Mei - Historische Kring Haaksbergen
Mei - Historische Kring Haaksbergen
Mei - Historische Kring Haaksbergen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6e JAARGANG No. 2 - MEI 1973 - VERSCHIJNT 4 KEER PER JAAR<br />
ORGAAN VAN DE<br />
HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN
REDAKTIE :<br />
ADMINISTRATIE:<br />
W. E. ten Asbroek H.<br />
Kormelink J.<br />
Overbeeke J.<br />
Vredenberg<br />
Aold Hoksebarge<br />
A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, <strong>Haaksbergen</strong>,<br />
Postrek. 2547699 t.n.v. Penningmeester <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
„Aold Hoksebarge" wordt toegezonden aan de leden van de „<strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong>".<br />
Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 10,— per jaar. Echtparen betalen f 15,— per<br />
jaar.<br />
De abonnementsprijs voor niet leden bedraagt f 5,— per jaar.<br />
Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, alleen toegestaan met schriftelijke<br />
toestemming van de auteurs.<br />
Bestuur van de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
D. Jordaan J. G. H. zn., Huize „De Bleeck", <strong>Haaksbergen</strong>, tel 1248, Voorzitter J.<br />
Overbeeke, Fazantstraat 13, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 1634, Secretaris<br />
A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, <strong>Haaksbergen</strong>, Postrek. 2547699, Penningmeester<br />
B. E. Asbreuk, Erve „Meyerinkbroek", <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 05405-214<br />
W. E. ten Asbroek, Boerhaavelaan 144, Hengelo O., tel. 05400-14576<br />
Mej. R. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, <strong>Haaksbergen</strong><br />
H. Kormelink, Lyceumlaan 5, Enschede, tel. 05420-26026 A.<br />
Molenveld, Benninkstraat 61, <strong>Haaksbergen</strong> J. B. A. Leusink,<br />
Nachtegaalstraat 13, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 2023 J. F. Overbeek,<br />
Bevertstraat 14, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 1564 J. Vredenberg,<br />
Weverstraat 16, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 2348
VERENIGINGSNIEUWS<br />
341<br />
Op donderdag 15 februari 1973 hielden onze voorzitter, de heer D.<br />
Jordaan, en onze penningmeester, de heer A. J. Temmink, een<br />
causerie over "Aold Hoksebarge", waarbij verschillende interessante<br />
dia's van laatstgenoemde getoond werden. De lezing, die plaats vond in<br />
café Bouwman, werd door ruim 110 aanwezigen met grote aandacht en<br />
belangstelling gevolgd.<br />
Minder druk bezocht was de jaarvergadering van 29 maart j, 1. in hotel<br />
H. W. Eijsink. Er waren slechts 55 leden aanwezig, Zowel het jaarverslag<br />
van de secretaris als dat van de penningmeester werden ongewijzigd<br />
goedgekeurd. Het aantal leden was in 1972 met 17 gestegen tot255,<br />
het aantal abonnees op Aold Hoksebarge met 13 gedaald tot 194. De aftredende<br />
bestuursleden me j. R. Brummelhuis en de heer A. Molenveld<br />
werden voor een volgende zittingsperiode herkozen. Verheugend was de<br />
mededeling, dat het boek "Historie der Kerken van <strong>Haaksbergen</strong>", een<br />
uitgave van de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong>, in juni a. s. zal verschijnen. De prijs<br />
van het boekwerk zal bij voorintekening ƒ 14, 90 bedragen,<br />
Na een korte pauze hield de Groenlose kantonrechter Mr. H. J. Steenbergen<br />
een interessante lezing met lichtbeelden over de "Geschiedenis<br />
van de Heerlijkheid Borculo". Vooral de daarbij vertoonde oude kaarten<br />
van de Gelderse Achterhoek waren zeer belangwekkend en een nadere<br />
bestudering waard.<br />
Het Bestuur<br />
HERINNERING<br />
Mogen wij U, voor zover nodig, nog eens attent maken op de betaling<br />
van de contributie 1973? Het gironummer van de Penningmeester <strong>Historische</strong><br />
<strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong> is nr. 2547699.<br />
HISTORIE DER KERKEN VAN HAAKSBERGEN<br />
Alle lezers en lezeressen van Aold Hoksebarge hebben een brochure<br />
ontvangen over de nieuwe uitgave van onze kring: "Historie der Kerken<br />
van <strong>Haaksbergen</strong>", dat met enkele dagen zal verschijnen. Mocht U dit<br />
belangrijke boek nog niet besteld hebben, doet U het dan nog nu. Alleen<br />
bij omgaande bestelling kunt U nog profiteren van de voorintekenprijs<br />
van ƒ 14,90. Na verschijning is de prijs ƒ 19,75.
