<br />

**Wiegman, G.<br />

Wiegman, J.<br />

Geb. 11 Febr. 1884, Zwolle.<br />

Leerl. van T j. Bottema. Illustreert kin<strong>de</strong>rboeken.<br />

Wiegman, M.<br />

Geb. 31 Mei 1886, Zwolle.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Stilleven. Figuurstukken<br />

met relig. on<strong>de</strong>rwerpen, muurschil<strong>de</strong>ringen. Lith.<br />

**Wiegman, P.<br />

**Wiegmans, Willem.<br />

Geb. 28 Oct. 1892.<br />

Kerkelijke sierkunst.<br />

Wierink, B. W.<br />

Geb. 4 Jan. 1856, Amsterdam.<br />

Overl.?<br />

Leerl. van N. A. C. Dekker. Batikt. Illustreert.<br />

Lith.<br />

Wiersma, Ids.<br />

Geb. 21 Juni 1878.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Vooral teekenaar en graficus.<br />

Wiertz, H. F.<br />

Geb. 7 Oct. 1784, Amsterdam.<br />

Overl. 1858, Nijmegen.<br />

Leerl. van J. Lauwers, J. <strong>de</strong> Frey. Stillevens<br />

(Schelpen).<br />

**Wiertz, H. L.<br />

Wiggers, D.<br />

Geb. 26 Maart 1886, Amersfoort.<br />

Overf. 15 Febr. 1933.<br />

Rottend. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen, <strong>voor</strong>al vergezichten<br />

in Gel<strong>de</strong>rf.<br />

**Wiggers, Karel.<br />

**Wigmans, W.<br />

446<br />

**W il<strong>de</strong>nhain, F. R.<br />

**Wildschut, George.<br />

*Willebeek le Mair, H.<br />

Geb. 23 April 1889, Rotterdam.<br />

Leerl. van Maasdijk en Ezerman. Illustratrice.<br />

**Willeboordse, Marie.<br />

**Willemse, C. N.<br />

**Willemsen, Wilh. A.<br />

Willemsz., Melle.<br />

Geb. 23 Oct. 1887, A'dam.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Stud. ook te Parijs.<br />

Willerding, K. J.<br />

Opgeleid door H. v. d. PoeL Zijn i<strong>de</strong>aal is eery<br />

schil<strong>de</strong>rij, dat door ie<strong>de</strong>reen genoten kan wor<strong>de</strong>n.<br />

*Willigen, C. A. v. d.<br />

Geb. 7 Mei 1850, Haarlem.<br />

Overt. 1 Aug. ,1931 Laren.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Bloemen.<br />

Willink, A. C.<br />

Geb. 7 Maart 1901 te A'dam.<br />

Gewerkt te Berlijn on<strong>de</strong>r Prof. H. Balutchek.<br />

Later te Parijs. Stilleven, landschap en figuur.<br />

***Willink, M.<br />

Willink, W. E. J.<br />

Geb.1 Sept. 1867.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

**Windhausen, Paul.<br />

**Windhorst, J. C.<br />

Windt, G. C. L.<br />

Geb. 1 Sept. 1869, Den Haag.<br />

Aca<strong>de</strong>mie Den Haag. Landschappen.<br />

Windt, Ph.<br />

Geb. 4 Sept. 1847, Den Haag.<br />

Overl. Sept. 1921, Den Haag.<br />

Figuur.<br />

Windt, C. v. d.<br />

Geb. 22 Aug. 1877, Brussel.<br />

Etser.<br />

Windt, L. v. d.<br />

Geb. 1878, Brussel.<br />

Oval. 11 Aug. 1916.<br />

Etser.<br />

Wingen, Edmond.<br />

Limburger.<br />

**Wipkoop, J. W. v.


Wins, J. W. M.<br />

Geb. 1881, Makassar Celebes.<br />

Leer!. van C. Nuys en Schutz.<br />

Aquarellen en houtsne<strong>de</strong>n.<br />

Winter, A. H.<br />

Geb. 1800 te Utrecht.<br />

Overt. 28 Mei 1861, Amsterdam.<br />

Leert. van P. C. Won<strong>de</strong>r.<br />

Portret. Etser. Lith. Dieren.<br />

Winter, A. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 28 Mei 1882, Utrecht.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Bloemen. Lith.<br />

