dpo_5810.pdf

8 MEJY i 79S. . ü
Kamer, om, inconfidcraric, dat de gewoone forro BV
de Staatsregeling voorgcfchreevcn, deezeri aanbande
m achtgenomen wordende, het voUlrekt dnmoffelvlt
zoude zyn, dat het effect, hieromtrent, in tydS zoude
kunnen worden genoörcn, en waai- door dus té
weeg gebragt zoude worden , dat zeer veeie Burgers
de vereischteris tot het Stemrecht bezittende, ten on
rechte van de uhöeflWng, van dit recht,ouden verfrooken
blyven, had verklaard: herzelve te zyn een
onderwerp van onverwylde nobdzaaklykheid\ en wyders
z.-ch had geconformeerd, met het voöfWftèlde
by de voorgemelde Misfive van het UitvoerendBewinden
mitsdien had goedgevonden als een befalt aan deeze
Kamer Voörteffellen, " om het Uitvoerend ' twinJ
ü hangende haaie deliberatie, over de menigvuld.Vè
» aagten ënbézwaaren der gecneti, welke by de Mem
i, ming over ie Staatsregelingen uitfloten geweest
„ tegelasten om de AdimniibariVe Befhmfen der voor-
„ maahge refpective Gewesten aantefchryvèn, om ie-
5, der m den zynen, de noodige ordres te ffellen dir
•„ ae tweeden citul der Acte Wo StaatSre&iin>' betreffende
de uitöeffening van het $remvt4o«ri
„ der Burgeren , onvervVyft in werkin'g worde |e-
„ bragt, en ten dien einde, door de reWive