342<br />
HET DOOP-, HUWELIJKS- EN OVERLIJDENSREGISTER<br />
VAN NEEDE 1672-1674<br />
Na de oorlogsverklaringen van Frankrijk, Engeland en de keurvorst<br />
van Keulen verklaarde op 31 mei van het rampjaar 1672 ook bisschop<br />
Christoph Bernhard van Galen, vorst van het Heilige Roomse Rijk en<br />
Heer van Borculo alias Bommen Berend, oorlog aan Nederland. Brandstichtend<br />
en plunderend trokken de Munsterse troepen in juni Twente en<br />
de Achterhoek binnen, welk laatste gedeelte van Gelderland kerkelijk<br />
nog steeds deel uitmaakte van het Munsterse bisdom. Onmiddellijk na<br />
de bezetting van het land bezochten commissarissen van Munster, onder<br />
wie de vice-kanselier van de bisschop, Dr. Werner Zurmühlen en een<br />
Benedictijner pater Nikolaus von Zitwitz, de Nederlandse parochies en<br />
zij droegen de kerkgebouwen over aan de katholieken. Protestanten<br />
mochten alleen een kerk behouden, wanneer er meer dan één kerk in een<br />
dorp of stad was. Er werden katholieke pastoors benoemd, die nieuwe<br />
doop-, huwelijks- en overlijdensregisters in gebruik namen, waarin ook<br />
dopen, huwelijken en begrafenissen van hervormden genoteerd werden.<br />
Het register van Neede loopt van l juli 1672 tot 3 mei 1674, toen de<br />
Munsterse troepen Neede weer verlieten, nadat hun vorst op 22 april<br />
1674 vrede gesloten had. Het register werd in het begin bijgehouden door<br />
de uit Keulen afkomstige Franciscaan Ferdinand Horn-camp maar vanaf<br />
11 november 1672 door pastoor Hermann Eissing. Beiden waren<br />
Duitsers en zij hebben hun aantekeningen doorspekt met Duitse en<br />
Latijnse woorden en vooral de hun onbekende eigennamen op vreemde<br />
wijze gespeld. Het geschrift bevindt zich thans in het staatsarchief te<br />
Munster onder de stukken van het Universiteitsfonds, dat de goederen<br />
en inkomsten van het vroegere vrouwenklooster Maria Ueberwasser te<br />
Munster vermeldt. Dit klooster had in de Middeleeuwen het<br />
benoemingsrecht van de pastoor van Neede. Omdat het register verschillende<br />
aantekeningen bevat omtrent inwoners van het Needse gedeelte<br />
van de marke Brammelo, is het ook voor onze Haaksbergse lezers<br />
interessant en noteren wij hieruit het volgende:<br />
Anno 1672, l Julii. Colonia missus venit Nedam pro cura animarum<br />
primus ab hominum immemorabile visu Fr. Ferdinandus Horncamp,<br />
Minorita conventualis, theologiae lector, sub qou sacro baptismatis<br />
fonte renati sequentes. In medio libri invenies matrimonio junctos, in<br />
fine vita defunctos (Door voor mensen onbegrijpelijke roepingwerddoor<br />
Keulen naar Neede gezonden frater Ferdinandus Horncamp, conventueel<br />
minderbroeder en lector in de theologie, onder welke priester volgende<br />
herborenen in het doopvont. In het midden van het boek vindt men de<br />
gesloten huwelijken, aan het einde de overledenen).
343<br />
Anno 1672 Julii is christlicht op sin romainsch public gedoepet worden<br />
Gutta Hundelings; haer vader was Gerrit Hundelings; die moeder Gerrit<br />
genomet Hundelings; der petter de Olde Schuit the Giffelen, die<br />
pettersche sindt geweest Jenneken die Nievemollensche ende Maria<br />
Tholen Trompetters dochter. Acatholoci.<br />
Item ut dem Broek is gedoept worden Gosseling Themming dochter<br />
Christina; die moeder Jenneken Rohof; der petter Arendt Wehingh, die<br />
pettersche Berngen Themming ende Lambert Ruhof. Catholici. Johan<br />
ter Tützn (ter Duist) dochter Anneken; die moeder Algen Themming,<br />
der petter Herman thom Middelhus, die pettersche Anna Troes (te Raa)<br />
ende Geseken thor Lindlaw (Lintelo). Catholici. Den 12 Septembris is<br />
gedoept Hermannus, Dietherichs Egginck sohn, die moeder Olgen<br />
Muller (dochter van schoolmeester Stephen Meller), die petter Berndt<br />
Hovingh ende Johan Muller, die pettersche Maria Hovingh, Acatholici.<br />
Den 18 Septembris is getoopet filia Gesa, meister Michaels dochter,<br />
mater Enneken, patrini (peters) Joachim Henriksen, Jenneken then<br />
Dammel, Schwenne ten Rohenhoffe, Catholica mater (moeder), parens<br />
(vader) lutheranus.<br />
Denselven tagh (4-3-1673) Henricus ther Broek sohn, die moeder<br />
Goesen, patrini Claus then Fregeler, Johan ther Broek, Olgen Houvingh<br />
(Havink).<br />
Den 30 Aprilis Henricus Schulte Wehingh sohn posthumus (na vaders<br />
dood geboren), die moeder Hermanna; patrini Johanna Hoppenschatt,<br />
Henrich ten Dam, Gesa Wehing.<br />
3ten Junii, Johannes, Herman tho Middelhuis sohn, die moeder Johanna<br />
then Fregelar; patrini Johan Hoving Junior, Claes ten Fregeler, Johanna<br />
Trarmans. Catholici.<br />
Den 30 Decembris Gesa, Johan tho Linthloe dochter, die moeder Gertrudt<br />
tho Catte; patrini Arendt tho Linthloe, Anna Bruning, Anna van<br />
der Wiek.<br />
Eodem (11-3-1674) Margaretha, Gert Bonnegars dochter, die moeder<br />
Elisabeth Pópping; patrini Elisabeth then Flierhaer, Maria Bonnegars,<br />
Dierick Popping.<br />
Den 3ten Maii Theodorus, Johan Theisling sohn; (mater) Johanna Itgering;<br />
patrini Philippus Theisling, Rotgerus Itgering, Gerharda tho Ruhenhorst.<br />
Dit is de laatste doopinschrijving in het boek. Getrouwd zijn in de periode<br />
1672 tot 1674 22 paren, waaronder:<br />
13 Julii (1673) Arendt op het Lehrtgen (et) Gesa Brawers; testes (getuigen)<br />
Henrich Belshoff, Garrit Browers.
