dpo_5810.pdf

fi 9 MEY 1798.
"Waarop gedelibereerd, en in aanmerking genomen
zynde, dat de Staatsregeling verbied , eenig bejluit
in overweeging te neemen, waar in de verklaaring van
onverwylde noodzaaklykheid niet is bekleed met dus*
daanige redetien en mo.iven, als vereischt wjrden,
om, conform het 20. Articul der derde Afdeeling
van het Reglement Sub. Lit. B. behoorende tot den
derden Ti tul der Staatsregeling, dezelve verklaaring
als eene beredeneerde Verklad ring van onverwylde
noodzaaklykheid te befchouwen, uit hoofde , dat de
voorfchreeve formniet is in acht genomen.
Is gedecreteerd: het voorgefteld bejluit, zonder
hetzelve in overweeging te neemen, aan de Eerjls
Kamer terug te zenden, (zonder refumtie.)
Is geleezen een Extract uit het Register der Bejluit
en , van de Eerjle Kamer van het Vertegenwoordigend
Lichaam des Bataafse hen Volks , van den
8. deezer; daarby aan de Vergadering overeenkomftig
"hét 6Ó: Articul der Staatsregeling , ter bekrachtiging
voortellende een bef luit , voorafgegaan door eene
verklaaring van onverwylde noodzaaklykheid, en genomen
op het door het Bureau van gemelde Eerjle
Kamer , ingevolge van den aan hetzelve op den 7.
Mcylaatstleden opgedragen last, geexbibeerd Formulier
van de belofte voor den Commandant der pravifioneele
Lyfwacht van hetVerregenwoordigend Lichaam
des Bataaffchen Volks, zoo als dezelve hier na volgende
is geinfereerd:
„ Ik bcloovc trouw aan het Vertegenwoordigend
„ Lichaam des Bataaffchen Volks, gehoorzaamheid
„ aan de Wetten, en onderwerping aan de Krygs-
„ tucht, ea dat ik onmiddelyk, en by uitfluitingj de
„ beur-