Wirtz, W.<br />

Geb. 1888, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Decorat. ontwerpen <strong>voor</strong> boek- en reclamekunst.<br />

Wissel, A. v. d.<br />

Geb. 1865 op Marken.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen.<br />

**Wit, J. <strong>de</strong>.<br />

Witjens, W.<br />

Geb. 8 Nov. 1884, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap. Etser.<br />

Witkamp, E. S.<br />

Geb. 13 Maart 1854, Amsterdam.<br />

OvenI.1 Oct. 1897, Amsterdam.<br />

Leert. van A. Koopman. Figuren. Met N. v. d.<br />

Waay <strong>de</strong>coratieve schil<strong>de</strong>ringen.<br />

Witsen, Willem A.<br />

Geb. 13 Aug. 1860, Amsterdam.<br />

Overl. 13 April 1923 te Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Meester van <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

school. Stadsgezicht, landschappen met<br />

figuren, portretten, stillevens, vermaard etser.<br />

Witsen, S. van.<br />

Geb. 29 Oct. 1833, Den Haag.<br />

Overt. 24 Nov. 1911.<br />

Leerl. van B. J. v. Hove en H. v. Hove.<br />

Wittenberg, J. H. W.<br />

Geb. 30 Jan. 1886, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Fig. Landschappen. Stadsgezichten.<br />

Stillevens.<br />

*Wittig-Keyser, Lucie.<br />

**Woerkom, W. v.<br />

**Wolbers, D. J.<br />

WoIbers, H. G.<br />

Geb. 27 Mei 1856, Heemste<strong>de</strong>.<br />

Overt. 28 Dec. 1926.<br />

Leert. van Verster. Dicren en landschappen.<br />

Wolff, B.<br />

Geb. 1759 te Dessau.<br />

Over!. 15 Oct. 1825, Amsterdam.<br />

**Wolff, C. <strong>de</strong>.<br />

Wolter, H. J.<br />

Geb. 15 Juli 1873, Amsterdam.<br />

Antwerpsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschap en stadsgezicht,<br />

portret en figuur. Lith., was Hoogleeraar<br />

aan <strong>de</strong> Rijks Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam.<br />

*Wolterbeek Muller, Th. E.<br />

Geb. 1876, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Won<strong>de</strong>r, P. C.<br />

Geb. 10 Jan. 1780, Utrecht.<br />

Over!. 12 Juli 1852, Amsterdam.<br />

Portrettist. Binnenhuis.<br />

**Wondt, Gerrit.<br />

Wouters, H.<br />

Geb. 6 Mei 1866, Zwolle.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Binnenhuis. Figuur. Portretten.<br />

Etser. Lith.<br />

Wouters, W. H. M.<br />

Geb. 6 Febr. 1887, Den Haag.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Figuur en stilleven. Ook<br />

graficus.<br />

*W outersen-v. Doesburgh, E. L. H.<br />

Geb. 7 Dec. 1875, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Miniatuurportrettiste, Hofjes.<br />

Eiste.<br />

Wuisman, G. W.<br />

Geb. 30 Jan. 1896.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie. GIazenier.<br />