344<br />
Eodem die (6-3-1674) Johan Hovinck (et) Olgen ter Hedde; testes<br />
Henrich then Botterhuis.<br />
Uit het overlijdensregister:<br />
Den 22 Septembris (1672) ist gestorben der Herr Olbertus Schluiter,<br />
gewesener kerckmeester ende begraven den 25 Septembris, acatholicus.<br />
Sequentiam dies ob molestias et occupationes varias non est notatus.<br />
Obierunt autem acatholici. (Door verschillende bezwaren en bezigheden<br />
zijn in de volgende tijd geen aantekeningen gemaakt. Er stierven echter<br />
alleen niet-katholieken).<br />
item Johan Wittebuhr ex Bramlerbroeck, schoelmeister ibidem (aldaar),<br />
catholicus.<br />
Anno 1673 den 31ten (Januarii) ist begraffen Henrich Schulte Wehing, ut<br />
dem Bramelbrock, mede meess ende predig (mis en preek) catholicus.<br />
Is begraffen den llten Februarii (1673) Gertgen op het Lertgen,<br />
dubitatus de fide (van twijfelachtig geloof).<br />
Eodem (13-2-1673) Arent Wittebuhr, catholicus, cum sacro en concione<br />
(met mis en toespraak)<br />
Den l Sten Mertz Johanna then Bretlar, puer (kind) acatholica. Den 16<br />
Julii Gerhardus Palte, provisor pauperum (armenverzorger), acatholicus.<br />
W. E. ten Asbroek J. Overbeeke<br />
'N WAOR VERHAAL<br />
Do mien Vaar non 'nen jongen keerl was, dat is kort an de hoonderd jaor<br />
eleene, zol der 'n fees waen, et dot der nich too wat en waor, meer 't<br />
was 'n viefteen km van 't stad (Eênsched). Trapfietsen waren der rech<br />
nog nich, en ... de maekes, dee mussen toch ok medde'. De wat'n<br />
vroogen an eer Vaar um 'n peerd en wage. Dat zol 'n fees worden'. Ze<br />
kon'n der allemaole in, en 't fees zal wal good ewes hebben. Et beer en<br />
'n foezel dat vun zien'n weg wal, dat lot zik heur'n oet de rest van 't<br />
verhaal.<br />
's Aanderndaags, daor keump Jans, de peerdeknech, vraogen an de<br />
Vaar, of meneer peerdehaandel har edaon. Bo nee, was 't bescheed, ,<br />
woo kom ie daor an? Dat za'k diej vertellen, zeg Jans, der steet een<br />
zwart peerd op stal en oonzen Broen'n is vot ...<br />
v.H.
ASSINKKAMP (4)<br />
HUIS MR. 81<br />
345<br />
Op 25 april 1707 huwden Gerrit Roerinck en Hendrickjen Assinck, dochter<br />
van Karst alias Christiaan Assinck en zijn eerste vrouw Geertjen<br />
Wissinck. Ook voor dit jonge paar werd een plaats ingeruimd op deAssinkkamp<br />
en huis nr. 81 gebouwd, Gerrit Roerinck was geboren in het<br />
stamhuis van de Haaksbergse Roerinks op de hoek<br />
Spoorstraat/Blankenburgerstraat (nu pand Ter Welle), waar zijn vader<br />
Harmen het beroepvan "kremer" uitoefende en in textiel handelde.<br />
Vermoedelijk was dit ook het beroep van Gerrit. Zowel in het<br />
verpondingsregister van 1720 als in het hoofdgeldregister van 1723<br />
wordt Gerrit Roerinck vermeld en bij de volkstelling van 1748 woont hij<br />
in het Molenrot. Bij hem in wonen zijn dochter Harmina, die in 1759<br />
met Bassal Toetelink zou trouwen en zijn zoon Christiaan, timmerman,<br />
die op 3 juli 1740 met Tryne Poppinck uit Neede getrouwd was. Dit<br />
laatste echtpaar had inmiddels drie kinderen. Deze gehele familie woonde<br />
in huis nr. 81 met nog twee knechten. Christiaan Roerinck overleed<br />
reeds vrij jong in 1761 en in het hoofdgeldkohier van 1764 wordt dan<br />
ook de weduwe Christiaan Roe-rink vermeld.<br />
Op 12 mei 1751 werd Berendina Roerink R,K. gedoopt als dochter van<br />
Christiaan en Tryne. In 1783 huwde zij te <strong>Haaksbergen</strong> met de wever<br />
Jacobus Nijenhuis, weduwnaar van Janna Witveld, Bij de<br />
trouwaantekening staat vermeld, dat Berendina te Enschede woonde,<br />
waar zij vermoedelijk in dienstbetrekking was. Als bewoners van huis<br />
nr. 81 worden bij de volkstelling anno 1795 opgegeven het gezin van de<br />
wever Jac. Nijenhuis, in totaal 6 personen. Eén van deze was Jacobs<br />
zoon Christiaan, gedoopt 29 februari 1792, Deze huwde met Johanna<br />
Molenkamp, maar dit echtpaar kreeg geen kinderen. Wel bracht Johanna<br />
Molenkamp haar dochter Berendina Kemers mee, geboren uit haar<br />
eerste huwelijk met Berend Kemers, Bij de volkstelling van 1830 is de<br />
broodbakker Christiaan Nijenhuis eigenaar en bewoner van pand nr. 81.<br />
Volgens het bevolkingsregister woonden er in 1840 dezelfde Christiaan<br />
Nienhuis, 47 jaar, zijn vrouw Johanna Molenkamp, 50 jaar, zijn zuster<br />
Anna Nienhuis, 50 jaar en Berendina Kemers, 9 jaar.<br />
In 1849 huwde Berendina Kemers met Egbert Kerkemeijer, zoon uit het<br />
huis nr. 76, geboren in 1822. Het bevolkingsregister noemt dan ook in<br />
1850 Christiaan Nyenhuis, Anna Nijenhuis en Egbertus Kerkemeijerals<br />
bewoners van pand nr. 81, de eerste is nog eigenaar, maar kort daarna<br />
werd de familie Kerkemeijer eigenaar. Omstreeks 1900koopt Willem
346<br />
Tankink het huis van de Kerkemeijers. Tankinks zoon Frits weetnogte<br />
vertellen, dat er toen tussen pand 80 en 81 een sloot was, die met een<br />
bocht naar de andere kant van tuin nr. 81 liep en verder aansloot op het<br />
