05.05.2013 Views

Hoofdstuk 2 ENDOCRINOLOGIE

Hoofdstuk 2 ENDOCRINOLOGIE

Hoofdstuk 2 ENDOCRINOLOGIE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dopaminerge innervatie onvoldoende aanwezig te zijn om een remmende invloed uit te<br />

oefenen (primair of secundair?).<br />

Een tweede gevolg van de hyperplasie van de pars intermedia is de verdrukking van de pars<br />

nervosa van de hypophyse. Hierdoor wordt minder ADH (anti diuretisch hormoon) en minder<br />

oxytocine gesecreteerd.<br />

1.2. PATHOGENESE<br />

De oorzaak van de hyperplasie en hypertrofie is onbekend. Een stoornis in de dopaminerge<br />

innervatie wordt vooropgesteld, maar zou evengoed secundair kunnen zijn aan een<br />

onvoldoende meegroei van de hypothalamische innervatie bij de hyperplasie.<br />

1.3. VOORKOMEN<br />

Cushing’s syndroom is een veel voorkomende aandoening bij oudere paarden. Gemiddeld zijn<br />

de dieren 19 jaar oud, maar de spreiding is groot (7 tot 40 jaar). Er lijkt geen duidelijke<br />

geslachtspredilectie te zijn (bij de mens meer vrouwen dan mannen) en ook geen duidelijke<br />

raspredilectie (sommige auteurs vermelden dat de aandoening meer bij ponies voorkomt). Bij<br />

de hond zijn vooral de kleine rassen gevoelig.<br />

In de totale paardenpopulatie wordt de prevalentie geschat tussen 0.15 en 0.5%.<br />

1.4. SYMPTOMEN<br />

Het symptomenbeeld is sterk gevarieerd en secundaire complicaties kunnen het klinisch beeld<br />

compliceren zodat de diagnose in het beginstadium moeilijk kan zijn.<br />

De zes meest voorkomende symptomen zijn hirsutisme, gewichtsverlies, lethargie,<br />

hoefbevangenheid, polyurie, polydipsie en hyperhidrosis.<br />

1.4.1 Hirsutisme<br />

Ongeveer 85% van de Cushing paarden vertonen hirsutisme. Initieel kan dit discreet zijn<br />

waarbij de dieren iets later dan andere paarden ruien en iets vroeger hun wintervacht krijgen.<br />

Lokale ontkleuring van de haren kan ook voorkomen (donkere haren naar licht bruin). Het<br />

ruien in zones en het aanwezig blijven van lange haren in de schaarstreek of op de buik kan<br />

ook indicatief zijn voor Cushing. De exacte oorzaak van dit fenomeen is niet bekend: MSH,<br />

testosteron (uit bijnier) of druk op het thermoregulatiecentrum worden vermeld als mogelijke<br />

oorzaken. In het finale stadium is er vrijwel geen rui meer en vertonen de dieren een lang en<br />

gekruld haarkleed.<br />

1.4.2 Gewichtsverlies<br />

Gewichtsverlies is geen constant gegeven in de initiële anamnese, maar komt op termijn vaak<br />

voor. Vooral verlies van spieren wordt vermeld. Het katabole effect van hypercortisolemie,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!