*W u l f se, A. J. C.<br />

Geb. 28 Aug. 1896.<br />

Leerl. v. Voerman, Garf, Krabbé en Coba Ritsema.<br />

Gewerkt Parijs en Munchen. Portret en bloemen.<br />

Wust, A.<br />

Geb. 13 Dec. 1837.<br />

Over!. 3 Mei 1876.<br />

Leert. van zijn va<strong>de</strong>r.<br />

**Wijland, G. v.<br />

**Wijmans, Louis.<br />

447


**Wij mans, W. L.<br />

**Wijn, W. A. d e.<br />

Wijngaerdt, Piet Th. v.<br />

Geb. 4 Nov. 1873, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap, Figuur, stillevens<br />

en bloemen. Etser.<br />

Wijnman, W.<br />

Geb. 10 Juli 1897.<br />

Rotterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Figuur.<br />

Wijnstroom, A. C.<br />

Geb. 6 Mei 1888.<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie. Landschap. Ook portret.<br />

Wijnveld, B.<br />

Geb. 13 Aug. 1821, Amsterdam.<br />

Overl. 18 Febr. 1902, Haarlem.<br />

Hoogleeraar Rijksaca<strong>de</strong>mie. Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Wijsmuller, J. H.<br />

Geb. 13 Febr. 1855, Amsterdam.<br />

Overl. 23 Mei 1925.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Landschap en Stadsgezichten.<br />

Etsen.<br />

*Wijthof, f, A. C. F.<br />

Geb. 29 Oct. 1863, Amsterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie. Aquarellen.<br />

Y<strong>de</strong>ma, E.<br />

Geb. 23 Juli 1876, Ou<strong>de</strong>nga.<br />

Landschappen (Friesland en Giethoorn).<br />

Ykelenstam, H.<br />

Geb. 24 April 1897.<br />

Rijksacad. A'dam. Portret, stadsgez. en stilleven.<br />

Ook graficus.<br />

**Yperen, G. W. v.<br />

**Yssel_Mui<strong>de</strong>n, Jacq.<br />

Ysseldijk, k, Cees v.<br />

Geb. 27 Sept. 1901, Utrecht.<br />

Aca<strong>de</strong>mie, Antwerpen. Portret, stilleven en stadsgezichten.<br />

**Zan<strong>de</strong>n, Ed. van.<br />

Zandleven, J. A.<br />

Geb. 6 Febr. 1868. Koog aid. Zaan.<br />

Autodidact. Bloemen. Boschgezichten. Stillevens.<br />

Stadsgezichten.<br />

Zee, Jan v. d.<br />

Geb. 16 Febr. 1898, Leeuwar<strong>de</strong>n.<br />

Aca<strong>de</strong>mie „Minerva" Groningen. Portret, landschap<br />

enz.<br />

448<br />

Zeegen, Jr., Adr. van.<br />

Geb. 14 Febr. 1881.<br />

Leert, v. J. Sluyters. Visschen.<br />

*Zeegers, Be.<br />

Geb. 15 Maart 1891, Amsterdam.<br />

Penteekeningen van bloemen.<br />

*Zethraeus, Ag. Wilh.<br />

Geb. 23 Dec. 1872, Amsterdam.<br />

Stadsgezichten.<br />

Zilcken, Ph.<br />

Geb. 21 April 1857, Den Haag.<br />

Overt. 3 Oct. 1930, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Les v. Mauve. Landschappen.<br />

Bekend graficus.<br />

Zimmerman, J. W. Gerstenhauer.<br />

Geb. 1816 te Monnikendam.<br />

Overl. 1887 te Rotterdam.<br />

Amsterd. Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Portret.<br />

Zoetelief Tromp.<br />

Geb. 13 Dec. 1872, Batavia.<br />

Overl.?<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie en Rijksaca<strong>de</strong>mie.<br />

Zon, J.<br />

Geb. 21 April 1872, Den Haag.<br />

Over!. 27 Maart 1932.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Landschap en figuur.<br />