Moaken en tenslotte uitkwam bij "de Dorre" bij de Kabelfabriek, Zou dit<br />
het verloop zijn geweest van de vroegere Buurserbeek, toen deze in de<br />
Middeleeuwen door het dorp stroomde? Het oude huis nr. 81, dat door<br />
Tankink Sr, vernieuwd werd, had gebinten, die naar zijn mening<br />
afkomstig waren van een watermolen. Ook werden bij opgravingen in de<br />
tuin in de sloot zware oude balken gevonden. De huidige eigenaar van<br />
het pand is de heer P. L. van den Berg maar achter in de tuin heeft de<br />
heer F. J. Tankink een nieuw huis gebouwd.<br />
HUIS NR. 82<br />
Een andere dochter van Karst Assinck en Geert jen Wissinck was Grietje,<br />
die op 23 oktober 1697 trouwde met Stoffer alias Christoffel ter Becke,<br />
zoon van Willem uit Langelo. Het verhaal wordt eentonig, ook dit paar<br />
bouwde een huis op de Assinkkamp, huis nr. 82. Het echtpaar had twee<br />
zoons, Willem en Roleff en één dochter, Stijne. Vader Stoffer stierf<br />
reeds jong waarop Grietje Assinck op 22 juni 1715 hertrouwde met<br />
Berent ter Luchte, zoon van Jan uit Hengevelde. Volgens het erfrecht in<br />
die tijd erfden de kinderen vaders erfdeel, zijnde de helft van het huis,<br />
Toen de oudste zoon Willem meerderjarig geworden was -in die jaren<br />
25 jaar -kocht hij van zijn broer en zuster hun aandeel in het halve huis<br />
voor ƒ 480, -, zoals op l mei 1725 vermeld wordt in het register op de<br />
50e penning. Om welke reden is niet bekend, maar in hetzelfde register<br />
wordt op 29 december 1728 genoteerd, dat Willem zijn halve huis<br />
verkoopt aan Willem Scholten en Jan ter Horst.<br />
Op 22 januari 1736 trouwt Stijne ter Becke met Jacobus Dercksen, haar<br />
buurjongen van huis nr. 83. Bij de volkstelling van 1748 worden als bewoners<br />
van pand nr. 82 genoemd. Jacobus Dercksen met vrouw, één<br />
kind boven 10 en twee onder 10 jaar, Jan Coman met vrouw en twee kinderen<br />
onder 10 jaar en Jenne Onland met haar dochter onder 10 jaar.<br />
Inwoning was in die tijd heel gewoon en bezit maar voor enkelingen.<br />
Geldgebrek was vermoedelijk ook de oorzaak, dat Jacobus Dercksen op<br />
6 mei 1749 ƒ 250, - leende van de bewoner van de Ruisschenborg Antony<br />
van der Sluys, zoals inde gerichtsprotocollen vermeld wordt, waarbij hij<br />
zijn halve huis met achterliggende gaarden en "hoyryte in de<br />
Molenstrate" in onderpand gaf. In 1767 is de toestand echter<br />
rooskleuriger geworden, Op l januari van dit jaar werd in het register<br />
van de 50e penning genoteerd, dat de vrouw van Jacobus Dercksen voor<br />
14 dagen gekocht had van professor Herman Scholten, zoon van<br />
bovengenoemde Willem,
347<br />
een halve gaarden en huisplaatse in het kerkdorp" voor ƒ 325, -. Waarschijnlijk<br />
werd Jacobus Derksen zo weer eigenaar van het gehele pand nr. 82.<br />
Bij de volkstelling 1795 is de toestand veranderd. Bewoner is dan de<br />
daghuurder Jan Ottink, wiens gezin uit 4 personen bestaat. Deze Jan<br />
was op 26 februari 1786 getrouwd met Griete Derksen, dochter van Jacobus.<br />
Griete was toen al weduwe van Frederik Horstink en ook haar<br />
tweede huwelijk zou niet lang duren, maar nu omdat zij zelf spoedig<br />
overleed. Op 30 mei 1790 hertrouwde Jan Ottink met Catrina Boumeisters,<br />
dochter van Jan. Uit dit laatste huwelijk werd op 26 oktober 1791<br />
Gertrudis of Grietje Ottink gedoopt. Deze huwde circa 1820 met de uit<br />
Delden afkomstige hoefsmid Grades Ooink, geboren op het erve Bernink<br />
in Bentelo. Zowel bij de volkstelling 1830 als in het bevolkingsregister<br />
van 1850 is Grades Ooink, alias Beernink-smid, nog bewoner<br />
van het huis en sindsdien is het door zijn nazaten bewoond gebleven.<br />
Omstreeks 1920 werd het oude pand afgebroken. Er kwamen twee nieuwe<br />
huizen voor in de plaats, nu Markt 16 en 17. Pand 16 werd eigendom van<br />
de heer W. Sanders, gehuwd met een dochter van de laatste smid Ooink<br />
en hun zoon, de heer Th. Sanders heeft er thans zijn kapsalon. De<br />
andere helft, nu huis nr. 17 aan de Markt, werd gekocht door de familie<br />
Tangelder en is sinds enkele jaren eigendom van de bloemist, de heer<br />
W. Hartman. Zoals ook bij pand nr. 81 het geval is, bouwde het<br />
echtpaar W. Sanders-Ooink voor zich in de tuin aan de Bibbert-straat<br />
een nieuw huis.<br />
W. E. tenAsbroek<br />
J. B.A. Leusink J.<br />
Overbeeke<br />
DE BURGEMEESTERS VAN HAAKSBERGEN<br />
Hierna volgt een opsomming van de burgemeesters, die sinds de Franse<br />
overheersing verantwoordelijk waren voor het bestuur van <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
De burgemeesters 1-6 waren tevens secretaris van de gemeente.<br />
1) Willem Waanders Gz. geboren te <strong>Haaksbergen</strong> 22 november 1739,<br />
richter van <strong>Haaksbergen</strong> 10 juli 1795, in de Franse tijd maire, schout<br />
en secretaris in 1814, burgemeester l oktober 1825, overleden te<br />
<strong>Haaksbergen</strong> 4 februari 1829.