Zonneveld, Arie<br />

Over!. 1941.<br />

Landschap. Ook graficus.<br />

Ziircher, A. F.<br />

Geb. 14 April 1826.<br />

Over!. 14 April 1876.<br />

Figuren.<br />

Zurcher, Dr. J.<br />

Geb. 18 Oct. 1851, Amsterdam.<br />

OverI.9 Maart 1905, Den Haag.<br />

Etser.<br />

Zutphen, J. H. van.<br />

Geb. 24 Nov. 1879.<br />

Kunstnijverh. school Haarlem. Beeldhouwer,<br />

amateurschil <strong>de</strong>r.<br />

Zwaanshals, D.<br />

Geb. 20 Nov. 1862, Vlissingen.<br />

Brabantsch Landschap.<br />

Zwart, W. D.<br />

Geb. 7 Dec. 1867.<br />

Aca<strong>de</strong>mie „Minerva" Groningen.


Zwart, P. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 29 Febr. 1880, Den Haag.<br />

Haagsche Aca<strong>de</strong>mie. Landschappen. Etser.<br />

Zwart, W. H. P. J. <strong>de</strong>.<br />

Geb. 16 Mei 1862.<br />

Overl. 11 Dec. 1931.<br />

Leerl. v. J. Maris. Landschap, stadsgezichten,<br />

figuur, portret en stilleven.<br />

Zwe<strong>de</strong>n, J. v.<br />

Landschap, figuur en portret (teekeningen).<br />

Zweep, D. J. v. d.<br />

Geb. 10 April 1890, Utrecht.<br />

Kunstnijverh. school Utrecht. Stillevens.<br />

Zwiers, Piet.<br />

Geb.1 Aug. 1907.<br />

Autodidact. Portret en Landschar.<br />

Zwijsen, Jacq.<br />

Geb. 5 Maart 1894.<br />

Portret, figuur en landschap.<br />

Zij<strong>de</strong>rveld, W.<br />

Geb. 1796 te Amsterdam.<br />

Overl. 24 Dec. 1846, Amsterdam.<br />

Historieschil<strong>de</strong>r.<br />

Zijl, Maarten.<br />

Geb. 13 Nov. 1889.<br />

Stilleven en figuur.<br />

449


INHOUD<br />

EEN WOORD VOORAF........<br />

Blz.<br />

............ 9<br />

I. HISTORISCHE INLEIDING......... . ....... 111<br />

DE ONTWIKKELING DER NEDERLANDSCHE<br />

SCHILDERKUNST VAN 1400-1850.<br />

I. DE VIJFTIENDE EEUW. De eerste klanken, he<br />

karakter van <strong>de</strong> Bogh kunstbegaafclheid,<br />

Jan van E .....................<br />

11. DE VIJFTIENDE EEUW. Vlaamsche kunstenaars in het<br />

Noor<strong>de</strong>n geboren; het begin van een Hollandsche schil<strong>de</strong>r-<br />

III. DE VIJFTIENDE EEUW. De mid<strong>de</strong>neeuwsche zekerheid<br />

wankelt, <strong>de</strong> verstoring van het mediaevale evenwicht in <strong>de</strong><br />

verfij an i us<br />

B<br />

IV. DE ZESTIENDE EEUW. „De nieuwe zoete stijl" Komt<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n binnen, Lucas van Lei<strong>de</strong>n en Jan van Scorel. 41<br />

V. DE ZESTIENDE EEUW. Een die weerstond : Pieter<br />

Breughel 55<br />

V.I. DE ZESTIENDE EEUW. De Haarlemsche en Utrechtsche<br />

centra, het ontstaan van het groepsportret ......... 69<br />

VII. DE ZEVENTIENDE EEUW. De internationale barokkunst<br />

vindt weerklank aan het stadhou<strong>de</strong>rlijk hof van Fre<strong>de</strong>rik<br />

Hendrik .... •••••••••••••••••••• .... 79<br />

VIII. DE ZEVENTIENDE EEUW. De portretschil<strong>de</strong>rs van het<br />

groepsverband, het schuttersstuk, het regenten- en anatomiestuk<br />

91<br />

450


Blz.<br />

IX. DE ZEVENTIENDE EEUW. Het landschapschil<strong>de</strong>ren,<br />

sterk picturaal voelen, tot ongemeen rijken bloei gebracht . 103<br />

X. DE ZEVENTIENDE EEUW. „De copieérlust <strong>de</strong>s dagenliiksclzen<br />

levens" vindt in hef schoons burgerwoonhuis, in het<br />

mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r zeventien<strong>de</strong> eeuw, een prachtig gegeven tot <strong>de</strong><br />

hoogste ontplooiing van het genre-schil<strong>de</strong>rij 121<br />

XI. DE ZEVENTIENDE EEUW. Het zieleleven, <strong>de</strong> Bijbel,<br />

Rembrandt 141<br />

XII. DE ACHTTIENDE EEUW. Een ingezonken perio<strong>de</strong><br />

houdt in Holland <strong>de</strong> lamp bran<strong>de</strong>nd 153<br />

XI//. DE NEGENTIENDE EEUW. /n het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw<br />

wordt weer een groote tijd <strong>voor</strong> het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren<br />

ontsloten 164<br />

2. DOORLEEFD GETUIGENIS 181<br />

I. DE VOORBEREIDING en het gloren van het réUeil: <strong>de</strong><br />

stichting en <strong>de</strong> ontwikkeling van Arti et Amicitiae en Pulchri<br />

Studio 187<br />

11. HET KUNSTONDERWIJS, <strong>de</strong> Rijns-Normaalschool<br />

<strong>voor</strong> teekenon<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam. 203<br />

111. LONDEN, een bezoek aan het atelier van Alma Ta<strong>de</strong>ma,<br />

„De Vlin<strong>de</strong>rs" van Thijs Marls bij van Wisselingh te<br />

Amsterdam 223<br />

IV. DE HAAGSCHE SCHOOL, <strong>de</strong> viiit van een toegewij<strong>de</strong>,<br />

maar opgeoffer<strong>de</strong> generatie, brengt bij een volgend geslacht<br />

bloem en vrucht 239<br />

V. DE SCHOOL VAN LAREN, contact met een ongerept<br />

lan<strong>de</strong>lijk dorp, en verkeer met een schil<strong>de</strong>rachtige boerenhevdki:w<br />

brengt het Hollandsche schil<strong>de</strong>ren groote winst. 259<br />

451


Blz.<br />

VI. VINCENT VAN GOGH, een Hollandsche schil<strong>de</strong>r van<br />

beteekenis neemt roemvol <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het<br />

nieuwe impressionnisme in Frankrijk 275<br />

VII. DE AMSTERDAMSCHE SCHOOL. Tusschen 1885 en<br />

1890 dient zich een nieuw geslacht van schil<strong>de</strong>rs aan, waarvan<br />

<strong>de</strong> meesten, on<strong>de</strong>r leiding van August Allebé, op <strong>de</strong> Rijks-<br />

Aca<strong>de</strong>mie te Amsterdam gevormd wer<strong>de</strong>n 293<br />

VIII. HET INTELLECTUALISME en <strong>de</strong> nijverheidskunsten<br />

lei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>treffelijke Drachten van <strong>de</strong>n hoofdweg van het<br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>ren 321<br />

IX. SCHILDERESSEN. Nooit in <strong>de</strong> kunsthistorie en nergens<br />

ter wereld, verover<strong>de</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>res een zoo volkomen gelijkheid<br />

held met <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r, als in onzen tijd in Holland 337<br />

X. VERTROUWEN. Met onvermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Toewijding blijven <strong>de</strong><br />

Hollandsche schil<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong>n arbeid 349<br />

3. ZAKELIJK REGISTER 369<br />

452<br />

r ^ ^----^^`<br />

................<br />

^11<br />

André Verhorst, Riviergezicht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!