348<br />
2) Hermanus Antonius Petrus Schaepman, gedoopt te Zwolle 8 januari<br />
1780, burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 13 juli 1829, burgemeester van<br />
Tubbergen l januari 1844 en aldaar overleden 14 augustus 1850.<br />
3) Hermannus Verbeek, geboren te Goor 7 mei 1809, burgemeester van<br />
<strong>Haaksbergen</strong> l januari 1844, burgemeester van Stad en Ambt Delden<br />
28 november 1863.<br />
4) Gerrit ten Cate, geboren te Ambt Delden 7 juni 1820, burgemeester<br />
van <strong>Haaksbergen</strong> 29 december 1863, overleden te <strong>Haaksbergen</strong> 21<br />
september 1875.<br />
5) Johannes Marianus Vincent, geboren te Holten 20 december 1847,<br />
burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 27 oktober 1875, vertrokken naar<br />
Nijmegen 29 mei 1914.<br />
6) Franciscus Wilhelmus van Beek, geboren te Rosmalen 29 november<br />
1876, burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 28 mei 1914, burgemeester<br />
van Boxtel september 1919.<br />
7) Jhr. Hubertus Jozef Wilhelmus von Heyden, geboren te Vorden 25<br />
juli 1889, burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> l december 1919, overle-<br />
den te <strong>Haaksbergen</strong> 24 maart 1945 (bombardement van <strong>Haaksbergen</strong>).<br />
8) Reynoud Ekerhorden Dapifer Barmen 't Loo, geboren te Barneveld<br />
31 augustus 1910, bij beschikking van de commissaris der Koningin<br />
in de Provincie Overijssel belast met de tijdelijke waarneming van<br />
het burgemeesterschap van <strong>Haaksbergen</strong> 25 mei 1945.<br />
9) Mr. Johan Herman Josephus Eenhuis, geboren te Tubbergen 8 febru<br />
ari 1910, waarnemend burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 2 juli 1945,<br />
burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 20 februari 1946, overleden te En<br />
schede 3 augustus 1971.<br />
10) Drs. Antonius Henricus Stadhouders, geboren te Boxtel 24 juli 1929,<br />
burgemeester van <strong>Haaksbergen</strong> 31 december 1971.<br />
J.M. Scaf<br />
D. Jordaan
TAAL VAN HAAKSBERGEN (XVIII)<br />
349 DE<br />
We gaan nu verder met de in het vorig artikel aangekondigde samenspraak<br />
tussen Jan en Gait, hier verder aan te duiden als J, en G. Ook<br />
nu weer zetten we ons commentaar tussen haakjes.<br />
J. Dag Gait, kumst toe doar ook weer an?<br />
Ak et vroagen mag, woar kumpst toe van dan? (O. i. is "komst doe"<br />
of "koms doe" hier beter. Schey's spelling is vaak fonetisch, hij gaat<br />
meer op de gehoorde klank af dan op de woordvorming).<br />
G. Dat zak die zeggen Jan, ik bin noa mien volks hoes ewest, Want zee,<br />
't is doar met de beppe neet heel best. (Ons dunkt, dat "Beppe" voor<br />
"Grootmoeder" niet juist is. Beppe is Fries; in 't Twents zegt men<br />
"Gropmoo" of "Besmoor". Wie van de lezers kan hier meer over<br />
zeggen?)<br />
J. Das ook woar, ik hadde eheurd, ze had zik bezeerd, Maer zeg es<br />
Gait, hoo is 't toch met 't broene peerd? Zoo ak mien deur owen<br />
scheeper hebbe loaten vertellen, Dan zolt zik joa edrok hebben met<br />
den hamerzellen (Haamzeel).<br />
G. Juust Jan. Nen peerdedokter hef beide een kenneken egeven,<br />
(Kenneken is hier medicijn in een flesje)<br />
Maer 't hef niks eheulpen (ehölpen), 't is nog netzelfde bleeven, Joa,<br />
de beppe is nog slimmer ewodden sind dee tied, En de broene is de<br />
piene ook nog neet weer kwiet. Asse steurf (störf), 't was jammer,<br />
want hee is deur inekof, En de beppe, wat zamme (liever zöj') doar<br />
van zeggen, 't wark is trof ( der of).<br />
(Dit staaltje van zgn. boerenmentaliteit laten we geheel voor rekening<br />
van de dichter).<br />
Maer zeg es, doe kiks nog wal es in de krante Jan, Zee proat<br />
veulle (volle) van en oorlog, is doar wat van an?<br />
J. Joa, met den oorlog steet et nog neet heel best.<br />
d'Engelschen leuve ik, bint doar al an 't scheeten ewest,<br />
Ze hebt ook een heele stad ebommedeerd<br />
En alle huze en scheuppen (schoppen) 't underste boaven keerd.<br />
G. Foi, maer 't is hop ik nog wied van de hand?<br />
J. Joa Gait, 't is heel wied, doar boaven in 't land,<br />
Zoo as de meister zeg, doar kot bie 't Jeudse (Jödse) land.<br />
Hee zae, 't was wal doezend uur van hier,<br />
En van de tale, dee ze der sprekt, verstoaje geen zier.<br />
Hee weest mie op en kaatte, maer doar konk niks van begriepen,<br />
't Was zoo'n groot pampier, vol met kromme striepen.
350<br />
(Welke oorlog Jan hier op 't oog heeft, is niet geheel duidelijk.<br />
Tussen 1830 en 1840 was het in het Midden-Oosten: Turkije, Egyp--<br />
te enz. ook al niet pluis. Misschien doelt hij daar op.)<br />
G. Bo, den oorlog Jan, breg ons nog vaste en cfeurte in 't zoad,<br />
En dat was in dissen tied veur ons boeren geen kwoad.<br />
(Hier spreekt het eigenbelang wel heel duidelijk!)<br />
Maer jongs, de Engelschen keunt (kont) toch, ze bint wal onbandig,<br />
Maer um zon vreumd (vrömd) volk te vechten, geet ook neet handig.<br />
Wat meut (mot) ze neet lange masscheren veur dat ze der bint,<br />
En dan weet ze neet, hoo veulle (volle) saldoaten of doar zint.<br />
J. O, das niks Gait, doar weet ze nikkes meer van.<br />
Zee hebt niemoodsche scheepe, men zol zeggen, hoo komt ze der<br />
an,<br />
En dee goat zegge ze (zeit ze) miserabel had,<br />
Doar hebt ze alle saldoaten innepakt ehad.<br />
Joa, raa zit tran (der an) krek as an en watermeule (watermölle),<br />
En zukke scheepe hebt ze oaveral veule (volle).<br />
Dee raa goat in 't ronde, 'k Weet neet, hoo ze 't krieget in den kop,<br />
Ik hebben zonne schute te Demter zeen, en schoosteen steet der<br />
boaven op.<br />
G. Maer goat dee raa dan in 't ronde van 't water Jan?<br />
(bedoeld wordt, door middel van water)<br />
Zee, 'k vroage dit maer, ik weet der nikkes van.<br />
J. Nee, dee goat van en damp, hek wal es elaezen,<br />
Maer ik begriepe neet, hoo dit kan waezen.<br />
Ze prakkezeerd altemet alle nieje flantuten,<br />
Zoo geet met de fabrieken, zoo geet ook met de schuten.<br />
Met deze visie op de stoomkracht, die toen sinds enige jaren toegepast<br />
werd in ons land, besluiten we deze bijdrage. In het volgend<br />
nummer komen onze filosofen nog eens aan het woord.<br />
J. Vredenberg
351<br />
REGLEMENT OP HET HOUDEN VAN WACHTEN<br />
De jaren 1830 en 1831 waren zeer rumoerig geweest in de Nederlanden,<br />
Uitvoerig schreef Mr, J. E. van Loevezijn in de 2e jaargang van Aold<br />
Hoksebarge over de opstand der schutters en desertie van miliciens<br />
naar aanleiding van de Belgische opstand. In deze rumoerige tijden<br />
vond ook de Haaksbergse gemeenteraad het nodig wachten in te stellen,<br />
die voor de veiligheid van de burgers zorg moesten dragen. In de<br />
raadsvergadering van 2 april 1832 werd een reglement op het houden<br />
van wachten in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong> vastgesteld, dat 15 artikelen<br />
omvatte;<br />
1) De wachten worden gehouden telkens als de gouverneur of Gedepu<br />
teerde Staten dit nodig oordelen en daartoe het bevel gegeven zal<br />
worden.<br />
2) De wachten zullen zowel 's nachts als overdag gehouden kunnen<br />
worden.<br />
3) Het gemeentebestuur bepaalt plaats, tijd en tijdsduur waar en wan<br />
neer de wacht zal bijeenkomen, het getal manschappen van iedere<br />
wacht, de tochten die gedaan zullen worden en alles wat voor de<br />
handhaving ener goede positie en voor de veiligheid van de inge<br />
zetene behoort gedaan te worden.<br />
4) Elk huisgezin zal op zijn beurt een man voor de wacht moeten ge<br />
ven, die zijn 18e jaar is ingetreden en zijn 59e nog niet heeft vol<br />
bracht. Deze zijn tot het betrekken van de wacht verplicht met uit<br />
zondering van de veldwachters, die steeds in dienst moeten zijn<br />
5) Ieder wachtplichtige, die niet zelf de wacht wil betrekken, moet<br />
voor een geschikte plaatsvervanger zorgen.<br />
6) In de maand december zal elk jaar een lijst van ingezetenen opge<br />
maakt worden, die tot de wacht verplicht zijn, verdeeld in rotten<br />
van 5, 7 of 9 manschappen, van wie er één tot rotmeester of aan<br />
voerder benoemd wordt. Deze lijst zal 14 dagen ter inzage gelegd<br />
worden. Hiertegen kunnen schriftelijk bezwaren worden ingediend,<br />
7) De plaatselijke besturen houden aantekening van de wachten, die<br />
door ieder zijn verricht.<br />
8) De wacht is gewapend met een piek, greep of sabel. Een schietge-<br />
weer kan alleen op bijzondere last van het plaatselijk bestuur ge-<br />
bezigd worden. Van de wapens zal echter bij tegenstand met de<br />
nodige omzichtigheid gebruik worden gemaakt.<br />
9) Aan elke buurtschapwacht zal door de burgemeester een deugdelijk<br />
bewijs gegeven worden, dat hij de wacht is om alle botsingen te<br />
voorkomen, Dit bewijs zal van wacht tot wacht worden doorgegeven<br />
10) De wacht zal van elk voorval het naastbij wonend gemeenteraadslid
352<br />
op de hoogte brengen, die dit onverwijld aan de burgemeester moet<br />
melden.<br />
11) De wacht is bevoegd naburige wachters of ingezetenen tot bijstand<br />
te roepen, waaraan deze moeten voldoen op straffe bij art. 475 nr.<br />
11 van het Lijfstraffelijk Wetboek bepaald.<br />
12) Vagebonden, personen op wie kwaadvermoeden rust en vreemden,<br />
die niet van goede veiligheidspapieren voorzien zijn, zullen aange<br />
houden en voor de burgemeester gebracht worden.<br />
13) De wacht zal, als hij vermoedt, dat zich zodanige personen daarin<br />
bevinden, kroegen, slaapsteden en bedelaarsdaken mogen onder<br />
zoeken. Anderen verdachte huizen moeten bezet worden, waarna<br />
het naastbij wonend lid van het plaatselijk bestuur gewaarschuwd<br />
moet worden.<br />
14) De overtreders van dit reglement zullen als volgt gestraft worden:<br />
die niet of meer dan een uur te laat komt of te vroeg weggaat met<br />
ƒ 1,50, die minder dan een uur te laat komt met ƒ 0,75, die wei<br />
gert te voldoen aan bevelen van rotmeesters of bestuur ook met<br />
ƒ 0,75, als dit het geval is bij de rotmeester zelf, wordt de boete<br />
verdubbeld. Bij onvermogen l dag gevangenisstraf.<br />
15) De boeten zullen binnen 8 dagen na kennisgeving door de burge-<br />
meester bij de gemeenteontvanger betaald worden, anders worden<br />
de overtreders vervolgd door de daartoe aangestelde ambtenaren.<br />
De boeten komen in de gemeentekas.<br />
EEN OUD WATERLOO-STRIJDER<br />
W.E. ten Asbroek<br />
In de Enschedesche Courant van 7 september 1880 leest men onder de<br />
kop <strong>Haaksbergen</strong> het volgende bericht: Deze gemeente heeft het voorregt<br />
onder haar inwoners te tellen een der weinige oud-strijders van<br />
Waterloo, namelijk den negentig jarigen Egbert Geesink, wien men het<br />
niet aan zou zien, wanneer hij nog als krachtig landbouwer der bouwhoeve<br />
"de Hofstede" een span vurige paarden ment, dat hij deelgenomen<br />
heeft aan den beroemden slag, Zover dit bericht.<br />
Het is bekend, dat er op die dag een groot feest gevierd is op het erve<br />
"Hofstede". De Nederlandse driekleur wapperde vanaf het liekspier door<br />
het dak en hooggeplaatste militairen reden te paard rond het losse vuur.<br />
Het liekspier - dit ter verklaring voor onze minder deskundige lezers -<br />
is het gedeelte van de deelzolder, waarin zich het slop bevindt, de<br />
opening, waardoor hooi en stro van en naar de zolder gebracht<br />
worden.<br />
B. E. Asbreuk
353<br />
INSTRUCTIES VOOR DE HAAKSBERGSE ARTS<br />
In de gemeenteraadsvergadering van 12 januari 1834 werden instructies<br />
vastgesteld voor de medische doctor, heel- en vroedmeester of<br />
heelmeester ten plattenlande en vroedmeester in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
Aan deze instructies is het volgende ontleend:<br />
1) De plaatselijke medisch doctor zal verplicht zijn de genees-, heel-<br />
en verloskunde uit te oefenen en hierbij gratis te behandelen in de<br />
eerste plaats alle inwoners, die door de verschillende diaconieën<br />
of armbesturen bedeeld worden en ziek zijn of gebreken hebben,<br />
mits deze een bewijs kunnen vertonen en in de tweede plaats de<br />
ingezetenen, die weliswaar niet bedeeld worden, maar toch geen<br />
visites en geneesmiddelen kunnen betalen. Deze moeten een be<br />
wijs van de burgemeester of wethouder kunnen vertonen. Per 3<br />
maanden zullen de geleverde geneesmiddelen kunnen afgerekend<br />
worden door armbestuur respectievelijk gemeentebestuur mist<br />
de rekeningen zeer matig zijn en in overeenstemming met het<br />
tarief bij de Pharmacopea Pauperum door Gedeputeerde Staten<br />
vastgesteld.<br />
2) De plaatselijke vroedvrouwen - o. a. Clazina van Ittersum, gehuwd<br />
met Carel Spoor, voormoeder van de Ten Asbroeken, die de bij<br />
naam "Spoor" dragen - blijven verplicht de vrouwen, die haar hulp<br />
inroepen, te verlossen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van<br />
31 mei 1818. In geval van ziekte van dezen en vooral als zij de<br />
hulp inroepen bij moeilijke bevallingen, is de vroedmeester ver<br />
plicht de vroedvrouw te assisteren en wel in de gevallen genoemd<br />
onder ten eerste geheel gratis.<br />
3) Bij vertrek of overlijden van de vroedvrouw, zo er maar één is,<br />
zal de vroedmeester zonder beloning de functie van vroedvrouw<br />
tijdelijk waarnemen.<br />
4) De medisch doctor verbindt zich de arme en behoeftige zieken ge<br />
redelijk zonder draling en zo dikwijls als nodig te bezoeken en met<br />
dezelfde oplettendheid, bereidvaardigheid en ijver te behandelen<br />
als bij elke gegoede en daarvoor afzonderlijk betaalde visite.<br />
5) Hij zal armen en behoeftigen gratis vaccineren.<br />
6) Aan de overige niet behoeftig zijnde ingezetenen, die zijn hulp,<br />
kunst en raad verlangen, zal hij zijn dienst niet mogen weigeren.<br />
Diensten en geneesmiddelen zullen in redelijkheid betaald moeten<br />
worden.<br />
7) Hij zal zonder toestemming van de burgemeester of de plaatsver<br />
vangend assessor (wethouder) geen nacht buiten de gemeente mo-<br />
verblijven.
354<br />
8) Hij moet het plaatselijk bestuur hoogachting en advies geven in<br />
alles wat in zijn handen zal worden gesteld zonder afzonderlijke<br />
beloning.<br />
9) Hij zal zich overigens stipt gedragen naar de algemene verorde<br />
ningen en instructies op de uitoefening der geneeskundige vakken,<br />
speciaal op die genoemd in de Koninklijke Besluiten van 31 mei<br />
1818.<br />
10) De plaatselijke medisch doctor, heel- en vroedmeester zal een<br />
vaste jaarlijkse wedde genieten van ƒ 300, - per jaar, te betalen<br />
per kwartaal.<br />
11) Bij het aanvaarden van zijn ambt zal hij in handen van de burge<br />
meester volgende eed afleggen: "Ik belove en zwere dat ik den<br />
post van medisch doctor, heel- en vroedmeester te <strong>Haaksbergen</strong><br />
met alle bekwaamheid en nauwgezetheid zal waarnemen en deze in<br />
structie stiptelijk zal nakomen, zo waarlijk mij God helpe".<br />
12) Deze instructie zal ten allen tijde kunnen worden aangevuld en<br />
gewijzigd zoals het gemeentebestuur behoudens goedkeuring van<br />
G.S. nodig en nuttig vinden.<br />
Op 9 oktober 1834 werd Diderikus Adolf te Weghel door de gemeenteraad<br />
benoemd tot genees-, heel- en vroedmeester tegen een jaarlijks<br />
traktement van ƒ 200, -, een meevallertje voor de gemeente van ƒ 100,<br />
Op 24 november van hetzelfde jaar werd de arts geïnstalleerd. Uit de<br />
gemeentebegroting voor het jaar 1838 blijkt, dat hij inmiddels al weer<br />
ontslag gevraagd had. Zij opvolger werd G.A. Harbers.<br />
W. E. ten Asbroek
355<br />
HEREN, KNECHTEN EN BOEREN VIERDEN FEEST<br />
In het Statenarchief te Zwolle bevindt zich een "Rekeninge uyt myn Boek van<br />
verteringe" tussen andere rekeningen van de gecommitteerden<br />
(afgevaardigden) van de marke "Haexbergen en Hones", die ter afrekening<br />
gezonden werden aan de verwalter-richter J.H. ter Horst. Wie met "myn"<br />
bedoeld wordt, is niet geheel duidelijk, in ieder geval is hij een Haaksbergse<br />
kastelein geweest.<br />
Op 15 juli 1738 werden verschillende bestuursambtenaren, onder wie de Drost<br />
van <strong>Haaksbergen</strong> en Diepenheim, ontvangen door de gecommitteerden van de<br />
marke en enkele andere goedsheren, eigenaren van Haaksbergse erven, 's<br />
Middags moest natuurlijk gegeten worden. De rekening begint dan ook aldus:<br />
De Heer Drost (Baron Sloet van Warmelo), de Heer van<br />
Cranenborgh, de heer van der Sluys (de Haaksbergse<br />
richter), de nieuwe ontfanger Bos, Pothoff, met de<br />
gecommiteerdens alsmede nog eenige andere goedheeren<br />
hier des middaags gegeten, waarvoor te samen stet ƒ 2 5- 0 - 0<br />
66 flessen wijn en 28 kan bier ƒ 2 9- 4 - 0<br />
Van de Hones Jan Lankheet, Morsinkhoff, de Jeusker,<br />
Reymer etc. tot 12 man incluys hier gegeten is ƒ 4 - 16- 0<br />
En in de keuken met haar bij hebbend 56 kan bier is ƒ 5 - 12- 0<br />
De Knegten van de Heeren 8 fles wijn en 8 kan bier is ƒ 3 - 12- 0<br />
Als U weet dat ƒ 3 - 12 - 0 betekent 3 gulden, 12 stuiver en 0 cent, kunnen<br />
wiskundigen onder onze lezers berekenen, dat de prijs van een kan bier 10 cent<br />
was. De flessen wijn voor de heren kostten ƒ 0,44 per stuk, de knechten<br />
dronken een goedkopere soort van ƒ 0,35 per fles. De boeren kregen helemaal<br />
geen wijn, maar mochten apart eten in de keuken en volstaan met bier. Er was<br />
tenslotte rang en stand. De rekening gaat dan verder:<br />
De Knegten des middaags en des avonds gegeten is ƒ 5 - 0 - 0<br />
De Heeren des avonds hier gegeten ƒ 6 - 0 - 0<br />
De Knegten haar Coffy en Thee ƒ 0 - 12- 0<br />
Sigaren, tabak en pijpen ƒ 1 - 6 - 0<br />
An genever en Brandewijn in 't geheel ƒ 0 - 18- 0<br />
Het feest had blijkbaar langer geduurd dan men verwachtte, er moest een<br />
boodschap naar de woning van de drost, kasteel Warmelo bij Diepenheim,<br />
gestuurd worden om zijn familie gerust te stellen, want de
ekening besluit met:<br />
356<br />
Een expresse na 't Warmelo ƒ 0 - 9 - 0<br />
NOG 'N PEERDEVERHAAL<br />
W.E. ten Asbroek<br />
Nao de jach is 't good zitten bie'n boer in de kokken um 't veur. Et<br />
begon al wat duuster te worden. De jagers hadden 'n hele dag elopen,<br />
en 't was nog 'n besten aende nao 't stad. Meer 'n boer wus wal raod.<br />
Ik zal owleu wal nao 't hoes hen brengen met peerd en wage. Now, dat<br />
was jao mooi an-ebaone. De zönne zol wal aeven anspannen, dan kon<br />
de fleske ok nog ees roond gaon, De zönne kwam vraogen, wat hee der<br />
vuur zol spannen, oonze mere of oonze vul. Och doot 't vul der meer<br />
vuur, den geet et vlotste.<br />
Now was der ene in 't gezelschap, laow' zeggen Gert, den onmeundig<br />
bange was vuur jonge en weelde peerde. Hee wör al bias um zien'n<br />
nös, en 'n borrel kon-e nich meer oetdreenken. Hee wol meer leever<br />
gaon lopen nao 't stad. Meer 't was 'n helen aende, en 't wör al zo<br />
duuster. Do 't geschier klaor stun, wör der bod edaonne, dat de leu<br />
konden stappen. Gert stun te trillen op de bene. Do was der ene, den<br />
an 'n boer vroog, woo aold zien peerde wal waren. Wat za'k diej zeggen:<br />
de mere is roem tweentig jaor, en 't vul zal wal een jaor of<br />
zesteene waen. Van jonge peerde esprökken'.<br />
v.H.